OVERZICHT DEEL 1: STRESS 1. 2.
3.
4.
5.
wat is stress 1.1. wat is een stressor 1.2. persoon-omgeving fit Theoretische bijdragen aan de studie over stress 2.1. vecht of vlucht 2.2. Selye’s general adaptation syndrome 2.2.1. Kritiek 2.3. Tend-and-befriend 2.4. Psychlogische appraisal en ervaring van stress 2.4.1. Primaire appraisal processen 2.4.2. Secundaire appraisal processen 2.5. Fysiologie van stress 2.5.1. Sympathische activatie 2.5.2. HPA activatie 2.5.3. Effecten van lange termijn stress 2.5.4. Individuele verschillen in stress reactiviteit 2.5.5. Fysieke recovery processen 2.5.6. Allostatische lading wat maakt evenementen stressvol 3.1. assessing stress 3.2. dimensies van een stressvol event 3.2.1. negatieve events 3.2.2. oncontrolleerbare events 3.2.3. ambiguous events 3.2.4. overload 3.2.5. welke stressoren? 3.3. moet stress zo percieved worden als stessvol? 3.4. kunnen personen aanpassen aan stress? 3.4.1. Psychische adaptatie 3.4.2. Fysieke adaptatie 3.5. Moet een stressor bljven duren om stressvol te zijn? 3.5.1. Anticerend op stress 3.5.2. Aftereffecten van stress hoe is stress bestudeerd 4.1. labo 4.2. inducing ziekte 4.3. stressvolle levensevent 4.4. dagelijkse stress bronnen van chronische stress 5.1. PTSD 5.2. Lange termijn effecten van een vroeg stressvolle ervaring in leven 5.3. Chronische stressvolle condities 5.4. Chronische stress en gezondheid 5.5. Stress op het werk 5.5.1. Werk en sedentaire levensstijl 5.5.2. Overlading 5.5.3. Ambiguity en rolconflict 5.5.4. Sociale relaties 5.5.5. Controle 5.5.6. Werkloosheid 5.5.7. Andere occupational uitkomsten 5.6. Enkele oplossing voor werkplaats stressoren 5.7. Combinatie werk en familierollen 5.7.1. Vrouwen en multiple rollen 5.7.2. Protectieve effecten van multiple rollen 5.7.3. Mannen en multiple rollen 5.7.4. Kinderen
Figuur 6.1 Figuur 6.2 Figuur 6.3 Figuur 6.4 Figuur 6.5 BOX kan stress invloed hebben op zwangerschap PTSD Dormitory crowding Meting van perceived stress Meting van daily strain Racisme
DEEL 2: MODERATORS VAN DE STRESSERVARING 1.
2. 3. 4.
5.
coping met stress 1.1. persoonlijkheid en coping 1.1.1. negativiteit, stress en ziekte 1.2. coping resources 1.2.1. optimisme 1.2.2. psychologische controle 1.2.3. stressvolle medische procedures en controle verbeterende interventies 1.3. aanvullende coping resources 1.4. coping stijl 1.4.1. approach vs avoidance 1.5. probleem-gefocust vs emotie-gefocust coping 1.6. specifieke coping strategieën coping en externe resources 2.1. bronnen van resilience coping uitkomsten sociale steun (social support) 4.1. wat 4.2. effecten op psychologisch distress 4.3. effecten op fysiek en neuro-endocriene 4.4. responses to stress 4.5. effecten op ziekte en gezonde gewoontes 4.6. biopsychosociale wegen 4.6.1. genetische basissen 4.7. moderatie van stress door sociale steun 4.7.1. extracting steun 4.8. wat van steun is het meest effectief 4.8.1. matching steun met stressor 4.8.2. steun van wie? 4.8.3. Dreigingen op sociale steun 4.9. effecten van stress op steun providers 4.10. enhancing sociale steun coping interventies 5.1. mindfulness training 5.2. disclosure en coping 5.3. coping effectiviteit training 5.4. stress management 5.5. basis technieken van stress management 5.6. een stress management programma 5.6.1. identificeren van stressoren 5.6.2. monitoren van stress 5.6.3. identificeren van stress antecedents 5.6.4. vermijden van negatieve self-talk 5.6.5. huistaken 5.6.6. acquiring vaardigheden 5.6.7. nieuwe doelen zetten 5.6.8. volhouden in positieve self-talk en self-instructie 5.6.9. andere cognitieve-gedragsmatige technieken gebruiken & 5.7. relaxatietraining en stress management 5.8. supplementaire stress management vaardigheden
Figuur 7.1 Figuur 7.2 BOX religie, coping en well-being the brief COPE aids is sociaal gezelschap een belangrijk deel van je leven?
I.
