Dienstdoen door aios op de huisartsenpost Ontwikkeling van een visitatie-instrument voor de huisartsenpost en de resultaten van zeven posten drs. Constance Schuler drs. Judith Visser dr. Paul Giesen Nederlands Kennisnetwerk Huisartsenposten en Spoedzorg Afd. IQ healthcare UMC St Radboud, Nijmegen
Nijmegen, april 2011
Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door Stichting SBOH
In opdracht van Stichting SBOH en Huisarts Opleiding Nederland
Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare) Missie Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare) is een internationaal topcentrum voor onderzoek, onderwijs en ondersteuning op het gebied van kwaliteit, veiligheid en innovatie in de gezondheidszorg. Daarmee willen we bijdragen aan effectieve, veilige, patiëntgerichte en ethisch verantwoorde patiëntenzorg. Onze ambities - Uitvoeren van hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek op het gebied van kwaliteit en veiligheid in de zorg. Bij een internationale visitatie werd IQ healthcare neergezet als 'excellent' en 'world leading' op het terrein van kwaliteit en patiëntveiligheid van de zorg. - Verzorgen van onderwijs op het gebied van kwaliteit en veiligheid van zorg. - Ondersteunen van zorgaanbieders, beleidsmakers, beroeps- en patiëntenorganisaties, instellingen, zorgverzekeraar en overheden bij de implementatie van optimale patiëntenzorg. IQ healthcare is een onafhankelijke, zelfstandige afdeling van het UMC St Radboud. Het instituut is actief in de eerstelijnsgezondheidszorg, de intra- en transmurale zorg, paramedische wetenschappen, verplegingswetenschap en ethiek. In het instituut werken ruim 120 mensen. Het team is ervaren, deskundig en sterk door haar multiprofessionele samenstelling van artsen, verpleegkundigen, paramedici, gezondheidswetenschappers, epidemiologen, sociale wetenschappers en ethici. Belangrijke thema’s − Implementatie van richtlijnen en ‘best practices’ − Meten en evalueren van innovaties in de zorg − Patiëntveiligheid en veiligheidsmanagement − Professionele ontwikkeling van klinische professionals − Ethische en morele aspecten van kwaliteit en veiligheid − Versterken van de rol van patiënten in de zorg − Indicatorontwikkeling, transparantie en publieksinformatie − Integrale zorg, ketenzorg en ‘disease management’ − Leefstijl, zelfmanagement en therapietrouw voor patiënten − Zorg voor kwetsbare ouderen en palliatieve zorg
Contact IQ healthcare UMC St Radboud Huispost 114 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen www.iqhealthcare.nl Telefoon: Fax: Email:
024 36 15 305 024 35 40 166
[email protected]
Bezoekadres: Geert Grooteplein 21, route 114 Nijmegen.
Dienstdoen door aios op de huisartsenpost Ontwikkeling van een visitatie-instrument voor de huisartsenpost en de resultaten van zeven posten
Colofon Financiering Projectbureau ‘Aios op de huisartsenpost’; initiatief van Huisartsopleiding Nederland en SBOH
Projectleiding P. Giesen (huisarts senior onderzoeker, IQ healthcare)
Projectuitvoering C. Schuler (onderwijskundige onderzoeker, IQ healthcare) J. Visser (huisarts onderzoeker, IQ healthcare)
Begeleidingscommissie Yvonne Guldemond-Hecker (huisartsopleider, medewerker Huisartsopleiding Nederland, hoofd projectbureau ‘aios op de HAP’) Annette van der Laan (senior beleidsmedewerker SBOH, projectcoördinator ‘aios op de HAP’) Wim Verstappen (huisarts, medisch adviseur huisartsenpost HOV) Elize Oosterling (onderwijskundige CINOP) André van Zwol (beleidsmedewerker Vereniging van Huisartsenposten Nederland) Hansmaarten Bolle (directeur Vereniging van Huisartsenposten Nederland) Floris van den Berg (aios en lid ROVAH Nijmegen)
april 2011
2
Dienstdoen door aio's op de HAP
Voorwoord De SBOH (werkgever van huisartsen in opleiding), Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN) en Huisartsopleiding Nederland hebben kwaliteitseisen en randvoorwaarden geformuleerd waaraan de opleiding van huisartsen op de huisartsenpost moet voldoen (‘Leidraad voor het leren dienstdoen’, Guldemond-Hecker, 2009). Om de kwaliteit van deze opleiding in kaart te brengen, is door de afdeling IQ healthcare van het UMC St Radboud Nijmegen een enquête onder aios (huisartsen in opleiding) en een visitatieinstrument voor huisartsenposten ontwikkeld. Hierbij werd de Leidraad als basis gebruikt. Met de ontwikkeling van deze meetinstrumenten, willen we bijdragen aan de kwaliteit van de opleiding van aios op de huisartsenpost. Voor u ligt het deelrapport waarin de ontwikkeling van het visitatie-instrument voor de huisartsenpost wordt beschreven. Tevens wordt verslag gedaan van de resultaten van zeven gevisiteerde huisartsenposten. Wij willen Yvonne Guldemond-Hecker, hoofd projectbureau en Annette van der Laan, projectcoördinator van het project ‘Aios op de Huisartsenpost’, hartelijk danken voor hun ondersteuning bij dit onderzoek. Verder danken wij de begeleidingscommissie en de leden van het expertpanel voor hun ingebrachte expertise en ervaring. Tot slot willen we de (medewerkers van) huisartsenposten, de opleidingscoördinatoren, de opleiders en aios, die deelgenomen hebben aan deze pilotstudie danken voor hun relevante en zinvolle bijdrage aan dit onderzoek.
drs. Constance Schuler, onderwijskundige-onderzoeker drs. Judith Visser, huisarts-onderzoeker dr. Paul Giesen, huisarts senior onderzoeker en projectleider
IQ healthcare, april 2011
april 2011
3
Dienstdoen door aio's op de HAP
april 2011
4
Dienstdoen door aio's op de HAP
Inhoudsopgave Colofon Voorwoord Samenvatting 1. Inleiding 1.1 Achtergrond 1.2 Doel van het onderzoek 1.3 Opbouw van het rapport 2. Methode 2.1 Ontwikkeling van het visitatie-instrument: de voorbereidingsfase 2.2 Ontwikkeling van het visitatie-instrument: de kwalitatieve fase 2.3 Het ontwerp van het visitatie-instrument 3. Resultaten 3.1 Inleiding 3.2 Organisatorische randvoorwaarden voor het opleiden van aios op de post 3.3 Faciliteiten op de post 3.4 De rol van de opleidingscoördinator op de post 4. Conclusie en Discussie 4.1 Ontwikkeling visitatie-instrument 4.2 Conclusies deelvragen van het visitatie-instrument 5. Aanbevelingen 5.1 Aanbevelingen voor de huisartsenposten 5.2 Aanbevelingen voor de huisartsopleidingsinstituten 5.3 Aanbevelingen voor de SBOH en Huisarts Opleiding Nederland Referenties Gebruikte afkortingen Bijlagen: Bijlage 1: Overeenkomsten HKZ normen en vereisten uit Leidraad Diensten Bijlage 2: Overzicht leden begeleidingscommissie en expertpanels Bijlage 3: Resultaten literatuursearch pubmed Bijlage 4: Gesprekken met betrokkenen uit het veld in de voorbereidende fase Bijlage 5: Tabel meetaspecten visitatie-instrument Bijlage 6: Opmerkingen begeleidingscommissie en expertpanel concept-versie 1 visitatie-instrument Bijlage 7: Minimale vereisten en gewenste voorzieningen voor de Huisartsenpost Bijlage 8: Bevindingen pilot 1 bruikbaarheid en haalbaarheid visitatie instrument Bijlage 9: Reacties begeleidingscommissie en expertpanel op concept-versie 2 visitatie-instrument Bijlage 10: Brief aan de HDS met verzoek tot deelname Bijlage 11: Advies inbedding visitatie-instrument ‘Aios op de huisartsenpost’
april 2011
5
pagina 2 3 7 11 11 12 12 13 13 16 19 23 23 23 28 29 31 31 32 36 36 37 38 39 40 41 41 42 43 45 47 49 52 54 57 59 62
Dienstdoen door aio's op de HAP
pagina Informatieverzameling visitatie-instrument: Bijlage 12: Vragenlijst voor de huisartsenpost Bijlage 13: Vragenlijst voor de opleidingscoördinator Bijlage 14: Telefonische vragenlijst voor de opleider Bijlage 15: Telefonische vragenlijst aios
april 2011
6
65 67 73 77
Dienstdoen door aio's op de HAP
Samenvatting Inleiding Door de komst van huisartsenposten is de organisatie van de huisartsgeneeskundige zorg buiten kantooruren gewijzigd en dit heeft ook gevolgen voor de aios (arts in opleiding tot specialist) huisartsgeneeskunde. In de ‘Leidraad voor het leren dienstdoen’1 staan kwaliteitseisen en randvoorwaarden beschreven voor het leren dienstdoen door aios op een huisartsenpost. Om te onderzoeken in hoeverre deze kwaliteitseisen en randvoorwaarden in de praktijk nageleefd worden, zijn een enquête en een visitatie-instrument ontwikkeld. In dit deelrapport worden de ontwikkeling van het visitatie-instrument en de resultaten van de pilotstudie op zeven huisartsenposten beschreven. De centrale vraag van het visitatie-instrument is: In hoeverre voldoet de huisartsenpost als stageplaats voor aios aan de randvoorwaarden zoals beschreven in de Leidraad diensten? Methode Om de centrale vraag te beantwoorden is gekozen voor de visitatiemethode. Hierbij wordt een visitatie-instrument ontwikkeld bestaande uit gestructureerde vragenlijst(en), een rondleiding en gesprekken. Het doel van een visitatie is het in gang zetten van een proces van continue kwaliteitsmeting en verbetering. De voorbereidingsfase van het ontwikkelen van het visitatie-instrument bestond uit het samenstellen van een begeleidingscommissie, een expertpanel, het doen van literatuuronderzoek, het voeren van oriënterende gesprekken en het bestuderen van bestaande visitatieinstrumenten. In de kwalitatieve ontwikkelingsfase werd de eerste conceptversie van het visitatie-instrument ontwikkeld. Dit concept werd eerst voorgelegd aan de begeleidingscommissie en daarna aan het expertpanel. Na elke commissie- of panelronde is het instrument bijgesteld op basis van de opmerkingen. Vervolgens is de eerste pilotstudie met het instrument uitgevoerd bij huisartsenpost Assen. Na bijstelling naar aanleiding van de ervaringen die opgedaan zijn, heeft weer een ronde langs begeleidingscommissie en expertpanel plaatsgevonden. In de periode van september 2010 tot januari 2011 zijn zes huisartsenposten gevisiteerd. Na elke post zijn aanpassingen gedaan in de vragenlijsten, de procedure van benaderen van de respondenten of de werkwijze tijdens het locatiebezoek. Resultaten Organisatorische randvoorwaarden De opleiders en aios op de zeven huisartsenposten zijn over het algemeen tevreden over het dienstdoen. De sfeer op een post wordt als prettig ervaren. Op alle gevisiteerde posten vinden introductiecursussen plaats. Bij zes van de zeven posten kunnen derdejaars aios zelfstandig diensten verrichten in de functies van consult- en visitearts, zonder dat de opleider fysiek aanwezig is. Er vindt door de posten geen actieve controle plaats van de aanwezigheid van een bekwaamheidsverklaring bij een zelfstandige aios. Vijf van de zeven posten hebben een eigen protocol over aios op de huisartsenpost opgesteld, maar de helft van de hierover bevraagde opleiders en meer dan de helft van de aios zijn hier niet bekend mee.
april 2011
7
Dienstdoen door aio's op de HAP
Op drie gevisiteerde posten (die hierover bevraagd zijn) blijken veel U1 ritten in eerste instantie door de ambulancedienst gedaan te worden (first responder). Van spoedeisende situaties kan op die posten door aios weinig geleerd worden. Het grootste deel van de opleiders heeft voldoende tijd hebben voor coachen en nabespreken maar komt niet toe aan een patiëntoverstijgend leergesprek en verwacht geen tijd te hebben op de post voor het nabespreken van video-opnames. Het houden van een leergesprek is juist belangrijk voor de reflectie op het leren en daarmee op het leereffect. Ongeveer de helft van de opleiders vindt weinig verschil tussen het leren op de post en in de praktijk. De andere helft vindt dat op de post veel geleerd kan worden over bijvoorbeeld communicatie, samenwerking, spoedeisende en onverwachte situaties bij onbekende patiënten. Het is opleiders vaak niet duidelijk wat er van ze verwacht wordt ten aanzien van het opleiden van hun aios en welke competenties aios op de post moeten leren. Er zijn geen specifieke competenties voor de post geformuleerd/vastgesteld door de opleidingsinstituten. Alle opleiders en aios hebben de ‘Leidraad voor het leren dienstdoen’ ontvangen van het huisartsopleidingsinstituut. De huisartsopleidingsinstituten behandelen in het scholingsprogramma weinig tot geen onderwerpen omtrent het opleiden op de post, noch de Leidraad. Faciliteiten op de post Alle zeven posten beschikken meestal over voldoende en volledig ingerichte spreekkamers. Leermiddelen die aios inzicht geven in hoeverre de competenties op de post beheerst worden, zoals videoapparatuur of een elektronisch feedbacksysteem zijn op vijf van de zeven posten niet aanwezig. Op bijna alle posten is voldoende en functioneel bruikbaar instrumentarium en verbandmateriaal aanwezig. Medische naslagwerken zijn op alle posten te bereiken via internet en de protocollen van de post op extra- of intranet. De rol van de opleidingscoördinator Alle opleidingscoördinatoren regelen en bewaken de randvoorwaarden zoals het organiseren van de introductiecursus, het regelen van videoapparatuur en het organiseren van het zelfstandig dienst doen. Meer dan de helft van de geïnterviewde opleiders is niet op de hoogte dat er een opleidingscoördinator op de post is en wat hun rol is. De opleidingscoördinatoren hebben weinig tot geen overleg met opleiders en aios. Conclusies Zijn de organisatorische randvoorwaarden op de huisartsenpost voor het leren dienstdoen van aios vastgelegd en geïmplementeerd? Aan de organisatorische randvoorwaarden is door de posten gedeeltelijk voldaan. Bij alle gevisiteerde posten wordt een introductiecursus gehouden en bij de meeste posten kunnen aios zelfstandig dienstdoen in de functies van consult- en visite-arts, zonder dat de opleider op de post aanwezig is. De bekwaamheid bij zelfstandig dienstdoen van een aios wordt bij aanvang van een zelfstandige dienst op de posten niet actief gecontroleerd. Er is meestal onvoldoende tijd op de post voor een patiëntoverstijgend leergesprek. De opleidingsinstituten spelen ook een belangrijke rol in het realiseren van de randvoorwaarden voor het opleiden op de post. Dit betreft het bekendmaken met en implementeren van de Leidraad Diensten onder opleiders en aios. Opleiders weten vaak niet wat er van hen verwacht wordt op de post. Competenties en onderliggende gedragscriteria zijn voor het opleiden op de post dan ook nog niet geformuleerd/ april 2011
8
Dienstdoen door aio's op de HAP
vastgesteld. Er wordt op de betrokken opleidingsinstituten in het terugkomdagonderwijs voor aios cq. het scholingsprogramma voor opleiders weinig tot geen aandacht besteed aan het leren dienstdoen op de post. De regelingen uit de Leidraad zijn bij opleiders en aios onvoldoende geïmplementeerd. Zijn de middelen beschikbaar op de huisartsenpost die nodig zijn om dienst te leren doen? Op alle posten zijn ’s avonds en ’s nachts meestal voldoende spreekkamers aanwezig. In het weekend overdag, wanneer er al meer huisartsen dienstdoen en bovendien soms nurse practitioners aanwezig zijn, kan er een tekort aan spreekkamers ontstaan. Randvoorwaarden die het leren van aios op de post bevorderen, zoals het kunnen opnemen van consulten op video en gebruik kunnen maken van een feedbacksysteem, zijn op de meeste gevisiteerde posten niet gerealiseerd. Vervult de opleidingscoördinator de functie van coördinator inhoud en logistiek en intermediair tussen betrokken partijen voor de opleiding van aios op de post? De opleidingscoördinatoren blijken allemaal betrokken te zijn bij de opzet en uitvoering van de introductiecursus voor aios op de post en het regelen en bewaken van randvoorwaarden van het opleiden, waaronder overleg rondom videoapparatuur en leertijd. De overige taken beschreven in de Leidraad worden niet door coördinatoren uitgevoerd. Het is de vraag of het niet voldoen aan de taken te maken heeft met het niet toekomen aan deze taken of dat de taken als niet passend ervaren worden bij de functie. De opleidingscoördinatoren vervullen de functie van intermediair voor het management van de post en het opleidingsinstituut. Dit gebeurt echter nauwelijks voor opleiders en aios, waarmee weinig tot geen contact is. Aanbevelingen Belangrijkste aanbevelingen voor de huisartsenposten Een aanbeveling is om te kijken of meer leertijd tijdens een dienst op de post te realiseren is voor een overstijgend leergesprek of nabespreking van video-opnames. Een feedbacksysteem en videoapparatuur zijn middelen waarmee aios inzicht kunnen krijgen in hun eigen functioneren. Een aanbeveling is om zowel een feedbacksysteem als videoapparatuur op de post te realiseren. Om zeker te zijn dat een aios bekwaam wordt geacht zelfstandig dienst te doen, de bekwaamheidsverklaringen actief controleren bij aanvang van een zelfstandige dienst van een aios. Belangrijkste aanbevelingen voor de huisartsopleidingsinstituten Een aanbeveling is om competenties vast te stellen voor het sturen van het leren op de post en het toetsen van de bekwaamheid van aios. Het verdient aanbeveling een scholingsprogramma te ontwikkelen voor de opleiders waarin de verwachtingen, verantwoordelijkheden, de te leren competenties, en de administratieve regelingen worden besproken. Op posten waar U1 ritten aan de ambulance worden overgedragen doen aios geen ervaring op met spoedeisende situaties. Om ervaring op te doen kunnen aios dan bijvoorbeeld als stage dienstdoen bij de ambulancedienst.
april 2011
9
Dienstdoen door aio's op de HAP
Belangrijkste aanbevelingen voor SBOH en Huisartsopleiding Nederland Het visitatie-instrument inzetten als instrument om de implementatie van de Leidraad te stimuleren én tegelijkertijd als (kwaliteits)meting om de randvoorwaarden voor het leren op de post te meten en helpen verbeteren. Bepaal samen met de opleidingsinstituten de competenties die behaald moeten worden op de post en neem deze op in de Leidraad, zodat opleiders en aios weten wat geleerd moet worden. Een aanbeveling voor beoordeling is het ontwikkelen van een valide en betrouwbaar (al dan niet landelijk) toetsinstrument om de te behalen competenties van aios op de post meer objectief in kaart te brengen.
april 2011
10
Dienstdoen door aio's op de HAP
1.
Inleiding
1.1 Achtergrond Door de komst van huisartsenposten in Nederland, is de organisatie van de diensten buiten kantooruren voor de huisarts wezenlijk veranderd. Het aantal diensturen is sterk gereduceerd van 20 naar 4 diensturen per week en de dienst is van een aanwezigheidsdienst veranderd in een werkdienst1,3,15. Deze wijziging in de dienstorganisatie heeft niet alleen gevolgen voor de huisarts, maar ook voor de aios en de huisartsenopleiding. Hoewel er veel onderzoek is gedaan naar het functioneren van de huisartsenposten vanuit huisarts- en patiëntperspectief1,12,16, zijn er geen Nederlandse publicaties te vinden over de werkbeleving en opleiding van aios op de huisartsenpost. In Engeland, Schotland en Wales is wel gepubliceerd over opvattingen van aios huisartsgeneeskunde met betrekking tot de verschillende aspecten van dienstdoen buiten kantooruren. In Engeland is door middel van een vragenlijst onderzoek gedaan naar de ervaringen en onderwijsbehoeften van aios. Hieruit bleek vooral behoefte aan scholing op het gebied van telefonische triage, het afleggen van visites en verwijzen8. In Schotland is een vergelijkend onderzoek verricht tussen opleiders en aios met betrekking tot zelfvertrouwen in de zorgverlening en het verwijzen naar het ziekenhuis buiten kantooruren10. Tevens is een artikel geschreven over de visie van aios en opleiders op het doen van diensten in Engeland, waar er een verandering optreedt van steeds meer uitbesteding van diensten. Daarin wordt beschreven dat zowel opleiders als aios het belangrijk vinden dat meer aandacht gaat naar het beoordelen van competenties in plaats van het verplicht stellen van een minimaal aantal diensten9. Uit de resultaten van een enquête uitgezet in Wales, blijkt dat de aios tevreden zijn over de supervisie en de geleerde vaardigheden tijdens het dienstdoen. Echter het gebruik en inhoud van het werkboek worden als minder positief beoordeeld 8. Er bestaat veel onduidelijkheid over de wijze waarop aios het meest optimaal kunnen leren dienstdoen op de huisartsenpost, zonder de kwaliteit van zorg aan te tasten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de dienstfrequentie en de mate van zelfstandig mogen werken13 . De aios neemt deel aan de diensten zoals deze voor de opleider zijn ingeroosterd. Dit betekent dat bij uitbesteding van diensten of weinig afwisseling in de verschillende taakgebieden (consultarts, visite-arts, telefoonarts) de aios het risico loopt te weinig ervaring op te doen met het doen van diensten in de verschillende taakgebieden. Behalve hoeveelheid en variatie in de verschillende dienstsoorten is het van belang dat de aios voldoende kennis en vaardigheden op het gebied van acute problematiek opdoet, goede supervisie van de opleider ontvangt en de mogelijkheid krijgt om zelfstandig te leren werken tijdens een dienst. De huisartsenpost vervult hierbij een belangrijke faciliterende functie om een goed opleidingsklimaat voor de aios te realiseren5. Om heldere richtlijnen te formuleren voor de opleiding van aios op de huisartsenpost is een projectgroep ‘aios op de huisartsenpost’ opgericht, o.a. bestaande uit vertegenwoordigers van de SBOH, de Vereniging Huisartsenposten Nederland en de Huisartsopleiding Nederland. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de Leidraad voor het leren dienstdoen5. Hierin staan kwaliteitseisen en randvoorwaarden beschreven voor het leren dienstdoen op een huisartsenpost. De vraag is echter in hoeverre deze kwaliteitseisen en randvoorwaarden in de huidige praktijk nageleefd worden. april 2011
11
Dienstdoen door aio's op de HAP
1.2 Doel van het onderzoek Het ontwikkelen van twee valide, betrouwbare en bruikbare meetinstrumenten om de aanwezigheid van kwaliteitseisen en randvoorwaarden van de opleiding van aios op huisartsenposten, zoals beschreven in de Leidraad diensten, in kaart te brengen. De twee meetinstrumenten zijn: 1) Een enquête 2) Een visitatie-instrument Naast het ontwikkelen van deze meetinstumenten, zullen ook de eerste resultaten van het uitzetten van de instrumenten in twee deelrapporten worden beschreven. 1.2.2 Centrale vraag en deelvragen voor de enquête Centrale vraag enquête: Wat zijn de ervaringen van de aios met betrekking tot het doen van diensten en in hoeverre voldoet het leren dienstdoen aan de kwaliteitseisen, zoals beschreven in de Leidraad Diensten? Deelvragen enquête: 1) Hoeveel en welke diensten heeft de aios op de huisartsenpost gedaan? 2) Hoe ervaart de aios de organisatie van de diensten door de huisartsenpost? 3) Welk (terugkomdag) onderwijs met betrekking tot het leren dienst doen heeft de aios ontvangen en sluit dit onderwijs aan bij het dienst doen op de huisartsenpost? 4) Ervaart de aios de huisartsenpost als een uitnodigende plek om te leren? 5) Vindt de aios dat tijdens het dienst doen de noodzakelijke kennis en vaardigheden geleerd worden? 6) Hoe ervaart de aios de begeleiding door de opleider bij het leren dienst doen ? 1.2.3 Centrale vraag en deelvragen voor het visitatie-instrument Centrale vraag visitatie-instrument: In hoeverre voldoet de huisartsenpost als stageplaats voor aios aan de randvoorwaarden, zoals beschreven in de Leidraad diensten? Deelvragen visitatie-instrument: 1) Zijn de organisatorische randvoorwaarden op de huisartsenpost voor het leren dienstdoen van aios vastgelegd en geïmplementeerd? 2) Zijn de middelen beschikbaar op de huisartsenpost die nodig zijn om dienst te leren doen? 3) Vervult de opleidingscoördinator de functie van intermediair en coördinator inhoud en logistiek voor de opleiding van aios op de post? 1.3 Opbouw van het rapport In dit deelrapport wordt de ontwikkeling van het visitatie-instrument besproken (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de resultaten van de pilotstudie verricht onder zeven huisartsenposten in de periode tussen juni 2010 en januari 2011. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de discussie en conclusies beschreven. In hoofdstuk 5 volgen de aanbevelingen, ingedeeld naar aanbevelingen voor de huisartsenposten, aanbevelingen voor de huisartsopleidingsinstituten en aanbevelingen voor de SBOH en Huisartsopleiding Nederland. april 2011
12
Dienstdoen door aio's op de HAP
2.
