Initiatief van Huisartsopleiding Nederland en SBOH
Handreiking DE OPLEIDINGSCOÖRDINATOR OP DE HUISARTSENPOST
Deze handreiking is tot stand gekomen in samenwerking met het opleidingsinstituut AMC-UvA en akkoord bevonden door alle opleidingscoordinatoren en coördinatoren diensten. Uitgave van het projectbureau Aios op de HAP, november 2011
1
Inleiding Om het opleidingsklimaat op de huisartsenpost te bevorderen is de “Leidraad voor het leren dienstdoen” geschreven. Een van de aanbevelingen in de Leidraad Diensten is om op huisartsenposten waar aios dienst doen een opleidingscoördinator te benoemen. Deze wordt aangesteld door het opleidingsinstituut en fungeert als:
Trait d’union tussen de bij de opleiding van de aios op de post betrokken partijen (opleiders, aios, huisartsenpost, opleidingsinstituut).
Coördinator, aanspreekpunt en katalysator bij de opleiding van de aios op de post.
Omdat het een nieuwe functie betreft, is samen met de coördinatoren van de opleidingsinstituten en de opleidingscoordinatoren onderzocht in hoeverre de oorspronkelijke functieomschrijving uit de Leidraad
Diensten in de praktijk daadwerkelijk uitgevoerd kan worden en of het wellicht nodig is om de oorspronkelijke taakomschrijving aan te passen. De coördinator diensten van het AMC (Ernst Lemaire) heeft een eerste opiniestuk over dit onderwerp geschreven. De taakomschrijving is voorgelegd aan de opleidingscoordinatoren en de coördinatoren diensten. Een en ander heeft geleid tot een aangepaste taakomschrijving die in deze handreiking is opgenomen.
Overwegingen Alle posten verschillen Er zijn grote en kleine posten. Posten in de stad en op het platteland. Hoofdposten en satellietposten. Het beleid van de directies van huisartsenposten ten aanzien van het opleiden van aios op de post vertoont grote verschillen: sommige posten stimuleren het zelfstandig functioneren van aios, andere posten voeren juist een restrictief beleid. Dit betekent dat de opleidingscoördinator een dynamische functie met een flexibele taakopdracht heeft. De taakomschrijving van de opleidingscoördinator is veelomvattend. Bovendien vertoont de wijze waarop de aanbevelingen uit de Leidraad Diensten op de diverse posten ingevoerd worden een grote variatie. Dit betekent dat het opleidingsinstituut als opdrachtgever goede afspraken moet maken met de opleidingscoördinator over de fasering van het uitvoeren van de diverse onderdelen uit het takenpakket.
Onbekend maakt onbemind? Uit de aios-enquête van IQ Healthcare en de visitatie van posten door IQ Healthcare is gebleken dat aios en opleiders nog onvoldoende op de hoogte zijn van de inhoud van de Leidraad Diensten. Zo zijn zij onvoldoende op de hoogte van de rol en taken van de opleidingscoördinator. Dit geldt overigens ook voor de huisartsenpost zelf. Er is dan ook nog onvoldoende contact tussen opleiders c.q. aios en de opleidingscoördinator. Het verbeteren van de eigen bekendheid en het profileren van zijn rol dient dan ook een onderdeel van het takenpakket van de opleidingscoördinator te zijn.
Draagvlak creëren Onderwijs aan aios op de huisartsenposten kost tijd. Dit kan op gespannen voet staan met de workload op de post. Vooral niet opleidende huisartsen kunnen soms de indruk krijgen dat er hierdoor meer werk op hun schouders neerkomt. Het begeleiden van onervaren aios kost inderdaad extra tijd, maar daar tegenover staat dat ervaren aios juist extra productie leveren. Dit betekent dat de opleidingscoördinator het draagvlak voor opleiden op de post kan vergroten door bij niet opleidende huisartsen de positieve aspecten en de noodzaak van de aanwezigheid van aios op de post te benadrukken.
