Bijlage 6 VSO in beeld
VSO in Beeld
Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden
Ondersteuning Ondersteuningsplan SWV 20.02
1
Groningen Ommelanden
De kwaliteitsnormen voor het VSO garanderen al een hoog niveau van basisondersteuning. De scholen voor VSO komen immers pas in beeld indien blijkt dat de ondersteuningsmogelijkheden van regulier onderwijs ontoereikend zijn.
De VSO-scholen zullen overigens wel een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het niveau van de basisondersteuning binnen de scholen voor regulier onderwijs in ons samenwerkingsverband. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door de preventieve inzet van een gedragsdeskundige uit het speciaal onderwijs in de ondersteuningsteams.
Een school voor het voortgezet speciaal onderwijs maakt haar toegevoegde waarde voor het samenwerkingsverband zichtbaar door de arrangementen te beschrijven waarmee de school een antwoord kan bieden op specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Veel scholen voor het VSO zijn ingericht om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften een passend aanbod te bieden. Ze zijn ingericht voor leerlingen met vergelijkbare ondersteuningsbehoeften als het gaat om (een combinatie van) begeleiding op cognitieve ontwikkeling of gedrag. Deze specifieke mogelijkheden van de school kunnen worden omschreven als een arrangement. Daarnaast beschikt de school mogelijk over aanvullende arrangementen op basis van meer specifieke mogelijkheden. Daarbij kan het gaan om specifiek in te zetten expertise en voorzieningen voor leerling en die op school staan ingeschreven. Ook kan het gaan om flexibele voorzieningen die parttime voor individuele of groepen leerlingen beschikbaar zijn. Het VSO heeft in het kader van de kwaliteitswetgeving te maken met drie uitstroomprofielen en wel dagbesteding, arbeidstoeleiding en vervolgonderwijs (diplomagericht). Een goede beschrijving van de arrangementen van het (voortgezet) speciaal onderwijs maakt deze inzichtelijk zodat ze desgewenst flexibel kunnen worden ingezet als (tijdelijke) voorziening voor leerlingen in het regulier onderwijs. (N.B.: de basisondersteuning in het (V)SO ligt op een ander en hoger niveau dan de basisondersteuning in het regulier onderwijs vanwege de meerkosten van het speciaal onderwijs).
VSO Groningen Ondersteuningsplan SWV 20.02
2
Groningen Ommelanden
VS0 cluster 3 De Steiger
Groningen
De Wingerd
Groningen
Margaretha Hardenbergschool
Veendam
Meentschool
Winschoten
Meidoornschool
Stadskanaal
VSO cluster 4 VSO Groningen
Groningen
Ondersteuningsplan SWV 20.02
3
Groningen Ommelanden
Naam VSO school: De Steiger ZML Groningen
Basisarrangement _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ingericht:
De Steiger is een Gereformeerde school voor Speciaal Onderwijs aan zeer moeilijk lerenden,
( ZML), cluster 3. De school heeft een SO- afdeling voor leerlingen van 4 tot twaalf jaar en een VSO- afdeling voor leerlingen van twaalf tot twintig jaar.
Er wordt onderwijs gegeven aan leerlingen met een lichte tot ernstige verstandelijke en soms meervoudige beperking, waarbij de ondergrens wordt aangegeven bij een IQ van 35 tot een IQ van 70. Het zijn daarnaast o.a. leerlingen die sociaal-emotioneel zijn vastgelopen in het regulier (S) BaO en in het ZML onderwijs weer tot rust kunnen komen. Ze kunnen zich vanuit rust en zelfvertrouwen weer ontwikkelen.
Alle leerlingen krijgen een specifiek onderwijsaanbod. Hun bijkomende stoornis is mede de oorzaak van het belemmeren van het leren. Voorop in de begeleiding staat hun verstandelijke beperking waardoor de ondersteuningsvraag gericht is op veiligheid en structuur. Leerlingen met een enkelvoudige IQ beperking zijn binnen onze school een kleine groep evenals de doelgroep meervoudig gehandicapte leerlingen. Leerlingen met een IQ beperking en een bijkomende problematiek zoals een laag sociaal-emotioneel functioneren, hechtingsstoornis, of een autistisch spectrum stoornis, vormen de grootste doelgroep binnen de school. Vanuit onze kleinschaligheid en rust kunnen leerlingen weer tot leren komen. De leerlingen worden binnen de reguliere groepen geplaatst. De leerlingen van De Steiger zijn verdeeld over 4 groepen: twee groepen in het Speciaal Onderwijs (SO) en twee groepen in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO).
De leerlingen kunnen vanaf 4 jaar worden geplaatst in het SO; met 12 jaar wordt er een afweging gemaakt of de leerling doorstroomt naar PrO of de schoolloopbaan voorzet binnen het ZML-VSO. De leerlingen van het ZML-VSO blijven tot ze een leeftijd hebben bereikt van 18 tot 20 jaar. Het VSO is georganiseerd in twee VSO-groepen: VSO-1 en Stagegroep.
VSO- groep heeft een schakelfunctie. We kijken hoe leerlingen omgaan met de veranderingen en of ze sociaal en emotioneel opgewassen zijn tegen de druk van het voortgezet onderwijs. Voor sommige leerlingen staat de weg open naar het praktijkonderwijs, de rest zal ZML-VSO voortzetten binnen onze school.
In de VSO- groep worden leerlingen geplaatst waarbij de nadruk nog ligt op aanbod van cognitieve vaardigheden. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan praktische vaardigheden. Rekening houdend met de eigenheid van de leerling wordt er langzamerhand toegewerkt naar een zo groot mogelijke mate van zelfstandigheid: zelfredzaamheid, sociale redzaamheid, mentale weerbaarheid. In deze klassen ontdekken de leerlingen waar hun belangstelling en mogelijkheden liggen op het gebied van dagbesteding of werk.
Op grond daarvan wordt in de Stage groep een passend onderwijsaanbod gedaan en toegewerkt naar wonen, werken en vrije tijd werk of dagbesteding. Praktijkgericht leren is kenmerkend in deze Ondersteuningsplan SWV 20.02
4
Groningen Ommelanden
groepen en stage is daarbij een belangrijk middel. Ook hier zien we een geleidelijke lijn die start bij interne stage binnen school (in de VSO groep), naar Leren op Locatie (LOL) om, indien mogelijk, te eindigen met een externe stage in de stagegroep.
De externe stage zien wij als een oriëntatie in de maatschappij en zo mogelijk een voorbereiding op een vaste dagbestedings- of werkplek. Vandaar dat er sterk rekening wordt gehouden met de belangstelling van de leerling in samenhang met het vakkenaanbod. Er zijn 5 uitstroomprofielen te onderscheiden:
Profiel 1: Belevingsgerichte dagbesteding
Profiel 2: Belevingsgerichte dagbesteding / Arbeidsmatige dagbesteding in kleine groepen Profiel 3: Arbeidsmatige dagbesteding in groepen
Profiel 4: Arbeidsmarktgericht / WSW / Vrije bedrijf (beschermde arbeid)
Profiel 5: Diplomagericht / Vrije bedrijf / Arbeid Binnen de Steiger worden 3 uitstroomprofielen aangeboden, namelijk profiel 2 t/m 4. Bovengenoemd aanbod valt binnen de specialistische setting onder de basisondersteuning van de school waarbij aangetekend moet worden dat er in het aanbod voor profiel 2 (en 1) extra ondersteuning wordt ingezet. Dit geldt tevens voor de leerlingen met gecompliceerde gedragsproblematiek in de groep met profiel 4
Beschikbaar op deze school: - Logopedie
- Fysiotherapie
- Weerbaarheidsprojecten
- Interne time-out
- Individuele gedragsbegeleiding door orthopedagoog
- Stage aanbod; door interne stage- leren op locatie (LOL) en externe stage
Aanvullende arrangement(en) die vast beschikbaar zijn _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ook ingericht: Leren leren op basis van EIM
De kijk op mensen met een verstandelijke beperking is aan verandering onderhevig. Er is een veranderende kijk op wonen, werk en vrije tijdsbesteding van deze doelgroep. Belangrijke punten zijn daarbij de integratie binnen het maatschappelijk bestel en met name de benadering van de leerlingen. Er wordt steeds minder voor hen geregeld en bepaald, maar meer gekeken en gehandeld naar wat ze zelf willen en kunnen.
Dit heeft Ondersteuningsplan SWV 20.02
5
Groningen Ommelanden
consequenties voor het onderwijs aan deze doelgroep. Bovendien is het onderwijs voor zeer moeilijk lerenden (ZML) momenteel ook onderhevig aan veranderingen. Het onderwijs zal in de toekomst moeten voldoen aan gestelde onderwijskerndoelen.
De tijd van grasduinen en een min of meer vrijblijvende aanpak van het onderwijs, waarbij minder eisen aan de leerlingen gesteld worden, is voorbij. De houding van het team, waarbij geprobeerd wordt fouten van de leerlingen te voorkomen door problemen en opdrachten sterk te versimpelen is achterhaald. Hierdoor werd een situatie gecreëerd waarin de leerling afhankelijk blijft van de leerkracht en deze nodig blijft hebben om datgene wat hij/zij tegen komt te structureren. In een later stadium geldt dit ook voor de woon- en/of werkbegeleiding (“aangeleerde hulpeloosheid”).
Op onze school is er voor gekozen de vicieuze cirkel van de aangeleerde hulpeloosheid en het hulpverleners syndroom te doorbreken. In het actieplan staat dit als volgt omschreven:
De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen.
De leraren bevorderen de zelfstandigheid van leerlingen.
Om daadwerkelijk aan de slag te gaan is gekozen voor het project leren leren in het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden op basis van het Eigen Initiatief Model (EIM).
Binnen de huidige veranderingen en ontwikkelingen in het ZML-onderwijs zien wij het leren leren op basis van het Eigen Initiatief Model als een zeer bruikbare methodiek, die veel mogelijkheden biedt voor de door ons gewenste vorm van onderwijs geven .
