説 社 & n o f o l Co
Journalcommissie Kirsten Janssen Bob Rambonnet Nick Sint Nicolaas Robert Beers Joleen Blom Maria van der Linden Redactieleden Hoofdredactrice en vormgeefster: Kirsten Janssen Eindredactie: Bob Rambonnet Nick Sint Nicolaas Bestuur van Tanuki Praeses: Jeroen Strijbosch Abactis en vicevoorzitter: Kim Dang Quaestor: Robert Beers Hoofdredactrice: Kirsten Janssen Webmaster: Dave Hooghiemstra Assessor: Aline Mostert Commissievoorzitters Eerstejaarscommissie: Aline Mostert Feestcommissie: Jeroen Strijbosch Jaarboekcommissie: Carmen Loh Journalcommissie: Kirsten Janssen Kampcommissie: Annette van Wanroij Koreacommissie: Maaike de Vries Kunst- en cultuurcommissie: Maaike de Vries Lustrumcommissie: Annette van Wanroij Reiscommissie: Aranka Leonard Yosakoi dansgroep: Anne Aarssen Raad van Toezicht Bob Nijkamp Isaura van den Berg Yori van Hout
2
Editorial van de hoofdredactrice
Van de week drong het nog eens goed tot me door dat ik alweer op de helft van de Bachelor Japanstudies ben (ervan uitgaande dat ik ook de vakken die ik nu volg en die nog komen in één keer haal.) Als mensen me vragen wat ik met mijn studie wil, kan ik nog steeds geen concreet antwoord geven. Als de docenten weer eens benadrukken dat de verplichte leesstof echt het minimum is van wat we moeten weten ter introductie tot hun vakgebied, besef ik me hoe weinig ik eigenlijk weet (of liever gezegd, hoeveel er te weten valt). En als ik me ineens realiseer dat het weekend is, vraag ik me af waar alle andere dagen van de week zijn gebleven. De tijd gaat zo snel! Mogelijkheden om in Japan of Zuid-Korea te studeren, overwegingen om de Master van Japanstudies te doen, depressieve gesprekken over langstudeerboetes; overal om me heen (en dan vooral in de omgeving van het Arsenaal) zijn deze geluiden hoorbaar. Wanneer ik weer eens een doemscenario schets waarin ik over een jaar of drie al mijn Japans vergeten ben, dan bedenk ik wel dat het feit dat ik me daar zo’n zorgen om maak, ook betekent dat ik het waarschijnlijk niet (nooit?) zover zal laten komen. De komende anderhalf jaar zit ik sowieso nog onder de pannen. Over de tijd die daarna komt, kan ik nog even nadenken. Maar niet te lang, want anderhalf jaar is zo voorbij. Liefs, Kirsten Janssen
太狸記・三月号
次 目 & t n a k r Op de voo Op de voorkant
Inhoud
Net zoals de eerste journal van dit collegejaar, staat ook op deze editie een foto van mij op de voorkant. Deze foto heb ik genomen in 京都 (Kyoto), bij een enorme toeristentrekker, namelijk de 金閣寺 (Kinkakuji; ‘het Gouden Paviljoen.’) De officiële, maar minder bekende naam van de Kinkakuji is 鹿苑寺 (Rokuonji; ‘Hertentuin Tempel.’) De Kinkakuji is niet zonder reden zo populair; deze boeddhistische tempel werd in opdracht van 将軍 (shōgun; ‘een militair leider,’ in het verleden vaak de machtigste man in Japan) 足利 義満 (Ashikaga Yoshimitsu, 1358 – 1408) gebouwd. Het meest opvallende aan de tempel is dat deze is bekleed met bladgoud. Ook de bronzen feniks op het dak, de prachtige tuin en de ‘spiegelvijver’ om de tempel heen maken het een prachtige plek om te zijn. In 1994 is de Kinkakuji door UNESCO op de Werelderfgoedlijst gezet. Helaas werd de Kinkakuji in 1950 in brand gestoken door een monnik die bij wijze van spreken de weg kwijt was, waarna een reconstructie plaats vond.
Tanuki Shinbun Yakuza Party 4 Tanuki in de Efteling 5 Tanuki Lustrumfeest: Tokyo Nights 6 Tanuki bestuur 2012 - 2013 18 De journalco 22
Azië Nieuws uit Japan Koreaanse drinkcultuur Studeren in Japan of Korea Feesten op z´n Japans: Matsuri
8 12 20 30
Media Boekreview: Murakami Films van Koreeda K-pop concert in Parijs Anime: Neon Genesis Evangelion
Het is waar wat ze zeggen; je moet de Kinkakuji zien om te geloven. • Door Kirsten Janssen
11 16 28 32
Columns Joleens column 14 De mietjes van Visual-kei 25 Kim’s Kitchen 34
Informatief
OV-chipkaarthanger 7
太狸記・三月号
3
Yakuza Party Ouderwets hard feesten met Tanuki Het is al weer een tijd geleden geweest, maar toch verdient het zijn eigen stukje: het Tanuki Yakuza feest. De Japanse maffia zijn altijd al een fascinatie geweest van zowel de Westerse als de Oosterse media, en dus vormt het al jaren een prachtig feestthema. Met foute jasjes, zonnebrillen en het haar flink in de gel werd op 8 december het oude thema weer uit de kast getrokken voor een gezellig avondje swingen in traditioneel Japanse stijl. Het was een krappe dag voor allen in verband met de Algemene Leden Vergadering, maar vooral voor de feestcommissie zelf. Door de afwezigheid van onze geliefde praeses, die zich op dat moment in Amerika bevond, was ook de feestcommissie een belangrijk lid kwijt. Gelukkig wisten we onder leiding van de heer Thomas Zijtveld alle dingen op tijd heen en weer te kunnen slepen, om zo het feest toch nog op tijd te kunnen laten beginnen. Het toneel van deze avond was zoals bij voorgaande feesten weer DOK2. Het was groots aangepakt door twee zalen open te gooien en in verschillende thema’s te decoreren. Men kon zich wanen in een Japanse tuin, of even bijkomen in een Yakuza-huis, omgeven door lampionnen en kalligrafie. Wat ik al gemerkt had bij de afgelopen feesten, leek ook voor dit feest op te gaan: Tanuki laat geen moment voorbijgaan om zich even flink uit te leven. Zo ook met dit traditionele thema. Of men het nou groots aanpakte of subtiel, iedereen had zich weer prachtig uitgedost. Niet alleen een parade aan yakuza met heerlijk foute shirts kwam voorbij, ook hostesses en andere bekende figuren uit zowel het Japanse nachtleven als de Japanse onderwereld leken zich prima te vermaken. De muziek van de avond werd wederom verzorgd door de enige echte MC Klapwijk. In de ene zaal zorgde hij dat er hard geparty’ed werd, terwijl in de andere zaal de mixtape van het eerste feest voor wat sfeer zorgde tijdens het uitrusten. Er werd door velen hard gebubbled en gepopped, en ook AKB48 zorgde voor een mierzoet, maar toch gezellig moment. Later op de avond vond er ook weer een dance-off plaats, waar iederen zijn danskunsten mocht vertonen en er uiteindelijk een gelukkige winnaar naar huis ging met een prijs van de feestcommissie. Een verrassende gebeurtenis was het yosakoi optreden van Tanuki’s yosakoi team 雷電 (Raiden, ‘donder en bliksem’). Het energieke dansen bracht de groep in een nog beter humeur en het team kreeg dan ook een daverend applaus na afloop. De sfeer zat er dik in, en het is voor velen een memorabele avond geworden. • Door Kayleigh Herbrink
4
太狸記・三月号
g
n i l e t f E e d n i i Tanuk Het eerste commissie-uitje!
Op een hele koude vrijdagmorgen stonden we op Leiden Centraal, met het grootste gedeelte van de commissieleden die baas genoeg waren om mee te kunnen naar het eerste commissie-uitje van Tanuki. De anderen ontmoetten we pas op de plek van bestemming. Het Tanuki bestuur besloot dat het tijd was de commissieleden de waardering te geven die ze verdienen, door het grootste deel van de entreekaartjes te sponsoren van niets minder dan de Winter Efteling! Uiteindelijk waren we met vijftien Japanologen en drie Koreanisten, dik ingepakt tegen de kou, bewapend met foto- en videocamera en een heleboel gezelligheid!
Iedereen had verwacht dat we in groepjes uiteen zouden vallen, maar omdat het met elkaar zo gezellig was, hebben we de eerste uren van ons verblijf als één groep door het redelijk uitgestorven park gelopen. Zo hadden we een heuse Tanuki-boot in de Fata Morgana, een Vogel Rok vol met Japanologen en Koreanisten en een hele slang Tanukianen in de wagentjes van Carnaval Festival. Toen we met de ene helft van de groep poffertjes aan het eten waren, bleek de andere helft van de groep aan de andere kant van het restaurant erwtensoep te eten! Toen we na het eten weer buiten kwamen, was alles ineens wit! Een heel pak sneeuw was neergedaald in Kaatsheuvel. Na wat sneeuwpret en nog meer attracties besloot de ene helft van de groep naar huis te gaan, mede door gebrek aan vertrouwen in de NS. Ik zat bij de groep die tot sluitingstijd bleef en ik kan je vertellen dat we nog even hebben door geparty’d in de Efteling! Het was nog even spannend of iedereen thuis kon komen, maar alles kwam goed. Ik ben er 100 procent zeker van dat iedereen het met me eens is als ik zeg dat het een geweldige dag was! We hebben heel wat afgelachen en we hebben elkaar eens in een andere setting gezien dan tijdens commissievergaderingen of colleges. Ik hoop dat de commissieleden weer de energie hebben gevonden ook het tweede semester hun uiterste best te doen voor Tanuki! • Door Kirsten Janssen
太狸記・三月号
5
Tokyo Nights Het Tanuki Lustrumfeest Het 30-jarige bestaan van onze mooie vereniging moest natuurlijk gevierd worden met een bijzonder feest. En dat was het! Op vrijdag 17 februari 2012 ging het helemaal los tijdens het Lustrumfeest ‘Tokyo Nights’ in de Four Reasons. De zaal was geheel in thema gebracht met kraanvogels aan het plafond, grote posters met de namen van bekende wijken in Tokyo op de ene muur en Japanse film en animatie geprojecteerd op de andere. Terwijl de grote zaal steeds verder gevuld raakte bracht DJ Oya (onze eigen Oya-sensei!) de massa langzaam op gang met een stel gelikte jazztunes. Rond 23.00 uur begon The Cool Quest met zonder twijfel het beste optreden dat Tanuki ooit heeft gekend. Deze band, die eerder al op de Beestenmarkt een show gaf voor 5000 man tijdens Serious Request, gaf ook hier een flink visitekaartje af. Met nummers als Nightlife en Mr Saxobeat stond de zaal al snel te swingen en te genieten van deze combinatie van jazz en hiphop. Na dit onvergetelijke optreden ging iedereen los op de lekkere mixtape die onze praeses weer eens samengesteld had. Zo werd er, met Akira op de achtergrond geprojecteerd, door heuse gyaru losgegaan op de K-pop van 2NE1. Op een gegeven moment barstte er een flashmob los, want natuurlijk konden de dansers van 雷電 (Raiden, ‘donder en bliksem,’ de yosakoi-groep van Tanuki) zich niet onbetuigd laten tijdens het Lustrumfeest. Ook mag vermeld worden dat DJ Oya liet zien dat hij zich niet alleen achter de draaitafels, maar ook op de dansvloer goed weet te redden. Met hier en daar een flinke hoeveelheid alcohol en zeker enige kilometers aan danspasjes in de benen was menig feestganger waarschijnlijk blij dat deze geslaagde party op een vrijdag werd gehouden. • Door Bob Rambonnet 6
太狸記・三月号
r e g n a h t r a a k De OV-chip OV-Hanger: de oplossing in het openbaar vervoer! Je kent het misschien wel, gehaast voor de trein die je wilt halen, je moet nog inchecken en dan… Kun je je OV-chipkaart niet vinden! Pas na lang zoeken vind je de kaart onderin je tas, maar de trein heb je inmiddels gemist. Ook hoor je steeds meer dat OV-chipkaarten breken. Eindelijk is daarvoor een oplossing te koop, namelijk (zoals de naam van de webshop luidt) de OV-hanger.
