BEGROTING 2014
INHOUD:
Onderdeel
Kleur
Nota van aanbieding
Geel
Programmaplan
Wit
Overzicht van baten en lasten met toelichting
Groen
Paragrafen
Blauw
GEMEENTE BEEMSTER
BEGROTING 2014 NOTA VAN AANBIEDING
GEMEENTE BEEMSTER
BEGROTING 2014 PROGRAMMAPLAN
De programma’s De begroting 2014 is opgezet met inachtneming van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van 17 januari 2003. De programma-indeling van de begroting 2014 is gelijk aan de hoofdstukken van het Collegeprogramma 2010 – 2014. We gaan uit van de volgende programma’s: 1. Dienstverlening in Beemster. 2. Beemsterling in Beemster. 3. Veilig in Beemster. 4. Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster. 5. De Beemster omgeving. 6. Werken in Beemster. 7. Actief in Beemster. 8. Zorg en inkomen in Beemster. 9. De financiële en organisatorische staat van Beemster. Verder moet verplicht een onderdeel ‘Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien’ in de begroting staan. Dit onderdeel duiden we aan als Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. De programma’s bestaan uit de volgende hoofdpunten: • Producten/functies. • Algemene beleidsdoelen. • Specifieke beleidsdoelen. • Beleidskaders. • Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? • Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? • Wat gaat het kosten? • Kengetallen. Tussen de Specifieke beleidsdoelen en de Beleidskaders zijn de onderwerpen aangegeven die in de kadernota 2014 zijn opgenomen. In het hoofdpunt ‘Wat gaat het kosten?’ staat de volgende informatie: • De totale lasten en baten, en het saldo van het programma over 2012 t/m 2017. De cijfers van 2012 zijn de realisatie volgens de jaarrekening 2012, de overige cijfers zijn geraamde cijfers. Hierbij kan een beperkte toelichting staan. Een uitgebreidere toelichting staat in de toelichting op het overzicht van baten en lasten. • Welke investeringen voor het programma in de jaren 2014 t/m 2017 zijn gepland. • Welke bedragen voor het programma aan reserves worden toegevoegd of onttrokken. • Welke bedragen voor het programma aan onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen worden onttrokken. De toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en onttrekkingen aan onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen zijn niet begrepen in de baten en lasten per programma. Doordat ze wel afzonderlijk in de programma’s zijn vermeld, verleent de raad bij de vaststelling van de begroting autorisatie voor de uitgaven. Na de programma's volgt een overzicht van baten en lasten. Hierin staat per programma het totaal van de baten en de lasten, en het saldo. Het totaal van deze bedragen is het ‘Saldo vóór resultaatbestemming’. Vervolgens zijn per programma de onttrekkingen (baten) en toevoegingen (lasten) aan reserves aangegeven. Ook deze bedragen worden getotaliseerd, en tenslotte vermelden wij het ‘Saldo na resultaatbestemming’. Bij deze regel staan de volgende bedragen: Totaal van de baten 16.336.067 Totaal van de lasten 16.188.381 Saldo 147.686 De begroting heeft een overschot. Van veel programma's zijn de baten lager dan de lasten. De programmatekorten worden bekostigd uit de algemene dekkingsmiddelen. Hiervan zijn de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de OZB de belangrijkste. Deze opbrengsten zijn opgenomen in programma 10.
Programma’s
blz. 1
Programma’s
blz. 2
Programma: 1. Dienstverlening in Beemster Portefeuillehouder: burgemeester H.N.G. Brinkman, wethouder J.C. Klaver Sector: Samenleving en Bedrijfsondersteuning Producten/functies: Nummer 002
003 004 724 732 930 940
Omschrijving Bestuursondersteuning college, onderdelen: • Communicatie en voorlichting algemeen • Beheer en onderhoud gemeentelijke website • Verbeteren digitale communicatie • Omnibusenquête en benchmark publiekszaken Burgerzaken (ook: verkiezingen) Baten secretarieleges burgerzaken Uitvoering Wet op de lijkbezorging en onderhoud en beheer begraafplaats Baten begraafplaatsrechten Uitvoering Wet WOZ Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen (alleen OZB, RWB, toeristenbelasting)
Inleiding In dit programma behandelen we de onderwerpen die niet specifiek naar een hoofdstuk in het collegeprogramma verwijzen. Communicatie en voorlichting gaat over alle hoofdstukken. De andere onderdelen zijn niet in andere hoofdstukken te vatten.
Algemene beleidsdoelen • • •
Inwoners en bedrijven op de hoogte houden van gemeentelijk beleid, besluitvorming en actuele ontwikkelingen, waardoor betrokkenheid en draagvlak worden vergroot. De traditionele en digitale dienstverlening van de gemeentelijke organisatie aan inwoners, instellingen en bedrijven op een hoogwaardig niveau brengen en behouden. Inwoners meer betrekken bij plannen van de gemeente.
Specifieke beleidsdoelen volgens collegeprogramma 1.1
Samenwerking zoeken met naburige gemeenten om een robuuste ambtelijke organisatie op te zetten. Uitbreiding van het aantal digitaal beschikbare producten ter verbetering van de dienstverlening. Afstemming van de traditionele en digitale dienstverlening, zowel op serviceniveau als op personeelsniveau. Kwaliteitshandvest met servicenormen opstellen en werkprocessen daarop afstemmen. Digitale dienstverlening op een bij de gemeente passende wijze en op (financieel) verantwoorde schaal verder inrichten.
