BIJLAGE 10.2 Cursusbeschrijvingen Studiegids Masteropleiding LERAAR ENGELS 2014-2015
© Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Inhoudsopgave Cursusbeschrijvingen master Engels jaar 1 ...................................................................... 3 Cursusbeschrijvingen master Engels jaar 2 ...................................................................... 32 Cursusbeschrijvingen master Engels derdejaars .............................................................. 67
2/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Cursusbeschrijvingen master Engels jaar 1
Titel
Hoogtepunten uit de Engelse literatuur
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MHIGHLIT-14 Hoogtepunten uit de Engelse literatuur Highlights from English Literature 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
JC du Plessis (tel. 0618512557) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
1260 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 116
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Essay
Numeriek 1 decimalen
5,5
70
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
Workshop
Numeriek 1 decimalen
5,5
30
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
3/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel e e De studenten lezen een aantal romans uit de canon van de Engelse literatuurgeschiedenis uit de 18 , 19 e en 20 eeuw. De romans worden zowel vanuit een literair historische als een thematische invalshoek besproken. Elke bijeenkomst bestaat uit een hoor/werkcollege waarin de theorie besproken wordt. De theorie bestaat enerzijds uit de literatuurgeschiedenis en anderzijds uit de receptie van de besproken werken in andere periodes. Daarna wordt er gewerkt in buzz groups aan primaire (literair historische) en secundaire (thematische) taken. Tenslotte worden de bevindingen van de buzz groups plenair kritisch onder de loep genomen. Tijdens de colleges komen de volgende literaire periodes aan de orde: Rise of the Novel, the picaresque novel The novel of manners Romanticism and the Gothic The Victorian Novel Determinism/Naturalism Modernism Traditional Realism with a twist. Binnen elke periode worden 1 of 2 romans gelezen. De romans worden binnen de historische context gelezen, zodat de student leert om literair historische kenmerken te herkennen en benoemen. Daarnaast worden de werken thematisch benaderd, vanuit het thema ‘heroes and villains’ 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student… - heeft een overzicht van de historische ontwikkeling van de Engelstalige (hier de Britse) letterkunde, kan de belangrijkste stromingen en periodes onderscheiden en heeft representatieve literaire teksten gelezen en bestudeerd en kan deze werken plaatsen in hun maatschappelijke en historische context. - kan literaire teksten formeel en inhoudelijk analyseren, interpreteren en bespreken met gebruik van literaire en literatuur theoretische concepten, benaderingen en terminologie. - kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen binnen hun historische en culturele context. - kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. - kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen.
-
Toetsen en beoordelingscriteria Formatieve toetsing Korte analytische essays naar aanleiding van de gelezen literatuur. Presentatie in groepsverband met gebruik van ICT. Op basis van eigen onderzoek bereiden de studenten een les en presenteren deze tijdens het college. Summatieve toetsing 1. Workshop: tijdens de bijeenkomst van week 5 geven de studenten in groepjes van vier een workshop aan medestudenten. Doel hiervan is de geleerde stof praktisch in een lesomgeving vorm te geven. Groepjes krijgen elk een thema of titel maar zijn voor de rest vrij in hun invulling van de workshop. Denk bijvoorbeeld aan: activerende lessen, activiteiten, spel, quiz enz. Studenten bepalen ook voor welk niveau van de bovenbouw de workshop geschikt moet zijn. In de reader is een rubric met de termen en beoordelingsnormen. De weging van de workshop is 30%. 2. Essay: de studenten schrijven een essay als tentamen tijdens de toets week in 3 uur geschreven moet worden. Hier mogen de primaire en secundaire bronnen alsook woordenboeken bij gebruikt worden. eReaders en iPads mogen gebruikt worden tijdens voorbereiding maar niet tijdens de summatieve toets. Geen elektronica met toegang tot het internet is toegestaan. Er zal een keuze aan onderwerpen worden aangeboden. Het essay moet minimaal op C1 niveau geschreven worden, en heldere en samenhangende stelling en argumenten hebben en zich baseren op een of meerdere van de gelezen werken en de bestudeerde theorie. Een gedetailleerde beoordelingsrubric is in de cursushandleiding te vinden .De weging 4/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
van de essay tentamen is 70% Kennisbasis 1.2 De student kan vrijwel alles wat hij of zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen, inclusief literaire werken en abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten over specialistische onderwerpen op het eigen vakgebied 1.4 De student kan informatie uit verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten en hiervan samenhangend verslag doen. 1.4.1 De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een stylistisch adequaat geschreven tekst, zodanig dat de lezer in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 1.4.2 De student kan academische betogen op het eigen vakgebied schrijven, gebruikmakend van een adequaat bibliografisch verwijssysteem. 3.1 De student heeft een overzicht van de historische ontwikkeling van de Engelstalige letterkunde, kan de belangrijkste literaire stromingen en periodes onderscheiden en heeft representatieve literaire teksten gelezen en bestudeerd en kan deze werken plaatsen in hun maatschappelijke en historische context. 3.2 De student kan literaire teksten analyseren, interpreteren en waarderen en maakt daarbij gebruik van de theoretische concepten en begrippen van het betreffende literaire (sub)genre. Onder literaire teksten kunnen culturele uitingen in andere media zoals film, internet en multimedia worden verstaan. 3.3. De student kan literaire teksten formeel en inhoudelijk analyseren, interpreteren en bespreken met gebruik van literaire en literatuurtheoretische concepten, benaderingen en terminologie. 3.4.1 De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 3.4.3.1 De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. 3.4.3.2 De student heeft kennis van algemene processen van canon-vorming en is in staat de keuze voor in de lespraktijk te behandelen teksten te verantwoorden en contextualiseren. SBL bekwaamheidseisen vakdidactisch en vakinhoudelijk competent; competent in het verrichten van (een kleinschalig) onderzoek Dublin descriptoren kennis en inzicht/toepassen kennis en inzicht/ oordeelsvorming/ communicatie Kennisbasis ICT 1.3, 2.1, 2.2, 2.3, 3.6, 4.1, 4.2 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Daniel Defoe, Moll Flanders, 1721 Boek (verplicht) : Jane Austen, Pride and Prejudice, 1813 Boek (verplicht) : Emily Bronte, Wuthering Heights 1847 Boek (verplicht) : Oscar Wilde, The Picture of Dorian Gray, 1890 Boek (verplicht) : Charles Dickens, Great Expectations, 1861 Boek (verplicht) : Thomas Hardy, Tess of the d’Urbervilles, 1891 Boek (verplicht) : Joseph Conrad, Heart of Darkness, 1903 Boek (verplicht) : David Herbert Lawrence, Lady Chatterley’s Lover, 1928 Boek (verplicht) : Muriel Spark, The Prime of Miss Jean Brodie, 1961 Boek (verplicht) : Terry Eagleton, The English Novel, 2004 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 116 5/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
6/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Literair Gereedschap
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MTOOLBOX-12 Literair Gereedschap Toolbox: Literary Analysis 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
NE Reith (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
100
2
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3
7/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student doet kennis op van literaire en literatuurtheoretische concepten, benaderingen en terminologie en leert deze toe te passen door middel van tekstinterpretatie, analyse en waardering van een variatie van literaire teksten. Onderwerpen die aan de orde zullen komen zijn o.a. beeldspraak, metrum, rijm, perspectief, ruimte en tijd, enz. Tijdens de cursus zal gebruikt gemaakt worden van de volgende werkvormen en materialen: literaire teksten, teksten over literatuuranalyse, aanbevolen internetbronnen, hoorcolleges, werkgroepen met plenaire discussies, zelfstudie. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student maakt kennis met een zeer divers spectrum aan literaire teksten. Daarnaast maakt de student zich literair-kritische en literair-theoretische kennis eigen. De student ontwikkelt vaardigheden in het toepassen van deze kennis op literaire teksten teneinde deze te interpreteren en te evalueren. De student kan in een helder betoog, zowel mondeling als schriftelijk, een goedgefundeerde stelling over het voetlicht brengen en deze op adequate wijze verdedigen op basis van kennis en inzicht. Toetsen en beoordelingscriteria Summatieve toetsing: Eindtoets waarin de opgedane kennis zelfstandig moet worden toegepast. Zowel kennis als inzicht en vaardigheden worden in het tentamen getoetst en aan de hand van een antwoordenmodel geëvalueerd. Formatieve toesting: Wekelijkse opdrachten Kennisbasis 1. Taalvaardigheden. 1.1 De student kan moeiteloos dialogisch en monologisch gesproken Engels, in direct contact of via de media begrijpen, ook wanneer het spreektempo hoog is, eventueel na enige gewenning aan het accent. 1.2 De student kan vrijwel alles wat hij of zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen, inclusief literaire werken en abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten over specialistische onderwerpen op het eigen vakgebied. 1.3. De student kan informatie uit verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten en hiervan samenhangend verslag doen. 1.3.1 De student kan zich gemakkelijk uitdrukken en betekenisnuances precies weergeven. 1.3.2 De student kan zich hernemen en zijn betoog zo herstructureren dat andere mensen het nauwelijks merken. 1.3.3 De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een voordracht of redenering en deze in een adequate stijl presenteren, zodanig dat een toehoorder in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 1.3.4 De student kan zonder moeite deelnemen aan gesprekken en discussies en is vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en taalvormen uit de spreektaal. 1.3 +1.4 De student kan informatie uit verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten en hiervan samenhangend verslag doen. 1.4.1 De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een stilistisch adequaat geschreven tekst, zodanig dat de lezer in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 3. Literatuur en cultuur. 3.1 De student heeft een overzicht van de historische ontwikkeling van de Engelstalige letterkunde, kan de belangrijkste literaire stromingen en periodes onderscheiden en heeft representatieve literaire teksten gelezen en bestudeerd en kan deze werken plaatsen in hun maatschappelijke en historische context. 3.2 De student kan literaire teksten analyseren, interpreteren en waarderen en maakt daarbij gebruik van de theoretische concepten en begrippen van het betreffende literaire (sub)genre. Onder literaire teksten kunnen culturele uitingen in andere media zoals film, internet en multimedia worden verstaan. 3.3. De student kan literaire teksten formeel en inhoudelijk analyseren, interpreteren en bespreken met gebruik van literaire en literatuur-theoretische concepten, benaderingen en terminologie. 3.4.1 De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 8/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 3.4.3.1 De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. 3.4.3.2 De student heeft kennis van algemene processen van canon-vorming en is in staat de keuze voor in de lespraktijk te behandelen teksten te verantwoorden en contextualiseren. Dublin descriptoren 1. Kennis en inzicht. Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. 2. Toepassen kennis en inzicht. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. 3. Oordeelsvorming. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. 4.Communicatie. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten
grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of nietspecialisten.
SBL competenties 3. Vakinhoudelijk. 3.4. Verantwoordt de eigen vakinhoudelijke en (vak)didactische opvatting(en), daarbij gebruik makend van uitkomsten van actuele, wetenschappelijke inzichten. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 50 (Diversen) Materiaal: Reader (verplicht) : één reader Literaire teksten en één reader met contexten en opdrachten, beiden op de sharepointsite van de cursus. Boek (verplicht) : The Bedford Glossary of Critical and Literary Terms van Ross C. Murfin and Supriya M. Ray, The Bottle Factory Outing van Beryl Bainbridge en Macbeth (een geannoteerde editie) van William Shakespeare. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MTOOLBOX-12
9/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Literatuur didactiek
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MTEACH-12 Literatuur didactiek Teaching Literature 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
EGF Peze (tel. 7329) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Groepswerk
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Lessenserie
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
10/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De cursus begint met de bespreking van de theoretische uitgangspunten die een rol spelen bij het opzetten van een literatuurcurriculum. Dit zijn zowel inhoudelijke als vakdidactische uitgangspunten. Daarna worden verschillende onderwerpen behandeld die bij het literatuuronderwijs een rol spelen. Heel nadrukkelijk is er ook aandacht voor het gebruik van internet, film en de graphic novel in de literatuurlessen. Steeds zal er worden teruggegrepen naar de theoretische uitgangspunten. De studenten denken na over de mogelijke toepassingen van de theorie op concreet materiaal dat in de leeslijst is terug te vinden, en zij presenteren dit aan elkaar en geven elkaar hier feedback op. Ondertussen werken de studenten aan een lessenserie gekoppeld aan de inhoud van de module. De volgende onderwerpen worden besproken gedurende de cursus: teacher anxiety, theoretical framework, teaching Shakespeare, teaching poetry , teaching the novel, using the new media, teaching the graphic novel. De veronderstelde voorkennis voor deze cursus wordt aangeleerd in de cursus Literair Gereedschap (zie cursusbeschrijving voor overzicht van de learning outcomes van deze cursus). 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student heeft kennis van algemene processen van canon-vorming en is in staat de keuze voor in de lespraktijk te behandelen teksten te verantwoorden en te contextualiseren De student kan leeractiviteiten ontwikkelen en onderbouwen met en kennis van theoretische concepten, een analyse van leerbehoeftes van de leerlingen en het schoolbeleid. De student kan geschikte leermiddelen, waaronder ICT-middelen, op een didactisch verantwoorde manier in het onderwijs ontwerpen en toepassen, en heeft hierop een beargumenteerde visie. De student kan literaire teksten formeel en inhoudelijk analyseren, interpreteren en bespreken met gebruik van literaire en literatuurtheoretische concepten, benaderingen en terminologie. De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen binnen hun historische en culturele context. De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. Toetsen en beoordelingscriteria: Summatieve toetsing: De cursus wordt afgesloten met lessenseries gekoppeld aan inhouden van de module. Naast de lessenseries worden de uitgangspunten en doelstellingen voor een literatuurcurriculum in de bovenbouw in essayvorm beschreven, waarbij gemaakte keuzes theoretisch worden onderbouwd. Het essay wordt in het Engels geschreven op minimaal C1 niveau. Een gedetailleerde beoordelingsrubric is in de cursushandleiding te vinden. Kennisbasis 3.2 De student kan literaire teksten analyseren, interpreteren en waarderen en maakt daarbij gebruik van de theoretische concepten en begrippen van het betreffende literaire (sub)genre. Onder literaireteksten kunnen culturele uitingen in andere media zoals film, interneten multimedia worden verstaan. 3.4.1 De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen 3.4.3.1 De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. 3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 4.2.1.2 De student kan leeractiviteiten voor de vier vaardigheden ontwikken en onderbouwen met een kennis van theoretische concepten, een analyse van de leerbehoeftes van de leerlingen en het schoolbeleid 4.2.2.1 De student kan geschikte leermiddelen, waaronder ICT-middelen, op een didactisch verantwoorde manier in het onderwijs ontwerpen en toepassen en heeft hierop een beargumenteerde visie.