Methode
2.1 Ontwikkeling van het visitatie-instrument: de voorbereidingsfase Voordat met de daadwerkelijke ontwikkeling van het instrument is begonnen zijn de volgende voorbereidende activiteiten uitgevoerd: het uitzoeken van de mogelijkheid de visitatie te koppelen aan het HKZ Certificatieschema van de Huisartsendienstenstructuren, het samenstellen van een begeleidingscommissie, het samenstellen van een expertpanel, het doen van literatuuronderzoek, bekijken van andere visitatie- of accreditatie-instrumenten rond huisarts en opleiden en er zijn oriënterende gesprekken gevoerd met betrokkenen uit het veld. 2.1.1 Koppeling visitatie aan het HKZ certificatieschema Alvorens het visitatie-instrument te ontwikkelen, moest duidelijkheid komen in hoeverre het visitatie-instrument gekoppeld kan worden aan het HKZ certificatieschema Huisartsendienstenstructuren. Het HKZ schema betreft certificering op HDS niveau. Aios worden opgeleid binnen een specifieke post. De aanwezige faciliteiten en organisatie van een post kunnen per locatie zeer verschillend zijn. Binnen het HKZ certificatieschema zijn normen opgenomen, die overeenkomen met vereisten uit de Leidraad Diensten (bijlage 1). Bij een audit wordt gekeken naar het voldoen aan deze beschreven normen en onvoldoende antwoord gegeven op de onderzoeksvraag: In hoeverre de post als stageplaats voor aios voldoet aan de randvoorwaarden zoals beschreven in de Leidraad Diensten. Aios hebben op de post een aparte positie; zij zijn geen medewerkers in loondienst van de post en de post is geen opleidingsinstituut. Bovendien behoort het opleiden niet tot het primaire proces van een huisartsenpost. Binnen de HKZ audit zou dit een klein onderdeel vormen. Auditeurs binnen HKZ meten de kwaliteit van een HDS als organisatie en bekijken daarbij o.a. of kwaliteitsmetingen, zoals patiënttevredenheid of werkdruk onderzoek wordt uitgevoerd en wat de resultaten daarvan zijn aan de hand van rapporten (auditproces bijlage 1). Het visitatie-instrument zou voor een post kunnen dienen als bewijsvoering dat kwaliteitsmetingen plaatsvinden. 2.1.2 De begeleidingscommissie Bij aanvang van het project is een begeleidingscommissie samengesteld. Deze commissie heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van zowel de enquête als het visitatie-instrument. De volgende personen zaten in deze commissie: een senior beleidsmedewerker van de SBOH, de voorzitter van het projectbureau ‘aios op de HAP’ tevens huisarts, auteur van de Leidraad en verbonden aan Huisartsopleiding Nederland, een medisch adviseur van een huisartsenpost, een onderwijskundige, een beleidsmedewerker van de VHN, de directeur van de VHN en een eerstejaars aios (bijlage 2). De begeleidingscommissie is in de periode van september 2009 tot december 2010 vijf keer bijeengekomen voor een overleg. De begeleidingscommissie had de volgende taken: • Bekijken of de uitvoering van het project aansluit bij het projectplan en de “Leidraad Diensten”; • In de gaten houden van de grote lijn van het project; • Vaststellen van de te meten aspecten (reikwijdte en begrenzing van het onderzoek); • Becommentariëren van de opzet en inhoud van de meetinstrumenten; • Bespreken van de belangrijkste bevindingen en verbeterpunten die voortkomen uit het onderzoek; april 2011
13
Dienstdoen door aio's op de HAP
• Elkaar informeren over landelijke ontwikkelingen ten aanzien van onderwerpen die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van het project (aios, huisartsenposten, huisartsenopleiding, overlap met andere reeds bestaande instrumenten enz.) • Informeren van de achterban. 2.1.3 Het expertpanel Voor het meedenken over en kritisch beoordelen van het visitatie-instrument is bij aanvang van het project een expertpanel samengesteld (bijlage 2). Het expertpanel van het visitatie-instrument bestond uit de vijf volgende personen: • Een beleidsmedewerker en expert accreditatie/certificatie van een Huisartsen Diensten Structuur (HDS); • een huisarts, opleider en accrediteur van NHG praktijkaccreditering (NPA); • een huisarts, medisch adviseur, coördinator ‘aios op de HAP’ van een huisartsopleiding, tevens visitator van huisartsopleidingsinstituten; • een huisarts, senior wetenschappelijk medewerker van het Nederlands Huisarts Genootschap (NHG); • een kwaliteits- en klachtenfunctionaris van een Huisartsen Diensten Structuur (HDS). Het expertpanel is gevraagd om het visitatie-instrument te beoordelen op de volgende punten: • De opzet/werkwijze van het instrument; • de inhoud van het instrument; • welk medisch instrumentarium opgenomen moet worden in deze visitatie; • welke naslagwerken/richtlijnen/protocollen/formularium opgenomen moeten worden in deze visitatie; • de formulering van de vragen en de antwoordcategoriën in de vragenlijsten; • overige opmerkingen. 2.1.4 Literatuuronderzoek Naast het kennis nemen van de Leidraad voor het leren dienstdoen1, hetgeen gediend heeft als hoofddocument voor de opzet van het visitatie-instrument, heeft een literatuuronderzoek plaatsgevonden. Bij dit literatuuronderzoek is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: • Literatuurlijst Eindrapport Diensten • Archief tijdschriften (Huisarts en Wetenschap, Medisch Contact, Nederlands tijdschrift van de Geneeskunde) • Pubmed (ondersteuning zoekstrategie vanuit de medische bibliotheek). (bijlage 3) • Scopus. Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende zoektermen: ‘gp registrar AND out-ofhours’. • Literatuurlijst artikelen/scripties uitgegeven door Nederlands Kennisnetwerk huisartsenposten en spoedzorg; • Literatuurverwijzingen TNO rapport: “werksituaties van HAIO” • Website: bibliotheek van www.acutezorg.nl • Raadplegen internationaal netwerk opgezet door IQ healthcare (Engeland, Schotland, Wales, Denemarken, Noorwegen, Zwitserland) met de vraag naar relevante overeenkomstige onderzoeken, geschreven artikelen en contactpersonen. Dit heeft geen artikelen opgeleverd. april 2011
14
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bij dit literatuuronderzoek bleek dat nationaal en internationaal weinig over dit onderwerp is gepubliceerd. 2.1.5 Oriënterende gesprekken De oriënterende gesprekken waren bedoeld om een indruk te krijgen van de visie op het doen van diensten door verschillende betrokkenen uit het veld. Met de volgende personen zijn gesprekken gevoerd (zie ook bijlage 4): • Een huisarts, coördinator 1ste jaar en poortstage, huisartsopleiding Nijmegen; • een beleidsmedewerker van de VHN; • twee opleiders van huisartsopleiding Utrecht; • drie eerstejaars aios huisartsopleiding Nijmegen; • een medisch adviseur huisartsenpost Nijmegen (CHN), tevens coördinator ‘aios op de HAP’; • een onderwijskundige, huisartsopleiding Erasmus MC; • een senior beleidsmedewerker van de SBOH; • een huisarts-onderzoeker, van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde Nijmegen. 2.1.6 Bestuderen bestaande visitatie-/accreditatie instrumenten Om overlap met andere visitatie-/accreditatie instrumenten rond huisarts en opleiden te voorkomen zijn een aantal bestaande instrumenten onderzocht en gesprekken gevoerd met ontwikkelaars en/of visitatoren van deze instrumenten. Daarnaast is een advies geschreven voor SBOH en Huisartsopleiding Nederland voor de inbedding van het visitatie-instrument in bestaande landelijke kwaliteitsinstrumenten (bijlage 11). De volgende visitatie/accreditatie instrumenten zijn onderzocht: • PAUK-H (Permanente Audit Kwaliteit Huisartsopleidingen) Een model voor kwaliteit, kwaliteitstoetsing en kwaliteitsbevordering van de huisartsopleiding; • Indicatorenproject kwaliteit huisartsopleiding: Betreft prestatie-indicatoren voor de huisartsopleiding; • NHG Praktijk Accreditering (NPA), een kwaliteitsvisitatie van de huisartspraktijken; • Kwaliteitmeetinstrument opleiders, een beoordeling van de opleiders middels een vragenlijst op basis van de competenties van de opleider. Met de volgende vertegenwoordigers/experts van reeds bestaande visitatie-/certificatieinstrumenten zijn gesprekken gevoerd (bijlage 4): • Twee beleidsmedewerkers Stichting HKZ; • De ontwikkelaar van de visitatie van de huisartspraktijken (nu NHG praktijkaccreditering); • Een vertegenwoordiger en accrediteur NHG Praktijk Accreditering (NPA); • De directeur NHG Praktijk Accreditering (NPA); • Een expert visitatie-instrumenten co-schappen, Erasmus MC; • De ontwikkelaar/adviseur Permanente Audit Kwaliteit Huisartsopleidingen (Pauk-H). • De ontwikkelaar van het opleidersmeetinstrument (vragenlijst) Geen van bovenstaande visitatie-/accreditatie instrumenten meet aspecten die betrekking hebben op het opleiden van aios op de post. Wel is besloten om geen specifieke vragen op te nemen over de kwaliteit van de opleider, omdat dit in het opleidersmeetinstrument al aan de orde komt.
april 2011
15
Dienstdoen door aio's op de HAP
2.2 Ontwikkeling van het visitatie-instrument: de kwalitatieve fase Op basis van de voorbereidingsfase, het literatuuronderzoek, bestudering van andere visitatie en accreditatie instrumenten en de oriënterende gesprekken, is een lijst opgesteld van meetaspecten die binnen het visitatie-instrument gemeten zouden kunnen worden. (bijlage 5) Deze lijst met meetaspecten is voorgelegd aan de leden van de begeleidingscommissie. Aan hen is gevraagd de relevantie van ieder item te beoordelen. Na afstemming met de begeleidingscommissie is op basis van de aangepaste meetaspectenlijst het eerste concept van het visitatie-instrument ontwikkeld. De ontwikkeling van het visitatie-instrument heeft een cyclisch proces doorlopen zoals hieronder in figuur 1 grafisch is weergegeven.
Figuur 1: Proces ontwikkeling visitatie-instrument 2.2.1 Eerste conceptversie visitatie-instrument De eerste opzet van het visitatie-instrument is bekeken en beoordeeld door de begeleidingscommissie, waarna deze versie is aangepast. Vervolgens is de aangepaste versie aan het expertpanel voorgelegd. Gevraagd werd kritisch te kijken naar de opzet en inhoud van het instrument. De opmerkingen van de begeleidingscommissie en het expertpanel hadden zowel betrekking op de inhoud, als op de opzet van het instrument (bijlage 6). De belangrijkste aanpassingen voor de opzet van de 1ste conceptversie van het visitatieinstrument zijn geweest: • Opnemen van de vereisten en gewenste voorzieningen uit de Leidraad in het instrument, waarmee de normen voor de post duidelijk worden (bijlage 7); • Assistenten deel laten nemen in de focusgroep en geen aparte vragenlijst. • Geen vragenlijst voor chauffeurs uitzetten. • Korte vragenlijst voor de post gemaakt in plaats van het opzoeken van gegevens in jaarverslagen.
april 2011
16
Dienstdoen door aio's op de HAP
• Kwaliteitsmetingen niet meenemen in het instrument (valt onder HKZ), wel de vraag of de post HKZ gecertificeerd is. • Samenvoegen van de rondleiding en focusgroep met twee aios in één bijeenkomst van een uur. Dit was ook mogelijk vanwege het inbrengen van gegevens over aios op de post vanuit de ontwikkelde aios-enquête. • De opleidingscoördinator toevoegen aan de rondleiding door aios op de post zodat hij direct kan meekijken en horen van aios wat nog te verbeteren is. 2.2.2 Eerste pilotstudie Na de ontwikkeling van het eerste concept van het visitatie-instrument en beoordeling ervan door begeleidingscommissie en expertpanel is een eerste pilotstudie uitgevoerd bij huisartsenpost Assen om de bruikbaarheid en haalbaarheid van het instrument te testen. Post Assen (van Centrale huisartsendienst Drenthe) heeft een overeenkomst met de SBOH sinds 1 april 2009 en er is een opleidingscoördinator aangesteld van Huisartsopleiding Groningen. De visitatie is uitgevoerd op 28 juni 2010. Bij post Assen zijn vragenlijsten uitgezet onder de opleidingscoördinator, vijf opleiders en de locatiemanager van de post. Tevens is gebruik gemaakt van de resultaten die betrekking hebben op de huisartsenpost uit pilot 1 van de enquête onder aios (29 aios). Het locatiebezoek heeft plaatsgevonden volgens het programma in onderstaand schema. Tijdsduur 30 minuten
1 uur
Wat Afstemming met opleidingscoördinator (onduidelijkheden opvragen uit vragenlijst+uitleg programma) Rondleiding op de post (beschikbare ruimten, instrumenten, leermiddelen, naslagwerken, protocollen) Focusgroep 1
1 uur
Focusgroep 2
1 uur
Wie Opleidingscoördinator Visitatoren 2 Aios (1ste jaars, 3de jaars) Opleidingscoördinator Visitatoren 3 Opleiders 2 Aios (1ste jaars, 3de jaars) Opleidingscoördinator Visitatoren Locatiemanager Kwaliteitsfunctionaris Assistente (coördinerend) Opleidingscoördinator Visitatoren
Het daadwerkelijk visiteren van een post gaf een goed beeld van de mogelijkheden en beperkingen van het instrument. Hier is een verslag van gemaakt met conclusies en aanbevelingen voor de volgende pilot (bijlage 8). De volgende punten zijn in het visitatie-instrument aangepast ten aanzien van de bruikbaarheid en haalbaarheid van het instrument: • Het voorzien in een lijst van opleiders en aios per post neerleggen bij de opleidingscoördinator. • Uitproberen of het mogelijk is dat de opleidingscoördinator opleiders en aios vraagt deel te nemen aan de visitatie, op basis van een lijstje met opleiders/aios die door IQ willekeurig zijn gekozen. • Aios niet meer betrekken bij de focusgroep met de opleiders en de vragen aan de aios meenemen in de rondleiding met nagesprek. april 2011
17
Dienstdoen door aio's op de HAP
• • • • • • • •
Enkele vragen uit de opleidersvragenlijst concreter maken. Vragen in de focusgroep aanpassen per post. Letten op tijdstip van focusgroepen: Niet op maandag of vrijdag i.v.m. werkdruk in de huisartspraktijk en op woensdag vaak afwezige huisartsen met kinderen. Liefst voor opening van de post alle gesprekken afronden. Rekening houden met grote landelijke evenementen (bv WK voetbal). Focusgroep met de post voor de focusgroep met opleiders te laten plaatsvinden, zodat de opleiders zo laat mogelijk op de dag kunnen komen i.v.m. hun praktijk. In pilot 2 nader onderzoeken of het locatiebezoek met 1 of 2 focusgroepen het meest geschikt is.
2.2.3 Tweede conceptversie visitatie-instrument De tweede conceptversie van het visitatie-instrument is ontstaan nadat de aanpassingen uit de eerste pilot zijn verwerkt, overleg met de begeleidingscommissie heeft plaatsgevonden en het expertpanel nogmaals de opzet van het instrument en de bijbehorende vragenlijsten heeft beoordeeld. Op de vragenlijsten en de checklist zijn enkele inhoudelijke, taal of vraagtechnische opmerkingen gekomen. Daarnaast zijn ideeën en mogelijkheden aangedragen voor verbetering van de werkwijze van het instrument (bijlage 9). De opmerkingen over de vragenlijsten en de checklist zijn verwerkt in de tweede conceptversie. Hierbij zijn niet alle aanbevelingen die door de expertpanelleden zijn aangegeven verwerkt, omdat dit het visitatie-instrument te omvangrijk zou maken en de praktische haalbaarheid negatief zou beïnvloeden. De verbeteringen ten aanzien van de werkwijze werden in de tweede pilotstudie getoetst. 2.2.4 De tweede pilotstudie De tweede pilotstudie is van start gegaan in de periode tussen september 2010 en januari 2011 en is uitgevoerd onder zes huisartsenposten. Middels een lijst verkregen van de SBOH is er een selectie gemaakt van huisartsenposten, waarvan de HDS in 2008 of in het eerste half jaar van 2009 de mantelovereenkomst met de SBOH heeft getekend en (al enige maanden) een opleidingscoördinator hebben aangesteld. Daarnaast is gekeken naar de spreiding van posten over Nederland en de verdeling van de aios over de verschillende opleidingsinstituten. Deze posten zijn benaderd via een e-mail van een contactpersoon van de VHN met een brief, namens het projectbureau en IQ healthcare. Deze brief bevatte achtergrondinformatie van het project ‘Aios op de Huisartsenpost’, informatie over het visitatie-instrument en een uitnodiging om deel te nemen aan de visitatie (bijlage 10). De onderzoeker heeft vervolgens contact opgenomen met de posten om te vragen of ze bereid waren deel te nemen. Na elke post is gekeken of er aanpassingen gedaan moesten worden t.a.v. werkwijze, de vragenlijsten en de checklist. Zo heeft het visitatie-instrument zich binnen de tweede pilotstudie verder ontwikkeld. Het feedbackrapport is voor commentaar voorgelegd aan de locatiemanager, de kwaliteitsmedewerker en de opleidingscoördinator van elke post ter verificatie van de uitkomsten. Dit heeft informatie gegeven over de validiteit van het instrument. Vijf van de zeven posten herkenden zich of hadden geen opmerkingen over onjuistheid van resultaten beschreven in het rapport. Eén post vond dat teveel verantwoordelijkheid voor het opleiden wordt gelegd bij de april 2011
18
Dienstdoen door aio's op de HAP
posten. Eén opleidingscoördinator heeft een aantal inhoudelijk niet juiste punten aangegeven. Het ontbreken van informatie had hierbij voor een deel te maken met het niet aanwezig kunnen zijn van de opleidingscoördinator tijdens de focusgroep. Na de laatste post is uiteindelijk de definitieve versie van het visitatie-instrument ontstaan. 2.3 Het ontwerp van het visitatie-instrument Het onderzoek betreft een observationele pilotstudie, waarbij gekozen is voor de methode visitatie. Visitatie is 'een intercollegiale doorlichting van de organisatie van het (zorgverlenings)proces op locatie'. Een visitatie bestaat uit gestructureerde vragenlijst(en), een rondleiding en gesprekken. Deze vinden in vertrouwelijke sfeer plaats. Ter afsluiting geven de visitatoren hun feedback en leggen zij hun suggesties ter verbetering vast in een rapportage. Een visitatie heeft de volgende kenmerken18 : • Aanzet tot continue kwaliteitsverbetering: het is geen eenmalige kwaliteitsbeoordeling. • Educatief: het is een uitgangspunt voor leerpunten. • Vertrouwelijk: het is gericht op en eigendom van de specifieke praktijk. • Gestructureerd: het is een gestructureerde methode, waarbij professionals onderling verbetermogelijkheden opsporen. • Cyclisch: het is een terugkerend instrument, waardoor vergelijking in de tijd mogelijk is. 2.3.1 Het meetinstrument: Visitatie ‘aios op de HAP’ Aangezien een huisartsenpost geen opleidingsinstituut is, heeft deze visitatie zich beperkt tot de verantwoordelijkheden, de vereisten en gewenste voorzieningen beschreven in de Leidraad Diensten, waaraan de Huisartsendienstenstructuren zich gecommiteerd hebben middels een overeenkomst tussen de Stichting SBOH en een HDS. Een ander uitgangspunt is geweest de visitatie zo beperkt mogelijk te houden, gezien de geringe omvang van het opleiden op de post ten opzichte van het totale curriculum van de huisartsopleiding. Bij deze visitatie is er verder naar gestreefd een haalbaar en bruikbaar instrument te ontwikkelen, waarbij de betrokken personen zo min mogelijk belast worden. Zowel medewerkers van de post, opleiders en aios worden vaak betrokken bij onderzoek en kwaliteitsmetingen, hetgeen tot extra werkdruk leidt. Naast de faciliterende functie van de post, zijn vooral de opleiders bepalend voor de wijze waarop gewerkt wordt met aios op de post. Als de opleiders zich niet houden aan richtlijnen uit de Leidraad zal dit ook invloed hebben op het succes van een post als stageplaats. Om deze reden zijn binnen het instrument ook vragen opgenomen aan de opleiders om de bekendheid met en het werken volgens de Leidraad te achterhalen. Na de tweede pilotstudie onder zes huisartsenposten is een compact en praktisch haalbaar meetinstrument ontstaan. De procedure van de visitatie ‘aios op de HAP’ van een post start met een verzoek of aankondiging van de visitatie, daarna worden gegevens verzameld middels vragenlijsten bij verschillende betrokkenen bij het faciliteren of ondersteunen van het opleiden van aios. Aan de post wordt vervolgens een bezoek gebracht waar een rondleiding en focusgroep wordt gehouden. Na dit bezoek wordt een feedbackrapport geschreven en worden aanbevelingen ter verbetering beschreven .
