Bijlagenboek deel 1
Begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg Financieel overzicht deel nazorg
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
1
Gegevens Nazorg per regio 1. Kansrijk wonen en werken regio Achterhoek Zaaknummer Startdatum Einddatum Tussenrapportage Eindrapportage
2011-014724 01 oktober 2011 01 oktober 2013 2012 alleen financieel, 2013 niet aanwezig niet aanwezig
Projectleider: Gemeente Doetinchem Gonnie Jansen Respondent interview 19 maart 2014: Jannette Klaver, projectleider Kwetsbare jeugd (regio Achterhoek), medewerker maatschappelijke ontwikkeling gemeente Doetinchem. Interviewer: SPECTRUM partner met elan. Betrokken partijen: Lindenhout regio Achterhoek, IJsselkring, GGNet Jeugd, BJZ regio Achterhoek, MEE Oost-Gelderland, Jongeren Opvang Doetinchem, De Lichtenvoorde, SZVO/OPDC Younieq, ROC Graafschapcollege, AOC-Oost, RMC Achterhoek, Veiligheidskamer, Gemeenten Achterhoek Samenvatting In de regio Achterhoek zijn de gestelde doelen zo goed als bereikt binnen de gestelde termijn: het basiskader is geïmplementeerd, de procedure en afspraken zijn met alle partijen vastgelegd. Er is een regionale agenda kwetsbare jeugd waar Nazorg een onderdeel is. De projectleider is er trots op dat er als regio een gezamenlijke aanpak is ontstaan, mede dankzij de inzet van de provincie Gelderland. In 2014 bekijkt de regio wat er nog nodig is om de afspraken in de werkprocessen van alle uitvoerders te implementeren en te borgen. Aanvraag Doelstellingen van het project 1. Implementatie basiskader BMC Het basiskader is aan het einde van de projectperiode geïmplementeerd. Dat betekent dat er een overdrachtsdocument en -procedure is ontwikkeld en werkafspraken zijn gemaakt over de invoering van werkprocessen, zoals beschreven in het BMC-rapport met de volgende partijen: o.a. BJZ, Lindenhout, GGNet, Iriszorg, St. De Lichtenvoorde, IJsselkring, Sensire, Zat's, SJOD en alle gemeenten van de regio Achterhoek. Tijdpad: september 2011 oktober 2013 2. Inzicht in doelgroep vraag en aanbod. Er is inzicht in het aanbod op alle levensdomeinen o.a. zorg, wonen en inkomen, sociale omgeving (dagbesteding), werken en leren, vrije tijd. Het inzicht leidt tot een volledig beeld aan de behoefte op de verschillende levensdomeinen om te beginnen voor kwetsbare jongeren tussen 15 en 25 jaar. Tijdpad: september 2011 april 2012. Binnen de projectenperiode van 3 jaar zal dit verbreed worden naar -9 tot 25 jaar. Er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met betrokken partijen o.a. woningbouwcorporaties, ROC, schuldhulpverlening, Lindenhout, Stichting De Lichtenvoorde, IJsselkring, Sensire over het aanbod voor jeugdigen die uit de jeugdzorg komen. De gemeenten nemen de regie in handen om te komen tot een afgestemd en integraal aanbod op alle levensgebieden. Tijdpad: september 2011 oktober 2013. 3. Opstellen van een regionale agenda voor kwetsbare jongeren en de hierop genoemde acties in uitvoering brengen.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
2
Het is noodzakelijk voor deze doelgroep een vraaggericht en sluitend aanbod op de diverse levensdomeinen te realiseren. Dit wordt gedaan door het ontwerpen van een regionale agenda kwetsbare jongeren. Bij de acties van de regionale agenda wordt uitgegaan van de eigen kracht van de jongere. Daarnaast zal deze agenda geen statisch document worden maar een dynamisch uitvoeringsdocument. Tijdpad: april 2012 oktober 2013 Doelgroep In eerste instantie voor kwetsbare jongeren van 15 tot 25 jaar en in tweede instantie voor 9 tot 25 jaar. Korte beschrijving van de projectactiviteiten 1. Plan van aanpak maken om bovengenoemde 3 doelstellingen van het project uit te voeren. Tijdpad: september 2011 april 2012. Instellen regionale werkgroep. Tijdpad: september 2011. Interne startconferentie met regio gemeenten. Tijdpad: oktober 2011. In voortraject besproken met regionale portefeuillehouders en vaststelling startnotitie. Tijdpad: 26 mei 2011 oktober 2013. Externe startconferentie met organisaties en instellingen: oktober 2011 2. Inventarisatie van het aanbod en het ontbrekende aanbod. Tijdpad november 2011 april 2012. 3. Afspraken maken over het uitvoeringsdocument met diverse partijen. Tijdpad november 2011 oktober 2013. 4. Opstellen van de regionale agenda. Tijdpad: april 2012. 5. Implementatie integrale aanpak kwetsbare jongeren in reguliere systemen Centra voor jeugd en gezin en Lokale Zorgnetwerken. Tijdpad: continu proces.
Interview (maart 2014) De fase van het project Het project bevindt zich in de laatste fase, borging van de afspraken vindt plaats in 2014 (bron: Plan van aanpak ‘Ondersteuning na jeugdzorg’ regio Achterhoek: “Zorg voor jeugd dichtbij”). Dit plan is onderdeel van de regionale agenda Kwetsbare jeugd 2013 – 2014. Verloop en effecten: wat lukte wel, wat niet? Het werkproces voor Ondersteuning na jeugdzorg is tot één werkproces geïntegreerd met de aanpak Jeugdzorg zonder Indicatie, dat project is ook onderdeel van de agenda Kwetsbare jeugd. In de werkprocessen van de zorgaanbieders/lokale gebiedsteams is opgenomen dat vòòr het stoppen met jeugdzorg wordt bekeken of er nog iets nodig is met en voor de jeugdige. Er vindt warme overdracht in aanwezigheid van de jongere plaats en dat wordt in het gezinsplan opgenomen. De implementatie van het basiskader en de uniforme route zijn geslaagd. Dat wil zeggen dat de afspraken gemaakt zijn maar dat de uitvoering nog niet voor 100% rond is. Vandaar dat in 2014 aandacht wordt besteed aan de borging van de afspraken: De voortgang wordt elke 2 maanden besproken in het regionale overleg van de coördinatoren van de “wijkteams”, die in elke gemeente er iets anders uitzien (zo werkt Doetinchem met buurtcoaches 0-100 en Oost Achterhoek met een ondersteuningsteam voor jeugd). Regiocoördinatoren van jeugdzorgaanbieders nemen deel aan de projectgroep. Dit leidt er toe dat zij er in hun organisatie steeds op blijven letten dat de afspraken worden uitgevoerd. De samenwerking met jeugdzorginstellingen m.n. Lindenhout groeit – ook vanwege het project jeugdzorg zonder indicatie – dit heeft positief effect op andere projecten.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
3
De gemeente Doetinchem is het meest tevreden over het feit dat er in de regio afspraken zijn gemaakt over gezamenlijke werkprocessen met de partners, aangepast aan de huidige ontwikkelingen. Men vindt elkaar. De teams zijn werkzaam of aan het opstarten. Ondanks lokale verschillen is er een gezamenlijke aanpak. De aanpak wordt nog niet voor 100% uitgevoerd zoals afgesproken, de processen lopen verschillend al naargelang de stand van zaken in een gemeente. De geplande scholingen zijn uitgevoerd, nu ligt het accent op wat er nog nodig is om het werkproces goed te implementeren. Is het doel dat de provincie met deze cofinanciering voor ogen had, minder (her)instroom in de jeugdzorg, bereikt volgens u? Dat is een lastige vraag, omdat het niet zo specifiek gemeten wordt. Er is in de regio, en vooral in Doetinchem, wel beduidend (30 % en 50 % in het 4e kwartaal van 2013) minder instroom bij Lindenhout, maar herinstroom is niet bekend. Misschien houdt Lindenhout dit bij. Is de borging (b.v. van regionale afspraken) geregeld? Hoe? Zie hierboven. Er is ook elk kwartaal een terugkombijeenkomst over de voortgang, waar de provincie Gelderland bij aanwezig is. Er worden “heidagen” georganiseerd om bepaalde knelpunten op te lossen. Ook wordt via aanpalende projecten gewerkt aan de nazorg zoals in het regionale knooppunt voor kwetsbare jongeren met een huisvestingsprobleem. Is cliënttevredenheid onderdeel van de evaluatie? Hoe? Hier wordt over gesproken. Bij de evaluatie van “Zorg voor jeugd dichtbij” is het meten van de cliënttevredenheid zeker aan de orde. Wat zou u zelf graag willen teruglezen in de rapportage – wat is ondersteunend voor u? Het is zinvol om te horen hoe anderen het aanpakken. Het provinciale projectleidersoverleg biedt daartoe voldoende mogelijkheden. Vooral de aanpak van nazorg als onderdeel van het totale werkproces in verschillende gemeenten. Wat vindt u van de manier waarop de provincie middels regionale cofinanciering de Ondersteuning na jeugdzorg wil versterken? Welke meerwaarde heeft dit? De meerwaarde is simpelweg dat de aanpak Kwetsbare Jongeren zonder cofinanciering van de provincie niet in deze omvang zou zijn gerealiseerd. Het als regio overleggen over knelpunten en successen heeft ook meerwaarde. Dat we als regio zo ver gekomen zijn is mede te danken aan de provincie, niet alleen het geld maar ook de inzet. Wat gaat niet goed? Wat heeft negatief effect op de uitkomsten? De samenwerking is goed en er wordt goed meegedacht. Het enige knelpunt is dat een rekening over uitgevoerde inzet van de projectleider niet kon worden vergoed omdat deze na de einddatum werd ingediend. Terwijl het gebruikelijk is om rekeningen achteraf in te dienen. Dit is nog niet opgelost. Hoe vindt u dat de provincie monitort en evalueert? Wat zou u graag anders zien, wat levert voor de regio meer op? Hebt u aanbevelingen aan de provincie? Een aanbeveling betreft de communicatie over de provinciale subsidiemogelijkheden: dit zou bij alle beleidsmedewerkers in een gemeente bekend gemaakt moeten worden.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
4
2. Ondersteuning en begeleiding na jeugdzorg in de Vallei (later: Food Valley) Zaaknummer Startdatum Einddatum Tussenrapportage Eindrapportage
2011-011247 01 oktober 2011 1 januari 2015 (uitstel van einddatum) 21 september 2012 n.v.t.
