Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
Coöperatieve Huisartsenpost ’t Hellegat
REGLEMENT HUISARTSENPOSTEN
Artikel 1
Reglement Huisartsenposten
1.1
Dit Reglement Huisartsenposten is het reglement als bedoeld in artikel 2 van de statuten van Coöperatieve Huisartsenpost ’t Hellegat U.A., statutair gevestigd te Klaaswaal, gemeente Cromstrijen (hierna: de ‘Coöperatie’).
1.2
Dit reglement is vastgesteld, en kan worden gewijzigd of opgeheven door, het Bestuur van de Coöperatie na goedkeuring van de Algemene ledenvergadering conform artikel 25 van de statuten van de Coöperatie.
Artikel 2
Definities
2.1
Aangesloten Huisarts: een natuurlijke of rechtspersoon die met de Coöperatie een Overeenkomst toelating huisarts-praktijkhouder, een Overeenkomst toelating rechtspersoon-praktijkhouder of een Overeenkomst toelating huisarts in loondienst heeft gesloten.
2.2
Algemene ledenvergadering of ALV: de algemene ledenvergadering van de Coöperatie.
2.3
Bestuur: het bestuur van de Coöperatie als bedoeld in artikel 14 van de statuten van de Coöperatie, bestaande uit drie personen.
2.4
Coöperatie: Coöperatieve Huisartsenpost ’t Hellegat U.A., statutair gevestigd te Klaaswaal, gemeente Cromstrijen.
2.5
Dienst: het begrip ‘dienst’ omvat in dit reglement zowel het dienst doen op een Huisartsenpost als het dienst doen als achterwachtarts, tenzij uit de context anders blijkt.
2.6
Directeur: de directeur van de Coöperatie, die onder eindverantwoordelijkheid van het Bestuur belast is met de dagelijkse leiding van de Coöperatie.
2.7
Huisartsenpost(en): de (2) locatie(s) van de Coöperatie van waaruit de (in beginsel) spoedeisende huisartsenzorg wordt geleverd in het Werkgebied tijdens de diensturen als aangegeven in artikel 5 van dit reglement.
2.8
Intershift: het softwareprogramma met behulp waarvan het dienstrooster voor de Huisartsenposten wordt gemaakt als bedoeld in artikel 6.6 van dit reglement.
1/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015 2.9
NONI: een verzekerde patiënt die niet bij een huisarts is ingeschreven.
2.10
Passant: een verzekerde persoon die spoedeisende hulp inroept van één van de Huisartsenposten, wonende buiten het Werkgebied en die niet in staat is zich te wenden tot de eigen huisarts of diens vervanger.
2.11
Waarnemer: een huisarts die in opdracht en voor rekening van een Aangesloten Huisarts waarneemdiensten verricht op een of meer Huisartsenposten en die met de Coöperatie een Overeenkomst toelating als waarnemer heeft gesloten, een en ander als bedoeld in artikel 11 van dit reglement.
2.12 Werkgebied: het postcodegebied zoals jaarlijks opgegeven aan de Nederlandse Zorgautoriteit en omvattende de Hoeksche Waard met de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen, alsmede de gemeente Goeree Overflakkee. Artikel 3
Toelatingsvoorwaarden
3.1
Onverminderd het bepaalde in lid 2, 3 en 4 van dit artikel, dient een huisarts om te kunnen deelnemen aan de Coöperatie: a. een toelatingsovereenkomst te sluiten met de Coöperatie; b. te voldoen aan het bepaalde in de statuten en reglementen van de Coöperatie; c. als BIG- en RGS- (v/h HVRC-)geregistreerd huisarts de praktijk uit te oefenen binnen het voor die Huisartsenpost omschreven werkgebied en daarvan de bewijzen en de laatste datum van herregistratie van de RGS aan het Bestuur te overleggen; d. een permanent toegankelijke fax of e-mailaansluiting beschikbaar te hebben; e. deel te nemen aan een wettelijk erkende klachtenregeling; f. over een op eigen naam gestelde geldige UZI-pas te beschikken (zulks vanaf het moment dat de ALV daartoe een besluit heeft genomen).
3.2
In aanvulling op lid 1 geldt dat rechtspersonen die de huisartsenpraktijk uitoefenen en die overigens direct en/of indirect via huisartsen in hun dienst, voldoen aan het bepaalde in lid 1, een Overeenkomst toelating praktijkhouder-rechtspersoon dienen te sluiten met de Coöperatie.
3.3
In aanvulling op lid 1 geldt dat huisartsen in loondienst uitsluitend kunnen worden toegelaten als zij in dienst zijn van een Aangesloten Huisarts.
3.4
Een huisarts wordt niet geaccepteerd indien redelijkerwijs is aan te nemen dat hij/zij geen verantwoorde zorg verleent. Dit kan in ieder geval worden aangenomen als hij/zij is verwijderd van een huisartsenpost van de Coöperatie of een andere organisatie wegens disfunctioneren en de huisarts niet voldoende aannemelijk maakt dat de destijds gerezen bezwaren niet meer bestaan.
3.5
Iedere Aangesloten Huisarts of Waarnemer stelt het Bestuur er onverwijld schriftelijk van in kennis indien zich één van de volgende situaties voordoet: a. hij/zij voldoet niet langer aan de toelatingsvoorwaarden; b. hij/zij is civiel- of strafrechtelijk veroordeeld betreffende beroepsmatig handelen; c. hem/haar is een maatregel opgelegd die openbaar wordt gemaakt in het BIGregister,
2/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
zulks met toezending van een kopie van de uitspraak die tot de veroordeling of de maatregel heeft geleid. 3.6
Op (toelating van) Waarnemers is voorts het bepaalde in artikel 11 van toepassing.
