Begroting 2016 incl. meerjarenramingen 2017-2019
Postbus 2000 3760 CA Soest Bezoekadres Telefax Telefoon Internet E-mail
Raadhuisplein 1 (035) 609 36 89 (035) 609 34 11 www.soest.nl
[email protected]
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 2 van 185
INHOUDSOPGAVE LEESWIJZER .........................................................................................................................................................4 HOOFDSTUK 1 – BESTUURLIJKE INLEIDING ..........................................................................................................5 1.1 1.2 1.3 1.4
AANBIEDING...............................................................................................................................................5 FINANCIËLE POSITIE OP HOOFDLIJNEN ...............................................................................................................5 BELANGRIJKSTE BELEIDSVOORNEMENS ..............................................................................................................6 TE VERNIEUWEN EFFECTINDICATOREN ...............................................................................................................9
HOOFDSTUK 2 – FINANCIËLE POSITIE EN VOORSTELLEN NIEUW BELEID ............................................................ 11 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
FINANCIEEL MEERJARENPERSPECTIEF NA KADERNOTA 2016.................................................................................. 11 MEERJARENPERSPECTIEF 2016-2019 NA AUTONOME MUTATIES .......................................................................... 12 AANVULLENDE VOORSTELLEN BELEIDSINTENSIVERINGEN 2016 .............................................................................. 13 VOORTGANG LOPENDE TAAKSTELLINGEN ......................................................................................................... 15 DE STAND EN HET VERLOOP VAN DE RESERVES EN VOORZIENINGEN ......................................................................... 17 RICHTLIJNEN TOEZICHTHOUDER PROVINCIE UTRECHT .......................................................................................... 18
HOOFDSTUK 3 – BELEIDSBEGROTING ................................................................................................................ 21 3.1. PROGRAMMA’S ........................................................................................................................................ 21 PROGRAMMA 1 – VEILIGHEID ................................................................................................................................ 21 PROGRAMMA 2 – VERKEER EN VERVOER .................................................................................................................. 26 PROGRAMMA 3 – ECONOMIE ................................................................................................................................ 33 PROGRAMMA 4 – NATUUR EN MILIEU ..................................................................................................................... 39 PROGRAMMA 5 – WONEN EN RUIMTELIJKE ORDENING ................................................................................................ 52 PROGRAMMA 6 – ONDERWIJS ............................................................................................................................... 67 PROGRAMMA 7 – ZORG EN WELZIJN ....................................................................................................................... 74 PROGRAMMA 8 – SPORT, RECREATIE, KUNST EN CULTUUR ........................................................................................... 86 PROGRAMMA 9 – BESTUURLIJKE TAKEN .................................................................................................................... 94 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN............................................................................................................................ 105 3.2. A B C D E F G
PARAGRAFEN ......................................................................................................................................... 109 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING.............................................................................................. 109 FINANCIERING ........................................................................................................................................ 115 BEDRIJFSVOERING .................................................................................................................................... 120 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN, INCLUSIEF INVESTERINGSOVERZICHT ................................................................ 130 VERBONDEN PARTIJEN .............................................................................................................................. 141 GRONDBELEID ........................................................................................................................................ 157 LOKALE HEFFINGEN .................................................................................................................................. 168
HOOFDSTUK 4 – BIJLAGEN .............................................................................................................................. 175 4.1 RECAPITULATIESTAAT .................................................................................................................................... 175 4.2 OVERZICHT PROGRAMMA’S PRODUCTEN EN PORTEFEUILLEHOUDERS ......................................................................... 176 4.3 KERNGEGEVENS........................................................................................................................................... 177 4.4 OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN INCLUSIEF TOELICHTING ........................................................................... 178 4.5 OVERZICHT MUTATIES RESERVES EN VOORZIENINGEN ............................................................................................ 182 4.6 OVERZICHT GEPLANDE INVESTERINGEN .............................................................................................................. 183 4.7 OVERZICHT GERAAMDE INCIDENTELE BATEN EN LASTEN ......................................................................................... 184 4.8 OVERZICHT SUBSIDIES ................................................................................................................................... 185
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 3 van 185
LEESWIJZER In deze leeswijzer beschrijven wij voor u de opbouw van de begroting 2016 (incl. meerjarenramingen 2017-2019). Peildatum tekst: de datum van aanbieding aan de gemeenteraad (25/9) is voor de toepassing van toekomstige of verleden tijd leidend. Hoofdstuk 1 is de bestuurlijke inleiding met: de aanbieding (§1.1) financiële positie op hoofdlijnen (§1.2) belangrijkste beleidsvoornemens op hoofdlijnen (§1.3) In hoofdstuk 2 aandacht voor de financiële positie met onder andere: het financieel meerjarenperspectief na kadernota 2016 (§2.1) meerjarenperspectief 2016-2019 na autonome mutaties (§2.2) aanvullende voorstellen nieuw beleid 2016 (§2.3) Hoofdstuk 3 wordt gevormd door de beleidsbegroting, bestaande uit het programmaplan (de programma’s §3.1) en de paragrafen (§3.2). In het programmaplan wordt per programma expliciet ingegaan op de maatschappelijke effecten en de wijze waarop er naar wordt gestreefd die effecten te verwezenlijken. Per programma worden vijf onderdelen toegelicht: A. Omschrijving van het programma Korte beschrijving van het programma, de producten (met de verantwoordelijke portefeuillehouder) en een overzicht van de relevante beleidsdocumenten. B.
Belangrijkste (beleidsmatige) thema’s en accenten Samenvatting van de belangrijkste activiteiten, ontwikkelingen en bestuurlijke aandachtsgebieden in 2016.
C.
Doelstellingen (1e W-vraag) en activiteiten (2e W-vraag) Dit onderdeel beschrijft per product of thema de 1e W-vraag (Wat willen we bereiken?) en de 2e Wvraag (Wat gaan we daarvoor doen?); oftewel de doelstellingen en de te ondernemen activiteiten. Zo is voor de lezer direct het verband tussen beide vragen helder. De aanbevelingen van de raadswerkgroepen ‘vernieuwing 1e W-vraag’ (april 2012) zijn ook in deze begroting 1-op-1 overgenomen, dan wel als richtinggevend voor de uitwerking aangehouden. Tevens zijn de in de kadernota 2016 voorgestelde vernieuwingen effectindicatoren geïmplementeerd.
D.
Wat mag het kosten (3e W-vraag) Hier worden de uitgaven en inkomsten weergegeven. Ook worden verschillen tussen de begroting 2016 en 2015 toegelicht. De raad wijst middelen toe op het niveau van de programmatotalen.
E.
Risicoparagraaf Hier worden per programma de bestuurlijk relevante risico’s weergegeven. De risico’s worden daarnaast als geheel samengebracht in paragraaf A (weerstandsvermogen en risicomanagement).
Bij programma 9 is afzonderlijk het overzicht ‘Algemene dekkingsmiddelen’ opgenomen. De in het ‘Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV)’ voorgeschreven paragrafen geven aanvullende informatie over bijvoorbeeld beleidsuitgangspunten voor beheersmatige activiteiten en lokale heffingen en geven een dwarsdoorsnede van de baten en lasten in de begroting. De paragrafen maken ook inzichtelijk hoe we deze belangrijke zaken borgen in onze bedrijfsvoering. Hoofdstuk 4 bevat een aantal (vooral cijfermatige) bijlagen. In deze begroting worden bedragen veelal afgerond op € 1.000. Hierdoor kan het voorkomen dat de som der delen van de vermelde totalen afwijkt.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 4 van 185
Hoofdstuk 1 – Bestuurlijke inleiding 1.1 Aanbieding Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2016-2019 van de gemeente Soest aan. Als basis voor deze programmabegroting dient het coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen voor een vitale gemeente Soest’. In de kadernota 2016 hebben wij het coalitieakkoord 2014-2018 tegen het licht gehouden en u onze beleidsvoornemens en de financiële uitgangspunten voor 2016 voorgelegd. Op 2 juli 2015 heeft uw raad zich over deze voornemens en uitgangspunten uitgesproken en daarmee de beleidsrichting/-doelen voor de begroting 2016 bepaald. In deze begroting vindt u hiervan de nadere uitwerking. In dit hoofdstuk informeren wij u op hoofdlijnen over de belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten in 2016. Wij zijn verheugd en trots om wederom een sluitende begroting aan u te kunnen voorleggen waarbij tevens van een beheerste woonlastenontwikkeling sprake is.
1.2 Financiële positie op hoofdlijnen In de kadernota 2016 is voor Soest het volgende beeld naar voren gekomen: Na verwerking van de laatste budgettaire effecten rond de kadernota (zie onze brief van 30 juni 2015) laat het meerjarenperspectief 2016-2019 vanaf het jaar 2016 tekorten zien, vooral als gevolg van door het Rijk doorgevoerde kortingen. Door deze ontwikkeling staat het financiële huishoudboekje verder onder druk en is het in evenwicht brengen van de begroting een belangrijk punt van aandacht. Tegen deze achtergrond hebben wij u in de kadernota 2016 de volgende uitgangspunten en voorstellen voorgelegd: a)
Er is richting gegeven aan de beleidsmatige kaders en financiële uitgangspunten. Daarnaast
b)
Voor het resterende tekort bereiden wij nadere dekkingsvoorstellen voor en leggen deze
hebben wij de gewenste beleidsintensiveringen aan u voorgelegd. voorstellen in de programmabegroting 2016-2019 aan u voor. Bij de behandeling van de kadernota 2016 heeft u zich in meerderheid met deze uitgangspunten en voorstellen kunnen verenigen. Reden om de door ons voorgestelde beleidsintensiveringen in deze begroting ter definitieve besluitvorming aan u voor te leggen (zie hoofdstuk 2). De noodzaak om in deze begroting dekkingsvoorstellen aan u voor te leggen is komen te vervallen. Zoals eerder door ons aangegeven zijn binnen het Sociaal Domein budgettaire neutraliteit en het ontschotten van de financiën voor ons belangrijke uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn niet alleen nu maar ook met de teruglopende rijksbudgetten voor de komende jaren van belang. De toepassing van deze uitgangspunten leidt tot de conclusie dat financiële afwijkingen, positief dan wel negatief, binnen de grenzen van het Sociaal Domein dienen te worden opgelost. En dat geldt uiteraard ook voor het eerder gepresenteerde nadelige structurele effect BUIG, incl. vangnetregeling. Het gevolg hiervan is dat de financiële uitgangssituatie t.o.v. de kadernota 2016 wijzigt en er van een structureel tekort geen sprake (meer) is. In hoofdstuk 2 laten we zien welke financiële effecten optreden, maken het actuele financiële kader voor u inzichtelijk en lichten dit verder toe. Uit deze begroting blijkt o.m. dat: a.
Er geen ombuigingsmaatregelen noodzakelijk zijn om tot een sluitende begroting te komen.
b.
De financiële ruimte toereikend is om de gewenste beleidsintensiveringen te realiseren.
c.
Er van een beheerste woonlastenontwikkeling sprake is.
d.
De financiële uitgangssituatie gedegen kan worden genoemd.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 5 van 185
1.3 Belangrijkste beleidsvoornemens Deze programmabegroting geeft een vervolg aan de opgaven die wij, als college, ons gesteld hebben in het akkoord ‘Samen voor een vitale gemeente Soest’ – opgaven die we als gemeente niet alleen kunnen realiseren. We hebben daar onze inwoners, bedrijven en instellingen steeds harder bij nodig. De samenwerking tussen gemeente en samenleving verschuift steeds meer van ‘participeren op verzoek van de gemeente’ naar ‘de gemeente participeert in de samenleving’. Wij zijn de zoektocht begonnen naar een nieuw evenwicht binnen onze gemeenschap en een herwaardering van onze relaties. We blijven ons sterk maken voor een vitale, financieel sterke gemeente waar het goed wonen, werken en samenleven is en waar we oog hebben voor elkaar. Een veilige gemeente Soest is een prachtige gemeente en we streven ernaar dat jong en oud hier prettig wonen, recreëren en werken. Een belangrijk aspect van prettig wonen is dat inwoners zich veilig voelen in hun eigen huis, straat en omgeving. Het versterken van de veiligheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van gemeente en inwoners. Met een adequate invulling zien wij kansen om de veiligheid in Soest te versterken door initiatieven als Burgernet, de Signaleringsteams en project ‘Waaks’. Aankomend jaar gaan we aan de slag met het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018. Dit beleid is afgestemd op de landelijke, regionale en lokale prioriteiten. De belangrijkste accenten liggen op het terugdringen van woninginbraken en de aanpak van jongerenoverlast. Ook brandveiligheid is een aandachtspunt. Bereikbaar Soest Zowel inwoners als toeristen en recreanten zijn gebaat bij een goede bereikbaarheid van onze gemeente. Aankomende jaren gaan we hier dan ook veel in investeren. Hoog op de agenda staat project Stationsontwikkeling Soest-Zuid. Na besluitvorming over een voorkeursvariant door college en raad wordt deze na goedkeuring van de regio en ProRail in 2016/2017 gedetailleerder uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp. Ook voor de aanpak van het kruispunt Soesterbergsestraat/Ossendamweg geldt dat de door de raad vast te stellen combinatie van maatregelen in 2016/2017 in meer detail wordt uitgewerkt na goedkeuring van de regio. In het pakket zijn ook maatregelen op de Birkstraat/Vondellaan, PC Hooftlaan, Bartolottilaan/Van Beuningenlaan en Foekenlaan/Den Blieklaan betrokken. Gezonde economische ontwikkeling Het dal van de economische crisis lijkt achter ons te liggen. Wellicht nog niet voor alle bedrijven, maar de eerste positieve ontwikkelingen zijn zichtbaar. Het op peil houden van het Soester ondernemersklimaat blijft echter belangrijk evenals het bieden van kansen aan ondernemers om weer te groeien. De opening van het Nationaal Militair Museum (NMM) heeft in ieder geval een enorme impuls gegeven aan de toeloop van toeristen en recreanten. De verwachting is dan ook dat ondernemers hier profijt van hebben of krijgen. Aankomende jaren moeten Soest en Soesterberg stevig op de kaart worden gezet als recreatieve en toeristische trekpleisters. Om ondernemers en de detailhandel te ondersteunen wordt aankomend jaar een nieuw detailhandelsbeleid vastgesteld. Het verbinden en faciliteren van ondernemers en ondernemersverenigingen is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Het onderhouden van goede contacten met ondernemers is essentieel. Zo weten wij wat er speelt bij ondernemers en kunnen ondernemers makkelijk en direct de gemeente aanspreken. Ook moedigen wij hen aan ook regionale samenwerkings-verbanden aan te gaan, omdat hier veel voordelen uit te behalen zijn. We ondersteunen initiatieven van individuele ondernemers en moedigen hen ook aan om initiatieven bij ons aan te dragen. Uitgangspunt bij bovenstaande maatregelen en ontwikkelingen is het op peil houden en indien mogelijk stimuleren van het Soester economische klimaat. Groen en duurzaamheid Er ligt een taakstelling op het groenonderhoud in onze gemeente. Inwoners hebben meegedacht en – gepraat hoe deze bezuiniging het best kan worden vormgegeven. Aankomende maanden wordt alle input
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 6 van 185
verwerkt en een definitief plan opgesteld wat betreft de groenbezuinigingen. De hoeveelheid openbaar groen blijft echter gehandhaafd en verwacht wordt dat de waardering voor het openbaar groen in de buurt gelijk blijft. Naar verwachting wordt eind 2015 een nieuw Duurzaamheidsplan aan de raad aangeboden. Na een intensief participatietraject en extra bijeenkomsten met de raad is gebleken dat duurzaamheid bij uitstek een verbindend en integraal thema is binnen alle beleidsvelden van een gemeentelijke organisatie. De komende jaren worden onder andere duurzame initiatieven vanuit de samenleving gestimuleerd en gefaciliteerd, zetten we in op natuur- en milieucommunicatie en geven we uitvoering aan de taken en verplichtingen die voortkomen uit het Energieakkoord voor Duurzame Groei. Aankomend jaar werken we het Regionaal Afvalbeleidsplan verder uit. Belangrijkste doelstelling is het terugdringen van de hoeveelheid afval en het zo goed mogelijk scheiden van afval. De pilot ‘omgekeerd inzamelen’ vindt in 2016 plaats en is bedoeld om inwoners nog beter afval te laten scheiden waardoor uiteindelijk ook minder restafval overblijft. De input van inwoners bij deze pilot is van groot belang. Ruimtelijke ontwikkeling Er gebeurt veel op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling in Soest aankomende jaren. Dit draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit van Soest en Soesterberg. In 2016 wordt gewerkt aan diverse bestemmingsplannen, variërend van groot (Masterplan-bestemmingsplannen Soesterberg-Noord, Evenemententerrein, Oude Tempel) tot klein (diverse initiatieven in zowel landelijk als stedelijk gebied). Opvallend is de grote stroom aan particuliere verzoeken, waarvoor diverse postzegelbestemmingsplannen en wijzigingsplannen in procedure worden gebracht. In 2016 wordt gewerkt aan een Visie voor de Kernrandzone, waardoor een combinatie van woningbouw en natuurlijke ontwikkeling mogelijk wordt. Bij de uitwerking van de Cultuurhistorische waardenkaart zijn de uitgangspunten deregulering en burgerparticipatie. We zetten hier vooral in op bewustwording en inspiratie, waardoor in de ruimtelijke plannen beter rekening wordt gehouden met cultuurhistorie. Dit komt de kwaliteit uiteindelijk ten goede. Aankomend jaar gaan we ook verder met de ‘pilot Omgevingsplan’. Uitgangspunt is het vereenvoudigen en bundelen van de regels voor ruimtelijke projecten. Zo wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. Net als veel andere gemeenten heeft Soest op dit moment heel veel bestemmingsplannen. In deze plannen staat waarvoor een stuk grond of een gebouw mag worden gebruikt. Hiervoor in de plaats komt 1 omgevingsplan voor het hele gebied. Dit betekent minder regels en meer samenhang. Tot nu toe is kostenneutraal gewerkt binnen de pilot Omgevingsplan. De realiteit is dat hiermee door gebrek aan capaciteit te weinig voortgang wordt gemaakt. Voorgesteld wordt om budget vrij te maken (schatting ongeveer € 30.000). Door nu te investeren in het opstellen van een Omgevingsplan, ontlopen we, tot vaststelling van de Omgevingswet, de verplichting om tienjaarlijks de bestemmingsplannen te actualiseren. Er wordt hard gewerkt om van Soesterberg-Noord, waar om dit moment nog veel bedrijven gevestigd zijn, een aantrekkelijke woonomgeving te maken met nieuwe woningbouw op de voormalige vliegbasis Soesterberg. Om dit mogelijk te maken is Soesterberg-Noord aangemeld voor de Crisis- en Herstelwet. De afgelopen jaren is er intensief gewerkt aan het voorontwerp-bestemmingsplan om uiteindelijk tot een nieuw bestemmingsplan voor Soesterberg-Noord te komen. Soest behoort inmiddels tot een van de koplopers onder de Nederlandse gemeenten op het gebied van het implementeren van de Crisis- en Herstelwet, iets waar we enorm trots op mogen zijn. Onder andere het Ministerie van Infrastructuur en Milieu doet door Soest praktijkervaring op wat vervolgens verwerkt kan worden als nieuwe kaders binnen de Omgevingswet. De Crisis- en Herstelwet heeft Soest de mogelijkheden geboden om, in samenwerking met de gevestigde bedrijven in Soesterberg-Noord, de aanwezige milieuhindercirkels terug te dringen waardoor transformatie naar een mooie woonwijk mogelijk is.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 7 van 185
Onderwijs De doelstellingen die genoemd zijn in de Onderwijsvisie blijven ook in 2016 als vanzelfsprekend erg belangrijk. Het beleid richt zicht vooral op het terugdringen van taal- en ontwikkelingsachterstanden. We investeren in de vroegtijdige signalering van ontwikkelingsachterstanden in de jeugdgezondheidszorg, voor- en vroegschoolse programma’s in peuterspeelzalen en extra taallessen in het primaire onderwijs. In 2015 is in samenwerking met de gemeente Leusden het leerlingenvervoer aanbesteed, waardoor we kosten hebben bespaard. In 2016 wordt bekeken of er nog efficiënter gewerkt kan worden waardoor er een grotere besparing mogelijk is. Het reguliere peuterspeelzaalwerk, met een gemeentelijk subsidiebedrag van jaarlijks € 463.000 vervalt per 1 januari 2017. Bink voert het peuterspeelzaalwerk in opdracht van de gemeente uit. Een aantal van de peuterspeelzalen biedt voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan. Het VVE werk willen we voortzetten door hiervoor de rijksmiddelen in te zetten en ons vooral te richten op het wegwerken van achterstanden bij de doelgroepkinderen. Op voorhand is een budget van € 80.000 uitgetrokken voor het voorkomen van ongewenste effecten. In de komende maanden werken we de uitgangspunten nader uit in overleg met betrokkenen. De rijksbijdrage voor het onderwijskansenbeleid wordt de komende jaren gecontinueerd, waarbij het kabinet vooral wil inzetten op een verdere structurele kwaliteitsverhoging binnen de voorschoolse voorzieningen. Vooruitlopend op de plannen van het rijk om de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang per 2018 in te laten gaan heeft de gemeenteraad besloten om het peuterspeelzaalwerk zoals Soest dat als vanouds kent per 2017 om te vormen tot peuteropvang. Hierbij behoudt de gemeente de verantwoordelijkheid om VVE aan te bieden. 2016 wordt gezien als overgangsjaar om de precieze invulling per 2017 samen met het beleidsveld vorm te geven. Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ De veranderingen in de zorg raken ons allemaal, zowel gemeente, inwoners als professionals. Dit blijkt ook uit het participatietraject dat in 2015 doorlopen is. De transformatie die na de transities in het Sociaal domein op een natuurlijk manier ontstaan is, lijkt een continu proces te worden: ideeën worden geboren, uitgewerkt, geïmplementeerd en weer bijgesteld indien nodig. Beleidsmatig betekent dit dat het ‘Beleidsplan Sociaal domein’ geen vaststaand document is dat op een bepaalde datum klaar is, maar een document in uitvoering met ruimte voor aanpassingen. De transformatie zorgt geleidelijk voor echte integraliteit binnen het brede Sociaal domein. Het uitgangspunt blijft zelfredzaamheid door inwoners en daar waar de eigen kracht tekort schiet de gemeente in beeld komt. De ervaringen die we in 2015 hebben opgedaan, willen we benutten voor een doorontwikkeling in 2015-2016 vanuit de denkrichting ‘een huishouden, een regisseur, een plan’. Sport en cultuur De ‘Visie Sport en bewegen 2013-2016’ wordt in 2016 verder opgepakt. Twee belangrijke doelstellingen blijven de structurele besparing op het beleidsterrein sport van € 500.000 met ingang van 1 januari 2016 en investeren in het wegwerken van achterstanden in het onderhoud van sportaccommodaties. De opgelegde taakstelling vraagt ook in 2016 de nodige beleidsvorming, uitwerking en implementatie. We vinden het belangrijk dat kinderen uit gezinnen met een laag inkomen toch de kans krijgen om deel te nemen aan sport- en cultuuractiviteiten en continueren daarom in 2016 het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds. Gemeentelijke accommodaties In onze gemeente staan veel gebouwen met een publiek-maatschappelijke functie. Die worden gebruikt voor activiteiten op het gebied van sport, cultuur, buurt- en welzijnswerk, onderwijs en zorg. Sommige van deze accommodaties zijn eigendom van de gemeente. Onderhoud van deze accommodaties kost veel geld en het is geen gemeentelijke kerntaak. Toch maken wij ons sterk voor een rijk en toekomstbestendig voorzieningenaanbod in Soest. Dat maakt een gemeente juist een aantrekkelijke gemeente waar inwoners
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 8 van 185
met plezier wonen. Op basis van gesprekken met gebruikers/verhuurders hebben wij nu een duidelijk beeld van de wensen. Deze wensen worden meegenomen in de afwegingen bij het opstellen van verbeterplannen. De eerste hiervan zijn in 2016 afgerond. Voor de gemeentelijke accommodaties in Smitsveen en Overhees wordt, in samenspraak met Sport en Onderwijs, een integrale visie uitgewerkt. Er wordt gekeken ook direct gekeken naar eventuele consequenties (kansen en bedreigingen) voor de overige accommodaties in onze gemeente. Daarnaast wordt gewerkt aan de visie op binnensportaccommodaties. De uitkomsten van de gesprekken met de schoolbesturen alsmede de visie op binnensport, zijn belangrijk voor het opstellen van de verbetervoorstellen voor de accommodaties in Smitsveen en Overhees. De visie op binnensport is eind 2015 gereed, waarna wij in 2016 tot concrete voorstellen kunnen komen. Bestuurlijke vernieuwing De samenleving verandert en inwoners, bedrijven, maatschappelijke instellingen, vrijwilligersorganisaties willen steeds meer invloed uitoefenen op hun leefomgeving. De raad is zich bewust van de veranderde verhoudingen en onderstreept het belang van burgerparticipatie. De ene situatie leent zich echter beter voor grote burgerbetrokkenheid en een kleinere rol van de overheid dan de andere. Dit vraagt om maatwerk. In 2016 staan we daarom nadrukkelijk stil bij onze rolinvulling en hoe we dit het samenspel met de samenleving vormgeven.
1.4 Te vernieuwen effectindicatoren In de begroting 2015 hebben wij u geïnformeerd dat de vorm waarin tot nu toe het onderzoek/burgerpeiling van ‘Waarstaatjegemeente.nl’ is uitgevoerd, verdwijnt en dat deze verandering gevolgen heeft voor de effectindicatoren zoals door de raadswerkgroepen ‘vernieuwing 1e W-vraag’ in april 2012 zijn aanbevolen. In de kadernota 2016 hebben we hiervan de gevolgen op een rijtje gezet en t.b.v. de begroting 2016 alternatieve indicatoren voorgesteld. Deze indicatoren zijn in de nu voorliggende begroting geïmplementeerd. Binnen ieder thema van de monitor ‘Waarstaatjegemeente’ is een vraag gesteld waarin burgers hun totaaloordeel moeten geven. In totaal gaat het om 5 vragen. In de uitwerking hebben we naast de score van Soest ook de landelijke score vermeld. Onder ‘landelijke score’ in dit verband te verstaan: referentiegegevens van 19 gemeenten met 25.000-50.000 inwoners die in 2014 aan de burgerpeiling hebben meegedaan. De streefwaarden voor de jaren 2016 en 2017 zijn niet ingevuld. Wij rekenen dit tot de kaderstellende rol van de raad. Hierbij tekenen wij aan dat naar onze opvatting de uitwerking van deze streefwaarden in principe dient te zijn gebaseerd op het bestaande beleid en de daarover afgesproken inspanningen, resp. middeleninzet. Is een intensivering van het bestaande beleid gewenst, dan dient de middeleninzet daarop eveneens te worden afgestemd. Graag nodigen wij u uit om een vervolg te geven aan deze vernieuwende exercitie. Uiteraard willen wij u hierbij graag faciliteren. Als suggestie denken wij aan een of meerdere bijeenkomsten om inhoudelijk van gedachten te wisselen over de te bepalen streefwaarden.
Burgemeester en wethouders van Soest 22 september 2015
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 9 van 185
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 10 van 185
Hoofdstuk 2 – Financiële positie en voorstellen nieuw beleid 2.1
Financieel meerjarenperspectief na kadernota 2016
Bij de behandeling van de kadernota 2016 heeft u zich in meerderheid met de door ons voorgestelde beleidsintensiveringen kunnen verenigen. De financiële effecten van de in de kadernota 2016 opgenomen informatie en voorstellen zijn in tabel 1 samengevat. De voorgestelde beleidsintensiveringen (zie kadernota 2016 voor toelichting/onderbouwing) worden aansluitend in tabel 1a samengevat.
Tabel 1 - FMP na kadernota 2016 (bedragen x € 1.000) begroting 2016
meerjarenraming 2017
2018
2019
(- = nadelig/tekort) Actueel meerjarenperspectief na mutaties voorjaarsnota 2015
236
90
-130
-130
-790
-790
-790
-790
a) Rijksbeleid (informatie in kadernota 2016): - structureel effect BUIG - algemene uitkering, jaarschijf 2019
-11
b) Aanbesteding leerlingenvervoer (informatie in kadernota 2016)
100
100
100
100
c) Beleidsintensiveringen (netto) (voorstellen in kadernota 2016)
-372
-126
-74
-56
200
200
200
200
-626
-526
-694
-687
(zie specificatie in tabel 1a hieronder) d) Rijksbeleid (zie informatie in antwoordbrief van 30 juni) - structureel effect BUIG
Financieel meerjarenperspectief na kadernota 2016
Tabel1a - Voorgesteld nieuw beleid in kadernota 2016 (bedragen x € 1.000) begroting 2016
meerjarenraming 2017
2018
2019
(- = nadelig/tekort) programma 2 Verkeer en Vervoer - achterstallig onderhoud wegen
-2.000
- reconstructie Lange Brinkweg
-1.000
- onderhoud bruggen - dekking punten 1 en 2 uit Investeringsfonds
-31
0
-18
0
-6
-6
3.000
programma 4 Natuur en Milieu - bomenstructuur Birkstraat (3 x € 60.000)
-180
programma 5 Wonen en Ruimtelijke Ordening - nieuwe omgevingsplan
-30
programma 9 Bestuurlijke taken - jeugdlintje
-11
-6
- digitale dienstverlening
-70
-70
- mobiele devices: vervanging, onderhoud, beheer
-50
-50
-50
-50
-372
-126
-74
-56
Totaal van de voorstellen in de kadernota 2016
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 11 van 185
2.2
Meerjarenperspectief 2016-2019 na autonome mutaties
Uitgangspunten ramingen 2016-2019 Zoals in de kadernota 2016 voorgesteld, zijn bij de overige autonome aanpassingen de volgende uitgangspunten gehanteerd: Inflatie/loonontwikkeling Ramingen over de te hanteren indicatoren voor prijs- en loonontwikkeling (inclusief de trendmatige verhoging van de gemeentelijke belastingen) zijn met name gebaseerd op de informatie zoals deze via de meicirculaire naar ons is gekomen. Bij het opstellen van de detailbegrotingen per afdeling is in beginsel - net als in de periode 2010 t/m 2015 – uitgegaan van de nullijn. Door middel van een stelpost prijsontwikkelingen kunnen onontkoombare prijsstijgingen in beperkte mate worden opgevangen. Rente Voor 2016 e.v. hanteren we de navolgende renteniveaus: -
rente (nieuwe) investeringen: 3,0%
-
rente boekwaarden grondexploitatie: 3,0%
-
rente eigen financieringsmiddelen (reserves): 0,8% (op basis van prognose inflatie zoals geschetst in de meicirculaire 2015) met uitzondering van de in de nota Reserves en Voorzieningen 2013 (blz. 13) beschreven uitzonderingen.
Belastingen, heffingen en leges Bij de onroerendezaakbelastingen en de hondenbelasting gaan we uit van een trendmatige tariefstijging (zie hiervoor bij inflatie). Bij heffingen/rechten (zoals de afvalstoffenheffing, rioolheffing, leges e.d.) wordt het principe van 100% kostendekkendheid gevolgd, rekening houdend met uitspraken en besluiten die daarover zijn genomen. Uitkomsten meicirculaire 2015 In onze brief van 10 juni 2015 hebben wij u over de budgettaire effecten van de meicirculaire 2015 geïnformeerd. Deze effecten zijn in tabel 1 opgenomen. Financiële uitgangssituatie t.o.v. de kadernota 2016 gewijzigd In het coalitieakkoord 2014-2018 is als uitgangspunt geformuleerd dat de budgetten die hiervoor vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld (uiteindelijk) toereikend moeten zijn voor de structurele financiering van het sociaal domein. In het verlengde hiervan hebben we in de Kadernota 2016 opgemerkt dat dit uitgangspunt met zich meebrengt dat de (financiële) schotten tussen de verschillende pijlers (jeugd, WMO, participatie/werk) komen te vervallen. Hierdoor is een integrale afweging mogelijk binnen het brede spectrum van het sociaal domein, waarbij naar onze overtuiging de zorgvrager centraal dient te staan. In de huidige meerjarenbegroting (2015-2018) zijn deze uitgangspunten nog niet volledig gehanteerd. Opvallende uitzonderingen betreffen de nu in de begroting geraamde tekorten voor de RWA (in 2016 € 291.000) en de BUIG (bijstand; € 590.000 structureel). Vooralsnog schatten we in dat het om een totaalbedrag van ca. € 1 miljoen zal gaan. Overeenkomstig de vastgestelde uitgangspunten stellen wij voor om dit bedrag alsnog onder te brengen in het sociaal domein. Wij achten dit ook vanuit financieel oogpunt verantwoordt, nu de prognose voor het lopende jaar 2015 (opnieuw) een substantieel overschot laat zien op het WMO-budget. We zien hier duidelijk de vruchten van een al jaren geleden ingezet beleid, waarbij gestart is met vraaggericht werken (kijkend naar eigen kracht) en het efficiënt inkopen en verstrekken van de (‘oude’) WMO-voorzieningen (vervoer, wonen, huishoudelijke hulp). Met name de besluitvorming rond de kerntakendiscussie (2012) is hierbij van cruciale betekenis geweest.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 12 van 185
Wel moeten we hierbij in ogenschouw nemen dat er nog geen valide uitspraak kan worden gedaan over het uitgavenverloop bij de nieuwe WMO-taken en het taakveld Jeugd. Dit inzicht zal zich de komende jaren moeten ontwikkelen. Voorzichtigheid is ook geboden vanwege het feit dat de rijksbudgetten de komende jaren verder zullen dalen. Met het oog hierop stellen wij voor om het verwachte overschot Sociaal Domein in 2015 te reserveren voor het sociaal domein (boven op de al gereserveerde € 2 miljoen). We komen hier bij de najaarsnota 2015/jaarrekening 2015 op terug. Mocht te zijner tijd blijken dat de rijksbudgetten toch niet toereikend zijn, dan zijn we in staat om eventuele tekorten vanuit de aangevulde buffer te dekken. Hiermee houden we bovendien rust en ruimte om zo nodig passende structurele maatregelen te nemen. Op deze wijze onderstrepen we nog eens dat we onze uitspraak ‘In Soest valt niemand buiten de boot’ gestand willen doen. Hoewel de principes van ontschotting breed worden onderschreven, achten wij het wel gewenst om een aantal regels met elkaar af te spreken. Voor deze uitwerking nemen wij het initiatief, gericht op concretisering t.b.v. de begroting 2017. Wijzigingsvoorstel bufferreserve In aansluiting op het voorgaande leggen wij u het navolgende wijzigingsvoorstel t.a.v. de bufferreserve voor. Deze bufferreserve is bij de kadernota 2015 ingesteld om een zachte landing mogelijk te maken bij de decentralisaties binnen het sociaal domein, alsmede ter dekking van verwachte incidentele begrotingstekorten. Wij stellen voor de laatst genoemde dekking te laten vervallen en deze reserve exclusief voor het sociaal domein te bestemmen. Tevens stellen we voor de naam bufferreserve te wijzigen in ‘reserve Sociaal Domein’ alsmede te besluiten dat vanaf 2015 tekorten en overschotten binnen het sociaal domein worden onttrokken aan dan wel zullen worden gestort in deze reserve. In het 2e kwartaal van 2017 (vermoedelijk bij de kadernota 2018) denken wij voldoende gegevens te hebben om geïnformeerd een standpunt over de gewenste hoogte van de reserve in te nemen. Overige autonome aanpassingen Elk jaar wordt in de nieuwe begroting het bestaande beleid doorgerekend en geactualiseerd vanwege autonome ontwikkelingen (zoals rente-, loon- en prijsontwikkeling) en andere mutaties van bestaand beleid. In afwachting en onder voorbehoud van instemming is de voorgestelde € 20.0000 t.b.v. vv ‘t Vliegdorp in deze cijfers verwerkt. Deze aanpassingen zijn in tabel 2 samengevat.
Tabel 2 - Financiële consequenties autonome mutaties (bedragen x € 1.000) begroting 2016
meerjarenraming 2017
2018
2019
(- = nadelig/tekort) Financieel meerjarenperspectief na kadernota 2016
-626
-526
-694
-687
Herschikking Sociaal Domein (zie toelichting hiervoor)
1.000
1.000
1.000
1.000
Overige autonome mutaties (zie toelichting hiervoor)
-206
-274
-161
-21
Meerjarenperspectief na doorrekening autonome mutaties
168
200
145
292
2.3
Aanvullende voorstellen beleidsintensiveringen 2016
Hart van de Heuvelrug Er is een Programmateam onder leiding van een onafhankelijke Programmasecretaris welke voor de coördinatie, afstemming en het secretariaat zorgt. De kosten van het Programmateam (m.n. kosten inhuur secretaris en ondersteuner, daarnaast ook kosten voor drukwerk, zaalhuur etc.) worden jaarlijks begroot en komen – conform vastgestelde afsprakenkader - o.b.v. nacalculatie voor rekening van de 3 partijen,
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 13 van 185
ieder voor 1/3e. De jaarlijkse kosten zijn op € 150.000 begroot. Voor Soest betekent dit € 50.000. Deze kosten zijn voorzien tot 2025 (einde van het contract). Kernrandzone De op 4 februari 2013 vastgestelde Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) biedt gemeenten de mogelijkheid in stedelijke uitloopgebieden (de kernrandzones) nieuw beleid te ontwikkelen voor het mogelijk maken van nieuwe stedelijk gelieerde functies. Gemeenten moeten hiervoor een visie opstellen waarin kwaliteitsverbetering voorop staat. De gemeenteraad is in de Ontmoeting van 12 februari 2015 geïnformeerd over het instrument Kernrandzone. Een raadsvoorstel betreffende het opstellen van een visie is aan uw raad aangeboden. In 2016 en 2017 gaat het om het opstellen van een Visie Kernrandzone en, in het kielzog daarvan, het behandelen van de eerste initiatieven in het Soesterveen. De kosten voor 2016 en 2017 worden geschat op totaal € 86.000. Verwacht wordt, dat de behandeling van initiatieven van 2018 en later kan worden ondergebracht in de reguliere werkzaamheden. Structuurvisie Wij stellen u voor om de komende periode een Structuurvisie voor het grondgebied van Soest op te stellen. De huidige Structuurvisie (2009) is verouderd en biedt geen goede basis voor anterieure overeenkomsten: een anterieure overeenkomst heeft tot doel het vastleggen van afspraken tussen een gemeente en een particuliere partij over het ontwikkelen (bebouwen) van een bepaald perceel. Hierdoor is het nu lastig om kosten te verhalen op initiatiefnemers. Daarnaast is het in het kader van de komende Omgevingswet een integraal ruimtelijk kwaliteitskader zeer gewenst om individuele initiatieven goed te kunnen afwegen. De verwachting is namelijk dat er geen grote bestemmingsplannen meer in procedure worden gebracht, maar dat per individueel verzoek een procedure wordt gestart. Het is dan goed dat individuele verzoek in een breder kader af te wegen. De Tweede Kamer heeft bij behandeling van de omgevingswet een amendement aangenomen waarin de gemeentelijke structuurvisie verplicht wordt gesteld. Daarbij is overwogen dat de omgevingsvisie integraal is en de strategische keuzes bevat voor de lange termijn welke wordt uitgewerkt in het omgevingsplan en omgevingsprogramma’s. Een omgevingsvisie daagt burgers en bedrijven uit deze visie mede gestalte te geven. Het is daarmee een essentieel instrument in de overstap van toelatings-planologie naar uitnodigingsplanologie. Een voordeel van een nieuwe structuurvisie is ook dat deze ‘gebiedsgericht’ kan worden opgesteld, zodat initiatiefnemers deze makkelijker (digitaal) kunnen raadplegen. Een duidelijke omgevingsvisie kan ontwikkelingsplanologie ondersteunen. Een gemeente brede Structuurvisie voor Soest is iets anders dan de visie kernrandzone die gericht is op een specifiek ruimtelijk doel, namelijk het ontwikkelen van groene kwaliteit en recreatieve paden door toevoeging van een beperkt aantal woningen aan een specifiek gebied. Er is hier sprake van ruimtelijke samenhang tussen de ‘verdienlocatie’ en de realisering van extra ruimtelijke kwaliteit. Het instrument ‘visie kernrandzone’ komt voor uit de provinciale ruimtelijke verordening(PRV), de structuurvisie uit de Wro. Een structuurvisie kan compact danwel uitgebreid worden vormgegeven. Bij het opstellen van het Plan van Aanpak zullen wij lering trekken uit de pilot ‘Omgevingsvisie’ van het Ministerie. Het opstellen van een Structuurvisie is een extra opgave die niet past niet binnen de huidige formatie, de werkvoorraad is hoog in verband met reguliere werkzaamheden en projecten. Wij verzoeken u een budget vrij te maken van € 25.000 om in 2016 een start te kunnen maken met een Plan van Aanpak (inclusief gedetailleerde kostenraming), gevolgd door de eerste vervolgstappen die uit dat PvA blijken. Wij stemmen uiteraard het Plan van Aanpak met u af, zodat het budget efficiënt en effectief wordt besteed.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 14 van 185
Harmonisatie peuterspeelzaalwerk Vooruitlopend op de plannen van het rijk om de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang per 2018 in te laten gaan heeft de gemeenteraad besloten om het peuterspeelzaalwerk zoals Soest dat als vanouds kent per 2017 om te vormen tot peuteropvang. Hierbij behoudt de gemeente de verantwoordelijkheid om VVE aan te bieden. 2016 wordt gezien als overgangsjaar om de precieze invulling per 2017 samen met het beleidsveld vorm te geven. De decentralisatie-uitkering peuterspeelzaalwerk wordt gebruikt om de kosten gemoeid met de harmonisatie te dekken. Deze uitkering peuterspeelzaalwerk die door het rijk wordt voortgezet tot 2018 werd tot op heden toegevoegd aan de algemene reserve omdat er steeds voldoende middelen beschikbaar waren om het peuterspeelzaalwerk te bekostigen. Om de (extra) kosten te dekken die gemoeid zijn met de harmonisatie wordt de harmonisatieuitkering peuterspeelzaalwerk in 2016 en 2017 deels ondergebracht bij het peuterspeelzaalbudget. Het voorstel is om van de € 87.000 die de gemeente jaarlijks door het rijk ontvangt in de vorm van een decentralisatie-uitkering voor 2016 € 42.000 en voor 2017 € 52.000 vanuit de algemene middelen aan het budget peuterspeelzaalwerk toe te voegen. De voorgestelde aanvullende beleidsintensiveringen worden hierna in tabel 3 samengevat.
Tabel 3 - FMP na aanvullende voorstellen beleidsintensiveringen (bedragen x € 1.000) begroting 2016
meerjarenraming 2017
2018
2019
(- = nadelig/tekort) Meerjarenperspectief na doorrekening autonome mutaties
168
200
145
292
- programmateam Hart van de Heuvelrug
-50
-50
-50
-50
- Kernrandzone
-43
-43
- Structuurvisie
-25
95
242
programma 5 Wonen en Ruimtelijke Ordening
programma 6 Onderwijs - Harmonisatie peuterspeelzaalwerk
Meerjarenperspectief inclusief aanvullende voorstellen nieuw beleid
-42
-52
8
55
Uit deze begroting blijkt o.m. dat: a.
Er geen ombuigingsmaatregelen noodzakelijk zijn om tot een sluitende begroting te komen.
b.
De financiële ruimte toereikend is om de gewenste beleidsintensiveringen te realiseren.
c.
Er van een beheerste woonlastenontwikkeling sprake is.
d.
De financiële uitgangssituatie gedegen kan worden genoemd.
2.4
Voortgang lopende taakstellingen
Voor het beoordelen van de financiële positie is het belangrijk om te weten of de opgelegde taakstellingen in het afgesproken jaar of tijdvak ook daadwerkelijk worden gerealiseerd, dan wel dat realisatie aannemelijk wordt gemaakt. Omdat er sprake dient te zijn van een reëel perspectief dat de nagestreefde financiële effecten zullen worden gehaald, wordt hierna de stand van zaken weergegeven over de belangrijkste nog openstaande taakstellingen die voortvloeien uit kerntakendiscussie (begroting 2013) en de besluiten bij de vaststelling van de begroting 2015.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 15 van 185
Begroting 2013 (kerntakendisscussie) WMO-verstrekkingen en - beleid In de begroting 2013 (onderdeel beleidsvoornemens: voorstellen kerntakendiscussie) is voor de WMO besloten de volgende taakstelling te realiseren: € 200.000 (2013), € 500.000 (2014) en € 700.000 (vanaf 2015). Nadien is besloten deze taakstelling als volgt te verlagen: Aanpassing i.v.m. korting van het Rijk op het gebied van huishoudelijke hulp (opheffen overlap/dubbeling). Bijstelling taakstelling met € 150.000 (vanaf 2015). Zie begroting 2014. Aanpassing met € 100.000 i.v.m. lagere kosten indicering m.i.v. 2014 (zie voorjaarsnota 2014) De financiële gevolgen van deze bijstellingen op de oorspronkelijke taakstelling worden hierna weergegeven: (bedragen x € 1.000) omschrijving
Oorspronkelijke taakstelling Wmo
2013
200
2014
500
2015
2016
700
700
-150
-150
-100
-100
-100
400
450
450
Aanpassingen: - huishoudelijke hulp - indicering
Bijgestelde taakstelling Wmo
200
Uit de jaarstukken 2013 en 2014 blijkt dat de taakstellingen voor deze jaren ruimschoots zijn gehaald. Op grond van de uitkomst in 2014 kan worden geconcludeerd dat ook de taakstelling 2015 wordt gerealiseerd. Sport Als uitvloeisel van de kerntakendiscussie is bij de begroting 2013 als volgt besloten: •
M.i.v. 2015 wordt op de uitgaven van sport structureel € 500.000 bespaard.
•
M.i.v. 2015 is een bedrag van € 2.000.000 (met een jaarlast van € 200.000) beschikbaar om te investeren.
In 2014 en 2015 hebben vertegenwoordigers van de gemeente en de sportverenigingen intensief en constructief samengewerkt. Deze samenwerking heeft in 2014 geleid tot oplevering en bespreking van een eindrapportage met een nieuwe huursystematiek en bezuinigingsvoorstellen. Begin november is vastgesteld dat er nog veel punten zijn te onderzoeken en uit te werken. Afgesproken is medio 2015 een nieuwe uitwerkingsrapportage op te leveren en aan de gemeenteraad voor te leggen. De belangrijkste bevindingen in deze rapportage zijn: -
Voor 2015 wordt een bezuiniging gerealiseerd van € 200.000. Dit bedrag komt overeen met de opdracht van de raad om minimaal dit bedrag te halen (noot: In de voorjaarsnota 2015 is er van een incidenteel nadeel van € 250.000 uitgegaan).
-
Met de opgenomen uitwerkingsvoorstellen wordt de taakstelling van € 500.000 in 2016 niet geheel ingevuld.
-
Het college stelt – in navolging van de Stuurgroep Sport – de gemeenteraad voor om een deel van de investeringsruimte aan te wenden om hiermee het niet ingevulde deel van de taakstelling mee te dekken. Dit tot het moment dat andere bezuinigingen zijn gerealiseerd.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 16 van 185
Begroting 2015 Instellingen en organisaties kunst en cultuur Bij de begroting 2015 is besloten € 150.000 te bezuinigingen op Idea en de subsidie aan de muziekschool (€ 314.000) volledig af te bouwen en deze bezuinigingen in 3 jaar te realiseren. In samenwerking met de instellingen zijn en worden de bezuinigingen nader uitgewerkt. Dat heeft er o.m. toe geleid dat de huidige activiteiten van Scholen in de Kunst versneld zijn/worden afgebouwd, incl. afkoop frictiekosten en deze organisatie vanaf 2016 voor het openstellen van het gebouw voor muziekdocenten om les te geven en voor aanvullend klassikaal aanbod een subsidie van € 50.000 ontvangt, te dekken uit de stelpost compensatiemaatregelen (zie uitgebreide toelichting in de voorjaarsnota 2015). De bezuiniging voor Idea wordt voor meer dan de helft gevonden in het terugbrengen van de huisvestingslasten in Soest en Soesterberg. De ander besparingen vindt Idea gedeeltelijk in het terugbrengen van de inzet van medewerkers en in het versoberen van enkele activiteiten.
2.5
De stand en het verloop van de reserves en voorzieningen
In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de vermogenspositie (het totaal van de algemene reserve, bestemmingsreserves, voorzieningen en het jaarresultaat) weergegeven over de perioden: -
2012 t/m 2014 (volgens jaarstukken)
-
2015 t/m 2019 (volgens begroting 2016)
Tabel 4 - Verloop reserves en voorzieningen (bedragen x € 1.000) Vermogenspositie ultimo
2012
2013
2014
2015
2016
werkelijk
2017
2018
2019
begroot
Algemene reserve
14.624
7.026
7.454
7.267
7.273
7.279
7.285
7.291
Bestemmingsreserves
35.829
38.229
40.703
36.228
32.881
32.028
31.028
31.141
Voorzieningen Totaal excl. jaarresultaat
4.795
4.946
5.530
5.806
6.398
7.062
7.795
7.815
55.248
50.201
53.687
49.301
46.552
46.369
46.108
46.247
Jaarresultaat Totaal incl. jaarresultaat
326
1.824
1.399
55.574
52.025
55.086
nvt 49.301
nvt 46.552
nvt 46.369
nvt 46.108
nvt 46.247
Een specificatie van de standen en het verloop van de reserves en voorzieningen van de periode 2016 t/m 2019 vindt u in hoofdstuk 4 (bijlage 4.4 en 4.5). Minimumnorm algemene reserve De prognose van de omvang algemene reserve in 2016 e.v. (exclusief verkoopopbrengst Molenschotterrein) is ruim boven de door de raad vastgestelde minimumnorm van € 5 miljoen (zie besluit van 4 juli 2013 over nota reserves en voorzieningen 2013). De algemene reserve vormt samen met de niet benutte belastingcapaciteit de beschikbare weerstandscapaciteit. In 2016 bedraagt deze capaciteit € 12,9 miljoen. De voor 2016 gekwantificeerde risico’s bedragen € 5,3 miljoen. Hieruit volgt dat het weerstandvermogen toereikend is om deze risico’s te kunnen opvangen (voor gedetailleerde informatie: zie paragraaf A weerstandsvermogen en risicobeheer). Toelichting verloop bestemmingsreserves In de periode 2015-2019 is er sprake van een afname met circa € 5,1 miljoen. Hierna lichten we de omvangrijkste mutaties toe (bedragen boven € 1 miljoen). •
De dekkingsreserve investeringen neemt in deze periode per saldo met circa € 3,0 miljoen af. Zoals in de nota reserves en voorzieningen 2013 aangegeven, is bij deze reserve sprake van een afnemende reeks kapitaallasten waardoor deze op termijn (namelijk wanneer alle
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 17 van 185
investeringswerken zijn afgeschreven) op 0 uitkomt. De afname met € 3,0 miljoen is hiervan een logisch gevolg. •
De reserve Investeringsfonds neemt in 2016 met circa € 3,0 miljoen af. Dit betreft een onttrekking van € 2,0 miljoen t.b.v. achterstallig onderhoud wegen en een onttrekking van € 1,0 miljoen t.b.v. de reconstructie Lange Brinkweg (zie ook voorstellen nieuw beleid).
•
De reserve accommodatiebeleid neemt in de periode 2015-2019 met circa € 2,2 miljoen toe. Zoals bekend, is deze reserve bij de meerjarenbegroting 2013 (kerntakendiscussie) ingesteld. Daarbij is tevens de voeding geregeld. Over de aanwending van deze reserve moet nog besluitvorming plaatsvinden.
Toelichting verloop voorzieningen In de periode 2015-2019 is er sprake van een toename met circa € 2,0 miljoen. Deze toename is vrijwel volledig aan de voorziening riolering toe te schrijven. Hiermee wordt de ontwikkeling zichtbaar dat in Soest voor toekomstige vervangingsinvesteringen wordt gespaard (zie ook nota R&V 2013).
2.6
Richtlijnen toezichthouder provincie Utrecht
Begroting structureel en reëel in evenwicht Met het oog op de begrotingscyclus 2016 heeft de provincie Utrecht uw raad op 23 februari 2015 per brief over het toezichtsregime 2016 geïnformeerd. Om voor het begrotingsjaar 2016 voor het repressieve (terughoudende) toezicht in aanmerking te komen, gelden de volgende voorwaarden: •
De begroting 2016 dient structureel en reëel in evenwicht te zijn, of als dat niet het geval is, dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in 2019 tot stand wordt gebracht.
•
De jaarrekening 2015 behoort in evenwicht te zijn; een naar het oordeel van de toezichthouder structureel tekort zal worden betrokken bij het onderzoek van de begroting 2016. Dit betekent dat in de jaarrekening inzicht moet worden gegeven in het structurele en incidentele aandeel van het tekort.
•
De vastgestelde jaarrekening 2014 en de begroting 2016 dienen tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november 2015, aan de provincie te zijn toegezonden.
Van het hiervoor genoemde evenwicht is sprake indien, op basis van het bestaande beleid en het aanvaarde nieuwe beleid, de structurele lasten tenminste worden gedekt door structurele baten en de incidentele lasten worden gedekt door incidentele baten. Daarbij dienen de begrotingen/meerjarenramingen uiteraard volledig en reëel te zijn. Er mag daarbij geen sprake zijn van een verschuivend perspectief met betrekking tot het ontstaan van evenwicht in het laatste jaar van de meerjarenraming. Toetsingsaspecten bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen Ten behoeve van de bepaling van de financiële positie worden alle in de begroting opgenomen bezuinigingsmaatregelen, taakstellingen of stelposten op hardheid en haalbaarheid beoordeeld. Voor een positief oordeel is het noodzakelijk dat er op programmaniveau een uitspraak over de invulling wordt gedaan. Bovendien dient het proces dat bij het concretiseren van de maatregelen gevolgd wordt, vast te liggen. Met andere woorden: er dient sprake te zijn van een reëel perspectief waarbij de gevolgen van maatregelen die tot een herstel van het evenwicht moeten leiden, met besluitvorming door de gemeenteraad zijn onderbouwd. Posten waaraan geen of onvoldoende invulling is gegeven, worden gekort op het vastgestelde begrotingssaldo. Deze correctie kan tot gevolg hebben dat er een structureel begrotingstekort ontstaat en tot preventief toezicht leidt. De bij de brief gevoegde bijlage met de toetsings- en beoordelingsaspecten komt voor het grootste deel overeen met die van de afgelopen jaren.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 18 van 185
Structurele exploitatieruimte In paragraaf A is een verplichte basisset van 5 financiële kengetallen opgenomen. Hier wordt ook aandacht besteed aan het kengetal 'structurele exploitatieruimte’. Daarvan is sprake als de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten. In dit kengetal wordt derhalve de vraag beantwoord of het evenwicht in de begroting structureel is.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 19 van 185
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 20 van 185
Hoofdstuk 3 – Beleidsbegroting 3.1. Programma’s Programma 1 – Veiligheid A. Omschrijving programma Dit programma gaat over de gemeentelijke zorg voor lokale veiligheid. Het programma richt zich vooral op brandweer, crisisbeheersing, politie, openbare orde en integrale veiligheid. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr.
Product
1.1
Brandweer
Portefeuillehouder R.T. Metz
1.2
Crisisbeheersing
R.T. Metz
1.3
Openbare orde en veiligheid
R.T. Metz
Relevante beleidsdocumenten A.
Handhavingsbeleid fysieke leefomgeving 2012-2015
B.
Regionaal Crisisheersingbeheersingsplan VRU 2014-2015
C.
Meerjarenbeleidsplan Integrale Veiligheid Soest 2015-2018
D.
Visie op de organisatie van de VRU, Veiligheid op Maat, Financieringssytematiek (de majeure projecten) van de Veiligheidsregio Utrecht (AB besluit 4 juli 2014)
E.
Gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Utrecht (GR VRU), 1 januari 2015
B. Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten Veiligheid Uiteenlopende vormen van veiligheid dragen bij aan het creëren en ervaren van een prettige woon- en leefomgeving. Na een periode die gericht was op diverse organisatorische veiligheidsaspecten, richten wij ons in deze raadsperiode weer nadrukkelijker op de inhoudelijke kanten en ontwikkelingen met betrekking tot brandveiligheid, sociale veiligheid en veiligheid in de eigen woonomgeving. Van oudsher heeft veiligheid binnen de overheid een hoge prioriteit. Het versterken van de veiligheid binnen onze gemeente beschouwen wij als een gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeente en de inwoner. Met een adequate invulling van deze gedeelde verantwoordelijkheden zien wij kansen om de veiligheid binnen onze gemeente te versterken. Initiatieven zoals Burgernet, de Signaleringsteams en het project ‘Waaks!’ zijn goede voorbeelden van de wijze waarop inwoners op een laagdrempelige manier bij kunnen dragen aan de veiligheid in de eigen leefomgeving. Daarnaast vinden wij het belangrijk om inzicht te hebben in de uitvoering en resultaten van de handhavingstaken door de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s). Ontwikkelingen 1.
In het najaar van 2015 heeft de gemeenteraad het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018 behandeld. Het beleid is afgestemd op de landelijke, regionale en lokale prioriteiten. In het nieuwe Integraal Veiligheidsplan zijn wederom belangrijke accenten gelegd bij het terugdringen van het aantal woninginbraken en de aanpak van jongerenoverlast. Daarnaast wordt prioriteit gegeven aan brandveilig leven. Een andere ontwikkeling waar rekening mee wordt gehouden is in de integratie van het bestuursrecht en het strafrecht als uitvloeisel van het regeerakkoord.
2.
In de raad van 21 november 2013 is besloten om de uitwerking van het kerntakendiscussietraject ‘Openbare orde en veiligheid’ in 2016 te evalueren.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 21 van 185
3.
Eind 2014 is een meerjarige notitie opgesteld over de gebieden waarop de handhavingsactiviteiten van de BOA’s zich richten. Op basis hiervan wordt eind 2015 een verantwoordingsrapportage voorbereid op basis waarvan begin 2016 een evaluatie plaatsvindt.
4.
Binnen de Veiligheidsregio Utrecht worden voorstellen uitgewerkt met betrekking tot de repressieve huisvesting. In regionaal verband wordt bezien welke eigendomsconstructie en beheervorm het meest passend is voor de kazernes/posten in de regio.
Veiligheidszorg Op Maat In de bestuurlijke uitgangspunten die in november 2012 werden vastgesteld in het algemeen bestuur van de VRU staat dat de financiële effecten van de invulling van het regionale veiligheidszorgniveau gezamenlijk door de gemeenten gedragen en gedeeld worden. De financieringssytematiek is op 4 juli 2014 vastgesteld. In 2015 heeft de verdere financiële uitwerking plaatsgevonden. In het kader van het dekkingsplan van de VRU is in 2015 stevig ingezet op een verbetering van de situering van de nevenpost van de brandweer. Daarnaast wordt er sinds medio 2015 gewerkt met een flexibele voertuigbezetting, de zogenaamde TS4. Daarmee wordt een structurele verbetering van de aanrijtijden gerealiseerd. Binnen de VRU loopt een project repressieve huisvesting, waarbij gekeken wordt naar de eigendom- en beheerconstructies van de kazernes en posten. Binnen de VRU loopt een project repressieve huisvesting, waarbij gekeken wordt naar de eigendom- en beheerconstructies van de kazernes en posten. Hierover zal in 2016 meer duidelijkheid komen. De raad wordt betrokken bij de uiteindelijke besluitvorming. Overlegstructuren politie Door de vorming van de ‘Nationale politie’ is de overlegstructuur tussen burgemeesters, Openbaar Ministerie en politie van karakter verandert. Sinds eind 2014 bestaat het Districts Veiligheidscollege (DVC). In het DVC hebben de burgemeesters van het oostelijk deel van de provincie (15 gemeenten) zitting. Op kleinere schaal werkt de politie samen in een zogeheten ‘basisteameenheid’. Ons basisteam beslaat de gemeenten Baarn, Bunschoten, Eemnes, Soest en de Bilt. Het Basisteam (BES) wordt op termijn gehuisvest in Baarn. Binnen de gemeente Soest blijft een groot steunpunt van de politie gevestigd. Taakstelling programma Veiligheid Voor 2015 is binnen het programma Veiligheid gezocht naar mogelijkheden om tot een structurele besparing van € 50.000 te komen. De bezuinigingen zijn deels in 2015 gerealiseerd. Met de realisatie van de nevenpost in het politiebureau (tweede helft 2015) kan in 2016 ook de bezuiniging op de huur van de Nijverheidsweg worden gerealiseerd. C. Doelstellingen en activiteiten - Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen – wat willen we bereiken? Algemene doelstelling:
Een veilig Soest
Thema’s:
1.
Veiligheid en leefbaarheid
2.
Jeugdoverlast
3.
Vermogenscriminaliteit
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 22 van 185
Thema 1 - Veiligheid en leefbaarheid Doelstelling:
Bevorderen van veiligheid en leefbaarheid
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2016
2017
7,13
7,5
7,5
47,1%
40%
40%
nulwaarde Rapportcijfer veiligheid
Veiligheidsmonitor
7,5
buurt
(2011)
Ervaren overlast
idem
47,1%
omwonenden (% vaak)
(2014)
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Bevorderen van veiligheid Het bevorderen van veiligheid en leefbaarheid is eigenlijk het paraplubegrip binnen het programma Veiligheid. In principe zijn alle inspanningen binnen het programma veiligheid erop gericht om de veiligheid en leefbaarheid te bevorderen. -
Verhogen veiligheidsgevoel: oriëntatie op verbeterpunten in het werken aan het veiligheidsgevoel met gebruikmaking van de inzichten en instrumenten op dat gebied;
-
Toezicht in de wijken en buurten;
-
Voorzetting van de huidige, als effectief beoordeelde instrumenten (zoals buurtbemiddeling);
-
Het bevorderen van sociale cohesie en tolerantie;
-
Het bevorderen van zelfredzaamheid.
In het Integraal Veiligheidsplan zijn twee thema’s geprioriteerd die een directe relatie hebben met veiligheid en leefbaarheid, namelijk ‘Jeugdoverlast’ en ‘Vermogenscriminaliteit’. Thema 2 - Jeugdoverlast Doelstelling:
Terugdringen van jeugdoverlast
Tabel effectindicator(en) omschrijving
Bron
Referentieof nulwaarde
Ervaren overlast jeugd
Veiligheidsmonitor
45,2%
(% vaak)
(2-jaarlijks
(2014)
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2016
2017
45,2%
40%
40%
516
- 20% t.o.v.
- 20% t.o.v.
uitgevoerd, 2015 is volgende uitvoeringsjaar) Meldingen overlast jeugd
Criminaliteitscijfers RVS (Bureau Regionale
349 (2012)
2014
2014
(412)
(412)
Veiligheidsstrategie)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 23 van 185
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Jongerenoverlast Er wordt gewerkt conform het plan van aanpak jongerenoverlast, waarbij de taakverdeling tussen gemeente, politie en jongerenwerk scherp is gedefinieerd. De jeugdgroepen worden jaarlijks in kaart gebracht aan de hand van de ‘Beke Ferweda-methodiek’. Dit is een methodiek waarbij hinderlijke, overlast gevende en criminele jongerengroepen systematisch worden aangepakt met behulp van een prioriteringssysteem (geprioriteerde groepen). De eigen verantwoordelijkheid van jongeren en de betrokkenheid van de ouders zal in 2016 nadrukkelijker vorm krijgen. Daarnaast wordt meer ingezet op preventie. Bij de uitvoering van het plan van aanpak wordt nauw samengewerkt met het beleidsveld Jeugd (zie ook programma 7 Welzijn). 2.2 Veiligheidshuis Amersfoort De vertegenwoordiging in het Veiligheidshuis Amersfoort wordt gecontinueerd. Via het Veiligheidshuis worden de overleggen tussen de verschillende partners goed op elkaar afgestemd. De Persoonsgerichte aanpak (PGA) waarmee in 2015 is gestart, wordt in 2016 verder vorm worden gegeven. Thema 3 - Vermogenscriminaliteit Doelstelling:
Terugdringen van vermogenscriminaliteit
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Aantal aangiften
RVS (Bureau
woninginbraak Soest
Regionale Veiligheids
Referentie
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2016
2017
336
330
325
165
155
155
waarde 347 (2012)
strategie) Aantal aangiften
RVS
diefstal af/uit auto’s
254 (2012)
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 3.1 Leefomgeving veiliger maken -
In 2016 wordt uitvoering gegeven aan het herziene ‘Plan van aanpak woninginbraken Soest’ en er wordt gewerkt met het Digitaal Opkopersregister (DOR);
-
De gemeente verspreidt preventiebrieven aan bewoners en direct omwonenden in geval van een inbraak;
-
In samenwerking met de woningcoöperaties wordt gezocht naar mogelijkheden om de woningen en de directe leefomgeving veiliger te maken;
-
Het effectief begeleiden van ex-gedetineerden blijkt de kans op recidive aanmerkelijk te verminderen. In 2016 wordt ingezet op de versterking van de samenwerking van de partners in het kader van de nazorg aan ex-gedetineerden die zich (weer) in Soest vestigen;
-
Het zorgvuldig begeleiden van de zogenaamde veelplegers brengt het aantal woninginbraken terug. Het monitoren van deze veelplegers gebeurt via de TOP X aanpak en de persoonsgerichte aanpak.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 24 van 185
Tabel kengetallen omschrijving
Werkelijk 2012
2013
2014
36
52
36
1
3
6 (*)
Aantal ex-gedetineerden dat zich vestigt in Soest Aantal veelplegers in Soest (*) waarvan 2 minderjarigen
D. Wat mag het kosten? Baten en lasten (bedragen * € 1.000) Lasten Brandweer C risisbeheersing Openbare orde en veiligheid Totaal lasten
Rekening 2014
2.842 69 889 3.801
2.905 33 918 3.857
66
85
17 82 -3.718
Baten Brandweer C risisbeheersing Openbare orde en veiligheid Totaal baten Resultaat
Begroting 2015
2016
2017
2018
2019
2.899 35 896 3.829
2.731 35 896 3.662
2.906 35 896 3.837
2.690 35 896 3.621
-45 40
-45 -45
-45 -45
-45 -45
-45 -45
-3.817
-3.875
-3.707
-3.882
-3.666
Afwijkingen t.o.v. 2015: Lasten Baten Resultaat
28 -85 -57
195 -85 110
20 -85 -65
236 -85 151
Toelichting op de afwijkingen: Een negatief bedrag betreft een nadeel/tekort, een positief bedrag betreft een voordeel/overschot.
