Tiende vergadering gemeenteraad Den Haag gehouden op donderdag 19 september 2013 (Geopend te 19.30 uur) Voorzitter: de burgemeester, J.J. van Aartsen. Griffier: mr. H.L.G. Seuren.
Agenda A.
Vaststelling agenda.
B.
Spreektijd burgerij.
C.
Vaststelling van de wijze van afdoening van ingekomen stukken.
D.
Vaststelling van de Notulen van de vergaderingen van donderdag 27 juni 2013 en 18 juli 2013.
E.
Vaststelling van de Besluitenlijst.
F.
Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen/Tweeminutendebat.
G.
Bekrachtiging geheimhouding (rv 115; RIS 264760).
H.
Beraadslaging over: 1. Gewijzigd voorstel van het college inzake Taxiverordening Den Haag 2014 (rv 105; RIS 259727).
I.
J.
2.
Voorstel van het college inzake wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (Algemene legesverordening 2013) (rv 106; RIS 259728).
1.
Voorstel van het college inzake Raamovereenkomst gemeente – Vestia (rv 107; 260203).
2.
Voorstel van het presidium inzake wensen en bedenkingen ten aanzien van het concept-collegebesluit inzake de oprichting van de Wijkontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuidwest (rv 108; RIS 264188).
Vaststelling Integrale herinrichting openbare ruimte Stationsplein, brede deel Stationsweg e.o. (rv 109; RIS 260740).
De voorzitter. Ingevolge het Reglement van Orde open ik de vergadering.
Presentielijst Tegenwoordig zijn 43 leden: mevr. Abbenhuis, mevr. Abels, Bakker, mevr. Bolle, Bordewijk, Brands, Dander, mevr. Dille, Van Doorn, mevr. Van Geest-Jacobs, mevr. Gidaly, De Graaf, mevr. De Groot, Guernaoui, Gülsen, mevr. Gyömörei, Van der Helm, De Jong, Kajouane, Kapteijns,Van Kent, Khoulani, Küçük, Van de Laar, Lakerveld, mevr. Michels-Spee, De Mos, mevr. Mulder, mevr. Van Nieuwenhoven, Okcuoglu, Pluimgraaff, mevr. Rambaran, Ramnewash, Rietveld, Sepers, Sneller, Verspuij, mevr. Vianen, Van Vulpen, mevr. Waanders, Wijsmuller, mevr. De Winter en Wörsdörfer. 537
De voorzitter. Aangezien het vereiste aantal leden tegenwoordig is, kan de vergadering voortgang vinden. De voorzitter deelt mee dat bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Zandstra en de heer Ter Linden en dat wethouder Klein iets later aanwezig zal zijn. De voorzitter. Aangezien het vereiste aantal leden tegenwoordig is, kan de vergadering voortgang vinden. Allereerst heet ik Saskia Mulder van harte welkom. Na een zware operatie is zij terug in ons midden. Ik denk dat ik namens u allen spreek als ik haar enorm veel sterkte wens, want er is nog - een klein beetje, Saskia kennend - herstel nodig. Saskia, het is fantastisch dat je weer in ons midden bent. (applaus)
Aan de orde is: A.
Vaststelling agenda.
Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA). Voorzitter. We behandelen vanavond de taxiverordening en vervolgens behandelen we een voorstel over Hollands Spoor, waarvan ook een deel betrekking heeft op het taxigebruik in de stad. Ik stel voor om het deel over de taxi's bij het Hollands Spoor te behandelen bij het eerste onderwerp, de taxiverordening. Dat lijkt mij een betere wijze van behandeling. Ik zeg heel eerlijk dat ik dit pas vanmiddag, na het fractievoorzittersoverleg, heb bedacht. Vandaar dat ik dit op deze manier voorstel. De voorzitter. Dat klinkt logisch, maar misschien is het handig om de wethouder te vragen of dat een goede methode van behandeling zou zijn. Wethouder Smit (VVD). Van mij kan dat; dat is geen probleem. De voorzitter. Oké. Ik neem aan dat de raad hiermee instemt. Het lijkt mij wel handig om alles wat met taxi's te maken heeft, in één klap te behandelen. Joost Sneller (D66). Voorzitter. Wij hebben bij dat onderwerp twee verschillende woordvoerders. Het zou dus kunnen zijn dat ik dan assistentie of een hulplijn nodig heb. De voorzitter. Daar bent u toe in staat. Dat weet ik. Dat gaat vast heel goed. Ik constateer dat de raad ermee instemt dat we het onderwerp van de taxi's in één klap behandelen. Met deze wijziging wordt de agenda vastgesteld. Abdoe Khoulani (PvdE). Voorzitter. Wellicht is het u niet ontgaan, maar met ingang van heden heeft de fractie van de PvdE besloten om een fusie aan te gaan met de Groep Van Doorn. Deze fusie is na kort overleg tot stand gekomen in het kader van een betere samenwerking en om de achterban beter te kunnen vertegenwoordigen. Wij zien na deze fusie de komende verkiezingen natuurlijk met vertrouwen tegemoet. Dit is een verdubbeling van het aantal zetels voor de verkiezingen. Dat vinden wij een prestatie. De voorzitter. Dank u wel. De raad neemt daar kennis van.
538
Aan de orde is: B.
Spreektijd burgerij.
De heer Maliy (H.1; rv 105). Goedenavond allemaal. Ik ben een simpele taxichauffeur. Als ik word opgeroepen in het centrum van Den Haag en het zogenaamde pollergebied in rijd om iemand op te halen, krijg ik van politieagenten een soort klap in mijn gezicht: ik krijg € 100 boete. Dat gebeurt misschien twee keer per maand. Wat kan ik doen? Niets, ik sta machteloos. Als je tegen een politieagent zegt dat je het recht hebt om daar te zijn en om mensen op te halen en veilig naar huis te brengen - ik werk 's avonds en 's nachts en dan zijn er dronken mensen - krijg ik toch een boete van € 100. De politieagent zegt daarbij dat ik wel bezwaar mag indienen. Drie jaar geleden heb ik in twee kranten geschreven, in de Metro en in de Telegraaf, maar er is niets gebeurd. Er zijn drie jaren voorbij. De mensen die bij overheden werken, zijn in die tijd drie keer op vakantie geweest. Ik ben ongeveer twintig jaar niet op vakantie geweest. Ik ben ook nooit naar een museum, een bioscoop of iets dergelijks gegaan. Ik ben alleen bezig met werken en slapen. Waarom? Als ik mijn vaste lasten niet betaal, zegt de rechter dat er een verhoging komt; dan moet ik een derde extra betalen. Als ik dat niet betaal, komt er nog een verhoging. Als ik dat niet kan betalen, zegt de rechter dat ik naar de gevangenis moet, terwijl ik per dienst 15 uur werk. Ik vind dit een triest verhaal, maar dit is de waarheid. Ik heb binnen twee dagen meer dan 120 handtekeningen van taxichauffeurs verzameld. Ik heb hier ook een brief van de directe toezichthouder op de politie wat de openbare ruimte, dus de openbare orde, betreft. De directe toezichthouder op de politie is immers de burgemeester. Ik heb gisteren met hem gesproken, met René Bom, de nachtburgemeester. Hij zei tegen mij: 'Sorry, ik heb geen bevoegdheden; ik mag alleen overal meekijken'. Ik vind dat de gemeenteraad bevoegdheden kan geven aan René Bom. Dan komt het misschien in orde met het nachtleven. Ik overhandig nu de lijst van handtekeningen en de brief. Wij hopen als taxichauffeurs dat alles in orde komt. René Bom heeft een heel mooie fiets en ik zie ook u, burgemeester, fietsen. Dat is gezond. De heer Vos (H.1; rv 105). Leden van de raad en leden van het college. Ik ben vicevoorzitter van het Koninklijk Nederlands Vervoer Taxi en voorzitter van het Haags Taxi Platform. In de commissievergadering heeft de wethouder gelukkig aangegeven dat het probleem van de grenzen tot waar de nieuwe verordening over de TTO's - de toegestane taxiorganisaties - zou gelden, is opgelost. Ik prijs mij gelukkig dat er kond is gedaan van die wijsheid. Aan de kosten is daarentegen niets gedaan. In de commissievergadering is verklaard dat de branche en met name wij als KNV inzicht zouden hebben gehad in de opbouw van de kosten. Dat is apert onjuist. Wij hebben na de commissievergadering, dus zeer onlangs, op ons verzoek de gegevens over de kosten gekregen en we hebben die geanalyseerd. Voor de kosten is in feite het Amsterdamse model als grondslag genomen. In Amsterdam is er een 'track and trace'-systeem en daar is elk kwartaal een audit van PricewaterhouseCoopers. Als je een nulmeting in de legeskosten meeneemt, kun je je dus voorstellen dat dit betekent dat je zeer hoge kosten hebt. Wij hebben becijferd dat de kosten hier op ongeveer de helft zouden kunnen uitkomen. Het plaatje van de kosten deugt dus niet. De kleinste TTO zou op dit moment vooraf € 12.500 moeten gaan betalen zonder dat zij weet of zij daar ooit iets van terug verdient. Met andere woorden: de kans is zeer reëel dat zeer veel TTO's, kort gezegd, dit niet zullen doen. Ook de raad van Rotterdam heeft overigens besloten om naar die kosten te kijken. Daar zit men een derde lager. Eigenlijk nog veel prettiger is dat Rotterdam één bedrag voor een TTO heeft. Naast de TTO-kosten gaan hier bovendien de kosten van de pas van elke chauffeur - die pas kost nu € 15 - omhoog naar € 235, zonder dat daar een reële onderbouwing voor aanwezig is. Ik vind dat absoluut te gek. Het is natuurlijk belachelijk dat dit niet, zoals wij verzoeken, gespreid zou kunnen worden over vijf jaar omdat die kosten voor vijf jaar gelden. Als er een wil is, is er ook een weg. Het tweede punt betreft de handhaving. Wij zouden u toch nog eens op het hart willen drukken om de eerste zes weken zeer streng te handhaven, veel uitgebreider dan met een verdwaalde BOA, want dat is absoluut onvoldoende. De ervaring in Amsterdam, waar deze verordening op 1 juni is 539
ingegaan, leert dat er geen mensen van buiten de stad meer binnenkomen - dat zijn de gelukzoekers die de gastvrijheid in feite verzieken en die vooral verantwoordelijk zijn voor de minder ethische zaken - als er in het begin heel streng wordt gehandhaafd. Ten derde vraag ik u met klem om ervoor te zorgen dat de zesmaandentermijn voor de invoering gehandhaafd wordt. Als u de besluiten niet vandaag zou nemen, zorg er dan dus ook voor dat de invoeringsdatum verschuift. We hebben die zes maanden immers echt nodig voor de scholing voordat we de verordening met z'n allen kunnen uitvoeren. Ik denk zelfs dat ook de gemeente zelf die zes maanden nodig heeft. Het vierde punt betreft eigenlijk het tweede agendapunt van vanavond, het Hollands Spoor. Daar wordt het huidige officiële aantal van 26 plaatsen - het zijn er in feite overigens meer dan 30 teruggebracht naar 14. Gisteren is in de commissievergadering gezegd - en ik heb begrepen dat dat vandaag schriftelijk is bevestigd - dat dit in overleg met de branche is gebeurd. Dat is absoluut onjuist. Wij hebben als branche één keer te horen gekregen dat tijdens de verbouwing het aantal plaatsen tijdelijk teruggebracht zou moeten worden. Dat lijkt mij billijk als je aan het verbouwen bent, maar het structureel terugbrengen van het aantal van 26 plaatsen bij Hollands Spoor naar 14 is nooit met de branche besproken. Ik vind het een schande dat dit keihard zo wordt gezegd. Omdat ik aan het eind van mijn spreektijd ben, wil ik tot slot een lans breken voor het elektrisch vervoer. Daar wordt nergens iets over gezegd. In Amsterdam heeft men besloten om in de verordening op te nemen dat voor zero-emissieauto's een duidelijk andere regeling geldt die dat vervoer aantrekkelijker maakt. Ik zou u met klem willen vragen om daar de nodige aandacht aan te besteden. Ik dank u zeer. De heer Kaffa (H.1; rv 105). Goedenavond. Mijn naam is Hans Kaffa en ik ben bestuursvoorzitter van de Taxicentrale HTMC. Graag wil ik ook van deze gelegenheid gebruikmaken om u te wijzen op de volgende punten: de kosten van een TTO, gespreide betaling van een TTO, de handhaving van het aangewezen gebied waar de TTO haar werkzaamheden gaat verrichten en de indeling van de standplaatsen bij Hollands Spoor. In de laatste vergadering over de TTO's hebben wij als taxibranche ons verhaal mogen doen. Daarbij hebben wij aangegeven dat de kosten voor een op te richten TTO veel te hoog zijn. De kosten van een TTO in Den Haag bedragen € 5.390 aan legeskosten voor vijf jaar. De groengele passen kosten € 235 voor vijf jaar; dat was ongeveer € 15 voor een jaar. Mutaties binnen de TTO kosten € 50. De extra kosten voor de TTO in verband met examens voor de chauffeurs bedragen ongeveer € 200. Dat is eenmalig, maar met een jaarlijkse update voor de EHBO. Aanpassing van de daklichten kost € 30 per auto; dat is eenmalig. Het totaalplaatje voor een chauffeur is per jaar € 87 plus de aanloopkosten van € 230. Dat is dus weer een investering van € 317. Dit zijn de kosten voor een TTO met een minimaal aantal auto's. Voor ons als HTMC, de grootste taxicentrale in Den Haag, die ik hier mag vertegenwoordigen, zijn de aanloopkosten beduidend hoger. Wij gaan als HTMC een slordige € 100.000 betalen. Dat vinden wij een abnormaal hoog bedrag voor een investering waar helemaal geen garanties tegenover staan. Wij zouden graag een gespreide betaling zien voor de op te richten TTO om te bekijken of het met deze investering de moeite waard is om een TTO te beginnen. Na een jaar zou iedere TTO dan kunnen beslissen om hiermee door te gaan of, als dat niet haalbaar is, te stoppen. Wij als taxibranche moeten steeds voldoen aan nieuwe wetgeving en moeten steeds meer geld investeren. Vorig jaar ging het om de printer, een gedwongen investering van ongeveer € 400, die voor Jan met de korte achternaam in de taxi aanwezig is. Niemand vraagt om een geprinte bon. Volgend jaar gaat het om de boordcomputer, weer een investering van een slordige € 650 per auto, en om de invoering van de TTO binnen ons vervoersgebied. De eerste twee punten staan of vallen met het derde punt, de handhaving binnen het gebied. Als er geen voldoende handhaving binnen het gebied is - nu is sprake van twee keer twee BOA's - kan iedereen vrij het gebied in en heeft het hele TTO-gedoe in Den Haag geen zin meer. Dit moet in samenwerking met meerdere instanties en in overleg met de branche gebeuren. Zo kunnen de knelpunten besproken en uitgewerkt worden met de mensen die praktijkervaring hebben. Als er niets aan handhaving gedaan wordt, voorspellen wij dat de bom weer gaat barsten, want een goedwillende taxichauffeur die zich houdt aan de regels die op dit moment gaan gelden, pikt het straks niet dat andere chauffeurs zijn broodwinning weg komen halen zonder dat zij iets hebben betaald. Dan komen 540
we terug in de jaren zeventig, toen wilde achtervolgingen van concurrerende taxibedrijven in Den Haag plaatsvonden. Kijk alles dus nog eens goed na voordat er misschien beslissingen genomen worden die straks haaks op elkaar staan. Tot slot wil ik het graag over het Hollands Spoor hebben. Er wordt gesuggereerd dat de branche zou hebben ingestemd met de inkrimping van het aantal standplaatsen bij Hollands Spoor. Dit is pertinent niet waar. De afgelopen jaren zijn er in Den Haag alleen maar taxi's bij gekomen. Vooral bij de stations is er ruimtegebruik op de standplaatsen. Het lijkt mij dus sterk dat de branche zou hebben ingestemd met de inkrimping bij het Hollands Spoor. Op papier worden mooie tekeningen gemaakt van nieuwe situaties op sommige locaties. Wij hebben het vermoeden dat men er pas wanneer een tekening bijna klaar is, achter komt dat daar ook nog taxi's moeten staan. Dan maakt men gauw nog even een schets, zodat er wat taxi's kunnen staan, maar men kijkt niet naar de situatie zoals die vroeger was. Het Hollands Spoor is een van de belangrijkste standplaatsen in Den Haag. Er komen daar veel reizigers aan. Als er een internationale trein aankomt en als de reizigers dan moeten wachten omdat er door de inkrimping van het aantal standplaatsen een te klein aanbod van taxi's is, is dat geen goede reclame voor een stad als Den Haag. Ook een buffer waar de taxi moet wachten totdat er ruimte is op een reguliere standplaats, is geen goed idee, want dan krijg je dezelfde situatie als bij het Centraal Station en lopen de klanten straks naar die buffer in plaats van naar de reguliere standplaats. De 26 plekken bij Hollands Spoor zouden er dus gewoon moeten blijven. Dank u voor uw aandacht. De heer Krishnasing (H.1; rv 105). Goedenavond, dames en heren. Namens de HTC spreek ik mijn genoegen uit over het toegewezen TTO-gebied, namelijk het gebied binnen de oude stadsgrenzen. Verder zijn wij blij met de toezegging van de wethouder dat de toewijzing aan de taxibranche zal plaatsvinden door de werkgroep, maar mijn vraag is: als het gebied rond Hollands Spoor een TTOgebied is, waarom moeten daar dan dure pollers komen te staan? Kan dat geld niet ten goede komen van de taxiondernemer voor de dure boordcomputers en printers? De voorzitter. Dat was uw inbreng? De heer Krishnasing. Ja. De voorzitter. Dank u wel. Dat zal vanavond ongetwijfeld nog aan de orde komen. De heer Goedhart (J; rv 109). Voorzitter, dames en heren. Het Stationsplein en de Fietsersbond, een nieuwe dag, een nieuw geluid. In Nederland is de afgelopen 40 jaar veel wetenschappelijk onderzoek verricht op het gebied van verkeersveiligheid. Door het kenniscentrum op het gebied van verkeersveiligheid, het CROW, zijn de conclusies van deze onderzoeken vertaald in talloze aanbevelingen en richtlijnen. Door die ter harte te nemen, is Nederland een van de verkeersveiligste landen geworden. Zeven jaar is er gewerkt aan een herinrichtingsplan voor het Stationsplein en omgeving. Daarbij was het CROW grotendeels leidend. Het CROW geeft inderdaad aan dat tweerichtingenfietspaden minder veilig zijn. Ik noem alleen het CROW. Het college haalt er ook de SWOV en het Fietsberaad bij. Dat is echter één pot nat, maar wel van hogere kwaliteit. De SWOV doet onderzoek, het Fietsberaad is het kenniscentrum waar alle andere onderzoeken en gegevens over fietsen worden vastgesteld en het CROW verwoordt alles in aanbevelingen en richtlijnen. Het CROW geeft dus aan dat tweerichtingenfietspaden minder veilig zijn, maar niet zo onveilig en zo eenzijdig gesteld als het college doet voorkomen. Het CROW geeft ook aan dat er redenen en situaties kunnen zijn om juist wel een tweerichtingenfietspad aan te leggen. Die redenen en situaties worden volledig genegeerd. Het Stationsplein is zo'n gebied dat juist wel geschikt is voor een tweerichtingenfietspad. Een reeks gemeenten heeft het rondom hun stationsgebieden al zo gedaan. Het college stelt dus voor om niet te kiezen voor tweerichtingenfietspad, maar wat krijgt de fietser daarvoor terug? Voorzieningen die niet of nauwelijks voldoen aan de aanbevelingen en richtlijnen van het CROW. Is dat dan zo veilig? Nee, de argumentatie met betrekking tot de richtlijnen is steeds dat men daar geen ruimte voor heeft en dat zij de belangen van het andere verkeer aantasten. Een slechtere argumentatie kun je niet bedenken. Een tweerichtingenfietspad geeft de kwetsbare fietser juist een duidelijke plek en voldoende veilige manoeuvreerruimte in dit krappe gebied. Het 541
aantal fietsverkeersslachtoffers in Nederland neemt niet af. Integendeel, het neemt de afgelopen jaren toe. Dat geldt vooral voor het aantal ernstig gewonden. Dat gegeven moet een belangrijke reden zijn om juist de CROW-richtlijnen als leidraad te blijven gebruiken. Als één belangengroep veilig fietsen voorstaat, is dat wel de Fietsersbond. Dank u wel.
Aan de orde is: C.
Vaststelling van de wijze van afdoening van ingekomen stukken.
De raad heeft hieromtrent beslist zoals hierna bij elk nummer is aangegeven. C.1.
Zienswijze ontwerp- bestemmingsplannen: en MER Rotterdamsebaan Van Maarseveen Bedrijfskleding en Producten 17 juli 2013 (ra 446); Geelkerken Linskens Advocaten 18 juli 2013 (ra 447); Bedrijvenvereniging BLF 17 juli 2013 (ra 448); Vereniging Houdt Vlietrand Groen 17 juli 2013 (ra 449); M.W.J. Frima 17 juli 2013 (ra 450); Vereniging Park Hoornwijck 16 juli 2013 (ra 451); Immorand B.V. 18 juli 2013 (ra 452); Fam. J.C.M., C. en H.J.L. Waldschmit 16 juli 2013 (ra 453); A. Douwes 18 juli 2013 (ra 454); Stadsgewest Haaglanden 18 juli 2013 (ra 455); Vestam Den Haag I B.V. 18 juli 2013 (ra 456); B.V. Bouwbedrijf Breumelhof 17 juli 2013 (ra 457); KPN 17 juli 2013 (ra 458); Ocean Consultants B.V. 18 juli 2013 (ra 459); Van Cromvoirt adviseurs 18 juli 2013 (ra 460); Mees Ruimte en Milieu 18 juli 2013 (ra 461); Provincie Zuid Holland 18 juli 2013 (ra 475); Clifford Chance LLP 16 juli 2013 (ra 489); Jovi Investments BV 12 augustus 2013 (ra 609). en MER Scheveningen Haven Geurst & Schulze architecten 18 juli 2013 (ra 462); R. Hamerlinck en M. Hamerinck-Lourens 15 juli 2013 (ra 463); Geurst & Schulze architecten 18 juli 2013 (ra 464); Van Cromvoirt adviseurs 18 juli 2013 (ra 465); A. Peet en A. Poelstra 15 juli 2013 (ra 466); B. en E. Roosen-de Ryck van der Gracht 21 juli 2013 (ra 467); A.J. Six 24 juli 2013 (ra 479); Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging 23 juli 2013 (ra 480); Vereniging van Vrienden van De Koningstoren 21 juli 2013 (ra 483); drs. L.H.A. Haas 24 juli 2013 (ra 484); Jac. den Dulk & Zonen B.V. (ra 485); Duinconsulent Stichting Duinbehoud 24 juli 2013 (ra 486); VW Juridisch Advies 24 juli 2013 (ra 487); Vereniging Voor Vogelbescherming ’s-Gravenhage e.o. 24 juli 2013 (ra 494); Stadsgewest Haaglanden 25 juli 2013 (ra 495); H.W. Nanninga 25 juli 2013 (ra 496); United Fish Auctions en anderen 25 juli 2013 (ra 497); W. Prins en S. Rabouw 22 juli 2013 (ra 498); Ministerie van Infrastructuur en Milieu/Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid 25 juli 2013 (ra 499); 542
Aldi Vastgoed BV 22 juli 2013 (ra 500); C.L. Kuyt 24 juli 2013 (ra 501); CMS Derks Star Busmann N.V. 26 juli 2013 (ra 502); Respect Zorggroep Scheveningen 25 juli 2013 (ra 505); J.M. Snacks B.V. 26 juli 2013 (ra 506); H. Bronsveld en E. Brand 26 juli 2013 (ra 507); A.E. Boss 28 juli 2013 (ra 508); DAS 26 juli 2013 (ra 509); Jump Team Scheveningen 25 juli 2013 (ra 510); E. Titov en D. Titov, Y. Schouw en D. Pronk, F. Ipek en A Ipek, P. de Rijck en F. de Rijck 24 juli 2013 (ra 511); Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor ’s-Gravenhage e.o 25 juli 2013 (ra 512); Wijkoverleg Scheveningen-Dorp 30 juli 2013 (ra 527); F. de Zwaan en E. de Zwaan 28 juli 2013 (ra 528); J. Schuhmacher 22 juli 2013 (ra 529); Fietsersbond Haagse Regio 29 juli 2013 (ra 530); G.W. Dom 28 juli 2013 (ra 531); F. en I. van Maanen 27 juli 2013 (ra 532); A. van Berkel 29 juli 2013 (ra 533); Fam. Van der Zwan 25 juli 2013 (ra 534); Watersportverbond 29 juli 2013 (ra 535); Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij 29 juli 2013 (ra 536); Dicle Aydin 28 juli 2013 (ra 537); Dilan Aydin 28 juli 2013 (ra 538); H. Post 28 juli 2013 (ra 539); A.L. Pöll en R. den Heeten 26 juli 2013 (ra 540); Mr. R.H.M. Hoefnagels en dr. P.J. Biemans 28 juli 2013 (ra 541); M. van Nes 25 juli 2013 (ra 542); C. de Mos 28 juli 2013 (ra 543); A.W.P. Knoester en A.G. Eijkelhoff 26 juli 2013 (ra 544); Volker Wessels Vastgoed bv 27 juli 2013 (ra 545); Bewonersorganisatie Havenkwartier 28 juli 2013 (ra 546); Drs. S.J. Gerz en A. Gerz-Groen 29 juli 2013 (ra 547); ASR Vastgoed Ontwikkeling N.V. 30 juli 2013 (ra 548); Wijkberaad Duindorp 28 juli 2013 (ra 549); ir. J.J. Duivenvoorden 30 juli 2013 (ra 550); W. Boerkamp 30 juli 2013 (ra 551); K. de Klijn 28 juli 2013 (ra 552); R. Broersma 29 juli 2013 (ra 553); E. de Niet 30 juli 2013 (ra 554); Maximiliano’s B.V. 30 juli 2013 (ra 555); J. van Zaanen 30 juli 2013 (ra 556); Fam. N.J. van Putten, G. Kropff en M.J. van der Stee/B.Th. van de Pavert 29 juli 2013 (ra 557); Stichting Egelopvang Den Haag 31 juli 2013 (ra 558); D. Pas 29 juli 2013 (ra 559); E.A. Collard 29 juli 2013 (ra 560); A.J. Borgmeijer 30 juli 2013 (ra 561); F. Wessel-Cox en E. Wessel-Cox 29 juli 2013 (ra 562); A. Bloemendal 30 juli 2013 (ra 563); Damen Holding BV 30 juli 2013 (ra 564); Haags Milieucentrum 31 juli 2013 (ra 570); M. van Beek 31 juli 2013 (ra 571); G. Kuiper en R. Kuiper 30 juli 2013 (ra 572); J.H. Grootveld-de Zwart 30 juli 2013 (ra 573); 543
M. Verrijn Stuart 30 juli 2013 (ra 574); Boekel de Nerée 31 juli 2013 (ra 575); Belangenvereniging Schevenings Havengebied 31 juli 2013 (ra 576); S.P. Robbers, T.B. Trotman & D.J.A. van den Berg 31 juli 2013 (ra 577); G. Groen 26 juli 2013 (ra 578); S.A. Wennen 30 juli 2013 (ra 579); Platform Rust aan de Kust 2 juli 2013 (ra 580); C. Passchier 30 juli 2013 (ra 581); Fam. Venneman 31 juli 2013 (ra 586); T. van Angeren 31 juli 2013 (ra 587); A. Bielowski 1 augustus 2013 (ra 588); D. Brugman en P. van Dijk 30 juli 2013 (ra 589); R.E. Feltzer en N.G. Lettinga 1 augustus 2013 (ra 590); L.A.C. de Bruijn 30 juli 2013 (ra 591); JumpTeam Scheveningen 29 juli 2013 (ra 592); F.J. Osse 31 juli 2013 (ra 593); P.J. Spaans en A.D. Spaans-Taal 31 juli 2013 (ra 594); Culturele Broedplaats De Vloek 30 juli 2013 (ra 595); S. Simonetti 31 juli 2013 (ra 596); Wijkvereniging De Vogelwijk 31 juli 2013 (ra 597); Provincie Zuid-Holland 30 juli 2013 (ra 600); CMS Derks Star Busmann N.V. 1 augustus 2013 (ra 601); P.R. Kornaat en I.A. Hoefnagels 31 juli 2013 (ra 602); mr. F.J. Vos 31 juli 2013 (ra 608). Scheveningen Badplaats Y.E. Egter van Wissekerke-Winter 15 juli 2013 (ra 468); P. de Bruijn 18 juli 2013 (ra 469); Van Cromvoirt adviseurs 22 juli 2013 (ra 470); Hoogheemraadschap van Delfland 22 juli 2013 (ra 481); Mw. W. Versteeg 18 juli 2013 (ra 482); Bewonersvereniging Noordelijk Scheveningen 25 juli 2013 (ra 493); D.M. Rekers 29 juli 2013 (ra 517); K.L.H. van Mens 15 juli 2013 (ra 518); A.A.M. Kouwenaar 15 juli 2013 (ra 519); Belangenvereniging ’s-Gravenduyn 29 juli 2013 (ra 520); Castellum Projectontwikkeling B.V. 10 september 2013 (ra 618). Ypenburg Ycatch Beheer B.V. 18 juli 2013 (ra 471); TNO innovation for life 17 juli 2013 (ra 472); P. Kloppert-Bakker 22 juli 2013 (ra 473); Stadsgewest Haaglanden 25 juli 2013 (ra 491); GroenRijk 24 juli 2013 (ra 492); BOEI 26 juli 2013 (ra 504); Hoogheemraadschap van Delfland 26 juli 2013 (ra 515); Joop ten Velden architect 25 juli 2013 (ra 516); Stibbe 25 juli 2013 (ra 525); Gasunie 29 juli 2013 (ra 526); Van Doorne N.V. 30 juli 2013 (ra 565); Visser Silhout Advocaten 29 juli 2013 (ra 566); Goudriaan & Van der Vlist B.V. 31 juli 2013 (ra 585); Provincie Zuid Holland 30 juli 2013 (ra 603).
