BESTUURS VERSLAG
2015 ROC LEEUWENBORGH
1
E-mail:
2
[email protected]
BESTUURS VERSLAG 2015 ROC LEEUWENBORGH
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer De nieuwe lente van Leeuwenborgh Overzicht van diversiteit aan activiteiten Leeuwenborgh Maakt Het Verschil Missie, visie, DNA en kernwaarden Profiel Organisatorische structuur Juridische structuur Organisatie Leeuwenborgh Studenten Studentenaantallen Ontwikkeling studentenaantallen Kwaliteitszorg: implementatie, evaluatie en bijstelling van verbeteringen op alle organisatieniveaus Staat van de Instelling Rapportage klachten en complimenten Onderwijs en examinering Sturen op verbetering en vernieuwing Kwaliteitszorgcyclus Lesbezoek Audits Inspectietoezicht en keurmerken Risicomanagement 2015 Gegevensset Enkele definities Financiën Financieel resultaat Overzicht financiële positie Treasurybeleid Grondslagen Helderheid Financiële kengetallen Financiële positie Continuïteitsparagraaf Inleiding Ontwikkeling studentenaantallen Personele gegevens Financiële gegevens
7 8 9 14 20 20 20 23 23 24 26 26 27 28 28 28 30 30 31 32 32 33 34 36 36 37 37 38 38 39 39 44 52 51 51 51 52 54
Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem 58 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden 59 Rapportage toezichthoudend orgaan 60 Diplomaresultaat en jaarresultaat 62 Doorstroming naar hoger onderwijs 66 Studiewaarde 66 Percentage nieuwe VSV’ers 67 Personeel 69 Overzichten 69 Professionalisering 72 Ziekteverzuim 73 Internationalisering 75 ICT en Huisvesting 77 ICT 77 Huisvesting 78 Regelingen 78 a. Regeling Taal & Rekenen 78 b. Passend Onderwijs 79 c. Schoolmaatschappelijk werk (SMW) 80 d. Schoolex 2.0 81 e. Lerarenbeurs en subsidie zij-instroom 81 Kwaliteitsafspraken 82 Excellentie 82 Sector Educatie 83 AKA, Entreeopleiding en Kwalificatieklas 84 Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) 85 VolwassenEducatie (integratie & inburgering en BasisEducatie) 88 Tevredenheid studenten 89 Tevredenheid werkveld 89 Tevredenheid medewerkers 89 Raad van Toezicht 92 Raad van Toezicht: “Leeuwenborgh is aan de maat” 93 Studentenraad 96 Ondernemingsraad 97 Externe functies leden College van Bestuur 98 Externe functies leden Raad van Toezicht 99 Verklaring van het bevoegd gezag 101 Afkortingen 102
Het college van bestuur zoals dat sinds het najaar van 2013 bestaat uit Jos Kusters (voorzitter) en Ferno Schneiders.
6
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Inleiding In dit bestuursverslag leest u over de resultaten van de inspanningen van onze studenten en medewerkers in 2015. Zij laten zien, dat ROC Leeuwenborgh (verder“Leeuwenborgh”) een lerende organisatie is, waar het fijn is om te werken en te studeren. Met dit bestuursverslag leggen wij verantwoording af over de geleverde inspanningen en de behaalde resultaten. Zo zijn de onderwijsopbrengsten in de voorbije vier jaar structureel gestegen zijn tot het gemiddelde van de roc’s in Nederland. Het terugbrengen van voortijdig schoolverlaten ging hiermee hand in hand. Ook de medewerkerstevredenheid ligt ruim boven het landelijk gemiddelde. Verder maken we in de continuïteitsparagraaf duidelijk, dat Leeuwenborgh een stevig fundament heeft om met vertrouwen de toekomst tegemoet te treden. Hoewel we met tevredenheid kijken naar de resultaten, zullen we zeker niet achterover gaan leunen. Zowel in de vertaling van ons nieuwe beleid voor de komende jaren naar praktische uitvoering als in het verder verbeteren van onze prestaties liggen de uitdagingen om Leeuwenborgh ook in 2020 met tevredenheid en trots zijn resultaten te laten zien. Mede dankzij onze Ondernemingsraad, de Raad van Toezicht en de Studentenraad hebben we meer dan voldoende basis om in 2016 verder te werken aan nog betere en modernere onderwijskwaliteit. Dank aan alle partners uit het bedrijfsleven, gemeentelijke en provinciale overheden en collega onderwijsinstellingen voor jullie vertrouwen. Zonder jullie partnership is goed MBO onderwijs niet mogelijk. We wensen u veel leesplezier.
Jos Kusters Voorzitter College van Bestuur
Ferno Schneiders Lid College van Bestuur
Wilt u reageren op de inhoud van dit bestuursverslag? Dat kan via
[email protected]
7
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Leeswijzer In dit bestuursverslag wordt eerst de diversiteit aan activiteiten binnen Leeuwenborgh belicht, zowel vanuit het perspectief van het College van Bestuur als in beschrijvende zin. Dan volgt een beschrijving van onze missie, visie en organisatie. Het tweede gedeelte begint met de ontwikkeling van de studentenaantallen. Hierna leest u hoe wij onze kwaliteitszorg georganiseerd hebben en wat daarvan de resultaten zijn, inclusief een weergave van de klachtenrapportage. Het volgende gedeelte bevat de gegevensset, waarin de belangrijkste elementen van de jaarrekening opgenomen zijn. Daarnaast leest u wat de onderwijsopbrengsten in het verslagjaar waren, weergegeven in jaarrendement, diplomarendement en doorstroming naar het hoger onderwijs. Ook het sociaal jaarverslag met de personeelsoverzichten maakt deel uit van deze gegevensset, net als de beschrijving van het voorbije jaar bij de sector Educatie. Het bestuursverslag wordt afgesloten met informatie over de verschillende raden, de Raad van Toezicht, de Studentenraad en de Ondernemingsraad. Ook geeft de Raad van Toezicht hier zijn commentaar op de gang van zaken binnen Leeuwenborgh in 2015.
8
De nieuwe lente van Leeuwenborgh CvB: “Wij koesteren de diversiteit” Een nieuwe lente, een nieuw begin. In het geval van Leeuwenborgh is de lente van 2016 het vervolg op het nieuwe begin van 2014, de start van het traject naar een nieuw strategisch meerjarenbeleidsplan. Medio 2015 werd Leeuwenborgh Maakt Het Verschil (LMHV) 2015-2019 vastgesteld. In de tweede helft van het verslagjaar 2015 is dit plan verder uitgewerkt. Meer dan ooit is duidelijk dat de diversiteit van de organisatie de grote kracht van Leeuwenborgh is. Het College van Bestuur (CvB) koestert die diversiteit. “De onderwijsteams opereren alle binnen hun eigen context en kracht, fantastisch. Elk team maakt zijn eigen doelen binnen de centrale kaders. Dus niet werken op basis van een standaard voor heel Leeuwenborgh, want daar geloven wij niet in,” stellen bestuurders Jos Kusters (voorzitter) en Ferno Schneiders. In 2015 kregen zij door middel van teamgesprekken goed zicht op hoe elk team functioneert. Waar ze trots op zijn, hoe ze dingen doen. “Geen team is hetzelfde,” zegt Jos Kusters. “Er is een enorme diversiteit. Elk team opereert binnen een andere context, met andere partners, met een andere doelgroep, andere studenten, andere faciliteiten. Die diversiteit koesteren wij.” De verkregen inzichten, het enthousiasme dat LMHV losmaakt in de organisatie en het elan waarmee de gehele organisatie de schouders zet onder de uitvoering ervan en verbeterpunten realiseert, stemmen tot tevredenheid. “Leeuwenborgh zit in een flow,” constateert Jos Kusters. “LMHV is door de organisatie omarmd, zo blijkt onder meer uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek. We zien ook steeds betere cijfers als het gaat over rendementen, financiën, voortijdige schoolverlaters. Er waait een stevige verbeterwind door de organisatie.” Nu echter al willen bepalen in hoeverre de voor 2019 gestelde lange-termijndoelen in 2015 worden gehaald, vinden beide bestuursleden te vroeg. “Aan die doelen wordt uiteraard wel gewerkt en de stappen die we hebben benoemd voor de tweede helft van 2015 zijn gezet. Daar gaan we ook mee door. Op dit moment is belangrijk te kunnen constateren dat de organisatie zich achter de strategie schaart. Dat merk je ook aan de mate van medewerkerstevredenheid, aan ieders betrokkenheid en de resultaten van de onderzoeken van de onderwijsinspectie. Op alle fronten is er sprake van verbetering. We scoren nog geen negens of tienen, maar onze zesjes zijn al ruime zevens geworden.” LMHV is dan ook geen exclusief stuk van het CvB maar het plan van de hele organisatie, dat met hulp van alle medewerkers tot stand is gebracht, benadrukt Ferno Schneiders. De manier waarop het CvB intern over het plan heeft gecommuniceerd en de besluitvorming heeft toegelicht, maakt dat alle teams ervan doorgedrongen zijn dat het geen plan tot bijvoorbeeld bezuinigen is maar een plan om de onderwijskundige doelen te halen, zegt hij. “Uiteindelijk doen
9
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
we het daar allemaal voor. Daar krijgt ook iedereen nieuwe energie van: samen werken aan het onderwijs van de toekomst. Natuurlijk is dat onderwijs aan veranderingen onderhevig, maar die willen wij verantwoord doorvoeren. Gelukkig is iedereen zo enthousiast, dat de teams staan te trappelen om ermee aan het werk te gaan. Maar wel stap voor stap: eerst de werkwijze introduceren, je beleid c.q. de centrale kaders formuleren en daar de teams vervolgens mee aan de slag laten gaan. In die volgorde.” De onderwijsteams krijgen zo het speelveld aangereikt waarbinnen ze op didactisch/pedagogisch vlak hun eigen doelen mogen stellen. Opnieuw dus die diversiteit, in het kiezen van eigen oplossingen. “Wij willen wel begrijpen waarom een team een bepaalde keuze maakt om invulling te geven aan gepersonaliseerd leren. Het is belangrijk dat dit een bewuste keuze is. Je moet als team kunnen uitleggen waarom je het zo doet en niet anders.” Voor het CvB gaat het steeds om een combinatie van vier zaken: flexibiliteit, adaptief vermogen (recht doen aan de wens van het bedrijfsleven en samenleving), diversiteit (recht doen aan de verschillende talenten van je studenten) en de centrale kaders (zoals inspectie, financiën, huisvesting). Met die combinatie in het achterhoofd en de doelstellingen van LMHV als basis maken de teams hun eigen plannen, die ze in de tweede helft van 2016 met het CvB gaan bespreken. Ter ondersteuning van dit vier jaar durende verbetertraject krijgen zij extra financiële steun in de vorm van extra “mankracht”, om de innovatie vorm te kunnen geven. Ten aanzien van de algemene beleidsdoelen, zoals verwoord in LMHV, is de teams gevraagd: laat vooral op die punten verbetering zien. Dan gaat het vooral over leerprestaties, docententevredenheid, tevredenheid van het bedrijfsleven, rendementen, het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters. Vertaald in steeds betere cijfers, die aantonen dat de teams stapjes vooruit maken. “Gevoegd bij het oordeel van de onderwijsinspectie moet gaandeweg duidelijk worden dat Leeuwenborgh vooruit gaat, om in 2019/2020 de gewenste hogere onderwijskwaliteit te kunnen bieden,” zegt Jos Kusters. “We hebben al een prima organisatie en veel is al goed, maar op het vlak van de onderwijskwaliteit kan het altijd beter.” De continue focus ligt op verdere professionalisering van de organisatie en verbetering van de kwaliteit van de opleidingen. Op weg naar 2019 wordt daarom regelmatig de thermometer in de organisatie gestoken, om te zien of vooruitgang wordt geboekt. “In 2015 zijn de teams nog heel druk geweest met wat er op grond van de landelijke richtlijnen moet gebeuren,” stelt Ferno Schneiders. “Zoals de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers. Het kenmerk van de uitvoering van LMHV is dat we moeten innoveren en verbeteren terwijl ‘de winkel openblijft’. Dus: stap voor stap, niet alles tegelijk. Zo verbeteren we onze opleidingen en hebben deze steeds meer rendement. Dat blijkt onder meer uit het studententevredenheidsonderzoek en de MBO-keuzegids. We willen ten opzichte van andere roc’s minimaal op hetzelfde niveau acteren. Want je kunt het wel steeds beter doen, dan nog kun je het minder goed doen dan anderen.”
10
Om de diversiteit op weg naar een toponderwijsinstelling optimaal te benutten, zet het CvB ook bewust in op het ophalen van de wensen en ideeën van de verschillende groepen binnen de organisatie. “Ook daar zit weer veel diversiteit. Jonge mensen hebben heel andere ideeën over onderwijs en organisatie dan bijvoorbeeld zij-instromers uit het bedrijfsleven,” zegt Jos Kusters. “Als we zelf met vragen zitten of advies willen, gaan we kijken welke platforms we intern kunnen consulteren. Zo benut je die diversiteit. Nieuwe medewerkers komen vanuit hun opleiding vaak binnen met wilde ideeën. Kom maar op met die ideeën. Jongere medewerkers kijken nu eenmaal heel anders naar hun werkgever dan oudere collega’s.” Dat kan volgens Ferno Schneiders tot interessante, nieuwe inzichten leiden. “Het begint ermee om dergelijke platforms een plek te geven waar ze elkaar kunnen vinden. Want ze moeten niet alleen met ons praten, maar vooral ook met elkaar. Wij kunnen zo’n platform vervolgens als adviesraad gebruiken. Wij zaaien en als het plantje boven de grond uitkomt, geven we het water en af en toe wat mest.” Niet alleen in groepsverband, ook op individueel niveau wordt de diversiteit gekoesterd. “Iedere student en medewerker heeft zijn individuele talenten. Die willen we optimaal benutten, in al hun diversiteit,” vindt Jos Kusters. “Studenten veranderen. Zij kijken steeds weer anders tegen school, kennis, technologie aan. Hoe we daarin met elkaar omgaan, wordt bepaald door de context en ook die verandert. Dat is onze ultieme opgave, om daar goed mee om te gaan. Op zoek naar hoe je kunt bijdragen aan de optimale ontplooiing van al die talenten. Dat betekent niet dat we individueel onderwijs gaan geven, maar wel gepersonaliseerd leren. Dat is een heel belangrijk onderdeel van diversiteit, om het optimale uit iedere student te halen. Al is dat eerder gezegd dan gedaan. Daar heb je vier tot vijf jaar voor nodig. Het docententeam is daarin heel belangrijk, want de docenten geven de lessen. En ook een docententeam bestaat weer uit verschillende docenten en ondersteuners. In elk team moet dan ook recht worden gedaan aan ieders individuele kwaliteiten en deze moeten goed op elkaar afgestemd worden.” Naast de interne diversiteit bij Leeuwenborgh zelf, is er die van het bedrijfsleven, als de voornaamste doelgroep van het roc. Bedrijven kunnen als ‘afnemers’ van het ‘Leeuwenborghproduct’ hun steentje bijdragen aan het optimaliseren van de studententalenten. Zoals bij de keuze van een stageplek. “Je zou als bedrijf rekening kunnen houden met een bepaald curriculum,” zegt Ferno Schneiders. “Al past een bedrijf zijn cultuur natuurlijk niet aan omdat er toevallig een stagiair van Leeuwenborgh binnenkomt. Andersom houd je in je onderwijs rekening met waar het bedrijfsleven om vraagt. De ene keer is dat wat makkelijker dan de andere, maar in de regel ga je steeds mee in de vraag. Soms omdat extern eisen aan een bepaalde opleiding worden gesteld, en soms sta je pas aan het begin van die dialoog. Ook hierin heb je dus weer te maken met diversiteit.” Het is mooi als voor stageplekken kan worden aangegeven dat de ene student meer behoefte heeft aan een omgeving X en de ander aan een omgeving Y en dat daar op de stageplek vervolgens ook rekening mee wordt gehouden. Voorbeel-
11
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
den zijn er te over. Jos Kusters noemt het voorbeeld van een bekende kapper in Maastricht die een half jaar met de beste studenten van de kappersopleiding van Leeuwenborgh aan de slag ging. “Het kan echter ook zijn dat een student in zijn stage meer dan gemiddeld aandacht nodig heeft,” zegt hij. Leeuwenborgh sloeg in 2015 met het strategisch plan LMHV 2015-2019 de weg naar vernieuwing in, die onder meer via gedeeld eigenaarschap van de medewerkers moet worden bereikt. Na het eerste jaar van de vier hebben beiden het gevoel dat de organisatie in de goede richting zit. “Dat laat het medewerkerstevredenheidsonderzoek ook zien,” zegt Ferno Schneiders. “Er is breed draagvlak voor de strategische doelen, die we met de hele organisatie hebben vastgesteld. Veel mensen zeggen dat ze er extra energie van krijgen. De start is dan ook veelbelovend.” Hoe ziet het CvB de nabije toekomst van het mbo en de rol van Leeuwenborgh? “We gaan nog meer samenwerken met bepaalde opleidingen,” weet Jos Kusters. “Vraaggericht, zoals al samen met de techniekopleiding met Arcus gebeurt. Vroeger had ieder roc zijn eigen opleidingen en docenten, maar er ontstaat steeds meer een lappendeken van oude en nieuwe constructen waarin wordt samengewerkt. Diversiteit dus. Sommige dingen doe je alleen, andere juist samen. De ene opleiding doe je in eigen huis, de andere niet. De veelvormigheid wordt groter, recht doend aan de tijdgeest, die zorgt voor steeds meer samenwerkingsverbanden en coöperaties. Over zes of zeven jaar zal onze organisatie veel complexer zijn dan nu. Ik sluit niet uit dat onze studenten dan elders in de regio een deel van de opleiding kunnen volgen. Dat soort bewegingen zie je in het bedrijfsleven ook.” Als een Leeuwenborgh-student dan geïnteresseerd is in net dat keuzedeel dat alleen bij een ander roc wordt gegeven, zal hij of zij niet worden tegengehouden. “Maar,” plaatst Ferno Schneiders een kanttekening, “we zullen wel keuzes moeten maken en prioriteiten moeten stellen. Er wordt bijvoorbeeld al gewerkt aan nieuwe opleidingen, zoals een gecombineerde opleiding zorg en techniek, samen met de andere roc’s in Limburg. Of medische logistiek, een opleiding die inhoudelijk is toegespitst op een specifieke vraag van het bedrijfsleven.” Daarnaast liggen nog enkele maatschappelijke opdrachten te wachten. Interessante ontwikkelingen met het oog op de stijging van het aantal vacatures in het bedrijfsleven en het gegeven van te weinig afgestudeerden. Omscholing van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is er daar een van. “Voor hen moet je geen nieuwe opleiding bedenken, maar maatschappelijke constructen die voor passend werk zorgen, passend maken binnen onze regionale opleidingstaak,” vindt Jos Kusters. “Je moet de juiste match maken, inschatten wat mensen wel en niet kunnen.” Van dergelijke regionale arbeidsmarktvraagstukken hangt de vestiging van een buitenlands bedrijf vaak af. En dan heeft Zuid-Limburg blijkbaar voldoende te
12
bieden. Ferno Schneiders wijst in dat kader op Medtronic dat aanvullend gaat investeren in zijn vestiging op Business Park Trilandis. “Dat doen ze niet als ze de passend opgeleide mensen niet kunnen krijgen.” Leeuwenborgh wil en kan daar een rol in spelen door te reageren op nieuwe marktvragen en die samen met de provincie te beantwoorden. Zo is recent, inspelend op de vluchtelingenstroom, aan de drie grote gemeenten in ZuidLimburg aangeboden om de vluchtelingeneducatie samen op te pakken. “Elke gemeente zit nu alleen het wiel uit te vinden. Wij willen die oplossing naar een hoger niveau tillen en zien hoe we dat slimmer kunnen doen. Vluchtelingen moeten bijvoorbeeld allemaal Nederlands leren, dat kun je bundelen. Het idee moet echter nog landen, want samenwerken is niet altijd gemakkelijk. Samenwerken is per definitie niet je zin willen krijgen, maar ook inleveren.”
13
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Overzicht van diversiteit aan activiteiten Het voorbije jaar 2015 was een bewogen jaar voor Leeuwenborgh. Op heel veel terreinen vond een diversiteit aan activiteiten plaats. Leeuwenborgh Maakt Het Verschil Allereerst was het jaar doortrokken van alles wat te maken had met het tot stand komen van ons nieuwe beleidsplan 2015 – 2019 Leeuwenborgh Maakt Het Verschil. Aan het begin van het jaar werd het proces van ophalen van input en commentaar voltooid, waarna geschreven en samengesteld kon gaan worden. In juni resulteerde dit in de vaststelling van het plan. Het najaar werd gevuld met onderzoeken, uitmondend in de bij het plan horende herstructureringsdocumenten en –beslissingen. In 2016 kan vervolgens de verdere implementatie, gericht op het bereiken van het einddoel in 2019: Gepersonaliseerd Leren en een Eigentijds Curriculum zijn beslag krijgen. Diversiteit bij Techniek Het was ook het jaar waarin verder gewerkt werd aan diverse projecten met, vanuit en rondom Techniek. Het Samenwerkend TechniekCollege, voorheen met de werktitel Samenwerkingsschool Techniek, kreeg in december definitief vorm met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen het Arcuscollege en Leeuwenborgh. De schooljaren 2015 - 2016 en 2016 - 2017 worden alle processen (onderwijs en ondersteuning) verder geharmoniseerd, zodat we met de start van het schooljaar 2017 – 2018 naast Bouw ook alle overige techniekopleidingen van Arcus en Leeuwenborgh kunnen onderbrengen in het STC in Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht. En dat allemaal om doelmatig, innovatief en state-of-the-art techniekonderwijs in Zuid-Limburg te kunnen realiseren. Daarnaast is besloten dat in het kader van de samenwerking van het MBO- en VMBO-onderwijs in Zuid-Limburg op het gebied van techniekonderwijs, in elke stad een gezamenlijke onderwijslocatie komt. Op 30 september hebben de gemeente Sittard-Geleen, het DaCapo college, het Arcus college en Leeuwenborgh bestuurlijke overeenstemming bereikt over de realisatie van het Technocollege aan de Havikstraat, de huidige locatie van de economische opleidingen van Zuyd Hogeschool. Zodra Zuyd Hogeschool medio 2016 is verhuisd
14
naar de Ligne, zullen de verbouwings- en nieuwbouwwerkzaamheden aan de Havikstraat beginnen. Het doel is om het Technocollege medio 2017 in gebruik te nemen. Dan zullen de technische opleidingen van Leeuwenborgh aan de Arendstraat, met uitzondering van Laboratoriumtechniek, verhuizen naar de Havikstraat waar ook de techniekopleidingen van Arcus en DaCapo gehuisvest worden. Doorlopende leerlijnen, letterlijk zonder drempels. Ondanks het feit dat in Maastricht de bouwopleidingen van Arcus en Leeuwenborgh al samen worden uitgevoerd, is de realisatie van een Technocollege in Maastricht nog niet zo concreet als in Sittard of in Heerlen. Want ook in laatstgenoemde stad zijn de plannen al vergevorderd. Deze initiatieven hangen samen met het project TOZL, Techniek Onderwijs Zuid-Limburg: het ontwikkelen van de vakmanschaps- en technologieroute, samen met de vmbo’s in Zuid-Limburg. De drie roc’s in Limburg, Gilde, Arcus en Leeuwenborgh, werken verder samen in het project ZorgTechniek Limburg aan verbreding technologie in de zorg: opleiding zorgtechnicus en modules techniek in zorgopleidingen.
Duurzame samenwerkingsverbanden met branches: In 2015 is een structureel privaat/publieke samenwerking voor het verzorgen van logistieke opleidingen tot stand gekomen tussen bedrijven in de medtech-richting (Medtronic, Abbott, Boston en verschillende toeleverende uitzendbureaus) en Leeuwenborgh. In intensieve samenwerking tussen docenten van het roc en trainers vanuit de bedrijven worden in-company maatwerkopleidingen verzorgd ten behoeve van zittend en toekomstig personeel. Op dit moment volgen zo’n 60 studenten de opleiding. Uiteindelijk zullen er tot 2019 zo’n 400 studenten geschoold worden. Dit samenwerkingsverband gaat onder de naam “Beyonder” toewerken naar een, van specifieke subsidies onafhankelijke, institutie per 2019. Hiermee wordt door Leeuwenborgh een voorbeeldmatige bijdrage geleverd aan de regionale arbeidsmarktsituatie. In navolging van “Beyonder” is inmiddels ook een vergelijkbaar samenwerkingsverband rond scholing in klantencontact tot stand gekomen tussen Leeuwenborgh, Arcuscollege en Zuyd Hogeschool enerzijds en Q-park, Vodafone, Arvato en de gemeente Maastricht anderzijds. Dit samenwerkingsverband verzorgt onder de naam “Customer Service Valley” maatwerk diploma-opleidingen samen met trainers van de bedrijven. Eind december is voor VDL een vergelijkbaar initiatief tot stand gekomen in logistieke richting waarbij ook de sector techniek (Leeuwenborgh/Arcus) met procesoperator-opleidingen participeert.