1.2 1.3 1.4 1.5
Start 2010
Gereed 2014
2010
2013
2010
2011
2010
2011
2010
2014
Andere specifieke beleidsdoelen Geen.
Kadernota 2014 Onderwerp Modernisering GBA
2014 0
2015 0
2016 6.268 -
Beleidskaders • • • • •
Gemeentewet. Het strategische communicatie beleidsplan. Wet GBA. Burgerlijk wetboek /Besluit burgerlijke stand. Paspoortwet.
Programma’s
blz. 3
• • • • • • • • •
Rijkswet Nederlanderschap. Vreemdelingenwet. Wegenverkeerswet. Kieswet /Kiesbesluit. Privacyverordening GBA. Wet op de lijkbezorging. Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de Waarderingsinstructie. Specifieke belastingwetgeving. Belastingverordeningen en beleidsregels.
Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? • •
Maximale participatie met de burgers binnen de daarvoor gestelde kaders. De tevredenheid van de inwoners, instellingen en bedrijven over de dienstverlening uit zich in zowel tevredenheid over de traditionele dienstverlening als over de digitale dienstverlening. Dit maken wij meetbaar door hierover kengetallen te ontwikkelen op basis van respons op het geldende kwaliteitshandvest en de uitkomsten van een regionale omnibusenquête.
Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Zelfstandigheid, samenwerking en dienstverlening De gemeenteraad heeft op 18 september 2012 besloten tot vergaande samenwerking met Purmerend. In 2013 is veel tijd besteed aan de voorbereiding van deze samenwerking. Met ingang van 1 januari 2014 zullen de meeste werkzaamheden door de gemeente Purmerend worden uitgevoerd. Veel van de Beemster medewerkers zullen dan in Purmerend werkzaam zijn. Met name in de startfase zal dit incidentele knelpunten opleveren. In 2014 zal veel tijd besteed worden aan het zo goed mogelijk implementeren van de nieuwe samenwerking. Doel van deze operatie is te kunnen blijven voldoen aan nieuwe eisen van zowel inwoners als de rijksoverheid en toch de bestuurlijke zelfstandigheid te kunnen behouden. In 2011 is het kwaliteitshandvest met servicenormen vastgesteld. Dit handvest geeft concreet en helder aan wat burgers, bedrijven en instellingen van de dienstverlening van de gemeente mogen verwachten. Ook na 1 januari streven wij ernaar aan die servicenormen te kunnen voldoen. De samenwerking met Purmerend moet minimaal tot een gelijke kwaliteit van dienstverlening leiden en zo mogelijk de dienstverlening verbeteren. Bij de digitale dienstverlening (oorspronkelijk samengevoegd in het inmiddels beëindigde programma EBeemster) moeten nog 2 grote projecten worden gerealiseerd, namelijk de basisregistratie grootschalige topografie en de basisregistratie personen. De uitvoering hiervan past in de tijd in de beoogde samenwerking met Purmerend. Dit laatste brengt overigens geen wijziging in hoe wij aankijken tegen keuzes en investeringen die gemaakt moeten worden, die moeten passend zijn bij onze gemeentegrootte en gebaseerd zijn op een verantwoorde kosten/baten afweging. In de begroting 2014 is geen budget voor de uitvoering van dit programma opgenomen. Als duidelijk is hoeveel en wanneer (in welk jaar) een budget nodig is wordt hiervoor een separaat voorstel gedaan. Communicatie en burgerparticipatie De wens tot participatie van inwoners vraagt om moderne overheidscommunicatie. In het communicatie beleidsplan, vastgesteld in 2011, zijn de verschillende niveaus van participatie verder uitgewerkt. Deze uitwerking blijft richtinggevend voor de wijze waarop wij de doelstelling willen bereiken. In 2013 is een start gemaakt met bewonersparticipatie in het kader van het Groenkwaliteitsplan en het Speelplaatsenbeleid. Daarbij is een beroep op inwoners gedaan om mede behulpzaam te zijn bij het beheer en onderhoud van openbaar groen en speelplaatsen. Dat alles om de altijd hoog gekwalificeerde groenkwaliteit en de speelplaatsen van Beemster zoveel als mogelijk te behouden. In 2014 zullen we doorgaan op de ingeslagen weg en ook de uitvoeringsorganisatie in Purmerend betrekken bij de gewenste burgerparticipatie.
Programma’s
blz. 4
Wat gaat het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel 2012 2013 2014 2015 Lasten 977.043 926.102 1.050.375 1.062.817 Baten 218.302 205.338 221.160 223.971 Saldo 758.741 720.764 829.215 838.846
2016 1.099.560 226.912 872.648
2017 1.076.813 229.782 847.031
Toelichting: De aangegeven mutaties van de kadernota zijn in de begroting verwerkt. In de ramingen is rekening houden met de volgende verkiezingen: 2014 Gemeenteraad en Europees Parlement 2015 Provinciale Staten 2016 Tweede Kamer 2017 Geen Voorgenomen investeringen Aanpassen software modernisering GBA
2014 66.816
2015 31.340
2016 0
2017 0
Mutaties reserves Toevoegingen: Geen Onttrekkingen: Geen
2014
2015
2016
2017
Onttrekkingen onderhoudsvoorzieningen Berging begraafplaats
2014 1.319
2015 96
2016 598
2017 4.475
De hogere uitgaven in 2017 betreffen het vervangen van stucwerk buiten, vervangen kozijn en deur en schilderwerk op het nieuwe stucwerk.