11/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
SBL bekwaamheidseisen vakdidactisch en vakinhoudelijk competent; Dublin descriptoren kennis en inzicht/toepassen kennis en inzicht/ oordeelsvorming/ communicatie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : R. Beach, D. Appleman, S. Hynds,J. Wilhelm, Teaching Literature to Adolescents, 2010 Boek (verplicht) : E. Kwakernaak, Didactiek van het Vreemdetalenonderwijs, 2009 Boek (verplicht) : William Shakespeare, Hamlet, annotated edition Boek (verplicht) : Aldous Huxley, Brave New World, 1932 Boek (verplicht) : Jane Austen, Pride and Prejudice Boek (verplicht) : Art Spiegelman, Maus, 1991 Boek (verplicht) : Brian Moore, Lies of Silence, 1990 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MTEACH-12
12/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Onderwijswet. en praktijkonderz. OWPO
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAR-MONDPR-12 Onderwijswetenschap en praktijkonderzoek (OWPO) Educational sciences and practical research 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
JMC Broersen (tel. 4923) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 112
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Onderzoeksvoorstel
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
13/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Deze cursus is de voorbereiding op de uitvoering van het praktijkonderzoek in het laatste studiejaar. De studenten kiezen een probleem uit eigen praktijk. Ze verkennen het probleem op een theoretische en praktische manier. Om dat goed te kunnen doen wordt in de cursus ook aandacht besteed aan wetenschapsfilosofie en onderzoek binnen de onderwijswetenschappen. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten Het afstudeertraject van een masterstudent bestaat uit de cursus OWPO (5 EC) en het praktijkonderzoek (10 EC). In de cursus OWPO bereidt de student zich voor op de uitvoering van het praktijkonderzoek in het laatste studiejaar. Deze voorbereiding bestaat uit het identificeren en verkennen van een probleem uit de eigen praktijk en het vervolgens bedenken van een mogelijke interventie en bijbehorend interventieonderzoek. Dit mondt uit in een onderzoeksplan dat beoordeeld wordt. Een voldoende beoordeling is de ingangseis voor het uiteindelijk kunnen deelnemen aan het onderdeel praktijkonderzoek. Naast het schrijven van het onderzoeksplan krijgt de wetenschapsfilosofie en de wijze van onderzoek doen binnen de onderwijswetenschappen speciale aandacht binnen de cursus. Gedurende twee perioden zijn er tweewekelijks bijeenkomsten. Daarnaast wordt de student begeleid in een digitale leeromgeving. De instructies volgt de student zoveel mogelijk in de digitale leeromgeving. Tijdens de bijeenkomsten is er zo ruimte voor begeleiding, feedback, gesprek en discussie over de specifieke onderzoeken van de studenten. Studenten krijgen diverse opdrachten aangeboden die helpen bij het zetten van de benodigde stappen om te komen tot een goed onderzoeksplan. Studenten wordt gevraagd om (essay)opdrachten uit te voeren, eigen literatuur te zoeken en te lezen en een verkennend onderzoek uit te voeren met behulp van de dataverzamelingstechnieken die geleerd zijn in WAB start. Waar nodig wordt er gewerkt met de bestaande leerteams.
-
-
-
-
Doelstellingen/competenties Probleemverkenning De student kan een relevant probleem in de praktijk identificeren en op een volledige en transparante wijze beschrijven, zodanig dat praktijkonderzoek en het te realiseren doel binnen de gegeven tijd haalbaar is. De student voert een adequate en correcte theoretische verkenning uit naar het praktijkprobleem gebaseerd op literatuur van niveau. De student verkent het probleem in de praktijk en kiest daarbij op een transparante en onderbouwde wijze voor onderzoeksmethoden die passen bij de gestelde verkennende onderzoeksvragen. De student kiest een focus voor het interventieonderzoek op basis van conclusies, waarin betekenis is gegeven aan verzamelde informatie gekoppeld aan de onderzoeksvraag met daarbij een transparante afweging van argumenten. De student formuleert een onderzoeksvraag rond de beoogde interventie die precies, relevant, afgebakend, verankerd en functioneel is. Onderzoeksplan De student vult het eerdere theoretische kader aan met een theoretische onderbouwde keuze voor de beoogde interventie. De student beschrijft en onderbouwt vanuit theorie, de beoogde ontwerpcriteria voor een innovatieve interventie. De student kiest op een transparante en onderbouwde wijze voor onderzoeksmethoden om de waarde van de interventie in de praktijk vast te kunnen stellen, passend bij de gestelde onderzoeksvraag. Reflectieverslag De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van de eigen ontwikkeling op competentie 8. De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van wetenschapsfilosofie. De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van wetenschapsethiek. Algemeen De student schrijft verzorgde verslagen op een objectieve en precieze wijze met een logische opbouw. Toetsing en beoordelingscriteria De cursus heeft een formatieve en summatieve toets. Als formatieve toets wordt van studenten gevraagd om een onderzoeksverslag te schrijven van de probleemverkenning. Dit wordt door de begeleider voorzien van een GO/NO GO. Pas bij een GO kan een student deelnemen aan de summatieve toets: het
14/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
onderzoeksplan. Het onderzoeksplan wordt beoordeeld met een cijfer. De beoordeling geschiedt op basis van de beoordelingsrubrics die opgenomen zijn in de studiehandleiding. Legitimering Competentie 8 Eerstegraads bevoegdheid. Eindtermen onderzoek FE 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: WAB (start), in het bijzonder de dataverzamelingstechnieken (onderzoeksdossier). De student heeft zicht op wat informatievaardigheden zijn en wat de stand van zaken is wat betreft eigen ontwikkeling. De student heeft beginnend zicht op de eigen onderzoekende houding De student werkt in het onderwijs. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : De Lange, Schuman & Montesano Montessori (2010). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals. Antwerpen, Apeldoorn:Garant. Reader (verplicht) : Artikelen Boek (verplicht) : Poelmans, P., & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen: over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MONDPR-12
15/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Schrijfvaardigheid
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MWRITING-14 Schrijfvaardigheid Writing Skills 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
TG Pollard (tel. 088 481 7100) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
Toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
16/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de cursus leert de student schriftelijke vaardigheden te analyseren en het niveau ervan te bepalen; de student probeert verschillende beoordelingsnormen uit (analytische en holistische schalen zoals ELTS, Cambridge Proficiency, TOEFL, CICTO), de student leert effectiever te zijn in het lesgeven in schrijfvaardigheid van het Engels, verdiept zich in de verschillende theorieën en werkt aan de eigen schrijfvaardigheid. In concrete termen oefent de student met internationale assessment scales om te reflecteren op de eigen docentvaardigheid, op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in het vakgebied en om voldoende didactische vaardigheid te hebben in het trainen van schrijfvaardigheid (een onderdeel daarvan is feedback en beoordeling). De student oefent met verschillende vormen van schrijfopdrachten zodat hij/zij in staat is om grammaticaal, syntactische en idiomatische teksten te schrijven in de doeltaal, en om teksten met verschillende structuren te produceren. Tevens verwerft de student voldoende didactische vaardigheid in het trainen van de schrijfvaardigheid van zijn leerlingen door de verschillende theorieën over het schrijfonderwijs zoals Process Writing en Guided Composition te verkennen en te toetsen op bruikbaarheid in het eigen onderwijs. De student leert ICT toe te passen bij het trainen van schrijfvaardigheid. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student reflecteert over de theorieën en strategieën die hij/zij leert over de schrijfvaardigheid en leert sommige daarvan toepassen in de eigen praktijk. De student leert omgaan met verschillende nationale en internationale beoordelingsnormen voor Engels als tweede/vreemde taal. De student ontwikkelt de vaardigheden die nodig zullen zijn bij alle schrijfopdrachten en onderzoeksprojecten tijdens zijn studie. De student leert persoonlijk en collectief te reflecteren op de inhouden en op de betekenis hiervan in de praktijksituatie. De student leert de aangeboden inhouden toe te passen in zijn lespraktijk. Toetsing en beoordelingscriteria: De student schrijft een essay onder tentamenomstandigheden (2 uur). Het essay onderwerp kan in overleg met de docent bepaald worden. Het essay wordt beoordeeld volgens een aangepaste ELTS schaal die de studenten zelf hebben bestudeerd en toegepast tijdens de sessies. De student moet een dossier van opdrachten inleveren die allemaal van voldoende niveau zijn (een 8 op de bovengenoemde ELTS schaal). De resultaten van de opdrachten zijn door een proces van verbeteren en herschrijven tot stand gekomen. Criteria voor toetsing alsmede normering zullen nader toegelicht worden in de studiewijzer en tijdens de bijeenkomsten. Kennisbasis 1.4 Schrijven; 2.3 Taal in context; 4.2 Ontwikkeling van en uitvoering van (schrijf) onderwijs; 4.3 Toetsing en beoordeling; 5.3.2 Academisch schrijven Competenties Didactisch en vakinhoudelijk, Onderzoekend handelen. Dublin Descriptoren Kennis en Inzicht; Communicatie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen
17/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Second Language Writing, Ken Hyland, CUP, ISBN 9780521534307 Reader (verplicht) : Readers Writing Skills I - 2010 Reader (verplicht) : Reader met onder andere opdrachtmateriaal alsmede de studiewijzer is te vinden op de Sharepointsite van de cursus 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
18/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Taalkunde 1: Taalkunde in de praktijk
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MLINGU1-13 Taalkunde 1: Taalkunde in de praktijk Linguistics 1: Linguistics in Practice 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
PM Oosterhuis (tel. 0618482088) (
[email protected]) Nederlands, Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
schriftelijke theorietoets
Numeriek 1 decimalen
5,5
30
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
70
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
19/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Studenten leren in deze cursus hoe begrippen en benaderingen uit de moderne taalkunde zichtbaar zijn in tweedetaalverwerving en hoe begrippen en benaderingen uit de toegepaste taalkunde een rol spelen in het vreemdetalenonderwijs.
In de lessen wordt er onderzoek en relevante terminologie uit de tweede taalverwering besproken aan de hand van verschillende benaderingen. Per week worden één of meerdere benaderingen besproken. De studenten kiezen één van de benaderingen om nader te bestuderen voor een eigen (literatuur)onderzoeksopdracht en verzamelen daarbij zelf aanvullende bronnen. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student kent de begrippen en benaderingen uit de theoretische en toegepaste taalkunde die relevant zijn voor het bestuderen en beschrijven van tweede taalverwerving. De student kan die begrippen en benaderingen herkennen in de praktijk van de taalverwerving. De student kan die begrippen en benaderingen gebruiken om een visie te ontwikkelen op vreemdetalenonderwijs in de bovenbouw. De student kan een taalkundig deelonderwerp kritisch onderzoeken en daarvan helder schriftelijk verslag doen. Toetsen en beoordelingscriteria Schriftelijke theorietoets over de begrippen en benaderingen van tweedetaalverwerving. Deze toets telt voor 30% mee bij het eindcijfer. Onderzoeksopdracht: een verslag van een zelfstandig uitgevoerd (literatuur)onderzoek waarin verschillende onderzoeken en/of benaderingen met elkaar vergeleken worden en waaruit eigen conclusies worden getrokken. Deze opdracht telt voor 70% mee bij het eindcijfer. Zowel de toets als de opdracht moeten voldoende zijn om de cursus af te sluiten. De onderzoeksopdracht wordt de eerste keer ingeleverd aan het eind van de toetsweek. Bij een onvoldoende is er eenmalig de kans om het te herschrijven op basis van feedback van de docent en opnieuw in te leveren aan het eind van de hertoetsweek. Bij een tweede onvoldoende moet de cursus opnieuw gevolgd worden in het volgende studiejaar en zal er een nieuw onderwerp moeten bedacht worden voor de onderzoeksopdracht.
Kennisbasis 1.1 + 1.2 De student kan vrijwel alles wat hij of zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen, inclusief literaire werken en abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten over specialistische onderwerpen op het eigen vakgebied; 1.3 +1.4 De student kan informatie uit verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten en hiervan samenhangend verslag doen; 1.4.1 De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een stylistisch adequaat geschreven tekst, zodanig dat de lezer in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 1.4.2 De student kan academische betogen op het eigen vakgebied schrijven, gebruikmakend van een adequaat bibliografisch verwijssysteem. 2.1.1.1 De student kan taaluitingen analyseren met behulp van begrippen uit de taalwetenschap. 2.1.1.2 De student kan begrippen uit de algemene en toegepaste taalwetenschap gebruiken om verschijnselen in het Engels te benoemen en beschrijven. 2.1.2 De student kan taalverwervingstheorieën en resultaten van taalverwervingsonderzoek beoordelen 4.1.6 De student kan een eigen visie op (tweede) taalleren uitdragen en verwoorden en daarmee 20/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
een bijdrage leveren aan het (ontwikkelen van) schoolbeleid. 4.3.2 De student kent het belang van feedback en kan verschillende vormen van feedback formuleren en toepassen voor het leerlingen in de bovenbouw; 4.4.2 De student kan het taalbeleid van de school (mede)vormgeven op basis van theoretische inzichten. 5.1. De student kan belangrijke ontwikkelingen in het vakgebied zoals behaviourism, innatism, post-modernism, post-colonialism benoemen en beschrijven en kan de bijhorende concepten toepassen in het denken over het eigen vakgebied. 5.2.1 De student kan een eigen visie op taalonderwijs formuleren en die onderbouwen met theoretische inzichten uit bijvoorbeeld sociaal constructivisme of functies en noties. 5.2.2.4. De student kan nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied bijhouden en kan nieuwe concepten relateren aan een bestaand theoretisch kader. 5.3.1 De student kan wetenschappelijke bronnen (secondaire literatuur) vinden en toepassen bij het opbouwen van een argument binnen het eigen vakgebied, analyseren van (literaire) teksten. SBL bekwaamheidseisen: 3.4. verantwoordt de eigen vakinhoudelijke en (vak)didactische opvatting(en), daarbij gebruik makend van uitkomsten van actuele, wetenschappelijke inzichten; 7.4. handelt probleemoplossend en kan nieuwe (wetenschappelijke) inzichten naar de eigen situatie vertalen. 8.3. beoordeelt resultaten van onderzoek op hun validiteit en betrouwbaarheid; 8.5. weet eigen onderzoeksresultaten op een heldere en overtuigende wijze te presenteren aan een publiek van deskundigen (vakgenoten) en niet-deskundigen (bijvoorbeeld ouders). Dublin descriptoren: Kennis en inzicht; Toepassen kennis en inzicht; Oordeelsvorming; Communicatie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Rosamond Mitchell, Florence Myles Emma Marsden. Second Language Learning Theories, Taylor & Francis Ltd. 3rd edition 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MLINGU1-13
21/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Vakdidactiek en toetsing
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MVAKDID-14 Vakdidactiek en toetsing Methodology and testing 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
SA Edwards (tel. 7421) (
[email protected]) Nederlands, Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Groepswerk
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Praktische opdracht
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
22/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens
-
-
2.1 Cursus doel Studenten maken zich tijdens deze cursus de didactiek en toetsing voor de bovenbouw eigen. Aandacht wordt besteed aan de verschillende manieren waarop leerlingen begeleid kunnen worden in het verwerven van de vier vaardigheden op B1 en B2 niveau (ERK) en de voorbereiding op het eindexamen op genoemde niveaus, alsmede aan de manieren waarop zij formatief en summatief getoetst kunnen worden. Onderwerpen die aan de orde komen gedurende de cursus: achtergronden bij bovenbouw didactiek, toetsing (soorten toetsen, valkuilen, tips), taalbeleid en tweetaligheid, de vier vaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, spreken), deelvaardigheden (vocabulaire verwerving, spelling, uitspraak en grammatica, mede in het licht van sociolinguistiek en pragmatiek). Studenten presenteren het geleerde en gemaakte opdrachten aan elkaar tijdens de bijeenkomsten (formatieve toetsing in de vorm van peer assessment en zelf-evaluatie). 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student kan een visie ontwikkelen in relatie tot de eigen lessen en tot het schoolbeleid De student kan lesmateriaal voor de bovenbouw ontwikkelen, gebruiken en evalueren De student kan werkvormen kiezen en variëren en inzetten op school De student kan leerstof differentiëren De student kan rekening houden met de overgang van onderbouw naar bovenbouw en weet wat de eindtermen en kerndoelen inhouden en kan lesdoelen daarop afstemmen De student heeft kennis van toetstheorieën en van toetsvormen De student kan toetsen ontwerpen, beoordelen en aanpassen en weet wat PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting) en eindexameneisen zijn Toetsen en beoordelingscriteria De studenten ontwikkelen een vakoverstijgende lessenserie voor een periode. Vanwege de formatieve toetsing tijdens college-uren, wordt studenten dringend aangeraden deze uren bij te wonen en er actief aan deel te nemen. Kennisbasis 1.4.1 De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een stilistisch adequaat geschreven tekst, zodanig dat de lezer in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 1.4.2 De student kan academische betogen op het eigen vakgebied schrijven, gebruikmakend van een adequaat bibliografisch verwijssysteem. 4.1.1 De student kent en herkent gangbare theorieën en meningen over de didactiek van ESOL. 4.1.2 De student kan een eigen visie op taalleren vormgeven en koppelen aan schoolbeleid en inzichten uit ESOL –theorie. 4.1.3 De student kan leeractiviteiten evalueren n.a.v. de eigen visie op taalleren en ESOL-theorie. 4.1.4 De student kan leerbehoeftes van leerlingen in de bovenbouw analyseren in relatie tot de eisen van de eindtermen. 4.1.5 De student kan vorm geven aan de doorlopende leerlijn tussen onderen bovenbouw en aan samenhangende lessen in bovenbouw. 4.1.6 De student kan een eigen visie op (tweede) taalleren uitdragen en verwoorden en daarmee een bijdrage leveren aan het (ontwikkelen van) schoolbeleid. 4.1.7 De student kan materiaal en opdrachten ontwerpen en opdrachten beargumenteerd selecteren, passend bij de leerdoelen in de bovenbouw. 4.1.8 De student kan verschillende didactische benaderingen en scenario’s toepassen bij het ontwikkelen en evalueren van leeractivitieten en toetsing, en zorgen voor eenheid tussen eindtermen, doelstellingen en lespraktijk. 4.2.1.1 De student kan verschillende benaderingen van de didactiek van de vaardigheden evalueren en toepassen in een lestaak of taaltaak;. 4.2.1.2 De student kan leeractiviteiten voor de vier vaardigheden ontwikkelen en onderbouwen met een kennis van theoretische concepten, een analyse van de leerbehoeftes van de leerlingen en het schoolbeleid. 4.2.2.1 De student kan geschikte leermiddelen, waaronder ICT-middelen, op een didactisch verantwoorde manier in het onderwijs ontwerpen en toepassen en heeft hierop een beargumenteerde visie. 23/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
4.2.2.4 De student kent de verschillende niveaus van het Europese referentiekader en is bekend met de toepassingen van het ERK in bovenbouw Engels VO. 4.2.2.5 De student kan problemen van leerlingen met het begrijpen van cognitieve abstracte taalgebruik herkennen en leerlingen de nodige strategieën aanreiken om complexe taalgebruik te begrijpen. 4.2.2.6 De student kan vanuit zijn positie als vakdocent Engels bijdragen aan vakoverstijgend werken binnen de school. 4.3.1.1 De student heeft een visie op toetsing en beoordeling van taal in de bovenbouw en kan die mening onderbouwen met gangbare inzichten omtrent toetsing bij moderne vreemde talen. 4.3.1.2 De student kan toetsen ontwikkelen voor leerlingen in de bovenbouw rekening houdend met ERK, nationale eindtermen en schoolbeleid. 4.3.1.3 De student kan de leerprogressie en resultaten van bovenbouwleerlingen meten en beoordelen. 4.3.2 De student kent het belang van feedback en kan verschillende vormen van feedback formuleren en toepassen voor het leerlingen in de bovenbouw; 4.4.1 De student kan leerlingen (i.p.v. leerders) in de doelgroep die moeite hebben met complexe teksten adequaat begeleiden op basis van theoretische inzichten. 4.4.2 De student kan het taalbeleid van de school (mede)vormgeven op basis van theoretische inzichten. SBL competenties vakinhoudelijk en vakdidactisch Dublin descriptoren kennis en inzicht/ toepassen kennis en inzicht; oordeelsvorming/ communicatie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Erik Kwakernaak, Didactiek van het vreemdetalenonderwijs,Coutinho 2009 Boek (verplicht) : Boek (verplicht) : Arthur Hughes, Testing for language teachers, Cambridge 2012 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
24/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
WAB (keuze)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAR-MWABKEU-13 Werken aan Bekwaamheidseisen (keuze) Developing Teaching Skills 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
A Zuurmond (tel. 7518) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
25/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De cursus Werken aan bekwaamheidseisen Keuze maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Binnen de opleiding werkt de student op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste vanaf de start van de opleiding enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, doet de student vanaf de start van deze opleiding een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. De student heeft op school een begeleider of collega die hem bij zijn ontwikkeling kan ondersteunen, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een studie- werk- en begeleidingsovereenkomst getekend tussen opleidingsschool en opleiding.