Brandweer Onderhoudskosten (conform meerjarig onderhoudsprogramma; egalisatie van de lasten vindt plaats door verrekening met de reserve onderhoud)
-90
Incidenteel jaarresultaat 2014 VRU (Voorjaarsnota 2015)
-85
Arbotechnische aanpassingen gebouwen (Voorjaarsnota 2015) Geoormerkte middelen 2014 voor de nevenpost Veiligheidsregio Utrecht meerjarenbegroting 2016 - 2019 Kapitaallasten
73 12 -16 27
Openbare orde en veiligheid Apparaatskosten; Totaal
22 -57
E. Risicoparagraaf programma Veiligheid Geen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 25 van 185
Programma 2 – Verkeer en Vervoer Dit programma gaat over de zorg voor alle verkeersvoorzieningen, zowel goed onderhoud van bestaande voorzieningen als aanpassing van voorzieningen op grond van beleid en/of wensen van bewoners. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr.
Product
Portefeuillehouder
2.1
Wegbeheer
J.L. van Berkel - Vissers
2.2
Schoonhouden wegen
J.L. van Berkel - Vissers
2.3
Verkeersmaatregelen
J.L. van Berkel – Vissers
- stationsontwikkeling Soest-Zuid
J.G.S. Pijnenborg
Openbare verlichting
J.L. van Berkel - Vissers
2.4
Relevante beleidsdocumenten A.
Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP), raad oktober 2008
B.
Beleidsnota Parkeernormen en Parkeerfonds (2e herziening), raad februari 2014
C.
Beleidsplan Openbare verlichting (2003)
D.
Pakketstudie Verder (2009)
B. Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten Pakketstudie VERDER[1] In het programma VERDER werken overheden sinds 2006 intensief samen aan de uitvoering van maatregelenpakketten (pakketstudies) die moeten zorgen dat Midden-Nederland ook in 2020 goed bereikbaar is. In november 2006 is hiertoe de bestuursovereenkomst Bereikbaarheid Regio Utrecht gesloten met als doelstelling om te komen tot een samenhangend pakket met bereikbaarheidsmaatregelen dat bijdraagt aan de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de regio, nu en in de toekomst. Realisatie vindt plaats onder de noemer VERDER. De pakketstudies hebben betrekking op de bereikbaarheid in het gebied van de Ring rondom Utrecht, de Driehoek Utrecht – Hilversum – Amersfoort (A1-A27-A28) en generieke maatregelen in de provincie Utrecht. De gemeente Soest heeft hier, gezien de ligging midden in de Driehoek, groot belang bij. Het gaat om een groot aantal maatregelen op het rijkswegennet en het lokale en regionale wegennet voor zowel auto, fiets als openbaar vervoer. De bijdrage van de gemeente Soest in het aandeel van de Regio Amersfoort bedraagt € 720.000. U heeft hier in april en oktober 2009 in twee tranches mee ingestemd. In maart 2015 heeft u ingestemd met het herijkte VERDER-pakket en de herijkte spelregels zoals voorgesteld door het Utrechts Verkeer en Vervoer Beraad (UVVB). Tussenevaluatie Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) Met vaststelling van het gemeentelijk verkeersbeleid door de gemeenteraad in 2008 is een forse ambitie vastgelegd op de thema’s bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Het Gemeentelijk Verkeersen Vervoersplan (GVVP) is vastgesteld zonder benodigde budgetten voor uitvoering van het beleid. Met de tussenevaluatie wordt de stand van zaken van de uitvoering van het GVVP in beeld gebracht om aanbevelingen te doen voor het vervolg van het GVVP.
[1]
VERDER is een programma waarin de volgende partijen samenwerken aan de bereikbaarheid van de regio Utrecht: Rijkswaterstaat, Provincie Utrecht, Bestuur Regio Utrecht, Bureau Regio Amersfoort, Gewest Gooi- en Vechtstreek, Regio Utrecht West, Regio Utrecht Zuidoost en de gemeenten Utrecht, Hilversum en Amersfoort.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 26 van 185
Onderhoud wegen en klachtenonderhoud Tweejaarlijks wordt het wegenareaal van Soest geïnspecteerd. In 2015 is deze inspectie door een extern adviesbureau uitgevoerd en vertaald in een meerjarenplanning/budgettering 2015-2019. Wij willen voor de komende jaren onze prioriteit leggen bij het wegwerken van de ‘achterstanden’. Om hiervoor een belangrijke aanzet te geven is bij de Kadernota besloten om in de begroting hiervoor een budget te voteren van € 2 miljoen. Een aanpassing van het structurele budget voor wegen (onderhoud en klachtenonderhoud) is niet opgenomen. Zodra de verkeersveiligheid in het geding is wordt ingegrepen. Onderhoud bruggen Uit de inspectie van de 29 aanwezige objecten is gebleken dat het huidige onderhoudsbudget (jaarlijks € 13.000) voor bruggen te laag is. Bij de Kadernota is besloten om in de begroting de benodigde jaarbudgetten te ramen. Openbare verlichting Openbare verlichting (OVL) is een historisch gegroeide zorgplicht van de overheid. Eenmaal aangebrachte verlichting moet tenminste aan de wettelijke en functionele eisen voldoen. Om aan deze zorgplicht te kunnen voldoen, heeft de gemeente een leaseovereenkomst met CityTec afgesloten. In het kader van de kerntakendiscussie is een nieuwe Beleidsnotitie Openbare verlichting en Uitvoeringsplan Openbare verlichting opgesteld en begin 2014 vastgesteld. Onderdeel van de besluitvorming was het beëindigen van de leaseovereenkomst met CityTec per 1 januari 2016 en komen tot een nieuwe contractvorm met CityTec of een andere markpartij. Voor het aanbesteden van het onderhoud e.d. op basis van een nieuwe beheer- en onderhoudsvorm, is een Europees aanbestedingstraject noodzakelijk. Gelet op de beëindiging van de leaseovereenkomst met CityTec per 1 januari 2016, de voortgang, de benodigde gegevens en de tijdsduur van dit soort aanbestedingen is gekozen voor een overgangsjaar tot 1 januari 2017. Per 1 januari 2017 treedt de nieuwe beheer- en onderhoudsvorm in werking. In het overgangsjaar wordt het noodzakelijk onderhoud, het afhandelen van storingen en schades en het actualiseren van gegevens via een meervoudige onderhandse aanbesteding voor één jaar aanbesteed. Parallel hieraan wordt het aanbestedingstraject voorbereid en uitgevoerd. In beide trajecten wordt de samenwerking gezocht met één of meerdere gemeenten. In 2015 is gestart met de voorbereiding en de onderhandeling over het bepalen van een technische waarde en een zogenaamde commerciële waarde. Dit resulteert uiteindelijk in een ‘afkoopbedrag’ met Citytec, de zogenaamde ‘Waarde areaal inclusief toeslag'. Afhankelijk van de hoogte van het afkoopbedrag en de voortgang van dit proces kan dit consequenties voor de begroting 2016 hebben. Voorstellen nieuw beleid (conform principebesluit Kadernota 2016) Beleidsintensivering(en)
Achterstallig onderhoud wegen (incidenteel) Reconstructie Lange Brinkweg (incidenteel) Onderhoud bruggen
€ 2.000.000 € 1.000.000 € 31.000 (2016) € 18.000 (2018)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 27 van 185
C. Doelstellingen en activiteiten - Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen – wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Thema’s:
Een effectief en efficiënt wegennet 1. Bereikbaarheid 2. Verkeersveiligheid 3. Leefbaarheid
Thema 1 – Bereikbaarheid Doelstelling:
Optimale bereikbaarheid voor voetgangers, fietsers, openbaar vervoer en gemotoriseerd verkeer, waarbij gebruik wordt gemaakt van het beschikbare netwerk
Meetbare doelstellingen (beoogde effecten): Het aandeel verplaatsingen per fiets en met het openbaar vervoer neemt toe ten opzichte van het aandeel autoritten (hierdoor wordt het verkeer beter verdeeld over het bestaande netwerk). Doorstroming op de hoofdwegen wordt gewaarborgd door files te voorkomen. Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2013
2015
2017
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
of nulwaarde 1. De verhouding op
Nader op te
verschillende wegen tussen
stellen op
auto’s, fietsers en ov-
basis van
reizigers (telling)
metingen
2. De factor tussen de
idem
reistijd op de hoofdwegenstructuur tijdens en buiten de spits (*) In de afgelopen jaren is gewerkt aan de operationalisering van deze effectindicatoren. Dit is deels gerealiseerd. Wij stellen voor de verdere operationalisering afhankelijk te maken van de aanbevelingen in de tussenevaluatie van het GVVP, waar de doelstellingen onderdeel van uitmaken. Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Pakketstudie VERDER Planning van maatregelen in 2016 waarbij Soest coördinerende partij is:
- Na besluitvorming over een voorkeursvariant voor het project Stationsontwikkeling Soest-Zuid wordt deze na goedkeuring van de regio en ProRail in 2016/2017 in meer detail uitgewerkt in een voorlopig ontwerp. Ook worden eventuele (bestemmingsplan)procedures opgestart. Bij de uitwerking wordt ook de mogelijkheid voor een bewaakte fietsenstalling bij het station betrokken;
- Ook voor de aanpak van het kruispunt Soesterbergsestraat/Ossendamweg geldt dat de door de raad vast te stellen combinatie van maatregelen in 2016/2017 in meer detail wordt uitgewerkt na goedkeuring van de regio. In het pakket zijn ook maatregelen op de Birkstraat/Vondellaan, PC Hooftlaan, Bartolottilaan/Van Beuningenlaan en Foekenlaan/Den Blieklaan betrokken;
- N221 (Birkstraat). De gemeenteraad heeft in 2008 besloten dat maatregelen op de Birkstraat in de vorm van parallelbanen onwenselijk zijn. Deze worden dan ook niet als optie overwogen. Er is
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 28 van 185
geen alternatief plan om de bereikbaarheid op deze weg te verbeteren. Na besluitvorming over bovenstaande ontwikkelingen wordt in 2016 bekeken of met een eventueel restbudget nog maatregelen op de Birkstraat wenselijk zijn;
- Fietspad Soest-Hilversum. Vanwege de beperkte capaciteit op de afdeling Ruimte is dit project uitgesteld. In 2016 wordt samen met de grondeigenaren in dit gebied in de verkenningsfase van dit project onderzocht of er een haalbaar tracé te realiseren is.
- Fietspad Soest-Soesterberg. In 2014 is in de verkenningsfase van dit project onderzocht hoe het tracé kan worden ingepast. Dit mondt eind 2015 uit in een uitvoeringsbesluit. De definitieve ligging van het tracé over de vliegbasis is afhankelijk van de invulling van de pleisterplaats, de natuurwaarden op de vliegbasis hierbij in acht nemend. Uitvoering van dit project start op zijn vroegst in de tweede helft van 2016;
- Versnellen buslijn 70 door Overhees. In afwachting van de aanbesteding van het busvervoer door de provincie Utrecht vanaf eind 2016 is dit project nog niet opgestart. De nieuwe aanbesteding kan gevolgen hebben voor de dienstregelingen en busroutes in Soest. In de zomer van 2016 wordt de aanbestedingsfase afgerond en wordt duidelijk wat de consequenties zijn voor de lijnvoering in Soest. Pas dan kan worden bekeken op welke wijze dit project wordt ingevuld. De uitvoering kan op zijn vroegst vanaf 2017 plaatsvinden. NB: Het openbaar vervoer in de gemeente Soest wordt verzorgd door de provincie (bus) en NS (trein); de gemeente Soest heeft hierin een adviserende rol, maar verder geen bevoegdheden. Thema 2: Verkeersveiligheid Doelstelling:
Een veilig verkeer met objectief minder ongevallen en een hoger gevoel van veiligheid in het verkeer
Meetbare doelstellingen (beoogde effecten) Inwoners van Soest voelen zich veiliger in het verkeer. Er gebeuren minder ernstige verkeersongevallen op gemeentelijke wegen. De tevredenheid van inwoners over het onderhoud van wegen en fietspaden neemt toe. Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
19%
(*)
(*)
nulwaarde Hoe vaak heeft u te maken
Waar staat je
met onveilige
gemeente?
(2015)
verkeerssituaties in uw buurt? Percentage vaak: - Soest
19%
- referentiegemeenten
17%
Referentiepercentages Soest: - soms
39%
39%
- zelden
21%
21%
- (vrijwel)nooit
20%
20%
2%
2%
- n.v.t./weet niet (*) In overleg met de raad te bepalen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 29 van 185
omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
58%
(*)
(*)
nulwaarde Straten, paden en trottoirs in
Waar staat je
mijn buurt zijn goed
gemeente?
(2015)
begaanbaar. Percentage (helemaal)eens: - Soest
58%
- referentiegemeenten
65%
Referentiepercentages Soest: - niet eens/niet oneens
18%
18%
- (helemaal) oneens
23%
23%
1%
1%
- n.v.t./weet niet (*) In overleg met de raad te bepalen Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen?
2.1 Verkeersveiligheid 30km/u-zones/Lange en Korte Brinkweg De discussie over de verkeersveiligheid in 30km/u-zones speelt op veel wegen in Soest. Wij stellen u voor om voor de aanpak van de inrichting van de Lange en Korte Brinkweg een budget te voteren van € 1.000.000 in verband met de verkeersveiligheid. De Lange en Korte Brinkweg springen eruit wat betreft de hoeveelheid verkeer op deze parallelle route ten opzichte van de hoofdwegenstructuur. Zodoende willen wij deze route aandragen om met voorrang te behandelen. In een dergelijke woonstraat past een inrichting conform de Heideweg. Genoemd bedrag willen wij daarvoor taakstellend laten zijn. Gezien de complexiteit van de route verwachten wij voor planvorming minimaal een jaar nodig te hebben. 2.2 Aanpak te hard rijden Met de aanpak te hard rijden wordt op basis van een analyse van locaties in de gemeente Soest waar te hard wordt gereden een maatregelenpakket opgesteld. Deze analyse en het maatregelenpakket worden eind 2015 afgerond. Uitvoering van de maatregelen is gepland vanaf 2016. Thema 3 – Leefbaarheid Doelstelling:
Bijdragen aan de leefbaarheid door regulier onderhoud van de verhardingen
Meetbare doelstelling (beoogd effect) De tevredenheid van inwoners over de schoonheidsgraad van de verhardingen (onderdeel van de leefomgeving) neemt toe.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 30 van 185
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
(*)
(*)
nulwaarde Mijn buurt is schoon.
Waar staat je
Percentage (helemaal) eens:
gemeente?
(2015)
- Soest
62%
- referentiegemeenten
69%
62%
Referentiepercentages Soest: - niet eens/niet oneens
22%
22%
- (helemaal) oneens
15%
15%
1%
1%
- n.v.t./weet niet (*) In overleg met de raad te bepalen Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen?
Ten aanzien van straatreiniging wordt de werkmethode niet aangepast. Er wordt op beeld gereinigd zowel in straatvegen als in onkruidbestrijding op verharding. Als gevolg van bezuinigingen in het groenonderhoud (o.a. minder schoffelen en minder maaien) zal er meer onkruid tot zaadvorming komen met als gevolg een toename van onkruidgroei op verharding.
D. Wat mag het kosten? Baten en lasten
Rekening 2014
(bedragen * € 1.000)
Begroting 2015
2016
2017
2018
2019
Lasten 1.842
4.030
4.926
1.911
1.942
Schoonhouden wegen
Wegbeheer
817
837
828
830
828
843
Verkeersmaatregelen
643
666
689
638
620
566
Openbare verlichting Totaal lasten
1.911
915
917
934
933
933
932
4.218
6.450
7.377
4.312
4.323
4.252
Baten Wegbeheer
392
39
43
43
43
43
Schoonhouden wegen
276
246
245
245
245
245
Verkeersmaatregelen
146
-16
-16
-16
-16
-16
Openbare verlichting
141
11
74
75
76
77
955
280
346
347
348
349
-3.263
-6.170
-7.032
-3.966
-3.976
-3.903
Totaal baten Resultaat Afwijkingen t.o.v. 2015: Baten
-927 65
2.138 66
2.127 67
2.199 68
Resultaat
-862
2.204
2.194
2.267
Lasten
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 31 van 185
Toelichting op de afwijkingen: Een negatief bedrag betreft een nadeel/tekort, een positief bedrag betreft een voordeel/overschot.
Wegbeheer Apparaatskosten 1
-35
Rationeel wegbeheer uitvoeringskosten uit 2014 voor Noorderweg, Gen.Winkelmanstraat en Beetzlaan
294
Eenmalige bijdrage knelpunten wegbeheer uit de meerjarenbegroting 2012-2015, uitvoering laatste fase in 2015
299
Uitvoeringskosten reconstructies o.a. Wieksloterweg en Beetzlaan uitvoering in 2015
1.375
Kadernota 2016; achterstallig onderhoud (€ 2 mln) en bijdrage investeringen wegen (€ 1 mln);
-3.000
beide bedragen worden gedekt uit de reserve investeringsfonds (dekkingsmiddelen) Preventief wegonderhoud voorkoming schade, uitvoering in 2015
115 77
Project VERDER, doorschuiving uitvoeringskosten Fietsactieplan oormerkvoorstel jaarrekening 20142
18
Rationeel beheersysteem, tweejarige cyclus uitvoeringskosten
-15
Onderhoudskosten straatmeubilair
-7
Jaarlijks budget (vanaf 2015) als gevolg van degeneratiekosten, dekking uit de reserve wegen
-16
Overig
2
Schoonhouden wegen Lagere kosten voor het straatvegen (begroting RMN)
1
Lagere kosten voor de gladheidsbestrijding (begroting RMN)
7
Verkeersmaatregelen Apparaatskosten 1 Kapitaallasten
-32 9
Openbare verlichting Apparaatskosten 1 Hogere kosten voor straatverlichting C itytec (indexering)
-23 -17 60
Oormerkvoorstel uit de NJN 20142 Eenmalige kosten in 2015 overdracht openbare verlichting aan de provincie aan de N413 vjn 2015
21
Hogere opbrengst van de lichtbakken
3
Kapitaallasten
2
Totaal
-862
1
Apparaatskosten De loon- en overheadkosten worden op basis van urenramingen toegerekend aan de betreffende producten. Afwijkingen ten opzichte van andere jaren worden veroorzaakt door wijziging van het aantal toegerekende uren, de hoogte van de loon- en overheadkosten of een combinatie hiervan. 2
Geoormerkt budget Bij de najaarsnota en/of jaarrekening besluit de raad of- en zo ja welke budgetten geoormerkt worden. Oormerken is het eenmalig 'meenemen' van budget omdat de bijbehorende activiteit in het volgende jaar wordt uitgevoerd. Het eenmalige karakter van een geoormerkt budget leidt tot verschillen in de analyse tussen de begrotingsjaren (oormerk in 2014 leidt tot incidentele bijraming in 2015 en vervalt weer in 2016).
E. Risicoparagraaf programma Verkeer en Vervoer Geen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 32 van 185
Programma 3 – Economie
A. Omschrijving programma Dit programma gaat over het streven naar een vitale en duurzame economie om het (Soester) bedrijfsleven bestaans- en groeimogelijkheden te bieden en de werkgelegenheid te versterken. Daarbij is een goede samenwerking tussen gemeente en ondernemers van groot belang. Het onderdeel werkgelegenheid wordt integraal benaderd met programma 7 (POWER, Werk & Inkomen). Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr.
Product
Portefeuillehouder
3.1
Markten en standplaatsen
M.J. Adriani
3.3
Economische Zaken
M.J. Adriani
- uitgifte bedrijventerrein Richelleweg
M.J. Adriani
Relevante beleidsdocumenten A.
Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2012-2020 (raad februari 2012)
B.
Detailhandelsbeleid 2006-2015 (raad 29 juni 2006)
C.
Nota Sociaal Economisch Beleid ‘Soest…Groei in Balans’ (raad april 2008)
B. Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten Het lijkt er sterk op dat het dal van de economische crisis voorbij is. Wellicht nog niet voor alle bedrijven, maar de eerste positieve ontwikkelingen zijn zichtbaar. Dit blijkt onder andere uit de Economische Barometer en het onderzoek naar leegstand in het bedrijfsonroerend goed. Het blijft echter belangrijk om het ondernemersklimaat in Soest op peil te houden en ondernemers kansen te bieden om weer te groeien. Om de voorzieningen in Soest ook de komende jaren op peil te houden, is ook groei van het bedrijfsleven noodzakelijk. Het is de ambitie van het college om daar actief een bijdrage aan te leveren. Dat gebeurt onder andere door de verbinding tussen programma 3 en programma 7 te verstevigen. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat bij de bedrijfsbezoek ook het werkgelegenheidsaspect (scheppen van banen, leerwerkplekken, social return) nadrukkelijk aan de orde komt. Met de opening van het Nationaal Militair Museum heeft het toerisme in Soest een enorme impuls gekregen. De verwachting is dat ook de ondernemers hiervan profiteren. Een andere positieve ontwikkeling is de opening van de nieuwe supermarkt in Soesterberg: de aantrekkingskracht van het centrum is sterk verbeterd, meerdere winkeliers profiteren hiervan en in het verlengde van het project worden ook nog een aantal woningen opgeleverd. Dergelijke ontwikkelingen werken als katalysator en versterken direct en indirect de economie van de gemeente. Dat was ook zichtbaar bij de Van Weedestraat en de verwachting is dat het ook gaat gebeuren in winkelcentrum Soest-Zuid. De bezetting van de markten is goed te noemen en het aanbod is zeer gevarieerd. De ontvangen marktgelden zijn evenals voorgaande jaren niet kostendekkend. Daarom is er op dit moment een onderzoek gaande naar de tariefstelling van de marktgelden in Soest in relatie tot de marktgelden in de regio. De uitkomsten van het onderzoek moeten inzicht geven in de mogelijkheden tot het verhogen van de marktgelden om de kostendekkendheid te vergroten.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 33 van 185
Binnen het programma Economie worden voornamelijk randvoorwaarden gecreëerd om het ondernemersklimaat te verbeteren. De belangrijkste onderwerpen voor 2016 zijn:
-
nieuw detailhandelsbeleid vaststellen;
-
het verbinden en faciliteren van de ondernemers(verenigingen) in Soest;
-
Soest nadrukkelijker op de kaart zetten op recreatief en toeristisch gebied;
-
het uitbreiden van de regionale samenwerking op economisch gebied;
-
de leegstand in Soest met ondernemers proberen tegen te gaan;
-
initiatieven van individuele ondernemers ondersteunen en aanjagen.
C. Doelstellingen en activiteiten - Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen – wat willen we bereiken? Algemene doelstelling:
Economische vitaliteit (en werkgelegenheid) in Soest
Thema’s:
1. Ondernemersklimaat 2. Toeristische en recreatieve bedrijvigheid
Thema 1 - Ondernemersklimaat Doelstelling:
Behouden en versterken van een goed ondernemersklimaat met voldoende bestaans- en groeimogelijkheden
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof nulwaarde
Aantal arbeidsplaatsen
PAR
18.655
Realisati
Streefwaarde
Streefwaarde
e
2016
2017
17.000 (*)
17.000 (*)
2014 17.434
(2011) (*) Uit de Economische Barometer blijkt dat de economische situatie in Soest verbetert, maar op dit moment achterblijft bij de regio. Het aantal arbeidsplaatsen is daarom voorzichtig geraamd. Uit nader onderzoek moet blijken wat de verwachting voor de toekomst is.
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Regionale samenwerking verder uitbouwen De regionale samenwerking op economisch gebied wordt ook de komende jaren voortgezet. Leidraad daarvoor is de regionale economische agenda die in 2015 is vastgesteld, waarin een aantal concrete acties staan. De samenwerking met de Federatie Bedrijvenkringen wordt regionaal meer geïntensiveerd en de agenda’s worden meer op elkaar afgestemd. Vanuit de regio wordt het contact met de Economic Board Utrecht (EBU) uitgebreid. Ondernemers uit onze gemeente kunnen via de regio aanhaken bij de speerpunten van de EBU: groen, gezond en slim. 1.2 Uitgifte bedrijventerrein Richelleweg Het feit dat de economie weer aantrekt, is merkbaar in de interesse voor de kavels op bedrijventerrein Richelleweg. Ook wat kleinere bedrijven tonen weer interesse. Het soepeler omgaan met de voorwaarden en uitgangspunten voor verkoop zoals voorgesteld in het coalitieprogramma heeft daar een positief effect op, dat was bijvoorbeeld de reden dat Hypsos kon worden behouden. Overigens blijft het uitgangspunt dat de ruimtelijke kwaliteit van het bedrijventerrein niet wordt aangetast. Bedrijven van Soesterberg-Noord hebben voorrang bij de uitgifte en voor deze bedrijven wordt voor een aantal jaren ruimte gereserveerd.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 34 van 185
1.3 Goed overleg met ondernemers is essentieel Het is belangrijk om goed in contact te zijn en blijven met het Soester bedrijfsleven. Zo weten wij wat er speelt bij ondernemers en kunnen ondernemers makkelijk en direct de gemeente aanspreken. Daarom gaan wij bijvoorbeeld op bezoek bij verschillende bedrijven, bezoeken bijeenkomsten van de Soester Zakenkring en zijn we bij diverse structurele overleggen aanwezig. Daarnaast houdt de bedrijfscontactfunctionaris samen met de bedrijvenmanager van Bedrijven Management Organisatie (BMO) Soest en een bestuurslid van Soest Netwerkt, 6 tot 8 ondernemersspreekuren per jaar waar ondernemers met vragen terecht kunnen. BMO Soest verricht taken op het gebied van beheer van de openbare ruimte en het verhogen van de veiligheid op bedrijventerreinen, verbetering van communicatie tussen bedrijvenverenigingen onderling en tussen de gemeente en bedrijvenverenigingen. Daarnaast is BMO vertegenwoordigd in het Bedrijvenplatform Duurzaamheid en in het platform POWER. De bedrijfscontactfunctionaris is voor de bedrijven een belangrijk aanspreekpunt en onderhoudt contacten met individuele ondernemers en de ondernemerskringen. 1.4 Bijeenkomsten bedrijfsleven Jaarlijks organiseren wij een ondernemerscongres. Het belangrijkste doel van het congres is om ondernemers met elkaar en de gemeente in contact te brengen. De bijeenkomsten zijn succesvol en worden door de aanwezigen als zeer positief ervaren. Voor deze congressen en andere bijeenkomsten met het bedrijfsleven wordt vanaf 2015 structureel € 10.000 per jaar gereserveerd. De komende jaren is het Soester bedrijfsleven dus zeker van een ondernemerscongres en mogelijk ook extra andere bijeenkomsten. 1.5 Mogelijkheden voor verbetering detailhandel steunen Het Detailhandelsbeleid van Soest is vastgesteld voor de periode 2006-2015. Belangrijk aandachtspunt voor 2016 is het opstellen van een nieuwe beleidsnota. Winkeliers en andere belanghebbenden worden daar nadrukkelijk bij betrokken in een detailhandelsconferentie. De verwachting is dat het huidige beleid grotendeels in stand blijft. De concentratie van winkelpanden versterkt de winkelcentra en gaat (verdere) verspreiding van bewinkeling tegen. In het beleid moet rekening worden gehouden met nieuwe ontwikkelingen als webwinkelen en pickup-points. De winkelgebieden/-centra willen wij zo levendig mogelijk houden en we zijn bereid om initiatieven van ondernemers te steunen en faciliteren. 1.6 Markten en standplaatsen In 2015 zijn de marktverordening en het standplaatsenbeleid aangepast. In 2016 moet blijken of het beleid goed werkt of dat eventueel nog aanpassingen noodzakelijk zijn. 1.7 Leegstand De Denktank Leegstand heeft in 2015 kunnen bijdragen aan het terugdringen van de leegstand in Soest. De onderwerpen uit de Denktank krijgen een vervolg, maar dan in een andere vorm. De Denktank heeft gewerkt als katalysator en is vervolgens opgeheven. De komende jaren blijft er actief ingezet worden op het verder terugdringen van de leegstand. Tabel prestatie-indicator(en) omschrijving Aantal ha uitgegeven
Bron Gemeente Soest
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2015
2016
0,6 ha
2 ha
2 ha
bedrijventerrein Richelleweg (10,1 ha totaal uit te geven)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 35 van 185
Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
Aantal vestigingen Aantal faillissementen
raming
2012
2013
2014
2015
2016
4.196
4.322
4.388
4.450
4.500
12
37
14
15
12
Thema 2 – Toeristische en recreatieve bedrijvigheid Doelstelling:
Bevorderen van de toeristische en recreatieve bedrijvigheid
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2016
2017
409.000
409.000
409.000
€ 89 mln
€ 91 mln
€ 93 mln
of nulwaarde 1. Aantal beschikbare
SLVS (*)
409.000
slaapplaatsen 2. Toeristische bestedingen
(2014) Ecorys
€ 88 mln.
(excl. inflatie) (*)
(2011)
SLVS: Stichting Logies Verstrekkers Soest
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Verblijfsrecreatie Verblijfsrecreatie stimuleren we door uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de bestaande verblijfsrecreaties in Soest en Soesterberg mogelijk te maken. Voor Duynparc Soest is de uitbreiding opgenomen in het onherroepelijke bestemmingsplan ‘Birkstraat 132’. Voor ’t Eekhoornnest en Het Bossch is de uitbreiding destijds opgenomen in het bestemmingsplan ‘Recreatieterreinen 2011', thans overgegaan in het onlangs onherroepelijke bestemmingsplan ‘Landelijk gebied’. Hierbij dient opgemerkt te worden dat voor ’t Eekhoornnest een uitbreidingsplan in voorbereiding is, dat niet in overeenstemming is met de regels van het geldende bestemmingsplan. Bij ’t Monnickenbosch zijn we in afwachting van het nog aan te leveren wijzigingsplan conform de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in het bestemmingsplan ‘Landelijk gebied’. Voor de overige recreatieterreinen is geen sprake van fysieke uitbreiding. 2.2 Camperovernachtingen Op basis van een inventarisatie en advies van de Nederlandse Kamerpeerauto Club (NKC) in 2015, verwachten wij in 2016 een start te kunnen maken met het aanleggen van enkele, eenvoudig te realiseren camperplaatsen in onze gemeente. 2.3 Regionaal Bureau voor Toerisme Heuvelrug & Vallei Sinds 1 januari 2015 is de VVV in Soest opgeheven en per 1 april 2015 is het Regionaal Bureau voor Toerisme Heuvelrug & Vallei (RBT) opgericht. Hieraan doen 7 gemeenten mee, namelijk Renswoude, Rhenen, Soest, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woudenberg en Zeist. Het RBT heeft als doelstellingen het verhogen van de toeristisch-recreatieve bestedingen, het versterken van het imago van de Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei als bestemmingen van topniveau en het excellent ontvangen en informeren van bewoners en bezoekers (‘Vinden’). Daarnaast wordt nauw samengewerkt met en door de toeristische ondernemers in het gebied (‘Verbinden’).
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 36 van 185
2.4 Promotie en marketing Soest en Soesterberg We werken daarnaast met de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Rhenen en Zeist samen als het gaat om promotie en marketing (het thema ‘Verrassen’) met de campagne ‘Uit op de Heuvelrug’. Naast de Nederlandse markt wordt ook ingezet op de buitenlandse markt. Zo worden er begin 2016 consumentenbeurzen in Duitsland en België bezocht, evenementen georganiseerd (bijvoorbeeld ‘Zomer Heuvelrug’) en is online zichtbaarheid middels een website, social media en nieuwsbrieven onderdeel van de campagne. We willen de algemene naamsbekendheid van toeristische voorzieningen in onze gemeente verhogen en daarnaast de naamsbekendheid van het Nationaal Militair Museum (NMM) verbinden aan Soest en Soesterberg. Het NMM en Park Vliegbasis Soesterberg (PVS) zijn enorme trekkers voor de gemeente om meer toeristen te krijgen. In alle promotie-uitingen wordt, waar mogelijk, een link gelegd met het NMM en PVS. We blijven ons verder richten op de voor Soest meest aantrekkelijke recreatiecategorieën, namelijk ‘gezellig’ en ‘íngetogen’. In het najaar van 2015 wordt het promotieplan voor 2016 uitgewerkt. We gebruiken de resultaten van het naamsbekendheidonderzoek, die wordt uitgevoerd in het vierde kwartaal van 2015, hiervoor als basis. 2.5 Voortzetting samenwerking regio Amersfoort Voor de regio wordt de komende jaren ingezet op een aantal speerpunten als zakelijk toerisme en (Belgische/Vlaamse) fietsers. De insteek is om voor de projecten die uit deze speerpunten voortkomen, cofinanciering te regelen bij het bedrijfsleven. Deze speerpunten worden in nauwe samenwerking met de Stichting Citymarketing Regio Amersfoort uitgewerkt. Ook worden er voor de recreatieondernemers netwerkbijeenkomsten georganiseerd. 2.6 Lokale bijdrage van het Toeristisch Platform (TPS) Naast regionale samenwerking blijft het van belang om lokaal een organisatie te hebben die een platform biedt om lokale ondernemers samen te brengen en te ondersteunen bij projecten ter bevordering van toerisme in de gemeente Soest. TPS start in de tweede helft van 2015 met een communicatieplan waarin met name de ondernemers beter geïnformeerd worden over het belang van deelname aan het Toeristisch Platform. Onderdeel van het communicatieplan is de website optimaliseren zodat bezoekers beter geïnformeerd worden over bezienswaardigheden, evenementen, acties en arrangementen in de gemeente Soest. Voor uitvoeringstaken, zoals het organiseren van evenementen maakt TPS ook gebruik van de capaciteit van het RBT (zie ook punt 2.3 hiervoor). 2.7 Dagrecreatie Op het gebied van dagrecreatie ondersteunen wij de uitbouw van kleinschalige dagrecreatievoorzieningen. Initiatieven van de markt die passen binnen de speerpunten uit het beleidsplan Recreatie & Toerisme worden positief benaderd.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 37 van 185
D. Wat mag het kosten? Baten en lasten (bedragen * € 1.000)
Rekening 2014
Lasten Van Weedestraat Markten en standplaatsen Economische zaken Totaal lasten
Begroting 2015
2016
2017
2018
2019
79 124 227 430
122 263 385
0 140 287 427
0 139 287 427
0 139 287 427
0 139 287 426
Baten Markten en standplaatsen
74
69
71
71
71
71
Economische zaken Totaal baten
17 91
6 75
6 78
6 78
6 78
6 78
-340
-310
-349
-349
-349
-349
Resultaat Afwijkingen t.o.v. 2015: Lasten Baten Resultaat
-42 2 -40
-42 2 -39
-42 2 -39
-41 2 -39
Toelichting op de afwijkingen: Een negatief bedrag betreft een nadeel/tekort, een positief bedrag betreft een voordeel/overschot.
Markten en standplaatsen Apparaatskosten 1 Veegwerkzaamheden door Reiniging Midden Nederland
-16 -3
Meer inkomsten marktgelden
2
Kapitaallasten
1
Economische zaken Apparaatskosten 1 Economische beleid inzake kosten regioconferentie Totaal
-21 -3 -40
1
Apparaatskosten De loon- en overheadkosten worden op basis van urenramingen toegerekend aan de betreffende producten. Afwijkingen ten opzichte van andere jaren worden veroorzaakt door wijziging van het aantal toegerekende uren, de hoogte van de loon- en overheadkosten of een combinatie hiervan.
E. Risicoparagraaf programma Economie Geen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 38 van 185
Programma 4 – Natuur en Milieu A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over hoe we natuur, landschap, milieu en dierenwelzijn beschermen en waar mogelijk verbeteren. Het duurzaamheidsplan beschrijft hoe we een flinke stap willen zetten naar een klimaat neutrale situatie die (ook voor toekomstige generaties) een goed en gezond bestaan veilig stelt. Duurzaamheid is een leidend principe bij het beheer van de waterhuishouding, riolering, natuur en openbaar groen, bij afvalverwijdering en bij het stimuleren van energie- en milieubewust gedrag (ook van de jeugd) door natuur- en milieueducatie. Daarbij zoeken we naar wegen om inwoners optimaal te betrekken bij de opgaven waarvoor we met z’n allen staan. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr.
Product
Portefeuillehouder
4.1
Waterhuishouding
J.L. van Berkel - Vissers
4.2
Natuurbescherming
J.G.S. Pijnenborg
4.3
Openbaar groen
J.L. van Berkel - Vissers
4.4
Afvalverwijdering
M.J. Adriani
4.5
Riolering
J.L. van Berkel - Vissers
4.6 4.7
Milieu
M.J. Adriani
- handhaving
J.G.S. Pijnenborg
Dierenwelzijn
J.L. van Berkel - Vissers
Relevante beleidsdocumenten A.
Algemene Plaatselijke Verordening 2010 (omgevingsvergunningen, evenementen, toegang bossen)
B.
Provinciale Bestuursovereenkomst handhaving (2000)
C.
Bosnota 2013-2022
D. Gemeentelijk rioleringsplan IV (GRP) 2012-2017 E.
Waterplan 2011-2015
F.
Grondwaterplan 2011-2015
G. Verordening rioolheffing (jaarlijks) H.
Verordening rioolaansluitrecht (jaarlijks)
I.
Verordening subsidiëring groene daken (2014)
J.
Afvalstoffenverordening (2010) en uitvoeringsbesluit (2008)
K.
Verordening reinigingsheffingen (jaarlijks)
L.
Regionaal handhavingprogramma RUD Utrecht(jaarlijks)
M. Landelijke handhavingsstrategie (LHS) en Leidraad LHS RUD Utrecht N.
Landschapsontwikkelingsplan Eemland 2005 (LOP)
O. Gebiedsvisie Heel de heuvelrug: ontdek het palet! (2009) P.
Nota ‘bescherming en kap van bomen’ (2012)
Q. De groene kernkwaliteit van Soest (2014) R.
Duurzaam groenbeheer (2014)
S.
Jaarprogramma Natuur- en Milieueducatie Soest 2015-2016
T.
Dienstverleningsovereenkomst RMN (2006)
U.
Evaluatie hondenbeleid (2009)
V.
Duurzaamheidsplan 2010-2014
W. Verordening geurhinder en veehouderij (2010) X.
Nota geluidbeleid (2012)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 39 van 185
Y.
Nota Dierenwelzijn Soest (2011)
Z.
Overeenkomst Bewaarneming gevonden dieren (2012-2015)
AA. Kansen voor ecologische beheer (2015-04) B. Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten Riolering Soesterberg Samen met Waterschap Vallei en Veluwe en gemeente Zeist wordt een business case uitgewerkt voor de beoogde oplossingsrichtingen voor de rioleringsproblematiek in Soesterberg. De kaders voor die uitwerking worden aan de gemeenteraad voorgelegd. De resultaten van de business case worden verwerkt in een concreet voorstel aan de besturen van de betrokken partijen. De verwachting is dat dat eind 2016 gereed is. Natuurbescherming De planperiode van het gemeentelijke landschapsontwikkelingsplan (LOP) eindigt in 2015. Het plan wordt geëvalueerd en tevens wordt er een advies gegeven voor het vervolg. In 2016 gaat de nieuwe wet natuurbescherming in. Dat betekent dat alle ‘groene’ vergunningen, waaronder het aanvragen van ontheffingen in het kader van de Flora- en faunawet, vanaf dat moment in het WABO-spoor worden opgenomen. Openbaar groen In de Kadernota is voor het volledig herstellen van de bomenstructuur langs de Birkstraat, als gevolg van het aanleggen van afslagstroken ten behoeve van een drietal (mogelijke) ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van recreatie en toerisme (uitbreidingen Eekhoornnest, Duynparc en realisatie Gagelgat) vastgelegd dat de gemeente € 60.000 per locatie investeert. Afvalverwijdering We zetten in op het verhogen van het recycling percentage van 65% in dit jaar naar 75% in 2020. Het Regionaal Afvalbeleidsplan dat in oktober 2014 door uw raad is vastgesteld geeft aan op welke wijze we de doelstelling in 2020 willen bereiken. De eerste maatregelen hiervoor, zoals de wekelijkse inzameling van groente- fruit- en tuinafval (gft) in de zomermaanden zijn reeds ingevoerd. We zullen steeds meer service verlenen op het inzamelen van ‘grondstoffen’ en steeds minder op het inzamelen van ’afval’. Evaluatie hondenbeleid In 2016 ronden we de evaluatie van het hondenbeleid af. In de evaluatie wordt onderzocht of de huidige beleidskaders rondom de opruim- en aanlijnplicht aansluiten op de doelstelling en de huidige wensen/behoeftes van zowel hondenbezitters als niet-hondenbezitters. Tevens wordt hierin een relatie gelegd met onder meer het geldende speelruimtebeleid, de kaders uit de Bosnota, preventie op het gebied van bijtincidenten door honden en het ingevoerde vergunningstelsel voor hondenuitlaatservices bij aangrenzende gemeenten/natuurbeheerders. Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD Utrecht). Vanaf 1 juli 2014 voert de RUD Utrecht voor Soest, 10 andere gemeenten en de provincie Utrecht de milieuregelgeving uit op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) en een regionaal vastgesteld handhavingsprogramma en handhavingsstrategie. Tot 1 juli 2014 werden deze taken gedeeltelijk door het Servicebureau Gemeenten uitgevoerd. Over de periode tot 1 januari 2017 is er sprake van een vaste bijdrage aan de RUD. Vanaf 2017 geldt er een andere financieringssytematiek. Er wordt dan niet langer afgerekend op basis van de huidige lumpsumfinanciering, maar op basis van de daadwerkelijk afgenomen producten die worden beschreven in het te ontwikkelen productenboek. Nieuwe afspraken worden gemaakt in de in 2016 op te stellen Kadernota RUD Utrecht 2017. Vanaf oktober 2015 werkt de RUD Utrecht volgens de Landelijke handhavingsstrategie (LHS) en bijbehorende leidraad van de RUD Utrecht.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 40 van 185
Duurzaamheid Naar verwachting wordt eind 2015 een nieuw Duurzaamheidsplan aan de raad aangeboden. Na een intensief participatietraject met de samenleving en extra bijeenkomsten met de gemeenteraad in het kader van bestuurlijke vernieuwing, is gebleken dat duurzaamheid bij uitstek geschikt is als verbindend en integraal thema voor alle beleidsvelden binnen een gemeentelijke organisatie. Belangrijkste accenten voor de komende 4 jaar op het gebied van Duurzaamheid:
- Uitvoeren wettelijke en aangegane verplichtingen in het kader van het SER Energieakkoord voor Duurzame groei. Pijlers: energiebesparing gebouwde omgeving, decentrale energieopwekking, mobiliteit en transport en een financieringsprogramma;
- De energieke samenleving. Het begeleiden, faciliteren en bijdragen aan duurzame initiatieven uit de samenleving;
- Natuur en Milieucommunicatie, Duurzaam Goed Bezig en Natuur- en Milieueducatie Voorstellen nieuw beleid (conform principebesluit Kadernota 2016) Beleidsintensivering(en)
Bomenstructuur Birkstraat (3 x € 60.000)
€ 180.000
C. Doelstellingen en activiteiten - Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen – wat willen we bereiken? Algemene doelstellingen:
Duurzame kwaliteit van de groene leefomgeving, de natuur, het landschap, het milieu en het dierenwelzijn Duurzame ontwikkeling (integraal thema geldend voor alle beleidsvelden/programma’s)
Thema’s:
1. Waterhuishouding en riolering 2. Natuurbescherming 3. Openbaar groen 4. Afvalverwijdering 5. Duurzaamheid 6. Milieu 7. Dierenwelzijn
Thema 1 – Waterhuishouding en riolering Doelstelling:
Bij watersystemen de balans bevorderen tussen duurzaamheid, diverse (ruimtelijke) gebruiksfuncties en de kosten
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof nulwaarde
Realisatie
Streef
Streef
2014
waarde
waarde
2016
2017
2010 Aantal keren opgetreden wateroverlast (*): Oppervlaktewater
Meldpunt
2
3
2
2
Rioolwater op straat
idem
0
1
0
0
Regenwater in woning
idem
2
0
0
0
0
8
2
2
Grondwater (structureel)
(*) Elke melding van wateroverlast kan er op wijzen dat de kwaliteit van de leefomgeving niet op peil is.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 41 van 185
Tabel effectindicator(en) (vervolg) omschrijving
bron
Referentie-
Realisatie
Streef
Streef
2014
waarde
waarde
2016
2017
of nulwaarde 2010 Aantal overstorten op oppervlaktewater/bodem: Maatweg (Eem)
Telemetrie
12
10
12
12
Koningsweg regenwater(vijvers)
idem
12
31
24
24
Koningsweg afvalwater (vijvers)
idem
12
3
12
12
Kampdwarsweg (bodem)
idem
12
9
12
12
Biezenveld (Eem)
idem
4
6
4
4
Aantal hectare afgekoppeld
GRP
1,0
1,5
1,0
1,0
Aantal verstoppingen
Meldpunt
70
61
70
70
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Uitvoeringsplan Waterbeheer, Grondwater en Riolering 2016 In 2016 zijn de volgende rioleringsprojecten gepland:
-
renovatie diverse gemalen;
-
aanpassen van de riolering bij De Schans en in de Lange Brinkweg om het biezenveld aan de P.
-
rioolreparaties in de P. Potterlaan-A. Cuyplaan e.o., Groen van Prinstererstraat e.o.;
-
verminderen van wateroverlast in de Nieuweweg, Dr. De Voslaan en Spoorstraat;
van der Breemerweg vaker te gebruiken;
De investeringslasten van deze projecten worden bekostigd uit de voorziening riolering. Zie voor de exacte maatregelen uit het uitvoeringsplan 2016: paragraaf D ‘Onderhoud kapitaalgoederen’. 1.2 Samenwerking binnen de afvalwaterketen In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) is afgesproken dat waterschappen en gemeenten samen zorg moeten dragen voor doelmatigheid en samenhangend water(keten)beheer. Regionaal werken we samen met de provincies Utrecht en Gelderland, het waterschap Vallei en Veluwe en 16 gemeenten in het Platform Water Vallei en Eem. Het doel is om beleid en uitvoering beter af te stemmen en kennis en ervaring uit te wisselen. Belangrijke voordelen zijn minder kosten, meer kwaliteit en minder kwetsbaarheid. Lokaal werken we samen met de gemeente Baarn en waterschap Vallei en Veluwe in de het AfvalWaterTeam Soest. Het doel van het Afvalwaterteam is om het technisch functioneren van het riool en de zuivering in beeld te krijgen, plannen beter op elkaar af te stemmen en daarmee de werking te optimaliseren. Hierdoor kan wateroverlast vaker worden voorkomen en milieuwinst worden geboekt. Onderwerpen waar in 2016 aan gewerkt gaan worden zijn o.a.: -
samen met Baarn reinigen en inspecteren van riolering;
-
samen met Baarn implementeren van een rioolbeheerssysteem;
-
aanpak discrepantie: het verschil in het aantal vervuilingseenheden waar het waterschap een zuiveringsheffing voor heft en het aantal vervuilingseenheden dat in de praktijk bij de rwzi aankomt.
1.3 Waterplannen Eind 2015 is een evaluatie voorzien van het Grondwaterplan, het Waterplan en het Onderhoudsplan stedelijk water. Tezamen met een actualisatie van het Basisrioleringsplan (BRP) levert dit alle input om in 2016 een start te maken met de actualisatie van het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Bij het evalueren en actualiseren van deze plannen werken we nauw samen met het Waterschap en de gemeente Baarn.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 42 van 185
Thema 2 – Natuurbescherming Doelstelling:
De ecologische en landschappelijke kwaliteit van het landelijk gebied behouden en vergroten
Tabel effectindicator(en) omschrijving
Bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2016
2017
65%
67
69
2%
2
2
nulwaarde Inlands bos
Beleidsplan Bosnota
Dood hout
63% (2012)
Beleidsplan
< 1%
Bosnota
(2012)
Beleidsplan Bosnota (gemeente Soest, 2013-2022); gemeten volgens de SBI-methode. Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Evaluatie Landschapsontwikkelingsplan Afhankelijk van de besluitvorming van uw raad over de evaluatie van het landschapsontwikkelingsplan vinden in 2016 nadere initiatieven op dit vlak plaats. 2.2 Ecologische verbindingszone De Birkt Aan landgoedeigenaren langs de Birkstraat is gevraagd mee te werken aan de realisatie van een ecologische verbindingszone. Afhankelijk van de bereidwilligheid van individuele landgoedeigenaren kan dit leiden tot concrete invulling per locatie. Voor de verschillende zones (van Korte Duinen tot Eem) wordt gedacht aan het realiseren van verschillende soorten landschapselementen. 2.3 Gebiedscoöperatie O-Gen De gemeente Soest is lid van de gebiedscoöperatie O-Gen. Deze coöperatie ondersteunt, stimuleert, faciliteert initiatieven en projecten op het gebied van landgoederen, landbouw, recreatie, natuurbeleving en educatie, ruimtelijke projecten en economie. De gebiedscoöperatie is bezig met het opstellen van een ontwikkelagenda 2016-2020. Zodra daar meer duidelijkheid over bestaat informeren we uw raad daarover. 2.4 LEADER subsidie 2014-2020 LEADER is een onderdeel van het overkoepelende Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020. Het Plattelandsontwikkelingsprogramma is een Europees subsidieprogramma dat op de ontwikkeling van het platteland in brede zin is gericht. De focus van het programma ligt op innovatie en duurzaamheid in het landelijk gebied. Het Plattelandsontwikkelingsprogramma richt zich op vijf thema’s, te weten: -
versterken van innovatie, verduurzaming en concurrentiekracht;
-
jonge boeren;
-
natuur en landschap;
-
verbetering van waterkwaliteit;
-
LEADER subsidie.
Voor Oost-Utrecht is een lokale ontwikkelstrategie (LOS) uitgewerkt die nu ter goedkeuring voorligt bij de provincie.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 43 van 185
Thema 3 – Openbaar groen Doelstelling:
Het groene karakter van de kernen Soest en Soesterberg behouden en versterken
Meetbare doelstelling (beoogd effect): 1. De tevredenheid van inwoners over het groene karakter van hun buurt/wijk neemt toe. 2. Het duurzaam behoud van bomen, ’de groene parels van Soest’, vastgelegd op de Bomenkaart met register. omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
(*)
(*)
(*)
(*)
nulwaarde Perken, plantsoenen en
Waar staat je
parken in mijn buurt zijn
gemeente?
(2015)
goed onderhouden. Percentage (helemaal) eens: - Soest
54%
- referentiegemeenten
60%
54%
Referentiepercentages Soest: - niet eens/niet oneens
21%
21%
- (helemaal) oneens
23%
23%
3%
3%
- n.v.t./weet niet In mijn buurt is voldoende
Waar staat je
groen. Percentage (helemaal)
gemeente?
(2015)
eens: - Soest
86%
- referentiegemeenten
86%
86%
Referentiepercentages: - niet eens/niet oneens
7%
7%
- (helemaal) oneens
6%
6%
- n.v.t./weet niet
1%
1%
(*) In overleg met de raad te bepalen Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen 3.1 Taakstelling groenonderhoud De maatregelen die genomen worden in het kader van de taakstelling groenonderhoud zullen naar verwachting in oktober 2015 bekend zijn en hebben met name effect op het verzorgingsbeeld. Dit beeld gaat in zijn algemeenheid omlaag (bijvoorbeeld door minder zwerfvuil opruimen, minder hondenpoep opruimen, geen bladafval uit beplanting halen en minder vaak schoffelen). Tegen deze achtergrond is het te verwachten dat de tevredenheid onder bewoners afneemt. Binnen het kader van genoemde taakstelling wordt de hoeveelheid openbaar groen gehandhaafd en kan worden verwacht dat de waardering voor de hoeveelheid openbaar groen in de buurt door bewoners gelijk blijft.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 44 van 185
Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
Aantal openbare bomen binnen de
raming
2012
2013
2014
2015
2016
18.714
18.353
18.251
18.176
18.054
bebouwde kom
Thema 4 – Afvalverwijdering Doelstelling:
Verbeteren van de afvalscheiding
Tabel effectindicator(en) omschrijving 1. Percentage afvalscheiding:
bron Jaarcijfers RMN
minimaal 75% in 2020 (*) 2. Prestatiescore dienstverlening (**)
Referentie-
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
of nulwaarde
2014
2016
2017
65%
65%
67%
69%
270
270
270
(2014) Benchmark Agentschap NL
260 (2013)
(*) Landelijke doelstelling hergebruik van huishoudelijk afval (brief staatssecretaris Mansveld uit januari 2014) (**) Door mee te doen aan de benchmark van Agentschap NL krijgen we inzicht in onze prestatiescore (uitgedrukt in punten, waarbij het benchmarkgemiddelde x punten is) op het gebied van dienstverlening afvalscheiding. Hierbij wordt gekeken naar gelegenheid, capaciteit en motivering ten aanzien van afvalscheiding. Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 4.1 Afvalbrengstation De Schans Vanaf januari 2016 beschikken we over een opnieuw ingericht afvalbrengstation De Schans. De Schans is dan voorzien van een verhoogd platform waar de inwoners hun afval makkelijker (van bovenaf) in de containers kunnen werpen. Hierdoor vindt ook een besparing plaats op de transportkosten. De nieuwste inzichten, ook qua afvalscheiding, zijn in het afvalbrengstation verwerkt. Zo kunnen bijvoorbeeld ook matrassen gescheiden worden aangeboden. Het platform is flexibel zodat het later eenvoudig kan worden uitgebreid of verkleind. We gaan ervan uit dat het heringerichte afvalbrengstation ongeveer 20 jaar mee kan. 4.2 Uitwerking Afvalbeleidsplan In 2016 gaan we door met de verdere uitwerking van het Regionaal Afvalbeleidsplan. Voor de gezamenlijke inzameling van plastic afval, drankenkartons en blik (de PMD-fractie genoemd) wordt een voorstel aan uw raad voorgelegd. Om de doelstelling van 75% afvalscheiding in 2020 te halen is uitvoering van de maatregelen zoals genoemd in het raadsvoorstel RV 14-46 (raadsvergadering 16 oktober 2014) noodzakelijk. De invoering van een vorm van ‘omgekeerd inzamelen’ levert de belangrijkste bijdrage aan het bereiken van de doelstelling. Wij willen de invoering hiervan zorgvuldig uitvoeren. Daarom zal eerst een pilot op het gebied van ‘omgekeerd inzamelen’ worden uitgevoerd. Deze pilot vindt plaats in de vorm van een vierde mini-container voor PMD en tegelijkertijd een verlaging van de inzamelfrequentie voor restafval naar 1 keer per 4 weken. De pilot wordt op een aantal parameters gemonitord. De ervaringen van de inwoners hierbij is van groot belang.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 45 van 185
Tabel prestatie-indicator(en) omschrijving
Bron
Hoeveelheid huishoudelijk
Jaarcijfers RMN
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2015
2016
187
180
171
restafval in kg/inwoner Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
raming
2012
2013
2014
2015
2016
Bronscheiding in kg/inwoner: - gft
124
118
120
120
121
- papier/karton
73
70
67
68
68
- glas
25
27
25
24
25
- textiel
3
4
3
3
3
- klein chemisch afval
2
2
1,7
2
2
- plastic
8
8
8
8
9
Thema 5 – Duurzaamheid Doelstellingen
1. Het terugdringen van de CO2-uitstoot van de gemeente Soest. 2. Energiebesparing en het aandeel duurzame energie bij de particuliere woningeigenaar vergroten. 3. Netwerk van bedrijven die elkaar informeren en stimuleren om duurzamer te ondernemen.
Tabel effectindicator(en) Via het nieuwe duurzaamheidsplan worden nieuwe effectindicatoren met doelen bepaald. Om die reden is hier geen tabel opgenomen. Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 5.1 Duurzaamheidsplan Naar verwachting wordt eind 2015 een nieuw Duurzaamheidsplan aan de raad aangeboden. Na een intensief participatietraject met de samenleving en extra bijeenkomsten met de gemeenteraad in het kader van bestuurlijke vernieuwing, is gebleken dat duurzaamheid bij uitstek geschikt is als verbindend en integraal thema voor alle beleidsvelden binnen een gemeentelijke organisatie. In de uitwerking van het duurzaamheidsplan worden 3 pijlers zichtbaar, namelijk: -
Energieakkoord voor Duurzame groei;
-
De energieke samenleving;
-
Natuur- en Milieucommunicatie.
Het budget dat uiteindelijk voor de uitvoering van het plan nodig is, wordt inzichtelijk gemaakt. Hierbij wordt het reeds aanwezige jaarlijkse budget betrokken en de besparing (€ 11.000) op energiekosten van het gemeentehuis. Afhankelijk van de besluitvorming hierover door uw raad, worden de financiële effecten zichtbaar vanaf de begroting 2017.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 46 van 185
Thema 6 – Milieu Doelstelling:
Alle risicovolle bedrijven voldoen aan de milieuregelgeving
Tot 1 juli 2014 werden de milieutaken voor Soest uitgevoerd door het SBG. Per 1 juli 2014 worden deze milieutaken uitgevoerd door RUD Utrecht en zijn er nieuwe afspraken op basis waarvan de doelstelling is aangepast. Meetbare doelstelling: 100% naleving van milieuregelgeving door risicovolle bedrijven ten aanzien van bodem- en grondwaterbescherming, lucht en opslag gevaarlijke stoffen. Tabel effectindicator: omschrijving
bron
Referentie
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
-
2015 (*)
2016
2017
*
100
100
of nul waarde Percentage risicovolle
Handhavings-
bedrijven dat voldoet
programma/
*
Jaarverslag RUD * De RUD Utrecht hanteert een andere, uniforme, rapportagesystematiek dan voorheen het SBG. De meetbare doelstelling en effectindicator is opgenomen in het regionale Uitvoeringsprogramma Toezicht & Handhaving 2015 van de RUD Utrecht. Gelet hierop is er nog geen referentie- of nulwaarde en geen realisatie over 2015. Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 6.1 Vergunningverlening/acceptatie meldingen Wet Milieubeheer RUD Utrecht voert deze milieutaken, het verlenen van milieuvergunningen en accepteren van meldingen in voorkomende gevallen op basis van de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) uit. In de DVO’s tot 1 januari 2017 is neergelegd dat RUD Utrecht dezelfde milieutaken op hetzelfde kwaliteitsniveau tegen dezelfde prijs uitvoert als voorheen het SBG. 6.2 Handhaving en toezicht De RUD Utrecht geeft in het Handhavingsuitvoeringsprogramma aan ‘wat’ gedaan gaat worden en ‘hoe’ de RUD dit binnen de beschikbare capaciteit verwacht te bereiken. Het huidige uitvoeringsprogramma is opgesteld ten behoeve van Soest en 6 andere regiogemeenten. Daarmee stelt de RUD het Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving niet voor alle 11 partners op. Een aantal deelnemers heeft in de betreffende DVO’s aangegeven dat voor hen de eigen Uitvoeringsplannen van toepassing blijven. In het kader van de nieuwe DVO’s per 1 januari 2017 wordt geïnventariseerd of harmonisatie en meer uniformiteit in de handhavingsuitvoeringsprogramma's van de deelnemers tot de mogelijkheden behoort. Uitgangspunt van het huidige Handhavingsuitvoeringsprogramma is dat risicovolle bedrijven/activiteiten volledig worden gecontroleerd. Het gaat hier om bedrijven die veelal zijn ingedeeld in categorie 3 en 4 omdat deze bedrijven een zodanige potentiële milieubelasting en risico vormen, dat structureel en preventief toezicht noodzakelijk is. In het Handhavingsuitvoeringsprogramma worden de branches welke bijzondere aandacht krijgen genoemd. RUD Utrecht rapporteert per kwartaal over de uitgevoerde taken.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 47 van 185
Advisering Naast bovengenoemde basistaken voert de RUD Utrecht voor Soest ook een aantal zogenaamde plustaken uit. In onze DVO hebben we o.a. afgesproken dat de RUD Utrecht Soest adviseert met betrekking tot geluid en zonebeheer, op het gebied van de ruimtelijke ordening en het milieudeel van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). Ook vervult de RUD Utrecht een adviesfunctie voor de crisisbeheersing en actualiseert de RUD periodiek het bedrijvenbestand. Tabel prestatie-indicator(en) omschrijving
Bron
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
Controles bedrijven Wm**-
Jaarrapportage Q4 /DVO
2014 (*)
2015
2016
56
108****
108
plichtig
***
Toezichturen Besluit
Jaarrapportage Q4/DVO
210 uur
225 uur
225 uur
Vergunningverlening Wm
Jaarrapportage Q4/DVO
671
5
5
Acceptatie meldingen Wm
Jaarrapportage Q4/DVO
7
42
42
Projecten handhaving
Jaarrapportage Q4/DVO
123 uur
574 uur
574 uur
bodemkwaliteit
(*) Geldt voor 1e halfjaar 2014 (**) Wet milieubeheer (***) Dienstverleningsovereenkomst (****) De RUD Utrecht hanteert een andere rapportagesystematiek dan voorheen het SBG. Het SBG rapporteerde voor wat betreft de vergunning verlening, beroepszaken, handhavingszaken, zaken op het gebied van bodem en geluid en beleidsprogramma’s steeds op bestede uren. RUD Utrecht rapporteert in de kwartaalrapportages in verrichte aantallen, met uitzondering daar waar het gaat om controles in het kader van Besluit bodemkwaliteit, projecten handhaving en advisering. In de toekomst kan de rapportagesystematiek opnieuw wijzigen, in verband met de nieuwe DVO’ s en financieringssystematiek . Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
Bedrijven Wm-plichtig
raming
2012
2013
2014
2015
2016
901
907
907
907
913*
(*) Dit aantal is inclusief de 6 voormalig provinciale inrichtingen welke per 1 januari 2014 onder het bevoegd gezag van gemeente Soest zijn geplaatst.
Thema 7 – Dierenwelzijn In de Nota Dierenwelzijn Soest staan de volgende doelstellingen: Doelstellingen:
1. Dieren zijn gevrijwaard van honger, dorst of onjuiste voeding 2. Dieren zijn gevrijwaard van thermaal en fysiek ongerief 3. Dieren zijn gevrijwaard van pijn, verwonding of ziekte 4. Dieren zijn gevrijwaard van angst en chronische stress 5. Dieren zijn vrij om een natuurlijk, soorteigen gedragspatroon te kunnen hebben
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 48 van 185
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
waarde
2014
2016
2017
2010 Aantal gevonden dieren
Dierenbescherm
56 honden
20 honden
Honden
Honden
waarbij een eigenaar
ing Eemland
91% retour
90% retour
93% retour
95% retour
eigenaar
eigenaar
eigenaar
eigenaar
193 katten
103 katten
Katten
Katten
16% retour
35% retour
37% retour
40% retour
eigenaar
eigenaar
eigenaar
eigenaar
wordt vermoed (zwerfdieren: honden en katten)
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 7.1 Gevonden dieren Op 1 januari 2016 moet er een nieuwe overeenkomst Bewaarneming gevonden dieren zijn, omdat 31 december 2015 de huidige overeenkomst afloopt. 7.2 Nota Dierenwelzijn De nota Dierenwelzijn uit 2011 wordt in 2016 geëvalueerd. Onderdeel van de evaluatie is het doen van aanbevelingen voor het vervolg.
D. Wat mag het kosten? Baten en lasten (bedragen * € 1.000) Lasten Waterhuishouding Natuurbescherming Openbaar groen Afvalverwijdering Riolering
Rekening 2014
Begroting 2015
2016
2017
2018
2019
75 357 2.703 3.045 6.369
66 353 2.886 3.735 6.455
66 345 2.650 3.852 6.502
66 345 2.442 3.616 6.797
66 347 2.458 3.584 7.113
66 348 2.455 3.568 7.413
978 30 13.557
1.000 29 14.525
899 29 14.343
876 29 14.170
876 29 14.473
876 29 14.753
136 110 3.826 6.465 4
46 60 3.881 6.584
46 60 3.799 6.665
46 60 3.810 6.997
46 60 3.851 7.345
46 60 3.837 7.678
Dierenwelzijn Totaal baten
10.541
10.572
10.571
10.913
11.302
11.621
Resultaat
-3.016
-3.953
-3.772
-3.257
-3.171
-3.132
Milieu Dierenwelzijn Totaal lasten Baten Waterhuishouding Natuurbescherming Openbaar groen Afvalverwijdering Riolering Milieu
Afwijkingen t.o.v. 2015: Lasten Baten Resultaat
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
181 -1 180
354 342 696
52 730 782
-229 1.050 821
Pagina 49 van 185
Toelichting op de afwijkingen: Een negatief bedrag betreft een nadeel/tekort, een positief bedrag betreft een voordeel/overschot. Natuurbescherming Apparaatskosten 1
-2
Onderhoudskosten bosschuur (conform meerjarig onderhoudsprogramma; verrekening met de 11
reserve onderhoud gebouwen) Openbaar groen Apparaatskosten 1 Geoormerkt budget groenstructuurplan Beetzlaan2
70
Geoormerkt budget onderhoud groen Noorderweg2 Kadernota 2016; onderhoud bruggen Kadernota 2016: bomenstructuur Birkstraat
40 -31 -180
projecten onderhoud groen
-15
Onderhoud groen conform de taakstelling
300 6
Minder kosten ongediertebestrijding Reiniging Midden Nederland Hogere kosten voor Eemfors (indexering)
-7
Onderhoudskosten gebouw Molenstraat (conform meerjarig onderhoudsprogramma)
47
Vervanging kleine machines, extra kosten door schade vjn 2015
12
Kapitaallasten
-5
Afvalverwijdering Apparaatskosten 1
-16
Exploitatielasten conform begroting 2016 RMN Onderhoudskosten de Schans Afvalstoffenheffing Aanschaf perscontainers winkelcentra, verrekening egalalisatiereserve afvalstoffenheffing Kapitaallasten
-5 -20 82 -180 -62
Riolering Apparaatskosten 1
92
Schoonmaken kolken en straatvegen, conform begroting RMN
-8
Kapitaallasten
50
Meer opbrengsten rioolheffing Verrekening met de voorziening riolering
216 -316
Milieu Apparaatskosten 1
-61
Geoormerkt budget JRK 2014 en VJN 2015 liquidatie SBG 2
100
Incidenteel budget afvoer grond Kampdwarsstraat VJN 2015
32
Geoormerkt budget klimaatgelden2
30
Totaal
180
1
Apparaatskosten De loon- en overheadkosten worden op basis van urenramingen toegerekend aan de betreffende producten. Afwijkingen ten opzichte van andere jaren worden veroorzaakt door wijziging van het aantal toegerekende uren, de hoogte van de loon- en overheadkosten of een combinatie hiervan. 2
Geoormerkt budget Bij de najaarsnota en/of jaarrekening besluit de raad of- en zo ja welke budgetten geoormerkt worden. Oormerken is het eenmalig 'meenemen' van budget omdat de bijbehorende activiteit in het volgende jaar wordt uitgevoerd. Het eenmalige karakter van een geoormerkt budget leidt tot verschillen in de analyse tussen de begrotingsjaren (oormerk in 2014 leidt tot incidentele bijraming in 2015 en vervalt weer in 2016).
