d a
j c 11
b
12
k 13
10
m
l
14
BULLETIN CULTUUR & SCHOOL
9 15
FEBRUARI 2001
8
16 1 7/19 18 17
16
13
12
9
8
5
4
16
2
15 6
2
14
4
5 1
3
CULTUURTRAJECT OP HET PLATTELAND,
ZIE PAG. 4
11
10
7
6
3
ABONNEMENT? U kunt zich op het Bulletin Cultuur & School abonneren (gratis) door een briefje met uw naam en adres te sturen of te faxen naar: Cultuurnetwerk Nederland Cultuur en School t.a.v. Sabien Tegelaers Postbus 61 3500 AB Utrecht fax: 030 - 236 12 90 U ontvangt dan een inschrijfformulier. U kunt zich ook direct opgeven via de website Cultuur & School www.cultuurenschool.net (rubriek ‘nieuws’)
4 COVERSTORY WANDELEN IN DE BEELDENTUIN Cultuurtrajecten op het platteland Tussen de kunstmenu’s op de basisschool en CKV in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs bevindt zich een cultureel educatief vacuüm. Steeds meer scholen willen iets doen aan dit gapende gat in de basisvorming. Sinds enkele jaren worden her en der in het land Cultuurtrajecten uitgezet. Op succesvolle wijze, en niet alleen in de grote steden, zo laat de praktijk zien. Cultuur vind je ook op het platteland.
RUBRIEK ZEEPBEL OF KAUWGUM Heeft u nog iets gehoord van Cultuur en School-project ‘X’? DRAMATISCHE VISSERSLIEFDE EN DONKERE REMBRANDT Surinaamse tienermoeders bezoeken het Rijksmuseum en het Zuiderzeemuseum. Voorbeeld van een outreach-
COLOFON BULLETIN CULTUUR & SCHOOL FEBRUARI 2001, JAARGANG 4, NUMMER 16
project waarin musea proberen nieuwe doelgroepen en doelgroeporganisaties binnen te halen. Wat kost het aan inspanningen en wat levert het op? Over de mogelijkheden van het ‘belevenisconcept’
BULLETIN CULTUUR & SCHOOL WORDT EENS PER T WEE MAANDEN UITGEGEVEN OP INITIATIEF VAN HET MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN IN HET KADER VAN HET PROJECT CULTUUR EN SCHOOL. HOOFDREDACTIE: MARTHE BAUWENS EINDREDACTIE: ANKE OOMEN ALS U TEKSTEN UIT DEZE UITGAVE WILT OVERNEMEN, NEEM DAN CONTACT OP MET DE REDACTIE VAN HET BULLETIN CULTUUR & SCHOOL REDACTIESECRETARIAAT: CULTUURNET WERK NEDERL AND TEL: 030 - 236 12 00
FAX: 030 - 236 12 90
EMAIL: mar thebauwens @ cultuurnetwerk.nl
AAN DIT NUMMER WERK TEN MEE: RENÉE HEIJNEN, VL ADIMÍR BÍNA, ANITA T WAALFHOVEN, YVONNE VAN EEKELEN, MARTIJN NICOL AAS, JOYCE VANHOMMERIG, BERT CORNELIUS REDACTIERAAD: MAARTEN HAMMEL, JOS VAN RUYVEN, YVONNE VAN EEKELEN, MICHIEL VAN DER KAAIJ, CO ENGBERTS ONT WERP EN OPMAAK: VORM VIJF ONT WERPTEAM BNO, DEN HAAG DRUK: DRUKKERIJ ANDO, DEN HAAG ISSN NUMMER: 1387 - 6422
waarin ervaringen centraal staan: “Ik vind dit de jurk van mijn dromen, zo romantisch.”
12
INH
OU
ARTIKEL
D
DE CHARME VAN EEN BELGISCHE BEBOUWING
16
RUBRIEKEN
Vlaams-Nederlandse conferentie Cultuur en Jeugd
• •
Vlaamse jongeren tonen meer belangstelling voor cultuur dan hun Nederlandse leeftijdgenoten, zo blijkt uit onderzoek. Het Vlaamse
8 ERFGOED ACTUEEL Content voor Kennisnet
streven is dat “cultuur het dagelijks lessenpakket doordesemt”.
Museum Boijmans van Beuningen lanceert website-project
Wat betekent dit voor het culturele landschap? De Vlaamse ruimte-
voor primair onderwijs
lijke ordening is iets anarchistischer dan wat de Nederlandse welstandscommissie toelaat. Enkele uitkomsten.
12 ZEEPBEL OF KAUWGUM Heeft u nog wel eens iets gehoord van Cultuur en School-project X?
RUBRIEK
Dramatische vissersliefde en donkere Rembrandt
ERFGOED ACTUEEL
Project Surinaamse tienermoeders in het museum CONTENT VOOR KENNISNET
COVERSTORY
Museum Boijmans Van Beuningen lanceert website-project voor
• •
primair onderwijs
4 Wandelen in de beeldentuin Cultuurtrajecten op het platteland
Een eeuwenoud verhaal in een hypermodern jasje: kinderen op de basisschool kunnen interactief kennismaken met De Toren van Babel. Hoe internet kunst toegankelijk kan maken én museumbezoek stimuleert.
COLUMN
8
15 UIT HET CIRCUIT Meningen over cultuureducatie Een postzak vol kunst
ARTIKELEN
• • • •
10 The Beatles en Britney Spears in de klas De mogelijkheden van popmuziek op school
16 De charme van een Belgische bebouwing Vlaams-Nederlandse conferentie Cultuur en Jeugd
EN VERDER 18 DITJES EN DATJES ‘Weetjes’ voor en door de lezer
20 CONTACTPERSONEN CULTUUR EN SCHOOL IN DE REGIO
Het project Cultuur en School Cultuur en School wil de samenwerking tussen culturele instellingen en scholen op het gebied van cultuureducatie een flinke impuls te geven.
Cultuur en School beoogt: • leerlingen in contact te brengen met verschillende cultuuruitingen • scholen te stimuleren meer gebruik te maken van hun culturele omgeving • cultuur ook een plaats te geven in andere dan de kunstvakken, zoals in geschiedenis, techniek en de talen • culturele instellingen te stimuleren hun aanbod beter af te stemmen op de behoeften uit het onderwijs in het kader van het regulier onderwijsprogramma.
COLUMN UIT HET CIRCUIT
15
Meningen over cultuureducatie EEN POSTZAK VOL KUNST Martijn Nicolaas, leraar Nederlands en kunstcoördinator aan het Haags Montessori Lyceum, wordt bedolven onder een enveloppenlawine. Het CKV-aanbod van culturele instellingen groeit hard en de informatiestroom neemt navenant toe. Maar hoe hou je als docent het overzicht op de wirwar aan activiteiten?
CO
VE
OR RST
LEERLINGEN VOLGEN EEN WORKSHOP BIJ HET PROJECT DE VERTONING IN HET KADER VAN CULTUURTRAJECT I IN DE AMSTERDAMSE MELKWEG FOTO: CHIEL VAN DER HEIJDEN
WANDELEN IN DE BEELDENTUIN CULTUURTRAJECTEN OP HET PLATTELAND
4
Wegens succes geprolongeerd Het Cultuurtraject in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Uitgave van Vier Grote Steden kunsteducatie (2000).
Info: Kunstweb, Conny van der Bijl, tel: 020 – 520 53 54
In het basisonderwijs maken veel kinderen via kunstmenu’s kennis met kunst en cultuur. Maar dan komen ze in de basisvorming van het voortgezet onderwijs. Wat een leegte ineens. Naast de reguliere lessen in een paar kunstvakken valt er aan voorstellingen, concerten en workshops nauwelijks iets te beleven. Pas ná de basisvorming wordt het menens: het vak CKV dient zich aan. En ineens moeten ze zich tot mondig consument ontwikkelen, iemand met een eigen smaak die keuzes maakt en zelfstandig naar de schouwburg en het museum gaat. Steeds meer scholen zien het gapende gat in de basisvorming en vinden dat de investering in kunst en cultuur in het basisonderwijs een aansluiting moet krijgen, als opmaat voor het CKV-onderwijs. Sinds enkele jaren worden er her en der in het land cultuurtrajecten uitgezet. Benut de eigen culturele omgeving, luidt het devies. In de grote stad, maar net zo goed op het platteland. Vijf jaar geleden nam Kunstweb uit Amsterdam, samen met nog negen steunfunctie-instellingen voor kunsteducatie, deel aan de eerste landelijke proef Cultuurtraject van het voormalige LOKV (nu: Cultuurnetwerk Nederland). Doel: de leerlingen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs actief én receptief met kunst en cultuur in aanraking brengen. In Amsterdam deden zes scholen voor voortgezet onderwijs aan het project mee. Mond-tot-mondreclame Nu zijn er 26 Amsterdamse scholen bij het Cultuurtraject betrokken. Mond-tot-mondreclame doet het werk, zegt coördinator Conny van der Bijl. Scholen varen wel bij het Kunstweb-aanbod: van workshops en voorstellingen tot grootse manifestaties. Neem de jaarlijkse Vertoning in de Amsterdamse Melkweg, waar profs en amateurs zich in allerlei kunstdisciplines manifesteren en
leerlingen workshops kunnen volgen. Of het Kunstkrakersweekend: een grootscheepse kennismaking met culturele instellingen en activiteiten in Amsterdam, bedoeld voor derdeklassers. Van der Bijl: “Aanbod- en vraaggericht werken hebben wij gecombineerd. Wij benaderen scholen individueel met een voorstel, maar organiseren de activiteiten wel zo dat meerdere scholen er gebruik van kunnen maken. Het aanbod wordt samen met de culturele instellingen en in overleg met de scholen ontwikkeld. Wij weten zo langzamerhand wat leerlingen in de verschillende typen onderwijs boeit en raakt. Wij scouten activiteiten, weten hoe ze aan leerlingen zijn aan te passen en wat organisatorisch haalbaar is.” Zijn er nog knelpunten? Van der Bijl: “De veelheid in Amsterdam. Er zijn zoveel culturele instellingen die met ons willen samenwerken, er zijn zoveel scholen en leerlingen die nog niet bereikt worden.”
