VSO)

Zorgplan

Stichting Leerlingenzorg NW-Veluwe (Samenwerkingsverband VO/VSO)

Cursusjaar 2013 – 2014

Inhoud

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.

Inleiding Registratie in- door- en uitstroomgegevens De Permanente Commissie Leerlingenzorg Overdracht deskundigheid Onderwijszorgcentrum (OZC) Scholingsaanbod Het zorgnetwerk Schoolinterne leerlingenzorg Initiatieven Zorgadviesteams Passend Onderwijs Ambulante begeleiding Onderwijshuisvesting Leerlingenvervoer Leerplicht/thuiszitters Aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt/dagbesteding Financiële paragraaf Van AWBZ en PGB naar WMO Positie van ouders/leerlingen en geschillenregeling Verantwoording aan de overheid Bijlage 1 Overzicht participerende scholen per 1 augustus 2013

Zorgplan Stichting leerlingenzorg NW-Veluwe 2013 – 2014

3 5 5 7 7 8 8 9 10 11 11 11 12 12 13 13 13 14 14 14

2

1.

Inleiding

Dit zorgplan is samengesteld op basis van het zorgplan zoals dat vorig jaar werd geformuleerd; reeds gemaakte afspraken ter voorbereiding op de invoering van Passend Onderwijs en punten uit de zogenaamde beslisnotitie, het aan het nieuwe bestuur aan te bieden document. Doel is om dit zorgplan in het komende cursusjaar te ontwikkelen tot het ondersteuningsplan in het kader van de wetgeving Passend Onderwijs en de transitie jeugdzorg. In voorbereiding op de wet Passend Onderwijs is er gesproken over de visie en missie voor het nieuwe samenwerkingsverband. Hierover is ook van gedachten gewisseld met het primair onderwijs en in de vergaderingen van het zogenaamde REA (regionale educatieve agenda) overleg. Zo zijn we gekomen tot onderstaande missie en visiebeschrijving. Onze missie De gezamenlijke missie van de samenwerkende organisaties op de Noord West Veluwe in het kader van Passend Onderwijs is het realiseren van onderwijs en ondersteuning voor elke leerling, opdat deze leerling dát onderwijs en díe ondersteuning krijgt, die hij/zij nodig heeft om een ononderbroken ontwikkeling te kunnen doormaken. Onze visie Passend Onderwijs betekent dat alle leerlingen naar school gaan en dat zij een passend onderwijs- en zo nodig ook een adequaat ondersteuningsarrangement krijgen dat gerealiseerd kan worden met de beschikbare financiële middelen. Onze scholen realiseren zich dat er grenzen zijn aan het onderwijsondersteuningsaanbod, er zal voor een aantal leerlingen altijd speciaal onderwijs moeten zijn en blijven. Wel doen scholen er alles aan om het onderwijsondersteuningsaanbod in de directe omgeving van de leerling te realiseren. Ons doel is voortijdig schoolverlaten te voorkomen en de uitstroom naar het VSO te beperken. Het SWV heeft de opdracht en de ambitie om – in goede onderlinge afstemming - een continuüm van onderwijsvoorzieningen in te richten met doorgaande leerlijnen van PO via VO naar MBO, HBO of universitair onderwijs met waar nodig ook doorgaande leer- en begeleidingslijnen naar of via het VSO. Ook kunnen onderwijsvoorzieningen leiden tot (beschermde ) arbeid of dagbesteding. Hiertoe bieden wij verschillende onderwijs- en onderwijsondersteuningsarrangementen aan, gebruikmakend van de kennis en expertise uit het regulier en het voortgezet speciaal onderwijs. Alle werkzaamheden zijn erop gericht vanaf 1 augustus 2013 aan de slag te gaan als nieuw samenwerkingsverband waarin alle VO- en VSO-scholen in onze regio participeren. Binnen verschillende werkgroepen zijn diverse onderwerpen besproken. De adviezen die hieruit voortvloeien liggen ter besluitvorming voor het nieuwe bestuur dat op 1 augustus aantreedt. Het betreft o.a.: - De samenwerking met andere organisaties zoals gemeenten en jeugdhulpverlening - De mogelijke functies voor het VSO (permanente/tijdelijke onderwijsfunctie, expertise/diagnostische functie) - Het instrument voor het vaststellen van de basisondersteuning per school - De methodiek voor het afleggen van verantwoording Zorgplan Stichting leerlingenzorg NW-Veluwe 2013 – 2014

3

-

De vormen van extra ondersteuning De coördinatie van de huidige ambulante begeleiding De toe te passen reducerende maatregelen De samenwerking m.b.t. extra ondersteuning binnen de scholen Het bekostigingsprincipe De arrangementen in het VO De verdeelsystematiek m.b.t. huidige lgf-middelen De methodiek van verrekening en inzet van middelen Het organisatieschema en het managementstatuut De verdere vormgeving van de PCL+.

