praktijk
Supercomputer gekoeld met water van 30 ˚C technologie
Computerapparatuur in de olie bij Switch interview edward van leent (epi):
‘Chronisch tekort aan datacenterbeheerders’
De strategische brug tussen uw datacenter en uw bedrijf? Dat bent u. Alleen StruxureWare for Data Centers zorgt voor een optimaal op uw business afgestemd datacenter. Blijf op de hoogte van de status van uw datacenter. Als IT- of datacentermanager wilt u uw bedrijf geld en tijd besparen. Nu kunt u continu realtime een overzicht van uw datacenter hebben. Met StruxureWare™ for Data Centers heeft u inzicht in uw gehele datacenterinfrastructuur, zodat u goed geïnformeerde beslissingen kunt nemen over veranderingen. U kunt bijvoorbeeld de beschikbaarheid verbeteren door proactief de benodigde capaciteit en workflow te plannen. Meer dan ooit zijn beslissingen die uw datacenter aangaan, immers kritische business beslissingen.
Een altijd beschikbaar, efficiënt datacenter. StruxureWare for Data Centers communiceert real-time met de belangrijkste virtualisatieplatformen, zoals VMware vSphere™ en Microsoft® System Center Virtual Machine Manager. De ingebouwde automatische responsfunctie zorgt ervoor dat virtuele workloads altijd op een gezonde hostomgeving draaien. Met uw VM's op geoptimaliseerde hosts, focust u zich op efficiënter datacenterbeheer. De software biedt eveneens inzicht in PUE/DCiE-trends. En met de planning- en rapportagemogelijkheden van StruxureWare for Data Centers heeft u de tools in handen om de juiste strategische IT-investeringen te bepalen. APC™ by Schneider Electric™ is pionier op het gebied van modulaire datacenterinfrastructuur en innovatieve koeltechnologie. De producten en oplossingen, waaronder InfraStruxure™, maken deel uit van het IT-portfolio van Schneider Electric.
Neem vanaf vandaag gefundeerde beslissingen over uw infrastructuur:
>
Plan proactief de benodigde capaciteit.
>
Blauwdruk van uitbreidingen en consolidaties van het datacenter.
>
Gestroomlijnd workflow management van uw fysieke IT-infrastructuur om de flexibiliteit van uw bedrijf en de beschikbaarheid te verbeteren.
>
Visualiseer wijziging- en capaciteitscenario’s en voorkom onnodige problemen en kosten.
>
Voer veranderingen door waarvan u de impact op voorhand weet.
>
Neem beslissingen op basis van uw huidige en historische PUE/DCiE-gegevens en energiekosten van subsystemen.
Download binnen 30 dagen GRATIS uw white paper(s) en maak kans op een iPad 2! Ga naar www.SEreply.com Code 13398p
juli/augustus 2013 nr 7/8 | in samenwerking met:
©2012 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and InfraStruxure are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. Lange Dreef 15e, 4131 NJ Vianen • T: 0800 023 25 09, E:
[email protected] • 998-4108_NL_B
Data_center_Works_NL_13398p_B.indd 1
advancing information transport systems
Lees meer:
Over SE’s DCIM software Download de gratis whitepaper Bezoek www.SEreply.com 2012-01-19 15:00:31
Keycode 37931p
IT ROOM INFRA Het meest complete event van computerruimtes en datacenters
Dinsdag 12 november 2013 De Kuip Rotterdam a Tr
ck
1
Registreer u met onderstaande code voor een GRATIS bezoek aan het event op
www.itroominfra.nl
Relatiecode: 180326
ac Tr
k
AN
R IET
& A- ERG T DA EN
T OR P S
S TIE HEID A IG LL TA VEIL S IN &
ac Tr
T G EN RIN M E TO AG ONI N MA & M
k
2
3
a Tr
ck
TE
4
DE
U KO
M AR W &
Kanten-klaar
dcw colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
Het was een mooie vergelijking. Het van oorsprong Chinese concern Huawei organiseerde onlangs in Amsterdam een bijeenkomst over de zogeheten MicroDC’s die het concern heeft geïntroduceerd. U vraagt zich wellicht af: wat is een MicroDC’s? Dat liet dat plaatje dus mooi zien. Rechts op de slide zagen we een Volkswagen Polo staan. Een mooie, glimmende auto – klaar om direct mee weg te rijden. Links op de slide was heel iets anders te zien: een fabrieksfoto waarop de kale carrosserie van die Polo omringd werd door alle individuele onderdelen waaruit die auto wordt samengesteld.
jaargang 6, juli/augustusi 2013, nr. 7/8 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. h o o f d r e dacte u r / u itg ev e r
robbert hoeffnagel te l e fo o n +31 (6) 51 28 20 40 e - m a i l
[email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl a dv e rte nti e - e xp lo itati e
jos raaphorst Directeur te l e fo o n +31 (6) 34 73 54 24 e m a i l
[email protected] te l e fo o n +31 (0) 71 5 21 49 98 www.fenceworks.nl vo r m g ev i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
grafia media groep kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
De boodschap was duidelijk: waarom een grote krat met losse onderdelen kopen als we ook een kant-en-klare auto kunnen aanschaffen die direct gereed is voor gebruik? Dat is dus een MicroDC: een kant-en-klaar kabinet waarin alle apparatuur zit die een klein bedrijf of een vestiging van een grotere onderneming nodig heeft om direct met ict uit de voeten te kunnen. Huawei lanceert deze oplossing als een zeer compleet product: server, opslag, back-up, netwerk, maar ook security, een printserver, een DHCP-server om computers via de MicroDC contact met internet te laten leggen, noem maar op. Met andere woorden: in plaats van een grote doos vol losse onderdelen die de afnemer zelf in elkaar moet sleutelen, levert het bedrijf een oplossing die al helemaal klaar is. Computerruimten bouwen is geen rocket science. Natuurlijk, er komt heel wat kennis bij kijken, maar een eenmaal volledig uitgedacht product kan als een kant-en-klare oplossing tientallen keren worden uitgerold. Alleen ... dat moet de klant wel willen. En daar lijkt het tot nu toe een beetje aan te schorten. Datacenters-in-een-container zijn in veel gevallen een uitstekende oplossing. Hetzelfde geldt voor een oplossing als die van profITbox, een bedrijf dat een serie kant-en-klare computerruimten levert. Natuurlijk, dit soort ruimten worden verkocht, maar ze gaan nog niet echt als de spreekwoordelijke zoete broodjes over de toonbank. Terwijl de voordelen van een kant-en-klare compterruimte of kabinet natuurlijk groot zijn, zeker nu er aanbieders zijn die niet alleen de technische infrastructuur als één oplossing leveren, maar daar ook nog eens een complete IT-omgeving aan toevoegen. Waarom zou een ondernemer eigenlijk geen maatwerk computerruimte willen? Is zijn situatie dan zo uniek en afwijkend dat alleen een volledig op maat ontworpen ruimte voldoet? Ik geloof er niets van. Ik denk dat we hier vooral te maken hebben met conservatisme. We kennen het niet en dus kijken we de kat uit de boom. Met de komst van een zeer compleet kabinet als de MicroDC van Huawei zou er echter wel eens iets kunnen veranderen. Ondernemers willen ondernemen, met klanten bezig zijn. IT is voor hen een hulpmiddel en daar willen zij geen omkijken naar hebben. Dat is dus een situatie die schreeuwt om een kant-en-klare oplossing die zo naar binnen kan worden ‘gereden’. Stroom erop, de netwerkverbinding aansluiten en de rest gaat grotendeels vanzelf. Ik denk dat hier een gouden kans ligt – voor ondernemers die geen gedoe meer willen, en dus ook voor aanbieders die dit soort kant-en-klare oplossingen leveren. Robbert Hoeffnagel
dcw juli/augustus | redactioneel
maredijk 17, 2316 vr leiden te l e fo o n 071 - 521 49 98
3
6
10
14
12
30
22
26
38
Inhoud opleidingen
koeling
6
30
debat
10
duurzame energie voor digitale informatie Het energiegebruik van de Nederlandse datacenters was in 2012 evenveel als het jaarlijks elektriciteitsverbruik van 450.000 gemiddelde huishoudens. De hiermee gepaard gaande CO2-emissies komen overeen met dat van het vliegverkeer. Gezien de explosieve groei van data centers is het absoluut noodzakelijk niet alleen het gebruik te verminderen, maar ook zoveel mogelijk duurzame energie in te zetten, zo stelt de ontwikkelingsorganisatie Hivos.
praktijk
14
‘Het was al goed, het is nu beter’ Onlangs heeft het datacenter van Serverius in dronten een derde fase in gebruik genomen. door snelle groei op vooral de buitenlandse markt, is het modulaire datacenter versneld in niet vier, maar drie fasen gebouwd. De nieuwe fase heeft unieke eigenschappen en een hoge beschikbaarheid.
energiemanagement
22
energie-efficiëntie in het datacenter Hoe kun je een datacenter efficiënt klimatiseren? Exploitanten van datacenters stellen zich deze vraag steeds opnieuw. Er zijn verschillende mogelijkheden om het stroomverbruik van IT-equipment te verlagen, minder warmteverliezen te genereren en zo bedrijfskosten te besparen. Servers, switches en apparaten in de IT-infrastructuur genereren echter afvalwarmte die door ventilatoren moet worden afgevoerd. Wie maximale energie-efficiëntie wil realiseren, moet de componenten van de infrastructuur optimaal op elkaar afstemmen.
nationale supercomputer wordt gekoeld met water van 30 °c Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Sander Dekker verrichtte op 14 juni bij Surfsara Amsterdam de officiële ingebruikname van de nieuwe nationale supercomputer Cartesius. Tijdens een speciaal hiervoor georganiseerd symposium roemden sprekers uit binnen- en buitenland niet alleen de kwaliteiten van deze door Bull op basis van Intel-technologie gebouwde supercomputer, maar werd ook het belang van ‘high-performance computing’ benadrukt. Maar misschien wel het interessantste aan Cartesius kwam tijdens het symposium nauwelijks ter sprake: de nieuwe nationale supercomputer wordt gekoeld met water van 30 °C
technologie
34
computerapparatuur in de olie bij switch Switch Datacenters, eigenaar van een groot en energiezuinig ingericht ‘carrier neutraal’ datacenter in Amsterdam, heeft na een testperiode van een jaar als eerste leverancier van datacenterdiensten in Europa oliekoelingstechniek in gebruik genomen, een ultra-energiezuinig datacenterconcept. In koelbakken met elektrisch niet-geleidende olie kunnen klanten hun computerapparatuur op een zeer energiezuinige manier huisvesten.
en verder 39 nieuws van it room infra 41 nieuws 46 bicsi
coverfoto De datacenteromgeving is altijd aan verandering onderhevig en is vooral de afgelopen vijf jaar sterk veranderd. Nieuwe technieken als cloud computing en virtualisatie en veranderende behoeften stellen datacenterbeheerders voor nieuwe uitdagingen als het gaat om opslag. Om deze uitdagingen aan te kunnen moeten zij op zoek naar oplossingen die tegemoetkomen aan hun eisen op het gebied van performance en betrouwbaarheid, maar die niet te veel kosten. Lees meer hierover op pagina 26 e.v.
dcw juli/augustus | inhoud
‘chronisch tekort aan gedegen datacenterbeheerders’ ‘CDCP vereist’.Volgens CEO Edward van Leent van EPI (Enterprise Product Integration), de grootste aanbieder van datacentertrainingen wereldwijd, duikt deze kreet steeds vaker op in personeelsadvertenties. “En iemand die de training voor Certified Data Centre Specialist (CDCS) heeft doorlopen, kan al snel rekenen op een bonus.” Data centerWorks nam bij Vijfhart plaats in de collegebanken voor een gesprek met de Nederlandse voorman van EPI over het toenemende belang van een gedegen datacenteropleiding.
5
Chairman en CEO Edward van Leent van EPI:
‘Chronisch tekort aan gedegen datacenterbeheerders’ ‘cdcp vereist’. volgens ceo edward van leent van epi (enterprise product integration), de grootste aanbieder van datacentertrainingen wereldwijd, duikt deze kreet steeds vaker op in personeelsadvertenties. “en iemand die de training voor certified data centre specialist (cdcs) heeft doorlopen, kan al snel rekenen op een bonus”, vult bastiaan janssen, manager van vijfhart it-opleidingen aan. datacenterworks nam bij vijfhart plaats in de collegebanken voor een gesprek met de nederlandse voorman van epi over het toenemende belang van een
dcw juli/augustus
gedegen datacenteropleiding.
6
‘Ons cursusboek wordt gebruikt als handleiding in het datacenter’
Volgens Edward van Leent, Ceo van EPI, die zijn thuisbasis in Singapore voor even had verruild voor Nieuwegein, is er een dringende behoefte aan gedegen datacenteropleidingen. “De meeste enterprisedatacenters zijn net musea”, zegt hij stellig. “Je treft er allemaal verschillende racks met verschillende hoogtes aan en met verschillende apparatuur erin. Het ene rack heeft 20 kW, terwijl het andere rack het met 2 kW moet doen. Er is vaak geen lijn in te ontdekken. Dat maakt het heel lastig om het beheer goed te doen.” Daarnaast signaleert Van Leent dat datacenters niet alleen complexer worden, maar ook groter, vooral de datacenters die worden neerge-
zet door de cloudproviders.“Tegelijkertijd is er een chronisch tekort aan mensen die goed zijn opgeleid om de datacentervloer gedegen te beheren. Steeds vaker zie je dat IT-mensen in het datacenter rondlopen en die moeten dan aan de koeling en de stroomvoorziening werken. Dat is toch een beetje als een bakker die in een slagerij rondloopt. Dit terwijl de afhankelijkheid van het datacenter enorm groot is. Als het datacenter een seconde plat gaat, gaat iedereen schreeuwen.”
vendorneutrale trainingen
Om deze leemte op te vullen, biedt EPI wereldwijd een breed palet aan datacentercursus-
sen en -trainingen die worden afgesloten met een Exin-examen. In Nederland worden de opleidingen verzorgd in samenwerking met Vijfhart IT-opleidingen. “Het komt voor dat cloudproviders gasten van de universiteit plukken en naar onze cursussen sturen. ‘Pik daar maar de basis op, gebaseerd op standaarden, en als je terugkomt vertellen wij wel waar het licht zit.’ Bij ons wordt iedereen op een vendorneutrale manier getraind”, benadrukt Van Leent, “en na afloop spreekt iedereen dezelfde taal. Het tegenovergestelde zie je helaas ook gebeuren: engineers worden getraind door de fabrikant van bijvoorbeeld een ups en hebben moeite met het objectief beoordelen van wat
de fabrikant hen vertelt. Er zijn namelijk weinig fabrikanten die kritiek op hun eigen spullen hebben.” EPI startte in 2000 met de cursus voor Certified Data Centre Professional (CDCP), en dit is nog altijd de populairste cursus.Tijdens deze tweedaagse basistraining krijgen de cursisten een algemene introductie op het datacenter. “Dat gaat al best redelijk diep”, verzekert Van Leent. “We behandelen alles, van de standaarden waar je in de praktijk mee te maken hebt tot aan de hele inrichting en operationele zaken, zoals security, beheer en het schoon maken van een datacenter. Vooral bij de elektriciteitszaken zie je mensen soms al
benauwd kijken. Maar we leggen alles op een dusdanige manier uit dat ook niet-technici het kunnen volgen.” CDCP-cursisten die met succes het Exin-examen afleggen, kunnen door voor de driedaagse opleiding tot Certified Data Centre Specialist (CDCS). “Dit is wat ik een beetje oneerbiedig de ‘engineering course’ noem”, zegt Van Leent. “Hierin gaan we dieper in op zaken, zoals elektra, de koeling en brandblussing. Zo leer je hoe je de batterijen voor een ups moet berekenen, of de airflow voor de koeling. Deze training is geschikt voor mensen die zelf een zaaltje willen bouwen of ontwerpen of gewoon willen controleren wat door de
dcw juli/augustus
tekst: ferry waterkamp is freelance journalist
Edward van Leent, Chairman en CEO van EPI en Bastiaan Janssen, manager van Vijfhart IT-Opleidingen
7
epi en vijfhart
dcw juli/augustus | interview
EPI en IT-opleider Vijfhart werken al sinds medio 2005 als partners samen om de datacentertrainingen van EPI op de Nederlandse markt te brengen. Meerdere keren per jaar worden de trainingen gegeven in Nieuwegein en bij klanten op locatie. Vijfhart is in 1984 gestart als een Oracle-specialist, maar is gaandeweg uitgegroeid tot een breed high-end ITopleidingscentrum. De samenwerking tussen Vijfhart en EPI heeft betrekking op alle trainingen binnen het ‘framework’ van EPI (zie ook de afbeelding). Dit framework wordt binnenkort uitgebreid met internationaal gecertificeerde trainingen voor de TIA-942-standaard. EPI heeft hiervoor een licentieovereenkomst gesloten met de Telecommunications Industry Association (TIA). De TIA-942-standaard geeft informatie over de betrouwbaarheid en uptime van een datacenter. Deze beoordeling wordt weergegeven op een schaal van vier Tier-levels. De trainingen worden in eerste instantie alleen in Azië gelanceerd, maar zullen in een later stadium ook in de rest van de wereld beschikbaar komen, waaronder in Nederland.