Artikel 4
Geografische afspraken
4.1
Vanuit de Huisartsenposten wordt hulp geboden aan alle door de Aangesloten Huisartsen ingebrachte patiënten, hun tijdelijke huisgenoten, NONI’s en Passanten die verblijven in het Werkgebied.
4.2
De hulp vanuit een Huisartsenpost wordt uitsluitend geboden binnen de door het Bestuur vast te stellen geografische grenzen van de regio van een Huisartsenpost. Deze geografische grenzen zijn bekend op alle Huisartsenposten.
Artikel 5 5.1
Diensttijden
De Huisartsenposten zijn in ieder geval geopend tijdens alle diensttijden als hierna beschreven. Avond-, Nacht- en Weekend- (ANW-)uren volgens de Nederlandse Zorgautoriteit: Werkdagen: 18.00 uur tot 8.00 uur de volgende dag. Weekenddagen: 8.00 uur tot 8.00 uur de volgende dag. Algemeen erkende feestdagen en daaraan gelijkgestelde dagen in de zin van de Algemene termijnenwet, conform besluit van het Bestuur als hierna bedoeld: 8.00 uur tot 8.00 uur de volgende dag. Overige diensttijden: De Huisartsenposten zijn voorts geopend op werkdagen van: uur.
17.00 uur tot 18.00
Het Bestuur stelt jaarlijks vast op welke dagen die gelden als aan een algemeen erkende feestdag gelijkgestelde dag in de zin van de Algemene termijnenwet, de Huisartsenposten geopend zijn. 5.2
Gedurende de diensttijden van een Huisartsenpost maken de Aangesloten Huisartsen gebruik van een antwoordapparaat op hun praktijk om patiënten te verwijzen naar de Huisartsenpost. Een eventuele doorschakeling wordt slechts met voorafgaande goedkeuring van het Bestuur geëffectueerd.
5.3
Voorafgaand aan de openingstijden en na sluitingstijd van een Huisartsenpost worden de patiënten via het antwoordapparaat van de Huisartsenpost verwezen naar de eigen huisarts.
5.4
Het Bestuur van de Coöperatie bepaalt de bezetting aan dienstdoende artsen in tijd en plaats. Gedurende de diensttijd is (zijn) de dienstdoende huisarts(en) aanwezig op de 3/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
betrokken Huisartsenpost, voor zover en zolang zij niet voor behandeling van patiënten van de post zijn weggeroepen. 5.5
Het is niet toegestaan dat een huisarts twee elkaar opvolgende diensten vervult op eenzelfde dan wel verschillende Huisartsenpost(en). Dit is slechts anders als de betreffende huisarts geen dienst doet in de reguliere dagpraktijk en dit ook overigens niet leidt tot onverantwoorde zorg.
5.6
Een hulpvraag van een patiënt die voor de afhandeling werkzaamheden na afloop van de diensttijd van de betrokken dienstdoende huisarts met zich meebrengt, dient desondanks volledig door die huisarts te worden afgehandeld, tenzij deze hulpvraag adequaat en medisch verantwoord kan worden overgedragen aan een opvolgende dienstdoende arts.
5.7
Het is een dienstdoende huisarts pas toegestaan zijn/haar dienst te beëindigen, wanneer diegene die de dienst overneemt gearriveerd is op de betreffende Huisartsenpost of in geval van achterwachtdienst, de opvolger bereikbaar is voor de Huisartsenpost. Indien een opvolgende dienstdoende arts niet (tijdig) gearriveerd of bereikbaar is, geldt dat (een van) de dienstdoende huisarts(en) achterblijft op de Huisartsenpost of andere maatregelen worden genomen teneinde er voor zorg te dragen dat de omvang van de bezetting volgens rooster te allen tijde gewaarborgd is.
Artikel 6
Vaststelling en grondslag dienstrooster
6.1
Het Bestuur stelt het minimum aantal diensten vast dat iedere Aangesloten Huisartspraktijkhouder elk boekjaar verplicht is te leveren.
6.2
De grondslag voor de toerekening van diensten vormt het aantal patiënten dat een Aangesloten Huisarts-praktijkhouder inbrengt binnen een Huisartsenpost.
6.3
Iedere Aangesloten Huisarts die praktijkhouder is, dient aan de Coöperatie uiterlijk op 1 oktober van het voorafgaande jaar een opgave te verstrekken van het aantal door hem/haar voor het volgende jaar in te brengen patiënten op basis van de eigen HIS en/of ION (peildatum is 1 september). De Coöperatie is gerechtigd de opgaven te doen controleren door een accountant.
6.4
Indien een Aangesloten Huisarts als bedoeld in lid 3 na herhaald verzoek niet tijdig zorg draagt voor het aanleveren van de opgave, kan de Coöperatie besluiten het patiënten aantal van het vorige jaar te hanteren, verhoogd met een opslag van maximaal 500 patiënten.
6.5
Het Bestuur stelt een rooster vast dat aangeeft op welke data de Aangesloten Huisartsen-praktijkhouders gehouden zijn diensten te vervullen. Bij de samenstelling van het rooster zal het Bestuur een evenwichtige toedeling over meerdere jaren van de diensten tijdens feestdagen en vakantieperioden aan de Aangesloten Huisartsen in acht nemen. Het Bestuur zal zich hierbij laten adviseren door de Directeur van de Huisartsenposten.