VO
Y
Hunebedmuseum Het Drentse Borger moet het doen zonder een keur aan schouwburgen, concertzalen, pop- en jazzpodia, musea en bioscopen. De dichtstbijzijnde schouwburgen vind je twintig tot veertig kilometer verderop zoals in Stadskanaal, Emmen en Groningen, vertelt docent handvaardigheid Janny Heres van het Esdal College, locatie Borger. Wil je daarheen met je leerlingen, dan kost dat tijd én veel geld. Maar ook in en rond Borger is er veel te halen, heeft Heres gemerkt. Je moet er alleen meer je best voor doen dan in de grote stad. Het theatertje op de deel staat niet altijd keurig in de gemeentegids vermeld. De vmbo-school van Heres (200 leerlingen, twintig docenten) is betrokken bij proefproject Cultuurtraject II, waarin ditmaal de situatie op het platteland centraal staat. Ondersteuning komt van de provinciale steunfunctie-instelling Kunst&Cultuur Drenthe.
afspraken te maken, vragen te stellen en een presentatie te houden. En wij hadden te weinig tijd genomen om met de mensen van het openluchttheater een en ander goed door te spreken. Dat gaan we beter regelen.”
Menu en maatwerk Over de kwaliteit van lokale kunst en cultuur valt nu en dan te twisten, onderkent Bert Harskamp, coördinator voortgezet onderwijs bij Kunst&Cultuur Drenthe. Maar de nadelen van de provincie moet je omzetten in kansen, vindt hij. “De doelstelling van CKV, met name in het vmbo, is toch: participeren in het culturele aanbod in je eigen omgeving.” Er zijn genoeg kleine musea, galeries en ateliers in Drenthe. Er zijn bibliotheken. Ook de amateurkunst en het verenigingsleven bieden perspectieven. Denk aan de jazzgymnastiekvereniging, de harmonie, het door vrijwilligers gerunde streekmuseum, de amateurfotoclub. Janny Heres van het Esdal College: Of neem zo’n openluchttheater in Borger. “De dichtstbijzijnde schouwburgen liggen twintig Harskamp: “Wat is nou belangrijker? Dat tot veertig kilometer verderop.” kinderen een heel productieproces meemaken of dat ze eenmalig een professionele voorstel“We zijn nog in het stadium van inventariseren ling bezoeken?” van de mogelijkheden in onze directe omgeBert Harskamp van Kunst&Cultuur Drenthe: ving”, legt Heres uit. “Voor alle vier leerjaren “De nadelen van de provincie moet je omzetten hebben we in schema gezet wat we al te bieden in kansen.” hebben in de kunstdiverse disciplines, wat we graag willen en hoe dat is te regelen.” Op het verlanglijstje staan een bezoek aan het nieuwe Zijn ideaal is een doorgaande leerlijn van vier tot en met achttien jaar. De kunstmenu’s zijn Hunebedmuseum (architect: Aldo van Eijck), een kunstrondje per fiets door de omgeving en al breed verankerd in het Drentse basisonderwijs. Vier scholen voor voortgezet onderwijs bezoek aan voorstellingen in de kerk die ook zijn nu bij het Cultuurtraject betrokken. De als cultureel centrum fungeert. Afgelopen zomer heeft de school samengewerkt strategie: de scholen worden heel individueel benaderd. Wat wil de school, wat kan ze zelf, met het Borger openluchttheater. Leerlingen ‘adopteerden’ de zomervoorstelling wat heeft de directe omgeving te bieden, wat en hebben interviews met medewerkers gehou- moet er van buiten gehaald? Deze werkwijze is echter zo arbeidsintensief dat daarmee den over acteren, de belichting, de decors, de kleding. “Dat was leuk, maar ook moeizaam”, lang niet alle Drentse scholen te bereiken zijn. Harskamp hoopt dan ook dat de inventarisatie zegt Heres. “Je merkte duidelijk dat de kinde☛lees verder op pag. 6 van lokale ren niet gewend zijn de deur uit te gaan,
ILLUSTRATIE: BERT CORNELIUS
5
☛vervolg van pag. 5
mogelijkheden in de nabije toekomst wordt gestimuleerd door de CKV-netwerken die al voor havo/vwo functioneren en voor het vmbo in aanbouw zijn. Om ervoor te zorgen dat scholen niet alleen aangewezen zijn op de lokale kunst en cultuur wil Harskamp, met geld van het Actieplan Cultuurbereik, een provinciebreed, kwalitatief goed aanbod van kunst en cultuur samenstellen. Een soort kunstmenu voor de eerste twee jaar in de basisvorming, waarop alle scholen kunnen intekenen. In februari is duidelijk of de provincie daar ook wat in ziet.
6
Visie vereist Wellicht komt er ook provinciegeld vrij voor het broodnodige, maar kostbare leerlingenvervoer. Naar galerie annex beeldentuin Dehullu bijvoorbeeld: daar zou Janny Heres uit Borger graag komend jaar met haar leerlingen willen rondwandelen. De beeldentuin ligt in het dorp Gees, dertig kilometer van Borger, net te ver om te fietsen. Maar zeer de moeite waard, zegt Heres, die Dehullu met collega-docenten al heeft bezocht. “De jeugd heeft de toekomst”, verklaart galeriehoudster Hieke de Hullu. Toen het vak CKV zich aandiende, hebben zij en haar man zelf het initiatief genomen voor samenwerking met het onderwijs. Via een bevriende kunstenaar kwamen ze bij Kunst&Cultuur Drenthe terecht. Er is voor de leerlingen een kijkwijzer gemaakt en een mailing verstuurd naar scholen in Friesland, Groningen en Drenthe. Eerste resultaat: honderd leerlingen uit Schoonebeek, Drenthe, bezochten afgelopen zomer de galerie en beeldentuin. Hieke de Hullu: “Ik zat ’m een beetje te knijpen die eerste keer, maar het was heel erg leuk. Je merkt dat er mooie discussies ontstaan,
als die leerkrachten maar meegaan met de opmerkingen die hun leerlingen maken.” Een goede voorbereiding op school en voldoende begeleiding bij het bezoek zijn essentieel. Dat liep in dit geval perfect, vindt De Hullu, die overigens op het schoolbezoek voorlopig nog geld toelegt. Jan Draaijer van Edu-Art Gelderland: “Veel VO-docenten hebben er geen idee van dat hun leerlingen op de basisschool al jaren kunstmenu’s hebben gevolgd.”
Ook in de Achterhoek willen de lokale culturele instellingen wel, is de ervaring van Jan Draaijer. Hij is als consulent voortgezet onderwijs namens Edu-Art Gelderland bij Cultuurtraject II betrokken. De contacten in landelijke gebieden zijn informeel, de lijnen meestal kort. En de culturele instellingen zijn flexibel; waar het geld vandaan moet komen zien ze later wel. Maar de scholen: die stribbelen nogal tegen. Daar moet eerst van alles besproken met de directie, een Cultuurtraject past niet in de jaarplannen, en niet als laatste is daar de vraag: hoe zit het met het geld? Draaijer: “Dat scholen er het nut nog van moeten inzien: dat is de grootste bottleneck. Veel docenten in het voortgezet onderwijs hebben er geen idee van dat hun leerlingen op de basisschool al jaren kunstmenu’s hebben gevolgd. En vervolgens verbazen ze zich erover dat die leerlingen, na drie jaar basisvorming zonder kunst en cultuur, bij CKV zo weinig achtergrondkennis hebben.” Een heldere visie op die doorgaande lijn van kunst en cultuur in het onderwijs: dat is een eerste vereiste, bij scholen én hun gemeentes. Is die er eenmaal, dan komt dat geld er heus wel, daar is Draaijer van overtuigd.