8
een schematische weergave van de epi-cursussen die in nederland door vijfhart worden verzorgd.
leverancier wordt voorgeschoteld.” De vervolgstap is de vijfdaagse ‘expertcursus’ waarna iemand zich Certified Data Centre Expert (CDCE) mag noemen. “Dit is echt een hands-on training. De kennis die is opgedaan tijdens de CDCP- en CDCS-trainingen wordt toegepast tijdens een designproject. Dan kijken we bijvoorbeeld hoeveel het kost als een bank wil uitbreiden naar vijfhonderd racks, hoeveel stroom nodig is, hoe groot de vloer moet zijn, we maken blauwdrukken voor de elektriciteitsschema’s, et cetera.Tot aan het testen en de commissioning van het datacenter toe”, zegt Van Leent.
operationele trainingen
‘Dit is echt een hands-on training’
CDCP, CDCS en CDCE zijn vooral gericht op het ontwerpen en bouwen van datacenters. Daarnaast biedt EPI in samenwerking met Vijfhart ook nog vijf cursussen die zijn gericht op operations en governance. Dan gaat het om: • Certified Data Centre Facilities Operations Manager (CDFOM) • Certified IT Manager (CITM) • Certified Datacenter Risk Professional (CDRP) • Certified Datacenter Migration Specialist (CDMS) • Certified Datacenter Safety Manager (CDSM)
Alle cursussen worden afgesloten met een Exin-examen. De certificaten zijn drie jaar geldig waarna hercertificering mogelijk is door de ‘relevantie voor de industrie’ aan te tonen of door de cursus nog een keer te volgen.
datacenterbijbel
“We merken nu dat de markt naar ons toekomt”, constateert Van Leent. “Steeds meer mensen gaan het belang van onze trainingen inzien. Er zijn zelfs bedrijven die ons cursusboek gebruiken als handleiding in het datacenter, als een op standaarden gebaseerde datacenterbijbel. Ook zijn er bedrijven die onze cursus gebruiken als selectieprocedure en stellen: ‘als je niet slaagt voor het CDCS-examen kun je nog geen floormanager worden’. Daarnaast is het leuk om te zien dat de cursisten een cursus niet zien als ‘twee leuke dagen met een lekkere lunch’, maar ook echt verbeterpunten oppakken. Zij realiseren zich pas tijdens de cursus dat in het eigen datacenter de airco in de verkeerde straat staat te blazen, en beseffen dat ze goud geld kunnen verdienen als ze de koeling wel goed inregelen. Zo slaagde een co-locationprovider erin tienduizenden dollars per maand te besparen, gewoon door onze CDCP-cursus bij te wonen.”
‘Er is vaak geen lijn in te ontdekken. Dat maakt het heel lastig om het beheer goed te doen’
advertentie
➔ Oog voor dienstverlening
Ondanks het feit dat de bouw van een computerruimte een project is, is All IT Rooms geen typische project organisatie. Wij zien onszelf als dienstverlener. Dit betekent dat wij u van dienst willen zijn voor, tijdens en na het project. Continuïteit staat bij ons hoog in het vaandel. Service en onderhoud van uw computerruimte of datacenter is bij ons in goede handen. Wij verzorgen het preventief onderhoud zodat de technische installaties in goede conditie blijven. Onze service desk is 24 x 7 bereikbaar voor onze klanten. Met contractueel duidelijk vastgelegde korte responstijden bent u verzekerd van een goede storingsafhandeling. De jaarlijkse quick scan geeft u altijd een up to date beeld van uw computerruimte.
Ontdek de passie van all it ROOms all it Rooms B.v. | Lange Kleiweg 50B | 2288 GK Rijswijk | t +31(070)31 98 999 | e
[email protected] | www.allitrooms.com www.allitrooms.com
Hivos pleit op discussiebijeenkomst voor omslag in denken
Duurzame energie voor digitale informatie het energiegebruik van de nederlandse datacenters was in 2012 evenveel als het jaarlijks elektriciteitsverbruik van 450.000 gemiddelde huishoudens. de hiermee gepaard gaande co2emissies komen overeen met dat van het vliegverkeer. gezien de explosieve groei van de datacenters is het absoluut noodzakelijk om niet alleen het gebruik te verminderen, maar ook
dcw juli/augustus | duurzame energie
om zoveel mogelijk duurzame energie in te zetten, zo stelt de ontwikkelingsorganisatie hivos.
10
In ontwikkelingslanden hebben grote aantallen mensen geen toegang tot elektriciteit. Dit terwijl algemeen bekend is dat het gebruik van elektriciteit van grote betekenis is voor de ontwikkeling van de bevolking. Bijvoorbeeld doordat elektriciteit het gebruik van internet en mobiele telefoons mogelijk maakt. “Een belangrijke vraag is, hoe ict te gebruiken is om
armoede te bestrijden”, stelt Marieke Kragten, projectleider van de Hivos-campagne ‘100% Groene ICT’. “Zo is de toegang tot informatie van grote betekenis voor de ontplooiing van de bevolking, boeren in Zuid-Afrika zouden bijvoorbeeld via internet beter kunnen weten wat de beste tijd is om te gaan zaaien. Dat soort informatie is net zoals een goede energievoorziening van groot belang.”
expertmeeting data centra
“Het is niet alleen belangrijk deze datacentra zo efficiënt mogelijk te laten draaien, maar ook ze zoveel gebruik te laten maken van duurzame energiebronnen”, meent Maikel Bouricius, projectmanager van Green IT.
Met deze stellingname beet Kragten het spits af van de eind juni in Amsterdam gehouden Expertmeeting Data Centra, georganiseerd door ontwikkelingsorganisatie Hivos. Diverse deskundigen uit onder meer de ict-sector bogen zich over de vraag hoe de vergroening van deze branche mogelijk zou zijn. “Een van de belangrijke voorwaarden voor een verantwoorde introductie van ict is dat de benodigde elektriciteit duurzaam is opgewekt”, zegt Kragten. Als inspirerend voorbeeld noemde ze de manier waarop de ontwikkeling op het eiland Sumba, een van de armste regio’s van Indonesië, momenteel gestalte krijgt. De meerderheid van de 650.000 inwoners heeft geen toegang tot elektriciteit. Voor de verlichting
gebruiken veel mensen nog vervuilende kerosinelampen en veel mensen koken nog op houtvuur, waarbij ze schadelijke rookgassen inademen. Hivos is op dit eiland bezig de elektriciteitsvoorziening met duurzame energiebronnen tot stand te brengen. “Inmiddels heeft onderzoek uitgewezen dat het potentieel aan duurzame bronnen voor Sumba enorm is. Windenergie, kleinschalige waterkrachtcentrales, biogasinstallaties en zonne-energie zijn in staat het eiland volledig van stroom te voorzien”, vertelt Kragten, “Dat betekent dat de bevolking niet alleen straks de medicijnen koel kan bewaren, maar dat bijvoorbeeld timmerlieden ook elektrisch gereedschap kunnen gebruiken waardoor hun productiviteit stijgt.”
gelijkstroom
De inzet van duurzame bronnen voor de ictsector is niet alleen in ontwikkelingslanden van belang, maar ook in ons land. Zo lag in 2012 het landelijk elektriciteitsverbruik van de Nederlandse datacentra rond de 1,6 TWh, de verwachting is dat dit getal in 2015 met 30 procent zal groeien tot 2,1 TWh, evenveel als het jaarlijks elektriciteitsverbruik van 450.000
stadhuis een uiterst energiezuinig datacentrum, waarbij de computers hun noodzakelijke koelwater betrekken uit de Amstel. Het opgewarmde koelwater is vervolgens weer in te zetten om het stadhuis te verwarmen. Maar behalve het gebruik van duurzame bronnen is het vaak ook mogelijk de efficiëntie te verhogen. Bijvoorbeeld door bij de datacentra gelijkstroom toe te passen in plaats van wisselstroom. Op zo’n manier voorkom je het nemen van conversiestappen, bovendien is er minder koeling nodig.
kip-en-ei
Tijdens de paneldiscussie kwam een andere efficiëntiemaatregel voor datacentra ter sprake en wel de mogelijkheid over te schakelen van de gebruikelijke luchtkoeling naar vloeistofkoeling. “Wij hebben testen gedaan met koeling met vloeistof bij een behoorlijk groot datacentrum van 5 MW”, vertelt Marc Samsom van datacenter Cisco. “Er komt hierbij zoveel warmte vrij dat je er een kleine woonwijk van enkele honderden huizen van warmte mee kunt voorzien. Als koelmiddel is het gebruik van water veel efficiënter dan lucht.” Volgens Samsom vraagt een dergelijke toepassing wel veel technische aanpassingen aan het datacen-
ter, waarbij de afweging is of dit de moeite waard is, gezien het feit dat de levensduur van datacentra op ongeveer vijftien tot twintig jaar ligt. Jan Wiersma, Datacenter Pulse.org, erkent dat vloeistofkoeling aantrekkelijk kan zijn. “Maar je moet je wel realiseren dat er een relatief lage temperatuur van ongeveer 45 °C vrijkomt, als je dat dan moet transporteren naar de woonwijk, zal er ook nog warmte verloren gaan.” “Het is een typisch kip-en-eiprobleem”, vertelt Samsom.“Wij gaan geen vloeistofgekoelde servers bouwen als er geen datacentra zijn die deze servers willen plaatsen. En datacentra gaan niet investeren in deze techniek als geen watergekoelde servers beschikbaar zijn. Een dergelijke aanpak is haalbaar, maar je moet klein beginnen, en je moet goed kijken waar je deze techniek wilt toepassen.”
Tijdens de paneldiscussie kwam een andere efficiëntiemaatregel voor datacentra ter sprake en wel de mogelijkheid over te schakelen van de gebruikelijke luchtkoeling naar vloeistofkoeling.
dcw juli/augustus | duurzame energie
tekst: rijkert knoppers
gemiddelde huishoudens. Volgens Maikel Bouricius, projectmanager van Green IT, een consortium van ict-bedrijven, verbruiken de veertig grootste datacentra in en rond Amsterdam op dit moment 350 tot 400 miljoen kWh aan elektriciteit. “Het is niet alleen belangrijk deze datacentra zo efficiënt mogelijk te laten draaien, maar ook ze zoveel gebruik te laten maken van duurzame energiebronnen.” Hij noemde als voorbeeld Google, dat onlangs een windpark met 24 windturbines in gebruik heeft genomen met een totaal vermogen van 72 MW. Ook binnen ons land zijn er interessante initiatieven op het gebied van duurzame energie. Bouricius verwees in dit verband naar Ampyx Power, waarbij zweefvliegtuigjes, die hoog boven de aarde zweven, via een kabel een generator aandrijven. Een ander recent voorbeeld is de geïntegreerde windgenerator op het dak van een gebouw Irwes. Dit ‘integrated roof wind energy system’ heeft taps toelopende kanalen, die de wind vangen. “Deze initiatieven hebben gemeen dat de opbrengsten laag zijn, maar de kostprijs is dat ook!”, zegt Bouricius. Een ander voorbeeld was eerder tijdens de expertmeeting aan de orde gekomen. In Amsterdam draait bijvoorbeeld in de kelder van het
11
Event branchevereniging IT Room Infra:
dcw juli/augustus | event
Hoe energiezuinig en betrouwbaar is de IT-infrastructuur?
12
Het IT Room Infra Event is het event waar IT-managers zich kunnen laten informeren over de technische uitdagingen rond de technische infrastructuur van het datacenter. Dit stelt de IT-manager in staat de juiste afweging te maken bij investeren in de power, koeling, security en dergelijke in een datacenter. Maar dit zijn natuurlijk ook belangrijke thema’s in gesprekken met commerciële datacenters. Een datacenter wordt veelal betaald op basis van het energiegebruik. Logisch dat veel commerciële datacenters in hun marketing veel aandacht besteden aan hun PUE. Maar is PUE wel de juiste waarde om een uitspraak te doen over energiezuinigheid? Wat gebeurt er als de stroom uitvalt? Welke keuzes zijn op dit punt gemaakt? En waarom? Op het IT Room Infra Event is te zien welke keuzes er te maken zijn en welke gevolgen die hebben. Ook brandbeveiliging is een onderwerp waarover pas vragen worden gesteld als het te laat is. Daarom staan alle faciliteiten die nodig zijn
om een computerruimte of datacenter draaiende te houden, centraal tijdens het event in De Kuip. Het lezingenprogramma bestaat uit vier tracks, te weten: energie-/datatransport, installaties/veiligheid, management/monitoring en koude/warmte. Om te beoordelen of een ruimte energiezuinig en betrouwbaar is, is kennis over al deze onderwerpen noodzakelijk. Plenair worden de laatste trends op het gebied van dataverkeer en duurzaamheid vanuit een datacenterperspectief besproken. Ook al staan alle gegevens van een bedrijf in de cloud, er moet een connectie zijn tussen het bedrijf en een datacenter. Maar welke faciliteiten zijn er nodig rond deze connectie? Welke keuzes worden er gemaakt over de bekabeling en is hierbij rekening gehouden met de datagroei in de toekomst? Bezoek voor het antwoord op deze en andere vragen over het datacenter het IT Room Infra Event op 12 november in De Kuip. Info en aanmelden? www.itroominfra.nl relatiecode 180326
IT Room Infra Event 2013
• •
Serverius bouwt nieuw datacenter
‘Het was al goed, het is nu beter’ onlangs heeft het datacenter van serverius in dronten een derde fase in gebruik genomen. door snelle groei op vooral de buitenlandse markt, is het modulaire datacenter versneld in niet vier, maar drie fasen gebouwd. de nieuwe fase heeft unieke eigenschappen en een hoge
14
Het datacenter van Serverius in Dronten is modulair ontworpen en opgebouwd. In het ontwerp is initieel uitgegaan van vier even grote gefaseerd te bouwen datazalen. Kwadranten met in het midden een techniek ruimte. In 2009 is de eerste fase operationeel geworden. Serverius groeide echter zo snel, dat werd besloten in de tweede fase een grotere datazaal te bouwen dan oorspronkelijk was voorzien. Het ontwerp bood de flexibiliteit om tussentijds op te schalen. Vervolgens is dit jaar de nog resterende vrije ruimte in het data-
center aan de derde en tevens laatste datazaal toegekend. Precies op tijd, want de eerste twee ruimten zijn tot aan de nok toe gevuld.
succesvol op de buitenlandse markt
Serverius is opgericht in een periode waarin regionale datacenters sterk in opkomst waren. Algemeen directeur Gijs van Gemert benadrukt echter dat Serverius weliswaar het grootste datacenter van de regio is, maar daarmee geen regionaal datacenter. “Wij richten ons voornamelijk op de buitenlandse markt. Daar is niets regionaals aan. Bovendien wordt er tegenwoordig niet meer zo over gesproken. Dat onderscheid is allang vervallen. Het maakt immers niet meer uit waar je zit. Nederland heeft een zeer goede infrastructuur, zodat we bij Serverius dezelfde faciliteiten hebben als datacenters in de Randstad. Wij hebben bewust voor de buitenlandse markt gekozen. De helft van onze klanten komt van buiten de Europese Unie, uit landen, zoals India, Rusland en Brazilië. Daarom ook hebben wij de samenwerking met ICTroom gezocht, een gere-
nommeerde partij die ook over de grens zijn strepen ruimschoots heeft verdiend. Dat was voor ons dé reden om voor ICTroom te kiezen. Het is ook nog eens een heel prettige partij om mee samen te werken. Geen kleine, lokale speler, maar een volwassen organisatie waar ook buitenlandse partijen in geloven.”
enorme internet-backbone
“Serverius is een carrierneutraal Tier 3-datacenter met een eigen netwerk”, vertelt Van Gemert. “Er is nu al een gigantische bandbreedte van maar liefst 320 Gbps die de komende tijd verder zal worden uitgebreid. Dat is echt uniek. Alles is dubbel uitgevoerd en dubbel aangesloten. Het netwerk gaat via twee kanten de straat uit en heeft gescheiden routes naar Amsterdam. Klanten kunnen van ons netwerk gebruikmaken of zelf een netwerk inrichten. Grotere klanten en zeker onze buitenlandse klanten doen dat vaak zelf, door een router te plaatsen met uplinks naar meerdere providers voor een hoge beschikbaarheid. Dankzij onze goede reputatie en de enorme bandbreedte, hebben verschillende netwerkle-
tekst: van de redactie
dcw juli/augustus | praktijk
beschikbaarheid.
bewezen trackrecord
Al in 2009 zag Van Gemert de potentie van de buitenlandse markt, maar hij wist dat het ambitieuze doel dat hij voor ogen had niet in één keer te bereiken was. “Het is van cruciaal belang een trackrecord op te bouwen. Daarom zijn we met een eerste fase van start gegaan en van daaruit stapsgewijs gegroeid. Met steeds een hogere beschikbaarheid, steeds meer bandbreedte, goede mensen en een verdere professionalisering van de dienstverlening. Onze klanten groeien en wij groeien met hen mee, zodat we aan hun eisen en wensen blijven
voldoen. In al die jaren is het datacenter nog nooit uitgevallen. We hebben inmiddels bewezen dat Serverius een gezond en winstgevend bedrijf is dat een flinke groei doormaakt. Steeds meer serieuze en grote partijen kloppen bij ons aan, omdat ze weten dat we een stabiele en betrouwbare partij zijn. De eerste twee datazalen zitten nu volledig vol. Zelf hebben we maar één server, dus alles wat er staat is van de klant. Door modulair te bouwen hebben wij stukje bij beetje en volledig met eigen middelen – want wij zijn een familiebedrijf – een hoogwaardig carrierneutraal datacenter opgebouwd. Met de voltooiing van de derde
‘Serverius heeft dezelfde faciliteiten als datacenters in de Randstad’
serverruimte zijn we aangekomen op het door ons beoogde kwaliteitsniveau. Het was al goed, het is nu nog beter.’
redundantie 2n
De eerste en tweede serverruimte (redundantie N+1) hebben een hoge beschikbaarheid van 99,9 procent. De derde serverruimte heeft zelfs een nog hogere beschikbaarheid. “Omdat wij met de wensen en eisen van de klant meegroeien, hebben wij met de nieuwste serverruimte hoger ingezet. Dankzij een redundantie van 2N heeft deze ruimte de hoogste beschikbaarheid”, zegt Van Gemert. “Klanten kunnen vanaf nu de gewenste beschikbaarheid kiezen en er is doorgroei mogelijk. De racks in de derde ruimte hebben twee gescheiden stroompaden. Alles in de stroomketen tot en met de hoofdverdeler is dubbel uitgevoerd en er zijn twee fysiek gescheiden stroompaden door het gebouw. Ups en NSA ontbreken uiteraard niet en er wordt gebruikgemaakt van airco’s met indirect vrije koeling. Extra apparatuur kan zonder onderbreking worden bijgeplaatst en ook voor onderhoud hoeft niets uit.We maken
dcw juli/augustus | praktijk
veranciers, zoals NL-IX, Atrato, Unet, Eurofiber en NDIX, momenteel een POP (point of presence) in ons datacenter. Deze bieden zonder tussenkomst van Serverius netwerkdiensten aan onze klanten, bijvoorbeeld 10G AMSIX verbindingen of datatransport naar andere locaties. Serverius heeft daarmee een ruime keuzevrijheid wat betreft leveranciers van netwerkdiensten en dat is bijzonder. Niet veel partijen hebben zo veel grote onafhankelijke netwerkproviders in huis.”