6.6
Uiterlijk 15 november van ieder jaar zal het Bestuur het definitieve dienstrooster bekend maken aan de Aangesloten Huisartsen. Het dienstrooster wordt gemaakt in Intershift en 4/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
is inzichtelijk en toegankelijk op de website van de Coöperatie (www.haphellegat.nl) met behulp van een persoonlijke inlogcode. 6.7
Het rooster van verdeling van diensten over de tot een praktijk behorende Aangesloten Huisartsen wordt binnen die praktijk naar eigen inzicht vastgesteld. Uiterlijk op 31 december van elk jaar wordt door de betreffende Aangesloten Huisartsen de verdeling van diensten op naam in Intershift verwerkt.
6.8
Het Bestuur kan een vastgesteld rooster wijzigen of in zijn geheel opnieuw vaststellen, indien dit naar het oordeel van het Bestuur noodzakelijk is.
6.9
Het Bestuur kan ten tijde van risicovolle perioden (feestdagen, griepepidemieën) Aangesloten Huisartsen verzoeken beschikbaar te blijven om bij extreme drukte direct inzetbaar te zijn op een Huisartsenpost.
Artikel 7
Achterwachtdienst
7.1
Per Huisartsenpost is tijdens iedere dienst permanent een huisarts beschikbaar als direct oproepbare reserve.
7.2
De Coöperatie stelt een achterwachtrooster samen, volgens dezelfde maatstaven als voor het dienstrooster als bedoeld in artikel 6.
7.3
De achterwachtdiensten lopen van maandag 17.00 tot vrijdag 17.00 uur als “achterwacht weekdienst” en van vrijdag 17.00 uur tot maandag 08.00 uur als “achterwacht weekenddienst”. Op feestdagen en daaraan gelijkgestelde dagen als bedoeld in artikel 5.1 van dit reglement, wordt voorts een achterwachtdienst ingeroosterd van ’s ochtends 08.00 uur tot ‘s middags 17.00 uur.
7.4
Wanneer een huisarts is ingeroosterd voor een achterwachtdienst kan hij/zij niet ingeroosterd zijn voor een normale dienst.
7.5
De achterwachtarts dient binnen 30 minuten aanwezig te kunnen zijn op de betrokken Huisartsenpost.
Artikel 8
Vervangingsregeling Aangesloten Huisartsen
8.1
In geval van verhindering van een Aangesloten Huisarts om een vastgestelde dienst te verrichten, welke verhindering redelijkerwijs kan worden voorzien, dient de Aangesloten Huisarts zelf te voorzien in vervanging.
8.2
In geval van verhindering van een Aangesloten Huisarts om een vastgestelde dienst te verrichten, welke verhindering kort voor aanvang van de dienst bekend is geworden en redelijkerwijs niet was te voorzien, waarbij de Aangesloten huisarts niet in staat is (bijvoorbeeld als gevolg van ziekte) om zelf voor vervanging te zorgen noch om zelf de achterwacht te bellen, meldt hij/zij dit onverwijld aan de dienstdoende assistente op de HAP. De dienstdoende HAP assistente belt de achterwachtarts om te voorzien in vervanging..
5/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
8.3
Dit artikel 8 geldt niet voor Waarnemers. In geval van verhindering van een Waarnemer om een overeengekomen dienst te verrichten geldt het bepaalde in artikel 11.9 van dit reglement.
Artikel 9
Dienstruil
9.1
Het is Aangesloten Huisartsen toegestaan onderling (achterwacht-)diensten te ruilen.
9.2
Bij ruiling van diensten dient de volgens het rooster dienstdoende huisarts dit terstond in Intershift te verwerken.
9.3
De Aangesloten Huisarts aan wie de dienst is overgedragen is bij verhindering zelf verantwoordelijk voor het zoeken van een vervanger conform artikel 8 van dit reglement.
Artikel 10
Niet-nakoming diensten
10.1 Indien een huisarts zonder tijdig daarvan kennis te hebben gegeven en voor vervanging zorg te hebben gedragen een dienst niet nakomt, zonder dat naar het oordeel van het Bestuur van overmacht sprake is, kan het Bestuur de betrokken huisarts onmiddellijk een sanctie opleggen overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van dit reglement. 10.2 Het opleggen van een sanctie ontslaat de betreffende huisarts niet van de verplichting de dienst op een ander tijdstip alsnog na te komen, dit naar het oordeel van het Bestuur. Artikel 11
Waarneming
11.1 Een Aangesloten Huisarts is - met inachtneming van de bepalingen van dit reglement – voor eigen rekening gerechtigd een dienst (tegen betaling) te laten waarnemen door: a. een andere Aangesloten Huisarts*, of b. een huisarts die door de Coöperatie is toegelaten als Waarnemer. *Een Aangesloten Huisarts in loondienst die tevens waarneemdiensten verricht buiten de kaders van zijn/haar dienstverband met een Aangesloten Huisarts, geldt voor het verrichten van die waarneemdiensten als Waarnemer, op wie de bepalingen van dit artikel 11 van toepassing zijn. 11.2 Een Waarnemer dient voorafgaande aan het daadwerkelijk verrichten van een dienst te zijn geaccepteerd en gecontracteerd door de Coöperatie conform dit artikel 11.