Omdat we te maken hebben met een overgangsjaar is het nog niet mogelijk een ondersteuningsplan voor te leggen. Er zijn wel allerlei voornemens maar deze moeten eerst worden vastgesteld in het nieuwe bestuur waarna overleg kan plaatsvinden zoals in de wet bedoeld. Dit betekent onder andere dat nog afgestemd moet worden met de ondersteuningsplanraad, de medezeggenschapsraden en de gemeenten.

Arie de Ruiter voorzitter


4

2.

Registratie van de in-, door- en uitstroomgegevens van alle leerlingen

Overeenkomstig de afspraken in de statuten hebben de bevoegde gezagsorganen een informatieplicht. a. Jaarlijks uiterlijk 15 oktober sturen scholen een kopie van het Cfi-formulier met hun telgegevens per 1 oktober daaraan voorafgaand naar het secretariaat van de stichting. Een verzoek hiertoe wordt door de coördinator van de stichting gericht aan de directie van de scholen. b. Z.s.m. na 1 mei sturen scholen eveneens hun IDU-gegevens over het voorgaande jaar naar het secretariaat van de stichting. Met behulp van deze informatie krijgt het samenwerkingsverband inzicht in de in-, door- en uitstroomgegevens over de langere termijn. Op basis hiervan kan het bestuur beleid voeren. In het licht van de ontwikkelingen i.k.v. Passend Onderwijs worden ook door DUO overzichten beschikbaar gesteld van leerlingaantallen binnen de VSO-scholen, zowel binnen als buiten de regio. Omdat het verwijzingspercentage m.b.t. de leerlingen naar het VSO in de regio Noord-Veluwe beduidend hoger ligt dan landelijk nopen de financiële gevolgen ons tot beleid dit percentage te reduceren.

3.

De Permanente Commissie Leerlingenzorg

De PCL ontwikkelt zich verder tot PCL+ en heeft /krijgt de volgende functies te vervullen: a. b.

c.

d. e. f. g.

h. i.

consultatie- en adviesfunctie m.b.t. LWOO- en PrO-leerlingen aansturing van het centraal laten testen van leerlingen die naar verwachting een LWOObeschikking nodig hebben dan wel waarover twijfel bestaat in het (S)BaO, ter voorbereiding op de opheffing van de RVC’s beoordelingsfunctie m.b.t. leerlingen in het grensgebied tussen regulier en LWOO, die in aanmerking komen voor bekostiging uit het RZB (regionaal zorgbudget) voor trajecten op maat advies- en monitorfunctie voor leerlingen met een PrO-beschikking in het LWOO consultatie- en adviesfunctie m.b.t. moeilijk plaatsbare leerlingen die worden aangemeld uit het basisonderwijs verwijzingsfunctie naar een reboundvoorziening/OZC consultatie- en adviesfunctie m.b.t. de huidige leerlingen die nu nog een lgf (rugzakje) hebben en voor (V)SO-leerlingen die met een arrangement in het regulier VO kunnen worden geplaatst i.p.v. in het VSO onderzoeken welke criteria van belang zijn bij de bepaling of een leerling met een arrangement in het VO geplaatst kan worden overige taken, voortvloeiend uit Passend Onderwijs, voor zover niet alhier opgenomen.