Bij WAB Keuze staan profilering en verdieping centraal. De opleiding verzorgt een aanbod van verschillende keuzemodules rond thema’s uit het eerstegraads gebied, waaruit de student op basis van eigen achtergrond, ervaringen en interesse een keuze kan maken voor één module. Het is in principe dus niet mogelijk om vrijstelling aan te vragen voor de inhoud van één van deze modules. Het definitieve aanbod wordt aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt; te denken valt aan modules als ‘Toetsen en beoordelen’ en ‘Onderzoeksvaardigheden’. Deze modules worden afgerond met een dossier. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de onderwijseenheid WAB Keuze zullen diverse thema’s aan bod komen gericht op het eerstegraads gebied, waardoor de student tot een verdieping kan komen van zijn kennis en (didactische) repertoire. Doelstellingen/competenties: De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB Keuze is dat de student zich profileert en verdiept in het eerstegraads gebied door een keuze te maken voor een van de modules uit het aanbod van de opleiding. De onderwijseenheid WAB Keuze draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk, 2. Pedagogisch, 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega’s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen. Competentie 7 komt in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB Keuze aan bod komen. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen.
Toetsen en beoordelingscriteria: De afrondingseisen voor de onderwijseenheid WAB Keuze zijn: Dossier: 26/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
De student heeft op basis van de keuzemodule een dossier aangelegd. Voor de beoordelingscriteria van dit dossier: zie de studiehandleiding van de betreffende module.
Legitimering: In de masteropleiding is de beroepscomponent een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Inherent aan iedere beroepsopleiding is dat de student zijn beroepsbekwaamheden in de praktijk ontwikkelt. De didactiek, pedagogiek en organisatie van vakken op eerstegraads niveau verschillen op belangrijke punten van die van het tweedegraads niveau: voorbeelden zijn de interactie tussen docent en leerling, de plaats die de vakinhoud inneemt, het niveau en de omvang van de vakinhoud en de gehanteerde werkvormen. Ook op het gebied van functioneren in de sectie en schoolorganisatie worden aan een master andere eisen gesteld dan aan een tweedegraads docent. Te denken valt aan overleg over de inrichting van het schoolexamen, het ontwikkelen van lesmateriaal en samenwerken met docenten van andere vakken op eerstegraads niveau. Een eerstegraadsdocent is in staat zijn eigen beroepspraktijk methodologisch verantwoord te onderzoeken en is bekend met de wetenschappelijke achtergronden van de onderwijskunde en van zijn eigen vak en vakdidactiek. Aan het einde van zijn opleiding moet de student kunnen bewijzen dat hij voldoende professionele bekwaamheden voor het eerstegraads gebied heeft ontwikkeld.
Kennisbasis: Afhankelijk van de keuze van de student kan elk onderdeel van de kennisbasis aan bod komen. 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Studiehandleiding van de gekozen module. Diversen (verplicht) : Aanvullende literatuur zal door de docent van de keuzemodule bekend gemaakt worden. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MWABKEU-13
27/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
WAB (start)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAR-MWABSTR-13 Werken aan Bekwaamheidseisen (start) Developing Teaching Skills (start) 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
A Zuurmond (tel. 7518) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
11 maal per blok
1320 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 118
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
28/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De cursus Werken aan bekwaamheidseisen (start) maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Gedurende de opleiding werkt de student op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste na aanvang van deze opleiding enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, volgt de student een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. De student heeft op school een werkbegeleider die hem bij zijn ontwikkeling ondersteunt, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een leerwerkovereenkomst getekend tussen opleidingsschool,opleiding en student. Het leren vindt dus plaats in de eigen schoolpraktijk, in de bijeenkomsten en zelfstudietijd in het kader van WAB.
Bij WAB (start) staat verbreding van het beeld dat de student heeft van het docentschap en zijn schoolvak naar het eerstegraadsgebied centraal. De student wordt geleerd de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden op een systematische en onderzoekmatige manier aan te pakken en daarvoor bewijsstukken te verzamelen binnen zijn schoolpraktijk en de opleiding. Er wordt gebruik gemaakt van instrumenten voor zelfsturing en voor collegiale consultatie en er is aandacht voor visieontwikkeling. Er wordt verslag gedaan van de ondernomen leeractiviteiten, de resultaten die daarmee zijn bereikt en de ontwikkeling van de beroepsbekwaamheden die daarmee is doorgemaakt, ondersteund door evident bewijsmateriaal. 2.2 Cursus inhoud Contactpersonen per opleiding Aardrijkskunde: Gerhard van der Pot Biologie: Ada Herwig Natuurkunde: Martijn de Kat Wiskunde: Lisette Munneke Engels: Esther Peze Duits: Christian Schlösser Nederlands: Anouk Zuurmond Frans: Florence Gaillard Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de onderwijseenheid WAB (start) brengt de student eerst zijn beginsituatie, beelden van het docentschap en zijn schoolvak in het eerstegraadsgebied in kaart. Deze worden gerelateerd aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, het zelfbeeld van de student en het programma van de opleiding. Op basis daarvan formuleert de student leervragen en leeractiviteiten om zijn beroepsbekwaamheden verder te ontwikkelen. De voorgenomen leeractiviteiten worden uitgevoerd in de eigen schoolpraktijk en soms ook in andere onderdelen van de opleiding. Het werken en leren op een school (de schoolpraktijk) is dan ook een integraal onderdeel van dit traject. Tijdens de WAB-bijeenkomsten op de hogeschool worden instrumenten gebruikt om de ontwikkeling systematisch aan te kunnen pakken (oa. onderzoeksinstrumenten, zelfanalyse, leerwerkplan,reflectiemodellen en ontwikkelingsportfolio) en om daarbij gebruik te maken van collegiale consultatie (o.a. feedback en intervisie). Er wordt plenair, individueel en in (klein)groepsverband gewerkt. Er worden leerteams van ongeveer 4 tot 6 studenten gevormd. Elk leerteam wordt ondersteund door een begeleider van de opleiding, die extra instrumenten aan kan dragen en feedback kan geven.
29/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Tijdens WAB (start) zal een lesbezoek plaatsvinden; de WAB-begeleider zal bij de student een les komen observeren. Tijdens de nabespreking van de les zal de werkbegeleider van de student ook aanwezig zijn. In sommige gevallen zal er in plaats van een lesbezoek een video-intervisie bijeenkomst zijn met de begeleider. In de studiehandleiding worden de procedures nader toegelicht. Aan het eind van het jaar evalueert de student zijn leeractiviteiten en legt hij opnieuw een relatie met de bekwaamheidseisen. Het resultaat hiervan wordt, ondersteund door evident bewijsmateriaal, vastgelegd in het ontwikkelingsportfolio. Op deze manier verzamelt de student gedurende zijn opleiding bewijsstukken voor de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden, waarmee hij aan het eind van de opleiding een presentatieportfolio samenstelt ten behoeve van het assessment. In het assessment toont de student, ter afsluiting van de opleiding, aan bekwaam te zijn voor het eerstegraads gebied. Doelstellingen/competenties: De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB (start) is dat de student zich een beeld vormt van zijn eigen bekwaamheden in relatie tot het docentschap in het eerstegraadsgebied en de opleiding en weet hoe hij deze systematisch en onderzoeksmatig verder kan ontwikkelen. Daartoe: krijgt de student systematisch zicht op zijn eigen eerder verworven bekwaamheden, sterktes en zwaktes en ontwikkelpunten in het kader van de bekwaamheidseisen niveau master; formuleert de student op basis van ontwikkelpunten relevante leervragen en leeractiviteiten, voert deze uit in de eigen schoolpraktijk, evalueert de opbrengsten en relateert deze aan de bekwaamheidseisen; beantwoordt de student minimaal één leervraag op onderzoeksmatige manier; gebruikt de student bij het uitvoeren van zijn leeractiviteiten wetenschappelijke vakliteratuur en eigen onderwijservaring; maakt de student effectief gebruik van feedbackmomenten met leerteam, docenten en collega’s op school; schrijft de student gestructureerd op basis van geraadpleegde wetenschappelijke publicaties. De onderwijseenheid WAB (start) draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk, 2. Pedagogisch, 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega’s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen. Competenties 7 en 8 komen in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB (start) aan bod komen en welke later. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen. ToToetsen en beoordelingscriteria: De afrondingseisen voor de onderwijseenheid WAB (start) zijn: 1. Verslag: - De student heeft actief gewerkt, individueel en als onderdeel van het leerteam en is aanwezig geweest bij de bijeenkomsten met de begeleidende docent. - De student heeft een leerwerkplan geschreven dat past bij zijn beginsituatie en ontwikkeldoelen met daarin gevarieerde leervragen en zinvolle leeractiviteiten, die kunnen worden uitgevoerd in zijn eigen schoolpraktijk en evt. binnen de opleiding. - De student heeft in een ontwikkelingsportfolio de uitvoering en opbrengst van zijn leeractiviteiten geëvalueerd en aan de bekwaamheidseisen gerelateerd ondersteund met evident bewijsmateriaal, waar in elk geval de feedback van de werkbegeleider op school en die van de opleiding deel van uit maken.
30/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Het verslag wordt eind blok 4 ingeleverd. Voor de beoordelingscriteria: zie studiehandleiding.
Legitimering: In de masteropleiding is de beroepscomponent een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Inherent aan iedere beroepsopleiding is dat de student zijn beroepsbekwaamheden in de praktijk ontwikkelt. De didactiek, pedagogiek en organisatie van vakken op eerstegraads niveau verschillen op belangrijke punten van die van het tweedegraads niveau: voorbeelden zijn de interactie tussen docent en leerling, de plaats die de vakinhoud inneemt, het niveau en de omvang van de vakinhoud en de gehanteerde werkvormen. Ook op het gebied van functioneren in de sectie en schoolorganisatie worden aan een master andere eisen gesteld dan aan een tweedegraads docent. Te denken valt aan overleg over de inrichting van het schoolexamen, het ontwikkelen van lesmateriaal en samenwerken met docenten van andere vakken op eerstegraads niveau. Een eerstegraadsdocent is in staat zijn eigen beroepspraktijk methodologisch verantwoord te onderzoeken en is bekend met de wetenschappelijke achtergronden van de onderwijskunde en van zijn eigen vak en vakdidactiek. Aan het einde van zijn opleiding moet de student kunnen bewijzen dat hij voldoende professionele bekwaamheden voor het eerstegraads gebied heeft ontwikkeld.