11.3 De Aangesloten Huisarts die een andere Aangesloten Huisarts of een Waarnemer inschakelt is gehouden dit tijdig te verwerken in Intershift. Partijen zijn jegens de Coöperatie gezamenlijk verantwoordelijk voor het maken van sluitende afspraken met het oog op een correcte vervulling van de betreffende dienst op een Huisartsenpost, zulks met inachtneming van dit reglement. Dit omvat onder meer een opgave van de betreffende data en diensttijden en afspraken voor situaties waarin de Waarnemer voor of tijdens de dienst niet in staat is de betreffende dienst voor de Aangesloten Huisarts te vervullen. 6/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
11.4 Een Waarnemer dient te allen tijde een BIG- en RGS- (v/h HVRC-)geregistreerd huisarts te zijn en daarvan de bewijzen en de laatste datum van herregistratie van de RGS aan het Bestuur te overleggen. De Waarnemer informeert de Coöperatie onverwijld indien hij/zij niet (langer) beschikt over deze BIG- en RGS-registraties. Een Waarnemer dient voorts te beschikken over een geldige VAR-WUO (Verklaring Arbeidsrelatie – winst uit onderneming), zoals afgegeven door de Belastingdienst en deze in kopie aan het Bestuur te overleggen. De Waarnemer informeert de Coöperatie onverwijld indien hij/zij niet (langer) beschikt over een geldige VAR-WUO. Een Waarnemer dient deel te nemen aan een wettelijk erkende klachtenregeling en over een op eigen naam gestelde geldige UZI-pas te beschikken. Een huisarts wordt niet geaccepteerd als Waarnemer indien redelijkerwijs is aan te nemen dat hij/zij geen verantwoorde zorg verleent. Dit kan in ieder geval worden aangenomen als hij/zij is verwijderd van een Huisartsenpost van de Coöperatie of van een andere organisatie wegens disfunctioneren en de Waarnemer niet voldoende aannemelijk maakt dat de destijds gerezen bezwaren niet meer bestaan. 11.5 Acceptatie van Waarnemers geschiedt conform de daartoe door het Bestuur vastgestelde procedure, die onder meer voorziet in een inwerkprocedure. Een Waarnemer die is geaccepteerd door de Coöperatie en een geldige overeenkomst heeft als bedoeld in 11.6, is gerechtigd diensten te verrichten op de Huisartsenposten van de Coöperatie. 11.6 Een als zodanig nog niet door de Coöperatie gecontracteerde Waarnemer dient voor aanvang van een dienst voor acceptatie centraal aangemeld te zijn en een Overeenkomst toelating als waarnemer te hebben gesloten met de Coöperatie betreffende zijn/haar werkzaamheden op de Huisartsenposten, waarmee hij/zij onder meer verklaart zich te conformeren aan het Reglement Huisartsenposten van de Coöperatie. 11.7 In situaties van overmacht kan het bureau van de Coöperatie in overleg met het Bestuur besluiten tot een andere procedure. 11.8 De Waarnemer dient zich op de hoogte te stellen van het meest recente Reglement Huisartsenposten dat te allen tijde op de Huisartsenposten aanwezig is en gepubliceerd is via het intranet van de Coöperatie. 11.9 Indien een Waarnemer voor of tijdens een dienst verhinderd is de betreffende dienst uit te voeren, meldt hij/zij dit onverwijld aan het bureau van de Coöperatie dan wel de verantwoordelijke doktersassistent en dient de Waarnemer zelf te voorzien in vervanging door een andere Waarnemer of een Aangesloten Huisarts. Slechts in uiterste noodgevallen kan de achterwachtarts worden ingeschakeld. 11.10 Indien het Bestuur gerede twijfel heeft over het functioneren van een Waarnemer, kan de betrokken Waarnemer door het Bestuur met onmiddellijke ingang worden uitgesloten van verdere werkzaamheden op de Huisartsenposten. 11.11 Indien naar het oordeel van het Bestuur sprake is van nalatigheid van de Aangesloten Huisarts die een andere Aangesloten Huisarts of Waarnemer inschakelt of van die ingeschakelde Aangesloten Huisarts of Waarnemer, kan het Bestuur de betreffende huisartsen en/of Waarnemer een sanctie opleggen zoals genoemd in artikel 21 van dit reglement.