15
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Patrick van der Broeck, gedeputeerde voor monumenten van de Provincie Limburg, verrichtte op 7 oktober 2015 de officiële opening van het ‘Leerwerkbedrijf Abdij Rolduc’ in de gemeente Kerkrade. In het leerwerkbedrijf werken professionals, studenten van bouwopleidingen en vrijwilligers samen aan het onderhoud van het monumentale abdijcomplex. Abdij Rolduc is een uniek monument in het hart van de Euregio. Maar ook een imposant gebouwencomplex dat voortdurend onderhoud vergt. Studenten van de opleiding Bouwkunde/infra van het Samenwerkend Techniekcollege van Leeuwenborgh en Arcus en Bouwmensen Limburg-Zuid nemen een deel van dit onderhoud voor hun rekening. Op deze wijze leren zij, onder begeleiding van vakbekwame leermeesters van restauratiebouwbedrijven en docenten, in de praktijk het vak van restaureren, renoveren en (ver-)bouwen van bestaande gebouwen. Project Vitaliteit Uit onderzoek is gebleken dat meer dan 30% van alle startende verzorgenden en verplegenden binnen 5 jaar uitvalt, omdat zij het werk fysiek niet aankunnen. Reden voor de sector Zorg & Welzijn om de koe bij de horens te vatten met het programma Vitaliteit. Uit een rapport van RIVM/CBS blijkt dat relatief veel mbo-studenten een matige conditie hebben. Als redenen hiervoor worden onder meer een ongezonde leefstijl genoemd en een gebrek aan beweging. Ook zit op mbo-opleidingen vaak bewegen niet in het onderwijspakket. Dat mbo-studenten een fysiek zwaar beroep als verzorgende of verpleegkundige moeilijk kunnen volhouden, is dus niet vreemd maar wel doodzonde. Immers zorgspecialisten zijn in onze snel vergrijzende maatschappij hard nodig. Om studenten bewust te laten omgaan met gezondheid is een modulair onderwijsprogramma ontwikkeld. Onderwerpen zijn: voeding, hygiëne, preventie, bewegen, ontspanning en balans. Elke module van zes weken begint met een stuk kennisoverdracht. Eerst betrekken studenten die kennis op hun eigen situatie. Tot slot wordt de opgedane kennis gerelateerd aan de beroepskeuze via de beroepspraktijkvorming. Het project Vitaliteit start en eindigt met testdagen. Het Health-programma is gestart voor de eerstejaars verzorgende en verplegende. In het tweede en derde leerjaar gaan de studenten kort op herhaling. In de loop van de komende jaren wordt het programma wellicht Leeuwenborgh breed aangeboden aan de eerstejaars studenten van alle studierichtingen. In dit project werd door een groep van een paar honderd studenten in het kader van Serious Request in december gelopen van Maastricht naar Het glazen huis in Heerlen. Deze activiteit viel onder de totaalactie voor Serious Request, die voor het vijfde jaar door het CIOS georganiseerd werd. Deze keer was er een hele week aan sportactiviteiten en van aan sport gelieerde activiteiten georganiseerd, uitmondend in een nachtelijk loop van Sittard naar Heerlen om de met alle acties opgehaalde gelden aan te bieden aan de bewoners van Het glazen huis in Heerlen. Diverse ontwikkelingen binnen sector CUvV (voorheen sector CHTUvV) Tot medio 2015 bestond de sector CUvV uit CIOS, Handel, Toerisme, Uiterlijke verzorging (waaronder ook voetverzorging en haarverzorging vielen) en Veilig-
16
heid (waaronder ook Veva viel). Per augustus heeft de sectordirecteur een baan aanvaard bij een andere werkgever en korte tijd later is een interim-directeur aan de slag gegaan. In het voorjaar van 2016 zal naar verwachting een nieuwe directeur benoemd worden. De sector CUvV (Cios, Uiterlijke verzorging/Voetverzorging, Veva en Veiligheid) was in 2015 deels gehuisvest op de Sportzone en deels op de locatie in Maastricht. Deze sector heeft in 2015 een structuurwijziging doorgevoerd, waardoor vanaf augustus alleen voornoemde opleidingen nog worden aangeboden. De afdelingen Handel en Toerisme zijn toegevoegd aan de sector economie en het onderdeel Haarverzorging aan de sector Zorg & Welzijn. De achterblijvende opleidingen worden alle uitgevoerd op de locatie Milaanstraat in Sittard, in het pand van Fitland, samen met DaCapo College en het Arcuscollege. Deze locatie is voorzien van alle faciliteiten. We kunnen hier echt spreken van een veilige en schone school. Het team Uiterlijke Verzorging heeft zijn praktijklokalen en de andere teams kunnen op een fantastische wijze gebruik maken van een grote sporthal, een dojo en danszaal, maar ook buiten zijn de mogelijkheden legio. Voor de student van het Cios en Veva (als vooropleiding voor een loopbaan bij defensie) dus alle kans om zich goed te scholen. Daarnaast zijn de ca. 150 studenten van het Cios in Venlo halverwege 2015 verhuisd naar een andere locatie. Het Cios is nu gehuisvest bij Gilde Opleidingen (locatie Den Hulster). Diversiteit in beoordelingen Leeuwenborgh had in 2015 ook te maken met diverse beoordelingen. Allereerst was er de positieve afronding van de Staat van de Instelling, het driejaarlijkse onderzoek door de inspectie. Op donderdag 10 december is de nieuwe Keuzegids MBO 2016 verschenen, met daarin per vakgebied een uitgebreid overzicht van opleidingen, arbeidsmarktgegevens en een kwaliteitsvergelijking tussen de scholen. Leeuwenborgh is met 60 punten stabiel gebleven in het middensegment. De opleiding Handel & Ondernemen van de sector Economie is als de beste van Nederland beoordeeld. We hebben hiermee een echte topopleiding in huis. Ook bij de sector Techniek en de afdeling Luchtvaart (combinatie Luchtvaartdienstverlening van Toerisme en Luchtvaarttechniek) mogen we spreken van toppers. De opleiding Bouw scoort met een landelijke 5e plek zeer hoog en Luchtvaart behaalde de 2e plek. De Benchmarkrapporten van de mbo-raad laten eveneens zien, dat ons roc een stevige middenmoter is, financieel gezond en met studieresultaten van onze studenten, die steeds meer op of zelfs boven het gemiddelde liggen. Tenslotte is aan het eind van het jaar het tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoek onder medewerkers uitgevoerd. Daaruit bleek, dat de tevredenheid van medewerkers over de gehele lijn gestegen is en ruim boven het landelijk gemiddelde zit.
17
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Diversiteit in overlegvormen Naast de reguliere overlegvormen binnen en tussen de sectoren, portalen en diensten, de panelgesprekken, de overleggen tussen directeuren en CvB en tussen CvB en de verschillende raden is er in 2015 een aantal nieuwe overlegvormen bij gekomen. Allereerst zijn dat de “Team In Zicht”-gesprekken. De doelstelling van de Team In Zicht gesprekken is dat het CvB door het periodiek in gesprek gaan met de teams inzicht krijgt in wat er speelt, wat de teams bezighoudt en hoe het team zich ontwikkelt. Het CvB heeft circa 25 Team In Zicht gesprekken gevoerd sinds de opening van het schooljaar. Deze boden een voorbijtrekkend pallet van diversiteit. Van Volwasseneducatie via VAVO tot aan MBO-onderwijs niveau 1 t/m 4. Van alléén maar BOL-studenten tot alléén maar BBL-studenten. En de mix natuurlijk. Van een klein team van 3 docenten tot aan een team van 70 docenten, om pragmatische redenen gesplitst in twee gesprekken. Een onderwijsteam dat het reguliere rooster heeft losgelaten en voor het overgrote deel werkt in dagdelen. Een onderwijsteam dat intern een professionele ethische dialoog voert. Teams met een doorstroom naar het HBO van 80 á 90%. Een team met 9 studenten met een formele indicatie (‘rugzakje’) in één klas. Zelfsturende (sub)teams, kartrekkers, jaargroep voorzitters en coördinatoren. Natuurlijk zijn er ook grote overeenkomsten, zoals de worsteling met Passend Onderwijs of hoe docenten omgaan met dilemma’s rondom de begeleiding van studenten. Eén overeenkomst springt er met kop en schouders bovenuit: de trots en passie die de collega’s van elk onderwijs team hebben laten zien en voelen in het onderlinge gesprek; een vertrouwenwekkend fundament voor het realiseren van “Leeuwenborgh Maakt Het Verschil”. Immers, in de teams moet het gebeuren. Ook komt het CvB jaarlijks bij alle teams, dus zowel binnen de sectoren als binnen de portalen en diensten, tijdens de start van schooljaar om een toelichting te geven op de stand van zaken van “Leeuwenborgh Maakt Het Verschil” op Leeuwenborgh-niveau. Verder het Platform ‘Voor De Leeuwen’: een platform van jonge Leeuwenborgh(st-) ers (onder de 30 jaar en niet langer dan 5 jaar bij Leeuwenborgh werkzaam). Elk kwartaal gaan ze met de voorzitter van het CvB in gesprek over allerlei beleidsmatige en organisatorische thema’s. Vergelijkbaar hiermee is er de Gespreksgroep zij-instromers. Een aantal enthousiaste collega’s die nog niet zo lang geleden vanuit het bedrijfsleven de overstap hebben gemaakt naar Leeuwenborgh, zijn twee keer bijeen geweest om het nut en de inrichting van een platform met elkaar te bespreken. Bij de wederzijdse kennismaking was het meest in het oog springende de bedrijfs- en levenservaring van deze collega’s, in combinatie met de veelal ingrijpende persoonlijke keuzes om de overstap te maken naar het mbo-onderwijs. Het CvB heeft bij het faciliteren van deze gesprekken geconstateerd dat de diversiteit en omvang van de aanwezige kennis en ervaring in een ‘platform zij-instromers’, van grote waarde kan zijn voor Leeuwenborgh. Daarnaast houdt het CvB eens per twee maanden een lunchgesprek met medewerkers. Hiervoor worden steeds de jarigen van twee maanden uitgenodigd. De circa 40 collega’s genieten niet alleen van de luxe broodjes, maar eerst en vooral van een prima gesprek met het college en met elkaar. Met de diversiteit van het uitgenodigde gezelschap is er voldoende ruimte voor een kennismaking met wat ‘er leeft’ bij collega’s van een ander team.
18
Tenslotte worden de managementgesprekken gevoerd – indien gewenst - met voltallige MT’s en niet meer alleen met de directeur. De meeste directeuren hebben aan de uitnodiging hiertoe gehoor gegeven. Door de vragen die gesteld werden door het CvB en het gesprek is meer inzicht gekregen in hoe bewaakt kan worden dat de beoogde doelen worden gerealiseerd en waar de prioriteiten liggen. Diversiteit in implementatietrajecten van systemen Met de livegang van het studentenvolgsysteem Eduarte aan het eind van 2015 werd de eerste fase van een omvangrijk implementatietraject van diverse systemen afgesloten. In 2014 heeft een groot deel van de implementatie van AFAS Profit HR zijn beslag gekregen, in 2015 gevolgd door de succesvolle implementatie van AFAS Finance. In het project FinFun is een stevig fundament gelegd onder een vernieuwde aanpak van het financiële pakket. Ook werd een begin gemaakt met de uitrol van Qlikview, het nieuwe pakket voor het weergeven van managementinformatie met dashboards. De eerste toepassing hiervan was de aan-en afwezigheidsregistratie per nieuwe schooljaar. Met deze trajecten en systemen, die nog een verdere uitrol krijgen in 2016, is Leeuwenborgh voldoende toegerust voor de komende jaren. Ondersteund door AFAS is medio 2015 ook de nieuwe gesprekscyclus ingevoerd. Deze cyclus, bestaand uit een planningsgesprek, een of meer functioneringsgesprekken in het jaar erna en een beoordelingsgesprek na twee jaar vervangt de eerdere POP-gesprekken. De nieuwe gesprekscyclus is een prima instrument in het uitvoeren van een goed doordacht personeelsbeleid.
19
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Leeuwenborgh Maakt Het Verschil In 2014 en de eerste helft van 2015 zijn we intensief met elkaar bezig geweest onze strategie te herijken. Dit is een intensief proces geweest, waarin de hele organisatie heeft geparticipeerd. Het resultaat – Leeuwenborgh Maakt Het Verschil – is onderstaand beschreven in missie, visie, DNA en kernwaarden. Missie, visie, DNA en kernwaarden Onze belofte: wij maken het verschil Onze maatschappelijke omgeving verandert razendsnel. Niet alleen politiek en sociaal maar ook demografisch, technologisch en ecologisch. Wij leiden jong volwassenen op voor de toekomst, voor werk, maar ook voor hun functioneren als persoon en als burger in deze dynamische omgeving. Onze studenten mogen erop rekenen dat wij hen daar adequaat op voorbereiden. Dat betekent voor ons, dat wij recht doen aan verschillen in studenten, medewerkers, werkgevers, onderwijspartners en onze maatschappelijke omgeving, vanuit onze eigenheid, onze eigen geschiedenis en de ambities van medewerkers en studenten voor de toekomst. Wij maken het verschil door een hoge onderwijskwaliteit te leveren met excellent, gepersonaliseerd onderwijs en met een eigentijds curriculum. Wij maken het verschil door ons intensief te verbinden met andere onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke instellingen. Wij durven keuzes te maken, omdat we willen excelleren. Excellentie vraagt om bevlogen en goed toegeruste medewerkers, die kunnen binden en boeien. Net als onze studenten kunnen onze professionals zich optimaal ontwikkelen op de wijze, die het beste bij hen past. Ze kunnen vertrouwen op een uitstekende basiskwaliteit, goede faciliteiten en moderne middelen zoals ICT. Op elke van bovenstaande terreinen hebben we strategische doelen vastgesteld, die de komende jaren worden gerealiseerd. De kwaliteitsafspraken die Leeuwenborgh
20
met de minister afspreekt, lopen hiermee parallel. Onze ambities aangaande gepersonaliseerd leren en een eigentijds curriculum zijn daarin leidend. Met kwaliteitszorg en praktijkgericht onderzoek ondersteunen wij onze keuzes resultaatgericht. De tevredenheid van onze studenten, medewerkers en externe relaties, onze onderwijsresultaten in relatie tot de kwaliteitsafspraken en het toezichtkader, en de financiële situatie van onze organisatie meten wij systematisch aan de hand van indicatoren. Niet alleen omdat dat van ons verwacht wordt, maar vooral omdat we een wezenlijk verschil willen maken. Onze Missie Leeuwenborgh biedt, in nauwe samenwerking met zijn partners in de regio, zijn studenten een solide en duurzame basis voor persoonlijke ontwikkeling, burgerschap en werk (dan wel succesvolle doorstroom naar vervolgonderwijs) Onze onderwijsvisie Met Gepersonaliseerd Leren en een Eigentijds Curriculum leveren onze teams maatwerk en sluiten wij aan bij de verschillen tussen studenten en bij de dynamiek van onze omgeving. In nauwe samenwerking met onze omgeving creëren wij daarmee de condities voor ontwikkeling van onze studenten, medewerkers en partners. Met deze visie, als anker voor onze strategie, maken wij het verschil en dragen wij bij aan hun toekomst en die van onze regio. Leeuwenborgh maakt het verschil door binnen wettelijke kaders, met Gepersonaliseerd Leren en een Eigentijds Curriculum recht te doen aan verschillen tussen studenten, medewerkers, bedrijven en regiopartners.
21
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Strategische ordeningsprincipes: ons DNA Om studenten en medewerkers goed te equiperen voor de toekomst heeft Leeuwenborgh de opdracht zijn curriculum eigentijds in te richten met een hoge kwaliteitsstandaard. Onze strategische doelen worden daarom opgesteld, uitgevoerd en bewaakt langs de meetlat van ons DNA. Onderstaande bouwstenen van ons DNA zien we niet los van elkaar: in balans en in samenhang helpen zij ons om aan de gewenste kwaliteitstandaard te voldoen. Flexibiliteit Gepersonaliseerd leren en een eigentijds curriculum vragen om flexibiliteit. Met flexibiliteit kunnen wij recht doen aan de verschillen en maatwerk leveren. Flexibiliteit in ons curriculum, in de systemen die ons onderwijs en onze organisatie ondersteunen en flexibiliteit van onze interne organisatie en alle medewerkers. Adaptief vermogen Aanpassing aan onze omgeving is nodig om een goede invulling te geven aan onze maatschappelijke opdracht. Omgevingsbewustzijn, een hechte verbinding met de Euregio en nauwe samenwerking met onze regiopartners waarborgen onze aansluiting op relevante ontwikkelingen in onze omgeving. Diversiteit We koesteren diversiteit in studenten, docenten, teams, opleidingen en beroepen. We waarderen de verschillen, omdat we ervan overtuigd zijn, dat diversiteit ons helpt om onze dromen waar te kunnen maken, beter onderwijs te verzorgen en daarin ook succesvol te zijn.
“ Het glas is halfvol, we werken continue aan onze eigen ontwikkelingen ”
Centrale kaders We geven diversiteit de ruimte binnen centrale kaders. Dat zijn kaders, die we zelf belangrijk vinden of die we moeten hanteren van onze opdrachtgevers, zoals de wettelijke kaders. Zij scheppen ruimte, geven rust en bieden houvast. Centrale kaders borgen onze visie, kwaliteit en investeringen en gelden voor iedereen (afspraak is afspraak). Onze interne kernwaarden We verwachten en vragen veel van onze medewerkers, immers zij bepalen de kwaliteit van het onderwijs inclusief de daaraan gekoppelde ondersteuning. Wij hebben ook hoge verwachtingen van onze studenten. Leeuwenborgh studenten en medewerkers kenmerken zich door drie gezamenlijke kernwaarden: Positief: het glas is halfvol, we werken continue aan onze eigen ontwikkeling; Prikkelend: we zoeken onconventionele oplossingen en durven collega’s aan te spreken; Nieuwsgierig: we kijken om ons heen en werken continue aan onze eigen ontwikkeling.
22
Profiel Leeuwenborgh is een regionaal opleidingscentrum in Zuid-Limburg. De ruim 700 medewerkers zorgen ervoor, dat een kleine 10.000 studenten beroepsonderwijs en educatie aangeboden krijgen in de sectoren CIOS, Uiterlijke verzorging en Veiligheid; Economie; Educatie; Techniek; Zorg en Welzijn. Daarnaast werkt het roc intensief samen met het regionale bedrijfsleven, collega onderwijsinstellingen en de gemeenten en verzorgen de medewerkers onder meer bedrijfsopleidingen.
Organisatorische structuur Leeuwenborgh wordt aangestuurd door een tweehoofdig College van Bestuur, gevormd door de voorzitter, Jos Kusters, en collegelid Ferno Schneiders. Het college legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De ondernemingsraad en studentenraad geven regelmatig advies dan wel instemming op majeure organisatievraagstukken. Het college wordt bijgestaan door een manager Kwaliteitszorg, een controller, een directeur Strategie en Beleid, een stafdienst Onderwijs en Innovatie, een afdeling PR & Communicatie en een bestuurssecretaris. Om studenten, ouders, medewerkers, bedrijven en organisaties binnen Leeuwenborgh zo goed mogelijk te kunnen helpen en informeren, is Leeuwenborgh onderverdeeld in een aantal portalen, sectoren en diensten. • Het Loopbaanportaal: dit portaal onderhoudt de contacten met studenten. • Het Marktportaal: hiermee onderhoudt Leeuwenborgh contacten met de markt, dit zijn de bedrijven en organisaties, waarmee wordt samengewerkt. De kern van de opleidingen wordt gevormd door vijf sectoren. Deze bieden beroepsopleidingen, algemene opleidingen en volwasseneneducatie in di- verse richtingen aan: • sector Economie; • sector CIOS, Handel, Toerisme, Uiterlijke verzorging, Veiligheid; • sector Techniek; • sector Zorg & Welzijn; • sector Educatie. Per 1 augustus 2015 zijn Handel en Toerisme overgeheveld naar de sector Economie en Haarverzorging is toegevoegd aan de sector Zorg & Welzijn. De sectoren en portalen worden ondersteund door de diensten. Leeuwenborgh kent de volgende diensten: • Bedrijfsdienst; • Human Resources; • Financieel Economische Zaken.
Juridische structuur Leeuwenborgh is een stichting, die statutair zetelt in Sittard. De formele benaming bij de Kamer van Koophandel is Stichting voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Westelijk Zuid-Limburg. Daarnaast is er de Stichting Sité, waarvan het college ook het bestuur vormt en waarvan de Raad van Toezicht bestaat uit een deel van de Raad van Toezicht van Leeuwenborgh. Tenslotte is Leeuwenborgh enige aandeelhouder van Leeuwenborgh Training- en Opleidingscentrum Sittard B.V.
23
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Organisatie Leeuwenborgh1 onderwijs Sector Economie
Sector CHTUvV
Sector Techniek
• Commercieel / Financiële Dienstverlening • ICT-Lyceum • Juridisch • Logistieke beroepen • Secretarieel • Financiële beroepen
• CIOS • Handel • Toerisme • Uiterlijke verzorging • Veiligheid
• Bouwkunde • Elektrotechniek • Fijnmechanische techniek • Laboratoriumtechniek • Luchtvaarttechniek • Maintenance • Procestechniek • Werktuigbouwkunde
Sector Zorg & Welzijn
Sector Educatie
• Verzorgende IG en • AKA / Entree Helpende BBL opleidingen • Onderwijsassistent • Kwalificatieklas en Pedagogisch werk • PitStop • Maatschappelijke • VAVO zorg en Helpende • BE en I&I BOL • Verpleegkundige
ondersteuning Loopbaanportaal
Human Resources
Centrale staf
Marktportaal
Financieel Economische Zaken
Kwaliteitsmanager Controller
Bedrijfsdienst
medezeggenschap Ondernemingsraad
Studentenraad
Ouderraad
sturing College van Bestuur
toezicht Raad van Toezicht
1. Per augustus 2015 zijn Handel en Toerisme toegevoegd aan de sector Economie en Haarverzorging aan de sector Zorg en Welzijn. De resterende onderdelen van de sector CHTUvV vormen de sector CUvV op de Sportzone.
24
25
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Studenten Studentenaantallen In de tabel is te zien, dat de studentenaantallen bij Leeuwenborgh blijven dalen. De daling van bijna 3,5% is iets lager dan de daling van het vorig jaar. Waar vorig jaar de teruggang volledig op het conto van de BBL en de BOL-deeltijdopleidingen kwam en de BOL-voltijdopleidingen zelfs een stijging lieten zien, dalen de aantallen nu over de hele lijn. Toch is de daling bij de BBL met ruim 16% veel sterker dan bij de BOL, waar het gaat om 1,7%. De daling is vooral te wijten aan de economische crisis. Bij Educatie is er een toename van het aantal trajecten, met name bij de Inburgering. Het aantal mensen dat een traject Nederlands als tweede taal via de gemeente volgt, is in vergelijking met vorig jaar afgenomen, terwijl het aantal inburgeringstrajecten bijna een verdubbeling laat zien, mede een zichtbare consequentie van de toegenomen immigratie.
Aantal studenten Leeuwenborgh op 1 oktober 2015 (bekostigbaar)
Sector
bol
bbl
Techniek
1.073
258
1.331
Economie
1.396
93
1.489
Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid
2.110
110
2.220
Zorg en Welzijn
1.202
231
1.433
118
1
119
5.899
693
6.592
Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent (AKA) Totaal beroepsonderwijs
26
totaal
Ontwikkeling studentenaantallen Beroepsopleidende leerweg (voltijd)
2013-2014
2014-2015
Techniek
938
1.043
1.073
Economie
1.403
1.457
1.396
Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid
2.009
2.058
2.110
Zorg en Welzijn
1.301
1.270
1.202
155
170
118
5.806
5.998
5.899
22
0
0
440
321
258
60
74
93
Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid
212
135
110
Zorg en Welzijn
565
291
231
Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent (AKA) Totaal beroepsopleidende leerweg voltijd
2015-2016
Beroepsopleidende leerweg (deeltijd) Techniek
22
Economie Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid Zorg en Welzijn Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent (AKA) Totaal beroepsopleidende leerweg deeltijd
Beroepsbegeleidende leerweg Techniek Economie
Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent (AKA) Totaal beroepsbegeleidende leerweg
12
1
1.289
821
2013-2014
2014-2015
Techniek
1.400
1.364
1.331
Economie
1.463
1.531
1.489
Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid
2.221
2.193
2.220
Zorg en Welzijn
1.866
1.561
1.433
167
170
119
7.117
6.819
6.592
Totaaloverzicht
Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent (AKA) Totaal bol voltijd, bol deeltijd en bbl
693 2015-2016
27
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Kwaliteitszorg: implementatie, evaluatie en bijstelling van verbeteringen op alle organisatieniveaus Staat van de Instelling
“ In 2015 is er gestart met de Tevredenheidsmeting via de tweejaarlijkse JOB-monitor. ”
In oktober 2015 heeft de Inspectie bij Leeuwenborgh het vervolgonderzoek naar aanleiding van de Staat van de Instelling uitgevoerd. Zowel op instellingsniveau als bij twee van de drie onderzochte teams heeft de inspectie de kwaliteitsborging beoordeeld als voldoende. Een belangrijk onderdeel van het n.a.v. de uitkomsten van de Staat van de Instelling opgezette project kwaliteitsborging bestond uit het werken door teams met de nieuwe systematiek van het doorlopend teamplan. Naast de drie teams uit het vervolgonderzoek hebben ook drie andere onderwijsteams als pilot aan deze werkwijze meegedaan. Het doorlopend teamplan is voor deze teams in de plaats gekomen van de A3 systematiek en is eenvoudiger voor teams te gebruiken dan de A3 (de uitleg van de A3 systematiek volgt in de paragraaf “Onderwijs en examinering”). De inspectie concludeerde dat het werken met een doorlopend teamplan waarin alle verbeteractiviteiten zijn opgenomen, een grote verbetering is ten opzichte van het vorige onderzoek in 2014. Dit omdat de teams nu een totaaloverzicht hebben van alle verbeter- en vernieuwingsactiviteiten. Het College van Bestuur heeft begin 2016 mede op basis van de resultaten van het vervolgonderzoek besloten dat het doorlopend teamplan Leeuwenborgh-breed wordt ingevoerd. De examinering bleek tijdens het vervolgonderzoek van de Inspectie bij één team nog niet helemaal op orde te zijn. Bij alle examencommissies wordt nu gewerkt met een toezichtplan voor de controle op de kwaliteit van de examinering en diplomering door de examencommissies. Zij vergewissen zich nu voldoende van de afname en beoordeling van de examens. Daarnaast zijn de leden van de examencommissies nu geschoold. Vanuit het rapport van de Inspectie is de reden van het nog niet op orde zijn nu helder en het team is met een herstelactie begonnen.
Rapportage klachten en complimenten Leeuwenborgh heeft een Leeuwenborgh-brede klachtenprocedure. Dit wil zeggen dat deze procedure wordt gebruikt door alle sectoren, portalen en diensten en op centraal niveau. Tevens geldt deze procedure voor zowel externe belanghebbenden (o.a. onderwijsdeelnemers, ouders, toeleverende scholen, afnemende scholen, werkvelden) als voor interne belanghebbenden (de medewerkers van Leeuwenborgh).
28
Als het niet lukt om een klacht te voorkomen, is het erg belangrijk dat er de mogelijkheid is voor het indienen van een klacht. Leeuwenborgh maakt sinds 2011 gebruik van het meld- en registratiesysteem Smile. Klachten kunnen gemeld worden via een button op de website of in het intranet Fronter. De mogelijkheid tot melden is zo gemakkelijk, en ook is de opvolging van meldingen transparant. In 2015 zijn 130 meldingen in behandeling genomen ten opzichte van 92 meldingen in 2014. Dit is een toename van 30%. Bij alle typen meldingen – complimenten, klachten, meldingen van onvrede en suggesties ter verbetering – zien we een toename ten opzichte van 2014. We streven ernaar, conform onze klachtenprocedure, om meldingen binnen 6 weken volledig af te handelen. In 2013 en in 2014 lukte dit bij 84% resp. 88% van de meldingen en was het als prestatie-indicator opgenomen in de jaarplannen van de directeuren. In 2015 was 85% van de meldingen binnen de normtijd afgerond. Overschrijding van de normtijd is soms te wijten aan het niet tijdig administratief afhandelen van de melding in Smile. Ook komt het voor dat de melder aangeeft dat de melding nog niet mag worden gesloten omdat de melding nog niet naar tevredenheid is afgehandeld In vergelijking met 2014 zijn er in 2015 meer meldingen geweest in de onderwijssectoren met uitzondering van de sector Zorg & Welzijn. De sector Educatie kent al jaren nauwelijks meldingen. De sector zelf verklaart dit vanuit de zeer korte lijnen tussen studenten en medewerkers. Het aantal meldingen over de Bedrijfsdienst ten opzichte van sectoren, portalen en diensten blijft in vergelijking met de andere organisatieonderdelen hoog. De meldingen bij de bedrijfsdienst betreffen veelal technische en facilitaire zaken. Net als in 2013 en 2014 gaat ruim de helft van de meldingen over de ‘kleine kwaliteit’: organisatorische zaken en voorzieningen. Het betreft met name de voorzieningen in Maastricht en Sittard zoals het thermisch comfort, parkeren voor medewerkers en studenten. De lijnverantwoordelijke bij wie een melding is binnengekomen beoordeelt deze als gegrond, ongegrond, of niet te beoordelen. In vergelijking met 2014 is een groter deel van de klachten gegrond verklaard (65% in 2015 versus 52% in 2014). Het aantal niet te beoordelen klachten nam af van 25% naar 15%.
