Bundel van de Ingekomen stukken besluitvormend van 22 september 2015
1
SOC - Jaarverslag en Jaarrekening 2014 Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht. jaarverslag2014FINAL.pdf jaarrekening 2014.pdf
2
BEST - Antwoord art. 44 vragen SGP-ChristenUnie over IHC 150624 Beantwoording art 44 vragen IHC van SGP-CU.pdf
3
SOC - Brief dhr Dijk over verklaring Longfonds over houtrook en gezondheidsschade brief dhr Dijk verklaring Logfonds over houtrook en gezondheidsschade.pdf
4
FYS - Brief Stichting Houtrookvrij brief St houtrookvrij.pdf
5
SOC - Uitstelbrief i.z beantwoording art 44 vraag SGP ChristenUnie over schuldhulpverlening 150701 uitstel brief art 44 schuldhulpverlening.pdf
6
BEST - Art. 44 vragen CDA over aanhoudende hitte 2015-07-02 Art.44-vragen CDA Hitteplan.pdf
7
SOC - Antwoord art. 44 vragen SGP-ChristenUnie over schuldhulpverlening 20150707schuldhulpverlening SGP-CU
8
FYS - Art. 44 vragen PRO Sliedrecht over Onder de hoogspanning uit deel 2 150708 art 44 vragen PRO Sl over onder de hoospanning uit deel 2.pdf
9
SOC - Humanitas vaststelling subsidie Home Start 2014 20150709 Humanitas vaststelling subsidie Home Start 2014.pdf
10 SOC - St OPOPS Ontwerp Jaarverslag 2014 150709 St OPOPS Ontwerp Jaarverslag 2014.pdf 11 BEST - Prov ZH opname kengetallen in begrotingsbrief 2016 20150709 Prov ZH opname kengetallen in begrotingsbrief 2016.pdf 12 SOC - St OPOPS gewijzigde begroting 2015 150710 St OPOPS gewijzigde begroting 2015.pdf 13 SOC - Antwoord art 44 vragen CDA (Prins) over aanhoudende hitte 20150713 Brief art 44 vragen inzake aanhoudende hitte van het CDA.pdf 14 FYS - Art. 44 vragen SGP-ChristenUnie fractie over berenklauw 150722 artikel 44 vragen berenklauw.pdf 15 BEST - Prov ZH jaarrekening jaarverslag 2014 gem Sliedrecht 150722 Prov ZH jaarrekening jaarverslag 2014 gem Sl.pdf 16 FYS - Antw art. 44 vragen PRO Sliedrecht over Onder de hoogspanning uit deel 2 150723 Beantwoording artikel 44 vr PRO Sl hoogspanning 22juli15.pdf
1 SOC - Jaarverslag en Jaarrekening 2014 Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht. 1 jaarverslag2014FINAL.pdf
Jaarverslag 2014 – S.O.J.S.
18-06-2015
‘Voor en door jongeren’
Voorwoord
Voor u ligt het jaarverslag van de Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht over het jaar 2014. In 2014, heeft de combinatiefunctionaris Sport en Cultuur zich op de kaart gezet binnen de gemeente Sliedrecht. De combinatiefunctionaris heeft diverse kennismakingsgesprekken gevoerd met sportverenigingen, het onderwijs en andere organisaties. Dit heeft al tot mooie samenwerkingen geleid, zoals het geven van clinics in samenwerking met sportverenigingen op scholen. In 2014 zijn er door de combinatiefunctionaris een aantal langlopende activiteiten georganiseerd zoals de ‘Sport en Spelmiddag en ‘Van Schoolplein naar Sportplein’. Deze bleken zeer succesvol en zullen worden gecontinueerd. In 2014 waren er enkele incidenten op straat, welke niet structureel overlast veroorzaakten. Samen met de wijkagenten is er bijna elke week informeel overleg geweest. Vanwege de oprichting van het Sociaal Team Sliedrecht, is het ZAT overleg halverwege 2014 opgeheven. De stichting vindt het van zeer groot belang dat er weer een structureel overleg wordt opgestart met het oog op individuele problematiek. Het mag duidelijk zijn dat het jeugd- en jongerenwerk een waardevolle signaleringsfunctie heeft die momenteel niet volledig tot zijn recht komt. In 2014, heeft S.O.J.S. in samenwerking met de heer M.C. Boevée een projectplan ontwikkeld om kansarme jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt tot werk toe te leiden. Helaas hebben we vanwege het uitblijven van de financieringsbronnen vanuit de SDD en andere regelingen deze doelstelling nog niet kunnen behalen. Wij spreken de hoop en verwachting uit om in 2015 alsnog van start te kunnen gaan. In april 2014 heeft één van onze jongerenwerkers de training Wietcheck van het Trimbos Instituut gevolgd. Dit is een cursus gericht op het opzetten van kortstondige interventies om het stoppen van softdrugs gebruik te bevorderen onder jongeren. Preventie van middelengebruik is een zeer belangrijk onderdeel en heeft de volle aandacht van onze jongerenwerkers. De jongerenwerkers en combinatiefunctionaris hebben ook de driedaagse cursus Rots en Water met goed gevolg afgesloten. In 2014 waren er maar liefst 60 jongeren actief in de werkgroepen van jongerencentrum Elektra. Aan het einde van 2014 is er vorm gegeven aan het Sport Promo Team, een nieuwe werkgroep die sportactiviteiten van de combifunctionaris gaat ondersteunen. Wederom is het ons gelukt om meer dan zeventig jongeren in de leeftijd van 12 t/m 18 jaar te werven voor de zomer- en winterKNOTS. S.O.J.S. is haar vrijwilligers zeer dankbaar. Het afgelopen jaar heeft S.O.J.S. voor de jeugd weer diverse leuke activiteiten georganiseerd. Zo konden ze in jongerencentrum Elektra terecht voor workshops in creativiteit, muziek en dans. Tijdens de schoolvakanties hebben de jongerenwerkers en combinatiefunctionaris diverse leuke activiteiten georganiseerd zoals voetbaltoernooien, karten, uitstapjes naar het zwembad en een heus indoor lasergame toernooi in jongerencentrum Elektra. In 2014 is ook voor het eerst een wintereditie van KNOTS georganiseerd, welke goed werd bezocht. In het weekend konden de jongeren terecht in Poppodium Elektra, het
3
Sportcafé en het Eetcafé. Met een gemiddelde van 91 bezoekers per concertavond kunnen wij op zich spreken van een goed jaar, maar we zijn ons bewust dat we jongeren moeten blijven aantrekken. Naast de concertavonden hebben er ook diverse themafeesten plaats gevonden zoals foute feesten, limited party’s, een Valentijns party, een spelletjesavond en een Sinterklaas Bingo. S.O.J.S. is betrokken bij een aantal samenwerkingsverbanden. Zo is S.O.J.S. al enige tijd aangesloten bij Stichting Jeugd Actief en werken we samen met Stichting Welzijn Sliedrecht aan het project “Jong ontmoet Oud”. In 2014 is er ook een nauwe samenwerking ontstaan met de Stedenband Sliedrecht - Orăștie. S.O.J.S. heeft in 2014 met 5 kerkelijke gemeenschappen een kennismakingsgesprek gevoerd. Op dit moment is er nog geen directe samenwerking, maar wellicht dat dat in de toekomst zal komen. We bedanken iedereen die het jeugd- en jongerenwerk in Sliedrecht een warm hart toedraagt.
Met vriendelijke groet,
Nathalie Verhoef
Secretaris
4
Inhoudsopgave
1. INLEIDING
7
1.1 Missie
7
1.2 Inschrijving Kamer van Koophandel
7
1.3 Aansluiten op gemeentelijk jeugdbeleid
7
2. BESTUUR
9
2.1 Bestuurssamenstelling
9
2.2 Bestuursontwikkelingen
10
3. BEROEPSKRACHTEN
11
3.1 Personele bezetting
11
3.2 Ingehuurd personeel
11
3.3 Stagiaires
11
4. WERKZAAMHEDEN EN ACTIITEITEN
13
4.1 Combinatiefunctionaris
13
4.1.1 Inleiding
13
4.1.2 Activiteiten en evaluatie
14
4.1.2.1 Langlopende activiteiten
14
4.1.2.2 Kortlopende activiteiten
16
4.1.3 Urenregistratie en contactmomenten
17
4.2 Jongerenwerkers
18
4.2.1 Ambulant jongerenwerk
18
4.2.2 Accommodatiegebonden jongerenwerk in jongerencentrum Elektra
19
4.2.2.1 Activiteiten in Jongerencentrum Elektra
19
4.2.2.2 Vrijwilligersgroepen
20
4.2.3 Meidenwerk
22
5
4.2.4 Vakantie Activiteiten
22
4.2.5 Jongerenhulpverlening
23
4.2.6 Urenregistratie en contactmomenten
24
5. ACCOMODATIEBEHEER
26
5.1 Jongerencentrum Elektra
26
5.1.1 Onderhoud
26
5.1.2 Gebruik van ruimte
28
5.2 Veiligheid
28
5.3 Drank-, drugs- en rookbeleid
28
6. PUBLICITEIT EN PR
30
7. SAMENWERKINGSVERBANDEN
31
8. FINANCIEEL JAARVERSLAG
32
9. JAARREKENING
33
10. OVERIGE GEGEVENS
45
BIJLAGE 1: JAARVERSLAGEN WERKGROEPEN
47
BIJLAGE 2: GEBRUIK VAN DE RUIMTE 2014
54
6
1. INLEIDING 1.1 MISSIE De missie van Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht (S.O.J.S.) ligt verankerd in onze statuten en luidt als volgt: “Het doel van de stichting is het in stand houden en ontwikkelen van het geheel van werkvormen, voorzieningen en structuren, die gericht zijn op educatieve-, sociale-, creatieveen recreatieve ontwikkelingen van jongeren, ten einde hen beter in staat te stellen een eigen bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de samenleving, waarbij de activiteiten afgestemd zijn op de specifieke behoeften van de jongeren.” Aan deze doelstelling geven wij op de volgende wijze invulling:
Voorzien in de behoefte van jongeren om samen te kunnen komen in een veilige omgeving.
Het bieden van ondersteuning aan jongeren met een hulpvraag
Het toebedelen van verantwoordelijkheden aan jongeren ten einde zelfontwikkeling te stimuleren.
Fungeren als kenniscentrum op het gebied van jeugdcultuur en problematiek.
Aanbieden van diverse activiteiten voor en door jongeren.
1.2 INSCHRIJVING KAMER VAN KOOPHANDEL De stichting is ingeschreven bij de kamer van koophandel van Rotterdam onder nummer 41118665.
1.3 AANSLUITEN OP GEMEENTELIJK JEUGDBELEID Het is een jaar geweest waarin het gemeentelijk jeugdbeleid sterk in beweging was, één van de belangrijkste oorzaken hiervan zijn de drie grote decentralisaties. Daarnaast hebben we in 2014 te maken gekregen met een nieuw college, een college met mooie en ambitieuze plannen, ook op het gebied van jeugd en jongeren. In het college uitvoeringsprogramma 2014-2018 (CUP) zijn een aantal onderdelen benoemd waar ook S.O.J.S. zich in 2014 hard voor heeft gemaakt.
7
Dit zijn voor 2014 onder andere de volgende onderdelen geweest;
Cup 10 Arbeidsmarkt Cup 28 Alcohol en drugspreventie
Uiteraard zijn er meer raakvlakken met het college uitvoeringsprogramma te benoemen, maar deze zijn inherent aan de algehele doel- en taakstelling van de stichting en komen slechts ten delen overeen. CUP 10 Arbeidsmarkt In samenwerking met de heer M.C. Boevée heeft de stichting een projectplan ontwikkeld om kansarme jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt tot werk toe te leiden. In 2014 hebben we het volledige plan ontwikkeld met als doel om eind 2014 van start te gaan. Helaas hebben we vanwege het uitblijven van de financieringsbronnen vanuit de SDD en andere regelingen deze doelstelling niet kunnen behalen. Wij spreken de hoop en verwachting uit om in 2015 alsnog van start te kunnen gaan. CUP 28 Alcohol en drugspreventie In april 2014 heeft één van onze jongerenwerkers de training Wietcheck van het Trimbos Instituut gevolgd. Dit is een cursus gericht op het opzetten van kortstondige interventies om het stoppen van softdrugs gebruik te bevorderen onder jongeren. Daarnaast hebben we een lezing gegeven over de gevolgen van middelengebruik. Preventie van middelengebruik is een zeer belangrijk onderdeel en heeft de volle aandacht van onze jongerenwerkers. Ook hebben we in 2014 de start gemaakt voor de opzet van een enquête waarvan de uitkomsten gebruikt gaan worden voor de ontwikkeling van het jeugdwelzijnsbeleid. De startnotitie hiervan zal in 2015 aan de raad worden aangeboden.
8
2. BESTUUR 2.1 BESTUURSSAMENSTELLING Het bestuur van S.O.J.S. wordt mede gevormd door haar vrijwilligers die verschillende werkgroepen vertegenwoordigen en een jongerenwerker die een informatieve rol heeft. Deze vorm van zelfbestuur maakt dat het bestuur met de bezoekers meegroeit en daardoor altijd middenin de samenleving staat. Hierdoor blijven de continuïteit van het bestuur en de inbreng van de doelgroep gewaarborgd. Het bestuur bestond op 31 december 2014 uit de volgende bestuursleden:
Voorzitter
David Kimpel
Secretaris
Dr. Ing. Nathalie Verhoef
Penningmeester
Kogul Kathiravelu
Begeleidend jongerenwerker
Henk van Griensven
Vertegenwoordiger namens de barwerkgroep
B Ed. Nathalie Klomp
Vertegenwoordiger namens het eetcafé
Dr. Ing. Nathalie Verhoef
Vertegenwoordiger namens de entree
Kogul Kathiravelu
Vertegenwoordiger namens de fitnessruimte
Vacant
Vertegenwoordiger namens de PR
David Kimpel
Vertegenwoordiger namens de repeterende bands
Vacant
Vertegenwoordiger namens de programmaraad
B Ed. Roland Verhoef
Vertegenwoordiger namens het snackteam
David Kimpel
Vertegenwoordiger namens het sportcafé
Jeroen Siebeling
Vertegenwoordiger namens de bezoekers
Ing. Sebastian Stuij
Vanwege haar studie, moest Anne Faro in 2014 stoppen als bestuurder. Het bestuur en de staf is haar erg dankbaar dat zij zich de afgelopen 4 jaar heeft ingezet als bestuurslid. Het bestuur is unaniem akkoord gegaan met de aanstelling van Nathalie Verhoef als secretaris en Kogul Kathiravelu als penningmeester van S.O.J.S. Op de valreep van 2014 werd één van onze bestuursleden, Nathalie Verhoef, compleet verrast met een gemeentepenning voor haar noemenswaardige inzet voor S.O.J.S.
9
2.2 BESTUURSONTWIKKELINGEN Binnen het bestuur heerst er een prima sfeer en ook is er een goede samenwerking met de beroepskrachten en de vele vrijwilligers die actief zijn binnen S.O.J.S. Om de staf minder te belasten, hebben de bestuurders een aantal taken grotendeels op zich genomen. Denk hierbij aan het schrijven van het werkplan en jaarverslag, maar ook alles omtrent de Drank- en Horeca vergunning. Ook is in 2014, het bestuur druk bezig geweest met het opzetten van een enquête. Deze enquête zal onder Sliedrechtse jongeren worden verspreid om zo in kaart te brengen of ze bekend zijn met S.O.J.S. en wat jongeren in het algemeen bezighoudt. Hier kan S.O.J.S. vervolgens weer op inspelen. In het verleden zijn de jongerenwerkers teveel het gezicht geweest van de organisatie, waardoor het bestuur in het publieke oog teveel naar de achtergrond is geschoven. Het afgelopen jaar is het bestuur meer op de voorgrond toegetreden. Het bestuur heeft goed contact met wethouder Visser-Schlieker en haar collega’s van Welzijn, Educatie en Zorg. Het bestuur en de staf hebben het afgelopen jaar verschillende politieke partijen mogen ontvangen in ons jongerencentrum. Ook heeft het bestuur deelgenomen aan diverse samenwerkingsverbanden zoals Korenfestival aan de Merwede en Stedenband SliedrechtOrăştie en zijn er gesprekken gevoerd met diverse kerkelijke genootschappen (hoofdstuk 7).
10
3. BEROEPSKRACHTEN 3.1 PERSONELE BEZETTING In 2014 waren er 2 jongerenwerkers in dienst (HBO niveau, 32 en 38 uur) en een combinatiefunctionaris Sport en Cultuur (HBO niveau, 36 uur). S.O.J.S. hoopt in de nabije toekomst de combinatiefunctionaris een vaste arbeidsovereenkomst aan te kunnen bieden.
3.2 INGEHUURD PERSONEEL In 2014 is er wederom gebruik gemaakt van de diensten van FrisFacilitair. Het team, bestaande uit gemiddeld 4 werknemers, heeft wekelijks in 1 uur tijd de algemene ruimtes schoongemaakt. Daarnaast heeft een speciaal team van FrisFacilitair eenmaal de buitenramen gezeemd. In 2014 hebben wij wederom Riet Wieman bereid kunnen vinden om voor een goede vrijwilligersvergoeding de wekelijkse financiële administratie te blijven uitvoeren. Ook heeft S.O.J.S. Martijn de Vaal gemiddeld 10 uur per week als weekendbeheerder kunnen inhuren. De weekendbeheerder draaide 55% van de weekenden en de resterende avonden werden gedraaid door de twee jongerenwerkers. Elk weekend en tijdens een aantal evenementen heeft S.O.J.S. suswachten en portiers ingehuurd om de veiligheid in en rondom het pand te verhogen.
3.3 STAGIAIRES De combinatiefunctionaris heeft in november 2014 drie stagiaires aangenomen van de opleiding Sport en Bewegen van het Da Vinci College. Sjoerd de Groot (3 de leerjaar niveau 3), Robin Damsma (3de leerjaar niveau 4) en Werner van den Berg (3 de leerjaar niveau 4) lopen een geheel jaar stage waarin ze hun eigen projecten onder begeleiding (hebben) mogen opzetten. Ook zijn er in 2014 onder leiding van de combinatiefunctionaris zo’n 40 eerstejaars studenten van het Da Vinci College actief geweest bij het project van Schoolplein naar Sportplein waar ze de rol vervulden van spelbegeleider. Naast het begeleiden, staan controleren en enthousiasmeren centraal. Halverwege 2014, is onder leiding van een jongerenwerker, Roxanne de Jager afkomstig van de Artemis Styling Academie begonnen met een HBO stage voor 128 uur. Tijdens haar
11
stage heeft ze gewerkt aan een eerste opzet van de enquête die onder de Sliedrechtse jongeren zal worden verspreid om in kaart te brengen of ze met S.O.J.S. bekend zijn en wat jongeren bezighoudt. Roxanne heeft ook een 6-delige fashion designer workshop gegeven waaraan 12 kinderen hebben meegedaan. In 2014 hebben vijf jongeren hun maatschappelijke stage in Jongerencentrum Elektra volbracht. Ze hebben meegeholpen met diverse verfklussen in het jongerencentrum. Acht jongeren hebben hun maatschappelijke stage vervuld tijdens de zomerKNOTS activiteitenweek.
12
4. WERKZAAMHEDEN EN ACTIVITEITEN 4.1 COMBINATIEFUNCTIONARIS 4.1.1 INLEIDING De combinatiefunctionaris is nu een jaar actief binnen de gemeente voor de activering van jeugd tussen de 8 en 14 jaar op de gebieden Sport en Cultuur. Het afgelopen jaar zijn er vele sport en cultuurprojecten gerealiseerd. Ook is het netwerk rondom de combinatiefunctionaris sterk uitgebreid en zijn samenwerkingsverbanden gelegd en versterkt. In 2014 zijn er verschillende kennismakingsgesprekken geweest met sportverenigingen, het onderwijs en andere organisaties (tabel 1). Deze gesprekken zijn gebruikt om ieders doelstelling te vertalen naar kansen tot samenwerking en dit heeft al tot mooie resultaten geleid. Zo zijn er clinics gegeven binnen het onderwijs in samenwerking met diverse verenigingen en heeft de combinatiefunctionaris in het kader van Sliedrecht 950 jaar een activiteit georganiseerd met ouderwetse spelletjes tijdens de KNOTS zomer activiteitenweek. Alle activiteiten en projecten van de combinatiefunctionaris Sport en Cultuur dragen bij aan de hoofddoelstellingen die geformuleerd zijn in samenspraak met de gemeente Sliedrecht:
Het stimuleren van jongeren in de leeftijd van 8 tot en met 14 jaar tot het participeren aan zowel culturele als sportieve activiteiten met als doel zowel de sportieve, culturele als de maatschappelijke ontwikkeling van de jongere te bevorderen.
Versterken van de maatschappelijke functie van sportverenigingen met oog op de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs en de naschoolse activiteiten in de wijk.
Stimuleren van doorgroei van jongeren naar de participerende verenigingen toe.
Stimuleren van een dagelijks/regelmatig aanbod van sport en cultuur activiteiten op school en in de wijk voor jongeren in de leeftijd van 8 tot en met 14 jaar.
Het leveren van een kwalitatieve bijdrage aan het onderwijs op het gebied van sport, cultuur en welzijn.
13
Tabel 1. Kennismakingsgesprekken met sportverenigingen, onderwijs en organisaties
Sportvereniging
Volleybal vereniging Sliedrecht Sport Sliedrechtse Lawn Tennis Club Sliedrechtse Korfbalclub Merwede Badmintonvereniging Shuttle Up Tafeltennisvereniging Sliedrecht Sport Zaalvoetbal Oranje-Wit Sliedrecht ‘88 ITF Taekwon-do Kwan Daeryon Skeelervereniging Sliedrecht
Onderwijs
Het openbaar onderwijs:
Henri Dunant De Wilgen Roald Dahl
Het Christelijk Onderwijs:
Anne de Vries Oranje-Nassau Prins Willem-Alexander Johannes Calvijn
Het speciaal onderwijs:
De Sprong De Akker Bleyburgh School
Het voortgezet onderwijs:
Grienden College
Anders
Bibliotheek Centrum Jeugd en Gezin Dienst gezondheid en jeugd Comité Sliedrecht 950 jaar Wijkplatforms Gemeente Sliedrecht Rabobank Sportzaak Leo Reijnders De kinderboerderij Stichting ToBe
4.1.2 ACTIVITEITEN EN EVALUATIE In 2014 zijn er door de combinatiefunctionaris vele activiteiten georganiseerd die ieder zijn bijdrage hebben gehad aan de te behalen doelstellingen. De activiteiten zijn onder verdeeld in langlopende en losstaande activiteiten binnen en buiten het jongerencentrum (sportparken, scholen of andere openbare ruimtes).
4.1.2.1 Langlopende activiteiten Lesgeven PO kennismakingslessen (7-1-2014 t/m 28-2-2014) Om de scholen, directie, leerkrachten en kinderen te leren kennen, zijn op alle PO scholen kennismakingslessen gegeven. De kennismakingslessen hebben de bedoelde uitwerking gehad. Er is een goed contact met de scholen en de kinderen weten steeds beter de weg naar de activiteiten van S.O.J.S. te vinden.
14
Sport en spelmiddag (8-1-2014 t/m 10-12-2014) De sport en spelmiddag is een sportinstuif gedurende de winterperiode om de kinderen ook in een periode waar er minder wordt buiten gespeeld te stimuleren tot bewegen. De middag is, met een gemiddelde van +/- 30 kinderen, druk bezocht. Vooral kinderen uit de Vogelbuurt-Noord maken gebruik van deze middag. Er komt zeker een vervolg van de sport en spelmiddag. Project ‘Van schoolplein naar sportplein’ (10-3-2014 t/m 12-6-2014) Dit project loopt op alle openbare en christelijke scholen in Sliedrecht. Elk schoolplein wordt eens in de twee weken bezocht door de sport en spelbegeleiders. Van Schoolplein naar Sportplein bleek een groot succes. Ongeveer 75 tot 80% van de kinderen doet mee aan de activiteiten op hun schoolplein. Ook de schooldirecties zijn erg te spreken over dit project en zouden het project graag weer het volgende schooljaar zien terugkeren.
15
4.1.2.2 Losstaande activiteiten Samenwerking met andere organisaties Afgelopen jaar zijn er ook diverse activiteiten in samenwerking met andere organisaties georganiseerd. Denk hierbij aan:
Ondersteuning tafeltennistoernooi Kinderboekenweek Beweegparcours Week van de opvoeding KidsBootcamp
Door ondersteuning of advies te geven aan deze activiteiten zijn er diverse samenwerkingen ontstaan met sportverenigingen, Centrum Jeugd en Gezin, Dienst Gezondheid en Jeugd en de bibliotheek. De komende jaren zal getracht worden om meer aansluiting te vinden bij de organisatie van dit soort activiteiten en projecten. Workshops Onder leiding van de combinatiefunctionaris is er in 2014 een kinderkunst workshop en een fashion designer workshop gehouden. Bij deze ‘talenten workshops’ gaat het om de ontplooiing van de creativiteit en ze bestaan uit 6 bijeenkomsten. Iedere bijeenkomst wordt iets anders gemaakt en/of behandeld wat zorgt voor snelheid en afwisseling. Elke workshop eindigt met een presentatie voor ouders, opa’s en oma’s, broers, zussen en vrienden. Ze worden gegeven door een deskundige docent/begeleider in de mooiste ruimte van ons pand ‘het eetcafé’. Beide workshops waren succesvol en in 2015 zullen ze worden herhaald. Tevens zullen er nieuwe workshops worden georganiseerd. Vakantie activiteiten De combinatiefunctionaris heeft tijdens de schoolvakanties verschillende leuke activiteiten georganiseerd zoals spelletjesochtenden, voetbaltoernooien, een indoor lasergame toernooi in jongerencentrum Elektra en clinics in taekwondo, tennis en freerunning.
16
4.1.3 URENREGISTRATIE EN CONTACTMOMENTEN In het verleden hielden de jongerenwerkers en combinatiefunctionaris alleen hun contactmomenten bij. Om een beter inzicht te krijgen hoeveel tijd de staf besteedt aan hun taken, heeft het bestuur in 2013 besloten dat de staf vanaf 2014 hun uren moeten registreren. In het werkplan van 2015 is voor het eerst een inschatting gemaakt in de urenverdeling voor de combinatiefunctionaris. In werkelijkheid bleek deze tijdinschatting goed te kloppen (figuur 1). Zoals verwacht besteed de combinatiefunctionaris de meeste tijd aan het voorbereiden en uitvoeren van activiteiten.
Figuur 1. Urenstaat combinatiefunctionaris over het jaar 2014.
In tabel 2 zijn het aantal contactmomenten weergegeven die combinatiefunctionaris het afgelopen jaar heeft gehad. Tabel 2. Contactmomenten combinatiefunctionaris 2014 Activiteit
Contactmomenten 2014*
Vakantie activiteiten
170
Van Schoolplein naar Sportplein
2832
Sport en Spel middag
573
Clinics/kennismakingslessen op scholen
1637
Workshops
108
Overige activiteiten
169
Totaal per jaar
5489
*Let op. Een kind kan meerdere contactmomenten hebben gehad.
17
4.2 JONGERENWERKERS 4.2.1 AMBULANT JONGERENWERK Het ambulant werk is een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van de jongerenwerkers. De doelgroep waar de jongerenwerkers met het vindplaats gericht werken op richten, bestond voornamelijk uit jongeren van 12 tot en met 18 jaar die in groepjes te vinden zijn op de verschillende hangplakken in de gemeente Sliedrecht of in de hangruimten van jongerencentrum Elektra. De hangruimten in jongerencentrum Elektra waren vrijwel elke werkdag open (maandag en vrijdag van 12:00 tot 18:00; dinsdag, woensdag en donderdag van 12:00-21:00). Tijdens de schoolvakanties hebben de jongerenwerkers diverse activiteiten georganiseerd die aansluiten op de behoefte van de jongeren (zie hoofdstuk 4.2.4). Elke woensdagmiddag/avond werd er met de jeugd gevoetbald onder het viaduct of bij de Tienhoogflats (Vogelbuurt-Noord). Met goed weer, werd er ook op andere dagen en plaatsen gevoetbald. De leeftijd van de deelnemers lag tussen de 10 en de 21 jaar. Naast het voetballen, werd op enkele locaties ook gehangen. De jongerenwerkers hebben de jongeren gestimuleerd om de hangruimten in het jongerencentrum te bezoeken om zo eventuele overlast situaties op straat te beperken. Terugkerende thema’s die besproken werden met de jongeren waren straatvuil, geluidshinder en drank- en drugsgebruik. In 2014 is het ons weer gelukt meer dan zeventig jongeren in de leeftijd van 12 t/m 18 jaar te werven voor het vrijwilligerswerk tijdens de zomer- en winterKNOTS. Onder deze vrijwilligers bevonden zich ook voor ons bekende ‘hangjongeren’. Verder zijn een aantal hangjongeren betrokken geraakt bij de organisatie van twee nieuwe activiteiten. Zo is er eind 2014 een groep ontstaan die elke donderdagavond met elkaar koken. Ook is er een Sport Promo Team gevormd die de sportactiviteiten van de combifunctionaris gaat ondersteunen. In 2014 waren er enkele incidenten op straat, maar deze veroorzaakten geen structurele overlast. Samen met de wijkagenten is er bijna elke week informeel overleg geweest om te inventariseren of er naast individuele problematiek ook problemen met groepen plaats hadden gevonden. Gelukkig, hebben wij gezamenlijk geconstateerd dat de overlastsituaties hanteerbaar waren. Bijna alle jongeren die verantwoordelijk waren voor overlast situaties op straat, waren ook in beeld bij de jongerenwerkers. Voor de jongerenwerkers was het hierdoor makkelijker om ze in hun vertrouwde omgeving te benaderen en de problemen te bespreken om zo naar een oplossing toe te werken. S.O.J.S. betreurt het dat het hanggroepen overleg ‘COOS’ in 2014 op een zeer laag pitje heeft gestaan. Een incident in het Burgemeester Feitsmapark heeft hierdoor onnodig veel publiciteit gekregen. Een overleg met de burgemeester en verantwoordelijk wethouder
18
heeft er voor gezorgd dat het COOS overleg eind 2014 weer is geherintroduceerd. De stichting is hier uiterst content mee. Eén van onze jongerenwerkers, is aanwezig geweest bij een bijeenkomst van wijkplatform Sliedrecht-Oost. De jongerenwerker is inmiddels bekend bij het wijkplatform en wanneer nodig, weten zij hem ook te vinden. De jongerenwerker heeft ook enkele andere bijeenkomsten bijgewoond zoals ‘Samenwerken en versterken’, ‘Jong ontmoet Oud’ en het Zorg Advies Team (ZAT). Halverwege 2014 is het ZAT overleg opgeheven vanwege de oprichting van het Sociaal Team Sliedrecht. De stichting vindt het van zeer groot belang dat er weer een structureel overleg wordt opgestart met het oog op individuele problematiek. Het mag duidelijk zijn dat het jeugd- en jongerenwerk een waardevolle signaleringsfunctie heeft die momenteel niet volledig tot zijn recht komt. Dit zou zelfs tot mogelijke onnodige problemen bij jongeren kunnen leiden. In 2014 hebben beide jongerenwerkers en de combinatiefunctionaris de driedaagse cursus Rots en Water met goed gevolg afgesloten. De zienswijze en werkwijze werden al voor een deel door de jongerenwerkers in de praktijk gebruikt. De specifieke trainingen tijdens de cursus bleken minder toepasbaar. Dit, omdat deze moeilijker zijn op te leggen binnen de vrije setting waar het open jongerenwerk in opereert.
4.2.2 ACCOMMODATIEGEBONDEN JONGERENWERK IN JONGERENCENTRUM ELEKTRA 4.2.2.1 Activiteiten in Jongerencentrum Elektra In Jongerencentrum Elektra vond ook in 2014 een grote diversiteit aan jongerenactiviteiten plaats. Workshops Elk jaar organiseert S.O.J.S. diverse workshops in dans, muziek en creativiteit. In 2014 heeft S.O.J.S. twee muziekworkshops georganiseerd, elk bestaande uit een introductie, 10 lessen en een eindpresentatie. Ook heeft S.O.J.S. wederom een PA workshop georganiseerd waaraan 5 jongeren hebben deelgenomen. Op dansgebied was er het afgelopem jaar ook weer genoeg te beleven. Er zijn twee streetdance workshops gehouden door Kim Pool. Ook is Iris Struijk verder gegaan met het Kunstbende dansproject. De meiden hebben wederom mee gedaan aan de Kunstbende wedstrijd. Op crea gebied is er een workshop kralenbeestjes rijgen gehouden waaraan 7 kinderen hebben deelgenomen. Zowel de muziek- en streetdance workshops zijn financieel mede mogelijk gemaakt door de werkgroep Music & Dance, welke onderdeel is van Stichting Sliedrecht en Cultuur.
19
Diensten en hangruimten In 2014 werd dagelijks gebruik gemaakt van de hangruimten op de 1ste etage voor een potje tafelvoetbal, een kaartspel of om te gamen in onze PlayStation ruimte. Begin 2014 heeft een groep meiden een tijdje gebruik gemaakt van een speciale meidenruimte op de 2e etage. Gemiddeld 45 verschillende jongeren bezochten wekelijks in variërende samenstellingen deze hangvoorzieningen. De fitnessruimte gelegen op de 2de etage werd goed bezocht. Naast dat hier jongeren zelfstandig trainden, trainde in 2014 ook een groepje jongeren van 14 t/m 17 jaar drie keer per week onder leiding van een vrijwilliger. In 2014 hebben 14 muziekbandjes gebruikt gemaakt van onze repetitieruimtes in de kelder en in Poppodium Elektra. Weekendactiviteiten In het weekend konden de jongeren terecht in Poppodium Elektra, het Sportcafé en het Eetcafé. Eenmaal per twee weken werd een concertavond gehouden. Met een gemiddelde van 91 bezoekers per concertavond kunnen wij op zich spreken van een goed jaar, maar in vergelijking tot 2013 was er wel een kleine terugloop in het aantal bezoekers. We zijn ons bewust dat vele uitgaansgelegenheden te kampen hebben met een terugloop, maar we proberen toch op verschillende manieren jongeren aan te trekken. Zo hebben we naast onze vaste concertavonden, 5 gratis optredens georganiseerd op ons kleine podium. Ook is wederom een School of Rock georganiseerd, waar scholieren hun muzikale kunsten mochten vertonen. Hier kwamen maar liefst 82 jongeren op af. Samen met een paar moeders heeft S.O.J.S speciaal voor de jeugd van 12 tot 16 drie limited party’s georganiseerd. Dit jaar zijn er ook weer verschillende thema-avonden gehouden. Naast foute feesten, een bierproeverij, Oktoberfest en een Valentijnsparty, heeft de barwerkgroep ook een aantal nieuwe thema-avonden georganiseerd, zoals een popquiz- en een spelletjesavond. Het jongerencentrum heeft zelfs nog Sinterklaas mogen verwelkomen die in een overvolle bar de Bingo leidde. De overige vrijdagavonden en zaterdagmiddagen en –avonden werden redelijk tot goed bezocht. Op de zondagavond konden de jongeren in ons jongerencentrum terecht om een film te kijken.
4.2.2.2 Vrijwilligersgroepen Binnen S.O.J.S. zijn een tiental vrijwilligersgroepen actief, die met elkaar het activiteitenaanbod verzorgen. Door middel van deze vrijwilligersgroepen leren jongeren hun talenten en mogelijkheden ontdekken, ontwikkelen en gebruiken. Jongeren leren door met elkaar samen te werken sociale contacten op te bouwen en de initiatieven om te zetten in concrete actie. Kennis die later ook van pas kan komen.
20
Binnen het jongerencentrum zijn de volgende vrijwilligersgroepen actief: Programmaraad, Bar & Entree Poppodium Elektra, Licht en geluidstechniek, Repeterende bands, Publiciteit, Sportcafé, Eetcafé, Snackteam, Sportcafé, Tuinfeest en KNOTS In 2014 waren er 60 jonge vrijwilligers actief en een inschatting van het aantal vrijwilligersuren dat de vrijwilligers in het accommodatie gebonden jongerenwerk hebben gestoken in 2014, is weergegeven in tabel 3. Bijna alle werkgroepen hebben de beschikking tot voldoende vrijwilligers, alleen het eetcafé en sportcafé kunnen nog goed vrijwilligers gebruiken. In bijlage 1 zijn de jaarverslagen van alle werkgroepen gebundeld. Om de vrijwilligers voor hun inzet te bedanken, zijn we in 2014 een weekend naar Renesse gegaan. Om de jongerenwerkers te ontzien, draaien de eetcafé-, de publiciteit- en de bar & entree werkgroepen zelfstandig. Dit verloopt erg goed. Eind 2014 is een nieuwe werkgroep gevormd. Dit zogeheten Sport Promo Team gaat de combinatiefunctionaris ondersteunen met sportactiviteiten in Sliedrecht. De organisatie van Tuinfeest, winter- en zomerKNOTS is niet mogelijk zonder vrijwilligers. Ook het afgelopen jaar hebben meer dan 100 vrijwilligers zich ingezet om deze evenementen mogelijk te maken (tabel 3). Tabel 3. Ureninzet vrijwilligers 2014 Vrijwilligers accommodatie gebonden jongerenwerk
Inzet uren
Bestuur
2392
Bar & Entree
2012
Programmaraad
556
Licht en Geluidstechniek
433
Publiciteit
222
Sportcafé
376
Eetcafé
567
Snackteam
188
Totaal per jaar
6759
Vrijwilligersevenementen
Inzet uren
Tuinfeest
323
WinterKNOTS
845
ZomerKNOTS
4030
Totaal per jaar
5198
21
4.2.3 MEIDENWERK Begin 2014 hebben een groep meiden gebruik gemaakt van een meidenruimte op de 2e etage. Later in het jaar is de ruimte gebruikt door een aantal meiden om te oefenen voor de streetdance workshop waar ze ook aan meedoen. Het afgelopen jaar zijn er geen specifieke vakantieactiviteiten en workshops georganiseerd voor alleen meiden. Wel moet opgemerkt worden dat in de Kunstbende en streetdance dansgroepen alleen meiden dansten. Ook op de creaworkshops kwamen voornamelijk meiden af. Aan de muziekworkshop I en II deden respectievelijk 11 en 6 meiden mee.
4.2.4 VAKANTIE ACTIVITEITEN In 2014 zijn er tijdens de schoolvakanties diverse activiteiten georganiseerd door de combinatiefunctionaris (zie 4.1.2.2), maar ook door de jongerenwerkers. Naast vertrouwde activiteiten zoals voetbaltoernooien, karten en uitstapjes naar het Tikibad, Bosbad Hoeven en de bioscoop, hebben de jongerenwerkers in samenwerking met combinatiefunctionaris wederom een succesvol lasergame toernooi georganiseerd in het jongerencentrum. Dankzij Lotte Hazelhorst en Tessa Groenveld als coördinatoren, acht maatschappelijke stagiaires en maar liefst 105 vrijwilligers hebben we ook in 2014 een geweldige zomerKNOTS kunnen organiseren. Gemiddeld 552 kinderen per dag kwamen op dit evenement af. De zomerKNOTS is financieel mede mogelijk gemaakt door de gemeente, Tablis wonen Stichting de Kaaij en Stichting Sliedrecht en Cultuur. Albert Heijn heeft KNOTS gesponsord door middel van een lege flessen inlever actie.
22
In 2014 hebben we ook voor het eerst een wintereditie van KNOTS georganiseerd in Sporthal de Valk. Kinderen konden daar mee doen aan diverse sportieve en creatieve activiteiten. Maar liefst 45 vrijwilligers hebben meegeholpen met de organisatie van dit tweedaagse evenement waar gemiddeld 156 kinderen per dag aan meededen. S.O.J.S. heeft voor dit evenement €500,-- aan subsidie ontvangen van de gemeente. S.O.J.S is de ambtenaren van welzijn en de gemeentewerf, alle KNOTS medewerkers, ondersteunende ouders, diverse hout leverende bedrijven, subsidieverstrekkers en vele anderen zeer dankbaar voor het weer mede laten slagen van deze succesvolle kinderactiviteiten weken.
4.2.5 JONGERENHULPVERLENING Helaas hebben we ook in 2014 te maken gehad met verschillende situaties waarbij het jongerenwerk is ingezet voor kortdurende jeugdhulpverlening. Bij langdurige of zware problematiek geldt het jeugdwerk slechts als een doorverwijzend orgaan. We hebben te maken gehad met verschillende vormen van hulpverlening hier valt te denken aan;
Begeleiding tot het komen tot afkicken van middelengebruik Arrangeren van crisis opvang Aanvragen van zorgtoeslag Inzet jeugdwerk in functie van mediator
Ook bieden we middels verschillende gesprekstechnieken vormen van ‘verborgen’ hulpverlening aan waarbij het reflecterende vermogen van de jongeren getraind worden. Zelfreflectie geldt als een groot goed als het gaat om het komen tot een positieve individuele persoonsontwikkeling. Daarnaast heeft de stichting een tweetal projecten opgezet in het kader van jongerenhulpverlening; 1. Jongeren ontmoeten Jongeren 2. Handen uit de Mouwen Bij het project ‘Jongeren Ontmoeten Jongeren’, opgezet door Rowan en Els van Houwelingen, staat het socialiseringsproces van eenzame en “licht beschadigde” jongeren centraal. Een uiterst succesvol project waarbij gebruik gemaakt wordt van verschillende methoden en technieken om hier inhoudelijk invulling aan te geven. Het project ‘Handen uit de Mouwen’ is een werkproject geschreven door Martin Boevée en Jeroen Loeve. Middels dit project beogen we jongeren te bereiken met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en om hen toe te leiden tot werk. Een veel gestelde vraag door instanties zoals de Sociale Dienst is; “Voor welke doelgroep is het project geschreven?”. Ons antwoord is dan altijd voor alle jongeren uit Sliedrecht met een grote afstand tot arbeidsmarkt. Wij beogen een groep jongeren te bereiken die gedifferentieerd is van samenstelling
23
om zo een positief groepsproces in werking te zetten en dat als middel te gebruiken om tot succes te komen.
4.2.6 URENREGISTRATIE EN CONTACTMOMENTEN In het verleden hielden de jongerenwerkers en combinatiefunctionaris alleen hun contactmomenten bij. Om een beter inzicht te krijgen hoeveel tijd de staf besteed aan hun taken, heeft het bestuur in 2013 besloten dat de staf vanaf 2014 hun uren moeten registreren (figuur 2). In het werkplan van 2015 is voor het eerst een inschatting gemaakt in de urenverdeling voor de jongerenwerkers. In werkelijkheid bleek deze tijdinschatting niet helemaal te kloppen. Dit omdat deze te weinig gespecificeerd was. In het werkplan van 2016 is dit aangepast.
Tuinfeest Subsidie 4%
Onderhoud 6% Knots 7%
Drechtwerk 1%
Overig 5%
Administratie 12%
Jongerenwerk (buiten) 8%
1% Begeleiden stagiair 1%
Begeleiden werkgroepen 6% Jongerenwerk (binnen) 15%
Weekenddienst 8% Overleg (extern) 5%
Overleg (Intern) 7%
Jongeren hulpverlening 1%
Uitvoering activiteit 3%
Voorbereiding activiteiten 9%
Figuur 2. Urenstaat jongerenwerkers over het jaar 2014.
In tabel 4 zijn het aantal contactmomenten weergegeven die jongerenwerkers het afgelopen jaar hebben gehad.
24
Tabel 4. Contactmomenten jongerenwerkers 2014 Bereik jongerenwerkers 2014
Ambulant jongerenwerk Weken
Aantal jongeren
Totaal
pleinvoetbal plein
26
30
780
Bezoek hanggroepen
26
10
Totaal per jaar
260 1040
Accommodatie gebonden jongerenwerk Hangruimtes
Weken
Dagen
Aantal jongeren
Totaal
45
4
15
2700
Playstationruimte Meidenruimte
80
Totaal per jaar Diensten
2780 Weken
Aantal gebruikers
Totaal
Anabool
52
32
1664
Repeterende bands
52
40
2080
Koken met jongeren
10
7
70
Totaal per jaar
3814
Workshops
Keer
Gemiddeld aantal bezoekers
Fitnessles jeugd
150
3
12 12 11 5 40 1 5
24
Muziekworkshop I Muziekworkshop II Dansworkshop I Dansworkshop II Kunstbende Creaworkshop PA workshop
Totaal
450 288 264 110 20 240 7 25
22 10 4 6 7 5
Totaal per jaar
1404
Keer
Aantal bezoekers (gemiddeld)
Totaal
Eetcafe
22
28
616
Sportcafé
52
18
936
5
40
200
Vrijdagavond zonder band
38
30
1140
Zaterdagmiddag jongerencafé
40
15
600
Zaterdagavond met band
22
91
2002
Zaterdagavond zonder band
Weekend activiteiten
Vrijdagavond met band
20
50
1000
Dansavonden
4
100
400
Zondagavond
40
20
800
Party limited
3
27,3
82
School of Rock
1
82
82
Tuinfeest
1
2000
2000
Totaal per jaar
7694
KNOTS
Keer
Aantal bezoekers (gemiddeld)
Zomer KNOTS
5
552
Winter KNOTS
2
156
Totaal
Vakantieactviteiten
422* 2760 312
Totaal per jaar
3494
* de vakantieactviteiten zijn niet in detail uitgewerkt. Voor meer informatie zie hoofdstuk 4.2.4
Jongerenhulpverlening Totaal Jongeren met een direct af te handelen informatievraag
103
Jongeren met een gedeelde informatie en hulpvraag
28
Jongeren met langlopende hulpvraag
11
Jongeren met een hulpvraag welke doorverwezen worden
15
Totaal per jaar Aantal contactmomenten 2014
157 20383
*Let op. Een kind kan meerdere contactmomenten hebben gehad.
