bulletin Cultuur & School #62 MEI 2010
• Scouten en ontwikkelen van talent • 20 jaar Kunstbende • Kunst als mediacoach
h et Le e s o o k katern: g eve e n llo in Hoo o p A S OB oed hool Erfg • pilotsc e à la Cart KATERN bullETiN CulTuuR & SChool hoo l c s #62 MEi 2010 • b re d e al en ta g lin • koppe erfgoed
Colofon
4
Bulletin Cultuur & School mei 2010, jaargang 13, nummer 62
Bulletin Cultuur & School wordt eens per twee maanden uitgegeven door Cultuurnetwerk Nederland op initiatief van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kader van het programma Cultuur en School. Hoofdredactie Marthe Bauwens
Openbare basisschool Apollo werkte enthousiast mee aan de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn erfgoededucatie. Van het prentenboek De Molenmuis in groep 1 tot een project met levende bronnen in groep 8. obs Apollo: “Wij willen erfgoededucatie structureel invoeren.”
Echt leuk vond Chloé Hoogeveen het niet. Zeven jaar had ze op school gezeten, kregen ze in haar allerlaatste jaar nog een nieuw schoolgebouw. Wel leuk vond ze de drie projectweken in het voorjaar van 2008. En die had ze, eerlijk is eerlijk, wel te danken aan dat nieuwe schoolgebouw. Oud en nieuw, dat is namelijk waar het bij erfgoed om draait. En dus had openbare basisschool Apollo de projecten die ze binnen Erfgoed à la carte in Hoogeveen doen, laten aansluiten bij de eigen wijk. Hoe zag het er hier vroeger uit en hoe is het nu? Chloé weet nog goed hoe het begon: “Ons schoolhoofd en die van De Morgenster (de andere school in de wijk, red.) stapten in een tijdmachine en kwamen in het verleden terecht. En wij gingen met hen mee. Wij deden een project over hoe onze school er 100 jaar gele den uit zou hebben gezien. We hebben bijvoor beeld met een griffel en een kroontjespen geschreven. Nou, geef mij maar een balpen.”
BULLETIN CULTUUR & SCHOOL DIGITAAL Wilt u een artikel nalezen, reageren op een stelling of bijvoorbeeld zoeken op een bepaald onderwerp? Dat kan allemaal op: www.cultuurplein.nl/bulletin
Eindredactie Maaike Severijnen en Anja Geldermans
7
Als u teksten uit deze uitgave wilt overnemen, neem dan contact op met de redactie van Bulletin Cultuur & School. Redactiesecretariaat Cultuurnetwerk Nederland Postbus 61 3500 AB Utrecht T 030-2361 200 F 030-2361 290
[email protected]
pagina 4
10
Aan dit nummer werkten mee Rob de Blok, Luk Dewulf, Jochem Jurgens, Jeroen de Leijer, Annette Lubbers, Jan-Pieter Maaijwee, Yolanthe van der Ree, Bea Ros, Maaike Severijnen, Ralf Steenbeek, Anita Twaalfhoven. Nieuwe ideeën De redactie van Bulletin Cultuur & School wordt graag op de hoogte gehouden van ontwikkelingen in de culturele sector en in het onderwijs. Mocht u zelf een interessant onderwerp weten voor het blad, dan kunt u zich wenden tot de hoofdredacteur:
[email protected]
12
Ontwerp en opmaak Kummer & Herrman, Utrecht Druk Libertas, Bunnik pagina 7
18
ISSN nummer 1387 ‑ 6422 Gratis abonnement of adreswijziging www.cultuurplein.nl/bulletin Het programma Cultuur en School Cultuur en School wil de samenwerking tussen culturele instellingen en scholen op het gebied van cultuureducatie een flinke impuls geven. Cultuur en School beoogt • leerlingen in contact te brengen met verschil lende cultuuruitingen; • scholen te stimuleren meer gebruik te maken van hun culturele omgeving; • cultuur ook een plaats te geven in andere vakken dan de kunstvakken, zoals in geschie denis, techniek en de talen; • culturele instellingen te stimuleren hun aanbod beter af te stemmen op de behoeften uit het onderwijs.
Foto cover Leerling van de vooropleiding van het Koninklijk Conservatorium Den Haag (foto: Jochem Jurgens).
20 22
pagina 12
Inhoud
CULTUUREDUCATIE VOLGENS... KUNSTBENDE Kunstbende bestaat 20 jaar. In die tijd breidde de organisatie zijn activiteiten uit van louter een talenten jacht naar ook veel aandacht voor begeleiding en coaching. Directeur Marjolein Rietveld: “Wij willen jongeren uit de school trekken en actief met kunst bezig laten zijn.” MEDIAWIJS DOOR BEELDENDE KUNST Door in de lessen mediawijsheid ook hedendaagse mediakunst te betrekken, worden leerlingen kritisch en technisch vaardig en qua creativiteit meer aan gesproken. Dit blijkt uit het project MediaCultuur. INTERVIEW “SCHOLEN MOETEN VANUIT EEN ANDERE VISIE GAAN DENKEN” Na 22 jaar bij Cultuurnetwerk Nederland is Paul Vogelezang nu directeur van EDU-ART. In dit nummer blikt hij terug op de afgelopen jaren. “Er is veel bereikt, maar tegelijkertijd is de cultuureducatie haar ambachtelijkheid kwijt. Daar maak ik me zorgen over.” HOOFDARTIKEL SCOUTEN EN ONTWIKKELEN VAN TALENT Er is veel aandacht voor talentontwikkeling. De voor opleidingen in het kunstvakonderwijs breiden zich steeds verder uit en ook culturele instellingen ontwik kelen aanbod. Daarbij worden niet alleen de uitblinkers gestimuleerd, maar ook de leerlingen die er later misschien niet direct hun beroep van kunnen maken. Keuzes maken, eisen stellen en visie ontwikkelen CURSUS CULTUUREDUCATIE VOOR AMBTENAREN Van ICC’ers van basisscholen die langskomen tot provincies die de regierol voor cultuureducatie verleggen. Van steeds meer kanten wordt er een beroep gedaan op de deskundigheid van de gemeentelijke cultuurambtenaar. De cursus Cultuureducatie voor ambtenaren probeert hen hierbij te ondersteunen. DITJES EN DATJES ‘Weetjes’ voor en door de lezer OPINIE Een column van Luk Dewulf, pedagoog en schrijver van het boek: Ik kies voor mijn talent. Daarnaast reacties op de vraag uit nummer #61: ‘Wat doet u met uw cultuurbeleidsplan?’ Tot slot reacties op de kennisbases voor de pabo’s. Vormen deze een kans of een bedreiging voor cultuur?
tekst: Rob de Blok
Cultuureducatie volgens…
geleden een paar keer mee in de inmiddels opge heven categorie Alles mag, zonder al te veel succes in de finale overigens. “Regionaal heb ik toen gewonnen, maar in de landelijke wedstrijd ging het niet zo goed. Kunstbende heeft mij enorm geholpen mijn ding te blijven doen. Het was bijvoorbeeld heel inspirerend om mee te doen aan een workshop die Kunstbende aan bood. Daar heb ik veel van geleerd: al die verschillende leeftijdgenoten – je trekt je op aan elkaar. Later heb ik nog een keer in de jury gezeten. Kunstbende biedt jongeren die anders zijn een platform. En na de show ga je verder, met een degelijk juryrapport vol met adviezen onder je arm.”
Individuele begeleiding
Lars Nijman, winnaar Kunstbende 2007 in de categorie Alles mag.
Kunstbende Kunstbende spot en stimuleert al 20 jaar jonge talenten. In die tijd is de grootleverancier van jonge kunstenaars en artiesten uitgegroeid van een talentenjacht naar een organisatie met veel aandacht voor begeleiding en coaching. Directeur Marjolein Rietveld: “Wij willen jongeren uit de school trekken en actief met kunst bezig laten zijn.” “Waar Idols mensen soms al voor ze op de stip staan afdankt, krijgt iedere deelnemer bij ons een juryrapport met opbouwende kritiek. Wij nemen de jongeren serieus en begeleiden ze vóór ze op het podium staan én erna. Voor ons publiek is het geen wedstrijdje boeroepen en wegwezen”, zegt Marjolein Rietveld, directeur van Kunstbende. Zelfs op een vroege maandagmorgen spreekt zij in het Amsterdamse hoofdkwartier met aanstekelijk enthousiasme over het nog altijd jonge, ietwat anarchistische karakter van Kunstbende. Coördinator talentontwikkeling Serdar Tonkas zit er een beetje brak bij: het is laat geworden, gisteren bij een van de voorrondes in Friesland. Kunstbende wil jongeren actief stimuleren om hun talenten te laten zien en doet dat van oudsher met talentenjachten en de workshops die daarvan deel uitmaken. In acht categorieën (Taal, Muziek, Dans, Fashion, Film & animatie, Dj, Expo en Theater & performance) strijden deelnemers tegen elkaar. De
regionale voorrondes worden gehouden op lokale podia of in de aula van een school en duren van september tot april. Tijdens de landelijke finale oordeelt een jury van professionele kunstenaars wie van de 250 tot 300 deelnemers zijn of haar naam mag bijschrijven in de ‘Hall of Fame’. Op weg naar de finale bezoekt Kunstbende jongeren centra, buurthuizen, aula’s en klaslokalen, zoekend naar jongeren die hun kunsten willen presenteren. Soms komt Kunstbende voor een workshop in het klaslokaal, soms voor een middagje met folders en ander materiaal, soms voor een complete lessencyclus van acht weken in het kader van CKV, uitmondend in een wedstrijd. Dat verschilt van regio tot regio. Een imposante reeks van gevestigde kunstenaars is schatplichtig aan de wedstrijden van Kunstbende. Zo dankte cabaretière Claudia de Breij 20 jaar geleden haar doorbraak aan het winnen van de finale. Ook acteur Egbert Jan Weeber (29) deed een jaar of tien
In de loop der jaren werd, naast het ontdekken van talent, de individuele begeleiding van deelnemers steeds belangrijker. “Je moet oppassen dat ze niet verzuipen, maar juist geïnspireerd blijven”, zegt Tonkas. Drumtalent Lars Nijman won drie jaar geleden als dertienjarige de eerste prijs in de categorie Alles mag. Dat leidde tot een stortvloed aan media-aandacht, van De Wereld Draait Door tot VPRO Villa Live. Kunstbende begeleidde Lars en zijn ouders, die niet wisten wat hen overkwam, op organisatorisch gebied. Lars is nog altijd blij met alles wat Kunstbende voor hem deed ná de finale: “Er is ontzettend veel gebeurd sinds ik drie jaar geleden won. Ik stond op Mystery Land (voor vijftig man) en met Cesar Zuiderwijk van de Golden Earring op het Oud en nieuwfeest op de Dam (voor 25.000 man)! Dit jaar nodigde Cesar me uit voor een drum driedaagse, waar deelnemers les krijgen van 20 ver schillende leraren – en ik ben er één van. Het houdt niet op.” Nijman deed ook mee aan Bijna Beroemd, een talen tenjacht van de NCRV. “Daar heb ik ook gewonnen, maar zonder Kunstbende was ik zeker minder ver gekomen. Bijna Beroemd was een stunt: je hebt bij de show een miljoen kijkers, maar daarna doen ze niks meer voor je. Je doet je ding, iedereen ziet het en daarna ga je op jezelf verder.”