LEERLINGEN VAN HET HONDSRUG COLLEGE UIT SCHOONEBEEK BEZOEKEN GALERIE EN BEELDENTUIN DEHULLU. FOTO: GEERT DE ROO
Voorbij de horizon van De Peel Kijk maar naar het Limburgse Bouwens van der Boije College, gevestigd in Panningen, gemeente Helden. Sector-directeur Theo Huskes schetst de omgeving: een aantal dancings en veel, heel veel cafés. De dichtstbijzijnde steden Venlo, Roermond en Venray zijn cultureel “niet de meest sprankelende plekken”.
Theo Huskes van het Bouwens van der Boije College: “Kunst en cultuur worden vanaf het allereerste jaar in de lesprogramma’s geïntegreerd.”
Het arbeidsintensieve speuren naar geschikte voorstellingen en activiteiten is in goede handen bij gemeentelijk kunstcoördinator Ad Gijzels, degene die de school ook bij het proefproject heeft betrokken. Binnen school staat er een ‘forum’ van jaarcoördinatoren klaar voor de praktische uitvoering en buigt een ‘denktank’ uit allerlei vaksecties zich over de invulling van het programma. “Niet iedereen op school vindt het schitterend, hoor”, relativeert Huskes, “want het betekent telkens een afwijking van het reguliere lesrooster. Maar de directie onderschrijft het beleid, er is een infrastructuur én - heel belangrijk - er is die traditie.” Organisatorisch valt er nog wel wat uit te zoeken: met alle tweedeklassers in één keer naar een museum is bijvoorbeeld niet aan te raden, kleinschaligheid is essentieel. Want wat Huskes te allen tijde wil voorkomen is die sfeer die hij nog uit zijn eigen schooltijd kent: “Die akelige sfeer van ‘kunst of je leven’. Daar moeten we vanaf.”
7
Cultuurtraject I en II
Info: Cultuurnetwerk Nederland Paul Vogelezang tel: 030 - 236 12 00
EXCURSIE NAAR MUSEUM VAN BOMMEL VAN DAM TE VENLO IN HET KADER VAN CULTUURTRAJECT II. FOTO: VAN BOMMEL VAN DAM
Zijn brede scholengemeenschap voor vmbo tot en met gymnasium is bewust een school met een lange traditie op het gebied van kunst en cultuur, “want je moet die leerlingen toch meegeven dat de horizon niet ophoudt aan de rand van De Peel”. Daarom worden er op het schoolpodium literaire voorstellingen gehouden; begeleidt een docent die een regiecursus heeft gevolgd de schooltoneelclub die banden onderhoudt met een amateurgezelschap in Venlo; en leerlingen gaan op excursie naar musea en theaters in onder andere Amsterdam, Leiden, Tilburg en Venlo. En om de paar jaar gaat er een schoolbreed voorbereide “mega-productie” in première. Na Hair en West Side Story is dat dit jaar Grease. Wat moet zo’n school nog met een project Cultuurtraject? Huskes: “De meeste activiteiten waren gericht op leerlingen uit de hogere leerjaren. Door deelname aan Cultuurtraject II worden kunst en cultuur nu vanaf het allereerste jaar in de lesprogramma’s geïntegreerd. Via een driejarig kunstmenu maken alle leerlingen in de basisvorming kennis met theater, dans, muziek, beeldende kunst, audiovisuele kunst en literatuur.”
RENÉE HEIJNEN
freelance journalist en tekstschrijver
CULTUURTRAJECT I & II Op initiatief van het LOKV (nu: Cultuurnetwerk Nederland) is in 1995 onder de noemer Cultuurtraject een eerste proefproject van start gegaan, met als doel leerlingen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs zowel onder als na schooltijd actief én receptief met kunst en cultuur in aanraking brengen en de samenwerking tussen scholen en culturele instellingen te bevorderen. Negen steunfunctie-instellingen voor kunsteducatie uit middelgrote steden en Kunstweb uit Amsterdam hebben hieraan meegewerkt. Kunstweb maakt inmiddels deel uit van een netwerk van instellingen in de vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) die alle een vorm van cultuurtraject hebben ontwikkeld en onderling ervaringen uitwisselen. Op andere plekken heeft het project een intensievere samenwerking van scholen en culturele instellingen tot gevolg gehad, met de steunfunctieinstellingen in de rol van bemiddelaar, adviseur, ontwikkelaar en programmeur. In 2000 is een tweede proefproject Cultuurtraject II van start gegaan, waarbij vijf (steunfunctie-)instellingen in Groningen, Drenthe, Gelderland en Limburg zijn betrokken. Het accent ligt dit keer op samenwerking tussen scholen en culturele instellingen in plattelandsgebieden en de mogelijkheden die ontstaan door regionale en provinciale financiering en inhoudelijke ondersteuning.
CONTENT VOOR KENNISNET MUSEUM BOIJMANS VAN BEUNINGEN LANCEERT WEBSITE-PROJECT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
Eind vorig jaar kreeg een handjevol instellingen subsidie om culturele internetprojecten te maken voor Kennisnet. Het Nederlands Audiovisueel Archief, Naturalis, het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en Museum Boijmans Van Beuningen zijn vier pioniers die interactieve projecten ontwikkeld hebben om Kennisnet meer ‘culturele content’ te geven. De Toren van Babel, een project van Boijmans Van Beuningen, geïnspireerd op het gelijknamige schilderij van Bruegel, is sinds een paar weken online.
8
PO
De Toren van Babel is een eeuwenoud verhaal in een hypermodern jasje. Het project is bedoeld voor de groepen zeven en acht van het primair onderwijs en te volgen via de website www.babel.kennisnet.nl. De makers, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en communicatiebureau BHM LaVerbe, hebben bewust geen lesbrief of ander gedrukt begeleidend materiaal bij
DE TOREN VAN BABEL VAN PIETER BREUGHEL FOTO: TOM HAARTSEN
de website ontwikkeld. “Dat is niet de bedoeling van internet”, vindt Chris Will, educatief conservator van Boijmans. “De Toren van Babel-website staat op zichzelf en is een onderdeel van Kennisnet. Hoe de leerkrachten het in hun klas willen gebruiken, laten we aan hen over. We zijn wel van plan om op de website een korte handleiding voor leerkrachten te zetten.”
ERF G ACT OED UEE L
Zeven verdiepingen Het schilderij van Pieter Bruegel en het bijbelverhaal zijn volgens Will een ideaal uitgangspunt voor een project. “De Toren van Babel is een schilderij waar we al langer iets mee wilden doen”, zegt hij. “Het behandelt zoveel thema’s; taal, bouwkunde, religie, geschiedenis, kunst, alles komt aan bod.” Het project is opgebouwd uit zeven deelthema’s die op de website zijn vormgegeven als zeven verdiepingen van de toren. De eerste laag draait om het bijbelverhaal van De Toren van Babel; de tweede laag gaat over de geschiedenis van de toren en de opgravingen in Irak. De thema’s worden via korte tekstjes en spelletjes behandeld.
dere malen getest met kinderen van groep zeven en acht. “We blijven het project in de gaten houden en stellen het bij als dat nodig is”, zegt Beerten. Het is geen boek dat kant en klaar gedrukt is. Zodoende kan dit project jaren mee, het is tijdloos.”
CKV1 en vmbo Boijmans Van Beuningen wil in de toekomst ook een CKV1-versie van De Toren van Babel te maken, maar daar is meer subsidie voor nodig. Voor de vmbo-versie van De Toren van Babel ligt al wel een concreet plan klaar. Stichting Parlotura uit Utrecht gaat Boijmans hierbij assisteren. Parlotura heeft al eerder een ‘papieren’ project ontwikkeld voor het vmbo met als Dit is de eerste keer dat het museum een inter- uitgangspunt het schilderij De Aardappeleters netproject voor het primair onderwijs maakt. van Vincent van Gogh. De vmbo-versie moet Will is ervan overtuigd dat het werken via een een spel worden, een methode waar Parlotura website de kinderen van groep zeven en acht met De Aardappeleters zeer goede ervaring en hun leerkrachten zal aanspreken. “Onze mee heeft. Bij dit actieve internetspel, Towerervaring met het voortgezet onderwijs is dat building, bouwen twee groepen leerlingen een website-projecten goed bezocht worden en toren. De scholieren spelen verschillende rollen, zélfs een stijging van het museumbezoek tot zoals die van een architect, de overheid en gevolg heeft.” timmerlieden. De leerlingen leren zo goed te “Voor de basisschool heb je maar een paar overleggen, raken vertrouwt met internet en computers per klas nodig, omdat er vooral maken kennis met organisatorische processen. individueel aan het project wordt gewerkt. Interactief spelen en leren gaan zo prima De Toren van Babel is additioneel en sluit aan samen. bij verschillende schoolvakken. Daarnaast is JOYCE VANHOMMERIG het project goed te gebruiken als individuele freelance journalist opdracht als er tijd over is.” Blijven aanpassen BHM LaVerbe, gespecialiseerd in de ontwikkeling van educatieve (internet)projecten, is verantwoordelijk voor de productie van De Toren van Babel. “Internet is een zeer krachtig middel in het toegankelijk maken van kunst”, vindt projectleider Henk Beerten. “Scholen ontdekken steeds meer dat internet toegang geeft tot oneindig veel informatie. De tijd dat een leerling in het documentatiecentrum een boekje met een heel verhaal erin gaat lezen en vervolgens een paar vragen beantwoordt, is voorbij.” BHM LaVerbe heeft De Toren van Babel meer-
Meer informatie: • Museum Boijmans Van Beuningen Chris Will,
[email protected] www.boijmans.rotterdam.nl • BHM LaVerbe www.bhmlaverbe.nl • Stichting Parlotura Ellen van Helden Tel. 030 – 244 51 36
www.babel.kennisnet.nl
9
THE BEATLES EN BRITNEY SPEARS IN DE KL AS DE MOGELIJKHEDEN VAN POPMUZIEK OP SCHOOL
Buiten schooltijd gaan trends in de popmuziek en trends in de jongerencultuur hand in hand. Maar kan popmuziek ook een plek krijgen binnen de cultuureducatie op school? Popmuziek en educatie lijkt een tegenstelling. Pop en popidolen horen bij de cultuur van de straat en de disco, en niet bij school en educatie. Maar over popmuziek valt veel te leren en bovendien is popmuziek een aantrekkelijke ingang om jongeren voor andere muziekstijlen te interesseren.