25
5. Accommodatiebeheer
5.1 JONGERENCENTRUM ELEKTRA 5.1.1 ONDERHOUD In 2014 heeft het halfjaarlijkse onderhoudsoverleg met de gemeente ambtenaren L. van Hasselt en T. Vleugel plaatsgevonden. Tijdens dit overleg werd de meerjarenplanning doorgenomen en is het lopende achterstallige onderhoud besproken. De volgende zaken zijn besproken: Structurele oplossing realiseren voor het lekkageprobleem voorraadkelder. Het vrijmaken van budget om de algemene loopruimtes te verven. Dichtmetselen oude kolenluik repetitiekelder. In eigenbeheer zal S.O.J.S. de gehele barconcertzaal en wc’s opknappen. Controleren ventilatie van het gehele gebouw. Het vervangen van de sloten in het gehele pand.* Renovatie scheurvorming op enkele plaatsen.* De muur voor het gebouw renoveren en voorzien van nieuw ijzerwerk.* De elektriciteitsinstallatie aanpassen voor het kunnen monteren van de door de welstandscommissie goedgekeurde buitenverlichting.* Vervangen van enkele radiatoren op de zolder i.v.m. te kleine capaciteit.* Onderzoeken of de centrale verwarming, inbraak en brandinstallatie nog goed functioneren en voldoen aan de huidige normen.* Of het gebouw voorzien kan worden van dubbelglas om het energielabel op te waarderen.* Het maken van een prijsopgaaf voor het gehele verfwerk buiten.* Wat is er in 2014 inmiddels uitgevoerd?
In 2013 is de voorraadkelder geïsoleerd. Echter in 2014 was er wederom lekkage. Vanwege de bouw van De Bonkelaar is het grondwater gestegen en bleef het water de kelder in lopen. De door de gemeente geplaatste pomp, als structurele oplossing, is inmiddels defect. Door deze wateroverlast, is ook de bierkoeler defect geraakt. Er is ons toegezegd dat het wordt opgelost. De gemeente zal ook contact opnemen met Blokland Bouwpartners, aangezien zij de veroorzaker van het probleem zijn als bouwer van de Bonkelaar nieuwbouw. De door een plaatselijke schilder ingediende prijsopgaaf om de algemene ruimte te verven is goedgekeurd en wordt in de loop van 2015 uitgevoerd. De ventilator voor de barconcertzaal is vervangen en voldoet nu aan de eisen. Ook in 2014 bleven er problemen met de sloten. Er is afgesproken dat ze in de loop van 2015 vervangen gaan worden.
26
In 2014 zijn er door vandalisme vele dakpannen gesneuveld. Er wordt onderzocht of de brandtrap afgesloten kan gaan worden waarbij de functie gehandhaafd blijft. De jaarlijks terugkerende controle noodverlichting, alarminstallatie en brandblusapparatuur is uitgevoerd. Het pand is gecontroleerd op haar energiezuinigheid en deze bleek zeer slecht te zijn i.v.m. het ontbreken van dubbelglas op de begaande grond en 1 ste etage. Er is ons toegezegd dat er onderzocht gaat worden of vervangen van alle kozijnen met kunststofkozijnen met dubbelglas haalbaar is. Bijkomend voordeel is dan dat de kosten voor het terugkerende verfwerk komt te vervallen. In de repetitieruimte is het kolenluik dichtgemetseld, maar het heeft de inwatering van regen niet verholpen. Tijdens de zomerstop is de gehele bar en concertzaal grondig opgeknapt en voorzien van nieuw verfkleuren welke passen in deze tijd. Ook de heren en dames wc zijn onder handen genomen waarbij de deur van de dames is voorzien van vlinders. Dit was mogelijk door de grote inzet van de vele vrijwilligers die tijdens de zomerstop vele uren hiervoor vrij wisten te maken. In de loop van 2014 bleek tijdens het opknappen van de trap naar de rookruimte dat de onderliggende vloerbalken toe waren aan een grondige renovatie. De steunbalken waren op sommige plaatsen tot de helft vermolmd. Na overleg met ambtenaar T. Vleugel hebben twee vrijwilligers en één van de jongerenwerkers de gehele onderkant opgeknapt. De steunbalken aan beide zijden zijn voorzien van dwarsbakken en de ondervloer is vervangen. Het is wel verstandig als er onderzocht gaat worden of de ondervloer van de rookruimte vervangen kan worden door een betonnen vloer zoals in de bar en concertzaal.
De * gemarkeerde zaken staan nog in de planning en worden in alle waarschijnlijkheid in de loop van 2015 uitgevoerd. Wij waren zeer tevreden over de samenwerking met de gemeente ambtenaren.
27
5.1.2 GEBRUIK VAN RUIMTE Jongerencentrum Elektra is gesitueerd in een prachtig pand met voldoende ruimten binnen de eigen muren die een veelzijdigheid aan gebruik bieden aan de jongeren in Sliedrecht. Door deze ruimte kunnen de jongeren zich op diverse manieren ontplooien. Het pand vangt diverse hanggroepen in Sliedrecht op. Door de centrale ligging is het jongerencentrum goed te bereiken voor groepen uit diverse wijken. De jongeren kunnen bijna de gehele week gebruik maken van diverse ruimtes om te “hangen” en activiteiten te ondernemen. Dit geeft de jongerenwerkers ook de kans om de jongeren te monitoren en eventueel in te spelen op veranderingen in het leven van bepaalde jongeren. In bijlage 2 is weergegeven welke ruimtes in gebruik waren en wanneer. In 2014 hebben Els en Rowan van Houwelingen op de woensdag gebruik gemaakt van de eetcaféruimte voor hun project ‘Jong ontmoet Jong’ waar een zestal jongeren bijeenkomen die moeite hebben om contacten te leggen. Ook dit jaar heeft Obs de Wilgen weer gebruik gemaakt van ons poppodium voor een spetterend eindfeest voor groep 8.
5.2 VEILIGHEID S.O.J.S. vindt het zeer belangrijk dat jongeren zich gerespecteerd en veilig voelen in jongerencentrum Elektra. Bij overtreding van de huisregels, zal S.O.J.S. krachtig, eensgezind en normgevend optreden. Alhoewel 2014 een rustig jaar was, hebben we toch een aantal jongeren een ontzegging moeten geven wegens diefstal, agressief gedrag of het gebruik van harddrugs. In 2014 hebben de jongerenwerkers meerdere malen ponypacks rondom het gebouw gevonden en elders in Sliedrecht. De jongerenwerkers vonden dit verontrustend en hebben hierover contact opgenomen met de politie en de gemeente. S.O.J.S. maakt ook deel uit van het horecaoverleg. In dit onderlinge overleg tussen burgemeester en horecaondernemers worden actuele punten besproken in het kader van plezierig uitgaan in Sliedrecht.
5.3 DRANK-, DRUGS- EN ROOKBELEID Per 1 januari 2014 heeft de Rijksoverheid de leeftijdsgrens voor zwak alcoholhoudende drank verhoogd van 16 naar 18 jaar. Op entreeavonden werken we met een tweetal bandjes die duidelijkheid geven over de leeftijdsgroep waar de betreffende bezoeker onder valt. Bij het bestellen van drank, moet het bandje getoond worden. Op entreevrije avonden, moeten onbekende jongeren zich legitimeren bij het barpersoneel. Verder houdt de dienstdoende stafmedewerker ook nog eens extra oogje in het zeil of er geen alcohol wordt
28
doorgegeven. S.O.J.S. ziet er op toe dat alle barmedewerkers de cursus Instructie Verantwoord Alcoholschenken (IVA) hebben gevolgd. In april 2014 heeft een van onze jongerenwerkers de training Wietcheck van het Trimbos Instituut gevolgd. Dit is een cursus gericht op het opzetten van kortstondige interventies om het stoppen van softdrugs gebruik te bevorderen onder jongeren. In 2014 is er ook een seminar georganiseerd voor de leden van de Stedenband Sliedrecht – Orăștie en andere geïnteresseerden waarin is gesproken over de gevolgen van middelengebruik.
29
6. PUBLICITEIT
EN
PR
Ook in 2014 heeft S.O.J.S. de nodige aandacht besteed aan publiciteit. De websites en social media proberen we zo goed als mogelijk up-to-date te houden (tabel 5). Ook blijven we ons profileren via kranten, posters en flyers. Begin 2015 zal een enquête onder de Sliedrechtse jongeren worden verspreid. Binnen deze enquête zal onderzocht worden of jongeren bekend zijn met S.O.J.S. en haar activiteiten. Tevens zal hierin worden onderzocht of jongeren bekend zijn met de website en Facebook pagina van S.O.J.S. Tabel 5. Website, Facebook en Twitter gegevens Website S.O.J.S.
http://www.sojs.nl/
Website Poppodium Elektra
http://www.elektra-sliedrecht.nl/
Facebook S.O.J.S.
https://www.facebook.com/SOJS.Sliedrecht
Facebook Poppodium Elektra
https://www.facebook.com/elektra.poppodium
Twitter S.O.J.S.
SOJS_Sliedrecht
Twitter Poppodium Elektra
PodiumElektra
30
7. SAMENWERKINGSVERBANDEN Naast de structurele overleggen waarbij de jongerenwerkers en de combinatiefunctionaris betrokken zijn, is S.O.J.S. betrokken bij een aantal samenwerkingsverbanden. Zo is S.O.J.S. al enige tijd aangesloten bij Stichting Jeugd Actief en werken we samen met Stichting Welzijn Sliedrecht aan het project “Jong ontmoet Oud”. De combinatiefunctionaris werkt nauw samen met sportverenigingen, onderwijs en andere organisaties (tabel 1). In 2014 is er een nauwe samenwerking ontstaan met de Stedenband Sliedrecht - Orăștie. Zo is in juni 2014 het KNOTS team samen met een delegatie vanuit de Stedenband afgereisd naar Orăștie. Zij hebben daar een presentatie gegeven over KNOTS en hebben bekeken of zo’n dergelijk evenement mogelijk zou zijn in Orăștie. In Augustus 2014 heeft de Roemeense delegatie KNOTS bezocht. Tijdens dit bezoek, heeft S.O.J.S. ook een seminar gehouden over de gevolgen van middelengebruik. Aansluitend op de seminar, hebben de delegatie en andere belangstellenden gedineerd in het Eetcafé. De avond werd afgesloten met een rondleiding in het jongerencentrum. In 2014 heeft S.O.J.S. veertien kerkelijke gemeenschappen aangeschreven voor een kennismakingsgesprek. Vijf kerkelijke gemeenschappen reageerden positief en één kerkelijke gemeenschap liet weten niet direct interesse te hebben, omdat ze al voldoende eigen jeugdwerk binnen hun kerkelijke gemeente hebben. S.O.J.S. heeft met de vijf kerkelijke gemeenschappen gesprek(ken) gevoerd, welke we als zeer informatief ervoeren. Op dit moment is er nog geen directe samenwerking, maar wellicht dat dat in de toekomst zal komen. Een jongerenwerker heeft afgelopen jaar ook de moskee bezocht. Poppodium Elektra heeft ook diverse samenwerkingsverbanden. Zo is er in 2014 in samenwerking met CSG De Lage Waard weer een succesvolle School of Rock georganiseerd. Ook is er een nauwe samenwerking met het radioprogramma The Are van Merweradio. De bands die bij The Are optreden, treden later op de avond in Elektra op. Jongerencentrum Elektra heeft afgelopen jaar ook haar deuren geopend voor een geheel ander muziekgenre, het Korenfestival aan de Merwede. Dit hebben we als zeer positief ervaren.
31
8. FINANCIEEL
JAARVERSLAG
S.O.J.S. heeft het jaar 2014 met een tekort van bijna € 7.000,-- afgesloten, omdat een reserve van € 21.700,-- nodig zal zijn om toekomstige tekorten 2016 tot en met 2019 op de combifunctionaris te kunnen dekken. Het tekort van de combinatiefunctionaris is ontstaan door verschillende cao’s. De toegekende subsidie is afgestemd op de cao van rijksambtenaren, terwijl de combinatiefunctionaris wordt betaald volgens de cao Welzijn. Aangezien wij nog steeds geen toezegging hebben gekregen van de gemeente Sliedrecht dat de gemeente dit tekort na 2015 volledig zal gaan dekken, zijn wij genoodzaakt om dit bedrag te reserveren zodat de combinatiefunctionaris in dienst kan blijven tot en met 2019.
Dat het tekort niet hoger is, komt omdat het overschot op de niet gesubsidieerde weekendactiviteiten ook voor de tekorten op wel gesubsidieerde activiteiten wordt ingezet. Verdere inzichten in de financiële zaken kunt u terug vinden in de jaarrekening die in hoofdstuk 9 is opgenomen.
32
BIJLAGE 1: JAARVERSLAGEN WERKGROEPEN Barwerkgroep De werkgroep bestond uit de volgende vrijwilligers: Nathalie Klomp (voorzitter), Roland Verhoef (vice-voorzitter), Sander Redelijkheid, Peter Penning, Joost Penning, Sebastian Stuij, Edwin Kool, Davey Fok, Anne Faro, Jeroen Siebeling, Kogul Kathiravelu, Dave Kooijman, Roxanne de Jager, Charlotte Klip, Kicky Heuseveldt, Peter Hinke, David Kimpel, Ayla Kimpel, Maarten van Genderen, Gijs van Tent, Marina Konijnenburg, Mike van Leeuwen, Julian Boelen, Rowan van Houwelingen, Michael Nestorowich, Martin Klomp en Jennifer de Breij Inleiding Op vrijdagavond, zaterdagmiddag en zaterdagavond staan leden van de barwerkgroep achter de benedenbar in Elektra. Zij voorzien de klanten van iets te drinken en muziek. De muziek die zij draaien is op concertavonden gelijk aan de bands die er spelen. Buiten de bandavonden om wordt dit aangepast op het publiek dat binnen is. De barwerkgroep verzorgt ook een aantal thema avonden in het jaar. Doelen Het afgelopen jaar hebben we binnen de barwerkgroep gewerkt aan een aantal doelen. Een van de doelen voor het afgelopen jaar was om tijdens de concertvrije avonden toch genoeg publiek binnen te halen. Daarnaast wilden we ons vrijwilligers bestand uitbreiden met meer enthousiaste vrijwilligers voor achter de bar. Nog een doel was om meer leuke thema avonden te organiseren op de concertvrije avonden. Als laatste wilden we in de zomerstop zorgen dat de barruimte en de concertzaal een fris nieuw uiterlijk zouden krijgen. Evaluatie Onze doelen zijn bereikt. De meeste concertvrije avonden zijn goed bezocht. Er zijn het afgelopen jaar ook veel nieuwe enthousiaste vrijwilligers bij gekomen in de barwerkgroep, waar we erg blij mee zijn. Het organiseren van meer thema avonden is ook gelukt, onder andere de Halloween avond, het fout feest en de Sinterklaas bingo werden goed bezocht. Aankomend jaar zal het organiseren van meer thema avonden nog steeds een doel van de barwerkgroep blijven. Het opfrissen van de barruimte en de concertzaal in de zomerstop is ook goed gelukt. Er is hard geschuurd, geverfd en geklust. We zijn erg trots op het resultaat! Activiteiten De door ons georganiseerde thema-avonden zijn goed bezocht. Afsluiting De leden van de barwerkgroep kijken met een tevreden gevoel terug op het afgelopen jaar en willen de getrokken lijn verder voortzetten.
47
Entree werkgroep De werkgroep bestond uit de volgende vrijwilligers: Kogul Kathiravelu (voorzitter), Davey Fok, Eline Prins, Jeroen Siebeling, Jeyantha Kathiravelu, Kelly Lomwel, Mesut Minke, Roxanne de Jager, Michel Romijn en Susanne Loeve Inleiding Het Poppodium Elektra organiseert elke twee weken een concertavond op zaterdag. Op deze avonden wordt je aan de deur begroet door een koppel van de Entreewerkgroep. Zij kunnen je informeren over het programma van de avond en ook het toegangsprijs kan je bij ze afrekenen. In geval van twijfel zal ook gecontroleerd worden op leeftijd, omdat er onder de 18 jaar geen alcohol geschonken wordt. Om het onderscheid tussen de minderjarige en volwassen bezoeker te benadrukken werken we sinds dit jaar met een tweekleurig bandjes systeem, dit ontlast de vrijwilligers op de concertavonden van de leeftijdscontrole. Doelen Voor 2015 is het doel van de Entreewerkgroep om het proactief mee te denken met het bestuur om onze bezoekers en vrijwilligers een leuke avond te bezorgen. Dit is te bereiken door beter samen te werken met de stafkrachten om personen met ontzeggingen of zeer beschonken zijn te weigeren aan de deur. De middelen die hiervoor ingezet kunnen worden zijn documentatie met inzicht van de ontzeggingen en het behalen van IVA certificeringen door de vrijwilligers binnen de Entree werkgroep. Evaluatie Terug kijkend op de avonden van 2014 mag gezegd worden dat de vrijwilligers heel goed bezig zijn geweest! Zelfs avonden waarop collega vrijwilligers plotseling weg vielen werden goed opgepakt door de groep. Een compliment is dan ook op zijn plaats voor de nieuwe vrijwilligers die meteen met 110% meedraaiden met de veteranen. Naast de reguliere werkzaamheden zijn de nieuwste lichting vrijwilligers ook hard in de weer geweest om de entree van een nieuwe look te voorzien. Afsluiting 2014 was een topjaar voor de Entreewerkgroep op gebied van inzet vanuit de vrijwilligers. En ook in 2015 zullen de vrijwilligers dit blijven doen! Desalniettemin zullen we nieuwe leden blijven werven.
Eetcafé werkgroep De werkgroep bestond uit de volgende vrijwilligers: Nathalie Verhoef (voorzitster), Amy van den Berg, Davy Boogaart, Jeroen Siebeling, Moussa el Ouarraki, Mark Kwakernaak, Milou Visscher en Nick Oortwijk Het eetcaféteam kookt op de zaterdagen dat er ook bands spelen. Ons eetcafé was ook dit jaar weer een succes; op een gemiddelde avond serveerden wij aan zo’n 28 mensen (bezoekers, artiesten en P.A medewerkers) een gevarieerd driegangen menu met verse producten. In het kader van de stedenband Sliedrecht – Orăștie heeft het eetcaféteam in
48
augustus ook een diner bereid voor de delegatie en andere genodigden. Dit was een succes. Dit jaar hebben we een deel van onze reserve geïnvesteerd in de aanschaf van een professionele vaatwasser en een nieuwe koelkast.
Sportcafé werkgroep De werkgroep bestond uit de volgende vrijwilligers: Jeroen Siebeling (voorzitter), Jeroen Loeve, Davy Boogaard, Peter Hinke en Davey Fok Terugkijkend over het jaar 2014 heeft het Sportcafé een succesvol jaar gehad. Dit komt onder meer door het WK voetbal in Brazilië en de knappe prestatie van het Nederlands elftal. Doordat het Nederlands elftal, tegen ieders verwachting in, op de derde plaats is geëindigd in dit toernooi hebben wij in het Sportcafé iedere wedstrijd van Oranje gevolgd met ons eigen Oranjelegioen. Het Sportcafé is in het gehele jaar geopend geweest op de vrijdagmiddag van 17:00 tot 20:00. Op de vrijdagmiddag is er een traditionele VrijMiBo waar iedereen welkom is en steevast het weekend wordt ingeluid. Omdat het Sportcafé aan het begin van het jaar maar uit een kleine groep bestond zijn wij op zoek gegaan naar geschikte kandidaten. Al snel konden wij Davey Fok als nieuwe vrijwilliger verwelkomen. Tijdens de zomermaanden sluit de benedenruimte 6 weken voor onderhoud. Als alternatief voor de weekenden en inloop open te houden voor de jongeren is in het weekend het Sportcafé geopend. De openingstijden zijn op vrijdag van 17:00 tot 02:00 en op zaterdag van 20:00 tot 02:00. Het geringe aantal vrijwilligers van het Sportcafé is gelukkig dit jaar wederom aangevuld door enthousiaste barmedewerkers vanuit de barwerkgroep van de benedenruimte. Samen met deze vrijwilligers hebben wij een gezellige, drukke en succesvolle zomer achter de rug. Na deze drukke zomer is één van de barvrijwilligers van enthousiast geworden voor de werkgroep die bij zijn interesse voor sport aansluit. Wij hebben na de zomerstop Peter Hinke kunnen verwelkomen als nieuwe vrijwilliger van het Sportcafé. Eind 2013 zijn er plannen gemaakt om het hoekje te verbouwen en de speakers te vervangen. De speakers zijn begin 2014 vervangen. Echter door tijdgebrek is de verdere verbouwing in het eerste half jaar niet van de grond gekomen. Na de zomerstop en de grote verbouwing in de benedenruimte waren de vrijwilligers weer even uitgeklust. Hierdoor is er een nieuw plan ontstaan. Het Sportcafé krijgt een eigen beamer en groot scherm. Hierdoor kunnen wij sportevenementen uit gaan zenden op groot scherm. Denk hierbij aan grote toernooien zoals EK’s en WK’s, Champions League wedstrijden en klassieke wielerrondes. Voor 2015 gaat het Sportcafé aan de slag met de aankleding van de ruimte, het werven van nog een paar extra geschikte kandidaten als vrijwilligers en bereiden wij nieuwe ideeën voor met het oog op activiteiten in verband met de aankomend sportseizoen. De vrijwilligers van het Sportcafé kijken met veel plezier uit naar het jaar 2015!
49
Snackteam werkgroep De werkgroep bestond uit de volgende vrijwilligers: David Kimpel (voorzitter), Werner van der Plas, Antal van Bennekum, Peter Hinke, Lois van Middelkoop, Mike Leeuwen, Bryan Leeuwen en Noah van Houwelingen Begeleidend jongerenwerker: Henk van Griensven Niet veel gebeurd in het snackteam, zoals elk jaar enige vertrekkers en binnenkomers. We hebben wel meer avonden kunnen opvullen doordat we nu (net) genoeg leden hebben. Wat een beetje tegenwerkt is dat veel vrijwilligers ook in andere werkgroepen lid zijn – al is dat voor het algemeen goed natuurlijk weer positief.
Publiciteitswerkgroep De werkgroep bestond uit de volgende vrijwilligers: David Kimpel (voorzitter), Nathalie Verhoef, Chris Both en Jeroen Siebeling. Na het oprichten van de werkgroep en het aanmaken / vernieuwen van de social media pagina’s vorig jaar was het dit jaar wat rustiger voor de publiciteitsgroep. De doelen van dit jaar waren het onderhouden van de bestaande pagina’s en proberen meer publiek te creëren. Dit hebben we geprobeerd door met betaalde advertenties. Ook hebben we de stafkrachten zelf berichten op onze kanalen laten plaatsen zodat ook resultaten (bijvoorbeeld foto’s) van evenementen snel werden gedeeld. Ook is de werkgroep begonnen aan een plan om de barruimte wat moderner te maken door middel van tv-schermen met informatie over aankomende concerten en andere bezigheden in het pand. Dit zal in 2015 gerealiseerd worden We hebben dit jaar een toename in het aantal views/likes op de websites en social media gezien wat toch weer laat zien dat het goed is dat we hier aandacht aan besteden.
Programmaraad werkgroep De werkgroep bestond uit de volgende vrijwilligers: Roland Verhoef (voorzitter), Chris Both, Arie van Willigen, Antal van Bennekum, Bart Kuntz en Johan Bruder De programmaraad heeft in 2014 een seizoen gedraaid waarin weinig veranderingen waren ten opzichte van het voorgaande jaar. De bezetting van vrijwilligers is vrijwel hetzelfde gebleven. Ondanks dat we een lichte terugloop in de bezoekersaantallen hebben gezien kunnen we spreken van een geslaagd jaar. Het Tuinfeest van 2014 was ook jaar weer zeer succesvol. Het basisteam voor de programmering was in het jaar 2014 hetzelfde als in het voorgaande jaar. Geen van de vrijwilligers is gestopt en Roland Verhoef is nog steeds de voorzitter van de werkgroep. Johan Bruder draait op de achtergrond mee binnen de werkgroep. Hij richt zich voornamelijk op het Tuinfeest.
50
Waar in 2013 een stijging in de bezoekers werd gezien waren er dit jaar minder bezoekers. Met een opkomst van 2128 bezoekers tijdens de concertavonden zijn wij echter niet ontevreden. De Bluesnacht was ook dit jaar weer een succesvolle avond. Tuinfeest 2014 Het Tuinfeest van 2014 was een groot succes, maar zo’n groot succes als het voorgaande jaar was het niet. Dit is iets wat we vooraf allemaal al wisten Waar we het voorgaande jaar een geweldige naam als Red Fang als headliner hadden, lag daar dit jaar ons struikelblok. Een goede headliner was moeilijk te vinden. Gelukkig is die uiteindelijk wel gevonden in Vanderbuyst. De volledige line-up zag er als volgt uit; Vanderbuyst , Diablo BLVD (BE), The Machine, The Astro Zombies (FR), Psycho 44 (BE) , Exit Calm (UK), Komatsu, Kid Harlequin. Een programmering met een flinke dosis rock’n roll. Een editie met veel internationale namen. Het bezoekershoogtepunt lag op ongeveer 2.000 met een gemiddelde constante waarde van 1.000 bezoekers.
P.A. werkgroep De werkgroep bestond uit de volgende vrijwilligers: Marijn van Engelen, Michael Kraaijeveld, Robin de Bruijn, David Kimpel, Werner van der Plas, Peter Hinke, Noah van Houwelingen, Wouter Sterrenburg en Marco Weggers. Dit jaar was een rustig jaar voor de P.A. werkgroep. Er zijn een aantal nieuwe vrijwilligers bijgekomen wat erg fijn was om de roosters wat gemakkelijker te kunnen indelen. Verder is er een cursus georganiseerd om de nieuwelingen bij te spijkeren. De oudere leden hebben wat meer ervaring kunnen opdoen en een groot deel kan inmiddels bijna alleen de apparatuur beheren. Onze geluidstafel is nog steeds in een goede staat en de planning om deze nog minimaal 4 jaar aan te houden gaat naar alle waarschijnlijkheid slagen.
Werkgroep repeterende bands De repeterende bands hebben in het jaar 2014 een goed jaar gedraaid. De bezetting was zo goed als volledig en de werkgroep heeft zich ingezet om als een zelfstandige groep te kunnen blijven functioneren. Er waren verschillende momenten waarop de leden elkaar corrigeerden op het onjuist gebruik van apparatuur en het niet netjes achter laten van de ruimten. Het rookverbod was voor sommige bands nog een lastigheid. Die Mannschaft heeft mede hierom de sleutels moeten inleveren, omdat zij na enkele waarschuwingen en een officiële waarschuwing niet in staat bleken te zijn om gebruik te maken van de rookruimte of om hun sigaretje buiten te roken. Een uiterst teleurstellende houding die door zowel de werkgroep als bestuur niet getolereerd werd.
51
Verdere veranderingen waren het stoppen van de band van Jelle Vogel en het nieuwe lidmaatschap van Artificial en de band NES. Artificial is een jonge band die zich richt op het maken van catchy popsongs en NES is de muzikale herintrede van Stan Kieboom. De drumstellen van zowel boven als beneden zijn vervangen door nieuwe drumstellen. De vorige sets hadden na bijna 10 jaar trouwe dienst de geest gegeven.
Fitnessruimte ´Anabool´ De werkgroep bestond uit de volgende kerngroepleden: John Hansum, Ramon Danel, Wim Noldus, Lennart Hartog, Peter Penning, Faruck Semerci en Marc van der linden. Begeleidend jongerenwerker: Henk van Griensven. Inleiding In 2014 is er dagelijks getraind in onze fitnessruimte op de 2 de etage van ons jongerencentrum Elektra. Dit jaar was er een vaste kern fanatiekelingen die bijna dagelijks trainde, een groep die één à tweemaal per week trainde en een kleine groep sponsoren die net voor de zomervakantie of net na oud en nieuw de moeite oppakte om wat aan hun buikje te gaan doen. Overigens is de groep vaste trainers gegroeid tot een kern van wel 25 sporters wat bijna meer dan de helft van het aantal leden is. De hangjeugd In de loop van 2014 is de groep trainende hangjongeren terug gelopen tot slechts 1 enkel lid. De oorzaak het te maken met school buiten Sliedrecht, werk na schooltijd en de 4 fanatiekste van de ploeg zijn overgestapt naar een professionele sportschool in Papendrecht. Eind 2014 zijn we gestart met een wervingscampagne en in de loop van 2015 denken we weer met een nieuwe groep hangjeugd van start te gaan. Overigens is de fitnessruimte toegankelijk voor alle jeugd van 14 t/m 18 jaar. Apparatuur In 2014 heeft er het nodige onderhoud, in eigen beheer, plaats gevonden aan de fitness toestellen met daarnaast een regelmatige schoonmaak van de finesse ruimten. In de loop van 2014 ontstond het besef dat het al 25 jaar oude multistation aan vervanging toe was. Na goed beraad en onderzoek is er besloten in zee te gaan met Techno Gym. Deze zeer gerenommeerde fitness bouwer levert apparatuur over gehele wereld. In week 10 in 2015 worden de nieuwe apparaten te waarde van meer dan € 10.000,-- geleverd. En dan blijkt maar weer hoe fijn het is dat ook deze werkgroep een bestemmingsreserve heeft aangelegd. Leden opbouw Eind 2014 waren er geen leden met een noemenswaardige achterstand in betaling. Momenteel zijn er 37 leden van 18 jaar en ouder en 1 lid van 14 tot 17 jaar. De inkomsten zijn op peil en daardoor kon de bijdrage aan de algemene activiteiten weer worden voldaan.
52
Nieuwe kerngroepleden De kerngroep is meerdere keren in vergadering bijeengeweest vanwege de voortgang t.a.v. het nieuw te voeren beleid, de nieuwe aanschaffingen, onderhoud, beheerbaarheid, continuïteit van het sleuteldragerschap en de toetreding van nieuwe kerngroepleden. In 2014 is alleen Yorick Rozendaal gestopt. Daarentegen is oud kernlid Faruk Semerci weer toegetreden tot de groep verantwoordelijke sleuteldragers. Officiële openingstijden in 2014 Zijn gelijk gebleven.
53
BIJLAGE 2: GEBRUIK VAN DE RUIMTE 2014 Kelder ochtend middag avond Begane grond zaal/barruimte ochtend middag avond Begane grond eetcafé ochtend middag avond 1e etage ochtend middag
avond
2e etage ochtend middag avond 3e etage ochtend middag avond * Niet het gehele jaar door
Maandag
Oefenruimte Schoonmaak
Dinsdag
Oefenruimte
Dansworkshop Oefenruimte
Woensdag
Oefenruimte
Dansworkshop
Donderdag
Oefenruimte
Oefenruimte
Inloop hanghokken Playstationruimte
Workshop muziek
Inloop hanghokken Playstationruimte
Inloop hanghokken Playstationruimte
Workshop* Koken met jongeren
Inloop hanghokken Playstationruimte
Inloop hanghokken Playstationruimte
Fitnessruimte Fitnessruimte
Workshop*
Inloop hanghokken Playstationruimte
Fitnessruimte Fitnessruimte
Project 'jongeren ontmoeten jongeren'
Fitnessruimte Fitnessruimte
Workshop*
Inloop hanghokken Playstationruimte
Fitnessruimte Fitnessruimte
Vrijdag
Oefenruimte Oefenruimte
Inloop café
Inloop hanghokken Playstationruimte Sportcafé
Sportcafé
Fitnessruimte Fitnessruimte
Zaterdag
Oefenruimte Oefenruimte
Zondag
Fitnessruimte Fitnessruimte
Oefenruimte Oefenruimte Filmavond
Oefenruimte Oefenruimte
Inloop café Poppodiumavond
Eetcafé Eetcafé/Snackteam
Fitnessruimte Fitnessruimte
54
2 jaarrekening 2014.pdf
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
9. Jaarrekening 2014
33
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
Inhoudsopgave
Blz. 9.
Jaarrekening 9.1 Balans per 31 december 9.2 Staat van baten en lasten over het boekjaar 9.3 Toelichting algemeen 9.4 Toelichting op de balans per 31 december 9.5 Toelichting op de staat van baten en lasten over het boekjaar 9.6 Kasstromenoverzicht 9.7 Specificatie van de overige reserves
10. Overige gegevens 10.1 Verwerking van het resultaat 10.2 Gebeurtenissen na balansdatum
35 36 37-38 39-40 41-42 43 44
46 46
34
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
9.1 BALANS PER (x € 1) (na verwerking van het resultaat) ACTIVA
Vlottende activa Voorraad
Gemeente Sliedrecht Overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten Totaal kortlopende vorderingen Liquide middelen
31-12-2014
31-12-2013
3.464
3.434
33.661 27.066 60.727
0 22.132 22.132
200.325
231.627
264.516
257.193
PASSIVA 31-12-2014 Eigen vermogen Startkapitaal Risicoreserve Bestemmingsreserves
Schulden op korte termijn Gemeente Sliedrecht Overige schulden
31-12-2013
45 61.053 163.105 224.203
45 68.007 138.995 207.047
0 40.313 40.313
15.620 34.526 50.146
264.516
257.193
35
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
9.2 STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER HET BOEKJAAR (x € 1) Aangepaste Realisatie Realisatie Begroting 2013 2014 2014 t/m periode t/m periode BATEN 12 12 Gemeente subsidie
254.995 120%
304.977 102%
298.905
Diverse baten
144.850 100% 399.845 113%
145.289 98% 450.266 101%
148.570 447.475
136.894 101%
138.670 102%
136.190
LASTEN Personeelslasten Huisvestingslasten
59.352 101%
60.147
95%
63.400
Organisatielasten
26.646
86%
22.830
80%
28.570
161.706 131%
211.463
87%
243.985
384.598 113%
433.110
92%
472.145
Resultaat (excl. dotaties en onttrekkingen) Nadelig (-) c.q. voordelig 15.247 113%
17.156
-70%
-24.670
Bestemming resultaat Toevoeging aan reserves Onttrekkingen aan reserves
31.990 312% 7.883 43%
10.240 18.500
Activiteitenlasten
Resultaat
22.460 142% 6.675 118% -538
-6.951
42%
-16.410
Voor een specificatie van onttrekkingen en dotaties per reserve zie specificatie reserves.
36
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
9.3 TOELICHTING ALGEMEEN Boekjaar 2014 Het boekjaar 2014 is afgesloten met een tekort op de begroting van ca. € 7.000. Om de toekomstige tekorten op de combifunctionaris te dekken, is een reservering gemaakt ten laste van de exploitatie 2014 van € 21.700. Maar op de activiteiten is een overschot waaruit deze reservering mogelijk is. De activiteitenkosten zijn ca.€ 32.000 lager, en de activiteitenbaten zijn slechts ca. € 3.000 lager. De lagere activiteitenkosten worden veroorzaakt door minder investeringen ca. € 12.500 dan begroot en doordat de kosten van nieuwe activiteiten gedekt werden door die activiteiten, wat een besparing oplevert van ca.€ 11.500. Verder hebben de werkgroepen ca. € 5.000 minder uitgegeven dan begroot in het kader van bezuiniging. Het overschot van de weekend activiteiten, zoals hier onder vermeld, die niet worden gesubsidieerd, wordt gebruikt om tekorten in wel gesubsidieerde activiteiten op te vangen. € 122.879 € 1.000 -€ 108.552 -€ 10.290 € 6.088 € 11.125
Opbrengsten activiteiten: Bijdrage gemeente oud en nieuw Kosten activiteiten Dotatie reserves Onttrekking reserves Overschot op activiteiten
Subsidiëring van de activiteiten De stichting wordt gesubsidieerd door de gemeente Sliedrecht. Op de subsidiëring is de Algemene Subsidieverordening Sliedrecht van toepassing. Subsidietoekenning lopend jaar In onderhavig boekjaar zijn de volgende subsidiebedragen toegekend en betaald: Soort Voorstel subsidieverlening Subsidie KNOTS winter Budgetsubsidievaststelling Subsidie Combifunctie
Datum 1-10-2013 4-12-2014 24-9-2014 15-1-2015
Kenmerk
Jaar
984515 2014 1310980 2014 1240734 2013 1444205 2014/2015
Bedrag € 246.497 500 240.425 58.480
De subsidie over het jaar 2013 is in 2014 definitief vastgesteld conform de jaarrekening 2013. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Algemeen Bedragen luiden in euro’s. Bedragen met een – teken in dit verslag zijn negatief. De waarderingen en grondslagen van resultaatbepaling hebben plaatsgevonden op basis van continuering van de activiteiten. Voorraden Dit betreft de barvoorraad. De voorraad is gewaardeerd tegen inkoopprijs. Per 31 december is de voorraad geïnventariseerd.
37
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
VERVOLG 9.3 TOELICHTING ALGEMEEN
Bestemmingsreserves Dit zijn de reserveringen voor grote aanschaffingen/vervanging van apparatuur. Jaarlijks wordt hiervoor gedoteerd op basis van economische levensduur van de apparatuur. Deze bedragen komen ten gunste van de overeenkomstige bestemmingsreserves. Voorzieningen De voorziening ambulant is in 2014 ingezet om extra activiteiten te kunnen doen. Algemene reserve De activiteitenreserve zal in de toekomst gebruikt worden om tekorten op de activiteiten te dekken. Risicoreserve Deze wordt opgebouwd uit de overschotten en gebruikt om tekorten op te vangen. Overige activa en passiva Voor zover niet nader toegelicht, zijn de overige activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Vorderingen zijn, waar nodig, onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid opgenomen. De voorziening wordt bepaald aan de hand van een individuele beoordeling van de vorderingen positie. Verzekerde waarden De navolgende verzekeringen zijn afgesloten: Verzekerd bedrag € Inventaris/Goederen polis Aansprakelijkheidsverzekering bedrijven - per aanspraak - per verzekeringsjaar Ongevallenverzekering (vrijwilligers, bestuursleden en ondergeschikten) - per verzekerde bij overlijden - algehele blijvende invaliditeit Motorrijtuigenongevalverzekering (vrijwilligers, bestuursleden en ondergeschikten) - per aanspraak Rechtsbijstandverzekering Fiscale positie De Stichting is belastingplichtig voor de omzetbelasting (BTW) Per balansdatum is er een vordering van € 11.884 uit 2014. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Afdracht laag 6% van € 12.138 Afdracht forfait 11% van € 102.668 Totaal afdracht Voorheffing Te corrigeren in aangifte 2015 Per saldo te vorderen
117.241 2.500.000 5.000.000 25.000 50.000 2.500.000
€ 728 11.293 12.021 22.997 -908 11.884
38
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
9.4 TOELICHTING OP DE BALANS PER (x € 1)
VLOTTENDE ACTIVA Voorraad
31-12-2014
31-12-2013
3.464
3.434
304.977 271.316 33.661
0 0 0
0 0 0 11.884 3.000 1.670 1.289 5.313 759 3.151 27.066
2.546 106 106 9.525 3.000 1.858 1.519 1.632 0 1.840 22.132
14.919 181.652 0 3.754 200.325
33.716 145.133 48.869 3.909 231.627
De voorraad is geïnventariseerd. Gemeente Sliedrecht Algemene subsidie: Berekende subsidie Ontvangen voorschotten Totaal gemeente Sliedrecht Overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten Vooruitbetaalde verzekering en abonnementen Te ontvangen rep bands/anabool Fondsen Omzetbelasting BTW Te vorderen bonus bar Retour te ontvangen 50% energiebelasting Rente spaarrekening Vooruitbetalingen Administratiekosten Overige Totaal vorderingen en vooruitbetaalde kosten Liquide middelen Rabobank 35.93.02.017 Spaarrekening Rabobank Postbank girorekening 1608709 Kas Totaal liquide middelen
2014
2013
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Startkapitaal Saldo per 1 januari Mutatie Saldo per 31 december
45 0 45
45 0 45
39
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
VERVOLG 9.4 TOELICHTING OP DE BALANS PER (x € 1) 2014 Risicoreserve Saldo per 1 januari Interne mutaties Saldo staat van baten en lasten Saldo per 31 december
Bestemmingsreserves Saldo per 1 januari Dotatie t.l.v. staat van baten en lasten Interne mutaties Bestedingen Saldo per 31 december
2013
68.007 -3 -6.951 61.053
68.545
138.995 31.990 3 -7.883 163.105
123.209 22.460 0 -6.675 138.995
31-12-2014
31-12-2013
0 0 0
-270.615 254.995 15.620
6.254 137 15.311 69 489 9.595 0 3.400 5.058 40.313
5.150 209 8.051 104 2.733 7.993 5.080 3.500 1.706 34.526
-538 68.007
Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar 9.7. SCHULDEN OP KORTE TERMIJN
Gemeente Sliedrecht Algemene subsidie: Ontvangen voorschotten Berekende subsidie Totaal gemeente Sliedrecht
Overige schulden Opbouw vakantiegeldverplichting en overuren Fooiengeld Crediteuren Borg sleutels Te betalen PGGM Loonbelasting Administratiekosten Accountantskosten (raming) Overige Totaal schulden op korte termijn
Niet uit de balans blijkende verplichtingen en rechten Door de stichting zijn verplichtingen aangegaan welke niet uit de balans blijken. Deze verplichting is: Huurovereenkomst voor de multifunctionele jongeren accommodatie Elektra afgesloten met de Gemeente Sliedrecht met ingang van 1 juni 1970 voor onbepaalde tijd. De overeenkomst kan beëindigd worden rekening houdend met een opzegtermijn van 1 jaar. De huurverplichting bedraagt ca. € 36.000 per jaar.