Cultuureducatie volgens…
komen die te maken hebben met het ontwikkelen van culturele talenten: cultureel ondernemerschap, mentor schap, interdisciplinair en peer to peer. De ervaring heeft geleerd dat deze vier elementen nodig en inspi rerend zijn om succes te behalen. “Het Collectief ontstond toen wij alle finalisten uitnodigden voor een coachingsgesprek over de vraag: waar sta je nu?”, zegt Tonkas. “Uiteindelijk hebben wij negen ex-deelnemers geselecteerd op creatief én organisatietalent. Het Collectief huurden wij in als openingsact van de finale dit jaar. Zij vragen dan om vijftien dansers, wij geven ze een print met honderd Kunstbende-deelnemers en zij organiseren een auditie. Als de openingsact achter de rug is, gaan ze werken aan een nieuwe opdracht: vul deze zomer 24 uur lang een podium.” Ykwinno Hensen (17) is een van de negen leden van het Collectief. Hij werd vorig jaar winnaar in de categorie Taal. “Sindsdien is er zóveel gebeurd! Optredens op
Kunstbende Collectief
De nieuwste loot aan de tak is het Kunstbende Collectief. Het Collectief is een mooi voorbeeld van de derde fase waarin Kunstbende zich bevindt: na het ontdekken en het begeleiden, is er nu veel aandacht voor coaching van talenten. In het Collectief is van elke categorie een finalist uit voorgaande jaren vertegen woordigd. De opdracht is: projecten en acts op te zetten, gebruik makend van Kunstbende-deelnemers. Tonkas legt uit dat in dit Collectief vier pijlers aan bod
“Voor ons publiek is het geen wedstrijdje boe-roepen en wegwezen.” Marjolein Rietveld, directeur Kunstbende
Ykwinno Hensen, winnaar Kunstbende 2009 in de categorie Taal (foto: John Klijnen).
“Kunstbende biedt jongeren die anders zijn een platform. En na de show ga je verder, met een degelijk juryrapport vol met adviezen onder je arm.” Acteur Egbert Jan Weeber Mystery Land, iPoetry live, Crossing Border, Night writers… Het is al met al een van de mooiste dingen die mij gebeurd zijn. De Kunstbendewedstrijd triggerde mij. Ik merkte: yes, ik kan iets op dat vlak. Ik ben niet meer bang om dingen aan te nemen. Verder hielp Kunstbende mij enorm met een workshop podium presentatie. Ik lees nu langzamer, rustiger. Ze zitten daar toch om naar mij te luisteren, dus kan ik er net zo goed de tijd voor nemen. Nu ben ik ook Kunstbendeambassadeur in Noord-Brabant, waarvoor ik trouwens meteen mee kon doen aan een masterclass presen tatie. Nog steeds krijg ik individuele begeleiding en maak ik met andere kunstdisciplines een show als deelnemer van het Collectief. Ik ga sowieso door met schrijven en hoop er ooit van te kunnen leven.”
Participatie anno nu
Voor Rietveld gaat cultuurparticipatie anno nu verder dan de wedstrijden: “Wij willen jongeren uit de school trekken en actief met kunst bezig laten zijn. Steeds vaker zijn wij een soort culturele vraagbaak: docenten willen van ons weten wat er te doen is in de regio.
Egbert Jan Weeber in de Net 5-serie Verborgen Gebreken (foto: Mark de Blok).
tekst: Annette Lubbers
Omdat wij dicht bij het vuur zitten, kunnen we indivi duele jongeren of de hele klas kunst laten beoefenen.” Rietveld geeft aan dat het Kunstbende erom gaat dat jongeren elkaar hun kunsten laten zien. “Wij laten ze ontdekken dat het eigenlijk best makkelijk is om een filmpje te monteren. Het gaat om doen. Wij zijn nu bezig met een draaiboek, waarmee jongeren zelf op hun school een Kunstbendewedstrijd kunnen organi seren. Misschien kunnen ze daarmee hun maatschap pelijke stages invullen. Jongeren doen het zelf, dat is de sterke kant van Kunstbende.”
RE AG EE R!
MEER INFORMATIE • Kunstbende Marjolein Rietveld T 020-5219 922 www.kunstbende.nl EERDER VERSCHENEN ARTIKELEN OVER DIT ONDERWERP IN BULLETIN CULTUUR & SCHOOL: • Nummer 54 (november 2008): Competitie maakt leergierig • Nummer 36 (februari 2005): Kunstbende gaat met partners werken Downloaden: www.cultuurplein.nl/ bulletin/bulletinpdf
Studenten Beeldende Vorming Lieke Hammink en Anne Steenbergen die een lessenserie ontwikkelden (studenten ArtEZ) (foto: Marlou van Heemskerk).
Mediawijs door beeldende kunst Mediawijsheid is méér dan ver standig met internet kunnen omgaan en goed computers en camera’s kunnen bedienen, vindt Emiel Heijnen, docent vakdidactiek aan de Amsterdamse Hoge school voor de Kunsten. Door in de lessen mediawijsheid ook de hedendaagse mediakunst te betrekken, worden leerlingen behalve kritisch en technisch vaardig, ook op het creatieve vlak veel meer aangesproken. En precies die combinatie maakt dat de lessen mediawijsheid beklijven en kwalitatief goed zijn. Dit blijkt uit de eerste resultaten van het project MediaCultuur.
“Het audiovisuele onderwijs op middelbare scholen had niet de vernieuwing gebracht in het kunstvakonder wijs die sommigen ervan verwachtten. Films maken of een fotoserie, dat stond in het audiovisuele onderwijs centraal. Het was soms erg gericht op de techniek en had weinig met beeldende kunst te maken. Veel docen ten waren audiovisuele pioniers en moesten zelf een plek veroveren binnen hun school. We dachten dat nieuwe generaties kunstvakdocenten de brug naar nieuwe technieken en de meer kunstzinnige aanpak wel zouden slaan. Dat bleek niet het geval, ze missen goede voorbeelden. Daardoor neigen ze bij het les geven te vervallen in traditionele lesvormen, waarin nieuwe media en creatief en kritisch mediagebruik weinig worden ingezet.” Daar moest wat aan veranderen, vond Heijnen. Van oorsprong is hij docent beeldende kunst en vorm geving, sinds 2003 richt hij zich op de vakdidactiek van het kunstonderwijs. Om die vernieuwing te bewerk stelligen ontwikkelde Heijnen in 2008 samen met drie kunstvakopleidingen, Kennisnet en 20 VO-scholen het project MediaCultuur. Met als doel verbanden te leggen tussen mediawijsheid en kunstonderwijs. Dat wordt op drie manieren bewerkstelligd: ten eerste door lessen te ontwikkelen die direct bruikbaar zijn in de lessen beeldende vorming en/of CKV in het VO, ten tweede door mediawijsheid te integreren in het curri culum van opleidingen Docent Beeldende Kunst en Vormgeving en ten slotte door onderzoek en kennis deling te stimuleren. Op die manier krijgen de zittende
Creatief
kunstdocenten goed lesmateriaal voor mediawijsheid, worden toekomstige docenten beeldende vorming beter geschoold om mediawijsheid in hun lessen te verwerken en wordt het project geëvalueerd en kennis overdraagbaar.
Kritisch
Kunst
Media Mediawijze Kunst
Het idee
“De hedendaagse beeldende kunst kan een belang rijke bijdrage aan media-educatie leveren, omdat de media daar het spannendst worden becommen tarieerd”, vindt Heijnen. Hij noemt het voorbeeld van de video-installatie Raw Footage van kunstenaar Aernout Mik. Deze selecteerde hiervoor ongebruikte archiefbeelden van de oorlog in voormalig Joegoslavië. Deze beeldenreeks toont bijvoorbeeld een prachtig heuvellandschap dat zich langzaam vult met grijze wolken, veroorzaakt door explosies en hevige vuur gevechten die zich daar klaarblijkelijk afspelen. Er is geen geschreeuw, geen alarm. We zien mannen zich vervelen, een sigaretje roken of een cola drinken tus sen het schieten door vanuit de loopgraven. Emoties blijven achterwege in Raw Footage. Zoals ook een commentaarstem of een verhaallijn, die de toeschou wer van deze video-installatie helpen de beelden te kunnen plaatsten. Heijnen: “Raw Footage laat zo’n ànder beeld zien van oorlog, de verveling, de spelende kinderen, de natuur. Beelden die we via de verslag gevers niet te zien krijgen maar die óók bij oorlog horen. Aan de hand van dit soort werken kun je prach tige lessen en opdrachten maken. Dit is wat we in MediaCultuur doen.”
Afbeelding van het thema Media & Privacy, een van de zeven thema’s uit het project MediaCultuur.
grappige filmpjes en foto’s, bijvoorbeeld een filmpje met de bewakingscamera gemaakt van een docent die een cup à soup steelt of een meisje dat op de WC met WCpapier haar borsten vergroot. De leerlingen bleken goed inzicht te hebben in de subjectieve werking van ‘celebritybeelden’.”
Samenhang
ICT
Technisch Figuur: Een overlap tussen kunst, media en ICT geeft volgens onderzoek de meeste garantie op een goede ontwikkeling van mediacompetenties.