april 2011
19
Dienstdoen door aio's op de HAP
De procedure ziet er schematisch als volgt uit:
Fase 1: Verzoek tot visitatie Verzoek tot visitatie kan komen van de SBOH in het kader van implementatie van de Leidraad. Het verzoek kan ook komen van de HAP in het kader van het meten van kwaliteit of van het opleidingsinstituut in het kader van de kwaliteit van de opleiding (afhankelijk van uiteindelijke inbedding binnen bestaande kwaliteitssystemen). Fase 2: Gegevensverzameling Binnen deze visitatie worden gegevens verzameld over de introductiecursus, het zelfstandig dienstdoen, de organisatie van het leren op de post, de beschikbaarheid van voldoende, bruikbaar instrumentarium en een duidelijk zoeksysteem voor instrumentarium op de post en de functie van de opleidingscoördinator. Daarnaast worden de opleidingscoördinator, de locatiemanager, de opleiders en aios gevraagd naar ervaren knelpunten en positieve punten in het opleiden op de huisartsenpost. De gegevens worden verkregen uit vragenlijsten aan de opleidingscoördinator en de locatiemanager van de post en telefonische interviews (middels standaard vragenlijst) met opleiders en aios werkzaam op de post (bijlage 11). Fase 3: Het locatie bezoek Het locatiebezoek aan de post neemt 1,5 uur in beslag. Het bezoek bestaat uit een focusgroep met een vertegenwoordiging van de post en de opleidingscoördinator. Daarnaast vindt op de post een rondleiding plaats door een doktersassistente.
april 2011
20
Dienstdoen door aio's op de HAP
De focusgroep bestaat uit de volgende personen (afhankelijk van de organisatie op de post): • de locatiemanager of directeur van de HAP/HDS; • de kwaliteitscoördinator; • 1 à 2 doktersassistentes; • de opleidingscoördinator; • een coördinerend visitator en een tweede visitator Tijdens de focusgroep met medewerkers van de post en de opleidingscoördinator worden onderwerpen besproken waarover vragen zijn ontstaan bij de gegevensverzameling. Daarnaast worden onderwerpen besproken als: de werkwijze en regelingen omtrent het zelfstandig dienstdoen, de organisatie van het dienstdoen van aios, hetgeen goed gaat tijdens dienstdoen en de ervaren knelpunten. Door de deelname van de doktersassistentes, de kwaliteitsmedewerker, de leidinggevende van een post en de opleidingscoördinator worden nieuwe inzichten opgedaan en komen verbeterpunten aan het licht. Soms worden tijdens het locatiebezoek al concrete afspraken gemaakt voor verbetering. Tijdens het locatiebezoek wordt aansluitend een rondleiding gegeven door een assistente om een beeld te krijgen van de aanwezige naslagwerken, leermiddelen, de inrichting en beschikbaarheid van spreekkamers en het zoeksysteem van instrumentarium dat gebruikt wordt. Voor aanvang van het locatiebezoek worden de gegevens uit de vragenlijsten en telefonische interviews verwerkt en een powerpoint met vragen voor de post samengesteld. Tijdens het locatiebezoek wordt gewerkt met twee visitators. Hiermee wordt de betrouwbaarheid van het visitatie-instrument vergroot. De tweede visitator bestudeert ook de gegevens uit vragenlijsten en interviews, neemt deel aan de focusgroep en de rondleiding en is betrokken bij de inhoud van het feedbackrapport. Fase 4: Feedbackrapport Na het locatiebezoek wordt door de coördinerend visitator een feedbackrapport opgesteld, waarna de tweede visitator het rapport kritisch bekijkt met betrekking tot overeenstemming met de eigen bevindingen. Tijdens de bijeenkomst met de focusgroep worden geluidsopnamen gemaakt, zodat bij onduidelijkheid van het gezegde het gesprek nog een keer beluisterd kan worden. Het feedbackrapport wordt gemaakt aan de hand van gegevens verkregen uit de vragenlijsten, de telefonische interviews, de focusgroep en de rondleiding. Het feedbackrapport bevat de volgende onderdelen: • Informatie over de aanleiding van de visitatie; • informatie over de methode, de vorm en inhoud van het visitatie-instrument • de resultaten uit de vragenlijsten, telefonische interviews, de focusgroep en de rondleiding; • conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van de resultaten; • een bijlage met de minimum vereisten en gewenste voorzieningen van de post uit de Leidraad Diensten. Er worden aanbevelingen gedaan voor de huisartsenpost en voor het opleidingsinstituut waaraan de opleiders en aios verbonden zijn. Het feedbackrapport wordt voor commentaar voorgelegd aan de locatiemanager/ kwaliteitsmedewerker en de opleidingscoördinator van de post ter verificatie van de uitkomsten.
april 2011
21
Dienstdoen door aio's op de HAP
Fase 5: Aanpak van verbeterpunten De opleidingscoördinator is verantwoordelijk voor het verbeteren van het opleidingsklimaat op de post. Aan de hand van het feedbackrapport met verbeterpunten kan de opleidingscoördinator in overleg met post en opleidingsinstituut werken aan de kwaliteitsverbetering van het opleiden op de post. Fase 6: Hervisitatie De verbeterpunten kunnen middels een doorlopende index met afmelding door de opleidingscoördinator (aan bijvoorbeeld het opleidingsinstituut) afgehandeld worden. Daarnaast kan hervisitatie plaatsvinden na 3-5 jaar. NB: Fase 5 en 6 hebben binnen de ontwikkeling van dit instrument niet daadwerkelijk plaatsgevonden gezien het beperkte tijdsbestek van het project. Deze onderdelen behoren wel tot het visitatieproces voor continue kwaliteitsverbetering.
april 2011
22
Dienstdoen door aio's op de HAP
3.
Resultaten
Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van de zeven gevisiteerde huisartsenposten ingedeeld naar de onderwerpen: introductie, zelfstandigheid, organisatie van het leren, beschikbare faciliteiten, de rol van de opleidingscoördinator en implementatie van de Leidraad Diensten. 3.1 Inleiding Het visiteren van de huisartsenposten had voornamelijk als doel de bruikbaarheid en haalbaarheid van het visitatie-instrument te testen. Aan de hand van de ervaringen die zijn opgedaan is het instrument tussendoor steeds bijgesteld. Deze bijstellingen hebben betrekking gehad op het veranderen van de werkwijze van de visitatie of het inhoudelijk aanpassen van de vragenlijsten of checklist. Gevolg hiervan is dat niet van elke post altijd dezelfde gegevens aanwezig zijn. Daar waar dit relevant is, zal aangegeven worden om welke aantallen of posten het gaat. In totaal hebben 33 opleiders de vragenlijst ingevuld of deelgenomen aan het telefonisch interview. Zes opleiders hebben deelgenomen aan twee focusgroepen. Aan de rondleiding op de post hebben 6 aios deelgenomen. Daarna zijn uitsluitend nog telefonische interviews met aios (8) gehouden. Er zijn tijdens de visitatie minder aios dan opleiders betrokken, omdat informatie van aios ook al middels de tegelijkertijd ontwikkelde enquête over het opleiden op de huisartsenpost verkregen is. Ten tijde van de visitatie zijn vier van de zeven posten HKZ gecertificeerd en hadden zes posten een actuele ARBO Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Bij één post is de RI&E in behandeling. In onderstaand schema staan de gevisiteerde posten en het huisartsopleidingsinstituut waaraan de opleiders en aios, werkzaam op betreffende post, verbonden zijn. Huisartsenpost Assen Delft Alphen Leiderdorp Den Bosch Venlo Amsterdam Zuid-Oost
Opleiders en aios verbonden aan Huisartsopleidingsinstituut Groningen Rotterdam en Leiden Leiden Leiden Nijmegen Maastricht en Nijmegen Amsterdam (VU MC en AMC UvA)
3.2 Organisatorische randvoorwaarden voor het opleiden van aios op de post Deze paragraaf heeft betrekking op de minimaal vereiste organisatorische randvoorwaarden beschreven in de leidraad Diensten. (bijlage 2) 3.2.1 Algemeen De opleiders en aios die hebben deelgenomen aan dit onderzoek zijn over het algemeen tevreden over het dienstdoen op de zeven huisartsenposten. De sfeer op een post wordt als prettig ervaren, de aios worden in het team opgenomen en worden evenwaardig aan een huisarts behandeld. De ervaren assistentes zijn zeer behulpzaam en er is een goede onderlinge communicatie met korte lijnen. Doktersassistentes van een post werken graag met aios. Zij vinden aios vaak bekwaam, enthousiast in het werk op de post en makkelijk om mee te overleggen.
april 2011
23
Dienstdoen door aio's op de HAP
3.2.2 Introductiecursus Op alle gevisiteerde posten vinden introductiecursussen plaats. De locatiemanager of directeur van een post werkt hierbij samen met de opleidingscoördinator, die in de meeste gevallen ook zelf onderdelen van de introductie verzorgt. Vaak worden bij de introductiecursus ook andere medewerkers betrokken, zoals een ICT’er, een doktersassistente of een chauffeur van de post. De introductie voor aios behandelt een groot aantal belangrijke onderwerpen (overeenkomstig de aanbeveling in de leidraad). Het betreffen thema’s als organisatie, protocol aios op de HAP, inlogcode, veiligheid, medisch beleid, delegeren, autoriseren, klachtenregeling, taken en bevoegdheden ondersteunend personeel en het werken met het computersysteem. Op twee posten worden enkele onderwerpen deels of niet behandeld: de inhoud van de spoedkoffer en de uitrusting van de visiteauto. Naast genoemde onderwerpen worden door enkele posten nog extra punten besproken, zoals veiligheid, verantwoordelijkheden van de opleider, op tijd komen voor de dienst, kenmerken van het dienstdoen en het bespreken van dienstcasuïstiek. Bij één post is aan de introductie van aios een programma van drie avonden toegevoegd nl. het ‘meelopen’ met de triage-assistent. De doelen hiervan zijn het krijgen van inzicht in de taak van de assistentes en het ervaren van verschillen tussen hetgeen telefonisch als klacht wordt aangegeven en hetgeen gezegd wordt tijdens het consult. Bovendien vormt het een goede voorbereiding op de functie van telefoonarts. Bij vier van de zeven posten vindt tijdens de introductiecursus een rondleiding plaats op de post waar door de aios ook daadwerkelijk dienst gaan doen. Bij drie posten vindt de rondleiding niet plaats omdat de introductie plaatsvindt op het kantoor of op een andere huisartsenpost dan waar dienst wordt gedaan. Aios kunnen vaak niet goed aangeven waar instrumentarium en apparatuur zoals de AED te vinden is. Aios vragen in de meeste gevallen aan de assistentes waar instrumentarium ligt of gaan soms zelf zoeken. De assistentes ervaren deze vragen van de aios niet als storend en vinden dit bij hun werkzaamheden horen. De aios zijn vaak niet bekend met de klachtenregeling, incidentmelding, de richtlijn videoopnames en de handreiking ‘omgaan met agressie en geweldsdreiging’. Tevens bestaat de indruk dat aios geen gebruik maken van het intranet of extranet waar de protocollen van de post ter inzage staan. Acht van de dertien aios zijn niet bekend met het aiosprotocol van de post. 3.2.3 Zelfstandig dienstdoen Bij zes van de zeven posten kunnen derdejaars aios zelfstandig diensten verrichten in de functies van consult- en visitearts, zonder dat de opleider fysiek aanwezig is. Bij één post werkt de aios wel zelfstandig, maar zijn de opleiders altijd op de post aanwezig. Bij één post wordt ook zelfstandig dienst gedaan in de taak van telefoonarts, maar omdat de taken gecombineerd op één avond worden uitgevoerd, moeten alle bekwaamheidsverklaringen eerst gehaald zijn om zelfstandig dienst te kunnen doen. Eén post maakt alleen bij drukte in het weekend gebruik van een telefoonarts. Dit houdt voor een aios in dat zo’n dienst slechts 2 a 3 keer per jaar gedaan kan worden. Vijf posten hebben geen functie van telefoonarts, vier posten kennen wel de functie van regie-, eerst verantwoordelijke arts (E.V.A.) of eerste consultarts (die de triage autoriseert en aanspreekpunt is voor vragen van de assistentes). Bij één post wordt de triage voornamelijk door een callcenter op een andere vestiging gedaan. Er worden door aios soms telefoonarts taken samen met de opleider gedaan want deze functie mag alleen door ervaren artsen uitgevoerd worden. april 2011
24
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bij alle zeven posten worden de bekwaamheidsverklaringen verzameld en beheerd door de locatiemanager, directeur of kwaliteitsmanager van een post. De verklaringen bevinden zich op het kantoor van een HDS. Medewerkers van een post die tijdens het dienstdoen van aios daadwerkelijk op de post aanwezig zijn hebben geen zicht op de bekwaamheid van een aios (of er wel of niet een bekwaamheidsverklaring op het kantoor aanwezig is). De controle van de bekwaamheid van een aios wordt door de posten op de volgende manieren opgelost: de aios moet een kopie van de bekwaamheidsverklaring bij zich dragen of de aios moet zelf de bekwaamheid bij aanvang kenbaar maken. Bij vier van de zeven posten wordt gewerkt met een aios inlogcode. Bij het behalen van de bekwaamheid als consultarts (bij één post na behalen van alle verklaringen, bij één post na behalen bekwaamheid consult- en visitearts) wordt aan de aios een arts inlogcode gegeven, waarmee deze aios in het computersysteem zelf de patiënten kan afhandelen/fiatteren. Hierbij is het echter niet mogelijk om onderscheid te maken in consult-, visite- of telefoonarts. Dit betekent dat de aios bekwaam moet zijn in alle functies, voordat zo’n artscode aan de aios kan worden gegeven. Bij één post is de inlogcode van de aios gekoppeld aan de opleider. Hierdoor wordt het onmogelijk voor de aios om zelfstandig dienst te doen, waarbij de opleider niet op de post aanwezig is. Bij drie van de zeven posten krijgen aios pas in het derde opleidingsjaar de artscode om zelf de patiëntencontacten af te handelen. Dit is niet in overeenstemming met de Leidraad waarin beschreven staat dat 3 maanden voor het einde van het eerste opleidingsjaar zelfstandig dienst gedaan kan worden als consultarts. Bij drie van de zeven posten krijgen aios in jaar 3 de artscode (bij aios inlogcode). In de Leidraad is het mogelijk om 3 maanden voor het einde van jaar 1 zelfstandig dienst te doen als consultarts. Bij geen van de zeven posten vindt actieve controle plaats van de bekwaamheid van een aios. Twee posten geven aan het controleren van de bekwaamheid geen taak van de post te vinden of geen ‘politie agentje’ te willen spelen. Er wordt bij de meeste posten geen duidelijke tijdslimiet gegeven waarbinnen de opleider op de post moet zijn om bij te kunnen springen als bijvoorbeeld de werkdruk voor de aios te hoog wordt. 3.2.4 Organisatie van het leren op de post Tijd voor leren op de post Het grootste deel van de opleiders vindt dat ze voldoende tijd hebben voor coachen en nabespreken op de post (24 van 33). De overige opleiders komen alleen aan accorderen toe zonder na te bespreken. Ook komen opleiders niet toe aan een patiëntoverstijgend leergesprek en de meeste opleiders ervaren onvoldoende tijd voor het nabespreken van video-opnames op de post. Ongeveer de helft van de opleiders vindt het maken van video-opnames op de post leerzaam. De andere helft vindt het onnodig omdat dit ook al in de praktijk plaatsvindt. Bij één post is het mogelijk tijd te blokken in de agenda voor nabespreking of leergesprek. Hiervan wordt in de praktijk geen gebruik gemaakt, vanwege het niet extra willen belasten van collega huisartsen. De opleidingscoördinatoren van twee posten zijn in overleg met de ledenraad of kwaliteitscommissie over het blokkeren van tijd in de agenda voor nabespreking van consulten of een leergesprek. Eén opleidingscoördinator geeft aan dat dit zowel positief als negatief veel reacties oproept bij opleiders, niet opleiders en management.