29
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Onderwijs en examinering Sturen op verbetering en vernieuwing Het is voor leidinggevenden op alle organisatieniveaus belangrijk om te kunnen sturen op de gewenste resultaten en doelstellingen. Om hierin een slag te kunnen maken heeft Leeuwenborgh in 2013 in alle sectoren en afdelingen de A3-systematiek ingevoerd, nadat deze werkwijze in de voorgaande jaren in enkele eenheden was geïnitieerd. De A3-systematiek is een benadering voor het ontwikkelen van jaarplannen én het monitoren en bijsturen daarvan. Aan de basis staat de gedachte van integraal management, zoals die is vastgelegd in het INK-managementmodel. Ook de PDCA-cyclus is erin geïntegreerd: plannen, doen, maar ook controleren of de doelstellingen gerealiseerd worden en, waar nodig, actie ondernemen. De visie en de ambities (het strategisch beleid) van Leeuwenborgh vormen het uitgangspunt. Er is geen plaats voor vage intenties: in de resultaatgebieden worden concrete prestatie-indicatoren en SMART-geformuleerde doelstellingen vastgelegd. Naast het jaarplan is er een overzicht van hygiënische prestatie-indicatoren (HPI’s), waarin concrete doelen over de reguliere zaken zijn vastgelegd. Omdat het ontwikkelen van een A3-jaarplan gebeurt door een groep betrokken leidinggevenden en bij voorkeur ook medewerkers, leidt het tot meer commitment, en ervaren docenten en leidinggevenden meer richting (focus), consistentie en samenhang. Tijdens de Staat van de Instelling in 2014 bleek dat de A3-systematiek op onderwijsteamniveau geen garantie was voor met name verbetering en verankering bij kwaliteitsborging. Vandaar dat er in het kader van het project Kwaliteitsborging een pilot is gestart door zes onderwijsteams uit alle sectoren met de systematiek van het doorlopend teamplan. Het doorlopend teamplan – doorlopend, want het wordt niet voor een bepaalde periode gemaakt – bevat alle verbeter- en vernieuwingsactiviteiten en wordt tussentijds bijgesteld, wanneer bevindingen van audits, panelgesprekken, tevredenheidsmetingen, lesbezoeken, nieuwe Leeuwenborgh- of sectordoelen enz. voorhanden zijn. Bij nieuwe bevindingen wordt de analyse hiervan opgenomen in het plan en op basis daarvan wordt een resultaat of doelstelling opgesteld. Iedere doelstelling heeft een houder en van de doelstellingen worden het tijdpad waarin eraan gewerkt wordt met de bijbehorende activiteiten vastgelegd in het plan. Het team is eigenaar van het plan en stelt dit gezamenlijk op met en onder verantwoordelijkheid van de opleidingsmanager. De relatie met de A3-jaarplannen op directie- en Leeuwenborgh-niveau blijft met deze systematiek uitstekend gewaarborgd.
30
De onderdelen van het plan, waaronder ook de eerder gememoreerde HPI’s, worden regelmatig tijdens teamvergaderingen besproken zodat ieder teamlid de inhoud van het plan kent en het daardoor draagvlak heeft. Dit heeft ook als gevolg dat er sprake is van een planmatige en cyclische aanpak van plannen, uitvoeren en evalueren van vooraf bepaalde doelstellingen op teamniveau: kwaliteitszorg op het organisatieniveau waar dit zeker thuis hoor. De realisatie van de plannen wordt gevolgd in de managementgesprekken, die drie keer per jaar periodiek op iedere besturingslaag worden gevoerd tussen de leidinggevende en resultaatverantwoordelijke. Omdat het van wezenlijk belang is dat doelstellingen concreet en meetbaar (SMART) geformuleerd worden, is in 2015 gestart met het aanbieden van scholing hiervoor via de Leeuwenborgh Academie. Hieraan hebben ondertussen de kwaliteitsmedewerkers, enkele opleidingsmanagers en een onderwijsteam deelgenomen.
Kwaliteitszorgcyclus De kwaliteitszorgcyclus rondom kwaliteit van onderwijs en examinering wordt in de sectoren, bij de Bedrijfsdienst en bij het Loopbaanportaal gefaciliteerd door een kwaliteitsmedewerker. De kwaliteitszorgcyclus maakt integraal onderdeel uit van de PDCA Cyclus van Leeuwenborgh zoals deze is vastgesteld in november 2015 door het College van Bestuur. De Leeuwenborgh-brede P&C-kalender (kwaliteitskalender) maakt onderdeel uit van deze cyclus en ondersteunt de sturing van kwaliteitszorg. Jaarlijks worden tevredenheidsmetingen uitgevoerd onder verschillende doelgroepen studenten, bedrijven en medewerkers. De roc-brede metingen staan hieronder vermeld. Metingen middels de Job-enquête wordt altijd gevolgd door panelgesprekken. Het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) heeft in het najaar 2015 plaatsgevonden. In 2016 gaan de teams – waar nodig – aan de slag met verbeterplannen. doelgroep Job-enquête
frequentie
jaar
Alle MBO-studenten
Om het jaar
2011/2012, 2013/2014,2015/2016
Gediplomeerde uitstromers
Om het jaar
2012
Waarderingsmeting bedrijven
BPV-bedrijven
Om het jaar
2011/2012, 2013/2014, 2015/2016
MTO
Medewerkers
Om het jaar
2013, 2015
MBO-kaart
De MBO-kaart heeft in 2015 om diverse redenen niet plaatsgevonden.
31
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Lesbezoek Lesbezoek door de opleidingsmanager is ook een instrument voor kwaliteitsborging. In 2015 werd dit in alle opleidingen ingezet. In het kader van het rocbrede verbetertraject is een roc-brede aanpak hiervoor in ontwikkeling. Door het CvB zijn in maart 2015 de eerste kaders vastgesteld. Hier is o.a. in opgenomen dat iedere docent minimaal één keer per jaar bezocht wordt. De wijze waarop de lesbezoeken plaatsvinden en de registratie hiervan zijn door de opleidingsmanagers en de teamleden met elkaar besproken. Er is in 2015 in dit kader tevens gestart met een scholing voor opleidingsmanagers m.b.v. een observatiemethode, de WAKKERmethode. De uitkomsten van het lesbezoek gaan een steeds belangrijkere rol spelen in de teamontwikkeling, visievorming en teamaanpak van de didactiek. Audits In 2015 is middels het “addendum 2015” van de auditkalender 2012-2014 deze auditkalender voortgezet. Omdat de eerste maanden van 2014 in het teken stonden van de voorbereiding en uitvoering van het inspectieonderzoek naar de Staat van de Instelling, konden geplande audits niet doorgaan, of waren deze niet nodig omdat de opleiding in het inspectieonderzoek zat. Om die reden was de auditkalender voor het kalenderjaar 2014 aangepast en de looptijd met 1 jaar verlengd. Naast het vervolgonderzoek naar aanleiding van de Staat van de Instelling in oktober hebben in 2015 de volgende audits plaatsgevonden: Sector/Instelling
Opleiding/Afdeling
Interne
Externe
Leeuwenborgh-instelling/
Manager reizen/ Com. Med.
audit
audit
CHTUvV/ Economie/Techniek
binnendienst/ Vliegtuigonderhoud
CHTUvV
Handel
x
CHTUvV
Beveiliger
x
Educatie
VAVO-VWO
x
Economie
ICT
Bedrijfsdienst
Dienst ICT
Z&W
MMZ
Bedrijfsdienst
Dienst facilitair
X (2x)
x x x x
De externe audit bij de instelling in combinatie met de opleidingen manager reizen, commercieel medewerker binnendienst en vliegtuigonderhoud betrof een audit naar de verbetertrajecten n.a.v. de onvoldoende beoordelingen bij het Inspectieonderzoek de Staat van de Instelling. Dit waren twee audits waarbij tijdens de eerste audit met name gekeken is naar het ontwerp en planning en bij de tweede audit naar de implementatie en werking van de verbetertrajecten. De audits bij Handel en Beveiliger betroffen audits naar de kwaliteit van het onderwijs in verband met verzoeken om te mogen afwijken van de urennorm. Bij de audits van de onderwijsteams ICT en MMZ heeft er een aanvullende productaudit examinering plaatsgevonden. Zowel de interne als de externe audits resulteren in een auditrapport. Dit rapport wordt aangeboden aan de opleidingsmanager c.q. dienstmanager, de
32
sector- c.q. dienstdirecteur en het CvB. Enkele weken daarna vindt er een gesprek plaats tussen het CvB, de opleidings-/dienstmanager en de directeur van de betrokken opleiding of afdeling over het auditrapport en de voorgenomen verbeteringen. De voortgang van de verbeteringen wordt gemonitord door het opleidingsteam, dat daarin ondersteund wordt door de kwaliteitsmedewerker. Terugkoppeling van de voortgang en de resultaten vindt plaats in de reguliere managementgesprekken tussen opleidingsmanager en directeur en tussen directeur en CvB. Inspectietoezicht en keurmerken In oktober 2015 is door de inspectie van het onderwijs een vervolgonderzoek uitgevoerd naar aanleiding van de Staat van de Instelling in 2014. Dit onderzoek betrof de instelling als geheel voor kwaliteitsborging en een onderzoek bij drie opleidingen met onvoldoendes bij de Staat van de Instelling. Voor de onderzochte opleidingen geldt na het vervolgonderzoek: Opleiding
Gebied 2 examinering
Gebied 4 Kwaliteitsborging
Commercieel medewerker binnendienst Manager verkoop reizen Vliegtuigonderhoud technicus mechanica
onvoldoende voldoende voldoende
voldoende voldoende onvoldoende
Keurmerken Keurmerk Inburgering: Op basis van door Leeuwenborgh aangeleverde rapportage bij KIWA is het keurmerk inburgering ook in 2015 verlengd. Luchtvaarttechniek De erkenning heeft in 2015 voor haar opleiding Categorie B1.1 de Part 147 behouden. Dit geldt ook voor de Categorie A opleiding (NL.147.7176). Erkenning EVC-centrum Leeuwenborgh is eind 2011 door het ministerie van OCW officieel erkend als EVC-aanbieder. EVC staat voor ‘Erkenning van eerder verworven competenties’. In 2013 is na een herbeoordeling een EVC-verklaring voor de duur van drie jaar voor 17 standaarden (crebo’s) afgegeven. Afwijking van de wettelijke onderwijstijd. Voor twee opleidingen (beveiliging en handel niveau 2) heeft het CvB toestemming verleend om af te wijken van de onderwijstijd. Dit is gebeurd na instemming door de studentenraad. Aan de goedkeuring was een audit naar de onderwijskwaliteit in het schooljaar 2015 gekoppeld. De toestemming is verleend op basis van een vastgestelde procedure ontwikkeld in 2014, waarin criteria en werkwijze voor aanvraag van afwijking zijn vastgelegd.
33
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Risicomanagement 2015 Het risicomanagement staat inmiddels op de kaart. De positieve risicoattitude waarin wij in ons vorig bestuursverslag aan refereerden neemt steeds vastere vormen aan. Het denken in termen van kansen en risico’s begint gemeengoed te worden en dat is precies de mindset die wij graag willen bereiken. De instrumentele kant is ongewijzigd: in ieder jaarplan wordt een risicoparagraaf opgesteld, met daarin opgenomen de top 3 van belangrijke risico’s. De voortgang van de risico’s wordt besproken in de managementgesprekken. Tevens wordt bij ieder voorstel, waarover het College een besluit neemt, een risicoparagraaf gevoegd. In 2015 hebben we ons strategisch meerjarenplan “Leeuwenborgh maakt het verschil” vastgesteld. Een ambitieus meerjarenplan waarin Leeuwenborgh uiteenzet hoe wij voor onze “stakeholders” het verschil kunnen maken. Daarbij denken wij allereerst aan studenten maar ook aan medewerkers en werkveld. Dit plan bevat een uitgebreide risicoparagraaf die wij aanmerken als de herijking van de strategische risico’s zoals wij die vorig jaar al hebben aangekondigd. Kort samengevat zien wij de volgende risico’s: Strategische Risico’s LMHV Risico I - Haalbaarheid: Beheersmaatregel:
Het plan is te ambitieus c.q. Leeuwenborgh blijkt onvoldoende slagvaardig om LMHV adequaat uit te voeren. Opstellen van een duidelijk en afgebakend implementatie- en monitoringsplan. Vertaal hierin de strategische doelen naar tactische en operationele doelen en beleg taken en , verantwoordelijkheden eenduidig. Formuleer de doelen smart en baken doelen af. Creëer een structuur waarin zowel de voortgang van de afzonderlijke doelen als het integrale geheel wordt bewaakt. Maak duidelijke afspraken over prioritering (zowel van LMHV als de reguliere dagelijkse gang van zaken) en integreer de te behalen resultaten in de gesprekscyclus. Stel voldoende capaciteit ter beschikking (mensen en/of middelen). Zoek balans tussen control en onnodige regeldruk. Creëer een duidelijk kader vooraf inzake de LD docenten ten opzichte van de opleidingsmanagers inzake het duaal leiderschap van een opleiding. Herijk controlstructuur i.r.t. de nieuwe besturingsfilosofie waarin onderwijsteams verantwoording
Risico II - Institutionalisering/incorporatie bij teams en docenten: Beheersmaatregel:
afleggen aan CvB. De onderwijsvernieuwing blijft steken bij enkele teams of wordt slechts gedeeltelijk opgepakt; niet het hele inbeddingsproces wordt doorlopen. Duidelijk aangeven wat van teams wordt verwacht en wanneer. Duidelijke en concrete hierop afgestemde planning mede gebaseerd op de capaciteit teams. Periodiek met de teams de voortgang en eventuele knelpunten bespreken. Voortgang agenderen in managementgesprekken.
34
Risico III - Centrale kaders:
De teams krijgen geen duidelijke richting waarbinnen ze LMHV kunnen uitvoeren.
Beheersmaatregel:
Kaders opstellen waarmee de teams de ontwikkelingsrichting duidelijk krijgen. Kaders laten beoordelen door een platform /afvaardiging vanuit de teams en opleidingsmanagers. Periodieke monitoring en afstemming kaders met directeuren en teams.
Risico IV - Effectieve inzet van extra medewerkers: Beheersmaatregel:
Risico V - De basiskwaliteit vertraagt Leeuwenborgh maakt het verschil: Beheersmaatregel:
Extra medewerkers worden niet tijdig aangetrokken en of niet ingezet op extra taken maar “verdwijnen” in regulier proces. Opstellen van een duidelijk en gedragen profiel voor zowel de LD-docent als de extra krachten. Specificatie van de taken waarop extra medewerkers worden ingezet en bewaking van de naleving daarvan. Het kan gebeuren dat het nog niet beschikbaar zijn van faciliteiten aanleiding is voor stagnatie van de strategische doelen. Beschrijf duidelijk de benodigde verbeteringen aan de basiskwaliteit. Creëer een platform voor integrale afstemming. Benoem expliciet de verbeteringen die met LMHV worden beoogd.
Risico VI - Rol, gedrag en houding van de student: Beheersmaatregel:
De houding van de student is nog onvoldoende volwassen.
Risico VII- Overheidsbeleid / externe veranderingen:
Overheidsbeleid wordt gewijzigd waardoor uitgangspunten en veronderstellingen binnen LMHV niet meer valide zijn.
Beheersmaatregel:
Dit is een moeilijk beïnvloedbaar risico. Als het overheidsbeleid wijzigt, heeft Leeuwenborgh zich daarin te voegen en zal het met name via de branchevereniging invloed moeten uitoefenen. Preventieve maatregelen zijn in dit geval slechts mogelijk in die zin, dat wij ons bewust zijn van het risico en ons realiseren dat overheidsbeleid geen statisch gegeven is. Consequente monitoring en een stevige tussenevaluatie. Adequate communicatie gedurende het traject bij wijzigingen of veranderingen van buitenaf.
Expliciet zijn in de verwachtingen van studenten in kader van wederkerigheid. Wederkerigheid en rol studenten integraal meenemen bij planvorming en implementatietrajecten.
De voortgang van de risico’s wordt vanaf 2016 6 keer per jaar gerapporteerd in de Raad van Toezicht.
35
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Gegevensset Het bestuursverslag vormt samen met de jaarrekening en de gegevensset het geïntegreerd jaardocument. De gegevensset betreft: 1. financiële kengetallen; hierin zijn ook de paragraaf rondom helderheid en de continuïteitsparagraaf opgenomen 2. diplomaresultaat en jaarresultaat a. diplomaresultaat en jaarresultaat 2012 - 2015 b. Leeuwenborgh totaal en per niveau over de afgelopen vijf jaar c. uitgesplitst per sector en per niveau over de afgelopen vijf jaar 3. doorstroming naar hoger onderwijs 4. percentage nieuwe VSV’ers 5. personeel 6. internationalisering 7. ICT en huisvesting 8. regelingen 9. sector Educatie 10. tevredenheid van studenten 11. tevredenheid werkveld 12. tevredenheid van medewerkers Voor een eenduidige vergelijking heeft DUO berekeningen gemaakt om instellingen onderling te vergelijken. Daarom gaan de gegevens van DUO voor de instelling vergezeld van cijfers van een ‘vergelijkingsgroep’, samengesteld uit soortgelijke instellingen. Naast de berekeningen door DUO worden voor het jaarresultaat en het diplomaresultaat ook eigen berekeningen ter vergelijking weergegeven.
Enkele definities Ter verduidelijking hieronder eerst enkele definities: Opbrengsten: • Diplomaresultaat Het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van àlle studenten, die in dezelfde periode de instelling verlaten (ook eerder in de instelling behaalde diploma’s tellen mee). Bron: DUO en Leeuwenborgh • Jaarresultaat Het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die de instelling verlaten, of met een diploma doorstromen (alleen diploma’s in het teljaar behaald, tellen mee). Bron: DUO en Leeuwenborgh
36
• Nieuwe Voortijdig Schoolverlater Een jongere is een nieuwe voortijdig schoolverlater als hij of zij op 1 oktober van een schooljaar stond ingeschreven aan een reguliere vo- of mbo- onderwijsinstelling en op die datum ouder dan 11 maar nog geen 22 jaar was en vervolgens op 1 oktober van het daarop volgende schooljaar niet meer bij een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van een startkwalificatie, dat wil zeggen een havo, vwo of mbo-2,3 of 4 diploma. Bron: DUO • Tevredenheid studenten Rapportcijfer waarmee de studenten in de bevraging voor de JOB-monitor of de gediplomeerde studenten in de MBO-kaart de school en de opleiding hebben beoordeeld. Bron: DUO
Financiën Het voornaamste doel van Leeuwenborgh is om kwalitatief goed onderwijs te leveren. Het financieel beleid is erop gericht om de ruimte ten behoeve van het onderwijs en de student te creëren en om de continuïteit van de organisatie op lange termijn te borgen. Leeuwenborgh heeft net als de rest van de mbo-instellingen te maken met ingrijpende veranderingen (Focus op Vakmanschap en modernisering bekostiging mbo-onderwijs), die in 2015 van start zijn gegaan, die grote financiële consequenties zullen hebben. Om hierop voorbereid te zijn, is in 2011 een drietal programmalijnen uitgezet, die in 2013 zijn geïmplementeerd en de komende jaren verder worden uitgedragen. De in 2012 uitgezette beleidslijn om het personeel af te stemmen op het dalende studentenaantal, heeft ook in 2015 gezorgd voor een afname van personeelskosten. Sinds eind 2011 beschikt Leeuwenborgh over privaat vermogen, dat kan dienen om bijvoorbeeld publiek-private samenwerkingen of andere private activiteiten te faciliteren. Financieel resultaat Leeuwenborgh heeft 2015 afgesloten met een substantieel positiever resultaat dan begroot. Het resultaat is € 2.351.000, de begroting was - € 1.590.000. Net als in voorgaande jaren is in 2015 sterk gestuurd op de personele lasten: deze dienen met de dalende studentenaantallen mee te bewegen. De financiële effecten van deze beleidslijn hebben een positief effect gehad op het resultaat van 2015. Daarnaast zijn de subsidies, samenhangend met LMHV, in 2015 niet geheel besteed of nog niet vrijgegeven. Dit wordt veroorzaakt door een verschuiving in de tijd, waardoor een deel van de subsidies in 2016 besteed wordt. Ook leidde de indexering van de lumpsum ad € 700.000, tot een hogere rijksbijdrage.
37
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Overzicht financiële positie Onderstaand overzicht toont de financiële positie van Leeuwenborgh van 2013 tot en met 2015: 2013
2014
0,61
0,64
0,84
1,46
-2,21
3,61
(eigen vermogen / totaal vermogen)
0,53
0,55
0,57
Solvabiliteitsratio 2
0,62
0,64
0,67
Ratio’s Liquiditeitsratio
2015
ondergrens 0,50
bovengrens geen
(liquide middelen + kortlopende vorderingen / kortlopende schulden)
Rentabiliteit (Exploitatieresultaat / totaal baten)
Solvabiliteitsratio 1
(eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen)
langjarig boven 0
0,30
0,60
De Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen heeft geadviseerd de rentabiliteit uit te drukken in een percentage over meerdere jaren. De Onderwijsinspectie geeft in haar Addendum in het najaar van 2014 bij het Toezichtkader BVE 2012 aan, dat de signaleringsgrens voor de rentabiliteit “langjarig boven nul” is. Voor Leeuwenborgh komt het percentage over de voorbije drie jaar (2013-2015) uit op 0,95%.
Treasurybeleid Het overzicht van de financiële positie van Leeuwenborgh van 2013 tot en met 2015 toont de signaleringsgrenzen voor BVE-instellingen, zoals die door de Onderwijsinspectie zijn bijgesteld in het in het najaar van 2014 uitgebrachte Addendum bij het Toezichtkader BVE 2012. Hieruit blijkt, dat Leeuwenborgh op bijna alle onderdelen binnen de gestelde signaleringsgrenzen valt. De solvabiliteitsratio is met 0,67 iets hoger dan de signaleringsgrens. Dit komt vooral, omdat Leeuwenborgh afgelost heeft op langlopende schulden. In het verlengde van het rapport van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen heeft Leeuwenborgh in 2011 een nieuw treasurystatuut opgesteld, dat in maart 2012 is vastgesteld. In het treasurystatuut wordt in de meest ruime zin het beleidskader geformuleerd over de wijze, waarop binnen Leeuwenborgh moet worden omgegaan met financiële middelen. Met het vaststellen van het statuut is ook de treasurycommissie aangesteld, die minimaal jaarlijks bijeenkomt om te monitoren of het beleid goed wordt uitgevoerd en om het College van Bestuur te adviseren. In 2015 is het treasurystatuut geëvalueerd door de commissie, die heeft vastgesteld, dat de uitgangspunten, vastgesteld in het treasurystatuut, nog steeds actueel en van toepassing zijn op Leeuwenborgh. Het treasurystatuut dient daarmee als fundament onder het financiële beleid van Leeuwenborgh. Leeuwenborgh zit met een solvabiliteitsratio van net boven de 60%, wat aan de hoge kant in vergelijking met de signaleringsgrens. De financiële doelstelling van Leeuwenborgh is om de continuïteit van het onderwijs te waarborgen. Voor Leeuwenborgh betekent dit, dat het moet inspelen op de dalende studentenaantallen, wensen vanuit de arbeidsmarkt, wensen vanuit de studenten en het Ministerie. Dit betekent concreet investeren in samenwerking, nieuwe leervormen, automatisering en efficiëntere inzet van personeel en in andere middelen,
38
zoals huisvesting. Net als bij andere investeringen lopen de kosten voor de baten uit, wat leidt tot een negatief resultaat. Dit is wenselijk, omdat we zoveel mogelijk geld naar het primaire proces willen laten gaan, conform de doelstelling van het Ministerie, maar ook omdat we voldoende reserves hebben, om ons dit te veroorloven. Kortom: Leeuwenborgh gaat inkomsten uit het verleden inzetten om toekomstontwikkelingen te kunnen managen. De consequentie hiervan is, dat onze solvabiliteit in de komende jaren zal dalen. Alle publieke middelen worden in beginsel integraal aangehouden in de vorm van een rekening courant bij de Nederlandse Staat (AAA-rating), het zogenaamde schatkistbankieren. Leeuwenborgh heeft de mogelijkheid om “rood te staan”, deposito’s te plaatsen en te lenen. De huisbank blijft het betalingsverkeer verzorgen. Er is voor schatkistbankieren gekozen, omdat na onderzoek is gebleken, dat deze vorm van bankieren voor Leeuwenborgh de meest risicomijdende en de meest gunstige manier is om liquide middelen aan te trekken en uit te zetten. Er is bij Leeuwenborgh geen sprake van beleggen. De externe planning-en-control-cyclus is vastgelegd in de wetgeving en in de landelijke notities, waar alle onderwijsinstellingen zich aan dienen te houden. Het Leeuwenborgh-beleid sluit aan bij het landelijk beleid, doordat we onder andere stellen, dat zoveel mogelijk middelen ten gunste van het onderwijsproces moeten komen. Grondslagen De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor een uitgebreide beschrijving van de grondslagen verwijzen wij naar de jaarrekening. Helderheid Leeuwenborgh streeft naar maximale transparantie en stuurt de organisatie op basis van de regelgeving, zoals is opgenomen in onder andere het controleprotocol van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Onderstaand is te lezen hoe Leeuwenborgh in 2015 op de thema’s van de regeling “Helderheid” gehandeld heeft. Thema 1: Uitbesteding • Samenwerking Arcus In 2015 is de samenwerking tussen Leeuwenborgh en Arcus College verder geïntensiveerd op gebied van techniek. Op 16 december 2015 tekenden beide CvB leden Jos Kusters (Leeuwenborgh) en Jos Jongen (Arcus College) “De samenwerkingsovereenkomst Techniekcollege”, een stap naar een toekomstig techniekonderwijs in Zuid Limburg. De technieksectoren van Leeuwenborgh en Arcus College versmelten tot één nieuwe techniekschool voor MBO onderwijs. Een instituut voor kwalitatief hoogstaand innovatief techniekonderwijs met een aansprekende uitstraling naar studenten en bedrijfsleven. Deze krijgen daarmee één aanspreekpunt voor techniekonderwijs in de Euregio.