Projectleider en respondent interview 14 maart 2014: Ernst van Berkum. Opdrachtgever namens de regio: gemeente Barneveld, Henriëtte Kingmans. Interviewer: Spectrum partner met elan. Betrokken partijen: CJG, Lindenhout regio Veluwe, Pactum regio Arnhem/Ede, LSGRentray/Joozt, BJZ West-Veluwe, Gemeenten Food Valley. Samenvatting In de regio Food Valley zijn de doelen tussentijds bijgesteld en de einddatum is bijna anderhalf jaar opgeschoven. 2014 is het jaar van afronding. Een belangrijk nieuw onderdeel is het werken aan een zorgstructuur en vooral ook een aansluitend aanbod voor de 16 tot 23-jarigen lokaal (CJG) en regionaal. Het ontbreken hiervan bleek een faalfactor voor het project. Succesfactoren zijn de cofinanciering en inzet van de provincie Gelderland en de projectleider: daarmee is de urgentie voor deze speciale doelgroep helder geworden, nazorg is op de agenda gekomen zowel bij gemeenten als bij de branche jeugdzorg. De afspraken over overdracht aan het CJG zijn in de contractering met jeugdzorgaanbieders in 2014 opgenomen. Waar in 2014 aan gewerkt wordt is naast het lokale aanbod de realisatie van afspraken op uitvoeringsniveau en de registratie van de uitstroom bij jeugdzorgaanbieders, dit laatste in samenwerking met de provincie Gelderland. Aanvraag Doelstelling van het project Jongeren tussen de 0 en 23 jaar die uit de (geïndiceerde) jeugdzorg komen passende ondersteuning en begeleiding op het gebied van o.a sociaal netwerk, inkomen, dagbesteding en wonen te bieden zodat zij hun plaats in de maatschappij kunnen hervinden door het ontwikkelen van een gemeenschappelijke aanpak van en verbeterde afstemming tussen partners in jeugdzorg en jeugdbeleid. Doelgroep Alle jongeren: tussen 0 en 23 jaar die woonachtig zijn in de regio de Vallei, met een focus op de groep van 16 tot 23, en die in een (geïndiceerd) jeugdzorgtraject zitten, met een focus op de zorgvormen met een grotere afstand tot de eigenlijke leefomgeving, en waarvan de behoefte aan ondersteuning op het gebied van de eigen ontwikkeling, scholing, werk, sociaal gedrag en netwerken is vastgesteld. Korte beschrijving van de projectactiviteiten Het project bestaat uit drie fasen: 1. Planning. Inventariseren wensen, gedachten, Ideeën, ervaringen, knelpunten en opstellen uitvoeringsagenda met regionale en lokale paragrafen. 2. Implementatie. Uitvoeren regionale agenda, begeleiden uitvoering lokale agenda's 3. Evaluatie en bijsturing.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
5
Tussenrapportage (september 2012) Eind 2011 heeft de provincie Gelderland de gemeenten in de regio de Vallei subsidie toegekend voor de uitvoering van het projectplan ‘Begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg in de Vallei’. Op 1 januari 2012 is de uitvoering van dit project gestart. Conform het projectplan is er gestart met een inventarisatie van de wensen en behoeften van betrokkenen, van knelpunten in de huidige praktijk van begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg en van de relatie met andere projecten in de regio. Daaruit zijn twee belangrijke zaken naar voren gekomen: 1. Het project kan niet los worden gezien van de decentralisatie van de jeugdzorg. Het project gaat immers uit van provinciale jeugdzorg en gemeentelijke begeleiding en ondersteuning, terwijl over nog geen twee en een half jaar alle zorg voor de jeugd onder verantwoordelijkheid van de gemeenten komt te liggen. Daarnaast wordt de decentralisatie opgepakt in FoodValley-verband en niet enkel in de Vallei. 2. Jongeren die uit de jeugdzorg komen hebben vaak nog behoefte aan langdurige, intensieve pedagogische begeleiding. In het lokale veld is dergelijk aanbod momenteel niet beschikbaar. Het AMW biedt bijvoorbeeld alleen kortdurende hulpverlening, jeugdzorg biedt alleen zorg tot 18 jaar, etc. Dat betekent dat dergelijk aanbod moet worden gerealiseerd, in welke vorm dan ook. Het werken met Eigen Kracht en vrijwilligers is bijvoorbeeld een zeer interessante optie. Vanuit het project kan/moet dit proces begeleid worden. Toestemming is gegeven om het projectplan als volgt te wijzigen: 1. Aanvullend op de (korte termijn)doelstelling om de overdracht van de jeugdzorg naar lokale ondersteuning te regelen willen we als doelstelling opnemen dat er vanuit het project gestuurd gaat worden op aandacht voor de zorg voor jeugd tot 23 jaar (i.p.v. 18 jaar) in de planvorming m.b.t. de decentralisatie. 2. We hebben de wens het project synchroon te laten lopen met de decentralisatie. De einddatum van het project willen we daarom verschuiven van 31 maart 2013 naar 1 januari 2015. 3. Daarnaast wordt de decentralisatie in FoodValley-verband georganiseerd. We willen de Utrechtse gemeenten betrekken bij dit project. Op dit moment volgen de Utrechtse gemeenten de ontwikkelingen en zullen waar mogelijk en/of gewenst de producten die worden ontwikkeld zelf implementeren. Of deze gemeenten daadwerkelijk willen/zullen aanhaken is niet zeker. 4. De laatste wijziging is dat we vanuit het project willen sturen op de realisatie van aanbod voor begeleiding en ondersteuning voor jeugdigen van 17 23 jaar die uit de jeugdzorg komen. De nadruk zal hierbij liggen op afstemming van het aanbod van jeugdzorg en lokale veld. Uitgangspunt is dat op 17-jarige leeftijd de eerste stappen hiertoe worden gezet zodat er ook daadwerkelijk afgestemd aanbod beschikbaar is op het moment dat de jeugdige de jeugdzorg verlaat. Voortgangsrapportage (januari 2014) Voor de aanpak op korte termijn zijn vier doelstellingen geformuleerd: 1. Er is sprake van overdracht van uit de jeugdzorg uitstromende jongeren van 16 – 18 jaar naar de lokale zorgstructuren/CJG’s (punt 3 schema). 2. Gemeenten/CJG’s worden ondersteund bij de (door)ontwikkeling van aanbod/zorgstructuren voor de ondersteuning van 16/18 – 23 jarigen (punt 5 schema). In het schema is dat op oranje gezet en (nog) niet op groen. Dat heeft te maken met de volgende doelstelling; 3. Er wordt gestuurd op de realisatie van (regionaal) aanbod voor jongeren van 16/18 – 23 jaar (punt 5 schema). 4. Advisering van gemeenten over de organisatie van de jeugdhulp op langere termijn zodat uitval van jongeren die 18 jaar worden voorkomen kan worden.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
6
In het onderstaande wordt per doelstelling de voortgang besproken. Tevens wordt vooruitgeblikt op de acties die in het komende jaar nog uitgevoerd worden. Doelstelling 1. Realiseren van warme overdracht Voor wat betreft de overdracht verdienen drie zaken de aandacht: de overdracht, het voorkomen van uitval van ongemotiveerde jongeren en de registratie van uitstroomgegevens. De overdracht Met vier jeugdzorgaanbieders (Lindenhout, Intermetzo, Youké, Timon) en beide Bureaus Jeugdzorg zijn afspraken gemaakt over de overdracht van uitstromende jongeren van 16 – 18 jaar naar de CJG’s. Zij doen dit aan de hand van een met de (Gelderse) jeugdzorgaanbieders ontwikkeld stappenplan (zie Dropbox). De stappen in dit plan zijn: (1) vaststellen behoefte aan begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg, (2) kijken of dat binnen het eigen netwerk mogelijk is, (3) eventueel zelf doorverwijzen naar geschikt aanbod en (4) tenminste 3 maanden voor het einde van de jeugdzorg contact met CJG van bestemming opnemen. De CJG-coördinatoren bespreken de casus – waar nodig – in de lokale zorgstructuur (casusoverleg, ambulant team zonder indicatie, CJG4Kracht, sociaal wijkteam, wijkjeugdteam, etc.). Hier worden afspraken gemaakt over de coördinatie van zorg. De coördinator van zorg heeft nog voor het einde van de jeugdzorg een gesprek met de jongere met als doel samen een plan voor de begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg op te zetten. Dit werkproces is afgestemd op het werkproces van de ambulante teams zonder indicatie. In de ‘contractering’ met de jeugdzorgaanbieders voor 2014 is begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg als voorwaarde opgenomen. Ook zijn afspraken gemaakt worden over de registratie van uitstroomgegevens. Hoewel op managementniveau door jeugdzorgaanbieders/de BJz’s toegezegd is het stappenplan te implementeren, blijkt de realisatie op uitvoerend niveau nog tegen te vallen. Het beperkte aantal jongeren dat wordt overgedragen wordt (1) overgedragen nadat de jeugdzorg is geëindigd. De jongere is dan al buiten beeld. Of (2) er worden jongeren overgedragen die geen behoefte hebben aan begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg. Het komende jaar vinden met iedere jeugdzorgaanbieder/BJz tenminste 2 overleggen plaats om de voortgang van de implementatie van het stappenplan te bespreken en waar nodig bij te sturen. Voorkomen uitval ongemotiveerde jongeren Met het project Versterking Basisstructuur/Verwijsindex wordt het komende jaar afgestemd over de aansluiting van de jeugdzorgaanbieders op de verwijsindex. Daarmee kan voorkomen worden dat uitstromende jongeren die niet gemotiveerd zijn tot het ontvangen van begeleiding en ondersteuning uit beeld verdwijnen. Managementinformatie uitstroom In verband met beperkingen van de registratiesystemen kunnen jeugdzorgaanbieders geen concrete cijfers over de uitstroom leveren. Daardoor is niet bekend hoeveel jeugdigen behoefte hebben aan begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg, op welke leefgebieden deze behoefte ligt, gemeente van herkomst, hoeveel jongeren overgedragen zijn richting vervolgaanbod, etc. In het provinciale projectleidersoverleg wordt er aan gewerkt om – mede in overleg met de provincie – de zorgaanbieders te bewegen een aantal vragen over begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg registreren in hun afsluitrapportages. Het komende jaar blijft dit een punt van aandacht.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
7
Doelstelling 2. Ondersteuning gemeenten/CJG’s De gemeenten ontwikkelen activiteiten die aansluiten bij de ‘couleur locale’, de projectleider ondersteunt de gemeenten en CJG’s hierbij. Gelderse gemeenten In Barneveld wordt in 2014 een koppeling gemaakt met een lokaal mentorproject om mentoren in te zetten in de ondersteuning van jongeren. In Ede is besloten om integrale jeugdwerkers in te zetten voor de ondersteuning van deze jongeren. In 2014 wordt de CJGcoördinator ondersteund bij het ‘trainen/coachen’ in deze nieuwe manier van werken. Ook legt het CJG Ede de verbinding met een lokaal vrijwilligersproject. In Nijkerk worden Eigen Krachtconferenties ingezet en er zal een SAVE-team starten. De ondersteuningsvragen van jongeren van 16 tot 23 jaar worden onderzocht. Het CJG Scherpenzeel wil een oudernetwerk actief houden, en de pedagogische civil society rond jongeren stimuleren. Utrechtse gemeenten Ook het CJG Renswoude wil de pedagogische civil society stimuleren. Voor Rhenen is advies uitgebracht over de wijze waarop een (op te zetten) mentorproject ingebed kan worden in de lokale zorgstructuur om jongeren van 12 – 23 jaar te ondersteunen. Begin februari is er overleg met het CJG Veenendaal over wat de projectleider hier kan bieden.