544
St. Jacobskerk e.o. R.M. Vos 22 juli 2013 (ra 474); ir. M.H. Bosse en ir. P. Drijver 24 juli 2013 (ra 488); Bewonersvereniging Hofkwartier, N.J.M. Beelaerts van Blokland, NJMB B.V., M. Cochius, R. Borremans 27 juli 2013 (ra 521); Stichting Willibrordushuis Broeders van Sint Jan 29 juli 2013 (ra 522); Haags Monumentenplatform 29 juli 2013 (ra 523); NSI Winkels B.V. 29 juli 2013 (ra 567); Ontwerpwerk 29 juli 2013 (ra 569); Vereniging BIZ Winkelgebied Paleis Noordeinde 31 juli 2013 (ra 583); Vrienden van Den Haag 31 juli 2013 (ra 584). Randstadrail HSE Stadsgewest Haaglanden 25 juli 2013 (ra 490); Dr. M.G. Knoef en dr. A.G.C. van Lomwel 28 juli 2013 (ra 503); Hoogheemraadschap van Delfland 26 juli 2013 (ra 514); ASW/hdk/7046-002 31 juli 2013 (ra 582); Provincie Zuid-Holland 30 juli 2013 (ra 598); HaagWonen 30 juli 2013 (ra 599). Willem Dreespark Hoogheemraadschap van Delfland 26 juli 2013 (ra 513); Fietsersbond afdeling Haagse Regio 29 juli 2013 (ra 524); S. Visser 30 juli 2013 (ra 606); Waerdeborch Select B.V. 30 juli 2013 (ra 607). Laakhaven Megastores e.o. Provincie Zuid Holland 1 augustus 2013 (ra 605). Te betrekken bij de behandeling van het desbetreffende raadsvoorstel (voor wat betreft ra 618 tevens betrekken bij cie Ruimte d.d. 10 oktober 2013). C.2.
Nieuwbouw Spuiforum: J.S. Dorhout 22 juli 2013 (ra 477).
Te betrekken bij de behandeling van het desbetreffende raadsvoorstel. C.3.
Wandeling door de Schilderswijk: J.S. Dorhout 22 juli 2013 (ra 478).
In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Samenleving en Bestuur). C.4.
Aanleg aardwarmtecentrale Leyweg: J.S. Dorhout 29 juli 2013 (ra 568).
In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Leefomgeving). C.5.
Asfalteren Loosduinse uitleg: A.J. van der Windt 1 augustus 2013 (ra 604).
In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Leefomgeving). C.6.
Fietsers in de Spuistraat: N.J. Heering 6 augustus 2013 (ra 610).
Voor kennisgeving aan te nemen (tevens betrokken bij lijst ingekomen stukken cie Leefomgeving d.d. 4 september 2013).
545
C.7.
Fraude: Vertrouwelijk 9 augustus 2013 (ra 611).
In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. cie. Samenleving). C.8.
Boom in de Cypresstraat: J. de Ruiter 12 augustus 2013 (ra 612).
In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Leefomgeving). C.9. Behoud en herontwikkeling schoolgebouw Ketelstraat 21-23: Vrienden van Ketelstraat 23 en anderen 15 augustus 2013 (ra 613). In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Ruimte) (brief is tevens betrokken bij behandeling commissie Ruimte d.d. 11 september 2013). C.10.
Verkeerssituatie Noordwal/Veenkade: J. Bruls 28 augustus 2013 (ra 614).
In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Leefomgeving). C.11. Onvoldoende informatie verstrekt over aanvraag omgevings- kapvergunning: N.J. Heering 8 september 2013 (ra 615). In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Bestuur). C.12. Lawaai omgeving service-flat Nieuw Clingendael: mw. mr. M. Erdman 6 september 2013 (ra 616). In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Leefomgeving). C.13. Onveilige verkeerssituatie M. Stokelaan/Loevesteinlaan: mw. M. van der Brugge 11 september 2013 (ra 617). In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Leefomgeving). C.14. Tijdelijke stillegging van (delen) van tramlijnen ivm ombouw tramnet brede trams, brugvernieuwingen en kademuren: Platform Beter Stedelijk en Regionaal Openbaar Vervoer 18 september 2013 (ra 619). In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Leefomgeving). C.15.
Parkeeroverlast: J. Langerak 15 september 2013 (ra 620).
In handen van het college van B en W ter afdoening (kopie antwoord t.k.n. naar cie. Leefomgeving). C.16. Gebiedsperspectief A4/Vlietzone: Bewonerskring Park Leeuwenbergh 15 september 2013 (ra 621); Tennisvereniging Rijswijk 16 september 2013 (ra 622); Vereniging Houdt Vlietrand Groen 12 september 2013 (ra 623); Gemeente leidschendam Voorburg 16 september 2013 (ra 624). Te betrekken bij de behandeling van het rv 116 (hedenavond).
546
Aan de orde is: D. Vaststelling van de Notulen van de vergaderingen van donderdag 27 juni 2013 en 18 juli 2013. Deze Notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Aan de orde is: E.
Vaststelling van de Besluitenlijst.
E.1.
Voorstel van het presidium inzake wensen en bedenkingen ten aanzien van het conceptbesluit van het college over de deelname in de regionale ontwikkelingsmaatschappij Zuidvleugel (ROM) (rv 110; RIS 264187).
E.2.
Voorstel van het college inzake subsidieplafond HSD Stimuleringsfonds (rv 111; RIS 260920).
E.3.
Voorstel van het college inzake parkeergarages Allard Piersonlaan (Laakkwartier Oost) (rv 112; RIS 260893).
E.4.
Gewijzigd voorstel van het college inzake ontwerp-wijzigingsbesluit afwijking milieukwaliteitseisen Scheveningen Haven (rv 113; RIS 260043).
E.5.
Voorstel van het college inzake Gemeenschappelijke Regeling Bedrijvenschap Harnaschpolder: uittreden Delft (rv 114; RIS 264202).
E.6.
Voorstel van het college inzake gebiedsperspectief A4/Vlietzone (rv 116; RIS 260897).
E.7.
Voorstel van het college inzake uitkomsten Verkenning Internationale Ring West en voorstel gewijzigde terminologie hoofdwegenstructuur van Den Haag (rv 117; RIS 260892).
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De voorzitter. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. GroenLinks wil geacht worden, tegen voorstel E.3, het voorstel van het college inzake de parkeergarages Allard Piersonlaan in Laakkwartier, te hebben gestemd. GroenLinks had daarover graag een debat gevoerd in de commissie, maar dat verzoek werd niet gesteund door mijn medecommissieleden. GroenLinks vindt € 20 mln. exclusief exploitatiekosten voor 300 parkeerplaatsen te veel geld; dat is € 75.000 per parkeerplaats. GroenLinks had liever gezien dat dit geld was uitgegeven aan een echt structurele oplossing die zou bijdragen aan de leefbaarheid en de schone lucht in Laak. Met een fractie van dat geld had je met maatwerkpakketten, bijvoorbeeld met deelauto's, ov-abonnementen en elektrische fietsen iets kunnen doen, maar dat vergt lef en een visie. Sandra Abbenhuis (PPS). Voorzitter. De PPS-fractie wenst geacht te worden, tegen voorstel E.4, het voorstel inzake de milieukwaliteitseisen Scheveningen Haven, te hebben gestemd. Ingrid Gyömörei (SP). Voorzitter. De SP wenst geacht te worden, te hebben gestemd tegen voorstel E.6, het voorstel inzake het gebiedsperspectief A4/Vlietzone, alsmede tegen voorstel E.4, het voorstel inzake de milieukwaliteitseisen Scheveningen Haven. Wat ons betreft, is de haven vooral bedoeld voor 547
haven- en visserijgerelateerde activiteiten. Het heeft niet onze instemming om via deze regeling meer woningbouw mogelijk te maken. Richard de Mos (Groep De Mos). Voorzitter. Wij delen de mening van de SP over voorstel E.4 inzake de haven. Daarom wenst de Groep De Mos geacht te worden, tegen voorstel E.4 te hebben gestemd. Hetzelfde geldt voor voorstel E.6. Chris van der Helm (PVV). Voorzitter. De PVV wenst geacht te worden, tegen de voorstellen E.1, E.4 en E.6 te hebben gestemd. Joris Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Ook de HSP is tegen voorstel E.4, met als stemverklaring dat wij tegen iedere inperking van de beroepsvaart in de haven zijn. De inhoudelijke discussie zal zeker nog opnieuw volgen en dan gaan wij daar verder op in. De HSP wil ook graag geacht worden, tegen voorstel E.6, het voorstel inzake het gebiedsperspectief A4/Vlietzone, te hebben gestemd. Dat voorstel laat juist weer allerlei stedelijke ontwikkelingen méér toe, in tegenstelling tot wat wij eerder in een beheersverordening als 'conserverend' hebben afgesproken. Wij zijn tegen die ontwikkeling en daarom zijn wij tegen dat voorstel. Wij zijn ook tegen E.7, het voorstel inzake de uitkomsten van de Verkenning Internationale Ring West. Het gaat om verschillende voorstellen. Er is er wel eentje waar wij voor zijn, maar wij zijn tegen de overige voorstellen. Daarom stemmen wij ook tegen dit voorstel. Marieke de Groot (PvdD). Voorzitter. De Partij voor de Dieren wil geacht worden, tegen de voorstellen E.3 en E.6 te hebben gestemd. De voorzitter. Blijkbaar is de heer Kapteijns iets vergeten, ook al gaf hij al een lange stemverklaring. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. Ik zal het nu wat korter doen. GroenLinks wenst geacht te worden, tegen de voorstellen E.6 en E.7 te hebben gestemd. De voorzitter. De fractie van de PVV wordt op haar verzoek aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden, te hebben gestemd tegen voorstel E.1. De fracties van GroenLinks en de PvdD wordt op hun verzoek aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden, te hebben gestemd tegen voorstel E.3. De fracties van de PPS, de SP, de Groep De Mos, de PVV en de HSP wordt op hun verzoek aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden, te hebben gestemd tegen voorstel E.4. De fracties van de SP, de Groep De Mos, de PVV, de HSP, de PvdD en GroenLinks wordt op hun verzoek aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden, te hebben gestemd tegen voorstel E.6. De fracties van de HSP en GroenLinks wordt op hun verzoek aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden, te hebben gestemd tegen voorstel E.7. Richard de Mos (Groep De Mos). Voorzitter. Mag ik nog een klein punt van orde maken? Ik was zojuist even in de coulissen. Daar heb ik een flink aantal woonwagenbewoners toegesproken die hun zaak willen aankaarten. Die zaak staat vandaag niet op de agenda. Dat begrijpen wij heel goed, maar wij zouden wel graag een bevestiging willen krijgen van de griffier dat de brief over dit onderwerp morgen naar de raad komt, zodat dit geagendeerd kan worden en de mensen op een rustige wijze huiswaarts kunnen gaan en vanavond in ieder geval goed kunnen slapen. De voorzitter. Daar is in een van de vorige raadsvergaderingen over gesproken. Het raadsadres was verkeerd geadresseerd en is naar de raad gegaan. De raad heeft vervolgens om de visie van het college gevraagd. Die staat volgens mij aanstaande dinsdag op de agenda van het college. Daarna gaat de reactie van het college naar de raad. Dat gebeurt dus na dinsdag, want het college vergadert regulier op dinsdag. Dan is het verder aan de raad om dat stuk al dan niet te agenderen.
548
Aan de orde is: F.
Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen/Tweeminutendebat.
Hiervan wordt geen gebruikgemaakt.
Aan de orde is: G.
Bekrachtiging geheimhouding (rv 115; RIS 264760).
Daniëlle de Winter (PPS). Voorzitter. De PVV wil graag verzoeken om de geheimhouding op te heffen van de brief over het aardwarmteproject, die op 19 juli op 'rood' naar de commissie is gekomen. Die brief staat niet op deze lijst. De voorzitter. Het college zal op dat verzoek reageren. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen.
Aan de orde is: H.1. H.2.
Gewijzigd voorstel van het college inzake de Taxiverordening Den Haag 2014 (rv 105; RIS 259727). Voorstel van het college inzake wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (Algemene legesverordening 2013) (rv 106; RIS 259728).
De voorzitter. Zoals afgesproken wordt het taxi-element van agendapunt J, het voorstel tot vaststelling van de integrale herinrichting van de openbare ruimte Stationsplein, bij de bespreking van deze voorstellen betrokken. De beraadslaging wordt geopend. Richard de Mos (Groep De Mos). Voorzitter. De insprekers waren erg duidelijk. Ik ben blij dat het besluit is genomen om het TTO-gebied uiteindelijk te vergroten. Dat is een goede zaak, maar we zijn er nog niet. Daarom dien ik vier moties in. De legeskosten moeten echt omlaag en moeten echt gespreid betaald worden. Daarom een motie met als dictum: 'verzoekt het College een reële, kostendekkende leges vast te stellen voor het verkrijgen van een TTO vergunning en de groen/gele kaart c.q. toegangspas, verzoekt het College een gespreide betalingsregeling, bestaande uit een bedrag van bijvoorbeeld 2000 euro vooraf en de rest na één jaar, voor een TTO en de bij hen aangesloten chauffeurs mogelijk te maken'. Ook de handhaving is om te huilen. Twee teams van twee mensen is veel te weinig. Daarom een motie met als dictum: 'verzoekt het College een concreet handhavingsplan (waarin ook de inzet van de politie is opgenomen, inclusief een meldpunt voor taxichauffeurs die misstanden constateren) op te stellen vóór definitieve invoering van de Haagse taxiverordening'. Over de overgangstermijn hebben de insprekers al iets gezegd. De zes maanden worden nadrukkelijk niet gehaald. Daarom een motie met als dictum: 'verzoekt het College het verzoek van de branche om minimaal 6 maanden overgangstermijn te krijgen in te willigen en de definitieve ingangstermijn dus minimaal te verschuiven naar 1 mei 2014'. Tot slot het overleg. Dat moet vele malen beter. Daarom een motie met als dictum: 'verzoekt het College structureel overleg met de taxibranche vorm te geven, waarbij dat overleg ook daadwerkelijk tot resultaten en verbeteringen gaat leiden'. 549
Het was weer snel en veel, in twee minuten tijd, maar dat is nog steeds onze beperkte spreektijd. Voorts is de Groep De Mos dus van mening dat zij meer spreektijd moet krijgen. De voorzitter. Door de heer De Mos worden de volgende moties (rv 105.2013/1 tot en met rv 105.2013/4) ingediend:
Motie rv 105.2013/1 Constaterende dat de invoering van de TTO verordening in de gemeente Den Haag de kwaliteit in de Haagse opstapmarkt moet verbeteren, waarbij draagvlak van de bedrijfstak wezenlijk is voor het slagen ervan. Constaterende dat, hoe veelbelovend de eerste maanden na invoering in de gemeente Amsterdam ook lijken te zijn, het systeem van invoering van TTO’s geheel nieuw is en de Haagse verordening een geheel andere is dan die in Amsterdam. Constaterende dat de taxibranche een zeer laag margerende bedrijfstak is en het komend jaar al voor veel investeringen staat (denk aan invoering van de boordcomputertaxi en behalen van het Haags kwaliteitskeurmerk HTx). Constaterende dat de legeskosten van een TTO vergunning per chauffeur in Rotterdam jaarlijks beduidend lager liggen dan wordt voorgesteld voor Den Haag. Van mening dat de huidige voorgestelde legeskosten niet voldoende zorgvuldig zijn bepaald en mede daardoor ook veel te hoog zijn, waardoor de goedwillende taxibedrijven dreigen af te haken. Verzoekt het College reële, kostendekkende leges vast te stellen voor het verkrijgen van een TTO vergunning en de groen/gele kaart c.q. toegangspas. Verzoekt het College een gespreide betalingsregeling, bestaande uit een bedrag van bijvoorbeeld 2000 euro vooraf en de rest na één jaar, voor een TTO en de bij hen aangesloten chauffeurs mogelijk te maken. En gaat over tot de orde van de dag.
Motie rv 105.2013/2 Constaterende dat de gemeente in de Haagse taxiverordening voorstelt 2 teams van 2 personen gedurende 3 avonden/nachten in te zetten op naleving van de verordening. Constaterende dat zeker in de beginperiode van minimaal 3 maanden, meer en ook onaangekondigde inzet van handhavers noodzakelijk is. Van mening dat de toezegging van de wethouder op dit punt onvoldoende is en er concreet zicht moet zijn op de wijze van handhaving gedurende die beginperiode. Verzoekt het College een concreet handhavingsplan (waarin ook de inzet van de politie is opgenomen, inclusief een meldpunt voor taxichauffeurs die misstanden constateren) op te stellen vóór definitieve invoering van de Haagse taxiverordening. En gaat over tot de orde van de dag.
550
Motie rv 105.2013/3 Constaterende dat de branche minimaal zes maanden nodig heeft om zich goed voor te kunnen bereiden op de nieuwe Haagse taxiregels. Constaterende dat de gemeente de taxiverordening per 1 november a.s. in wil laten gaan met een definitieve ingangstermijn per 1 april 2014 (dat zijn dus 5 maanden). Constaterende dat de gemeente zelf 8 weken kan uittrekken voor het al dan niet verstrekken van een TTO vergunning (met de mogelijkheid deze termijn nog met 8 weken te verlengen). Van mening dat de branche op deze manier dus geen 6 maanden overgangstermijn heeft. Verzoekt het College het verzoek van de branche om minimaal 6 maanden overgangstermijn te krijgen in te willigen en de definitieve ingangstermijn dus minimaal te verschuiven naar 1 mei 2014. En gaat over tot de orde van de dag.
Motie rv 105.2013/4 Constaterende dat het aantal taxistandplaatsen in de gemeente Den Haag de afgelopen jaren alleen maar is teruggelopen. Constaterende dat de (straks) vier gerealiseerde keurmerkstandplaatsen, voorzien van pollers, absoluut onvoldoende zijn om de Haagse burgers een goede taxidienstverlening te kunnen bieden. Constaterende dat er onvoldoende structureel overleg met de Haagse taxibranche is over taxivoorzieningen in de gemeente Den Haag in een vroeg stadium, waardoor de inbreng vanuit die branche bij aanpassingen, werkzaamheden etc. er niet tot nauwelijks is. Van mening dat de gemeente hierdoor haar eigen problemen veroorzaakt, door taxistandplaatsen te verkleinen of te verplaatsen, zodanig dat deze te ver af zijn komen te liggen, waardoor de Haagse burger die een taxi wil nemen gedupeerd wordt. Van mening dat de gemeente meer proactief de faciliteiten voor de Haagse burger om een taxi te kunnen nemen moet verbeteren. Van mening dat, daar waar de verkeersveiligheid dat ook toelaat, een taxi altijd een reiziger mee moet kunnen nemen of uit moet kunnen laten uitstappen. Verzoekt het College structureel overleg met de taxibranche vorm te geven, waarbij dat overleg ook daadwerkelijk tot resultaten en verbeteringen gaat leiden. En gaat over tot de orde van de dag. De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. GroenLinks ziet de taxi als een belangrijk onderdeel van het op een duurzame manier bereikbaar houden van onze stad. Taxi's spelen ook een belangrijke rol in het voor- en natransport naar de treinstations. De taxi is voor veel bezoekers van Den Haag ook ons visitekaartje. GroenLinks herkent zich in de problematiek die de aanleiding vormt voor deze verordening. Als gebruiker van een opstaptaxi ben je nu nog te vaak overgeleverd aan willekeur. Het 551
gaat vaak goed, maar het komt nog te vaak voor dat de kwaliteit en de service onvoldoende zijn. De gekozen oplossing van een Toegelaten Taxi Organisatie kan op de steun van GroenLinks rekenen. Naar aanleiding van de commissievergadering, de inspraak en het constructief meedenken van taxibedrijven is de verordening nog verder verbeterd. Onder andere het verruimen van het gebied was voor GroenLinks een belangrijk punt. De voorzitter. Er is weer heel veel geroezemoes in de zaal. Ik vraag de mensen op de tribune, de wethouders en de raadsleden om even niet te spreken en om alleen de woordvoerder aan het woord te laten. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Dank u wel, voorzitter. GroenLinks vindt het een gemiste kans dat de taxiverordening op geen enkele manier is aangegrepen om de randvoorwaarden te creëren die ondernemers een duwtje in de rug geven om over te stappen naar schonere en zuinigere taxi's. Ook de heer Vos van het Haags Taxi Platform benadrukte dit zojuist. Op het punt van onze doelstellingen voor schone lucht en minder CO2-uitstoot ligt hier een uitgelezen mogelijkheid, omdat taxi's veel rijden en bovendien vaak in de binnenstad. Elektrisch rijden kan voorlopig echter nog niet concurreren met reguliere dieselauto's. Daarom is het essentieel dat dit vanuit de gemeente gestimuleerd wordt. Elektrische taxi's verruimen de keuzevrijheid van klanten en vormen een duurzaam uithangbord voor onze stad. Ik ben op werkbezoek geweest bij Taxi-E, een bedrijf dat onder het motto 'Change the system' in Amsterdam met succes elektrische taxi's exploiteert en bovendien het grootste oplaadpunt van Europa in beheer heeft. Taxi-E gaf net als het KNV aan dat de wijze waarop de TTO nu is ingericht, een enorme barrière vormt om als taxibedrijf met elektrische voertuigen de Haagse opstapmarkt te betreden. Daarom wil ik op beide raadsvoorstellen, dus zowel voor de TTO-verordening als de legesverordening, een amendement indienen. Het eerste amendement heeft betrekking op het verkleinen van de TTO in het geval van elektrische voertuigen. Dat is helemaal conform het Amsterdamse voorbeeld, waar dit dus goed heeft gewerkt. Als je vijftien voertuigen moet aanschaffen, is dat voor elektrische voertuigen een te hoge investering. Daarom stel ik voor om voor voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen een minimum vast te leggen van vijf voertuigen en tien chauffeurs. Dat betreft een wijziging van artikel 8, onderdelen c en f. Het tweede amendement heeft betrekking op de legesverordening. Het verlagen van de leges voor TTO's met elektrische taxi's is een duidelijke prikkel die ondernemers een duwtje in de rug geeft. Straks zal D66 mede namens GroenLinks een motie indienen over een subsidieregeling. Ik steun die motie van harte, want alles wat in de goede richting duwt, helpt. GroenLinks vindt het echter vooral belangrijk dat we duurzaamheid een integraal onderdeel laten zijn van het beleid dat wij hier maken. Daarom hecht ik ook heel sterk aan deze twee amendementen, omdat je daarmee - ook als college echt laat zien dat duurzaamheid een integraal onderdeel is van de manier waarop wij tegen onze stad aankijken. De voorzitter. Door de heer Kapteijns, daartoe gesteund door de heer Van Vulpen en mevrouw De Groot, worden de volgende amendementen (rv 105.2013/a en rv 106.2013/a) voorgesteld:
Amendement rv 105.2013/a De Raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 19 september 2013, ter bespreking van de Taxiverordening Den Haag 2014 (rv 105). Besluit om aan artikel c en f van artikel 8 van de Taxiverordening Den Haag 2014 het volgende toe te voegen: Artikel 8 Toelatingseisen TTO Een TTO: a. is een rechtspersoon; b. dient te beschikken over een postadres en een telefoonnummer; c. heeft minimaal 30 chauffeurs werkzaam op de opstapmarkt in Den Haag die voldoen aan de 552
d.
e. f.
gestelde kwaliteitseisen en kan dit aantonen door het overleggen van afschriften van overeenkomsten die met de chauffeurs zijn aangegaan. De chauffeurs zijn niet eveneens aangesloten bij een andere TTO die voorziet in het aanbieden van taxivervoer binnen de gemeente Den Haag. Indien voor het aanbieden van taxivervoer gebruik wordt gemaakt van voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen geldt een minimum van 10 aangesloten chauffeurs; heeft overeenkomsten met de vervoerders waar aangesloten chauffeurs als genoemd onder c deel van uitmaken en kan dit aantonen door het overleggen van afschriften van deze overeenkomsten. Deze vervoerders zijn niet eveneens aangesloten bij een andere TTO die voorziet in het aanbieden van taxivervoer binnen de gemeente Den Haag; dient te beschikken over een normen- en waardenprotocol, een klachtenprotocol, een sanctieprotocol en een controleprotocol; kan aantonen dat de aangeslotenen minimaal 15 rijklare voertuigen waarmee taxivervoer wordt verricht ter beschikking hebben. Indien gebruik wordt gemaakt van voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen geldt dat de aangeslotenen minimaal 5 rijklare voertuigen waarmee taxivervoer wordt verricht ter beschikking hebben.
Amendement rv 106.2013/a De Haagse Raad, bijeen ter bespreking van het voorstel van het college inzake wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (Algemene legesverordening 2013) (rv 106; RIS 259728). Besluit aan artikel 1 een artikel 15.8.11a toe te voegen: Artikel I In de tarieventabel behorende bij de Algemene legesverordening 2013 worden de volgende onderdelen toegevoegd: 15.8.11 voor een vergunning als bedoeld in paragraaf 3 van de Taxiverordening Den Haag 2014 € 5390,00 vermeerderd met € 235,00 per aangesloten taxichauffeur 15.8.11a voor een vergunning als bedoeld in paragraaf 3 van de Taxiverordening Den Haag 2014, waarbij gebruik wordt gemaakt van voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen € 2695,00 vermeerderd met € 117,50 per aangesloten taxichauffeur 15.8.12 tot overschrijving van een taxichauffeur naar een andere Toegelaten Taxi Organisatie € 50,00 De amendementen maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging. Willie Dille (PVV). Voorzitter. Allereerst excuses voor mijn stemgeluid. Velen van u zouden wellicht willen dat een PVV'er helemaal geen stem had. Wat dat betreft, is dit dus misschien alleen maar gunstig. De PVV vindt het positief dat middels een taxiverordening wordt geprobeerd om de kwaliteit van het taxivervoer te vergroten. Dat is goed voor de passagiers en voor de welwillende, hard werkende taxichauffeurs. Ook waarderen wij het dat de wethouder na veel vijven en zessen eindelijk heeft ingezien dat dit alleen kan werken als dit voor vrijwel het hele Haagse grondgebied wordt ingesteld. Het feit dat de wethouder niet wil inzien dat het legesbedrag van € 5.390 veel te hoog is en er waarschijnlijk dan ook toe zal leiden dat er bijna geen TTO's aangemeld zullen worden, is echter ver verwijderd van alle werkelijkheidszin. De wethouder noemde dit 'een acceptabel bedrag'. 553
Misschien is dat zo met een wethouderssalaris, maar voor chauffeurs die al geconfronteerd worden met oplopende kosten en die ook nog eens € 305 moeten gaan betalen voor het Haagse keurmerk, is dat niet zo. Dit zal de nekslag voor de branche blijken te zijn. Ook de door de wethouder gestuurde kostenberekening laat te wensen over. Daarom willen wij middels een motie ertoe oproepen om een nieuwe reële kostenberekening te maken. Vandaar een motie met als dictum: 'een nieuwe reële kostenberekening te maken en dit legesbedrag aanzienlijk te verlagen'. Joost Sneller (D66). Ik zou mevrouw Dille willen vragen wat zij onrealistisch vindt aan de onderbouwing die wij hebben gekregen. Willie Dille (PVV). Wat ik daar niet realistisch aan vindt? Ongeveer alles. Naar mijn idee en ook naar het idee van de branche kan het half zo goedkoop. Er worden kosten per handeling in rekening gebracht. Op een gegeven moment zit je in een bepaald ritme en hoef je voor de volgende TTO niet weer zoveel uren te maken. Wat mij betreft, is het een totaal irreële kostenberekening. De heer Lakerveld (VVD). Ik neem het stokje even over om het toch nog eens te proberen. Kunt u aangeven welke punten van de kostenonderbouwing u niet goed vindt? Willie Dille (PVV). Het verwondert mij vooral dat de wethouder de hele tijd de Amsterdamse situatie erbij haalt als dat hem uitkomt. In dit geval is het echter veel makkelijker te regelen dan in Amsterdam. Daar hoeven we dus geen vergelijking mee te maken. Er wordt bijvoorbeeld 25 uur ingeboekt om bepaalde randvoorwaarden te controleren die wij al met z'n allen hebben vastgelegd. Dat lijkt mij totaal overdreven, à € 100 per uur. Ik doel op dat soort dingen. De heer Lakerveld (VVD). Ik had eerder van u verwacht dat u zou zeggen dat meer handhavers welkom zouden zijn. Dat zou in de kostenonderbouwing eerder tot een plus moeten leiden, maar volgens mij kunnen we constateren dat u de kostenonderbouwing zelf niet kent. Willie Dille (PVV). Ik ken de kostenonderbouwing prima en ook de branche. De branche heeft al gereageerd en heeft aangegeven dat het, als je reëel kijkt, 50% goedkoper zou kunnen. Daar kan ik mij inderdaad prima in vinden. Wij pleiten ook voor de mogelijkheid om de leges in twee termijnen te betalen. Op die manier kan de branche ervaring opdoen met een nieuw systeem waarvan wij allemaal hopen dat het effectief zal zijn, maar waarvan wij dat nog niet zeker weten. Vandaar een amendement waarin dit wordt geregeld. Het amendement is medeondertekend door de SP. Als een TTO een jaar blijft bestaan en niet voor een bepaalde datum het resterende bedrag betaalt, is zij daarmee niet meer geldig. Op die manier kunnen de door de wethouder opgevoerde extra administratieve kosten voor de gemeente beperkt blijven. Als de verordening op 1 november ingaat, heeft de branche nog maar vijf maanden voorbereidingstijd. Als je daar de behandeling van de TTO-aanvraag en van de passen van aftrekt, wordt het wel heel erg kort dag. Ziet de wethouder mogelijkheden om deze periode te verlengen? Joost Sneller (D66). Zegt mevrouw Dille nu tegelijkertijd dat de beoordeling korter duurt dan in de toelichting staat én dat er meer tijd nodig is voor die beoordeling? Willie Dille (PVV). Nee, dat zegt mevrouw Dille niet. Ik weet niet waarnaar u hebt zitten luisteren. Joost Sneller (D66). U wilt uitstel van de invoerdatum, omdat het meer tijd zou kosten om alle aanvragen te beoordelen. U zei zojuist … Willie Dille (PVV). Omdat er … De voorzitter. Nee, eerst de vraag.