7/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
Artikel 12
Huisarts in opleiding (AIOS)
12.1 Een AIOS kan werkzaamheden verrichten op een Huisartsenpost, doch uitsluitend onder supervisie van diens huisarts-opleider c.q. de vervanger van de huisarts-opleider, dit met inachtneming van de regelgeving van het Opleidingsinstituut, de RGS en voor zover niet strijdig met de Arbeidsovereenkomst van de AIOS. 12.2 De Coöperatie hanteert ten aanzien van de eisen en verantwoordelijkheden het protocol ‘AIOS op de Huisartsenpost’. 12.3 De huisarts-opleider blijft jegens de Coöperatie eindverantwoordelijk voor de betreffende dienst. Artikel 13
Beschikbaarheid vervoer
13.1 De Coöperatie stelt aan de dienstdoende huisartsen gedurende de diensturen per Huisartsenpost permanent een volledig aangepaste dienstauto met chauffeur ter beschikking. 13.2 De chauffeurs van deze dienstauto’s zijn voorgelicht over de aard van de werkzaamheden van een Huisartsenpost en voldoen aan de door de Coöperatie vastgestelde opleidingseisen en geheimhoudingsplicht. 13.3 De visites vanuit een Huisartsenpost worden uitgevoerd met behulp van de beschikbaar gestelde dienstauto’s. De chauffeurs volgen de instructies van de dienstdoende huisarts op, voor zover dit in redelijkheid te verwachten is. 13.4 Indien een achterwachtarts van een Huisartsenpost wordt opgeroepen staat het hem/haar vrij gebruik te maken van een door die Huisartsenpost voor rekening van de Coöperatie op te roepen taxi, zowel voor vervoer naar die Huisartsenpost en v.v. als voor het afleggen van een spoedvisite. Artikel 14
Beschikbaarheid doktersassistenten
14.1 De Coöperatie stelt aan de dienstdoende huisartsen gedurende de vastgestelde diensturen een of meer voldoende gekwalificeerde doktersassistenten (c.q. triagisten) beschikbaar. 14.2 De relatie met en verantwoordelijkheid voor de (werkzaamheden van de) doktersassistenten tijdens de diensten ten behoeve van de Coöperatie, is voor de dienstdoende huisartsen niet anders dan hetgeen binnen de beroepsgroep naar de algemeen aanvaarde opvattingen gebruikelijk is in de verhouding huisartsen en doktersassistenten, met dien verstande dat het werkgeverschap van de doktersassistenten bij de Coöperatie berust. 14.3 De Coöperatie draagt zorg voor voldoende begeleiding en ondersteuning van de doktersassistenten die werkzaam zijn op de Huisartsenposten. 14.4 Het Bestuur ziet er op toe dat de doktersassistenten die werkzaam zijn ten behoeve van de Coöperatie voldoen aan kwaliteitsnormen die in het algemeen van een 8/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
doktersassistent verwacht mogen worden en draagt daar waar nodig, zorg voor specifieke deskundigheidsbevordering met betrekking tot het functioneren op de Huisartsenposten. Artikel 15
Registratie en beschikbaarheid patiëntgegevens; Bewaarplicht
15.1 De huisartsen en assistenten registreren met behulp van een persoonlijke inlogcode, al hun contacten met patiënten op of vanuit een Huisartsenpost uitsluitend volgens de richtlijnen van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). De ICT-systemen van de Coöperatie zijn ingericht volgens deze richtlijnen. 15.2 De Coöperatie stelt een voor haar Huisartsenposten uniform geautomatiseerd systeem voor registratie beschikbaar en draagt zorg voor de benodigde hardware en het onderhoud daarvan. Huisartsen zijn gehouden dit systeem te gebruiken voor al hun verrichtingen gedurende de diensturen. De Coöperatie draagt zorg voor het bewaren van de geregistreerde gegevens gedurende de wettelijke bewaartermijn. 15.3 De huisarts of assistent op een Huisartsenpost die een contact met een patiënt daadwerkelijk afsluit, draagt er zorg voor dat herkenbaar is middels de registratie wie feitelijk dit contact heeft afgesloten, ongeacht wie uiteindelijk de registratie uitvoert. Dienstdoende huisartsen dienen registraties conform de interne richtlijnen van het Handboek van de Coöperatie (beschikbaar op de Huisartsenposten) te autoriseren. 15.4 Telefoongesprekken worden zodanig vastgelegd dat beoordeling van intake, triage, zorgplanning en advies achteraf mogelijk is. 15.5 Indien de registratie van een contact met een patiënt correct wordt afgesloten middels het geautomatiseerde registratiesysteem, zal middels het registratiesysteem automatisch een bericht aan de eigen huisarts van de patiënt worden aangemaakt. De Coöperatie draagt zorg voor een correcte afhandeling hiervan. 15.6 Ingeval de geautomatiseerde registratie in gebreke is, zijn op de Huisartsenposten registratieformulieren beschikbaar voor de huisarts(en) en assistent(en). Deze dienen dan handmatig te worden ingevuld en per fax aan de eigen huisarts van de patiënt te worden verzonden bij het beëindigen van de dienst. 15.7 Bij ernstige gebeurtenissen betreffende een patiënt, dit naar inzicht van de dienstdoende huisarts, wordt dringend aanbevolen de eigen huisarts aan het einde van de dienst telefonisch op de hoogte te brengen, los van de normale registratie en berichtgeving.