2
Toezicht op output Als een huisartsenpost bereid is om aios conform de aanbevelingen in de Leidraad Diensten te laten begeleiden, komen zij in aanmerking voor onderwijsgelden van de SBOH. Hiervan dient 50% besteed te worden aan het realiseren van een adequate infrastructuur en randvoorwaarden en 50% voor het creëren van ruimte voor onderwijs op de post. De opleidingscoördinator dient er op toe te zien dat de onderwijsgelden daadwerkelijk worden ingezet voor het realiseren van deze doelen. In aanvulling op de overeenkomst die de SBOH met de HDS’en heeft gesloten, kunnen HDS’ en ervoor kiezen om 50% van de gelden, die bestemd voor het creëren van ruimte voor onderwijs, geoormerkt en specifiek voor de betreffende HDS te reserveren bij de SBOH. De HDS kan vervolgens waarnemers inzetten tegen een marktconform tarief en de gemaakte kosten door de waarnemer laten declareren bij de SBOH.
Flexibele taakopdracht Door het verschil in organisatiestructuur van de diverse huisartsenposten en door een verschil in de fase van invoering van de aanbevelingen uit de Leidraad Diensten bestaat er een grote diversiteit in de wijze waarop de huidige opleidingscoördinatoren hun taak uitvoeren. Naast de oorspronkelijk taken van de opleidingscoördinator komen er nu en in de toekomst mogelijk nieuwe taken bij, zoals het organiseren van telefoonarts-training en het begeleiden van experimenten.
Fasering Voor nieuwe opleidingscoördinatoren is de lange lijst van taken wellicht wat ontmoedigend. Zij moeten zich echter realiseren dat het takenpakket van de opleidingscoördinator een gefaseerde invoering kent. Bij de start zal de opleidingscoördinator zich in eerste instantie bezig houden met het realiseren van de basisvoorwaarden, zoals:
Het zichzelf profileren als opleidingscoördinator bij de medewerkers op de post,
Het ontwikkelen van draagvlak voor het opleiden van aios op de post,
De bekendheid met de Leidraad Diensten vergroten,
Er op toezien dat de Leidraad Diensten wordt opgenomen in het reglement van de post,
Er op toezien dat er aan de basale randvoorwaarden is voldaan (zoals spreekkamer voor aios, inlogcode voor aios, videoapparatuur enz.),
Het (laten) organiseren van introductiecursussen voor aios.
Pas als deze basisvoorwaarden zijn gerealiseerd kan de opleidingscoördinator zich meer gaan toeleggen op het uitvoeren van de overige taken uit zijn functieprofiel. In welke volgorde dit gebeurt is sterk afhankelijk van de locale situatie en de fase waarin het opleiden van aios op de post zich bevindt.
3
Aangepast takenpakket opleidingscoördinator1 Functie
Trait d’union tussen de bij de opleiding betrokken partijen
Planning en organisatie van onderwijs op de post
Vertegenwoordiger in regionaal netwerk
Positie en aanstelling Het opleidingsinstituut stelt de opleidingscoördinator aan bij de huisartsenpost in overeenstemming met de huisartsenpost. De opleidingscoördinator oefent zijn werkzaamheden uit op de post. De positie van de opleidingscoördinator t.o.v. de opleiders van aios is voornamelijk coördinerend en zonodig sturend. De opleidingscoördinator krijgt bij voorkeur een aanstelling (arbeidsovereenkomst) voor bepaalde tijd bij het opleidingsinstituut, waarbij het hoofd van het instituut optreedt als functioneel leidinggevende. De opleidingscoördinator legt verantwoording af aan het hoofd van het opleidingsinstituut.
Profiel De voorkeur gaat uit naar een huisarts, die:
erkend huisartsopleider is, of als huisarts verbonden is aan het opleidingsinstituut en vertrouwd met onderwijs geven;
werkzaam in of bekend is met het gebied waar de huisartsenpost is gevestigd;
diensten doet op de post waar hij/zij wordt aangesteld;
aantoonbaar procesmatig en projectmatig kan denken en handelen.
Taken
Creëren draagvlak voor opleiden op de post.
Profileren van de functie van opleidingscoördinator.
Aanspreekpunt voor opleiders, aios, huisartsenpost, opleidingsinstituut en HVRC.
