Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van Huisartsen
een pilot-studie
O. de Graaf Begeleiders: Drs. P. Giesen, huisarts-onderzoeker Dr. H. Mokkink, methodoloog Kenniscentrum huisartsenposten en spoedeisende zorg Afdeling: Kwaliteit van Zorg UMC St. Radboud Nijmegen November 2003 – maart 2004 Wetenschappelijke stage Geneeskunde
Inhoudsopgave Blz. Samenvatting……………………………………………………………………… 3 1. Inleiding………………………………………………………………………… 4 2. Vraagstelling…………………………………………………………………….6 3. Methode 3.1 Literatuur………………………………………………………………..7 3.2 Pilot studie……………………………………………………………....7 4. Resultaten 4.1 Literatuur………………………………………………………………..10 4.2 Pilotstudie……………………………………………………………… 14 5. Discussie………………………………………………………………………… 18 6. Kanttekeningen en aanbevelingen……………………………………………...20 Literatuurlijst……………………………………………………………………... 21
Bijlage 1. Begeleidende brief enquête……………………………………………... 22 Bijlage 2: Enquête: Hoe oordelen huisartsen over de huisartsenpost en wat is hun toekomstvisie?………………………………………………...23 Bijlage 3: Resultaten enquête……………………………………………………….29 Bijlage 4: Schriftelijke commentaren huisartsen…………………………………... 32
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
2
O. de Graaf
Samenvatting Inleiding Nu de huisartsenposten (HAP) in Nederland de organisatievorm geworden is van waaruit de huisartsenzorg buiten kantoortijd in Nederland wordt geleverd, komt de discussie op gang over de toekomst van de huisartsenpost. De problematiek binnen de keten van spoedeisende zorg lijkt deze discussie te versterken Met de komst van de huisartsenposten ontstaan er kansen om de samenwerking in de keten spoedeisende zorg te verbeteren, waarbij het voor de hand lijkt te liggen om samenwerking te zoeken met de ziekenhuis-SEH. Doel Onderzoeken wat de visie is van de huisartsen op de huisartsenpost over hun takenpakket, de gewenste organisatievorm in relatie met de SEH en de gewenste samenwerking met de SEH. Methode Het betreft een transversale pilotstudie middels een schriftelijke enquête onder huisartsen, aangesloten bij huisartsenpost Gelders Rivierenland te Tiel. Resultaten Methode Het betreft een transversale pilotstudie middels een schriftelijke enquête onder huisartsen, aangesloten bij huisartsenpost Tiel. De respons van de pilot-enquête is 84% (n=64). 67,2% ziet de medische zorg buiten kantoortijd als huisartsenwerk. 50,1% van de huisartsen vindt de gevestigde huisartsen niet verantwoordelijk voor de spoedzorg buiten kantoortijd. Meer dan 90% vind niet-spoedeisende zaken niet op de post thuis horen. (Triage van) A1 en A2 toestandsbeelden wordt door meer dan 65% tot het takenpakket van de huisarts op de huisartsenpost gerekend. Als het gaat om verrichtingen ziet ruim driekwart van de huisartsen voor zichzelf wel een taak weggelegd als het gaat om catheteriseren, reanimeren en ademweg vrijmaken, defibrilleren en hechten. Bij de gewenste organisatievorm kiest 81,3 % niet voor waarneemgroepen. 40,6% is het eens met een organisatievorm waarbij de HAP los van het ziekenhuis en de SEH is gesitueerd. Organisatorische en inhoudelijke integratie van de HAP met de SEH geeft verdeeldheid. 45,3% wil wel de verantwoordelijkheid als huisarts houden over de triage. 53,1% van de huisartsen is voorstander van samenwerking op facilitair gebied. 83,1% is voorstander van een elektronisch patiëntendossier. 50% is voor wederzijdse personele ondersteuning, 71,9% ziet voordeel in gezamenlijke zorg aan de patiënt. Conclusie Huisartsen willen blijven deelnemen aan de keten van spoedeisende zorg. Maar de verantwoordelijkheid voor deze zorg staan ze liever af. De meeste huisartsen zijn het eens met de organisatievorm waarbij de HAP los staat van de SEH en het ziekenhuis, maar de integratie-modellen worden niet verworpen. Echter de huisartsen willen een duidelijke taakverdeling tussen SEH en HAP met de verantwoordelijkheid voor de triage.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
3
O. de Graaf
1 Inleiding Nu de huisartsenposten (HAP) in Nederland de organisatievorm geworden is van waaruit de huisartsenzorg buiten kantoortijd in Nederland wordt geleverd, komt de discussie op gang over de toekomst van de huisartsenpost. Deze discussie wordt uitgelokt door de wens tot efficiënte dienstverlening, financiële overwegingen en personeelstekorten. Daarnaast speelt het simpele feit dat huisartsenposten de eerste jaren van hun bestaan vaak in noodgebouwen werden gehuisvest en mede door nieuw- en verbouw van ziekenhuizen nu uitzien naar andere huisvesting. De problematiek binnen de keten van spoedeisende zorg lijkt deze discussie te versterken: er is een matige samenwerking en afstemming tussen de verschillende aanbieders van spoedeisende zorg. Door veel zelfverwijzers ontstaat er een verkeerde-echelon-problematiek, wat weer leidt tot inefficiënte hulpverlening met doublures en kostbare hulp als gevolg.1,2,3 Met de komst van de huisartsenposten ontstaan er kansen om de keten spoedeisende zorg te verbeteren.3 4 Voor zover bekend zien huisartsen sinds de komst van huisartsenposten voor zichzelf een duidelijker positie binnen de keten spoedeisende zorg3,5 maar er is echter ook een groep huisartsen die geen verantwoordelijkheid meer wil nemen voor de huisartsenspoedzorg buiten kantoortijden6.
Vanuit de overheid wordt een herstructurering van de spoedeisende zorg gestimuleerd. Daarbij wordt de huisarts als een belangrijke schakel in de keten spoedeisende zorg beschouwd. Er zijn grootse begrotingsplannen aangekondigd en daarbij heeft het ministerie besloten om de veranderingen vanuit het veld te laten ontwikkelen, en zich er als overheid zo min mogelijk mee te bemoeien.7 Het woord is nu dus aan de huisartsen.
Bij het zoeken naar een geschikte verbetering van de spoedeisende eerstelijnszorg, lijkt het voor de hand te liggen om samenwerking te zoeken met de ziekenhuis-SEH, vanuit de gedachte dat verregaande integratie een win/win-situatie kan opleveren die kan leiden tot efficiëntere en meer op de patiënt afgestemde zorg. Bovendien kan de huisarts zich beter positioneren in de keten spoedeisende zorg en zo komen tot een bevruchtende samenwerking met ambulancehulpverlening en medische specialisten3. Op een aantal plaatsen in Nederland wordt al getracht een verregaand samenwerkingsverband met de SEH van het ziekenhuis aan te gaan. Deze samenwerkingsverbanden kunnen verschillende vormen aannemen, zoals HAP los van het ziekenhuis, een HAP gelokaliseerd voor de SEH, of een HAP volledig geïntegreerd in de SEH.8 9 10
Hoewel verdere integratie van de schakels in de keten spoedeisende zorg een logische stap lijkt is het de vraag of de beoogde winst misschien minstens zoveel verlies oplevert. Er zijn immers ook
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
4
O. de Graaf
belemmerende factoren voor verregaande integratie te noemen zoals mogelijk toenemende werkdruk voor huisartsen, territoriumafbakening, verschillende beroepsculturen en veranderende financieringsstromen3 5. Bovendien kan de lokale situatie belemmerend werken op verregaande integratie, bijvoorbeeld een excentrische lokatie van ziekenhuizen met grote afstand tot de patiënt. Al deze factoren zorgen voor persoonlijke invulling met betrekking tot mate van integratie van de huisartsenpost met de SEH. Kortom, er bestaat mogelijk een heel spectrum van samenwerkingmodellen, dat loopt van het volkomen los staan van HAP en SEH tot het volledig geïntegreerde model. Uitgaande van het principe van veilige, doelmatige en op de patiënt afgestemde zorg zou een volledig geïntegreerde model HAP-SEH er in hoofdlijnen als volgt uit kunnen zien: •
Gebruik ziekenhuisfaciliteiten (ruimte, catering, schoonmaak, sterilisatie etc.)
•
Uitgebreide diagnostische mogelijkheden (bv. lab., röntgen, ECG)
•
Gezamenlijke ruimte SEH en HAP
•
Gezamenlijke triage: - Telefonisch via één centraal spoednummer (bijv. 1-1-3) - Aan de poort
•
Gemeenschappelijk ondersteunend personeel
•
Nauwe samenwerking tussen huisartsen en specialisten: Samen aan het bed van de patiënt
•
Inzet huisartsen en specialisten afhankelijk van deskundigheidniveau en beschikbaarheid
•
HAP is organisatorisch verbonden met het ziekenhuis (elders nader uit te werken)
Samenhangend met dit model, kan er verder gedacht worden over: •
Taakdifferentiatie voor huisartsen (telefoon/regiearts, consultarts of visitearts)
•
Wederzijdse opleidingsplaatsen op de SEH/HAP voor HAIO’s en AGIO’s
•
24-uurs bezetting van de huisartsenpost
Artsen zijn over het algemeen te weinig aanwezig in het debat over de wijze waarop de gezondheidszorg zou moeten worden ingericht. Dit terwijl juist zij dagelijks te maken hebben met bovengenoemde problematiek.11 Daarom willen we ons in dit onderzoek vooral richten op de huisartsen en specialisten die zich dan als eerste dienen uit te spreken over de toekomstige wenselijkheid en mate van integratie van de HAP en de SEH. Op basis van hun mening kunnen er mogelijk meerdere modellen of groeimodellen ontstaan. Dit onderzoek richt zich op de visie van de huisarts.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
5
O. de Graaf
2 Vraagstelling
1. Wat is er bekend in de (internationale) literatuur over relatie van de HAP met de SEH?
2. Welk takenpakket zien de huisartsen voor zichzelf in de toekomst binnen de ANW diensten? a. met betrekking tot de te leveren zorg b. met betrekking tot acute toestandsbeelden c. met betrekking tot verrichtingen
3. Wat is de toekomstvisie van huisartsen over de mate van samenwerking tussen HAP en de SEH? a. met betrekking tot de organisatievorm b. met betrekking tot facilitatie door ziekenhuizen c. met betrekking tot inhoudelijke samenwerking
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
6
O. de Graaf
3 Methode
3.1 Literatuur
In Nederland zijn de laatste jaren over huisartsenposten veel artikelen gepubliceerd. Om me te oriënteren heb ik gebruik gemaakt van de literatuur die op het Kenniscentrum Huisartsenposten van het UMCN aanwezig was. Daarnaast heb ik op Medline en Pubmed gezocht naar Nederlandse literatuur met als zoektermen: ‘huisartsenpost’, ‘spoedeisende hulp’, ‘toekomst’. Daarnaast heb ik gezocht in de archieven van de online Nederlandse tijdschriften Medisch Contact en Huisarts en Wetenschap. Daarbij is gebruik gemaakt van bovenstaande zoektermen.
