Bouwjaar 2006 Jaaroverzicht Bouwend Nederland
|Inleiding|
Bouwend Nederland definitief op de kaart gezet Voor u ligt het Jaaroverzicht 2006 van Bouwend Nederland. Het wordt u aangeboden door het bestuur van Bouwend Nederland. Het jaaroverzicht geeft een indruk van de activiteiten die de vereniging het afgelopen jaar ontwikkelde voor u, onze leden. 2006 was het jaar van het definitief op de kaart zetten van de vereniging en het verder invullen van de kerntaken van de vereniging: brancheontwikkeling, ledenservice en belangenbehartiging. In 2005 vond grotendeels de afwikkeling plaats van de versnelde sanctieprocedures door de NMa. In 2006 volgde de reguliere sanctieprocedure. Hiermee zijn de sanctieprocedures in de deelsectoren van de bouw nagenoeg afgerond. Overheidsopdrachtgevers hebben in het kader van het Akkoord Collectieve Regeling Bouwnijverheid in 2006 de ingediende claims tegen de bouwbedrijven ingetrokken. Om het aanzien van de sector te verbeteren en het zichtbaar vertalen van de trots die de sector heeft over de producten, is Bouwend Nederland in 2006 samen met zijn leden gestart met de imagocampagne ‘De Bouw maakt het’. De campagne wordt in 2007 voortgezet. Het bureau van Bouwend Nederland heeft eind mei 2006 zijn plaats gevonden in het markante Bouwhuis aan de A12 bij Zoetermeer. Het gebouw, dat het centrale ontmoetingscentrum is voor leden en relaties van Bouwend
Nederland, heeft een bijzonder ontwerp met een unieke overkraging en kan met recht het visitekaartje van de bouw worden genoemd. Vanaf het dakterras en vanuit het auditorium op de tiende verdieping of vanuit een van de zalen van de vergaderaccommodatie op de elfde verdieping, kijkt men ver uit over bebouwd Nederland. De kroon op het in gebruik nemen van dit pand was de officiële opening op 13 september 2006 door Hare Majesteit de Koningin. Door het symbolisch voltooien van het gebouw door het plaatsen van het laatste puzzelstuk, zette zij een panoramawand in werking. De panoramawand geeft een impressie van de bouw- en infrasector door de jaren heen en
laat nut en noodzaak zien van de sector voor onze maatschappij. •
Missie Bouwend Nederland Bouwend Nederland creëert ruimte voor bouw- en infrabedrijven om economisch en maatschappelijk verantwoord bij te dragen aan een optimale ruimtelijke inrichting van Nederland. Kernwaarden hierbij zijn: herkenbaarheid, transparantie, professionaliteit, slagvaardigheid, kracht, betrouwbaarheid, bouwbreed, dichtbij de leden.
|Column|
|Vereniging|
Campagne ‘De Bouw maakt het’
Ondernemen is positie kiezen In een jaaroverzicht wordt over het algemeen teruggekeken naar de achterliggende periode. Soms wordt een voorzichtige blik geworpen op het jaar dat gaat komen.
Samen met de leden is Bouwend Nederland
In deze column wil ik daar van afwijken en kijk ik graag
in 2006 gestart met de imagocampagne ‘De
veel verder vooruit. De reden is dat Bouwend Nederland een studie heeft doen verschijnen over ‘De Bouw in
Bouw maakt het’. Doel van de campagne is het
het perspectief van 2015’. Het is een belangrijke
verbeteren van het aanzien van de sector en het
richtinggevende studie geworden. Er is bewust niet gekeken
vertalen van de trots van de sector over de eigen
naar de ontwikkelingen in de sector zelf, maar wij hebben
producten naar het Nederlandse publiek.
vooral het oog laten vallen op de sociaal-maatschappelijke omgeving waar de bedrijfstak natuurlijk wel onderdeel
De campagne kent vele aspecten. Alle onderdelen worden visueel ondersteund door het logo en de slogan ‘De Bouw maakt het’. Met de slogan wil de sector aanduiden wat de meerwaarde is voor de samenleving: op vele niveaus en door vele partijen in de samenleving wordt beleid gemaakt en worden plannen ontwikkeld, maar uiteindelijk is het de bouwen infrasector die het allemaal realiseert. Hoogtepunt in 2006 was de Dag van de Bouw op 3 juni. Op deze zaterdag openden 68 uiteenlopende bouw- en infraprojecten, verspreid over het hele land, de hekken voor het Nederlandse publiek. Bijna 36.000 mensen maakten van de unieke mogelijkheid gebruik eens een kijkje te nemen bij bouwwerken in wording. De reacties van het publiek en van de deelnemende leden waren uitermate enthousiast. Ook in 2007 zal een Dag van de Bouw worden georganiseerd en wel op 2 juni. Leden van Bouwend Nederland kunnen projecten aanmelden. Via het verenigingsblad Actief wordt u onder meer verder geïnformeerd. De website www.dagvandebouw.nl geeft achtergrondinformatie en een actueel overzicht van de deelnemende projecten en bedrijven. Er wordt in de bouw dagelijks aan projecten gewerkt die voor de lokale bevolking van belang zijn. Bouwend Nederland biedt zijn leden de mogelijkheid met deze projecten in de pers te komen door hierover een (voor de leden gratis ) artikel te laten schrijven en deze aan te bieden aan de lokale pers. Bovendien wordt een advertentie van ‘De Bouw maakt het’ bij dit artikel geplaatst. Ook door het bestellen en gebruiken van campagnemateriaal kunnen leden laten zien dat zij aanhaken bij de campagne. In de webwinkel zijn uiteenlopende artikelen verkrijgbaar tegen kostprijs zoals vlaggen, banieren, t-shirts, fleecetruien en ook diverse weggevertjes zoals pepermuntblikjes en ballonnen. •
van uitmaakt. In de rapportage worden de maatschappelijke scenario’s en trends in de bouw aan elkaar gekoppeld en geanalyseerd. Uit die trends en scenario’s kan worden gedestilleerd dat er in onze bedrijfstak tal van belangrijke en interessante ontwikkelingen zijn en zullen zijn in de markt, de keten, de arbeidsverhoudingen, in innovatie, technologie en duurzaamheid en in de wet- en regelgeving. Ik wil een aantal ontwikkelingen in beeld brengen. De markt is al enige tijd fors in beweging. De ondernemingen die toekomstbestendig willen zijn zullen mee moeten bewegen en de, voor hen, meest gepaste positie gaan innemen. Kijkend naar 2015 hebben wij vastgesteld dat voor MKB-bedrijven design & construct inclusief verzekerde garantie straks een gangbaar product zal zijn. Alle ondernemingen zullen marketing centraal in hun bedrijfsstrategie hebben staan. Hetzelfde geldt voor klantgericht bouwen. In de keten zien wij dat bouwprocesmanagement voor de hoofdaannemer een kerncompetentie is geworden. E-business zal bij alle bedrijven terug te vinden zijn in de dagelijkse praktijk. Veel grote bouwondernemingen zullen zich voornamelijk bezighouden met het leveren en in stand houden van diensten. Bouwprocesmanagement zal in 2015 een kerncompetentie zijn van de hoofdaannemer. Als wij kijken naar de ontwikkelingen in de arbeidsverhoudingen, dan verwachten wij dat de CAO een modern karakter zal hebben, inclusief een à-la-cartemodel met een brede werkingssfeer. Ook verwachten wij dat de (middel)grote aannemer in 2015 naast een vaste kern van bouwplaatspersoneel voornamelijk UTA-personeel in dienst zal hebben en dat hij het overige bouwplaatspersoneel zal inhuren. De al gesignaleerde tekorten aan middenen hoger kader zullen gegroeid zijn. Wij voorzien dat de sector in 2015 alle aspecten, die voor een verantwoorde procesvoering van belang zijn, gereguleerd zal hebben. In dat kader denken wij dat er een wezenlijke toename te zien zal zijn rond proces- en persoonscertificaten. Kijkend naar de ontwikkelingen in innovatie, technologie en duurzaamheid zien wij dat het aanleggen van infrastructuur direct onder het maaiveld een gangbare praktijk zal zijn. Verkeersgeleidingssystemen zullen zijn toegepast in het primaire wegennet. Bij nieuwbouw zal de toegevoegde waarde op de bouwplaats sterk zijn afgenomen. Wij voorzien dat in dit bouwsegment de bouwplaats meer het karakter heeft gekregen van een montageplaats. De opdrachtgevers zullen de ondernemer veel sterker dan nu beoordelen op zijn maatschappelijk gedrag. De ontwikkelingen in de wet- en regelgeving zullen leiden tot de totstandkoming van één loket voor alle overheidsvergunningen. Daarnaast zal de afschaffing van de Vestigingswet een belangrijke katalysator zijn voor de verdere professionalisering van de kleine bouwbedrijven. Al met al een indrukwekkende lijst met ontwikkelingen die wij met elkaar als kansen voor de sector moeten zien aan te pakken. 2015 lijkt nog ver weg. Veel van de veranderingen zijn echter al ingezet en er moet nog heel veel gebeuren. Ons beleidsplan sluit goed aan op de bovengenoemde hoofdlijnen. Het is aan ons om het geheel onder meer in de diverse platforms van brancheontwikkeling verder vorm en inhoud te geven. En dan kijk ik met vertrouwen uit naar de toekomst. Want in 2007 zullen wij de ingeslagen weg voortvarend vervolgen. Elco Brinkman, voorzitter
|Brancheontwikkeling|
Pilot met bouwborden enthousiast ontvangen ‘Dit werk mag gezien worden!’. Met dat motto zijn de bouwborden uitgerust die in oktober 2006 door zo’n 130 lidbedrijven van Bouwend Nederland aan de hekken en bij de poorten van hun projecten werden neergezet. Op de borden, die op diverse plaatsen in de afdelingen Haaglanden, Delft e.o., Zuid-Oost Brabant, Enschede en Heerenveen te vinden zijn, staat informatie over het bouwproject, het bouwbedrijf dat het werk uitvoert en de opdrachtgever. Verder staat een e-mailadres vermeld waarmee men meer informatie over het werk kan opvragen. De borden maken in één oogopslag duidelijk dat het gaat om een project waar de regels worden nageleefd: de vergunningen zijn op orde, er werken geen illegale (buitenlandse) arbeiders of schijnzelfstandigen en er wordt gelet op zaken als veiligheid en arbeidsomstandigheden. In Frankrijk en Italië is het
al lange tijd een wettelijke plicht om bij een bouwproject een dergelijk bouwbord te plaatsen. Nederland is nog niet zover dat het wil overgaan tot een wettelijke verplichting. In het kader van de pilot wordt bekeken hoe het bouwbordensysteem in de Nederlandse praktijk uitpakt. Leden van Bouwend Nederland geven steeds meer signalen af over oneerlijke concurrentie. Het bouwbord zal in dat opzicht vooral diensten kunnen bewijzen voor het midden- en kleinbedrijf
en de regionaal georiënteerde bedrijven. Zij kunnen zich in positieve zin onderscheiden. De pilot met het bouwbord loopt tot het voorjaar van 2007. Op basis van de uitkomst van een
Nieuwe Arbowet maakt regelgeving stuk eenvoudiger Op het terrein van arbeidsomstandigheden werd de kalender van 2006 grotendeels bepaald door de komst van de nieuwe Arbowet. De inhoudelijke wijzigingen zijn beperkt, maar de structuur van de arboregelgeving wordt heel anders. In de nieuwe Arbowet zijn doelvoorschriften en grenswaarden opgenomen. Hoe deze doelen worden bereikt, is de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers. Middelen en werkmethoden worden niet meer tot in detail voorgeschreven in de wet. Werkgevers en werknemers moeten samen vaststellen hoe zij het werk veilig en gezond kunnen uitvoeren. Bouwend Nederland vindt dat een goede zaak: de sector is zelf bij uitstek deskundig in hoe men veilig en gezond kan werken. Sociale partners leggen afspraken vast in een arbocatalogus. Door de nieuwe structuur bevat
Zelf kiezen uit BouwBuffet Elektronisch veilen is een nieuwe ontwikkeling, zeker voor het midden- en kleinbedrijf. De verwachting is dat ook de kleinere bedrijven er in de toekomst veel mee te maken zullen krijgen. Dit is een reden voor de platformcommissies van Bouw Klein, Bouw Midden en Infra Klein om in 2006 acht gezamenlijke bijeenkomsten te organiseren over dit onderwerp. Er werd ook over Motiverend Leidinggeven gesproken. De formule sloeg aan: in totaal hebben ongeveer 370 bedrijven deelgenomen. Gemiddeld lag de waardering op een 7,3. De platformcommissies hebben in oktober eveneens acht BouwBuffetbijeenkomsten
evaluatie met de deelnemende bedrijven wordt vervolgens besloten of de pilot een landelijk vervolg krijgt. De eerste reacties zijn in ieder geval enthousiast.•
gehouden. Tijdens het buffet kwamen thema’s aan de orde als bedrijfsoverdracht, offertes schrijven voor de particuliere markt, samenwerkingsvormen in de infra, cashflowmanagement, elektronisch inkopen, marketing in de infra en modern personeelsbeleid. Aan de BouwBuffetbijeenkomsten namen in totaal circa 360 bedrijven deel. Het rapportcijfer lag gemiddeld op een 7,4. Het idee om deelnemers een keuze uit meerdere workshops te laten maken is goed ontvangen door de bedrijven. In het voorjaar en najaar van 2007 zullen deze bijeenkomsten dan ook opnieuw worden georganiseerd.•
de Arbowet minder en eenvoudiger regels. Regels die boven het Europese niveau uitgaan, zijn geschrapt. Door het vastleggen van nadere afspraken over werkmethoden in een arbocatalogus is er in de nieuwe arboregelgeving veel ruimte voor maatwerk en eigen initiatieven van werkgevers en werknemers voor de gezondheid en veiligheid op het werk. In 2007 zal Bouwend Nederland afspraken maken met de vakbonden over veilig en gezond werken en deze in een arbocatalogus vastleggen. Daarnaast zal Bouwend Nederland met andere branches in overleg treden hoe om te gaan met werknemers op bouwplaatsen die niet onder de CAO vallen en die volgens een andere arbocatalogus werken. De veiligheid is niet gediend bij meerdere arbocatalogi op dezelfde werkplek. •
|Brancheontwikkeling|
Onderzoek wijst weg naar professioneel ondernemerschap In 2006 zijn voor de bedrijven van Infra Klein en Infra Midden de uitkomsten gepresenteerd van het onderzoek ‘Professioneel Ondernemerschap in de GWW’. Een groot aantal bedrijven nam actief deel aan de workshops die over profilering, een van de mogelijke verbeterpunten, waren georganiseerd. Om maatwerk te kunnen leveren is een individueel vervolgtraject gestart om ondernemers en hun medewerkers te coachen. Leden kunnen zich hiervoor nog steeds opgeven. Infra Klein heeft twee workshops gehouden over risicomanagement. Deze bijeenkomsten zijn door 35 bedrijven bezocht. Opdrachtgevers leggen steeds meer risico’s bij de aannemer neer. Dit betekent dat het van steeds groter belang wordt die risico’s in beeld te brengen en om daar op een verantwoorde manier mee om te gaan. In augustus en
Strategietest voor MKB
september 2006 hebben vervolgbijeenkomsten plaatsgevonden. Leden van Infra Midden werden uitgenodigd voor een bijeenkomst met de titel ‘Marketing in GWW; zin of onzin?’. De presentatie gaf aanleiding tot de nodige discussie. Een van de conclusies was dat het zeer zinvol zou zijn om in gesprek te raken met opdrachtgevers over de mogelijkheden meer in te spelen op individuele klantwensen. Dit was een reden om voor de vervolgbijeenkomst ‘Klantgerichtheid in de GWW’ ook opdrachtgevers uit te nodigen. Bij die gelegenheid werd door beide partijen zeer openhartig gesproken over de kansen en belemmeringen op dit terrein. Ondertussen is in 2006 bij Infra Midden ook een contactgroep Benchmark opgericht. Dit jaar is voornamelijk gesproken over de algemene kosten. •
Integraal ontwerpen en bouwen heeft de toekomst
Bouwend Nederland heeft in samenwerking met Rabobank Nederland een strategietest ontwikkeld voor het bouwend middenen kleinbedrijf. Begin 2007 wordt de test via het ledennet beschikbaar gesteld. De test is bedoeld om MKB-bedrijven in de burgerlijke en utiliteitsbouw aan het denken te zetten over hun langetermijnstrategie. In het voorjaar van 2007 wordt dit onderwerp tevens onder de aandacht gebracht tijdens een workshop van de BouwBuffetbijeenkomsten. Al enige tijd is de Handleiding Oplevering beschikbaar. De platformcommissies Bouw Klein en Bouw Midden hebben besloten deze ook als papieren versie uit te brengen. Bij de uitgave wordt een cdrom gevoegd, waarop de modellen uit de handleiding staan. Ook dit onderwerp zal in de BouwBuffetbijeenkomsten van het voorjaar van 2007 terugkomen.