554
Willie Dille (PVV). Oké. Joost Sneller (D66). Daarvoor zei u dat de kostenonderbouwing niet realistisch is, omdat het veel minder tijd kost. Willie Dille (PVV). Ik heb het nu over de voorbereidingstijd voor de branche zelf. De branche moet nog alle examens gaan afnemen. Dan is vijf maanden wel heel kort. Daar heb ik het over en dat is een heel ander verhaal dan het verhaal over de uren die nodig zijn om te beoordelen of een TTO aan alle voorwaarden voldoet. Ik snap uw vraag dus niet helemaal. Tot slot een vraag over de handhaving. Kan de wethouder garanderen dat de handhaving toereikend zal zijn, met name in de beginperiode? Zo niet, dan houden wij ons hart vast. Nu gaan we feilloos over naar de herinrichting van de openbare ruimte op de Stationsweg. Ook op dit punt heeft de PVV grote moeite met de manier waarop in het voorstel met de Haagse taxibranche wordt omgegaan. Het taxivervoer is immers onderdeel van het openbaar vervoer en speelt daarin een belangrijke aanvullende rol. Als dit voorstel doorgaat, zal het aantal taxistandplaatsen afnemen van 26 naar 14. Dat is voor de PVV en voor de branche totaal onaanvaardbaar. De taxi's zijn nu al op een tijdelijke plek gezet - nou ja, tijdelijke; het kan zelfs drie jaar gaan duren - die niet uitblinkt in klantvriendelijkheid, met alle gevolgen van dien. De wethouder gaf aan dat er vanuit de branche geen bezwaren waren tegen het aantal van 14 standplaatsen. Op dat punt is er iets vreemds aan de hand. De branche keert zich namelijk sterk tegen dat aantal van 14. Dus óf de wethouder is niet zo communicatief ingesteld óf hij heeft de bezwaren met het grootste gemak naast zich neergelegd. Daarom ter aansporing een motie met als dictum: 'verzoekt het college alles in het werk te stellen om dit te realiseren'. Dat gaat dus over het behouden van de 26 standplaatsen. Tot slot pleit ik nogmaals voor de inrichting van een serieus en structureel overleg met de taxibranche bij wijzigingen en werkzaamheden en voor voldoende taxivoorzieningen in de stad. De voorzitter. Door mevrouw Dille, daartoe gesteund door de heer Van Kent, wordt het volgende amendement (rv 106.2013/b) voorgesteld:
Amendement rv 106.2013/b De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 19 september 2013 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake “wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (Algemene legesverordening 2013” (rv 106; RIS 259728). Toe te voegen aan artikel 7, tweede lid: - De leges bedoeld in onderdeel 15.8.11 van de tarieventabel worden voldaan in twee jaarlijkse termijnen, waarbij de eerste termijn maximaal € 2.000 bedraagt, en het restant indien men besluit als TTO door te gaan in het tweede jaar. De voorzitter. Door mevrouw Dille wordt de volgende motie (rv 105.2013/5) ingediend:
Motie rv 105.2013/5 De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 19 september 2013 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake “ Taxiverordening Den Haag 2014” (rv 105; RIS 259727). Constaterende dat: de taxiverordening bedoeld is om de kwaliteit van het taxivervoer een impuls te geven; het bedrag van € 5390,- legeskosten om een TTO op te richten voor veel taxichauffeurs niet betaalbaar zal blijken te zijn; dat de manier waarop dit bedrag is opgebouwd vele vraagtekens oproept en meer dan kostendekkend lijkt te zijn. 555
Verzoekt het college om: een nieuwe reële kostenberekening te maken en dit legesbedrag aanzienlijk te verlagen. En gaat over tot de orde van de dag. Het amendement en de motie maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging. Cees Pluimgraaff (CDA). Voorzitter. We praten vanavond over de kwaliteitsslag die we graag in Den Haag willen maken, met name in de taxibranche. Een zeer positieve werkbespreking en een goede vergadering zijn hieraan voorafgegaan. Iedereen heeft zijn zegje kunnen doen en heeft zaken kunnen regelen op de wijze waarop men vond dat die zaken geregeld zouden moeten worden. Het CDA is altijd voor een goed overleg met alle partijen. Ook vanavond hebben wij die mening nog steeds. Het verbaast ons hoe het mogelijk is dat na zo'n goede werkbespreking en na de goede behandeling in de commissie toch weer wat ruis op de lijn is gekomen ten aanzien van de financiën en de plekken bij Hollands Spoor. Dat zou ik toch aan de wethouder willen vragen. Dit is jammer, want ik heb in de hele gang van zaken steeds een positieve grondhouding geproefd. Het ging in de commissie ten slotte over drie punten, ten eerste het uitbreiden van het gebied naar de stadsgrenzen. Dat is gelukt. Daar heeft de wethouder op een gegeven moment mee ingestemd en hij heeft zijn plan op dat punt aangepast. Ten tweede ging het om de handhaving, direct na de invoering. Ook daarvan heeft de wethouder op een gegeven moment, samen met het college, gezegd dat daar inderdaad goed op moet worden ingezet, omdat dit ook iets te maken heeft met de slaag- en faalfactoren bij dit onderwerp. Ten derde ging het natuurlijk om de financiën. De door het CDA gemaakte doorrekening komt erop neer dat een eenheid bij een TTO met 30 aangesloten chauffeurs per jaar € 83 aan kosten moet dragen. Bij een grotere TTO van 100 komt dat bedrag uit op € 56 per aangeslotene. Als ondernemer zeg ik dat je dat met elkaar moet kunnen dragen. Dat is ook de richting waarin het CDA denkt: niet meer mopperen over die kosten, maar op een gegeven moment je schouders eronder zetten en ervoor zorgen dat je ook na de volgende vijf jaar binnen de eigen TTO een potje maakt. Voor het geval dat er TTO's zijn die bij de totstandkoming van de eerste aanzet naar de nieuwe methodiek problemen hebben, heeft het CDA een voorstel als volgt verwoord in een motie: 'van mening dat een gespreide betaling van de legeskosten tot de mogelijkheden moet behoren, verzoekt het college een betaalregeling voor de leges op te stellen voor TTO's die een adequate vergunningaanvraag hebben gedaan en tevens aannemelijk hebben gemaakt dat betaling van de leges in één termijn problematisch is voor de levensvatbaarheid van de TTO'. Deze motie is medeondertekend door de VVD, de PvdA en D66. Dit gaat over de invoering van een TTO-methodiek. Het CDA gelooft daarin en vermoedt dat de kwaliteit voor de stad en binnen de stad omhoog gaat. Het CDA is een groot voorstander van een goede communicatie bij de invoering. De voorzitter. Door de heer Pluimgraaff, daartoe gesteund door de heer Lakerveld, mevrouw Van Nieuwenhoven en de heer Sneller, wordt de volgende motie (rv 106.2013/1) ingediend:
Motie rv 106.2013/1 De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 19 september 2013 ter bespreking van het voorstel wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (rv 106; ris 259728). Constaterende dat: - in het raadsvoorstel inzake de Taxiverordening Den Haag (rv 105) ter verbetering van de kwaliteit van de straattaxi de Haagse taxibranch een organisatieplicht wordt opgelegd en daartoe een minimumomvang per taxi-organisatie (TTO) van 30 chauffeurs is ingesteld; - TTO’s legeskosten moeten maken voor het aanvragen van een TTO-vergunning .
556
Overwegende dat: - de vorming van een TTO met name voor kleine bestaande taxibedrijven een grote inspanning vergt; - de kosten van de leges in sommige gevallen een beletsel kunnen vormen om een TTO te vormen. Van mening dat: - een gespreide betaling van de legeskosten tot de mogelijkheden moet behoren. Verzoekt het college: - een betaalregeling voor de leges op te stellen voor TTO’s die een adequate vergunningaanvraag hebben gedaan en tevens aannemelijk hebben gemaakt dat betaling van de leges in één termijn problematisch is voor de levensvatbaarheid van de TTO. De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging. Joost Sneller (D66). Voorzitter. D66 sluit zich van harte aan bij de brede steun - ik zal maar zeggen: van de heer Kapteijns tot mevrouw Dille - voor het principe achter deze taxiverordening en voor het ook in Den Haag invoeren van de systematiek van de Toegelaten Taxi Organisatie. In de inspraak werd al gezegd dat die systematiek per 1 juni is ingevoerd in Amsterdam en daar succesvol is. Na de commissiebehandeling zijn er wat D66 betreft nog drie punten, ten eerste het gebied. Wij steunen de uitbreiding van het gebied van harte. Wij horen graag hoe de wethouder wil voorzien in de uitbreiding van de handhaving in dat gebied, zoals ook in de brief al wordt opgemerkt. Het tweede punt betreft de kosten. De uitgebreide betalingsregeling gaat ook voor D66 iets te ver; ik denk dat de heer Pluimgraaff dat zojuist goed heeft verwoord. Wij hebben van harte onze handtekening gezet onder een meer specifieke regeling voor de groepen die dit niet zouden kunnen opbrengen. Ik krijg graag een reactie van de wethouder op de mening dat het efficiënter zou kunnen dan in de onderbouwing. Het leek mij een realistisch overzicht, maar ik kan mij voorstellen dat op basis van ervaringen over twee jaar, wanneer we dit gaan evalueren, iets anders zou kunnen blijken. Ik hoor dus graag hoe daar volgens de wethouder mee omgegaan zou moeten worden. Het belangrijkste was verder de kans voor schoner taxivervoer, waar de heer Kapteijns al op inging. Dat is goed voor de luchtkwaliteit, voor het klimaat en tegen de geluidoverlast, maar D66 wil daaraan bijdragen zonder afbreuk te doen aan de andere uitgangspunten die wij ook hebben in deze gemeente. Ik doel ten eerste op het reputatiemechanisme en de sociale controle, die ten grondslag liggen aan deze taxiverordening, en ook op het principe van kostendekkende leges. Vandaar mijn opmerking van zojuist: het is niet de bedoeling dat de gemeente hieraan verdient. Daarom heb ik een motie opgesteld voor het ontwerpen van een subsidieregeling voor schoon taxivervoer. Het dictum van de motie luidt: 'roept het college op te onderzoeken hoe een uitvoerbare, op TTO's gerichte subsidieregeling die effectief bijdraagt aan de introductie van elektrisch (of ander schoon) taxivervoer in Den Haag het beste kan worden vormgegeven en op welke wijze deze gefinancierd kan worden' en de gemeenteraad daar uiteraard zo spoedig mogelijk over te informeren. Willie Dille (PVV). Ik reageer een beetje laat, maar ik moest even zoeken. We hadden zojuist een klein debatje over de opbouw van de legeskosten. Ik wil nu graag weten wat u ervan vindt dat er bij de berekening van de legeskosten bijvoorbeeld geen rekening mee is gehouden dat de groen/gele kaart wordt aangevraagd door de TTO's, dus groepsgewijs en niet individueel, terwijl wel de uren zijn gerekend voor individuele aanvragen. Volgens mij klopt dat niet. U gaat mij nu vast uitleggen hoe dit fantastisch klopt. Joost Sneller (D66). Zoals ik zojuist al zei: ik kan niet in de backoffice kijken of op de handen van degene die dit beoordeelt. Ik ga er echter van uit dat er naar kostendekkendheid is gekeken en dat dit een individuele beoordeling van elke aanvraag in zich heeft.
557
Arjen Kapteijns (GroenLinks). Ik hoor de heer Sneller zojuist betogen dat het niet mogelijk is om in één stukje regelgeving meerdere doelen te dienen. Volgens mij is dat prima mogelijk. Kan de heer Sneller toelichten waarom dat niet zou kunnen? Joost Sneller (D66). Dat heb ik in zijn algemeenheid niet betoogd. Ik zeg alleen dat er in dit geval twee principes of uitgangspunten zijn, ten eerste de TTO, waarmee wij straks waarschijnlijk breed gaan instemmen, en ten tweede kostendekkende leges. Op die systemen hoeven we geen inbreuk te maken om toch het doel van schoon taxivervoer te bereiken. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Is D66 het dan niet met GroenLinks eens dat het veel robuuster is en veel meer getuigt van een integrale visie als je niet aanvullende, losse en tijdelijke subsidieregelingen nodig hebt maar dit gewoon kunt regelen in de desbetreffende regelgeving? Joost Sneller (D66). Dat is D66 niet met GroenLinks eens. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Dat vind ik niet alleen heel makkelijk, maar ook een beetje flauw. Ik verzoek de heer Sneller toch om dat te beargumenteren. Joost Sneller (D66). We hadden het in de commissievergadering onder andere over de introductie van nieuwe elektrische voertuigen en het opstarten. We hebben de kosten van elektrische voertuigen in de afgelopen jaren zien dalen. Die zouden in de toekomst nog verder kunnen dalen, terwijl die kosten het grote knelpunt zijn om een elektrisch taxivervoerbedrijf of TTO rendabel te krijgen. Volgens mij is zo'n subsidieregeling dus juist ideaal om er in de overgangsfase naar die verdere kostendaling voor te zorgen dat dit wel rendabel wordt. Wij streven daarbij immers hetzelfde doel na, namelijk om te zorgen voor een betere luchtkwaliteit. U kiest ervoor om de leges, waarvan wij allemaal het principe hebben vastgelegd dat zij kostendekkend zijn, redelijk arbitrair ineens te halveren en om het door ons allemaal vastgestelde minimumaantal taxi's en chauffeurs die aangesloten moeten zijn bij een TTO, te halveren. Aan dat minimumaantal liggen echter goede argumenten ten grondslag, waaronder het reputatiemechanisme. Misschien is dit een uitgebreider antwoord op uw vraag. Daarom ben ik het dus niet met u eens. De voorzitter. Mijnheer Kapteijns, nog één keer op dit punt. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Ja, dat was een uitgebreider antwoord, maar ik stel vast dat D66 in plaats van voor het integraal oplossen van duurzaamheid ervoor kiest om dit los van het beleid bij een andere wethouder neer te leggen. Joost Sneller (D66). Volgens mij dien ik deze motie met een subsidieregeling op dit punt in en hebben uw twee amendementen nul komma nul te maken met welke integraliteit dan ook. Is dat een duidelijker antwoord? Ik had het zojuist al over de Amsterdamse ervaring. De waterbedeffecten die zich daar hebben voorgedaan, hebben in nogal wat randgemeenten tot problemen geleid. Ik hoop dat deze wethouder, die vaak met zijn Haaglanden-collega's om de tafel zit, hen waarschuwt dat zij per 1 april of, als de moties worden aangenomen, per 1 mei behoorlijk wat Haagse taxichauffeurs over de vloer zouden kunnen krijgen. Ik zou hun willen aanraden om te kijken naar onze taxiverordening en iets dergelijks in te voeren. Iemand zei al dat de gang van zaken met betrekking tot Hollands Spoor duidelijk maakt hoe groot de behoefte is aan een structureel overleg met de taxibranche. In de commissievergadering is al toegezegd dat dat overleg zal worden opgestart. Ik dank het college voor de toezending na de commissievergadering van de extra informatie. Daaruit blijkt dat dit 'besproken' en dus niet 'afgesproken' is met de taxibranche. Ook D66 heeft echter behoefte aan meer uitleg over hoe dit is gegaan en over de onderbouwing daarvan. Ik hoop dat er nog ruimte is om in overleg met de inderdaad constructieve vertegenwoordigers van de taxibranche te praten over de tijdelijke standplaatsen en over de vraag of het aantal van 14 inderdaad definitief moet zijn.
558
De voorzitter. Door de heer Sneller, daartoe gesteund door mevrouw Van Nieuwenhoven en de heer Kapteijns, wordt de volgende motie (rv 105.2013/6) ingediend:
Motie rv 105.2013/6 De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 19 september 2013 ter bespreking van het voorstel van het college inzake Taxiverordening Den Haag 2014 (rv 105; RIS 259727). Constaterende dat: - Den Haag de ambitie heeft om in 2040 klimaatneutraal te zijn; - Den Haag streeft naar verbetering van de luchtkwaliteit; - elektrisch (of ander schoon) taxivervoer aan het behalen van beide doelen een bijdrage kan leveren; - hier onder andere in het kader van het ‘Actieplan luchtkwaliteit’ budget voor beschikbaar is. Van mening dat: - de invoering van de nieuwe taxiverordening met een stelsel van herkenbare Toegelaten Taxi Organisaties (TTO’s) een goede gelegenheid biedt om schoon taxivervoer te stimuleren; - een subsidieregeling hierbij een nuttige - zo niet noodzakelijke – rol kan vervullen; - het daarom wenselijk is een subsidieregeling in te voeren die deze ontwikkeling mogelijk maakt. Roept het College op: - te onderzoeken hoe een uitvoerbare, op TTO’s-gerichte subsidieregeling die effectief bijdraagt aan de introductie van elektrisch (of ander schoon) taxivervoer in Den Haag het beste kan worden vormgegeven en op welke wijze deze gefinancierd kan worden; - de gemeenteraad zo spoedig mogelijk over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren, zodat de regeling op zijn laatst tegelijk met de nieuwe taxiverordening kan ingaan. De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging. Bart van Kent (SP). Voorzitter. Het was in het jaar 2000 dat onder PvdA-minister Netelenbos de taximarkt in Nederland werd opengegooid. De prijs, zo werd beloofd, zou naar beneden gaan en de kwaliteit zou omhooggaan; de marktwerking zou haar werk gaan doen. Nu, 13 jaar later, kijken we naar een taximarkt waarop de prijzen zijn gestegen en de kwaliteit verre van toegenomen is. Dat vormt ook de aanleiding voor het voorstel dat dit college heeft gedaan en in de kern kan de SP daar alleen maar positief over zijn . De marktwerking die in 2000 ongereguleerd werd geïntroduceerd, wordt met dit TTO-systeem aan banden gelegd. In de commissievergadering van de vorige week heeft de SP een aantal voorstellen gedaan die door heel veel andere partijen werden gedeeld. De wethouder heeft er dan ook een aantal van overgenomen, waar we ook blij mee zijn. We hadden onder andere gevraagd om het TTO-gebied uit te breiden tot de gehele stad. Dat is nu in het raadsvoorstel teruggekomen. We hadden ook gevraagd om het eerste jaar op proef te doen. Veel mensen noemen het een betalingsregeling. Zo zou je het ook kunnen zien, maar de reden dat de SP dit voorstel heeft gedaan is niet omdat wij vinden dat er een betalingsregeling moet zijn, want dan lijkt het net alsof men het niet kan betalen - het voorstel van de collegepartijen heeft die sfeer - maar omdat we ervoor willen zorgen dat de TTO's die zich nieuw vormen in Den Haag het eerste jaar de tijd krijgen om te zien dat het werkt, om de zaken op orde te brengen, om te zien dat de inzet gaat toenemen én om te zien dat dit nieuwe systeem beter is dan het vorige. Na dat ene jaar kunnen ze dan het besluit nemen of ze doorgaan als TTO in Den Haag. Daarom vind ik het ook iets anders dan een betalingsregeling. Er zijn nu verschillende voorstellen gedaan. Een heb ik samen met de PVV ingediend. Ik zou een beroep willen doen op de wethouder om straks ruiterlijk toe te zeggen dat er zo'n proefperiode komt, temeer omdat daarmee ook alle misverstanden en twijfels die er zijn over de legeskosten weggenomen kunnen worden. Na een jaar weten we namelijk heel goed wat de kosten zijn die de gemeente maakt wat betreft de leges. Op basis van die ervaring in dat eerste jaar kan het bedrag dat resterend betaald moet 559
worden voor de overige vier jaar worden vastgesteld. Zoals ook de heer Vos betoogd, kan het heel goed zijn dat dit bedrag dan beduidend lager is dan het bedrag in Amsterdam. Het kan ook anders uitpakken, maar na dat ene jaar weten we in ieder geval wat die kosten zijn en kunnen we met de grootst mogelijke zekerheid vaststellen wat de kosten de vier jaar daarna zijn. De SP heeft ook voorgesteld om de eerste periode zeer strikt te handhaven en om ook de politie daarbij in te schakelen. Andere steden hebben ook daar ervaring mee opgedaan. De wethouder heeft dit al wel toegezegd, maar ik zou toch nog een keer heel duidelijk van hem willen horen dat er in ieder geval in de eerste periode zo veel handhaving is dat er geen 'toeristen' uit Rotterdam en Amsterdam hier de klanten in het centrum kunnen oppikken. Ook het structureel overleg was een punt dat de SP heeft ingebracht. De wethouder heeft ook dat toegezegd. Dus al met al is er sprake van een aardige score. Heel veel andere partijen hadden deze punten ook ingebracht. Het punt van het eerste jaar op proef is voor onze fractie ongelofelijk belangrijk en ik hoop dan ook dat de wethouder daarop wil ingaan. Ik ga nog kort even in op wat de inspreker de heer Maliy naar voren heeft gebracht. Ik heb ook wel eens taxi's genomen vanuit het VCP-gebied en ook weleens taxi's besteld voor anderen omdat mijn werk ook binnen dat VCP-gebied ligt. Uiteindelijk is het de bedoeling dat een taxi dat gebied inrijdt en iemand oppikt. Dat is natuurlijk eenzelfde beweging als wanneer een taxichauffeur door het VCP-gebied zwerft op zoek naar klanten en dan even stopt om iemand op te pikken. Daar is door de politie volgens mij geen onderscheid in te maken. Ik zou daarom willen vragen hoe exact dat stopverbod in het VCP-gebied geldt en wanneer de politie al dan niet een boete oplegt. In de commissie heb ik gevraagd om dit punt in het structureel overleg, dat wat ons betreft zo snel mogelijk moet starten, meteen aan de orde te stellen en er heel duidelijke afspraken over te maken, zodat er heel snel helderheid over komt. Over de situatie op Hollands Spoor hebben we gisteren in de commissie al een debat gehad. Als daar een nachttrein aankomt, zijn 14 plekken niet veel, zeker in een weekendnacht waarbij er uit andere steden grote groepen mensen Den Haag binnenkomen, de trams niet meer rijden en mensen behoefte hebben aan een taxi. Ik snap echt niet dat de wethouder denkt dat die 14 plaatsen voldoende zijn. Daarom nogmaals de oproep, ervoor te zorgen dat het er ten minste 26 worden. Sandra Abbenhuis (PPS). Voorzitter. Sinds het vrijgeven van de taxivergunningen in 2000 is het er voor de passagiers niet altijd duidelijker op geworden. Uit klachten van inwoners in Den Haag en op Scheveningen is ons duidelijk geworden dat de klant erbij gebaat is dat met name de zogenaamde vrije rijders als groep de krachten bundelen. Bovendien komt krachtenbundeling de branche als geheel ten goede. Daarom zal onze fractie instemmen met het voorstel. Met betrekking tot Hollands Spoor nog het volgende. Er is blijkbaar iets misgegaan in de communicatie. Is de wethouder dan ook bereid om deze omissie te herstellen? De heer Lakerveld (VVD). Voorzitter. Wat ons betreft ligt hier een goed voorstel voor. De kwaliteit van het taxivervoer zal hiermee zichtbaar verbeteren, althans laten we dat hopen. We hebben in de commissie een goed debat gehad waarin de wethouder een aantal zaken heeft toegezegd die wat ons betreft goed zijn. Er is gekeken naar de omvang van het gebied. Dat wordt nu uitgebreid. Er is gekeken naar de kosten. Daar is inmiddels een onderbouwing voor geleverd. Op zich vind ik de vraag van de heer Sneller heel relevant of er sprake is van een zo efficiënt mogelijke aanpak, hoewel ik er eigenlijk van uitga dat wanneer we een voorstel krijgen, dit het geval is. Het lijkt mij in ieder geval goed dat de wethouder nog ingaat op die vraag van de heer Sneller. De kosten moeten namelijk wel zo laag mogelijk zijn. Hasan Küçük (Islam Democraten). U zegt dat dit een heel goed voorstel is. Hebt u ook met de taxibranche gesproken en hebt u ook goed geluisterd wat die er van vindt? Vindt de taxibranche het volgens u ook een goed voorstel? De heer Lakerveld (VVD). Ik heb inderdaad uitvoerig en meerdere malen contact gehad met de taxibranche. Een aantal van de punten die de taxibranche mij heeft meegegeven, heb ik ook ingebracht in het debat en bovendien ga ik er nu nog een aantal noemen. Dus als u mijn betoog afwacht, zult u een aantal zaken die u zelf in de gesprekken met de taxibranche heeft gehoord, ook terug horen. Al 560
met al staat iedereen wel achter het idee van de TTO's. Iedereen ziet dat dit een enorme verbetering kan opleveren voor de branche. Dat neemt niet weg dat we op sommige punten inderdaad van mening verschillen. Daar wil ik de ogen ook niet voor sluiten. Verder hebben we aangegeven dat het van belang is om het punt van de handhaving met name bij de start te regelen. De Amsterdamse situatie heeft ook geleerd dat als je dat goed organiseert, je daar profijt van hebt. De heer De Mos heeft gevraagd of het aantal handhavers wel voldoende is. Om dit echt tot een succes te maken moeten we hier niet op beknibbelen. Als het nodig is - de wethouder geeft het zelf al aan in zijn laatste brief - zou het wat ons betreft een goed idee zijn om bij de begrotingsbehandeling hier nog eens naar te kijken, want die handhaving, juist bij de start, is heel belangrijk voor het slagen van dit voorstel. Dan het gespreid betalen. Als VVD hebben wij daar een punt van gemaakt. Het leek ons een heel aardige gedachte om de mogelijkheid van gespreid betalen in te voeren, iets wat in Amsterdam ook goed leek te werken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de praktische bezwaren die de wethouder aanvoert, wel inzie en dat ik er het eigenlijk wel mee eens ben dat het daarmee ingewikkelder en duurder wordt. Met de coalitie hebben we ernaar gekeken en dat heeft geleid tot het volgende. Zou het niet een goed idee zijn om een soort van betalingsregeling te organiseren? Volgens mij bereiken we dan precies wat we willen: voor de TTO's die het niet lukt om tijdig te betalen, is het mogelijk om een regeling te treffen met de gemeente. Volgens mij zijn we dan precies bij dat punt dat we eigenlijk met elkaar willen regelen. Willie Dille (PVV). Ik hoor de VVD zeggen dat de betalingsregeling een prachtig idee is. Waarom heeft de VVD dan niet het amendement van de SP en de PVV hierover gesteund? De heer Lakerveld (VVD). Volgens mij geef ik dat net aan. De wethouder heeft in het debat aangegeven dat er wel een aantal praktische bezwaren aan kleven. Dat vind ik wel overtuigend. Het wordt inderdaad ingewikkelder met een regeling voor gespreide betaling, waardoor waarschijnlijk ook de kosten hoger worden. Ik vind dat dus wel overtuigend. We hebben het nu over gevallen waarin een TTO niet kan voldoen aan haar betalingsverplichting. Welnu, volgens mij hebben we daar nu een constructie voor die een en ander mogelijk maakt op dat punt. Ik roep u dan ook op om onze motie hierover te steunen. Bart van Kent (SP). Vindt de heer Lakerveld de nadelen die er onmiskenbaar zitten aan zo'n betalingsregeling, opwegen tegen de grote voordelen waarbij het gaat om het vertrouwen in het nieuwe systeem? Ik denk dan aan het inzichtelijk maken van de kosten na een jaar zodat we daarna een exact bedrag kunnen vaststellen en aan het voorkomen dat TTO's in het begin zeer grote bedragen moeten uitgeven waardoor sommige zullen terugschrikken en op een andere manier hun brood zullen gaan verdienen. Zijn dat niet veel grote voordelen dan de nadelen die er inderdaad ook zijn? De heer Lakerveld (VVD). Een van de praktische bezwaren die de wethouder noemt, is dat het vooral ingewikkelder en daarmee ook duurder wordt. Daar ben ik wel gevoelig voor, want volgens mij is dat ook een heel logisch feit. U doet zelf de suggestie om een soort van proefperiode in te bouwen. Welnu, daar ben ik niet voor. Zoals ik ook al in de commissie heb aangegeven, zie ik dat niet zitten. Dat heb ik ook nooit beoogd met een gespreide betalingsregeling. Als het niet mogelijk is om te betalen, laten we dan als gemeente meekijken of we niet een soort van constructie kunnen verzinnen om wel te betalen. Volgens mij is dit een betalingsregeling die prima is en ook een midden vindt tussen de praktische bezwaren die de wethouder aangeeft en onze inzet aan het begin van dit traject. Bart van Kent (SP). Ik vind het toch jammer dat de heer Lakerveld niet nader ingaat op de argumenten die er voor pleiten om TTO's na een jaar de mogelijkheid te geven om te stoppen. Daarmee geeft hij er blijk van weinig vertrouwen te hebben in het systeem van TTO's. Je zou er toch van uit moeten gaan dat als we dit systeem invoeren, na een jaar iedereen door wil en dat het een groot succes wordt. Dan loop je dus ook geen risico dat na een jaar ineens een heleboel mensen afhaken. Dus die voordelen zijn toch echt veel groter dan die kleine, praktische bezwaren die u hebt.