Verder heb ik nog gezocht naar internationale literatuur over integratie van de HAP en SEH. Bekend is, dat in Denemarken en Engeland de ontwikkeling van huisartsenposten verder gevorderd is dan in Nederland. Om artikelen over toekomstperspectief te vinden heb ik wederom in Medline en Pubmed gezocht. Ingevoerde termen zijn: ‘Out-of-hours services’, al of niet gecombineerd met ‘cooperatives’, ‘General Practitioner’, ‘Emergency Department’, ‘future’ en ‘collaboration’
Aan de hand van de zogenoemde sneeuwbalmethode (via referenties uit gevonden artikelen) heb ik naar verdere relevante artikelen gezocht.
3.2 Pilot-studie
Design Het betreft een transversale pilotstudie middels een schriftelijke enquête onder huisartsen in januari 2004. Non-responders werden na 3 weken opgebeld met het verzoek alsnog te reageren.
Populatie 76 huisartsen werkzaam in het adherentiegebied van de huisartsenpost Gelders Rivierenland te Tiel.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
7
O. de Graaf
Ontwikkeling van de enquête De enquête bestaat uit 3 onderdelen. Deel A gaat over de huisartskenmerken, deel B richt zich op het oordeel over de kwaliteit van de huidige huisartsenpost. Deze onderdelen zijn ontwikkeld uit eerdere enquêtes over tevredenheid onder huisartsen.5 Deel C van de enquête gaat over de toekomstvisie van de huisartsen met betrekking tot de HAP en SEH. Deze studie beperkt zich tot dit deel.
Het onderdeel over toekomstvisie kwam als volgt tot stand: 1. Wij zijn begonnen het onderzoeksdomein te bepalen, met daarin onderwerpen die volgens ons relevant waren. Dit domein werd bepaald vanuit eigen ervaring als huisarts expert. Een aantal lezingen en vier discussieavonden met huisartsen over dit thema leverden daarbij eveneens onderwerpen. Tenslotte gebruikten we rapporten over toekomstvisie. 2. Vanuit dit domein en de bijbehorende onderwerpen hebben we vragen gemaakt en gepoogd deze te rangschikken. 3. De concept vragenlijst werd in twee rondes ter beoordeling voorgelegd aan 5 huisartsen en 4 deskundige huisartsen. Deze beoordeelden de vragen op relevantie, zinsbouw, inhoud en technische constructie van de enquête. Na elke ronde werd de vragenlijst door de onderzoekers bijgesteld. 4. Deze bijgestelde versie werd voorgelegd aan de begeleider-methodoloog en de begeleiderhuisarts. Deze hebben de enquête beoordeeld op met name zinsbouw, begrijpelijkheid en volledigheid. Aan de hand van dit commentaar werd de vragenlijst wederom aangepast. 5. Hieruit ontstond de pilot-enquête, die uitgezet werd onder huisartsen van de huisartsenpost Tiel . De enquête is als bijlage toegevoegd. 6. Tijdens de looptijd van het onderzoek is de enquête ter beoordeling aan de begeleidingcommissie voorgelegd. Commentaar van deze commissie zal worden meegenomen in de tweede pilot.
7. Na analyse werd de ontstane vragenlijst uitgezet in een tweede pilot in de regio Arnhem.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
8
O. de Graaf
Variabelen
Onafhankelijke variabelen •
Leeftijd van de huisarts
•
Geslacht van de huisarts
•
Percentage diensten dat afgelopen jaar is uitbesteedt
Afhankelijke variabelen •
•
Gewenst takenpakket, onderverdeeld in: o
Zorg
o
Toestandsbeelden
o
Verrichtingen
Gewenste organisatievorm (waarneemgroepen, HAP los van ziekenhuis, HAP in ziekenhuis maar los van SEH, Integratie met verantwoordelijkheid van de huisarts, Integratie met verantwoordelijkheid voor derden, waarbij huisartdeelname facultatief is, 24-uurs-structuur)
•
Gewenste samenwerking (facilitatie, triage, samenwerking SEH, verregaande samenwerking SEH, taakdifferentiatie en opleidingsplaatsen)
Analyse De gegevens werden ingevoerd in een accessprogramma. Los bijgeschreven opmerking werden verzameld en gegroepeerd in een tekstverwerker.
Omdat dit onderzoek een eerste pilotonderzoek is, werd er een kwantitatieve analyse uitgevoerd: door middel van het uitrekenen van de Crohnbachs-alfa konden we de betrouwbaarheid meten. Daarnaast hebben we met behulp van de factor-analyse de variantie bepaald. Daarnaast werd in een kwalitatieve analyse uitgevoerd. Vragen die vaak niet ingevuld zijn, of die unaniem beantwoord zijn, werden door de onderzoekers kritisch bekeken, waarna besloten werd om de vraag in de enquête te houden, dan wel eruit te halen. Ook bijgeschreven opmerkingen van de artsen werden bekeken, en zonodig werden vragen veranderd, verwijderd of toegevoegd.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
9
O. de Graaf
4 Resultaten
4.1 Literatuur
Nederlandse literatuur Uit het onderzoek naar de Nederlandse artikelen kwamen een aantal bruikbare artikelen naar voren. Grofweg kunnen deze in 3 hoofdgroepen geplaatst worden: 1. Tevredenheid huisartsen na invoering HAP, 2. Onderzoek knelpunten en mogelijke oplossingen 3. Locatie van de HAP in relatie tot ziekenhuis; integratie of niet?
1. Tevredenheid van huisartsen na invoering van de HAP Uit onderzoek van Giesen5 blijkt dat huisartsen tevreden zijn over de nieuwe dienstenstructuur. Het aantal diensturen nam met 80 procent af, de subjectieve werkdruk nam af en de arbeidssatisfactie nam toe; bovendien was de belasting door negatief gedrag van patiënten veel lager dan bij huisartsen in kleinschalige dienstenstructuren. In dit artikel wordt ook de gedachten van de huisartsen over de toekomst onderzocht. Huisartsen neigen tot samenwerking met het ziekenhuis. 56% is voorstander van samenwerking op facilitair gebied. Ook uit de locatie van de HAP blijkt dat samenwerking met het ziekenhuis voorkeur heeft (60% wil als HAP binnen 200m van het ziekenhuis vandaan gevestigd zijn). Er blijkt ook angst te zijn om samen te werken. Deze angst wordt gevormd door identiteitsbehoud en cultuurverschillen tussen 1e en 2e lijn.
2. Onderzoek naar knelpunten en mogelijke oplossingen Nu de HAP dé gevestigde instantie is voor huisartsenzorg buiten kantooruren doen zich nieuwe problemen voor. Er zijn nu grofweg drie aanbieders van spoedeisende zorg: de huisartsenzorg, ambulancehulpverlening en de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. De huisartsenzorg heeft terrein verloren op de spoedeisende hulpverlening; veel mensen gaan naar de SEH of bellen 112 terwijl zij net zo goed door de HAP geholpen kunnen worden: verkeerde-echelonproblematiek. Dit leidt tot capaciteitsproblemen door inefficiënt gebruik van materiaal en mensen in parallelle organisaties. Er vindt weinig afstemming plaats tussen verschillende zorgaanbieders. Dit is te verklaren door verkokering van de beroepsgroepen en eigenbelang (denk aan territoriumdrift, financieel voordeel zoals Eerste Poli Bezoeken voor het ziekenhuis, onzekerheid en angst voor kritiek). Om deze capaciteitsproblemen het hoofd te bieden is het absoluut nodig om tot een afstemming van terrein en taken te komen tussen de verschillende zorgaanbieders!2 3 4
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
10
O. de Graaf
Een voorbeeld van een betere afstemming tussen huisarts en specialist is onderzocht door Uden in Maastricht8. Hier is een vergelijkend onderzoek gedaan tussen 2 modellen: 1. HAP is vóór de SEH gesitueerd. Dit houdt in dat elke patiënt die de SEH bezoekt zonder verwijzing, eerst door een huisarts wordt gezien; deze behandelt zelf, of verwijst patiënt door. 2. Bij het tweede model is de HAP los van de SEH geplaatst; dit is de situatie zoals die feitelijk in heel Nederland nog bestaat. Uit dit onderzoek blijkt dat: •
meer contacten tussen huisarts en patiënt bij het eerste model
•
het aantal zelfverwijzers in het eerste model is vele malen lager dan in het tweede model.