WAT IS STRESS
definitie: negatieve emotionele ervaring die samengaat met voorspelbare biochemische, psychologische, cognitieve en gedragsmatige veranderingen die gericht zijn tot een stressvol event of het tegenwerking van de effecten ervan. EEN STRESSOR stressor = stressvol event hoe een stressor waargenomen wordt bepaalt of het als stressvol wordt ervaren PERSOON -OMGEVING FIT stress is het gevolg van iemands appraisal (waarneming en interpretering) processen: = het assessment of iemands persoonlijke resources voldoende zijn om tegemoet te komen aan de eisen van de omgeving. (fit) Als resources van een persoon voldoende zijn om tegemoet te komen aan een moeilijke situatie, als de persoon waarneemt van zichzelf dat hij voldoende resources heeft à een beetje stress en gevoel van uitdaging
II.
THEORETISCHE BIJDRAGEN AAN DE STUDIE OVER STRESS
VECHT OF VLUCHT
Walter Cannon Wanneer een organisme een dreiging waarneemt à snel arousel en motivatie in het lichaam, via sympathisch zenuwstelsel (activerend) en endocrien systeem à fysieke reactie van aanvallen of vluchten (evolutionair) Nu: fight: agressieve reactie; flight: sociale withdrawal, withdrawal door middelmisbruik (drugs, alcohol) Vroeger snelle reactie belangrijk in overleving, nu eerder schadelijk (vaak onnodige perceptie van dreiging)
SELYE’S GENERAL ADAPTATION SYNDROME Hans Selye General adaptation syndrom Onderzoek met ratten: stressoren zoals vermoeidheid en extreme koude. Alle stressoren, onafhankelijk van welk type, worden geproduceerd door zelfde patroon van psychologische veranderingen: vergroot adrenale cortex, gekrompen thymus en lymfe glands, zweren in maak en darm Bij dreiging mobiliseert systeem zelf voor actie. Door herhaaldelijke of verlengde blootstelling tot stress: wear en tear op het systeem General adaptation syndroom: 3 fases - Alarm - Resistance, weerstand (effort tot coping) - Exhaustion, uitgeput (bij falen)
Fig.6.1.
Evaluatie van theorie: + algemene theorie over reacties op brede variaties van stressoren fysieke mechanismen voor stress-ziekte relatie (derde fase verantwoordelijk volgens Selye) - kleine rol van psychologische factoren, psychologische appraisal belangrijk in stress (Lazarus) niet alle stressoren veroorzaken zelfde endocrinologische reacties (Kemeny) ervaren verschillende effecten van stress wnr een stressor aanwezig is en in anticipatie ervan
TEND-AND-BEFRIEND S.E. Taylor et a. Theorie van reacties op stress Samengaand met fight en flight. Mensen reageren op stress met sociale affiliation en bepaald gedrag tov nageslacht (vooral vrouw). Reactie niet enkel op zichzelf gericht maar ook op omgeving die ze willen beschermen. Onderliggende biologisch: hormoon oxytocine (stresshormoon) extra beïnvloed door oestrogeen Hogere levels van oxytocine: kalmer en relaxter reageren Andere invloed van opioids Theorie integreert sociaal gedrag in stress processen.
PSYCHOLOGISCHE APPRAISAL EN ERVARING VAN STRESS Belangrijk in het feit of een event als stressvol wordt ervaren.
Primaire appraisal processen Lazarus Nieuwe of veranderende omgeving: primaire appraisal om betekenis van gebeurtenis te bepalen Schade die aan aangericht is (harm) Mogelijke toekomstige schade (threat) Potentieel om event te overkomen en eruit te profiteren (challenge) Speisman et al. Onderzoek met films. Stress was intrinsiek met gruesome film en was afhankelijk van de appraisal. Secundaire appraisal processen Op hetzelfde moment al primaire. Assessment of je coping abilities en resources hebt om stressor tegemoet te komen Subjectieve stresservaring is balans van primaire en secundaire Mogelijke reacties op stress: (vrijwillig of onvrijwillig/automatisch) Fysiek Cognitief overtuigingen over schade of dreiging, oorzaken en controleerbaarheid Afgeleid zijn, moeite met concentratie, verstoring van cognitieve taken (Cohen) Intrusieve, repetitieve of morbide gedachten Emotioneel angst, opwinding, schaamte, woede, depressie, stoïcisme, ontkenning Gedragsmatig confronterende actie tegen stressor (fight), withdrawal (flight)
Fig. 6.2
FYSIOLOGIE VAN STRESS Twee belangrijke interrelaterende systemen: x sympathisch-adrenomedullair x hypothalamic-pituitary adrenocortical Fig.6.3
SAM HPA
Sympathische activatie Cerebrale cortex start kettingreactie door appraisal van stessor Naar hypothalamus (invloed sympathisch zenuwsysteem, fight or flight, Cannon) Stimuleert medulla van adrenale glands Medulla adrenale glands neurotransmitters vrij: catecholamine-epinephrine (EP) Norepineprhrine (NE) (invloed op cranked up feeling) reactie sympathische arousal: bloeddruk stijgt, hartritme stijgt, zweten, constrictie van perifere bloedvezels + invloed op immuunsysteem en weefsels parasympathisch systeem is belangrijk voor rust. HPA activatie Start als reactie op stress. Vanuit hypothalamus corticotrophin-releasing factor (CRF) dat pituitary gland stimulereert Pituitary gland produceert adrenocorticotropic hormoon (ACTH) dat adrenale cortex stimuleert Adrenale cortex laat glucosecorticoïden vrij (waarvan cortisol, belangrijk bij ontsteking en parasymp) HPA activeert ook groeihormoon en prolactine. Dagelijkse cortisol patronen kunnen verhoogd zijn. (Powell) of algemene verplatting van diurnal ritme. Effecten van lange termijn stress Hoe stress ziekte kan beïnvloeden:
