Aan
Van
Partners SEL zorgregio Gent
SEL Zorgregio Gent
ons kenmerk
Gent, 10 januari
Betreft de visie van de thuiszorgsector rond opname en ontslag management Beste, In het kader van de werkgroep zorg rond opname en ontslagmanagement (zoroo) wordt volop gewerkt aan de opmaak van een best-practice document. Dit om op die manier bij te dragen aan de bevordering van een kwalitatief hoogstaand opname- en ontslagbeleid. Aan de hand van dit document zal gepoogd worden in te spelen op de heersende noden, knelpunten bloot te leggen en prioriteiten voorop te stellen. Dit om de overgang van het ziekenhuis naar de thuissituatie zo vlot mogelijk te laten verlopen, in de eerste plaats voor de patiënt, maar ook voor alle betrokken hulp- en zorgverleners in het ziekenhuis als in de thuiszorg. In deze best-practice kan uiteraard de visie van de eerstelijnsgezondheidszorg niet ontbreken. Hiervoor werd een document opgesteld dat de visie van de thuiszorg bespreekt op basis van twee onderzoeksrapporten (CASOC en OVOSIT). Een eerste luik omschrijft de algemene bevindingen en een tweede luik gaat kort in op de visie van afzonderlijke eerstelijnsdisciplines. Nu zouden wij u willen vragen dit document door te nemen en u opmerkingen, bedenkingen, aanvullingen,… aan ons te bezorgen zodat dit document de eerstelijnsvisie zo goed mogelijk representeert. Voor u opmerkingen is plaats voorzien onderaan het document of u mag ook in de tekst aanduiden of verbeteren wanneer u dat wenst. Verder blijkt uit verschillende onderzoeken dat één van de grootste knelpunten binnen het opname- en ontslagmanagement het gebrek aan een centraal aanspreekpunt binnen de eerstelijnsgezondheidszorg is. Om een duidelijk beeld te kunnen vormen of deze nood er inderdaad is en wie u hier eventueel voor aangewezen lijkt. zouden wij u willen vragen de bijgevoegde vragenlijst ingevuld 1
aan ons terug te bezorgen. Dit omdat wij graag u mening, als eerstelijnspartner, rondom dit item zouden horen. De input zal vertrouwelijk in de werkgroep besproken worden.
Alvast ongelofelijk bedankt voor uw reactie! Met Vriendelijke groet, SEL Gent Dokter Verdonck en Julie Vanbleu
2
Document Eerstelijnszorg In
dit
document
doen
eerstelijnsgezondheidszorg
we
een
poging
de
visie/mening
van
de
weer te geven op hoe het ontslagmanagement
momenteel verloopt en wat de verwachtingen hieromtrent zijn. Dit document is gebaseerd op het onderzoeksrapport CASOC vanuit de beperkte werkgroep ontslagmanagement en op het eerder gevoerde onderzoek van OVOSIT in kader van het Oost-Vlaams Project Opname- en Ontslagtraject. Tijdens het doornemen van deze onderzoeken hebben wij ons hoofdzakelijk gefocust op de thuiszorg. Uit beide onderzoeken blijkt dat hulpverleners uit de thuiszorg in het algemeen van mening zijn dat ze vaak te weinig betrokken worden bij het opname enontslagproces. Hierbij is het wel belangrijk een onderscheid te maken tussen de huisarts en de andere hulpverleners van de thuiszorg. De Huisarts geeft immers aan wel vaak gecontacteerd te worden en geeft ook vaak aan dat hij vindt dat hij voldoende op de hoogte gehouden werd (Casoc, p25, Ovosit, D1, p24). Nochtans is het wel belangrijk dat ook de andere hulpverleners voldoende geïnformeerd worden. Wanneer de thuishulp de continuïteit van de zorg wil garanderen is het bijvoorbeeld uiterst belangrijk dat hij tijdig op de hoogte gebracht wordt van de (mogelijke) ontslagdatum zodat hier de nodige maatregelen en stappen voor ondernomen kunnen worden om de patiënt vlot thuis op te vangen, op die manier kan ook een nieuwe opname voorkomen worden (Casoc, p5, 34, Ovosit, p56). Wederzijdse feedback over de sectoren heen is dus uitermate belangrijk! Wanneer gevraagd werd naar de reden waarom geen informatie doorgegeven werd, werd het feit dat er geen vaste procedure rond bestaat als voornaamste reden aangehaald (Ovosit, D2; p20). De nood aan een gemeenschappelijk gestructureerd communicatie kanaal is dus zeer groot, gezien blijkt dat de communicatie tussen de verschillende actoren onvoldoende op mekaar is afgestemd (Casoc, p34).