561
De heer Lakerveld (VVD). Op het gevaar af dat we nu de commissievergadering over gaan doen: volgens mij getuigt het van meer vertrouwen in deze regeling als je zegt: we gaan het gewoon voor vijf jaar doen. Dan krijgt men ook voor vijf jaar een vergunning. Dit is volgens mij beter dan te zeggen: stap maar in voor een jaartje om het te proberen en als het niet bevalt, stopt u gewoon weer. Volgens mij spreekt er meer vertrouwen vanuit om voor vijf jaar een commitment aan te gaan waarbij men voor een periode van vijf jaar een vergunning krijgt en daarvoor dan ook de kosten draagt. Ik ben het wel met u eens dat we die kosten goed in de gaten moeten houden. Zoals bij iedere legesverordening, is het heel goed om na een tijdje na te gaan of die kosten zo laag mogelijk als kan zijn. Hasan Küçük (Islam Democraten). Ik heb nog een vraag. Hoe moet een TTO aantoonbaar maken dat 30 chauffeurs het niet kunnen betalen? Hoe wil de gemeente dat dan gaan toetsen? De heer Lakerveld (VVD). Ik moet eerlijk zeggen dat ik bij het maken van de motie niet in gedachte had om voor alle regelingen exacte voorwaarden op te stellen. Ik ga ervan uit dat als we met elkaar dit principe steunen, we dan het college vragen om dit nader uit te werken, zodat dan ook heel netjes de voorwaarden opgesteld zullen worden, waarbij dan objectief beoordeeld moet worden of men al dan niet gebruik kan maken van die betalingsregeling. Dan kom ik op het aantal taxistandplaatsen bij Hollands Spoor. Ook gelet op de inbreng van voorgaande sprekers lijkt het mij goed dat de wethouder nog eens expliciet op dit punt ingaat. Ik ben er wel gevoelig voor dat het niet zo kan zijn dat we te weinig taxistandplaatsen hebben bij Hollands Spoor. Willie Dille (PVV). De heer Lakerveld zegt dat hij het een goed idee vindt als deze wethouder in contact treedt met de branche. Maar had die dat niet allang moeten doen? Het is nu veel te laat. Het is toch belachelijk dat dit nog niet gebeurd is? De wethouder beweert dat dit wel is gebeurd, maar de branche zegt dat dit niet het geval is, dat ze wel iets heeft mogen inzien maar dat ze geen enkele inspraak had. Dat is toch niet te verklaren? De heer Lakerveld (VVD). Ik snap werkelijk niet wat u precies bedoelt met deze interruptie. Zelfs de heer Vos van de taxibranche heeft aangegeven dat er meerdere malen overleg plaatsgevonden heeft met de gemeente. De heer Vos was ook zeer tevreden over het laatste overleg dat hij namens de taxibranche heeft gehad met de wethouder. Hij gaf ook aan graag dat constructieve overleg met de wethouder voort te willen zetten in een meer ambtelijke setting om ook over heel praktische zaken met elkaar door te kunnen praten. Volgens mij heeft de wethouder daarvan gezegd dit een uitstekend idee te vinden en dat ook te willen gaan doen. Dus het idee dat er geen communicatie plaatsvindt, is niet juist. Wat wel waar is, is dat er twee partijen tegenover elkaar staan die elk vanuit hun eigen belang er zo veel mogelijk proberen uit te halen. Willie Dille (PVV). Ik doelde op het aantal taxistandplaatsen bij Hollands Spoor. De wethouder beweert dat daarover overleg is geweest en dat de branche geen bezwaar had tegen het aantal van 14, maar dat is gewoon niet waar. De heer Lakerveld (VVD). Op dat punt vraag ik aan de wethouder om hierover helderheid te verschaffen in het debat. Laten we er voldoende aandacht aan besteden om na te gaan hoe dit precies zit en hoe we hiermee verder kunnen gaan. Volgens mij gaat de wethouder daarop reageren. Mijn laatste onderwerp is de subsidieregeling voor de elektronische taxi's. Het kan zijn dat ik bij een andere vergadering was, maar ik kan mij nog goed herinneren dat tijdens de werkbespreking het betoog van de heer Vos heel erg overtuigend was. Ik wist niet wat een Nissan Leaf was, maar dat blijkt een elektronische auto te zijn, geschikt voor de taxibranche. Volgens mij gaf de heer Vos overtuigend aan dat er heel weinig taxi's zijn die op dit moment geschikt zijn voor de taxibranche om dit werk te kunnen doen en dat in de Amsterdamse situatie een behoorlijke sloot subsidie nodig is om dit initiatief mogelijk te maken. Er werd ook een flink bedrag bij genoemd van zo'n € 10.000. Nogmaals, ik vond dat overtuigend. Dat is dus nodig om zulke centrales die nu succesvol zijn in Amsterdam, tot een succes te maken, dus met een forse subsidie vanuit de overheid. Daarnaast blijkt 562
dat je twee auto's nodig hebt om één dienst mogelijk te maken. Is dat dan wel rendabel? Nogmaals, het betoog van de heer Vos namens de taxibranche vond ik heel erg overtuigend. Een subsidieregeling zoals in Amsterdam kost heel veel geld en ik weet ook niet of dit heel goed is voor de branche zelf. Wij gaan in ieder geval niet voor stemmen. Joost Sneller (D66). De heer Lakerveld heeft ook gehoord hoe snel die ontwikkelingen gaan in de taxibranche en in het elektrisch vervoer. Is hij van plan om over een jaar dan wel zo'n subsidieregeling te steunen als het minder geld zou kosten? De heer Lakerveld (VVD). Als de ontwikkelingen in de automobielsector echt zo snel gaan dat het een rendabel concept wordt, dan hebben we toch geen subsidieregeling meer nodig? Joost Sneller (D66). Dat is van niets naar alles, maar daar zit nog een heleboel tussen en volgens mij zullen we daar de komende jaren nog mee te maken hebben en is daarom zo'n subsidieregeling nodig. Maar de heer Lakerveld erkent dus dat er ontwikkelingen zijn in de taxibranche die deze richting opgaan? De heer Lakerveld (VVD). Ja, dat onderken ik, maar u moet ook onderkennen dat er op dit moment volgens de taxibranche geen goed model is dat echt te exploiteren is. De Nissan Leaf is wel te exploiteren maar alleen maar als je er twee in één dienst gebruikt, want het aantal kilometers dat zo'n auto rijdt op een accu lijkt nog te beperkt te zijn. Ik vind dat een interessant en zeer overtuigend argument. Volgens mij werkt het nu nog niet en moet de techniek eerst nog wat verder ontwikkeld worden. Voorzitter. Ik kom tot een afronding. Het voorliggende voorstel is goed voor de taxibranche en goed voor de stad. Wij stemmen dan ook voor. Hasan Küçük (Islam Democraten). Mijnheer Lakerveld, u zei net dat er goed wordt gecommuniceerd met de taxibranche. U bent er heel positief over maar waar baseert u dat op? Uit onder meer de vele mails die we van de taxibranche hebben gekregen en gelet op wat de inspreker namens de taxibranche heeft gezegd, blijkt dat namelijk juist niet het geval te zijn. De heer Lakerveld (VVD). Tijdens de werkbespreking heeft de taxibranche aangegeven dat er veelvuldig overleg is geweest en dat ook op het allerlaatste moment met de wethouder een heel goed overleg heeft plaatsgevonden. Vervolgens zijn er afspraken gemaakt over de voortzetting van allerlei overlegvormen. Dat geeft aan dat het overleg dat er over en weer gevoerd wordt, goed is. Dat je elkaar niet op alle punten vindt, is wat anders. Hasan Küçük (Islam Democraten). U zegt dat ze elkaar niet behoeven te vinden op alle punten. Dat ben ik absoluut met u eens, maar waar het om gaat zijn de fundamentele punten, dus de punten die belangrijk zijn voor de taxibranche. En ik moet constateren dat die punten niet zijn meegenomen. De heer Lakerveld (VVD). Het meest fundamentele en essentiële punt is dat we een TTO gaan organiseren en daar vindt iedereen elkaar op. Hasan Küçük (Islam Democraten). Nog een laatste vraag. De voorzitter. Nee, niet meer. U kunt er straks in uw eigen inbreng nog nader op ingaan. Bovendien is er nog een tweede termijn. Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA). Voorzitter. Het taxivervoer maakt onderdeel uit van de Wet personenvervoer en is daarmee eigenlijk ook een onderdeel van het openbaar vervoer in Nederland. Dat betekent dat er vanuit de overheid en dus ook vanuit de gemeenteraad en het college wel degelijk een rol is. Je hoeft die rol niet te overdrijven maar je moet die wel serieus op je nemen als het gaat om zowel de branche in de stad als de burgers in de stad die gebruik wensen te maken van de taxi. Het is
563
dan ook goed dat er nu een nieuwe taxiverordening in Den Haag komt. De TTO moet een duidelijk merk dragen. Ze moet leiden tot meer sociale controle onderling en een betere klantrelatie. Na de werkbespreking en de commissiebehandeling zijn er nog wel een aantal zaken die ik hier naar voren wil brengen. In de eerste plaats betreft dat een compliment. Ik weet dat de wethouder daar dol op is en zeker als die van de PvdA-fractie komt is hij daar extra gevoelig voor. Wij vinden het wijs van de wethouder dat hij het gebied verruimd heeft tot de gemeente Den Haag minus de delen Ypenburg en Leidschenveen. Mijn volgende punt is de handhaving. Ik snap wel dat de wethouder zegt dat de handhaving toereikend moet zijn, maar het lastige van het woord toereikend in dit geval is, dat je niet weet wat zich gaat voordoen op het moment dat die TTO's werkelijk gestalte gaan krijgen. Ik vind toch dat de wethouder daar iets meer over moet zeggen dan dat de raad het maar bij de begroting op moet lossen. Hij heeft het volgens mij niet zo hard gezegd als ik het nu zeg, maar dat is wel ongeveer wat je eruit zou kunnen opmaken, terwijl ik denk dat er wat dat betreft iets meer gewenst is. Zoals ook uit de werkbespreking en de commissievergadering naar voren komt, is er weliswaar sprake van een Haags taxiplatform, allerlei overleggen en inzet vanuit de gemeente, maar blijkt iedereen uiteindelijk te zeggen: er is wel overleg geweest maar dat heeft niet tot overeenstemming geleid. Dat laatste behoeft misschien ook niet volgens de wethouder maar mijn fractie zou er toch wel aan hechten als er op dat punt een inspanning gepleegd werd. Ik noem daarbij als voorbeeld de nu beoogde 14 taxistandplaatsen bij station HS. Het waren er zo'n 30, dus minder dan de helft blijft er nu van over. Zou het nu niet een mooi gebaar zijn - daar zouden we de wethouder dan de volgende keer ook weer voor kunnen prijzen om het overlegorgaan, waarvan hij ruiterlijk heeft toegezegd in de commissie dat dit er zou komen, dit als eerste 'klus' voor te leggen? Wij vragen dus om zo snel mogelijk dat overlegorgaan te starten er voor te zorgen dat er met alle betrokkenen overleg wordt gepleegd, onder andere over die 14 taxistandplaatsen. Er zijn momenten, bijvoorbeeld als er internationale treinen aankomen op HS, dat er wel degelijk meer plaatsen nodig zijn. Voor zover ik heb begrepen, zit er in de plannen niet een buffer zodat men daar vrij snel alsnog extra taxi's kan inzetten. Dit lijkt mij dan ook typisch een onderwerp dat betrokken kan worden bij de praktische uitvoering van de taxiorganisatie in de stad en dat met de taxibranche besproken zou dienen te worden. Over de kosten is een motie ingediend. De heer Pluimgraaff heeft er al het een en ander over gezegd. Ik heb in mijn tekst staan dat het op minder dan € 100 uitkomt. Ik meen dat de heer Pluimgraaf zelfs op € 87 uitkwam. Ik meen overigens te weten dat het bij leges gaat om kostendekkendheid. Natuurlijk moet je kritisch zijn en blijven over de kosten, maar in dit geval gaat het toch vooral om kostendekkendheid. Het voorliggende voorstel betreft een vergunning voor vijf jaar. Waar het gaat om een totaal andere manier van organiseren dan die welke we tot nu toe gekend hebben, vind ik dat je als gemeenteraad begrip moet hebben voor de vraag of je dat geld in een keer wel kunt opeisen. Ik denk dan dat een gespreide betaling een goed idee zou zijn. In de motie wordt de wethouder verzocht om met een nader voorstel hiervoor te komen. In het raadsvoorstel staat dat er na twee jaar een evaluatie zal plaatsvinden. Welnu, neem in die evaluatie dan ook de kostendekkendheid van die leges - sommigen zeggen namelijk dat het veel meer is dan alleen kostendekkendheid - mee en laten we dan wat betreft die gespreide betaling uitgaan van twee jaar, hoewel mijn fractie het ook prima zou vinden als het een jaar zou zijn. Dan nog iets over de voorbereidingstijd. De heer De Mos ziet altijd kans om mij aan te spreken op mijn welwillendheid. Het is natuurlijk prachtig om het op 1 mei in te laten gaan in plaats van 1 april. Mijn sympathie heeft hij. Die ene maand kan nooit van grote invloed zijn op de vraag of het wel of niet slaagt, maar het lijkt mij wel goed dat de wethouder er zich over uitspreekt. Zoals de wethouder in de commissievergadering heeft aangegeven, moet er ook sprake zijn van kwaliteitsverbetering. In de stukken staat dat dit in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van de branche. Welnu, die vaart er mijns inziens wel bij als ze er op een goede manier mee omgaat, maar het moet natuurlijk ook wel mogelijk gemaakt worden voor iedereen om dat op een goede manier te doen. In de evaluatie zal dan ook goed gekeken moeten worden naar wat wel en niet geslaagd is. Ik hoop overigens wel voldoende duidelijk te hebben gemaakt dat wij van harte zullen instemmen met het voorliggende voorstel. Gerwin van Vulpen (HSP). Voorzitter. De Taxiverordening Den Haag 2014 die nu voorligt, is naar aanleiding van de werkbespreking en het debat in de commissie op aandringen van de taxibranche in 564
feite maar op één punt echt bijgesteld. Het werkingsgebied waarvoor de taxiverordening moet gaan gelden, is uitgebreid tot de oude stadsgrenzen. Dit overigens met uitzondering van Leidschenveen en Ypenburg, maar goed, daar waren toch al geen standplaatsen, dus dat was niet zo'n punt. Als ik de bij de digitale stukken bijgevoegde kaart aanklik, zie ik overigens een ander kaartje met een veel kleiner gebied. Kan de wethouder aangeven voor welk gebied de verordening nu precies gaat gelden? De alleszins redelijke wensen van de taxibranche over gespreide betaling van de leges en het inzetten van meer handhavers in de beginperiode zijn in dit voorstel helaas niet echt meegenomen. Ze worden in de vorm van een toezegging aangepast maar ik krijg de indruk dat de taxibranche daar nog niet tevreden mee is. Wij vragen de wethouder nadrukkelijk om nog eens serieus naar deze punten te kijken. Want waarom zouden we niet beter luisteren naar de branche? De kwaliteitsverbetering die we nota bene als gemeente zelf willen, moet door de branche gerealiseerd worden. Het invoeren van een kwaliteitskeurmerk en de cursussen voor de chauffeurs vragen een behoorlijke investering van de ondernemers. Dan is het op z'n zachtst gezegd opmerkelijk dat de taxibranche hier vanavond aangeeft dat het overleg stroef verloopt en dat zij bij het inrichten van nieuwe standplaatsen nauwelijks betrokken wordt. Een goed voorbeeld is het Stationsplein. Wij vragen de wethouder dan ook wat er misgaat op het punt van de communicatie. Onze fractie vindt het echt niet slim dat wij als stad met grote klimaatambities deze taxiverordening niet aangegrepen hebben om emissieloze taxi's te stimuleren. In deze verordening had dat gemakkelijk gekund door lagere legeskosten en door de eisen voor het aantal auto's en chauffeurs iets naar beneden bij te stellen. In Amsterdam zijn elektrische taxi's inmiddels concurrerend met de reguliere taxi's. Ik heb vanmiddag begrepen dat de organisatie die in Amsterdam de elektrische taxi's exploiteert aangeeft dat tegenwoordig vanwege snelladers niet meer twee dure auto's nodig zijn voor één chauffeur, dit even naar aanleiding van het verhaal van de heer Lakerveld. Vandaar dat wij de amendementen van GroenLinks hierover hebben meeondertekend. Hasan Küçük (Islam Democraten). Voorzitter. Haagse taxichauffeurs hebben recht op een fatsoenlijke boterham. De branche heeft het de afgelopen jaren zeer zwaar gehad. Waar vroeger het beroep van taxichauffeur garant stond voor een modaal inkomen, is dat vandaag de dag niet meer het geval. Vernieuwing in de branche om het voor iedereen duidelijker en beter te maken, is hard nodig. Echter, de branche moet zich wel serieus genomen voelen. Wij krijgen sterk de indruk dat het beleid er maar doorheen wordt gejaagd. De reacties van de branche ondersteunen die indruk. Deze verordening staat natuurlijk niet op zichzelf. Het agendapunt dat we later op deze avond behandelen over de herinrichting van het Stationsplein heeft daar ook mee te maken. Dat punt is gisteren erg kort besproken en ligt vandaag al bij de raad. De verschillende mails van de branche omtrent dit onderwerp wijzen ook uit dat er niet zorgvuldig is gesproken met de branche. Hoe beoordeelt de wethouder de communicatie met de taxibranche? In de commissievergadering eerder deze maand gaf de wethouder aan de certificering van de taxichauffeurs aan de branche over te willen laten. Echter, de branche, in dit geval de Stichting Taxi Haaglanden, heeft de afgelopen twee jaar maar 25 chauffeurs gecertificeerd. Zij moet nu meer dan 500 taxichauffeurs certificeren in vijf maanden tijd. Is het college bereid om de branche de ruimte te geven tot eind 2014 om de certificering van de chauffeurs op orde te krijgen? Om dit te ondersteunen dienen wij een motie in waarvan het dictum als volgt luidt: verzoekt het college de termijn voor het behalen van het Haagse taxikeurmerk voor aanvragen ingediend voor 1 april 2014 vast te stellen op 1 november 2014. In Amsterdam is het voor chauffeurs duidelijk bij welke afdeling of persoon zij moeten zijn met vragen of voor informatie. In Den Haag is het voor chauffeurs compleet onduidelijk wat er allemaal speelt. Qua communicatie richting de branche krijgt het college een dikke onvoldoende. Onze fractie heeft al eerder in de commissie gewezen op het goede voorbeeld van de gemeente Amsterdam. De gemeente Den Haag heeft niet eens een website of een telefoonnummer voor de taxibranche. Waar kan een taxiondernemer terecht met vragen? Kan het college ons hierover meer vertellen? Ligt er bijvoorbeeld al een communicatieplan? Omdat wij veel problemen voorzien met betrekking tot de communicatie en de gestelde termijnen hebben wij speciaal voor onze Haagse taxichauffeurs een meldpunt opgericht. Via www.ttomeldpunt.nl kunnen zij ons op de hoogte houden van de ondervonden problemen zodat wij deze kunnen aankaarten.