Bouwwerken kunnen veel beter aansluiten op de wensen van de eindgebruiker als opdrachtgevers, ontwerpers, adviseurs, installateurs en bouwers nauwer samenwerken. Integraal ontwerpen en bouwen is daarbij een aanpak die een grote toekomst heeft. Dit was reden voor BNA, Bouwend Nederland, ONRI en UNETO-VNI om een gezamenlijk symposium te organiseren, waar een aantal aansprekende praktijkvoorbeelden van integraal ontwerpen werd getoond. Op de bijeenkomst presenteerden de partijen een gemeenschappelijk actieprogramma voor 2006-2007. Het actieprogramma heeft zeven uitgangspunten: de maatschappelijke en culturele betekenis van het bouwen, integrale kwaliteit, klantgericht-
Excursies Bouw Klein en Bouw Midden Bouw Klein heeft in 2006 een excursie georganiseerd naar het onlangs verbouwde Dolfinarium in Harderwijk. Aan de excursie was een themabijeenkomst gekoppeld over klantgericht werken. In totaal namen 150 bouwbedrijven deel. Bouw Midden organiseerde in 2006 een excursie naar de Coopvaert in Rotterdam, de 103 meter hoge toren naast het Maritiem Museum. De toren biedt plaats aan 41 luxe koop- en 78 luxe huurappartementen, horeca- en kantoorruimte. Aan deze excursie was een themabijeenkomst gekoppeld over logistiek op de bouwplaats. Er waren 30 deelnemers. •
heid, bevorderen van integriteit, transparantie door standaardisatie van informatiesystemen en afsprakenstelsels, stimuleren van duurzame innovatie en kennisoverdracht. Op alle genoemde terreinen zijn en worden concrete acties ondernomen, variërend van informatie-uitwisseling tot het opstellen van een gezamenlijke visie op het gebied van standaardisatie en afsprakenstelsels in de bouw. In de loop van 2006 hebben ook FOSAG en NVTB zich bij het actieprogramma aangesloten.
|Brancheontwikkeling|
Aandacht voor marketing
Vernieuwing in de bedrijfsvoering
Platform Bouw Middelgroot heeft een bijeenkomst gehouden over marketing. De bouwsector zal met het oog op een goede economische toekomst meer aandacht en tijd moeten investeren in marketing en de daarbij horende communicatie. Locatie voor de bijeenkomst was de showroom van autobedrijf Hessing, die een geïntegreerd onderdeel uitmaakt van het geluidsscherm langs de A2 bij Utrecht. Het pand is bij uitstek
Leden van Bouw Groot en Middelgroot kwamen samen in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam voor de start van het programma Innovatie Bedrijfsvoering. Doel van dit programma is het stimuleren van directeuren van (middel)grote bouwbedrijven om systematisch en continu te werken aan de verbetering van de integrale bedrijfsvoering. Als start van het Programma Innovatie Bedrijfsvoering hield Bouwend Nederland een serie Masterclasses waarin experts stilstonden bij thema’s als strategie, leiderschap, procesbeheersing, marketing, personeelsmanagement en competentieontwikkeling. •
een voorbeeld van de wijze waarop een gebouw gebruikt kan worden als marketingtool. Een grote groep ondernemers van platform Bouw Middelgroot bracht in 2006 een bezoek aan het informatiecentrum en bouwterrein van Rotterdam Centraal en Randstadrail. Tijdens een rondleiding werd ingegaan op de achtergrond van de bijzondere bouwtechnieken, de architectuur en de bouw van deze ingrijpende projecten. •
Platform Bouw Groot opgericht
Interesse neemt toe voor S@les in de Bouw Het project ‘S@les in de bouw’ is in 2006 verder uitgegroeid. In 2003 startte de afdeling Alkmaar e.o. het project om elektronisch inkopen bij de bouwpartijen te introduceren. Inmiddels is het project uitgegroeid tot een activiteit van 200 bouwbedrijven, 60 materiaalleveranciers en diverse softwareleveranciers in de bouw. Om het project landelijk onder de aandacht te brengen, heeft het bureau van Bouwend Nederland in 2006 de coördinatie van S@les overgenomen. Het project is gefaseerd opgepakt. In 2006 zijn de artikelbestanden (prijslijsten) bij veel van de deelnemende bouwbedrijven gedigitaliseerd. Vervolgens wordt het plaatsen van orders tot en met de inkoopfacturen opgepakt. Geïnteresseerden worden
via de speciale website www. salesindebouw.nl en een nieuwsbrief op de hoogte gehouden. Tijdens diverse BouwBuffetbijeenkomsten zijn deelnemers voorgelicht over S@les. Daarnaast is voor verschillende afdelingen een toelichting verzorgd. Veel bedrijven besloten daarop direct aan het project deel te nemen of gaven de informatie hierover door aan belangrijke leveranciers. Er vonden gesprekken plaats met diverse leveranciers en een aantal bouwbedrijven werd ondersteund bij de implementatie. In 2007 lopen de activiteiten binnen S@les door. Hiervoor blijft de samenwerking tussen het bureau van Bouwend Nederland, de regio’s, de afdelingen en de individuele bedrijven hard nodig.
Op 4 september 2006 vond de startbijeenkomst plaats van het Platform Brancheontwikkeling Bouw Groot. Leden van het platform maakten kennis met het nieuwe bestuur. Daarnaast werd gesproken over de activiteiten die het platform in de toekomst zal organiseren. Futuroloog Paul Ostendorf gaf zijn visie op toekomstige ontwikkelingen in de maatschappij en in de bouw. Tijdens de tweede bijeenkomst van dit platform gaf voorzitter Jan Hovers van de Regieraad Bouw een presentatie over het vernieuwingsoffensief in de bouw. In het kader van de overgang van Regieraad I naar Regieraad II is teruggekeken op de activiteiten van de Regieraad Bouw van de afgelopen jaren. Bouwend Nederland presenteerde ‘De bouw in het perspectief van 2015’. Hierbij zijn 22 hoofdlijnen binnen de thema’s markt, keten, arbeidsverhoudingen, innovatie, technologie, duurzaamheid en regelgeving over de toekomst van de bouw de revue gepasseerd. Tevens werd gediscussieerd over de zaken die in het vervolg van het vernieuwingsproces kunnen worden opgepakt. •
|Brancheontwikkeling|
|Column|
Toolkit MKB Infra wijst de weg naar strategische informatie
Met inspanning van velen veel tot stand gebracht Na de start in 2005 kan ik met genoegen constateren dat Bouwend Nederland in de relatief korte tijd van zijn bestaan goed op weg is. Wij zijn er nog niet, maar door de inspanningen en de positieve bijdragen van alle betrokkenen zijn wij al een heel eind gevorderd. In ons bestuur en algemeen bestuur wordt er hecht samengewerkt aan het positioneren en het op de juiste koers houden van de vereniging. De voor ons belangrijke doelgroepen als politiek en overheden erkennen en herkennen Bouwend Nederland als hét aanspreekpunt voor de sector. Door deze erkenning zitten wij op het gewenste niveau aan de, voor ons belangrijke, tafels om de belangen van onze leden zo goed mogelijk te behartigen. Vanuit onze centrale organisatie zijn er op belangrijke aandachtsgebieden visies ontwikkeld waarmee wij op tal van plaatsen danig aan de weg timmeren. Ook is er veel energie gestoken in de organisatie van bijeenkomsten en het inregelen van de eerste- en tweedelijnsdienstverlening om de leden zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen in hun bedrijfsvoering. De vijf regio’s staan goed op de kaart. Eind 2006 zijn er door de regio’s in samenwerking met andere betrokken partijen, waaronder de overheid, succesvolle congressen georganiseerd over onder meer het stroomlijnen van de regelgeving en de invulling, zowel kwalitatief als kwantitatief, van het gewenste bouwvolume. Het bouwoverleg krijgt steeds meer uitstraling. Waar mogelijk en nuttig wordt de samenwerking met de afdelingen nagestreefd en geïntensiveerd. Zij zijn belangrijk omdat de afdelingen naast de platforms Bedrijfsvoering bij uitstek de plek zijn
Bouwend Nederland heeft zijn leden van Infra Klein voorzien van de Toolkit MKB Infra. De Toolkit is een hulpmiddel bij het vinden van informatie over het maken van strategische keuzes. Ook biedt het praktische handvatten om, als er een strategische keuze is gemaakt, eenvoudig aan meer informatie of advies over die keuze te komen. De afgelopen periode hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan in de infrasector, blijkt uit het onderzoek ‘Professioneel ondernemerschap in de GWW-sector’ van Bouwend Nederland. Er voltrekken zich ingrijpende veranderingen op het gebied van de rolverdeling in de sector, de gevraagde professionaliteit van opdrachtnemer en opdrachtgever en de politieke en economische omstandigheden. Deze ontwikkelingen hebben een grote impact op de continuïteit van ondernemingen. Bedrijven zullen een strategie moeten bepalen voor hun eigen profilering en rolkeuze. Bouwend Nederland wil zijn MKB-leden actief ondersteunen en adviseren. Daarom wordt in het kader van het project ‘Professioneel ondernemerschap in de GWW’ de mogelijkheid geboden op individueel bedrijfsniveau strategisch advies te krijgen. De Toolkit MKB Infra ligt in het verlengde daarvan. Alle relevante praktische informatie en bijbehorende informatiebronnen zijn in de Toolkit opgenomen. De Toolkit is voor het eerst gepresenteerd tijdens de BouwBuffetbijeenkomsten. •
waar onze MKB-ondernemingen de vereniging kunnen ‘voelen’. In de uit de zeven kiesgroepen voortgekomen Platforms, zoals Bouw Klein en Infra Midden, kunnen de leden hun specifieke kansen en bedreigingen bespreken. Daar zal ook de Bouwend Nederlandvisie ‘De Bouw in het perspectief van 2015’ in het gewenste maatwerk kunnen worden behandeld. De vakgroepen beginnen zich steeds beter te manifesteren, of het nu gaat om het aan de orde stellen van specifieke onderwerpen of om het verbeteren van hun relatienetwerk. Waar gewenst is in de afgelopen twee jaar in de verenigingsstructuur al de nodige efficiencywinst geboekt, hetgeen onder meer blijkt uit het besluit van de vakgroepen Grondwerk en Wegen alsmede enkele afdelingen om samen verder te gaan. Na een ietwat aarzelende start beginnen de infraplatforms zich ook steeds beter ‘warm te lopen’. De contacten met de regionale directies van Rijkswaterstaat en gemeentes zijn aangehaald, waardoor de mogelijkheid is gecreëerd om te praten over onder meer de clustering van projecten. Jong Bouwend Nederland is zich in positieve zin aan het positioneren en manifesteren, onder meer met het organiseren van interessante en boeiende bijeenkomsten. De rode draad en het bindmiddel in alle bovengenoemde geledingen van onze vereniging zijn natuurlijk onze leden. Ondanks het feit dat een aantal van onze leden hun bedrijfsactiviteiten heeft beëindigd en er ook fusies zijn geweest is ons ledental sinds de start licht gestegen. In dat kader is het verheugend dat er veel samenwerkingsverbanden lid van Bouwend Nederland zijn geworden. Om nog beter te kunnen inschatten wat de leden van ons verwachten, wordt een zeer uitgebreide ledenenquête uitgezet en vinden structureel individuele bedrijfsbezoeken plaats. Ik kijk terug op een uiterst boeiend en leerzaam verenigingsjaar waarin met inspanning van velen veel tot stand is gebracht. Jan van Tuinen, algemeen directeur
|Ledenservice|
Commotie rond nieuwe vorstverletregeling
Bouwend Nederland bereikte bij de CAO-onderhandelingen in april 2005 overeenstemming met de vakbonden over opheffing van het Risicofonds. De bonden wilden de garantie dat werknemers niet onder onverantwoorde weersomstandigheden kunnen worden gedwongen door te werken. De uitwerking van deze afspraak bleek voor bedrijven en Cordares tal van problemen op te leveren. Zo zouden de systemen van het oude Risicofonds en de nieuwe regeling naast elkaar moeten draaien. Bedrijven die in het verleden niet of minder hadden gedeclareerd