•
de huisarts handelt in het eerste model beduidend meer niet-ernstige traumata (bv. sport) af
De conclusie uit dit onderzoek is, dat er bij het eerste model duidelijk minder zelfverwijzers zijn, en dat met dit model het poortwachterschap van de huisarts ook buiten kantooruren is versterkt. Daar staat wel tegenover de werkbelasting voor de huisarts groter wordt. Een andere vorm van samenwerking is in IJmuiden onderzocht13. Daar zijn huisartsenbedden in het ziekenhuis geplaatst. Deze bedden zijn bedoeld voor patiënten die zich voor een korte periode niet alleen kunnen redden, en hulp nodig hebben van verplegend personeel, gesuperviseerd door een huisarts. De conclusie van dit onderzoek is, dat de huisartsen de huisartsenbedden zien als een reëel alternatief voor patiënten met een kortdurende intensieve zorgbehoefte op zowel verpleegkundig als medisch niveau. Er moet echter wel aan een behoorlijk aantal randvoorwaarden voldaan worden. De belangrijksten daarvan zijn:
- Te klein beddencapaciteit van de dichtstbijzijnde ziekenhuizen - Geen/te weinig bedden in flankerende zorg (bv. verpleeghuizen) - Beperkte opvangmogelijkheden door thuiszorg - Aanwezigheid van klinische bedden binnen de infrastructuur van een ziekenhuis - Achterwacht huisarts - Aanwezigheid verpleegkundig personeel
3. Locatie van de huisartsenpost in relatie tot het ziekenhuis; integratie of niet Er zijn tot nu toe 2 onderzoeken uitgevoerd naar integratie van de huisartsenpost met de SEH Het eerste onderzoek betreft een intern rapport, uitgebracht door een Commissie Kansen & Bedreigingen aan het bestuur van de huisartsenpost in Enschede9. Deze commissie heeft verkennende gesprekken gevoerd met betrokken partijen. Deze partijen hebben hun visie en toekomstplannen naar voren gebracht: •
Raad van Bestuur van het MST wil een nieuw specialisme oprichten: een vierjarige opleiding tot Spoedeisende Hulparts. Verder wil de raad starten met het opleiden en inzetten van triageverpleegkundigen. Tenslotte wil de raad CHPE en SEH fysiek en functioneel integreren.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
11
O. de Graaf
•
Medisch specialisten willen bij integratie één loket en een triage-verpleegkundige die bepaalt of een patiënt door specialist dan wel huisarts wordt gezien. Korte lijnen zijn wenselijk; dit komt naar hun mening de kwaliteit van zorg ten goede met als gevolg een daling van het aantal ziekenhuisopnames. De financiële gevolgen voor zelfstandig gevestigde specialisten moeten echter wel nog in kaart worden gebracht. Ook de bevoegdheden van een mogelijke triage-verpleegkundige moeten nog vastgelegd.
•
Afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) verwacht dat het aantal zelfverwijzers drastisch zal dalen en dat de werkbelasting van de huisarts tijdens diensten toe zal nemen met ongeveer 35%. Één poort HAP/SEH lijkt de SEH voor de patiënt het meest duidelijk. En voor de huisarts is het voordeel dat deze gebruik kan maken van de faciliteiten van het ziekenhuis.
•
Huisartsen verwachten een duidelijke toename van hun werkbelasting. Er zal dan ook zeker personeel bij moeten komen; men denkt aan het inzetten van praktijkondersteuners. Het grote voordeel dat ook de huisartsen zien is, dat integratie de mogelijkheid biedt de krachten te bundelen nu het aanbod aan huisartsenzorg afneemt en de vraag ernaar stijgt. Echter, de triage die op een geïntegreerde post plaats zal vinden moet volgens hen een huisartsgeneeskundige triage zijn; de huisartsen moeten dus invloed krijgen op de opleiding van de triageverpleegkundigen. Een ander aandachtspunt van de huisartsen is dat de huisarts niet mag veranderen in een soort acute hulparts. De kans hierop is extra groot als men 7 x 24-uurs huisartsenzorg wil gaan verlenen op de geïntegreerde post: “Shoppen” en “by- passen” van de eigen huisarts wordt dan te gemakkelijk (ook het behoud van de eigen identiteit als huisarts is hierbij belangrijk).
•
Doktersassistenten zien een integratie als bedreiging en uitholling van hun functie omdat het patiëntencontact nog verder zal afnemen en ook het contact met de huisarts zal dalen (als callcenter en post fysiek gescheiden worden). Wellicht kan men hen deel laten nemen aan de opleiding tot triage-verpleegkundige.
Het tweede onderzoek betreft integratie van verschillende zorgaanbieders op het gebied van de ANWzorg in de regio Tilburg (Twee Steden Ziekenhuis, St. Elisabeth ziekenhuis, DHV, GGD, GGZ)14. Het onderzochte model gaat uit van één centraal callcenter dat bij alle klachten gebeld moet worden (dus geen zelfverwijzers). De klacht wordt dan behandeld door een medisch centralist die een zelfzorgadvies geeft of doorverwijst naar HAP/ SEH. De resultaten uit het onderzoek naar dit model zijn samen te vatten onder een paar noemers: •
Volledige integratie: 55% van de ondervraagde cliënten geeft aan geen genoegen te zullen nemen met een zelfzorgadvies van de medisch centralist en zullen dan waarschijnlijk toch nog als zelfverwijzer naar de HAP/ SEH komen. En bepaalde groepen zoals ouderen, chronisch zieken en terminale patiënten vragen persoonlijkere zorg.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
12
O. de Graaf
De belangrijkste punten van twijfel zijn de bereikbaarheid van het centrale telefoonnummer en de deskundigheid en toetsbaarheid van de centralist. Het model staat of valt met deze factoren. •
Taakintegratie en coöperatie: er moeten goede afspraken gemaakt worden tussen CPA en callcenter over welke patiënten waar thuis horen en er moeten duidelijke triage criteria worden opgesteld om te voorkomen dat échte spoedgevallen worden opgehouden. Gemeenschappelijk gebruik van patiënteninformatie wordt door alle hulpverleners als belangrijk ervaren; evenals protocollen en afspraken over de samenwerking en onderlinge taakverdeling. Op het terrein van de coöperatie moet ook de mogelijke integratie van CPA en callcenter bekeken worden.
•
Informatie: interne informatie- overdracht is van wezenlijk belang. Daarnaast moet er ook een duidelijke communicatie naar de patiënt zijn, waarin wordt uitgelegd hoe de ANW-zorg geregeld is en wat er verwacht wordt voor een optimaal functioneren van het model.
Tenslotte is er zeer recentelijk door Leenen een artikel geschreven over gescheiden wegen van spoedzorg en electieve zorg, waarbij de huisarts mogelijk verdwijnt uit de spoedeisende zorg15. Het probleem volgens hem is dat de spoedzorg in Nederland is georganiseerd rond het electieve zorgproces. Dat betekent vanuit huisartsenperspectief: - Huisartsenposten zijn te kostbaar en moeten verdwijnen - Huisartsen moeten vervangen worden door SEH-artsen - Deze specialistische zorg kan eventueel aangevuld worden met huisartsen - Via een call-center kan er worden getriëerd door verpleegkundigen Zijn visie is dus dat de verantwoordelijkheid van de spoedeisende eerstelijnszorg niet langer voor de rekening van de huisarts is.
Internationale literatuur In de internationale literatuur is veel onderzoek gedaan naar huisartsenposten en de gevolgen daarvan voor de huisartsen en kwaliteit van zorg. Maar er is geen gepubliceerd onderzoek gedaan naar de toekomstvisie van huisartsen (general practitioners). Wel heeft Lattimer et al17 in 1996 een aantal voorstellen gedaan naar een vervangende service voor spoedzorg buiten kantoortijden. Hierbij stelde hij drie modellen voor aan huisartsen in het noorden van Engeland: een HAP, een SEH/HAP geïntegreerd en als derde gebruik van call-centres. Uit het onderzoek werd duidelijk dat 83% van de ondervraagde huisartsen in ieder geval een van de drie modellen zou willen proberen. Integratie werd al meest populair aangegeven. De behoefte om de spoedzorg buiten kantoortijden te veranderen was reeds toen dus al aanwezig. De belangrijkste motivaties hierbij zijn voor de huisartsen verminderde werktijden en werkbelasting. Randvoorwaarden die werden genoemd waren: goede financiering van de post, beloning voor de artsen, duidelijke voorlichting naar patiënten over het doel van de zorg buiten kantoortijden. Er moeten goede afspraken gemaakt worden met ziekenhuis en ambulance). Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
13
O. de Graaf
4.2 Pilot-studie
Van de 76 verstuurde vragenlijsten zijn er, na herinnering, 64 geretourneerd naar het kenniscentrum. Dat is een respons van 84,2%. Hiervan zijn 49 man en 15 vrouw. De gemiddelde leeftijd is 46,8 jaar. De helft besteedt de diensten nooit uit. 70% van de respondenten besteedt de diensten minder vaak dan 10% uit. 2 huisartsen besteden de diensten allemaal uit.
Takenpakket met betrekking tot de te leveren zorg Een groot deel van de huisartsen ziet de medische zorg buiten kantoortijd wel als huisartsenwerk. 67,2% reageert positief, terwijl er 15,6% oneens is. Daarentegen ziet 50,1% de medische zorg buiten kantoortijden zeker niet als de organisatorische verantwoordelijkheid van de gevestigde huisartsen. In de bijgeschreven opmerkingen is verdeeldheid over de verantwoordelijkheid voor de zorg buiten kantoortijden. Sommigen zien de verzekeraar als verantwoordelijke, anderen juist niet de verzekeraar, maar de huisarts zelf. (zie tabel 1, bijlage 3 & tabel 1, bijlage 4)
Over de te leveren zorg hebben huisartsen een duidelijk oordeel. De niet-spoedeisende zaken, zoals 2e opinion, patiënten die overdag niet kunnen komen en langer bestaande klachten horen volgens de huisartsen niet op de post thuis. Meer dan 90% zegt dit geen zorg voor de huisarts op de huisartsenpost te vinden. 65,6% vindt ook vergeten herhaalrecepten geen zorg voor de huisartsenpost. De spoedeisende zaken zien huisartsen wel als hun zorg. Hieronder vallen ongevallen die naar de post kunnen komen (82,9% voor) en de zelfverwijzers naar de SEH (50% voor, 29,7% tegen). Het ter plaatse komen van de HA bij ongevallen heeft meer weerstand: 32,8% voor, 50,1% tegen. Er is enige verdeeldheid over de zorg voor psychiatrische crisis en terminale zorg. Bij beiden zijn ongeveer 43% huisartsen voor en ongeveer 35% huisartsen tegen. Uit kwalitatieve opmerkingen komt naar voren dat patiënten die eenmaal onder behandeling van de GGZ zijn, daar ook buiten kantoortijd rechtstreeks terecht moeten kunnen. Wat betreft terminale zorg vinden veel huisartsen dat hiervoor de eigen huisarts privé bereikbaar moet zijn. (tabel 2, bijlage 3 & tabel 2, bijlage 4).