40
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
9.5 TOELICHTNG OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER HET BOEKJAAR (x € 1) Realisatie Realisatie 2013 2014 t/m periode t/m periode BATEN 12 12 Gemeente subsidie Sliedrecht: Algemeen subsidie Subsidie KNOTS Subsidie Combifunctie Extra subsidietoekenning
Diverse baten Rente Activiteiten fondsen Opbrengsten baractiviteiten Opbrengsten entree Activiteiten avond speciaal Opbrengsten overige activiteiten Fondsen KNOTS Entreegelden KNOTS Combifunctie fonds Bijdragen combifunctie Fondsen Ambulant Deelnemersbijdrage Ambulant
Totaal baten LASTEN Personeelslasten Salarissen Eenmalige uitkering Sociale lasten Pensioenpremies Mutatie-opbouw recht V.T. en E.J.U. Reis en verblijfkosten personeel Wervingskosten personeel Deskundigheidsbevordering Inleenpersoneel Interne doorberekening KNOTS Interne doorberekening Combifunctie Overige personeelskosten fte Huisvestingslasten Huur Elektra Onderhouds- en schoonmaakkosten Verzekeringen/belastingen Kleine inventarisaanschaffingen Energiekosten Kosten alarmering Overige huisvestingskosten
217.925 21.500 14.620 950 254.995
103% 102% 400% 105%
1.541 6.395 104.036 9.344 0 11.481 3.750 5.937 0 0 862 1.504 144.850
84%
Begroting 2014
223.497 22.000 58.480 1.000 304.977
103% 102% 100% 100%
129%
100%
1.295 3.030 95.361 12.138 400 11.950 6.500 6.298 5.787 80 1.028 1.423 145.289
399.845
113%
89.149 583 26.124 10.272 14.769 1.165 105 747 15.242 -9.000 -12.389 127 136.894 2,3
127% 0% 114% 125% 128% 322% 0% 357% 101% 100% 407% 775%
36.182 6.615 4.856 18 10.811 869 0 59.352
103% 122% 98% 671% 86% 92%
120%
47% 92% 130% 104% 173% 106%
119% 95%
101%
101%
102%
217.925 21.500 58.480 1.000 298.905
98%
1.000 8.140 102.900 14.930 0 11.100 3.750 5.250 0 0 0 1.500 148.570
450.266
101%
447.475
113.593 0 29.836 12.859 18.935 3.750 0 2.665 15.465 -9.000 -50.417 984 138.670 2,9
102%
111.530 0 30.360 16.730 18.920 2.800 500 1.200 15.500 -9.000 -52.950 600 136.190 2,9
37.086 8.096 4.780 122 9.265 797 0 60.147
99% 116% 89% 24% 81% 66% 0%
37% 93% 81% #DEEL/0! 108% 173% 120%
95%
98% 77% 100% 134% 0% 222% 100% 100% 95% 164% 102%
95%
37.500 7.000 5.400 500 11.500 1.200 300 63.400 41
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
VERVOLG 9.5 TOELICHTNG OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER HET BOEKJAAR (x € 1)
Organisatielasten Onderhoud kantoorinventaris Kantoorartikelen Portokosten Telefoonkosten Abonnementen/vakliteratuur Fotokopieerkosten/drukwerk Accountants- en advieskosten Administratiekosten Bankkosten Bestuurskosten Representatiekosten Assurantiekosten Interne doorberekening organisatie Overige organisatie
Realisatie 2013 t/m periode 12 0 563 688 1.402 2.419 3.799 3.214 10.838 634 1.052 918 815 0 304 26.646
201% 150% 84% 79% 112% 100% 92% 125% 127% 44% 141% -315% 86%
Realisatie 2014 t/m periode 12 284 1.129 1.034 1.184 1.922 4.272 3.215 10.003 790 1.338 400 1.147 -2.930 -957 22.830
Begroting 2014
38% 113% 69% 72% 77% 85% 86% 93% 132% 111% 80% 88% 100% -96% 80%
750 1.000 1.500 1.650 2.500 5.000 3.750 10.750 600 1.200 500 1.300 -2.930 1.000 28.570
Activiteitenlasten Inkopen bar Benedenruimte Werkgroepen Tuinfeest Workshops Weekend weg Nieuwe activiteiten Ambulant KNOTS Personele kosten KNOTS Personele kosten Combifunctie Activiteitenkosten combifunctie Organisatiekosten Combifunctie JIP Suswachten Onderhoudskosten Vrijwilligerskosten Investeringen Overige activiteiten
Totaal lasten
49.402 19.574 3.630 20.258 4.517 2.815 0 4.109 21.014 9.000 12.389 1.705 0 0 3.700 1.657 1.918 5.928 91 161.706
97% 126% 48% 88% 52% 102%
89% 106% 26% 96% 47% 96% 0% 123% 120% 100% 95% 328% 100% 0% 103% 7% 42% 33%
131%
48.123 24.570 1.745 17.816 2.357 2.872 0 6.169 25.877 9.000 50.417 8.518 2.930 0 3.178 173 1.377 6.091 250 211.463
87%
54.200 23.180 6.650 18.500 5.000 3.000 11.500 5.000 21.500 9.000 52.950 2.600 2.930 575 3.100 2.500 3.300 18.500 0 243.985
384.598
113%
433.110
92%
472.145
150% 123% 100% 407%
86% 10% 72% 103% 276%
42
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
9.6 KASSTROMENOVERZICHT (x € 1) Boekjaar Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: - veranderingen in werkkapitaal - toename voorraad - toe- c.q. afname debiteuren - toe- c.q. afname kortlopende vorderingen - af- c.q. toename kortlopende schulden
17.156
-30 0 -38.595 -9.833
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen van langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto-kasstroom
-708 0 16.594 11.453
0 0 0 0
27.339 42.586 0 0 0 0
0 -31.302
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvest. in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten
15.247
-48.458 -31.302
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Bijdragen inrichting Ontvangst vanwege buitengewone baten
Voorgaand boekjaar
0 0
0 42.586
0 0 0
0 0
0
0 0 0 -31.302
0 42.586
Koers- en omrekeningsverschillen op geldmiddelen Mutatie geldmiddelen
0 -31.302
0 42.586
Liquide middelen einde boekjaar Liquide middelen begin boekjaar Mutatie geldmiddelen
200.325 231.627 -31.302
231.627 189.041 42.586
43
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
9.7 SPECIFICATIE RESERVES (x € 1) Omschrijving
Bestemmingsreserves Reserve Pa Reserve Anabool Reserve geluid/beeld Reserve grootbeeld Reserve lichtinstallatie Reserve sportcafé Reserve internetapp. Reserve repeterende bands Reserve keukeninventaris Reserve kantoorinventaris
Saldo 31-12-2013
67.222 11.281 17.050 1.284 321 4.352 870 4.699 5.867 5.220 118.166
Totaal overige reserves Risicoreserve Totaal reserves
Bestedingen 2014 t/m per 12
Saldo 31-12-2014
0 3.500 50 250 1.250 1.500 250 2.990 500 0 10.290
0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 2
2.378 0 668 0 0 0 0 0 3.042 0 6.088
64.844 14.781 16.432 1.534 1.571 5.852 1.120 7.691 3.325 5.220 122.370
0 0 0 21.700 0 0 0 21.700
0 0 0 0 0 0 -1 -1
161 0 0 0 0 1.634 0 1.794
0 3.000 3.000 21.700 1.000 366 6.422 35.488
5.245 5.245
0 0
2 2
0 0
5.247 5.247
138.994
31.990
3
7.883
163.105
68.007
-6.951
-3
0
61.053
207.001
25.039
0
7.883
224.158
Voorzieningen Reserve cursussen 161 Reserve laagdrempelige workshops 3.000 Reserve activiteitenbudget combifunctie 3.000 Reserve tekort 2016/2019 combifunctie 0 Reserve KNOTS 1.000 Reserve Ambulant 2.000 Reserve ziektevervanging en urenvermeerdering 6.423 SCW3 15.583 Algemene reserves Activiteitenreserve
Interne overboeking 2014 t/m per 12
Dotatie 2014 t/m per 12
44
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
10.. Overige gegevens
45
Stichting Open Jeugdwerk te Sliedrecht
10.1 VERWERKING VAN HET RESULTAAT
De staat van baten en lasten over het boekjaar 2014 sluit met een nadelig saldo van € 6.951. Dit bedrag is, vooruitlopend op het bestuursbesluit ter zake, gedoteerd aan de reserves. Na deze mutatie bedraagt het saldo van de overige reserves € 163.105 en van de risicoreserve € 61.053. De risicoreserve dient als buffervermogen voor de opvang van toekomstige negatieve exploitatiesaldi.
10.2 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op deze jaarrekening.
46
2 BEST - Antwoord art. 44 vragen SGP-ChristenUnie over IHC 1 150624 Beantwoording art 44 vragen IHC van SGP-CU.pdf
3 SOC - Brief dhr Dijk over verklaring Longfonds over houtrook en gezondheidsschade 1 brief dhr Dijk verklaring Logfonds over houtrook en gezondheidsschade.pdf
Versluis, MHM Van:
B. Dijk <
[email protected]>
Verzonden: Onderwerp:
zaterdag 20 juni 2015 10:36 Verklaring Longfonds (voorheen Astma Fonds) over houtrook en gezondheidsschade rap72.pdf
Bijlagen:
MPGSD2015062212260103
Geachte griffier,
-
GSD
22.06.2015
0103
Wilt u dit bericht verspreiden onder de burgemeesters, wethouders en padsleden?) We zaten gezellig buiten. Totdat de buren een vuurkorf gingen aansteken. Alle 5 hadden we last van branderige ogen. Ook kregen we gevoel van benauwdheid. Als het verspreiden van rook mag, is het dan ook toegestaan om water te verspreiden?
Hierbij brief van de Longfonds: Betreft: Verklaring Longfonds (voorheen Astma Fonds) over houtrook en gezondheidsschade Geachte heer, mevrouw, In deze verklaring van het Longfonds gaan wij in op de gezondheidsrisico's van het stoken van houtkachels, haarden, vuurkorven en barbecues. Luchtvervuiling is slecht voor de gezondheid van mensen. Een van de veroorzakers van luchtvervuiling is de uitstoot van stoffen die vrijkomen bij het stoken van hout in de open haard, houtkachel, vuurkorf of barbecue. Op lokaal niveau draagt houtrook bij aan gezondheidsklachten door fijn stof (PM10 en met name PM2,5). Ook kankerverwekkende (PAK's)-en andere giftige stoffen (VOS en koolmonoxide) komen vrij bij de verbranding van hout. Houtrook is daarmee naast een stankprobleem, ook een gezondheidsprobleem. Mensen met een chronische longziekte zoals astma of COPD (chronische bronchitis en longemfyseem), maar ook gezonde kinderen en ouderen, ondervinden de meeste klachten door houtrook. Zij kunnen benauwd worden, veel moeten hoesten of een verslechterde longfunctie krijgen. Bij hoge blootstellingen kunnen de klachten lang aanhouden, ook als de blootstelling al is beëindigd. Hierdoor worden deze mensen belemmerd in hun dagelijkse leven. Longpatiënten die in de buurt wonen van een vervuilingsbron zoals een houtkachel, kunnen zich daartegen niet adequaat beschermen. Het is onmogelijk om de eigen woning zodanig af te sluiten dat de rook niet meer binnendringt. Bovendien is het juist nodig om continu te ventileren om de luchtkwaliteit binnenshuis gezond te houden. De gemeente kan de gezondheid van longpatiënten wél beschermen. Bij het stoken van hout moet minimaal worden voldaan aan de wettelijke eisen die gesteld worden aan 'goed stoken'. Daarnaast is een stookverbod bij bepaalde weertypes: windstil weer, temperatuurinversies, mist ed. en/of hoge concentraties luchtvervuiling sterk aan te bevelen. Een ontmoedigingsbeleid voor het stoken van houtvuur in de gemeente met name door kachels en haarden draagt bij aan de gezondheid van de inwoners. Echter, ook al wordt aan deze maatregelen voldaan, dan nog kunnen mensen die daar gevoelig voor zijn, klachten krijgen. Het Longfonds wil gezondheidsschade door luchtvervuiling zoveel mogelijk voorkomen. De gemeente kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Wij vertrouwen er dan ook op dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt en haar inwoners, en met name de mensen met een chronische longziekte, beschermt tegen de schadelijke gevolgen van houtrook. Het Longfonds verzoekt de gemeente om elke situatie serieus te bekijken en te onderzoeken welke oplossing het meest geschikt is. Bron: https://www.longfonds.nl/sites/default/files/Longfonds%20Verklaring%20Houtrook%20met%2Ologo .pdf Zie ook https://www.rug.nl/research/portal/files/14462819/rap72.pdf
Website met meer informatie http://www.houtrookvrij.n1/ Met vriendelijke groet, 1
Dijk Mevrouw de Rooweg 2 Drachten Post verzenden s.v.p. via de e -mail
2
Biologie
RuG
Wetenschap swinkel
1
Rookoverlast houtkachels, haarden en vuurkorven: burenruzie of milieuprobleem? Klachten en wijze van afhandeling door
gemeenten en GGD -en in Nederland
Maureen E. Butter Menno A. Keij
Rookoverlast houtkachels, haarden en vuurkorven: burenruzie of milieuprobleem? Klachten en wijze van afhandeling door gemeenten en GGD -en in Nederland
Maureen E. Butler Menno A. Keij
ii
Colofon
Rookoverlast houtkachels, haarden en vuurkorven: burenruzie of milieuprobleem? Klachten en wijze van afhandeling door gemeenten en GGD -en in Nederland.
Maureen E. Butter en Menno A. Keij. ISBN 90 367 1840 6 Rapport 72 Wetenschapswinkel Biologie Kerklaan 30 Postbus 14 9750AA Haren
Tel 050 3637657/ 3632385 www.rug.nl/wewi
111
Dankwoord
Onze dank gaat uit naar Trinette Janssen van Milieudefensie Groningen, naar Miep Verheuvel en Margriet de Vos van het Meldpuntennetwerk Gezondheid en Milieu en naar de heer J. van den
Heuvel uit Vught voor hun waardevolle adviezen en gegevens. Tevens willen wij langs deze weg alle bewoners, die hun verhaal via Trinette Janssen aan ons hebben doen toekomen van harte bedanken en sterkte wensen. 1
Inhoudsopgave Dankwoord ................................................................................ Inhoudsopgave ........................................................................... 1. Inleiding ................................................................................
1 3 5 5 6 7 8 9 9 10 10 11 11 11 11 11 12 13 13
Milieuprobleem ...................................................................... Gezondheidsrisico's ................................................................ 1.3 Opzet van dit onderzoek ................................................. 1.4 Leeswijzer .................................................................... 2. Toelichting op de enquête ......................................................... 2.1 Vragenlijst gemeenten ................................................... 2.2 Vragenlijst GGD'en ...................................................... 2.3 Analyse van de vragenlijsten ......................................... 3. Resultaten vragenlijstonderzoek .............................................. 3. Resultaten vragenlijstonderzoek .............................................. 3.1 De gemeenten ............................................................... 3.1.1 Respons ............................................................... 3.1.2 Klachtenlijn en klachtenregistratie (vr. 1, 2) .............. 3.1.3 Aantal klachten (vr. 3) ............................................ 3.1.5 Trend in aantal klachten (vr. 4) ............................... 3.1.6 Overlastbronnen (vr. 5) .......................................... 3.1.7 Aspecten van het stoken die de overlast veroorzaken (vr. 6) 3.1.8 3.1.9 3.1.10
14
Aard van klachten (vr. 7) ........................................ 14 Trend in aard van klachten (vr. 8) ............................ 14 Advies / actie van gemeente als reactie op stookklachten
(vr. 9) 14 3.1.11 Afwikkeling van de klachten (vr. 10) ......................... 16 3.1.12 Toereikendheid wetgeving (vr.11) ............................ 17 3.1.13 Overige opmerkingen (vr.12) .................................. 18 3.1.14 Samenvatting gemeenten ....................................... 19 3.2 De GGD'en .................................................................... 20 3.2.1 Respons ............................................................... 20 3.2.2 Aantal klachten (vr. 1) ............................................ 20 3.2.3 Trend in aantal klachten (vr. 2) ............................... 20 3.2.4 Overlastbronnen (vr. 3) .......................................... 20 3.2.5 Aspecten van het stoken die de overlast veroorzaken (vr. 4) 3.2.6 3.2.7 3.2.8 7) 3.2.9
20
Aard van klachten (vr. 5) ........................................ 21 Trend in aard van klachten (vr. 6) ............................ 21 Advies / actie van GGD als reactie op stookklachten (vr. 21 Afwikkeling van de klachten (vr. 9) .......................... 21
3
3.2.11 Toereikendheid wetgeving (vr.10) ............................ 3.2.12 Overige opmerkingen (vr.11) .................................. 3.2.13 Samenvatting GGD -en ............................................ 4 Interview Trinette Janssen, Milieudefensie Groningen .................. 5 Gezondheidsklachten bij het Meldpuntennetwerk ........................ 6. Regelgeving ........................................................................ APV bepalingen ................................................................... Wetten ............................................................................... 7 Discussie en aanbevelingen ................................................... 7.1 Omvang van het probleem ........................................... 7.2 Aard van het probleem ................................................. 7.3 Optreden van het bevoegd gezag .................................. 7.4 Is de wetgeving toereikend? ......................................... 7.5 Enkele aanbevelingen voor beleidsmakers ...................... 7.6 Aanbevelingen voor bewoners .......................................... Literatuur ................................................................................ Bijlage 1: Wettelijke bepalingen .................................................. Gemeentelijke APV .............................................................. Wetten ............................................................................... Bijlage 2 Vragenlijst gemeenten, versie 1 .................................... Bijlage 3 Vragenlijst gemeenten, versie 2 .................................... Bijlage 4 Vragenlijst GGD'en ...................................................... Bijlage 5: Vaststellen overlast .....................................................
4
22 22 22 23 25 27 27 27 31 31 31 32 33 34 34 36 38 38 39 41 42 43 44
1. Inleiding In ongeveer 1 op de 5 huishoudens in Nederland staat een open haard of houtkachel. Het stoken daarvan kan tot hinder leiden voor de omwonenden. Vooral bij een slechte rookafvoer,
het verbranden van onvoldoende gedroogd hout of afval (ook
afvalhout!) en het stoken bij mistig of windstil weer is de kans op overlast door rook groot. Daarnaast kunnen bewoners in de zomer hinder ondervinden van barbecues en
vuurkorven. De Stichting Meldpuntennetwerk Gezondheid en
Hoesten en kuchen op rookvrije flat Mijn flat op 2 -hoog is rookvrij en wordt door mij dagelijks twee keer goed geventileerd. Daarna blijven in principe de ventilatieroosters en een raam open. Maar, zodra het stookseizoen begonnen is, moeten tussen 18.00 en 0.00 uur en in het weekend nog langer, ventilatieroosters en raam regelmatig weer dicht. Want rookstank, afkomstig van eengezinswoningen op een afstand van 100 meter of meer, irriteert mijn slijmvliezen waardoor ik pijn krijg in voorhoofd, oren en keel. Als de rook, bijvoorbeeld bij mist of windstil weer, blijft hangen komt het voor dat ik ook nog last heb van prikkende ogen en benauwdheid.
Om te begrijpen wat mij overkwam ben ik op Internet gaan zoeken. Op de website van Milieudefensie Groningen vond ik informatie over de schadelijkheid van hout stoken. Toen werd mij duidelijk, dat ik best wel eens last zou kunnen hebben van kankerverwekkende PAK's. Die verspreiden zich bij hout stoken d.m.v. fijn stof en roet en irriteren de slijmvliezen. Als er open haarden gestookt worden komen daar ook nog
dioxines bij, die eveneens kankerverwekkende eigenschappen bezitten. Om aandacht te vragen voor de rookoverlast door hout stoken heb ik onder
meer contact gezocht met Milieudefensie Groningen, de Milieufederatie Drenthe en het Astmafonds. Verder heb ik, om houtstokers bewust te maken van de overlast die zij veroorzaken, twee keer gebeld met Miniman
Milieu registreert van het Dagblad van het Noorden die mijn opmerkingen anoniem opnam in gezondheidsklachte zijn rubriek. Ook zijn twee ingezonden stukken van mij over dit onderwerp in n die samenhangen het DvhN opgenomen. Het is naar mijn mening de hoogste tijd, dat politiek en overheid zich meer gaan inspannen om ook aan déze vorm van met milieufactoren. luchtvervuiling - waar uiteindelijk iedereen gezondheidsschade van Ieder jaar, tijdens ondervindt - een eind te maken. het stookseizoen, E. van H. komen er klachten binnen. De laatste jaren krijgt het Meldpuntennetwerk ook regelmatig klachten over vuurkorven en barbecues. De stichting verzocht de Wetenschapswinkel Biologie om onderzoek en beleidsaanbevelingen ten aanzien van dit probleem. Naast het Meldpuntennetwerk Gezondheid en Milieu houdt ook de Afdeling Groningen van de Vereniging Milieudefensie zich met houtkachels en open haarden bezig. Verder zijn er nauwelijks NGO's in het onderwerp geïnteresseerd.
Milieuprobleem Zoals hierboven gesteld is, heeft ongeveer 1 op de 5 huishoudens een open haard of houtkachel. Dit gegeven is gebaseerd op vrij oud onderzoek (Hulskotte et al, 1997). Berekeningen van TNO (Hollander et al, 1994), ECN (Okken et al, 1992) laten zien, dat de bijdrage van houtkachels en open haarden in het stookseizoen aanzienlijk kan zijn op wijkniveau. Dit is allemaal vrij oud, en zoals gezegd heeft VROM vanaf 1997 een beleid ingezet om de milieuvervuiling door stoken met vaste brandstoffen te verminderen. Volgens een in opdracht van VROM uitgevoerd onderzoek zijn de vooruitzichten op substantiële vermindering echter niet erg hoopgevend, vooral wegens de lange levensduur van bestaande kachels en haarden, ca 20-30 jaar (MMG
Environment, 2000). Tabel 1 geeft de bijdrage van open haarden en houtkachels aan de luchtvervuiling in Nederland.
5
Tabel 1. Emissies van houtkachels en open haarden in relatie tot landelijke emissiecijfers. Bron: VROM. 2000. die zich baseert OP publicaties uit 1998. Percentage Landelijke emissies Houtkachels en Stof emissies haarden ton/jaar ton/jaar houtkachels en haarden t.ov. landelijk totaal in 'Yo
Kooldioxide Koolmonoxide Zwaveldioxide Ammoniak Stikstofoxide Grof stof Fijn stof Dioxinen PAK 10 Fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzeen Methaan Formaldehyde Etheen NMVOS VOS Zinkverbindingen Loodverbindingen Kwikverbindingen Koperverbindingen Cadmiumverbindingen
1.047.000 55.000 177 1189 1189 1747 4623 5,4 67 5,2 1,2 576 3477 169 957 8471 11948 4,7 2,42 0,025 2,8 0,06
189.000.000 135.000 188.000 497.000 37.300 41.500 56,4 854 73,2 3,7 7490 1.290.000 3470 13.800 13.800 1.640.000 266 109 1,07 , 46,1 1,89 1
0,5 6 0 0,6 0 4.7 11 9 8 7 33 8 0,3 5 7 7 0,7 1,7 2 2 6 3
Volgens iets recentere schattingen van het RIVM is de bijdrage van consumenten alleen al aan fijn stof emissies in Nederland circa 12%. Een compleet verbod op het
stoken van hout in huis zou tot 10% reductie van in Nederland geproduceerd fijn stof leiden. In het uit 2002 daterende rapport stelde RIVM te verwachten, dat de bijdrage van consumenten aan fijn stof door hogere eisen aan verbrandingstoestellen en stookkanalen zou afnemen tot circa 8% in 2010, ontwikkelingen in energieprijzen daargelaten. Het rapport is pessimistisch over het terugdringen van emissies fijn stof van open haarden en houtkachels: volledige vervanging van de huidige haarden en kachels door verbrandingstoestellen met keurmerk zou in 2010 nog niet verwezenlijkt zijn met het dan geldende beleid. Zouden alle kachels en haarden aan de keuringseisen voldoen, dan scheelt dat zo'n 2000 ton fijn stof, pakweg de helft van de huidige emissies (Buringh en Oppenhuizer, 2002). De wet, die een keurmerk verplicht stelt op nieuwe kachels en haarden is inmiddels niet meer van toepassing, omdat hij is strijd is met EU regelgeving.
Gezondheidsrisico's De emissies en mate van hinder en risico zijn afhankelijk van type kachel of haard, brandstof, schoorsteen, weersomstandigheden en stookgedrag. De schadelijkste emissies ontstaan bij onvolledige verbranding en bij het gebruik van foute brandstoffen als papier, kunststof, textiel, bewerkt hout, plaatmateriaal en
6
dergelijke. Fijn stof, koolmonoxide, zwaveldioxide, stikstofoxide, formaldehyde en benzo(a)pyreen worden in verband met gezondheid het meest genoemd. Ongeschikte brandstoffen kunnen daarnaast ook emissies van zoutzuur, zware metalen en dioxinen tot gevolg hebben. De beste verbrandingswaarde en de minste schadelijke emissies treden op bij het stoken van houtbriketten of pellets, gevolgd door goed gedroogd (ca 2 jaar, los gestapeld en onder een overkapping) gekloofd hakhout. Onvoldoende gedroogd hout moet eerst 'droogstoken' voordat het kan branden. Het rendement gaat dan sterk achteruit, met als gevolg meer rookoverlast (VROM, 2000). Echter, goed hout of houtproducten van de brandstoffenhandel is duur en vormt maar een klein percentage van de in Nederland gestookte vaste brandstof. Verreweg het grootste deel wordt verkregen via het informele circuit of eigen snoeihout (VROM, 2000, Buringh en Oppenhuizer, 2002. Respondenten op de
in 1992 gehouden enquête door Okken et al gaven toe regelmatig sloophout te stoken of brandstoffen te betrekken uit het afvalcircuit Hoewel VROM het stoken van papier, kunststof, plaatmaterialen en geverfd, geïmpregneerd of verlijmd hout ten zeerste afraadt, is het niet officieel verboden, tenzij de gemeente een daartoe strekkende bepaling in de Algemene Plaatselijke Verordening heeft opgenomen (VROM, 2000).
Blootstelling aan verbrandingsgassen is in verband gebracht met longproblemen, aangeboren afwijkingen, kanker, hartproblemen en algemene malaise zoals vermoeidheid, misselijkheid, hoofdpijn e.d.. Gevoelige groepen, zoals zwangere vrouwen, kinderen en longpatiënten lopen de grootste risico's (Slob et al, 1996, VROM 2000). Het gevaar voor acute kolendampvergiftiging is bij hout stoken niet zo groot, omdat de geur van houtrook waarschuwt voor te hoog oplopende concentraties (VROM, 2000).
Concentraties en derhalve risico's zijn doorgaans het hoogst in het binnenmilieu van de stoker zelf, maar kunnen ook ongezond hoog zijn in de omgeving van de stoker. Vooral in situaties, dat de rook, die de schoorsteen verlaat niet omhoog gaat en daar verwaait, maar naar beneden, kan overlast voor de buren optreden. De meeste kachels in Nederland hebben een te groot vermogen in verhouding tot de te verwarmen ruimte, waardoor ze gesmoord gestookt worden. Hierdoor wordt de temperatuur van de rookgassen verlaagd, wat ten koste gaat van de stijgsnelheid (Den Tonkelaar, 1984, Okken et al, 1992, Slob et al, 1994, VROM 2000). Houtkachels op woonschepen vormen een categorie apart. Het probleem van overdimensionering van de kachel in de kleine woonvertrekken is nog eens zo groot, en de schoorsteen is ten opzichte van omringende bebouwing heel laag. Rook kan bovendien in een grachtengordel blijven hangen en tot merkbare verslechtering van de luchtkwaliteit leiden op dergelijke locaties (Duijm en Meijer, 1994).
1.3
Opzet van dit onderzoek
In dit onderzoek kijken we vooral naar aantal, aard en afhandeling van klachten. Bewoners die hun klachten niet met de veroorzaker kunnen oplossen, kunnen bij de gemeente verhaal trachten te halen. Om deze reden hebben wij alle gemeenten benaderd met een vragenlijst om het probleem te inventariseren. Daarnaast hebben wij ook de GGD'en benaderd met een vragenlijst, vooral met het oog op gezondheidsklachten. Het aldus verkregen materiaal is aangevuld met literatuuronderzoek en gegevens van twee NGO's, namelijk Milieudefensie Groningen en het Meldpuntennetwerk Gezondheid en Milieu, die bewoners bijstaan in hun problematiek. Menno Keij heeft Trinette Janssen van Milieudefensie Groningen geïnterviewd. Trinette heeft enkele van haar cliënten gevraagd hun ervaringen op schrift te stellen ten behoeve van dit rapport. Deze getuigenissen zijn geanonimiseerd opgenomen in
7
dit rapport, in de kaders. Met elkaar geven zij een aardig beeld van het bewonersperspectief.
Het Meldpuntennetwerk heeft daarnaast kwalitatieve en kwantitatieve gegevens ter beschikking gesteld voor dit rapport en archiefstukken ter inzage gegeven. Voorts heeft de heer Van den Heuvel uit Vught ons een aantal technische rapporten en juridische stukken toegestuurd, die de kwaliteit van dit rapport ten goede zijn gekomen.
Op basis van de gevonden resultaten doen wij aanbevelingen welke aspecten van de problematiek in de toekomst nader onderzocht moeten worden.
Ramen dicht tijdens het schilderen
Ik bewoon met vijf andere kunstenaars een voormalig schoolgebouw in de binnenstad. Ook hebben tien mensen er een atelier. Een paar ateliers liggen aan de straatkant, de rest aan een binnenplaats. Sinds de zomer van 2005 is iemand in de buurt op hout gaan stoken, vermoedelijk iemand die woont in het hofje dat grenst aan onze binnenplaats. De schoorstenen van de hofjeswoningen komen uit op de binnenplaats en de lucht blijft hangen tussen de gebouwen, waardoor er voortdurend rookoverlast is. De rook veroorzaakt geïrriteerde slijmvliezen, benauwdheid en hoest. Hoewel mijn woonatelier aan de
straatkant ligt, waar de overlast minder is dan aan de binnenplaats, heb ik deze klachten ook en ze nemen toe naarmate de situatie voortduurt. Eerst hoopten we dat het zou gaan om een open haard die niet permanent zou branden, maar nu het
winter is blijkt dat er helaas full-time gestookt wordt. Met name voor schilders en beeldhouwers die in één ruimte wonen en werken is het belangrijk om regelmatig een raam open te kunnen zetten voor frisse lucht, dus dit is meer dan vervelend. Desondanks zie ik er tegen op om de veroorzaker te localiseren en aan te spreken omdat ik eigenlijk alleen maar een conflict en geen oplossing verwacht. Wel heb ik een beperkt aantal foldertjes van Milieudefensie verspreid met informatie over de uitstoot die veroorzaakt wordt door houtstook in de hoop dat er één ervan bij de stoker terecht komt. Misschien gaat de lol van het stoken op hout er na een tijdje vanzelf af en gaat de c.v. weer gewoon aan maar mocht dit niet het geval zijn dan zal er binnenkort toch een gesprek moeten plaatsvinden. Eigenlijk zouden houtkachels, open haarden en allesbranders verboden moeten worden in de toch al zo vervuilde binnensteden. (de straat waar wij wonen is ook nog een aanvoerroute voor een parkeergarage). De overheid zou in elk geval meer informatie moeten geven over de gevolgen voor de
gezondheid die "sfeerverwarming" kan hebben, zodat mensen die er overlast van ondervinden zich meer gesteund voelen in hun bezwaren. Als je nu te kennen geeft dat je er last van hebt wordt er vaak op gereageerd zoals vroeger op mensen die op hun werkplek last hadden van sigarettenrook: je bent
een aansteller en je verpest het voor een ander. Als er meer over bekend zou zijn zouden de stokers wellicht eerder geneigd zijn hun gedrag aan te passen, bijvoorbeeld door de houtkachel of open haard niet als hoofdverwarming te gebruiken. Voor ons zou dat al een hele vooruitgang zijn. Mw. H. te G.
De enquêtes en het interview zijn uitgevoerd door Menno Keij in het kader van zijn doctoraalstudie biologie onder begeleiding van Maureen Butter, coördinator van de
Wetenschapswinkel Biologie. Een belangrijk deel van de achtergrondinformatie en de aanbevelingen zijn het werk van Maureen Butter, die ook de eindredactie van dit rapport had.
1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt de enquête kort toegelicht. In het volgende hoofdstuk worden de resultaten gepresenteerd van het vragenlijstonderzoek onder de gemeenten en de GGD -en. In hoofdstuk 4 vind u de visie van Trinette Janssen en in hoofdstuk 5 een resumé van de meldingen, die bekend zijn bij het Meldpuntennetwerk Gezondheid en Milieu. In hoofdstuk 6 worden de van toepassing zijnde wetten en regels besproken en hoofdstuk 7 geeft onze conclusies en aanbevelingen. In de bijlagen windt u aanvullende informatie en de gebruikte vragenlijsten. Ervaringen van bewoners vindt u verspreid in de tekst in de kaders.
8
2. Toelichting op de enquête
Via email zijn alle gemeenten en GGD -en bevraagd met grotendeels overeenkomstige vragenlijsten.
2.1 Vragenlijst gemeenten De vragenlijst inventariseert de situatie over het jaar 2004. In eerste instantie heeft Menno Keij een random steekproef van 49 genomen uit het totaal van 467 gemeenten. Deze Overal uitgerookt heeft hij de eerste versie van de Eind maart tot eind oktober verblijven wij in onze recreatiewoning in het bos vragenlijst gestuurd van S., gelegen aan de XXX in Z. In dit bos staan nog 24 andere recreatiewoningen. Het bos grenst aan een wijk, die uit vrijstaande woningen (zie bijlage 5.2). met laagbouw bestaat. In de gemeentelijke bouwverordening was eerst de Slechts 13 bouw van open haarden (houtkachels) in recreatiewoningen verboden, maar gemeenten stuurden sinds enkele jaren niet meer. Dus enkele buren hebben een open haard laten de vragenlijst retour. inbouwen.Bovendien is in bijna elke niet -recreatiewoning in deze wijk een Vervolgens heeft hij de andere 418 gemeenten ook een
vragenlijst gestuurd. Dit betreft de tweede versie (zie bijlage 5.3), waarin op advies van Trinette Janssen een aantal extra vragen zijn opgenomen over
klachtenregistratie. Uiteindelijk heeft dus elke gemeente een vragenlijst per e -mail ontvangen. De gemeenten hadden de mogelijkheid de
open haard of houtkachel aanwezig.
Voor mij geldt, dat ik in het voor- en naseizoen bij fris en koud weer, als de wind de juiste richting heeft, soms mijn slaapkamerraam moet sluiten vanwege de doordringende brandlucht uit de schoorstenen. Als ik naar buiten ga om een frisse neus te halen en de geuren van het bos op te snuiven, ruik ik op mijn terras en verderop alleen maar vieze rook. De stank is ook te zien, omdat de schoorsteen van een woning aan de XXX grijze rookwolken uitstoot. Dit in combinatie met de schoorstenen van mijn buren op het recreatieterrein en in de woonwijk. Er hangt een soort deken van onfrisheid over me heen. Wat ik inadem weet ik niet, maar het is erg onaangenaam.
Ik heb actie genomen bij de recreatievereniging, maar het probleem ligt maar voor een klein gedeelte bij hen. Er moet meer gebeuren, richting permanente bewoners. Het bos moet als bos blijven ruiken.
De rest van het jaar woon ik in de XXX in G. Nu het kouder wordt ruik ik de geur van brandende kachels in de straat, soms hinderlijk en soms niet, maar altijd niet -aangenaam. Als er een redelijke oostenwind is, moet ik mijn slaapkamerraam sluiten vanwege de stank van rook. Soms dringt de stank door de dichte ramen en deuren heen. In de nacht kan het slaapkamerraam op de eerste etage weer open. Ik vermoed, dat de stank veroorzaakt wordt door mijn achterburen die in een oude smederij wonen. (Mw. K. te G.)
vragenlijst digitaal of per post terug te sturen. In totaal zijn 117 vragenlijsten retour ontvangen.
De vragenlijst bevat vragen over de volgende aspecten van rookoverlast: Aanwezigheid klachtenlijn en klachtenregistratie Aantal ontvangen klachten in 2004 Aard van klachten, bron van klachten Gemeentelijke handhaving en advisering Oplossing van klachten
Toereikendheid van wettelijke regelingen
9
2.2
Vragenlijst GGD'en
De vragenlijst (zie bijlage 5.4) inventariseert wederom de situatie over 2004. Alle 39 GGD'en van Nederland hebben de vragenlijst per e -mail ontvangen. De GGD'en hadden de mogelijkheid de vragenlijst digitaal of per post terug te sturen. De vragenlijst bevat vragen over de volgende aspecten van rookoverlast:
Aantal ontvangen klachten in 2004 Aard van klachten, bron van klachten Advies en hulp van GGD'en Oplossing van klachten Toereikendheid van wettelijke regelingen De inhoud van de vragenlijst voor GGD'en komt grotendeels overeen met de vragenlijst voor gemeenten. De nadruk in deze vragenlijst ligt echter op de gezondheidsproblemen die gepaard gaan met rookoverlast.
2.3
Analyse van de vragenlijsten
De gegevens van de vragenlijsten zijn geanalyseerd met behulp van ExceIC). Voor de analyse is gebruik gemaakt van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS, januari 2005) omtrent de omvang van bevolkingsgroottes van gemeenten. Antwoorden op open vragen zijn gegroepeerd in verschillende categorieën, om het geheel overzichtelijk te houden.
10
3. Resultaten vragenlijstonderzoek 3.1 De gemeenten 3.1.1 Respons In tabel 2 staat aangegeven hoeveel gemeenten elke provincie telt en hoeveel van deze gemeenten de vragenlijst hebben teruggestuurd. Ook staat er hoeveel inwoners absoluut en procentueel door de teruggestuurde vragenlijsten gedekt worden. In totaal dekken de teruggestuurde vragenlijsten 4 623 829 bewoners, dit is 28,4% van de totale bevolking. Provinciaal gezien zijn Flevoland (52,5%) en Noord-Holland
(42,2%) uitschieters naar boven. In Drenthe heeft slecht één gemeente de vragenlijst teruggestuurd..
Tabel 2 Aantal gemeenten per provincie en dekking van de bevolking door de vragenlijsten er provincie Provincie
Inwoners .
Limburg NoordBrabant NoordHolland Overijssel Utrecht Zeeland
Zuid-Holland . Totaal
%
176 088 468 928 105 516
30 0/0 , 32 %
245 599 752 516
5,2 % 52,6 % 27,4 % 23,8 % 18,3 °k 21,6 0/0 31,3 %
1 095 672
42,2 %
575 282 1 136 216 2 405 431
2 594 168
65
16
25 %
1 109 059 3 456 139
25 33 13 86
6 7 3 19
24 % 21 0/0 . 23 0/0 22 %
16 291 406
467
117
1 171 461 379 983
oh,
Absoluut
33 °k 26 % , 23 % 24 %
8%
1 2 8 13 6 14 22
1 972 268 -
Dekking van inwoners door vragenlijsten
Teruggestuurde vragenlijsten
12 6 31 56 25 47 68
365 359 642 991
Groningen
gemeenten
Absoluut
483 049
Drenthe Flevoland Friesland Gelderland
Aantal
25%
25 212 192 091
279 282 262 496
74 928 945 501 4 623 829
25,2 22,4 19,7 27,4
% % % %
28,4%
3.1.2 Klachtenlijn en klachtenregistratie (vr. 1, 2) Aangezien deze vraag niet is gesteld in de eerste versie van de vragenlijst, is deze vraag beantwoord op 104 van de 117 vragenlijsten. De vraag luidde of de gemeente een algemene klachtenlijn had voor overlast in het algemeen (rook, stank, geluid, ed). 64% van de gemeenten had geen speciale klachtenlijn en 36% wel. Meestal worden bewoners met klachten doorverbonden met de afdeling Bouwzaken, Milieu, Leefomgeving, e.d. Soms kunnen bewoners hun klachten niet bij de gemeente kwijt, maar wel bij een andere instantie. Zo noemen enkele gemeenten de Milieudienst en een Provinciale Milieuklachtenlijn. Twee gemeenten zeggen dat ze alleen schriftelijke of digitale klachten in behandeling nemen. 76 (65%) gemeenten zeggen de klachten te registreren, 31 zeggen van niet, en van de overige 10 gemeenten is het niet bekend. Sommige gemeenten, die niet registreren geven aan, dat het aantal klachten af te leiden valt uit de dossiers en correspondentie.
Enkele gemeenten geven aan, alleen klachten van of over bedrijven te registreren, sommige melden alleen schriftelijke klachten te registreren en sommige geven aan dat de klachten bij verschillende diensten of stadsdelen geregistreerd worden. Een groot aantal gemeenten dat zegt geen klachten te registreren, geeft toch een
11
antwoord op de vraag over het aantal klachten. Een aantal gemeenten dat wel registreert geeft aan, dat het opgegeven aantal een schatting is, of kan geen getal noemen. Mogelijk is het klachtenregistratiesysteem niet zo specifiek, dat er op' houtkachels', 'stookoverlast', 'barbecue' of 'vuurkorf' gezocht kan worden.
3.1.3 Aantal klachten (vr. 3) In tabel 3 staat elke provincie genoemd met de resultaten van vraag 3 van de vragenlijst. Deze vraag luidt hoeveel klachten omtrent overlast door houtkachels, haarden en stoken buiten de gemeenten in 2004 hebben ontvangen. Per provincie is vermeld hoeveel klachten het betreft. In de laatste kolom staat het aantal klachten per 10 000 inwoners. Gezien de wijze waarop de meeste gemeenten hun klachtendossiers bijhouden dan wel klachten registreren, gaan we ervan uit dat meerdere klachten van dezelfde persoon over dezelfde casus als één klacht geteld worden. Ook lijkt het ons aannemelijk
, dat een
klacht (casus) een
huishouden betreft,
waar meerdere personen overlast kunnen ondervinden . Van de 117 gemeenten, die de vragenlijst terugstuurd
en, kunnen
7 geen getal of schatting geven. De overige 106 gemeenten zeggen in 2004 in totaal 332 klachten te hebben
Brandbrief Geachte heer XXX, Aangezien u raadslid bent van Liberaal Bloemendaal en nauw betrokken bent bij de kwestie 'bereikbaarheid kust' lijkt me deze bijlage zeer toepasselijk. Hiermee in
verband staande zou ik u willen vragen het egoïstische en asociale gebruik van open haarden en allesbranders in Bloemendaal aan de kaak te stellen? Men houdt bij het stoken nl. vaak totaal geen rekening met de plaatselijke weersomstandigheden, zoals mist, windstilte, enz. Op dit moment van schrijven komt de stank mij ook weer tegemoet door het op een kier staande raam. Ventilatie
en 'frisse' lucht zijn heel belangrijk, wordt ons door menig folder voorgehouden, maar zo gezond en fris is die buitenlucht (nog steeds) niet! Omwonenden van die smerige roetpijpen leven hierdoor in de ongezonde stank en
zwaar verontreinigde ongefilterde lucht van deze letterlijk en figuurlijk $tinkend rijke, zgn. ga$ellige onga$onde gewoonte. Er zijn tegenwoordig, zoals u weet, modernere
en minder vervuilende manieren van verwarmen en koken ! Wat onze vitale, levensbelangrijke (adem)lucht betreft moet er nog een hele grote mentaliteits- en bewustwordingsomslag c.q. (r)evolutie plaatsvinden, ook wat betreft die gigantische hoeveelheid $tinkyToys overal. Over rookverboden en waarschuwingen gesproken L.. Gelukkig komen er steeds meer mensen die hier aandacht en oplossingen voor vragen, d.m.v. voorlichting en acties, zoals o.a. Milieudefensie (zie: www.milieudefensie.n1/ en http://www.rtInI/actueel/rtInieuws/video/ onder: 'Video's vrijdag' - 'Actie Milieudefensie' van 13 mei jl.) De landelijke politiek en de media besteden hier, vooral de laatste tijd, veel aandacht aan en met recht lik ben meteen (actief) lid geworden en er staat nog wat op stapel! lets anders nog: ik heb, jammer genoeg, nog geen antwoord van u mogen
ontvangen op mijn mailtje van 12 mei jl. Misschien komt dit door drukte of andere omstandigheden, maar ik vraag mezelf dan altijd af of u het wel ontvangen heeft, want er gaat regelmatig iets mis met computers, vooral de mijne, ik hoop dat u ook
in deze kwesties wat zult kunnen betekenen en ben heel benieuwd hoe uzelf hierover denkt. Alvast bedankt, succes en sterkte, met vriendelijk groet, P.T.
12
ontvangen. Per provincie valt het aantal klachten hoog uit voor Friesland met 2,3 en Limburg met 2,1 klachten per 10 000 inwoners. Voor Flevoland (0,3), Noord-Holland (0,4), Overijssel (0,5) valt het aantal klachten laag uit. In totaal zeggen 33 gemeenten helemaal geen klachten te hebben ontvangen.
Tabel 3 De verschillende provincies met absolute en procentuele dekking van bevolking door
vraag 3 van de vragenlijst. In de derde kolom staat het aantal ontvangen klachten per provincie. In de laatste kolom staat het aantal klachten per 10 000 inwoners. Onderaan zijn de totaalscores weeraeaeven. Dekking van inwoners door vraag 3 Klachten # klachten per Provincie vragenlijst Absoluut Drenthe Friesland Gelderland Groningen Limburg
Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland
Totaal
inwoners provincie
25 212 192 091 176 088
Flevoland
441 761 105 516 218 877 ' 738 139 . 1 014 076 -
-
10 000 inwoners
°k van totaal aantal
279 282 258 209 74 928
350 016 3 874 195 '
% % % % % %
3 6 41 33 14 53 58 55 14 15 6 34
1.19 0.31 2.33 0.75 1.33 2.42 0.79 0.54 0.50 0.58 0.80 0.97
23,8 %
332
1,04
5,2% 52,6 % 27,4 % 22,4 0/0 18,3 % 19,3 %
30,7 39,1 25,2 22,0 19,7 10,1
,
3.1.5 Trend in aantal klachten (vr. 4) 65 gemeenten zeggen dat het aantal klachten de laatste jaren constant is. 15 gemeenten constateren een toename en 11 gemeenten een afname. 3.1.6 Overlastbronnen (vr. 5) Aan de gemeenten is ook gevraagd hoe de overlastbronnen (open haarden /
houtkachels / stoken buiten) procentueel gezien verantwoordelijk zijn voor de klachten. Van de gemeenten die klachten hebben ontvangen (84), gaven 79 gemeenten een duidelijk antwoord op deze vraag. Deze gemeenten, 68% van het totaal aantal respondenten vertegenwoordigden 54% van de bevolking en ontvingen 69% van de klachten. In tabel 4 staan de resultaten. Houtkachels zijn de grootste oorzaak van klachten, ze zijn de reden voor bijna de helft van de klachten.
Tabel 4 De verschillende overlastbronnen met hun procentuele aandeel in het aantal klachten Aandeel in
Overlastbronnen
Wo 24% 46% 30%
Open haarden Houtkachels
Stoken buiten
13
3.1.7 Aspecten van het stoken die de overlast veroorzaken (vr. 6) Er zijn verschillende aspecten van het stoken die voor problemen kunnen zorgen.
Van 270 van de 317 klachten gaven gemeenten een duidelijk antwoord over de oorzaak. In tabel 5 staan de resultaten. Het blijkt dat vooral slechte rookafvoer (31%) en stoken bij mistig / windstil weer (32%) veel klachten veroorzaken, maar ook slechte brandstof veroorzaakt veel problemen (23%). Onder de categorie 'anders' werden antwoorden als illegaal stoken, de afstand van rookafvoer t.o.v de buren, gevaar en slecht stookgedrag genoemd.
Tabel 5 De verschillende overlast veroorzakende aspecten
met hun procentuele aandeel in
het aantal klachten Overlast veroorzakende aspecten
Aandeel
in °k
Meerdere stookplaatsen in nabije omgeving Slechte brandstof*
-
Slechte rookafvoer Stoken bij mistig / windstil weer** Anders
2% 23% 31% 32% 12%
* Vervuild / te nat hout / afval ** Ook meegenomen; verkeerde windrichting / draaiingen
3.1.8 Aard van klachten (vr. 7) Het antwoord van de gemeenten op de vraag over welk aspect het meest geklaagd wordt (280 van de 317 klachten) staat weergegeven in tabel 6. Het overgrote deel (68%) van de klagers heeft last van de stank. Tabel 6 De verschillende vormen van klachten als gevolg van rookoverlast met hun rocentuele aandeel in het aantal klachten. Klachten
Aandeel in %
Gezondheid (kinderen, astma, etc.)
15% 68% 13% 5%
Stank Roet Anders
3.1.9 Trend in aard van klachten (vr. 8) Deze vraag is door de gemeenten anders geïnterpreteerd dan wij bedoeld hadden. Wij bedoelden trends in klachten die met gezondheid, stank etc. te maken hebben. De gemeenten geven daarentegen een antwoord op de vraag of er trends zijn in overlastbronnen. Overigens zeggen de meeste gemeenten geen trend waar te nemen, of vullen de vraag niet in. Zes gemeenten antwoordden dat het aantal klachten buiten is toegenomen, waarvan twee door de barbecue en vier door de vuurkorf. Over haarden en houtkachels zijn de schaarse antwoorden verdeeld. Een aantal gemeenten zegt dat in de herfst het aantal klachten van houtkachels en haarden toeneemt.