Kort beschreven houdt het EIM het volgende in:
Het EIM is een trainings- en begeleidingsmethode gericht op het vergroten van de zelfstandigheid, flexibiliteit en de mogelijkheden/inzetbaarheid van mensen met een verstandelijke beperking.
Voor het team binnen het onderwijs betekent dit een andere manier van begeleiden/coachen bij het aanbieden van leerstof. Niet alleen meer voordoen of structureren, maar de leerling de ruimte geven om zelf te ontdekken, te denken en te handelen.
Deze houding is een voorwaarde om het andere belangrijke onderdeel, de instructie, het aanbieden van leerstrategieën goed uit te voeren.
Het vergroten van de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid leiden tot het versterken van het zelfbeeld. Het geleerde biedt de leerling competenties waarmee hij/zij effectiever kan functioneren in de maatschappij m.b.t. werken en wonen.
Aanvullende flexibele arrangement(en) _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften kan deze school ook flexibel arrangeren: Ten dienste van andere scholen: Te denken valt aan vormen van ambulante begeleiding, die vanuit de SO- school wordt verleend aan scholen voor regulier onderwijs. Deze expertise kan zich richten op:
- expertondersteuning op het gebied van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften (remediale hulp, trainingen sociale vaardigheden, therapieën etc.)
Ondersteuningsplan SWV 20.02
6
Groningen Ommelanden
- coaching van ouders, leerkrachten of IB-ers
- onderwijskundige advisering
- optreden als intermediair tussen ouders en school
- terugplaatsingsarrangementen
Een andere optie is het inrichten van een speciale klas in een reguliere school. Daarbij kan worden gevarieerd in de mate van integratie: leerlingen vormen de hele week een aparte groep of een deel van het onderwijsprogramma wordt in een reguliere groep aangeboden. Ook in tijd kan deze extra ondersteuning variëren: kortdurend of de gehele schoolperiode.
In alle gevallen blijft de leerling ingeschreven in de reguliere school. Het is aan de schoolbesturen van het samenwerkingsverband om in het ondersteuningsplan hier mogelijkheden voor te bieden en middelen voor vrij te maken. - Een ononderbroken lijn van voorschools naar arbeidstoeleiding - Een doorgaande lijn SO-VSO, die van groot belang is voor de ontwikkeling van zelfredzaamheid en
zelfstandigheid. - Daarnaast zullen er in REC verband ook nog nieuwe flexibele arrangementen worden ontwikkeld.
Ambities (bekostigd in samenwerking met andere scholen binnen het samenwerkingsverband, bekostigd door gemeenten en of samenwerkingsverband) _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften heeft deze school de ambitie passend onderwijs te arrangeren: Ambities: intern
De school wil graag voor de zeer laag functionerende leerlingen binnen het VSO het onderwijsaanbod verder ontwikkelen. De school wil specifiek voor leerlingen die behoefte hebben aan met name praktische vorming, meer kunnen gaan bieden. Dit kan bereikt worden door samenwerking te zoeken met het Gomarus college, nl met het Praktijkonderwijs.
Het ontwikkelen van 1 plan voor wonen-werken-vrije tijd, waarbij de visie 1 kind, 1plan, 1 team belangrijk is. Men wil de zorg tussen (S)BaO/REC3/RENN4 meer op elkaar afstemmen en de zorg eerder in kaart brengen, opdat men meer voor de zorgleerlingen in de regio kan betekenen.
Ambities :extern
Samenwerking met reguliere V.O scholen ( o.a. PrO Gomaruscollege) worden verder uitgebreid met als doel een dekkend aanbod voor de leerlingen kunnen bieden
Onderzoeken van de mogelijkheden om ( in samenwerking met het PRO Gomarus) branchegerichte
( deel)certificaten aan te bieden
Onderzoeken van de mogelijkheden om in samenwerking met bedrijven leerlingen op te leiden naar Ondersteuningsplan SWV 20.02
7
Groningen Ommelanden
arbeid Samenwerken met de partners en scholen in de regio, onderwijsexpertisefunctie
Het elkaar versterken door samenwerking met de huidige (keten)partners is een nieuwe markt. De school heeft veel kennis en kunde t.a.v. de sociaal emotionele ontwikkeling. Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften kan deze school van toegevoegde waarde zijn in de regio: School stemt vooral af met primair onderwijs. Vanuit SO afdeling zijn er soms leerlingen met perspectief PRO. Hier wordt dan nauw samengewerkt met het Gomarus om dit perspectief te realiseren. De school biedt mogelijkheden het leren leren op basis van EIM uit te zetten op reguliere scholen voor BaO en V.O. Observatiemogelijkheid voor in ontwikkeling bedreigde kinderen (verbinding tussen verschillende typen onderwijs, KDC’s en peuterspeelzalen
De Steiger kan extra ondersteuning bieden bovenop de basisondersteuning van de reguliere scholen: Het kan dan gaan om medewerking aan het creëren van tussenvoorzieningen tussen regulier en speciaal onderwijs (bijvoorbeeld een parttime plaatsing in het regulier onderwijs) of een speciale klas tussen regulier en speciaal onderwijs in) of om ondersteuningsarrangementen in het regulier onderwijs zelf (denk aan allerlei varianten van ambulante begeleiding of het verzorgen van SOVA- of weerbaarheidstrainingen). Aan elk arrangement hangt een prijskaartje, dat lager ligt dan de kosten van een daadwerkelijke full-time plaatsing in het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Men ziet 3 typen arrangementen t.b.v. het reguliere onderwijs: - Groep aan school achtige vormen: inrichting ZML profiel 4 –leerroute binnen het SBO - In het reguliere onderwijs met ondersteuning (AB -vormen) - Terugplaatsingsarrangementen (waarbij tevens expertise voor professionalisering wordt ingebracht),
m.n. in het Praktijkonderwijs of SBO.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
8
Groningen Ommelanden
Naam VSO school: De Wingerd ZML Groningen
Basisarrangement _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ingericht: De Wingerd is een Christelijke school voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden in de leeftijd van 4 tot 20 jaar; Cluster 3. Men geeft vanuit christelijke betrokkenheid onderwijs aan kinderen met een lichte tot ernstige verstandelijke en soms meervoudige beperking, waarbij de ondergrens wordt aangegeven bij een IQ van + 20 tot een bovengrens van + 70. Op De Wingerd wordt orthopedagogische en didactische zorg geboden aan kinderen met een verstandelijke handicap of een syndroom, waardoor hun participatie in het regulier onderwijs onmogelijk is. De orthopedagoog kan syndromen en beperkingen inschatten en daarop het handelen in de school laten afstemmen. Op De Wingerd biedt men onderwijs aan leerlingen van 4 tot 20 jaar met een verstandelijke en mogelijke lichamelijke beperking en eventueel bijkomende complexe gedragsproblemen. Soms gaat het om een combinatie hiervan. Het IQ geeft voor de school de grenzen van toelaatbaarheid aan. De bovengrens is een IQ van 55. Daar waar sprake is van co-morbiditeit worden leerlingen met een IQ tussen de 55 en + 70 toegelaten. In principe bestaat er geen ondergrens. Leerlingen met een lichte, matige of ernstige verstandelijke beperking, leerlingen met complexe gedragsproblemen of sociaal-emotionele problemen, leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum, leerlingen met psychiatrische problematiek in combinatie met een verstandelijke handicap, leerlingen met het syndroom van Down of andere syndromen maken deel uit van de schoolpopulatie. Men wil iedere leerling optimale ontwikkelingskansen bieden.
Aanvullende arrangement(en) die vast beschikbaar zijn _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ook ingericht: Op de Wingerd is er een project i.s.m. de Bolster genaamd “Samenscholen”. De leerlingen van het VSO worden in staat gesteld om op deelgebieden waar ze goed in zijn middels modules deelcertificaten te halen op het PrO. De inspectie van onderwijs gaat met deze werkwijze akkoord, omdat de leerlingen blijven vallen onder de verantwoordelijkheid van hetzelfde bevoegd gezag. In de twee eerste VSO groepen (12 tot 14 jarigen) wordt nadrukkelijk gekeken welke leerlingen op basis van hun cognitieve mogelijkheden en hun sociaal emotionele ontwikkeling door zouden kunnen stromen naar het Pro.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
9
Groningen Ommelanden
Aanvullende flexibele arrangement(en) _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften kan deze school ook flexibel arrangeren: - de combinatie verstandelijke beperking en gedragsproblematiek, waaronder LVG +, - samenwerking met Pro in het project Samen Scholen, waarbinnen lln. in modules praktijkvakken aangeboden krijgen, die VSO ZML niet in het pakket heeft. (bv Lassen) - een ononderbroken lijn van (voor)schools naar arbeidstoeleiding - een doorgaande lijn SO – VSO, die van groot belang is voor de ontwikkeling van zelfredzaamheid en zelfstandigheid. (Daarnaast zullen er in REC-verband ook nog nieuwe flexibele arrangementen worden ontwikkeld.)
Ambities (bekostigd in samenwerking met andere scholen binnen het samenwerkingsverband, bekostigd door gemeenten en of samenwerkingsverband) _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften heeft deze school de ambitie passend onderwijs te arrangeren: -
In het kader van passend onderwijs wil de school meer personele samenwerking en uitwisseling met andere scholen. Er is een helpdesk opgezet voor hulpvragen vanuit het reguliere V.O. De school biedt een ondersteuningsmogelijkheid o.a. bij het inzetten van pestprotocollen en weerbaarheid t.b.v. het reguliere onderwijs. Samenwerking met reguliere V.O. scholen (o.a Pro en MBO) worden verder uitgebreid met als doel een dekkend aanbod voor de leerling.
Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften kan deze school van toegevoegde waarde zijn in de regio:
Nog niet omschreven door de school.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
10
Groningen Ommelanden
Naam VSO school: Margaretha Hardenbergschool ZML
Basisarrangement _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ingericht:
De Margaretha Hardenbergschool te Veendam is een school voor speciaal onderwijs voor SO en VSO-ZML. De Margaretha Hardenbergschool biedt specialistisch onderwijs aan leerlingen van vier tot twintig jaar. De school heeft een SO-afdeling (speciaal onderwijs voor leerlingen van vier tot twaalf jaar) en een VSO-afdeling (voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen van twaalf tot twintig jaar) op twee verschillende locaties. De startsituatie is voor iedere leerling verschillend. Sommige leerlingen stromen op hun vierde jaar in bij de jongste groep, anderen stromen pas later in, bij een van de vervolggroepen.
De school leidt de leerlingen toe naar: - vormen van dagbesteding en beschermd wonen - begeleid wonen en werken - arbeidsmarkt / vrije bedrijf en zelfstandig wonen Op basis van het op te bouwen ontwikkelingsprofiel, worden er 5 groepen leerlingen onderscheiden: voor alle leerlingen wordt een OPP opgesteld. Vanuit dit ontwikkelingsperspectief worden leerlingen ingedeeld in een profiel wat betreft hun uitstroombestemming en het basisarrangement dat hen aangeboden zal worden.
Er zijn 5 uitstroomprofielen te onderscheiden, hieronder genoemd met bijbehorende uitstroombestemming: Profiel 1: Belevingsgerichte dagbesteding Profiel 2: Belevingsgerichte dagbesteding / Arbeidsmatige dagbesteding in kleine groepen Profiel 3: Arbeidsmatige dagbesteding in groepen Profiel 4: Arbeidsmarktgericht : WSW (beschermde arbeid) / Vrije bedrijf Profiel 5: Diplomagericht / Vrije bedrijf / vervolgonderwijs.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
11
Groningen Ommelanden
Binnen de Margaretha Hardenbergschool worden momenteel 3 van de 5 uitstroomprofielen aangeboden, 2 t/m 4. Van bovengenoemd aanbod is profiel 3 en 4 de basisondersteuning. Het aanbod van profiel 2 noemt de school extra ondersteuning.
De school kan in de huidige onderwijssituatie een adequaat onderwijsaanbod bieden aan kinderen met een ZML toelaatbaarheidsverklaring. In de school zijn de volgende groepen leerlingen te onderscheiden, te weten:
Leerlingen met een licht, matig of ernstig verstandelijke beperking zonder bijkomende problematiek. Leerlingen met een verstandelijke beperking(en) met bijkomende problematiek (sociaal emotioneel en gedragsmatige problematiek/ontwikkelingsstoornissen zoals autisme of hechtingsproblematiek). Leerlingen met een verstandelijke beperking en lichte lichamelijke beperkingen met of zonder bijkomende problematiek. Leerlingen met een IQ van boven de 70 , die sociaal emotioneel ondersneeuwen in het regulier onderwijs (Leerlingen op grensgebied met Praktijkonderwijs, LVG+ problematiek ). Dit zijn leerlingen waarbij de psychiatrische problematiek (ontwikkelingsstoornis) dermate belemmerend is, waardoor de leerling zijn cognitieve vermogens onvoldoende in kan zetten en de leerling ook in sociaal-emotioneel opzicht niet voldoende kan functioneren in het regulier, dan wel speciaal basisonderwijs/ praktijkonderwijs.
Aanvullende arrangement(en) die vast beschikbaar zijn _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ook ingericht:
De school kan in de huidige onderwijssituatie een adequaat onderwijsaanbod bieden aan kinderen met een ZML toelaatbaarheidsverklaring. In de school zijn de volgende groepen leerlingen te onderscheiden, te weten: o o
o
Leerlingen met een licht, matig of ernstig verstandelijke beperking zonder bijkomende problematiek. Leerlingen met een verstandelijke beperking(en) met bijkomende problematiek (sociaal emotioneel en gedragsmatige problematiek/ontwikkelingsstoornissen zoals autisme of hechtingsproblematiek). Leerlingen met een verstandelijke beperking en lichte lichamelijke beperkingen met of zonder bijkomende problematiek. Ondersteuningsplan SWV 20.02
12
Groningen Ommelanden
o
Leerlingen met een IQ van boven de 70 , die sociaal emotioneel ondersneeuwen in het regulier onderwijs (Leerlingen op grensgebied met Praktijkonderwijs, LVG+ problematiek ). Dit zijn leerlingen waarbij de psychiatrische problematiek (ontwikkelingsstoornis) dermate belemmerend is, waardoor de leerling zijn cognitieve vermogens onvoldoende in kan zetten en de leerling ook in sociaal-emotioneel opzicht niet voldoende kan functioneren in het regulier, dan wel speciaal basisonderwijs/praktijkonderwijs.
Aanvullende flexibele arrangement(en) _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften kan deze school ook flexibel arrangeren: De Margaretha Hardenbergschool verstaat onder flexibele arrangementen ook allerlei tussenvormen, die tussen “licht en kortdurend en zwaar en langdurend” instaan. Juist door de samenwerking/binding van de voormalige REC 3-1 scholen en de Ambulant begeleiders kunnen veel meer arrangementen ontwikkeld worden en bestaande geborgd. De (flexibele) onderwijsarrangementen kunnen worden ingezet om extra ondersteuning mogelijk te maken, bovenop de basisondersteuning die zij aan leerlingen bieden. Men gaat inzetten op een samenwerking met Winkler Prins (VO) Scholengemeenschap te Veendam voor organisatie van partieel onderwijs of symbiose voor 12 – 20.
Ambities (bekostigd in samenwerking met andere scholen binnen het samenwerkingsverband, bekostigd door gemeenten en of samenwerkingsverband) _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften heeft deze school de ambitie passend onderwijs te arrangeren: - Arrangement bovenschools: LVG + (structuurgroep) Deze voorziening van een structuurgroep of een LVG+groep is een voorziening die opgezet is in samenwerking met bijvoorbeeld SBO, PRO of cluster 4 scholen voor kinderen die anders tussen wal en schip dreigen te verdwijnen. Het is een extra voorziening (bovenschools) aangezien er nauwe samenwerking nodig is tussen zorg, onderwijs, instellingen en gemeente(s). Voor de plaatsing in het speciaal onderwijs stelt het Ministerie een vast bedrag per leerling vast op 3 niveaus (zmlk/cluster 4, LG, MG). Aan deze extra voorziening in het ZMLK kan bijvoorbeeld een Ondersteuningsplan SWV 20.02
13
Groningen Ommelanden
prijskaartje op het niveau van LG of MG hangen of een prijs op maat. Het is een gespecialiseerde voorziening wat zeer deskundig personeel vraagt en heeft als randvoorwaarde een kleine setting. De Margaretha Hardenbergschool heeft een aanbod voor leerlingen met een ernstige sociaal-emotionele of psychiatrische problematiek. Deze leerlingen hebben naast hun verstandelijke beperking een bijkomende beperking. Leerlingen in deze groep functioneren niet of zeer slecht binnen een reguliere groep. Ze zijn moeilijk te beïnvloeden. De leerling vertoont zodanige gedragsproblemen dat handhaving in de reguliere groep teveel impact heeft op functioneren, veiligheid en welzijn van de andere leerlingen, de begeleiding en zichzelf. 1. Deskundigheid voor structuurgroep Leerkrachten die op de MH school werken worden hebben de opleiding Master SEN gevolgd. Op die manier vergroten zij hun kennis en kunnen ze het onderwijs beter afstemmen op de behoeften van de leerling. Daarnaast volgen alle medewerkers de basisopleiding Autisme. Autisme-intervisies en algemene intervisies op schoolniveau zijn standaard ingevoerd. In deze groep streeft men naar vaste leerkrachten en assistenten. Een groepsleerkracht die in deze groep werkt moet gedragsgespecialiseerd zijn. 2. Aandacht en extra handen voor de structuurgroep Deze leerlingen hebben veel behoefte aan structuur. Deze structuurverlening kan niet altijd in al zijn consequenties in de reguliere groepen worden gerealiseerd. Om deze reden worden de leerlingen geplaatst in een speciale structuurgroep, dit kunnen leerlingen zijn uit alle profielen. De omgeving moet overzichtelijk en voorspelbaar gemaakt worden. Dit houdt in: Ordenen. Verwachtingen duidelijk maken. Gebeurtenissen voorspelbaar maken. De betekenis van dingen, gebeurtenissen, communicatie en omgangsregels duidelijk maken. Onderwijsbehoeften structuurgroep leerlingen Kleine groep van maximaal 9 leerlingen. De leerling is niet leerkrachtafhankelijk. Dit betekent dat de routine doorloopt bij afwezigheid van de leerkracht. Elke leerling heeft een eigen, afgeschermde werkplek. Naar buiten gaan (pauzes en einde schooldag) onder begeleiding. Ondersteuningsplan SWV 20.02
14
Groningen Ommelanden
3. Voorzieningen en gebouw tbv structuurgroep Structuur in tijd en activiteiten: Een visueel dagprogramma aan de wand, verwijzers of schrift. Lesovergangen worden duidelijk aangegeven. Directe opvang van de leerling bij binnenkomst. De leerkracht bouwt (individuele) rustkwartiertjes in bij het dagritme. Leerlingen met bijvoorbeeld ADHD gaan op zoek naar prikkels zoals geuren, beelden en geluiden. De leerkracht kan tegemoet komen aan de behoefte om even te bewegen door bijvoorbeeld pauzemomenten in een les in te plannen waarin een leerling even kan bewegen. De lessen zijn voorzien van een duidelijk begin en eind. Pedagogische middelen als het uit de groep verwijderen probeert men zoveel mogelijk te voorkomen, maar als het niet anders kan is er een time-out ruimte.