Kengetallen Voor zover bekend, worden hier kengetallen weergegeven. Het gaat om de gerealiseerde cijfers van 2012, en de geraamde cijfers van 2013 en 2014. Onderdeel 2012 2013 2014 BURGERZAKEN: Aantal inwoners 8.719 8.736 8.831 Rijbewijzen 807 1.000 900 Paspoorten 1.403 1.000 1.100 Identiteitskaarten 638 900 700 Uittreksels uit persoonsregister 357 700 400 Huwelijksvoltrekkingen 31 25 25 Registraties partnerschap 6 5 5 Verkiezingen 1 0 2 Stembureaus 6 6 6 LIJKBEZORGING: Opbrengst begrafenisrechten 45.014 50.000 55.000 Aantal begrafenissen/ bijzettingen/ 27 25 25 asverstrooiingen UITVOERING WET WOZ Aantal WOZ-beschikkingen 4.160 4.100 4.200 Aantal bezwaarschriften 101 172 Hiervan zijn er afgedaan 101 76 Aantal bezwaarschriften gegrond 53 56 Aantal beroepschriften 2 2 De kengetallen van de uitvoering Wet WOZ van 2013 geven de werkelijke situatie aan op 1 september 2013.
Programma’s
blz. 5
Programma’s
blz. 6
Programma: 2. Beemsterling in Beemster Portefeuillehouder: Burgemeester H.N.G. Brinkman, wethouder J.C. Klaver, wethouder J.R.P.L. Dings Sector: Samenleving Producten/functies Nummer 623 630 650 714 715 716
Omschrijving Participatie Sociaal cultureel werk/Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang (ook peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang) Gezondheidszorg algemeen Jeugdgezondheidszorg Centrum Jeugd en gezin
Inleiding Uit contacten met burgers blijkt dat Beemster wordt ervaren als een fijne woonomgeving en men graag in Beemster woont. Dit beeld wordt ook bevestigd in onderzoeken op dit terrein. Mede daardoor vestigen instellingen hier graag woonvormen voor hun cliënten. Voorbeelden hiervan zijn Breidablick en Odion. De voorzieningen voor onderwijs en kinderopvang, waaronder ook de buitenschoolse opvang, zijn in Beemster van goede kwaliteit. De inwoners van Beemster geven aan dat zij deze voorzieningen zeer waarderen. Om nog beter in te kunnen spelen op de wensen van burgers wordt de participatie van burgers bij de ontwikkeling van beleid verder vormgegeven. Dit heeft er in geresulteerd dat iedere dorpskern inmiddels een Dorpsraad heeft. Verder onderscheiden we in Beemster doelgroepen die enige vorm van extra ondersteuning nodig hebben. In 2014 wordt de transitie van de jeugdzorg en AWBZ naar Wmo verder uitgewerkt. In Beemster is voor de jeugdzorg gekozen voor het model ‘Dorpszorg jeugd’. Lokaal wordt uitgewerkt wat kan, regionaal of bovenregionaal wat moet. Het doel is te komen tot een goede integrale afstemming tussen deze transities en die van de WSW, welke allen ingaan per 2015.
Algemene beleidsdoelen Wij willen dat Beemster een prettige woongemeente is en blijft. Mensen moeten kunnen wonen in een gezonde omgeving. Waar nodig moet extra aandacht zijn voor onze inwoners. Dit vergt een specifieke aanpak binnen de verschillende beleidsterreinen. Om het beleid nog beter op de wensen van de burger af te stemmen, moet burgerparticipatie een structurele vorm gaan krijgen.
Specifieke beleidsdoelen volgens collegeprogramma 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11
De ruimten in de jongerencentra zo optimaal mogelijk gebruiken. Jongerenactiviteiten ontwikkelen die voorzien in de vraag van de doelgroep. Jongeren stimuleren aan activiteiten in het buurthuis deel te nemen. Verder uitbreiden ondersteuning mantelzorgers. Ontwikkeling en definitieve huisvesting Centrum Jeugd en Gezin. Evaluatie Centrum Jeugd en Gezin. Verbeteren transparantie bedrijfsvoering GGD (samen met andere gemeenten). Verdere professionalisering peuterspeelzaalwerk. Instelling dorpswethouders als contactbestuurder voor de inwoners en de dorpsraden. Oprichting dorpsraden Zuidoostbeemster en Middenbeemster. Raadsverordening voor dorpsraden.
Start 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010
Gereed 2011 2013 2013 2012 2011 2012 2011 2011 2010 2011 2011
Andere specifieke beleidsdoelen Integrale invoering van de transitie jeugdzorg en AWBZ naar Wmo, alsmede de WSW ingaande 2015.