Takenpakket met betrekking tot toestandsbeelden Over zorg bij genoemde acute toestandsbeelden zijn de huisartsen redelijk eensgezind De grote meerderheid vind de A1 en A2-toestandsbeelden allemaal tot het toekomstig takenpakket van de huisarts op de huisartsenpost horen. Ongeveer 80% vindt dat met name de acute buik, benauwdheid, CVA, en insult hiertoe behoren. Rond de 65% vindt dat bewusteloosheid, mogelijk Myocard Infarct en suïcide tot het takenpakket behoort. Kwalitatieve opmerkingen gaan veelal over de triage: triage over deze ziektebeelden blijft taak van de huisarts. (tabel 3, bijlage 3 & tabel 3, bijlage 4)
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
14
O. de Graaf
Takenpakket met betrekking tot verrichtingen Ruim driekwart van de huisartsen ziet voor zichzelf wel een taak weggelegd als het gaat om catheteriseren, reanimeren, ademweg vrijmaken, defibrilleren en hechten (de laatste zelfs 92,2% positief). Er is verdeeldheid over het aanleggen van een infuus (34,1% voor, 41,6% tegen) en het toedienen van O2 (40,6% voor, 31,3% tegen.) Geen taak voor zichzelf zien de huisartsen als het gaat om saturatie meten (50% tegen), thuisthrombolyse (45,9% tegen) en intuberen (68,8% tegen). Huisartsen schrijven dat bij veel van de in de vraag genoemde handelingen ervaring en kundigheid vergen. Artsen willen wel deze handelingen op zich nemen met hulp van ambulance-personeel en goede apparatuur (Tabel 4, bijlage 3 & tabel 4, bijlage 4).
Samenwerking met betrekking tot de organisatievorm De huisartsen konden bij deze vraag per voorgestelde organisatievorm aangeven of ze het eens, neutraal of oneens waren. - Terug naar de oude waarneemgroepen is 6,3% mee eens. - De HAP los van het ziekenhuis en de SEH geeft verdeeldheid (40,6% is eens, maar 25% is oneens). - Bij een organisatievorm waarbij de HAP wel in het ziekenhuis is gevestigd, maar los staat van de SEH is 28,1 % eens, en 31,3 % oneens. - Organisatorische en inhoudelijke integratie van de HAP met de SEH geeft bij elk genoemde model evenveel voor als tegenstanders (allemaal rond de 35%). - 82,8% vindt dat de huisartsenpost niet 24 uur per dag geopend moet zijn (Tabel 5, Bijlage 3) Met betrekking tot de organisatievorm kwamen er veel kwalitatieve opmerkingen (27x). Deze opmerkingen lopen uiteen van financiële randvoorwaarden tot eigen ideeën m.b.t. organisatievorm en samenwerking met CPA en SEH. Een enkeling vind dat de verantwoordelijkheid afgeschoven kan worden op andere partijen, maar de meeste opmerkingen gaan over behoud van identiteit en verantwoordelijkheid. (Tabel 5, bijlage 4)
Samenwerking met betrekking tot facilitatie door ziekenhuis 53,1% van de huisartsen is voorstander van samenwerking op facilitair gebied. Bij een samenwerking op facilitair gebied bestaan er verschillende vormen 1. Bij algemeen facilitair (schoonmaak, catering e.d.) is er een kleine meerderheid die wil samenwerken (40,6% voor samenwerking, 29,7% tegen). 2. Op Medisch facilitair gebied (hechtmateriaal, medisch instrumentarium, sterilisatie) is 75% van de huisartsen voorstander voor samenwerking. 3. Bij diagnostisch facilitair (Röntgen, ECG, lab) is 57,8% positief over een samenwerking op dit gebied. 20,3% is tegenstander. Er zijn wederom vrij veel opmerkingen geplaatst. Hieruit spreekt het voordeel van samenwerking op de verschillende gebieden (zoals: gevolg van samenwerking is betere zorg; samen maakt het leuker; Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
15
O. de Graaf
voor adequate zorg is samenwerking CPA, SEH en HAP noodzakelijk). Er zijn ook opmerkingen over belasting van de huisarts waarbij diagnostische faciliteiten beter bij de specialist kunnen blijven. (tabel 6, bijlage 3 & tabel 6 bijlage 4)
Samenwerking met betrekking tot triage Van de huisartsen vindt 71,9% dat er een duidelijke taakverdeling moet komen tussen de HAP en de SEH. 57,8 % heeft voorkeur voor 1 centraal spoednummer voor huisarts, ambulance en Spoedeisende hulp (‘1-1-3’). 45,3% ziet de huisarts als verantwoordelijke voor de triage, 17,2% juist niet. Tenslotte is 60,9% voorstander van triage door de huisarts aan de poort van de HAP/SEH. Uit de bijschriften wordt duidelijk dat een aantal huisartsen de triage willen uit besteden: “Maakt niet uit waar triage gebeurd, als desbetreffende maar voldoende deskundig is”. “Een balie, waarbij assistente verwijst naar HAP, SEH of Ambulance”. (Tabel 7, bijlage 3 & Tabel 7, bijlage 4)
Medisch inhoudelijke samenwerking 81,3 % van de ondervraagde huisartsen is voorstander van een gezamenlijk elektronisch patiëntendossier. Volgens een aantal artsen had dat er al lang moeten zijn. Wederzijdse personeelsinzet is 50,0% voor. Samenwerking met specialisten met betrekking tot de transmurale afspraken wordt positief door de huisartsen ontvangen. Deze afspraken zijn onderverdeeld in Diagnostisch, Farmacotherapeutisch en Vervolgafspraken. Alle drie scoren ze rond de 80%. Bij de opmerkingen worden veel voordelen van inhoudelijke samenwerking genoemd (maakt het vak weer leuker; er wordt een overzichtelijke geheel gecreëerd; meer professioneel, meer commercieel) Er worden ook nadelen genoemd, zoals “verlies van identiteit”; “dit is de ideale situatie, in werkelijkheid onmogelijk”.(Tabel 8, bijlage 3, tabel 8, bijlage 4)
Verregaande samenwerking Van de huisartsen wil 71,9 % samenwerken met specialisten op het gebied van opvang bij piekbelasting. Bij de stelling over het verlenen van gezamenlijke zorg en consultatie van elkaar stemt 81,3 % voor. De medisch specialist naar de patiënt thuis laten gaan heeft iets meer weerstand, maar er lijkt nog een kleine voorkeur voor te zijn, echter zijn er ook veel neutralen. (42,2% voor, 39,1% is neutraal) Een observatiebed op de HAP leidt tot verdeeldheid (43,8% eens, 35,9% oneens). De helft vindt samenwerking prima door verdwijnen van verzuiling en samen sterk staan, maar er worden ook opmerkingen gemaakt zoals: Huisartsenzorg en specialistische zorg zijn niet uitwisselbaar; bed hoort op SEH, één verantwoordelijke arts per patiënt. (Tabel 9, bijlage 2).
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
16
O. de Graaf
Overige stellingen met betrekking tot taakdifferentiatie en opleidingsplaatsen Uit de cijfers blijkt, dat de huisartsen een taakdifferentiatie tot regie-, consult- of visitearts waarderen (43,8 % voor, 26,6 % tegen). Er worden wel een paar randvoorwaarden genoemd, waarbij financiën de belangrijkste is. Over opleidingsplaatsen wordt positief gereageerd (65,6% voorstander, 7,8% tegen), maar uit de opmerkingen komt naar voren dat de huisartsen eerder een specialist in opleiding op de HAP zien, dan een HAIO op de SEH. (Tabel 10, bijlage 3 & tabel 10, bijlage 4)
Betrouwbaarheid van de pilot Bij meten van de betrouwbaarheid wordt met name gekeken naar de interne consistentie. Er wordt gemeten of de vragen in de enquête, die nu bij elkaar staan, inderdaad hetzelfde meten. Een maat om de interne consistentie te meten is de coëfficiënt alfa, of de Crohnbach’s Alfa. Deze waarden moet boven de 0.65 liggen. Van de vragen over het toekomstig takenpakket (C 52 t/m C 55) zijn de Crohnbach’s Alfa waarden redelijk hoog. 0.58 tot 0.90. Dit onderdeel is redelijk betrouwbaar Daarentegen bij het onderdeel toekomstige samenwerking zijn de Crohnbach Alfa waarden laag. Uitzondering hierbij is cluster C 70 t/m C72c, waarbij de Alfa van .76 een hogere betrouwbaarheid meet. (tabel 11, bijlage 3).
Validiteit Bij validiteit wordt gemeten of de vragen inderdaad meten wat ze moeten meten. Daartoe wordt bepaald hoeveel (virtuele) factoren er nodig zijn om de variantie te kunnen verklaren. Vervolgens wordt er gekeken welke ladingen (waarden) de verschillende factoren hebben. Deze waarden zouden bij een hoge validiteit hoog uit moeten komen. Daarnaast kunnen de vragen bij een valide vraag door 1 factor worden verklaard. In deze vragenlijst liggen de factorladingen ver uit elkaar. Bij de meeste vragen zijn er 2 factoren nodig om de variantie te verklaren Dat betekent dat deze pilotstudie een vrij lage validiteit heeft. (zie tabel 11, bijlage 3).
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
17
O. de Graaf
5 Discussie
Bij dit onderzoek is slechts 1 post met 76 huisartsen aangeschreven. Dit is niet erg veel, maar omdat de respons van 84% (n=64) hoog is, geeft dit onderzoek toch een redelijk betrouwbaar beeld van de toekomstvisie van huisartsen in de betreffende regio.
