c
d
i
j
BULLETIN CULTUUR & SCHOOL JUNI 2000
12
13
13 14
11
15 10
16
e
b
k
h
9 17 18
8 7
6
19
20 21
5
22
4
3
2 a
f
g
l
1
CULTURELE DIVERSITEIT: IEDER ZIJN EIGEN VERHAAL?
ZIE PAG. 4
4 COVERSTORY WAAR KOM JE VANDAAN EN WIE WIL JE ZIJN? Culturele diversiteit in de praktijk Het maakt niet uit waar je les geeft. In Delfzijl, Roermond, Vlissingen, Utrecht, Amsterdam of Rotterdam. Culturele diversiteit komt overal voor en gaat iedereen aan. Het gaat niet zozeer om culturele verschillen, maar meer om verschillen in sociale achtergrond, opleiding en belangstelling. Het zou goed zijn als het Nederlandse cultuuronderwijs daar op wordt afgestemd. In Rottterdam, Purmerend en de Amsterdamse Bijlmer hebben docenten, theatermakers en beleidsambtenaren al de nodige ervaring opgedaan. Ze vertellen er enthousiast over.
RUBRIEK ZEEPBEL OF KAUWGOM
10
Heeft u nog wel iets gehoord van Cultuur en School-project ‘X’? HET VERLEDEN ONTDEKKEN IN DE EIGEN STAD De bedoeling van de Cultuur en School-projecten is dat de samenwerking
tussen culturele instellingen (bijvoorbeeld theater, archief en bibliotheek) en scholen (vmbo, mavo, havo, atheneum en gymnasium) beklijft. In deze rubriek Zeepbel of kauwgom? Heeft u nog wel iets gehoord van Cultuur en School-project ‘X’? wordt een project ergens in Nederland onder de loep genomen. Wat zijn de resultaten? Bij het project van de provincie Utrecht Het verleden ontdekken in de eigen stad vertelt Joris Willemsz, een stadstimmerman uit de Middeleeuwen, leerlingen uit groep 4, 5 en 6 over het dagelijks leven in de Middeleeuwse stad. Wat aten en dronken mensen, waar en hoe werden huizen gebouwd, op welke manier bestreden mensen het brandgevaar en hoe zorgden ze voor hun dagelijkse hygiëne? Joris Willemsz wordt gespeeld door steeds wisselende museummedewerkers en heeft al heel veel kinderen van alles kunnen leren over de Middeleeuwen in hun eigen dorp of stad. Een reportage.
13
COLUMN UIT HET CIRCUIT Meningen over cultuureducatie
COLOFON
U MAG ME ALTIJD BELLEN
BULLETIN CULTUUR & SCHOOL
Kunst en cultuureducatie zijn niet meer weg te denken. Met tomelo-
JUNI 2000, JAARGANG 3, NUMMER 13
ze energie organiseren docenten allerlei culturele activiteiten. Cul-
BULLETIN CULTUUR & SCHOOL WORDT EENS PER T WEE MAANDEN UITGEGEVEN OP INITIATIEF VAN HET MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN IN HET KADER VAN HET PROJECT CULTUUR EN SCHOOL EINDREDACTIE, COÖRDINATIE EN PRODUCTIE: MARTHE BAUWENS
turele instellingen doen hun best zich van hun beste kant te laten zien. Over het ‘hoe’ en ‘wat’ verhalen afwisselend Martijn Nicolaas, kunstcoördinator aan het Haags Montesori Lyceum en Jeffrey Meulman, directeur van het theater Huis aan de Werf in Utrecht. In dit Bulletin wil Jeffrey Meulman u ervan overtuigen dat in elk
ALS U TEKSTEN UIT DEZE UITGAVE WILT OVERNEMEN, NEEM DAN CONTACT OP MET DE REDACTIE VAN HET BULLETIN CULTUUR & SCHOOL
jongetje of meisje een ware kunstliefhebber schuilt.
REDACTIESECRETARIAAT: SANDERS, ZEILSTRA & PARTNERS, PRINSESSEGRACHT 7 2514 AN DEN HAAG, TEL: 070 - 3563922, FAX: 070 - 3642790, EMAIL:
RUBRIEK
[email protected]
CULTUUR EN SCHOOL DOOR EEN ANDERE AAN DIT NUMMER WERK TEN MEE: RENÉE HEIJNEN, JEFFREY MEULMAN, YVONNE VAN EEKELEN, JOYCE VANHOMMERIG, ANJO CRAENEN, FEMKE TAUSK, REMKO VAN LOON, GEORGE L AWSON, MARTHE BAUWENS, BERT CORNELIUS REDACTIERAAD: MAARTEN HAMEL, JOS VAN RUYVEN, YVONNE VAN EEKELEN, MICHIEL VAN DER KAAIJ, CO ENGBERTS, MARTHE BAUWENS
14
BRIL BEKEKEN PAPIER OF PC Bieden de podiumkunsten educatieve projecten aan op hun sites? Een steekproef bij enkele
ONT WERP EN OPMAAK: VORM VIJF ONT WERPTEAM BNO, DEN HAAG DRUK: DRUKKERIJ ANDO, DEN HAAG ISSN NUMMER: 1387 - 6422
muziek-, dans- en theatergezelschappen.
INH
OU
D
8
ARTIKEL RUBRIEKEN
• • •
MEER RUIMTE VOOR CULTUUREDUCATIE
14 CULTUUR EN SCHOOL DOOR EEN ANDERE BRIL BEKEKEN
Een interview met Winnie Sorgdrager Winnie Sorgdrager, voorzitter van de Raad voor
Papier of pc
Cultuur, vindt dat kinderen zo vroeg mogelijk de weg moeten leren vinden in de wereld van de kunst en
15 ERFGOED ACTUEEL De CKV-leerling bestaat niet
cultuur. Het gaat volgens haar dan vooral om het
Tweedaagse gezamenlijke training van CKV1-docenten en
leren ontdekken en waarderen van culturele uitingen
museummedewerkers
in de dagelijkse omgeving. De Raad wil de staatssecretaris dan ook adviseren structureel aandacht te geven aan culturele vorming
10 ZEEPBEL OF KAUWGUM Heeft u nog iets gehoord van Cultuur en School-project ‘X’?
in het hele Nederlandse onderwijs.
Het verleden ontdekken in de eigen stad
COVERSTORY
• • 4
RUBRIEK
Waar kom je vandaan en wie wil je zijn?
15
ERFGOED ACTUEEL
Culturele diversiteit in de praktijk DE CKV-LEERLING BESTAAT NIET
COLUMN
Tweedaagse gezamenlijke training van CKV1-docenten en museummedewerkers Omdat steeds meer culturele instellingen bezoek krijgen van
13 UIT HET CIRCUIT Meningen over cultuureducatie
leerlingen uit het voortgezet onderwijs die hun kunstdossier komen
U mag me altijd bellen
aanvullen is het van belang dat de instellingen weten met welke voorstellingen en verwachtingen leerlingen tegen hen aan kijken.
ARTIKELEN
Een speciale training voor mensen uit de museumwereld en het
•
onderwijs móet en kán beide partijen veel goeds opleveren. Deelnemers zijn enthousiast en blij met dit initiatief. Een verslag
8 INTERVIEW Meer ruimte voor cultuureducatie
van de training.
Een interview met Winnie Sorgdrager
EN VERDER
• •
17 DITJES EN DATJES ‘Weetjes’ voor en door de lezer
20 CONTACTPERSONEN CULTUUR EN SCHOOL
DITJES EN DATJES ‘Weetjes’ voor en door de lezer
17 Het project Cultuur en School
Waar loop je als enthousiaste docent allemaal tegenaan als je je succesvolle werkwijze om taalachterstanden weg te werken wilt delen met andere scholen en het beleidsveld. Een ingezonden brief van docent Nederlands Remco van Loon. George Lawson, projectleider Cultuur en School, benadrukt in zijn reactie het belang van netwerken.
Cultuur en School is een vierjarig project, gestart in 1997, met als doel de samenwerking tussen culturele instellingen en scholen op het gebied van cultuureducatie een flinke impuls te geven.
Cultuur en School beoogt: • leerlingen in contact te brengen met verschillende cultuuruitingen, • scholen te stimuleren meer gebruik te maken van hun culturele omgeving, • cultuur ook een plaats te geven buiten de kunstvakken, zoals in geschiedenis, techniek en de talen, • culturele instellingen te stimuleren hun aanbod beter af te stemmen op de behoeften uit het onderwijs en op de jongerencultuur.
CO
WAAR KOM JE VANDAAN EN WIE WIL JE ZIJN?