3.1.10 Advies / actie van gemeente als reactie op stookklachten (vr. 9) Advies 32 gemeenten gaven de veroorzaker advies over het te verstoken materiaal en / of stoken met mistig / windstil weer. Acht van deze gemeenten zegt de veroorzaker een folder van VROM te hebben gegeven, of te hebben verwezen naar de website
14
van VROM. Drie van deze gemeenten gaven de veroorzaker ook informatie over de regelgeving. Actie In tabel 7 staat welke vormen van actie de gemeenten hebben ondernomen tegen stookoverlast. De meest voorkomende actie is het controleren van de schoorsteen aan de hand van
het bouwbesluit (41x). Deze controle kijkt o.a. of de schoorsteen hoog genoeg is en of de schoorsteen
op de juiste plaats zit. In
11 gemeenten krijgt de
klager het
advies om het zelf met de
buren op te lossen en in
15 gemeenten
treedt de
gemeente op als bemiddelaar tussen klager en stoker. Elf gemeenten gaan ter
plekke kijken (wat natuurlijk voor meer vormen van actie geldt, zoals het controleren van de schoorsteen). Elf gemeenten schakelen de politie, de
Wegens overlast verhuisd Ik heb via de website van milieudefensie Groningen het nodige gelezen over
open haarden overlast. Wij zijn al 2 jaar bezig om van deze overlast af te komen.We vallen niet onder de gemeente Groningen, maar ik zou toch graag
een advies willen hebben, daar ik ten einde raad ben. We wonen in XXX (Drenthe) in een wat oudere buurt waar ongeveer 80 % een open haard heeft. Op zich is dat geen probleem en als ik een haard zou hebben, zou ik hem af en toe ook wel eens aan doen.
Om ons heen (in alle windrichtingen) wonen ongeveer 6 frequente haarden stokers waarvan er een aantal zelfs met 19 graden de haard nog aan doen. Dus waar de wind ook vandaan komt we zitten dus dagelijks tot 01:00 uur s'nachts in de ellendige rook overlast. We zijn naar de mensen toe gegaan om te vragen of het wat minder kan, maar
werdenn ter plekke de deur weer gewezen. De gemeente heeft wel nota genomen van onze klacht, maar onderneemt geen enkele actie in de buurt om het probleem kenbaar te maken. Ik heb het halve internet al geraadpleegd , maar wettelijk gezien is er niets mogelijk en kun je alleen op basis van 'Goodwill' iets bereiken.
De politie doet niets en komt alleen maar als ik uit frustratie mijn radio keihard aanzet.
Doordat we onze nood geklaagd hebben in de buurt, willen nog maar weinig mensen contact met ons hebben. Een goedemorgen of hallo is al te veel geworden.
Mijn 2 oudste zoons en ik hebben lichte bronchitis en hoesten dus heel wat af. (Alleen als we overlast hebben). Buiten dit feit om vind ik het stinken. Ons kerst en paasdiner zijn er bij ingeschoten omdat we tijdens het gourmetten geen enkele deur of raam konden open doen. Ook ben ik psychopathisch bezig om
om de 5 minuten te controleren of we de ramen en deuren al weer dicht moeten doen. De overlast komt altijd onverwacht en dan zit het al weer in je huis en krijg je het er niet meer uit. We zijn bij een makelaar geweest en gaan eind april ons huis te koop zetten. Dit doet ons erg veel pijn omdat we ons perfecte plekkie gevonden dachten te
hebben. Ruime tuin (800 m2) voor ons en onze 4 kinderen is ideaal. Een rustige buurt veel bomen en natuur etc. Hebben we de juiste stap genomen, of kan ik nog iets anders doen? Familie S.
NASCHRIFT: Inmiddels zijn we verhuisd, omdat de overlast niet ophield en omdat een aantal mensen in de buurt spontaan een bord te koop in onze tuin hadden geplaatst.
milieupolitie, de stadswacht of de brandweer in om het probleem op te lossen. Andere acties zijn een proces verbaal laten opmaken, vooral tegen stoken buiten (6x), de klager wijzen op het privaatrecht (5), het buiten stoken controleren op vergunning (5x) en het toepassen (op enigerlei wijze) van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Een klein aantal gemeenten onderneemt ander soort actie (zie onderste rijen tabel 6).
15
Tabel 7 Verschillende vormen van actie die gemeenten ondernemen na het ontvangen van klachten over stoken met het aantal gemeenten die dezelfde vorm van actie uitvoeren.
Aantal
Actie
Controleren of schoorsteen aan normen bouwbesluit voldoet Overleg tussen klager en veroorzaker samen met gemeente Klager adviseren te overleggen met veroorzaker Ter plekke kijken Politie / milieupolitie / milieudienst / stadswacht / brandweer inschakelen Proces verbaal opmaken (vooral voor buiten) Klager wijzen op privaatrecht / nemen van privaatrechtelijke stappen Buiten stoken controleren op vergunning
41 15 11 11 11 6 5 5 5 4 3 3 2 1 1 1
APV toepassen
Stookmateriaal controleren Rookkolom / verdunningsfactor bekijken om evt. overlast vast te stellen Stookgedrag controleren Advies vragen aan milieudienst
Stookinstallatie controleren Hinderstappenplan VROM volgen
Klager advies geven hoe klachten te registreren
In tabel 8 staan de overige reacties die gemeenten geven op deze vraag. Vier
gemeenten zeggen dat ze helemaal niet kunnen optreden tegen stookoverlast en wederom vier gemeenten zeggen dat ze alleen kunnen optreden op basis van de
bouwverordening (controleren van bouw van schoorsteen). Een klein aantal gemeenten geeft een andere reactie (zie onderste rijen tabel 7).
Tabel 8 Overige reacties van gemeenten op de vraag hoe ze op treden tegen rookoverlast en het aantal gemeenten die dezelfde reactie hebben gegeven. Overige reacties . Aantal 4 Het is voor de gemeente niet mogelijk om op te treden 4 Alleen optreden op basis van bouwverordening mogelijk 2 Alleen gemeentelijke actie bij herhaalde klachten 2 Bij tussenkomst van gemeente of politie ontstaat vaak burenruzie 2 1
Oorzaak klacht vaak burenruzie Er is nog geen duidelijk beleid
3.1.11 Afwikkeling van de klachten (vr. 10) In tabel 9 staat weergegeven hoe vaak stookklachten worden opgelost. 65% van de gemeenten zegt dat klachten bijna altijd of altijd opgelost worden. 18% zegt daarentegen dat klachten nooit tot bijna nooit worden opgelost. 8% zegt dat ze het niet weten en 6% zegt dat het afhankelijk is van de welwillendheid van de veroorzaker en het verloop van burenoverleg. Tabel 9 De mate van succes van oplossen van stookklachten. Hoe vaak worden klachten opgelost Altijd tot bijna altijd Nooit tot bijna nooit
Aantal 65% 18%
Onbekend
Afhankelijk van welwillendheid veroorzaker en verloop van burenoverleg In 50 °k van de gevallen
8% 6% 3%
In tabel 10 staan de verschillende oplossingen tegen stookoverlast. 14 gemeenten zeggen dat de problemen voorbij waren na aanpassing van het rookkanaal. 14 gemeenten zeiden dat de buren onderling tot een oplossing kwamen, waarvan 9 keer met bemiddeling van de gemeenten. Voor stoken buiten zeggen 4 gemeenten dat ze een proces verbaal lieten opmaken. Drie gemeenten hebben de stoker een
16
stookverbod opgelegd. Het kan echter ook simpeler, want in drie gemeenten lossen de problemen zich vanzelf op, geholpen door de wind. Twee gemeenten zeggen dat
de stoker vrijwillig het stoken staakt en één gemeente noemt de juridische aanpak van een stoker. Tabel 10 Oplossingen voor stookproblemen en het aantal gemeenten die de verschillende oolossinoen noemen.
Hoe is oplossing tot stand gekomen? Aanpassing van het rookkanaal Overleg samen met de buren
Aantal 14 9
Door buren onderling
Proces verbaal (vooral stoken buiten) opmaken
4 3 3 2 1
Stookverbod opleggen
Vanzelf / door de wind Veroorzaker staakt stoken vrijwillig Juridisch aanpakken
Zoals in tabel 11 is weergegeven, is een oplossing helaas niet altijd mogelijk. Vier gemeenten zeggen dat een burenruzie vaak ten grondslag ligt aan de klachten en dat de gemeente dan weinig meer kan doen. Drie gemeenten zeggen dat bij mistig of windstil weer de klachten aanhouden. Twee gemeenten zeggen dat de mogelijkheden tot optreden gering zijn, met uitzondering van controle van de schoorsteen. Andere reacties zijn dat de brandstof niet gecontroleerd kan worden, dat slecht stookgedrag moeilijk te corrigeren valt en dat een barbecue niet te verbieden valt. Tabel 11 Redenen waarom een oplossing niet tot stand is gekomen en het aantal gemeenten die deze redenen noemen. Aantal Waarom is oplossing niet tot stand gekomen? Burenruzie
Bij mistig / windstil weer houden klachten aan Mogelijkheden gemeente naast controleren schoorsteen beperkt De brandstof kan niet gecontroleerd worden Slecht stookgedrag is moeilijk te corrigeren Barbecue is niet verboden, dus moeilijk te verbieden
4 3 2 1 1 1
3.1.12 Toereikendheid wetgeving (vr.11) De gemeenten zijn fifty-fifty verdeeld over de vraag of de wettelijke regelingen rondom stoken streng genoeg zijn om veroorzakers van overlast aan te pakken. 44 gemeenten vinden van wel, 44 vinden van niet. In tabel 12 staan redenen van gemeenten waarom ze de wetgeving streng genoeg vinden. Beschrijvingen van en verwijzingen naar wetgeving staan in de bijlage.
Twaalf gemeenten vinden dat de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) genoeg middelen biedt om stokers aan te pakken. Wat er precies in hun APV's staat, is niet duidelijk, maar het is waarschijnlijk dat ze artikel 7.3.2 van de Modelbouwverordening (MBV) omtrent Hinder in de APV hebben opgenomen (zie bijlage 5.1). Zes gemeenten zeggen specifiek op basis van dit artikel voldoende middelen in handen hebben om stookoverlast aan te pakken. Vijf gemeenten noemen de Wet Milieubeheer als middel. Tien gemeenten zeggen dat de regelgeving voor het stoken buiten voldoende is, omdat het in hun gemeente verboden is, of alleen met een ontheffing is toegestaan.
17
Tabel 12 Redenen waarom de wetgeving streng genoeg is om stookoverlast aan te pakken en het aantal gemeenten die deze redenen noemen. Wetgeving streng genoeg: want APV biedt voldoende handvaten voor buiten, want stookverbod of alleen stoken met ontheffing want art 7.3.2 van Modelbouwverordening biedt voldoende handvaten voor aanpak want de Wet Milieubeheer biedt voldoende handvaten
Aantal 12 10 6 5
In tabel 13 staan redenen waarom gemeenten de wetgeving niet streng genoeg vinden. Twaalf gemeenten vinden de wetgeving vaag, complex of weten niet goed wanneer ze welke regelgeving kunnen toepassen. Negen gemeenten zeggen dat
alleen opgetreden kan worden op basis van het bouwbesluit, wat over het algemeen inhoudt dat alleen gekeken wordt of de schoorsteen aan de wettelijke bouweisen voldoet. Het hinderartikel 7.3.2 uit de MBV vindt men lastig toe te passen: vijf gemeenten zeggen dat hinder een subjectief begrip is, wat uitvoer van beleid er niet makkelijker op maakt. Daarnaast is het verbranden van afval moeilijk te bewijzen (5). Twee gemeenten zeggen dat bewijs lastig te verzamelen is, omdat gemeenten niet over de technische middelen beschikken om rookoverlast objectief vast te stellen. Twee gemeenten zeggen dat slecht stookgedrag moeilijk aan te pakken is, twee andere gemeenten zeggen dat de afstand van de rookafvoer tot de buurwoning niet is meegenomen in de wet. Twee gemeenten noemen vuurkorven als lastig aan te pakken overlastbronnen. Overige reacties zijn dat het moeilijk te controleren is of hout twee jaar heeft gedroogd, dat handhaving tijdrovend is, dat het niet mogelijk is om zomaar een woning van een stoker te betreden en dat handhaving van stoken buiten moeilijk is. Er zou een verbod op stoken moeten komen bij mistig / windstil weer en een verbod op stoken van houtkachels zonder keurmerk. Tabel 13 Redenen waarom de wetgeving niet streng genoeg is om stookoverlast aan te pakken en het aantal gemeenten die deze redenen noemen. Aantal Wetgeving niet steng genoeg, want: . 12 Wetgeving vaag / complex / lastig welke regelgeving waarvoor 9 Open haarden / houtkachels alleen aan te pakken op basis van het bouwbesluit 5 Hinder is een subjectief begrip, lastig bij uitvoeren beleid 5 Moeilijk te bewijzen (afvalverbranding, ed.) 2 Geen technische middelen om rookoverlast vast te stellen 2 Slecht stookgedrag moeilijk aan te pakken 2 Afstand buren niet meegenomen in wetgeving 2 6
Vuurkorven lastig Overig
Vijf gemeenten vinden dat de wetgeving niet echt van toepassing is op stookoverlast, omdat buren zelf de verantwoordelijkheid dragen om problemen onderling op te lossen. Drie gemeenten zeggen dat optreden tegen stookoverlast geen prioriteit vormt binnen hun handhavingsbeleid. Twee gemeenten menen dat niet elke vorm van hinder een overtreding is van regels. Dat is meer dan 10% van de gemeenten met klachten.
3.1.13 Overige opmerkingen (vr.12) Drie gemeenten melden dat stoken buiten alleen is toegestaan voor vreugdevuren en één gemeente zegt alleen ontheffingen te geven voor verbranden van snoeihout. Twee gemeenten wijzen nogmaals op de eigen verantwoordelijkheid van bewoners om stookproblemen onderling op te lossen. Eén gemeente zegt dat er te weinig voorlichting over verantwoord stoken wordt verspreid, een andere zegt dat dit juist wel het geval is. Twee gemeenten noemen nogmaals dat de regelgeving te
ingewikkeld is en twee anderen wijzen wederom op de subjectieve aard van het 18
woord 'hinder' in artikel 7.3.2 van de Modelbouwverordening. Verder wordt genoemd dat vooral hoofdverwarming op hout voor problemen zorgt, dat de meeste problemen ontstaan bij warmte -terugwin installaties in huizen (van de buren, die hinder ondervinden) die actief lucht de woning in zuigen en dat het verstoken materiaal buiten van tevoren gecontroleerd wordt. Tolerantie van bewoners zou vaak bepalend zijn voor het komen tot een oplossing. Vuurkorven zorgen voor veel overlast, daarvoor zou een verkoopverbod moeten komen. De Wet Milieubeheer zou aangepast moeten worden zodat hij meer van toepassing wordt op particulieren, in plaats van alleen op bedrijven. Er zou een landelijk stookverbod moeten komen voor stoken buiten met een ontheffingsregeling voor uitzonderingsgevallen. Het stoken van houtkachels en haarden moet verboden of ontmoedigd worden. Er moet wetgeving komen voor welke materialen verstookt mogen worden en bij welke weersomstandigheden, de milieupolitie moet streng handhaven. Mensen weten vaak niet waar ze moeten klagen, gemeenten leven de APV niet altijd na. Het bestrijden van stookoverlast is per gemeente erg verschillend en is afhankelijk van de regionale
cultuur. Eén gemeente verwijst mensen die een open haard willen bouwen naar een professionele open haard bouwer. Tot slot vindt één gemeente dat stookoverlast het gevolg is van falend sociaal beleid en de invoering van de euro, waardoor mensen op zoek gaan naar goedkopere manieren van verwarming.
3.1.14 Samenvatting gemeenten De respons op deze vragenlijst was 25%. Dat is redelijk bij dit soort enquêtes. Onder de respondenten bevinden zich zowel grote als kleinere gemeenten; ook is het aantal respondenten redelijk evenwichtig over de provincies verdeeld. Ongeveer eenderde van de gemeenten heeft een speciale klachtenlijn en een ruime meerderheid (70%) registreert de klachten. De meeste gemeenten zijn echter niet in staat het exacte aantal klachten op te geven. Op basis van deze enquête bedraagt het aantal klachten per jaar 104 per 100.000 inwoners. De meerderheid van de klachten (70%) betreft het stoken met houtkachels, de overige 30% betreffen stoken buiten, inclusief afval verbranden. De meeste bewoners klagen over stank, in 15% van de gevallen wordt ook gezondheid genoemd Minder dan de helft van de gemeenten (46%) met klachten controleert de schoorsteen. Zo'n 17% van de gemeenten bemiddelt tussen klager en veroorzaker, een gelijk aantal adviseert de bewoners en/ of de veroorzakers, in 12% gaat men ter plekke kijken (wat dat ook mag inhouden), 12% verwijst door en slechts enkele gemeenten doen meer, b.v. stookinstallatie of brandstof controleren, milieudienst inschakelen e.d. Een ruime meerderheid van de gemeenten is van oordeel dat de klachten meestal worden opgelost. Voor zover details werden gegeven werd in de helft van de gevallen de problematiek opgelost door het aanpassen van de schoorsteen en voor de andere helft in onderling overleg, al dan niet met bemiddeling van de gemeente. Ongeveer 50% van de gemeenten vindt de wetgeving toereikend, maar niet duidelijk is, in hoeverre zij ook daadwerkelijk handhaven. De andere 50% vindt de wetgeving ontoereikend, te vaag, te complex. Ruim 10% van de gemeenten vinden het niet hun taak om handhavend op te treden bij stookoverlast.
19
3.2 De GGD'en Het bleek dat een aantal GGD'en bij elkaar hoorden of dezelfde contactpersoon voor deze problemen hadden. Dit betreft de volgende: GGD Noord Kennemerland en GGD West -Friesland GGD Regio llssel-Vecht en GGD Regio Twente GGD Oostelijk Zuid -Limburg en GGD Westelijke Mijnstreek Als we de combinaties als 1 rekenen, komen we uit op totaal 36 in plaats van 39 GGD'en.
3.2.1 Respons Van de 36 GGD'en hebben 16 de vragenlijst teruggestuurd. Drie GGD'en hadden de
vragenlijst weliswaar niet teruggestuurd, maar hebben wel gemaild dat ze geen klachten hebben ontvangen. Dit resultaat is meegenomen in de berekening van het aantal klachten. Alles bij elkaar is het een respons van 53%.
3.2.2 Aantal klachten (vr. 1) 18 GGD'en hebben laten weten hoeveel klachten ze in 2004 hebben ontvangen. 13 van deze GGD'en hebben helemaal geen klachten ontvangen. Het aantal klachten van de andere 5 GGD'en staat in tabel 14. Tezamen hebben de 18 GGD'en 14 klachten ontvangen. De GGD'en hebben in vergelijking met de gemeenten per 10 000 inwoners bijna 50x minder stookklachten ontvangen. Door het geringe aantal klachten zijn de antwoorden op sommige vragen meer onderhevig aan toeval dan het geval was bij de gemeenten. Tabel 14 Aantal stookklachten van de vijf GGD'en die in 2004 klachten ontvingen Aantal klachten GGD Westelijke Mijnstreek / Oostelijk Zuid -Limburg Midden -Nederland Noordwest -Veluwe
Zuidhollandse Eilanden
.
Eemland Totaal
5 4 3 1 1 14
3.2.3 Trend in aantal klachten (vr. 2) 4 GGD'en melden dat het aantal klachten is afgenomen vergeleken met vorige jaren, 1 GGD zegt dat het aantal is toegenomen. 6 GGD'en zeggen dat het aantal klachten gelijk is gebleven. 3.2.4 Overlastbronnen (vr. 3) Van de 14 klachten was de overlastbron in 6 gevallen een open haard en in 8
gevallen een houtkachel. Opvallend is dat er niet geklaagd is over stoken buiten.
3.2.5 Aspecten van het stoken die de overlast veroorzaken (vr. 4) De GGD'en noemen dat stoken bij mistig / windstil weer, slechte schoorsteen, slechte brandstof en slecht stookgedrag allemaal in ongeveer gelijke mate bijdragen aan stookoverlast. Eén GGD noemt burenruzie als oorzaak en een andere GGD zegt dat een overlastveroorzaker ondanks een stookverbod buiten seizoen of NO wind (opgelegd na een civiele procedure) dit verbod aan zijn laars lapt.
20
3.2.6 Aard van klachten (vr. 5) In tabel 15 staan de gezondheidsklachten (incl. stank) die de GGD'en hebben ontvangen als gevolg van rookoverlast. Het blijkt dat vooral mensen met astma of longaandoeningen de meeste klachten indienen bij de GGD'en. Tabel 15 Gezondheidsklachten die mensen als gevolg van stoken ondervinden en het aantal keren dat GGD'en deze klachten noemen. Klacht
Astma / ademhaling / hoesten Stank Hoofdpijn
Vermoeidheid Oog irritatie Stress
Schimmel in huis door niet meer durven ventileren
Aantal 8 4 3 2 2 1 1
3.2.7 Trend in aard van klachten (vr. 6) De GGD'en hebben er, mede vanwege het lage aantal klachten weinig zicht op of bepaalde gezondheidsklachten toe- of afnemen.
3.2.8 Advies / actie van GGD als reactie op stookklachten (vr. 7) De verschillende vormen van advies en actie van de GGD'en staan in tabel 16. Over het algemeen beperken GGD'en zich tot het geven van informatie of verwijzen ze de klager door. Dit is in 17 van de 23 genoemde reacties het geval. Zes GGD'en geven informatie over stoken, waarvan in 4 gevallen een folder van VROM. Indien de
GGD'en wel actie ondernemen, dan is het in de vorm van overleg met de gemeente (4x), het bemiddelen tussen buren (2x) of het inschakelen van een wijkagent (1x). Tabel 16 De gegeven adviezen en ondernomen acties van GGD'en als reactie op stookklachten en het aantal GGD'en die dit advies geeft / deze actie onderneemt. Advies / actie Informatie over stoken Overleggen met gemeente Advies on te praten met buren Verwijzen naar gemeente Bouw- en Woningtoezicht Bemiddelen tussen de buren Doorverwijzen Rechtshulpwinkel Wijzen op mogelijkheden van APV Informatie geven over gezondheid, soms ook aan veroorzaker Verwijzen naar Vereniging Haard en Rookkanaal Advies om naar huisarts te gaan Inschakelen wijkagent
. Aantal 6 4 3 2 . 2 1 1 1 1 1 1
3.2.9 Afwikkeling van de klachten (vr. 9) In tabel 17 staat hoe vaak GGD'en zeggen dat klachten worden opgelost. Over het algemeen zeggen GGD'en dat problemen niet of meestal niet opgelost worden (5x). Eén GGD zegt dat klachten altijd opgelost worden, één zegt dat dit in de helft van de gevallen is gebeurd. Drie GGD'en weten niet of de klachten zijn opgelost. Tabel 17 Mate waarin de stookklachten voinens GGD'en zijn ooaelost. Klachten opgelost? Niet / meestal niet Altijd
Aantal 5 1
21
1
Helft van de gevallen Onbekend
3
Als redenen voor het uitblijven van een oplossing noemen de GGD'en dat de buren vaak ruzie met elkaar hebben. Een oplossing is eigenlijk alleen maar mogelijk als de
buren tot een overeenkomst komen. Eén keer is een klacht opgelost door verhoging van de schoorsteen.
3.2.11 Toereikendheid wetgeving (vr.10) In totaal gaven 13 GGD'en duidelijk antwoord op de vraag of de wettelijke regelingen rondom stoken streng genoeg zijn om veroorzakers van overlast aan te pakken. Hiervan zeiden 11 dat dit niet het geval is. De twee anderen waren onbekend met de regelgeving. Geen enkele GGD zei dat de wettelijke regelingen streng genoeg zijn. De volgende alinea is een overzicht van de verschillende redenen waarom de huidige wetgeving / gemeentecultuur ontoereikend is om rookoverlast aan te pakken. De huidige regelgeving is onduidelijk, omdat het begrip 'hinder' erg subjectief is. Meestal is geurhinder minder belangrijk dan het recht om te stoken. Over het algemeen hangt het van de APV of de gemeenten optreden, maar zelfs als de APV optreden toestaat, doen gemeenten vaak niets. Ook nemen ze liever niet teveel op in de APV, omdat de tijd voor handhaving ontbreekt. Vaak is voor gemeenten het wettelijke kader en de bevoegdheid om op te treden bovendien niet duidelijk. Huidige wetgeving houdt geen rekening met de afstand van de afvoer van een rookkanaal tot aan de ventilatieopening van de buren en wetgeving beperkt zich tot het perceel van de schoorsteen. Ook houdt de wet geen rekening met de ernst van gezondheidsklachten als gevolg van rookoverlast. Er zou een algemeen verbod op haarden moeten komen, want ze zijn niet energie-efficiënt en slecht voor binnenmilieu. In nieuwbouwwoningen zouden geen schoorstenen meer ingebouwd moeten worden. De snelste en meest toegankelijke oplossing is als buren het onderling eens kunnen worden.
3.2.12 Overige opmerkingen (vr.11) Eén GGD wijst erop dat huizen steeds vaker voorzien zijn van een mechanisch ventilatie die actief lucht de woning inzuigt. Indien op korte afstand van de ventilator rook wordt afgevoerd, wordt extra veel rook de woning ingezogen. Een andere GGD zegt dat het aanpakken van open haarden een hogere prioriteit heeft dan barbecue's. In de wet zou moeten opgenomen worden dat: alleen schoon hout wordt verstookt, niet gestookt mag worden bij mist, alleen houtkachels met een kleinere capaciteit toegestaan zijn en dat kachels niet automatisch ingebouwd moeten worden in nieuwbouwwoningen.
3.2.13 Samenvatting GGD -en Resumerend kunnen wij stellen dat: Slechts een fractie van de klachten de GGD -en bereikt
De gezondheidsaspecten van de klachten bij de GGD -en veel zorgvuildiger geregistreerd worden Deskundigheid bij de GGD -en groter lijkt dan bij de gemeenten Het optreden van de GGD zich doorgaans beperkt tot het verstrekken van informatie aan en doorverwijzen van de klager Het oordeel van de GGD -en over de daadkracht van de gemeenten niet onverdeeld positief is. Een grote meerderheid de regelgeving ontoereikend vindt
22
4 Interview Trinette Janssen, Milieudefensie Groningen Trinette Janssen is contactpersoon voor rookklachten bij Milieudefensie Groningen. Naast haar ruime ervaring in de gemeentepolitiek heeft ze een groot aantal mensen die hinder ondervonden van rookoverlast geholpen hun juridisch gelijk te krijgen. Ook is ze medeverantwoordelijk voor het doorvoeren van een keurmerk voor houtkachels. Haar kijk op de problematiek vormt een heldere bijdrage aan dit onderzoek.
Hoeveel klachten ontvangt u per jaar omtrent rookoverlast? Ik ontvang 12 tot 20 klachten per jaar. Dit gaat meestal om een structureel stookprobleem. Mensen klagen niet over eenmalige stookoverlast. Wat voor klachten ontvangt u? Bij de meeste klachten is de oorzaak een houtkachel of open haard. Bij houtkachels gaat het meestal om kachels zonder typekeurmerk. Om het typekeurmerk door te voeren, heb ik een felle strijd moeten leveren. Wellicht gaat het typekeurmerk weer verloren, omdat het in strijd is met Europese Regelgeving omtrent vrije markt. Klagers zijn vaak bang, omdat de mensen die de stookoverlast veroorzaken de klagers vaak intimideren. Veel mensen durven daarom überhaupt niet te klagen.
Wat doet de gemeente als reactie op klachten? Veel gemeentes doen niets. Ze hebben geen klachtenlijn en geen klachtenregistratie. Zelfs de bouwverordening controleren ze niet altijd even goed. Bellen met klachten heeft daarom vaak geen zin. Ook GGD'en doen weinig. Deze worden betaald door de gemeente. Daarom voeren de GGD'en een beleid naar de pijpen van de gemeente.
Ze kunnen niet vrij zeggen wat ze willen. En de gemeente doet liever niets tegen rookoverlast, omdat het probleem vaak niet serieus genomen wordt en omdat handhaving extra werk is.
En als mensen een rechtszaak willen aanspannen? Voor een rechtszaak bij de Raad van State heb je een ambtenarenrapport nodig. Klagers kunnen meestal hun recht halen bij de Raad van State, mits ze beschikken over een goede advocaat en het spel goed spelen.
Hoe kan de situatie zo verbeterd worden dat bewoners meer kunnen doen tegen stokers die overlast veroorzaken? 1. Er moet meer goede voorlichting komen. Vooral eerlijkheid en meer aandacht voor lange termijn effecten zijn belangrijk. VROM heeft het handboek sfeerstoken uitgebracht. Hierin staat goede informatie. Alleen is deze vaak niet in te zien op gemeentehuizen. Meestal ontbreekt een exemplaar. Indien gemeentes zelf informatie aanbieden, dan is deze vaak verouderd of oude
gegevens die snel in een nieuw jasje gestoken zijn. Gemeentes moeten meer de informatie van RIVM, TNO en VROM raadplegen en toepassen in het beleid en de informatievoorziening. 2. De gemeente moet vaker woningen betreden van stokers die overlast
veroorzaken. Dan kunnen zij de kachel inspecteren en kijken of deze een typekeurmerk heeft. Dit mag op grond van de Woningwet. Indien de kachel geen keurmerk heeft, dient de gemeente deze te laten onderzoeken door TNO
23
op uitstoot. Als een kachel teveel uitstoot veroorzaakt, dient de eigenaar maatregelen te treffen.
3. Gemeente moet meer verstand van zaken hebben. Ze zijn slecht op de
hoogte van de problematiek en nemen klachten vaak niet serieus.
Een overkoepelend probleem is dat de klachtenbereidheid in Nederland erg laag is. Het wantrouwen jegens de overheid is groot. Het idee heerst dat de overheid vaak toch niets doet en in het geval van stookoverlast is dit idee terecht. Trinette Janssen heeft enkele verhalen van mensen, die bij haar aanklopten ter beschikking gesteld. Zij staan verspreid in dit rapport in kaders.
24
5 Gezondheidsklachten bij het Meldpuntennetwerk
Het Meldpunten Netwerk Gezondheid en Milieu (MNGM) registreert gezondheidsklachten, die een relatie hebben met het milieu. Tot voor kort registreerden zij alleen gezondheidsklachten, niet overlast als zodanig of ongerustheid. Eind 2005 zijn zij op een nieuw systeem overgestapt, waarbij ook vragen en klachten over hinder worden geregistreerd. Ten behoeve van dit onderzoek heeft het MNGM ons inzage gegeven in 153 sinds 1994 geregistreerde gezondheidsklachten over stookoverlast. Het overgrote deel daarvan (151) betrof kachels en open haarden, ruim twee keer zoveel over kachels als over open haarden, hoewel ze soms beide genoemd worden. In sommige gevallen is er sprake van specifieke omstandigheden: de inlaat van de heteluchtverwarming, of de inlaat van de mechanische ventilatie bevindt zich vlakbij de schoorsteen, of het huis bovenaan de dijk krijgt de rook van het huis beneden aan de dijk. Vaak is het een van de naaste buren, maar regelmatig gaat het over de hele buurt, of over een kachel waar meerdere bewoners van de straat last hebben. Naast stank wordt soms melding gemaakt van roetoverlast: de was kan niet buiten hangen of de vloerbedekking ziet zwart van het roet. Eén meldster kan een gedeelte van haar huis niet gebruiken. Soms merken de klagers op, dat de rook grijs, blauw of zwart is, soms vermoeden zij alleen maar dat er nat hout of afval gestookt wordt. In 19% van de gevallen zeggen zij te weten dat de stoker foute brandstoffen gebruikt. Daarbij gaat het om geverfd of geïmpregneerd hout, spoorbielzen, afval, strobalen, zelfs bankstellen en steigers worden genoemd. Verreweg het grootste deel van de gezondheidsklachten (75%) betreft de luchtwegen, al dan niet met benauwdheid. Ongeveer eenderde van de melders heeft astma, COPD of hooikoorts. Hun klachten verergeren door de rookoverlast. Een aantal van hen heeft ook last van barbecues, vuurkorven en terrashaarden. Hoofdpijn, stress en slaapproblemen, en irritatie aan de ogen komen ook vrij vaak voor. Enkelen melden ernstige ziekten, zoals hart- en vaatziekten, kanker en reuma. Vaak wordt er geklaagd over instanties (meestal de gemeente), die niets doen, of de stoker die ongevoelig voor de problemen van de buren rustig door blijft stoken. Niet zelden zegt men alle ramen en deuren potdicht te moeten houden wegens stank en roetoverlast, wat ook weer problemen met zich meebrengt. In één geval gaan de vogels dood. Enkelen maakten melding van blijvende gezondheidsschade door het wonen naast mensen die geverfd en geïmpregneerd hout stookten.
25
Tranende ogen en een gevoel van verstikking Mevr. S ontdekte voor het eerst bij vrienden, dat haar ogen bijzonder gevoelig waren voor rook, van zowel sigaretten als barbecues en open haarden. In haar omgeving was daar tot voor enkele jaren nog geen sprake van. De toestand in haar woning werd voor het eerst penibel, toen een stel kamerbewoners een houtkachel op straat hadden geplaatst en daarop voedsel roosterden. dat was zomer 2003. Er ontstond een gevoel van verstikking. De politie werd gebeld; ook door andere omwonenden. Deze
maakte een eind aan het stoken. Ook op de volkstuinen, Tuinwijck, waar mevr. S sinds 1993 een volkstuintje heeft, verschenen, sinds 2004, vuurkorven en, in de huisjes, houtkachels. Mevr. S kan tot 16.00 uur haar tuintje bezoeken; daarna gaan de vuren branden en moet ze zich terugtrekken. Eén houtkachelbezitter heeft zijn schoorsteen zodanig verhoogd, dat de overlast voor mevr. S uit deze bron, is verdwenen. Deze kachelbezitter belde met de milieudienst om nadere inlichtingen; hij werd echter doorverwezen naar
Milieudefensie. Tot zijn ontstemming. De woning van mevr. S ligt in een straat die parallel loopt aan een straat woningen met één verdieping. Sinds enkele jaren is het houtkachelgebruik in deze straat enorm toegenomen. De rook trekt naar de hogere woningen in de parallelstraat en blijft daar hangen. Het gevolg is dat mevr. S de noordkant van haar woning niet meer kan gebruiken. Elk moment kan er een kachel worden aangestoken, waardoor haar woning zich vult met rook. Gevoelens van verstikking treden op. Pijnlijke ogen. De klachten houden enkele dagen aan. Als er aanhoudend wordt gestookt, wijken de klachten niet meer. Ook bij mist wordt er gestookt. Mevr. S was bezig met het maken van afspraken over stookgedrag voor de volkstuinbezitters. Het overleg liep nog met het oog op de nieuwe reglementen, toen het bestuur dit doorkruiste met een decreet dat vuurkorven waren verboden, maar barbecues en houtkachels waren toegestaan. De toestand bij het woonhuis werd aangepakt door mevr. S met een rondvraag langs de woningen van
de twee straten: de straat van mevr. S ondervond last, voorzover het de noordkant van de straat en de woningen betreft. De houtkachelbezitters openden hun deuren niet. Er kwam, als grootste vervuiler een woning uit de bus, waar geverfd hout wordt gestookt. De hele dag tot diep in de avond. De omgeving ondervindt grote overlast. Ook het gebouw van de GGZ, waar niet meer gelucht kan worden. Niemand durfde echter zijn/haar naam op de klachtenlijst van mevr. S te plaatsen, daar de stoker een psychiatrische patient is.
Ondertussen verergeren de klachten van mevr. S. Ze heeft een beroep gedaan op de GGD -Groningen. Ze werd te woord gestaan door mevr. R. Kuilder. Deze deelde haar mee, dat de GGD op geen enkele wijze op haar klacht zou ingaan. Ook niet zou waarschuwen of anderzins gewag maken van de penibele toestand waarin mevr. S zich bevindt vanwege de rookoverlast. Ook zal de GGD de politiek niet waarschuwen voor de gevaren van de luchtvervuiling veroorzaakt door een houtkachel gestookt met geverfd hout. Mevr. S heeft in 2004 Milieudefensie benaderd. Ze is voorzien van foldermateriaal. Hierdoor is ze op de hoogte van de gifstoffen die vrijkomen bij de verbranding van hout. Ook de daarin vermelde wetgeving heeft ze zich eigen gemaakt. Ze heeft de Milieudienst hiermee geconfronteerd. Een kopie van het antwoord van de een medewerker van de milieudienst is in het bezit van Milieudefensie. Hierin beweert een zekere H.P. Bakker, dat: "In uw mailbericht van 2 juli j.l. stelt u de vraag of er bij zomerhuisjes vuurkorven mogen worden gebruikt. U wijst op brandgevaar en op gevaar voor de gezondheid. Als reactie op uw vraag moeten we
inderdaad stellen dat het gebruik van vuurkorven is toegestaan. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat het effect daarvan op de gezondheid in normale omstandigheden verwaarloosbaar klein
is. Dat neemt niet weg dat het gebruik van vuurkorven, open haarden e.d hinder kan veroorzaken." Milieudefensie heeft van dezelfde heer Bakker een schrijven in bezit, waarin ingegaan wordt op de vraag van MD, welke wetenschappelijke studie is gebruikt voor de inzichten op dit gebied van de gemeente Groningen. Het bleek een studie te zijn van een mevr. Van der Made, gezondheidswetenschapper, uit 1994. Toen waren er nog geen vuurkorven. MD is o.a. in het bezit van een VROM studie uit 2000, waarin de emissies van houtkachels staan beschreven. Dit materiaal is toegezonden aan de Milieudienst. Trouwens, er is in de gemeente Groningen een APV die het gebruik van vuurkorven verbiedt.
Trinette Janssen
26
6. Regelgeving APV bepalingen In Bijlage 1 staan de belangrijkste wetten en regels genoemd. Zoals eerder gezegd, is de APV de belangrijkste juridische basis op grond waarvan klachten kunnen worden aangepakt. Ten aanzien Modelbouwverordening artikel 7.3.2; Hinder van stookoverlast is het belangrijkste instrument Door de meeste gemeenten is dit artikel overgenomen Artikel 7.3.2 uit de in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Dit Modelbouwverordening van de artikel luidt: VNG. De meeste gemeenten hebben dit artikel in hun APV opgenomen. Dit is een algemene bepaling tegen het veroorzaken van hinder of
schade. Bij het handhaven van deze bepaling moet de gemeente wel criteria hebben, op grond waarvan zij kan besluiten of er van hinder of schade sprake is. Sommige gemeenten hebben nadere bepalingen over stookoverlast in hun APV opgenomen.
De gemeente, of de rechter, kan kijken naar de technische kwalificaties van kachels (Kwaliteitskeur), de aard van de brandstof en de weersomstandigheden, ook als de gemeente hierover geen extra bepalingen in de APV
Het is verboden in, op, of aan een bouwwerk, of op een open erf of terrein, voorwerpen of stoffen te plaatsen, te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten, of werktuigen te gebruiken, waardoor: a overlast wordt of kan worden veroorzaakt voor de gebruikers van het bouwwerk, het open erf of terrein; b op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze stank, rook, roet, walm, stof of vocht wordt verspreid of overlast wordt veroorzaakt door: geluid en trilling, elektrische trilling daaronder begrepen, of door schadelijk of hinderlijk gedierte, dan wel door verontreiniging van het bouwwerk, open erf of terrein; c brand of ander gevaar wordt veroorzaakt; d het gebruik van vluchtmogelijkheden wordt belemmerd. Niet van toepassing is het vorenstaande indien en voor zover het betreft nadelige gevolgen voor het milieu waarop de Wet milieubeheer of enige in deze wet genoemde milieuwet van toepassing is.
heeft opgenomen.In 1997 is bij wet vastgesteld, dat nieuwe kachels moeten voldoen aan keuringseisen met betrekking tot de uitstoot van koolmonoxide. Voldoet een kachel aan die eisen, dan is daarmee ook de uitstoot van fijn stof en PAK (bijvoorbeeld Benz-a-pyreen) beperkt (Bovenkerk en Peeters,1999. Volgens informatie op de website van VROM is deze wet echter in strijd met de EU-regels. Hij
gold trouwens toch niet voor open haarden en voor bestaande kachels. Niettemin is het bezit van een keurmerk een criterium, waarop de gemeente mede kan beoordelen of overlast aannemelijk is. Datzelfde geldt voor de aanbevelingen in het Handboek Sfeerverwarming van VROM.
Wetten Als de gemeente artikel 7.3.2 van het Bouwbesluit niet in de APV heeft opgenomen, dan geldt wel de zorgplicht in de Wet Milieubeheer. De juridische mogelijkheden
daarvan zijn beperkter dan wanneer de APV wel het bovengenoemde artikel bevat, omdat het overtreden van de zorgplicht geen strafbaar feit is. In het Bouwbesluit staan technische richtlijnen, waaraan de woning moet voldoen. Daar kan op getoetst worden. Ook de woningwet bevat bepalingen, op grond waarvan de gemeente actie kan ondernemen.
27
De Wet inzake de Luchtverontreiniging geeft de Commissaris der Koningin de
bevoegdheid om in te grijpen als er sprake is van risico's voor de volksgezondheid of
ontoelaatbare hinder. Tot slot bevat het Besluit Luchtkwaliteit kwaliteitsnormen voor de buitenlucht voor een aantal stoffen, die door houtkachels uitgestoten worden.
Particulier kansloos bij Raad van State
Milieudefensie kreeg voor het eerst lucht van deze kwestie doordat een griffier van de Assense rechtbank het dossier overhandigde van de terechtzitting bij de Arrondissementsrechtbank te Assen, in 1997. De zaak was gunstig voor de heer S verlopen. Hij was door de rechtbank in het gelijk gesteld. Door een kennis kreeg de heer S het telefoonnummer van MD. Hierdoor kreeg MD het hele
verhaal te horen. Dit was medio 2005.
De heer S had last van het stookgedrag van een medebewoner in zijn straat in Emmen. Nadat overleg niet of onvoldoende soelaas had geboden, richtte de heer S. zich tot hun beider woningcorporatie. In een brief van 1993 deelt deze corporatie aan de heer S. mee, dat er, naar de mening van de corporatie, van aantasting van het woongenot door de rookoverlast geen sprake is. Ook kan de woningcorporatie daar niet voor verantwoordelijk worden gesteld. (De heer S. was tot die mening gekomen, daar een woningcorporatie in Meppel hun huurders had verboden een allesbrander aan te leggen. Milieudefensie is nog in het bezit van een artikel in het toenmalige Nieuwsblad van het Noorden over deze zaak). De corporatie Inter Pares uit Emmen neemt dit verbod niet over. De stoker had de heer S. aangeboden zijn stookgedrag aan te passen, maar "de heer S. had daaraan niet willen meewerken". De stoker stookt "schoon hout" en ontziet daarmee het milieu. De installatie voldoet aan alle voorschriften", aldus Inter Pares. De heer S. richt zich tot de gemeente Emmen, met het verzoek artikel 7.3.2 van de (Model)bouwverordening toe te passen en bestuurlijke dwang te hanteren. De gemeente weigert dat. Volgt een bezwaarschrift aan de gemeente. Hierop volgt de hoorzitting bij de Commissie Rechtsbescherming. Deze is van mening dat er niet voldoende onderzoek is gepleegd door de gemeente om tot een juist oordeel te komen. De commissie raadt aan een milieu-inspecteur een onderzoek te laten doen en daarvan rapportage te maken. Aan de hand hiervan moet komen vast te staan of de klacht terecht is en er inderdaad sprake is van overlast in de zin van art. 7.3.2. Twee ambtenaren van de milieupolitie worden aangewezen als deskundigen. Ze brengen 5 maal een bezoek
aan de plaats; ze constateren alleen een houtlucht. (De woningen worden niet betreden.) Er is dus niets aan de hand, volgens deze deskundigen. Het schrijven van de commissie is van 15.3.95. Het bezwaar wordt afgewezen. Hierna volgt beroep bij de Arrondissementsrechtbank te Assen. Eiser stelt dat hij zijn slaapkamerraam niet meer kan openen; een voorzetraam heeft moeten installeren en een luchtreiniger heeft aangebracht. Hij vreest nadelige effecten voor zijn gezondheid. De rechtbank is van oordeel dat de gemeente op grond van het summiere onderzoek niet tot een betrouwbaar oordeel is kunnen komen.
De eiser wordt in het gelijk gesteld. 18 april 1997. Hierna gaat de gemeente Emmen in beroep bij de Raad van State. De heer S voert zelf zijn eigen verdediging. Er zijn geen nadere onderzoeken gedaan naar de rookoverlast. Het enige onderzoek dat voorhanden is, is hetzelfde onderzoek van de milieupolitie van Emmen. De voorzitter van de Raad van State is van oordeel, dat dit onderzoek voldoende is om tot een voldoende inzicht van de situatie te komen. De gemeente Emmen wordt in het gelijk gesteld.
Commentaar Milieudefensie: dit is de typerende gang van zaken bij de Raad van State. Alleen met een voor klager gunstig ambtenarenonderzoek, bestaat er kans op succes bij de RyS. Aangezien de gemeente haar medewerking aan een dergelijk onderzoek moet verlenen en dat in de meeste gevallen
wordt verricht op de hier beschreven wijze, is het bijna onmogelijk bij RvS in het gelijk te worden gesteld voor particulieren. Zelfs een zelfgefinancierd onderzoek door klager leidt niet tot succes, indien er ook nog een ambtenarenstuk voorligt. Een eerlijk GGD verslag zou voldoende zijn. Ondergetekende heeft nog nooit een GGD-medewerker ontmoet die dat volstrekt eerlijk wil doen. In het geval )oo( (Gronings dorp) heeft MD een redelijk document van de GGD gekregen ("Ik zal niet liegen", aldus de medewerker van een GGD).