dan dat zij aan premie hadden betaald, werden met ingang van de komende winter vrijgesteld van verplichte deelname aan het Risicofonds. De overige bedrijven zouden nog wel een jaar verplicht moeten deelnemen. De premie voor het Risicofonds is de afgelopen jaren ‘kunstmatig’ laag gehouden. Dit kon dankzij zachte winters en door in te teren op het in het verleden opgebouwde vermogen. Daarnaast betaalde een grote groep werkgevers premie, maar declareerde niet en ontving 80% van die premie terug. De premie voor de overgangsregeling,
Regeling compenseert gestegen brandstofprijzen Als gevolg van ontwikkelingen op de internationale oliemarkten zijn de brandstofprijzen vanaf begin 2004 flink gestegen. Voor zover in aannemingsovereenkomsten risicoclausules zijn opgenomen, kunnen deze prijsstijgingen worden doorberekend. In de praktijk wordt echter (een deel van) de verhoging van de brandstofprijzen vaak niet verrekenbaar gesteld. Het risico in deze contracten zou daarmee voor rekening van de aannemer komen. Op projecten van Rijkswaterstaat komen prijsstijgingen in het algemeen voor rekening van de aannemer. De Risicoregeling GWW wordt veelal niet of slechts gedeeltelijk toegepast. Toch waren Bouwend Nederland en VBKO van mening dat de stijging van de brandstofprijzen als een niet te voorziene buitengewone omstandigheid moesten worden beschouwd. In deze gevallen zou
dan een beroep kunnen worden gedaan op artikel 47 van de UAV of in andere algemene voorwaarden dan wel in het Burgerlijk Wetboek. Om tijdrovende en kostbare procedures te vermijden, is overleg gestart met Rijkswaterstaat. Doel was te komen tot een voor alle partijen bevredigende oplossing van de problematiek. Uiteindelijk heeft dit overleg geresulteerd in het tot stand komen van de Compensatieregeling brandstofprijzen 2006. Minister Peijs heeft op 21 maart 2006 laten weten akkoord te gaan met de voorgestelde regeling. Bouwend Nederland en VBKO zijn van oordeel dat de overeengekomen regeling een redelijke compensatie biedt voor de gestegen brandstofprijzen. Geadviseerd is de compensatieregeling te hanteren en – in voorkomend geval – af te zien van arbitrageprocedures. •
waaraan ruim 3.000 bedrijven deze winter verplicht deelnemen, ligt fors boven de oude premie omdat de solidariteit tussen 12.000 bedrijven is verdwenen en het een (individueel) ondernemersrisico is geworden. Dat risico varieert al naar gelang het vorstrisico per regio. De overgangsregeling kent een totaal ander uitkeringsregiem dan de oude regeling volgens het Risicofonds: de regeling komt tot uitbetaling ongeacht of schade ten gevolge van vorst is geleden. Als bijvoorbeeld een deel van het bouwplaatspersoneel niet kan doorwerken wegens vorst en een ander deel wel, volgt toch uitbetaling voor het voltallige bouwplaatspersoneel (de loonsom waarover u premie betaalt). Onder grote druk is sinds het bereiken van het akkoord in april 2006 aan de uitwerking van de overgangsregeling gewerkt. Medio september 2006 zijn de premies bekendgemaakt aan de bedrijven. Het niveau van de premies gaf bij een aantal bedrijven aanleiding tot felle reacties, bijvoorbeeld doordat de hogere premie niet meer kon worden doorberekend in aangenomen werken. Het bestuur van het Risicofonds zag daarin aanleiding om naar een oplossing te zoeken. Deze werd gevonden in het dempen van de premie voor de verplichte overgangsregeling tot 5%, ongeacht de regio. •
|Ledenservice|
Contributie terugverdienen met ledenvoordelen Door gebruik te maken van ledenvoordelen kunnen MKBlidbedrijven van Bouwend Nederland hun contributie eenvoudig terugverdienen. Desondanks maken veel bedrijven hier nog geen gebruik van. In 2006 zijn in de regio’s en bij diverse afdelingen informatiebijeenkomsten gehouden waar is verteld over de ledenvoordelen. In het algemeen bleken de aanwezigen verrast over het grote aantal ledenvoordelen dat Bouwend Nederland inmiddels heeft te bieden. Men blijkt vaak
niet te weten wat dit concreet aan financieel voordeel kan opleveren. Steeds meer bedrijven raken er inmiddels van doordrongen dat zij een dief zijn van hun eigen portemonnee als ze de voordelen ongebruikt laten liggen. Uit diverse rekenvoorbeelden blijkt dat een bedrijf met een omzet van 1,5 miljoen euro met twee ledenvoordelen de contributie van Bouwend Nederland al heeft terugverdiend. Bouwend Nederland probeert de voordelen zo veel mogelijk te laten aansluiten bij de
actuele behoefte van de leden. Via enquêtes, testpanels en informatiebijeenkomsten wordt achterhaald welke voordelen zo goed mogelijk in de behoefte kunnen voorzien. Eind van 2006 leidde dit tot voorlichtingsbijeenkomsten ‘Ontwerpaansprakelijkheid’ en een nieuw ledenvoordeel: de Bouwend Nederland Ontwerppolis. Dit verzekeringsproduct is ontwikkeld omdat steeds meer leden worden geconfronteerd met nieuwe contractvormen waarbij de ontwerpverantwoor-
delijkheid op hun bordje terechtkomt, terwijl die eerst bij de opdrachtgever lag. Een enquête onder de leden moest aan het licht brengen of zij behoefte hebben aan ledenvoordeel op het terrein van mobiel internet. Een groot aantal respondenten gaf aan een enorme toename te verwachten van mobiel dataverkeer. Daarom zijn nu onderhandelingen gaande met een aantal leveranciers, zodat in de doorloop van 2007 concreet voordeel op het terrein van mobiel dataverkeer kan worden aangeboden. •
Leden doen massaal beroep op hulptroepen Ruim 18.000 telefonisch gestelde vragen kregen de drie eerstelijns adviseurs van Bouwend Nederland in 2006 te verwerken. Per e-mail kwamen daar nog eens 1.300 vragen bij. Tel daarbij de informatievoorziening op via de tweewekelijkse uitgave ‘Praktijk’ en de conclusie is duidelijk dat eerstelijns voorlichting ook in 2006 weer in een grote behoefte heeft voorzien. Arbeidsrecht, CAO-zaken en sociale verzekeringen zijn de voornaamste thema’s waar de eerstelijns adviseurs zich in hebben gespecialiseerd. De leden wisten de hulptroepen van Bouwend Nederland op al deze drie fronten goed te vinden. De verhuizing van Gouda naar Zoetermeer heeft geen hiaat in de bereikbaarheid veroorzaakt.
Dat de bedrijven zo’n groot beroep deden op de adviseurs van Bouwend Nederland was alleszins voorstelbaar. Dit jaar is de bouw immers niet alleen geconfronteerd met de praktische invoering van de nieuwe CAO voor de Bouwnijverheid, maar de bouw kreeg
ook te maken met ingrijpende wijzigingen van wet- en regelgeving, zoals de invoering van het Tijdspaarfonds, de afschaffing van het Vakantiefonds, de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet, de afschaffing van de WAO en de introductie van de WIA. Bovendien was er nog de wijziging van WW en ontslagrecht. Dit alles leidde tot veel vragen, niet alleen bij de werkgevers, maar zeker ook bij hun werknemers. Of het in 2007 zoveel rustiger zal worden mag worden betwijfeld. Weliswaar startte het jaar goed met het afsluiten van een nieuwe CAO, maar daar staat tegenover dat een nieuw kabinet zal aantreden. Dit kan leiden tot nieuw beleid met veranderingen in weten regelgeving. •
Leden bepalen onderzoeksthema’s RRBouw Slechts drie wetten zijn de voornaamste veroorzaker van de administratieve belasting van bouwbedrijven. In de bedrijfsvoering en tijdens het uitvoeringstraject wordt de Arbowet als meest belastend ervaren. De Wet op de Identificatieplicht en de Wet Ketenaansprakelijkheid staan op een tweede en derde plaats. Dit is de conclusie uit het Onderzoeksverslag ‘Visie op de toekomst van de regelgeving in de bouwsector’, een van de onderzoeken die de stichting Research Rationalisatie Bouw (RRBouw), de onderzoeksstichting van Bouwend Nederland, in 2006 heeft gepubliceerd. Andere onderzoeksrapporten waren ‘Aandachtspunten
stabiliteit bouwmaterieel op de bouwplaats’, ‘Professioneel ondernemerschap in de GWWsector’, ‘Algemene kosten en aanbiedings kosten bij bouwbedrijven’ en ‘Onderzoek naar administratieve lasten bij bouwbedrijven’. De bouw kent een aantal onderzoeks instituten met allemaal een specifiek werkveld. De velden zijn gekoppeld aan de diverse deelsectoren in de bouw, zoals infrabouw, woning- en utiliteitsbouw, civiele betonbouw, waterbouw en installatietechniek. De stichting RRBouw neemt een aparte positie in. De belangrijkste overweging om een dergelijke stichting in het leven te roepen is de behoefte van Bouwend Nederland aan
beleidsondersteunend onderzoek en onderzoek dat het functioneren van de aangesloten bedrijven versterkt. De programmering wordt door de branchevereniging aangestuurd. De leden van Bouwend Nederland bepalen de onderwerpen die worden geprogrammeerd. Daarbij dienen de onderwerpen te voldoen aan de doelstellingen dat het onderzoek beleidsondersteunend moet zijn en het functioneren van de bouwbedrijven moet versterken. Dit betekent dat de meeste onderwerpen van onderzoek liggen op het terrein van het bouwproces en de bouwmarkt in de sectoren bouw en infra. •
|Ledenservice|
KOB houdt groei ook in 2006 vast De Kader- en Ondernemersopleiding Bouwbedrijf (KOB) heeft in 2006 de groei van 2005 (20 procent, 540 inschrijvingen) kunnen vasthouden. In totaal waren er 1.800 inschrijvingen voor één van de praktijkgerichte KOB-opleidingen in de richtingen bouw of infra (Techniek, Calculatie, Commerciële bedrijfsvoering, Werkvoorbereiding & uitvoering, Ondernemen). De beroepsopleiding van de cursist is divers en varieert
van vmbo, mbo tot en met hbo. De flexibiliteit in keuze van een van de KOB-opleidingen maakt het mogelijk aan te sluiten bij de beroepsopleiding en ervaring van de cursist. De cursist of het bedrijf maakt een keuze uit de KOB-opleidingen die aansluiten bij de taken die de cursist uitvoert of binnenkort gaat uitvoeren. KOB-opleidingen zijn praktijkgericht. Dit betekent dat de opleiding Techniek bouw- of infracursisten de mogelijkheid
biedt de vakbekwaamheid een basis te geven. Een vernieuwing van de KOB is dat óók in de KOB-managementopleidingen bouwtechnische cases worden opgenomen; de technische kennis van de cursist wordt geactualiseerd, verdiept en verbreed. Het gaat bijvoorbeeld naast begroten of plannen ook over ‘hoe vertaal ik de vraag van de klant naar een keuze van een product en bouwproces’ of ‘hoe los ik ontstane problemen
op tijdens de uitvoering’. Uit onderzoek blijkt dat 60 procent van de cursisten kiest voor de KOB om een praktische basis als UTA-personeel te krijgen. De overige 40 procent kiest voor de KOB omdat ze misschien in de toekomst de stap tot ondernemer willen zetten. Van die laatste groep zet in de praktijk de helft daadwerkelijk die stap. De andere helft wordt bij uitstek ‘dé rechterhand van de ondernemer’. •
|Labels|
Betonmortelbedrijven sluiten aan bij SBIB In 2006 heeft de Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland (VOBN) zich aangesloten bij de Stichting Beoordeling Integriteit Bouwnijverheid (SBIB). De SBIB registreert bouwbedrijven die een bedrijfscode hebben ingevoerd conform het SBIB-model. Bedrijven met een code worden opgenomen in het openbare register van de SBIB. Bedrijven die nog geen code hebben ingevoerd, worden door de SBIB gestimuleerd dat te gaan doen. Bouwend Nederland adviseert bouwbedrijven de code op te stellen, in te voeren en na te leven. De Commissie van Toezicht behandelt klachten over geregistreerde ondernemingen die de bedrijfscode overtreden.