Kennisbasis: Afhankelijk van de keuze van de student kan elk onderdeel van de vakinhoudelijke kennisbasis aan bod komen. Contacttijd (docent aanwezig): 14 uur Contacttijd leerteams (leerteambegeleider aanwezig): 8 uur Zelfstudie en activiteiten in de eigen schoolpraktijk: 118. 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Lange, R. de, Schuman, H. en Montesano Montessori, N. (2011). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals. Antwerpen – Apeldoorn: Garant Boek (aanbevolen) : Van der Donk, C. en Van Lanen, B. (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Diversen (verplicht) : Studiehandleiding Werken aan Bekwaamheidseisen (start) Boek (aanbevolen) : door de vakgroep vast te stellen boek over (vak)didactiek in het eerstegraads gebied Boek (verplicht) : Poelmans, P. en Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho 2.5 Workload Contactduur (uren): 22 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MWABSTR-13 31/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Cursusbeschrijvingen master Engels jaar 2
Titel
Amerikaanse Letterkunde
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MAMERICA-12 Amerikaanse Letterkunde American Literature 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
NE Reith (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 123
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
100
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
32/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte omschrijving: De student doet kennis op over de historische ontwikkeling van de Amerikaanse letterkunde. De student leert belangrijke literaire stromingen en periodes in deze literatuur onderscheiden en leest en bestudeert representatieve literaire teksten. De student leert deze te plaatsen in de brede context van de cultuur en geschiedenis van de Verenigde Staten. Het doel van de toets is te evalueren of de student in een helder betoog tenminste twee literaire Amerikaanse werken uit verschillende periodes met elkaar kan vergelijken en of de student in dit betoog op adequate wijze een stelling kan formuleren en aan de hand van verwijzingen naar de literaire teksten en de historische context kan onderbouwen. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student kent de meest belangrijke periodes in de geschiedenis van de Amerikaanse letterkunde en kent de meest belangrijke kenmerken van de gangbare genres uit die periodes. De student is in staat om deze periodes en kenmerken te beschrijven. De student kent een aantal representatieve werken uit de verschillende periodes van de Amerikaanse literatuurgeschiedenis en kan deze met elkaar, en met werken uit andere periodes met elkaar vergelijken. De student kan verbanden leggen tussen de Amerikaanse geschiedenis, cultuurgeschiedenis en literaire werken De student kan in een helder betoog, zowel mondeling als schriftelijk, een goedgefundeerde stelling over het voetlicht brengen en deze op adequate wijze verdedigen op basis van kennis en inzicht.. Leerstof, werkvormen en activiteiten Literaire teksten, teksten over literatuurgeschiedenis en literaire genres, aanbevolen internetbronnen, hoorcolleges, werkgroepen met plenaire discussies, zelfstudie. Toetsen en beoordelingscriteria Summatieve toetsing: Toets bestaande uit een binnen de toetstijd geschreven essay. Formatieve toetsing: Leeslogboek
Kennisbasis Engels 1. Taalvaardigheden. 1.1 De student kan vrijwel alles wat hij of zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen, inclusief literaire werken en abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten over specialistische onderwerpen op het eigen vakgebied. 1.1 en 1.2. De student kan vrijwel alles wat hij of zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen, inclusief literaire werken en abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten over specialistische onderwerpen op het eigen vakgebied. 1.3. De student kan informatie uit verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten en hiervan samenhangend verslag doen. 1.3.1 De student kan zich gemakkelijk uitdrukken en betekenisnuances precies weergeven. 1.3.2 De student kan zich hernemen en zijn betoog zo herstructureren dat andere mensen het nauwelijks merken. 1.3.3 De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een voordracht of redenering en deze in een adequate stijl presenteren, zodanig dat een toehoorder in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 1.3.4 De student kan zonder moeite deelnemen aan gesprekken en discussies en is vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en taalvormen uit de spreektaal. 1.3 +1.4 De student kan informatie uit verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten en hiervan samenhangend verslag doen. 1.4.1 De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een stilistisch adequaat geschreven tekst, zodanig dat de lezer in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 1.4.2 De student kan academische betogen op het eigen vakgebied schrijven, gebruikmakend van een 33/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
adequaat bibliografisch verwijssysteem. 3. Literatuur en cultuur. 3.1 De student heeft een overzicht van de historische ontwikkeling van de Engelstalige letterkunde, kan de belangrijkste literaire stromingen en periodes onderscheiden en heeft representatieve literaire teksten gelezen en bestudeerd en kan deze werken plaatsen in hun maatschappelijke en historische context. 3.2 De student kan literaire teksten analyseren, interpreteren en waarderen en maakt daarbij gebruik van de theoretische concepten en begrippen van het betreffende literaire (sub)genre. Onder literaire teksten kunnen culturele uitingen in andere media zoals film, internet en multimedia worden verstaan. 3.3. De student kan literaire teksten formeel en inhoudelijk analyseren, interpreteren en bespreken met gebruik van literaire en literatuur-theoretische concepten, benaderingen en terminologie. 3.4.1 De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 3.4.3.1 De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. 3.4.3.2 De student heeft kennis van algemene processen van canon-vorming en is in staat de keuze voor in de lespraktijk te behandelen teksten te verantwoorden en contextualiseren. 5. Wetenschappelijke grondslagen en ontwikkelingen. 5.1. De student kan belangrijke ontwikkelingen in het vakgebied zoals behaviourism, innatism, postmodernism, post-colonialism benoemen en beschrijven en kan de bijhorende concepten toepassen in het denken over de eigen vakgebied. 5.3.1 De student kan wetenschappelijke bronnen (secondaire literatuur) vinden en toepassen bij het opbouwen van een argument binnen de eigen vakgebied, analyseren van (literaire) teksten. Dublin descriptoren 1. Kennis en inzicht. Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. 2. Toepassen kennis en inzicht. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. 3. Oordeelsvorming. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. 4.Communicatie. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten
grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of nietspecialisten.
SBL competenties 3. Vakinhoudelijk. 3.4. Verantwoordt de eigen vakinhoudelijke en (vak)didactische opvatting(en), daarbij gebruik makend van uitkomsten van actuele, wetenschappelijke inzichten. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 20 (Diversen) Materiaal: Reader (verplicht) : Beschikbaar op de sharepointsite van de cursus. Boek (verplicht) : The Scarlet Letter van Nathaniel Hawthorne en Moon Palace van Paul Auster, enkele romans naar keuze (van een leeslijst). Diversen (verplicht) : internetbronnen o.a. Outline of American Literature (revised edition) van Kathryn vanSpanckeren.
34/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 123 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MAMERICA-12
35/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
CKV en culturele achtergronden
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OATA-MCKVCULT-12 CKV en culturele achtergronden Cultural education and Cultural backgrounds 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
SA Edwards (tel. 7421) (
[email protected]) Nederlands, Engels
Aanwezigheid verplicht?
Werkvorm
Diverse werkvormen
Totale contacttijd cursus in minuten
Frequentie
niet verplicht
7 maal per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 2: blok 2, blok 3
2520 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 96 (bij alle aanvangsblokken)
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Lessenserie
Theorie toets
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 2: . blok 3 . blok 4
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 2: . blok 3 . blok 4
36/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De cursus begint met de bespreking van de regelgeving en theoretische uitgangspunten die een rol spelen bij het opzetten van een CKV curriculum. Dit zijn zowel inhoudelijke als vakdidactische uitgangspunten. Daarna worden verschillende onderwerpen behandeld die bij het cultuuronderwijs een rol spelen. De studenten leren om niet alleen aandacht te besteden aan literatuur onderwijs, maar om dit deze in verband te brengen met andere cultuuruitingen, zoals film, beeldende kunst, theater, dans en muziek. Verder wordt er aandacht besteed aan een aantal bronnen van onze cultuur, zoals de Bijbel, sprookjes, mythologie en de Arthur verhalen. Steeds zal er worden teruggegrepen naar de theoretische uitgangspunten. De studenten denken na over de mogelijke toepassingen van de theorie op concreet materiaal, en zij presenteren dit aan elkaar en geven elkaar hier feedback op. Ondertussen werken de studenten aan een lessenserie gekoppeld aan de inhoud van de module. Toetsen en beoordelingscriteria: Summatieve toetsing: 1. Een lessenserie (groepswerk) gekoppeld aan inhouden van de module. Begeleidend aan de lessenserie wordt een 500 woorden essay ingeleverd waarin de gemaakte keuzes theoretisch worden onderbouwd. Het essay wordt in het Nederlands geschreven. Een gedetailleerde beoordelingsrubric is in de cursushandleiding te vinden. (50%) 2. Een theoretische toets met kennis en toepassingsvragen. (50%) 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan schilderijen, muziekcomposities of films in hun socioculturele context plaatsen De student kan interculturele verschillen m.b.t. kunstuitingen benoemen en analyseren De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historisch en culturele context. De student begrijpt een aantal Europese culturele stromingen in hun onderling samenhang en in het licht van de maatschappelijke, politieke, economische en filosofische ontwikkelingen De student kan geschikte leermiddelen, waaronder ICT-middelen, op een didactisch verantwoorde manier in het onderwijs ontwerpen en toepassen, en heeft hierop een beargumenteerde visie. De student kan (vakoverstijgende) projecten in de bovenbouw (mede)vormgeven Duits: 3.4.1 … kan schilderijen, muziekcomposities of films uit de Duitstalige landen in hun socioculturele context plaatsen heeft kennis van een aantal belangrijke tekstenen auteurs uit de Duitstalige literatuur en kan dezeteksten en auteurs in hun (cultuur-)historische context plaatsen, 3.4.2 … kan interculturele verschillen m.b.t. kunstuitingen benoemen en analyseren. Engels: 3.4.1 De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 3.4.3.1 De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen 4.2.2.1 De student kan geschikte leermiddelen, waaronder ICT-middelen,op een didactisch verantwoorde manier in het onderwijs ontwerpen en toepassen en heeft hierop een beargumenteerde visie. Frans: 3.4.1 De student begrijpt een aantal Europese culturele stromingen in hun onderlinge samenhang en in het licht van de maatschappelijke, politieke, economische en filosofische ontwikkelingen. 37/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
3.4.4 De student kan de literatuur in verband brengen met andere kunstvormen. 4.2.1.6 De student kan (vakoverstijgende) projecten in de bovenbouw (mede) vormgeven SBL bekwaamheidseisen: vakdidactisch en vakinhoudelijk competent Dublin descriptoren: kennis en inzicht/toepassen kennis en inzicht/ oordeelsvorming/ communicatie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Reader (verplicht) : Lesmateriaal/reader op sharepoint Boek (verplicht) : De Bijbel (Oude Testament) (mag in de doeltaal) Boek (verplicht) : De sprookjes van de gebroeders Grimm (mag in de doeltaal) Boek (verplicht) : Hein van Dolen (2010) De griekse mythologie in een notendop Boek (verplicht) : Julie Sanders (2005) Adaptation and Appropriation 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 96 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OATA-MCKVCULT-12
38/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Drama in het Curriculum
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MDRAMA-12 Drama in het Curriculum Drama in the Curriculum 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
KL Goodnight (tel. 0651522564) (
[email protected]) Nederlands, Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Groepswerk
niet verplicht
7 maal per blok
1260 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Andere activiteiten
niet verplicht
7 maal per blok
1260 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 98
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
dossier en video opname
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
39/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte omschrijving: De cursus biedt een introductie gericht op culturele achtergronden en de geschiedenis van theater en onderzoekt tevens de mogelijkheden van het gebruik van drama in het onderwijs in het algemeen en in het talenonderwijs in het bijzonder. Studenten maken kennis met de mogelijkheden van o.a dialoog, rollenspel, improvisatie en andere dramatechnieken in MVT onderwijs op 1e graad gebied. Studenten bestuderen toneelstukken met oog op analyse en groepsuitvoering en schrijven daarnaast een individueel essay gebaseerd op een analyse van minimaal drie toneelstukken van een moderne toneelschrijver of stroming. e Studenten stellen een docenten pakket samen met daarin verzamelde en gecreëerde materialen voor de 1 graads lespraktijk en maken een video opname van een les waarin één van de activiteiten wordt uitgevoerd. Studenten werken gedurende de cursus aan hun spreek- en schrijfvaardigheid en dienen aan het einde ERK C1 niveau voor deze vaardigheden aan te tonen. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen - De student kan verschillende dramatechnieken en dramatische literatuur toepassen in een eerstegraads Engels curriculum. - De student kan Engelstalig dramatische literatuur analyseren en secundaire bronnen kritisch analyseren - De student kan zich zowel mondeling als schriftelijk uiten op een dynamische manier en op een academisch niveau Toetsen en beoordelingscriteria: Actieve deelname aan alle activiteiten en het op tijd inleveren van alle schriftelijke opdrachten. Het essay wordt beoordeeld op het inzicht in, en de analyse van de bestudeerde toneelstukken alsmede de schriftelijke vaardigheden (ERK C1 niveau). Spreekvaardigheid wordt getoetst d.m.v. een tweetal audio opnames waaruit C1 ERK niveau moet blijken. Bij de beoordeling van het docenten pakket (dossier) zal zowel gelet worden op een correcte niveau inschatting van de doelgroep als ook op een didactische vertaling van hetgeen geleerd tijdens de cursus voor communicatief modern vreemde talen onderwijs. De toneeluitvoeringen moeten blijk geven van een gedegen interpretatie en bijbehorende uitvoering van specifieke scènes. Kennisbasis 1.3.3, De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een voordracht of redenering en deze in een adequate stijl presenteren, zodanig dat een toehoorder in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 1.4.1, De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een stylistisch adequaat geschreven tekst, zodanig dat de lezer in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 3.2, De student kan literaire teksten analyseren, interpreteren en waarderenen maakt daarbij gebruik van de theoretische concepten enbegrippen van het betreffende literaire (sub)genre. Onder literaire teksten kunnen culturele uitingen in andere media zoals film, internet en multimedia worden verstaan. 3.4.1, De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 3.4.2, De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 4.2.1.2, De student kan leeractiviteiten voor de vier vaardigheden ontwikken en onderbouwen met een kennis van theoretische concepten, een analyse van de leerbehoeftes van de leerlingen en het schoolbeleid 5.1,De student kan belangrijke ontwikkelingen in het vakgebied zoals behaviourism, innatism, postmodernism, post-colonialism benoemenen beschrijven en kan de bijhorende concepten toepassen in het denken over de eigen vakgebied. 5.2.3 (Ontwikkelingen in) literaire theorieën en benaderingswijzen dievan invloed zijn op het literatuuronderwijs. (bijvoorbeeld vanuit het post-modernisme)
40/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
SBL: competentie 3 (vakinhoudelijk en vakdidactisch), competentie 4 (organisatorisch) Dublin descriptoren: kennis en inzicht, toepassen kennis en inzicht, communicatie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Boek: Maley, Alan and Alan Duff. Drama Techniques: A Resource Book of Communication Activities for Language Teachers. 3rd revised edition. 2005 ISBN 0521601193 Reader (verplicht) : Drama in the Curriculum Diversen (verplicht) : Materiaal voor individueel projectwerk (min 3 moderne toneelstukken niet in andere cursussen gebruikt), aan te schaffen in overleg met docent. Boek (verplicht) : Shaffer, Peter. Equus. ISBN10: 0141188901 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 98 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MDRAMA-12
41/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Moderne Literatuur
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MMODERN-12 Moderne Literatuur Modern Literature 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
EGF Peze (tel. 7329) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Groepswerk
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
presentatie
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
42/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De studenten lezen een aantal moderne romans uit het Engelse taalgebied die de laatste vijf jaar zijn gepubliceerd en belangrijke literaire prijzen hebben gewonnen. De literaire kwaliteiten van elk werk worden onderzocht en de bevindingen beargumenteerd. Elk boek wordt als terechte prijswinnaar gepresenteerd door een groep studenten, waarbij de kwaliteiten van het boek door middel van activerende werkvormen naar voren moeten worden gebracht De cursus is opgezet volgens het principe task-based learning. Aan de orde komt een selectie van literaire werken die de afgelopen vijf jaar belangrijke literaire prijzen hebben gekregen (met name Man Booker Prize en Pulitzer Prize). De selectie beslaat verschillende Engelstalige gebieden en vertegenwoordigt meerdere culturele groeperingen daarbinnen. Deze werken worden bestudeerd, bediscussieerd en geplaatst binnen hun culturele context en de literaire traditie in bredere zin. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student kan literaire teksten formeel en inhoudelijk analyseren, interpreteren en bespreken met gebruik van literaire en literatuurtheoretische concepten, benaderingen en terminologie. De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen binnen hun historische en culturele context. De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. De student vormt zich een mening over smaakontwikkeling en waardering voor literaire werken in relatie tot (de eigen) literaire competentie. Toetsen en beoordelingscriteria Doel van de toetsing is de kennis en vaardigheden te tonen d.m.v. een presentatie en een leesdossier. De studenten houden een heldere presentatie, waarbij alle cursisten geactiveerd worden om aan de discussie deel te nemen, en waarin de kwaliteiten van het gepresenteerde werk voldoende belicht worden op het niveau van de vakspecialist. Daarnaast schrijven de studenten een goedverzorgd en gedocumenteerd leesdossier met daarin de persoonlijke waardering voor elk van de gelezen werken en een beargumenteerd juryrapport. Zowel de presentatie als het leesdossier zijn bepalend voor het succesvol afsluiten van de module. Criteria voor toetsing alsmede normering zullen nader toegelicht worden in de studiehandleiding en tijdens de bijeenkomsten. Kennisbasis 3. Literatuur en cultuur. 3.2 De student kan literaire teksten analyseren, interpreteren en waarderen en maakt daarbij gebruik van de theoretische concepten en begrippen van het betreffende literaire (sub)genre. Onder literaire teksten kunnen culturele uitingen in andere media zoals film, internet en multimedia worden verstaan. 3.4.1 De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 3.4.3.1 De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. SBL competenties 3. Vakinhoudelijk. 3.4. Verantwoordt de eigen vakinhoudelijke en (vak)didactische opvatting(en), daarbij gebruik makend van uitkomsten van actuele, wetenschappelijke inzichten. 5. Wetenschappelijke grondslagen en ontwikkelingen. 5.3.1 De student kan wetenschappelijke bronnen (secondaire literatuur) vinden en toepassen bij het
43/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
opbouwen van een argument binnen de eigen vakgebied, analyseren van (literaire) teksten. Dublin descriptoren 1. Kennis en inzicht. Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. 2. Toepassen kennis en inzicht. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. 3. Oordeelsvorming. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. 4. Communicatie. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of nietspecialisten. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Téa Obreht, The Tiger's Wife, 2011 Boek (verplicht) : Adam Johnson, The Orphan Master’s Son, 2012 Boek (verplicht) : Zadie Smith, NW, 2012 Boek (verplicht) : Paul Harding, Tinkers, 2010 Boek (verplicht) : Howard Jacobson, The Finkler Question, 2010 Boek (verplicht) : Jennifer Egan, A Visit from the Goon Squad, 2011 2.5 Workload Contactduur (uren): 16 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MMODERN-12
44/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Nieuwe Stemmen
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MNEWVOIC-14 Nieuwe Stemmen New Voices 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
MST van der Stap (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 122
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
Webquest
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
45/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte omschrijving: De studenten maken kennis met etnische en culturele diversiteit en leren hoe het behoren tot een minderheidsgroep de ontwikkeling van een individu beïnvloedt alsook de invloed die een etnische minderheid heeft op de maatschappij. De studenten maken ook kennis met minderheden op basis van seksuele oriëntatie en zullen eveneens leren hoe de wederkerige invloed van de maatschappij een rol speelt. Hiertoe zullen de studenten boeken lezen, geschreven door auteurs die tot een minderheidsgroep behoren uit een groot aantal landen van de Engelssprekende wereld. Wekelijks worden verschillende minderheidsthema’s uitgelegd en in discussievorm besproken waarbij ook aandacht besteed wordt aan close reading. Tijdens de vraaggesprekken wordt aandacht besteed aan de etnische/culturele achtergrond van de auteur, of diens seksuele oriëntatie en de positie in de betreffende maatschappij. De studenten zullen hun kennis over culturele- etnische- en maatschappelijke belangen vergroten aan de hand van literatuur. De studenten gaan zich in groepen verdiepen in één van de besproken thema’s en zullen deze verdieping uitwerken in een Webquest die uitgevoerd kan worden door leerlingen in de tweede fase. De cursus wordt afgerond met een presentatie waarbij studenten elkaar de Webquest zullen presenteren. Tevens zal de student een afsluitend tentamen maken. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen
1. De student krijgt inzicht in maatschappelijke verstrengelingen en conflicten als gevolg van etnische diversiteit en kan enige ontwikkelingen in eigen culturele perspectieven beargumenteren op basis van de besproken thema’s. 2. De student leert gebruik te maken van Media en ICT en kan deze op een creatieve manier inzetten in zijn onderwijspraktijk. 3. De student kan materiaal en opdrachten ontwerpen voor de bestudeerde genres in deze cursus en hier verantwoording voor afleggen met behulp van de theorieën van Bloom, Task-Based Learning en Garner. 4. De student kan in zijn positie als vakdocent Engels andere vakken betrekken bij de literatuurlijn. 5. De student kan literaire werken inhoudelijk analyseren en bespreken op basis van structuur en taal. 6. De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming uit de subgenres ‘dubbele culturen in Noord Amerika’ en ‘Neo Victoriaanse literatuur’. 7. De student kan de belangrijkste kenmerken benoemen van de genres ‘dubbele culturen in Noord Amerika’ en ‘Neo Victoriaanse literatuur’. 8. De student kan sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische- en culturele context met betrekking tot de subgenres ‘dubbele culturen in Noord Amerika’, ‘het feminisme’ en ‘Neo Victoriaanse literatuur’. 9. De student heeft kennis van algemene processen van Canon vorming. 10. De student is in staat een keuze voor in de lespraktijk te behandelen teksten te verantwoorden en de plaats of afwezigheid van het betreffende werk op de Canon uit te leggen In hoofdstuk 4 wordt toegelicht hoe deze leerdoelen zich verhouden tot de te behalen eindkwalificaties en te ontwikkelen competenties. 11. De student is bekend met verschillende etnische en culturele identiteiten alsook minderheden op basis van seksuele oriëntatie in een groot aantal Engelssprekende landen. 12. De student krijgt inzicht in maatschappelijke verstrengelingen en conflicten als gevolg van etnische diversiteit. 13. De student herkent eigen culturele perspectieven. 14. De student raakt bekend met- en ontwikkelt ‘close reading’. 15. De student ontwikkelt presentatie- lees- luister- spreek- en schrijfvaardigheden in de doeltaal. Toetsen en beoordelingscriteria Summatieve toetsing: Tentamen (60%) en Webquest (40%). Deeltoets 1: Tentamen Deeltoets 2: Je ontwerpt een webquest voor jouw leerlingen. De webquest bevat de volgende elementen: 1. Aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen
46/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. i. ii. iii. iv.