4. Materialen in de structuurgroep Men maakt gebruik van reguliere methodes. Daarnaast beschikt men in de structuurgroep over aangepaste methodieken die beter aansluiten. 5. Samenwerking tbv de structuurgroep Vanaf schooljaar 2014-2015 verwacht men deel uit te gaan maken van een expertisecentrum. Er zijn korte lijnen waardoor direct overleg met ketenpartners mogelijk is. Hierbij valt te denken aan Accare, MEE, CJG, GGD maar ook aan SBO, KDC en RENN4. - Binnen bepaalde profielen kan er verder op maat (qua aanpak en aanbod) worden bediend: bijv. leerlingen met complexer gedrag (LVG+) of leerlingen met een meervoudige beperking, die in een kleinere groep met intensievere begeleiding onderwijs krijgen. Hier zijn in de voorwaardelijke sfeer extra maatregelen voor nodig: uitgebreidere expertise bij leerkrachten / assistenten en onderwijs in kleinere groepen, wat om extra bekostiging vanuit het samenwerkingsverband vraagt. Daarnaast is er multidisciplinaire samenwerking met andere (keten) partners nodig. - Arrangement voor leerlingen met zeer beperkte ontwikkelingsmogelijkheden en zeer geringe zelfredzaamheid (IQ van de leerlingen: 21 - 35 en ontwikkelingsleeftijd 2 – 4 jr) Ondersteuningsplan SWV 20.02
15
Groningen Ommelanden
Arrangement: de school heeft een aanpak voor leerlingen met beperkte cognitieve ontwikkelingsmogelijkheden. Het gaat om leerlingen die functioneren op de grens van onderwijs en zorg. Invulling: 1. Deskundigheid: beschikbaarheid medewerker met Master SEN en gespecialiseerd in begeleiding leerlingen beperkt IQ. Overige medewerkers specialistische kennis verstandelijke beperkingen. 2. Aandacht en tijd/voorzieningen: Permanent assistenten beschikbaar (1 fte op 3 kk’n). Tijd en ruimte voor individuele aanpak en therapie. Methodes aangepast aan kerndoelen ZMLK. Tijd en ruimte voor oefenmogelijkheden gericht op werk, wonen, vrije tijd en goed burgerschap. 3. Gebouw: Geschikte verzorgings- en therapieruimtes, waaronder snoezelruimtes. Lokalen ingericht op werken, wonen en vrije tijd. Sanitaire ruimtes, verkeersruimtes en speelruimtes afgestemd op de mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep. 4. Samenwerking: De school werkt nauw samen met ouders, Jeugdzorg, MEE, zorginstellingen, naschoolse opvang. Streven naar 1 kind – 1 plan onderwijs/zorg. - Arrangement voor leerlingen met complexere ondersteuningsvragen ( bijv. potentiële thuiszitters)
Arrangement dat geboden moet worden aan leerlingen met een verstandelijke beperking en bijkomende problematiek. Deze bijkomende problematiek in gedrag is dusdanig dat een reguliere schoolplaatsing ook binnen het (V)SO onhaalbaar lijkt. Gedrag waardoor, zonder de mogelijkheid een flexibel en persoonlijk arrangement samen te stellen, verwijdering uit school zou plaatsvinden. Over de acties binnen de school en de plaatsing zelf voert de school de regie. Daarbij is het uitgangspunt dat er geïnventariseerd wordt wat de leerling nodig heeft. 1. Deskundigheid Leerkrachten (V)SO met een belangstelling en bereidheid zich in te zetten voor deze doelgroep. Het delen van de visie om goed te kijken wat deze leerling nodig heeft en daarbij ‘out-of-the-box’ te willen denken in termen van mogelijkheden Ondersteuningsplan SWV 20.02
16
Groningen Ommelanden
en facilitering zijn vereist. Daarnaast is de directeur (V)SO nauw betrokken bij dit traject en aanwezig bij de gesprekken met de verschillende betrokkenen. 2. Aandacht en tijd Het kan wenselijk/noodzakelijk zijn om voor een bepaalde tijd de leerling een 1op-1 begeleiding te geven of niet volledig naar school te laten gaan. Het streven is wel altijd terugplaatsing binnen een reguliere klas. 3. Voorzieningen en gebouw De plaatsing is op de school. Bij leerlingen die ouder zijn dan 16 jaar worden de zorginstellingen betrokken om voor een deel van de week een stagewerkplek te organiseren. Bij leerlingen onder de 16 jaar is het streven een voltijds schoolplaatsing. Deze voltijds plaatsing zal niet in alle gevallen het vertrekpunt zijn. Het komt voor dat leerlingen dit arrangement starten met een schoolplaatsing van bijvoorbeeld 2 dagdelen en dat dit in de loop van de tijd wordt uitgebouwd. 4. Materialen / protocollen / methodieken Invulling van dit onderdeel is afhankelijk van de leeftijd, mogelijkheden en behoefte van de leerling. 5. Samenwerking - met ouders, orthopedagoog en/of groepsleiding woonvoorziening/zorginstelling - leerplichtambtenaar voor de aanvraag van gedeeltelijke / tijdelijke leerplichtontheffing. - Zorginstellingen waar nodig voor het verzorgen van een stagewerkplek. - Waar nodig tijdelijke ondersteuning door personeel van de zorginstelling in school. Deze begeleiding is er op gericht de overgang naar school te vergemakkelijken, de leerling individueel te ondersteunen, of als achterwacht op de momenten dat het mis dreigt te gaan. - “op maat” arrangement Ook de (dreigende) thuiszitter kan in samenspraak met betrokken partijen een Ondersteuningsplan SWV 20.02
17
Groningen Ommelanden
“op maat” arrangement worden aangeboden om daarmee dreigend thuiszitten te voorkomen. Reeds thuiszittende leerlingen kunnen na een grondige analyse van de problematiek i.s.m. externe partijen (Accare, MEE enz.) een re-integratietraject tot schoolgaan worden geboden. De Margaretha Hardenbergschool is hierdoor in staat kinderen en jongeren met complexer gedrag, al dan niet tijdelijk, te plaatsen.
- Observatieplaatsingsarrangement Het samenwerkingsverband kan een leerling een tijdelijke beschikking geven (toelaatbaarheidsverklaring) voor deze school om een aantal observatie – en onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Na de periode van observeren en onderzoeken kan dan een definitief arrangement worden vastgesteld door de onafhankelijke Commissie van Advies van het Samenwerkingsverband. Overige ambities - Deze VSO-afdeling wil expertise delen en uitdagende en passende leerroutes voor V(S)Oleerlingen organiseren en uitvoeren. - Deze VSO-afdeling wil nieuwe arrangementen maken i.s.m. andere scholen, schoolbesturen en het samenwerkingsverband: door voortschrijdend inzicht ontstaan er nieuwe mogelijkheden v.w.b. ontwerpen van nieuwe arrangementen voor leerlingen binnen ons samenwerkingsverband. - Deze VSO-afdeling wil samenwerking stagebureaus van speciale scholen in de regio: er liggen mogelijkheden samen te werken v.w.b. acquisitie, vacaturebanken, netwerken e.d. Ook het gezamenlijk stroomlijnen van taken en werkzaamheden op het terrein van arbeidstoeleiding is een mogelijkheid.
- Extra ondersteuning t.b.v. het regulier onderwijs Vormen van extra ondersteuning bovenop de basisondersteuning van de reguliere scholen: Het kan dan gaan om medewerking aan het creëren van tussenvoorzieningen tussen regulier en speciaal onderwijs (bijvoorbeeld een parttime plaatsing in het regulier onderwijs of een speciale klas tussen regulier en speciaal onderwijs in) of om ondersteuningsarrangementen in het regulier onderwijs zelf (allerlei varianten van AB of het verzorgen van SOVA- of weerbaarheidstrainingen). o arrangementen als het gaat om thuiszitters of dreigende thuiszitters Ondersteuningsplan SWV 20.02
18
Groningen Ommelanden
o de co-teaching die men gezamenlijk kan inzetten o mogelijke inzet op taal o de LVG+ leerlingen zitten – hoewel sporadisch – ook in het reguliere onderwijs: men heeft veel ervaring en bovendien kan men ook reguliere scholen helpen bij het onderkennen van problematiek als het gaat om gedragsproblematiek en een licht verstandelijke beperking, bv via de VPI een - al dan niet - virtuele voorziening maken die LVG+ leerlingen opvangt, Groningen breed of Groningen/Drenthe breed . De Margaretha Hardenbergschool ziet 3 type arrangementen t.b.v. het reguliere onderwijs: 1. Groep aan school achtige vormen: inrichting ZML profiel 4 –leerroute binnen bijvoorbeeld het SBO; 2. In het reguliere onderwijs met ondersteuning (AB -vormen); 3. Terugplaatsingsarrangementen (waarbij tevens expertise voor professionalisering wordt ingebracht), m.n. in het Praktijkonderwijs of SBO.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
19
Groningen Ommelanden
Naam VSO school: Meentschool Basisarrangement (SOP hoofdstuk 3) _______________________________________________________________________________________________________________ ____ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ingericht:
De Meentschool is een openbare school voor speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerenden (ZMLK). De school heeft een SO- afdeling voor leerlingen van 4 tot twaalf jaar en een VSOafdeling voor leerlingen van twaalf tot twintig jaar. De leerlingen komen uit de hele regio Noordoost Groningen. Alle leerlingen van de Meentschool krijgen een specifiek onderwijsaanbod. Leerlingen met een enkelvoudige IQ beperking zijn binnen de school een kleine groep. Leerlingen met een IQ beperking en een bijkomende problematiek zoals een laag sociaal-emotioneel functioneren, hechtingsstoornis of een autistisch spectrum stoornis, vormen de grootste doelgroep binnen deze school. Vanuit kleinschaligheid en rust kunnen kinderen op deze school (weer) tot leren komen. Er wordt gewerkt vanuit een multidisciplinair team waarin verschillende deskundigheden zijn vertegenwoordigd. De leerkrachten verzorgen het onderwijs aan de groepen en worden ondersteund door onderwijsassistenten.