In 2006 heeft de SBIB een aantal bijeenkomsten gesteund of mee georganiseerd. Er is een bijeenkomst gehouden voor koplopers in de bouw; toezichthouders of ‘compliance officers’ van bouwbedrijven of bouwgerelateerde bedrijven. Deze bedrijven doen mee in de kopgroep van het PSIB-bouwproject ‘Bouwen aan Integriteit’. In oktober 2006 zijn drie regionale bijeenkomsten gehouden voor toezichthouders van SBIB-deelnemers en een compliancebijeenkomst voor commissarissen, CEO’s en CFO’s van bouwbedrijven, in samenwerking met KPMG. In 2007 zal de SBIB zich buigen over de vraag hoe de bedrijfscode ‘levendig’ kan worden gehouden. •
Belang klantgericht bouwen steeds beter onderkend Steeds meer opdrachtgevers/ontwikkelaars en kopers van woningen zien het belang in van het keurmerk Klantgericht Bouwen. Dat concludeert de Stichting Klantgericht Bouwen (SKB) op basis van de cijfers over 2006. Het afgelopen jaar werd duidelijker dat het goed opleveren van een woning alleen voor een bouwer niet voldoende is om een koper voor zich te winnen. Een koper verwacht naast een technisch goed gebouwd huis met weinig of geen opleveringsgebreken ook een prettig en goed contact met de ondernemer tijdens de bouw. Dat besef zorgde ervoor dat de Stichting Klantgericht Bouwen in 2006 opnieuw een toename kon registreren van het aantal uitgereikte keurmerken Klantgericht Bouwen, het aantal deelnemers en het aantal aangemelde woningen. Op 30 januari 2006 reikte Jan Hovers,
voorzitter van de Regieraad Bouw, de jaarlijkse keurmerken Klantgericht Bouwen uit aan 69 SKB-deelnemers. Dat zijn er 14 meer dan de 55 bedrijven die het in 2005 was gelukt dat keurmerk te verkrijgen. De 69 bedrijven scoorden gemiddeld 16 opleveringsgebreken per woning tegen bijna 21 van het marktgemiddelde. Het gemiddelde rapportcijfer van deze bedrijven voor de kwaliteit van de dienstverlening bedroeg op dat moment 7,1 tegen 6,2 van het marktgemiddelde. De Stichting Klantgericht Bouwen telde eind 2006 ongeveer 128 deelnemers en er
10
waren ongeveer 8.600 woningen aangemeld. Dit is bijna 19 procent van de totale nieuwbouwproductie in Nederland. In 2005 was dat nog 15 procent. De Stichting Klantgericht Bouwen heeft in 2006 het dienstenpakket uitgebreid. Voor bouwbedrijven, ontwikkelaars en woningcorporaties die door middel van metingen hun bedrijfsprocessen willen verbeteren, maar die (nog) niet het keurmerk kunnen of willen voeren, is de Benchmark Klantgericht Bouwen ontwikkeld. Bedoeling is dat meer bedrijven worden bereikt en bediend in het streven de kwaliteit in de bouw te verbeteren. •
|Labels|
STEHA profileert zich bij opdrachtgevers Stichting de Erkende Hoofdaannemer (STEHA) bestond in 2006 tien jaar en heeft haar koers opnieuw bepaald. Nadat de procedure van toelating, toetsing en schorsing in 2005 was aangescherpt en het normenstelsel herzien, was 2006 het jaar om naar buiten te gaan. In overleg met de deelnemers (via een serie regionale bijeenkomsten in het voorjaar van 2006) is een nieuw logo ontwikkeld. Ook is het promotiemateriaal aangepast, werd een nieuwe brochure gemaakt en is een nieuwe
website in de lucht gegaan. STEHA richt zich op de doelgroep van professionele opdrachtgevers (gemeenten, woningbouwverenigingen en architecten). Deze zijn in het najaar van 2006 benaderd via een landelijke mailing en ook via advertenties in Cobouw, de Aanbestedingskrant, BladNA en Aedes Magazine. De public relations op regionaal niveau wordt eveneens opgepakt. STEHA heeft hiervoor acht kringen in het leven geroepen die elk bestaan uit ongeveer 25 deelnemers. Op de landelijke Kwaliteitsdag in september
2006 zijn deze kringen officieel van start gegaan. De bedoeling is dat de deelnemers in de kring ervaringen kunnen uitwisselen, maar vooral ook gezamenlijk de public relations in de regio oppakken. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van netwerkbijeenkomsten met de belangrijkste professionele opdrachtgevers in de regio, regionale advertenties of mailings, of een bezoek aan een interessante partij. Hierbij zal ook het gemeentelijk bouwoverleg, dat de Bouwend Nederlandmedewerkers in de regio houden, worden ingezet.
BouwGarant versterkt positie in de markt Het aantal deelnemende bouwbedrijven blijft stabiel rond de 1850, maar desondanks heeft BouwGarant in 2006 zijn positie in de markt verder weten te versterken. De promotiecampagne werpt haar vruchten af en de eisen aan de (potentiële) deelnemers worden continu aangescherpt. Daarmee kan BouwGarant opdrachtgevers (nog) meer zekerheid bieden. Internet is voor BouwGarant een belangrijk medium. De website van BouwGarant is de etalage van alles waar de BouwGarantdeelnemers voor staan. Alle deelnemers kunnen eenvoudig op de website worden gevonden. Via de websites van Funda en Google worden veel bezoekers naar de website van BouwGarant geleid. Maar ook de ‘oude’ media zoals radio, dagbladen en woonmagazines dragen bij aan de bekendheid van BouwGarant. Om de opdrachtgever extra zekerheid te bieden, dienen nieuwe deelnemers minimaal twee jaar ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel. Deze eis is begin 2006 ingevoerd. Tevens is medio 2006 het labelvereiste logogebruik geïntroduceerd. Hiermee wil het bestuur bereiken dat stickers en logo’s van het NVOB en BouwNed niet langer worden gebruikt. Bestuur en secretariaat vinden nauw contact met deelnemers
belangrijk. Hiertoe zijn in 2006 diverse afdelingen van Bouwend Nederland bezocht om een presentatie te verzorgen. Ook zijn er in de regio spreekuren georganiseerd waar deelnemers terecht-
konden voor (gratis) advies. In samenwerking met Syntens zijn workshops georganiseerd waarbij deelnemers aan een eigen website zijn geholpen. Ook is het BouwGarantpanel geïntroduceerd. Dit 11
is een online toepassing waarmee alle deelnemers zich voor kunnen inschrijven en vervolgens kunnen meepraten over het beleid van BouwGarant. •
|Belangenbehartiging|
Rust aan het CAO-front nodig voor modernisering Omdat de CAO van 2004 doorloopt tot april 2007, deden zich in 2006 geen spectaculaire ontwikkelingen voor op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Toch was die rust betrekkelijk. Het ineenschuiven van de bouwen UTA-CAO, de vertaling van de CAOafspraken in concrete teksten en het grote aantal wijzigingen in de wet- en regelgeving van de overheid, vergde tijd en de nodige inspanning. De invoering van de WIA, het nieuwe WW-stelsel, het tijdspaarfonds, de vorstverletregeling, de pensioenregeling en de afschaffing van het vakantiefonds zijn stuk voor stuk gewijzigde regelingen die op een zorgvuldige wijze ten uitvoer moesten worden gebracht. Ook de naleving van de CAO vroeg om aandacht, met name op het gebied van de buitenlandse arbeidskrachten. In het CAO-
akkkoord werd afgesproken hiervoor een Bureau Naleving op te richten. Dit bureau is inmiddels actief. Eind november konden eindelijk de CAO-boekjes worden verspreid. De samenstelling van het boekje heeft meer tijd in beslag genomen dan verwacht doordat twee oude CAO’s in één nieuwe CAO opgingen en juridisch waterdicht op elkaar moesten worden aangesloten. Na het afsluiten van het akkoord en het lange traject wat toen volgde is door veel werkgevers de wens geuit om in de tijd die zou volgen te zorgen voor rust aan het CAOfront. Het gevoel overheerste dat de veranderingen de afgelopen twee jaar enigszins teveel van het goede zijn geweest. Grootschalige veranderingen zouden niet goed vallen, nu er nauwelijks tijd voor bezinning en gewenning is geweest. Een verlenging van de CAO
met slechts aanpassing van de loonparagraaf zou in deze behoefte voorzien. In alle stilte werd een dergelijke uitkomst voorbereid. De stilte was ook nodig om een resultaat in die richting te krijgen. De bonden waren immers al bezig met achterbanraadplegingen voor hun wensenlijstje. Vlak voordat dit jaaroverzicht naar de drukker ging, werd een nieuw CAOakkoord bereikt voor 27 maanden lopende van 1 april 2007 tot en met 30 juni 2009, met slechts aanpassing van de loonparagraaf. In deze periode kunnen werkgevers en werknemers een aantal belangrijke studies gaan verrichten om de beoogde modernisering van de CAO voort te kunnen zetten. Begin februari 2007 zal het algemeen bestuur een definitief besluit over het resultaat geven. •
Kritiek bedrijfsleven leidt tot aanpassing Aanbestedingswet Op 20 september 2006 stemde de Tweede Kamer in met de nieuwe Aanbestedingswet. Mede dankzij een intensieve lobby vanuit Bouwend Nederland, VNO-NCW, MKBNederland en ICT Office heeft de Tweede Kamer de regering bewogen een aantal belangrijke bezwaren tegen de nieuwe wet weg te nemen. Het bedrijfsleven wordt veel nauwer betrokken bij de concrete invulling van de wet dan in de oorspronkelijke opzet de bedoeling was. Recent is een werkgroep, met daarin Bouwend Nederland, begonnen met het opstellen van de normen voor het stellen van proportionele geschiktheidseisen. Een andere belangrijke ontwikkeling is de opzet van een Leidraad Uit- en Aanbesteden door de Commissie Scheltema van de Regieraad Bouw. Bouwend Nederland zit in de Commissie Scheltema en in de werkgroep die onder leiding van CROW de Leidraad en de bijbehorende ‘tools’ voorbereidt. De Klankbordgroep Aanbesteden van Bouwend Nederland adviseert het bureau en bestuur bij
de behandeling van de relevante zaken.
Integriteit Bij de parlementaire behandeling van de wet werd tegemoetgekomen aan de beoordeling van de integriteit. In de tekst van de wet was ruimte gelaten om de beoordeling van de integriteit bij werken onder de EU-drempel van 5,2 miljoen euro over te laten aan de betrokken opdrachtgever. Het risico daarvan was dat per aanbestedende dienst andere maatstaven worden aangelegd, waardoor per aanbesteder verschillende uitkomsten mogelijk zijn en bovendien de lasten voor de bedrijven worden vergroot. Deze problemen worden voorkomen als de integriteitstoets bij één instantie komt te liggen, het COVOG van het ministerie van Justitie. Bouwend Nederland is voorstander van een integriteitsverklaring met een geldigheidsduur van bijvoorbeeld twee jaar, die vervolgens wordt vastgelegd in een register. Tijdens de aanbesteding kan dan worden volstaan met het overleggen van de verklaring door het betrokken
bedrijf en de verifiëring hiervan door de opdrachtgever in het register. Dat voorstel is door de Tweede Kamer overgenomen.
Uniformering en communicatieverbetering Verder worden de regels voor het aanbesteden van opdrachten beneden de drempel van 5,2 miljoen euro geüniformeerd. Dat is van cruciaal belang om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te beperken. In het algemeen wordt bekeken hoe de administratieve lasten rond het aanbesteden verminderd kunnen worden. Naast de procedurele benadering is het afgelopen jaar gewerkt aan de verbetering van het aanbestedingsproces, met name gericht op verbetering van de communicatie en de 12
risicotoedeling. Zaken zoals Past Performance, Benchmark, Communicatief risicomanagement bij contractering, Duurzaam Inkopen en MVO zijn daarbij weer een stap verder gekomen. Ten slotte wordt via het Convenant A2 2x5=2010 gewerkt aan een verbetering van zaken als de concurrentiegerichte dialoog en de overgang van gunning naar start werk. Hierbij ligt sterk de nadruk op de verbetering van de communicatie, de dialoog en het bespreken en evalueren van de samenwerking. Onderzoek heeft uitgewezen dat gebrekkige communicatie en slechte risicoallocatie in welke vorm dan ook voor 80 tot 90 procent de bron is van strub belingen en faalkosten op projecten. •
|Belangenbehartiging|
Krachtige impuls voor energiezuinig verbouwen De afgelopen jaren heeft Bouwend Nederland samen met diverse andere organisaties nadrukkelijk aandacht gevraagd voor verbetering van de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. Zo werd in november 2005 door Bouwend Nederlandvoorzitter Elco Brinkman het plan ‘Nederland Verbouwt!’ aangeboden aan toenmalig VROM-minister Dekker. Het was een initiatief voor de verbetering van de particuliere woningvoorraad, dat werd gedragen door Bouwend Nederland, Vereniging Eigen Huis tezamen met NVM, Nationale Hypotheek Garantie, Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten, Vastgoed Belang, en VvE Belang. In de zomer van 2006 is, met steun van zes ministeries, het Platform Energietransitie
Gebouwde Omgeving (PeGO) opgericht. Het platform staat onder voorzitterschap van Jan Terlouw en heeft tot doel om de energiedoelstellingen van de klimaatconferentie in Kyoto mede te helpen realiseren. Medio 2006 heeft PeGO het voorstel ‘Nederland Verbouwt!’ gecombineerd met plannen om op grote schaal energiebesparing van de bestaande woningvoorraad een krachtige impuls te geven. Die combinatie wordt uitgewerkt in een businessplan, dat tot doel heeft tot 2030 de gehele bestaande woningvoorraad energiezuinig te verbouwen. Bouwend Nederland is nauw betrokken bij de uitwerking van het plan. In de loop van 2007 wordt gestart met de eerste uitvoerings projecten.