VER
STO
RY
LEERLINGEN AAN HET WERK BIJ HET PROJECT ‘KUNST’ FOTO: MARCO BAKKER
CULTURELE DIVERSITEIT IN DE PRAKTIJK
Culturele diversiteit: als één thema de discussies over kunstbeleid van de afgelopen anderhalf jaar heeft gedomineerd, is dat het wel. Het voornemen van staatssecretaris Van der Ploeg om culturele instellingen aan te spreken op het bereiken van een cultureel divers publiek, met name jongeren en allochtonen, heeft voor ongekend veel rumoer gezorgd. Discussies braken los, over high en low culture, over kunstbeleid als welzijnsbeleid, over concessies doen of een eigen koers varen. Veel culturele instellingen namen culturele diversiteit op in hun subsidie-aanvraag voor de nieuwe Kunstenplan-periode. Ook bij Cultuur en School is culturele diversiteit een belangrijke prioriteit. “Cultuureducatie kan eraan bijdragen dat leerlingen verschillende culturen en hun kunstuitingen leren waarderen”, stelt de Vervolgnotitie Cultuur en School van het ministerie van OCenW. Dat leidt tot projecten en experimenten, waarin het veelal draait om het persoonlijke verhaal, de directe omgeving en om jongerencultuur. Aandacht voor culturele diversiteit betekent in feite ‘gewoon’ goed schoolbeleid, zo blijkt uit voorbeelden uit Rotterdam, Purmerend en Amsterdam-Zuidoost.
4
Het Waterhuis, Roel Twijnstra tel: 010 - 2409846 email:
[email protected]
THEATERSTUK ‘DE KRUIK’ VAN HET WATERHUIS FOTO: PAUL VAN DER STAP
Eens in de zoveel tijd belt de Rotterdamse jeugdtheatergroep Het Waterhuis basisschool Finlandia in de wijk Oud-Mathenesse op: of ze weer een aantal weken op de zolder mogen bivakkeren en of ze kunnen werken met groep zeven (of vijf, of acht). Het antwoord is tot nu toe altijd ja, en tot ieders tevredenheid. De theatergroep bereidt in nauwe wisselwerking met haar doelgroep een voorstelling voor en ontwikkelt vanuit de band die ontstaat kunsteducatieve projecten die ook elders worden ingezet. De leerlingen en docenten hebben een intensieve ervaring met theatermaken en gaan met extra animo naar de uiteindelijke voorstelling.
PO VO
Finlandia heeft 70% leerlingen van allochtone afkomst, Het Waterhuis werkt met spelers en regisseurs met uiteenlopende culturele achtergronden. Dat ze elkaar hebben gevonden was puur toeval. Dat ze zo goed met elkaar overweg kunnen is minder toevallig. Roel Twijnstra van jeugdtheatergroep Het Waterhuis: “We mixen principes uit allerlei culturen en maken er iets nieuws van. Dat vinden we spannend, daar hebben we lol in.”
“Finlandia is gewoon een Nederlandse school, zonder expliciet beleid voor culturele diversiteit”, zegt directeur Jan Offerman. Maar het is wel een school die cultuureducatie belangrijk vindt en kinderen daarom regelmatig bij Het Waterhuis laat vertoeven. “Dat is nooit verloren tijd, want je wint op het vlak van taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling.” Het Waterhuis maakt theater waarin lichaamstaal, muziek, beweging en beelden minstens zo belangrijk zijn als tekst. “We mixen principes uit allerlei culturen en maken er iets nieuws van. Dat vinden we spannend, daar hebben we lol in”, zegt artistiek leider Roel Twijnstra. “Noem het cultuuroverstijgend theater wat we maken, fusion.” En dat slaat aan bij alle kinderen, of de groep nu speelt in het Rotterdamse
TE PURMEREND
Kralingen, in een asielzoekerscentrum, in het Marokkaanse Rif-gebergte of in een Zuid-Afrikaanse township. Gemengde klassen: een gegeven Voor Olga Smit, beleidsadviseur culturele zaken van de gemeente Rotterdam, is het eigenlijk heel simpel. “Bijna de helft van alle kinderen en jongeren in Rotterdam is van allochtone afkomst, gemengde klassen zijn een gegeven”, zegt ze. “Dus hebben we geen specifiek cultureel diversiteitsbeleid.” Westerse en allochtone, niet-westerse kunst en cultuur zijn met elkaar verweven geraakt, zeker als je kijkt naar de cultuur van jongeren zelf. Belangrijk zijn niet zozeer culturele verschillen, maar verschillen in levensstijl, bepaald door sociale achtergrond, opleiding en belangstelling. Smit: “Cultuur en School heeft kunstinstellingen een flinke vernieuwingsimpuls gegeven: er zijn projecten ontwikkeld, waarin veel meer rekening wordt gehouden met wat jongeren zelf bezighoudt. Langzamerhand verdwijnt daardoor de kloof tussen high en low culture en speelt ook culturele diversiteit als vanzelf een rol.” Paul Vogelezang van het LOKV: “Culturele diversiteit gaat iedereen aan.”
Dat klinkt goed, maar zo gemakkelijk gaat het in de praktijk toch allemaal niet. Heel wat scholen en culturele instellingen zijn op zoek en stellen zich vragen: wat willen we leerlingen nou precies aanbieden en met welk doel? Ben je er met een project rap of raï, een multiculturele markt en een bezoek aan een Turkse worstelwedstrijd, of mis je daarmee nou net de essentie? Wie bepaalt welke kunstenaar op school wordt uitgenodigd en wie stelt het aanbod van een theater samen? En maakt het eigenlijk uit of je school in de grote stad staat of op het platteland? “Scholen in de grote steden, scholen met internationale schakelklassen en scholen met asielzoekerscentra in de buurt zijn gespitst op culturele diversiteit”, is de ervaring van Paul Vogelezang van het LOKV, Nederlands Instituut voor Kunsteducatie. “Van witte scholen hoor je nog vaak: zolang wij niet gekleurd zijn, hoeven we er niets aan te doen. Terwijl culturele diversiteit iedereen aangaat.” Waar het bij cultuureducatie om draait, vindt Vogelezang, is aandacht voor de persoonlijke beleving. “Het gaat erom de eigen roots van een kind boven water te krijgen, in combinatie met de plek waar het zich bevindt. Zoals ook
elk kunstwerk een persoonlijk verhaal is.” Dat vraagt van docenten, educatieve medewerkers en consulenten kunstzinnige vorming wel een brede horizon. De pabo’s, leraren- en kunstvakopleidingen kunnen op dat gebied nog mooi werk verrichten. Het LOKV wil kunsteducatieve instellingen en scholen adviseren over culturele diversiteit in beleid en organisatie. Opvallend is dat er bar weinig vragen binnenkomen. Wel vragen naar omgevings- en wijkgericht werken. Vogelezang: “Men beseft steeds meer dat een wijk op zichzelf een global village is.” Tolerantie en respect KUNST! heet het project dat dit voorjaar in Purmerend is uitgevoerd. Zo’n 1100 eersteklassertjes van vier scholen voor voortgezet onderwijs (van vmbo tot gymnasium) gingen aan de slag met schilderen, mozaïek, keramiek en theater rond het thema ‘de vier elementen’, die tevens symbool stonden voor tolerantie, respect, samenwerking, harmonie en samenhang. Aanknopingspunt was verder het cultureel erfgoed van Purmerend, het Purmerends plateel (aardewerk). Na een reeks vaklessen werden de kinderen ondergedompeld in een kunst-tweedaagse en maakten ze allemaal een kleitegel. Al hun tegels tezamen vormen de bekleding van een grote muur met poort die in een park in Purmerend is verrezen. Boven de poort loopt een lichtkrant met statements van de kinderen over tolerantie. Met een sleutelhanger met chip kunnen ze, als ze in de buurt zijn, hun eigen uitspraak activeren. ☛ lees verder op pag. 6
5
Project KUNST! HH Producties, Huub Heye tel: 020 - 6173713 email:
[email protected] website: www.hhproducties.nl
DOOR KINDEREN GEMAAKTE KLEITEGELS TIJDENS HET PROJECT ‘KUNST’ TE PURMEREND FOTO: MARCO BAKKER
☛vervolg van pag. 5