15
serverius
Serverius is een modern, carrierneutraal datacenter en een begrip in (midden) Nederland. De kracht van Serverius is de hoge kwaliteit datacenterdiensten, gecombineerd met een breed aanbod van beschikbare netwerken. Dit alles bij elkaar resulteert in een zeer stabiele omgeving in hardware en netwerken voor zijn klanten.
ictroom
dcw juli/augustus | praktijk
ICTroom is een vooraanstaand technologiebedrijf, dat zich heeft bewezen met het ontwerpen, bouwen en managen van uiterst betrouwbare datacenters en computerruimten. ICTroom levert daarvoor een totaalconcept voor datacenter facility infrastructure bestaande uit een unieke combinatie van advies, producten, projecten en diensten. Samen met de ervaring en hoogwaardige technische kennis vormt dit de basis voor het succes.
16
‘We hebben De drie grootste onafhankelijke netwerkproviders in huis’
in de keten gebruik van betrouwbare A-merken.”
netwerk van datacenters
“De goede samenwerking met ICTroom heeft geleid tot het op de dag nauwkeurig halen van de planning”, vervolgt Van Gemert. “Niets dan lof voor voor dit bedrijf. Er wordt steeds vooruit- en nagedacht en ze geven goede adviezen. Ik heb nu een goed verkoopbaar product dat exact aansluit bij onze bedrijfsvoering. Dat lijkt misschien simpel, maar is het niet. Vanaf het allereerste ontwerp moet het al goed zijn, wil je een modulair en flexibel schaalbaar da-
tacenter hebben met een goed rendement. Het is heel goed gegaan en we zijn er gekomen zonder concessies te doen. Dit was de derde datazaal, dus we hebben inmiddels veel ervaring met elkaar opgedaan en raken steeds beter op elkaar ingespeeld. De nieuwe ruimte is, zoals ik vanaf het begin in gedachten heb gehad. Het is de standaard voor alle toekomstige datacenters van Serverius. Wij gaan namelijk een netwerk van datacenters inrichten. In 2009 hadden we dit al in ons hoofd. We hebben het gefaseerd aangepakt en nu zijn we waar we willen zijn.”
‘De nieuwe ruimte is de standaard voor alle toekomstige datacenters van Serverius’ advertentie GEA Heat Exchangers / Air Treatment Systems
[21 oC]
GEA Luchtbehandeling: krachtig en energiezuinig
• • •
Brede kennis Compleet programma Wereldspeler
De optimale oplossing voor klimaatbeheersing
32 db(A) GEA Happel Nederland B.V. * Rivium Oostlaan 11 * 2909 LL Capelle aan den IJssel
Bel nu 010-2350606 voor meer informatie!
40GBase-T realiseren we leven in een wereld waar supersnelle netwerkverbindingen met 24-uurs beschikbaarheid en een feilloze betrouwbaarheid een vereiste zijn. de 40 en 100 gb-standaarden die in 2010 zijn aangenomen door de 802.3ba-commissie van het ieee (institute of electrical and electronics engineers) staan mijlen veraf van de eerste verbindingen met 10 mbps uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. toch zijn deze nieuwe snelheden nu al essentieel voor bepaalde organisaties. volgens het ieee zullen over vijf jaar alle verbindingen tussen servers en toegangsswitches geschikt zijn voor 40g. bovendien heeft het onlangs een cfi (call for interest, oproep tot het
18
Verschillende factoren versterken de vraag naar hogere toegangssnelheden voor netwerken en een snellere datadoorvoer: van trends als analyses van omvangrijke gegevens, virtualisatie en cloud computing tot de opkomst van toepassingen met grote bandbreedtes als videoon-demand, geconvergeerde netwerkservices en sociale media. En deze vraag wordt eerder meer dan minder. Uit recent onderzoek van CommScope is bijvoorbeeld gebleken dat 52 procent van de IT-professionals gelooft dat in 2017 meer dan de helft van hun toepassingen zich in de cloud zal bevinden. De impact van deze tsunami aan data is het meest merkbaar in datacenters van bedrijven, waar deze data zich uiteindelijk bevinden. De
Amerikaanse winkelketen Wal-Mart verwerkt momenteel meer dan één miljoen klant transacties per uur, dat wil zeggen meer dan 16.500 transacties per minuut. Het zal dus geen verbazing wekken dat de omvang van de databases van Wal-Mart wordt geschat op meer dan 2,5 petabyte. Cisco voorspelt dat het wereldwijde IP-verkeer via datacenters eind 2016 tot 6,6 zettabyte zal zijn toegenomen. Voor het verwerken van deze enorme hoeveelheid gegevens moesten de kabelstandaarden in korte tijd worden aangepast. Ze moeten de grotere bandbreedte en lagere latency aankunnen, en tegelijkertijd de algehele kosten, de omvang en het stroomverbruik verminderen. Jarenlang was ethernet via twisted-pairkabels
in combinatie met RJ45-connectiviteit een breed geaccepteerde en kosteneffectieve netwerkoptie in zowel datacenters als bedrijfspanden. Maar de vereisten voor bandbreedte nemen zo snel toe dat sommige analisten in de IT-sector zich afvragen hoe lang deze techniek zich kan blijven aanpassen aan nieuwe eisen. Al sinds de tijd van 10 MbE voorspellen sommigen het einde van de twisted-pair koperen bekabeling, met als argument dat hogere snelheden alleen mogelijk zijn via glasvezel. Toch zijn er in de periode van Fast ethernet tot en met de huidige 10 Gb-verbindingen steeds weer nieuwe standaarden ontwikkeld voor twisted-pairbekabeling. Onlangs nog heeft 10GBase-T een aantal uitdagingen met betrekking tot stroomverbruik overwonnen en wordt deze oplossing steeds meer geaccepteerd in uplinktoepassingen voor servers. Terwijl bij IEEE ook wordt gewerkt aan de tweede generatie 40/100 Gb-standaarden, wordt verwacht dat 10GBase-T sneller zal worden. De snellere 40 Gb-verbindingen zijn namelijk binnenkort beschikbaar om meerdere 10GBaseT-verbindingen te combineren. In dit opzicht heeft Crehan Research onlangs voorspeld dat in 2015 10 Gb-glasvezel in het datacenter zal zijn ingehaald door 10GBase-T-installaties.
tekst: david tanis van commscope
dcw juli/augustus | bekabeling
indienen van blijk van belangstelling) voor 400 gb afgegeven.
De druk op de datacentercapaciteit was nog nooit zo groot. Het is nu niet ongebruikelijk dat tien of meer virtuele machines op dezelfde fysieke server draaien. Ze realiseren een supersnelle uplink zodat al deze toepassingen kunnen werken zonder veel latency of een verslechterde service. Naarmate meer servers migreren naar 10 Gb-verbindingen om deze stortvloed van data aan te kunnen, is het de verwachting dat 40 Gb-snelheden in 2018 een vereiste zullen zijn voor serverinterfaces. 40 G-transmissiesnelheden kunnen wel worden gerealiseerd met bestaande technieken als glasvezel of Twinax-kabels, maar deze oplossingen zijn in veel gevallen niet ideaal. Glasvezelontvangers zijn duur en Twinax-oplossingen zijn beperkt tot korte afstanden van 7 m. Ze zijn dus geen goede keuze voor het verbinden van apparaten die één of twee rekken van elkaar zijn verwijderd. Twinax-kabels worden ook vaak toegepast in technische ontwerpen die een specifieke functie in een datacenter moeten vervullen waardoor ze niet flexibel genoeg zijn om te voldoen aan nieuwe eisen.
voordelen van 40gbase-t
Vanuit de kostenkant gezien was ethernet over twisted-pairkabels altijd de meest effectieve oplossing voor datacenterverbindingen. Deze methode heeft de voorkeur bij verbindingen tussen servers en switches, die overal moeten werken en gebruiksvriendelijk zijn. Dus werd een onderzoek gestart naar 40GBase-T om een betaalbaar alternatief te vinden voor de bestaande glasvezel- of Twinax-oplossingen. Als 40GBase-T in datacenters wordt toegepast, geeft dat enorme voordelen voor ondernemingen met nieuwe mogelijkheden voor connectiviteit, ondersteuning van een gestructureerd kabelontwerp en allerlei nieuwe data-intensieve toepassingen. Verbindingen met een lagere latency bieden nog andere voordelen, zoals het gemakkelijker kunnen verplaatsen van virtuele machines binnen het datacenter. 40GBase-T wordt in datacenters waarschijnlijk in de eerste plaats gebruikt voor servertoegang. IT-professionals geven nog altijd de voorkeur aan twisted-pairkabels met RJ45-connectors, vanwege de geringe kosten en het gebruiksgemak. Bovendien hadden ze uitgebreide ervaring met deze techniek, die al sinds de jaren tachtig als standaard wordt gebruikt. Dat bete-
kent dat gespecialiseerde datacentermedewerkers niet opnieuw hoeven te worden getraind om de 40GBaseE-T-infrastructuur te installeren en te onderhouden en dat de tijd en kosten die met de implementatie zijn gemoeid, aanzienlijk kunnen worden verminderd. Twisted pair is ook de enige techniek die probleemloos ondersteuning biedt voor een hele reeks verschillende ethernet-snelheden door autonegotiatie. In tegenstelling tot oplossingen met glasvezel of Twinax kunnen twistedpairkabels automatisch schakelen tussen verschillende datasnelheden, van bijvoorbeeld 100 Mb tot 10 Gb. Hierdoor zijn de mogelijkheden voor twisted pair uitermate veelzijdig en kunnen datacentermanagers hun netwerken stapsgewijs en kosteneffectief uitbreiden. Een IT-beheerder kan bijvoorbeeld een 40GBaseT-switch installeren aan het einde van een datacenterrij om connectiviteit te verzorgen voor meerdere grotendeels gevirtualiseerde servers die supersnelle verbindingen nodig hebben. Ondertussen kunnen de overige poorten op de switch worden aangesloten op bestaande 1000Base-T- of 10GBase-T-servers, die desgewenst in de loop der tijd kunnen worden geüpgraded. Dit betekent dat voor de overgang naar 40GBase-T geen uitgebreide upgrade van de apparatuur nodig is. In plaats
daarvan kan dit stap voor stap gebeuren als reactie op reële bedrijfsbehoeften, omdat vervanging van servers en switches niet altijd tegelijkertijd hoeft te gebeuren. Tot slot zullen door de implementatie van 40GBase-T-verbindingen ook de algehele operationele kosten (OpEx) van een datacenter dalen omdat het minder vaak nodig is meerdere 10GBase-T-links te aggregeren voor het halen van 40 Gb-datasnelheden. Bij minder verbindingen in een datacenter neemt bovendien het energiegebruik af en daarmee de totale bedrijfskosten (TCO).
rj45: na 40 jaar nog bovenaan
Naarmate de datacentermarkt blijft groeien van 1 tot 10 Gb en verder, is de compatibiliteit van RJ45 met lagere categorieën enorm belangrijk. Exploitanten van datacenters kunnen zo hun netwerken aanpassen aan de veranderende vereisten, maar met zo min mogelijk storingen en kosten. In een wereld waar zelfs de standaarden voor stopcontacten niet mondiaal gelden, is het niet alleen opmerkelijk dat de RJ45-connector wijd en zijd wordt toegepast, maar ook dat deze dominantie al meer dan dertig jaar voortduurt. De reden hiervoor is voornamelijk de flexibiliteit. In de loop der jaren is de behuizing van de connector steeds gewijzigd om frequenties te ondersteunen van 1 MHz tot 2 GHz en datasnelheden van 10 Mb tot 40 Gb. Hierbij komt nog dat de algemene en niet-bedrijfseigen techniek van deze connectors simpel is en de implementatie en het onderhoud betaalbaar. De voordelen van een installatie met gestructureerde bekabeling in plaats van rechtstreeks aangesloten oplossingen, moeten ook niet worden onderschat. Als een direct aangesloten transceiver uitvalt, moeten zowel de koppeling als de zendontvanger worden vervangen. Een groot voordeel van gestructureerde bekabeling is dat IT-beheerders de kabel eenvoudig kunnen vervangen of op een andere poort kunnen aansluiten als zich een hardwarestoring voordoet. Tot slot zorgt de ‘Wake on LAN’functionaliteit van Base-T voor meer flexibiliteit en energiebesparing doordat datacenterbeheerders servers kunnen afsluiten en alleen inschakelen als ze nodig zijn. Deze functionaliteit wordt steeds belangrijker omdat datacenters ernaar streven het energiegebruik zo laag mogelijk te houden.
dcw juli/augustus | bekabeling
nog nooit zoveel druk
19
We moeten niet vergeten dat ontwerpers, installateurs en klanten veel ervaring en vertrouwen hebben als het gaat om twisted-pairkabels en RJ45-connectiviteit. Hoewel de uiteindelijke implementatie van 40GBase-T nog een paar jaar op zich zal laten wachten, zorgt de wetenschap dat de technologie met RJ45-connectiviteit beschikbaar is, dat organisaties bij de installatie van oplossingen met twisted-pairkabels alvast vooruitblikken naar de toekomst. Als dat correct gebeurt, kunnen ze de infrastructuurkosten van producten en ondersteuning in de hand houden.
dcw juli/augustus | bekabeling
nieuwe standaarden definiëren
20
Ook al staan de voordelen van 40GBase-T als een paal boven water, toch is de weg van aanvankelijke ratificering naar commerciële beschikbaarheid niet altijd probleemloos. Dit was vooral het geval bij het uitrollen van 10GBaseT, dat aanzienlijk meer tijd kostte dan aanvankelijk werd verwacht. Dit was gedeeltelijk het gevolg van de IEEE-bepaling dat de nieuwe 10GBase-T-standaard afstanden van ten minste 100 m moest ondersteunen. Dit stelde echter grote technische eisen, vooral voor de elektronica van de transceivers. Naast de wereldwijde recessie en de aanvankelijke zorgen over energiegebruik, is deze technische vertraging van invloed geweest op de introductie van 10GBase-T op de markt. De problemen met het energiegebruik zijn in volgende generaties van de 10GBase-T-elektronica opgelost, en het IEEE probeert een dergelijke vertraging te voorkomen bij de introductie van 40GBase-T. Aangezien de eerste 40GBase-T-toepassingen zich zullen beperken tot datacenters, is de verbindingslengte van 100 m van traditioneel
twisted pair ethernet niet essentieel. De TIA TR42.7-subcommissie voor koperen bekabeling is met het oog hierop een onderzoek gestart naar bekabelingsontwerpen voor datacenters om te zorgen dat de doelstellingen voor de verbindingslengte voldoen aan de werkelijke ontwerpvereisten van datacenters. Bovendien bestaat er in de sector de wens de elektronica voor 40GBase-T niet veel complexer te maken dan die voor 10 GBase-T, terwijl de bandbreedte wel toeneemt tot 40 Gbps. CommScope heeft jarenlang een bijdrage geleverd aan de ontwikkelingsinspanningen voor IEEE-standaarden. Deskundigen van het bedrijf hebben deelgenomen aan de plenaire vergadering van IEEE 802.3 Next Generation Base-T in juli 2012. Hier is de mogelijkheid besproken om innovatieve technieken te ontwikkelen en de prestaties van twisted-pairkabels te verbeteren ter ondersteuning van sneller ethernet. In de afgelopen maanden is een aantal stappen gezet, waardoor 40GBase-T heeft bewezen geschikt te zijn voor datacentertoepassingen. Onlangs heeft CommScope een experimentele oplossing getest voor een levensvatbaar 40GBase-T-kanaal. Hierbij zijn prototype Cat. 8 RJ45-connectors en koperen twisted-pairkabels gebruikt tijdens een bijeenkomst van de IEEE 802.3 NGBase-T-studiegroep. Dit experiment toont aan dat exploitanten van datacenters Cat. 8-bekabeling kunnen gebruiken om 40GBase-T te ondersteunen. Een van de belangrijkste doelen van CommScope bij de ontwikkeling van de industriestandaard voor 40GBase-T, was om te garanderen dat de standaard kosteneffectief kan worden ondersteund en geïmplementeerd. Dankzij de nieuwe standaard kost het minder tijd nieuwe elektronica te ontwikke-
len voor switches en servers die 40GBase-Tconnectiviteit ondersteunen. Het werk dat al is uitgevoerd om de 10 Gb-verbindingen te ondersteunen, kan immers als basis dienen. Bovendien biedt de standaard ook ondersteuning voor de alom aanwezige RJ45-connector.
verschillende categorieën
In sommige kringen is voorgesteld dat Cat. 7A-bekabeling ook in de toekomst ondersteuning blijft bieden voor 40 Gb-snelheden. Cat. 7A is echter alleen gespecificeerd voor een frequentie van 1 GHz. Deskundigen in de PHYindustrie hebben aangetoond dat een hogere bandbreedte van rond 1,6-2 GHz vereist is om de 40GBase-T-transmissie te ondersteunen. Tot op heden geven de ondervindingen van de normeringsinstanties aan dat een hogere bandbreedteoplossing dan Cat. 7A-bekabeling nodig is om 40GBase-T te ondersteunen. Cat. 7A ondersteunt verder drie verschillende soorten connectors die niet compatibel zijn met eerdere versies van de RJ45-connector. Als deze worden toegepast in datacenters, is het gebruik van hybride patchkabels en apparatuurkabels nodig, met als gevolg een grotere complexiteit en foutgevoeligheid, en tragere MAC-activiteiten (moves, adds, changes (verplaatsen, toevoegen, wijzigen)). Het IEEE heeft benadrukt dat een high-density bekabelingsoplossing nodig is voor 40GBase-T, die niet veel ruimte in beslag mag nemen vanwege de beperkte omvang van datacenters. Vanwege deze factoren heeft de kabelindustrie als geheel ermee ingestemd dat Cat. 8 de juiste weg is om 40GBase-T te ondersteunen. Op een recente bijeenkomst van de ISO/IECwerkgroep 3 in Ixtapa, Mexico, heeft de commissie de ontwikkeling van Class I- en Class
II-kanalen (beide gespecificeerd tot 1.600 MHz) uitgebreid tot 2.000 MHz voor verder onderzoek. De commissie is ook akkoord gegaan met de harmonisering van de 40GBaseT-naamgevingsconventies rond Cat. 8 met enige variatie voor verschillende constructies.