Namens Milieudfensie, Trinette Janssen
Van bijzonder belang in dit verband is een recente uitspraak van de Raad van State inzake een geval in Nuth (Limburg), waar de schoorsteen voldeed aan het Bouwbesluit en ook de kachel in kwestie een TNO keurmerk had (Raad van State, zaaknummer 200305677/1, uitspraak 6 mei 2004). Op
28
basis van modelberekeningen door een ingenieursbureau deed zich hier een situatie voor, waarin de grenswaarden voor fijn stof (Pm10), NOx, koolmonoxide en PAKs nabij de woning van de klager werden overschreden.De rechter oordeelde dat de wettelijke grenswaarden wel degelijk maatgevend zijn voor de vraag of er sprake is van hinder. Bovendien is de door (in dit geval twee ingenieursbureau's) toegepaste modelbenadering een algemeen geaccepteerde manier om vast te stellen of er sprake is van overschrijding van de milieunormen. Gemeenten kunnen dus niet volstaan met een inspectie van het rookkanaal. Ook betekent het hebben van een kachel met keurmerk niet, dat er niet van overlast sprake kan zijn.
29
7
Discussie en aanbevelingen
7.1 Omvang van het probleem Door de oorlog in Irak en orkanen in Noord en Midden Amerika zijn de brandstofprijzen veel sterker gestegen dan in 2002 te voorzien was, waardoor, zoals ook al uit krantenberichten blijkt, de populariteit van hout als brandstof toeneemt. Hieruit kunnen we concluderen, dat er in de nabije toekomst meer problemen te verwachten zijn. Op basis van door de gemeenten genoemde getallen is hier het aantal bij de gemeente ingediende klachten geschat op 104 per 100.000 inwoners. Bij een gemiddelde huishoudengrootte van 2,3 personen gaat het dan om 0,021% van de bevolking. Deze cijfers zijn met de nodige onzekerheden omgeven, omdat niet geheel duidelijk is, hoe gemeenten registreren en omdat zij klachten over stookoverlast meestal niet precies kunnen terugvinden. Mede omdat er ook een aantal andere instanties waar men kan klagen (Bouw en Woningtoezicht, de provinciale milieuklachtenlijn, brandweer en politie). De klachtenfrequentie is op zijn best een indicatie voor het aantal gevallen van zeer ernstige overlast. Trinette Janssen zegt dat de bereidheid om te klagen in Nederland laag is, mensen klagen
pas als ze echt veel last hebben. Volgens in het Handboek Sfeerverwarming aangehaald onderzoek van CBS uit 1999 geeft 10% van de bevolking aan bij tijd en wijle overlast te ondervinden van kachels of haarden. Onderzoek van TNO uit hetzelfde jaar, eveneens aangehaald in het Handboek Sfeerverwarming komt uit op een percentage ernstig gehinderden van 4% (VROM, 2000). Op basis van deze
gegevens dient slechts 2% van de personen met overlast, resp 5% van de mensen met ernstige overlast een klacht in bij de gemeente. Een belangrijk punt is ook, dat stookoverlast een puntbron is, die hinderlijk tot zeer hinderlijk kan zijn voor de onmiddellijke omgeving, met aanzienlijke overschrijdingen van de wettelijke grenswaarden voor een aantal zeer giftige contaminanten. Als één persoon klaagt, hebben waarschijnlijk alle leden van diens huishouden hinder, mogelijk de buren ook. Omdat het stoken van houtkachels of open haarden geaccepteerde maatschappelijke praktijk is, zal men niet zo gauw gaan klagen. Omgekeerd wekt het feit dat slechts één of twee huishoudens klagen bij het bevoegd gezag wellicht de indruk dat het om een verwaarloosbaar probleem gaat. De door een aantal gemeentes gebezigde term "burenruzies" geeft een aardige indruk van het belang dat deze gemeenten hechten aan stookoverlast.
7.2
Aard van het probleem
Stookoverlast heeft drie aspecten: 1)milieu, 2) gezondheid en 3) rechtspositie van de klagers. Wat betreft het milieu kunnen wij het volgende opmerken: Het stoken van vaste brandstoffen door particulieren draagt aanzienlijk bij aan de landelijke emissies naar de lucht, maar het ingezette traject om de milieulast terug te dringen is niet bijzonder effectief.
Wat betreft het gezondheidsaspect laten oude berekeningen zien, dat 10% houtkachels of haarden in een woonwijk al tot overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen kunnen leiden (Den Tonkelaar 1984). Er zijn geen doorslaggevende redenen om aan te nemen, dat deze getallen dramatisch verbeterd zijn en gezien het feit dat 20% van de huishoudens een houtkachel of open haard heeft is te verwachten dat er veel wijken zullen zijn, waar het stoken van vaste brandstoffen tot een ongezonde atmosfeer leidt. De stokers zelf lopen ook risico, vooral bij open haarden, slechte ventilatie en niet goed trekkende schoorsteen.
31
Blijkens dit onderzoek is de rechtspositie van de klagers erg zwak. Zowel gemeenten en GGD -en vinden dat de wetgeving tekort schiet. Afgezien daarvan is het optreden van het bevoegd gezag te wensen over.
7.3
Optreden van het bevoegd gezag
De gemeenten doen aanmerkelijk minder dan zij kunnen bij het bestrijden van rookoverlast. Dat heeft deels te maken met een laag niveau van regelgeving, maar voor een belangrijk deel ook met mentaliteit: klachten worden bagatelliserend bestempeld als 'burenruzies'. Trinette Janssen vermoedt dat de bereidheid tot klagen ook laag is, omdat er veel wantrouwen tegenover de overheid bestaat: men gelooft niet dat de overheid iets voor hen doet. In hoeverre is dit wantrouwen terecht? Blijkens de enquête doen GGD'en niet veel meer dan informatie verstrekken en verwijzen naar de gemeente. Gemeenten blijken, althans in de helft van de gevallen, de schoorsteen van de
veroorzaker wel te toetsen aan het bouwbesluit en de stoker te verplichten de
schoorsteen aan te passen indien deze niet voldoet. Maar als dit de overlast niet
wegneemt, doet de gemeente over het algemeen weinig meer voor de klager. Zelden kijkt men naar de kwaliteit van de stookinstallatie. Het verbranden van nat hout of anderszins ongeschikte brandstof is evenmin een punt, waarop de gemeente in actie komt. Omdat goed brandhout duur is, is de kans op dit soort schadelijk stookgedrag hoog. Toch is het moeilijk voor de gemeente om hierop actie te nemen, zelfs als de APV hier bepalingen over bevat, want men mag niet zonder toestemming van de
bewoner het huis betreden om de houtvoorraad te controleren. Stoken bij mist of windstil weer biedt meer aanknopingspunten voor handhaving, omdat men aan de schoorsteen kan zien of de bewoner stookt. Waarom kijken gemeenten alleen naar de schoorsteen en bijna nooit naar de stookinstallatie, het te verstoken materiaal of naar weersomstandigheden waardoor overlast ontstaat? Een reden kan zijn, dat de gemeenten deze taak delegeren aan Bouw en Woningtoezicht, die meer houvast hebben aan bouwkundige gegevens, dan
aan gedragsaspecten, of de kwaliteit van de kachel. Voor een deel ligt het ook aan de plaatselijke cultuur. In de Nederlandse samenleving heerst het idee dat het recht om te stoken zwaarder telt dan het recht om niet gehinderd te worden, in dit geval door rook. Dat kan een reden zijn dat gemeenten geen extra regels tegen stookoverlast in hun Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opnemen. Een andere reden is dat gemeenten zichzelf dan tot handhaving verplichten. En handhaving kost tijd en is daarom onaantrekkelijk. Een deel, zoals eerder genoemd, vindt dat het meer de verantwoordelijkheid van de burger dan van de gemeente is om stookoverlast op te lossen.
Voor het stoken buiten geldt eveneens dat de gemeenten maar gedeeltelijk handhaven. Aan de ene kant is vuurtje stoken zonder ontheffing verboden, aan de andere kant zijn de huiselijke vuurkorf, terrashaard en barbecue vaak wel toegestaan, terwijl deze juist rookoverlast kunnen veroorzaken. Bovendien blijkt dat een aantal gemeenten vinden dat buren stookproblemen maar onderling moeten oplossen en dat gemeenten weinig kunnen of zelfs hoeven doen. Een groot deel van gemeenten zegt dat onderlinge afspraken tussen buren vaak leiden tot een oplossing Soms is een aanpassing aan de schoorsteen voldoende.
Gevallen van ernstige stookoverlast kunnen daarom lang blijven bestaan, vooral door
houtkachels, waar burenoverleg of aanpassing van schoorsteen niet mogelijk of tevergeefs is. Het juridisch aanvechten van rookoverlast is dan nog de enige
oplossing. Dit blijkt in de praktijk lastig, kostbaar en tijdrovend. Trinette Janssen heeft de ervaring dat het alleen mogelijk is om gelijk te halen bij de Raad van State
32
en met behulp van een terzake kundige advocaat. Zelfs dan is volgens haar de positie van de klager zwak (zie ook kader op pagina 28 van dit rapport). Onze conclusie is, dat gemeenten de neiging hebben om problemen te bagatelliseren
en buiten de controle van de schoorsteen nauwelijks optreden tegen stookoverlast.
7.4
Is de wetgeving toereikend?
Een aantal gemeenten geeft aan, dat de wetgeving vaag is, hinder subjectief' en dat de capaciteit ontbreekt om metingen te doen. Gemeenten zijn zelf fifty-fifty verdeeld over de vraag of de wet genoeg handvaten biedt om overlast aan te pakken. De helft van de gemeenten is dus zelf ook niet tevreden met de huidige wetgeving. Aan de andere kant nemen ze ondanks dit ongenoegen geen extra regels op in de APV. De mening van de GGD'en is nog veel uitgesprokener. Ze vinden eensgezind dat een valide wettelijk kader ontbreekt. Als mogelijke wetgeving noemen gemeenten en GGD'en:
Verbieden van open haarden, houtkachels, barbecues en vuurkorven Verbieden van houtkachels zonder keurmerk Verbieden van schoorsteeninbouw bij nieuwbouwwoningen Uitbreiden van de Wet Milieubeheer naar particulieren Regels om stoken onaantrekkelijk te maken Stoken verbieden bij mistig of windstil weer Regels voor rookafvoer die gelden over de grenzen van het eigen perceel en rekening houden met de afstand tot de buren 8. Regels die controle op brandstof en stookinstallaties mogelijk maken 9. En in het algemeen: Regels die meer rekening houden met hinder en gezondheidsklachten en minder met het stookrecht, duidelijke regels en 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
landelijke regels
Wat betreft de eerste aanbeveling: er was in 1993 geen draagvlak voor het verbieden van open haarden en houtkachels (VROM, 2000). Gezien de problemen, die Nederland heeft om aan de EU eisen voor luchtkwaliteit te voldoen is de tijd wellicht rijp voor verdergaande maatregelen. Het stoken van vuurkorven of open vuur is in de meeste gemeenten verboden, maar het verbod wordt niet gehandhaafd. Misschien tijd om in actie te komen in het kader van de luchtkwaliteitsplannen?
Een verplicht keurmerk voor nieuwe kachels en haarden kan niet meer, omdat het in strijd is met EU regelgeving. Blijft over een verbod op het gebruik van vervuilende stookinstallaties. Een kwestie van politieke wil. Het is overigens moeilijk te begrijpen, waarom het verstoken van ongeschikte brandstoffen niet verboden is. Waarom beperkt VROM zich tot een advies aan de stoker en een advies aan gemeenten om een daartoe strekkende bepaling in de APV op te nemen? De Wet Milieubeheer noemt voor particulieren alleen de zorgplicht, overschrijding daarvan is geen strafbaar feit. Aanscherping van deze bepaling kan wellicht helpen in
een situatie waar de gemeente Artikel 7.3.2. van de Modelbouwverordening niet in de APV heeft opgenomen. In het in hoofdstuk 4 aangehaalde vonnis blijkt, dat de wettelijke grenswaarden wel degelijk maatgevend zijn voor de vraag of een particulier hinder of schade veroorzaakt. Wat betreft suggesties 5 t/m 8 geldt, dat gemeenten de mogelijkheid hebben om hun regelgeving aan te scherpen, maar daar zelf niet graag gebruik van maken. Een steuntje in de rug van landelijk beleid of specifiek op stookoverlast gerichte wetgeving kan dan wel helpen. Niettemin raakt
33
onzes inziens aanbeveling 9 de kern van de zaak: gemeenten moeten meer rekening houden met hinder en gezondheidsklachten en minder met het recht om te stoken. Bevorderen van de bereidheid om stookoverlast aan te pakken is minstens zo belangrijk als het aanscherpen van de regels. Hierin kunnen VROM of de Vereniging Nederlandse Gemeenten het voortouw nemen.
7.5
Enkele aanbevelingen voor beleidsmakers
1. Allereerst dient er meer aandacht te komen voor de ernst van de overlast en
gezondheidskundige aspecten van kachels, haarden, barbecue, vuurkorven en tuinhaarden. Het zou een goede zaak zijn om de omvang van de overlast, zoals in1999 onderzocht door CBS en TNO nog eens te herhalen. Vooral onderzoek naar de overlastbeleving door astmapatiënten is belangrijk, omdat astmapatiënten extra risico lopen bij rookoverlast. 2. Een informatiecampagne, gericht op gemeenten, over korte en lange termijn gezondheidseffecten van houtkachels en slecht stookgedrag kan helpen. Informatie aan potentiële stokers zou ook de risico's voor de stoker zelf duidelijk naar voren moeten brengen. 3. Nederland zou zich in Europees verband kunnen inspannen voor emissie-eisen aan toestellen voor huisverwarming. 4. Een algemeen stookverbod voor kachels en haarden, die niet aan de eisen voldoen valt te overwegen. Zeker dient het stoken bij mist en windstil weer aan banden gelegd te worden. 5. Een landelijk verbod op het verstoken van ongeschikte brandstoffen en een
uitbreiding van handhavingsbevoegdheden van de gemeenten zijn eveneens
aan de orde. 6. Een VNG handreiking naar de gemeenten voor afhandelen van klachten kan
zinvol zijn. Hierin moet duidelijk vermeld worden, dat de gemeente niet kan volstaan met het controleren van de schoorsteen, maar moet vaststellen of er inderdaad sprake is van overlast en zonodig een stookverbod opleggen.
7. Niet alleen gemeenten, maar ook woningcorporaties en recreatieverenigingen
kunnen een rol spelen in de beperking van stookoverlast. De overheid kan
deze instanties verzoeken om bepalingen ter beperking van stookoverlast in
hun reglementen op te nemen.
8. In het kader van de Wet Collectieve Preventie of bij het gemeentelijke
milieubeleid kan de gemeente een plan van aanpak voor stookoverlast
opnemen.
9. Aanpassing van artikel 7.3.2 dient overwogen te worden. Rekening houden
met de wettelijke grenswaarden voor luchtkwaliteit, en de aard en situering van ventilatievoorzieningen van omwonenden dient erin opgenomen te worden. Tevens is het een goed idee om procedures voor het toetsen van luchtkwaliteit op te nemen. 10. Informatievoorziening aan klagers, zeker wat hun rechten en juridische mogelijkheden betreft moet verbeterd worden.
7.6 Aanbevelingen voor bewoners 1. De gemeente is het juiste adres om een klacht in te dienen. Ga van tevoren
na, of de AVP artikel 7.3.2. van de Modelbouwverordening bevat en verzoek de gemeente op te treden. Uiteraard nadat u zelf geprobeerd hebt om met de stoker tot goede afspraken te komen. 2. Meld uw klacht ook bij de GGD, zeker als u ook gezondheidsklachten heeft.
34
3. U kunt uw gezondheidsklachten ook laten registreren bij het Meldpunten Netwerk Gezondheid en Milieu, www.mngm.nl, tel 010-4558201. Het MNGM
ijvert voor betere regels en handhaving bij stookoverlast.
4. Als de gemeente geen of onvoldoende actie onderneemt, kunt u in beroep
gaan bij de bestuursrechter. In dit geval is het wel zinvol om uw klacht (overlast) met zoveel mogelijk harde bewijzen te staven. Laat u adviseren door het Bureau Milieurechtshulp.
35
Literatuur Bovenkerk, M., N.M. Peters, 1999. Houtkachels, zonder typekeuring ben je er gloeiend bij. Ministerie VROM, Den Haag. Buringh, E., A. Opperhuizen (eds), 2002. On health risks of ambient PM in the Netherlands. RIVM, Bilthoven.
Duijm, F. en G. Meijer, 1994, Houtkachels in woonschepen. Lucht 7: p62-64. Herpen, R.A.P. van, S. Eilander, R.J.A. Savelkoul, 2001. Hinderonderzoek kern Nuth. Caubergh-Huygen Raadgevende Ingenieurs B.V., Maastricht. Hollander, J.C.Th., L.F.Heidema, F.J.Kruiswijk, D.B.BijIsma, J. den Boeft. Th.R. Thijsse, 1994. Invloed van allesbranders en open haarden op PAK en fijnstofconcentraties in steden, TNO, Den Haag. Hulskotte, J.H.J., W.F. Sulilatu, A.J.Willemsen, 1999. Monitoringssysteenn openhaarden en houtkachels. TNO-MEP/ Ministerie VROM, Den Haag.
MMG Environment, 2000. Analysedocument 'emissiereductie bij het stoken van houtkachels'. Rapport in opdracht van VROM. Den Haag, MMG Environment. Okken, P.A., H.J.A. van den Akker, J.M. Bais, J. van Doorn, A.D. Kant, 1992. Houtkachels in Nederland. Bijdrage aan energievoorziening en milieubelasting. ECN, Petten. Raad van State, uitspraak 6 mei 2004, zaaknummer 2003057677/1. Slob, A.F.L., I.S.Steenwinkel, H.Booij (eds), 1994, Procesbeschrijving open haarden,
hout- en kolenkachels. RIVM, Bilthoven.
VROM, 2000, Handboek Sfeerverwarming. Ministerie VROM, Den Haag.
36
Bijlage 1: Wettelijke bepalingen Gemeentelijke APV Modelbouwverordening artikel 7.3.2; Hinder Door de meeste gemeenten is dit artikel overgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Dit artikel luidt: "Het is verboden in, op, of aan een bouwwerk, of op een open erf of terrein, voorwerpen of stoffen te plaatsen, te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten, of werktuigen te gebruiken, waardoor: a overlast wordt of kan worden veroorzaakt voor de gebruikers van het bouwwerk, het open erf of terrein; b op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze stank, rook, roet, walm, stof of vocht wordt verspreid of overlast wordt veroorzaakt door: geluid en trilling, elektrische trilling daaronder begrepen, of door schadelijk of hinderlijk gedierte, dan wel door verontreiniging van het bouwwerk, open erf of terrein; c brand of ander gevaar wordt veroorzaakt; d het gebruik van vluchtmogelijkheden wordt belemmerd. Niet van toepassing is het vorenstaande indien en voor zover het betreft nadelige gevolgen voor het milieu waarop de Wet milieubeheer of enige in deze wet genoemde milieuwet van toepassing is. "
Aanvullende gemeentelijke regelgeving
De gemeente kan aanvullende bepalingen opnemen in de APV of bouwverordening , zoals stookverbod bij bepaalde weersomstandigheden, of verbieden van te nat hout, etc. De gemeenten willen dit in de praktijk niet, omdat ze dan ook verplicht zijn toezicht op de verboden te houden (Uit: Handboek Sfeerverwarming, VROM, 2000) Hieronder volgt een voorbeeld van een mogelijke aanvullende bepaling. Voorbeeldbepaling inzake het stoken in houtkachels en open haarden Begripsomschrijvingen: In deze afdeling wordt verstaan onder: houtkachel: Een gesloten of afsluitbaar, vrijstaand of ingebouwd metalen toestel, waarin vaste brandstoffen worden gestookt en dat gebruikt wordt ter verwarming van de ruimte waarin het is opgesteld, met een nominale belasting van ten hoogste 18kW open haard: Een open of niet afsluitbaar verbrandingstoestel, vrijstaand of ingebouwd, waarin vaste brandstoffen worden gestookt, waarbij luchttoevoer niet geregeld kan worden en dat gebruikt wordt ter verwarming van de ruimte waarin het is opgesteld. vaste brandstoffen: Hout, alsmede speciaal voor het gebruik in open haarden en houtkachels bestemde, in de handel verkrijgbare brandstoffen, niet zijnde geverfd, verlijmd, ondergedompeld, geïmpregneerd en/ of gelakt hout, hardboard, MDF, tri- of multiplex, dakleer, kunststoffen, e.d. nominale belasting: Belasting, uitgedrukt in kW, op de onderste verbrandingswaarde van de te gebruiken brandstof, waarvoor het toestel volgens opgave van de fabrikant of importeur bestemd is. Verbodsbepaling "Het is verboden: andere stoffen dan vaste brandstoffen te gebruiken als brandstof in open haard of houtkachel vaste brandstoffen te verstoken met een vochtigheidspercentage van meer dan 20%. Vaste brandstoffen dienen luchtdroog te zijn
38
een open haard of houtkachel in werking te hebben met een groter vermogen dan dat voor de ruimte waarin deze staat opgesteld vereist is Burgemeesters en Wethouders kunnen een tijdelijk stookverbod van houtkachels en open haarden instellen bij ongunstige weersomstandigheden of bij cumulatie van stankhinder. Burgemeester en Wethouders kunnen aan de rechthebbende van de houtkachel of open haard de verplichting opleggen, om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen, binnen een door hen te stellen termijn, voorzieningen te treffen met betrekking tot het oordeelkundig stoken in de houtkachel of open haard. De gestelde verplichtingen gelden niet voor zover de Wet milieubeheer, de Wet inzake de luchtverontreiniging, het Wetboek van Strafrecht, de Woningwet, het Bouwbesluit of de gemeentelijke bouwverordening van toepassing is." (Uit: Handboek Sfeerverwarming, VROM, 2000)
Kanttekeningen bij dit voorbeeld:
De omschrijving van een houtkachel als een metalen toestel gaat niet altijd meer op, omdat kachels ook van andere materialen vervaardigd kunnen zijn. De omschrijving van brandstoffen doet wat merkwaardig aan. Hout is geen dakleer of kunststof. Misschien duidelijker: onbehandeld droog hout, alsmede speciaal voor het gebruik in open haarden en houtkachels bestemde, in de handel verkrijgbare brandstoffen, niet verontreinigd met behandeld, geverfd, geïmpregneerd, verlijmd hout, plaatmaterialen en/ of kunststof of andere stoffen of materialen.
Wetten De volgende paragrafen hebben betrekking op nationaal geldende regels en wetten. Wetsteksten en besluiten zijn terug te vinden op http://wetten.overheid.nl.
Bouwbesluit artikelen 12, 30.2, 32.1, 82, 94 en 116
In deze artikelen staan voorschriften aan het ver(bouwen) van een rookkannaal , ofwel de afvoerpijp die zich in de schoorsteen bevindt. Deze eisen gaan over de grootte, materiaalkeuze, plaats en uitmonding van de schoorsteen alsmede over luchtverversing (Handboek Sfeerverwarming, VROM, 2000).
Woningwet artikelen 14 en 17 Op basis van deze artikelen kan een gemeente een gebouweigenaar aanschrijven binnen een bepaalde termijn te repareren of zodanig te verbeteren, dat deze (weer) aan de voorschriften van het Bouwbesluit voldoet. Over het algemeen zijn brandgevaarlijkheid en instortingsgevaar wel redenen voor gemeenten om aan te schrijven en overlast voor omwonenden niet (Handboek Sfeerverwarming, VROM, 2000)
Wet Milieubeheer Artikel 1.1.a Algemene zorgplicht. In dit artikel staat dat iedereen die weet - of redelijkerwijs kan vermoeden - dat zijn handelen of nalaten nadelige milieugevolgen veroorzaakt, dit handelen achterwege dient te laten, of de gevolgen dient te voorkomen. Het overtreden van de zorgplicht geldt echter niet als strafbaar feit, waardoor de juridische basis van dit artikel om stappen te ondernemen gering is (Uit: Handboek Sfeerverwarming, VROM, 2000).
39
Wet inzake de luchtverontreiniging Artikel 13 1 en 2 stelt dat de overheid regels kan stellen ten aanzien van verbrandingstoestellen en de brandstoffen daarvoor. Artikel 43 stelt, dat de Commissaris der Koningin bevoegd is om het gebruik van een verontreinigend toestel of een verontreinigende handeling te verbieden. "Onze commissaris in de provincie waar een inrichting geheel of in hoofdzaak is gelegen, een toestel zich bevindt of een verontreinigende handeling wordt verricht, kan, indien naar zijn oordeel door die inrichting, door een deel van die inrichting, door dat toestel of door die verontreinigende handeling de lucht zodanig is of dreigt te worden verontreinigd dat aanmerkelijk gevaar voor de gezondheid, onduldbare hinder of ernstige schade te duchten is, en het treffen van een andere voorziening niet kan worden afgewacht, de betrokkene bevelen de inrichting of het desbetreffende deel van de inrichting te sluiten, het toestel buiten werking te stellen, onderscheidenlijk de handeling te staken." Besluit Luchtkwaliteit In het Besluit Luchtkwaliteit zijn grenswaarden voor een aantal luchtverontreinigingscomponenten gesteld. Informatie over huidige en toekomstige grenswaarden lucht zijn ook te vinden op www.rivm.nl/milieukwaliteit/lucht/stoffen. Uit de in Hoofdstuk 4 aangehaalde jurisprudentie blijkt, dat deze grenswaarden van belang zijn bij de vraag of er van ontoelaatbare hinder dan wel gevaren voor de gezondheid sprake is.
40
Bijlage 2 Vragenlijst gemeenten, versie 1 1. Hoe vaak hebben bewoners van uw gemeente zich in 2004 gemeld met
klachten over open haarden, houtkachels en stoken buiten (barbecues, vuuurkorven, e.d.)? 2. Zijn het aantal klachten gedurende de afgelopen jaren toegenomen / afgenomen?
Bronnen van overlast 3. Percentueel gezien: Wat is het aandeel van de verschillende overlastbronnen
(open haarden / houtkachels / stoken buiten)?
4. Welk aspect van het stoken veroorzaakt de overlast?
Aard van de klachten 5. Wat is de aard van de klachten en wat is hun aandeel? 6. Zijn er qua klachten van overlast trends in de tijd waar te nemen (zijn
bepaalde klachten in de loop van de jaren toegenomen / afgenomen)?
->
->
41
Bijlage 3 Vragenlijst gemeenten, versie 2 Algemeen 1. Beschikt uw gemeente over een klachtenlijn voor bewoners die hinder of
overlast (door lawaai, stank, rook, afval, etc.) ondervinden?
-> ->
klachten over open haarden, houtkachels en stoken buiten (barbecues, vuuurkorven, e.d.)? 4. Zijn het aantal klachten gedurende de afgelopen jaren toegenomen / afgenomen?
Bronnen van overlast 5. Percentueel gezien: Wat is het aandeel van de verschillende overlastbronnen
(open haarden / houtkachels / stoken buiten)?
6. Welk aspect van het stoken veroorzaakt de overlast ? Open haarden: Houtkachels:
% %
Stoken buiten: 11.
L..IJuI 1-1
muu ruuk-11,-11
%
fl111
111 LAL-
Luu
VVC4,11
k
ejr
bepaalde klachten in de loop van de jaren toegenomen / afgenomen)? Advies / actie 9. Wat voor advies geeft u / actie onderneemt u als gemeente als reactie op stookklachten? A
I
->
_>
42
Bijlage 4 Vragenlijst GGID'en 1. Hoe vaak hebben bewoners zich in 2004 gemeld met gezondheidsklachten als
gevolg van open haarden, houtkachels en stoken buiten (barbecues, vuuurkorfen, e.d.)? 2. Zijn het aantal gezondheidsklachten gedurende de afgelopen jaren toegenomen / afgenomen?
Bronnen van overlast 3. Wat is het aandeel van de verschillende overlastbronnen (open haarden /
houtkachels / stoken buiten)?
Open haarden: Houtkachels:
Stoken buiten:
',M E
1. 4
VI N.
5. Wat is de aard van de gezondheidsklachten als gevolg van stoken en wat is hun aandeel?
->
->
_>
_>
43
Bijlage 5: Vaststellen overlast Als de rook omhoog gaat en snel verwaait, is er doorgaans geen sprake van overlast. Overlast ontstaat als door een of andere oorzaak, bijvoorbeeld het weer, de rook 'blijft hangen', of als de rookpluim neerslaat nabij de ventilatieopening van het huis, waar overlast gemeld wordt. Of dit verschijnsel optreedt hangt af van een aantal factoren: De stijgsnelheid van de rook (deze kan zichtbaar gemaakt worden met videobeelden). Bij lage snelheid slaat de rook makkelijker neer. Temperatuur van de rookgassen: hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de stijgkracht. Als de capaciteit van de kachel te hoog is voor de ruimte, wordt hij niet op vol vermogen gestookt en is de temperatuur van de rookgassen aan de lage kant. Bij een gesmoord gestookte kachel is de temperatuur ongeveer 50° C. Weersomstandigheden: bij windstilte, bij mist, 's winters, 's nachts of in de vroege ochtend kan de rook blijven 'hangen'. Bij bewolkt weer en matige tot sterke wind kan bij voldoende windsnelheid de pluim neerslaan en overlast veroorzaken.
Windrichting en aanwezigheid van obstakels, die als windvang
fungeren.
Mensen, die overlast ondervinden doen er goed aan een 'rookdagboek' bij te houden en daarin gedurende een bepaalde periode te noteren op welke uren en onder welke weersomstandigheden de overlast afwezig, gering matig of sterk is. Ook is het goed om op dagen van extreme overlast video's of foto's te maken. Roetaanslag op de eigen woning (foto's) levert extra gegevens. Het vaststellen of er sprake is van overschrijding van de grenswaarden luchtkwaliteit kan het beste door een gekwalificeerd technisch bureau gebeuren. Zij moeten gegevens
hebben, of redelijke aannamen kunnen doen over de aard van de kachel en de gebruikte brandstof.
44
4 FYS - Brief Stichting Houtrookvrij 1 brief St houtrookvrij.pdf
Bruijn, EB de Van: Verzonden: Onderwerp: Bijlagen:
Houtrookvrij
maandag 22 juni 2015 16:08 Problemen gerelateerd aan het stoken van hout door particulieren Problemen gerelateerd aan het stoken van hout door particulieren.pdf
Geachte heer, mevrouw, Bijgesloten document is gericht aan de burgemeester, wethouders en raadsleden. Hoogachtend, Namens het bestuur van de stichting Houtrookvrij,
1111111111111111111
111111111111111111111111
Vincent van der Heiden
MPGS D2015062308380119
Stichting Houtrookyrij www.houtrookyrij.n1 [email protected]
GSD
1
2306.2015
0119
Aan de aan de burgemeester, wethouders en raadsleden
Van : Stichting houtrookvrij Betreft : Problemen gerelateerd aan het stoken van hout door particulieren Datum : 22 juni 2015
Geachte burgemeester, wethouders en raadsleden, Hierbij willen wij uw aandacht vragen voor een probleem dat gestaag in betekenis toeneemt: de overlast door houtstook. De Stichting Houtrookvrij ijvert voor het terugdringen van overlast door uitstoot van gevaarlijke stoffen als gevolg van het gebruik van houtkachels, allesbranders, open haarden, vuurkorven, barbecues en aanverwante installaties binnenshuis en in de open lucht. Wij menen dat burgers recht hebben op schone en gezonde lucht in en rond de eigen woning. Veel Nederlanders hebben last van houtrook. De Stichting Houtrookvrij heeft al uit 218 gemeenten schrijnende verhalen en klachten ontvangen m.b.t. de hinder en overlast veroorzaakt door houtstoken. Waarschijnlijk geldt dit probleem voor alle gemeenten in Nederland. Ook het Longfonds en de GGD's ontvangen veel klachten. Dat is niet verwonderlijk, omdat er inmiddels meer dan 1 miljoen houtgestookte installaties in Nederland staan. Op buurtniveau zorgt dit voor een piekbelasting, waar geen adequate regelgeving voor bestaat, en die niet wordt gemeten, in tegenstelling tot de uitstoot van bv. verkeer, industrie of energiecentrales. Daar komt bij dat houtkachels zg. puntbronnen zijn. Al 12 procent van de bevolking geeft aan overlast te ondervinden van houtrook, onder hen mensen met longaandoeningen, kinderen en ouderen, maar ook gezonde burgers. De meeste gemeenten zijn zich er niet van bewust dat houtrook is uitgegroeid tot zo'n belangrijke bron van luchtvervuiling in ons land. Houtkachels en open haarden dragen al meer bij aan de totale fijnstofemissies in Nederland dan het verkeer! U kunt dit o.a. terugvinden op de overheidswebsite www.emissieregistratie.nl. Men denkt vaak dat verbranding van hout onschuldig is, omdat hout een natuurproduct is. Het tegendeel is waar. Uit de verbranding van organisch materiaal zoals hout komen schadelijke stoffen vrij. Op lokaal niveau draagt houtrook bij aan gezondheidsklachten door fijnstof (PM10 en met name PM2,5). Ook komen er roet en giftige stoffen in de lucht, waarvan een aantal kankerverwekkend zijn (PAK's). Houtrook is daarmee naast een milieuprobleem ook een gezondheidsprobleem. Het inademen van houtrook is schadelijk. De samenstelling van houtrook lijkt sterk op die van tabaksrook, en er is inmiddels voldoende bewijsmateriaal om houtrook in verband te brengen met luchtwegaandoeningen, kanker, en vroegtijdige sterfte door hart- en vaatziekten. Mensen met een longziekte zoals astma of COPD, maar ook baby's, kleuters en ouderen, zijn nog eens éxtra gevoelig voor houtrook. Wie in de buurt woont van een vervuilingsbron zoals een houtkachel, kan zich daartegen niet beschermen. Het is namelijk onmogelijk om de eigen woning zodanig af te sluiten dat de rook niet binnendringt. Bovendien is het juist nodig om continu te ventileren om de luchtkwaliteit binnenshuis gezond te houden. Hierdoor worden burgers belemmerd in hun dagelijkse leven. Veel gemeentes vinden dat conflicten rond houtkachels in de privaatrechtelijke sfeer moeten worden opgelost. Dat is meestal een heilloze weg, vooral wanneer men last heeft van meerdere stokers. Stokers menen het recht te hebben om te stoken. Vaak denken zij ook nog 'duurzaam' bezig te zijn en zijn zij niet op de hoogte van de schadelijke emissies, die niet alleen voor hun buren, maar ook voor henzelf gevaarlijk zijn. Niet-stokers willen met open ramen kunnen slapen, hun huis kunnen ventileren en hun was buiten kunnen drogen. Zij menen recht te hebben op gezonde lucht en op bescherming door de overheid.
Hoe kan de gemeente de gezondheid van haar burgers helpen beschermen? Door een actief voorlichtings- en ontmoedigingsbeleid te voeren m.b.t. het stoken op hout in houtkachels, open haarden, terrashaarden, etc., en alternatieven te bevorderen, zoals haarden op gas of bio-ethanol. Door tips te geven om, wanneer men niet van stoken af wil zien, zo 'verstandig mogelijk' te stoken en het vuur bv. niet te smoren. Door een stookverbod in te stellen bij windstil weer, temperatuurinversie, mist en smog. Door het handhaven van de wettelijke eisen die gesteld worden aan 'goed stoken'. Door het ontkrachten van de heersende mening, dat houtstoken milieuvriendelijk is. Organisaties zoals het Longfonds en Milieu Centraal waarschuwen openlijk tegen het verbranden van hout. GGD's dringen vanuit de medische milieukunde aan op het terugdringen van houtrookoverlast. De WHO benadrukt in een recent verschenen rapport dat daar waar mensen over schone brandstoffen of technieken voor koken en stoken kunnen beschikken onnodige sfeer- en bijverwarming met hout vermeden moet worden. CV's op hout die de hele dag branden zijn helemaal een zorgelijke ontwikkeling. De WHO vindt voorts dat de misvatting dat hout stoken duurzaam en milieuvriendelijk is met kracht bestreden moet worden. Bevordering van de kennis over dit onderwerp is dus van levensbelang. Gezondheidsschade door luchtvervuiling moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De gemeentes kunnen hieraan een belangrijke bijdrage leveren. De Stichting Houtrookvrij hoopt er dan ook op dat u uw verantwoordelijkheid neemt en uw inwoners beschermt tegen de schadelijke gevolgen van houtrook. Hoogachtend, Namens het bestuur, Vincent van der Heiden Stichting Houtrookyrij
www.houtrookyrij.n1 [email protected] vrij
5 SOC - Uitstelbrief i.z beantwoording art 44 vraag SGP ChristenUnie over schuldhulpverlening 1 150701 uitstel brief art 44 schuldhulpverlening.pdf
6 BEST - Art. 44 vragen CDA over aanhoudende hitte 1 2015-07-02 Art.44-vragen CDA Hitteplan.pdf
SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE - ART. 44 RVO RAAD
Datum:
2 juli 2015
Aan de voorzitter van de raad,
Steller vragen:
V.E. Prins
Onderwerp:
Aanhoudende hitte
Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden: 1. Beschikt Sliedrecht over een lokaal hitteplan? Zo nee, waar zijn de acties van de gemeente Sliedrecht bij aanhoudende hitte vastgelegd? 2. Krijgt de gemeente Sliedrecht adviezen van de DGJ over gezondheidsrisico’s bij aanhoudende hitte en over de wijze waarop daarover kan worden gecommuniceerd naar bewoners? Zo ja, op welke wijze en hoe vaak? 3. Worden kwetsbare bewoners (ouderen, chronisch zieken enz.) in Sliedrecht geïnformeerd over hoe zij het beste kunnen handelen in geval van aanhoudende hitte? Zo ja, hoe? 4. Worden mantelzorgers en andere hulpverleners in Sliedrecht geïnformeerd over hoe zij het beste kunnen handelen in geval van aanhoudende hitte? Zo ja, hoe? 5. Speelt in Sliedrecht het Sociaal Team een rol bij de communicatie over aanhoudende hitte? Zo ja, welke rol? Zo nee, wat vindt u daarvan? 6. Is de kans op sterfgevallen bij aanhoudende hitte groter naarmate ouderen steeds langer zelfstandig (moeten) blijven wonen? Zo ja, hoe gaat u daarmee om?
Toelichting: In juli 2013 schreef staatssecretaris Van Rijn aan de Tweede Kamer dat het treffen van adequate maatregelen bij extreme hitte een nadrukkelijk onderdeel is van de verplichting van zorginstellingen om goede zorg te leveren. Op grond van de Wet Publieke Gezondheid is preventieve ouderenzorg erop gericht om ouderen zo lang mogelijk gezond, zelfstandig en zelfredzaam te laten zijn. De gemeente Sliedrecht wil de preventieve ouderenzorg lokaal invullen. Dit gebeurt onder meer via het “signalerend huisbezoek” door de Stichting Welzijnswerk Sliedrecht. In het Nationaal Hitteplan staat dat aanhoudende hitte een risico vormt voor de gezondheid van bepaalde groepen mensen, zoals ouderen en chronisch zieken. Door GGD’en kunnen bewoners, zorginstellingen en zorgverleners worden geïnformeerd over de risico’s van aanhoudende hitte. Er kunnen praktische adviezen worden gegeven over het beperken van de overlast door hitte. Op de internetpagina van de Dienst Gezondheid en Jeugd (DGJ) Zuid-Holland Zuid staat dat jaarlijks mensen sterven door aanhoudende warmte: “Ouderen lopen het grootste risico op problemen door hitte, omdat ze minder gemakkelijk warmte kwijt kunnen en vaak minder dorst hebben.” Volgens de CDA-fractie kan het Sociaal Team – via gesprekken tijdens huisbezoeken – een rol vervullen met betrekking tot de communicatie met kwetsbare inwoners over aanhoudende hitte. Dit zou prima aansluiten bij de opmerkingen van het CDA op 30 juni 2015 bij de behandeling van de Kadernota 2016, toen fractievoorzitter Ton Spek sprak over het op orde hebben van de “sociale basis” in Sliedrecht. De Sliedrechtse CDA-fractie streeft naar een inclusieve samenleving, waarin iedereen meetelt. Dit heeft tot gevolg dat sommige groepen bewoners extra aandacht verdienen.
Ondertekening en naam,
Vincent Prins namens de CDA-fractie
7 SOC - Antwoord art. 44 vragen SGP-ChristenUnie over schuldhulpverlening 1 20150707schuldhulpverlening SGP-CU
8 FYS - Art. 44 vragen PRO Sliedrecht over Onder de hoogspanning uit deel 2 1 150708 art 44 vragen PRO Sl over onder de hoospanning uit deel 2.pdf
9 SOC - Humanitas vaststelling subsidie Home Start 2014 1 20150709 Humanitas vaststelling subsidie Home Start 2014.pdf
MPGSD2Q1 5063009580160
GSD
Humanitas Drechtsteden
30,06 2015
0160
Humanitas Drechtsteden . Postbus 375 . 3300 AJ Dordrecht
Aan he
n ..B .1 . -gemeester en Wethouders
en de Gemeenteraad v n Sliedrecht
Postbus 375 3300 AJ Dordrecht Brouwersdijk 4 3314 GR Dordrecht
Postbus
Tel. 06-45460545
3360 AA SLIEDRECHT
Email:drechtsteden@humanitas. www.humanitasdrechtsteden.n1
Iwk: 40 53 08 95 Bank: NL08RAB00393767434
Datum: 28 juni 2015
Betreft: Vaststelling subsidie Home -Start 2014 Geacht College Hierbij doe ik u de inhoudelijke en financiële verantwoording toekomen van Home -Start over het jaar 2014.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met ondergetekende, voorzitter Humanitas Drechtsteden, tel. 06-36195151 of per e -mail: [email protected]. Ik vertrduw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoo6k:htend,
J. Baal) Voorzitter
Bijlagen:
Jaarverslag Home -Start 2014 Financiële realisatie Home -Start 2014
Financiële realisatie Home -Start Sliedrecht 2014 Begroting 2014 Personeelskosten Saladskosten (incl. SL,pensioen,dienst4woonwer1reizen) Overige personeelskosten Huisvestingskosten Huurkosten Overige huisvestingskosten
Realisatie 2014
Begroting 2013
Realisatie 2013
29.466 168 29.634
28.505 142 28.647
28.119 168 28.287
28.406 140 28.546
1.250 950 2.200
1.223 784 2.007
1.280 900 2.180
1.194 722 1.916
1000 700
676 230 906
Afschrijvingskosten Afschrijvingskosten
0 0
Organisatiekosten
Telefonie Overig Bureaukosten Automatiseringskosten Accountantskosten Publiciteitskosten Vrijwilligerskosten (incl. deskundigheidsbevordering) Overige organisatiekosten Licentiekosten
Overige kosten Methodiekondersteuning JSO
Ondersteuning Consulent Ondersteuning Financiën
Totale Lasten
1000 700 1.700 100 600 500 1.600 326 1.075 5.901
773 0 764 303 2.152 0 1.050 5.042
1.700 400 500 500 1.800 311 1.050 6.261
680 33 3.188 279 1.050 6.136
5.900
1.725
5.750
4.600
5.000 0 10.900
5.050 1.460 8.235
4.900 1.400 12.050
3.168 1.420 9.188
43.931
48.778
45.786
48.635
Subsidies Gemeente Sliedrecht
48.635
45.965
48.778
45.786
Totale Baten
48.635
45.965
48.778
45.786
0
2.034
0
0
Resultaat
Toelichting bij de financiële realisatie: De methodiekondersteuning van JSO is m.i.v. 2014 omlaag gegaan van 50 naar 15 uur.
Jaarverslag Home -Start 2014
I. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van Home -Start Sliedrecht over het jaar 2014. Home -Start is een programma voor opvoedingsondersteuning aan gezinnen met jonge kinderen tot en met zes jaar. De doelstelling is het voorkomen van ernstige opvoedproblemen en het vergroten van de zelfredzaamheid en de sociale netwerken van ouders. Home -Start valt binnen de prestatievelden 2 (preventieve ondersteuning jeugd), 3 (informatie en advies) en 4 (vrijwilligers) van de WMO. Home -Start is voor een grote groep gezinnen inzetbaar. Belangrijke uitgangspunten van het programma zijn het vraaggericht werken, tijd en aandacht voor ouder en kind, empowerment en gelijkwaardigheid. Home -Start maakt in een aantal gemeenten deel uit van het Centrum voor Jeugd en Gezin, vaak als enig programma dat met vrijwilligers werkt. Home -Start biedt aan burgers de mogelijkheid betrokkenheid te tonen en verschil te maken.