april 2011
25
Dienstdoen door aio's op de HAP
Leerinhoud Op meerdere posten wordt een pilot gedaan of al gewerkt met een Nurse Practitioner (NP). Afhankelijk van de taken die de NP krijgt toebedeeld kan dit consequenties hebben voor hetgeen door aios geleerd kan worden op de post. Huisartsenposten hebben afspraken met ambulancedienst wie als ‘first responder’ optreedt bij U1 aanvragen. Bij drie posten waarbij dit onderwerp aan de orde is geweest worden U1 aanvragen in eerste instantie door de ambulance gedaan. Hierdoor komen aios minder in aanraking met zeer urgente hulpvragen. Door twee aios is dit specifiek aangegeven als nadeel van een post. Ongeveer de helft van de opleiders vindt weinig verschil tussen hetgeen geleerd kan worden op de post en in de praktijk. De andere helft vindt dat op de post veel geleerd kan worden over bijvoorbeeld communicatie, samenwerking, spoedeisende en onverwachte situaties, waarbij de patiënten onbekend zijn. De overige inhoud van leren op de post is meegenomen in de enquête onder aios. De uitkomsten daarvan zijn vastgelegd in het deelrapport over de ontwikkeling van de enquête17. Logistiek Vijf van de zeven posten hebben een eigen protocol over aios op de huisartsenpost opgesteld. De helft van de hierover ondervraagde opleiders (8 van 16) en meer dan de helft van de aios (8 van 13) zijn niet bekend met de aanwezigheid of de inhoud van dit protocol. Drie posten hebben concrete afspraken gemaakt over het tijdslimiet waarin de opleider aanwezig moet zijn om bij te springen bij een zelfstandige aios. Alle posten hebben weinig inzicht welke opleider met een aios komt dienstdoen. Daardoor kan overbezetting ontstaan op de post en heeft een aios niet altijd een eigen spreekkamer ter beschikking. Eén post heeft als oplossing bedacht dat een aios een paar dagen vooraf moet bellen als deze dienst gaat doen, maar in de praktijk wordt dit niet altijd gedaan. Overbezetting komt het meeste voor op een drukke zaterdag, als meerdere opleiders met hun aios aanwezig zijn. Het teveel aan artsen op de post wordt door opleiders en aios flexibel opgelost, doordat bijvoorbeeld één opleider-aios koppel dan visites gaat rijden. Op vier van de zeven posten hebben opleiders weinig invloed op het aantal en soort dienst die zij met hun aios doen om de dienstnorm te halen. Wel kan een collega gevraagd worden van functie te ruilen voor een dienst. Bij drie posten kunnen aios gemakkelijk aan de benodigde diensten komen omdat er combinatiediensten (van verschillende functies op één avond) verricht worden en wie wat doet ter plaatse bepaald wordt. 3.2.5 De opleider op de post Bekendheid te behalen leerdoelen/competenties en beoordelen bekwaamheid Het is opleiders (11 van 14) vaak niet duidelijk wat er van ze verwacht wordt ten aanzien van het opleiden van hun aios en welke competenties aios op de post moeten leren. Er zijn dan ook nog geen competenties specifiek voor de post geformuleerd/aangegeven. Er staan wel eindtermen beschreven in de Leidraad, maar opleiders hebben hier geen weet van of vinden de eindtermen onvoldoende concreet. Een aanbevolen hulpmiddel voor de beoordeling van de zelfstandigheid is de ‘checklist zelfstandig dienstdoen’ uit de Leidraad. Tien van de achtentwintig opleiders die aios beoordeeld hebben geven aan gebruik te maken van deze checklist. Achttien opleiders doen dit niet en beoordelen onder andere op de volgende manieren:
april 2011
26
Dienstdoen door aio's op de HAP
“Uit wat ik zie in de praktijk overdag, het op tijd komen, de omgang met mensen op de post, de nabespreking van consulten, het gevoel van de aios zover is”; “Door in het algemeen te kijken hoe iemand aan het werk is”; “Ik beoordeel niet expliciet volgens een format; “Ik beoordeel niet met een lijst, Ik heb een beeld gevormd in de praktijk”. “Ik beoordeel de aios op het missen van belangrijke spoedproblemen en het aansluiten van aios bij de ander”. “Aios beoordeel ik op zelfstandigheid en zelfstandig grenzen bepalen’. “ ik gebruik de algemene competentielijst (ComBel) van de huisartsopleiding”. De overige vijf opleiders geven aan hun aios nog niet beoordeeld te hebben, omdat zij net als opleider zijn begonnen (2) en uitsluitend 1stejaars aios begeleiden (3). Acht opleiders die de checklist gezien hebben vinden deze te algemeen en weinig concrete zaken bevatten. Zij geven verder aan dat in het eerste gedeelte vooral voorwaarden vooraf staan, die voor de opleiders moeilijk te beoordelen zijn en beter door het instituut ingevuld kunnen worden. Opleiders kunnen alleen beoordelen wat ze in de praktijk zien van een aios. Drie opleiders uit de focusgroep vinden dat de bekwaamheidsverklaring afgegeven moet worden door het opleidingsinstituut met aanvullende informatie van de opleider. Overdracht naar een andere opleider Zeven opleiders maken gebruik van de ‘Verklaring van overdracht’ uit de Leidraad. Zeven opleiders dragen de begeleiding van hun aios mondeling over (hierbij is niet bekend of deze overdracht naar een duo-opleider is of naar een opleider die geen zicht heeft op de bekwaamheden van de aios). Zestien opleiders dragen de begeleiding van hun aios nooit over omdat ze zelf of met hun duo-opleider aan voldoende diensten voor hun aios komen. Scholing over opleiden op de post Alle opleiders en aios hebben de ‘Leidraad voor het leren dienstdoen’ ontvangen van het huisartsopleidingsinstituut. De opleiders en aios van vijf van de zeven huisartsopleidingsinstituten geven aan dat in het scholingsprogramma van het instituut geen onderdelen omtrent het opleiden op de post, noch de Leidraad behandeld worden. Bij één opleidingsinstituut heeft zowel voor opleiders als aios een bijeenkomst over de Leidraad plaatsgevonden. Bij een ander opleidingsinstituut is met aios een keer gesproken over de verantwoordelijkheden op de post en bij de opleiders over de fases van het opleiden. Het opleiden op de post komt zowel bij opleiders als bij aios wel eens ter sprake als een opleider of aios er zelf iets over inbrengt. Dertien opleiders hebben de volgende onderwerpen aangegeven die ze missen in het scholingsprogramma voor opleiders op het opleidingsinstituut. Deze punten zijn hieronder samengevat weergegeven. • Standaard inbrengen onderwerp ‘aios op de post’ en ervaringen hiermee; • Training telefonische triage en telefoonarts (3); • Wat wordt verwacht van opleiders op de post, wat moet een aios leren, specifieke leerdoelen voor de post en verschillen dagzorg en zorg buiten kantooruren (7); • Traject hoe de leerdoelen bereikt moeten worden en tijd hiervoor op de post (2); • Hoe de verantwoordelijkheden met betrekking tot de aios liggen (2); april 2011
27
Dienstdoen door aio's op de HAP
• • •
3.3
Omgaan met drukte, complexiteit en diversiteit aan klachten op de post en aandacht voor diversiteit van de HAP’s (3); Wanneer de bekwaamheid afgetekend mag worden; Aan welke regels moet een opleider zich houden t.a.v. de post en de aios tijdens een dienst. Faciliteiten op de post
3.3.1 Beschikbare accommodatie Alle zeven posten beschikken meestal over voldoende en volledig ingerichte spreekkamers. Alle posten geven aan weinig zicht te hebben op welke opleider op een dienst met een aios komt, waardoor soms meerdere aios en opleiders tegelijk komen en er dan een tekort aan spreekkamers ontstaat. Bij drie van de vier posten ontstaat dit vooral op de drukke zaterdag, met meerdere aanwezige huisartsen, gebrek aan spreekkamers als twee opleiders met een aios komen. Het tekort aan spreekkamers wordt meestal flexibel opgelost door één opleider-aios koppel visite te laten rijden of de dag te verdelen, waarin het ene koppel het eerste deel en het andere koppel het tweede dagdeel gebruik kan maken van twee spreekkamers. Er wordt meermaals aangegeven dat een Nurse Practitioner (NP) gaat meewerken op de post. Hierdoor zal extra druk komen op de beschikbaarheid van een eigen spreekkamer voor aios. 3.3.2 Beschikbare (leer)middelen en instrumenten Op twee van de zeven posten is videoapparatuur aanwezig (één post sinds enkele weken). Bij de ene post staat een vaste opstelling in de spreekkamer, op de andere post ligt de apparatuur in een kast in de laboratoriumkamer. De overige vijf posten geven aan video-apparatuur in bestelling te hebben, of hierover in gesprek te zijn. De aios (13) zijn niet bekend met de ‘richtlijn video-opnames aios op de HAP’. Op zes van de zeven posten is voldoende en functioneel bruikbaar instrumentarium en verbandmateriaal aanwezig. Op één post is niet op elke spreekkamer hetzelfde instrumentarium aanwezig. Op een andere post geven zowel door opleiders als aios aan dat instrumentarium verschilt per spreekkamer (bijvoorbeeld urinestrips of thermometer), niet voldoende aanwezig is of niet voldoende gesteriliseerd is. Soms is er iets niet aanwezig bijvoorbeeld saturatiemeter of mondkapjes. Het zoeksysteem voor instrumentarium en verbandmiddelen is niet op alle posten even duidelijk. Bij de meeste posten staat wel op de kasten wat erin zit, maar meerdere aios hebben aangegeven dat het toch veel tijd kost om het benodigde materiaal te zoeken. Eén post maakt gebruik van een duidelijke alfabetische lijst met instrumentarium en verbandmiddelen, met een nummer erachter van de kast waar het in ligt. Medische naslagwerken zijn op alle posten te bereiken via internet. Alle protocollen van de posten staan op het intranet of extranet van een post en zijn met een inlogcode bereikbaar. Hoewel hierover geen directe vraag is gesteld heeft een aantal aios aangegeven nog nooit naar de protocollen op het intra- of extranet van een post gekeken te hebben. Het farmacotherapeutisch kompas is in ongeveer de helft van de spreekkamers aanwezig, maar wordt door de aios ook veel via internet geraadpleegd. Bij twee van de zeven posten is een bruikbaar elektronisch feedbacksysteem aanwezig. Bij één post geven de aios echter aan hiervan niet op de hoogte te zijn. Op vijf posten is geen
april 2011
28
Dienstdoen door aio's op de HAP
feedbackmodule operationeel. Bij één post is wel een feedbacksysteem aanwezig, maar deze is om technische redenen nog niet bruikbaar. 3.4 De rol van de opleidingscoördinator Bij dit onderzoek zijn 7 opleidingscoördinatoren betrokken. De posten Alphen en Leiderdorp hebben dezelfde opleidingscoördinator. Post Amsterdam Zuid-Oost heeft twee opleidingscoördinatoren. Eén van het opleidingsinstituut AMC-UvA en één van het VU-MC. Vier opleidingscoördinatoren zijn huisartsopleider, één opleidingscoördinator is coördinator Diensten van een huisartsopleidingsinstituut en één coördinator is medisch adviseur en huisartsopleider geweest. 3.4.1 Coördinator inhoud en logistiek Alle opleidingscoördinatoren organiseren samen met de locatiemanager of directeur de introductiecursus. Tijdens de introductiecursus geven ze aios informatie over werken en leren op de post. De opleidingscoördinatoren vinden dat zij van het management van de posten voldoende ruimte krijgen om hun taken uit te voeren. Twee coördinatoren geven hierbij aan dat het proces wel vaak moeizaam verloopt vanwege overleg en overeenstemming die nodig is met de ledenraad en kwaliteitscommissie. Het beheer van de bekwaamheidsverklaringen wordt niet gedaan door de opleidingscoördinator, maar door de locatiemanager, directeur of kwaliteitsmanager van een post. Alle opleidingscoördinatoren regelen en bewaken de randvoorwaarden voor het opleiden. Meestal betreft dit zaken als organiseren van overleggen over videoapparatuur, organiseren van de mogelijkheid om zelfstandig dienst te doen op de post en het organiseren en uitvoeren van de introductiecursus. Drie opleidingscoördinatoren zijn in overleg om een blok in de agenda op de post te krijgen om leertijd op de post te vergroten. Op één post heeft een opleidingscoördinator gezorgd voor voldoende spreekkamers. Op zes van de zeven posten is geen lijst aanwezig van gekwalificeerde waarnemend opleiders. Op de post waar dit wel het geval is, is deze lijst opgesteld door de opleidingsinstituten Maastricht en Nijmegen. Hier wordt echter nauwelijks gebruik van gemaakt, aangezien de opleiders veel diensten doen op deze post en de aios makkelijk aan voldoende diensten komen. Vier opleidingscoördinatoren denken mee met protocollen, richtlijnen en beleid ten aanzien van het leren van aios op de post. Eén coördinator is vaak initiatiefnemer van protocollen en richtlijnen. Eén coördinator geeft aan zich hiermee niet bezig te houden. De coördinatoren regelen geen stages of (meer) diensten voor aios, geven geen onderwijs en hebben geen clustering van diensten op de post georganiseerd. 3.4.2 Intermediair tussen betrokken partijen Meer dan de helft van de geïnterviewde opleiders is niet op de hoogte dat er een opleidingscoördinator voor de post is en wat hun rol is bij het opleiden van aios. De opleidingscoördinatoren hebben het meeste overleg met het management van een post. Er wordt goed met het management samengewerkt onder andere ten aanzien van de introductiecursus. Met vertegenwoordigers van het opleidingsinstituut hebben de meeste coördinatoren soms overleg. De meeste coördinatoren vinden dat ze voldoende ondersteuning krijgen van het opleidingsinstituut. Eén coördinator geeft hierbij aan dat het instituut onvoldoende
april 2011
29
Dienstdoen door aio's op de HAP
bekend is met de functie van de opleidingscoördinator. Een andere coördinator vindt meer communicatie met het instituut wenselijk. De meeste opleidingscoördinatoren hebben weinig overleg met opleiders en als er al overleg is betreft het een specifiek probleem (bijv. disfunctionerende aios). Vier van de zeven coördinatoren hebben helemaal geen contact met aios. Vier van de zeven coördinatoren hebben soms overleg met assistentes van een post over het dienstdoen door aios. Vijf van de zeven opleidingscoördinatoren zijn nooit door medewerkers van de post aangesproken over aios.
april 2011
30
Dienstdoen door aio's op de HAP
4.
Conclusies en discussie
4.1 Ontwikkeling visitatie-instrument De ontwikkeling van het visitatie-instrument was een intensief proces waarbij gebruik gemaakt werd van literatuurstudie, oriënterende gesprekken met betrokkenen uit het veld, een begeleidingscommissie, een expertpanel en praktijktoetsen. De rol van de begeleidingscommissie bestond vooral uit richting en begrenzing geven bij de ontwikkeling van het instrument. De inbreng van het expertpanel bestond vooral uit inbreng op inhoudelijke en technische aspecten, zoals instrumentopbouw, antwoordcategorieën en onderzoeksmethode. Het daadwerkelijk uitvoeren van de visitaties op zeven over Nederland verspreide huisartsenposten gaf inzicht in de bruikbaarheid en haalbaarheid van het instrument. Door gebruik te maken van twee visitators tijdens het locatiebezoek en het onafhankelijk bekijken van de feedbackrapporten door de 2de visitator werd gepoogd de betrouwbaarheid te vergroten. Het betrekken van professionals uit het werkveld en door de posten de mogelijkheid te geven te reageren op het feedbackrapport vergroot de kans op een goede 'face en content' validiteit van het instrument. Bedoeling van het visitatie-instrument is het verkrijgen van informatie over de randvoorwaarden die het leren van aios op de post mogelijk maken en die beschreven zijn in Leidraad Diensten. Het betreft hier randvoorwaarden, zoals een introductiecursus, de mogelijkheid zelfstandig dienst te doen, beschikbare leertijd, de rol van de opleider, de aanwezigheid van benodigde faciliteiten en de rol van de opleidingscoördinator. In dit hoofdstuk worden de eerste bevindingen besproken na inzet van het visitatie-instrument. 4.2 Conclusies deelvragen van het visitatie-instrument In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de drie deelvragen op basis waarvan het visitatieinstrument ontwikkeld is. Hierbij worden waar van toepassing ook gegevens uit de aios enquête gebruikt. 4.2.1 De eerste deelvraag Zijn de organisatorische randvoorwaarden op de huisartsenpost voor het leren dienstdoen van aios vastgelegd en geïmplementeerd? Introductie op de post Op alle zeven gevisiteerde posten is een introductiecursus ingevoerd. De inhoud van deze cursus komt voor een groot deel overeen met aanbevelingen in de Leidraad. Dit komt ook overeen met de bevinding uit de enquête ‘Dienstdoen door aios op de HAP’17 waarbij 82.5% van de aios vindt dat ze voor de eerste dienst voldoende informatie hebben gekregen van de post die nodig is om het werk goed uit te kunnen voeren. Bij vier van de zeven posten vindt een rondleiding plaats op de post waar dienst gedaan gaat worden. Aios die geen rondleiding hebben gehad, hebben dit als een gemis ervaren. Bij de rondleiding met aios of de telefonische interviews blijkt dat aios met of zonder rondleiding weinig op de hoogte zijn van de vindplaats van instrumentarium (waaronder AED en O2) en vaak aan de doktersassistente vragen waar iets ligt. Het feit dat aios relatief weinig dienstdoen en lang niet bij elke dienst alle instrumenten nodig hebben, zou hierbij een rol
april 2011
31
Dienstdoen door aio's op de HAP
kunnen spelen. De assistentes van de gevisiteerde posten geven aan er geen probleem mee te hebben dat een aios veel vraagt. Bijna alle aios zijn onbekend met regelingen die binnen de post gehanteerd worden, zoals klachtenregeling, incidentmelding en veiligheid. Aios vragen informatie aan de assistente over dit soort regelingen als ze ermee te maken krijgen. Zelfstandig dienstdoen Bij zes van de zeven posten kunnen aios zelfstandig dienstdoen, zonder dat de opleider op de post aanwezig is. Bij alle gevisiteerde posten kan zelfstandig dienst gedaan worden in de functies van consult- en visitearts. Twee posten kennen ook de functie van telefoonarts, waarbij één post uitsluitend in het weekend. Slechts bij één post kan een aios zelfstandig dienstdoen in de functie van telefoonarts. Binnen de posten bestaan wel functies (E.V.A., regiearts of eerste consultarts) die vergelijkbare taken bevatten, die mogelijk binnen die functie door aios geoefend zouden kunnen worden. Het daadwerkelijk zelfstandig dienstdoen als telefoonarts kan dus door veel aios niet gedaan worden. De bekwaamheid bij zelfstandig dienstdoen van een aios wordt bij aanvang van een zelfstandige dienst niet actief gecontroleerd, maar wordt bij vier van de zeven posten middels de artscode op de aios-inlogcode geregeld. Deze autorisatie om zelf patiënten af te handelen (fiatteren) maakt geen onderscheid tussen soort functie waarvoor de aios bekwaam is. Het zelf fiatteren kan ook als een aios op de inlogcode van de opleider zelfstandig dienstdoet. Hierdoor is op de post niet zichtbaar wie een bekwaamheidsverklaring heeft. Dit kan problemen opleveren met verantwoordelijkheden als er door de aios een fout gemaakt wordt. Organisatie van het leren De meeste opleiders ervaren voldoende tijd voor coachen en nabespreken van consulten op de post. Tijdens visites rijden gebeurt dit meestal onderweg in de visiteauto. De opleiders ervaren dat zij onvoldoende tijd hebben voor een patiëntoverstijgend leergesprek of nabespreken van video-opnames van een consult. Op één post is het mogelijk tijd te blokkeren in de agenda voor een leergesprek of nabespreken van video-opnamen; Hier wordt geen gebruik van gemaakt omdat de opleiders de collegahuisarts niet extra willen belasten. Eén van de vijf didactische principes van het leren van werkervaring is het genereren van opleidingsbehoeften door het systematisch verzamelen van feedback, zo blijkt uit literatuur. Op basis van deze feedback en voortdurende (zelf)evaluatie wordt de leerweg van de student bepaald. Het impliciete karakter van het ervarings- of situatiegestuurd leren op de huisartsenpost maakt het plannen van leerprocessen echter lastig. Om het leerproces te bevorderen zijn feedback, reflectie en expliciteren achteraf belangrijke leeractiviteiten11. Dit gaat verder dan het nabespreken van individuele patiënten. In het boek “leren en onderwijzen” wordt ook het belang aangegeven van afwisseling van praktijkmomenten met ordenende theoriemomenten: “Het is een illusie te menen dat een zuiver leren door praktijk bestaat. Praktijk of handelingen worden altijd gevolgd door een soort afstand nemen van de praktijksituatie, terugkijken en nadenken over de situatie” 14. De kwaliteit en effectiviteit van het leren op de post is gebaat bij reflectieve momenten en dit vraagt om leertijd. Een aios maakte tijdens het telefonisch interview de volgende opmerking over het dienstdoen op de post: “Op de post gaat het meer om productie, het is minder een leersituatie”. Een opleidingscoördinator schreef in de vragenlijst “de aios wordt mijns inziens nog teveel gezien als een extra hulpkracht”. april 2011
32
Dienstdoen door aio's op de HAP
Leerinhoud De organisatie van het dienstdoen op een post is van invloed op hetgeen geleerd kan worden door een aios. Zo kunnen aios op alle zeven posten werkervaring opdoen in de functie van consult- en visitearts, maar bij de meeste posten kan weinig tot geen ervaring opgedaan worden in de functie van telefoonarts. Uit onderzoek van IQ healthcare naar aantal patiëntcontacten op huisartsenposten blijkt dat er al relatief weinig patiënten als U1 (levensbedreigend, 0.6%) of U2 (dringend 9.1%) geclassificeerd worden2. Op drie gevisiteerde posten blijken veel U1 ritten in eerste instantie door de ambulancedienst gedaan te worden (first responder). Op de poster over aios op de HAP staat “Spoed, daar word ik voor opgeleid”. De vraag is in hoeverre van spoedeisende situaties op de post kan worden geleerd of zullen deze competenties elders geleerd moeten worden. Om de werkdruk op de posten te verlagen, zullen in de toekomst waarschijnlijk ook steeds meer Nurse Practitioners werkzaam zijn op de huisartsenpost. Een groot risico van de inzet van een NP voor de aios is dat deze geen kleine medische problemen meer zien, zoals hechtwonden, traumatologie, rugklachten, oorklachten enz. Deze laag complexe zorg is voor de eerstejaars aios leerzaam en een goede voorbereiding op het omgaan met meer complexe zorg. De logistieke organisatie op de post Vijf van de zeven posten hebben een eigen protocol over aios op de post, de helft van de opleiders en meer dan de helft van de aios zijn niet bekend met (de inhoud van) dit protocol. De posten hebben weinig zicht op hoeveel opleiders met een aios komen tijdens een dienst. Dit leidt soms tot overbezetting op de post, waarbij er te weinig spreekkamers zijn voor het aantal opleider-aios koppels. De opleider op de post Tijdens de telefonische interviews met de opleiders is de indruk ontstaan dat de meeste opleiders geen goed beeld hebben bij wat de aios geleerd moet worden op de post. Meerdere opleiders hebben aangegeven weinig verschil te zien tussen het werken in de praktijk en op de post. Dit terwijl het op de post meestal onbekende patiënten betreft, de werkdruk hoog is, er sprake is van andere morbiditeit en een meer urgent karakter van de klachten. Competenties en onderliggende gedragscriteria informeren opleider en aios over hetgeen geleerd moet worden op de post. Een ruime meerderheid van de opleiders geeft aan dat ze eigen criteria hanteren op basis waarvan ze een aios beoordelen voor het afgeven van een bekwaamheidsverklaring. In de Leidraad staan eindtermen beschreven en een checklist voor het beoordelen van aios. De meeste opleiders geven de indruk hier niet bekend mee te zijn of er niet mee te werken. Er ontbreekt een bruikbaar instrument om aios te beoordelen op hun bekwaamheid met betrekking tot dienstdoen op de post. Duidelijk omschreven competenties vormen ook de criteria op basis waarvan aios beoordeeld kunnen worden voor het afgeven van een bekwaamheidsverklaring. Tijdens telefonische interviews is bij meerdere opleiders en aios naar voren gekomen dat zij niet bekend zijn met de mogelijkheid (zoals in de Leidraad genoemd) de laatste drie maanden van het 1ste jaar al een bekwaamheidsverklaring af te geven voor consultarts. De meeste opleiders maken geen gebruik van de ‘Verklaring van overdracht naar een andere opleider’. Iets meer dan de helft van de opleiders geeft aan de begeleiding niet over te dragen. Van de veertien opleiders die de begeleiding wel overdragen doet de helft dit mondeling. april 2011
33
Dienstdoen door aio's op de HAP
De opleiders en aios van vijf van de zeven betrokken opleidingsinstituten gaven aan dat er geen aandacht is voor het leren dienstdoen op de post in het terugkomdag/scholingsprogramma. Het opleiden op de post komt alleen bij ad hoc inbreng van een opleider of aios aan bod. Alle opleiders en bijna alle aios geven aan de ‘Leidraad voor het leren dienstdoen’ te hebben ontvangen van het Huisartsopleidingsinstituut. Deze Leidraad voor het leren dienstdoen bevat verantwoordelijkheden van verschillende partijen, nieuwe inzichten, afspraken en te gebruiken formulieren. Zowel de opleiders als de aios blijken echter weinig kennis te hebben over de Leidraad en dit verdient veel aandacht in de toekomst. Zoals beschreven in het boek ‘Implementatie’ vereist effectieve implementatie van nieuwe inzichten of werkwijzen een goede voorbereiding (kennis nemen van nieuwe inzichten en werkwijzen), planning en een systematische aanpak4. Veranderingsprocessen verlopen niet spontaan, maar middels een gestuurd proces van: Oriëntatie: de opleiders/aios interesseren voor de nieuwe werkwijze; Inzicht: de opleiders/aios informeren over de inhoud van nieuwe werkwijze en wat er van hen wordt verwacht; Acceptatie: motiveren van de opleiders/aios om tot verandering over te gaan; Verandering: de opleiders/aios laten experimenteren, zodat zij het gevoel krijgen dat de nieuwe werkwijze effect heeft en haalbaar is; Behoud van verandering: nieuwe werkwijze structureel inpassen in nieuwe protocollen of plannen en organisatorische, financiële en structurele voorwaarden voor blijvende toepassing moeten worden vervuld4. 4.2.2 De tweede deelvraag Zijn de middelen beschikbaar op de huisartsenpost die nodig zijn om dienst te leren doen? Op alle posten zijn ’s avonds en ’s nachts meestal voldoende spreekkamers aanwezig. In het weekend overdag, wanneer er al meer huisartsen dienstdoen en bovendien soms nurse practitioners aanwezig zijn, kan er een tekort aan spreekkamers ontstaan. Bij zes van de zeven posten zijn voldoende verbandmiddelen en functioneel bruikbaar instrumentarium aanwezig om met de aios dienst te doen. Een zoeksysteem waarmee instrumentarium of verbandmiddelen op de post snel te vinden zijn, is volgens aios en gebleken uit de rondleiding, niet op iedere post aanwezig. Medische naslagwerken zijn op internet bereikbaar en worden door aios gebruikt. Protocollen zijn middels extra- of intranet van de post bereikbaar, maar de indruk bestaat dat aios hier geen gebruik van maken. Randvoorwaarden die het leren van aios op de post bevorderen, zoals het kunnen opnemen van consulten op video en gebruik kunnen maken van een feedbacksysteem, zijn op de meeste gevisiteerde posten niet gerealiseerd. 4.2.3 De derde deelvraag Vervult de opleidingscoördinator de functie van intermediair en coördinator inhoud en logistiek voor de opleiding van aios op de post? Uit antwoorden op de vragenlijst van de opleidingscoördinatoren blijkt dat alle coördinatoren betrokken zijn bij de opzet en uitvoering van de introductiecursus voor aios op de post en het regelen en bewaken van randvoorwaarden van het opleiden, waaronder overleg rondom video-
april 2011
34
Dienstdoen door aio's op de HAP
apparatuur en leertijd. Zes van de zeven coördinatoren hebben gerealiseerd dat zelfstandig dienst gedaan kan worden op hun posten. De meeste coördinatoren denken mee of initiëren protocollen en richtlijnen ten aanzien van het opleiden van aios op de post. Dit zijn taken die ook in de Leidraad staan beschreven. Uit informatie van de vragenlijsten blijkt dat de opleidingscoördinatoren zich niet bezighouden met taken als het beheren van de bekwaamheidsverklaringen, opstellen en bijhouden van een lijst van gekwalificeerde waarnemend opleiders, regelen van stages of meer diensten voor aios, geven van onderwijs of het clusteren van diensten op een post (bij onvoldoende diensten van een aios). Deze taken staan wel in de Leidraad beschreven. Het niet voldoen aan de taken kan te maken hebben met het niet toekomen aan deze taken of dat de taken niet als passend ervaren worden bij de functie. De opleidingscoördinatoren vervullen de functie van intermediair vooral tussen het management van de post en het opleidingsinstituut. Dit gebeurt echter in mindere mate voor opleiders en aios, waarmee weinig tot geen contact is. Dit wordt tijdens de telefonische interviews ook door de opleiders aangegeven; meer dan de helft van de opleiders van de gevisiteerde posten blijken niet bekend te zijn met de aanwezigheid en functie van de opleidingscoördinator. Door contact te leggen met opleiders en aios kan een opleidingscoördinator achterhalen wat er speelt op een post en waar verbeterpunten liggen ten aanzien van het opleiden van aios.