De taak moet geschikt en haalbaar zijn voor de bovenbouw Verdieping bieden op gebied van literatuur Verdieping bieden op minstens één van de besproken thema’s Minstens één vakoverstijgend element bevatten Heldere en duidelijke stappen en goede links Studenten aanmoedigen verschillende perspectieven te ontwikkelen in relatie tot cultuur en maatschappij. Theoretische discussie die bevat: Verantwoording voor en contextualisering van teksten die leerlingen moeten lezen Verklaar de relevantie en relatie tot het vakoverstijgende onderdeel Verantwoording in relatie tot de leerdoelen van de bovenbouw en de Canon Verantwoording van de webquest in relatie tot Bloom’s Taxonomy, Task-Based learning en Gardner’s meervoudige intelligenties (zie aanbevolen literatuur in de studiehandleiding).
Formatieve toetsing: lees-, luister- schrijf- en spreekvaardigheid C1 Kennisbasis 1.1 De student kan moeiteloos dialogisch en monologisch gesproken Engels, in direct contact of via de media begrijpen, ook wanneer het spreektempo hoog is, eventueel na enige gewenning aan het accent. 1.1 + 1.2 De student kan vrijwel alles wat hij of zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen, inclusief literaire werken en abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten over specialistische onderwerpen op het eigen vakgebied. 1.3.1 De student kan zich gemakkelijk uitdrukken en betekenisnuances precies weergeven. 1.3.4 De student kan zonder moeite deelnemen aan gesprekken en discussies en is vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en taalvormen uit de spreektaal. 2.2.3 De student kan taalvariatie als functie van sociale achtergrond of sekse herkennen 3.2 De student kan literaire teksten analyseren, interpreteren en waarderen en maakt daarbij gebruik van de theoretische concepten en begrippen van het betreffende literaire (sub)genre. Onder literaire teksten kunnen culturele uitingen in andere media zoals film, internet en multimedia worden verstaan. 3.3. De student kan literaire teksten formeel en inhoudelijk analyseren, interpreteren en bespreken met gebruik van literaire en literatuurtheoretische concepten, benaderingen en terminologie. 3.4.1 De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 3.4.3.1 De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. 3.4.3.2 De student heeft kennis van algemene processen van canon-vorming en is in staat de keuze voor in de lespraktijk te behandelen teksten te verantwoorden en contextualiseren. 4.1.4 De student kan leerbehoeftes van leerlingen in de bovenbouw analyseren in relatie tot de eisen van de eindtermen. 4.1.7 De student kan materiaal en opdrachten ontwerpen en opdrachten beargumenteerd selecteren, passend bij de leerdoelen in de bovenbouw. 4.2.1.1 De student kan verschillende benaderingen van de didactiek van de vaardigheden evalueren en toepassen in een lestaak of taaltaak;. 4.2.2.1 De student kan geschikte leermiddelen, waaronder ICT-middelen, op een didactisch verantwoorde manier in het onderwijs ontwerpen en toepassen en heeft hierop een beargumenteerde visie. 4.2.2.6 De student kan vanuit zijn positie als vakdocent Engels bijdragen aan vakoverstijgend werken binnen de school. 4.3.1.2 De student kan toetsen ontwikkelen voor leerlingen in de bovenbouw rekening houdend met ERK, nationale eindtermen en schoolbeleid. 4.4.2 De student kan het taalbeleid van de school (mede)vormgeven op basis van theoretische inzichten. 5.3.1 De student kan wetenschappelijke bronnen (secondaire literatuur) vinden en toepassen bij het opbouwen van een argument binnen de eigen vakgebied, analyseren van (literaire) teksten.
DubDublin descriptoren 1. Kennis en inzicht. Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband.
47/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2. Toepassen kennis en inzicht. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. 3. Oordeelsvorming. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. 4.Communicatie. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten.
SBL bekwaamheidseisen 1. Interpersoonlijk competent. 1.1 vertaalt theorieën van groepsdynamica en (interculturele) communicatie in adequaat docentengedrag; 1.2. brengt een leef- en leerklimaat tot stand dat de ontwikkeling van adolescenten naar zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid bevordert. 1.3. maakt leerlingen medeverantwoordelijk voor een tot samenwerking stimulerend klassenklimaat, daarbij gebruik makend van kennis betreffende de hedendaagse jeugdcultuur en leefwerelden van jongeren; 2. Pedagogisch competent. 2.1 vertaalt ontwikkelings-psychologische opvattingen op het gebied van emotionele, cognitieve en morele ontwikkeling van adolescenten in daarmee corresponderend docentengedrag: 2.3. verantwoordt zijn handelen met betrekking tot multiculturaliteit en intellectuele en sociale heterogeniteit, daarbij gebruik makend van resultaten van wetenschappelijk onderzoek; 2.4. is zich bewust van eigen beroepsidentiteit en verantwoordt vanuit welke waarden en normen hij handelt in relaties met leerlingen; 3. Didactisch en vakinhoudelijk competent. 3.1. creëert betekenisvolle onderwijsarrangementen, waarin onder andere een beroep wordt gedaan op zelfstandig en/of samenwerkend leren en onderzoekend handelen bij de leerling; 3.2. vertaalt de kennisbasis naar voor leerlingen krachtige leeromgevingen met gebruikmaking van verschillende didactische middelen waaronder moderne (digitale) media; 3.3. kan gezamenlijk met collega’s van andere vakken onderwijs ontwikkelen; 3.4. verantwoordt de eigen vakinhoudelijke en (vak)didactische opvatting(en), daarbij gebruik makend van uitkomsten van actuele, wetenschappelijke inzichten; 3.5. reflecteert op de legitimering van de eindtermen van zijn schoolvak en de plaats en functie daarvan voor de persoonlijke ontwikkeling van de leerling en de samenleving; 4. Organisatorisch competent. 4.3. hanteert een zodanige tijds- en werkplanning, dat leerlingen hun eigen planning daar effectief op kunnen afstemmen. 5.4. draagt aanwijsbaar bij aan de onderwijsontwikkeling en vervult daarin de rol van initiator en innovator;.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Lees- en Luistervaardigheid C1, Schrijf- en Spreekvaardigheid B2 Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 50 (Diversen) Materiaal: Boek (verplicht) : Morrison, T. (1987). Beloved, New York, Knopf. Boek (verplicht) : King, T. (1993). Green Grass Running Water, Toronto, Harper Collins. Boek (verplicht) : Cisneros S. (1991) Woman Hollering Creek, Londen, Bloomsbury Boek (verplicht) : Kingston, M., H. (1976). The Woman Warrior, New York, Knopf. Boek (verplicht) : Waters, S. (2002). Fingersmith, New York, Riverhead Books. Boek (verplicht) : Een selectie tekstfragmenten, gedichten en korte verhalen. Zie cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MNEWVOIC-12/default.aspx 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 122 Totaal (uren) 140 48/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
49/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Onderwijswet. en praktijkonderz. OWPO
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAR-MONDPR-12 Onderwijswetenschap en praktijkonderzoek (OWPO) Educational sciences and practical research 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
JMC Broersen (tel. 4923) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 112
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Onderzoeksvoorstel
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
50/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Deze cursus is de voorbereiding op de uitvoering van het praktijkonderzoek in het laatste studiejaar. De studenten kiezen een probleem uit eigen praktijk. Ze verkennen het probleem op een theoretische en praktische manier. Om dat goed te kunnen doen wordt in de cursus ook aandacht besteed aan wetenschapsfilosofie en onderzoek binnen de onderwijswetenschappen. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten Het afstudeertraject van een masterstudent bestaat uit de cursus OWPO (5 EC) en het praktijkonderzoek (10 EC). In de cursus OWPO bereidt de student zich voor op de uitvoering van het praktijkonderzoek in het laatste studiejaar. Deze voorbereiding bestaat uit het identificeren en verkennen van een probleem uit de eigen praktijk en het vervolgens bedenken van een mogelijke interventie en bijbehorend interventieonderzoek. Dit mondt uit in een onderzoeksplan dat beoordeeld wordt. Een voldoende beoordeling is de ingangseis voor het uiteindelijk kunnen deelnemen aan het onderdeel praktijkonderzoek. Naast het schrijven van het onderzoeksplan krijgt de wetenschapsfilosofie en de wijze van onderzoek doen binnen de onderwijswetenschappen speciale aandacht binnen de cursus. Gedurende twee perioden zijn er tweewekelijks bijeenkomsten. Daarnaast wordt de student begeleid in een digitale leeromgeving. De instructies volgt de student zoveel mogelijk in de digitale leeromgeving. Tijdens de bijeenkomsten is er zo ruimte voor begeleiding, feedback, gesprek en discussie over de specifieke onderzoeken van de studenten. Studenten krijgen diverse opdrachten aangeboden die helpen bij het zetten van de benodigde stappen om te komen tot een goed onderzoeksplan. Studenten wordt gevraagd om (essay)opdrachten uit te voeren, eigen literatuur te zoeken en te lezen en een verkennend onderzoek uit te voeren met behulp van de dataverzamelingstechnieken die geleerd zijn in WAB start. Waar nodig wordt er gewerkt met de bestaande leerteams.