Doelstelling 3. Sturen op ontwikkeling lokaal/regionaal aanbod Het is wenselijk een lokale aanpak/regionale aanpak te ontwikkelen die er aan bijdraagt dat jongeren tussen de 16 en 23 jaar de transitie . Uit landelijke ervaringen blijkt dat dergelijke trajecten tot € 8.000,euro per jongere kosten. Naast allerlei immateriële baten als levert dit de maatschappij € 27.000, per jongere per jaar op. Dit geld wordt bespaard op (jeugd)zorgkosten, uitkeringen, schuldhulp, maatschappelijke opvang, politieen detentiekosten, etc. Begin 2014 wordt met een beperkt aantal partijen op het gebied van jeugdzorg, volwassenenzorg, werken, scholing, wonen en informele ondersteuning besproken welk aanbod het meest geschikt is voor deze doelgroep. In de loop van 2014 wordt dit gedeeld met de FoodValley-gemeenten.
Doelstelling 4. Advies over aanpak op lange termijn De laatste doelstelling betreft advisering van de gemeenten over een aanpak op langere termijn. Deze bestaat uit de volgende onderdelen: 3. Hoe kan jeugdhulp zo georganiseerd worden dat uitval wordt voorkomen? 4. Hoe kunnen jongeren van 16 – 23 jaar het beste worden ondersteund (zie ook doelstelling 3)? Deze adviezen worden in het najaar van 2014 opgeleverd en gedeeld tijdens een afsluitende conferentie. Risicoanalyse Voor het welslagen van het project gelden met name twee risico’s: a) het ontbreken van specifiek aanbod en b) de implementatie van de afspraken door jeugdzorgaanbieders en de Bureaus Jeugdzorg. A) Jongeren van 16/18 tot 23 jaar hebben geen recht meer op jeugdzorg en de volwassenenzorg sluit onvoldoende aan op hun transitie naar volwassenheid. Het is wenselijk dat er specifiek aanbod komt voor jongeren die moeite hebben om deze transitie te maken. Dergelijk aanbod is er nu niet. Hoewel dit een financiële investering vraagt, levert het ook geld op. Afhankelijk van het aanbod kost een traject per jongere€ 2.000,tot € 8.000,-. Het maatschappelijk rendement per jongere kan oplopen van € 27.000.tot € 500.000,-. In de vorm van een project, pilot, experiment of proeftuin kan er ervaring met dergelijk aanbod worden opgedaan.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
8
B)
Met de (regio)managers van de jeugdzorgaanbieders zijn afspraken gemaakt over de invoering van het stappenplan voor de overdracht. De implementatie op uitvoerend niveau lijkt te haperen. Deze ervaring wordt gedeeld met andere projecten en met dezelfde projecten in andere regio’s. Het komende jaar staat dan ook in het teken van monitoring van de implementatie en – waar nodig – bijsturing. In zijn algemeenheid kan het ook gezien worden als een sturingsvraagstuk voor alle ontwikkelingen. Hoe zorg je er voor dat partijen met wie je afspraken maakt die afspraken ook uitvoeren?
Interview (maart 2014) De fase van het project Het project loopt nog tot 1 januari 2015. In 2014 vinden de laatste activiteiten en de afronding plaats zoals gepland na de bijgestelde aanpak. De laatste tussenrapportage is van januari 2014. Verloop en effecten: wat lukte wel, wat niet? Het onderwerp (de zorg voor de 16-23-jarigen) is gaan leven. Iedere gemeente is er op een eigen manier mee aan de slag, aansluitend bij de lokale situatie. De afspraken over overdracht liggen vast, wat daarbij nog moet gebeuren is een consequente uitvoering. Ook op andere punten is het nu een kwestie van doorpakken. Succesfactoren zijn de cofinanciering van de provincie Gelderland en de aanwezigheid van een projectleider die het onderwerp op de agenda heeft gezet en heeft getrokken aan de uitvoering. De projectleider is het meest tevreden over de constatering dat het onderwerp nu leeft bij de gemeenten, men is zich bewust geworden van de speciale vraag van deze doelgroep, en ook bij bestuurders. Zij zien m.n. vanwege de decentralisaties in dat ze belang hebben bij een goede aanpak van deze doelgroep. Bij het CJG was dat al eerder duidelijk, jongeren klopten bij het CJG aan en er was vervolgens geen goed aanbod. Het project loopt nog dus het is te vroeg om al iets over de maatschappelijke effecten te kunnen zeggen. Is het doel dat de provincie met deze cofinanciering voor ogen had, namelijk minder (her)instroom in de jeugdzorg, haalbaar volgens u? Ja, zeker als er blijvend gestuurd wordt op concreet en passend aanbod in de gemeenten. Als dat lukt valt de kosten/baten analyse goed uit, dan heeft het zeer weinig gekost. Is de borging geregeld? Hoe? Ja, op drie manieren. Ten eerste worden de afspraken in de inkoopcontracten met jeugdzorgaanbieders opgenomen. Ook in de regionale aanpak Versterking basisinfrastructuur worden de afspraken met jeugdzorg meegenomen. Ten tweede komt de handreiking beschikbaar in een boekje en zal een conferentie volgen. Ten derde: concreet aanbod dat goed werkt zorgt voor borging. Is cliënttevredenheid onderdeel van de evaluatie? Hoe? De professionals die direct met jongeren werken vragen naar tevredenheid en melden dat. Wat zou u zelf graag willen teruglezen in de rapportage – wat is ondersteunend voor u? Dat dit een aparte doelgroep is die tussen wal en schip valt en dat gemeenten iets moeten met deze doelgroep. Er is altijd behoefte aan goede concrete voorbeelden. De projectleider verzamelt op landelijke schaal voorbeelden en bundelt deze in een handreiking. Wat vindt u van de manier waarop de provincie middels regionale cofinanciering de Ondersteuning na jeugdzorg wil versterken? Welke meerwaarde heeft dit? De cofinanciering is zeer aantrekkelijk want drempelverlagend. Er is door de provincie meegedacht toen de timing niet ideaal bleek vanwege de transitie. Het beleid is effectief en haalbaar. De gemeenten worden overvraagd, maar dit project was overzichtelijk en SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
9
afgebakend. De provincie heeft positief ondersteund: zoals het thema bij de branche jeugdzorg op de agenda gezet. Wat gaat niet goed? Wat heeft negatief effect op de uitkomsten? De provincie had een betere rol kunnen spelen in de aansluiting van het project op de transitie. Het project en de transitie hebben meer dan een jaar langs elkaar heen gedraaid. De besluitperiode duurde te lang, en na de eerste tussenrapportage werd niets meer van de provincie vernomen. Er zijn echter geen negatieve effecten geweest op de uitkomsten. Als het anders moet, hoe dan? Betere communicatie rond de verantwoording. Anderzijds is het goed dat er bij de provincie vertrouwen is dat de gemeenten het project tot een goed einde brengen. Hebt u aanbevelingen aan de provincie? Nee, voor de regio is het goed zoals het gaat. De projectleider is erg belangrijk, die moet het doen. We zouden graag verder willen gaan met het ontwikkelen van aanbod. Een project zoals het ‘1000 jongeren plan’ in de provincie Overijssel zou de doelgroep erg vooruit helpen.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
10
3.
Versterking begeleiding na jeugdzorg Regio Rivierenland
Zaaknummer Startdatum Einddatum Tussenrapportage Eindrapportage
2011-011218 15 maart 2012 01 november 2014/31 december 2014 aanwezig n.v.t.
Projectleider en respondent interview 1 april 2014: Mara Frank. Zij is verbindingsfunctionaris in het project Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg Regio Rivierenland. Interviewer: Spectrum partner met elan. Betrokken partijen: Regio Rivierenland (opdrachtgever), CJG Rivierenland, Entréa, Mozaïek, ProPersona, BJZ, MEE, gemeente Culemborg, gemeente Neder-Betuwe. Samenvatting In de regio Rivierenland zijn de doelen nagenoeg in de gestelde termijn bereikt. Het beleidskader is geïmplementeerd en professionals zijn geschoold. Succesfactor is dat de nieuwe werkwijze samen met de professionals en alle partijen vanuit de praktijk is ontwikkeld (praktijkateliers). In 2014 vindt ter afronding een proeftuin plaats waarin de werkwijze met 4 jeugdigen wordt uitgeprobeerd en bijgesteld. De borging naar alle professionals in de regio is nog een punt. Meerwaarde van de provinciale cofinanciering is dat er bewuste aandacht voor nazorg is ontstaan. Er ligt zoveel op het bord van de gemeenten dat een dergelijk thema anders blijft liggen. Aandachtspunt is tenslotte dat er in elke regio andere afspraken zijn, terwijl jeugdzorgaanbieders vaak in meerdere regio’s werkzaam zijn. Aanvraag Doelstelling van het project Het versterken van het netwerk van collega's van de verschillende organisaties onderling. En het versterken van systeemgericht werken en het versterken van het werken volgens eigen kracht methodieken, zodat jongeren na het traject van geïndiceerde jeugdzorg hun plek vinden, gericht op economische en maatschappelijke zelfstandigheid. Door middel van de inzet van een verbindingsfunctionaris. Doelgroep Jongeren die een traject volgen in de jeugdzorg, LVG of GGZ en die 17,5 jaar zijn (18 jaar, wettelijke volwassenheid naderen). Zij naderen uitstroom uit jeugdzorg, dus (terug naar/) in hun gemeente. Het gaat hierbij om residentiële zorg en nazorg na ambulante jeugdzorg. Er kan nog bekeken worden ook of de doelgroep, naar beneden, wordt verruimd naar bijvoorbeeld 16,5 jaar en ouder. Korte beschrijving van de projectactiviteiten Voorgesteld wordt een verbindingsfunctionaris. Deze functionaris voert de volgende activiteiten uit, in overleg met de partners: a) Stelt een plan voor implementatie van het BMC rapport en voert deze in, b) Maakt een gelijkluidend stappenplan (wat te doen als een jongere 17,5 jaar is?) c) Versterkt/ verbetert de "sociale kaart” voor hulpverleners cq prof-deel van de CJG site d) Inventariseert het aanbod van eigen kracht gerichte methodieken binnen alle organisaties. Het aanbod wordt al in het kader van het CJG geïnventariseerd, maar eigen kracht gerichte methodieken kan extra aandacht krijgen. Er wordt een advies geformuleerd voor versterking/ bijstelling van het aanbod als nodig. e) Organiseert, waar gewenst, trainingen (ook bekostigd vanuit het budget) om medewerkers in een dergelijke manier van werken/communiceren te trainen. Hieronder wordt verstaan: het versterken van het eigen kracht / netwerk denken en benaderen bij
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
11
f) g)
hulpverleners, versterken van het outreachend werken, verbeteren van verbindingen met andere leefdomeinen en (organisatie) grensoverschrijdend werken. Stemt periodiek af met ((sub-)regionale) CJG coördinator/ (lokale)netwerkcoördinatoren, ook richting borging wordt dat belangrijker.