van Zuidoost zijn de drie thema’s die in projecten naar voren moeten komen. ‘Meer kunst, Huub Heye, projectleider KUNST!: meer kleur, meer kwaliteit’ luidt dan ook het “Culturele diversiteit kan alleen bestaan als er devies van Matchpoint Cultuureducatie tolerantie en respect is.” Zuidoost, dat voor een slagvaardige inzet van subsidies in het leven werd geroepen. Wat is er cultureel divers aan dit project? “Eindelijk gerechtigheid”, vindt coördinator Huub Heye, projectcoördinator in opdracht Jopie de Groot. “Gelijkwaardigheid van cultuvan het Centrum voor Kunstzinnige Vorming ren en gelijke kansen: dat lijkt in AmsterdamWherelant: “Kinderen uit allerlei culturen Zuidoost heel vanzelfsprekend, maar is het Marokkaanse meisjes met hoofddoekjes, Holniet.” De westerse cultuur overheerst nog landse polderjongens - hebben samengewerkt steeds, in het denken en doen van schooldirecaan iets groots, dat met hun omgeving te ties en medewerkers van de reguliere culturele maken heeft en ook nog op 7 juli officieel instellingen, merkt ze. Toch is er sinds 1997, wordt onthuld, met hotemetoten erbij. ‘Dit toen Cultuur en School van kracht werd, veel kunnen we met z’n allen’, is het gevoel. Voor moois tot stand gekomen. Zo zijn beeldend hun tegel namen de kinderen van huis dierba- kunstenaars met uiteenlopende achtergronden Matchpoint re spulletjes mee die te maken hadden met het (Surinaams, Chinees, Namibisch, Nederlands) Cultuureducatie thema en die in de klei zijn afgedrukt. Die en veelal woonachtig in de wijk langdurig op Zuidoost tegeltjes zijn dus allemaal persoonlijke verbasisscholen aan de slag gegaan. Voor schoJopie de Groot haaltjes.” lieren in het voortgezet onderwijs is er onder tel/fax: 020 - 6952197 “Culturele diversiteit kan alleen bestaan als er meer het project OSB Junior Brotherhood, ‘een 06 - 50696765 tolerantie en respect is”, zegt Heye. “Dit probrug tussen school en samenleving’. ject bewijst dat je een groep leerlingen, hoe divers ook, alles kunt laten doen, als je ze Integreren en participeren maar zekerheid en veiligheid biedt, dat wil Kunstcoördinator Jan Paddenburg van de zeggen: ze de kans geeft zichzelf te zijn en Open Schoolgemeenschap Bijlmer (OSB) is net hun eigen ding te doen. En als de school er terug van een veertiendaagse reis naar Surivoor 100% achter staat, draait zoiets als name, ondernomen met een groep leerlingen een tierelier.” die meespelen met de percussieband Brotherhood. De meesten zijn van Surinaamse komaf, 6 Gelijkwaardigheid van culturen maar ook twee witte Nederlanders en een Inzet van de scholen en inbedding van cultuur- Angolese jongen waren mee. educatie én culturele diversiteit in het regulieOtmar Watson van Stichting Brotherhood: re schoolprogramma: dat is wat in Amster“Je hebt kennis over je eigen culturele achterdam-Zuidoost nadrukkelijk wordt beoogd. Het grond nodig om goed te kunnen integreren en stadsdeelbestuur heeft Cultuur en School aanparticiperen in de Nederlandse samenleving” gegrepen om expliciet aandacht te schenken aan de rijke culturele achtergronden van de Op zijn school hangen ingelijste foto’s van bewoners. Multiculturalisatie, empowerment en aandacht voor het (multi-)culturele erfgoed OSB Junior Brotherhood: leerlingen die in het kader van het naschoolse activiteitenprogramma School Plus les hebben van BrotherhoodSTAND-UP COMEDIAN-PROJECT VAN FRESH-WAGON . COLLEGE IN AMSTERDAM-ZUIDOOST instructeurs. Het repertoire: Zuid-Amerikaanse FOTO: KRATER muziek, van kaseko tot reggae. Een flink deel van de leerlingen is inmiddels lid geworden van Stichting Brotherhood en heeft nu daar les. Sommigen hebben zich tot assistentinstructeur ontwikkeld en instrueren medeleerlingen, niet alleen op de OSB, maar ook op de twee andere scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam-Zuidoost waar Brotherhood actief is. “Je hebt kennis over je eigen culturele achtergrond nodig om goed te kunnen integreren en participeren in de Nederlandse samenleving”,
DE PERCUSSIEBAND JUNIOR BROTHERHOOD VAN DE OPENBARE SCHOLENGEMEENSCHAP BIJLMER
Stichting Brotherhood tel: 020 - 6006137 of
vindt Otmar Watson, medewerker van de Stichting. Artistieke en sociale ontwikkeling gaan hand in hand. “Om goed samen te kunnen spelen moet je elkaar kunnen verdragen. Om te trainen en een goede show te maken heb je discipline nodig.” Als docent ontdek je bovendien heel andere facetten van leerlingen en dat is bijzonder waardevol, zegt Jan Paddenburg. “Wanneer je zo’n jongen van 14, in de klas geen lieverdje, als leider een hele band in z’n vingers ziet hebben en tot grote hoogte ziet opstuwen, dan is dat genieten. Want iedere docent wil zijn leerlingen zien schitteren.”
020 - 3680544 fax: 020 - 3680543 website: www.brotherhood.nl
wat de omgeving je te bieden heeft. Belangrijk is dat scholen zich aan een project committeren, ook financieel. Matchpoint geeft daarom naar verhouding lage subsidies.” Jopie de Groot van Matchpoint Cultuureducatie
Empowerment Voor Jopie de Groot van Matchpoint is dit een project naar haar hart. “Wij willen alle in Zuidoost aanwezige deskundigheid en kwaliteit tot z’n recht laten komen”, zegt ze. “En kinderen en jongeren zien wij, net als de kunstenaars die hier wonen, ook als deskundig, ze vormen een rijke culturele bron. Terwijl er zoveel over hun hoofden heen wordt bedacht. Empowerment betekent dan ook: op zoek gaan naar de kern van het kind, de jongere, de kunstenaar en diens kwaliteiten een plek geven. “Wij werken in de eerste plaats voor de scholen en gaan met ze in gesprek over hun visie op cultuureducatie. Want zonder visie begin je niets. Kijk vervolgens wat de kinderen en de ouders in huis hebben, houden we ze voor, en
Zuidoost: “Kinderen en jongeren vormen een rijke culturele bron.”
In feite betreft het hier eerder processen dan projecten, beaamt De Groot. En natuurlijk gaat het uiteindelijk niet over kleur, maar over de manier waarop je in de maatschappij wilt staan. “Kernvragen zijn: waar kom je vandaan, wie wil je zijn, wat wil je voor je omgeving betekenen? En dat speelt niet alleen in Amsterdam-Zuidoost, maar overal in Nederland.” RENÉE HEIJNEN
freelance journalist en tekstschrijver
7
IN
VI R E T
EW
WINNIE SORGDRAGER, VOORZITTER VAN DE RAAD VOOR CULTUUR FOTO: BART VERSTEEG
MEER RUIMTE VOOR CULTUUREDUC ATIE EEN INTERVIEW MET WINNIE SORGDRAGER
De Raad voor Cultuur wil meer ruimte maken voor cultuureducatie op school en cultuuraanbod voor scholieren. Zo blijkt uit zijn recente advies over de rijksgesubsidieerde culturele instellingen in het kader van de Cultuurnota 2001-2004. Culturele vorming moet vanaf het basisonderwijs structureel in het lespakket worden opgenomen. Veel nieuwe jeugdtheatergezelschappen en allochtone cultuurmakers krijgen een kans met rijksgeld aanbod te ontwikkelen. Er zou een soortgelijk vak als CKV1 vanaf het basisonderwijs moeten worden ingevoerd, vindt de voorzitter van de Raad voor Cultuur, mevrouw Winnie Sorgdrager. Leerlingen moeten zo vroeg mogelijk de weg leren vinden in hun culturele omgeving. “Het nieuwe vak CKV1 is een waardevolle aanvulling op de algemene vorming in het voortgezet onderwijs, maar het komt eigenlijk te laat.”
8
De Raad ziet structurele aandacht voor culturele vorming in het onderwijs als een uitbreiding van het Cultuur & Schoolproject en zal hierover nog advies uitbrengen aan staatssecretaris Van der Ploeg. Sorgdrager: “Het nieuwe vak CKV1 is een waardevolle aanvulling op de algemene vorming in het voortgezet onderwijs, maar het komt eigenlijk te laat. De puberteit is niet de meest geschikte tijd om scholieren culturele vorming bij te brengen. Dat zou veel eerder en structureler vanaf het begin van de basisschool moeten gebeuren en moeten doorlopen tot en met het voortgezet onderwijs.” “Je kunt kinderen al vroeg leren kritisch te kijken.”
Het zou volgens Sorgdrager ideaal zijn als het basisonderwijs een apart vak zou bieden naast de expressievakken. Leerlingen moeten
niet alleen tekenen, knutselen en muziek maken, maar ook leren kijken naar hun culturele omgeving. “Het gaat om het ontdekken en het leren waarderen van de cultuur in hun omgeving. Daar horen ook tv-programma’s bij. Je kunt kinderen al vroeg leren kritisch te kijken.” Nu gaan leerlingen op de basisschool al naar het museum en het theater maar deze activiteiten staan teveel op zichzelf, vindt Sorgdrager. “Er is vaak te weinig tijd om deze uitstapjes in de klas voor te bereiden en na te bespreken. Culturele vorming hoeft zeker niet altijd buiten school plaats te vinden. Er is veel op de school zelf te doen. Vertellen over het cultureel erfgoed in de buurt, voorwerpen laten zien, thema’s uit een voorstelling of een tv-programma bespreken. Deze vorming zou integraal deel moeten zijn van het lesprogramma. Dan beklijft zij beter.” Sorgdrager kijkt in dit verband ‘met enige jaloezie’ naar andere landen waar het onderwijs jonge kinderen vertrouwd maakt met allerlei vormen van cultuur. “Met muziek, theater, cultureel erfgoed en de eigen geschiedenis. In de voormalige Oostbloklanden stond het muziekonderwijs hoog op de agenda. Dvorak, Sjostakovitsj, maar ook popmuziek. De zalen zitten vol met kinderen.” Sorgdrager vindt dat cultuureducatie niet alleen op de schouders van de leerkrachten moet neerkomen.
“Er zouden in het kader van het Cultuur & Schoolproject meer mensen van buiten moeten worden ingeschakeld.”