565
Wij maken bezwaar tegen de agendering van het voorstel herinrichting van het Stationsplein. Wij hebben gisteren in de commissie nauwelijks tijd gehad voor een inhoudelijke bespreking. De taxibranche was ook verbaasd over dit plan van het college. Hoewel het college in de commissie aangaf met de taxibranche te hebben gesproken, wist de branche zelf niets over het voorstel rond de 14 taxiplaatsen. Denk hierbij aan de e-mails van KNV Taxi en de inbreng van de insprekers. Bij de inspraakreacties die het college heeft aangeleverd ontbrak ook de reactie van de taxibranche. Het college gaf aan een bijeenkomst met de branche te hebben georganiseerd. Kan de wethouder ons de notulen van deze bijeenkomst doen toekomen? Wij vinden het verder frappant dat de gemeente al jaren bezig is om het aantal taxiplaatsen terug te dringen. Wij vragen ons dan ook af waar de straattaxi's moeten wachten voor een plek op de standplaatsen. In het verleden hebben wij gevraagd om de mogelijkheid van bufferlocaties te onderzoeken om zo de overlast van leeg rondrijdende taxi's te vermijden. In het geval van de herinrichting van het Stationsplein was er in eerste instantie ook een bufferlocatie in de Zuylichemstraat gepland. Omdat een aantal bewoners hun beklag deden over deze bufferlocatie is deze geschrapt. Het probleem is echter niet opgelost. Waar moeten de taxi's dan nu gaan wachten? Ik denk dat geïrriteerd rondrijden voor nog meer overlast en gevaar zal zorgen dan een bufferlocatie in de Zuylichemstraat. Wat waren de alternatieven voor de bufferlocatie in de Zuylichemstraat? Wat vond de taxibranche eigenlijk van het schrappen van de bufferlocatie aan de Zuylichemstraat? De nieuwe taxiverordening biedt juist de mogelijkheid om afspraken te maken met de taxichauffeurs over stationair draaiende motoren. Op deze manier kan de mogelijke overlast die de bewoners van de Zuylichemstraat aandroegen, geminimaliseerd worden. Het college zei in 2012 het volgende over het schrappen van de bufferlocatie: Door optimalisatie van de standplaats langs het NStalud is een bufferplaats niet meer nodig (RIS 248553). Kan de wethouder ons uitleggen welke optimalisatie heeft plaatsgevonden. 14 plaatsen blijven 14 plaatsen. Deze 14 plaatsen zijn verder ook niet benoemd in het voorontwerp. Kan het college ons dit uitleggen? Waarom zijn die 14 plaatsen voor iedereen een verrassing? Kan het college ons vertellen wat de gevolgen zouden zijn van het alsnog aanleggen van een bufferlocatie in de Zuylichemstraat? Ik hoop dat het college de vragen dit keer wel serieus beantwoordt. De voorzitter. Door de heer Küçük wordt de volgende motie (rv 105.2013/7) ingediend:
Motie rv 105.2013/7 De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op donderdag 19 september 2013 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake Taxiverordening Den Haag 2014 (rv 105; RIS 259727). Constaterende dat: - er meer dan 500 chauffeurs in 5 maanden tijd verschillende certificaten van het Haagse Taxikeurmerk (HTx) moeten behalen; - voornamelijk Stichting Taxibelang Haaglanden (STH) de certificering van de Haagse taxichauffeurs aangesloten bij een TTO gaat verzorgen; - de afgelopen 2 jaar maar 25 chauffeurs een HTx-keurmerk hebben behaald. Van mening dat: - de branche ruimte moet krijgen om kwalitatieve cursussen te verzorgen; - van 25 cursisten naar 500 cursisten aanzienlijk is. Verzoekt het college de termijn voor het behalen van het Haagse taxikeurmerk voor aanvragen ingediend voor 1 april 2014 vast te stellen op 1 november 2014. De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging. De voorzitter: Hier zijn we gekomen aan het eind van de eerste termijn van de raad. 566
De vergadering wordt van 21.10 uur tot 21.15 uur geschorst. Wethouder Smit (VVD). Voorzitter. Om te beginnen wil ik opmerken dat hetgeen waarmee we nu bezig zijn, het oprichten van toegelaten taxiondernemingen, een grote beweging is die ook heel veel inspanning gaat vergen van de branche zelf. We moeten met z'n allen de kwaliteit van de taxibranche omhoog krijgen en daarvoor is het invoeren van deze organisatievorm met een eigen controlestructuur een stevige operatie. Iedereen die zegt dat men zich daar goed op moet voorbereiden, heeft onmiddellijk mijn steun. De heer Vos van KNV Taxi heeft dat gezegd en in de raad is er ook een aantal die daarop de nadruk heeft gelegd. We moeten deze operatie dus niet onderschatten. Verder zijn we het over heel veel dingen eens geworden. Misschien is het goed om daar toch nog even een klein lichtje op te schijnen. Over de taxiverordening als zodanig is er maar een punt van verschil. Dan gaat het niet eens meer over de absolute hoogte van de leges maar veeleer over de vraag hoe we het betalen. Overigens heeft een enkeling - dat is mevrouw Dille - aangegeven niet tevreden te zijn met het inzicht dat ik gegeven heb in de berekeningen. Ik hecht er aan op te merken dat er veel activiteiten moeten plaatsvinden voordat de vergunning kan worden verleend. Het punt rond de betalingsregeling is dat wij als gemeente die kosten allemaal upfront moeten maken. De taxiorganisatie die zich bij ons meldt, zal een sanctieprotocol moeten hebben, een waarden- en normenprotocol. Ook zal er intern, dus binnen de taxiorganisatie, een klachtenregeling moeten zijn. En zo zijn er nog meer zaken te noemen. Eigenlijk is het een volledig ondernemingsplan, op te stellen door de nieuwe organisatie. De ervaring in Amsterdam leert dat heel veel organisaties zeer intensieve begeleiding nodig hebben, juist in de periode van het opstellen van al die protocollen, plannen et cetera en het doorvoeren ervan. Die intensieve begeleiding ziet u terug in de doorrekening van de legeskosten zoals wij die aan u hebben gepresenteerd. De begeleiding van de taxiorganisatie naar een geslaagde vergunningaanvraag zal arbeidsintensief zijn. De arbeid zal niet alleen door de TTO moeten worden verricht maar ook door de gemeentelijke organisatie. De informatie die ik u heb doen toekomen over de vergelijking van de kosten in Amsterdam en die bij ons, geeft duidelijk aan dat de TTO-vergunning bij ons toch nog wel wat goedkoper is dan die in Amsterdam, wat ik mij overigens wel kan voorstellen omdat in Amsterdam de situatie per TTO ernstiger is dan in Den Haag. Punt blijft dat wij die kosten wel echt moeten maken. Het bedrag van de leges is van meet af aan, vanaf december 2012, in de openbare ruimte gebracht, omdat we toen een participatieronde hebben gehad. Dus wat dat betreft was KNV Taxi daarvan wel op de hoogte. De onderbouwing zoals u die nu ook gekregen heeft, hebben wij toegestuurd na de commissievergadering van 4 september; dat is op 6 september gebeurd. Dat had dus eigenlijk wel wat eerder gekund, waarvoor excuses. Ik weet echter niet of die concrete vraag al voor die tijd aan ons is gesteld. Er is in ieder geval niets geheimzinnigs aan dat bedrag geweest. Mevrouw Van Nieuwenhoven heeft gevraagd om in de evaluatie ook de kostendekkendheid mee te nemen. Dat zal ik zeker doen. Dat lijkt mij ook verstandig want je moet je de vraag stellen of je in de volgende ronde weer dezelfde inspanning gaat plegen met z'n allen. Het kan zijn dat het dan wat gemakkelijker gaat, omdat men dan al ingewerkt is. Ik ben eigenlijk heel erg verheugd over de suggestie van de heer Küçük over het meldpunt. Dat stoort ons niet, dat kan ons juist helpen. Wat ons ook kan helpen is het regulier overleg over de taxifaciliteiten dat we in Den Haag gaan krijgen. Het aardige van deze TTO-beweging is dat we misschien ook voorbij het platform naar de TTO's zelf kunnen gaan. Die kunnen dan mensen afvaardigen in dat overleg. Waar het gaat om het contact tussen het georganiseerde taxiwezen en het ongeorganiseerde taxiwezen kun je zeggen dat dit punt eigenlijk min of meer wordt opgelost door de TTO-opzet. Dan de handhaving, een belangrijk punt. Het gebied is groter gemaakt. Ik heb al aangegeven dat als we dat goed willen handhaven, er ongeveer een ton bij moet. Het is overigens iets constructiever dan wat mevrouw Van Nieuwenhoven in haar bijdrage zei. Ik ben echt bereid om dat zelf op mijn begroting op te lossen, maar daarover zullen we dan met de raad in gesprek moeten gaan omdat er een zekere herprioritering moet plaatsvinden en met die herprioritering moet de raad het dan ook eens zijn. Dus dat is mijn voorstel geweest in het briefje dat ik de raad eerder heb doen toekomen. Die grotere buffer is in zekere zin een zelfhandhavend mechanisme. Het plegen van 'raids' wordt dan zodanig tijds- en arbeidsintensief dat je dat dan niet meer zal doen. Aan die ton extra hebben we dan 567
voor het gebied waar we de handhaving willen concentreren, zeker als we al wat langer bezig zijn, echt genoeg. En ja, we zullen in de eerste periode veel intensiever moeten handhaven dan in de latere periode. Wij zijn bezig om daarover afspraken in een convenant met de politie te maken et cetera, zoals ik ook al in de commissie heb gemeld. Dus volgens mij gaat dat allemaal goed komen. Dan kom ik op de moties, allereerst de motie van de heer De Mos over de kostendekkende leges. Die leges hebben we vastgesteld. Wat betreft de gespreide betaling merk ik nog het volgende op. Als gemeente maken we upfrontkosten. Het betreft hier dan ook een reële kostenberekening. Bovendien is het bedrag zo'n eenderde ofwel 36% tot 37% lager dan wat er in Amsterdam moet worden betaald. Dus de noodzaak van gespreide betaling zie ik niet. Derhalve ontraad ik motie nr. 1. Dan motie nr. 2 van de heer De Mos over de handhaving. Ik was natuurlijk allang voornemens om een concreet handhavingsplan te gaan maken. Daarom is deze motie echt overbodig. Ik vind het helemaal niet vervelend dat de heer De Mos die indient, maar hij moet niet denken dat wij planloos, als een blinde de invoeringsdatum tegemoet gaan. Dan motie nr. 3 van de heer De Mos die vraagt om de ingangstermijn te verschuiven naar 1 mei 2014. Welnu, dat zal ons de kop niet kosten. Op zichzelf is het volgens mij niet nodig omdat wij vandaag over de taxiverordening beslissen en ik vermoed dat die aangenomen wordt. Dus men weet vanaf heden al dat het dan zo ver zal komen. Op 1 april zijn wij ruim zes maanden verder. Maar als u hier als raad uitspreekt dat het op 1 mei moet, akkoord. Laten we dat dan zo maar doen. Ik heb er geen enkel probleem mee. De indiener moet dus zelf maar beslissen wat hij met deze motie doet. Het structureel overleg met de taxibranche, waarom motie nr. 4 van de heer De Mos vraagt, is ook al geregeld. Dus die motie is overbodig. Dan kom ik op motie nr. 5 van mevrouw Dille over een nieuwe reële kostenberekening. Daar heb ik eigenlijk al op geantwoord. Deze motie is feitelijk onjuist, aangezien die reële kostenberekening er al ligt. Dus die motie moet ik ontraden. Vervolgens ga ik in op motie nr. 6 van de heer Sneller over de subsidieregeling schone taxi's. Ik heb de heer Vos in de werkbespreking horen zeggen dat het op het ogenblik een totaal niet werkzame optie is. Hij heeft erop gewezen dat er in Amsterdam weliswaar subsidies worden gegeven voor schone taxi's maar dat dit niet echt werkzaam is. Dat zegt echter nog niets over de vraag of je er toch niet eens naar moet kijken. Overigens, we doen dit al elders en we geven ook al subsidies voor aardgastaxi's en dat soort dingen meer. Dus ik heb helemaal niet een principieel strijdpunt ten aanzien van de motie over een onderzoek om iets te kunnen doen met betrekking tot een subsidieregeling voor elektrisch taxivervoer. Als die motie wordt aangenomen, zal het college die uitvoeren. Dat onderzoek krijgt u dan. Dat zal dan een enerzijds-anderzijdsverhaal zijn en dan moet u maar beslissen. Dat lijkt mij het beste. Door GroenLinks is een amendement ingediend over de stimulering van emissieloos taxivervoer. Het beoogt onder meer de groepen van aangesloten chauffeurs kleiner te maken. Welnu, dat is juist het punt. Er zal een behoorlijke organisatie achter die TTO moeten zitten om het interne controlemechanisme te kunnen waarmaken en te bemannen. Dan is het niet zo verstandig om het aantal kleiner te maken. Derhalve ontraad ik het amendement. Ik heb overigens nog een ander argument waarop ik straks nog wel nader inga, namelijk dat het niet overeenkomstig het doel van de wet is waarop deze verordening is gebaseerd, om dit soort dingen te doen. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Wat mij betreft kan de wethouder beide argumenten in een keer samenpakken. In Amsterdam kan het wel en daar werkt het ook. Waarom zou het in Den Haag dan niet kunnen? Wethouder Smit (VVD). Zoals gezegd, is het niet overeenkomstig de doelstelling van de wet. Als er in Amsterdam een taxiorganisatie opstaat die tegen de gemeente Amsterdam zegt dat die een andere organisatie toegestaan heeft om kleiner te zijn, dan zou het weleens kunnen zijn dat de rechter tegen de gemeente Amsterdam zegt: dat heb je niet goed gedaan. Ik noem het volgende voorbeeld dat daaraan analoog is. We hebben eerder een debat gehad over differentiatie van ozb-tarieven aan de hand van milieukenmerken van huizen. Zo'n differentiatie passen we in Den Haag niet toe en dat mag ook niet. Je moet volgens de wet conform de WOZ-waarde van het huis heffen. Wij hebben dan ook het vermoeden dat Amsterdam hier iets gedaan heeft wat de rechterlijke toetsing weleens niet zou kunnen overleven. Wij houden ons graag bij de opdracht die de wet ons stelt en kiezen niet voor allerlei 568
nevendoeleinden, die misschien wel lofwaardig zijn maar die ook op een andere manier - zie de subsidieregeling- kunnen worden bereikt. Ik merk nu dat ik vergeten ben om te reageren op motie nr. 7 van de heer Küçük, die vraagt om een fors uitstel van de hele beweging. Als de heer Küçük tevreden zou kunnen zijn met mijn toezegging aan de heer De Mos dat de ingangsdatum 1 mei wordt, zijn we het volgens mij eens. Deze motie zou ik in ieder geval willen ontraden. Als de ingangsdatum op de lange baan geschoven wordt, wordt het plan ook minder serieus genomen. Er moet nu wel gewerkt worden. Hasan Küçük (Islam Democraten). U weet toch dat in de afgelopen twee jaar slechts 25 mensen het keurmerk hebben behaald? Naar onze mening heeft de enige instelling, de STH, onvoldoende capaciteit om die 2.000 examens af te leggen, want 500 taxichauffeurs moeten vier examens afleggen in vijf maanden. Als we dat met een maand verlengen tot zes maanden, is dat naar onze mening nog steeds niet realistisch. Daarom vragen wij meer tijd, want wij zien gewoon dat dit problemen gaat opleveren. In onze bijeenkomst met de taxichauffeurs is dit probleem naar voren gebracht. Vandaar ook deze motie. Wethouder Smit (VVD). Er is in goed overleg met de georganiseerde taxibranche een invoeringstermijn van zes maanden afgesproken. Daar maken we nu zeven maanden van. Volgens mij moet dat dan ook voldoende zijn. Het amendement heb ik al behandeld. Raadsvoorstel 106 betreft de legesverordening. Daarover ligt er een motie van het CDA, de VVD, de PvdA en D66. Als betaling aantoonbaar problematisch is, is datgene wat in de motie wordt gevraagd, al mogelijk, een beetje in het verlengde van de huidige hardheidsclausules die wij ook al hanteren bij overige legesinning. De motie is dus uitvoerbaar en wij zullen dat doen. Het amendement van de heer Kapteijns en de zijnen over raadsvoorstel 106 betreft het goedkoper maken van elektrisch taxivervoer. Bij het andere ding zeiden we dat dit echt een minimale omvang nodig heeft. Hiervan zeg ik: als je zuiver bent, maak je daar een subsidieregeling van. Die heeft dus verre de voorkeur. Vandaar mijn voorkeur voor de motie vanuit de coalitiepartijen in plaats van voor dit amendement. Ik zou hier dus tegen zijn. Dit is een verborgen subsidie. Ik geef subsidies, als ik die moet geven, liever boven de tafel. Ik zei ook al dat de wet hier niet op is ingericht. De PVV en de SP hebben een amendement ingediend over gespreide betaling. Daarvan heb ik al gezegd dat ik aansluiting bij de suggestie vanuit de coalitie prefereer. De strekking daarvan is: doe dit in gevallen waarin dit voor de desbetreffende taxiorganisatie nodig is en niet in het algemeen, want iedereen gaat er dan natuurlijk gebruik van maken. Als je een regeling voor gespreide betaling maakt waaronder iedereen kan vallen, gaat iedereen dat doen. Dan halen we echt een hele hoop incassoproblematiek op onze hals. Bart van Kent (SP). Het idee van het voorstel is inderdaad dat iedereen dit gaat doen. Wethouder Smit (VVD). Dat bedoel ik. Bart van Kent (SP). Met de gegeven argumenten wordt ook niet ontkend dat dit procedureel en administratief voor wat meer lasten zal zorgen. De achtergrond van de argumenten is om de twijfel, het eventuele wantrouwen door te hoge kosten en aarzeling weg te nemen om echt een succes te maken van de TTO's. Ik vind dat u daar te makkelijk overheen stapt en te makkelijk meegaat met het voorstel van de collegepartijen over een regeling voor gespreid betalen, net alsof mensen in de schulden zitten: 'zij zijn zielig en kunnen het niet betalen'. Dat is helemaal niet de aanleiding om te pleiten voor een proefperiode van een jaar. Ik zou u dus toch willen vragen om inhoudelijker te beargumenteren waarom u dit afwijst. Wethouder Smit (VVD). Dat heb ik gezegd. Wij hebben geen bijzonder hoge leges. In mijn brief kunt u ook lezen dat de totale betaling voor een taxiorganisatie in Den Haag op ongeveer 36% of 37% ligt van wat er in Amsterdam moet worden opgehoest. Een reden voor de betaalregeling zou ik me in Amsterdam ook iets meer kunnen indenken dan in Den Haag. Ik heb daar in mijn brief alle informatie over gegeven. Ik denk niet dat dat nu allemaal mondeling moet worden herhaald.
569
Bart van Kent (SP). Enerzijds zegt de wethouder dat de situatie in Den Haag absoluut niet te vergelijken is met die in Amsterdam, maar anderzijds zijn die situaties, als het de wethouder uitkomt, ineens wel te vergelijken, namelijk op het punt van de legeskosten. Ik vind dit geen goed argument waarom zo'n regeling niet toegepast zou moeten worden in Den Haag. Ik vraag de wethouder dus nogmaals wat de inhoudelijke argumenten zijn tegen de onder andere door mijn fractie genoemde voordelen van zo'n regeling. Wethouder Smit (VVD). Ik wil niet flauw doen, maar dat wordt het nu wel een beetje. Iemand die belasting, leges of wat dan ook moet betalen, heeft altijd de wens dat het bedrag lager wordt. Het draagvlak voor een belasting of een leges wordt altijd groter als het om een lager bedrag gaat. Dat is altijd het geval. Het is voor mij een compleet raadsel waarom u dit bij deze leges wel doet en bij andere leges niet. Ik vind dit willekeurig en een beetje goedkoop. Bart van Kent (SP). Ik pleit niet voor een verlaging. Ik pleit ervoor om in het eerste jaar een bepaald bedrag te laten betalen en de volgende vier jaar de rest van het bedrag. Dat moet u niet verdraaien. Wethouder Smit (VVD). De redenering gaat ook voor dat voorstel op. Ik kom nu toe aan Hollands Spoor. We zullen het straks hebben over bus 18 en ook op dat punt zien we een felle strijd om de ruimte rondom Hollands Spoor. Dat is helder. Hadden we daar maar een hoop ruimte over! Dat is niet het geval. Oorspronkelijk heeft dezelfde taxistandplaats, maar wel met een buffergelegenheid in de Zuylichemstraat, onderdeel uitgemaakt van de buurtconsultatie. Die buffer in de Zuylichemstraat heeft de consultatie niet overleefd. Ik had het al over een 'strijd om de ruimte'; de omwonenden hadden zeer grote bezwaren tegen die buffer. Die situatie is vervolgens gecommuniceerd met de taxibranche. Daar was men niet enthousiast over. Dat begrijp ik ook wel, maar vervolgens is het ontwerp zoals het nu voorligt, in de inspraak aan de orde geweest. Zoals de heer Küçük al zei, hebben we geen inspraakreactie van het KNV, het Taxi Platform et cetera ontvangen. Dat is voor mij altijd een signaal dat het voor zo'n branche niet een heel ernstige situatie is. We hebben het daar immers met z'n allen over gehad. Ik wil niet nog flauwer zijn en zeggen 'wie zwijgt, stemt toe', maar over het algemeen stuurt men wel een inspraakreactie als er een ernstig bezwaar is. Daar hebben wij iets uit afgeleid en misschien hadden we dat niet moeten doen. Ik ga er natuurlijk wel in mee dat wij moeten bekijken of we in de toekomstige situatie nog verbeteringen kunnen aanbrengen. Daarover bereiken ons ook een aantal suggesties die wij goed in overweging moeten nemen. Het is echter nog wat te vroeg om daar met u over te spreken, omdat ik daarover nog met diverse partijen in overleg moet. Dit zou inderdaad weleens het eerste punt kunnen zijn dat wij aan de orde moeten stellen in het reguliere overleg over de taxifaciliteiten dat wij nu in Den Haag gaan krijgen. Het zou immers mooier zijn als wij daar sneller uit zijn. Dat is mijn opmerking over Hollands Spoor. Hasan Küçük (Islam Democraten). U zegt dat de taxibranche geen bezwaar heeft gemaakt over de Zuylichemstraat, maar u bent het toch wel met mij eens dat de taxibranche niets van die 14 standplaatsen wist en dat ook dat een reden is waarom er niet is geklaagd? Wethouder Smit (VVD). Ik heb het even wat procedureel gehouden. Inhoudelijk is er ook een andere overweging. Je kunt zeggen dat je het aantal standplaatsen moet afstemmen op het aanbod van taxi's, maar misschien is er wel een overaanbod. Als je dit afstemt op de vraag van de passagiers, kom je vooral uit op piekgebonden toestanden. Een regulier aantal van 14 standplaatsen zou weleens voldoende kunnen zijn voor de reguliere vraag, maar eventueel niet voor de pieken. Wij moeten er dus even over nadenken hoe wij dat oplossen en ik heb zojuist toegezegd dat wij dat zullen doen. Er hebben mij al suggesties daarvoor bereikt, maar ik vind het te vroeg om die nu in de openbaarheid te gooien, want sommigen weten daar weer niets van. Dat moeten we dus nog in dat overleg doen. De voorzitter. Mijnheer Küçük, kan het misschien in de tweede termijn? Hasan Küçük (Islam Democraten). Nee, ik heb nog één vraag. Ik bedank de wethouder voor het feit dat hij nog in overleg gaat. De certificering van de taxichauffeurs die bij een TTO zijn aangesloten, 570
wordt op dit moment alleen gedaan door de STH; de STH is de enige instantie die dat kan doen. Wat vindt u daar als liberaal van? Er is namelijk geen marktwerking. Wethouder Smit (VVD). Volgens mij is dit nou typisch een geval van zelfregulering. Daar kan het college achter staan. De voorzitter. Mijnheer Pluimgraaff, er komt ook nog een tweede termijn. Cees Pluimgraaff (CDA). Ik wil, met uw goedvinden, even ingaan op de beantwoording door de wethouder. Hij stelt dat hij hierover goed heeft overlegd. De inspreker, de heer Vos, had daar een heel ander beeld bij. Ik heb de wethouder in het voortraject, in de werkbespreking en in de commissievergadering geprezen, maar juist op het laatste moment schijnt de branche ten aanzien van Hollands Spoor gewoon verordonneerd te zijn om die 14 plaatsen te slikken. Dat is niet gebeurd in overleg, zoals de wethouder vertelt. Wethouder Smit (VVD). Ik weet niet beter dan dat het gegaan is zoals ik het nu heb verteld. Ik geloof ook niet dat het KNV zich iets laat verordonneren. We hebben vandaag ook een inbreng gehoord die niet die indruk wekt. Mijn vermoeden is dus dat de situatie werd aanvaard; het spijt mij dat ik het zo zeg. Ik ben echter altijd bereid om het overleg daarover weer te openen. Dat heb ik al gezegd en daarvoor zijn suggesties gedaan; dat is een herhaling van wat ik al heb gezegd. Bart van Kent (SP). Ik heb een aantal vragen gesteld over het stoppen in het pollergebied. Daar heeft de wethouder nog geen reactie op gegeven. Wethouder Smit (VVD). Dat punt is, zoals u weet, niet gerelateerd aan dit onderwerp, maar de regels voor het stoppen in het pollergebied zijn voor iedereen in te zien op de site. Ik vind het niet erg dat daarop gehandhaafd wordt. Natuurlijk kan er altijd een dispuut zijn over wat 'stoppen' precies is. Ik denk dat in dat opzicht 'bonnenuitschrijverij' altijd kwestieus zou kunnen zijn, maar de regels zijn over het algemeen volstrekt helder en zijn in te zien op de site. Zij zijn vanaf de invoering van het pollergebied ook ruim gecommuniceerd naar de taxibranche. Op een gegeven moment houdt het natuurlijk wel op. De voorzitter. We gaan naar de tweede termijn. Ik weet niet of de heer De Mos nog spreektijd heeft. Richard de Mos (Groep De Mos). Die is op! De voorzitter. Op is op. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. GroenLinks zal de taxiverordening steunen. Ik vind het wel heel jammer dat de wethouder beide amendementen afraadt. In Amsterdam baseert men zich op dezelfde wet, de Wet personenvervoer. Het Haags Taxi Platform heeft bij monde van de heer Vos tijdens de inspraak aangegeven dat het hier behoefte aan heeft. In Amsterdam werkt dit. Het zou echt een gemiste kans voor de stad zijn als wij in de verordening elektrisch personenvervoer - niet elektronisch personenvervoer, mijnheer Lakerveld - niet zouden stimuleren. Willie Dille (PVV). Voorzitter. We hopen dat er nu echt snel een constructief en structureel overleg gaat plaatsvinden met de branche en dat daarin ook echt geluisterd wordt naar de branche. Ik heb een beetje het idee dat de branche er nu alleen als toehoorder bij heeft gezeten. Verder zijn wij heel bang dat deze taxiverordening met de geldende financiële legesregeling een fiasco dreigt te worden. Cees Pluimgraaff (CDA). Voorzitter. Ik heb mijn punt wel aangestipt in mijn inbreng, maar misschien heb ik het niet expliciet aan de wethouder gevraagd: heeft hij een beeld van de wijze waarop er straks gecommuniceerd wordt wanneer dit ingevoerd wordt, met name naar de klanten, de mensen die moeten weten hoe de nieuwe regeling werkt, waar zij terechtkunnen met klachten en dergelijke?
571
Sandra Abbenhuis (PPS). Voorzitter. We zijn heel blij met de toezegging van de wethouder dat hij in overleg gaat. De heer Lakerveld (VVD). Voorzitter. Ik zou alleen nog willen opmerken dat we iedere keer dat het woord 'Amsterdam' valt, misschien maar een traktatie of een rondje bier moeten geven. Ik hoop het woord 'Amsterdam' nu niet meer te horen. Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA). Voorzitter. Amsterdam is een prachtige stad, maar Den Haag is nog mooier. Zo moet je dat doen! Er is verder helemaal niets tegen. Als men daar dingen goed doet en als ook in de praktijk is gebleken dat die dingen goed gaan, moet je die overnemen. Er is alleen een ontzettend groot verschil, zeker op het gebied van de taxibranche, want die is daar gigantisch veel groter dan in Den Haag. Het is dus heel moeilijk om een goede vergelijking te maken. Ik herhaal dat de wethouder er volstrekt gelijk in heeft dat dit een stevige operatie is. Iedereen die zegt dat we niet precies weten hoe dit gaat aflopen en dat we moeten bekijken of iedereen hieraan mee kan doen en op tijd een diploma kan halen, heeft gelijk. Het is allemaal nog niet gelopen. Dit is een zeer stevige operatie; ik blijf dat woord 'stevig' herhalen. Er zal ook nog heel wat moeten gebeuren. Ik ben daarom blij met de toezegging van de wethouder om toch dat overleg te starten. Ik heb begrepen dat hij daarbij ook meteen het overleg over de plaatsen bij Hollands Spoor zal starten. Het zou prettig zijn als de resultaten daarvan vervolgens naar de commissie worden gestuurd, maar ik denk dat de wethouder dat ook wel zal doen. Gerwin van Vulpen (HSP). Voorzitter. Wij zullen deze taxiverordening steunen. Ook wij vinden het een gemiste kans dat de elektrische taxi's niet gestimuleerd kunnen worden. Verder drukken wij de wethouder op het hart om inderdaad constructief overleg te voeren. Hij zei al dat elk voorstel onmiddellijk op zijn steun zou kunnen rekenen. Dat kan volgens mij niet helemaal hard gemaakt worden, gelet op de dikke stapel papier die we hier hebben. Wij hopen echter dat het overleg met de branche over het Stationsplein en in de toekomst beter verloopt. Hasan Küçük (Islam Democraten). Voorzitter. Wij wachten de uitvoering van de toezeggingen van de wethouder af. Wij zijn enorm teleurgesteld over het feit dat de STH de enige instantie is die de certificering voor taxichauffeurs die bij een TTO zijn aangesloten, verzorgt of kan verzorgen. Wij betreuren het antwoord van het college en wij vinden het heel vreemd dat één instelling op dit punt een soort monopoliepositie krijgt. Dat vinden wij zeer verkeerd. Wethouder Smit (VVD). Voorzitter. Ik dank de woordvoerders voor de opmerkingen in de tweede termijn. Er zal wijd en zijd gecommuniceerd worden. Ik denk zelfs dat er op diverse van de huidige taxistandplaatsen ter plekke folders zullen worden uitgedeeld aan individuele taxichauffeurs, want wij weten dat allerlei 'hoog over'-communicaties lang niet iedereen bereiken en het is heel belangrijk dat dat nu wel gebeurt. Tegen de heer Küçük zeg ik dat dit niet wegneemt dat er chauffeurs zijn die dat examen niet zullen halen. Dat is misschien ook de bedoeling van deze verordening, want wij willen een kwaliteitsverhoging. Mensen die niet kunnen voldoen aan die kwaliteitsnormen, moeten straks dus niet meer in Den Haag rijden. Het is niet de bedoeling dat wij kwantitatieve maatregelen nemen, want we hebben liever meer mensen die het examen halen dan minder, maar de taxiverordening is niet mislukt als een aantal mensen die kwaliteitsnormen niet halen en dus worden geweerd. Dat is dan het succes van de verordening. Sterker nog: in Amsterdam heeft dit effect plaatsgevonden en daar was sprake van een waterbedeffect, waar iemand al over sprak. Daar zullen we inderdaad even over moeten spreken met de omliggende gemeenten. De beraadslaging wordt gesloten. In stemming komt amendement rv 105.2013/a. Het amendement wordt bij zitten en opstaan verworpen. 572
De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdD en de HSP voor dit amendement hebben gestemd. In stemming komt motie rv 105.2013/1. De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos, de SP, de PvdE en de Islam Democraten voor deze motie hebben gestemd. In stemming komt motie rv 105.2013/2. De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos, de PvdE en de Islam Democraten voor deze motie hebben gestemd. In stemming komt motie rv 105.2013/3. De motie wordt met algemene stemmen aangenomen. In stemming komt motie rv 105.2013/4. De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos en de Islam Democraten voor deze motie hebben gestemd. In stemming komt motie rv 105.2013/5. De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV en de Groep De Mos voor deze motie hebben gestemd. In stemming komt motie rv 105.2013/6. De motie wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de PvdD, de HSP, de SP, de PPS, de Islam Democraten en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd. In stemming komt motie rv 105.2013/7. De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de PvdE, de Islam Democraten en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd. David Rietveld (GroenLinks). Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Als er geen stemverklaringen zijn, kan ik dat punt nu aan de orde stellen. De voorzitter. Nadat we over het voorstel hebben gestemd? 573
David Rietveld (GroenLinks). Nee, ik wilde het punt daarvoor aan de orde stellen. Zal ik dat dan maar doen? De voorzitter. Doet u dat maar, want ik wil dit blok nu afhandelen. Daarna gaan we naar de stemmingen over raadsvoorstel 106. David Rietveld (GroenLinks). Motie rv 105.2013/3 van de heer De Mos is aangenomen, maar dat leidt niet tot een aanpassing van het raadsvoorstel. In het dictum van het raadsvoorstel staat dat de regeling gewoon op 1 april in werking treedt. Volgens mij besluiten wij hier vanavond over. Moeten wij hier dan nog een keer over gaan praten? De voorzitter. De wethouder heeft toegezegd dat hij op dit punt de gedachte van de motie zal volgen. De motie is aangenomen. Dit lijkt mij een technische aanpassing. Ik denk dat de raad de wethouder daar vanavond toe kan mandateren, tenzij u dat niet vertrouwt. Ik heb de indruk dat dat wel het geval is. Er is een groot vertrouwen. We gaan nu stemmen over de amendementen en moties over raadsvoorstel 106. In stemming komt amendement rv 106.2013/a. Het amendement wordt bij zitten en opstaan verworpen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdD, de HSP en de Groep Okcuoglu voor dit amendement hebben gestemd. In stemming komt amendement rv 106.2013/b. Het amendement wordt bij zitten en opstaan verworpen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos, de SP, de Islam Democraten voor dit amendement hebben gestemd. In stemming komt motie rv 106.2013/1. De motie wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de PVV, de PvdD, de HSP, de Groep De Mos, de SP, de PvdE, de PPS en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over de amendementen en moties over raadsvoorstel 106. Hasan Küçük (Islam Democraten). Voorzitter. De reden waarom wij tegen de laatste motie hebben gestemd, is dat wij twijfels hebben over de uitvoering, omdat niet aannemelijk gemaakt kan worden dat dit voor 30 chauffeurs kan worden uitgevoerd. In stemming komt het aldus gewijzigde voorstel rv 105. Het gewijzigde voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. In stemming komt voorstel rv 106. Het voorstel wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
574
De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de PvdD, de HSP, de SP, de PvdE, de PPS en de Groep Okcuoglu voor dit voorstel hebben gestemd.
Aan de orde is: I.1. I.2.
Voorstel van het college inzake Raamovereenkomst gemeente-Vestia (rv 107; RIS 260203). Voorstel van het presidium inzake wensen en bedenkingen ten aanzien van het conceptcollegebesluit inzake de oprichting van de Wijkontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuidwest (rv 108; RIS 264188).