we ervaren vaak de snelle reacties van stress maar ook veel lange termijn gevolgen. - EP en NE kan leiden tot onderdrukking van cellulaire immuunfunctie - bloedddruk, verhoogd hartritme - neurochemische schommelingen, kan bijdragen aan psychiatrische ziekte - catecholamines effect op lipid levels en free fatty acids, kan bijdragen aan artherosclerose - destructie van neuronen in hippocampus: verbale funties, geheugen, concentratie - depressie - chronische HPA activatie: hoge waist-to-hip ratio - invloed van HPA is significanter dan invloed van sympathische activatie - ziekte ook mogelijk door infecties door onderdrukking immuunsysteem - slechte slaapkwaliteit is indicator van chronische stress en gevolgen ervan
Individuele verschillen in stress reactiviteit Reactiviteit: mate waarin er verandering ontstaat in autonomische, neuroendocriene, immuunsysteem door stress. Genetische depositie, of prenataal/vroege kindertijd ontwikkeling (Jacobs) Heeft invloed op kwetsbaarheid van ziekte. Studie Cohen (stress-verkoudheid) Psychobiologische reactiviteit tot stress is een belangrijke factor die invloed heeft op effecten die stress op het lichaam heeft en kan bijdragen tot waarschijnlijkheid van distress of ziekte. Vooral bijdrage aan ontwikkeling van hypertensie en cardiovasculaire ziekte. Fysieke recovery processen Rutledge et al. Inabiliteit om (snel) te herstellen van een stressvol event: cumulatieve schade van stress. Personen onder meer stress: langere tijd nodig voor cortisol levels weer normaal worden (Perna, McDowell) Belangrijke bijdrage aan lange termijn-effecten van stress Box: kan stress invloed hebben op zwangerschap? Stress: invloed op immuun en endocrien systeem dat invloed heeft op foetus Verhoogde cortisollevels geven signaal dat het tijd is om geboren te worden Bescherming: sociale steun (vooral partner), controle, zelfwaardering, optimisme Angst maakt het erger: interventies op verminderen van angst kunnen helpen Allostatische lading Normale respons op stress is arousal maar over tijd kan deze reactie wegebben door uitputting en zo cumulatieve schade veroorzaken McEwen en Stellar: concept van allostatische lading Fysieke systemen in het lichaam de fluctueren om tegemoet te komen aan eisen van stress (allostasis) Na een tijd stapelt allostatische lading zich op (fysieke kosten van chronische exposure: de fluctuaties en verhoogde neurale en neuroendocriene reacties) indicatoren van opstapeling allostatische lading: verminderede cel-immuniteit cortisol in respons tot stress niet kunnen afzetten verlaagde HR variabiliteit verhoogde epinephrine hoge waist-to-hip ratio vollume van hippocampus problemen met geheugen hoog plasma fibrinogeen hypertensie uitkomst: versnelde veroudering van een organisme stress-ziekte; zowel lange als korte stress heeft invloed op acute (infectie) of chronische ziekte (cardiovasc) stress altijd in etiologie, verloop van ziekte of in beide.
III.
WAT MAAKT EVENEMENTEN STRESSVOL
assessing stress veel indicatoren van stress zelfbeoordelingen, levensveranderingen, emotionele distress, gedragsmatige metingen, fysieke metingen van arousal, biochemische markers,.. à allemaal bruikbare indicatoren elk type indicator heeft problemen door biases, meerdere interpretaties, … Baum: aanraden voor het gebruik van meerdere metingen en indicatoren dimensies van een stressvol event (5)
negatieve events
meer stress dan positieve events sterke relatie met psychologische distress en fysieke symptomen (Sarason) effecten van stress op zelf-concept, zelfwaardering, controle, identiteit 1 uitzondering: negatief zelfbeeld hebben, positieve life events mgl negatief effect op gezondheid
oncontroleerbare events oncontroleerbaar of onvoorspelbaar gevoel controle invloed op subjectieve beleving en biochemische reacties (catcholamine) ook invloed op immunosuppressieve effecten ambiguous events
overload
type stressoren Gevoeliger voor stress in centrale levensdomeinen want belangrijke aspecten van zichzelf meer geïnvesteerd (Swindle)
waarnemen van stress Stress is een subjectieve en objectieve ervaring. Repetti: studie in air traffic: zowel subjectieve als objectieve metingen onafhankelijk gemeten hadden een voorspelling op psychologische distress en gezondheidsklachten Cohen: verkoudheid, objectieve stressvolle events en waarnemen van stress voorspelling van verkoudheid Aanpassen aan stress Als stress permanent wordt, ontwikkelen mensen dan chronic strain? Afhankelijk van type stressor, subjectieve ervaring en indicator van stress.