De OV-hanger kan je aan je sleutelbos, tas, broek
en/of jas klikken. Hier past precies de OV-chip- kaart in of andere passen zoals een schoolpas en/of personeelspas. Als je gecontroleerd wordt hoef je de kaart er niet uit te halen, de scanner kan de ge gevens gewoon lezen.
De OV-hangers mogen gezien worden als mode-accessoire want ze zijn te koop in diverse kleuren waaronder rood, blauw, zebraprint, tijgerprint en oranje (EK2012). Ook verkopen we via de webshop verschillende accessoires zoals lanyards, flexibele pashouders, OV-mapjes en simpele OV-hoesjes in diverse kleuren. De OV-hanger kost nu tijdelijk maar € 8,99 inclusief verzendkosten. Wil je ook een OV-hanger, bestel dan vandaag nog op www.ovhanger.nl Wil jij 10% korting op de handige OV-Hanger? Gebruik kortingscode Tanuki2012 !
2 1 0 2 i k u n a T : orting? Code
10% k
太狸記・三月号
7
n a p a J t i u s Nieuw Economische hervormingen in Japan Met een van de grootste staatsschulden ter wereld kijkt Japan ook dit jaar, gebukt onder de financiële last van de rampen van afgelopen jaar en de immer toenemende vergrijzing, weer aan tegen een flink financieringstekort. Het huidige kabinet schat dat de ramp het land tussen de 200 en 300 miljard dollar kan kosten. De Japanse overheid kijkt daarom naar verschillende maatregelen die de staatsinkomsten moeten verhogen. Het Japanse kabinet heeft het parlement gevraagd een plan goed te keuren dat de BTW moet verhogen van 5% op dit moment, naar 8% in april 2014 en uiteindelijk 10% in oktober 2015. Hoewel dit een verdubbeling zou betekenen, waarschuwen experts van het International Monetair Fonds dat het slechts een goed begin zou zijn en er vervolgens naar een BTW van 15% zou moeten worden gekeken. Daar het plan niet populair is, zowel bij de oppositie als bij verschillende politici binnen de regerende Democratische Partij van Japan, valt nog niet te zeggen of het wetsvoorstel de stemming aankomende maart in het parlement zal overleven. Een ander belangrijk economisch agendapunt zijn de onderhandelingen over de ‘Trans-Pacific Partnership free trade agreement’, beter bekend onder de afkorting TPP. Hoewel Japan is begonnen met deelname aan deze onderhandelingen zijn er zowel binnen als buiten Japan nog bezwaren. Vooral op het gebied van agrarische producten bestaat er in Japan veel tegenstand, ook binnen de regerende Democratische Partij, maar zowel de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland als Australië eisen dat Japan alle opties openhoudt indien het land geaccepteerd wil worden als volwaardig onderhandelingspartner. Gevaarlijke wetgeving? Vanaf april 2012 zijn middelbare scholen verplicht om tijdens de gymlessen traditionele Japanse vechtsporten zoals judo, kendo, naginatajutsu of sumo te onderwijzen tijdens de eerste twee schooljaren. Dit heeft geleid tot enige onrust onder ouders aangezien uit statistieken blijkt dat judolessen op school niet zonder gevaar zijn, terwijl verwacht wordt dat 60% van de scholen zal kiezen om judoles te geven. In de afgelopen 28 jaar zijn er tijdens judoles op middelbare scholen in Japan 114 doden gevallen. Daarnaast is de kans op hoofd- en nekwonden tijdens deze judolessen 2.4 keer groter dan tijdens naschoolse judoactiviteiten. Ook onder de gymleraren is er onrust ontstaan omdat veel van hen weinig tot geen ervaring hebben met de sport, laat staan deze sporten degelijk kunnen doceren. Hoewel de All Japan Judo Federation vanaf het schooljaar 2013-2014 een officieel certificeringssysteem in werking zal nemen, zijn er geruchten opgedoken dat in sommige prefecturen docenten al na een paar dagen training een zwarte band kregen.
8
太狸記・三月号
Het Ministerie van Onderwijs laat ondertussen door experts een set veiligheidsmaatregelen opstellen die eind maart bekend wordt gemaakt, maar reeds in april door scholen in gebruik genomen zal moeten worden. Daarnaast wordt er sinds december door het ministerie een onderzoek uitgevoerd om te controleren hoe goed de scholen voorbereid zijn. Minister Tenzo Okumura stelt echter dat de implementatie van deze richtlijnen niet uitgesteld kan worden, wat weinig tijd overlaat aan scholen en docenten om zich met deze maatregelen bekend te maken. De vraag is dan ook of het Ministerie van Onderwijs het verplichten van deze judolessen niet moet uitstellen tot men zeker is dat de veiligheid gewaarborgd kan worden. Verenigde Staten bevriezen tegoeden yakuza Afgelopen juli kondigde president Obama aan dat de Verenigde Staten de strijd tegen de georganiseerde misdaad zou intensiveren, en de Japanse yakuza stond als een van de doelwitten op de lijst met aan te pakken transnationale criminele organisaties. Pas in februari 2012 is echter tot actie overgegaan, door de bevriezing van de financiële tegoeden in de Verenigde Staten van onder andere de Yamaguchi-gumi. De Yamaguchi-gumi is het grootste yakuza-syndicaat in Japan en vertegenwoordigt volgens en naar schatting van de Japanse politie ongeveer 45% van het totale aantal yakuza in Japan. Daarnaast zijn de tegoeden van twee van de leiders van de Yamaguchi-gumi, de 70-jarige ‘godfather’ Kenichi Shinodo en zijn 64-jarige depudant Kiyoshi Takayama, bevroren. Als reden werd aangevoerd dat deze groep jaarlijks miljarden dollars verdient aan criminele activiteiten in Japan en daarbuiten, onder meer door drugshandel, mensensmokkel en fraude. Shinoda werd overigens pas afgelopen april uit de gevangenis vrijgelaten na het uitzitten van een zesjarige straf voor illegaal wapenbezit. Onder diens leiding heeft de Yamaguchi-gumi, oorspronkelijk een syndicaat uit Kobe, zich langzaamaan een plek weten te verschaffen binnen de onderwerld van Tokyo. Akihito onder het mes In de vorige Tatanukiki deden we verslag over het korte ziekenhuisbezoek van keizer 明仁 (Akihito), waar er gelukkig niets ernstigs aan de hand bleek te zijn. Helaas moeten we melden dat de keizer ondertussen weer in het ziekenhuis heeft gelegen en zelfs geopereerd is geweest. Aan de hand van een angiogram (röntgenfoto van onder andere bloedvaten) werd op 11 februari geconstateerd dat er sprake was van een vernauwing van twee van zijn drie kransslagaders. Dit was een jaar geleden ook al geconstateerd, maar een operatie leek toen nog niet nodig, maar de situatie bleek nu verergerd te zijn. Hoewel er geen sprake was van een noodgeval werd toch besloten om zo snel mogelijk een bypass-operatie uit te voeren, wat op 18 februari gebeurde. Alles is goed verlopen, en als er geen complicaties zijn mag hij tegen het einde van de maand het Juntendo University Hospital weer verlaten. Net als vorige keer neemt kroonprins 徳仁 (Naruhito) de taken van de keizer tijdelijk over. Met een beetje geluk zal Akihito aanwezig kunnen zijn bij een ceremonie in 東京 (Tokio) op 11 maart ter herdenking van de rampen vorig jaar.