Lesmodules
Als de projectperiode klaar is in 2011, moeten er 25 lesmodules zijn. Lieke Hammink en haar studiegenoot Anne Steenbergen, beide student Beeldende Vorming aan de Hogeschool ArtEZ in Arnhem, ontwikkelden de lessenserie Onscherpe beelden. Deze behandelt één van de thema’s van MediaCultuur: Media en Privacy. “De lessen gaan over paparazzifoto’s, de effecten van de aanwezigheid van bewakingscamera’s en over de eigen privacy van leerlingen”, legt Hammink uit. “Aan de hand van het werk van onder andere kunstenaar Alison Jackson (een kunstenares die met behulp van lookalikes foto’s van ‘beroemdheden’ maakt in vreemde en soms shockerende situaties en zo commentaar levert op paparazzifotografie, red.) gaven we een introductie op het thema Privacy. Wat is een paparazzifoto, wanneer voel jij je bekeken? Daarna kregen leerlingen de opdracht zelf ook zo’n foto te maken.” Iedere opdracht in deze lesmodule bestaat uit drie stappen: oriënteren, bedenken en zelf uitvoeren. Een combinatie die ervoor zorgt dat de lessen de creatieve, technische en kritische vaardigheden aanspreken (zie figuur). In de eerste stap bekijkt de leerling samen met de docent het kunstwerk en probeert te achterhalen wat hij er zelf interessant aan vindt. Daarna moet dat omgezet worden naar een idee dat leerlingen vervolgens ook uitvoeren. Het viel Hammink op hoe snel de leerlingen de kenmerkende beeldaspecten van de paparazzifoto’s door hadden: een korrelige structuur vanwege de grote telelens en aan de kaders was vaak te zien dat de fotograaf op een verborgen plek stond. “Leerlingen zijn bekend met de technieken. Maar nu moesten ze na denken over het verschil tussen wat zijzelf als leerling ermee doen en wat een kunstenaar ermee doet. En dan zie je dat ze een diepe inhoud en de stevige maatschap pelijke vraagstelling, die je vaak in deze vorm van beeldende kunst tegenkomt, ook best aankunnen.” Behalve dat de reflectie goed aan bod kwam in hun lessen, concludeert Hammink dat leerlingen de lessen vaak ook gewoon leuk vonden: afwisselend, kort en effectief. Hammink: “Ze maakten zelf bovendien ook
Wat maakt een les in mediawijsheid tot een goede les? Talita Groenendijk van het Instituut voor de Leraren opleiding van de Universiteit van Amsterdam heeft dit met twee collega’s onderzocht. Het onderzoek Lessen in mediawijsheid nam zeven lesmodules onder de loep, die gemaakt waren door studenten van drie hoge scholen die aan het project MediaCultuur deelnemen. De lesmodule van Hammink en Steenbergen kwam in het onderzoek als een van de betere uit de bus. Groenendijk: “Iedere les van Lieke en Anne bevatte de cyclus van receptie, productie en reflectie. Juist de overlap tussen de drie aspecten kunst, media en ICT (zie figuur) geven de meeste garantie op goede ontwikkeling van de mediacompetenties”, concludeert Groenendijk in haar onderzoek. “In de lesmodule van Hammink en Steenbergen was er consequent ruimte ingebouwd voor reflectie. In de andere lesmodules die we onderzochten, kwamen leerlingen daar vaak niet meer aan toe. En nu blijkt dat juist die reflectie een belangrijke succesfactor is. Zeker als je er ook werkvormen aan verbindt.” “Uit ons onderzoek blijkt dat het gebruik van beeldende kunst bij lessen mediawijsheid meer kans geeft op ver dieping en vernieuwing in de les, dan wanneer lessen beginnen met een gesprek over Hyves of YouTube. Daar door heb je meer kans de kritische, technische en crea tieve vaardigheden aan te spreken en dat maakt ze vaak beter. Bij lessenseries waarin de beeldende kunst niet betroken werd, bleven de lessen een beetje steken op het niveau van lessen maatschappijleer, in de zin van leren je persoonsgegevens op Hyves te beschermen.” Heijnen vult aan: “Benader bij media-educatie de tech niek zoals een kunstenaar dat doet. Laat leerlingen zelf idee en visie ontwikkelen en die realiseren met de bij behorende techniek. Dan wordt mediawijsheid méér dan waarschuwen tegen negatieve media-effecten en het aanleren van technische vaardigheden zoals de bediening van camera en computer. Creatief denken en de persoonlijke omgang met beeld vind ik vandaag de dag veel relevanter.”
RE AG EE R!
“Uit ons onderzoek blijkt dat het gebruik van beeldende kunst bij lessen mediawijsheid meer kans geeft op verdieping en vernieuwing.” Talita Groenendijk van het Instituut voor de Lerarenop leiding van de Universiteit van Amsterdam
Afbeelding van het thema Media & Identiteit, een van de zeven thema’s uit het project MediaCultuur.
MEDIAWIJSHEID Mediawijsheid is in de definitie van de Raad voor Cultuur: “Het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en veilig en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde samenleving.” Heijnen benadrukt de term “mediawijsheid” niet voor het kunstvakonderwijs te claimen. Ook andere vakken zouden moeten bijdragen aan de media-educatie van hun leerlingen en studenten, vindt hij. Daarom ziet Heijnen weinig heil in de benoeming van een Mediacoach in het VO, zoals de Raad bepleit in haar advies over mediawijsheid.
MEDIACULTUUR • Het project MediaCultuur is gestart in oktober 2008. Inmiddels hebben zo’n 80 docenten Beelden de Vorming in opleiding lesmodu les ontwikkeld voor het VO. De Universiteit van Amsterdam heeft deze lesmodules onderzocht. De beste zijn – na redactie – gepubli ceerd op www.MediaCultuur.net. Op die site is ook informatie te vinden over de zeven thema’s binnen MediaCultuur, de bronnen, nieuws en projectinformatie. De zeven thema’s zijn: 1. Media & Interculturaliteit 2. Media & Privacy 3. Media & Lichaam 4. Media & Macht 5. Media & Medium 6. Media & Spelen 7. Media & Identiteit
• Alle partners van het project MediaCultuur zijn aangesloten bij www.mediawijzer.net. Dit platform is op initiatief van de ministeries van OCW en Jeugd en Gezin opge zet om kinderen, jongeren, ouders en scholen mediawijs te maken. Er zijn zo’n 250 organisaties bij aangesloten. • Het onderzoek Lessen In Media wijsheid van Talita Groenendijk, Jantina Huizenga en Anne Toorenaar, oktober 2009, is te vinden op http://onderzoek. kennisnet.nl/onderzoeken/ rendement/lesseninmediawijsheid
MEER INFORMATIE Publicaties • MediaCultuur- kunst als mediacoach BESTELLEN en KOSTEN: www.mediacultuur.net €15,• In Cultuur+Educatie nummer 26 schetsen vijf deskundigen een beeld van de ontwikkelingen die plaatsvinden op het snijvlak van kunst, media en educatie. Het zijn Emiel Heijnen (NL, Hogeschool van de kunsten Amsterdam) Paul Duncum (VS), Carl-Peter Buschkühle (Duitsland), Andrew Burn (Engeland) en Hans Martens (Vlaanderen). BESTELLEN: www.cultuurnetwerk.nl/ producten_en_diensten/ publicaties
tekst: Maaike Severijnen
10
Interview
“Scholen moeten vanuit een andere visie gaan denken” Na 22 jaar bij Cultuurnetwerk Nederland (voorheen LOKV) is senior projectleider Paul Vogelezang directeur geworden van EDU-ART. Hij blikt terug op wat hij de afgelopen jaren heeft gedaan en wat er is veranderd in de cultuureducatiesector. “Er is met cultuureducatie veel bereikt, maar tegelijkertijd is kunstedu catie haar ambachtelijkheid kwijtgeraakt. Daar maak ik me zorgen over.” Paul Vogelezang weg bij Cultuurnetwerk. Dat is toch moeilijk voor te stellen. “Na 22 jaar hoor je toch wel bijna tot het meubilair. En in die tijd is er zoveel gebeurd en veranderd. Het was 1985 en ik werkte 13 jaar als muziekdocent. Op een bijeenkomst was ik met het Landelijk Ontwikkelinstituut Kunstzinnige Vorming (LOKV) in aanraking gekomen. Ik wist toen niet eens dat er zo’n instituut bestond. Nadat ik boventallig was geworden op de opleiding waar ik werkte, ben ik in 1988 bij het LOKV gaan werken. Ik begon als medewerker muziek basisonder wijs. Destijds was het LOKV een echt ontwikkelinstituut waaraan door de overheid elk jaar wel een kleine stichting werd toegevoegd. Onze afdeling maakte bijvoorbeeld lesmateriaal voor muziekscholen, het onderwijs en het sociaal cultureel werk. En een andere afdeling had bijvoorbeeld contact met beeldend kunste naars. Je kunt het je nu bijna niet meer voorstellen, maar toen had je nog geen Centra voor de Kunsten en een relatie met het onderwijs was niet vanzelf sprekend. En het ging vooral om actieve kunst beoefening. Kinderen gingen zelf blokfluiten.” Hoe kwam daar verandering in? “Toen werd Hedy d’Ancona minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Zij zorgde voor een premieregeling waardoor er jaarlijks 1 miljoen gulden beschikbaar kwam om receptieve activiteiten op scholen vorm te geven. Ze wilde er zo voor zorgen dat kinderen in aanraking kwamen met professionele kunstenaars. Die premieregeling is eigenlijk het funda ment onder de huidige kunstmenu’s. Maar ook dit was
Paul Vogelezang (foto: Marie-José Kommers).
in eerste instantie vrij traditioneel opgezet. De concer ten die werden uitgezocht waren toch vooral bedoeld om het volk te verheffen en in te wijden in de klassieke cultuur. In die tijd werkte ik binnen het LOKV voor de voorloper van het Impresariaat Uit de Kunst. Ik zocht toen concerten voor scholen uit. Toen ik Heavy Metal introduceerde, was daar veel discussie over. Bemid delaars liepen weg, maar de leerlingen stonden te swingen.”
Zijn er zaken waar je achteraf niet met trots op terugkijkt? “Er is wel één echte nagel aan mijn doodskist. Wij hebben begin jaren ‘90 in samenwerking met auteurs van twaalf instellingen voor kunsteducatie een lessen reeks ontwikkeld, Kunst in de basisschool. Dit waren 200 lessen, verdeeld over alle disciplines waarin zowel actieve als receptieve kunstbeoefening zat. Maar deze is nooit uitgegeven, omdat we de auteursrechten van de videofragmenten die we gebruikt hadden niet geregeld kregen. Daar staat tegenover dat deze lessen reeks wel voor een enorme boost heeft gezorgd in het denken over principes als zelf actief zijn, kijken en reflecteren. Doordat we hem samen met andere instel lingen hebben ontwikkeld, heeft dat hen geïnspireerd om tot op de dag van vandaag nieuwe producten te ontwikkelen die gebruik maken van deze principes.”