Tussenrapportage (april 2013) De stand van zaken op dit moment, is dat het project met enige vertraging is gestart op 15 maart 2012. De projectleider is gestart met een oriënterende fase. Deze bestaat vooral uit het verzamelen van (de juiste) gegevens voor Rivierenland en het voeren van gesprekken met betrokkenen uit Rivierenland. De projectleider heeft gesprekken gevoerd met aanbieders, zowel in de eerste lijn als de tweede lijn en gericht op ondersteuning op verschillende leefgebieden. Daarnaast is een procesplan opgesteld voor het verdere traject: “Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg Regio Rivierenland” (september 2012). In oktober vond een startbijeenkomst plaats met aanbieders. In januari is de proeftuin van start gegaan. Iedere maand wordt een praktijkatelier georganiseerd voor uitvoerend professionals van verschillende organisaties. Er zijn nu drie ateliers geweest, die goed bezocht zijn. Het gemiddeld aantal deelnemers is 16. Naast jeugdzorg worden ook de jeugd-lvb zorg en de jeugd-ggz betrokken. In de praktijkateliers wordt gewerkt aan een werkwijze voor overdracht, gebaseerd op het basiskader van BMC. In juni wordt de werkwijze gepresenteerd aan een breder publiek (managers en teamleiders van de deelnemende organisaties).
Interview (april 2014) De fase van het project Het project loopt nog tot 1 januari 2015: de huidige fase is implementatie en borging. Verloop en effecten: wat lukte wel, wat niet? Eind 2013 zijn we door middel van maandelijkse praktijkateliers met professionals van alle betrokken organisaties gekomen tot de werkwijze voor overdracht naar ondersteuning na jeugdzorg. Dat is goed gelukt. De bedoeling is om de werkwijze nu met 4 casussen uit te gaan proberen, waaronder een casus uit de LVB en een uit de GGZ. Op grond van deze ervaringen kan de werkwijze nog worden aangepast. Vorige week is een training geweest voor de toeleiders en degenen die de nazorg gaan uitvoeren. Ook intervisie met professionals maakt deel uit van het traject. Waar bent u het meest tevreden over? Dat we de werkwijze samen met de professionals en alle partijen hebben ontwikkeld vanuit de praktijk. Dit heeft gezorgd voor breed draagvlak.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
12
Wat is nog niet bereikt? De doelen zijn bereikt in de gestelde tijd. Het enige nadeel dat genoemd zou kunnen worden is dat het tijd kost van iedereen. En wat nog wel een uitdaging is, is hoe straks de borging plaatsvindt. Want een aantal professionals is goed op de hoogte, maar nog niet iedereen. Is het doel dat de provincie met deze cofinanciering voor ogen had, namelijk minder (her)instroom in de jeugdzorg, haalbaar volgens u? Ja dat is haalbaar. Als je van jongeren en professionals hoort hoe het organiseren van ondersteuning na jeugdzorg nu (niet) gebeurt, is er weinig voor nodig om hier verbetering in aan te brengen. Het lijkt vanzelfsprekend dat jongeren worden begeleid na einde van de jeugdzorg, maar in de praktijk worden ze zonder voorbereiding losgelaten, Wat staat er nog gepland en wat verwacht u nog te kunnen bereiken? Er is geen bijstelling nodig. Naast de bovengenoemde activiteiten zijn we met gemeenten in gesprek om te bepalen hoe we de werkwijze vanaf 2015 gaan borgen, dat is straks hun verantwoordelijkheid. Er moet blijvend in geïnvesteerd worden en het is tijdsintensief. Ik hoop dat gemeenten het onderwerp meenemen in hun transitieplannen.
Zouden jullie behoefte hebben aan ondersteuning? Nee, het provinciaal projectleideroverleg is voldoende. Is borging (b.v. van regionale afspraken) een aandachtspunt? Hoe? Zie hierboven. Is cliënttevredenheid een aandachtspunt? Hoe? In de casussen van de proeftuin zullen de professionals aan de cliënten vragen wat zij van de werkwijze vinden. Dit hoort er bij en we zorgen dat het in 2015 een onderdeel van de werkwijze is. Wat zou u zelf graag willen teruglezen in de rapportage – wat is ondersteunend voor u? Het is belangrijk dat er bewust aandacht is voor nazorg als onderdeel van jeugdzorg. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar dat is het niet in de praktijk. Wat vindt u van de manier waarop de provincie middels regionale cofinanciering de Ondersteuning na jeugdzorg wil versterken? Welke meerwaarde heeft dit? De aandacht van de provincie heeft ervoor gezorgd dat het is opgepakt. Er is zoveel dat nu moet gebeuren in gemeenten, dat nazorg anders zou blijven liggen. Ook is het effectief om de gemeenten een eigen bijdrage te vragen. Er wordt vanuit drie gemeenten in de regio veel tijd gestoken in het project, dat is positief. Tevens is het goed dat het project tegelijkertijd loopt in alle regio’s, want de projectleiders kunnen zo hun ervaringen met regio-overstijgende zorgaanbieders goed delen en op die manier komt het onderwerp vanuit meerdere regio’s onder de aandacht bij (vaak dezelfde) jeugdzorgaanbieders. Lastig is wel, dat de afspraken in een andere regio anders zijn. Dat kan verwarring veroorzaken bij de jeugdzorgaanbieders. Verder geen aanbevelingen, het is goed ingericht en er is geen sprake van negatieve effecten van de cofinanciering op de uitkomsten.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
13
4.
Integrale begeleiding na jeugdzorg – regio Arnhem
Zaaknummer Startdatum Einddatum Tussenrapportage inhoud Eindrapportage
2012-019472 01 januari 2012 01 januari 2015 n.v.t. n.v.t.
Projectleider en respondent interview april 2014: gemeente Arnhem Beppie Soetens. Zij is bestuursadviseur gemeente Arnhem en namens de 11 gemeenten in de regio opdrachtgever aan projectleiders, samen met een medewerker van de gemeente Westervoort. Externe projectleiding: Spectrum partner met elan. Interviewer: SAX interim en advies. Betrokken partijen: Pactum, Spectrum, Lindenhout regio Omgeving Arnhem, Leger des Heils, Jeugdzorg hoofdkantoor, jeugd-Lvg, jeugd-ggz, VGGM, ROC, RMC, Vivare, Rijnstad, BJZ. Samenvatting In de regio Arnhem loopt het project volgens plan, nu in de voorlaatste fase. Ouders en jongeren hebben zelf de op te pakken thema’s aangegeven. De aanbevelingen vanuit het project worden door de regio positief ontvangen, ondanks de moeilijkheid om tussen alle ontwikkelingen door voldoende aandacht te krijgen voor het project. Het project wordt gezien als wezenlijk onderdeel van de nieuwe aanpak. De inbreng van de provincie in het proces is positief. Aanvraag De regio Arnhem wil middels een projectmatige aanpak zorgen voor een logische, doorgaande lijn van ondersteuning en/of begeleiding voor de jeugdige (en zijn ouders) die uit een intensieve vorm van (jeugd)zorg stroomt. Warme overdracht en verbinding op de leefgebieden (wonen, onderwijs, vrije tijd, werk en Inkomen, sociaal netwerk) zijn hierbij sleutelbegrippen. Voor alle kinderen en jeugdigen van 0-23 jaar met een ondersteuningsbehoefte die uit jeugdzorg komen, is het van belang de samenwerking tussen deze zorg en het voorveld zo te regelen dat de nodige begeleiding op de leefgebieden geboden wordt en resultaten van de hulp behouden worden. Voor jongeren tussen 16 en 23 jaar die uit een intensieve vorm van zorg komen (geïndiceerde jeugdzorg, jeugd-lvg, jeugdggz) geldt dit nog sterker. Bij hen is sprake van een cruciaal moment in hun ontwikkeling, waarop ze de stap naar zelfredzaamheid en zelfstandigheid zetten. De ondersteuning die ze daarbij nodig hebben van een stabiele thuissituatie, is er niet altijd. Eenduidige afspraken met ketenpartners zijn van belang om in de overgang van 18-/18+ terugval in de geïndiceerde jeugdzorg te voorkomen en het risico te minimaliseren dat jongeren tussen wal en schip belanden. In de regio Arnhem is al veel aanbod en zijn er goede werkwijzen voor kwetsbare jongeren. Insteek is om vooral goed gebruik te gaan maken van dit aanbod en de samenwerkingsstructuren die er al zijn. Dit project wil, waar nodig, voor aanscherping en verbetering zorgen specifiek voor de jongeren die uit de jeugdzorg komen. Waar het in algemene zin beter kan, is op de volgende punten: • De jongere meer centraal zetten, niet vanuit aanbod denken maar de vraag van de jongere als uitgangspunt • Meer de samenwerking zoeken en versterken • De goede zaken die er zijn beleidsmatig verankeren • Meer met de jongeren naar zelfredzaamheid toewerken, de eigen kracht en het eigen netwerk versterken • Warme overdracht voor alle jongeren in de regio regelen SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
14
• •
Toewerken naar een goed aanbod en heldere aanpak voor de drie typen ondersteuningsvragen (enkelvoudig, meervoudig, multiproblem). Monitoring regelen, iedere kwetsbare jongeren in beeld.
