BESTUURSVERSLAG behorende bij
financieel jaarverslag 2013 Stichting Biezonderwijs
Voorwoord Stichting Biezonderwijs biedt u hierbij het rapport inzake de jaarrekening over de periode 1 januari 2013 tot 31 december 2013. Vanaf 1 augustus 2013 is Scholengemeenschap de Keyzer gefuseerd met SSOT en vormen zij samen Stichting Biezonderwijs
Het rapport inzake de jaarrekening maakt onderdeel uit van het jaarverslag.
De statutaire naam is Stichting Biezonderwijs De Stichting is gevestigd aan de Piushaven 3, 5017 AN Tilburg bij de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 41095418 Het bestuur wordt gevormd door: Mevrouw drs. G.M.L. Rombouts MA Ed. De heer M.J.C.P. Liebregt
voorzitter lid
Tilburg, Mei 2014.
2
Inhoud jaarverslag Stichting Biezonderwijs In het jaar 2013 zijn per 1 augustus 2013 Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg (SSOT) en Scholengemeenschap De Keyzer gefuseerd. Dit betekent voor het jaarverslag 2013 dat we een veranderende situatie hebben gedurende het boekjaar. Tot 1 augustus 2013 waren er twee organisaties en per 1 augustus 2013 bestaat er een nieuw gefuseerde organisatie: “Stichting Biezonderwijs”. Dit betekent voor het jaarverslag dat het niet volledig uniform is. M.n. hoofdstuk 2 en 3 zijn organisatie specifiek . We hebben gekozen voor de volgende opbouw: Hoofdstuk 1: Jaarverslag Raad van Toezicht
4
Hoofdstuk 2: Onderwijskundige ontwikkelingen SSOT
9
Hoofdstuk 3: Verantwoording middelen prestatiebox
24
Hoofdstuk 3: Onderwijskundige ontwikkelingen Scholengemeenschap De Keyzer
26
Hoofdstuk 4: Strategiekaart verbinding SSOT en SG de Keyzer
34
Hoofdstuk 5: Passend Onderwijs en de risico’s voor de organisatie
38
Hoofdstuk 6: Organisatiekenmerken en financiën Stichting Biezonderwijs
42
BIJLAGE Risico analyse Biezonderwijs
64
BIJLAGE Continuïteitsparagraaf
78
3
Hoofdstuk 1. Jaarverslag Raad van Toezicht Het jaarverslag Raad van Toezicht bestaat uit drie delen: - Jaarverslag Raad van Toezicht Scholengemeenschap De Keyzer: periode 01-01-2013 tot 01-08-2013 - Jaarverslag Raad van Toezicht Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg Periode 01-01-2013 tot 01-08-2013 - Jaarverslag Raad van Toezicht Stichting Biezonderwijs Periode 01-08-2013 tot en met 31-12-2013 Jaarverslag Raad van Toezicht Scholengemeenschap De Keyzer Periode 01-01-2013 tot 01-08-2013 Samenstelling De Raad van Toezicht van Scholengemeenschap De Keyzer was in 2013 in de periode januari tot augustus 2013 als volgt samengesteld: Dhr. drs. F. Horvers, voorzitter Dhr. drs. C. Pelkmans, vicevoorzitter Dhr. drs. P. Nijskens Dhr. F. Smoorenburg Mevr. drs. W. Teune Taken van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht Scholengemeenschap De Keyzer heeft de volgende kerntaken 1) De Raad van Toezicht is de werkgever van de directeur-bestuurder 2) De Raad van Toezicht houdt toezicht op de uitvoering van de taken en fungeert als klankbord 3) Vaststellen van de begroting, de jaarrekening inclusief jaarverslag en benoeming accountant Commissies binnen de Raad van Toezicht Binnen de Raad van Toezicht fungeert de auditcommissie financiën bestaande uit: Mevr. drs. W. Teune Dhr. drs. P. Nijskens Directeur-bestuurder Mevr. drs. B. Rombouts Ambtelijk secretariaat Mevr. M. van Enschot Aantal vergaderingen in deze periode:
4
- 4 reguliere vergaderingen met de directeur-bestuurder d.d. 4 februari, 26 maart, 23 april 10 10 juni 2013. De vergaderingen werden gehouden op de locatie van SG De Keyzer. - 3 vergaderingen met gezamenlijke raden van toezicht De Keyzer/Stichting Speciaal Onderwijs in verband met de beoogde fusie d.d. 5 februari, 25 april en 25 juni 2013. De Raad van Toezicht als werkgever In de periode januari – augustus 2013 is met mevr. Rombouts een functioneringsgesprek gevoerd. Inhoudelijk 2013 De belangrijkste thema’s in het eerste halfjaar 2013: • Het samenvoegingstraject van Scholengemeenschap De Keyzer met de Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg • De samenstelling van de nieuwe Raad van Toezicht, de bemensing van het nieuwe College van Bestuur • De verbouw/nieuwbouw van het VSO • De bedrijfsvoering (meerjarenbegroting, jaarrekening 2012 • Passend Onderwijs en de samenwerkingsverbanden Toezichtskader Bij aanvang van elke vergadering wordt een lid van de raad als observant benoemd. Belangrijkste conclusies: - De leden van de Raad van Toezicht zijn pro-actief op de toekomst gericht. - De leden nemen meer op een vragende manier als toezichthouder deel aan de vergadering Vergoedingen De vergoedingen van de RvT leden zijn afgestemd op de ANBI normen en bedragen € 2340 op jaarbasis voor een gewoon lid en € 4615 voor de voorzitter.
Jaarverslag Raad van Toezicht Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg Periode 01-01-2013 tot 01-08-2013 Samenstelling De Raad van Toezicht van de Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg was in 2013 in de periode januari tot augustus 2013 als volgt samengesteld: Mevr. H. de Kok MPM, voorzitter Dhr. drs. J. Hoedemaker, vicevoorzitter Mevr. mr. A. Coppelmans Mevr. dr. C. Joldersma Dhr. W. Staffhorst Dhr. prof.dr. P. Zoontjens Taken van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht Stichting Speciaal Onderwijs heeft de volgende kerntaken:
5
4) Het goedkeuren van de strategische koers in het licht van de maatschappelijke doelstelling van de Stichting 5) Het toezicht op de financiën van de Stichting 6) Toezien op het goed functioneren van het College van Bestuur 7) Het functioneren als adviseur en klankbord van het College van Bestuur Commissies binnen de Raad van Toezicht Binnen de Raad van Toezicht fungeert de auditcommissie financiën bestaande uit: Dhr. W. Staffhorst Dhr. drs. J. Hoedemaker Samenstelling College van Bestuur Dhr. drs. J. van Gils, voorzitter Dhr. M. Liebregt, lid Ambtelijk secretariaat Mevr. G. de Bruin Aantal vergaderingen in deze periode: - 2 reguliere vergaderingen met het College van Bestuur d.d. 20 maart en 12 juni 2013. De vergaderingen werden gehouden op de diverse (school) locaties. De directeur van de betreffende school presenteerde school specifieke zaken. - 3 vergaderingen met gezamenlijke raden van toezicht SSOT/De Keyzer in verband met de beoogde fusie d.d. 5 februari, 25 april en 25 juni 2013 - 1 bijeenkomst met de directeuren d.d. 30 mei 2013 - 1 bijeenkomst met de GMR d.d. 10 juni 2013 De Raad van Toezicht als werkgever In de periode januari – augustus 2013 is met dhr. Liebregt een functionerings-/ beoordelingsgesprek gevoerd. Met dhr. Van Gils is een exitgesprek gevoerd. Inhoudelijk 2013 De belangrijkste thema’s in het eerste halfjaar 2013: • Het samenvoegingstraject van Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg met SG De Keyzer. • De samenstelling van de nieuwe Raad van Toezicht, de bemensing van het nieuwe College van Bestuur • De bedrijfsvoering (jaarrekening 2012, meerjarenformatieplan en personeelsbeleid • Passend Onderwijs en de samenwerkingsverbanden Toezichtskader In februari heeft een evaluatie plaatsgevonden. Speerpunten die de aandacht vragen: - voldoende zicht houden op de problematiek die speelt bij de Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg - het bewaken van de voortgang van de fusie
6
- de positie van de Stichting Speciaal Onderwijs in het licht van de regio/ontwikkelingen Passend Onderwijs Vergoedingen De vergoedingen van de RvT leden zijn afgestemd op de ANBI normen en bedragen € 2340 op jaarbasis voor een gewoon lid en € 4615 voor de voorzitter. Jaarverslag Raad van Toezicht Stichting Biezonderwijs Periode 01-08-2013 tot en met 31-12-2013 Samenstelling De Raad van Toezicht van de Stichting Biezonderwijs was in 2013 in de periode augustus t/m december 2013 als volgt samengesteld: Mevr. H. de Kok MPM, voorzitter Dhr. drs. F.Horvers, vicevoorzitter Dhr. drs. J. Hoedemaker Mevr. dr. C. Joldersma Dhr.drs. P.Nijskens Dhr. W. Staffhorst Mevr. drs. W. Teune Dhr. prof.dr. P. Zoontjens Taken van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht Stichting Biezonderwijs heeft de volgende kerntaken 8) De Raad van Toezicht is de werkgever van het College van Bestuur. 9) De Raad van Toezicht houdt toezicht op de uitvoering van de taken en de uitoefening van bevoegdheden door het College van Bestuur en geeft adviezen over aangelegenheden die voor het te voeren bestuur van belang zijn. De Raad van Toezicht fungeert bovendien als klankbord voor het College van Bestuur. 10) De Raad van Toezicht beoordeelt de besluiten van het College van Bestuur met name op strategisch niveau en ten aanzien van de bedrijfsvoering. Commissies binnen de Raad van Toezicht Binnen de Raad van Toezicht fungeren een drietal commissies: 1. Remuneratiecommissie, bestaande uit de voorzitter mevr. H. de Kok MPM en de vicevoorzitter dhr. drs. F. Horvers. 2. Auditcommissie financiën, bestaande uit dhr. drs. P. Nijskens en dhr. W. Staffhorst 3. Commissie kwaliteitstoezicht Raad van Toezicht, bestaande uit mevr. drs. W. Teune en dhr. drs. J. Hoedemaker Samenstelling College van Bestuur Mevr. drs. B. Rombouts, voorzitter Dhr. M. Liebregt, lid Ambtelijk secretariaat Mevr. G. de Bruin
7
Aantal vergaderingen in deze periode: - 3 reguliere vergaderingen met het College van Bestuur d.d. 11 september, 30 oktober en 11 december 2013. De vergaderingen werden grotendeels gehouden op de diverse (school) locaties. De directeur van de betreffende school presenteerde school specifieke zaken. De Raad van Toezicht als werkgever In de periode augustus t/m december zijn er nog geen functionerings/beoordelingsgesprekken gevoerd met de leden van het College van Bestuur. Inhoudelijk 2013 De belangrijkste thema’s in het tweede deel van 2013: • Het samenvoegingstraject van Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg met Sg De Keyzer. • De samenstelling van de nieuwe Raad van Toezicht, de bemensing van het nieuwe College van Bestuur, alsmede de bezoldiging en inschaling. • De bedrijfsvoering • Managementstatuut • Passend Onderwijs en de samenwerkingsverbanden Toezichtskader Een eerste evaluatie van de nieuwe Raad van Toezicht zal plaatsvinden in de eerste vergadering van het nieuwe schooljaar 2014-2015, zijnde eind augustus/begin september 2014. Vergoedingen De vergoedingen van de RvT leden zijn afgestemd op de ANBI normen en bedragen € 2340 op jaarbasis voor een gewoon lid en € 4615 voor de voorzitter.
8
Hoofdstuk 2. Onderwijskundige ontwikkelingen SSOT 1. Inleiding Het jaar 2013 heeft voor SSOT in het licht gestaan van de in 2012 voorbereide fusie met SG De Keyzer. De voorbereidingen hierop, die geleid hebben tot een definitieve aanvraag tot bestuurlijke fusie, hebben eind juni geleid tot goedkeuring. Per 1-8-2013 is de stichting Biezonderwijs ontstaan. Dit deel van het bestuursverslag beschrijft de door de scholen van (voormalig) SSOT behaalde resultaten. Als leidraad en ordeningsschema van kwaliteitszorg maakt SSOT gebruik van het INK model. We volgen dit model bij het beschrijven van ontwikkelingen en resultaten in 2013.
Figuur 1: Het INK model1
1
Zie http://www.ink.nl/nl/p4bd81e110a03e/ink-managementmodel.html
9
2. Organisatiegebieden Leiderschap Inhoudelijk wil SSOT meer opbrengstgericht/doelgericht aan de slag. Het besef dat het “voorleven” daarvan begint bij bestuur en directie leidt tot het aanscherpen van afspraken over “opbrengstgericht leidinggeven” (figuur 2)
Figuur 2: het lotusdiagram (J. Marino; KPC) brengt in beeld welke aspecten bijdragen aan duurzame organisatieontwikkeling/opbrengstgericht leiderschap; binnen SSOT zijn dit ontwikkelaspecten.
In 2013 zijn ontwikkelaspecten (figuur 2) en gedragsregels regelmatig als spiegel gebruikt bij de monitoring en evaluatie van verbeterplannen op SSOT en schoolniveau. Nadrukkelijker dan voorheen is daarbij gekeken naar de samenhang tussen leiderschap en de overige organisatie- en resultaatgebieden van het INK-model. In 2013 is hier door middel van twee thema’s aandacht aan besteed. Resultaatgesprekken Het bestuur heeft resultaatgesprekken met de directeuren gevoerd. Begin 2013 zijn de beoogde resultaten besproken en vastgelegd met de directeuren. De resultaten waren gebaseerd op de school ondernemingsplannen en bestonden daarnaast uit enkele algemene afspraken zoals het behalen van de begroting. Vervolgens is tweemaal gedurende het jaar de voortgang besproken met de directeur. Aan het eind van 2013 is de directeur op basis van de behaalde resultaten beoordeeld en is ook de nieuwe gesprekscyclus geëvalueerd. Bij de evaluatie van deze nieuwe cyclus is geconstateerd dat de focus teveel op de resultaten lag waardoor het algehele functioneren van de directeur wat onderbelicht is geraakt. In 2014 zal op basis van deze evaluatie de gesprekscyclus verbeterd worden. Duurzame inzetbaarheid In 2012 is er een eerste meting onder het personeel geweest omtrent duurzame inzetbaarheid. De SSOT scholen voor primair onderwijs namen deel aan PO-actief, een project vanuit het vervangingsfonds dat inzicht geeft in het werkvermogen en de werkbeleving van medewerkers. PO-actief brengt de risico’s die medewerkers in hun functioneren lopen individueel in kaart en biedt in waar relevant medewerkers de mogelijkheid tot persoonlijk advies en ondersteuning.
10
Veel aspecten van het thema arbeidsorganisatie binnen deze meting betreffen het leiderschap van de school. Op basis van de verbeterplannen is er gewerkt aan de zwakke punten. In 2013 is de meting herhaal voor de scholen die hem in 2012 hebben gedaan en heeft ook het Praktijkcollege mee gedaan. De Bodde heeft de vervolgmeting begin 2014 gedaan. Het blijkt dat er op veel aspecten verbetering heeft plaats gevonden en dat er voor sommige scholen nog verdere stappen te doen zijn. Meting 2013 exclusief De Bodde, een respons van 197 reacties v/d 263 uitgenodigden= 75% Meting 2012 exclusief Praktijkcollege, een respons: 214 reacties v/d 304 uitgenodigden=70% PO-actief laat zien welke aspecten van de arbeidsorganisatie (op basis van benchmark) extra aandacht vragen. Op SSOT niveau gaat het daarbij om de volgende aspecten die zullen worden meegenomen naar de beleidsperiode 2012-2016 (specificering op schoolniveau is beschikbaar). Omdat het twee verschillende populaties personeel zijn geweest die het onderzoek hebben ingevuld is vergelijk van de tweede meting met de eerste niet helemaal zuiver, desondanks zijn de volgende conclusies te trekken op het niveau van de stichting: - Weet wat er speelt onder het personeel; dit aspect blijft een aandachtspunt. - Treed actief op tegen collega’s die de kantjes ervan aflopen; hier is een verbetering zichtbaar, nog niet op alle scholen conform benchmark. - Spreek elkaar aan op de kwaliteit van uitvoering van het werk; hier is een sterke verbetering zichtbaar en wordt er conform benchmark gescoord. - Houd de werkdruk binnen de perken; hier is verbetering zichtbaar en wordt er inmiddels conform benchmark gescoord. - Let op signalen van overbelasting en werkdruk; hier is lichte verbetering gerealiseerd, echter nog niet helemaal op het niveau van de benchmark. - Zorg voor goed personeelsbeleid; dit aspect is negatiever gescoord dan in 2012. Waarschijnlijk is dit sterk gerelateerd aan de ontwikkelingen binnen de scholen, het vooruitzicht op verplichte mobiliteit naar een andere school binnen de stichting is voor veel personeelsleden niet prettig. - Let op het (ongewenste) gedrag van leerlingen; het personeel voelt zich meer dan bij de eerste meting belast door leerlingen die zich misdragen. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor het personeelsbeleid de komende jaren omdat we verwachten dat de doelgroep nog zwaarder zal worden t.g.v. de effecten van Passend Onderwijs. Alleen de zwaarste doelgroep zal nog doorverwezen worden van het reguliere naar het speciale onderwijs.
Management van medewerkers Kijkwijzer Binnen SSOT is onderzocht hoe elke leraar met handelingsgericht werken opbrengstgericht aan de slag is. Hiervoor is tijdens kwaliteitsmiddagen een kijkwijzer ontwikkeld. Alle leraren zijn in de loop van 2013 bezocht door een directielid van de school. Tijdens het lesbezoek, waarbij ook gekeken wordt naar de leerlingendossiers, is de kijkwijzer gehanteerd om een nulmeting uit te voeren.
11
Met opbrengstgericht werken wordt bedoeld: het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van leerlingen. Met handelingsgericht werken wordt bedoeld: kijk goed naar de kinderen, naar hun leerstijlen en hun interesses. Dit heeft immers consequenties voor het aanbod, de houding en het handelen van de leerkracht. Het gaat om waarnemen, plannen, begrijpen en realiseren.
Figuur 3: Handelingsgericht werken, een cyclische aanpak
Figuur 4: Het ontwikkelingsperspectief van de leerling.
12
Op basis van de lesbezoeken, waarbij de kijkwijzer is ingevuld, heeft de directie een (kwalitatieve) analyse gemaakt. Op basis van deze analyse (per school) zullen verbeterplannen / scholing opgezet worden. De volgende verbeterpuntenkomen uit de evaluatie naar voren: - Werken met OPP. Dit wordt op dit moment op schoolniveau ontwikkeld. - Werken met groepsplannen vraagt nog nader aandacht en afstemming (ook in relatie tot het nieuwe leerling volgsysteem). - Verschillende leerstijlen van de kinderen zijn nog onvoldoende bekend/ wordt nog onvoldoende op afgestemd. - Sommige zaken zijn meer op schoolniveau dan op leerkrachtniveau georganiseerd, zoals het afnemen van toetsen volgens de toetskalender. - Eenduidige registratie is een belangrijk ontwikkelpunt op schoolniveau. - Opstellen van het OPP en vaststellen van criteria om te ijken of een leerling zich conform het OPP ontwikkelt is een belangrijk ontwikkelpunt op schoolniveau. - Verwoorden van doelen aan het begin van de les en daarop reflecteren is (nog) geen gewoonte. - Meer aandacht voor het afsluiten van de les (aangegeven doel evalueren). - Meer aandacht voor zaken m.b.t. OPP (organisatorische competenties). De directies geven aan dat de kijkwijzer een waardevol instrument is dat cyclisch ingezet gaat worden. Ook zijn er verbeterpunten van het instrument aangegeven waardoor het nog beter wordt. Zo zal er een verklarende woordenlijst toegevoegd kunnen worden en zullen er voor bepaalde scholen lichte aanpassingen nodig zijn om de kijkwijzer nog beter aan te laten sluiten aan de school specifieke situatie.
Strategie en beleid Opbrengstgericht werken In 2012 is de wijze waarop SSOT werkt aan het realiseren van visie en missie onder de loep genomen. De conclusie is dat voor het strategisch beleidsniveau de principes van opbrengst- en resultaatgericht werken (doelgericht, cyclisch en planmatig werken) aan de orde zijn en dat de samenhang c.q. de parallel tussen het strategisch, tactisch en operationeel niveau expliciet dient te worden gemaakt (figuur 5). Het inperken van het aantal strategische doelen (“the big rocks”) en het scherper afstemmen van het strategisch beleid in de school ondernemingsplannen en in de resultaatafspraken tussen bestuur en directie is in 2013 vorm gegeven. Figuur 5: de dynamische parallel van opbrengstgericht
13
werken van leerling naar bovenschools niveau en v.v.
Audits In 2013 zijn er drie scholen bezocht: SBO Noorderlicht, ZML De Bodde en de Praktijkschool. Tijdens de audit wordt er door auditoren, collega’s van andere scholen, gekeken naar de schoolontwikkeling van de te bezoeken school. Scholing van de auditoren, het te hanteren instrumentarium en de audit procedure zullen op basis van de audit ervaringen telkens worden verbeterd.
Figuur 6: de verantwoordings- c.q. toezichts-piramide binnen SSOT in beeld.