39
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
• Samenwerking CHILL Leeuwenborgh participeert in CHILL. Dit is een unieke samenwerking tussen meerdere onderwijspartijen (Leeuwenborgh, Arcus College, Zuyd Hogeschool en Universiteit Maastricht) en een aantal bedrijven, gevestigd op Chemelot. De samenwerking is gericht op het uitvoeren van vraagstukken van het bedrijfsleven door studenten van MBO en HBO. De ambitie is echter om in 2016 te verbreden naar zowel procestechniek alsook onderhoudstechniek. • Zorgtechniek Limburg Leeuwenborgh heeft samen met Gilde Opleidingen, Arcus College en Zuyd Hogeschool het initiatief genomen om gezamenlijk één centrum voor innovatief vakmanschap “Zorgtechniek Limburg” op te richten. Hierin worden vakmensen opgeleid die ervoor gaan zorgen dat de nieuwe, innovatieve technologische oplossingen vertaald worden in daadwerkelijke producten én toepassingen in de brede zorgpraktijk. Daarnaast worden in het centrum medewerkers van zorgorganisaties (bij)geschoold om goed te kunnen omgaan met alle nieuwe innovatieve technologieën. De inzet van technologie in de zorg kan de toekomstige uitdagingen van een vergrijzende én ontgroenende bevolking en een krappere arbeidsmarkt mede het hoofd bieden. Tegelijkertijd is technologie een middel om cliënten langer in staat te stellen om hun eigen regie en zelfstandigheid te behouden. Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten In het kalenderjaar 2015 hebben bij Leeuwenborgh geen investeringen vanuit publieke middelen naar private activiteiten plaatsgevonden. Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen De regeling “Vrijstellingen” is voor Leeuwenborgh vastgelegd in het Kwaliteitshandboek Examinering Leeuwenborgh, laatste versie 30 september 2013 (LEC). Dit handboek is toegankelijk voor alle belanghebbenden via de Leeuwenborgh-site (procesarchitectuur examinering; deze site bevat alle documenten hier omtrent). In dit handboek staat ook de beschrijving van de processen van het examenbureau. Verder is de vrijstellingsprocedure in een stroomschema gebracht en met bijbehorende formulieren gedocumenteerd. De flexibiliteit is in sommige opleidingstrajecten toegenomen. Daardoor behoort differentiatie in de duur van de opleidingen tot de mogelijkheden. EVC Leeuwenborgh is eind 2011 door het ministerie van OCW officieel erkend als EVCaanbieder. EVC staat voor ‘Erkenning van eerder verworven competenties’. Wie een EVC-procedure doorloopt en voldoet aan de eisen, krijgt een officieel Ervaringscertificaat, waarin de (werk)ervaring is vastgelegd. Op het Ervaringscertificaat staat, welke competenties verworven zijn op basis van ervaring en kennis. Deze kunnen leiden tot vrijstelling voor een deel van een opleiding en soms zelfs voor de volledige opleiding. In december 2012 heeft, als vervolg op de entreetoets van 2011,
40
een volledige herbeoordeling van het EVC-centrum plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot de afgifte van een EVC-verklaring voor de duur van drie jaar (met ingang van 16 maart 2013) voor 17 standaarden (crebo’s), conform de aanvraag. Vanwege veranderende wetgeving zal de uiteindelijke rol van EVC in de komende jaren veranderen. Leeuwenborgh heeft met goed gevolg de voorbereiding voor een vervolgaccreditatie in gang gezet. Het ligt in de lijn der verwachting dat de accreditatie in maart 2016 door het ministerie wordt gehonoreerd. Ook zijn in 2015 de voorbereidingen gestart om te komen tot een expertisecentrum voor vrijstellingen als ondersteuning van het proces voor gepersonaliseerd leren. Thema 4: Les- en cursusgeld Belanghebbenden kunnen hun rechten en plichten m.b.t. betalingsverplichting cursusgeld nakijken op Fronter. De interne administratieve organisatie van de processen is vastgelegd en geïmplementeerd. Leeuwenborgh heeft een stringent beleid ten aanzien van het incasseren van openstaande vorderingen. De instelling betaalt niet zelf het cursusgeld voor de deelnemer. Een machtiging staat toe, dat het cursusgeld door een derde wordt betaald. In de onderhavige gevallen zijn deze machtigingen in de dossiers van de studenten aanwezig. Leeuwenborgh beheert de te ontvangen cursusgelden, waardoor de af te dragen gelden aan CFI-DUO overeenkomen met de soll-positie. Thema 5: In- en uitschrijving en inschrijven van studenten in meer dan een opleiding tegelijk Er zijn kort na de teldatum 1 februari 2015 en vanaf begin schooljaar tot eind december 2015 geen groepen studenten bewust later uitgeschreven teneinde nog bekostiging te genereren. De uitschrijvingen waren meestal een gevolg van persoonlijke omstandigheden van de deelnemer (zoals andere opleiding extern, verhuizing of verkeerde keuze van opleiding). Tussen 1 en 15 oktober zijn 4 studenten zonder diploma en geen studenten met een diploma uitgeschreven. Het is voor Leeuwenborgh niet mogelijk zicht te hebben op een eventuele inschrijving in een andere instelling van deze vier studenten. Bij Leeuwenborgh komen inschrijvingen van studenten, die bij meer dan één opleiding staan ingeschreven voor. Deze studenten wordt de mogelijkheid geboden om zich op meerdere terreinen te kwalificeren en hun kans op de arbeidsmarkt hierdoor te vergroten. Vanzelfsprekend wordt in bedoelde gevallen de deelnemer voor één opleiding in de bekostigingstelling opgenomen. Ten aanzien van examinering heeft meervoudige diplomering plaatsgevonden. Ook hier zijn de gediplomeerden slechts eenmaal in de output-bekostiging geteld. Ingaande schooljaar 2009-2010 zijn de doorstroomklassen opgestart. Teneinde de vroegtijdige uitval te minimaliseren, werden de aanvankelijke drop-outs in de gelegenheid gesteld om, middels intensieve begeleiding bij het Loopbaanportaal en sector, binnen drie maanden tot de juiste keuze te komen. Met ingang van schooljaar 2015-2016 zijn de doorstroomklassen afgeschaft en ligt de verantwoordelijkheid bij de sectoren.
41
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven Hiervan zijn bij de instelling geen aanwijzingen. Tussen 1 en 15 oktober 2015 zijn 156 studenten geswitcht van opleiding. In onderstaand overzicht staan de mutaties weergegeven. Situatie 1-10-2015
Situatie 15-10-2015
Aantal mutaties
22171 BOL
95280 BOL
6
22270 BOL
95772 BOL
1
91730 BOL
93711 BOL
2
93714 BOL 90622 BOL 92632 BBL 92650 BOL 91730 BOL 93713 BOL 93714 BOL 91730 BOL 93711 BOL 93713 BOL 93714 BOL 91730 BOL 93711 BOL 93714 BOL 91730 BOL 93711 BOL 93713 BOL 93751 BBL 94072 BOL 95291 BOL 95292 BOL 95294 BOL 95294 BOL 22171 BOL 95280 BOL 95291 BOL 95292 BOL
3 1 1 1 2 1 2 3 2 5 1 8 2 2 1 2 2 1 1 10 5 19 1 8 41 17 5
91850 BOL 92620 BBL 92662 BOL 93711 BOL
93712 BOL
93713 BOL
93714 BOL
93751 BOL 94090 BOL 95280 BOL
95291 BOL 95294 BOL
Totaal aantal mutaties
156
Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Techniek Door het huidige Techniek College is een succesvolle RIF-aanvraag gedaan in samenspraak met een aantal technische bedrijven, dat heeft geresulteerd in een nieuw samenwerkingsverband genaamd Tech to Create. Het doel van de samenwerking is de verbinding tussen het bedrijfsleven en onderwijs voor zowel BOL als BBL te intensiveren en het onderwijs meer te “upgraden” naar het bedrijfsleven. In 2016 zullen de eerste klassen starten met deze hernieuwde vorm van onderwijs.
42
Bij key-partner Sabic is in samenwerking met Sitech, Vynova, DSM, OCI, Heineken, PQ Corporation en Mexma Foods een nieuwe klas gestart voor operator C. Bij partner Rockwool zijn in 2015 drie nieuwe klassen gestart voor operator A en B. Ook hierbij is het onderwijsprogramma aangepast, zodat er meer aansluiting is met de interne opleidingen. Het Techniek College heeft ook de samenwerking met Gilde versterkt op het gebied van procestechniek opleidingen. Dit heeft erin geresulteerd dat eind 2015 en begin 2016 met drie extra klassen procestechniek in Noord-Limburg wordt gestart. Daarnaast blijft het Techniek College uiteraard de reguliere aanbieder van procestechniek opleidingen; via het open aanbod zijn er in 2015 twee klassen gestart met deelnemers van de verschillende bedrijven. Vanuit maintenance wordt nauw samengewerkt met “Proces Techniek Limburg”, waarbij deze laatste partij vooral zorgt voor de werving van kandidaten. Ook dit heeft geresulteerd in een klas met deelnemers van de verschillende bedrijven. Zorg Binnen de sector Zorg & Welzijn zijn innovatieve maatwerktrajecten uitgevoerd voor onder andere Envida (voorheen Groenekruis Domicura en Vivre) en Radar. Mede veroorzaakt door de politieke ontwikkelingen blijft over het algemeen de BBL aanvraag door het bedrijfsleven achter. Basisopleiding Koninklijke landmacht Leeuwenborgh verzorgt ook ‘basisopleidingen’ voor de Koninklijke Landmacht. Hierbij doorlopen de studenten c.q. aankomende beroepsmilitairen een opleiding, die aansluit bij hun uiteindelijke specialisatie. Het betreft opleidingen in de leerweg BBL, waarbij de BPV bij de krijgsmacht plaatsvindt. Diversen Andere opleidingstrajecten op maat zijn met name uitgevoerd in de beveiliging en logistiek. Leeuwenborgh sluit hiermee nadrukkelijk aan bij behoeften uit de regio en geeft vorm aan Leven Lang Leren. Een belangrijk kenmerk hierbij is, dat er steeds meer vraag ontstaat naar flexibele maatwerktrajecten voor medewerkers. Medische logistiek Het Marktportaal van Leeuwenborgh heeft in samenwerking met de sector economie een aantal nieuwe onderwijsconcepten gelanceerd in de medische logistiek, die zeer succesvol blijken te zijn. Dit heeft geresulteerd in een langdurig scholingscontract met Medtronic en Abbott, waarbij partijen elkaar zien als samenwerkingspartner. Deze samenwerking met de “Medtech” bedrijven heeft geresulteerd in een formele Publiek-Private Samenwerking in het Medtechdomein. Hierin participeren, naast Medtronic en Abbott, Manpower, Flexpoint, Boston Scientific, de gemeente Heerlen en Leeuwenborgh. In 2015 zijn de eerste Medtronic medewerkers gediplomeerd. Contactcenterbranche Ook in de contactcenterbranche is er voor bovenstaande wijze van aanpak belangstelling.
43
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
In 2015 is in de zogenaamde Customer Service Valley de eerste opleiding op niveau drie, onder verantwoordelijkheid van Leeuwenborgh, gestart met deelnemers van meerdere bedrijven. Wanneer mocht blijken dat ook hier de samenwerking bestendig is, wordt ook overwogen om een Publiek Private Samenwerking met betreffende partijen aan te gaan. Voor alle maatwerktrajecten geldt, dat ze kostendekkend zijn. Thema 8: Buitenlandse studenten en onderwijs in het buitenland Leeuwenborgh verzorgt geen onderwijs op locaties buiten de grenzen. Intern is, voor wat betreft de toetsing van rechtmatig verblijf van studenten bij inschrijving, een beleidsprocedure van toepassing. Deze instructie houdt rekening met de Koppelingswet en behelst het inleveren van een verblijfsdocument door alle instromers. De voorwaarden uit het controleprotocol van CFI-DUO worden hierbij vanzelfsprekend in acht genomen. Financiële kengetallen Onderstaand worden de geconsolideerde balans en de geconsolideerde staat van baten en lasten weergegeven. Verder wordt een toelichting gegeven op de verschillende onderdelen van de geconsolideerde staat van baten en lasten en de financiële situatie van Leeuwenborgh in 2015. Geconsolideerde balans per 31 december ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
2013
2014
2015
218.592
191.279
430.261
41.469.381
37.433.397
36.143.734
2.250
2.250
2.250
71.745
62.249
45.897
Vorderingen
4.193.080
4.323.432
3.796.879
Liquide middelen
3.098.880
2.891.952
6.523.064
49.053.928
44.904.559
46.942.085
Voorraden
Totaal ACTIVA PASSIVA
2013
2014
2015
Eigen Vermogen
25.897.582
24.551.795
26.903.059
- Algemene reserve Publiek
24.529.929
23.217.844
25.560.399
- Algemene reserve Privaat
1.072.653
1.333.951
1.342.660
295.000
0
0
Voorzieningen
4.546.463
4.038.740
4.436.092
Langlopende schulden
6.666.666
4.999.999
3.333.332
Kortlopende schulden
11.943.217
11.314.025
12.269.602
49.053.928
44.904.559
46.942.085
- Bestemmingsreserve Publiek Publiek
Totaal PASSIVA
44
Geconsolideerde staat van baten en lasten
BATEN Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies
Begroting
Realisatie
Begroting
2014
2015
2015
2016
55.240.293
54.252.936
57.869.264
58.655.771
57.278.300
1.313.138
1.279.519
1.312.924
1.286.203
1.238.500
2013
865.300
384.977
537.000
487.289
Baten werk in opdracht van derden
2.364.247
3.014.993
2.274.802
2.912.290
2.203.500
Overige baten
1.867.708
2.019.939
1.730.480
1.762.241
2.002.300
Totaal BATEN
61.650.686
60.952.364
63.724.470
College-, cursus-, les-, en examengelden
LASTEN Personeelslasten
2013 45.693.956
65.103.794 62.722.600
Begroting
Realisatie
Begroting
2014
2015
2015
2016
45.987.480
50.963.202
48.288.801
50.023.900
Afschrijvingen
3.205.442
5.028.510
3.204.371
2.805.834
2.903.900
Huisvestingslasten
4.273.314
4.207.805
4.365.639
4.058.351
4.247.300
Overige lasten
7.271.891
6.813.058
6.474.482
7.385.132
6.589.300
Totaal LASTEN
60.444.603
62.036.853
65.007.694
Saldo baten en lasten
1.206.083
-1.084.489
-1.283.224
2.565.676
-1.041.800
-308.915
-261.298
-307.000
-214.412
-188.000
897.168
-1.345.787
-1.590.224
2.351.264
-1.229.800
Financiële baten en lasten
Resultaat
62.538.118 63.764.400
Resultaatbestemming - Mutatie van Algemene reserve - Mutatie van Bestemmingsreserves
-1.050.787
2.351.264
-295.000
0
-1.345.787
2.351.264
Knelpuntenbudget
500.000
Flexibiliseringsbudget
700.000
Totaal resultaat
-2.429.800
45
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Toelichting op de verschillende onderdelen van de geconsolideerde staat van baten en lasten: Baten:
BATEN
Exploitatie
Begroting
Exploitatie
Mutatie t.o.v.
Mutatie t.o.v.
2015
2015
2014
begroting
begroting
€ Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies
€
€
€
%
58.655.771
57.869.264
54.252.936
786.507
1,36%
1.286.203
1.312.924
1.279.519
-26.721
-2,04%
487.289
537.000
384.977
-49.711
-9,26%
Baten werk in opdracht van derden
2.912.290
2.274.802
3.014.993
637.488
28,02%
Overige baten
1.762.241
1.730.480
2.019.939
31.761
1,84%
Totaal BATEN
65.103.794
63.724.470
60.952.364
1.379.324
2,16%
College-, cursus-, les-, en examengelden
• 1,36% hogere rijksbijdragen (€ 786.507) De rijksbijdragen zijn ten opzichte van de begroting gestegen, met name door prijscompensatie ad € 700.000 en € 300.000 hogere prestatiesubsidie VSV. De stijging t.o.v. 2014 hangt naast deze twee posten samen met de verhoging van het landelijk budget in verband met de intensivering en effecten van de modernisering van de bekostiging, totaal € 2.700.000. Ook is Passend Onderwijs in de plaats gekomen van Leerlinggebonden financiering (LGF), waarbij het budget met circa € 500.000 is verhoogd o.a. om begeleiding in te kopen bij de REC4scholen (speciaal onderwijs). Verder is in 2015 het investeringsbudget kwaliteitsgelden geïntroduceerd, in plaats van de geoormerkte subsidies Taal en Rekenen en Professionalisering. Dit is circa € 700.000 hoger dan de geoormerkte subsidies in 2014. Door de wijzigingen in subsidiestromen is er een verschuiving ontstaan van geoormerkte subsidies naar Rijksbijdragen. Tenslotte heeft de afname van het aantal studenten geleid tot een verlaging van € 800.000. • -2,04% lagere overige overheidsbijdrage (- € 26.721) Gemeentelijke bijdragen Educatie: vanwege de overgang van de Wet participatiebudget naar de Wet educatie en beroepsonderwijs was er in 2014 onduidelijkheid bij de gemeenten over de middelen voor overige educatie (opleidingen Nederlandse taal en rekenen). Hierdoor daalde in 2014 het aantal trajecten. De onduidelijkheid over de overgang naar de Wet educatie en beroepsonderwijs is weggenomen en het aantal trajecten is in 2015 weer toegenomen. De realisatie is nog licht achtergebleven bij de begroting. • -9,26% lagere college-, cursus-, les-, en examengelden (- € 49.711). Door de daling van het aantal BBL studenten heeft Leeuwenborgh meer cursusgeld afgedragen (peildatum 1 oktober 2013) dan dat er is ontvangen (peildatum 1 oktober 2015). In de jaarrekening 2014 was de afdracht van cursusgelden begrepen in de post Ouderbijdragen onder Overige baten. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn in de onderhavige jaarrekening ook de cijfers 2014 aangepast.
46
• 28,02% hogere baten werk in opdracht van derden (€ 637.488). De stijging t.o.v. de begroting is vooral te danken aan de overige baten werk i.o.v. derden: niet-begrote opbrengsten bij TOZL ad € 170.000 en meer orderopbrengsten bij Techniek en Educatie ad € 400.000. T.o.v. 2014 is er een lichte daling, doordat de opbrengsten uit contractonderwijs met ruim € 250.000 gedaald zijn ten opzichte van 2014, doordat in 2014 baten uit eerdere jaren voor Chill zijn vrijgevallen. • 1,84% hogere overige baten (€ 31.761) Er zijn minder detacheringsopbrengsten bij Zorg en Welzijn (€ 70.000) door lagere inzet op het project ZTL. Bij Marktportaal zijn de opbrengsten lager door uitdiensttreden van de gedetacheerde (€ 94.000). Verder zijn de opbrengsten in de kantine € 300.000 hoger dan begroot en is de realisatie € 100.000 hoger dan die van 2014. Tenslotte zit in de overige baten van 2014 een boekwinst van € 210.000 begrepen in verband met de verkoop van een pand. Lasten:
LASTEN
Exploitatie
Begroting
2015
2015
€ Personeelslasten
Exploitatie 2014 €
48.288.801
50.963.202
Mutatie t.o.v.
Mutatie t.o.v.
begroting
begroting
€
€
%
45.987.480
-2.674.401
-5,25%
Afschrijvingslasten
2.805.834
3.204.371
5.028.510
-398.537
-12,44%
Huisvestingslasten
4.058.351
4.365.639
4.207.805
-307.288
-7,04%
Overige lasten
7.385.132
6.474.482
6.813.058
910.650
14,07%
62.538.118
65.007.694
62.036.853
-2.469.576
-3,80%
Totaal LASTEN
De 2,16% stijging van de reguliere baten ten opzichte van de begroting ging gepaard met een daling van 3,80% van de totale lasten (excl. saldo financiële baten en lasten) t.o.v. de begroting. Deze daling is het gevolg van: • 5,25% daling van de personele lasten (- € 2.674.401) • 12,44% daling van de afschrijvingslasten (- € 398.537) • 7,04% daling van de huisvestingslasten (- € 307.288) • 14,07% stijging van de overige lasten (€ 910.650)
47
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Onderstaand worden deze posten nader toegelicht Personele lasten • In 2015 laten de lonen en salarissen een onderschrijding zien van € 2.216.887. In afwachting van de definitieve plannen in het kader van Leeuwenborgh Maakt Het Verschil, zijn de gereserveerde bedragen voor de uitvoering in 2015 nog niet vrijgegeven. • Personeel niet in loondienst: de kosten voor het personeel niet in loondienst overschrijden de begrote kosten met € 312.000. Ten opzichte van 2014 zijn deze kosten met € 364.000 gestegen. Deze stijging wordt voor een groot deel veroorzaakt door de implementatie van het studentenvolgsysteem EDUARTE en de kosten van interim-management ICT waarvoor additionele inzet van extern personeel is gebruikt. • Ten opzichte van 2014 is met name de vorming per ultimo 2015 van de voorziening wachtgeld een wijziging. De dotatie aan deze voorziening bedroeg € 596.584. • De overige personele kosten zijn ten opzichte van 2014 nagenoeg gelijk gebleven. Ten opzichte van de begroting is er € 544.000 minder besteed, doordat de beste dingsruimte voor Leeuwenborgh Maakt Het Verschil nog niet is vrijgegeven. Afschrijvingslasten:
Afschrijvingslasten
Lasten
Begroting
2015
2015
€
Lasten 2014 €
€
Mutatie t.o.v.
Mutatie t.o.v.
begroting
begroting
€
%
63.268
79.451
58.518
-16.183
-20,37%
Materiële vaste activa
2.788.618
3.124.920
5.016.044
-336.302
-10,76%
Egalisatie huisvesting
-46.052
-
-46.052
-46.052
-
2.805.834
3.204.371
5.028.510
-398.537
-12,44%
Immateriële vaste activa
Totaal afschrijvingslasten
In de afschrijvingskosten is een aantal vrijgevallen subsidiebedragen begrepen, m.n. voor de installatie van het laboratorium in de Arendstaat ( € 11.680 per jaar tot 2036) en de bouw aan de Sibemaweg met subsidie van de Gemeente Maastricht (€ 460.374 per jaar tot 2016). In 2014 heeft er een herwaardering plaatsgevonden van de gebouwen, uitgevoerd door een externe deskundige. De afwaardering ad € 1.856.361 is in de afschrijvingen inbegrepen. Egalisatie huisvesting: dit betreft een subsidie uit de Efrogelden inzake het Technisch Opleidings Centrum aan de Arendstraat voor € 46.052 per jaar tot 2016. De afschrijvingen zijn lager dan begroot doordat investeringen vooruitgeschoven zijn.
48
Huisvestingslasten: Huisvestingslasten
Lasten
Begroting
2014
2014
€ Huur Verzekeringen Onderhoud
Lasten 2013 €
€
Mutatie t.o.v.
Mutatie t.o.v.
begroting
begroting
€
%
2.132.460
2.004.909
2.254.882
127.551
6,36%
58.411
69.750
70.609
-11.339
-16,26%
335.336
386.750
250.488
-51.384
13,29%
-274.810
0
-572.274
0
Dotatie overige voorzieningen
148.000
148.000
281.004
0
Totaal onderhoudskosten
483.366
534.750
-40.782
-51.384
-9,61%
Energie en water
600.745
717.220
538.909
-116.475
-16,24%
Schoonmaakkosten
522.475
554.010
603.787
-31.535
-5,69%
85.615
326.500
297.929
-240.885
-73,78%
175.279
158.500
482.471
16.779
10,59%
4.058.351
4.365.639
4.207.805
-307.288
-7,04%
Vrijval voorziening groot onderhoud
Heffingen Overige Totaal huisvestingslasten
0,00%
De totale huisvestingslasten waren 7,04% lager dan begroot. De belangrijkste oorzaak hiervoor zijn de lagere energiekosten en lagere heffingen. Een toelichting op de belangrijkste posten: Huur: de huurlasten zijn € 160.000 hoger dan begroot, mede door de indexatie van de huur aan Fitland. In 2014 heeft met terugwerkende kracht naar 2013 indexering plaatsgevonden. Dit verklaart de daling van de huurlasten ten opzichte van 2014. Onderhoud: in 2015 heeft groot onderhoud plaatsgevonden vooral bestaande uit renovatie van toiletgroepen en schilderwerk. De kosten hiervan ad € 275.000 zijn ten laste van de voorziening groot onderhoud gebracht. Daarnaast hebben nog diverse onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en inrichtingen plaatsgevonden. Dotatie overige voorzieningen: de jaarlijkse dotatie aan de voorziening groot onderhoud bedraagt € 148.000. Energie en water: in de begroting was rekening gehouden met verrekeningen uit vorige jaren. Mede door deze nabetalingen is de realisatie € 61.800 hoger dan in 2014 is de realisatie € 61.800 hoger dan in 2014. De kosten zijn lager dan begroot als gevolg van de warme winter. Schoonmaakkosten: ten opzichte van 2014 zijn de schoonmaakkosten met € 80.000 gedaald. Dit is vooral een gevolg van de extra werkzaamheden die in 2014 hebben plaatsgevonden. Heffingen: de heffingen vallen lager uit dan begroot doordat in 2015 restituties van gemeentelijke heffingen uit voorgaande jaren zijn ontvangen, in samenhang met lagere heffingen over 2015. Dit verklaart tevens de daling ten opzichte van 2014. Overige kosten: de overige kosten zijn licht hoger dan begroot en liggen op een normaal niveau. De daling ten opzichte van 2014 is vooral het gevolg van incidenteel meer kosten in 2014.
49
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Overige instellingslasten:
Overige lasten
Lasten
Begroting
2015
2015
€
Lasten 2014 €
€
Mutatie t.o.v.