太狸記・三月号
9
In overig opvallend gezondheidsgerelateerd nieuws; ministerpresident 野田佳彦 (Noda Yoshihiko) heeft twee weken lang met een ooglapje op gelopen. Het was niet zomaar een fashion statement; volgens Noda zelf botste hij midden in de nacht tegen een pilaar aan toen hij zich in het donker naar de telefoon haastte. Inmiddels is het lapje weer af en gebruikt hij make-up om de laatste blauwe plekken te verhullen. Nasleep 11 maart Er is alweer een jaar gepasseerd sinds de verwoestende aardbeving en tsunami die noordoost Japan troffen op 11 maart 2011. Hier nog even een paar statistieken op een rij. Er zijn bijna 16.000 doden gevallen bij de ramp. Meer dan 3300 mensen zijn nog steeds vermist. De gemiddelde levensverwachting is van 2010 op 2011, voornamelijk dankzij de ramp, gedaald met respectievelijk 6 maanden voor vrouwen en 3 maanden voor mannen. De financiële kosten van de herbouw liggen tot nu toe rond de 245 miljard dollar. Een ander gevolg is een gigantische daling in buitenlanders die naar Japan toe komen. Waren er in 2010 nog ruim 8,6 miljoen toeristen naar Japan gekomen, in 2011 stond dit aantal op 6,2 miljoen. Ook het aantal immigranten en overige non-toeristische bezoekers aan het land daalden met respectievelijk 31,2% en 24,4%. Uiteraard is dit misschien niet volledig te wijten aan de ramp en angst voor straling et cetera, de uiterst hoge dure speelt hier vast ook wel een grote rol in. Verplicht zingen De hoogste gerechtelijke instantie van Japan heeft twee rechtzaken van in totaal 375 medewerkers van publieke scholen in Tokyo afgewezen. De medewerkers hadden deze rechtzaken ingesteld tegen de lokale overheid van Tokyo nadat hen werd meedegedeeld dat ze verplicht het Japanse volkslied 君 が代 (Kimigayo) moesten zingen, en wel in het bijzijn van de Japanse 日の丸 (Hinomaru) vlag. Beide symbolen zijn in 1999 officieel ingevoerd als de nationale symbolen van Japan, maar beide symbolen zijn veelvuldig het mikpunt van kritiek wegens hun vermeende relatie met Japans imperialisme. De rechtbank oordeelde dat de verplichting geen inbreuk maakte op hun vrijheid van meningsuiting en dus niet onconstitutioneel was. Wel stelde de rechtbank dat de schoolmedewerkers de lokale overheid kunnnen aanklagen als hun weigering wordt bestraft met bijvoorbeeld inhouding van salaris of een schorsing, maar de rechtbank deed verder geen uitspraak over dit onderdeel van de klacht wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank achtte het niet bewezen dat de bevoegdheden tot het nemen van deze maatregelen waren misbruikt en zet hier dan ook geen stop op. • Door Bob Rambonnet en Nick Sint Nicolaas 10
太狸記・三月号
i m a k a r u M : Boekreview Hard-boiled Wonderland and the End of the World Wie nog niet zo bekend is met Japanse literatuur kan misschien wel het beste beginnen met een van de boeken van 村上春樹 (Murakami Haruki). Door zijn duidelijke schrijfstijl en ongecompliceerde manier van vertellen is het niet verwonderlijk dat deze schrijver zowel binnen als buiten Japan zeer populair is. Zijn boeken zijn in verschillende talen vertaald waaronder ook het Nederlands en uiteraard het Engels. Een review van zijn boek “Hard-boiled Wonderland and the End of the World:” Wanneer je net begint met het lezen van dit boek kan het zijn dat je al snel in verwarring raakt. Hoewel het eerste hoofdstuk begint als een normale introductie van de rest van het verhaal, krijg je al gauw het gevoel dat dit ook geldt voor het tweede hoofdstuk. Dit keer is het alleen een introductie voor een totaal ander verhaal! Murakami vertelt in dit boek twee verschillende verhalen over één hoofdpersonage wiens naam nooit gemeld wordt. Om niet te veel te verklappen over het boek zal ik beide verhalen alleen in het kort bespreken. Alle oneven hoofdstukken gaan over een wereld die niet heel veel verschilt van de wereld zoals wij die kennen. Hoewel het nooit expliciet duidelijk wordt gemaakt, is het waarschijnlijk een toekomstige versie van de onze. Het hoofdpersonage is van beroep een zogeheten ‘Calcutec’ en zo wordt ook naar hem verwezen. Een Calcutec is een persoon die getraind is om in zijn onderbewustzijn data zodanig te coderen dat anderen niet kunnen ontcijferen wat voor data het is. Ze werken voor een bedrijf dat het ‘Systeem’ heet. Het tegenovergestelde van een Calcutec is een ‘Semiotec’. Deze mensen werken voor de criminele organisatie die de ‘Fabriek’ heet. Het hoofdpersonage is in dit verhaal door een oude wetenschapper ingehuurd om zijn geheime gegevens te coderen, maar dat gaat uiteraard fout wanneer een stel Semiotecs achter de geheime gegevens van de oude wetenschapper probeert te komen. De even hoofdstukken gaan juist over een fantasiewereld waarin eenhoorns leven. Het hoofdpersonage komt als een nieuweling aan in deze wereld en heeft geen idee wat er zich voor zijn aankomst ooit heeft afgespeeld. Hij weet niet meer wie hij is. Bij aankomst wordt zijn schaduw afgesneden en opgeborgen, omdat niemand in die wereld een schaduw mag hebben. Een schaduw staat namelijk gelijk aan het hebben van een ziel. In plaats van het hebben van een ziel heeft iedereen een taak. Het hoofdpersonage krijgt de taak die elke nieuweling krijgt: het lezen van dromen door middel van de schedels van de eenhoorns. Hoewel het hoofdpersonage niet meer weet wie hij is, is hij vastbesloten om daar weer achter te komen. Het enige probleem is dat hij hier wel zijn schaduw voor nodig heeft. Wat deze twee verhalen met elkaar te maken hebben, wordt pas later in het boek duidelijk. Ben je benieuwd wat? Dan raad ik je bij deze aan het boek zeker te lezen! • Door Joleen Blom
太狸記・三月号
11
r u u t l u c k n i r Koreaanse d Dat Korea een echte eetcultuur heeft is waarschijnlijk oud nieuws voor de meesten. Zeker voor degenen die hier in Leiden een Aziatische studie volgen. Naast het hebben van een eetcultuur heeft Korea echter ook een heuse drinkcultuur. Onder vrienden, collega’s en ter gelegenheid van feesten, maar ook tijdens zakelijke aangelegenheden wordt alcoholische drank geschonken. Omdat over Koreaans eten al veel meer bekend is, zal ik hier de drinkcultuur belichten. In Korea is de meest geschonken drank waarschijnlijk 소주 (Soju, ‘gebrande drank’). Hoewel de populariteit van bier, whisky en wijn enorm toeneemt, wordt dit drankje nog altijd veel gedronken. Reden daarvoor is onder andere de relatief lage prijs. 소주 is traditioneel een gedestilleerde rijstdrank. Tegenwoordig gebruiken de meeste producenten van 소주 echter een andere zetmeel dan die uit rijst, bijvoorbeeld uit (zoete) aardappel, tarwe, gerst of tapioca. Het alcoholgehalte varieert tussen 16,7% en 45%, waarvan 20% het meest gangbaar is en het wordt gedronken tijdens sociale bijeenkomsten met verschillende sociale groepen (werk, familie of vrienden). De pure 소주 wordt dan in shotglazen geschonken en vaak in één teug opgedronken. Een andere Koreaanse drank is 막걸리 (Makgŏlli), een melkachtige, zoete wijn met een alcoholgehalte van 6-8%. Het is gemaakt van een gefermenteerde mix van gekookte rijst, tarwe en water. Voorheen was het een populaire drank bij boeren, waardoor het ook wel de naam 농주 (nongju, ‘boeren alcohol’) draagt. Tegenwoordig wordt het steeds populairder in de steden, vooral onder de jongere bevolking. 막걸리 werd traditioneel opgediend in grote metalen of houten schalen waaruit de drank met een soort lepel in individuele kommetjes werd geschonken. Traditioneel werd het gedronken tijdens voorouderrituelen. Gedurende de Koryŏ dynastie (918–1392) was er een variant van 막걸리, genaamd 이화주 (ihwaju, ‘peerbloesem drank’), waarvan de ingrediënten tijdens de bloeiperiode van de peer werden gefermenteerd. Deze variant van 막걸리 is vaak zo stevig dat hij met een lepel moet worden gegeten. Tegenwoordig is 막걸리 ook in plastic flesjes en pakjes te koop. Alcoholische drank op een lijst van cultureel erfgoed? In Korea kan het. 경주 교동 법주 (Gyŏngju Gyodong Bŏpju, ‘wet drank uit Gyodong, Gyŏngju provincie’) is opgenomen in het culturele erfgoed van Korea. Deze variant van een traditionele Koreaanse rijstdrank, gemaakt door de Gyŏngju Choe clan, wordt ‘wet drank’ genoemd vanwege de strakke regels rondom het productieproces. Deze rijstwijn behoort tot de 청주 (Ch’ŏngju, ‘zuivere wijn’) drankfamilie, waarvan het meest populaire merk 청하 (Ch’ŏng Ha, ‘zuivere rivier’) is. Deze wijn wordt overigens ook wel eens bij het koken gebruikt. Een andere drank die in het cultureel erfgoed is opgenomen is de 면쳔 두견주 (Myŏnchŏn Dugyŏnju), een zoete, luchtige wijn van azalea bloembladeren, afkomstig uit de Chungchŏng provincie. Er zijn nog meer traditionele wijnen gemaakt van bloemen zoals acacia, perzikbloesem en wilde rozen. Daarnaast zijn er traditionele wijnen gemaakt van vruchten zoals kersen en granaatappels.
12
太狸記・三月号
In Korea worden ook veel medicinale wijnen gedronken. Deze worden niet alleen gedronken vanwege de genezende werking die ze bevatten. Hieronder een aantal medicinale wijnen: •벰주 (Bem ju, ‘slangenwijn’) Een wijn die gemaakt is door een slang in een pot gedestilleerde drank te laten rijpen. Deze wijn zou de vruchtbaarheid van de man bevorderen. Verschillende slangen worden gebruikt, maar over het algemeen geldt; hoe giftiger de slang, hoe sterker de medicinale kracht. •인삼주 (Insamju). De meest populaire medicinale wijn onder ouderen. • 도소주 (Dosoju). Een populaire kruidenwijn die traditioneel alleen op nieuwjaarsdag wordt gedronken. •죽엽청주 (Jugyŏpch’ŏngju). Een traditionele drank van bamboebladeren. •백세주 (Baekseju, ‘100 jaren wijn’). De commerciële variant van een medicinale wijn. Deze wijn is populair onder jongeren, die het meestal niet drinken om de medicinale kracht maar als een alternatief voor 소주 (Soju). 백세주 is in de meeste restaurants en drankgelegenheden te bestellen. De wijn is een rijstwijn met ginseng, zoethoutextract en tien andere kruiden en heeft een alcoholgehalte van 13%. •산사춘 (Sansach’un). Een andere commerciële drank gemaakt van de rode vruchten van de Sansa, de Chinese hagedoorn. De Bae Sang Myun brouwerij, een van de producenten van deze wijn, claimt dat de wijn een therapeutische werking heeft. Een niet traditioneel Koreaans, maar wel ingeburgerde drank is 마유주 (Mayuju), een gefermenteerde drank van paardenmelk. Deze drank is geïntroduceerd vanuit Mongolië. Bier, in Korea genaamd 맥주 (Maekju), is in het begin van de twintigste eeuw in Korea geïntroduceerd door de Europeanen. Er zijn in Korea twee grote brouwerijen die de markt overheersen met meerdere merken. Beide brouwerijen zijn opgericht in 1920. Koreaans bier is vaak gemaakt van rijst in plaats van tarwe. Veel drankgelegenheden hebben slechts één biertap, omdat de smaken als nagenoeg gelijk worden beschouwd. Buitenlands bier is wel te verkrijgen, maar vaak voor een relatief hoge prijs. Bij een drinkcultuur hoort ook een zekere drinketiquette. Het vullen van je eigen glas wordt gezien als onbeleefd. Je moet dus opletten dat de glazen van je mededrinkers nog gevuld zijn, ook omdat het onbeleefd is als deze een lange tijd leeg zijn. Je ontneemt die ander namelijk de kans mee te drinken. Bij het inschenken van drank voor je meerdere moet je volgens de Koreaanse etiquette beide handen gebruiken. Dit geldt ook voor het ontvangen van drank. Je hoeft niet met beide handen het glas of de fles of karaf vast te houden, het aanraken van je andere elleboog is voldoende. Dit gebruik komt van het weghouden van de mouwen van een 한복 (Hanbok, ‘traditionele kleding’). 건배 (kŏnpae, ‘proost’)! • Door Maria van der Linden
太狸記・三月号
13
n
m u l o C s n e e l o J
Ergenissen in het verkeer is deze editie het onderwerp van Joleens gedachtegang. Ieder beetje gedigitaliseerde student ziet dagelijks op zijn of haar facebook account berichten voorbij komen over welke problemen het openbaar vervoer hen nu weer mee heeft opgezadeld. Berichten zoals “Weer eens vertraging...”, “De communicatie is nergens te bekennen in de trein”, “De bussen zijn weer overvol!”en dergelijke zijn voor de gemiddelde student dagelijkse kost. Je zou bijna willen dat je gewoon met de auto naar je colleges zou kunnen gaan. Bijna, want geloof mij, er zijn ook genoeg randdebielen in het verkeer. Iedereen die ook maar een keer achter het stuur de weg op is gereden weet wat voor een gevaar zich daar op de weg verschuilt. En het meeste gevaar veroorzaak je zelf niet eens. Wanneer ik zelf rijd, ben ik grof gezien maar met drie dingen bezig: geen mensen aanrijden, geen dingen aanrijden en zelf niet aangereden worden. Vooral binnen de bebouwde kom. Ik ben niet bang om achter het stuur te zitten. Integendeel , iedereen die ook maar een keer bij mij in de auto heeft gezeten weet dat ik wel houd van “lekker doorrijden,” maar ik ben me wel bewust van de risico’s. Sinds ik legaal de weg op mag, ben ik me bewust geworden van meerdere dingen: bijna niemand kan normaal invoegen zonder een file te veroorzaken, je moet niet doordeweeks in de auto stappen tussen acht en negen uur ‘s ochtends en vier en zes uur in de middag, en in het weekend betekent een verkeersbord met “maximaal 80 kilometer per uur” op onverklaarbare wijze opeens “maximaal 60 kilometer per uur”. Geen ijs, geen hevige regen, geen mist, maar bijna iedereen rijdt in het weekend opeens een stuk slomer. Ga maar na wat er gebeurde toen er wel een pak sneeuw lag begin februari. Niet alleen het openbaar vervoer lag plat, ook ontstonden er massaal files in het verkeer. In plaats van binnen een uur thuis te zijn, kon je genieten van een paar uur in de file.