5

De PCL verricht de taken met inachtneming van het beleid zoals vastgelegd in dit zorgplan. De PCL draagt er zorg voor op de hoogte te zijn van de onderwijskundige mogelijkheden en het zorgprofiel van de scholen, die deelnemen in het samenwerkingsverband en van het gezamenlijke zorgbeleid. Voor leerlingen die net niet voldoen aan de RVC-criteria voor het verkrijgen van een LWOObeschikking maar die volgens de school wel extra zorg nodig hebben, kunnen scholen een RZBbeschikking van de PCL vragen. Deze beschikking geeft recht op een aanvullende bekostiging vanuit het regionaal zorgbudget ten behoeve van het maatwerktraject. De PCL geeft voorlichting aan basisscholen en scholen voor VO, VSO en PrO over haar functie bij plaatsing en verwijzing van leerlingen. Ingeval de visie op een plaatsingsmogelijkheid binnen de VO-school niet overeenkomt met die van het basisonderwijs en/of de aanmeldende ouders wordt de PCL gevraagd om advies uit te brengen. In het cursusjaar 2012 – 2013 heeft nogmaals de pilot “centraal aangestuurd testen” voor de basisscholen binnen WSNS SABOSO gedraaid omdat in het vorige cursusjaar nog niet alle problemen waren uitgefilterd. Indien de evaluatie positief uitvalt zal aan het bestuur voorgesteld worden om deze handelwijze in het komende cursusjaar uit te rollen over de hele regio. De verwachting is dat hierdoor de ervaring kan worden opgedaan die nodig is indien de huidige plannen van OC&W doorgaan waardoor op korte termijn de indicatiestelling voor LWOO en PrO bij het samenwerkingsverband wordt gelegd. Daarnaast is de PCL het orgaan waar de scholen alle leerlingen melden die het onderwijs voortijdig dreigen te verlaten omdat de school handelingsverlegen is/dreigt te raken. Aanmelding bij de PCL gebeurt d.m.v. Rebound-online. Aanmelding vindt plaats als de ondersteuningsstructuur van de school geen oplossing kan bieden voor het probleem van de leerling en/of de school. Iedere school heeft zelf de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en de inrichting van de ondersteuningsstructuur en het ZAT. Opschalen van het schoolniveau naar de PCL kan in principe alleen via het ZAT, uitzonderingen hierbij zijn crisissituaties. Vanuit de PCL volgt een voorstel voor een vervolgtraject; dit kan gaan om een tijdelijke uitplaatsing maar ook om het handhaven in de school met behulp van handelingsadviezen van de PCL. Voor een tijdelijke uitplaatsing zijn onze eigen reboundvoorzieningen beschikbaar. In sommige gevallen wordt een leerling geplaatst in een traject binnen het ROC; terwijl ook combinaties mogelijk zijn. De PCL heeft de regie m.b.t. leerlingen die tijdelijk uit hun school zijn geplaatst. Ze blijven daarbij ingeschreven staan in de school van herkomst. Vanuit de stichting vindt monitoring plaats tot aan het moment dat een leerling een diploma heeft gehaald dan wel elders is ingeschreven. De schematische weergave van de ondersteuningsstructuur zowel als een gewijzigd reglement voor de PCL zijn nog in ontwikkeling.


6

4.

Overdracht van deskundigheid met betrekking tot extra ondersteuning van leerlingen

Binnen de stichting is geregeld op wie en wanneer een beroep gedaan kan worden ingeval van extra hulp buiten de school. Dit vindt overwegend plaats via de ZAT’s die binnen alle schoollocaties functioneren. De effectiviteit van deze extra hulp wordt structureel nagegaan.

Daarnaast worden de volgende taken genoemd:  voorlichting aan het (speciaal) basisonderwijs over de wijze waarop in het voortgezet onderwijs wordt omgegaan met leerlingen met een ondersteuningsbehoefte  voorlichting over de nazorg vanuit het Onderwijszorgcentrum (OZC) voor de leerlingen die uitstromen uit een rebound en terugkeren naar de school van herkomst dan wel een collegaschool  interne afstemming tussen de ondersteuningsprofielen van de scholen binnen het totale ondersteuningsplan van de stichting

5.

Het OZC en reboundvoorzieningen

Om voortijdig schoolverlaten zo veel mogelijk tegen te gaan is er de mogelijkheid van plaatsing in het Onderwijszorgcentrum (OZC). Het streven is om de leerlingen “te behouden voor het onderwijs” en bij voorkeur terug te plaatsen in de school van herkomst. Leerlingen blijven gedurende de opvang ingeschreven staan in de school van herkomst. Aanmelding geschiedt via de PCL. OZC Harderwijk en Nijkerk Leerlingen uit het VO, met perspectief op terugkeer in het VO, worden tijdelijk geplaatst in het OZC als er sprake is van (dreigende) handelingsverlegenheid van de school door ernstige sociaalemotionele problemen of gedrag dat ten koste gaat van medeleerlingen en/of docenten. Soms is de leerling in afwachting van een VSO-indicatie. In deze voorzieningen is sprake van een geïntegreerde aanpak van onderwijs en jeugdhulpverlening. Aan de kennismakingsgesprekken met de leerlingen wordt deelgenomen door een medewerker van Bureau Jeugdzorg om meteen te kunnen beoordelen of en zo ja welke hulpverlening noodzakelijk is en meteen de indicatie af te geven indien nodig. Het kan dan gaan om hulpverlening aan de jongere maar ook om gezinsbegeleiding. In de onderwijssetting wordt zoveel mogelijk gewerkt met huiswerkmateriaal van de school van herkomst. Dit is noodzakelijk vanwege het streven naar terugplaatsing in de school van herkomst. Als dat niet mogelijk is wordt gewerkt aan toeleiding naar een ander onderwijstraject of naar de arbeidsmarkt.