Management van middelen Financiën In 2013 zijn er verbeteringen gerealiseerd in de financiële instrumenten. De opbouw van de (meerjaren-)begroting is dezelfde als de financiële managementrapportages (maraps) en de verantwoording van de exploitatie conform de richtlijnen EFJ2. De consistentie van het coderingssysteem voor grootboekrekeningen maakt het volgen van de realisatie gedurende het jaar transparanter en eenduidiger. De directeur verantwoordt de realisatie van het schoolbeleid De rol van de directeuren bij de periodieke bespreking van de realisatie van het schoolbeleid verschuift van “volgen” naar “actief verantwoorden”. De daarvoor noodzakelijke vaardigheden (pro actieve insteek vanuit de directeur; gebruik van de administratieve tools; resultaatafspraken) zijn in samenspraak tussen bestuur en directeuren in ontwikkeling. 2
EFJ = Elektronisch Financieel Jaarverslag 14
Samenwerking binnen T-Primair In 2013 is de vereniging T-Primair omgezet tot de onderwijscoöperatie T-Primair3 nieuwe stijl. De Tilburgse schoolbesturen voor primair onderwijs; SSOT is een van de leden, wil zich zowel inhoudelijk als beheersmatig ontwikkelen tot een betekenisvolle organisatie. Vanuit voorafgaande gemeenschappelijkheid zijn de uitgangspunten voor T-Primair van de toekomst vorm gegeven. Daarbij is gestart met het formuleren van onderdelen voor de missie (mission statement) van T-Primair. Een missie is een beknopte beschrijving van de hogere MISSIE T-PRIMAIR nieuwe stijl doelstelling van de Als onderwijsorganisaties in Tilburg zetten wij ons in voor toekomstige organisatie. Het kwalitatief goed onderwijs voor alle leerlingen in het primair doel van een missie is het onderwijs in de regio Tilburg. bevorderen van cohesie en Leerlingen, ouders, medewerkers en partners kunnen vertrouwen coherentie van de op een proactieve organisatie die doelgericht en efficiënt werkt. organisatie. Juist daarom We nemen initiatief om samen met anderen ons doel te bereiken. vormt het beschrijven van Het leggen van verbinding tussen organisaties en binnen het vertrekpunt, de organisaties hoort daar bij. gezamenlijke missie, het fundament van de strategie om de toekomstige ambities waar te kunnen maken. Deze ambities worden vertaald in de toekomstige visie van T-Primair nieuwe stijl, als richtinggevend voor en leidraad in het maken van keuzes in de komende jaren.
Een visie is een algemene voorstelling van de toekomst van de organisatie. En gaat in op zaken als: Hoe ziet de omgeving van onze organisatie er in de verre toekomst uit? Wat willen we als organisatie tegen die tijd bereikt hebben? Langs welke weg gaan we die positie bereiken? Tot slot zijn de vier belangrijkste kernwaarden geformuleerd.
3
VISIE T-PRIMAIR nieuwe stijl Als onderwijsorganisaties dragen we samen met de kinderopvang bij aan een optimale ontwikkeling van kinderen in de regio Tilburg. T-Primair is samen met de partners binnen de regio Tilburg koersbepalend op het brede terrein van onderwijs en opvang. We zitten als één partij aan tafel, zijn eenduidig en laten één geluid horen. Landelijk zijn we actief, zichtbaar en vervullen we samen met anderen een beleidsbeïnvloedende rol. Middels onze gezamenlijke proactieve aanpak zijn we in staat om veranderingen en innovaties binnen onze eigen organisaties tijdig, efficiënt en zorgvuldig door te voeren. Leerlingen, ouders, medewerkers en partners kunnen daarbij rekenen op actieve betrokkenheid en adequate ondersteuning.
T-Primair staat voor Onderswijscoöperatie Primair Onderwijs Tilburg 15
Met onderstaande kernwaarden geeft T-Primair nieuwe stijl aan wat werkelijk belangrijk is; waar we in geloven. Kernwaarden geven aan waar gezamenlijk aan wordt gewerkt en wat in het handelen zowel binnen als buiten T-Primair tot uiting wordt gebracht: - Koersbepalend: niet volgend of passief, maar juist voorop om mede de koers te bepalen. Samen met partners (zowel lokaal, regionaal als landelijk) het voortouw nemen op het gebied van onderwijs en opvang. Kansen willen we benutten. Eenduidigheid in ons optreden hoort daar bij. - Kwaliteitsbewust: voldoen aan de (wettelijke) eisen en inspelen op de vanzelfsprekende behoeften van leerlingen, ouders, medewerkers en partners vormen een belangrijke basis voor ons handelen. We willen het beste uit de ander en onszelf halen. - Verbindend: als onderwijsorganisaties kunnen we het niet alleen. Het vereist van ons: samenwerken, opbouwen, delen, samen groeien en ontwikkelen. - Betrokken: wij hebben passie voor het onderwijs en de ontwikkeling van kinderen. Wij werken vanuit betrokkenheid op leerlingen, medewerkers en partners voor wie en met wie we werken.
Management van processen Toezichtsarrangementen De inspectie waardeerde de kwaliteit van SSOT scholen de afgelopen jaren als volgt. SBO Zonnesteen SBO Westerwel SBO Noorderlicht SO De Klimmer VSO Parcours SO De Bodde VSO De Bodde PRO Praktijkcollege
voorjaar 2009 najaar 2009 voorjaar 2010 najaar 2010 voorjaar 2011 najaar 2011 voorjaar 2012 najaar 2012 voorjaar 2013 najaar 2013 basis basis basis basis basis basis basis basis basis basis basis basis basis basis basis basis zwak basis basis basis zwak zwak basis basis basis basis basis basis basis basis basis
Kwaliteitsperspectief: opbrengstgerichte scholen (inspectie) Met “opbrengstgericht werken” scherpt de inspectie het toezichtskader nadrukkelijk aan. Voor SSOT scholen is het een uitdaging om in het perspectief daarvan het primaire proces van “volgend” naar “doelgericht en plannend” te ontwikkelen. Het is daarom ook een van de hoofddoelstellingen voor de beleidsperiode 2012-2016 en behelst in de termen van de onderwijsinspectie met name: 1. een goede kwaliteitszorg op stichtings- en schoolniveau; 2. afstemming leerstof en instructie op groepsniveau; 3. hulp aan zorgleerlingen op leerlingniveau. Met behulp van het instrument “de kijkwijzer” heeft er in 2013 een nulmeting plaatsgevonden. Zie hoofdstuk “Management van medewerkers, Kijkwijzer”.
16
Overig relevante zaken In het kader van de Locaal Educatieve Agenda (LEA) zijn door T-Primair en de gemeente Tilburg afspraken gemaakt over een aantal inhoudelijke speerpunten voor het Primair Onderwijs. We beperken ons hier tot een korte vermelding van de thema’s die ook relevant zijn voor het primaire proces van SSOT scholen: - het verbeteren van de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE); - het verhogen van de resultaten op het gebied van taal (klemtoon op taal); - de ontwikkeling van een stadsmonitor op het gebied van basisvaardigheden; - de ontwikkeling van Integrale Kind- c.q. Jeugdcentra.
3. Resultaatgebieden
ARBO Bovenschools werden voor Arbo en Veiligheid de beleidsplannen opnieuw opgesteld en de daarbij behorende protocollen en bijlagen aan de actualiteit aangepast. De plannen werden in directeurenberaad en GMR besproken en vastgesteld en zijn dus uitgangspunt voor SSOT beleid. Daarnaast werd eveneens bovenschools “Meldcode en protocol kindermishandeling en huiselijk geweld” opgesteld, waarna deze op schoolniveau kan worden geïmplementeerd. Voortkomend uit het opstellen van de beleidsplannen werden voor elke school ARBOmappen samengesteld met daarin op basis van de ARBO-catalogus PO de beleidsplannen, protocollen en bijlagen. Deze mappen worden op schoolniveau verder gevuld met de benodigde relevante stukken en dienen in het vervolg voor de ARBO-controle op basis waarvan de checklist. De scholen werden begeleid en ondersteund bij het opstellen van Plan van Aanpak en verder Arbo-beleid. Verder zijn er de volgende activiteiten ontwikkeld in het kader van Arbo en Veiligheid: - organiseren en begeleiden afname RI&E op 4 scholen; - training georganiseerd voor de beheerders van de brandmeldinstallaties die nog niet waren gecertificeerd; vijf deelnemers sloten de training af met het behalen van het certificaat; - deelname aan bijeenkomsten: Veilige Publieke Taak van de Gem. Tilburg, Arbo van VfPf. Klachtenregeling Onderdeel van Arbo-beleid is de klachtenregeling. De bestaande klachtenregeling is op onderdelen aan de actualiteit aangepast en uitgebreid met de onderdelen: onderwijsconsulenten en klachten van medewerkers. De aangepaste klachtenregeling is als bijlage opgenomen bij het beleidsplan (toegevoegd in de Arbo-map). De aangepaste klachtenregeling wordt middels informatie in de nieuwe schoolgids en op de website van de scholen aan de ouders bekend gemaakt. Ook werd deze opnieuw onder de aandacht van de medewerkers gebracht.
17
Communicatie In het kader van communicatie werden dit schooljaar diverse activiteiten uitgevoerd. Middels een digitale nieuwsbrief werd gestart met het informeren van medewerkers en betrokkenen SSOT. De Nieuwsbrief gaf in 2013 brede informatie over o.a. ontwikkelingen op landelijk, bestuurlijk- en schoolniveau; verslag van activiteiten als 2-daagse directies en SSOT-dag en nieuws op personeel vlak. Ook werd er via de nieuwsbrief gecommuniceerd over de bestuurlijke samenvoeging van SSOT met SG De Keyzer. De nieuwsbrief wordt als positief ervaren en zal gemaakt en verstuurd blijven worden.
Uitstroomgegevens van leerlingen Hieronder staan de uitstroomgegevens vermeld per school.
Zonnesteen uitstroom
Westerwel uitstroom
basisonderwijs praktijkond LWOO basis LWOO kader LWOO gem/ theor VMBO basis VMBO kader VMBO gem / theor MBO HAVO VSO ZMOK/ cl 4 VSO ZMLK VSO overig uitstroom/ll'n aantal
basisonderwijs praktijkond LWOO basis LWOO kader LWOO gem/ theor VMBO basis VMBO kader VMBO gem / theor MBO HAVO VSO ZMOK VSO ZMLK VSO overig uitstroom/ll'n aantal
2011
2012
16 18 1
17 17 3
5
6
3
1
1 1
4
45
48
2011
2012
12 32 5
7 39 5
6
7
13
12
5 1
3 1 2
74
76
18
Noorderlicht uitstroom
basisonderwijs praktijkond LWOO basis LWOO kader LWOO gem/ theor VMBO basis VMBO kader VMBO gem / theor MBO HAVO VSO ZMOK
2011 1 10 28 5
2012 1 15 21 4 3
2 1 1
1 3
48
48
2011 1 38 78 11
2012
5 0 6
9 0 7
18 0 6 3 1 0
13 0 4 8 0 2
167
171
VSO ZMLK VSO overig uitstroom/ll'n aantal SBO totaal uitstroom
basisonderwijs praktijkond LWOO basis LWOO kader LWOO gem/ theor VMBO basis VMBO kader VMBO gem / theor MBO HAVO VSO ZMOK VSO ZMLK VSO overig uitstroom/ll'n aantal
39 77 12
19
SO De Klimmer uitstroom basisonderwijs praktijkond LWOO basis LWOO kader LWOO gem/ theor VMBO basis VMBO kader VMBO gem / theor MBO HAVO VSO ZMOK VSO ZMLK VSO overig uitstroom/ll'n aantal De Parcours VSO uitstroom
praktijkond LWOO basis LWOO kader LWOO gem/ theor VMBO basis VMBO kader VMBO gem / theor MBO HAVO VSO ZMOK VSO ZMLK overig uitstroom/ll'n aantal * Overig detentie werk internaat gediplomeerd gecertificeerd
2011 0 0 1 0
2012 1
2 0 0
2
2 0 1 9 3 6
1 12
24
16
2011 0 3 0
2012
0 0 0 4 14 0 9 1 8
6 22
39
44
2011 2 8 8
2012 2 8
8 2
6
4 12
20
Praktijkcollege uitstroom praktijkond LWOO basis LWOO kader LWOO gem/ theor VMBO basis VMBO kader VMBO gem / theor MBO HAVO VSO ZMOK VSO ZMLK overig uitstroom/ll'n aantal Uitsplitsing overig arbeid detentie onbekend overleden totaal De Bodde uitstroom
SO praktijkond LWOO basis LWOO kader LWOO gem/ theor VMBO basis VMBO kader VMBO gem / theor MBO HAVO VSO ZMOK/ cl 4 VSO ZMLK overig uitstroom/ll'n aantal Uitsplising overig buitenland verhuizing (zmlk) sbao lz esm basisonderwijs overleden uitstroom/ll'n aantal
2011 8
2012 3
2
24
22
6
3
19
29
59
57
17
26
2
3
19
29
2011 1
2012
21 1
18 6
23
24
1
2 2 2
1
6
21
De Bodde uitstroom
VSO praktijkond LWOO basis LWOO kader LWOO gem/ theor VMBO basis VMBO kader VMBO gem / theor MBO HAVO VSO ZMOK VSO ZMLK overig uitstroom/ll'n aantal Uitsplitsing overig: dagactiviteit verhuizing zmlk buitenland sociale werkplaats bedrijfsleven thuis overleden uitstroom/ll'n aantal
2011
2012
1
1
26
1 49
27
51
20
34 4 2
4 2
6 3
26
49
22
Klanten, partners, maatschappij Bestuur en financiers Bestuurlijk model Vanaf augustus 2011 werkt SSOT met het Raad van Toezicht model. Die verandering betekent bouwen aan een vernieuwd intern toezichtskader en een herbezinning op de rollen van toezichthouders, bestuurders, directeuren en medewerkers. Dit proces zal in de beleidsperiode 2012-2016 worden gecontinueerd. Financiers De stelselwijziging Passend Onderwijs zal in de beleidsperiode 2012-2016 haar beslag krijgen. SSOT verwacht dat met de stelselwijziging ook (grote) veranderingen zullen optreden in leerlingenstromen, geldstromen etc. De bestuurlijke drukte is groot; de onzekerheden al niet minder. SSOT anticipeert door bestuurlijk te participeren in die samenwerkingsverbanden waaraan substantieel diensten worden verleend d.m.v. onderwijs en/of ambulante begeleiding (Tilburg, Waalwijk, Breda, ’s Hertogenbosch, Eindhoven). GMR De GMR is in 2013 intensief betrokken bij de besprekingen en voorbereidingen rondom de fusie. Daarnaast heeft de GMR op een goede manier invulling gegeven aan de wettelijke taken rondom formatie (-beleid), begroting etc. De samenstelling van de GMR is: Personeelsgeleding: Dhr. H. Toemen, tevens voorzitter (SBO Zonnesteen) Dhr. J. Derksen (ZML De Bodde) Dhr. J. ’t Hart (Parcours VSO) Mevr. J. Gestel (SBO Noorderlicht) Mevr. A. Brabers (Parcours SO De Klimmer) Mevr. F. Wagener-Schats (Praktijkcollege Tilburg) Mevr. M. Huijbregts (SBO Westerwel) Oudergeleding: Dhr. M. Verheijen (SBO Noorderlicht) Mevr. M. Elissen (ZML De Bodde) Mevr. M. Broeders (Parcours SO De Klimmer) Mevr. M.L. Bogers (SBO Westerwel)
23
Hoofdstuk 3. Verantwoording middelen prestatiebox SBO-scholen: Westerwel, De Zonnesteen en Noorderlicht. Een deel van de prestatiebox wordt ingezet voor Cultuureducatie. De SBO-scholen organiseren hun eigen activiteiten en deels doen ze dat in gezamenlijkheid. Er wordt ook gebruik gemaakt van het kunstaanbod van CiST (Cultuur in School Tilburg). Leerlingen krijgen bijvoorbeeld een activiteit in het kader van cultuureducatie; dit kan het bijwonen van een voorstelling zijn (muziek, dans, toneel) of het bezoeken van een tentoonstelling in een van de Tilburgse musea. Soms worden ook exposities op school vertoond. Een cultuuractiviteit bestaat niet alleen uit het bijwonen van een voorstelling of het bezoeken van een tentoonstelling. Deze activiteit wordt altijd ingebed in een projectvorm. In een aantal lessen wordt de activiteit voorbereid, en na afloop wordt er geëvalueerd. De directie wordt ondersteund door Coreducatie en geschoold in gezamenlijkheid met de directieleden van de overige Biezonderwijsscholen. Daarnaast hebben individuele leerkrachten, IB’ers en directieleden ingeschreven op diverse studiedagen in het kader van taal/lezen, rekenen en opbrengstgericht werken. Vervolgens wordt een deel van de prestatiebox besteed aan professionalisering. Individuele leerkrachten, IB’ers, MT en directie hebben een aantal studiedagen bezocht om inhoudelijke veranderingen aan te kunnen brengen t.a.v. opbrengstgericht werken. (V)SO scholen: De Bodde, Parcours en SG De Keyzer Cultuureducatie is voor de leerlingen vooral te realiseren door ervaringen, door te doen. Zintuigelijke ervaringen zoals die tijdens cultuureducatie worden aangeboden helpen om hun eigen (fysieke en mentale) mogelijkheden te ontdekken en uit te breiden. Een aantal van onze leerlingen stroomt uit naar vormen van creatieve dagbesteding. Een brede kennismaking met cultuur tijdens hun schoolse periode geeft hen meer kans op een passende uitstroomplek. Al jaren wordt er gebruik gemaakt van het aanbod van CiST (Cultuur in Scholen Tilburg). Daarnaast verzorgt onze dramadocente een passend lesaanbod. Bij SG De Keyzer werd gebruik gemaakt van culturele projecten van kunstbalie en muzikale projecten van het Factorium Goirle. Voor een groot deel van het personeel geldt dat scholing als vanzelfsprekend voor het onderhoud van je professie wordt gezien. De focus lag in de voorbije jaren vooral op het leren kennen van en leren omgaan met gedragsproblemen (ook voortvloeiend uit hechtingsproblematiek en ASS) en het leren omgaan met kinderen met een (ernstige) verstandelijke stoornis en hoe zij leren. De leerlijnen van het CED zijn daarbij ondersteunend, in het werken daarmee worden we al een aantal jaren begeleidt. In het kader van de kwaliteitswet verschuift ook voor het ZML de focus meer van de (ortho)pedagogische aanpak naar de (ortho)didactische aanpak en worden de opbrengsten op het gebied van lezen en rekenen in kaart gebracht en geanalyseerd. Maar meer nog achten wij het als school voor speciaal onderwijs van belang om ook opbrengsten op het
24
gebied van veiligheid, zelfredzaamheid en wellbevinden in kaart te brengen. We scholen ons dus breed. VO school: Praktijkcollege Tilburg. Het Praktijkcollege Tilburg heeft veel aandacht besteed aan scholing zodat alle personeelsleden die leerlingcontacten hebben nu geschoold zijn in het beter af stemmen op verschillen in de klas en op opbrengstgericht werken. Er is een hernieuwde start gemaakt met het gericht aandacht besteden aan een kleine groep schoolverlaters om hun schoolprestaties dusdanig te verbeteren dat mogelijkerwijze doorstroom naar het MBO mogelijk wordt. Een zogenoemde + klas. Binnen de school, die eerder een pedagogische dan een didactische opdracht heeft, is veel aandacht besteed aan handelingsgericht werken. Leraren zijn geschoold in het omgaan met verschillen binnen een groep, wat voor de vorm van het praktijkonderwijs een combinatie van pedagogische en didactische uitgangspunten is. Er wordt bewust aandacht besteed aan de geldende bekwaamheidseisen en de realisatie van een bekwaamheidsdossier. Er vindt systematische professionalisering plaats op teamniveau gericht op de streefdoelen.
25
Hoofdstuk 4. Onderwijskundige ontwikkelingen Scholengemeenschap de Keyzer 1. Inleiding: Het bestuur heeft vastgesteld dat er een groot aantal stappen is gezet ten aanzien van de ontwikkelingen binnen de organisatie. Alle ontwikkelactiviteiten zijn opgenomen in het schoolontwikkelplan 2012-2013 (onderdeel van het strategisch beleidsplan 2012-2016). Het schoolontwikkelplan 2012-2013 is in juli 2013 volgens de PDCA-cyclus geëvalueerd. In verband met de fusie zijn de volgende afspraken gemaakt: - Ontwikkelactiviteiten worden na de evaluatie doorgezet tot januari 2014. - Vanaf 2014 wordt er conform de cyclus bij SSOT gewerkt met een ondernemingsplan; de voorbereiding hiervoor zijn gestart begin oktober 2013. - Bij SG de Keyzer werd gewerkt met een strategisch beleidsplan voor 4 jaar en een uitgebreid schoolontwikkelplan. Bij SSOT werd gewerkt met een schoolplan voor 4 jaar en een ondernemingsplan. Nu SG de Keyzer m.i.v. 2014 ook gaat werken met een ondernemingsplan hetgeen veel beknopter is dan een schoolontwikkelplan is er ook een schoolplan noodzakelijk. In december 2013 is er een schoolplan 2012-2016 verstuurd naar de inspectie. Dit schoolplan is gemaakt op basis van het strategisch beleidsplan maar is uitgebreider. Inspectie heeft het schoolplan goedgekeurd. 2. Schoolontwikkelplan SG De Keyzer 2012-2013 Volgens de PDCA cyclus heeft er in juli 2013 een evaluatie plaatsgevonden van het schoolontwikkelplan 2012-2013. Hieronder wordt aangegeven of de doelstellingen gerealiseerd zijn of voortgezet worden in de periode tot 1-1-2014. Daarna maken de ingezette ontwikkelingen deel uit van het ondernemingsplan 2014 Ontwikkelpunt 1: Systeem van leerlingenzorg gekoppeld aan handelingsgericht werken en functionaliteit handelingsplanning. Doelstellingen: De scholengemeenschap werkt met een kwaliteitskaart leerlingenzorg aan verbetering zorgsysteem met een ontwikkelplan 2012-2013. De leerkrachten werken binnen de zorgcyclus resultaat- en handelingsgericht De handelingsplannen worden functioneel opgesteld. Datacare wordt geïmplementeerd. De kaders voor het opstellen van het didactisch ontwikkelingsperspectief worden vastgesteld.