Getrainde vrijwilligers bieden ondersteuning, vriendschap en praktische hulp. Een (betaalde) coördinator zorgt voor werving, training en ondersteuning van vrijwilligers. Tevens zorgt de coördinator voor de aanmelding van gezinnen door middel van publiciteit en nauwe samenwerking met lokale partners. De hoofdtaken van de coördinator zijn de intake van gezinnen, de koppeling aan de vrijwilliger en de begeleiding van de vrijwilliger bij het ondersteuningstraject. De ondersteuning door de vrijwilliger gebeurt door middel van wekelijkse huisbezoeken en is zeer laagdrempelig en intensief. De ondersteuning duurt volgens landelijke cijfers gemiddeld 10 maanden. Home -Start is zo'n 30 jaar geleden in Engeland ontstaan als een grass root programma opgezet door sociaal bewogen burgers. Inmiddels wordt het programma in 20 landen uitgevoerd. In Nederland bieden 119 gemeenten Home -Start aan. Sinds 2010 vindt de uitvoering van het Home -Start programma plaats onder licentie die wordt uitgegeven door Stichting Home -Start Nederland. Deze licentie omvat voorwaarden en kwaliteitscriteria voor de uitvoering van het programma. Naast deze licentie werkt HomeStart Nederland met toetsinginstrumenten voor de kwaliteitswaarborg, draagt kennis over aan de lokale projecten en zorgt voor onderzoek naar de effecten van de methodiek. Home -Start staat in de databank van het Nederlands Instituut voor Jeugd (NJI) te boek als (deels) effectieve interventie. Home -Start Sliedrecht is een onderdeel van Humanitas district Zuidwest. Humanitas werkt samen met JSO (Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding) als licentiehouder voor de methodische ondersteuning van het programma Home -Start. Deze ondersteuning is een verplichting in het kader van de kwaliteitsborging.
Meer informatie zie: www.humanitas.nl, www.jso.n1 en www.home-start.n1
1
Jaarverslag Home -Star! 2014
2. Beoogde resultaten Over de beoogde resultaten zijn afspraken gemaakt met de subsidiegever(s) en deze zijn vastgelegd in de subsidiebeschikking 2014. Aantal ondersteunde gezinnen: 20-24 Aantal vrijwilligers: 15-20 Andere resultaten: - 1-2 basistrainingen voor vrijwilligers - 1-2 deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers - Begeleiding en registratie van de ondersteuningstrajecten - Participeren en actief bijdragen aan relevante netwerken rond opvoedingsondersteuning en CJG - Verwijzen naar relevante hulpverlening - Deelname aan relevante overleggen - Presentatie van het programma aan samenwerkingspartners
3. Bereikte resultaten 2014 In 2014 zijn de volgende resultaten bereikt. Aantal gezinnen Aantal vrijwilligers
2010 24 24
2012 24 21
2011 25 20
2013 25 90
2014 26 23
30 25 20
0 aantal gezinnen
15
E aantal vrijwilligers
10 5 2010
2011
2012
2013
2014
3.1. Gezinnen In het jaar 2014 zijn in totaal 26 gezinnen ondersteund.
Hiervan gaat het om 15 nieuwe aanmeldingen en 11 reeds uit het voorafgaande jaar doorlopende ondersteuningen. Bij 14 gezinnen is de ondersteuning afgesloten. De gemiddelde duur van de ondersteuning bedroeg 13 maanden, op basis van de gezinnen waarvan de ondersteuning dit jaar is afgerond. Landelijk is dit 10 maanden.
7
Jaarverslag Home -Start 2014
Ondersteuningsvraag (sommige gezinnen stellen een aantal vragen): Luisterend oor 20 Doorbreken sociaal isolement 11 Ondersteuning bij de opvoeding 15 Spelen met de kinderen 13 Praktische ondersteuning 15 Ondersteuning Nederlandse taal 15
Gezinskenmerken * Aantal kinderen In de ondersteunde gezinnen waren 68 kinderen aanwezig. De leeftijd van de kinderen was: 34 beneden de vier jaar, 16 tussen de vier en de zes jaar, 10 tussen de zeven en de twaalf jaar en 8 kinderen waren boven de twaalfjaar. * Gezinssamenstelling Van de 26 gezinnen die ondersteund zijn door Home -Start waren er 5 éénoudergezinnen, dat is 19% * Land van Herkomst 62% van de ondersteunde gezinnen is van allochtone afkomst. Landelijk gezien is dat 30%. De gegevens zijn gebaseerd op de beide ouders en hun nationaliteit. Nederland Allochtoon
10 16
Waarvan: Somalisch Irakees Russisch Turks overig:
4 3 1 1 7
* Woongebied van de gezinnen: Sliedrecht
26
* Evaluatie van de ondersteuning De coördinator begeleidt de ondersteuning, toetst tussentijds of de ondersteuning voldoet aan de vraag en sluit de ondersteuning af met een beknopt tevredenheidsonderzoek. Is het gezin / de opvoeder tevreden met de geboden ondersteuning? 26 gezinnen zijn tevreden met de ondersteuning en 0 gezinnen zijn niet tevreden. Wat betekent de ondersteuning voor de gezinnen? Een aantal quotes of korte casussen.
"Ik kijk terug op een hele mooie en fijne tijd met de vrijwilligster. Ik heb langzaam mijn zelfvertrouwen weer teruggevonden dankzij de ondersteuning van de vrijwilligster. Ik was in de Oekraïne een open vrouw met veel sociale contacten. De taal was voor mij hier in Nederland een hele grote drempel, waardoor ik me steeds meer terugtrok Door de bezoeken van de vrijwilliger en het praten over het leven hier en de opvoeding van de kinderen, sta ik nu weer zeker in het leven. Ik durf veel meer en hierdoor heb ik ook meer contacten gekregen. Hoewel ik nog steeds Home -Start liever niet wil afsluiten, besef ik nu ook dat ik het alleen kan". '1
Jaarverslag Home -Start 2014
"Door de ondersteuning van Home -Start ben ik als moeder gegroeid. Vooral door de erkenning die de vrijwilliger mij gaf Die bevestiging was voor mij heel belangrijk en kon zelfs mijn familie mij niet geven. Ik heb geleerd dat ik het niet alleen hoef te doen en dat durfde ik 2 jaar geleden niet te erkennen voor mijzelf Nu durf ik meer voor mijzelf te kiezen en de zaken die voor mij niet belangrijk zijn los te laten. Ik ben op een punt belandt dat ik weer kan kijken naar de dingen die mijn leven verrijken en verdiepen en hierdoor sta ik sterker in het leven!". Ondersteuning niet tot stand gekomen: In een aantal gevallen kunnen aanvragen om verschillende redenen niet gehonoreerd worden. In 2014 betrof het 7 aanvragen. De cliënten zijn indien mogelijk doorverwezen naar andere instanties. Reden:
Niet woonachtig in werkgebied Vraag past niet binnen Home -Start Problematiek te zwaar Zelf afgezien van ondersteuning Overige
3 2 2
3.2. Vrijwilligers In 2014 waren 23 vrijwilligers actief voor Home -Start. 2 vrijwilligers zijn gestopt en 5 nieuwe vrijwilligers hebben zich aangemeld.
Het werken met gezinnen met minderjarige kinderen vereist een zorgvuldige selectie en begeleiding van vrijwilligers. In een intakegesprek worden de competenties van de vrijwilliger en de eisen van het programma besproken. Vrijwilligers moeten een bewijs van goed gedrag en twee referenties kunnen overleggen. Vervolgens moet de vrijwilliger de basistraining volgen en geschikt bevonden worden. Pas daarna kan een vrijwilliger ingezet worden voor ondersteuning in gezinnen. De training voor nieuwe vrijwilligers is in 2014 tweemaal gegeven aan 5 vrijwilligers. Vrijwilligers die gezinnen ondersteunen worden begeleid in de zogenaamde intervisiebijeenkomsten. In 2014 hebben 21 intervisiebijeenkomsten plaatsgevonden. Daarnaast is aandacht besteed aan de deskundigheidsbevordering van de vrijwilligers door middel van 2 themabijeenkomsten. De thema's waren onder andere 'Positief begeleiden van gezinnen'. Binnen de trainingen wordt speciale aandacht gegeven aan het omgaan met grenzen en het protocol signalering kindermishandeling en huiselijk geweld. Humanitas kent een eenduidig beleid bij vermoedens van kindermishandeling en kent landelijk een aandachtsfunctionaris kindermishandeling. * Land van herkomst: Nederland Allochtoon
23 0
1
Jaarverslag Home -Start 2014
* Woonplaats van de vrijwilligers: Sliedrecht Hardinxveld-Giessendam Papendrecht Gorinchem Graafstroom
14 3 '")
1 3
* Waarde van vrijwilligerswerk Door het vrijwilligerswerk kunnen mensen hun betrokkenheid bij de samenleving en specifiek bij opvoeding vorm geven. Vrijwilligers van Humanitas zijn over het algemeen zeer gemotiveerd en tevreden over de training en de begeleiding. Dat blijkt uit het onderzoek naar vrijwilligerstevredenheid van november 2011 dat Movisie in opdracht van Humanitas heeft uitgevoerd. Wat betekent het vrijwilligerswerk voor vrijwilligers? Wat heeft het voor hen zelf betekent en wat konden ze in het gezin bereiken? Een aantal quotes.
"Het mooiste aan Home -Start is de gelijkwaardigheid en de wederkerigheid. Je kunt als vrijwilliger het gezin raken, maar andersom gebeurd dat ook". "Ik heb binnen Home -Start geleerd dat bij andere culturen, het leren door ervaring op te doen, een belangrijke rol speelt. Ik vind het vooral leuk om allochtone gezinnen te ondersteunen, omdat dit je eigen leven ook verrijkt. Mijn kracht ligt bij herkennen en benoemen van positief opvoeden en ouders hierin ook handvaten aan te reiken".
"Ik ondersteun een moeder met 3 kinderen en onverwacht een tweeling op komst. Hierdoor is moeder in een depressie terecht gekomen. Een dagdeel in de week doen we samen wat leuks met de kinderen voor zover moeder daartoe in staat is. Ik zie een heel lieve moeder voor de kinderen en ik hoor haar alle dingen opsommen die haar dankbaar maken. Ik zie hoe ze inspeelt op de kinderen en dat geeft mij het vertrouwen dat ze het in de toekomst zelf weer gaat en kan oppakken. En ik zie het als een dankbare taak om haar dat duwtje in de goede richting te geven. Binnen de vrijwilligersgroep van Home -Start voel ik mij heel erg prettig en veilig. Ik heb veel geleerd en mijzelf' hierdoor ook ontwikkeld. Vooral de intervisies zijn leerzaam". * Waarde van vrijwilligerswerk in de transitie van de jeugdzorg De aanstaande transitie jeugdzorg is niet alleen een bestuurlijke verandering maar beoogt ook een inhoudelijke kanteling. De focus is gericht op het versterken van de sociale omgeving van het kind en de opvoeder en het verminderen van gespecialiseerde zorg. Binnen deze sociale steunstructuren ofwel de pedagogische civil society vervult het vrijwilligerswerk een rol van betekenis. Van Montfoort heeft in samenwerking met Humanitas in 2013 de ontwikkelingen in beeld gebracht en de betekenis van het vrijwilligerswerk daarin onderzocht (notitie "Transitie Jeugdzorg: Elk Kind Telt!, de betekenis van professioneel georganiseerd vrijwilligerswerk voor opvoeden en opgroeien", maart 2013, Van Montfoort / Collegio). Daaruit blijkt dat Humanitas met professioneel georganiseerd vrijwilligerswerk, zoals bij Home -Start, betekenis heeft in de versterking van die sociale omgeving van gezinnen en kinderen.
Jaarverslag Home -Start 2014
4. Lokale partners Verwijzers en samenwerkingspartners Home -Start werkt nauw samen met lokale partners om hulpvragen van gezinnen van een passend aanbod te voorzien. Op uitnodiging van CJG en met toestemming van ouder(s) kan een coördinator deelnemen aan gesprekken in het kader van coördinatie van zorg In overleg wordt bepaald welke ondersteuning een gezin vraagt. Dit is via het Centrum voor Jeugd en Gezin georganiseerd. De volgende partners hebben gezinnen aangemeld bij Home -Start: Eigen initiatief Consultatiebureau CJG Scholen Voedselbank Overig
2 9 5 2 1 3
5. Uitgelicht Eén van de hoogtepunten dit jaar was het integratiediner tijdens de "Week van de Opvoeding". Het integratiediner is een kleinschalig diner waarbij ouders zelf een gerecht uit hun land van herkomst koken, samen eten en elkaar leren kennen. In Sliedrecht waren tijdens het integratiediner 12 vrouwen uit .8 verschillende culturen naar het Centrum van Jeugd en Gezin gekomen. Naast het samen eten was het vooral bijzonder om met elkaar te delen welk gerecht een ieder had gemaakt en waarom juist dit gerecht past bij haar cultuur of welke bijzondere herinnering zij aan dit gerecht hebben.
Jaarverslag Home -Start 2014
Ook dit jaar zijn de trainingen voor nieuwe vrijwilligers van Home -Start weer Drechtsteden breed aangeboden. Dit betekent dat we groepen van zo'n 10 vrijwilligers trainen met 3 verschillende coördinatoren op 3 verschillende locaties. De reacties van de vrijwilligers zijn zeer positief: "Meer ervaringsdeskundigen in de groep, verschillende competenties van coördinatoren, meer zicht op de verschillende Home -Start projecten en hierdoor een brede betrokkenheid". Als nadeel wordt genoemd dat de groep elkaar goed leert kennen en veel persoonlijke dingen met elkaar deelt en je elkaar daarna uit het oog verliest. De behoefte is om elkaar op incidentele basis te blijven zien. Als coördinatoren zullen we dit jaar nadenken of we in deze behoefte kunnen voorzien en op welke manier. Binnen Home -Start Sliedrecht merken we, sinds de huisvesting in het CJG, ieder jaar een lichte toename van het aantal gezinnen. Het is fijn te merken dat zowel gezinnen als verwijzers Home -Start goed weten te vinden en tevreden zijn met het aanbod van ondersteuning.
6. Samenvatting Home -Start Sliedrecht heeft in 2014, 26 gezinnen ondersteund door de inzet van 23 vrijwilligers. Hiermee zijn de beoogde resultaten 2014 behaald.
7
10 SOC - St OPOPS Ontwerp Jaarverslag 2014 1 150709 St OPOPS Ontwerp Jaarverslag 2014.pdf
,1,1J1D 121 011!1 °8 1 .1101 ,1ij! T 078 - 644 98 80
GSD
08,07,2015
0031
E [email protected]
Stichting Openbaar Primair Onderwijs
Papendrecht
Poldermolen 12
2Sliedrecht
3352 TH Papendrecht F 078 - 644 03 99 Kyk: 24386999
Aan de leden van de gemeenteraad van de gemeente Sliedrecht Postbus 16 3360 AA SLIEDRECHT
Rabobank nr. 39 30 46 664
Datum Behandeld Kenmerk Onderwerp
: : : :
25-06-15 M. Beke 2015/3638 Jaarverslag
Geachte leden van de raad, Bijgaand treft u het ontwerp-jaarverslag 2014 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht aan. Het verslag is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring. Het bestuur heeft op 25 mei jl. met dit ontwerp-jaarverslag ingestemd. Conform artikel 48 van de WPO en artikel 21 lid 2 van de statuten leggen wij het ontwerpjaarverslag, bestaande uit een bestuursverslag en de jaarrekening, ter instemming aan u voor.
Met vriendelijke groet, namens het bestuur
M.I.C. Bek~kes, Bestuursmanager
Bijlage: jaarverslag 2014
Stichting Openbaar PO Papendrecht Sliedrecht
41560 JAARSTUKKEN 2014
8 juni 2015
Inhoudsopgave Pagina
Jaarverslag
3
Financiële kengetallen
22
Jaarrekening Grondslagen
23
Model A: Balans per 31 december 2014
27
Model B: Staat van baten en lasten over 2014
28
Model C: Kasstroomoverzicht
29
Model VA: Vaste Activa
30
Model W: Voorraden en vorderingen
31
Model EL: Effecten en Liquide middelen
32
Model EV: Eigen vermogen
33
Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden
34
Model KS: Kortlopende schulden
35
Model G: Verantwoording subsidies
36
Model OB: Opgave overheidsbijdragen
37
Model AB: Opgave andere baten
38
Model LA: Opgave van de lasten
39
Model FB: Financiële baten en lasten
42
Model E: Overzicht verbonden partijen
43
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector
44
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
45
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
46
Overige gegevens Bestemming van het resultaat
47
Gebeurtenissen na balansdatum
48
Controle verklaring van de onafhankelijke accountant
49
Bijlagen
Gegevens over de rechtspersoon
52
Balans en Exploitatie 11RZ OBS De Wilgen
53
Balans en Exploitatie 12CL OBS Henri Dunant
54
Balans en Exploitatie 13BY OBS De Knotwilg
55
Balans en Exploitatie 13MP OBS De Viermaster
56
Balans en Exploitatie 13RI OBS Anne Frank
57
Balans en Exploitatie 27RM OBS t Kofschip
58
Balans en Exploitatie AE13BSK Bestuurskantoor
59
Balans en Exploitatie AE13GEZ Gezamelijke activiteiten
60
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 2 van 50
Stichting Openbaar Primair Onderwijs
?apendrecht
áSliedrecht JAARVERSLAG 2014
Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht
1
Inhoud Voorwoord ........................................................................................................................................................................5 1. Algemene informatie ...............................................................................................................................................6 2. Verslag van het toezichthoudend bestuur ................................................................................................................8 WERKWIJZE ............................................................................................................................................................................... 8 VERSLAG VAN DE DIALOOG MET INTERN EN EXTERN BELANGHEBBENDEN ................................................................................................... 8 RISICOBEHEERSINGS- EN CONTROLE SYSTEMEN ................................................................................................................................... 8 3. Verslag van de bestuursmanager .............................................................................................................................9 EXTERNE EN INTERNE CONTACTEN BOVENSCHOOLS NIVEAU ................................................................................................................... 9 EXTERNE EN INTERNE CONTACTEN OP DIRECTIENIVEAU ......................................................................................................................... 9 4. Organisatorische ontwikkelingen ...........................................................................................................................10 5. Onderwijsontwikkelingen ......................................................................................................................................10 VERLOOP EN BEKOSTIGING LEERLINGEN .......................................................................................................................................... 10 6. Personeelsbeleid ...................................................................................................................................................12 FUNCTIEOPBOUW ..................................................................................................................................................................... 13 FORMATIE EN LEEFTIJDSOPBOUW PER SCHOOL ................................................................................................................................. 13 ZIEKTEVERZUIM ........................................................................................................................................................................ 14 7. Huisvestingsbeleid .................................................................................................................................................14 8. Financieel beleid ....................................................................................................................................................15 9. Continuiteitsparagraaf ...........................................................................................................................................17 SAMENVATTING TOEKOMSTIGE ONTWIKKEL- EN SPEERPUNTEN ............................................................................................................. 17 BALANS .................................................................................................................................................................................. 19 RAMING VAN BATEN EN LASTEN ................................................................................................................................................... 20 KENGETALLEN .......................................................................................................................................................................... 20
4
Voorwoord Hierbij treft u het jaarverslag van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht over het jaar 2014 aan. In dit jaarverslag wordt op stichtingsniveau verslag gedaan van de belangrijkste activiteiten uit het afgelopen jaar. Deze betreffen de volgende onderdelen: Algemene informatie
Organisatorische ontwikkelingen Onderwijs ontwikkelingen Personeelsbeleid Financiën Huisvesting en beheer
Toekomstige ontwikkelingen incl. continuïteitsparagraaf Per onderdeel worden beleidsontwikkelingen en activiteiten beschreven die in 2014 hebben plaatsgevonden. De laatste paragraaf schetst de geplande activiteiten voor de komende jaren.
5
1.
Algemene informatie
Juridische - en organisatiestructuur
De gemeenteraden van Papendrecht en Sliedrecht hebben hun bestuurlijke taken overgedragen aan het schoolbestuur van Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht (OPOPS). Dit is formeel vastgelegd in de stichtingsstatuten. Er blijft een rapportageplicht bestaan aan beide gemeenten over in de statuten genoemde onderwerpen, waaronder de jaarrekening en de begroting. De standplaats van de stichting is Papendrecht.
De stichting wordt bestuurd door het toezichthoudend stichtingsbestuur. Bestuursleden worden benoemd door de beide gemeenteraden op voordracht van ouders (bindend), personeel en de beide gemeenten. Het bestuur bestaat uit: - dhr. H.A. Verhoef, voorzitter, benoemd per 01-01-2006 op voordracht van de gemeenten;
- dhr. J.G. Troost, benoemd per 01-01-2006 op voordracht van het personeel; - mw. A. Zoetekouw, benoemd per 01-05-2007 op voordracht van de gemeenten; - dhr. A.P. Flier, benoemd per 01-03-2011 op bindende voordracht van de ouders; - dhr. C.A. Oskam, benoemd per 01-03-2011 op voordracht van het personeel; - dhr. A.C. Molenaar, benoemd per 01-05-2014 op bindende voordracht van de ouders. Er is een duidelijke scheiding tussen bestuur en toezicht. Het toezichthoudend stichtingsbestuur heeft de taakverdeling tussen haar en de bestuursmanager in een managementstatuut vastgesteld. Hierin zijn onder andere gedelegeerde en gemandateerde taken opgenomen en is de externe vertegenwoordiging vastgelegd. Er is een bovenschools stafbureau bestaande uit een bestuursmanager, een managementassistent en een stafmedewerker bedrijfsvoering. Onder OPOPS ressorteren per 31 december 2014 negen scholen voor regulier basisonderwijs; zes met een brinnummer en drie zonder, waarvan één de status heeft van nevenvestiging. Zes van de scholen zijn gelegen in de gemeente Papendrecht en drie in de gemeente Sliedrecht. Er is een schooldirectie bestaande uit zes directeuren. Schooldirecteuren leggen verantwoording af aan de bestuursmanager. Kernactiviteit en maatschappelijke inbedding Kernactiviteit Stichting OPOPS verzorgt primair onderwijs aan kinderen van 4 tot 14 jaar in het spreidingsgebied Papendrecht en
Sliedrecht, ongeacht geloof, ras of achtergrond. Voor kinderen die aantoonbaar zorg nodig hebben die de capaciteit van OPOPS te boven gaat, zoeken wij, conform wettelijke verplichting, een passend alternatief.
Identiteit De stichting gelooft in een pluriforme samenleving waar mensen ongeacht hun herkomst samen leven en samen vormgeven aan die samenleving. Hiervoor is wederzijds respect en betrokkenheid op elkaar nodig. Binnen die samenleving heeft ieder kind recht op goed onderwijs. Kenmerken van goed onderwijs zijn: leren van en met elkaar een uitdagende en veilige leeromgeving zo dicht mogelijk bij huis én midden in de samenleving eisen stellen aan kinderen, ouders en leerkrachten. Missie
Onze missie is onze leerlingen voor te bereiden op hun maatschappelijk functioneren nu en in de toekomst. Al onze scholen zijn gericht op de optimale ontwikkeling van onze leerlingen. Dit realiseren wij door een goed pedagogisch klimaat, uit te gaan van de verschillende talenten en onderwijsbehoeften van de kinderen en ons te richten op normen en waarden, respect en welbevinden. We richten ons zowel op de cognitieve als de niet -cognitieve basisvaardigheden. Ons personeel is goed gekwalificeerd en er wordt gewerkt met gevarieerde werkvormen en moderne materialen in een veilige en uitdagende schoolomgeving met duidelijke regels.
OPOPS ziet ouders als waardevolle partners in dit proces.
Kernwaarden voor OPOPS zijn: actief en sociaal betrokken, blijvend ontwikkelend, samen en in vertrouwen, met wederzijds respect en in dialoog, kritisch en rechtvaardig, zelfsturend, reflectief en ontdekkend.
6
Maatschappelijke inbedding
OPOPS is een organisatie die met beide benen in de samenleving staat. Onder andere dankzij intensief contact met ouders, andere schoolbesturen (ook voortgezet onderwijs), kinderopvang, verenigingen en gemeenten. Schematisch weergegeven ziet het veld rond leerlingen en ouders er als volgt uit:
Ministerie
Bestuursmanaaer
0
Directie
4,7 0 0 7
47,
\ e,e
Cl)
0/ 0/ 0' 0r Leerlinaen ss
Leerlingen
en ouders Kinderopvang
0. 01 C
,
.6' 0
_s eo
0
z.
0. (7)
Ondersteuning
II.
0 0 0 0. 0 (1)
'T to cp CZ: N
cn cp r .
GMR
Maatschappelijke omgeving
7
2.
Verslag van het toezichthoudend bestuur
Werkwijze
De werkwijze van het toezichthoudend bestuur is vastgelegd in het managementstatuut en het bestuurlijk beleids- en toezichtskader. De code goed bestuur van de PO -Raad is verwerkt in het beleidskader van de Stichting. Het bestuur is aangesloten bij de besturenorganisatie VOS/ABB en de PO -raad. Jaarlijks evalueert het bestuur in aanwezigheid van de bestuursmanager haar functioneren in een apart hiervoor ingelaste bestuursvergadering. Verslag van de dialoog met intern en extern belanghebbenden
Het bestuur heeft in 2014 zes keer vergaderd. Naast de reguliere onderwerpen zoals de vaststelling van de jaarrekening 2013 en de begroting 2014, de voorlopige vaststelling van de begroting 2015 en de bespreking van de verantwoordingsrapportages (o.a.2x marap), zijn dit jaar de bestuurlijke doelen, het strategisch beleid, de bestuurlijke werkwijze, het toezichtskader en het managementstatuut vastgesteld. Op het gebied van huisvesting waren de nieuwbouw van de Roald Dahl, de renovatie van de Leilinde en het aan het doordecentralisatie aangepast meerjarenonderhoudsplan bespreek c.q. beslispunten. Ook het functioneren van twee scholen was onderwerp van bespreking. Voor de opstelling van het managementstatuut en het beleids- en toezichtskader zijn diverse gesprekken gevoerd door een delegatie van het bestuur met de bestuursmanager, met tussentijdse terugkoppelingen in bestuursvergaderingen. Aangezien het bestuurlijk functioneren hierbij steeds centraal stond, is de afzonderlijke evaluatieve bijeenkomst over het bestuurlijk functioneren dit jaar komen te vervallen.
Buiten de bestuursvergaderingen om heeft de bestuursmanager de afzonderlijke bestuursleden om advies over kwesties die in hun kennisgebied liggen gevraagd.
Het bestuur treedt één keer per jaar in gesprek met de schooldirecteuren over actuele onderwerpen. Dit jaar waren het de invulling van de bestuurlijke schoolbezoeken en het beleids- en toezichtskader. Daarnaast was er dit jaar een studieochtend met de directeuren over het strategisch beleid. Naast de bestuursvergaderingen heeft het bestuur de volgende informele contactmomenten met de organisatie: de nieuwjaarsreceptie voor het personeel een schoolbezoek één maal per twee jaar het bijwonen van feestelijke activiteiten van de afzonderlijke scholen.
Extern
Jaarlijks is er overleg met de afzonderlijke wethouders van beide gemeenten. Dit jaar stond het overleg in het teken van wederzijdse kennismaking en de nieuwe onderlinge rollen in het kader van de doordecentralisatie. Een bestuurslid heeft deelgenomen aan een gezamenlijke stuurgroep met het Christelijk Onderwijs te Sliedrecht (VCOS) in
verband met de nieuwbouw van een brede school.
Risicobeheersings- en controle systemen
Via het toezichtskader is de verantwoording van de bestuursmanager aan het bestuur structureel ingebed in de organisatie. De onderwijskwaliteit wordt gemonitord via leerlingenresultaten en tevredenheid van ouders en personeel (één keer per vier jaar). Eind 2014 is deze enquête afgenomen; de resultaten komen begin 2015 beschikbaar. Daarnaast rapporteert de bestuursmanager één keer per jaar over de voortgang van het strategisch beleid. Ten aanzien van de leerlingenresultaten zijn de volgende gegevens gemonitord: - Drempelonderzoek vertaald in Citoscores - Tussentijdse citoscores - Uitstroom naar vervolgonderwijs
Meer informatie over dit onderdeel staat in hoofdstuk vier. De planning en control cyclus is gebaseerd op de integrale meerjarenbegroting. Er wordt gemonitord via een vier-, acht- en twaalfmaands financiële rapportage. Door de overstap naar een ander administratiesysteem (van Caso naar AFAS), heeft er een kwaliteitsslag van de managementinformatie plaatsgevonden.
Er is een treasurystatuut, aan de hand waarvan het liquiditeitsbeheer wordt gevoerd.
8
Wat betreft onderhoud wordt gewerkt op basis van een 10-jarig meerjarenonderhoudsplan, geleverd door een externe partij. In het kader van de doordecentralisatie is dit plan in 2014 uitgebreid en geactualiseerd. Rapportage vindt plaats via de kwartaalrapportages. De geconstateerde risico's zijn opgenomen in de continuïteitsparagraaf. Een klacht uit 2013 is afgehandeld. Er heeft zich in 2014 geen nieuwe officiële klacht voorgedaan. Voor verdere ontwikkeling op dit terrein, zie de continuïteitsparagraaf.
3.
Verslag van de bestuursmanager
Externe en interne contacten bovenschools niveau
Op bovenschools niveau participeert de bestuursmanager namens de stichting in diverse overleggen: de besturenoverleggen met alle onderwijspartners PO/V0 te Papendrecht en het Bestuurlijk Overleg Sliedrecht met alle onderwijspartners PO/V0 en een gemeentelijke vertegenwoordiging te Sliedrecht; het regionaal bestuurlijk overleg met alle collega bestuurders van het openbaar onderwijs; het overleg Lokale educatie agenda (LEA) en Op Overeenkomst Gericht Overleg (00G0) van de gemeentes Papendrecht en Sliedrecht, inclusief bijbehorende voorbereidende bijeenkomsten; overleggen in verband met nieuwbouw, renovatie en brede school met collega-instellingen voor onderwijs en kinderopvang. de werkgroep Netwerk en ICT van de PO -raad De bestuursmanager van OPOPS is lid van het dagelijks bestuur van het aflopend samenwerkingsverband 40.01 en lid van de algemene ledenvergadering van het in 2013 nieuw opgerichte samenwerkingsverband 28.09.
De bestuursmanager heeft vijf keer vergaderd met de (P)GMR. Naast de reguliere onderwerpen stonden o.a. strategisch beleid, professionalisering van de relatie met de bestuursmanager, positie onderwijsassistenten, invoering van een bovenschools intern begeleider, medicijnprotocol, het stichtings ondersteuningsprofiel en de werkkostenregeling op de agenda. De gezamenlijke GMR-bestuursvergadering was gericht op algemene visievorming. De directies en de bestuursmanager hebben in 2014 zeven keer vergaderd. Aanvullend op de jaarlijks terugkerende en de hierboven reeds genoemde onderwerpen zijn ook besproken: het financiële beleid, de tevredenheidsenquêtes, nulgroepen en de taakomschrijving leerkracht hoogbegaafden LA en LB. De vier studiedagen die gehouden zijn betroffen het stichtingsondersteuningsprofiel, de besturingsfilosofie, het strategisch beleid en de uitwerking ervan.
Externe en interne contacten op directieniveau
In het overlegorgaan van de directeuren, het directieplatform, zijn praktische schoolse zaken besproken die onderlinge afstemming behoeven en indien relevant is het overleg met de bestuursmanager voorbereid. Dit jaar is gestart met werkgroepen ter realisering van het strategisch beleid op het gebied van onderwijs, personeel, huisvesting en beheer en ICT. Deelnemers zijn directeuren, adjunct-directeuren en soms een specialist. Hier vindt beleidsvoorbereiding plaats.
Op schoolniveau wordt de inzet van ouders gevraagd om gezamenlijke wensen te realiseren. Voorbeelden hiervan zijn: verkeersveilige omgeving rond de school, feesten en jubilea, hulp bij het groepslezen, knutselactiviteiten, begeleiding tijdens excursies en sportactiviteiten etc. Ook zijn initiatieven ontplooid om de betrokkenheid van ouders bij het leren te versterken. Op alle scholen functioneren medezeggenschapsraden en ouderraden. Een aantal scholen hebben een leerlingenraad.
Op schooldirectieniveau heeft OPOPS zitting in de stuurgroep van het samenwerkingsverband. Directeuren nemen deel aan gemeentelijk overleg en werkgroepen, zoals VVE. Daarnaast zijn er contacten met de Pabo's, OG's, kinderopvangorganisaties, wijk- buurt- en welzijnsorganisaties.
9
Organisatorische ontwikkelingen
4.
Lerend vermogen van de organisatie Er hebben diverse vormen van scholing en kennisdeling plaatsgevonden binnen OPOPS. Er zijn drie kenniskringen: voor intern begeleiders, voor hoogbegaafden en voor ICT-ers. Er zijn werkgroepen gevormd ter realisatie van het (strategisch) beleid.
Professionalisering van de organisatie Er is veel geïnvesteerd in de vormgeving van de relatie bestuur en bestuursmanager. In het verlengde daarvan is gestart met de professionalisering van de relatie tussen bestuursmanager en de GMR. Professionalisering van het financiële beleid heeft plaatsgevonden door verbetering van de formats, levering van basisgegevens, scholing van de directeuren en enige centralisatie van beleid.
De administratie is uitbesteed aan OSG. Met ingang van 1 januari 2013 is OPOPS overgestapt op het automatiseringssysteem van AFAS. De migratie door OSG is afgerond en er heeft een kwaliteitsverbetering plaatsgevonden. ICT
Er zijn centrale afspraken gemaakt én doorgevoerd met betrekking tot de infrastructuur en werken in de "cloud". Brede school/VVE/Kindcentrum Op alle scholen is gewerkt aan de verdere uitwerking van het concept brede school/kindcentrum. Op twee locaties is gestart met een zogenaamde "nulgroep", waarbij de doorgaande leerlijn uitgangspunt is. Twee scholen zijn een samenwerkings-overeenkomst aangegaan met een kinderopvangorganisatie. In samenwerking met de gemeente is gewerkt aan de doorgaande lijn van VVE. In dit kader is ook uitgebreid gemeentelijk contact geweest in verband met huur- en verhuurmogelijkheden.
Zie ook hoofdstuk 5 en 6 voor meer ontwikkelingen.
Onderwijsontwikkelingen
5.
Verloop en bekostiging leerlingen
Het voedingsgebied van OPOPS is een licht tot matig krimpgebied. Het leerlingaantal is de afgelopen drie jaar conform gedaald:
Leerlingaantallen per teldatum 1 oktober 2011 Knotwilg 410 Viermaster 327 Anne Frank 221 't Kofschip 441
2012 407 333 209 426
2013 396 355 189 404
2014 377 359 178 377
Totaal Papendrecht
1291 381
1399
1375
1344
De Wilgen Henri Dunant
409 286
387 294
393 293
Totaal Sliedrecht
695
686
664
TOTAAL OPOPS
2094
681 2056 '
2030
1955
283
Het marktaandeel is in 2014 licht (minder dan 1%) gedaald tot respectievelijk 44,33 % (in Papendrecht) en 29,4% (Sliedrecht). Er vonden de afgelopen jaren grote fluctuaties in leerlingenaantallen binnen scholen plaats. Het aannamebeleid is conform regelgeving. Er worden geen wachtlijsten gehanteerd voor de sterk groeiende scholen.
Onderwijskwaliteit en zorgbeleid
Jaarlijks worden de instellingsdoelen op het gebied van onderwijs geëvalueerd, geanalyseerd en zo nodig bijgesteld. De stichting heeft voor de cognitieve vakken gedefinieerd wat zij onder leerrendement en toegevoegde waarde verstaat en monitort dat aan de hand van vaardigheidsscores. Elke school formuleert hiervoor eigen normen passend bij de schoolpopulatie die tevens tenminste voldoen aan de inspectienormen. Er is op instellingsniveau een kwaliteitsniveau
10
1 1 1 1 1 1 e 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
vastgesteld voor het handelingswerken van leerkrachten. Via lesobservaties wordt dit handelen gemonitord en besproken. Analyses en verbeterplannen worden zowel individueel als in teamverband besproken en opgesteld. Er is gestart met een wijziging van de bovenschoolse monitoring door de bestuursmanager van de onderwijsopbrengsten. Beleidsontwikkeling ten aanzien van de inzet van onderwijsassistenten is opgepakt.
e e a a
Passend onderwijs is per 1 augustus 2014 van start gegaan. Er is een start gemaakt met de inrichting van het nieuwe samenwerkingsverband. De afstemming van het beleid van het samenwerkingsverband en het jeugdbeleid van de gemeenten vormt daar een onderdeel van. OPOPS heeft een samenhangend SOP (stichtingsondersteuningsprofiel) opgesteld. Dit vormt de basis voor het verder te ontwikkelen zorgbeleid van OPOPS. Er is besloten tot het aanstellen van een bovenschoolse intern begeleider.
Op twee scholen heeft een extern onderzoek plaatsgevonden. Op één school diende het als basis voor een kwaliteitsverbeteringstraject voor de leiding en de organisatie. Dit traject start in 2015. Op de andere school is een onderzoek uitgevoerd om duidelijk te krijgen welke aanpak nodig was om de onderwijsresultaten te verbeteren. In verband met ziekte van de directeur is op een school een interimmanager aangesteld. Twee scholen van OPOPS doen mee aan een techniekproject van de gemeente Papendrecht en lokale bedrijven.
Onderwijsopbrengsten
OPOPS heeft gedefinieerd wat zij onder onderwijsopbrengsten voor de basisvaardigheden verstaat en welke normen daarbij horen voor eindopbrengsten en tussenopbrengsten. De eindopbrengsten worden gemeten via het drempelonderzoek, welke score wordt omgezet in een citoscore. Voor 2014 zijn de eindresultaten als volgt: Drempelonderzoek 2012 537,2 534,3 536,6 536,1 536,9 537,9 535,4 536,6 535,8
Knotwilg - Moerbeihof
1
Knotwilg - Leilinde Viermaster Anne Frank 't Kofschip - Zuidkil 't Kofschip - de Wielen De Wilgen De Wilgen - Roald Dahl Henri Dunant
Drempelonderzoek 2013 538,8 536,2 534,4 534,9 538,8 538,8 532,5 539,3 531,0
Drempelonderzoek 2014 538,8 535,2 535,9 530,7 538,8 533,7 532,5 538,3 532,3
Onder/bovengrens 2014 534,0 / 538,0 533,7 / 537,7 533,4 / 535,9 532,6/ 537,2 534,5 / 538,5 533,9 / 537,9 530,0 / 534,0 531,8 / 535,8 532,4 / 536,4
Drie scholen scoren boven de bovengrens die de inspectie stelt, drie tussen de boven- en ondergrens en drie onder de ondergrens (bij de afname voor 2015 liggen alle scores weer boven de ondergrens). Uit deze eindscore is niet af te lezen of er grote verschillen in een groep zitten of dat er sprake is van een homogene groep. Uitstroomcijfers geven hierover aanvullende informatie.
e
Uit- en doorstroompercentages
Resultaten uitstroom in het jaar 2014 naar schoolsoort in aantallen leerlingen: 2013
Anne Frank Knotwilg Leilinde Viermaster Kofschip W ielen ... Henri
Totaal %
HAVO/VWO
16
11
28
19
26
45
1
Totaal
10
9
19
26
21
48
14
24
38
8
,
4
12
.
9
36
20
8
28 16
27
Wilgen Roald Dahl
E
_
VMBO
1
Dunant
Totaal absoluut
.
VSO/PrO
6
10
2
146
122
270
0,1%
54%
45%
100%
OPOPS hecht veel waarde aan een goede, stabiele doorverwijzing van het voortgezet onderwijs, daarom volgen wij de leerlingen nog 2 jaar na het jaar van vertrek van de basisschool.
11
1 % van de leerlingen die in oktober 2014 in dezelfde onderwijssoort (HAVO/VWO of VMBO/LWOO) zitten als bij uitstroom: Uitstroom in 2013: Uitstroom 2012: Norm: 80%
Anne Frank Knotwilg
93% 85%
Norm: 70% 83% 95%
Leilinde
100%
79%
Viermaster
82%
88%
Kofschip
86%
90%
W ielen
100%
97%
Henri Dunant
90%
78%
Wilgen
94%
76%
100%
100%
92%
87%
Roald Dahl OPOPS
1 1 1 1
Prestatieboxmiddelen
In het bestuursakkoord primair onderwijs zijn de landelijke ambities met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs vastgelegd. De prestatieboxmiddelen zijn in 2014 ingezet op natuur- en cultuureducatie, coaching van leerkrachten, bouwcoördinatoren en directies, en scholing van personeel op het gebied van Positive Behaviour, hoogbegaafdheid, opbrengstgericht werken op gedragsgebied en passend onderwijs. 6.
Personeelsbeleid
Het voor de Stichting OPOPS geldende personeelsbeleid staat in het personeelshandboek. Vastgesteld zijn een medicijnprotocol en een taakomschrijving voor het taakgebied bovenschools Intern Begeleider. Een tweede school is dit jaar gestart met het project Stichting LeerKRACHT, dat als doel heeft kwaliteitsverbetering door samenwerking. Er is een in company opleiding bewegingsonderwijs opgezet. Er zijn centrale BHV-cursussen georganiseerd. De WKR is ingevoerd en er is een start gemaakt met de voorbereiding van de invoering van de CAO.
De kenniskringen ICT, I.B. en HB (hoogbegaafden) zijn gecontinueerd, taakomschrijvingen opgesteld en instellingsbeleid m.b.t. onderwijsassistenten is gestart. Er is een vacature schooldirecteur ingevuld en een tweede procedure gestart. Alle directeuren hebben zich geregistreerd in het lerarenregister.
1 1 1 a 1
Ter voorkoming van boventalligheid als gevolg van krimpend leerlingenaantal is er vanaf september voor 1,6 fte personeel op detacheringsbasis aangesteld. OPOPS is eigen risicodrager voor de WGA. Het bijbehorend risico is bij een verzekeringsmaatschappij verzekerd. Vier keer per jaar is er een SMT gehouden, waar de bedrijfsarts en de casemanager plannen van aanpak bespreken. In het
kader van preventie van arbeidsongeschiktheid vindt er een externe detachering plaats en is er een outplacementtraject gestart.
1 1 e 1
12
a Functieopbouw
In onderstaande tabel zijn de aanwezige functies binnen OPOPS met hun fte-omvang over de afgelopen 3 jaar weergegeven. Functie*)
1 e 1 e 1 e e
01-08-2012
01-08-2013
01-08-2014
Leerkracht LA
87,61
90,03
87,77
Leerkracht LB
19,68
19,78
20,3
0
0
0
Conciërge
3,56
4,1
3,56
Administratief medewerker
2,13
2,07
2,07
Onderwijsassistent
4,69
3,79
3,79
Staf
1,2
1,2
1,2
Bestuursmanager
0,6
0,6
0,8
Directeur
6,0
6,0
6,0
6,54
6,54
6,54
132,01
134,11
132,03
Lio
Adjunct Directeur
Het percentage LB-functies is gestegen van 18% naar 19%. Dit is boven de norm van het door het Rijk gewenste quotum geldend voor de eerste tranche. Vergrijzing en krimp hebben dit jaar een remmende invloed gehad op de verdere groei van deze functie (zie verder de continuïteitsparagraaf). OPOPS heeft daarnaast een relatief groot percentage adjunct-functies. Samen met de LB-functies geeft dit ruim 23% mogelijkheid tot "verticale" mobiliteit. Formatie en leeftijdsopbouw per school
Peildatum 1-10-2014
De Wilgen
Vaste dienst fte
25,91
Tijdelijke dienst fte Totale omvang fte
Henri
Knotwilg
Viermaster
Anne Frank
Kofschip
Totaal
17,76
23,17
20,77
12,69
21,74
122,04
0,98
1,66
0,56
2,16
0,07
2,48
7,92
26,90
19,43
23,73
22,93
12,76
24,22
129,96
% man (fte)
33%
22%
18%
27%
35%
22%
26%
% vrouw (fte)
67%
78%
82%
73%
65%
78%
74%
15-25
1
0
0
2
0
0
1%
25-35
7
8
3
8
3
5
20%
35-45
8
5
4
6
5
10
21%
45-55
8
7
13
8
5
9
33%
55-67
14
8
14
7
4
5
26%
Totaal aantal pers.leden:
38
28
34
31
17
29
100%
Gewogen gem.leeftijd
43,31
41,4
46,59
38,7
40,32
42,42
42,35
Dunant
per leeftijdscategorie:
e 1 e
De formatieomvang van tijdelijke dienst is ten opzichte van vorig jaar met 4,5 fte gestegen zodat geanticipeerd kan worden op verminderde formatie het volgend schooljaar. Bijna 60% van het personeel op de scholen is ouder dan 45 jaar.
13
1
e
1 a e e
Ziekteverzuim
Het gemiddelde % ziekteverzuim bij OPOPS was in 2014 6,8% (in 2013 7,31%). Het gemiddeld aantal ziekmeldingen is gestegen van 0,78 in 2013 naar 1,1 in 2014. Aantal personeels leden
School
Anne Frank Knotwilg Kofschip Viermaster de Wilgen Henri Dunant
bestuurskantoor OPOPS
17 34 29 31 38 28 3 180
Landelijk (2013)
Ziek meldings
frequentie 0,9 1,2 1,2 1,6 0,7 1,2 0,3
1,1 1,2
Gem. ziekte verzuim duur 30,8 35,7 28,3 19,9 28,7 11,9 2,0 25,1 21,0
Percentage nul verzuim 55 52 43 55 58 58 83 50 47,6
Ziekte verzuim totaal 10,0 6,9 5,8 8,2 5,6
6,1 0,2 6,8 6,5
g 1
Uit de cijfers valt te lezen dat niet het aantal zieken maar wel de ziekteduur hoog is. Het betreft voornamelijk ernstige medische aandoeningen en persoonlijke omstandigheden. Slechts in een enkel geval is er daarnaast een relatie met werk gerelateerde omstandigheden. 7.