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 50 van 185
E. Risicoparagraaf programma Natuur en Milieu
Aansprakelijkheid beheer en onderhoud openbare ruimte 1.
Inwoners en bedrijven kunnen de gemeente aansprakelijk stellen voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte (of het nalaten daarvan).
2.
Stormschade e.d. kan de gemeente voor kosten plaatsen. De circa 19.000 bomen binnen het stedelijk gebied vormen bij storm een risico (voor de bomen zelf, goederen van de gemeente en goederen van derden). Daarnaast bestaat een risico voor personen (letsel of overlijden). Ook kan gevolgschade ontstaan doordat openbare wegen niet meer bruikbaar zijn.
Beheersmaatregel(en) 1. Verzekering met een eigen risico 2. Goed structureel beheer en onderhoud verkleinen het risico. Jaarlijkse VTA (Visual Tree Assessment)-controle draagt bij aan een actueel beeld van de risico’s. Bij (her)inrichting wordt bij boomkeuze en groeiplaats rekening gehouden met het risico van stormschade. Generiek risico
Kans
Financiële impact
Financieel risico
1. Financieel/juridisch
Gemiddeld = 50%
€ 50.000
€ 25.000
2. Financieel/juridisch
Laag = 25%
€ 100.000
€ 25.000
Nieuwe financieringssystematiek RUD Utrecht In de begroting 2016 is rekening gehouden met de meerkosten van salarisgaranties van de medewerkers RUD Utrecht (garantietoelagen). Dit zijn sociaal-plankosten waarvan in het Bedrijfsplan is afgesproken dat deze ten laste komen van de latende organisaties. Het betreft over 2016 een incidenteel nadeel van € 23.300. Vanaf 2017 geldt er een andere financieringsytematiek en wordt deze afspraak ten aanzien van de garantietoelagen opnieuw bezien. Er wordt dan niet langer afgerekend op basis van de huidige lumpsumfinanciering, maar op basis van de daadwerkelijk afgenomen producten en een productenboek. Gelet op het geraamde begrotingsoverschot in de begroting 2016 van de RUD Utrecht over de periode vanaf 2017 is het mogelijk dat onze gemeentelijke bijdrage vermindert. Nieuwe afspraken worden gemaakt in de kadernota RUD Utrecht 2017. In een worst-case scenario wordt een negatief effect van € 25.000 vanaf 2017 ingeschat. Beheersmaatregelen: Uitvoering geven aan een actieve opdrachtgeversrol; Adequate afstemming met de betrokken partners; Tijdige bijsturing op de afname van producten. Generiek risico
Kans
Financieel
Gemiddeld: 10%
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Financiële impact € 25.000
Financieel risico € 2.500
Pagina 51 van 185
Programma 5 – Wonen en Ruimtelijke Ordening A. Omschrijving van het programma Dit programma gaat over wonen, ruimtelijke ordening en de kwaliteit en invulling van het gemeentelijk grondgebied. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr.
Product
Portefeuillehouder
5.0
Grote projecten (Masterplan Soesterberg,
J.G.S. Pijnenborg, M.J. Adriani
Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis) 5.1
Ruimtelijke ordening
J.G.S. Pijnenborg
5.2
Stedelijke vernieuwing
J.G.S. Pijnenborg
5.3
Bouwen en wonen
J.G.S. Pijnenborg
5.4
Woonruimtezaken
J.G.S. Pijnenborg
Relevante beleidsdocumenten A.
Treasurystatuut, § 2.11-2.16 met betrekking tot garantstellingen (raad juli 2015)
B.
Samenwerkingsovereenkomst Hart van de Heuvelrug (raad 30 april 2015)
C.
Samenwerkingsovereenkomst Vliegbasis (raad 30 april 2015)
D.
Raamovereenkomst Hart van de Heuvelrug (raad 24 juni 2004)
E.
Afsprakenkader Hart van de Heuvelrug (raad 13 februari 2014)
F.
Ruimtelijk plan vliegbasis Soesterberg (raad 11 juni 2009)
G.
Clusterovereenkomst Hart van de Heuvelrug, Cluster Soest I (27 september 2005)
H.
Clusterovereenkomst Hart van de Heuvelrug, Cluster Zeist III (1 juli 2009)
I.
Clusterovereenkomst Zeist II (26 april 2007)
J.
Masterplan Soesterberg (raad 23 april 2009)
K.
Convenant Masterplan Soesterberg (12 juni 2009)
L.
Uitwerking Masterplan Soesterberg 4 oktober 2010, raad 16-12-2010
M.
Besluit over prioriteiten, september 2011
N.
Invulling Evenemententerrein (RV 13-48)
O.
Keuzemaatregelen Soesterberg-Noord (RV-12-54)
P.
PvA sociaal culturele voorziening Soesterberg (RV 12-06),
Q.
Structuurvisie (29 oktober 2009)
R.
Diverse bestemmingsplannen (zoals bestemmingsplan Landelijk Gebied, 19 december 2013)
S.
Diverse beeldkwaliteitplannen (zoals beeldkwaliteitplan Buitengebied, maart 2004)
T.
Visie Bosstraat (augustus 2009)
U.
Gebiedsvisie Landelijk Gebied (15 maart 2012)
V.
Ontwikkelingsprogramma Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing ISV II (raad 17 februari 2005)
W. Verdeelbesluit ISV II (raad 15 september 2005) X.
Stimuleringsbijdrage Dorpsplein, prestatieovereenkomst met provincie (26 april 2006)
Y.
Nota onrechtmatig wonen op recreatiecentra
Z.
Welstandsnota (raad 13 februari 2014)
AA. Bouwverordening (laatstelijk gewijzigd: raad 21 december 2006) BB. Bouwbeleidsplan (raad 29 mei 2007) CC. Huisvestingsverordening Soest 2008 (raad 17 januari 2008, wijziging 10 juni 2008)) DD. Beleidsregels Woonruimteverdeling 2011 (14 juli 2011) EE. Prestatiecontract corporaties 2009-2010 (15 december 2009)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 52 van 185
FF. Beleidsregels archeologisch onderzoek bij bodemverstorende ingrepen (juni 2011). GG. Nota ‘Wonen in Soest’ (raad 12 december 2012) HH. Visie Wonen met Welzijn en Zorg (raad 16 februari 2012) II.
Uitvoeringsplan WWZ (20 maart 2013)
B. Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten Masterplan Soesterberg Het Masterplan Soesterberg is gericht op revitalisering en uitbreiding van het dorp (van ca. 6.500 naar ca. 9.500 inwoners). Kwalitatief goede toevoegingen aan de woningvoorraad geven een positieve impuls aan het dorp. In 2013 heeft de raad een besluit genomen over de verdere uitvoering van het Masterplan Soesterberg. Op basis van dit besluit is een start gemaakt met de deelprojecten Soesterberg-Noord, Pleisterplaats, Evenemententerrein en verschillende infrastructurele projecten zoals de Oostelijke ontsluiting, Westelijke ontsluiting en planvorming voor de omliggende infrastructuur van Soesterberg. Direct aan de grondontwikkeling verbonden zijn de grote projecten: de renovatie van de Banninghal en het project VERDER. Project VERDER voorziet in een nieuwe fietsverbinding Soest-Soesterberg. Als onderdeel van de ontwikkeling van Campuszone-Noord en afgestemd op het ontwerp van de verdiepte ligging van de N237 is het ontwerp en de situering van het fietstracé Soest-Soesterberg uitgewerkt. De ambitie voor het dorp Soesterberg is in 2010 uitgewerkt en beschreven in de ‘Uitwerking Masterplan Soesterberg’. Het Masterplan is opgesteld als een integrale fysieke ontwikkeling van Soesterberg als geheel. In de uitwerking van het Masterplan zijn wel deelgebieden (deelprojecten) benoemd en beschreven. Maar het grotere geheel geldt als uitgangspunt. Wij blijven in het vervolg van het proces dan ook uitgaan van de integraliteit van de gebiedsontwikkeling: Soesterberg als één dorp. In rubriek C (doelstellingen en activiteiten) wordt de voortgang van de deelgebieden (projecten) beschreven. Hart van de Heuvelrug De raamovereenkomst van 2004 is vervangen door de nieuwe samenwerkingsovereenkomst in 2015. De samenwerkingsovereenkomst is gesloten tussen de provincie Utrecht, gemeente Zeist en de gemeente Soest. De raden en staten hebben de samenwerkingsovereenkomst vastgesteld in april 2015 en officieel getekend op 5 juni 2015. Doel is te komen tot de realisering van een pakket rode en groene projecten die leiden tot een ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Binnen de samenwerkingsovereenkomst heeft de gemeente Soest als projecttrekker een inspanningsverplichting voor de ontwikkeling van de deelprojecten Apollo Noord-Kontakt der Kontinenten, Apollo Noord-Oude Tempel en het in 2015 in bedrijf genomen Saunalocatie Soesterberg. Naast de Stuurgroep, waarin wethouder van de gemeente Soest, wethouder van gemeente Zeist en gedeputeerde van Provincie Utrecht plaatsnemen is er een coördinatieteam waarin de 3 partijen ambtelijke ondersteuning bieden. Er is een Programmateam onder leiding van een onafhankelijke Programmasecretaris welke voor de coördinatie, afstemming en het secretariaat zorgt. De kosten van het Programmateam (m.n. kosten inhuur secretaris en ondersteuner, daarnaast ook kosten voor drukwerk, zaalhuur etc) worden jaarlijks begroot en komen o.b.v. nacalculatie voor rekening van de 3 partijen, ieder voor 1/3e. De jaarlijkse kosten zijn op € 150.000 begroot. Voor Soest betekent dit € 50.000. Deze kosten zijn voorzien tot 2025 (einde van het contract).
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 53 van 185
Vliegbasis In 2009 heeft de provincie de grond van de vliegbasis Soesterberg aangekocht ten behoeve van herontwikkeling. De nieuwe samenwerkingsovereenkomst is een verlenging van de samenwerkingsovereenkomst die gesloten was op 14 april 2011. De samenwerkingsovereenkomst Vliegbasis Soesterberg is gesloten tussen de provincie, Zeist en Soest In april 2015 hebben de raden en staten de nieuwe samenwerkingsovereenkomst vastgesteld, welke op 5 juni formeel is ondertekend. Doel van deze samenwerking is het samen uitwerken van het ruimtelijk plan vliegbasis Soesterberg binnen de vastgestelde kaders van het bestemmingsplan en waarin aandacht is voor het cultuurhistorische verleden. Bij het ruimtelijk plan is een grondexploitatie opgesteld met als uitgangspunt dat de investeringen worden terugverdiend door opbrengsten vanuit de woningbouw. Uit het resultaat van de grondexploitatie wordt 10 miljoen afgedragen aan de mastergrex Hart van de Heuvelrug. De provincie Utrecht is als projecttrekker verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de vliegbasis en draagt zorg voor de aanstelling van een projectleider. Naast een ontwikkeling op de vliegbasis kan in Zeist aan de Dolderseweg en in Soest aan de Amersfoortsestraat een terrein worden ingericht voor woningbouw, woon-zorgvoorzieningen dan wel bedrijven. Deze locaties kunnen separaat worden ontwikkeld. Het uitgangspunt is om het eigendom van het park over te dragen aan Het Utrechts Landschap. Dit moet nog nader worden uitgewerkt en contractueel geregeld worden. Kernrandzone De op 4 februari 2013 vastgestelde Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) biedt gemeenten de mogelijkheid in stedelijke uitloopgebieden (de kernrandzones) nieuw beleid te ontwikkelen voor het mogelijk maken van nieuwe stedelijk gelieerde functies. Gemeenten moeten hiervoor een visie opstellen waarin kwaliteitsverbetering voorop staat. De gemeenteraad is in de Ontmoeting van 12 februari 2015 geïnformeerd over het instrument Kernrandzone. Een raadsvoorstel omtrent het opstellen van een visie is aan uw raad aangeboden. In 2016 en 2017 gaat het om het opstellen van een Visie Kernrandzone en, in het kielzog daarvan, het behandelen van de eerste initiatieven in het Soesterveen. De kosten voor 2016 en 2017 worden geschat op totaal € 86.000. Verwacht wordt, dat de behandeling van initiatieven van 2018 en later kan worden ondergebracht in de reguliere werkzaamheden. Wanneer uw raad besluit om geen geld beschikbaar te stellen voor de Visie, dan stellen wij u voor om expliciet te besluiten om geen Visie op de Kernrandzone op te stellen. Dat geeft de gewenste duidelijkheid voor belanghebbenden waarmee de illusie wordt voorkomen, dat de gemeente zou kunnen werken aan de kernrandzone zonder geld beschikbaar te stellen voor een visie. Dan zou namelijk een overeenkomst gesloten moeten worden met belanghebbenden, waarin staat dat ze gezamenlijk de kosten terugbetalen aan de gemeente, bovenop de extra kosten die ze voor hun eigen wens moeten maken in de rood-voorgroenconstructie, welke kosten pas bekend worden nadat de visie is vastgesteld. Of werken zonder een visie. De provincie stelt echter aan provinciale medewerking de voorwaarde, dat de gemeente een visie opstelt. Zo staat het in de PRS en de PRV. Een postzegelplan zonder voorafgaande visie zal bij de Raad van State de eindstreep niet halen, ook al zouden alle betrokkenen het grotendeels met elkaar eens zijn over de inhoud. De kans dat de provincie voor Soest een uitzondering maakt door die voorwaarde te laten vallen is nihil, onder meer omdat deze methode (eerst een visie, dan concreet meewerken) een zeer gebruikelijke werkwijze is. Bestemmingsplannen In 2016 wordt gewerkt aan diverse bestemmingsplannen, variërend van groot (Masterplanbestemmingsplannen Soesterberg-Noord, Evenemententerrein, Oude Tempel) tot klein (diverse
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 54 van 185
initiatieven in zowel stedelijk als landelijk gebied). Opvallend is de blijvend grote stroom aan particuliere verzoeken, waarvoor diverse postzegelbestemmingsplannen en wijzigingsplannen in procedure worden gebracht. Omgevingsplan In de Kadernota hebben wij aangegeven dat er bij de uitwerking van het nieuwe Omgevingsplan behoefte is aan budget ter dekking van de kosten die gemaakt worden voor juridisch en technisch advies en onderzoeken. Hoewel het moeilijk is in te schatten moet gedacht worden aan een budget van € 30.000. Ter toelichting: Tot nu toe is kostenneutraal gewerkt binnen de pilot Omgevingsplan. De realiteit is dat hiermee door gebrek aan capaciteit te weinig voortgang wordt gemaakt. Er worden al diverse acties ondernomen, zoals het deels vrijmaken van een nieuwe medewerker binnen de afdeling Ruimte (ter vervanging van een medewerker die met pensioen gaat) door efficiënter om te gaan met stedenbouwkundige advisering. Ook wordt met het Ministerie gesproken over ondersteuning door middel van ‘gebiedscoaches’. Met het omgevingsplan wordt het aantal regels teruggebracht en wordt meer helderheid verschaft over de ontwikkelmogelijkheden van gronden. De tijd die gemoeid is met het toetsen en begeleiden van ontwikkelingen die zich richten op de fysieke leefomgeving nemen daardoor af. Dit sluit aan bij de kernwaarde ‘klant- en naar buitengericht’ van de gemeente Soest waarin gestreefd wordt naar excellente publieke dienstverlening. Structuurvisie Wij stellen u voor om de komende periode een Structuurvisie voor het grondgebied van Soest op te stellen. De huidige Structuurvisie (2009) is verouderd en biedt geen goede basis voor anterieure overeenkomsten: een anterieure overeenkomst heeft tot doel het vastleggen van afspraken tussen een gemeente en een particuliere partij over het ontwikkelen (bebouwen) van een bepaald perceel. Hierdoor is het nu lastig om kosten te verhalen op initiatiefnemers. Daarnaast is het in het kader van de komende Omgevingswet een integraal ruimtelijk kwaliteitskader zeer gewenst om individuele initiatieven goed te kunnen afwegen. De verwachting is namelijk dat er geen grote bestemmingsplannen meer in procedure worden gebracht, maar dat per individueel verzoek een procedure wordt gestart. Het is dan goed dat individuele verzoek in een breder kader af te wegen. De Tweede Kamer heeft bij behandeling van de omgevingswet een amendement aangenomen waarin de gemeentelijke structuurvisie verplicht wordt gesteld. Daarbij is overwogen dat de omgevingsvisie integraal is en de strategische keuzes bevat voor de lange termijn welke wordt uitgewerkt in het omgevingsplan en omgevingsprogramma’s. Een omgevingsvisie daagt burgers en bedrijven uit deze visie mede gestalte te geven. Het is daarmee een essentieel instrument in de overstap van toelatings-planologie naar uitnodigingsplanologie. Een voordeel van een nieuwe structuurvisie is ook dat deze ‘gebiedsgericht’ kan worden opgesteld, zodat initiatiefnemers deze makkelijker (digitaal) kunnen raadplegen. Een duidelijke omgevingsvisie kan ontwikkelingsplanologie ondersteunen. Een gemeentebrede Structuurvisie voor Soest is iets anders dan de visie kernrandzone die gericht is op een specifiek ruimtelijk doel, namelijk het ontwikkelen van groene kwaliteit en recreatieve paden door toevoeging van een beperkt aantal woningen aan een specifiek gebied. Er is hier sprake van ruimtelijke samenhang tussen de ‘verdienlocatie’ en de realisering van extra ruimtelijke kwaliteit. Het instrument ‘visie kernrandzone’ komt voor uit de provinciale ruimtelijke verordening, de structuurvisie uit de Wro. Een structuurvisie kan compact danwel uitgebreid worden vormgegeven. Bij het opstellen van het Plan van Aanpak zullen wij lering trekken uit de pilot ‘Omgevingsvisie’ van het Ministerie.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 55 van 185
Het opstellen van een Structuurvisie is een extra opgave die niet past niet binnen de huidige formatie, de werkvoorraad is hoog in verband met reguliere werkzaamheden en projecten. Wij verzoeken u een budget vrij te maken van € 25.000 om in 2016 een start te kunnen maken met een Plan van Aanpak (inclusief gedetailleerde kostenraming), gevolgd door de eerste vervolgstappen die uit dat PvA blijken. Wij stemmen uiteraard het Plan van Aanpak met u af, zodat het budget efficiënt en effectief wordt besteed. Cultuurhistorische Waardenkaart Om te voldoen aan de wettelijke verplichting om cultuurhistorie te betrekken bij ruimtelijke afwegingen, heeft de raad besloten een cultuurhistorische waardenkaart op te stellen en deze te vertalen in beleidsregels. Hierbij wordt een laag ambitieniveau gehanteerd. Inmiddels is een waarderings- en kenmerkenkaart vastgesteld. Opvallend is dat een groot deel van Soest een hoge of zelfs zeer hoge cultuurhistorische waarde heeft. Omdat wij – zoals gesteld in het coalitieakkoord - willen werken aan deregulering en burgerparticipatie, willen we in het vervolgproces vooral inzetten op bewustwording en inspiratie. Ook het Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht (STAMU) geven aan dat het vooral belangrijk is om in te zetten op enthousiasmeren. We leggen daarom alleen regels vast waar dat echt nodig is. Daartoe vragen we per hoog gewaardeerd gebied inspirerende sprekers uit het veld om belangstellenden een goed verhaal over cultuurhistorie en relicten in dat gebied te vertellen. En iemand die die verhalen kan vertalen in een inspirerend en beeldend pamflet per gebied, met bijvoorbeeld inrichtingsprincipes en foto’s van inspirerende voorbeelden. Zo blijft er een naslagwerk – in vrije vorm – over die gebiedsgericht kan worden gepubliceerd in onze eigen raadpleegomgeving. Dat sluit ook aan op onze huidige werkwijze om uiteindelijk te komen tot een integraal omgevingsplan. En het geeft uitvoering aan een van de uitkomsten van het inwonerpanel in het kader van de Cultuurvisie, namelijk dat het cultureel erfgoed in Soest op dit moment onvoldoende bekend is. Handhaving en bouwtoezicht Het huidige ambitieniveau handhaving is vastgelegd in een beleidsnotitie 2012 – 2015. Dit ambitieniveau is relatief laag. De personele capaciteit is hierop afgestemd. Sinds 2012 wordt de juridische en uitvoerende capaciteit ook deels ingezet op het accounthouderschap RUD (voorheen SBG), de implementatie en uitvoering van drank- en horecawetgeving en BAG-controles. Dit heeft tot gevolg dat hoofdzakelijk de wettelijk verplichte taken worden opgepakt en de in de beleidsnotitie benoemde prio 1-activiteiten. De keuze voor een minimaal pakket handhaving en de sinds 2012 bijgekomen taken maken dat geregeld een handhavingstekort ervaren wordt, zowel intern (ambtelijk/bestuurlijk) als extern (inwoners/bedrijven). In bestuurlijke discussies wordt regelmatig gesproken over een grotere en deels andere behoefte aan toezicht en handhaving op het gebied van de Wabo-regelgeving. Begin 2016 bieden wij u daarom een beleidsnotitie aan met een korte evaluatie van het handhavingsbeleid 2012 – 2015 en beleidskeuzes voor 2016 en verder. Daarbij voorzien wij op dit moment al dat structurele uitbreiding op juridische capaciteit noodzakelijk is om het in de huidige beleidsnotitie geformuleerde handhavingsniveau te kunnen realiseren. Daarnaast leggen wij u dan keuzes voor om projectmatig capaciteit in te zetten op een aantal handhavingsthema’s, zoals handhaving op illegale woonsituaties naar aanleiding van BAGcontroles, handhaving landelijk gebied en handhaving op permanente bewoning recreatiewoningen. Met de voorbereiding van de nieuwe beleidsnotitie handhaving onderzoeken wij ook op welke wijze wij kunnen komen tot verdergaand integraal toezicht en handhaving buiten. Hierbij houden wij ook rekening met een per 1 januari 2017 mogelijk gedeeltelijke privatisering van het bouwtoezicht. Capaciteitsinzet ruimtelijke projecten Door de groei van het aantal projecten met name in Soesterberg wordt steeds meer beslag op de capaciteit van de afdeling Ruimte gelegd. Daarnaast vragen een groot aantal reguliere werkzaamheden een grote inspanning van de afdeling. Hierbij moet gedacht worden aan de intensieve trajecten die
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 56 van 185
bewandeld worden op de dossiers Bongers/Korlaar, Don Bosco en het traject rond dr. De Voslaan, massagesalon en het landelijk gebied. Zoals eerder gemeld in de voorjaarsnota en bij de jaarrekening blijven als gevolg van deze extra inzet een aantal reguliere werkzaamheden liggen en steeds verder in de tijd doorgeschoven. Dit komt voor op alle taakvelden (Economische Zaken, Verkeer en Ruimtelijke Ordening) van de afdeling Ruimte. Om de voortgang te houden in de reguliere werkzaamheden en om te voorkomen dat er achterstanden gaan ontstaan is eerder budget gevraagd om extra vervangende capaciteitsinzet mogelijk te maken voor uitvoering van reguliere werkzaamheden. In deze begroting zal niet opnieuw budget gevraagd worden. Uitgangspunt bij de uitvoering van de werkzaamheden is de bestaande formatie. Wonen met Welzijn en Zorg Begin 2012 heeft de raad de Visie op Wonen met Welzijn en Zorg vastgesteld, en sedert 2013 wordt uitwerking gegeven aan het Uitvoeringsplan WWZ. Sindsdien is er veel veranderd in de langdurige zorg en binnen het speelveld van WWZ. Actualisering is dus aan de orde. Niet zozeer wat betreft de visie op wat WWZ behelst en wat we onze inwoners willen bieden (want die is qua uitgangspunten en doelstellingen gelijk gebleven), maar wel ten aanzien van kwantitatieve woon- en zorgbehoefte. Daarnaast wordt in de actualisering het veranderde speel- en krachtenveld meegenomen en specifiek onze rol daarin. Met de gemeenteraad en andere stakeholders gaan we graag in gesprek over de positie die we als gemeente innemen binnen het krachtenveld en hoe we invloed kunnen, moeten en willen uitoefenen. Graag verwijzen wij ook naar het kopje Wonen met Welzijn en Zorg in programma 7.
Voorstellen nieuw beleid (conform principebesluit Kadernota 2016 + aanvullende voorstellen in hfdst 2) Beleidsintensivering(en)
Nieuwe omgevingsplan (incidenteel)
€ 30.000
Programmateam Hart van de heuvelrug (structureel)
€ 50.000
Kernrandzone (incidenteel)
€ 43.000 (2016) € 43.000 (2017)
Structuurvisie (incidenteel)
€ 25.000
C. Doelstellingen en activiteiten - Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen – wat willen we bereiken? Algemene doelstelling:
Een aantrekkelijke groene gemeente, met een kwalitatief goed woon-, werk-, leef- en vestigingsklimaat
Thema’s:
1. Woningbouw 2. Woningvoorraad 3. Ruimtelijke kwaliteit gemeente Soest
Thema 1 – Woningbouw Doelstelling
Bouwen van woningen naar behoefte.
Tabel effectindicator(en) omschrijving
Bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2016
2017
*
*
*
nulwaarde De mate waarin mensen
Nader op te
in hun woonbehoefte
stellen op basis
kunnen voorzien
van metingen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
*
Pagina 57 van 185
(*)De effectindicator die in het verleden in het leven is geroepen leent zich maar slecht voor kwantificatie. De verwachting was dat deze op te stellen was op basis van metingen die we zouden doen. In de praktijk zijn die metingen er niet geweest. Het voorstel is om deze indicator te laten vervallen omdat deze slecht kwantificeerbaar is én omdat de markt steeds vraaggerichter is gaan ontwikkelen en bouwen en daarmee al tegemoet komt aan de maatschappelijke behoeften. Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Bouwen naar behoefte Als gemeente bouwen we naar behoefte. Dat betekent dat we inspelen op demografische transities, regionale ontwikkelingen en veranderingen op het gebied van woonwensen en –voorkeuren. Om te komen tot woningbouw die afgezet kan worden, tot duurzame leefomgevingen en tot wijken/buurten met sociale samenhang en cohesie is het van het grootste belang dat er veel aandacht is voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. De vraag is geen constante. Het is daarom zaak om op elk gegeven moment daarop te sturen met het aanbod. Concreet betekent dit dat er met marktpartijen grondig wordt nagedacht over de invulling van plannen, dat in een vroeg stadium van de planvorming de consument al wordt geconsulteerd en dat er gedurende het gehele proces voeling is met de markt. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de woning zelf, maar ook naar andere zaken die voor de doelgroep van belang zijn, zoals de inrichting van de openbare ruimte en de (nabijheid van) voorzieningen. Zie onder projecten Ruimtelijke Kwaliteit thema 3. Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
Op te leveren woningen
raming
2012
2013
2014
2015
2016
29
0
0
20
10
33
22
13
20
55
Soesterberg Op te leveren woningen Soest
Thema 2 – Woningvoorraad Tabel effectindicator(en) omschrijving
Bron
Referentie -
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2016
2017
> 100%
> 100%
>100%
of nulwaarde Aantal betaalbare woningen is
WVS
minimaal gelijk aan het
(woonruimteve
aantal huishoudens binnen de
rdeling Soest-
aandachtsgroep
Soesterberg)
125%
De referentiewaarde van 125% drukt de verhouding uit van de betaalbare woningvoorraad ten opzichte van de zogenaamde doelgroep van beleid (lagere inkomensdoelgroep). In concreto betekent dit dat er 10 betaalbare woningen zijn per 8 huishoudens binnen de aandachtsgroep (volgt uit onderzoek van ABF Research uit 2011). Recent onderzoek dat in regioverband is uitgevoerd laat zien dat de totale betaalbare voorraad nog altijd groter is dan vraag vanuit de doelgroep van beleid. Op langere termijn is er wel een positieve vraagontwikkeling te zien die sterk beïnvloed wordt door wijzigingen in huishoudsamenstellingen. Hoe de vraagontwikkeling exact zal zijn is moeilijk te voorspellen, daar deze heel sterk afhankelijk is van economische groei en de daaraan gerelateerde koopkrachtontwikkeling. De streefwaarde blijft voor de komende jaren gesteld worden op > 100% om in overeenstemming te zijn met de doelstelling in de omschrijving.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 58 van 185
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Prestatieafspraken Met de corporaties zijn in 2015 nieuwe prestatieafspraken opgesteld. In deze afspraken committeren partijen zich aan een afdoende grote, betaalbare woningvoorraad. De genoemde ontwikkelingen zijn belangrijke input voor verdere afspraken over de samenstelling van de voorraad in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin. Wat betreft laatstgenoemde wordt vooral ingezet op de bevordering van doorstroming en het tegengaan van scheefwonen (in financiële zin of qua huishoudgrootte) en wordt kritisch gekeken naar de differentiatie binnen de huidige voorraad en hoe deze zich verhoudt tot de toekomstige vraag. Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
Kernvoorraad (zonder huur op
raming
2012
2013
2014
2015
2016
3.640
4.327
4.246
4.250
4.200
3.985
*
*
*
*
maat) Kernvoorraad (met huur op maat)
* Per 1 oktober 2012 is Huur op Maat opgehouden te bestaan. Thema 3 – Ruimtelijke kwaliteit gemeente Soest Doelstellingen:
1. Verbeteren van de leefbaarheid in Soesterberg 2. Behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van gemeente Soest
Effectindicator(en) De gemeente Soest monitort de leefbaarheidscores voor Soesterberg aan de hand van verschillende bronnen. De Leefbaarometer is een instrument dat vanuit het Rijk is opgezet en tweejaarlijks scores op verschillende leefbaarheidscomponenten geeft. Uit de confrontatie tussen de resultaten van 2011 en 2013 kwamen niet al te significante verschuivingen, al was zichtbaar dat Soesterberg licht negatiever scoorde op het voorzieningenniveau. Op het vlak van de openbare ruimte was een verbetering zichtbaar. Naast de Leefbaarometer heeft de gemeente Soest middels het inwonerpanel onderzoek gedaan naar de beleving van de Soesterberger wat betreft een aantal leefbaarheidscriteria, zoals de woningvoorraad, de veiligheid, de staat van de openbare ruimte et cetera. De referentiewaardes zijn niet uit te drukken in scores in tabelvorm vanwege de vraagvorm. Een 1–meting wordt in 2015 uitgevoerd. De resultaten daarvan (inclusief de verschillen met de 0-meting) worden dan actief gecommuniceerd naar uw raad. Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 3.1 RO-projecten In 2016 spelen diverse RO-onderwerpen die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van Soest, zoals de kernrandzone, diverse bestemmingsplannen, het omgevingsplan en de cultuurhistorische waardenkaart. Deze onderwerpen zijn beschreven onder B (Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten). Staringlaan woningbouw In de periode februari tot en met juni wordt het voormalige korfbalveld bouwrijp gemaakt. De basis infrastructuur wordt aangelegd en de bouwgrond wordt overgedragen aan de ontwikkelaar, de firma Heilijgers. Medio 2016 kan de bouw van de beoogde 23 starterswoningen starten.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 59 van 185
Kernrandzone In 2016 wordt gewerkt aan een Visie voor de Kernrandzone, waardoor een combinatie van woningbouw en natuurontwikkeling mogelijk wordt. Diverse bestemmingsplannen In 2016 wordt gewerkt aan een grote hoeveelheid bestemmingsplannen van groot tot klein. Denk aan bestemmingsplannen voor diverse Masterplan-projecten (Evenemententerrein, Soesterberg-Noord, Oude Tempel), een bestemmingsplan voor voormalige bedrijfswoningen op Soestdijkse Grachten, een bestemmingsplan voor het bedrijf vd. Hengel, diverse wijzigingsplannen in zowel landelijk als stedelijk gebied en nieuwe initiatieven. Omgevingsplan Het omgevingsplan krijgt een doorstart. Doordat uiteindelijk regels op het gebied van de fysieke leefomgeving integraler zijn en makkelijker raadpleegbaar worden, worden plannen ook van een hogere kwaliteit wat uiteindelijk bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit. Structuurvisie De Structuurvisie is de basis voor financiële bijdrage door initiatiefnemers en draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit omdat het integrale ruimtelijke afwegingskader vormt voor nieuwe ruimtelijke initiatieven die uiteindelijk worden opgenomen in het omgevingsplan. Cultuurhistorische waardenkaart Bij de uitwerking van de cultuurhistorische waardenkaart zijn de uitgangspunten deregulering en burgerparticipatie. We zetten vooral in op bewustwording en inspiratie, waardoor in ruimtelijke plannen beter rekening wordt gehouden met cultuurhistorie, wat de kwaliteit ten goede komt. 3.2 Projecten Masterplan Soesterberg Manifestatieterrein In de raadsvergadering van 11 juni 2015 is besloten dat het manifestatieterrein niet op het ‘paardenweitje’ wordt gerealiseerd. Een groot deel van de dorpsactiviteiten kunnen op het nieuwe dorpsplein worden georganiseerd. Met de inrichting van dit plein wordt hier rekening mee gehouden. 3.3 N237, verdiepte ligging en omliggende infra Verdiept aanleggen N237 Het realiseren van een verdiepte ligging met een lengte van ongeveer 210 meter welke loopt vanaf het kruispunt Veldm. Montgomeryweg t/m de Postweg. De weg gaat omlaag en op maaiveld niveau komt er een brede, groene overkluizing tussen de twee delen van het dorp; van de Veldm. Montgomeryweg tot aan de Van der Griendtlaan/Postweg. Zo ontstaat er niet alleen een verbinding tussen de twee delen van het dorp maar komt er gelijk een fysieke koppeling tussen het dorpshart en Park Vliegbasis Soesterberg/Nationaal Militair Museum. De werkzaamheden beginnen eind 2015 en zijn rond de zomer van 2016 klaar (onder voorbehoud van procedures). Westelijke Ontsluiting Volgens de gewijzigde plannen van de provincie wordt de westelijke ontsluiting in zijn definitieve vorm pas in 2016 gerealiseerd. I.v.m. de aanleg van de verdiepte ligging wordt in 2015 een tijdelijke oplossing gecreëerd voor het oost-west vv verkeer via de bestaande wegen op Soesterberg Noord.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 60 van 185
Koppenlaan Ter hoogte van de Koppenlaan wordt een doorgaande fietsverbinding gerealiseerd over de verdiepte ligging tussen van de Griendtlaan en Postweg. De voorbereidingen hiervoor zijn gedaan en de verwachting is dat de werkzaamheden in het najaar van 2015 starten en afgerond worden in de eerste helft van 2016. Soesterberg Noord Woningbouw In de 2e helft van 2016 wordt verwacht het bestemmingsplan voor Soesterberg Noord aan te bieden aan uw raad. Daarna gaat de periode in van mogelijkheid tot beroep bij de Raad van State. Daarvoor geldt wel de procedure onder de Crisis- en Herstelwet. Begin 2016 wordt het vastgoed overgedragen aan de gemeente van de panden van Hypsos en Kibeak, allebei gelegen op de kop van kamer 1 tegen de voormalige vliegbasis aan. Deze panden worden gesloopt (conform overeenkomst met eigenaren). De grond onder de panden wordt tijdelijk afgewerkt totdat er zicht is op een woningbouwontwikkeling op deze percelen. In 2016 wordt de markt actief benaderd om tot die gewenste woningbouwontwikkeling te komen. Dat zou op z’n vroegst in 2017 gerealiseerd kunnen worden. Uiteraard worden die beoogde ontwikkelingen in nauwe samenhang met de ontwikkelingen op de voormalige vliegbasis uitgewerkt. Soesterberg-Noord Milieu In 2016 vindt een vervolg plaats van de overleggen met de aangewezen milieuhinderlijke bedrijven. Binnen de mogelijkheden die de Crisis- en Herstelwet biedt wordt bekeken welke maatregelen opgenomen kunnen worden in het bestemmingsplan Soesterberg-Noord. In samenwerking met de projectorganisatie van de vliegbasis worden maatregelen en voorstellen gedaan om de milieuhindercirkels van Soesterberg-Noord op de voormalige vliegbasis terug te dringen. De gemeente Soest heeft daarvoor in de Samenwerkingsovereenkomst een inspanningsverplichting overeengekomen. Pleisterplaats Het project Pleisterplaats heeft in verband met capaciteitsverschuiving binnen de projecten enig tijd stil gelegen. In het derde kwartaal van 2015 is het project herstart. De verwachting was dat een eerste bespreking zou plaatsvinden in de Ronde van september 2015. Echter doordat in de Stuurgroep Vliegbasis nog een aantal zaken besproken moeten worden zoals o.a. de eigendomssituatie van de ondergrond en de openingstijden van de mogelijk toekomstige horeca op de Pleisterplaats is het nog niet mogelijk om tot een volledige afronding te komen van het projectvoorstel. Samen met de stuurgroep zijn we dus op zoek naar de beste invulling van de Pleisterplaats. Zodra daar meer duidelijkheid over is informeren we de raad en geleiden we dit naar het besluitvormingsproces. Evenemententerrein In de raadsvergadering van 11 juni 2015 zijn de kaders van het voorgebied bijgesteld. De nieuwbouw van de sociaal culturele voorziening komt op het Evenemententerrein te vervallen. Er is besloten dat het plein groter wordt dan voorheen is aangenomen. Langs dit plein worden gestapelde woningbouw gerealiseerd, zowel voor de sociale sector als in de vrije sector. Dit betekent voor 2016 dat de bestemmingsplanprocedure wordt afgerond. Daardoor kunnen we voortvarend aan de zuidzijde starten met het bouwrijp maken zodat de ontwikkelaar kan starten met de woningbouw van de grondgebonden woningen. Voor de ontwikkeling op het noordelijke deel is in juni door de gemeenteraad een besluit genomen. In dit model is het terrein van het paardenweitje als manifestatieterrein komen te vervallen. Op het noordelijke deel wordt woningbouw voorzien met een pleinfunctie. De komende tijd wordt hiervoor het
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 61 van 185
bestemmingsplanprocedure doorlopen en de voorbereidingen getroffen. De verwachting is dat in 2016 de werkzaamheden kunnen starten. Financiële verschuivingen binnen het MP Soesterberg In de kadernota is aangegeven dat binnen het Masterplan nog enkele projecten concreter uitgewerkt moeten worden. Een van deze projecten is de ontwikkeling van de Pleisterplaats. Hoewel het plan nog niet geheel uitgewerkt is worden de contouren langzaam zichtbaar. De verwachting is dat voor de inrichting van de Pleisterplaats het beschikbare bedrag ruimschoots toereikend is. In het verleden is bij de raming uitgegaan van omvangrijkere Pleisterplaats. Het budget dat is opgenomen in de grondexploitatie bedraagt momenteel € 2.200.000 nominaal. Op basis van de huidige ideeën zal het niet noodzakelijk zijn om het beschikbare budget volledig aan te wenden. Dit betekent dat er binnen de grondexploitatie budget vrij zal vallen. Concrete besluitvorming hierover zal pas plaatsvinden bij de behandeling over het project Pleisterplaats. De verwachting is dat eind 2015 behandeling kan plaatsvinden in Raad. Voor een daadwerkelijk transformatie van Soesterberg-Noord blijkt daarentegen meer budget benodigd te zijn dan nu beschikbaar is voor dit project. Dit heeft met name te maken met de verwervingskosten van een aantal bedrijven in dit gebied. Indien hiervoor gekozen wordt is er op dit moment een tekort van 2,5 miljoen. Vanzelfsprekend zijn hiervoor nadere onderbouwingen vertrouwelijk beschikbaar. De dekking van het benodigde budget zal gezocht moeten worden binnen de grondexploitatie van het Masterplan. Door accentverschuivingen binnen het Masterplan zal gezocht worden naar dekking van bovengenoemd bedrag. Deze wijzigingen zullen leiden tot een herziening van de grondexploitaties. In de kadernota is aangegeven dat de resultaten hiervan worden voorgelegd bij de meerjarenbegroting 2016-2019. Helaas is dat op dit moment niet mogelijk omdat er nog geen volledige duidelijkheid is over de Pleisterplaats. Er wordt nu naar gestreefd om dit jaar een separaat raadsvoorstel in te brengen over de accentverschuivingen en de bijbehorende dekking. 3.4 Hart van de Heuvelrug projecten Apollo Noord–Kontakt der Kontinenten In opdracht van de stuurgroep Hart van de Heuvelrug zet de gemeente Soest het Apollo-Noord, Kontakt der Kontinenten, voort. Naar verwachting zijn de onderhandelingen met de projectontwikkelaar Heilijgers en Stichting Kontakt der Kontinenten in 2015 afgerond. Daar opvolgend starten wij in 2016 met de werkzaamheden van het rooien van de bomen en gelijktijdig wordt het NGE-onderzoek verricht. De projectontwikkelaar bouwt gefaseerd de woningen en zet ze vervolgens in de markt af. Apollo Noord–Oude Tempel In 2015 heeft de Steunstichting aangekondigd de stichting te willen opheffen en niet langer risicodragend mee te doen in de ontwikkeling van haar grond. Onderzocht wordt of de gemeente de hele grondpositie kan overnemen of dat een nieuwe derde partij de samenwerking met de gemeente van de Steunstichting overneemt. Uitgangspunt blijft dat de ontwikkeling wordt voortgezet in 2016, passend binnen de afspraken die gemaakt zijn in het kader van de ontwikkelingen van Hart van de Heuvelrug. Uitgangspunt is in 2016 de bestemmingsprocedure te starten en vorm te geven aan de gekozen marktstrategie.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 62 van 185
D. Wat mag het kosten? Baten en lasten (bedragen * € 1.000) Lasten Masterplan Soesterberg Ruimtelijke ordening Stedelijke vernieuwing Bouwen en wonen Woonruimtezaken Bouwgrondexploitatie Totaal lasten Baten Masterplan Soesterberg Ruimtelijke ordening Stedelijke vernieuwing Bouwen en wonen Woonruimtezaken Bouwgrondexploitatie Totaal baten Resultaat
Rekening 2014
Begroting 2015
2016
2017
2018
2019
861 326 424 1.738 85 848 4.282
5.039 890 150 1.853 113 5.394 13.440
5.729 1.013 152 1.742 40 4.537 13.212
4.648 958 152 1.742 40 4.335 11.875
1.434 915 152 1.742 40 3.965 8.248
680 915 152 1.742 40 3.644 7.172
715 -5
5.067
5.729
4.664
1.434
683
842 56 543 2.151
2.062 50 5.236 12.415
1.057 47 4.311 11.145
1.057 47 4.110 9.878
1.057 47 3.739 6.278
1.057 47 3.418 5.205
-2.131
-1.025
-2.068
-1.997
-1.970
-1.966
Afwijkingen t.o.v. 2015: Lasten Baten Resultaat
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
227 -1.270 -1.043
1.565 -2.537 -972
5.192 -6.137 -945
6.268 -7.210 -942
Pagina 63 van 185
Toelichting op de afwijkingen: Een negatief bedrag betreft een nadeel/tekort, een positief bedrag betreft een voordeel/overschot. Grote projecten Mutaties in de grondexploitatie van het Masterplan Soesterberg (budgettair neutraal). Tegenover de exploitatiesaldi, die op dit programma zijn verantwoord, staan overeenkomstige reservemutaties bij de algemene dekkingsmiddelen. reservemutaties kunst voor Soesterberg-Noord, Pleisterplaats en Evenemententerrein
-29
Ruimtelijke ordening Apparaatskosten 1
-25
Beleidsinvesteringen; kernrandzone en structuurvisie
-68
Kadernota 2016; omgevingsplan
-30
Stedelijke vernieuwing Apparaatskosten 1
-2
Bouwen en wonen Apparaatskosten 1
-11
Vrijval voormalige reserve volkshuisvesting (Voorjaarsnota 2015)
-932
Eenmalige kosten volkshuisvesting (Voorjaarsnota 2015)
34
Vrijval woninggebonden subsidies (Voorjaarsnota 2015)
-70 100
Eenmalige kosten procesverbetering en handhaving uit de VJN 2015 Minder inkomsten inlichtingen bouwzaken
-3
Inzet voor kleinschalige particuliere duurzaamheidsinitiatieven (Voorjaarsnota 2015)
-11
Woonruimtezaken Minder onderhoudskosten standplaatsen / huurwoonwagens
73
Minder inkomsten huur woonwagens
-3
Bouwgrondexploitatie Apparaatskosten 1
-1
Niet declarabele apparaatskosten Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg
-65
Mutaties in de bouwgrond (budgettair neutraal). Tegenover de exploitatiesaldi, die op dit programma zijn verantwoord, staan overeenkomstige reservemutaties bij de algemene dekkingsmiddelen. Totaal
-1.043
1
Apparaatskosten De loon- en overheadkosten worden op basis van urenramingen toegerekend aan de betreffende producten. Afwijkingen ten opzichte van andere jaren worden veroorzaakt door wijziging van het aantal toegerekende uren, de hoogte van de loon- en overheadkosten of een combinatie hiervan. 2
Geoormerkt budget Bij de najaarsnota en/of jaarrekening besluit de raad of- en zo ja welke budgetten geoormerkt worden. Oormerken is het eenmalig 'meenemen' van budget omdat de bijbehorende activiteit in het volgende jaar wordt uitgevoerd. Het eenmalige karakter van een geoormerkt budget leidt tot verschillen in de analyse tussen de begrotingsjaren (oormerk in 2014 leidt tot incidentele bijraming in 2015 en vervalt weer in 2016).
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 64 van 185
E. Risicoparagraaf programma Wonen en Ruimtelijke ordening
Project Vliegbasis Soesterberg De financiële risico’s voor de vliegbasis worden tussen drie partners (provincie Utrecht en gemeenten Zeist en Soest) op grond van de uitgangspunten in de nieuwe Samenwerkingsovereenkomst Vliegbasis gedeeld. De eerste Samenwerkingsovereenkomst is in april 2011 gesloten met de intentie om € 18 miljoen aan te wenden voor de eerste ontwikkeling van het groen. Dit heeft geresulteerd in € 6 miljoen risico voor elke partij van de Samenwerking. Deze afspraak is één op één overgenomen in de nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Daarnaast is vastgelegd dat de drie partijen vanuit het project de Vliegbasis een afdracht doen aan het programma Hart van de Heuvelrug van € 10 miljoen. Door het uitwerken van het voorkeursmodel van woningbouw op de Vliegbasis is gebleken dat de benodigde € 28 miljoen gedekt kan worden uit de rode ontwikkeling. In totaal loopt de gemeente Soest, conform de nieuwe samenwerkingsovereenkomst een risico van maximaal 1/3e van € 28 miljoen. Dit risico doet zich voor wanneer de woonwijk in zijn geheel niet tot ontwikkeling komt. Het bestemmingsplan laat woningbouw toe op deze locatie. Er zijn echter een tweetal belangrijke aandachtspunten, te weten: het opheffen van de hindercirkels Soesterberg Noord en de uitkomsten van de onderzoeken naar flora en fauna. Om die reden zou het zo kunnen zijn dat een deel van de woonwijk niet kan worden ontwikkeld, dan wel dat er extra maatregelen met financiële consequenties noodzakelijk zijn. Om die reden is onderstaande risico percentage opgenomen over 1/3e van de € 10 miljoen. Dit sluit aan op het bedrag dat is opgenomen in de risicoparagraaf behorende bij de grondexploitatie Vliegbasis. Beheersmaatregelen: -
Actieve programmasturing en –beheersing op de vliegbasis.
-
Actieve projectsturing en –beheersing op de vliegbasis.
-
Gebruik maken van de mogelijkheden van de crisis & herstelwet
-
Optimale afstemming met project Soesterberg Noord i.v.m. hindercirkels
-
Inzicht in uitkomsten flora en faunaonderzoeken en maatregelen Kans
Financieel
Gemiddeld: 50%
Financiële impact € 3.300.000
Financieel risico € 1.650.000
Masterplan Soesterberg Bij de laatste herziening van het Mastergrondexploitatie is een risico- en kansenanalyse opgesteld in samenwerking met de projectleiders en de planeconoom. Deze risico- en kansenanalyse vervangt deels de gevoeligheidsanalyse die in de vorige grondexploitaties waren opgenomen. De risico- en kansenanalyse is opgezet voor de geactiveerde projecten van het Masterplan: Evenemententerrein, Soesterberg-Noord en N237 en omliggende infrastructuur Soesterberg. Het nominaal gekwantificeerde risicobedrag voor de lopende projecten bedraagt € 6 miljoen en het nominaal gekwantificeerde kansbedrag € 1 miljoen. Gesaldeerd resulteert dit in een nominale waarde van € 5 miljoen risico. Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt gebruik gemaakt van de Monte Carlo-simulatie om het risicoprofiel te bepalen. Met deze methodiek is het geconsolideerde risicoprofiel bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 1,61 miljoen voor de lopende projecten Beheersmaatregelen: Weloverwogen ontwikkel keuzes maken. Actieve programmasturing en –beheersing Actieve projectsturing en –beheersing. Generiek risico
Kans
Risico profiel
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Financiële impact
Financieel risico € 1.610.000
Pagina 65 van 185
Planschade Planschade (Wro) treedt op als eigenaren van grond/ onroerend goed vermogensschade lijden door een planologische wijziging. De gemeente kan planologische medewerking verlenen aan een nieuwe ontwikkeling op verzoek van een derde. De voorwaarde is dat een planschade-verhaalovereenkomst wordt gesloten, waarbij de (mogelijke) schade van de planologische wijziging voor rekening en risico komt van de verzoeker van de planologische wijziging. Dit geldt niet als de wijziging van het planologische regime wordt veroorzaakt door een nieuw bestemmingsplan. Kosten van planschade zijn dan voor de gemeente. In de Wro is bepaald dat bij de schadebepaling rekening wordt gehouden met het normaal maatschappelijk risico waarbij een deel van de schade voor rekening van verzoeker blijft. Voorts is er in de wet een verjaringstermijn opgenomen voor planschade: een aanvraag moet binnen vijf jaar na ter inzage legging van het vastgestelde bestemmingsplan worden ingediend. Beheersmaatregel(en) Bouwplannen lijken weer meer te worden gerealiseerd. Dat betekent dat het risico op planschade zal toenemen. Voor wijzigingen op grond van initiatieven van derden wordt een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten. Er blijven echter altijd risico’s als gevolg van bestemmingsplanwijzigingen die voor rekening van de gemeente blijven. Generiek risico
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Financieel
35 %
€ 400.000
€ 140.000
Bouwleges Voor het jaar 2016 is er in de begroting een bedrag van € 1.000.000 aan legesinkomsten opgenomen. Uit gesprekken met de projectleiders van het projectbureau, de afdelingen Ruimte, Realisatie en Samenleving en met externe partijen, is gebleken dat er diverse grote plannen aangevraagd gaan worden, waaronder een aantal woningbouwprojecten op het evenemententerrein in Soesterberg, 23 woningen Staringlaan, woningbouw Apollo Noord I (Kontakt der Kontinenten), 14 woningen Chalonhof, woningbouw Ferdinand Huycklaan en het project 70 woningen de Stroomversnelling Eikenlaan. Met deze projecten, samen met de kleinere plannen - in 2014 en 2015 gemiddeld goed voor € 340.000 per jaar aan leges - en de steeds verder aantrekkende economie lijken inkomsten van € 1.000.000 haalbaar. Echter, de inkomsten uit bouwleges zullen altijd een inschatting -en dus een risico- blijven omdat het door diverse omstandigheden mogelijk is dat projecten niet volgens planning verlopen of überhaupt doorgaan. Beheersmaatregel(en) Herziening van legestarieven op basis van kostprijsberekening. Ook wordt bezien of een meer degressief tarievenstelsel kan worden ingevoerd, zodat de opbrengsten minder sterk afhankelijk worden van de grote projecten. Generiek risico
Kans
Financieel
Hoog = 75%
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Financiële impact € 200.000
Financieel risico € 150.000
Pagina 66 van 185
Programma 6 – Onderwijs A. Omschrijving programma Dit programma gaat over onderwijs in brede zin voor jongeren van 0 t/m 23 jaar, het onderwijskansenbeleid, het peuterspeelzaalwerk en het onderwijs aan volwassenen. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr.
Product
Portefeuillehouder
6.1
Openbaar primair onderwijs
J.L. van Berkel- Vissers
6.2
Huisvesting primair en voortgezet onderwijs
J.L. van Berkel- Vissers
6.3
Lokaal onderwijsbeleid
J.L. van Berkel- Vissers
6.4
Leerlingenvervoer
J.L. van Berkel- Vissers
6.5
Volwasseneneducatie
J.L. van Berkel- Vissers
6.6
Peuterspeelzaalwerk
J.L. van Berkel- Vissers
Relevante beleidsdocumenten A.
Tijd voor kwaliteit. Bestuurlijke verzelfstandiging en besturenfusie openbaar primair onderwijs (raad,
B.
Verordening voorziening huisvesting onderwijs gemeente Soest (raad, 2012)
C.
Onderwijskansenbeleid 2011 ‘Kansen maken, Kansen pakken’, gemeente Soest (raad, 2011)
D.
Plan van aanpak ‘Doorgaande lijn voor- en vroegschoolse educatie (B&W, 2009)
E.
Verordening leerlingenvervoer (raad, 2011) Verordening leerlingenvervoer 2015 gemeente Soest
2005)
(raad, maart 2015) F.
Productovereenkomst educatie ROC Midden Nederland 2015
G.
Regionaal Programma Educatie 2015-2017 (onder voorbehoud)
H.
Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen (2012)
I.
Handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalen Soest, 2011
J.
Notitie toekomst peuterspeelzaalwerk (B&W, 2006)
K.
Uitvoeringsovereenkomst stichting BINK (B&W)
L.
Jaarverslag leerplicht 2013/2014 (B&W 2015)
M.
Integraal Huisvestingsplan Onderwijs gemeente Soest 2012-2021
N.
Visie op onderwijs ‘Iedereen voorbereid om mee te doen’ (B&W 2011)
O.
Lokaal Educatieve Agenda Soest 2013-2016
P.
Evaluatie Onderwijskansenbeleid Kansen maken, kansen pakken (B&W 2015)
B. Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten Lokaal Educatieve Agenda (LEA) Begin 2013 is de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) Soest 2013-2016 vastgesteld. De LEA is het middel om de doelstellingen zoals die zijn verwoord in de Onderwijsvisie, te verwezenlijken. Ook in 2015 en 2016 wordt uitvoering gegeven aan de doelstellingen die zijn genoemd in de Onderwijsvisie. Het beleid richt zich vooral op kinderen met een verhoogd risico op een taal- en/of ontwikkelingsachterstand. De gemeente Soest investeert in vroegtijdige signalering van ontwikkelingsachterstanden in de jeugdgezondheidszorg, voor- en vroegschoolse programma's in de peuterspeelzalen, extra taalonderwijs in het primair onderwijs (de zogenaamde schakelklas) en participatieprogramma's in het welzijnswerk, de peuterspeelzaal en het primair onderwijs. In 2015 is de LEA meer ‘sociaal domein-proof’ gemaakt door op basis van de thema’s Preventie en toegang, Integraal aanbod en Overgangen bij elkaar te komen. Deze nieuwe werkwijze moet in 2016 zijn beslag krijgen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 67 van 185
Passend onderwijs Begin 2014 hebben de wethouders van de regiogemeenten Eemland, Woudenberg, BunschotenSpakenburg, Amersfoort, Baarn, Leusden, Soest en de vier samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs, een ‘Overeenkomst procedure OOGO Passend Onderwijs’ en de ‘Ontwikkelagenda Passend Onderwijs 2014/2015’ ondertekend. Op deze ontwikkelagenda staan de bespreekpunten die de invoering van passend onderwijs met zich mee heeft gebracht. De ontwikkelagenda is in juni 2015 geactualiseerd voor 2015/2016 (en vastgesteld in het regionale OOGO van 9 juli). Met name het vraagstuk van de verbinding tussen Passend Onderwijs en de Jeugdwet is een onderwerp dat continue aandacht verdient. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor afstemming van de individuele ondersteuning aan een kind of gezin met schoolbesturen en met andere voorzieningen op het gebied van onderwijs. Om deze samenwerking goed vorm te geven voert de gemeente ook op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs over het Jeugdplan. Het OOGO is dus vooral van belang voor afstemming van de via de gemeente toegankelijke jeugdhulp met de ondersteuning die het onderwijs biedt in het kader van passend onderwijs en afspraken (Volgens het ‘één huishouden, één plan, één regisseur principe’). Met de samenwerkingsverbanden maken wij afspraken hoe scholen met het jeugdteam samen kunnen werken als er zorgen bestaan over een leerling. Net als de Wet Passend Onderwijs vraagt de Jeugdwet ook een cultuuromslag. Het gaat om vroegtijdig ondersteunen van de eigen kracht van kinderen en ouders (in plaats van overnemen), het kijken naar mogelijkheden, kansen en oplossingen (in plaats van problemen en beperkingen) en het importeren van ondersteuning (in plaats van verwijzen en exporteren van het kind/gezin met een probleem). Door bovenstaande ontwikkelingen is het noodzakelijk om de Lokaal Educatieve Agenda Soest en de regionale ontwikkelagenda op elkaar af te stemmen. Hiermee is al een start gemaakt in 2015, maar dit is een continue proces dat zeker ook doorloopt in 2016. Onderwijskansenbeleid Het onderwijskansenbeleid werd tot en met 2014 zowel vanuit het Rijk als vanuit de gemeente gefinancierd. Het gemeentelijk deel, betreffende Sovee (Opstap) en de Schakelklas, is per 2015 vervallen (€ 70.000). In 2015 is de rijksbijdrage gecontinueerd (€ 547.000). De bestaande bekostigingssystematiek vanuit het Rijk wordt voor 2016 en 2017 gecontinueerd. De huidige rijksbijdrage voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid geldt dus ook in 2016. Het kabinet wil inzetten op verdere structurele kwaliteitsverhoging binnen de voorschoolse voorzieningen: meer aandacht voor de ontwikkeling van kinderen en een betere samenwerking tussen scholen en voorschoolse voorzieningen. Per 1 januari 2015 is het implementatietraject gestart. De herijkte kwaliteitseisen en de extra kosten die gepaard gaan met de kwaliteitsverhoging passen in het bestaande financiële kader. Om die reden is al vanaf 2015 een aantal verschillen tussen de kwaliteitseisen aan kinderopvang en peuterspeelzaalwerk opgeheven. De overige verschillen tussen de bestaande kwaliteitskaders worden weggenomen bij de totale herijking van de kwaliteitskaders in 2018. Dat betekent dat vanaf 2018 één nieuw kwaliteitskader geldt voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Het kabinet wil borging van de kwaliteitsverhoging, de volledige gelijkschakeling van kwaliteitseisen en de aanpassing van de financiering gelijktijdig laten plaatsvinden in 2018. Peuterspeelzaalwerk/Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Het reguliere peuterspeelzaalwerk zoals we dat van oudsher kennen, met een gemeentelijk subsidiebedrag van jaarlijks € 463.000, vervalt per 1 januari 2017. Daarnaast zijn er peuterspeelzalen met een VVEaanbod. We zijn voornemens het VVE-werk op een effectieve manier voort te zetten met rijksmiddelen door in te blijven zetten op het wegwerken van (taal)-achterstanden. Daartoe zetten we de rijksmiddelen in voor doelgroepkinderen door het subsidiëren van voorschoolse educatie in plaatsen binnen de peuteropvang. In de komende maanden werken we de uitgangspunten verder uit en concretiseren we deze voor de Soester situatie. Om mogelijk ongewenste effecten te voorkomen houden we op voorhand een budget van € 80.000 beschikbaar. Het bezuinigingsbedrag dient uiterlijk in 2017 te zijn gerealiseerd.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 68 van 185
Integraal huisvestingsplan (IHP) In 2013-2014 is gestart met de uitvoering van het IHP. De projecten uit het IHP zijn gefaseerd opgenomen (‘update van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs, 4 juli 2013’). In het kader van het Integraal Accommodatiebeleid (IAB) zijn uitwerkingen van de 1ste fase (tot en met 2017) van het IHP nader getoetst. Uit de toetsing en het voortschrijdend inzicht blijkt er bij de betrokken schoolbesturen en de gemeente behoefte is aan een gezamenlijk onderwijsvisie voor Smitsveen en een visie op de binnensportaccommodaties. De gemeente faciliteert de onderwijsvisie voor Smitsveen, die door de betrokken schoolbesturen zelf wordt opgesteld, en geeft daar waar nodig mede richting via bestuurlijke besluitvorming. De visie richt zich onder meer op de problematiek in de wijk, passend/speciaal onderwijs, samenwerking tussen de scholen en de inzet van de bestaande schoolaccommodaties. In de wijk Overhees vindt ook in het kader van de 1ste fase van het IHP uitwerking plaats aan de hand van een nader getoetst huisvestingsscenario waarin de scholen De Buut en De Wegwijzer direct betrokken zijn. Nog in 2015 wordt hierover nadere bestuurlijke besluitvorming verwacht. Er wordt mede in het kader van het IAB een visie op de binnensportaccommodaties opgesteld samen met de sportverenigingen en de betrokken besturen die zich met name richt op de toekomstige benodigde accommodaties voor de binnensport en het bewegingsonderwijs. Leerlingenvervoer In 2015 is het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed in samenwerking met de gemeente Leusden. Hierdoor wordt een kostenbesparing gerealiseerd. Ook in 2016 gaan we verdere mogelijkheden onderzoeken. We kijken naar kansen door bijvoorbeeld na te gaan of de inkoop gecombineerd kan worden met die van ander doelgroepenvervoer (in de regio), zoals het WMO-vervoer. Ook willen we kijken naar verdere bredere regionale samenwerking en naar het organiseren van de opstapplaatsen voor leerlingen. Overigens is het nog geheel onduidelijk welke gevolgen de Wet Passend Onderwijs heeft voor de vervoersbewegingen van leerlingen, en daarmee voor de kosten van leerlingenvervoer. Bovendien is en blijft leerlingenvervoer een ‘open-einde-regeling’ en maatwerk. Dat betekent dat als een kind vanwege een handicap van lichamelijke en/of verstandelijke en/of zintuigelijke aard niet zelfstandig met openbaar vervoer kan reizen (ook niet met begeleiding), er recht blijft bestaan op aangepast vervoer. Op dat punt zijn de kosten niet te beïnvloeden. Leerplicht Onder andere door preventie en handhaving willen we bij jongeren het ongewenste gedrag veranderen; dit kan het beste door middel van maatwerk door de leerplichtambtenaren. Binnen de RMC-functie (regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten) wordt in 2016 bekeken hoe de begeleiding van 18plussers meer lokaal kan worden ingezet. Daarnaast wordt er gestreefd naar meer regionale samenwerking tussen beleidsmedewerkers en leerplichtambtenaren. Volwasseneneducatie In het Regionaal Programma Educatie (RPE) 2015-2017 zijn o.a. opgenomen de inhoudelijke keuzes, de doelgroepen (analfabeten, laaggeletterden, vrijwillige inburgeraars), de trajecten, alsmede de verhouding formele en – laagdrempelige - non-formele educatie. De middelen voor volwasseneneducatie worden verstrekt aan de centrumgemeente Amersfoort en in overleg regionaal/lokaal ingezet. Het educatiebeleid is verbonden aan andere beleidsdomeinen waarbij het bevorderen van participatie van belang is. Hierbij worden waar mogelijk budgetten en aanpakken gekoppeld. Er wordt zoveel mogelijk regionaal en lokaal samengewerkt, met name als het gaat om het verminderen en voorkomen van laaggeletterdheid. Lokale initiatieven in deze worden gestimuleerd. Voorstellen nieuw beleid (aanvullende voorstel in hfdst 2) Beleidsintensivering(en)
Harmonisatie peuterspeelzaalwerk (incidenteel)
€ 42.000 (2016) € 52.000 (2017)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 69 van 185
C. Doelstellingen en activiteiten - Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen – wat willen we bereiken? Algemene doelstelling:
Voldoende educatieve kansen en ondersteuning
Thema’s:
1. Onderwijsmogelijkheden 2. Educatieve structuur
Thema 1 – Onderwijsmogelijkheden Doelstelling:
Optimaliseren van de onderwijsmogelijkheden
Tabel effectindicator(en) omschrijving 1. Percentage doelgroep-
bron
Referentie-
GGD-registratie
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
of nulwaarde
2014
2016
2017
100%
Niet
95%
95%
95%
95%
kinderen, geïndiceerd door
beschikbaar
de GGD, op de vvepeuterspeelzaal 2. Percentage doelgroep-
Bestandsopname
n.v.t.