MU
ZIE
K
Al sinds The Beatles hun eerste hits lanceerden, heeft popmuziek een grote uitstraling op het leven van jongeren. Popmuziek dringt op steeds jongere leeftijd door in het leven van kinderen. Kleuters imiteren al de dansjes van Britney Spears of The Backstreet Boys en de Engelse teksten kennen ze ook al snel uit hun hoofd. Je zou dan ook verwachten dat popmuziek het eerste is waar iedere docent aan denkt bij de combinatie jeugd en cultuur. Maar om het niveau van de mini-playbackshow te ontstijgen is goed lesmateriaal noodzakelijk. Aan welke eisen moet dit lesmateriaal voldoen?
10
VO
liever voor ‘close harmony’. Maar met de klas popliedjes zingen en de docent achter de piano kan natuurlijk ook.”
Triangels of computers Jan van der Plas, projectmedewerker bij het Nationaal Popinstituut, heeft kritiek op het reguliere muziekonderwijs. “Het bestaande muziekonderwijs sluit niet altijd goed aan bij de manier waarop de leerlingen popmuziek beleven. Het is vaak onderwijs in popmuziek, vanuit de gedachte van de klassieke muziek. Voor jongeren is popmuziek hun belevingswereld en hun cultuurgoed. Je moet aansluiten Popleerplan bij het gevoel dat zij voor pop hebben, anders Louis Jansen heeft als specialist popmuziek bij gaat het bij hen het ene oor in het andere het voormalige LOKV leerplannen voor de oor uit. Als leerlingen enthousiast zijn voor muziekscholen ontwikkeld. Naar zijn mening popmuziek, geef je ze toch geen triangel of zijn deze methodes ook geschikt te maken voor xylofoon?” het onderwijs. “Het heeft lang geduurd voordat Van der Plas ziet mogelijkheden in de nieuwe popmuziek een plek kon krijgen in het muziekmuziektechnologie. “Met de muzikale software onderwijs. Evenals op de conservatoria domidie er nu op de markt is, kun je zelf een comneerde de aandacht voor de klassieke muziek. plete band maken. Zo is het programma Band Maar nu zijn er ook geschikte leerplannen voor in a box letterlijk een band in een doos. Achter popmuziek. Als je gitaar leert spelen krijg je les de computer kun je combinaties maken. Zo in alle genres: R&B, soul, hiphop, reggae, rock kun je kiezen voor een ‘g’ in reggae-stijl, langen blues. De muziekscholen hebben zo langzaam of snel en met verschillende instrumenzamerhand allemaal popmuziek in het pakket. ten. Het is belangrijk dat docenten meegaan De popdocenten die daar werken kun je nu in de nieuwe ontwikkelingen. Anders kom je ook inzetten voor het primair en voortgezet voor de situatie te staan dat de leerlingen onderwijs.” thuis op computers en keyboards muziek comToch zitten hier haken en ogen aan. “De meponeren, terwijl de docent nog niet zover is.” thodes voor de muziekscholen zijn gemaakt Martijn Breebaart deelt zijn kritiek: “Docenten voor instrumentalisten en samenspel. Terwijl je denken al snel dat ze met popmuziek bezig in het onderwijs meestal voor grote groepen zijn als ze een popliedje op de klassieke leerlingen staat, die lang niet allemaal een manier behandelen. Je ziet het ook bij de eindmuziekinstrument bespelen.” examenvragen van het vak muziek over pop. Muziekdocent Martijn Breebaart werkt met De leerlingen krijgen dan een vraag over de popmuziek in het voortgezet onderwijs. Hij lost strijkpartijen in een nummer van The Beatles.” dit probleem in de praktijk op. “Met klassieke Langzamerhand komt hier verandering in, muziek ben je gebonden aan strenge normen zeker nu in Tilburg een HBO Rock-opleiding is en waarden. Maar met jazz- en popmuziek kun gestart, die ook docenten opleidt. je improviseren. Als er in de klas vier leerlingen zijn die een muziekinstrument bespelen en een Popeducatie niet, kun je die leerling toch een plek geven. Zelf muziek maken is niet de enige ingang om Met ‘human beatbox’ – ritmes slaan op je in de klas met popmuziek bezig te zijn. Ook lichaam – kun je zelfs de hele klas zonder inhet luisteren naar muziek en analyseren van strumenten ritmes laten spelen. Bij zang kies ik stijlen is een vorm van popeducatie. Vooral als
het gaat om leerlingen die voor het vak CKV1 een popconcert willen bezoeken. Louis Jansen: “De huidige jeugd heeft een brede kijk op muziek. Ze kennen Mozart, The Beatles en de nieuwste hits van MTV. Maar ze hebben moeite om het te plaatsen. Daar kun je op inspelen door ze bijvoorbeeld een liedje te laten horen dat een aantal keren is gecovered. Zo kun je ze met verschillende stijlen kennis laten maken. Je kunt ook invalshoeken kiezen om de geschiedenis in te gaan, waardoor ook oude muziek voor hen gaat leven.” Martijn Breebaard: “Ik geef vaak lessen popgeschiedenis in de klas, als een muzikaal hoorcollege. Maar je kunt op school ook de hit van de dag behandelen. Als ik het nummer Que Si, Que No laat horen, is dat een opstap naar muziek uit Midden-Amerika. Ook kun je de muziekindustrie, die zo’n Jody Bernal ineens tot ster bombardeert, onder de loep nemen.” Wiskunde-rap Is er voldoende lesmateriaal te vinden? Louis Jansen: “In de bibliotheek van Cultuurnetwerk Nederland, het voormalige LOKV, is inmiddels aardig wat lesmateriaal verzameld. Zo is er informatie rond stijlen in de popmuziek met bijbehorende luisterbanden. Maar de ontwikkelingen zijn haast niet bij te benen. In de jaren zestig kon je met The Beatles en The Stones
globaal twee stijlen onderscheiden, nu zijn dat er meer dan 350.” Jan van der Plas vindt internet een goede bron. “De trends veranderen zo snel dat een geschiedenisoverzicht al is verouderd tegen de tijd dat een tekst is gedrukt. Internet is een 11 sneller medium. De Centrale Discotheek in Rotterdam is begonnen met een site op Kennisnet over R&B, die voortdurend wordt geactualiseerd.” Popmuziek kan ook in andere schoolvakken dan muziek een plek krijgen. In de lessen Engels of Frans kunnen leerlingen liedteksten vertalen. Voor vakken als geschiedenis of wereldoriëntatie biedt popmuziek een ingang om bewegingen in de jongerencultuur als Flower Power of Punk onder de loep te nemen. En de marketing in de popindustrie kan een plek krijgen in de economieles. In Amerika zetten wiskunde-docenten hun formules zelfs om in rap. Inspirerende voorbeelden zijn er steeds meer. De praktijk laat zien: popmuziek in het (vakoverstijgend) onderwijs is Meer informatie: leerzaam en leuk.
Nationaal Popinstituut in Amsterdam, tel. 020 - 428 42 88
ANITA T WAALFHOVEN
freelance journalist
Centrale Discotheek Rotterdam, tel. 010 - 412 60 72 Fontys Rock Academie in Tilburg, tel. 013 - 539 41 66 Cultuurnetwerk Nederland, tel. 030 - 236 12 00
www.kennisnet.nl ZELF MUZIEK MAKEN: VOOR VELEN IS DE COMPUTER NIET MEER WEG TE DENKEN FOTO: FRANK DRIES
ZEEPBEL OF KAUWGOM HEEFT U NOG WEL EENS IETS GEHOORD VAN CULTUUR EN SCHOOL-PROJECT ‘X’?