Gerealiseerd Voortzetting
2014 t/m dec. 2013
26
Ontwikkelpunt 2: Ontwikkeling en invoering van cyclisch proces kwaliteitszorg. Doelstellingen:
Gerealiseerd Voortzetting
> 80% van de ouders score van voldoende of goed op de ouderenquête De scholengemeenschap werkt doelgericht, cyclisch, integraal en systematisch aan schoolverbetering middels het systeem van WMK PO waarin de kwaliteitskaarten beleidsterreinen Pedagogisch klimaat en Opbrengsten worden afgenomen. Er is een anti-agressieprotocol ingevoerd na feedback van team en ouders (klankbordgroep) en gecommuniceerd naar betrokkenen. Ouders zijn meer betrokken bij de school middel klankbordgroep ouders en informatieverstrekking. Er heeft een evaluatie plaatsgevonden van het functioneren van de leerlingenraad in het VSO; er is een leerlingenraad ingericht voor de BB van het SO. > 75% van de leerlingen scoren voldoende of goed op de leerlingenenquête.
Er is een planningscyclus opgesteld gekoppeld aan het Schoolontwikkelplan; die wordt 2 maandelijks gecheckt in het MT. De overkoepelende Commissie van Begeleiding heeft 6 keer per schooljaar overleg gehad waarin de kwaliteitszorg en de leerlingenzorg geëvalueerd werd. Dit wordt gedaan door de terugkoppeling vanuit de diverse commissies van begeleiding, kwaliteitskaarten en de evaluatie van het SOP.
Ontwikkelpunt 3: Leerstofaanbod. Doelstellingen: De scholengemeenschap gebruikt een gepland en beredeneerd kleuteraanbod dat aansluit op de specifieke kenmerken van de doelgroep. Het leerstofaanbod in de kleutergroep is geëvalueerd en aangepast. Leerlingvolgsysteem OVM is ingevoerd inde onderwijszorggroepen Zebra en Regenboog. Er is een keuze gemaakt voor een nieuwe methode wereldoriëntatie passend bij de kerndoelen en de specifieke
t/m dec. 2013 Verwerking van de enquête t/m dec 2013
Gerealiseerd Voortzetting
27
kenmerken van de doelgroep. De nieuwe Taalmethode is geëvalueerd en indien nodig zijn er aanpassingen gemaakt Er is een doorgaande methodische lijn in het SO voor seksuele voorlichting Naar aanleiding van voorlichting en overleg met partners is er een dekkend en aangepast leerstofaanbod voor de drie uitstroomprofielen diplomagericht, arbeid en dagbesteding. Daarbij wordt intensief samengewerkt met de partners waarbij uitwisseling en gebruik maken van elkaars expertise centraal staan.
Ontwikkelpunt 4: (Ortho)didactisch handelen en de rol van leerlingen. Doelstellingen: De theoretische lessen op de scholengemeenschap worden uitgevoerd met gebruik making van het directe instructiemodel. Alle leerkrachten hanteren dezelfde afspraken rond het zelfstandig werken en het klassenmanagement. Alle leerkrachten zorgen voor differentiatie: afstemming van instructie en verwerking op de onderwijsbehoeften van de leerling. Het beleid rond de MLK stroom is geïmplementeerd. Het dyslexie protocol is ingevoerd.
Ontwikkelpunt 5: Pedagogisch handelen. Doelstellingen: Het gehele team van het SO en het VSO in geschoold als Leefstijltrainer, daarmee is eenduidigheid in pedagogisch leerkrachtgedrag bevorderd. Methode Leefstijl is ingevoerd. Lokalen zijn eenduidig ingericht waardoor de structuur en de herkenbaarheid voor leerlingen is verbeterd. Er is een eenduidig beloningssysteem in het SO.
t/m dec. 2013 2014 t/m dec 2013
Gerealiseerd Voortzetting
t/m dec. 2013
Gerealiseerd Voortzetting
aug. 2013
sept. 2013
Het gedifferentieerde beloningssysteem in het VSO is geëvalueerd en aangepast. De overgang van SO naar VSO is verbeterd waardoor er minder uitval en problemen zijn in de brugklas.
28
Ontwikkelpunt 6: Onderwijszorgarrangementen Doelstellingen: Het aanbod binnen Zebra en Regenboog is geëvalueerd en aangepast. Het nieuwe OZA aanbod voor groep 6/7/8 is gerealiseerd en geëvalueerd. Op grond daarvan kan een goede werkwijze gekozen worden voor de toekomst. Werkgroep Keiko (Kompaan en SG de Keyzer) heeft aanbod ontwikkeld voor samenwerking en afstemming zorg en onderwijsaanbod voor leerlingen vanaf groep 3. Het aanbod is aangeboden aan de stuurgroep en er is een besluit genomen voor invoering. De werkgroep samenwerking Leo Kannerhuis Brabant en VSO de Keyzer inventariseren waar mogelijkheden voor samenwerking liggen en starten met een aantal samenwerkingspilots.
Ontwikkelpunt 7: Thuiszitters begeleiden Doelstellingen: Onderwijs op maat bieden aan leerlingen van het samenwerkingsverband die voldoende capaciteiten hebben om een diploma gericht traject te kunnen volgen binnen het voortgezet onderwijs. Onderwijs op maat bieden aan leerlingen van de Keyzer die voor kortere of langere tijd, geheel of gedeeltelijk, niet in staat zijn om onderwijs op de Keyzer te volgen.
Ontwikkelpunt 8: Observatieklas inrichten Doelstellingen Doelstellingen: Binnen de regio is de behoefte aan een observatieklas voor jonge leerlingen onderzocht. Er is een pilot ontwikkeld voor een observatieklas en afgestemd met het SWV PO.
Gerealiseerd Voortzetting
t/m dec. 2013
Gerealiseerd Voortzetting
Gerealiseerd Voortzetting
t/m dec. 2014
29
3. Onderwijsprestaties. Uitstroomgegevens 2011 Uitgestroomd naar: Regulier basisonderwijs Speciaal basisonderwijs Regulier voortgezet onderwijs Regulier MBO Andere vormen van speciaal onderwijs Naar geen onderwijs/mkd/buitenland
2012
SO en VSO 2 21 29 0 26
SO 3 13 12 0 30
*
*
2013
VSO SO Nvt 3 Nvt 9 12 3 10 nvt 15 SO 14 VSO 12 * 6
VSO Nvt Nvt 11 10 16 14
4. Ontwikkelingen als gevolg van interne en externe kwaliteitszorg In 2009 is het werken met kwaliteitskaarten ingevoerd. Hieraan gekoppeld worden tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd bij leerkrachten en ouders en leerlingen. In het Strategisch Beleidsplan 2012-2016 is opgenomen dat in de toekomst externe audits worden uitgevoerd. In oktober 2013 is de voorbereiding en scholing gestart voor deelname door 2 directieleden van SG de Keyzer aan de auditcommissie van Stichting Biezonderwijs. Tevens is in oktober 2008 besloten dat er in november 2014 een audit plaats gaat vinden op SG De Keyzer. 5. Governanceontwikkelingen (interne beheersing en toezicht) Bestuur Zie ook punt 2, Algemeen Bestuur Met ingang van augustus 2011 zijn toezicht en besturen gescheiden volgens het one tier model. In de praktijk constateerden zowel de directeur-bestuurder als de algemeen bestuursleden dat het Raad van Toezichtmodel een beter passende bestuursstructuur zou zijn. In december 2011 is de beslissing genomen om met ingang van augustus 2012 over te stappen naar het Raad van Toezichtmodel hetgeen ook is gerealiseerd. Code goed bestuur, goed onderwijs De minister, de inspectie, ouders, partners, maar ook de verschillende partijen binnen de onderwijsinstelling – leraren, schoolleiding, toezichthouders – verwachten steeds meer van het bestuur. Er komt steeds meer nadruk te liggen op het afleggen van verantwoording over de uitvoering van taken en de uitoefening van bevoegdheden. In het verlengde hiervan is de Code Goed Bestuur vastgesteld in 2010. De Regeling leerresultaten Primair Onderwijs komt bijvoorbeeld voort uit de Wet Goed Onderwijs, goed Bestuur. SG De Keyzer hanteert deze Code in het Primair Onderwijs. Er zijn geen afwijkingen te melden m.b.t. tot deze Code. 6. Op weg naar bestuurlijke samenwerking
30
In juni 2011 zijn oriënterende gesprekken tussen SG De Keyzer, SSOT en Mytylschool Tilburg om de mogelijkheden van bestuurlijke samenwerking te onderzoeken. In het kader van Passend Onderwijs is het belangrijk dat ten behoeve van alle zorgleerlingen nauw samengewerkt wordt. In december 2011 is besloten dat SSOT en SG De Keyzer een intentieverklaring ondertekenen om de onderzoeksfase van bestuurlijke samenwerking in te gaan. In december 2012 is de onderzoeksfase beëindigd en is de fusie-effectrapportage verstuurd naar het ministerie met het verzoek om goedkeuring van de fusie. Deze goedkeuring is eind juni 2013 gekregen hetgeen geresulteerd heeft in een fusie met ingang van 1 augustus 2013. 7. Medezeggenschapsraad De formele betrokkenheid van ouders en personeel krijgt vorm via de Medezeggenschapsraad (MR). De MR overlegt met de directie en het schoolbestuur over belangrijke schoolzaken. De taken en bevoegdheden van de MR zijn vastgelegd in een reglement. Hierin staat ook duidelijk omschreven voor welke zaken het bestuur advies dan wel instemming aan de MR moet vragen. De vergaderingen zijn, tenzij anders vermeld, openbaar. Er zijn twee overleggen met de MR en het bestuur geweest. De MR is nauw betrokken bij het fusieproces. Samenstelling MR 2013: Personeelsgeleding: De heer T. Goes, voorzitter Mevrouw M. Desmares Mevrouw M. van de Velden Mevrouw K. de Vette Mevrouw A. Pragt Oudergeleding: De heer E. Hoogenboom Mevrouw H. Geerts De heer G. Wansleeben De heer J. Pijnenburg Mevrouw A. van Unnik De voorzitter van de MR maakt deel uit van een werkgroep om een nieuwe GMR Stichting Biezonderwijs in te richten. Van augustus t/m december 2013 hebben: 2 personeelsleden en 2 ouders zitting genomen in de voorlopige GMR van Stichting Biezonderwijs 8. Inspectie van het onderwijs De inspectie houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs op elke school en ziet erop toe dat scholen aan de wet voldoen. In 2009 heeft de inspectie problemen geconstateerd rond de samenwerking met de Frater van Gemertschool. De aanmerkingen vanuit de inspectie waren gebaseerd op 2 gronden: - kwaliteitsbewaking - inzet financiële middelen
31
In 2011 is de definitieve beschikking ontvangen van het Ministerie over de terugbetaling van de middelen (€ 514.495,84). Daartegen is zowel mondeling als schriftelijk bezwaar aangetekend, waarbij bestuurders van SG De Keyzer en het MBC-college gezamenlijk hebben opgetreden. In april 2012 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden en is er een aanpassing geweest van juiste bedrag invullen het terug te betalen bedrag. Ook hiertegen is wederom bezwaar aangetekend en er is in december 2013 een rechtbankprocedure geweest. Het ministerie is in het gelijk gesteld, er is nu bezwaar aangetekend pro forma in afwachting van de uitslag van een vergelijkbare zaak die bij de Hoge Raad loopt. Er is wel een voorziening opgenomen. Na een intensief verbetertraject heeft de inspectie in december 2011 het basisarrangement toegekend aan SG De Keyzer. Het basisarrangement is in 2012 voortgezet en na een bestuursgesprek in september 2013 gecontinueerd. 9. Communicatie met ouders Het verstrekken van informatie aan ouders vindt op uiteenlopende manieren plaats: - Individuele oudergesprekken 3 keer per jaar - Handelingsplanbesprekingen - Ouderinformatiebrieven. - Inloopmiddagen - Algemene ouderinformatieavonden in september. - Rapporten. Er is ook tweemaal per jaar een bijeenkomst met de klankbordgroep. Deze heeft als opdracht om mee te denken rondom inhoudelijke (verbeter)trajecten. Ouders kunnen zich hiervoor aanmelden bij de groepsleerkracht. Sg de Keyzer heeft ook een oudervereniging. 10. Professionalisering Verplichte scholing: - Master SEN cluster 4. Alle leraren zijn verplicht om een Master SEN cluster 4 opleiding te volgen. Deze opleiding is intern ingekocht bij Fontys en in juni 2013 hebben alle medewerkers die hieraan deel moesten nemen hun diploma behaald. - Training DDG DDG-training (omgaan met dreigend en destructief gedrag) is een verplichte scholing voor alle medewerkers. Merkbaar is dat mede door deze DDG-training medewerkers veel vaardiger zijn geworden in het voorkomen van agressie. Daar waar kinderen zichzelf, medeleerlingen of leerkrachten in een onveilige situatie brengen zijn leerkrachten geschoold om via de DDG-techniek leerlingen zorgvuldig vast te pakken en te verplaatsen naar een plek waar ze tot rust kunnen komen. Deze landelijk erkende methodiek is verbonden aan het Time-out beleid. Daarnaast wordt scholing gestimuleerd. Aanvragen voor scholing moeten wel aansluiten bij het beleid van de organisatie of de professionele ontwikkeling van de medewerker. Lerarenbeurs wordt, indien mogelijk, gebruik van gemaakt. Medewerkers moeten verantwoording afleggen in het functioneringsgesprek over hun deskundigheidsbevordering ( 170 uur)
32
11. Protocol schorsen en verwijderen Tot de populatie kinderen op onze school behoren ook kinderen die gedragsproblemen vertonen. De gedragsproblemen kunnen voortkomen uit de geëigende problematiek van het kind. We proberen met behulp van een handelingsplan de kinderen te laten komen tot positiever gedrag. Er kunnen evenwel situaties ontstaan, die een zodanige bedreiging vormen voor het kind zelf en zijn omgeving dat er tot schorsing of verwijdering moet worden overgegaan. De directie beoordeelt deze situatie en overlegt altijd met de directeurbestuurder. Zowel voor schorsing als voor verwijdering is een uitvoerige procedure beschreven. De directie zal in dergelijke situaties altijd contact opnemen met de ouders. Bij verwijdering is de school verantwoordelijk om samen met de ouders tot een passende oplossing te komen. 12. Vertrouwenspersonen Per afdeling kennen wij twee vertrouwenspersonen. Deze vertrouwenspersonen zijn bekend bij alle leerlingen. Bij de start van het schooljaar bezoeken zij alle groepen om zich aan de kinderen voor te stellen. 13. Klachtencommissie Als leerlingen, ouders of medewerkers van onze school zich met gedragingen of beslissingen niet kunnen verenigen, staan voor hen klachtenregelingen open. In onze klachtenregeling wordt een onderscheid gemaakt tussen: - klachten over machtsmisbruik (bv. seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld, pesten), en - overige klachten (bv. begeleiding van leerlingen, toepassen van strafmaatregelen). We gaan er vanuit dat ouders met ‘overige klachten’ in eerste instantie naar de betrokken medewerker van de school gaat. Als deze er samen niet uitkomen, komt de directie in beeld en eventueel aansluitend het bestuur. Mocht er sprake zijn van ernstige klachten over een vorm van machtsmisbruik dan kunnen ouders en leerlingen een beroep doen op de interne contactpersonen (zie hiervoor). De contactpersonen luisteren naar de verhalen en bespreken welke stappen ondernomen kunnen worden. Ook kunnen zij verwijzen naar de externe onafhankelijke vertrouwenspersoon. Dat is mevrouw Jacqueline Klerkx. Zij werkt bij de Stichting Onderwijsbegeleiding Midden-Brabant. SG de Keyzer is aangesloten bij de KOMM. 14. Ontwikkelingen m.b.t. huisvesting Het VSO van SG De Keyzer gaat zich de komende jaren geleidelijk ontwikkelen naar een afdeling die onderwijs biedt aan zo’n 180 leerlingen met VMBO-T, HAVO en VWO mogelijkheden. Het onderwijsaanbod is in principe diplomagericht. Daarnaast heeft het VSO een schakelfunctie voor VMBO-Basis (Kader). De laatste jaren heeft SG de Keyzer in verband met een tekort aan lokalen noodgedwongen gebruik moeten maken van een aantal noodunits. Sinds augustus 2011 huurt SG de Keyzer schoolwoningen in de directe omgeving van het bestaande schoolgebouw. In augustus 2012 is gestart met de voorbereiding van de bouw /verbouw voor het VSO, naast het SO gebouw. In oktober 2013 is de bouw daadwerkelijk gestart. Verwachting is dat de bouw afgerond is in het najaar van 2014.
33
Hoofdstuk 5. Strategiekaart verbinding SSOT en SG de Keyzer Volgende pagina
BIEZONDERWIJS missie /visie “Passend onderwijs” Voor elk kind een passend arrangement op het gebied van onderwijs, zorg en ondersteuning. We streven daarbij naar opbrengstgericht, geïntegreerd en zo thuisnabij mogelijk (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs waarbij we intensief samenwerken met ouders, zorginstellingen, onderwijspartners, bedrijfsleven en gemeenten.
Kernwaarden Warmte Kennis Aandacht Zorg Inspirerend
Organisatie filosofie - leerkracht is eigenaar van het onderwijsleerproces in zijn groep; - directeur is integraal verantwoordelijk voor zijn/haar school. - flexibiliteit; - denken in belang van kinderen in plaats van organisaties; - hoogwaardig opgeleide professionals; - focus op uitstekende kwaliteit van het primaire proces; - faciliteer het primaire proces: ‘meer handen in de klas’. - expertise beschikbaar stellen; - op zoek naar nieuwe concepten passend bij de hulpvraag vanuit regulier onderwijs; - profilering/communicatie.
Strategische doelen Intern • BIEZONDERWIJS-scholen beschikken tenminste over een basisarrangement en zijn aantoonbaar van uitstekende kwaliteit. • De expertise van BIEZONDERWIJS is voor alle betrokkenen in de keten onderwijszorg beschikbaar. • BIEZONDERWIJS neemt initiatieven om expertise verder te ontwikkelen en te verspreiden (meer thuisnabij in te zetten). Extern • BIEZONDERWIJS zet actief in op regionale krachtenbundeling (samenvoeging speciaal; samenwerkingsverbanden PO en VO). • Intensivering samenwerking met overheden, ouders, zorg, welzijn en bedrijfsleven in het kader van Passend Onderwijs.
Speerpunten 2012-2016 BIEZONDERWIJS
Doelen 2012-2013 SSOT
Doelen 2012-2013 SG De Keyzer
Beter onderwijs
Beter Onderwijs
Beter onderwijs Meer dan 80% van de ouders scoort voldoende of goed op de ouderenquete. 75% van de leerlingen scoort voldoende of goed op de leerlingenquete. Anti-agressieprotocol is ingevoerd. Doelgericht, cyclisch, integraal en systematisch werken aan schoolverbetering middels het systeem van WMK PO. Er vindt scholing plaats voor de CvB-leden m.b.t. ontwikkelingsperspectieven. Observaties direct instructiemodel zijn uitgevoerd en resultaten teruggekoppeld naar medewerkers. Uitvoering van scholingsplan ingezet op concreet leerkrachtgedrag. Scholing handelingsgericht werken in relatie tot ontwikkelingsperspectieven is in gang gezet. Implementatie van beleid hoogbegaafde kinderen is gerealiseerd. Verbreding en Vernieuwing Er is een dekkend onderwijszorgaanbod voor kinderen van alle leeftijden en met alle problematieken. Hierbij wordt samengewerkt Kompaan, Markstroom en het Leo Kannerhuis. Er is beleid ontwikkeld om adequaat om te gaan met thuiszittende leerlingen waarbij aan een stapsgewijze terugkeer naar het onderwijs gewerkt. Er is een observatieklas ingericht voor jonge leerlingen, (3 tot 6 maanden plaatsing) waarbij onderwijszorgbehoefte in kaart gebracht wordt. In het SO en VSO is resp. een structuurgroep en een zorgklas ingericht voor leerlingen met complexe individuele hulpvragen. ____________________________________________ Structuur en organisatie Het Raad van Toezichtmodel is gerealiseerd. Passende bestuursstructuur is onderzocht en heeft geleid tot de Stichting Biezonderwijs. De omvang van de managementstructuur is extern onderzocht en aangepast. Met alle medewerkers zijn beoordelingsgesprekken gevoerd op basis van 360 gr. feedback. Medewerkers hebben zelf verantwoording m.b.t. deskundigheidsbevordering. Taakbeleid is vastgesteld. Communicatie Er zijn folders ontwikkeld voor al het nieuwe aanbod (onderwijszorgarrangementen, observatieklas, etc.). Website is aangepast. Er zijn structurele bijeenkomsten voor (regulier) onderwijs gerealiseerd. Er is een overlegstructuur in gang gezet met zorginstanties die verbonden zijn aan SG De Keyzer. Er worden klankbordgroepbijeenkomsten voor ouders georganiseerd.
Stuur op basis van opbrengsten (leerresultaten; leerrendementen; INK prestatie indicatoren). Hanteer een cyclisch proces van kwaliteitszorg. Professionaliseer medewerkers in gebruik OPP, OGW en HGW. Manage het primaire proces (planmatig en gedocumenteerd)en maak resultaten zichtbaar. Stem het onderwijs af op de doelgroep (aanbod; instructie; tijd; verwerking; toetsing). Ontwikkel een passend systeem van leerlingenzorg (zorgteam (CvB); ZAT; lvs).