64 (93%)
kinderen dat met de
IvhO en
warme overdracht is
verantwoording
overgedragen van
BINK (voorheen
peuterspeelzaal naar
St. Kinderopvang
basisschool
Soest (SKS))
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Zorgen voor voldoende aanbod van onderwijs (regulier, speciaal, volwasseneneducatie, schakelklas, vve en peuterspeelzaalwerk); 1.2 Zorgen voor adequate huisvesting van alle scholen in Soest; 1.3 Aanbieden van (een vorm van) leerlingenvervoer voor kinderen die vanwege een beperking niet zelfstandig naar school kunnen (als men hiervoor in aanmerking komt); 1.4 Zorgen voor voldoende gelegenheid voor het geven van bewegingsonderwijs. Tabel kengetallen omschrijving Aantal basisscholen Aantal scholen voortgezet
werkelijk
raming
2012
2013
2014
2015
2016
20
20
20
21 *
21 *
1
1
1
2*
2*
onderwijs (excl. De Lasenberg) (*) Inclusief particulier onderwijs De Ruimte (zowel basis als voortgezet onderwijs)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 70 van 185
Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
raming
2012
2013
2014
2015
2016
259
249
260
275
260
51
63
65
65
45
1.3 Leerlingenvervoer (*): Aantal kinderen dat gebruik maakt van aangepast leerlingenvervoer Aantal verstrekte vergoedingen 1.4 Bewegingsonderwijs: Aantal benodigde klokuren Beschikbare capaciteit in klokuren
7.080
7.140
7.140
7.140
7.140
10.400
10.400
10.400
10.400
10.400
6.938
6.924
6.827
6.827
6.827
528
566
575
575
575
234
269
240
240
240
Leerplicht Aantal volledig leerplichtige leerlingen (5 t/m 16 jaar) Aantal kwalificatieplichtige leerlingen Aantal meldingen schoolverzuim (*) standen op 31 december Thema 2 – Educatieve structuur Doelstelling:
Versterken van de educatieve structuur
Tabel effectindicator(en) omschrijving 1. Jongeren tot 23 jaar staan
bron
Referentie-
Realisatie
Streefwaarde
of nulwaarde
2014
2016
2017
100
71
100%
100%
(2010-2011)
(2012-
98%
VSV-
ingeschreven op een
verkenner
school/ instelling en volgen
ministerie
het onderwijsprogramma,
OCW
Streefwaarde
2013, defintief,
todat ze een startkwalifi-
uitgave
catie hebben behaald
oktober 2014)
2. Percentage gemeld signaal-
Leerplicht-
verzuim van leerlingen tot
admini-
18 jaar die teruggeleid
stratie
97%
98,7%
98,2 %
(2010-2011)
(2013-
(gerealiseerd
2014)
2013-2014)
Worden naar school
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Waar mogelijk bijdragen aan de ontwikkeling van passend onderwijs; 2.3 Zorgen voor afstemming tussen onderwijs-, jeugd-, sport- en welzijnsbeleid via de Lokaal Educatieve Agenda (LEA); 2.4 Bevorderen van het behalen van een startkwalificatie; 2.5 Zo veel mogelijk voorkomen van voortijdig schoolverlaten; 2.6 Uitvoering geven aan onderwijskansenbeleid; 2.7 Intensiveren van de handhaving op de leerplicht.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 71 van 185
Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
raming
2012
2013
2014
2015
2016
3.907
4.098
4.006
4.090
4.090
aantal Soester leerlingen: in Soest openbaar en bijzonder basisonderwijs speciaal onderwijs
1
geen
1
1
1
Niet aanw.
Niet aanw.
Niet aanw.
Niet aanw.
Niet aanw.
41
44
41
42
42
914
855
850
845
845
basisonderwijs
258
282
292
303
303
speciaal onderwijs
120
130
134
128
128
speciaal basisonderwijs
112
97
92
98
98
67
63
54
65
65
2.014
2.121
2.231
2.102
2.102
speciaal basisonderwijs voortgezet speciaal onderwijs voortgezet onderwijs buiten Soest openbaar en bijzonder
voortgezet speciaal onderwijs voortgezet onderwijs * bron: Leerplichtadministratie
D. Wat mag het kosten? Baten en lasten (bedragen * € 1.000) Lasten Openbaar primair onderwijs Huisvesting primair en voortgezet onderwijs Lokaal onderwijsbeleid Leerlingenvervoer Volwasseneneducatie Peuterspeelzaalwerk Totaal lasten Baten Openbaar primair onderwijs Huisvesting primair en voortgezet onderwijs Lokaal onderwijsbeleid Leerlingenvervoer Volwasseneneducatie Peuterspeelzaalwerk Totaal baten Resultaat
Rekening 2014
Begroting 2015
2016
2017
2018
2019
91 2.967 1.628 1.001 158 478 6.324
60 1.937 1.724 935 53 619 5.328
60 1.764 1.649 801 48 624 4.946
60 1.740 1.666 801 48 252 4.568
60 1.714 1.644 801 48 200 4.468
60 1.689 1.641 801 48 195 4.436
9 638
637
588
588
588
588
120 23
25
25
18
18
18
790
662
613
606
606
606
-5.533
-4.666
-4.333
-3.962
-3.862
-3.830
Afwijkingen t.o.v. 2015: Lasten Baten Resultaat
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
381 -49 333
760 -56 704
860 -56 803
892 -56 836
Pagina 72 van 185
Toelichting op de afwijkingen: Een negatief bedrag betreft een nadeel/tekort, een positief bedrag betreft een voordeel/overschot. Openbaar primair onderwijs Apparaatskosten 1
-1
Huisvesting primair en voortgezet onderwijs Apparaatskosten 1 Het onderhoud van de schoolgebouwen wordt vanaf 2015 uitgevoerd door de schoolbesturen; de kosten
17
vevallen bij de gemeente
13 138
Kapitaallasten Overig
7
Lokaal onderwijsbeleid Apparaatskosten 1 Kapitaallasten Overheveling budget cultuureducatie naar kunstbeoefening (zie programma Sport, recreatie, kunst en cultuur) Beleidsintensivering; Onderwijs Achterstabndenbeleid\
8 15 4 -42
Leerlingenvervoer Apparaatskosten 1 Kadernota 2016: taakstelling leerlingenvervoer (vanaf 2016 € 150.000)
1 133
Volwasseneneducatie Apparaatskosten
1
4
Peuterspeelzaalwerk Apparaatskosten 1 Budget St. Wiele wiele stap niet meer nodig
25 9
Overig
3
Totaal
333
1
Apparaatskosten De loon- en overheadkosten worden op basis van urenramingen toegerekend aan de betreffende producten. Afwijkingen ten opzichte van andere jaren worden veroorzaakt door wijziging van het aantal toegerekende uren, de hoogte van de loon- en overheadkosten of een combinatie hiervan.
E. Risicoparagraaf programma Onderwijs Geen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 73 van 185
Programma 7 – Zorg en Welzijn
A. Omschrijving programma Dit programma gaat over het brede sociaal domein met de pijlers Jeugd, WMO/welzijn en Werk en inkomen, over volksgezondheid en over de zorg voor begraafplaatsen. De nieuwe WMO, de Jeugdwet en de Participatiewet van 2015 hebben al tot wijzigingen in de product- en thema-indeling evenals de doelstellingen en activiteiten geleid. Daarop aansluitend is inmiddels een traject gestart om met raad, college en ambtelijke organisatie de effectindicatoren en kengetallen aan te passen en via Waar Staat Je Gemeente te meten. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr.
Product
7.1 Sociaal Domein algemeen
Portefeuillehouder P.A. van der Torre
7.2 Jeugd
J.L. van Berkel – Vissers
7.3 WMO/Welzijn
P.A. van der Torre/ J.L. van Berkel – Vissers
7.4 Werk en inkomen
P.A. van der Torre
7.5 Volksgezondheid
P.A. van der Torre
7.6 Welzijnsgebouwen c.a.
J.L. van Berkel-Vissers/P.A. van der Torre
7.7 Begraafplaatsen
J.L. van Berkel-Vissers
Relevante beleidsdocumenten A.
Beleidsnota Sociaal Domein 2015 (raad, september 2014)
B.
Gemeenschappelijke regeling Samenwerking sociale diensten Baarn, Bunschoten, Soest (2007)
C.
Beleidsplan Werken naar Vermogen (2012) Uitvoeringsplan Werk en Inkomen 2013 – 2015 (B&W, 16 juli 2013)
D.
Tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand (raad, 16 februari 2012)
E.
Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010 (raad, 23 juni 2010)
F.
Afstemming-/maatregelenverordening Wet werk en bijstand (raad, 16 september 2004)
G.
Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand (B&W, 11 mei 2004)
H.
Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 (raad, 23 juni 2010)
I.
Handhavingsverordening (raad, 16 december 2004)
J.
Cliëntenparticipatieverordening bijstandverlening (raad, 16 december 2004)
K.
Beleidsnota bijzondere bijstand (raad, 15 februari 2007)
L.
Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2013 – 2016 (raad, 2013)
M.
Beleidsregels krediethypotheek
N.
Service Niveau Overeenkomst (SNO), samenwerkingsafspraken met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI)
O.
Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand (raad, 16 november 2004)
P.
Invoering project Werk Alert, een nieuwe aanpak van re-integratie naar werk (raad, 16 december 2004)
Q.
Gewijzigde Re-integratieverordening (raad, 25 november 2005)
R.
Nota Sociaal Economisch Beleid ‘Soest…Groei in Balans’ (raad, april 2008)
S.
Plan van Aanpak modernisering Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), inclusief de verordeningen cliëntenparticipatie en Persoonsgebonden Budget (raad, juni 2008)
T.
Intensivering re-integratieaanpak niet-uitkeringsgerechtigden ( B&W, juni 2008)
U.
Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2010
V.
Verordening Wet kinderopvang (raad, september 2004)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 74 van 185
W. Beleidsplan WMO Soest 2012-2015 (raad, 2012) X.
Visie op de toekomst van mantelzorgondersteuning (college, december 2014)
Y.
Nota Vrijwilligersbeleid gemeente Soest 2012-2015 (raad, 2012)
Z.
Dienstverleningsovereenkomst Stichting Art. 1 Midden Nederland en Gemeente Soest (B&W, 2009)
AA. Convenant aanpak huiselijk geweld Eemland (B&W, 2012) BB. Intentieverklaring voor samenwerking bij de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod (9 maart 2009) CC. Protocol meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Midden-Nederland (B&W, juli 2013) DD. Algemene subsidieverordening Soest (raad, 2005) EE. Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2015 (B&W, 2014) FF. Uitvoeringsovereenkomsten Stichting Welzijn Ouderen Soest, Stichting Vluchtelingenwerk, Stichting Balans, Stichting Welzin/ Maatschappelijk Werk (B&W) GG. Afstemmingsverordening (raad, 24 juni 2004) HH. Soest, waar iedereen meetelt, collegeprogramma (kernnotitie WWZ, pagina 30) ( B&W, 2010) II.
Visie Wonen met Welzijn en Zorg (raad, 2011)
JJ.
Uitvoeringsplan WWZ (B&W, maart 2013)
KK. Nota lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011 (raad) LL. Actualisatie lokaal gezondsheidsbeleid ( raad, januari 2014) MM. Gemeenschappelijke Regeling GGD regio Utrecht (raad, 2013) NN. Capaciteitsbepaling en beleidsvisie begraafplaatsen (raad, 2003) OO. Beheervisie begraafplaatsen (B&W, 2006) PP. Nieuw Beleidsplan Sociaal Domein (2e helft 2015) B. Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten Sociaal Domein algemeen De veranderingen in het sociaal domein raken ons allemaal; gemeente, inwoners en professionals. De gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het bestendigen van een zorgzaam Soest wordt gevoeld. Dat blijkt ook uit het participatietraject dat in 2015 gezamenlijk doorlopen is. De transformatie die na de transitie op een natuurlijke manier is ontstaan, lijkt een continu proces te worden; ideeën worden geboren, uitgewerkt, geïmplementeerd en weer bijgesteld waar nodig. Het ‘leren’ dat in 2014 voorzien was voor 2015, is daarmee ook een continu proces geworden. Dit wordt des te meer gevoed door de veranderingen in de verdeelsystematieken van de rijksmiddelen voor het sociaal domein. Deze betekenen voor ieder deelgebied een korting. Dit vraagt om herbezinning, meer synergie en integraliteit. Om de implementatie hiervan goed te kunnen uitvoeren, hebben we incidentele extra middelen beschikbaar gesteld. Dit doen we met het doel, om de uitvoering van alle nieuwe en bestaande taken binnen het sociaal domein te kunnen doen met de daarvoor bestemde rijksmiddelen. Deze moeten hiertoe uiteindelijk toereikend zijn. Beleidsmatig betekent bovenstaande ook dat het beleidsplan sociaal domein geen vaststaand document is dat per 1 januari 2016 klaar is. De transformatie zorgt geleidelijk voor echte integraliteit binnen het brede sociaal domein waar ook de aanpalende beleidsterreinen uit programma 1, 6 en 8 een plek krijgen. Het uitgangspunt: zelfredzaamheid staat voorop en de gemeente is er daar waar de eigen kracht tekort schiet. Dit blijft ook in het nieuwe beleidsplan onverkort overeind. Hieronder gaan we nader in op de afzonderlijke deelgebieden. Implementatie Sociaal Domein De toegang tot voorzieningen via de Wmo 2015, de Jeugdwet of de Participatiewet hebben wij in Soest per 1 januari 2015 centraal geregeld. Inwoners kunnen hier via verschillende kanalen (maar bij voorkeur digitaal) met hun vragen terecht. Afhankelijk van aard en complexiteit van de vragen vindt verwijzing naar ondersteuning via de basisinfrastructuur plaats of wordt de vraag doorgeschakeld naar de juiste ondersteuning bij Zorg, Werk en Inkomen. Vanuit het desbetreffende team krijgt de cliënt één aanspreekpunt die het onderzoek uitvoert en samen met de cliënt tot oplossingen komt die hem of haar in
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 75 van 185
staat stellen om te participeren in de samenleving. Tussen de teams vindt waar nodig afstemming plaats, waarbij de cliënt hetzelfde aanspreekpunt houdt. De ervaringen die wij in 2015 hebben opgedaan, willen wij benutten voor een doorontwikkeling in 20152016 vanuit de denkrichting ‘één huishouden, één regisseur, één plan’. De zorgvuldige verwerking en de privacy (borging van persoonsgegevens) blijft onze aandacht houden. Uitgangspunt is dat medewerkers bij de diverse teams en de diverse samenwerkingspartners in de uitvoering alléén toegang krijgen tot gegevens die zij voor hun taakuitvoering nodig hebben. Participatiewet Per 1 juli 2015 is de Participatiewet in Soest volledig geïmplementeerd. Dit betekent voor 2016 niet dat de beleidsmatige en uitvoerende ontwikkelingen hiermee volbracht zijn. In 2016 vindt de doorontwikkeling plaats van de uitvoering van de Participatiewet. Als uit de evaluatie van het huidige beleid en de huidige uitvoering blijkt, dat aanpassingen of bijstellingen nodig zijn, dan worden voorstellen aan uw raad voorgelegd. Als voorbeeld kan de herijking van het minimabeleid genoemd worden. Ook de uitvoering ontwikkelen we continu door al naar gelang de actualiteit hierom vraagt. In Soest wordt de Participatiewet uitgevoerd door Werk en Inkomen BBS samen met partners als RWA/Amfors en verschillende maatschappelijke organisaties. Samen met de werkgevers in Soest wordt gewerkt aan het verstevigen van de werkgeversbenadering: de vraaggerichte benadering om de aansluiting tussen vraag en aanbod naar werk beter te realiseren. Werkgevers willen ontzorgd worden bij het inhuren van mensen die langere tijd een uitkering hebben gehad. Daar kan de gemeente een rol in spelen. Ook instrumenten als loonkostensubsidie en begeleiding op de werkplek of werkplekaanpassing kunnen helpen bij het ontzorgen en daardoor de uitstroom vergemakkelijken. Al deze instrumenten zijn mogelijk in de Participatiewet. De uitvoering van de werkgeversbenadering vindt hoofdzakelijk regionaal plaats, het Werkgeverservicepunt (WSP) en het regionaal Werkbedrijf in het kader van de garantiebanen. Om de plaatsing van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of een beperking dichterbij te brengen, worden voorbereidingen getroffen om social return te implementeren in het inkoopbeleid van de gemeente Soest. Sociale werkvoorziening RWA/Amfors Het visietraject rondom RWA/Amfors en de rol van het sociaal werkbedrijf na afschaffing van de Wet sociale werkvoorziening (als gevolg van de komst van de Participatiewet in 2015) betekent een nieuwe koers. Daarom is ook een nieuw bedrijfsplan geschreven wat de uitvoering van die koers mogelijk maakt. Het doel voor 2016 is het bedrijfsplan implementeren en uitvoeren. De begroting RWA 2016 is gebaseerd op een basisscenario vanwege praktische redenen en wettelijke GR termijnen (Gemeenschappelijke Regeling). Als door het gekozen screnario een begrotingswijziging nodig is, wordt deze aan de raad voorgelegd bij de voorjaarsnota 2016. Minimabeleid In het derde en vierde kwartaal van 2015 vindt de evaluatie van het minimabeleid plaats. Centraal stond de vraag of het huidige minimabeleid leidt tot beweging in het uitkeringsbestand. We streven naar maatwerk binnen het wettelijk kader dat de gemeente geen inkomenspolitiek mag bedrijven. De gemeente Soest zet zich in om het armoedebeleid samen met onze maatschappelijke partners uit te voeren voor een brede doelgroep die rond moet komen van een laag inkomen. En ook door in het bredere sociaal domein de aansluiting te zoeken tussen doelgroepen en doelstellingen. We willen dat de middelen terecht komen bij degenen die echt ondersteuning nodig hebben voor bijzondere, noodzakelijke en daadwerkelijk gemaakte kosten en voor voorzieningen zoals het jeugdcultuurfonds en het jeugdsportfonds. POA/POWER In 2014 is het Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt verzelfstandigd tot de stichting Power. Dit betekent vanaf 2015 een nieuwe profilering en een nieuwe relatie tot de gemeente als partner in de uitvoering van de Participatiewet. In 2015 is met name in de versteviging van de werkgeversbenadering in Soest deze
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 76 van 185
relatie gevonden. De partners in Power leggen samen met Werk en Inkomen BBS de verbindingen die nodig zijn om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te geven. Power is sterk in ontwikkeling en voor 2016 wordt binnen de eigen geledingen gezocht naar de rol van Power en de verbinding met de gemeente. Daarom staat de financiering vanuit de gemeente voor 2016 niet op voorhand vast. Zie ook Programma 3 voor de verbinding met economie. Jeugdwet Gemeenten zijn sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. De decentralisatie van de jeugdzorg moet ertoe bijdragen dat de eigen kracht, het sociale netwerk en de voorzieningen in een gemeente beter worden benut. Het accent ligt steeds op participatie in de samenleving. Ook in 2016 werken in de regio Eemland de zeven regiogemeenten samen aan de realisatie van deze decentralisatie. Het inkoopbureau Amersfoort koopt regionaal de zorg voor de jeugd in. Voor een aantal functies worden bovenregionale afspraken gemaakt door de zes regio’s van de provincie Utrecht. Elke regio koopt vervolgens zelf volgens de gemaakte afspraken deze zorg in. Met de transformatie van de jeugdzorg is al in 2015 een start gemaakt. In 2016 gaat de ontwikkeling verder en deze loopt in de jaren daarna ook nog door. Inherent aan jong zijn is dat je elkaar wilt ontmoeten, veelal op straat. Vaak gaat het goed maar soms zorgt dit ook voor veel overlast in de directe woon- en leefomgeving. Op basis van het vastgestelde plan van aanpak jongerenoverlast Soest werken de gemeente (Veiligheid, Jeugd, Sociaal Team, Jeugdteam, Realisatie en BOA’s), politie en stichting Balans samen om de overlast in de openbare ruimte zoveel mogelijk te beperken. Ook hierbij zal de eigen krachtgedachte en de participatie van de ouders uitdrukkelijker vorm krijgen in 2016. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) De Wmo, die per 1 januari 2015 van kracht is, onderscheidt algemene maatregelen en voorzieningen, cliëntondersteuning en op indicatie beschikbare maatwerkvoorzieningen. Er ligt een nadrukkelijke opgave om verder te kantelen: meer algemene en collectieve voorzieningen inzetten, om daardoor het beroep op individuele maatwerkvoorzieningen te beperken. Al in 2014 is begonnen met de doorontwikkeling en vernieuwing van de bestaande algemene maatregelen en voorzieningen via onder meer enkele pilots. Voorbeelden zijn: netwerkcoaching voor mensen met GGZ-problemen, uitleenpunt voor scootmobielen en rolstoelen, Buurtgenoten, Inloophuis (in voorbereiding). Deze doorontwikkeling krijgt in 2016 zeker nog vervolg. Voor de (nieuwe) maatwerktaken is een Verordening Wmo 2015 opgesteld, met een nadere uitwerking in nadere regels en een Financieel besluit. Onvolkomenheden worden in 2016 bijgesteld. Onafhankelijke cliëntondersteuning Onafhankelijke cliëntondersteuning, bedoeld om inwoners bijvoorbeeld te helpen bij het (keuken)tafelgesprek/onderzoek, is geregeld onder de vlag van de Wmo, maar geldt voor alle inwoners die vragen hebben op het gebied van Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. Gemeenten moeten de onafhankelijke cliëntondersteuning kosteloos aanbieden. In Soest zetten we alle al bestaande lokale vormen van cliëntondersteuning nog voort. Daarnaast is onder het Regionaal Transitiearrangement Wmo in 2015 continuering van het werk van MEE mogelijk gemaakt. Ook doet Soest mee aan de landelijk gefaciliteerde doventolk en het 24 uur per dag beschikbare luisterend oor op afstand. Voor 2016 maken we regionaal opnieuw afspraken met MEE, deze worden vervolgens lokaal nader ingevuld. In 2016 willen wij kijken naar een herijking van alle loketten, balies en instanties voor cliëntondersteuning, gericht op een efficiënt geachte 1-loket gedachte. Hierbij houden we rekening met de voortschrijdende digitalisering en met de relatie tot de toeleiding binnen het sociaal domein. Al langer bestaande maatwerkvoorzieningen Wmo In 2016 leveren wij, na eerdere vernieuwing van de contracten, al dan niet aangepast nog de ‘ oude’ Wmo-maatwerktaken: hulpmiddelen, vervoer en hulp bij het huishouden.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 77 van 185
-
Voor de hulpmiddelen willen wij inzetten op afname van hulpmiddelen (m.n. scootmobielen) en de mogelijke grotere rol van de leverancier bij het inzetten en/of aanpassen van hulpmiddelen. Tevens proberen wij de vraag naar individuele Wmo-hulpmiddelen te beperken door inzet op collectieve voorzieningen, aansluitend op geopperde voorstellen vanuit de Kerntakendiscussie.
-
Voor de Regiotaxi (waarvan Wmo-pashouders gebruik maken) lopen het convenant van de regiogemeenten met de Provincie Utrecht en de vervoerdersovereenkomst die de provincie (namens de regiogemeenten) heeft gesloten met Regiotaxi De Vallei B.V. nog door.
-
Doelgroepenvervoer. Wanneer na de zomer van 2015 de haalbaarheidsstudie naar de combinatie van (volgtijdelijk) doelgroepenvervoer (leerlingenvervoer, Wmo-vervoer w.o. regiotaxi, wsw-vervoer en vrijwilligersvervoer e.d.) gereed is, krijgt dit naar verwachting in 2016 een vervolg gericht op daadwerkelijke combinaties.
-
Hulp bij het huishouden (HH). In 2015 is een korting op de rijksbijdrage voor HH in de integratie-uitkering in het gemeentefonds doorgevoerd van 32%; in 2016 komt hier nog 8 % bij. In de nieuwe contracten voor 2015 (met optie van 2x verlenging met 6 maanden in 2016) is inhoudelijk nog niets gewijzigd maar wel een tarief gelijktrekking en verlaging bereikt. De contracten bieden de mogelijkheid om resultaatfinanciering in te voeren als dat aan verdere uitgavenbeperking kan bijdragen. Vanwege de oplopende rijkskorting zijn verdergaande structurele besparingen samen met Baarn, Bunschoten en Woudenberg in onderzoek. Hierbij kijken wij nadrukkelijk ook naar een algemene voorziening voor (schoonmaak)onderdelen van HH die dan voorliggend wordt op het maatwerk HH op indicatie, om daarmee de uitgaven in evenwicht te brengen met de dalende rijksinkomsten. Wij bekijken hoe dit zo mogelijk al in 2016 gerealiseerd kan worden.
Huishoudelijke hulp toelage (HHT) Soest kon 2015 als overgangsjaar voor HH hanteren omdat al enige jaren het gekantelde gesprek was ingevoerd, waardoor het aantal aanvragen voor maatwerkvoorzieningen HH is teruggelopen en de uitgaven HH al verminderd waren. Andere gemeenten namen wel aanzienlijke maatregelen vanwege de rijkskortingen. Hierdoor kwam de werkgelegenheid in de HH-sector onder druk. Tot behoud van de werkgelegenheid en ter verzachting van de kortingen kwam het ministerie van VWS met de HHT. Soest heeft deze voor 2015 aangevaagd en zet deze samen met Baarn, Bunschoten en Woudenberg, op basis van de versoepelde voorwaarden, vanaf juli 2015 daadwerkelijk in, om mantelzorgers te ontlasten bij het schoonmaken van hun eigen huis of dat van degene die ze verzorgen. In het najaar van 2015 is een tussenevaluatie gehouden. De vier gemeenten hebben zich aangemeld om uiterlijk 31 augustus 2015 met een plan voor de inzet van HHT in 2016 te komen. Hierbij onderzoeken de vier gemeenten ook of inzet van de HHT gewenst kan zijn voor gewenning aan een algemene voorziening voor HH. Ondersteuning voor mantelzorgers en vrijwilligers Voor de ondersteuning van mantelzorgers bij hun mantelzorg aan cliënten wordt bezien of vrijwilligers de mantelzorger en cliënt kunnen bijstaan, en als dat niet mogelijk of toereikend is worden algemene voorzieningen en/of (indien noodzakelijk) maatwerkvoorzieningen ingezet. In de wet is expliciet opgenomen dat een maatwerkvoorziening die gericht is op de zelfredzaamheid van de cliënt ook respijtzorg kan omvatten, ter verlichting van de belasting van de mantelzorger. Wij geven mantelzorgers jaarlijks een concrete blijk van waardering (activiteiten op de Dag van de Mantelzorger). Het toekomstbestendig(er) maken van ondersteuning van mantelzorgers, ontwikkelen wij samen met het netwerk aan organisaties die te maken hebben met cliënten en hun mantelzorgers. Ook vrijwilligers willen wij ondersteunen; we zetten het huidige ondersteuningsbeleid voor vrijwilligers voort (dit betreft vrijwilligers in de informele zorg, op scholen, bij sport- en culturele organisaties e.d.). In samenwerking met het Griftland College en St. Balans (Buro Vrijwilligerswerk) zetten wij de maatschappelijke stages (ondanks het vervallen van de rijksbijdragen) versoberd voort.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 78 van 185
Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling De gemeenten in de provincie hebben in 2015 gezamenlijk een nieuwe Regiovisie op de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld. Daarmee is de aanpak geografisch opgeschaald tot de schaal van de provincie. In 2016 en daarna wordt de gezamenlijke aanpak met de ketenpartners in de zorg- en hulpverlening, het OM en de Politie, uitgevoerd. Inkoop nieuwe taken voor 2016 en verder De Wmo 2015 is t.o.v. de Wmo 2007 uitgebreid met een aantal zorg- en ondersteuningstaken voor kwetsbare doelgroepen vanuit de AWBZ. Dit zijn extramurale begeleiding (individueel en groepsgewijs, dagbesteding), vervoer naar dagbesteding en kortdurend verblijf. Deze nieuwe taken hebben wij voor Soest in regioverband ingekocht voor 2015. Dit gebeurt door het Regionaal Inkoop- en Subsidiebureau (RISB), dat voor en door de gemeenten in onze regio de inkoop verzorgt. Ook voor 2016 hebben via het RISB de nieuwe taken in regioverband ingekocht, in afstemming met de regionale inkoop voor de Jeugd en volgens een andere indeling (verblijf, ambulante dienstverlening, dagbesteding, wijkteams (lokale sociale teams), en Veilig Thuis/Save in het kader van de Wmo 2015 en Jeugdwet). Er is een verlengingsoptie opgenomen. Voor 2017 zijn de inkoopvoorbereidingen getroffen; hierbij wordt meer en meer ingezet op en toegewerkt naar de transformatie (minder individueel maatwerk, meer eigen kracht en netwerk en meer algemene en collectieve voorzieningen). Ook Beschermd Wonen voor mensen met GGZ-problematiek is met de Wmo 2015 een nieuwe gemeentelijke taak. De budgetten en inkoop verlopen via Amersfoort als centrumgemeente. Het voor de regio beschikbare budget is voor 2016 fors gekort. In de 2e helft van 2015 is in de regio gewerkt aan beleidsbijstelling (minder verblijf, meer in de thuissituatie). (BCF)gesubsidieerde instellingen binnen de basisinfrastructuur Over de (her)inrichting van de Sociaal domein brede basisinfrastructuur in Soest zijn wij in continu gesprek met de maatschappelijke partners in Soest. Dit kan leiden tot herschikking en hertoedeling van middelen. Wij willen sturen op resultaten en maatschappelijke effecten, niet op aanbod of instituut. Wij sluiten aan bij de inzet van de afgelopen jaren dat een sterke basisinfrastructuur bijdraagt aan het vergroten van eigen kracht en zelfredzaamheid en het beroep in individuele voorzieningen vermindert. De methodiek van de Beleidsgestuurde Contract Financiering (BCF) voeren wij uit bij alle instellingen met een gemeentelijke opdrachtportefeuille van € 100.000 en hoger. Binnen deze systematiek dragen wij zorg voor een transparante en gestructureerde inkoop, die vanuit onze vraagformulering moet aansluiten op aspecten van de transformatie (meer collectief dan individueel, meer preventief dan curatief en meer volgens welzijn nieuwe stijl dan aanbodgericht). Statushouders/Vluchtelingenwerk De wettelijke taakstelling huisvesting statushouders is sinds 2014 aanzienlijk verhoogd. De verwachting is dat deze taakstelling de komende jaren, door de (blijvend) hoge instroom van vluchtelingen, niet lager wordt. Voor deze autonome ontwikkeling is het betreffende budget structureel verhoogd. Een deel wordt gedekt uit de te ontvangen vergoedingen van het rijk. Het restantdeel komt ten laste van de gemeente. Wonen met Welzijn en Zorg (WWZ) Begin 2012 heeft de raad de Visie op Wonen met Welzijn en Zorg vastgesteld, en sedert 2013 wordt uitwerking gegeven aan het Uitvoeringsplan WWZ. Sindsdien is er veel veranderd op dit vlak. De hervorming langdurige zorg heeft geleid tot omvorming van de AWBZ in de Wet Langdurige Zorg, de nieuwe Wmo en Jeugdwet. Er zijn meer ondersteunings- en zorgtaken onder de verantwoordelijkheid gekomen van de gemeente. De taakverdeling tussen gemeenten en zorgkantoor is gewijzigd. Door de nieuwe wetten is het speelveld gewijzigd en hebben partijen met veranderende vraagstukken te maken. De hervorming langdurige zorg betekent een verdergaande extramuralisering, een veel sterker dan tot nu toe inzetten op het scheiden van wonen en zorg en ook een langer thuis blijven wonen met ondersteuning aldaar.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 79 van 185
De visie van het college op wat de gemeente op het gebied van wonen met welzijn en zorg aan onze inwoners wil bieden, is qua uitgangspunten en doelstellingen ten opzichte van 2011 eigenlijk niet veranderd. Wel nodig is een actualisering van de opgaven die voortvloeien uit de behoeften aan ondersteuning en zorg en aan de benodigde woonvoorzieningen. Actuele inzichten in zowel woon- als zorgbehoeften zijn onontbeerlijk voor een goede strategische en inhoudelijke aanscherping van de huidige visie. Bovendien zijn het speelveld en het krachtenveld waarin wij als gemeente opereren veranderd. De gemeente is veel meer de eerste overheid geworden tot wie inwoners zich wenden en de gemeente wordt dan ook steeds vaker aangekeken voor het nemen van de regie. Als belangrijk onderdeel van de actualisering van de visie WWZ zien wij de discussie met de raad over de gemeentelijke positie in het nieuwe krachtenveld, over onze invloedsferen en de mate waarin wij binnen het gewijzigde krachtenveld invloed kunnen, moeten en willen uitoefenen. Wanneer mede naar aanleiding van de geactualiseerde opgaven de invulling van de regierol bepaald is, willen wij een geactualiseerde visie WWZ aan de raad ter vaststelling gaan voorleggen. Sociaal Culturele Voorziening (SCV) In de raadsvergadering van 11 juni 2015 is besloten dat er geen SCV wordt gerealiseerd op het Evenemententerrein. De gemeente blijft met de betrokken partijen overleggen over het voortzetten van de activiteiten en alternatieve mogelijkheden voor een sociaal culturele voorziening. C. Doelstellingen en activiteiten - Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen – wat willen we bereiken? Algemene doelstelling:
Volwaardig deelnemen aan de maatschappij
Thema’s:
1. Sociaal domein 2. Gezonde inwoners
Thema 1 – Sociaal domein Doelstellingen: Met de verandering in het sociaal domein willen we een aantal maatschappelijke effecten bereiken:
-
inwoners doen mee naar vermogen, eigen kracht wordt benut; de zelfredzaamheid en participatie nemen toe; kinderen en jongeren groeien veilig en gezond op en ontwikkelen zich; de zorg normaliseert en demedicaliseert; minder kinderen met een indicatie; de gezondheid en het welbevinden van inwoners nemen toe; inwoners kunnen langer zelfstandig blijven wonen.
Tabel effectindicator(en) Omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
6,5
(*)
(*)
nulwaarde Hoe waardeert u de
Waar staat je
inspanningen van uw
gemeente?
(2015)
gemeente om burgers volledig te laten deelnemen aan de maatschappij? Oordeel rapportcijfer 1-10: - Soest
6,5
- referentiegemeenten
6,4
(*) In overleg met de raad te bepalen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 80 van 185
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Participatietraject Sociaal domein Voor de activiteiten, inzet, doorontwikkeling en vernieuwing in het Sociaal domein zijn wij in 2015 met een breed participatietraject gestart. Immers, als wij willen dat inwoners meedoen naar eigen kracht, als we vraaggerichter willen gaan werken, dan moeten we deze kracht en vragen ophalen en het gesprek hierover aangaan. In het beleidsplan Sociaal domein 2014-2015 was al een aantal denkrichtingen uitgewerkt om in 2015 met organisaties over in gesprek te gaan. Niet alle denkrichtingen worden verkend in het brede participatietraject, sommige zijn al eerder ingezet of hebben andere deadlines. 1.
Heroverweging en toekomstbestending maken mantelzorgondersteuning: er ligt inmiddels een nieuwe beleidsnota.
2.
Integrale toegang tot maatwerkvoorzieningen/specialistische hulp sociaal domein: de organisatieskeuzes 2015 van 5 teams worden geëvalueerd en waar nodig vinden doorontwikkelingen plaats volgens het principe ‘1 huishouden, 1 regisseur, 1 plan’.
3.
Onafhankelijke cliëntondersteuning is in 2015 geborgd maar moet nog worden doorontwikkeld.
4.
Heroverweging hulp bij het huishouden: het tijdpad voor vernieuwing is opgeschoven vanwege de
5.
Cliëntenparticipatie: in samenwerking met betrokkenen is een onderzoek gestart naar een gewenste
6.
Maatwerkvoorzieningen/specialistische voorzieningen collectiveren: denk aan een Algemene
keuze voor 2015 als overgangsjaar. Op korte termijn worden politiek-bestuurlijke keuzes voorgelegd. rol van WMO Raad, in afstemming met Cliëntenraad Sociale Zekerheid. Voorziening voor Hulp bij het Huishouden en aan dagbesteding. Welke mogelijkheden tot collectivering zien aanbieders? Dit wordt een belangrijke vraag binnen de inkooptrajecten. 7.
Herijking basisinfrastructuur: heeft reeds aandacht vanuit de kerntakendiscussie, speelt een rol bij subsidies en BCF waaruit het huidig (welzijns)aanbod gefinancierd wordt. Wat kunnen veldpartijen en inwoners meer zelf gaan doen?
8.
Samenwerking: op allerlei manieren: met onze inwoners, maatschappelijke organisaties, met onze regiogemeenten, maar bijvoorbeeld ook tussen inwoners onderling. De kick-off voor het met elkaar op zoeken naar een nadere concretisering is 20 juni 2015 gegeven.
Thema 2 – Gezonde inwoners Doelstelling:
Bevorderen van lichamelijk en geestelijk gezonde inwoners
Meetbare doelstelling (beoogd effect)
-
Bevorderen van een gezonde leefstijl
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
7,8
(*)
(*)
nulwaarde Welk cijfer geeft u – over het
Waar staat je
geheel genomen – uw
gemeente?
(2015)
gezondheid? Oordeel rapportcijfer 1-10: - Soest
7,8
- referentiegemeenten
7,8
(*) In overleg met de raad te bepalen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 81 van 185
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Nota volksgezondheid De Wet Publieke Gezondheid (Wpg) verplicht iedere gemeente tot het opstellen van een Nota lokaal gezondheidsbeleid met daarin de ambities, keuzes en prioriteiten op het gebied van volksgezondheid en collectieve preventie. Kader voor deze lokale nota is de landelijke Nota Volksgezondheid, die verwacht wordt in het tweede deel van 2015. De laatste landelijke nota is destijds met vertraging uitgebracht in mei 2011. Gemeenten hebben daarom uitstel gekregen voor hun nieuwe lokale nota tot twee jaar na het verschijnen van de landelijke nota. Onze huidige lokale Nota Volksgezondheid, ‘Samenleving als medicijn’, is verlengd tot en met 2013. Eind 2013 is de Actualisatie Lokaal Gezondheidsbeleid verschenen; daarmee is de huidige nota verlengd voor 2014 en verder en loopt door tot het moment dat er een nieuwe lokale Nota Volksgezondheid vastgesteld wordt. De GGD regio Utrecht (GGDrU) is de belangrijkste uitvoeringsinstelling voor volksgezondheid in Soest. De belangrijkste regionale taak van de GGDrU is de jeugdgezondheidszorg. In de Kadernota 2016 van de GGDrU is veel aandacht geschonken aan de ontwikkelingen in het Sociaal Domein en de rol die de GGDrU daarbij kan spelen op het gebied van preventie, signalering en stimulering van de eigen kracht. Dit vraagt om een vernieuwende werkwijze, verbinden en een nauwe samenwerking op lokaal niveau.
D. Wat mag het kosten? Baten en lasten (bedragen * € 1.000)
Rekening 2014
Begroting 2015
2016
2017
2018
2019
Lasten Sociaal Domein algemeen Jeugd Wmo/welzijn Werk en inkomen Volksgezondheid Welzijnsgebouwen c.a. Begraafplaatsen Totaal lasten
538 1.873 9.021 21.185 650 789 541 34.596
2.886 10.236 13.937 23.146 595 1.035 507 52.341
2.000 9.223 12.826 21.326 595 590 530 47.089
1.507 8.894 12.668 20.892 595 617 519 45.692
1.507 8.918 12.460 20.571 595 599 500 45.150
1.507 8.928 12.399 20.379 595 599 496 44.903
Baten Sociaal Domein algemeen Jeugd Wmo/welzijn Werk en inkomen Volksgezondheid Welzijnsgebouwen c.a. Begraafplaatsen Totaal baten
1.447 17.112 10 221 503 19.293
1.124 12.005
1.124 10.761
1.124 10.743
1.124 10.741
1.124 10.726
220 511 13.859
220 511 12.615
220 511 12.597
220 511 12.595
220 511 12.581
-15.302
-38.483
-34.474
-33.095
-32.555
-32.323
Resultaat
Afwijkingen t.o.v. 2015 Lasten Baten Resultaat
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
5.253 -1.243 4.009
6.649 -1.262 5.388
7.191 -1.264 5.928
7.438 -1.278 6.160
Pagina 82 van 185
Toelichting op de afwijkingen: Een negatief bedrag betreft een nadeel/tekort, een positief bedrag betreft een voordeel/overschot.
Sociaal domein algemeen Eenmalig uitvoeringsbudget Sociaal Domein 20152 Herschikking Sociaal Domein
268 1.000
Apparaatskosten1 herverdeling taken nav Sociaal Domein vanuit verschillende programma's C umulatieregeling Meicirculaire 2015
-47 -334
Jeugd Apparaatskosten1 Nieuwe taken Jeugd korting rijksbudget Sociaal Domein, meicirculaire 2015
-80 1.092
Wmo/ Welzijn Apparaatskosten 1 Taakstelling Wmo + korting integratie uitkering (KTD-taakstelling 2014: € 500.000 en vanaf 2015: € 700.000)
-77 333
Wmo-verstrekkingen: herindicering cliënten2 Nieuwe taken WMO korting rijksbudget SD, meicirculaire 2015
340 263
Bezuiniging Stichting Balans (Kadernota 2015)
49
Huishoudelijke hulp toelage
201
Overig
1
Werk en Inkomen Apparaatskosten1 Voorjaarsnota 2015: Korting BUIG + Vangnetregeling
31 201
Korting participatiebudget Re-integratie, meicirculaire 2015
131 283
Korting participatiebudget Wsw, meicirculaire 2016 Asielzoekerscentrum, oormerkvoorstel NJN 2014
29
Wet inburgering, oormerkvoorstel NJN 2014
38
Lagere bijdrage uitvoering BBS ivm lagere kosten werkdeel
-136
Welzijnsgebouwen c.a. Apparaatskosten1 Brede impuls combinatiefuncties, meicirculaire 2015
45 136
Onderhoudskosten (conform meerjarig onderhoudsprogramma; egalisatie van de lasten vindt plaats door verrekening met de reserve onderhoud)
79
Geoormerkt bedrag Scouting Paltz- en Eemgeuzen2
15
Geoormerkt bedrag Don Bosco2
60
Geoormerkt bedrag Buitenkans2 Kapitaallasten
70 40
Overig Begraafplaatsen Apparaatskosten1 Onderhoudskosten (conform meerjarig onderhoudsprogramma; egalisatie van de lasten vindt plaats door verrekening met de reserve onderhoud)
-5 -22
Kapitaallasten Totaal
4 4.009
1
Apparaatskosten De loon- en overheadkosten worden op basis van urenramingen toegerekend aan de betreffende producten. Afwijkingen ten opzichte van andere jaren worden veroorzaakt door wijziging van het aantal toegerekende uren, de hoogte van de loon- en overheadkosten of een combinatie hiervan. 2 Geoormerkt budget Bij de najaarsnota en/of jaarrekening besluit de raad of- en zo ja welke budgetten geoormerkt worden. Oormerken is het eenmalig 'meenemen' van budget omdat de bijbehorende activiteit in het volgende jaar wordt uitgevoerd. Het eenmalige karakter van een geoormerkt budget leidt tot verschillen in de analyse tussen de begrotingsjaren (oormerk in 2014 leidt tot incidentele bijraming in 2015 en vervalt weer in 2016).
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 83 van 185
E. Risicoparagraaf programma Zorg en Welzijn
Budget Gebundelde Uitkeringen Gemeenten (BUIG) In 2015 is de landelijke verdeelsystematiek voor het verdelen van het budget voor de uitkeringen veranderd. Voor Soest betekende dit een forse korting op het budget t.o.v. 2014. In 2016 wordt bekeken wat de gevolgen hiervan definitief zijn. Er is een vangnetregeling voor 2015 ontworpen en onze inzet is er op gericht om hiervoor in aanmerking te komen. Soest laat zich ondersteunen bij de aanpak om in aanmerking te komen voor de vangnetregeling 2015. Het risico dat wij niet in aanmerking komen voor de vangnetregeling, schatten wij in op 25% (bruto risico is € 860.000). Beheersmaatregel(en): - Juridisch: beroep- bezwaarprocedure - Beleidsmatig: plan van aanpak tekortreductie Generiek risico Financieel/
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Laag = 25%
€ 860.000
€ 215.000
kwaliteit/imago/politiek
Schuldhulpverlening De doelstellingen van Soest rondom schuldhulpverlening zijn vastgelegd in het Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening dat in 2013 is vastgesteld. De doelstellingen zijn ambitieus in tijden waarin we zien dat steeds meer mensen in de financiële problemen komen. Door in te zetten op preventie en het Loket Schulden laagdrempelig te houden wordt getracht een goed vangnet te bieden en doorverwijzingen naar de Kredietbank en Bureau Zuidweg alleen te laten plaatsvinden als het echt nodig is. Veel klanten kunnen door het Loket zelf worden geholpen, door het Sociaal Juridisch Informatiepunt of door vrijwilligers van Schuldhulpmaatje. De kosten van de schuldhulpverlening zijn echter maar beperkt afgenomen, doordat meer mensen om hulp vragen en een deel van deze mensen een zwaardere problematiek kent. We ramen het budget daarom de komende jaren vooralsnog op hetzelfde niveau als 2015. Beheersmaatregel(en): • meer inzetten op preventie; • uitval tijdens trajecten verminderen; • inzet van vrijwilligers voor schuldhulpverlening.
Generiek risico Financieel/imago/politiek
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Hoog = 90%
€ 50.000
€ 45.000
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 84 van 185
Uitvoering van de WSW op grond van de gemeenschappelijke regeling door het Regionaal Sociaal Werkvoorzieningschap Amersfoort (RWA) Op basis van de samenwerkingsovereenkomst tussen Amfors Holding B.V. en haar werkmaatschappijen en de gemeenschappelijke regeling RWA is er een verplichting tot aanvulling van het exploitatietekort bij het RWA. Voor het gedeelte van het eigen vermogen van Amfors tussen de € 2,5 miljoen en € 4,5 miljoen geldt dat Amfors voor 50% aansprakelijk is voor aanzuivering van exploitatietekorten van het RWA, en de RWA-gemeenten voor de overige 50%. Het exploitatieverlies kan de komende begrotingsjaren niet volledig worden aangevuld vanuit het operationeel resultaat en het eigen vermogen van Amfors. In 2015 heeft dat geleid tot nieuwe strategische keuzes. In de meerjarenbegroting RWA 2016 is vooralsnog uitgegaan van een basisscenario. Het uiteindelijk gekozen toekomstscenario kan gevolgen hebben voor de gemeentelijke bijdrage. Dit wordt als begrotingswijziging in de voorjaarsnota Soest 2016 verwerkt. In deze begroting zijn de extra gemeentelijke bijdragen vanwege het exploitatietekort opgenomen. Desondanks kan het tekort nog hoger uitvallen dan begroot. Beheersmaatregelen Voor de mjb RWA 2016-2020 is door RWA al uitgegaan van een basisscenario, los van de gemeentelijke scenariostudie. Dit basisscenario is vervolgens als uitgangspunt genomen voor de gemeentelijke scenariostudie. Op basis van het definitieve scenario zal begin 2016 een nieuw bedrijfsplan opgesteld worden om de omvorming van het bedrijf uit te voeren. Generiek risico Financieel
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Laag = 25%
€ 200.000
€ 50.000
Onvoorziene effecten initiële uitvoering nieuwe taken Sociaal Domein Overeenkomstig de vastgestelde uitgangspunten is in hoofdstuk 2 voorgesteld vanaf 2015 tekorten en overschotten binnen het social domein te onttrekken aan dan wel te storten in de reserve Sociaal Domein. Mocht te zijner tijd blijken dat de rijksbudgetten toch niet toereikend zijn, dan zijn we in staat om eventuele tekorten vanuit deze reserve te dekken. Op grond hiervan zijn wij van mening dat het risico kan worden aangepast zoals hierna aangegeven. Beheersmaatregel(en): • periodieke monitoring stand van zaken uitvoering sociaal domein; • periodieke regionale afstemming; • continue afstemming met zorgaanbieders; • procesoptimalisaties; • reservering bedrag ad € 2 mln. + aanvulling overschotten vanaf 2015
Generiek risico Financieel
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Laag = 25%
€ 1.600.000
€ 400.000
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 85 van 185
Programma 8 – Sport, Recreatie, Kunst en Cultuur A. Omschrijving programma Dit programma gaat over doelmatig gebruik en in stand houden van sportaccommodaties, stimulering van sport(activiteiten) en recreatie en het bieden van voldoende, veilige openbare speelgelegenheid. Daarnaast gaat het programma over bevordering van het culturele klimaat, het stimuleren van cultuurparticipatie, kunst en cultuureducatie en bibliotheekwerk. Producten Onder dit programma vallen de volgende producten: Nr.
Product
Portefeuillehouder
8.1
Binnensport
J.G.S. Pijnenborg
8.2
Buitensport
J.G.S. Pijnenborg
8.3
Overig sport
J.G.S. Pijnenborg
8.4
Recreatie en speelvoorzieningen
J.G.S. Pijnenborg / J.L. van Berkel-Vissers
8.5
Kunstbeoefening en bevordering
P.A. van der Torre
8.6
Oudheidkunde/musea
P.A. van der Torre
8.7
Cultuur
P.A. van der Torre
Relevante beleidsdocumenten A. Reglement gebruik sporthallen/zalen en gymnastieklokalen en onoverdekte sportaccommodaties(raad, 1997) B. Rapport tarifering (raad, 1997) C. Zaalruimtecriteria bij verdeling zaalruimte (raad) D. Prioriteitenlijst rijksmonumenten (2000) E.
Monumentenlijst/Monumentenverordening, inclusief vaststelling beschermde dorpsgezichten (2000)
F.
Rapportage klankbordgroep sportbeleid (raad, 2001)
G. Projectplan cultuurpunt (raad, 2002) H. Notitie clustering onderwijs- en sportaccommodaties (B&W, 2004) I.
Diverse onderhoudscontracten sport (B & W)
J.
Notitie overdekte sportaccommodaties II (B&W, 2004)
K. Notitie Topsport (raad, 2007) L.
Exploitatie en huurovereenkomst Optisport (t/m 31 december 2021) (B&W, 2011)
M. Nota ‘het nieuwe spelen in Soest’ (2013) N. Bruisend Soest, een levendige culturele gemeente. Herijking Cultuurvisie 2010-2014. (raad 2009) O. BCF Idea en Scholen in de Kunst (B&W) P.
Algemene subsidieverordening Soest (raad, 2005)
Q. Convenant Provincie project Cultuurbereik Jongeren Soest (B&W, 2007) R. Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2012 (B&W 2013) S. Onderzoek sportdeelname Soest 2007-2008 (B&W, 2008) T.
Beleidsnota Sport en Bewegen 2009-2012 (raad 2009)
U. Cultuurparticipatieplan gemeente Soest 2010-2012 V. Visie sociaal-culturele voorziening Soesterberg (7 september 2011) W. Beperkte herijking cultuurbeleid 2013 X. Plan van aanpak kunst en cultuur 2012 (kerntakendiscussie) Y.
Verdiepingsprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016 (B&W 2013)
Z. Beleidsplan Recreatie & Toerisme 2012-2020 AA. Visiedocument uitvoering combinatiefuncties ‘Sportieve daginvulling’ (oktober 2009) AB. Sportdeelname Soest 2013 (B&W, 2014) AC. Sportvisie 2013-2016 (raad september 2013)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 86 van 185
B. Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten Sport In de visie Sport en Bewegen 2013-2016 zijn twee belangrijke onderwerpen opgenomen die in 2016 verder opgepakt worden. Het gaat om de volgende onderwerpen:
-
de structurele besparing op het beleidsterrein sport van € 500.000 met ingang van 1 januari 2015;
-
investeren in het wegwerken van achterstanden in het onderhoud van sportaccommodaties voor een maximaal bedrag aan kapitaallasten van jaarlijks € 200.000, hetgeen overeenkomt met een investering van circa € 2.000.000.
De uitwerkingsrapportage waarin de voorstellen van de Kerngroep Sport nader zijn verkend, is aangeboden aan de gemeenteraad voor verdere besluitvorming. Ook een voorstel voor de invulling van een status aparte voor voetbalvereniging vv ’t Vliegdorp uit Soesterberg is aan de gemeenteraad aangeboden voor verdere besluitvorming. De opgelegde taakstelling vraagt in 2016 ook nog de nodige beleidsvorming, uitwerking en implementatie. Hierbij denken wij aan:
-
het opstellen van een visie op de binnensportaccommodaties en het opstellen van een visie op de buitensport.
Bij het opstellen van deze visies zal verbinding gezocht worden met het gemeentelijk integraal accommodatiebeleid. De financiële middelen die de gemeente nu ter beschikking heeft, zijn onvoldoende om de sportinfrastructuur op peil te houden. Ambities en financiële middelen dienen met elkaar in evenwicht gebracht te worden. Met de investeringsruimte die in 2016 beschikbaar is, wordt geïnvesteerd in zaken die om veiligheidsredenen niet langer uitstelbaar zijn. Brede Impuls Combinatiefuncties In 2015 heeft het college in het kader van deze Impuls een aanvraag gedaan voor de inzet van 6,8 fte aan combinatiefuncties. Deze aanvraag is gehonoreerd. In het kader van deze Brede Impuls Combinatiefuncties kunnen zowel combinatiefuncties voor onderwijs, sport en cultuur worden ingezet als zijnde buurtsportcoaches/combinatiefunctionarissen die een verbinding leggen tussen sport- en beweegaanbieders in de buurt, scholen, zorg- en welzijnsinstellingen en het bedrijfsleven. Sport en cultuur vormen een krachtig instrument in het sociaal domein. De buurtsportcoaches werken voor de inwoners van Soest en stimuleren eigen kracht en zelfredzaamheid. De eerste helft van 2016 wordt gebruikt om de kwartiermakersfase af te ronden. Op basis van deze uitkomsten wordt concreet invulling gegeven aan de beschikbare fte’s. Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds In aansluiting op de rijksinzet om kinderen uit gezinnen met een laag inkomen te kunnen laten sporten en deel te kunnen laten nemen aan cultuur wordt ook in 2016 in Soest ingezet op het continueren van het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds. Cultuurvisie In 2015 is, ondersteund door een participatief traject met inwoners en cultuuraanbieders, de Cultuurvisie 2015-2019 ontwikkeld. De visie heeft in het laatste kwartaal 2015 tot een uitvoeringsplan geleid. Dit wordt in 2016 uitgevoerd.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 87 van 185
Integraal accommodatiebeleid Op basis van gesprekken met gebruikers/huurders hebben wij een duidelijk beeld van de wensen van de verschillende gebruikers/huurders van gemeentelijke gebouwen. Deze wensen nemen wij mee in de afwegingen bij het opstellen van de verbeterplannen, waarvan de eerste in 2016 worden afgerond. Een verbeterplan kan bestaan uit één of meerdere scenario’s. Scenario’s kunnen zijn:
-
de accommodatie verkopen aan zittende gebruikers/ huurders;
-
de accommodatie in de huidige staat op de markt zetten (verkocht in verhuurde staat); de accommodatie herontwikkelen of overgaan tot sloop/nieuwbouw, waarbij wij zittende huurders faciliteren bij het vinden van vervangende (passende) huisvesting;
-
het optimaal vullen van gemeentelijke accommodaties om zo de tijdelijke exploitatie en de marktwaarde te verhogen.
Aangezien in een aantal van onze multifunctionele accommodaties bewegingsonderwijs plaatsvindt en één van de accommodaties gedeeltelijk onderwijshuisvesting betreft wordt in samenspraak met Sport en Onderwijs gewerkt aan een integrale visie voor alle gemeentelijke accommodaties in voornoemde wijken, waarbij tevens wordt gekeken naar eventuele consequenties (kansen en bedreigingen) voor de overige accommodaties in de gemeente Soest. Daarnaast is gewerkt aan de visie op binnensportaccommodaties. De uitkomsten van de gesprekken met de schoolbesturen alsmede de visie op binnensport, zijn belangrijk voor het opstellen van de verbetervoorstellen voor de accommodaties in Smitsveen en Overhees. De visie op binnensport is eind 2015 gereed, waarna wij in 2016 tot concrete voorstellen (business cases) kunnen komen. De afgelopen periode hebben wij met een aantal partijen (zittende huurders / gebruikers) gesproken over verkoop van het onroerend goed. Dit leidt naar verwachting in 2016 tot concrete transacties. Tevens werken wij continu aan het dusdanig op de markt brengen van reeds leegstaande panden, dat een optimale verkoopsnelheid en –opbrengst kan worden gerealiseerd. Vrijwilligersbeleid Vrijwilligers bevinden zich overal, in de zorg- en welzijnssector, maar vooral ook bij sport- en cultuurorganisaties. Hun inzet is onmisbaar. Wij gaan de aandacht en interesse in de samenleving voor vrijwilligerswerk verder stimuleren. En we geven meer bekendheid aan het vrijwilligersloket. In 2015 heroverwegen wij het huidige beleid (Nota Vrijwilligersbeleid Soest 2012-2015). Zie voor vrijwilligersbeleid ook programma 7 (Zorg en Welzijn (onder rubriek C)).
C. Doelstellingen en activiteiten - Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Thema 1 – Sport en recreatie Doelstelling:
Bevorderen sport en bewegen
Meetbare doelstelling (beoogd effect) Vergroten van een gezonde en actieve levensstijl van de inwoners
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 88 van 185
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2016**
2017
nulwaarde % van de gebruikers dat
Onderzoek
tevreden is over de
sportdeelname
sportaccommodaties:
(*)
(2013)
Jeugd
57%
(*)
57%
60%
Jongeren
35%
(*)
35%
37%
volwassenen
45%
(*)
45%
47%
% inwoners dat voldoet c.q.
Onderzoek
denkt te voldoen aan de
sportdeelname
NNGB (Nederlandse Norm
(*)
(2013)
Gezond Bewegen) jeugd
60%
(*)
60%
60%
jongeren
85%
(*)
85%
85%
volwassenen
69%
(*)
69%
69%
* Dit onderzoek biedt inzicht in bewegen in de breedste zin van het woord. Dit onderzoek wordt 1x in de vier jaar gehouden. Het laatste sportdeelname onderzoek dateert uit 2013. **Conform de Sportvisie 2013-2016 wordt ingezet op het consolideren van de huidige sportdeelname. Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Sportstimuleringsprojecten, waaronder Kies je Sport en Schoolsportagenda; 1.2 Onderhouden van de sportaccommodaties; 1.3 In 2016 worden conform het ‘Meerjaren uitvoeringsprogamma Spelen’ drie speelplaatsen gerenoveerd en tien speelplaatsen omgevormd naar informeel spelen. Tabel prestatie-indicator(en) omschrijving
bron
% sportbeoefenaars 8-12
Onderzoek
jaar
sportdeelname
% sportbeoefenaars 12-18
Onderzoek
jaar
sportdeelname
% sportbeoefenaars 18-55
Onderzoek
jaar
sportdeelname
Omvorming speelplaatsen
‘het nieuwe spelen in
naar informeel spelen (86
Soest’, uitvoering (afd.
omgevormd in 2028)
Realisatie)
Renovatie speelplaatsen (46
‘het nieuwe spelen in
plekken t/m 2028)
Soest’, uitvoering (afd.
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
jaar 2015
jaar 2016
jaar 2017
86% (*)
86%
86%
85% (*)
85%
85%
73% (*)
73%
73%
22
10
5
2
3
3
Realisatie) *
Het onderzoek Sportdeelname vindt 1x per 4 jaar plaats. Het laatste onderzoek was in 2013, het volgende onderzoek staat gepland in 2017. In de tussenliggende jaren vinden er geen metingen plaats.
** Gezien de opgelegde taakstelling van € 500.000 wordt ingezet op het consolideren van de huidige sportdeelname.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 89 van 185
Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
Aantal deelnemers passe-partout
raming
2012
2013
2014
2015
2016
8.340
8.128
8.128
7.750*
€ 51,00
€ 51,90
€ 55,80
*
*
773
517 (**)
705
650
550
sport Tarief passe-partout sport Aantal deelnemers Kies je Sport
* Met ingang van 1-1-2015 is het passe-partoutsystematiek beëindigd. Hiervoor in de plaats is een nieuwe systematiek ingevoerd die meer een relatie legt met de kostprijs van de sportvoorziening. Dit betekent dat er vanaf 2015 geen deelnemers passe-partout meer zijn. In plaats van een passe-partoutbedrag wordt nu gebruik gemaakt van huurtarieven en gebruikersvergoedingen. Om te kunnen blijven monitoren hoe de sportverenigingen die aangesloten waren bij dit systeem zich de komende jaren ontwikkelen, zullen de ledenaantallen van de voormalige passe-partoutverenigingen hier vermeld worden. ** Achterblijvende deelname in verband met minder deelname aantal sportverenigingen. Thema 2 – Kunst en cultuur Doelstellingen:
Behouden en versterken van een goed cultureel klimaat Stimuleren van culturele participatie door kinderen en jongeren
Meetbare doelstellingen (beoogde effecten) 1. In stand en toegankelijk houden van een veelzijdig aanbod van kunst, cultuur en cultureel erfgoed. 2. Vergroten van de culturele participatie door kinderen en jongeren.
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2014
2016
2017
93%
93% (*)
93% (*)
nulwaarde Participatie % basisschoolleerlingen dat
Kunst
wordt bereikt met
Centraal
93%
cultuureducatie (kunst- en cultuurprogramma) * 93% zijn alle basisscholen in Soest uitgezonderd de Danielschool en de Egelantier (neemt alleen deel aan kunstmenu). Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 De huidige cultuurnota ‘Bruisend Soest 2010-2014’ actualiseren naar een ‘Cultuurvisie 2016-2020’; 2.2 Idea verzorgt toegang tot bibliotheek-uitleen, bibliotheek-educatie, kunstencentrum en theater; 2.3 Het procedureel ondersteunen van (particuliere) initiatieven om in het park Klein Engendaal de beeldentuin De Hazelaar uit te breiden c.q. te vernieuwen. Dit gaat van start nadat de besluitvorming over stationsgebied Soest-Zuid heeft plaatsgevonden; 2.4 Kunst Centraal spant zich in om zo veel mogelijk basisscholen te laten participeren aan cultuureducatie; 2.5 Uitvoeren verdiepingsprogramma Cultuureducatie met kwaliteit 2013-2016 (in samenwerking met Idea); 2.6 Culturele instellingen in Soest voeren culturele projecten uit om cultuurparticipatie te stimuleren; 2.7 Culturele voorziening de Linde wordt (voorlopig) voortgezet; 2.8 Toegang voor kinderen en jongeren aan culturele activiteiten stimuleren via het Jeugdcultuurfonds.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 90 van 185
2.9 De kunst in de buitenruimte is in kaart gebracht. Als vervolg hierop is een onderhoudsplan voor de kunst in de buitenruimte van de gemeente gemaakt. In 2016 wordt de uitvoering van het onderhoudsplan opgepakt. Tabel kengetallen omschrijving
werkelijk
raming
2012
2013
2014
2015
2016
Deelname aan Jeugdcultuurfonds:
45
46
51
53
56
- aantal kinderen tot 13 jaar
42
39
40
41
42
3
7
11
12
14
Deelname aan Jeugdsportfonds:
139
142
249
145
250
- aantal kinderen tot 13 jaar
116
118
207
120
200
23
24
42
25
50
- aantal kinderen van 13 t/m 18 jaar
- aantal kinderen van 13 t/m 18 jaar
D. Wat mag het kosten? Baten en lasten (bedragen * € 1.000)
Rekening 2014
Lasten Binnensport Buitensport Overig sport Recreatie en speelvoorzieningen Kunstbeoefening en -bevordering Oudheidkunde/musea C ultuur Totaal lasten Baten Binnensport Buitensport Overig sport Recreatie en speelvoorzieningen Kunstbeoefening en -bevordering Oudheidkunde/musea C ultuur Totaal baten Resultaat
Begroting 2015
2016
2017
2018
2019
2.847 1.228 504 399 139 81 2.460 7.658
3.403 1.120 264 411 136 166 2.683 8.184
2.313 1.224 153 406 138 140 2.091 6.465
2.022 1.277 163 398 158 141 2.167 6.325
2.035 1.334 153 398 137 143 2.130 6.330
2.041 1.155 153 393 142 352 2.082 6.317
681 237
676 308
676 308
676 308
676 308
676 308
1 10 4
9 4
9 4
9 4
9 4
9 4
412 1.346
396 1.393
378 1.375
378 1.375
378 1.375
378 1.375
-6.313
-6.791
-5.090
-4.950
-4.955
-4.942
Afwijkingen t.o.v. 2015: Lasten Baten
1.719 -17
1.859 -17
1.854 -17
1.867 -17
Resultaat
1.702
1.841
1.837
1.850
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 91 van 185
Toelichting op de afwijkingen: Een negatief bedrag betreft een nadeel/tekort, een positief bedrag betreft een voordeel/overschot.
Binnensport Apparaatskosten 1 Onderhoudskosten (conform meerjarig onderhoudsprogramma; egalisatie van de lasten vindt plaats door verrekening met de reserve onderhoud) Kapitaallasten Taakstelling sport (als onderdeel van het totale bedrag van € 500.000, waarvan € 60.000 al is gerealiseerd) Overig
55 973 -63 125 1
Buitensport Apparaatskosten 1 Kapitaallasten Onderhoudskosten (conform meerjarig onderhoudsprogramma; egalisatie van de lasten vindt plaats door verrekening met de reserve onderhoud) Taakstelling sport (als onderdeel van het totale bedrag van € 500.000, waarvan € 60.000 al is gerealiseerd) Status aparte v.v. 't Vliegdorp Overig
-60 -157 13 125 -20 -6
Overig sport Apparaatskosten 1
112
Recreatie en speelvoorzieningen Apparaatskosten 1 Onderhoudskosten (conform meerjarig onderhoudsprogramma; egalisatie van de lasten vindt plaats door verrekening met de reserve onderhoud) Kapitaallasten
6 -10 4 5
Overig Kunstbeoefening en -bevordering Apparaatskosten 1 Onderhoudskosten (conform meerjarig onderhoudsprogramma; egalisatie van de lasten vindt plaats door verrekening met de reserve onderhoud) Kapitaallasten
-1
Overheveling budget cultuureducatie naar kunstbeoefening (zie programma Onderwijs)
-4
2 1
Oudheidkunde/musea Apparaatskosten 1 Onderhoudskosten (conform meerjarig onderhoudsprogramma; egalisatie van de lasten vindt plaats door
-4
door verrekening met de reserve onderhoud)
29
Cultuur Taakstelling Stichting Idea (Kadernota 2015)
50
Gerealiseerde taakstelling muziekschool (Kadernota 2015) C ompensatiebudget (Kadernota 2015)
543 -30
Kapitaallasten Overig Totaal
19 -7 1.702
1
Apparaatskosten De loon- en overheadkosten worden op basis van urenramingen toegerekend aan de betreffende producten. Afwijkingen ten opzichte van andere jaren worden veroorzaakt door wijziging van het aantal toegerekende uren, de hoogte van de loon- en overheadkosten of een combinatie hiervan.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 92 van 185
E. Risicoparagraaf programma Sport, Recreatie, Kunst en Cultuur
Aansprakelijkheid voor veiligheid van speelgelegenheid De gemeente kan aansprakelijk worden gesteld voor het beheer en onderhoud van speelgelegenheden en het nalaten daarvan. Om de veiligheid voor de gebruikers te borgen, zijn in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen wettelijke eisen gesteld aan speeltoestellen en aan het onderhoud en beheer van speelgelegenheden. Tot nu toe is het niet voorgekomen, maar in de toekomst kunnen we wellicht schadeclaims verwachten bij ongevallen op speelplaatsen. Beheersmaatregel(en): Voldoen aan de wettelijke eisen in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen; Tijdig signaleren van (mogelijke) gebreken en maatregelen nemen; Bijhouden van een logboek per speelgelegenheid; Verzekering afgesloten voor aansprakelijkheid met een eigen risico van € 12.500. Generiek risico Imago/financieel/juridisch
Kans Laag = 25%
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Financiële impact € 50.000
Financieel risico € 12.500
Pagina 93 van 185
Programma 9 – Bestuurlijke taken
A. Omschrijving programma Dit programma omvat een aantal producten en afdelingsoverstijgende thema’s zoals excellente dienstverlening. Het programma gaat ook over bestuurlijke vernieuwing, communicatie en participatie, (regionale) samenwerking, bouwgrondexploitatie en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Producten Programma 9 bevat overkoepelende thema’s geldend voor alle beleidsvelden/programma’s en een aantal producten: Nr.