7

Voor leerlingen in het Praktijkonderwijs (PrO) is er de mogelijkheid van een tijdelijke plaatsing in het Emaus College. Dit fungeert ook als crisisopvang voor deze leerlingen; een plaatsing duurt max. 2 x 6 weken. In beperkte mate wordt het OZC gebruikt als mogelijkheid om duidelijkheid te krijgen over de onderwijsbehoefte van een zorgleerling die in deze regio komt wonen. Soms zijn er situaties waarin een VO-school niet tot plaatsing wil overgaan zonder inzicht in de ondersteuningsbehoefte. Voorts kan vanuit het OZC indien nodig jeugdhulpverlening worden georganiseerd voor leerlingen die binnen het VO nog wel kunnen functioneren maar voor de buitenschoolse situatie de jeugdhulpverlening nodig hebben. In uitzonderingssituaties, ter voorbereiding op nieuwe wet- en regelgeving, onderzoeken we mogelijkheden van alternatieve trajecten buiten het onderwijs, gericht op de persoonlijke ontplooiingsmogelijkheden van jongeren.

6.

Scholingsaanbod

De directeur stelt (eventueel op voorstel van betrokkenen) zo mogelijk en nodig een plan op voor de deskundigheidsbevordering van: eigen personeel de leden van de PCL de deelnemers in het Zorgnetwerk het bestuur directies van de participerende scholen personeel van de participerende scholen Ten gevolge van de invoering van Passend Onderwijs is in bepaalde mate sprake van een verandering voor de docent die voor de klas staat. De gewenste deskundigheidsbevordering is in de eerste plaats een taak voor de scholen. Financiering van Passend Onderwijs verloopt via het samenwerkingsverband en dus zijn scholen ook in dit opzicht niet los te zien van elkaar. Dit betekent dat in sommige gevallen gekozen kan of moet worden voor gezamenlijke scholing. Binnen de REA (regionale educatieve agenda) wordt afstemming gezocht tussen onderwijs en jeugdhulpverlening. In dat kader kan sprake zijn van gezamenlijk scholingsaanbod.

7.

Zorgnetwerk

In het Zorgnetwerk participeert van iedere schoollocatie een zorgcoördinator. Vanaf het cursusjaar 2013 – 2014 zullen ook de zorgcoördinatoren /intern begeleiders van het VSO hierbij worden uitgenodigd. De opdracht voor het Zorgnetwerk is het elkaar informeren, ondersteunen en adviseren om zodoende te komen tot een optimale zorgstructuur voor de gehele regio binnen de kaders van het zorgplan. Het Zorgnetwerk geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de directeur van het samenwerkingsverband. Thema’s die hier aan de orde komen hebben als doel het verstevigen dan wel optimaliseren van de zorgstructuur in de scholen en daarmee in de regio. Zorgplan Stichting leerlingenzorg NW-Veluwe 2013 – 2014

8

Om de samenhang in de ondersteuning op de drie niveaus van klas, school en samenwerkingsverband te verstevigen biedt de stichting daar waar nodig scholing. Ieder jaar wordt een themamiddag georganiseerd door het bestuur, waarvoor het Zorgnetwerk onderwerpen kan aandragen, teneinde de verdere ontwikkeling van de leerlingenzorg te stimuleren. Voor deze themamiddag worden zorgcoördinatoren en (locatie)directies uitgenodigd.

8.