Doelgroep In principe alle jongeren en hun ouders (0-23) die uit de jeugdzorg komen met een ondersteuningsbehoefte. De nadruk zal liggen op jongeren tussen 16-23 jaar die uit een intensieve vorm van zorg komt, aangezien deze het meest baat zullen hebben bij een specifieke aanpak. Korte beschrijving van de projectactiviteiten De projectleider gaat in samenwerking met gemeenten en partners aan de slag met het uitwerken en opleveren van de volgende producten: Een procedure en afspraken over de warme overdracht van met name jongeren (16-23 jaar) die met een ondersteuningsbehoefte uit de jeugdzorg komen, tussen o.a. gemeenten, Bureau Jeugdzorg, Pactum, Lindenhout, Leger des Heils, jeugd-lvg en jeugd-ggz in de regio en partners uit het voorveld zoals, GGD, ROC en RMC, Vivare, Rijnstad. Een eenduidige samenwerkingsvorm die deze jongeren centraal stelt en een verbinding op de leefgebieden (wonen, onderwijs, vrije tijd, werk en inkomen, sociaal netwerk) mogelijk maakt (bv. werkwijze zoals die in regiogemeenten ontwikkeld wordt) Afspraken ten behoeve van deze jongeren over monitoring en opschaling (afspraken met CJG) en het schakelen tussen jeugdbeleid en maatschappelijke opvang Een onderscheid in wijkgerichte, lokale en regionale aanpak met betrekking tot jongeren die met een ondersteuningsbehoefte uit de jeugdzorg komen Rol verwijsindex en Veiligheidshuis is helder voor deze doelgroep Meer inzetten op versterking van eigen kracht en sociaal netwerk, meer mogelijkheden voor deze jongeren om gebruik te maken van bestaande sociale netwerkactiviteiten (clubs etc.) Kennisdeling aanbod kwetsbare jongeren in de regio, Inzicht geven in wat er is aan aanbod Tussentijdse evaluatie en opstellen definitief kader begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg Tijdpad 20-8-2012 tot 1-11-2012: opstellen aanvraag; vaststellen aanvraag in RAO; verwerking schriftelijke reacties partnerinstellingen; definitief indienen provincie 1-11-2012
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
15
1-1-2012 tot 1-3-2013: start officieel; aanstellen projectleider; project start up met instellingen; projectleider werkt plan van aanpak uit; vaststellen plan van aanpak door gemeenten en partners 1-3-2013 tot 1-1-2014: start plan van aanpak: vormgeven warme overdracht en integrale werkwijze waarin de jongere centraal staat; kennisdeling aanbod, inzicht geven in wat er is; verkenning van wat versterkend kan werken rond eigen kracht, sociaal netwerk en dagbesteding; verkenning werkwijze monitoring en opschalïng en het schakelen tussen jeugdbeleid en maatschappelijke opvang. Go no go, bestuurlijk besluit 1-1-2014 tot 1-1-2015: afspraken werkwijze monitoring en opschaling en schakelen tussen jeugdbeleid en maatschappelijk opvang; afspraken over inzet rond eigen kracht, sociaal netwerk en dagbesteding; onderscheid In wijkgerichte, lokale en regionale aanpak; rol verwijsindex en Veiligheidshuis definiëren; tussenevaluatie en eventuele bijstelling van afspraken; implementatie van werkwijzen. Interview (april 2014) Fase van het project Het project loopt nog tot 1 januari 2015 en bevindt zich in de voorlaatste fase Verloop en effecten: wat lukte wel, wat niet? De doelstelling is aangepast: men richt zich niet meer op de voortzetting van de hulp, maar meer op de afbouw van de hulp; alleen waar ouders het zelf niet kunnen wordt hulp ingezet.
Wat ging goed De betrokkenheid van de gemeenten en de instellingen. Een compliment voor de inzet van Marijke Visschedijk (Spectrum) Eerst is in interviews met ouders en jongeren nagegaan wat er volgens hen niet goed gaat. Dat is waar het omgaat. Daar zijn 4 thema’s uitgekomen die zijn opgepakt. Wat ging niet goed: Het belang van het project wordt overschaduwd door de prioriteit van de transitie Jeugdzorg. Toch wil men wel. De aanbevelingen worden positief omarmd. Is het doel dat de provincie met deze cofinanciering voor ogen had, namelijk minder (her)instroom in de jeugdzorg, haalbaar volgens u? Is op termijn haalbaar, maar het neemt veel tijd. De Transitie ondersteunt de hulpverlening.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
16
Wat staat er nog gepland en wat verwacht u nog te kunnen bereiken? Aanbevelingen worden besproken in het regionaal projectleiders overleg. Een deel betreft lokale en een deel regionale aanbevelingen. Aanbevelingen krijgen een plek in de lokale aanpak. De reden van de vertraging is gelegen in het feit, dat er vanaf 2013 veel werk verzet moest worden op het terrein van de jeugdzorg (een “tsunami” van activiteiten). Het was moeilijk tussen alle ontwikkelingen voldoende aandacht te krijgen voor het project. In regionaal verband worden steeds keuzes gemaakt waar op wordt ingezet. Zouden jullie behoefte hebben aan ondersteuning? Gemist wordt een uitwisseling van ervaringen tussen regio’s. Is borging een aandachtspunt? Hoe? Ja, aanbevelingen worden besproken in het regionaal projectleiders overleg. Is cliënttevredenheid een aandachtspunt? Hoe? Cliënttevredenheid is een belangrijk punt, maar is niet gemeten. Wat zou u zelf graag willen teruglezen in de rapportage – wat is een belangrijk item voor u? Tsunami Transitie; Context aanpak Provincie gemeente vraagt veel van de gemeente; Het project is een wezenlijk onderdeel van de nieuwe aanpak. Wat vindt u van de manier waarop de provincie middels regionale cofinanciering de Ondersteuning na jeugdzorg wil versterken? Welke meerwaarde heeft dit? Op inhoud is er geen sprake van een inbreng van de Provincie. Dit wordt ook niet gemist. Wat proces betreft wordt de inbreng als positief ervaren. De Provincie kan een rol spelen in de uitwisseling van ervaringen tussen de regio’s.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
17
5.
Zorg en begeleiding van jongeren van 16 tot 23 jaar, regio Nijmegen
Zaaknummer Startdatum Einddatum Tussenrapportage Eindrapportage
2011-011334 01 september 2011 01 september 2014 8 oktober 2013 (periode 01-011-2011 t/m 01-05-2012) n.v.t.
Respondent interview mei 2014: Loes Emons, beleidsmedewerker jeugd en onderwijs, verantwoordelijk voor de uitvoering Externe projectleiding: Spectrum partner met elan. Interviewer: SAX interim en advies. Betrokken partijen: NIM, Entréa, Iriszorg, R75, BJZ Gelderland, ROC, GGD Gelderland Zuid, Tandem, Inter-Lokaal, GGZ. Samenvatting In de regio Nijmegen ligt het accent op een integrale aanpak voor de 16 tot 23-jarigen. Het project wordt binnen de gestelde termijn afgerond. De aanbodanalyse en de samenwerkingsafspraken zijn tot stand gekomen. Er is een coördinator aan het werk die zorgt voor vertaling van de bevindingen naar de werkvloer. Het project heeft een boost gegeven om te komen tot samenwerking. De samenwerking met de provincie is goed. De gemeente Nijmegen doet de suggestie om in het voortraject van nieuwe subsidies al te overleggen over de wensen en mogelijkheden, met als doel een betere aansluiting tussen de regeling en de praktijk, en vice versa. Aanvraag Doelstelling van het project Jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 jaar hebben te maken met een veelheid aan uitdagingen, keuzes en problemen op velerlei leefgebieden. In de regio Nijmegen leeft de sterke wens om jongeren niet langer vanuit veel verschillende segmenten en deelprojecten te bedienen. We willen ons vooral richten op die jongeren in de leeftijdscategorie 16 tot 23 jaar, die te maken hebben met multiproblematiek. Dat wil bijvoorbeeld zeggen geen huis, én schulden, behoefte aan ondersteuning/zorg en uitvallen van school, waardoor ze een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Dit zijn jongeren die al zijn uitgevallen of een risico tot uitval hebben. Doelen: We willen jongeren van 16 tot 23 jaar meer laten participeren door zich te kwalificeren voor de arbeidsmarkt en door actiever deel te nemen aan de samenleving. Hierdoor zijn zij beter in staat om zelfstandig deel te nemen aan de samenleving. Subdoelen: We willen jongeren van 16 tot 23 jaar vanuit een integrale benadering begeleiden en ondersteunen, waarbij instellingen die betrokken zijn bij de leefgebieden van de jongeren optimaal samenwerken. We willen daarbij jongeren, die uit de jeugdzorg uitstromen en die nog begeleiding nodig hebben, zo goed mogelijk opvangen en begeleiden via bovengenoemde integrale benadering. Het beleidskader ‘begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg’ is aan het eind van de projectperiode geimplementeerd. Er zijn ‘lessen geleerd’ vanuit de insteek 16 tot 23 jarigen die vertaald kunnen worden naar de brede doelgroep jeugd. In de regio Nijmegen zijn reeds verschillende kleine, projectmatige voorzieningen die jongeren vanuit de integraliteit ondersteunen. Vaker echter worden oplossingen SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
18
aangedragen vanuit één of soms twee interventiedomeinen. Dit draagt bij aan versnippering van de oplossing, inzet en beschikbare middelen. Een jongere wordt pas dan ondersteund als dit gebeurt met een open vizier naar alle deelgebieden toe. Sectoren en financiële stromen bepalen nu soms te vaak de oplossingsrichting en staan integrale oplossingen in de reguliere voorzieningen in de weg. We zullen ons dus moeten richten op oplossingen die jongeren vanuit de integraliteit ondersteunen. Daarbij is het van belang te focussen op een optimale samenwerking tussen betrokken instellingen en op structuurversterkende maatregelen. Daarnaast zijn de principes van het gemeentelijk Wmo-beleid leidend: zo veel mogelijk zelfregie en zelfredzaam, ondersteuning van licht naar zwaar, zo dichtbij mogelijk in de eigen wijk/gemeente, werken met vrijwilligers, etc. Hiervoor is inzicht nodig in het bestaande aanbod op de relevante leefdomeinen wonen, werken, opleiding, inkomen, vrije tijd, veiligheid en zorg. Van belang is ook een systeemgerichte insteek, m.n. de relatie tussen de jongere en zijn ouders. Aan het eind van de projectperiode is er een beschrijving van het huidige aanbod, een model voor een toekomstig gewenst aanbod en samenwerkingsafspraken tussen de relevante partijen: gemeenten (o.a. leerplicht, jongerenloket, schuldhulpverlening), ROC, voortgezet onderwijs en zorgpartners, m.n. GGD, NIM, Tandem, Inter-Lokaal, Iriszorg, GGz, Bureau Jeugdzorg en Entrea. Ook is er een relatie gelegd met het Veiligheidshuis. Er is een onderscheid in wijkgerichte, lokale en regionale aanpak gemaakt. Er is een ‘zorgbreuk’ bij 18 jaar. Veel aanbod is georganiseerd in termen van jeugden volwassenenzorg. Dat wil zeggen tot 18 jaar en vanaf 18 jaar. Beide leeftijdsgroepen kennen een eigen zorgketen, met eigen zorgpartners. Met name de jongeren die uit de jeugdzorg komen hebben hiermee te maken. We willen daarom aandacht besteden aan begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg. Uitgangspunt is het gelijknamige provinciale beleidskader. Overigens geldt dit aanbod ook voor jongeren die jonger dan 18 zijn en uitstromen uit de jeugdzorg. De aanpak is gericht op het implementeren van het beleidskader ‘begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg’. Aan het eind van de projectperiode is er een procedure en zijn er afspraken gemaakt over de werkprocessen uit het beleidskader tussen gemeenten, Bureau Jeugdzorg, Entrea en partners uit het voorveld, zoals NIM. Er is een vertaling gemaakt naar de brede doelgroep jeugd (0-23 jarigen) vanuit de lessen die zijn geleerd met de doelgroep 16 – 23 jarigen. Ook is in de regio reeds een methodiek voor nazorg na jeugdzorg en warme overdracht na jeugdzorg ontwikkeld via NIM, Bureau Jeugdzorg en Entrea (18+ contact). Er is een risico inventarisatie-instrument ontwikkeld dat is geïmplementeerd in het primaire proces van BJZ en Entrea. Bij risico wordt uitvoering van R75 bij de afronding betrokken en wordt er contact gelegd en gehouden met de jongeren. We willen dit integreren in bovengenoemde aanpak. De instellingen nemen dit op in hun reguliere werkwijze. Ook zullen we de voorgenomen ontwikkeling van een FACT-team Jeugd meenemen. Instellingen gaan hierin samenwerken rond een integrale aanpak van risicojongeren. Initiatiefnemers zijn o.a. NIM en Iriszorg. Doelgroep Jongeren van 16 tot 23 jaar in de regio Nijmegen met behoefte aan ondersteuning op verschillende leefgebieden (met uiteindelijk leerpunten voor jeugdigen van 0 tot 23 jaar en hun gezinnen). Korte beschrijving van de projectactiviteiten Aan het eind van de projectperiode is/zijn er: een beschrijving van het huidige aanbod voor de doelgroep 16 – 23 jarigen en een model voor een toekomstig gewenst aanbod voor deze groep, vanuit de relevante leefdomeinen wonen, werken, opleiding, inkomen, vrije tijd, veiligheid en zorg, SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
19
samenwerkingsafspraken tussen de relevante partijen: gemeenten (o.a. leerplicht, jongerenloket, schuldhulpverlening), ROC, voortgezet onderwijs en zorgpartners, m.n. GGD, NIM, Tandem, Inter-Lokaal, Iriszorg, GGz, Bureau Jeugdzorg en Entrea, een onderscheid in wijkgerichte, lokale en regionale aanpak, een relatie met het Veiligheidshuis, een procedure en afspraken over de werkprocessen uit het beleidskader begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg tussen gemeenten, Bureau Jeugdzorg, Entrea en partners uit het voorveld, zoals NIM, een vertaling naar de brede doelgroep jeugd (0-23 jarigen) vanuit de lessen die zijn geleerd met de doelgroep 16 – 23 jarigen.