De beraadslaging wordt geopend. Ingrid Gyömörei (SP). Voorzitter. We gaan het vanavond hebben over de Wijkontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuidwest. De SP vindt het vreemd dat een van de grootste corporaties van Nederland, Vestia, de boel zo verschrikkelijk kan verknallen en als dank daarvoor een preferente positie krijgt. Na alle woningcorporaties benadeeld te hebben - zij betalen via het Centraal Fonds Volkshuisvesting immers mee aan de schade van € 1,3 mld. - krijgt Vestia nu een verkoopvoorkeurspositie. Ik kan mij zomaar voorstellen dat ook de andere Haagse corporaties de riante financieringsregeling willen krijgen die Vestia nu krijgt via de WOM. Iedereen, elke ondernemer in Nederland, heeft problemen met het krijgen van bankgaranties en leningen, maar Vestia krijgt via de gemeente een uitermate riante gemeentelijke garantie, oplopend tot € 80 mln. Natuurlijk moeten de braakliggende terreinen in Den Haag Zuidwest worden bebouwd en natuurlijk moeten woningen in Den Haag Zuidwest worden onderhouden en gerenoveerd; laat daarover vooral geen misverstand ontstaan. Dit had echter ook op een andere manier gekund. Gelet op wat er wordt ingezet om zaken zoals het Spuiforum rond te krijgen of - om een voorbeeld te noemen dat dichter in de buurt is - wat er allemaal uit de kast wordt getrokken, ook aan gemeentelijk geld, om een sportcampus in het Zuiderpark voor elkaar te krijgen, was er naar mijn mening ook een andere manier geweest om de teruglopende woningbouw in Den Haag Zuidwest vlot te trekken. Om de Wijkontwikkelingsmaatschappij mogelijk te maken, wordt nu vrijwel het hele bezit van Vestia in geheel Den Haag, behoudens Zuidwest dus, in de verkoop gegooid. Ik heb de lijsten gezien: Scheveningen, Loosduinen, Centrum, Houtwijk, Kortenbos, Spoorwijk en Escamp. Het zijn hele straten, aan twee zijden, de even zijde en de oneven zijde. Het is een paginalange opsomming van alle betaalbare sociale woningbouw onder de huurgrens, vier-, vijf- en zeskamerwoningen en ook veel woningen met een huurbedrag van minder dan € 300 per maand; dat is bijna een unicum. Dat gaat allemaal op de helling. Door deze woningen in vrijwel alle gemengde wijken te verkopen, zijn alle betaalbare woningen in die wijken niet meer beschikbaar voor mensen met een kleine beurs. De segregatie in Den Haag wordt op deze manier naar de mening van de SP alleen maar gevoed. Bij de afspraken met de minister over het herstelplan is expliciet afgesproken dat de corporaties zich slechts zouden houden aan hun kerntaak, het mogelijk maken en het onderhouden van sociale woningbouw. Nu wordt via een ingenieuze constructie mogelijk gemaakt dat Vestia regeert en ontwikkelt in Den Haag Zuidwest. De positie van de huurder is iets verbeterd naar aanleiding van een amendement dat is gesteund door de meerderheid van de raad. Helaas is dat niet opgenomen in de raamovereenkomst, maar door de wethouder wel herhaaldelijk toegezegd. Met name in de beginfase zullen zij ruimte krijgen. Laten we daar met elkaar op letten. Er ligt een niet zo blije brief van 1 juli 2013 van de SHV, de Stedelijke Huurdersraad Vestia Den Haag. Kan de wethouder laten weten op welke wijze op die brief is gereageerd? De SHV had en heeft moeite met de rechtsvorm van de WOM en het gebrek aan afspraken over de kwaliteit van de plannen. Verder mist de SP duidelijkheid over de waardebepaling van de door Vestia in te brengen panden. Op welk moment wordt dit eindelijk duidelijk? Kan de wethouder bevestigen dat, als de inbreng door Vestia tegenvalt, de raad daarover komt te spreken? En kan de wethouder toezeggen dat 575
bij tegenvallende verkoopwaarde eerst met de raad wordt gesproken alvorens de bijl te zetten in de schamele sociale plannen voor betaalbare woningen in Den Haag Zuidwest, die in dit plan zitten? Inge Vianen (GroenLinks). Voorzitter. Vandaag gaan we besluiten over het oprichten van een Wijkontwikkelingsmaatschappij in Den Haag Zuidwest, afgekort tot WOM. Dat doen we omdat Vestia door de grote financiële problemen waarin zij verkeert, niet meer zelf de herontwikkeling van die wijk op zich kan nemen. Door in een WOM samen te werken met Vestia, kan de gemeente ervoor zorgen dat die herontwikkeling wel plaatsvindt en dat het straks prettiger wonen wordt in Den Haag Zuidwest. Er zullen 750 nieuwe woningen gebouwd worden en er zullen 250 woningen gerenoveerd worden. Als raad hebben we een tijdje geleden onze wensen en bedenkingen mogen uitspreken over de te sluiten overeenkomst voor deze WOM. GroenLinks heeft toen gevraagd om in de WOM op te nemen dat de nieuwbouw ten minste energieneutraal wordt opgeleverd en dat bij de renovatie een aanzienlijke verbetering van de energieprestatie wordt bereikt. Helaas blijkt het moeilijk te zijn om dit in de uiteindelijke raamovereenkomst vast te leggen. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting lag daarbij dwars, zo vertelde de wethouder ons. GroenLinks vindt het echter toch belangrijk om er alles aan te doen om de woningen zo groen mogelijk te maken. We hebben als gemeente immers de doelstelling om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Alle zeilen moeten worden bijgezet om dat te halen. Daarom moeten we kijken naar elke mogelijkheid die zich voordoet om toch zo groen mogelijk te bouwen. Wij zien die mogelijkheid in het landelijke energieakkoord. Daarin is afgesproken om voor corporatiewoningen gemiddeld label B in 2020 na te streven. Het Rijk stelt hiervoor in de periode van 2014 tot 2017 € 400 mln. subsidie beschikbaar voor verhuurders in de sociale huursector. GroenLinks vindt dat wij die subsidieregeling moeten gaan aanspreken met onze plannen. Daarom dienen wij een motie in met als dictum 'verzoekt het college: binnen de WOM ernaar te streven om alle nieuwbouwprojecten energieneutraal te realiseren (EPC 0); bij renovatieprojecten minimaal label B voor coöperatiewoningen na te streven; de gemeenteraad bij de nieuwbouw- en renovatieprojecten binnen de WOM-structuur voorstellen met betrekking tot de financiering voor te leggen om boven gestelde ambities te bereiken en hierbij de financiële middelen van het energieakkoord te betrekken'. Mevrouw Gyömörei sprak al even over de verkoop van de woningen. Ik heb daar in de commissie al over gesproken. Ik heb de wethouder toen gevraagd of het klopt dat Vestia zich houdt aan de door ons met haar gemaakte afspraak dat er alleen woningen verkocht worden in de eenzijdige wijken. Ik hoorde mevrouw Gyömörei zojuist zeggen dat dit ook gebeurt in de gemengde wijken. Ik heb die vraag in de commissie aan de wethouder gesteld. Volgens mij heeft hij toen geantwoord dat dit niet het geval is en dat er inderdaad alleen in de eenzijdige wijken verkocht wordt. Ik krijg dat graag nog eens bevestigd. De voorzitter. Door mevrouw Vianen wordt de volgende motie (rv 107.2013/2) ingediend:
Motie rv 107.2013/2 De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 19 september 2013 ter bespreking van het raadsvoorstel van het college inzake het besluit tot aangaan Raamovereenkomst gemeente - Vestia (RIS 260203). Constaterende dat: - de uitwerking van de raamovereenkomst kansen biedt om de woningvoorraad van Vestia in Zuid-West te verduurzamen; - Den Haag de ambitie heeft om in 2040 klimaatneutraal te zijn; - in het bouwbesluit is opgenomen dat alle nieuwbouw vanaf 2020 (bijna) energieneutraal dient te zijn; - in het landelijke energieakkoord is afgesproken om voor coöperatiewoningen gemiddeld label B in 2020 na te streven en voor 80% van de particuliere huurwoningen naar minimaal label C in 2020 te streven;
576
-
het rijk hiervoor € 400 miljoen subsidie beschikbaar stelt voor verhuurders in de sociale huursector ten behoeve van investeringen in energiebesparing voor de periode 2014-2017, met als doel een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van het Convenant Energiebesparing Huursector.
Overwegende dat: - de door de gemeenteraad opgenomen wens in de wensen en bedenkingprocedure (RIS 256182) met betrekking tot duurzaamheid niet geheel is overgenomen in de raamovereenkomst vanwege bezwaren vanuit het CFV; - de wethouder hierover heeft aangegeven dat het CFV investeringen in duurzaamheid die ten laste komen van Vestia alleen dan kan accorderen, indien deze duidelijk rendabel zijn (waardering woningen). Van mening dat: - investeringen in duurzame woningen juist grote voordelen opleveren voor de energielasten van een woning en dus voor de energierekening van de gebruiker; - investeringen in duurzaamheid bij renovatie en nieuwbouw in het kader van WOM Zuid-West van groot belang zijn. Verzoekt het college: - binnen de WOM ernaar te streven om alle nieuwbouwprojecten energieneutraal te realiseren (EPC 0); - bij renovatieprojecten minimaal label B voor coöperatiewoningen na te streven; - de gemeenteraad bij de nieuwbouw- en renovatieprojecten binnen de WOM-structuur voorstellen m.b.t. de financiering voor te leggen om bovengestelde ambities te bereiken en hierbij de financiële middelen van het energieakkoord te betrekken. De motie maakt onderdeel van de verdere beraadslaging uit. Gert-Jan Bakker (CDA). Voorzitter. Vanavond ligt voor Den Haag Zuidwest een belangrijk besluit voor. Dit stadsdeel is toe aan vernieuwing van de woningvoorraad: meer koopwoningen en meer eengezinswoningen. De herstructurering die tot een paar jaar geleden heel goed liep, kwam een paar jaar geleden ineens tot stilstand, onder andere door Vestia. Vanavond ligt er na veel werk door de gemeente, zowel door de ambtelijke organisatie als door het college en de raadscommissie, een raamovereenkomst voor de Wijkontwikkelingsmaatschappij. Natuurlijk hadden wij liever gezien dat dit middel niet was ingezet, maar soms vragen buitengewone problemen om buitengewone oplossingen. Wij constateren dat in de voorliggende overeenkomst tegemoet wordt gekomen aan de wensen en bedenkingen van de raad over de beheersing van de risico's, de tussentijdse bijstellingen van het programma, evaluatie na vijf jaar en uittreding na tien jaar. Ook is er aandacht voor duurzaamheid, betrokkenheid van de huurders en juridische houdbaarheid. De komende jaren zal het CDA doorgaan met het bijhouden van deze ontwikkelingen. Wij zullen blijven toetsen of de betrokkenheid van huurders en kopers in stand blijft. De rol van andere corporaties vinden wij erg belangrijk, want ook zij moeten weer in Zuidwest gaan investeren. Dat moeten wij stimuleren en wij moeten voorkomen dat dit programma stagneert. Met dit voorstel kunnen de nieuwbouw van 800 woningen en de renovatie van 250 woningen van start gaan. Dat is goed voor de bouw, voor de stad en voor de bewoners van Den Haag Zuidwest. Bart Brands (PVV). U zei eerder dit jaar volgens mij dat dit gaat om een druppel op een gloeiende plaat, omdat het slechts gaat om 10% van de beschikbare eenheden in Zuidwest. Waarom moet er zoveel geld naar een relatief kleine druppel op een gloeiende plaat? Gert-Jan Bakker (CDA). Ik heb volgens mij de term 'een druppel op een gloeiende plaat' niet gebruikt. Dit is gewoon een belangrijk middel om de herstructurering op gang te helpen. Hiermee helpen wij de mensen in Zuidwest. Als u tegen dit voorstel stemt, houdt u de ontwikkeling van Zuidwest tegen. Dan wordt het een wijk die verloedert. Dat zie je nu al. Als je erdoorheen fietst, zie je 577
hier en daar delen leeg staan en terreinen braak liggen. Misschien kent u dat deel van de stad wat minder goed, maar dit deel van de stad moet zich ontwikkelen. Daar gaan wij voor. Is dit een druppel op een gloeiende plaat? Nee, dit is een belangrijk instrument om ook deze wijk aantrekkelijker te maken, zodat ook andere corporaties erin gaan investeren. Ik vind dit dus geen druppel op een gloeiende plaat, maar een noodzakelijke investering. Wij lopen daarbij risico. Wij geven geen subsidie, maar lopen een risico ten bedrage van € 80 mln. Dat doen wij voor de stad, voor Escamp. Bart Brands (PVV). Dan constateer ik hier een behoorlijke draai van het CDA. Irene van Geest (D66). Voorzitter. Het is nu al twee jaar geleden dat wij hoorden over het financiële debacle van Vestia. Deze grote corporatie dreigde in Den Haag ten onder te gaan door speculatie en zelfverrijking; ik heb het zelfs 'hoogmoed en hebzucht' genoemd. Dat veroorzaakt grote onzekerheid voor de huurders en over de vele renovatie- en bouwprojecten die gepland stonden. Nu, na twee jaar onderhandelen, is duidelijk wat Vestia nog wel kan doen in Den Haag en nu krijgen de bewoners in Zuidwest ook duidelijkheid over de renovatie en de nieuwbouw in hun stadsdeel. Dankzij een bijdrage van de gemeente van € 80 mln. kan de WOM, de Wijkontwikkelingsmaatschappij, ongeveer 1.000 woningen aanpakken. Voorlopig is het plan om 750 woningen te slopen, 850 nieuwe woningen te bouwen en nog eens 250 woningen te renoveren. Die verbetering van de woonomgeving sluit aan bij de andere investeringen die wij in deze wijk doen. Denk bijvoorbeeld aan de brede buurtscholen die daar worden ontwikkeld en aan de sportcampus die daar gepland staat. Dat zijn maatschappelijke investeringen die de bewoners van Zuidwest meer ontwikkelingskansen geven. D66 heeft al meerdere malen gepleit voor duurzaam bouwen, met name voor energieneutraal bouwen. We bouwen immers niet voor vandaag of morgen, maar voor overmorgen en eigenlijk voor over 50 jaar. Als gemeente hebben wij de doelstelling om in 2040 een energieneutrale gemeente te zijn. Dan moeten we daar bij het huidige bouwen rekening mee houden. Ook voor de huurders zal het prettig zijn als de energiekosten wat omlaag gaan. Bij de wensen en bedenkingen van de raad was dit een belangrijk punt. We hebben van de wethouder tijdens de bespreking begrepen dat Vestia er wel voor voelde, maar dat het Centraal Fonds Volkshuisvesting geen toestemming gaf. We weten ook wel dat het door de huidige regelgeving niet eenvoudig is om betaalbare huurwoningen te verduurzamen, maar ondanks die belemmeringen vindt D66 dat het college zich moet blijven inspannen voor het bereiken van de duurzaamheidsdoelstellingen. D66 verwacht van het college dat het bij de WOM aandringt op maximale inspanningen in deze richting. Het college en de WOM moeten niet stil gaan zitten en ook niet rustig gaan afwachten. Nee, D66 verwacht van het college dat het zich actief inzet om de landelijke belemmeringen te signaleren en te helpen opruimen. Bouwen voor de toekomst betekent immers energieneutraal bouwen. Graag krijg ik op dit punt een toezegging. Met het oog hierop stemt D66 in met de motie van GroenLinks, die onder meer aandringt op onderzoek naar financieringsmogelijkheden om dit doel te bereiken. Sandra Abbenhuis (PPS). Voorzitter. Wellicht zal ik in de tweede termijn het woord voeren. Jos de Jong (PvdA). Voorzitter. De raamovereenkomst met Vestia is echt een bijzonderheid. Het verheugt de PvdA echt enorm dat het gelukt is om zo'n overeenkomst te sluiten. Het is namelijk echt bijzonder. In heel Nederland zijn corporaties op dit moment in problemen. Niet alleen Vestia is in problemen. Vestia is in grote problemen, maar ook andere corporaties hebben het financieel heel moeilijk. De hele productie is eigenlijk tot stilstand gekomen. In Den Haag lukt het nu om projecten, niet alleen in Den Haag Zuidwest maar ook de andere 29 projecten, door te laten gaan. Dat is echt heel goed en dat geldt zeker voor de oprichting van een WOM, een Wijkontwikkelingsmaatschappij. In het begin vroeg ik mij af of dat haalbaar zou zijn en nu is de WOM er. Er is ook een heel uitvoerig pakket van afspraken. Dat is echt bijzonder, zeker voor Den Haag Zuidwest. Ik dacht laatst nog: je zult daar maar een huis hebben gekocht met het idee dat de hele wijk zich verder zou gaan ontwikkelen en nu kijk je uit op grasveldjes met hekken eromheen. Dat is niet fijn. Nu kunnen wij het daar gewoon afmaken met deze overeenkomst. Dat lijkt mij echt heel goed. Het is ook mooi dat dit vrij snel gaat starten, want de eerste projecten blijken al te kunnen gaan beginnen.
578
Bart Brands (PVV). Dat wil ik even rechtzetten, want we gaan dat helemaal niet afmaken. We gaan minder dan 10% van de woningen daar opknappen of nieuwbouw realiseren. Bent u dat met mij eens? Jos de Jong (PvdA). Dat ben ik niet helemaal met u eens, want wij gaan gewoon afmaken wat wij gestart zijn. Dat heeft een lange aanloop. Dit waren allemaal projecten die in de steigers stonden. Mensen dachten al dat die projecten verder zouden worden uitgevoerd en dat wordt hiermee mogelijk. Dat is echt een enorme stap. U moet zich realiseren dat 800 woningen echt een flink aantal is, gelet op de productie van corporaties die wij nu in heel Nederland zien. Ik ben het dus absoluut niet met u eens, maar dat had u al gedacht. Ik wil ook iets zeggen over de prijs die wij betalen. We betalen immers ook een prijs, namelijk de verkoop van woningen. Daar blijf ik zorgen over hebben, want dat zijn wel 3.000 woningen. Het is wel gespreid over tien jaar; het gebeurt dus niet onmiddellijk. Het is ook zeker niet het hele bezit van Vestia; het is een deel van het bezit van Vestia. Daar zitten inderdaad straten bij waarbij je denkt: is dat nou wel zo'n goed idee? Dit is echter wel de consequentie. Laten we blijven volgen hoe dat gaat, want dit heeft wel gevolgen. Dat ben ik eens met de SP. Ik vond de SP wel erg kritisch over de overeenkomst die er nu ligt, maar hopelijk valt dat straks in het stemgedrag toch nog mee. Ik vind het immers van belang dat er in de raad een brede steun voor dit ding is. Dat is echt van belang, want dit is wel echt bijzonder. Ik hoop dus dat de SP toch nog naar de goede kant door gaat slaan. Dan de duurzaamheid. Welnu, daar zitten wij wat relaxter in. Ook ik heb over dat onderwerp het woord gevoerd in de commissie. De wethouder heeft daarin gezegd dat hij zich tot het uiterste gaat inspannen om die duurzaamheid zo goed mogelijk te realiseren. In dat licht vind ik hetgeen GroenLinks in haar motie vraagt, namelijk om alle nieuwbouwprojecten energieneutraal te realiseren conform EPC 0, wel erg ver gaan. Dat kost niet € 1.000 maar vraagt echt een forse investering. De wethouder heeft al toegezegd dat hij voor die duurzaamheid gaat. Dus laten wij dat verder volgen. Dan de suggestie in dezelfde motie om een beroep te doen op het landelijk akkoord. Het is aardig om te denken dat dit erg veel zal helpen, maar ik wijs erop dat die gelden pas in 2016 en 2017 beschikbaar zijn. Dus de komende twee jaar hebben we er helemaal niets aan. Bovendien is het landelijk geld. Als je dat moet delen door het aantal gemeenten, levert dat natuurlijk geen bedragen op waarmee we het gaan redden. Derhalve denk ik dat we deze motie niet gaan steunen. Inge Vianen (GroenLinks). Ik wil de heer De Jong er graag op attent maken dat in de motie staat dat er een streven is naar energieneutrale nieuwbouwprojecten. In het energieakkoord staat juist dat er € 400 mln. subsidie beschikbaar gesteld wordt aan verhuurders in de sociale verhuursector, juist voor de investering in energiebesparing, en dat dit al gebeurt in de periode 2014 tot 2017. De wethouder zou juist heel goed hierop een beroep kunnen doen. Dus ik vraag u om hier nog eens goed naar te kijken en om het antwoord van de wethouder te beluisteren, zodat u hopelijk de motie wel kunt steunen. Jos de Jong (PvdA). Dat is niet helemaal wat ik zo-even inbracht, maar dat had u natuurlijk wel gehoord. Ik heb de motie goed gelezen. Ook heb ik de brief van de minister gelezen en daar staat duidelijk in dat er in de eerste twee jaar nul euro beschikbaar is. Mijn stelling blijft dus dat uw motie wat dat betreft niet helpt. De wethouder is mans genoeg om als die gelden er zijn, die vervolgens aan te spreken. Hij heeft al gezegd dat hij zich gaat inspannen want hij heeft haarscherp door dat dit een van de hier breed gedragen wensen is die nog niet helemaal gerealiseerd zijn in het kader van deze raamovereenkomst. Ik denk dus dat we toch een heel eind komen. Ik heb ook niet de indruk dat er hier erg veel partijen zijn, behalve één - de heer Brands let nu niet op, merk ik - die niet voor het verduurzamen van onze woningen zijn. Verder roep ik de wethouder op om Staedion en Haag Wonen in die zin wakker te schudden, dat ze wel mee gaan doen, zeker in dit gebied. Ook zij hebben honderden woningen in het gebeid waar de WOM actief wordt. Ik verwacht dan ook dat ze zich binnen een jaar aansluiten bij deze WOM. Mevrouw Michels-Spee (VVD). Voorzitter. Het voorliggende voorstel kan eigenlijk gezien worden als een sluitstuk van een proces, dat twee jaar geleden is ingezet, teneinde de problemen rond Vestia het hoofd te kunnen bieden. Het ging toen meer dan alleen om herstructurering. Het lijkt namelijk alsof we dit alleen maar doen voor de herstructurering, maar we hadden natuurlijk ook nog een andere 579
opgave. Vestia had nog een heleboel projecten in deze stad waar ze ofwel al mee bezig was ofwel nog mee moest starten. Vestia had ook de opdracht gekregen om heel veel woningen in een keer op de markt te zetten. Als wij alles rond Vestia zomaar over ons heen hadden laten komen als stad, waren de problemen niet te overzien geweest. Dus is er besloten om te gaan onderhandelen. Een van de uitkomsten van die onderhandelingen is nu de WOM. Daarnaast refereer ik aan de projecten waarvan wij het ook belangrijk vinden om die doorgang te laten vinden. Als raad hebben we enige maanden geleden de wethouder een aantal wensen en bedenkingen meegegeven met het oog op de oprichting van de WOM. De wethouder is op basis van die wensen en bedenkingen gaan onderhandelen. Kijkend naar de uitkomst ervan, kunnen wij niet anders dan concluderen dat het goede onderhandelingen zijn geweest. Helaas krijg je niet altijd alles wat je wilt, maar dat is nu eenmaal iets wat gepaard gaat met onderhandelingen. Er is altijd wel iemand die een beetje meer krijgt en altijd wel iemand die een beetje moet inleveren. Voor sommigen lijkt het nu alsof wij Vestia € 80 mln. gaan geven zonder dat we er iets voor terugkrijgen. Maar niets is minder waar. Ten eerste is het een lening en geen gift. Een lening is iets wat je op termijn terugkrijgt. Ten tweede krijgen we er écht iets voor terug, namelijk herstructurering in een kwetsbaar gebied dat wij als stad proberen niet verder te laten afglijden. Wanneer je alleen maar eenzijdige woningbouw realiseert in de stad, zorg je voor problemen in de toekomst. Daarom ook hebben we gekozen voor de voorliggende constructie. Is het in de ogen van de VVD een optimale constructie? Nee. Zijn we het als stad verplicht aan onze inwoners ervoor te zorgen dat datgene wat we hebben ingezet een aantal jaren geleden in al die herstructureringswijken, wordt voortgezet zodat die inwoners de mogelijkheid hebben een wooncarrière te maken in hun omgeving? Mijn antwoord daarop is ja. Het college vraagt nu aan de raad in te stemmen met het voorliggende onderhandelingsresultaat. Alle plussen en minnen afwegende, denk ik dat het college uitstekend heeft onderhandeld. Wij zullen uiteraard volgen wat er gebeurt, maar dat lijkt mij niet meer dan logisch, want dat is nu eenmaal onze taak als raadsleden. Joris Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Bij een eerdere gelegenheid heb ik al gememoreerd hoe Vestia ooit in de gemeente Den Haag is begonnen. Ik heb het dan over het Gemeentelijk Woningbedrijf waar ook het GWB Zuidwest onderdeel van uitmaakte. Nu zien we dat we als gemeente onze verantwoordelijkheid nemen en een stuk van de verantwoordelijkheid in die wijk via de WOM weer terug op ons nemen. Dat is op zichzelf een goede ontwikkeling. Het is een compliment waard dat het college dit heeft opgepakt en op die manier heeft gedaan. Dat neemt niet weg dat het een ontwikkeling is waar haken en ogen aan zitten, evenals risico's. Het is tevens een ontwikkeling waarbij het heel lastig is om de positie van de huurders goed te borgen, wat uiteindelijk toch centraal zou moeten staan. Dat is naar mijn overtuiging nog niet gelukt. Dus daar ligt nog een opgave voor de wethouder. De Haagse Stadspartij zal de voorliggende raamovereenkomst ondersteunen. We hopen dat de gemeente de bewoners en de wijk Zuidwest niet teleur zal stellen en de wijk verder zal kunnen opkrikken. Verder hopen we dat Vestia haar verantwoordelijkheid wat betreft het achterstallig onderhoud ten aanzien van de woningen die ze nog wel in bezit heeft, ten volle gaat nemen. Daar ligt namelijk ook nog een opgave. Dat blijft nu een beetje buiten beeld maar ik denk wel dat we Vestia er via de prestatieafspraken goed op moeten blijven aanspreken. Bart Brands (PVV). Voorzitter. Een sportcampus, € 73 mln., waarvan € 52 mln. betaald door de inwoners. € 25 mln. voor het World Forum. Een megalomaan Spuipaleis van € 250 mln., waarvan zeker € 100 mln. voor rekening van de inwoners. En nu ook € 80 mln. voor het opknappen van nog geen 10% van de 11.204 verhuurbare eenheden in Den Haag Zuidwest. € 80 mln. aan belastinggeld en dan 2.027 woningen van gemiddeld 65 vierkante meter, door deze overheid geprijsd op € 52.787 die …. Mevrouw Michels-Spee (VVD). Mijnheer Brands, in mijn inbreng heb ik toch net verdomd duidelijk gemaakt dat het geen schenking is aan Vestia maar een lening. Kunt u mij uitleggen hoe u nu aan die € 80 mln. komt alsof dat een schenking is? Weet u het verschil tussen een schenking en een lening? 580
Bart Brands (PVV). Ja, een schenking is iets wat je weggeeft en een lening is iets wat je uitleent. Alleen, als overheid maak je vaak gebruik van de mogelijkheid om iets te lenen, maar wordt het uiteindelijk een schenking omdat je bepaalde risico's niet helemaal hebt meegenomen, wetende dat die risico's er zijn uiteraard, maar net doend alsof ze er niet zijn. Wij zetten op dit moment € 80 mln. op het spel. We moeten nog maar afwachten wat we daarvan terugkrijgen en of we niet nóg meer moeten bijleggen. Mevrouw Michels-Spee (VVD). Volgens mij maakt u er nu echt een potje van. Bent u het met mij eens dat het Ecorys-rapport heeft aangegeven dat de berekeningen aan de nogal voorzichtige kant zijn? Bent u zich bewust van het feit dat wij als raad hebben aangegeven dat het maximum van de lening € 80 mln. is? Bart Brands (PVV). Ik ben mij daarvan bewust en ik ben het met u eens over dat rapport, maar zoals de VVD ook weet, steken we die € 80 mln. in vastgoed. En vastgoed kan in waarde dalen of stijgen. Op het moment dat de waarde van het vastgoed zodanig daalt dat de € 80 mln. niet genoeg is, moet er wellicht nog meer geld komen omdat in de WOM woningen als onderpand worden ingebracht door onder andere Vestia. Van de 2.027 woningen waar ik het eerder over had, blijven 974 woningen ongebruikt in de WOM zitten als onderpand. Gert-Jan Bakker (CDA). De heer Brands had het zo-even over leningen die de gemeente niet terug zou krijgen. Kan hij aangeven welke leningen de gemeente Den Haag de afgelopen tien jaar niet teruggekregen heeft? Bart Brands (PVV). Ik behoef volgens mij maar te refereren aan de honderden miljoenen die deze gemeente de afgelopen twee, drie jaar heeft moeten afschrijven op het vastgoed dat we hebben. Dat zijn allerlei constructies, verkapt of vervormd in leningen, zaken waarvan u net zo goed weet als ik dat er enorme risico's aan zitten die we als overheid eigenlijk helemaal niet zouden moeten nemen. Of het dan een lening betreft of iets waar de gemeente zich helemaal niet mee bezig moet houden, het gaat om belastinggeld dat allemaal weg is, dankzij het CDA onder andere. Gert-Jan Bakker (CDA). Mijn vraag was heel simpel. De dingen die u nu noemt, zijn geen leningen. Hoeveel leningen heeft de gemeente de afgelopen tien jaar niet teruggekregen? Bart Brands (PVV). Ik zal een heel voorzichtige noemen: ADO. Joris Wijsmuller (HSP). Daar was de PVV toen voor. Bart Brands (PVV). Dat neemt niet weg dat er geld verloren is. Voorzitter. € 80 mln. En dan 2.027 woningen van gemiddeld 65 vierkante meter, door deze overheid geprijsd op € 52.787 per woning, die dan worden ondergebracht in een wijkontwikkelingsmaatschappij. Een verschrikkelijke beslissing en tegelijkertijd geen taak van onze gemeenteraad die nog niet zo lang geleden juist besloot het Gemeentelijk Woningbedrijf af te stoten. Wordt dat de erfenis van dit college? Honderden miljoenen aan extra belastingdruk om zaken te regelen die ofwel niets met de overheid te maken hebben ofwel in deze tijd van enorme economische tegenspoed zeer slechte investeringen zijn. Ik ben blij dat de VVD het met de PVV eens is dat het krachtwijkenbeleid op de schop moet. Ik heb dat namelijk gelezen in haar nieuwe verkiezingsprogramma, althans als ik dat nieuwe verkiezingsprogramma mag geloven. Dat het verkiezingspraatje van de VVD heel anders is dan wat deze partij ook daadwerkelijk wil, is in heel Nederland pijnlijk duidelijk geworden, waarbij ik uiteraard refereer aan Rutte II. Op lokaal niveau is het helaas niet anders, want vanavond stemt de VVD in met krachtwijkenbeleid. Voorzitter. U ziet hier een aantal partijen die de belastingbetaler gebruikt als onderpand. In de inwoners van de stad zien ze 505.000 spaarpotjes die er om vragen opengebroken en geplunderd te worden om de eigen megalomane waanideeën te financieren. De burger van de stad wordt gebruikt als vaatdoek, wordt uitgeknepen en draait op voor het zooitje dat de collegepartijen hier maken. Ongeacht 581
de retoriek en wat er geschreven staat in bijvoorbeeld het verkiezingsprogramma van de VVD, is de VVD allang niet meer de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie die zij in haar naam draagt. Zij is de Volksverlakkersclub voor Vriendjespolitiek en Dwang. Maar ook het CDA verdient een nieuwe naam door de wijze waarop het de inwoners van de stad inzet als een creditcard zonder limiet: Communistisch Demagogisch Appel. Mevrouw Michels-Spee (VVD). Ik luister met stijgende verbazing naar het betoog van de heer Brands. Ik ben zo benieuwd welke oplossing de heer Brands nu zelf eigenlijk heeft. Hij fulmineert tegen eenieder en dat is zijn goed recht maar zou hij met een oplossing kunnen komen? Dan graag een oplossing voor Den Haag Zuidwest. Bart Brands (PVV). Uw collega heb ik het geprobeerd wijs te maken in de commissie en ik dank u ook voor deze vraag. Wat u hier vandaag gaat beslissen, is dat de overheid dit moet doen. De Partij voor de Vrijheid heeft een ander idee: laten we nu eens kijken wat de markt hiervan vindt. Helaas is hier de kans niet voor geboden. Door de overheid zijn deze woningen geprijsd op € 52.787 per stuk. Echter, op het moment dat er een heleboel woningen op de markt komen, zou het ook wel eens kunnen zijn dat die prijzen wat zakken en een heleboel mensen er vervolgens in stappen. Dan niet alleen voor die 2.027 woningen die in de WOM worden ondergebracht, die 850 nieuwbouw en die 250 restauraties, maar ook voor die andere van de totaal 11.204 verhuurbare eenheden in Den Haag Zuidwest. Ik denk dat dit een oplossing kan zijn. Ik vind het dan ook jammer dat deze vraag wederom van de VVD komt, want het is juist de VVD die dit soort zaken zou moeten weten. Het is dus jammer dat de VVD, deze rechts-liberale en in marktwerking gelovende partij, niet met die oplossing is gekomen. Het staat wel in het VVD-verkiezingsprogramma, maar ja, het ware gezicht van de VVD is heel anders. Het is ook zo jammer dat de meeste weerstand tegen de alternatieven van de Partij voor de Vrijheid van deze twee, zichzelf als rechts-radicaal en rechts-liberaal en radicaal-midden profilerende partijen komt. Het is jammer dat juist deze partijen de beginselen van marktwerking en vrijheid zo te vuur en te zwaard willen bestrijden en de € 80 mln. die er voor dit plan zijn gereserveerd, zo graag van de burger afnemen. Maar het kan verkeren. Partijen kunnen het af en toe niet laten hun ware gezicht te laten zien. De gezichten van de zichzelf rechts en midden Den Haag noemende partijen zijn zo rood als de Chinese vlag. De miljoenen die aan de schouders van hardwerkend Den Haag worden gehangen, zullen de hier zittende elite weinig kunnen schelen. Hier worden baantjes gecreëerd, zoals die van directeur van de nieuwe WOM. Een overheidsclub kan natuurlijk niet zonder duurbetaalde bureaucraten. Om dat te voorkomen, om te voorkomen dat er Vestia-achtige situaties ontstaan, dien ik een motie in waarin gevraagd wordt de raad te betrekken bij de vaststelling van het salaris van de directie van de WOM. Het dictum van de motie luidt: verzoekt het college de raad bij de vaststelling van het salaris van de directie van de WOM Den Haag Zuidwest te betrekken. De motie is meeondertekend door de SP en de Groep De Mos. De voorzitter: Door de heer Brands, daartoe gesteund door mevrouw Gyömörei en de heer De Mos, wordt de volgende motie (rv 107.2013/1) ingediend:
Motie rv 107.2013/1 De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 19 september 2013 ter bespreking van het voorstel van het college inzake “Raamovereenkomst gemeente – Vestia” (rv 107; RIS 260203). Constaterende dat de gemeente zich begeeft op de woningmarkt middels de oprichting van de W.O.M Den Haag Zuid-West. Constaterende dat bij vastgoedorganisaties vaak exorbitant hoge salarissen worden uitgekeerd. Constaterende dat het geld dat wordt gebruikt in de W.O.M Den Haag Zuid-West belastinggeld is.