openbaar vervoer versus auto
14
太狸記・三月号
Ergernissen zijn er dus genoeg. Zodanig genoeg dat er ieder jaar opnieuw een “Top Tien Ergernissen in het verkeer” wordt gepubliceerd. Door even op de ANWB-website te kijken, vind je al snel deze roemruchte top tien. De meest recente komt uit 2011. Ik som op: 1. Agressief rijgedrag 2. Bumperkleven 3. Onnodig links rijden 4. Rijden onder invloed van alcohol/drugs 5. Files 6. Geen richting aangeven 7. Zondagsrijders 8. Op het laatste moment ritsen/invoegen 9. Te hard rijden binnen de bebouwde kom 10. Rechts inhalen Sommige dingen hieruit zijn alleen irritant zoals files of zondagsrijders, maar er staan ook genoeg streken tussen die levensgevaarlijk zijn. Agressief rijgedrag spreekt hierbij redelijk voor zichzelf, maar bumperkleven en het niet aangeven van de richting kan ook bloedlink zijn. Je weet immers nooit wat er kan gebeuren, en mocht je plotseling moeten stoppen of van baan verwisselen dan kan het zijn dat je opeens onder een andere auto ligt. En dan heb ik het nog niet eens gehad over rijden met alcohol of drugs. Dat zorgt er immers voor dat je inschattingsvermogen achteruit gaat, voor zover je die hebt. En ik heb geen zin om onder een andere auto te liggen omdat meneer of mevrouw niet door had dat rood stoppen betekent. Nu kan ik wel wat langer doorgaan over hoe gevaarlijk en vervelend het verkeer wel niet kan zijn, maar eigenlijk valt het wel mee. Mits je als bestuurder oplet. Immers, in een auto heb je geen last van een of andere ezel die per se live moet videochatten in de trein met zijn vriendin. Inclusief alle smeuïge details. Of huismoeders die het een goed idee vinden om met hun enorme kinderwagens in het gangpad te staan en zo de rest van de rij, die graag de bus in wilt, belemmeren. En op de een of andere manier schijnt het ook heel moeilijk te zijn om te begrijpen dat het handiger is om eerst de mensen uit de trein te laten stappen voordat je erin gaat. Kwestie van een beetje ruimtelijk inzicht, maar dat komen de meeste mensen blijkbaar een beetje te kort. Of zijn ze bang dat de trein spontaan wegrijdt als ze niet binnen twee seconden instappen? Nee, ik mag dan wel iedere keer geïrriteerd raken wanneer iemand niet doorrijdt of niet de richting aangeeft, maar dat haalt het niet bij de irritatie die ik voel wanneer mensen hun muziek te luid hebben in de bus of niet begrijpen dat ze moeten doorlopen zodat anderen ook kunnen instappen. Als ik daarvoor in de plaats maar voor lief moet nemen dat ik echt niet altijd lekker kan doorrijden of zelfs geregeld in de file sta, dan doe ik dat met plezier. Immers, daar heb ik geen last van een gozer die aan het videochatten is. • Door Joleen Blom
太狸記・三月号
15
a d e e r o K n a v Films 是枝 裕和 (Koreeda Hirokazu), geboren in 1962 te Tokyo, is een van de meest geprezen hedendaagse Japanse filmregisseurs. Zowel binnen als buiten Japan is hij geliefd voor zijn zeer subtiele doch sterke drama films. Veel van zijn films zijn toegankelijk en snijden universele thema’s aan zoals het omgaan met verlies. Hij heeft tot nu toe acht grote films gemaakt. Hier zijn ze in chronologische volgorde, met eerst de Japanse titel, gevolgd door de internationale titel. Maboroshi no Hikari (Maborosi, 1995) Yumiko leidt een gelukkig, simpel leventje met haar man Ikuo en hun pasgeboren baby. Op een dag wordt Ikuo aangereden door een trein, het is niet duidelijk of dit zelfmoord was of niet. De rest van de film beschrijft hoe Yumiko hier mee om probeert te gaan, en stilletjes aan probeert op een of andere manier weer een klein beetje geluk te vinden. Het is een meditatieve film met lange, statische, afstandelijke shots en weinig woorden. Met dit debuut was Koreeda’s naam direct gevestigd. De regisseur werd vooral vanwege de filmstijl al gauw vergeleken met Japanse grootmeesters Ozu en Mizoguchi. Vandaag de dag wordt deze film geprezen als een van de belangrijke films uit de jaren ’90, zeker voor de Japanse cinema. Wandâfuru Raifu (After Life, 1998) In Koreeda’s tweede film neemt hij ons mee op reis naar het hiernamaals. Of eerder de brug tussen het leven en het hiernamaals. Deze setting wordt op heel aardse wijze weergegeven, het is simpelweg een groot kantoorgebouw. Mensen die overleden zijn komen hier binnen, en moeten één enkele herinnering uitkiezen die ze kunnen meenemen naar het hiernamaals. Een heel bijzonder concept, dat leidt tot een heel bijzondere film. We volgen een aantal interviews die de werknemers van deze poort naar de hemel afnemen onder de onlangs overledenen, wat je wel aan het denken zet, wat zou jij kiezen? Distance (2001) We volgen een groep mensen in een bos die op het eerste gezicht niets gemeen hebben. Dan komen we er achter waarom ze samen zijn; het zijn familieleden van overleden sekteleden die na het vergiftigen van de watervoorraad van een stad collectief zelfmoord pleegden. Dit is nu een jaar geleden en ze besteden een nacht pratende over hun verloren geliefden, en de gevolgen van de gebeurtenis. Een simpel verhaal, maar zeer aangrijpend. Dare mo Shiranai (Nobody Knows, 2004) Deze film is in mijn ogen Koreeda’s beste film, en velen zullen het met me eens zijn. We volgen hier geen depressieve volwassenen maar een viertal onschuldige kindertjes. Op een dag besluit hun waardeloze moeder er vandoor te gaan en laat hen simpelweg achter in een appartement. Vanaf dan 16
太狸記・三月号
moeten ze voor zichzelf zorgen, wat aanvankelijk wel lukt, maar wanneer na een aantal maanden de rekeningen zich opstapelen en de elektriciteit afgesloten wordt, krijgen ze het moeilijker en moeilijker. Een ongelofelijk hard verhaal, dat spijtig genoeg grotendeels nog gebaseerd is op echte gebeurtenissen ook. Hana Yori mo Naho (Hana, 2006) Hana is een leuk filmpje over een jonge samurai die zich in een dorpje heeft gevestigd op zoek naar de moordenaar van zijn vader. Het is niet zo spectaculair als het klinkt, de film lijkt meer op een soort boerenklucht. Zeker wel aardig om te zien maar misschien wel de minste van zijn films. Aruitemo Aruitemo (Still Walking, 2008) Still Walking is een rustige film die een familie observeert. De familie komt bij elkaar voor de herdenking van het overlijden van de oudste zoon. Er komen al gauw conflicten bovendrijven, uiteraard deels te wijten aan generatiekloven, wat doet denken aan Ozu’s ‘Tokyo Story’. Elk lid van de familie wordt eventjes onder de loep genomen. Een van de sterkste punten van deze film is het acteerwerk, vooral van阿部寛 (Abe Hiroshi), een van mijn favoriete hedendaagse Japanse acteurs. Vooral het einde van de film is prachtig uitgewerkt en de laatste paar minuten zijn verreweg het beste deel van de film. Kûki Ningyô (Air Doll, 2009) Een film die flink wat stof op deed waaien toen hij aangekondigd werd. Hij gaat namelijk over een seks-opblaas-pop die tot leven komt. Waar deze film het risico liep een grote faal te worden verbaasde de regisseur iedereen door er een uitstekende hartverwarmende film van te maken. Opblaaspop Nozomi ontwikkelt op magische wijze een bewustzijn en ontdekt voorzichtig het menselijk leven en liefde. Waar we in Nobody Knows de wereld door kinderogen bekeken, bekijken we het hier in principe door de ogen van een pasgeborene. Deze film is een modern sprookje en dankt veel van zijn magie aan배두나 (Bae Doona), de Koreaanse actrice die Nozomi speelt. Kiseki (I Wish, 2011) I Wish is Koreeda’s nieuwste film, en naar mijn idee ook zijn meest toegankelijke. Net als in Nobody Knows zijn de hoofdpersonages kinderen. Na de scheiding van hun ouders leven broertjes Koichi en Ryunosuke ver van elkaar verwijderd. De een woont bij rock&roll papa, de ander bij mama en oma. Ze dromen er van hun gezinnetje weer te herenigen, en met het volste vertrouwen in een bepaalde legende die kan helpen dit waar te maken gaan ze op een reis. Toen ik dit plot eerst hoorde was ik eigenlijk doodsbang voor een stom Olsen-twins-achtig kinderfilmpje. Maar nee hoor, ik had gewoon vertrouwen moeten hebben in Koreeda. Hij slaagt er weer in om een lichtkomisch, realistisch, ietwat bitterzoet filmpje te maken. Vooral met de tweede helft van Koreeda’s oeuvre kan iedereen ter wereld samen lachen, huilen maar vooral genieten, en dit is waarom hij alle lof die hij krijgt meer dan verdient heeft. • Door Nick Sint Nicolaas
太狸記・三月号
17
13 0 2 2 1 0 2 r u Tanuki bestu Heb jij de T-factor?
Robert Beers, Kirsten Janssen, Dave Hooghiemstra, Kim Dang, Aline Mostert en Jeroen Strijbosch LVSJK Tanuki wordt draaiende gehouden door een bestuur van studenten. Dit zestal wisselt elk jaar. Dee zoektocht naar een nieuw bestuur voor het collegejaar 2012-2013 is begonnen! Weet jij al of je je wilt opgeven? Of wil je meer weten over wat het inhoudt in het bestuur te zitten? Lees dan verder. Zoals je weet is Tanuki niets zonder haar commissies. Een van de taken van het Tanuki bestuur is de commissies te vertellen wat ze moeten doen en controleren of alles goed gaat. Ook is het belangrijk dat je je gezicht als bestuurslid regelmatig laat zien, dus aanwezigheid bij verscheidene Tanuki activiteiten spreekt voor zich. Daarnaast heeft elk bestuurslid ook een eigen functie. Een korte samenvatting daarvan hieronder. Nota bene: de nieuwe bestuursleden leren alle ins en outs van hun functie van hun voorgangers, het huidige bestuur.