Schoolinterne leerlingondersteuning

Ondersteuning: Op school vindt pedagogische, sociaal emotionele en didactische ondersteuning plaats zodat een leerling het bij hem/haar passend onderwijs kan volgen. Indien ondersteuning nodig is die buiten de competentie van het reguliere onderwijs valt zijn er twee mogelijkheden: 1e de mogelijke zwaardere ondersteuning die geboden kan worden in een VSO-school. Ook dit is een vorm van pedagogische, sociaal emotionele en didactische ondersteuning passend bij de doelgroep. e 2 ondersteuning die niet direct onderwijs-gerelateerd is. Hieronder valt onder andere maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulpverlening e.d. Plaatsing in deze vorm van ondersteuning vindt plaats vanuit het ZAT/CJG al dan niet met inschakeling van de PCL. De PCL is het orgaan van het samenwerkingsverband dat scholen en ouders adviseert over een mogelijk te volgen traject als de betreffende school handelingsverlegen is. Gekeken wordt welk arrangement bij de betreffende leerling past. Dit kan betekenen dat het gewenste arrangement niet thuisnabij geboden kan worden. In dat geval kan er ook sprake zijn van een beroep op leerlingenvervoer. De PCL dient door de gemeenten in zo'n situatie als gezaghebbend te worden beschouwd. Een voorbeeld van een geïntegreerde ondersteuning van het onderwijs en de jeugdhulpverlening is het OZC. Iedere school heeft een ondersteuningsprofiel waarover ouders en leerlingen door de betreffende school worden geïnformeerd. Wat betreft de inhoud en uitvoering van dit profiel ligt het primaat op de school. De school is verantwoordelijk voor de samenstelling van een basisdossier met de noodzakelijke gegevens voor een passend handelingsplan voor alle leerlingen. Met de invoering van Passend Onderwijs krijgen de scholen een zorgplicht opgelegd voor iedere leerling die wordt aangemeld. Dit betekent niet, dat iedere leerling geplaatst moet worden op de betreffende school maar het bestuur heeft de plicht om leerling/ouders een passend aanbod te doen, eventueel buiten de eigen school. Ten behoeve van de bepaling welke zorg waar in het samenwerkingsverband kan worden geboden zijn in 2011 de ondersteuningsprofielen van alle VO-scholen opgesteld. Daaruit blijkt, dat vrijwel alle scholen gekenmerkt worden als netwerkscholen. Het regionale ondersteuningsprofiel wordt op verzoek toegezonden. De definitie luidt: een netwerkschool profiteert adequaat en optimaal van de geïnstitutionaliseerde speciale (onderwijs)zorg binnen andere instellingen, zoveel mogelijk gelegen in de directe omgeving van de school. Zorgplan Stichting leerlingenzorg NW-Veluwe 2013 – 2014

9

In 2012 zijn ook de profielen van de VSO-scholen beschreven. De opdracht voor het komende cursusjaar is o.a. meer duidelijkheid te krijgen over welke expertise in onze regio wordt gemist en hoe dit opgevangen kan worden. De partners binnen het nieuwe samenwerkingsverband dienen gezamenlijk een dekkend netwerk aan ondersteuning te bieden. Voor een beperkt aantal leerlingen zijn echter dermate specialistische voorzieningen noodzakelijk dat ze niet in onze regio beschikbaar zijn. In de beslisnotitie, die door het nieuwe bestuur nog moet worden aanvaard, staan adviezen over het terugbrengen van het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs. Volgens de gegevens van het ministerie is het aantal in het VSO ingeschreven leerlingen in onze regio beduidend hoger dan het landelijk gemiddelde. Het betreft hier leerlingen die nu geïndiceerd zijn als leerlingen vallend in de categorie van de zware ondersteuning. Deels komt dit doordat er in onze regio internaten zijn waarvan kinderen op een VSO-school staan ingeschreven. Zij komen dus van oorsprong uit een andere regio. Voor een ander deel komt dit doordat leerlingen mogelijk eerder werden doorverwezen naar de VSO- school en/of vrijwel automatisch vanuit het SO doorstroomden naar VSO. Per 1 augustus 2014 zullen meer leerlingen in het reguliere onderwijs moeten worden opgenomen. Inmiddels zijn er experimenten gestart om dit op verantwoorde wijze te kunnen doen. Het huidige samenwerkingsverband heeft daarom voor het cursusjaar 2013 - 2014 aan de huidige scholen in dat samenwerkingsverband een stimuleringsbijdrage beschikbaar gesteld om deze initiatieven vorm en inhoud te geven.

9.

Initiatieven om meer leerlingen in het reguliere onderwijs te plaatsen

In het afgelopen jaar zijn er initiatieven ontwikkeld om leerlingen met een VSO-indicatie op te nemen in het reguliere onderwijs. In het cursusjaar 2013-2014 zullen deze verder ontwikkeld worden en afgestemd op de wetgeving Passend Onderwijs. Ook komen er nieuwe initiatieven. Chr. VMBO Harderwijk Binnen het Chr. VMBO Harderwijk is een groep leerlingen van de dr. Verschoorschool opgenomen. Deze leerlingen krijgen les van zowel docenten van de Verschoorschool als van het Chr. VMBO. Doelstelling is dat deze leerlingen gedurende twee jaar een VSO-achtige begeleiding ontvangen en daarna instromen in de bovenbouw van de VMBO-school. Van Kinsbergen College Op deze school bestaat een samenwerkingsinitiatief met de Verschoorschool. Er is een speciale ruimte ingericht om kinderen met een ondersteuningsbehoefte binnen een bij hen passende sfeer en cultuur te kunnen helpen. Nuborgh College Het Nuborgh College is gestart met de opvang in het PlusPunt van een groepje leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit vindt plaats in een samenwerking met de Ambelt en het OZC van de Stichting Leerlingenzorg. Zorgplan Stichting leerlingenzorg NW-Veluwe 2013 – 2014