Elk jaar worden er tal van cultuureducatieve projecten voor jongeren ontwikkeld. In Zeepbel of kauwgom bekijken we telkens een voorbeeldproject, ergens in Nederland uitgevoerd. Is het een eenmalig project of is het iets dat beklijft? Wat kun je doen met de opgedane ervaringen, zodat valkuilen vermeden kunnen worden? Deze keer het outreachproject Tienermoeders uit de Bijlmer.
DRAMATISCHE VISSERSLIEFDE EN DONKERE REMBRANDT SURINAAMSE TIENERMOEDERS IN HET MUSEUM
PRO
JEC
T
Of het een blijvertje is, is nog niet bekend. Maar dat het een uniek project was met positieve effecten, staat al vast. Het project Tienermoeders uit de Bijlmer van het VSB Fonds bracht het afgelopen najaar tien Surinaamse tienermoeders uit de Bijlmer naar het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, en vijf van hen naar het Amsterdamse Rijksmuseum. Het maakte de deelnemers enthousiast voor een vervolg. En de musea hebben nieuwe contacten opgebouwd voor andere projecten.
12
Tienermoeders uit de Bijlmer is een voorbeeld van een ‘outreachproject’: het actief benaderen en binnenhalen van nieuwe doelgroepen met doelgroeporganisaties. Outreaching is inmiddels een bekend begrip in de museumwereld. In vergelijking met Angelsaksische musea wordt het in Nederland nog maar sporadisch toegepast. In het kielzog van het rijksbeleid concentreren de musea zich hier op cultuur in het onderwijs; niet zozeer op het bereiken van nieuwe doelgroepen buiten schoolverband. Laat staan dat zij, zoals in Engeland, worden verplicht kansarme groepen en nieuwkomers educatieprogramma’s aan te bieden op straffe van het dichtdraaien van de subsidiekraan. In ons land hebben de musea een educatieve, geen sociale verantwoordelijkheid.
SURINAAMSE TIENERMOEDERS KRUIPEN IN DE HUID VAN URKER VISSERS
Ervaring boven kennis Het outreachproject Tienermoeders uit de Bijlmer is daarom een uniek experiment. Het is allereerst bedoeld om de meisjes te laten kennismaken met het museum. Het VSB Fonds wil hiermee bovendien musea stimuleren hun sociale verantwoordelijkheid vorm te geven en hun publiek te verbreden met allochtone doelgroepen. Op initiatief van het Fonds ontwikkelden het Rijksmuseum, het Zuiderzeemuseum en het opvanghuis voor de tienermoeders, Mi oso es mi kas in de Bijlmer, een programma voor drie achtereenvolgende zondagen: twee museumbezoeken en een evaluatiemiddag. Thema was Verliefd en Verloren, geïnspireerd op een bestaand educatief programma voor de basisvorming in het Zuiderzeemuseum.
PROJECT
• Pilotproject Tienermoeders uit de Bijlmer van het VSB Fonds in samenwerking met het Zuiderzeemuseum, het Rijksmuseum en opvanghuis Mi oso es mi kas in Amsterdam Zuidoost. • Tien tienermoeders gingen naar het Zuiderzeemuseum. Vijf van hen naar het Rijksmuseum, gevolgd door een evaluatie. • Verslag van het project in de gelijknamige publicatie, te bestellen bij het VSB Fonds, tel.: 030 - 257 68 88, e-mail
[email protected]. TIPS
• Zoek contact met doelgroeporganisatie(s), inventariseer de vraag, ook bij de doelgroep zelf. • Formuleer een gezamenlijke doelstelling, waarin ieders rol en belang zijn vastgelegd. • Stel een programma samen dat zoveel mogelijk in één ontmoeting/museumbezoek kan worden afgewerkt. • Benoem via het museum een projectleider die bekend is met de doelgroep. Een intermediair en adviseur zijn wenselijk. • Bepaal een thema dat aansluit bij de belevingswereld van de doelgroep. In de inhoudelijke uitwerking tenminste twee varianten aanbrengen; afhankelijk van de behoefte kan de informatie meer of minder diep gaan. • Een benadering volgens het belevenisconcept - zelf doen, mening vormen en presenteren blijkt effectief. • Kleed het programma aan met een hapje en een drankje, maak bij voorkeur gebruik van georganiseerd vervoer. • Evalueer met de doelgroep en doelgroeporganisatie. Om effectiviteit van het museumbezoek te vergroten kan worden gedacht aan een presentatie c.q. kleine tentoonstelling.
De twee musea kozen voor het Angelsaksische ‘belevenisconcept’. Dit omvat allerlei soorten ervaringen: voelen, mooi of lelijk vinden, leren en zelf doen. Deze ervaringen worden belangrijker gevonden dan feitelijke kennis over de objecten. Door zelf opdrachten uit te voeren leren de bezoekers de collectie spelenderwijs beter kennen. Fokelien Renckens-Stenneberg van het Zuiderzeemuseum: “Wij zagen dat deze benadering goed aansloeg bij de tienermoeders. Ze reageerden enthousiast en deden meteen mee.”
wegwerpcamera’s. Op diverse locaties van het museum werden de scènes van twee broers die vochten om de gunst van hetzelfde meisje gefotografeerd door de ‘filmcrew’; de andere meisjes waren ‘acteurs’ in Volendammer kostuums op de set. De tweede zondagmiddag bezochten vijf van de tien meisjes het Rijksmuseum. Bij aankomst kregen zij een aantal ansichtkaarten met objecten - een schilderij, beeld of kostuum - uit de Zuidvleugel, waaruit zij een keuze moesten maken. Deze objecten sloten zoveel mogelijk aan bij het thema Verliefd en Verloren, zoals Verliefd en Verloren een bruidsjurk uit de collectie Six. Maar er De makers van het tienermoederproject werden waren ook topstukken uit de Aziatische collectie bijgestaan door een adviseur, directeur gekozen, zoals de 12de-eeuwse Dansende Ernestine Comvalius van het Krater Theater Shiva. En schilderijen die aansloten bij de Zuidoost, en de standup comedian Howard belevingswereld van de moeders, zoals kinderKomproe, die de meisjes bij het museumbezoek portretten. begeleidde. De meisjes zochten de objecten in de ZuidDe eerste zondag gingen de moeders per bus vleugel op en vertelden er zelf een verhaal naar Enkhuizen, waar ze een boottocht maak- over. Narayda Seymonson, een van de tienerten over het IJsselmeer en uitleg kregen over moeders koos de bruidsjurk. “Ik vind dit de de geschiedenis van het vissersbestaan. De jurk van mijn dromen, zo romantisch. Ik zie me meisjes praatten met de personages die het er al in lopen al zal ik met die brede zijkanten bestaan van Urker vissers rond 1900 uitbeelden. niet zomaar door de deur kunnen.” De opdracht was een oud filmpje over een De meisjes vertelden elkaar waarom ze het visserliefde af te maken. De meisjes moesten object gekozen hadden en welke associaties ☛lees verder op pag. 14 zelf het slot bedenken en fotograferen met het bij hen opriep.
13
☛vervolg van pag. 13 Daarna gaf Fieke Tissink van het Rijksmuseum kunsthistorische uitleg over De Nachtwacht, immers het belangrijkste schilderij van het Rijksmuseum. De meisjes maakten vergelijkingen tussen de schilderijen en praatten met elkaar over hun oordeel: “Rembrandt is mooi maar wel erg donker.” Na bezichtiging van onder meer de kunstnijverheidszalen gingen ze per watertaxi naar het Centraal Station.
Onderschat ze niet Er is ook kritiek geleverd op dit project. Het was arbeidsintensief; de besprekingen tussen het Fonds, de musea en het opvanghuis omvatten circa 12 bijeenkomsten van zo’n twee uur, verspreid over een jaar. Dat is een relatief grote investering in verhouding tot een deelnemersgroep van maximaal tien meisjes; een aantal waarvoor overigens bewust gekozen was om de saamhorigheid van de groep te Sneeuwbaleffect bevorderen. De musea, ook de directies, vonden “We vonden het een waardevol, hartverwarde inspanning echter de moeite waard. mend en fascinerend project, waar we veel Ondanks het feit dat een aantal meisjes van hebben geleerd”, vertelt Tissink. gedurende het project afhaakten. Ze vonden de De musea hebben dankzij dit project contact claim van drie zondagen achter elkaar te zwaar. gelegd met het Krater Theater waaruit activiOok inhoudelijk was er kritiek. De musea teiten voor andere kansarme groepen uit kozen voor een universeel thema; ze waren Amsterdam Zuidoost kunnen voortvloeien. beducht voor een ‘allochtoon’ onderwerp. Gedacht wordt aan outreachprojecten voor Volgens Mi oso en Comvalius van het Krater jeugdgevangenen, allochtone vrouwen in Theater is er echter geen enkele reden om het Rijksmuseum en cultuureducatie voor voorzichtig met allochtone doelgroepen om - allochtone - scholieren uit de Bijlmer in het te gaan. Comvalius: “Juist door een thema te Zuiderzeemuseum. kiezen uit hun eigen cultuurgeschiedenis De meisjes willen graag meedoen aan een kunnen de meisjes verbanden leggen met de vervolg. Het opvanghuis, dat cultuur voor deze collectie.” Zij hadden ook een zwaarder educakansarme groep belangrijk vindt, is inmiddels tief programma aan gekund, zo bleek achteraf. met enkele tienermoeders naar de theaterAls het gaat om kleinschalige projecten voorstelling De koningin van Paramaribo in gericht op specifieke doelgroepen, lijken de Krater geweest. Met de museumjaarkaart thematische opzet en het belevenisconcept bezoeken zij binnenkort het Tropenmuseum. zeker geschikt voor herhaling. Hiermee is het beoogde sneeuwbaleffect YVONNE VAN EEKELEN bereikt. freelance journalist
TIENERMOEDERS OP DE URKER FILMSET
14
UIT HET CIRCUIT MENINGEN OVER CULTUUREDUCATIE
Martijn Nicolaas, leraar Nederlands en kunstcoördinator aan het Haags Montessori Lyceum, schrijft over de stapel post met CKV-activiteiten van culturele instellingen. Een pleidooi om het aanbod te bundelen?