Programma’s
blz. 7
Kadernota 2014 Onderwerp Hogere subsidie peuterspeelzalen
2014 52.373 -
2015 0
2016 0
Beleidskaders • Wet kinderopvang. • Wet collectieve preventie. • Wet maatschappelijke ondersteuning. • Wet op de jeugdzorg. • Algemene subsidieverordening. • Participatieladder van de VNG.
Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in dit begrotingsjaar/de raadsperiode? • • • • • •
De waardering voor de voorzieningen in aantal en kwaliteit blijft op hetzelfde niveau of neemt toe. De ervaren gezondheidstoestand van Beemsterlingen blijft gelijk of neemt toe. Burgerparticipatie wordt gestructureerd. In elke kern een dorpsraad en een dorpsontwikkelingsplan. Er worden activiteiten voor jongeren ontwikkeld die aansluiten op de wensen van de doelgroep. Er is een duidelijk beeld wat onze wettelijke taken zijn in het kader van de transitie jeugdzorg en we zijn in staat deze uit te voeren ingaande 2015.
Wat gaan we daarvoor doen in het begrotingsjaar? Sociaal cultureel werk/jeugd- en jongerenwerk De samenwerking met Clup Welzijn betreffende het jongerenwerk wordt voortgezet. Op basis van de inventarisatie die er is gemaakt worden activiteiten samen met jongeren ontwikkeld. Ondersteuning mantelzorgers In 2014 worden door Aangenaam Wonen Plus verder activiteiten ontwikkeld ter ondersteuning van mantelzorgers. Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Het CJG wordt nauw betrokken bij de verdere ontwikkeling van de transitie jeugdzorg en waar nodig bij de andere twee transities. Het concept Dorpszorg jeugd is hierbij uitgangspunt. Lokaal wordt opgepakt wat kan, anders worden regionaal of bovenregionaal zaken afgestemd. Dit vergt een goede afstemming tussen de betrokken partijen en de regio. Gemeenschappelijk Gezondheidsdienst (GGD) De GGD voert voor de gemeenten de taken uit in het kader van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). Daarnaast levert zij een aantal producten waarbij wij de keuze hebben deze af te nemen. Lokaal Gezondheidsbeleid In 2014 wordt uitvoering gegeven aan de nieuwe regionale notitie volksgezondheidsbeleid. Lokaal richten de activiteiten zich op meer bewegen en overgewicht, hierbij wordt de brede school zoveel mogelijk betrokken. Voor- en vroegschoolse educatie Het beleid dat in 2013 is vastgesteld wordt verder uitgevoerd. Met name via kinderopvang of peuterspeelzaalwerk komt specifiek aandacht en begeleiding voor kinderen tot 4 jaar bij wie een ontwikkelingsachterstand is gesignaleerd. Peuterspeelzaalwerk De Stichting Kinderopvang Beemster (SKB) biedt in onze gemeente Kinderopvang en peuterspeelwerk aan. In 2014 wordt verder vormgegeven aan de invoering van de nieuwe kostprijs berekening. Tussen gemeente en SKB is een nauw en constructief contact over de ontwikkelingen die er zijn op dit werkterrein en hoe deze vorm te geven.
Programma’s
blz. 8
Kinderopvang Wij streven naar een kostendekkende verhuur van de voor kinderopvang in gebruik zijnde accommodaties bij Stichting Kinderopvang Beemster. Dit betekent dat de huurprijs stapsgewijs met € 70.000 op jaarbasis verhoogd moet worden. Deze huurprijs komt dan overeen met een marktconforme huurprijs per m2. Dorpsontwikkeling/dorpsraden Inmiddels heeft elke dorpskern van onze gemeente een eigen Dorpsraad. Hierdoor wordt de participatie van de inwoners bij het maken van gemeentelijke plannen bevorderd. Transitie jeugdzorg In dit jaar gaan wij door met voorbereiding van de transitie jeugdzorg. Met ingang van 2014 worden fasegewijs jeugdzorgtaken naar de gemeente overgedragen. Wij volgen hierbij zoveel mogelijk het traject dat ingezet is in de regio Zaanstreek-Waterland. Daarnaast wordt waar mogelijk lokaal de nodige actie ondernomen. Doel is dat wij met ingang van 2015 aan onze wettelijk taken kunnen voldoen. Transitie AWBZ naar Wmo Aan de visie die is vastgesteld wordt verder uitvoering gegeven in 2014. Een deel van de AWBZ cliënten zal vanaf 2015 een beroep moeten doen op de Wmo. Hiervoor krijgt de gemeente een budget dat een verlaging kent ten opzichte van de oude situatie. In 2014 worden voorbereidingen getroffen waardoor wij in 2015 in staat zijn deze cliënten te bedienen.