Afstemming beleid m.b.t. opleiding tussen opleidingsinstituut, opleiders en huisartsenpost.
Afstemming en uitwisseling tussen opleidingscoördinatoren van de verschillende posten.
Introductie van de aios op de huisartsenpost.
Maken en bewaken van protocollen en richtlijnen t.a.v. het functioneren van de aios op de post.
Regelen en bewaken van de randvoorwaarden voor opleiding (spreekkamer, video, inlogcode aios enz.).
Organiseren van ruimte voor onderwijs op de post (zoals consultatie, observatie en feedback) en stimuleren zelfstandig dienstdoen
Afstemmen dat aios ook deel kunnen nemen aan onderwijs op de post, zoals: spoedeisende geneeskunde, telefonische consultvoering, functioneren als telefoonarts, triage, organisatie, omgang met ethische kwesties.
Signaleren naar instituut welk cursorisch onderwijs gewenst is.
De aios zoveel mogelijk betrekken bij onderwijs dat ook aangeboden wordt aan de reguliere huisartsen die op de post werken (bij voorbeeld nascholing over Kindermishandeling).
Medewerking verlenen bij visitatie van de post.
Zo nodig aanspreekpunt zijn voor een aios die om welke reden dan ook onvoldoende dienst kan doen.
Aansturen en controleren van het secretariaat van de post m.b.t. het uitvoeren van administratie bij het opleiden van aios op de post (beheer bekwaamheidsverklaringen, lijst waarnemende opleiders, planning aios in het rooster van de post).
1
Bij de herdruk van de Leidraad Diensten zal deze aangepaste versie worden opgenomen in bijlage 9
4
Veel van de genoemde onderwijsactiviteiten zijn in principe een taak van de eigen opleider of de waarnemend opleider. De opleidingscoördinator kan hierbij een signalerende en adviserende rol spelen. Het is niet noodzakelijk dat de opleidingscoördinator de genoemde taken zelf uitvoert: hij kan ze ook delegeren aan anderen, maar dient er dan wel op toe te zien dat ze ook adequaat uitgevoerd worden.
Het aanstellen van de opleidingscoördinator Aangezien er een duidelijke aansturing dient te zijn vanuit het opleidingsinstituut en de opleidingscoördinator verantwoording af dient te leggen aan het hoofd van het opleidingsinstituut, bestaat er een sterke voorkeur voor het aanstellen van de opleidingscoördinator door het opleidingsinstituut. De CAO UMC (zoals hij thans luidt of komt te luiden) is van toepassing bij een aanstelling door het opleidingsinstituut. Er kan gekozen worden voor bepaalde of onbepaalde tijd en voor een vast of variabel aantal uren. De SBOH adviseert in eerste instantie een overeenkomst voor bepaalde tijd aan te gaan, aangezien het een functie in ontwikkeling is. Een belangrijk element in het dienstverband is het werkgeversgezag. Anders dan bij de zelfstandige, heeft de werkgever de bevoegdheid zeer gedetailleerd aanwijzingen te geven over de wijze waarop de arbeid verricht moet worden. De werkgever heeft ook een grote verantwoordelijkheid en een omvangrijke zorgplicht ten opzichte van zijn werknemers, bijvoorbeeld bij ziekte en re-integratie.
Vast of variabel aantal uren Zowel de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als die voor onbepaalde tijd kunnen aangegaan worden voor: 1.
een vast aantal uren per week;
2.
een minimum en een maximum aantal uren per jaar en per week (min/max);
3.
een onbepaald aantal uren (oproep- of nul-urenovereenkomst).
Om te kunnen kiezen tussen deze drie varianten moet er duidelijkheid zijn over met name de omvang en de stabiliteit van het werkaanbod. In het geval van een zeer sterke fluctuatie ligt een keuze voor het nulurencontract voor de hand. Indien het niet mogelijk is de opleidingscoördinator een arbeidsovereenkomst aan te bieden, kan er eventueel gedacht worden aan een aanstelling op declaratiebasis of op basis van detachering. Het is aan de hoofden van de opleidingsinstituten hierover te beslissen.
5