Mutatie t.o.v.
begroting
begroting
€
%
Administratie- en beheerslasten
3.652.480
2.955.476
3.104.250
697.004
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
2.866.610
2.631.951
2.802.261
234.659
8,92%
866.042
887.055
906.547
-21.013
-2,37%
7.385.132
6.474.482
6.813.058
910.650
14,07%
Overige Totaal overige lasten
23,58%
De overige lasten laten een stijging zien. De uitleg voor deze stijging is als volgt: Administratie- en beheerslasten: de administratie- en beheerslasten zijn € 697.000 hoger dan begroot, vooral doordat de kosten van het Shared Service Center hoger zijn uitgevallen door de overgang naar Vancis. Daarnaast zijn er extra advieskosten geweest in verband met bezwaarschriften OZB. Ook in vergelijking met 2014 zijn de administratie- en beheerslasten toegenomen en wel met € 548.000. Deze toename wordt met name veroorzaakt door de hogere kosten van het Shared Service Center. Inventaris, apparatuur en leermiddelen: ideze post is toegenomen ten opzichte van 2014 doordat de kosten van stages hoger zijn uitgevallen en er ook voor een hoger bedrag aan kleine inventaris is aangekocht. Overige: ten opzichte van 2014 zijn de kosten voor excursies afgenomen met € 31.400 omdat er een aantal reizen niet meer zijn opgenomen in het programma. Financiële baten en lasten Financiële baten en lasten: de rentebaten zijn lager als gevolg van een verlaging van het rentepercentage. De rentelasten zijn door de aflossing op de hypothecaire lening gedaald. Financiële positie De financiële positie is in 2015 stabiel gebleven. De liquiditeitsratio is toegenomen van 0,64 naar 0,84 en de solvabiliteit is licht verbeterd. De lening (gesplitst in kort- en langlopend) die per 31-12-2015 resteert, bedraagt kortlopend € 1.666.667 en langlopend € 3.333.332 tegen een rentepercentage van 3,94% met een resterende looptijd van 4 jaar tot 31-12-2019. De volgende aflossing van deze lening ad € 1.666.667 staat gepland in mei 2016. De rentabiliteit (3,61%) is t.o.v. voorgaand jaar (-2,21%) gestegen. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat in 2014 een incidentele waardevermindering op de panden heeft plaatsgevonden.
50
Continuïteitsparagraaf Leeuwenborgh is een onderwijsinstelling die voor het grootste deel gefinancierd wordt met publieke middelen. Het is dan ook niet meer dan logisch, dat wij ons daar continue rekenschap van geven en in die zin verantwoording wensen af te leggen aan onze “stakeholders”, die een belang hebben bij goed onderwijs in de meest brede zin des woords. Deze verantwoording in de vorm van een horizontale dialoog betreft zowel de verantwoording achteraf als het betrekken van de interne en externe belanghebbenden bij de op de toekomst gerichte plannen. Het in het voorbije jaar gelopen traject om te komen tot een nieuwe strategie en beleid is daarvan een mooi voorbeeld. Hierbij waren bedrijven en instellingen, andere onderwijsinstellingen uit de regio, gemeentelijke en provinciale overheid, Raad van Toezicht en niet in de laatste plaats studenten en medewerkers actieve gesprekspartners in de diverse stadia van het traject. Zo bouwen wij de garantie in, dat wij als maatschappelijke onderneming onze legitimering en doelstelling halen uit de belangen en behoeften van de directe omgeving. Deze continuïteitsparagraaf, die sinds 2013 deel uitmaakt van het bestuursverslag, is ook een voorbeeld van de manier, waarop we verantwoording willen afleggen aan al onze belanghebbenden. Om meer zicht te krijgen op mogelijke problemen in de nabije toekomst besteden we in dit bestuursverslag expliciet aandacht aan de toekomstverwachtingen van het roc voor de komende drie jaar. Hierbij wordt ingegaan op de verwachte studentenaantallen, de plannen en verwachtingen op formatiegebied, de verwachte financiële ontwikkeling, de plannen op het gebied van huisvesting en de manier waarop aan risicomanagement gedaan wordt. In het navolgende stuk zullen deze onderdelen alle de revue passeren. Onderdelen, die raken aan de kwaliteit van het onderwijs zijn expliciet aan de orde gekomen in de eerdere paragrafen over kwaliteitszorg. Daarnaast verwijzen we naar de financiële paragraaf voor de ratio’s op het gebied van liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit en een terugblik op de afgelopen jaren. In deze continuïteitsparagraaf wordt duidelijk gemaakt, dat we ons bewust zijn van de risico’s, die mogelijk op ons afkomen en dat we hierop ook anticiperen. Daarnaast zijn we volop bezig met het vormgeven van de nabije toekomst op basis van nieuwe voorschriften en kaders door het Ministerie, zoals Focus op Vakmanschap en Modernisering van bekostiging. Ook tonen de financiële cijfers over de voorbije jaren en de verwachtingen op dit gebied voor de komende jaren aan, dat we een gedegen financiële positie hebben en zullen houden. Vandaar dat we volmondig durven aan te geven, dat Leeuwenborgh de toekomst met vertrouwen tegemoet ziet. Ontwikkeling studentenaantallen Zuid Limburg is een krimpregio. De bevolkingsaanwas daalt gestaag. Deze conclusie kunnen we trekken op basis van de volgende, door EB-management in het najaar van 2013 aangeleverde gegevens. In het voorjaar van 2015 heeft EB nog een hernieuwde analyse uitgevoerd op de cijfers. In de tabel staat ook weergegeven, welk effect de daling van de bevolkingsaanwas kan hebben op onze studentenaantallen.
51
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Ontwikkeling bevolking relevante gemeenten relevante leeftijdsgroepen: Ontwikkelingen Zuid-Limburg*
2013
2014
2015
2016
2017
2018
72.300
71.900
71.400
70.000
68.700
68.200
Daling bevolking
100%
99%
99%
97%
95%
94%
Daling BBL
100%
100%
99%
99%
98%
97%
Daling BOL
100%
99%
99%
97%
96%
95%
6631
6582
6536
6461
6391
6345
100%
99%
99%
97%
96%
96%
Bevolking
Studentenwaarde Daling studentenwaarde
* EB heeft alleen gekeken naar de gemeenten in Nederland, waar de studenten vandaan komen.Bron: Output EB gegevens (MJB 2014-2017) en actualisering in 2015
Uiteraard is de ontwikkeling van de bevolking niet de enige factor waarmee we rekening moeten houden. Zo werd voor 2013 en 2014 geen daling in de BBLstudentenaantallen verwacht. Door de verhoging van de onderwijstijd en de afschaffing van de fiscale aftrekmogelijkheden (WVA) zijn de aantallen juist sterk gedaald (13% in 2013, 36% in 2014 en 15% in 2015 op basis van de voorlopige cijfers van de 1 oktober-telling 2015). Bij de BOL daarentegen was er een lichte stijging van het aantal studenten (1% in 2013 en ruim 3% in 2014) te zien en in 2015 een daling van 1,7%. Bij de sector Zorg en Welzijn daalde zowel het aantal BBL- als BOL-studenten. Daar spelen de bezuinigingen in de zorg een grote rol. De redenen zijn dus divers: de stimulering van een opleidingsrichting, de goede naam van een opleiding, de bereikbaarheid, een interventie door de politiek, economische omstandigheden enz. De conclusie is, dat de bevolkingsontwikkeling wel een trend naar de toekomst kan aangeven, maar dat er vele redenen kunnen zijn, waardoor het toch anders gaat. Mogelijk gaat de BBL weer stijgen, als het economisch beter gaat of als gevolg van politieke interventies. Ondanks dit gegeven houdt Leeuwenborgh vooralsnog rekening met een gestage jaarlijkse daling van ongeveer 2% van het studentenaantal conform de tendens in de uitkomsten van EB-management.
52
Personele gegevens Binnen het personeelsbeleid sturen we onder andere op kostenbewustzijn en efficiënte inzet van medewerkers. Het doel is de beste kwaliteit van onderwijs te bereiken en daarvoor moeten we keuzes maken m.b.t. de inzet van personeel. De komende jaren wil Leeuwenborgh sturen op gemiddeld lagere loonkosten door het natuurlijk verloop van personeel en de vervanging door jonge mensen. Gezien het relatief ‘oude’ personeelsbestand groeit Leeuwenborgh dan toe naar de gemiddelde loonkosten van alle roc’s. 2015 Management/directie Onderwijzend personeel Overige medewerkers
2016
2017
2018
38
37
36
36
396
388
380
372
218
214
210
206
652
639
626
614
In dit overzicht geven we een indicatie van mogelijke veranderingen in ons personeelsbestand in fte’s ultimo boekjaar. Ons streven is met de personele bezetting voor 100% mee te bewegen met de daling van studentenaantallen. In de periode van 2016 tot en met 2018 verwachten we ook ongeveer 6% te dalen met ons personeel. Deze daling geven we vorm door binnen Leeuwenborgh het natuurlijk verloop van personeel niet te vervangen. Het merendeel van het natuurlijk verloop vindt plaats bij het onderwijzend personeel. Verhoudingsgewijs gaan hier meer mensen met pensioen dan bij het ondersteunend personeel. De gemiddelde leeftijd onder het ondersteunend personeel is lager dan bij het onderwijzend personeel, waardoor er in die categorie minder mensen met pensioen gaan. Om als organisatie flexibel te zijn, maken we gebruik van flexibele vormen van arbeid. Onze flexibele schil wordt bepaald door de mensen met een contract bij Sité, uitzendkrachten en externen, die op andere basis structureel werkzaamheden voor ons verrichten. De flexibele schil is van belang om mee te kunnen bewegen met onverwachte veranderingen, koerswijzigingen enz. In de verhouding tussen vast en flexibel personeel anticiperen we op een daling van de studentenaantallen. Verzuimbeleid Leeuwenborgh hanteert in zijn verzuimbeleid het uitgangspunt, dat er gefocust wordt op wat iemand nog wel kan in plaats van op de beperkingen en dat ziekte daarmee niet automatisch hoeft te leiden tot verzuim. In de voorbije jaren is het ziekteverzuim inmiddels teruggebracht van ruim 6,5% naar gemiddeld 3,8% in 2015. Daarmee zitten we onder de norm van 4% die we gesteld hebben. Het is onze ambitie om in 2017 een verzuimpercentage van minder dan 4,0% te behouden. We proberen grip op verzuim te houden door leidinggevenden nog beter te scholen in kennis van alle aspecten van verzuim en hen te coachen in hun rol om verzuimsignalen te herkennen, er goed mee om te gaan en verzuim proberen te beperken. Dit beleid werpt duidelijk zijn vruchten af. Medewerkerstevredenheid Leeuwenborgh hanteert een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) om het welbevinden van medewerkers te toetsen en er vervolgens verbeterplannen op te formuleren. Dit MTO wordt eens per twee jaar door een externe organisatie uitgevoerd. Elders in dit bestuursverslag is een weergave opgenomen van de resultaten van het in de tweede helft van 2015 uitgevoerde MTO.
53
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Financiële gegevens Meerjarenbegroting 2015-2018 Meerjarenbalans ACTIVA Vaste Activa
2015
2016
2017
2018
Immateriële vaste activa
430.261
220.000
220.000
220.000
Materiële vaste activa
36.143.734
38.636.750
37.732.750
36.775.750
Financiële vaste activa
2.250
2.250
2.250
2.250
36.576.245
38.859.000
37.955.000
36.998.000
Voorraden
45.897
66.000
66.000
66.000
Kortlopende vorderingen
3.431.734
4.455.000
4.455.000
4.455.000
Liquide middelen
6.523.064
2.763.592
4.365.612
5.235.982
Totaal vlottende activa
10.000.695
7.284.592
8.886.612
9.756.982
Totaal ACTIVA
46.576.940
46.143.592
46.841.612
46.754.982
Totaal vaste activa Vlottende activa
PASSIVA Eigen vermogen
2015 Algemene reserve publiek Algemene reserve privaat
25.560.399
2016 23.130.599
2017
2018
22.178.619
22.108.989
1.342.660
1.342.660
1.342.660
1.342.660
26.903.059
24.473.259
23.521.279
23.451.649
Voorzieningen
4.436.092
4.750.000
4.750.000
4.750.000
Langlopende schulden
3.333.333
4.833.333
6.333.333
7.833.333
Kortlopende schulden
11.904.456
12.087.000
12.237.000
10.720.000
46.576.940
46.143.592
46.841.612
46.754.982
Totaal Eigen vermogen
Totaal PASSIVA
Bron: De cijfers van 2015 zijn de realisatiecijfers conform de jaarrekening 2015; de cijfers van 2016 zijn afkomstig uit de begroting 2016 en de cijfers voor de jaren 2017 en 2018 zijn ontleend aan de Meerjarenbegroting 2015-2019.
54
Financieringsstructuur: Leeuwenborgh maakt gebruik van schatkistbankieren bij het Ministerie. Dit is voor Leeuwenborgh de meest risicomijdende en gunstige manier om liquide middelen aan te trekken en uit te zetten. Doordat het roc aan de start van het jaar al bekend is met de inkomsten die zij verkrijgen, passen zij de uitgaven hier zoveel mogelijk op aan. Interne beheersmiddelen om de geldstromen te beheersen zijn, liquiditeitsprognoses, de meerjarenbegroting en de investeringsbegroting. Tussentijds worden deze gemonitord. Hierdoor wordt het liquiditeitsrisico voor Leeuwenborgh verkleind. Het huidige aflossingschema dat gehanteerd wordt voor de langlopende lening bij het Ministerie kan ervoor zorgen dat Leeuwenborgh op den duur haar rekening-courant faciliteit dient aan te spreken of een deel van de private middelen. Leeuwenborgh verwacht dat er aan de huidige en toekomstige financiële verplichtingen kan worden voldaan. Huisvestingsbeleid: “Bouwen aan de onderwijstoekomst door inschikken, samenwerken en afstoten”. Zo luidt de zelfdragende titel van het het huisvestingsbeleid van ROC Leeuwnborgh voor de planperiode van 2014-2017. Vanaf 2009 heeft Leeuwenborgh drie uitgangspunten die leidend zijn voor het strategisch huisvestingsbeleid. Dit zijn “kwaliteit”, “doelmatigheid”en “flexibiliteit”. Deze drie uitgangspunten worden in samenhang gezien en er dient hierin balans te worden gevonden. - Kwaliteit: De kwaliteit van de huisvesting is rechtstreeks van invloed op de kwaliteit van het onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan de faciliteiten in een leslokaal, of er praktijklokalen zijn, gehorigheid van de lokalen etc. Andersom geldt natuurlijk ook dat onderwijsvisie en onderwijsconcepten richtinggevend zijn voor de onderwijshuisvesting. Een goed voorbeeld van een acuteel onderwijsconcept is de school in de omgeving van het bedrijf of het bedrijf in de omgeving van de school. Het is van grote meerwaarde dat het onderwijs plaatvindt in de omgeving van de werkcontext, denk hierbij aan parktijkfaciliteiten en stageplekken. Onder andere de in 2013 gerealiseerde Sportzone is hier een mooi voorbeeld van. Naast bovenstaande draagt de kwaliteit van de huisvesting bij aan de sociale veiligheid en welzijn en de fysieke veiligheid. - Doelmatigheid: Krimp in de deelnemersaantallen en aangekondigde ombuigingen en bezuinigingen maken het noodzakelijk om de huisvestingslasten zo laag mogelijk te houden als verantwoord is. Dit betekent concreet dat de komende jaren in het teken staan van afstoten en slopen van onroerend goed, het inschikken binnen de bestaande faciliteiten en samenwerken met bedrijven en andere onderwijsinstellingen om gezamenlijke dure (praktijk)faciliteiten ter beschikking te stellen van het onderwijs. Een goed voorbeeld hiervan is het te realiseren “Technocollege” in samenwerking met Arcus. Duurzaamheid is de komende jaren van belang niet alleen vanuit maatschappelijk oogpunt, maar ook vanuit financieel oogpunt.
55
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
- Flexibiliteit: Onderwijsbehoeften en -concepten zullen voortduren veranderen. Dit vereist flexibele onderwijshuisvesting, om op die behoeften te kunnen inspelen. Of het nu gaat om de grootte van het ideale leslokaal, het bijstellen van het onderwijsportfolio of oude(Open Leercentra) of nieuwe concepten (Competentie Gericht Onderwijs). Ook vanuit het risiscomanagement en doelmatigheid is flexibiliteit in kosten noodzakelijk. Aangezien de verwachting is dat de vastgoedmarkt de komende jaren ‘op slot’blijft , zal Leeuwenborgh sturen naar een meer ‘gezonde’ verhouding tussen huren en eigendom van 50/50. Samenhang in de uitgangspunten wil Leeuwenborgh bereiken door onder andere een gedeelte van de gebouwen aan de Arendstraat te slopen en de realisatie van het “Technocollege”. Ook zullen intern aanpassingen aan de hoofdlocaties in Sittard en Maastricht worden gedaan, die eenmalige kosten, zoals verhuis-, advies- en verbouwingskosten met zich mee brengen. Deze maatregelen dragen bij aan een ‘gezond’ financieel meerjarenperspectief voor Leeuwenborgh. Het afstoten en slopen van(delen van) gebouwen leidt tot een afname van de afschrijvingslasten en huisvestingslasten. Vanwege de onzekerheden in de vastgoedmarkt zijn de effecten van deze maatregelen niet meegenomen in de vastgestelde meerjarenbegroting. Mutaties van reserves en voorzieningen: Leeuwenborgh zit met een solvabiliteitsratio van rond de 60% wat aan de hoge kant in vergelijking met de norm. De doelstelling van Leeuwenborgh is om de continuïteit van het onderwijs te waarborgen. Voor Leeuwenborgh betekent dit, dat het moet inspelen op de dalende studentenaantallen, wensen vanuit de arbeidsmarkt, wensen vanuit de studenten en het Ministerie. Dit betekent concreet investeren in samenwerking, nieuwe leervormen, automatisering en efficiëntere inzet van personeel en in andere middelen, zoals huisvesting. Net als bij andere investeringen, gaan de kosten voor de baten uit, wat leidt tot een negatief resultaat. Dit is wenselijk, omdat we zoveel mogelijk geld naar het primaire proces willen laten gaan, conform de doelstelling van het Ministerie, maar ook omdat we voldoende reserves hebben om ons dit te veroorloven. Kortom: Leeuwenborgh zet inkomsten uit het verleden in om toekomstontwikkelingen te kunnen managen.
56
Meerjaren resultatenrekening Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies College-cursus en examengelden
2015
2016
2017
2018
58.655.771
57.278.300
54.623.000
53.578.000
1.286.203
1.238.500
1.312.900
1.312.900
487.289
Baten werk in opdracht van derden
2.912.290
2.203.500
2.067.000
2.077.000
Overige baten
1.762.241
2.002.300
2.067.000
2.207.600
65.103.794
62.722.600
60.210.500
59.175.500
48.288.801
50.023.900
47.051.975
45.844.975
Totaal baten Personeelslasten Afschrijvingslasten
2.805.834
2.903.900
3.404.000
3.456.000
Huisvestingslasten
4.058.351
4.247.300
4.147.400
4.147.400
Overige lasten
7.385.132
6.589.300
4.761.000
4.731.000
62.538.118
63.764.400
59.364.375
58.179.375
2.565.676
-1.041.800
846.125
996.125
214.412
188.000
135.000
119.000
2.351.264
-1.229.800
711.125
877.125
500.000
361.000
355.000
602.105
591.755
Totaal lasten Totaal saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Totaal resultaat Knelpuntenbudget Strategisch budget Strategisch budget variabel per jaar Flexibiliseringsbudget
700.000
700.000
-2.429.800
-951.980
Ombuigingen ICT / impl DVS Programmalijnen Totaal resultaat
2.351.264
-69.630
57
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem PDCA Binnen Leeuwenborgh wordt gewerkt op basis van de geïntegreerde PDCA Cyclus, zowel horizontaal (onderwijs & bedrijfsvoering samen) als verticaal (van instellingsniveau tot teamniveau). • Plan/DO De Plan cyclus begint bij strategisch meerjarenplan en eindigt bij het teamplan. De Check Cyclus begint bij het team en eindigt op Instellingsniveau. Bij ieder plan horen een begroting, incl. investeringsbegroting en een risicoparagraaf. Het strategisch meerjarenplan kent een doorlooptijd van 4 jaar. De overige plannen hebben een doorlooptijd van een jaar. • Check /Act Negen maal per jaar wordt een bedrijfsvoeringsrapportage opgesteld, gericht op de uitputting van de begroting, de inzet van formatie en de ontwikkeling van het ziekteverzuim ten opzichte van de doelstelling. Drie maal per jaar wordt de voortgang in de realisatie van de jaarplannen in brede zin (dus incl. risico’s en financiële uitputting) op de eerder genoemde managementniveaus binnen Leeuwenborgh in kaart gebracht. De uitkomsten worden besproken in een managementoverleg tussen CvB en directie en tussen directeur en opleidingsmanager. Dit kan leiden tot bijstellingen in het beleid en / of de uitvoering daarvan. Op instellingsniveau heeft Leeuwenborgh een onafhankelijk gepositioneerde controller en projectleider kwaliteitsborging, die samen de voortgang van het beleid en de kwaliteit van de informatie hierover bewaken en aan het College van Bestuur rapporteren over bevindingen en mogelijke risico’s. Als sluitstuk rapporteert het CvB aan de Raad van Toezicht middels een Bestuursrapportage. In 2015 gebeurde dit drie maal. Deze rapportage kent in ieder geval de onderdelen Onderwijs, Voortgang HR, voortgang Financiën, Risicomanagement (twee maal per jaar) en Bestuurlijke ontwikkelingen (waaronder huisvesting). De verantwoordelijkheid voor het risicomanagement is voor het financiële gedeelte expliciet belegd bij de voorzitter van het CvB, voor het onderwijskundige
58
gedeelte bij het lid van het CvB. De controller bewaakt het proces en adviseert zowel CvB als de tweede en derde managementlaag over inrichtings- en rapportagevraagstukken. Aan ieder plan, strategisch, financieel, operationeel of projectmatig, wordt een risicoparagraaf toegevoegd. Deze risicoparagraaf dient kort in te gaan op de belangrijkste ontwikkelingen, die de realisatie van het plan (negatief) kunnen beïnvloeden. De risicoparagraaf is doorgaans kwalitatief van aard en gericht op het stilstaan bij meerdere scenario’s. De voortgang van de risicobewaking is onderdeel van de reguliere monitoringsactiviteiten. Het sluitstuk van de monitoring van de voortgang van de risico’s en risicobeheersing rondom Leeuwenborgh Maakt het Verschil vormt het tweemaandelijkse overleg met de RvT. Deze rapportage staat vanaf najaar 2015 standaard geagendeerd. Het effect van de expliciete aandacht voor risicomanagement van de afgelopen jaren blijkt uit het feit dat binnen onze organisatie een cultuur is ontstaan waarbij wij meer systematisch stilstaan bij zaken die anders kunnen lopen dan gepland en ook vooraf nadenken over hoe we daarop kunnen reageren of anticiperen. Dat geeft rust en het gevoel dat we de zaken beheersen. We ervaren als organisatie dat risicomanagement ook ruimte biedt voor nieuwe initiatieven. Dat wil niet zeggen dat zich geen onverwachte zaken meer voordoen, maar als hiervan sprake is worden we er minder door overvallen. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Najaar 2012 is een laatste strategische risicoanalyse opgesteld. Hierin zijn de ontwikkelingen van de marktactiviteiten, de flexibiliteit van de kosten (i.r.t. daling studentenaantallen) en de slagvaardigheid van de organisatie als belangrijkste aandachtspunten benoemd. Vervolgens is op instellingsniveau een plan opgesteld om de genoemde aandachtspunten te beïnvloeden. Dit plan is voor een groot deel in 2013 geïmplementeerd. In 2014 is Leeuwenborgh gestart met de herijking van het strategisch beleid. Dit heeft medio 2015 geleid tot de vaststelling van een nieuw strategisch beleid 2015-2020: Leeuwenborgh Maakt Het Verschil. Dit strategisch meerjarenplan is onder andere het antwoord op de strategische risico’s die wij als organisatie zowel extern als intern zien, waarbij de grootste uitdagingen zitten in het aanbieden van adequaat, passend en eigentijds onderwijs, afgestemd op de behoefte van de studenten en bedrijfsleven. Een andere uitdaging betreft het aantrekken en behouden van professionele en goed geschoolde medewerkers die in staat zijn onze kerntaak (het verzorgen van goed onderwijs) mee vorm te geven en uit te voeren. De ontwik-
59
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
keling van de studentenaantallen is altijd een strategisch aandachtspunt evenals de samenwerking met collega-onderwijsinstellingen en bedrijfsleven inzake het realiseren van een passend aanbod. Tot slot hebben we als onderwijsinstelling te maken met de wensen en plannen van de minister, hetgeen op zowel onderwijskundig als financieel vlak vraagt om voortdurende alertheid en flexibiliteit om hier adequaat op te kunnen reageren. In LMHV zijn 9 doelen geformuleerd die zowel gezamenlijk als ieder apart een strategie vormen hoe met deze risico’s om te gaan. LMHV bevat zelf ook een risicoparagraaf, uitgewerkt in de eerdere paragraaf “Risicomanagement 2015”. Hierin staan de elementen benoemd die een succesvolle uitvoering van LMHV in de weg kunnen staan. Over de voortgang van dit plan en de daarbij behorende risicoparagraaf wordt zoals in bovenstaande paragraaf is benoemd standaard gerapporteerd aan de Raad van Toezicht. Rapportage toezichthoudend orgaan De Raad van Toezicht oefent haar functie uit middels een periodiek overleg met het College van Bestuur. De RvT en het CvB vergaderen 6 keer per jaar waarvan minimaal 2 vergaderingen een specifiek karakter hebben (bijv. governance). Daarnaast kende de RvT in 2015 twee commissies (onderwijs en bedrijfsvoering) waarin op een meer inhoudelijk niveau aandacht werd besteed aan specifieke thema’s. In het najaar van 2015 heeft de RvT gekozen voor een herschikking van taken en werkwijze waarbij de beide commissies zijn samengevoegd tot een auditcommissie. De onderwijskundige zaken worden vanaf dit moment integraal behandeld in aanwezigheid van de voltallige Raad. De RvT is ingericht en handelt overeenkomstig de code goed bestuur. De RvT maakt gebruik van de periodieke Bestuursrapportages van het CvB om de voortgang op de uitvoering van het beleid en de risico’s te monitoren en ook van de rapportages van de accountant. Naast de formele momenten maakt de RvT gebruik van informele momenten om met het CvB in gesprek te zijn en voert de RvT functioneringsgesprekken met het CvB. In het interview met de RvT aan het eind van dit bestuursverslag is ook de kijk van de RvT op en vertrouwen in de toekomst van Leeuwenborgh te lezen.