10

Christelijk College Nassau Veluwe Ook hier ligt een plan om leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte, met name in het autistisch spectrum, onderwijs te kunnen laten volgen binnen deze school, ondersteund door kennis vanuit het VSO. RSG Slingerbos/Levant In het schooljaar 2013-2014 zal op beide locaties gestart worden met een nieuwe ondersteuningsvoorziening: het steuncentrum. Doelstelling is om leerlingen met speciale onderwijsbehoeften de gewenste ondersteuning op maat te bieden om regulier onderwijs te kunnen (blijven) volgen. Bij de verbouw van het schoolgebouw Slingerbos worden hiertoe extra voorzieningen gerealiseerd. Corlaer College Voorbereidingen worden getroffen om hier in september 2013 te starten met een zogenaamd pluspunt. Doelstelling is om vanuit een eigen plek binnen de school leerlingen zodanig te begeleiden dat zij het grootste deel van de dag hun lessen op reguliere wijze kunnen volgen. Christelijk College Groevenbeek Per cursusjaar 2013-2014 wordt gestart met een steunpunt. Vanuit deze voorziening worden leerlingen begeleid bij de start en voortgang van hun schooldagen. Deze vorm van ondersteuning wordt op korte termijn uitgebouwd tot interne time-out. Tegelijkertijd gaat het steunpunt functioneren als een intern expertisecentrum met behulp van de ondersteuning door ambulante begeleiders vanuit de dr. A. Verschoorschool. Binnen het HAVO zijn leerlingen van de Ambelt opgenomen in het reguliere onderwijs en wordt ervaring opgedaan in de ondersteuning van deze leerlingen. Verder werkt Groevenbeek nauw samen met de Rietschansschool door beroepsgerichte faciliteiten in te zetten voor Rietschansleerlingen. Overige scholen Ook de overige scholen voor VO binnen het samenwerkingsverband ontplooien initiatieven om meer leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte een adequaat arrangement te kunnen bieden.

10.

Zorgadviesteams

Elke school heeft een ZAT (zorgadviesteam) waarin naast mensen vanuit de betreffende school ook de zogenaamde ketenpartners deelnemen. Het ZAT is een netwerk waarin leerlingen besproken kunnen worden waarover men zich zorgen maakt op grond van prestaties en/of gedrag. Het team komt tot een advies aan school en ouders over een mogelijke aanpak voor de betreffende jongere. Ook kan het team doorverwijzen naar de PCL. Er ontstaat een steeds betere samenwerking met het CJG (centrum voor jeugd en gezin) doordat in ZAT en CJG grotendeels dezelfde deelnemers participeren. In de komende jaren zal deze samenwerking steeds beter worden en mogelijk aanleiding zijn voor een andere structuur om jongeren nog adequater te kunnen ondersteunen.


11

11.

Passend onderwijs

Hoewel de wetgeving met betrekking tot Passend onderwijs pas per 1 augustus 2014 ingaat is besloten het nieuwe samenwerkingsverband per 1 augustus 2013 in te richten. Achtergrond hiervan is dat wij het noodzakelijk achten dat de activiteiten van het huidige samenwerkingsverband voor VO grotendeels worden voortgezet in het nieuwe samenwerkingsverband. Ook moet er nog veel worden gedaan om per 1 augustus 2014 aan alle wettelijke vereisten te voldoen. Deze voorbereiding kan alleen plaatsvinden als de betrokken partijen ook in die voorbereiding daadwerkelijk verantwoordelijkheid op zich nemen. Per 1 augustus 2013 zullen dan ook de 6 VSO-scholen in de regio en het van Kinsbergen College deel uitmaken van het samenwerkingsverband. Zie voor de volledige lijst van de participerende scholen bijlage 2. In de afgelopen jaren zijn door de betreffende scholen cq besturen werkgroepen geformeerd. Een weerslag van hun bevindingen en aanbevelingen is te vinden in de bijgevoegde beslisnotitie. Aangezien het nieuwe bestuur pas per 1 augustus 2013 aantreedt en dus per die datum handelingsbevoegd is, kan besluitvorming over deze notitie niet eerder plaatsvinden dan in het begin van het nieuwe cursusjaar. Voor het pro forma OOGO zullen punten uit deze notitie aan de orde komen om als gemeenten en onderwijs elkaar te bevragen en te bekijken hoe wij deze punten in een definitief ondersteuningsplan voor de jaren 2014 tot en met 2017 op kunnen nemen.