We kiezen voor een projectmatige aanpak. We willen de uitrol van de voorgestelde werkwijze koppelen aan de Centra voor Jeugd en Gezin en het onderwijs (ROC, VO) in de regio Nijmegen. We werken vanuit de gezamenlijke beleidsagenda van de gemeenten, ROC en Voortgezet Onderwijs. Procesmatig positioneren we het experiment in de regionale CJG-besluitvormingsstructuur, in afstemming met het bestuurlijk overleg VO en het bestuurlijk overleg ROC. De eindvoorstellen zullen voorgelegd worden aan het Regionaal Portefeuille-houdersoverleg Onderwijs en Jeugd (PFO O&J). Er komt een nader uitgewerkt plan van aanpak dat voorgelegd zal worden aan genoemde bestuurlijke gremia. We stellen een projectleider aan die ervoor zorg draagt dat zorgcontinuüm en integrale benadering m.b.t. zorg en begeleiding voor jongeren van 16 tot 23 jaar wordt opgesteld en geïmplementeerd (of in ieder geval de voorbereiding daarvan verzorgt). 1-5-2011 tot 1-11-2011: vaststellen aanvraag in RAO en PFO; indienen provincie 1-7-2011; draagvlak instellingen en onderwijs (VO en ROC) vergaren en nader uitwerken; definitief indienen 1-11-2011. 1-11-2011 tot 1-1-2012: start officieel; aanstellen projectleider; projectleider stelt plan van aanpak op; vaststellen plan van aanpak in bestuurlijke gremia. 1-1-2012 tot 1-11-2014: start plan van aanpak: vormgeven integrale benadering, uitwerken en vormgeven kader ondersteuning en begeleiding na jeugdzorg; tussentijdse go/no go-momenten; leidend tot implementatie integrale benadering en kader ondersteuning en begeleiding na jeugdzorg. Tussenrapportage (2012) Inhoudelijke stand van zaken van het project In 2012 zijn twee rapporten opgeleverd: Aanbodinventarisatie Risicojongeren 16 23 jaar in de regio Nijmegen: in dit rapport wordt het reguliere aanbod, projecten, ketens en aanpakken in beeld gebracht Integrale aanpak risicojongeren regio Nijmegen: er is een kader opgesteld (uitgangspunten, proces, rollen en verantwoordelijkheden, advies voor implementatie) dat bedoeld is om de aanpak van risicojongeren te verbeteren. Dit geldt ook voor jongeren die na het beëindigen van een jeugdzorgtraject nog extra begeleiding nodig hebben. Hiermee is invulling gegeven aan de volgende onderdelen uit de subsidieaanvraag:
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
20
inzicht in het bestaande aanbod voor de doelgroep 16-23 jarigen vanuit de relevante leefdomeinen wonen, werken, opleiding, inkomen, vrije tijd, veiligheid en zorg) en een model voor toekomstgericht aanbod samenwerkingsafspraken tussen relevante partijen (gemeenten, ROC, VO, zorgpartners, incl. Veiligheidshuis), met als doel o.a. de implementatie van het provinciaal beleidskader ‘begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg’ (procedure en afspraken over werkprocessen).
Interview (mei 2014) De fase van het project Het project loopt nog tot 1 november 2014. Het project bevindt zich in de laatste fase. Verloop en effecten: wat lukte wel, wat niet? Met name de aanbodinventarisatie heeft bijgedragen aan het welslagen van het project. De integrale aanpak die was gericht op het organiseren van samenwerking werd verschillend beoordeeld. De bevindingen zijn geland in de Wmo uitvoering. Er een coördinator is aangesteld die moet zorgen voor de implementatie in de uitvoering. De bevindingen worden geïntegreerd in de brede aanpak in het kader van de transities. Hierbij wordt ook de subsidie t.b.v. de Regionale Sociale Agenda betrokken. Heel concreet richt men zich op de uitvoering naar de toekomst. De aangestelde coördinator moet er voor zorgen dat de bevindingen worden vertaald naar de uitvoering. Daarnaast is aan de twee grote welzijnsinstellingen opdracht gegeven om de brede aanpak te integreren in het reguliere werk. Het project heeft een duidelijke boost gegeven om te komen tot samenwerking en het heeft inzicht gebracht in de (vele) overlappen die er in de hulpverlening aanwezig zijn. Wat niet gelukt is is misschien de totstandkoming van het rapport gericht op de samenwerking. Loes Emons heeft geen suggesties voor een structureel andere aanpak. Is het doel dat de provincie met deze cofinanciering voor ogen had, namelijk minder (her)instroom in de jeugdzorg, haalbaar volgens u? Ja. Door de inzet kan worden voorkomen dat er zware zorg moet worden ingezet.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
21
Is borging een aandachtspunt? Hoe? Ja. Is geregeld door de contracten met de bestaande instellingen. Wat zou u zelf graag willen teruglezen in de rapportage – wat is ondersteunend voor u? Dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van gemeenten en provincie. De uitvoerbaarheid is belangrijk. Er is nu geld beschikbaar, maar het is moeilijk om de aanpak te laten landen in de reguliere zorg. Er moet voor gewaakt worden dat er nu van het geld niet iets tijdelijks wordt gedaan. Wat vindt u van de manier waarop de provincie middels regionale cofinanciering de Ondersteuning na jeugdzorg wil versterken? Welke meerwaarde heeft dit? Wat kan beter? Er kunnen extra taken worden opgepakt. Positief is dat het aansluit bij de lopende zaken. Bij een subsidieaanvraag zou er meer ruimte mogelijk moeten zijn voor de invulling van een project, en meer ruimte voor wijzigingen. Nu moet alles dichtgetimmerd worden, maar vaak loopt het in de praktijk anders. Overigens doet de Provincie niet moeilijk als er gevraagd wordt of er wijzigingen toegestaan zijn. Men stelt zich heel flexibel op. Hoe vindt u dat de provincie monitort en evalueert? Hebt u aanbevelingen aan de provincie? Het monitoren door de provincie is prima. De contacten worden als prettig ervaren. Bij nieuwe subsidies zou het beter zijn om in het voortraject met de gemeenten te overleggen over de wensen en mogelijkheden. Op die manier sluit de regeling beter aan bij de praktijk en andersom.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
22
6.