60
61
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Diplomaresultaat en jaarresultaat De opbrengsten komen als volgt aan de orde: a. Het diplomaresultaat en jaarresultaat 2012 – 2015 van Leeuwenborgh en ter vergelijking van de gemiddelde roc’s, zoals die aangeleverd zijn door CFI- DUO, bewerkt door KBA. b. Een overzicht van het jaarresultaat en diplomaresultaat van 2015 van Leeuwenborgh op basis van eigen berekeningen, uitgesplitst per niveau; in een tabel de trend van de afgelopen vijf jaar aan de hand van de gespe cificeerde resultaten per niveau. c. Een overzicht van het jaarresultaat en diplomaresultaat van 2015 per sector op basis van eigen berekeningen, uitgesplitst per niveau; in een tabel de trend van de afgelopen vijf jaar aan de hand van gespecificeerde resultaten per niveau. a. Diplomaresultaat en jaarresultaat 2012 – 2015 2012
2014
2013
eigen gemiddelde instelling roc’s
eigen instelling
gemiddelde roc’s
2015
gemiddelde eigen roc’s instelling
eigen instelling
gemiddelde roc’s
diplomaresultaat
60,8%
62,2%
66,4%
71,9%
73,2%
74,1%
74,3%
75,0%
jaarresultaat
60,7%
64,5%
66,8%
72,0%
74,4%
73,3%
74,5%
74,0%
(Bron: CFI-DUO, bewerkt door KBA)
De door CFI-DUO aangegeven resultaten wijken iets af van de door Leeuwenborgh zelf berekende resultaten door afwijking van het moment van meten (resp. 15-11-2014 en 28-02-2015) en door de bewerkingen, die gebeuren door KBA. b. Leeuwenborgh totaal (Bron: Leeuwenborgh) Jaarresultaat niveau
Diplomaresultaat
geslaagd
uitstroom
resultaat
norm
84
35
70.59%
60.70%
1
Niveau
Geslaagd
Uitstroom
Resultaat
Norm
1
76
35
68.47%
45.10%
2
400
161
70.30%
56.50%
2
295
131
69.25%
45.20%
3
765
231
76.81%
65.30%
3
438
180
70.87%
67.30%
4
1074
374
74.17%
64.20%
4
1049
306
77.42%
67.30%
Trendrapportage Niveau 1
Trendrapportage Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
2010 - 2011
78.02%
49.43%
49.65%
60.45%
2010 - 2011
61.90%
44.43%
47.89%
65.62%
2011 - 2012
67.42%
62.56%
55.30%
64.37%
2011 - 2012
53.59%
54.50%
50.92%
71.85%
2012 - 2013
76.34%
69.02%
61.10%
73.41%
2012 - 2013
56.00%
64.48%
55.70%
78.54%
2013 - 2014
82.67%
70.78%
73.17%
77.71%
2013 - 2014
63.83%
69.83%
65.38%
81.15%
2014 - 2015
70.59%
70.30%
76.81%
74.17%
2014 - 2015
68.47%
69.25%
70.87%
77.42%
62
c. Sectoren (Bron: Leeuwenborgh) Sector CHTUvV Jaarresultaat niveau
Diplomaresultaat
geslaagd
uitstroom
resultaat
norm
Niveau
Geslaagd
Uitstroom
Resultaat
Norm
2
198
84
70.21%
56.50%
2
127
68
65.13%
45.20%
3
293
94
75.71%
65.30%
3
147
78
65.33%
67.30%
4
240
80
75.00%
64.20%
4
228
70
76.51%
67.30%
Trendrapportage
Trendrapportage
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
2010 - 2011
81.82%
37.11%
37.13%
80.22%
2011 - 2012
66.67%
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
2010 - 2011
66.67%
32.11%
31.18%
82.32%
100.00%
43.06%
38.74%
67.24%
62.22%
46.31%
64.85%
54.87%
44.78%
61.82%
2011 - 2012
2012 - 2013
63.07%
47.00%
62.18%
2012 - 2013
2013 - 2014
69.01%
64.43%
77.62%
2013 - 2014
66.11%
55.37%
79.47%
2014 - 2015
70.21%
75.71%
75.00%
2014 - 2015
65.13%
65.33%
76.51%
Sector Economie Jaarresultaat niveau
Diplomaresultaat Niveau
geslaagd
uitstroom
resultaat
norm
61
20
75.31%
56.50%
2
2
Geslaagd
Uitstroom
Resultaat
Norm
57
18
76.00%
45.20%
3
243
60
80.20%
65.30%
3
89
47
65.44%
67.30%
4
319
115
73.50%
64.20%
4
310
92
77.11%
67.30%
Trendrapportage
Trendrapportage
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
2010 - 2011
42.27%
62.30%
51.55%
2010 - 2011
41.89%
45.98%
57.32%
2011 - 2012
62.39%
64.71%
69.83%
2011 - 2012
55.56%
39.77%
80.66%
2012 - 2013
66.67%
78.11%
78.66%
2012 - 2013
55.71%
58.44%
85.17%
2013 - 2014
64.00%
76.90%
78.79%
2013 - 2014
62.96%
59.89%
83.97%
2014 - 2015
75.31%
80.20%
73.50%
2014 - 2015
76.00%
65.44%
77.11%
63
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Sector Educatie Jaarresultaat niveau
Diplomaresultaat
geslaagd
uitstroom
resultaat
norm
Niveau
Geslaagd
Uitstroom
Resultaat
Norm
1
83
35
70.34%
60.70%
1
72
35
67.29%
45.10%
2
22
13
62,86%
56.50%
2
18
5
78,26%
45.20%
Trendrapportage
Trendrapportage
niveau 1
niveau 2
niveau 1
niveau 2
2010 - 2011
75.65%
50.00%
2011 - 2012
70.31%
57.14%
2010 - 2011
56.86%
91.67%
2011 - 2012
54.03%
89.47%
2012 - 2013
78.75%
2013 - 2014
82.90%
78.26%
2012 - 2013
55.26%
81.25%
59.09%
2013 - 2014
62.79%
72.22%
2014 - 2015
70.34%
62.86%
2014 - 2015
67.29%
78.26%
Sector Techniek Jaarresultaat niveau
Diplomaresultaat Niveau
geslaagd
uitstroom
resultaat
norm
1
0
100%
60.70%
1
1
Geslaagd
Uitstroom
Resultaat
Norm
3
0
100%
45.10%
2
70
25
73.68%
56.50%
2
54
19
73.97%
45.20%
3
82
22
78.85%
65.30%
3
61
12
83.56%
67.30%
4
213
78
73.20%
64.20%
4
208
63
76.75%
67.30%
Trendrapportage niveau 1
Trendrapportage niveau 2
niveau 3
niveau 4
niveau 1
niveau 2
niveau 3
niveau 4
2010 - 2011
78.38%
58.59%
64.74%
66.93%
2010 - 2011
63.64%
53.76%
71.05%
68.44%
2011 - 2012
50.98%
67.31%
70.25%
77.78%
2011 - 2012
37.50%
61.16%
78.03%
82.99%
2012 - 2013
58.33%
70.67%
63.82%
73.46%
2012 - 2013
54.55%
66.67%
62.81%
79.43%
2013 - 2014
77.78%
73.64%
72.33%
73.51%
2013 - 2014
75.00%
73.33%
67.80%
76.81%
2014 - 2015
100%
73.68%
78.85%
73.20%
2014 - 2015
100%
73.97%
83.56%
76.75%
64
Sector Zorg en Welzijn Jaarresultaat niveau
Diplomaresultaat
geslaagd
uitstroom
resultaat
norm
Niveau
Geslaagd
Uitstroom
Resultaat
Norm
2
49
19
72.06%
56.50%
2
38
21
64.41%
45.20%
3
147
55
72.77%
65.30%
3
141
43
76.63%
67.30%
4
302
101
74.94%
64.20%
4
303
81
78.91%
67.30%
Trendrapportage
Trendrapportage
niveau 1
niveau 2
niveau 3
niveau 4
niveau 1
niveau 2
niveau 3
niveau 4
2010 - 2011
95.24%
69.10%
46.76%
51.86%
2010 - 2011
92.86%
62.20%
59.13%
61.21%
2011 - 2012
86.67%
82.50%
56.52%
55.45%
2011 - 2012
84.62%
76.92%
63.41%
63.47%
2012 - 2013 100.00%
82.76%
65.66%
77.44%
2012 - 2013 100.00%
73.24%
66.06%
81.74%
2013 - 2014
77.18%
79.23%
79.83%
2013 - 2014
76.86%
78.57%
82.94%
2014 - 2015
72.06%
72.77%
74.94%
2014 - 2015
64.41%
76.63%
78.91%
65
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Doorstroming naar hoger onderwijs Het aandeel gediplomeerden op niveau 1, 2 en 3 weergegeven, dat in het jaar na het behalen van het diploma, een mbo-opleiding op een hoger niveau is gaan volgen, is bovengemiddeld. 2011
2012
2013
2014
Leeuwenborgh Leeuwenborgh
37,8%
30,7%
33,4%
36,1%
gemiddelde roc’s
35,4%
32,8%
33,1%
32,7%
Bron: Benchmark Middelbaar beroepsonderwijs 2014. Bouwsteen studiesucces. Instellingsrapportage Leeuwenborgh, mei 2015
Doorstroom naar het hbo 2011
2012
2013
Leeuwenborgh
51,5
43,9
47,1
Gemiddelde roc’s
38,5
39,6
39,8
Bron: Benchmark Middelbaar beroepsonderwijs 2014. Bouwsteen studiesucces. Instellingsrapportage Leeuwenborgh, mei 2015
Betere resultaten van de studenten in het hoger onderwijs Steeds meer sectoren zijn in overleg met het HBO om de opleiding goed te laten aansluiten en studenten goed voor te bereiden op de doorstroom naar het HBO.
Studiewaarde In 2015 is binnen Leeuwenborgh gemonitord op studie- en diplomaresultaat en niet op studiewaarde. De focus op het thema Studiewaarde en daarmee ook de inzet van financiën gaat m.i.v. 2016 plaatsvinden.
66
Percentage nieuwe VSV’ers Het onderstaande schema bevat de cijfers van studenten, die ingeschreven staan / stonden op onderwijsinstelling Leeuwenborgh. De cijfers voor het schooljaar 2014-2015 zijn voorlopige cijfers. Landelijk staat Leeuwenborgh op plaats 22 van de 43 roc’s in Nederland, een daling van vier plaatsen t.o.v. vorig jaar. Leeuwenborgh scoort 5,2 % nieuwe VSV-ers tegenover landelijk 5,4%. Om na te gaan of er een verklaring is voor de stagnatie in de daling van het aantal VSV’ers ten opzichte van vorig jaar, heeft het CvB opdracht gegeven om een analyse uit te voeren. Doel is om te bekijken of de daling wel of niet beïnvloedbaar is en zo ja, waar.
Totaal aantal studenten tot 22 jaar en aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters op MBO-niveau: 2005/06
2006/07
2007/08
2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
Totaal
6.554
6.532
6.471
6.250
6.299
5.985
5.726
5.647
5.566
5.617
VSV’ers
658
592
657
494
550
524
408
293
278
293
% VSV
10.0%
9.1%
10.2%
7.9%
8.7%
8.8%
7.1%
5,2%
5,0%
5,2%
(Bron: CFI-DUO)
67
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Met ingang van 2012-2013 is de VSV-regeling aangepast. Zo zijn nu normen vastgelegd t.a.v. het percentage VSV-ers in verhouding tot het totaal aantal studenten in enig jaar, i.p.v. in verhouding tot het basisjaar 2005-2006, zoals eerder. Hierbij wordt nu ook een onderscheid gemaakt tussen studenten op niveau 1, niveau 2 en studenten op niveau 3 en 4. De normen zijn vastgesteld tot en met 2015-2016. In onderstaand schema worden de definitieve cijfers voor 2013-2014 en de voorlopige cijfers voor 2014-2015 weergegeven. Definitieve cijfers 2013-2014 Niveau
Aantal vsv
2013-2014
99
41
41,4%
32,5%
niveau 1
99
38
38,4%
27,5%
niveau 2
749
85
11,3%
11,5%
4.718
155
3,3%
3,5%
Studenten
Aantal vsv
2014-2015
101
36
35,6%
27,5%
niveau 1
104
39
37,5%
22,5%
niveau 2
745
71
9,5%
10,0%
4.768
183
3,8%
2,75%
niveau 3 en 4
% vsv
Norm 2013-2014
Studenten
Voorlopige cijfers 2014-2015 Niveau
niveau 3 en 4
% vsv
Norm 2014-2015
(Bron: CFI-DUO)
In 2015 is de operationele informatie m.b.t. VSV actueel gehouden, zowel qua aantallen VSV-ers als qua redenen van uitstroom. De VSV-informatie is de sturing voor het Loopbaanportaal voor zijn beleid. Het Loopbaanportaal heeft actief beleid gevoerd om studenten voor de opleidingen te behouden. Vanwege de veronderstelde relatie tussen verzuimaanpak en het positieve effect op VSV, hebben we in 2015 actief ingezet op ons verzuimbeleid. In april 2015 is het verzuimbeleid herijkt. Per 1 augustus is een nieuwe registratiesysteem voor aan- en afwezigheidsregistratie ingevoerd om de verzuimregistratie op orde te brengen. De processen zijn hierop aangepast. Alle sectoren hebben een coördinator verzuimbeleid aangesteld die de verzuimbegeleiding monitort en signaleert naar de teams. Voor 2016-2018 is het aandachtspunt om de VSV-informatie beter te borgen en breder in te zetten als managementinformatie en sturingsinformatie voor het VSV-beleid in alle geledingen, dus niet alleen bij het Loopbaanportaal maar ook bij de sectoren en de teams. Doel is om de informatie periodiek en consistent te gaan gebruiken voor het structureel handelen t.a.v. VSV en dit in te passen in de PDCA-cyclus.
68
Personeel Overzichten In de volgende overzichten wordt een beeld geschetst van het personeel van Leeuwenborgh. Het peilmoment, waarop de cijfers gebaseerd zijn, is 31-12-2015. Indien iemand zowel bij de Stichting B.V.E. Westelijk Zuid-Limburg een contract heeft als bij Stichting Sité wordt hij/zij als kop alleen bij de Stichting B.V.E. Westelijk Zuid-Limburg meegeteld. Gemiddelde werktijdfactor
40768
20393
STICHTING B.V.E. WESTELIJK ZUID-LIMBURG
STICHTING SITÉ
Geslacht
40768
20393
STICHTING B.V.E. WESTELIJK ZUID-LIMBURG
STICHTING SITÉ
20393
STICHTING B.V.E. WESTELIJK ZUID-LIMBURG
STICHTING SITÉ
0,25<0,50
0,50<0,75
= 1,00
0,75<1,00
Totaal
13
45
136
100
347
641
13
18
38
39
51
159
26
63
174
139
398
800
vrouw
man
Leeftijd (aantal)
40768
0,00<0,25
Totaal
315
326
641
75
84
159
390
410
800
15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-99 jaar
Totaal
2
58
75
151
347
8
641
17
61
32
34
12
3
159
19
119
107
185
359
11
800
69
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-99 jaar
Leeftijd (wtf)
40768
20393
STICHTING B.V.E. WESTELIJK ZUID-LIMBURG
STICHTING SITÉ
Totaal
2
48
65
120
289
5
529
11
46
26
28
10
1
123
13
94
91
148
299
6
652
Leeftijd (aantal)
Gemiddelde leeftijd
01 t/m 04
Schaal
40768
20393
STICHTING B.V.E. WESTELIJK ZUID-LIMBURG
05 t/m 09
49 jr
10 t/m 12
11 mnd
6 dgn
13 t/m 17 nominaal
Totaal
16
144
469
11
1
641
1
40
116
1
1
159
17
184
585
12
2
800
STICHTING SITÉ
Verhouding onderwijzend personeel – overig personeel 2015 direct betrokken bij onderwijs*
446 fte
2014 68,4%
431 fte
68,2%
Verhouding onderwijzend personeel – overig personeel
overig
206 fte
31,6%
201 fte
31,8%
* (kader)docent, trainer, instructeur, (praktijk)onderwijsassistent ** het afwijkende aantal fte’s met de onderstaande tabel wordt veroorzaakt door het hanteren van
70
een ander meetmoment (31-12-2015 resp. het gemiddelde per maand)
Formatie-ontwikkeling 2013-2015 jan 15 feb 15 mrt 15 apr 15 mei 15 juni 15 juli 15 aug 15
sep 15
okt 15 nov 15 dec 15
fte vast
528
526
525
521
516
516
516
543
541
539
534
532
fte tijdelijk
106
111
115
117
116
122
118
83
107
115
119
124
fte totaal
639
634
637
640
638
632
638
633
626
648
653
656
Formatie-ontwikkeling 2015
71
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Professionalisering Sinds 2015 hebben bijna alle teams scholingsplannen opgesteld of ze zijn er mee bezig. Alle teams hebben ingezet op scholingsactiviteiten. In 2015 is de nieuwe gesprekscyclus ‘Ik en mijn Vak’ geïntroduceerd en hebben alle medewerkers de 1e gesprekssessie met hun leidinggevende gehad. Ook zijn in 2015 de mogelijkheden uitgebreid zodat medewerkers zichzelf konden scholen via diverse scholings- en themabijeenkomsten zoals b.v. via de onderwijscafés, de leernetwerken, de zij-instromers-bijeenkomsten of via de ‘jonge-leeuwen’-club. In 2015 organiseerde Leeuwenborgh via haar Leeuwenborgh Academie o.a. 9 leernetwerken, 3 onderwijscafés met telkens 15 workshops, 31 individuele coachings-/intervisie-trajecten en 10 intervisiegroepen. Ook verzorgde de Leeuwenborgh Academie de digitale kennisdeling via het intranet alsmede digitale trainingen voor het gebruik van ICT-aanpassingen en -toepassingen. De scholingsactiviteiten verzorgd door de Leeuwenborgh Academie worden gemonitord door het houden van tevredenheidsmetingen onder deelnemers. Zowel de leernetwerken als de onderwijscafés worden als ruim voldoende tot goed beoordeeld. Een aanzienlijk deel van de opleidingsmanagers heeft scholing gehad in het observeren van lessen om betere feedback te kunnen geven n.a.v. lesbezoeken en om lesbezoeken te kunnen plaatsen in de totale kwaliteitsborging van het team.
72
Ziekteverzuim Gezonde en fitte medewerkers leveren een hogere kwaliteit van werk; de werkomgeving dient dus bij te dragen aan de gezondheid van de werknemers. Doordat werknemers goed in hun vel zitten, zijn ze gemotiveerder en is de sfeer goed. Daarom kijken we, wat veiliger kan op de werkplek, wat er nodig is om fit te zijn en te blijven, en wat iemand nog wel kan, als de gezondheid het laat afweten. Leeuwenborgh wil het verzuim tot een minimum beperken. Het verzuimbeleid is gebaseerd op persoonlijke aandacht voor de individuele medewerker, gecombineerd met het maken van heldere afspraken. De leidinggevende is een hele belangrijke actor in de verzuimaanpak van zijn medewerkers, maar medewerkers én leidinggevenden hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om verzuim te voorkomen en te beheersen. De afgelopen jaren hebben we samen veel geleerd in het begeleiden en beheersen van het ziekteverzuim. Het ziekteverzuim binnen Leeuwenborgh laat tussen 2010 en 2015 een dalende tendens zien. In 2013 is er sprake geweest van een incidentele verhoging van het verzuimpercentage. Dit heeft gezorgd, dat we als organisatie opnieuw zeer gefocust verder zijn gegaan in onze aandacht en interventies op dit thema. In 2015 hebben we een percentage van 3,75 % bereikt. De eigen norm van 4% of lager is daarmee behaald. Het ziekteverzuim in 2015: Na het, gangbare, hogere ziekteverzuim in de wintermaanden in 2015 zien wij het ziekteverzuim in de periode april tot en met september weer afnemen. De daling van het ziekteverzuim in de zomer is een bekend verschijnsel, maar zet relatief vroeg in in het voorjaar. Hiermee komen we tot een gemiddeld verzuimpercentage van 3,75% over 2015. De stabiliteit van het verzuim over 2014 en 2015 wordt verklaard door: • bespreekbaar maken van dreigend verzuim; • voorkomen van verzuim door maatregelen te treffen; • focus van leidinggevenden en HR op frequent verzuim; • oplossen van langdurige casussen, door preventieve acties - snellere inzet behandeltraject; - meer druk op behandeltrajecten; - nadruk op terugkeer naar werk en minder nadruk op terugkeer naar functie; • het nauwgezet beter melden van herstelde medewerkers; • verhoging frequentie van contact met zieke medewerker; • alertheid op de duur van het ziekteverzuim en preventieve acties (snellere in zet behandeltraject, meer druk op behandeltrajecten, nadruk op terugkeer naar werk en minder nadruk op terugkeer naar functie, dreigend verzuim bespreekbaar maken); • een gerichte vraagstelling vanuit leidinggevenden aan de bedrijfsarts bij ziek meldingen.
73
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Naast het ziekteverzuimpercentage, dat onder de benchmark (> 5%) en streefcijfer (<4%) ligt, is er sprake van een hoog aantal nulverzuimers (59,5% van de medewerkers heeft zich in 2015 niet ziekgemeld). De meldingsfrequentie van 0,60 kent een lichte stijging, maar ligt nog ver onder de norm (1,5). Daarnaast probeert Leeuwenborgh door actieve begeleiding (uitgaven inzake uitkeringen na) ontslag te voorkomen. In het kader van Mensen In Beweging (MIB) worden medewerkers begeleid om beter te functioneren, wordt nagegaan of intern andere mogelijkheden geboden kunnen worden en worden mensen begeleid bij het vinden van geschikt werk buiten Leeuwenborgh. 2015
jan
feb
mrt
apr
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
dec
percentage per maand
4,56
4,67
3,86
2,75
2,42
2,90
2,84
3,06
3,98
4,82
4,24
4,92
gem. ziekteverzuim
3,64
3,65
3,65
3,59
3,45
3,38
3,30
3,33
3,38
3,51
3,60
3,75
norm LO
4,00
4,00
4,00
4,00
4,00
4,00
4,00
4,00
4,00
4,00
4,00
4,00
“gem. ziekteverzuim” is het gemiddelde over de laatste 12 maanden.
74
Internationalisering In 2015 is Leeuwenborgh op talrijke fronten actief geweest. Binnen maar ook buiten de onderwijsinstelling zijn activiteiten ontplooid voor zowel studenten als docenten/medewerkers. In totaal 97 studenten hebben via de Erasmussubsidies in 15 verschillende Europese landen een stage ingevuld. Binnen de Euregio zijn 115 studenten in de beroepspraktijkvorming actief geweest en dat gebeurde buiten Europese subsidiestromen. In beide gevallen is er sprake van een aanmerkelijke groei van ca. 20% aan mobiliteit. Het Europees streefcijfer van 6% mobiliteit voor MBO-studenten is daarbij nog niet bereikt. Leeuwenborgh stond in 2015 op 2,4%. Medewerkers van de opleidingsteams zorg, bouw, electro, logistiek, toerisme, economie en educatie bezochten instituten in de Euregio en verder in Europa. Op deze wijze werden de bilaterale contacten gelegd en verstevigd. Docentuitwisseling komt voor met name bouw en techniek steeds helderder op het netvlies. Naar verwachting zullen de eerste uitwisselingen gaan plaatsvinden in 2016. Genoemde contacten leiden voorts tot het uitbreiden van stagemogelijkheden voor studenten. In een tweetal projecten onder de Leonardovlag (voorloper van het Europese subsidieprogramma Erasmus+) is nauw samengewerkt met collega’s uit heel Europa: • In V-spiders, een project met 5 Europese partners, werkten studenten mechatronica samen met studenten uit andere landen aan opdrachten die problem-based zijn. V-spiders is inmiddels afgesloten en door het Nationaal Agentschap/Nuffic beoordeeld met “zeer goed” en “European example”. Indrukwekkend is het initiatief van een van de partners Federal Mogul uit Burscheid-Duitsland. Het bedrijf haalde de scholen bij elkaar en organiseerde een vervolg op het project V-spider. Federal Mogul had daarvoor een heuse praktijkopdracht ontwikkeld die in het productieproces is geïmplementeerd. Dit treffen vond plaats buiten alle subsidiestromen om maar alle betrokken partners waren vertegenwoordigd. • THEME, een TOI (Transfer of Innovation), zijn de door de deelnemende organisaties ontwikkelde systemen voor wederzijdse erkenning van leeropbrengsten (ECVET: European Creditsystem for Vocational Education and Training), in de praktijk getest. Studenten zijn uitgewisseld en hebben tijdens hun stages vooraf afgesproken leereenheden in de gastlanden gevolgd. THEME is in oktober 2015 afgesloten. • De afdeling Bouw heeft een eerder gesubsidieerd project voortgezet en heeft de draad opgepakt met een bezoek aan een school in Valencia. Dit levert mogelijkheden tot docent- en studentuitwisseling op hetgeen in 2016 zijn beslag zal krijgen. Voor 2016 staan een aantal nieuwe projectvoorstellen in de steigers: logistiek, handel, zorg en techniek. De basis daarvoor is vaak al gelegd in eerdere contacten in 2015.
75
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Leeuwenborgh verankerde internationale activiteiten op een aantal manieren. Intern wordt de “Leeuwenborgh Eurogroep” 4 maal per jaar geconsulteerd. Deze groep wordt gevormd door medewerkers uit afdelingen die met mandaat aan de slag gaan en Europese ontwikkelingen op de voet volgen. Verder is het roc lid van de “Stichting Europese Beroepsopleidingen” en heeft Leeuwenborgh aan de wieg gestaan van de oprichting van de “Verein zur Förderung grenzüberschreitender Berufsbildung in der Euregio Maas-Rhein e.V.”, waardoor de mogelijkheid voor het aanvragen van Europese projecten groter wordt. Daarnaast is Leeuwenborgh actief lid van “The Dutch Alliance”, een groep van 9 roc/aoc’s in Nederland die op internationaal gebied elkaars kracht versterken. In december 2015 namen twee Leeuwenborgh-collega’s deel aan de door TDA georganiseerde en door Erasmus+ gefinancierde studiereis Radicalisation & safeguarding naar Londen. In april 2016 volgt een tweede reis in dit kader waaraan nog eens drie collega’s zullen deelnemen. Op deze wijze maakt ons roc gebruik van en draagt bij aan gezamenlijke kennisdeling. De ”Strategische Agenda Buurtalen en Internationalisering” bevindt zich momenteel in de uitvoeringsfase. Leeuwenborgh is hierin ruim vertegenwoordigd. Onze expertise draagt bij aan het eindresultaat: een bestendig digitaal portfolio waarin de student in de lijn VMBO-MBO-HBO verworven Euregionale competenties kan opnemen en deze bij sollicitatie kan verzilveren. In 2015 heeft ons instituut toegezegd deel te zullen nemen aan een Interreg V-project waarin de groei van mobiliteiten binnen de Euregio centraal zal staan. De “Europese dag van de talen” in september heeft inmiddels een vast plekje verworven in de Leeuwenborgh-agenda. Tijdens die dag wordt extra aandacht besteed aan het belang van talen (en culturen) en de waarde daarvan voor de persoonlijke én professionele ontwikkeling van onze studenten en medewerkers. In de loop van 2015 werd onze school bezocht door delegaties uit verschillende landen: Duitsland, Thailand, Amerika, Turkije, Finland, Slovenië en België.