Psychische adaptatie Meeste mensen kunnen aanpassen. Kwetsbare groepen (kinderen, ouderen, armoede) negatievere effecten bij chronische stressoren Hulpeloosheid, want ervaren meestal al weinig controle over leven en dan nog eens extra stress. Ondanks pychische aanpassing is het wel nog mogelijk dat er fysieke veranderingen blijven. Fysieke adaptatie Lage levels van stress: gewenning mogelijk. Maar bij meer intense schade. (cumulatief) Aanpassing meer bij HPA dan sympathische responsen van stress.
Duur van stressor Moet een stressor blijven duren om stressvol te zijn? Mensen vloek en zegen: mogelijkheid om te conceptualiseren voor er effectief iets materialiseert. à onze capaciteit to worry, piekeren, zorgen maken Anticiperend op stress Kan even stessvol zijn als stress die ontstaat zelf (Wirtz) Onderzoek cardiovasculaire activiteit preexamen; zorgen erover maken meer stress ervoor (Sausen)
Aftereffects van stress Vb verminderde prestatie en aandacht Kunnen lang blijven voortduren, ook als stessor al lang weg is.
Box: PTSD; post-traumatic stress disorder Slachtoffer van een hoge stressvolle ervaring. Aftereffecten die blijven voortbestaan. Onderzoek Glass en Singer: geluid tijdens leren en proef erna; presteerden lager. (geluid tijdens studeren was maar af en toe en vooral stresserend. à invloed op cognitieve prestaties onderzoek Cohen en Spacapan: shoppen onder stress, mensen minder helpen die in nood waren reden: exposure voor langere periode heeft cumulatieve effecten: reserves opgebrand en resistentie breekt af wanneer een persoon moet copen met een stressvol event.
IV.
ONDERZOEK NAAR STRESS
verschillende methodes voor het meten van stress en meten van effecten op psychol. en fysieke gezondh. IN EEN LABO
expose tot korte termijn stressvolle events en impact observeren acute stress paradigma meten: reacties (fys en psych), welke events stressvol, hoe reacties beïnvloed door persoonlijkheid, steun, aanwezigheid van chronische stress, … (vb. Invloed van vijandige persoonlijkheid, aanwezigheid partner,..) INDUCEREN ZIEKTE
vb. Cohen (exposure tot ziekte, virus en dan de reacties/invloed van stress meten) STRESSVOLLE LEVENSEVENT
Rahe: aanpassen aan een omgeving – waarschijnlijkheid op stress is hoog à vragenlijst stressvolle life events Problemen van vragenlijst: Sommige items zijn vaag, individuele verschillen in ervaringen, positieve en negatieve events en events die een persoon bewust kiest staan er ook in, geen evaluatie of event succesvol is opgelost, tijd tussen stress en ziekte varieert (kan ongezien groeien voor jaren) DAGELIJKSE STRESS
daily hassles vooral cummulatieve impact veroorzaken psychologische stress, fysieke symptomen, meer gebruik van gezondheidszorg (Bolger) meetinstrument voor kleine stressvolle events (hassles scale) (Lazarus)
V.
BRONNEN VAN CHRONISCHE STRESS
mate van aanpassen mogelijk maar meestal wel schade die blijft. Vaak snel nieuwe problemen. (Brown)
PTSD Cf. Box Ook als een stressor geen PTSD wordt kan het schade brengen.
LANGE TERMIJN EFFECTEN VAN EEN VROEG STRESSVOLLE ERVARING IN LEVEN Repetti van vroege stressoren, stressoren uit vroegere kindertijd à allostatic load view vb. Chronische mishandeling, misbruik,.. matige familiale stress kan risico op ziekte ook verhogen “risky families” of stresserende systemen ontwikkeling van systemen die belangrijk zijn in reguleren van stress kunnen verstoord worden warmte en steun van omgeving belangrijk op latere uitkomsten.