“Sommigen zouden daar wellicht wel voor voelen, maar leerkrachten hebben doorgaans al zoveel te doen. Er zouden in het kader van het Cultuur & Schoolproject meer mensen van buiten moeten worden ingeschakeld. Dan denk ik bijvoorbeeld aan educatief medewerkers van culturele - en steunfunctie-instellingen.” De voorzitter van de Raad wil ook ict (informatie en communicatie technologie) inzetten voor cultuureducatie op school. “Het zou een goed idee zijn als wij met het departement gaan praten over de implementatie van Kennisnet. Welke onderwerpen zouden daarop te vinden moeten zijn en op welke manier moeten ze worden aangeboden. Ik denk niet dat we dat alleen moeten overlaten aan culturele instellingen en uitgevers.”
klein deel van de instellingen cultuureducatie als een geïntegreerd deel van de kerntaken ziet. De plannen worden al wel concreter maar er ontbreken gegevens over resultaten van het tot nu toe gevoerde educatiebeleid. “Het is belangrijk dat instellingen van elkaar leren. Er wordt nog teveel hetzelfde wiel uitgevonden”, meent Sorgdrager. Het Landelijk Expertisecentrum Cultuureducatie (i.o.), het huidige LOKV, zou voor de verspreiding van de resultaten kunnen zorgen. Slechts een klein deel van de instellingen ziet cultuureducatie als een geïntegreerd deel van de kerntaken.
De Raad is redelijk tevreden over het aanbod, dat in toenemende mate speciaal voor scholieren wordt gemaakt. Niet alleen door jeugdtheatergezelschappen maar ook door andere toneelgroepen, orkesten en musea. Sorgdrager: “Dit is een positieve ontwikkeling. Aan de andere kant zien we dat educatie nog steeds teveel Stevige impuls De Raad constateert dat steeds meer culturele een verantwoordelijkheid is van de culturele instellingen en niet genoeg is ingebed in het instellingen educatieve activiteiten in hun onderwijs. We hopen dat er in het kader van beleidsplannen opnemen en daar geld voor CKV1, maar ook voor de basisvorming, meer uittrekken: het departement dat de subsidieaanvragen eind december 1999 ontving, sprak netwerken ontstaan en worden verstevigd. over 80% van de instellingen. Dat is aanzienUit de subsidieaanvragen van de instellingen is lijk meer dan bij de vorige cultuurnota-ronde vaak niet duidelijk of zij uit de vouchers inkomsten vier jaar geleden. Sorgdrager: “Het Cultuur & genereren. Schoolproject heeft een stevige impuls gegeven aan het cultuureducatieve veld en het Het besef dringt langzamerhand door dat onderwijs”. Van de kant van de culturele instellingen moet instellingen samenwerking met scholen moeten cultuureducatie nog wel een bredere basis krij- zoeken voordat ze een educatief programma ☛lees verder op pag. 10 opstellen. gen.” Sorgdrager constateert dat slechts een
9
Meer informatie: Van de schaarste ende overvloed, Advies cultuurnota 2001 - 2004 internet: www.cultuur.nl email:
[email protected]
ILLUSTRATIE: BERT CORNELIUS
☛vervolg van pag. 9
gekozen daar de prioriteit te leggen. Ook de staatssecretaris had daarom gevraagd. Dit gaat ten koste van de tussenpersonen en bemiddelaars in de cultuurwereld. Zo zouden de subsidies aan het Fonds Kunst en Educatie en de Inspectie Kunstzinnige Vorming en Amateurkunst beëindigd moeten worden. Aan het toekomstige Landelijk Expertisecentrum Cultuureducatie, het huidige LOKV, dat om 4 miljoen gulden gevraagd had, adviseert de Raad 3 miljoen toe te kennen. “Cultuureducatie is immers ook bedoeld om cultuurmakers en hun - toekomstig - publiek dichter bij elkaar te brengen.”
In het advies van de Raad, die meer ruimte maakte voor nieuwe initiatieven, krijgen onder meer allerlei jeugdtheatergezelschappen de kans om straks met rijksgeld aanbod voor een jong publiek te ontwikkelen. Tot de nieuwelingen in het culturele bestel horen ook diverse multiculturele groepen die zich vooral richten op - allochtone - jongeren. Sorgdrager: “Het stimuleren van educatie bij de cultuurmakers is van groot belang. Zij moeten straks van het effect ervan kunnen profiteren. Cultuureducatie is immers bedoeld om cultuurmakers en hun - toekomstig - publiek dichter bij elkaar te brengen.” YVONNE VAN EEKELEN
Cultuurmakers Mede door het grote aantal subsidieaanvragen van kwalitatief goede cultuurmakers heeft de Raad ervoor
Freelance cultuurjournalist
ZEEPBEL OF KAUWGOM HEEFT U NOG WEL EENS IETS GEHOORD VAN CULTUUR EN SCHOOL-PROJECT ‘X’?
Elk jaar opnieuw subsidieert Cultuur en School verschillende projecten. Waarom? Omdat zo de samenwerking tussen culturele instellingen en scholen op het gebied van cultuureducatie goed van de grond kan komen. In deze rubriek Zeepbel of kauwgom nemen we telkens een voorbeeldproject ergens in Nederland onder de loep. Is het project een losse flodder gebleken of is er wel degelijk iets dat beklijft? Wordt de samenwerking uitgebreid (andere scholen, andere kunstvormen), is er uitbreiding naar andere regio’s, krijgt het project een vervolg? Al sinds het begin van Cultuur en School, loopt in provincie Utrecht het cultureel erfgoedproject Bouwen aan de stad. Aan dit project, opgezet door Federatie Stichts Cultureel Erfgoed, doen jaarlijks ruim zeventig scholen mee.
CT
HET VERLEDEN ONTDEKKEN IN DE EIGEN S TAD
PROJE
10
Uit de plannen blijkt dat meer instellingen de scholen als doelgroep erkennen. De vouchers spelen daar ook een rol bij. De scholen kunnen immers nu zelf inkopen.” De Raad wijst erop dat uit de subsidieaanvragen van de instellingen vaak niet duidelijk is of zij uit de vouchers inkomsten genereren. De indruk bestaat dat er aanvragers zijn die nu uit twee subsidiestromen een graantje meepikken: de Cultuurnota voor de ontwikkeling van de activiteiten en de vouchers voor de afname. De Raad vraagt de staatssecretaris hierover helderheid te verschaffen. Volgens Sorgdrager hebben opvallend veel instellingen subsidie aangevraagd voor een website. “Het is prima dat ze zich ook via nieuwe media bekendmaken maar de financiering daarvan is ons inziens deel van het gewone marketingbudget.” De instellingen voeren vaak personele kosten op. Marketingafdelingen worden uitgebreid met speciale educatieve medewerkers voor cultuureducatie op school. Instellingen zouden zich voor de financiering van hun educatie wat inventiever kunnen opstellen, constateert de Raad. Subsidie wordt te makkelijk als de belangrijkste geldstroom gezien, terwijl er ten aanzien van educatie ook mogelijkheden zijn voor fondswerving en sponsoring.
Bouwen aan de stad gaat over de middeleeuwse stad. In het Amersfoortse Museum Flehite startte het project in 1997 onder de titel Bouwen aan de poort, met als uitgangspunt de middeleeuwse Koppelpoort in het centrum. Door dit erfgoedproject steeds te ‘vertalen’ naar andere middeleeuwse steden maakte de Federatie Stichts Cultureel Erfgoed (FSCE) het project overdraagbaar. De FSCE is een koepelorganisatie van zes stichtingen op het gebied van cultureel erfgoed in provincie Utrecht.