april 2011
35
Dienstdoen door aio's op de HAP
5.
Aanbevelingen
In dit hoofdstuk zullen op basis van de bevindingen opgedaan met het visitatie-instrument, aanbevelingen gedaan worden voor de huisartsenposten, de huisartsopleidingsinstituten, de SBOH en Huisartsopleiding Nederland voor het verbeteren van het opleiden van aios op de post. 5.1 Aanbevelingen voor de huisartsenposten Er is op de zeven gevisiteerde posten al veel gerealiseerd ten aanzien van het opleiden van aios, zoals de introductiecursus en de mogelijkheid om zelfstandig dienst te doen. Er zijn echter ook nog voldoende mogelijkheden voor verbetering en deze worden hieronder beschreven. 1. Tijdens de introductiecursus vindt niet op alle posten een rondleiding plaats. Aios geven aan het belangrijk te vinden voor aanvang van de eerste dienst een rondleiding te krijgen. Aanbeveling: Geef een rondleiding voor alle aios op de post waar zij daadwerkelijk dienst gaan doen. Deze dient dan plaats te vinden vóór aanvang van de eerste dienst met aandacht voor de indeling van het gebouw met de verschillende kamers, de vindplaats van instrumentarium, AED, zuurstof en verbandmiddelen, de inhoud van de spoedkoffer en de visiteauto. 2. Binnen de opbergsystemen op de huisartsenposten zijn instrumentarium en verbandmiddelen niet altijd snel te vinden. Aanbeveling: zet een zoeksysteem op waarbij instrumentarium en verbandmiddelen snel gevonden kunnen worden, bijvoorbeeld door middel van een alfabetische lijst met nummers erachter van de kast waarin het te vinden is. 3. Het is medewerkers van de post tijdens een dienst vaak niet duidelijk of een aios de noodzakelijke bekwaamheid heeft om zelfstandig dienst te doen, terwijl dit in het kader van de kwaliteitswet wel een voorwaarde is om op een post te mogen werken. Aanbeveling: controleer de bekwaamheid bij zelfstandig dienstdoen van een aios actief bij aanvang van een dienst en registreer dit. Daarnaast zouden kopieën van de bekwaamheidsverklaringen op de post aanwezig kunnen zijn. Opleiders en aios moeten zorgen dat de bekwaamheidsverklaringen op tijd ingeleverd worden. 4. Om te kunnen leren in een werksituatie is tijd nodig om op dit (leren) werken te reflecteren. Aanbeveling: realiseer meer leertijd tijdens een dienst op de post voor een overstijgend leergesprek of nabespreking van video-opnames. In principe zou deze tijd theoretisch ook beschikbaar zijn, doordat aios en opleider vaak parallel aan elkaar werken en er daardoor tijd ontstaat. Maak een dergelijk regeling dan ook bekend bij alle betrokkenen, waaronder collega huisartsen. 5. Zeker op zaterdag en zondag overdag is er een maximale bezetting met huisartsen en soms Nurse Practitioners, waardoor overbezetting kan ontstaan. Hierdoor kunnen aios geen gebruik maken van een (eigen) spreekkamer om dienst te doen. Aanbeveling: plan bij nieuwbouw van de huisartsenpost het aantal spreekkamers op de piekmomenten. Daarnaast is het verstandig om aios zich geruime tijd voor een dienst te laten aanmelden. Hierdoor ontstaat zicht op de bezetting op de post en kan hiermee rekening gehouden worden in de planning. 6. Op de post melden zich patiënten met ziektebeelden die voor een aios leerzaam zijn. Aanbeveling: de aios geeft bij aanvang van een dienst de eigen leerwensen aan bij assistentes en collega dienstdoende huisartsen zodat hiermee rekening gehouden kan worden en de aios deze patiënten kan zien of mee kan kijken met een collega.
april 2011
36
Dienstdoen door aio's op de HAP
7.
8.
9.
Twee van de zeven posten hebben nog geen feedbacksysteem of videoapparatuur voor het leren van aios op een post gerealiseerd. Dit zijn middelen waar aios hun functioneren mee kunnen evalueren en beoordelen. Aanbeveling: realiseer een feedbacksysteem en zorg voor video-apparatuur op de post. Om de bekendheid van de opleidingscoördinator op de post te verbeteren, is het een aanbeveling om assistentes, chauffeurs en collega huisartsen op de post duidelijk te maken wie de opleidingscoördinator is en wat zijn positie en taken zijn. Opleiders en aios zijn onvoldoende bekend met de aanwezigheid van een specifiek aiosprotocol op de post. Aanbeveling: tijdens de introductiecursus de inhoud van het aiosprotocol van de post bespreken en dit uitdelen.
5.2 Aanbevelingen voor de huisartsopleidingsinstituten De opleiders en aios geven aan dat er vrijwel geen aandacht is voor het leren dienstdoen op de post in het terugkomdag/scholingsprogramma. Het opleiden op de post komt alleen bij ad hoc inbreng van opleider en aios aan bod. Deze belangrijke bevinding is één van de verklaringen voor de matige implementatie van de Leidraad en het gegeven dat opleiders meestal niet weten wat ze de aios specifiek op de post moeten leren. 1. Aanbeveling: Er dient een landelijk vastgesteld scholingsprogramma te komen voor opleiders en aios waarbij behalve medische thema’s ook onderwerpen als verantwoordelijkheden, te leren competenties, de verwachtingen van een opleider, regelingen t.a.v. zelfstandigheid en bekwaamheidsverklaringen worden besproken. 2. Uit de interviews met opleiders en aios blijkt dat er beperkte kennis is van de inhoud van de Leidraad voor het leren dienstdoen en dat de implementatie van de werkwijze uit de Leidraad onvoldoende heeft plaatsgevonden. Aanbeveling: Onderzoek hoe de werkwijzen en het gebruik van de formulieren uit de Leidraad bij opleiders en aios geïmplementeerd kunnen worden. 3. De meeste aios zijn onbekend met de richtlijn video-opnames. Aanbeveling: verspreid deze ‘Richtlijn video-opnames aios op de HAP’ onder aios en bespreek deze tijdens het terugkomdagonderwijs. 4. Opleiders en aios zijn onvoldoende bekend met het bestaan en de functie van de opleidingscoördinator (OC). Aanbeveling: het opleidingsinstituut geeft de OC gelegenheid zich te presenteren tijdens scholingsdagen en laat de opleidingscoördinator een deel van het terugkomdagonderwijs betreffende het dienst doen verzorgen. 5. Opleidingscoördinatoren hebben nog onvoldoende functie als intermediair voor aios en opleiders en moeten meer zichtbaar worden op de werkvloer. Aanbeveling: stimuleer de opleidingscoördinatoren meer (informeel) contact te zoeken en gesprekken te voeren met opleiders en aios om te achterhalen wat te verbeteren is. 6. Opleiders en aios zijn onvoldoende bekend met de aanwezigheid van een specifiek aiosprotocol op de post. Aanbeveling: De opleidingscoördinator geeft tijdens scholingsdagen van de opleiders en aios informatie over de aanwezigheid van een aiosprotocol met de specifieke regelingen voor betreffende post. 7. Aios kunnen op de posten onvoldoende of geen ervaring opdoen in de competenties die behoren bij een telefoonarts. Aanbeveling: organiseer voor opleiders en aios een specifieke telefoontraining en betrek de opleidingscoördinator daarbij. 8. Op posten waar U1 ritten aan de ambulance worden overgedragen krijgt de aios hiermee geen ervaring. Over de rol van huisartsen bij U1 ritten bestaat geen landelijke consensus. april 2011
37
Dienstdoen door aio's op de HAP
9.
Het is aan te bevelen onderzoek te doen naar de meest optimale afspraken en inzet bij de U1 ritten. Vervolgens kunnen landelijke afspraken gemaakt worden en kunnen deze vertaald worden naar onderwijs en training voor aios. Tot dit helder is kunnen aios dan bijvoorbeeld stage lopen bij de ambulancedienst. Het beoordelen van de bekwaamheid van een aios door opleiders is vrij subjectief. Er bestaan nog geen duidelijke beoordelingcriteria en de opleiders beoordelen indirect hun eigen prestaties als opleider. Een aanbeveling voor beoordeling is het ontwikkelen van een valide en betrouwbaar (al dan niet landelijk) toetsinstrument voor kennis en vaardigheden van de aios.
5.3 Aanbevelingen voor de SBOH en Huisartsopleiding Nederland Aanbevelingen ten aanzien van het visitatie-instrument Het weten dat de visitatie op komst was lijkt een impuls gegeven te hebben om protocollen bij te stellen, videoapparatuur te gaan bestellen of overleg erover te starten of het zelfstandig dienstdoen in te voeren. Tijdens en na de visitatie geven locatiemanagers en opleidingscoördinatoren frequent aan nieuwe inzichten of ideeën te hebben opgedaan voor het verbeteren van het opleiden op de post. Tijdens telefonische interviews kon door de visitator regelmatig informatie gegeven worden, waarvan de opleider of aios nog niet op de hoogte was. Op basis van deze ervaringen volgen hieronder een aantal aanbevelingen ten aanzien van het visitatie-instrument. 1. Het visitatie-instrument voor alle posten in eerste instantie inzetten als instrument om de implementatie van de Leidraad te stimuleren én als kwaliteitsmeting met betrekking tot het dienstdoen door aios op de post. 2. Een kwaliteitsverbetercyclus op gang brengen door na 3 à 4 jaar eenzelfde post opnieuw te visiteren. Hierbij kan gekeken worden of de kwaliteit van de randvoorwaarden verbeterd is ten opzichte van de verbeterpunten uit de vorige visitatie. 3. Verder ontwikkelen van het visitatie-instrument door: a. de enquête onder aios aan te passen en te integreren in het visitatie-instrument. Aios worden dan bevraagd over “hun” post als deze gevisiteerd wordt; b. onderzoeken of het mogelijk is om posten van één HDS gecombineerd te visiteren. 4. De opleidingscoördinator als tweede visitator laten deelnemen aan de visitatie op een andere post. Dit geeft inzicht in de manier van opleiden op een andere post in vergelijking met de eigen post. Het zou ook een mogelijkheid zijn dit als taak voor de opleidingscoördinator op te nemen in de Leidraad voor het leren dienstdoen. Aanbeveling voor Huisartsopleiding Nederland: 5. Bepaal de competenties die behaald moeten worden op de post zodat opleiders weten wat de aios moet leren op de post en aan welke competenties voldaan moet worden. Evalueer vervolgens of de vereiste competenties behaald worden en stel deze bij of zorg ervoor dat deze wel behaald worden. Het is nl. niet onwaarschijnlijk dat door het afstoten van de U1 ritten en de komst van nurse practitioners essentiële competenties niet meer behaald worden. Aanbevelingen ten aanzien van de Leidraad: 6. Neem de competenties die behaald moeten worden op de post op in de Leidraad, zodat opleiders weten wat de aios moet leren op de post en aan welke competenties voldaan moet worden voor het afgeven van een bekwaamheidsverklaring.
april 2011
38
Dienstdoen door aio's op de HAP
7.
8.
9.
De taken zoals nu geformuleerd in de Leidraad dienen besproken te worden met de opleidingscoördinatoren en aan de hand hiervan dient het takenpakket bijgesteld te worden en ingepast te worden in de Leidraad. Pas de bekwaamheidsverklaring voor het stage onderdeel telefoonarts aan. Hierbij worden dan alleen de te leren competenties (zoals het autoriseren van de triage, de supervisie van triagisten en telefonisch afhandelen van een hulpvraag) benoemd. Deze competenties kunnen dan binnen meerdere functies (combinatie telefoon-consultarts, regiearts, eerste consultarts of eerst verantwoordelijke arts) geoefend worden. Maak een checklist beoordeling zelfstandig dienstdoen op basis van de te behalen competenties.
Referenties 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Giesen P. Quality of out-of-hours primary care in the Netherlands. Proefschrift. Nijmegen: Radboud Universiteit Nijmegen, 2007. Giesen P, Huibers L, Krol M. Patiëntcontacten op de huisartsenpost. Huisarts Wet 2011;1:5-5. Giesen P, Mokkink H, Bosch van den W, Bottema B, Grol R. Hoe functioneren de huisartsenposten in Nederland? Huisarts Wet 2008;51(5): 219-223. Grol R, Wensing M, e.a. Implementatie; Effectieve verbetering van de patiëntenzorg. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg, 2006. Guldemond-Hecker ETIM. Aios op de huisartsenpost. Leidraad voor het leren dienstdoen. Herziene versie, oktober 2009. Guldemond-Hecker ETIM. Richtlijn video-opnames door aios op de huisartsenpost. Maart 2010. Lewis GH. Exploring the perceptions of out-of-hours training for GP registrars in Wales. Education for Primary care 2009; 20: 152-158. Longhurst S, Shipman C, Dale J. Working out of hours: the experiences and training needs of general practitioner registrars. Br J Gen Pract 1998; 48: 1247-1248. Mamelok J. Is out-of-hours training for general practice registrars still relevant? General practice trainers’ and general practice registrars’ views on the provision of out-of-hours training. Education for Primary care 2005; 16: 150-159. McKinstry B. Management confidence and decisions to refer to hospital of GP registrars and their trainers working out-of-hours. Br J Gen Pract 2000; 50: 37-39. Onstenk J. Leren leren tijdens het werk. In: Streumer J, van der Klink M (red.). Leren op de werkplek. ’s-Gravenhage: Reed Business Information, 2004: 33-50. Post J. Grootschalige huisartsenzorg buiten kantooruren. Proefschrift. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, 2004. Projectgroep Diensten. Eindrapport diensten. Utrecht: juni 2004. Standaert R,Troch F, Peeters I, Piedfort S. Leren en onderwijzen. Leuven/Voorburg: Acco, 2006: 162-6. Uden C van, Giesen P, Metsemakers J, Grol R. Development of Out-of-Hours Primary Care by General Practitioners (GP’s) in The Netherlands: From Small-call Rotations to Large-scale GP Cooperatives. Fam Med 2006; 38 (8):565-569. Uden C van. Studies on general practice out-of-hours care. Proefschrift. Maastricht: Universiteit Maastricht, 2005. Visser J, Schuler C, Giesen P. Dienstdoen door aios op de HAP: ontwikkeling van een enquête en eerste resultaten. Eindrapport. Nijmegen: Radboud Universiteit Nijmegen, december 2010. Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg, CBO. Stappenplan visitatie. 2002.
Achtergrondliteratuur: Fossen JA, Hagemeijer JW, Koning JS de, Logtenstijn SI van, Lombarts MJMH. Kwaliteitsvisitatie nieuwe stijl; Handboek voor wetenschappelijke verenigingen. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications B.V., 2005.
april 2011
39
Dienstdoen door aio's op de HAP
Gebruikte afkortingen AED
Automatische Externe Defibrillator
Aios
Arts in opleiding tot specialist (in dit rapport: huisarts in opleiding)
EVA
Eerst Verantwoordelijke Arts
HAP
Huisartsenpost
HDS
Huisartsen Diensten Structuur
HKZ
Harmonisatie Kwaliteits Zorg
LOVAH
Landelijke Organisatie van Aspirant Huisartsen
NP
Nurse Practitioner
NHG
Nederlands Huisarts Genootschap
NPA
NHG Praktijk Accreditering
Pauk-H
Permanente Audit Kwaliteit Huisartsenopleidingen
SBOH
Werkgever van huisartsen in opleiding
TNO
Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek
U1
Urgentie classificatie 1 = levensbedreigend
VHN
Vereniging Huisartsenposten Nederland
VOHA
Vervolgopleiding tot huisarts Nijmegen
april 2011
40
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 1: Overeenkomsten HKZ normen en vereisten uit Leidraad Diensten De HKZ audit van de Huisartsen DienstenStructuren (HDS) De HKZ audit voor een HDS ziet er als volgt uit: Op dag 1 vindt een documenten audit plaats; dit betreft de vraag of het beleid is doorgevoerd, er kwaliteitsmetingen worden verricht, klachtenregistratie aanwezig is en of er procesbeschrijvingen aanwezig zijn. Dag 2 omvat de implementatie-audit; hierbij worden interviews gehouden met medewerkers over hun werk. Er wordt gekeken of de medewerkers bekend zijn met de procedures van de post, bijvoobeeld de klachtenregistratie. In de tabel hieronder is te zien dat binnen het HKZ certificatieschema normen opgenomen zijn, die overeenkomen met vereisten uit de Leidraad Diensten. Norm HKZ /vereiste leidraad De HDS maakt afspraken over de verantwoordelijkheden van huisartsopleiders en van de HDS bij de inzet van aios. Afspraken gemaakt over positie van aios tijdens doen van diensten. Verantwoordelijkheden zijn geregeld ten aanzien van de medische zorg die de aios verleend. Aanbieden van een inwerkprogramma (introductiecursus), op functie toegesneden, voor nieuwe medewerkers in (loondienst en niet in loondienst). HDS beschikt over actuele registratie waaruit blijkt dat medewerkers gekwalificeerd zijn (BIG registratie en bekwaamheidsverklaring).