-
-
-
-
Doelstellingen/competenties Probleemverkenning De student kan een relevant probleem in de praktijk identificeren en op een volledige en transparante wijze beschrijven, zodanig dat praktijkonderzoek en het te realiseren doel binnen de gegeven tijd haalbaar is. De student voert een adequate en correcte theoretische verkenning uit naar het praktijkprobleem gebaseerd op literatuur van niveau. De student verkent het probleem in de praktijk en kiest daarbij op een transparante en onderbouwde wijze voor onderzoeksmethoden die passen bij de gestelde verkennende onderzoeksvragen. De student kiest een focus voor het interventieonderzoek op basis van conclusies, waarin betekenis is gegeven aan verzamelde informatie gekoppeld aan de onderzoeksvraag met daarbij een transparante afweging van argumenten. De student formuleert een onderzoeksvraag rond de beoogde interventie die precies, relevant, afgebakend, verankerd en functioneel is. Onderzoeksplan De student vult het eerdere theoretische kader aan met een theoretische onderbouwde keuze voor de beoogde interventie. De student beschrijft en onderbouwt vanuit theorie, de beoogde ontwerpcriteria voor een innovatieve interventie. De student kiest op een transparante en onderbouwde wijze voor onderzoeksmethoden om de waarde van de interventie in de praktijk vast te kunnen stellen, passend bij de gestelde onderzoeksvraag. Reflectieverslag De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van de eigen ontwikkeling op competentie 8. De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van wetenschapsfilosofie. De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van wetenschapsethiek. Algemeen De student schrijft verzorgde verslagen op een objectieve en precieze wijze met een logische opbouw. Toetsing en beoordelingscriteria De cursus heeft een formatieve en summatieve toets. Als formatieve toets wordt van studenten gevraagd om een onderzoeksverslag te schrijven van de probleemverkenning. Dit wordt door de begeleider voorzien van een GO/NO GO. Pas bij een GO kan een student deelnemen aan de summatieve toets: het
51/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
onderzoeksplan. Het onderzoeksplan wordt beoordeeld met een cijfer. De beoordeling geschiedt op basis van de beoordelingsrubrics die opgenomen zijn in de studiehandleiding. Legitimering Competentie 8 Eerstegraads bevoegdheid. Eindtermen onderzoek FE 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: WAB (start), in het bijzonder de dataverzamelingstechnieken (onderzoeksdossier). De student heeft zicht op wat informatievaardigheden zijn en wat de stand van zaken is wat betreft eigen ontwikkeling. De student heeft beginnend zicht op de eigen onderzoekende houding De student werkt in het onderwijs. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : De Lange, Schuman & Montesano Montessori (2010). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals. Antwerpen, Apeldoorn:Garant. Reader (verplicht) : Artikelen Boek (verplicht) : Poelmans, P., & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen: over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MONDPR-12
52/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Praktijkonderzoek
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAR-MPRAKOND-12 Praktijkonderzoek Practical Research 10 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
JMC Broersen (tel. 4923) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
8 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 270
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
53/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In het praktijkonderzoek laten studenten zien op een zelfstandige, systematische en methodische manier eigen interventies te kunnen ontwerpen, uitvoeren en te evalueren. Dit kan in de vorm van een ontwerp- of actieonderzoek. In de cursus Onderwijswetenschap en Praktijkonderzoek hebben studenten hun gekozen praktijkprobleem op een onderzoeksmatige manier praktisch en theoretisch verkend, interventies ontworpen en hun onderzoeksopzet methodisch uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in een goedgekeurd onderzoeksvoorstel voor het onderdeel Praktijkonderzoek. Dit onderdeel vindt plaats in het laatste jaar van de masterfase. Studenten werken dan verder aan het interventiegedeelte van het onderzoek, voeren hun interventies uit, verzamelen de data en analyseren deze data. Het uiteindelijke totale onderzoek wordt zowel schriftelijk als mondeling gepresenteerd. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvorm en activiteiten: Het praktijkonderzoek heeft in de loop van het jaar verschillende fasen die door studenten gevolgd worden. In periode 1 staan het aanscherpen van interventieontwerp centraal. Op basis van het eerder geschreven onderzoeksvoorstel in de cursus OWPO maken studenten het definitieve ontwerp van hun interventies en de definitieve keuzes/ontwerp op het gebied van hun te gebruiken meetinstrumenten. In periode 2 voert de student de interventies uit en verzamelt data. Daarop volgt in periode 3 de data-analyse en in periode 4 het afronden van de schriftelijke verslaglegging van het onderzoek. Aan het einde van periode 4 krijgt de e student de gelegenheid het onderzoek te presenteren aan 2 jaars masterstudenten en/of collega’s op de eigen werkplek. Tijdens het onderzoek wordt bij voorkeur samengewerkt met andere studenten in de vorm van een leerteam. Dit leerteam wordt begeleid door een docent uit de betreffende vakgroep. Het leerteam vervult de functie van critical friend; medestudenten leveren feedback en helpen met nadenken over de vorm en inhoud van het onderzoek. De leerteams komen op eigen initiatief bij elkaar en hebben op afspraak een bijeenkomst met de begeleider waarin de stand van zaken besproken wordt en de begeleider feedback geeft. Studielast 8 begeleidingsbijeenkomsten in leerteam met docent (8 uur) Verder ontwerp interventie en meetinstrumenten (68 uur) Uitvoering interventies en dataverzameling (68 uur) Analyse resultaten (68 uur) Rapportage onderzoek (68 uur) • • • •
Doelstellingen en competenties De student laat door middel van het praktijkonderzoek zien op een zelfstandige, systematisch en methodische manier te kunnen onderzoeken of een interventie om een praktijkprobleem op te lossen voldoende effect heeft. De student laat zien kritisch en analytisch gebruik te maken van literatuur in de context van een praktijkonderzoek bij het verantwoorden van keuzes en het bediscussiëren van de onderzoeksresultaten. De student laat zien wat het onderzoek bijgedragen heeft aan de eigen professionele ontwikkeling. De student laat zien het onderzoek op een heldere en doorzichtige manier schriftelijk en mondeling te kunnen presenteren. Toetsing en beoordelingscriteria De beoordeling van het onderzoek vindt plaats op basis van het onderzoeksverslag. Deze beoordeling wordt gedaan met behulp van een beoordelingsrubric door zowel de begeleider als een tweede beoordelaar. Gezamenlijk bepalen zij het eindcijfer. Legitimering Competentie 8 Eerstegraads bevoegdheid. Eindtermen leerlijnen onderzoek FE.
Veronderstelde voorkennis: Kennis en ervaring met het operationaliseren van variabelen, het ontwerpen van onderwijssituaties, de belangrijkste dataverzamelingstechnieken en het ontwerpen van meetinstrumenten (WAB). Kennis van 54/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
verschillende vormen van praktijkonderzoek, het kunnen uitvoeren van een bronnenonderzoek en het schrijven van een onderzoeksverslag (OWPO) 2.3 Ingangseisen Alle volgende (groepen) cursussen moeten voldoende zijn afgerond: 1. Onderwijswet. en praktijkonderz. OWPO (OAR-MONDPR-12) of Onderwijswetenschap en praktijkonderzoek (OAR-MONDWETPR-12) of WAB (start) (OAR-MWABSTR-12) 2. WAB (vakdidactiek) (OAR-MWABDID-12) Veronderstelde voorkennis: Aan alle van de volgende groepen ingangseisen moet zijn voldaan: 1. WAB (start) (OAR-MWABSTR-12) 2. OWPO (OAR-MONDPR-12 of OAR- MONDWETPR-12) Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Diversen, afhankelijk van onderwerp eigen onderzoek. 2.5 Workload Contactduur (uren): 8 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 270 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MPRAKOND-12
55/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Historische en sociologische variatie
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MLINGU2-13 Taalkunde 2: Historische en sociologische variatie in taal Linguistics 2: Historical and Sociological Variation in Language 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
PM Oosterhuis (tel. 0618482088) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Lesmateriaal
Numeriek 1 decimalen
5,5
25
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
Onderzoek
Numeriek 1 decimalen
5,5
75
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
56/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Deze cursus is een introductie in de sociolinguïstiek (sociologische variatie). Studenten leren wat het inhoudt en doen zelf een klein empirisch onderzoek. Daarnaast is er aandacht voor de geschiedenis van de Engelse taal (historische variatie). Studenten leren hierover en vertalen dit naar lesmateriaal.
In de lessen wordt er onderzoek en relevante terminologie uit de sociolinguïstiek besproken en wordt de voortgang van het eigen onderzoek bijgehouden. Verder wordt de geschiedenis van de Engelse taal gedetailleerd besproken. Deze informatie gebruiken de studenten om een les te ontwerpen over de geschiedenis van het Engels. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student kan een deelonderwerp uit de sociolinguïstiek kritisch onderzoeken en daarvan helder schriftelijk verslag doen. De student kan ideeën over de geschiedenis van het Engels inzetten in de praktijk van het talenonderwijs in de bovenbouw. Toetsen en beoordelingscriteria: Opdracht 1: een verslag van een klein empirisch onderzoek naar taalvariatie OF taalattitude. Een gedetailleerde omschrijving en beoordelingsrubric is te vinden in de studiehandleiding. Deze opdracht telt voor 75% mee bij het eindcijfer. Opdracht 2: een lesplan (met verantwoording) voor een les over een onderwerp dat met de geschiedenis van het Engels te maken heeft (gericht op VWO bovenbouw). Een gedetailleerde omschrijving en beoordelingsrubric is te vinden in de studiehandleiding. Deze opdracht telt voor 25% mee bij het eindcijfer. Beide opdrachten moeten voldoende zijn om de cursus af te sluiten. Beide opdrachten worden de eerste keer ingeleverd aan het eind van de toetsweek in periode 1. Bij een onvoldoende is er eenmalig de kans om het te herschrijven op basis van feedback van de docent en opnieuw in te leveren aan het eind van periode 2. Bij een tweede onvoldoende moet de cursus opnieuw gevolgd worden in het volgende studiejaar en zal er een nieuw onderwerp moeten bedacht worden voor de opdracht(en) die onvoldoende was/waren.
Kennisbasis 1.1 + 1.2 De student kan vrijwel alles wat hij of zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen, inclusief literaire werken en abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten over specialistische onderwerpen op het eigen vakgebied; 1.3 +1.4 De student kan informatie uit verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten en hiervan samenhangend verslag doen; 1.4.1 De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een stylistisch adequaat geschreven tekst, zodanig dat de lezer in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 1.4.2 De student kan academische betogen op het eigen vakgebied schrijven, gebruikmakend van een adequaat bibliografisch verwijssysteem. 2.1.1.1 De student kan taaluitingen analyseren met behulp van begrippen uit de taalwetenschap. 2.1.1.2 De student kan begrippen uit de algemene en toegepaste taalwetenschap gebruiken om verschijnselen in het Engels te benoemen en beschrijven. 2.2.1.1 De student kan belangrijke historische taalveranderingen in het Engels benoemen en veranderingen in de uitspraak in verband brengen met de spelling. 2.2.1.2 De student kan hedendaagse aanzetten tot taalverandering in de uitspraak, woordenschat of syntaxis van het Engels benoemen. 57/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2.2.3 De student kan taalvariatie als functie van sociale achtergrond of sekse herkennen. 4.1.7 De student kan materiaal en opdrachten ontwerpen en opdrachten beargumenteerd selecteren, passend bij de leerdoelen in de bovenbouw. 4.1.8 De student kan verschillende didactische benaderingen en scenario’s toepassen bij het ontwikkelen en evalueren van leeractiviteiten en toetsing, en zorgen voor eenheid tussen eindtermen, doelstellingen en lespraktijk. 5.3.1 De student kan empirisch onderzoek uitvoeren: een onderzoeksvraag formuleren, gangbare onderzoeksmethoden uit de sociale wetenschappen toepassen en conclusies trekken uit de eigen onderzoeksresultaten, gerelateerd aan de onderzoekvraag. 5.3.1 De student kan wetenschappelijke bronnen (secondaire literatuur) vinden en toepassen bij het opbouwen van een argument binnen het eigen vakgebied, analyseren van (literaire) teksten. SBL bekwaamheidseisen: 3.1. creëert betekenisvolle onderwijsarrangementen, waarin onder andere een beroep wordt gedaan op zelfstandig en/of samenwerkend leren en onderzoekend handelen bij de leerling; Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent; competent in het verrichten van (een kleinschalig) onderzoek 3.2. vertaalt de kennisbasis naar voor leerlingen krachtige leeromgevingen met gebruikmaking van verschillende didactische middelen waaronder moderne (digitale) media; 3.4. verantwoordt de eigen vakinhoudelijke en (vak)didactische opvatting(en), daarbij gebruik makend van uitkomsten van actuele, wetenschappelijke inzichten; 8.3. beoordeelt resultaten van onderzoek op hun validiteit en betrouwbaarheid; 8.4. voert praktijkgericht onderzoek uit ter verdieping of uitbreiding van de eigen competenties en/of ter verbetering van de onderwijskwaliteit van de school; 8.5. weet eigen onderzoeksresultaten op een heldere en overtuigende wijze te presenteren aan een publiek van deskundigen (vakgenoten) en niet-deskundigen (bijvoorbeeld ouders). Dublin descriptoren: Kennis en inzicht; Toepassen kennis en inzicht; Oordeelsvorming; Communicatie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Janet Holmes. An introduction to Sociolinguistics. Fourth edition ISBN10: 1408276747 ISNB13: 9781408276747 Boek (verplicht) : Peter Garrett. Attitudes to language - Key topics in Sociolinguistics. ISBN10: 052175917X ISBN13: 9780521759175 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite
58/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MLINGU2-13
59/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
WAB (assessment)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAR-MWABASS-12 Werken aan Bekwaamheidseisen (assessment) Developing Teaching Skills (assessment) 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
A Zuurmond (tel. 7518) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
4 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Assessment
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
60/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Doelstellingen/competenties: De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB (assessment) is dat de student aantoont te voldoen aan de bekwaamheidseisen op niveau masters. Hij stelt daartoe een presentatieportfolio samen en doet een eindassessment, zoals is beschreven in de Handleiding assessment masters. De onderwijseenheid WAB (assessment) draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk, 2. Pedagogisch, 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega’s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen.
Competenties 7 en 8 komen in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB (assessment) aan bod komen en welke eerder. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen. 2.2 Cursus inhoud Korte omschrijving: De cursus Werken aan bekwaameisen (assessment) maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Binnen de opleiding werkt de student drie jaar lang op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste vanaf de start van de opleiding enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, doet de student vanaf de start van deze opleiding een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. De student heeft op school een begeleider of collega die hem bij zijn ontwikkeling kan ondersteunen, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een studie- werk- en begeleidingsovereenkomst getekend tussen opleidingsschool en opleiding. Het leren vindt dus plaats in de eigen schoolpraktijk en in de bijeenkomsten en zelfstudietijd in het kader van WAB. WAB (assessment) staat in het teken van het verder ontwikkelen van competenties die vanuit de bekwaamheidseisen op niveau masters nog aandacht behoeven, persoonlijke profilering en de voorbereiding op het assessment masters. De student onderzoekt daartoe aan het begin van het jaar wat er nog nodig is om aan het eind van het jaar te kunnen bewijzen dat hij voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, plant daarbij passende (leer)activiteiten en voert deze uit. In de tweede helft van het jaar stelt de student een presentatieportfolio samen ten behoeve van het eindassessment. Hierbij selecteert hij onderdelen uit de WAB-lijn en andere cursussen die zijn ontwikkeling en bereikte niveau illustreren. Ook het praktijkonderzoek –dat in dit studiejaar wordt uitgevoerd- zal bewijsmateriaal opleveren. In de bijeenkomsten wordt vooral aandacht besteed aan het beschrijven, verantwoorden en bewijzen van ontwikkelde competenties. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de onderwijseenheid WAB (assessment) schrijft de student een laatste leerwerkplan, waarbij hij zich vooral richt op onderdelen die in WAB (start) onderbelicht zijn gebleven of extra aandacht behoeven en op mogelijkheden om zich als docent (verder) te profileren. 61/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Hij legt daartoe opnieuw een relatie tussen zijn eigen beroepsbekwaamheden, de bekwaamheidseisen op niveau masters en het programma van de opleiding en formuleert op basis daarvan leervragen en leeractiviteiten om zijn beroepsbekwaamheden verder te ontwikkelen. De voorgenomen leeractiviteiten worden uitgevoerd in de eigen schoolpraktijk en in andere onderdelen van de opleiding, met name in het praktijkonderzoek. Daarbij maakt de student gebruikt van eerder in de WAB-lijn aangereikte (onderzoeks)instrumenten en modellen. Het werken en leren op een school (de schoolpraktijk) is een integraal onderdeel van dit traject. Tijdens de WAB-bijeenkomsten op de hogeschool worden vooral instrumenten aangereikt (waaronder video-intervisie) om competenties krachtig te kunnen beschrijven en bewijzen in het presentatieportfolio en het assessment master. Leerteamleden fungeren daarbij als elkaars critical friend: ze geven elkaar feedback en zullen onderdelen van het assessment met elkaar oefenen. Er wordt plenair, individueel en in leerteams gewerkt. Elk leerteam wordt ondersteund door een begeleider van de opleiding, die extra instrumenten aan kan dragen en feedback kan geven. Tijdens WAB (assessment) zal een lesbezoek plaatsvinden in de eerste helft van het jaar; de WABbegeleider zal bij de student een les komen observeren. Tijdens de nabespreking van de les zal de werkbegeleider van de student ook aanwezig zijn (indien mogelijk). In sommige gevallen zal er in plaats van een lesbezoek een video-intervisie bijeenkomst zijn met de begeleider. In de studiehandleiding worden de procedures nader toegelicht. Aan het eind van het jaar sluit de student zijn opleiding af in het assessment masters. Hierin toont hij aan bekwaam te zijn voor het eerstegraadsgebied. In het assessment wordt gebruik gemaakt van het presentatieportfolio van de student, een presentatie die de student geeft en een criteriumgericht interview. Het assessment wordt afgenomen door twee gecertificeerde assessoren, waarbij er een werkzaam is aan de opleiding en de ander in het eerstegraadsgebied van het voortgezet onderwijs. Minimaal een van beiden is werkzaam in het schoolvak van de student. Het assessment wordt beschreven in de Handleiding assessment masters en wordt georganiseerd door Bureau Assessment. Toetsen en beoordelingscriteria: WAB (assessment) wordt afgerond middels een assessment master. Hier wordt de student beoordeeld op de acht genoemde competenties, niveau master. Informatie over het assessment (toetsmomenten, toelatingseisen, inhoud, procedure, beoordelingscriteria) is te vinden in de handleiding assessment master. e
1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: In de masteropleiding is de beroepscomponent een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Inherent aan iedere beroepsopleiding is dat de student zijn beroepsbekwaamheden in de praktijk ontwikkelt. De didactiek, pedagogiek en organisatie van vakken op eerstegraads niveau verschillen op belangrijke punten van die van het tweedegraads niveau: voorbeelden zijn de interactie tussen docent en leerling, de plaats die de vakinhoud inneemt, het niveau en de omvang van de vakinhoud en de gehanteerde werkvormen. Ook op het gebied van functioneren in de sectie en schoolorganisatie worden aan een master andere eisen gesteld dan aan een tweedegraads docent. Te denken valt aan overleg over de inrichting van het schoolexamen, het ontwikkelen van lesmateriaal en samenwerken met docenten van andere vakken op eerstegraads niveau. Een eerstegraadsdocent is in staat zijn eigen beroepspraktijk methodologisch verantwoord te onderzoeken en is bekend met de wetenschappelijke achtergronden van de onderwijskunde en van zijn eigen vak en vakdidactiek. Aan het einde van zijn opleiding moet de student kunnen bewijzen dat hij voldoende professionele bekwaamheden voor het eerstegraads gebied heeft ontwikkeld. Kennisbasis: Afhankelijk van de keuze van de student kan elk onderdeel van de vakinhoudelijke kennisbasis aan bod komen. Contacttijd leerteams (leerteambegeleider aanwezig): 8 uur
62/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Lesbezoek: 2 uur 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Werken aan Bekwaamheidseisen (start) (OAR-MWABSTR-12) Veronderstelde voorkennis: geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Diversen (verplicht) : Studiehandleiding Werken aan Bekwaamheidseisen (assessment Diversen (verplicht) : Handleiding assessment master 2.5 Workload Contactduur (uren): 10 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MWABASS-12
63/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
WAB (keuze)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAR-MWABKEU-13 Werken aan Bekwaamheidseisen (keuze) Developing Teaching Skills 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
A Zuurmond (tel. 7518) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
64/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De cursus Werken aan bekwaamheidseisen Keuze maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Binnen de opleiding werkt de student op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste vanaf de start van de opleiding enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, volgt de student vanaf de start van deze opleiding een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. De student heeft op school een begeleider of collega die hem bij zijn ontwikkeling kan ondersteunen, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een studie- werk- en begeleidingsovereenkomst getekend tussen opleidingsschool en opleiding.