Implementatie begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg Regio Noord Veluwe
Zaaknummer Startdatum Einddatum Tussenrapportage 2013) Eindrapportage
2011-011941 01 december 2011 01 januari 2014 30 januari 2013 (periode 01-01-2012 t/m 15-09-2012 18 december 2013 (periode 16-09-2012 t/m 16-12n.v.t. (moet 01 april 2014 binnen zijn)
Projectleider en respondent interview april 2014: Maria Lauran, beleidsadviseur Regio Noord-Veluwe, penvoerder namens de 6 deelnemende gemeenten, besluit samen met een medewerker van een van de gemeenten over inhoud e.d. Externe projectleiding: Spectrum partner met elan Interviewer: SAX interim en advies. Partijen: gemeente Ermelo, Lijn 5, Pactum, CJG Harderwijk, MD Veluwe, Icare, MEE Veluwe, GGD, BJZ. Samenvatting In de regio Noord Veluwe is het project verlaat vanwege uitval van de projectleider, daarna is een integrale aanpak opgesteld. Men wil de werkwijze Nieuwe Perspectieven voor jongeren tot 23 jaar (die succesvol is bij voortijdig schoolverlaters) uitproberen bij voldoende jongeren die uit de jeugdzorg komen, alvorens deze in de regio te verankeren. Met de bijdrage van de Provincie kon ingezet worden op scholing en vernieuwing. Dit was anders niet mogelijk geweest. Inmiddels is er veel veranderd op het terrein van de jeugdzorg. Nazorg is nu een logisch eindproduct geworden. Aanvraag Doelstelling van het project Het creëren van de benodigde randvoorwaarden die het mogelijk maken om de overdracht van jongeren na (intramurale) al dan niet gedwongen jeugdzorg naar de woonplaats goed te laten verlopen. Onder andere door een dekkende regionale aanpak van afspraken op vier leefdomeinen, te weten: huisvesting, inkomen, werk/school, vrije tijdsbesteding. Het basiskader is aan het einde van de voorbereidingsperiode op 1 juli 2013 geïmplementeerd. Dit betekent dat: Er is op 1 april 2012 in beeld wat de doelgroep nodig heeft om de stap naar zelfstandigheid te kunnen maken. Er is op 1 april 2012 een overzicht van het aanbod op alle leefdomeinen: onderwijs, werk en inkomen, huisvesting en vrije tijd. Dit overzicht laat mogelijk lacunes of overlappen in het aanbod zien. Zo ja dan wordt voor 1 januari 2013 daarop actie ondernomen. Er is op 1 september 2012 een overdrachtdocument en procedure ontwikkeld en zijn werkafspraken gemaakt over de invoering van werkprocessen, zoals beschreven in het BMC rapport met de volgende partijen: jongerenwerk (instellingen voor vrijetijdsbesteding), woningcorporaties, hulpverlening, sociale dienst en of onderwijsinstellingen. Op 1 september 2012 wordt in twee gemeenten (Harderwijk en Elburg) gestart met het daadwerkelijk leveren van nazorg trajecten. Per 1januari 2013 starten we in de andere vier gemeenten. De gemeenten nemen de regie in handen om te komen tot een totaalpakket aan bovengenoemde interventies, wat moet leiden tot een betere en snellere aansluiting op en doorverwijzing naar het lokale aanbod.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
23
Doelgroep Het project richt zich, in principe, op alle jongeren tot 18 jaar die uit de intramurale al dan niet gedwongen jeugdzorg komen. Deze groep krijgt altijd een aanbod aan begeleiding/ ondersteuning. De leeftijdsgroep 16-18 jaar is het meest kwetsbaar en is met een integrale aanpak het meest gebaat. De ervaringen kunnen gebruikt worden om dit vervolgens ook in te kunnen zetten voor een bredere doelgroep. Korte beschrijving van de projectactiviteiten Uitbreiding van CJG domeinen met huisvesting, participatie, inkomen. Implementatie van het basiskader als een groeimodel. Analyse van het aanbod (wat is er al en wat ontbreekt nog) en het ontwikkelen van een werkwijze voor de warme overdracht voor elke gemeente. Vervolgens gedurende een kwartaal starten met een aantal trajecten in twee gemeenten. Al werkende weg afspraken maken met instellingen uit genoemde domeinen. Daarna uitrol naar alle gemeenten. De volgende organisaties zijn bij de opzet betrokken: MD Veluwe, BJZ, Icare, MEE Veluwe, GGD. De instellingen die deelnemen aan het platform JeugdzorgJeugdbeleid worden periodiek op de hoogte gehouden. Overige partijen, waaronder woningcorporaties worden door de nog aan te stellen coördinator uitgenodigd deel te nemen.
Tussenrapportage (2013) Het project Implementatie ondersteuning en begeleiding na jeugdzorg is begin 2012 van start gegaan met het verlenen van een opdracht aan Spectrum om met een op maat gesneden aanpak voor onze regio te komen. Die opdracht heeft al met al bijna een jaar in beslag genomen. Ziekte van de beoogd projectleider en daarna uitval van de toenmalige projectleider zijn hier debet aan. Na vaststelling van de Integrale aanpak na jeugdzorg Regio Noord-Veluwe is besloten om een pilot te starten om te bezien of deze werkwijze ook daadwerkelijk tot uitvoer te brengen is. Daarvoor zijn de medewerkers van Doorbraak benaderd. Doorbraak is een team van interventiemedewerkers die de methode Nieuw Perspectieven al met veel succes bij de aanpak VSV-ers hadden toegepast. Zij zijn momenteel bezig om met de beschreven methode ervaring op te doen. Dat loopt helaas niet naar behoren. Dat heeft te maken met de sluiting van 2 begeleide kamerbewoonprojecten van Lijn 5/Nové in Oldebroek en Harderwijk. Hierdoor zijn er geen jongeren die langdurig in de jeugdzorg hebben gezeten in de regio aanwezig om deze methode mee te trainen. Het team Doorbraak heeft een aantal andere ex-jeugdzorgcliënten opgespoord . Dat zijn er tot op heden pas 3 en wij willen hiermee meer ervaring opdoen (nog 7 trajecten). Daarom hebben wij verlenging van de subsidietermijn aangevraagd. Knelpunten hebben zich dus voorgedaan in: 1. Duur van opstellen integrale aanpak 2. Vinden van juiste cliënten Met de komst van de Basisteams verwachten wij dat namen van beoogde cliënten gemakkelijker voorhanden komen. Dan kan er nog ruim ervaring worden opgedaan. De beoogde cofinanciering: uren van CJG coördinatoren is daardoor ook nog onvoldoende gehaald. 3.
Wordt de inhoudelijke en financiële doelstellingen gehaald en wordt het project binnen de geldende tijdsplanning afgerond. De financiële en inhoudelijke doelstellingen van het project worden dus niet in de gestelde termijn gehaald. Wij hebben daarom inmiddels uitstel aangevraagd. SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
24
De ureninzet van RNV medewerker is deels in plaats gekomen van CJG coördinatoren, omdat deze door ontbreken beoogde cliënten niet operationeel zijn geweest. RNV medewerker heeft deels taken overgenomen. Interview (april 2014) Fase van het project Het project loopt 1 januari 2014, de eindrapportage vindt plaats april 2014. Het verloop en de effecten van het project: De reden dat er weinig ervaring is opgedaan met de regionaal vastgestelde methodiek voor Nazorg is het feit, dat er in deze regio weinig jongeren uitgestroomd zijn uit de langdurige intramurale jeugdzorg . Er is daarom gekozen om de nog beschikbare middelen in te zetten in het verlengen van de inzet van de methodiek door het Doorbraakteam. (In dat project werden in het kader van Voortijd schoolverlaten (VSV) vanaf eind 2011 enerzijds beweegredenen rond uitval geïnventariseerd en anderzijds jongeren intensief begeleid (max. 50 uur per jongere), zodat zij op school konden blijven of daar naar terugkeren. Het project richtte zich specifiek op jongeren met problemen op meerdere leefgebieden, die bij de reguliere hulpverlening geen aansluiting vonden. Gezien het succes van deze interventies is besloten deze methodiek ook voor deze doelgroep toe te gaan passen). De interventiemedewerkers van Doorbraak werken met de methodiek Nieuwe Perspectieven. Dit is een intensieve, persoonlijke en niet-bureaucratische manier van werken. Het trefwoord bij de aanpak is “outreachend”, dus benadering in de leefomgeving van de jongere zelf. De interventiemedewerker stelt zich informeel op en staat naast de jongere. De methode van Doorbraak is succesvol gebleken bij het begeleiden van voortijdig schoolverlaters met problemen op meerdere leefgebieden. Daarom wordt Doorbraak vanaf medio 2013 ook worden ingezet voor andere “multiprobleem” doelgroepen. Met financiële steun van de provincie Gelderland is Doorbraak ingezet om (dreigende) zwerfjongeren te begeleiden Daarnaast is Doorbraak gaan samenwerken met het straathoekwerk in de RNVgemeenten, om zo de methode van Nieuwe Perspectieven te verankeren in de regio. Doorbraak is vanaf 2013 in het kader van Nazorg na Jeugdzorg multiprobleem jongeren gaan begeleiden die hulp hebben gehad van Jeugdzorg. Dit betreft jongeren die op hun 18e moeten stoppen met de begeleiding vanuit Jeugdzorg of jongeren die geen behandeling meer kunnen krijgen, maar die zich nog niet helemaal zelf kunnen redden. Omdat er, zoals boven al is beschreven, weinig jongeren zijn uitgestroomd die weer wilde gaan wonen in geen van de RNV gemeenten worden nu afspraken gemaakt om ook jLVB jongeren op te gaan vangen. Wat zou u zelf graag willen teruglezen in de rapportage? Geen suggesties. Wat vindt u van de manier waarop de provincie middels regionale cofinanciering de Ondersteuning na jeugdzorg wil versterken? Welke meerwaarde heeft dit? De inzet van de provinciale middelen voor dit doel wordt als positief ervaren. Zonder deze gelden zou er veel minder gedaan kunnen worden. Dan was het alleen een technisch gebeuren. Nu kan er ook aan de inhoud gewerkt worden. Nazorg is een nieuwe taak van de gemeenten. Met de bijdrage van de Provincie kan ingezet worden op scholing en vernieuwing. Dit was anders niet mogelijk geweest. Inmiddels is er veel veranderd op het terrein van de jeugdzorg. Nazorg is nu een logisch eindproduct geworden.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
25
7.
Begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg Regio Stedendriehoek
Zaaknummer Startdatum Einddatum Tussenrapportage Eindrapportage
2012-019390 01 november 2012 01 januari 2015 n.v.t. n.v.t.