april 2011
41
Rubriek HKZ 5.3.4
Hoofdstuk Leidraad 4.b
5.5.1
4.a en 4.b
5.5.2
4.a
5.8.1
8
5.7.2
4.d
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 2: Overzicht leden begeleidingscommissie en expertpanel
Projectbureau “Aios op de Huisartsenpost” SBOH/Huisartsopleiding Nederland/VHN
Onderzoek: ‘Aios op de Huisartsenpost’ Opdracht aan : IQ Healthcare
Begeleidingscommissie
Expertpanel visitatie-instrument
Annette van der Laan Senior Beleidsmedewerker Projectleider ‘Aios op HAP’ SBOH en projectbureau (Voorzitter Begeleidingscommissie) Yvonne Guldemond Huisarts, projectleider projectbureau ‘Aios op HAP’ , Huisartsopleiding Nederland (HON)
Marianne Kalb Beleidsmedewerker Expert kwaliteit meten, accreditatie/certificatie (Centrale Huisartsen Posten Rijnmond)
Wim Verstappen Huisarts, medisch adviseur huisartsenpost HOV (Den Bosch, Oss, Veghel)
Elize Oosterling Onderwijskundige (Cinop)
André van Zwol Beleidsmedewerker Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN) Hansmaarten Bolle Directeur Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN) Floris van den Berg Arts in Opleiding tot Specialist (Aios) Vervolg Opleiding tot Huisarts (VOHA) Nijmegen bestuurslid Regionale Organisatie van Aspirant Huisartsen (ROVAH)
april 2011
Stijn van den Broek Huisarts, opleider (Utrecht) Vertegenwoordiger en accrediteur NHG praktijkaccreditering (NPA) Sibert Holla Huisarts, medisch adviseur Coöperatieve Huisartsendienst Nijmegen (CHN) Opleider, Coördinator aios op HAP (VOHA Nijmegen) Visitator Huisartsopleidingsinstituten Margriet Bouma Huisarts Senior Wetenschappelijk Medewerker Nederlands Huisarts Genootschap (NHG) Chris Berghuis Kwaliteits- en klachtenfunctionaris Doktersdienst Duin- en Bollenstreek (DBB)
42
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 3: Resultaten literatuursearch PubMed Zoekstrategie: Practice"[Mesh],
"Primary
Health
"After-Hours
Care"[Mesh],
Care"[Mesh],
"Physicians,
out-of-hours,
Family"[Mesh],
gp-cooperatives,
"Family
"After-Hours
Care"[Mesh], postgraduate, post graduate, registrars, registrar, "Education, Medical"[Mesh]. Resultaten: NHS Direct out-of-hours service for general practitioner registrars: trainees' experiences of a learning opportunity. Khistriya R, Main P, Curtis A, Irish B. Educ Prim Care. 2010 May;21(3):186-93. [Psychiatric treatment of deliberate self-harm in the out-of-hours services] Walby FA, Ness E. Tidsskr Nor Laegeforen. 2009 Apr 30;129(9):885-7. Norwegian. Evaluation of an asynchronous physician voicemail sign-out for emergency department admissions. Horwitz LI, Parwani V, Shah NR, Schuur JD, Meredith T, Jenq GY, Kulkarni RG. Ann Emerg Med. 2009 Sep;54(3):368-78. Epub 2009 Mar 12. A qualitative study exploring variations in GPs' out-of-hours referrals to hospital. Calnan M, Payne S, Kemple T, Rossdale M, Ingram J. Br J Gen Pract. 2007 Sep;57(542):706-13. New Zealand general practitioners' characteristics and workload: the National Primary Medical Care Survey. Raymont A, Lay-Yee R, Pearson J, Davis P. N Z Med J. 2005 May 20;118(1215):U1475. Preferences for general practice jobs: a survey of principals and sessional GPs. Wordsworth S, Skåtun D, Scott A, French F. Br J Gen Pract. 2004 Oct;54(507):740-6. Building bridges in palliative care: evaluating a GP Facilitator programme. Shipman C, Addington-Hall J, Thompson M, Pearce A, Barclay S, Cox I, Maher J, Millar D. Palliat Med. 2003 Oct;17(7):621-7. The rotating hospitalist: a solution for an academic internal medicine practice. Summers JA, Ginn D, Nunley D. South Med J. 2003 Aug;96(8):784-6. Expanded emergency medical services for the provision of primary care in remote rural areas. Mccabe S. Health Bull (Edinb). 2000 May;58(3):215-7. Can general practitioner referral letters for acute medical admissions be improved? Mead GE, Cunnington AL, Faulkner S, Russell KJ, Ford MJ. Health Bull (Edinb). 1999 Jul;57(4):257-61. GP non-principals in north-east Scotland--a valuable pool of medical labour or second-class citizens? Results of a questionnaire survey. French FH. Health Bull (Edinb). 1999 Sep;57(5):344-51. The Westdoc Internet Questionnaire--a survey of the use of "on-line" resources by West Lothian general practitioners. Thompson T, Sullivan F, Penny K. Health Bull (Edinb). 1999 Nov;57(6):415-7.PMID GP recruitment and retention: a qualitative analysis of doctors' comments about training for and working in general practice. Evans J, Lambert T, Goldacre M. Occas Pap R Coll Gen Pract. 2002 Feb;(83):iii-vi, 1-33. Management confidence and decisions to refer to hospital of GP registrars and their trainers working out-of-hours. McKinstry B. Br J Gen Pract. 2000 Jan;50(450):37-9. Primary care: nurse-led telephone triage and advice out-of-hours. Dale J, Crouch R, Lloyd D.
april 2011
43
Dienstdoen door aio's op de HAP
Nurs Stand. 1998 Aug 12-18;12(47):41-5. Working out of hours: the experiences and training needs of general practitioner registrars. Longhurst S, Shipman C, Dale J. Br J Gen Pract. 1998 May;48(430):1247-8. General practitioner registrars' views about a career in general practice. Rowsell R, Morgan M, Sarangi J. Br J Gen Pract. 1995 Nov;45(400):601-4. GPs in principle but not in practice: a study of vocationally trained doctors not currently working as principals. Baker M, Williams J, Petchey R. BMJ. 1995 May 20;310(6990):1301-4. General practitioner participation in intranatal care in the northern region in 1983. Marsh GN, Cashman HA, Russell IT. Br Med J (Clin Res Ed). 1985 Mar 30;290(6473):971-3.
april 2011
44
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 4: Gesprekken met betrokkenen uit het werkveld in de voorbereidende fase Oriënterende gesprekken gevoerd met personen uit het veld: • R. Spanninga, coördinator 1ste jaar en poortstage huisartsopleiding Nijmegen (VOHA), tevens huisarts; • A. van Zwol, voormalig beleidsmedewerker, VHN; • S. Holla, medisch adviseur huisartsenpost (CHN), coördinator ‘aios op de HAP’; • M. Beekman, onderwijskundige, huisartsopleiding Erasmus MC; • A. van der Laan, beleidsmedewerker, SBOH; • A. Kramer, huisarts-onderzoeker, Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde Nijmegen Gesprekken vertegenwoordigers/experts reeds bestaande visitaties/certificaties: • N. Verbakel, voormalig beleidsmedewerker Stichting HKZ; • N. Weijer, beleidsmedewerker Stichting HKZ; • P. van den Hombergh, ontwikkelaar visitatie van de huisartspraktijken (nu NHG praktijkaccreditering); • S. van den Broek, vertegenwoordiger en accrediteur NHG Praktijk Accreditering (NPA); • H. Witmer, directeur NHG Praktijk Accreditering (NPA); • S. Hubers, visitatie-instrumenten, Erasmus MC; • E. Eijssens, ontwikkelaar/adviseur Permanente Audit Kwaliteit Huisartsopleidingen (Pauk-H); • G van de Ven, ontwikkelaar opleidersmeetinstrument (vragenlijst), IQ healthcare.
april 2011
45
Dienstdoen door aio's op de HAP
april 2011
46
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 5: Tabel meetaspecten visitatie-instrument Onderdeel Algemene gegevens HAP
Zijn de organisatorische randvoorwaarden voor het dienstdoen van aios op de HAP geregeld?
Zijn er voldoende middelen beschikbaar om dienst te leren doen?
Biedt de huisartsenpost mogelijkheid tot leren?
Is de opleider bekend met Leidraad?
april 2011
Meetaspecten Naam HDS Naam HAP Locatie HAP Aantal jaren in bedrijf Aantal patienten Aantal aangesloten huisartsen/opleiders Aantal aios per jaar • Introductiecursus (en inhoud) • Bekendheid leidraad diensten • Kopie bekwaamheidsverklaring(en) • HAP protocol aios (werkafspraken over verantwoordelijkheden/taken/zelfstandig Dienstdoen) • Regeling extra waarneming tbv leergesprek aios • Toegang tot internet • Mogelijkheid (Belemmeringen) in zelfstandig dienstdoen (post) • Aparte spreekkamer voor aios in verbinding met andere spreekkamerunit • Ruimte voor nabespreking van een consult • Inlogcode voor aios op registratiesysteem • Vold en adequaat instrumentarium • Naslagwerken, NHG Standaarden • Aanwezigheid feedback module • Observatie via video-opnames mogelijk • Afstemming werkzaamheden met ondersteunend personeel • Werken met feedbackmodule • Tijd voor observatie • Nabespreking tijdens dienst • Gelegenheid voor leergesprek in tijd • Feedback op functioneren door andere medewerkers op de HAP • • • • • • •
Leeftijd Geslacht Aantal jaren huisarts Aantal jaren werkzaam op HAP Aantal keren opleider Scholing regelingen Leidraad Wijze beoordeling bekwaamheid
47
Dienstdoen door aio's op de HAP
Onderdeel
Vervult de opleidingscoördinator de functie van intermediair en coördinator inhoud en logistiek voor de opleiding van aios op de post?
Biedt de huisartsenpost een uitnodigende leeromgeving?
Meetaspecten • Bekendheid met te bereiken leerdoelen/competenties • Bekendheid met aiosprotocol van post • Gebruik formulier overdracht van verantwoordelijkheden tav begeleiding aios naar een waarnemend huisarts • Gebruik checklist beoordeling zelfstandig dienstdoen • Bekendheid met Leidraad • Bekendheid met opleidingscoördinator • Mening over tijd voor coachen, nabespreken, leergesprek, video-opnames, faciliteiten op de post. • Indien opleider niet lijfelijk aanwezig: telefonische bereikbaarheid/komt indien gewenst ter plekke
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Overige vragen t.a.v. opleider in aios enquête Aanwezigheid ja/nee Aantal jaren opleider Soort aanstelling (aantal FTE, aantal posten) Aanspreekpunt voor alle betrokken partijen Introductie van aios op HAP Adequate planning van (soort) diensten Aanspreekpunt klachten t.a.v. aios (Feedback op functioneren van aios) Organisatie clustering van diensten Beheer bekwaamheidsverklaringen Beheer lijst gekwalificeerde waarnemende opleiders Maken en bewaken protocol/richtlijn aios op de post Regelen en bewaken randvoorwaarden Signaleren leemtes onderwijs Samenwerking opleidingscoördinator en post Sfeer op de huisartsenpost Acceptatie van aios op HAP Samenwerking met andere medewerkers (assistenten/triagisten, chauffeur, andere huisartsen)
Toegevoegde meetaspecten door leden begeleidingscommissie: • Gebruik checklist zelfstandig dienst doen • Ervaring als opleider (specificeren in aantal jaren) • Medewerkers post (vooral assistentes) bekend met rol, bevoegdheden aios
april 2011
48
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 6: Opmerkingen begeleidingscommissie en expertpanel conceptversie 1 van het visitatie-instrument Begeleidingscommissie De belangrijkste opmerking vanuit de begeledingscommissie betrof de uitgebreidheid van het instrument. Te omvangrijk gezien het beperkte deel van de huisartsopleiding, het opleiden op de post, waarvoor de visitatie bedoeld is. Vereenvoudiging, inkorten is hierbij gewenst. Daarnaast heeft de beleidsmedewerker van de VHN aangegeven dat assistentes niet apart een vragenlijst moeten krijgen, vanwege teveel belasten en een mogelijke overheersing van ervaringen met aios, waarbij een totaalbeeld ontbreekt. Vragenlijst voor de post (locatiemanager) zo klein mogelijk houden om de post zo min mogelijk te belasten. Geen kwaliteitsinstrumenten opvragen bij de post, dit wordt al bij de HKZ gedaan. Er kan wel nagevraagd worden of de post HKZ gecertificeerd is. Verbeterplannen en hercertificatie na 3 tot 5 jaar is nog lastig te bepalen als niet duidelijk is hoe het instrument ingebed gaat worden. In de overeenkomst tussen SBOH en HDS’en is de visitatie niet opgenomen. Voor de inbedding van het visitatie-instrument binnen bestaande kwaliteitsinstrumenten wordt aan IQ healthcare gevraagd een plan op te stellen. Expertpanel ECG-apparaat. Kennen huiisartsen de indicaties? Kunnen ze de ECG’s beoordelen? Slechts een klein deel van de huisartsen heeft volgens mij een certificaat hiervoor. Wordt het gedrag van de opleider bevraagd in de enquête? Is hij bereid te komen, en komt hij daadwerkelijk wel eens of wordt een hulvraag van de aios anders beantwoord? Is duidelijk welke handelingen je echt moet oefenen op de post, en als je geen casus tegenkomt hoe je dan aan je vaardigheden moet komen? Als de visitatie positief wordt afgerond, zal een gemotiveerde aios dan zijn leerdoelen op de post kunnen realiseren? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste zaken die je op de post moet leren, die je niet in de dagpraktijk leert? In elk geval een positief en ook veilig leerklimaat nodig is. Er staat iets over de cultuur op de post; je zou specifieker kunnen vragen hoe ze die cultuur meten, bijvoorbeeld met de vragenlijst scope voor de hap, en of en zo ja hoe ze elkaar feedback geven. • •
De post moet de gelegenheid krijgen te reageren op het feedbackrapport. Rondleiding moet m.i door aios én opleidingscoördinator worden gedaan: aios als doelgroep, coördinator als voorwaardenschepper.
De aios moet bekend zijn met documenten/regelingen als? Toegevoegd: • De werking van en afspraken over het patiëntregistratiesysteem, zoals bijv CallManager; • op de hap geldende protocollen e.d.; • praktische, huishoudelijk en technische zaken, (brandveiligheid, recepten printen, telefonie enz); • sociale en medische kaart van de regio.
april 2011
49
Dienstdoen door aio's op de HAP
1. Hoe om te gaan met taak van de dd artsen als de opleider van de AIOS niet aanwezig is. Ik heb begrepen dat het niet altijd mogelijk is om de diensten van de opleider van de AIOS altijd af te stemmen op de diensten van de AIOS. 2. Ik denk dat niet op alle posten aanwezig is: • ECG apparaat • microscoop 3. Aanvullend op wat er op de hap aan documenten bekend moeten zijn voor AIOS: de protocollen en werkafspraken. Aanbevelingen voor mogelijke verbeteringen kan alleen als er duidelijke normen aan ten grondslag liggen, anders grote kans op persoongebonden en onvoldoende onderbouwde opmerkingen die te subjectief zijn. Onderscheid tussen feitelijke bevindingen en subjectieve informatie vanuit enquêtes. • Duidelijke definitie van ‘kleine saltellietpost’ nodig • Bij de volgende visitatie wordt dan naast de normale visitatie specifiek naar de opgegeven acties en verbeterplannen gekeken. De vraag is of je dit apart moet vermelden: Wel een zinvolle actie waarmee de PDCA-cyclus sluit, maar lastig als er geen eisen en sanctie onder liggen. • Na 3-5 jaar hervisitatie is veel te laat om controle en feedback op verbeteringen te geven: Waarom niet een doorlopende index en terugmelding hiervan, danwel een 1 of 2-jaarlijkse visitatie? • Vooraf opzoeken in (kwaliteits) jaarverslagen: Ik zou gaan voor een standaard invulformulier voor de HAP bij aanmelding, dat gaat vele malen sneller en is dus veel minder kostbaar. Het lijkt een goed plan om tijdens het bezoek een rondgang te maken en gesprekken te voeren in twee sessies (focusgroepen). Ik zou me in de vragenlijst voor opleiders beperken tot vragen die te maken hebben met de implementatie van de leidraad. De voorgestelde vragen zijn relevant voor de kwaliteit van huisartsopleiders, maar die valt niet onder de verantwoordelijkheid van de huisartsenpost maar onder die van de huisartsenopleiding. Ik zou me bij de audit niet strikt beperken tot randvoorwaarden. De feitelike audit wordt voorafgegaan door het verzamelen van informatie aan de hand van bestaande documenten / het invullen van vragenlijsten. • vragen voor huisarts-opleiders • bekendheid leidraad en protocol opleiden van eigen HAP • mate waarin implementatie naar de mening van HAO heeft plaatsgevonden • knelpunten bij het opleiden • knelpunten bij het opleiden vragen aan doktersassistentes • protocol opleiden op de huisartsenpost (o.a. hoe is zelfstandig werken geregeld? Bekwaamheidsverklaringen?) • evt. andere relevante protocollen (klachtenregeling, incidentmelding, omgaan met agressie) • overdracht van opleiderschap aan andere huisarts • samenwerking met opleiding / opleidingscoördinator april 2011
50
Dienstdoen door aio's op de HAP
• vragen voor opleidingscoördinatorleergesprek, feedbackmodule, taakomschrijving • introductiecursus : inhoud, toezicht op deelname • voorzieningen: ruimte, inlog informatiesysteem • werkplan / jaarplan zelfevaluatie werk als opleidingscoördinator Een deel van de vragen kan wellicht tijdens het bezoek worden gesteld, maar een schriftelijke voorbereiding aan de hand van vragen zou mijn voorkeur verdienen. Op die manier wordt een documentatieset samengesteld, die tevoren door de auditoren wordt gezien en in een voorbespreking wordt doorgenomen.Het feitelijke bezoek dient dan vooral om in gesprekken na te gaan of datgene wat op papier staat ook overeenkomt met de praktijk van alledag en om beter zicht te krijgen op eventuele knelpunten.
april 2011
51
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 7: Minimale vereisten en gewenste voorzieningen voor de huisartsenpost uit Leidraad Diensten en overeenkomst SBOH met HDS Minimale eisen gesteld aan een huisartsenpost Voorwaarden uit overeenkomst SBOH met de HDS Als een HDS voldoet aan de volgende voorwaarden die voortvloeien uit de nota ’Aios op de huisartsenpost, leidraad voor het leren dienstdoen’ ontvangt de HDS een vergoeding als tegemoetkoming in de kosten die ten behoeve van de opleiding worden gemaakt: • Er is een opleidingscoördinator aangesteld; • Er zijn voldoende afzonderlijke spreek- en onderzoekkamers voor het aantal aios huisartsgeneeskunde dat wordt opgeleid; • Er is apparatuur voor het maken van video-opnamen voor opleidingsdoeleinden in de desbetreffende spreekkamers; • Er is bij voorkeur een feedbackmodule die de aios huisartsgeneeskunde vervolginformatie verstrekt over de door hem behandelde patiënten op de huisartsenpost; • de HDS biedt de huisartsopleider tijd en gelegenheid om de aios goed te begeleiden; • de HDS organiseert een introductie-cursus voor aios; • de HDS draagt er zorg voor dat de Risico Inventarisatie en Evaluatie van de HDS actueel is Minimale eisen t.a.v.patiëntenzorg: Een huisartsenpost is in het kader van de Kwaliteitswet verplicht erop toe te zien dat de op de huisartsenpost werkzame personen verantwoorde zorg leveren. Dat geldt dus ook voor de aios. Daarom dient de huisartsenpost na te gaan of: • de aios de introductiecursus heeft gevolgd; • er werkafspraken zijn waarin opleider en aios hebben vastgelegd hoe zij onderling hun verantwoordelijkheid t.a.v. de patiëntenzorg hebben geregeld; • er een kopie van een geldige bekwaamheidsverklaring aanwezig is. Minimale eisen t.a.v. de opleiding: • De huisartsenpost heeft een faciliterende taak om de aios te laten groeien tot zelfstandig functioneren; • de post is samen met het opleidingsinstituut verantwoordelijk voor het organiseren van een introductiecursus voor aios; • de huisartsenpost biedt de opleidingscoördinator de gelegenheid om zijn taken uit te voeren.
april 2011
52
Dienstdoen door aio's op de HAP
Gewenste voorzieningen op de post: De huisartsenpost heeft een faciliterende taak bij de opleiding van de aios. De op de huisartsenpost aanwezige voorzieningen bepalen mede of er een goed opleidingsklimaat voor aios te realiseren is. Gewenste voorzieningen zijn: • een adequate ruimte voor de aios om spreekuur te doen; • een inlogcode voor de aios in het registratiesysteem van de huisartsenpost; • voldoende en adequaat instrumentarium; • gelegenheid (in ruimte en tijd) voor een leergesprek van aios en opleider; • een dienstrooster dat rekening houdt met de fase van zelfstandigheid van de aios (zie • hoofdstuk 3); • een beperkte bibliotheek (NHG-standaarden, formularium, toegang tot internet e.d.); • indien van toepassing: slaapgelegenheid; • een mededeling in de wachtkamer dat er aios op de post werkzaam zijn en dat het mogelijk is dat de patiënt geholpen wordt door een huisarts in opleiding.