Takenpakket Huisartsen zien de zorg buiten kantoortijden wel als huisartsenwerk, maar zij zijn verdeeld over de vraag of zij daar zelf in willen participeren. Bovendien ziet de meerderheid zichzelf als gevestigde huisarts niet meer verantwoordelijk voor de medische zorg buiten kantoortijden. Huisartsen rekenen de spoedeisende zorg buiten kantoortijd wel tot het takenpakket van de huisarts op de huisartsenpost, maar ze vinden wel dat een aantal handelingen en toestandsbeelden in samenwerking moet met de specialistische spoedeisende zorg (ambulance). De huisarts moet geen veredelde ambulanceverpleegkundige worden. Bekend is inmiddels het standpunt van de club van 100, waarin de huisarts de organisatorische verantwoordelijkheid afstaat aan specialist, ziekenhuis of zorgverzekeraar, echter de huisarts blijft wel (facultatief) deelnemen aan de spoedeisende eerstelijnszorg buiten kantoortijden6. Dit staat haaks op het huidige standpunt van de Landelijke Huisartsen Vereniging. Deze ziet de zorg buiten kantoortijd nog wel als verantwoordelijkheid van de huisarts. De facultatieve deelname ligt in het straatje van de specialisten en zorgverzekeraars, want na het ontstaan van de HAP zien vooral zij de mogelijkheid de eerstelijns spoedzorg, en dan met name de triage, over te dragen aan de veel goedkopere verpleegkundige/assistente, aldus Leenen in zijn meest recente artikel17. Maar een meerderheid van de huisartsen vindt juist de triage nog wel de verantwoordelijkheid van de huisarts. Dit wordt ondermeer duidelijk uit het feit dat de huisartsen de door ons genoemde toestandsbeelden allemaal tot het takenpakket rekenen. In de bijschriften staan een aantal opmerkingen over de onmisbaarheid van de huisarts bij de triage van deze beelden. Ook in de literatuur kwam al naar voren dat huisartsen voor zichzelf een grote taak zien bij de triage, waarbij in Maastricht de huisartsenpost voor de SEH kwam te staan. En in Enschede willen de huisartsen bij een integratie invloed krijgen op de opleiding van de triage-verpleegkundigen. Dus de trend op dit moment is, dat de huisartsen de verantwoordelijkheid door willen geven aan anderen, maar zeker niet willen verdwijnen uit de eerstelijns spoedeisende zorg buiten kantoortijden.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
18
O. de Graaf
Samenwerking HAP/SEH Over organisatorische en inhoudelijke integratie van de HAP met de SEH heerst verdeeldheid onder de huisartsen. De artsen in Tiel zijn het in ieder geval eens dat terug naar de waarneemgroepen geen optie is. Er lijkt een lichte neiging naar de huidige situatie in Tiel, met de HAP op het ziekenhuisterrein, los van de SEH. Dat is te verwachten, want dit is de huidige situatie in Tiel. Over een HAP in het ziekenhuis, en een integratie met de SEH zijn de huisartsen verdeeld. Zoals al blijkt uit de literatuur5, zijn de artsen tevreden over de huidige dienstenstructuur van een huisartsenpost los van de SEH op het ziekenhuisterrein. Daarbij bestaat er de angst om te integreren, zoals uit verschillende artikelen blijkt3 5. Een integratie moet aan veel randvoorwaarden voldoen, wil het voor de huisartsen een goede vervangende optie zijn voor de huidige post. Wat in ieder geval duidelijk uit deze enquête naar voren komt, is dat andere organisatiemodellen niet door de huisartsen worden verworpen. Op inhoudelijk gebied is het moeilijk een eenduidig beeld te krijgen van wat de artsen willen. Een trend lijkt nu te zijn dat op het gebied van facilitatie de huisartsen willen samenwerken met het ziekenhuis. Bij een samenwerkingsverband met de andere disciplines in de spoedeisende zorg blijft de triage de verantwoordelijkheid van de huisartsen. Deze triage zou via een centraal spoednummer geregeld kunnen worden (1-1-3). De transmurale standaarden, en daarnaast het gezamenlijk patiëntendossier bevordert de continuïteit en verbetert de kwaliteit van zorg. Doktersassistentes en verpleegkundigen kunnen elkaar heel goed aanvullen. Ook specialisten en huisartsen kunnen elkaar aanvullen, qua kennis en inzichten, maar door opvang door de minder belastte partij.
Bovenstaande samenwerking gaat richting een integratie. In de literatuur zijn al onderzoeken besproken over integratie van HAP en SEH9 14 15. Duidelijk hierbij is dat de huisarts een prominente rol in de spoedzorg wil blijven houden. Als je dan bovenstaande bekijkt, ligt de uitkomst inderdaad in de lijn der verwachtingen, dat de huisartsen deel gaan nemen in zo’n nieuwe structuur. Vooral de triage blijft taak van de huisarts. Bij “takenpakket” is de discussie over deze triage al aan bod gekomen. Opvallend in de uitslag van dit onderzoek is, dat huisartsen vinden dat verpleegkundigen niet kunnen trieëren. Dat moet aan de huisartsenassistentes over gelaten worden, ter voorkoming van een uitholling van hun functie, waar ze bang voor zijn.9 Naast enkele kritische specialisten, zien veel specialisten een voordeel in samenwerking tussen huisartsen en specialisten9. Met name de specialisten op de SEH, die met de komst van de huisarts in het ziekenhuis het aantal zelfverwijzers naar de SEH ziet dalen, staan positief tegenover de komst van de huisarts in het ziekenhuis.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
19
O. de Graaf
6 Kanttekeningen en aanbevelingen Kanttekeningen Dit onderzoek betreft een pilot-studie in een beperkte populatie in een beperkte regio. Dit is dus niet representatief voor heel Nederland. Daarnaast scoort deze studie bij het beoordelen van de betrouwbaarheid en validiteit erg laag, met name het deel over de gewenste samenwerking. Deze studie kan daarom het best worden opgevat als een eerste verkennend onderzoek. Bij het ontwikkelen van de enquête zijn twee achterliggende aspecten bevraagd: inhoudelijk en organisatorische aspecten. Het blijkt er moeilijk om deze zaken strikt te scheiden. Dat is, blijkt bij de analyse, ook niet helemaal gelukt. Veel huisartsen hebben bij het beantwoorden van de vragen in het onderdeel “Organisatievorm”voor de optie “neutraal”gekozen. Bij dit deel van de enquête kregen de huisartsen slechts de keuze uit eens, neutraal of oneens. Dit dwingt de huisartsen waarschijnlijk te veel in een bepaalde richting, en daarom kan het zijn dat veel respondenten voor de veilige “neutraal” kiezen. In de vervolg-pilot is dit inmiddels veranderd in een 5-keuze antwoord.
Aanbevelingen Op dit moment loopt de 2e pilot-studie in Arnhem. De enquête moet daarna weer verder worden bijgesteld. Denk aan een betere scheiding tussen inhoudelijk en organisatische aspecten. Maar ook de groepering en formulering van verschillende vragen moet worden verbeterd. Vervolgens kan de vragenlijst op meerdere plaatsen in Nederland worden uitgezet, zodat er een meer betrouwbaar resultaat uit komt. Sommige uitkomsten zijn “post-specifiek”. Door ook andere posten in het onderzoek mee te nemen, kunnen deze factoren eruit worden gefilterd. Naast de huisartsen zijn ook specialisten gebaat bij een integratie. Hierover loopt momenteel een onderzoek op het kenniscentrum.
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
20
O. de Graaf
Literatuurlijst
1. Netten P.M., van der Zee P.M., Bleeker M.W.P., Smulders C., De eerste lijn voorbij. Inventariserend onderzoek naar zelfverwijzers op de spoedeisende hulp. Med Contact 2002;57(3): 87-89 2. IJzermans C.J., Mentink S. et al., Contacten buiten kantooruren: klachten gepresenteerd aan de huisarts en aan de Spoedeisende Hulp. NTvG 2002;146(30): 1413-17 3. Giesen P., Fraanje W., Klomp M., Rammelende keten, afstemming van taken spoedeisende zorg is dringend gewenst. Med Contact 2003;58(47):1810-12 4. Ariëns E.A.R., Kleur bekennen op de Spoedeisende Hulp. Medisch Vandaag, 5 nov 2003 5. Giesen P, Hiemstra N, Mokkink H, De Haan J, Grol R. Tevreden over diensten, centrale huisartsenpost voldoet aan verwachtingen. Med Contact 2002;57(45):1657-1660 6. Anoniem, Club van 100, Manifest 2004. www.huisartsvandaag.nl. 28 nov. 2003 7. Hoogervorst H, Beleidsvisie acute zorg, Ministerie van VWS,Kamerstuk 10-10-2003 8. Uden C.J.T. van, Poortwachter hersteld. Med Contact 2003;58(39):1482-85 9. Davids A.J. et al. Samen of alleen; Rapport Commissie Kansen en Bedreigingen Integratie CHPE-SEH, 19 juni 2003 10. Anoniem. Veel haken en ogen rond integratie SEH en Huisartsenpost, Nieuwsartikel. Med Contact 2003;58(48):1847 11. Maassen H., Een nieuw kompas. Medisch Contact 2003;58(48):1850-53 12. Hiemstra, N.A.M., CHN, Ervaringen en visie van huisartsen 1 jaar na de start, Verslag wetenschappelijke stage WOK/KUN, september 2000 13. Moll van Charante E.P, IJzermans C.J, Bindels P.J.E, Huisartsenbedden in een ziekenhuis. Med Contact 2000;55(14) 14. Breedveld E., Brekelmans R. et al., Ex- ante evaluatie ANW- model; een analyse vanuit cliënten- en medewerkersperspectief. Tilburg, oktober 2003 15. Leenen L.P.H., Gescheiden wegen, efficiëntere zorg door aparte spoedzorgstructuur, Med Contact 2004;59(10):360-63 16. Lattimer V. et al., Future provision of out of hours primary medical care. BMJ 1996;312:352356
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
21
O. de Graaf
Bijlagen Bijlage 1: Begeleidende brief enquête
Zeer geachte Collega, Graag willen wij uw mening horen op over twee onderwerpen: 1. Uw oordeel over de huidige zorg op de Huisartsenpost. 2. Uw visie op de toekomst van de Huisartsenpost We willen heel graag weten hoe uw oordeel is over de huidige kwaliteit van onze huisartsenpost: Immers U werkt er zelf, hoort ervaringen van patiënten en anderen. Uw oordeel kan heel behulpzaam zijn om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Daarnaast zijn we heel benieuwd hoe U over de toekomst denkt. Deze toekomst ligt voor ons open en bevat een heel spectrum aan organisatiemodellen. In de zich snel veranderende wereld is het, naar onze mening, van groot belang dat huisartsen nadenken over de toekomst en daar zelf actief richting aan geven. Uw mening wordt zeer op prijs gesteld, en stelt ons in staat, een door de beroepsgroep gedragen toekomstbeleid te helpen ontwikkelen. Wij willen u vriendelijk verzoeken de enquête liefst binnen 2 weken aan het Kenniscentrum te zenden door middel van de bijgevoegde portvrije retourenveloppe. Een postzegel is dus niet nodig. Uiteraard worden uw gegevens vertrouwelijk en anoniem verwerkt door het Universitair Medisch Centrum St. Radboud, te Nijmegen. Mocht u vragen hebben, dan kunt u onderstaand telefoonnummer bellen. Hartelijk dank voor uw bijdrage!!