12.

Ambulante begeleiding

Binnen het onderwijs kennen we op dit moment verschillende vormen van ambulante begeleiding. De meest bekende vorm betreft de begeleiding van leerlingen waarvoor een zogenaamd rugzakje is aangevraagd. In zo’n geval wordt de ambulante begeleiding vormgegeven vanuit het VSO. Deze begeleiding is erop gericht de handelingsverlegenheid binnen het regulier onderwijs te verkleinen. Het komend jaar wordt gekeken of en zo ja op welke wijze, deze vorm van ambulante begeleiding nog gewenst is. De uitvoering van de AB zal, zoals het er nu uitziet, tot en met het cursusjaar 20152016 plaatsvinden door de huidige AB-diensten. Als blijkt dat deze vorm van AB niet meer of eventueel minder of anders gewenst is, zal passend worden gereageerd. Onderdeel kan zijn de gewenste expertise op andere wijze in te zetten. Ambulante begeleiding valt onder de zogenaamde zware ondersteuning.

13.

Onderwijshuisvesting

Voor de bekostiging van de huisvesting van onderwijsvoorzieningen is er een wettelijke regeling. Plaatselijk worden deze weergegeven in het zogenaamde IHP (integraal huisvestingsplan). Deze worden besproken tussen de besturen van het onderwijs en de gemeenten. I.k.v. Passend Onderwijs is het goed ook in regionaal verband hierover van gedachten te wisselen. Immers betekent het opvangen van meer leerlingen met specifieke ondersteuning problemen in het reguliere onderwijs dat er mogelijk plekken in het voortgezet speciaal onderwijs verdwijnen. Ook als


12

men regionaal besluit tot een herschikking van deze speciale voorzieningen heeft dit gevolgen voor de gebouwensituatie in de verschillende gemeenten. Het is daarom goed hierover regionaal af te stemmen.

14.

Leerlingenvervoer

Er zijn richtlijnen met betrekking tot leerlingenvervoer en de verplichting erin te voorzien voor gemeenten. Het streven is om kinderen thuisnabij het juiste onderwijs te laten volgen. Zo thuisnabij mogelijk kan echter in uitzonderlijke gevallen wel een grote afstand betekenen. Ook hebben ouders het recht van vrije schoolkeuze. Bij verwijzing van leerlingen door de PCL zal getracht worden leerlingen zo thuisnabij mogelijk te (laten) plaatsen. Indien de PCL zich genoodzaakt ziet te verwijzen naar een school met een speciale ondersteuningsstructuur zouden wij graag zien dat de gemeente, indien er sprake is van het recht op leerlingenvervoer, deze verwijzing respecteert met de daaraan verbonden consequenties.

15.

Leerplicht/thuiszitters

Onze regio kent een beperkt aantal thuiszitters in de leeftijdscategorie van 12-18 jaar. Deze jongeren hebben een specifieke ondersteuningsbehoefte die het onderwijs moeilijk kan bieden. Per individu zal gekeken moeten worden of en op welke wijze mogelijkheden kunnen worden gecreëerd om thuiszitten te voorkomen. Dit zal inventiviteit en durf vragen van gemeenten, onderwijs en mogelijk andere maatschappelijke organisaties. In het cursusjaar 2013-2014 zullen voorstellen worden gedaan. De 16+ jongeren die als thuiszitter bekend zijn, zijn jongeren die moeilijk nog naar een onderwijsinstelling te krijgen zijn. Indien we met elkaar vinden dat deze toch minimaal een startkwalificatie zouden moeten behalen zijn er inventieve en vaak kostbare trajecten nodig. Als samenwerkingsverband willen we ons richten op de doelgroep die normaal gesproken nog in deze vormen van onderwijs zou moeten zitten.

16.

Aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt/dagbesteding

Voor leerlingen uit het PrO (praktijkonderwijs), (delen van) het VSO en het MBO is uitstroom naar de arbeidsmarkt (inclusief dagbesteding) de doelstelling. In samenwerking met gemeenten en andere partners wordt in kaart gebracht welke gevolgen Passend Onderwijs, invoering van de participatiewet, wijzigingen AWBZ/dagbesteding, economische ontwikkelingen e.d. hebben op het onderwijs, de arbeidstoeleiding, de transitie en de nazorg op de arbeidsmarkt. Het voornemen is dat de PCL+ in principe een toelaatbaarheidsverklaring voor VSO geeft tot 18 jaar. In individuele gevallen kan daarvan worden afgeweken als de “leerbaarheid” nog niet is afgerond.


13

17.

Financiële paragraaf.

Deze is op dit moment nog moeilijk in te vullen. Wel is er een begroting voor wat betreft de lichte ondersteuning voor het jaar 2013. Op dit moment wordt er druk gewerkt aan een meerjarenbegroting op grond van momenteel bekende cijfers en reeds bekende ideeën. Vanwege de negatieve verevening van € 3,2 miljoen op de zware ondersteuning worden verschillende scenario’s uitgewerkt. Uitgangspunt is en blijft dat jongeren een adequaat opleidingsaanbod met de noodzakelijke ondersteuning kunnen krijgen. Het wordt een ultieme uitdaging dit binnen het beschikbare budget vorm en inhoud te geven.

18.

Van AWBZ en PGB naar WMO

De beleidswijziging waardoor vergoedingen binnen AWBZ en PGB worden ondergebracht bij de WMO heeft ook gevolgen voor leerlingen in het VSO die daarmee 1-op-1 begeleiding krijgen. Dit onderwerp dient in het cursusjaar 2013 – 2014 verder te worden uitgewerkt; in overleg met gemeenten.

19.

De positie van leerlingen en ouders en de geschillenregeling

Niveau samenwerkingsverband: Op het niveau van het samenwerkingsverband wordt in september/oktober 2013 een OPR (ondersteuningsplanraad) opgericht. Al voor de zomervakantie van 2013 zijn de medezeggenschapsraden hierover geïnformeerd. In deze raad zullen naast personeelsleden ook ouders en leerlingen van de participerende scholen vertegenwoordigd zijn. Een reglement wordt voorbereid. PCL: Leerlingen en ouders hebben in principe een relatie met de school waar hun zoon/dochter zit en niet rechtstreeks met de Stichting Leerlingenzorg. In die gevallen echter waar de school een leerling meldt bij de PCL NW-Veluwe zou het kunnen zijn, dat ouders een klacht willen indienen over een uitspraak van de PCL+. In dergelijke situaties treedt de klachtenprocedure en –afhandeling in werking zoals beschreven in het reglement van de PCL NW-Veluwe. Wanneer daarmee een klacht niet naar tevredenheid kan worden afgerond is er de mogelijkheid een officiële klacht in te dienen bij de landelijke klachtencommissie waarbij de stichting is aangesloten. OZC: Voor de leerlingen die geplaatst zijn in het rebounddeel van het OZC is een klachtenregeling opgesteld; zie bijlage. Voor de jongeren in de naschoolse dagbehandeling van het OZC geldt de klachtenregeling van Pactum. In het kader van de regelgeving Passend Onderwijs wordt een OPR opgericht. Hiervoor wordt tevens een reglement opgesteld. Zorgplan Stichting leerlingenzorg NW-Veluwe 2013 – 2014

14

21.

Verantwoording aan de overheid

Verantwoording geschiedt conform de wettelijke verplichtingen en de doelen die de samenwerkende scholen in onderling overleg en op basis van het ondersteuningsplan hebben vastgesteld. In een financieel jaarverslag komen de financiële resultaten tot uitdrukking.

Juni 2013

Bijlage 1

Deelnemers in de Stichting leerlingenzorg NW-Veluwe vanaf 1 augustus 2013 VO

VSO, cluster 3 VSO, cluster 4

Accent Nijkerk (PraktijkOnderwijs) Chr. College Groevenbeek, Ermelo en Putten Chr. College Nassau-Veluwe, Harderwijk Chr. VMBO Harderwijk Corlaer College, Nijkerk Groenhorst Nijkerk Mijnschool (PraktijkOnderwijs), Harderwijk Nuborgh College, Elburg en Nunspeet RSG Slingerbos/Levant, Harderwijk en Zeewolde SGM van de Capellen, loc. Van Kinsbergen, Elburg De Lelie, Harderwijk en Ermelo De Wingerd, Nunspeet De Ambelt, locatie Nunspeet Dr. A. Verschoorschool, Nunspeet en Harderwijk Emaus College, Ermelo Mulock Houwer, locatie Rietschansschool, Ermelo


15

VSO)

Recommend Documents