april 2011
53
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 8: Bevindingen pilot 1: bruikbaarheid en haalbaarheid van het visitatie instrument 1. Algemeen De geplande visitatie voor 1e pilot (28 juni 2010) verliep volgens de volgende planning: a. Vooronderzoek met vragenlijsten: • 5 opleiders; • de opleidingscoördinator; • de huisartsenpost • Tevens is gebruikt gemaakt van de resultaten uit de 1e pilot enquête onder 29 aios . Locatiebezoek met: b. Rondleiding op de post door 2 aios c. Focusgroep 1: 3 opleiders, 2 aios, opleidingscoördinator d. Focusgroep 2: Locatiemanager, kwaliteitsfunctionaris, assistente, opleidingscoördinator De visitatie werd volgens deze planning uitgevoerd. Er is wel een voorgesprek met de opleidingscoördinator toegevoegd. De reden hiervoor is dat er nog onduidelijkheden bestonden over antwoorden uit de vragenlijst en het bespreken van het programma van die middag. Deze opleidingscoördinator was bij het gehele programma van het locatiebezoek aanwezig. De opleidingscoördinator is vaak goed op de hoogte van de opleidingssituatie en evt. knelpunten en vormt een belangrijke schakel tussen de aios, opleiders en de post. Helaas was bij focusgroep 2 de assistente niet aanwezig. Hieronder zal per onderdeel van de visitatie ingegaan worden op de ervaringen die opgedaan zijn met het gebruik van het visitatie-instrument. Daarna worden conclusies getrokken en verbeterpunten of aandachtspunten voor pilot 2 geformuleerd. 2. Conclusies ervaringen met bruikbaarheid en haalbaarheid van het instrument 2.1 Organisatie van de visitatie • De gevisiteerde post is direct benaderd door de VHN om deel te nemen. Dit boodt een makkelijke ingang voor verder contact. Voor pilot 2 zal gebruik gemaakt worden van een brief via e-mail verspreidt door de VHN. • Het bepalen van de datum is in de juiste volgorde verlopen. Ongeveer 2 maanden voor de visitatie beginnen met het bepalen van de visitatiedatum, minimaal twee data overhouden en zorgen dat er voldoende tijd is voor het benaderen van deelnemers en het uitzetten van de vragenlijsten (inclusief herinneringen). Niet op maandag en vrijdag een visitatie plannen (woensdag ook niet ideaal voor opleiders). • Het verkrijgen van een goede lijst van opleiders en hun aios op een bepaalde post is niet gemakkelijk. De opleidingscoördinator was op vakantie en het was veel uitzoekwerk en bellen met verschillende instanties om aan de juiste gegevens te komen. • Voor contact leggen met opleiders en aios eerst bellen met assistentes voor het bepalen van een goed tijd om te bellen en bij voorkeur ook nog aan laten geven (aan huisarts of aios) dat je dan gaat bellen. april 2011
54
Dienstdoen door aio's op de HAP
2.2 Vooronderzoek • De brief met informatie lijkt voor alle partijen duidelijk en voldoende informatie te bevatten. Dit nog wel expliciet navragen bij een volgende post. • In de vragenlijst voor de opleiders moet de vraag over hetgeen goed gaat en te verbeteren is anders gesteld worden. Overige vragen nog eens goed bekijken, zodat er minder voor het meest voor de hand liggende of sociaal wenselijke antwoord gekozen wordt. • Er zijn nog enkele vragen die toegevoegd moeten worden aan de lijst voor opleidingscoördinatoren en de HAP. • De voorbereiding op het locatiebezoek is prima verlopen en goed uitvoerbaar in tijd (presentaties maken vanuit reacties op de vragenlijsten, protocollen/documenten doornemen) 2.3 Locatiebezoek • Het programma is uitgevoerd zoals gepland en was goed uitvoerbaar. De volgende keer wel proberen de opleiders vroeger in de middag in de focusgroep te krijgen of focusgroep 1 en 2 omdraaien, zodat voor opening van de post het programma is afgerond. • Het bezoek uitvoeren met een visitator en iemand met een medische achtergrond is goed bevallen. De visitator coördineert en bewaakt het proces en voert de focusgesprekken. Tijdens de rondleiding (faciliteitencheck) en daar waar de gesprekken medisch van aard zijn, heeft de arts zijn vakmatige inbreng. Dit geeft ook het voordeel van twee oordelen m.b.t. de bevindingen. • Gesprek met de opleidingscoördinator vooraf in het programma houden i.v.m. de meerwaarde voor de rest van het proces. • Het doornemen van de checklist in combinatie met een korte rondleiding is goed bevallen en leverde veel informatie op. Eventueel kunnen de aios ter plekke worden aangespoord om een aantal belangrijke instrumenten binnen korte tijd aan ons te tonen. • De opleiders geven weinig verbeterpunten voor de post aan. Dit kan te maken hebben met grote tevredenheid over het werken en opleiden op de post, maar ook met gehaastheid en korte antwoorden tijdens de focusgroep en de vraagstelling in de vragenlijst en de focusgroep. De indruk bestaat dat de aios minder makkelijk informatie geven in de focusgroep en mogelijk wat ondergesneeuwd dreigen te raken door de opleiders. • In pilot 1 lijkt de keuze voor 2 focusgroepen, gezien de (mogelijk) aanwezige tegenstellingen die niet op dat moment op te lossen zijn, voorlopig de juiste. • Bij focusgroep 2 toch bij voorkeur ook 1 of 2 assistentes betrekken. Deze focusgroep heeft bruikbare inzichten en verbeterpunten opgeleverd.
april 2011
55
Dienstdoen door aio's op de HAP
3. Verbeterpunten/aandachtspunten (werkwijze) visitatie-instrument voor pilot 2 3.1 Organisatie van de visitatie • Minimaal 2 maanden voor het locatiebezoek starten met het plannen van data met een post. • Uitproberen of de opleidingscoördinator kan voorzien in een lijst van opleiders en aios per post. • Uitproberen of het mogelijk is dat de opleidingscoördinator opleiders en aios vraagt deel te nemen aan de visitatie (opleiders/aios door IQ willekeurig gekozen). 3.2 Vooronderzoek • Vragenlijst voor de opleiders aanpassen. • Vragenlijsten opleidingscoördinator en HAP aanvullen. 3.3 Locatiebezoek • Bekijken reacties van aios in focusgroep 1 om te bepalen of zij hier bij aanwezig moeten zijn of alle vragen aan aios meenemen bij de rondleiding/nalopen checklist en niet laten deelnemen aan de focusgroep. • Voorgesprek met opleidingscoördinator (zonodig) in het programma en visitatie-instrument opnemen. • Werkwijze met checklist aios standaard opnemen in visitatie-instrument. • Letten op tijdstip van focusgroepen: o Niet op maandag of vrijdag i.v.m. werkdruk in de huisartspraktijk. o Liefst voor opening van de post alle gesprekken afronden. o Zo mogelijk rekening houden met evenementen. o Mogelijkheid bekijken om (zonodig) focusgroep met de post voor de focusgroep met aios en opleiders te laten plaatsvinden. • Na afloop van elk onderdeel kort tijd inruimen voor de evaluatie van de werkwijze. • Focusgroep 1 goed bekijken welke vragen te stellen (n.a.v. uitkomsten uit vragenlijsten). • In pilot 2 nader onderzoeken of het locatiebezoek met 1 of 2 focusgroepen het meest geschikt is.
april 2011
56
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 9 : Reacties begeleidingscommissie conceptversie 2 visitatie-instrument
en
expertpanel
op
Begeleidingscommissie Aangepaste punten t.a.v. opzet /werkwijze instrument • De organisatie van de visitatie verloopt moeizaam. De opleiders zijn moeilijk te bereiken en zijn met moeite over te halen deel te nemen aan de focusgroep. Mogelijk is als alternatief de opleiders telefonisch te interviewen als er te weinig opleiders zijn voor de focusgroep. • Het woord “visiteur” dient vervangen te worden door “ visitator”. • Bij het instrumentariumdeel van de checklist gaat het vooral om een duidelijk zoeksysteem dat aanwezig moet zijn op de post. Voorstel te werken aan de hand van casuïstiek om helder te krijgen of de aios zijn weg kan vinden binnen de post (bijv. bloedneus of benauwde patiënt). Besloten wordt dit uit te proberen tijdens de pilot. Aangepaste punten in vragenlijsten en checklist (uit overleg met begeleidingscommissie) Checklist • Blz.2 checklist: eerst vragen of er een introductie heeft plaatsgevonden voor de aios. • Callmanager anders noemen, er zijn meer systemen. Vragenlijst opleidingscoördinator: • De hoofdfunctie van de opleidingscoördinator als vraag op nemen, dit om erachter te komen wie de functie van opleidingscoördinator vervult binnen posten. • Vraag toevoegen over of de medewerkers van de post bekend zijn met wat ze kunnen verwachten van een aios. • Vraag 11 het woord ‘klacht‘ vervangen door feedback van medewerkers over aios. Daarna vragen waarover dit ging. • De stellingen 25 t/m 28 zijn in de huidige vorm niet zozeer als stellingen geformuleerd. Hier zal nog naar gekeken worden. Vragenlijst opleiders: • Vraag naar gebruik van bekwaamheidsverklaring toevoegen. Vragenlijst voor de huisartsenpost • Bij vraag 9: 'voelt u zich als huisartsenpost .......' > op mij komt dit vreemd over; een persoon die zich moeten invoelen als organisatie. Waarom niet gewoon direct formuleren: 'Is uw huisartspost in staat te voldoen ........' • Bij vraag 10: 'zijn bij de huisartsenpost ..' is stijlbreuk: verder in de tekst wordt overal gesproken over 'uw huisartsenpost'. • Bij vraag 11a: 'Zo nee, ga verder met vraag 10.' Dit moet zijn vraag 12. • Bij vraag 13: 'Wat vindt u ....' bij voorkeur vervangen door directe formulering 'Wat gaat goed bij het ...'
april 2011
57
Dienstdoen door aio's op de HAP
•
•
Bij vraag 14: 'ervaart u als post...' ; hier dezelfde opmerking als bij vraag 9. Bij voorkeur anders formuleren: Welke knelpunten zijn er vanuit organisatieoogpunt bij het opleiden ...' (oid) Bij vraag 15: 'Heeft u nog .....' (hier kun je simpelweg op antwoorden met ja of nee..) bij voorkeur anders formuleren: 'Welke tips heeft u ter verbetering .......'
Expertpanel • Vraag 19 voor de opleidingscoördinator. Heb je meer tijd kunnen maken etc. Dat impliceert dat er eigenlijk altijd te weinig tijd is. • Een definitie geven van wat een protocol is. Intern bij het NHG is er discussie over. Dan is duidelijk wat je verwacht. • Goed plan dat opleidingscoördinator bij het locatiebezoek aanwezig is, werkt ook tijdens de audits in de huisartsprakitjk prima, als coordinator kwaliteit de hele dag meeloopt. • Woensdag ook niet al te favoriet als dag voor opleiders, omdat dan vaak collega’s met kinderen de middag afwezig zijn, minder tijd is voor beleidsactiviteiten overige collega’s. • Handig om vragenlijsten online aan te bieden, zodat het eenvoudig en met tussenpauzes tussen het spreekuur door is in te vullen: verlaagt mogelijk voor sommige opleiders de drempel en voor verwerking bespaart het een hoop tijd. • Bij de NHG Praktijkaccreditering zijn we gewend om eerst de gegevensverzameling te controleren (middels een NPA-consulent) en dan af te ronden, pas daarna de audit te plannen. • Het is overigens bij audits gewoonte om de praktijk juist ook tijdens opening te toetsen, dus inhoudelijk een welkome zaak. • Aanwijzen van instrumentarium komt niet belerend over als je een audithouding aanneemt, want dan wel laten zien wat er is, maar vervolgens de vraag stellen hoe ermee wordt omgegaan. • Het verkrijgen van een goede lijst van opleiders en hun aios is niet gemakkelijk. Is een mooie audit-uitkomst, nl. beschikbaarheid en overzicht van mensen die in de organisatie actief zijn. • Aios uit de focusgroep met opleiders halen vanwege te weinig input: Dit zou ondervangen kunnen worden door met de AIOS tijdens de audit apart in gesprek te gaan. Dit past ook in auditsystematiek, nl. aan diverse mensen afzonderlijk navraag doen over een bepaalde procedure en bekijken in hoeverre de antwoorden met elkaar overeenkomen. • Ervaring met bijv. NHG-Praktijkaccreditering leert dat je na uiterlijk 1-2 jaar (als het grootste deel van de posten de 1e visitatie heeft gehad) er tijd is voor bijstellen van het instrument en dat er behoefte is aan meer ondersteunende materialen en verdieping. • De gegevensverzameling zou ik zoveel mogelijk ook digitaal aanbieden: Dat is gebruiksvriendelijker en maakt ook de verslaglegging (rapportage) + dataverzameling eenvoudiger. Hiervoor zou je ook een beroep kunnen doen op NPA. Het is ook zaak de gegevensverzameling af te ronden, alvorens de audit te plannen.
april 2011
58
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 10: brief aan HDS met verzoek tot deelname
Initiatief van Huisartsopleiding Nederland en SBOH
Geachte directie van de HDS, Zoals u weet hebben Huisartsopleiding Nederland en de Stichting SBOH gezamenlijk met de VHN het initiatief genomen voor het project “Aios op de Huisartsenpost”. Het doel van dit project is het bereiken van een optimaal opleidingsklimaat voor aios op de huisartsenpost. Uw HDS werkt aan dit project mee. Er is een overeenkomst getekend met zowel het regionale opleidingsinstituut voor huisartsen als de SBOH. Met deze ondertekening heeft de HDS zich bereid verklaard aan de gestelde eisen in de nota ‘Aios op de huisartsenpost; Leidraad voor het leren dienstdoen’ te willen voldoen. Om te onderzoeken in hoeverre de werkelijkheid op huisartsenposten overeenkomt met de randvoorwaarden uit de Leidraad, heeft het projectbureau “Aios op de huisartsenpost” aan IQ healthcare de opdracht gegeven twee meetinstrumenten te ontwikkelen: 1. Een vragenlijst voor aios, om te achterhalen of de opleiding voldoet aan de kwaliteitseisen zoals beschreven in de Leidraad Diensten; 2. Een visitatie-instrument, om antwoord te krijgen op de vraag in hoeverre huisartsenposten aan de randvoorwaarden voldoen zoals beschreven in de Leidraad Diensten. Op 28 juni jl. is de eerste pilotstudie uitgevoerd met als doel de bruikbaarheid en haalbaarheid van het visitatie-instrument te testen. Na aanpassing van het instrument zal een tweede pilot plaatsvinden. Wij willen u vragen met één post van uw HDS deel te nemen aan de tweede pilotstudie, in de periode tussen september en eind december 2010. Met uw bijdrage kunt u meewerken aan de kwaliteit van de opleiding van aios en de toekomstige huisarts op de huisartsenpost. De deelnemende post ontvangt een feedbackrapport met uitkomsten; ‘wat gaat goed en wat is nog te verbeteren’.
april 2011
59
Dienstdoen door aio's op de HAP
Meer informatie over de visitatie en de bijdrage die hierbij van de huisartsenpost gevraagd wordt, treft u in de bijlage hieronder. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u een e-mail sturen naar Constance Schuler, emailadres:
[email protected]. Er zal op korte termijn hierover contact met u opgenomen worden. Met vriendelijke groet, drs. Constance Schuler, onderwijskundige-onderzoeker dr. Paul Giesen, huisartsonderzoeker IQ healthcare, UMC St Radboud
Yvonne Guldemond-Hecker, huisarts, Hoofd projectbureau ‘Aios op de HAP’
Bijlage bij brief aan HDS: Visitatie ‘Aios op de huisartsenpost’ Om een goed beeld te krijgen van de organisatie en de beschikbare middelen voor de opleiding van aios op de huisartsenpost, is een visitatie-instrument ontwikkeld. Doel van de visitatie is te bekijken in hoeverre de huisartsenpost als stageplaats voldoet aan de randvoorwaarden, zoals beschreven in de leidraad Diensten (Guldemond-Hecker, 2009). Om antwoord te krijgen op deze vraag zullen de volgende punten onderzocht worden: • Organisatie op de huisartsenpost van het dienstdoen van aios (incl. opleider); • documenten/regelingen op de huisartsenpost m.b.t. het dienstdoen; • beschikbare middelen en ruimte voor het leren dienstdoen van aios en de faciliterende taak van de post; • de rol van de opleidingscoördinator. Middels (korte) vragenlijsten voor de huisartsenpost, de aios, de opleider en de opleidingscoördinator wordt onderzocht wat als positief wordt ervaren ten aanzien van het opleiden van aios op de post en wat nog te verbeteren is. De informatie verkregen uit de vragenlijsten, vormt het uitgangspunt van visitatie-gesprekken tijdens het bezoek aan de huisartsenpost. Ter plaatse wordt bekeken of de benodigde middelen en ruimten voor het leren van aios op de post aanwezig zijn en zullen twee gesprekken plaatsvinden in focusgroepen1. Deze gesprekken vinden in vertrouwelijke sfeer plaats. Tenslotte worden de bevindingen van de visitatoren vastgelegd in een rapportage, uitgewerkt in conclusies en aanbevelingen. Wat betekent deze visitatie voor uw huisartsenpost? U krijgt vooraf een korte inventariserende vragenlijst toegestuurd. Op de dag van het bezoek aan uw post (buiten openingstijden) vragen wij van u het volgende: o De mogelijkheid om te bekijken of de benodigde middelen/ruimten voor het leren van aios aanwezig zijn op de post (middels een rondleiding door aios); 1 Groepen die discussiëren over een vooraf bepaald onderwerp om ervaringen uit te wisselen, beleid te maken of de
april 2011
60
Dienstdoen door aio's op de HAP
o o
o
april 2011
een ruimte ter beschikking te stellen (+/- 7 personen) voor maximaal 4 uur om met verschillende betrokkenen gesprekken te kunnen voeren; met een aantal medewerkers van de post deelnemen aan de tweede focusgroep (gedurende 1 uur). Te denken valt aan een locatiemanager, kwaliteitsfunctionaris en/of beleidsmedewerker en 1 of twee (coördinerend) assistentes. (Dit afhankelijk per post en in overleg met de post). De aios, opleiders en de opleidingscoördinator worden rechtstreeks door de onderzoeker benaderd, nadat de HDS (huisartsenpost) heeft aangegeven deel te willen nemen aan de tweede pilot.
61
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 11: Advies inbedding visitatie-instrument ‘Aios op de huisartsenpost’ Inleiding In dit advies wordt beschreven hoe het visitatie-instrument ‘Aios op de huisartsenpost’ ingebed kan worden in de huidige en toekomstige kwaliteitsmetingen, om zicht te krijgen op het voldoen aan randvoorwaarden voor de kwaliteit van de opleiding van aios op de post en waar nodig deze te verbeteren. Hiervoor bestaan meerdere opties zoals inbedding in HKZ, in kwaliteitsmetingen van de Huisartsenopleidingsinstituten, zoals Indicatorenmeting en PAUK-H. Deze opties zijn hieronder uitgewerkt. Inbedding in het HKZ certificatie schema voor de huisartsendienstenstructuren Op verzoek van de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN), startte HKZ eind 2006 met de ontwikkeling van een certificatieschema voor huisartsenposten. Met het vastleggen van kwaliteitseisen wil de sector laten zien dat zij het werken aan kwaliteit serieus neemt en het belang van de patiënt centraal staat. Een deel van de Huisartsendienstenstructuren zijn al HKZ gecertificeerd of bereiden zich voor op certificatie. Om na te gaan of met het visitatie-instrument aansluiting te vinden is bij het HKZ certificatieschema heeft in september 2009 een gesprek plaatsgevonden met mevrouw Verbakel, (destijds) verantwoordelijk voor het certificatieschema Huisartsendienstenstructuren. In de tabel hieronder is te zien dat binnen het HKZ certificatieschema normen opgenomen zijn, die overeenkomen met vereisten uit de Leidraad Diensten. Er bestaat dus reeds een aansluiting tussen HKZ en de Leidraad, hetgeen mogelijk kansen biedt tot inbedding. Norm HKZ /vereiste leidraad De HDS maakt afspraken over de verantwoordelijkheden van huisartsopleiders en van de HDS bij de inzet van aios. Afspraken gemaakt over positie van aios tijdens doen van diensten. Verantwoordelijkheden zijn geregeld ten aanzien van de medische zorg die de aios verleend. Aanbieden van een inwerkprogramma (introductiecursus), op functie toegesneden, voor nieuwe medewerkers in (loondienst en niet in loondienst). HDS beschikt over actuele registratie waaruit blijkt dat medewerkers gekwalificeerd zijn (BIG registratie en bekwaamheidsverklaring).
Rubriek HKZ 5.3.4
Hoofdstuk Leidraad 4.b
5.5.1 5.5.2
4.a en 4.b 4.a
5.8.1
8
5.7.2
4.d
Het visitatie-instrument binnen HKZ certificatie De HKZ certificering wordt op de volgende manier uitgevoerd: Dag 1: Documenten audit: dit betreft de vraag of het beleid is doorgevoerd, er kwaliteits-metingen worden verricht, klachtenregistratie aanwezig is en of er procesbeschrijvingen aanwezig zijn. Dag 2: Implementatie-audit: hierbij worden interviews gehouden met medewerkers over hun werk. Er wordt bijv. gekeken of de medewerker bekend is met de procedure van de registratie van klachten. Als dit niet het geval is, dan wordt bij andere medewerkers nagegaan of dit een structurele fout is (veel medewerkers weten het niet) of dat dit een incident is. Een onderdeel van de HKZ certificering betreft de vraag of er kwaliteitsmetingen worden verricht (dag 1) en wat er vervolgens gedaan is aan kwaliteitsverbetering.
april 2011
62
Dienstdoen door aio's op de HAP
Optie 1: Het visitatie-instrument als kwaliteitsmeting op laten nemen binnen het raamwerk van het HKZ certificatieschema Huisartsdienstenstructuren.
Het visitatie-instrument als input voor de kwaliteitsmeting van de huisartsopleidingsinstituten (PAUK-H, Permanente Audit Kwaliteit Huisartsopleiding en/of Indicatorenproject) Aios hebben op de post een aparte positie; zij leren dienstdoen op de post, maar zijn niet in dienst van de post. Aios zijn in strikte zin in dienst van de SBOH en de verantwoordelijkheid voor de opleiding ligt bij de huisartsopleidingsinstituten. Middels een audit wordt de kwaliteit van deze opleidingsinstituten gemeten. Deze metingen hebben ook betrekking op de stageinstellingen en opleidingspraktijken. De intentie is om per opleidingsinstituut ook 1 a 2 huisartsenposten op te nemen in de kwaliteitsaudit. Aan dit onderdeel van de audit is nog geen concrete invulling gegeven. Vanwege efficiëntie van middelen en mankracht en om te voorkomen dat er meerdere instanties voor hetzelfde doel de huisartsenposten gaan belasten kan door de auditeurs van de huisartsopleiding de feedbackrapportage ‘aios op de HAP’ ingebracht worden in de kwaliteitsmeting van het instituut. Optie 2: Het visitatie-instrument opnemen binnen de kwaliteitsmeting van de opleidingsinstituten (Indicatorenproject en/of PAUK-H).
Relatie SBOH-gelden en huisartsenposten Ontbrekend binnen dit geheel is nog de relatie tussen de verstrekte gelden door het SBOH en de mogelijkheid na te gaan wat er met deze gelden wordt gedaan. In de overeenkomst tussen de huisartsendienstenstructuren en de SBOH staat niets over visitatie van de posten. Posten zijn ook nog niet bekend met een mogelijke visitatie. Optie 3: Het visitatie-instrument als voorwaarde voor het verstrekken van gelden opnemen in de (nieuw te sluiten) overeenkomsten tussen SBOH en HDS. Samengevat komen we tot de volgende opties: Optie 1: Het visitatie-instrument als kwaliteitsmeting op laten nemen binnen het raamwerk van het HKZ-certificatieschema Huisartsdienstenstructuren. Optie 2: Het visitatie-instrument opnemen binnen de kwaliteitsmeting van de opleidingsinstituten (Indicatorenptroject en/of PAUK-H). Optie 3: Het visitatie-instrument als voorwaarde voor het verstrekken van gelden opnemen in de (nieuw te sluiten) overeenkomsten tussen SBOH en HDS. SBOH en VHN hebben zich ten doel gesteld goede opleidingsomstandigheden te realiseren voor aios op de huisartsenpost (mantelovereenkomst). Het is noodzakelijk dat het visitatie-instrument daadwerkelijk geïmplementeerd gaat worden om na te gaan of op de huisartsenpost de randvoorwaarden aanwezig zijn om als aios te leren dienstdoen en in kaart te brengen wat te verbeteren is. Enerzijds hebben we bij het leren dienstdoen van aios te maken met huisartsenposten, waar de praktijk van het dienstdoen geleerd wordt, anderzijds hebben we te
april 2011
63
Dienstdoen door aio's op de HAP
maken met het opleidingsinstituut, die samen met de opleider verantwoordelijk is voor het opleiden van de aios. Ons advies: Het visitatie-instrument inbedden binnen meerdere bestaande kwaliteitssystemen van betrokken organisaties, waardoor implementatie van het instrument gewaarborgd wordt. In overzicht is ons advies schematisch weergegeven. Deonderstaand verschillende belanghebbende partijen HKZ, Huisartsopleidingsinstituten (Indicatorenproject/ PAUK- H), SBOH kunnen de feedbackrapportage gebruiken voor eigen kwaliteitsmetingen.