Wat mag het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel 2012 2013 2014 2015 Lasten 708.860 709.326 771.445 772.646 Baten 93.562 136.313 194.714 225.264
2016 771.878 226.388
2017 775.701 227.545
Saldo
545.490
548.156
615.298
573.013
577271
547382
Toelichting: De aangegeven mutaties van de kadernota zijn in de begroting verwerkt. Er is rekening gehouden met hogere huuropbrengst van de accommodaties voor kinderopvang. Voorgenomen investeringen Geen
2014
2015
2016
2017
Mutaties reserves Toevoegingen: Geen Onttrekkingen: Bruto activering vaste activa
2014
2015
2016
2017
11.500
11.500
11.500
11.500
Onttrekkingen onderhoudsvoorzieningen BeeJeegebouw Kinderdagverblijf Buitenschoolse opvang/ peuterspeelzaal
2014 1.912 482 18.255
2015 10.985 11.643 130
2016 8.386 0 0
2017 26.600 6.099 4.982
BeeJee-gebouw: de hogere lasten in 2015 betreffen vooral vervangen hekwerk en verwarmingsinstallatie. In 2016 staat schilderwerk gepland. De hoge lasten van 2017 betreffen het vervangen van dakpannen. Kinderdagverblijf: de hogere lasten in 2015 betreffen bestrating en binnenschilderwerk. In 2017 staat buitenschilderwerk gepland. Buitenschoolse opvang/ peuterspeelzaal: de hogere lasten in 2014 betreffen vooral het vervangen van de vloerbedekking. De lasten van 2017 betreffen met name het vervangen van het doek van de buitenzonwering en werkzaamheden aan de waterinstallatie.
Kengetallen Voor zover bekend, worden hier kengetallen weergegeven. Het gaat om de gerealiseerde cijfers van 2012, en de geraamde cijfers van 2013 en 2014.
Programma’s
blz. 9
Onderdeel 2012 JEUGD- EN JONGERENWERK Aantal ‘Veilig Honk’ plekken 9 BeeJee tot 15 jaar: Aantal activiteiten Aantal deelnemers BeeJee vanaf 15 jaar Aantal activiteiten Aantal deelnemers Buurthuis Zuidoostbeemster Aantal activiteiten Aantal deelnemers KINDERDAGOPVANG Aantal kinderen dat gebruik maakt van: Kinderopvang 0 – 4 jaar 124 Buitenschoolse opvang 236 Peuterspeelzaal 88 Van 2012 zijn niet meer cijfers bekend dan is aangegeven.
Programma’s
2013
2014
9
9
* *
* *
* *
* *
36 350+
36 350+
75 150 58
75 150 58
blz. 10
Programma: 3. Veilig in Beemster Portefeuillehouder: burgemeester H.N.G. Brinkman, wethouder J.C. Klaver Sector/afdeling: Grondgebied en Staf Producten/functies Nummer 120 140 210 211 212
Omschrijving Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Wegen, straten en pleinen, behalve: • Straatreiniging Verkeersmaatregelen te land Openbaar vervoer
Inleiding Objectief gezien blijkt de gemeente Beemster nog steeds één van de veiligste gemeenten in Nederland te zijn. Desondanks blijft in ons collegeprogramma de aandacht voor sociale veiligheid in de openbare ruimte en de verkeersveiligheid speerpunten van ons beleid. Dat betekent niet alleen een goede inrichting van bestaande en nieuwe ruimte en verkeersveilige routes, maar vooral ook goed toezicht en handhaving.
Algemene beleidsdoelen De gemeente Beemster zorgt voor een veilige woonomgeving. Periodiek heeft zij met verschillende partners als het Hoogheemraadschap, de politie en de fietsersbond overleg om de verkeersveiligheid zoveel als mogelijk te bevorderen. Daarnaast vindt het college het belangrijk om met de inwoners van Beemster, via dorpsraden en/of burgerinitiatieven, de sociale en – verkeersveiligheid te bespreken en zoveel mogelijk te bevorderen en af te stemmen. Ook zorgt de gemeente Beemster voor een goed uitgeruste en opgeleide brandweer- en een rampenbestrijdingsorganisatie door middel van deelname aan de gemeenschappelijke regeling ‘Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland’. Per 1 januari 2014 zal de brandweer Beemster opgaan in de regionale brandweer, als onderdeel van de Veiligheidsregio ZaWa. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de wettelijke verplichting tot regionalisering van de brandweer per 1 januari 2014.
Specifieke beleidsdoelen volgens collegeprogramma 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
Het inzetten van pre-mediation als onderdeel van het handhavingsbeleid. Uniformiteit in de handhaving implementeren. Uitvoeren onderzoek naar de noodzaak van een centrale handhavingsjurist. Opzetten van jaarprogramma’s. Betrokken zijn bij en invloed hebben op het opzetten van de RUD. Beleidsplan Brandweer 2012-2016. Onderzoek verkeersveiligheid in wijken en kernen. Onderzoek vrijliggend fietspad Purmerenderweg tussen Rijperweg en Oosthuizerweg. Onderzoek naar wenselijkheid en mogelijkheid voor een noordwestelijke randweg om Middenbeemster. Onderzoek naar haalbaarheid aansluiting Zuiderweg op Zuiddijk, nabij A7.
Start 2010 2010 2011 2011 2010 2011
Gereed 2010 2011 2011 2014 2012 2012 2012 2011 2013 2011
Andere specifieke beleidsdoelen Start Opzetten van een gemeentelijk verkeers-en vervoersplan (GVVP) met als een van 2011 de doelen bepalen of aansluiting Zuiderweg – Zuiddijk, nabij A7 noodzakelijk is. (de beleidsdoelen 3.8, 3.9 en 3.10 zijn onderdeel van het GVVP)
Gereed 2012
Kadernota 2014 Onderwerp Minder formatie voor milieuhandhaving inbrengen bij Purmerend Programma’s
2014 25.658 +
2015 25.914 +
2016 26.174 +
blz. 11
Onderwerp Geen beleidstaken voor verkeer en vervoer inbrengen bij Purmerend i.v.m. de komst van het GVVP
2014 18.488 +
2015 18.673 +
2016 18.859 +
Beleidskaders • • • • • • • • • •
Wet veiligheidsregio’s. Beleidsplan Brandweer. Kwaliteitsbeeld Brandweer (2010-2011). Algemene plaatselijke verordening (APV). Beleidsplan integrale veiligheid 2009-2012. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Drank en Horecawet (per 1 januari 2013). Integraal Handhavingsbeleid Beemster. Handhavingsprogramma 2013-2014. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP).
Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in dit begrotingsjaar/de raadsperiode? • • • • • • • • •
Een minimaal gelijkblijvend gevoel van veiligheid. (Omnibusenquête 2008: overdag 8,6 en ’s avonds 8,4 Een vermindering van de ervaren overlast van jongeren. (Dit onderdeel maakte in 2008 geen deel uit van de omnibusenquête; algemene overlast kreeg met rapportcijfer 7,5 een positieve beoordeling). Een verbetering van de indicator verloedering. (Omnibusenquête 2008: Beemster 2,8. Dat is de laagste indicator van de regio, gelijk aan Zeevang). Minder loze meldingen van automatische brandmeldinstallaties en uitrukken naar aanleiding daarvan. Voldoen aan opkomsttijden brandweer. Voldoen aan de landelijk vastgestelde kwaliteitsnormen. Verbeteren zelfredzaamheid burger. Een Handhavingsbeleid dat herkenbaar is voor de inwoners en bedrijven en instellingen. Een in samenhang richting gevend verkeer en- vervoersbeleid die een veilig gevoel geeft aan betrokkenen.
Wat gaan we daarvoor doen in het begrotingsjaar? Handhaving algemeen In 2012 en 2013 is het handhavingsbeleid nader vormgegeven in de vorm van een integraal handhavingsnotitie waarin prioritering en jaarprogramma’s leidend zullen worden. Uniformiteit in de handhaving wordt belangrijk geacht. Wij werken daarom met een uniforme en herkenbare aanpak binnen de gehele organisatie, ondersteund door de jaarprogramma’s en prioritering. In 2013 is het handhavingsprogramma 2013-2014 gemaakt. Hierin zal aan de hand van vastgestelde prioriteiten het concrete handhavingsprogramma voor 2014 worden vastgesteld. Brandweer De brandweer heeft de afgelopen jaren te maken gekregen met veranderingen op vakinhoudelijk gebied, waaronder toenemende kwaliteitseisen, ontwikkelingen in de crisisbeheersing, strengere en complexere regelgeving en toenemende gevaren voor brandweermensen. Vanwege deze ontwikkelingen heeft de brandweer landelijk een nieuwe koers uitgezet. Uitgangspunt daarbij is dat de koers van de brandweer zich in de komende jaren steeds meer gaat richten op de preventieve kant van de veiligheidsketen. De brandweer richt zich daarbij op het stimuleren van het veiligheidsbewustzijn en de eigen verantwoordelijkheid van de burger. De brandweer is hierbij adviseur en regisseur. Het Veiligheidsbestuur Zaanstreek-Waterland heeft op 8 juli 2011 besloten tot het regionaliseren van de brandweer in Zaanstreek-Waterland. Inmiddels is dit ook wettelijk verplicht geworden. De voorbereidingen om te komen tot een geregionaliseerde brandweer zijn in volle gang. Op 1 januari 2014 gaat de regionale brandweer Zaanstreek-Waterland formeel van start. De begroting is hier nog niet op aangepast, omdat besluitvorming over de meerjarenbegroting nog niet is afgerond. Wij zullen die wijzigingen meenemen bij de omvorming van deze programmabegroting naar een programmabegroting, gebaseerd op de uitvoering van taken door Purmerend. Programma’s
blz. 12
Wel hebben we in de vorm van een stelpost met ingang van 2015 rekening gehouden met de taakstellende bezuinigingsopdracht die het veiligheidsbestuur aan de organisatie heeft gegeven. Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland Ook in 2014 organiseert het Veiligheidsbureau van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland de noodzakelijke bestuurlijke en ambtelijke oefeningen voor het Gemeentelijk Beleidsteam en de overige crisisteams. Sinds medio 2012 oefent het gemeentelijk beleidsteam van Beemster in het stadhuis van Purmerend. Ook in geval van een ramp maakt Beemster gebruik van de locatie en faciliteiten van de gemeente Purmerend. Dit besluit is genomen om te kunnen voldoen aan de verplichte verdere professionalisering van de gemeentelijke kolom op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Integrale veiligheid De gemeente heeft de regierol bij het bevorderen van de veiligheid van haar burgers. Niet alleen ten aanzien van de inwoners, maar ook ten aanzien van de bedrijven en instellingen die op haar grondgebied gevestigd zijn. Het huidige, nog niet wettelijk verplichte, integraal veiligheidsplan 2013-2016 van de gemeente Beemster is in september 2013 vastgesteld, met een bijbehorend uitvoeringsprogramma. In 2014 gaan we uitvoering geven aan dit uitvoeringsprogramma. Buitengewoon Opsporing Ambtenaar (BOA) openbare ruimte Al een aantal jaren werken de gemeenten Beemster en Purmerend naar ieders tevredenheid samen op het gebied van handhaving in de openbare buitenruimte. Kerntaken zijn: • Toezicht op hangjeugd in speeltuinen, schoolpleinen en andere hotspots. • Zichtbare aanwezigheid in de openbare ruimte, fungeren als ogen en oren van de gemeente Beemster. • Gerichte inzet tijdens evenementen. Deze taken blijven ook na de start van de ambtelijke samenwerking door Purmerend uitgevoerd worden. In verband met eerdere bezuinigingsmaatregelen is prioritering zeer noodzakelijk. Horeca Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet in werking getreden. Daarmee is toezicht en handhaving op de (para)commerciële horeca, slijterijen, supermarkten, evenementen etc. ten aanzien van verkoop en gebruik van (zwak)alcoholische dranken overgedragen aan de gemeenten. Dit is een bevoegdheid van de burgemeester. 