582
Van mening dat exorbitant hoge salarissen betaald door de belastingbetaler ongewenst is. Verzoekt het college de raad bij vaststelling van het salaris van de directie van de W.O.M Den Haag Zuid-West te betrekken. En gaat over tot de orde van de dag. De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging. Wethouder Norder (PvdA). Voorzitter. Zoals mevrouw Michels al zei, zijn we vanavond toegekomen aan de afronding van wat begon met een debacle, een afsluiting van een periode van twee jaar waarbij de samenleving uiteindelijk met een strop van € 2 mld. is opgezadeld door volstrekt wanbeheer aan de top van Vestia wat betreft de financiën. Dat heeft tot een stilstand in Den Haag Zuidwest aanleiding gegeven en ook stilstand van een aantal projecten elders in Den Haag. We hebben ons hierover veelvuldig gebogen en zijn uiteindelijk met een oplossing gekomen die de raad vervolgens heeft voorzien van wensen en bedenkingen om het onderhandelingstraject in te kunnen gaan. In het najaar van 2012 is een en ander vastgesteld. De onderhandelingen hebben enige tijd geduurd maar we zijn uiteindelijk wel ergens op uitgekomen. Het voorliggende voorstel behelst het oprichten van de WOM, waarmee de herstructurering van Zuidwest vormgegeven kan blijven worden in de toekomst. Het betreft hierbij drie componenten. De eerste is de verkoop van de woningen. Waar Vestia het liefst 6.000 woningen had verkocht in Den Haag om te kunnen voldoen aan het deel dat zij moest betalen van de € 1,3 mld., hebben we dat uiteindelijk terugonderhandeld naar 3.000. De tweede component is dat we voor de projecten die stil waren gevallen oplossingen en oplossingsrichtingen hebben bedacht. De derde component betreft de Zuidwest-vraagstelling: hoe zorgen we ervoor dat de herstructurering daar doorgang kan vinden? Veel partijen hier aanwezig hebben onderstreept dat die herstructurering, die vernieuwing in Zuidwest door moet gaan. Er zijn mensen die woningen hebben gekocht in de veronderstelling dat die wijk zich verder zou ontwikkelen. Er zijn mensen die investeringen in hun huurhuis hebben gedaan omdat ze diezelfde verwachting hadden. Nu staan er soms letterlijk hekken rond bouwplaatsen te verstoffen sinds Vestia het niet meer kon bolwerken en de bouw daar is stilgevallen. Het was niet gemakkelijk maar we hebben een constructie ontworpen, te weten de Wijkontwikkelingsmaatschappij, de WOM. Vestia doet de woningen daarin; ze levert ruim 2.000 woningen. De gemeente doet er kapitaal in. Als borg heeft de gemeente dan de woningen. Die zorgen ervoor dat we tegenover het kapitaal ook bezit hebben. Samen bezitten we die WOM. Het is dus een gemeenschappelijk aangestuurde constructie. Het is in feite een deelneming, een participatie, zo u wilt, waar we geld in steken dat risicodragend is. Het is dus zeker niet zonder risico maar wanneer we het toetsen aan de normale regels van het spel, dan zou het een rendabele investering moeten kunnen zijn. Nogmaals, het is risicodragende participatie maar wij gaan ervan uit dat met de normale geprognosticeerde waardeontwikkeling we over tien jaar niet alleen het geld dat we er in steken terugkrijgen maar ook nog een rentevergoeding. Dat is dus een renderende investering die buitengewoon veel effect en positieve consequenties heeft voor Zuidwest. Mevrouw Van Geest refereerde er terecht aan dat er meer dingen gebeuren, zoals de brede buurtscholen en de sportcampus. Het is belangrijk dat je de optelsom maakt van zaken die daar gebeuren, zodat het geheel naar boven worden gestuwd. In dat licht is het belangrijk wat de heer Bakker en de heer De Jong hebben gezegd, namelijk dat er ook voor gezorgd moet worden dat de andere corporaties aanhaken. Ook op basis van uw aller interventies in de commissie heb ik daarover gisteren een gesprek met ze gehad. Ik heb ze ervan op de hoogte gebracht dat dit breed leeft in de raad en dat het ook als belangrijk wordt gezien. Ze hebben dat begrepen en de bereidheid is er bij hen om op korte termijn te kijken hoe ze aan kunnen haken. Daarmee is nog helemaal niet gezegd dat ze in die WOM moeten, maar wel dat de herstructurering in Zuidwest ook van hun kant wordt opgepakt. De eerste gesprekken zijn daarover dus gestart. Mevrouw Michels heeft gerefereerd aan de wensen en bedenkingen. Ik ben blij dat zij concludeert dat wij daar goed aan tegemoet zijn gekomen. Ik ben het ook met die conclusie eens. Die wensen en bedenkingen hebben ook goed gewerkt in het gesprek dat wij hebben gehad met Vestia en het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Hierdoor konden wij ook de transparante en heldere boodschap 583
afgeven: hier worden wij straks aan getoetst. Dus die wensen en bedenkingen hebben er aan bijgedragen dat het een goed kader is geworden. Naar mijn oordeel zijn we er door de gemaakte afspraken in geslaagd om de enorme donkere wolk die boven Den Haag hing wat betreft het stilvallen en bijna omvallen van Vestia, op een adequate wijze het hoofd te bieden. Mevrouw Gyömörei heeft een aantal vragen gesteld waar ik kort bij wil stilstaan. Een aantal ervan is in de commissie al aan de orde geweest maar zij heeft ook recht op een antwoord hier. Wat aan de orde is, is geen gemeentegarantie maar een participatie, waarbij het bezit van Vestia als onderpand geldt. De verkoop die ten behoeve van de WOM plaatsvindt, geldt voor het goedkopere deel van Den Haag. Wij vinden het ook niet zo heel erg dat daar uitgepond wordt. Dat doet Staedion al langer. Wij vinden het niet zo'n heel groot probleem dat daar ook eigen bezit is. Sterker nog, in een wijk als de Schilderswijk mag wat mij betreft de groei van het eigen bezit nog wel wat sneller gaan, omdat die wijk nogal 'scheef' is, in de zin dat er heel veel sociale woningbouw is met heel lage huren, hetgeen uiteindelijk niet goed werkt. Een gemengde wijk is wat dat betreft echt beter. De grootste pijn zit natuurlijk in de verkoop van woningen in het wat meer gemiddelde of wat duurdere deel van de stad. We hebben daarbij wel een beperking aangebracht, in de zin dat we hebben gezegd dat het alleen mag gaan om kleine woningen van maximaal 60 vierkante meter. Dat zijn toch de wat goedkopere woningen waarvan het niet zo erg als die te koop worden gezet. Aangezien er echt vraag is naar grotere woningen, willen we die de markt niet uit hebben. Dus daar hebben we wel randvoorwaarden aan gesteld. Heel essentieel daarbij is dat we een afspraak hebben gemaakt over de kernvoorraad. De heer De Jong heeft dat punt terecht aangevoerd. We moeten er namelijk wel voor zorgen dat we voldoende sociale woningen houden in de stad. Dat wordt overigens nog best een puzzel in de komende tijd. Voor de komende jaren weten we dat het voldoende is, maar we weten niet hoe het zich daarna precies gaat ontwikkelen. Het betreft hier in ieder geval een randvoorwaarde. Zo staat het ook gewoon in de stukken opgenomen. Die kernvoorraad meten we één keer in de drie jaar met het onderzoek dat door BZK wordt geëntameerd en waarop wij elke keer inschrijven. Kortom, op dit moment zijn er voldoende sociale woningen maar monitor het goed zodat het in de toekomst ook zo blijft. Deze afspraken passen daar wel binnen. De brief van de SVH Haaglanden hebben wij voor kennisgeving aangenomen, maar wordt door Vestia beantwoord. Verder heeft mevrouw Gyömörei gevraagd naar de rapportages. Zoals ik eerder heb aangegeven, wordt de raad bij de jaarrekening van de WOM gerapporteerd. Dan zorgen we ook dat er een toelichtend stuk van de gemeente bij komt te liggen, voor zover die informatie al niet in de jaarrekeningstukken is opgenomen. De betrokkenheid van de huurders, waarnaar de HSP en de SP expliciet vroegen, hebben we geregeld, niet in de raamovereenkomst zelf, maar wel aanvullend. Dat wordt ook geëffectueerd vanaf het moment van deze besluitvorming. Mevrouw Vianen heeft een pleidooi gehouden voor energiezuinige, duurzame woningen en heeft dat vergezeld doen gaan van een motie. En ik moet zeggen dat ik wat zit te dubben over die motie. Zoals het in de motie is geformuleerd, kan het in feite niet. Immers, we hebben eindeloos met het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) onderhandeld om wat rek te krijgen in duurzaam bouwen en verduurzaming van de woningen, omdat dit ook een van de wensen en bedenkingen is geweest. Dus we hebben daarbij echt zitten duwen en trekken. Het CFV zegt heel simpel: als je meer wilt dan het bouwbesluit, prima, maar dan moet je er eerst geld bij leggen. Dat is heel simpel de redenering van het CFV: eerst geld erbij en als je het dan gaat doen, is het jouw geld en jouw beslissing om dat te doen, maar dan niet uit de WOM. Daar zit het CFV heel principieel en stevig in. Ik heb in de commissie al uitgelegd waarom. Het CFV moet uitleggen dat hier een iets verhoogd risico wordt gelopen door Vestia terwijl andere corporaties in heel Nederland moeten bijbetalen om de Vestiaproblemen te betalen. Dus andere corporaties geven heel duidelijk aan: daar in Den Haag gaan ze een beetje nieuwe ontwikkelingen doen en extra risico's lopen, meer dan strikt noodzakelijk is, en dan moeten wij daar extra geld voor opbrengen, terwijl wij al € 600 mln. tot € 700 mln. extra moeten heffen. Ik snap die afweging. Ik had liever dat ze die anders maken maar ze zitten er heel strak in. Ik kan dus wel zeggen dat ik deze motie ga proberen uit te voeren, maar ik weet op voorhand dat het mij niet lukt. Het uitgangspunt is dat we in 2018 op EPC 0 zitten. De EPC-norm gaat gelukkig heel snel naar 0 toe, maar ik kan u niet beloven dat dit al de komende jaren het geval zal zijn. Als ik dat wel beloof, moet ik er 584
eerst geld bij hebben. En dan is het niet een motie maar een amendement in het kader van de begroting. Dus dan zou er op een bepaalde manier geld bij moeten, maar dat zou ik hier op deze manier nu niet zo willen afspreken. Inge Vianen (GroenLinks). Ik begrijp helemaal wat de wethouder zegt en wij hebben ook nog even met het Centraal Fonds Volkshuisvesting gebeld om te begrijpen wat nu precies hun argumenten zijn. U hebt die inderdaad heel goed verwoord. Juist vanwege die argumenten zijn wij op zoek gegaan naar mogelijkheden om u te helpen om die duurzaamheid toch te realiseren. Juist daarom heb ik die motie ingediend als een soort steun in de rug en als een nieuwe optie om te kijken naar het energieakkoord. In dat akkoord wordt € 400 mln. beschikbaar gesteld voor verhuurders in de sociale huursector. De bedoeling van mijn motie is om dit als een steun in de rug te ervaren en als nieuwe mogelijkheid om daar de financiering vandaan te halen. Wethouder Norder (PvdA). Die € 400 mln. zijn met name gerelateerd aan het label B, voor zover ik dat heb gelezen in het regeerakkoord. Bij de geste die u hierbij doet, sluit ik mij geheel aan. In feite doet u de suggestie om van die € 400 mln. - dat is overigens pas aan de orde in 2016/2017 - bepaalde middelen zodanig te claimen dat je er een hoger duurzaamheidsniveau mee behaalt in je nieuwbouw of je renovatie. Ik zeg u graag toe te proberen om daar het maximale uit te halen voor de WOM en om op die manier extra middelen te vinden. Op het moment dat daarover resultaten te melden zijn, zal ik u die natuurlijk graag voorleggen. Wat mij betreft zullen we in het kader van de jaarlijkse rapportage aangeven of we al dan niet middelen in die richting hebben gevonden. Inge Vianen (GroenLinks). Daar ben ik natuurlijk ontzettend blij mee. Dat is juist zoals de motie bedoeld is. Wethouder Norder (PvdA). Dat staat er echter niet. Ik heb u iets toegezegd wat helemaal in lijn ligt met wat volgens mij de strekking is van uw bedoeling. Deze motie spreekt ook over een aantal andere dingen. Zoals de motie er nu ligt, zou ik de neiging hebben om die te ontraden. Hetgeen in het dictum staat achter het eerste en tweede bolletje strekt namelijk verder dan ik u redelijkerwijs kan toezeggen met de middelen die er zijn. Dan moet ik iets gaan doen, waarvan ik nu al kan zeggen: dat gaat niet, tenzij ik meer geld heb. Ik zou u dan ook in overweging willen geven de motie aan te houden of in te trekken en op basis van mijn toezegging verder te handelen. Niet omdat ik de motie onsympathiek vind - ik vind die zelfs zeer sympathiek - maar omdat ik die op deze manier niet kan uitvoeren. Overigens heb ik ook de opmerkingen van mevrouw Van Geest ter zake goed gehoord. En daar geldt in dezelfde bewoordingen hetzelfde voor. De heer Brands heeft gezegd dat wat wij met dit voorstel doen, een druppel op de gloeiende plaat is. Ik heb in de commissie daarover al gezegd: doe dan meer, doe een voorstel voor € 160 mln. of € 240 mln., en ga naar die 30% sociale woningbouw. Dat is conform het oorspronkelijke plan. Die € 240 mln. is misschien wat fors, waarbij ik nu voorzichtig kijk richting de fractievoorzitter van de VVD, maar op het moment dat de heer Brands hier zegt dat het niet genoeg beklijft, zou dat volgens mij het pleidooi moeten zijn. Is dat wat hem betreft niet zo, dan vind ik het toch een wat gek argument dat hij aanvoert. De heer Bakker heeft al iets gezegd over de € 200 mln. aan leningen. Het gaat om een afwaardering van vastgoedgrondposities en dat is echt iets anders dan een lening. Wat dat betreft moet de heer Brands de termen echt wat beter uit elkaar houden, want anders leidt het alleen maar tot verwarring, wat mijns inziens ook niet bijdraagt aan de kwaliteit van het debat. Het afstoten van het gemeentelijk bezit van Woningbeheer heeft uiteindelijk een nettoopbrengst gehad van € 85 mln. De historie wijst in die zin dus uit dat dit achteraf gezien niet zo'n gekke investering is geweest. Dit is overigens helemaal niet de reden waarom we het zouden moeten doen, maar als de heer Brands het toch heeft over rendabel omgaan met belastingeuro's is dit zo'n gek voorbeeld nog niet. Dan kom ik te spreken over de motie van de heer Brands over de salariëring. Uiteraard zullen we ervoor zorgen dat de salariëring meer dan voldoet aan de normen volgens de Wet normering topinkomens en dat die daar ruim binnen blijft. Daar hebben we geen motie voor nodig, want dit is al
585
staand collegebeleid, ook op basis van de goede discussies die in de commissie Bestuur daarover zijn gevoerd. Ten slotte zou ik bij dezen de fracties die hun steun hebben uitgesproken voor dit voorstel, hiervoor van harte willen bedanken vanwege het perspectief dat hiermee wordt geboden voor een belangrijk deel van de stad; op deze manier wordt een zekere mate van uitzichtloosheid die was ontstaan, omgezet in perspectief voor vele tienduizenden Hagenaars in de desbetreffende wijk. Ik denk dat dit een fantastisch resultaat is van een traject dat zo ellendig begon door het debacle rond Vestia. De voorzitter. Dan gaan we nu over naar de tweede termijn van de raad. Inge Vianen (GroenLinks). Voorzitter. Ik heb goed geluisterd naar wat de wethouder gezegd heeft. Ik ben blij dat hij sympathiek staat tegenover een gedeelte van de motie van GroenLinks. Ik heb ook gehoord dat hij zijn uiterste best wil doen om de woningen te verduurzamen en te vergroenen. Hij noemt daarbij ook de moeilijkheden rond de financiering maar hij ziet ook de mogelijkheden met betrekking tot het energieakkoord. Ik bedank hem daarvoor en wil tevens zijn suggestie overnemen om de motie aan te houden. De voorzitter. Aangezien motie rv 107.2013/2 is aangehouden, maakt zij geen onderdeel meer uit van de beraadslaging. Irene van Geest (D66). Voorzitter. Horende dat de wethouder in de geest van de motie en vooral in de geest van mijn pleidooi wil handelen, ben ik erg blij. Sandra Abbenhuis (PPS). Voorzitter. Wij vinden het een goede zaak dat deze oplossing is gevonden, hoewel wij het nog steeds betreuren dat het bij Vestia is gegaan zoals het is gegaan. Bart Brands (PVV). Voorzitter. € 80 mln. aan leningen. En aan wie? € 80 mln. aan een partij die toch gebleken is wat onbetrouwbaar te zijn. Voor de lachers van zojuist over de leningen en de interventie van het CDA nog even dit: het Chinese Handelscentrum en het aardwarmteproject. Op landelijk niveau kan ik ook nog wel een aantal voorbeelden noemen: Griekenland en Cyprus. Dus die honderden miljoenen - ik hoor u weer lachen - zijn feitelijk miljarden. Dus lach nog maar even verder! VVD en CDA, maar ook D66 en de PvdA, zijn dus niet alleen hier maar ook op landelijk niveau schuldig aan het uitzuigen van de inwoners van zowel het gehele land als deze mooie stad. De Partij voor de Vrijheid is tegen de oprichting van deze Wijkontwikkelingsmaatschappij. Tegen de wethouder zou ik nog het volgende willen zeggen. Die 974 woningen die in de WOM worden ondergebracht als onderpand, zijn volgens zijn eigen rekenmethodiek slechts € 51 mln. waard. Dus hij geeft € 80 mln. en neemt vervolgens genoegen met € 51 mln. als onderpand. Voorzitter. De Partij voor de Vrijheid is tegen! Dank u. De voorzitter. Volgens mij zijn er aan de wethouder geen vragen meer gesteld in de tweede termijn. De beraadslaging wordt gesloten. In stemming komt motie rv 107.2013/1. De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Groep De Mos, de SP, de PvdE en de PPS voor deze motie hebben gestemd. In stemming komt voorstel rv 107. Het voorstel wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
586
De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de PvdD, de HSP, de Groep De Mos, de PPS en de Islam Democraten voor dit voorstel hebben gestemd. In stemming komt voorstel rv 108. Het voorstel wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de PvdD, de HSP, de Groep De Mos, de SP, de PPS, de Islam Democraten en de Groep Okcuoglu voor dit voorstel hebben gestemd. Ik constateer derhalve dat er geen wensen en bedenkingen zijn. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen. Bart Brands (PVV). Voorzitter. De Partij voor de Vrijheid heeft heel veel wensen en heel veel bedenkingen. Zodoende konden wij niet instemmen met het ermee akkoord gaan dat er geen wensen en bedenkingen zijn. Joris Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Volgens mij hebben wij vandaag twee keer ingestemd met het voorstel inzake de wensen en bedenkingen, aangezien het ook al op de C-lijst staat. Dat wil ik toch wel gememoreerd hebben. Dat is mij nog niet eerder overkomen. De voorzitter. Dan hebben we het twee keer gedaan; je kunt het niet vaak genoeg doen.
Aan de orde is: J.
Vaststelling Integrale herinrichting openbare ruimte Stationsplein, brede deel Stationsweg e.o. (rv 109; RIS 260740).