18
太狸記・三月号
De praeses is de opperbaas en het gezicht van Tanuki. Dit jaar is dat Jeroen Strijbosch. Streng doch rechtvaardig managet hij zijn bestuursleden en daardoor indirect ook de commissieleden. Als praeses leidt hij de wekelijkse bestuursvergaderingen en speelt hij een rol in de communicatie van Tanuki, onder andere met de alumni en andere studieverenigingen. De abactis notuleert bij de vergaderingen en is verantwoordelijk voor de communicatie met de Tanuki leden. Als het goed is, heb je de naam Kim Dang veel onder je Tanuki mails zien staan! Kim is vaak ook de contactpersoon voor docenten, maar de belangrijkste functie van de abactis is de ledenadministratie. De quaestor moet toch over enige economische vaardigheiden beschikken als beheerder van de kas van Tanuki. Robert Beers heeft dit jaar niet in het wilde weg met de Tanuki pinpas gezwaaid, maar altijd met een frons overwogen wat de beste financiële keuze is. Het grootste project voor de quaestor is de boekverkoop aan het begin van het collegejaar, maar denk ook aan de kosten van de feesten en journals. Ook maakt hij financiële overzichten voor de leden aanwezig bij de Algemene Leden Vergadering en voor de Raad van Toezicht.* De hoofdredactor zorgt voor de TaTanukiKi, oftewel de Tanuki journal. Dit jaar ben ik, Kirsten Janssen, de hoofdredactrice en verantwoordelijke voor datgene wat je nu in je handen hebt. Ik bedenk wat ik erin wil, geef de commissieleden vervolgens de opdracht te gaan schrijven, controleer en pas aan wat ze schrijven en ten slotte maak ik de lay-out. De webmaster zorgt voor de website, www.tanuki.nl, en de Tanuki facebook pagina. Dave Hooghiemstra zal zijn opvolger leren wat het inhoudt een site te onderhouden en aan te passen. Ervaring met IT is een pre. De assessor is de keten tussen de eerstejaars en het bestuur en wordt volgens traditie gekozen uit de eerstejaars, op het Tanuki kamp. Het huidige bestuur hoeft zich hier dus in principe geen zorgen over te maken, maar Aline Mostert zal haar opvolger haar ervaringen delen en de tips en trucs leren hoe je een goede assessor bent. Ben je geïnteresseerd? Reageer dan vóór 20 maart op je Tanuki mail, en geef je op voor de selectieronde! Wees overigens niet bang om ons te mailen met vragen over onze functies en denk niet dat je het niet in je hebt een bestuurslid te zijn; dat kunnen wij je leren. Wie weet zie ik je bij ons op sollicitatie! • Door Kirsten Janssen *De Raad van Toezicht controleert Tanuki, onder andere omtrent zaken als uitgaven en zijn daarom ook aanwezig bij de halfjaarlijkse Algemene Leden Vergadering.
太狸記・三月号
19
a e r o K / n a p a J Studeren in Nikki in 長崎 (Nagasaki)
Ik en de overige zeven Nederlanders zijn inmiddels alweer begonnen aan onze vijfde maand in Nagasaki (ten tijde van de inzending van deze tekst, red.). Toen ik in het begin aankwam was het toch wel vreemd. Je hebt de afgelopen twee jaar allemaal wetenschappelijke artikelen gelezen over Japan en Japanners, maar de werkelijkheid blijkt dan toch ineens anders uit te vallen. Nederland lijkt echt alweer een eeuwigheid geleden, maar wij zijn hier pas net klaar met het eerste semester op de universiteit. De lessen op de universiteit worden door iedereen inmiddels beschouwd als bezigheidstherapie want heel erg intellectueel denken zit er dit jaar niet echt bij. Alle lessen zijn taalcolleges en er is vrijwel geen huiswerk. De lessen bestaan uit lezen, schrijven, luistervaardigheid, conversatie en kanji. Het is af en toe verbazend om te zien hoeveel grammaticastof er niet wordt behandeld in Leiden. We zitten gehuisvest in een studentencomplex met internationale mensen, op zo’n vijf minuten fietsafstand van de universiteit. Het is er echt supergezellig want je kan zo bij iedereen aanbellen om een babbeltje te maken. Verder ben ik er achter te komen dat Koreanen stiekem wel heel erg cool zijn en heb onder hen goede vrienden gemaakt. 20
太狸記・三月号
Vanwege de enorme vrije tijd die je hier hebt is het verstandig om ook bij een club of cirkel te gaan. Erg goed voor je taalvaardigheid en hoe je je moet leren gedragen tegenover je 先輩 (sempai, ‘ouderejaars’). Na wat clubs te zijn afgeweest, heb ik mijn plekje gevonden bij de judocirkel. Omdat er elk jaar wel buitenlanders besluiten om bij deze cirkel te gaan, zijn de mensen enorm open en vriendelijk. Daarnaast houden ze net als ik van veel en lekker eten. In tegenstelling tot clubs nemen ze het niet zo heel erg nauw met de hiërarchie en kan ik als ik mijn sempai aanspreek me gelukkig beperken tot de ます-vorm (masu-vorm, ‘licht beleefde taal’). Omdat de cirkel naast nog een ander meisje alleen maar uit jongens bestaat, en een vechtsport is, blijk ik onderhand als een jongen te zijn gaan praten in het Japans. Verder zijn onze 飲み会 (nomikai, ‘drinkbijeenkomsten’) erg berucht en sta ik niet meer te kijken van dronken Japanners die dwars door deuren heen vallen en in hun onderbroeken staan te dansen met hun T-shirt zwaaiend boven hun hoofd. Alle studenten op de universiteit lijken meer aandacht te besteden aan hun cirkels dan aan de studie zelf en daarom wordt er ook van mij verwacht dat ik over een kleine twee maanden al voor mijn zwarte band examen ga, en in juni meedoe aan de landelijke kampioenschappen in 東京 (Tokio). Om de tijd verder op te vullen ben ik Engelse les gaan geven. Ik heb het erg getroffen met twee jongens van 26 die allebei nog studeren. Onder lestijd gaan we vaak uit eten en soms zelfs uit. Al met al is het hier een klein paradijsje met temperaturen die nooit rond het vriespunt zijn geweest, en een maandelijkse trip naar de onsen (hotsprings). 以上で~~す (ijou desu, ‘dat was het~’) • Door Nikki Doorn Rafaël in 서울 (Seoul) A typical day for me would be waking up at 8:15h showering and having a sandwich as breakfast. Class starts at 9:00h and ends at 13:00h, so four hours of Korean grammar, listening, reading, writing and talking per day. After class we usually meet up with the Dutch gang to eat lunch at a cheap local restaurant. We eat things like ttugbaegibulgogi (beef soup), kimbab, a lot of cheeseramyun, kimchichigae (kimchisoup), omerice (omelet filled with rice) and other relatively cheap food. After lunch we usually go to a coffee shop to study and make our homework with a nice cup of coffee or tea. If you’re like me and you don’t like cinnamon on your cappuccino you specifically have to ask them to not sprinkle it on top of the milk! Because this my friends is horrible!! Maybe this action is embedded in their muscle memory. After studying we eat again at a restaurant or sometimes when we need to watch our money or we don’t have the energy to walk we just make ramyun at the dorm.
Nieuwsgierig naar meer avonturen van Rafaël Woudenberg? Lees dan verder op http://rabbagello.blogspot.com/
太狸記・三月号
21
De journalco De commissieleden van de journalco aan het woord Als hoofdredactrice van de Tanuki journal kan ik echt niet zonder mijn commissieleden. Ik moet wel eens streng voor ze zijn door te zeggen “jij schrijft nu dit en dit,” maar ik kan altijd bij hen terecht met vragen of ik dit nou zus of zo moet doen. Verder heb ik ze nodig voor een tweede en derde ronde spellingscontrole (zodat elke tekst door minstens drie verschillende mensen is gecheckt) en ze hebben vaak creatieve ideeën, die deze journal maken tot wat hij is. Nu hebben ze de gelegenheid eens wat meer over zichzelf te vertellen, bijvoorbeeld waarom ze in de journalco zitten of waarom ze Japanstudies of Koreastudies studeren. Bob Rambonnet Waarom ik Japans studeer? Omdat ik in Japan heb gestudeerd. Maar ik studeerde toen nog geen Japans, want mijn studie in Tsukuba (in de prefectuur Ibaraki) maakte deel uit van mijn bachelor rechtsgeleerdheid. Wel wist ik na mijn tijd in Japan dat ik de kans om in Leiden te kunnen studeren niet kon laten glippen. Want nu pas leer ik veel dingen te begrijpen die ik in Japan heb gezien en meegemaakt. En waarom de TaTanukiki? Omdat ik me zo bezig kan houden met Japan, kan bijdragen aan een prachtige studievereniging en ook wat meer ervaring opsteek met commissiewerk en het schrijven van artikelen. Daarnaast krijg ik zo elke keer als een van de eersten de TaTanukiki te lezen, wat natuurlijk een bijzonder privilege is! Als laatste nog even koffiedik kijken. Want natuurlijk hoop ik bij dit ministerie, dat mooie bedrijf of die belangrijke ambassade te kunnen werken. Maar in werkelijkheid ben ik noch zeer bedreven in de waarzeggende kunst van tasseografie, noch heb ik een duidelijk vooruitzicht op de toekomst. Ik weet alleen dat ik geen spijt heb van mijn keuze om Japanologie te studeren en me goed thuis voel bij zowel de TaTanukiki als Tanuki. Nick Sint Nicolaas Ik had er eerlijk gezegd nooit over nagedacht lid te worden van een commissie. Mijn intentie was in het begin dan eigenlijk ook alleen maar om heel af en toe een filmrecensie te schrijven. Maar al gauw besefte ik me dat ik het verrassend leuk vond nog meer betrokken te zijn bij de journal, en ook te schrijven over andere dingen.