Bestuur en management HAP Gelders Rivierenland Tiel
………….., voorzitter
………………., directeur
Kenniscentrum ”Huisartsenposten en huisartsenspoedzorg”
Projectleider-onderzoeker: Paul Giesen, huisarts Student onderzoeker: Onno de Graaf Afd. Kwaliteit van Zorg, UMC St. Radboud Nijmegen WOK 229, P.O. Box 9101, 6500 HB Nijmegen.
[email protected] Tel.nr. Onno de Graaf: 06-12436000 Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
22
O. de Graaf
Bijlage 2: Pilot-enquête, deel C: Toekomstvisie Hoe oordelen huisartsen over de huisartsenpost en wat is hun toekomstvisie?
A. Huisarts- en praktijkkenmerken
1.
Leeftijd: ………. jaar
2.
Geslacht: Man Vrouw
3.
Praktijkvorm: Solo Duo HOED-constructie (> 2 huisartsen) Gezondheidscentrum Anders: …………………………………………
4.
Hoeveel dagen per week bent u (gemiddeld) als huisarts in uw praktijk werkzaam? < 2 dagen 2-3 dagen >4 dagen
5.
Aantal kilometers van praktijk tot de HAP <5 6-12 13-18 >18
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
23
O. de Graaf
6.
Hoe vaak besteedt u uw diensten uit? Nooit → Sla vraag 7 over Ongeveer ………… % van mijn totale aantal diensten Altijd
7.
Geef in volgorde van belangrijkheid aan wat voor u een reden is om de dienst uit te besteden (u vult dus slechts de nummers van de 5 belangrijkste items in, de overgebleven 4 items vallen af ) b.v. 4 3 1 7 5 1) Werkbelasting tijdens het dienstdoen 2) Hoge werkbelasting overdag 3) Arbeidssatisfactie tijdens het dienstdoen 4) Onbekende patiënten tijdens dienstdoen 5) Behoefte aan vakantie / vrije tijd 6) Zwangerschap/zorg voor kinderen/huishouden 7) Mijn leeftijd 8) (chronische) Ziekte 9) Anders: ………………………….
Zeer belangrijk
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
Belangrijk
24
O. de Graaf
C. Toekomstvisie
Middels stellingen willen te weten komen wat uw visie is op de meest optimale toekomstige zorgverlening. Uw argumentatie, met daarbij eventuele randvoorwaarden, kunt u na ieder deelonderwerp opschrijven. y Gewenst takenpakket 52.
In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? Zeer eens ↓ a. Medische zorg buiten kantoortijd is huisartsenwerk
b. De gevestigde huisartsen blijven verantwoordelijk
voor de medische zorg buiten kantoortijd
Zeer oneens ↓
Opmerkingen:…………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………………………
53.
Welke zorg hoort volgens u tot het toekomstige takenpakket van de huisarts op de huisartsenpost?
a. b. c. d. e.
f. g. h.
Zeer zeker ↓ Zorg voor terminale patiënten
Zorg voor zelfverwijzers die nu naar de SEH gaan
Zorg voor patiënten die om privé-reden overdag niet kunnen komen
Zorg voor patiënten met langer bestaande, niet spoedeisende, klachten
Zorg voor patiënten na straatongevallen en ongevallen in openbare gelegenheden: a. in staat om naar de post te komen
b. niet in staat om naar de post te komen (HA komt ter plaatse)
Zorg voor patiënten die vragen om een “2nd opinion”
Zorg voor patiënten met (vergeten) herhaalrecepten
Zorg voor patiënten in een psychiatrische crisis
Zeker niet ↓
Opmerkingen:………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
25
O. de Graaf
54.
Welke toestandsbeelden horen volgens u tot het toekomstige takenpakket van de huisarts op de huisartsenpost? Zeer zeker ↓
Zeker niet ↓
a. Bewusteloosheid
b. POB, mogelijk Myocard Infarct c. Acute buik d. Hartritmestoornis e. Ernstige benauwdheid f. Mogelijk CVA g. Insult
h. Suïcide/vergiftiging
Opmerkingen:………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
55.
Welke verrichtingen horen volgens u tot het toekomstige takenpakket van de huisarts op de huisartsenpost?
a. Hechten b. Infuus aanleggen c. Catheteriseren
Zeer zeker ↓
Zeker niet ↓
d. Uitvoeren thuistrombolyse e. f. g. h. i. j. k.
Reanimeren
Vrijmaken ademweg
Intuberen
O2 toedienen
O2 saturatie meten
Defibrilleren (middels AED)
Anders:…………………………………………………………………………………..
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
26
O. de Graaf
y Gewenste organisatievorm Mee eens 56.
57.
Mee neutraal oneens
Dienstregeling via waarneemgroepen, geen huisartsenposten (HAP)
HAP is los van het ziekenhuis, als eigenstandige organisatie
HAP wordt geïntegreerd met de SEH, daarbij zijn de huisartsen verantwoordelijk voor de spoedeisende eerstelijnszorg, inclusief zelfverwijzers. HAP heeft eigen organisatiestructuur.
Huisartsen zijn niet verantwoordelijk voor de organisatie. De huisartsenzorg buiten kantoortijd wordt verzorgd door samenwerkende disciplines binnen ziekenhuis Spoed Eisende Hulp: SEH spoedartsen, specialisten Ambulancepersoneel. Huisartsen worden ingehuurd door het ziekenhuis en deelname is dus facultatief.
De huisartsenpost is 24 uur per dag geopend en vangt alle spoedeisende huisartsenzorg op
58. HAP is als eigenstandige organisatie gevestigd los van de SEH in het ziekenhuis 59.
60.
61.
Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen (56 t/m 61):.....…………………………………. …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
y Gewenste samenwerking HAP en ziekenhuis Mee eens 62.
63.
64. 65.
Mee neutraal oneens
Er is geen verdergaande samenwerking (samenwerking blijft zoals bv overdag gebruikelijk is)
Samenwerking alleen op algemeen facilitair gebied (telefoon, schoonmaak, catering e.d.)
De HAP maakt gebruik van medische faciliteiten (hechtmateriaal, medisch instrumentarium, sterilisatie)
De HAP maakt gebruik van diagnostisch faciliteiten van het ziekenhuis (Röntgen, Lab, ECG)
Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen m.b.t. ruimtelijke vormgeving (62 t/m 65):.…. …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Mee Mee eens neutraal oneens 66. Er is een duidelijke taakverdeling tussen HAP en SEH Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
27
O. de Graaf
betreffende patiëntcategorieën
67.
Gezamenlijke telefonisch triage voor de hele regio (“1-1-3”) (Huisarts, Ambulance, Spoedeisende Hulp)
68.
Gezamenlijke triage voor de hele regio aan de poort van SEH/HAP
Triage valt onder verantwoordelijkheid van de huisarts
69.
Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen m.b.t. triage (66 t/m 69):.....………………….. …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Mee eens 70.
Een gezamenlijk gebruik van het elektronisch patiëntendossier
Mee neutraal oneens
71. Wederzijdse ondersteunend personeelsinzet: Assistentes en verpleegkundigen worden bij HAP en SEH ingezet 72.
Samenwerking tussen huisartsen en specialisten met betrekking tot transmurale standaarden:
a. gezamenlijk beleid t.a.v. diagnostiek
b. gezamenlijk (farmaco)therapie c. afspraken t.a.v. vervolg/verwijs-afspraken met patiënt
Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen m.b.t. samenwerking HAP en SEH (70 t/m 72):……………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
28
O. de Graaf
Mee eens 73.
Bij piekbelasting van één partij is er opvang door de andere partij
neutraal
Mee oneens
74.
HAP krijgt ondersteuning van medisch specialistisch zorg thuis
75.
De huisarts en specialist geven gezamenlijk zorg aan de patiënt en consulteren elkaar waar nodig
Er is een “observatiebed” op de afdeling aanwezig. Patiënt (bv. astma cardiale, hypo) kan enkele uren eerstelijns worden geobserveerd.
76.
Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen over verregaande samenwerking (74 t/m 76):……………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Mee eens 77.
78.
Mee neutraal oneens
Een taakdifferentiatie van huisartsen tot regie/telefoon-, consult- of visitearts
Op de post zijn opleidingsplaatsen, zowel voor HAIO’s als voor AGIO’s die bij zowel SEH als HAP stage lopen
Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande overige stellingen (77 en 78):………………………….. …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
79. Heeft u zelf nog andere ideeën of toe te voegen vragen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Bedankt voor uw medewerking!