VSO (55-60) is een ZMLK school. (cluster 3). De meeste VSO leerlingen komen als SO leerlingen binnen. Een aantal leerlingen had eerst ambulante begeleiding op een basisschool. Een enkele keer komt de leerling vanaf een praktijkschool. (vaak sociaal emotionele redenen) Leerlingen komen ook vanuit SBO.
Er zijn 5 uitstroomprofielen te onderscheiden: Profiel 1: Belevingsgerichte dagbesteding Profiel 2: Belevingsgerichte dagbesteding / Arbeidsmatige dagbesteding in kleine groepen Profiel 3: Arbeidsmatige dagbesteding in groepen Profiel 4: Arbeidsmarktgericht / WSW / Vrije bedrijf (beschermde arbeid) Profiel 5: Diplomagericht / Vrije bedrijf / Arbeid
Ondersteuningsplan SWV 20.02
20
Groningen Ommelanden
Binnen de Meentschool worden 3 uitstroomprofielen aangeboden, namelijk profiel 2 t/m 4. Bovengenoemd aanbod valt binnen de specialistische setting onder de basisondersteuning van de school. In het aanbod voor profiel 2 (en 1) wordt aanvullend op de basisondersteuning extra ondersteuning ingezet. Dit geldt tevens voor de leerlingen met gecompliceerde gedragsproblematiek in de groep met profiel 4
Beschikbaar op deze school: (SOP 3.2 en 3.3) - Logopedie - Fysiotherapie - Motorische remedial teaching - Weerbaarheidsprojecten - Interne time-out - Individuele gedragsbegeleiding - Individuele gedragstherapie - Spelbegeleiding - Speltherapie - Stage aanbod
Aanvullende arrangement(en) die vast beschikbaar zijn De Meentschool stelt observatieplaatsen ter beschikking. (4.1.1) Structuurgroep (4.1.2) Voor leerlingen met ernstige sociaal-emotionele of psychiatrische problematiek. Deze leerlingen hebben naast hun verstandelijke beperking een bijkomende beperking. De leerlingen hebben hierdoor moeite om de wereld om hen heen te begrijpen en hebben ook vaak problemen in de omgang met de ander. Door de samenstelling van populatie binnen de school, is duidelijk geworden dat we binnen de reguliere groepen voor deze leerlingen niet in voldoende mate kunnen voldoen aan de extra basisbehoeften. Deze leerlingen hebben veel behoefte aan structuur. Deze structuurverlening kan niet altijd in al zijn consequenties in de reguliere groepen van deze school worden gerealiseerd. Om deze reden worden deze leerlingen geplaatst in een speciale structuurgroep, dit kunnen leerlingen zijn uit Ondersteuningsplan SWV 20.02
21
Groningen Ommelanden
alle profielen. In een dergelijke groep heerst gedurende de hele week een basisklimaat met een sterk regulerende structuur en een grote mate van voorspelbaarheid. Het gaat om leerlingen die niet of zeer slecht functioneren binnen de reguliere groep, vooral op sociaal-emotioneel gebied. Deze leerlingen zijn moeilijk te beïnvloeden. De leerling vertoont zodanige gedragsproblemen dat handhaving in de reguliere groep teveel impact heeft op functioneren, veiligheid en welzijn van de andere leerlingen, op de begeleiding en op zichzelf. Het gaat om leerlingen die door hun gecompliceerde beperking (angst, chaos, overprikkeld, eigenaardige structuren enz.) zeer professionele begeleiding nodig hebben om zich te ontspannen, zich veilig te voelen, zich te ontwikkelen en succeservaringen op te doen. De leerlingen hebben door hun gedragsproblemen voortdurend correctie en aandacht nodig en hebben baat bij veel individuele begeleiding. M.b.t. taakgerichtheid: De leerling: kan zich niet/matig concentreren. M.b.t. de weerbaarheid: De leerling: heeft moeite met het reageren op onbekende situaties. Raakt snel overprikkeld, waardoor de ontwikkeling wordt belemmerd. Kan snel in paniek raken door de dynamiek die de reguliere klas met zich meebrengt (geen overzicht). M.b.t. het begrip van sociale regels: De leerling: overziet de consequenties niet van eigen handelen. Begrijpt (sociale) afspraken niet/nauwelijks. Om de onderwijsomgeving in de structuurgroep veilig en begrijpelijk te maken is deze nadrukkelijk geordend, voorspelbaar en gestructureerd. Dit is uitgewerkt in het TEACCH-model (Treatment and Education of Autistic and related Communication Handicapped Children). Bij de TEACCH-benadering is de aandacht gericht op de persoon met autisme en op de ontwikkeling van een programma rond diens vaardigheden, belangstelling en behoeften. De voornaamste prioriteiten omvatten het concentreren op het individu, het begrip van autisme, het vaststellen van de juiste aanpassingen en een op bestaande vaardigheden en belangstelling gebaseerde interventie. De extra basisprincipes zijn: Structuur in ruimte: Ieder heeft in principe zijn vaste plaats aan tafel en/of werkhoek. Structuur in tijd en activiteiten: Een visueel dagprogramma aan de wand, verwijzers of schrift. Dit kan per leerling verschillend zijn. De lessen kenmerken zich door een duidelijk begin en eind. Het streven is vaste leerkrachten en assistenten. De te verrichten handelingen zijn duidelijk voorzien van een begin en een eind.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
22
Groningen Ommelanden
De opbouw van spanning wordt steeds in de gaten gehouden. Als de spanning te hoog oploopt, kunnen deze leerlingen geen nieuwe informatie meer opnemen. Door zorgvuldigheid in structuur en voorspelbaarheid voorkomt men opbouw van spanning en creëert men een leeromgeving voor deze leerlingen. Groepsgrootte, maximaal 8 leerlingen (huidige situatie; 10 leerlingen)
Onderwijszorggroep (4.1.3) Dit profiel is bestemd voor leerlingen die uitstromen naar een vorm van dagactiviteiten. Deze stroom is bedoeld voor leerlingen die (een complexe) sociaal-emotionele problematiek hebben. De oorzaken zijn zeer verschillend als gevolg van neurologische en/of psychosociale factoren. Als gevolg van deze factoren kunnen deze leerlingen niet participeren binnen de structuur die in het (V)SO gehanteerd wordt. In deze groep zitten leerlingen met een IQ < 36. Het gaat om leerlingen met een ontwikkelingsachterstand op diverse gebieden. De leerlingen hebben naast een verstandelijke beperking een bijkomende beperking (motorisch, zintuiglijk, stoornissen in het autistisch spectrum, gedragsproblemen). Het gaat om leerlingen die door hun gecompliceerde handicap, in combinatie met een laag cognitief niveau, zeer professionele begeleiding nodig hebben om te kunnen ontspannen (zich veilig voelen) en zich te kunnen ontwikkelen. Deze leerlingen hebben een geringe kennisgerichte nieuwsgierigheid en vaak ook een trage informatieverwerking. In deze stroom ligt de nadruk meer op zelfredzaamheid en de sociaal-emotionele vaardigheden. In het VSO komen daar de praktische vaardigheden bij. Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling is er sprake van een sterke verbondenheid met het hier en nu. De leerling ervaart de wereld vooral via eigen zintuigen. De leerling is wat betreft zijn directe omgeving vooral gericht op toevallige omstandigheden en gebeurtenissen. Via dagelijks of wekelijks terugkerende gebeurtenissen ontstaat gewoontevorming. De leerling leert ervaringsgericht, weet handelingen, ruimte, personen en voorwerpen uit eigen ervaring te herkennen. Er kan sprake zijn van een geringe weerbaarheid en afhankelijk of angstig gedrag. Een aantal leerlingen heeft de neiging een eigen spoor te trekken, en verliest zich snel in opwinding of een eigen belevingswereld. Daarnaast staat de leerling egocentrisch in de wereld en kan er sprake zijn van onbereikbaarheid. M.b.t. de mate van zelfstandigheid: De leerling: kan opdrachten niet/matig zelfstandig uitvoeren. Vraagt niet/nauwelijks om hulp. Toont geringe mentale activiteit (weinig initiatief, weinig motivatie). Kan het niet aangeven als iets fout gaat. Kan geen verantwoorde eigen keuzes maken. Ondersteuningsplan SWV 20.02
23
Groningen Ommelanden
M.b.t. de mate van zelfredzaamheid: De leerling: heeft moeite met aan-/uitkleden. Heeft moeite met douchen/wassen/ drogen (hygiëne algemeen). Kan materialen niet zonder hulp opruimen. Kan niet zelf een boodschap doen/overbrengen, is binnen en/of buiten de school niet mobiel; kan gezien de motorische mogelijkheden niet/nauwelijks opdrachten uitvoeren. M.b.t. taakgerichtheid: deze leerling kan niet gedurende langere tijd aaneengesloten blijven werken. Kan meervoudige opdrachten niet/nauwelijks aan. Heeft problemen met selectieve aandacht. Bezit geringe transfer mogelijkheden van handelen. Kan niet/nauwelijks zonder begeleiding werken. M.b.t. de mate van leerbaarheid: de leerling heeft veel herhaling nodig bij het verwerven van vaardigheden. Heeft moeite met uitleg. Heeft behoefte aan succeservaring op zijn eigen niveau, zonder dat hij steeds op zijn tenen moet lopen. M.b.t. de weerbaarheid: de leerling heeft moeite met het reageren op onbekende situaties. Is weinig weerbaar. Is weinig flexibel. Heeft een sterke neiging tot afhankelijkheid. Heeft geen of een matig zelfvertrouwen. Vindt weinig aansluiting bij andere leerlingen. M.b.t. het begrip van sociale regels: de leerling overziet de consequenties niet van eigen handelen. Heeft problemen met het hanteren, herkennen en benoemen van emoties.