Projectleider en respondent interview mei 2014: gemeente Apeldoorn, Monique te Wierik, beleidsadviseur Jeugd, betrokken geweest vanaf het begin. Saskia Blom is nu degene die in de praktijk de zaken regelt. Voorheen was zij vanuit het CJG bij het project betrokken, maar inmiddels is zij in dienst getreden bij de gemeente Apeldoorn. Externe projectleiding: Spectrum partner met elan Interviewer: SAX interim en advies. Partijen: CJG Apeldoorn, Lijn 5, MD Veluwe, Iriszorg, Tactus, Jongerenloket, Don Bosco, MEE, Woningcorporatie, GGD Gelre-IJssel, GG-net, ROC Aventus, Pactum, Leger des Heils, Lindenhout, BJZ, gemeenten regio Stedendriehoek. Samenvatting In de regio Stedendriehoek is een Methodiek begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg opgesteld, en een pilot (“CJG4jeugd Apeldoorn”) binnen CJG4Kracht. Zorgmijders zijn een aandachtspunt. Tussenevaluatie op basis van ervaringen met een aantal jongeren. Aanvraag Doelstelling van het project Begeleiding bieden aan jongeren die een traject in de jeugdzorg beëindigen maar nog wel enige ondersteuning nodig om hebben om zelfstandig hun leven vorm te kunnen geven op één of meerdere levensgebieden (bv. huisvesting, scholing, werk). Warme overdracht is hierbij een sleutelbegrip. Er is sprake van een logische, doorgaande lijn van ondersteuning en/of begeleiding voor de jeugdige (en zijn ouders) die uit de jeugdzorg stroomt. Doelgroep Jongeren in de leeftijd 0-23 jaar die op korte termijn een jeugdzorgtraject afsluiten maar nog aanvullende begeleiding nodig hebben op één of meer leefgebieden (scholing, werken, wonen, gezondheid, etc.) Korte beschrijving van de projectactiviteiten Plan van aanpak De projectleider start met het concretiseren van het plan van aanpak in samenwerking met gemeenten en partners. In het plan van aanpak staat de route verwerkt hoe te komen tot implementatie van het basiskader en realisatie van de producten, zoals die in de werkgroep geformuleerd zijn. Werkwijze projectleider De projectleider is met zijn inzet gericht op het daadwerkelijk veranderen van focus en werkwijzen op het niveau van de werkvloer. Hiervoor zet hij niet alleen in op treken duwactiviteiten op managementniveau en het vastleggen en evalueren van afspraken, maar vooral op informeren, uitwisseling en trainen van professionals Bij het tot stand brengen van producten heeft de projectleider een actieve rol. Hij is aanjager, stuurt werkgroepen aan, doet voorstellen en zorgt voor schriftelijke productie.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
26
Producten De projectleider gaat in samenwerking met gemeenten en partners aan de slag met het uitwerken en opleveren van de volgende producten: Bijstelling en doorontwikkeling processtappen basiskader in lijn van de wensen van werkgroep nazorg OV/MIJ met als resultaat geformaliseerde procedureen werkafspraken voor alle ketenpartners. Hierbij gaat het om de volgende onderdelen: • Er is een overdrachtsdocument om de client warm over te dragen aan een instelling in het gemeentelijke veld of iemand uit het eigen netwerk van de jongere. De voorkeur gaat uit naar één overdrachtsdocument voor alle jeugdzorgpartners. Hierover zal contact gelegd worden met de Branche. • Er zijn afspraken met instellingen over het leveren van contactpersonen. • Er zijn afspraken met instellingen die casemanagement kunnen leveren. • Er zijn afspraken over een werkwijze voor zorgmijders. • Er zijn bijeenkomsten uitgevoerd met als resultaat: uitwerking procestappen warme overdracht, verbinding op de leefgebieden, , inzicht in aanbod , vaststelling knelpunten en lacunes, verbinding processtappen warme overdracht met andere zorgstructuren. • Er is een up to date overzicht van het (ondersteunings)aanbod op de verschillende leefgebieden: onderwijs, wonen, werken/inkomen/dagbesteding. Dit overzicht biedt, in combinatie met gegevens over de omvang van de doelgroep en opvattingen over behoeften aan ondersteuning, input voor het vaststellen van lacunes en knelpunten. • Er heeft een verkenning plaatsgevonden hoe burgerkracht (vrijwilligers, exjeugdzorgjongeren) een rol kan krijgen in begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg. Er zijn met de volgende partijen samenwerkingsafspraken gemaakt over het aanbod voor jeugdigen die uit de jeugdzorg komen: MD Veluwe, Iriszorg, Tactus, CJG, Jongerenloket, Don Bosco, MEE, Woningcorporatie, GGD Gelre-IJssel, GG-net, ROC Aventus, BJz, Pactum. Lijn-5, Leger des Heils en Lindenhout. De gemeenten nemen de regie in handen om te komen tot een afgestemd en integraal aanbod op alle leefgebieden. Werkstructuur Er is een regionale projectgroep bestaande uit vertegenwoordigers van gemeenten, lokale uitvoerders en zorginstellingen op managementniveau. Vanuit de projectgroep initieert de projectleider zo nodig overleg (bilateraal of in kleine kring) om tot producten te komen. Een deel van de producten kan na voorbereiding van de projectleider direct in de projectgroep passeren. Spectrum vervult de rol van inhoudelijk projectleider én penvoerder voor de te realiseren producten.. De verbinding en afstemming met de regio vindt plaats via het ambtelijk overleg en het platform jeugdbeleid – jeugdzorg. Tussenevaluaties Alle inspanningen in dit project zijn erop gericht om zo direct en eenvoudig mogelijk veranderingen te bewerkstelligen die effect sorteren op cliëntniveau. In het project zullen regelmatig evaluatieve checks plaatsvinden om na te gaan of er iets veranderd is voor de client. Wanneer dit niet het geval is zullen operationele doelen, werkwijzen en implementatie opnieuw geagendeerd worden en zo nodig worden bijgesteld. Eindevaluatie In het project zal gekeken worden of er op een of andere manier een eindevaluatie bij clienten kan plaatsvinden. Dit zou kunnen door jongeren direct te laten bevragen door een onafhankelijke partij over hoe ze de begeleiding ervaren hebben en hoe ze op de verschillende leefgebieden zelf verder kunnen en wat beter kan. De projectleider agendeert dit en zoekt mogelijkheden.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
27
Interview (mei 2014) De fase van het project Het project loopt nog tot 1 januari 2015. In Apeldoorn wordt de beoogde aanpak al in praktijk gebracht. Het project richt zich nu met name op de uitvoering in de regio. Er is een duidelijke en reële planning welke taken er in 2014 moeten worden uitgevoerd. Verloop en effecten: wat lukte wel? Het project is erop gericht om voor jongeren waarvan de ingezette hulpverlening eindigt te bekijken of er aansluitend een lichtere vorm van hulpverlening of opvang gewenst is en om die zorg dan ook zonder allerlei procedures direct in te zetten. Er moet snel geschakeld kunnen worden. Al eerder was men gestart met de aanpak in het kader van “CJG4kracht”, gericht op het creëren van één doorgaande lijn voor jeugd en gezin waar het gaat om het inzetten van hulp aan huis. Uitgangspunt is zo dichtbij mogelijk, zo vroeg mogelijk, zo licht als kanzo zwaar als nodig. Dit vindt zoveel mogelijk plaats met inzet van het sociale netwerk van het gezin. Hierbij is de richting van “licht naar zwaar”. Het project ‘Begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg’ gaat de andere richting uit, namelijk van “zwaar naar licht”. In Apeldoorn is een team ambulante zorg actief, samengesteld vanuit diverse instellingen en met kwalitatief goede medewerkers. Daar worden de jongeren besproken. Er zijn afspraken gemaakt met instellingen, het CJG en het BJZ ten aanzien van de overdracht van jongeren. Wat ging minder goed? Het maken van afspraken met zorgaanbieders heeft lang geduurd, omdat het ontbrak aan cijfers van het BJZ. De uitrol naar de regio had beter gekund. De organisaties van de CJG’s in de regio was echter niet op het niveau van Apeldoorn, waardoor vertraging optrad. In Apeldoorn heeft men vanaf het begin van de CJG ingezet op kwaliteitsmedewerkers op niveau. In de regio is pas later ingezien dat dit noodzakelijk was. Hoe had het anders, beter gekund? Niet anders, wel sneller. Is het doel dat de provincie met deze cofinanciering voor ogen had, namelijk minder (her)instroom in de jeugdzorg, haalbaar volgens u? Dit valt niet te zeggen. Er zijn onvoldoende gegevens om een vergelijking te kunnen maken tussen oud en nieuw. Wel is duidelijk dat er nu korte lijnen zijn tussen het voorliggende veld en de jeugdzorg. Wat staat er nog gepland en wat verwacht u nog te kunnen bereiken? • Uitrol naar de regio gemeenten. • Aansluiten op aanpak “CJG4kracht”. • De basisset van afspraken vastleggen. • Implementatie in de regio. Spectrum speelt daarbij een belangrijke rol. • Bijeenkomst voor professionals in de regio over de basisset van afspraken. Verwacht u dat er bijstelling nodig is? Nee. Zouden jullie behoefte hebben aan ondersteuning of tips, en zo ja van wie? Op dit moment geen andere ondersteuning dan die die er al is van Spectrum. De bijdrage van Spectrum wordt als zeer positief ervaren. Is borging een aandachtspunt? Hoe? Er zijn concrete afspraken gemaakt met instellingen, jeugdzorgaanbieders en het lokale veld. Er is een vast patroon, een vaste werkwijze bij instroom, waardoor het procesmatig beter loopt dan in het verleden. SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
28
Is cliënttevredenheid een aandachtspunt? Hoe? Het is in het projectplan opgenomen, echter hoe dit in de praktijk wordt uitgevoerd is niet bekend. Wat zou u zelf graag willen teruglezen in de rapportage? Wat is voor u daarin een belangrijk item? De kern van de aanpak is om pro actief te handelen en elkaar leren kennen. De meerwaarde is het ontwikkelen van een ‘zorgcontinu’ voor jongeren. Wat vindt u van de manier waarop de provincie middels regionale cofinanciering de Ondersteuning na jeugdzorg wil versterken? Welke meerwaarde heeft dit? Het stelt de gemeente in staat om pro actief aan de slag te gaan met de nadruk op regionale samenwerking. Cofinanciering is voor gemeenten soms moeilijk te organiseren vanwege alle taken die er naar hen overgaan en de kortingen op de budgetten. Provincie houdt goed de vinger aan de pols. Bij aanpassingen in het project doet men niet moeilijk. Inzicht in de voortgang van een project kan de provincie ook verkrijgen door actief op gesprek te gaan met de deelnemers.
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
29
Financieel overzicht project Nazorg Aanvraag
NAZORG zaaknummer naam project
Subsidieontvanger
totale kosten in €
subsidie toekenning in €
2011-011218
Versterking begeleiding na jeugdzorg
Regio Rivierenland
158.270,00
99.750,00
2011-011247
Ondersteuning en begeleiding na jeugdzorg in de Vallei Zorg en begeleiding van jongeren van 16 tot 23 jaar, regio Nijmegen Implementatie ondersteuning en begeleiding na jeugdzorg Project Kansrijk wonen en werken Regio Achterhoek (aanpak kwetsbare jongeren)
Gemeente Barneveld
157.604,00
97.440,00
Gemeente Nijmegen
135.000,00
100.000,00
Regio Noord-Veluwe
125.000,00
93.750,00
Gemeente Doetinchem
236.300,00
05.600,00
2011-011334 2011-011941 2011-014724 2012-019390
Begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg
Gemeente Apeldoorn
2012-019472
Integrale begeleiding na jeugdzorg regio Arnhem
Gemeente Arnhem
Totaal
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring
60.000,00
45.000,00
106.700,00
80.000,00
978.874,00
621.540,00
Definitieve subsidie kosten vastgesteld --
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
30
SPECTRUM
partner met elan | Effectiviteit provinciale subsidiëring