Product
Portefeuillehouder
9.1
Gemeenteraad
R.T. Metz
9.2
College van B&W
R.T. Metz
9.3
Bestuursondersteuning
R.T. Metz
9.4
Samenwerking
R.T. Metz
9.5
a. Communicatie en
R.T. Metz
b. Participatie
J.G.S. Pijnenborg
9.6
Burgerzaken
R.T. Metz
9.7
Gebiedsgericht werken
J.G.S. Pijnenborg
9.8
Onroerend goed
P.A. van der Torre
9.9
Wet Waardering Onroerende Zaken
M.J. Adriani
9.10
Inkoop (opgenomen in paragraaf bedrijfsvoering)
M.J. Adriani
Relevante beleidsdocumenten A.
Verordening ambtelijke bijstand aan de leden van de raad (raad 17 oktober 2002)
B.
Verordening verstrekkingen basisadministratie personen (raad 13 februari 2014)
C.
Referendumverordening gemeente Soest 2005 (raad 2 juni 2005)
D. Reglement van orde gemeenteraadsvergaderingen (raad 21 december 2006) E.
Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Soest
F.
Waarstaatjegemeente.nl (2015)
(raad 25 september 2008) G. Medewerkertevredenheidsonderzoek (METEO) (2015) H.
Jaarlijkse door burgemeester vast te stellen rapportages audit GBA
I.
Nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Soest 2010-2014 (raad 17 februari 2011)
J.
a. Nota Strategische visie op samenwerking (raad 25 april 2013) b. Handboek Verbonden Partijen (juni 2012)
B. Belangrijkste (beleidsmatige) accenten, ontwikkelingen en activiteiten Bestuurlijke vernieuwing en bestuursstijl De samenleving verandert en inwoners, bedrijven, maatschappelijke instellingen, vrijwilligersorganisaties willen steeds meer invloed uitoefenen op hun leefomgeving. De één op een meer abstract, beleidsmatig niveau en de ander heel concreet over bijvoorbeeld de kleur van de straatstenen. De betrokkenheid van inwoners en hun inzet voor de samenleving komt nadrukkelijk aan de orde in een rapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur: ‘Loslaten in vertrouwen: naar een nieuwe verhouding
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 94 van 185
tussen overheid, markt én samenleving’ (2012). Uitvloeiselen hiervan op rijksniveau zijn terug te zien in bijvoorbeeld het Sociaal domein. Ook de gemeenteraad van Soest onderstreept het belang van participatie en is zich bewust van de veranderende verhoudingen. De ene situatie leent zich echter meer voor grote burgerbetrokkenheid en een kleinere rol van de overheid dan de andere. Dit vraagt om maatwerk. Daarom staan we in 2016 nadrukkelijk stil bij onze rolinvulling en hoe we het samenspel met de samenleving vormgeven. Dit doen we aan de voorkant van beleidsontwikkelingsprocessen en projecten. Maar ook bij vraagstukken die zich vanuit de samenleving aandienen en initiatieven uit de samenleving die wij mogelijk kunnen faciliteren. Communicatie, participatie en gebiedsgericht werken In 2015 wordt het communicatiebeleid geactualiseerd. De uitvoering daarvan krijgt in 2016 en de jaren daarna zijn beslag. Dit beleid heeft als belangrijk uitgangpunt de veranderende verhoudingen tussen overheid en samenleving. Het beleid zal nog meer op participatie, dialoog en de onderlinge relatie gericht zijn en steeds minder op de van oudsher ‘zendende’ overheid. Dit komt tot uiting in de manier waarop we communiceren; bijvoorbeeld in de keuze van bij de doelgroep en het doel passende middelen/media en in een daarop toegespitste toegankelijke schrijfstijl. Ook gebiedsgericht werken staat in het teken van de veranderende verhoudingen tussen overheid en samenleving. Gebiedsgericht werken is enerzijds gericht op het faciliteren van bewonersinitiatieven in de wijk. En anderzijds op het inspelen op raakvlakken (in beleid en uitvoering) en waar mogelijk afstemming en samenwerking tot stand brengen tussen partners in de samenleving (inwoners, ondernemers, maatschappelijke en vrijwilligersorgansiaties, WBT’s en de gemeente). Excellente dienstverlening Voor inwoners, bedrijven en instellingen zijn wij de meest nabije overheid en daarmee een belangrijke ingang voor vragen. De afgelopen jaren hebben wij hard gewerkt aan verbeteringen van onze dienstverlening door invulling te geven aan het concept Antwoord© en de uitvoering van het I-NUP. Wij zien drie ontwikkelingslijnen die van invloed zijn op de doorontwikkeling van onze dienstverlening. Ten eerste is er de afgelopen jaren sprake van veranderingen in de maatschappij die maken dat inwoners, bedrijven en instellingen andere eisen stellen aan onze dienstverlening, zoals 7 x 24 transactiemogelijkheden, snel en zeker zaken kunnen regelen en waar nodig persoonlijk contact. Tegelijkertijd is er het bewustzijn dat inwoners, bedrijven en instellingen niet alleen rechten, maar ook plichten en eigen verantwoordelijkheid hebben. Een tweede ontwikkelingslijn is het veranderende takenen eisenpakket door veranderende Rijksregelgeving, met name op het sociaal domein, maar ook op het gebied van Burgerzaken. Privacy en goede beveiliging van gegevens, maatwerk waar nodig en inzetten op de kracht van mensen en hun omgeving zijn uitwerkingen hiervan. Als laatste, het moge duidelijk zijn dat de financiële rek eruit is. Daarom stellen wij ons voortdurend de vraag: waar kan het efficiënter, bijvoorbeeld door meer los te laten (minder regeldruk), efficiënter gebruik van systemen en daarmee samenhangend aanpassingen in onze werkprocessen. De drie hierboven geschetste ontwikkelingen vragen om een aangepast instrumentarium, waarbij digitalisering een belangrijke rol speelt. Daarmee sluiten wij ook aan op het landelijk beleid (Plasterk) dat is gericht op digitaal 2017. Waar het kan wordt het contact met de inwoner digitaal ofwel digitale selfservice, waar nodig (in kader van veiligheid, bij een gecompliceerde hulpvraag of als er sprake is van te weinig digitale vaardigheid) is het contact face-to-face. Met de vaststelling van de kadernota heeft u ingestemd met deze lijn en met extra inzet hierop de komende twee jaar.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 95 van 185
Voorstellen nieuw beleid (conform principebesluit Kadernota 2016) Beleidsintensivering(en)
Jeugdlintje (structureel vanaf 2016)
€ 6.000
Digitale dienstverlening (2016 en 2017)
€ 70.000
Mobiele devices: vervanging, onderhoud, beheer (structureel
€ 50.000
vanaf 2016) C. Doelstellingen en activiteiten - Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Thema’s
1.
Bestuurlijke vernieuwing en bestuursstijl
2.
Communicatie, participatie en gebiedsgericht werken
3.
Excellente dienstverlening
4.
(Regionale) samenwerking
Thema 1 - Bestuurlijke vernieuwing en bestuursstijl Doelstelling:
Tevreden inwoners over het gevoerde bestuur.
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
(*)
(*)
(*)
(*)
nulwaarde Hoeveel vertrouwen heeft u
Waar staat je
in de manier waarop uw
gemeente?
(2015)
gemeente wordt bestuurd? Percentage (heel)veel: - Soest
19%
- referentiegemeenten
30%
19%
Referentiepercentages Soest: - niet veel/niet weinig
46%
46%
- weinig/nauwelijks tot geen
17%
17%
- n.v.t./weet niet
18%
18%
Hoe waardeert u ALLE
Waar staat je
inspanningen van uw
gemeente?
(2015)
gemeente voor haar burgers? Oordeel rapportcijfer 1-10: - Soest
6,7
- referentiegemeenten
6,6
6,7
(*) In overleg met de raad te bepalen Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Burgerpeiling Wij vinden het van belang te monitoren hoe onze inzet wordt gewaardeerd door klanten/inwoners en maatschappij. Om dit goed te kunnen doen wordt gebruik gemaakt van de Klanttevredenheidsmonitor ‘Waar staat je gemeente.nl’. De vorm en opzet van het onderzoek Waarstaatjegemeente.nl is veranderd. Waar in het verleden de inwoner werd bevraagd vanuit de verschillende rollen die hij in nam naar de gemeente toe, wordt er in de nieuwe vorm gewerkt met thema’s. De nieuwe maatschappelijke thema’s zijn:
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 96 van 185
-
Woon-en leefomgeving;
-
Dienstverlening;
Relatie burger-gemeente; Zorg en Welzijn.
Op basis hiervan is een nieuwe vragenlijst opgesteld met een andere waardering, waardoor de onderzoeken niet meer met elkaar te vergelijken zijn. Er is dan ook sprake van een 0-meting. In mei 2015 is het inwonersonderzoek in de nieuwe vorm, door het onderzoeksbureau PON voor de gemeente Soest uitgevoerd. De uitkomsten zijn door PON verwerkt in een rapport. Op basis daarvan neemt het college na de zomerperiode, via een thema bijeenkomst in samenwerking met het onderzoeksbureau PON, kennis van de uitkomsten. Om vervolgens te kunnen bepalen wat een passende vervolgstap is voor de uitkomsten en inzichten dat het onderzoek heeft opgeleverd. Uiteraard wordt uw raad, op een nog af te stemmen werkwijze, door het college in dit proces meegenomen. In de begroting zijn de effectindicatoren, die gevoed worden met de cijfers uit waarstaatjegemeente.nl aangepast aan de nieuwe opzet van het onderzoek, op basis van de nieuwe thema’s in plaats van de burgerrollen.
1.2 Nieuwe vergadersystematiek gemeenteraad In 2016 vergadert de gemeenteraad volgens de nieuwe vergadersystematiek om het gesprek tussen de raad en de samenleving beter te faciliteren. 1.3 Samenspel gemeente-samenleving Zoals besproken op de thema-avond over bestuurlijk vernieuwing in het voorjaar 2015 is er geen standaard bestuurlijk vernieuwende aanpak die we op alle projecten en vraagstukken kunnen toepassen. Hoewel het in alle gevallen belangrijk is om goed na te denken over het samenspel tussen gemeente en samenleving en de rol die we als gemeente (raad, college en ambtelijke organisatie) hebben, is de invulling van het samenspel situatie gebonden en vergt dit maatwerk. Wat kunnen, moeten of willen we aan de samenleving overlaten? En waar zijn we als bestuur van? Om deze vraag te beantwoorden gaan we bij belangrijke onderwerpen meer werken met startnotities waarin specifiek aandacht wordt besteed aan de vormgeving van het samenspel. Op die manier wordt de gemeenteraad in staat gesteld om niet alleen inhoudelijk kaders te stellen maar ook aangaande het samenspel en bestuurlijke rolneming. Bij het vormgeven van het samenspel maken we onder andere gebruik van instrumenten als het afwegingskader burgerparticipatie, de participatiewijzer, actoren- en krachtenveldanalyses, de
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 97 van 185
leefstijlprofielen en het digitale inwonerpanel (800 leden). Aandachtspunt bij het vormgeven van dit samenspel is verwachtingenmanagement (wie heeft welke rol, wie beslist, hoe werken we samen). 1.4 Jeugdlintje Op verzoek van de gemeenteraad reiken we vanaf 2016 het Jeugdlintje uit. Betrokkenheid en waardering vanuit de gemeente zijn belangrijke succesfactoren in het nieuwe samenspel tussen overheid en inwoners. Met het jeugdlintje kunnen we ook nadrukkelijk onze waardering uiten voor jongeren die zich inzetten voor de samenleving. 1.5 Dag van Soest In het licht van de participatiemaatschappij en het nieuwe samenspel tussen overheid en samenleving organiseren we in 2016 - aansluitend bij de behoefte in de samenleving - een ‘Dag van Soest’. Doel van deze dag is om de onderlinge banden tussen actieve organisaties (waaronder de gemeente) te versterken. Omdat er al veel initiatieven zijn die hier op enige wijze vorm aan geven (bijvoorbeeld de Beursvloer, Dag van de Dialoog en het ondernemerscongres), onderzoeken we met de intiatiefnemers eerst of er een extra dag nodig is en waar die zich dan op moet richten. Vervolgens positioneren we alle initiatieven zodanig dat de versterking van het netwerk optimaal tot zijn recht komt. Thema 2 - Communicatie, participatie en gebiedsgericht werken Doelstelling:
Vergroten van de betrokkenheid en inzet van onze inwoners (burgerparticipatie, ruimte voor initiatieven vanuit de samenleving)
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
6,0
(*)
(*)
6,7
(*)
(*)
7,8
(*)
(*)
nulwaarde Hoe waardeert u de wijze
Waar staat je
waarop uw gemeente burgers
gemeente?
(2015)
en organisaties betrekt bij (de uitvoering van) beleid en de samenwerking zoekt? Oordeel rapportcijfer 1-10: - Soest
6,0
- referentiegemeenten
6,0
Hoe waardeert u de
Waar staat je
communicatie en voorlichting
gemeente?
(2015)
vanuit uw gemeente? Oordeel rapportcijfer 1-10: - Soest
6,7
- referentiegemeenten
6,6
Hoe prettig vindt u het om in
Waar staat je
uw buurt te wonen? Oordeel
gemeente?
(2015)
rapportcijfer 1-10: - Soest
7,8
- referentiegemeenten
8,0
(*) In overleg met de raad te bepalen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 98 van 185
omschrijving
bron
Referentieof
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
25%
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
(*)
nulwaarde De gemeente betrekt de
Waar staat je
buurt voldoende bij de
gemeente?
(2015)
aanpak van leefbaarheid en veiligheid. Percentage (helemaal) eens: - Soest
25%
- referentiegemeenten
29%
Referentiepercentages: - niet eens/niet oneens
32%
32%
- (helemaal) oneens
24%
24%
19%
19%
- n.v.t./weet niet De gemeente doet een
Waar staat je
beroep op de buurtbewoners
gemeente?
(2015)
om zelf een bijdrage te leveren aan leefbaarheid en veiligheid. Percentage (helemaal) eens: - Soest
29%
- referentiegemeenten
34%
29%
Referentiepercentages: - niet eens/niet oneens
28%
28%
- (helemaal) oneens
20%
20%
- n.v.t./weet niet
22%
22%
De gemeente ondersteunt
Waar staat je
buurtinitiatieven op het
gemeente?
(2015)
gebied van leefbaarheid en veiligheid voldoende. Percentage (helemaal) eens: - Soest
19%
- referentiegemeenten
33%
19%
Referentiepercentages: - niet eens/niet oneens
32%
32%
- (helemaal) oneens
18%
18%
- n.v.t./weet niet
31%
31%
Hoe waardeert u de zorg van
Waar staat je
uw gemeente voor de woon-
gemeente?
(2015)
en leefomgeving? Oordeel rapportcijfer 1-10: - Soest
6,7
- referentiegemeenten
6,7
6,7
(*) In overleg met de raad te bepalen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 99 van 185
Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Communicatie en participatie Het verbeteren en aanscherpen van communicatie en participatie is een continue ontwikkelproces waarbij we steeds weer zoeken naar verbeteringen. Deze staan nadrukkelijk in het licht van het nieuwe samenspel tussen overheid en samenleving, aansluiten bij de behoeften en wensen van de verschillende doelgroepen en ontwikkelingen binnen het communicatievak die daaruit voortvloeien. In 2016 werken we aan:
-
uitvoering van het geactualiseerde communicatiebeleid (nog in ontwikkeling ten tijde van het opstellen van deze begroting) met focus op participatie, dialoog en de onderlinge relatie;
-
doel- en doelgroepgerichte inzet van middelen en (social) media; sterker benutten van sociale media; integrale gebiedscommunicatie voor de veelheid aan projecten in Soesterberg in afstemming met andere betrokkenen/partijen;
-
verdere ontwikkeling van participatiemethoden- en instrumenten; toegankelijker schrijfstijl voor brieven, aansluitend bij de belevingswereld van de ontvanger – de vraag van de klant staat centraal;
-
vaker face-to-face het gesprek aangaan om besluiten of beleid toe te lichten aan inwoners.
2.2 Gebiedsgericht werken Integraal gebiedsgericht werken is een organisatiebrede werkwijze waarbij we onze inhoudelijke opgaven verbinden met die van partners en partijen in de samenleving. Zo kunnen we samen adequaat inspelen op situaties in de samenleving (maatwerk). In 2016 werken we aan:
-
evaluatie van de leefbaarheidsoverleggen met partners (incl. het digitale platform Basecamp waarop de overlegpartners ideeën en intiatieven uitwisselen). Leveren de overleggen voldoende verbinding en slagkracht op? Kan het effectiever/efficiënter?;
-
het onderhouden van de goede relatie met de wijkbewonerteams (WBT’s) en het dorpsbewonerteam Soesterberg (DBT) en het faciliteren van de teams om hun rol goed en zelfstandig te vervullen;
-
het faciliteren van bewonersiniatiatieven ten gunste van de leefbaarheid met behulp van het wijkbudget. Hierbij is er aandacht voor de moeite die WBT’s hebben om voldoende vrijwilligers te behouden zoals beschreven in de kadernota 2016. Onderdeel hiervan is de pilot om in de wijken zonder WBT (Boerstreek en De Eng-Soest Midden) wijkbudget direct vanuit de gemeente beschikbaar te stellen aan bewonersinitiatieven;
-
omgevingsanalyses voor de wijken Klaarwater en Soest-Zuid; verdere integratie van het gedachtegoed van gebiedsgericht werken binnen beleid(sontwikkeling) en projecten om in te spelen op samenwerkingskansen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 100 van 185
Thema 3 - Excellente dienstverlening Doelstelling:
Tevreden burgers over de gemeentelijke dienstverlening
Tabel effectindicator(en) omschrijving
bron
Referentie-
Realisatie
Streefwaarde
Streefwaarde
2015
2016
2017
6,8
(*)
(*)
6,7
(*)
(*)
of nulwaarde Hoe waardeert u – over het
Waar staat je
algemeen – de
gemeente?
(2015)
dienstverlening van uw gemeente? Oordeel rapportcijfer 1-10: - Soest
6,8
- referentiegemeenten
6,8
Hoe waardeert u de
Waar staat je
dienstverlening via de digitale
gemeente?
(2015)
faciliteiten van de gemeente? Oordeel rapportcijfer 1-10: - Soest
6,7
- referentiegemeenten
6,7
(*) In overleg met de raad te bepalen Activiteiten - Wat gaan we daarvoor doen? 3.1 Versterken digitale dienstverlening Veranderingen in de maatschappij vragen om 7 x 24 uur dienstverlening en standaardisatie waar mogelijk. Uitgangspunten daarbij zijn snel, zeker, transparant en aanspreekbaar. Wij zetten in 2016 in op: -
de vraag van inwoners, bedrijven en instellingen staat centraal. Ons gedrag is erop gericht om mensen snel, vriendelijk en goed te helpen. Binnen dat kader ontwikkelen wij ons telefonisch informatiepunt door naar een breder klantcontactcentrum;
-
wij bouwen onze 7 x 24 uurs dienstverlening verder uit door een doorontwikkeling van onze website op het gebied van op de vraag toegesneden informatievoorziening en vereenvoudiging van transactiemogelijkheden;
-
in 2015 is gestart met zaakgericht werken om de dienstverlening te versterken. Dit bouwen wij in 2016 verder uit zodat onze dienstverlening zo transparant mogelijk is voor inwoners en bedrijven.
3.2 Maatwerk in dienstverlening Veranderende taken door Rijksregelgeving vragen naast digitalisering ook om maatwerk in dienstverlening. -
doorontwikkeling werkwijze: wij werken vraaggericht met als vertrekpunt de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht van burgers. In het sociaal domein ontwikkelen wij de regierol verder door en bouwen wij verder aan de samenwerking met professionels (zorginstellingen, basisinfrastructuur) en vrijwilligers. De ingezette lijn van continue leren en verbeteren wordt ook in 2016 doorgezet. Om te leren meten wij voortdurend de klantwaardering en voeren wij jaarlijks een klanttevredenonderzoek uit.
-
BRP: In het kader van de veranderingen door het project ‘operatie BRP’ maken wij in 2016, gezamenlijk met andere RID-gemeenten een plan van aanpak voor de aanschaf en invoering van modules voor een gemoderniseerde bevolkingsadministratie;
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 101 van 185
-
burgerlijke stand. In 2015 is een deel van de wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand in werking getreden. In 2016 en 2017 volgen bij de wet behorende vervolgstappen. Hierdoor wordt het mogelijk digitaal aangifte te doen van geboorte en overlijden en het digitaal kenbaar maken van een voorgenomen huwelijk of geregistreerd partnerschap. Dit leidt naar verwachting in 2016 tot uitbreiding van de digitale dienstverlening.
Efficiënte dienstverlening De mix van standaardisatie enerzijds en regie op maatwerk anderzijds moet leiden tot een efficiënte dienstverlening. Wij geven onze dienstverlening een extra impuls door de inzet van extra menskracht zoals in de kadernota door uw raad is besloten. Wij zetten in 2016 in op: -
Servicenormen. Wij scherpen onze servicenormen aan en zijn hierin transparant en aanspreekbaar.
-
Kanaalsturing: Wij sturen waar mogelijk op het gebruik van het digitale kanaal. Wij monitoren hierop
-
Wij komen met voorstellen voor deregulering
-
Wij ontwikkelen de vernieuwde toptakenwebsite verder door en de transactiemogelijkheden via de
en komen zonodig met voorstellen ter stimulering van gebruik van dit kanaal
website en koppelingen met landelijke voorzieningen zoals ‘Mijn Overheid.. Eenvoud, transparantie en vindbaarheid zijn daarbij uitgangspunt. -
Wij digitaliseren producten en de daaronder liggende processen waar nodig op basis van een businesscase en prestatie-indicatoren.
Thema 4 - (Regionale) samenwerking Dit thema is ondergebracht in paragraaf E, Verbonden Partijen.
D. Wat mag het kosten? Baten en lasten (bedragen * € 1.000) Lasten Gemeenteraad C ollege van B&W Bestuursondersteuning Samenwerkingen C ommunicatie en voorlichting Burgerzaken Gebiedsgericht werken Onroerend goed Wet Waardering Onroerende Zaken Totaal lasten Baten Gemeenteraad C ollege van B&W Bestuursondersteuning Samenwerkingen C ommunicatie en voorlichting Burgerzaken Gebiedsgericht werken Onroerend goed Wet Waardering Onroerende Zaken Totaal baten Resultaat
Rekening 2014
Begroting 2015
2016
2017
2018
2019
1.180 1.573 347 127 879 1.831 299 1.881 504
1.141 1.672 353 125 850 1.756 383 1.602 548
1.115 1.624 349 103 925 1.637 364 1.606 569
1.105 1.612 349 103 960 1.695 375 1.456 569
1.106 1.612 349 103 925 1.625 364 2.244 569
1.096 1.605 349 103 960 1.625 364 1.534 569
8.619
8.430
8.293
8.223
8.897
8.205
796
686
691
691
691
691
1.828 50
851 50
850 50
850 50
850 50
850 50
2.685
1.588
1.591
1.591
1.591
1.591
-5.934
-6.843
-6.701
-6.632
-7.306
-6.614
11
Afwijkingen t.o.v. 2015: Lasten Baten Resultaat
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
138 4 141
207 4 211
-467 4 -463
225 4 228
Pagina 102 van 185
Toelichting op de afwijkingen: Een negatief bedrag betreft een nadeel/tekort, een positief bedrag betreft een voordeel/overschot.
Gemeenteraad Apparaatskosten 1
26
College van B& W Apparaatskosten 1 C ontributie VNG
67 -8 -11
Kadernota 2016; jeugdlinte Bestuursondersteuning Apparaatskosten 1
4
Samenwerkingen Regionale implementatie sociaal domein2 Kapitaallasten
20 2
Communicatie en voorlichting Apparaatskosten 1 Eens per twee jaar wordt een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd
-110 35
Burgerzaken Apparaatskosten 1 In 2016 zijn geen verkiezingen gepland (in 2015 waren er 2 verkiezingen)
123
Kadernota 2016; digitale dienstverlening
-70
71
Gebiedsgericht werken Apparaatskosten 1 Inwonerspanel (om het jaar)
8 11
Onroerend goed Apparaatskosten 1 Onderhoudskosten (conform meerjarig onderhoudsprogramma; egalisatie van de lasten vindt plaats door
-95
verrekening met de reserve onderhoud)
-49
Energielabels gemeentelijke gebouwen (Voorjaarsnota 2015;)
40
Oormerkvoorstel Plan van aanpak integraal accommodatiebeleid2 Overig
95 3
Wet Waardering Onroerende Zaken Apparaatskosten1 Totaal
-21 141
1
Apparaatskosten De loon- en overheadkosten worden op basis van urenramingen toegerekend aan de betreffende producten. Afwijkingen ten opzichte van andere jaren worden veroorzaakt door wijziging van het aantal toegerekende uren, de hoogte van de loon- en overheadkosten of een combinatie hiervan. 2
Geoormerkt budget Bij de najaarsnota en/of jaarrekening besluit de raad of- en zo ja welke budgetten geoormerkt worden. Oormerken is het eenmalig 'meenemen' van budget omdat de bijbehorende activiteit in het volgende jaar wordt uitgevoerd. Het eenmalige karakter van een geoormerkt budget leidt tot verschillen in de analyse tussen de begrotingsjaren (oormerk in 2014 leidt tot incidentele bijraming in 2015 en vervalt weer in 2016).
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 103 van 185
E. Risicoparagraaf programma Bestuurlijke taken
Gemeentelijke eigendommen en aansprakelijkheid/verzekeringen Verzekeringen zijn aangegaan voor onder andere: gebouwen en inventaris; voertuigen; wettelijke aansprakelijkheid; en diverse overige verzekeringen op gebied van fraude, personeel en bestuur. De financiële impact van de ten laste van de gemeente blijvende risico’s is nauwelijks te kwantificeren. De onderstaande schatting is niet meer dan een grofmazige poging. Beheersmaatregel(en): De gemeentelijke opstallen zijn onder meer verzekerd tegen brand- en vliegtuigschade. De verzekeringen zijn afgesloten onder toepassing van de indexclausule, dat wil zeggen dat de verzekerde waarden meestijgen met de herbouwkosten. De voertuigen zijn in ieder geval verzekerd op basis van een WA-polis. Afhankelijk van ouderdom en aard van het gebruik zijn aanvullende dekkingen meeverzekerd. Gemeenten worden door derden steeds meer aansprakelijk gesteld voor geleden schade. De gemeente Soest heeft een WAverzekering afgesloten met een eigen risico van € 12.500 per gebeurtenis. De verzekerde bedragen zijn maximaal € 2,5 miljoen in geval van personen en/of zaakschade en € 1,25 miljoen in geval van vermogensschade. Per verzekeringsjaar wordt niet meer vergoed dan twee keer de vermelde maximale bedragen per categorie. Op basis van het schadebeeld van de afgelopen jaren is het risico als normaal te beoordelen. Generiek risico Financieel
Kans Laag = 10%
Financiële impact € 1.000.000
Financieel risico € 100.000
Terugval huuropbrengsten gemeentelijke accommodaties Als gevolg van de economische omstandigheden en overheidsbezuinigingen heroriënteren maatschappelijke organisaties zich op hun ruimtegebruik. Dit heeft zijn weerslag op de gemeentelijke accommodaties. Dit uit zich in leegstand. Naar verwachting neemt de komende jaren de leegstand toe. Beheersmaatregel(en): Nadere uitwerking van het accommodatiebeleid kan inspelen op leegstand en verhuurbaarheid. De verhuur wordt actief aangepakt door onder andere leegstandsbeheer en marktconforme huurprijzen. Generiek risico
Kans
Financieel
Gemiddeld = 50%
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Financiële impact € 75.000
Financieel risico € 37.500
Pagina 104 van 185
Algemene dekkingsmiddelen Baten en lasten (bedragen * € 1.000)
Rekening
Begroting 2015
2016
2017
112.940 552 74 -51 113.516
105.982 352 79 232 106.645
99.255 190 79 502 100.026
96.153 172 79 777 97.181
94.085 82 79 1.028 95.275
37.935 33.919 4.541
40.883 30.994 3.546 19.938
38.289 32.752 3.023 18.131
37.340 32.041 3.023 17.279
34.127 32.075 3.023 16.761
33.361 32.441 3.023 16.541
Dividend Geldleningen en financiering Opbrengst bespaarde rente Lokale belastingen Overige dekkingsmiddelen Totaal baten
76 1.011 1.218 7.923 151 86.774
206 938 1.014 8.109 199 105.827
229 812 883 8.235 199 102.552
228 812 837 8.235 199 99.994
227 812 821 8.235 199 96.280
226 812 797 8.235 199 95.635
Resultaat voor bestemming
2.477
-7.689
-4.093
-32
-901
360
Lasten Lasten programma 1 t/m 9 Algemene lasten Onvoorziene uitgaven Stelposten Totaal lasten Baten Baten programma 1 t/m 9 Algemene uitkering Gemeentefonds Wet maatschappelijke ondersteuning Sociaal Domein
2014
83.485 812
84.297
Mutaties reserves Stortingen Onttrekkingen Resultaat na bestemming
2018
2019
8.340 7.262
6.098 12.571
4.299 8.400
4.363 4.449
4.424 5.420
4.494 4.377
1.399
-1.215
8
55
95
242
6.870 -3.274 -2.373 1.223
13.490 -5.833 -6.387 1.270
16.335 -9.547 -5.479 1.310
18.240 -10.192 -6.591 1.458
Afwijkingen t.o.v. 2014: Lasten Baten Reserveringen Resultaat
Toelichting algemene dekkingsmiddelen Onvoorziene uitgaven en stelposten In de begroting is € 69.000 geraamd voor de (verplichte) stelpost onvoorziene uitgaven. Daarnaast is een budget voor onvoorzien welzijn geraamd van € 10.000. Salarissen en sociale lasten, inclusief subsidies welzijn voor de dekking van te verwachten salarisstijgingen en sociale lasten (inclusief pensioenpremies) € 370.000. Onderuitputting/afwikkelingsverschillen (-/- € 162.000). Hiermee wordt jaarlijks geanticipeerd op voordelige afwijkingsverschillen over voorgaande jaren, meevallers in rente- en afschrijvingslasten, algemene uitkering en openeindregelingen. Taakmutaties (€ 41.000) Via de algemene uitkering worden extra middelen toegekend voor een aantal nieuwe taken, taakverzwaringen e.d. Het gaat om: Studietoeslag Participatiewet
:
€ 25.000
Uitvoeringskosten Participatiewet
:
€ 16.000
Deze extra middelen worden als stelpost beschikbaar gehouden, als dekkingsmiddel voor de – nog nader uit te werken – financiële consequenties van de genoemde ontwikkelingen. Taakstelling Digitale Dienstverlening (-/- € 25.000). Overgang naar meer digitale dienstverlening zal kostenbesparend werken (Kadernota 2015)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 105 van 185
Algemene lasten Hiertoe behoren enkele algemene, niet specifiek aan programma’s toe te rekenen lasten. Hieronder vallen de uitvoeringskosten van belastingtaken (heffing en invordering) met uitzondering van de wet WOZ (programma 9) en de kosten van betalingsverkeer. Algemene uitkering uit het Gemeentefonds De berekening van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2015. De financiële consequenties zijn gemeld in onze brief van 30 juni 2015 (zie ook hoofdstuk 2). Onder het kopje ‘Taakmutaties’ (zie hiervoor) wordt een overzicht gegeven van de extra middelen die via de algemene uitkering worden verstrekt. Dividenden Deze raming betreft de jaarlijkse dividenduitkeringen van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Vitens. De jaarlijkse dividenduitkering van de BNG is de laatste jaren fors afgenomen. Op grond hiervan is de raming voor 2016 e.v. aangepast en nu geraamd op € 100.000 (was € 184.000). De jaarlijks te verwachten dividenduitkering van Vitens is geraamd op € 120.000. Er is een (jaarlijks afnemende) opbrengst van € 10.000 geraamd wegens de aan Vitens verstrekte achtergestelde geldlening in verband met de fusie Hydron/Vitens. Geldleningen en financiering Dit betreft het jaarlijks renteresultaat en het saldo van de bespaarde rente. Dit resultaat is als regel voordelig omdat enerzijds over de investeringen jaarlijks 3% rente wordt toegerekend en anderzijds over de reserves 0,8% wordt doorberekend. Het voordelig verschil wordt in 2016 geraamd op € 812.000. Vennootschapsbelasting Vanaf 1 januari 2016 zijn gemeenten vennootschapsbelasting schuldig, indien een gemeente zelf of via een indirecte overheidsbedrijf ondernemingsactiviteiten uitvoert. Van een ondernemingsactiviteit is sprake als met een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid wordt deelgenomen aan het economisch verkeer, met het ook merk van winst behalen. Voor de overheid is dat voor een groot gedeelte van haar taken niet van toepassing. Op landelijk niveau is er nog volop discussie tussen de belastingdienst en de VNG over de wijze waarop de wet van toepassing wordt verklaard op de gemeentelijke overheden. Deze discussie spitst zich o.a. toe op grondexploitaties en de wijze waarop met tekorten en meeropbrengsten wordt omgegaan. Hierdoor is het nog niet mogelijk om de financiële consequenties voor de begroting 2016 door te rekenen. De gemeente Soest heeft wel al voorbereidende werkzaamheden verricht. Dit om ervoor te zorgen dat op het moment dat er landelijk overeenstemming is op korte termijn de financiële consequenties inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Naar verwachting worden de financiële consequenties bij de voorjaarsnota 2016 inzichtelijk gemaakt. Lokale belastingen Van de lokale belastingen zijn bij de ‘algemene dekkingsmiddelen’ uitsluitend de opbrengsten van de onroerendezaakbelastingen (ozb), de hondenbelasting en – hoewel geen belasting - de convenantsbijdrage van de logiesverstrekkers (€ 138.000) geraamd. De overige heffingen zijn geraamd bij de specifieke programma’s. Bij de opbrengstramingen ozb en de hondenbelasting is rekening gehouden met een trendmatige verhoging van 0,8%. In paragraaf G, Lokale heffingen, worden de diverse gemeentelijke heffingen nader belicht.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 106 van 185
Overige eigen dekkingsmiddelen Hiertoe behoren hoofdzakelijk de geraamde opbrengsten van aanmaningen en dwangbevelen. Mutaties reserves Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording moeten de begrotingsuitkomsten in eerste instantie worden gepresenteerd exclusief de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. In bijlage 5 treft u een specificatie aan van de geraamde toevoegingen en onttrekkingen.
Risicoparagraaf algemene dekkingsmiddelen Dubieuze debiteuren Dit risico betreft de mogelijke oninbaarheid van debiteuren (in het bijzonder de belastingdebiteuren). Beheersmaatregel(en) Jaarlijks wordt in de begroting rekening gehouden met een afschrijving wegens oninbaarheid van € 73.500. Voor de afwikkeling van debiteuren over oudere belastingjaren is daarnaast een voorziening beschikbaar. Wij achten de genomen beheersmaatregelen voldoende om de risico’s het hoofd te bieden. Generiek risico Financieel
Kans Gemiddeld = 50%
Financiële impact
Financieel risico
€ 50.000
€ 25.000
Dividenduitkering BNG De gemeente Soest heeft aandelen bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Dividenduitkeringen kunnen fluctueren. Door de kredietcrisis en de daaruit voortvloeiende maatregelen stond de winst van de Bank Nederlandse Gemeenten onder druk. Dit heeft geleid tot een fors lagere dividenduitkering van de BNG over het jaar 2011. De uitkering over 2012 liet vervolgens een substantiële verbetering zien. Het jaar 2014 (zie voorjaarsnota 2015) heeft tot een lager dividenduitkering geleid. Op grond van het voorgaande is de raming voor 2016 e.v. aangepast en nu geraamd op € 100.000 (was € 184.000). Beheersmaatregel(en) Geen. Generiek risico BNG - Financieel
Kans Gemiddeld = 50%
Financiële impact
Financieel risico
€ 30.000
€ 15.000
Lonen en prijzen In deze begroting is (met stelposten) rekening gehouden met een bepaalde loon- en prijsontwikkeling (zie hiervoor de uitgangspunten in hoofdstuk 2). Het risico blijft aanwezig dat de loon- en prijsontwikkeling hoger uitvalt dan waarmee rekening is gehouden. Beheersmaatregel(en) Geen. Generiek risico Financieel
Kans Laag = 10%
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Financiële impact € 200.000
Financieel risico € 20.000
Pagina 107 van 185
Uitkeringen Gemeentefonds Meer dan 50% van de inkomsten van de gemeente is afkomstig uit het Gemeentefonds. De raming van de uitkering 2016 e.v. is gebaseerd op de meicirculaire 2015. De ontwikkeling van de algemene uitkering is vanaf 2013 weer verbonden aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Dit impliceert een relatief grote onzekerheidsfactor. 1% lagere of hogere uitkering is circa € 500.000. Voor 2016 staat de invoering van de tweede tranche ‘groot onderhoud Gemeentefonds’ gepland. Dit leidt tot herverdeeleffecten tussen gemeenten. Op dit moment is nog niets te zeggen over de eventuele consequenties. Beheersmaatregel(en) Niet van toepassing. Generiek risico Financieel
Kans Laag = 25%
Financiële impact € 500.000
Financieel risico € 125.000
(is ca. 1% uitkering)
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 108 van 185
3.2. Paragrafen A
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inrichting van deze paragraaf herzien Met ingang van deze begroting is de inrichting van deze paragraaf herzien. Dit heeft te maken met de landelijke initiatieven om het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) te vernieuwen. Zoals wij u reeds in de jaarstukken 2014 hebben bericht, is één van de vernieuwingen de invoering van een verplichte basisset van 5 financiële kengetallen. De gedachte achter deze vernieuwing is dat deze kengetallen in onderlinge samenhang en in samenhang met het weerstandsvermogen het de gemeenteraad makkelijker maakt inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente. Deze paragraaf begint met de verplichte basisset financiële kengetallen. Vervolgens wordt ingegaan op de inschatting van de financiële risico’s alsmede aan de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit. Basisset financiële kengetallen In de hierna opgenomen tabel zijn de voorgeschreven kengetallen vermeld en zijn de berekende waarden en het verloop van deze waarden ingevuld. Daarna volgt per kengetal een korte uitleg en wordt op de uitkomst en situatie voor Soest ingegaan. Tabel basis financiële kengetallen nr
omschrijving kengetallen
verloop van de kengetallen rekening
begroting
begroting
2014
2015
2016
1A Netto schuldquote
13%
25%
31%
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
13%
25%
31%
58%
46%
42%
0,00%
0,07%
0,50%
-14%
-6%
-4%
85%
86%
86%
2
Solvabiliteitsratio
3
Structurele exploitatieruimte
4
Grondexploitatie
5
Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishoudens
1A. Netto schuldquote De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Hierachter gaat het volgende mechanisme schuil. Gaat een gemeente schulden aan (b.v. ten behoeve van investeringen), dan worden de lasten hoger door rentebetalingen en aflossingen. Door geld te lenen worden aanschaffingen naar voren gehaald, maar de consequentie is dat hiermee een beslag op toekomstige inkomsten worden gelegd. Hoe hoger de schulden hoe meer toekomstige inkomsten voor aflossingen en rente worden vastgelegd. Deze uitgaven aan aflossingen en rente kunnen niet aan andere publieke voorzieningen worden besteed. Te hoge schulden verdrukken op deze wijze uitgaven aan noodzakelijke publieke voorzieningen en kunnen de gemeente in financiële problemen brengen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 109 van 185
De netto schuldquote toont de volgende ontwikkeling: Jaarrekening 2014:
13%
Begroting 2015:
25%
Begroting 2016:
31%
Hoe de uitkomst te beoordelen? Als de netto schuldquote de 100% passeert, springt het licht op oranje. Bij een netto schuldquote boven de 130% springt het licht voor de gemeente op rood. Tussen 0% en 100% is bij de meeste gemeenten sprake van een normale uitkomst. Geconcludeerd kan worden dat: a.
De netto schuldquote als aandeel van de inkomsten is toegenomen.
b.
Ondanks deze toename de omvang van de netto schuld als aandeel van de inkomsten relatief laag is en royaal binnen de bandbreedte valt die als normaal voor een gemeente kan worden beschouwd.
1B. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt de netto schuldquote zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden berekend. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De berekening van dit kengetal is gelijk aan de berekening van de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen. De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen toont de volgende ontwikkeling: -
Jaarrekening 2014: 13%
-
Begroting 2015:
25%
-
Begroting 2016:
31%
De uitkomst is gelijk aan de netto schuldquote omdat in Soest geen sprake is van leningen aan b.v. woningbouwcorporaties, verbonden partijen, e.d. en er ook geen overige langlopende leningen spelen. 2. Solvabiliteitsratio Onder solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Dit kengetal geeft in procenten aan in hoeverre het bezit op de balans is afbetaald, ergo niet met schulden is belast. Deze indicator geeft eveneens inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio toont de volgende ontwikkeling: Jaarrekening 2014:
58%
Begroting 2015:
46%
Begroting 2016:
42%
Hoe de uitkomst te beoordelen? Een uitkomst tussen 30% en 100% is als normaal te beschouwen. Bij een uitkomst tussen 20% en 30% is voorzichtigheid geboden. Is de uitkomst lager dan 20%, dan heeft de gemeente zijn bezit zeer zwaar belast met schuld. Geconcludeerd kan worden dat: a. De solvabiliteitsratio is afgenomen. b. Ondanks deze afname de omvang van de bruto schuld in ruime mate valt binnen de bandbreedte die als normaal voor een gemeente kan worden beschouwd. 3. Structurele exploitatieruimte De structurele exploitatieruimte geeft aan hoe wendbaar een gemeente is. Als de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten, is een gemeente in staat om (structurele) tegenvallers op te vangen. Een
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 110 van 185
dergelijke begroting is meer flexibel dan een begroting waarbij de structurele baten en lasten in evenwicht zijn. De structurele exploitatieruimte toont de volgende ontwikkeling: -
Jaarrekening 2014: 0,00%
-
Begroting 2015:
0,07%
-
Begroting 2016:
0,50%
In 2016 bedraagt de structurele exploitatieruimte € 461.000. Dat is een bescheiden aandeel (0,5%) op het begrotingstotaal. Geconcludeerd kan worden dat in Soest vrijwel geen sprake is van structurele begrotingsruimte, dan wel dat deze ruimte zeer beperkt is. Uit de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit (zie volgende bladzijden) blijkt dat de niet benutte belastingcapaciteit € 5,6 miljoen bedraagt en deze capaciteit als structurele capaciteit wordt aangemerkt. Hieruit volgt dat de potentiële structurele exploitatieruimte aanzienlijk is en op ruim 5% kan worden gesteld. 4. Grondexploitatie De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij verkoop. Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De Voorraad Grondexploitatie toont de volgende ontwikkeling: -
Jaarrekening 2014: - 14%
-
Begroting 2015:
- 6%
-
Begroting 2016:
- 4%
Geconcludeerd kan worden dat in Soest van een bijzondere situatie sprake is. Door de ontvangen rijksbijdrage van € 10 miljoen, de bijdragen uit de bestemmingsreserves MP Soesterberg en Investeringsfonds als voorziening in de voorraad op te nemen (aanwijzing accountant), is sprake van een negatieve voorraad waardoor ook de uitkomst van het kengetal negatief is. Hieruit kan niet worden afgeleid welke waarde bij de verkoop moet worden terugverdiend. 5. Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishoudens De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de lokale belastingdruk zich verhoudt tot het landelijke gemiddelde. De lokale woonlasten worden t.o.v. het landelijke gemiddelde van het voorafgaande begrotingsjaar uitgedrukt in een percentage. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. De belastingcapaciteit toont de volgende ontwikkeling: -
Jaarrekening 2014: 85%
-
Begroting 2015:
86%
-
Begroting 2016:
86%
Geconcludeerd kan worden dat in de aangegeven jaren de gemiddelde woonlasten in Soest lager zijn dan het landelijke gemiddelde. De 86% in 2016 komt overeen met € 97 lagere lasten in Soest.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 111 van 185
Financiële risico’s, benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit c.a. Op 7 januari 2014 heeft het college van B&W het geactualiseerde Visiedocument Risicomanagement vastgesteld. Dit document bevat de volgende kaders voor het risicomanagement: •
pragmatische aanpak;
•
onderbouwing/beargumentering van het weerstandsvermogen door risicomanagement;
•
kwalitatieve methode met een afgeleide kwantificering;
•
benoemen van strategische risicogebieden en soorten risico’s;
•
vaststellen schaalindeling voor prioritering risico’s;
•
norm weerstandsvermogen;
•
aansluiting bij reguliere planning & control cyclus (besturingsprocessen).
Relatie risicomanagement, weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen Een gemeente loopt tal van risico’s. Een deel daarvan wordt geheel of gedeeltelijk afgedekt door specifieke maatregelen (risicomanagement), bijvoorbeeld met verzekeringen en interne controle. Daarnaast loopt een gemeente ook altijd risico’s die niet (kunnen) worden afgedekt. Deze risico’s kunnen tot onvoorziene kosten leiden. Om te voorkomen dat een ingrijpende beleidswijziging moet worden doorgevoerd bij het optreden van niet afgedekte risico’s, moet een gemeente capaciteit hebben om dergelijke zaken op te vangen: de zogenoemde weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en de capaciteit die een gemeente heeft om die niet-begrote kosten op te vangen. Benodigde weerstandscapaciteit We kunnen de benodigde weerstandscapaciteit herleiden uit een inschatting van het totaal aan financiële risico’s waarvoor onvoldoende beheersmaatregelen zijn getroffen. De risico’s worden in de programma’s inhoudelijk toegelicht. In de hiernavolgende tabel worden per programma de financiële risico’s weergegeven die niet volledig zijn afgedekt door beheersmaatregelen. Deze risico’s moeten dus door de beschikbare weerstandscapaciteit worden opgevangen. Uit de tabel blijkt dat Soest voor een bedrag van naar boven afgerond € 5,3 mln. risico’s loopt die mogelijk onvoldoende zijn afgedekt door beheersmaatregelen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 112 van 185
Programma en Onderwerp Programma 1. Veiligheid - Geen Programma 2. Verkeer en Vervoer - Geen Programma 3. Economie - Geen Programma 4. Natuur en Milieu - Eigen risico aansprakelijkheid m.b.t. beheer en onderhoud openbare ruimte - Storm- en bliksemschade openbaar groen Programma 5. Wonen en Ruimtelijke Ordening - Bouwleges - Planschade - Project vliegbasis Soesterberg - Risicoanalyse Mastergrex Masterplan Soesterberg Programma 6. Onderwijs - Geen Programma 7. Zorg en Welzijn - Gemeentelijke bijdrage sociale uitkeringen (BUIG) - Schuldhulpverlening - Uitvoering WSW door RWA - Sociaal Domein Programma 8. Sport, Recreatie, Kunst en Cultuur - Aansprakelijkheid t.a.v. veiligheid van speelgelegenheid Programma 9. Bestuurlijke taken - Gemeentelijke aansprakelijkheid/verzekeringen - Terugval huuropbrengsten gemeentelijke accommodaties Algemene dekkingsmiddelen - Dubieuze debiteuren - Dividenduitkering BNG - Lonen en prijzen - Ontwikkelingen algemene uitkering Paragrafen - B Financiering: Renterisico - C Bedrijfsvoering: Trajecten medewerkers - C Bedrijfsvoering: Externe juridische ondersteuning bij aanbestedingen - E Verbonden partijen: garantstellingen - Grondexploitatie Staringlaan - Grondexploitatie Dorpshuis
Totaal
Kans
Fin. impact
Fin. risico 0 0 0
50% 25%
50.000 100.000
75% 35% 50%
200.000 400.000 3.300.000
0 25% 90% 25% 25%
860.000 50.000 200.000 1.600.000
25%
50.000
10% 50%
1.000.000 75.000
50% 50% 10% 25%
50.000 30.000 200.000 500.000
10% 50% 30% div.
150.000 250.000 50.000 div.
Totaal
0 0 0 0 0 0 50.000 25.000 25.000 3.550.000 150.000 140.000 1.650.000 1.610.000 0 0 710.000 215.000 45.000 50.000 400.000 12.500 12.500 137.500 100.000 37.500 185.000 25.000 15.000 20.000 125.000 620.000 15.000 125.000 15.000 135.000 90.000 240.000
5.265.000
Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit heeft een structurele en een incidentele component. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de niet benutte belastingcapaciteit. De niet benutte belastingcapaciteit wordt gedefinieerd als: 1.
Het verschil tussen de kosten en opbrengsten (kostendekking) van de afval- en rioolheffing. De
2.
Het verschil tussen de OZB-opbrengst voor de gemeente Soest volgens de artikel 12-norm en de
kostendekking is nagenoeg 100%. Daarom wordt deze niet verder in de berekening betrokken. begrote OZB-opbrengst, zoals deze is verwerkt in de begroting 2016. Dit geeft de volgende berekening:
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 113 van 185
Artikel 12-norm
€
13.600.000
Opbrengst begroting 2015 €
8.000.000
Verschil
5.600.000
€
Op basis van deze normen bedraagt de structurele weerstandscapaciteit circa € 5,6 mln. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de reserves die niet geblokkeerd zijn. De besteding van de meeste reserves ligt vast. Incidentele aanwending van deze reserves leidt dan ook tot een bestedingsbeperking voor de toekomst. Daarom beschouwen wij alleen de algemene reserve als vrij aanwendbaar. Op basis van de huidige inzichten wordt de hoogte van de algemene reserve voor de komende jaren geschat op circa € 7,3 mln. De totale beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt daarmee in 2016 € 12,9 mln. Weerstandsvermogen Voor het berekenen van het weerstandsvermogen wordt de beschikbare weerstandscapaciteit (= algemene reserve + vrije belastingcapaciteit) gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit (= totaal van financiële risico’s). Op grond van deze berekening komt het weerstandvermogen uit op: € 12,9 mln. / € 5,3 mln. = 2,4 Het Visiedocument Risicomanagement hanteert als norm een weerstandsvermogen van 1 of groter. Het weerstandvermogen voldoet daarmee aan de norm. Vergelijking in provincie In het kader van het financiële toezicht bracht de provincie Utrecht tot en met het jaar 2013 jaarlijks een begrotingsmonitor uit met gegevens over de begrotings- en vermogenspositie van de 29 Utrechtse gemeenten. Dit gaf ons mogelijkheden om onze financiële positie in perspectief met andere gemeenten te bezien. In 2014 is de provincie echter gestopt met het uitbrengen van de begrotingsmonitor. Daarom wordt vanaf de begroting 2016 niet meer verwezen naar de provinciale vergelijking. Wij beschouwen de nieuwe set van landelijk verplichte financiële kengetallen als een prima alternatief. Aanvullende norm van de gemeenteraad De raad heeft zelf ook nog een aanvullende norm gesteld bij de behandeling van de nota Reserves en Voorzieningen in januari 2008: de algemene reserve moet minimaal € 5.000.000 bedragen. De hoogte van de algemene reserve wordt voor de komende jaren geschat op ca. € 7,3 miljoen. Samengevat: Het weerstandsvermogen van de gemeente Soest is ruim voldoende om de gekwantificeerde ongedekte financiële risico’s op te kunnen vangen; We voldoen aan de door de raad vastgestelde normen voor het risicomanagement: 1.
Norm weerstandsvermogen: groter dan 1
werkelijk: 2,4
2.
Minimumnorm algemene reserve: € 5.000.000
werkelijk: ca. € 7,3 miljoen
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 114 van 185
B
Financiering
Treasuryfunctie en treasurystatuut De treasuryfunctie omvat het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Het gemeentelijk financieringsbeleid is gericht op: •
het voorzien in de financieringsbehoefte op korte termijn;
•
het beheersen van de risico’s die aan financieringstransacties verbonden zijn;
•
het beperken van rentelasten van de leningen;
•
het beperken van de interne geldstromen en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities
Onder de treasuryfunctie valt ook het garanderen en verstrekken van leningen aan derden. Met betrekking tot het onderdeel garanties is in paragraaf A onder de rubriek ‘risico’s’ de relevante beleidsinformatie opgenomen. Het beleid van Soest voor de treasuryfunctie is vastgelegd in het op 2 juli 2015 herziene Treasurystatuut als onderdeel van de financiële verordening gemeente Soest (ex artikel 212 Gemeentewet) op het financieel beleid, beheer en organisatie en is gericht op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Conform de financiële verordening dient het statuut ten minste eens in de vier jaar integraal te worden voorgelegd aan de raad. Het treasurystatuut geldt sinds 1 januari 2002. Het statuut is het kader voor de uitvoering van de treasuryfunctie. De gemeente Soest heeft het statuut in december 2001 vastgesteld en is na herijking opnieuw vastgesteld in de raadsvergadering van 2 juli 2015. De wijziging van 2015 omvat enkele redactionele wijzigingen en een wijziging omtrent de verplichte invoering van het schatkistbankieren. Schatkistbankieren is het aanhouden van (overtollige) middelen bij het ministerie van Financiën (de schatkist). Decentrale overheden zijn hiertoe verplicht op grond van de Wet Fido (2013). Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van het Rijk. Overtollige middelen mogen overigens nog wel worden uitgeleend aan andere decentrale overheden. Het treasurystatuut is gericht op de beheersing van de risico’s. Algemene ontwikkelingen: rentebeleid De financieringskosten voor een gemeente hangen af van de rentetarieven op de geld- en kapitaalmarkt. Voor de tarieven op de geldmarkt (leningen korter dan een jaar) wordt meestal gekeken naar de Euribor. Euribor is de afkorting van Euro Interbank Offered Rate. Euribor is de rente waartegen een groot aantal Europese banken bereid zijn leningen in euro's tegen elkaar te verstrekken. De hoogte van de Euribor rentetarieven (en andere basisrentetarieven) hangt met name af van de economische omstandigheden zoals de groei van de economie en de hoogte van de inflatie. De Euribor rentetarieven worden in de financiële wereld ook gebruikt voor het vaststellen van rentes voor allerlei afgeleide producten, zoals hypotheken, leningen, spaarrekeningen en renteswaps. Euribor bestaat sinds 1999. Voor de kapitaalmarkt (leningen langer dan een jaar) wordt gekeken naar de rente op de staatsleningen. Zoals uit onderstaande grafieken blijkt, lijkt de rente op zowel de geld- als de kapitaalmarkt zich op een laag peil te bewegen. Voor de geldmarkt en dan met name de korte termijn van 1 tot 3 maanden is de rente zelfs beneden nul.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 115 van 185
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 116 van 185
Renteverwachting voor kortlopende geldleningen Gezien het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB) is de verwachting dat de korte rente voorlopig niet zal stijgen. De ECB houdt haar rentetarieven al geruime tijd afzonderlijk laag. De reden hiervoor is een lage inflatie. Voor de centrale bank van de eurozone is een geldontwaarding van net geen twee procent het ideale scenario. De rente gaat pas omhoog zodra er een economische groei is van meer dan 2 procent. Voorlopig lijkt dat niveau nog ver weg. De inflatieverwachtingen voor 2015 en voor volgend jaar zijn naar beneden bijgesteld. In de financieringsbehoefte van de gemeente wordt in 2015 voorzien door het aantrekken van kort geld in de vorm van kasgeldleningen. De te betalen rentevergoeding hiervoor is laag. Vanaf begin 2015 zelfs een negatieve rente. Renteverwachting voor langere rentevaste periodes De rentepercentages voor het afsluiten van een langlopende lening (15 jaar lineair) bevinden zich medio 2015 op een renteniveau van rond de 1,2%. De verwachting is dit renteniveau verder zal aanhouden. De ECB is momenteel bezig met een opkoopprogramma van obligaties van de banken. Dit programma loopt tot september 2016. De extra vraag naar obligaties duwt de kapitaalmarktrente omlaag. Dankzij de lage kapitaalmarktrente kunnen ook banken goedkoper financieren. Bij beëindiging van dit opkoopprogramma in 2016 zullen de markten hierop tijdig voorsorteren. De lange rentes zullen dan terugveren naar niveaus die wat meer passen bij de macro-economische situatie. Renterisico’s Renterisico’s hebben vooral betrekking op situaties waarbij: de mogelijkheid zich voordoet van renteherziening; er nieuwe vaste geldleningen moeten worden aangetrokken; Overtollige middelen uitgeleend aan andere decentrale overheden Het gemiddeld rentepercentage van de aangetrokken vaste schuld is 4,22. Aflossing van de huidige leningen tegen een lager rentepercentage is contractueel niet mogelijk. Risicobeheer: de kasgeldlimiet (modelstaat A) en renterisiconorm (modelstaat B). Evenals in 2015 blijft Soest in 2016 volgens de huidige liquiditeits- en financieringsplannen naar verwachting binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet bepaalt dat de gemeente haar financieringsbehoefte voor een beperkt deel mag financieren met kortlopend schuldpapier (looptijd <1 jaar). In belangrijke mate wordt het financieringssaldo bepaald door transacties binnen de bouwgrondexploitatie en het investeringsvolume. De feitelijke kasgeldlimiet blijft ook in 2016 onder het wettelijk toegestane percentage van 8,5% van het begrotingstotaal 2016. De ontwikkelingen worden nauwgezet gevolgd door periodieke beoordeling. De renterisiconorm bepaalt dat jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal onderhevig mag zijn aan renteherziening en herfinanciering. Van renteherziening is sprake als in de leningovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar wordt aangepast. Door de norm in relatie te brengen met het begrotingstotaal, is het mogelijk dat gemeenten, met een vaste schuld die lager is dan het begrotingstotaal, de spreidingsduur van de financiering verkorten. De norm van 20% beoogt een evenwichtige opbouw van de leningen in de tijd. Beide normen hebben tot doel de budgettaire risico’s te beperken. De verplichte berekeningsstaten zijn aan het einde van deze paragraaf opgenomen. Financieringsbehoefte Het financieringssaldo wordt in belangrijke mate bepaald door transacties binnen de bouwgrondexploitaties en daarnaast de mate van realisatie van investeringsbudgetten. Hoeveel extra financieringsbehoefte in 2016 ontstaat, is vooral afhankelijk van de realisatie van plannen rond het project Masterplan
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 117 van 185
Soesterberg en Apollo Noord. Bij de investeringsbudgetten speelt de ontwikkeling op het gebied van openbare verlichting met een mogelijke overname van het straatverlichtingsareaal. Overigens voorzien wij geen problemen in het aantrekken van geldleningen voor de realisatie van plannen. Ondanks de verscherpte voorwaarden van banken wordt de gemeente beschouwd als betrouwbare partner in het nakomen van verplichtingen. Vanzelfsprekend worden ontwikkelingen, met name rond de rentestand, nauwlettend gevolgd. Afhankelijk daarvan worden besluiten genomen in overleg met het treasurycomité. Voorgeschreven bijlagen Hierna treft u de bij deze paragraaf voorgeschreven staten aan.
Modelstaat A liquiditeitspositie in relatie tot kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000) Stappen ( 1 - 4 )
(1) Vlottende schuld
(2) Vlottende (3) Netto vlottend (+) of middelen
Overschot middelen (-)
(1) - (2) = (3) 1-1-2015
12.350
1.507
31-3-2015
22.895
18.068
-10.843 -4.827
30-6-2015
15.920
6.316
-9.604
(4) gemiddelde van (3) Stappen ( 5 - 9)
-8.425
Kasgeldlimiet (5)
Bedragen
Variabelen 2016
2017
2018
2019
kasgeldlimiet (KGL)
9.430
8.873
8.636
8.480
(6a) = (5>4)
ruimte onder de KGL
1.006
448
212
56
(6b) = (4>5)
overschrijding van de KGL
110.944
104.389
101.605
99.769
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
9.430
8.873
8.636
8.480
Berekening kasgeldlimiet (5) (7)
Begrotingstotaal
(8)
Percentage regeling
(5) = (7) x (8) / 100
Kasgeldlimiet
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 118 van 185
Modelstaat B renterisico vaste schuld (bedragen x € 1.000) Stap
bedragen
Variabelen Renterisico(norm)
2016
2017
2018
2019
(1)
renteherzieningen
0
0
0
0
(2)
aflossingen
1.297
1.301
1.304
1.308
(3)
renterisico ( 1+2)
1.297
1.301
1.304
1.308
(4)
renterisiconorm
(5a) = ( 4 < 3 )
ruimte onder renterisiconorm
20.892
19.577
19.017
18.646
(5b) = ( 3 > 4 )
overschrijding renterisiconorm
Berekening
renterisiconorm
(4a)
begrotingstotaal
(4b)
percentage regeling
(4) = (4a x 4b/100)
renterisiconorm
nvt
nvt
nvt
nvt
110.944 104.389 101.605
99.769
20%
20%
20%
20%
22.189
20.878
20.321
19.954
Renterisico Renterisico’s hebben vooral betrekking op situaties waarbij: -
de mogelijkheid zich voordoet van renteherziening;
-
er nieuwe vaste geldleningen moeten worden aangetrokken;
-
uitstaande gelden opnieuw uitgezet moeten worden.
Beheersmaatregel(en) Risicobeheer: de kasgeldlimiet en renterisiconorm (zie uitleg hiervoor). Financiering: in de begroting 2016 is rekening gehouden met een rentepercentage van 1% voor externe financiering. Het renterisico wordt op dit moment als zeer gering beschouwd. Generiek risico Financieel
Kans Laag = 10%
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Financiële impact € 150.000
Financieel risico € 15.000
Pagina 119 van 185
C
Bedrijfsvoering
Deze paragraaf beschrijft hoe we invulling geven aan de bedrijfsvoering van onze organisatie. Een goede bedrijfsvoering is een basisvoorwaarde om de organisatiedoelstellingen te behalen. Om de publieke dienstverlening te optimaliseren kijken we naar de bedrijfsvoering in al haar facetten. In de programma’s is vooral beschreven Wat we willen bereiken en Wat we daarvoor gaan doen. In deze paragraaf geven wij vooral aan Hoe we de dingen doen, van uit welke filosofie en welke instrumenten wij inzetten. In de kadernota hebben wij aangekondigd dat wij voornemens waren de inhoud en de opzet van de paragraaf bedrijfsvoering kritisch te bezien. Ons doel was te komen tot een compacte, goed leesbare tekst die toegesneden is op de lezer. Wij hebben ons daarom beperkt tot voor uw raad relevante onderwerpen en actuele ontwikkelingen die betrekking hebben op het betreffende verslagjaar. Uiteraard met inachtneming van wat is vastgelegd in de financiële verordening. Relevante beleidsdocumenten Het beleid in Soest voor de bedrijfsvoering is hoofdzakelijk opgenomen in de nota’s: A.
Regeling Organisatie (B&W, december 2012)
B.
Gemeentelijk informatiebeveiligingsbeleid (B&W 2014)
C.
Integriteit/gedragscode (actualisatie 2008)
D.
Beheerplan I&A 2012-2015
E.
Mandaatbesluit 2012
F.
Nota Reserves en voorzieningen 2013
G.
Verordening op het financieel beleid, beheer en organisatie, ex art. 212 GW (2015)
H.
Controleverordening (financieel beheer, ex art. 213 GW (2008)
I.
Verordening doelmatigheid, ex art. 213a GW (2008)
J.
Budgethoudersregeling 2004
K.
HRM-nota 2015
L.
Integraal gezondheidsmanagement en Arbo beleidsverklaring/Plan van aanpak (2014)
M.