PO
Bouwen aan de stad, bedoeld voor groep 4, 5 en 6 van de basisschool, bestaat uit een voorbereidende les op school, een les in een historisch museum, een bezoek op locatie en eventueel verwerkingslessen. De verhalen en belevenissen van Joris Willemsz, stadstimmerman, vormen de rode draad. De leerlingen ontmoeten hem in levende lijve. In ieder museum wordt Joris namelijk gespeeld door één van de medewerkers. Joris vertelt de kinderen verhalen over het dagelijks leven in de middeleeuwen, over bouwen, eten, drinken, kleding, spelletjes, brandgevaar en hygiëne. Daarbij maakt hij gebruik van historische platen en objecten die een rol spelen in het verhaal. Leerlingen hebben zelf een actieve rol in het project. Ze lopen in het rad van de Koppelpoort, of bouwen zelf de middeleeuwse stad na en ontdekken zo waarom de mensen toen op bepaalde plekken gingen wonen. Na afloop van het project komen ze in hun stad natuurlijk nog steeds die historische elementen tegen, die ze dan weer kunnen plaatsen in het verhaal van Joris. Vertalingen Om Bouwen aan de stad overdraagbaar te maken, wordt het ‘vertaald’ naar andere steden. Dat wil zeggen dat het project een vaste basis heeft, maar dat het verhaal steeds wordt aangepast aan de lokale gegevens. In principe is Bouwen aan de stad overdraagbaar naar elke stad waar nog elementen uit de middeleeuwen bewaard zijn gebleven. Daarnaast moet er een museum met een minimale collectie middeleeuwse voorwerpen zijn, dat ook in staat is het project structureel aan te bieden aan het onderwijs. Ervaring met ‘vertalen’, had de FSCE al
EEN NIEUWE ERVARING MET EEN MONUMENT: LEERLINGEN LOPEN IN HET RAD OM DE STADSPOORT TE SLUITEN FOTO: NELLEKE BOON, AMERSFOORT (MET DANK AAN HET BLAD SCHOOLVOORBEELD)
opgedaan met een ander project, Jeugd van Toen. Hiske Land, van de FSCE, is maker van beide projecten. “Bij Jeugd van Toen was de drempel voor musea te hoog”, zegt ze. “Wij hadden te weinig vooronderzoek gedaan naar de feitelijke behoefte bij de musea. Daar hebben we van geleerd dat we de musea zoveel mogelijk werk uit handen moeten nemen. Daarom verzorgen wij zelf alle vertalingen. Dat is erg bewerkelijk. Maar het loont de moeite, want al snel werd mij duidelijk dat de museummedewerkers zoveel andere taken hebben. Daarnaast vereist een project behoorlijk wat voorkennis over het onderwijs en lesmethodes.” Liesbeth Boon, educatief medewerkster van Stadsmuseum IJsselstein, voert het project uit in het museum en was betrokken bij de ontwikkeling van Bouwen aan de stad in Amersfoort. “Bij het opzetten van dit project letten we er steeds goed op of we niet teveel zouden vragen van de museummedewerkers”, vertelt ze. “Zij moeten immers al het spel leiden en het verhaal van Joris de timmerman vertellen. Dat is best wel wat werk, maar dat verhaal en de begeleiding van de leerlingen maken het project juist zo leuk.” School- én kindgericht Niet alleen de musea, maar ook de scholen wordt veel werk uit handen genomen door de FSCE. Zo is Bouwen aan de stad dusdanig opgezet dat het als vervanging kan dienen voor het hoofdstuk ‘de middeleeuwen’, in welke methode Geschiedenis dan ook. Verder is rekening gehouden met de beperkte tijd die een leerkracht aan het project kan besteden. “Met de deelname aan het project, dat zo’n drie uur duurt, is alle tijd voor Geschiedenis voor twee weken al weer op”, zegt Land. “Het heeft dus geen zin als de verwerkingsopdrachten alleen bij de geschiedenislessen gebruikt kunnen worden. De verwerkingsopdrachten bij Bouwen aan de stad hebben ook betrekking op de andere vakken. De leerkracht kan taal-, reken-, muziek- en tekenlessen geven over de middeleeuwse stad. Zo kunnen in de muziekles middeleeuwse liedjes worden behandeld. Een handig trucje.” De Trekvogel is één van de scholen in IJsselstein die aan het project meedoet. Marjo Tresoor is leerkracht van groep vijf en neemt voor het tweede opeenvolgende jaar deel aan Bouwen aan de stad. “De herkenbaarheid spreekt de leerlingen ☛ lees verder op pag. 12
11
WAAR WORDT HET PROJECT UITGEVOERD, VOOR WIE IS HET EN WAT GEBEURT ER?
Bouwen aan de stad is een project voor de groepen 4, 5 en 6 van het primair onderwijs. Het project wordt uitgevoerd in Amersfoort, IJsselstein, Wijk bij Duurstede en Rhenen. In een voorbereidende les op school, in een les in het plaatselijke historisch museum en tijdens een bezoek aan de middeleeuwse stadskern van deze plaatsen, wordt het leven in de late middeleeuwen aanschouwelijk gemaakt. Het project wil voor de leerlingen zichtbaar maken dat heden en verleden niet twee gescheiden grootheden zijn maar dat het heden gevormd is door het verleden. De Federatie Stichts Cultureel Erfgoed (FSCE) is samen met Museum Flehite maker van het project. De FSCE is een steunfunctie-instelling voor cultureel erfgoed stichtingen in de provincie Utrecht.
☛vervolg van pag. 11
bijzonder aan”, vertelt ze. “Kinderen zien na het project natuurlijk nog alle dingen die ze geleerd hebben terug in hun stad. Doordat dit project zich afspeelt in hun eigen leefomgeving, gaat de lesstof leven voor ze. Ze luisteren ademloos naar het verhaal van Joris de timmerman. En dat vind ik heel knap, als je kinderen een hele ochtend zo kan boeien. Het is een heel kindgericht project.”
- Het project sluit aan bij de lesstof van Geschiedenis in groep 4, 5 en 6. - Bouwen aan de stad sluit niet alleen aan bij de lessen Geschiedenis, maar ook bij andere lessen, zoals Taal, Rekenen, Muziek en Bewegingsonderwijs, waardoor de leerkracht meer tijd aan de middeleeuwse stad kan besteden. - Het feitelijke onderwerp van het project is de stad waar de leerlingen zelf wonen, dit vergroot de betrokkenheid bij de eigen omgeving. - Het project stijgt uit boven het gebruikelijke uitstapje naar een museum van scholen, bedoeld als kennismaking met het fenomeen museum. - De relatie tussen musea en de scholen wordt versterkt doordat het project een jaarlijks terugkerend onderdeel van de lessen Geschiedenis kan zijn.
Ieder project blijft zich ontwikkelen. De FSCE heeft daarom regelmatig contact met de musea en de deelnemende schoolgroepen, aangezien de populatie op de scholen sterk aan het veranderen is. “We werken nu aan de aanpassing van het project op intercultureel vlak”, vertelt Land. Daarnaast wordt het project iets ‘omhoog’ getrokken, want na verloop van tijd is gebleken dat op veel scholen de middeleeuwen in eind groep zes of groep zeven aan de orde komt. Wat de overdraagbaarheid betreft zijn we dan wel een beetje uitgepraat. Ik zie niet voor me hoe we dit project bij andere kunstdisciplines of andere kunstinstellingen of schooltypen kunnen uitvoeren. Wel bekijken we of er niet meer steden mee gaan doen, in de rest van het land. Want er zijn natuurlijk nog veel meer middeleeuwse steden.”
SUGGESTIES
JOYCE VANHOMMERIG
- Houd rekening met de tijd die de docent heeft om aan het project te besteden. - Zorg ervoor dat het project past in de lesstof, of beter nog: zorg dat het project een vervanging kan zijn voor de lesstof. Daarvoor moet je als maker van het project goed op de hoogte zijn van de lesmethodes. - Wanneer er ook opdrachten voor andere vakken te gebruiken zijn, kan de docent meer tijd aan het thema van het project besteden. - Maak het ook de museummedewerkers zo makkelijk mogelijk. Als je hen werk uit handen neemt, kunnen ze zich meer toeleggen op de uitvoering, die met enthousiasme gebracht moet worden. - Streef naar een structureel project, zodat scholen het niet zien als zomaar een museumbezoek, maar het kunnen opnemen in het lesprogramma. - Zorg dat je een vast concept hebt, dat met een paar aanpassingen makkelijk vertaald kan worden naar een andere stad, instelling of doelgroep. - Trainingen voor de museummedewerkers stimuleren de continuïteit en versterken het niveau van het aanbod.
Freelance journalist
WAT MAAKT BOUWEN AAN DE STAD ZO BIJZONDER?
12
Meer informatie: Bouwen aan de stad Federatie Stichts Cultureel Erfgoed Hiske Land Postbus 10058 3505 AB Utrecht tel: 030 - 2343880 fax: 030 - 2328624 e-mail:
[email protected]
HET MONUMENT DAT CENTRAAL STAAT IN DE AMERSFOORTSE VERSIE VAN HET PROJECT: DE MIDDELEEUWSE KOPPELPOORT FOTO: NELLEKE BOON, AMERSFOORT (MET DANK AAN HET BLAD SCHOOLVOORBEELD)
CO
UIT HET CIRCUIT
LUM
N
MENINGEN OVER CULTUUREDUCATIE
Jeffrey Meulman, algemeen- en artistiek directeur van Huis a/d Werf en Festival a/d Werf in Utrecht, producent van theater, beeldende kunst en actuele muziek pleit in deze column voor de gekte van de docent als cultuurdrager.