22
太狸記・三月号
Mijn voornaamste interesse ligt bij films kijken, een heel luie hobby uiteraard, maar ik ben dan ook een heel lui persoon. Ik sta open voor films uit alle hoeken van de wereld, maar uiteraard ligt de voorkeur bij Japan, en dan vooral de jaren ’50 en ‘60 . Ik heb onderhand zeker meer dan 500 Japanse films gezien, maar ben nog lang niet uitgekeken, de Japanse cinema blijft keer op keer weer verbazen. Om te zorgen dat ik echter niet helemaal aan de bank vastgroei doe ik ook regelmatig met plezier wat aan fitness en basketbal. Voordat ik aan Japanstudies begon heb ik Sociale Psychologie gestudeerd, en de sociaalwetenschappelijke hoek is dus wat me het meest binnen deze studie interesseert. Ik hoop dan ook later wanneer ik groot ben een soort sociaal-psycho-antropologisch Japanoloog binnen de filmwereld te worden. Tot die tijd schrijf ik lekker verder voor de journal! Joleen Blom Hoewel ik vorig jaar nog de assessor van Tanuki was, heb ik voor dit jaar besloten om bij de journalcommissie te gaan. Vaak genoeg heb ik vorig jaar van dichtbij gezien hoe de TaTanukiKi in elkaar werd gezet en dit jaar wilde ik er graag weer bij zijn! Hoewel het moeilijk te zeggen is wat precies mijn hobby’s zijn, ben ik vaak in mijn vrije tijd te vinden in het sportcentrum in Leiden waar ik basketbal speel. Mocht het echter buiten erg lekker weer zijn, dan wil ik ook nog wel eens op een (wind)surfplank planeren over het water. Jammer genoeg is het weer in Nederland vaak om te huilen. Buiten de studie- en Tanukiactiviteiten om ben ik vaak samen met mijn vrienden of heb ik me verdiept in een boek. Zoals ik al zei is het lastig om dus te vertellen wat mij allemaal bezighoudt, want dat is zoveel! Japan is zoals bij alle Japanologen een grote interesse van mij, al dan niet de grootste, en het land weet me iedere keer weer te boeien. Binnen Japanologie probeer ik me voornamelijk te richten op kunst, gender en literatuur, maar ik heb nog geen sterke voorkeur voor een van die drie. Ik ben er dan ook zeker blij mee om een gedeelte van deze interesse in Japan te delen door te schrijven voor de journalcommissie! Maria van der Linden Als eerstejaars student Koreaans ben ik graag, veel en vaak bezig met van alles dat met Korea te maken heeft. Daarnaast vind ik schrijven ontzettend leuk om te doen. Niet zo gek dus dat ik via TaTanukiKi mij al schrijvende bezighoud met Korea. Ik zie het dan ook als mijn speciale taakje de Koreanisten binnen Tanuki te vertegenwoordigen en tegelijk te voorzien van informatie over Korea! Mijn interesse in Korea begon ergens in 2006, toen ik op YouTube verdwaald raakte en kennis maakte met 동방신기 (Dong Bang Shin Ki), vijf Koreaanse zangers die mij de K-pop wereld in lokten. Het bleef niet lang bij K-pop; al snel begon ik door middel van drama’s en televisieprogramma’s
太狸記・三月号
23
de Koreaanse cultuur te proeven. En toen ik daar eenmaal goed aan gesnuffeld had… tja, toen kon ik het niet meer loslaten. Wat ik na het behalen van mijn Koreaanse bachelor, en misschien ook master, later wil gaan doen? Ik weet het nog niet. Er zijn in principe heel wat doorstudeer- en beroepsmogelijkheden, zoals tolk/vertaler, lerares of (grond)stewardess. Eerlijk gezegd wil ik het nog even openhouden. Wie weet, misschien ga ik uiteindelijk mijn kinderdroom wel verwezenlijken door schrijfster te worden. Robert Beers Net zoals vorig jaar ben ik deze jaargang eveneens lid van de journalcommissie. Vorig jaar ben ik gevraagd door de toenmalige hoofdredacteur Guan van Zoggel om wat meer juice toe te voegen aan de journal. Groot was de eer toen ik mijn eigen column moest schrijven, waarin ik inging op de moeilijke emotionele en psychologische problemen uit het leven van een Japanoloog. Ook hoorde daar een klein katern bij waar ruimte was voor ingezonden brieven. Na een jaargang van emotionele betrokkenheid met de lezers, vond ik het dit jaar tijd om een wat serieuzere kant van mezelf te laten zien en daarom ook een wat serieuzere bijdrage te leveren. Elke editie behandel ik een populair onderwerp over de Japanse cultuur. Maar omdat iedereen toegang heeft tot Wikipedia en ik jullie niet dood wil gooien met trivia, probeer ik er een lichte wetenschappelijke draai aan te geven om het allemaal een beetje de diepte proberen in te gooien. Omdat het ook leuk is dingen te weten die niet uit je colleges komen, bijvoorbeeld. Ik hoop dat mijn inzendingen je kennis een beetje aanvullen en je te stimuleren tot nadenken over dingen uit de Japanse cultuur, waar vaak meer achter zit dan dat je zou denken! Nu weten jullie meer over mijn commissieleden; wie ze zijn, hoe ze eruit zien, wat ze met de studie verbindt et cetera. Schroom niet hen vragen te stellen over het leven van een (journal)commissielid! Zoals je misschien gezien hebt op pagina 18, zijn we alweer op zoek naar het volgende bestuur. Dat kan jij zijn! Of anders kan jij degene zijn die het bestuur helpt door actief te zijn in een commissie! Zie de colofon op pagina 2 voor alle commissies die Tanuki rijk is. Ga voor meer informatie over deze commissies naar www.tanuki.nl ! • Door Kirsten Janssen
24
太狸記・三月号
i e k l a u s i V n e mietjes va
D
De mietjes van Visual-kei en verwijfde mannen De Japanse popmuziekindustrie en de Japanse popliedjes die daaruit komen staan bekend om hun typische karakter. Dit karakter typeert zich onder andere door middel van taalgebruik, diversiteit in genre en unieke combinaties van muziekstromingen; maar een even typerend of misschien ongeëvenaard interessant aspect is de manier waarop artiesten zich visueel manifesteren. En wanneer ik het woord visueel gebruik schiet menig Japanoloog de volgende term in het hoofd: visual-kei. Dit muziekgenre, dat zich over het algemeen niet alleen maar richt op de muziek maar vooral veel belang hecht aan uiterlijke vertoning, kwam op rond de jaren ’80 van de vorige eeuw met pioniers zoals de bands X Japan (zie afbeelding onder), D’erlanger, Buck-Tick, en Color. Het aspect van de uiterlijke vertoning komt met name naar voren in het veelvuldige gebruik van make-up en cosmetica, overdadige kapsels en flamboyante kostuums. Een cliché-beeld, wat overigens niet altijd van toepassing is, is het feit dat visual kei nauw verbonden zou zijn met androgyne karaktertrekken, oftewel de mannen zien eruit als vrouwen. Kortom, je kan zeggen dat deze muziekstroming is uitgegroeid tot een subcultuur met zijn eigen esthetische codes.
Het wordt interessanter wanneer we de betrekkelijk underground subcultuur in een maatschappelijker daglicht zetten, en hiermee bedoel ik om eens proberen te kijken naar hoe deze extravagante invloeden van visual kei de maatschappij hebben geïnspireerd – of is het misschien andersom? Om deze lijn te trekken maak ik gebruik van een artikel dat is geschreven door Yumiko Iida, met de titel: “Beyond the ‘Feminisation’ of Culture and Masculinity: The Crisis of Masculinity and Possibilities of the ‘Feminine’ in Contemporary Japanese Youth Culture.” Zij stelt namelijk aan de kaak dat de Japanse man aan het vervrouwelijken is, en de reden die zij hiervoor geeft is dat de man heeft geleerd van visual kei.
太狸記・三月号
25
Heeft de Japanse jonge man altijd de behoefte gehad om zich los te maken van de masculiene hegemonie? Niet altijd. De aanleiding hiervan zou men kunnen zoeken in de tijden van de economische bubbel in de jaren ’90 van de vorige eeuw. Het is zo dat de zware economische recessie de mannelijke rol als kostwinner en daarmee de ruggengraat van de familie of zelfs maatschappij hevig onder druk heeft gezet. Deze mannelijke rol kwam in het nauw door de vele ontslagen die er in die tijd vielen. Omdat mannen er niet langer zoals vanzelfsprekend in slaagden hun familie economisch overeind te kunnen houden was deze recessie uiteindelijk een smet op de mannelijkheid van de maatschappij. Belangrijk om te weten is dat in die tijden visual kei in opkomst was, maar niet per se een product is van de economische bubbel. Later zou namelijk duidelijker worden dat schoonheid bij mannen, met nijgingen tot androgynie, wat meer bij de Japanners in trek ging komen. Yumiko Iida’s argument dat de Japanse man aan het vervrouwelijken is lijkt te kloppen. Maar wat is deze vervrouwelijking dan eigenlijk? Essentieel gezien is de verandering binnen de masculiene hegemonie (of heersende ‘mannelijkheid’), in de zin dat het niet langer standaard is dat mannen gaan conformeren aan het bestaan van de salaryman. In andere woorden: wanneer zij volwassen worden kiezen jonge mannen er niet blindelings meer voor om een klein onderdeeltje te worden in het corporate systeem. In plaats daarvan kiezen ze ervoor een minder harde en zakelijke carrière op te bouwen als bijvoorbeeld kapper of medewerker in een kledingzaak. Maar vervrouwelijking beperkt zich uiteraard niet tot carrière. Waar de discussie van vrouwelijkheid ook over gaat is de uiterlijke verzorging van mannen, omdat diens belang in de loop van de jaren ontzettend is gestegen. Een simpel maar zeer relevant voorbeeld is haarstijlen. Een simpele observatie leert dat hoge stijlen met lang haar, waar veel producten maar ook zeker veel tijd in verwerkt zitten, veel populariteit genieten. Maar naast kapsels zijn ook de juiste kleren, niet eens van het juiste merk maar eerder de juiste stijl, zeer van invloed. Dit gedrag gefixeerd op het uiterlijk doet ons uiteraard sterk denken aan vrouwelijk gedrag; sla de tijdschriften er maar op na. Zijn alle mannen dan zogenaamde mietjes geworden? Nee, want de salaryman blijft nog steeds een diepgeworteld begrip binnen de Japanse samenleving. Een interessantere vraag is waarom mannen dit zichzelf eigenlijk aan zijn gaan doen. Het conformeren aan de maatschappelijke verwachting een gezin te stichten en daarvoor te zorgen is niet veranderd, maar is wel van lagere prioriteit geworden. Je zou kunnen zeggen dat dit is gekomen door de periode van de economische bubbel. Dit komt naar voren in het vinden van bijbaantjes en fulltime banen, wat voor jongeren in de tijd van recessie een groot obstakel was. Het leek er bovendien op dat het volgen van een (universitaire) opleiding geen nut had omdat er een schaarste aan banen was. Dit vooruitzicht voor jonge mensen zorgde voor een radicale verandering in het toekomstperspectief. Leefde men eerst nog volgens traditionele waarden om een gezin te stichten, tegenwoordig is het voor jonge mensen belangrijker om naast een carrière een eigen leven te hebben, waar het hebben van een leuke baan en vrije tijd centraal staat. 26
太狸記・三月号
Uiterlijke verzorging kan uitgelegd worden aan de hand van Yumiko Iida’s argument. Zij zegt namelijk dat de populariteit van visual kei bij vrouwen zo hoog was vanwege de esthetische strategieën die zij toepasten. Hiermee wordt bedoeld dat de focus op het uiterlijk blijkbaar veel aandacht bij de vrouwtjes genereerde. Maar hier is ook een verklaring voor. Allereerst dient vooropgesteld te worden dat we hier niet spreken over dat mannen zo goed als drag queens zijn geworden. Zij bedoelt juist dat er een opkomende trend is van mannelijke schoonheid, met een onderliggende innerlijke verandering waarvan onafhankelijkheid, aardigheid en gevoeligheid het centrum zijn. Om dit te bereiken legt zij uit dat mannen vrouwelijke esthetische codes en strategieën gebruiken om een nieuwe genderidentiteit op te zoeken die ergens ligt tussen de masculiene en de feminiene. Voorbeelden van deze praktijk liggen voornamelijk in lichamelijke verzorging, zoals haarverwijdering of het gebruik van cosmetica. Een achterliggende drijfveer over het gebruik van deze esthetische codes en strategieën is dat jonge mannen op deze manier dichter bij een vrouw kunnen komen, omdat vrouwen zoekende zijn naar vrouwelijke identiteiten die dichter bij zichzelf liggen.