Verbreding en Vernieuwing Flexibiliseer het aanbod intern (crisisopvang; observatieklas; verbreding doelgroep) Flexibiliseer het aanbod extern (thuiszitters e.a.) Ontwikkel PAB, AB, TAB, co-teaching zo nodig in eigen beheer op het gebied van Rekenen Taal, lezen, spellen Sociaal emotionele ontwikkeling (gedrag). Bouw aan een integrale aanpak (arrangementen) met regulier onderwijs, JHV, zorg en bedrijfsleven: ZA(B)T (PO) en ZAT plus (VO) Integraal Kind- c.q. Jeugd Centrum SamenwerkTilburg.
Structuur en organisatie Realiseer een passende organisatiestructuur (bestuurlijk; management). Realiseer toekomstgericht, passend personeelsbeleid.
Communicatie Profileer je als “speciaal” vanuit een regionaal en samenhangend perspectief. Ontwerp (met regionale partners) een regionaal model voor Passend Onderwijs. Optimaliseer informatievoorziening en voorlichting. Informeer verwijzers over de vorderingen van leerlingen en spreek hen aan op hun verantwoordelijkheid / erbij betrekken (zorgplicht).
Voor einde 2013 zijn alle leraren van SSOT gedocumenteerd beoordeeld op hun competenties t.a.v. gebruik OPP, OGW, en HGW (leidraad BMC). Eind 2013 beschikken alle SSOT scholen over een planmatige aanpak met criteria en procedures ten behoeve van een kwalitatieve beoordeling van het management van het primaire proces. _____________________________________________ Verbreding en Vernieuwing Najaar 2013 beschikken alle scholen over een plan van aanpak m.b.t. ZA(B)T (PO) en ZAT plus (VO) Integraal Kind- c.q. Jeugd Centrum Ondernemend Onderwijs Midden-Brabant. Augustus 2014 beschikken SSOT scholen over een samenhangend aanbod PAB, AB, TAB en co-teaching op het gebied van: Rekenen Taal, lezen, spellen Sociaal emotionele ontwikkeling (gedrag). Zelfredzaamheid / arbeid. Augustus 2014 is de meerwaarde en de prijs van diensten t.b.v. werkveld 1 bepaald. _____________________________________________ Structuur en organisatie Najaar 2013 zijn alle aspecten van de arbeidsorganisatie (zie PO Actief), minstens op het niveau van de benchmark. _____________________________________________ Communicatie Juni 2013 hebben alle verwijzers terugkoppeling gekregen over de vorderingen van hun leerlingen die < 2 jaar geleden zijn geplaatst. Najaar 2013 (!) zijn in samenspraak met de regionale partners de zorgplannen van de samenwerkingsverbanden PO en VO gereed (om voor te leggen aan de medezeggenschapsraden). Jaarlijks leveren de scholen voor 1 november hun actuele uitstroom- en opbrengstgegevens, inclusief analyse en plan van aanpak aan. Najaar 2013 verschijnt de eerste nieuwsbrief “Passend Onderwijs Midden-Brabant” met samenhangende informatie over de dienstverlening van werkveld 2 en 3 t.b.v. werkveld 1 en ouders (de ondersteuningsprofielen van het speciaal onderwijs).
35
Verbeterthema’s 2014 Scholen
Verbeterthema’s bovenschools
Gedragsregels
1. De beoordeling van leraren op hun competenties ten aanzien van OPP, HGW en OGW: -
iedere (SSOT) directeur verantwoordt zich voor 4 maart 2014 over de resultaten, de conclusies en zijn/haar interventies;
-
het CvB presenteert 27 maart 2014 zijn verantwoording en interventies;
-
eind juli 2014 zijn alle medewerkers van SG de Keyzer beoordeeld op basis van 360 gr. Feedback;
-
op basis van de beoordeling zijn er conclusies geformuleerd, doelen ter verbetering en een route om het doel te bereiken.
2. De beoordeling van het management van het primaire proces:
De gedragsregels zijn 1.
-
metingen en een planning gedurende de
-
hun analyse en hun conclusies;
-
hun interventies (doel ter verbetering, route om dit te realiseren).
Het CvB verantwoordt zich in mei 2014 over conclusies en interventies stichtingsbreed. 3. Auditing en zelfevaluatie over het management van personeel in relatie tot leiderschap. SBO De Zonnesteen, SBO Westerwel en SG de Keijzer hebben voor november 2014: -
een zelfevaluatie uitgevoerd;
-
een audit georganiseerd;
-
interventies bepaald op basis van de zelfevaluatie en van de audit.
4. Alle scholen werken opbrengstgericht (bepalen uitgangspositie op basis van data d.w.z. waarneembare gegevens of meetbare gegevens, formuleren op basis daarvan een doel en bepalen de route hoe dat doel te bereiken): -
de uitgangssituatie voor wat betreft de resultaten is aantoonbaar door de implementatie van het LVS;
-
de beoordeling van de Kwaliteitskaart ‘Opbrengsten’ met actuele opbrengstgegevens;
-
een up to date Venster voor verantwoording;
-
iedere meting wordt gevolgd door conclusies en interventies (doel ter verbetering en route hoe dat te bereiken);
-
jaarlijks voor 1 oktober (bestuursgesprek) zijn opbrengsten (uitstroom-; bestendiging; leerresultaten) na
Ik bereid mij voor
1. De resultaatgebieden van het INK model worden voorzien van meetinstrumenten, frequentie van
de resultaten van hun beoordeling van het management van het primaire proces;
Ik neem initiatief
Bovenschools beleidsontwikkeling
Alle scholen verantwoorden zich voor mei 2014 over
Ik neem de verantwoordelijkheid voor de jaarplanning en het groepsproces Ik heb een open houding
Koersperiode. 2. De kansen voor het V(S)O, SO en SBO in het kader
2.
Ik deel mijn plannen en mijn expertise
worden vertaald in projecten voor de korte en de 3.
Ik kom mijn afspraken na Ik verantwoord mij over de bereikte
3. Een methodiek voor het beoordelen van het
resultaten en de processen er naartoe
management van het primaire proces is eind 2013
Ik pas toe of ik leg uit
gereed.
Ik spreek mijn collega’s aan
4. De gesprekscyclus met een balans tussen ‘beoordelen en ontwikkelen’ wordt herijkt.
Ik werk samen Ik informeer actief
van een dekkend aanbod Passend Onderwijs
lange termijn.
Ik participeer actief
4.
Ik geef en vraag feedback Ik durf te confronteren
5. Er is een protocol en formats voor het verwijzen
Ik ben een kritische vriend (luis in de
naar verwijzers. 5.
Ik informeer mijn team
bespreking in teamverband aangeleverd op bestuursniveau. 5. Alle scholen hebben een plan ten aanzien van de IKC vorming van hun school en zetten een stap voorwaarts in de gewenste richting. 6. Alle (SSOT) scholen werken aantoonbaar aan verbeterdoelen op basis van de beoordeling met de Scan Index Werkvermogen (PO-Actief 2e meting najaar 2013).
36
pels).
37
Hoofdstuk 6. Passend Onderwijs en de risico’s voor de organisatie Met ingang van 1 augustus 2014 wordt de wet op passend onderwijs ingevoerd. Tot 1 augustus 2013 werkten de bestuurders van SSOT en SG de Keyzer nauw samen bij de deelname binnen de SWV en werden er vooruitlopend op de fusie al eenduidige afspraken gemaakt met de SWV en werd er vanuit gezamenlijkheid geparticipeerd. Dit resulteerde in verdeling van de kleinere SWV en gezamenlijke deelname in de grote 4 SWV. Bestuurlijke participatie SSOT / De Keyzer samenwerkingsverband
AB begeleide leerlingen
Bestuurlijke participatie
Tilburg PO 30-04
Leerlingen op scholen SSOT / De Keijzer De Bodde SO 79 Parcours SO 60
De Bodde SO 48 Parcours SO 1
SSOT
Waalwijk PO 30-10
De Keyzer SO 172 De Bodde SO 13 Parcours SO 4
De Keyzer SO 232 De Bodde SO 19
De Keyzer SSOT
46 11 6
De Keyzer SO 68
De Keyzer
Breda PO 30-03
De Keyzer SO De Bodde SO Parcours SO
30 2 1
De Keyzer SO 30
’s-Hertogenbosch PO 30-05
De Keyzer SO De Bodde SO Parcours SO De Keyzer SO De Keyzer SO
2 3
Valkenswaard/Veldhoven PO 30-09
De Keyzer mede namens SSOT
Geen participatie Wel afgesproken over grensverkeer Geen participatie Wel afgesproken over grensverkeer SSOT
Tilburg VO 30-04
De Bodde VSO 148 Parcours VSO 74
De Bodde VSO 16 Parcours VSO 1
Waalwijk VO 30-09
De Keyzer VSO106 De Bodde VSO 19 Parcours VSO 10
De Keyzer VSO354 De Bodde VSO 11
De Keyzer SSOT
De Keyzer VSO104
De Keyzer
Breda VO 30-03
De Keyzer VSO 11 De Bodde VSO 5 Parcours VSO 7 De Keyzer VSO 7
De Keyzer VSO 4
SSOT mede namens De Keyzer
38
’s-Hertogenbosch VO 30-05
De Bodde VSO 11 Parcours VSO 1
Eindhoven / Kempenland VO 30-07
Helmond, Weert
De Bodde
7 SSOT mede namens De Keyzer
Sg de Keyzer
17 De Keyzer mede namens SSOT nvt
Vanaf 1 augustus 2013 participeert de voorzitter van Stichting Biezonderwijs in alle SWV. Hieronder een overzicht van de 4 grote samenwerkingsverbanden en de eventuele risico’s voor Stichting Biezonderwijs 1. SWV Plein 013: ( PO Tilburg eo) Dit SWV heeft een vereveningsopdracht van 34 %. Zowel deelname in het speciaal (basis) onderwijs als het aantal rugzakleerlingen is hoger dan het landelijk gemiddelde en zorgen voor de grote vereveningsopdracht. Het betreft hier een deelname van 17 besturen waaronder 4 SO besturen. Binnen het bestuur is gekozen voor een scholenmodel met een klein deel expertisedeel. Het expertisedeel is ingericht voor de voorinstroom , verhuizers van buiten het verband en de categorie 3 leerlingen ( meervoudig gehandicapten). Deze leerlingen worden direct bekostigd uit het verband en er wordt een toelaatbaarheidsverklaring afgegeven door het deskundigenteam van het SWV. Voor de overige leerlingen geldt het scholenmodel. Scholen hebben veel beleidsruimte en verantwoordelijkheid ten behoeve van verwijsgedrag. De zorgmiddelen gaan naar de scholen en zij zijn verantwoordelijkheid (op basis van de ondersteuningsbehoefte van de leerling) voor een passend arrangement binnen of buiten de eigen school. Het ondersteuningsplan is vastgesteld voor het samenwerkingsverband in 2013. Er heeft een audit plaatsgevonden door de M&O groep; op basis van de IVO velden is per school het ondersteuningsprofiel vastgesteld (december 2013). Scholen van Biezonderwijs zijn allemaal doelgroepenscholen. Risico’s voor Stichting Biezonderwijs: Binnen Stichting Biezonderwijs zijn 3 SO scholen en 3 SBO scholen. Ruim 60 % van de leerlingen op deze scholen komt uit het SWV Plein 013. Als gevolg van het scholenmodel verwachten wij voor deze scholen een forse terugloop van het aantal leerlingen. - Er is geen volume afspraak gemaakt voor de speciale scholen. Er kan dus een zeer onevenwichtig verloop zijn van de leerlingenaantallen. - Late verwijzing naar speciale (basis)scholen met als gevolg leerlingen met complexere problematiek. - Onevenwichtige opbouw van de leerling populatie binnen de scholen - Verwijzing naar te lichte arrangementen
39
2. SWV VO Tilburg Dit SWV heeft een vereveningsopdracht van 10%. Binnen het bestuur zijn 7 bestuurders waarvan 3 bestuurders uit het speciaal onderwijs. Er is gekozen voor het expertisemodel met een klein deel scholenmodel. Expertisemodel: er wordt gewerkt met speciale arrangementen . De speciale scholen zijn speciale arrangementen en daarnaast zijn er 2 tussenarrangementen met een passend “tussenbudget”. Er wordt een toelatingsadviescommissie ingericht om het arrangement per leerling te bepalen. Voor de VSO scholen wordt uitgegaan van lichte groei ; 5% de komende 2 jaar en daarna stabilisering. Extra budgetten ( € 75.000 voor complexe leerlingen Pastoriestraat en AWBZ middelen) die werden verstrekt blijven in 2014 -2015 nog van kracht en in dat schooljaar wordt er beleid op gemaakt. Risico’s voor stichting Biezonderwijs - Na schooljaar 2014-2015 is er geen garantie meer voor de AWBZ middelen en de extra financiering voor de leerlingen van de Pastoriestraat - De grote verevening van het SWV Plein 013 en de late verwijzing onder invloed van het scholenmodel zal consequenties hebben voor het SWV VO. - Herstart /op de Rails zal in de toekomst niet meer verzorgd worden op de locatie Parcours. Het wordt een tussenarrangement van het SWV . Er gaat een bestuurlijk gesprek plaatsvinden waarbij de inzet is om het personeel wat nu werkzaam is binnen deze voorziening in Parcours een plek te geven in het tussenarrangement. 3. SWV PO Waalwijk Het betreft hier een SWV met een verevening van 20%. Deze vereveningsopdracht wordt veroorzaakt door de rugzakleerlingen. Het deelnamepercentage in het speciaal onderwijs ligt onder het landelijk gemiddelde . het SWV heeft geen speciale scholen ; het is aangewezen op de speciale voorzieningen in Den Bosch en Tilburg. Het SWV heeft wel een SBO voorziening. 17 besturen maken deel uit van het verband waarvan 5 besturen voor speciaal onderwijs uit Tilburg en den Bosch. Er is gekozen voor een combinatie van expertise en scholenmodel. Er wordt een toelaatbaarheids en adviescommissie (TAC) ingericht die een toelaatbaarheidsverklaring af moet geven voor een speciale voorziening. Risico: - Stimulering van speciale arrangementen in het speciaal basisonderwijs van PO Waalwijk - Reguliere scholen kunnen een beroep doen op middelen voor de inrichting van extra aanvullende arrangementen. 4. SWV VO Waalwijk Het betreft hier een SWV die geen vereveningsopdracht heeft. Ook hier zijn geen eigen speciale scholen maar is men aangewezen op de VSO scholen in Den Bosch en Tilburg. Er is
40
gekozen voor het expertisemodel waarbij er vooral veel vraag is naar de expertise van de cluster 4 scholen/ begeleiding. In het SWV is wel een school voor Praktijkonderwijs ( MET) die een Rebound voorziening verzorgt. Het bestuur bestaat uit 8 besturen waarvan 3 besturen voor speciaal onderwijs. Er is een projectgroep ingericht voor de inrichting voor een tussenvoorziening . MET en Biezonderwijs zijn de initiatiefnemers hiervan en zitten ook in de project groep. De doelstelling is dat zij gezamenlijk deze voorziening gaan inrichten/ uitvoeren. Er wordt ook hier gewerkt met een TAC voor het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring. Risico: - Nog geen waarneembare risico’s
41
Hoofdstuk 7. Organisatiekenmerken en financiën Stichting Biezonderwijs Organigram van de stichting Biezonderwijs
42
Financieel beleid Onderstaand volgt eerst een overzicht van de landelijke ontwikkeling om daarna de een analyse van de financiële situatie op balansdatum bij Biezonderwijs te maken. Omdat de fusie tussen SSOT en SG De Keyzer in 2013 heeft plaatsgevonden, worden de cijfers van de nieuwe Stichting Biezonderwijs beschreven. Omdat van de nieuwe stichting geen vergelijkende cijfers beschikbaar zijn, worden hiervoor de cijfers van voormalig SSOT en SG de Keyzer zoveel mogelijk gehanteerd. Benchmarking in het primair onderwijs Onderstaand volgt een beeld van de landelijke ontwikkeling van de diverse financiële kengetallen4 in het primair onderwijs. Ter bevordering van de vergelijkbaarheid zijn de kengetallen gesplitst naar grootte en sector. De overzichten geven de lezer een goed beeld van de financiële staat van het onderwijsveld in relatie tot de cijfers in deze jaarrekening. Biezonderwijs valt volgens deze classificatie in REC. Deze categorie bevat in 2013 77 bevoegde gezagen. De door de Commissie Don gehanteerde set kengetallen vormt de leidraad bij onderstaande overzichten. Onderstaand de kengetallen en hun signaleringsgrens: - Kapitalisatiefactor: de signaleringsgrens is afhankelijk van de omvang van het bestuur. Afhankelijk van de totale baten zijn waardes van 35% tot 60% mogelijk. - Solvabiliteit: voor de solvabiliteit geldt een ondergrens van 20%. - Liquiditeit: voor de liquiditeit zijn de signaleringsgrenzen vastgesteld op 0,5 < L > 1,5 - Rentabiliteit: het gemiddelde van de laatste vijf jaren dient 0% tot 5% te bedragen. Met deze normeringen op het netvlies volgen op de volgende pagina de resultaten vanaf 2010 tot en met 2012.
4
DUO verzamelt gegevens over het primair onderwijs in Nederland en stelt een grote hoeveelheid online
beschikbaar. Bij de analyses in deze paragraaf is gebruik gemaakt van door DUO gepubliceerde gegevens Pagina 43 van 82
Gegevens
JAAR GROEPERING 2012 PO1 PO2 PO3 PO4 PO5 PO6 REC SBO SWV Totaal 2012 2011 PO1 PO2 PO3 PO4 PO5 PO6 REC SBO SWV Totaal 2011 2010 PO1 PO2 PO3 PO4 PO5 PO6 REC SBO SWV Totaal 2010 Eindtotaal
Gemiddelde van KAP FAC TOR 59,69 50,98 50,39 44,96 41,45 41,33 45,28 57,40 53,35 51,67 60,73 51,94 49,00 44,83 41,74 41,10 44,48 58,45 56,46 52,54 61,76 53,46 51,16 47,99 42,96 42,33 44,36 58,50 57,97 53,92 52,72
Gemiddelde van Gemiddelde Gemiddelde WEERSTANDSVER Gemiddelde van Gemiddelde van van SOLV 1 van SOLV 2 MOGEN (-/- MVA) LIQUIDITEIT RENTABILITEIT Aantal besturen 0,64 0,74 29,33 4,18 0,75 456 0,58 0,71 20,65 3,49 0,60 61 0,62 0,71 21,41 2,97 0,54 109 0,60 0,71 16,69 2,52 0,34 156 0,58 0,70 13,21 2,20 0,13 174 0,56 0,68 12,93 1,99 -0,15 76 0,57 0,65 21,62 3,01 2,54 77 0,67 0,76 40,44 3,90 0,22 38 0,65 0,66 39,19 11,82 -1,60 247 0,62 0,71 25,62 4,78 0,22 1394 0,64 0,74 29,36 4,12 0,02 469 0,57 0,70 19,98 3,23 -1,12 59 0,62 0,71 20,79 2,87 -0,95 115 0,59 0,70 16,26 2,35 -1,23 163 0,58 0,69 13,44 2,12 -1,14 173 0,57 0,67 12,90 1,91 -0,99 73 0,55 0,63 20,83 2,81 0,36 77 0,69 0,77 42,54 3,90 -0,43 36 0,66 0,66 42,61 12,50 -1,37 249 0,62 0,70 26,15 4,81 -0,68 1414 0,63 0,73 30,39 4,12 -0,80 464 0,59 0,71 21,78 3,15 -1,91 59 0,62 0,72 22,05 2,94 -2,30 115 0,60 0,71 17,64 2,38 -1,88 163 0,58 0,69 14,60 2,14 -1,79 173 0,57 0,68 14,42 1,95 -0,97 74 0,56 0,63 20,90 2,73 0,70 77 0,69 0,77 43,28 4,21 1,46 36 0,66 0,67 45,02 7,00 1,94 248 0,62 0,70 27,47 3,86 -0,60 1409 0,62 0,70 26,42 4,48 -0,36 4217
De gemiddelde kapitalisatiefactor laat de laatste jaren een evenwichtige situatie zien. De gemiddelde solvabiliteit laat eveneens een stabiel beeld aflezen. De gemiddelde solvabiliteit 1 ligt ruim boven de signaleringswaarde van 0,20. Ook de liquiditeit blijft ruim boven de signaleringsgrenzen van 1,5. De gemiddelde rentabiliteit vertoont in 2012, na afgelopen jaren een neergaande ontwikkeling te laten zien, in bijna alle sectoren een flinke stijging.