U MAG ME ALTIJD BELLEN tussen je laffe en uitgebluste collega’s. In de geest van die film heb ik eens mijn docenten versteld doen staan door in volle overtuiging een Bijbelverhaal te vertellen aan een zogenaamd moeilijke groep van het Individueel Technisch Onderwijs in Veendam. De relschoppers, de opgegeven ettertjes, de ADHD kinderen, de plantsoenarbeiders van de toekomst, waren sprakeloos. Zelfs de grootste klier uit de groep luisterde met de duim in de mond en met gesloten ogen naar het relaas van de man die door zijn broers in een put geflikkerd werd en later koning van Egypte zou worden. Kom me dus niet aan met verhalen over Kunst voor een kleine, bevoorrechte groep. In elk jongetje en meisje schuilt een ware kunstliefhebber. Maar wie denkt dat de jeugd de culturele toekomst heeft en dat voldoende kunstzinnige vorming de toekomstige cultuurparticipatie van het individu gunstig beïnvloedt, heeft een (school)bord voor zijn kop. Jongeren zijn in alle opzichten volwassenen in spe en wensen nadrukkelijk als zodanig behandeld te worden. En hoe ze ook spartelen en JEFFREY MULMAN tegenstribbelen; ze zullen uiteindelijk meer op hun ouders lijken dan ze zelf ooit voor mogelijk hebben gehouden. En Net als veel mensen die werkzaam zijn in de culturele sec- dus zal meer dan 65% nooit naar het theater gaan, zelden tor ben ik opgeleid voor een ander beroep. Als u het niet een klassieke CD opzetten, geen galerie bezoeken, geen verder vertelt; eigenlijk ben ik leraar Nederlands en Maat- gedicht ontcijferen en nimmer weet hebben van al die schappijleer. Maatschappijleer is een hevig onderschat vak schone kunsten. Zal het gesprek van de dag tot het eind met een imago-probleem. Mensen van mijn leeftijd (dertider tijden De Bus of Big Brother zijn en niet Gijs Scholten gers) denken nog steeds dat het laten staan van je baard van Aschat. Is het huis in een kindvriendelijke wijk het voldoende is voor het behalen van je lesbevoegdheid. hoogste doel en Rick van der Ploeg slechts een pluisje op Om van dit imago af te komen zou het vak dan ook beter de jurk van het universum. maatschappijstudies of ‘social science’ kunnen heten. Maar dit terzijde. Wat niet wegneemt dat u het moet blijven proberen. Ook Leraar ben ik nooit geworden. Vreemd; de saaiste mensen al bent u die ene dwaas in het schoolgebouw, de reden tot van mijn jaargroep zijn keurig voor de klas beland, wonen hoon in de schoolkrant of de Grote Culturele Zeikerd... in Vinex-locaties, praten over hypotheken en kinderopvang Weet u gesteund door deze gedachte; in de culturele en worden paradoxaal genoeg geacht de leerlingen enige sector is iedereen knettergek, een dagdromer en visionair, zinnige bevlogenheid voor dit korte verblijf op aarde bij te behept met een te groot libido, bang voor de dood en egobrengen. De echte dwazen voor het schoolbord zijn zeldcentrisch. Da’s volkomen normaal. Een randvoorwaarde, zaam. En als ze al voor de klas staan worden ze eruit zou ik eerder zeggen. U bent de eerstelijnsfunctionaris van getrapt omdat ze met veel te jonge meisjes rotzooien, van- heel veel moois. De held van elke kunstenaar en de schrik wege een overmaat aan levenslust. van de oppervlakkigheid. In tijden van vertwijfeling mag u Lang geleden, ergens in de vorige eeuw, was komiek Robin me altijd bellen. Williams een bron van inspiratie voor de aankomende leraar. Het kan dus toch, dacht je na het zien van de film Dead Poets Society. Je kunt leerlingen passie bijbrengen voor al het moois in dit leven. Voor de kunsten, voor de JEFFREY MEULMAN poëzie in ons bestaan. Ook al ben je een uitzondering
13
www.minocw.nl/c&s
IN
N TER
ET
CULTUUR EN SCHOOL DOOR EEN ANDERE BRIL BEKEKEN PAPIER OF PC
Seizoensbrochures, posters en flyers in alle kleuren en maten maken deel uit van het repertoire waarmee de podiumkunsten voorstellingen en concerten lanceren. Steeds vaker bedienen zij zich hiervoor ook van de digitale snelweg. Verschillende musea buiten het nieuwe medium niet alleen uit om hun aanbod kenbaar te maken, maar gebruiken het ook als educatief middel. Zo kunnen leerlingen een virtuele rondwandeling of spannende speurtocht op het net maken. Hoe staat het nu eigenlijk met het aanbieden van educatieve projecten op de sites van de podiumkunsten? Een steekproef bij enkele muziek-, dans- en theatergezelschappen laat zien dat zij nog niet optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die internet boven papieren informatie kan bieden. Brievenbus en telefoon Veel gezelschappen hebben een uitgebreide folder met hun educatief aanbod of zelfs een speciaal magazine voor jongeren. Steeds vaker plaatsen zij een kleine selectie hieruit op hun sites. Zo kondigt het Nederlands Balletorkest alleen de kinderconcerten in het Koninklijk Concertgebouw op de site aan en - vanuit praktisch oogpunt - haar educatieve projecten niet: “Meestal worden projecten en voorstellingen op basis van inschrijving door scholen ingeroosterd, anderen kunnen zich dan al niet meer aanmelden. We werken bovendien veel met vaste contacten”, aldus Julia Bastiaanse. Andere gezelschappen zoals Introdans en het Muztheater richten wel een subpagina in voor workshops, cursussen en educatieve voorstellingen. Het persoonlijk contact met docenten en leerlingen blijft echter nog favoriet. Philipien van Huet van Introdans: “De website is handig voor mensen die een korte vraag willen stellen. Voor het inschrijven op cursussen of het inwinnen van meer informatie wordt nog altijd eerder naar de telefoon gegrepen.”
14
Interactie Veel instellingen hebben plannen op stapel om meer interactief met internet om te gaan. Zo zal Introdans vanaf volgend seizoen een ‘discussiekamer’ voor docenten op het net openen en het Muztheater een discussieplatform voor kinderen. Misschien is het een leuk idee om een chat-uurtje met een regisseur of acteur in te lassen? Dit levert bovendien feedback van de doelgroep op. Informatie ter voorbereiding op een voorstelling en aanwijzingen voor reflectie na afloop ontbreken meestal op de sites. Opdrachten, recensies en achtergrondinformatie via internet aanbieden, lijkt zinnig aangezien de meeste leerlingen inmiddels ervaring hebben met het downloaden van gegevens. Ook de inzet van bewegende beelden en geluidskaarten is nog mager. Een demonstratie van danspassen en fragmentjes uit bekende composities kan kinderen aanspreken. Bereik Naar bezoekersaantallen en bereik is door de culturele instellingen weinig onderzoek gedaan. Brochures worden naar een vast adressenbestand en op aanvraag verstuurd. Via sites worden misschien ook nieuwe geïnteresseerden bereikt.
Actuele informatie Een voordeel van internet is dat tekst- en beeldmateriaal gemakkelijk kan worden geactualiseerd. Dit is voor podiumkunsten met hun ‘vluchtige’ product een belangrijk aspect. Educatieve projecten volgen veelal de programme- FEMKE TAUSK webmaster www.minocw.nl/c&s ring en worden op maat bij een voorstelling samengesteld. het Muztheater: Introdans: Nederlands Balletorkest:
www.bigfoot.com/~muztheater www.introdans.nl www.balletorkest.nl
TWEEDAAGSE GEZAMENLIJKE TRAINING VAN CKV1-DOCENTEN EN MUSEUMMEDEWERKERS
Steeds meer culturele instellingen krijgen bezoek van leerlingen uit het voortgezet onderwijs die alleen of in groepjes informatie komen inwinnen, opdrachten komen doen, of op een andere manier hun kunstdossier komen aanvullen. Musea weten dat ze deze leerlingen uit de tweede fase van havo en vwo kunnen verwachten en dat ze al of niet met een voucher binnenkomen. Maar weten ze ook welke verwachtingen het onderwijs van de instellingen heeft en zijn docenten voldoende op de hoogte van de mogelijkheden die het museum biedt?
ILLUSTRATIE: BERT CORNELIUS
De twee werelden onderwijs en musea hebben over het algemeen geen intensief contact met elkaar terwijl ze wel steeds meer met elkaar te maken krijgen. Erfgoed Actueel besloot daarom om samen met de Specialisten in Leerprocessen (SLO) een tweedaagse training op te zetten waarin educatief medewerkers van musea en docenten uit het voortgezet onderwijs samen optrekken om opdrachten voor leerlingen te maken, om ervaringen met schoolbezoeken uit te wisselen en om elkaar een blik in de eigen keuken te geven.