Bij WAB Keuze staan profilering en verdieping centraal. De opleiding verzorgt een aanbod van verschillende keuzemodules rond thema’s uit het eerstegraads gebied, waaruit de student op basis van eigen achtergrond, ervaringen en interesse een keuze kan maken voor één module. Het is in principe dus niet mogelijk om vrijstelling aan te vragen voor de inhoud van één van deze modules. Het definitieve aanbod wordt aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt; te denken valt aan modules als ‘Toetsen en beoordelen’ en ‘Onderzoeksvaardigheden’. Deze modules worden afgerond met een dossier. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de onderwijseenheid WAB Keuze zullen diverse thema’s aan bod komen gericht op het eerstegraads gebied, waardoor de student tot een verdieping kan komen van zijn kennis en (didactische) repertoire. Doelstellingen/competenties: De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB Keuze is dat de student zich profileert en verdiept in het eerstegraads gebied door een keuze te maken voor een van de modules uit het aanbod van de opleiding. De onderwijseenheid WAB Keuze draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk, 2. Pedagogisch, 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega’s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen. Competentie 7 komt in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB Keuze aan bod komen. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen.
Toetsen en beoordelingscriteria: De afrondingseisen voor de onderwijseenheid WAB Keuze zijn: Dossier: 65/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
De student heeft op basis van de keuzemodule een dossier aangelegd. Voor de beoordelingscriteria van dit dossier: zie de studiehandleiding van de betreffende module.
Legitimering: In de masteropleiding is de beroepscomponent een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Inherent aan iedere beroepsopleiding is dat de student zijn beroepsbekwaamheden in de praktijk ontwikkelt. De didactiek, pedagogiek en organisatie van vakken op eerstegraads niveau verschillen op belangrijke punten van die van het tweedegraads niveau: voorbeelden zijn de interactie tussen docent en leerling, de plaats die de vakinhoud inneemt, het niveau en de omvang van de vakinhoud en de gehanteerde werkvormen. Ook op het gebied van functioneren in de sectie en schoolorganisatie worden aan een master andere eisen gesteld dan aan een tweedegraads docent. Te denken valt aan overleg over de inrichting van het schoolexamen, het ontwikkelen van lesmateriaal en samenwerken met docenten van andere vakken op eerstegraads niveau. Een eerstegraadsdocent is in staat zijn eigen beroepspraktijk methodologisch verantwoord te onderzoeken en is bekend met de wetenschappelijke achtergronden van de onderwijskunde en van zijn eigen vak en vakdidactiek. Aan het einde van zijn opleiding moet de student kunnen bewijzen dat hij voldoende professionele bekwaamheden voor het eerstegraads gebied heeft ontwikkeld.
Kennisbasis: Afhankelijk van de keuze van de student kan elk onderdeel van de kennisbasis aan bod komen. 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Studiehandleiding van de gekozen module. Diversen (verplicht) : Aanvullende literatuur zal door de docent van de keuzemodule bekend gemaakt worden. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MWABKEU-13
66/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Cursusbeschrijvingen master Engels derdejaars
Titel
Historische en sociologische variatie
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MLINGU2-13 Taalkunde 2: Historische en sociologische variatie in taal Linguistics 2: Historical and Sociological Variation in Language 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
PM Oosterhuis (tel. 0618482088) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Lesmateriaal
Numeriek 1 decimalen
5,5
25
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
Onderzoek
Numeriek 1 decimalen
5,5
75
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
67/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Deze cursus is een introductie in de sociolinguïstiek (sociologische variatie). Studenten leren wat het inhoudt en doen zelf een klein empirisch onderzoek. Daarnaast is er aandacht voor de geschiedenis van de Engelse taal (historische variatie). Studenten leren hierover en vertalen dit naar lesmateriaal.
In de lessen wordt er onderzoek en relevante terminologie uit de sociolinguïstiek besproken en wordt de voortgang van het eigen onderzoek bijgehouden. Verder wordt de geschiedenis van de Engelse taal gedetailleerd besproken. Deze informatie gebruiken de studenten om een les te ontwerpen over de geschiedenis van het Engels. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student kan een deelonderwerp uit de sociolinguïstiek kritisch onderzoeken en daarvan helder schriftelijk verslag doen. De student kan ideeën over de geschiedenis van het Engels inzetten in de praktijk van het talenonderwijs in de bovenbouw. Toetsen en beoordelingscriteria: Opdracht 1: een verslag van een klein empirisch onderzoek naar taalvariatie OF taalattitude. Een gedetailleerde omschrijving en beoordelingsrubric is te vinden in de studiehandleiding. Deze opdracht telt voor 75% mee bij het eindcijfer. Opdracht 2: een lesplan (met verantwoording) voor een les over een onderwerp dat met de geschiedenis van het Engels te maken heeft (gericht op VWO bovenbouw). Een gedetailleerde omschrijving en beoordelingsrubric is te vinden in de studiehandleiding. Deze opdracht telt voor 25% mee bij het eindcijfer. Beide opdrachten moeten voldoende zijn om de cursus af te sluiten. Beide opdrachten worden de eerste keer ingeleverd aan het eind van de toetsweek in periode 1. Bij een onvoldoende is er eenmalig de kans om het te herschrijven op basis van feedback van de docent en opnieuw in te leveren aan het eind van periode 2. Bij een tweede onvoldoende moet de cursus opnieuw gevolgd worden in het volgende studiejaar en zal er een nieuw onderwerp moeten bedacht worden voor de opdracht(en) die onvoldoende was/waren.
Kennisbasis 1.1 + 1.2 De student kan vrijwel alles wat hij of zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen, inclusief literaire werken en abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten over specialistische onderwerpen op het eigen vakgebied; 1.3 +1.4 De student kan informatie uit verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten en hiervan samenhangend verslag doen; 1.4.1 De student kan een doeltreffende, logische structuur aanbrengen in een stylistisch adequaat geschreven tekst, zodanig dat de lezer in staat is de belangrijkste punten in zich op te nemen. 1.4.2 De student kan academische betogen op het eigen vakgebied schrijven, gebruikmakend van een adequaat bibliografisch verwijssysteem. 2.1.1.1 De student kan taaluitingen analyseren met behulp van begrippen uit de taalwetenschap. 2.1.1.2 De student kan begrippen uit de algemene en toegepaste taalwetenschap gebruiken om verschijnselen in het Engels te benoemen en beschrijven. 2.2.1.1 De student kan belangrijke historische taalveranderingen in het Engels benoemen en veranderingen in de uitspraak in verband brengen met de spelling. 2.2.1.2 De student kan hedendaagse aanzetten tot taalverandering in de uitspraak, woordenschat of syntaxis van het Engels benoemen. 68/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2.2.3 De student kan taalvariatie als functie van sociale achtergrond of sekse herkennen. 4.1.7 De student kan materiaal en opdrachten ontwerpen en opdrachten beargumenteerd selecteren, passend bij de leerdoelen in de bovenbouw. 4.1.8 De student kan verschillende didactische benaderingen en scenario’s toepassen bij het ontwikkelen en evalueren van leeractiviteiten en toetsing, en zorgen voor eenheid tussen eindtermen, doelstellingen en lespraktijk. 5.3.1 De student kan empirisch onderzoek uitvoeren: een onderzoeksvraag formuleren, gangbare onderzoeksmethoden uit de sociale wetenschappen toepassen en conclusies trekken uit de eigen onderzoeksresultaten, gerelateerd aan de onderzoekvraag. 5.3.1 De student kan wetenschappelijke bronnen (secondaire literatuur) vinden en toepassen bij het opbouwen van een argument binnen het eigen vakgebied, analyseren van (literaire) teksten. SBL bekwaamheidseisen: 3.1. creëert betekenisvolle onderwijsarrangementen, waarin onder andere een beroep wordt gedaan op zelfstandig en/of samenwerkend leren en onderzoekend handelen bij de leerling; Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent; competent in het verrichten van (een kleinschalig) onderzoek 3.2. vertaalt de kennisbasis naar voor leerlingen krachtige leeromgevingen met gebruikmaking van verschillende didactische middelen waaronder moderne (digitale) media; 3.4. verantwoordt de eigen vakinhoudelijke en (vak)didactische opvatting(en), daarbij gebruik makend van uitkomsten van actuele, wetenschappelijke inzichten; 8.3. beoordeelt resultaten van onderzoek op hun validiteit en betrouwbaarheid; 8.4. voert praktijkgericht onderzoek uit ter verdieping of uitbreiding van de eigen competenties en/of ter verbetering van de onderwijskwaliteit van de school; 8.5. weet eigen onderzoeksresultaten op een heldere en overtuigende wijze te presenteren aan een publiek van deskundigen (vakgenoten) en niet-deskundigen (bijvoorbeeld ouders). Dublin descriptoren: Kennis en inzicht; Toepassen kennis en inzicht; Oordeelsvorming; Communicatie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Janet Holmes. An introduction to Sociolinguistics. Fourth edition ISBN10: 1408276747 ISNB13: 9781408276747 Boek (verplicht) : Peter Garrett. Attitudes to language - Key topics in Sociolinguistics. ISBN10: 052175917X ISBN13: 9780521759175 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite
69/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MLINGU2-13
Titel
Moderne Literatuur
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAEN-MMODERN-12 Moderne Literatuur Modern Literature 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
EGF Peze (tel. 7329) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
Groepswerk
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
presentatie
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
70/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De studenten lezen een aantal moderne romans uit het Engelse taalgebied die de laatste vijf jaar zijn gepubliceerd en belangrijke literaire prijzen hebben gewonnen. De literaire kwaliteiten van elk werk worden onderzocht en de bevindingen beargumenteerd. Elk boek wordt als terechte prijswinnaar gepresenteerd door een groep studenten, waarbij de kwaliteiten van het boek door middel van activerende werkvormen naar voren moeten worden gebracht De cursus is opgezet volgens het principe task-based learning. Aan de orde komt een selectie van literaire werken die de afgelopen vijf jaar belangrijke literaire prijzen hebben gekregen (met name Man Booker Prize en Pulitzer Prize). De selectie beslaat verschillende Engelstalige gebieden en vertegenwoordigt meerdere culturele groeperingen daarbinnen. Deze werken worden bestudeerd, bediscussieerd en geplaatst binnen hun culturele context en de literaire traditie in bredere zin. 2.2 Cursus inhoud Leerdoelen De student kan literaire teksten formeel en inhoudelijk analyseren, interpreteren en bespreken met gebruik van literaire en literatuurtheoretische concepten, benaderingen en terminologie. De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen binnen hun historische en culturele context. De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. De student vormt zich een mening over smaakontwikkeling en waardering voor literaire werken in relatie tot (de eigen) literaire competentie. Toetsen en beoordelingscriteria Doel van de toetsing is de kennis en vaardigheden te tonen d.m.v. een presentatie en een leesdossier. De studenten houden een heldere presentatie, waarbij alle cursisten geactiveerd worden om aan de discussie deel te nemen, en waarin de kwaliteiten van het gepresenteerde werk voldoende belicht worden op het niveau van de vakspecialist. Daarnaast schrijven de studenten een goedverzorgd en gedocumenteerd leesdossier met daarin de persoonlijke waardering voor elk van de gelezen werken en een beargumenteerd juryrapport. Zowel de presentatie als het leesdossier zijn bepalend voor het succesvol afsluiten van de module. Criteria voor toetsing alsmede normering zullen nader toegelicht worden in de studiehandleiding en tijdens de bijeenkomsten. Kennisbasis 3. Literatuur en cultuur. 3.2 De student kan literaire teksten analyseren, interpreteren en waarderen en maakt daarbij gebruik van de theoretische concepten en begrippen van het betreffende literaire (sub)genre. Onder literaire teksten kunnen culturele uitingen in andere media zoals film, internet en multimedia worden verstaan. 3.4.1 De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 3.4.3.1 De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. SBL competenties 3. Vakinhoudelijk. 3.4. Verantwoordt de eigen vakinhoudelijke en (vak)didactische opvatting(en), daarbij gebruik makend van uitkomsten van actuele, wetenschappelijke inzichten. 5. Wetenschappelijke grondslagen en ontwikkelingen. 5.3.1 De student kan wetenschappelijke bronnen (secondaire literatuur) vinden en toepassen bij het
71/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
opbouwen van een argument binnen de eigen vakgebied, analyseren van (literaire) teksten. Dublin descriptoren 1. Kennis en inzicht. Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. 2. Toepassen kennis en inzicht. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. 3. Oordeelsvorming. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. 4. Communicatie. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of nietspecialisten. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Téa Obreht, The Tiger's Wife, 2011 Boek (verplicht) : Adam Johnson, The Orphan Master’s Son, 2012 Boek (verplicht) : Zadie Smith, NW, 2012 Boek (verplicht) : Paul Harding, Tinkers, 2010 Boek (verplicht) : Howard Jacobson, The Finkler Question, 2010 Boek (verplicht) : Jennifer Egan, A Visit from the Goon Squad, 2011 2.5 Workload Contactduur (uren): 16 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-MMODERN-12
72/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
CKV en culturele achtergronden
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OATA-MCKVCULT-12 CKV en culturele achtergronden Cultural education and Cultural backgrounds 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
SA Edwards (tel. 7421) (
[email protected]) Nederlands
Aanwezigheid verplicht?