CHRONISCHE STRESSVOLLE CONDITIES Duren langer dan twee jaar Invloed op ontwikkelen van depressie (Brown) Vooral oncontrolleerbare stressoren Chronische strain invloed op relatie tussen specifieke stressoren en negatieve effecten (Pike)
CHRONISCHE STRESS EN GEZONDHEID Moeilijk om te bepalen over welke chronische strains het gaat Vaak neuroticisme en psychologische distress aangeduid dan objectieve stressvolle condities Verschil in sociale klasse (Grzywacz): armoede, misdaad, ea. variëren met SES en gelinkt met gezondheid Ook kinderen uit lagere SES meer risico Box. Racisme Effecten van vooroordeel en racisme op gezondheid Afr.am. grotere gezondheidsrisico’s Verschillen in SES Stressoren gerelateerd met discriminatie, racisme, seksisme hebben negatieve invloed (Landrine)
STRESS OP HET WERK Stress op het werk/occupationele/handelingsgerichte stress belangrijk voor: - identificeren van belangrijke stressoren van het dagelijkse leven - aanvullend bewijs voor relatie stress en ziekte - belangrijk in preventie - invloed op beperking en terugbetalingen van gezondheidszorg
Werk en sedentaire levensstijl Office jobs, weinig actieve levensstijl in vergelijking met vroeger Overlading Overlading van de verschillende rollen Te druk: meer stress, meer slechte gewoontes, meer gezondheidsrisico’s Invloed op chronische activatie van neuroendocriene systemen en cardiovasculaire door overcommitment (Steptoe) verhoogde cortisollevels (Schlotz) vele gebruiken weekend niet om te herstellen karoshi (Japan) dood door overwerk perceptie van werk overlading heeft sterkere relatie met de uitkomsten
Ambiguity en rolconflict Tegenstrijdige informatie krijgen over taken en standaarden van verschillende mensen. Duidelijke feedback – lagere levels van stress
Sociale relaties Belang van sociale steun, aanwezigheid van sociale relaties op het werk Vooral belangrijk wanneer lastige baas
Controle Werkloosheid Grote impact, veel stress Negatieve gezondheidsuitkomsten door oa meer ongezonde gedragingen, meer stress Terug werk vinden heeft positief effect Onzekerheid moeilijk. Stabiliteit is protectieve factor van gezondheid (Rushing)
Andere occupationele uitkomsten Minder participatie, absenteïsme, ontslag, luiheid, jobontevredenheid, sabotage, slechte prestaties,… Enkele oplossing voor stressoren op het werk Rahe: tabel (interventie voor stress op werk) à assessment van stress-gerelateerde problemen, persoonlijke feedback kleine groepen in counseling sessies vs zelfhulpgroep met feedback via mail zelfs korte termijn sessies met stressmanagement en sociale steun pos invloed op stress op het werk
COMBINATIE WERK EN FAMILIEROLLEN Vrouwen en multiple rollen Emmons et al. Wanneer in beide hoge verwachtingen en verantwoordelijkheden Werken en kinderen: hogere levels van cortisol, hogere cardiovasculaire reactiviteit, meer home strain dan zonder kinderen. Protectieve effecten van multiple rollen Kan ook positief zijn voor welzijn, zelfwaardering, self-efficacy en life satisfaction (Verbrugge) Afhankelijk van resources die aanwezig zijn, controle en flexibiliteit in omgeving, inkomen, hulp in huishouden, goede kinderzorg, een partner hebben (vooral steunend en helpend ook) Mannen en multiple rollen Ook mannen stress bij combineren van verschillende rollen Meer stress over financiële en werk (verschil met vrouwen) Tevredenheid in rol als ouder is belangrijk Ook hier is combineren een beschermende factore Overlading op het werk: minder interactie met de kinderen, meer conflict Kinderen Falen op school of in sociale leven (gepest worden), moeilijkheden op school, moeilijk karakter,.. invloed Invloed van buitenaf hebben ook invloed op kinderen (stressoren van familie, ouders) Belangrijk om ook kinderen te zien in visie van stress.
DEEL 2: MODERATORS VAN DE STRESSERVARING Stress moderators (= ‘bemiddelaars’) = effect op hoe stress ervaren wordt en welke effecten het heeft
VI.
COPING MET STRESS
grote variatie tussen mensen hoe er wordt gereageerd op stresss appraisal belangrijke factor coping = gedachten en gedragingen die gebruikt worden om om te gaan met de interne en externe verwachtingen van situaties die als stressvol worden ervaren verschillende kenmerken van coping: dynamisch proces de breedte van coping: veel acties en reacties op stressvolle omstandigheden fig. 7.1. diagram van het coping proces
persoonlijkheid en coping persoonlijkheid beïnvloedt hoe iemand coped met een event zowel vanuit de genen (Kozak) als vanuit omgevingsfactoren (Repetti) negativiteit, stress en ziekte negatieve affectiviteit (Watson) een passieve negatieve stemming die bestaat uit: angst, depressie en vijandigheid hoge negatieve affectiviteit à distress, discomfort, ontevredenheid in veel situaties meer gebruik van alcohol, depressieve stemming, suïcidale gedachten ≈ neuroticisme relatie tussen negatieve emoties en astma, artritis, zweren, hoofdpijn, coronaire hartziekte (Friedman) psychologische distress (depressie, angst, vijandigheid, woede) kunnen een kern vormen voor een ‘disease-prone personality’. Invloed op gevoeligheid van bepaalde mensen op stoornissen relatie tussen negatieve affectiviteit en verhoogde cortisol dat adrenocorticale activiteit verhoogt belangrijke biopsychosociale link tussen negatieve affectiviteit en negatieve gezondheid (Polk) zowel in subjectieve klachten als in objectieve metingen werd negatieve affectiviteit aangeduid als aspect die kwetsbaarheid op ziekte verhoogd coping resources positieve emotionele levensstijl: link met lagere cortisol, betere reactie op vaccinaties en betere weerstand tegen ziekte
optimisme Scheier: Brissette: Cohen: Segerstrom: Scheier: Algemeen:
link optimisme en effectievere coping en minder risico op ziekte Assessment: the Life Orientation Test (LOT-r) link optimisme en ervaren van minder stress en depressie, meer sociale steun ervaren En positief herinterpreteren van stressvolle events positieve stemming leidt tot fysieke veerkracht optimisme promoot meer actieve en volhardende coping met lange termijn voordelen optimisme belangrijke predictor van coping tijdens recovery na een operatie Snellere recovery, sneller terug naar normaal leven, meer quality of life gezondheidsvoordelen, fysiek functioneren, verminderde bloeddruk, minder angstig En bescherming tegen neveneffecten van kanker behandeling, depressie, kanker prevalentie, verlies van pulmonaire functie, disruptie van sociale leven en participatie
maar niet altijd positief!