Beleidsverklaring interne milieuzorg Soest 2012 -2014
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 120 van 185
ORGANOGRAM GEMEENTE SOEST
Augustus 2015
Raad College van B&W
Griffier
Burgemeester Rob Metz Wethouder Marcel Adriani (D66)
Rien van Vliet, griffier Heleen Kuijer, plv. griffier
Wethouder Peter van der Torre (VVD) Wethouder Janne Pijnenborg (Soest2002) Wethouder Jannelies van Berkel – Vissers (CDA)
Directie Gemeentesecretaris / algemeen directeur Age Veenstra
Afdeling Ruimte
Afdeling Samenleving
Afdeling Dienstverlening
Afdeling Realisatie
Afdeling Bedrijfsvoering
Afdeling Financiën en informatie
Hans Sluizeman
Patrick Schultink
Wendy Verdenius
Hans Gerth
Jacqueline Koopmanschap
Vacant
Beleid
Uitvoering
Bestuur- en managementondersteuning
Organisatie visie Algemeen Als organisatie streven we naar excellente dienstverlening. De inwoner verlangt dat wij sneller werken, sneller reageren, slimmer werken en meer digitaal en vooral 24/7 bereikbaar zijn. Tegelijkertijd moeten we meer communiceren en meer participeren. Tegelijkertijd is de werkdruk hoog en uitbreiding van formatie zit er niet in. Het lijkt haast tegenstrijdig maar is dat absoluut niet. Door een kritische kijk op wat we doen en hoe we de dingen doen kunnen we zowel de werkdruk verminderen als de dienstverlening verbeteren. Immers, slimmer werken leidt tot lagere administratieve lasten en een beter product. Binnen een efficiënte bedrijfsvoering maken we optimaal gebruik van digitaliseringsmogelijkheden, mandateren en delegeren we waar het kan, dereguleren we zoveel mogelijk. Kortom, we elimineren verspillingen. Inzicht in de processen van de totstandkoming van onze producten en de rol van de uiteindelijke klant daarin, is nodig om deze doelstellingen te kunnen bereiken. Wij streven naar een organisatie waar het continu willen verbeteren in het DNA van iedere medewerker zit. De gemeente wil ook een aantrekkelijk werkgever zijn voor haar personeel. Steeds meer medewerkers kiezen er voor om werk- en zorgtaken te combineren. Zij willen zelf bepalen waar en wanneer ze werken. Dit alles vraagt om een gedragsverandering die past bij de huidige tijd en de eisen die de maatschappij aan ons stelt.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 121 van 185
Dat vraagt wel wat van onze medewerkers en ook de leidinggevenden. Competenties als netwerken, samenwerken, communiceren en flexibiliteit worden steeds belangrijker. Dat geldt ook voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden. De rol leidinggevenden verandert eveneens. Hun focus moet liggen op het sturen op resultaten, sturen op processen en medewerkers aanspreken op gedrag. Zij worden in de uitvoering van hun taken en verantwoordelijkheden ondersteund door de bedrijfsvoeringsafdelingen. Gewerkt wordt aan een verdere professionalisering van die ondersteuning door de adviseurs vanuit de diverse vakgebieden. Daarnaast worden nodige instrumenten en systemen ontwikkeld. U kunt dan denken aan bijvoorbeeld competentie- en talentmanagement, maar ook aan zaakgericht werken. Uitgangspunt is dat wij een lerende organisatie zijn. Het ontbreekt aan ruime innovatiecapaciteit om voorop te lopen. We leren dan ook graag van collega-gemeenten en nemen best-practices over. Ook vinden wij dat we niet altijd alles tot achter de komma in dikke plannen moeten willen uitdenken. We moeten vooral ook doen. Het nieuwe werkwoord is ‘doenken’. Doen en denken tegelijk, al werkende leren en verbeteren. Op het moment van het opstellen van deze begroting werken directie en MT samen aan een nieuw directieplan volgens een nieuwe opzet met een bijbehorende rapportage cyclus. In dit directieplan zal de stip aan de horizon verder ingekleurd moeten worden. Daar moet het centrale doel gesteld worden met betrekking tot de gewenste organisatiecultuur, de dienstverlening en de daarbij horende medewerker. De weg daar naar toe noemen we ‘Route 2020, Soest op koers’. Sociaal Domein Speciale aandacht in de visie op de organisatie is er nog voor het Sociaal domein. Na de voorbereidingen in 2014, de eerste doorontwikkelingen in 2015-2017, komt de vraag of we ingeslagen zijn op de weg naar de Soester participatiesamenleving? We komen, ook in Soest, van een verzorgingsstaat. De participatiesamenleving gaat niet over het afschaffen van de verzorgingsstaat, maar meer uit van het samen nemen van verantwoordelijkheden, het herschikken van taken en bevoegdheden. Verandering is dus een constante factor. Duidelijk is, dat de komende jaren nagedacht moet worden over de nieuwe rolverdeling in de samenwerking tussen de gemeente Soest en haar inwoners. Alleen al vanwege de financiële druk die een herijking vraagt van de gemeentelijke uitgaven ten behoeve van zorg en ondersteuning. Duidelijk is ook, dat de gemeente deze omwenteling niet alleen kan maken. We gaan in gesprek met onze partners: wat is onze taak, onze rol, onze functie, wat vinden we belangrijk, wat kunnen we samen en waar zijn we van. Binnen de financiële mogelijkheden en vooral gericht op de lange termijn visie: de gemeente Soest als partner in een netwerk met andere partners samen voor haar inwoners. Dit vraagt om een breed maatschappelijk debat, samenwerking, opdoen van ervaring en bereidheid tot verandering. Een eerste aanzet hiervoor heeft op zaterdag 20 juni 2015 plaatsgevonden. Met hulpverleners, ondernemers, vrijwilligers, inwoners, mantelzorgers en gemeente is van gedachten gewisseld over zorg en welzijn: hoe ziet de zorg er in de ideale situatie uit in Soest? Welke belemmeringen zien we? Wat gaan we met elkaar doen? (Dromen, Durven, Doen). Dit is het begin van een intensief traject waarin we met elkaar stap voor stap werken aan de toekomst van de zorg en welzijn in Soest. De ontwikkelingen in het Sociaal Domein zijn ook van invloed op de manier van werken binnen de gemeentelijke organisatie. We voeren het maatschappelijk debat en gaan richting de gemeentelijke uitvoering van de toekomst. Vanuit de regierol van de gemeente waarmee we al in 2014 een start hebben gemaakt vanuit de gedachte ‘1 huishouden, 1 plan, 1 regisseur’ gaan we hier organisatiebreed met elkaar verder invulling aangeven in het hiervoor genoemde directieplan.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 122 van 185
Human resource management Algemeen Human Resource Management (HRM) richt zich op betrokkenheid van medewerkers, management committent en een organische organisatiestructuur. De integratie van Human Resource Management (HRM) en organisatiestrategie is van essentieel belang. Investeren in mensen is dé manier om de organisatie op een hoger plan te brengen. HRM onderscheidt zich door de organische organisatiecultuur, de lange termijnfocus op strategische oriëntatie en het betrekken van de medewerkers bij de organisatie. Medewerkers worden ingezet op hun talenten. We staan als gemeente voor een grote uitdaging. Het werkaanbod verandert inhoudelijk waardoor andere functies en andere vaardigheden en competenties nodig zijn in de nabije toekomt. Daarnaast staat de sector voor grote veranderingen als gevolg van digitalisering, decentralisering van taken binnen het Sociaal domein en nieuwe bestuurlijke samenwerkingsverbanden. Rondom al deze ontwikkelingen en veranderingen voor zowel de organisatie als de medewerker, is en blijft HRM van groot belang. Talentmanagement Er ligt een grote uitdaging op het gebied van loopbaanontwikkeling en mobiliteit. De doorstroom en mobiliteit van gemeenteambtenaren, ook in Soest, is laag. Dit zorgt er voor dat de organisatie inflexibel wordt, er is weinig ruimte voor jonge/nieuwe aanwas en de gemeentelijke arbeidsmarkt loopt vast. Het is van belang dat er meer beweging tot stand komt met als doel de realisatie van een gezond en flexibel personeelsbestand. In de nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren is ook zichtbaar dat het thema mobiliteit landelijk een belangrijk speerpunt is. De komende jaren is het belangrijk dat de doorstroom en flexibiliteit binnen en buiten de organisatie wordt gestimuleerd en verhoogd zodat medewerkers op de juiste plek zitten. Daarbij worden talenten, aanwezige kennis en creativiteit benut. Wij besteden in 2016 veel aandacht aan talentmanagement. Dit is het geheel van beleid, instrumenten en activiteiten die op het brede gebied van loopbaan- en persoonlijke ontwikkeling en mobiliteit ingezet gaan worden vanuit de visie dat iedereen beschikt over unieke talenten, kennis en creativiteit wat benut moet worden. Strategisch personeelsplanning Zoals hierboven beschreven is een wendbare, flexibele organisatie een must om mee te kunnen bewegen met de diverse veranderingen die elkaar in snel tempo opvolgen. Een kwalitatief en kwantitatief personeelsbestand dat voorbereid is op de toekomst. Met name focus op een kwalitatief goede toekomstplanning is gewenst. Hierbij is de verbinding met talentmanagement en het strategisch opleidingsbeleid cruciaal. Strategische personeelsplanning is hierbij van belang. Dit verbindt toekomstige in- en externe ontwikkelingen met de huidige personeelsbezetting. Door kennis en inzicht kan gerichter in, uit-, en doorstroom beïnvloed worden en kunnen management en directie tijdig sturen op de ontwikkelingen die komen. E-HRM Gezien de verdere professionalisering en digitalisering van HR en van de gehele organisatie is het van belang dat E-HRM wordt geïmplementeerd binnen de organisatie. Medewerkers en leidinggevenden krijgen hierdoor een hogere servicekwaliteit, kunnen sneller en efficiënter werken en op elk moment en elke plaats beschikken over volledige en juiste data. In 2016 gaan we ons oriënteren op de mogelijkheden en wenselijkheden van een passend systeem. De tevredenheid van medewerkers Het is voor iedereen belangrijk om met een goed gevoel naar het werk te gaan. Om een goed beeld te krijgen van de werkbeleving van alle medewerkers voeren we 1 keer in de 2 jaar in samenwerking met het bureau Effectory een medewerkersonderzoek uit. In april 2015 is voor de vierde keer een dergelijk onderzoek uitgevoerd. De algemene tevredenheid werd in 2015 gewaardeerd met een 7,3. De uitkomsten
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 123 van 185
leiden tot actie-, verbeter- of behoudpunten waar de medewerkers en leidinggevenden met elkaar binnen de afdeling mee aan de slag gaan. Organisatiebrede thema’s krijgen een plaats in het nieuwe directieplan voor 2016 en volgend. De volgende resultaten worden in 2016 beoogd: -
implementatie talentmanagement;
-
start aanbestedingstraject e-HRM systeem.
Informatievoorziening ICT Algemeen Informatievoorziening is een van de belangrijke middelen binnen onze bedrijfsvoering. De informatievoorziening is in toenemende mate digitaal. Het belang van een goede werking van de ICT voorzieningen wordt daardoor steeds groter. De visie op en ontwikkeling van de informatievoorziening worden vastgelegd in het gemeentelijk informatiebeleidsplan. Dit wordt jaarlijks geactualiseerd. In het informatiebeleidsplan leggen we ons eigen beleid vast, maar sluiten we ook aan op landelijk beleid. Het kabinet wil de digitalisering verder opvoeren. Zo moeten inwoners en bedrijven in 2017 hun zaken met de overheid, en dus ook met de gemeenten, digitaal kunnen afhandelen. Tijd- en plaatsonafhankelijk werken Zowel vanuit een oogpunt van goedwerkgeverschap als efficiency verbetering, minder papierverbruik en verbetering bereikbaarheid neemt het gebruik van mobiele devices als laptops, tablets en smartphones toe. Mede met het oog op informatiebeveiliging vraagt dit om een professioneel beheer. In de Kadernota 2016 is al aangegeven dat wij dit moeten gaan vormgeven. Hiervoor is extra budget opgenomen in de voorliggende begroting. De volgende resultaten worden in 2016 beoogd:
-
betere ondersteuning van de bedrijfsprocessen door informatievoorziening en ICT;
-
verdere uitbouw van zaakgericht digitaal werken, zodat zowel intern als voor burgers en bedrijven de
doorontwikkeling van de gemeentelijke website, met meer en betere transactiemogelijkheden; voortgang van afhandeling zo transparant mogelijk wordt;
-
vergroten digitale vaardigheden van gebruikers; opzetten professioneel beheer mobiele devices.
Informatieveiligheid Informatiebeveiliging is van groot belang om de betrouwbaarheid, beschikbaarheid en integriteit van informatie te kunnen garanderen. Dit speelt gemeentebreed, maar ook in het bijzonder binnen het Sociaal domein. In 2015 hebben we het geactualiseerde gemeentelijke informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld, dat is gebaseerd op de landelijke Baseline Informatiebeveiliging (BIG) en is een analyse uitgevoerd naar de aanwezige knelpunten en risico’s. Op basis hiervan is een meerjarig informatiebeveiligingsplan opgesteld met de uit te voeren acties om te komen tot verbetering van de informatieveiligheid. Jaarlijks stellen we vast welke acties de hoogste prioriteit hebben en worden opgepakt. De meeste aandacht in 2016 gaat uit naar houding en gedrag (bewustwording) van een ieder die met digitale gegevens werkt. Sinds 2013 moeten organisaties die DigiD gebruiken jaarlijks een zogenaamde ICT-beveiligingsassessment (audit) laten uitvoeren. Daarnaast moeten ook periodiek audits plaatsvinden m.b.t. de basisregistraties en SUWI-net. Deze audits willen wij in 2016 zo veel mogelijk in onderlinge samenhang uit laten voeren. De volgende resultaten worden in 2016 beoogd:
-
uitvoering DigiD-assessment en ICT-audits in onderlinge samenhang;
-
bijzonder aandachtsveld is informatieveiligheid in het Sociaal domein.
uitvoeren maatregelen op basis van informatieveiligheidsplan;
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 124 van 185
Gegevensuitwisseling Met de digitalisering van de overheid worden in toenemende mate gegevens digitaal uitgewisseld met externe partijen. Het stelsel van basisregistraties, de communicatie met landelijke voorzieningen en de gegevensuitwisseling met ketenpartners (Sociaal Domein, omgevingswet) vergen een steeds complexer wordend geheel van gekoppelde systemen. Ook is er in het kader van de uitrol van basisregistraties en de optimalisering van de dienstverlening sprake van een toenemende digitale uitwisseling van gegevens tussen de systemen die binnen de gemeente draaien. Om de continuïteit en veiligheid van de digitale gegevensuitwisseling te kunnen garanderen en de veelheid aan koppelingen beheersbaar te houden, is in RID-verband een ESB (Enterprise Service Bus) aangeschaft. Dit is een platform waarmee applicaties snel en eenvoudig berichten kunnen uitwisselen. De ESB fungeert als een centraal transportsysteem te vergelijken met een postkantoor. Berichten komen binnen bij de ESB en van daaruit verspreid naar andere applicaties. Als eerste zullen wij ESB gaan inzetten voor de verbinding met externe partijen, zoals aansluiting op de Landelijke Voorziening WOZ en aansluiting op de NHR (handelsregister). In de loop van 2016 wordt nader onderzocht hoe de ESB voor de binnengemeentelijke gegevensuitwisseling kan worden ingezet. De volgende resultaten worden in 2016 beoogd:
-
toepassing van de ESB voor gegevensuitwisseling met externe partijen en verkenning van mogelijkheden om ESB binnengemeentelijk in te zetten.
Basisregistraties De overheid verbetert de dienstverlening aan burgers en bedrijven door al bekende gegevens binnen de overheid te delen, bijvoorbeeld naam, adres of vestigingsplaats. Om deze gegevens te kunnen delen, zet de Nederlandse overheid een stelsel van 13 basisregistraties op te weten: alle gemeenten, provincies en waterschappen moeten hiervan gebruikmaken. Dit doen we via de zogeheten ‘Landelijke Voorzieningen’. De gemeente Soest kent een binnengemeentelijk datadistributiesysteem dat gegevens uitwisselt tussen de basisregistraties en de applicaties die gebruik maken van basisgegevens. Nog niet alle afdelingen en of applicaties zijn aan het binnengemeentelijk distributiesysteem aangesloten of gesynchroniseerd met de basisregistraties. Synchronisatie tussen bijvoorbeeld de BAG en de ‘adressenbakken’ van alle gemeentelijke applicaties is in volle gang en loopt door in de komende periode. Verder is het zo dat binnen de gemeente Soest een nieuwe standaard voor het berichtenverkeer dient te worden uitgerold. Met de nieuwe standaard (StUF bg 3.10) is tevens definitief vastgelegd hoe het Referentiemodel voor het Stelsel van Gemeentelijke Basisgegevens (RSGB) eruit ziet en hoe alle gegevens die gedefinieerd zijn in dit RSGB uitgewisseld kunnen worden tussen de diverse applicaties. StUF bg 3.10 is dan ook van groot belang om het stelsel van basisregistraties in een gemeente vorm te geven. Door de toepassing van dit StUF bg 3.10 bij gemeentelijke applicaties en vooral bij de ‘gemeentelijke mid-office’ kan dan de aansluiting van de diverse applicaties op het stelsel van basisregistraties worden gerealiseerd. De coördinatie van de procesmatige afstemmingen binnen en tussen de afdelingen en de coördinatie van de binnengemeentelijke aansluitingen moet worden geborgd in en door de organisatie. Daarnaast moeten afdelingen wettelijk verplicht gebruikmaken van de basisregistraties, waarbij via auditing vanuit de landelijke overheid wordt getoetst of de gemeente dit ook daadwerkelijk procesmatig of geautomatiseerd heeft ondervangen. De volgende resultaten worden in 2016 beoogd: •
De basisregistraties zijn op orde en na implementatie van het nieuwe berichtenverkeer gereed om
•
Iedereen die binnen de gemeente gegevens nodig heeft over personen, adressen, gebouwen, etc.,
de uitwisseling van gegevens tussen overheidsorganisaties waar te maken. haalt deze uit de betreffende basisregistratie.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 125 van 185
•
Doordat het stelsel van basisregistraties in stappen wordt geïmplementeerd binnen de gemeente Soest ontstaan mogelijkheden om verbanden in de kaart te brengen die van toepassing zijn op het sociaal domein. Een goed voorbeeld hiervan is de gemaakte kaart voor uitgiftepunten van WMO voorzieningen.
Management van processen Procesmanagement In het verleden werden processen vooral vastgelegd vanuit het oogpunt van risicobeheersing en rechtmatigheid. Om dienstverlening te verbeteren, om efficiënter te kunnen werken, om beter te kunnen samenwerken is het eveneens van belang goed inzicht te hebben in de werkprocessen. Welke processen onderscheiden wij, waar ligt de verantwoordelijkheid, wie is eigenaar, welke organisatieonderdelen spelen een rol in het proces, hoe sturen we op efficiënte uitvoering en samenwerking, etc. Dat zijn de vraagstukken waar directie en management mee aan de slag gaan. In 2016 kijkt de organisatie meer en meer vanuit een ‘Lean-gedachte’ naar de processen kijken. Een aantal functionarissen volgt hiertoe een opleiding. Diverse vormen van bedrijfsvoeringsonderzoeken Binnen onze organisatie voeren we uiteenlopende onderzoeken uit over zaken als de rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid en kwaliteit van ons gemeentelijk handelen en dienstverlening. De beoordeling van de interne beheersing en rechtmatigheid vindt plaats in afstemming met de externe accountant, die over de rechtmatigheid een oordeel heeft. Diverse bedrijfsvoeringonderzoeken worden uitgevoerd binnen het jaarlijks door B&W vast te stellen Onderzoeksplan doelmatigheid en doeltreffendheid, zoals bepaald in de Verordening Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid. Deze onderzoeksplannen kennen een verscheidenheid aan onderwerpen. Vaste, dan wel cyclisch terugkerende onderwerpen in de onderzoeksplannen zijn:
-
uitwerking van een volledig programma uit de begroting (n.a.v. Raadsbesluit Uitwerking 1e W-vraag);
-
tweejaarlijks medewerkersonderzoek;
evaluatie van één of twee samenwerkingsverbanden (Raadsbesluit Visie op Samenwerking); tweejaarlijks burgertevredenheidsonderzoek ‘Waar staat je Gemeente’.
Naast de bovengenoemde onderzoeken kennen we andere vormen van bedrijfsvoeringonderzoeken (zoals het digitale Inwonerpanel), de accountantscontroles en de onderzoeken van de Rekenkamercommissie. Uit de bedrijfsvoeringsonderzoeken komen veelal goede verbetermogelijkheden naar voren met concrete aanbevelingen. De uitvoering hiervan wordt centraal gemonitord en periodiek intern besproken. De volgende resultaten worden beoogd:
-
borgen van het aantoonbaar rechtmatig gemeentelijk handelen dat tot uiting komt in een goedkeurende rechtmatigheidsverklaring van de accountant;
-
borgen en verbeteren van doelmatigheid, doeltreffendheid en kwaliteit van ons gemeentelijk handelen en onze dienstverlening.
Interbestuurlijk Toezicht De jaarlijkse rapportages op grond van het Interbestuurlijk Toezicht maken onderdeel uit van de website ‘Waarstaatjegemeente.nl’. Het Interbestuurlijk Toezicht heeft betrekking op de aandachtsgebieden Woonen leefklimaat, Zorg en welzijn, Arbeidsparticipatie en werkgelegenheid, Veiligheid en leefbaarheid, Dienstverlening en Gezondheid. De verantwoording in het kader van het Interbestuurlijk Toezicht wordt door KING gefaciliteerd met de website www.waarstaatjegemeente.nl. Via deze website worden de ingevulde toezichtsindicatoren digitaal ontsloten. Omdat wij ervaren hebben dat de toezichthouders toch meer achtergrondinformatie nodig hebben dan wat op die website vermeld staat, stellen wij integrale IBTrapportages op met aanvullende toelichtingen. Na het bestuurlijk traject binnen de gemeente soest worden de IBT-rapportages naar de toezichthouders verzonden. De volgende resultaten worden in 2016 beoogd:
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 126 van 185
-
tijdig voldoen aan de rapportageverplichtingen Interbestuurlijk Toezicht; verdere beoordeling in welke mate wettelijke verantwoordingsrapportages die nu nog separaat opgesteld worden, integraal onderdeel kunnen uitmaken van het proces van IBT-verantwoording.
(Duurzaam) inkopen Het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid wordt vernieuwd. De aanleidingen daarvoor zijn:
-
vernieuwde Europese wet- en regelgeving;
-
een evaluatie van de Aanbestedingswet 2012; als gevolg van bovenstaande punten een nieuwe aanbestedingswet per april 2016; het feit dat ons huidige Inkoop- en Aanbestedingsbeleid in eerste instantie was bedoeld voor de periode t/m 2014.
Het vernieuwde Inkoop- en Aanbestedingsbeleid voldoet uiteraard aan de nieuwe wet- en regelgeving. Daarin zit nog wel enig risico van vertraging, aangezien het nieuwe wetsvoorstel nog door de Raad van State, de Tweede kamer en de Eerste Kamer dient te worden aangenomen. Eén van de aspecten, die in het nieuwe beleid worden opgenomen, is Social Return (On Investments). In ons beleid leggen wij vast hoe de gemeente Soest in haar aanbestedingen een bijdrage levert aan het vergroten van de arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Uiteraard zullen wij hierbij ook bezien op welke wijze de gemeente Soest gezamenlijk met buurgemeenten kan optrekken. Tegelijk met het nieuwe Inkoop- en Aanbestedingsbeleid vernieuwen wij in 2016 ook de Algemene Inkoopvoorwaarden van de gemeente Soest. Financiële bedrijfsvoering; Het financieel beleid is gericht op het borgen van de continuïteit waarbij alle uitgaven en inkomsten in de begroting zijn opgenomen op een dusdanige wijze dat ongewenste fluctuaties van saldi en tarieven worden voorkomen. Slechts uitgaven met een meerjarig nut mogen worden geactiveerd waarbij het uitgangspunt is bruto activeren. Waardering vindt plaats op basis van de historische kostprijs. Uitgaven met een structureel karakter worden structureel in de exploitatiebegroting geraamd. Het reservebeleid is te benoemen als terughoudend maar verantwoord. Onderhoudsreserves dienen daarbij te zijn gebaseerd op actuele 10-jarige beheersplannen en rekening te houden met koopkrachthandhaving. De (uitgangspunten van deze) beheersplannen zijn of worden door de raad vastgesteld. Voor de tarieven en heffingen geldt als uitgangspunt integrale kostendekkendheid. De reguliere informatievoorziening is ondergebracht in de planning- en controlcyclus. Deze omvat zowel de programma’s, activiteiten en resultaten als de bedrijfsvoering in haar samenhangende aspecten. Transparantie, volledigheid, juistheid, tijdigheid en betrouwbaarheid zijn belangrijke basisvoorwaarden. De cyclus beoogt een adequaat en integraal sturings- en verantwoordingsinstrumentarium op alle niveaus van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie te vormen. Het financieel beheer en de informatievoorziening zijn gericht op het waarborgen van rechtmatigheid, doelmatigheid en transparantie. Procedurebeschrijvingen en functiescheidingen waarborgen de rechtmatigheid. De uitvoering vindt plaats conform de voorschriften in de Gemeentewet, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de financiële verordening ex art. 212 Gemeentewet, de budgetregeling en het beleid zoals verwoord in de nota Reserves en Voorzieningen (raad juli 2013). Juridische kwaliteitszorg Deregulering In de raadsvergadering van 22 januari 2015 hebt u de burgemeester verzocht om kritisch te kijken naar de mogelijkheden van deregulering binnen de Algemene plaatselijke verordening (APV), mede in het licht
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 127 van 185
van dereguleringsacties elders in het land. Aan dit verzoek is gevolg gegeven in de vorm van een discussienota die eind augustus/begin september aan uw raad is aangeboden. Deze nota heeft tot doel u te ondersteunen bij het bepalen van kaders waarbinnen deregulering zou moeten plaatsvinden en is neutraal en informatief van opzet. De nota gaat in op de volgende vragen: 1.
Wat is deregulering en welke cultuur vereist het binnen overheid en samenleving?
2.
Welke andere manieren dan regelgeving zijn er om het gedrag van mensen te beïnvloeden?
3.
Welke dereguleringsacties en –voorstellen met betrekking tot de APV heeft Soest eerder gedaan
4.
In welke vorm en mate hebben andere gemeenten hun APV gedereguleerd en wat zijn de
5.
Welke verschillen en rode draden zijn te ontdekken als we de Soester APV vergelijken met de
en hoe gaat gemeente Soest in algemene zin om met deregulering? ervaringen (indien bekend) met de resultaten van die deregulering? model-APV en met gedereguleerde APV’s van andere gemeenten? Binnen de kaders die u bepaalt, wordt een voorstel tot wijziging van de APV opgesteld, die naar verwachting in het eerste kwartaal van 2016 aan u wordt voorgelegd. Daarnaast wordt in 2016 in bredere zin, ten aanzien van regels, maar ook van interne processen, een extra inspanning gedaan om te dereguleren waar dit mogelijk is. Dit gebeurt niet noodzakelijk via een apart dereguleringstraject, maar door middel van een nog grotere bewustwording van het belang en de voordelen van deregulering (lean thinking). Actualisatie Bibob-beleid Op 1 juli 2013 is de Evaluatie- en wijzigingswet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur in werking getreden. Deze wet voorziet in uitbreiding in verbetering van de Wet bibob. De Wet Bibob voorziet sinds 2003 in een instrument voor gemeenten om hun integriteit te beschermen. Door het screenen van (beoogde) vergunninghouders en gegadigden voor een overheidsopdracht kunnen wij voorkomen dat wij rechten of diensten gunnen aan malafide partijen. Door bovengenoemde wetswijziging zijn er meer mogelijkheden. We kunnen nu een scherper beeld krijgen van onze zakenpartners omdat er meer bronnen bevraagd kunnen worden. Daarnaast is het toepassingsbereik verruimd. Zo vallen onder andere alle gemeentelijke vergunningen die van toepassing zijn op bedrijven en inrichtingen, enkele vergunningen op grond van de Huisvestingswet en alle subsidies en vastgoedtransacties waarbij wij partij zijn, onder de reikwijdte van de Wet Bibob. Op deze manier is de Wet Bibob van toepassing op alle overheidshandelingen waar lokaal risico’s op criminogene activiteiten liggen. Bestuursorganen zijn niet verplicht om met de Wet Bibob te werken. Als gemeenten de Wet Bibob willen gebruiken dan is het verstandig om een beleidslijn te hebben. De gemeente Soest maakt sinds 2006 gebruik van de Wet Bibob. De laatste beleidslijn is in 2010 door het college vastgesteld. Het streven is om in 2016 Bibob-beleid geactualiseerd te hebben.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 128 van 185
Risico’s Trajecten medewerkers De organisatie moet zorgen voor voldoende gewenste en noodzakelijke competenties bij medewerkers om de taken uit te kunnen voeren. Als medewerkers de van hen verwachte taken niet 100% kunnen uitvoeren, als blijkt dat hun competenties niet langer aansluiten bij de functie of als de functie een andere invulling krijgt en daardoor te zwaar wordt, worden trajecten gestart. Met medewerkers die wel willen maar niet kunnen worden afspraken gemaakt over scholing, coaching of ontwikkeling of wordt gezocht naar een beter passende functie buiten de gemeente Soest. Met medewerkers die wel kunnen maar niet willen worden andere trajecten gestart. Beheersmaatregel(en) Onze inzet is het begeleiden van medewerkers van werk naar werk. Wij investeren aan de voorkant (zoals een loopbaantraject, detachering, uitstroom en outplacement) om uitgaven aan de achterkant te beperken (WW-verplichtingen worden bij wet door de gemeente gedragen). Generiek risico Financieel/juridisch
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Gemiddeld = 50%
€ 250.000
€ 125.000
Inkoop Gelet op landelijke ervaringen en de complexiteit van wet- en regelgeving inzake aanbestedingen, schatten wij de financieel/ juridische risico’s bij aanbestedingen in als zeer reëel aanwezig. Beheersmaatregel(en): -
aanbestedingen uitvoeren conform huidige (en straks nieuwe) wetgeving en geldende vastgestelde procedures;
-
doorvoeren nieuwe wetgeving in onze organisatie;
-
indien nodig bijstellen van de beleidsnota inkopen en aanbesteden in Soest;
-
voorlichting door inkoopadviseur (met name over dossiervorming en contractmanagement);
-
een vorm van control bij inkooptrajecten door de inkoopadviseur voor zover het gaat om afspraken die binnen zijn functie-uitoefening zijn overeengekomen;
-
volgen van ontwikkelingen in het Europees en nationaal recht.
Generiek risico Financieel/juridisch
Kans
Financiële impact
Financieel risico
Gemiddeld = 30%
€ 50.000
€ 15.000
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 129 van 185
D
Onderhoud kapitaalgoederen, inclusief investeringsoverzicht
Deze paragraaf geeft inzicht in het beleidskader, de financiële consequenties en de vertaling daarvan in de begroting van in ieder geval de volgende kapitaalgoederen: wegen, riolering, groen en gebouwen. Onder kapitaalgoederen verstaan we: de investeringen die een meerjarig nut hebben voor onze gemeente. Daarom worden de kosten vaak niet in het jaar van aanschaf verantwoord, maar geactiveerd en over meerdere jaren afgeschreven. Gedurende de periode dat investeringen van nut zijn, vertegenwoordigen ze een waarde voor onze gemeente. Die waarde moet zo goed mogelijk worden bewaakt door onderhoud van de kapitaalgoederen. Een belangrijk element daarbij is het gewenste onderhoudsniveau, mede in relatie tot de kosten van het onderhoud. Het beleidskader dat wij hierbij hanteren is in deze paragraaf uitgewerkt. Beleidskader Het beleidskader voor het onderhoud kapitaalgoederen is opgenomen in de volgende nota’s: A.
Rationeel wegbeheer (KTD 2013)
B.
Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (GVVP, 2008)
C.
Beleidsnota Parkeernormen en Parkeerfonds (2e herziening 2014)
D. Bosnota 2013-2022 E.
Landschapsontwikkelingsplan Eemland 2005 (LOP)
F.
Gebiedsvisie Heel de heuvelrug: ontdek het palet! (2009)
G. Nota ‘bescherming en kap van bomen’ (2012) H.
De groene kernkwaliteit van Soest (2014)
I.
Duurzaam groenbeheer (2014)
J.
Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV)
K.
Beheersplannen bij onderhoudsreserves
L.
Gemeentelijk rioleringsplan IV (GRP) 2012-2017 (2011)
M. Waterplan Soest 2011-2015 (2011) N.
Grondwaterplan Soest 2011-2015 (2011)
O. Verordening rioolheffing (jaarlijks) P.
Verordening subsidiëring groene daken (2014)
Q. Nota Reserves en Voorzieningen (2013) R.
Beheerplan tractiemiddelen 2014-2018
S.
Afkoppelverordening 2015
Aansluitend op het Besluit Begroting en Verantwoording is bij de nota Reserves en Voorzieningen het beleid over de aanschaf en activering, afschrijving, onderhoud(-sniveau) en vervanging van kapitaalgoederen (opnieuw) vastgesteld. Hierna volgt een korte toelichting. Aanschaf en activering Alleen uitgaven met een meerjarig nut mogen worden geactiveerd. Het uitgangspunt is bruto activeren. Waardering vindt plaats op basis van de historische kostprijs. Afschrijving Afschrijving (lineair) is gerelateerd aan de economische levensduur en vindt plaats vanaf het jaar volgend op de aanschaf.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 130 van 185
Voor nieuwe investeringen worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd: Immateriële vaste activa: Kosten van onderzoek en ontwikkeling
5 jaar
Planvorming (grondwater, riolering)
5 jaar
Materiële vaste activa: Gronden en terreinen Aanleg sportvelden toplaag kunstgras
10 jaar
Renovatie speelterreinen
15 jaar
Woonruimten Algemeen
40 jaar
Bedrijfsgebouwen Nieuwbouw
40 jaar
Verbouwing oorspronkelijk gebouw(uitbreiding)
restant gebruiksduur
Grond- weg en waterbouwkundige werken Armaturen lichtmasten
20 jaar
Lichtmasten
40 jaar
Baggeren
10 jaar
Oeverbeschoeiing
20 jaar
Gemalen en bergbezinkvoorzieningen: Mechanisch/elektrisch
20 jaar
Bouwkundig
60 jaar
Persleiding bij gemalen
60 jaar
Drukriolering: Mechanisch/elektrisch
20 jaar
Bouwkundig
60 jaar
Drukleiding
60 jaar
Vacuümriolering: Mechanisch
20 jaar
Bouwkundig
60 jaar
Vacuümleiding
60 jaar
Telemetrie
5 jaar
DWA en RWA riolen en duikers
60 jaar
Drainage leidingen
60 jaar
Infiltratiekratten
60 jaar
Planvorming
5 jaar
Reconstructie wegen
20 jaar
Voetpaden tegels
20 jaar
Vervoermiddelen Bestelauto’s, transporters, Aanhanger
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
8 jaar 10 jaar
Pagina 131 van 185
Machines, apparaten, installaties Lichtinstallaties sportvelden Werkplekapparatuur
25 jaar `
4-5jaar
Servers
3 jaar
Kantoorautomatisering, telefooncentrale
5 jaar
Applicaties
7 jaar
Onderhoudsmachines
10 jaar
Grondkar
15 jaar
Dranghekkenwagen
20 jaar
Graflift
10 jaar
Grafbekisting
10 jaar
Looproosters begravingen
10 jaar
Rijdende baar
15 jaar
Overige materiële vaste activa 1e inrichting (leer en hulpmiddelen) Onderwijs
15 jaar
Overige inventarissen
15 jaar
Containers (ondergronds)
10 jaar
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven omdat hier geen waardevermindering plaatsvindt en/of eeuwigdurend nut wordt verondersteld. Vervanging Hoewel afschrijving is gebaseerd op de verwachte economische levensduur, is eventuele vervanging afhankelijk van de technische levensduur. Dat wil zeggen dat op het moment dat een kapitaalgoed is afgeschreven, de vervanging op dat moment kritisch op noodzaak wordt beoordeeld. Onderhoud(sniveau) Op grond van de nota Reserves en Voorzieningen moet voor de instelling van een voorziening of een onderhoudsreserve (met uitzondering van een risicovoorziening) een beheersplan worden opgesteld. Dit beheersplan omvat minimaal een periode van 10 jaar en bevat een prognose van:
-
de jaarlijks voor uitvoering van het beheersplan benodigde financiële middelen;
-
de jaarlijks in de begroting beschikbare financiële middelen; de uit a. en b. resulterende jaarlijkse storting in of onttrekking aan de voorziening of reserve.
Verder geldt dat een beheersplan gebaseerd moet zijn op door uw raad vastgestelde uitgangspunten/normen en dat een beheersplan jaarlijks bij de begroting moet worden geactualiseerd. Een voorziening mag (bij het instellen) een negatief saldo vertonen, op voorwaarde dat uit het onderliggende beheersplan blijkt dat de voorziening uiteindelijk weer een positief saldo krijgt. Voor de volgende duurzame kapitaalgoederen zijn beheersplannen ontwikkeld: 1.
riolering en waterhuishouding;
2.
onderhoud wegen;
3.
onderhoud gebouwen;
4.
vervanging voertuigen en grote machines;
5.
automatisering;
6.
openbaar groen.
Hierna volgt op hoofdlijnen een toelichting over de bovengenoemde beheersplannen. De financiële consequenties die deze beheersplannen met zich meebrengen, worden jaarlijks geactualiseerd en bij de begrotingsbehandeling aan de raad voorgelegd. De bijlage Reserves en Voorzieningen van deze programmabegroting geeft inzicht in de afzonderlijke jaarlijkse kosten per reserve en voorziening.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 132 van 185
1.
Riolering en waterhuishouding
Het Gemeentelijk rioleringsplan, het waterplan en het grondwaterplan dienen gezamenlijk als beheersplan. Deze plannen bevatten de kwaliteitsnormen voor het milieu, het onderhoud van de riolering, het oppervlaktewater en de maatregelen die moeten worden genomen om structurele grondwateroverlast te voorkomen. Voor het onderhoud van de riolering en het afkoppelen geldt de volgende strategie:
-
bij het onderhouden van de bestaande riolering wordt aan de hand van de ouderdom van een riool in combinatie met video-inspecties bepaald waar reparatie of vervanging nodig is en welke onderhoudsmaatregelen nodig zijn. Ook het jaarlijks reinigen van een deel van de riolering hoort bij het onderhoud, evenals het twee keer per jaar reinigen van alle straat- en trottoirkolken (door RMN);
-
als werkzaamheden aan de riolering en/of het wegdek worden uitgevoerd, wordt zo veel mogelijk het hemelwater afgekoppeld van het riool.
Voor het onderhoud van het oppervlaktewater (beschoeiing, duikers, waterbodem, oevers) geldt de volgende strategie:
-
elke tien jaar wordt na het nemen van slib- en bodemmonsters bekeken of baggeren noodzakelijk is;
-
aan de hand van inspectie van de beschoeiing wordt bepaald waar reparatie of vervanging nodig is en welke onderhoudsmaatregelen nodig zijn;
-
het onderhouden van de oevers gebeurt ieder jaar.
aan de hand van de ouderdom van een duiker in combinatie met video-inspecties wordt bepaald waar reparatie of vervanging nodig is en welke onderhoudsmaatregelen nodig zijn. Ook het jaarlijks reinigen van een deel van de duikers hoort bij het onderhoud;
Voor het grondwater geldt de volgende strategie:
-
een grondwaterloket handhaven (via het meldpunt woonomgeving) waar informatie ingewonnen kan worden en waar klachten en meldingen worden geregistreerd;
-
als sprake is van structurele grondwateroverlast overwegen om riool- en herstraatwerkzaamheden te combineren met de aanleg van een drainagesysteem en bewoners aanbieden om particuliere drainagesystemen op eigen terrein hierop aan te sluiten.
In de periode 2016-2019 leiden de punten uit de bovengenoemde strategieën tot de volgende investeringen: (bedragen x € 1.000) Omschrijving
2016
2017
2018
A.
Rioolwerk en afkoppelen Groen van Prinstererstraat
243
B.
Rioolwerk en afkoppelen P. Potterlaan en omgeving
2.054
C.
Vernieuwen Basis RioleringsPlan (BRP)
25
D.
Vernieuwen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
25
E.
Wateroverlast Nieuweweg/Eigendomweg
293
F.
Wateroverlast Dr.de Voslaan/Oranjehof
130
G.
Wateroverlast Spoorstraat/Batenburg
181
H.
Rioolwerk en afkoppelen Plesmanstraat en omgeving
I.
Rioolwerk en afkoppelen K.Onneslaan
J.
Rioolwerk en afkoppelen Heideweg en omgeving
K.
Vervangen mechanisch/elektrisch gemaal Maatweg
M.
Rioolwerk en afkoppelen Oude Utrechtseweg
457
N.
Rioolwerk en afkoppelen Eigendomweg
699
O.
Rioolwerk en afkoppelen Soesterbergsestraat
P.
Ecoscan
Q.
Telemetrie vervangen Totaal
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
2019
2.839 563 1.380 76
2.044 13 200 2.951
3.402
2.612
2.257
Pagina 133 van 185
Ad Noorderweg: In maart heeft de aanbesteding van de werkzaamheden Noorderweg plaatsgevonden. Deze aanbesteding is gunstig verlopen. Het betreffende krediet voor de Noorderweg stamt echter uit 2010. Door de lange voorbereidingstijd is een aanzienlijk deel van het krediet reeds benut. De aanbestedingssom past niet binnen het resterende budget: tekort € 31.000. Verwacht wordt dat tijdens de uitvoering door onvoorziene extra uitgaven het tekort verder oploopt tot € 200.000 - € 300.000. Om het maximale tekort van € 300.000 te dekken wordt voorgesteld het bestaande krediet ‘Noorderweg 2012’ te verhogen van € 350.500 naar € 650.500 Ad Biezenveld/De Schans: Het krediet ‘Aanpassen riolering gebruik Biezenveld’ is een reeds bestaand krediet. Bij het Biezenveld is een aanpassing van de riolering niet effectief, complex en relatief duur. Voorgesteld wordt om dit krediet te gebruiken voor een aanpassing van de riolering bij De Schans en in de Lange Brinkweg. Een aanpassing op deze locatie is wel effectief en kan gecombineerd worden met de aanleg van het nieuwe afvalstoffenpark. Ad Groen van Prinstererstraat: In de programmabegroting 2009 was al een krediet beschikbaar gesteld van € 243.000 voor het rioolwerk en het afkoppelen van de Groen van Prinstererstraat. Op dit moment wordt samen met Portaal bekeken of een gedeelte van de voortuinen (die eigendom zijn van de gemeente) nodig is voor herinrichting van de straat. Afhankelijk van de voortgang van dit proces vindt de uitvoering plaats. Voorlopig is de start doorgeschoven naar 2016. Ad P. Potterlaan: Uitkomst van de kerntakendiscussie wegen (oktober 2013) is dat geen kredieten beschikbaar gesteld worden voor de reconstructie/herinrichting van wegen. Zonder reconstructie/herinrichting is er geen mogelijkheid tot afkoppelen van regenwater en blijft het werk aan het riool beperkt tot reparaties/renovaties. Omdat het hier om een hellend gebied gaat kan in de uitwerking van het werk nog gekeken worden om op de laagste punten van het maaiveld regenwater af te koppelen. Ad Wateroverlast Nieuweweg, Dr. de Voslaan, Spoorstraat: Tijdens de extreme regen in augustus 2014 ontstond schade: de parkeerkelder van de Oranjehof en Batenburg en woningen aan de Nieuweweg stroomde vol met water. Door aanpassingen aan de riolering wordt de kans op problemen in de toekomst verkleind. Uitvoeringsplan 2016/toekomst Gelet op de gemiddelde afschrijvingstermijn van de riolering komt er in de periode 2011-2020 en na 2039 een investeringspiek op de gemeente af. Dan zijn de riolen in de ‘nieuwbouwwijken’ van de jaren ’60, ’70 en ’80 uit de vorige eeuw afgeschreven. Binnen de voorziening riolering moet op die momenten een saldo beschikbaar zijn om de investeringspieken op te vangen. Daarnaast is de Wet gemeentelijke watertaken op 1 januari 2008 van kracht geworden. Deze wet geeft aan dat alle voorzieningen die direct of indirect samenhangen met de gemeentelijke stelsels voor afvalwater, hemelwater en grondwater uit de verbrede rioolheffing kunnen worden bekostigd. Ook de kosten voor oppervlaktewater en duikers kunnen hieruit worden bekostigd voor zover ze primair regenwater afvoeren dat via overstorten wordt geloosd. Door de vaststelling van het ‘Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015’ (najaar 2011) is besloten het tarief jaarlijks met 5% (incl. inflatie) te verhogen waardoor in de hiervoor bedoelde extra middelen wordt voorzien. De onderbouwing van de rioolheffing voor de komende jaren is toegelicht in paragraaf G (lokale heffingen).
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 134 van 185
2.
Onderhoud wegen
Bij het bepalen van het jaarlijks onderhoudsprogramma wegenbeheer maken we gebruik van het geautomatiseerd softwareprogramma dat wordt gevoed door de tweejaarlijkse globale visuele weginspectie. Bij deze inspectie worden alle wegen en paden van de gemeente naast elkaar gezet met hun levensduur en staat van onderhoud. Naast dit programma wordt een meerjarig beheerplan wegen opgesteld waarin zaken zoals financiële onderhoudsbehoefte, conclusies, aanbevelingen en de te nemen onderhoudsmaatregelen worden beschreven. Samenwerking/overleg met afdeling Ruimte is een onderdeel van dit proces. Het meerjarig beheerplan wordt als leidraad gebruikt bij het jaarlijks vaststellen van prioriteiten voor integrale onderhoudswerken en het jaarlijks asfalt- en elementenonderhoud. Uitgangspunt hierbij is het college besluit dat aangeeft dat de nadruk ligt op asfaltonderhoud. Onderhoud aan elementenverhardingen komt eerst in beeld als er sprake is van een verkeersonveilige situatie. In 2015 is de tweejaarlijkse weginspectie uitgevoerd en vertaald in een meerjaren onderhoud/beheerplan voor de jaren 2016 t/m 2019. Dit plan is de basis voor de budgetaanvraag voor het uitvoeringsjaar 2016. Gezien de gevraagde aanzienlijke verhoging van het budget voor de Reserve onderhoud wegen, is het onzeker wat het goedgekeurde budget is voor 2016. Een definitief uitvoeringsplan wordt daarom eerst in detail vastgesteld nadat het budget voor 2016 is bepaald. Basis voor dit uitvoeringsplan is de uitkomst van de weginspectie en vertaling naar meerjaren onderhoud/beheerplan. 3.
Onderhoud gebouwen
Algemeen De gemeente Soest kent twee beheerplannen voor het onderhoud van de gebouwen; de ‘reserve onderhoud gebouwen’ en het ‘onderhoudsplan voor de schoolaccommodaties’. Reserve Onderhoud gebouwen Het beheersplan ‘reserve onderhoud gebouwen’ (ROG) is gebaseerd op een tienjarig onderhoudsplan. Hieronder vallen het reguliere onderhoud aan de gebouwen en installaties met uitzondering van vernieuwingsonderhoud, zoals renovaties, verbouwingen en uitbreidingen. Het regulier onderhoud aan sportaccommodaties, eigendommen niet voor de openbare dienst, overige algemene gebouwen, welzijnsgebouwen en huisvesting gemeentelijk apparaat vindt plaats aan de hand van een geautomatiseerde toepassing. Het onderhoud wordt hiermee, financieel gezien, structureel in beeld gebracht. De ‘reserve onderhoud gebouwen’ is ingegaan in 2003 en in 2011/2012 grondig geactualiseerd. Bij de geactualiseerde ramingen is een indeling gemaakt naar urgentie. Hierbij is vooral gekeken naar de jaren 2013 tot en met 2017, omdat de werkzaamheden voor deze periode goed te overzien zijn en betrouwbaar kunnen worden aangegeven. De werkzaamheden zijn op basis van prioriteit ingedeeld in vier categorieën:
-
prioriteit 1: onmiddellijk uitvoeren, uitstel is niet verantwoord. Dit betreft zaken die bij niet uitvoeren of een direct veiligheidsrisico vormen, of tot uitval van belangrijke gebouwfuncties leiden;
-
prioriteit 2: bij voorkeur in het geplande jaar uitvoeren, uitstel met 1 jaar is nog verantwoord;
-
prioriteit 4: veelal esthetisch onderhoud, waarbij gedacht moet worden aan binnenschilderwerk of
prioriteit 3: de marge is hier maximaal 5 jaar zowel naar achteren als naar voren; vloerbedekking.
De geactualiseerde onderhoudsgegevens zijn vertaald naar de noodzakelijke financiële middelen. De Reserve Onderhoud Gebouwen wordt met jaarlijkse stortingen op het gewenste niveau gehouden zodat de goedgekeurde werkzaamheden in het betreffende jaar kunnen worden uitgevoerd.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 135 van 185
Onderhoudsbeleid Het kwaliteitsniveau van het begrote onderhoud uitgedrukt in een percentage, komt na de actualisatie van 2012 op circa 85%. Dat wil zeggen dat de perioden tussen onderhoud langer zijn dan de algemene normen. Veiligheidsaspecten en zaken die van invloed kunnen zijn op de continuïteit van de activiteiten/werkprocessen krijgen prioriteit bij het onderhoud. Continu wordt in overleg met de budgethouders (afdeling Samenleving en Bedrijfsvoering) bekeken of geplande werkzaamheden aan een object noodzakelijk, wenselijk en verantwoord zijn. Afstemming met de uitkomsten uit het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) en het Integraal Accommodatiebeleid (IAB) en de sportvisie vindt plaats. Dit kan per object maatwerk vereisen. Tevens wordt gekeken naar integratie van functies, eventueel afstoten van objecten en de mogelijkheid voor multifunctionele accommodaties. Indien dit effecten heeft op de stortingen/onttrekkingen van de ROG wordt hiernaar gehandeld. Hiermee wordt voorkomen dat het saldo van de ROG onnodig hoog wordt. Ontwikkelingen bij huisvesting (eigen personeel) Geen ontwikkelingen op korte termijn te verwachten. Ontwikkelingen bij de sportaccommodaties Voor de buiten- en binnensportaccommodaties wordt het onderhoud extra kritisch bekeken. Dit in het kader van ontwikkelingen rond de sportvisie. De werkzaamheden aan de sporthal Banninghal in Soesterberg worden in 2015 afgerond. Er zijn vooralsnog geen verdere wijzigingen in de onderhoudssituatie bekend. Ontwikkelingen welzijnsaccommodaties In de welzijnsobjecten is een stijgende lijn in leegstandscijfers zichtbaar, die mogelijk doorzet in 2016. Dit heeft met name betrekking op de terugloop in de kinderopvang en de volwasseneducatie. Hierdoor is een heroverweging van een aantal gebruiksfuncties met mogelijk afstoten van enkele gebouwen aan de orde. Er zijn vooralsnog geen verdere wijzigingen in de onderhoudssituatie bekend. Ontwikkelingen eigendommen niet voor de openbare dienst (gemeentelijke eigendommen, verhuurd zonder maatschappelijke functie) Geen ontwikkelingen op korte termijn te verwachten. Ontwikkelingen overige objecten Bij de overige objecten is de huisvesting van de brandweer in 2016 een aandachtspunt. In het kader van de repressieve huisvesting van de brandweerposten is de VRU voornemens zowel het eigendom als het beheer van de kazernes/posten over te nemen van de gemeenten. Om deze posten over te kunnen nemen, moeten deze van een bepaald onderhoudsniveau zijn. Verplaatsing van de nevenpost van de Nijverheidsweg naar het Politiebureau (Raadhuisplein) is naar verwachting in 2015 afgerond. Over de eventuele overname door de VRU vindt in 2015 besluitvorming plaats. Er zijn vooralsnog geen verdere wijzigingen in de onderhoudssituatie bekend. Ontwikkelingen bij de onderwijsaccommodaties Per 1 januari 2015 worden de financiële middelen ten behoeve van, en daarmee ook de verantwoordelijkheid voor, buitenonderhoud van basisscholen rechtstreeks aan scholen beschikbaar gesteld in plaats van aan de gemeente. De rol van de gemeente beperkt zich hierdoor tot ontwikkelingen vanuit het IHP. Incidenteel wordt de gemeente betrokken bij bouwkundige problemen (zoals bouwfouten) en calamiteiten, zoals schade/vernielingen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 136 van 185
Werkplan 2016 Algemeen Zie ook de tekst bij ‘Onderhoudsbeleid’. De daadwerkelijk uit te voeren werkzaamheden zijn in verband met de uitkomst van het IHP Onderwijs en het IAB nog niet definitief te bepalen. Per object worden de geplande werkzaamheden afgestemd op de uitkomsten. Dit in overleg met directie en budgethouders. Naast de normale preventieve onderhoudswerkzaamheden aan bouwkundige onderdelen en installaties, is per categorie op hoofdlijnen sprake van de hieronder genoemde activiteiten. Verder worden gelijksoortige werkzaamheden, zoals schilderwerk en dakwerk, zoveel mogelijk in bulk uitbesteed. Actuele arbo-eisen worden zo veel mogelijk meegenomen bij onderhoudswerkzaamheden, bijvoorbeeld aanpassingen aan liften. Per groep gebouwen wordt alleen het geraamde budget weergegeven. Door de onzekerheid omtrent de ontwikkelingen rondom Sportvisie en het Integraal Accomodatiebeleid (IAB), worden daadwerkelijk uit te voeren werkzaamheden eerst eind 2015, begin 2016 bepaald in overleg met directie (inzake Gemeentehuis) en diverse budgethouders. Huisvesting (eigen personeel) Dit betreft het gemeentehuis de bosschuur en de personeelsonderkomens (3 st.). Uitgegaan wordt van een budget voor 2016 van € 392.933. Sportaccommodaties Uitgegaan wordt van een budget voor 2016 van € 172.000. Dit is exclusief het Sportcomplex Sportboulevard De Engh aan de Dalweg. Voor het sportcomplex aan de Dalweg is het budget voor 2016 € 529.700. Dit budget en het onderhoud aan dit complex is contractueel vastgelegd met een verantwoordelijkheid voor de exploitant. Met diverse vormen van overleg en een eindverantwoording wordt bewaakt of de uitgaven verantwoord en in overeenstemming met de onderhoudsplanning gebeuren. Welzijnsgebouwen Totaal budget voor 2016 € 316.658. Eigendommen niet voor de openbare dienst Totaal budget voor 2016 is € 28.828. Overige objecten Totaal budget voor 2015 is € 298.018 4.
Vervanging voertuigen en grote machines
Om de continuïteit van de bedrijfsvoering van de buitendienst te waarborgen, worden de daarvoor in aanmerking komende voertuigen en machines volgens de in het vervangingsplan afgesproken criteria periodiek vervangen. Het onderhoud van de voertuigen en machines die eigendom zijn van de gemeente Soest, word uitgevoerd door RMN en vindt plaats de voormalige gemeentelijke garage welke is overgenomen door RMN. Voor 2016 staan de volgende vervangingen gepland: Afdeling
Voertuig of machine
Geraamde vervangingsprijs
Realisatie
Wagen 1512 VW transporter
€ 30.884
Realisatie
Wagen 1652 VW Caddy
€ 26.157
Realisatie
Wagen 5022 VW Pick-up
€ 34.249
Realisatie
Vervangen graflift begraafplaats Soest
€ 6.634
De vervangingsprijzen zijn berekend op basis van een jaarlijkse indexering gerekend vanaf het vervangingsmoment.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 137 van 185
5.
Automatisering
ICT is een belangrijk hulpmiddel voor de uitvoering van de gemeentelijke taken. Als de computers, het netwerk of de software niet naar behoren functioneren, worden de gemeentelijke processen verstoord en kunnen klanten niet naar behoren worden bediend. Gezien de afhankelijkheid van een goede werking van de ICT-voorzieningen, vraagt het in stand houden van deze voorzieningen nadrukkelijk aandacht. Sinds 1 juli 2012 is het beheer van de ICT-infrastructuur (servers, netwerk, werkplekken, kantoorautomatisering etc.) ondergebracht bij de RID (Regionale ICT Dienst) Utrecht. Met ingang van 2015 is onze is onze eigen oude infrastructuur vervangen door de nieuwe gestandaardiseerde infrastructuur van de RID Utrecht. Vanaf 2016 betalen we een vast, jaarlijks bedrag aan de RID voor het beschikbaar stellen en beheren van deze ICT-infrastructuur. Het onderhoud en de vervanging van applicaties blijven bij de gemeente. Wel wordt er naar gestreefd om de samenwerking op termijn te verbreden naar dit gebied. De bestemmingsreserve I&A heeft betrekking op het in stand houden van de bestaande ICT-voorzieningen. Dit kent twee aspecten: 1.
onderhoud op de voorzieningen die op dit moment in gebruik zijn;
2.
vervanging van voorzieningen op het moment dat zij aan het eind van hun levenscyclus zijn gekomen.
Nieuwe ontwikkelingen vallen hier in principe niet onder. Bij het instellen van de bestemmingsreserve I&A is ervan uitgegaan dat voorstellen voor nieuw beleid via de gebruikelijke begrotingsprocedure worden ingebracht. Onderhoud Uitgangspunt is dat wij gebruik maken van standaard software en dat wij hiervoor onderhoudscontracten afsluiten zodat we de beschikking krijgen over nieuwe versies en ondersteuning van de leverancier. Vervanging Voor de vervanging van applicaties geldt als uitgangspunt dat we werken met softwareversies die nog door de leverancier worden ondersteund. Voor de vervanging van applicaties wordt uitgegaan van een principetermijn van zeven jaar. Dit is bepaald op basis van ervaringen in de afgelopen jaren en op basis van de looptijd van veel onderhoudscontracten. ICT-ontwikkelingen gaan echter snel en zijn niet altijd te voorspellen. Dit betekent dat soms moet worden afgeweken van de genoemde vervangingstermijn. Veranderingen in wet- en regelgeving of verschuivingen in de softwaremarkt kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat een applicatie eerder moet worden vervangen. Anderzijds komt het ook voor dat een applicatie waar al meer dan 7 jaar mee wordt gewerkt, nog naar behoren functioneert. Vervanging wordt dan vanzelfsprekend uitgesteld. In het beheerplan wordt conform de meerjarenbegroting een aantal verschillende kostenplaatsen onderscheiden. Een groot deel van de uitgaven is niet of nauwelijks beïnvloedbaar omdat er verplichtingen zijn aangegaan (bijvoorbeeld onderhoudscontracten) of omdat zij noodzakelijk zijn voor de continuïteit (bijvoorbeeld vervangingen, ondersteuning door leveranciers). Regionale ICT-dienst Telewerken Software I-deel Externe advisering I-deel E-loket Automatiseringsprojecten Website applicatiebeheer Totaal kosten automatisering
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
€ 934.891 17.908 471.083 7.307 6.302 171.952 22.345 1.631.788
Pagina 138 van 185
6.
Openbaar groen
Onderhoud De gemeente Soest besteedt al enkele jaren het groenonderhoud uit aan groenaannemers op basis van beeld- en frequentiebestekken. De gemeente hanteert hierbij de richtlijnen van de RAW-CROW besteksystematiek om resultaten te toetsen. Onderhoud niveaus Er zijn duidelijke nuances te onderscheiden in het beeld en de kwaliteit van het onderhoud. Binnen de bebouwde kom van de gemeente Soest onderscheiden we drie beheerniveaus:
-
intensief/siergroen (niveau 1): hoge graad van netheid, intensief vuil verwijderen, weinig onkruiden, afgestemd op intensief gebruik. Dit niveau komt op een beperkt aantal locaties voor, zoals entrees naar de gemeente, op rotondes en bij monumenten;
-
basis/stedelijk groen (niveau 2): normale verzorgingsgraad, basisonderhoud, onderhoud afgestemd op functie en gebruik. Er is sprake van onkruidbeheersing binnen een vastgestelde bandbreedte, waarbij het uitgangspunt is dat het nooit vuiler mag zijn dan een vastgestelde norm, maar het ook niet schoner wordt dan een vastgesteld minimum kwaliteitsbeeld;
-
extensief/natuurlijk groen (niveau 3): verzorging afgestemd op natuurlijk groenbeheer, minimaal ingrijpen, ontwikkelen natuurwaarden, gebaseerd op natuurlijke processen.
Elk onderhoudsniveau heeft een uniek kwaliteitsbeeld waarbij een vast scala aan maatregelen wordt uitgevoerd. Daarnaast is maatwerk nodig om voor specifieke wensen en beheerproblemen specifieke beheer- en onderhoudsmaatregelen te kunnen aanbieden. Levensduur groen Heesters hebben een levensduur van circa 15 tot 20 jaar, bomen gemiddeld een levensduur van 15 tot 80 jaar afhankelijk van de soort en grootte. Het creëren van goede uitgangssituaties en groeiplaatsomstandigheden bepaalt de levensvatbaarheid van bomen en vermindert de beheermaatregelen en onderhoudskosten. Gemeenten hebben een zorgplicht ten aanzien van bomen. Om te voldoen een de wettelijke zorg- en onderhoudsplicht is het van belang aan te kunnen tonen dat er in redelijke wijze aan de zorgplicht - lees regulier onderhoud - is voldaan. Het bomenbeheer is georganiseerd en afgestemd om de wettelijke zorgplicht, met als doel inzicht te krijgen in de vitaliteit van bomen. Het feitelijk boombeheer kan niet worden gebonden aan onderhoudsniveaus, omdat bomen altijd veilig moeten zijn. Buitengebied Voor het buitengebied ligt de nadruk op het onderhoud van de bestaande waarden en voorzieningen. Mede omdat gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers voor het landschapsonderhoud en waar mogelijk subsidies van hogere overheden worden benut, kunnen onze natuurwaarden goed worden onderhouden met de bestaande middelen. Met name de duinen hebben de bijzondere aandacht en dat leidt soms ook tot de ontdekking van bijzondere flora en fauna. Naast behoud van het bestaande, is er aandacht voor het terugbrengen van landschapselementen die er vroeger waren. Huidige situatie Wat wordt aangelegd moet worden beheerd, een algemeen uitgangspunt dat ook van toepassing is op gemeentelijke eigendommen. Het gaat hierbij niet alleen om dagelijks onderhoud maar ook om vervanging bij het bereiken van einde levensduur. Op basis van de uitkomsten van de kerntakendiscussie is een reserve onderhoud groenvoorziening ingesteld. Deze reserve vormt het budget waaruit beplanting aan het einde van de levensduur kan worden vervangen. Het op het juiste niveau brengen van de reserve vraagt om omvormingen in het dagelijks onderhoud, de vrijkomende middelen worden aan de reserve toegevoegd. Dit proces beslaat een tijdvak van 15 jaar.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 139 van 185
7.
Investeringsoverzicht
Doel Inzicht bieden in het totaal van de geraamde investeringen en de kapitaallasten waarmee in de meerjarenbegroting 2016-2019 rekening is gehouden. De investeringen worden onderscheiden in twee niveau’s: 1e niveau
-
vervangingsinvesteringen
-
niet vervangingsinvesteringen 2e niveau
-
maatschappelijk nut economisch nut
De vervangingsinvesteringen en de niet vervangingsinvesteringen worden bij de vaststelling van de begroting gelijktijdig goedgekeurd. 1. Vervangingsinvesteringen: Economisch nut (bedragen x € 1.000) omschrijving Wagen 1512 VW-transporter 95-VPF-3 Wagen 1652 VW-caddy 59-VPD-5 Wagen 5022 VW-pick-up 45-VPF-3 Graflift begraafplaats Soest Wagen 5312 Mitsubischi L-200 1-VGP-35 Machine 6265 Onkruidbrander Grafbekisting 3 sets Looproosters 3 sets Rijdende baar begraafplaats Soest
economisch/ Krediet maatschappelijk 2016 E 31 E 26 E 33 E 7 E E E E E
Totaal investeringsbedrag
2017
2018
2019
31 12 18 10
(bedragen x € 1.000) kapitaallasten in begroting 2016 2017 2018 2019 5 5 5 4 4 4 5 5 5 1 1 1 5 2 2 1
6
97
0
71
6
0
15
15
25
2. Niet-vervangingsinvesteringen: Economisch nut/Maatschappelijk nut (bedragen x € 1.000) omschrijving
economisch/ Krediet maatschappelijk 2016 M Reconstructie/herinrichting 2016 200 E Rioolw erk en afkoppelen Groen van Prinstererstraat 243 E Rioolw erk en afkoppelen P. Potterlaan en omgeving 2.054 E Vernieuw en Basis Rioleringsplan (BRP) 25 E Vernieuw en Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 25 E Wateroverlast Nieuw ew eg/Eigendomw eg 293 E Wateroverlast Dr.de Voslaan/Oranjehof 130 E Wateroverlast Spoorstraat/Batenburg 181 M Reconstructie/herinrichting 2017 E Rioolw erk en afkoppelen Plesmanstraat en omgeving E Rioolw erk en afkoppelen K. Onneslaan M Reconstructie/herinrichting 2018 E Rioolw erk en afkoppelen Heideweg en omgeving E Vervangen mechanisch/elektrisch gemaal Maatw eg E Rioolw erk en afkoppelen Oude Utrechtsew eg E Rioolw erk en afkoppelen Eigendomw eg M Reconstructie/herinrichting 2019 E Rioolw erk en afkoppelen Soesterbergsestraat en omgeving E Ecoscan E Vervangen telemetrie Totaal investeringsbedrag
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
3.151
2017
2018
2019
200 2.839 563 200 1.380 76 457 699 200 2.044 13 200 3.602
2.812
2.457
(bedragen x € 1.000) kapitaallasten in begroting 2016 2017 2018 2019 uit reserve 11 11 11 96 95 94 6 6 5 6 6 5 14 14 13 6 6 6 8 8 8 uit reserve 132 131 26 26 uit reserve 64 6 21 33 uit reserve
0
147
304
423
Pagina 140 van 185
E
Verbonden partijen
Inleiding Om aan de vele gemeentelijke taken uitvoering te kunnen geven, hebben we onze organisatie daarvan adequaat ingericht. Veel taken worden door de ambtelijke organisatie van de gemeente Soest zelf uitgevoerd. Om de meer complexe problemen effectief en efficiënt aan te kunnen pakken, is het steeds meer van belang om hierin met anderen samen te werken. Gemeenten worden dan ook steeds meer onderdeel van ketens en netwerken. Bij een interactieve aanpak kunnen uiteenlopende samenwerkingsvormen bestaan, waarbij de wisselwerking tussen betrokken partijen kansen biedt op bijvoorbeeld draagvlak, het versterken van wederzijds begrip en betekenisvolle wederkerige verbindingen met de Soester inwoners, ondernemers, organisaties en professionals. Maar ook kansen om andere partijen te laten investeren in een gemeenschappelijke aanpak van een probleem. Doelstelling: samenwerken om adequaat en efficiënt gemeentelijke taken te kunnen uitvoeren Wij vinden het als gemeente belangrijk om samen te werken als daarmee het efficiënt en het kwalitatief uitvoeren van taken en het realiseren van beoogde resultaten beter is gediend. We kiezen daarbij de meest optimale samenwerkingsvorm om ervoor te zorgen dat we als opdrachtgevende gemeente grip op het samenwerkingsverband houden. Daarbij is het binnen de verschillende samenwerkingsverbanden belangrijk dat de raad in het voortraject van beleidsontwikkeling zijn kaderstellende rol kan uitvoeren. Een voorbeeld van een intensieve regionale samenwerking op verschillende (beleid)thema’s is de samenwerking binnen de Regio Amersfoort. Binnen het samenwerkingsverband Regio Amersfoort, wordt samengewerkt rondom verschillende pijlers, zoals Economische Zaken, Recreatie en Toerisme, Ruimte en Wonen, Verkeer en Vervoer en Sociaal Domein. Vanuit het samenwerkingsverband wordt, in samenspraak met de besturen van alle deelnemende gemeenten, een strategische agenda 2015-2018 voor de regio Amersfoort opgesteld. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang houdt in dat de gemeente op enige wijze zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen ter beschikking heeft gesteld, die ze kwijt is in geval van faillissement van de participatie. Ook heeft de gemeente een financieel belang als financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente. Uiteraard blijft Soest beleidsmatige- en financiële verantwoordelijkheden houden ten aanzien van deze partijen. Paragraaf E Verbonden Partijen is, op basis van de door de raad vastgestelde visie op samenwerking en het handboek Verbonden partijen, aangepast. Doel van deze aanpassing was om meer inzicht en grip te kunnen verkrijgen over de ontwikkelingen die binnen de diverse verbonden partijen spelen. Van belang is een actueel beeld te geven en belangrijke ontwikkelingen rondom de verbonden partij in de paragraaf op te nemen. Deze paragraaf biedt de raad handvatten om grip te houden op de diverse Verbonden Partijen van de gemeente Soest. Naast de doelstellingen en het bestuurlijk belang worden ook het financieel belang en de risico’s uiteengezet in het format. Periodieke evaluatie Zoals in de strategische visie is opgenomen vindt een periodieke evaluatie van de bestaande samenwerkingsverbanden plaats. Hiervoor wordt in samenwerking met de betreffende afdelingen een concept evaluatieagenda opgesteld, waarin de te evalueren samenwerkingsverbanden voor de komende periode worden opgenomen in de planning van de doelmatigheid-/doeltreffendheidsonderzoeken. Deze planning wordt aan de raad voorgesteld. Na vaststelling door de raad gaat de ambtelijke organisatie hiermee de komende periode aan de slag.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 141 van 185
Bezuinigingstaakstelling gemeenschappelijke regelingen Eind september 2014 heeft het college van Soest besloten het initiatief te nemen naar de Utrechtse gemeenten om voor te stellen gezamenlijk te participeren in een bezuinigingstraject om een taakstellende bezuiniging van 5% bij de gemeenschappelijke regelingen neer te leggen. Op basis hiervan is begin oktober 2014, namens het college, een brief verstuurd naar alle Utrechtse gemeenten, waarin is gevraagd om gezamenlijk een taakstelling van 5% op de begroting, aan diverse gemeenschappelijke regelingen op te dragen en aan Soest te laten weten hoe de betreffende gemeente hierin staat. De verbonden partijen waarin Soest participeert hebben hiervan een afschrift ontvangen. Op basis van de exercitie die heeft plaatsgevonden, blijkt dat er te weinig animo bij de Utrechtse gemeenten is om gezamenlijk een bezuinigingstraject op te starten. Een belangrijke reden die hierin wordt genoemd is dat verschillende verbonden partijen al druk bezig zijn met het realiseren van taakstellingen en bereiken van efficiency. En via het algemeen bestuur (AB) van de gemeenschappelijke regelingen sturing op de financiële kan plaatsvindt. Ook de ontwikkeling vanuit bestuur en raad om meer grip en sturing te krijgen op de verbonden partijen heeft hiertoe bijgedragen. Op basis hiervan heeft het college besloten om via de AB’ s van de gemeenschappelijke regelingen waar Soest in participeert dit onderwerp via de rondvraag ter sprake te brengen. Dit heeft in de afgelopen periode plaatsgevonden. Manifest Raden Op 19 november 2014 hebben vertegenwoordigers van tien gemeenteraden uit de provincie Utrecht, waaronder de gemeenteraad van Soest, het manifest verbonden partijen ondertekend: Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest, Woudenberg, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug en Zeist. Daarnaast is aan de andere gemeenten in de provincie Utrecht per brief gevraagd het manifest te ondersteunen. Het manifest is ook toegezonden aan de besturen van verbonden partijen van de gemeenten die het manifest ondertekend hebben. Aan hen wordt gevraagd:
-
de gemeenteraden voldoende tijd te geven voor de bespreking van financiële documenten (bij voorkeur de termijnen volgens de afgesproken procedure) en dit vast te leggen in de gemeenschappelijke regeling;
-
politiek relevante beleidsplannen in een vroeg stadium - via het college van B en W - voor te leggen aan de gemeenteraden;
-
gegevens te verstrekken ten behoeve van de periodieke evaluatie.