Energiezuinig verbouwen geniet inmiddels ook bij de overheid brede steun. Het sluit direct aan bij het energiebeleid van het ministerie van EZ. VROM heeft recent aan de Tweede Kamer aangegeven dat de achterblijvende kwaliteit van de stedelijke woningvoorraad een van de belangrijkste oorzaken is van de problemen in de grote steden. Vooral in de aandachtswijken zijn veroudering van de (vooral particuliere) woningvoorraad en achterstallig onderhoud een indicator voor het verslechteren van de leefbaarheid in die wijken. Hoewel op een ander schaalniveau, speelt deze problematiek evenzeer buiten de stedelijke gebieden. •
Premie- en indexatiebeleid Bpf Bouw vastgesteld
Nieuwe regels voor betere luchtkwaliteit
De bouw kreeg per 1 januari 2006 een geheel nieuwe pensioenregeling. Nieuwe deelname aan de Vroegpensioenregelingen is niet meer mogelijk en de eindloonregeling is omgebouwd tot een middelloonregeling. De deelnemer bouwt extra pensioenaanspraken op die desgewenst en al dan niet vervroegd kunnen worden opgenomen. Hierdoor bleef vervroegde pensionering in de bouw ook na 1 januari 2006 mogelijk. Hoewel de ruwbouw van de nieuwe regeling in 2005 al was vastgelegd, moest het belangrijkste onderdeel, het nieuwe premie- en indexatiebeleid, nog worden uitgewerkt in 2006. Werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers in het bestuur van Bpf Bouw leken het lange tijd niet eens te kunnen worden, maar uiteindelijk werd in het najaar van 2006 de knoop doorgehakt: het nieuwe premie- en indexatiebeleid voor Bpf Bouw is een feit. In het premiebeleid is vastgelegd dat de langetermijn-kostendekkende-premie voor Bpf Bouw gelijk is aan 18,9 procent van de pensioengrondslag. De
In 2006 is hard gewerkt aan de verandering van de regelgeving op het gebied van de luchtkwaliteit. Dat gebeurde nadat Bouwend Nederland in mei 2005 de resultaten bekend had gemaakt van een inventarisatie naar de stilstand van bouwplanprocedures, ten gevolge van de slechte luchtkwaliteit in Nederland. Het bleek dat er maar liefst 1,2 miljard euro aan bouwplanprocedures stagneerde. Daarmee kreeg dit dossier ook op politiek en bestuurlijk niveau prioriteit. Bouwend Nederland heeft meerdere malen aangedrongen op verandering van de regelgeving op het gebied van de luchtkwaliteit en bij de Tweede Kamer te kennen gegeven dat haast geboden is met de invoering van die nieuwe regels. Het ministerie van VROM heeft vervolgens bliksemsnel een wetsvoorstel gemaakt en deze in procedure gebracht. Door de complexiteit van de materie is het een ingewikkeld stukje wetgeving geworden. Desondanks heeft de Tweede Kamer ermee ingestemd en ligt het wetsvoorstel voor aan de Eerste Kamer. Naar verwach-
jaarlijkse premie zal met niet meer dan 2 procentpunt stijgen of dalen, zodat premieschokken voor werkgevers en werknemers worden voorkomen. In het indexatiebeleid is vastgelegd dat de pensioenaanspraken c.q. pensioenuitkeringen van werknemers, ex-werknemers (slapers) en gepensioneerden jaarlijks worden geïndexeerd aan de hand van de gewogen loontrend in de bouw van het voorafgaande kalenderjaar. Indexatie is afhankelijk van de actuele dekkingsgraad van Bpf Bouw en kan dus variëren. Daardoor is het mogelijk dat er in enig jaar niet of beperkt wordt geïndexeerd. Getracht wordt een eventueel opgelopen indexatieachterstand in goede tijden weer in te halen. Hiermee zijn de (gepensioneerde) werknemers in de bouw zoveel als mogelijk verzekerd van een uitstekende indexatieregeling voor hun pensioenaanspraken of pensioenuitkeringen, terwijl het bestuur van Bpf Bouw de mogelijkheid houdt om bij te sturen wanneer dit noodzakelijk is. •
13
ting kan in het tweede kwartaal van 2007 conform de nieuwe wet worden gewerkt. Bouwend Nederland zal in 2007 bij een van de eerste projecten ‘mee willen draaien’ om te bezien wat er goed en fout gaat in de nieuwe werkwijze. Hierover wordt de achterban geïnformeerd op dezelfde manier als het bevoegd gezag en andere overheden. Op die manier wordt voorkomen dat er ‘twee talen’ ontstaan. Op Europees niveau steunt Bouwend Nederland de inzet van de Nederlandse Staat. Deze weert zich kranig tegen de strenge normen en de achterblijvende Europese maatregelen. In FIEC (de Europese aannemersorganisatie) wordt informatie uitgewisseld met andere bouwfederaties, maar deze ervaren niet dezelfde problematiek als Nederland. •
|Belangenbehartiging|
Bouwsector wordt partner van MVO Nederland Op 26 juni 2006 is Bouwend Nederland partner geworden van MVO Nederland, het door het ministerie van EZ ingestelde kennisen contactcentrum voor bedrijven en organisaties die actief en structureel invulling geven aan hun maatschappelijke rol. Ton Nelissen, vice-voorzitter van Bouwend Nederland en voorzitter van de Contactgroep MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) van Bouwend Nederland, ondertekende een verklaring waarmee Bouwend Nederland zich verbindt aan het uitdragen en verder ontwikkelen van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de bouw. Inmiddels zijn ook andere
brancheorganisaties en bouwbedrijven partner geworden van MVO Nederland. In 2006 zijn diverse activiteiten ontplooid rond maatschappelijk verantwoord ondernemen in de bouw, zoals een inter actieve bijeenkomst met diverse stakeholders (woningeigenaren, gemeenten, woningcorporaties, natuur- en milieuorganisaties, banken, opdrachtgevers en toeleveranciers) over de diverse MVO-thema’s. Verder is een MVO-logo gepresenteerd dat ter beschikking is gesteld aan alle leden van Bouwend Nederland en heeft de contactgroep Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van Bouwend Nederland bijgedragen aan de
totstandkoming van de kadernota MVO. Er is een brochure verschenen met concrete voorbeelden van MVO in de bouw: ‘Werk in Uitvoering: praktische voorbeelden uit de bouwpraktijk’. In samenwerking met de provincie Zuid-Holland en Stimular heeft Bouwend Nederland een boekje uitgebracht over duurzaam aanbesteden. Deze uitgave is speciaal bedoeld voor ambtenaren, gemeenteraads leden en wethouders met duurzaamheids ambities. De twee programma’s Duurzaam Inkopen en Duurzaam Aanbesteden zorgen voor ruimte voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. •
Lobby in Europa komt op gang Dat Europa van groot belang is voor de bouw blijkt uit de effecten van het openstellen van de grenzen voor ingezetenen uit acht nieuwe lidstaten uit Middenen Oost-Europa. Dat besef was reden voor Bouwend Nederland om de pijlen van haar lobbyactiviteiten niet alleen op Den Haag, maar ook op Brussel te richten, de hoofdzetel van de Europese Unie. In 2005 bouwde Bouwend Nederland een relevant netwerk op in Brussel dat kan worden gebruikt voor de Europese lobby. In 2006 lag de focus op het koppelen van leden, bestuur en bureaumedewerkers aan de Brusselse realiteit. Daarvoor is kennis nodig van de structuur en het proces
van besluitvorming in de Brusselse arena. Het Europese speelveld is aanzienlijk ingewikkelder dan dat in Den Haag. Bovendien vereist het een andere mentaliteit. Waar men in Nederland bij lobbygesprekken bijvoorbeeld vrij snel ter zake kan komen, moet in Brussel meer sprake zijn van onderling vertrouwen. Het afgelopen jaar heeft Bouwend Nederland in Brussel onder andere gesproken over de overdraagbaarheid van pensioenrechten, hoe bouwbedrijven met hun bouwafval moeten omgaan en hoe PPS-trajecten kunnen worden gestructureerd. Verder kwamen de maximale arbeidstijden voor werknemers aan de orde,
evenals de eisen die aan bouwproducten mogen worden gesteld. Het aanbestedingsrecht was niet alleen in Nederland, maar ook in de EU een belangrijk thema. Dat geldt ook voor alle onderwerpen die te maken hebben met de Europese interne markt voor personen,
goederen en diensten. Het onderwerp ‘Europese Interne Markt’ werkt door op ieder terrein waar de Nederlandse bouw mee te maken heeft. Dat sterkt Bouwend Nederland in zijn overtuiging dat Europa geen buitenland, maar binnenland is. •
Pleidooi voor aanstellen Regieraad II beloond De bouw maakt in al zijn verscheidenheid werk van vernieuwing, zo concludeert de Regieraad Bouw op 22 november in een brief aan de ministers van VROM, V&W en EZ. Maar het is en blijft wel een kwestie van de lange adem. Daarom werd in de zomer van 2006 overleg gevoerd met onder andere Bouwend Nederland of de Regieraad Bouw, die eigenlijk na het vertrek van minister Brinkhorst uit het
kabinet Balkende zou stoppen, voortgezet zou moeten worden. Bouwend Nederland toonde zich hier groot voorstander van: de Regieraad fungeert immers als een onafhankelijke spreekbuis en vestigt extra aandacht op vernieuwing in de bouw. Bovendien is de vernieuwing nog niet afgerond. Het besluit om per 1 januari 2007 een verse Regieraad Bouw te laten aantreden, kon dan ook op instemming rekenen.
De Regieraad II wordt voor een periode van drie jaar geïnstalleerd en komt onder leiding te staan van Hans Blankert. Hij is een goede bekende van de bouw, omdat hij onder meer de bedrijven heeft bijgestaan die tot een versnelde afwikkeling van de schadeclaims van de Nederlandse Mededingingsautoriteit wilden komen. De raad krijgt een hoog ‘sectorgehalte’. In de Regieraad I, onder voorzitterschap van 14
Jan Hovers, zat slechts één bouwer. Het aantal bouwers in de Regieraad II is aanzienlijk groter. En dat is een goede zaak, zij het dat de leden van de Regieraad op eigen titel zitting nemen en niet als vertegenwoordiger van de sector. Desondanks is Bouwend Nederland vast van plan om nauwe banden met de Regieraad II en het secretariaat te onderhouden. •
|Regio’s|
Regionale Regieraden van start Per 1 januari 2007 is onder voorzitterschap van Hans Blankert de tweede Regieraad Bouw begonnen met als doel de vernieuwing van de bouw van de
Interview Regio Noord
‘Iedereen heeft baat bij samenwerking’
theorie op sectorniveau naar de praktijk van het individueel ondernemerschap
Bouw en infra komen steeds meer op de agenda te
te brengen. Dit is een taak die met
staan bij provincies en gemeenten. Dat merkt Rolf
name op de schouders van de Regionale
Koops, regiomanager van Bouwend Nederland Regio
Regieraden ligt. Hierna volgt een overzicht
Noord. “We hebben in 2006 duidelijk kunnen maken
van de ontwikkelingen per regio.
dat onze bedrijven, maar ook de overheid, gebaat zijn
Regio Noord Als eerste Regionale Regieraad werkt de Noordelijke Regieraad Bouw aan een ambitieus plan van aanpak om vernieuwing in de gehele bouwkolom op regionale schaal aan te jagen. Transparant en integer zakendoen, meer ruimte voor innovatie en bevorderen van de klantgerichtheid in alle geledingen van de sector zijn enkele kernwoorden uit de doelen van de Noordelijke Regieraad Bouw. Bouwend Nederland participeert actief, zowel via vertegenwoordigers in de NRB zelf als in het projectbureau. Enkele highlights uit 2006 waren het bezoek van toenmalig minister Brinkhorst van EZ op de workshop ‘Transparantie en integriteit in de bouwketen’ en de presentatie van het rapport ‘De ontknoping’ over regeldruk in de regionale bouw en infra tijdens een drukbezocht congres. Op het gebied van de professionalisering van het opdrachtgeverschap zijn onderzoeken verricht in samenwerking met de noordelijke corporaties en de Vereniging Stadswerk.