Optimistische mensen zijn vaak volhardener in het bereiken van doelen als verwachtingen niet tegemoet komen, wanneer er veel moeite gedaan wordt met het copen tegen een stressoren maar onsuccesvol kan er meer stress ontstaan en vermindert immuun functioneren
psychologische controle Taylor et al. Psychologische controle= overtuiging om eigen gedrag, invloed op omgeving te bepalen en gewilde uitkomsten kan bepalen. (sterke relatie met self-efficacy) Thompson: relatie met emotioneel welzijn, betere coping, gezondheid en gezondere gedragingen en betere prestatie op cognitieve taken effecten van psychologische controle worden vaak gebruikt in interventies voor het promoten van goede gezondheidsgewoontes en coping met stressvolle events (vb operatie, medicatie procedure) als omgeving als controleerbaar ervaren wordt en efforts van coping slagen dan is er minder stress
stressvolle medische procedures en controle verbeterende interventies control-enhancing interventies: vaak gebruikt in verschillende procedures maken gebruik van informatie, relaxatie, CBT (vb anders denken over de situatie en sensaties) succes in verminderen van angst, verbeteren van coping, en mensen meer en sneller invloed op effecten vooral mensen die hoog verlangen hebben om controle te krijgen maar niet altijd positief!
Kan meer verantwoordelijkheden geven dan iemand wil te veel controle ook stressvol zijn
aanvullende coping resources elementen met een positief effect op coping en verminderen van stress en de effecten: - hoge zelfwaardering (self-esteem) - persoonlijkheidskwaliteiten die onder ego sterkte vallen: afhankelijkheid, vertrouwen, te weinig impulsief - zelfvertrouwen (vaker actievere coping) - een gevoel van coherence over het leven - een gevoel van doel en betekenis in het leven - humor - vertrouwen in anderen - religie - conscientiousness
coping stijl = een meer specifiek individueel verschil in hoe mensen reageren op stress.
approach vs avoidance (benaderen vs vermijden) vermijden – minimaliseren benaderen – confronteren niet één van de twee is beter dan de ander. Elk zijn voor – en nadeel benaderen + wanneer iemand kan focussen op de informatie aanwezig in de situatie + vooral op lange termijn vermijderen + bij korte termijn bedreigingen maar veel studies tonen ook onsuccesvolle resultaten van deze strategie probleem-gefocust vs emotie-gefocust coping probleem-gefocust: actieve pogingen om iets te doen op een constructieve manier om stress ê ontwikkelen tijdens de kindertijd emotie-gefocust: pogingen om emoties te reguleren die ervaren worden bij de stress ontwikkelen later dan probleem-gefocust 2 manieren: emotionele distress (rumineren), emotionele benadering (focus) vooral gebruikt door vrouwen beste om beide te gebruiken. Allebei bruikbaar maar in sommige situaties ene beter dan andere werk gerelateerde problemen : probleem gefocust gezondheidsproblemen: emotie gefocust specifieke coping strategieën Carver: meting om copingstrategieën te meten: The Brief COPE 14 elementen: actieve coping, acceptatie, afleiding emotionele steun gebruiken, instrumentele steun gebruiken humor, positieve reframing, plannen ontkennen, ventileren, schuld op zichzelf (self-blame) religie, andere gedragingen, middelengebruik personen die kunnen ‘shiften’ tussen de elementen afhankelijk van situatie hebben een betere coping. Flexibele copers hebben betere gezondheidsuitkomsten.
VII.