EEN POS TZAK VOL KUNS T
MARTIJN NICOLAAS
MN
Ik moet even slikken. Dat ik veel post krijg als CKV-coördinator ben ik gewend, maar dat het zoveel is geworden, is iets waar ik blijkbaar de laatste weken onbewust mijn ogen voor gesloten hield. Met alle kracht die ik ’s ochtends vroeg in me heb, sleep ik mijn postzak naar een bankje in de lerarenkamer. Met frisse moed begin ik aan de eerste post, ik neem een duik in de zak en haal een stapeltje enveloppen naar boven. De buit bevat: een envelop met het programma van het filmhuis, een uitnodiging voor een CKV-presentatie, een envelop met flyers en een poster van een theaterproject of toneelstuk, een brief met een herinnering aan een leuk artotheekproject, een folder van de Koninklijke Schouwburg, een brochure over jongerencabaret, een envelop met het cursusaanbod van een lerarenopleiding, een... . De telefoon gaat in de lerarenkamer. Het is voor mij. Wie kan dat zijn? Een verontruste ouder? Ik loop met een envelop van het Gemeentemuseum naar de telefoon en zeg mijn naam. Het theater zus en zo aan de lijn: of ik de post van die en die dag over dat en dat CKV-project gelezen heb. Ik geloof dat ik die wel gelezen heb, ja. Of ik nog interesse heb, want het begint al volgende week. Ik geloof dat ik dat wel erg kort dag vind. Of ik het überhaupt een leuk idee vond. Ik geloof het wel, ja. Zeker. Weer iemand teleurgesteld denk ik als ik naar mijn postzak terugloop. Wat zullen ze wel niet denken bij die culturele instellingen? Dat het
COLU
Een doordeweekse ochtend in januari. Het is koud. Het eerste wat me opvalt als ik de school binnenkom, zijn enveloppen die op de grond liggen. Ze liggen overal verspreid in de gang, in een lange rij richting de lerarenkamer. Het is alsof de conciërge, die de post sorteert, spoorzoekertje aan het spelen is. Ik denk: kom, ik speel het spel mee en loop in de richting waar de laatste envelop onder de deur van de lerarenkamer verdwijnt. In de lerarenkamer gaat de stroom enveloppen verder. Ik volg het spoor naar de bron. Als mijn ogen schoenen tegenkomen, gaat mijn blik langzaam omhoog en zie ik wat de enveloppenregen veroorzaakt heeft: de conciërge staat, of liever gezegd bukt, met een enorme beige overvolle postzak op haar rug. Ze balanceert als een zwarte piet met een zak vol cadeautjes op het dak, buigend naar de schoorsteen. De schoorsteen die ze zoekt moet een van de postvakjes zijn. Als ik toeschiet om haar te helpen, kijkt ze me bevrijdend aan. “Neem hem maar helemaal over”, zegt ze, “alles wat er in zit, is voor jou”.
imago van stugge, grijze vijftiger die niet wil improviseren waarschijnlijk toch klopt, of zoiets. Dat ze in dat onderwijs zoveel mogelijk bij het stoffige oude willen laten. Dat het niet aan hen zal liggen als dat nieuwe vak een totale mislukking zal blijken. Ze moesten eens weten, ik zucht onder de tucht van een rooster en een jaarprogramma. Als ik mij goed en wel weer voor mijn postzak geïnstalleerd heb, gaat de telefoon opnieuw. Weer is het voor mij. En ook nu gaat het over CKV. Volgend weekend is er een try-out bij mij in de buurt waar ik met een groep leerlingen voor een habbekrats naartoe kan. Of ik interesse heb. Die heb ik zeker, maar nu die leerlingen nog, die moeten ook maar net kunnen. Ik loop weer naar m’n zak. Voor diezelfde week zit er ook een uitnodiging in voor een museumweekend. Had ik dat eerder geweten... Als de bel gaat voor het volgende lesuur heb ik een derde van de zak gehad. De conciërge komt met een steekkarretje aangereden en zegt: “Hou deze kar maar in je lokaal, dan kun je morgen je post direct bij mij komen ophalen”.
MARTIJN NICOL AAS
15
CO
DE CHARME VAN EEN BELGISCHE BEBOUWING VLAAMS-NEDERLANDSE CONFERENTIE CULTUUR EN JEUGD
NF
ER
Dat de Nederlandse jeugd bepaald niet overloopt van belangstelling voor traditionele cultuur is geen geheim. Het bezoek aan theaters, concertzalen of musea onder adolescenten en jongvolwassenen is zeker geen favoriete vorm van vrijetijdsbesteding. Sinds de jaren zeventig neemt de cultuurparticipatie in deze leeftijdscategorie - 15 tot 24 jaar - alsmaar af. Daarentegen tonen Vlaamse jongeren aanzienlijk meer belangstelling voor cultuur. Sinds de jaren tachtig is die alleen maar toegenomen. Dit gegeven vormde de aanleiding voor de Vlaams-Nederlandse conferentie Cultuur en Jeugd, op 24 november 2000. Naast enkele onderzoekers namen ongeveer 40 departementale ambtenaren en andere beleidsmakers uit Vlaanderen en Nederland deel. Enkele interessante verschillen.