15.8 Indien medisch noodzakelijk draagt de dienstdoende huisarts de zorg voor een patiënt persoonlijk (telefonisch) over aan de eigen huisarts of diens waarnemer. 15.9 Passanten die een Huisartsenpost bezoeken en die woonachtig zijn buiten het waarneemrayon ontvangen een kopie van een ingevuld registratieformulier als bericht aan de eigen huisarts. Ook NONI’s die een Huisartsenpost bezoeken kunnen een kopie van een ingevuld waarneembericht ontvangen. 15.10 Het Bestuur draagt zorg voor naleving van de Wet Bescherming Persoonsgegevens met betrekking tot de ter beschikking gestelde gegevens en de registraties op de 9/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
Huisartsenposten. Aangesloten Huisartsen informeren hun patiënten over de beschikbaarheid van hun gegevens op de betreffende Huisartsenpost en wijzen hen op de mogelijkheid om daartegen bezwaar te maken. 15.11 De gegevens van een patiënt die worden vastgelegd en bewaard middels het registratiesysteem mogen door de huisartsen en assistenten op een Huisartsenpost uitsluitend worden ingezien en gebruikt ten behoeve van de afhandeling van een hulpvraag van de betreffende patiënt op dat moment. 15.12 Gegevens van patiënten in het registratiesysteem mogen door de huisartsen op de Huisartsenpost uitsluitend worden uitgewisseld met derden in zover dit voor de behandeling van een patiënt noodzakelijk is, dit ter beoordeling van de dienstdoende huisarts(en) volgens de gebruikelijke maatstaven van de beroepsgroep. 15.13 Het Bestuur van de Coöperatie draagt zorg voor een uniform en controleerbaar systeem van autorisatie om toegang te krijgen tot het registratiesysteem. 15.14 De dienstdoende huisarts(en) op een Huisartsenpost ziet(n) er op toe dat geen ander dan de huisarts en de doktersassistent inzage hebben in de op de Huisartsenpost beschikbare patiëntgegevens. 15.15 In het geval naar de mening van het Bestuur de dienstdoende huisarts(en) op een Huisartsenpost aantoonbaar in gebreke is(zijn) gebleven ten aanzien van het gebruik van patiëntgegevens in het registratiesysteem, kan het Bestuur de huisarts(en) een boete opleggen zoals genoemd in artikel 21 van dit reglement. Artikel 16
Uitwisseling waarneemberichten
16.1 De betrokken huisarts ontvangt een waarneembericht over een eigen patiënt vanuit de Huisartsenpost als Edifact of faxbericht. De huisarts dient in dit geval zelf zorg te dragen voor het tijdig ophalen van zijn/haar berichten, teneinde waarneemberichten op tijd onder ogen te krijgen. 16.2 Het niet tijdig onder ogen krijgen van een waarneembericht doordat de eigen huisarts van een patiënt niet tijdig de elektronische postbus leegt, dan wel de e-mailaansluiting niet permanent beschikbaar heeft voor ontvangst, komt voor rekening en risico van de betreffende huisarts. 16.3 De Coöperatie draagt er zorg voor dat de berichten voor 8.00 uur van de volgende werkdag zijn verzonden aan Zorgmail, die deze berichten vervolgens verzendt aan de betreffendehuisartsen. 16.4 In het systeem van verzenden van een waarneembericht aan de eigen huisarts van de patiënt middels het registratiesysteem is (nog) niet voorzien in het zenden van een bericht aan diens waarnemer(s) in geval van (langdurige) afwezigheid van de eigen huisarts. De waarneemberichten worden zoveel mogelijk, echter naar redelijkheid, naar de dienstdoende waarnemer gestuurd.
10/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
Artikel 17
Overdracht eigen patiënten
Aangesloten Huisartsen dragen zorg voor een goede overdracht van hun patiënten aan de betreffende Huisartsenpost. Indien de huisarts één of meerdere patiënten heeft bij wie bijzondere zorg is te verwachten, zoals ernstig zieke of agressieve patiënten of patiënten met een gedragsstoornis, verstrekt hij/zij de Huisartsenpost voorafgaand aan de eerstvolgende dienst, via het daarvoor bestemde format alle relevante informatie over deze patiënt. Artikel 18
Verantwoordelijkheid dienstdoende huisartsen
18.1 Iedere dienstdoende huisarts is volledig zelfstandig verantwoordelijk voor zijn/haar handelingen jegens patiënten tijdens zijn/haar diensten op een Huisartsenpost, en is gehouden zijn/haar diensten uit te voeren conform de interne en externe regels, richtlijnen en protocollen en algemeen aanvaarde normen voor de beroepsgroep, tenzij hij/zij op basis van de professionele standaard genoodzaakt is daarvan af te wijken. 18.2 Dienstdoende huisartsen dienen (bijna-)fouten, (bijna-)ongevallen en calamiteiten tijdens een dienst direct te melden aan de daartoe ingestelde VIM-commissie, conform het bepaalde in het vastgestelde protocol Veilig Incidenten Melden (VIM) en het protocol Melden Calamiteiten. Calamiteiten dienen daarnaast direct ook bij de Directeur te worden gemeld. 18.3 Indien als gevolg van een (bijna-)incident of calamiteit een intern of extern onderzoek wordt gestart, verleent de betrokken huisarts hieraan zijn/haar medewerking. Artikel 19
Kwaliteits- en veiligheidsbeleid
19.1 Het Bestuur stelt het door de Coöperatie in acht te nemen kwaliteits- en veiligheidsbeleid vast, gebaseerd op de geldende standaarden van de NHG, de LHV en de VHN en legt dit vast in protocollen en/of richtlijnen, die van tijd tot tijd kunnen worden gewijzigd. 19.2 De geldende protocollen en richtlijnen zijn op iedere Huisartsenpost aanwezig en beschikbaar. De protocollen en richtlijnen, alsmede dit reglement en de hierin genoemde documenten zijn voorts gepubliceerd op het intranet van de Coöperatie, waartoe alle dienstdoende huisartsen en assistenten toegang hebben. 19.3 Gelet op de wettelijke verantwoordelijkheid van de Coöperatie voor kwaliteit van zorg en voor de exploitatie en continuïteit van de organisatie, kan het Bestuur aanwijzingen geven aan dienstdoende huisartsen omtrent de kwaliteit en veiligheid en de organisatie van de zorg. De aanwijzingen hebben geen betrekking op medisch-inhoudelijke zorg aan individuele patiënten. 19.4 Het Bestuur draagt ten behoeve van haar kwaliteitsbeleid zorg voor een actief scholingsbeleid ten behoeve van dienstdoende huisartsen. 19.5 Medewerkers en dienstdoende huisartsen zijn te allen tijde verplicht met hun eigen persoonlijke inlogcode in te loggen op het intranet van de Coöperatie.