2013 is een overgangsjaar, waarin de vormgeving van dit toezicht moet plaatsvinden, waarna implementatie in 2014 wordt opgepakt en uitvoering aan de Drank- en Horeca wet kan worden gegeven. Wegen, straten en pleinen Evenals voorgaande jaren is ook in de begroting voor 2014 een vast bedrag opgenomen voor het herasfalteren en herstraten van wegen. Voor 2014 t/m 2017 is dit € 155.700. Uitvoering van de werkzaamheden vindt plaats aan de hand van het daartoe opgestelde prioriteitenschema weginspectie en schade als gevolg van winterse omstandigheden. Verder wordt waar mogelijk rekening gehouden met het uit te voeren programma renovatie en vervanging van riolering. Verkeer en vervoer Voor de gemeente Beemster is veiligheid en doorstroming een belangrijk onderwerp op de agenda. Evenwicht tussen veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid is het uitgangspunt van het beleid. De nieuwe concessiehouder EBS blijkt tot tevredenheid hun taken uit te voeren. De nieuwe concessieverlening en de woningbouw in zowel Middenbeemster als Zuidoostbeemster waren aanleiding om de route van het openbaar vervoer (OV) in de toekomst te verleggen. De hiermee samenhangende ruimtelijke aanpassingen zouden in 2013 nader worden uitgewerkt. Denk daarbij aan het omleggen van de ov routes en locatie haltes. Hierbij zal ook nadrukkelijk aandacht zijn voor het stallen van fietsen, het optimaal geschikt maken van haltes voor minder validen, het plaatsen van DRIS-panelen (digitale reizigers informatiesysteem) en de uit te werken Marktpleinvisie. De herprofilering van de Purmerenderweg zal zijn beslag vinden na de geplande aansluiting N244/Purmerenderweg in 2015. Voor de uitvoering van het Gebiedsgericht benutten (GGB) zijn de benodigde ruimtelijke procedures voor de aansluiting van de Purmerenderweg hoogstwaarschijnlijk nog niet afgerond. De voorbereiding en de werkzaamheden voor de aansluiting van de Purmerenderweg op de N244 zal in z’n totaliteit vanuit de Provincie worden uitgevoerd. De herprofilering van de Purmerenderweg binnen de bebouwde kom zal daarop worden afgestemd. Programma’s
blz. 13
Om een antwoord te kunnen geven op de vele wensen op het gebied van verkeersmaatregelen en onderzoeken is in 2013 een samenhangend richting gevend Gemeentelijk Verkeers- en – Vervoersplan opgesteld in samenwerking met college en raad via een kaderstellende werkgroep vanuit de raad. In 2014 wordt dit document geraadpleegd om verkeers- en vervoersproblematiek zoveel als mogelijk het hoofd te bieden. Tevens zal het GVVP als richting gevend beleidsinstrument operationeel zijn om ontwikkelingen op verkeer en vervoersgebied te sturen.
Wat gaat het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel 2012 2013 2014 2015 Lasten 2.432.199 2.520.736 2.601.424 2.579.797 Baten 62.045 4.647 5.476 5.550
2016 2.583.751 5.626
2017 2.551.338 5.703
Saldo
2.578.125
2.545.635
2.370.154
2.516.089
2.595.948
2.574.247
Toelichting: De eerste aangegeven mutatie van de kadernota is in de begroting verwerkt. De tweede aangegeven mutatie is niet in de begroting verwerkt. In 2014 zijn de opleidingskosten van de Brandweer hoger omdat er in de even jaren een grote oefening in een locatie buiten de gemeente plaatsvindt. Voorgenomen investeringen Vervangen ademluchtflessen Brandweer Vervangen voertuig 670 (IVECO) Brandweer Vervangen pagers voor C2000 Brandweer Valbeveiliging voor 600 – 640 Brandweer Vervangen Mercedes 640 Brandweer Vervangen 2 warmtebeeldcamera’s Brandweer Vervangen helmen Brandweer Vervangen droogpakken Brandweer Vervangen automatiseringsapparatuur Brandweer Vervangen oefenmaterialen Brandweer Vervangen portofoons Brandweer Herstraten en –asfalteren wegen Renovatie kunstwerken (bruggen etc.) Vervangen twee bruggen Westbeemster
2014 21.050 54.850
2015
2016
2017
10.300 11.350 306.600 22.750 11.930 11.700 14.000
155.700
155.700 248.000
155.700 24.800
10.850 56.950 155.700 24.800
De investering voor de nieuwe brandweergarage in Zuidoostbeemster is niet verwerkt bij de voorgenomen investeringen, maar in de staat van vaste activa. Tijdens het opstellen van deze staat werd verwacht, dat de nieuwbouw voor 2013 grotendeels was gerealiseerd. Mutaties reserves Toevoegingen: Geen Onttrekkingen: Geen Onttrekkingen onderhoudsvoorzieningen Brandweerkazerne Middenbeemster Garage buurtbus Middenbeemster
2014
2015
2016
2017
2014 18.624 74
2015 829 0
2016 9.778 0
2017 219 0
Brandweerkazerne Middenbeemster: de hogere lasten in 2014 betreffen het vervangen van de aandrijving garagedeuren, vloerbedekking, systeemplafondplaten en de keukeninrichting. In 2016 volgt vervanging van de hemelwaterafvoeren, buitenschilderwerk, werk aan de waterinstallatie en de verwarmingsinstallatie.