ILLUSTRATIE: BERT CORNELIUS
In het Vlaamse onderwijs valt cultuur veel minder op dan in het Nederlandse schoolsysteem. ‘Muzische vorming’ is een onderdeel in het basisonderwijs en de eerste twee jaren van het voortgezet onderwijs. Daarna is culturele vorming geen apart vak meer. Leerkrachten proberen het culturele aspect zoveel mogelijk te integreren in andere disciplines. Het streven luidt dat “cultuur het dagelijks lessenpakket doordesemt”, zoals de Vlaamse minister van Cultuur in zijn recente nota stelt. Daarentegen is, dankzij CKV, cultuur in het Nederlandse voortgezet onderwijs een apart,
16
regulier vak geworden: leerlingen schrijven verslagen en werkstukken en leggen examens af. Door deze zelfstandige positie van CKV bestaat echter ook het gevaar dat in andere vakken - zoals de talen, geschiedenis of aardrijkskunde – minder aandacht is voor het culturele aspect. Tijdens de Vlaams-Nederlandse conferentie, georganiseerd door de Directie Algemeen Cultuurbeleid van het ministerie van OCenW, merkten verschillende deelnemers op dat je het ene moet doen en het andere niet moet laten: culturele vorming mag niet beperkt blijven tot een eenmalig impuls, maar
EN
TIE
moet kunnen beklijven. Dus niet alleen cultuur- ook onmiskenbare voordelen. Juist omdat het educatie in CKV, maar ook als een integraal minder consistent is, biedt dit stelsel namelijk onderdeel van ‘het dagelijks lessenpakket’. meer kansen aan verschillende initiatieven. Wie in Nederland eenmaal is afgewezen, Cultuurspreiding gewoonlijk omdat de ‘kwaliteit’ van zijn of Sinds de jaren tachtig is kwaliteitsbeoordeling haar project te wensen zou overlaten, kan het door professionele deskundigen dominant in verder meestal wel vergeten. het Nederlandse cultuurbeleid. Als gevolg In Vlaanderen is het daarentegen makkelijker daarvan beweegt gesubsidieerde cultuur zich in zo’n geval alsnog een subsidiepotje te vinden. steeds meer in de richting van een ‘reincultuur’, Het ietwat anarchistische Vlaamse cultuurgeschikt voor het stimuleren van de artistieke beleid mondt dus uit in een grotere diversiteit kwaliteit. Dat kan echter ten koste gaan van van het cultuuraanbod. Die verscheidenheid is publieke belangstelling; de cultuuruitingen die ook voor cultuureducatie van belang. Culturele de voorkeur genieten van experts zijn zelden vorming is vooral dan zinvol als ze aanzet de meest populaire. tot een verdere culturele loopbaan, zodat je Het Vlaamse cultuurbeleid is minder ‘uitgezui- – eenmaal de schoolbanken ontstegen – je verd’, minder ‘esthetisch’ van aard dan het eigen smaak, je eigen culturele voorkeur verder Nederlandse. De zorg voor cultuurspreiding in kunt ontwikkelen. Zo’n opstapje is gemakkelijker Vlaanderen is toevertrouwd aan de zogeheten als het aanbod ruim is; zodat je iets kunt kiezen cultuurcentra, waarvan er inmiddels meer dan waaraan je werkelijk plezier kunt beleven. honderd zijn. Deze centra zijn een kruising Ook als die keuze buiten de culturele canon tussen theater en buurthuis. Ze beschikken, valt, buiten de selectie die de Raad voor Cultuur behalve over een podium, ook over oefenruim- van een kwaliteitskeurmerk heeft voorzien. ten voor amateurs, tentoonstellingruimte en VL ADIMÍR BÍNA vergaderzalen. Het plaatselijk cultureel en onderzoekscoördinator Cultuur, verenigingsleven speelt zich grotendeels in Directie Algemeen Cultuurbeleid zo’n centrum af. Ministerie van OCenW Het programma is hoofdzakelijk op jongeren gericht. De programmeurs werken vaak samen met maatschappelijke organisaties. Zo is, in samenwerking met de Bond van Grote en Jonge Gezinnen het project Tinteltenen opgezet. De leden van deze Bond, in totaal 1,5 miljoen volwassenen en kinderen, kunnen Bronnen: tegen een sterk gereduceerde prijs een breed • Cultural Statistics in the palet voorstellingen en uitvoeringen bezoeken: EU: Final Report of the LEG. van klassiek ballet tot levenslied, van modern Luxembourg: Eurostat, toneelstuk tot poppentheater. 2000. Pag. 162-167
17
• Sociaal en Cultureel
Cultuurlandschap Buitenlandse waarnemers kijken niet zelden met bewondering naar de transparante wijze waarop in Nederland cultuur wordt gesubsidieerd. Het Nederlandse cultuurbeleid lijkt sterk op de ruimtelijke ordening: de rooilijnen zijn heilig; de welstandscommissie heeft het voor het zeggen. Zowel op centraal, als op regionaal en plaatselijk niveau ontbreekt het in Vlaanderen aan eenduidige, onderling afgestemde doelstellingen, criteria en procedures. Vlaamse beleidsmakers zijn dan ook vaak jaloers op het netjes aangeharkte Nederlandse cultuurlandschap. Toch biedt de ‘Belgische bebouwing’
Rapport 2000. Den Haag: SCP, 2000. Pag. 541
BEZOEKERSAANTALLEN NEDERLANDSE EN VLAAMSE JEUGD AAN CULTURELE ACTIVITEITEN Klassiek concert: Popconcert: Museumbezoek: Theatervoorstelling:
Nederland 8% Nederland 38% Nederland 26% Nederland 25%
Vlaanderen 46% Vlaanderen 59% Vlaanderen 50% Vlaanderen 50%
‘WEETJES’ VOOR EN DOOR DE LEZER Website Cultuur & School aangepast www.minocw.nl/c&s www.cultuurenschool.net
DIT
JES
EN
DA
TJ E
S
18
De website van Cultuur en School is onlangs aangepast. Allereerst is de bereikbaarheid verbeterd. Er is een nieuw, gemakkelijker te onthouden adres gekomen: www.cultuurenschool.net. Overigens blijft ook het oude toegangsadres (www.minocw.nl/c&s) geldig. De inhoud is overzichtelijker en consequenter geworden. De website geeft informatie over de projectgroep Cultuur en School, achtergronden van het beleid, en de daaruit voortvloeiende activiteiten. Dit is beknopter, maar ook duidelijker. Uiteraard is het projectloket, met beschrijvingen van de projecten Cultuur en School in de praktijk, gebleven. Zo kunt u zien wat dankzij Cultuur en School tot stand is gekomen. Bovendien zijn alle projecten van Cultuur en School en Erfgoed Actueel bij elkaar gevoegd, evenals projectbeschrijvingen die Cultuurnetwerk Nederland verzamelt. Zo is het overzicht volledig. U kunt deze geïntegreerde versie raadplegen vanaf de website van Cultuur en School, maar ook vanaf een nieuwe site: de docentengids op het cultuurplein van Kennisnet (cultuurplein.kennisnet.nl). Het doel van deze site is om docenten ondersteuning en tijdsbesparing te bieden door al het materiaal dat voor cultuur in het onderwijs relevant is bijeen te brengen. Zo ontstaat een platform waar docenten elkaar kunnen informeren of aan discussies kunnen deelnemen. Het cultuurplein is geopend op de Nationale Onderwijstentoonstelling (NOT). Met uw hulp en reacties wordt de inhoud continu aangevuld en verbeterd. NOT 2001: Van der Ploeg belooft een half miljoen voor vmbo-voorstellingen De staatssecretaris zei het bijna terloops, terwijl hij op 24 januari tijdens de NOT de CKV-taart aansneed en uitdeelde aan de vele
CKV-docenten die naar het festivalterrein van Cultuur en School gekomen waren: “Ik wil een half miljoen gulden uitgeven aan podiumkunstenaars die voorstellingen willen maken voor vmbo-jongeren.” Het vmbo-aanbod is nodig omdat de 120.000 leerlingen die CKV-bonnen krijgen, een jaar jonger zijn dan de havo/vwo-leerlingen die CKV volgen. De sprong van cultuureducatieve activiteiten naar het volwassenentheater is groot: jongerentheater voor veertien- tot zestienjarigen is een mooie tussenlanding. Het gaat dan niet alleen om theater, maar ook om dans en muziektheater. Juist daar is te weinig aanbod in. Toen Van der Ploeg twee maanden geleden de site cultuurbereik.nl opende, stelde hij de gemeentelijke en provinciale partners de vraag: “Waar kan ik deze week ’s avonds uit met vmbo-jongeren?” Voornamelijk naar cabaret, bleek al snel. Van der Ploeg verwacht dat de cultuurwereld zeker zal reageren op de vraag naar vmbovoorstellingen. Een voorstelling als Ja Zuster, Nee zuster van het Ro-theater en de workshops van Introdans geïnspireerd op de bewegingstaal van voetballers, laten zien dat cultuur voor vmbo-leerlingen zich zeker niet hoeft te beperken tot de zogenoemde ‘low culture’. Wordt vervolgd…
ILLUSTRATIE: BERT CORNELIUS