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
29
O. de Graaf
Bijlage 3: Resultaten
Tabel 1: Algemene stellingen Med. zorg buiten kantoortijd is Huisartsenwerk
Gevestigde HA’s blijven verantwoordelijk voor de med. zorg buiten kt-tijd
Vraag 52
28,1 39,1 17,2 12,5 3,1 0
14,1 18,8 17,2 29,7 20,3 0
Zeer eens Eens Neutraal Oneens Zeer oneens Niet ingevuld
0,0 1,6 7,8 17,2 73,4 0,0
7,8 25,0 17,2 20,3 29,7 0,0
0,0 0,0 1,6 10,9 85,9 1,6
4,7 9,4 20,3 25,0 40,6 0,0
Psychiatrische crisis
Ongevallen; huisarts komt ter plaatse
Ongevallen die naar de post kunnen komen 43,8 39,1 6,3 3,1 6,3 1,6
Herhaal-recept
0,0 3,1 4,7 12,5 79,7 0,0
Langer bestaande klachten
17,2 32,8 17,2 17,2 12,5 3,1
Patiënten die overdag verhinderd zijn
21,9 20,3 20,3 17,2 18,8 1,6
2nd opinion
Zeer eens Eens Neutraal Oneens Zeer oneens Niet ingevuld
Zelfverwijzers SEH
Vraag 53
Terminale zorg
Tabel 2: Gewenste zorg
9,4 31,3 21,9 15,6 21,9 0,0
Tabel 3: Toestandsbeelden Hartritmestoornis
Benauwdheid
Mogeijk CVA
Insult
Vergiftiging
32,8 25,0 12,5 12,5 15,6 1,6
Acute buik
Zeer eens Eens Neutraal Oneens Zeer oneens Niet ingevuld
POB, mogeljk MInfarct
Bewusteloosheid
Vraag 54
32,8 31,3 17,2 12,5 4,7 1,6
60,9 29,7 3,1 4,7 0,0 1,6
34,4 37,5 17,2 7,8 1,6 1,6
35,9 43,8 12,5 4,7 0,0 3,1
45,3 37,5 10,9 3,1 0,0 3,1
39,1 42,2 10,9 3,1 1,6 3,1
20,3 29,7 25,0 10,9 10,9 3,1
Tabel 4: Verrichtingen Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
30
O. de Graaf
Infuus
Catheter
Thuisthrombolyse
Reanimatie
Vrijmaken ademweg
Intuberen
O2 toedienen
O2 saturatie meten
Defibrilleren. (AED)
Zeer eens Eens Neutraal Oneens Zeer oneens Niet ingevuld
Hechten
Vraag 55
73,4 18,8 7,8 0,0 0,0 0,0
23,4 10,9 25,0 17,2 23,4 0,0
45,3 21,9 14,1 9,4 7,8 1,6
14,1 17,2 23,4 9,4 35,9 0,0
54,7 18,8 12,5 3,1 7,8 3,1
50,0 26,6 9,4 4,7 7,8 1,6
3,1 14,1 14,1 26,6 42,2 0,0
15,6 25,0 28,1 17,2 14,1 0,0
12,5 17,2 18,8 21,9 28,1 1,6
21,9 23,4 20,3 14,1 14,1 6,3
HAP 24 uur open
Integratie: HA niet verantw.
Integratie: HA is verantwoordelijk
HAP los van ziekenhuis
Eens Neutraal Oneens Niet ingevuld
Waarneemgroepen
Organisatievormen
HAP in ziekenhuis
Tabel 5: Gewenste organisatievorm
6,3 10,9 81,3 1,6
40,6 28,1 34,4 43,8 6,3 34,4 39,1 29,7 15,6 10,9 25,0 31,3 34,4 39,1 82,8 0,0 1,6 1,6 1,6 0,0
Eens Neutraal Oneens Niet ingevuld
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
Diagnostisch facilitair
Medisch facilitair
Algemeen facilitair
Facilitaire voorzieningen
Geen fac. samenwerkin
Tabel 6: Facilitaire voorzieningen
21,9 40,6 75,0 57,8 23,4 29,7 18,8 18,8 53,1 29,7 6,3 20,3 1,6 0,0 0,0 3,1
31
O. de Graaf
45,3 37,3 17,2 0,0
Eens Neutraal Oneens Niet ingevuld
vervolgafspr
Farmacoth. afspraken
Diagnostisch afspraken
Gez. personeel
Opleidingsplaatsen
Stellingen
71,9 42,2 81,3 43,8 15,6 39,1 15,6 18,8 12,5 15,6 3,1 35,9 0,0 3,1 0,0 1,6
81,3 50,0 85,9 76,6 79,7 10,9 31,3 10,9 17,2 14,1 7,8 18,8 3,1 6,3 4,7 0,0 0,0 0,0 0,0 1,6
Tabel 10: Stellingen
Observatiebed
Gezamelijke zorg aan pt.
Specialist thuis
Verregaande samenwerking
Opvang van elkaar
Tabel 9: Verregaande samenwerking
Eens Neutraal Oneens Niet ingevuld
Taakdifferentiatie
Eens 71,9 57,8 60,9 Neutraal 14,1 26,6 23,4 Oneens 14,1 15,6 15,6 Niet ingevuld 0,0 0,0 0,0
Gezamenlijk Pt-dossier
HA is verantw. voor triage
Samenwerking Triage aan de poort
Triage
1-1-3
Tabel 8. Samenwerking
Taakverdeling
Tabel 7: Triage
Eens 43,8 65,6 Neutraal 28,1 25,0 Oneens 26,6 7,8 Niet ingevuld 1,6 1,6
Tabel 11: Betrouwbaarheid en validiteit Vraag C 52 C 53 C 54 C 55 C56 t/m C 61 C 62 t/m C 65 C 66 t/m C 69 C 70 t/m C 72c C73 t/m C 76
Crohnbachs Alfa 0,66 0,58 0,90 0,87 -0,54 0,04 0,36 0,76 0,47
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
Laagste/hoogste factorlading .75 / .75 .04 / .81 (.04 is bij factor 2 .80) .44 / .74 .19 / .87 (.19 is bij factor 2 .88) .03 / .78 .07 / .87 (.07 is bij factor 2 .90) .03 / .93 (.03 is bij factor 2 .82) .03 / .95 (.03 is bij factor 2 .87) .12 / .83 (.12 is bij factor 2 .91)
32
O. de Graaf
Bijlage 4: Schriftelijke commentaren huisartsen Tabel 1: Stellingen m.b.t. takenpakket Aantal opm. 1 2 1
1 1
1 1 1 1 1 1 1 1
1 1
Opmerking De verantwoordelijken zijn overheid en ziektekostenverzekeraars NIET overheid, NIET zorgverzekeraar, NIET specialist annex ziekenhuis NIET overheid, NIET zorgverzekeraar Dienst doen in kleine groep geeft ook groot aantal onbekende patiënten. De HAP is hulp bij spoedeisende zaken, en onderdeel van HA-vak. Kennis van patiënt helpt, pluis niet-pluis gevoel speelt een grote rol. b. Mede verantwoordelijk, dienst doen naar eigen kunnen in relatie met werkbelasting overdag 52a. niet meer de verantwoordelijkheid Je wordt als slaaf gebruikt. De waardering is slecht en actie voeren mag niet. Van mij mag het morgen stoppen Mede door invoering HAP vind ik het geen verantwoordelijkheid meer Op HAP voel ik me geen HA, dus daarom geen verantwoordelijkheid Huisartsenwerk ja, maar hoeft niet door gevestigde huisartsen Je zou kunnen afspreken dat zorg buiten (ruime) kantoortijden geen huisartsenwerk is Med zorg buiten kantoortijd is HA-werk, maar med. zorg op HAP is geen HA-zorg meer Wel vereist: voldoende infrastructurele mogelijkheden om deze onvanzelfsprekende taak op een goed niveau te blijven doen Onbekende patiënten, te weinig tijd om in te leven Acute geneeskunde is wezenlijk onderdeel van takenpakket. Indien bij onderhandelingen met zorgverzekeraar de honorering te laag wordt, dan moet er een andere oplossing gevonden worden. Huisartsen hoeven niet ??per sé?? deze taak te vervullen 7 x 24 ontkoppelen, en dan onderhandelen over ANW-diensten Beloning moet worden bijgesteld
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
33
O. de Graaf
Tabel 2: Zorg Aantal opm. 4 1 1 1 2 2 1 3 1 2 1 1
Opmerking Terminale zorg zelf regelen Terminale zorg legt te veel workload op de post Hoe langer de HAP bestaat, hoe minder vrije tijd de HA opoffert voor terminale begeleiding b. verwondingen etc. wel, vage pijnklachten via normale tel. benadering c (pt kan overdag niet) en f (2nd opinion), ja, mits voor pt extra kosten Niet van zf-rekening, maar kontant afrekenen 53 e.b. ambulance 53 e.b. Vaak toch X-foto nodig h. alleen bij nieuwe episode, anders GGZ h. Wel taak door te verwijzen indien hulp gezocht wordt In samenspraak met SEH, CPA of GGZ (maw. Goede afstemming nodig) Alles oneens, tenzij zorg wordt herformuleerd, 24uurs zorg met betaling daarvoor Veel onterechte hulpvragen tijdens ANW-diensten
Tabel 3: Toestandbeelden Aantal opm. 4
2 1 1 1 1 1
Opmerking De primaire triage eventueel 1e therapie start blijft de taak van de huisarts Acute geneeskunde is onderdeel huisartsenvak (mits goede samenwerking HAP-SEH) Aangenomen dat beelden nog niet vastgesteld zijn (dus triage van de beelden) Ik ben huisarts HA is geen Notartz, dat is een ander vak h. Samen met RIAGG Het publiek accepteerd geen cardiologische missers meer Op post en in auto zou er ECG apparaat kunnen komen, voor dokters die geschoold zijn (dus facultatieve taak)
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
34
O. de Graaf
Tabel 4: Verrichtingen Aantal opm. 1
1 1 1 1 1 1 1
Opmerking k. - stelpen neusbloeding - reponeren geluxeerd schoudergewricht - Corpus alienum oog, neus, gehoorgang, vagina - abcesincisie - Bijregelen hypo- / hyperglycaemie k. ECG maken AED alleen indien ambu onderweg is Thrombolyse samen met ambu Intuberen vergt ervaring (dus niet zinnig als je het nooit doet). O2 en defib wel, mits met goede apparatuur. d. afh. van indicatie k. indien O2 aanwezig is Ik ben huisarts, dus in principe met eigen tas redzaam
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
35
O. de Graaf
Tabel 5: Gewenste organisatievorm Aantal opm. 1 2 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1
Opmerking Huisartsen blijven verantwoordelijk voor de HAP Huisartsen blijven verantwoordelijk voor de 1e lijn Wij zijn de spil van de 1e lijns Gezondheidszorg Huisartsen moeten dienst blijven doen Behoudt zelfstandigheid belangrijk Behoudt eigen identiteit belangrijk Huisartsen hebben een specifieke deskundigheid in veel voorkomende spoedeisende zorg Spoedeisende hulp maakt het vak leuk, ervaring is belangrijk. Zonder ervaring kunnen we het vak net zo goed uitkleden Zorg buiten werktijden overdag is geen echte huisartsenzorg en kan uitstekend door andere (basis)artsen/SEH-artsen gedaan worden Samenwerking met SEH/CPA is een logische vervolgstap Efficienter werken door spoedartsen onder 1 dak te plaatsen, en dan goed gehonoreerd Samenwerking is te overwegen, indien andere betaling/duidelijke afbakening zorg. Er is overlap, meerder structuren mogelijk Integratie van iedereen die met spoedeisende zorg en inschattingskwesties daaromheen te maken heeft, is dringend noodzakelijk Een voordeur, daarna triagedoor vepl of HA Æ naar HAP of SEH doorsturen Huisartsenzorg van 8.00 tot 20.00, daarna volgens 60, wel HA aanwezig, maar niet verantwoordelijk voor de organisatie Als eerder: buiten werktijd geen HA-werk meer, overdag is de regio te groot en te druk voor spoedeisende hulp òf regeling van diensten via waarneemgroepen, òf alles uit handen geven. HAP is een verplichte nevenbaan ’s nachts facultatief, ’s avonds huisartsen verantwoordelijk Bij facultatieve deelname moet de post gehele dag geopend zijn 59. Cave verlengde arm specialisten/veredelde EHBO-artsen 60 Cave invoering zelfde structuur tijdens kantoortijden: opheffing 1e lijn Het karakter van het 1e-lijns zorgaanbod moet liefst gedurende 24 uur gelijk blijven, dus de aanbieder moet 24 uur lang dezelfde beroepsgroep met dezelfde diagnostische attitude en mogelijkheden zijn 60. Ideale vorm m.b.t. degenen die veel kunnen en willen en aantrekkelijk voor de oudere huisarts 60. Mogelijk dat zorgverzekeraar hierop aanstuurt (financieel aantrekkelijk) Ondanks leeftijd teveel idealen t.a.v. ’t vak
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
36
O. de Graaf
Tabel 6: Stellingen m.b.t. facilitaire voorzieningen Aantal opm. 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Opmerking Als e.e.a. meer in elkaar geschoven wordt Æ betere samenwerking/betere informatie/betere overdracht/minder kosten Voor adequate zorg buiten kantoortijden is een verregaande integratie en samenwerking van SEH, HAP en CPA noodzakelijk Alles samen, maakt het leuker, eindprodukt wordt beter Onderzoek in eigen beheer geeft mogelijkheden om patiënten zelfstandig te helpen Alles onder een dak Æ maak het dan efficiënter door toegang tot alle hulpmiddelen Zie ook C 56-61. En wie dan zorgt voor schoonmaak en hechtmateriaal etc. vind ik een organisatieprobleem Samenwerking bevorderd relatie HA-spec. Samenwerking prima, kan verbeterd Diagn. fac. niet tot standaardtakenpakket Verminder de verzuiling; ketenzorg begint bij de huisarts Zelfstandigheid bewaren Voor nader onderzoek Æ verwijzen. Tijds- en organisatie belasting te groot. Als huisartsen het op moeten knappen: HAP onafhankelijk Toekomstig meer spoedeisende hulp: Geïntegreerd Terugraportage van spec op HA zinnig?