Feedbackrapportage voor HKZ Certificatie (posten)
Feedbackrapportage voor Indicatorenmeting/ PAUK-H (Kwaliteitsaudit) huisartsopleidingen)
Visitatie ‘Aios op de HAP’
Feedbackrapportage voor verificatie van de vereisten uit de overeenkomst SBOH - HDS
Drs. Constance Schuler Dr. Paul Giesen IQ healthcare Juni 2010
april 2011
64
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 12: Vragenlijst voor de huisartsenpost 1. Naam HDS: ………………………………………………………. 2. Naam locatie: ………………………………………………………. 3. Wat is het aantal inwoners in het adherentiegebied van uw huisartsenpost? Aantal inwoners: 4. Wat is het aantal opleiders verbonden aan uw post? Aantal: 5. Wat is het aantal aios per jaar op uw post? Aantal: 6. Is uw post HKZ gecertificeerd? Ja Nee 7. Is er een actuele ARBO Risico Inventarisatie en Evaluatie op uw post aanwezig? Ja Nee, omdat: ………………………………………………………. 8. Waaraan heeft u de door SBOH verstrekte gelden besteed in het afgelopen jaar? ………………………………………………………. 9. Welke taakgebieden heeft u binnen uw post? Consultarts Visitearts Telefoonarts 10. Door wie worden de U1 aanvragen van de post gedaan? Ambulancedienst (afspraken met ambulancedienst graag meesturen) De huisartsenpost 11. Werkt er een Nurse Practitioner mee op uw post? Ja, zij ziet patiënten met ziektebeelden als ………………………………………………………. Nee 13. Is het op uw huisartsenpost mogelijk voor een aios om zelfstandig dienst te doen? Ja, onder welke omstandigheden/voorwaarden mag een aios zelfstandig dienst doen? ………………………………………………………. Nee april 2011
65
Dienstdoen door aio's op de HAP
14. Kunnen aios op uw post gebruik maken van een feedbacksysteem (module)? Ja Nee 15. Kunnen aios op uw post video-opnames maken van consulten? Ja Nee 16. Is er een protocol over het dienstdoen van aios op uw huisartsenpost aanwezig? Ja, dit protocol graag meesturen. Nee 17. Op welke manier verloopt de controle met betrekking tot de bekwaamheid(sverklaringen) voordat een aios zelfstandig dienst mag doen (wie, wanneer)? ………………………………………………………. 18. Wat gaat goed bij het opleiden van aios op uw post? ……………………………………………………….
19. Welke knelpunten ervaart de post bij het opleiden van aios? ……………………………………………………….
Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst!
april 2011
66
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 13: Vragenlijst voor de opleidingscoördinator Persoonlijke gegevens Ja, aantal jaren
1. Bent u huisartsopleider?
Nee, anders nl 2. Aantal maanden/jaren opleidingscoördinator
jaar en
maanden
3. Aantal posten waar u opleidingscoördinator bent Naam post *
Plaats post
Aanstelling in FTE
* De te visiteren post waarvoor u deze vragenlijst invult bovenaan 4. Bij welk opleidingsinstituut heeft u een contract? AMC UvA VU Medisch Centrum UMC Groningen LUMC Universiteit Maastricht UMC St Radboud Nijmegen Erasmus MC UMC Utrecht De volgende vragen kunt u beantwoorden voor de te visiteren huisartsenpost.
april 2011
67
Dienstdoen door aio's op de HAP
B. Introductie van aios op de post 5. Wordt bij aanvang van de stage van de aios een introductiecursus (introductiebijeenkomst of aios inwerkprogramma) georganiseerd? Ja, ga door met vraag 6 Nee, ga door met vraag 9 6. Wordt tijdens de introductie van aios op de HAP aan de volgende aspecten aandacht besteed? (svp bij ieder aspect nee-deels-ja aanklikken) nee deels ja Informatie over de HAP (organisatie, omvang, reglement) Rondleiding op de HAP Werken met computersysteem Inlogcode aios Inhoud spoedkoffer Uitrusting visiteauto Veiligheid op de HAP Medisch beleid (triage/protocollen) Eigen protocol HAP met regels over dienst doen door aios Kwaliteitsbeleid (delegeren, autoriseren, klachtenregeling, nascholing) Taken en bevoegdheden ondersteunend personeel (assistentes, chauffeur)
7. Zijn er nog onderwerpen die behandeld worden tijdens de introductie en hierboven niet vermeld staan? Ja, welke? ………………………………………………………. Nee 8. Welke bijdrage levert u aan de introductie van aios op de huisartsenpost? ……………………………………………………….
april 2011
68
Dienstdoen door aio's op de HAP
C. Organisatie van het leren op de post 9. Vindt u dat er voldoende tijd voor de aios aanwezig is voor coachen en nabespreken tijdens diensten op deze huisartsenpost? Ja Nee, want: ………………………………………………………. 10. Vindt u dat er voldoende tijd op deze post is voor het houden van een patiëntoverstijgend leergesprek tijdens diensten? Ja Nee, want ………………………………………………………. 11. Wat vindt u goed gaan bij het opleiden van aios op deze huisartsenpost? ………………………………………………………. 12. Wat vindt u te verbeteren aan het opleiden van aios op deze huisartsenpost? ……………………………………………………….
D. Taken coördinator inhoud en logistiek 13a.Wie heeft de bekwaamheidsverklaringen van aios onder zijn/haar beheer? ………………………………………………………. b. Wat is de procedure binnen deze post om te controleren of een aios zelfstandig dienst mag doen bij aanvang van zijn/haar dienst? ………………………………………………………. 14a.Bestaat er een lijst met gekwalificeerde waarnemend opleiders? Ja, door wie is deze lijst opgesteld? ………………………………………………………. Nee b. Op welke wijze wordt van deze lijst gebruik gemaakt? ……………………………………………………….
april 2011
69
Dienstdoen door aio's op de HAP
15. Wordt u wel eens door medewerkers van de post aangesproken over een aios? Ja, over ………………………………………………………. Nee 16. Speelt u een rol in het maken van protocollen en richtlijnen t.a.v. het dienstdoen van aios op de post? Ja, welke rol? ………………………………………………………. Nee 17. Regelt u stages voor aios die zich willen verdiepen in bepaalde aspecten van de huisartsenpost, zoals beheer, MIP, klachtenregeling, onderwijs, wetenschappelijk onderzoek etc? Ja, welke stages heeft u geregeld? ………………………………………………………. Nee 18a. Is het bij deze huisartsenpost mogelijk om diensten te clusteren? Ja Nee, ga door met vraag 15 18b. Heeft u voor een aios met onvoldoende diensten bij deze post al eens een clustering van diensten georganiseerd? Ja, wat was de werkwijze/organisatie van deze clustering? ………………………………………………………. Nee 19. Geeft u onderwijs aan aios op de post? Ja, waarin? ………………………………………………………. Nee 20. Heeft u verbetering kunnen brengen in de beschikbare faciliteiten (medische apparatuur, videoapparatuur, ruimten voor consulten of nabespreking, medische naslagwerken) voor het leren van aios op deze post? Ja, waarin? ………………………………………………………. Nee, want ……………………………………………………….
april 2011
70
Dienstdoen door aio's op de HAP
21.a Signaleert u tekorten in het cursorisch onderwijs (georganiseerd door het opleidingsinstituut) die van belang zijn voor het leren dienstdoen van aios? Ja, welke onderwerpen zouden naar uw mening in het cursorisch onderwijs opgenomen moeten worden? ………………………………………………………. Nee 21.b Bespreekt u deze tekorten met het opleidingsinstituut? Ja Nee, want: ………………………………………………………. 22. Ervaart u belemmeringen bij het uitvoeren van uw taken als opleidingscoördinator? Ja, welke belemmeringen? ………………………………………………………. Nee
E. Intermediair tussen betrokken partijen 23. Wilt u bij de volgende betrokkenen aangeven in welke mate u in het afgelopen half jaar overleg met ze heeft gehad, in uw rol als opleidingscoördinator? (van links naar rechts: niet – soms - veel)
niet soms veel Opleiders Aios Management huisartsenpost Ondersteunend personeel van de post Vertegenwoordigers opleidingsinstituut 24. Speelt u een rol in de afstemming van het beleid m.b.t. de opleiding, tussen het opleidingsinstituut en de huisartsenpost? Ja, welke rol? …………………………………………… Nee
april 2011
71
Dienstdoen door aio's op de HAP
25. Wilt u bij de volgende uitspraken aangeven in hoeverre u het er mee eens bent ? (van links naar rechts: volledig oneens – oneens – noch eens, noch oneens – eens volledig eens)
26
Volledig
Volledig
oneens
eens
Als opleidingscoördinator krijg ik de ondersteuning van het opleidingsinstituut die ik nodig heb.
27
Als opleidingscoördinator krijg ik medewerking van de huisartsenpost in het uitvoeren van mijn taken
28
De huisartsenpost staat open voor overleg om de randvoorwaarden van de opleiding te regelen
29
Als opleidingscoördinator heb ik invloed op de planning van diensten van aios ter voorkoming van teveel opleiders/aios op de post
Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst!
april 2011
72
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 14: Telefonische vragenlijst voor de opleider Post: Opleider: Datum: Persoonlijke gegevens 1. Hoeveel jaar bent u actief als huisartsopleider? 0 – 5 jaar 6- 15 jaar 16-25 jaar > 25 jaar 2. Hoeveel jaar bent u werkzaam op deze huisartsenpost? < 5 jaar ≥ 5 jaar 3. Hoeveel AIOS heeft u opgeleid? <5 ≥5 4. Uit welk opleidingsjaar heeft u aios opgeleid? voornamelijk 1ste jaars voornamelijk 3de jaars ongeveer evenveel 1ste als 3de jaars
5. Voor welk opleidingsinstituut bent u werkzaam? AMC UvA VU Medisch Centrum A’dam UMC Groningen LUMC Leiden Universiteit Maastricht
UMC St Radboud Nijmegen Erasmus MC Rotterdam UMC Utrecht
Scholing opleiders en leidraad 6.a Wat zijn volgens u de belangrijkste leerdoelen/competenties die bereikt moeten worden met uw aios op de post? ………………………………………………………. 6.b Baseert u zich hierbij op bestaande lijsten? Ja, welke …………………………………… Nee april 2011
73
Dienstdoen door aio's op de HAP
7.a Op welke wijze beoordeelt u de bekwaamheid/zelfstandigheid van een aios voor het afgeven van een bekwaamheidsverklaring? ………………………………………………………. 7.b Baseert u zich hierbij op bestaande lijsten? Ja, welke …………………………………… Nee 8. Bent u bekend met de ‘checklist beoordeling zelfstandig dienstdoen’ uit de leidraad? Ja, wat is uw mening over de checklist? ………………………………………………………. Nee, de checklist ‘zelfstandig dienstdoen’ is mij niet bekend 9. Draagt u de begeleiding van uw aios wel eens over aan een andere huisarts / opleider? Ja, op welke manier doet u dat? Ik draag de begeleiding van mijn aios mondeling over Middels formulier ‘Verklaring van overdracht van de begeleiding van een aios’ (uit de Leidraad voor het leren dienstdoen) anders nl. ………………………………………………………. Nee, omdat
……………………………………………………….
10.a Worden in het scholingsprogramma voor opleiders onderwerpen behandeld omtrent het opleiden van aios op de post (of de leidraad)? Ja, welke …………………………………… Nee
10.b Zijn er onderwerpen waarin u scholing zou willen hebben met betrekking tot het opleiden van aios op de post? (bijvoorbeeld m.b.t. leidraad, eigen vaardigheden, begeleiding van aios op de HAP, telefonische triage) Ja, namelijk …………………………………… Nee 11. Is voor u als opleider de Leidraad voor het leren dienstdoen, door het huisartsopleidingsinstituut geïntroduceerd? ……………………………………………………….
Organisatorische randvoorwaarden op de huisartsenpost 12. Is er een protocol op de post over aios? Ja, dit protocol bevat onderwerpen als? ………………………………………………………. Nee
april 2011
74
Dienstdoen door aio's op de HAP
13. Zijn met de post afspraken (op papier) gemaakt over bijspringen van de opleider als wachttijden bij zelfstandig dienstdoen van aios oplopen? Ja Nee 14. Zijn met de post afspraken (op papier) gemaakt over de tijdslimiet waarbinnen de opleider ter plaatse dient te zijn, als een opleider gevraagd wordt naar de post te komen (situatie beoordelen of te grote drukte)? Ja Nee 15. Vindt u dat er tijdens diensten op deze huisartsenpost voldoende tijd is om uw aios te begeleiden (observeren/ nabespreken)? Ja Nee, wat is hiervan de oorzaak? ………………………………………………………. 16. Vindt u dat u tijdens diensten op deze huisartsenpost tijd heeft voor het voeren van een patiëntoverstijgend leergesprek? Ja Nee, wat is hiervan de oorzaak? ………………………………………………………. 17. Heeft u als opleider invloed op de soort dienst als een aios volgens de leidraad te weinig diensten in een bepaald taakgebied gedaan heeft (consult/visite/telefoon)? Ja, door …………………………………… Nee
18. Als een aios met uw diensten op de post niet aan voldoende diensten komt, hoe wordt gezorgd dat hij/zij alsnog voldoende diensten kan doen? ………………………………………………………. Middelen op de post 19. Hoe denkt u over het maken van video-opnames (en nabespreken) van consulten van aios op de post? ……………………………………………………….
20. Is er een bruikbaar electronisch feedbacksysteem aanwezig op de post, om gericht feedback te vragen aan de eigen huisarts van een patiënt? Ja Nee
april 2011
75
Dienstdoen door aio's op de HAP
21. Zijn er voldoende faciliteiten (bv.spreekkamers, instrumentarium) om aios op te leiden? Ja Nee, het volgende ontbreekt ……………………………………………………….
22. Weet u dat er een opleidingscoördinator is op de post? Ja, wat is volgens u zijn functie? ………………………………………………………. Nee, ik weet niet van het bestaan van een opleidingscoördinator. 23. Wat vindt u goed gaan (bij het opleiden van aios) op uw post? ………………………………………………………. 24. Welke knelpunten ervaart u bij het opleiden van aios op uw post? ………………………………………………………. Overige opmerkingen en/of tips ter verbetering van het leren dienstdoen op de HAP die nog niet besproken zijn? ……………………………………………………….
april 2011
76
Dienstdoen door aio's op de HAP
Bijlage 15: Telefonische vragenlijst aios Faciliteiten op de post Kan je snel een instrument vinden op de post? ……………………………………………………………………………………………… Instrument
Aios is bekend met de Aios weet hoe het te vinden locatie van instrumentarium
Zuurstof masker/bril/sonde O2 saturatiemeter Anafylaxie-set Catheterset Infuusset Hechtmateriaal/hechtset Neustampon Oogboortje AED Op welke manier zijn instrumentarium en verbandmiddelen te vinden op de post (zoeksysteem)? ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………… Is er voldoende functioneel bruikbaar instrumentarium aanwezig om dienst te doen? Ja Nee, want ……………………………………………………..………………… ……………….. Als u tijdens een consultdienst ampullen nodig heeft, hoe is dit dan geregeld? ......................................…………………………………………………………………… Beschikbare ruimten/ leermiddelen
Aanwezig Ja/nee
Aanvullende vraag
Volledig ingerichte spreekkamer voor dienstdoen van aios
Aantal?
Feedbacksysteem aanwezig/operationeel? Videoapparatuur aanwezig?
Maakt aios hier gebruik van? Worden consulten opgenomen en nabesproken op de post? ja/nee
april 2011
77
Dienstdoen door aio's op de HAP
Protocollen, richtlijnen, naslagwerken Richtlijnen/procedures/protocollen Is aios er bekend mee?
Hoe is de aios er bekend mee geworden? (opl/ass/introcursus)
Incidentmelding (hoe melden) Klachtenregistratie Protocol/richtlijn ‘ Aios op de HAP’ Omgaan agressie en gewelddreiging Richtlijn video-opnames aios HAP Maakt u tijdens diensten op de post gebruik van medische naslagwerken op internet? Ja, namelijk van ……………………………………………………………….……………………………………………
Nee, voor medische informatie maak ik gebruik van: ……………………………………………………………….……………………… ………………………………..…………………………………………………….. a. Maakt u gebruik van protocollen van de post? Ja, voor ……………………………………………………………….……………………………………………
Nee, want ………………………………………………………….……………………………………… b. Waar zijn de protocollen van de post te vinden? …………………………………………………………………………………………….. Maakt u gebruik van extranet of intranet van de post? Ja, welke informatie raadpleegt u hier? ……………………………………………………………….……………………………………………………………
Nee, want ……………………………………………………………….………………………………………………. Randvoorwaarden opleidingsinstituut Vindt u dat u voldoende informatie van het opleidingsinstituut krijgt over uw opleiding op de post? Ja Nee, want ……………………………………………………………….…………………………… Vindt u dat uw opleider goed op de hoogte is van de (regelingen uit de) Leidraad voor het leren dienstdoen? Ja Nee, want ……………………………………………………………….…………………………… april 2011
78
Dienstdoen door aio's op de HAP
Introductiecursus Heeft u een introductiecursus gehad op de post? Ja Nee Wat vond u van de introductiecursus? ............................................................................................................................................ …………………………………………………………………………………………………………… Heeft u een rondleiding gekregen op de post waar dienst gedaan wordt? Ja Nee Heeft u nog iets gemist in de introductiecursus om goed te kunnen starten op de post? Ja, namelijk ……………………………………………………………….………………………………………………………
Nee Zelfstandig dienstdoen Onder welke voorwaarden mag u zelfstandig dienst doen op deze post? ...................................................................................………………………………… ……………………………………………………………………………………………… Hoe wordt uw bekwaamheid op de post gecontroleerd als u zelfstandig dienst gaat doen? ………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Is uw opleider afwezig (niet op de post) als u zelfstandig dienstdoet? Ja, is hij/zij bij aanvang en einde van uw zelfstandige dienst aanwezig?
Ja Nee Nee, want ………………………………………………………………………………………
Organisatie van het opleiden? Op welke inlogcode werkt u: Inlogcode van de opleider Aiosinlogcode, kunt u zelf in het systeem patiënten afhandelen? …………………………………………………………………………………………… Noodpas Anders, namelijk Wat vindt u goed gaan bij het dienstdoen op deze post? ………………………………………………………………………………………………… Welke knelpunten ervaart u bij het leren dienstdoen op deze post? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… april 2011
79
Dienstdoen door aio's op de HAP
Dienstdoen door aios op de huisartsenpost Ontwikkeling van een visitatie-instrument voor de huisartsenpost en de resultaten van zeven posten drs. Constance Schuler drs. Judith Visser dr. Paul Giesen Nederlands Kennisnetwerk Huisartsenposten en Spoedzorg Afd. IQ healthcare UMC St Radboud, Nijmegen
Nijmegen, april 2011
Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door Stichting SBOH
In opdracht van Stichting SBOH en Huisarts Opleiding Nederland
Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare) Missie Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare) is een internationaal topcentrum voor onderzoek, onderwijs en ondersteuning op het gebied van kwaliteit, veiligheid en innovatie in de gezondheidszorg. Daarmee willen we bijdragen aan effectieve, veilige, patiëntgerichte en ethisch verantwoorde patiëntenzorg. Onze ambities - Uitvoeren van hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek op het gebied van kwaliteit en veiligheid in de zorg. Bij een internationale visitatie werd IQ healthcare neergezet als 'excellent' en 'world leading' op het terrein van kwaliteit en patiëntveiligheid van de zorg. - Verzorgen van onderwijs op het gebied van kwaliteit en veiligheid van zorg. - Ondersteunen van zorgaanbieders, beleidsmakers, beroeps- en patiëntenorganisaties, instellingen, zorgverzekeraar en overheden bij de implementatie van optimale patiëntenzorg. IQ healthcare is een onafhankelijke, zelfstandige afdeling van het UMC St Radboud. Het instituut is actief in de eerstelijnsgezondheidszorg, de intra- en transmurale zorg, paramedische wetenschappen, verplegingswetenschap en ethiek. In het instituut werken ruim 120 mensen. Het team is ervaren, deskundig en sterk door haar multiprofessionele samenstelling van artsen, verpleegkundigen, paramedici, gezondheidswetenschappers, epidemiologen, sociale wetenschappers en ethici. Belangrijke thema’s − Implementatie van richtlijnen en ‘best practices’ − Meten en evalueren van innovaties in de zorg − Patiëntveiligheid en veiligheidsmanagement − Professionele ontwikkeling van klinische professionals − Ethische en morele aspecten van kwaliteit en veiligheid − Versterken van de rol van patiënten in de zorg − Indicatorontwikkeling, transparantie en publieksinformatie − Integrale zorg, ketenzorg en ‘disease management’ − Leefstijl, zelfmanagement en therapietrouw voor patiënten − Zorg voor kwetsbare ouderen en palliatieve zorg
Contact IQ healthcare UMC St Radboud Huispost 114 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen www.iqhealthcare.nl Telefoon: Fax: Email:
024 36 15 305 024 35 40 166
[email protected]
Bezoekadres: Geert Grooteplein 21, route 114 Nijmegen.