11
In de jaren daarna heeft cultuureducatie wel een vlucht genomen. We kregen het vak CKV, het programma Cultuur & School, de Regeling Versterking Cultuur educatie Primair Onderwijs. Genoeg reden om met een positief gevoel terug te kijken, of niet? “Zeker, er is zoveel meer aandacht voor kunst- en zeker ook erfgoededucatie gekomen. Ik heb me zelf de laatste acht jaren veel bezig gehouden met de pabo’s. Studenten worden immers geacht de rol van cultuurdrager en cultuuroverdrager te gaan vervullen. We hebben samen met de pabo’s gekeken wat ze al deden aan cultuur educatie, hoe de samenhang was, wat er versterkt kon worden. Dat was ook nodig, want er is zoveel veranderd op de pabo’s: de komst van de bachelor-masterstructuur, het competentiegericht onderwijs en de zelfregulering. Studenten moeten hun eigen afstudeerprofiel bepalen en veel contacturen zijn vervangen door zelfstudie. Daarbij is het accent de afgelopen 20 jaar meer en meer op peda gogiek, taal en rekenen komen te liggen. Die twee ont wikkelingen hebben ervoor gezorgd dat er nauwelijks meer aandacht is voor de ambachtelijke kant van muziek, schilderen, dans etc. Daarnaast zijn de vakleerkrachten op veel basisscholen ook nog verdwenen. Ik maak me hier zorgen over. Talent van kinderen is voor een maat schappij het fundament voor morgen. Daarom moeten we veel in kinderen en jongeren investeren, dat is puur eigenbelang. Het talent voor wetenschap is net zo belangrijk als talent voor de kunsten. Het ene talent kan niet zonder het andere. Onze economie, ons voortbe staan, is alleen te garanderen als al die talenten op al die verschillende terreinen zich kunnen ontwikkelen. En daar hebben we onder andere cultuureducatie voor.” Hoe moet het volgens jou verder de komende jaren? “We zijn met elkaar op zoek naar een nieuwe chemie tussen de kunstvakopleidingen en het reguliere onder wijs. Daar kan wel iets moois uit ontstaan. Ook zou het goed zijn als scholen gaan denken vanuit een onder wijskundige visie en vanuit die visie cultuureducatie vorm geven. Cultuureducatie wordt toch vaak gezien als iets dat erbij komt. De overheid en professionals gebruiken termen als kunsteducatie, erfgoededucatie en mediaeducatie, waardoor het nog meer lijkt. Als je je onderwijs anders inricht, dan kun je rekenonderwijs ook prima geven vanuit bijvoorbeeld de kunsteducatie. En taal onderwijs vanuit media-educatie. Het onderwijs zou meer moeten samenwerken met een beperkt aantal externe partijen om deze visie meer handen en voeten te geven, zodat ze gaan inzien dat het geen extra belasting is, maar een verrijking en dat het voor kinderen interes santer onderwijs oplevert! Ook vanuit de gemeenten zou er meer meegedacht moeten worden over hoe dit kan worden verbeterd. Gemeenten rekenen een theater bijvoorbeeld af op de kwantiteit, als ze 5000 scholieren binnen hebben gekregen, behouden ze hun subsidie. Maar of dat voor die 5000 kinderen past binnen waar zij op dat moment mee bezig zijn, is nauwelijks aan de orde. Inzet op ontplooiingsmogelijkheden van burgers vraagt om een andere wijze van denken over de
Interview
financiering van activiteiten in de cultuureducatieve sector. De winst is vaak pas jaren later te incasseren.”
Wat wil je nu bereiken bij EDU-ART? “Ik wil de rol die EDU-ART nu al heeft in de provincie Gelderland nog verder versterken en de verbindingen tussen onderwijs, culturele instellingen en gemeenten nog krachtiger maken. In 2013 zitten er forse bezui nigingen aan te komen, het is nu zaak om cultuur educatie op inhoudelijke gronden veilig te stellen met de vraag: wat heeft onze samenleving nodig? Want met alleen het argument: het is goed voor je, komen we er niet.”
RE AG EE R!
Paul Vogelezang: “Inspiratie vanuit verschillende ‘talen’ (beeld, geluid, vormge ving), denken, analyseren, eigen maken, zoeken naar nieuwe wegen, transpiratie, zelf opnieuw vormgeven. Dat zijn belangrijke kenmerken van cultuureducatie.”
Een goed voorbeeld hiervan: in Bambuso-Sonoro (van kunstenaar Hans van Koolwijk) zitten de kinderen letterlijk in het kunstwerk en ontdekken ze samen met de kunstenaar een nieuwe klankenwereld. Die zoektocht is niet alleen prachtig vormgegeven, maar biedt ieder kind ook de gelegenheid om op eigen creatieve manieren nieuwe werelden te ontdekken (foto: Frank Dries).
12
Hoofdartikel
tekst: Anita Twaalfhoven
13
Hoofdartikel
Scouten en ontwikkelen van talent Er is veel aandacht voor talentontwikkeling. De vooropleidingen in het kunstvakonderwijs breiden zich steeds verder uit en ook culturele instellingen ontwikkelen een aanbod dat is toegespitst op uitblinkers. Maar niet alleen de kinderen op topniveau worden gestimuleerd, ook de leerlingen die er later misschien niet hun beroep van kunnen maken: “We willen ze een creatieve middelbare schooltijd geven.” Wie hoort over kinderen die op hun zesde al een vioolconcert geven tijdens het Kinderprinsengracht concert of op hun elfde een rol dansen in De Noten kraker van het Nationaal Ballet, denkt al snel dat je met zo’n talent geboren wordt. Wat is talent eigenlijk precies: is het een aangeboren gave of is het aan te leren? Volgens psycholoog Vittorio Busato, schrijver van het boek Het geheim van de uitblinker, kan een aange boren aanleg weliswaar een voorsprong geven, maar dat is niet genoeg. “Onderzoek naar uitzonderlijke prestaties in de sport, muziek of wetenschap toont aan dat de betreffende experts tenminste tien jaar hard bezig zijn geweest om dat niveau te bereiken”, zegt hij. “Het komt ze dus niet aanwaaien.” Hij benadrukt dat het hierbij om een specifieke manier van werken gaat die bekend staat als deliberate practice: “Onder supervisie van uitmuntende bege leiders en gebaseerd op kennis van de allerbeste methoden die binnen een vakgebied bestaan om een hoog prestatieniveau te bereiken.” Om erachter te komen welke eigenschappen uit blinkers met elkaar gemeen hebben, interviewde hij toptalent in diverse vakgebieden. Ook kunstenaars als acteur Pierre Bokma, danseres Igone de Jongh, jazz pianist Michiel Borstlap en schrijver Joost Zwagerman deden mee aan het onderzoek. Hieruit rolde een lijst met 19 eigenschappen, met als belangrijkste twee een drive om keihard te willen werken en een onvoorwaar delijke liefde voor het vakgebied. Maar ook je eigen tekortkomingen kennen, weinig moeite hebben met het opbrengen van discipline en niet gericht zijn op succes, maar op innerlijk meesterschap, kenmerken een toptalent.
Kleuters scouten
Leerling van de vooropleiding van het Koninklijk Conservatorium Den Haag (foto: Jochem Jurgens)
Bij het Koninklijk Conservatorium in Den Haag begint het scouten van talent al op de kleuterleeftijd, vertelt Anthony Zielhorst die aan het hoofd staat van de afdeling Jong KC. Op een aantal zaterdagen kunnen kinderen vanaf vijf jaar muzikale spelletjes doen op het conservatorium. “Ondertussen testen wij hun muzikale gevoel. We luisteren hoe ze zingen en kijken of ze in de maat kunnen lopen en ritmes na kunnen doen. Ook de juiste feeling en een geschikte lichaamsbouw voor het instrument dat ze bespelen, zijn belangrijke criteria.”
Na onderling overleg kiezen de docenten zo’n honderd kinderen uit die mee mogen doen aan het basis programma van 45 lessen dat anderhalf jaar duurt. “Het Jong KC is een kweekvijver voor talent, net zoals dat bij de grote voetbalclubs gebeurt. Jong beginnen is het allerbelangrijkste voor de ontwikkeling van talent. Vooral als gaat om klassieke dans en muziek. Je moet samen met je instrument opgroeien, één zijn met je viool of piano. Het trainen van de juiste spieren en automatiseren van de bewegingen kost heel veel tijd. De professionele muziekwereld is keihard. Als je niet tijdig aan de eisen voldoet, kun je het vergeten.” Een deel van de kinderen stroomt na de lessen bij het Jong KC door naar de School voor Jong Talent. Ze volgen primair onderwijs of voortgezet onderwijs in combinatie met een muziekopleiding. “Deze leerlingen werken echt heel hard”, vertelt de directeur van de school Jan van Bilsen. Ze volgen alle reguliere school vakken plus de muziekvakken en thuis studeren ze dan ook nog eens drie uur op hun instrument.” Krijgen ze daar nooit genoeg van? “Ze zijn meestal erg gedreven, ook in de reguliere schoolvakken. We moeten ze soms eerder afremmen. Doe een week niets in de vakantie en ga eens met vrienden naar de disco, zeggen wij dan.” Leerlingen die ver weg wonen, verblijven doordeweeks in een gastgezin, soms van ouders die zelf ook een kind op de school hebben. “Voor de jongste leerlingen, van een jaar of tien, is het weleens zwaar om zover van huis te wonen. Als het kan, is reizen een betere oplossing.” Ze hoeven niet allemaal zo jong te beginnen. “Met zang is je lichaam het instrument en moet je wachten tot een jaar of vijftien en je meer volgroeid bent. Ook in
“Jong beginnen is het aller belangrijkste voor de ontwikkeling van talent. Je moet samen met je instrument opgroeien, één zijn met je viool of piano.” Anthony Zielhorst, hoofd van de afdeling Jong KC
14
Hoofdartikel
15
Hoofdartikel
“Je hoeft niet voor je beroep op de planken te staan, ook met zingen de politieagenten en dansende burgemeesters ziet de wereld er een stukje mooier uit.”
“Als je een 5 voor wiskunde staat en een 9 voor Engels, is de tendens: laat Engels maar even zitten en haal je andere cijfer omhoog. Terwijl je juist zou moeten aansluiten bij de passie van leerlingen.”
Roel Duine, teamleider van de Theaterhavo in Rotterdam
Jan van Bilsen, School voor Jong Talent Leerlingen van de Theaterhavo (Jeugdtheater Hofplein) (foto: Suzanne van de Kerk).
Spitzen en sprongtechniek
Leerling van de vooropleiding van het Koninklijk Conservatorium Den Haag (foto: Jochem Jurgens)
de jazz- en popmuziek kunnen leerlingen later instap pen, omdat dit technisch gezien andere eisen stelt.” De School voor Jong Talent, met zo’n 35 leerlingen in het primair onderwijs en 120 leerlingen in het voort gezet onderwijs, staat niet alleen open voor muziek leerlingen. Ook leerlingen van de opleidingen jong talent van de Dansvakopleiding en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst volgen er onderwijs. “Ze volgen lessen in het eigen kunstvak, maar bij wiskunde of geschiedenis krijgen ze samen les. Dat werkt heel goed en ze inspireren elkaar. Als de leer lingen Beeldend bijvoorbeeld bezig zijn met een modeproject, vragen ze de dansers om hun creaties te showen op de catwalk.”