Pagina 44 van 82
Financiën op balansdatum Biezonderwijs Onderstaand is de financiële positie van Biezonderwijs weergegeven. Volgens wet- en regelgeving dient in de jaarcijfers alleen de vergelijkende cijfers van eind 2012 met eind 2013 van de oude stichting SSOT (bestuursnummer 73411) weergegeven te worden. Om toch een beter inzicht te geven volgen hieronder ook de vergelijkende cijfers van zowel Sg de Keyzer als van SSOT en het totaal van de beide stichtingen per 31-122012. Hiermee is een beter vergelijk mogelijk t.o.v. de begin en eindstand van de balansposities. Hiermee is het nog niet helemaal één-op-één te vergelijken omdat bepaalde boekingen na fusiedatum interne boekingen zijn geworden (bijvoorbeeld overdracht van middelen voor ambulante begeleiding), en dat een (klein) effect heeft op de balansposities. Vergelijkend balansoverzicht 31-12-2013 Biezonderwijs €
31-12-2012 Totaal €
31-12-2012 Sg de Keyzer €
31-12-2012 SSOT €
ACTIVA Materiele vaste activa Financiele vaste activa Vorderingen Effecten Liquide middelen
6.231.724 2.260.261 1.568.042 152.955 11.367.955
6.033.957 2.577.497 1.582.513 11.306.125
4.467.559 267.952 7.062.244
1.566.398 2.577.497 1.314.561 4.243.881
21.580.937
21.500.092
11.797.755
9.702.337
12.871.994 2.562.655 2.736.663 3.409.625
11.876.419 2.317.094 2.763.529 4.543.050
6.041.056 1.215.417 2.763.529 1.777.753
5.835.363 1.101.677 2.765.297
21.580.937
21.500.092
11.797.755
9.702.337
PASSIVA Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
Pagina 45 van 82
RESULTAAT Het geconsolideerde resultaat 2013 bedraagt € 799.391 tegenover € 934.465 over 2012. De geconsolideerde resultaten over beide jaren kunnen als volgt worden samengevat:
Realisatie 2013 Biezonderwijs
Begroting 2013 Biezonderwijs
BATEN (Rijks)bijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
27.353.010 2.897.219 2.049.388
26.307.524 2.728.662 1.094.616
27.239.918 2.839.310 1.897.694
9.933.047 424.034 118.901
17.306.871 2.415.276 1.778.793
Totaal baten
32.299.617
30.130.802
31.976.922
10.475.982
21.500.940
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Overige materiele lasten
27.735.538 591.445 3.234.123
26.721.922 581.983 2.804.070
27.729.443 549.045 2.913.718
8.956.982 280.955 771.975
18.772.461 268.090 2.141.743
Totaal lasten
31.561.106
30.107.975
31.192.206
10.009.912
21.182.294
738.511
22.827
784.716
466.070
318.646
Financiele baten en lasten
60.880
-22.500
149.749
-49.855
199.604
Resultaat baten en lasten
799.391
327
934.465
416.215
518.250
Saldo baten en lasten
Realisatie 2012 Totaal
Realisatie 2012 Sg de Keyzer
Realisatie 2012 SSOT
Het balanstotaal bij Biezonderwijs is als gevolg van de fusie meer dan verdubbeld ten opzichte van het balanstotaal SSOT. Aan de activa kant zijn met name de materiele vaste activa en liquide middelen flink hoger. Daar staan aan de passiva zijde een fors hoger eigen vermogen en langlopende schulden (hypotheekverplichting SG de Keyzer) tegenover. Een andere positieve ontwikkeling is dat het resultaat baten en lasten 2013 sluit op € 799.391, waar een nagenoeg budgetneutraal resultaat voor 2013 was begroot. Voor een nadere analyse van het resultaat zie “Gang van zaken gedurende het verslagjaar”. Beleidsregel Financieel Toezicht op het onderwijs In de Staatscourant van 24 november 2011 stond gepubliceerd dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W) de beleidsregel financieel toezicht po en vo 2011 heeft vastgesteld. Het financiële toezicht is gericht op financiële risico’s op het niveau van bevoegd gezag (bestuur) van de scholen en betreft de aspecten: financiële continuïteit, doelmatigheid en rechtmatigheid. De risicogerichte opzet van het toezicht houdt in dat de inspectie alleen contact legt met of een onderzoek instelt bij besturen wanneer zij financiële risico’s constateert of met voldoende waarschijnlijkheid vermoedt. Hierbij fungeert het rapport van de commissie “Don” over het financiële beleid bij onderwijsinstellingen als kapstok. Hierin hanteert de commissie 2 belangrijke uitgangspunten: vermogensbeheer en budget beheer.
Pagina 46 van 82
Kengetallen Vermogensbeheer (beoordeling) Wat is de totale kapitaalbehoefte van de instelling? De commissie duidt dit aspect aan met het begrip vermogensbeheer, waarbij de kapitalisatiefactor centraal staat. De wijze waarop de totale kapitaalbehoefte wordt gefinancierd met eigen of vreemd vermogen is een financieringsafweging die secundair is. Het meer gebruik gaan maken van de mogelijkheid van vreemd vermogen, binnen de draagkracht van de exploitatie, zou zelfs meer gangbaar en eenvoudiger moeten worden. Een onderwijsinstelling zou bovendien de mogelijkheid moeten hebben om minder liquide middelen, lees spaargeld, aan te houden ter opvang van risico’s, maar deze aan te wenden ter versterking van het onderwijs. Kapitalisatiefactor De commissie hanteert de kapitalisatiefactor als kengetal om te signaleren of onderwijsinstellingen hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Kapitalisatiefactor gedefinieerd als: (Totaal Kapitaal excl. Gebouwen & Terreinen) gedeeld door Totale Baten (TK / TB). Als instellingen meer kapitaal hebben dan past bij de jaarlijkse baten, wordt een deel van dat kapitaal mogelijk niet efficiënt benut. Het hanteren van signaleringsgrenzen is een instrument om het beeld bij deze veronderstelling verder te vormen. Als eerste benadering wordt een bovengrens aan de kapitalisatiefactor toegekend van: bovengrens van 60% voor kleine instellingen met < € 5 mln. jaarlijkse baten. bovengrens van 35% voor grote instellingen met > € 8 mln. jaarlijkse baten;
Normatieve kapitalisatiefactor, grote besturen
> € 8 mln. baten
Bufferliquiditeit Transactieliquiditeit Financieringsfunctie
5.0% 8.5% 20.5% 34.0% Afgeronde signaleringsgrens 35.0% Bron: Staatscourant 24 november 2011 vastgesteld door Ministerie van OC&W.
Concreet voor Biezonderwijs betekent dat bij jaarlijkse baten van € 32.3 mln. de bovengrens van 35% van kracht is, wat betekent normatief € 11.4 mln. aan kapitaal (excl. geb. & terrein). Investeringsbeleid In de jaarverslaggeving worden investeringen op gebied van OLP, ICT en Inventaris gewaardeerd op de balans. Omdat de financieringsfunctie ook bedoeld is voor investeringen worden hier de uitgangspunten genoemd: De maand van aanschaf is bepalend voor het tijdstip waarop wordt gestart met afschrijven, alle investeringen boven € 750 worden geactiveerd.
Pagina 47 van 82
OLP, Inventaris (meubilair) en ICT worden geactiveerd en ook afgeschreven conform de met het bestuur afgesproken afschrijvingstermijnen. Onderhoud wordt niet geactiveerd en dus niet afgeschreven. Er hebben in 2013 investeringen plaatsgevonden voor in totaal € 789.215. Dit betreft: Gebouwen Inventaris / apparatuur Leermiddelen
€ 486.900 € 220.934 € 81.381
Over de activa is in het verslagjaar € 591.445 afgeschreven. De boekwaarde op de balans bedraagt ruim € 6,23 mln. Het totaalverloop van de materiele vaste activa is in de jaarrekening opgenomen onder paragraaf B5 ‘Toelichting op de onderscheiden posten van de balans per 31 december 2013’. Bufferliquiditeit Een financiële buffer is benodigd om niet beheersbare risico’s op te vangen. Afhankelijk van de grootte van de onderwijsinstelling wordt door de commissie een percentage van de totale baten geadviseerd als buffer. Risicomarges worden voor een beoordeling als volgt gekwantificeerd: 5% voor instellingen met > € 8 mln. jaarlijkse baten. Concreet betekent dat voor Biezonderwijs een normatief financieel benodigde buffer voor risico-opvang van 5% van de totale baten van ruim € 32,3 mln. is circa € 1,62 mln. Een dergelijke normatieve kwantificering is bruikbaar voor een eerste beoordeling, maar kan en mag niet in de plaats komen van een op maat toegesneden risico analyse. Deze verbeteractie is in 2013 in gang gezet. Kapitalisatiefactor: De commissie hanteert de kapitalisatiefactor als kengetal om te signaleren of onderwijsinstellingen hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Kapitalisatiefactor gedefinieerd als (Totaal Kapitaal minus boekwaarde gebouwen en terreinen) gedeeld door Totale Baten (TK)/ TB
Kapitalisatie factor
Realisatie Biezonderwijs/ SSOT – Sg de Keyzer
Landelijk gemiddelde REC
Gemiddelde VIZYR
Commissie “Don” Vermogensbehe er Bovengrens 2013 53,6 % Nog niet bekend 59,3 % < 35 % 2012 * 44,7 % - 75,8 % 45,3 % 57,1 % < 35 % 2011 * 42,0 % - 71,9 % 44,5 % 58,2 % < 35 % 2010 * 38,3 % - 63,5 % 44,4 % 54,8 % < 35 % * De gegevens 2010-2012 betreffen de kengetallen van voormalig SSOT en voormalig SG de Keyzer.
Pagina 48 van 82
De kapitalisatiefactor is met 54%, afgezet tegen de norm van 35%, ruim boven de door commissie Don aangegeven normering, maar een nader onderzoek door de Inspectie is niet direct te verwachten is, omdat de benchmarking van een vergelijkbaar niveau is. Dit versterkt de gedachte dat het resultaat van Biezonderwijs niet buitensporig is. Gezien de onzekerheden in de toekomstige bekostiging (in het kader van Passend Onderwijs) is het vormen van een buffer geen onverstandige keuze. Zie hiervoor ook de bijlage “Risicoanalyse van stichting Biezonderwijs”. Daarnaast zal de nieuwbouw van SG De Keyzer in 2014 gereed komen en op de balans worden geactiveerd hetgeen een drukkend effect op de kapitalisatieactor hebben. Het tweede kengetal dat het ministerie van OC&W hanteert om een beeld te krijgen bij het vermogensbeheer van onderwijsinstellingen is de solvabiliteit. Solvabiliteit: De solvabiliteit is een graadmeter voor de financiële onafhankelijkheid van een organisatie en geeft aan of de organisatie aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Bij onderwijsorganisaties is sprake van 2 solvabiliteit ratio’s. Het verschil tussen beide wordt veroorzaakt door voorzieningen groot onderhoud en personeel. Solvabiliteit is een voorname indicator, die aangeeft in hoeverre bezittingen op de activazijde van de balans gefinancierd zijn met eigen vermogen. Het financiële beleid is gericht op beheersing van risico’s. Solvabiliteit 1 is eigen vermogen / totaal vermogen Realisatie Solvabiliteit Landelijk Biezonderwijs/ 1 gemiddelde REC SSOT – SG de Keyzer 2013 59,7 Nog niet bekend 2012 * 60,1 – 51,2 57,0 2011 * 58,4 – 49,9 55,0 2010 * 54,1 – 45,0 56,0
Gemiddelde VIZYR
Commissie “Don” Vermogensbeheer Ondergrens
67,2 66,4 64,3 71,3
> 20,0 > 20,0 > 20,0 > 20,0
Solvabiliteit 2 is (eigen vermogen + voorzieningen) / totaal vermogen Solvabiliteit 2 Landelijk Realisatie Gemiddelde DUO – norm gemiddelde REC Biezonderwijs/ VIZYR SSOT – SG de Keyzer 2013 71,5 Nog niet bekend 75,4 50,0 2012 * 71,5 – 61,5 65,0 74,4 50,0 2011 * 68,7 – 60,9 63,0 73,5 50,0 2010 * 62,9 – 55,0 63,0 79,9 50,0 * De gegevens 2010-2012 betreffen de kengetallen van voormalig SSOT en voormalig SG de Keyzer.
Het bestuur hanteert vooralsnog als streefwaarde voor solvabiliteit 40%. Met de financiële auditcommisie van de RvT zullen er nadere afspraken komen rondom het financiële auditkader.
Pagina 49 van 82
Solvabiliteit 1 is de laatste jaren gestegen, hoofdzakelijk door de positieve exploitatieresultaten. De solvabiliteitscijfers van de nieuwe stichting zijn in lijn met cijfers van voormalig SSOT/SG de Keyzer. De naar verhouding lagere solvabiliteitscijfers SG de Keyzer worden veroorzaakt door hogere langlopende schulden vanwege de hypotheekschuld. De solvabiliteit resultaten bij Biezonderwijs zijn als goed en gezond te betitelen, afgezet tegen zowel de interne richtlijn als de normering van de commissie Don. Geen actie noodzakelijk. Kengetallen budgetbeheer (beoordeling)
Liquiditeit: De liquiditeit geeft aan of een organisatie voldoende geld beschikbaar heeft om aan de direct opeisbare betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Een goede liquiditeitsratio illustreert het vermogen van een organisatie om crediteuren tijdig (op korte termijn) te kunnen betalen. Liquiditeit (current ratio) is: (kortlopende vorderingen + liquide middelen) / kortlopende schulden “Don” Liquiditeit Realisatie Landelijk Gemiddelde PO-raad norm Gemiddelde REC VIZYR Current ratio Biezonderwijs/ SSOT – SG de Keyzer 1.5 > L > 0.5 2013 3,84 Nog niet bekend 4,01 1.5 > L > 0.5 2012 * 2,01 – 4,12 3,01 3,82 1.5 > L > 0.5 2011 * 1,71 – 4,14 2,81 3,42 1.5 > L > 0.5 2010 * 1,49 – 3,09 2,73 3,07 * De gegevens 2010-2012 betreffen de kengetallen van voormalig SSOT en voormalig SG de Keyzer.
Het bestuur hanteert intern als streefwaarde de DUO normering van 1,20. De sterke stijging van de liquiditeit in 2013 wordt grotendeels veroorzaakt door de ontvangst van de zgn. herfstakkoord middelen eind 2013. Benchmarking laat zowel landelijk als bij het administratiekantoor resultaten zien met eveneens hogere waarden. Kortom het resultaat is niet uitzonderlijk. Kasstroom overzicht: Het kasstroom overzicht geeft inzicht in de geldmiddelen die gedurende 2013 beschikbaar zijn gekomen en in het gebruik daarvan. Naast de inbreng vanuit de fusie heeft uiteraard ook het positieve exploitatieresultaat een positief effect op de liquide middelen. Ultimo 2013 bedragen de totale liquide middelen ruim € 11,3 mln. Voor een verdere onderbouwing van het verloop van de liquide middelen, zie hiervoor de paragraaf B4 van de jaarrekening 2013.
Pagina 50 van 82
Rentabiliteit: Rentabiliteit heeft betrekking op rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsvoering in relatie tot de baten. Rentabiliteit is exploitatieresultaat uit gewone bedrijfsvoering / totale baten “Don” Realisatie Gemiddelde Rentabiliteit % Landelijk PO-raad norm Biezonderwijs/ Gemiddeld REC VIZYR SSOT – SG de Keyzer 2013 2,47 Nog niet bekend 2,65 0% < R < 5% 2012 * 2,41 – 3,97 2,54 1,27 0% < R < 5% 2011 * 2,92 – 7,77 0,36 -/- 1,68 0% < R < 5% 2010 * 1,13 – 9,71 0,70 2,64 0% < R < 5% * De gegevens 2010-2012 betreffen de kengetallen van voormalig SSOT en voormalig SG de Keyzer.
In principe heeft de onderwijsinstelling geen winstoogmerk. Vanuit dat principe kan de rentabiliteit 0 zijn. Echter ter instandhouding van het vermogen is het wel noodzakelijk de inflatie te compenseren. De situatie wordt precair als de rentabiliteit scores structureel negatief zijn en tevens naar verwachting negatief blijven in de toekomst, want dan blijf je interen op je reserves en voorzieningen. Het bestuur hanteert als streefwaarde voor rentabiliteit 1.0 %. Door het positieve exploitatieresultaat van € 0,80 mln. bedraagt de rentabiliteit in 2,47. Budgettair over 2013 bestond de verwachting dat het exploitatieresultaat budgetneutraal zou bedragen. Mede door de ontvangst van de middelen uit het herfstakkoord (€ 438.000) en niet begrote groeibekostiging (€ 430.000), wordt deze afwijking ten opzichte van de begroting verklaard. Kortom, een beheerste situatie. Het landelijke gemiddelde laat na een aantal jaren van daling, ook weer een stijgende trend zien. Het Vizyr gemiddelde 2013 volgt deze landelijke trend ook. Vooruitkijkend naar 2014 bedraagt de begrote rentabiliteit ongeveer 0,86% negatief. De commissie “Don” adviseert om niet te sturen op de rentabiliteitsscore van één jaar maar dit te plaatsen in een meerjaren ontwikkeling, waarbij de gemiddelde rentabiliteit tussen de 0 % en 5 % dient uit te komen. Vanwege de fusie is dat voor de nieuwe stichting niet mogelijk, maar gezien de resultaten van SSOT en SG de Keyzer in het verleden, kan wel gesteld worden dat deze binnen de bandbreedte van de PO-raad “Don” ligt. Conclusie, er is grip op de situatie. Gelet op de toekomstige ontwikkelingen zal echter een meerjarenbegroting gehanteerd worden, beschikbaar per juli 2014, om daarmee ook de meerjaren ontwikkeling in beeld te krijgen en er tijdig op te kunnen anticiperen.
Pagina 51 van 82
Personeel Personele lasten Het aandeel van personele lasten uitgedrukt als aandeel van de totale lasten. Verhouding in bestedingspatroon aan personele lasten en materiële lasten. Aandeel Personeelslasten %
2013 2012 * 2011 * 2010 *
Realisatie Biezonderwijs/ SSOT – SG de Keyzer 87,9 88,6 – 89,5 88,0 – 89,3 88,2 – 90,7
Landelijk Gemiddelde REC
Gemiddelde VIZYR
Nog niet bekend 84,3 85,6 85,1
87,2 87,7 88,7 87,7
* De gegevens 2010-2012 betreffen de kengetallen van voormalig SSOT en voormalig SG de Keyzer.
Bovenstaande tabel toont een evenwichtig beeld over de laatste jaren, dat niet bijzonder afwijkt van de benchmark gegevens. Ontwikkelingen op gebied van formatie worden bij de stichting punctueel gemonitord, opdat de personele verplichtingen in de pas blijven lopen met structurele inkomsten en de continuïteit voor langere tijd is gewaarborgd. Het kengetal ‘Personeel / Rijksbijdragen’ is een vastgesteld kengetal en benadert de personele lasten vanuit de baten kant. Als de uitkomst van dit vaste kengetal gespiegeld wordt met de landelijke realisatie van vergelijkbare scholen dan lijkt hier en risico aanwezig. De vergelijking is in dit geval echter moeilijk te maken omdat de Stichting Biezonderwijs naast € 27.4 mln. aan rijksbijdragen ook in totaal € 4.9 mln. ontvangt aan overige overheidsbijdragen (bijv. WSNS) en overige baten (bijv. projecten en ambulante begeleiding. Personele lasten / Rijksbijdragen
Realisatie Biezonderwijs/
Landelijk Gemiddelde REC
SSOT – SG de Keyzer 2013 2012 * 2011 * 2010 *
101,4 % 108,0 % - 90,2 % 107,4 % - 88,4 % 113,3 % - 87,0 %
Nog niet bekend 90,9 % 93,2 % 92,8 %
* De gegevens 2010-2012 betreffen de kengetallen van voormalig SSOT en voormalig SG de Keyzer.
Van de € 4,9 mln. extra baten zal 80% (aanname) besteed wordt aan personeel. Voor een beter vergelijk zouden daarom de personele lasten ook met 80% van dit bedrag verlaagd moeten worden, dus met € 3,9 mln. Dit zou voor 2014 het volgende resultaat voor het kengetal opleveren: (Rijks)bijdragen OCW € 27.353.010 Personele lasten = € 27735538 – 0,8 x ( € 2.897.219+ € 2.049.388) = € 23.778.252 Kengetal 2013 = Personele lasten 2013 / rijksbijdragen 2013 = 87%
Pagina 52 van 82
Doorsneden personeelsbestand: Ultimo het verslagjaar telde de stichting 501 medewerkers. De gemiddelde leeftijd van het personeel is 44,8 jaar (2012: 44,7 jaar). Hieronder volgen de overzichten: leeftijdsopbouw, uitsplitsing vanaf 50 jaar en de verdeling aantal vrouwen en mannen.
Personeelsbezetting komende jaren Komende jaren wordt er een terugloop van het aantal personeelsleden verwacht ten gevolge van de terugloop van het aantal kinderen op met name de SBO- en de SO-scholen van de stichting. Daarnaast verwachten we echter (lichte groei) van de kinderen op de VSOscholen. Om deze reden verwachten we met interne (verplichte) mobiliteit de werkgelegenheid van het personeel en het behoud van expertise voor het speciaal onderwijs te borgen. Investering (in personeel) komende jaren Komende jaren zal er naar verwachting veel (verplichte) mobiliteit nodig zijn onder het personeel. Om daarbij tevens de onderwijskwaliteit te borgen zal scholing en extra begeleiding bij deze mobiliteit georganiseerd gaan worden. Beheersing van uitgaven inzake uitkeringen na ontslag Het personeelsbeleid is erop gericht personeel met een vaste baan niet te ontslaan maar indien nodig, ten gevolge van krimp op een school, personeel (verplicht) te mobiliseren naar een andere school. Tijdelijke contracten worden tijdig niet verlengd en daar waar dat aan de orde is zal tijdelijk personeel een ondersteuningstraject aangeboden krijgen bij het vinden van een andere baan. Hiermee wordt voldaan aan de vereisten van het participatiefonds zodat uitkeringen niet ten laste komen van de stichting. Pagina 53 van 82
Aantal fte’s en leerlingen: Onderstaande tabel geeft de trend weer van het aantal leerlingen en FTE’s. 2012
2011
2010
2009
1.533 403
1.534 390
1.542 341
1.528 391
1.925 1.925
1.936
1.924
1.883
1.919
-/- 0,6%
0,6%
2,2%
-/- 1.9 %
292 107
309 107
320 106
325 95
407 407
399
416
426
420
2,0 %
-/- 4,1 %
-/- 2,3 %
1,4 %
4,73 -/- 2,5 %
4,85 -/- 4,8 %
4,63 4,8 %
4,42 -/- 3,3 %
2013 Leerlingen SSOT 1-okt Leerlingen Keyzer 1-okt Leerlingen Biezonderwijs Totaal Mutatie t.o.v. vorig jaar Aantal FTE’s SSOT Aantal FTE’s Keyzer Aantal FTE’s Biezonderwijs Totaal Mutatie t.o.v. vorig jaar Aantal leerlingen per FTE Groei t.o.v. vorig jaar
4,57
Bovenstaande tabel kan bij nadere analyse van de getallen vragen oproepen. Het is immers niet logisch om bij een daling van 11 leerlingen (totaal aantal leerlingen 2013 minus het totaal aantal leerlingen 2012) 8 FTE personeelsleden meer te hebben (totaal aantal FTE’s 2013 minus het totaal aantal FTE’s 2012). Verklaring hiervoor is enerzijds dat het om goedkopere FTE’s (kan) gaan (de totale personeelslasten zijn gedaald t.o.v. 2012) en dat niet alle FTE’s werkzaamheden verrichten voor de leerlingen die in bovenstaande tabel genoemd staan. Zie ook de toelichting bij het onderdeel kengetal ‘Personeel / Rijksbijdragen’. Personeel heeft ook inzet op projecten etc. Zodoende is sprake van een stabiele ontwikkeling. Er is grip op de personele lasten en sturing van formatie vindt gedurende het jaar plaats binnen de directie en wordt altijd met het bestuur afgestemd.