evolueren of uitsterven
Aangezien er in hoog tempo steeds meer eisen worden gesteld aan datacenters, is het vermogen om zich snel te kunnen aanpassen aan de toekomstige eisen cruciaal voor exploitanten ervan. Vaak kan dit worden bereikt door grotere bandbreedteoplossingen te implementeren in één gedeelte van het datacenter, mits deze systemen compatibel zijn met de bestaande infrastructuur. Organisaties die vandaag niet zorgen dat hun datacenters klaar zijn voor de toekomst, krijgen in drie tot vijf jaar te maken met een volledige vervanging die een aanzienlijke uitvaltijd met zich meebrengen. Daarom moeten exploitanten van datacenters ervoor waken hun aanvankelijke kapitaaluitgaven niet te verlagen, omdat dit zal leiden tot hogere operationele kosten gedurende de totale levensduur van hun infrastructuur. Door apparatuur van een betere kwaliteit aan te kopen zijn minder doorlopend onderhoud en technische ondersteuning nodig tijdens de levensduur van het datacenter. Ook kan de mediadiversiteit een cruciale rol spelen
bij het garanderen van de betrouwbaarheid in datacenters.
bekabelde infrastructuren, waarin netwerkapparaten met elkaar zijn verbonden. Intelligentie zorgt voor betere realtime bewaking van de fysieke netwerklaag, en helpt IT-professionals en netwerkbeheerders bij de beveiliging van het netwerk. Blinde vlekken worden snel verholpen, inbraken in het netwerk worden gedetecteerd en gelokaliseerd en alle verplaatsingen, toevoegingen en wijzigingen in het netwerk worden voortdurend bijgehouden. Naarmate de gegevenssnelheden van de afzonderlijke verbindingen in de datacenters toenemen, moeten IT-managers de bestaande middelen optimaal toepassen, omdat de aansluitingen meer waarde krijgen. In dit opzicht zorgt intelligentie binnen het datacenter over de hele linie ook voor betere operationele efficiëntie, met inzicht in welke resources beschikbaar zijn, welke datasnelheden kunnen worden ondersteund en als onderhoud nodig is, welke poorten beschikbaar zijn en welke systemen eenvoudig kunnen worden verplaatst. De combinatie van 40 Gb-datasnelheden met de optimalisering die wordt geboden door de intelligente infrastructuur, is veelbelovend. Het stelt exploitanten van datacenters en IT-managers van bedrijven in staat tot ver in de toekomst minimale risico’s en maximale prestaties te realiseren voor hun IT-systemen. In dit opzicht is het van cruciaal belang dat het plannen voor de toekomst vandaag nog begint.
meer waarde hechten aan intelligentie
Naarmate de bandbreedte van elke afzonderlijke verbinding in het datacenter toeneemt, stijgen ook de kosten van een verstoorde verbinding. Doordat binnenkort enorme datavolumes via afzonderlijke kabels worden overgedragen, kan de uitval van slechts één verbinding een aanzienlijke impact hebben op de algehele prestaties van het datacenter. Helaas is door de snel toegenomen netwerkcomplexiteit in de afgelopen jaren het aantal punten gestegen waar degradatie en storingen in datacenters zich kunnen voordoen.Van een patchkabel die per ongeluk wordt losgekoppeld tot een vals softwarealarm waardoor al het netwerkverkeer wordt stilgelegd. Het is dan ook cruciaal dat ondernemingen beschikken over de hulpmiddelen om de datacenteractiviteit proactief te volgen en te controleren. Bedrijven zien in hoog tempo in dat de minder efficiënte methoden die in het verleden zijn gebruikt om hun netwerken te onderhouden en fouten op te sporen, niet langer adequaat zijn. Het antwoord is ‘intelligente infrastructuuroplossingen’: systemen die de ontbrekende schakel vormen tussen netwerkbeheertools en de traditionele passieve en gestructureerde
HollandMist creates a mini-climate around the condenser
The capacity of your current cooling equipment might increase up to 30%
Adiabatic cooling Booster
www.hollandmist.nl
dcw juli/augustus | bekabeling
advertentie
21
Een coole zaak:
energie-efficientie in het datacenter hoe kun je een datacenter efficiënt klimatiseren? exploitanten van datacenters stellen zich
deze vraag steeds opnieuw. er zijn verschillende mogelijkheden om het stroomverbruik van it-equipment te verlagen, minder warmteverliezen te genereren en zo bedrijfskosten te besparen. servers, switches en apparaten in de it-infrastructuur genereren echter afvalwarmte die door ventilatoren moet worden afgevoerd. wie maximale energie-efficiëntie
22
stemmen. een goede planning en nauwkeurige regeling zijn daarbij onmisbaar. Wie tegenwoordig zijn datacenter energie-efficiënt wil klimatiseren, wordt geconfronteerd met een aantal uitdagingen.Vaak wordt de PUE als maatstaf gebruikt om de energie-efficiëntie van het datacenter weer te geven. Omdat er wat betreft het gevraagde IT-vermogen vaak geen concessies kunnen worden gedaan, zijn de mogelijkheden om energie te besparen gering. Anders is het bij de voor een datacenter benodigde gebouwentechniek: hier is de grootste energiebesparing mogelijk. De belangrijkste modules zijn een goede klimatisering en een nauwkeurig berekend hydraulisch koudwatersysteem. Bij het bepalen van de klimatisering speelt niet alleen EN 13779 (Ventilatie van bedrijfsgebouwen) een belangrijke rol, maar ook de Ashrea (TC 9.9, thermische richtlijnen voor de exploitatie van datacenters). Voor de lucht die in de IT-ruimte naar servers wordt toegevoerd, resulteert dit in een temperatuurbereik van 18 – 27 °C bij een relatieve luchtvochtigheid van 20 - 80 procent. Hoe beter deze omgevingsparameters aan de werking van de IT-equipment kunnen worden aangepast, des te efficiënter kan de thermische belasting in het rack worden afgevoerd.
nauwkeurige berekening van koellast
In moderne datacenters zal het ventilatiesysteem van de gebouwentechniek de lucht een keer per uur verversen, omdat het datacenter vaak
geen vaste werkplek in de zin van de norm is. Als de afvalwarmte van de IT-equipment direct bij het rack wordt afgevoerd, moeten de componenten van het ventilatiesysteem alleen voor de conditioning van de ruimtelucht worden berekend en ontwikkeld. De totale thermische belasting voor het datacenter bestaat uit: - de thermische belasting, gegenereerd door de ingebouwde IT-equipment. Koelunits kunnen deze direct uit het rack afvoeren; - de thermische belasting, veroorzaakt door interne warmtebronnen, zoals verlichting, bekabeling, ups-transmissie. Voor de IT-klimatisering is dit de externe belasting die de klimaattechnische installatie afvoert. Een nauwkeurige koellastberekening is noodzakelijk om er zeker van te zijn dat de koeling van de KT-installatie correct is berekend zodat de thermische belasting van de verlichting en andere interne warmtebronnen kunnen worden afgevoerd. Hierdoor vervalt de koeling van de IT-last door de KT-installatie. Als het voor een ideale werking van de servers nodig is de toevoerlucht te bevochtigen, moet dit gebeuren door een stoombevochtiger in de KT-installatie. De basis om de totale thermische IT-belasting te bepalen is het aansluitvermogen van alle ITracks in het datacenter. Als een IT-rack met een aansluitvermogen van bijvoorbeeld 18 kW wordt gevoed, ontstaat er bij vollast een thermisch vermogensverlies van maximaal 18 kW.
tekst: elbert raben, productmanager it-klimatisering rittal
dcw juli/augustus | energiemanagement
wil realiseren, moet de componenten van de infrastructuur optimaal op elkaar af te
Optimaal geschikt om een of twee IT-racks te klimatiseren:
thermische it-belasting afvoeren waar deze ontstaat
Om de afvalwarmte van de IT-racks gericht af te voeren, kunnen bijvoorbeeld klimaatsystemen in de serverracks worden geïnstalleerd waarin een lucht-waterwarmtewisselaar is ingebouwd. De LPC’s (liquid cooling packages), die Rittal aanbiedt, kunnen elektrische vermogensverliezen van 10 – 55 kW per unit afvoeren. Zij zuigen de warme serverlucht aan, leiden deze door de lucht-waterwarmtewisselaar en blazen de gekoelde lucht voor de servers. Om in IT-ruimten een hoge aansluitdichtheid te realiseren, moeten de componenten zo min mogelijk ruimte innemen. Een LCP-unit heeft slechts 0,36 m2 ruimte nodig. Om ruimteredenen is een hoge aansluitdichtheid wel te begrijpen, de keerzijde is echter dat de temperatuur door het vermogensverlies van de componenten in het rack snel stijgt. Zo vermeldt de fabrikant van een coreswitch een warmteafgifte van 6 kW. Bij een bladeserver is 4 kW per unit niet ongebruikelijk. Als er in het rack vijf bladesystemen en twee coreswitches worden geïnstalleerd, resulteert dit in 32 kW warmte in het rack. IT-racks met een thermisch vermogensverlies van 18 - 24 kW vormen tegenwoordig geen uitzondering meer. In het hoger onderwijs zijn de vermogensverliezen per rack door de hoge computervermogens nog hoger. Zonder geschikte koeling zou de ruimtetemperatuur al na korte gebruikstijd zeer sterk stijgen. Een groot deel van de geïnstalleerde systemen zou door oververhitting niet meer bruikbaar zijn en lopende bedrijfsprocessen zouden groot gevaar lopen. In datacenters met een warmteontwikkeling van maximaal 5 kW per rack voldoen precisie-airconditioners (Cracs) meestal aan de eisen die
aan een efficiënte koeling worden gesteld. Deze systemen zuigen de warme lucht van de servers aan, koelen deze via een warmtewisselaar en blazen de gekoelde lucht onder de verhoogde vloer. Van daaruit komt de gekoelde lucht via geperforeerde tegels weer voor de serverracks. Ervaring toont aan dat bij maximaal 5 kW per serverrack en een homogene verdeling van de computerbelasting een klimatisering met verhoogde vloer in de datacenter wordt toegepast.Tussen 5 - 15 kW wordt vaak rijklimatisering toegepast. Bij vermogensverliezen hoger dan 15 kW wordt meestal directe rackklimatisering toegepast. Zowel bij rij- als rackklimatisering worden LCP's aanbevolen.
klimatisering van rijen racks
Bij de rijklimatisering worden de serverracks gewoonlijk volgens het principe van de koude en warme gang in het datacenter geplaatst. De voorkanten van twee rijen racks staan hierbij tegenover elkaar en vormen de koude gang. Koelunits blazen de koude lucht in deze gang, en de IT-equipment in de racks zuigt deze lucht aan. De achterkanten van de serverracks die tegenover elkaar staan, vormen de zogeheten warme gang. De koelunits zuigen de warme lucht uit de gang aan, de lucht wordt gekoeld en weer in de koude gang geblazen. Het is ook mogelijk de warme of koude gang volledig af te sluiten, wat wordt aangeduid met het cubeconcept. Deze cubes voorkomen dat koude en warme lucht zich met elkaar vermengt, wat resulteert in een zo groot mogelijke Delta T aan de luchtzijde. Hierdoor werken koelunits bij het genereren van het koelvermogen met maximale efficiëntie. De gang die in het midden van de rijen racks ontstaat wordt naar boven afgesloten met afdekelementen en naar de zijkant met schuifdeuren.
dcw juli/augustus | energiemanagement
het LCP Rack van Rittal.
23
Het LCP Inline is optimaal geschikt voor datacenters. Dit systeem koelt complete rijen racks die zijn opgesteld volgens het principe van
dcwjuli/augustus | energiemanagement
koude en warme gang waarvan de gangen zijn afgesloten.
24
Transparante afdekelementen laten genoeg licht door, extra verlichting in de koude gang is niet nodig. Doorslaggevend is een goede scheiding tussen het gedeelte met koude lucht en het gedeelte met warme lucht. De LCP-units zijn aan de zijkant van het rack gemonteerd en blazen de koude lucht de koude gang in. De servers in de racks zuigen de koude lucht aan via geperforeerde rackdeuren en leiden deze over de te koelen randapparatuur, zoals harde schijven, printplaten en centrale processing units en blazen de nu verwarmde lucht via de geperforeerde achterdeur weer naar buiten. Als de eisen aan de IT-klimatisering hoger zijn, dat wil zeggen vanaf circa 15 kW, kan het rack ook direct door de LCPunit worden gekoeld. In dit geval wordt de koude lucht direct voor het 19”-niveau in het IT-rack geblazen en in het achterste gedeelte uit het rack afgezogen. Op deze manier is het mogelijk om twee IT-racks per LCP te koelen.
verschillende apparaatklassen – vermogensgerelateerde opbouw
Beschikbaar is een LCP voor het afkoelen van thermische belasting in twee apparaatklassen: voor 10 – 30 kW en voor 40 – 55 kW. De genoemde nominale koelvermogens worden behaald bij een watertoevoertemperatuur van 15 °C. De apparaten kunnen worden voorzien van ventilatormodules en zo modulair worden aangepast aan de warmtebelasting. Als het IT-rack wordt uitgebouwd, waardoor de componenten meer afvalwarmte veroorzaken, kan het koelvermogen probleem-
loos worden aangepast. De 30 kW-unit beschikt standaard over één ventilatormodule en kan een vermogensverlies van 10 kW koelen. Om een koelvermogen van 30 kW te behalen, moeten twee extra modules worden geïnstalleerd. Op de 30 kW-unit kunnen maximaal zes ventilatormodules worden aangesloten. Dit resulteert in een n+3 redundantie en een lager toerental. Als de drie benodigde ventilatoren met een toerental van 100 procent draaien voor een koelvermogen van 30 kW, neemt het opgenomen vermogen bij toepassing van zes ventilatoren af tot 46 procent – nog een voordeel dat bijdraagt aan een hogere energie-efficiëntie. De LCP-unit is uitgerust met een onafhankelijke, continue regeling die de temperatuur van de naar de server toegevoerde lucht nauwkeurig regelt. Het werkpunt van de toevoerlucht naar de server is vrij instelbaar, zodat de toegevoerde lucht altijd op de parameters van de IT-equipment kan worden afgestemd. Conclusie: een datacenter bevat vaak hard- en software met een waarde van vele honderdduizenden euro’s. De bedrijfskosten – IT en koeling – bedragen vaak enkele tienduizenden euro's per jaar. Het is economisch gezien derhalve belangrijk om deze waarden zo goed en efficiënt mogelijk op elkaar af te stemmen. Een optimale klimatisering levert daar een doorslaggevende bijdrage aan. Wie slim is, maakt gebruik van een doordachte en efficiënte infrastructuur.
Democentrum in Brussel plus whitepaper
Virtuele datacenters helpen bij migratie naar 40Gbase-T de aanbieders van bekabelingssystemen zijn momenteel volop bezig om hun positie ten opzichte van 40gbase-t ofwel 40g te bepalen. nexans heeft hier een whitepaper over geschreven die antwoord wil geven op de vraag: is lanmark-7a klaar voor 40 gbps? bovendien heeft het concern inmiddels twee virtuele datacenters ingericht waar it-
Steeds meer IT-afdelingen maken voor hun datacenter plannen om te migreren naar de nieuwe 40Gbase-T standaard. Hoewel de planning van een overstap vaak nog niet duidelijk vastligt, zijn ze wel hard bezig met de vraag of 40G inderdaad de volgende stap moet zijn. En zo ja, wat zijn de technische en financiële gevolgen van een dergelijke doorgroei?
tekst: hans vandam is journalist
positionering
Het is dus logisch dat de belangrijkste aanbieders van bekabelingsystemen voor datacenters momenteel druk bezig zijn hun positie ten opzichte van 40Gbase-T te communiceren naar bestaande en potentieel nieuwe klanten. In het geval van het Franse Nexans heeft dit geleid tot de publicatie van een whitepaper waarin de vraag wordt gesteld in hoeverre LANmark-7A als de twisted-pairoplossing van het concern klaar is voor 40G. LANmark-7A is het product van Nexans als het gaat om Cat. 7A-bekabeling. Bij de lancering in 2008 stelde het bedrijf al dat deze productgroep geschikt is voor ‘data rates’ tot 40 Gbps. Destijds demonstreerde het al dat LANmark-7A geschikt was voor transmissiecapaciteiten van 50 Gbps en meer, waardoor het geschikt is voor gebruik in een omgeving waarin 40 Gbps wordt gevraagd. De interne testen die deze resultaten lieten zien, zijn, zo valt te lezen in de whitepaper, tevens bevestigd door Pennstate University in de Verenigde Staten.
en glasgebaseerde bekabelingsystemen te demonstreren, maar ook om de opties voor een migratie naar nieuwe standaarden, zoals 40Gbase-T. “Daarmee zijn deze virtuele datacenters prima geschikt als voorbeeld om met IT-managers te discussiëren over standaardisatie, IP-convergentie, de energie-efficiëntie van de diverse ontwerpen van bekabeling systemen en -strategieën”, zegt Oene-Wim Stallinga, marketing director van Nexans, in een toelichting. Maar heel belangrijk is ook kennisoverdracht, meent Stallinga: “Het is van cruciaal belang dat IT-managers, datacentermanagers en netwerkmanagers volledig up-to-date zijn als het om nieuwe technologie rond bekabeling gaat. Centraal daarbij staat wat ons betreft vooral welke zakelijke voordelen een organisatie kan behalen door eventueel te migreren naar een nieuwe standaard als 40G.”
zakelijke voordelen
Daarnaast heeft Nexans de afgelopen jaren veel geld geïnvesteerd in zogeheten virtuele datacenters. Het concern heeft inmiddels twee van dergelijke centra ingericht, eentje in Basingstoke in Engeland en een faciliteit in Brussel. De centra zijn bedoeld om de diverse op koper-
Nexans beschikt over twee virtuele datacenters om klanten te kunnen informeren over de laatste stand van de techniek en de zakelijke voordelen die een organisatie daarmee kan behalen.
dcw juli/augustus | bekabeling
afdelingen ondersteuning wordt verleend bij een eventuele migratie richting 40g.