Gekozen wordt voor een werkwijze waarin de dagelijkse begeleiding vanuit de klas de basis vormt. Daarnaast zal er gewerkt worden in subgroepjes buiten de klas. Leerlingen kunnen veel plezier beleven aan een dagelijkse terugkeer van dezelfde mensen, voorwerpen, gebeurtenissen en rituelen. Een dagelijks ritme van vaste herkenningspunten in de omgeving, in de activiteiten en in de persoonlijke omgang zal een veilig gevoel geven. Het herkennen van patronen kan leiden tot passende verwachtingen (als dit gebeurt……dan volgt er dat). Het vergroot de greep op de wereld. Het programma heeft daarom een vast herkenbaar kader. Daartussen zijn wisselende activiteiten mogelijk. De begeleiding is vooral gericht op het vergroten en uitbreiden van vaardigheden, via het opdoen van nieuwe ervaringen en het verwerven van nieuwe gedragswijzen. Het verwerven van nieuw gedrag kan plaatsvinden middels intrainen, via voordoen, meedoen, nadoen en zelfdoen. Er is een vast dagprogramma met voldoende herkenbaarheid en overzichtelijkheid met aandacht voor primaire zorg: verzorgen, beschermen, stimuleren van activiteiten en contactname. Het programma is gericht op het opdoen van ervaringen en het veelvuldig herhalen van geleerd handelen. Er zijn momenten nodig waarop individueel contact met de leerling mogelijk is. Ook verzorgingsmomenten kunnen daartoe benut worden.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
24
Groningen Ommelanden
Wat de communicatie betreft zijn de leerlingen in staat eenvoudige taal met ondersteunende gebaren te begrijpen, er op te reageren en op eenvoudige wijze te communiceren in woord en gebaar. Wat de inhoud betreft moet daarbij gedacht worden aan activiteiten op gebieden als: -
zelfredzaamheid
-
omgevingsbewustzijn
-
sociaal-emotionele ontwikkeling
-
communicatie
-
taal en motoriek
-
praktische vaardigheden (bijv. op het gebied van huishoudkunde en tuin/dierverzorging).
Groepsgrootte maximaal 8 leerlingen (huidige situatie; 9 leerlingen)
Aanvullende flexibele arrangement(en) Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ook ingericht: (Nog) niet beschreven door de school.
Ambities (bekostigd in samenwerking met andere scholen binnen het samenwerkingsverband, bekostigd door gemeenten en of samenwerkingsverband) Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften heeft deze school de ambitie passend onderwijs te arrangeren: Idem aanvullende flexibele arrangementen. Op dit moment ontvangt de Meentschool aanvullende AWBZ middelen die worden ingezet in de structuur en onderwijszorggroep. Dit gaat om leerlingen met complexer gedrag (LVG+) of leerlingen met een meervoudige beperking, die in een kleinere groep met intensievere begeleiding onderwijs krijgen . Deze ondersteuning valt binnen onze school onder de extra ondersteuning, flexibele arrangementen. Hiervoor is in de voorwaardelijke sfeer meer nodig: extra expertise bij de leerkrachten en assistenten en kleinere groepen. Daarnaast is er multidisciplinaire samenwerking met andere (keten) partners nodig. Om in de toekomst dezelfde kwaliteit en kwantiteit van ondersteuning te kunnen bieden heeft de school aanvullende bekostiging nodig. Extra ondersteuning tbv reguliere vo scholen
Ondersteuningsplan SWV 20.02
25
Groningen Ommelanden
De Meentschool kan extra ondersteuning bieden bovenop de basisondersteuning van de reguliere scholen: Het kan dan gaan om medewerking aan het creëren van tussenvoorzieningen tussen regulier en speciaal onderwijs (bijvoorbeeld een parttime plaatsing in het regulier onderwijs) of een speciale klas tussen regulier en speciaal onderwijs in) of om ondersteuningsarrangementen in het regulier onderwijs zelf (denk aan allerlei varianten van ambulante begeleiding of het verzorgen van SOVA- of weerbaarheidstrainingen). Aan elk arrangement hangt een prijskaartje, dat lager ligt dan de kosten van een daadwerkelijke fulltime plaatsing in het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Men ziet 3 typen arrangementen t.b.v. het reguliere onderwijs: 1. Groep aan school achtige vormen: inrichting ZML profiel 4 –leerroute binnen het SBO bijv. 2. In het reguliere onderwijs met ondersteuning (AB -vormen) 3. Terugplaatsingsarrangementen (waarbij tevens expertise voor professionalisering wordt ingebracht), m.n. in het Praktijkonderwijs of SBO. Aanvullend: De school wil graag voor de zeer laag functionerende leerlingen binnen het VSO het onderwijsaanbod verder ontwikkelen met activiteiten die gericht zijn op persoonlijkheidsvorming, het aanleren van sociale competenties en de redzaamheid op de domeinen (beschermd) wonen, dagbesteding en vrije tijd. Onderwijs en zorg voor leerlingen komt in het onderwijszorgcentrum (OZC de Stuwe), waar de Meentschool in is gevestigd, samen. Uitgangspunt en speerpunt is het ontwikkelen van één plan voor wonen-werken-vrije tijd, waarbij de visie één kind, één plan, één team belangrijk is. Het onderwijszorgcentrum voor de gemeenten Oldambt en Bellingwedde wil een centrale rol gaan vervullen als onderwijsexpertisecentrum en als centrum op het gebied van hulp en zorg in de regio. Het elkaar versterken door samenwerking met de huidige (keten)partners is een nieuwe markt. De school heeft veel kennis en kunde t.a.v. de sociaal emotionele ontwikkeling. Het OZC wil graag een observatiemogelijkheid bieden voor in ontwikkeling bedreigde kinderen waarbij de verbinding wordt gelegd tussen verschillende typen onderwijs, kinderdagcentra (kdc’s) en peuterspeelzalen. De Meentschool wil daar een belangrijke rol in gaan spelen.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
26
Groningen Ommelanden
Naam VSO school: Meidoornschool
Basisarrangement _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ingericht:
Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ingericht: De Meidoornschool is een Protestants Christelijke school voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden in de leeftijd van 4 tot 20 jaar; cluster 3. De leerlingen komen uit de provincie Groningen en Drenthe. Er wordt onderwijs gegeven aan leerlingen met een lichte tot ernstige verstandelijke en soms meervoudige beperking. De startsituatie is voor iedere leerling verschillend. Sommige leerlingen stromen op hun vierde jaar in bij de jongste groep, anderen stromen pas later in, bij een van de vervolggroepen.
Op de Meidoornschool wordt orthopedagogische en didactische zorg geboden aan kinderen met een verstandelijke handicap of een syndroom, waardoor hun participatie in het regulier onderwijs onmogelijk is. De school leidt de leerlingen toe naar: -
vormen van dagbesteding en beschermd wonen begeleid wonen en werken arbeidsmarkt / vrije bedrijf en zelfstandig wonen
Er worden 5 groepen leerlingen onderscheiden: voor alle leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief of individueel handelings- en overgangsplan opgesteld. Vanuit hieruit worden leerlingen ingedeeld in een profiel wat betreft hun uitstroombestemming en het basisarrangement dat hen aangeboden zal worden.
Profiel
Mate van beperking
Intelligentie
Ontwikkelingsleeftijd
Uitstroom
1
Diepverstandelijke
IQ < 20
0-2 jaar
Belevingsgerichte
Ondersteuningsplan SWV 20.02
27
Groningen Ommelanden
beperking
dagbesteding
2
Ernstige verstandelijke beperking
IQ 20-35
2-4 jaar
Dagbesteding
3
Matige verstandelijke beperking
IQ 35-50
4-7 jaar
Arbeidsmatige dagbesteding
4
Licht verstandelijke beperking
IQ 50-70
7-12 jaar
Beschermd werken
5
Zwakbegaafdheid tot gemiddelde mogelijkheden
IQ > 70
Kalender- leeftijd Vervolgonderwijs/ Vrije bedrijf
Er wordt op de Meidoornschool gewerkt vanuit een multidisciplinair team waarin verschillende deskundigheden zijn vertegenwoordigd. Te denken is aan onder andere logopedie, fysiotherapie, interne begeleiding, weerbaarheidstraining, ergotherapie. De leerkrachten verzorgen het onderwijs aan de groepen en worden ondersteund door onderwijsassistenten.
Aanvullende arrangement(en) die vast beschikbaar zijn _______________________________________________________________________________
Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ook ingericht: De school kan in de huidige onderwijssituatie een adequaat onderwijsaanbod bieden aan kinderen met een ZML toelaatbaarheidsverklaring. In de school zijn de volgende groepen leerlingen te onderscheiden, te weten: -
Leerlingen met een licht, matig of ernstig verstandelijke beperking zonder bijkomende problematiek. Leerlingen met een verstandelijke beperking(en) met bijkomende problematiek (sociaal emotioneel en gedragsmatige problematiek/ ontwikkelingsstoornissen zoals autisme of hechtingsproblematiek). Leerlingen met een verstandelijke beperking en lichte lichamelijke beperkingen met of zonder bijkomende problematiek. Leerlingen met een IQ van boven de 70 , die sociaal emotioneel ondersneeuwen in het regulier onderwijs (leerlingen op grensgebied met praktijkonderwijs, LVG+ problematiek). Dit zijn leerlingen waarbij de psychiatrische problematiek (ontwikkelingsstoornis) dermate belemmerend is, waardoor de leerling zijn cognitieve Ondersteuningsplan SWV 20.02
28
Groningen Ommelanden
vermogens onvoldoende in kan zetten en de leerling ook in sociaal-emotioneel opzicht niet voldoende kan functioneren in het regulier, dan wel speciaal basisonderwijs/ praktijkonderwijs. Leerlingen die functioneren op zowel onderwijs als zorgniveau, hiervoor zijn onderwijszorggroepen ingericht.