COPING EN EXTERNE RESOURCES
coping is naast interne resources (cf. VI coping resources) ook beïnvloed door externe resources zoals tijd, geld, educatie, een goede job, vrienden, familie, levensomstandigheden, aanwezigheid van positieve life events, afwezigheid van andere life stresssoren grotere resources à betere coping een belangrijke is SES hogere SES – mindere medische en psychiatrisch stoornissen – mindere mortaliteit fig 7.2
VEERKRACHT (RESILIENCE )
- positieve life events, positieve emoties, kansen om te rusten, relaxatie - invloed van educatie, vrijwilligerswerk, deelname in het leven - activiteiten om te herstellen van stress zoals vakantie (Gump) - psychologische veerkracht is gekarakteriseerd door de mogelijkheid om terug beter te worden na negatieve emotionele ervaringen en flexibel aan te passen aan de eisen van stressvolle ervaringen (Fredrickson) of in staat zijn om positieve emoties te hebben zelf in stressvolle ervaringen Box: copen met aids - sociale steun en informatie zoeken (netwerk van mensen, familie, therapeut) - directe actie (levensstijl veranderen, papierwerk in orde brengen) - strategieën van afleiding, ontsnappen en vermijden (- drugs, + andere elementen om op te focussen) - emotionele regulatie en ventilatie (emoties analyseren, jezelf toestaan slecht te voelen) - persoonlijke groei (van weinig zelfwaardering en zelfvertrouwen terug groeien, sterker worden) - positief denken en herstructureren
VIII.
COPING UITKOMSTEN
coping hoofdtaken: - verminderen van schadelijke omgeving en verbeteren van vooruitzichten van recovery/herstel - tolerantie en aanpassing aan negatieve elementen - een positief zelfbeeld behouden - emotioneel equilibrium behouden - voldoening-gevende relaties met anderen onderhouden coping uitkomsten: meten van fysieke en biochemische functies (arousal en de indicatoren ervan lager) of en wanneer/hoe snel iemand terug keert naar prestress activiteiten verminderde psychologische distress (angst, depressie) of de stressvolle events stoppen, verminderen of verkorten
IX.
SOCIALE STEUN (SOCIAL SUPPORT)
een belangrijke beschermende factor sociale banden en relaties met anderen: emotionele tevredenheid, verdoven van effecten van stress, hulp bij coping en verminderen dat stress kan leiden tot slechte gezondheid. WAT
definitie: informatie van anderen dat je geliefd bent, dat ze om je geven, gewaardeerd worden, deel zijn van een netwerk van communicatie en gedeelde verplichtingen. Van ouders, echtgenoot/partner, andere familieleden, vrienden, sociale en community contracten, een huisdier Vormen van sociale steun: tangible assistence: materiële steun (services, financiële steun, middelen) Informationele steun: over de stressvolle events om beter te begrijpen Emotionele steun: bevestiging dat je gewaardeerd wordt, warmte en zorg Vooral perceptie van sociale steun is belangrijk. Negatieve elementen: iemands tijd en aandacht opeisen – schuldgevoel Iemand nodig hebben – afhankelijk zijn – zelfwaardering ê à hulp krijgen en er niet bewust van zijn is de beste sociale steun: ONZICHTBARE SUPPORT box: sociaal gezelschap Cohen en Pressman: autobiografieën en aantal relaties + hoe lang iemand leefde onderzocht EFFECTEN OP PSYCHOLOGISCH DISTRESS
eenzaamheid à gezondheidsrisico’s, meer slaapproblemen, meer cardiovasculaire activatie moeite met sociale relaties à risico op sociale isolatie à meer psychologische distress en risico op gezondheid FYSIEKE EN NEUROENDOCRIENE EFFECTEN
fysieke en neuroendocriene reacties op stress kunnen minderen acuut stress paradigma onderzoek van aanwezigheid van partner bijvoorbeeld ook een steunende video dat op de achtergrond speelt kan al helpen (Thorsteinsson) kalmerende effecten wel groter als het een vriend is dan een vreemde (Christenfield) aanwezigheid van een huisdier: HR naar beneden, lagere bloeddruk, sneller fysiek herstel (Allen, Beck)
EFFECTEN OP ZIEKTE EN GEZONDE GEWOONTES
sociale steun: risico op ziekte lager, snelheid van herstel sneller, verlagen van sterfte door ziekte hoge kwantiteit en kwaliteit van sociale relaties positief effect op sterfte sociale isolatie is groot risicofactor voor dood bij dieren en mensen (House) mensen met grotere sociale netwerken minder waarschijnlijk voor verkoudheid (Cohen) andere onderzoeken: minder complicaties bij zwangerschap, minder herpes aanvallen (koortsblazen) minder waarschijnlijk om myocardiale infarcten te krijgen, minder cva bij sclerosis, minder leeftijdsgerelateerde cognitieve achteruitgang, betere aanpassing bij coronaire hart ziekte, diabetes, longkanker, cardiale ziekte, arthritis, kanker voordeel van sociale steun kan cumulatief zijn (Seeman) invloed op gezondere gedragingen sociale invloed op slechte gewoontes afhankelijke van de omgeving, want peers die roken, drinken en drugs of veel mensen met hoge levels van stress in de sociale omgeving hebben negatief effect. BIOPSYCHOSOCIALE EFFECTEN