11/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
Artikel 20
Honorarium
20.1 Het honorarium voor het verrichten van diensten wordt berekend op basis van de tarieven zoals jaarlijks vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). 20.2 De Coöperatie declareert de verrichtingen bij de zorgverzekeraar of, indien dit niet mogelijk is, bij de patiënt zelf. Indien een Huisartsenpost wordt opengesteld op tijdstippen van de dag die door de Nederlandse Zorgautoriteit niet worden beschouwd als ANW-uren en waarvoor de Coöperatie niet het ANW-tarief kan declareren bij de verzekeraars, brengt de Coöperatie de kosten van de openstelling op die tijdstippen voor rekening van de Aangesloten Huisartsen gezamenlijk. De kosten worden vastgesteld naar rato van de praktijkgrootte van de betreffende Aangesloten Huisarts-praktijkhouder in verhouding tot de praktijkgrootte van de andere Aangesloten Huisartsenpraktijkhouders. De Coöperatie declareert de verrichtingen van de dienstdoende huisartsen op deze tijdstippen namens de betreffende Aangesloten Huisartsen, die de hen betreffende vorderingen cederen aan de Coöperatie. 20.3 Het honorarium voor diensten verricht door een Aangesloten Huisarts in loondienst wordt door de Coöperatie uitbetaald aan de betreffende Aangesloten Huisartswerkgever. 20.4 De Coöperatie stelt het honorarium voor verrichte diensten betaalbaar na afloop van het kalenderkwartaal waarin de diensten werden gedaan. 20.5 Indien een huisarts overuren maakt of als achterwachtarts wordt ingeschakeld dient hij/zij zelf de gewerkte (over-)uren op te geven aan het bureau van de Coöperatie via
[email protected]. 20.6 Indien een dienstdoende arts tijdens een dienst een verrichting doet waarvoor extra kan worden gedeclareerd (bijvoorbeeld een aanmelding voor transplantatie na een overlijden) komt de vergoeding ten gunste van de Coöperatie. Een dergelijke verrichting dient na afloop van de dienst per email te worden gemeld aan de Directeur. Artikel 21
Sanctiebeleid
21.1 Aan een disfunctionerende huisarts die diensten verricht op een Huisartsenpost van de Coöperatie kunnen door de Coöperatie maatregelen worden opgelegd als bedoeld in het geldende Protocol disfunctionerende huisarts op de huisartsenpost, zulks met inachtneming van de procedures als vermeld in genoemd protocol. 21.2 Onverminderd het bepaalde in lid 1, is het Bestuur bevoegd sancties te stellen in het geval een huisarts zich niet houdt aan het gestelde in of krachtens dit reglement, interne of externe richtlijnen en/of protocollen en/of algemeen aanvaarde normen voor de beroepsgroep terwijl er, naar het oordeel van het Bestuur, geen sprake is van overmacht. Sancties kunnen bestaan uit het opleggen van een of meer diensten zonder recht op betaling, een schriftelijke waarschuwing, een boete van maximaal EUR 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro), schorsing en/of opzegging van de toelatingsovereenkomst. Sancties worden niet opgelegd dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord door de Coöperatie.
12/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
21.3 Een geschorste huisarts dient zelf voor waarneming te zorgen. Indien de huisarts in gebreke blijft, regelt de Coöperatie waarneming op kosten van de betreffende huisarts. 21.4 In geval van het opleggen van een sanctie, stelt het Bestuur de betreffende huisarts direct bij aangetekend schrijven daarvan in kennis, onder vermelding van de reden daarvan. 21.5 De betrokken huisarts dan wel zijn/haar werkgever (in geval van een huisarts in loondienst) die zich met een opgelegde sanctie niet kan verenigen kan uiterlijk binnen 14 dagen na verzending van het aangetekend schrijven als bedoeld in artikel 21.4, schriftelijk en gemotiveerd beroep instellen bij de Algemene ledenvergadering. 21.6 De Algemene ledenvergadering zal de betrokken huisarts zo spoedig mogelijk horen. De uitspraak wordt vervolgens op schrift gesteld en verzonden aan zowel het Bestuur van de Coöperatie als aan de betrokken huisarts. 21.7 Het instellen van beroep op grond van het bepaalde in artikel 21.5 heeft geen opschortende werking. Een opgelegde boete dient binnen een maand aan de Coöperatie te worden voldaan, ongeacht of daartegen beroep is ingesteld. Indien de boete niet binnen één maand wordt voldaan, is wettelijke rente over het bedrag van de boete verschuldigd en is de Coöperatie bevoegd tot het opleggen van nieuwe of nadere sancties. 21.8 In geval van opzegging van de toelatingsovereenkomst door de Coöperatie is het Bestuur verplicht de beëindiging van de toelatingsovereenkomst te melden aan de zorgverzekeraars. Artikel 22
Op non-actiefstelling en ordemaatregel