Wie de vooropleiding van de Nationale Balletacademie van de Amsterdamse Theaterschool wil doen, moet eerst een intensieve oriëntatiecursus volgen en auditie doen. Net als bij de School voor Jong Talent gaat het in deze vooropleiding om een combinatie van dansonder wijs met regulier onderwijs. Directeur van de afdeling Dans, Leontien Wiering: “Het dansaandeel begint in groep 7 en 8 van het primair onderwijs met zo’n 12 à 14 uur per week en loopt in het voortgezet onderwijs op tot 18 à 20 uur.” Wat voor lessen krijgen ze? “De hoofdmoot is academische dans. Wij werken volgens de Russische Vaganovamethode, die de ontwikkeling van dansers in de leeftijd van 10 tot 18 jaar bestrijkt. Dit is een zorgvuldig opgebouwde training waarin het hele scala van passen en technieken aan bod komt.” Ook werelddans en moderne dans komen aan bod. Evenals muziek, dansgeschiedenis en blessure preventie. Jongens en meisjes krijgen ook aparte trainingen: meisjes dansen op de spitzen en jongens krijgen onder meer schermen, krachttraining en sprongtechniek. “Wat de motivatie tot grote hoogte drijft”, zegt zij, “is meedansen in de voorstellingen van Het Nationale Ballet.” De danslessen zijn vooral in de ochtend, de andere schoolvakken volgen de leerlingen in de middaguren.
Leerlingen van de vooropleiding van de Nationale Balletacademie van de Amsterdamse Theaterschool (foto: Deen van Meer).
De jongsten gaan dan naar de Basisschool Olympia en de oudere leerlingen doen havo of vwo bij de Scholengemeenschap Gerit van der Veen. In overleg met deze scholen is het rooster voor de dansleerlingen aangepast. “Deze opzet lijkt erg op die van de LOOT-scholen in de sport”, zegt Wiering. LOOT staat voor Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport. Deze scholen faciliteren het onderwijs voor jonge topsporters. Het Stedelijk Lyceum is een cultuurprofielschool met een LOOT-afdeling. Coördinator Gerrit Dijkuizen: “Wij richten ons met extra sportlessen op de talentontwikkeling van alle leer lingen. Daarnaast is er een aparte begeleidings structuur voor de leerlingen met een topsportstatus.” Zij krijgen net als de dansers een aangepast rooster en sporten elders. “Om het goed op elkaar af te stemmen, werken we samen met de diverse sportverenigingen waar de leerlingen hun trainingen volgen.” Naast de overeenkomsten zijn er ook opvallende verschillen, zo blijkt uit het verhaal van Landelijk LOOTcoördinator Rudmer Heerema. “In de sportwereld dragen de sportbonden talentvolle kinderen voor aan het NOC*NSF. Die organisatie bepaalt wie al dan niet een toptalent is en houdt een database bij met hun gegevens. Als je niet in die database zit, kun je niet naar een LOOT-school. Wij weten dus precies hoeveel toptalent er in Nederland is, terwijl dat aantal in de cultuur onbekend is.” Een ander verschil is het beroepsperspectief: “Als je danst, word je in principe ballerina van beroep. In de sport word je een postbode of politieagent die daar naast tennist of snookert. Je wordt niet opgeleid met het idee dat je van de sport je beroep gaat maken, want dat is voor zeer weinigen weggelegd.” Wiering ziet de gedeeltelijke ontheffing van de Onder wijswet voor topsporters als een voorbeeld. “De ver plichte lestijd voor de reguliere vakken is verminderd voor topsporters en er is ook een gespreide eindexa menregeling. Dat zou ook dansers meer ruimte geven.” Ze zou zelfs een stap verder willen gaan met de talentontwikkeling van dansers. De opleiding heeft een nieuw traject in ontwikkeling, het Young Bachelor programma. “Het moet jongeren vanaf hun 15e jaar
een opleiding aanbieden waarin het aandeel dans op HBO-niveau wordt gegeven. In de ons omringende landen komen dansers op steeds jongere leeftijd bij een gezelschap. In die ontwikkelingen moeten we meegaan, anders vist ons jonge talent alsnog achter het net.”
Recht op eigen talent
Niet overal is het ontwikkelen van toptalent het hoogste doel. Ook culturele instellingen als de Hermitage in Amsterdam en Jeugdtheater Hofplein in Rotterdam doen aan talentontwikkeling. Maar zij leggen de lat wat lager. In het goed geoutilleerde kindergebouw van de Hermitage, een museum met Russische kunst, komen jaarlijks zo’n 20.000 scholieren over de vloer, vertelt hoofd educatie en marketing Frans van der Avert. “Ze krijgen op school voorbereidende lessen, een rondleiding door het museum en gaan daarna in de ateliers onder leiding van kunstenaars aan het werk, rond het thema van de expositie. De kunstenaars
Kind aan het werk in het Hermitage Atelier (foto: Evert Elzinga).
16
“Ons motto is: Ieder kind heeft recht op de ontdekking van zijn eigen talent.” Frans van der Avert, hoofd educatie en marketing de Hermitage Amsterdam
kijken of er kinderen bij zitten met een meer dan gemiddeld talent, op een groep van 30 zijn dat er meestal een of twee.” Die krijgen gratis 15 lessen in de weekenden aan geboden, onder de titel Hermitage Atelier. Vanaf hun 12e kunnen ze dan doorstromen naar de Hermitage Academie voor een langere cursus. Daar maken ze niet alleen kennis met alle mogelijke technieken en mate rialen, ze krijgen bijvoorbeeld ook kunstgeschiedenis. “Ons motto is: Ieder kind heeft recht op de ontdekking van zijn eigen talent. Talent discrimineert niet. Of je vader nu in Giethoorn of in Marrakech is geboren, het zit al of niet in je DNA. Het gaat erom dat iemand dat opmerkt.” Met dat doel haalt de Hermitage zoveel mogelijk leerlingen over de drempel, liefst van zo divers mogelijke afkomst. Ook bij Jeugdtheater Hofplein verloopt het scouten van talent laagdrempelig. “Wij zijn een grote jeugdtheater school met een breed aanbod”, zegt Roel Duine. “We hebben theatercursussen voor beginners en gevorder den en ook groepen die voorstellingen geven in ons theater. Je kunt dus vanzelf doorstromen naar een hoger niveau, maar als je dat niet wilt, hoeft het niet.” Sinds vijf jaar heeft de jeugdtheaterschool een Theater havo, waar dit jaar de eerste lichting leerlingen eind examen doet. Duine is een van de teamleiders van deze school. “Het is een reguliere middelbare school, waar we de uren die beschikbaar zijn voor gymnastiek, muziek en handvaardigheid hebben gebundeld”, zegt hij. “Die uren vullen wij in met zang, dans en theater. Maar je kunt ook kiezen voor de richting film of beeldende vorming.” Toch gaat het niet in de eerste plaats om de ontwik keling van toptalent. “Wij willen leerlingen vooral een creatieve middelbare schooltijd bieden. Of je een groot talent hebt voor theater of film kun je op die leeftijd nog niet echt bepalen. Je hoeft niet voor je beroep op de planken te staan, ook met zingende politieagenten en dansende burgemeesters ziet de wereld er een stukje mooier uit.”
Begeleiding van afvallers
Hoe is dat voor de kinderen van de vooropleidingen dans of muziek, als ze te horen krijgen dat ze het toch niet redden? “Daar gaan we voorzichtig mee om, want dat kan best zwaar voor ze zijn”, zegt Van Bilsen van de School voor Jong Talent. “Soms ontwikkelt een leerling zich onvoldoende. Je kunt ook een blessure krijgen of fysiek heel erg veranderen in de pubertijd: een ballerina van meer dan twee meter kan niet bij Het
Hoofdartikel
17
Nationale Ballet.” Ook bij de Nationale Balletacademie is de begeleiding van de afvallers intensief. “We betrek ken de ouders erbij en voeren meerdere gesprekken, het komt dan niet als donderslag bij heldere hemel”, zegt Wiering. Volgens Van Bilsen zou er veel meer aandacht moeten komen voor de ontwikkeling van toptalent. Niet alleen in de sport en de kunst, maar ook bij reguliere school vakken. “Als je een vijf voor wiskunde staat en een negen voor Engels, is de tendens: laat Engels maar even zitten en haal je andere cijfer omhoog. Terwijl je juist zou moeten aansluiten bij de passie van leerlingen, in plaats van alles gelijkmatig te verdelen. Als je het hebt over het kweken van talent, is dat wat je moet doen.”
REAGEER!
ww w.c ult uu rpl
ein .nl /bu lle tin
MEER INFORMATIE • Koninklijk Conservatorium Den Haag Jong KC Anthony Zielhorst T 070-3151 402
[email protected] www.piplatform.koncon.nl School voor Jong Talent Jan van Bilsen T 079-3151515
[email protected] www.koncon.nl • Theaterschool Amsterdam Nationale Balletacademie Leontien Wiering T 020-5277 667
[email protected] www.theaterschool.nl • Hermitage Amsterdam Frans van der Avert T 020-5307 488
[email protected] www.hermitage.nl • Jeugdtheater Hofplein De Theaterhavo Roel Duine T 010-2443 305
[email protected] www.jeugdtheaterhofplein.nl • Stedelijk Lyceum Enschede Gerrit Dijkhuizen T 053-4821 380
[email protected] www.hetstedelijk.nl • Stichting LOOT Rudmer Heerema
[email protected] www.stichtingloot.nl PUBLICATIE In Het geheim van de uitblinker proberen de psychologen Vittorio Busato en Frenk van Harreveld meer inzicht te krijgen in wat uitblinkers in disciplines als de sport, kunst en wetenschap met elkaar gemeen hebben. MEER INFORMATIE: www.vittoriobusato.nl
DAG VAN DE CULTUUREDUCATIE • Cultuurnetwerk Nederland, CANON Cultuurcel en het Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media organiseren op 10 juni 2010 de Nederlandse Dag van de Cultuureducatie in Musis Sacrum in Arnhem. Het thema is Talentontwikkeling. Meer informatie: melissadevreede @cultuurnetwerk.nl www.cultuurnetwerk.nl/ producten_en_diensten/Dag_ van_de_cultuureducatie www.cultuurnetwerk.nl/ cultuureducatie/talentontwikkeling • De Vlaamse editie van de Dag van de cultuureducatie vond op 18 januari 2010 plaats in Leuven Het verslag is te downloaden via: www.dagvandecultuureducatie.be EERDER VERSCHENEN ARTIKELEN OVER DIT ONDERWERP IN BULLETIN CULTUUR & SCHOOL: • Nummer 53, juli 2008: Van critical friends tot keurmerk • Nummer 52, mei 2008: Veel aandacht voor talentontwikkeling • Nummer 44, oktober 2006: Talent ontplooien in de theaterklas • Nummer 38, juni 2005: Kunst en cultuur bloeien in het voortgezet onderwijs DOWNLOADEN: www.cultuurplein.nl/ bulletin
Leerling van de vooropleiding van het Koninklijk Conservatorium Den Haag (foto: Jochem Jurgens)
Hoofdartikel
tekst: Yolanthe van der Ree
18
19
Keuzes maken, eisen stellen en visie ontwikkelen
Cursus Cultuureducatie voor ambtenaren ICC’ers van basisscholen die langskomen met verlanglijstjes, de professionalisering van brede scholen, de komst van combinatie functionarissen, provincies die de regierol voor cultuureducatie verleggen naar de gemeente en culturele instellingen die een visie verwachten. Van steeds meer kanten wordt er een beroep gedaan op de deskundigheid van de gemeentelijke cultuurambte naar. De cursus Cultuureducatie voor ambtenaren probeert hen hierin te ondersteunen. Nadat in 2008 de beleidshandreiking Cultuureducatie – de kracht van lokaal en provinciaal beleid was ver spreid onder alle gemeenteambtenaren, vroeg Joop Mols van het Gelderse EDU-ART zich met collega’s af wat het vervolg op deze publicatie zou kunnen zijn. Een praktische training zou ambtenaren in staat moeten stellen gebruik te maken van de handreiking. Cultuurnetwerk Nederland nam het initiatief en ontwik kelde samen met CiST in Tilburg en EDU-ART een training van drie dagen die verspreid over anderhalf jaar gegeven kan worden. Inmiddels hebben bijna 70 ambtenaren in acht provincies de cursus gevolgd. Uit de evaluaties blijkt dat de meesten enthousiast zijn. Mols: “Grote meerwaarde is dat na de cursus de stapel nota’s en notities op de hoek van het bureau als naslagwerk de kast in kan. De training geeft ambte naren namelijk zowel op theoretisch als praktisch niveau een vrij compleet inzicht in de onderlinge samenhang van de beleidsitems die van invloed zijn op cultuureducatie(beleid) in de eigen gemeente.”