Regio Oost De Regieraad Bouw Oost Nederland (RBON) is op 31 januari 2006 officieel van start gegaan in de provincies Gelderland, Flevoland en Overijssel. De raad werkt met sleutelfiguren uit de bouwkolom, decentrale overheden en andere opdrachtgevers aan de verbetering van de onderlinge verhoudingen. Dit moet resulteren in een transparante en duurzame samenwerking, een betere klanten eindgebruikeroriëntatie, een betere prijskwaliteitverhouding en betere mogelijkheden voor innovatie en integraliteit in de gehele keten. In betrekkelijk korte tijd is veel gerealiseerd. Er wordt gewerkt met een concreet
bij meer samenwerking.”
Volgens Koops is 2006 het jaar geweest waarin de samenwerking tussen regio en hoofdkantoor enerzijds en de regio en de afdelingen flink is verbeterd. “Ik heb het idee dat de leden langzamerhand ook een beter beeld beginnen te krijgen van de nieuwe structuur. Het gaat dus de goede kant op. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Daar gaan we dus ook het komende jaar verder aan werken, met name aan het nog beter combineren van zaken. Leden zien soms door de bomen het bos niet meer: welke bijeenkomst is nu van wie? Daar moeten we meer slagen in zien te maken.” Sinds de gemeenteraadsverkiezingen werkt Regio Noord nadrukkelijk aan een verbetering van het overleg met gemeenten, provincies en andere lokale en regionale stakeholders. Dat gebeurt alleen, in samenwerking met de afdelingen en met collega-koepelorganisaties VNO-NCWNoord en MKB-Noord. Bij die gelegenheden is bij herhaling gewezen op de belangen van het bedrijfsleven, de voordelen van betere samenwerking en de wijze waarop op die manier de lokale economie een impuls kan worden gegeven.
Ruiskosten Ons recente congres De Ontknoping is een goed voorbeeld , aldus Koops. In dat kader hebben we in kaart gebracht of de prachtige beloftes die rond de gemeenteraadsverkiezingen zijn gedaan over een beter ondernemersklimaat, betere dienstverlening en versnelling van procedures, worden nagekomen. Wat gaat er goed, wat gaat er niet goed en wat kunnen we ervan 15
leren? Op die manier hebben we de hele problematiek van de regeldruk bij lagere overheden, en dan met name toegespitst op de ‘ruiskosten’ in de aanbestedingspraktijk, op zeer veel niveaus, bestuurlijk en ook ambtelijk, op de agenda weten te krijgen. Veel partijen zijn inmiddels doordrongen van een gevoel van urgentie om deze problemen op te lossen. Het komt niet alleen op dit soort congressen en grote bijeenkomsten aan. We nemen het natuurlijk ook mee in ons gemeentelijk bouwoverleg. Een voorbeeld van dat daarin veel ter sprake komt is het zogenaamde Heerenveense model. De gemeente Heerenveen heeft samen met de afdeling Heerenveen het plan opgevat om het systeem van bouwvergunningen en het bouw- en woningtoezicht op een andere leest te schoeien: eenvoudiger, slimmer, sneller, maar ook met meer verantwoordelijkheid voor het bedrijfsleven. Dat is een prachtig voorbeeld van hoe je op lokaal niveau samen met de afdeling en samen met de lokale overheid tot een stuk vernieuwing kan komen. Dat is wel de rode draad geweest in de belangenbehartiging in 2006. Tegelijkertijd is het natuurlijk zo dat wie effectief wil zijn in de lobby ook iets te bieden moet hebben. Op het gebied van milieu en duurzaamheid moeten we daarom in 2007 nog meer ons gezicht laten zien. Ik ben er namelijk van overtuigd dat de bouw- en infrasector een belangrijke bijdrage kan leveren aan de duurzame ontwikkeling van Nederland in het algemeen en onze regio in het bijzonder. •
|Regio’s| Leden bestuur Bouwend Nederland Elco Brinkman Gem Bot Cees de Groot Han Hannink Ton Nelissen Nico van Til Adri Voogt Jan Wierenga
Plan van Aanpak voor Oost-Nederland. Vier werkgroepen geven mede invulling aan de ambities van de RBON. Onderwerpen zijn: stimuleren marketing, aanbesteden, samenwerking, regelgeving en onderwijs. Om ook de diverse achterbannen van de Regieraad Bouw Oost Nederland te informeren over het gedachtegoed en de activiteiten van de RBON is op 6 december 2006 in Apeldoorn een grootschalige manifestatie georganiseerd. Centraal stond het thema Samenwerking werkt!
per 31 december 2006
Regio Randstad De Regieraad Bouw Regio Randstad (RBRR) beslaat het werkgebied van de Bouwend Nederlandregio’s Randstad-Zuid en Randstad-Noord. Begin 2006 is de RBRR gestart. Daarbij is de ambitie uitgesproken snel tot concrete resultaten te komen. Dit betekent niet te veel overleggen, maximaal gebruikmaken van beschikbare kennis en inzichten en snel concrete projecten starten. De RBRR heeft een werkplan ontwikkeld. In drie bijeenkomsten is besproken hoe prioriteiten kunnen worden gekozen die aan-
Veel behoefte aan voorlichting sociale zaken Veranderde wetgeving, invoering van nieuwe CAO-bepalingen, afschaffing van oude rechten: het bracht veel werk met zich mee voor de regionale consulenten van Bouwend Nederland. Op uiteenlopende niveaus en bij tal van gelegenheden werd dan ook de nodige tijd geïnvesteerd in voorlichting. In alle regio’s bleken de voorlichtingsbijeenkomsten over sociale zaken in het voor- en najaar in een belangrijke behoefte te voorzien. Duizenden bezoekers kwamen af op de presentaties over de WIA, het loopbaantraject Bouw en infra, de wijzigingen in het ontslagrecht en de laatste ontwikkelingen ten aanzien van buitenlandse arbeidskrachten. Het drukst bezocht werden de bijeenkomsten in het najaar over de wijzigingen in de vorstverletregeling. In 2006 is in veel regio’s gestart met een regionale contactgroep voor financieel deskundigen. Onder de paraplu van het landelijke COTAD-bestuur zijn in alle regio’s dependances opgezet. In de ene regio verloopt dat succesvoller dan in de andere.
Projecten In regio Oost werd met 16 MKB-bedrijven een project gestart om te komen tot leeftijdsbewust beleid als antwoord op de toenemende vergrijzing. Hiervoor is een subsidie toegewezen vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In 2006 is een website opgezet (www.leeftijdgeenpunt.nl) en zijn rond de thema’s gezondheid, werkorganisatie, communicatie en ontwikkeling activiteiten ondernomen. Doel was te komen tot beleid dat werknemers in staat stelt gezond en gemotiveerd hun pensioen te halen. In regio Zuid zijn inmiddels zeven overleggroepen actief voor personeelsverantwoordelijken (OFB’s). Drie van deze overlegorganen zijn opgestart in 2006, te weten Limburg, Brabant-Noord en Den Bosch e.o. 16
sluiten bij de bouwopgave voor de Randstad. In het werkplan staan vier thema´s centraal: vereenvoudiging van regelgeving en procedures, echte verdichting, integrale gebiedsontwikkeling en kleine opdrachtgevers en bouwbedrijven. Binnen elk van deze thema´s wordt specifiek aandacht besteed aan anders samenwerken, professioneel opdrachtgeverschap, integriteit en communicatie. Om inzichten en resultaten goed over te dragen aan de hele sector, wordt veel aandacht besteed aan communicatie. Daarnaast wordt gezorgd dat de opgedane ervaringen in opleidingsprogramma´s worden verankerd. In het laatste kwartaal van 2006 zijn werkgroepen gestart die de vier geselecteerde thema´s verder uitwerken. In november 2006 trad de raad voor het eerst naar buiten met een congres over professioneel opdrachtgever- en opdrachtnemerschap.
Regio Zuid In regio Zuid zijn sinds april 2006 twee regieraden actief: Regieraad Limburg en Regieraad Brabant/Zeeland. De regieraden zijn ingesteld om een veranderingsproces op
|Regio’s| gang te brengen dat leidt tot een gezonde, goed functionerende bouwsector met onbelemmerde concurrentie. Zij zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van opdrachtgevers, opdrachtnemers, overheid en adviseurs. Werkgroepen houden zich bezig met diverse thema’s. Zo buigt de Regieraad Brabant/Zeeland zich over het professioneel opdrachtgeverschap (POG), regeldruk, samenwerking in het bouwproces en samenwerking op het gebied van de ruimtelijke ordening. De Regieraad Limburg richt zich op aanbesteden, gedrag en integriteit, de lessen uit andere sectoren en uit andere landen, de samenwerking op het gebied van de ruimtelijke ordening, het versimpelen van regelgeving en het versnellen van procedures. Volgens Bouwend Nederland Regio Zuid zijn de regionale regieraden van cruciaal belang voor de vernieuwing van de bouw. Niet in de laatste plaats omdat het contact tussen de bouw- en infrasector en de voornaamste stakeholders wordt geïntensiveerd. Ook dat aspect onder streept de noodzaak om er een succes van te maken. •
De overleggroepen in Zeeland, BrabantWest, Midden-Brabant en Oss/Uden/Veghel e.o. waren al eerder in bedrijf. In de OFB’s worden actualiteiten op het gebied van sociale zaken doorgesproken en worden ervaringen en ideeën uitgewisseld. In regio Noord vond overleg plaats met de vakbonden, onder andere over de problematiek van de discontinuïteit en aangepaste arbeidstijdenregelingen (jaarmodellen). Ook in regio Randstad-Zuid vond regelmatig overleg plaats met regionale werknemersvertegenwoordigers over CAO-gerelateerde zaken.
Interview Regio Oost
‘Bouwproductie gaat de goede kant op’ De stagnatie in de bouwproductie is en blijft een punt van zorg voor Bouwend Nederland Regio Oost. Maar het gaat inmiddels wel de goede kant, zo meldt regiomanager Robert ter Hoek. Alle acties beginnen hun vruchten af te werpen.
Het zijn met name de provincies Gelderland en Overijssel, die samen met Flevoland de regio Oost vormen, waar de problemen met de bouwproductie nog altijd groot zijn. Het is dan ook een goede zaak dat, onder aanvoering van de verantwoordelijke gedeputeerden, provincies en gemeenten zich flink inspannen om de productie weer aan te jagen , constateert Ter Hoek. En het moet gezegd: dat lukt vrij aardig. Niet overal even goed, maar in het algemeen ontwikkelt de productie zich de goede kant op. We houden als Bouwend Nederland ondertussen wel de vinger aan de pols. Het thema komt regelmatig voorbij in de diverse overlegstructuren. Bijvoorbeeld in het Gelders Beraad Bouwen en Wonen, waar de provincie en marktpartijen met elkaar aan tafel zitten. Ik probeer in dat verband zoveel mogelijk tot concrete werkafspraken te komen. Een ander vaak terugkerend thema is de deregulering. Daar is Overijssel heel aardig mee aan de gang. Het gaat hierbij om het
Werknemers Bijzonder in regio Randstad-Noord is dat de voorlichting over de CAO zich ook richtte op de werknemers. In reactie op verzoeken van lidbedrijven is op afdelingsniveau gebundeld voorlichting gegeven. Drie afdelingen hebben daar gebruik van gemaakt: Alkmaar, Westfriesland en Noordkop. In totaal kwamen hier ruim 750 werknemers op af. Evenzeer uniek was de oprichting van een aantal overlegorganen voor de zogeheten meewerkende partners. In Alkmaar, Westfriesland, Noordwest Utrecht en ’t Gooi, en IJmond, Kennemerland, Zaanland en Waterland is daar inmiddels veel animo voor. • 17
terugdringen van de administratieve lasten en de regeldruk voor de bedrijven. Hierover wordt onder andere gesproken in het Marktpartijenoverleg Overijssel, dat daarnaast ook de woningmarkt in het Twentse in de gaten houdt.
Aanbestedingsnota’s Ook met de gemeenten voert Bouwend Nederland in de regio Oost op tal van manieren bouwoverleg. In nauwe samenwerking met onze 22 afdelingen voeren we met pakweg tien gemeenten echt actief overleg. Eén van de thema’s die altijd weer terugkeren is het aanbestedingsbeleid. Er zijn gemeenten die nu bezig zijn met het schrijven van een gemeentelijke aanbestedingsnota. Hier en daar kijken we mee en hebben we ook invloed op de inhoud van die nota’s. Onze voornaamste zorg betreft de verschillende lijsten met aanbestedingscriteria en drempels voor openbaar en onderhands aanbesteden. Wij wijzen met name op het belang van het regionale bedrijfsleven. Dat verdient een streepje voor op bedrijven uit andere delen van het land. Dat is met name ook belangrijk voor de MKB-bedrijven in Regio Oost, en dus ook voor de werkgelegenheid. Steeds vaker komen in het gemeentelijk bouwoverleg ook onderwerpen aan de orde die de praktijk van de infrabedrijven raken. In Enschede is bijvoorbeeld een infrabouwer aangeschoven bij het gemeentelijk bouwoverleg. In het algemeen kan worden geconcludeerd dat 2006 het jaar was van de integratie van bouw- en infrabedrijven. En we zien dat dat op een steeds groter aantal terreinen behoorlijk goed gaat. •
|Regio’s| Interview Regio Randstad Zuid
‘Sector wil kennis en kunde inbrengen’ Voor Regio Randstad Zuid van Bouwend Nederland stond in 2006 het verbeteren van de relatie met het lokaal en regionaal bestuur in Zuid-Holland centraal. We willen als sector laten zien dat we betrokken zijn en onze kennis en kunde willen inbrengen , aldus Inge Oosterveen, regiomanager Bouwend Nederland Regio Randstad Zuid.