INGEZONDEN BRIEVEN Gea Groot, lerares beeldende vakken op het Petrus Canisiuscollege (scholengemeenschap voor VMBO, HAVO en VWO) te Alkmaar, vraagt zich af of je intercultureel kunt werken met VMBO-leerlingen, en of er al geschikte methoden op de markt zijn. Eeke Wervers, coördinator kunstvakken bij de SLO, Specialisten in Leerprocessen, beantwoordt haar vraag. Geachte redactie, Als lerares beeldende kunstvakken (tekenen, handenarbeid, textiele werkvormen) kom ik elke dag leerlingen uit het vmbo tegen die afkomstig zijn uit verschillende culturen. Een reden te meer om aandacht te geven aan Inter Cultureel Onderwijs (ICO), vooral binnen de kunstvakken. ICO wordt vaak ter discussie gesteld door leraren. Is het wel zinvol om vmbo-leerlingen kennis te laten maken met kunst uit diverse culturen? Nog niet zo lang geleden wees een leerlinge van Pakistaanse afkomst mij er op dat ze in haar schoolboeken niets kon terugvinden over andere culturen. Er zijn dus leerlingen die dit blijkbaar wel belangrijk vinden. Hoe komt het dan toch dat er nog zo weinig aandacht is voor ICO in het voortgezet onderwijs? Kunstenaars kijken graag over hun eigen (culturele) grenzen heen. Hiervan zijn talrijke voorbeelden te vinden zoals de uitwisseling tussen de beeldend kunstenaars Ru van Rossem (Nederlander) en Onobrakpeya (Nigeriaan), en de invloed van de Afrikaanse- op de moderne choreografie. Genoeg
mogelijkheden om in de nieuwe methoden voor CKV in het vmbo aandacht te geven aan ICO. Een foto laten zien van een Surinamer die betrokken is bij het ontwerpen van kostuums voor theater, zoals ik in een CKV1-methode vond, bedoel ik daar niet mee! Professionele ontwikkelaars – met kennis van ICO - zouden betrokken moeten worden bij het ontwerpen van methoden. Nu zijn het echter overwegend leraren die hierbij betrokken zijn. Deze leraren zijn opgeleid aan instituten die vaak nog niet weten hoe ze aanstaande leraren moeten introduceren in het ICO. CKV in het vmbo zou zoveel mogelijkheden kunnen bieden aan ICO. Wanneer dat op een goede manier in methoden wordt verwerkt, kan dit voor leraren een enorme steun zijn. Graag zou ik antwoord willen hebben op de vraag of er al methoden voor CKV in het vmbo zijn die aandacht besteden aan intercultureel onderwijs. GEA GROOT
19 Beste mevrouw Groot, Uw vraag of intercultureel werken met vmbo-leerlingen bij CKV mogelijk is, kan ik niet anders dan met een volmondig ‘ja’ beantwoorden. Sterker nog, ik denk dat je er niet aan ontkomt. Bij CKV staan vier culturele activiteiten centraal. Door middel van die activiteiten komen leerlingen in contact met voor hen nieuwe vormen van kunst en cultuur. De definitie van kunst en cultuur is breed: Nederlandse en niet-Nederlandse kunst en cultuur vallen eronder, maar ook jongerencultuur, cultureel erfgoed en de amateurkunst. Leerlingen kunnen activiteiten kiezen die aansluiten bij hun eigen achtergrond, hun eigen cultuur. Daarom zijn er juist bij CKV veel mogelijkheden voor intercultureel onderwijs, voor kennismaking met en uitwisseling van kunst- en cultuuruitingen. Er is een methode voor CKV die alle ruimte biedt voor intercultureel onderwijs: Full color. Deze methode is door SLO ontwikkeld en mede gebaseerd op de ervaringen van zestien scholen die twee jaar met CKV hebben geëxperimenteerd. Voor CKV is een speciale methodiek ontworpen, die leerlingen zelfstandig laat werken en veel ruimte biedt aan een eigen inbreng. Methodiek en methode zijn ontwik-
keld in samenwerking met vmbo-docenten, die een zeer waardevolle inbreng hebben gehad, onder andere door hun ervaring met allochtone leerlingen. Full color en de methodiek geven veel ruimte aan culturele diversiteit, zoals ook duidelijk zichtbaar is in kunstdossiers en presentaties. Omdat we bij SLO een interculturele aanpak belangrijk vinden, blijven we er aandacht aan besteden, ook bij CKV voor het vmbo. U hoort nog van ons. Met vriendelijke groet, EEKE WERVERS
Meer informatie Lesmethode Full Color: SLO, Willy Geelhoed, telefoon 053 – 484 02 74
CONTACTPERSONEN CULTUUR EN SCHOOL IN DE REGIO Wilt u meer weten over de diverse activiteiten die ondernomen worden in het kader van het project Cultuur en School of wilt u zelf een projectaanvraag indienen, dan kunt u contact opnemen met één van de volgende personen. Zij kunnen u naar de juiste instanties doorverwijzen. HET NOORDEN Provincie Drenthe Luchiena Lanjouw tel 0592-365745 Postbus 122 9400 AC ASSEN Provincie Friesland Mark Stuijt tel 058-2925797 Postbus 20210 8900 HM LEEUWARDEN
Gemeente Arnhem Gitta Vis Afdeling CEWES tel 026-3774866 Postbus 5283 6802 EG ARNHEM
Gemeente Haarlemmermeer
Mw. A. Booms tel 023-5676783 Postbus 74 2130 AB HAARLEMMERMEER Gemeente Leiden Ben van der Ree tel 071-5165333 Postbus 9100 2300 PC LEIDEN
Provincie Zeeland Jack van Aspert tel 0118-631438 Postbus 153 4330 AD MIDDELBURG Provincie Noord-Brabant Eddie Lint tel 073-6812209 Marianne Vaessen tel 013-6812254 Postbus 90151 5200 MC ’s HERTOGENBOSCH
Gemeente Enschede Irmgard Klaas tel 053-4884513 Postbus 612 7500 AA ENSCHEDE
Provincie Groningen Rudi de Vries tel 050-3164966 Postbus 610 9700 AP GRONINGEN
GRONINGEN GRONINGEN LEEUWARDEN
FRIESLAND
Gemeente Emmen Mw. A.J. Zingstra tel 0591-685816 Postbus 30001 7800 RA EMMEN
ASSEN
EMMEN
NOORD-HOLLAND FLEVOALKMAAR ZWOLLE
LELYSTAD
LAND OVERIJSSEL
N
ALMERE
HET OOSTEN
DE
HAARLEM HAARLEMMERMEER
ID
AMSTERDAM
HENGELO
TM HE
HET WESTEN LEIDEN
APELDOORN
ENSCHEDE
AMERSFOORT
UTRECHT
ZOETERMEER UTRECHT DELFT ROTTERDAM
DEN HAAG
ARNHEM GELDERLAND NIJMEGEN
ZUID-HOLLAND DORDRECHT
HET ZUIDEN
’s HERTOGENBOSCH
BREDA MIDDELBURG
NOORD-BRABANT
LIMBURG
Provincie Zuid-Holland Aty de Wolf Mary-Ann Koster tel 070-4417208 Postbus 90602 2509 GA DEN HAAG Gemeente Alkmaar Dhr. H. Batelaar tel 072-5191530 Postbus 53 1800 BC ALKMAAR
20
HEERLEN MAASTRICHT
Gemeente Zoetermeer Mw. M. Worms tel 079-3469136 Postbus 15 2700 AA ZOETERMEER
HET OOSTEN
Gemeente Delft Mw. C.T. Lafeber tel 015-2602322 Postbus 2804 2601 CV DELFT
Provincie Gelderland Floor Viveen tel 026-3599339 Postbus 9090 6800 GX ARNHEM
Gemeente Dordrecht Dhr. H. Aberson tel 078-6398989 Vest 119 3311 TT DORDRECHT
Provincie Overijssel Rianne Brouwers tel 038-4251382 Luttenbergstraat 2 8012 EE ZWOLLE
Gemeente Haarlem Noortje Benne tel 023-5115732 Postbus 3333 2001 DH HAARLEM
Gemeente Apeldoorn Mevr. C. Pelgröm tel 055-5802152 Postbus 9033 7300 ES APELDOORN
Gemeente Almere Dhr. J. Riemersma tel 036-5491588 e
[email protected] Postbus 200 1300 AE ALMERE Gemeente Amersfoort Mw. A.A. Steyn tel 033-4694659 e
[email protected] Postbus 4000 3800 EA AMERSFOORT
EINDHOVEN
ZEELAND
Gemeente Zaanstad Mw. M. Romeijnders tel 075-6552358 e
[email protected] Postbus 1400 1500 AK ZAANSTAD
Provincie Utrecht Fanny Huisman tel 030-2582272 Postbus 80300 3508 TH UTRECHT
TILBURG
HET WESTEN Provincie Noord-Holland Ellen Koning tel 023-5143612 Postbus 3007 2001 DA HAARLEM
Provincie Flevoland Heleen Geluk tel 0320-265526 Postbus 55 8200 AB LELYSTAD
DRENTHE
ZAANSTAD
Gemeente Leeuwarden Stina van der Ploeg tel 058-2338539 Postbus 21000 8900 JA LEEUWARDEN
Gemeente Tilburg Michiel Borgman tel 013-5429762 Postbus 90155 5000 LH TILBURG
HET MIDDEN
HET NOORDEN
Gemeente Groningen Tineke Bennema tel 050-3676253 Postbus 268 9700 AG GRONINGEN
Gemeente Maastricht Paul Lambrechts tel 043-3505437 Henk de Pijper tel 043-3505464 Postbus 1992 6201 BZ MAASTRICHT
Gemeente Hengelo Margreet Weide tel 074-2459375 Erik Vos tel 074-2459332 Postbus 18 7550 AA HENGELO Gemeente Nijmegen Conny Verberne tel 024-3292396 Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN Gemeente Zwolle Allard van Lenthe tel 038-4982071 Postbus 1018 8001 BA ZWOLLE
HET ZUIDEN Provincie Limburg Frank Gielen tel 043-3897141 Postbus 5700 6202 MA MAASTRICHT
Gemeente Breda Thomas Heesters tel 076-5294163 Postbus 90156 4800 RH BREDA Gemeente ’s Hertogenbosch
Mevrouw H. Kroonberg tel 073-6155805 Postbus 12345 5200 GZ ’S HERTOGENBOSCH Gemeente Eindhoven Hanneke Wiersma tel 040-2382769 e
[email protected] Postbus 2358 5600 CJ EINDHOVEN Gemeente Heerlen Dhr. A. Vincken tel 045-5605040 Postbus 1 6400 AA HEERLEN
Gemeente Utrecht Liesbeth Droffelaar tel 030-2862683 Postbus 16200 3500 CE UTRECHT
AMSTERDAM Gemeente Amsterdam Harm Rasterhoff tel 020-5522126 Postbus 1840 1000 BV AMSTERDAM
DEN HAAG Gemeente Den Haag Peter Spijkers tel 070-3533637 Postbus 12564 2500 DP DEN HAAG
ROTTERDAM Gemeente Rotterdam Olga Smit tel 010-4172037 Postbus 70012 3000 KP ROTTERDAM