3
Ook
één
centrale
aanspreekpersoon
binnen
de
thuiszorg
zou
de
informatieoverdracht binnen de sector maar ook sector overschrijdend kunnen bevorderen. Want ook dit wordt als een belangrijk knelpunt aangegeven. Binnen de thuiszorg is immers niet duidelijk wie het aanspreekpunt is. Terwijl zowel vanuit de ziekenhuizen als vanuit de thuiszorg wordt aangegeven dat hier nood aan is! De zorgcoördinator geeft zelf aan dat hij hier misschien een rol in zou kunnen spelen maar dat dit wegens tijd gebrek niet steeds mogelijk is. In het onderzoek komt ook naar voor dat zijn rol momenteel nog te beperkt gekend is binnen het ziekenhuis om te fungeren als aanspreekpunt (Ovosit, D1; p 14, 24). De vraag zou ook gesteld kunnen worden of deze taak door de zorgbemiddelaar opgenomen zou kunnen worden. Ook wanneer er wel informatiedoorstromen plaatsvinden worden deze niet steeds als optimaal en efficiënt ervaren (Casoc, p34). Veelal blijkt dat alle aandacht naar medische informatie gaat maar dat de sociale situatie van de patiënt vaak achterwege blijft of niet bekeken wordt. Nochtans was iedereen in het onderzoek het er over eens dat dit meer aandacht zou moeten krijgen (Ovosit, p104). Wanneer we kijken naar de belangrijkste hindernissen (Ovosit, D1, p53) die door de thuiszorg aangehaald worden om tot een goed ontslag en opname traject te komen, komen volgende items aan bod: - gebrek aan informatie over betrokken hulpverleners en - gebrek aan efficiënte communicatie Andere hindernissen die door de thuiszorg vaak ervaren worden zijn: - weinig efficiënt verloop van het traject - te weinig informatie over het opname en/of ontslag en - gebrek aan tijd Wanneer gevraagd werd naar aspecten die volgens hen noodzakelijk zijn voor een goed opname en ontslagtraject komen volgende punten naar voor; (Ovosit, D1, p 49) - aanwezigheid van een aanspreekpunt, zowel in het ziekenhuis als in de thuiszorg - voldoende kennis rond de betrokken hulpverleners - communicatie 4
- correcte informatie overdracht - voldoende overleg en - structureel verloop van het traject. Dit zijn zaken die door de gehele thuiszorg naar voorgedragen werden. Hieronder geven we een kort overzicht van wat de afzonderlijke disciplines binnen de thuiszorg aanhaalden als specifieke aandachtspunten en bemerkingen (De disciplines
die
in
het
onderzoek
bekeken
werden
zijn
huisartsen,
thuisverpleegkundigen, maatschappelijk werkers, sectorverantwoordelijken, zorg coördinatoren en apothekers). De uitsplitsing per discipline gebeurde in het Ovosit onderzoek. Meer bepaald in het tweede deel; de thuiszorgsector. Huisartsen De huisartsen vinden dat er nood is aan opvolging door één persoon die alle betrokken hulpverleners op de hoogte houdt en op regelmatige basis overleg heeft met de ontslagmanager van het ziekenhuis. De behandelende arts in het ziekenhuis zou de ontslagmanager tijdig en voor het ontslag moeten laten weten wanneer een ontslag gepland zal worden zodat de thuiszorg de tijd heeft om alles op een goede manier te organiseren. De huisartsen vinden dat zij als eerste de keuze moeten hebben om een behandeling bij te sturen en dat de andere zorgverstrekkers voor continuïteit mogen zorgen. Overleg tussen de betrokken zorgverleners en de huisarts vinden ze bijgevolg heel belangrijk (Ovosit, D2, p77). Enerzijds wil de huisarts dus één persoon die het ontslag vanuit de thuissituatie regelt (contacten onderhoudt) met de ‘ontslagmanager’ van het ziekenhuis en anderzijds willen ze dat de huisarts als eerste de keuze heeft de behandeling bij te sturen. Om die reden schuift de thuiszorg naar voor dat de door de patiënt aangeduide persoon de contacten zou kunnen onderhouden met de ontslagmanager, maar dat daarbinnen het overleg met de huisarts vooropstaat in het bijsturen van behandeling.