Koplopersgroep
Het was Harry van der Vossen, voorzitter van Bouwend Nederland Regio Randstad Zuid, die het standpunt van Bouwend Nederland goed verwoordde. Tijdens de discussiebijeenkomst Bouwen in Zuid-Holland ‘Grenzeloos samenwerken, wie durft?’, zei hij: We staan voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid als keten om de schaarse ruimte duurzaam in te richten. Volgens Van der Vossen wil de bouw- en infrasector de kennis en kunde van de gehele keten inzetten. Meer samenwerking helpt bij het herstel van vertrouwen en dat kan weer als basis worden genomen voor verdere innovatie in de gehele keten.
In 2006 werd ook de Koplopersgroep Zuidplaspolder in de steigers gezet. Oosterveen: Een aantal betrokken actieve lidbedrijven lanceerde in 2006 het idee om een Koplopersgroep te formeren die een rol moet gaan spelen bij de ontwikkeling van de Zuidplaspolder. De Provincie Zuid-Holland had Bouwend Nederland verzocht om mee te denken over de rol die de markt bij dit project zou kunnen spelen. De Koplopersgroep was hier het antwoord op. Op het gebied van het onderwijs werden in 2006 de contacten met het onderwijs verder uitgediept. Tijdens speciale bijeenkomsten voor MBO- en HBO-docenten, georganiseerd door Bouwend Nederland, konden docenten een kijkje nemen in de bedrijfstak. Een jaarlijks terugkerende activiteit, die enthousiast is ontvangen. In de regiobijeenkomst van 16 november 2006, die Bouwend Nederland Regio Randstad Zuid organiseerde discussieerden onderwijs en bedrijfsleven met elkaar over de noodzaak tot samenwerking. De basis voor de verdere dialoog in 2007 werd daar gelegd. In 2006 kwam ook het vmbo in de spotlights te staan. De Regionale Task-force vmbo presenteerde in november 2006 het Actieplan vmbo. Met dit actieplan wil de Task-force vmbo onderwijs (ruim 42 vmbo-scholen) en bedrijfsleven in Zuid-Holland inspireren om de handen ineen te slaan om gezamenlijk de vmbo-bouwtechniekopleidingen zowel kwalitatief als kwantitatief te bevorderen. Zuid-Holland is de eerste regio waarin een Taskforce is opgericht en weet zich daarmee koploper in Nederland. •
Dat was dan ook een belangrijk onderwerp tijdens het gemeentelijk bouwoverleg dat de afdelingen en infrabedrijven in samenwerking met het regiokantoor van Bouwend Nederland voeren. Volgens Inge Oosterveen is dat overleg een mooi voorbeeld van de wijze waarop de samenwerking al vorm heeft gekregen. In tal van gemeenten in Zuid-Holland werd het gemeentelijk overleg tussen gemeenten en de bouw- en infrabedrijven namelijk geïntensiveerd. Met een aantal gemeenten werd zelfs de afspraak gemaakt om gezamenlijk een project op te pakken. Voorbeelden hiervan zijn: het Project Veilig Bouwen in Rotterdam in samen werking met Bouwend Rijnmond en de afdeling Bouwtoezicht van de gemeente Rotterdam, en de afspraak met de gemeente Westland om gezamenlijk met ambtenaren, wethouders en bouw- en infrabedrijven een bijeenkomst te organiseren over aanbesteding.
18
|Regio’s|
Jong Bouwend Nederland trekt de regio in Ondernemers en managers in de bouw en infra die de leeftijd van 40 jaar nog niet hebben bereikt, kunnen zich aansluiten bij Jong Bouwend Nederland (JBN). Om
zaken en personeel. Het centrale thema van de Studiedag 2006 was vernieuwing. In het kader daarvan hebben de deelnemers verschillende workshops kunnen volgen.
kennis en ervaringen uit te wisselen, contacten te leggen en kennis en ervaring uit te wisselen over het functioneren in een snel veranderende bedrijfstak. In 2006 trok Jong Bouwend Nederland de regio in. De eerste landelijke contactdag werd op 9 juni gehouden in Friesland en trok ruim honderd jonge bouwers. ‘Fryslân maakt het!’ was het centrale thema, een zeer toepasselijk thema dat was afgeleid van de landelijke imagocampagne ‘De Bouw maakt het’. Voor jongeren in de bouw is deze imagocampagne van groot belang. Als de volgende generatie in deze sector hebben zij een belangrijke taak om mee leiding te geven aan de vernieuwing en modernisering van de bouw. In november 2006 werd de Jong Bouwend Nederland Studiedag gehouden. Leden konden hier onder andere deelnemen aan de eerste Jong Bouwend Nederland Bouwtest. Zij moesten daarbij veertig vragen beantwoorden over techniek, strategie, marketing, financiën, innovatie, juridische
Regio Oost Voor Jong Bouwend Nederland Regio Oost stond het jaar in het teken van de integratie van de jongerencontactgroepen vanuit bouw en infra. Dat was noodzakelijk omdat vanaf 1 januari 2006 de activiteiten van JBN op regionaal niveau georganiseerd worden door Bouwend Nederland Regio Oost. International Training Projects heeft een managementtraining verzorgd over resultaatgericht communiceren tijdens onderhandelingen. De training werd door dertig mensen gevolgd (het maximale aantal deelnemers). De grote belangstelling geeft aan dat JBN’ers meer behoefte hebben aan trainingen dan aan een informeel samenzijn. Eind 2006 zijn daarom opnieuw twee managementtrainingen verzorgd met als onderwerp: Volwaardige gesprekspartner zijn van je bankier en je accountant. Ook deze trainingen zijn zeer succesvol gebleken en zullen navolging vinden in de andere regio’s. In september hebben zo’n dertig mensen meegedaan aan een technische excursie naar Nijmegen.
Regio Zuid en Noord Ook in regio Zuid is in 2006 gestart met de regionale opzet van Jong Bouwend Nederland. Er is een nieuwe secretaris aangesteld, die samen met twee actieve leden een eerste bijeenkomst heeft opgezet. Op 30 november is een bezoek gebracht aan de legerbasis De Strijpse Kampen in Oirschot. Tevens is met diverse belangstellenden gesproken over het oprichten van een regionaal bestuur. Het streven is begin 2007 met een nieuw bestuur van start te gaan. Jong Bouwend Nederland Noord zette zichzelf op de kaart met een startbijeenkomst op het TT-circuit in Assen. Ook is een nieuw bestuur benoemd. Een van de kwesties waarover in 2006 werd vergaderd, betrof het dilemma van de aansluiting op provinciaal niveau enerzijds en anderzijds de wens om een regionaal programma te hanteren. Integratie tussen bouw- en infrabedrijven blijft 19
Leden algemeen bestuur Bouwend Nederland Peter van Baalen Allie Blijleven Niek Bolten Ton Brouwer Ronald Cobben Nico Heijmen René Hofsté Paul Hoogendoorn Ruud Jacobs Andries de Jong Peter-Paul van der Kaaij Peter Koenders Fré Kooi Pieter Arie Kraaijeveld Jaap Kruijt Jan Kuyper Dolf Lubbers Teus van Oord Frank Oude Nijhuis Henk de Pagter Daan Sperling Hans van der Steen Ton Stuifzand Siegfried Vizee Harry van der Vossen Nico de Vries
per 31 december 2006
|Regio’s|
Overzicht vakgroepen Bouwend Nederland Civiele betonbouw Grondwerk Ondergrondse netwerken en grondwaterbeheer Railinfra Betonboorbedrijven Specialistische wegenbouw Waterbouw Wegen per 31 december 2006
een punt van aandacht. Een speerpunt voor het komende jaar is ledenwerving. JBN-leden worden actief benaderd met de vraag om iemand uit het eigen bedrijf mee te nemen naar de bijeenkomsten. Doel is om nieuw talent te activeren en mee te laten draaien in JBN.
Regio RandstadZuid en Noord Begin 2006 organiseerde Jong Bouwend Nederland in de Regio Randstad Zuid een regiovergadering over aanbesteding. Vastgesteld werd dat Jong Bouwend Nederland de samenwerking met De NieuwBouw wenst op te zoeken om een bijdrage te leveren aan vernieuwing in de keten. Dit gebeurt in samenwerking met JBN Regio Randstad Noord. In 2006 werden voor het eerst masterclasses georganiseerd, speciaal voor de jongere garde in de bedrijfstak.
Voor Regio Randstad Noord was 2006 het tweede jaar van JBN in de regio. In 2005 werd de basis gelegd van de nieuwe organisatie die in 2006 vervolg kreeg door ledenwervings activiteiten en de organisatie van diverse bijeenkomsten. In het voorjaar werd de ledenvergadering gecombineerd met een excursie naar drijvende gevangenisboten in Zaandam. In het najaar stond de bijeenkomst in het teken van flirten naar zakelijk succes. De workshop over op welke wijze men zich het beste kan presenteren bij de zakelijke relaties werd door ruim zestig mensen bezocht en is enthousiast ontvangen. JBN heeft zich in Randstad Noord ten doel gesteld het ledental in 2007 te vergroten. De nodige nieuwe ledenwervingsactiviteiten staan op stapel. •
Regio’s maken werk van BouwTalent BouwTalent is hét ijzer dat Bouwend Nederland op dit moment in het vuur heeft om te zorgen dat er voldoende instroom is van midden- en hoger kaderpersoneel. Studenten op mbo-BOL 4 en hbo-niveau wordt voor twee tot drie jaar een leerwerkplaats aangeboden, vergelijkbaar met wat de samenwerkingsverbanden voor het vmbo doen. BouwTalent lijkt een succes te worden, zo blijkt uit de ontwikkelingen in de regio’s.
Regio Noord In Regio Noord is in 2006 veel werk gemaakt van het thema ‘Onderwijs en arbeidsmarkt’. Dat is bij uitstek voor deze regio van belang omdat de spoeling aan nieuw personeel dunner is dan in andere regio’s. Ook is het risico groter dat opleidingen door gebrek aan instroom ophouden te bestaan. Regio Noord hanteert een ketenbenadering en trekt samen op met Fundeon, scholen, samenwerkingsverbanden en BouwTalent. In Friesland is een Stichting Bouwtalent opgericht, waar het Frieslandcollege, het samenwerkingsverband en Fundeon hun steentje aan hebben bijgedragen. Vernieuwend is dat dit multifunctioneel wordt ingevuld. Niet alleen de bouw, maar ook architecten, ingenieursbureaus en opdrachtgevers als woningcorporaties gaan hierin meedraaien. Op die manier ontstaat draagvlak voor het streven om nieuwe mensen de sector in te krijgen. In 2006 zijn de fundamenten voor deze vorm van samenwerken gelegd en daar wordt in 2007 verder op gebouwd. Zo wil de 20
stichting een Noordelijk Instroomakkoord afsluiten met de gezamenlijke noordelijke corporaties en ROC’s. Dat akkoord komt er apart bij en is dus niet ter vervanging van bestaande leerlingbouwplaatsconvenanten.
Regio Oost In Regio Oost zijn drie stichtingen opgericht en is de voorbereiding voor een vierde in volle gang. BouwTalent Twente is gestart in samenwerking met het ROC Twente. Inmiddels zijn er al zo’n tweehonderd BouwTalenten. Ook in Gelderland is een stichting BouwTalent actief. In eerste instantie is gestart met de hogeschool HAN te Arnhem. In september zijn zeven duale studenten van de HAN in dienst getreden bij de stichting en uitgeplaatst. In 2007 beginnen gesprekken met ROC A12 en Rijn-IJssel om ook te participeren in de stichting. De stichting BouwTalent Flevoland werd in januari 2007 operationeel. In samenwerking met ROC Flevoland wordt begonnen
|Regio’s| Interview Regio Randstad Noord
Overzicht afdelingen Bouwend Nederland
‘We worden gewaardeerd als gesprekspartner’ Het is voor Bouwend Nederland Regio Randstad Noord geen enkel probleem meer om bij gemeentebestuurders aan tafel te komen. We zijn een bekende en gewaardeerde gesprekspartner , aldus regiomanager Jan Overtoom. Met ruim 20 gemeenten in Regio Randstad Noord heeft Overtoom in 2006 inmiddels structureel twee keer per jaar bouw overleg. Dat doen we altijd samen met de lokale afdelingsbesturen , vertelt Overtoom. Het zijn ook de afdelingen die de agenda samenstellen en ook namens Bouwend Nederland het woord voeren. In het bouwoverleg wordt getracht zoveel mogelijk in te spelen op de lokale agenda. We proberen altijd per individuele gemeente in kaart te brengen wat er speelt. Zo bezien hadden we het het afgelopen jaar vrij gemakkelijk, omdat we te maken hadden met nieuwe colleges. Dus hebben we van de 25 grootste gemeenten de collegeprogramma’s opgevraagd en doorgenomen op de voor ons belangrijkste beleidsonderwerpen: markt, sociale zaken en onderwijs en arbeidsmarkt. En daar haal je dan voldoende punten uit om met de wethouders te bespreken. Maar dat verschilt dus per gemeente. Zo werd met de gemeente Utrecht gesproken over de inzet van sociaal zwakkere doelgroepen op werken die door de gemeente worden aanbesteed. In Amersfoort ging het over het parkeerbeleid. En met Amsterdam wordt gesproken over de administratieve lasten. Bijvoorbeeld of het loopbriefje niet eens kan worden afgeschaft. Daarnaast zijn er de thema’s die op ieder niveau terugkomen. Mobiliteit, investeringen in wegen, de woningbouwproductie, het volume en het tempo daarvan, transparantie en integriteit, duurzaam bouwen en energiebesparing, herstructurering en stedelijke vernieuwing. En met name ook de kansen
voor het lokale en regionale midden- en kleinbedrijf om mee te mogen doen.