25
Grootschalige adoptie van SSD’s in datacenters nabij
Nieuwe techniek verbetert levensduur van flash-geheugens de datacenteromgeving is altijd aan verandering onderhevig en is vooral de afgelopen vijf jaar sterk veranderd. nieuwe technieken als cloud computing en virtualisatie en veranderende behoeften stellen datacenterbeheerders voor nieuwe uitdagingen als het gaat om opslag. om deze uitdagingen aan te kunnen moeten zij op zoek naar oplossingen die tegemoetkomen aan hun
26
Deze bewustwording zorgt voor een verschuiving van traditionele media, zoals harddiskdrives, naar flash-based SSD’s (solid state drives). De prijsstelling vormde echter altijd een obstakel voor grootschalige adoptie van SSD’s. Maar waarom kiest de IT-industrie steeds vaker voor SSD’s? En wat doen SSD-fabrikanten om flash toegankelijker en kosteneffectief te maken? Onderzoeksbureau IDC voorspelt dat in 2015 een hoeveelheid van 8 ZB (zettabytes) aan digitale content zal worden bereikt tegenover 2,7 ZB in 2012. Daarnaast voorspelt het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE) dat de hoeveelheid dataverkeer tussen 2010 en 2015 zal zijn vertienvoudigd en tegen 2020 maar liefst verhonderdvoudigd.
90 procent van alle data wereldwijd is in de afgelopen twee jaar gecreëerd
Een belangrijke oorzaak van deze groei in data is de overgang naar realtime interactie, thuis en op kantoor. Van e-mail en social media ‘likes’ tot uploads van video’s, foto’s en documenten. Dit levert uiteraard een belangrijke bijdrage aan de enorme groei van data, maar er zijn nog miljoenen andere bronnen die hieraan bijdragen. Uiteindelijk leidt dit alles tot een verbazingwekkende uitkomst: 90 procent van alle data wereldwijd is in de afgelopen twee jaar gecreëerd, en het neemt alleen maar sneller toe.
enterprise-opslag
Gezien het feit dat datasets blijven groeien, zijn datacenters gedwongen hun fysieke infrastructuur op te schalen. Dit is nodig om het niveau van geaggregeerde doorvoer te behalen die nodig is om de data te manipuleren en realtime beschikbaar te maken. Vanwege het beperkte doorvoervermogen van harddiskdrives (HDD) zijn datacenterbeheerders gedwongen honderden of zelfs duizenden drives aan te schaffen en de bekende prestatieverhogende technieken te gebruiken, zoals ‘short stroking’, om een merkbare impact te realiseren of de enorme latency aan te kunnen die gepaard gaat met magnetische, roterende media. Prestatieverhogende technieken als ‘short stroking’ beperken de plaatsing van data op HDD’s naar een beperkt aantal cilinders, wat de bruikbare capaciteit van de drive beperkt tot 10 à 20 procent van de nominale capaciteit. Het gevolg is dat er meer schijven moeten worden aangeschaft. Hierdoor stijgen niet alleen de aanschafkosten voor schij-
tekst: john scaramuzzo, president smart storage systems
dcw juli/augustus | technologie
eisen op het gebied van performance en betrouwbaarheid, maar die niet te veel kosten.
advertentie
X-ICT uit Zwolle richt zich sinds 2007 op het ontwerpen, inrichten en onderhouden van duurzame computerruimtes. Met meer dan dertig medewerkers die een ruime ervaring vertegenwoordigen op het gebied van data- en telecommunicatie is X-ICT al jaren een betrouwbare partner. Netwerkbekabeling is in de visie van X-ICT de levensader naar het kloppende hart van de organisatie, de computerruimte. Als specialisten in netwerkinfrastructuren tekenen de medewerkers van X-ICT voor het ontwerpen, aanleggen, afmonteren en onderhouden van de netwerkbekabeling. Voor het ontwerp en de inrichting van een computerruimte wordt nauw samengewerkt met innovatieve partners die een jarenlange ervaring hebben op het gebied van noodstroom, computervloeren, stroomverdeling, koeling en monitoring en beheer. Samen met deze partners ontwerpt en realiseert X-ICT een ruimte die veilig is en de continuïteit garandeert. Met service- en onderhoudscontracten op maat, consultancy-ondersteuning voor managementtools en software en een periodieke inspectie van de computerruimte biedt X-ICT een ‘totale ontzorging’, 24 uur per dag, 7 dagen per week.
ven, maar ook de kosten die gepaard gaan met een groeiend datacenter, zoals energie- en koelingkosten.
MEER WETEN? schrijf u dan in voor een van onze ‘lunch & learn’ sessies of workshops via www.x-ict.nl/ evenementen.
ssd’s in enterprise
SSD’s kwamen op de markt als het antwoord op het HDD-dilemma vanwege de aanzienlijke presentatieverbetering. Bij de ontwikkeling van oudere generaties SSD’s moesten ontwikkelaars echter keuzes maken tussen belangrijke kenmerken, zoals performance, prijs, levensduur en betrouwbaarheid. Zij moesten kiezen tussen SLC (single level cell) en MLC (multi level cell) Nand flash-technieken. Hoewel MLC-flash vanuit kostenoverwegingen het beste alternatief voor HDD’s is, heeft het – inherent aan de lage kosten – ook een lagere ‘write endurance’ en betrouwbaarheid dan zijn tegenhanger SLC. Twee kenmerken die uitermate belangrijk zijn voor enterprise-omgevingen. Door de beperkingen van MLC-flash werd het vooral gebruikt in apparaten als mediaplayers, mobiele telefoons, camera’s en laptops. Het verlies van data op consumentenapparatuur is immers wel vervelend, maar niet zozeer een serieus probleem. Het werd ingewikkelder toen Nand flash-fabrikanten de ‘die size’ van hun chips verkleinden om een hogere dichtheid en lagere kosten te kunnen realiseren. Flash kan meer opslaan en wordt goedkoper met kleinere geometrieën, maar het foutpercentage stijgt, waardoor het moeilijker wordt het te integreren in producten die enterprise-
NETWERKBEKABELING INRICHTING VAN COMPUTERRUIMTES MANAGEMENT EN BEHEER
www.x-ict.nl
toepassingen ondersteunen. Door verschillende methodes, waaronder ‘wear-leveling’, foutherstel en sparing (ofwel over provisioning) waren SSD-fabrikanten in staat de betrouwbaarheid, data-integriteit en levensduur van hun schijven te verhogen. Dit heeft ervoor gezorgd dat SSD’s werden geïmplementeerd in enterprise-omgevingen en worden gezien als de enige oplossing voor de opslag-bottlenecks waarmee moderne datacenters kampen. Er is echter nog een aantal obstakels die de grootschalige adoptie van SSD’s in de weg staan. Hoewel SLC-based SSD’s werden gebruikt in enterprise-omgevingen, beperkte de hoge prijs het gebruik ervan tot bepaalde niches, zoals een cache front-end naar HDD-opslag voor belangrijke data en zeer high-performance applicaties, omdat een kosteneffectievere oplossing simpelweg niet beschikbaar was. Goedkopere MLC-based SSD’s vonden hun plaats in de enterprise als boot drives en in leesintensieve applicaties, zoals cloud computing. Het verschil tussen de mogelijkheden en kosten van SLC en MLC-flash heeft een kloof veroorzaakt tussen deze twee toepassingssegmenten waar SSD’s gewoonweg niet tussen pasten. Dit was aanleiding voor SSD-fabrikanten om zich te richten op het vinden van een balans tussen de levensduur van SLC en de prijs van MLC om SSD’s zo toegankelijk te maken voor meer enterprise-toepassingen.
een evolutie in flash-beheer
dcw juli/augustus | technologie
De afgelopen jaren zijn er verschillende technieken ontwikkeld, zoals het Guardian technology platform van Smart Storage Systems, die de balans hebben gevonden tussen de betrouwbaarheid, levensduur en prijs van SLC en MLC-flash. Deze technieken staan voor een enorme verbetering van flash-beheertechniek waardoor MLC-flash dezelfde levensduur kan bieden als SLC tegen een fractie van de kosten en zonder prestatieverlies. Ondernemingen en Tier-1 OEM’s kunnen nu enterprise-class SSD’s implementeren die gebaseerd zijn op MLC-flash
28
en uitgerust zijn met een complete set enterprise-functionaliteiten tegen kosten per Gb die meer dan de helft lager liggen dan die van SSD’s. Op dit moment zijn in de markt verschillende technieken beschikbaar die erop gericht zijn de maximale levensduur van op MLC gebaseerde SSD’s drastisch te verbeteren. Het Guardian technology platform maakt gebruik van twee technieken, namelijk aggregated flash management en advanced signal processing. Deze combinatie zorgt ervoor dat MLC flash-geheugens langer meegaan en hierdoor geschikt zijn voor enterprise-omgevingen. Deze technieken gaan verder dan traditionele methodes voor wear-leveling of foutherstel en beheren de flash op SSDsysteemniveau om ervoor te zorgen dat elk flash-element maximaal gebruikmaakt van zijn levensduurvermogen. De recente verbeteringen in SSD-controllertechniek worden aangevuld met meer inzicht in de echte mogelijkheden van consumer-grade MLC-flash. Hierdoor zijn SSD-fabrikanten in staat de levensduur van de goedkoopste flash te verlengen. Deze combinatie resulteert in opslagoplossingen die de performance, levensduur en betrouwbaarheid bieden die enterprise-toepassingen van vandaag de dag vereisen tegen een prijs die lijkt op die van traditionele HDD’s.
energiegebruik
Ook op het gebied van energiegebruik bieden SSD’s een voordeel ten opzichte van HDD’s. SSD’s zorgen er namelijk voor dat er veel hogere prestaties kunnen worden gerealiseerd met één apparaat, ook wel aangeduid met IOPS/Watt. Om bijvoorbeeld een hoge doorvoersnelheid te realiseren zou een groot aantal HDD’s naast elkaar kunnen worden gebruikt. Deze kunnen echter worden vervangen door een kleiner aantal SSD’s, omdat deze een stuk sneller werken dan HDD’s. Het energiegebruik van HDD’s en SSD’s kan gelijk zijn, maar doordat er minder SSD’s geïmplementeerd hoeven te worden, daalt ook het ener-
giegebruik. Doordat er minder energie wordt gebruikt, hoeft er minder warmte te worden afgevoerd en is minder koeling nodig. Dit zorgt weer voor een vermindering van de energiebehoefte in het totale rack.
overstap van hdd naar ssd
Het is duidelijk dat het gebruik van SSD’s in de enterprise-markt een lange weg heeft afgelegd sinds de introductie als alternatief voor HDD’s in 2008. Aanzienlijke verbeteringen in performance en betrouwbaarheid hebben bijgedragen aan een bredere adoptie binnen enterprises. Dit proces wordt nog eens versneld doordat SSD-fabrikanten de levensduur van kosteneffectievere MLC-flash verlengen, waardoor de TCO (Total Cost of Ownership) wordt teruggedrongen tot een acceptabel niveau. Dankzij deze technieken verdwijnen langzaam de barrières die grootschalige adoptie van SSD’s tegenhouden. De technieken maken het mogelijk de goedkoopste flash in te zetten voor gemengde workloads en schrijfintensieve toepassingen die veel worden gebruikt binnen enterprises. Dit verandert het spel van enterprise-opslag en stelt organisaties in staat nieuwe uitdagingen aan te gaan met SSD’s die niet alleen tegemoetkomen aan hun eisen op het gebied van performance en betrouwbaarheid, maar ook de benodigde levensduur bieden om het schrijfintensieve karakter van realtime applicaties aan te kunnen.
Datacenters op een groene fundering
SSD-fabrikanten zijn in staat de levensduur van de goedkoopste flash te verlengen
Eaton 3 fase UPS. Energiezuinige power quality oplossingen • Ongeëvenaarde prestaties • Toonaangevend op gebied van efficiency • Innovatieve energiebesparende technologieën • Compact in vloeroppervlak en gewicht
www.eaton.nl/datacenters
Bull levert basis voor supercomputers uit de cloud
Nationale supercomputer wordt gekoeld met water van 30 °C staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschap sander dekker verrichtte op 14 juni bij surfsara amsterdam de officiële ingebruikname van de nieuwe nationale supercomputer cartesius. tijdens een speciaal hiervoor georganiseerd symposium roemden sprekers uit binnen- en buitenland niet alleen de kwaliteiten van deze door bull op basis van inteltechnologie gebouwde supercomputer, maar werd ook het belang van ‘high-performance computing’ benadrukt. maar misschien wel het interessantste aan cartesius kwam tijdens het symposium nauwelijks ter sprake: de nieuwe nationale supercomputer wordt gekoeld met
dcw juli | rubriek?
water van 30 °c
30 6
tekst: robbert hoeffnagel
hoofdrol intel
Terug naar het event rond de officiële ingebruikname van Cartesius.Wat hebben het Human Brain Project, Zipp Speed Weaponry en Intelligent Light met elkaar van doen? Het eerste is een Europees researchproject om de werking van de hersenen te doorgronden, Zipp is een fabrikant van speciale met koolstofvezel versterkte wielen voor racefietsen en Intelligent Light houdt zich bezig met wat wel
genoemd wordt ‘computational fluid dynamics’ ofwel simulaties van vloeistof- en luchtstromingen. Op het eerste gezicht hebben ze niet zo vreselijk veel gemeen, totdat we ons realiseren dat alle drie niet kunnen bestaan zonder de ongekende rekenkracht die supercomputers ons te bieden hebben. De nieuwe en grotendeels op Intel-technologie gebaseerde supercomputer is de vijfde rekenfaciliteit die op nationaal niveau in Nederland is aangeschaft (zie kader ‘Cartesius in het kort’). Sander Dekker, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verrichtte de officiële handelingen, nadat voor hem een hele reeks van nationale en internationale sprekers voorbeelden van projecten hadden behandeld die zonder de rekenkracht van supercomputers niet van de grond hadden kunnen komen. Of zoals professor Thomas Lippert van het Duitse Jülich Supercomputing Centre en coördinator van het Europese Prace-project het tijdens de dag uitdrukte: “Making sense of 1 Petabyte of data with pen and paper is very hard to do.” Stephen Wheat van Intel was speciaal voor de ingebruikname van Cartesius naar Amsterdam gekomen. Wheat is binnen Intel verantwoordelijk voor de HPC-activiteiten van het technologieconcern, een businessunit die normaliter enigszins in de schaduw van met name de processordivisie staat. Maar, zoals alle wetenschappelijk onderzoek in feite de aanjager van nieuwe technologie vormt, hecht ook Intel zeer veel belang aan high-performance computing (HPC). De reden is duidelijk: door de lat wat betreft performance, beschikbaarheid, maar ook waar het gaat om innovatieve architecturen en netwerktechnologie almaar hoger te leggen, duwt een bedrijf als Intel niet alleen de spreekwoordelijke ‘grenzen van de techniek’ vooruit, maar ontwikkelt het tevens technologieën die in een later stadium hun weg weer vinden naar meer ‘gewone’ apparatuur als laptops, smartphones en dergelijke. Vergeet ook niet welke stappen een dochteronderneming van Intel als McAfee op het gebied van security kan zetten dankzij activiteiten in de wereld van high-performance computing.
prace-project
De Intel-topman vertelde tijdens het symposium hoe het concern besloten heeft nauw te gaan samenwerken met de Universiteit van Oklahoma. Doel: betere modellen ontwikkelen waardoor mensen in deze zeer tornadogevoelige regio eerder kunnen worden gewaar-
schuwd als zich een orkaan of wervelstorm ontwikkelt. Een kwartier extra tijd om een schuilplaats te zoeken, kan het verschil tussen leven en dood betekenen. Hoe dicht wetenschappelijk onderzoek en HPC daarmee bij de mens kunnen staan, bleek wel uit zijn opmerking over een van de bekendste foto’s na de recente verwoestingen door tornado’s even buiten Oklahoma City. Op de foto is een jong stel te zien dat elkaar vasthoudt terwijl ze de restanten van hun verwoeste huis inspecteren. De man in de foto blijkt de neef van Wheat te zijn.
Het Europese Prace wil supercomputing op een andere manier dichter bij de mens brengen. Dit voluit ‘Partnership for Advanced Computing in Europe’ geheten project heeft tot doel om binnen Europa een volwaardige HPC-infrastructuur te creëren. Dit doet men met Europees geld dat wordt gekoppeld aan nationale en regionale initiatieven. Binnen Europa is inmiddels een soort piramide van supercomputing-capaciteit ontstaan. De top van de driehoek (de zogeheten Tier-0 supercomputing-faciliteiten) wordt hierbij gevormd door een handvol zeer grote HPC-centra. Een laag hieronder bevinden zich nationale supercomputers, zoals Cartesius (Tier-1), aangevuld met een brede basis van regionale rekenfaciliteiten (Tier-2) die door onderzoeksinstellingen en universiteiten worden gerund.
dcw juli/augustus | koeling
Cartesius volgt Huygens op. Deze laatste supercomputer was inmiddels een jaar of vier in gebruik, kende een mooi prestatieniveau, maar had ook een groot nadeel: een energierekening van 600.000 euro per jaar. Het gevolg van de ook in de supercomputerindustrie snel verouderende technologie. Die rekening werd in belangrijke mate veroorzaakt door de koelsys temen die de Huygens nodig had om goed te kunnen functioneren. Cartesius – genoemd naar Rene Descartes, de beroemde Franse filosoof en wiskundige die jarenlang in Nederland heeft gewoond en gewerkt – lost dit probleem op meerdere manieren op. Ten eerste door voor koelwater een inlaattemperatuur te accepteren van 30 °C. Doordat de elektronica ook bij dat soort temperaturen op volle capaciteit blijft ‘draaien’, is een veel eenvoudiger koelsysteem nodig dan in situaties waarbij de watertemperatuur 8, 10 of 12 graden lager moet liggen. Een andere innovatie is het gebruik in de supercomputer van een mix van cpu’s en gpu’s. Cpu’s of central processing units zijn processoren die bedoeld zijn voor ‘algemene taken’ en zijn dus niet geoptimaliseerd voor een bepaalde taak. Anders ligt dat bij gpu’s ofwel graphical processing units. Die zijn in eerste instantie ontwikkeld voor grafische kaarten in pc’s en zijn later door firma’s als Intel opgenomen in de moederborden van computers. Een gpu is een voor grafische taken geoptimaliseerde chip. Die grafische taken kan de chip razendsnel uitvoeren, over andere niet-grafische taken doet een gpu juist weer veel langer. Als applicaties nu zo worden geschreven dat zij maximaal gebruik kunnen maken van de enorme snelheid van een gpu valt veel tijdwinst te behalen. Maar ook kunnen veel rekenintensieve taken naar snellere chips worden geleid, waardoor het ‘draaien’ van een applicatie minder tijd en minder energie kost. Ook op die manier zit Cartesius vanuit koeloogpunt dus slim in elkaar.