76
ICT en Huisvesting ICT De IT voorzieningen van Leeuwenborgh zijn en worden aanzienlijk onder handen genomen. In de nieuwe inrichting staat de gebruiker centraal. Om deze nieuwe inrichting mogelijk te kunnen maken, is de Bedrijfsdienst ICT in de zomer van 2014 gestart met een grootschalig project met de naam ICT 2014-2015. In 2014 zijn de IT voorzieningen van Leeuwenborgh door middel van een Europese aanbesteding in de markt gezet. Deze aanbesteding is gegund aan de combinatie Vancis/Advantive. Vancis komt voort uit de Surfnet organisatie en heeft dus een duidelijk onderwijsprofiel, terwijl Advantive een bewezen staat van dienst heeft als integrator op basis van Microsoft technologie (denk aan Office 365, Sharepoint). Per 15 januari heeft Vancis de verantwoordelijkheid genomen voor onze ICT dienstverlening. Na de overdracht van het beheer aan Vancis is de focus verlegd naar de transitie van onze (verouderde) IT voorzieningen naar het datacenter van Vancis. De maximale capaciteit van onze hardware in het huidige datacenter bij Cofely (Maastricht Airport) was bijna bereikt. Begin april zijn de oude IT voorzieningen verplaatst naar het datacenter van Vancis, waardoor we ruimte en capaciteit krijgen om de vernieuwing in te kunnen zetten. Vanaf april is er gewerkt aan het leggen van een solide fundament voor alle toekomstige ontwikkelingen (op IT gebied, maar ook organisatie breed). In deze periode is de omgeving gestructureerd en gefaseerd aangepakt en hebben de verouderde systemen een ingrijpende upgrade gekregen. Ook is de basis gelegd voor een koppelvlak waarmee op termijn zowel interne IT voorzieningen en externe IT voorzieningen kunnen worden aangesloten. Hiermee wordt de basis gelegd voor het ontsluiten van educatieve toepassingen via Kennisnet en educatieve content uitgeverijen. Een eerste stap op weg naar gepersonaliseerd leren! In de periode mei – augustus is een start gemaakt met het verbeterd inrichten van de werkplekken. In deze periode zijn de bestaande mail- en agendavoorzieningen voor de gebruikers vervangen door Microsoft Office 365. De mailvoorziening voor de studenten (was Gmail) is overgezet naar Office 365, zodat alle Leeuwenborgh gebruikers gebruik maken van hetzelfde mailplatform. Deze samenvoeging zorgt ervoor dat alle gebruikers van Leeuwenborgh op basis van één platform met elkaar kunnen samenwerken. In eerste instantie nog beperkt tot mail, maar al snel wordt het daarna mogelijk bestanden en informatie te delen. Ook wordt het samenwerken en de communicatie onderling verder bevorderd door middel van Office 365. En omdat andere instellingen in de regio ook gebruik maken van het Microsoft Office 365 platform, wordt het samenwerken met collega’s buiten onze instelling ook een stuk eenvoudiger.
77
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Huisvesting In het kader van “de basis op orde” is een werkgroep bestaande uit medewerkers, studenten, binnenhuisarchitecte en een bedrijfsdienstmanager in samenwerking met overige studenten, medewerkers, Studentenraad en facilitair medewerkers aan de slag gegaan met het maken van een nieuw ontwerp t.a.v. “Kantines, het hart van de school”. De eerste stap die hierin gezet is, is het vervangen van de vloer in het gebouw aan de Sibemaweg in Maastricht in de zomer van 2015. Hiermee is het fundament gelegd onder de verdere vormgeving van het hart van de school. Het vervolg van de implementatie is voorzien in 2016.
Regelingen a. Regeling Taal & Rekenen In 2015 scoorden de studenten van Leeuwenborgh voor de examens 2F en 3F van rekenen en 2F en 3F van Nederlands gemiddeld hoger dan in 2014 en hoger dan het landelijk gemiddelde. Hoewel hoger dan het landelijk gemiddelde werd voor het examen rekenen 3F gemiddeld wel onvoldoende gescoord. De sectoren hebben op verschillende manieren gewerkt aan kwaliteitsverbetering van taal en rekenen, zoals: - aanstellen van een coördinator taal en rekenen; - extra formatie taal- en rekendocenten; - deskundigheidsbevordering van de taal- en rekendocenten; - niveaubepaling via een entreetoets; - meer gepersonaliseerd rekenonderwijs; - invoeren remediëring via Xtra4U; - huiswerkklassen; - naschoolse begeleiding. In 2015 is ook onderzoek gedaan naar de positionering van taal en rekenen met als doel te verkennen welke organisatie-inrichting (centraal of per sector/team) optimaal is voor de verbetering van het taal- en rekenonderwijs. Besluitvorming hierover is gepland voor begin 2016.
78
b. Passend Onderwijs Met ingang van het schooljaar 2014 is de regeling Passend Onderwijs van kracht geworden. Op basis van deze regeling hebben 120 studenten extra ondersteuning gekregen per 1-10-2014. Ook per 1-10-2015 zijn er in totaal 120 studenten die extra ondersteuning krijgen (68 studenten in het eerste leerjaar en 52 studenten in het tweede leerjaar). In een aparte bijlage bij de onderwijsovereenkomst is de ondersteuning benoemd. In een onderwijs-ondersteuningsplan staat concreet uitgewerkt, welke extra ondersteuning de student krijgt. De ondersteuning wordt toegekend voor een cursusjaar. Voor de begeleiding is er expertise in de vorm van begeleiders passend onderwijs (BPO) studieloopbaanbegeleiders en schoolmaatschappelijk werk en externe deskundigen. Er is structureel overleg en afstemming over studenten die extra zorg nodig hebben. Passend onderwijs wordt gebruikt als invalshoek voor brede teamontwikkeling. In 2014 zijn alle opleidingen in kaart gebracht in het kader van Passend Onderwijs. Dit resulteerde in een opleidingsprofiel per opleiding. Vanaf begin 2015 werken de opleidingen aan de doelen die ze zich gesteld hebben vanuit het opleidingsprofiel. De opleidingen hebben de doelen van Passend Onderwijs gekoppeld aan doelen rond kwaliteit (Inspectie), loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) en taal en rekenen. Op basis van een door het CvB vastgestelde Leeuwenborgh-brede ambitie ontwikkelen ze zich verder. Omgaan met verschillen, inzet van ondersteuning, planmatig werken, samenwerken en leren van elkaar: allemaal elementen waarmee de teams de ambitie vorm geven.
79
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
c. Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Schoolmaatschappelijk werk bij Leeuwenborgh is een onderdeel van de interne zorgstructuur en is ondergebracht bij het Loopbaanportaal. Het is een laagdrempelige voorziening, die gericht is op het vroegtijdig aanpakken van psychosociale problemen. Daarbij werken de schoolmaatschappelijk werkers samen met andere zorginstellingen voor jongeren zoals Jeugdzorg, GGD, Jongerenloketten, Verslavingszorg en Schuldhulpverlening. De ervaringen met de inzet van schoolmaatschappelijk werkers zijn zeer positief. Studenten én ouders geven aan deze voorziening belangrijk te vinden als opvoedingsondersteuning. In 2015 ontving Leeuwenborgh voor de inzet van schoolmaatschappelijk werk € 148.840. Inhoudelijk zijn de middelen op onderstaande wijze ingezet: In totaal heeft schoolmaatschappelijk werk 259 aanmeldingen ontvangen. De hulpvragen zijn als volgt gespreid over de volgende categorieën: - Gedragsproblemen - Lichamelijke problemen - Geestelijke gezondheid - Leef- en gezinssituatie - Functioneren op school - Sociaal netwerk - Ingrijpende gebeurtenis
33 13 41 123 27 8 14
De omvang van de soort hulp die geboden werd, is als volgt te onderscheiden: Informatie en advies 56 Bemiddeling/pleitbezorging 11 Rapportage en advies op verzoek van derden 6 Procesmatige hulpverlening 156 Groepswerk 0 Casemanagement 30 De gemiddelde tijdsinvestering per hulpverleningstraject is ongeveer 6,5 uur.
80
80
d. Schoolex 2.0 De minister van OCW verstrekte in 2013 en 2014 aan instellingen een aanvullende vergoeding om studenten, die zich aanmelden voor een beroepsopleiding te stimuleren zoveel mogelijk voor een beroepsopleiding te kiezen met een goed arbeidsmarktperspectief in de regio. Daarnaast was de regeling bedoeld om examenkandidaten en pas gediplomeerden zonder uitzicht op duurzaam werk te stimuleren door te leren in een opleiding met een goed arbeidsmarktperspectief en om gediplomeerde studenten die besluiten om niet door te leren en nog geen baan hebben, door te geleiden naar het UWV Werkbedrijf voor ondersteuning bij het vinden van een baan. De manier van omgaan hiermee is nu vast onderdeel van de begeleiding van nieuwe en zittende studenten. Ombuigingsgesprekken De medewerkers van het Loopbaanportaal voeren gesprekken met jongeren, die zich aanmelden voor een opleiding (niveau 1 t/m 4) met weinig arbeidsmarktperspectief. In deze gesprekken worden de jongeren erop gewezen, dat de gekozen opleiding weinig toekomstperspectief in deze regio heeft. De jongeren worden in dat gesprek gestimuleerd na te denken over het volgen van een andere opleiding met meer perspectief op werk na afloop, zoals bijvoorbeeld in de technische sector. Een opleiding met beter arbeidsmarktperspectief biedt de jongere meer kans op slagen in de samenleving. Het zwaartepunt van deze gesprekken lag in de periode maart–september 2015. Exit-Begeleidingsgesprekken De medewerkers van het Loopbaanportaal voeren gesprekken met studenten (niveau 1 t/m 4), die op het punt staan hun opleiding met een diploma af te ronden dan wel net hebben afgerond. In deze gesprekken worden de jongeren erop gewezen, dat ze een beter perspectief krijgen op werk, als ze hun opleiding vervolgen met een opleiding op een hoger niveau (mbo-2 -3 -4 of associate degree / hoger beroepsonderwijs), dan wel hun beroepsopleiding verbreden met een (verwante) opleiding met een beter perspectief op de arbeidsmarkt. Op deze manier verbeteren jongeren duurzaam (voor hun hele leven) hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt en daarmee in de samenleving. Deze gesprekken worden steeds gevoerd, als een student zijn opleiding afrondt, of onlangs afgerond heeft en nog geen werk heeft. Studenten die besluiten om niet door te leren en nog geen baan hebben, worden doorgeleid naar het UWV Werkbedrijf voor ondersteuning bij het vinden van een baan. In 2015 zijn in totaliteit 689 schoolexit-begeleidingsgesprekken gevoerd met MBO-studenten. e. Lerarenbeurs en subsidie zij-instroom Voor schooljaar 2015-2016 hebben 15 docenten verdeeld over alle vijf sectoren een lerarenbeurs toegewezen gekregen. Daarmee worden zij in de gelegenheid gesteld een aanvullende opleiding te volgen, bv. een master. Daarnaast zijn vijf aanvragen voor een subsidie voor de opleiding en begeleiding van een zij-instromer gehonoreerd.
81
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Kwaliteitsafspraken In het kader van de Regeling Kwaliteitsafspraken MBO is in april 2015 het kwaliteitsplan van Leeuwenborgh ingediend bij de minister van OCW. Tevens is door het College van Bestuur van Leeuwenborgh de uitvoeringsovereenkomst getekend en is deze voor 1 maart 2015 bij de minister ingediend. De minister van OCW heeft verder de advisering en monitoring van de kwaliteitsplannen en de excellentieplannen belegd bij MBO in bedrijf. Naar aanleiding van het advies van MBO in Bedrijf heeft Leeuwenborgh het kwaliteitsplan ‘Leeuwenborgh Maakt het verschil’ aangepast en aan MBO in Bedrijf toegezonden. De aangepaste versie dateert van februari 2016. In de regeling kwaliteitsafspraken MBO is opgenomen dat de instellingen in 2016, 2017 en 2018 op 1 maart een schriftelijke tussenrapportage over de voortgang van de uitvoering van het kwaliteitsplan bij de minister indienen. In dit bestuursverslag zijn de onderdelen uit deze voortgangsrapportage ook opgenomen. De kwaliteitsthema’s zijn onderwerp bij directie- en teambesprekingen en bij de Team-in-Zicht gesprekken van het CvB bij de teams. Om het leren van elkaar t.a.v. de kwaliteitsthema’s te verbeteren, worden de thema’s opgenomen in het programma van de onderwijscafés en binnen de leernetwerken van Leeuwenborgh. In 2016 wordt gewerkt aan een standaard-rapportagesysteem om de voortgang op de kwaliteitsthema’s te kunnen monitoren. Einde van het schooljaar 2016-2017 zal bekeken worden of de aansturings- en verantwoordingssystematiek voldoende sturing geeft op de realisatie van de instellings-brede kwaliteitsafspraken of dat er aanvullend nog andere interventies nodig zijn. Excellentie In 2015 zijn bij verschillende sectoren topklassen van start gegaan, waaronder: - versnelde opleidingen havisten commercieel, secretarieel, handel; - 1 jarige opleiding sport- en bewegen opleiding niveau 2; - diverse versnellingstrajecten op de excellente student; - BOL/BBL-opleiding voor verpleegkundigen i.s.m. AMC; - excellente opleiding bij haarverzorging; - (onderzoek naar) salonmanager; - Laborator-opleiding binnen CHILL bij Techniek (cross-sectorale opleiding tussen analist en procesoperator).
82
Sector Educatie Naar aanleiding van de resultaten van onderzoeken in de sector Educatie in het jaar 2014 hebben we binnen de sector Educatie in het jaar 2015 een vervolgonderzoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek hebben we voor de teams Entreeopleiding, VAVO en VolwassenenEducatie onderzocht op welke wijze onderwijsvisie, onderwijsinhoud, onderwijsorganisatie en een financiële gezonde bedrijfsvoering uitgevoerd kan worden. De resultaten van dit onderzoek vormen de kern voor de inrichting en positionering van bovengenoemde teams. Deze herpositionering moet leiden tot een stevige en duurzame verankering binnen Leeuwenborgh van bovengenoemde teams in het totale proces van “Leeuwenborgh maakt het verschil”. Vanuit het bovengenoemde onderzoek is tevens besloten de onderdelen PitStop en Kwalificatieklas m.i.v. 1 augustus 2015 niet meer uit te voeren binnen de huidige sector Educatie. Beide activiteiten worden overgedragen aan de overige MBO-sectoren. Educatie maakt wel het examenjaar van de Kwalificatieklassen nog af. Vanaf 1 augustus 2016 is instroom in deze voorziening dan ook niet meer mogelijk in de sector Educatie. Enkele highlights van de verschillende opleidingen in 2015 op een rijtje: • in het schooljaar 2015-2016 is verder vormgegeven aan de flexibilisering van de Entreeopleiding en is de samenwerking met ketenpartners in het zogenaamde “Voordeel-traject” verstevigd (zie ook: “AKA, Entreeopleiding en Kwalificatieklas”); • het deelnemersaantal van de opleidingen VolwassenenEducatie groeit (zie ook: “VolwassenenEducatie”); • binnen het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) hebben we een positief gewaardeerde externe audit gehad (zie ook: “Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs”); • de rendementen van alle opleidingen uit de sector Educatie zijn ook in 2015 weer bovengemiddeld, een beeld dat de afgelopen jaren vrijwel stabiel is gebleven. In het jaar 2015 hebben we binnen de sector gewerkt aan één van de conclusies uit de onderzoeken van 2014: “Laat zien wie je bent en wat je doet…!”. Hiervoor hebben we overleg met onder andere de diensten HR, FEZ en PR gevoerd. Hen hebben we deelgenoot gemaakt van onze vraagstukken. Een en ander heeft ertoe geleid dat we duidelijke uitgangspunten voor onze teams hebben geformuleerd. De uitkomsten van deze acties hebben we kunnen inzetten voor verandering in de organisatie van de sector Educatie. Verdere uitwerking hiervan zal in 2016 zijn beslag krijgen.
83
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
AKA, Entreeopleiding en Kwalificatieklas In het schooljaar 2014-2015 is de MBO niveau 1 opleiding ArbeidsmarktgeKwalificeerd Assistent (AKA) voor het laatst als opleiding uitgevoerd. In juli 2015 hebben de laatste AKA-studenten van de betreffende opleiding en een aantal extraneus-studenten AKA hun diploma nog behaald. Vanaf augustus 2015 is de Entreeopleiding officieel van start gegaan. In 2014 en 2015 heeft het team Entreeopleiding / Kwalificatieklas gewerkt aan het invoeren van de nieuwe kwalificatiedossiers Entreeopleiding. Richtinggevend hierbij zijn de kaders van “Leeuwenborgh maakt het verschil” m.n. wat betreft de onderdelen gepersonaliseerd leren en eigentijds curriculum. De Entreeopleiding heeft t.o.v. de andere MBO-opleidingen van Leeuwenborgh twee uitgangspunten, die sterk afwijken van deze MBO-opleidingen: 1. werken en leren gebeurt vanuit zogenaamde Leren@werk-centra (L@W ‘s): een kleine decentrale locatie dicht in de buurt van een concentratie van bedrijven, instellingen en organisaties waar de studenten hun BPV doen. 2. leren vindt zoveel mogelijk gekoppeld aan de beroepspraktijkvorming (BPV) en de beroepscontext plaats. In het kader van gepersonaliseerd leren heeft de Entreeopleiding in 2015 twee vernieuwingen doorgevoerd: 1. in samenwerking met de netwerkpartners van de Entreeopleiding (VO, VSO, PRO etc.) is de zogenaamde module “Voordeel” ontwikkeld en een eensluidende toetsing voor deelnemers van alle netwerkpartners. De module “Voordeel” kan op elke school uitgevoerd worden en kan op elke school een verschillende intensiteit en duur hebben. Na de module “Voordeel” kan een deelnemer instromen in één van onderstaande uitstroomprofielen. 2. de Entreeopleiding is geflexibiliseerd en kan modulair gevolgd worden. Of anders gezegd: er zijn drie instroom- en drie uitstroommomenten per schooljaar. In het kader van een eigentijdscurriculum heeft de Entreeopleiding in 2015 één vernieuwing doorgevoerd: 1. het team Entreeopleiding heeft gewerkt aan het samenstellen van nieuwe curricula voor alle uitstroomprofielen, die Educatie aanbiedt (assistent logistiek; assistent zorg en dienstverlening; assistent bouwen en wonen; assistent verkoop / retail; assistent horeca en voeding of voedingsindustrie; assistent installatie- en constructietechniek). De Kwalificatieklas (K-klas) bestaat in 2015 uit twee opleidingen: helpende zorg & welzijn en servicemedewerker gebouwen, beide opleidingen met alleen nog een tweedejaarsgroep.
84
Overzicht van de behaalde rendementen Entreeopleidingen, zoals aangeleverd door de afdeling PMI van Leeuwenborgh (in onderstaand overzicht staan de rendementscijfers van de Entreeopleidingen en de Kwalificatieklassen. Let op: het rendement van de opleiding helpende zorg & welzijn is niet uniek voor Educatie, en derhalve een indicatie, voor het behaalde rendement, omdat deze opleiding ook wordt uitgevoerd in de sector zorg & welzijn). Het aantal unieke studenten Entreeopleiding en Kwalificatieklassen in 2015 is 316, inclusief extraneus studenten.
Opleiding BCID
JR
JR norm
DR
DR norm
Entreeopleiding BC010 en BC242
70,34%
60,70%
67,29%
45,10%
Facilitaire dienstverlening en
66,67%
56,50%
72,73%
45,20%
60,00%
56,50%
83,33%
45,20%
onderhoud verbouwbedrijf Helpende zorg & welzijn
JR=jaarrendement DR=diplomarendement Alle jaarrendementen liggen ruimschoots boven de norm en voor alle diplomarendementen geldt hetzelfde. Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) In het jaar 2015 merken we op, dat het aantal overheidsdeelnemers weer is toegenomen. Daarnaast blijft het aantal Rutte-deelnemers op gelijk niveau. Met name binnen deze laatste groep deelnemers hadden we een daling verwacht. Opvallend is verder, dat binnen de groep overheidsdeelnemers steeds meer deelpakketten worden aangeboden. Dit jaar valt ook op, dat de groei met name bij de HAVO- en VWO-trajecten tot stand is gekomen. De samenwerking met het voortgezet onderwijs (VO) verloopt goed. We bezoeken regelmatig onze partnerscholen om deelnemers door te spreken. Binnen Passend Onderwijs is onze aanvullende rol voor jongeren in het VO steeds duidelijker in beeld. In het team VAVO merken we de positieve uitwerking van het besluit het onderwijs alleen nog aan te bieden op de locatie in Maastricht. We bieden hier de drie eindexamentrajecten éénjarig VMBO-theoretische leerweg, éénjarig HAVO, éénjarig VWO en het voortraject HAVO-MBO. Afstemming en ontwikkeling van onderwijs en begeleiding krijgt hierdoor meer draagvlak en uniformiteit.
85
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Op dit moment werken docenten aan de ontwikkeling van het zogenaamde gepersonaliseerd leren en verfijning van de begeleidingscomponent. Door middel van studentbegeleiding, vakwerkuur en alternatieve studiewijzen begeleiden we de deelnemers bij het doorlopen van hun studietraject op een manier die het beste bij hun ontwikkeling past. De komende jaren zullen we deze manieren van werken verder onderzoeken en uitbreiden. Binnen het VAVO ronden deelnemers hun trajecten af met het behalen van een diploma of met het behalen van certificaten. Voor het schooljaar 2014 – 2015 hebben we daarbij de volgende resultaten behaald: In onderstaande overzichten is te zien, hoeveel deelnemers aan de diverse aantal kandidaten dat het onderwijstraject met een diploma heeft afgesloten: VMBO
35
HAVO
87
VWO
46
aantal kandidaten dat het aantal uitgereikte certificaten onderwijstraject met certifiper onderwijstraject: caten heeft afgesloten: VMBO
24
46
HAVO
103
222
VWO
24
65
trajecten deelnemen. In het eerste overzicht worden de deelnemers weergegeven, die via de overheid als particulier deelnemer of als “Rutte-deelnemer” worden bekostigd. In het tweede overzicht is te zien, hoeveel deelnemers VO-scholen uitbesteden aan de VAVO-opleidingen van Leeuwenborgh.
86
Studenten VAVO-opleidingen 2015 – 2016 via overheid, particulier en “Rutte-regeling”: Opleiding Overheid of particulier Overheid
Vmbo TL
Havo 5
Vwo 6
Voortraject
Eindtotaal
48
148
50
31
277
6
22
11
7
46
Rutte – regeling (uitbesteding VO)
31
72
49
17
169
Eindtotaal
85
242
110
55
492
Particulier
Studenten VAVO-opleidingen via uitbesteding door VO-scholen: In onderstaand overzicht is te zien, hoeveel studenten door scholen uitbesteed zijn aan de VAVO-opleidingen van Leeuwenborgh. Opleiding School van herkomst
Voortraject
TL4
H5
4
Bernard Lievegoed School
1
1
10
4
18
16
6
24
2
1
4
5
5
Bonnefantencollege afd. VMBO 2
Charlemagne College
1
Connect College Echt
1
Eindtotaal 2
2
Adelante college BC Broekhin Roermond
Bonnefantencollege afd. HAVO/VWO
V6
1
Da Capo College
8
8
Emmacollege
1
1
Graaf Huyn College
3
2
5
Groenewald
2
1
3
4
6 1
1
Grotius College Heerlen
14
Lyceum Schöndeln
1
1
Maaslandcollege
1
1
12
8
27
4
6
10
7
5
5
Sint Maartenscollege VMBO Sint Maartenscollege HAVO/VWO Sintermeertencollege
5
5
Porta Mosana afd. VMBO Porta Mosana HAVO/VWO
1
3
Sint-Janscollege
Trevianum
1
Eindtotaal
16
8 1
4
6
10
1
5
3
9
4
5
10
34
71
51
172
Sophianum Stella Maris College
4 1
87
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
VolwassenenEducatie (integratie & inburgering en BasisEducatie) De opleidingen VolwassenenEducatie (VE) zijn van oudsher gefinancierd door de gemeenten in het werkgebied van het roc (Maastricht-Mergelland en Westelijke Mijnstreek). In 2015 heeft een wijziging hierin plaatsgevonden: het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft bepaald, dat financiering op arbeidsmarktregioniveau plaats dient te vinden. Dit betekent voor Leeuwenborgh, dat de gemeente Heerlen, als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio verantwoordelijk is voor de inkoop en financiering van trajecten VE. De producten VE zijn ongewijzigd gebleven: Nederlands als moedertaal, rekenvaardigheid, Nederlands als tweede Taal gericht op het behalen van een basisniveau (= niveau inburgering) en Nederlands als tweede Taal gericht op het behalen van Staatsexamen NT2 niveau I of niveau II (= niveau dat toelating geeft tot respectievelijk MBO en HBO / WO). Inburgeringsplichtige studenten kunnen geen gebruik maken van bovenstaand aanbod: zij moeten hun traject zelf of via een lening van DUO financieren. In 2014 was al een duidelijke stijging te zien in het aantal particuliere trajecten inburgering. In 2015 zet deze trend zich voort. Educatie heeft in 2014 het Keurmerk Inburgering wederom behaald, waarbij deelnemers de waardering 8,4 toekennen aan de opleiding inburgering en de opdrachtgevers (m.n. gemeenten) de waardering 8,0. De audit Keurmerk Inburgering over het jaar 2015 vindt in maart 2016 plaats. M.n. door de toename van het aantal deelnemers inburgering verzorgt Educatie lessen op meerdere locaties in Maastricht en op de hoofdlocatie in Sittard. In Maastricht zijn de leslocaties gekoppeld aan de L@W ’s van de Entreeopleiding. In het aanbod hebben twee grote innovaties plaatsgevonden: 1. in het kader van gepersonaliseerd leren zijn alle opleidingen VE als de inburgeringstrajecten geflexibiliseerd en verdeeld in modulen van 10 weken. 2. in het schooljaar 2015-2016 is er een pilot gestart met deelnemers, die hun inburgeringstraject volgen i.c.m. een Entreeopleiding om hen de mogelijkheid te bieden door te stromen naar een MBO-niveau 2 opleiding.
88
Overzicht trajecten 2015: Aantal trajecten “Productovereenkomsten 2014”: Aantal trajecten “Productovereenkomst 2015”:
1922 trajecten 1879 trajecten
Aantal trajecten contractonderwijs 2014: Aantal trajecten contractonderwijs 2015: 1
28 studenten 2 studenten
Aantal trajecten inburgering 2014: Aantal trajecten inburgering 2015:
244 studenten 474 studenten
Overzicht rendement: slagingspercentages inburgeraars bij Leeuwenborgh in 2015 (bron: “Blik op werk, Keurmerk Inburgering”): Leerprofiel
Slagingspercentage
Laag opgeleiden
64%
Middelbaar opgeleiden
80%
Hoog opgeleiden
83%
Alle slagingspercentages liggen ruimschoots boven de landelijke normen. Het totale gemiddelde is 70%.