Structureel overleg Overtoom is blij dat in 2006 in goede harmonie met de afdelingen is samengewerkt. We doen daar ook veel aan. Minimaal twee keer per jaar hebben we structureel overleg met onze afdelingen. Daarnaast bezoeken we regelmatig de afdelingsvergaderingen, zodat we weten wat er leeft. En dan hebben we nog de diverse bijeenkomsten, onze reguliere voorlichtingsbijeenkomsten over sociale zaken en arbeidsomstandigheden bijvoorbeeld, waar we in 2006 700 bedrijven mee hebben binnengehaald. Maar ook onze regiovergaderingen, die we twee keer per jaar organiseren en die zeer succesvol waren. De eerste vond dit voorjaar plaats en ging over over de ontwikkeling van de Amsterdamse Zuidas en de tweede gaat dit najaar over water. Dit is een zeer actueel onderwerp dat de komende decennia vele miljarden aan bouwinvesteringen met zich mee zal brengen. Het regelmatige contact tussen regio en afdelingen heeft geresulteerd in een goede verstandhouding. Overtoom: De lijnen staan open voor op- en aanmerkingen, kritiek en vragen. Dat werkt wel zo prettig. Zeker ook omdat we toch als regio en afdelingen samen de belangen van de bouw- en infrabedrijven moeten behartigen. •
Alblasserwaard en Vijfherenlanden Alkmaar en omstreken Almelo en omstreken Amersfoort en omstreken Amsterdam Apeldoorn en omstreken Veluwestreek Brabant-Noord Brabant-West Centraal Groningen De Baronie De Berkelstreek Liemers Delft en omstreken Deventer Doetinchem Dordrecht Drachten Drenthe en omstreken Enschede en omstreken Flevoland Gelderland-Oost Zuid-Oost Brabant Genemuiden Hof van Twente Gouwe en Rijnstreek Groot Maas en Waal Haaglanden Heerenveen Het Gooi en omstreken IJmond-Kennemerland KAN Land van Cuijk Leeuwarden Leiden en omstreken Limburg Noord Lingestreek Maastricht Midden Brabant Midden-Holland Midden-Limburg Zuid-Limburg Noordkop Noord-Oost Overijssel Noord-West Utrecht Oss Uden Veghel en omstreken Raalte Regio Groningen Ridderkerk en omstreken Rijnmond ‘s-Hertogenbosch en omstreken Sneek Texel Twente Utrecht en omstreken Veenendaal Voorne-Putten en Rozenburg Waterland Westfriesland West Twente Zaanland Zeeland Zuid-Holland-Midden Zuid-Holland-Zuid Zuid West Veluwe Zutphen en omstreken Zwolle en omstreken per 31 december 2006
21
|Regio’s| met zo’n 25 eerstejaars BOL4-studenten. Verder worden gesprekken gevoerd met ROC Aventus, locaties Deventer en Apeldoorn. Doel is om in samenwerking met de uitvoerende samenwerkingsverbanden in de regio te komen tot een stichting BouwTalent Stedendriehoek (Apeldoorn-DeventerZutphen) of aansluiting te zoeken bij reeds bestaande stichtingen. Per augustus 2007 zou dan gestart kunnen worden met zo’n 50 eerstejaarsstudenten van ROC Aventus.
Regio Zuid
Bouwend Nederland heeft circa 4000 leden, omvattende: De Bouw klein, Bouw midden, Bouw middelgroot, Bouw groot, Infra klein, Infra midden en Infra groot.
Voor BouwTalent Regio Zuid werd 2006 het jaar van het vliegwieleffect. Na een intensieve voorbereiding en een voorzichtige start in 2005 zijn in het opleidingsjaar 2006-2007 zo’n 45 personen gestart met een opleiding via BouwTalent Regio Zuid. Het totaal komt daarmee op circa 50 ‘BouwTalentstudenten’. Het merendeel (ongeveer 80 procent) volgt een hbo-opleiding, de anderen volgen een mbo-opleiding. De helft van de BouwTalentgroep zijn werkenden die zich opscholen van mbo naar hbo, de andere helft is nieuwe instroom. In oktober kreeg de Stichting BouwTalent Regio Zuid een nieuw bestuur. Het eerste bestuur heeft met name gewerkt aan draagvlak bij het bedrijfsleven en de opleidingsinstituten. Het nieuwe bestuur staat voor de
22
uitdaging vorm te geven aan de organisatie van BouwTalent. De betrokken werkgevers hebben ervoor gekozen de nieuwe instromers op hbo-niveau via BouwTalent zelf te begeleiden en te ondersteunen. Het jaar 2007 staat voor BouwTalent Regio Zuid in het teken van borging van het reeds ontwikkelde traject, verbetering, regionale verbreding en uitbreiding.
Regio Randstad Noord In Noord-Holland is in 2005 de eerste Stichting Bouwtalent opgericht, die in september 2005 van start ging met de eerste lichting van 30 deelnemers. Dat is verder uitgebouwd in 2006. In Heerhugowaard lopen nu een eerste- en een tweedejaarslichting. Ook in Amsterdam is BouwTalent gestart. Er wordt enthousiast gereageerd. De bedrijven merken dat ze een heel ander type deelnemer krijgen, die vooral veel zelfstandiger is. Dat is mede het gevolg van het competentiegerichte leren. Leerlingen lopen in de beroepspraktijk tegen vragen aan die ze vervolgens beantwoord moeten zien te krijgen. Ook valt op dat de leerlingen eerder behouden blijven voor de bouw. Inmiddels worden ook in Utrecht gesprekken gevoerd met beide ROC’s en de hogeschool Utrecht. De oprichting van een Stichting BouwTalent in de Domstad moet in de loop van 2007 haar beslag krijgen. •
|Regio’s| Interview Regio Oost
‘Het eerste jaar op volle oorlogssterkte’ Na een jaar van vacatures invullen en medewerkers inwerken was 2006 voor René Meyboom, regiomanager Bouwend Nederland Regio Zuid, feitelijk het eerste jaar dat het regiokantoor op volle oorlogssterke was. En dan is het leuk om te zien dat het ook resultaat heeft. Eigenlijk kan worden gesteld dat Regio Zuid dezelfde ontwikkeling beleeft als Bouwend Nederland. In het begin was het even wennen, maar nu is alles gesetteld en raakt iedereen gewend aan het idee achter de nieuwe organisatie. Wij merken dat ook in onze dagelijkse praktijk. Op alle fronten zijn we in positieve zin aan het bouwen en gaan we vooruit. En dat moet ook. Er is zoveel te doen, dat we het ons absoluut niet kunnen veroorloven nu al achterover te leunen. Een belangrijke kerntaak, die ook in 2005 al door het regiobestuur was vastgelegd, betrof het creëren van draagvlak bij de leden voor de nieuwe organisatie. Dat heeft al twee jaar onze absolute prioriteit. Dus we zijn ook dit jaar veelvuldig bij de afdelingen langs geweest om het hoe en waarom van Bouwend Nederland nog eens uit te leggen. De fusie is natuurlijk heel snel tot stand gekomen en nogal wat leden zaten daardoor met vraagtekens: is dit wel de vereniging die ik nodig heb en die ik wil? We hebben dus een beetje als missionaris gefungeerd.
Positieve reacties Ondertussen is ook het bouwoverleg met de gemeenten opgestart. We zijn nu in 37 gemeenten begonnen met regulier bouwoverleg met de verantwoordelijke bouw- en infrawethouders. Dat doen we samen met de lokale ondernemers. En je ziet dat ze daarop reageren. Met name ook de twijfelende MKB-bedrijven zien nu dat ze
voordeel hebben van de komst van Bouwend Nederland. Dat is met name ook het gevolg van de positieve reacties van de gemeenten. Als een wethouder bijvoorbeeld zegt: ‘laten we samen de planning van de infrawerken eens doornemen, zodat het voor ons als gemeente, maar ook voor jullie als aannemers optimaal aansluit, zie je dat de aannemers gaan denken: hé, dat zou ook in mijn voordeel kunnen zijn’. En die bellen vervolgens op met de vraag: ‘Wanneer ga je weer? Kan ik ook meedoen en meedenken?’. Zo ontstaat een stuk ledenbinding via de belangenbehartiging. En dat is natuurlijk heel mooi. De inzet voor 2007 zal dan ook niet spectaculair verschillen van die van 2006. We hebben het lokaal bouwoverleg opgezet, we staan op goede voet met de afdeling in deze regio, er zijn hier bovendien twee Regionale Regieraden Bouw actief. Met de stichting BouwTalent is een succesvolle doorstart gemaakt waardoor de basis is gelegd voor onze lidbedrijven om ook in de toekomst te kunnen beschikken over hoger opgeleid personeel. Het zijn stuk voor stuk activiteiten die we willen voortzetten. Hier en daar worden wel wat accenten verlegd, maar het is toch vooral een kwestie van voortzetten van de opgaande lijn die we in 2006 al hebben ingezet. •
23
|Kerngegevens bouw 2006|
|Colofon| Bouwjaar 2006 is het jaaroverzicht 2006 van Bouwend Nederland. Bouwjaar 2006 wordt als bijlage bij Actief verspreid. Bijdragen Beleidsmedewerkers
Productievolume bouwnijverheid1 : € 51,3 miljard in 2006. Dit is een stijging met 4,5 % vergeleken met het jaar daarvoor. Voor 2012 wordt een productievolume verwacht van € 59,1 miljard, hetgeen overeenkomst met een jaarlijkse groei van ruim 2,25% per jaar.
Bouwend Nederland Redactie en coördinatie Afdeling Communicatie Interviews
Productievolume b&u: € 40,4 miljard (€ 24,7 miljard woningbouw en € 15,7 miljard utiliteitsbouw). Productievolume gww: € 10,9 miljard.
Harms Communicatie, Utrecht Fotografie Cor Aafjes, Den Haag BladVorm, Leiden Ontwerp en vormgeving BladVorm, Leiden Druk Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf, Barneveld Adres: Bouwend Nederland Sandra Roijers Postbus 340 2700 AH Zoetermeer
Ongeveer 6% van het bruto binnenlands product (bbp) wordt door de bouwnijverheid gerealiseerd. Circa 60% van het investeringsvolume in Nederland is bouwgerelateerd. Aantal bedrijven in de bouwnijverheid: 79.000, waarvan bijna 73.000 behoren tot het kleinbedrijf (tot 10 werknemers). Bijna één op de negen bedrijven in ons land is een bedrijf in de bouwnijverheid. Het aantal bedrijven in de bouwnijverheid dat geen personeel in loondienst heeft (ZZP) bedraagt 52.000.
t 079 3252190 f 079 3252284 e
[email protected] www.bouwendnederland.nl Aansprakelijkheid Bij het samenstellen van de inhoud van deze publicatie streeft Bouwend
Van alle bedrijven in ons land zonder personeel in loondienst komt 2,5% uit de bouwnijverheid. Aantal hoofdaannemers in de b&u-sector: 5.600. Aantal hoofdaannemers in de gwwsector: 800.
Nederland naar de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Bouwend Nederland sluit iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van
Omzet van hoofdaannemers in de b&usector wordt voor 53 % gerealiseerd door het grootbedrijf (meer dan 100 werknemers) en voor 47 % door het MKBbedrijf.
informatie die door deze publicatie beschikbaar is. Voor verdere informatie richt u zich tot
[email protected]. Copyright
Omzet van hoofdaannemers in de gwwsector wordt voor 59 % gerealiseerd door het grootbedrijf en voor 41 % door het MKB-bedrijf.
De in deze publicatie beschikbaar gestelde informatie kan worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik, met uitsluiting van elke verdere verveelvoudiging, distributie,
De gemiddelde winst voor belasting van hoofdaannemers in de b&u-sector bedroeg in 2005: 3,6%. Winstgevende b&ubedrijven: 63%.
commercialisatie of exploitatie onder derden, tenzij voorafgaande toestemming van de auteur en/of Bouwend Nederland.
24
De gemiddelde winst voor belasting van hoofdaannemers in de gww-sector bedroeg in 2005 3,4%. Winstgevende gwwbedrijven: 69%. Aantal werknemers (banen) in de bouwnijverheid: 375.000. Ongeveer 5% van alle werknemers in Nederland werkt in de bouwnijverheid. Aantal werknemers vallend onder de CAO voor de Bouwnijverheid: 180.000, waarvan 130.000 bouwplaatswerknemers en 50.000 UTA-werknemers. Op elke drie arbeidsplaatsen in de bouwnijverheid wordt één arbeidsplaats in andere bedrijfstakken gecreëerd. Laagste loonschaal voor bouwplaatswerknemers ligt 47,5% boven het wettelijk minimumloon. Bouwplaatswerknemers ontvangen bovendien gemiddeld nog een prestatietoeslag van circa 15 procent. Ziekteverzuim in de bouw is de afgelopen jaren gedaald naar 5,0% en ligt daarmee iets boven het niveau van het landelijk gemiddelde. Jaarlijks investeert de bouw door tussenkomst van het O&O-fonds € 120 miljoen in scholing en opleiding. Daarnaast besteden bouwbedrijven ook zelf nog een onbekend bedrag aan scholing en opleiding. 1
Tot bouwnijverheid worden gerekend de b&u- en gww-sector,
de installatiesector en de aan- en afbouwsector