“Gay for the women”? Dat zou misschien niet de juiste afsluiter zijn. Maar er is wel aangetoond dat mannen als brute strijders niet altijd een vanzelfsprekende manier is om te functioneren binnen een samenleving. Ook als je niet hieraan wilt conformeren kan je nog een stabiele positie binnen de maatschappij verwerven. Met of zonder geblondeerd haar. • Door Robert Beers Bron: Iida, Yumiko. (2004) “Beyond the ‘Feminisation’ of Culture and Masculinity: The Crisis of Masculinity and Possibilities of the ‘Feminine’ in Contemporary Japanese Youth Culture”. Canadian Association of Cultural Studies, February. Zie ook: Herbivore men
太狸記・三月号
27
s j i r a P n i t r e K-pop conc Music Bank Paris 2012 Het nieuwe semester begon voor veel eerstejaars Koreanisten (en een aantal Japanologen) met een event waar lang naar uitgekeken is: Music Bank Parijs! Voor sommigen het eerste (K-pop) concert in hun leven, zo ook voor mij. Door een te krappe boeking van Bercy (waar Music Bank werd gehost) moest de tweede concertdag geannuleerd worden. Gelukkig hadden wij kaartjes voor de eerste dag. Op 7 februari vertrokken we na de colleges met de Thalys naar Parijs. Gedurende de dag erna hebben we ons vermaakt in Chinatown met het kopen, maar vooral ook veel bekijken, van K-pop merchandise. ’s Avonds gingen we dan eindelijk naar Bercy, waar het inmiddels redelijk druk aan het worden was. Iedereen was uitgelaten en ook wijzelf waren enorm enthousiast voor het concert. Na de presentaties van muziekvideos van de optredende artiesten en een openingspraatje van de presentatoren (waaronder Lee Jangwoo en SNSD’s Sooyoung) in onverstaanbaar Frans en in voor mij helaas nog onvoldoende te begrijpen Koreaans, zongen alle artiesten gezamenlijk “Les Champs Elysees.” U-Kiss opende het concert met een compilatie en volledige opvoering van hun meest bekende nummers, waaronder “Bingeul, Bingeul”, “Manmanhani” en “Neverland”. De goede sfeer was neergezet; iedereen was aan het meezingen en dansen en hoewel weinig van wat gezegd werd tussendoor te verstaan was, werd er elke keer luid mee ingestemd. Bij uitzondering werd hier en daar nog een woordje Engels gesproken door de artiesten evenals een aantal pogingen tot Frans. Sistar en 4minute traden daarna op en maakten indruk met hun krachtige stemmen tijdens dansen waarbij zingen zo ongeveer onmogelijk lijkt. Toch werd alles live gezongen. SHINee was de laatste act voor de pauze. Hoewel hun optredens van “Ring Ding Dong” en “Lucifer” heel levendig waren en het publiek helemaal losging, was het toch duidelijk dat de vier leden (Onew was er niet bij) waarschijnlijk net naar Parijs waren gevlogen en nog last hadden van jetlag. Op zulke momenten wordt het voor mij altijd weer duidelijk dat ze eigenlijk aan het werk zijn, hoewel ze er toch ook een feestje van maken. Omdat we op het balkon zaten hadden we ook een mooi overzicht van de concertzaal en konden we zien dat er nog een aantal andere Nederlanders waren. Zij hadden een grote Nederlandse vlag met daarop “Holland <3 YOU”. Eigenlijk hadden wij ook een banner moeten maken, er was ruimte genoeg achter ons. 28
太狸記・三月号
Na de pauze voerde T-ara “Roly Poly” en “Lovey Dovey” op zonder Eunjung. Tijdens hun interactie met het publiek werd duidelijk waarom. Eunjung liep met verband om haar knie het podium op om even gedag te zeggen. Ze was uitgegleden over de sneeuw na een repetitie en was niet in staat om op te treden. 2PM zorgde voor veel enthousiasme. Met hun optredens van “10 out of 10” en “Hands Up” kregen ze het hele publiek aan het dansen. Tijdens de interactie stelden de leden zich in het Frans voor en zongen Wooyoung and Chansung een stukje van “Hands Up” in het Frans. Ook stelde 2PM’s Taecyeon voor dat iedereen tegelijk een foto nam en daar poseerden de leden van 2PM dan voor. Ook Beast wist het publiek enthousiast te krijgen. De opvoering van “Breath”, “Shock”, “Fiction” en “Beautiful” in combinatie met zowel perfect ingestudeerde danspassen als spontane uitingen zorgden voor een geslaagd optreden. Het optreden van Girls’ Generation was voor het laatst bewaard. Niet zo gek, want hoewel ik geen uitgesproken fan van de meidengroep ben, was ik toch enorm onder de indruk van hun optreden. Op hoge stiletto’s dansen en live zuiver zingen was geen probleem voor ze. Sooyoung, die op die dag toevallig jarig was, werd door het publiek gefeliciteerd met een luidkeels gezongen “Happy Birthday”. Naast de van te voren aangekondigde optredens waren er ook vier special stages georganiseerd tussen de optredens door. Een van deze special stages was een mooi duet tussen Sistar’s Hyorin en U-Kiss’ Soohyun, genaamd “Love always finds a reason”. Het stond in fijn contrast met de optredens van Sistar en 4minute, die meer upbeat liedjes zongen. Een andere special stage was een rustig nummer in het Engels, genaamd “More Than Words”, gezongen door 2PM’s Junsu, Beast’s Hyunseung, SHINee’s Taemin en U-Kiss’ Kevin. Wat mij betreft toch wel het ‘mooiste’ nummer van het concert. Naast zang waren er ook special stages met dans. Een daarvan was een soort danswedstrijd tussen SNSD’s Hyoyeon, 4minute’s Sohyun, T-ara’s Hyomin en Sistar’s Bora. Daarnaast was er een special stage waar geen artiesten, maar winnaars van een danswedstrijd een dansvoorstelling gaven op een compilatie van verschillende K-pop nummers. De special stage die eigenlijk miste (en waarvan we allemaal zo’n beetje overtuigd waren dat die zou komen) was die van Troublemaker. Zowel Hyunseung (JS) van Beast als Hyuna van 4minute waren bij het concert aanwezig, maar helaas traden ze niet samen op. Op K-pop concerten schijnt nog al eens het een en ander rondom ‘fanservice’ te gebeuren. Bij Music Bank Paris 2012 was dit niet het geval. Tenzij het ontbloten van de schouder van 2PM’s Taecyeon of de spontane ‘hip thrusts’ van Beast’s Hyunseung als fanservice worden gezien. Als afscheid werd het nummer “Run to you” van DJ Doc door alle artiesten gezamenlijk opgevoerd. Het is een groot feest geworden! Nu lekker nagenieten en het concert herbeleven op youtube. • Door Maria van der Linden
太狸記・三月号
29
り 祭 : s n a p a J esten op z’n
Fe
De wereld van 祭り (Matsuri, ‘festival’), de wereld van Japanse festivals Alweer twee jaar geleden, in de zesde klas van het gymnasium, moest ook ik een profielwerkstuk (PWS) maken. Samen met een vriend, die toentertijd ook overwoog Japans te gaan studeren, besloten we dat ons PWS over Japan zou moeten gaan. We kozen het vak geschiedenis en toen begon het brainstormen over een mogelijk onderwerp. We hadden niet zo’n zin in oorlogen, maar wilden deze kans grijpen om een positieve kant van Japan te laten zien aan het publiek, waar we uiteindelijk ons werkstuk aan moesten presenteren. Toen we eenmaal alle boeken over Japan uit verschillende bibliotheken hadden gehaald, kozen we het onderwerp 祭り (matsuri, ‘festival’). Misschien vanwege alle leuke plaatjes die erbij stonden, misschien door het nummer 七夕祭り (tanabata matsui; ‘Tanabata festival’) van het popduo テゴマス(ook vaak gespeld als ‘Tegomass’), ik weet het niet meer. Omdat Tanuki dit jaar dertig jaar bestaat, leek deze feestelijke gelegenheid me wel gepast nog eens in dat werkstuk te kijken (en wellicht dingen te ontdekken die van geen kant kloppen)? Ik ga ervan uit dat de Japanologen wel weten wat matsuri is, maar voor de Koreanisten, Sinologen en andere lezers leg ik dat graag nog even uit. Kort gezegd zijn matsuri feesten met een religieuze geschiedenis, vermengd met vele Japanse gewoonten en gebruiken. Een simpele vergelijking met een soortgelijk feest in Nederland is Sinterklaas. Net als matsuri heeft Sinterklaas wel een religieuze achtergrond, maar wordt het vooral in traditie gehouden als volksfeest vanwege de gezelligheid. Het verschil is dat Japanners wel bewuster omgaan met de religieuze achtergrond van hun matsuri. Het Shintoïsme en het Boeddhisme zijn de belangrijkste godsdiensten van Japan en spelen nog altijd een belangrijke rol bij matsuri. Zo zijn deze religies vaak de aanleiding geweest tot het ontstaan van matsuri. Dit zie je vandaag de dag nog in verschillende elementen terug, onder andere aan het ronddragen van de 神輿 (mikoshi; ‘ draagbare schrijn of tempel’) en aan de gebeden die men brengt aan de goden bij de Boeddhistische tempels of Shintoïstische schrijnen, al dan niet met behulp van 絵馬 (ema; ‘houten tablet waar je je wensen of gebeden op opschrijft’), おみくじ (omikuji; ‘papieren strookje met een voorspelling voor geluk of ongeluk’ zie foto, linksonder volgende pagina) en お守り (omamori; ‘amulet die naast het brengen van geluk ook slechte geesten weghoudt). Bij vele matsuri worden de festiviteiten gevierd rond deze tempels en schrijnen. Tegenwoordig speelt godsdienst een minder grote rol in matsuri, hetgeen zich uit in bijvoorbeeld het struinen langs eetstalletjes met vrienden, gekleed in 浴衣 (yukata; ‘zomer kimono,’ zie zelfgemaakte foto, midden volgende pagina) luisterend naar livemuziek en kijkend naar kinderen die proberen goudvissen te vangen met schepjes van papier. Dit laatste heet 金魚すくい (kingyo sukui, ‘goudvis vangen’ zie afbeelding rechtonder, volgende pagina). Dit is ook het bekendste beeld van de matsuri 30
太狸記・三月号