31
“Hierdoor ontstaat”, vertelde Hippert, een Europees HPC-ecosysteem dat niet alleen wetenschappelijk onderzoek van wereldklasse ondersteunt, maar dat tevens een aanbieder van HPC-services is geworden.” Prace loopt sinds 2004 en heeft voor de periode 2010 tot 2015 530 miljoen euro beschikbaar voor investeringen in HPC. De rekencapaciteit van dit netwerk van supercomputers ligt inmiddels op 15 Petaflops per seconde. Gebruikers kunnen rekencapaciteit huren via een systeem van ‘peer review’, waarbij wetenschappers en onderzoekers uit het bedrijfsleven op gelijke basis worden behandeld.
hpc as a service
Hippert benadrukte vooral de toegang die Prace aan het bedrijfsleven biedt. Zijn organisatie heeft hierbij – letterlijk – gekozen voor een aanpak waarbij sprake is van ‘HPC as a Service’. Dat het bedrijfsleven toegang heeft tot de rekencapaciteit die supercomputers bieden, is volgens hem van zeer groot belang voor de economie van Europa. Hij noemde een aantal voorbeelden van Europese bedrijven die op deze manier wel zeer rekenintensief onderzoek kunnen doen dat de basis legt voor nieuwe producten en diensten. Zij hoeven geen vele miljoenen te investeren in HPC-systemen
dcw juli/augustus | koeling
cartesius in het kort
32
Cartesius is de vijfde nationale supercomputer. Eerder al werd deze rekenfaciliteit geleverd door: - Control Data: Cyber 205 (1984), 1 CPU, 100 Megaflops per seconde - Cray: de C916/121024 (2003), 12 CPU’s, 12 Gigaflops per seconde - Silicon Graphics: Altix 3700 (2003), 1400 CPU’s, 3,2 Teraflops per seconde - IBM: Power 6 (2008), 3456 cores, 65 Teraflops per seconde Cartesius is opgebouwd rond een aantal nodes (32 fat nodes en 2 interactieve nodes, aangevuld met meerdere ‘thin node islands’) die via een Infinibandnetwerk met elkaar verbonden zijn. Het ‘werkgeheugen’ bedraagt bij oplevering 180 terabytes, terwijl het systeem via een Lustre file-systeem 5 petabyte aan data kan adresseren. De prestaties van Cartesius bedragen anno 2013 270 teraflops per seconde. De nu reeds voorziene uitbreiding in 2014 brengt die prestatieniveau naar 1 petaflop per seconde en meer.
waarvoor zij zelf onvoldoende werk hebben. Hij vertelde onder andere over Renault dat via HPC as a Service veel onderzoek heeft gedaan naar het gedrag van auto’s tijdens botsingen. Hippert gaf aan dat Renault dankzij dit rekenwerk in 2015 kan voldoen aan de eisen die worden gesteld in de zogeheten EuroNCAP6-norm.
grote trends
Wheat toonde zich erg enthousiast over Cartesius. In zijn ogen kunnen we namelijk niet genoeg belang hechten aan supercomputing. Elke goed ontwikkelde economie kan alleen maar blijven groeien als het bedrijfsleven investeert in kennisintensieve producten en diensten. De tijd dat we achter de analoge tekentafel en met een rekenliniaal nieuwe producten konden ontwerpen, ligt ver achter ons. Ontwerpen, simuleren en monitoren gaan naadloos in elkaar over, waarbij ongekende hoeveelheden data en zeer ingewikkelde modellen doorgerekend moeten worden. Tegelijkertijd komt een aantal ‘grote trends’ ondertussen bij elkaar, meent Wheat. Dat is allereerst ‘the internet of everything’ ofwel apparaten en sensoren die aan internet zijn gekoppeld en die continu data doorsturen. Cloud is een tweede ‘grote trend’ van Wheat. Die twee samen zorgen voor het verzamelen en vastleggen
van ongekende hoeveelheden data (Big Data). Willen we in al die data interessante patronen kunnen ontdekken waarmee we ook nog eens snel aan de slag kunnen (wat inmiddels ook wel ‘Big & Fast Data’ wordt genoemd), dan hebben we een zeer grote rekencapaciteit nodig. De top van bedrijfsleven en de onderzoekswereld kunnen het zich financieel veroorloven die rekencapaciteit zelf aan te schaffen bij firma’s als Bull en Intel. Andere partijen zullen steeds vaker kiezen voor een voor hen meer betaalbare oplossing in de vorm van HPC as a Service. Bovendien zien we steeds meer samenwerking tussen bedrijven – ook kleinere ondernemingen – en onderzoeksinstellingen. “Dat is een zeer succesvolle aanpak”, vertelde Hippert, “ook in Nederland.” De Zipp-wielen voor racefietsen zijn hier een mooi voorbeeld van. Voor hij voor het Cartesius-symposium naar Amsterdam was afgereisd, had Hippert nog even de statistieken opgezocht: Nederland (universiteiten en bedrijfsleven) neemt inmiddels 5 procent af van de Tier-0 supercomputing-capaciteit die binnen Europa beschikbaar is. Gezien de bescheiden omvang van Nederland en onze economie toonde Hippert zich onder de indruk van dit percentage. HPC as a Service voorziet kennelijk in een duidelijke behoefte.
2013 zou volgens diverse marktonderzoekers hét jaar van dcim worden. de jongste cijfers van diezelfde marktvorsers vormen echter een flinke domper op de feestvreugde. de 451 group oordeelde eind juni vernietigend: “in de dcim-markt is te veel geïnvesteerd.”
DCIM is overkill Jarenlange investeringen door venture capitalists hebben geleid tot een overvolle markt met ruim 55 DCIM-spelers die jaren hebben moeten wachten op enige omzet van betekenis. Volgens de 451 Group tonen de investeerders dan ook steeds minder interesse in DCIM. “Veel investeerders, maar niet allemaal, zullen de komende twaalf tot achttien maanden teleurgesteld raken, of zijn dat al.”Nu is het niet allemaal kommer en kwel. De verkoop van datacenterinfrastructuur-managementsoftware zit na een moeizame start wel degelijk in de lift. ‘De DCIM-markt ligt op kruissnelheid’, zo concludeert IDC zelfs na onderzoek van de DCIM-markt. De 451 Group verwacht dat DCIM dit jaar 621 miljoen dollar in het laatje brengt en 1,8 miljard dollar in 2016. Feit blijft dat de verwachtingen vooraf hoger waren gespannen. Volgens de 451 Group heeft de DCIM-markt met diverse problemen te kampen. Zo worden de kosten voor DCIM vaak niet gebudgetteerd waardoor een datacentermanager of -operator simpelweg geen geld heeft om een DCIM-pakket aan te schaffen. Ook noemt de 451 Group de lange ‘sales cycles’; het duurt vaak lang voordat de interesse in DCIM ook daadwerkelijk wordt omgezet in de aanschaf van een DCIM-oplossing. En wie overgaat tot de aanschaf van een DCIM-oplossing, neemt een dergelijk pakket stapje voor stapje in gebruik waardoor de leverancier ook stapsgewijs omzet genereert.
Marc Salimans is sales director bij Aten Infotech
Deze laatste trend van het stap voor stap implementeren van DCIM zal niemand verbazen. Datacenters die DCIM wel volledig hebben geïmplementeerd, gebruiken vaak alleen maar het monitoringcomponent, wat zonde is van de investeringen. Voor computerruimten met slechts enkele racks zijn de kostbare DCIM-pakketten, die zijn ontworpen voor grote aantallen nodes en een uitgebreide functionaliteit bieden, zelfs overkill. Voor de wat kleinere omgevingen is het verstandiger eerst te kijken welke mogelijkheden er binnenhuis al voorhanden zijn om de conditie van de serverruimte in de gaten te houden. Zo worden serverracks steeds vaker uitgerust met intelligente power distribution units (iPDU’s) die met behulp van monitoringsoftware zijn uit te lezen. Een leverancier als Aten biedt bovendien de mogelijkheid op de iPDU’s verschillende sensoren aan te sluiten die de temperatuur, luchtvochtigheid en luchtdrukverschillen meten. De gegevens van maximaal 255 PDU’s kunnen over IP worden uitgelezen met de ‘eco sensors energy management’-software die gratis bij de iPDU’s wordt geleverd. Aan de hand van eenheden, zoals de RCI (Rack cooling index) en de RTI (Return temperature index), krijgt de beheerder niet alleen een beeld van de werking van de koeling, maar ook van de mogelijkheden die er zijn om energie te besparen. Op die manier houdt de beheerder de vinger aan de pols van een computerruimte die niet alleen bedrijfszeker is, maar ook groen. En dat zonder de inzet van een prijzige DCIM-oplossing. Ik wil zeker niet pleiten voor een ban op DCIM, maar wel voor een weloverwogen afweging. Voor de megawatt-datacenters is DCIM van onschatbare waarde om een holistisch overzicht te krijgen van wat zich allemaal afspeelt op de datavloer(en) en daar omheen. Voor datacenters die toch beter zijn te omschrijven als computerruimten, is een DCIMpakket regelrechte overkill.
dcwjuli/augustus | visie
verbazen
33
Switch Datacenters neemt ultra-energiezuinig datacenterconcept in gebruik
Computerapparatuur in de olie ‘Eerste datacenteronderneming in Europa met oliegevulde koelbakken voor servers’ switch datacenters, eigenaar van een groot en energiezuinig ingericht ‘carrier neutraal’ datacenter in amsterdam, heeft na een testperiode van een jaar als eerste leverancier van
34
datacenterconcept. in koelbakken met elektrisch niet-geleidende olie kunnen klanten hun computerapparatuur op een zeer energiezuinige manier huisvesten. Computerapparatuur ondergedompeld in olie. Voor degenen die wel eens een datacenter van binnen hebben bekeken, is het een raar gezicht. Het is gebruikelijk de apparatuur, waaronder servers, netwerk- en storageapparatuur, onder te brengen in rechtopstaande racks. Ook is het gebruikelijk die apparatuur te koelen met lucht, desnoods met water als het high density oftewel stroomintensieve apparatuur betreft. Echter, horizontaal geplaatste bakken met elektrisch niet-geleidende olie waarin de werkende computerapparatuur is ondergedompeld, dat zie je nog nergens.
datacenter van de toekomst programma
Het ultragroene datacenterconcept is onderdeel van het ‘Datacenter van de Toekomst Programma’ van Switch Datacenters, waarbinnen diverse energie-efficiënte datacentertechnologieën door de R&D-afdeling naast elkaar worden getest en ingezet – vooral op het gebied van koeling en energie-efficiënte stroomvoorziening. Het bedrijf wil via zijn incubatorprogramma een maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en bijdragen aan energiebesparingen binnen
de datacentermarkt. Tegelijkertijd wil het energie- en kostenefficiëntie aanbrengen binnen de eigen datacenteromgeving, en op basis van ‘best practices’ de meest ideale datacentertechnologie selecteren. “Onze R&D-afdeling heeft de technologie met oliekoeling een jaar lang in samenwerking met een overheidsinstantie en Amerikaanse productontwikkelaars getest”, zegt Gregor Snip, technisch directeur van Switch Datacenters. “Dat is gebeurd in een volledig afgescheiden R&D-omgeving, in ons datacenter Switch AMS in Amsterdam. Uit de R&D-testen blijkt dat we met dit concept een PUE van 0,9 kunnen realiseren. Dat is ultra-energiezuinig.Ter vergelijking, Google heeft zijn PUE recent verlaagt van 1,21 naar een waarde van 1,14. Ook dat is al erg zuinig, maar het oliekoelingconcept is dus nog eens 24 procent zuiniger.” Snip vervolgt zijn verhaal: “Natuurlijk, ik weet dat een PUE-waarde in theorie niet lager dan 1,0 kan uitvallen. Een PUE-berekening is voor deze nieuwe techniek dus niet meer toereikend. Met dit koelingconcept is de limiet binnen de huidige normberekening voor energiezuinigheid in datacenters bereikt, zo zuinig is deze techniek. Het vraagt
tekst: van de redactie
dcw juli/augustus | energiebesparing
datacenterdiensten in europa oliekoelingtechniek in gebruik genomen, een ultra-energiezuinig
switch datacenters
Deze in Amsterdam gevestigde leverancier van uiterst energie-efficiënte ‘carrierneutrale’ datacenterdiensten opereert nu al met een energiezuinige PUE van 1.27. Dat getal zal door de R&D-afdeling – via vernieuwende koelingconcepten – verder worden aangescherpt naar ultra-energiezuinige waarden. De (high-density) colocatiediensten worden bovendien klimaatneutraal en dus ‘groen’ geleverd, onder andere door het gebruik van 100 procent groene stroom. Het datacenterbedrijf opende in 2011 zijn deuren. Het eerste datacenter van Switch Datacenters, Switch AMS, heeft een omvangrijke vloeroppervlakte van 8.320 m2 en wordt gefaseerd in gebruik genomen. Het datacenter, gevestigd op het glasvezelknooppunt van Amsterdam, is aangesloten op 460 glasvezelverbindingen van veertig verschillende carriernetwerken, maar dat aantal zal verder worden uitgebreid. Dit zal een efficiëntie en redundante gebruikersinrichting
van internetverkeer ten goede komen. De state-of-the-art datacenterinfrastructuur van Switch Datacenters houdt rekening met huidige IT-ontwikkelingen, zoals virtualisatie en cloud computing, waarvoor uptime zeer belangrijk is. Zo maakt het gebruik van een uiterst redundante ups-techniek van AEG, vergelijkbaar met een Raid-5 systeem, en kent een 100 procent uptime garantie voor klanten. Meer informatie: www.switchdatacenters.com
een nieuwe manier van denken over energiezuinigheid en energiebesparing in datacenters.”
Op dit moment is de technologie geschikt om door Switch Datacenters in gebruik genomen te worden. “Dat wil zeggen, voor de wat grotere klanten. Voor kleinere klanten zal ze op dit moment nog te weinig voordeel bieden. Daarom blijven we ook nog steeds gewoon luchtgekoelde datacenterruimte verhuren voor de huisvesting van computerapparatuur. Het oliekoelingconcept zullen we aanvullend gebruiken.Vooral voor klanten met een stroomvermogen van 100 kW of meer is de oliekoeling zeer interessant. Dan moet je denken aan klanten, zoals cloudproviders, streaming-mediaproviders en andere grootverbruikers op het gebied van internet, partijen zoals Google, Microsoft, Facebook en Apple”, stelt Snip. Voor de nieuwe koeltechniek moet speciale computerapparatuur worden gebruikt. Zo hebben servers geen ventilatortjes meer nodig. “We zijn het eerste datacenter in Europa dat de oliekoelingtechniek in gebruik neemt, maar Supermicro levert inmiddels gelukkig al dergelijke servers. In de Verenigde Staten zijn die modellen al goedgekeurd voor de markt. Ook Dell heeft aangegeven dergelijke modellen te gaan leveren. En Intel heeft de oliekoeling inmiddels ook al een jaar getest, met recent naar buiten gebrachte positieve testresultaten.”
oliekoeling is brandveilig
Het datacenterconcept met oliekoeling zorgt voor een significant lagere stroomrekening, maar wat zien klanten van Switch Datacenters daarvan terug? “Ons verdienmodel is gebaseerd op datacenters ontwikkelen en verhuren. Het stroomverbruik leveren we door tegen kostprijs,
daar verdienen we niet aan. Een klant kan dus concreet geld besparen door de oliekoeling te gebruiken, vooral internetgrootverbruikers zal dat aanspreken. Een vermogen van 5 tot 10 MW is heel normaal voor een datacenter, terwijl 1 MW aan stroom ongeveer een miljoen euro per jaar kost. Reken maar uit. Als je daar 24 procent op kunt bezuinigen, dan levert dat een gigantische kostenbesparing”, legt Snip uit. De oliekoeling is niet alleen energiezuinig. “Door de kenmerken van oliekoeling is de techniek ook zeer geschikt voor bedrijfskritische itinfrastructuren in enterprise-omgevingen”, zegt Snip. “De elektrisch niet-geleidende olie zorgt er bijvoorbeeld voor dat alle onderdelen als nieuw blijven, splinternieuw. De prestatie van apparatuur is ook beter, omdat de geleiding ervan beter is. En een koelbak met elektrisch nietgeleidende olie brandt nooit, terwijl brandrisico normaal gesproken een van de grootste gevaren is in een datacenter. De apparatuur die in olie is ondergedompeld is bovendien heel stil, net als bij een elektrische auto.”
dcw juli/augustus | energiebesparing
doelgroep: grootverbruikers
35
als het om nieuwe technologie gaat, heeft menig it-manager de
Andi Mann van CA Technologies:
neiging eerst maar eens rustig af te wachten. ‘even kijken hoe lang het duurt voordat de kinderziektes zijn opgelost en andere partijen ervaring hebben opgedaan.’ als het om de cloud gaat, zou mijn advies zijn: niet doen. sterker nog, ook die it-managers die al wat pilotprojecten rond de cloud hebben lopen, doen er verstandig aan snel over te gaan tot veel
dcw juli/augustus | column
bredere adoptie.
36
Andi Mann is vicepresident of strategic solutions van CA Technologies. Hij is een van de auteurs van het boek ‘Visible Ops – Private Cloud’. Daarnaast blogt hij ‘Andi Mann – Übergeek’.