Culturele reis
Tijdens de eerste cursusdag staat cultuureducatie onder schooltijd centraal. De deelnemers maken kennis met actuele ontwikkelingen in het onderwijs en binnen de cultuureducatie. De tweede dag zoomt in op cultuureducatie buiten schooltijd in de brede school en
Workshop in een van de culturele instellingen in Harderwijk, centrum voor de kunsten ‘t Klooster (foto: ‘t Klooster).
dag drie gaat over cultuureducatie in de vrije tijd. Op de terugkomdag presenteren de deelnemers een 10puntenplan dat zij voor de eigen gemeente hebben ontwikkeld. In dat plan geven zij prioriteiten aan om te komen tot een samenhangend cultuurbeleid. Wietse Hummel van de gemeente Harderwijk was deelnemer aan de cursus. Als beginnend cultuur beleidsambtenaar had hij behoefte aan een veld verkenning en aan meer inzicht in de mogelijkheden op het terrein van cultuureducatie. Sinds de cursus staat hij veel steviger in z’n schoenen, zegt Hummel. Hij heeft handvatten gekregen om verbindingen te leggen met andere beleidsterreinen zoals de brede school en de combinatiefuncties. Hummel ontwikkelde samen met zijn collega een 10-puntenplan, een stappenplan dat moet uitmonden in de nieuwe cultuurnota van de gemeente. “Een reis naar een nieuwe cultuurnota. En bij een reis staat vooraf niet vast wat je onderweg zult tegenkomen.” Zo is de gemeente in gesprek met verschillende doel groepen van het cultuur(educatie)beleid onder wie kunstenaars, leerkrachten, kinderen en culturele instellingen. In de gesprekken formuleren de deel nemers hun droom: wat is de ideale situatie als het
“Een grote meerwaarde is dat na de cursus de stapel nota’s en notities op de hoek van het bureau als naslagwerk de kast in kan.” Joop Mols, EDU-ART Gelderland
gaat om cultuur(educatie? Ook geven ze aan wat er moet gebeuren om die droom te realiseren, wat er in de huidige situatie goed gaat en wat niet. De uitkom sten van de gesprekken zullen vertaald worden in drie scenario’s voor de komende vijf jaar.
Afspraken met buurgemeentes
Ook samenwerking is een belangrijk aspect van de cursus. Mols: “Er wordt veel geld rondgepompt in de cultuursector, maar het effect is voor één enkele gemeente vaak niet zo groot. Ga je echter samen werken, dan kun al snel beschikken over één of meer dere fte’s. In vrijwel elke cursus worden daarom afspraken gemaakt tussen buurgemeentes. Er wordt in toenemende mate bovenregionaal beleid ontwikkeld. Daar is veel behoefte aan en ik denk dat die behoefte alleen maar zal toenemen als gemeentes moeten gaan bezuinigen.” Voor Hummel was dit onderdeel een eye-opener. “We volgden de cursus samen met andere gemeentes in de regio. Er was veel ruimte voor overleg en afstemming en daar hebben we dankbaar gebruik van gemaakt. De bibliotheek en de muziekschool bijvoorbeeld werken voor meerdere gemeentes. Het is dus erg fijn dat we afspraken hebben kunnen maken over inzet en aanbod van beide instellingen. De samenwerking is door de cursus merkbaar steviger geworden.” Veel cultuurambtenaren zijn op zoek naar eisen die je als gemeente aan culturele instellingen kunt stellen. “Als je wilt dat cultuureducatie toegankelijk wordt voor scholen”, zegt Mols, “dan kun je in de voorwaarden opnemen dat een x-percentage van de subsidie besteed wordt aan educatieve activiteiten voor het onderwijs.” In Harderwijk werkt Hummel ook met dergelijke voor waarden. “De bemiddeling van cultuureducatie hebben we ondergebracht bij Cultuur.uit (Cultuurpuntuit). Dat
“Ik hoop dat de gemeente niet op de stoel van de instellingen zal gaan zitten en de inhoud daar laat waar hij hoort: bij de deskundigen binnen de instellingen.” Marijke Licher, directeur Centrum voor de kunsten ’t Klooster in Harderwijk betekent dat de organisatie en coördinatie van het cultuurmenu voor het primair onderwijs volledig bij deze instelling ligt. Daarnaast willen we onderzoeken of het mogelijk is Cultuur.uit ook te laten bemiddelen voor het voortgezet onderwijs. Met de andere culturele instellingen zijn afspraken gemaakt over de plaats die educatie in hun aanbod inneemt.” Een van die instellingen is Centrum voor de kunsten ’t Klooster. Marijke Licher is hier directeur en ondervindt een toenemende regie vanuit de gemeente. “Voor het eerst moeten nu alle gesubsidieerde instellingen een ondernemingsplan schrijven volgens een door de gemeente vastgesteld format. De gemeente heeft hiervoor workshops georganiseerd, zodat de instelling en met een onderling toetsbaar plan gaan komen. Op zich vind ik dat een goede zaak. De gemeente heeft een verantwoordelijkheid in het faciliteren van cultuur educatie en ik begrijp dat ze zicht wil hebben op de inzet van de middelen. Ik hoop alleen dat de gemeente niet op de stoel van de instellingen zal gaan zitten en de inhoud daar laat waar hij hoort: bij de deskundigen binnen de instellingen. Van belang is het behoud van een goede balans tussen educatief prikkelend kunstaanbod binnen school en de mogelijkheid tot verdieping door gevarieerd aanbod in de amateur kunst.” Ook waarschuwt Licher voor de gedachte dat centrale bemiddeling van cultuureducatie taak verlichtend zou werken voor de instellingen. “Sterker”, zegt zij, “uit de bemiddeling van Cultuur.uit vloeit werk voor de instellingen voort. Je moet met elkaar meegroeien.”
RE AG EE R!
Cultuurambtenaren Wietse Hummel en Jean Vermeulen (Harderwijk) ondertekenen hun certificaat (foto: Joop Mols).
MEER INFORMATIE • De cursus Cultuureducatie voor ambtenaren wordt in alle provincies aangeboden door de provinciale steunfunctie-instelling. Voor meer informatie en opgave, zie www.cultuurnetwerk.nl/ producten_en_diensten/Cursus_ ce_voor_ambtenaren/ • Kunsten ‘92 organiseerde op 19 januari j.l. een symposium over cultuurbeleid binnen gemeenten. Zie: www.kunsten92.nl/ -> debat -> verslag Symposium Gemeentelijke Cultuurpolitiek • EDU-ART Joop Mols www.edu-art.eu • ‘t Klooster Marijke Lichner www.tklooster.nl
20
Ditjes & Datjes
DIGITALE PRENTENBOEKEN IN DE BIEB
Cultuurnetwerk Nederland. Het handboek is opgedeeld in drie In alle vestigingen van de Biblio delen. Het eerste deel gaat over theek Utrecht staat sinds kort een het ‘waarom’ van cultuureducatie, speciaal ontworpen computer met onderwerpen als passie en meubel voor peuters en kleuters. In inspiratie, visie en beleid. In deel deze Kidscorner kunnen kinderen twee staat de inhoud van cultuur van drie tot zeven jaar zelfstandig 13 educatie centraal. Hierin komen digitale prentenboeken bekijken of onder meer doelen en kerndoelen, lezen. Ze kunnen kijken en luisteren creativiteit en leerlijnen aan bod. naar een animatiefilm van een be Deel drie is het meest praktische kend prentenboek of een interactief deel. Het bevat hoofdstukken over taalspel spelen met deze prenten bijvoorbeeld taakverdeling, finan boeken. Met de Kidscorners wil de ciën, samenwerken, communicatie Bibliotheek Utrecht een digitale om en evalueren. Bij elk deel is online geving realiseren voor alle kinderen aanvullende informatie geplaatst. BESTELLEN: en bovendien de taalontwikkeling www.cultuurnetwerk.nl bij jonge kinderen stimuleren. On KOSTEN: derzoek van de Universiteit Leiden € 25,- (voor gecertificeerde ICC’ers € 5,-) heeft namelijk aangetoond dat kin deren met deze digitale prenten OPROEP VOOR STEUN AAN boeken bijna twee keer zo snel CULTUUREDUCATIE woorden en begrippen leren. Een brede coalitie van instellingen MEER INFORMATIE: www.kennislink.nl www.bibliotheek-utrecht.nl
op het gebied van cultuurparticipa tie roept de politieke partijen op om de actieve deelname aan kunst en cultuur te blijven steunen. In een Theateradviesdagen brief laten zij zien dat de bevorde De theaters en gezelschappen uit vier grote steden organiseren in mei ring van cultuurdeelname loont, op en juni de Theateradviesdagen. Elke basis van ervaring en empirisch onderzoek. De brief is ondertekend dag is bedoeld voor theaterprofes sionals en kunst- en CKV-docenten. door Cultuurnetwerk Nederland, Zij zien een selectie uit het voorstel Erfgoed Nederland, Fonds voor Cultuurparticipatie, Jeugdcultuur lingenaanbod en ontvangen infor matie over de educatieve program fonds Nederland, Kunstconnectie, ma’s. Ook vinden er vakinhoudelijke Kunstfactor, Nederlands Centrum voor Volkscultuur en de Raad van discussies plaats. De bijeenkomst vindt op 27 mei plaats in Groningen, twaalf. Op de website van Cultuur netwerk zijn, naast de brief, citaten, op 3 juni in Amsterdam en Den opiniestukken en onderzoeken Haag en op 7 juni in Rotterdam. verzameld die het belang van kunst MEER INFORMATIE en AANMELDEN: en cultuur onderschrijven. www.theateradviesdag.nl
dossier ICC
Dossier ICC is een boek vol informa tie, ideeën en tips, dat speciaal is geschreven voor de interne cultuur coördinator in het basisonderwijs. Het is geen boek dat voorschrijft hoe het moet, maar een boek dat laat zien hoe je bepaalde zaken aan kunt pakken en welke keuzes je daarbij kunt maken. De inhoud van Dossier ICC is geba seerd op de praktijk van ICC-trainers en cultuurcoördinatoren in het hele land, en op recent onderzoek van
MEER INFORMATIE: www.cultuurnetwerk.nl
TRAINING MEDIAWIJSHEID
Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid biedt een training media wijsheid aan voor docenten. Een middag per maand stelt Beeld en Geluid docenten en docententeams in de gelegenheid hun kennis en vaardigheden op dit gebied te ver groten. In deze middag komen alle aspecten van mediawijsheid aan bod. Docenten kunnen hun eigen kennis en vaardigheden aanscher