22.1 Het Bestuur kan een huisarts – na overleg met de Directeur en nadat de betreffende huisarts in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord door het Bestuur – gedurende een maand op non-actief stellen op grond van omstandigheden van zo ernstige aard of een gegrond vermoeden van zodanige aard dat onmiddellijke beëindiging van de werkzaamheden van de huisarts op een Huisartsenpost van de Coöperatie noodzakelijk moet worden geacht. 22.2 Het Bestuur zal het besluit tot op non-actiefstelling direct na aanzegging bij aangetekend schrijven aan de huisarts en, in geval van een huisarts in loondienst, tevens aan zijn/haar werkgever, mededelen of bevestigen onder vermelding van de gronden waarop het berust. 22.3 Gedurende de op non-actiefstelling kan de Coöperatie de huisarts de toegang tot de Huisartsenposten ontzeggen. 22.4 De op non-actiefstelling kan eenmalig met maximaal een maand worden verlengd. 22.5 Indien de Coöperatie een huisarts op non-actief heeft gesteld en vervolgens de toelatingsovereenkomst met de huisarts wordt opgezegd, blijft de op non-actiefstelling gedurende de eventuele opzegtermijn van kracht, alsmede gedurende een eventuele procedure over de rechtmatigheid van deze maatregel conform het bepaalde in artikel 22.6. 13/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
22.6 De huisarts of zijn/haar werkgever (in geval van een huisarts in loondienst) die zich met de op non-actiefstelling niet kan verenigen kan uiterlijk binnen 14 dagen na verzending van het aangetekend schrijven als bedoeld in artikel 22.2 schriftelijk en gemotiveerd beroep instellen bij de Algemene ledenvergadering. 22.7 Gedurende een op non-actiefstelling is de Coöperatie bevoegd een waarnemer aan te stellen die de diensten van de op non-actief gestelde huisarts zal waarnemen. De kosten van deze waarnemer komen voor rekening van de betreffende huisarts, tenzij de op nonactiefstelling achteraf ongegrond blijkt. 22.8 In die gevallen waarin een huisarts een dienst niet naar behoren kan verrichten, bijvoorbeeld vanwege alcohol- of druggebruik, kan de Directeur of een lid van het Bestuur een ordemaatregel nemen inhoudende dat de huisarts geen werkzaamheden mag verrichten op de Huisartsenpost en/of dat de toegang hem/haar geheel wordt ontzegd. Het bepaalde in artikel 22.7 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 23
Aansprakelijkheid en verzekering
23.1 Aangesloten Huisartsen en Waarnemers dragen zorg voor een adequate beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Desgewenst dragen zij daarnaast zorg voor een persoonlijke arbeidsongeschiktheidsverzekering en eventuele andere persoonlijke voorzieningen. De Coöperatie sluit alle aansprakelijkheid voor het ontbreken of niet toereikend zijn van al deze verzekeringen en voorzieningen uit. 23.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 23.1 draagt de Coöperatie zorg voor een adequate (paraplu) verzekering van de medische aansprakelijkheidsrisico’s in verband met de zorg- en dienstverlening door of vanwege de Coöperatie, haar assistenten en de huisartsen die diensten verrichten op de Huisartsenposten. 23.3 Indien de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van een huisarts en/of van de Coöperatie geen (volledige) dekking biedt ter zake van een fout bij de zorg- en dienstverlening, komt dit voor rekening en risico van de partij die die fout heeft gemaakt en zal deze de andere partij volledig vrijwaren van iedere vorm van aansprakelijkheid ter zake van die fout. Artikel 24
Klachtenregeling
24.1 De Coöperatie heeft een Reglement van Klachtenbemiddeling, dat gepubliceerd is op de website van de Coöperatie en dat als doel heeft om klachten van patiënten zo goed mogelijk op te lossen en het vertrouwen te herstellen. De Directeur dient terstond op de hoogte te worden gebracht van elke ingediende klacht. 24.2 Voor gevallen waarin de bemiddeling volgens het in lid 1 bedoelde Reglement geen oplossing biedt kunnen klachten worden gezonden aan: de Stichting Klachtenregeling Eerstelijnszorg, t.a.v. de Klachtencommissie, Alexandriumkantoren A, Schorpioenstraat 278, 3067 KW Rotterdam, email:
[email protected]. 24.3 De Coöperatie staat voorts open voor klachten van dienstdoende huisartsen, ondersteunend medisch personeel en andere medewerkers en zal deze zo spoedig 14/15
Definitieve versie goedgekeurd door de ALV d.d. 12 mei 2015
mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden behandelen. Klachten kunnen worden gericht aan de Directeur, bij voorkeur nadat de persoon zelve hierover is geïnformeerd. 24.4 Bij (vermeend) disfunctioneren van een huisarts die dienst doet op een Huisartsenpost geldt het bepaalde in het Protocol Disfunctionerende huisarts op de huisartsenpost.
Artikel 25
Dienstverlening aan de Coöperatie
25.1 De Aangesloten Huisartsen-praktijkhouders stellen huisartsen beschikbaar aan de Coöperatie om deel te nemen aan activiteiten, los van het feitelijk uitvoeren van diensten, die naar het oordeel van het Bestuur noodzakelijk zijn voor het goed kunnen functioneren van de Huisartsenposten en de Coöperatie. 25.2 Het Bestuur zal bij het toedelen van taken, los van het feitelijk uitvoeren van de diensten, zorg dragen voor een evenwichtige toedeling. 25.3 Het Bestuur kan besluiten tot het toekennen van een vergoeding aan de huisartsen voor het uitvoeren van taken zoals in dit artikel bedoeld. Artikel 26
Overig
26.1 Huisartsen verplichten zich wijzigingen van gegevens, zoals adres, telefoonnummers, faxnummer, e-mail en andere zaken die verband kunnen houden met hun bereikbaarheid en/of die van huisartsen die bij hen in dienst zijn, onmiddellijk door te geven aan de Coöperatie. 26.2 Op de termijnen genoemd in dit reglement is de Algemene termijnenwet van toepassing. Datum inwerkingtreding reglement: per 1 augustus 2015
15/15