vandaag de dag; zo wordt dit weergegeven in bijvoorbeeld アニメ(anime, ‘Japanse tekenfilms’) en dit is ook het beeld wat de toerist te zien krijgt. Dit brengt me weer terug bij mijn PWS. Mijn PWS partner en ik hebben toentertijd namelijk een kleinschalig onderzoek gehouden naar hoe men tegenwoordig kijkt naar matsuri. We hebben enquêtes verstuurd naar en ingevuld teruggekregen een viertal van de Japanse ambassade in Nederland, de ouders van ニーナ(Nina), die op YouTube vele filmpjes van hun tweetalige dochter hebben ge-upload en vrienden van ons met interesse in Japan. Onze conclusie was: “Uit de verschillende visies die we door middel van de enquêtes verzameld hebben, is gebleken dat er een verschil bestaat tussen de achterliggende gedachte van de viering van matsuri tussen de mensen die hun jeugd in Japan hebben doorgebracht en de mensen die dat niet hebben gedaan. De laatste groep denkt namelijk dat het doel van matsuri grotendeels bij het vermaak ligt, terwijl uit onze groep geënquêteerden blijkt dat de oorspronkelijke Japanners denken dat geld verdienen een belangrijk doel van matsuri is. Maar over het algemeen kan geconcludeerd worden dat alle groepen de matsuri tegenwoordig voornamelijk ervaren als bron van vermaak en gezelligheid, ondanks de religieuze achtergrond. Mensen blijven de matsuri dus als leuk, gezellig of ontspannend ervaren, los van het achterliggende doel ervan.” Het PWS leverde ons een 8,0 op en de wens zelf in Japan een matsuri mee te maken. Dat laatste werd voor mij in de zomer van 2011 werkelijkheid, toen ik voor het eerst naar Japan ging. Mij werd verteld door het personeel van de 旅館 (ryokan; ‘traditioneel Japans hotel’) waar ik verbleef in 京都 (Kyoto) dat vele matsuri niet doorgingen vanwege de aardbeving en tsunami, eerder dat jaar. Mijn reisgenoten en ik waren dan ook aangenaam verrast toen we de lange rij tentjes opgesteld naast het water zagen, met veel mensen in yukata en veel gezelligheid. We hebben gekeken naar het optreden van oude mannetjes en vrouwtjes, die een of ander komisch nummer zongen, kinderen rond de goudvissen gezien en we mochten een 団扇 (uchiwa; ‘waaier’) met karakters onderkliederen. Het bleek het eerder genoemde tanabata matsuri te zijn, het sterren festival, waarbij mensen hun wensen op papiertjes schrijven en aan takken hangen. Het was erg leuk om mee te maken en maakte al mijn verwachtingen waar. Matsuri behoren zonder twijfel tot een van de mooiste kanten van Japan. • Door Kirsten Janssen
太狸記・三月号
31
n o i l e g n a v E eon Genesis
N
De anime review deze editie De naam Neon Genesis Evangelion (hierna NGE) zal vele japanologen minstens vaag bekend in de oren klinken. De serie zette in 1995 de anime wereld op zijn kop, en wordt vandaag de dag nog steeds beschouwd als misschien wel de grootste klassieker onder de Japanse animatieseries. De serie is opgevolgd door meerdere films en er staan momenteel nog twee in de planning. Ik zal de serie en films kort bespreken, want er bestaat soms nogal wat verwarring over hoe ze zich tot elkaar verhouden. Neon Genesis Evangelion (Shin Seiki Evangerion, 1995) De originele 26-delige serie komt aanvankelijk over als een vrij standaard mecha (lees: gigantische robots) anime. In essentie gaat NGE over een aantal tieners die biomechanische reuzen genaamd ‘Evangelion’ moeten besturen om de wereld te beschermen tegen machtige wezens genaamd ‘Angels.’ Het verhaal begint in 2015, vijftien jaar na een gigantische ramp genaamd ‘Second Impact’ die heel Antarctica deed smelten en een groot deel van de mensheid het leven heeft gekost. Het hoofdpersonage is Shinji, een teruggetrokken jongen, wiens vader hoofd is van ‘NERV’, de organisatie achter de Evangelion. Shinji krijgt de taak om samen met twee dames (de kalme, mysterieuze Rei en de vurige, grofgebekte Asuka) hun leven op het spel te zetten in de oorlog tegen de Angels. Door de mysteries rond de Angels, de fictieve geschiedenis, maar vooral ook de Evangelion en de geheimzinnige organisatie(s) blijf je in het eerste deel van de serie geboeid kijken. Er ontvouwt zich een interessant verhaal betreffende de oorsprong en de toekomst van de gehele mensheid. Maar NGE gaat nog veel dieper. In de loop van de serie verschuift de focus naar de karakterontwikkeling van Shinji, en ook in de andere personages komt het één en ander teweeg. Halverwege de serie krijgen we al een soort voorproefje van hetgeen het latere deel van de serie (vooral de laatste twee afleveringen) naar ongekende diepte brengt (ofwel; hoogte tilt). Op redelijk abstracte stream-of-consciousness wijze wordt onder andere Shinji’s geest grondig uitgepluisd. De laatste twee afleveringen zijn in principe één lange introspectie sessie, wat een groot deel van de kijkers destijds eigenlijk hard teleurstelde. Het leek een beetje de easy way out, maar die oorzaak lag vooral bij het compleet opgeraakte budget. Regisseur 庵野秀明 (Anno Hideaki) kon niet veel anders doen dan heel veel plot te laten liggen. Hij koos er voor zich enkel nog te focussen op het binnenste van Shinji met behulp van veel gerecyclede en goedkope animatie, maar creëerde zo juist het deel van de serie dat het voor mij persoonlijk zo veel waarde geeft. Dankzij het succes van de serie kreeg Anno echter later de kans de ontevreden fans alsnog te geven wat ze wilden, een alternatief einde, in de film End of Evangelion (EoE). 32
太狸記・三月号
The End of Evangelion (Shin Seiki Evangerion Gekijō-ban: Air/Magokoro o, Kimi ni, 1997) EoE gaat verder waar aflevering 24 van de serie stopte. In tegenstelling tot de laatste 2 afleveringen van de serie krijgen we hier een geconcretiseerde conclusie aan het verhaal. De plot van de serie is ingewikkeld, en het wordt in deze film eigenlijk alleen nog maar ingewikkelder. EoE is ongelofelijk ambitieus, en zonder twijfel een epische cinematische ervaring, al is het alleen al om de beelden. Wat er allemaal precies gebeurt is lastig in één keer te bevatten. Dat is dan ook de enige kritiek die ik heb eigenlijk; alles wat we in de serie hebben gezien laten culmineren in een begrijpelijke afgeronde climax is misschien gewoon een té ambitieus project. Wat niet wil zeggen dat EoE geen geniale poging is, in tegendeel; het is een werkelijk indrukwekkende film! Veel fans prefereren de serie te kijken tot aan aflevering 24 (waarvan 21-24 de director’s cuts!) en dit op te volgen met EoE. Ikzelf geef echter de voorkeur aan de serie eerst gewoon af te kijken, want ook al was het onder zware financiële druk, op deze manier werd het nu eenmaal uitgebracht. Daarnaast sluiten vanuit een bepaald opzicht de verschillende eindes elkaar eigenlijk niet helemaal uit, wat mij betreft vullen ze elkaar aan. Neon Genesis Evangelion is een onvergetelijke ervaring, naast de indrukwekkende plot (waar je ook na het zien van EoE nog mee zal blijven puzzelen) is het een duik in de psyche van de mens. Vooral wat betreft dat laatste gaat geestelijk vader Anno Hideaki met deze serie dieper dan alles dat ik eerder gezien heb. Dit is zeker geen serie die om robotgeweld draait. Ikzelf heb om eerlijk te zijn eigenlijk een hekel aan mecha, toch is dit mijn favoriete serie aller tijden. Ik zou willen zeggen; verplichte kost voor iedereen, maar enige affiniteit met anime vergroot het plezier natuurlijk wel, anders kan het zijn dat je in de eerste ‘oppervlakkige’ helft van de serie al uitgekeken raakt, wat zonde zou zijn. Geef je het wel een kans, dan zal je rijkelijk beloond worden. Rebuild of Evangelion (2007, 2009, 2012, 2013?) In 2006 werd aangekondigd dat Evangelion een rebuild zou krijgen, dus een remake maar dan anders. Dit zal gebeuren in de vorm van vier films. Er zijn pas twee van de vier films uit, dus hoe het allemaal exact gaat lopen is nog een raadsel, maar het ziet er veelbelovend uit. De eerste film genaamd ‘Evangelion: 1.0 You Are (Not) Alone’ is zo goed als een pure remake van het eerste deel van de serie, maar in de tweede ‘Evangelion: 2.0 You Can (Not) Advance’ gaat de Rebuild duidelijk een andere richting op, inclusief nieuwe personages. Vanwege de modernere prachtige animatie alleen al zijn de films sowieso het kijken waard, en misschien ook toegankelijker. De Rebuild is echter dus nog niet afgerond, en dit kan nog wel een jaar of twee duren. Daarnaast valt sterk te betwijfelen of het zo goed zal worden als de originele NGE en EoE, dus begin gewoon bij het begin als je geïnteresseerd bent! • Door Nick Sint Nicolaas
太狸記・三月号
33
Kim’s Kitchen Okonomiyaki お好み焼き (okonomiyaki) is de Japanse variant op de pannenkoek. De naam is afgeleid van de woorden お好み (okonomi), wat letterlijk (uw) keuze/voorkeur betekent, en 焼き (yaki), wat grillen of koken betekent. Okonomiyaki wordt vaak geassocieerd met de regio’s 関西 (Kansai) en 広島 (Hiroshima), maar is tegenwoordig vrijwel overal in Japan verkrijgbaar. De samenstelling van ingrediënten en toppings verschilt per regio. Tegenwoordig is de 大阪 (Osaka) variant het meest populair. Het is een gerecht wat niet moeilijk is om te maken, voor iedereen toegankelijk is (je kan de ingrediënten gemakkelijk naar eigen smaak aanpassen) en het ziet er ook nog eens feestelijk uit! Bereidingstijd: circa 30 minuten Personen: 4 Ingrediëntenlijst: 4 eieren 20 ml melk 200 gram bloem 100 ml dashi* (of visbouillon) 200 gram taugé 1 rode paprika 1 bosui 300 gram spekjes 400 gram witte kool (ook fijngesneden verkrijgbaar) 200 gram garnalen bakolie mayonaise okonomiyaki saus of tonkatsu saus* (of ketjapsaus) * Deze ingrediënten zijn te koop bij een toko/Aziatische supermarkt.
Bereidingswijze Het beslag maak je door de eieren, bloem, melk en dashi (of visbouillon) door elkaar te mixen. De structuur van het beslag lijkt op dat van normaal pannenkoekenbeslag. Snijd de rode paprika en bosui in kleine stukjes. De witte kool moet fijngesneden zijn, dus als je deze niet kant en klaar (voorgesneden) hebt gekocht, snij dan de witte kool in kleine, dunne repen. 34
太狸記・三月号
Roer alle ingrediënten door het beslag. Verhit op een hoog vuur een koekenpan (het liefst een antiaanbakpan) en voeg hier wat olie aan toe. Giet vervolgens een deel van het mengsel in de pan. Zet het vuur iets zachter en dek de pan eventueel af met een deksel.
Wacht even totdat de onderkant van de pannenkoek hard genoeg is zodat je hem om kunt draaien. Het omdraaien kan je het beste doen door een bord op de pan te leggen, vervolgens de hele pan om te draaien en de pannenkoek van het bord weer terug in de pan te laten glijden. Bak ook deze kant totdat hij hard geworden is. Als je nog niet zeker weet of hij van binnen gaar is kun je hem nog twee keer omdraaien.
Leg vervolgens de pannenkoek op een bord en versier deze met okonomiyaki saus (of tonkatsu/ ketjapsaus) en mayonaise. いただきます (itadakimasu; ‘eet smakelijk’)! Tip: In een toko/Aziatische supermarkt is ook speciale okonomiyaki mix te koop. Hier hoef je alleen water en eieren bij te bij toe te voegen. • Door Kim Dang
太狸記・三月号
35