De beraadslaging wordt geopend. Martijn Bordewijk (D66). Voorzitter. D66 Den Haag wil dat het plein en de Stationsweg bij Hollands Spoor een aantrekkelijker toegang tot de stad worden. Dit stukje Den Haag is als entree en gezien zijn ligging heel belangrijk voor de wijkeconomie maar ook voor het centrum. Het is zeer relevant voor de aantrekkingskracht en de uitstraling van de binnenstad. Zeven jaar lang zijn we al aan het puzzelen op deze herinrichting en nu gaat het dan toch gebeuren. De ontwikkelingen zijn ons te langzaam gegaan. Het wordt hoog tijd dat die op stoom komen en dat lukt in dit geval met het herinrichten van het plein voor HS. Complimenten daarvoor, want er zijn heel veel partners bij betrokken, zoals de ontwikkelaars, de gemeente zelf en de HTM. En overigens ben ik van mening dat het kleine belastingkantoor snel moet worden opgeknapt. Ondanks dat we blij zijn dat we bijna gaan herinrichten, was de afdronk van de commissievergadering toch een beetje een bokkige. In te korte tijd moesten we in de raad, omdat het voorstel termijngebonden bleek te zijn, ineens beslissen over een aantal zaken waarover ik eigenlijk hier nog opheldering zou willen krijgen. We kregen anderhalf uur voor de vergadering bovendien nog een aantal aanvullende zaken, waarvoor aan de ene kant hulde, omdat al die vragen toch maar weer beantwoord worden, maar aan de andere kant roept het wel de vraag op, daar we al zeven jaar bezig zijn, waarom het nu allemaal ineens op deze manier moet. Maar goed, daarin doen we onszelf als raad wellicht ook wel een beetje tekort. Dus ook hand in eigen boezem. En overigens ben ik van mening dat het kleine belastingkantoor snel moet worden opgeknapt. Ik wil een aantal punten verhelderd zien. Over de taxi's is eerder vanavond al veel gezegd. In de aanvullende notitie van de wethouder staan enkele dingen over het communicatietraject en de tijdelijke inrichting, maar daar komen de taxi's niet in voor. Ik snap dat de wethouder de taxi's misschien in een apart overleg wil behandelen, maar ik neem aan dat nu helder op het netvlies staat dat
587
ook zij hierbij betrokken worden. En overigens ben ik trouwens van mening dat het kleine belastingkantoor snel moet worden opgeknapt. Een ander punt is de intekening van de fietspaden. Het bleef in de commissie voor mij een beetje duister waarom er eerst een ander plan ter inzage lag als voorontwerp, met een tweerichtingenfietspad en waarom dat uiteindelijk toch is veranderd. Dat heeft te maken met de veiligheid, zoals de wethouder aanvullend heeft toegelicht. Ik wil graag dat de wethouder mij daar toch nog in meeneemt, want we hebben op meer plekken in deze stad tweerichtingenfietspaden, onder andere op de Teldersweg. In andere steden, zoals Haarlem en Utrecht - laat ik nou niet de hoofdstad noemen, want dat mag volgens mij niet meer van de heer Lakerveld, want dat kost dan iets - liggen er bij stations ook tweerichtingenfietspaden. Ik ben dus benieuwd waarom dat hier specifiek niet zou kunnen. Overigens ligt er ook bij het Centraal Station een stukje tweerichtingenfietspad, dat wij allemaal goed kennen. In dit geval is dat toch niet wenselijk. Neem ons daar dan in mee, want de Fietsersbond had daar ook iets over te zeggen en ik blijf het een beetje vreemd vinden. Daar staat tegenover dat de buurt lang genoeg heeft gewacht tot we nu eindelijk met de herinrichting gaan beginnen. Het moet hier dus ook niet op gaan hangen, waardoor we de ontwikkelaars allemaal weer kwijt zouden raken. Dat is dit D66 zeker niet waard. En overigens ben ik trouwens van mening dat het kleine belastingkantoor snel moet worden opgeknapt. Ook de problematiek van buslijn 18 hebben wij besproken. De raad heeft daar volgens mij in meerderheid een oplossing voor. Daartoe dien ik een motie in met de volgende strekking 'spreekt uit dat de opheffing van bus 18 gecompenseerd moet worden om een redelijke loopafstand naar een ovhalte te houden én om deze buurten goed bereikbaar te houden voor ov-gebruikers; roept het College op: parallel aan de uitwerking van de voorliggende plannen rondom de herinrichting van het Gebied HS te onderzoeken of en hoe bus 18 gehandhaafd kan worden in de Stationsbuurt; indien bus 18 niet gehandhaafd kan worden, te onderzoeken of de route van bus 25 weer verlengd kan worden richting Centraal Station (via beide Veerkades); hiertoe overleg met de buurt en ROVER te hebben; op basis van de uitkomsten van de onderzoeken en het overleg een compensatiemaatregel voor het verlies van bus 18 aan de gemeenteraad voor te leggen'. Deze motie wordt ruimhartig gesteund door de PvdA, het CDA, de SP, de HSP en GroenLinks. Los van deze motie ben ik overigens van mening … Dat gelooft u volgens mij wel. De voorzitter. Door de heer Bordewijk, daartoe gesteund door mevrouw Van Nieuwenhoven, de heer Bakker, de heer Van Kent, de heer Van Vulpen en de heer Kapteijns, wordt de volgende motie (rv 109.2013/1) ingediend:
Motie rv 109.2013/1 De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 19 september 2013 ter bespreking van het voorstel van het college inzake Vaststelling integrale herinrichting openbare ruimte Stationsplein Hollands Spoor, brede deel Stationsweg e.o., RIS 260740. Constaterende dat: - als gevolg van de verkeersplannen rondom de herinrichting van het gebied rond HS bus 18 verdwijnt uit de Stationsbuurt en een deel van de Schilderswijk; - de haltes bij de Amsterdamse Veerkade, de Wagenstraat, de Stationsweg en de Parallelweg verdwijnen. Overwegende dat: - in de Stationsbuurt bus 18 een eigen verzorgingsgebied heeft; - de maximale afstand tot OV-haltes niet groter mag zijn dan de norm van 500 meter, conform de motie OV-dekking Haagse buurten RIS181290 d.d. 27 juni 2012; - de Stationsbuurt en Schilderswijk dichtbevolkte stadswijken zijn met overwegend huur- en koopwoningen in het modale en lage segment; - binnen deze wijken de loopafstand naar een halte van het OV toeneemt. 588
Van mening dat: - een fijnmazige lijnvoering voor de verdere ontwikkeling van dit stuk van het centrum onontbeerlijk is. Spreekt uit dat: - de opheffing van bus 18 gecompenseerd moet worden om een redelijke loopafstand naar een OV-halte te houden én om deze buurten goed bereikbaar te houden voor OV-gebruikers. Roept het College op: - parallel aan de uitwerking van de voorliggende plannen rondom de herinrichting van het gebied HS te onderzoeken of en hoe bus 18 gehandhaafd kan worden in de Stationsbuurt; - indien bus 18 niet gehandhaafd kan worden, te onderzoeken of de route van bus 25 weer verlengd kan worden richting Centraal Station (via beide Veerkades); - hiertoe overleg met de buurt en ROVER te hebben; - op basis van de uitkomsten van de onderzoeken en het overleg een compensatiemaatregel voor het verlies van bus 18 aan de gemeenteraad voor te leggen. De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging. De voorzitter. Het woord zou zijn aan de heer Küçük, maar die zie ik niet. Mevrouw Gidaly (VVD). Voorzitter. Het verheugt de VVD zeer dat een volgende stap gezet gaat worden in het opknappen van het Stationsplein en de Stationsweg. Niet alleen zorgen wij daarmee voor een loper naar het Haagse centrum vanuit Hollands Spoor, we zorgen ook voor een verbinding tussen het centrum en de studenten die aan de andere kant van het Hollands Spoor resideren. Ik hoop dat wij hen er vaak toe kunnen verleiden om meer naar Den Haag te komen en hier ook te blijven na hun studie. Niet alleen voor de passanten en de studenten, maar ook voor de buurteconomie van de Stationswijk is deze loper ongelooflijk belangrijk. Hoewel ik weet dat de wethouder al eerder iets heeft toegezegd, doe ik toch nog een oproep tot de wethouder om met name tijdens de verbouwing er ontzettend rekening mee te houden dat de verkoop door ondernemers in de Stationswijk door moet kunnen blijven gaan. Alstublieft dus een routering voor de passanten, zodat de ondernemers daar optimaal van kunnen blijven profiteren. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. Het stemt GroenLinks tevreden dat er rondom Hollands Spoor eindelijk iets gaat gebeuren, want het is op dit moment niet overzichtelijk en het heeft niet de gewenste uitstraling voor mensen die vanuit Hollands Spoor Den Haag betreden. Het plan bevat heel veel positieve punten. Eigenlijk is het een heel mooi plan. Het gebied wordt autoluw. Er komt eenrichtingsverkeer voor auto's en er komt een 30 kilometerzone. Het wordt een groen plein en er komen heel veel bomen bij. Daar is GroenLinks altijd heel blij mee. Ook de ruimte die wordt gereserveerd voor de fietsenstalling met 2.500 plaatsen aan de Laakkant is een heel grote stap voorwaarts, ook al vraag ik mij af hoe toekomstproof die is. Mijn collega van D66 heeft zojuist mede namens GroenLinks een motie ingediend over lijn 18. Ik wil het nog even hebben over het tweerichtingenfietspad waar ook al eerder aan gerefereerd is. In de commissie deed zich in mijn optiek iets wonderlijks voor. Het college betoogde bij monde van de wethouder dat een tweerichtingenfietspad niet verstandig is, omdat dat niet veilig zou zijn voor de fiets. De Fietsersbond, waarvan ik weet dat die altijd goed is geïnformeerd en die het beste voorheeft met de fiets, betoogt echter dat juist vanwege de veiligheid een tweerichtingenfietspad heel belangrijk is. Om weg te komen uit die welles/nietesdiscussie, dien ik samen met de PvdD een motie in met als dictum: 'verzoekt het College als onderdeel van de verdere uitwerking van het Voorontwerp, in samenspraak met de Fietsersbond, een second opinion te laten uitvoeren door een onafhankelijke instantie naar de meest fietsveilige inrichting van het Stationsplein, rekening houdend met de andere
589
functies in het gebied'. Ik teken daarbij expliciet aan dat dit het voorontwerp niet moet ophouden, maar dat dit bij de ontwikkeling van het voorontwerp meegenomen dient te worden. Martijn Bordewijk (D66). U zegt dat dit de ontwikkeling niet moet tegenhouden. Ik snap best dat u dit onderbouwd wil zien. Ik heb zojuist ook om een onderbouwing gevraagd, maar u zegt dat dit moet worden meegenomen met het voorontwerp. Wij stellen hier straks het voorontwerp vast; dat is straks de basis waarop wij verder gaan. Dat kan ik dus niet met elkaar rijmen. Wij houden het dan toch wel op? Arjen Kapteijns (GroenLinks). Als ik goed ben geïnformeerd - ik hoop dat een van de twee betrokken wethouders ons daar straks nader over kan informeren - is de reden waarom dit heel strak termijngebonden is, dat een projectontwikkelaar wil weten of daar iets gaat gebeuren. Dat moeten wij nu besluiten, maar dit is een voorontwerp. We gaan nu naar een verdere invulling van dat ontwerp. In de tijd die daarvoor nodig is, kan het CROW, het KPVV of een andere onafhankelijke instantie vrij eenvoudig gevraagd worden om met ons mee te kijken en of het college terecht betoogd dat een tweerichtingenfietspad niet mogelijk is. Martijn Bordewijk (D66). Op uw eerste opmerking moet het college straks inderdaad ingaan, maar volgens mij zit niet alleen die ontwikkelaar met een deadline. We zijn namelijk ook qua subsidie afhankelijk van het moment waarop de schop de grond in gaat. Dat raakt dus wel degelijk aan de snelheid van het ontwerp, maar misschien moeten we het college daar ook verder op bevragen. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Laten we dat vragen, maar in de motie is de wijze waarop de second opinion wordt ingevuld, heel bewust opengelaten. Wat GroenLinks betreft, kan dat op een heel pragmatische manier. De voorzitter. Door de heer Kapteijns, daartoe gesteund door mevrouw De Groot, wordt de volgende motie (rv 109.2013/3) ingediend:
Motie rv 109.2013/3 De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 19 september 2013, ter bespreking van het raadsvoorstel Vaststelling integrale herinrichting openbare ruimte Stationsplein, brede deel Stationsweg e.o. (rv 109; RIS 260740). Constaterende dat: - het Stationsplein een belangrijk fietsknooppunt is in onze stad en in de toekomst alleen maar meer fietsers zal gaan aantrekken; - het stationsgebied doorkruist wordt door een belangrijke sterroute van de binnenstad richting Rijswijk; - fietsers een kwetsbare groep in het verkeer vormen; - in het voorlopige ontwerp van het Stationsplein het eerder voorgenomen tweerichtingenfietspad is komen te vervallen, omdat dit veiliger zou zijn voor de fiets; - de Fietsersbond de voorkeur heeft uitgesproken voor het handhaven van het tweerichtingenfietspad, omdat dit veiliger zou zijn voor de fiets. Van mening zijnde dat: - veilig kunnen fietsen bij de herinrichting van het Stationsplein voorop moet staan; - fietsveiligheid van dermate groot belang is dat dit een second opinion rechtvaardigt. Verzoekt het College: - als onderdeel van de verdere uitwerking van het voorontwerp, in samenspraak met de Fietsersbond, een second opinion te laten uitvoeren door een onafhankelijke instantie naar de 590
meest fietsveilige inrichting van het Stationsplein, rekening houdend met de andere functies in het gebied. En gaat over tot de orde van de dag. De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging. Bart van Kent (SP). Voorzitter. De SP ziet de meerwaarde van dit voorstel, maar heeft wel een groot probleem met buslijn 18. Vandaar onze medeondertekening van de motie van D66. Wij sluiten ons aan bij de onder andere door D66 gestelde vragen over het tweerichtingenfietspad. Het is bekend hoe precies de SP is aangaande de tractieonderstations. Is er rekening gehouden met plaatsing van deze stations op het plein en, zo ja, waar? Overigens is de SP van mening dat na drieënhalf jaar collegedeelname door D66 het belastingkantoor allang had moeten worden opgeknapt. Gert-Jan Bakker (CDA). Voorzitter. Ook het CDA vindt het belangrijk dat wij heel snel aan de slag gaan op het Stationsplein om er weer een goede entree van de stad van te maken. Het voorstel van GroenLinks om nog eens een onderzoek te laten doen als second opinion, zorgt voor vertraging. Wij moeten aan de slag met deze voor heel veel mensen belangrijke ingang van Den Haag. We steunen wel de motie van D66 die oproept tot goed openbaar vervoer in deze hoek van de stad; die motie hebben wij ook ondertekend. Vier jaar geleden hebben wij al eens een motie ingediend over buslijn 25. In die lijn gaan wij verder, want ook dit deel van de stad verdient goed openbaar vervoer. Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA). Voorzitter. De PvdA-fractie vindt het inderdaad tijd worden dat er een stap voorwaarts wordt gedaan met de herinrichting van het Stationsgebied Hollands Spoor. Ik heb er nog wel behoefte aan dat de wethouder of misschien de wethouders - in dit geval gaat het immers zowel om de ruimtelijke indeling als om het fietspad als zodanig - zich nog even uitspreken over de fietspaden. Het is immers heel merkwaardig dat er enerzijds wordt gezegd dat het veel veiliger is om één fietspad aan te leggen waar van beide kanten op kan worden gereden en dat dit in het ruimtelijke indelingsplan ineens veranderd is in twee fietspaden. Ik ga er dan altijd maar van uit dat dat gebeurd is met een aanleiding en dat er dus dingen bekend zijn die wij kennelijk niet kunnen vinden in de stukken en die kennelijk ook niet zijn uitgewisseld met de Fietsersbond. De Fietsersbond geeft immers aan overigens tegen een heleboel veiligheidsaspecten van fietspaden in - dat het beter is om een tweerichtingenfietspad te hebben. Mijn fractie heeft daar op dit moment geen eenduidige mening over anders dan dat wij het voorliggende plan steunen, maar als het beter is om het fietspad toch op een andere manier te doen, moeten we dat natuurlijk doen. Ik weet niet of je daar een second opinion voor nodig hebt. Twee wethouders van deze stad moeten ten aanzien van een plein waarover inderdaad al zeven jaar wordt gesproken, toch in staat zijn om deze raad ervan te overtuigen dat zij voor de veiligheid van fietsers de goede keuze gaan maken? Anders zou het wel vreemd zijn. Ik bedoel: ze zijn al met z'n tweeën. Ik heb daar dus ontzettend hoge verwachtingen van. Een ander probleem betreft de voetgangers. Ik heb daar in de commissie al over gesproken. Ik vind dat er ook meer rekening moet worden gehouden met de voetgangers. Ik ben daarom bijzonder benieuwd hoe het staat met de veiligheid van de voetgangers tijdens de echte bouwwerkzaamheden. Het station moet immers wel bereikbaar blijven. Daar zullen dus oplossingen voor gezocht moeten worden. Daar zou ik wel iets van willen weten. Ik steun van harte de motie van de heer Bordewijk over bus 25 en bus 18. Als je er met een centimeter langs gaat lopen, begrijp ik best dat het hier en daar misschien net wel of net niet 500 meter is, maar soms is dat bij openbaar vervoer niet eens het punt en is het punt veel meer dat burgers in staat moeten zijn om er op een goede manier gebruik van te blijven maken. Er is een goede oplossing voorhanden en ik denk dat wij daar gebruik van moeten maken. Ik vind het ontzettend jammer dat we iets wat na zeven jaar ineens iets moois moet worden, eigenlijk heel snel moeten afdoen, ook in de commissie. Dat vind ik heel jammer, maar de constatering blijft dat het beter is dat er volgende week gelijk aan de slag wordt gegaan.
591
Gerwin van Vulpen (HSP). Voorzitter. Ook de fractie van de HSP is positief over het voorstel voor de herinrichting van het Stationsplein. Voetgangers en fietsers krijgen meer ruimte en er komen meer bomen terug dan er nu staan. Het Stationsplein zal een druk en levendig plein worden met terrassen en met een grijze hardstenen loper die bezoekers ertoe uitnodigt om in de richting van de binnenstad te lopen. Onze fractie vindt het wel vreemd dat die grijze loper in optische zin niet lekker aansluit op het brede deel van de Stationsweg. Verder heeft onze fractie nog wel wat zorgen over de veiligheid van de fietsers. Net als andere fracties vragen wij ons oprecht af waarom in het voorstel een breed tweerichtingenfietspad, zoals de Fietsersbond voorstelde, niet meegenomen kon worden. Zowel de wethouder als de Fietsersbond beweert met grote stelligheid dat de veiligheid van de fietser vooropstaat. Onze fractie krijgt opnieuw de indruk dat het overleg met de belangenorganisaties niet soepel verlopen is. We hebben het zojuist al over de taxibranche gehad en nu horen we eigenlijk dat een andere belangenorganisatie niet goed gehoord is in het ontwerpproces. Veel fracties hebben het al naar voren gebracht, maar ook onze fractie vindt het onbestaanbaar dat er bij de nieuwe inrichting van het plein geen ruimte meer is voor de halte van bus 18. De loopafstanden voor bewoners van de wijk kunnen dan oplopen tot 1.000 meter, zoals we hebben gehoord van de buurtbewoners. Dat gaat in tegen de door ons afgesproken Haagse richtlijn van 500 meter. Ook onze fractie zal de motie van D66 dus van harte steunen. Willie Dille (PVV). Voorzitter. Ik was in de veronderstelling dat ik deze motie al had ingediend, maar er schijnt iets mis te zijn gegaan. Ik dien deze motie dus alsnog in. Ik roep het college er daarin toe op om de 26 taxistandplaatsen bij Hollands Spoor in stand te houden. De voorzitter. Door mevrouw Dille wordt de volgende motie (rv 109.2013/2) ingediend:
Motie rv 109.2013/2 De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op donderdag 19 september 2013, ter bespreking van de vaststelling “integrale herinrichting openbare ruimte Stationsplein, brede deel Stationsweg e.o. (rv 109; RIS 260740). Constaterende dat: - een kwaliteitsimpuls voor de Haagse taxibranche zeer gewenst is; - hiervoor een toereikend aantal taxistandplaatsen, essentieel is. Overwegende dat: - de 14 beoogde taxistandplaatsen bij het Hollands Spoor volstrekt onvoldoende zal zijn; - de huidige 26 taxistandplaatsen derhalve behouden dienen te blijven. Verzoekt het college: alles in het werk te stellen om dit te realiseren. En gaat over tot de orde van de dag. De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging. Wethouder Smit (VVD). Voorzitter. Ik pak de twee dingen beet die met name op mijn terrein liggen. Dat zijn de vraag of er al dan niet tweerichtingenfietspaden moeten komen en bus 18. Ik ga eerst in op de kwestie van de tweerichtingenfietspaden. Er is inderdaad iets gebeurd tijdens de ontwerpfase. Nadat het oorspronkelijke ontwerp ter inzage is gelegd, hebben mij verontruste berichten bereikt van de fietsveiligheidsdeskundigen in, zoals dat heet, mijn apparaat. Zij zeggen dat dit echt niet goed was. Vervolgens heb ik een onderbouwing daarvan gevraagd: waarom vinden jullie niet goed? Die onderbouwing is eigenlijk als volgt. Het heeft niets te maken met het feit dat wij tweerichtingenfietspaden onder alle omstandigheden zouden afwijzen; daar ligt ook een beetje het 592
dispuut met de Fietsersbond. De raad krijgt over een aantal weken een voorstel van mij - als het college dat goed vindt, want dat moet ook nog gebeuren - over een tweerichtingenfietspad, maar in een situatie die zeer anders is dan deze. Je wilt immers geen tweerichtingenfietspad in een situatie waarin er aan beide zijden van de weg belangrijke bestemmingen zijn. Dat zou immers betekenen dat je voor de helft van het aantal fietsers oversteekbewegingen naar de andere kant van de weg bevordert, terwijl je oversteekbewegingen eigenlijk juist wil voorkomen. Dat is één heel belangrijke reden. In dit specifieke geval zou het maken van tweerichtingenfietspaden aan de niet-stationszijde - dat was het oorspronkelijk ontwerp - betekenen dat je komende vanaf de Parallelweg ter hoogte van de tunnel zou moeten oversteken naar het tweerichtingenfietspad en dat je wanneer je komende vanuit de tunnel richting de Rijswijkseweg wilt, je dan ook zou moeten oversteken naar dat tweerichtingenfietspad. Dat zijn al twee belangrijke oversteekbewegingen. Daar komt bij dat wanneer je, rijdend aan de nietstationszijde, naar het station wilt, je ook moet oversteken. Kortom, je krijgt dus heel veel oversteekbewegingen. Een nog belangrijker punt eigenlijk zijn de zijwegen, te weten de Stationsweg zelf en de Zuylichemstraat, waarbij fietsers dan uit een voor automobilisten onverwachte richting komen. Meestal komt het verkeer van rechts maar in dit geval komt het ook van links. Dat is een onverwachte beweging. Automobilisten houden daar te weinig rekening mee. In de commissie heb ik al gewezen op de ongevalsstatistieken waaruit naar voren komt dat tweerichtingenfietspaden twee maal zo veel kans geven op aanrijdingen. Dus dat is echt niet handig. Martijn Bordewijk (D66). Over die oversteekbewegingen heb ik nog wel een vraag. In het eerste ontwerp ligt het fietspad aan de niet-stationszijde en in het nieuwe ontwerp is er een fietspad dat aan de stationszijde ligt maar ook naast een K&R-zone. Daar krijg je dus ook bewegingen die elkaar kruisen. Hoe zit dat dan precies? Wethouder Smit (VVD). Dat is dus de ingewikkelde afweging geweest. Wat weegt nou zwaarder? Die oversteekbewegingen of die K&R-zone? Mijn mensen hebben gezegd dat de oversteekbewegingen zwaarder wegen in combinatie met de confrontatie met automobilisten die er dan geen rekening mee houden dat er verkeer van links komt. Ik kan daarbij verwijzen naar onderzoeken van Rijkswaterstaat, de Universiteit Groningen en bureau Ligtermoet & Partners. Met name laatstgenoemd bureau wijst erop dat er signalen zijn dat sommige wegbeheerders puur vanuit het comfort voor fietsers kiezen voor de aanleg van tweerichtingenfietspaden, maar dat dit echter onwenselijk is vanwege het aantal verkeersongevallen et cetera. Kortom, het is geen principiële kwestie met betrekking tot tweerichtingenfietspaden - als het goed is krijgt de raad nog een voorstel ten aanzien van een heel andere situatie - maar in dit geval zeggen wij: liever hier niet. Martijn Bordewijk (D66). Ik neem aan dat dit 'liever hier niet' dan geldt voor HS, want even verderop bij het Rijswijkseplein steekt een tweerichtingenfietspad de weg over. Wethouder Smit (VVD). De vraag is of wanneer we opnieuw aan het inrichten zijn, we dan kiezen voor de veiligere oplossing. Het antwoord is wat ons betreft ja. Dat is ook niet zo onlogisch als je je verplaatst in hoe een automobilist kijkt in het verkeer. Over het algemeen kijk je als automobilist meer naar verkeer dat van rechts komt, aangezien dat traditioneel voorrang heeft. Je zou je maar eens vergissen. Dan heeft dat stevige consequenties. De statistieken geven het ook heel duidelijk aan: bij tweerichtingenfietspaden zijn er twee keer zo veel ongelukken. Het enthousiasme waarmee die ontworpen worden, kan soms ook gevaren met zich brengen. Dan kom ik op de motie over bus 18. De HSP heeft gezegd dat de loopafstanden voor bewoners van de wijk kunnen oplopen tot 1.000 meter. Welnu, wij hebben zo'n plek niet kunnen vinden in de Schilderswijk. We hebben een en ander nog eens goed nagemeten. Bovendien is er nagekomen informatie gekomen in de vorm van een memo die aangeeft dat we hier en daar net iets boven de 500 meter uitkomen. Ik meen dus dat de motie wellicht niet helemaal nodig is, ook gelet op de overige ov-ontsluitingen in de Schilderswijk. Als er nu één wijk is die erg veel 'lol' heeft van zijn ligging in de stad met betrekking tot openbaar vervoer, is dat de Schilderswijk. De auto-ontsluiting is problematisch maar de ov-ontsluiting eigenlijk niet. Daar kan men echt jaloers op zijn. Je hebt het HS, 593
een van de toptienstations van de NS, op je doorstep en verder heb je de beschikking over een heleboel tramlijnen. Ik zie echter de overweldigende hoeveelheid partijen die deze motie hebben getekend, dus ik leg mij daarbij neer. Wij zullen dus doen wat daarin gevraagd wordt, maar u kunt nog wel een argumentatie van onze zijde verwachten in het kader van het uitvoeren van het onderzoek. Dat waarschuwende woord wil ik er toch wel even bij laten horen. Wethouder Norder (PvdA). Voorzitter. De PvdA en de VVD hebben gevraagd naar de verkeersafwikkeling in de bouwperiode. Ik verwijs in dit verband ook naar wat wij hebben gedaan bij het Centraal Station en natuurlijk ook bij de Wijnhavenontwikkeling, waar op de Turfmarktroute een enorm intensief voetgangersverkeer is en tevens sprake is van bevoorrading van winkels, horeca et cetera, hetgeen allemaal door moest gaan tijdens de verbouwing. We hebben bouwplaatsoverleg ofwel zandbakoverleg gehad. Dat overleg houdt in dat je met bewoners en ondernemers soms wekelijks maar in ieder geval maandelijks met elkaar om de tafel zit om de situatie te inventariseren, waarbij onder andere zaken zoals bevoorrading aan de orde komen. Er ligt dan ook altijd een voorstel van de organisatie zelf met daarop een reactie van de mensen in dit bouwplaatsoverleg. Welnu, voor zo'n overleg gaat we in dit geval ook zorg dragen. We gaan daartoe dan ook een aantal vertegenwoordigers uitnodigen. Tevens is er daarbij een soort van hotlinemogelijkheid, in de zin dat het telefoonnummer van de uitvoerder bekend is bij de mensen die het betreft, zodat als er iets niet in de haak is, ze kunnen bellen. Hetzelfde geldt voor de voetgangers, ook al zijn die wat minder 'grijpbaar' omdat ze in dat gebied als groep natuurlijk niet gehuisvest zijn, maar we zullen kijken hoe we die er ook bij kunnen betrekken. Een tractieonderstation is niet in de locatie opgenomen. Dat scheelt dus weer, zodat we die ook niet behoeven weg te werken, zeg ik richting de SP. Mevrouw Van Nieuwenhoven heeft gezegd dat het tempo wat hoog is. Dat is inderdaad wat jammer. Het wordt nu onder stoom en kokend water besproken. Gelukkig is er wel heel veel draagvlak voor het voorstel, niet alleen hier maar ook buiten het stadhuis. Je zou ook kunnen zeggen dat een aantal ontwikkelingen gelukkig sneller gaan dan we wellicht eerder hadden gedacht, hetgeen weer druk op de gemeente zet. In die zin is het goed dat niet alleen de gemeente maar ook private partijen willen investeren in die goede plek daar. Ik wil nog even ingaan op het waarom van het doen laten vervallen van de halte voor lijn 18. Het plein zit enorm vol met functies. Het is een enorme puzzel om ervoor te zorgen dat dit wat minder wordt. Het aantal bezoekers en passanten vanuit de trein stijgt. Dat is hartstikke goed. De doorgang onder het station is een geweldige verbetering voor de toegankelijkheid van Hollands Spoor. Het gebruik van het station wordt intensiever en dat is hartstikke goed. Ook de fietsbereikbaarheid wat betreft parkeren wordt verbeterd. Het ingewikkelde is vervolgens wel om ervoor te zorgen dat op dat toch al drukke plein, dit alles op een nette manier kan worden afgewikkeld. Daarvoor heb je ook ruimte nodig. Zo hebben we geprobeerd de tramhaltes zo veel mogelijk te concentreren, hetgeen heeft geleid tot een heel goede maar ook beknopte tramhalte. Kortom, er is goed gekeken naar wat er strikt noodzakelijk op dat plein terug moest komen. Dat is een continue worsteling geweest. Natuurlijk wil je het liefst alles realiseren, maar als je dat doet is de doorstroming net zo moeizaam als die nu is. Dus die balans is steeds gezocht in het ontwerp. Martijn Bordewijk (D66). Met het risico dat ik de bouwwethouder nu iets over verkeer ga vragen, maar, zoals mevrouw Van Nieuwenhoven terecht zei, doet u het samen en bovendien lokt u het een beetje uit. Het gaat de raad niet alleen om die ene halte van lijn 18, maar ook om het neveneffect dat er nog meer haltes Veerkades zijn waar we dan ov verliezen. Daar gaat het ons ook om, want de rest onderschrijf ik wel. Wethouder Norder (PvdA). Ik zal proberen die uitlokking waar ik zelf mee ben begonnen, te stoppen door te zeggen dat er over het verkeerskundige aspect altijd meer vragen zijn te stellen; de verkeerskundigen hadden wel zoiets van: mijn hemel, hoe gaan we dit doen? Het is verkeerskundig gezien namelijk wel een van de meest ingewikkelde plekken in Den Haag. Voetgangers, fietsers, auto's, bussen, trams en treinen, alles komt daar samen op een heel beknopte locatie. Die puzzel is buitengewoon ingewikkeld om te maken geweest. Daarbij is steeds de invalshoek geweest: wat nodig is doen we, efficiënt gekoppeld en gebundeld met ook wat ruimte zodat de toenemende loopstroom 594
geaccommodeerd kan worden, wat alleen maar goed is voor Den Haag en de Stationsbuurt in het bijzonder. Gert-Jan Bakker (CDA). Dan wil ik nog even refereren aan het tweede onderdeel van het dictum van de motie over bus 18, dat vraagt om wanneer bus 18 niet gehandhaafd kan worden, te onderzoeken of de route van bus 25 verlengd kan worden richting CS. Dat kan dan toch in dat gehele onderzoek worden meegenomen? Wethouder Norder (PvdA). Volgens mij heeft collega Smit zo-even al een reactie gegeven op die motie. Dus dat wil ik ook helemaal niet ter discussie stellen. Dat is al besproken. Het ging mij er alleen maar even om het algehele beeld en de achterliggende zaken en redenen met u te delen, omdat we er in de commissie door agendadruk eigenlijk wat weinig tijd voor hadden. En overigens ben ik van mening dat het klein belastingkantoor door private partijen in een rap tempo ontwikkeld moet worden en terug moet worden gegeven aan de stad. De voorzitter. Dan gaan we thans over naar de tweede termijn. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. Het college heeft volgens mij nog geen advies gegeven over de motie die ik samen met de Partij voor de Dieren heb ingediend. Ik hoorde wethouder Norder zeggen dat het een ingewikkelde puzzel is. Gezien het feit dat we zo'n plein aanleggen voor vele komende decennia en de fietsveiligheid een heel belangrijk goed is - ik denk niet dat we daarover discussie behoeven te hebben - doe ik nogmaals de oproep om een second opinion te laten uitvoeren. Wethouder Smit (VVD). Voorzitter. Over motie nr. 1 heb ik eigenlijk al gezegd dat ik het oordeel daarover aan de raad laat. Als die wordt aangenomen, zullen we die uitvoeren, maar dan zullen we daarna nog een inhoudelijk gesprek hebben als gevolg van het desbetreffende onderzoek. Dan kom ik op motie nr. 3 over de second opinion. Onze redenering is dat een tweerichtingenfietspad in deze specifieke situatie de verkeersveiligheid geen deugd doet. De statistieken geven ook aan dat wanneer je tweerichtingenfietspaden aanlegt, je ervoor moet zorgen dat er dan niet veel wederzijdse bestemmingen zijn. Welnu, in dit geval is er een grote bestemming aan de ene kant en is er het centrum aan de andere kant. Dan is zo'n tweerichtingenfietspad niet handig. Dat is een redenering die volgens mij door iedereen te volgen is. Daar is dus ook geen second opinion voor nodig. Wij ontraden die motie, ook vanwege de mededeling die de heer Bordewijk deed, want wij stellen nu wel dat voorlopig ontwerp vast; er moet kunnen worden voortgewerkt. Arjen Kapteijns (GroenLinks). Wat zou het belang van de Fietsersbond dan kunnen zijn om hier dan zo fel op tegen te zijn? Wat zou daar dan achter kunnen zitten? Wethouder Smit (VVD). Een vergissing. De beraadslaging wordt gesloten. In stemming komt motie rv 109.2013/1. De motie wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, het CDA, de PVV, de PvdD, de HSP, de SP, de PvdE, de PPS, de Islam Democraten en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd. In stemming komt motie rv 109.2013/2. De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen.
595
De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de SP en de Islam Democraten voor deze motie hebben gestemd. In stemming komt motie rv 109.2013/3. De motie wordt bij zitten en opstaan verworpen. De voorzitter. Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdD, de HSP, de SP, de Islam Democraten en de Groep Okcuoglu voor deze motie hebben gestemd. In stemming komt het voorstel. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter te 23.34 uur de vergadering.
596