effecten op cardiovasculair, endocrien en immuunsysteem bloeddruk, cortisol, waarschijnlijkheid van ziekte bij stress genetische basis bij het gebruiken van sociale steun MODERATIE VAN STRESS DOOR SOCIALE STEUN
twee mogelijkheden: - directe effecten hypothese: sociale steun in nonstressvolle en stressvolle tijden - buffering hypothese: vooral tijdens situaties van hoge stress. Bij weinig stress weinig effecten. Sociale steun als een reserve en bron die effecten van stress mindert en zorgt voor betere coping het gebruik van sociale steun is belangrijk: hoe de steun uit de sociale omgeving halen die je nodig hebt invloed van persoonlijkheid, sociale vaardigheden en competentie WAT VAN STEUN IS HET MEEST EFFECTIEF
een vertrouwenspersoon het meest effectief (Umberson) vertrouwenspersoon die partner, echtgenoot is, is belangrijk voor mannen te veel of te intensieve sociale contacten kan negatieve invloed hebben op stress match tussen stressor en de steun verschillende stressvolle events hebben andere behoeftes THE MATCHING HYPOTHESE (Cohen) Vb behoefte aan een gesprek met iemand, dan is tangible steun niet van toepassing maar wel informationele Vb eens goed willen uithuilen bij iemand, dan is emotionele steun beter dan informationele Steun van wie partner, familie, vrienden, … dreigingen op sociale steun constant onder extreme stress: continu distress uiten kan anderen wegjagen à slechte situatie wordt nog erger of als iemand waarvan je steun verwacht een niet-steunende reactie geeft
ZELF PROVIDER ZIJN VAN SOCIALE STEUN
heeft ook een beschermende factor op stress altruïsme voordelige effecten op welzijn het gevoel van nodig te zijn voor iemand VERBETEREN VAN SOCIALE STEUN
primaire interventie verhogen van effectiviteit van aanwezige steun van familie, vrienden, internetbuddies in interventies
X.
COPING INTERVENTIES
MINDFULNESS TRAINING
MBSR: mindfulness-based stress reduction Systematische training in mediatie om reacties van stress te kunnen reguleren Nog niet echt bewijs van lange termijn effecten, maar wss effectief bij verminderen van stress, angst en distress DISCLOSURE EN COPING
afsluiten van bepaalde events is belangrijk in verder gaan obsessieve gedachten die blijven duren hebben negatief effect praten over traumatische events à positieve fysieke effecten aangetoond zoals HR ê schrijfoefeningen kunnen helpen redenen waarom schrijven, praten kan helpen: informatie krijgen over het event positieve bekrachtiging in het copen emotionele steun van anderen organiseren van gedachten en betekenis in de ervaring vinden een kans van emotionele-approach coping COPING EFFECTIVITEIT TRAINING
interventies gericht op coping cognitieve gedragsmatige stress management psycho-educatie, reactie op stressoren gewaar worden, oefenen van coping-strategieën STRESS MANAGEMENT
technieken aanleren van stress management privé of in workshops, in het werkveld basis technieken van stressmanagement helpen in het verminderen van risico op ziekte belangrijke invloed op hoofdpijn en hartziekte basis technieken van stress management drie fases: leren wat stress is en stressoren leren identificeren in het leven vaardigheden voor coping aanleren en trainen oefenen op technieken toe te passen in stressvolle situaties
voorbeeld: een stress management programma: Combat Stress Now (CSN) fase 1: identificeren van stressoren fase 2: monitoren van stress (observeren van zichzelf bij stress: cognitief, emotioneel en fysiek) fase 3: identificeren van stress antecedents (welke stressoren hebben invloed op de stress) fase 4: vermijden van negatieve self-talk (identificeren van negatieve zelfpraat die iemand doet bij stress) fase 5: huistaken en opdrachten om ermee aan de slag te gaan in dagelijkse leven fase 6: acquiring vaardigheden (trainen op vaardigheden en technieken in verschillende contexten oefenen) fase 7: nieuwe doelen zetten (vb leren praten voor een klas, alleen op reis gaan, .. zaken die stressvol zijn) fase 8: positieve ‘self-talk’ en zelfinstructie (wanneer doelen gezet leren jezelf aanmoedigen en instr geven) fase 9: andere cognitieve-gedragsmatige technieken gebruiken, aanleren (in sommige gevallen)
RELAXATIETRAINING EN STRESS MANAGEMENT
fysieke ervaring van stress, inspelen op rousal progressieve spiertraining, begeleide visualisaties, mediatie, yoga, hypnose invloed op hartritme, spierspanning, bloeddruk, ontstekingsreacties, energie en andere spanningen ook in CSN programma relaxatietraining: ademhaling, spierontspannen, herkennen van fysieke spanning SUPPLEMENTAIRE STRESS MANAGEMENT VAARDIGHEDEN
time-management en plannen assertiviteittraining stress carriers (identificeren van stressdragers in je omgeving, personen. Hoe je hiermee moet omgaan)