VO
ED GO ERF UEEL ACT
DE CKV-LEERLING BES TAAT NIET
de grond stond geschreven: “De mens moet zichzelf telkens weer opnieuw vernietigen om zich weder opnieuw te kunnen opbouwen”. Deze dichtregel illustreert heel goed wat Van Doesburg met De Stijl voorhad, namelijk het oude loslaten alvorens aan iets nieuws te beginnen. Educatief medewerker museum: “Het beste project is een op maat gesneden project voor iedere leerling, want dé CKV-leerling bestaat niet”
Museummedewerkers Voor museummedewerkers is het vaak lastig om te bepalen wat er inhoudelijk in het CKVVan Doesburg: aanbod moet komen. Ook is het niet altijd dui“De mens moet zichzelf telkens weer opnieuw delijk voor wie het lesaanbod moet worden vernietigen om zich weder opnieuw te kunnen gemaakt. Moet het voor de hele groep zijn of opbouwen.” juist voor kleinere groepjes of misschien wel voor de individuele leerling? Maar wie is die CKV-docenten leerling dan en wat wil hij/zij precies? Dat verDe eerste training heeft inmiddels plaatsgeschilt erg per school, per groep en zelfs per vonden. ‘Gastheer’ was het Centraal Museum leerling. Een educatief medewerkster verzuchtin Utrecht. De deelnemers werkten de eerste te: “het beste project is een op maat gesneden ochtend vooral in koppels project voor iedere leerling, want dé CKV-leer(museum/onderwijs) waardoor er ling bestaat niet”. telkens vanuit twee invalshoeken Een cursist: naar een opdracht werd gekeken. “Om de interesse van de leerlingen te wekken wil De opdracht om samen een kunstwerk een anekdote of ‘sappig’ verhaal wel eens helpen.” uit te zoeken voor de school, om jongeren enthousiast te maken voor een museumbeDe belevingswereld van de leerling zoek, bood gelegenheid om te ontdekken wat Maar ondanks deze constatering werd er de de musea en wat de leerlingen willen. Docenvolgende dag hard gewerkt om met behulp ten weten als geen ander hoe leerlingen op bepaalde zaken zullen reageren. Zij kennen de van een kijkwijzer (schema met gerichte vradidactische do’s en dont’s, weten dat de alles- gen dat de leerling ‘dwingt’ goed te kijken) zelf te ervaren hoe leerlingen daarmee een overheersende vraag ‘is het voor een cijfer’ visuele analyse kunnen maken van een kunstduidelijk moet zijn, maar zijn zich vaak niet werk of ander voorwerp. Daarbij is het niet de bewust van de lesmogelijkheden die de voorwerpen in een museum bieden. Het hoeft zelfs bedoeling dat de kijkwijzer de leerling door een aantal ‘technische’ vragen loodst, maar niet altijd een voorwerp te zijn. Een koppel dat de belevingswereld van de leerling cenkoos voor hun school een dichtregel van Van Doesburg die in het museum in plakletters op traal staat. Om de interesse van de leerlingen ☛lees verder op pag. 16
15
☛vervolg van pag. 15
te wekken wil een anekdote of ‘sappig’ verhaal wel eens helpen. Het Centraal Museum heeft daarvoor een geschikt object in de vorm van de bronzen haas (Thinking on the rock) van B. Flanagan. Nadat de Engelse kunstenaar van de gemeente alle vrijheid had gekregen om te maken wat hem goed leek, bleek op het moment dat het kunstwerk klaar was dat de Utrechtse burgers het beeld niet zagen zitten en het beslist niet op het grote plein in de binnenstad, het Neude, wilden hebben. Met zo’n verhaal als achtergrondinformatie kunnen leerlingen zelf beoordelen wat ze van het beeld vinden. Ze kunnen zich inleven in de voor- en tegenstanders of zelf met een alternatief voorstel komen. Cursist: “Als je er samen voor gaat zitten is het
16
opmerkelijk hoe snel je iets hebt.”
Het vijf-stappenplan Naast het thema ‘de actualiteit’ waar bovengenoemde opdracht uit voortkwam, kon men in groepjes ook voor andere thema’s kiezen. Deelnemers leerden om zo’n thema via een vijf- stappenplan aan te pakken (bijvoorbeeld stap 1: maak een duidelijke, concrete handleiding met daarin onder andere de opbouw, het
aantal studielast-uren en de verschillende werkvormen). Met de zelf opgedane ervaringen en de lesideeën uit de andere groepen, kregen de cursisten een flinke bagage mee naar huis om in de toekomst eigen CKV-projecten samen te stellen. De co-productie van museum en school bleek zeer effectief, of zoals een cursist het verwoordde: “Als je er samen voor gaat zitten is het opmerkelijk hoe snel je iets hebt”. Netwerken van museum en school De achterliggende gedachte van de cursus, deskundigheidsbevordering naar twee kanten, is volgens de deelnemers zeker geslaagd. Educatief medewerkers van musea maakten kennis met de actuele vernieuwingen in het onderwijs en CKV-docenten hebben begrippen als ‘beeld- en kunstbeschouwing door jongeren’ verder uitgediept. Door zo intensief met elkaar op te trekken ontstonden er ‘als vanzelf’ kleine netwerkjes. Een aantal docenten heeft al een uitnodiging op zak om bij de eerstvolgende educatieve tentoonstelling met de leerlingen te komen proefdraaien. ANJO CRAENEN
Erfgoed Actueel
THINKING ON THE ROCK VAN B. FLANAGAN IN HET CENTRAAL MUSEUM IN UTRECHT
Laat zien wat je in huis hebt* 26 en 27 sept. 2000 en 31 okt. en 1 nov. 2000 tijd: van 10.00 - 17.00 uur plaats: Centraal Museum, Agnietenstraat 3, Utrecht doelgroep: CKV1-docenten en -mentoren en museummedewerkers met educatieve taken kosten: f 850,-. (leden van de NMV krijgen 50% korting) inschrijvingen bij: SLO, mw. W. Geelhoed, tel: 053 - 4840840
training: traniningsdata:
Bij de training hoort een uitgebreid cursusboek met achtergrondinformatie, artikelen, literatuurverwijzingen en nuttige adressen. Cursisten krijgen dit als voorbereiding op de training vooraf toegestuurd. * Mogelijk komt er een soortgelijke cursus voor de podiumkunsten.
ATJ E S D N E S D I TJ E
‘WEETJES’ VOOR EN DOOR DE LEZER
Jeugdtheater, kunsteducatie en de pabo Jeugdtheater, kunsteducatie en de pabo is een verslag van een proefproject van jeugdtheatergroep Maccus en vijf pabo’s die onderzochten op welke manier jeugdtheater op een eenvoudige en doeltreffende wijze in het bestaande lesprogramma van de pabo’s kan worden ingepast. Op deze manier kunnen de toekomstige onderwijzers opgeleid worden om theaterbezoek van hun toekomstige leerlingen te begeleiden.
Goed beschouwd Goed beschouwd is een praktische handleiding voor theaterbeschouwing met kinderen van de bovenbouw van het basisonderwijs. Het is een hulpmiddel bij de voorbereiding en de verwerking van dans- of theaterbezoek met de klas.
Meer informatie: Theatergroep Maccus Berthe Spoelstra tel: 015 - 2122977 email:
[email protected]
Te bestellen: Stichting Leerplan Ontwikkeling, afdeling verkoop tel: 053 - 4840305
Cursus CKV2! De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam verzorgt in het najaar een nascholingscursus CKV2. Het programma omvat drie studiedagen:
Meer informatie: Drs. N. Dijkstra tel: 010 - 4082491
- 21 september: ‘Kunst en intercultureel’ - 25 oktober: ‘Kunstenaar en opdrachtgever’ - 21 november: ‘Kunst en vermaak’.
email:
[email protected]
Inschrijving is mogelijk tot 1 september aanstaande.
17
WAT IS ER TE VINDEN OP DE CULTUUR EN SCHOOL -SITE? ABONNEMENT? U kunt zich op het Bulletin Cultuur & School abonneren (gratis) door een briefje met uw naam en adres te sturen of te faxen naar Sanders, Zeilstra & Partners. U ontvangt dan een inschrijfformulier. fax 070 - 3642790 Wilt u zich direct opgeven, bezoek dan onze website: www.minocw.nl/c&s onder de rubriek ‘nieuws’
Op de site van Cultuur en School kunt u terecht voor de meest uiteenlopende informatie over het project Cultuur en School. U vindt er onder andere informatie over de vakken CKV en KCV, een culturele agenda, interessante links en leuke projecten voor zowel het primair- en voortgezet onderwijs als de BVE-sector.
www.minocw.nl/c&s
INGEZONDEN BRIEF VAN REMKO VAN LOON
Geacht Ministerie van OCenW, “Als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg naar Mohammed. Op lokaal niveau wil ik potentieel talent opsporen.”, citeerde het NRC Handelsblad (28 mei 1999) Rick van der Ploeg. Dit geldt cultuur. Maar ook maatschappij. De staatssecretarissen van Cultuur en Onderwijs willen overleggen op welke wijze het onderwijs een bijdrage kan leveren aan het terugdringen van racistische tendensen in de samenleving. En toch voel ik dan als docent van een school voor het voortgezet onderwijs in Amsterdam een soort woede. Niet alleen op mijn school, maar op tal van scholen vinden prachtige (multi)culturele (en talige) activiteiten plaats. Vaak ook vóór of in samenwerking mét honderden ouders, andere familieleden, vrienden.
In wezen is hier sprake van kapitaalvernietiging: de expertise van docenten bij het aanpakken van culturele en maatschappelijke (dus ook talige) problemen wordt niet landelijk benut. Alsof bijvoorbeeld problemen met taalachterstand en het deelnemen aan cultuur, van school tot school geheel verschillend zouden zijn. Instituten, universiteiten en dergelijke mogen echter wel - tegen een vaak zeer hoge vergoeding - het onderwijsveld ‘adviseren’.