pen zodat zij hier op school met hun leerlingen mee aan de slag kunnen. Daarbij komen nadrukkelijk niet alleen de ‘gevaren’ van nieuwe media aan de orde, maar ook juist de creatieve en uitdagende kanten. Behalve voor docenten is de training ook geschikt voor bibliothecarissen. Ook zij komen in hun vak veel in aanraking met het thema media wijsheid. Na een kort beschouwend onderdeel gaan deelnemers in groepjes uiteen om in korte tijd een nieuwsitem te schrijven, op te nemen en te monteren. Een proces waarbij eigenlijk alle aspecten van mediawijsheid de revue passeren: van keuzes maken, interpretatie tot meer technische en creatieve onderdelen zoals videomontage. MEER INFORMATIE en AANMELDEN: www.beeldengeluid.nl/trainingen KOSTEN: € 40,-
CURSUS Muziek aan de Basis
Het Rotterdams Conservatorium organiseert in samenwerking met Gehrels Muziekeducatie van 5 tot en met 10 juli 2010 de vijfde editie van de zomercursus Muziek aan de Basis. De cursus is bedoeld voor docerende musici en leraren in het basisonderwijs die hun kennis en vaardigheden op het gebied van lesgeven aan (grote) groepen kin deren willen verbreden. Aan de cursus is ook een stage verbonden. Daarnaast zijn er twee studieweek enden in september en november 2010 en twee studiedagen in okto ber en november 2010. Tijdens deze studiedagen wordt het programma vervolgd, maar wordt er ook inge gaan op de vragen die bij de zelf studie zijn gerezen. Tevens wordt uitgebreid aandacht besteed aan de stage-ervaringen en de voorbe reiding op het examen. De zomer cursus Muziek aan de Basis 2010 wordt gegeven door docenten schoolmuziek met veel onderwijs ervaring in het basisonderwijs en op de pabo, alsook in de muziek school. Daarnaast worden er lessen verzorgd door gastdocenten. Cur sisten die het gehele traject, cursus
21
en stage, hebben doorlopen, kun nen deelnemen aan het examen ter verkrijging van het Certificaat Vakspecialist Muziek Primair Onder wijs. MEER INFORMATIE: Marianne Spoel, T 010-2171 178 (ma-wo-do) www.codarts.nl KOSTEN: € 2.140,-
ZELF GEBOUWEN MAKEN IN VILLA ZEBRA
Museum Villa Zebra opent op 27 mei de tentoonstelling Bouwstad. Hierin kunnen kinderen van vier tot en met 12 jaar zelf gebouwen ma ken met verschillende materialen, zoals Lego en blokken, aan de hand van bouwkundige opdrachten op zeven verschillende ‘bouwplaatsen’ in het museum. Zo moeten ze een Legoconstructie maken waar je doorheen kunt kijken of nagaan hoe een toren instort als je deze van blokken maakt. Kinderen worden ook gestimuleerd na te denken over verschillende perspectieven: hoe maak je een stad met een mooi aanzicht van bovenaf? In de ten toonstelling is één constructie waar alle kinderen aan mee kunnen bouwen en die gedurende de loop van de tentoonstelling blijft groeien. Schoolklassen kunnen ook deel nemen aan een van de twee work shops die bij deze tentoonstelling zijn ontwikkeld. Voor kinderen van vier tot en met zeven jaar is er de workshop Straatmaatjes. Kinderen vanaf acht tot en met 12 jaar doen de workshop Hart voor je stad. MEER INFORMATIE: www.villazebra.nl KOSTEN en RESERVEREN: € 2,50 per leerling (begeleiders gratis). Reserveren via T 010-2411 717 of
[email protected] (minstens twee weken van tevoren)
SUBSIDIEWIJS IN CULTUUR EDUCATIE
De KPC Groep organiseert op 12 oktober een studiemiddag over subsidiemogelijkheden voor cul tuureducatie. De middag is bedoeld voor directeuren, cultuurcoördina toren, marktplaatscoördinatoren, cultuurcoaches, docenten en mid
denmanagement van basisscholen en scholen voor voortgezet onder wijs. Aan bod komen de nieuwe fondsen en regelingen, zoals het Fonds voor Cultuurparticipatie, het Jeugdcultuurfonds en de Impuls brede scholen, sport en cultuur (combinatiefuncties). Naast inzicht in het subsidielandschap krijgen de deelnemers een kader voor het verwerven, beheren en verant woorden van extra middelen voor cultuureducatie (subsidiemanage ment). MEER INFORMATIE: www.kpcgroep.nl KOSTEN: € 300,-
ROL VAN THEATER BINNEN CKV Cock Dieleman promoveerde 4 februari op een onderzoek naar de rol van theater binnen CKV op de havo en het vwo. Zij constateert onder meer dat er grote verschillen zijn in de mate en kwaliteit van de theatereducatie die individuele leer lingen krijgen en dat veel docenten het moeilijk vinden om een keuze te maken uit het theateraanbod. In 1999 is het schoolvak CKV geïntro duceerd in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. In dit proef schrift wordt het veld waar theater en onderwijs elkaar in het kader van CKV ontmoeten, onder de loep genomen. Op basis van diepteinterviews met docenten, leerlingen en educatiemedewerkers van cultu rele instellingen wordt een beeld geschetst van de wijze waarop theaterinstellingen en scholen samenwerken. Speciale aandacht is er voor het keuzeprobleem door het enorme aanbod van theatervoor stellingen. Hoe kiest een school een goed theaterstuk?
CLIPS VOOR VRIJHEID EN DUURZAAMHEID
Stichting Holy organiseert animatie workshops over de thema’s vrijheid en duurzaamheid voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs (leerlingen van tien tot 18 jaar). Voorafgaand aan een workshop krijgen de leerlingen een voorberei dende les over een van de thema’s,
Ditjes & Datjes
aan de hand van online beschik baar lesmateriaal. Vervolgens ko men er twee kunstenaars (filmma kers/animatoren) naar school om de workshop te geven. Tijdens workshops werken de leerlingen in tweetallen met de HOLY Animator, een laagdrempelig animatietool waarmee leerlingen zelf een ani matieclip kunnen maken. Ze werken samen met professionele kunste naars aan persoonlijke animatie clips die zij aan het eind van de workshop presenteren en met elkaar bediscussiëren. Alle clips worden online gezet op de portal HOLY.NL. Mediawijsheid, creativiteit en het praten over maatschappe lijke thema’s worden in de work shop gebundeld. De beste clips voor vrijheid worden beloond met een prijs die wordt uitgereikt tijdens de bevrijdingsfestivals op 5 mei. MEER INFORMATIE: www.holy.nl KOSTEN: € 250,- tot € 300,- per klas (maximaal 30 leerlin gen)
CONFERENTIE ONDERZOEK IN CULTUUREDUCATIE
De Radboud Universiteit Nijmegen en Cultuurnetwerk Nederland orga niseren op 28 juni 2010 de vierde Conferentie Onderzoek in Cultuur educatie. Onderzoekers, studenten en andere geïnteresseerden krijgen hier de kans kennis te nemen van elkaars werk over de grenzen van vakgebieden en faculteiten heen. Studenten van masteropleidingen kunnen hun afstudeerscriptie pre senteren in de vorm van een poster. De deadline voor het indienen van postervoorstellen is vrijdag 14 mei 2010. MEER INFORMATIE: www.cultuurnetwerk.nl KOSTEN: € 75,- (studenten gratis op vertoon van hun collegekaart)
22
Luk Dewulf is pedagoog en adviseur bij Kessels & Smit, The Learning Company in België. Recent schreef hij het boek Ik kies voor mijn talent.
Opinie
23
Opinie
Column
Rondvraag
Talent is er als het maar wordt gezien
Kennisbases voor de pabo. Kans of bedreiging voor cultuur?
Talent is niets spectaculairs. Althans niet voor jezelf. Wel voor de ander. Talent is het vermogen om een activiteit schijnbaar moeiteloos te doen. Op zo’n manier dat het je energie oplevert. Doen waar je goed in bent, laadt je batterijen op. Doen waar je niet goed in bent, laadt je batterijen af. Talent is een hernieuwbare energiebron. Kiezen voor je talent is duurzaam. Je maakt een keuze die misschien op korte termijn moeilijk is, maar er op lange termijn voor zorgt dat je als vijftiger of zestiger nog altijd gezond bent en met voldoening werkt. Is kiezen voor je talent een egocentrische keuze? Op het eerste zicht lijkt het zo. Maar kijk eens goed rond. Mensen die echt kiezen voor hun talent worden pas dan ook écht waardevol voor de omgeving. Het is niet omdat je talent hebt dat je het al laat zien. Talent ontwikkelen betekent gedrag ontwikkelen bij dat talent. En dat kost energie. Transpiratie. Doorzettingsvermogen. Maar net het feit dat je talent hebt, zal maken dat het je minder moeite kost dan een ander en dat het je meer voldoening oplevert. Talent ontwikkelen betekent ook een context vinden waarin dat talent wordt geprikkeld. Breng een kind of een jongere in een nieuwe context en die context doet zijn werk. Het lijkt alsof talent iets individueels is. Maar dat is slechts schijn. Zelf vind ik het niet bijzonder. Anderen wijzen mij erop dat ik iets bijzonder doe. En op dat ogenblik verandert er iets in de relatie. Ik voel me gezien in mijn talent, de ander ziet mijn talent. Er ontstaat betrokkenheid en de wil om het talent te gaan ontwikkelen. Denk maar terug aan de eerste persoon die jou heeft gezegd dat je iets bijzonder kon. Het is vaak het startpunt geweest van een lange ontwikkeling. Zo ging het ook met Stephan Vanfleteren, een fantastische Belgische kunstenaar. Hij herinnert zich nog goed dat hij zich voor het eerst bewust werd dat hij iets kon. Een leraar vroeg alle leerlingen een verhaal te schrijven over de dood. Groot was zijn verbazing toen één week later net zijn verhaal door de leraar werd voorgelezen. Een moment van diepe ontroering. Voor ontwikkeling van jonge mensen zijn deze relaties cruciaal. Ieder kind verdient gezien te worden in zijn of haar talent. Zo ook Joke. Meisje van 15 uit Antwerpen. Werd gepest op school. Was doodongelukkig. Tot haar moeder haar wekelijks meenam naar de kunstacademie. Waar haar talent werd gespot door kunstleerkrachten en nieuwe vrienden. Joke veranderde. Tot op een zaterdag iemand uit haar klas aan de voordeur stond: “Mevrouw, ik was één van die meisjes die Joke pestte. Ze is zo veranderd. Ik zie nu wat ze kan. Ik heb er zo’n spijt van.” Het is tijd voor verandering in het onderwijs. We meten eindtermen om de kwaliteit van onderwijs te evalueren. We schieten daarbij tekort. Laat ons vanaf nu ook het onderwijsproces van elke leerkracht evalueren. En de kwaliteit van relaties met leerlingen. Zichtbaar kunnen maken van talent, betrokkenheid en welbevinden van leerlingen als belangrijkste indicator voor kwaliteit van onderwijs. En dat lukt alleen maar als ook die leerkracht zich gezien voelt in zijn of haar talent.