Pagina 54 van 82
Ziekteverzuim: Het ziekteverzuim percentage van Biezonderwijs in 2013 bedraagt gemiddeld 7,67%. Ter vergelijking, het verzuimpercentage van SSOT resp. SG de Keyzer bedroeg in 2012 8,69% resp. 6,69%. Sturing vindt plaats op schoolniveau. De gemiddelde verzuimduur binnen de stichting is 12 dagen. Het meldingspercentage voor de stichting ten slotte bedraagt 1,26. 2013 versus 2012 en 2011
Verzuimpercentage Meld.freq per jaar Gem verzuimduur dagen
Biezonderwijs SSOT – SG de 2013 Keyzer 2012 7,67 % 1,26 11,90
8,69% - 6,69% 1,17 – 1,61 28,96 – 10,00
SSOT – SG de Keyzer 2011
Benchmark Vizyr 2012
Landelijk WEC 2011
8,95% - 6,67% 1,22 – 1,15 42,2 – 30,19
5,68 % 1,52 5,66
6,78% 1,52 17,39
Vizyr benchmark betreft zes besturen die vallen onder de Wet op Expertise Centra (WEC). In verhouding tot de benchmark cijfers laat het verzuimpercentage van Biezonderwijs een hogere score zien voor met name het verzuimpercentage en de gemiddelde verzuimduur. Om hier adequaat maatregelen tegen te kunnen nemen is er in 2013 een gezamenlijke aanbesteding vorm gegeven binnen de onderwijscoöperatie T-Primair en wordt er vanaf 2014 gewerkt met een andere arbo-dienstverlener. Hiermee zijn afspraken gemaakt om het ziekteverzuim terug te dringen. De directeuren worden behalve door de arbo-dienstverlener door de P&O-adviseur van Biezonderwijs ondersteund in de processen. Met de start van schooljaar 2014-2015 zal er een online instrument beschikbaar komen voor medewerker en directeur (en andere betrokkenen) waarmee het verzuimproces goed gevolgd kan worden.
Bron: Rapport Verzuimonderzoek PO en VO 2012 DUO in opdracht van ministerie van OC&W 15 sept. 2013
De tabel illustreert dat het verzuimpercentage (VZP)voor onderwijzend personeel WEC over 2012 licht is toegenomen naar 6,85%. Ook de Gemiddelde verzuimduur (GZD) en de Meldingsfrequentie (MF) zijn in het SO toegenomen (zie bovenstaande tabel SBAO/WEC). Het nul(ziekte)verzuim is eveneens iets toegenomen in het alle sectoren. Dit betekent dat ruim 40% van het onderwijzend personeel zich in 2012 niet ziek heeft gemeld in SBAO/WEC.
Pagina 55 van 82
Onderstaand enkele overzichten en dwarsdoorsneden uit AFAS salarissysteem. Het ziekteverzuim wordt in het huidige verslagjaar aangemerkt als hoog voor Biezonderwijs. Dit wordt veroorzaakt door langdurig verzuim. Onderstaande kleurengrafiek illustreert dat.
Pagina 56 van 82
BAPO: Bij de regeling BAPO “bevordering arbeidsparticipatie ouderen” kunnen ouderen vanaf 52 jaar extra verlof krijgen. Het betrokken personeelslid betaalt een deel van het verlof en de werkgever het restant; in het primair onderwijs gelden twee categorieën, 25% en 35% bijdrage door werknemer. In de rijksbijdrage wordt een gemiddeld bedrag (2%) opgenomen voor BAPO welk bedrag dus onafhankelijk is van de werkelijke kosten voor een bestuur.
Per peildatum 31 december 2013 zijn er 151 FTE die in aanmerking komen voor het genieten van BAPO verlof. Zij vertegenwoordigen 26,26 FTE. Hiervan maakt 16,57 FTE (63,1%) ook gebruik. Het VIZYR gemiddelde van alle besturen ligt eveneens boven de 60%. Het risico in het kader van Bapo is voor Biezonderwijs middels een bestemmingsreserve afgedekt. Zie hiervoor de financiële beschouwing. Deze reserve bedraagt ultimo 2013 € 2,32 mln. Jaarlijks wordt dit risico geëvalueerd en indien noodzakelijk wordt de bestemmingsreserve bijgesteld. Reserves / voorzieningen: De algemene reserve is mede door het positieve resultaat van baten en lasten gestegen van € 12,07 mln. (voormalig SSOT en SG de Keyzer samen) naar 12,87 mln. ultimo verslagjaar. Algemeen kan gesteld worden dat exploitatiesaldi ten bate of ten laste van de algemene reserve wordt gebracht.
Pagina 57 van 82
De bestemmingsreserve Sociaal Plan daalt ultimo 2013 van € 0,3 mln. naar € 0,14 mln. en dient ter financiering van toekomstige uitgaven in het kader van het sociaal plan. De personele voorziening jubilea blijft nagenoeg gelijk ten opzichte van de afzonderlijke voorzieningen van voormalig SSOT en SG de Keyzer. Deze voorziening is gevormd om toekomstige jubilea lasten te kunnen financieren. De personele voorziening OCW bedraagt € 0,5 mln. Deze voorziening is gevormd om de claim van MinOCW vanwege onterecht ontvangen bekostigingsgelden te voldoen. Op grond van het gestelde in de brief van het ministerie dd. 19 januari 2012 is het claim bedrag vastgesteld op € 514.000, gelijk aan de hoogte van de voorziening. Tegen deze claim is bezwaar aangetekend. Deze procedure is ultimo 2013 nog niet afgerond. De onderhoudsvoorziening is gevormd met het doel om uitgaven te kunnen betalen en de gebouwen in degelijke staat te houden. Hiertoe is de voorziening gebaseerd op meerjaren onderhoudsplannen van de scholen. De voorziening onderhoud bedraagt eind 2013 € 1,75 mln. Risicobeheersing: Binnen het bestuur wordt intern gewerkt met een risico beheersingsysteem. De financiële en personele administratie zijn uitbesteed aan het administratiekantoor. Mutaties in de administratie worden regulier verwerkt na codering en goedkeuring vanuit management. Bij het administratiekantoor vindt er een controle plaats op juistheid codering en autorisatie. Jaarlijks wordt de jaarrekening opgesteld met toetsing door de accountant en verantwoord aan het ministerie. Gedurende het jaar wordt maandelijks beoordeeld of de realisatie van baten en lasten synchroon loopt met de door het bestuur geaccordeerde begroting. Begroting wordt ingezet als stuurinstrument voor de beheersing van activiteiten. Reserves en voorzieningen worden bewust gevormd en onderbouwd met meerjaren plannen. Afwijkingen worden geanalyseerd en bepaald of er aanvullende actie noodzakelijk is om op koers te blijven. Naast de sturing op geld wordt er gerapporteerd over zaken als leeftijdsopbouw, ziekteverzuim en de begrote en realisatie van FTE’s. Risico’s ten aanzien van ontwikkelingen van leerling aantallen worden hierbij in acht genomen. Er wordt eerder in het proces bijgestuurd. Kortom, P&C cyclus is beter ingebed binnen de stichting. Het bestuur beoordeelt of de financiële realisatie binnen de kaders van het financiële meerjaren beleidsplan past en of de uitvoering nog financiële ruimte biedt of niet. Gaat alles naar wens en is de inzet van middelen passend? Geldstromen worden gevolgd en in verband gebracht met toekomstige investeringen. Op bestuurlijk niveau worden eventuele klachten besproken en verder acties bepaald. Biezonderwijs heeft hiertoe een interne klachtenprocedure Het bestuur legt onder meer verantwoording af aan het rijk, gemeenten, ouders en personeel over het gevoerde beleid en of de inzet van personeel, huisvesting en geld effectief en efficiënt heeft plaats gevonden. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het bestuur en management zijn expliciet vastgelegd in het management statuut. Het statuut dient als basis voor een weloverwogen inbedding van het financiële beleid op basis van beginselen van een verantwoord beheer. Denkend aan controleerbaarheid, functiescheiding en afbakening van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, zie hiervoor ook de paragraaf Treasury.
Risicoprofiel, huidige en toekomstige ontwikkelingen: Niet alle risico’s vormen tegelijkertijd een grote financiële dreiging. Met het huidige weerstandsvermogen beschikt de stichting over een voldoende groot eigen vermogen. In 2013 is een eerste aanzet gegeven voor een diepgaande risico analyse. Deze zal na afronding van de integratie werkzaamheden als gevolg van de fusie verder worden opgepakt.
Pagina 58 van 82
Gang van zaken gedurende het verslagjaar: De stichting sluit 2013 af met een positief exploitatieresultaat van € 799.391. Het begrote resultaat 2013 bedraagt € 327 positief. In onderstaande toelichting op de gang van zaken gedurende het verslagjaar worden de realisatiecijfers afgezet tegen begrotingscijfers 2013. Een vergelijk met voorgaand boekjaar voegt vanwege de fusie medio 2013 weinig toe aan de duiding van de cijfers van 2013. €
Realisatie 2013
Begroting 2013
Afwijking % t.o.v. begroting
Baten
32.299.617
30.130.802
7,2 %
Lasten
31.561.106
30.107.975
4,8 %
Saldo baten en lasten Financiële lasten
738.511
22.827
60.880
-/- 22.500
Resultaat
799.391
327
Financiële beschouwing baten Rijksbijdragen Op 1 augustus 2006 is de lumpsumfinanciering ingevoerd in het primair onderwijs. Sindsdien ontvangt de school voor het personeel geen formatierekeneenheden meer, maar euro’s. De lumpsum is gebaseerd op het aantal leerlingen per 1 oktober van het voorgaande jaar. In deze vergoeding wordt rekening gehouden met het feit dat ouder personeel meestal duurder is. Dit wordt gedaan door de lumpsum deels afhankelijk te maken van de zogenaamde GGL: de gewogen gemiddelde leeftijd van de leerkrachten. De vergoeding wordt op bestuursniveau uitgekeerd. Er is geen schot meer tussen personeel en materieel. Er is maar één lumpsumbudget ter dekking van alle kosten, opgebouwd uit drie geldstromen: • geldstroom voor de formatie; • geldstroom voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (P&A) • geldstroom voor materiële instandhouding (MI) Vergoedingen worden over het algemeen toegekend op schooljaarbasis en zijn in de verslaggeving toegerekend naar kalenderjaar. Binnen Biezonderwijs wordt gewerkt met een tweetal geldstromen. De geldstroom vanuit CFI naar Biezonderwijs gebaseerd op de T-1 systematiek en de geldstroom vanuit de Stichting naar de afzonderlijke scholen toe, gebaseerd op de T-systematiek. Hiermee ontvangen de scholen zo snel mogelijk een passende bekostiging waar ze op grond van de leerlingenaantallen recht op hebben. Baten zijn direct gekoppeld aan het aantal leerlingen. Mocht in de toekomst het aantal leerlingen binnen Biezonderwijs fors afnemen, dan komen de baten onder druk te staan. Om een gezond financieel resultaat te realiseren is in dat opzicht kostenbeheersing van belang. In de praktijk komt dat vooral neer op het vermogen tijdig personele verplichtingen aan te passen aan een teruglopende lumpsum vergoeding. De totale Rijksbijdragen zijn in 2013 bijna € 1.050.000 hoger dan begroot voor 2013. Deze grote afwijking kent een drietal hoofdoorzaken. 1. In het najaar van 2013 is door diverse politieke partijen het zgn. herfstakkoord voor het onderwijs afgesloten, waarbinnen ook geldmiddelen beschikbaar kwamen voor het primair onderwijs. Deze geldmiddelen zijn in december 2013 volledig betaald en, zoals voorgeschreven in de RJ, nagenoeg geheel in de exploitatie 2013 opgenomen, zonder dat
Pagina 59 van 82
daar in 2013 al verplichtingen tegenover stonden. Deze middelen bedroegen voor Biezonderwijs afgerond € 439.000 2. In 2013 heeft Biezonderwijs groeibekostiging ontvangen voor VSO parcours en voor de Keyzer. Deze groeibekostiging was in de begroting niet voorzien. Totaal afgerond € 430.000. 3. De inkomsten uit Leerlinggebonden financiering (LGF) is in 2013 ruim € 290.000 hoger vanwege een hoger aantal geïndiceerde leerlingen dan vooraf was ingeschat. Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen bestaan grotendeels uit inkomsten vanuit het Samenwerkingsverband, doordecentralisering van middelen voor gebouwonderhoud van de gemeente Goirle en overige middelen vanuit gemeenten. Per saldo stijgen de overige overheidsbijdragen met ongeveer € 165.000, algemeen kan gesteld worden dat alle afzonderlijke posten binnen de overige overheidsbijdragen hoger realiseren dan begroot, waarbij de instroom middelen SBO scholen vanuit het samenwerkingsverband zelfs ruim € 80.000 hoger dan begroot realiseren. Overige baten De overige baten stijgen met afgerond € 0,95 mln. ten opzichte van de begroting naar totaal € 2.049.000. Binnen de afzonderlijke posten zijn er grote verschillen ten opzichte van de begroting. Een aantal posten is niet in de begroting opgenomen. Dit betreft o.a. de afrekening van diverse personele projecten (o.a. het project compensatieregeling AWBZ) en reken verbetertrajecten (totaal realisatie € 0,6 mln. hoger dan begroot). Omdat bij afronding van de diverse projecten de baten EN de lasten afzonderlijk verantwoord dienen te worden binnen de exploitatie, is een dergelijke afwijking ook te zien bij zowel de personele als de materiële projectlasten. Deze posten zijn dan ook lastig in te schatten van te voren. Ook hogere inkomsten vanuit Op de Rails en ESF trajecten verklaren de afwijking met de begroting. Vanwege extra bekostigde plaatsen zijn deze posten bijna € 275.000 hoger dan begroot. Daarnaast leiden kleinere afwijkingen bij diverse posten tot het totale verschil. Dit betreft o.a. ouderbijdragen (+ € 65.000), baten voorgaande jaren (+ € 67.000) en overige baten (+ € 50.000). Voor een totaal overzicht van de overige baten wordt verwezen naar paragraaf B8 van de jaarrekening. Financiële beschouwing lasten Personele lasten De ontwikkeling van de personele lasten zijn reeds kort in de paragraaf kengetallen behandeld. De totale personele lasten stijgen in 2013 met afgerond € 1.014.000 af ten opzichte van de begroting. Deze stijging van de salarislasten kent een aantal oorzaken. Ten opzichte van de afzonderlijke voormalige fusiestichtingen stijgt de gemiddelde personele bezetting van Biezonderwijs ten opzichte van 2012 in 2013 met ongeveer 9 FTE (voormalig SSOT +4 en Sg de Keyzer +5 FTE’s). In euro betreft dit een afwijking van ongeveer € 550.000. Zoals reeds gesteld bij de analyse van de overige baten, zijn ook bij de personele lasten de afrekening van de personele lasten van de diverse projecten in de administratie opgenomen. Deze post was niet in de begroting opgenomen en bedraagt in 2013 ruim € 350.000. De kosten ten slotte die in het kader van uitvoer van het sociaal plan zijn gemaakt in 2013 bedragen € 158.000. Deze kosten waren eveneens niet meegenomen in de begroting voor 2013. Afschrijvingskosten De afschrijvingskosten in 2013 stijgen ten opzichte van de begroting met afgerond € 10.000. Deze stijging betreft voornamelijk de hogere afschrijvingskosten voor Inventaris en apparatuur. Deze afschrijvingskosten stijgen met ruim € 14.000. In totaal is in 2013 ruim € 789.000 geïnvesteerd. Naast de investering in de nieuwbouw van SG de Keyzer (totaal € 486.900) betreft dit bijna € 221.000 aan investeringen in Inventaris en apparatuur en ruim € 81.000 aan investeringen in leermiddelen bij de scholen.
Pagina 60 van 82
Huisvestingslasten De totale huisvestingslasten in 2013 nemen ten opzichte van de begroting ruim € 95.000 toe. Binnen de afzonderlijke posten is een aantal verschillen zichtbaar: De kosten voor klein dagelijks onderhoud zijn in 2013 € 65.000 hoger dan begroot vanwege hogere kosten voor jaarlijkse servicecontracten en hogere reparatiekosten voor klein onderhoud. De huurkosten in 2013 zijn ongeveer € 23.000 hoger dan begroot. Dit betreft naast hogere huurkosten voor de diverse scholen (€ 15.000 hoger), ook hogere huisvestingskosten bovenschools (ruim € 8.000 hoger), mede als gevolg van de verhuizing en de realisatie van de ICT omgeving voor het bestuursbureau op de Piushaven (ruim € 4.000). De kosten voor begeleiding van de nieuwbouw van SG de Keyzer ten slotte zijn ongeveer € 19.000 hoger dan begroot. Overige instellingslasten De overige instellingslasten realiseren afgerond € 290.000 hoger dan begroot voor 2013. Deze stijging wordt verklaard door een toename van de lasten van een 4-tal posten: •
•
•
•
Materiele lasten diverse projecten. Deze lasten bedragen afgerond € 180.000. Dit betreft afrekeningen van de materiele kosten van diverse projecten. Deze post was niet begroot en valt weg tegen de extra gerealiseerde baten van de projecten.. Fusiekosten. Deze lasten betreffen de begeleidingskosten voor de fusie en de extra kosten die vanwege de opmaak van tussentijdse jaarrekeningen zijn gemaakt. Totale kosten 2013 € 35.000. Deze post is in de begroting niet voorzien. Overige bestuurskosten. In 2013 bedragen de overige bestuurskosten € 31.000, in de begroting is een bedrag van € 1.250 opgenomen. Deze kosten betreffen naast de reguliere uitgaven ten behoeve van het bestuur, ook de bestelling van bronzen beelden ter herdenking van de uitgevoerde fusie. Bestedingen niet subsidiabel. Deze lasten betreffen de uitgaven die vanuit de nietsubsidiabele middelen (ouderbijdragen en overige niet subsidiabele middelen) zijn gedaan. Deze post bedraagt bijna € 34.000, begroot was € 2.500. Tot aan de fusie verantwoordde voormalig SSOT de niet-subsidiabele middelen als een balanspost (schuld) in de jaarcijfers. Na de fusie is er voor gekozen om deze middelen te verantwoorden in de exploitatie. Het begrotingsbedrag betreft dus slechts het begrotingsbedrag van SG de Keyzer, daar waar de realisatie 2013 SG de Keyzer en SSOT toont.
Leermiddelen De kosten voor leermiddelen realiseren afgerond € 47.000 hoger dan voor 2013 begroot. Dit betreft naast de reguliere uitgaven voor dagelijkse leermiddelen ook de kosten voor repro en dagelijkse ICT (licenties e.d.). De kosten voor dagelijkse leermiddelen zijn ongeveer gelijk aan de begroting, de kosten voor repro ruim € 18.000 lager dan begroot. Daarentegen zijn de kosten voor dagelijkse automatisering ruim € 62.000 hoger dan begroot. Deze stijging wordt voornamelijk verklaard door hogere licentiekosten vanwege de verschuiving van traditionele leermethoden naar meer interactieve ICT gestuurde lesmethoden. In 2014 zal er beleid gerealiseerd gaan worden voor de (meerjaren) investeringen, waaronder ook leermiddelen en ICT.
Pagina 61 van 82
Treasuryverslag: Het totaal van gerealiseerde financiële baten en lasten in 2013 bedraagt € 60.880. In de begroting 2013 is een verwacht resultaat van € 22.500 negatief opgenomen. Met name vanwege hogere rentebaten in 2013 is dit resultaat ruim hoger dan de opgestelde begroting. Treasurymanagement Het treasury statuut van Biezonderwijs is vastgesteld in de bestuursvergadering van 11-12-2013. Hierin wordt beschreven: - De financiële doelstellingen van de stichting in termen van liquiditeitenbeheer en beleggingsbeheer. -
Het instrumentarium om de doelstellingen te realiseren. De organisatie van de financiële functie.
In het treasurystatuut is o.a. opgenomen: - Doelstellingen: o het treasury statuut schept de kaders van de beleggings- en financieringsfunctie van Biezonderwijs zodat validiteit en betrouwbaarheid van de procedures zijn gegarandeerd; o het beleggingsbeleid is gericht op maximalisatie van het rente- en beleggingsresultaat; -
Uitgangspunten: o Het beheren en bewaken van het lange termijn rente- en liquiditeitsrisico; o het beheren en bewaken van het korte termijn rente- en liquiditeitsrisico, inclusief het reguleren van de saldi in rekening courant (saldobeheer; o het beheren en bewaken van het valutarisico en kredietrisico; o het onderhouden van de relaties met de financiële instellingen met het oog op beschikbaarheid van financiële middelen en optimale condities (rente en provisie).