Naast de verbonden partijen waar Soest aan deelneemt, onderscheiden we ook een andere vorm; regionale samenwerking op basis van een convenant. Deze samenwerkingsvorm is hieronder weergegeven. 1. Regio Agenda Regio Amersfoort Vestigingsplaats n.v.t. Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Het Bestuursconvenant Regio Amersfoort staat voor de samenwerking met en tussen gemeenten én voor de behartiging van onze regionale belangen. In de regio Amersfoort wordt door de gemeenten gewerkt aan een gezamenlijke toekomst. De onderwerpen zijn vaak gemeentegrens overstijgend, zoals Verkeer en Vervoer, Recreatie en Toerisme, Economische Zaken, Ruimte en Wonen en het Sociaal Domein. Het doel van dit samenwerkingsverband is om op een duurzame en effectieve manier strategisch samen te werken aan oplossingen voor regionale vraagstukken. Dit gebeurt door concrete resultaten te boeken voor de deelnemende gemeenten en partners. Ons doel is bijdragen te leveren aan de versterking van Regio Amersfoort als unieke plek om te wonen, werken en te leven. Programma/paragraaf De strategische agenda loopt door verschillende programma’s en paragrafen heen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 142 van 185
Deelnemende partijen De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest, Woudenberg en op onderdelen ook Barneveld en/of Nijkerk Bestuurlijk belang Op 18 december 2008 heeft de raad ingestemd om de samenwerking binnen het gewest Eemland anders in te vullen. De belangrijkste verandering is splitsing van de bestuurlijke samenwerking en de uitvoering. Met de vernieuwde bestuurlijke regionale samenwerking is bewust gekozen om een gemeenschappelijke regeling los te laten. Gekozen is om te werken met een bestuursconvenant en per project bestuursopdrachten. Voor de periode 2015-2018 wordt in samenwerking met de raden en bestuurders een strategische agenda opgesteld. De aansturing van de samenwerking gebeurt door twee regiegroepen: -
een bestuurlijke regiegroep, bestaande uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten
-
en een ambtelijke regiegroep (ARG), gevormd door de gemeentesecretarissen; deelnemer vanuit
(BORA); deelnemer vanuit Soest: portefeuillehouder Samenwerking, R.T. Metz Soest: gemeentesecretaris A.R. Veenstra Financieel belang Het regio bureau wordt bekostigd uit een voor de deelnemende gemeenten te betalen vaste geïndexeerde bijdrage gebaseerd op het inwoneraantal. Dit bedrag wordt jaarlijks op voorstel van de ARG vastgesteld. Financiële informatie 01-01-2014
31-12-2014
> Eigen vermogen
n.v.t.
n.v.t.
> Vreemd vermogen
n.v.t.
n.v.t.
> Financieel resultaat 2013
Niet van toepassing
> Bestemming resultaat 2013
Niet van toepassing
Risico’s n.v.t. (Beleids)ontwikkelingen Er wordt gewerkt aan een nieuwe strategische agenda Regio Amersfoort 2015-2018. Deze agenda is tot stand gekomen op basis van een evaluatie van de samenwerking in de periode 2009-2014 en een ronde langs de raden, waarin interactief is geïnventariseerd binnen welke thema’s intensiever wordt samengewerkt. De komende jaren wordt er aan de hand van deze strategische agenda binnen de verschillende pijlers gewerkt aan de vastgestelde doelstellingen en acties. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) n.v.t.
Gemeenschappelijke regelingen 1. Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht Vestigingsplaats Utrecht Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Sinds 1 juli 2014 is de RUD Utrecht operationeel. De Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht voert voor 11 gemeenten en de provincie Utrecht alle taken uit op het gebied van milieuvergunningverlening en handhaving, alsmede advisering met betrekking tot o.a. geluid, zonebeheer, RO en crisisbeheersing. Verdere uitbesteding van taken bij de RUD Utrecht (zoals andere WABO-taken dan milieu, archeologie, welstand en bouwfysica) is vooralsnog niet aan de orde. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder een verstrekt ruim mandaat aan de directeur van de RUD Utrecht en overeenkomstig een gesloten dienstverleningsovereenkomst. Programma/paragraaf 4 – Natuur en Milieu
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 143 van 185
Deelnemende partijen Naast de provincie Utrecht de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Nieuwegein, Soest, Utrecht en Woudenberg. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het Algemeen Bestuur van de RUD. Voor Soest is dat portefeuillehouder mevr. J.G.S. Pijnenborg. Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van een gesloten dienstverleningsovereenkomst. Deze bijdrage bedraagt voor 2016: € 461.200. Financiële informatie RUD > Eigen vermogen > Vreemd vermogen
01-01-2014 (*)
31-12-2014
n.v.t. n.v.t.
€ 717.776 € 4.793.328
> Financieel resultaat 2014
€ 717.776 positief
> Bestemming resultaat 2014
Extra inspanning om 100% van de DVO ’s in 2016 te behalen Extra inzet /deskundigheid voor implementatie nieuwe ICT-systemen Volgen noodzakelijke of uitgestelde opleidingen
(*) De RUD is 1-7-2014 opgericht. Risico’s De vorming van de RUD is de meest effectieve manier om te voldoen aan eisen die het ministerie aan milieusamenwerking stelt. Inverdieneffecten zijn mogelijk, maar zeker in de opstartfase is het werken binnen de huidige financiële kaders een realistisch uitgangspunt. Het risico is daarin gelegen dat de grip op gemeenschappelijke regelingen per definitie beperkt is. Daarnaast is door mogelijke opstartproblemen van de RUD Utrecht risico aanwezig dat kwantitatieve aantallen controles en afhandelingen van meldingen en vergunningaanvragen niet gehaald kunnen worden. Vanaf 2017 geldt er een andere financieringsytematiek. Er wordt dan niet langer afgerekend op basis van de huidige lumpsumfinanciering, maar op basis van de daadwerkelijk afgenomen producten en een productenboek. Gelet op het geraamde begrotingsoverschot in de begroting 2016 van de RUD Utrecht over de periode vanaf 2017 is het mogelijk dat onze gemeentelijke bijdrage vermindert. Nieuwe afspraken worden gemaakt in de Kadernota RUD Utrecht 2017. In een worst-case scenario wordt een negatief effect van € 25.000 vanaf 2017 ingeschat. (Beleids)ontwikkelingen De RUD Utrecht stelt jaarlijks een Handhavingsuitvoeringsprogramma op ten behoeve van Soest en 6 andere regiogemeenten. Daarmee stelt de RUD het Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving niet voor alle 11 partners op. Een aantal deelnemers heeft in de betreffende DVO’s aangegeven dat voor hen de eigen uitvoeringsplannen van toepassing blijven. In het kader van de nieuwe DVO ’s per 1 januari 2017 wordt geïnventariseerd of harmonisatie en meer uniformiteit in de handhavingsuitvoeringsprogramma's van de deelnemers tot de mogelijkheden behoort. Hiernaast heeft de RUD Utrecht voor alle deelnemers een leidraad opgesteld met betrekking tot de implementatie van de Landelijke handhavingsstrategie (LHS). De LHS is een gezamenlijk product van het Openbaar Ministerie (OM), Interprovinciaal overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Unie van Waterschappen (UvW), het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (I-SZW), de Nationale Politie en de vereniging van omgevingsdiensten (OmgevingsdienstNL). De LHS is ontwikkeld om een instrument te creëren voor alle overheden om eenduidig te interveniëren naar aanleiding van geconstateerde overtredingen van met name milieuregelgeving. Beschreven wordt onder andere wie in welke gevallen intervenieert: een uitvoeringsorganisatie (namens gemeente of provincie) of het openbaar ministerie.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 144 van 185
Het college heeft besloten de LHS te implementeren als beleid en om de strategie conform de bijbehorende leidraad toe te laten passen door de RUD Utrecht vanaf 1 oktober 2015 voor zover het wetgeving betreft die is ondergebracht bij de RUD Utrecht. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) N.v.t. 2. Gewestelijke Gezondheidsdienst Midden-Nederland (GGD MN) Vestigingsplaats Zeist Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De GGD regio Utrecht voert alle taken voortkomend uit de Wet Publieke Gezondheid (WPG) voor de gemeente uit, waarbij de focus ligt op de collectieve aspecten van de gezondheid. De missie van de GGD regio Utrecht is ‘het bevorderen en beschermen van de gezondheid en gelijke kansen op gezondheid voor de bevolking in regio Midden-Nederland’. Hiertoe richt de GGD zich op de volgende doelstellingen: -
het bewaken en bevorderen van de gezondheid van alle inwoners in het werkgebied door onderzoek, voorlichting, advies en gezondheidsprogramma’s. Hierdoor kan gezondheidswinst gerealiseerd en geconsolideerd worden;
-
een expertise- en uitvoeringsorganisatie zijn voor de gemeenten, gericht op preventie, acuut
-
het bieden van preventie- en vangnetzorg en/of het bemiddelen tussen aanbieders en afnemers
optreden, toegang tot zorgcoördinatie, signaleren en smeden van ketens; van zorg waar dit uit een oogpunt van openbaar belang noodzakelijk is. Programma/paragraaf 7 – Zorg en Welzijn Deelnemende partijen Alle gemeenten in de provincie Utrecht Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het Algemeen Bestuur van de GGD. Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur namens Soest: portefeuillehouder P.A. van der Torre. Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van een inwonerbijdrage. Deze bedraagt in 2016 € 531.768 (€ 11,689 X 45.493 inwoners) voor de basistaken. Voor het maatwerk gaat het om een bedrag van € 764.802. Financiële informatie GGD > Eigen vermogen > Vreemd vermogen > Financieel resultaat 2014 > Bestemming resultaat 2014
01-01-2014
31-12-2014
€ 2.575.683
€ 3.212.195
€ 7.268.383
€ 7.466.977
€ 1.278.511 positief Een groot deel van het resultaat zal bestemd worden voor de versterking van de bedrijfsvoering, in elk geval in 2016 en 2017.
Risico’s (Beleids)ontwikkelingen De GGDrU heeft voor 2016 voor de eerste keer een kadernota opgesteld. Hierin is een visie op de dienstverlening van de GGDrU gegeven. Deze kadernota 2016 schetst de belangrijkste ontwikkelingen voor gemeenten en de GGDrU op het gebied van publieke gezondheid, veranderende wetgeving en de gevolgen hiervan voor de begroting 2016. Aan de hand van de thema’s Algemene Publieke Gezondheid, Jeugdgezondheidszorg, Bedrijfsvoering en Projecten en bijzondere activiteiten wordt ingegaan op het takenpakket van de GGDrU. Een kadernota is formeel niet opgenomen in de gemeenschappelijke regeling. Toch wilde het algemeen bestuur van de GGDrU de gemeenteraden de mogelijkheid bieden om een zienswijze in te dienen, zodat de raden invloed konden uitoefenen bij het tot stand komen van het beleid.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 145 van 185
In de kadernota 2016 is terecht veel aandacht geschonken aan de ontwikkelingen in het Sociaal Domein en de rol die de GGDrU daarbij kan spelen op het gebied van preventie, signalering en stimulering van de eigen kracht. Dit vraagt om een vernieuwende werkwijze, verbinden en een nauwe samenwerking op lokaal niveau. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen. 3. Stichting Eem-Vallei Educatief Vestigingsplaats Barneveld (met ingang van eind 2014 Amersfoort) Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De stichting voor openbaar primair onderwijs Eem-Vallei Educatief (STEV) is het bevoegd gezag van de openbare basisscholen in de gemeenten Baarn, Barneveld, Bunschoten, Nijkerk, Scherpenzeel, Soest en Woudenberg. De gemeenteraden van deze gemeenten hebben op 1 januari 2005 het bestuur van de openbare scholen in hun gemeenten overgedragen aan het bestuur van de stichting. Het bestuur maakt sinds 1 januari 2005 geen deel meer uit van de gemeentelijke organisatie en is ook vermogensrechtelijk gescheiden van de gemeente. Via notariële akte is de overdracht geregeld van gebouwen/terreinen. De portefeuillehouders onderwijs nemen zitting in het toezichtorgaan de Regioraad. Programma/paragraaf 6 - Onderwijs Deelnemende partijen De gemeenten Baarn, Barneveld, Bunschoten, Nijkerk, Scherpenzeel, Soest en Woudenberg. Bestuurlijk belang Bij de verzelfstandiging van openbaar primair onderwijs behouden de gemeentebesturen op grond van de Wet op het primair onderwijs een aantal bevoegdheden. Om de deelnemende gemeenten goed en tijdig te kunnen informeren kent de stichting de Regioraad. Dit is een afstemmingsoverleg, waarin de wethouders van onderwijs zitting hebben en overleg voeren met het dagelijks bestuur van de stichting. Vertegenwoordiging in de Regioraad: portefeuillehouder J.L. van Berkel-Vissers. Financieel belang n.v.t. Financiële informatie > Eigen vermogen > Vreemd vermogen
01-01-2014
31-12-2014
€ 2.563.018
€ 2.652.654
€ 2.198.198
€ 1.889.310
> Financieel resultaat 2014
€ 89.636 positief
> Bestemming resultaat 2014
Het nettoresultaat zal worden toegevoegd aan de reserve.
Risico’s (Beleids)ontwikkelingen Sinds 1 januari 2015 is de decentralisatie van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen een feit. De financiële middelen voor het onderhoud, die vorig jaar nog vanuit het gemeentefonds naar de gemeenten gingen, komen nu voor een deel rechtstreeks naar de schoolbesturen, gekoppeld aan de verantwoordelijkheid voor het volledige onderhoud. De wetgeving impliceert een koude overdracht, d.w.z. alleen de onderhoudsplicht wordt overgedragen maar er komen geen financiële middelen mee in het kader van de overdracht van een voorziening onderhoud. Wel krijgen de besturen vanaf 01-01-2015 een extra bedrag per leerling in de materiële rijksvergoeding. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 146 van 185
4. Reinigingsbedrijf Midden-Nederland (RMN) Vestigingsplaats Soest (Lange Brinkweg) Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De doelstelling van RMN is op een milieuvriendelijke én efficiënte wijze diensten voor de deelnemende gemeenten uitvoeren (op basis van een dienstverleningsovereenkomst). Dit zijn: -
afvalinzameling;
-
straatreiniging (vegen/onkruidbestrijding);
-
kolkenreiniging;
-
gladheidbestrijding;
-
ongediertebestrijding.
Programma/paragraaf 4 – Natuur en Milieu Deelnemende partijen De gemeenten Baarn, IJsselstein, Nieuwegein, Soest en Zeist. Bestuurlijk belang De deelnemende gemeenten zijn eigenaar van RMN. Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het bestuur van het RMN. Vertegenwoordiging in het bestuur (voorzitter) namens Soest: portefeuillehouder M.J. Adriani. Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van hoeveelheid afgevoerde afvalstoffen (zie AVU), inzamelkosten en overige directe en indirecte kosten. De bijdrage bedraagt in 2016 € 3.871.000. In 2014 en 2015 (raming) bedroeg de bijdrage € 3.971.000 en € 3.795.000. Financiële informatie RMN 01-01-2014
31-12-2014
> Eigen vermogen
€ 1.651.000
€ 2.319.300
> Vreemd vermogen
€ 4.070.000
€ 3.830.000
> Financieel resultaat 2014
Het bedrijfsresultaat 2014 bedraagt € 939.600. D.w.z. het resultaat na afrekening van de dienstverleningsovereenkomst taken met de individuele gemeenten.
> Bestemming resultaat 2014
€ 31.900 reserve eigen risico € 907.700 naar rato van omzet uitkeren aan gemeenten (voor Soest € 194.500 bestemming egalisatiereserve afvalstoffenheffingen)
Risico’s RMN onderscheidt externe risico’s van interne risico’s. De externe risico’s zijn: wijziging in externe wet- en regelgeving (arbo, cao, milieu), uittreden deelnemende gemeenten, wijziging dienstverleningsovereenkomsten, rentebeleid overheid, weer (gladheid, sneeuw, vorst), natuurrampen, stakingen, internationale conflicten, conjunctuur, arbeidsmarkt, wereldhandel, vergrijzing. De interne risico’s zijn: brand, milieuschade, bedrijfsongevallen, fraude en diefstal, gesubsidieerde medewerkers, immobiliteit en leeftijdsopbouw personeel, frequent en langdurig ziekteverzuim en onderbezetting werkplaats. (Beleids)ontwikkelingen RMN heeft een gewenste ontwikkelrichting voor de periode 2014-2018 gemaakt. Deze nieuwe gewenste ontwikkelrichting kent drie hoofdpunten: 1.
Versteviging van de huidige organisatie;
2.
Passende schaalvergroting (streven naar bedrijfseconomisch optimum);
3.
Aanbieden van BOR-taken onder duidelijke randvoorwaarden..
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 147 van 185
De gewenste ontwikkelrichting is ter consultatie met uw raad besproken. Uitwerkingen van de gewenste ontwikkelrichting kunnen ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Concreet betreft dat het toetredingsverzoek van de gemeente Bunnik om per 1-1-2016 tot RMN toe te treden en de aanpassingen van de gemeenschappelijke regeling om aan de deelnemers BOR-taken te kunnen aanbieden. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Streven is om in 2015 dit samenwerkingsverband te evalueren, dit maakt onderdeel uit van het onderzoeksplan doelmatigheid en doeltreffendheid. 5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Vestigingsplaats Soest (in het kantoor van RMN aan de Lange Brinkweg) Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De AVU is verantwoordelijk voor de regie, coördinatie en organisatie van het transport en de bewerking en verwerking van het huishoudelijk afval. Alle gemeenten hebben aan de AVU de taak overgedragen voor het afsluiten van verwerkingscontracten voor de grootste stromen afval. Programma/paragraaf 4 – Natuur en Milieu Deelnemende partijen Alle Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het Algemeen Bestuur van de AVU. Vanuit het Algemeen bestuur wordt een dagelijks bestuur geformeerd. Vertegenwoordiging namens Soest: -
in het algemeen bestuur: portefeuillehouder M.J. Adriani
-
in het dagelijks bestuur: portefeuillehouder M.J. Adriani
Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van de hoeveelheid afgevoerde afvalstoffen die onder contracten vallen welke door de AVU zijn afgesloten. Deze bijdrage is voor 2016 geraamd op € 938.751. In 2014 en 2015 (raming) bedroeg de bijdrage respectievelijk € 824.425 en € 868.243. De stijging van de bijdrage in 2016 t.o.v. 2015 valt te verklaren door de invoering (per 1-1-2015) van de verbrandingsbelasting op restafval. Voor 2015 is een begrotingswijziging in procedure gebracht. Financiële informatie AVU > Eigen vermogen > Vreemd vermogen > Financieel resultaat 2014 > Bestemming resultaat 2014
01-01-2014
31-12-2014
€ 329.921
€ 184.816
€ 142.061
€ 155.890
€ 135.519 positief Wordt verrekend met gemeenten die papier- en glasbakken huren van de AVU (gemeente Soest huurt geen papierbakken en een enkele glasbak van de AVU)
Risico’s Voor de afvalverwijdering zijn meerjarige contracten afgesloten. Tot en met 2018 zijn hierbij geen risico’s te verwachten. De AVU kent een zeer beperkte personeelsbezetting (5 fte). Uitval van één van de medewerkers is direct merkbaar binnen en buiten de organisatie. De volgende risico’s zijn actueel: -
renterisico van de vlottende schuld;
-
kredietrisico van de verstrekte gelden;
-
debiteurenrisico met betrekking tot de achtergestelde lening aan de NV ROVA Holding;
-
investeringsrisico inzake de deelnemingen in de NV ROVA Holding en de BV Afvaloverslag.
(Beleids)ontwikkelingen Er spelen twee belangrijke ontwikkelingen binnen de AVU. De eerste gaat over een nieuw contract voor een op- en overslagstation voor de regio Utrecht. Eerder werd gedacht een dergelijk op- en overslagstation in eigen beheer te willen hebben. Na onderzoeken blijkt het toch beter te zijn om een op–
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 148 van 185
en overslagstation op de markt te zetten en daarvoor een aanbesteding te doen. Daarnaast moet de tekst van de gemeenschappelijke regeling AVU worden aangepast aan de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen. De inhoudelijke betekenissen van de aanpassingen worden nu onderzocht. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen.
6. Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Vestigingsplaats Utrecht Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Op 1 januari 2010 is de nieuwe Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht van kracht geworden. Deze collegeregeling heeft tot doel om de geregionaliseerde brandweerorganisatie als onderdeel van de nieuwe VRU formeel te verankeren en de taken van de Veiligheidsregio in overeenstemming te brengen met de Wet veiligheidsregio’s. De VRU behartigt de belangen van de gemeenten op de volgende terreinen: -
de brandweerzorg;
-
de organisatie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen;
-
de rampenbestrijding en crisisbeheersing;
-
het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer.
Daarnaast heeft de VRU de zorg voor: -
een adequate samenwerking met politie Utrecht en de meldkamer ambulancezorg ten aanzien van onder meer de gemeenschappelijke meldkamer;
-
een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Programma/paragraaf 1 – Veiligheid Deelnemende partijen De 26 gemeenten van de provincie Utrecht. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het algemeen bestuur van de VRU. Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur namens Soest: portefeuillehouder R.T. Metz. Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van een inwonerbijdrage. Deze bedraagt in 2015 (na eerste begrotingswijziging VRU) € 2.460.653. In 2013 en 2014 bedroeg de inwonerbijdrage € 2.498.306 en € 2.486.067 Financiële informatie VRU > Eigen vermogen > Vreemd vermogen
01-01-2014
31-12-2014
€ 2.123.000
€ 3.703.000
€ 49.777.000
€ 45.014.000
> Financieel resultaat 2014
€ 1.705.000
> Bestemming resultaat 2014
Van het financieel resultaat wordt na toevoeging van vrijvallende reserves (€ 688.000) € 2,4 mln terugbetaald aan de deelnemende gemeenten (aandeel Soest € 85.000).
Risico’s De financieringsstructuur is bij besluit van het algemeen bestuur (na consultatie gemeenteraden) per 1 januari 2015 gewijzigd. De financiering vindt plaats op basis van de ijkpuntscores gemeentefonds. Soest was zogenaamde voordeelgemeente. Op dit moment vindt discussie plaats over de herijking van het gemeentefonds en wijziging Brede doeluitkering (Bdur). Bestuurlijk uitgangspunt VRU is dat gemeenten in ieder geval niet meer gaan betalen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 149 van 185
(Beleids)ontwikkelingen De VRU heeft op 4 juli 2014 het nieuwe dekkingsplan brandweer (met de titel ‘veiligheidszorg op maat’) vastgesteld. Mensen en materieel worden ingezet op basis van een (regionale) risicoanalyse, een (regionale) integrale benadering van veiligheid en een bestuurlijke kosten-batenafweging. Momenteel wordt bestuurlijk discussie gevoerd over het beheer en eigendom van de kazernes. Besluitvorming daarover wordt in het najaar van 2015 verwacht. Wel is bestuurlijk afgesproken dat de gemeenten, die eigenaar zijn van posten en waarvan het onderhoudsniveau niet voldoet aan een gewenst minimumniveau, het ‘been bijtrekken’ voor 1 januari 2016. Voor Soest betekent dit dat er gewerkt wordt aan de verplaatsing van de nevenpost van de Nijverheidsweg naar een post in het Politiebureau (Raadhuisplein in Soest). Daarmee worden de aanrijtijden verbeterd en wordt ook het gewenste onderhoudsniveau gerealiseerd. Daarnaast wordt er nog een aanpassing voorzien aan de hoofdpost met betrekking tot de kleedruimte. Per jaar worden door de VRU met de gemeente(n) afspraken gemaakt over het basistakenpakket en eventuele extra taken die de VRU voor de gemeente uitvoert. Deze zogenaamde taakuitvoeringsovereenkomst is voor Soest inmiddels getekend. De voorbereidingen voor het nieuwe beleidsplan VRU (periode 2016 – 2019) zijn opgestart. Uitgangspunt voor het beleidsplan is het Regionaal Risico Profiel. Het beleidsplan VRU zal, mede gelet op bezuinigingen, beperkt zijn qua nieuwe ambities en vooral de ingezette ontwikkelingen nader beschrijven en duiden. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen 7. GR Samenwerking Werk en Inkomen Baarn, Bunschoten en Soest Vestigingsplaats Soest Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Uitvoering van de primaire en secundaire processen van de wet- en regelgeving Werk en Inkomen, het minimabeleid en de bijzondere bijstand. Dat betekent het bieden van bestaanszekerheid aan inwoners met een inkomen beneden het minimum niveau, ondersteuning bieden aan inwoners die door bijzondere bestaanskosten onder dat minimum (dreigen te) raken en het begeleiden van mensen naar werk. Programma/paragraaf 7 – Zorg en Welzijn. Deelnemende partijen De gemeenten Baarn, Bunschoten en Soest. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het bestuur van deze lichte gemeenschappelijke regeling. Vertegenwoordiging in het bestuur namens Soest: portefeuillehouder Sociale Zaken, P.A. van der Torre Financieel belang Sinds 2004 is de gemeente voor 100% zelf financieel verantwoordelijk voor de bijstandsuitgaven. De ontwikkeling van de bijstandsuitgaven is daarmee voor eigen risico van gemeenten. Daarnaast is de aanpassing van het macrobudget door de landelijke ontwikkeling van de bijstandsuitgaven of wijzigingen in de verdeelsystematiek een risicofactor. In 2015 is gestart met een nieuwe verdeelsystematiek door het Rijk welke voor Soest grote financiële consequenties heeft. Dit model wordt nog verbeterd in 2016. Financiële informatie BBS > Eigen vermogen > Vreemd vermogen > Financieel resultaat 2013 > Bestemming resultaat 2013
01-01-2014
31-12-2014
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€ 0 (zie ook toelichting hierna) Niet van toepassing; BBS is een lichte Gemeenschappelijke Regeling en heeft geen Eigen of Vreemd vermogen. Daarom is er een resultaat van nul en geen sprake van resultaatbestemming.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 150 van 185
Risico’s Vanwege het nieuwe verdeelmodel is voor in ieder geval 2015 een tijdelijke vangnetregeling getroffen. Deze kent waarschijnlijk een eigen risico van 7,5% en kan in 2016 worden aangevraagd. Zie ook de risicoparagraaf onder programma 7. (Beleids)ontwikkelingen Op basis van de integratie van Werk en Inkomen is de gemeenschappelijke regeling sociale dienst BBS aangepast in de GR samenwerking Werk en Inkomen BBS, per 1 juli 2014 is de vernieuwde GR inwerking getreden. Deze nieuwe uitvoeringsorganisatie voert de Participatiewet uit vanaf 1 januari 2015. In programma 7 (van hoofdstuk 3) leest u meer over deze en andere beleidsmatige ontwikkelingen en risico’s. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) In de ronde behandeling op 6 februari 2014 is afgesproken de GR Samenwerking Werk en Inkomen in 2016 te evalueren, dit wordt in het onderzoeksplan doelmatigheid en doeltreffendheid opgenomen. 8. Regionale Sociale Werkvoorzieningsschap Amersfoort e.o. (RWA) Vestigingsplaats Amersfoort Doel en openbaar belang dat wordt behartigd RWA voerde tot 1 januari 2015 de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit in onze regio. Met de komst van de Participatiewet is de Wsw verdwenen voor wat betreft nieuwe instroom. In 2015 is om deze reden een visietraject in alle RWA gemeenten gestart; ook bedoeld om de financiële risico’s voor de toekomst beheersbaar te houden. Het doel van de gemeenschappelijke regeling is het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de bestaande cliënten met een cao-SW dienstverband Dit betreft enerzijds een maatschappelijk belang waarbij mensontwikkeling centraal staat en anderzijds een financieel belang van een positief exploitatieresultaat. De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling zijn tevens aandeelhouder van Amfors Holding BV. De werkmaatschappijen van Amfors BV verlenen diensten op het gebied van onder meer groenonderhoud, drukwerk, postbezorging en schoonmaak. Tussen het RWA en Amfors BV is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Het doel van de samenwerking is te zorgen dat het werkgelegenheidsbeleid van het RWA door inschakeling van Amfors BV wordt bevorderd. Amfors BV is verplicht eventuele bij het RWA ontstane exploitatietekorten aan te zuiveren voor zover het eigen vermogen van Amfors BV boven een bepaald niveau blijft. Met de komst van nieuwe strategische keuzes is het mogelijk en waarschijnlijk dat in deze vorm van governance een verandering optreedt in 2016. Programma/paragraaf 7 – Zorg en Welzijn. Deelnemende partijen De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Soest en Woudenberg. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het algemeen bestuur en een lid voor de algemene vergadering van aandeelhouders. Vertegenwoordiging namens Soest: -
in het algemeen bestuur: portefeuillehouder Sociale Zaken, P.A. van der Torre
-
in de algemene vergadering van aandeelhouders: portefeuillehouder Financiën, M.J. Adriani.
Financieel belang Vanaf 1 januari 2015 gaat de rijkssubsidie voor de (oude) Wsw op in de integratie-uitkering sociaal domein en kennen we als RWA gemeenten geen aparte Wsw taakstelling meer, maar de brede opdracht om inwoners te ondersteunen in het meedoen naar vermogen, via werk of anderszins.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 151 van 185
Financiële informatie RWA 31-12-2013
31-12-2014
€0
€0
> Eigen vermogen RWA > Eigen vermogen Amfors Holding > Vreemd vermogen RWA > Vreemd vermogen Amfors Holding > Financieel resultaat 2014 RWA > Bestemming resultaat 2014
€ 2.913.000
€ 2.500.000
€ 15.073.000 € 3.888.943
€ 15.073.000 € 3.425
€ 3.425.000 negatief Een deel van het negatieve resultaat wordt aangezuiverd door Amfors (€ 1.684.000). Het resterende negatieve resultaat (€1.741.000) in het RWA wordt aangezuiverd door de participerende gemeenten (aandeel Soest à € 226.200).
Risico’s In haar bedrijfsplan 2012 – 2015 heeft Amfors haar beheersmaatregelen uiteen gezet om grip te houden op de risico’s in de Wsw. Zie ook de risicoparagraaf onder programma 7. In 2016 zal een nieuw bedrijfsplan worden uitgevoerd, gebaseerd op de uitkomst van het strategische keuzes uit 2015. (Beleids)ontwikkelingen Per 2015 houdt de Wsw op te bestaan omdat dan de Participatiewet in werking treedt. Er blijft wel een groep voor wie een beschutte werkomgeving nodig blijft. De ambitie is dat dit slechts een derde van de huidige doelgroep betreft. In programma 7 (van hoofdstuk 3) wordt aandacht besteed aan deze en andere relevante beleidsmatige ontwikkelingen en risico’s. Sinds 2012 hebben de deelnemende gemeenten een Prestatieovereenkomst met Amfors. Hierin worden financiële en sociale doelstellingen vastgelegd. De kwartaalberichten van Amfors geven de resultaten hiervan weer. Deze kwartaalberichten worden via de portefeuillehouder doorgegeven en toegelicht aan de gemeenteraad. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen. 9. Regionale ICT Dienst (RID) Utrecht Vestigingsplaats Doorn Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Het in het samenwerkingsgebied verlenen van ICT-diensten: het beheren van de ICT-infrastructuur en de (mobiele) telefonie, het verzorgen het technisch applicatiebeheer en het ondersteunen van de eindgebruikers in het dagelijks gebruik van de ICT. Programma/paragraaf Paragraaf C - Bedrijfsvoering. Deelnemende partijen De gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede en de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het Bestuur van de RID Utrecht. Vertegenwoordiging namens Soest: -
in het algemeen bestuur: portefeuillehouder R.T. Metz
Financieel belang De gemeente draagt financieel bij op basis van aantal werkplekken en accounts. Deze bijdrage bedraagt in 2016 € 934.891. In 2014 was dit € 781.000 en in 2015 € 934.891. De bijdrage is de afgelopen jaren toegenomen met de groei van het aantal gemeenschappelijke voorzieningen dat de RID in beheer heeft.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 152 van 185
Financiële informatie RID > Eigen vermogen > Vreemd vermogen
01-01-2014
31-12-2014
€6.614 € 6.371.879
€23.977 € 8.247.786
> Financieel resultaat 2014
€ 17.363
> Bestemming resultaat 2014
€ 17.363 wordt gestort in de algemene reserve
Risico’s De RID Utrecht is gestart per 1-7-2012 en is nog in opbouw. Tot eind 2015 worden de aparte ICTomgevingen van de deelnemende organisaties gemigreerd naar één standaard ICT-infrastructuur. In de begroting van de RID Utrecht is hierin voorzien. Om in deze overgangssituatie de continuïteit en beschikbaarheid te kunnen garanderen zouden onvoorziene, extra beheerlasten kunnen ontstaan. (Beleids)ontwikkelingen Op dit moment concentreert de RID Utrecht zich op beheer en ontwikkeling van de ICT-infrastructuur (incl. (mobiele) telefonie), technisch applicatiebeheer en ondersteuning van eindgebruikers. In de toekomst zijn kwaliteitsverbetering en efficiencyvoordeel te behalen door de applicaties bij de deelnemende organisaties te harmoniseren en nieuwe ontwikkelingen, zoals de implementatie van de Basisregistratie Personen gezamenlijk op te pakken. Waar mogelijk wordt hiertoe het initiatief genomen. Periodieke evaluatie (vierjaarlijks) Nog nader te bepalen.
Financiële deelnemingen 10.
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Vestigingsplaats Den Haag Doel en openbaar belang dat wordt behartigd De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), opgericht in 1914, is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG duurzaam bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Klanten van de BNG zijn overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. Financieel belang deelneming
uitstaand
aandeel Soest
totaal aandelen
aantal
55.690.720
123.825
nominale waarde
%
p/aandeel
0,22%
€ 2,50
Financiële informatie BNG
01-01-2014
> Eigen vermogen
€ 3.430 miljoen
€ 3.582 miljoen
€ 127.753 miljoen
€ 149.923 miljoen
€ 32 miljoen
€ 32 miljoen
> Vreemd vermogen > Achtergestelde schulden
totaal € 309.563
31-12-2014
> Financieel resultaat 2014
Een nettowinst na belastingen van € 126 miljoen (2013 € 283 miljoen).
> Bestemming resultaat 2014
Van de nettowinst is 25% als dividend uitgekeerd (net als in 2013). De overige 75% is ingehouden om de noodzakelijke groei van het eigen vermogen te realiseren (verscherping kapitaalvereisten voor banken). Het dividend bedraagt € 0,57 per aandeel van € 2,50 (2013: € 1,27 per aandeel). Dividend Soest € 71.000 (t.o.v. 2013 € 86.000 lager > zie voorjaarsnota 2015).
> Risico’s
Het renteresultaat over 2015 komt naar verwachting lager uit dan over 2014. De aanhoudend lage marktrente veroorzaakt een dalende trend van de renteopbrengst uit de eigen middelen van de bank. Het resultaat financiële transacties blijft ook in de nabije toekomst gevoelig
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 153 van 185
voor de politieke en economische ontwikkelingen binnen de Europese Unie. Gezien de aanhoudende onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de nettowinst 2015. 11.
Vitens NV
Vestigingsplaats Zwolle Doel en openbaar belang dat wordt behartigd Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland en levert drinkwater aan 5,6 miljoen mensen en bedrijven in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel en een aantal gemeenten in Drenthe en Noord-Holland. Per 1 oktober 2006 zijn Hydron Midden-Nederland, Hydron Flevoland en Vitens gefuseerd. Vitens stelt zich als publieke onderneming ten doel een bijdrage te leveren aan het verlagen van de maatschappelijke kosten. Als drinkwaterbedrijf met een natuurlijk monopolie brengt dit de verantwoordelijkheid met zich mee om het geld van klanten en publieke aandeelhouders op een verantwoorde wijze te besteden. Financieel belang deelneming aandelen
uitstaand
aandeel Soest
nominale waarde
totaal
aantal
%
p/aandeel
totaal
5.777.247
44.542
0,77%
€ 1,00
€ 44.542
Financiële informatie Vitens
01-01-2014
> Eigen vermogen
€ 438,3 miljoen
€ 421,2 miljoen
€ 1.273,5 miljoen
€ 1.292,5 miljoen
> Vreemd vermogen > Financieel resultaat 2014
31-12-2014
Een nettowinst na belastingen van € 42,1 miljoen (2012: € 39,3 miljoen).
> Bestemming resultaat 2014
Van de nettowinst is € 16,8 miljoen (40%) als dividend uitgekeerd (2013: € 15,7 miljoen – 40%). De overige € 25,3 miljoen is aan het eigen vermogen toegevoegd ter versterking van de solvabiliteitspositie (2013: € 23,6 miljoen). Het dividend bedraagt € 2,91 per aandeel van € 1,00 (2013: € 2,72 per aandeel). Dividend Soest € 129.617 (t.o.v. 2013 € 8.500 hoger).
> Risico’s
12.
Zoals bekend, heeft de rechtbank een voor ons teleurstellende uitspraak gedaan in het geschil tussen de gemeente Soest en Vitens over de naleving van de zogeheten concessieovereenkomst. De gemeente heeft, samen met de drie andere getroffen Utrechtse gemeenten (De Bilt, Utrecht en Zeist) hoger beroep ingesteld. In afwachting van de uitspraak in hoger beroep is de jaarlijkse inkomst ad € 110.000 in de voorjaarsnota 2015 afgeraamd.
RWA / Amfors BV
Zie punt 9 van het onderdeel ‘gemeenschappelijke regelingen’ hiervoor en de tabel hieronder. Tabel: financieel belang deelneming aandelen
uitstaand
aandeel Soest
totaal
aantal
1.281
218
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
nominale waarde %
p/aandeel 17,02%
€ 45,00
totaal € 9.810
Pagina 154 van 185
Garantstellingen bij verbonden partijen
13.
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
Via de zogenaamde achtervangovereenkomst met het WSW neemt de gemeente deel aan de garantiestructuur. De garantiestructuur van het WSW bestaat uit: -
het eigen vermogen van de deelnemende corporatie;
-
de mogelijkheid tot sanering en projectsteun van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV);
-
het vermogen van het WSW, inclusief door deelnemers aan te houden obligo’s;
-
de renteloze leningen van het Rijk en de betrokken gemeenten.
Hieruit blijkt dat als het risicovermogen van het WSW ontoereikend is – als gevolg van borgaanspraken – dan het obligo bij de deelnemers wordt ingeroepen. Mocht daarna het risicovermogen (met inbegrip van de ontvangen obligo) dalen onder de 0,25% van het garantievolume, dan treedt de achtervangpositie van het Rijk en de betrokken gemeenten in werking. Ultimo 2014 was het door het WSW geborgde leningsbedrag in totaal € 85,1 miljard. Het garantieniveau bedraagt daarmee € 212,8 miljoen. Tegenover dit garantieniveau staat een risicovermogen van € 485 miljoen. Daarnaast hebben corporaties obligo’s aan het WSW afgegeven op grond waarvan WSW nog eens € 3,2 miljard bij corporaties kan opeisen indien en zodra het risicovermogen minder is dan het garantieniveau. Uit deze cijfers blijkt dat het aanwezige risicovermogen zich ruimschoots boven de norm bevindt en het risico dat er aanspraak wordt gedaan op onze achtervangpositie zeer klein is. 14.
Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel
Per 1 januari 2013 is de samenwerkingsovereenkomst van het Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel met alle gemeenten opgezegd. Er worden vanaf die datum geen hypotheken meer verstrekt aan personeelsleden. Voor de onder de bestaande raamwerkovereenkomst afgesloten hypothecaire leningen verandert er niets, er zijn geen achterstanden bekend en door het recht van hypotheek worden de risico’s normaliter als zeer beperkt beschouwd. 15.
Nationale Hypotheek Garantie
In het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen is besloten dat het Rijk vanaf 1 januari 2011 de achtervang van alle nieuwe hypotheekgaranties op zich neemt. Op 9 juni 2010 heeft de gemeente de nieuwe achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen ondertekend waardoor geborgd is dat inwoners van Soest ook na 1 januari 2011 gebruik kunnen (blijven) maken van de Nationale Hypotheek garantie voor het verkrijgen van een eigen woning. Eind 2011 is door toenmalig minister Donner besloten de NHG-grens geleidelijk weer af te bouwen naar het bedrag van € 265.000. Vanaf 1 juli 2012 is dit in stappen gebeurd zodat het grensbedrag sinds medio 2014 weer op € 265.000 staat.
Risico’s bij verbonden partijen Is bij verbonden partijen sprake van een risico zoals bedoeld in paragraaf A (weerstandvermogen en risicomanagement), dan wordt dit risico in de risicoparagraaf van het betreffende programma genoemd en toegelicht dan wel genoemd en toegelicht bij de desbetreffende verbonden partij in deze paragraaf.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 155 van 185
Garantstellingen De door de gemeente verstrekte garantstellingen betreffen de volgende categorieën: instellingen op het gebied van de woningbouw; sociaal-culturele instellingen, sportverenigingen; koop of bouw van woningen door personeelsleden; verstrekte geldleningen. Er is in 2014 geen beroep gedaan op verstrekte garantstellingen. Generiek risico Financieel
Kans
Financiële impact div.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
div.
Financieel risico € 135.000
Pagina 156 van 185
F
Grondbeleid
Visie De visie op het grondbeleid is vastgelegd in de in september 2011 door de raad vastgestelde ‘Nota Grondbeleid gemeente Soest’ en luidt als volgt: “De gemeente kiest, ten aanzien van het te voeren grondbeleid, voor maatwerk en marktwerking. Per ontwikkellocatie wordt conform het in de nota opgenomen afwegingskader (), gezocht naar de meest adequate vorm van grondbeleid, actief of facilitair.” Met de nota grondbeleid zijn ook de kaders, het beleid en de werkwijze op het gebied van grondbeleid vastgelegd. Er is beleid gemaakt voor waardering van gronden, grondexploitaties, toerekenen van bovenwijkse voorzieningen aan ruimtelijke projecten, risicobeheersing, (financiële bestuurlijke) rapportages en grondprijzen. Eens in de vier jaar wordt de nota grondbeleid herzien. Naar verwachting vindt dit plaats in 2015. Het beleid ten aanzien van de te hanteren grondprijzen is herzien en door de raad in 2013 vastgesteld. Met de nota ‘Grondprijsbeleid gemeente Soest’ is vastgelegd op welke wijze de (marktconforme) grondprijzen worden bepaald. Tevens zijn in de nota per functionele (uitgifte)categorie (bandbreedtes van) grondprijzen opgenomen met prijspeil 1 januari 2013. De genoemde prijzen betreffen richtprijzen en worden per locatie nader gespecificeerd. De grondprijzen zullen jaarlijks worden herzien. De laatste herziening is vastgesteld op 3 juli 2014. Uitvoering Passend binnen de ruimtelijke ambities van Soest kan met de bovengenoemde kaders de gemeente op transparante wijze de regie voeren op de ruimtelijke ontwikkelingen, al dan niet in samenwerking met private of publiekrechtelijke partijen. Grondontwikkeling De gemeente Soest heeft verschillende grondontwikkelingen onderhanden die verkeren in verschillende fasen van het proces. Dorpshuis en de Mastergrondexploitatie Masterplan Soesterberg zijn bekrachtigd met een Haalbaarheidberekening of grondexploitatie die vastgesteld is door de raad. Apollo-projecten zijn onderdeel van de Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug en zijn door de stuurgroep van het Hart van de Heuvelrug vastgesteld. De grondexploitatie van het project de Staringlaan is bij de jaarrekening van 2014 aangeboden aan de raad en vastgesteld. Alle onderhanden zijnde grondexploitaties zijn per 1 januari 2015 herzien. Jaarlijks worden de grondexploitaties herzien en verantwoord bij de jaarrekening. Tabel grondontwikkeling met een vastgestelde grondexploitatie Vastgestelde
Fase
Grondexploitaties Dorpsplein
Realisatie
Woningbouw/
Afronden
Bedrijventerrein
project
Woningbouw
Eind 2013
NCW 1-1-2015 afgerond
Eindwaarde Afrekening jaarrekening 2013
Dorpshuis
Realisatie
Woningbouw
Totaal
Eind 2017
-/- €
721.155
-/- € 799.577
-/- €
721.155
-/- € 799.577
grondexploitatie
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 157 van 185
Het Dorpshuis De herontwikkeling van het Dorpsplein/Dorpshuis is gerealiseerd binnen het kader van het ontwikkelingsprogramma. Het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) heeft voorzien in een kwalitatieve verbetering van het gebied. Dit is ten behoeve van het versterken van de woonfunctie in het gebied.Het gebied is en wordt ontwikkeld in drie verschillende deelprojecten: 1.
fase 1: De locatie Weth. de Haanschool (Da Vinci project): gerealiseerd
2.
fase 2: Dorpsplein: gerealiseerd
3.
fase 3: Dorpshuis
1. fase 1: Weth. de Haanschool (Da Vinci project) Op het terrein van de voormalige Weth. de Haanschool zijn woningen gerealiseerd en verkocht. De nieuwe school is inmiddels op een andere locatie gerealiseerd met een dotatie uit de grondexploitatie van Dorpsplein/Dorpshuis. 2. fase 2: Dorpsplein De gemeente heeft de gronden tussen de locatie Weth. de Haanschool in het verleden verworven. De locatie is getransformeerd tot een woonwijk. In 2013 is de realisatie van het woonrijp maken van het Dorpsplein afgerond. De woningen (appartementen) zijn gerealiseerd en opgeleverd door Dura Vermeer. Het deelproject Dorpsplein is gereed en afgesloten bij de programmaverantwoording van 2013. Doordat het deelproject Dorpsplein en Dorpshuis in de financiële administratie als één grondexploitatie was verantwoord, zijn de deelprojecten ontvlochten zodat het deelproject Dorpshuis (fase 3) blijft doorlopen. 3. fase 3: Dorpshuis De bedoeling is dat op de locatie van het Dorpshuis appartementen worden gebouwd. Het Dorpshuis is aangekocht en het vastgoed is inmiddels gesloopt. De ontwikkeling van dit plan is onzeker omdat de ontwikkelaar Dura Vermeer moeite heeft met de afzet van de appartementen. Mogelijkheden worden onderzocht of een programmawijziging tot betere resultaten leidt. Als alles verloopt volgens de fasering van de grondexploitatie worden de activiteiten van de gemeente rondom het gebied Dorpshuis in 2017 afgerond. Eerder gingen we nog uit van 2015, het is duidelijk dat dit niet meer haalbaar is. Het oplopend tekort van het project Dorpshuis heeft te maken met de rentekosten en vertraging van de ontwikkeling. Risico’s voor de ontwikkeling van het Dorpshuis: -
afzet van de woningen op de locatie van het Dorpshuis;
-
uitgifte van de grond aan Dura Vermeer;
-
vennootschapsbelasting.
De Netto Contante Waarde voor de risico’s van het project Dorpshuis is € 574.572 Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de Monte Carlo simulatie gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor het Dorpshuis is bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 0,24 miljoen. Dit financiële risico is opgenomen in paragraaf A (weerstandsvermogen en risicobeheersing) Staringlaan Tabel projecten Staringlaan Grondexploitaties
Fase
Archeologie /
Afronden
Woningbouw
NCW
Eindwaarde
project
1/1/2015
Archeologie
Ontwerp
Aanbesteding
2016
-/- € 540.706
-/- € 599.491
Woningbouw
Ontwerp
Woningbouw
2017
-/- €
-/- €
Totaal Staringlaan
245
-/- € 540.951
272
-/- € 599.763
* Op de locatie van het voormalige korfbalveld aan de Staringlaan zijn 23 starterswoningen gepland.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 158 van 185
1 fase 1: Archeologie Bij de ontwikkeling van het project Staringlaan zijn in het kader van het bestemmingsplan onderzoeken verricht. Bij het standaard onderzoek ten behoeve van de archeologie zijn er sporen gevonden. Nader onderzoek heeft plaatsgevonden, waarbij grondbewerkingssporen uit de Nieuwe Tijd, karrensporen uit de Middeleeuwen en sporen en vondsten uit het stenen tijdperk zijn aangetroffen. Dit heeft geleid tot een besluit van de raad om de archeologische vondst op te graven. De raad heeft maximaal € 659.200 ter beschikking gesteld. De acheologische opgravingen worden in 2015 en 2016 uitgevoerd. 2 fase 2: Woningbouw project Na het afronden van het project Archeologie wordt het woningbouwproject Staringlaan voortgezet. Het project Staringlaan bevindt zich in het eind van de ontwerpfase. De grondwaarde is uitonderhandeld met de ontwikkelaar. De koopovereenkomst is in 2015 door de partijen ondertekend naar verwachting kan het woningbouwproject in 2016 wordt gestart. Risico’s projecten Staringlaan: -
koopovereenkomst (na ondertekening neemt dit risico drastisch af);
-
archeologie inschatting van de kosten te laag;
-
vennootschapsbelasting.
Netto Contante Waarde voor de risico’s van het project Staringlaan is € 203.037 Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de Monte Carlo simulatie gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor het project Staringlaan is bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 0,09 miljoen. Dit financiële risico is opgenomen in paragraaf A (weerstandsvermogen en risicobeheersing) Hart van de Heuvelrug (HvdH) Tabel grondontwikkeling deelprojecten HvdH Grondexploitaties
Fase
Woningbouw
Apollo Noord fase I
Ontwerp /
Woningbouw /
Inclusief Planstructuur
realisatie
Ontsluiting
Apollo Noord fase II
Ontwerp Realisatie
Apollo N. Saunalocatie
Afronden
NCW
projecten
1/1/2015
Eindwaarde
2025
€ 1.155.154
€ 1.778.307
Woningbouw
2025
€ 5.397.520
€ 8.309.235
Leisure
2025
-/- € 683.477
-/- € 1.052.182
€ 5.869.197
€ 9.035.360
Totaal Apollo Noord
*De deelprojecten van het Hart van de Heuvelrug zijn berekend met een eindwaarde tot 2025. Hier is voor gekozen omdat enkele projecten zijn getemporiseerd. Hart van de Heuvelrug is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Zeist, de gemeente Soest en de provincie Utrecht. Het samenwerkingsverband is gericht op ruimtelijke kwaliteitsverbetering op de Utrechtse Heuvelrug. Financieel uitgangspunt is verevening tussen de groene en rode projecten. Project Apollo Noord is een belangrijk onderdeel van cluster Soest I van het programma Hart van de Heuvelrug. Apollo Noord bestaat uit drie deelprojecten die voor de Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug samen worden gevoegd onder cluster Soest I: -
Apollo Noord Fase I gronden verworven van Kontakt der Kontinenten;
-
Apollo Noord fase II Oude Tempel grondbezit Steunstichting Zorgcoöperatie Nederland (SZN);
-
Apollo Noord Saunalocatie.
Andere projecten in het cluster Soest I zijn Jessurunkamp, Kodakterrein, Richelleweg, Ecoduct Boele Staal, Oude Kamp en Soesterveen. Apollo Noord levert samen met Richelleweg de financiële basis voor de andere (groene) projecten van cluster Soest I. Het Programmabureau Hart van de Heuvelrug stelt jaarlijks de Mastergrex op om inzicht te geven in de financiële stand van zaken van de gebiedsontwikkeling.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 159 van 185
Op 27 januari 2015 is de herziene Mastergrex Hart van de Heuvelrug vastgesteld door de stuurgroep. In april 2015 hebben de drie partijen provincie Utrecht, gemeente Zeist en de gemeente Soest de nieuwe samenwerkingsovereenkomst vastgesteld en op 5 juni 2015 is de nieuwe samenwerkingsovereenkomst door de drie partijen getekend. De projecten van Apollo Noord worden uitgevoerd door de gemeente Soest in opdracht van de stuurgroep en maken onderdeel uit van de Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug. De risico’s zijn gekwantificeerd en verantwoord in de geconsolideerde risicoanalyse Hart van de Heuvelrug. De gemeente Soest is geen risicodrager dus het risicoprofiel is niet in de balans van de gemeente Soest verantwoord. Apollo Noord Kontakt der Kontinenten fase I De gronden van deze locatie zijn grotendeels in bezit van de gemeente Soest. De prognose voor Apollo Noord Kontakt der Kontinenten is dat in de tweede helft van 2015 de eerste activiteiten plaatsvinden om het terrein geschikt te maken voor woningbouw. Het wachten is op de onderhandelingen over de ontwikkelfee van de voormalige eigenaar van de grond ‘Kontakt der Kontinenten’. Afhankelijk van de uitkomst van deze onderhandeling kunnen we een nieuwe planning maken voor de uitvoering. De gronden worden in meerdere fasen uitgegeven zodat de woningen gefaseerd worden gebouwd. De markt bepaalt het tempo van de ontwikkeling. De aanname is dat de grond vanaf 2015 t/m 2020 kan worden overgedragen aan de ontwikkelaar. Risico’s: -
afzet van de woningen;
-
‘Vrij Op Naam’ waarde van de woningen is sinds 2008 gedaald; of deze daling stabiliseert en de markt aantrekt is nog niet duidelijk;
-
onderhandelingen tussen de ontwikkelaar en de voormalige grondeigenaar;
-
extra middelen om de ontwikkeling van het project te realiseren (planvorming en voorbereiding & toezicht);
-
bezuinigingstaakstelling 10% van de investeringen resulteert voor KdK in € 0,54 miljoen. Opgenomen als risico.
Apollo Noord Oude Tempel fase II Er is op 10 september 2012 een samenwerkingsovereenkomst getekend met de Steunstichting Zorgcoöperatie Nederland (SZN). In 2013 heeft het reken- en tekenproces geleid tot een globaal stedenbouwkundig plan. In de overeenkomst is de afspraak gemaakt dat de helft van de grond van SZN wordt aangekocht door de gemeente Soest zodat de grondontwikkeling in gezamenlijkheid kan worden ontwikkeld. De grondexploitatieberekening is gebaseerd op een proefverkaveling binnen de uitgangspunten van het stedenbouwkundig plan. Het resultaat van de ontwikkeling wordt gedeeld met de Steunstichting Zorgcoöperatie Nederland. Zodra de helft van de grond is aangekocht door de gemeente Soest wordt de definitieve grondexploitatie vastgesteld. Van een planexploitatie is geen sprake omdat de gemeente Soest en de Zorgstichting privaatrechtelijk een (anterieure) overeenkomst hebben gesloten. De aannames die hoorden bij het actief grondbeleid zijn bij de herziening van de Mastergrondexploitatie Hart van de heuvelrug vervangen door de uitwerking van het plan binnen de samenwerkingsovereenkomst. Risico’s: -
het plan wordt per ontwikkelvlek (grid) ontwikkeld. Het is mogelijk dat de “Vrij Op Naam” prijzen niet haalbaar zijn;
-
afzet van de woningen;
-
geschikte marktpartijen vinden voor de ontwikkeling van de vastgoed;
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 160 van 185
-
extra middelen om de ontwikkeling van het project te realiseren. De planvorming en voorbereiding & toezicht kost meer bij grid-ontwikkeling;
-
bezuinigingstaakstelling 10% van de investeringen resulteert voor OT in € 0,66 miljoen. Dit bedrag is opgenomen als risico.
Apollo Noord Saunalocatie De grond van het project Saunalocatie is in begin van 2014 uitgegeven in erfpacht. De grondexploitatie is op basis van de erfpachtovereenkomst opgezet met een aanname dat de erfpachtovereenkomst in 2020 wordt afgekocht. Jaarlijks wordt er 4% canon betaald die direct terug vloeit in de lopende grondexploitatie. Het Saunacomplex is in 2015 geopend voor het publiek. De gemeente Soest heeft in 2015 de laatste werkzaamheden verricht. Echter de grondexploitatie blijft actief omdat de canon jaarlijks wordt afgedragen aan de grondexploitatie. Risico’s: -
tijdige afkoop erfpachtovereenkomst;
-
doordat de grond in erfpacht is uitgegeven houden wij vinger aan de pols van de financiële bedrijfsvoering van de sauna. Dit kan extra kosten met zich meebrengen.
Risico Hart van de Heuvelrug Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de ‘Monte Carlo –simulatie’ gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor de Apollo Noord-deelprojecten van het Hart van de Heuvelrug is gesteld bij een waarschijnlijkheid van 80% op € 1,19 miljoen. De gemeente Soest is geen risicodrager voor de Apollo Noord-projecten. Het risicoprofiel wordt samen met de Mastergrondexploitatie verantwoord en vastgesteld door de stuurgroep Hart van de Heuvelrug. In programma 5 Wonen en ruimtelijke ordening wordt voor het begrotingsjaar 2016 ingegaan op de deelprojecten van Apollo Noord Soesterberg. Nieuwe herzieningen voor de Apollo projecten Hart van de Heuvelrug worden met prijspeil 1 januari 2016 in het voorjaar van 2016 aangeboden. De grondexploitatie herzieningen volgen de planning van de P&C cyclus. Masterplan Soesterberg Tabel grondontwikkeling Masterplan Soesterberg Haalbaarheid-
Fase
berekeningen
Woningbouw/
Afronden
NCW
Bedrijventerrein
projecten
1/1/2015
Consolidatie
Definitiefase /
Woningbouw
deelprojecten
Ontwerpfase
Woonwerk
Masterplan
en realisatie
Inrichten
Soesterberg
2020/2021
Eindwaarde
-/- € 560.542
-/- € 689.050
-/- € 560.542
-/- € 689.050
openbaargebied
Totaal
* De vorige vastgestelde Matergrondexploitatie van het Masterplan Soesterberg had een Netto Contante Waarde van € 415.013 De herziene grondexploitatie (haalbaarheidsberekening) van het Masterplan prijspeil 1-1-2015 wordt door uw raad bij de voorjaarsnota vastgesteld. De Mastergrex Masterplan Soesterberg is opgebouwd uit verschillende deelprojecten die samen de Mastergrondexploitatie vormen. De volgende deelprojecten zijn: -
woonomgevingskwaliteit;
-
manifestatieterrein;
-
N237 en omliggende infra Soesterberg;
-
oostelijke ontsluiting;
-
Soesterberg-Noord;
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 161 van 185
-
Rademakerstraat;
-
Moerbessenberg-Odijkplein;
-
Campus Kop/Pleisterplaats;
-
Campuszone Noord (tijdelijk stilgelegd);
-
Campuszone Banninghal (afgesloten geen activiteiten meer te verwachten);
-
Campuszone Evenemententerrein;
-
administratief deelproject.
Bij de herziening van 1 januari 2015 waren voor de gebiedsontwikkeling van Soesterberg twee woningbouwprojecten, een maatschappelijk project en drie infrastructurele projecten ter hand genomen. Naar verwachting wordt de Oostelijke ontsluiting geheel afgerond in 2015. Het infrastructurele project Rademakerstraat is in 2013 al afgerond. Voor alle geactiveerde projecten zijn projectleiders ingezet. De projecten die nog niet geactiveerd zijn worden in de Mastergrondexploitatie Masterplan Soesterberg geprognosticeerd meegenomen. Het project Verdiepte ligging N237 wordt door de provincie geleid maar in nauwe samenwerking met de gemeente Soest. Het is essentieel dat de aansluiting met de infrastructurele voorzieningen van Soesterberg goed op elkaar is afgestemd. In programma 5 Wonen en ruimtelijke ordening wordt voor het begrotingsjaar 2016 ingegaan op de deelprojecten van het Masterplan Soesterberg. Resultaat Jaarlijks worden de grondexplotiaties herzien. De grondexploitaties van het Masterplan Soesterberg zijn per 1 januari 2015 geactualiseerd. Bij de volgende herziening wordt het resultaat van de deelprojecten van de Mastergrondexploitatie weer aangepast aan het voortschrijdend inzicht van de gebiedsontwikkeling. Voor de begroting van 2016 wordt uitgegaan van het resultaat van de herziening 2015. Woonomgevingskwaliteit Saldo nominaal
-/- € 891.637
negatief
Netto Contante waarde 1/1/2015
-/- € 828.696
negatief
Eindwaarde
-/- € 1.018679
negatief
Saldo nominaal
-/- € 517.118
negatief
Netto Contante waarde 1/1/2015
-/- € 503.918
negatief
Eindwaarde
-/- €
negatief
Manifestatieterrein
619.444
Manifestatieterrein was in de vorige verslaglegging verantwoord onder de woonomgevingskwaliteit. Er is gekozen om dit project apart inzichtelijk te houden. N237 en omliggende infra Soesterberg Saldo nominaal
-/- € 3.611.352
negatief
Netto Contante waarde 1/1/2015
-/- € 3.460.279
negatief
Eindwaarde
-/- € 4.253.566
negatief
De Westelijke ontsluiting is onderdeel van het project N237 en omliggende infra Soesterberg. De Westelijke ontsluiting wordt naar verwachting in 2015 aangelegd en de nazorg vindt plaats in 2016. Oostelijke ontsluiting Saldo nominaal
-/- € 2.100.000
negatief
Netto Contante waarde 1/1/2015
-/- € 2.087.063
negatief
Eindwaarde
-/- € 2.565.534
negatief
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 162 van 185
Soesterberg Noord Woningbouw Saldo nominaal
€ 754.452
positief
Netto Contante waarde 1/1/2015
€ 363.726
positief
Eindwaarde
€ 447.112
positief
Saldo nominaal
€
11.671
positief
Netto Contante waarde 1/1/2015
€ 101.399
positief
Eindwaarde
€ 124.646
positief
Soesterberg Noord Milieu
Rademakerstraat Saldo nominaal
-/- €1.237.393
negatief
Netto Contante waarde 1/1/2015
-/- €1.316.809
negatief
Eindwaarde
-/- €1.618.695
negatief
De Rademakerstraat is opnieuw ingericht. Het project is afgerond. Moerbessenberg – Odijkplein Saldo nominaal
-/- € 544.971
negatief
Netto Contante waarde 1/1/2015
-/- € 519.859
negatief
Eindwaarde
-/- € 639.040
negatief
Saldo nominaal
-/- € 2.369.715
negatief
Netto Contante waarde 1/1/2015
-/- € 2.253.417
negatief
Eindwaarde
-/- € 2.770.025
negatief
Campus Kop / Pleisterplaats
Campuszone Noord Saldo nominaal
€
0
negatief
Netto Contante waarde 1/1/2015
-/- € 187.768
negatief
Eindwaarde
-/- € 230.815
negatief
Voor de herziening van de Campuszone Noord 2013 is de keuze gemaakt om de bestaande grondexploitatie te bevriezen totdat er nieuwe uitgangspunten worden geformuleerd. De kosten voor de netto contant waarde nemen wel toe omdat er rente kosten over de oude boekwaarde gerekend worden. Campuszone Banninghal De grondexploitatie is afgesloten. De boekwaarde is verantwoord in het Administratieve project. Campuszone Evenemententerrein Saldo nominaal
€ 627.332
Netto Contante waarde 1/1/2015
€ 505.504
positief positief
Eindwaarde
€ 621.394
positief
€ 8.227.654
positief
Netto Contante waarde 1/1/2015
€ 9.626.638
positief
Eindwaarde
€ 11.833.596 positief
Administratief deelproject Saldo nominaal
Opbrengsten die niet direct ontstaan door de grondontwikkeling maar door subsidies of eigen middelen van de Algemene dienst worden in het Administratief deelproject verantwoord. In
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 163 van 185
overleg met de accountant is de € 10 miljoen rijkssubsidie voor de Crisis- en Herstelwet vanaf 2015 verantwoord onder het deelproject Soesterberg Noord Woningbouw en Milieu. Risico’s Bij de herziening van 2015 is een risico- en kansenanalyse opgesteld voor de deelprojecten die in 2014 zijn geactiveerd. Deze risico- en kansenanalyse vervangt deels de gevoeligheidsanalyse die in de voorgaande jaren in de grondexploitaties was opgenomen. Geactiveerde projecten met een risico- en kansenanalyse Deelprojecten van de N237 en omliggende infra -
Westelijke ontsluiting: mogelijk vertraging; het Flora- en Fauna onderzoek moet nog plaats vinden;
-
Westelijke ontsluiting: kostenverdeling is besproken, echter aanbesteding moet nog plaats vinden;
-
Sanering problematiek;
-
Beroep tegen het BP door Plekkenpoel opgenomen als p.m.