‘Pabo-studenten kunnen niet rekenen’ en ‘HBO-raad eist noodplan voor taal’, kopten de kranten enkele jaren geleden over de leraren opleidingen. Het ministerie van OCW stelde een Commissie Leraren in. Deze concludeerde in het rapport Leerkracht!: ‘Nederland staat aan de vooravond van een dramatisch kwantitatief tekort aan kwalitatief goede leraren’. De HBO-raad reageerde met het rapport Meester schap, met als belangrijkste voornemens om het instroomniveau in de opleiding te verhogen en het gewenste eindniveau vast te stellen. Het instroomniveau is de laatste jaren verhoogd door de taal- en reken toetsen in het eerste jaar. Om het eindniveau te verhogen, is er het project Werken aan kwaliteit. Dit heeft voor de pabo inmiddels kennisbases opgeleverd voor taal en rekenen-wiskunde. Vanaf studiejaar 2011-2012 worden deze ingevoerd. Wat de studenten verder moeten leren, wordt nu beschreven in 13 andere kennisbases. Daarin zitten ook de kunstvakken en cultuureducatie. Wat betekent de komst van de deze kennisbases voor de pabo’s en voor de culturele bagage van de studenten? Bulletin vroeg het een aantal betrokkenen.
Luk Dewulf
RE AG EE R!
Rinze van der Lei, redactielid kennisbasis muziek “Doordat ervoor is gekozen om niet van tevoren een aantal studiepunten toe te kennen aan elke kennisbasis, zal elk vak zich nu groot maken en zich in de volledig heid beschrijven. Als je dat allemaal in de opleiding wilt stoppen, zal deze vijf tot zes jaar duren. Dat is politiek en maatschap pelijk onhaalbaar. Dus waarschijnlijk moeten pabo’s hun studenten straks laten kiezen. Daarmee wordt een einde ge maakt aan de brede opleiding en pabostudenten kunnen een bepaald profiel krijgen. Dat is zowel een voordeel als een nadeel. Voor leerkrachten in de onder bouw is juist de brede bevoegdheid van belang, maar ik kan me voorstellen dat studenten die zich in het oudere kind specialiseren zich vakinhoudelijk profileren. Dat levert later voor kleine scholen echter een probleem op, want die hebben minder mogelijkheden voor nascholing of om andere leraren vakken te laten verzorgen in verschillende klassen. Wat dit betekent voor de kunstvakken zal per pabo verschillend zijn. De ene opleiding zal in de specialisatiefase een of meer kunstvakken verplicht stellen, terwijl de andere misschien de keuze geheel aan de student laat.”
Marjan de Groot, voorzitter redactieteam kennisbasis cultuureducatie “Het is goed dat de kennisbases er komen. Het kan een legitimering geven van kwaliteit, ook voor cultuureducatie. Ik vind dat cultuureducatie naast de kunst vakken en geschiedenis een aparte plek moet krijgen in de opleiding tot leraar basisonderwijs. Het is belangrijk dat alle studenten op de pabo’s kennis verwerven over cultuureducatie, zowel in de basis als in een eventuele specialisatie voor het jonge of oudere kind. Pabo’s zijn vrij hoe ze dat inrichten: in een thema of in vakmodules, maar elke student moet er iets van weten! Daarnaast zal cultuur educatie binnen andere vakken een plek moeten krijgen. Het is immers geen apart vak, het is een visie op leren. Daarom zullen we bij de ontwikkeling van de kennisbasis cultuureducatie ook kijken hoe we dwarsverbanden kunnen leggen naar andere vakken.” Dominique Hoozemans, voorzitter LOBO, landelijk overleg lerarenopleidingen basisonderwijs “Pabo’s moeten de ruimte krijgen om hun curriculum anders in te richten en daar mee te experimenteren. Daarin zal de
ene pabo kiezen voor specialisatie en de andere pabo zal de voorkeur geven aan de brede opleiding. Een landelijk vastgesteld curriculum is niet gewenst. In een gebied met kleine scholen, waar de studenten na hun studie terugkeren naar hun eigen dorp om les te geven, zal de brede opleiding meer voor de hand liggen. In een gebied met grote (brede)scholen kan specialisatie wenselijk zijn. Kunst- en cultuureducatie zit straks op de ene pabo geïntegreerd in verschillende vakgebieden en op de andere pabo is specialisatie mogelijk in een of meer kunstvakken. Beginnende leerkrachten hoeven ook niet alles te kunnen. De maatschappij gaat steeds meer uit van een leven lang leren.” Cees van den Heuvel, directeur van de Klimopschool (PO) in Hilversum “Studenten die nu van de opleiding komen, zijn te weinig creatief ontwikkeld. Veel jonge leerkrachten durven niet te zingen, omdat ze dat te weinig zelf gedaan hebben. Ik hoop dat er in de kennisbases voor de kunstvakken vooral veel aandacht komt voor het ‘zelf doen’. Mijn dochter heeft ook de pabo gedaan en kreeg daar een schriftelijke overhoring beeldende vorming. Daarvoor moest ze bijvoorbeeld weten dat er marterharen penselen waren, terwijl ze er op school nog nooit mee geschilderd had. Laat studenten vooral de kunstvakken ervaren en hun eigen vaardigheden ontwikkelen. Basiskennis van de expressievakken moet net zo goed als basiskennis van taal en rekenen ontwikkeld worden. Pabo-studenten moeten zich kunnen specialiseren, maar dat kan alleen als ze basiskennis hebben van alle creatieve vakken.”
RE AG EE R!
24
Opinie
Reacties op de vraag uit Bulletin Cultuur & School #61 Wat doet u met uw cultuurbeleidsplan? Marian Albers, cultuurcoördinator St. Annaschool, Vortum-Mullem: “Vorig schooljaar heb ik een ICC-cursus gevolgd. Naar aanleiding daarvan heb ik een beleidsplan voor onze school ge schreven. Het team heb ik daarbij betrok ken door een gezamenlijke start te maken middels een woordweb. Wat we al deden op school hebben we geïnventariseerd en besproken. Teamleden hebben ook hun wensen/mogelijkheden kenbaar kunnen maken. Het samen overleggen maakt wel dat je bewuster met cultuureducatie bezig bent. Na het opstellen van het beleidsplan is dit met de directeur besproken en waar van toepassing aangepast. Dit is op het portaal geplaatst en voor ieder teamlid ter inzage. Naast het algemene gedeelte is er een meerjarenplan en een inventarisatie lijst van educatiematerialen en lesbrieven. Ieder schooljaar staat één discipline cen traal en hierbij proberen we door middel van een workshop de deskundigheid van de leerkrachten te bevorderen. Geregeld wordt er middels een netwerkbijeenkomst contact gelegd met het regionale cultuur centrum voor nieuwe activiteiten. Op dit moment is scenario 2 voor onze school van toepassing.”
Niesje Wever, cultuurcoördinator CB de Oliebron, Schoonebeek: “Wij hebben een cultuurbeleidsplan waarin de zes onderdelen: beeldend, muzikale vorming, taal/literatuur, dans/ drama, media en erfgoed duidelijk beschreven staan. Voor erfgoed hebben we een goede samenwerking met de plaatselijke oudheidvereniging De Spiker en de andere basisscholen van het dorp. We hebben drie mappen samengesteld: boerderij, vervoer en oude ambachten. Dit alles verwerken we in een vierjarenplan: er is dus één vrij jaar. Onze school ligt afgelegen in een relatief klein dorp tegen de grens met Duitsland aan en voor veel andere activiteiten zijn we aangewezen op busvervoer. Aangezien de buskosten erg hoog zijn, kunnen we weinig reali seren buiten ons dorp. Bovendien kijken wij kritisch naar onze effectieve onderwijs tijd: om gelegenheden te bezoeken gaat er veel tijd verloren. Ook het laten komen van theatergroepen op school is vaak verbonden met een extra onkosten vergoeding per kilometer. Dit is budgettair onhaalbaar voor ons. Het is jammer dat het culturele aanbod vastloopt op het ontbreken van geld.”
Stelling
Zie ook pagina 7: Mediawijs door beeldende kunst
Yvonne Welling, cultuurcoördinator OBS de Tsjerne, Gorredijk: “Ons cultuurplan is een repeterend twee jarenplan. Zo organiseren we het ene jaar met alle leerlingen een optreden voor de ouders en het andere jaar draaien we een aantal projectweken met alle groepen. Ons cultuurgeld wordt deels besteed aan het centrum voor de kunsten. Dit centrum regelt (twee)jaarlijks een aantal activitei ten voor alle scholen binnen de gemeente. Hierbij valt te denken aan: schrijver in de klas, theatervoorstellingen en individuele muzikale vorming. Het andere deel van het subsidiegeld kunnen we ‘vrij be steden’. Zo kunnen we goed aansluiten bij de behoeften van de leerkrachten en de leerlingen. Dit jaar huren we de discipline Dans in voor de hele school. Ook kunnen we meegaan met nieuwe ontwikkelingen op cultuurgebied. Zo begint de boven bouw met een cursus mediawijsheid. Dus Ja! Cultuureducatie is bij ons structureel, heeft kwaliteit én is actueel.”
REAGEER!
ww w.c ult uu rpl
ein .nl /bu lle tin