Werkvorm
Diverse werkvormen
Totale contacttijd cursus in minuten
Frequentie
niet verplicht
7 maal per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 2: blok 2, blok 3
2520 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 96 (bij alle aanvangsblokken)
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Lessenserie
Theorie toets
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 2: . blok 3 . blok 4
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 2: . blok 3 . blok 4
73/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De cursus begint met de bespreking van de regelgeving en theoretische uitgangspunten die een rol spelen bij het opzetten van een CKV curriculum. Dit zijn zowel inhoudelijke als vakdidactische uitgangspunten. Daarna worden verschillende onderwerpen behandeld die bij het cultuuronderwijs een rol spelen. De studenten leren om niet alleen aandacht te besteden aan literatuur onderwijs, maar om dit deze in verband te brengen met andere cultuuruitingen, zoals film, beeldende kunst, theater, dans en muziek. Verder wordt er aandacht besteed aan een aantal bronnen van onze cultuur, zoals de Bijbel, sprookjes, mythologie en de Arthur verhalen. Steeds zal er worden teruggegrepen naar de theoretische uitgangspunten. De studenten denken na over de mogelijke toepassingen van de theorie op concreet materiaal, en zij presenteren dit aan elkaar en geven elkaar hier feedback op. Ondertussen werken de studenten aan een lessenserie gekoppeld aan de inhoud van de module. Toetsen en beoordelingscriteria: Summatieve toetsing: 1. Een lessenserie (groepswerk) gekoppeld aan inhouden van de module. Begeleidend aan de lessenserie wordt een 500 woorden essay ingeleverd waarin de gemaakte keuzes theoretisch worden onderbouwd. Het essay wordt in het Nederlands geschreven. Een gedetailleerde beoordelingsrubric is in de cursushandleiding te vinden. (50%) 2. Een theoretische toets met kennis en toepassingsvragen. (50%) 2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan schilderijen, muziekcomposities of films in hun socioculturele context plaatsen De student kan interculturele verschillen m.b.t. kunstuitingen benoemen en analyseren De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen. De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historisch en culturele context. De student begrijpt een aantal Europese culturele stromingen in hun onderling samenhang en in het licht van de maatschappelijke, politieke, economische en filosofische ontwikkelingen De student kan geschikte leermiddelen, waaronder ICT-middelen, op een didactisch verantwoorde manier in het onderwijs ontwerpen en toepassen, en heeft hierop een beargumenteerde visie. De student kan (vakoverstijgende) projecten in de bovenbouw (mede)vormgeven Duits: 3.4.1 … kan schilderijen, muziekcomposities of films uit de Duitstalige landen in hun socioculturele context plaatsen heeft kennis van een aantal belangrijke tekstenen auteurs uit de Duitstalige literatuur en kan dezeteksten en auteurs in hun (cultuur-)historische context plaatsen, 3.4.2 … kan interculturele verschillen m.b.t. kunstuitingen benoemen en analyseren. Engels: 3.4.1 De student kan kunstzinnige en sociaal belangrijke fenomenen plaatsen in hun historische en culturele context. 3.4.2 De student kan een literair werk plaatsen in de brede context van een culturele stroming en de gemeenschappelijke kenmerken van culturele uitingen benoemen. 3.4.3.1 De student kan de kenmerkende eigenschappen van de literatuur van het specifieke taalgebied plaatsen in historische en culturele ontwikkelingen 4.2.2.1 De student kan geschikte leermiddelen, waaronder ICT-middelen,op een didactisch verantwoorde manier in het onderwijs ontwerpen en toepassen en heeft hierop een beargumenteerde visie. Frans: 3.4.1 De student begrijpt een aantal Europese culturele stromingen in hun onderlinge samenhang en in het licht van de maatschappelijke, politieke, economische en filosofische ontwikkelingen. 74/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
3.4.4 De student kan de literatuur in verband brengen met andere kunstvormen. 4.2.1.6 De student kan (vakoverstijgende) projecten in de bovenbouw (mede) vormgeven SBL bekwaamheidseisen: vakdidactisch en vakinhoudelijk competent Dublin descriptoren: kennis en inzicht/toepassen kennis en inzicht/ oordeelsvorming/ communicatie 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Reader (verplicht) : Lesmateriaal/reader op sharepoint Boek (verplicht) : De Bijbel (Oude Testament) (mag in de doeltaal) Boek (verplicht) : De sprookjes van de gebroeders Grimm (mag in de doeltaal) Boek (verplicht) : Hein van Dolen (2010) De griekse mythologie in een notendop Boek (verplicht) : Julie Sanders (2005) Adaptation and Appropriation 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 96 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OATA-MCKVCULT-12
75/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Werken aan Bekwaamheidseisen 3
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAR-MWAB3-12 Werken aan Bekwaamheidseisen 3 Developing Teaching Skills 3 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
A Zuurmond (tel. 7518) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 128
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
assessment
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
76/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Doelstellingen/competenties: De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB 3 is dat de student aantoont te voldoen aan de bekwaamheidseisen op niveau masters. Hij stelt daartoe een presentatieportfolio samen en doet een eindassessment, zoals is beschreven in de Handleiding assessment masters. De onderwijseenheid WAB 3 draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk, 2. Pedagogisch, 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega’s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen.
Competenties 7 en 8 komen in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB 3 aan bod komen en welke eerder. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen. 2.2 Cursus inhoud Contactpersonen per opleiding Aardrijkskunde: Gerhard van der Pot Biologie: Ada Herwig Natuurkunde: Martijn de Kat Wiskunde: Lisette Munneke Engels: Esther Peze Duits: Christian Schlösser Nederlands: Anouk Zuurmond Frans: Florence Gaillard Korte omschrijving: De cursus Werken aan bekwaameisen 3 maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Binnen de opleiding werkt de student drie jaar lang op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste vanaf de module WAB 2 enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, doet de student vanaf WAB 2 een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. De student heeft op school een begeleider of collega die hem bij zijn ontwikkeling kan ondersteunen, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een studie- werk- en begeleidingsovereenkomst getekend tussen opleidingsschool en opleiding. Het leren vindt dus plaats in de eigen schoolpraktijk en in de bijeenkomsten en zelfstudietijd in het kader van WAB. WAB 3 staat in het teken van het verder ontwikkelen van competenties die vanuit de bekwaamheidseisen op niveau masters nog aandacht behoeven, persoonlijke profilering en de voorbereiding op het assessment masters. De student onderzoekt daartoe aan het begin van het jaar wat er nog nodig is om aan het eind van het jaar te kunnen bewijzen dat hij voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, plant daarbij passende (leer)activiteiten en voert deze uit. In de tweede helft van het jaar stelt de student 77/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
een presentatieportfolio samen ten behoeve van het eindassessment. Hierbij selecteert hij onderdelen uit WAB 1 en WAB 2 en andere cursussen die zijn ontwikkeling en bereikte niveau illustreren. Ook het praktijkonderzoek –dat in dit studiejaar wordt uitgevoerd- zal bewijsmateriaal opleveren. In de bijeenkomsten wordt vooral aandacht besteed aan het beschrijven, verantwoorden en bewijzen van ontwikkelde competenties. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de onderwijseenheid WAB 3 schrijft de student een laatste persoonlijk ontwikkelplan, waarbij hij zich vooral richt op onderdelen die in de WAB 1 en WAB 2 onderbelicht zijn gebleven of extra aandacht behoeven en op mogelijkheden om zich als docent (verder) te profileren. Hij legt daartoe opnieuw een relatie tussen zijn eigen beroepsbekwaamheden, de bekwaamheidseisen op niveau masters en het programma van de opleiding en formuleert op basis daarvan leervragen en leeractiviteiten om zijn beroepsbekwaamheden verder te ontwikkelen. De voorgenomen leeractiviteiten worden uitgevoerd in de eigen schoolpraktijk en in andere onderdelen van de opleiding, met name in het praktijkonderzoek. Daarbij maakt de student gebruikt van eerder in de WAB-lijn aangereikte (onderzoeks)instrumenten en modellen. Het werken en leren op een school (de schoolpraktijk) is een integraal onderdeel van dit traject. Tijdens de WAB-bijeenkomsten op de hogeschool worden vooral instrumenten aangereikt (waaronder video-intervisie) om competenties krachtig te kunnen beschrijven en bewijzen in het presentatieportfolio en het assessment master. Leerteamleden fungeren daarbij als elkaars critical friend: ze geven elkaar feedback en zullen onderdelen van het assessment met elkaar oefenen. Er wordt plenair, individueel en in leerteams gewerkt. Elk leerteam wordt ondersteund door een begeleider van de opleiding, die extra instrumenten aan kan dragen en feedback kan geven. Aan het eind van het jaar sluit de student zijn opleiding af in het assessment masters. Hierin toont hij aan bekwaam te zijn voor het eerstegraadsgebied. In het assessment wordt gebruik gemaakt van het presentatieportfolio van de student, een presentatie die de student geeft en een criteriumgericht interview. Het assessment wordt afgenomen door twee gecertificeerde assessoren, waarbij er een werkzaam is aan de opleiding en de ander in het eerstegraadsgebied van het voortgezet onderwijs. Minimaal een van beiden is werkzaam in het schoolvak van de student. Het assessment wordt beschreven in de Handleiding assessment masters en wordt georganiseerd door Bureau Assessment. Toetsen en beoordelingscriteria: WAB 3 wordt afgerond middels een assessment master. Hier wordt de student beoordeeld op de acht genoemde competenties, niveau master. Informatie over het assessment (toelatingseisen, inhoud, procedure, beoordelingscriteria) is te vinden in de handleiding assessment master. e
1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was. Legitimering: In de masteropleiding is de beroepscomponent een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Inherent aan iedere beroepsopleiding is dat de student zijn beroepsbekwaamheden in de praktijk ontwikkelt. De didactiek, pedagogiek en organisatie van vakken op eerstegraads niveau verschillen op belangrijke punten van die van het tweedegraads niveau: voorbeelden zijn de interactie tussen docent en leerling, de plaats die de vakinhoud inneemt, het niveau en de omvang van de vakinhoud en de gehanteerde werkvormen. Ook op het gebied van functioneren in de sectie en schoolorganisatie worden aan een master andere eisen gesteld dan aan een tweedegraads docent. Te denken valt aan overleg over de inrichting van het schoolexamen, het ontwikkelen van lesmateriaal en samenwerken met docenten van andere vakken op eerstegraads niveau. Een eerstegraadsdocent is in staat zijn eigen beroepspraktijk methodologisch verantwoord te onderzoeken en is bekend met de wetenschappelijke achtergronden van de onderwijskunde en van zijn eigen vak en vakdidactiek. Aan het einde van zijn opleiding moet de student kunnen bewijzen dat hij voldoende professionele bekwaamheden voor het eerstegraads gebied heeft ontwikkeld. Kennisbasis: Afhankelijk van de keuze van de student kan elk onderdeel van de vakinhoudelijke kennisbasis aan bod komen. 78/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Studielast: Zie studiehandleiding voor de richtlijnen.
Totaal 5 x 28 = 140 uur. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Werken aan Bekwaamheidseisen 2 (OAR-MWAB2-12) Veronderstelde voorkennis: geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Lange, R. de, Schuman, H. en Montesano Montessori, N. (2011). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals. Antwerpen – Apeldoorn: Garant Diversen (verplicht) : Studiehandleiding Werken aan Bekwaamheidseisen 3 Diversen (verplicht) : Handleiding assessment master 2.5 Workload Contactduur (uren): 8 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 128 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MWAB3-12
79/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Titel
Praktijkonderzoek
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2014-2015
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7 1.8
OAR-MPRAKOND-12 Praktijkonderzoek Practical Research 10 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
JMC Broersen (tel. 4923) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd cursus in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
8 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 270
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
80/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: In het praktijkonderzoek laten studenten zien op een zelfstandige, systematische en methodische manier eigen interventies te kunnen ontwerpen, uitvoeren en te evalueren. Dit kan in de vorm van een ontwerp- of actieonderzoek. In de cursus Onderwijswetenschap en Praktijkonderzoek hebben studenten hun gekozen praktijkprobleem op een onderzoeksmatige manier praktisch en theoretisch verkend, interventies ontworpen en hun onderzoeksopzet methodisch uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in een goedgekeurd onderzoeksvoorstel voor het onderdeel Praktijkonderzoek. Dit onderdeel vindt plaats in het laatste jaar van de masterfase. Studenten werken dan verder aan het interventiegedeelte van het onderzoek, voeren hun interventies uit, verzamelen de data en analyseren deze data. Het uiteindelijke totale onderzoek wordt zowel schriftelijk als mondeling gepresenteerd. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvorm en activiteiten: Het praktijkonderzoek heeft in de loop van het jaar verschillende fasen die door studenten gevolgd worden. In periode 1 staan het aanscherpen van interventieontwerp centraal. Op basis van het eerder geschreven onderzoeksvoorstel in de cursus OWPO maken studenten het definitieve ontwerp van hun interventies en de definitieve keuzes/ontwerp op het gebied van hun te gebruiken meetinstrumenten. In periode 2 voert de student de interventies uit en verzamelt data. Daarop volgt in periode 3 de data-analyse en in periode 4 het afronden van de schriftelijke verslaglegging van het onderzoek. Aan het einde van periode 4 krijgt de e student de gelegenheid het onderzoek te presenteren aan 2 jaars masterstudenten en/of collega’s op de eigen werkplek. Tijdens het onderzoek wordt bij voorkeur samengewerkt met andere studenten in de vorm van een leerteam. Dit leerteam wordt begeleid door een docent uit de betreffende vakgroep. Het leerteam vervult de functie van critical friend; medestudenten leveren feedback en helpen met nadenken over de vorm en inhoud van het onderzoek. De leerteams komen op eigen initiatief bij elkaar en hebben op afspraak een bijeenkomst met de begeleider waarin de stand van zaken besproken wordt en de begeleider feedback geeft. Studielast 8 begeleidingsbijeenkomsten in leerteam met docent (8 uur) Verder ontwerp interventie en meetinstrumenten (68 uur) Uitvoering interventies en dataverzameling (68 uur) Analyse resultaten (68 uur) Rapportage onderzoek (68 uur)
Doelstellingen en competenties: • De student laat door middel van het praktijkonderzoek zien op een zelfstandige, systematisch en methodische manier te kunnen onderzoeken of een interventie om een praktijkprobleem op te lossen voldoende effect heeft. • De student laat zien kritisch en analytisch gebruik te maken van literatuur in de context van een praktijkonderzoek bij het verantwoorden van keuzes en het bediscussiëren van de onderzoeksresultaten. • De student laat zien wat het onderzoek bijgedragen heeft aan de eigen professionele ontwikkeling. • De student laat zien het onderzoek op een heldere en doorzichtige manier schriftelijk en mondeling te kunnen presenteren. Toetsing en beoordelingscriteria: De beoordeling van het onderzoek vindt plaats op basis van het onderzoeksverslag. Deze beoordeling wordt gedaan met behulp van een beoordelingsrubric door zowel de begeleider als een tweede beoordelaar. Gezamenlijk bepalen zij het eindcijfer. Legitimering: Competentie 8 Eerstegraads bevoegdheid. Eindtermen leerlijnen onderzoek FE.
Veronderstelde voorkennis: 81/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014
Bijlage cursusbeschrijvingen studiegids masteropleiding leraar Engels 2014-2015
Kennis en ervaring met het operationaliseren van variabelen, het ontwerpen van onderwijssituaties, de belangrijkste dataverzamelingstechnieken en het ontwerpen van meetinstrumenten (WAB). Kennis van verschillende vormen van praktijkonderzoek, het kunnen uitvoeren van een bronnenonderzoek en het schrijven van een onderzoeksverslag (OWPO) 2.3 Ingangseisen Alle volgende (groepen) cursussen moeten voldoende zijn afgerond: 1. WAB (start) (OAR-MWABSTR-12) 2. Onderwijswet. en praktijkonderz. OWPO (OAR-MONDPR-12) of Onderwijswetenschap en praktijkonderzoek (OAR-MONDWETPR-12) Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Diversen, afhankelijk van onderwerp eigen onderzoek. 2.5 Workload Contactduur (uren): 8 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 270 2.4
Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MPRAKOND-12
82/82 © Hogeschool
Utrecht, juli 2014