Aanvullende flexibele arrangement(en) _______________________________________________________________________________
Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften kan deze school ook flexibel arrangeren: -
-
de combinatie verstandelijke beperking en gedragsproblematiek, waaronder LVG +; samenwerking met reguliere scholen voor basisonderwijs om zo opvang te organiseren; een aanbod voor leerlingen met de behoefte aan zowel zorg als onderwijs, in de onderwijszorggroepen; een doorgaande lijn SO–VSO, die van groot belang is voor de ontwikkeling van zelfredzaamheid en zelfstandigheid; tussenvormen die tussen ‘licht en kortdurend en zwaar en langdurend’ instaan. Juist door de samenwerking/binding van de voormalige REC 3 scholen en de ambulant begeleiders kunnen veel meer arrangementen ontwikkeld worden en bestaande geborgd. De (flexibele) onderwijsarrangementen kunnen worden ingezet om extra ondersteuning mogelijk te maken, bovenop de basisondersteuning die zij aan leerlingen bieden; onderwijszorggroepen voor leerlingen die uitstromen naar een vorm van dagactiviteiten. Deze stroom is bedoeld voor leerlingen die (een complexe) sociaal-emotionele problematiek hebben. De oorzaken zijn zeer verschillend als gevolg van neurologische en/of psychosociale factoren. In deze stroom ligt de nadruk meer op zelfredzaamheid en de sociaal-emotionele vaardigheden. In het VSO komen daar de praktische vaardigheden bij.
Alles wat het reguliere onderwijs niet kan bieden, kan de Meidoornschool bieden of men kan zich er in specialiseren. Daar waar het ophoudt gaat men de verbinding zoeken. Expertise inzetten om de lijn in het onderwijs omhoog te brengen en om hun expertise in te vliegen op didactisch gebied om perspectieven te kunnen halen. Daarnaast zullen er in REC-verband ook nog nieuwe flexibele arrangementen worden ontwikkeld.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
29
Groningen Ommelanden
Ambities (bekostigd in samenwerking met andere scholen binnen het samenwerkingsverband, bekostigd door gemeenten en of samenwerkingsverband) _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften heeft deze school de ambitie passend onderwijs te arrangeren: Uitbreiding arrangement voor leerlingen met zeer beperkte ontwikkelingsmogelijkheden en zeer geringe zelfredzaamheid (IQ van de leerlingen: 21 - 35 en ontwikkelingsleeftijd 2 – 4 jaar) Arrangement: de school heeft een aanpak voor leerlingen met beperkte cognitieve ontwikkelingsmogelijkheden. Het gaat om leerlingen die functioneren op de grens van onderwijs en zorg. Invulling: 1. Deskundigheid: beschikbaarheid leerkracht gespecialiseerd in begeleiding van leerlingen met een beperkt IQ, assistentie door medewerkers met specialistische kennis verstandelijke beperkingen. 2. Aandacht en tijd/voorzieningen: Permanente assistentie beschikbaar. Tijd en ruimte voor individuele aanpak en therapie en methodes aangepast aan kerndoelen ZMLK. Tijd en ruimte voor oefenmogelijkheden gericht op werk, wonen, vrije tijd en goed burgerschap. 3. Gebouw: Geschikte verzorgings- en therapieruimtes, lokalen ingericht op werken, wonen en vrije tijd. Sanitaire ruimtes, verkeersruimtes en speelruimtes afgestemd op de mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep. 4. Samenwerking: De school werkt nauw samen met ouders, Jeugdzorg, MEE, zorginstellingen, naschoolse opvang. Arrangement voor leerlingen met complexere ondersteuningsvragen (bijv. potentiële thuiszitters) Arrangement: maatwerk dat geboden moet worden aan leerlingen met een verstandelijke beperking en bijkomende problematiek. Deze bijkomende problematiek in gedrag is dusdanig dat een reguliere schoolplaatsing ook binnen het VSO onhaalbaar lijkt. Gedrag waardoor, zonder de mogelijkheid een flexibel en persoonlijk arrangement samen te stellen, verwijdering uit school zou plaatsvinden. Over de acties binnen de school en de plaatsing zelf voert de school de regie. Daarbij is het uitgangspunt dat er geïnventariseerd wordt wat de leerling nodig heeft.
Invulling Ondersteuningsplan SWV 20.02
30
Groningen Ommelanden
1. Deskundigheid: Leerkrachten met een belangstelling en bereidheid zich in te zetten voor deze doelgroep. Het delen van de visie om goed te kijken wat deze leerling nodig heeft en daarbij ‘outof-the-box’ willen denken in termen van mogelijkheden en facilitering zijn vereist. Daarnaast is de directeur nauw betrokken bij dit traject en aanwezig bij de gesprekken met de verschillende betrokkenen. 2. Aandacht en tijd/ voorzieningen: Het kan wenselijk/noodzakelijk zijn om voor een bepaalde tijd de leerling een 1-op-1 begeleiding te geven of niet volledig naar school te laten gaan. Het streven is wel altijd terugplaatsing binnen een reguliere klas. 3. Gebouw: De plaatsing is op de school. Bij leerlingen die ouder zijn dan 16 jaar worden de zorginstellingen betrokken om voor een deel van de week een stagewerkplek te organiseren. Bij leerlingen onder de 16 jaar is het streven een voltijds schoolplaatsing. Deze voltijds plaatsing zal niet in alle gevallen het vertrekpunt zijn. Het komt voor dat leerlingen dit arrangement starten met een schoolplaatsing van bijvoorbeeld 2 dagdelen en dat dit in de loop van de tijd wordt uitgebouwd. 4. Materialen/ protocollen/ methodieken: Invulling van dit onderdeel is afhankelijk van de leeftijd, mogelijkheden en behoefte van de leerling. 5. Samenwerking: met ouders, orthopedagoog en/ of groepsleiding, woonvoorziening/ zorginstelling. De leerplichtambtenaar kan betrokken zijn voor de aanvraag van gedeeltelijke/ tijdelijke leerplichtontheffing, zorginstellingen waar nodig voor het verzorgen van een stage-/ werkplek. Waar nodig tijdelijke ondersteuning door personeel van de zorginstelling betrokken bij school of extra assistentie. Deze begeleiding is er op gericht de overgang naar school te vergemakkelijken, de leerling individueel te ondersteunen of als achterwacht op de momenten dat het mis dreigt te gaan.
Ook de (dreigende) thuiszitter kan in samenspraak met betrokken partijen een “op maat” arrangement worden aangeboden om daarmee dreigend thuiszitten te voorkomen. Reeds thuiszittende leerlingen kunnen na een grondige analyse van de problematiek i.s.m. externe partijen (Accare, MEE enz.) een re-integratietraject tot schoolgaan worden geboden. De Meidoornschool is hierdoor in staat kinderen en jongeren met complexer gedrag, al dan niet tijdelijk, te plaatsen. Observatieplaatsingsarrangement Het samenwerkingsverband kan een leerling een tijdelijke beschikking geven (toelaatbaarheidsverklaring) voor onze school om een aantal observatie- en onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Na de periode van observeren en onderzoeken kan dan een definitief arrangement worden vastgesteld door de onafhankelijke Commissie van Advies van het Samenwerkingsverband.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
31
Groningen Ommelanden
Dit is ook een voorbeeld van extra ondersteuning bovenop de basisondersteuning van het speciaal onderwijs, belangrijk hier om te blijven realiseren dat de basisondersteuning in het VSO op het hoger niveau ligt dan de basisondersteuning in het regulier onderwijs. Door extra mogelijkheden kan op deze manier gemakkelijker de best passende plek worden gevonden.
Extra ondersteuning t.b.v. het regulier onderwijs Vormen van extra ondersteuning bovenop de basisondersteuning van de reguliere scholen: Het kan dan gaan om medewerking aan het creëren van tussenvoorzieningen tussen regulier en speciaal onderwijs (bijvoorbeeld een parttime plaatsing in het regulier onderwijs of een speciale klas tussen regulier en speciaal onderwijs in) of om ondersteuningsarrangementen in het regulier onderwijs zelf (denk aan allerlei varianten van ambulante begeleiding of het verzorgen van SOVA- of weerbaarheidstrainingen). Aan elk arrangement hangt een prijskaartje, dat lager ligt dan de kosten voor een daadwerkelijke full-time plaatsing in het speciaal onderwijs.
Geconcludeerd wordt door de speciale scholen dat het voor het beschrijven van nieuwe arrangementen in het reguliere PO of VO momenteel nog vroeg is. Eerst zal per SWV in Drenthe en Groningen bekend moeten zijn hoe ver men is met inhoudelijke werkgroepen en welke posities het (V)SO en de ambulante begeleiding dienst innemen in die werkgroepen. We zien 3 type arrangementen t.b.v. het reguliere onderwijs: 1. Groep-aan-school-achtige vormen: bijv. inrichting ZML profiel 4/ leerroute binnen het SBO 2. In het reguliere onderwijs met ondersteuning (ambulante begeleidingsvormen) 3. Terugplaatsingsarrangementen (waarbij tevens expertise voor professionalisering wordt ingebracht), m.n. in het praktijkonderwijs of SBO. Ambities De Meidoornschool vormt een dieptevoorziening voor de reguliere basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs die vallen onder het voedingsgebied van REC NON 3. Eén van de speerpunten binnen onze ambities is het bieden van flexibele onderwijs- en ondersteuningsarrangementen met alle samenwerkingspartners binnen de regio (onderwijs en zorg).
Ondersteuningsplan SWV 20.02
32
Groningen Ommelanden
Daarnaast gelden voor ons de volgende ambities: -
Kwaliteit van het dagelijkse onderwijs verhogen De directie volgt een audit om met de ogen van de inspectie te kijken. Er is een kijkwijzer waarmee leerkrachten worden bekeken tijdens klassenbezoeken. Daarnaast kijkt de intern begeleider twee maal per jaar met ieder teamlid mee volgens een format, onder andere gericht op CAREBAGS en het directe instructiemodel. Er zijn daarnaast mogelijkheden voor coaching en VIB.
-
Scholingen en implementatie ParnasSys Het team volgt meerdere scholingen om met behulp van ParnasSys te werken met leerlijnen en groepsplannen. ParnasSys Integraal wordt ingevoerd met het oog op kwaliteitszorg.