Netto Contante Waarde voor de risico’s van de N237 en omliggende infra is berekend op € 196.378. Soesterberg Noord -
VON-prijzen staan onder druk;
-
vertraging van de uitgifte van de gronden;
-
grondwaarde is afhankelijk van de ontwikkeling in de omgeving;
-
detectieonderzoek;
-
juridische procedures door omliggende bedrijven;
-
sanering van de zware bedrijven;
-
planschade;
-
bodemvervuiling locatie Van De Bree;
-
indien er winst wordt gemaakt zijn we VPB plichtig.
Netto Contante Waarde voor de risico’s van het project Soesterberg Noord is berekend op € 3.894.799. Campuszone Evenemententerrein -
politieke keuze om het voorgebied anders in te vullen;
-
vertraging afzet vrije sector woningen;
-
detectie onderzoek;
-
onzekerheid ontwikkeling door de Corporatie;
-
onderzoeken zoals Flora & Fauna;
-
bij herhaalde planuitwerking extra plankosten;
-
vennootschapsbelasting en diverse belastingen.
Kansen -
planschade weerleggen;
-
meer vrije sector woningen;
-
aanbestedingsvoordelen.
De Netto Contante Waarde van de risico- en kansen berekening voor het Evenemententerrein is € 953.204. Bij het opstellen van de risicoanalyse wordt de ‘Monte Carlo-simulatie’ gebruikt om het risicoprofiel te bepalen. Het geconsolideerde risicoprofiel voor de drie deelprojecten hiervoor genoemd is bij een waarschijnlijkheid van 80% gesteld op € 1,61 miljoen. De uitkomst van het risicoprofiel wordt in het weerstandsvermogen verantwoord. De grondexploitaties van het Masterplan Soesterberg worden jaarlijks herzien. Nieuwe herzieningen van de grondexploitaties voor de Masterplan Soesterberg worden met
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 164 van 185
prijspeil 1 januari 2016 verwacht in het voorjaar van 2016. De herziene grondexploitaties worden volgens de planning van de P&C cyclus aangeboden. Vliegbasis Op 5 juni 2015 is de nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de gemeente Zeist, gemeente Soest en de provincie Utrecht. De haalbaarheid van de ontwikkeling Vliegbasis is vastgelegd in de haalbaarheidsberekening (grondexploitatie) van 2015. De grond is in eigendom van de provincie Utrecht die daardoor de grondexploitatie verantwoord in de balans. Echter de verantwoording voor de uitwerking en het te behalen resultaat van het plan vindt plaats door de inzet van alle drie de partijen. Haalbaarheid Vliegbasis Groen
Fase Realisatie
Woningbouw/
Afronden
Natuur
project
NCW 1-1-2015
Eindwaarde
Natuur
2016
-/- € 36.438.558
-/- € 36.438.558
ontwikkeling Vliegbasis Rood
Definitiefase
Woningbouw
2026
€ 33.439.421
€ 33.439.421
Dolderseweg /
Definitiefase
Woningbouw /
2026
€
€
Amersfoortsestraat
Zorg
Totaal haalbaarheid
Geconsolideerde
Vliegbasis
haalbaarheid
2026
3.000.000 € 863
3.000.000 € 863
De eerste Haalbaarheidsberekening van de Vliegbasis Soesterberg prijspeil 1 januari 2015 is gereed. De vaststelling heeft in het voorjaar van 2015 plaatsgevonden. Het te verwachten resultaat van de woningbouwlocatie Vliegbasis dekt de kosten van de groenontwikkeling op de Vliegbasis en de resultaatsverplichting van € 10 miljoen voor de onrendabele top van het Hart van de Heuvelrug. In de nieuwe Samenwerkingsovereenkomst Vliegbasis Soesterberg is deze resultaatverplichting van € 10 miljoen opgenomen. Eerder was overeengekomen dat op de Vliegbasis een inspanningsverplichting van € 10 miljoen rust, deze is nu dus omgezet naar een resultaatsverplichting. Daarnaast wordt het resultaat niet alleen behaald door opbrengsten te generen maar ook door op kosten voor de groenontwikkeling van het project de Vliegbasis te besparen. Overige informatie over de Vliegbasis wordt verantwoord in programma 5 Wonen en ruimtelijke ordening. Risico’s en kansenanalyse Er is nog geen risico- en kansenanalyse voor het project Vliegbasis opgemaakt. Deze analyse wordt opgesteld als de volgende projectfase wordt uitgewerkt. Op dit moment is een gevoeligheidsanalyse voldoende om het plan indien dit nodig is bij te sturen. Daarbij zijn de volgende risico’s genoemd: -
25% sociale woningbouw in plaats van 0%;
-
hindercirkels;
-
planvorming en V&T;
-
extra tijdelijk beheer;
-
VON-prijzen kunnen fluctueren met 5% hoger dan wel lager;
-
indexatie van de kosten kan stijgen;
-
belastingen Vennootschap en WOZ.
Aandeel sociale woningbouw en benutting milieuhinderzone Bij de doorrekening zijn 2 belangrijke aannames gedaan die grote invloed hebben op het financiële resultaat: 0% sociaal en benutting van de milieuhinderzone. In onderstaande tabel staan ook de financiële resultaten bij 25% sociale woningbouw en zonder benutting van de milieuhinderzone. De invloed van toevoegen van sociale woningbouw is circa - € 4,6 miljoen bij 25% sociale woningbouw.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 165 van 185
Milieuhinderzone:
Aandeel sociale woningbouw 0%
Aandeel sociale
Woningaantal
woningbouw 25%
-
Wel benutten
-
€ 33,1 miljoen
-
€ 28,5 miljoen
-
335
-
Niet benutten
-
€ 19,9 miljoen
-
€ 17,3 miljoen
-
185
De invloed van het niet kunnen benutten van de milieuhinderzones bedraagt circa € 13 miljoen (bij 0% sociaal). Om dit risico weg te nemen is een bedrag gereserveerd voor de opheffing van de hinderzones. Voor dit bedrag kunnen maatregelen aan de bron worden weggenomen en/of bedrijven worden aangekocht en uitgeplaatst. Momenteel wordt onderzocht hoe de hinderzones het best kunnen worden weggenomen. Plankosten De plankosten en V&T zijn berekend op € 1,8 miljoen, gebaseerd op een ervaringsnorm van 30% van de kosten voor bouwrijp en woonrijp maken. Deze ervaringsnorm komt uit ‘traditioneel’ ontwikkelde gebieden. Waarschijnlijk gaat dit plan echter op een meer organische manier ontwikkeld worden. Als hierdoor de uitgiftegebieden verkleinen en dus het aantal gronduitgiften toeneemt, bestaat het risico dat de plankosten niet toereikend zijn. Stel een verdubbeling van de plankosten, dan betekent dat een verslechtering van het saldo met circa € 0,9 miljoen. De komende tijd wordt benut om uit organisch ontwikkelde plannen te leren hoe het planproces efficiënt kan worden ingericht, om de kans op overschrijding van de plankosten te verkleinen. Capaciteitsuitbreiding rioolstelsel Wellicht is de reservering van € 1,0 miljoen niet toereikend om de capaciteit van het rioolstelsel te vergroten. In dat geval biedt dit budget voldoende mogelijkheden om op locatie maatregelen te nemen waardoor het bestaande rioolstelsel zo min mogelijk (extra) wordt belast. Tijdelijk beheer In de grondexploitatie wordt aangenomen dat de gronden kort na het woonrijp inrichten van de deelgebieden kunnen worden overgedragen aan de definitieve beheerinstantie. Stel dat door nog onvoorziene omstandigheden vanuit de grondexploitatie 50% van het oppervlak gedurende 10 jaar moet worden onderhouden als groengebied, dan bedragen de meerkosten circa € 0,8 miljoen. Afzet duurdere woningtypes Stel dat de verkoop van de duurdere woningen tegenvalt, dan zou kunnen worden overwogen om de differentiatie meer naar de goedkope en middeldure woningen om te buigen. Omdat de grondopbrengsten onder deze woningtypes per m² lager zijn, zou dat een negatief effect op het saldo hebben. Dit effect kan deels worden gecompenseerd als bij de keuze om goedkopere woningen te realiseren ook wordt verdicht. We gaan nu immers uit van 335 woningen, maar we kunnen 440 woningen maken volgens het bestemmingsplan. Gegeven het uitgangspunt dat er geen rentelasten worden berekend, kan beter het geduld worden bewaard in de wetenschap dat uiteindelijk ook de duurdere woningtypes worden verkocht. Er is namelijk ook een kans dat er een duurder programma kan worden gerealiseerd. Fasering Doordat de rente op 0% is gesteld, heeft vertraging of versnelling van het project netto contant een beperkte invloed op het financiële projectresultaat. Afwijking VON-prijzen De grondprijzen zijn residueel bepaald, zijnde het verschil tussen de verkoopwaarde en de bouwkosten. Stel dat de verkoopwaarden van de woningen hoger liggen dan is aangenomen, dan stijgt daarmee de
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 166 van 185
residuele grondwaarde. Aangenomen dat 75% van de hogere verkoopwaarde doorsijpelt naar de grondwaarde, dan is het effect van 5% hogere verkoopwaarden circa € 4,8 miljoen netto contant. Omgedraaid resulteren 5% lagere verkoopwaarden in een effect op het saldo van - € 4,8 miljoen. Kosten- en opbrengstenstijging Stel dat vanaf 2015 de kosten harder gaan stijgen dan de grondopbrengsten, bijvoorbeeld 2,5% tegenover 1,5%, dan verslechtert het saldo netto contant € 1,1 miljoen. Belasting aanslag Het is nog onduidelijk of de WOZ-aanslagen van de gemeenten ten laste van de grondexploitatie Vliegbasis komen, of op een andere manier gedekt worden. In 2015 moet onderzocht worden welke gevolgen de vennootschapsbelastingplicht heeft op de ontwikkeling van de Vliegbasis. Voor de gevoeligheidsanalyse zijn de kansen en risico’s gekwantificeerd op 8,1 miljoen. In de volgende fase van het project worden de risico’s en kansen uitgewerkt om het risicoprofiel vast te stellen. Het risicoprofiel wordt bepaald door b.v. de ‘Monte Carlo-simulatie’. Voor nu wordt rekening gehouden met de afspraken die gemaakt zijn met de partners inzake de afdracht van € 10 miljoen van het project Vliegbasis aan de Mastergrondexploitatie Hart van de Heuvelrug. Overige informatie over het risicoprofiel is beschreven in de Risicoparagraaf programma Wonen en Ruimtelijke Ordening.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 167 van 185
G
Lokale heffingen
Functie van deze paragraaf Deze paragraaf schetst het beleidskader voor de lokale heffingen en het kwijtscheldingsbeleid. Daarna volgen de voorgestelde tariefaanpassingen 2016 en een toelichting. Deze paragraaf fungeert hiermee tevens als tarievennota. De voorgestelde tarieven 2016 zijn uitgewerkt en opgenomen in de betreffende belastingverordeningen. De belastingverordeningen 2016 worden gelijktijdig met de begroting 2016 voorgelegd en vastgesteld. Beleidskader De gemeenteraad bepaalt welke belastingen een gemeente heft, welke heffingsmaatstaven worden gehanteerd en welke tarieven gelden. De raad stelt hiervoor belastingverordeningen vast. De belastingen die mogen worden geheven, zijn limitatief vastgesteld in de Gemeentewet en enkele andere wetten. De gemeente kan uit het beschikbare ‘menu’ haar eigen keuze maken. Het is niet verplicht om alle belastingen te heffen die in de Gemeentewet staan. Voor alle gemeentelijke belastingen geldt dat het te betalen bedrag niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen van een belastingplichtige. Verder zijn de gemeentelijke belastingen in economische zin te onderscheiden in ‘echte belastingen’ (ook wel het eigen belastinggebied genoemd), waarvan de opbrengst naar de algemene middelen vloeit, en bestemmingsheffingen, waarvan de opbrengst voor een bepaald doel moet worden gebruikt. De begrote opbrengst van een bestemmingsheffing mag de begrote kosten niet overschrijden (artikel 229b van de Gemeentewet). De gemeente Soest streeft naar 100% kostendekkendheid van deze heffingen. Het onderscheid in juridische zin is dat belastingen kunnen worden geheven ongeacht of de belastingplichtige van een bepaalde dienst gebruik maakt. De bestemmingsheffingen (rechten) kunnen alleen worden geheven als de gemeente een dienst verleent aan de belastingplichtige. Voorbeelden van belastingen zijn: de onroerendezaakbelastingen, hondenbelasting, parkeerbelasting en toeristenbelasting. De laatste twee belastingen worden in de gemeente Soest niet geheven. Voorbeelden van rechten zijn: rioolrechten, begraafrechten, leges en reinigingsrechten (de laatste wordt niet meer geheven door de gemeente Soest maar door de RMN). Sinds 2010 is door nieuwe landelijke wetgeving het rioolrecht (artikel 229 Gemeentewet) vervangen door een nieuwe rioolbestemmingsheffing (artikel 228A Gemeentewet). Kwijtscheldingsbeleid De hoofdpunten van het kwijtscheldingsbeleid in Soest zijn: men komt alleen voor kwijtschelding in aanmerking als men niet anders dan met buitengewoon bezwaar in staat is (ook niet met een betalingsregeling) de opgelegde aanslag te betalen; kwijtschelding heeft alleen betrekking op de aanslagen van de rioolheffing en/of de afvalstoffenheffing; iemand die vermogen heeft boven een (wettelijk) bepaald bedrag komt niet in aanmerking voor kwijtschelding; kwijtschelding wordt niet verleend als de belastingschuldige in staat van faillissement verkeert. Sinds 2010 worden bestanden met naw-gegevens van burgers die sinds 2009 een kwijtscheldingsaanvraag hebben ingediend toegezonden aan het zogenoemd Inlichtingenbureau. Iemand heeft recht op kwijtschelding van gemeentebelastingen als het inkomen en vermogen onder een bepaalde grens valt. Het Inlichtingenbureau toetst of dit het geval is door gegevens uit te wisselen met het UWV, de Rijksdienst voor wegverkeer en de Belastingdienst.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 168 van 185
Er gelden enkele voorwaarden voor geautomatiseerde toetsing, namelijk: in het voorgaande jaar heeft betrokkene verzocht om kwijtschelding; in het voorgaande jaar had betrokkene recht op kwijtschelding; betrokkene heeft toestemming gegeven voor geautomatiseerde toetsing. De geautomatiseerde toets wijst niemand af voor recht op kwijtschelding. Er wordt alleen getoetst wie in elk geval in aanmerking komt. In alle andere gevallen kunnen burgers altijd zelf een aanvraag voor kwijtschelding doen bij de gemeente. Verruiming automatische incasso Sinds 1 januari 2014 kunnen zowel natuurlijke als niet-natuurlijke personen (bedrijven) gebruik maken van de automatische incasso; hierbij geldt een minimumbedrag van € 50 en een maximumbedrag van € 45.000. De belastingverordeningen alsmede het automatisch incassoreglement zijn hierop aangepast. Hiermee is tegemoetgekomen aan een wens van de ondernemers en bedrijven. 1. Algemene belastingen: voorstel tariefaanpassingen 2016 Algemeen Voor de algemene belastingen (ozb, hondenbelasting) stellen we een trendmatige tariefstijging van 0,8% voor. Dit komt overeen met de verwachte, gemiddelde prijsinflatie (CPB-raming juni 2015). 1.1. Onroerendezaakbelastingen (ozb) Op grond van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) taxeert de gemeente alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen. Voorbeelden van onroerende zaken zijn: woningen, bedrijfspanden en bouwkavels. De WOZ-waarde is belangrijk omdat deze waarde jaarlijks als grondslag wordt gebruikt voor de onroerendezaakbelastingen van de gemeente en voor belastingen van het Rijk en het waterschap. Jaarlijkse hertaxatie Vanaf 2007 vindt er jaarlijks een algehele hertaxatie plaats, waarbij de periode tussen de peildatum en de aanvang van het nieuwe WOZ-tijdvak slechts één jaar bedraagt: de aanslagen ozb 2016 worden gebaseerd op de waardepeildatum van 1 januari 2015. Ozb als percentage van de waarde De onroerende zaakbelastingen worden sinds 1 januari 2010 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Dit volgt uit de wijziging van artikel 220f van de Gemeentewet. Omdat op dit moment de herwaardering voor 2016 nog niet is afgerond, worden de nieuwe ozb-tarieven voor 2016 begin 2016 ter definitieve vaststelling aangeboden. Daarbij gaan we bij de berekening uit van de begrote opbrengst 2015 + 0,8% inflatiecorrectie. 2013
2014
2015
2016
werkelijk
werkelijk
begroot
begroot (*)
Gebruikersbelasting
€ 1.183
€ 1.184
€ 1.332
€ 1.343
Eigenarenbelasting woningen
€ 4.813
€ 4.791
€ 4.852
€ 4.891
Opbrengst OZB (x € 1.000)
Eigenarenbelasting niet-woningen totaal
€ 1.700
€ 1.666
€ 1.735
€ 1.749
€ 7.696
€ 7.641
€ 7.919
€ 7.982
> toename tov voorafgaand jaar - absoluut
-€ 55
€ 63
- percentage
-0,7%
0,8%
(*) incl. trendmatige aanpassing van 0,8%, excl. areaaluitbreiding
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 169 van 185
1.2 Hondenbelasting Deze belasting bestaat uit een tarief voor een eerste hond en een tarief voor iedere volgende hond. De belasting wordt geheven naar het aantal volle maanden dat men houder is van een hond. Ook voor deze belasting wordt een trendmatige verhoging met 0,8% voorgesteld. Tarieven 1e hond
2013
2014
2015
2016
werkelijk
werkelijk
werkelijk
voorstel
€ 71
€ 72
€ 73
€ 74
> toename tov voorgaand jaar - absoluut - percentage volgende hond
€ 105
€1
€1
€1
1,4%
1,4%
0,8%
€ 107
€ 108
€ 109
> toename tov voorgaand jaar - absoluut - percentage Opbrengst ( x € 1.000) - hondenbelasting
€2
€1
€1
1,9%
0,9%
0,8%
2013
2014
2015
2016
werkelijk
werkelijk
begroot
begroot (*)
€ 253
€ 255
€ 260
€ 262
> toe-/afname tov voorgaand jaar - absoluut - percentage
€2
€2
0,8%
0,8%
(*) incl. voorstel tariefaanpassing
1.3 Convenant logiesverstrekkers In 2013 is een hernieuwd convenant met de stichting Logiesverstrekkers Soest afgesloten voor de periode 2014-2018. De opbrengst van dit convenant is geraamd op € 136.000 per jaar bij een gelijk aantal deelnemende logiesverstrekkers en een CBS indexcijfer (het totaal aantal overnachtingen in Nederland) van 91. Het voorzichtig aantrekken van de economische situatie in Nederland kan ook een positief effect hebben op het aantal overnachtingen. Vooralsnog wordt de opbrengstraming in 2016 op € 136.000 gehandhaafd.
2. Heffingen/rechten: voorstel tariefaanpassingen 2016 2.1 Afvalstoffenheffing Soorten tarieven
Bij ieder huishouden brengen wij een afvalstoffenheffing in rekening. In de Verordening afvalstoffenheffingen kennen wij verschillende (basis)tarieven voor eenpersoonshuishoudens en voor meerpersoonshuishoudens. Daarnaast kennen we aanvullende tarieven voor extra restafval of gftcontainers en het ophalen van grof afval aan huis. Onderbouwing tarief 2016
De RMN-begroting 2016 laat in zijn totaliteit een lichte stijging zien ten opzichte van 2015. De kosten stijgen met € 76.000 op een totaal van bijna 4 miljoen. Niet alle kosten hebben echter betrekking op het product afvalinzameling. Circa 3 miljoen euro van de begroting RMN heeft betrekking op het product afvalinzameling binnen de gemeente Soest. Binnen het product afvalinzameling zijn er twee onderwerpen die tot een kostenstijging leiden: -
invoering van de belasting op brandbaar afval per 1-1-2015. Het gaat hier om de verbrandingsbelasting op (grof) restafval. In totaal leidt dit tot een kostenstijging van circa € 160.000.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 170 van 185
-
invoering van de zomerinzameling van gft-afval en gratis ophalen van grof tuinafval aan huis. Beide onderdelen zijn uitvoering van het in 2014 vastgestelde Regionale Afvalbeleidsplan. Kostenstijging circa € 110.000.
Naast de begroting RMN maken we als gemeente zelf ook kosten op het gebied van afval die, conform besluitvorming daarover van de raad en de berekeningsmethodiek van de VNG, in het tarief worden verdisconteerd. Denk hierbij aan kapitaallasten, onderhoudskosten De Schans, perceptiekosten e.d. Handhavingskosten en beleidskosten maken geen deel meer uit van de onderbouwing van het tarief. Op basis van de hiervoor genoemde kostenstijgingen zal de afvalstoffenheffing voor zowel een eenpersoonshuishouden als een meerpersoonshuishouden met ruim 6% toenemen. Afgezet tegen de tariefontwikkeling van de afgelopen jaren en de omvang van de egalisatiereserve afvalstoffenheffing vinden we dit een ongewenste toename. In het kader van een gelijkmatige tariefontwikkeling (zowel afvalstoffenheffing als lokale woonlasten) stellen we u daarom voor de toename van het tarief te egaliseren door de inzet van € 210.000 uit de egalisatiereserve afvalstoffenheffing (€ 140.000 in 2016 en € 70.000 in 2017). De bovenstaande ontwikkelingen en het voorstel tot inzet van de egalisatiereserve hebben de volgende consequenties voor de tarieven 2016: eenpersoonshuishoudens:
wordt € 179 (was € 174)
meerpersoonshuishoudens:
wordt € 200 (was € 195)
TABEL: Samenvatting voorstel + historische data ter vergelijking 2013
2014
2015
2016
werkelijk
werkelijk
werkelijk
voorstel
€ 175
€ 174
€ 174
Tarieven Eenpersoonshuishouden
€ 179
> toe-/afname tov voorgaand jaar - absoluut
€ 1-
- percentage
-0,6%
Meerpersoonshuishouden
€ 199
€ 195
€0
€5
0,0%
2,9%
€ 195
€ 200
> toename tov voorgaand jaar - absoluut
€ 4-
- percentage
-2,0%
€0
€5
0,0%
2,6%
2013
2014
2015
2016
werkelijk
werkelijk
begroot
begroot (*)
€ 3.750
€ 3.692
Opbrengst ( x € 1.000) - afvalstoffenheffing
€ 3.675
€ 3.771
> toe-/afname tov voorgaand jaar - absoluut
-€ 58
€ 96
- percentage
-1,5%
2,6%
(*) incl. voorstel tariefaanpassing Ontwikkeling van de egalisatiereserve
Het jaarresultaat 2014 (€ 194.500) van RMN is toegevoegd aan de egalisatiereserve en verwerkt in onderstaande tabel. In de tabel hebben wij de onttrekkingen als gevolg van de besluitvorming over de herinrichting afvalbrengstation De Schans opgenomen (raadsbesluit d.d. 23 januari 2014). Daarnaast stellen wij voor in 2016 een onttrekking te doen voor het plaatsen van 6 perscontainers voor de pmdfractie bij de supermarkten in aanvulling op de twee reeds bestaande containers. Het voorstel voor invoering van de inzameling van de pmd-fractie en de investering in nieuwe perscontainers is separaat via een raadsvoorstel aan u voorgelegd. De hiervoor benodigde investering bedraagt circa € 180.000. Om de toename van het tarief in 2016 en 2017 te egaliseren wordt voorgesteld € 140.000 in 2016 en € 70.000 in
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 171 van 185
2017 aan deze reserve te onttrekken. In de navolgende tabel wordt de voorziene ontwikkeling van de egalisatiereserve afvalstoffenheffing weergegeven. TABEL: standen en verloop egalisatiereserve afvalstoffenheffing
Beginstand
2015 2.019.863
Stortingen jaarresultaat RMN 2014 Onttrekkingen Herinrichting afvalbrengsstation De Schans Regionaal afvalbeleidsplan (raad 16-10-2014) Belasting op brandbaar (huishoudelijk)afval (voorjaarsnota 2015) Plaatsen 6 perscontainers voor de pmd-fractie bij de supermarkten (voorstel) Tariefegalisatie Eindstand
2016 1.974.363
2017 1.568.523
2018 1.415.042
2019 1.333.921
-85.840
-83.481
-81.121
-78.761
194.500
-120.000 -120.000 -180.000 -140.000
-70.000
1.974.363 1.568.523 1.415.042 1.333.921 1.255.160
Toelichting: beginstand 2015 = stand ultimo 2014 uit jaarrekening 2014
In het besluit tot herinrichting van het afvalbrengstation De Schans is uitgegaan van € 1.433.660 (netto) kapitaallasten. In de tabel zijn deze lasten voor de periode 2016 t/m 2019 voor € 329.203 ingeboekt. Hieruit volgt dat van het saldo ultimo 2019 nog € 1.104.457 voor De Schans is geoormerkt. 2.2. Rioolheffing Onderbouwing tarief 2016
In het najaar 2011 is aan uw raad het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2012-2017 voorgelegd en zijn de financiële uitgangspunten voor de tariefstelling vanaf 2013 bepaald. Samengevat komt de gemaakte keuze op het volgende neer: gedurende het tijdvak van het GRP wordt het tarief jaarlijks met 5% (incl. inflatie) verhoogd. Tot deze tariefsverhoging is besloten om voor toekomstige (hoge) investeringen ‘te sparen’. Als uitvloeisel van de kerntakendiscussie is bij de vaststelling van de begroting 2013 besloten de kosten btw vanaf 2013 in de tariefgrondslag (van zowel afval als riolering) mee te nemen. Met dien verstande dat voor riolering is bepaald dat het tarief gefaseerd verhoogd wordt met 1% per jaar (om van 94% tot 100% kostendekking te komen). In 2013 is besloten het tarief 2014 op het niveau van 2013 te handhaven omdat het investeringstempo op grond waarvan de tariefsontwikkeling is gebaseerd – achter liep. Weliswaar is dit nog steeds zo – voornamelijk als gevolg van achterblijvende reconstructies – maar dat neemt niet weg dat het nodig is om voor toekomstige (hoge) investeringen te blijven ‘sparen’. Tegen deze achtergrond is in 2014 besloten de hiervoor beschreven ontwikkelrichting van het tarief in 2015 weer toe te passen. Voorgesteld wordt deze ontwikkelrichting voor het tarief 2016 te herhalen en het tarief voor 2016 (afgerond) op € 172 vast te stellen.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 172 van 185
TABEL: samenvatting voorstel + historische data ter vergelijking Tarief Rioolheffing (per 500 m3)
2013
2014
2015
2016
werkelijk
werkelijk
werkelijk
voorstel
€ 153
€ 153
€ 162
€ 172
> toe-/afname tov voorgaand jaar - absoluut
€ 0,00
- percentage
Opbrengst ( x € 1.000) Rioolheffing
0,0%
€ 9,00
€ 10
5,9%
6,0%
2013
2014
2015
2016
werkelijk
werkelijk
begroot
begroot (*)
€ 3.288
€ 3.292
€ 3.463
€ 3.671
> toe-/afname tov voorgaand jaar - absoluut - percentage
€4 0,1%
€ 208 6,0%
(*) incl. voorstel tariefaanpassing
2.3 Begraafplaatsrechten Na actualisering van de voorcalculatie begraafplaatsrechten 2016 is de conclusie dat de kostendekking vrijwel op 100% uitkomt. Voorgesteld wordt dan ook de begraafplaatsrechten in 2016 niet te verhogen.
2.4 Marktgeld Al geruime tijd zijn de marktgelden niet kostendekkend. De Bezetting van de markten is goed te noemen en het aanbod is zeer gevarieerd. De nieuwe marktverordening wordt in het laatste kwartaal 2015 ter besluitvorming voorgelegd. Ook is de tariefstelling in de regio nader onderzocht. De uitkomsten worden verwerkt, waarna een voorstel voor tariefstelling wordt voorbereid. In afwachting daarvan wordt voorgesteld de markttarieven voor 2016 trendmatig te verhogen met 0,8%.
2.5 Standplaatsgeld Na actualisering van de budgetten 2016 komt de kostendekking van het standplaatsgeld uit op 100%. Tegen deze achtergrond wordt voorgesteld om de standplaatsgelden in 2016 niet te verhogen.
2.6 Leges Bouwleges Voor het jaar 2016 is er in de begroting een bedrag van € 1.000.000 aan legesinkomsten opgenomen. Uit gesprekken met de projectleiders van het projectbureau, de verschillende afdelingen en externe partijen, is gebleken dat er diverse grote plannen aangevraagd gaan worden, waaronder een aantal woningbouwprojecten op het evenemententerrein in Soesterberg, 23 woningen Staringlaan, woningbouw Apollo Noord I (Kontakt der Kontinenten), 14 woningen Chalonhof, woningbouw Ferdinand Huycklaan en het project 70 woningen de Stroomversnelling Eikenlaan. Met deze projecten, samen met de kleinere plannen - in 2014 en 2015 gemiddeld goed voor € 340.000 per jaar aan leges - en de steeds verder aantrekkende economie moeten inkomsten van € 1.000.000 haalbaar zijn.
Huwelijksleges Voorgesteld wordt de leges in 2016 net als in 2015 te verhogen met 10% tot € 430,80 (circa 80% kostendekking) en daarna 2 jaar achtereen met 10% waardoor we in 2019 een volledige kostendekkendheid verwachten te bereiken. De leges onder hoofdstuk 3 Burgerlijke stand € 109,70 voor het controleren van een trouwlocatie buiten het gemeentehuis worden per 2016 niet meer geheven. Alle trouwlocaties in Soest en Soesterberg zijn inmiddels door de gemeente gecontroleerd.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 173 van 185
Overige leges Door het Rijk worden voor een aantal verstrekkingen (onder meer paspoorten) maximumtarieven voorgeschreven. Omdat de voorgeschreven tarieven voor 2016 nog niet door het Rijk bekend zijn gemaakt, houden wij – noodgedwongen – in ons voorstel vooralsnog de tarieven 2015 aan. Wij verwachten in het najaar de bekendmaking van het Rijk van de voor 2016 geldende tarieven. Hiervoor maken wij gebruik van onze wijzigingsbevoegdheid (art. 10 verordening). De overige legestarieven zijn als regel trendmatig aangepast aan de inflatie van 0,8%.
Tariefontwikkeling gemeentelijke woonlasten 2015 Uit de Atlas van de lokale lasten 2015, Coelo, ontlenen we de volgende gegevens.
Landelijke ontwikkelingen Onder de gemeentelijke woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een bepaalde gemeente betaalt aan ozb, rioolrecht en reinigingsheffing, minus een eventuele heffingskorting. Een gemiddeld Nederlands meerpersoonshuishouden is in 2015 € 12 meer kwijt aan de gemeentelijke woonlasten, een stijging van 1,7 % (was 0,9% in 2014). Achter de gemiddelde stijging gaan lokale veranderingen schuil die variëren van een verlaging met 27% tot een verhoging met 19%. In de goedkoopste gemeente bedragen de woonlasten € 520 (Aalten) en in de duurste € 1.198 (Blaricum). De gemiddelde landelijke woonlasten lagen in 2015 op € 716 (was in 2014 € 704).
Provincie Utrecht De gemiddelde woonlasten in de provincie Utrecht lagen in 2015 op € 709 (was in 2014 € 691). De goedkoopste gemeente is Veenendaal met € 550 en de duurste De Bilt met € 909. Te midden van Utrechtse gemeenten bekleedt Soest in 2015 – voor het 5e achtereenvolgende jaar - de 5e plaats met laagste woonlasten (zie onderstaande tabel). Ter vergelijking staan de rangnummers en tarieven uit 2014 tussen haakjes.
rang nummer provincie
gemeente
tarief 2015 (2014)
landelijk
1 (2)
5 (5)
Veenendaal
€ 550 (€ 538)
2 (1)
7 (1)
Bunschoten
€ 565 (€ 514)
3 (2)
17 (10)
Nieuwegein
€ 584 (€ 555)
4 (4)
22 (26)
Leusden
€ 590 (€ 586)
5 (5)
29 (29)
Soest
€ 602 (€ 595)
Overige omliggende gemeenten: 6 (6)
49 (43)
Zeist
€ 626 (€ 618)
7 (7)
63 (65)
Amersfoort
€ 638 (€ 634)
11 (10)
142 (122)
Woudenberg
€ 698 (€ 682)
20 (23)
268 (286)
Eemnes
€ 768 (€ 764)
22 (20)
295 (219)
Baarn
€ 783 (€ 730)
26 (26)
387 (384)
De Bilt
€ 909 (€ 887)
Ontwikkeling woonlasten 2016 in Soest De tot de lokale woonlasten behorende componenten (ozb, afvalstoffenheffing en rioolheffing) zijn hiervoor afzonderlijk toegelicht. Deze voorstellen leiden er toe dat de gemeentelijk woonlasten voor een gemiddeld meerpersoonshuishouden in 2016 met € 17 toenemen en uitkomen op € 619.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 174 van 185
Hoofdstuk 4 – Bijlagen 4.1 Recapitulatiestaat Programma 2014
2015
2016
Begroting 2017
2018
2019
Veiligheid lasten baten saldi
3.801 82 -3.718
3.857 40 -3.817
3.829 -45 -3.875
3.662 -45 -3.707
3.837 -45 -3.882
3.621 -45 -3.666
Verkeer en Vervoer lasten baten saldi
4.218 955 -3.263
6.450 280 -6.170
7.377 346 -7.032
4.312 347 -3.966
4.323 348 -3.976
4.252 349 -3.903
430 91 -340
385 75 -310
427 78 -349
427 78 -349
427 78 -349
426 78 -349
Natuur en Milieu lasten baten saldi
13.557 10.541 -3.016
14.525 10.572 -3.953
14.343 10.571 -3.772
14.170 10.913 -3.257
14.473 11.302 -3.171
14.753 11.621 -3.132
Wonen en Ruimtelijke Ordening lasten baten saldi
4.282 2.151 -2.131
13.440 12.415 -1.025
13.212 11.145 -2.068
11.875 9.878 -1.997
8.248 6.278 -1.970
7.172 5.205 -1.966
Onderwijs lasten baten saldi
6.324 790 -5.533
5.328 662 -4.666
4.946 613 -4.333
4.568 606 -3.962
4.468 606 -3.862
4.436 606 -3.830
34.596 19.293 -15.302
52.341 13.859 -38.483
47.089 12.615 -34.474
45.692 12.597 -33.095
45.150 12.595 -32.555
44.903 12.581 -32.323
Sport, Recreatie, Kunst & Cultuur lasten baten saldi
7.658 1.346 -6.313
8.184 1.393 -6.791
6.465 1.375 -5.090
6.325 1.375 -4.950
6.330 1.375 -4.955
6.317 1.375 -4.942
Bestuurlijke taken lasten baten saldi
8.619 2.685 -5.934
8.430 1.588 -6.843
8.293 1.591 -6.701
8.223 1.591 -6.632
8.897 1.591 -7.306
8.205 1.591 -6.614
Algemene Dekkingsmiddelen lasten baten saldi
812 48.839 48.027
575 64.943 64.368
663 64.264 63.601
771 62.654 61.883
1.028 62.153 61.125
1.190 62.274 61.084
Totalen voor reserveringen lasten baten saldi
84.297 86.774 2.477
113.516 105.827 -7.689
106.645 102.552 -4.093
100.026 99.994 -32
97.181 96.280 -901
95.275 95.635 360
Mutaties Reserves lasten baten saldi
8.340 7.262 -1.078
6.098 12.571 6.474
4.299 8.400 4.101
4.363 4.449 87
4.424 5.420 995
4.494 4.377 -117
Totalen Saldi voor reserveringen Saldi mutaties reserves saldi na reserveringen
2.477 -1.078 1.399
-7.689 6.474 -1.215
-4.093 4.101 8
-32 87 55
-901 995 95
360 -117 242
(bedragen x €1.000)
Economie lasten baten saldi
Zorg en Welzijn lasten baten saldi
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 175 van 185
4.2 Overzicht programma’s producten en portefeuillehouders Nr. Programma
Product
Omschrijving
Portefeuillehouder
1 Veiligheid
Prod 11
Brandweer
R.T. Metz
Prod 12
C risisbeheersing
R.T. Metz
Prod 13
Openbare orde en veiligheid
R.T. Metz
2 Verkeer en Vervoer
3 Economie
4 Natuur en Milieu
5 Wonen en Ruimtelijke Ordening
Prod 21
Wegbeheer
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 22
Schoonhouden wegen
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 23
Verkeersmaatregelen
J.L. van Berkel - Vissers
- stationsontwikkeling Soest-Zuid
J.G.S. Pijnenborg
Prod 24
Openbare verlichting
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 30
Grote projecten (Van Weedestraat)
M.J. Adriani
Prod 31
Markten en standplaatsen
M.J. Adriani
Prod 33
Economische zaken
M.J. Adriani
- uitgifte bedrijventerrein Richelleweg
M.J. Adriani
Prod 41
Waterhuishouding
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 42
Natuurbescherming
J.G.S. Pijnenborg
Prod 43
Openbaar groen
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 44
Afvalverwijdering
M.J. Adriani
Prod 45
Riolering
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 46
Milieu
M.J. Adriani
- handhaving
J.G.S. Pijnenborg
Prod 47
Dierenwelzijn
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 50
Grote projecten (Masterplan Soesterberg,
J.G.S. Pijnenborg, M.J. Adriani
Hart van de Heuvelrug en vliegbasis)
6 Onderwijs
7 Zorg en Welzijn
8 Sport, Recreatie, Kunst en C ultuur
9 Bestuurlijke taken
10 Algemene dekkingsmiddelen
Prod 51
Ruimtelijke ordening
Prod 52
Stedelijke vernieuwing
J.G.S. Pijnenborg J.G.S. Pijnenborg
Prod 53
Bouwen en Wonen
J.G.S. Pijnenborg
Prod 54
Woonruimtezaken
J.G.S. Pijnenborg
Prod 61
Openbaar primair onderwijs
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 62
Huisvesting primair en voortgezet onderwijs
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 63
Lokaal onderwijsbeleid
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 64
Leerlingenvervoer
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 65
Volwasseneneducatie
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 66
Peuterspeelzaalwerk
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 71
Sociaal Domein algemeen
P.A. van der Torre
Prod 72
Jeugd
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 73
Wmo/Welzijn
P.A. van der Torre/J.L. van Berkel - Vissers
Prod 74
Werk en inkomen
P.A. van der Torre
Prod 75
Volksgezondheid
P.A. van der Torre
Prod 76
Welzijnsgebouwen c.a.
P.A. van der Torre/J.L. van Berkel - Vissers
Prod 77
Begraafplaatsen
J.L. van Berkel - Vissers
Prod 81
Binnensport
J.G.S. Pijnenborg
Prod 82
Buitensport
J.G.S. Pijnenborg
Prod 83
Overig sport
J.G.S. Pijnenborg
Prod 84
Recreatie en speelvoorzieningen
J.G.S. Pijnenborg / J.L. van Berkers - Vissers
Prod 85
Kunstbeoefening en bevordering
P.A. van der Torre
Prod 86
Oudheidkunde/musea
P.A. van der Torre
Prod 87
C ultuur
P.A. van der Torre
Prod 91
Gemeenteraad
R.T. Metz
Prod 92
C ollege van B&W
R.T. Metz
Prod 93
Bestuursondersteuning
R.T. Metz
Prod 94
Samenwerkingen
R.T. Metz
Prod 95
a. C ommunicatie en
R.T. Metz
b. Participatie
J.G.S. Pijnenborg
Prod 96
Burgerzaken
R.T. Metz
Prod 97
Gebiedsgericht werken
J.G.S. Pijnenborg
Prod 98
Onroerend goed
P.A. van der Torre
Prod 99
Wet Waardering Onroerende Zaken
M.J. Adriani
Prod 910
Inkoop
M.J. Adriani
Algemene baten en lasten
M.J. Adriani
Lokale belastingen
M.J. Adriani
Reserves en saldi
M.J. Adriani
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 176 van 185
4.3 Kerngegevens
Sociale structuur
2014
2015
2016
(rekening)
(begroot)
(begroot)
45.480
45.500
45.450
- 0-19 jaar
10.643
10.648
10.636
- 20-65 jaar
25.368
25.379
25.351
9.469
9.473
9.463
675
720
664
Aantal inwoners per 1 januari waarvan:
- 65 jaar en ouder Aantal cliënten bijstandsverlening en inkomensvoorziening levensonderhoud Gemeentebestuur en -personeel Aantal formatieplaatsen
Fysieke structuur
226
225
238
Aantal raadsleden
29
29
29
Aantal w ethouders
4
4
4
Oppervlakte (in ha) Aantal w oningen
4.643
4.643
19.900
19.960
Lengte w egen (km)
197
197
197
Lengte fietspaden (km)
69,7
69,7
69,7
127,7
127,7
127,7
5
5
5
Lengte riolering (km)
301
301
301
Openbaar groen (ha)
141,2
143,4
143,4
92,6
113,2
110,9
7,9
8,3
8,2
Algemene uitkering Gemeentefonds
33,9
55,2
53,9
Boekwaarde activa
76,7
82,3
83,7
Reserves en voorzieningen
53,7
48,6
49,3
Vaste schuld
17,7
17,7
16,1
2.441
Lengte recreatie-, ruiter- en wandelpaden (km) Lengte w aterwegen (km)
Financiële structuur
4.643 19.846
(bedragen x € 1 miljoen) Uitgaven gewone dienst, excl. saldo Opbrengst algemene belastingen
(totalen per inwoner x € 1) Uitgaven gewone dienst, excl. saldo
2.036
2.488
Opbrengst algemene belastingen
174
182
180
Algemene uitkering Gemeentefonds
745
1.213
1.186
Boekwaarde activa
1.686
1.809
1.842
Reserves en voorzieningen
1.181
1.068
1.085
389
389
354
Vaste schuld
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 177 van 185
4.4 Overzicht reserves en voorzieningen inclusief toelichting prognose 2016 Omschrijving
saldo begin begrotingsjaar 2016
Algem ene reserv e: Algemene reserve Totaal algemene reserve Bestem mingsreserves: Reserve gemeentehuis Reserve kunst Dekkingsreserve - investeringen Reserve rentegebruik Reserve automatisering Reserve onderhoud w egen Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Bedrijfsreserve Bedrijfsreserve BBS Soest Reserve vervanging voertuigen en grote machines Reserve onderhoud gebouwen Investeringsfonds Reserve accommodatiebeleid (onderwijs,welzijn,sport) Herwaarderingsreserve Vitens Reserve onderhoud groen Reserve Sociaal Domein Reserve geoormerkte beleidsuitgaven
rentebijschrijving
overige toevoegingen
7.267
40
7.267
40
1.463 99 14.423 5.245 789 481 1.974 388 71 532 3.770 3.711 628 247
12 1 433 315 6 4 3 1 4 30 30 5
34 34
5 6
771 235 33 1.687
2.058 351
Totaal voorzieningen
Totaal generaal
8.366
32.121
5.369 436
3.537 52
2.965 32
5.941 456
5.805
3.589
2.997
6.397
7.005
11.398
45.791
saldo begin begrotingsjaar 2017
Totaal algemene reserve Bestem m ingsreserves: Reserve gemeentehuis Reserve kunst Dekkingsreserve - investeringen Reserve rentegebruik Reserve automatisering Reserve onderhoud wegen Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Bedrijfsreserve Bedrijfsreserve BBS Soest Reserve vervanging voertuigen en grote machines Reserve onderhoud gebouwen Investeringsfonds Reserve accommodatiebeleid (onderwijs,welzijn,sport) Herwaarderingsreserve Vitens Reserve onderhoud groen Reserve Sociaal Domein Reserve geoormerkte beleidsuitgaven Totaal bestemmingsreserves Voorzieningen: Voorziening riolering Voorziening afkoopsommen onderhoud graven Totaal voorzieningen
Totaal generaal
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
40 246
1.425 100 13.604 5.251 795 449 1.569 430 71 494 3.749 704 1.066 207
3.416
49.300
Algem ene reserve: Algemene reserve
76 1.738 3.036
7.273
2.058 151
843
883
prognose 2017 Omschrijving
806 406 196
7.273
200
36.228
Voorzieningen: Voorziening riolering Voorziening afkoopsommen onderhoud graven
50 5 1.258 309
433 246
Totaal bestemmingsreserves
(bedragen x € 1.000) vermindesaldo einde ringen begrotingsjaar 2016
rentebijschrijving
overige toevoegingen
(bedragen x € 1.000) vermindesaldo einde ringen begrotingsjaar 2017
7.273
40
34
7.279
7.273
40
34
7.279
1.425 100 13.604 5.251 795 449 1.569 430 71 494 3.749 704 1.066 207
11 1 408 315 6 4
50 5 1.159 309
1.386 116 12.859 5.256 802 433 1.415 473 72 453 4.132 673 1.582 167
3 1 4 30 6 9
20 6
771 235 37 1.687
791 153 196 82 1.333 36
508 261
40 261
2.058 151 32.121
2.058 151 3.525
4.415
32.028
5.941 456
3.721 52
3.076 32
6.585 476
6.397
3.773
3.108
7.062
7.298
7.557
46.369
45.791
797
837
Pagina 178 van 185
prognose 2018 Omschrijving
saldo begin begrotingsjaar 2018
Algemene reserve: Algemene reserve Totaal algemene reserve Bestem m ingsreserves: Reserve gemeentehuis Reserve kunst Dekkingsreserve - investeringen Reserve rentegebruik Reserve automatisering Reserve onderhoud w egen Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Bedrijfsreserve Bedrijfsreserve BBS Soest Reserve vervanging voertuigen en grote machines Reserve onderhoud gebouw en Investeringsfonds Reserve accommodatiebeleid (onderw ijs,welzijn,sport) Herw aarderingsreserve Vitens Reserve onderhoud groen Reserve Sociaal Domein Reserve geoormerkte beleidsuitgaven
rentebijschrijving
overige toevoegingen
7.279
40
34
7.285
7.279
40
34
7.285
1.386 116 12.859 5.256 802 433 1.415 473 72 453 4.132 673 1.582 167
11 1 386 315 6 3
50 5 1.122 309
1.347 117 12.129 5.263 808 386 1.334 516 72 428 3.472 643 2.178 127
4 1 4 33 5 13
5 6
771 235 40 1.687
822 81 196 69 2.380 36
583 276
40 276
2.058 151
Totaal bestemmingsreserves
32.028
Voorzieningen: Voorziening riolering Voorziening afkoopsommen onderhoud graven Totaal voorzieningen
Totaal generaal
2.058 151 3.603
5.386
31.028
6.585 476
3.923 32
3.190 32
7.318 476
7.062
3.955
3.222
7.794
7.558
8.642
46.107
46.369
782
822
prognose 2019 Omschrijving
(bedragen x € 1.000) vermindesaldo einde ringen begrotings2018
saldo begin begrotingsjaar 2019
Algem ene reserv e: Algemene reserve Totaal algemene reserve Bestem m ingsreserves: Reserve gemeentehuis Reserve kunst Dekkingsreserve - investeringen Reserve rentegebruik Reserve automatisering Reserve onderhoud wegen Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Bedrijfsreserve Bedrijfsreserve BBS Soest Reserve vervanging voertuigen en grote machines Reserve onderhoud gebouwen Investeringsfonds Reserve accommodatiebeleid (onderwijs,welzijn,sport) Herwaarderingsreserve Vitens Reserve onderhoud groen Reserve Sociaal Domein Reserve geoormerkte beleidsuitgaven Totaal bestemmingsreserves Voorzieningen: Voorziening riolering Voorziening afkoopsommen onderhoud graven Totaal voorzieningen
Totaal generaal
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
rentebijschrijving
overige toevoegingen
(bedragen x € 1.000) vermindesaldo einde ringen begrotings2019
7.285
40
34
7.291
7.285
40
34
7.291
1.347 117 12.129 5.263 808 386 1.334 516 72 428 3.472 643 2.178 127
11 1 364 316 6 3
50 5 1.027 309
1.308 118 11.472 5.269 815 369 1.255 559 73 398 3.744 611 2.854 87
4 1 3 28 5 17
5 6
771 235 44 1.687
791 79 196 76 1.443 36
658 291
40 291
2.058 151 31.028
2.058 151 3.696
4.343
31.141
7.318 476
4.138 52
3.275 32
8.180 496
7.794
4.190
3.307
8.677
7.886
7.684
47.109
46.107
759
799
Pagina 179 van 185
Toelichting reserves en voorzieningen Algemeen Met de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen 2013 door de raad op 4 juli 2013 zijn het beleidskader en de uitgangspunten voor het reserve- en voorzieningenbeleid geactualiseerd. Het geactualiseerde beleidskader en de op specifieke reserves en voorzieningen betrekking hebbende deelbesluiten zijn in deze begroting toegepast, resp. verwerkt. Uit genoemde beleidsnota blijkt dat bij veel bestemmingsreserves de grondslag voor de jaarlijkse mutaties wordt gevormd door: vastgestelde beheer-/onderhoudplannen (o.m. gebouwen, wegen), bestaande uit een jaarlijkse vaste storting en een jaarlijks variabele onttrekking volgens het plan. een systematiek in overeenstemming met het doel van de reserve (bijvoorbeeld de reserve gemeentehuis en dekkingsreserve investeringen) Aan de mutaties van deze bestemmingsreserves zal in de navolgende toelichting dan ook beperkt aandacht worden geschonken. Voor een toelichting op de onderhoudsreserves wordt naar paragraaf D (onderhoud kapitaalgoederen) verwezen. Met de navolgende toelichting wordt een gerichte versterking van het inzicht en de transparantie in de (mutaties van) genoemde reserves en voorzieningen beoogd.
Toelichting Algemene reserve Voor de jaren 2016-2019 zijn naast een vaste jaarlijkse onttrekking van € 34.000 (saldo grond aan- en verkopen en daaraan gerelateerde kosten) en een jaarlijkse toevoeging van rente op dit moment geen andere mutaties voorzien.
Reserve gemeentehuis Overeenkomstig het doel van deze reserve wordt tot 2019 jaarlijks een vast bedrag van € 50.000 onttrokken voor dekking van een deel van de begrotingslasten van het gemeentehuis. Eerst in 2020 vindt een grotere onttrekking plaats voor de verschuldigde btw van de volgende leaseperiode.
Reserve kunst Jaarlijks wordt een bedrag onttrokken voor onderhoud van de kunstwerken. In 2017 wordt de reserve extra gevoed met een bijdrage vanuit het Masterplan Soesterberg Moerbessenberg Odijkplein en Masterplan Soesterberg Campuszone kop (totaal € 16.000) voor toekomstige aanschaf van kunst(werken).
Dekkingsreserve investeringen De geplande onttrekkingen dienen als dekking van de kapitaallasten van vooraf aangegeven investeringen.
Reserve rentegebruik Overeenkomstig het doel van deze reserve wordt jaarlijks een gelijkblijvend bedrag onttrokken voor compensatie van gemiste opbrengsten door verkoop van gemeentelijk aandelen/bezit.
Reserve automatisering Voor de komende jaren zijn geen stortingen of onttrekking uit deze reserve geraamd. De reserve blijft op het huidige niveau.
Reserve onderhoud wegen In paragraaf D (onderhoud kapitaalgoederen, investeringsoverzicht) is aangegeven op welke activiteiten de geraamde onttrekkingen betrekking hebben.
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Zie toelichting paragraaf G (lokale heffingen), onderdeel afvalstoffenheffing.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 180 van 185
Bedrijfsreserves Voeding en onttrekking vinden overeenkomstig het doel van deze reserves plaats (zie nota R&V 2013).
Reserve vervanging voertuigen en grote machines Onttrekkingen van de vervangingskosten van voertuigen en machines op basis van het huidige vervangingsschema.
Reserve onderhoud gebouwen De grondslag voor de stortingen en onttrekkingen wordt gevormd door het in 2012 geactualiseerde beheer-/onderhoudsplan. Zie paragraaf D (onderhoud kapitaalgoederen) voor nadere informatie over de aanwending van de middelen in 2016.
Investeringsfonds Er vindt jaarlijks een structurele onttrekking van € 36.000 plaats als bijdrage voor het monumentenbeleid voor de jaren 2016-2019. Bij de kadernota 2016 is besloten om vanuit het investeringsfonds een bedrag van € 2 miljoen beschikbaar te stellen voor het wegwerken van de achterstanden in het wegonderhoud in de gemeente en € 1 miljoen voor de reconstructie van de Lange Brinkweg.
Reserve accommodatiebeleid Deze reserve is bij de meerjarenbegroting 2013 (kerntakendiscussie) ingesteld. Daarbij is tevens de voeding geregeld. Vanaf 2016 worden naast de reguliere voeding ook de beschikbare gelden voor onderwijshuisvesting aan deze reserve toegevoegd. Over de periode 2016-2019 neemt de reserve hierdoor toe waarbij in 2019 een omvang bereikt wordt van € 2,8 miljoen. Over de aanwending van deze reserve moet nog verdere besluitvorming plaatsvinden.
Herwaarderingsreserve Vitens Overeenkomstig het doel van deze reserve worden gedurende de resterende looptijd van de lening tot 2021 de jaarlijkse aflossingsbedragen onttrokken uit de reserve en als bate verantwoord in de gemeentelijke exploitatie.
Reserve onderhoud groen Met ingang van 2015 is een reserve onderhoud groen ingesteld t.b.v. vervangingsinvesteringen bomen, heesters, c.a. Deze reserve wordt gevoed door verschillende groen onderhoudsbudgetten vanuit de exploitatie. De uitgaven voor het vervangingsonderhoud worden in 2016 op € 246.000 geraamd.
Reserve Sociaal Domein (voormalige bufferreserve) In hoofdstuk 2 van deze begroting stellen wij u voor om: -
de naam van deze reserve (bufferreserve) te wijzigen in reserve Sociaal Domein;
-
deze reserve exclusief voor het sociaal domein te bestemmen
-
vanaf 2015 tekorten en overschotten binnen het sociaal domein te onttrekken aan dan wel te storten in deze reserve.
Medio 2015 heeft deze reserve een omvang van € 2 miljoen.
Voorziening riolering De kosten voor het beheer en onderhoud van de riolering in de gemeente Soest worden uit de voorziening onttrokken en de opbrengst van de rioolheffing wordt in de voorziening gestort. Het beheerplan is het gemeentelijk rioleringsplan (GRP).
Voorziening afkoopsommen onderhoud graven De voorziening wordt gevoed door storting van de afkoopsommen voor meerjarig grafonderhoud en geeft een bijdrage aan de exploitatie ter dekking van de onderhoudskosten.
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 181 van 185
4.5 Overzicht mutaties reserves en voorzieningen Programma:
2016
(bedragen x € 1.000) 2018 2019
2017
Natuur en milieu Toevoegingen: Voorziening riolering
3.537
3.721
3.923
4.138
Onttrekkingen: Voorziening riolering
2.965
3.076
3.190
3.275
Zorg en welzijn Toevoegingen: Voorziening afkoopsommen onderhoud graven
52
52
52
52
Onttrekkingen: Voorziening afkoopsommen onderhoud graven
32
32
32
32
4.299
4.363
4.425
4.496
5 6 771 235 33 1.687 433 246 883
20 6 771 235 37 1.687 508 261 837
5 6 771 235 40 1.687 583 276 822
5 6 771 235 44 1.687 658 291 799
8.400 34 50 5 1.258 309 806 406 196 76 1.738 3.036 40 246 200
4.449 34 50 5 1.159 309 791 153 196 82 1.333 36 40 261
5.420 34 50 5 1.122 309 822 81 196 69 2.380 36
4.377 34 50 5 1.027 309 791 79 196 76 1.443 36
Bestuur en algemene dekkingsmiddelen Toevoegingen: Algemene reserve Reserve gemeentehuis Reserve rentegebruik Reserve kunst Dekkingsreserve Reserve onderhoud wegen Bedrijfsreserve (beïnvloedbare personeelskosten) Reserve vervanging voertuigen en grote machines Reserve onderhoud gebouwen Reserve accomodatiebeleid (onderwijs, welzijn, sport) Reserve onderhoud groen Bespaarde rente (diverse reserves) Onttrekkingen: Algemene reserve Reserve gemeentehuis Reserve kunst Dekkingsreserve Reserve rentegebruik Reserve onderhoud wegen Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Bedrijfsreserve (beïnvloedbare personeelskosten) Reserve vervanging voertuigen en grote machines Reserve onderhoud gebouwen Reserve investeringsfonds Herwaarderingsreserve Vitens Reserve onderhoud groen Reserve geoormerkte beleidsuitgaven
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 182 van 185
4.6 Overzicht geplande investeringen Met dit onderdeel wordt beoogd alle investeringsactiviteiten inzichtelijk te maken. Daaronder ook te verstaan de middeleninzet voor het onderhoud van kapitaalgoederen (paragraaf D). Hierbij beperken we ons niet alleen tot de in deze paragraaf D genoemde onderdelen maar voegen daaraan ook relevante onderdelen als grondexploitaties toe. Op deze wijze ontstaat een goed beeld van de totale investeringsactiviteiten. Daarnaast is de ontwikkeling van de kapitaallasten van belang. Hierna volgt een samenvatting van de geplande investeringen.
Overzicht geplande investeringen (bedragen x € 1.000) rubr
omschrijving
soort
Investeringsomvang 2016
2017
2018
bijzonderheden 2019
A
Investeringen t.l.v. reserves
A1
> onderhoud wegen
m/o
806
791
822
A2
> onderhoud gebouwen
e/o
1.738
1.333
2.380
A3
> vervanging voertuigen c.a.
e/o
97
A4
> Groen: vervanging bomen-heesters c.a.
m/o
246
261
276
A5
> Investeringsfonds: gereserveerd tbv - achterstallig onderhoud wegen
m/o
2.000
Besluitvorming over deze doelen
- reconstructie Lange Brinkweg
m/o
1.000
moet nog plaatsvinden
e/o
2.951
3.402
2.612
5.924
4.721
1.465
B
> riolering
C
Grondexploitaties e
> opbrengsten Dorpshuis
(-2.753) (-2.950) (-1.092)
> opbrengsten Staringlaan
578 Herziene grondexploitatie 1-1-2015 0
e
> grondaankopen, bouwrijp maken, e.d. C3
2.257 C onform overzicht paragraaf D
MP Soesterberg: > grondaankopen, bouwrijp maken, e.d.
C2
6 C onform overzicht paragraaf D 291 Onttrekkingen aan reserve
Investeringen t.l.v. voorzieningen
B1 C1
71
791 Onttrekkingen aan reserve 1.443 Idem
173
5
0
0
(-605)
0
0
0
482
332
0
0
0
0
0
0
3.087
3.283
3.413
e
> grondaankopen, bouwrijp maken, e.d. > opbrengsten
(-1.000)
C4
Vliegbasis
e
C5
Hart van de Heuvelrug
e
> grondaankopen, bouwrijp maken, e.d. > opbrengsten
3.270 betreft Apollo-Noord
(-4.812) (-7.789) (-7.919) (-8.313) idem
D
Overige
D1
> Integraal Accommodatiebeleid
e/o
0
0
0
0 Data voor deze onderdelen zijn
D2
> Sportaccommodaties
m/o
0
0
0
0 nog niet beschikbaar (i.h.k.v.
18.504
14.128
11.039
ktd-opdracht in ontwikkeling). Totaal investeringen (= uitgaven)
8.636
Toelichting tabel soort: e = investering met economisch nut m = investering met maatschappelijk nut 0 = onderhoud kapitaalgoederen
Uit dit overzicht volgt dat: De investeringen op basis van diverse beheer-/onderhouds- en/of vervangingsplannen ten laste van de daarvoor ingestelde reserves en voorzieningen lopen (rubrieken A en B). Een belangrijk deel van de investeringen ten laste van grondexploitaties wordt gebracht (rubriek C). In het kader van de opdracht kerntakendiscussie een aantal investeringsactiviteiten wordt herijkt/herzien en deze data in ontwikkeling zijn (rubriek D). In Soest sprake is van een aanzienlijke investeringsopgave. In de begroting 2016 nemen de kapitaallasten (rente en afschrijving) af met € 239.000 tot een niveau van € 6,2 miljoen. Deze afname bestaat uit de volgende componenten (toe- of afname t.o.v. 2015): a. Afname: vrijval kapitaallasten: - € 18.900 en rente-effect van 3,5% naar 3%: - € 403.400. Totaal € 422.300 b. Toename: geactiveerde (vervangings)investeringen: € 183.300
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
Pagina 183 van 185
4.7 Overzicht geraamde incidentele baten en lasten (bedragen x € 1.000) Programma:
2016
2017
2018
2019
Verkeer en Vervoer Rationeel wegbeheerssysteem
15
Achterstallig onderhoud w egen
2.000
Reconstructie Lange Brinkweg Dekking uit reserve Investeringsfonds
1.000 -3.000
15
Natuur en milieu RUD garantietoeslagen Bomenstructuur Birkstraat
23 180
Wonen en ruimtelijke ordening Omgevingsplannen
30
Kernrandzone
43
Structuurvisie
25
43
Onderwijs Harmonisatie peuterspeelzaalw erk
42
Culturele educatie
52 19
Zorg en Welzijn Optimaliseringskosten W&I
25
Sport, recreatie, kunst & cultuur Sportdeelname onderzoek
10
Bestuurlijke taken Digitale dienstverlening
70
Gebiedsgericht w erken Totaal incidentele lasten
70 11
453
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
205
15
0
Pagina 184 van 185
4.8 Overzicht subsidies Hieronder een overzicht van alle subsidies die vallen onder de Algemene Subsidieverordening Soest met een subsidiebedrag hoger dan € 1.000. Producten
Subsidie
1 Openbare orde en veiligheid
Buurtbemiddeling, st. Welzin
3 Economische zaken
Stichting Sinterklaasintocht
4 Natuurbescherming
Formatie kinderboerderij, st. Balans
29.811
Milieueducatie, st. Balans
12.000
5 Bouwen en wonen
Woning Advies C ommissie
6 Lokaal onderwijsbeleid
C ultuureducatie PO, Kunst C entraal en Idea
6 Volwasseneneducatie
26.580 2.317
4.690 35.621
C ultuureducatie VO, Griftlandcollege
10.276
OAB (gemeentelijk deel), Sovee en st. Eemvallei Educatief
69.014
Volwasseneducatie Volksuniversiteit
6 Peuterspeelzaalwerk
Peuterspeelzalen/VVE, st. BINK
7 Welzijn
Ontwikkelingssamenwerking, st. Derde Wereldgroep
7 WMO
Bedrag
7.600 25.481 831.000 13.315
C omité Kinderfeestdag
5.000
Ouderenbonden
6.201
C OSBO
1.196
Stichting Slachtofferhulp Regio Utrecht Stichting Balans1
7.749 1.345.794
Stichting Welzijn Ouderen Soest
803.300
Stichting Welzin
906.877
Stichting WMO Raad
10.000
GGD
46.527
Deskundigheidsbevordering St. Hulp In Praktijk Stichting Present Stichting Ravelijn Zorgpalet
8.915 7.500 10.000 17.778 128.954
7 Werk en Inkomen
Stichting Vluchtelingenwerk
8 Overig sport
Sportfederatie/sportgala Sportstimulering
8 Recreatie en speelvoorzieningen
Regionaal bureau voor toerisme
45.425
Stichting 4/5 mei/Oranjecomité
25.499
Amateur kunstbeoefening
25.000
8 Kunstbeoefening en bevordering
Instrumentenfonds Stichting C abrio
87.045 5.138 4.000
8.789 8.750
8 Oudheidkunde/musea
Stichting Oud Soest
19.388
8 C ultuur
Scholen in de Kunst
50.000
Stichting Literaire Activiteiten Soest
3.887
Stichting Regiocultuurcentrum Idea2 Meerjarige culturele projecten
1.502.199
Stichting C ultuurplatform
2.500
Soestvrijstaal, Idea
18.000
Radio Soest
27.592
Maatschappelijk cultureel belang
20.000
100 Stoelen Regeling
9 Bestuurlijke taken
24.000
5.000
Vereniging Artishock
12.678
Wijkbudgetten
62.918
Totaal 1
inclusief exploitatie Orlando en BEC, Artishock, Sociaal cultureel werk.
2
exclusief aanvullende projecten Idea, apart aangevraagd
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Soest
6.331.304
Pagina 185 van 185