Tevredenheid studenten In 2015 is er gestart met de Tevredenheidsmeting via de tweejaarlijkse JOBmonitor. Dit onderzoek loopt door tot in 2016 en we hopen dat de resultaten wederom een stijgende lijn volgen. Vanaf 2007 is ons rapportcijfer ondertussen gestegen van 6,6 naar 7,1. De scores van alle opleidingen zijn tot nu toe voldoende en variëren tussen 6,4 en 7,9. Daarnaast zijn per sector studentenpanels of gesprekken met de studentenraad geweest waar op sectorniveau een kwalitatieve reactie is gegeven.
Tevredenheid werkveld In 2015 is weer een groot aantal studenten op stage geweest. Hier is een groot aantal leerbedrijven bij betrokken. Om toe te werken naar een uniforme, bedrijfsmatige en binnen de kaders van de wet passende aanpak van de BPV, is in 2015 het Servicedocument BPV ontwikkeld (definitief vastgesteld in februari 2016). Dit servicedocument is de BPV-handleiding voor alle teams en voor alle opleidingen. In 2015 hebben de teams panelgesprekken gevoerd met leerbedrijven. De leerbedrijven met wie een panelgesprek is geweest, waarderen de opleiding als voldoende. Ook is bij een aantal opleidingen een BPV-enquête gehouden onder de leerbedrijven.
Tevredenheid medewerkers In 2015 is door een externe organisatie een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Begin 2016 zijn de resultaten hiervan bekend geworden. In de eerste helft van 2016 worden de verbeterpunten, die aangegeven zijn, in de teams besproken en worden verbeterplannen opgesteld. In de managementgesprekken zijn deze verbeterpunten nadrukkelijk onderwerp van gesprek. In het volgende overzicht ziet u de belangrijkste scores van Leeuwenborgh. Hieruit blijkt, dat over de hele lijn een verbetering zichtbaar is t.o.v. de scores in 2013. Bovendien liggen alle scores boven het gemiddelde van de mbo’s.
89
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
90
90
91
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is in 2015 zes keer bij elkaar gekomen voor formeel overleg. In voorbereiding op het merendeel van deze bijeenkomsten heeft een vergadering van de auditcommissies Onderwijs en Bedrijfsvoering plaatsgevonden. Daarnaast heeft de Raad een scholingsbijeenkomst gehad. De voornaamste onderwerpen, die besproken zijn, waren: de kwaliteit van het onderwijs; begroting en meerjarenbegroting; jaarrekening en bestuursverslag; managementrapportage van de accountant; financieel beleid; nieuw allocatiebeleid; beraps; maatschappelijke verantwoording; huisvesting; kwaliteitsafspraken met de minister; staat van de instelling (onderzoek inspectie); versmelting techniek met Arcus (SST); kwaliteitsborging; LMHV (strategisch meerjarenplan); Technocollege Sittard; project examinering; governance; werving nieuw lid RvT; treasury statuut. In het hierna volgende interview met een afvaardiging van de Raad van Toezicht belicht de Raad hoe hij aankijkt tegen de ontwikkelingen binnen Leeuwenborgh in 2015.
92
Raad van Toezicht: ”Leeuwenborgh is aan de maat” “Dit breed gedragen verhaal leidt tot gepersonaliseerd onderwijs, beter aansluitend op de arbeidsmarkt” Waar moet je als roc naartoe met je onderwijs, gegeven de maatschappelijke ontwikkelingen en het regeringsbeleid. Redenerend vanuit de deelnemers, de leerlingen, om hen een zo goed mogelijke startpositie te geven op de arbeidsmarkt. Leeuwenborgh is er elk jaar mee bezig. 2014 was in dat kader het jaar van de herijking van de eigen strategie, de vertaling van missie en visie in het beleidsplan 2015-2019. In 2015 zijn de eerste stappen gezet om die vertaling naar de praktijk te maken. De Raad van Toezicht bewaakt dit proces en ziet erop toe dat de juiste stappen worden gezet om de doelen van 2019 te halen. “Strategie is niet iets van vandaag of morgen,” zegt Nicole Beuken, voorzitter van de Raad van Toezicht. “Leeuwenborgh heeft zichzelf enkele doelen gesteld en om die te bereiken, is in 2015 een aantal meters gemaakt om docenten en personeel voor te bereiden op de ontwikkelingen in de komende jaren. Maar er zal nog heel wat water door de Maas gaan voordat zaken echt voelbaar worden en je de eerste echte veranderingen in het leslokaal ziet.” Om het in het beleidsplan vastgelegde hoofddoel van gepersonaliseerd leren te bereiken, is het noodzakelijk dat de in samenspraak met de hele organisatie uitgestippelde lijn consequent wordt gevolgd. “Missie, visie en strategie liggen in elkaars verlengde,” onderstreept Ria Doedel, lid van de Raad van Toezicht. “Je moet niet een koers bepalen en vervolgens een andere richting uitgaan. Elke stap in het proces wordt consequent gezet, waardoor voor de hele organisatie een herkenbare lijn ontstaat. De organisatie is zelf betrokken bij de uitwerking en pakt de uitdaging om zelf met voorstellen te komen goed op. Zo creëert het College van Bestuur betrokkenheid en eigenaarschap.” Leeuwenborgh is dus goed op weg. De afspraken zijn helder en worden keurig nagekomen, constateert Nicole Beuken. “Er ligt een duidelijke planning, een timeline, aan ten grondslag. Belangrijk is ook de afspraak om eerst de kaders goed neer te zetten en pas daarna na te denken over de voorwaarden en de implementatie. Gestructureerd, om te voorkomen dat de onderwijsteams het allemaal anders gaan invullen. Er is sprake van een consistente lijn die goed te volgen is. Het mooie is dat deze niet alleen samen met de docenten is ontwikkeld, maar ook met de externe stakeholders, zoals afnemers en bedrijven in de regio. Het is een breed gedragen verhaal, waar iedereen achter staat en dat uiteindelijk moet leiden tot een ander soort school, met gepersonaliseerd leren, beter aansluitend op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat er straks een curriculum is dat enerzijds bepaald wordt door wat de arbeidsmarkt nodig heeft en anderzijds door wat de leerlingen graag willen. Daar moet je de juiste mix in
93
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
zien te vinden. Een onderwijsprogramma creëren dat hen goed kwalificeert voor de arbeidsmarkt, want daar doen we het met zijn allen voor.” De samenwerking met het bedrijfsleven neemt daardoor steeds verder toe. Met onder meer gastdocenten uit het bedrijfsleven en - vice versa - met les op locatie. Een aandachtspunt voor de Raad van Toezicht is wel de andere manier van lesgeven die gepersonaliseerd leren vergt en dat iets vraagt van de kwaliteiten van het onderwijzend personeel. “Het betekent vooral dat docenten op een andere manier in hun werk moeten staan, waarmee niet gezegd wordt dat ze het tot nu toe niet goed gedaan hebben,” aldus Nicole Beuken. ”Er worden echter andere dingen van hen gevraagd. Het kost tijd om die andere vaardigheden aan te leren.” Andere competenties ook, zegt Ria Doedel. “Minder klassikaal lesgeven en meer individueel coachen en begeleiden. Dat leidt tot een andere cultuur, waarin je als roc je onderwijs minder vanuit een centraal programma aanbiedt maar meer via individuele leertrajecten.” College van Bestuur en de docentenvertegenwoordigers denken goed na over hoe die verandering het beste kan worden vormgegeven, vinden zij. Het is nu eenmaal een traject dat je met mensen ingaat en dat duurt een paar jaar, realiseert iedereen zich. Was daar in 2015 al iets van te zien? De Raad van Toezicht constateert dat binnen de onderwijsteams meer aandacht is voor de onderwijskundige kant en die is blijvend. De onderwijskundige component binnen de teams is direct gekoppeld aan het onderwijs zelf. De onderwijskundige, die wordt toegevoegd aan de onderwijsteams, zorgt ervoor dat het onderwijsprogramma zodanig wordt ingericht dat de leerlingen voldoende flexibiliteit hebben in hun keuzes richting arbeidsmarkt. De invulling van dit gepersonaliseerd onderwijs zit nu nog in de inrichtingsfase en krijgt in de loop van 2016 haar beslag. In 2017 zal Leeuwenborgh er de eerste vruchten van plukken. Voortbordurend op de in het bestuursverslag 2014 gedane uitspraak dat het huis op orde is maar de meubels nog ontbreken, kan met betrekking tot 2015 worden gesteld dat de meubels inmiddels zijn besteld. Nicole Beuken: “Er wordt nog wel nagedacht over een kastje hier of daar, maar het worden allemaal moderne, multifunctionele en duurzame meubels.” Leeuwenborgh is dus klaar om binnen de veranderingen in het beroepsonderwijs het verschil te blijven maken? “Klaar ben je nooit,” vervolgt zij. “Er zijn altijd verbeteringen mogelijk en er wordt hard gewerkt om de doelstellingen te halen. Aan een onderwijsproces komt volgens mij nooit een eind. Je moet de toekomst aankunnen en dat gebeurt bij Leeuwenborgh met veel enthousiasme. Je ziet dat mensen de juiste motivatie hebben en stappen willen maken. De drive om de plannen op te pakken, is groot. In die zin is Leeuwenborgh zeker klaar voor de toekomst. Maar je moet altijd alert blijven om te blijven vernieuwen en je verder te ontwikkelen.” Dat is niet zo vanzelfsprekend, want de koers in Den Haag wijzigt nog weleens. “Je moet de tijd krijgen voor je eigen ontwikkeling als roc en om je strategie tot een succes te maken,” stellen beiden. “Het is belangrijk je niet te veel te laten
94
afleiden, je koers vast te houden en in te passen in het regeringsbeleid. Maar als in Den Haag andere prioriteiten worden gesteld of de geldkraan wordt dichtgedraaid, kun je je eigen plannen alweer moeilijker verwezenlijken. Je onderwijs sluit namelijk aan op wat je regio nodig heeft. We werken dan ook samen met andere roc’s en binnen de MBO-raad wisselen we zaken uit en leren we van elkaar.” Zo kijkt de Raad van Toezicht met een open mind naar de regio, het aanbod van onderwijs en leerlingen en hoe dat aanbod kan worden behouden. “We zoeken samen naar de oplossingen die voor de diverse roc’s in de regio het best geëigend zijn en proberen een win-winsituatie te creëren. Het Samenwerkend Techniekcollege met Arcus is daar een goed voorbeeld van. We kunnen niet allemaal onze eigen techniekopleidingen meer overeind houden. Je moet streven naar één goede opleiding, op de juiste schaal voor de hele regio. Wellicht dat in de toekomst eveneens voor andere opleidingen iets vergelijkbaars aan de orde zal zijn. Daarnaast ontstaan nieuwe opleidingen en ook daar wordt regelmatig over gerapporteerd. Wij bewaken ook dit proces voor Leeuwenborgh op inhoud en randvoorwaarden.” Die inhoud en randvoorwaarden (financiën, huisvesting) evaluerend, stelt Nicole Beuken dat Leeuwenborgh aan de maat is. De kwaliteit van het onderwijs is goed. De door de inspectie aangegeven verbeteringen zijn geen kernpunten en zitten in procedurele en administratieve zaken. Ook in benchmarks scoort Leeuwenborgh een ruime voldoende. De opleidingen komen voldoende tegemoet aan de wensen van het bedrijfsleven en aan de maatschappelijke functie van Leeuwenborgh. “Ook de deelnemerstevredenheid is redelijk tot goed. We voldoen aan de normen van Den Haag en de inspectie en sluiten aan op de behoefte in de regio. Iedereen voelt zich happy en op zijn plek en dat zijn de belangrijkste kwaliteitsindicatoren.” Het zou ook vreemd zijn als je bij de benchmark redelijk tot goed scoort en het bedrijfsleven heel erg ontevreden zou zijn. Ria Doedel: “Er worden goede contacten onderhouden met de werkgevers, welk personeel zij nodig hebben. Want je moet voorkomen dat je opleidt voor werkloosheid. Signalen over een veranderende behoefte aan kennis moet je tijdig oppikken.” En dat doet Leeuwenborgh.
95
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Studentenraad2 Leeuwenborgh heeft sinds vier jaar een Studentenraad, die in 2015 bestaat uit vijf studenten. Twee keer per jaar overlegt de raad met het College van Bestuur (CvB) en eens per jaar stemt hij af met de Raad van Toezicht. De studenten participeren hiermee in de besluitvorming. Het periodieke overleg met het CvB is het geijkte moment om zaken namens de studenten bij de juiste mensen onder de aandacht te brengen. De rol van de Studentenraad is vergelijkbaar met die van de OR. Beide hebben instemmings- en adviesrecht. Voor een goede oordeelsvorming wordt de Studentenraad intern begeleid door de bestuurssecretaris, oud-docent en daardoor goed in staat zich in te leven in wat de studenten bezighoudt. De ideale mentor, want hij staat dicht bij het CvB en kan daardoor voor zaken vanuit de Studentenraad net iets sneller en makkelijker aandacht vragen. Als oud-voorzitter van de OR weet hij tevens hoe belangrijk inspraak is en hoe je als Studentenraad goed gebruik kunt maken van je rechten. Op Educatie na zijn inmiddels alle opleidingssectoren in de Studentenraad vertegenwoordigd. Voor Educatie geldt als excuus dat de studenten soms maar kort hun opleiding genieten. De Studentenraad is in 2015 tien keer bij elkaar gekomen. In zijn overleggen heeft de raad met name aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: •
•
• • • • •
• •
2
Catering: hierbij hebben ze o.a. gesproken over de prijs van koffie en over de watervoorziening. Ze hebben bewerkstelligd, dat water gratis uit de automaten komt. Ook is inmiddels de prijs van koffie en thee substantieel verlaagd. Er is gesproken over de feedback op het onderwijsproces door studenten. Dit onderwerp is inmiddels opgenomen in het Strategisch Beleidsplan van Leeuwenborgh. In het licht van de actuele ontwikkelingen is uitgebreid aandacht besteed aan de Privacy. Dit is tot speerpunt benoemd voor 2016 en volgende jaren. De regelingen rondom de schoolkosten zijn besproken. Dit heeft geleid tot afspraken met betrekking tot informatie en verantwoording hierover. De Studentenraad heeft een positief advies afgegeven m.b.t. de afwijking van de urennorm bij een tweetal opleidingen. De voortgang en de eventuele consequenties van het nieuwe beleidsplan Leeuwenborgh Maakt Het Verschil zijn besproken. De problemen rondom roostering hebben uitgebreid aandacht gekregen. Begin van de lestijden en de aansluiting op het openbaar vervoer zijn nu beter op elkaar afgestemd. De Studentenraad heeft zich gebogen over hoe de raad zich beter zou kunnen profileren d.m.v. publiciteit. Er is een verzoek opgesteld voor kledinghaakjes op de wc’s. Deze zijn inmiddels aangebracht.
Formeel is sprake van een Deelnemersraad. Aangezien binnen de MBO-Raad en ook binnen Leeuwenborgh afgesproken is te spreken over studenten, is deze lijn ook hier doorgetrokken.
96
Ondernemingsraad Voor de ondernemingsraad is het belangrijk om te weten, wat er leeft op de “werkvloer” en deze kennis vervolgens om te zetten in beleid. Tijdens de achterbandagen in 2014 heeft de OR volop informatie verzameld bij hun collega’s, zowel leidinggevenden, docenten als ondersteunende medewerkers; hun zorgen zijn geprioriteerd in de volgende top 6: 1. Werkdruk en Voorzieningen 2. Strategische agenda 3. Versmelting Techniek 4. Spin off versmelting Techniek Arcus - Leeuwenborgh 5. Veiligheid 6. Kwaliteitsverbetering onderwijs In 2015 hebben met name de eerste drie punten met grote regelmaat op de agenda van de OR-vergaderingen gestaan. De verslagen zijn gepubliceerd op de website van de OR. In 2015 heeft Ron de Ruijter de ondernemingsraad verlaten en is zijn plaats ingenomen door Mark Poel. De andere OR-leden waren: Marieke Vandewal Marjan Teunen Gerrie Reintjens Ron Stevens Robert van Oerle Peter Tillmann (voorzitter) Ludo Cuijpers (vicevoorzitter) Jan Janssen (secretaris) De ondernemingsraad voerde in 2015 vrijwel wekelijks overleg, zowel intern, als met het CvB. Ook een overleg met de Raad van Toezicht heeft plaatsgevonden. Daarnaast heeft de OR aan deskundigheidsbevordering gedaan.
97
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Externe functies leden College van Bestuur Jos Kusters, voorzitter • Voorzitter stuurgroep onderwijs, Agenda commissie Koers voor Zuid Limburg, provincie Limburg (vacatievergoeding) • Bestuurslid Limburg Economic Development (LED) • Bestuurslid De Maatschappij • Bestuurslid Limburgse Werkgevers Vereniging kring Zuid (LWV) • Voorzitter Raad van Toezicht WIJeindhoven (vrijwilligersvergoeding) • Bestuurslid Chemelot Innovation Learning Labs (CHILL) • Voorzitter stuurgroep Techniek Opleidingen Zuid Limburg (TOZL) • Voorzitter Vereniging Kwaliteitsbevordering Bestuurders BeroepsOnderwijs (VKBBO)
Ferno Schneiders, lid • Lid Raad van Toezicht Stichting Jeugdzorg St. Joseph (bezoldigd) • Lid Bestuur Stichting ‘Ieder MBO een Practoraat’ (vanaf 30 juni 2015) (onbezoldigd). Conform de code goed bestuur in het mbo vermelden wij hier ook de criteria, op basis waarvan beoordeeld wordt, of een nevenfunctie voor zowel leden van het College van Bestuur als voor leden van de Raad van Toezicht acceptabel is. De criteria waarop de Raad van Toezicht zijn goedkeuring verleent of onthoudt zijn: a. geen onwenselijke verstrengeling van belangen tussen hoofdfunctie en ne venfunctie; b. de nevenfunctie mag niet leiden tot zodanig tijdsbeslag, dat daardoor de hoofdfunctie in gedrang komt (art. 15.1 uit het bestuursreglement). De criteria, op grond waarvan de toestemming (voor leden van de Raad van Toezicht) kan worden onthouden, zijn gelijk aan de criteria, die gelden voor het College van Bestuur (art. 16.3 uit het bestuursreglement).
98
Externe functies leden Raad van Toezicht Nicole Beuken Hoofdfunctie • Directeur Stichting Pensioenfonds ABP (bezoldigd) Nevenfuncties • Commissaris Rabobank Parkstad Limburg (bezoldigd) • Voorzitter Raad van Toezicht Pensioenfonds Vervoer (bezoldigd)
Marjo Keuzenkamp Hoofdfunctie • Directeur en grootaandeelhouder (DGA) Wysiwyg Consultancy B.V. (bezoldigd)
Jacques Scheres • • • • • • • • • • • • • •
Lid Raad van Bestuur, vertegenwoordiger Europees Parlement European Centre for Disease Prevention and Control ECDC, Stockholm Gasthoogleraar Public Health Genomics National Institute Public Health, Warschau Universitair Medisch Centrum Groningen UMCG, Afd. Med. Microbiologie Gasthoogleraar Public Health Department of International Health, Universiteit Maastricht Lid Raad van Toezicht RegistratieNet Huisartspraktijken RNH, Universiteit Maastricht Penningmeester Nationale Stichting Nederland-Polen Gaude Mater Polonia Voorzitter Management Board EurSafety Healthnet (Antibiotic Resistance and Hospital Infections in border areas between N-Dld-B) Lid Raad van Toezicht Gouverneur Kremers Centrum (Kenniscentrum onderzoek zorg voor mensen met een verstandelijke handicap) Adviseur European Patient Safety Foundation Lid Strategische Beleidsgroep Gezondheid Euregio Maas Rijn Honorary Member European Association of Hospital Managers Voorzitter Committee European Affairs European Association of Hospital Managers Lid Stichtingsraad van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA Lid van de Advisory Council van de Polish Society for Public Health
99
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Frank van Attekum Hoofdfunctie • Management consultant bij Deloitte Nevenfunctie • lid Raad van Toezicht MAASTRO clinic Maastricht (bezoldigd)
Ria Doedel Hoofdfunctie • Directeur WML (bezoldigd) Nevenfunctie • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen Wonen Limburg (bezoldigd)
Yvonne Paulussen Hoofdfunctie • Director of Change Vekoma Rides B.V. (bezoldigd) Nevenfuncties • Lid Klachtencommissie Rubicon Jeugdzorg (bezoldigd) • Lid werkveldcommissie European Studies • Voorzitter Vrouwen@wurfeld
Alita Hidding • • • • • • • • • • •
100
Lid Raad van Toezicht Dichterbij, Gennep (bezoldigd) Lid Raad van Toezicht Vincent van Gogh, Venray (bezoldigd) Lid Raad van Toezicht SGE, Eindhoven (bezoldigd) Lid Raad van Toezicht Meditta, Sittard (bezoldigd) Voorzitter Raad van Toezicht RAP, Heerlen (bezoldigd) Lid Raad van Toezicht GGZ Momentum (bezoldigd) Lid Raad van Toezicht PAMM, Veldhoven (bezoldigd) Bestuurslid Humanitas Maastricht-Heuvelland Raadslid gemeente Valkenburg aan de Geul (bezoldigd) Fractievoorzitter D66 Valkenburg aan de Geul Voorzitter Raad van Toezicht PWH en PWV (Peuterspeelzaalwerk Heerlen en Voerendaal).
Verklaring van het bevoegd gezag Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verplicht het bevoegd gezag tot een verklaring, dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. Leeuwenborgh definieert deze vereisten als volgt: het voldoen aan de zorgplicht informatievoorziening, verstrekken van een onderwijsovereenkomst ofwel praktijkovereenkomst, het melden van voortijdige schooluitval, het in werking hebben van klachtenregelingen met betrekking tot examens en vertrouwenszaken, het voldoen aan de wet Beroepen in het Onderwijs (BIO), alle opleidingen voldoen aan de minimum urennorm, de vrijwillige bijdrage van studenten voldoet aan de normen zoals door JOB gesteld en ten slotte de toegankelijkheid van de opleidingen voor alle potentiële studenten en het daarmee bedienen van studenten uit een aantal specifieke doelgroepen. De informatieplicht vanuit school naar studenten en ouders is verankerd in het onderwijs- en examenreglement van alle opleidingen. Leeuwenborgh hecht aan persoonlijke opvang van studenten (en medewerkers) met vertrouwenszaken of klachten over ongewenst gedrag. Leeuwenborgh spant zich in om ten aanzien van alle docenten te voldoen aan het gestelde in de wet BIO. Voor alle medewerkers staat voldoende budget voor na- en bijscholing ter beschikking. Leeuwenborgh heeft als roc de verplichting om studenten op te leiden tot een dusdanig niveau, dat zij voldoen aan de kwalificatieplicht. Aan alle – potentiële studenten wordt een passend aanbod, dat kan leiden tot diplomering op minimaal niveau 2, aangeboden. De - fysieke - toegankelijkheid van de opleidingen en gebouwen voor – potentiële – studenten uit alle bevolkingsgroepen staat bij Leeuwenborgh hoog in het vaandel. Alle opleidingen van Leeuwenborgh voldoen aan de wettelijke vereisten.
Governance Leeuwenborgh voldoet op alle punten aan de “Branchecode goed bestuur in het mbo” in werking getreden per 1 augustus 2014. De branchecode is opgesteld door de MBO-raad en geldt als lidmaatschapseis.
Goedkeuring De jaarrekening 2015 is door de Raad van Toezicht in aanwezigheid van de accountant besproken. De jaarrekening vormt volgens de verklaring van de accountant een getrouwe weergave van de in 2015 gerealiseerde processen. De jaarrekening en het bestuursverslag over 2015 zijn in de vergadering van de Raad van Toezicht op 6 juni 2016 goedgekeurd en vervolgens in de vergadering van het College van Bestuur van 7 juni 2016 vastgesteld.
101
BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH
Afkortingen AB Ambulante Begeleiding / Ambulante Begeleider AKA ArbeidsmarktgeKwalificeerd Assistent ALC AfdelingsLeerCentrum BBL BeroepsBegeleidende Leerweg BOL BeroepsOpleidende Leerweg BPV BeroepsPraktijkVorming BVE Beroeps- en VolwassenenEducatie BWS Bureau Werk & Stage CFI-DUO Centrale Financiën Instelling / Dienst Uitvoering Onderwijs CHILL Chemelot Innovation and Learning Labs Sector CHTUvV Sector Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verzorging, Veiligheid CIOS Centraal Instituut Opleiding Sportleiders CIVEC Centrum voor Innovatief Vakmanschap Chemie Crebo Centraal register beroepsopleidingen CWI Centrum Werk en Inkomen EIZT Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en Technologie EVC Erkenning van eerder Verworven Competenties FCW Fontys Competentie Wijzer FEZ Financieel Economische Zaken GGD Gemeentelijke GezondheidsDienst HAVO Hoger Algemeen Vormend Onderwijs HBO Hoger BeroepsOnderwijs HRM Human Resources Management ICT Informatie en Communicatie Technologie JOB JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs KBA Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt KvK Kamer van Koophandel LEC Leeuwenborgh ExamenCommissie LED Limburg Economic Development LGF Leerling Gebonden Financiering LVO Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs LWV Limburgse WerkgeversVereniging MBO Middelbaar BeroepsOnderwijs NCW Nederlands Christelijk Werkgeversverbond NT2 Nederlands als Tweede Taal OLC Open LeerCentrum O & O Onderwijs & Organisatie PIW Partners in Welzijn P-D-C-A Plan-Do-Check-Act RM Risicomanagement RMC Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaters ROC Regionaal Opleidingscentrum SMW Schoolmaatschappelijk Werk SVOPL Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen VAVO Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs VMBO Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs VNO Verbond van Nederlandse Ondernemingen VO Voortgezet Onderwijs VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs VSV Voortijdige Schoolverlaters
102
103
104
Ontwerp & opmaak: Teksten: Redactie: Drukwerk:
Ontwerpburo Blend i.s.m. PR & C Leeuwenborgh Financieel Economische Zaken (FEZ) i.s.m. Van Zandvoort Communicatie Financieel Economische Zaken (FEZ) Andi druk
ROC Leeuwenborgh
Centraal adres: Sibemaweg 20 6224 DC Maastricht
Postadres: Postbus 1825 6201 BV Maastricht
Telefoon: Website: E-mail: KvK-nummer:
Wilt u reageren op dit bestuursverslag? Graag. Dat kan via
[email protected]
088-0015000 www.leeuwenborgh.nl
[email protected] 41074030
105
ROC Leeuwenborgh | centraal adres: Sibemaweg 20 • 6224 DC Maastricht postadres: Postbus 1825 • 6201 BV Maastricht telefoon: 088-0015000 website: www.leeuwenborgh.nl e-mail:
[email protected] KvK-nummer: 41074030
106