Huisvestingsbeleid
OPOPS streeft naar verantwoorde toekomstbestendige huisvesting van haar scholen. Doordecentralisatie
Per 1 januari 2015 wordt het budget voor het buitenonderhoud en de aanpassing van de schoolgebouwen overgeheveld van gemeenten naar de scholen. Ter voorbereiding op die situatie heeft er een inventarisatie van de staat van onderhoud van de scholen plaats gevonden. Op grond van die inventarisatie mag worden verwacht dat de ter beschikking komende middelen in de komende jaren de kosten voor het reguliere instandhoudingsonderhoud kunnen dekken.
1 a 1
Bijzondere gebouwenproblematiek Er zijn enkele bijzondere gebouwenproblemen die in onderzoek die niet uit de reguliere middelen bekostigd kunnen worden. De Anne Frank heeft houtrotproblematiek van kozijnen. De levensduur van dak van de school moet verder onderzocht worden. De diverse onderzoeken zijn in gang gezet. Er zijn forse herstelwerkzaamheden aan het gebouw van 't Kofschip verricht ten laste van de gemeente Papendrecht. Er blijven nog noodzakelijke verbeteringen, met name ook op het gebied van ventilatie, nodig. Hier is door OPOPS opdracht tot onderzoek verleent. Aangezien alle problemen nog niet opgelost zijn, handhaaft OPOPS vooralsnog haar besluit het juridisch eigendom niet op zich te nemen.
Nieuwbouw/uitbreiding/renovatie In Sliedrecht is de nieuwbouw van de Roald Dahl samen met de Christelijke school Anne de Vries afgerond. Gesprekken worden gevoerd over gezamenlijk eigendom en beheer. De Henri Dunant heeft een tweede locatie in gebruik genomen, dicht bij de school waar twee groepen in geplaatst zijn. De Viermaster te Papendrecht heeft een extra locatie dicht bij de school ingenomen in verband met leerlingengroei en vorming van een integraal kindcentrum. De school De Leilinde is gerenoveerd in 2014. Met de voorbereiding van de renovatie van de Knotwilg is gestart.
1
Buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen Er is op acht van de negen locaties medegebruik van de gebouwen door een stichting voor kinderopvang in verband met de verzorging van buitenschoolse opvang (BS0). Op vier locaties is er ook een peuterspeelzaal. Op de overige locaties is deze voorziening in de directe omgeving van de school. Asbestsa nering
Tijdens de renovatie van de Leilinde is er onverwacht asbest gevonden in de gevels. In overleg met de gemeente Papendrecht is asbestsanering vlot uitgevoerd.
1 e
Beveiliging
Het onderhoud en de controle van de beveiligingsinstallaties zijn op alle scholen binnen OPOPS geüniformeerd. Alle scholen zijn nu via een GPRS-verbinding permanent bij de alarmcentrale aangesloten.
14
1
Bouwkundige aanpassingen naar aanleiding van brandweercontroles In 2013 hebben er binnen alle scholen brandweercontroles plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan zijn er in 2014 in 7 scholengebouwen bouwkundige aanpassingen uitgevoerd. Voor 2 schoollocaties zijn na overleg met de veiligheidsregio ZHZ en de gemeente Papendrecht de juiste bouwkundige aanpassingen vastgesteld; die worden begin 2015 uitgevoerd.
8.
Financieel beleid
In nauwe samenwerking met het administratiekantoor OSG is per 1 januari 2013 een integraal HRM/financieel systeem operationeel geworden (AFAS). Als gevolg van een moeizame invoering hiervan is er in november 2013 een voorlopige begroting 2014 vastgesteld. In het eerste kwartaal 2014 is er voor OPOPS een meerjareninvesteringsplan opgesteld die is ingevoegd in de voorlopige begroting 2014. Op 20 maart 2014 is deze aangepaste begroting opnieuw vastgesteld. Begroting
De organisatie hanteert sinds 2010 eenzelfde systematiek voor de meerjarenbegroting. De gepresenteerde begrotingsgegevens 2014 zijn opgesteld in samenwerking met het administratiekantoor 056 Rotterdam. De begroting is verder gebaseerd op de gerealiseerde gegevens van 2013 en de prognoses t.a.v.de ontwikkeling van het leerlingaantal. Er wordt gewerkt met de methodiek van normatieve doorbelasting van loonbedragen aan de scholen. In de begroting wordt geen rekening gehouden met prijsaanpassingen (indexering). Er is een kaderstellende handleiding bij de begroting opgesteld voor de directeuren. Realisatie
Begin 2014 heeft er een studieochtend voor de directeuren plaatsgevonden onder leiding van Leeuwendaal waarin het belang van de meerjarenbegroting en financiële scenario's is besproken. De informatievoorziening op financieel gebied is sterk verbeterd door de verdere ontwikkeling van een online, realtime informatietool dat via het administratiekantoor OSG is "uitgerold". Daarnaast is regelmatig, informeel overleg geweest met individuele directeuren op financieel gebied. Treasurvstatuut In samenhang met het treasurystatuut is op grond van de liquiditeitsbegroting een aanvang gemaakt om het beheer van liquiditeiten inzichtelijker te maken en te optimaliseren. Door intensief beheer van liquide middelen op de (spaar-
)rekeningen zijn de rentebaten, ondanks renteverlagingen in maart, juli en november 2014, conform de verwachtingen. Vergelijkend balansoverzicht Zoals blijkt uit het gepresenteerde "vergelijkend balansoverzicht" op pagina 27 is het balanstotaal t.o.v. eind 2013 afgenomen met C 633.725.Hieronder volgt een korte toelichting. Activa
De afname van de activa wordt per saldo voornamelijk veroorzaakt door: - de mutatie in de materiële vaste activa (+124K) die gebaseerd is op het saldo van de investeringen en de afschrijvingen. - de toename van vorderingen op debiteuren (wordt voornamelijk veroorzaakt door de vordering op het ministerie van OCW) - de afname van de liquide middelen (-786K). Dit wordt weergegeven in het kasstroomoverzicht 2014, waarbij de uitgaande kasstroom wordt verklaard door
operationele activiteiten (-494K), rentebaten (44K) en de investeringsuitgaven (-/-336K).
Door de afname van de vlottende activa en een lichte afname van de kortlopende schulden is het kengetal behorende bij de liquiditeitspositie voor OPOPS 3,59%. De afname van de liquiditeit werd verwacht maar ligt nog ruim boven de door OCW gehanteerde signaleringsgrens van 1,5. Dit weerspiegelt een positieve verwachting voor de korte termijn. Passiva
Aan passiva zijde van de balans wordt de afname met name verklaard door: - de afname van het eigen vermogen als gevolg van het negatieve exploitatieresultaat (-/-389K).
- de afname van de voorzieningen (-/- 219K) o.a. hoofdzakelijk als gevolg van de onttrekking van onderhoudsvoorziening in verband met de renovatie van de Leilinde.
- de afname van de kortlopende schulden in 2014. Door deze effecten laten de solvabiliteitskengetallen een vergelijkbaar beeld zien als in 2013. Dit schetst een positief beeld van OPOPS t.a.v. de verplichtingen op lange termijn. OCW hanteert hiervoor een ondergrens van 20%. Hieraan voldoet OPOPS ruimschoots (60,00%).
15
Kengetallen Het kengetal rentabiliteit geeft een weerspiegeling van de mate waarin effectief wordt omgegaan met de opbrengsten. Dit kengetal geeft een negatieve waarde weer wanneer er een negatief exploitatieresultaat bestaat. Dit kengetal moet in samenhang met het kengetal solvabiliteit worden beschouwd. Tijdelijke negatieve exploitatieresultaten zijn acceptabel indien er ruim voldoende solvabiliteit bestaat. Bij OPOPS is dit in 2014 het geval. De kapitalisatiefactor van OPOPS is in 2014 licht gedaald van 57,3 (2013) naar 53,2. Voor de komende jaren wordt op grond van het te voeren beleid van OPOPS een sterkere afname van dit kengetal verwacht.
De hoogte van de kapitalisatiefactor zal zich in de komende jaren richting de signaleringsgrens van 35% gaan bewegen. Deze ontwikkeling van de kapitalisatiefactor wordt in de toekomstparagraaf verder toegelicht. Voorzieningen
De voorzieningen zijn gebaseerd op meerjarenramingen. Er is een voorziening voor groot onderhoud aan gebouwen, waarvoor een meerjaren-onderhoudsplan (MOP) is opgesteld
dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Ook de door de gemeente gefinancierde activiteiten zijn in het MOP opgenomen. In 2014 is de renovatie van de Leilinde gerealiseerd. Deze renovatie is deels bekostigd door de gemeente Papendrecht op grond van het IHP en deels is dit ten laste gegaan van de onderhoudsvoorziening. Door de nieuwbouw van de Roald Dahl is de voorziening onderhoud voor deze school vrijgevallen. Voor de locaties de Leilinde en de Roald Dahl is nog geen MOP opgesteld; de dotatie voor het onderhoud voor deze locaties is op nihil gesteld.
Personeel dat 25 resp. 40 jaar aan het onderwijs is verbonden heeft recht op een jubileumuitkering. Het bestuur heeft hiervoor een voorziening gevormd. N.a.v. (statistische) berekeningen door het administratiekantoor is de dotatie voor de benodigde hoogte van de voorziening hiervoor in 2014 verlaagd. Reserves Algemene reserve
In 2014 zijn de reserves van de scholen en de reserves van het bestuurskantoor omgevormd tot bestuursreserve. De exploitatieresultaten van de scholen zjn conform beleid ten laste van de algemene reserve van OPOPS gebracht. Het exploitatietekort van de gemeenschappelijke activiteiten is toegevoegd aan de gemeenschappelijke reserve. Investeringen (MIP)
Het investeringsbeleid is vastgelegd in het handboek financieel beleid. Begin 2014 zijn de investeringsplannen van alle schooldirecties vastgelegd in een integraal meerjaren investeringsplan (MIP) van OPOPS. Van dit MIP zijn de investeringen opgenomen in de meerjarenbegrotingen van de scholen. Wijzigingen hierop zijn slechts toegestaan na goedkeuring van de bestuursmanager. Na goedkeuring van de jaarlijkse schoolbegroting kunnen de schooldirecties de investeringen uitvoeren. In 2014 zijn voor 336K investeringen gepleegd. Hiervan waren 230K uitbreidings- investeringen, voornamelijk het meubilair van de Roald Dahl en de investeringen in verband met aanpassingen op ICT gebied. De vervangingsinvesteringen betroffen 106K. Exploitatie Baten
Uit de staat van baten en lasten op pagina 28 blijkt dat het netto resultaat over 2014 minder negatief is dan verwacht (verschil 71 K).
De afwijking aan de batenkant wordt verklaard door baten die niet in de begroting waren opgenomen: - de jaarlijkse indexering van rijksmiddelen en de bijzondere aanvullende rijksbekostiging (124K) - prestatieboxmiddelen (58K) - hogere doorberekende exploitatievergoeding aan BSO (19K) i.v.m. uitbreiding activiteiten - overige baten (pagina 40) Lasten
Aan de lastenzijde bestaat de afwijking tussen begrote en werkelijke uitgaven uit drie onderdelen. Personele lasten De verklaring voor de afwijking bestaat uit: - lagere BAPO- en pensioenlasten (37K) dan begroot.
16
e e e
- hogere kosten extern personeel (detachering en interim directie: 96K) - hogere kosten in verband met WGA afdrachten aan het UWV (48K). Deze lasten worden uit de WGA verzekering vergoed en worden ook onder baten gepresenteerd. Huisvestingslasten In relatie tot de begroting kan het volgende worden opgemerkt: - lagere huurlasten i.v.m. huisvesting op een andere locatie dan gepland (14K) - lagere onderhoudskosten dan ingeschat (23)
- energielasten lager dan begroot (12K) - schoonmaakkosten hoger dan begroot (-33). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door intrek in nieuwe panden en renovatie.
- de dotatie aan de onderhoudsvoorziening is aanzienlijk lager dan begroot (-36K). Na overleg met de accountant is de opbouw van de voorziening voor groot onderhoud gebaseerd gebleven op de bestaande rekensystematiek i.p.v. de doordecentralisatie erbij te betrekken. - De kosten voor beveiliging liggen op een wat hoger niveau dan begroot doordat de beveiligingsapparatuur is aangepast op scholen.
a e e
Overige lasten Er zijn een aantal activiteiten uitgevoerd die niet begroot waren:
- tevredenheidsonderzoek - inrichting hosted Voip telefonie (internet telefonie) - ondersteuning team en directie van één van de scholen - onderzoek en inrichting werkkostenregeling - onderhoudsbeheer ICT (in de cloud) - hogere reproductielasten (meerverbruik kopiëren en papier) - overschrijding renovatie budget Leilinde Rente
De totale rentebaten van 2014 zijn toegevoegd aan de gemeenschappelijke exploitatierekening. De lagere renteopbrengst voor 2014 (45K) t.o.v. 2012 (62K) wordt veroorzaakt door renteverlagingen (maart, juli en november 12014) en een lager saldo liquide middelen.
e
9.
Continuïteitsparagraaf
Samenvatting toekomstige ontwikkel- en speerpunten
e e
Verslag van het toezichthoudend bestuur
Het verslag van het toezichthoudend bestuur wordt gepresenteerd in hoofdstuk 2 van dit jaarverslag. Leerlingenverloop
In onderstaande tabel is de leerlingenprognose voor de komende 3 jaar weergegeven:
Knotwilg Viermaster Anne Frank , 't Kofschip
Subtotaal
e e 1
De Wilgen Henri Dunant
subtotaal Totaal
2013 396 355 189 404 1344 393 293
2014 377 359 178 377
2015 396
1291 381
1300
283
686
664
2030
1955
371 166 367 377 284
661 1961
2016 399 386 172 342
2017 400 392 167 328
1299
1287
380 282 .
662 1961
382 290
672 1959
De prognoses zijn opgesteld door de directeuren en sluiten aan bij de vastgestelde begroting 2015. De geprognotiseerde leerlingaantallen zijn, zoals in het jaarverslag van 2013 reeds aangekondigd, naar beneden bijgesteld. De nieuwste leerlingprognoses van de gemeenten Papendrecht en Sliedrecht laten voor de komende 10 jaar een daling van ongeveer 10% zien. OPOPS verwacht voor de komende drie jaar geen verdere daling ten opzichte van 2014.
17
1
Uitvoering strategisch beleid
ambities van het toezichthoudend bestuur. Deze betreffen de identiteit-, talent- en competentie ontwikkeling van leerlingen, aansluitend bij de kerndoelen en referentieniveaus van het onderwijs, gewenste waarden en normen en de samenleving van de toekomst. Ze zijn vertaald in beleidsuitgangspunten waaraan prestatie-indicatoren en normen zijn gekoppeld. Van de scholen wordt een zichtbare toegevoegde waarde verwacht. Hieronder staat een samenvatting van de beleidspunten. Hiervoor zijn extra investeringen benodigd. Goed onderwijs Lopende ontwikkelingen: Elke school heeft een visie op hoogbegaafdheid en deze is geïmplementeerd Elke school heeft eigen normen t.a.v. de basisvaardigheden Doorgaande lijn IKC
Nieuw beleid: Voorbereiden, opzetten en uitvoeren van een integraal ICT-beleidsplan Een samenhangend zorgprofiel op stichtingsniveau Kenniskring 21e eeuwse vaardigheden Goed personeel Lopende ontwikkelingen: Kwaliteit van leerkrachten t.a.v. hoogbegaafdheid Kwaliteit van leerkrachten t.a.v. opbrengst gericht werken Er is deskundigheidsbeleid voor directeuren Nieuw beleid: Werkdrukvermindering Versterking ICT-deskundigheid personeel (LB-functies) Opzet en implementatie digitale bekwaamheidsontwikkeling personeel Investering op preventie van langdurig ziekteverzuim
Goede gebouwen Extra investering in duurzaamheid, gezondheid, veiligheid en welzijn. Aanpak van mankementen aan gebouwen aanpak van knelpunten als gevolg van de doordecentralisatie -
(besluit met betrekking tot) renovatie van twee scholen
eigentijdse uitstraling locaties duurzaam energiebeleid voldoen aan de brandweervoorschriften
tijdelijke huisvesting Professionalisering van de organisatie Lopende ontwikkelingen: het meerjarenbegrotingsproces, inclusief de verantwoording veiligheidsbeleid beheers- en dienstverleningscontracten inkoop -en investeringsbeleid
Nieuw beleid: Uitwerking besturingskolom niveau bestuursmanager en schooldirecties, inclusief verantwoording Uitbreiding van het stafbureau Opzetten interne en externe communicatie, huisstijl en websites.
18
Balans
Hieronder worden de balansen weergegeven. Voor het verslagjaar 2014 worden de gerealiseerde cijfers weergegeven; de cijfers voor de jaren 2015 tot en met 2017 zijn gebaseerd op de huidige meerjarenbegroting. ACTIVA
2014
2015
2016
2017
VASTE ACTIVA
Immateriele VA Materiele VA
1.347.274
1.628.659
Financiële VA
-
-
TOTAAL ACTIVA
1.347.274
VLOTTENDE ACTIVA
TOTAAL ACTIVA
1.858.929
1.753.999
1.628.659
1.858.929
1.753.999
3.783.805
2.915.859
2.326.396
2.209.804
5.131.079
4.544.518
4.185.325
3.963.803
3.077.161
2.493.891
1.867.381
1.583.411
1.001.352
1.029.466
1.320.283
1.411.231
KORTLOP.SCHULDEN
1.052.566
1.021.161
997.661
969.161
TOTAAL PASSIVA
5.131.079
4.544.518
4.185.325
3.963.803
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve
Bestemmingsreserve (publ./priv.) Bestemmingsfonds (publ./priv.) VOORZIENINGEN LANGLOP.SCHULDEN
Met betrekking tot de financieringsstructuur is er in de meerjarenbegroting rekening gehouden met ingrijpende wijzigingen voor de komende jaren. Dit betreffen additionele investeringen voortkomend uit het strategisch beleid 2015-2017 en voorzover bekend, is er rekening gehouden met de te verwachten effecten die voort kunnen komen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord (met name wijzigingen in de cao en de doordecentralisatie). In de komende jaren worden er twee scholen gerenoveerd. In combinatie hiermee zal OPOPS geplande middelen van de voorziening onderhoud gebruiken om het uitgestelde onderhoud aan te pakken (330K). Daarnaast zal OPOPS extra
investeringen uit het eigen vermogen (294K) plegen om de gebouwen aan de hedendaagse kwaliteitseisen te laten voldoen. Ook zullen er voor de komende jaren extra middelen uit de algemene reserve worden onttrokken (251K) om op grond van reeds vastgesteld beleid een aantal verbetertrajecten op personeelsgebied te realiseren (kennisontwikkeling, mobiliteit, jonge leerkrachten en ict). In 2013 is er een meerjareninvesteringsplan ontwikkeld op grond waardoor er een duidelijk inzicht is ontstaan in de te verwachten vervangingsinvesteringen. Daarnaast zal er de komende twee jaar extra geïnvesteerd worden in ICT. Per saldo betekent dit dat de afschrijvingslasten op een hoger niveau zullen komen te liggen. Additionele investeringen
De begroting 2015 is aangepast in het kader van het geformuleerde strategisch beleid voor de komende drie schooljaren. Hieronder volgt een opsomming van additionele investeringen die in de komende jaren gepland zijn: Opzetten en implementeren van het ICT-beleidsplan: Goed personeel: Goede gebouwen: Professionaliseren van de organisatie:
C 730.000 C 220.000 C 360.000 C 123.000
De totale investering voor de komende drie jaar zal tenminste C 1.433.000 zijn, uitgaande van de huidige bekostiging. Deze investeringen zullen grotendeels in 2015-2017 worden uitgevoerd. Deze cijfers zijn opgenomen in de gepresenteerde balans en raming van baten en lasten.
19
Raming van Baten en Lasten
Hieronder wordt de raming van baten en lasten weergegeven. Voor het verslagjaar 2014 worden de gerealiseerde cijfers weergegeven; de cijfers voor de jaren 2015 tot en met 2017 zijn gebaseerd op de huidige meerjarenbegroting.
BATEN
Rijksbijdrage
2014
2015
2016
2017
9.156.308
9.032.710
9.048.049
9.120.590
Overige overheidsbijdragen en subsidies
190.660
209.122
213.059
202.759
Overige baten
257.932
485.760
426.307
367.834
9.604.901
9.690.433
9.658.255
9.662.024
8.189.827
8.023.537
8.049.080
7.963.076
Afschrijvingen
212.191
238.195
251.830
240.430
Huisvestingslasten
706.994
901.617
885.726
779.525
Overige lasten
928.607
1.147.513
1.127.288
992.123
10.037.619
10.310.863
10.313.925
9.975.154
-432.719
-620.430
-655.670
-313.130
44.169
37.160
29.160
29.160
-388.550
-583.270
-626.510
-283.970
TOTAAL BATEN
LASTEN
Personeelslasten
TOTAAL LASTEN
SALDO BATEN EN LASTEN
Saldo Financiële bedrijfsvoering
TOTAAL NETTO
Aan lastenzijde zal er de komende jaren worden gestreefd naar een sluitende begroting op de scholen door de personele en materiele lasten in balans te brengen met de inkomsten. Het negatieve exploitatieresultaat voor de komende jaren wordt veroorzaakt door de keuze van OPOPS om structurele verbeteringen in de organisatie en de scholen aan te brengen. Op grond van nieuw geformuleerd strategisch beleid voor de komende beleidsperiode zijn daarnaast additionele investeringen van 1.433 K geraamd. Dit moet er uiteindelijk toe leiden dat vanaf 2018 de jaarlijkse exploitatiebegrotingen sluitend zullen zijn. Kengetallen
In dit overzicht wordt de gemiddelde personele inzet in fte weergegeven. Voor 2014 worden de gerealiseerde cijfers weergegeven en voor de opvolgende jaren wordt de begrote gemiddelde effectieve fte-inzet gepresenteerd.
Kengetal
2014
2015
2016
2017
Personele bezetting in FTE:
-Management/Directie -Onderwijzend Personeel
-Overige medewerkers FTE (gemiddelde stand per 31/12)
11,19
10,86
10,64
10,64
100,48
97,57
96,17
95,27
10,06
9,64
9,51
9,27
121,73
118,07
116,32
115,18
Ter wille van de vergelijkbaarheid van de opeenvolgende jaren worden de FTE's gepresenteerd o.b.v. de gemiddelde effectieve inzet op jaarbasis. Effectieve inzet betekent dat de cijfers exclusief bapo, betaald ouderschapsverlof en opname verlofsparen zijn gepresenteerd. Voor 2014 was een gemiddelde formatieve inzet van 121,10 begroot. Dat betekent dat in 2014 de personele inzet licht hoger is dan begroot.
20
De exploitatieresultaten van de afgelopen jaren geven aanleiding tot het ontwikkelen van beleid om een betere samenhang te krijgen tussen de personele baten en lasten. Op grond van de leerlingaantallen is de komende jaren gemiddeld een lagere personele inzet begroot. Deze afname zal gerealiseerd worden door natuurlijk verloop (pensionering en vermindering van tijdelijke aanstellingen). Aan de andere kant zal door de grote schommelingen in leerlingaantallen in kwaliteit( -ontwikkeling) en interne mobiliteit geïnvesteerd worden. OPOPS heeft een hoge formatie onderwijs ondersteunend personeel. Deze formatie blijft gehandhaafd met als doel werkdrukvermindering (conciërges, administratief medewerkers en onderwijsassistenten). Risico's en uitgangspunten
Voor de benodigde financiering van de vervangingswaarde van de materiele vaste activa, meent OPOPS voor de komende jaren een minimum van 60% van deze kapitaalswaarde aan te moeten houden (gebaseerd op advies taskforce PO -raad). De werkgroep flexibilisering ICT bereidt additionele onderwijskundige innovatieve investeringen voor op het gebied van ICT. Deze investeringen zullen ongeveer 772K belopen. In een in 2009 opgestelde risicoanalyse vormt huisvesting een groot risico. Deels als gevolg van de mindere staat van onderhoud van een aantal gebouwen. Dit risico is in 2014 verkleind door nieuwbouw van een schoolgebouw, een forse renovatie van één locatie en gebouwenverbetering van een andere locatie. Om het gebouwenrisico nog verder te verkleinen en beheersbaar te maken, worden er in de komende jaren i.s.m. de gemeente Papendrecht twee scholen geheel gerenoveerd. Ook zullen gebouwen op het gebied van rioleringsproblematiek en gebouwen die in het kader van de doordecentralisatie zijn overgedragen met forse gebreken (daken, kozijnen, ventilatie) gemonitord worden. Anderzijds vormt vermindering van leerlingaantallen een risico voor de huisvesting. Daarom is besloten om op één locatie de huisvesting enigszins te flexibiliseren door voor een aantal jaren te investeren in tijdelijke huisvesting. Ondanks krimp in twee wijken worden de scholen vooralsnog gehandhaafd zodat er voldoende spreiding van het openbaar onderwijs in het voedingsgebied blijft. Tot slot bestaat er nog onzekerheid over de financiële afwikkeling van de oud- en nieuwbouw van de Roald Dahl die in overleg met de gemeente Sliedrecht moet geschieden. Naast de gebouwen vormt de invoering van het Passend Onderwijs een onzekere factor die de komende jaren intensieve aandacht zal vergen. Ook de continuïteit van gemeentelijke middelen is onzeker. Recente ontwikkelingen in het kader van de Wet Werk en Zekerheid en de modernisering van het vervangingsfonds en ziektewet brengen risico's met zich mee op personeels-gebied. OPOPS zal in dit kader ook nieuw beleid gaan ontwikkelen. Als gevolg van de huidige meerjarenbegroting 2015-2017, de additionele investeringen in onderwijs, personeel, gebouwen en de rentedaling zal de kapitalisatiefactor verder dalen (2014: 53,2%; 2018: 35-40%). In verband met bovenstaande risico's en onzekere externe ontwikkelingen acht OPOPS voor de komende jaren een bufferliquiditeit noodzakelijk die boven de signaleringsgrens van 5% ligt. Na verdere beheersing van risico's en de ontwikkeling van beleid op onzekerheden wordt het mogelijk om de bufferliquiditeit verder af te laten nemen. Frauderisico analyse
Er is een frauderisico analyse voor OPOPS in concept opgesteld. Dit concept zal in het komende jaar verder uitgewerkt en waar nodig geïmplementeerd worden in de organisatie.
21
Financiële kengetallen Aan de hand van de jaarrekening kan een aantal kengetallen en ratio's worden berekend die verder inzicht kunnen geven in de gevolgen van het gevoerde beleid over het boekjaar en waardoor het beeld uit de jaarrekening kan worden verduidelijkt. l
2014
2013
Solvabiliteit
79,5%
80,8%
60,0%
59,8%
3,59
4,11
31,9%
34,2%
18,9%
23,5%
1<er
Eigen vermogen in percentage van het totale vermogen. De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de stichting in staat is aan haar langetermijnverplichtingen te voldoen. 25% 450% wordt als goed aangemerkt. Is de waarde hoger dan 25% dan is de stichting in staat om aan haar langetermijnverplichtingen te voldoen. Solvabiliteit excl. Voorzieningen
liouiditeit (Quick ratio)
Verhouding vlottende activa minus voorraden en kortlopend vreemd vermogen. Deze verhouding geeft aan in hoeverre de stichting in staat is aan haar verplichtingen voor kortlopend vreemd vermogen te voldoen. Een waarde tussen de 1,5 en 2 is goed. Ligt de waarde boven de 1,5 dan is de stichting in staat aan haar verplichtingen voor kortlopend vreemd vermogen te voldoen.
Weerstandsvermogen (VO)
Verhouding tussen het totale eigen vermogen en het totaal van de totale baten inclusief rentebaten en de waardeveranderingen en overige opbrengsten financiële vaste activa Weerstandsvermogen
Verhouding tussen het totale eigen vermogen minus de materiële vaste activa en het totaal van de rijksbijdragen. Een weerstandsvermogen tussen 10% en 40% wordt binnen de stichting als aanvaardbaar geacht. Het weerstandsvermogen zegt iets over de reservepositie van de stichting en over de mogelijkheden om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Rentabiliteit
-4,0%
-0,2%
53,2%
57,3%
Verhouding exploitatieresultaat en de totale baten. Dit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat. Daarbij wordt uitgegaan van de gewone bedrijfsvoering. Het wordt berekend door het resultaat (het "exploitatiesaldo") te delen door de totale baten van de bedrijfsvoering.
Kapitalisatiefactor inclusief privaat
De kapitalisatiefactor geeft een indicatie of het totale vermogen van de organisatie niet of inefficiënt wordt benut voor de uitvoering van de taken van de organisatie. De kapitalisatiefactor wordt bepaald door het totale kapitaal minus de gebouwen en terreinen te delen door de totale boten inclusief de financiële baten. De volgende % worden hierbij ter indicatie gehanteerd. 35% bovengrens grote besturen (> 8mIn omzet) 60% voor kleine besturen (<5 mln) Aantal leerlingen per teldatum 1-10 (t-1) Gemiddeld aantal FTE (inclusief vervanging) Personeelskosten per FTE Percentage personeelskosten t.o.v. de totale lasten
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
C
2.030
2.056
129,0000
136,0000
64.459 81,6%
C
62.207 83,4%
Pagina 22 van 60
Al Grondslagen 1
Algemeen
Activiteiten van het bevoegd gezag In deze jaarrekening zijn de activiteiten van de Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht en van de onder deze rechtspersoon vallende scholen (zie gegevens rechtspersoon) verantwoord.
Grondslagen voor de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Richtlijn jaarverslaggeving onderwijs. Hierbij wordt aansluit gezocht bij de bepalingen van Boek2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro's.
Vergelijkende cijfers Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar.
Vanaf boekjaar 2014 wordt gebruik gemaakt van een ander model voor het samenstellen van de jaarrekening, waarbij grootboekrekeningen direct zijn gekoppeld aan de EFJ-indeling. De cijfers voor 2013 zijn hierop aangepast en wijken daarom af van de cijfers in de jaarrekening 2013.
Financiële instrumenten De Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht heeft alleen primaire financiële instrumenten, voor de grondslagen wordt verwezen naar de behandeling per post.
Vrije tekst algemene grondslagen 2
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde.
Eigendom Schoolgebouwen, waarvan het juridisch eigendom berust bij de vereniging en het economisch eigendom bij de gemeente, zijn niet in de balans opgenomen. Eventuele bruikleenscholen zijn eveneens niet verwerkt. De kosten van groot onderhoud aan de binnenkant alsmede het buitenschilderwerk van de schoolgebouwen worden ten laste gebracht van de voorziening groot onderhoud.
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 23 van 60
Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende activa worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen de reele waarde en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en gearmortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde.
De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan een jaar, tenzij dit bij de toelichting op de balans anders is aangegeven. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Liquide middelen Liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan, worden verwerkt onder de financiële vaste activa. Algemene reserve publiek Deze post betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi-)overheidsinstellingen gefinancierde activiteiten.
De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van de Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht Deze wordt opgebouwd uit de resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht.
Voorzieningen De voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is, waarvan de hoogte redelijkerwijs geschat kan worden en voor zover deze verplichtingen en risico's niet op activa in mindering zijn gebracht. Eveneens worden voorzieningen gevormd voor verliezen die naar waarschijnlijkheid in de toekomst zullen worden geboekt maar die voortkomen uit risico's die op balansdatum aanwezig zijn. Voorzieningen kunnen worden gevormd ter egalisatie van kosten waarbij een deel van de in de toekomst te verwachten uitgaven zijn oorsprong heeft voor balansdatum. Voorziening groot onderhoud De voorziening voor de gelijkmatige verdeling van onderhoudslasten gebouwen wordt bepaald op basis van te verwachten kosten over een reeks van jaren op basis van een onderhoudsplan. De voorziening wordt lineair opgebouwd. De voorziening wordt gewaardeerd tegen nominale waarde. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. Voorziening ambtsjubileum Op basis van Richtlijn 271 van de Raad van de Jaarverslaggeving is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubilea -uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht. De hoogte van de voorziening is bepaald op grond van het aantal FTE en een schatting van het bedrag per FTE.
Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 24 van 60
3
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de baten en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen lasten. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben.
Rijksbijdragen Onder de Rijksbijdragen OCW/EZ worden de vergoedingen voor de exploitatie opgenomen verstrekt door het Ministerie OCW/EZ. Tevens worden hier verantwoord de door het samenwerkingsverband ontvangen doorbetalingen van de Rijksbijdrage. De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten.
Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteed overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waarvoor nog geen activiteiten zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn niet is verlopen.
Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.
Overige overheidsbijdragen Onder de overige overheidsbijdragen worden de vergoedingen opgenomen verstrekt door gemeente, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige overheidsbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het Ministerie van OCW/EZ, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Personele lasten Onder de personele lasten worden de lasten opgenomen van de personeelsleden die in dienst zijn van de rechtspersoon, alsmede de overige personele lasten die betrekking hebben op onder andere het inhuren van extra personeel, scholingskosten en bedrijfsgezondheidszorg.
Pensioenen De Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht heeft voor haar werknemers een toegezegd pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komen de werknemers die op de pensioengerechtigde leeftijd recht hebben op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. Aan het ABP worden premies betaald waarvan een deel door de werkgever en een deel door de werknemer wordt betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per december 2014 heeft dit pensioenfonds een dekkingsgraad van 101,1%. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd volgens de "verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering". In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Er bestaat geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bedragen in het geval van een tekort bij het ABP, anders dan het effect van hogere premies. Daarom zijn alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar verantwoord in de jaarrekening.
Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende immateriële en materiële vaste activa. In het jaar van investeren wordt afgeschreven op basis van de door het bestuur gemaakte keuzen.
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 25 van 60
Huisvestingslasten Onder de huisvestingslasten worden de uitgaven voor huisvesting opgenomen. De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Overige lasten De overige lasten hebben betrekking op uitgaven die voortvloeien uit aangegane afspraken dan wel noodzakelijk zijn voor het geven van onderwijs en worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Financieel resultaat De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende rente-opbrengsten en -lasten van uitgegeven en ontvangen leningen. 4 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit liquide middelen onder aftrek van gerealiseerde bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financial leasing, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van leasetermijnen is opgenomen onder de operationele activiteiten.
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 26 van 60
Model A: Balans per 31 december 2014
1.
Activa
(na resultaatverdeling)
31 december 2014
31 december 2013
Vaste Activa
1.2
Materiële vaste activa
1.347.274
1.223.192
1.347.274
Totaal vaste activa
1.223.192
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
1.7
Liquide middelen
2.
985.363
989.055
2.798.442
3.584.827
Totaal vlottende activa
3.783.805
4.573.882
Totaal activa
5.131.079
5.797.074
Passiva
31 december 2014
31 december 2013
2.1
Eigen vermogen
3.077.161
3.465.710
2.2
Voorzieningen
1.001.352
1.218.957
2.4
Kortlopende schulden
1.052.566
1.112.407
Totaal passiva
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
5.131.079
5.797.074
Pagina 27 van 60
1
Model B: Staat van baten en lasten over 2014 Realisatie
Begroting
Realisatie
2014
2014
2013 1
3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
9.156.308
8.909.107
9.532.439
3.2
Overige overheidsbijdragen
190.660
183.067
177.713
3.5
Overige baten
257.932
247.022
347.953
9.604.900
9.339.196
10.058.105
Totaal baten
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
8.189.827
8.082.545
8.453.552
4.2
Afschrijvingen
212.191
210.750
193.060
4.3
Huisvestingslasten
706.994
751.499
772.587
4.4
Overige lasten
928.607
796.067
720.581
10.037.619
9.840.861
10.139.780
(432.719)
(501.665)
(81.675)
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
44.169
43.410
60.246
Resultaat
(388.550)
(458.255)
(21.429)
Resultaat na belastingen
(388.550)
(458.255)
(21.429)
Nettoresultaat
(388.550)
(458.255)
(21.429)
e e e e 1 e Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 28 van 60
1
Model C: Kasstroomoverzicht
2014
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
(432.719)
(81.675)
212.191
193.060
(217.605)
(46.111)
Aanpassingen voor: Afschrijvingen
Mutaties voorzieningen
Veranderingen in vlottende middelen: Vorderingen (-/-) Schulden
3.692
(161.578)
(59.841)
Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties:
(56.310) (494.282)
Ontvangen interest
46.627
Betaalde interest (-/-)
(2.458)
(152.614)
61.605 (1.359) 44.169
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten:
60.246
(450.113)
(92.368)
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in MVA (-1-)
(497.184)
(336.273)
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten:
(336.273)
(497.184)
Mutatie liquide middelen
(786.386)
(589.552)
Beginstand liquide middelen
Mutatie liquide middelen
Eindstand liquide middelen
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
4.174.379
3.584.827
(589.552)
(786.386)
2.798.441
3.584.827
Pagina 29 van 60
Model VA: Vaste Activa
1.
Activa
1.2
Materiele v aste activa
Mutaties 2014 Cumulatieve Cumulatieve Boekwaarde per aanschafwaarde afschrijvingen tot 1 januari 2014 per 1 januari en met 1 januari 2014 2014
Investeringen
Des- investeringen
Afschrijvingen
Cumulatieve Cumulatieve Boekwaarde per aanschafwaarde afschrijvingen 31 december per 31 december tot en met 31 2014 2014 december 2014
-
130.057
1.683.855
687.070
996.785
1.2.2
Inventaris en apparatuur 1.2.3
1.412.231
557.013
855.218
271.624
957.935
589.961
367.974
64.649
82.134
1.022.584
672.095
350.489
2.370.166
1.146.974
1.223.192
336.273
212.191
2.706.439
1.359.165
1.347.274
Andere vaste
bedrijfsmiddelen
Materiële vaste activa
Onder inventaris en apparatuur vallen de posten meubilair, inventaris en ICT middelen. Duurzame goederen worden geactiveerd bij een aanschafwaarde boven de C 500,-. Onder andere vaste bedrijfsmiddelen vallen o.a. de leermiddelen. De cumulatieve aanschafwaarde en afschrijvingen zijn gecorrigeerd met de inmiddels niet meer aanwezige activa. Voor de inzichtelijkheid is dit verwerkt in de beginpositie. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd: Gebouwen nieuwbouw
40 jaar
Investeringen in bestaande bouw
25 jaar
Stofferingen
10 jaar
Inventaris en apparatuur, bestaande uit: -Meubilair
20 jaar
-Technisch inventaris
7 jaar
-ICT
5 jaar
-Netwerk
15 jaar
-Digiborden en overige materiële vaste activa
7 jaar
Leermiddelen
8 jaar
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
liai
im
ms
mi
mi
Pagina 30 van 60
am
MB
Will
MI
MEI
M I
M I
M I
MIN
MIN
1111111
Model W: Voorraden en vorderingen
31 december 2014
31 december 2013
1.5
Vorderingen
1.5.1
Debiteuren
36.565
76.326
1.5.2
OCW / EZ
539.633
468.524
1.5.6
Overige overheden
127.588
174.740
1.5.7
Overige vorderingen
244.256
200.207
1.5.8
Overlopende activa
37.321
69.258
985.363
989.055
36.565
76.326
Vord eringen
Uitsplitsing
1.5.1
1.5.2
Vervangingsfonds Debiteuren
Ministerie van OCW betaalritme personeel lu
484.190
Ministerie van OCW betaalritme P&A beleid
55.443
OCW / EZ
Onroerend zaak belasting Vandalisme
Gemeente voorzieningen huisvesting 1.5.6
Overige overheden
1.5.7.1
Personeel
1.5.7.2
Overige
-
539.633
468.524
46.977
59.364
1.939
995
78.673
114.381
127.588
174.740
3.632
3.965
-
-
Nog te ontvangen baten energie
11.956
6.066
Nog te ontvangen huur peuterspeelzaal
83.721
43.395
-
36.149
38.108
27.608
Nog te ontvangen geldeen SWV
48.735
5.957
-
60.881
34.289
Subtotaal
240.624
196.242
Overige vorderingen
244.256
200.207
37.321
69.258
37.321
69.258
Overige nog te ontvangen bedragen
1.5.8
468.524
40.001
Belastingdienst
1.5.8.1
76.326
Nog te ontvangen rente
Amersfoortse WGA ERD
1.5.7
36.565
Vooruitbetaalde kosten Overlopende activa
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 31 van 60
e e Model EL: Effecten en Liquide middelen 1.7
Liquide middelen
31 december 2014
31 december 2013
1.7.1
Kasmiddelen
739
262
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
2.797.703
3.584.565
Liquide middelen
2.798.442
3.584.827
e
Uitsplitsing
Schoolbanken
Rekening Courant 39.30.46.664
Bonusrekening 34.93.47.18.74 Vermogensspaarrekening 12.68.480.428 Bedrijfsspaarrekening 36.29.608.841 1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
34.036
29.535
3.174
204.899
300.253
935.851
2.460.239
2.414.280
1 2.797.703
3.584.565
111
111
1
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 32 van 60
Model EV: Eigen vermogen
Stand per
Resultaat
2.1.1
Overige
mutaties
1 januari 2014
Stand per
31 december 2014
Algemene reserve
3.465.710
(388.549)
3.077.161
Eigen Vermogen
3.465.710
(388.549)
3.077.161
3.465.710
(388.549)
3.077.161
3.465.710
(388.549)
3.077.161
Uitsplitsing
Algemene reserve
2.1.1
Algemene reserve
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 33 van 60
Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden 2.2
Voorzieningen
Stand per 1
januari 2014
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Rente mutatie (bij contante waarde)
Stand per 31
Kortlopend
december
deel
deel
2014
< 1 jaar
> 1 jaar
Langlopend
2.2.1
Personeelsvoorziening
137.443
12.856
20.319
129.980
19.332
110.648
2.2.3
Overige voorzieningen
1.081.514
126.450
336.592
871.372
690.089
181.283
Voorzieningen
1.218.957
139.306
356.911
1.001.352
709.421
291.931
137.443
12.856
20.319
129.980
19.332
110.648
137.443
12.856
20.319
129.980
19.332
110.648
1.081.514
126.450
336.592
871.372
690.089
181.283
1.081.514
126.450
336.592
871.372
690.089
181.283
Uitsplitsing
Voorziening jubilea 2.2.1
Personeelsvoorziening
2.2.3
Overige voorzieningen
Voorziening onderhoud
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
311111
Nal
HM
MIN
OM
Pagina 34 van 60
INNI
M I
M I
M I
M I
M I
IBM
OM
am ma
MIS
ME
1111113
Model KS: Kortlopende schulden 2.4
Kortlopende schulden
31 december 2014
31 december 2013
2.4.3
Crediteuren
223.833
143.616
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
360.257
376.552
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
84.399
108.630
2.4.9
Overige kortlopende schulden
91.193
125.640
2.4.10
Overlopende passiva
292.884
357.969
1.052.566
1.112.407
295.762
320.927
64.495
55.625
360.257
376.552
Kortlopende schulden
Uitsplitsing
2.4.7.1 2.4.7.3 2.4.7
2.4.9.2
Loonheffing
Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
Overige
Nog te besteden gelden techniek
21.961
29.919
Nog te betalen facturen
66.233
95.721
2.319
_
Te betalen nettosalarissen Te betalen levensloop
24.9
2.4.10.2
Subtotaal Overige kortlopende schulden
2.4.10.8
125.640
91.193
125.640
Vooruitontv. subs. OCW/EL&I geoormerkt
-
-
-
63.385
Subtotaal Vakantiegeld en -dagen
13.440 13.440
63.385
278.838
286.510
-
8.074
Overige
Nog te besteden inzake le inrichting Voorschot lonen
Subtotaal 2.4.10
_
91.193
Jonge leerkrachten Bijzondere bekostiging personeel
2.4.10.5
681
Overlopende passiva
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
-
606
_
606
8.074
292.884
357.969
Pagina 35 van 60
Model G: Verantwoording subsidies Gl. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES ZONDER VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies)
Toewijzing
Omschrijving
Datum
Kenmerk
bedrag
ontvangen t/m
toewijzing
verslagjaar
Prestatie afgerond
Ja/nee
niet van toepassing 62. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES MET VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub Ben EL&I regelingen betrekking hebben op de El&I subsidies)
G2.A. Aflopend per ultimo verslagjaar bedrag
ontvangen tim
tot ale
te verr ekenen
Datum
toewijzing
verslagjaar
kosten
ultimo verslagjaar
bedrag
saldo
ontvangen in
lasten In
totale kosten
saldo nog te besteden
Datum
toewijzing
1 januari 2014
verslagjaar
verslagjaar
31 decem ber 2014
31 december 2014
Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
niet van toepassing totaal
62.13. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
niet van toepassing totaal
Het bestuur heeft geen subsidie ontvangen met betrekking tot Onderwijs Netwerk Ondernemen.
A. Begroten Projectkosten
Kenmerk
Jaar
B. Subsidie toewijzing
C. Projectkosten
D. Subsidie vaststelling
Te verrekenen
C 2009
.
..