Tabel 7: Stellingen m.b.t. Triage Aantal opm. 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Opmerking HA is centraal beslissende persoon, niet specialist of ambu Triage onder verantw. van HA is reeds fictief Triage door doktersassistentes, niet door verpleegkundigen Alleen triage voor SPOEDgevallen, rest kan wachten en moet dus niet gezien worden Geen grootschalige triage Een balie, waarbij ass. verwijst naar HAP, SEH of Ambulance Maakt niet uit waar triage gebeurd, als desbetreffende maar voldoende deskundig is. Cave doorschuiven lastige patiënt: afh. van wie triage uitvoert Prima mogelijkheden om goed te selecteren en de verantwoordelijkheid te leggen waar deze in voorkomende gevallen thuishoort Als HAP/SEH bestaan blijven moet er verschil tussen patiënten zijn SEH moet geen “gesloten” afdeling zijn Voorwaarde: Taak van HA moet niet uitgebreid worden met deze financiële vergoeding
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
37
O. de Graaf
Tabel 8: Stellingen m.b.t. samenwerking HAP en SEH Aantal opm. 1
1 1 1 2 1 1
Opmerking Zo krijgen we een overzichtelijk geheel / geen overbodige diagnostiek / ivoren torens weg / betere communicatie / aanspreekbaarheid wordt vergroot / kennisvergroting Prima, meer professionalisering en meer commercieel Het zou het vak weer leuker maken Samenwerking kan, mits het niet leidt tot een extra belasting voor de HA bij diagnostiek, behandeling en nazorg Dit is de ideale situatie, helaas is werkelijkheid anders Te veel toekomstmuziek Behoudt eigen identiteit belangrijk (of ga in dienstverband en vraag om uniform-metpet)
1
1 1 1
71. De assistentes dienen vooral te functioneren als uitvoerders van huisartsenbeleid en zorg. Assistentes met twee petten op komen in conflict wat betreft de benadering in de 1e of 2e lijn, welke essentieel verschillend is (gezien de samenstelling van de 1e dan wel 2e lijns populatie) Het ontbreken van een fatsoenlijk EPD is niet meer van deze tijd 70. Pat. dossier, alleen huisarts of op grotere schaal? Liefst ook inzage bij apotheek/specialist/landelijk Moeilijk om volgens protocol te werken (protocol = star. Mensen divers)
Tabel 9: Stellingen m.b.t. verregaande samenwerking Aantal opm. 1 1 1 3 1 1 1 1 1 2 1 1 1
Opmerking Samen staan we sterk / ook inhoudelijke kennis wordt vergroot Haal kloof tussen 1e en 2e lijn weg Elkaar helpen is prima, mits het niet structureel is Specialistische en HA-zorg zijn niet vervangbaar, niet inzetbaar over en weer Schoenmaker blijf bij je leest Er is maar 1 stuurman aan boord, overleg prima, eindoordeel bij 1 behandelaar 74. Wat kunnen specialisten thuis doen? Specialist thuis te onzeker, en voegt daar weinig toe 76. Bed hoort op SEH, onder supervisie specialist 76. Bed alleen zinvol bij integratie van alle spoedeisende zorgverleners Bed is te belastend voor arts en assistentes Svp geen taakverzwaring voor HA 75. Huidige situatie, wel veel meer intensiveren, ook overdag 73. De gezondheidszorg kent pieken en dalen. De financiers moeten wennen aan dit feit en dus elke speler voldoende capaciteit geven om de pieken intern op te lossen
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
38
O. de Graaf
Tabel 10: Taakdifferentiatie en opleidingingsplaatsen Aantal opm. 1 1 1 1 1 1 1
1 1
Opmerking 78. Zou wederzijds respect vergroten, maar het is nauwelijks haalbaar We leren er wat van Visites zijn leuker, sommige collegae prefereren post Æ prima Genoemde taken (regie/consult/visite) vragen om specifieke deskundigheid, (dus diff is prima) 77. Aangeven van voorkeursdiensten prima, maar alle artsen moeten overal inzetbaar blijven Laat een deel van de spec. opleiding in de HAP ingevuld worden Laten we huisartsen blijven en dit ook aan de HAIO’s leren en zorgen dat ze voldoende ervaring opdoen zolang we verantwoordelijk zijn voor de 24-uurs zorg 1 HAIO Æ 1 opleider 77 Extra vaardigheden voor artsen die dienst doen (=extra honorarium)
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
39
O. de Graaf
C 79. Ideeën en toe te voegen vragen Aantal opm. 1 1 2 1
1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1
1 1
1
Opmerking De HAP kan zich facilitair ontwikkelen, bv inkoop materialen/noodinzet personeel Er moet een ouderenbeleid komen. Nachtdiensten zijn te zwaar. Ander computersysteem, met gekoppelde gegevensbestanden (pat. dossier ) - Omloopass. Aanstellen - Overdrachtsmoment in het weekend invoeren - Feedbacksysteem ontwikkelen over patiënten die gezien zijn op de post - Efficiënter systeem mbt anamnese (soms 3x (ass., tel.arts, vis.arts)) Herziening regioverdeling Æ HAP’s. Een stadsHAP is niet te vergelijken met een plattelandsHAP. McDonalds concept op alle HAP’s toepassen: alles op een vaste plek volgens een afgesproken concept Logistieke oplossing moet er nog komen voor de topdrukte in weekend overdag. Belasting is veelal te groot, met als gevolg matige kwaliteit van zorg Minder dure auto (geen 4WD) De folder HAP: Waarin de oneigenlijke gebruikers nog eens gewezen worden op de mogelijkheden en onmogelijkheden van de HAP Indien er een loskoppeling van de 24-uurs zorg komt, verandert de zorg en de taken van de huisarts (vraag 56 t/m 61) Er zouden ook overdag huisartsen op de SEH geconsulteerd moeten kunnen worden Waarschijnlijk zullen in de toekomst veel meer HAP-waarnemers komen. Mogelijk tot een specialisme Spoedeisende EH 1e lijn leiden. Zelf vind ik als oudere vrouwelijke HA de komst van de HAP een mogelijkheid om mijn diensten buitenshuis uit te voeren, dus alleen werken zoals ik dat op de praktijk ook doe. Dienst + huismoeder + vrouw zijn was 3 x niks! Nadruk moet komen op samenwerking. Alleen spoedeisende GNK buiten kantoortijden - Hoe lang bestaat de HUISARTS nog? - Hoe groot is de bias van de onderzoeker? HAP is cultuuromslag van solist naar org. Aandacht hiervoor is noodzakelijk Dienstdoen is veel leuker geworden sinds HAP. Laten we vooral positief doorgaan. Registratie als huisarts als je alleen als waarnemer dienst doet op HAP Schaarste bepaald toekomst meer dan onze visie Deze vragen zijn een mengeling van de realiteit van een tekort en het ideaal dat de meest ervaren arts (=huisarts) het moeilijkste werk (=triage) moet en kan blijven doen Nuttige enquête, ik ben zeer benieuwd naar verder visie-ontwikkeling
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
40
O. de Graaf
Opmerkingen over de enquête Aantal opm. 2 1
1 1 1 2 1 1 1
Opmerking Nvt = weet niet ?? 55. c uw/?? 56 splitsing arts/patiënt 64. (sterilisatie) B18 moeilijk te beoordelen Onduidelijke vraag: Org.? Medisch? Protocollen? Vaak bij vraag 54 en 55 zelfde commentaar 62; 1e ne 2e regel is een contradictie 55. Reanimeren, ademweg vrijmaken op de post?? 16-26, alleen gedifferentieerd in te vullen 55 g endotracheale intubatie 52. Medische zorg moet zijn huisartsenzorg
Centrale Huisartsenpost: Toekomstvisie van huisartsen
41
O. de Graaf