-
Financiële instrumenten: o rekening courant o beleggen met zo hoog mogelijk rendement tegen de minst-risicovolle condities, minimale credit rating AA o obligaties o deposito’s
Het vermogensbeheer uitbesteed aan “Rabobank Tilburg en omstreken”, vastgelegd in een contract d.d. 07-12-2005 is vanaf augustus 2006 overgedragen aan Schrettlen & Co. Vanaf december 2008 is het vermogensbeheer terug overgedragen aan de Rabobank Tilburg en omstreken. De beleggingen richten zich mede in het kader van de wet FIDO, op vastrentende zaken en investeringen met een hoofdsomgarantie. Onderstaand een overzicht van de obligaties per ultimo boekjaar. Fonds Ned. Staat ING ABN AMRO Bank MTN Fortis Bank Ned. MTN Rabo MTN Rabo Var Lange Rente 10/20 Bank Nederlandse gemeente 11/12 TOTAAL OBLIGATIES
Rente% 4,000% 4,125% 4,750% 4,625% 3,375% 3,096%
Einde looptijd Aantal per: Koers per: 31-12-2013 31-12-2013 15-jul-18 50.000 113,01% 11-apr-16 70.000 106,68% 4-jan-14 0 0,00% 9-jul-14 150.000 101,97% 18-jan-16 300.000 105,11% 300.000 100,50% 9-feb-21 500.000 102,75% 1.370.000
Nom inale w aarde Koersw aarde per: 31-12-2013 31-12-2013 € 50.000 € 56.505 € 70.000 € 74.676 € - € € 150.000 € 152.955 € 300.000 € 315.330 € 300.000 € 301.500 € 500.000 € 513.750 € 1.370.000
€ 1.414.716
Boekw aarde per: 31-12-2013 € 56.505 € 74.676 € € 152.955 € 315.330 € 300.000 € 513.750 € 1.413.216
Pagina 62 van 82
Wet goed onderwijs en code Goed bestuur De minister, de Inspectie, ouders, partners, maar ook de verschillende partijen binnen de onderwijsinstelling – leraren, schoolleiding, toezichthouders – verwachten steeds meer van het bestuur. Er komst steeds meer nadruk te liggen op het afleggen van verantwoording over de uitvoering van taken en de uitoefening van bevoegdheden. In het verlengde hiervan is de Code Goed Bestuur vastgesteld in 2010. Afgelopen jaren zijn er ook diverse ministeriële regelingen hier aan verweven verschenen. In juni 2012 is in de code Goed Bestuur opgenomen dat schoolbesturen de beschikbare middelen op een effectieve en verantwoorde wijzen moeten inzetten ten behoeve van kwalitatief goed onderwijs. Zo is de sector hard bezig met het verbeteren van de kwaliteit van financieel management. Uitgangspunt is dat goed bestuur bijdraagt tot goed onderwijs voor ieder kind. Aspecten als reflectie, functiescheiding, verantwoording en actueel strategisch beleid met heldere doelen die gelden als leidraad voor de organisatie hebben continu aandacht. Governance ontwikkelingen hebben nadrukkelijk de aandacht. Biezonderwijs hanteert deze Code Goed Bestuur in het Primair Onderwijs. Er zijn geen afwijkingen te melden m.b.t. tot deze Code.
Pagina 63 van 82
BIJLAGE Risico-analyse Biezonderwijs
Pagina 64 van 82
Inleiding In 2012 is een onderzoek verricht naar samenvoeging tussen Stichting Scholengemeenschap De Keyzer (verder: De Keyzer) en Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg (verder: SSOT). De belangrijkste reden voor dit onderzoek was de Eenheid van belang die beide instellingen hebben bij de ontwikkelingen in het kader van Passend Onderwijs. Deze Eenheid van belang is terug te voeren naar zowel onderwijskundige, procesmatige als operationele werkgebieden. Najaar 2012 werd dit onderzoek afgesloten met een positief bestuurlijk besluit tot samenvoeging dat kon worden voorgelegd aan de landelijke Commissie Fusietoets Onderwijs. In juni 2013 hebben beide stichtingen een positief antwoord ontvangen om gezamenlijk als één instelling verder te mogen gaan. Deze nieuwe instelling gaat Stichting Biezonderwijs (verder: Biezonderwijs) heten. Vooruitlopend op een eventuele bestuurlijke samenwerking hebben De Keyzer en SSOT in het najaar van 2012 in samenwerking met Vizyr een meerjarige staat van baten en lasten opgesteld. In aanvulling op deze begroting vindt in dit rapport een risicoanalyse en een cijfermatige analyse plaats. Een van de aanbevelingen van de Commissie Don is dat een goede meerjarige begroting en een gedegen risicomanagement cruciaal zijn voor een gezond financieel beleid van een onderwijsinstelling. De code Goed Bestuur in het primair onderwijs besteedt eveneens aandacht aan het onderwerp risicomanagement. Het doel van deze risico analyse is om inzichtelijk te maken of Biezonderwijs financieel voldoende toegerust is voor de uitdagingen van nu en de toekomst.
Mei 2014 Bea Rombout (vz CvB) en Manny Liebregt (lid CvB)
Pagina 65 van 82
Risicomanagement Risicomanagement beslaat risicobeheersing met als uitgangspunt dat alle risico's in hun samenhang, rekening houdend met de doelstellingen van de organisatie, op een geaccepteerd niveau moeten worden gebracht en gehouden. Risicomanagement zorgt ervoor dat de verschillende risico's 'in de hoofden' van bestuur, management en medewerkers voor iedereen inzichtelijk gemaakt zijn. Hierdoor kan een gelijk beeld bestaan over de belangrijkste risico's en ontstaat bij iedereen een sterk risicobewustzijn. Door het benoemen en uitvoeren van beheersmaatregelen voordat risico's daadwerkelijk zijn opgetreden, is het mogelijk proactief met risico's om te gaan. Het past niet bij Biezonderwijs om af te wachten tot risico’s optreden. Integendeel, Biezonderwijs ontwikkelt preventief beleid om risico’s te beheersen. Door het introduceren van risicomanagement worden risico's geregeld, met vastgestelde tussenpozen, geïnventariseerd en besproken. De risico's worden zo 'levend gehouden' en er is een voortdurende aandacht voor de beheersing ervan. In het vervolg wordt beschreven hoe Biezonderwijs het risicomanagement heeft uitgevoerd. Biezonderwijs gebruikt nevenstaand stappenplan om het risicomanagement in de organisatie in te passen.
Als leidraad en ordeningsschema van kwaliteitszorg maakt Biezonderwijs gebruik van het INK model.
Pagina 66 van 82
Vaststellen (beleids)doelstellingen Inventarisatie risico’s De Commissie Don heeft een inventarisatie gemaakt van alle risico's waar een onderwijsinstelling mee te maken kan krijgen. De risico's zijn onderverdeeld in de volgende rubrieken:
A.Risico's ten aanzien van aantal leerlingen (risico 1 t/m 6) B.Risico's ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs (risico 7 en 8) C. Risico's ten aanzien van personeel (risico (9 t/m 14) D. Risico's ten aanzien van de organisatie (15 t/m 20) E.Risico's ten aanzien van huisvesting (risico 21 t/m 24) F. Risico's ten aanzien van inventaris en apparatuur (risico 25 en 26) G. Risico's met politieke achtergrond (risico 27 en 28) Biezonderwijs heeft ervoor gekozen om het risicoprofiel te beperken tot de belangrijkste risico’s en geen uitputtende opsomming te maken van alle potentiële risico’s. Zoals aangegeven in de voorgaande paragraaf acht Biezonderwijs het niet noodzakelijk om alle risico's volledig te beschrijven en te beheersen. Voor een goede beheersing vormen de significante risico's het uitgangspunt. Om praktische reden worden de stappen 3 en 4 in deze paragraaf tezamen behandeld. Significante risico's zijn risico's die het behalen van de doelstelling van de instelling zoals geformuleerd onder punt 1 ernstig kunnen bedreigen. Elk risico kan worden omschreven als: (I) Risico = Kans * Impact Een risico is significant als zowel de kans dat deze zich voordoet, als de impact ervan groot is. Om een goede inschatting te maken van de belangrijkste risico’s vindt er per risico een beoordeling plaats van de kans en de impact. Deze beoordeling vindt plaats door de indeling in onderstaande categorieën. Kans 1 Zeer onwaarschijnlijk 2 Onwaarschijnlijk 3 Waarschijnlijk 4 Meer dan waarschijnlijk 5 Zeer waarschijnlijk
0% 5% 10% 25% 50%
<> <> <> <> <>
5% 10% 25% 50% 100%
Impact 1 Verwaarloosbaar 2 Klein 3 Matig 4 Groot 5 Zeer groot
€ 10.000 € 50.000 € 250.000 € 500.000 € 2.500.000
<> <> <> <> <>
€ 50.000 € 250.000 € 500.000 € 2.500.000 € 5.000.000
Als de risico’s zijn geïnventariseerd kan er op basis van bovenstaande indeling een rangschikking worden gemaakt. In het vervolg worden alleen die risico’s besproken die tot een significante invloed op de bedrijfsvoering van Biezonderwijs kunnen leiden. De resterende risico’s worden op basis van de indeling van de Commissie Don besproken. Biezonderwijs heeft daarbij een aantal mogelijkheden om op risico’s te reageren.
Pagina 67 van 82
Voor alle risico’s kan de keuze worden onderverdeeld in een viertal categorieën. De categorieën zijn (a) verzekeren, (b) vermijden, (c) verminderen en (d) accepteren.
a) Verzekeren houdt in dat risico’s tegen een bepaalde prijs worden overgedragen aan een andere partij. Dit kan bijvoorbeeld een verzekeraar zijn. Het verzekeren van risico’s houdt niet in dat risico’s verdwenen zijn. Ze leiden wel tot een vermindering van de risico’s daar de andere partij (naar verwachting) beter in staat is om de risico’s te dragen. Met andere woorden, de impact in formule I wordt kleiner. b) Het vermijden van risico’s betekent dat risico’s niet optreden, omdat de oorzaak wordt weggehaald. Aan het vermijden van risico’s kan het prijskaartje hangen dat doelstellingen niet worden gehaald of dat er nieuwe risico’s worden gecreëerd, die mogelijk nog groter zijn. c) Risico’s kunnen ook verminderd worden. Er kunnen maatregelen getroffen worden, die de kans dat een risico optreedt, verminderen. Daarnaast kunnen er ook maatregelen genomen worden die de gevolgen van een risico verminderen. Het verschil tussen beide maatregelen is dat het eerste vooraf plaatsvindt en de laatste achteraf gebeurt. d) Als laatste kunnen risico’s worden geaccepteerd. Er gebeurt dan niets, behalve dat men zich bewust is van de risico’s. Dit treedt op als beheersingsmaatregelen (in verhouding tot het risico) duur zijn of niet kunnen worden uitgevoerd. Bij de keuze van de te volgen strategie spelen de volgende factoren mee:
• De aard en de omvang van de risico's • Het risiconiveau en de risicostrategieën die Biezonderwijs acceptabel vindt • Het vermogen van de organisatie om het aantal risico's dat zich daadwerkelijk voordoet en de gevolgen daarvan voor de activiteiten van de instelling te beperken • De kosten van het invoeren van bepaalde beheersingsmaatregelen in verhouding tot het voordeel van beheersing van de daarmee samenhangende risico's Op de komende pagina’s worden de significante risico’s voor Biezonderwijs aan de hand van de indeling van de Commissie Don besproken.
A) Risico's ten aanzien van (aantal) leerlingen De personele bekostiging in het primair onderwijs is gebaseerd op de t-1 systematiek. Het aantal leerlingen op 1 oktober 2012 is bepalend voor de bekostiging voor het schooljaar 2013-2014. Een toename of afname in het aantal leerlingen heeft wat betreft de personele bekostiging dus een vertraagd effect. In onderstaande tabel wordt de prognose van het aantal leerlingen van Biezonderwijs weergegeven:
Pagina 68 van 82
Bovenstaande prognoses zijn door Biezonderwijs gehanteerd bij het opstellen van de meerjaren staat van baten en lasten. Het hanteren van leerlingenprognoses zorgt er voor dat het dalen van het aantal leerlingen geen risico meer vormt voor Biezonderwijs. Het gebruik van leerlingenprognoses kan gezien worden als een maatregel om het risico van dalende leerlingenaantallen te beheersen. Er resteert dan het risico (1) dat de prognoses onzeker zijn. Prognoses zullen ook jaarlijks geactualiseerd worden omdat de gevolgen van Passend Onderwijs, zie de beschrijving elders in dit verslag, erg onvoorspelbaar zijn. Biezonderwijs houdt rekening met het risico (2) dat er een afname is in het aantal LGF-leerlingen. Met de invoering van passend onderwijs verdwijnt de leerling gebonden financiering (LGF). Het budget van de rugzakjes komt vanaf 1 augustus 2014 gebundeld bij de samenwerkingsverbanden. Het samenwerkingsverband bepaalt hoe het geld zo doeltreffend mogelijk ingezet kan worden. Voor Biezonderwijs bestaat het risico (3) dat er een terugloop is in de geldstromen als gevolg van de herverdeling van de ‘voormalige’ LGF-middelen. Biezonderwijs onderkent het risico (4) van het wegvallen van de geldstromen betreffende leerlingen in de projecten Herstart en Op de Rails. Het project Herstart helpt thuiszitters om weer naar school te gaan. In het project Op de Rails worden leerlingen met gedragsproblemen begeleid. Biezonderwijs probeert een rol te blijven spelen in trajecten als Herstart en Op de Rails. Uitgangspunt is dat indien Biezonderwijs geen rol meer speelt in deze projecten, het personeel mee gaat met de geldstroom? Het CvB is er zich van bewust dat risico (5) conflicten met ouders mogelijk financiële gevolgen kunnen hebben. Biezonderwijs heeft zich verzekerd voor risico (6) in het kader van veiligheid en aansprakelijkheid. Het bedrag van het eigen risico vormt het restrisico. Samengevat onderkent het CvB de volgende risico’s binnen deze categorie: Nr. 1 2 3 4 5 6
Risico Leerlingenprognoses zijn onzeker Afname LGF-leerlingen Rugzakken SBO, onzekerheid budget Herstart/Op de Rails Financiële gevolgen van conflicten met ouders Veiligheid en Aansprakelijkheid
Pagina 69 van 82
B) Risico's ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs Bij de risico’s met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs zal allereerst gedacht worden aan de beoordeling van de scholen door de Inspectie van het Onderwijs. Een van de scholen van Biezonderwijs is in 2012 door de Inspectie gekwalificeerd als zwak. Volgens de inspectie vertoonde de kwaliteit van het onderwijs op deze school belangrijke tekortkomingen risico (7). De Inspectie ziet ICT risico (8) als een belangrijk hulpmiddel om het onderwijs in al haar facetten te verbeteren. Mogelijke risico’s treden er op als de doelen van het ICT-gebruik niet goed worden geborgd en/of als de infrastructuur niet op orde is. Het bestuur is enerzijds bezig het beheer van de infrastructuur contractueel beter te regelen (centrale aansturing) en anderzijds projecten binnen scholen (bijvoorbeeld het I-Pad project op Noorderlicht en de ondersteuning van personeel met moderne ICT-middelen op het Praktijkcollege) goed te volgen om de ervaringen aldaar stichtingsbreed te kunnen gebruiken. Op basis van deze inschattingen onderscheidt het CvB de volgende risico’s: Nr. 7 8
Risico Negatieve beoordeling door de onderwijsinspectie Risico’s ten aanzien van onderwijsinnovatie (oa. ICT)
C) Risico's ten aanzien van personeel De personele lasten vormden in 2012 ruim 80% van de totale lasten van de voormalige stichtingen. Het spreekt dan ook voor zich dat er op personeel gebied de grootste risico’s worden gelopen.
Pagina 70 van 82
In onderstaande tabel wordt de leeftijdsopbouw van Stichting Biezonderwijs per 1 juni 2013 weergegeven: Leeftijdscategorie Categorie
Vrouw
Man
Totalen:
Jonger dan 20
0
0
0
20 - 25
7
1
8
25 - 30
56
5
61
30 - 35
52
13
65
35 - 40
48
8
56
40 - 45
43
9
52
45 - 50
49
7
56
50 - 55
49
18
67
55 - 60
46
37
83
60 - 65
33
22
55
65 en ouder
0
2
2
Totalen :
383
122
505
De opbouw van het personeelsbestand, risico (9) zal mogelijke risico’s met zich meebrengen. Een groot deel van het personeel (154 v/d 501 = 30%) heeft een leeftijd van tussen de 50 en 60 jaar. Indien het personeel uit die categorie tevens bestaat uit personeel dat al lang op één plek binnen een school werkt dat zal mobiliteit als zwaar ervaren worden. Het verloop van personeel, risico (10), is vooralsnog laag indien het vrijwillig vertrek betrekt. Het aantal personeelsleden dat de komende 3 jaar de leeftijd van 65 bereikt is 27. Er wordt op dit moment geconstateerd dat er ook enkele personeelsleden met prepensioen gaan (op 62 of 63 jarige leeftijd). Samenvattend menen we dat het verloop van het personeel zodoende een laag risico is voor de organisatie. Het ziekteverzuimpercentage risico (11) bij Biezonderwijs is hoog. Onderstaand het overzicht uit het AFAS salarissysteem. Het hoge ziekteverzuim wordt veroorzaakt door langdurig verzuim. Onderstaande kleurengrafiek illustreert dat.