2010 2011 2012 2013
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
M I
MINI
11111
Pagina 3600e 60
M I
EN
WIM
NIM
M I
MIE
WIM
1.1111
ME
MEI
M I
MIN
M I
alla
Model OB: Opgave overheidsbijdragen 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdrage OCW/EZ
3.1.2
Overige subsidies OCW/EZ
3.1.4
Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV Rijksbijdragen
3.2
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2014
2014
2013
8.735.114
8.638.638
9.208.097
331.837
270.469
324.342
89.357
-
9.156.308
8.909.107
9.532.439
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2014
3.2.2
2014
2013
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
190.660
183.067
177.713
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
190.660
183.067
177.713
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 37 van 60
Model AB: Opgave andere baten
3.5
Overige baten
Werkelijk 2014
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Begroting 2014
Werkelijk 2013
82.558
64.015
2.835
3.360
51.060 2.415
22.628
16.355
8.436
Overig
149.911
163.292
286.042
Overige baten
257.932
247.022
347.953
76.649
161.292
194.014
Uitsplitsing
Samenwerkingsverband
Subsidie techniek
8.223
Leerlingpersoonsgebonden budgetten
7.765
6.320
46.803
30.672
Amersfoortse WGA ERD Sponsorloop
1.400
Wasko afrek omzet speelgroep de Optimist
4.791
6.804
Belastingdienst eenmalige teruggaaf basispremie WAO/WIA
36.149 3.500
Lerarenbeurs Overige 3.5.6
Ox
ig
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
4.279
2.000
8.583
149.911
163.292
286.042
Pagina 38 van 60
Model LA: Opgave van de lasten 4
Lasten
4.1
Personele lasten
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
4.1.1
Lonen en salarissen
8.315.181
8.053.193
8.460.205
4.1.2
Overige personele lasten
357.982
400.569
506.102
4.1.3
Af: Uitkeringen
483.336
371.217
512.755
8.189.827
8.082.545
8.453.552
Personele lasten
Uitsplitsing
4.1.1.1
Brutolonen en salarissen
6.029.284
5.878.861
6.220.346
4.1.1.2
Sociale lasten
1.399.997
1.304.358
1.313.324
4.1.1.3
Pensioenpremies
885.900
869.974
926.535
Lonen en salarissen
8.315.181
8.053.193
8.460.205
12.856
15.000
20.636
173.009
25.372
60.023
5.650
7.513
4.1.2.1
dotaties voorzieningen
4.1.2.2
personeel niet in loondienst
4.1.2.3
overige Koffie- en theeverbruik e.d. (Na)Scholing en cursissen Studiedagen en conferenties Reis- en verblijfskosten
0 6.700 66.072
66.100
90.618
9.437
16.450
14.566
3.013
3.000
4.278
Activiteiten personeel
11.428
19.600
12.749
Bedriffsgezondheidszorg
28.636
28.000
33.866
Overige personele lasten
46.830
108.120
261.853
Herverdeling personele lasten
4.2
113.277
Subtotaal
172.117
360.197
425.443
Overige personele lasten
357.982
400.569
506.102
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
Afschrijvingslasten
2014
4.2.2
(0)
2014
2013
Materiële vaste activa
212.191
210.750
193.060
Afschriivingslasten
212.191
210.750
193.060
Uitsplitsing
4.2.2
Inventaris en apparatuur
45.671
43.591
37.808
Meubilair
31.526
32.846
12.848
ICT
52.862
52.178
53.598
Leermiddelen
82.133
82.135
88.806
212.191
210.750
193.060
Materiële vaste activa
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 39 van 60
4.3
Huisvestingslasten
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
4.3.1
Huur
16.420
29.951
16.680
4.3.3
Onderhoud
94.123
117.083
127.623
4.3.4
Energie en water
155.162
166.786
210.049
4.3.5
Schoonmaakkosten
248.389
214.836
227.460
4.3.6
Heffingen
35.571
37.100
37.598
4.3.7
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
126.450
161.680
127.461
4.3.8
Overige huisvestingslasten Huisvestingslasten
30.879
24.063
25.716
706.994
751.499
772.587
22.667
13.163
16.137
8.212
10.900
9.579
30.879
24.063
25.716
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
Uitsplitsing
Beveiliging Overige huisvestingslasten 4.3.8
Overige huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
2014
2014
2013
4.4.1
Administratie- en beheerslasten
208.705
159.447
197.599
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
422.577
372.165
380.034
4.4.4
Overig
297.325
264.455
142.948
Overige
928.607
796.067
720.581
5.587
Specificatie honorarium
4.4.1.1
Onderzoek jaarrekening
5.587
4.4.1.2
Andere controle opdracht
1.180
4.4.1.4
andere niet-controle dienst Accountantslasten
847
7.613
6.740 1.172 1.573
5.587
9.485
Uitsplitsing
Administratie en beheer Bijdrage onderwijsbureau
Accountontskosten
7.916 118.992
2.027
5.587
2.745
32.252
16.126
21.889
Deskundigenadvies
35.078
6.071
24.324
220
1.000
579
7.749
7.750
7.750
10.458
10.100
10.427
1.169
-
2.977
208.705
159.447
197.599
8.370
Onkostenvergoeding bestuur PR & Marketing Overige administratiekosten Administratie- en beheerslasten
Inventaris
6.437
3.500
ICT hardware
5.407
11.700
9.938
ICT software
46.144
37.200
35.122
ICT licenties
70.990
59.370
45.494
3.172
2.950
2.259
86.180
60.220
68.723
Bibliotheek/mediatheek
Reproductiekosten Bouw/beheer web -site Overige ICT lasten Overige leermiddelen Overige materiaalkosten 4.4.2
4.350 108.463
Telefoon- en portokosten e.d. Drukwerk
4.4.1
1.662 118.091
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
7.126
8.600
6.383
46.728
22.525
42.104
150.176
165.700
156.960
217
400
4.681
422.577
372.165
380.034
Pagina 40 van 60
Kabel tv/overige rechten
3.785
2.770
Abonnementen/tijdschriften/vakliteratuur
3.340
2.900
4.440
Contributies
17.684
16.175
16.472
Representatiekosten
10.296
10.150
22.293
Reizen en excursies
22.301
11.400
11.359
Sportdag en vieringen
668
1.250
2.001
Medezeggenschap- en ouderraad
804
1.400
218
7.214
6.970
5.972
Testen en toetsen
37.119
17.500
16.048
Culturele vorming
13.645
21.375
22.116
177.009
133.315
14.579
Overige onderwijslasten
2.319
37.450
6.629
Vergaderkosten
1.143
1.800
Verzekeringen
Projecten
Bijdrage aan derden 4.4.4
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
5.327
232 15.262
297.325
264.455
142.948
Pagina 41 van 60
Model FB: Financiële baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
Werkelijk 2014
Begroting 2014
Werkelijk 2013
5.1
Rentebaten
46.627
45.000
61.605
5.5
Rentelasten (-1-)
(2.458)
(1.590)
(1.359)
Financiële baten en lasten
44.169
43.410
60.246
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 42 van 60
Model E: Overzicht verbonden partijen
Het bestuur is niet verbonden met andere partijen.
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 43 van 60
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sectoi 4.1: Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 1 (vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking) Uitkeringen
Naam
Voor-
Ingang dienst-
zitter
verband
Omvang Einde dienst- dienstver band verband
i / n
Beloning
in FTE 1-1- 2006
M.L C. Beke-Huiskes
Voorzieningen Belastbare onkosten- beloning op vergoeding termijn C
0,7843
C 59.764
wegens beëi ndiging
dienstverband
C 240
Motivering overschrijding norm en andere toelichtingen
C 9.114
Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 2 (vermelding alle bestuurders zonder dienstbetrekking) Uitkeringen Omvang Naam
Voor -
Ingang dienst-
zitter
verband
Einde dienst -dienstverband verband
ii 4
Voorzieni ngen
Belastbare onkosten- beloni ng vergoeding termijn
Beloni ng
in FTE
C
C
H.A. Verhoef
j
1 500
A. Molenaar
n
1 250
LG. Troost
n
1 250
A. Zoetekotnir
n
1.250
A.P. Eller
n
1.250
C.A. Oskam
n
1.250
op
wegens beëi ndiging
dienstverband
C
Motivering overschrijding norm en andere toelichtingen
t
Oe bestuursleden waren het hele jaar in functie. Vermelding toezichthouders (lid van het hoogste toezichthoudend orgaan)
Uitkeringen
Functie of functies
Naam
Voor- zitter
Ingang
Einde
dienst-
dienst-
ver band
verband
Voorzieningen Belastbare onkosten- beloning op vergoeding termijn
Beloni ng
/ n
C
C
wegens
beëindiging dienstverband
Motivering overschrijding norm en andere tcelichtingen
C
niet van toepassing
4.2: Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat Vermelding niet-topfunctionarissen (andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt)
Omvang
Ingang
Functie of functies
dienst-
Einde dienst-
dienst-
verband
verband
verband in FTE
Beloning
onkostenvergoeding
C
C
Uitkeringen
Motivering
wegens Voorzieni ngen
beëindiging
overschrijding norm en andere
beloning op termijn
dienstverband
toelkh tingen
Belastbare
C
C
niet van toepassing
Vermelding niet-topfunctionarissen (zelfde als hierboven, maar dan over het voorgaande verslagjaar)
Omvang
Belastbare
dienst-
Einde dienst-
dienst-
onkosten-
Voorzieningen
verband
verband
verband
vergoeding
beloning op termijn
ingang
Functie of functies
in FTE
Beloning C
C
C
Uitkeringen
Motivering
wegens beëi ndiging
overschrijding norm en andere
dienstverband
toelichtingen
C
niet van toepassing
laarrekenke 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Cliedrecht
mi
am
mimi
mie
wis
Pagina 44 van 60
om
mi
mi
me
mi
oio a m m a
mi
1101
ME
ms
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Het bevoegd gezag heeft de volgende meerjarige contracten afgesloten: - Anculus dienstverleningscontract inzake schoonmaakbeheer, looptijd tot en met 31-10-2015, jaarbedragC 6.000; - CSU inzake schoonmaak- en glasbewassingsdienstverlening, looptijd tot en met 31-10-2015, jaarbedrag C 200.000;
- Hokatex inzake levering sanitaire middelen, looptijd tot en met 31-10-2015, jaarbedrag C 30.000; - GDF SVEZ inzake levering energie, looptijd tot 1-1-2015, jaarbedrag C 32.000 á C 38.000; - Ricoh inzake huur kopieerapparatuur, looptijd tot 1-9-2016, jaarbedrag C 10.000 á C 11.000;
- Amersfoortse inzake verzekeringsovereenkomst voor de WIA, looptijd tot 1-1-2016, jaarbedrag C 25.000.
"Regeling duurzame inzetbaarheid" Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 is nog geen overleg gevoerd over de besteding van de duurzame inzetbaarheidsuren, conform art. 8A.3 van de cao PO. Er is nog geen plan met betrekking tot de uren die voor ouderenverlof gespaard kunnen worden conform art. 8A.8 van de cao.
Derhalve is in 2014 nog geen voorziening voor duurzame inzetbaarheid gevormd.
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 45 van 60
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
Het bestuur verklaart hierbij de jaarrekening over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014
te hebben vastgesteld. De jaarrekening bestaat uit een balans per 31 december 2014 en een staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. - M.L.C. Beke - Huiskes Bestuursmanager
Het bestuur verklaart hierbij de jaarrekening over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014
te hebben goedgekeurd. De jaarrekening bestaat uit een balans per 31 december 2014 en een staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. - H.A. Verhoef
Voorzitter - A. Molenaar Lid
- J.G. Troost Lid
- A. Zoetekouw Lid
- A.P. Flier Lid
- C.A. Oskam Lid
Datum vaststelling jaarrekening:
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 46 van 60
Overige gegevens Bestemming van het resultaat Vanuit de statuten zijn geen nadere bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat. liet voorstel voor de resultaatbestemming is als volgt: Resultaat 2014 C
-388.549 wordt onttrokken aan de algemene reserve
C
-388.549 totaal resultaatverdeling
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 47 van 60
Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de waardering van de in de balans getoonde posten of het resultaat.
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Pa pendrecht-Sliedrecht
Pagina 48 van 60
1 Deloitte.
Deloitte Accountants B.V. Wilhelminakade 1 3072 AP Rotterdam Postbus 2031 3000 CA Rotterdam Nederland
Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9930 www.deloitte.n1
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de raad van toezicht van Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in dit rapport inzake de jaarstukken 2014 opgenomen) jaarrekening 2014 van Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht te Papendrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. 1
e INE
1
Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in ._, overeenstemming wenen te zijn met ue in ue relevante wei- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant
1
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, lid 4 van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
e e Deloitte Accountants B.V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Member of
Deloitte Touche Tohmatsu limited
DPS_201528017/cf
1
Deloittet, 2
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van
het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd.
DPS_201528017/cf
1 1
Deloitte
I
3 Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Rotterdam, 15 juni 2015
Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. R.J. Huser-Egter van Wissekerke RA
e e 1 e 1 e 1 e 1 e e DPS_201528017/cf
Gegevens over de rechtspersoon Algemene gegevens Bestuursnummer
41560
Naam instelling
Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Adres
Poldermolen 12
Postadres Postcode
3352 TH
Plaats
Papendrecht
Telefoon
078 - 6449880
Fax
E -mailadres
[email protected]
Website
www.opops.n1
Contactpersoon
Mw. M.L.C. Beke - Huiskes
Telefoon
078 - 6449880
Fax
E -mailadres
[email protected]
Aantal leerlingen Sector BRIN-nummers
2013
393
387
OBS De Wilgen
PO
12CL
OBS Henri Dunant
PO
293
294
13BY
OBS De Knotwilg
PO
396
407
13MP
OBS De Viermaster
PO
355
333
13RI
OBS Anne Frank
PO
189
209
27RM
OBS 't Kofschip
PO
404
426
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
,
2014
11RZ
Pagina 52 van 60
osgmetnurn Exploitatie 11RZ OBS De Wilgen Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
1.696.695
1.664.548
1.677.672
3.2
Overige overheidsbijdragen
42.514
41.861
42.583
3.5
Overige baten
39.862
40.329
36.129
1.779.071
1.746.738
1.756.384
1.561.119
1.548.629
1.523.174
25.321
25.400
26.725
110.371
98.200
98.048
91.675
88.125
75.483
1.788.486
1.760.354
1.723.430
Totaal baten
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
(9.415)
(13.616)
32.954
(11)
(100)
14
Resultaat
(9.426)
(13.716)
32.968
Resultaat na belastingen
(9.426)
(13.716)
32.968
Nettoresultaat
(9.426)
(13.716)
32.968
Financiële baten en lasten
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 53 van 60
osgmetriurn Exploitatie 12CL OBS Henri Dunant Realisatie 2014 3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.5
Overige baten
Totaal baten
Begroting 2014
Realisatie 2013
1.205.547
1.198.091
7.476
7.123
1.182.080 7.522
11.100
20.934
29.594
1.224.123
1.226.148
1.219.196
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
1.115.108
1.101.970
1.066.241
4.2
Afschrijvingen
20.027
18.100
20.273
4.3
Huisvestingslasten
61.561
67.143
77.581
4.4
Overige lasten
64.944
69.350
69.746
1.261.640
1.256.563
1.233.841
Totaal lasten
(37.517)
(30.415)
(6)
(50)
Resultaat
(37.523)
(30.465)
(14.641)
Resultaat na belastingen
(37.523)
(30.465)
(14.641)
Nettoresultaat
(37.523)
(30.465)
(14.641)
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
(14.645)
4
Pagina 54 van 60
osgfreetrourn Exploitatie 13BY OBS De Knotwilg Realisatie 2014 3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.5
Overige baten
Totaal baten
Begroting 2014
Realisatie 2013
1.556.468
1.521.016
5.485
7.000
7.677
52.519
70.273
59.591
1.614.472
1.598.289
1.595.043
1.349.584
1.375.235
1.388.256
41.890
41.900
41.553
1.527.775
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
109.160
123.636
138.124
4.4
Overige lasten
105.838
85.208
91.396
1.606.472
1.625.979
1.659.329
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
8.000
(435)
(27.690)
(64.286)
(100)
(309)
Resultaat
7.565
(27.790)
(64.595)
Resultaat na belastingen
7.565
(27.790)
(64.595)
Nettoresultaat
7.565
(27.790)
(64.595)
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 55 van 60
osgmetnurn Exploitatie 13MP OBS De Viermaster Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
1.
Activa
3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
1.427.643
1.367.696
3.2
Overige overheidsbijdragen
13.719
14.833
6.281
3.5
Overige baten
42.959
50.530
45.179
1.484.321
1.433.059
1.318.951
1.168.331
Totaal baten
1.267.491
4.
lasten
4.1
Personeelslasten
1.291.880
1.265.748
4.2
Afschrijvingen
48.243
50.600
30.747
4.3
Huisvestingslasten
84.968
88.350
68.971
4.4
Overige lasten
120.616
77.380
107.187
1.545.707
1.482.078
1.375.236
Totaal lasten
(61.386)
(49.019)
(56.285)
(318)
(100)
(83)
Resultaat
(61.704)
(49.119)
(56.368)
Resultaat na belastingen
(61.704)
(49.119)
(56.368)
Nettoresultaat
(61.704)
(49.119)
(56.368)
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 56 van 60
osgreetnurn Exploitatie 13RI OBS Anne Frank
3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.5
Overige baten
Totaal baten
Realisatie
Begroting
Realisatie
2014
2014
2013
856.384
836.462
5.986
4.000
5.616
29.060
24.624
43.346
891.430
865.086
1.025.535
976.573
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
844.048
828.816
901.933
4.2
Afschrijvingen
22.625
22.700
19.854
4.3
Huisvestingslasten
59.154
57.196
60.160
4.4
Overige lasten
46.668
46.075
49.640
Totaal lasten
972.495
954.787
1.031.587
Saldo baten en lasten
(81.065)
(89.701)
(6.052)
(170)
(200)
(147)
Resultaat
(81.235)
(89.901)
(6.199)
Resultaat na belastingen
(81.235)
(89.901)
(6.199)
Nettoresultaat
(81.235)
(89.901)
(6.199)
5
Financiële baten en lasten
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 57 van 60
osgmetnurn Exploitatie 27RM OBS 't Kofschip Realisatie 2014 3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.5
Overige baten
Totaal baten
Begroting 2014
Realisatie 2013 1.601.959
1.583.751
1.558.436
7.245
8.250
8.035
35.158
40.332
53.304
1.626.154
1.607.018
1.663.298
1.310.307
1.282.828
1.325.274
52.510
51.000
52.333
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
136.731
126.294
128.630
4.4
Overige lasten
108.339
110.275
105.813
1.607.887
1.570.397
1.612.050
18.267
36.621
51.248
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
(255)
(200)
(168)
Resultaat
18.012
36.421
51.080
Resultaat na belastingen
18.012
36.421
51.080
Nettoresultaat
18.012
36.421
51.080
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 58 van 60
osgmetrourn Exploitatie AE13BSK Bestuurskantoor Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
215.661
215.661
155.000
3.2
Overige overheidsbijdragen
100.000
100.000
100.000
3.5
Overige baten
Totaal baten
472
4
316.133
315.661
255.004
164.102
164.270
144.003
1.575
1.050
1.575
14.384
29.000
14.406
4.
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
168.026
165.501
166.297
Totaal lasten
348.087
359.821
326.281
Saldo baten en lasten
(31.954)
(44.160)
(71.277)
Financiële baten en lasten
45.508
44.160
60.935
Resultaat
13.554
(10.342)
Resultaat na belastingen
13.554
(10.342)
Nettoresultaat
13.554
(10.342)
5
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 59 van 60
osgmetretaim Exploitatie AE13GEZ Gezamelijke activiteiten Realisatie 2014 3.
Baten
3.1
Rijksbijdrage OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.5
Overige baten
Totaal baten
Begroting 2014
Realisatie 2013
614.159
547.197
1.143.890
8.235
-
..
46.803
-
80.806
669.197
547.197
1.224.696
4.
lasten
4.1
Personeelslasten
553.677
515.049
936.340
4.3
Huisvestingslasten
130.665
161.680
186.667
4.4
Overige lasten
222.528
154.153
55.021
Totaal lasten
906.870
830.882
1.178.028
(237.673)
(283.685)
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
(145)
-
46.668
-
Resultaat
(237.818)
(283.685)
46.668
Resultaat na belastingen
(237.818)
(283.685)
46.668
Nettoresultaat
(237.818)
(283.685)
46.668
Jaarrekening 2014 Stichting Openbaar PO Papendrecht-Sliedrecht
Pagina 60 van 60
11 BEST - Prov ZH opname kengetallen in begrotingsbrief 2016 1 20150709 Prov ZH opname kengetallen in begrotingsbrief 2016.pdf
Gedeputeerde Staten
kJIMINI1 I019100 GSD
30,06.2015
Directie Leefomgeving en Bestuur
Afdeling Bestuur Contact
H.G. Jacobs
0162
Pmvincie HOLLAND
ZUID
T 070 - 441 76 94 [email protected] Postadres Provinciehuis
Postbus 90602 2509 LP Den Haag
T 070 - 441 66 11 www.zuid-holland.n1
De raden van de in Zuid-Holland
Datum
29JUN2015
gelegen gemeenten. Ons kenmerk
PZH-2015-520589044 DOS -2015-0004498 Uw kenmerk Bijlagen Onderwerp
Opname kengetallen in begrotingsbrief 2016 Geachte raad,
Jaarlijks informeren wij u over de toezichtsvorm voor het komende begrotingsjaar en eventuele opmerkingen bij de begroting. Om in de pas te blijven bij nieuwe ontwikkelingen en gevolg te geven aan wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), zullen wij in deze brief de komende periode ook enkele financiële kengetallen opnemen die wij voorzien van een toelichting en beoordeling. Zoals reeds aangekondigd in onze begrotingscirculaire 2016-2019, kenmerk PZH-2015504883719, is het BBV gewijzigd naar aanleiding van het rapport van de Commissie Depla over vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten. Deze wijziging heeft betrekking op het opnemen van een set financiële kengetallen in de gemeentebegrotingen. Het gaat om de volgende kengetallen: Bezoekadres
Zuid-Hollandplein 1
2596 AW Den Haag Tram 9 en bus 65 stoppen dichtbij het
netto schuldquote; netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen solvabiliteitsratio; structurele exploitatieruimte; belastingcapaciteit; grondexploitatie.
provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is
Deze kengetallen moeten in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicomanagement worden
het tien minuten lopen.
opgenomen.
De parkeerruimte voor auto's is beperkt.
De aanleiding voor het rapport van de Commissie Depla was de wens om de kaderstellende en controlerende rol van de raad te versterken. Eén van de adviezen van de commissie is het
gebruik van kengetallen om de financiële positie van gemeenten weer te geven en te kunnen vergelijken. Een landelijke werkgroep heeft deze set kengetallen verder uitgewerkt.
PZH-2015-520589044 dd 25-06-2015
Ons kenmerk
PZH-2015-520589044 p r ovincie
LUID
HOLLAND
De gemeenten zijn met ingang van de begroting 2016 verplicht om deze kengetallen in hun begroting te vermelden. Wij anticiperen op deze ontwikkeling door u nu al mee te delen dat wij de kengetallen van uw gemeente zullen opnemen en toelichten in de brief die u van ons ontvangt over de toezichtsvorm voor 2016. De meerwaarde die wij u in dit opzicht kunnen bieden, is de toevoeging van een toelichting en een beoordeling, waarbij u bijvoorbeeld kunt vergelijken met landelijke gemiddelden en de trend waarin kengetallen, en de eventueel door de gemeente gestelde normen, zich ontwikkelen. Op deze wijze kunnen wij u als gemeenteraad nog beter informeren over de financiële positie van de gemeente, vanuit onze provinciale rol als toezichthouder gemeentefinanciën. U bent als gemeenteraad immers verantwoordelijk voor het vaststellen van een structureel en reëel sluitende begroting. Wij kunnen de kengetallen en de toelichting daarop gebruiken bij ons onderzoek naar structureel en reëel evenwicht. Voor u als gemeenteraad hebben de kengetallen vooral een signaleringswaarde. Ze zijn er immers gekomen om de horizontale verantwoording te versterken. U kunt, in samenspraak met het college van B&W, dan ook de uitkomsten van de kengetallen gebruiken om vanaf de begroting 2016 uw financiële positie te beoordelen en indien nodig hierop bij te sturen. Eén afzonderlijk kengetal zegt echter niet alles en moet altijd in relatie worden gezien met andere kengetallen. Als de kengetallen gezamenlijk een verontrustend beeld geven, betekent dit dat de financiële positie van uw gemeente onder druk staat en dat maatregelen noodzakelijk zijn om de situatie verbeteren. Het gebruik en het vaststellen van de berekeningswijze van de kengetallen heeft geen functie als normeringsinstrument in het kader van het financieel toezicht. Als toezichthouder passen wij momenteel dan ook geen normering toe om te bepalen hoe u presteert op de betreffende onderdelen. Mocht er alsnog een landelijke normering komen, dan zullen we ons daarbij aansluiten. Voor het toekennen van de toezichtsvorm (repressief of preventief toezicht) blijft het reëel en structureel sluitend zijn van de begroting het bepalende criterium, zoals bepaald is in de Gemeentewet artikel 203. De brieven worden aan de gemeenteraad verstuurd. Van deze brief krijgt het college van B&W zoals gebruikelijk een afschrift. Meer informatie over het adviesrapport van de Commissie Depla kunt u vinden op: http://www.v ng.nlionderwerpenindex/gemeentefinancien/accountantscontrole-beqrotingverantwoordinqinieuwsinieuwe-regels-nodig-voor-beciriipelijkere-qemeentebegrotinq Wij verzoeken u in uw correspondentie altijd het DOS-nummer te vermelden dat wij rechts bovenaan in deze brief hebben opgenomen.
2/3
PZH-2015-520589044 dd 25-06-2015
Ons kenmerk
PZH-2015-520589044 provincie TI' ZUID n OLLAND
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen, Mr. Alex M.I. Lambregts Hoofd Bureau Bestuurlijke Zaken en Toezicht
Deze brief is digitaal vastgesteld, hierdoor staat er geen fysieke handtekening in de brief.
Afschrift aan:
- College van Burgemeester en Wethouders
3/3
PZH-2015-520589044 dd 25-06-2015
12 SOC - St OPOPS gewijzigde begroting 2015 1 150710 St OPOPS gewijzigde begroting 2015.pdf
9U121g11010,91 GSD
10.07.2015
0040
T 078 - 644 98 80 E [email protected]
Stichting Openbaar Primair Onderwijs
Papendrecht , Sliedrecht
Poldermolen 12 3352 TH Papendrecht F 078 - 644 03 99 Kvk: 24386999
Aan de gemeenteraad van de gemeente Sliedrecht
Rabobank nr. 39 30 46 664
Postbus 16 3360 AA Slied recht
: 30-06-2015 Behandeld M. Beke Kenmerk : 2015/3652 Onderwerp : Gewijzigde begroting 2015
Datum
Geachte leden van de raad,
Zoals aangekondigd in ons bezoek aan de wethouder d.d. 20 april jl., doen wij u hierbij ter goedkeuring een gewijzigde begroting 2015 en meerjarenraming 20152017 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht toekomen. Wij hebben het strategisch beleid geactua!iseerd waa door wij, door extn.
investeringen, de juiste prioriteiten voor de toekomst kunnen stellen. De GMR heeft positief advies afgegeven op de begroting en de procedure.
Tevens doe ik u bijgaand de verantwoording bruidsschat 2014 toekomen. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Namens het bestuur OPOPS,
M.L.C. Beke-Huiskes, bestuursmanager
Bijlagen: Begroting 2015 plus mjb 2015-2017 Verantwoording bruidsschat 2014
Meerjarenbegroting 2015-2017 OPOPS
Exploitatiebegroting OPOPS per kostensoort
2016
2015 7.762.427 1.822.239 238.795
I
2017 7.489.021 1.536.548 237.330
0
7.520.615 1.654.541 249.130 0
9.823.461
9.424.285
9.262.899
8.781.980 72.940
8.694.236
128.848 458.260
71.898 131.181 388.667
8.771.021 70.440 131.598 368.976
Baten
9.442.028
9.285.982
9.342.035
Saldo
-381.433
-138.304
Loonkosten Materieel Afschrijvingen
Bezulnigingstaakstelling Lasten Rijksbaten Gemeente
Uitkeringen Derden
ExploltatlebegrotIngen OPOPS Lasten De Wilgen Henri Dunant De Knotwilg De Viermaster Anne Frank 't Kofschip
Bestuursbureau Gemeenschappelijk
Lasten totaal Baten De Wilgen Henri Dunant De Knotwilg De Viermaster Anne Frank 't Kofschip Bestuursbureau
Bovenschools
Baten totaal Exploitatiesaldo De Wilgen Henri Dunant De Knotwilg De Viermaster Anne Frank 't Kofschip Bestuursbureau
Bovenschools Exploitatiesaldo OPOPS
peróegálilsatleonderdeel 2015 1.692.871
1.190.057 1.610.070 1.528.493 864.124 1.541.948 369.191
2016 1.684.646 1.133.463 1.584.264 1.507.330 818.099 1.472.551
0
79.1361
2017 1.659.271
1.138.593 1.586.569 1.538.080 822.649 1.403.899 356.636
1.026.706
350.456 873.476
9.823.461
9.424.285
9.262.899
1.717.195 1.167.185 1.571.754 1.534.136 854.542 1.539.936 369.191
1.666.695 1.145.646 1.572.393 1.521.407
1.662.429 1.149.242
831.451
831.306 1.410.006
688.090
1.469.373 350.456 728.560
9.442.028
9.285.982
2015
2016
24.324 22.87338.3165. 643 9.5822.012-
17.95112.183 11.87114.077
338.617381.433-
144.916138.304-
13.352 3.178-
757.201
1.607.001
1.557.860 356.636 767.555 9.342.035
2017 3.158
10.648 20.432
19.780 8.657 6.107 10.354 79.136
Ontwikkeling algemene reserve
01-01-2015 Toe-, afname*) 3.013.003
Totaal algemene reserve
3.013.003
440.600440.600-
31-12-2017 2.572.403
2.572.403
I
Gewijzigde Meerjarenbegroting 2015-2017 OPOPS
Exploltatiebegroting OPOPS per kostensoort
2015
2016 8.049.080
8.023.537 2.049.131
Loonkosten Materieel
Afschrijvingen Lasten
2.013.015 251.830
238.195
Rijksbaten Gemeente
Uitkeringen
7.963.076 1.771.648 240.430
10.310.863
10.313.925
9.975.154
9.032.710 79.553
9.048.049
9,120.590
81.157
129.569
131.902 426.307
70.440 132.319 367.834
485.760
Derden
i
2017
Baten
9.727.593
9.687.415
9.691.184"
Saldo
-583.270
-626.510
-283.9701
Exploitatiebegrotingen OPOPS
per organIsatleonderdeel 2015
I
2016
2017
1.702.306 1.159.349 1.712.666
1.704.559
Lasten De Wilgen Henri Dunant De Knotwilg De Viermaster Anne Frank 't Kofschip
Bestuursbureau Gemeenschappelijk
Lasten totaal Baten De Wilgen Henri Dunant De Knotwilg De Viermaster Anne Frank 't Kofschip
Bestuursbureau Bovenschools
Baten totaal
1.735.051 1.198.345 1.677.085 1.593.210 885.811 1.582.721 397.391 1.241.248
1.625.074 861.012 1.511.490 405.656 1.336.371
10.310.863 1.756.869 1.204.559 1.646.276 1.602.629 881.572 1.581.335 397.391 656.961
Henri Dunant De Knotwilg De Viermaster Anne Frank 't Kofschip Bestuursbureau
Bovenschools
1.698.937
1.694.665 1.151.954 1.724.980 1.660.226
405.656
411.836 726.705
9.687.415
9.691.184 2017
3.36914.131
10.6399.690 1.316
10.697 648.336626.510-
584.287583.270-
856.827 1.463.990
688.036
2016
21.818 6.213 30.8099.419 4 2391.386-
411.836
1.038.866
9.975.154
1.634.764 862.328 1.522.187
2015 De Wilgen
1.442.322
10.313.925 1.173.480 1.702.027
9.727.593
1.164.479 1.720.805 1.626.680 865.606
9.894 12.525 4.175 33.546 8.779 21.668 312.162283.970 -
Ontwikkeling algemene reserve 01-01-2015 Toe-, afname*) Totaal algemene reserve
Ontwikkellris leerlingaantallen per school De Wilgen
Henri Dunant De Knotwilg De Viermaster Anne Frank
't Kofschip _
Totaal: Mutatleoverzicht exploitatie nav.wijziging begroting Exploitatieresultaat goedgekeurde begroting 2015-2017 Exploitatieresultaat gewijzigde nieuwe begroting Verschil Verklaring verschil: Wijziging schoolbegrotingen (resultaat verbetert) Wijziging gemeenschappelijke begroting Wijziging bestuursbegroting
1.493.751-
1.583.410
3.077.161
1.493.751-
1.583.410
01-10-2014
01-10-2015
01-10-2016
01-10-2017
381 283 377 359 178 377
378 276 409 375 166 368
385 266 411 390 172 343
392 263 416 397 167 329
1.955
1.972
1.967
1.964
t
-441 -1494 -1058 19 -933 -139 -1053
Verklanno wiiziainq QemeertSCheDDelfike Peclrotinci. Extra lasten obv beleid Extra middelen overheid Correctie ivm minder bijdrage Knotwilg Wijziging gemeenschappelijke begroting:
31-12-2017
3.077.161
978 -26 -19 -933
Toelichting op gewijzigde Meerjarenbegroting 2015-2017 Bestuurskantoor en gemeenschappelijk
1Exploitatiebegroting bestuurskantoor
2015
2016
2017
196.611 1.595
223.311 1.430
223.311 630
Overige lasten
28.930 170.255
10.600 177.295
Totaal lasten:
397.391
12.310 168.605 405.656
Lasten:
Personeelslasten Afschrijvingen
Huisvestingslasten
411.836
Baten:
37.160
Financiële baten Dekking uit gem.begroting Bruidsschat
liotaal baten:
360.231 0
29.160 376.496 0
29.160 382.676
397.391
405.656
411.836
0
0
0
2015
2016
2017
560.571
598.472 309.399
566.967
Exploitatiesaldo bestuurskantoor:
tExploltatlebegroting gemeenschappelijke
0
activiteiten
Lasten:
Lonen en Salarissen *) Huisvestingslasten (Inci.dotatie onderh.) Administratie -en beheerslasten
Totaal lasten:
286.399 394.277
428.499
300.399 171.500
1.241.247
1.336.370
1.038.866
119.342
146.559 182.011 311.515
191.415
Baten:
Rijksbaten & herverdeling baten Regeling jonge leerkr.& gem.prestatiebox Bijdrage bapo uit schoolbegrotingen Bijdrage aan gem.begroting uit scholen Bijdrage aan best.kantoor uit gem.begroting
429.706 -360.231
Totaal baten:
Exololtatiesaldo aemeenschappelilk:
164.882
303.262
181.757
308.666 427.543 -382.676
656.961
424.448 -376.496 688.036
-584.286
-648.335
-312.162
726.705
'J Saldo van werkelijke en normatieve loonkosten
Overzicht extra investeringen ten laste van gemeenschappelijke reserve: Bapo Kwaliteit onderwijs Personeel
Hulsvesting/duurz.heId/ICT/PR Renovatie schoolgebouwen Totale additionele investeringen Begrotingsw
43.105 48.478
60.065 32.000 150.000
0 0 22.000 22.000 120.000
333.648
164.000
0
47.000 0
47.000
iging (additionele uitgaven die ten laste van de algemene reserve): 2015
ICT beleidsplan Visie en software
Infrastructuur
2017
39.000
48.000
30.000
100.000
150.000 7.500
100.000
Investering nieuwe hardware (afschrijving op 180K)
22.500
30.000 26.000
10.000
50.000 15.000 50.000 31.200
50.000 10.000 25.000 31.200
8.000 6.000 30.000
6.000 6.000 30.000
15.000 12.000
14.000
2.000 23.000
244.200
526.700
Implementatie 365 Inhuur externe begeleiding
14.000
Goed personeel Extra inzet formatie (groei/werkdruk)
20.000
Digitale bekwaamheidsmeting Opleiding leerkrachten digi-multImedia
Uitbreiding stafmdw.bedr.voering (0,2 fte) en exti
2016
18.200
Investering Huisvesting Advisering duurzaamheld
6.000
Investering duurzaamheld (afschrijving op 180K) Tijdelijke huisvesting Knotwilg (7 jaar)
20.000
ProffeslonaliserIng Organisatie Automatisering personele-/managementinformati.
Stafmedewerker HRM vanaf 010815 tot 311217 Externe communicatie (website, 10-jarig bestaan)
Totaal
23.000 38.000
345.700
Verantwoording Bruidsschat Gemeente Sliedrecht - kalenderjaar 2014 Stichting Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht (bestuursnunnmer:41560) Periode verantwoording: januari 2014 tot en met december 2014 Aanleiding
In verband met de bestuurlijke overdracht van het openbaar primair onderwijs in Sliedrecht aan de stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht per 1 januari 2010 is er door de gemeente Sliedrecht een bruidsschat toegekend voor de twee openbare scholen waaronder de Henri Dunantschool (12CL) en De Wilgen (11RZ). In totaal is er voor een periode van vijf jaar (2010 tot toegekend, C100.000,- per jaar. In het jaar 2014 is het bedrag van C100.000,- euro voor het laatst toegekend. Met ingang van het jaar 2015 vervalt de bruidsschatregeling. Toelichting
Deze verantwoording bevat een overzicht van de gerealiseerde ABB inkomsten en uitgaven voor 2014. De uitgaven zijn na rato van het aantal leerlingen (inclusief toegekend gewicht) van de scholen in Sliedrecht toegerekend (voor 35,6%) aan de bruidsschatregeling van de gemeente Sliedrecht. Zie tabel hieronder. Verdeling Leerlingaantallen per 1-10-2013 SCHOOL
BRIN
PLAATS
11RZ SLIEDRECHT OBS De Wilgen OBS Henri Dunantschool 12CL SLIEDRECHT 13BY PAPENDRECHT OBS de Knotwilg 13BY PAPENDRECHT OBS de Knotwilg OBS de Viermaster 13MP PAPENDRECHT 13RI ' PAPENDRECHT OBS Anne Frank , 27RM PAPENDRECHT OBS 't Kofschip
0.00 0.30 1.20 TOTAAL TOTAAL GEWICHT
284 255 232 131 316 141 373
46 33 18 9 23 24 28
63 5 2 4 16 24 3
393 293 252 144 355 189 404 2030
PERCENTAGE
482,4 308,9 259,8 151,5 381,1 225 416 , 2224,7 ,
35,60/0
Inkomsten De inkomsten ABB in 2014 voor de twee scholen bestaan uit de bruidsschatregeling van de gemeente Sliedrecht en de reguliere vergoeding ABB vanuit het Rijk per school.
Bruidsschat 2014 ABB vergoeding Rijk 2014 ABB vergoeding Rijk 2014
Gemeente Sliedrecht De Wilgen (11RZ)
Henri Dunantschool (12CL)
Bedrag 100.000,00 24.215,77 19.572,53 143.788,30
Uitgaven De uitgaven voor administratie, bestuur en beheer voor de stichting bestaan uit onderstaande posten. Het bedrag dat erachter staat vermeld is 35,6% van het totaalbedrag. Tevens worden de ABB-uitgaven voor de twee scholen voor 100% opgevoerd. Grootboek
rekening
Omschrijving
41110 41150
Loonkosten
41160 41161 41165 41221 41230 41231 41232
Opgebouwde Aanspraken Sociale lasten Sociale lasten aanspraken Pensioenlasten
Extern personeel Personeelskantine (Na)Scholing en cursussen
Studiedagen en conferenties
Bedrag C 36.475,4 C 5.350,7 C 9.745,5 C 30,7 C 6.208,3 C 1.999,6 C 132,2 C 3.747,5 C 2.820,6
41234 42235 42250 43100 43300
43400 43500 43600 43601 43710 44100 44105 44108
44110 44120 44122
44125 44150 44155 44160 44211 44215 44220 44225
44228 44230
Reis en verblijf Afschrijvingslasten meubilair Afschrijvingslasten ICT Huren Onderhoud Energie
Schoonmaakbedrijf Publiekrechtelijke heffingen Afvalverwerking Beveiliging
Administratiekantoor Accountant
Deskundigenadvies Telefoon/fax Porti
Drukwerk Kantoorbenodigdheden Onkostenvergoedingen RvT / bestuur Vergaderkosten Public relations en marketing ICT ICT hardware ICT software ICT Licenties W ebsite Overige ICT lasten
44235
Mediatheek en bibliotheek
44240 44241 44441
Reproductie
44442 44443 44445
Conrributies Representatie
Kopieermaterialen Abonnementen Overige verzekeringen
565,2 153,0 407,5 3.386,6 297,5 603,1 327,0 88,4 50,6 367,5 42.040,3 721,5
C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C C
12.487,7 508,4 171,4 78,2
118,8 2.758,6 386,0 1.580,0
1.144,1 28,5
1.049,9 47,5 185,2 658,5 15,0 528,9 83,8
11,1 5.012,7 1.412,0
2.481,4
C 146.266,6 44110 44120 44122 44125
ABB kosten scholen Telefoon/fax Porti
44442
Drukwerk Kantoorbenodigdheden Abonnementen Contributies
44443
Representatie
44441
C C C C C C C
7.207,0 787,8 649,8 1.167,1 624,7 762,3
11.198,6
Totaal uitgaven Totaal inkomsten
C 157.465,2
Resultaat verslagperiode
C -13.676,9
C
143.788,3
Voor akkoord, Namens Stichting Primair Openbaar Onderwijs Papendrecht - Sliedrecht
111
13 SOC - Antwoord art 44 vragen CDA (Prins) over aanhoudende hitte 1 20150713 Brief art 44 vragen inzake aanhoudende hitte van het CDA.pdf
14 FYS - Art. 44 vragen SGP-ChristenUnie fractie over berenklauw 1 150722 artikel 44 vragen berenklauw.pdf
GEMEENTERAAD SLIEDRECHT SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE (artikel 44 vragen) Datum: 21 juli 2015 Aan de voorzitter van de gemeenteraad Sliedrecht, Steller vragen: Jan Visser fractie SGP-Christenunie Onderwerp: Berenklauw in Sliedrecht Het college wordt verzocht de volgende vraag/vragen binnen 30 dagen schriftelijk te beantwoorden aan de steller, uiterlijk op 20 augustus 2015
1. Is het bij het college bekend dat de berenklauw in Sliedrecht voorkomt in de Deltalaan bij de Brede school en langs de Crayesteijn? 2. Is het bij het college bekend of er nog meer locaties in Sliedrecht zijn waar berenklauw voorkomt? 3. Is het bij het college bekend dat de berenklauw en de reuzenberenklauw, vooral in combinatie met uv-straling ernstige brandwonden kan veroorzaken? 4. Is er in Sliedrecht beleid voor het omgaan met berenklauw? 5. Is het college bereid deze gevaarlijke plant in de bebouwde kom van Sliedrecht zo snel mogelijk met wortel en al te laten verwijderen? Toelichting:
Er is al via de sociale media contact hierover geweest, maar we vinden de reactie onvoldoende. De berenklauw in de bocht van de Craijensteijn is wel gemaaid, maar niet opgeruimd. Meer informatie over de berenklauw is te vinden via onderstaande link. https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewone_berenklauw Ondertekening en naam,
Jan Visser
JILL!IMi1 j,1J,1
15 BEST - Prov ZH jaarrekening jaarverslag 2014 gem Sliedrecht 1 150722 Prov ZH jaarrekening jaarverslag 2014 gem Sl.pdf
GSD
21.07.2015
Gedeputeerde Staten
0104 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Contact
H.G. Jacobs [email protected]
Pmvincie HOLLAND
ZUID
raad v)n de gemeente LIEDRECHT Postbus 16 3360 AA SLIEDRECHT
Postadres Provinciehuis
Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070 - 441 66 11 www.zuid-holland.n1 Datum Ons kenmerk
PZH-2015-522903288 DOS -2015-0002879 Uw kenmerk Bijlagen
Onderw erp
Jaarrekening 2014 Geachte raad, Op 8 juli 2015 hebben wij de jaarrekening en het jaarverslag 2014 van uw gemeente ontvangen. Wij hebben met belangstelling kennisgenomen van uw jaarrekening en komen tot de volgende opmerkingen. Resultaat onderzoek De vastgestelde jaarrekening en jaarverslag zijn binnen de wettelijke termijn ingezonden. De jaarrekening sluit met een positief resultaat. Na correctie op grond van het overzicht van incidentele baten en lasten, is er sprake van een structureel en reëel sluitende jaarrekening. Invoering vennootschapsbelasting Zoals bekend, wordt per 1 januari 2016 de vennootschapsbelastingplicht voor publieke organisaties ingevoerd. Activiteiten waarvoor u optreedt als ondernemer zullen dan onder de vennootschapsbelasting vallen. Voorbeelden van dit soort activiteiten zijn de grondexploitatie en de exploitatie van sportaccommodaties. Wij gaan ervan uit dat u bij de opstelling van de begroting 2016 rekening houdt met de financiële gevolgen van deze ontwikkeling.
Bezoekadres
Tot slot De uitkomsten van dit onderzoek zullen wij betrekken bij onze beoordeling van de begroting
Zuid-Hollandplein 1
2016.
2596 AW Den Haag Tram 9 en bus 65 stoppen bij het
Wij verzoeken u in uw correspondentie altijd het DOS-nummer te vermelden dat wij rechts bovenaan in deze brief hebben opgenomen.
provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is
het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is beperkt.
Verzonden op 17-07-2015
PZH-2015-522903288 dd 17-07-2015
Ons kenmerk l provincie
ZUID
a4. HOLLAND a
PZH-2015-522903288
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen, Mr. Alex M.I. Lambregts Hoofd bureau Bestuurlijke Zaken en Toezicht
Deze brief is digitaal vastgesteld. Hierdoor staat er geen fysieke handtekening in de brief.
Afschrift aan:
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht
2/2
PZH-2015-522903288 dd. 17-07-2015
16 FYS - Antw art. 44 vragen PRO Sliedrecht over Onder de hoogspanning uit deel 2 1 150723 Beantwoording artikel 44 vr PRO Sl hoogspanning 22juli15.pdf