“Het heet een debat, het is een monoloog” las ik in het NRC over de problematiek rondom culturele verschillen. Waarmee wordt bedoeld dat het niet voldoende is dat als het ware van bovenaf, vanuit onze cultuur, wordt getoond hoe hiermee om te gaan. De wisselwerking die optreedt tussen verschillende culturen biedt de verrijking waarmee problemen als die van De overheid besteedt miljoenen aan de verbre- de taalachterstand kunnen worden aangeding van cultuur onder jongeren en CKV1 pakt. In een aantal van de lessen trachten wordt een verplicht vak in de tweede fase. docenten van mijn school deze opvatting Miljoenen aan projecten die bedoeld zijn taal- - naast die over het leren van de Nederlandse achterstanden weg te werken: taalbeleid! taal - te gebruiken om zogenaamde culturele Miljoenen aan het terugdringen van ‘bedenkelij- en taalachterstanden weg te werken. ke tendensen’ in de maatschappij. De resultaten blijven steevast achter bij de verwachtingen. Geacht Ministerie; dat kost niet miljoenen! En over de individuele docent die de kar moet Scholen kunnen van elkaar ‘leren’. Wat nu trekken (alsof deze al niet gebukt gaat onder ontbreekt is het gevoel dat we met z’n allen de vele extra taken die z’n werk meebrengt!) bezig zijn met dezelfde problemen. Wat ontwordt nauwelijks gesproken. breekt is dat de docent die het allemaal moet trekken, wordt begeleid en ondersteund in Vele scholen nemen deel aan projecten, maar netwerken. Dat die docent kan terugvallen op van onderlinge uitwisseling is nauwelijks spra- een landelijke aanpak die transparant is, die ke. Dat geldt eveneens voor die vele projecten werkbaar is. Het onderwijs- en cultuurbeleid die door individuele docenten zijn gestart en terzake lijkt inderdaad een monoloog: de die nooit hun weg vinden naar andere scholen docent wordt niets gevraagd. in den lande. Want: de overheid ‘treedt terug’, waardoor concurrentie tussen scholen ontMet vriendelijke groeten, staat. Hierdoor worden onderscheidende projecten gekoesterd om het aantal inschrijvingen REMKO VAN LOON Docent voortgezet onderwijs in Amsterdam hoger te doen zijn dan op die ‘andere’ school uit hetzelfde gebied.
18
ILLUSTRATIE: BERT CORNELIUS
19
EEN REACTIE VAN GEORGE LAWSON
Geachte meneer van Loon, Als projectleider Cultuur en School wil ik graag op uw brief ingaan, hoewel het wel deels buiten de reikwijdte van Cultuur en School valt. U stelt dat de docent niets wordt gevraagd. Ik onderken met u dat over een beleidsonderwerp niet met alle docenten wordt gesproken of overlegd. Dat kan ook niet natuurlijk. We proberen wel zoveel mogelijk signalen uit het onderwijsveld op te pakken, daarnaast is er natuurlijk het overleg met talloze onderwijsorganisaties. Bij de voorbereiding en uitvoering van beleid worden echter veelal netwerken ingezet van enthousiaste scholen en docenten. Bij de aanloop van het vak CKV1, en nu ook weer bij de ontwikkeling van het vak CKV in het vmbo, is veelvuldig gebruik gemaakt van netwerken. Beide vakken zijn opgezet als pilot, om met de ervaringen van leerkrachten de juiste vorm te vinden. Ook voor Onderwijskansen komt er een expertisenetwerk, waar scholen, docenten en gespecialiseerde instellingen met elkaar informatie kunnen uitwisselen over onderwerpen die te maken hebben met onderwijsachterstanden. De kans dat een school voor voortgezet onderwijs in een net-
werk Onderwijskansen terecht komt, is heel groot als uw school qua leerling-populatie daarin thuishoort. Binnenkort vindt er daarover in de Tweede Kamer overleg plaats. Wij stellen vertrouwen in deze netwerken juist omdat we weten, zoals u terecht schrijft, dat er op tal van scholen prachtige (multi) culturele activiteiten plaatsvinden. Bij de opzet van het project Cultuur en School is dat ook een belangrijk uitgangspunt geweest; een extra impuls om aanwezige activiteiten door te zetten en voort te zetten op andere scholen. Ik besef dat veel werk terechtkomt op de schouders van juist de enthousiaste docenten. Wellicht zijn er lezers die ook meer contact met docenten van andere scholen zouden willen of juist al participeren in een netwerk in de buurt van Amsterdam. Beide groepen lezers zou ik op willen roepen via het Bulletin contact met meneer Van Loon op te nemen. Verder is de steunfunctie-instelling Kunstweb in Amsterdam, contactpersoon A. Schilder, tel: 020 -5205354, ook bezig met het opzetten van een netwerk. Met vriendelijke groet, GEORGE L AWSON
Projectleider Cultuur en School
CONTACTPERSONEN CULTUUR EN SCHOOL IN DE REGIO Wilt u meer weten over de diverse activiteiten die ondernomen worden in het kader van het project Cultuur en School of wilt u zelf een projectaanvraag indienen, dan kunt u contact opnemen met één van de volgende personen. Zij kunnen u naar de juiste instanties doorverwijzen. HET NOORDEN
HET OOSTEN
Gemeente Nijmegen
Provincie Limburg
Gemeente Tilburg
Conny Verberne
Frank Gielen
Michiel Borgman
Provincie Groningen
Provincie Gelderland
tel 024-3292396
tel 043-3897141
tel 013-5429762
Rudi de Vries
Floor Viveen
Postbus 9105
Postbus 5700
Postbus 90155
tel 050-3164966
tel 026-3599339
6500 HG NIJMEGEN
6202 MA MAASTRICHT
5000 LH TILBURG
fax 050-3164787
fax 026-3599480
Postbus 610
Postbus 9090
Gemeente Zwolle
Provincie Zeeland
Gemeente Den Bosch
9700 AP GRONINGEN
6800 GX ARNHEM
Allard van Lenthe
Jack van Aspert
Mevrouw H. Kroonberg
tel 038-4982071
tel 0118-631438
tel 073-6155805
Provincie Friesland
Postbus 1018
Postbus 6001
Postbus 12345
Mark Stuijt
8001 BA ZWOLLE
4330 LA MIDDELBURG
5200 GZ DEN BOSCH
tel 058-2925797
HET MIDDEN
fax 058-2925125 Postbus 20210
Provincie Utrecht
8900 HM LEEUWARDEN
Fanny Huisman tel 030-2582272
Provincie Drenthe GRONINGEN
Luchiena Lanjouw
GRONINGEN
tel 0592-365745
LEEUWARDEN
HET NOORDEN
fax 0592-365688
fax 030-2582245 Postbus 80300 3508 TH UTRECHT
FRIESLAND
Gemeente Groningen
DRENTHE
Provincie Flevoland Heleen Geluk
Tineke Bennema NOORD-HOLLAND
tel 050-3676253
FLEVO-
fax 050-3676249
tel 0320-265526
Postbus 268
OVERIJSSEL
DE ID
HET OOSTEN
TM
ENSCHEDE
GELDERLAND
UTRECHT
ARNHEM
ROTTERDAM
tel 058-2338539
Gemeente Utrecht Liesbeth Droffelaar
UTRECHT
DEN HAAG
Stina van der Ploeg
HENGELO
HE
HET WESTEN LEIDEN
Gemeente Leeuwarden
8200 AB LELYSTAD
N
HAARLEM AMSTERDAM
9700 AG GRONINGEN
Postbus 55
ZWOLLE
LAND
tel 030-2862683 fax 030-2861512
NIJMEGEN
ZUID-HOLLAND
Postbus 16200
fax 058-2153949 Postbus 21000
HET ZUIDEN
3500 CE UTRECHT
DEN BOSCH
BREDA
8900 JA LEEUWARDEN
TILBURG
AMSTERDAM
ZEELAND NOORD-BRABANT
EINDHOVEN
HET WESTEN Gemeente Amsterdam
LIMBURG
Provincie Noord-Holland
Harm Rasterhoff
Ellen Koning
tel 020-5522126 fax 020-5523110
tel 023-5143612 MAASTRICHT
fax 023-5143550
Postbus 1840 1000 BV AMSTERDAM
Postbus 3007 2001 DA HAARLEM
Provincie Zuid-Holland Aty de Wolf Mary-Ann Koster tel 070-4417208 fax 070-4417832 Postbus 90602 2509 GA DEN HAAG
Gemeente Haarlem Noortje Benne tel 023-5115732 Postbus 3333 2001 DH HAARLEM
Gemeente Leiden Ben van der Ree tel 071-5165333 Postbus 9100 2300 PC LEIDEN
20
Provincie Overijssel
Gemeente Hengelo
Gemeente Eindhoven
Paul Klaassen
Margreet Weide
Maaike Verberk
tel 038-4251250
tel 074-2459375
tel 040-2382769
fax 038-4252650
Erik Vos
Postbus 2358
Postbus 10078
tel 074-2459332
5600 CJ EINDHOVEN
8000 GB ZWOLLE
Postbus 18 7550 AA HENGELO
Gemeente Arnhem
Gemeente Breda Thomas Heesters
HET ZUIDEN
tel 076-5294163
tel 026-3774866
Provincie Noord-Brabant
4800 RH BREDA
Postbus 5283
Eddie Lint
6802 EG ARNHEM
tel 073-6812209
Gemeente Maastricht
fax 073-6123610
Anne-Marie Schipper
Gemeente Enschede
Pierre Rutgers
tel 043-3505409
Irmgard Klaas
tel 073-6812750
fax 043-3897013
tel 053-4884513
Postbus 90151
Postbus 1992
Postbus 612
5200 MC DEN BOSCH
6201 BZ MAASTRICHT
Gitta Vis Afdeling CEWES
7500 AA ENSCHEDE
Postbus 90156
ROTTERDAM Gemeente Rotterdam Olga Smit tel 010-4172037 fax 010-4172095 Postbus 70012 3000 KP ROTTERDAM
DEN HAAG Gemeente Den Haag Peter Spijkers tel 070-3533637 fax 070-3533058 Postbus 12564 2500 DP DEN HAAG