Om het ziekteverzuim te verlagen is in in eerste instantie van belang om het proces professioneel vorm te geven. Met ondersteuning van de P&O-adviseur zullen directeuren meer gerichte aandacht aan verzuim besteden. Er is Pagina 71 van 82
een contract afgesloten met een nieuwe arbodienst waarmee ook afspraken zijn gemaakt om het verzuim te verlagen. De zieke medewerker zal meer aangesproken gaan worden op wat er nog mogelijk is en zal zelf een actieve rol krijgen in het terugdringen van het verzuim. In 2014 zal er ook een verbeterd (online) instrumentarium komen waarmee de processen rondom verzuim geprofessionaliseerd worden. De deskundigheid van het personeel risico (12) is hoog. Echter in het kader van de, naar verwachting, moeilijker wordende doelgroep, zal hier blijvend aandacht voor moeten zijn om het geen risico te laten worden. Er zal ook in het kader van de verwachte (verplichte) mobiliteit ook extra opleidingsmogelijkheden gerealiseerd worden voor het personeel. De ontwikkelingen binnen de dienst Ambulante Begeleiding maken dat het voor veel personeelsleden onduidelijk is wat er in de nabije toekomst van hen verwacht gaat worden. Deze onduidelijkheid, ten gevolge van de invoering van Passend Onderwijs, De mogelijke consequenties die volgen op het niet voldoen aan de functiemix, risico (13), worden vrij laag ingeschat. Deels ligt Biezonderwijs redelijk op koers, anderzijds zijn er (nog steeds) bewegingen rondom de eisen van de functiemix. Doelstelling van de functiemix voor primair onderwijs (op sector- en bestuursniveau) zijn:
• 2011 o Basisonderwijs: 16% van de leraren (fte’s) in LB, 1% in LC. o Speciaal (basis)onderwijs: 94% van de leraren (fte’s) in LB, 6% in LC. • 2014 o Basisonderwijs: 40% van de leraren (fte’s) in LB, 2% in LC. o Speciaal (basis)onderwijs: 86% van de leraren (fte’s) in LB, 14% in LC. In het kader van de onderhandelingen voor de nieuwe cao PO 2014 is de inzet van de PO Raad volgende:
Functiemix In 2010 is in het primair onderwijs begonnen met de introductie van functiedifferentiatie binnen de leraarsfunctie, als uitvloeisel van het convenant LeerKracht. De PO-Raad is van mening dat functiedifferentiatie voor de sector van belang is en tot een kwaliteitsimpuls leidt in het onderwijs. Daarbij is het wel de verantwoordelijkheid van de werkgevers om voor een functiehuis te zorgen dat past bij de visie op onderwijs en organisatie. De afspraken in de cao over de verplichte functiedifferentiatie en de rigiditeit die daarbij is ontstaan, passen eigenlijk niet meer bij die gegroeide eigen verantwoordelijkheid. De PO-Raad stelt voor om wat van de rigiditeit die in de functiemix-afspraak zit, flexibeler te maken. Zo stelt de PO-Raad voor om de eis van 50% lesgevende taak te laten vallen. Ook stelt de PO-Raad voor om de percentages op schoolniveau te laten vallen en dus de functiemix alleen op bestuursniveau te hanteren. Als alternatief voor deze voorstellen zou eventueel kunnen worden gedacht aan het opschuiven in de tijd van de eisen aan de functiemix. Bij ontslag of niet verlengen van een contract zal voldaan moeten worden aan de instroomtoets, risico (14). Door personeelsmutaties vanuit het bestuursbureau, ondersteund door de P&O-adviseur, goed te volgen en te controleren wordt het niet voldaan aan de instroomtoets geminimaliseerd. Het CvB is zich ten aanzien van personeel bewust van de volgende risico’s: Nr. 9 10 11 12 13 14
Risico Opbouw van het personeelsbestand Verloop van personeel Stijgend ziekteverzuimpercentage Personeel is onvoldoende deskundig Niet voldoen aan eisen functiemix Niet voldoen aan instroomtoets (participatiefonds)
D) Risico's ten aanzien van de organisatie Biezonderwijs kent volgens de statuten de volgende organen:
• Raad van Toezicht • College van Bestuur Pagina 72 van 82
Het contact tussen RvT en CvB heeft ook als doel een goede verbinding te houden met externe partijen, een goede terugkoppeling te krijgen van externe beelden over de organisatie. Negatieve berichtgeving, risico (15), wordt natuurlijk voorkomen door goed werk te verrichten. Mocht het echter zo zijn dat er publicaties komen dan is communicatie met de pers altijd via de directeur van de betreffende school na overleg met het CvB. Door goede contacten te onderhouden met externe deskundigen (administratiekantoor, accountant, arbodienst), eigen kennis van zaken rondom relevante thema’s op orde te houden en ook goed overleg te hebben met andere besturen in het PO worden ontwikkelingen vroegtijdig gesignaleerd. Hierdoor is er voldoende tijd om de organisatie aan te passen op deze veranderde wet- en regelgeving en wordt het risico, risico (16), laag ingeschat. In principe is er voldoende stuurinformatie aanwezig. Het gebruiken van de informatie en deze borgen in de cyclisch processen zal nog verbeterd worden. Hiervoor zal ook het “In Control Framework”, dat in 2014 opgezet gaat worden, een bijdrage gaan leveren. Het risico dat er niet voldoende kwalitatieve stuurinformatie aanwezig is, risico (17), wordt dan ook laag ingeschat. De organisatie Biezonderwijs is voldoende groot om werkzaamheden / deskundigheid op het gebied van personeelsbeleid op bestuursniveau vorm te geven. Daarnaast is er ook binnen de scholen een goede administratieve ondersteuning aanwezig. Competenties van leerkrachten zijn op een goed niveau. Aandachtspunt is de administratieve organisatie goed te borgen in een organisatiehandboek, waarin procedures e.d. worden beschreven om daarmee het risico op het ontbreken van voldoende professionaliteit, risico (18) te minimaliseren. Ook hiervoor zal ook het “In Control Framework”, dat in 2014 opgezet gaat worden, een bijdrage gaan leveren. Er is door de RvT vastgesteld treasury-beleid. Tegelijkertijd zal in 2014 overgegaan worden om liquide middelen niet in effecten maar op een (vermogens-) spaarrekening te zetten. Risico (19) is dan ook nihil. De partners waarmee samengewerkt wordt zijn in het algemeen grote organisaties zoals andere schoolbesturen in Tilburg, administratiekantoor Vizyr, arbodient ARBO-Unie. Allen financieel gezond. Het risico dat de financiële gezondheid van samenwerkende partijen ontoereikend is, risico (20) wordt dan ook als nihil gezien. Bij risico’s ten aanzien van de organisatie gaat het om een breed aspect van risico’s. Het CvB onderkent de volgende risico’s: Nr. 15 16 17 18 19 20
Risico Negatieve berichtgeving over Biezonderwijs vanuit samenleving Aanpassend vermogen aan wijzigingen in wet- en regelgeving Kwaliteit stuurinformatie onvoldoende Ontbreken van een professionele organisatie Ontbrekend of ontoereikend treasurybeleid Financiële gezondheid van samenwerkende partijen ontoereikend
Pagina 73 van 82
E) Risico's ten aanzien van huisvesting In deze categorie wordt gekeken naar de risico’s met betrekking tot de huisvesting van de scholen. Bij Biezonderwijs is het onderwijsconcept leidend voor de vormgeving van het gebouw en de schoolomgeving. De vereniging streeft daarbij naar optimale, duurzame huisvesting. Op dit vlak onderkent de organisatie de volgende risico’s: Aangezien het economisch eigendom van alle gebouwen, behalve die van SG De Keyzer, bij de gemeente Tilburg ligt zijn er geen risico’s rondom leegstand, risico (21). Ok zijn er voldoende financiële middelen voor huisvesting, risico (22), alhoewel t.g.v. de krimp die we verwachten door de invoering van Passend Onderwijs, over enkele jaren mogelijk druk komt op de exploitatiekosten van de huisvesting. Op dit risico zal het bestuur anticiperen door schoolgebouwen die teveel leegstand vertonen en niet meer exploitabel zijn, af te stoten. Eerste verkenning op dit gebied is geweest en het blijkt snel te kunnen, er zijn geen meerjaren verplichtingen en opzeggen van de huur kan binnen afzienbare tijd. Het risico op onvoldoende middelen voor buitenonderhoud, risico (23), is laag omdat Biezonderwijs allemaal vrij nieuwe gebouwen heeft. Er zal geen (grote) achterstand op het onderhoud zijn. Verzekeringen zijn voldoende dekkend, risico (24), en in 2013 nog goed onderzocht in het kader van de fusie. Dit is wel een punt dat periodiek nagekeken moet worden.
Nr. 21 22 23 24
Risico Leegstand als gevolg van afname leerlingen Onvoldoende financiële middelen voor eigen huisvesting Onvoldoende financiële middelen voor adequaat onderhoud Ontoereikende dekking verzekeringen
F) Risico's ten aanzien van inventaris en apparatuur Vanaf de start van het onderwijs aan een school, ontvangt het bestuur de lumpsumbekostiging van het Rijk. Met deze lumpsumbekostiging kan de school de normale vervanging van inventaris en apparatuur bekostigen. Biezonderwijs voorziet de volgende risico’s met betrekking tot de inventaris en apparatuur: De inventaris, risico (25), is goed bijgehouden en is op de scholen in orde. Het risico is dan ook klein. Achterblijven van materiële bekostiging, risico (26), is reëel omdat de bekostiging voor speciaal onderwijs zal gaan veranderen. Dit punt zal nader onderzocht moeten worden. Nr. 25 26
Risico Verouderde staat aanwezige inventaris Bij normering achterblijvende materiële bekostiging
Pagina 74 van 82
G) Risico's met politieke achtergrond Vanwege de grootte afhankelijkheid van de rijksbekostiging, kunnen wijzigingen in overheidsbesluiten grote gevolgen hebben voor Biezonderwijs. Wijzigingen kunnen tot de volgende risico’s leiden: Het afbouwen van de overheidsbijdragen worden vooralsnog wel als risico benoemd. De bedragen zullen veranderen voor het speciaal onderwijs, de verwachting is dat ze lager zullen worden. Het grootste deel hiervan is echter in de (forse) terugloop van leerlingen verdisconteerd. Tegelijkertijd zou het mogelijk kunnen zijn dat er, net als in 2013 t.g.v. het zogenaamde herfstakkoord extra middelen naar het onderwijs zullen komen. Het risico van afnemende overheidsbijdragen, risico (27), wordt dan ook als middelmatig gezien. Met betrekking tot de personele bekostiging, risico (28), hanteert het bestuur net als het vorige risico een middelmatig effect. BTW-verhoging wordt niet gecompenseerd in materiële bekostiging, risico (28). Dit risico heeft zich voorgedaan, de impact wordt als niet al te hoog ingeschat.
Nr. 27 28 29
Risico Overige overheidsbijdragen worden afgebouwd Personele bekostiging biedt onvoldoende compensatie BTW verhoging wordt niet gecompenseerd in materiële bekostiging
Pagina 75 van 82
Maatregelen ontwikkelen In voorgaande paragraaf zijn de risico’s geïnventariseerd en beoordeeld. Op basis van de beoordeling zijn de significante risico’s gerangschikt. In de beschrijvingen van de risico’s wordt op de meeste plekken al summier aangegeven welke maatregelen er genomen zijn. Deze eerste opzet van de risico-inventarisatie zal dan ook jaarlijks / cyclisch gebruikt worden om maatregelen verder uit te werken daar waar de hoogste prioriteit en de kans van optreden het hoogst is. Daar waar nodig zullen dan ook maatregelen gedetailleerd uitgewerkt worden, zoals op dit moment rondom personeelsbeleid5 ook gerealiseerd is.
Monitoring, evaluatie en rapportage Biezonderwijs ziet risicomanagement als een continu proces. Het is van belang om doorlopend te meten of de actieplannen effect hebben op het risicoprofiel. Het is de bedoeling dat bovenstaande stappen iedere vier jaar volledig doorlopen worden. Voor ieder nieuw strategisch beleidsplan zal een hernieuwde risicoanalyse uitgevoerd worden. Tevens zal de analyse geëvalueerd worden met de Raad van Toezicht. De uitkomsten van deze risicoanalyse zijn input voor het op te stellen nieuwe strategische beleidsplan dat ook een periode van vier jaar beslaat. Daarnaast zal het bestuur jaarlijks verantwoording afleggen over haar risicomanagement in het jaarverslag.
5
Op het gebied van personeelsbeleid is er verzuimbeleid en mobiliteitsbeleid vastgesteld en geïmplementeerd. Verder wordt er gewerkt aan een eenduidige normjaartaak voor de stichting en wordt de managementstructuur binnen de scholen onder handen genomen. Scholingsbeleid zal verder ontwikkeld gaan worden. Pagina 76 van 82
Bijlage Financieel gekwantificeerde overzicht v.d. benoemde risico’s
Stichting Biezonderwijs Inventarisatie Risico's Nr. Categorie 1 Leerlingen 2 Leerlingen 3 Leerlingen 4 Leerlingen 5 Leerlingen 6 Leerlingen 7 Kwaliteit onderwijs 8 Kwaliteit onderwijs 9 Personeel 10 Personeel 11 Personeel 12 Personeel 13 Personeel 14 Personeel 15 Organisatie 16 Organisatie 17 Organisatie 18 Organisatie 19 Organisatie 20 Organisatie 21 Huisvesting 22 Huisvesting 23 Huisvesting 24 Huisvesting 25 Inventaris 26 Inventaris 27 Politiek 28 Politiek 29 Politiek
Risico Leerlingenprognoses zijn onzeker Afname LGF-leerlingen Rugzakken SBO, onzekerheid budget Herstart/Op de Rails Financiële gevolgen van conflicten met ouders Veiligheid- en aansprakelijkheid Negatieve beoordeling door de onderwijsinspectie Risico's tav onderwijsinnovatie (oa. ICT) Opbouw van het personeelsbestand Verloop van personeel Stijgende ziekteverzuim percentage Personeel is onvoldoende deskundig Niet voldoen aan eisen functiemix Niet voldoen aan instroomtoets (particpatiefonds) Negatieve berichtgeving over Biezonderwijs vanuit samenleving / concurrentie Aanpassend vermogen organisatie aan wijzigingen in wet- en regelgeving Kwaliteit stuurinformatie onvoldoende Ontbrekend van een professionele organisatie Ontbrekend of ontoereikend treasurybeleid Financiële gezondheid van samenwerkende partijen ontoereikend Leegstand als gevolg van afname leerlingen Onvoldoene financiële middelen voor eigen huisvesting Onvoldoene financiële middelen voor adequaat onderhoud Ontoereikende dekking verzekeringen Verouderde staat aanwezige inventaris Bij normering achterblijvende materiële bekostiging Overige overheidsuitgaven worden afgebouwd Personele bekostiging biedt onvoldoende compensatie BTW verhoging wordt niet gecompenseerd in de materiële bekostiging
Kans 3 5 4 5 1 2 3 1 3 1 3 1 3 1 2 1 1 1 1 1 3 1 2 1 1 3 3 3 5
TOTAAL
Impact 4 2 2 2 2 3 3 2 4 2 4 5 2 4 2 4 4 3 1 4 1 3 3 3 3 3 2 2 1
Risico 262.500 112.500 56.250 112.500 3.750 28.125 65.625 3.750 262.500 3.750 262.500 75.000 26.250 37.500 11.250 37.500 37.500 9.375 750 37.500 5.250 9.375 28.125 9.375 9.375 65.625 26.250 26.250 22.500
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
MIN 50.000 25.000 12.500 25.000 12.500 25.000 50.000 50.000 5.000 2.500 1.000 12.500 25.000 5.000 5.000 5.000
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
€ 1.648.500
€
311.000
€ 4.015.000
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
MAX 625.000 250.000 125.000 250.000 12.500 50.000 125.000 12.500 625.000 12.500 625.000 250.000 62.500 125.000 25.000 125.000 125.000 25.000 2.500 125.000 12.500 25.000 50.000 25.000 25.000 125.000 62.500 62.500 50.000
’
Pagina 77 van 82
BIJLAGE CONTINUÏTEITSPARAGRAAF
Pagina 78 van 82
In de continuïteitsparagraaf zal op basis van de te verwachten meerjaren ontwikkeling een beeld geschetst worden van de continuïteit van de organisatie. Risico-analyse
De stichting Biezonderwijs heeft hier inmiddels vorm aan gegeven door een uitgebreide risico-analyse vorm te geven. Zie hiervoor de bijlage in dit bestuursverslag. Hierin staan de belangrijkste risico’s weergegeven en is bij de belangrijkste zaken aangegeven welke maatregelen daarin genomen worden. Deze risico-analyse zal jaarlijks gehanteerd en bijgesteld gaan worden. Begroting 2014 Nr.
Omschrijving
Begroting
Realisatie
Begroting
2013
2013
2014
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen
€
26.307.523
€
27.353.008
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
€
2.728.662
€
3.5
Overige baten
€
1.149.616
€
Totaal baten
€
30.185.800
€
26.484.194
2.897.221
€
2.641.157
2.323.997
€
822.750
€
32.574.226
€
29.948.101
26.910.848
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
€
26.776.922
€
28.011.737
€
4.2
Afschrijvingen
€
581.982
€
591.447
€
599.569
4.3
Huisvestingslasten
€
1.232.420
€
1.326.107
€
1.189.994
4.4
Overige lasten
€
1.571.650
€
1.906.420
€
1.506.780
Totaal lasten
€
30.162.974
€
31.835.712
€
30.207.191
Saldo baten en lasten
€
22.826
€
738.514
€
259.090-
Resultaat
€
22.500-
€
60.880
€
32.300
Totaal resultaat
€
€
799.394
€
226.790-
5
Financiële baten en lasten
326
De begroting voor 2014 is negatief. Een aantal scholen heeft echter een taakstelling waardoor het beoogde resultaat op stichtingsniveau toch neutraal wordt beoogd.
Pagina 79 van 82
Meerjarenbegroting 2014-2017
Er wordt een bijgestelde meerjaren begroting gemaakt op basis van nieuwe inzichten (ervaringen) met betrekking tot de ontwikkelingen van de leerlingaantallen. In de huidige meerjarenbegroting die gemaakt is ter voorbereiding op de fusie tussen SSOT en SG De Keyzer en dateert van eind 2012 (zie hieronder), zijn op basis van de toen ingeschatte leerlingaantallen de baten in beeld gebracht . De personeelslasten zijn onderverdeeld in een vast deel en een aantal flexibele delen (vast personeel uitstroom, tijdelijk personeel, inhuur van personeel etc.). De terugval van de baten kan gecompenseerd worden door tijdelijk personeel af te stoten, het vast personeel blijft in dienst. Wel zal (verplichte) mobiliteit aan de orde zijn.
Nr.
Omschrijving
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
BATEN (Rijks)bijdragen Ministerie van OCW Personele rijksbijdragen Rijksbijdragen Personeel & Arbeid Rijksbijdragen MI Totaal Rijksbijdragen OCW
€ € € €
23.597.971 1.425.087 2.760.873 27.783.931
€ € € €
20.972.200 1.387.585 2.657.286 25.017.071
€ € € €
20.268.965 1.341.372 2.573.929 24.184.266
€ € € €
19.600.738 1.297.560 2.499.481 23.397.779
€ € € €
18.966.220 1.255.777 2.432.268 22.654.265
Overige overheidsbijdragen
€
933.549
€
933.549
€
909.706
€
897.346
€
886.016
Overige baten
€
2.498.112
€
4.000.345
€
3.919.161
€
3.842.571
€
3.767.630
TOTAAL BATEN
€
31.215.592
€
29.950.965
€
29.013.133
€
28.137.696
€
27.307.911
Personele lasten Personeelslasten vast personeel Personeelslasten vast personeel uitstroom Personeelslasten tijdelijk personeel Personeelslasten extern inhuur personeel Overige personele lasten Totaal personele lasten
€ € € € € €
24.014.374 2.458.400 951.829 27.424.603
€ € € € € €
22.797.351 1.228.734 2.416.733 951.829 27.394.647
€ € € € € €
22.657.634 160.133 1.228.734 2.358.400 971.829 27.376.730
€ € € € € €
22.127.164 690.603 1.228.734 2.358.400 951.829 27.356.730
€ € € € € €
21.388.004 1.429.763 1.228.734 2.358.400 931.829 27.336.730
Afschrijvingen
€
548.224
€
548.224
€
548.224
€
548.224
€
548.224
Huisvestingslasten
€
1.195.097
€
1.195.097
€
1.195.097
€
1.195.097
€
1.195.097
Overige instellingslasten
€
759.778
€
719.778
€
689.778
€
689.778
€
689.778
Leermiddelen (PO)
€
823.650
€
823.650
€
823.650
€
823.650
€
823.650
TOTAAL LASTEN
€
30.751.352
€
30.681.396
€
30.633.479
€
30.613.479
€
30.593.479
FINANCIELE BATEN & LASTEN Financiele baten Financiele lasten
€ €
200.000 182.400
€ €
200.000 182.400
€ €
200.000 182.400
€ €
200.000 182.400
€ €
200.000 182.400
€
17.600
€
17.600
€
17.600
€
17.600
€
17.600
€
481.840
€
712.832-
€
LASTEN
Totaal Financiele baten & lasten
TOTAAL FINANCIEEL RESULTAAT
1.602.746-
€
2.458.183-
€
3.267.968-
Pagina 80 van 82
Op basis van onderstaande leerlingaantallen, die lager uitvallen dan bij de vorige meerjarenbegroting zijn ingeschat, zal de financiële meerjarenbegroting gemaakt worden (in juli 2014 gereed). De reden dat deze meerjarenbegroting nu nog niet gerealiseerd kon worden is dat er veel personele verschuivingen zijn geweest t.g.v. de (verplichte) mobiliteit. Zodra deze gevolgen verwerkt zijn in het salarissysteem kunnen er nieuwe meerjaren prognoses gemaakt worden. Totalen (unieke) leerlingen 1926 1915 1925 1798 1697 1619 Teldatum 1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013 1-10-2014 1-10-2015 1-10-2016 Zonnesteen (SBO), 04BX totaal 244 230 231 219 207 195 # cumi 51 39 45 38 34 30 AB LGF 25 23 na 1-10 15 15 20 15 12 10 Westerwel (SBO), 09PC totaal 407 406 393 352 327 312 # cumi 66 59 54 48 44 40 AB LGF 63 80 71 na 1-10 25 25 40 35 30 25 totaal 200 195 Noorderlicht (SBO), 11XT 168 151 136 124 # cumi 63 65 52 40 36 34 AB 1 LGF 12 12 8 na 1-10 15 15 10 9 8 7 SO < 8 22 28 De Bodde (ZMLK), 01FX 18 15 14 13 SO > 8 74 67 79 75 72 70 SO #cumi 36 38 41 37 34 30 SO MG < 8 1 0 0 0 0 0 SO MG > 8 8 8 5 4 3 2 VSO 166 155 160 152 144 135 (V)SO LGF 90 99 9 8 7 6 VSO-MG 17 16 VSO #cumi 52 42 48 44 40 36 (V)SO #AB 102 99 Totaal SO De Bodde 105 103 102 94 89 85 Totaal VSO De Bodde 183 171 169 160 151 141 3 2 3 2 2 1 Parcours (ZMOK): Klimmer = OOWP en Parcours = 01UB SO de Klimmer < 8 SO de Klimmer > 8 69 76 60 43 25 13 de Klimmer #cumi 21 14 10 8 6 4 de Klimmer ODR 5 3 3 Parcours VSO 102 120 148 150 150 150 Parcours #cumi 33 38 43 43 43 43 Parcours ODR 12 12 18 Totaal SO De Klimmer 72 78 63 45 27 14 Totaal VSO Parcours 102 120 148 150 150 150 PC Tilburg (PRO), 12PR aantal PRO 225 224 227 235 232 234 LGF 23 16 De Keyzer, 27YR SO < 8 65 65 59 54 49 44 SO > 8 187 187 183 148 129 120 SO #cumi 14 14 22 16 13 10 (V)SO LGF VSO 136 136 182 190 200 200 SO MG < 8 0 0 0 SO MG > 8 0 0 0 VSO-MG 0 0 0 VSO #cumi 9 9 6 6 7 7 (V)SO #AB 895 895 933 nvt nvt nvt cluster 3 3 0 0 nvt nvt nvt Totaal SO De Keyzer 252 252 242 202 178 164 Totaal VSO De Keyzer 136 136 182 190 200 200
Pagina 81 van 82
Verwachte ontwikkelingen voor de komende jaren
Het totaal aantal leerlingen zal de komende jaren afnemen t.g.v. de invoering van passend onderwijs. Met name op de SO- en de SBO-scholen zal dit het geval zijn. Personeel van die scholen zal (verplicht) kunnen mobiliseren naar andere scholen, met name het VSO. Er worden geen vaste contracten meer afgesloten met nieuwe personeelsleden6. Indien de teruggang van het aantal leerlingen zo sterk is als dit jaar zal het onvermijdelijk zijn om komende jaren negatieve begrotingen en dito exploitatieresultaten te krijgen. Investeren in personeel om (verplichte) mobiliteit mogelijk te maken en behoeve van het behoud van onderwijskwaliteit, zal het uiterste van de stichting Biezonderwijs vragen. Daarnaast zal de stichting investeren in de opzet van een expertisedienst. Een dienst van waaruit de expertise van speciaal onderwijs aangeboden wordt aan het reguliere onderwijs, in de vorm van consuleten, ambulante begeleiders en aanbod van opleidingen en trainingen voor eigen personeel en regulier onderwijsorganisaties. Doelstelling van deze expertisedienst is dat de van passend onderwijs goed ondersteund wordt en dat er behoud van expertise blijft voor de kinderen die dat nodig hebben.
6
Tenzij het personeel betreft et specifieke bevoegdheden, zal wiskunde, Duits, orthopedagogie etc. Pagina 82 van 82