De tijd voor cloudpilots is voorbij Recent onderzoek van CA Technologies ondersteunt mijn advies volledig. ‘TechInsights Report: Cloud Succeeds. Now What?’ is een verslag van een onderzoek onder 542 organisaties in Europa en de Verenigde Staten met minimaal een jaar ervaring met de cloud. Wat blijkt? Hoe meer ervaring een organisatie heeft met de cloud, hoe groter de voordelen. Na verloop van tijd ontdekken bedrijven steeds beter waar de voordelen van het gebruik van cloudtechniek precies zitten. Men weet beter wat niet werkt, terwijl men ook realistischer wordt. Zo zien de onderzochte organisaties heel duidelijk dat hun IaaS-projecten (Infrastructure as a Service) veel beter schaalbaar blijken en betere prestaties vertonen dan vooraf ingeschat. Bij bedrijven met minder ervaring met cloud zien we vaak dat men niet altijd even realistische verwachtingen heeft, waardoor de kans op teleurstellingen groter is. Bedrijven krijgen bovendien beter zicht op de vraag welke applicaties zij wel en welke zij beter niet richting de cloud kunnen migreren. De onderzochte bedrijven hebben inmiddels het stadium van wat ik vaak maar ‘cowboyprojects’ noem achter zich gelaten. Zij hebben veel meer structuur in hun aanpak gebracht, maar hebben daarbij wel degelijk geprofiteerd van die eerste informele experimenten. Dat is ook een van de conclusie van mijn boek ‘Visual Ops - Private Cloud’: het succes van de cloud is in belangrijke mate afhankelijk van de vraag of bedrijven erin slagen om via formele processen en structuren de kennis en ervaring die zij met de cloud opdoen vast te leggen in – zeg maar – ‘institutional knowledge’. Op die manier kunnen zij ervaringen die zij met hun informele projecten hebben opgedaan, goed analyseren en alles wat waardevol blijkt goed vastleggen en hergebruiken bij nieuwe projecten. Een belangrijke bijdrage aan het institutionaliseren van de cloud is het toepassen van processen op het gebied van IT-management. Zonder een goed gestructureerd gebruik van service automation, identity en access management, single sign-on, back-up en recovery en dergelijke is het vrijwel onmogelijk om met succes cowboyprojecten op te schalen naar een bedrijfsbrede uitrol van cloudtechniek. De bedrijven die in dit onderzoek zijn ondervraagd, hebben die beginfase achter zich gelaten en slagen erin hun kennis en ervaring met de cloud goed vast te leggen. En dan is hun conclusie heel duidelijk: cloud werkt en cloud is een groot succes.
HollandMist bespaart energie door omgevingslucht alvast voor te koelen door klimaatverandering hebben we in nederland steeds vaker te maken met warme dagen. deze warme dagen komen ook nog eens steeds vroeger in het jaar voor. de mechanische belasting van droge koelers en chillers neemt hierdoor fors toe, met een hoger energiegebruik tot gevolg. hollandmist biedt uitkomst door op warme dagen de aangezogen
HollandMist biedt datacenters met een adiabatische oplossing de mogelijkheid het energiegebruik van de koelinstallatie te verlagen. HollandMist vernevelt kleine waterdruppels in de lucht, waardoor de temperatuur van de omgevingslucht wordt verlaagd. De koelinstallatie zuigt hierdoor koudere lucht door de koelinstallatie aan om het datacenter mee te koelen. De temperatuur van de ingaande lucht kan met 1 tot 10 °C worden verlaagd. De temperatuur van de aangezogen lucht is van invloed op het rendement van de bestaande koelinstallatie. Hoe koeler de aangezogen lucht, hoe minder hard de installatie hoeft te werken om de gewenste temperatuur te berei-
ken. HollandMist is vooral effectief in de warme zomermaanden, aangezien de omgevingstemperatuur in deze periode aanzienlijk hoger is dan in de rest van het jaar. De oplossing kan in de zomermaanden dan ook flinke winst opleveren.
energiekosten
HollandMist dringt zowel de energiekosten als de CO2-uitstoot van een datacenter terug, terwijl de continuïteit van de dienstverlening gegarandeerd blijft. Het systeem kan worden gecombineerd met bestaande chillers en droge koelers (Retro-Fit). Het is dus niet nodig de bestaande koelinstallatie te vervangen om ge-
bruik te kunnen maken van HollandMist. De investeringskosten zijn hierdoor relatief laag. De oplossing realiseert tegelijkertijd een flinke besparing op de energierekening. HollandMist heeft hierdoor een relatief korte terugverdientijd. Een interessante oplossing dus om de koeling van een datacenter te optimaliseren en het energiegebruik terug te dringen.
dcw juli/augustus | koeling
tekst: wouter hoeffnagel is freelance journalist
lucht alvast voor te koelen, waardoor de koeling minder hard hoeft te werken.
37
Eerste generatie AMD Open 3.0-moederbord
Veel lagere energiekosten in datacenter mogelijk
38
aangekondigde amd open 3.0-specificaties voor kostenefficiënte datacenterservers. dankzij deze servers kunnen bedrijven tot 57 procent tco (total cost of ownership) besparen. AMD Open 3.0, dat onderdeel is van het Open Compute Project, zorgt voor meer flexibiliteit, grotere efficiëntie en een besparing op operationele kosten. Dit alles dankzij het gesimplificeerde moederbordontwerp waarmee services, zoals high-performancecomputing, virtuele desktopinfrastructuur, cloud, opslag en infrastructuur kunnen worden uitgevoerd. De AMD Open 3.0-systemen worden aangedreven door een AMD Opteron 6300-serie processor en kunnen niet alleen in alle standaard 19” rackomgevingen worden geïnstalleerd, maar ook in open-rackomgevingen en open standaarden, zoals Smash (systems management achitecture for server hardware). Het moederbord is 16” x 16.7” en ontworpen voor een 1U, 1.5U, 2U of 3U serverchassis. Daarnaast beschikt het systeem over twee AMD Opteron 6300-serie processoren met twaalf
geheugensleuven en het heeft tot 384 GB DDR3 Dram (vier kanalen met elk drie DIMM’s), zes Sata-verbindingen (Serial ATA) per bord, een dual channel Gb NIC met geïntegreerd beheer, maximaal vier PCI Express-uitbreidingssleuven, een seriële poort, twee usb-poorten en een mezzanine connector voor aangepaste moduleoplossingen, zoals de Mellanox I/O-module of Broadcom managementmodule. De servers zullen beschikbaar zijn via distributiepartners.
Serverprestaties leveren voor de helft van de kosten
tekst: van de redactie
dcw juli/augustus | nieuws
amd heeft de eerste generatie servers gelanceerd die zijn gebaseerd op de eerder
it room infra: de vereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters.
Waar is de passie? Ik omschrijf mezelf graag als enthousiast, gedisciplineerd en ondernemend. Daarnaast heb ik een bovengemiddelde passie voor techniek, sport en commercie. Over de passie voor techniek deel ik graag met jullie mijn persoonlijke mening via deze column. Simac Electronics, het bedrijf waar ik werk, richt zich hoofdzakelijk op de onderste lagen van het OSI-model, ofwel de bekabeling en infrastructuur van bijvoorbeeld een datacenter, computerruimte of telecomnetwerk. Vanaf mijn jongere jaren als kind was ik zelf al bezig met elektronica en communicatie. Als radiopiraat, zendamateur en televisiereparateur was ik altijd bezig met draadjes, stroom en lampjes. Dit heb ik uiteindelijk vervolgt via de mts door daar letterlijk hotelschakelingetjes te maken en draden te trekken door pvc-buizen die geïnstalleerd waren op een grote mdf-plaat. Maar volgens mij ben ik een uitstervend ras, want tegenwoordig is ict en software veel hipper en telt elektrotechniek of elektronica niet echt meer mee. Ten aanzien van mijn andere passie ‘commercie’ biedt dit natuurlijk weer allerlei mogelijkheden, alleen die laat ik nu maar even achterwege. Maar potverdorie, waar zijn nou al die ‘ouwe’ techneuten gebleven? Die gasten die je niets meer hoeft te vertellen, die weten wat ze doen en hoe ze het moeten oplossen. Ik heb het idee dat hier tegenwoordig ook die welbekende 80/20 regel wordt toegepast. In de praktijk zie ik nog maar 20 procent echt goede vakmensen en die andere 80 procent volgt vaak alleen maar en doet simpelweg niet meer dan wat hen ’s-
ochtends om 08:00uur wordt verteld. Als ik namelijk in een dergelijke technische ruimte kom, dan zie ik vaak mensen die op de meest reactieve manier aan de installatie werken en absoluut niet meer bewust zijn van het feit dat het hier om een vak gaat. Zij kunnen en/of willen hierin geen enkel eigen initiatief nemen. Dit is absoluut geen verwijt naar die mensen, maar ik zou dit graag anders willen zien. Vaak worden er tegenwoordig laaggeschoolde mensen ingezet of medewerkers gebruikt uit een segment waar het economisch slechter gaat. Mijns inziens heeft dit primair te maken met geld en capaciteit. De echte techneuten zijn inmiddels verdwenen uit het veld en het werk mag helemaal niets meer kosten. De echte vaklui stromen hierbij door naar andere posities en/of verdwijnen uiteindelijk naar andere bedrijven. Als het salaris voor dit soort technische medewerkers het struikelblok is binnen een bedrijf, dan zeg ik vaak: “If you pay peanuts, you get monkeys!”. Maar dit zegt misschien ook wel iets over mezelf… Maarten Verbunt manager sales bij Simac Electronics
Op het moment van schrijven is de zomer officieel een paar dagen bezig. Met de nadruk op officieel. Op kantoor wordt het vanaf nu snel rustiger, aan het weer is het nog niet te merken dat het zomer is. Dat Nederland, door de klimaatveranderingen, binnen enkele tientallen jaren een Mediterraan klimaat heeft lijkt op dit moment zeer ongeloofwaardig. Voor datacenters is de zomer een interessante periode. De grootste variabele kostenpost van datacenters is nog altijd de energierekening. Verruit het grootste energiegebruik is de koelinstallatie. Hoe warmer het buiten is, hoe meer er moet worden gekoeld. Met deze redenering levert een koude zomer veel geld op, de ijsverkopers zullen hier anders over denken. In een wereld waar onderling wordt geconcurreerd met de PUE op cijfers achter de komma zou een koude zomer goed nieuws moeten zijn. Koeling staat bij datacenters al jaren hoog op de agenda en lijkt nog steeds belangrijker te worden. Steeds vaker is naast de koeling ook warmte terug te vinden op de agenda. Kan de warmte uit het datacenter worden opgeslagen en is dit rendabel? Kunnen we de warmte gebruiken voor andere bedrijven en/of branches? Is het slim om de temperatuur in het datacenter te verhogen? Ook hier is volgens de experts veel winst te behalen. Tijdens IT Room Infra is de track ‘koeling’ al een aantal jaren vaste prik. Om bovenstaande onderwerpen ook op een goede manier in het programma terug te laten komen is de naam van de track veranderd in ‘koude/warmte’.
In zes lezingen horen de bezoekers op welke manier het beste kan worden gekoeld en welke nieuwe methoden er op de markt zijn of worden geïntroduceerd. Daarnaast horen bezoekers ook diverse lezingen vanuit de warmte. In 2013 vindt het jaarlijkse IT Room Infra event plaats in de Kuip op 12 november. Het totale programma is te vinden op www.itroominfra.nl. Namens IT Room Infra wens ik iedereen een hele goede zomer toe en een paar graden warmer kan wat mij betreft geen kwaad! Harm Wijsman Branchemanager IT Room Infra
activiteiten 2013
12 november: IT Room Infra event 11 december: Ledenbijeenkomst bij een datacenter
contactgegevens it room infra: FHI, federatie van technologiebranches Eline Hazeleger (
[email protected]) Telefoon: (033) 465 75 07 Internet: www.itroominfra.nl
dcw juli/augustus | it room infra
Mag het een aantal graden warmer zijn?
39
Digital Realty werkt met Uptime Institute aan TIER III-certificeringen digital realty heeft een overeenkomst gesloten met het uptime institute om een tier iiicertificering te behalen voor twintig van zijn nieuwe datacenterprojecten wereldwijd. vijf van deze nieuwe turnkey flex-datacenters hebben de tier iii-certificering al behaald. hiervan staan er twee in sydney en twee in melbourne (australië) en een datacenter in trumbull, connecticut (verenigde staten). “Als wereldwijd opererende ontwikkelaar, operator en langetermijneigenaar van kwaliteitsdatacenters zijn we erg intensief bezig geweest met onze turnkey Flex-oplossing om zo te voldoen aan de strenge engineering- en betrouwbaarheidsstandaarden”, zegt Jim Smith, chief technology officer van Digital Realty.
dcw juli/augustus | nieuws
discipline
40
“We zijn erg verheugd te mogen samenwerken met Digital Realty, dat een flinke investering doet in het Tier III-certificeringsproces.Veel providers beweren dat ze Tier III-datacenters hebben, maar er zijn er maar weinigen die de discipline hebben voor een echte certificering het gehele proces te doorlopen”, zegt Julian Kudritski, chief operating officer van het Uptime Institute. “De crux zit ’m in de details, waaronder de voedingssystemen, ontwerptemperaturen voor extreme weersomstandigheden, en de integratie van elektrische en mechanische systemen.
Digital Realty is deze samenwerking aangegaan, omdat het bedrijf begrijpt dat zijn klanten op zoek zijn naar een hoge betrouwbaarheid en flexibele datacenteroplossingen die zo zijn ingericht, dat ze de meest uitdagende omstandigheden aankunnen, nu en in de toekomst.” Hoge uptime-eisen en toekomstvastheid zijn meestal de criteria om te kiezen voor strategische oplossingen, zoals die in een Tier III-infrastructuur. Tier III-infrastructuuroplossingen zijn effectiever dan de huidige IT-eisen verlangen en worden veelal gebruikt door organisaties die weten hoeveel geld een storing hen kan kosten en welke impact die heeft op het markaandeel en het behalen van hun missie.
consistentie
Het Uptime Institute ontwikkelde het standaard Tier Classification System om hiermee effectief datacenterinfrastructuren te evalueren als het gaat om de bedrijfseisen voor systeembeschikbaarheid. Het Tier Classification System biedt de datacenterbranche een consistente methode om unieke maatwerkfaciliteiten te vergelijken op basis van de verwachte infrastructuurprestaties of uptime van een locatie. Daarnaast stellen tiers bedrijven in staat investeringen in hun datacenterinfrastructuur af te stemmen op de bedrijfsdoelen, specifiek voor groei- en technologische strategieën. De turnkey Flex-oplossing van Digital Realty is een modulaire aanpak voor het leveren van een veilige, kwalitatief hoogwaardige datacenterruimte om tegemoet te komen aan de just-in-time-eisen van klanten. Ontworpen voor maximale flexibiliteit, betrouwbaarheid en efficiëntie, is elke turnkey Flex-locatie uitgerust met een volledig eigen elektrische en mechanische infrastructuur. Gebruikmakend van Digital Realty’s eigen POD Architecture en uitgebreide supply chain, is de next-generation turnkey Flex-datacenteroplossing ontworpen voor de toekomst en klaar voor vandaag. Meer informaie op http://www.digitalrealty.com.
‘Jaarlijkse energiebesparing voor Europese datacenters van 300 miljoen euro realistisch’ De aanbieder van telecom- en colocatiediensten Colt kondigt aan een energiebesparing van 18 procent te hebben gerealiseerd in zijn Europese datacenters. De besparing is onderdeel van een doorlopend energiebesparingsprogramma dat in 2010 is gestart. Op basis van deze cijfers stelt Colt dat een jaarlijkse energiebesparing van 300 miljoen voor de Europese datacenterbranche een realistische doelstelling is. Het programma heeft over een periode van drie jaar besparingen opgeleverd in het jaarlijkse energiegebruik van 43 GWh. Dit komt overeen met een reductie in de CO2-uitstoot van 15.000 ton en een besparing in energiekosten van 4 miljoen euro per jaar.
Een reductie op deze schaal in de gehele branche zou de CO2-uitstoot volgens Colt met meer dan 1,2 miljoen ton beperken en meer dan 300 miljoen euro aan operationele kosten per jaar besparen. Deze besparing staat gelijk aan het totale jaarlijkse elektriciteitsverbruik van ongeveer 930.000 Nederlandse huishoudens.
doelstelling
Zonder aanzienlijke investering is een initiële reductie in het jaarlijkse energieverbruik van 5 procent (3 TWh) een realistische minimale doelstelling is voor de Europese datacenterbranche. Dit stelt Colt op basis van de gerealiseerde besparingen in de afgelopen drie jaar. Hierbij wordt rekening gehouden met de gemiddelde leeftijd van datacenters in Europa, die Colt schat op meer dan negen jaar.
advertentie
DE specialist voor IT-infrastructuren Wij optimaliseren uw Data Center voor de toekomst
SCHÄfer Ausstattungs-Systeme GmbH Industriestraße 41 · D-57518 Betzdorf Tel. +49 (0) 2741/ 283-770 · fax +49 (0) 2741 / 283-798 e-Mail:
[email protected] · www. schaefer-it-systems.de
Power Distribution nits van ATEN
De juiste stap naar een groen datacenter
R&M en Cofely gaan samen complete dataoplossingen leveren R&M heeft een overeenkomst gesloten met Cofely Nederland voor het leveren van complete databekabelingsoplossingen. De bedrijven werken al jaren samen voor een van de grootste banken van Nederland. De partijen breiden hun relatie nu dus uit, waardoor R&M voor Cofely op landelijke niveau een 'preferred leverancier' van databekabeling wordt.
PE8208G
Intelligente Power Distribution Units Monitor en beheer de stroomverdeling lokaal en over IP en beschik over real-time informatie over het stroomverbruik (V, A, kWh) van de aangesloten IT-uitrusting Controleer de temperatuur, vochtigheid en luchtdruk in het datacenter dankzij integreerbare omgevingssensoren Ontvang waarschuwingen in geval van problemen of bij overschrijding van geprogrammeerde drempelwaarden Raadpleeg een logboek van gebeurtenissen en acties
Model
Input Connection Outlet Type
PE8324G IEC60309 32A
21 x C13 / 3 x C19
Amps Per Port Switched 10A
Yes
Metering Per Outlet Current, Voltage, VA, PF, KWh
PE8216G IEC60320 C20
14 x C13 / 2 x C19
10A / 16A
Yes
Per Outlet Current, Voltage, VA, PF, KWh
PE8208G IEC60320 C20
7 x C13 / 1 x C19
10A / 16A
Yes
Per Outlet Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE8108G IEC60320 C20
8 x C13
10A
Yes
Per Outlet Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE6324G IEC 60309 32A
21 x C13 / 3 x C19
10A / 16A
Yes
Per Bank Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE6216G IEC60320 C20
14 x C13 / 2 x C19
10A / 16A
Yes
Per Bank Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE6208G IEC60320 C20
7 x C13 / 1 x C19
10A / 16A
Yes
Per Bank Current, Voltage, VA , PF and KWh
PE6108G IEC60320 C20
8 x C13
10A
Yes
Per Bank Current, Voltage, VA , PF and KWh
ATEN Infotech NV
Mijnwerkerslaan 34 I 3550 Heusden-Zolder I Belgium tel: +32 11 53 15 43 I fax: +32 11 53 15 44
[email protected]
www.aten.eu
Cofely is al jaren verantwoordelijk voor de installatie van alle dataoplossingen van R&M in de datacenters van een grote Nederlandse bank. Daarnaast verzorgt het bedrijf als technisch dienstverlener ook alle diensten voor de installatie en het onderhoud bij deze klant. Cofely is daarnaast verantwoordelijk voor de communicatienetwerken voor de industrie en utiliteitsbouw. Na installatie wordt het netwerk gemeten en kan indien gewenst worden gecertificeerd met een garantie tot maximaal 25 jaar. “Omdat zowel R&M als Cofely hun samenwerking willen intensiveren, hebben wij de ambities van beide bedrijven voor verdere ontwikkeling op het gebied van dataoplossingen in een nieuwe raamovereenkomst vastgelegd”, zegt Bas Mondria, sales director Nederland bij R&M. “Gezien de toenemende interesse van bedrijven en non-profit organisaties in onze complete dataoplossingen, zijn wij blij dat Cofely daaraan mede invulling gaat geven.” Meer informatie op http://www.rdm.com.