-
Schooljaarplan Het schooljaarplan omschrijft het management van processen. Ambitie blijft om dit structureel te volgen en uit te voeren.
-
Scholing Arbeidstoeleiding (VSO) Het VSO volgt diverse scholingen arbeid en arbeidstoeleiding, om zich te specialiseren op dit gebied.
-
Weerbaarheidstraining Twee leerkrachten volgen de cursus Train de Trainer, zodat zij zelf bevoegd zijn om binnen de school weerbaarheidstrainingen te verzorgen.
-
Laag functionerende leerlingen De school wil graag het onderwijsaanbod voor zeer laag functionerende leerlingen uitbouwen en verder ontwikkelen, evenals scholing van leerkrachten hierin. De uitbouw van een onderwijszorggroep behoort hierbij tot de wensen.
-
Samenwerking onderwijsvormen VO De school wil specifiek voor leerlingen die behoefte hebben aan met name praktische vorming, meer kunnen gaan bieden. Dit kan bereikt worden door samenwerking te zoeken met scholen voor praktijkonderwijs. In samenwerking met praktijkonderwijs kunnen we expertise delen en uitdagende en passende leerroutes voor leerlingen organiseren en uitvoeren. Er kan ook gedacht worden aan branchegerichte certificaten of deelcertificaten.
-
Samenwerking alle partners in de regio De school wil graag tussenarrangementen creëren, waarbij de zorg tussen SBO, BaO, REC3, RENN 4, PRO en NOVO meer op elkaar af worden gestemd en waardoor we meer voor de zorgleerlingen in de regio kunnen betekenen.
-
LVG+ arrangement We willen graag een arrangement waarin we leerlingen van cluster 4 met een schorsing/ verwijdering kunnen opvangen.
-
Zekerheid uitstroom Ondersteuningsplan SWV 20.02
33
Groningen Ommelanden
We willen graag een 100% zekerheid qua uitstroom kunnen garanderen, zodat er geen sprake is van thuiszitters. Dit hopen we te realiseren in samenwerking met de netwerkschool/ trainingscentrum, het praktijkonderwijs, de gemeente en het UWV. -
Passend lesmateriaal We willen graag werken met materialen die meer bieden dan de gemiddelde leerling. Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften hebben soms aangepast materiaal nodig. Wij willen inventariseren om te onderzoeken wat voor materialen binnen onze school gewenst zijn, bijv. voor slechtziende kinderen.
-
Aanpassingen in de ruimtelijke omgeving Sommige leerlingen hebben af en toe of regelmatig een 'time out' nodig. Andere leerlingen hebben veel behoefte aan fysieke bezigheden en dan zijn er ook nog leerlingen voor wie ruimte nodig is voorverzorging of paramedische behandeling. Tenslotte zijn er leerlingen die behoefte hebben aan een pedagogische omgeving waarin zij rust, overzicht en duidelijkheid vinden door veel structuur, duidelijke regels en strikte begeleiding. Ons streven is om dit optimaal te realiseren.
-
Er worden in samenwerking met de REC werkgroepen Pijlers nieuwe flexibele arrangementen ontwikkeld.
Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften kan deze school van toegevoegde waarde zijn in de regio:
-
Onderzoeken van de mogelijkheden om in samenwerking met het PRO een arrangement te ontwikkelen bij de instroom van leerlingen op de grens tussen PRO en cluster 3. Waarbij cluster 3 kan ondersteunen bij de observatie en het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
34
Groningen Ommelanden
Naam VSO school: RENN4 Groningen
Basisarrangement _______________________________________________________________________________ Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ingericht:
Het VSO Groningen is een school voor voortgezet speciaal onderwijs, cluster 4, voor leerlingen in de leeftijd van 12 – 18 (20) jaar. De school bestaat formeel uit de volgende drie scholen: - Th. Hart de Ruyterschool - Erasmusschool - Van Heemskerckschool Het VSO Groningen zal op termijn, het streven is 2014, gehuisvest zijn in één gebouw op een nieuwbouwlocatie.
Het VSO Groningen geeft onderwijs aan leerlingen met ernstige gedrags en/of psychiatrische problematiek. De school biedt onderwijs aan een brede doelgroep cluster 4 leerlingen, leerlingen met zowel internaliserende als externaliserende gedragsproblematiek. De school wordt door jongeren bezocht waarbij sprake is/ kan zijn van: - gedrags- en emotionele stoornissen, - psychische en psychosomatische stoornissen, - specifieke en pervasieve stoornissen, - stemmingsstoornissen, - problemen m.b.t. het cognitief presteren t.g.v. emotionele blokkades, - syndromen gerelateerd aan fysiologische en fysieke factoren, - een opvoedingssituatie waar sprake is van een stagnerend opvoedingsproces t.a.v. - gezinsrelaties en/ of pedagogische bekwaamheden, - bijzondere maatschappelijke omstandigheden. De leerlingen hebben gemeen dat ze, vaak door verschillende oorzaken, sociaal en emotioneel zijn vastgelopen. Deze jongeren ontwikkelen zich niet als vanzelfsprekend. Vrijwel alle Ondersteuningsplan SWV 20.02
35
Groningen Ommelanden
leerlingen hebben te maken met hulpverlenende instantie(s). De cognitieve ontwikkeling van de leerlingen varieert tussen normale intelligentie tot moeilijk lerend.
RENN4 heeft de volgende onderwijszorgprofielen geformuleerd voor zowel SO als VSO: profiel 1: de leerling heeft weinig tot geen beperkingen bij het leren ; profiel 2: voor leerlingen met enige onderwijsachterstand en beperking bij het leren; profiel 3: voor leerlingen met grote onderwijsachterstanden. Deze onderwijszorgprofielen op VSO Groningen zijn gekoppeld aan drie uitstroomprofielen: profiel 1: uitstroomperspectief regulier voortgezet onderwijs en secundair beroepsonderwijs (vmbo, havo/vwo, mbo niveau 3 en 4). profiel 2: vmbo (met lwoo), mbo niveau 1 en 2. profiel 3: praktijkonderwijs, cluster 3 onderwijs, (beschermd) werk
Aanvullende arrangement(en) die vast beschikbaar zijn _______________________________________________________________________________
Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften is deze school ook ingericht:
Wenakker (intern onderwijs) Het VSO Groningen verzorgt het (deeltijd) onderwijs voor leerlingen die zijn opgenomen in of in behandeling zijn bij de Accare-kliniek ‘Wenakker’. Regelmatig vindt multidisciplinair overleg plaats met de behandelaars van de kliniek, om ervoor te zorgen dat behandeling en onderwijs zoveel mogelijk op elkaar aansluiten (één kind, één plan). Zodra de behandeling is beëindigd keren de leerlingen in principe terug naar de school van herkomst. Indien dat niet haalbaar is wordt in overleg met de behandelaar en de ouders gezocht
Ondersteuningsplan SWV 20.02
36
Groningen Ommelanden
naar een andere school, dat kan ook één van de drie locaties van VSO Groningen zijn. De leerlingen staan alleen voor de duur van de behandeling binnen Accare tijdelijk bij het VSO Groningen ingeschreven middels plaatsbekostiging en hebben geen CvI-indicatie voor cluster 4.
Herstart / Op de Rails Het VSO Groningen verzorgt tevens onderwijs aan leerlingen die worden geplaatst binnen de projecten Herstart en Op de Rails: - Herstart voor leerlingen die gedurende langere tijd (minimaal vier weken) geen onderwijs hebben gevolgd en via het Herstart traject weer worden toegeleid naar het (reguliere) onderwijs. Het Herstart traject duurt ongeveer dertien weken. - Het project Op de Rails is voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen die geen cluster 4 indicatie hebben. Het traject duurt ongeveer één schooljaar. Ook de leerlingen van Op de Rails worden toegeleid naar het regulier onderwijs, bij voorkeur de school van herkomst.
Aanvullende flexibele arrangement(en) _______________________________________________________________________________
Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften kan deze school ook flexibel arrangeren:
Alles wat het reguliere onderwijs niet kan bieden dat kan VSO Groningen bieden of men zich er er in specialiseren. Daar waar het ophoudt gaat men de verbinding zoeken. Expertise inzetten om de lijn in het reguliere onderwijs omhoog te brengen en om hun expertise in te vliegen op didactisch gebied om perspectieven te kunnen halen.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
37
Groningen Ommelanden
Ambities (bekostigd in samenwerking met andere scholen binnen het samenwerkingsverband, bekostigd door gemeenten en of samenwerkingsverband) _______________________________________________________________________________
Voor welke specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften heeft deze school de ambitie passend onderwijs te arrangeren:
Symbiose arrangementen. Er zijn redelijk veel bovenbouw leerlingen binnen het VSO Renn4 die voorafgaand aan het definitieve schakelen naar het reguliere voortgezet onderwijs kunnen profiteren van een geleidelijke overgang met behulp van symbiose. (het is denkbaar dat er leerlingen zijn die drie dagen op de VSO-school verblijven en twee in het regulier; eventueel met ondersteuning vanuit VSO. Een tweede groep leerlingen betreft de thuiszitters. Via het project Keerpunt is ervaring opgedaan met een succesvolle manier om te interveniëren bij thuiszitten. Het principe van 1 leerling, 1 plan en 1 regisseur is in dit project uitgewerkt, evenals het maken van structurele afspraken met ketenpartners vanuit de jeugdhulpverlening. Tenslotte is het inrichten van satellietgroepen (om meer recht te doen aan het principe van thuisnabij onderwijs) een te onderzoeken optie. Onder satellietgroepen verstaan we groepen met cluster 4 leerlingen die fysiek gehuisvest worden in een reguliere VO-school. Het onderwijs aan deze groep wordt verzorgd door RENN4-medewerkers.
Naam school: Portalis Groningen Volgt nog.
Ondersteuningsplan SWV 20.02
38
Groningen Ommelanden