5
Thuisverpleegkundige De thuisverpleegkundigen gaan ervan uit dat een teamoverleg de beste manier is om de thuiszorg te organiseren en de communicatie tussen de diverse actoren op gang te trekken. Toch zeker wanneer het om zwaar zorgbehoevende patiënten gaat (Ovosit, D2, p86). Wanneer geen team plaatsvindt vinden ze dat de thuiszorg het best georganiseerd kan worden door contact tussen de verschillende hulpverleners of door een zorgbemiddelaar die de communicatie tussen de verschillende actoren goed onderhoudt (aanvulling vanuit de thuisverpleegkunde). Ze geven ook aan dat ze vinden dat de patiënt bij een heropname een ‘fiche’ (thuiszorgdossier?) zou moeten meenemen naar het ziekenhuis zodat men daar weet wie reeds actief betrokken is rond de patiëntsituatie. Volgens hen kennen beide sectoren nog te weinig elkaars mogelijkheden en beperkingen (Ovosit, D2, p86) Een belangrijk item die door de thuisverpleegkunde wordt meegegeven is dat bij ontslag naast de juiste inschatting van zorgen thuis ook de materialen en nodige voorschriften voor de patiënt, (rek. houdend met de diensten en de artsen ‘van wacht’) alsook de aanwezigheid van mantelzorg of andere thuiszorgdiensten niet uit het ook verloren mag worden (aanvulling vanuit de thuisverpleegkunde). Maatschappelijk werkers De maatschappelijk werkers zien het feit dat weinig of geen informatie rond de zorgbemiddelaar beschikbaar is als een belangrijke hindernis. Door het feit dat ze in sommige situaties slechts onregelmatig een huisbezoek afleggen wordt door het ziekenhuis vaak vergeten om ze in te lichten. Dit gebeurt dan door een familielid of een andere hulpverlener, maar de maatschappelijk werker zou het liefst op de hoogte gebracht worden door iemand van het ziekenhuis die zelf nauw betrokken is bij de opvolging van de patiënt. Maatschappelijk werkers geven ook aan dat ze vinden dat meer gepeild mag worden naar de organisatie en belasting van de mantelzorg en mogelijke inschakeling van hulpmiddelen en diensten naar ontslag toe (Ovosit, D2, p97) Sectorverantwoordelijken Sectorverantwoordelijken vinden het hoofdzakelijk belangrijk dat ze tijdig op de 6
hoogte worden gebracht van het ontslag en dat ze voldoende informatie krijgen rond de uit te voeren taken, aantal in te plannen dagen en uren, de situatie van de cliënt (o.a. naar mobiliteit en zelfredzaamheid) en op de hoogte worden gehouden van te nemen preventiemaatregelen bijvoorbeeld bij besmettelijke ziektes (zoals MRSA, hepatitis, enz.) (Ovosit, D2, p106). Zorg coördinator De zorg coördinator denkt dat het goed zou zijn wanneer er een procedure uitgewerkt zou worden rond de ontslagteams en het doorgeven van informatie. Hij geeft aan dat hij het als een taak van zichzelf ziet om relevante informatie door te geven aan de betrokken thuiszorgpartners (Ovosit, D2, p115). Apothekers Geven aan dat bij ontslag op vrijdagnamiddag of in het weekend de huisarts vaak niet te bereiken is en de dokter van wacht geen voorschrift heeft voor verpleegkundige zorgen, de apotheker en eventuele nodige hulpmiddelen (Ovosit, D2, p121). Kinesitherapeuten Geven aan vragende partij te zijn om meer en duidelijkere informatie te krijgen rond kinesitherapeutische behandelingen die aan hun patiënt gegeven werd tijdens de ziekenhuisopname. Dit zowel na orthopedische ingrepen, na oefentherapie in het kader van valpreventie bij bejaarden, na trainingstherapie na cardiale en pulmonaire incidenten..., Er wordt aangegeven dat het telkens interessant is om te weten welk deel van een programma reeds is doorlopen, of welke metingen reeds werden uitgevoerd (aanvulling vanuit de kinesitherapeuten).
Gelieve u opmerkingen, bedenkingen, aanvullingen,… op dit document hieronder te noteren en te bezorgen aan Julie Vanbleu (
[email protected]).
7
Opmerkingen op deze tekst:
Met vriendelijke groet en alvast heel erg bedankt! SEL Gent Dokter P. Verdonck en Julie Vanbleu
8
Vragenlijst centraal aanspreekpunt binnen de eerstelijnsgezondheidszorg Vindt u het aanduiden van een centraal aanspreekpunt nuttig/noodzakelijk? (waarom wel / waarom niet?)
Denkt u dat het haalbaar/ mogelijk is een centraal aanspreekpunt aan te duiden? (waarom wel/ waarom niet?)
Welke organisatie lijkt u het meest geschikt om als aanspreekpunt te fungeren?
Welke persoon/discipline lijkt u het meest geschikt om als aanspreekpunt te fungeren?
Wat zijn volgens u de randvoorwaarden om als centraal aanspreekpunt te fungeren?
9
Wat verwacht u van een centraal aanspreekpunt?
Wat zouden volgens u de belangrijkste taken van het centraal aanspreekpunt zijn?
Wanneer zou het centraal aanspreekpunt bereikbaar moet zijn? (Werkdagen?, werkuren? Weekend? Vakantie? Feestdagen?, dag en nacht?)
Denkt u dat het voor u zelf / eigen organisatie haalbaar zou zijn als centraal aanspreekpunt te fungeren? (werklast, tijdsdruk,…) (waarom wel/ waarom niet?)
Vindt u dat het centraal aanspreekpunt financieel ondersteund moet worden?
Alvast heel erg bedankt voor u medewerking! Met vriendelijke groet, Sel Gent Dokter P. Verdonck en Julie Vanbleu 10