Canara benoemt Nederlandse FCR&B tot partner voor Benelux Het Nederlandse First-Case Racks & Batteries (FCR&B) is door Canara benoemd tot ‘full-service solutions partner’. FCR&B gaat de Benelux voorzien van oplossingen die bedrijfskritische stroomvoorziening voor datacenters garandeert, en gaat verschillende oplossingen van Canara leveren. Het gaat hierbij om monitoringsystemen voor zowel batterijen als ups’en en analysesystemen. De oplossingen verzorgen een stroomvoorziening voor zowel datacenters als commerciële operaties. Door een partnership aan te gaan met Canara gaat FCR&B de verplichting aan best practices in de markt voor ups-systemen te ondersteunen en zijn activiteiten in nieuwe markten voor batterijtechnologie uit te breiden.
Kijk voor meer informatie op http://www.first-case.nl.
Eerste nieuwe datacenter van Rijksoverheid opent zijn deuren
De Rijksoverheid is druk bezig met de consolidatie van zijn datacenters. Het totaal aantal datacenters van de Rijksoverheid moet worden teruggedrongen van 64 naar slechts 4 locaties. Het datacenter in Amsterdam is één van de vier locaties die uiteindelijk overblijft. Het nieuwe datacenter in Amsterdam huisvest de ict-infrastructuur van negen rijksdiensten: Rijkswaterstaat, Dienst Justitiële Inrichtingen, Inspectie SZW Opsporing, Dienst Terugkeer en Vertrek, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, Planbureau voor de Leefomgeving, College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, Centraal planbureau en Sociaal en Cultureel Planbureau. Kijk voor meer info op http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/06/26/opening-eerste-rijksoverheid-datacenter.html
dcw juli/augustus | nieuws
Het eerste nieuwe datacenter van de Rijksoverheid is onlangs in Amsterdam geopend. Het Rijksoverheid Datacenter is gerealiseerd door Rijkswaterstaat en Dienst Justitiële Inrichtingen. Het datacenter is gehost in twee datacenters van Equinix.
43
Nieuwe iTracs DCIM integreert met VMware CommScope heeft de nieuwste release van zijn iTracs DCIMsoftware geannonceerd. Dit is de eerste release van de software sinds het bedrijf in maart iTracs heeft overgenomen. CommScope heeft integratie met VMware vSpere en vCenter, RFcode-sensoren en systems insight manager van HP toegevoegd aan deze 2.8 release. iTracs bevat nu ook een gebruikerservaring op basis van rollen, myDCIM genaamd, waarmee kan worden aangepast welke gegevens aan iedere gebruiker worden getoond op basis van vooraf bepaalde beleidsregels. De nieuwste release van iTracs – officieel CPIM of converged physical infrastructure management genoemd – bevat ook een gebruikersinterface voor de browser en iPad. James Sherrin,VP operations and channel programs bij iTracs, zegt in een persbericht dat klanten de previews van de iPad-versie van CPIM enthousiast hebben ontvangen.
altijd en overal toegang tot info
zen werkacties bekijken en bijwerken terwijl ze zich in het datacenter bevinden; beheerders kunnen huidige activiteiten controleren ook wanneer zij niet achter hun bureau zitten.” “Dankzij de integratie met VMware wordt de relatie tussen de logische en fysieke infrastructuur in het datacenter overbrugd”, legt Sherrin uit. In CPIM kunnen voortaan de naam-, hostnaam- en domeinnaamwaarden worden gebruikt om hypervisors vanaf de VMware-bron toe te wijzen aan de host die in de DCIM-software is gemodelleerd. “Alle onderliggende virtuele machines worden vervolgens overgebracht naar de iTracs CPIM-database onder de corresponderende hypervisor.” Hoewel CPIM niet is gebonden aan één gegevensbron, kunnen gegevens van HP-systemen op een extra manier worden verzameld dankzij integratie met HP systems insight manager. Hiermee worden meerdere gegevensbronnen samengevoegd tot één gegevensset. “Hoewel CommScope iTracs op lange termijn wil integreren met de eigen oplossing voor infrastructuurbeheer, imVision genaamd, bevat 2.8 (de nieuwste release) alleen iTracs-technologie”, zegt Sherrin.
“Operationele medewerkers van datacenters willen altijd en overal toegang tot recente informatie”, zegt hij. “Technici kunnen hun toegewe-
advertentie
Feel the Power, Gain the Insight Raritan’s Intelligent Rack PDUs provide you with the flexibility and insight to easily manage all your rack power needs.
dcw juli/augustus | nieuws
Choose from the broadest portfolio of intelligent rack PDUs: Capacity from 1.4 kVA to 55.4 kVA, 12-100A 4-54 locking outlets
Highest ambient temperature (60 °C, 140 °F)
Leverage the industry’s deepest capability set:
Plug-and-play environmental sensors
Remote unit-level and individual outlet-level kWh metering with ISO/IEC +/- 1% accuracy
Plug-in USB web cameras
Wi-Fi or wired networking
Circuit breaker metering and monitoring
Monitor and manage real time energy usage with Power IQ ® software which supports virtually every intelligent rack PDU on the market.
Call us on 010 284 4040 or visit www.raritan.eu/Power to learn more and explore all your PDU options.
44 © 2013 Raritan Inc.
‘Datacenters slecht uitgerust om eisen van virtualisatie en cloud te ondersteunen’ een wereldwijde studie in opdracht van brocade laat zien dat veel bedrijven nog afhankelijk zijn van verouderde datacenterinfrastructuren. dat heeft een significante impact op de
Hoewel driekwart van de bedrijven zijn IT-omgeving in de afgelopen drie jaar heeft opgewaardeerd, zegt 91 procent van de IT-beslissers dat hun bestaande infrastructuren nog substantiële upgrades nodig hebben. Die zijn nodig met het oog op de steeds wisselende en unieke netwerkeisen die voortvloeien uit virtualisatie en cloud computing. Eenderde van de respondenten geeft toe dat hun organisaties wekelijks te maken hebben met netwerkstoringen. De belasting van datacenternetwerken is groter dan ooit doordat organisaties continu data en applicaties gebruiken, variërend van videoconferencing tot aan het ontsluiten van databases via een remote apparaat. Niettemin zegt 61 procent van de datacentermedewerkers dat hun bedrijfsnetwerken niet geschikt zijn voor hun doel. Bijna de helft (41 procent) geeft toe dat netwerkuitval direct tot kosten heeft geleid door omzetverlies of niet-behaalde SLA’s, of doordat klanten hun vertrouwen verliezen. Nu bedrijfsvoering, planning en concurrentiekracht sterk afhangen van de IT-infrastructuur, zijn de eisen aan een betrouwbaar en flexibel datacenternetwerk sterker dan ooit. En ze nemen alleen nog maar toe.
twintig jaar oud
“Veel van de bestaande datacenters zijn gebaseerd op technologie van twintig jaar oud. Het feit is dat ze niet langer kunnen voldoen aan de huidige vraag”, zegt Jason Nolet, vicepresident data center switching & routing van Brocade. “Virtualisatie en cloud-modellen vereisen meer netwerkflexibiliteit en betere prestaties. Daarnaast moeten ze voorzien in lagere kosten en minder complexiteit. Brocade speelt hierop in met
speciaal ontwikkelde ethernet-fabricsoplossingen die voldoen aan de huidige en toekomstige datacentereisen.” Gelukkig zijn er ook toekomstgerichte bedrijven die werken aan meer schaalbare netwerken. 18 procent gebruikt al op fabric-gebaseerde netwerken en 51 procent heeft plannen om in het komende jaar ethernetfabrics uit te rollen. Veel bedrijven kijken ook naar het inzetten van SDN (software defined networks) vanaf 2015. Zij willen zo de productiviteit en serviceverlening verbeteren en betere toegang tot realtime informatie bieden. Meer dan tweederde van de IT-beslissers geeft aan dat ze een on-demand datacentertopologie toejuichen. Dit type infrastructuur combineert fysieke en virtuele netwerkelementen. Deze elementen leveren in vergelijking met legacy-omgevingen sneller en eenvoudiger de computing-, netwerk-, storage- en servicescapaciteit die nodig is voor om hoogwaardige applicaties te leveren. Een dergelijke benadering wordt beschouwd als een betere manier om in te spelen op de uitdagingen van het beschikbaar stellen van nieuwe applicaties, services en devices. Daarmee is beter te voldoen aan zakelijke eisen en bereidt een organisatie zich goed voor op SDN. “De uitkomsten laten duidelijk zien dat de meeste organisaties nog slecht zijn uitgerust voor de actuele zakelijke eisen, ondanks investeringen in de afgelopen jaren”, zegt Nolet. De visie van Brocade op het ondemand datacenter stelt onze klanten in staat hun netwerken te vereenvoudigen en te automatiseren. Ook kunnen zij de netwerkefficiëntie, het gebruik en de prestaties sterk verbeteren. “Onze visie staat ook voor een volgende logische stap in de richting van grootschalige klantadoptie van SDN, waarvan klanten zeggen dat ze dat nodig hebben.”
Minkels gaat samenwerken met Intronics Datacenterfabrikant Minkels, onderdeel van Legrand, gaat voor de Nederlandse markt een samenwerking aan met distributeur Intronics. Deze firma neemt verschillende datacenterproducten van Minkels op in haar portfolio, waaronder modulaire datacenter racks, pdu’s en kabelmanagementaccessoires. De distributieovereenkomst volgt op de
recente overname door Intronics van distributeur Compricon. De laatste is onlangs failliet verklaard, waardoor zijn activiteiten nu door Intronics worden voortgezet en geïntegreerd in de eigen organisatie. Minkels heeft daarop besloten de distributiesamenwerking met Intronics voort te zetten en zijn productlijnen via Intronics aan
klanten beschikbaar te stellen. Het totaal aantal distributeurs van Minkels in Nederland blijft daarmee op zeven staan. Meer informatie op http://www.intronics.nl.
dcw juli/augustus | nieuws
productiviteit en de eindgebruikerservaring.
45
Datacenterconsolidatie en performanceoptimalisatie Het consolideren van datacenters kan zowel een kostenbesparing opleveren als kansen bieden om de performance te optimaliseren. Zo'n project lijkt daarom al snel een 'win-win'. In een strategy development artikel in Bicsi News worden echter zowel de voor- als nadelen van datacenterconsolidatie beschreven, met als waarschuwing de benodigde inspanningen niet te onderschatten. Verder staat er wederom een aantal technische artikelen in over ontwikkelingen op het gebied van koper- en glasvezelbekabeling.
dcw juli/augustus | bicsi
Datacenterconsolidatie en performanceoptimalisatie
46
Door de economische crisis is de mindset van veel managers gespitst op meer proberen te doen met minder budget. Dan kan wellicht ook door de grote aantallen servers, opslagdisks en appliances in datacenters te consolideren in compactere oplossingen en vergaande virtualisatie van alle voorhanden resources. Daarmee is zowel de beschikbare IT- en netwerkcapaciteit beter te benutten als kostbare ruimte te besparen. In een zes pagina’s lang artikel in de categorie strategy development van Bicsi News beschrijft Doug Roberts van Fluke Networks vijf voordelen, de culturele gevolgen, de uitdagingen en drempels om datacenters met succes te kunnen consolideren. Inclusief nieuwe generatieoplossingen om de performance te verbeteren. Dat er in datacenters nog veel te optimaliseren valt, bleek ook al uit artikelen in de vorige DatacenterWorks, zoals het artikel over het ‘Vision for the Data Center’ rapport van analist Dale Ville met betrekking tot de mogelijke prestatieverbeteringen en de praktijkcase van Nxs Internet. Zij hebben na de optimalisatieslag met een nieuwe generatie application delivery controllers van A10 Networks hun hogere performance kunnen benutten om nieuwe business te ontwikkelen.
Ontwikkelingen koper- en glasvezelbekabeling
In de juni-editie van Bicsi News staan ook diverse technische artikelen over ontwikkelingen en innovatieve toepassingen van koper- en glasvezelbekabeling. De coverstory gaat over de visie en filosofie van Siemon over het delen van kabelparen voor verschillende toepassin-
gen. Daarin komen ook de Cat. 7 en voorgestelde Cat. 8 standaarden aan bod. Andere artikelen belichten de technologie en standaarden voor multimode-glasvezelbekabeling in toekomstige datacenters en de toepassing van een passief optisch netwerk voor bedrijfsnetwerken. In de rubriek field & installation worden de praktische uitdagingen bij het testen van die hogere snelheid netwerkinfrastructuren uiteengezet. Kortom, ook voor niet Bicsi-leden is het Bicsi News een interessante bron om de ontwikkelingen op netwerkgebied te blijven volgen. Wie meer wil weten over de Bicsi-activiteiten en opleidingen kan contact opnemen met onderstaande Nederlandse vertegenwoordigers van de vereniging, een leerzaam webinar volgen of een conferentie bezoeken.
nazomeractiviteiten
14 augustus: webinar over het meten van de bijdragen van uw projectmanagementteam 15 - 19 september: 2013 Bicsi Fall Conference & Exhibition in Las Vegas
contactgegevens
RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M, via
[email protected]. RCDD Joop Ierschot van Deerns, via
[email protected]
SMARTER Data Center InfrastruCture. We’re In It. Our unique R&D relationships with the world’s leading active equipment vendors help anticipate your future connectivity requirements. Our investment in local resources delivers face-to-face technical support where you need it, when you need it, even for multi-national roll outs. So, for an agile and efficient data center, choose TE Connectivity. www.datacenteragility.com
netpodium rack system & universal Connectivity Platform (uCP):
NEW!
• Ideal for mixed media data center environments • Plug & play copper and fiber systems in one panel • Save time and space through increased rack efficiency • Utilize free space alongside, above and below the 19” envelope • For applications up to 100G • Reduced installation times due to tool-less fasteners • High density cable management & bend radius protection www.datacenteragility.com/products
KRONE
incorporating AMP NETCONNECT and KRONE
eVerY COnneCtIOn COunts Rietveldenweg 32, 5222 AR ’s-Hertogenbosch +31 73 6246211
[email protected] www.ampnetconnect.nl
Eindelijk, een efficient-gerichte business case voor de DCIM waar u echt naar op zoek bent. Zes manieren waarop StruxureWare for Data Centers software de operationele- en energie-efficiency verbeterd.
1
2
3
Monitor energie-index wereldwijd
Identificeer buitensporige capaciteit
Rapporteer energieverbruik en -kosten
Informatie waarmee u goed op de hoogte bent van mogelijkheden of risico’s in de energiemarkt.
Spoor niet-gebruikte of overbodige capaciteit op en bepaal welke apparaten kunnen worden uitgezet of elders kunnen worden gebruikt.
Verzamel, analyseer en rapporteer uw energiekosten en –verbruik op macroof microniveau.
4
5
6
Toon PUE van uw gehele IT/facilities-omgeving
Doorbereken van energieverbruik
Simuleer effecten van fouten in systemen
Genereer real-time meetwaardes voor de effectiviteit van uw energieverbruik en tal van andere prestaties.
Dankzij details over het energieverbruik kunt u de kosten voor het gebruik van het datacenter exact doorbereken aan de verschillende business units.
Identificeer belangrijke IT-consequenties van energie-uitval en falen van koeling.
Energie-efficiënte beschikbaarheid Organisaties zijn gericht op het verlagen van hun kosten en energieverbruik, terwijl ze meer capaciteit nodig hebben. Datacenter- of facility managers moeten daarom de beschikbaarheid van systemen dusdanig beheren, dat het binnen de wetgeving past en voldoet aan de eisen en wensen op het gebied van OPEX. Om aan alle eisen te kunnen voldoen, heeft Schneider Electric™ StruxureWare™ for Data Centers software geïntroduceerd. Hiermee kunt u het monitoren van uw energieverbruik goed structureren en volledig automatiseren. Waardoor u altijd een compleet inzicht hebt in al uw datacenterfuncties.
Alle informatie op ieder gewenst moment Onze datacenter infrastructure management (DCIM-)software geeft een compleet overzicht van uw infrastructuur. Of het nu op gebouwniveau is of serverniveau. Hierdoor kunt u de uptime van uw systemen monitoren en beschermen. En de effecten van verplaatsingen, veranderingen, uitbreidingen in het datacenter simuleren en analyseren, zodat u weet wat de kosten hiervan zijn, welke capaciteit u nodig heeft en wat de gevolgen voor het energieverbruik zijn. Op deze manier bent u er zeker van dat zowel IT als facility uw datacenter op ieder moment kunnen aanpassen aan veranderende behoeften. Terwijl het datacenter altijd beschikbaar blijft en energie-efficiënt is.
Business-wise, Future-driven.™ How Data Centre Management Software Improves Planning and Cuts Operational Costs”
> Executive summary
Contents
Compleet inzicht in uw datacenter: > Visualiseer wijzigingen/capaciteitscenario’s > Bekijk uw huidige PUE/DCiE en de gegevens uit het verleden > Behoud altijd de hoogste beschikbaarheid > Bekijk en beheer uw energieverbruik > Space en cage management in faciliteiten met meerdere huurders > Verbeter ‘life-cycle services’ van planning tot onderhoud APC by Schneider Electric -producten, -oplossingen, en -diensten zijn integraal onderdeel van het IT-portfolio van Schneider Electric.
Dowload uw gratis white paper en bekijk de tien realistische scenario’s waar DCIM ertoe doet. U maakt kans op een iPad mini! Bezoek www.SEreply.com
Key Code 34412p
©2013 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. www.schneider-electric.com • 998-1187091_NL_C