Programma’s
blz. 14
Kengetallen Voor zover bekend, worden hier de kengetallen weergegeven. Het gaat om de gerealiseerde cijfers van 2012, en de geraamde cijfers van 2013 en 2014. Onderdeel 2012 2013 2014 BRANDWEER: Vrijwillige brandweerlieden 35 35 35 Uitruk brandweer 112 Waarvan hulpverlening 54 RAMPENBESTRIJDING: Oefeningen 1 2 2 WEGEN, STRATEN EN PLEINEN: Aantal km wegen in beheer bij gemeente 32 33 33 Bruggen 45 48 48 Pendammen 30 35 35 Lichtmasten in beheer bij de gemeente 1.484 1.521 1.521 VERKEERSMAATREGELEN: Verkeersregelinstallaties in beheer 2 2 2 Gecertificeerde verkeersregelaars 86 90 90 DRANK EN HORECA Natte horeca 11 11 (Para) commerciële horeca 6 6 Tapontheffingen (per jaar) 20 15 Slijterijen 1 1 Supermarkten 1 1 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (APV) Aanvragen evenementenvergunningen 45 45 45 Aanvragen omgevingsvergunningen kappen 26 25 25 van bomen APV Er zijn in 2012 50 Evenementen vergunningen aangevraagd waarvan er 45 verleend zijn. Voor het kappen van bomen zijn er 35 omgevingsvergunningen aangevraagd waarvan er 29 zijn verleend. Het afgelopen jaar gingen de meldingen, klachten voornamelijk over hondenpoep, loslopende honden, knalapparaten en geparkeerde caravans/aanhangwagens.
Programma’s
blz. 15
Programma’s
blz. 16
Programma: Portefeuillehouder: Sector
4. Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster Wethouder G.H. Hefting Grondgebied en Samenleving
Producten/functies: Nummer 810 820 822 823 830
Omschrijving Ruimtelijke ordening Woningexploitatie /woningbouw Overige volkshuisvesting Omgevingsvergunningen Bouwgrondexploitatie
Inleiding Als gevolg van de economische crisis is de situatie op de woningmarkt sinds 2009 drastisch veranderd. Daar houden wij in 2014 en verder in Beemster ook zeker rekening mee bij de ontwikkeling van de woningbouw in Zuidoostbeemster en Middenbeemster. De positie van jongeren op de woningmarkt vraagt hierdoor extra aandacht. Naast de ontwikkelingen in de nieuwbouw willen wij ook aandacht besteden aan de ontwikkeling en instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Beemster. Hiervoor is in de afgelopen jaren een goede basis gelegd met de Structuurvisie Beemstermaat, de Omgevingsnota Beemster en met actuele bestemmingsplannen voor het buitengebied, Middenbeemster, Westbeemster en Zuidoostbeemster. Weliswaar is naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State medio 2013 duidelijk geworden dat het bestemmingsplan 1e partiële herziening Zuidoostbeemster I geen juridische basis biedt voor uitwerkingsplannen. Daarnaast is in 2013, buiten het collegeprogramma om, behoefte ontstaan aan een beleidskader (visie) voor het Marktplein. De Marktpleinvisie is inmiddels in mei 2013 vastgesteld en zal in 2014 als richtinggevend kader gebruikt worden bij ruimtelijke onderwerpen.
Algemene beleidsdoelen Alle (woningzoekende) Beemsterlingen moeten in een voor hen geschikte en gewenste woning kunnen wonen. De omgeving moet voldoen aan de Werelderfgoed richtlijnen. Concreet bedoelen we daar het volgende mee: • Voldoen aan onze wettelijke verplichtingen t.a.v. het verstrekken van een omgevingsvergunning. • Voorzien in huisvesting van de inwoners van Beemster. • Het terugdringen van het aantal woningzoekenden. • Zorgen voor een goede ruimtelijke structuur en goede benutting van de openbare ruimte. • Bevorderen van een goed woon-, werk- en leefmilieu. • Bevorderen van een optimale kwaliteit van de bebouwing.
Specifieke beleidsdoelen volgens collegeprogramma 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Voortzetten van planmatige woningbouw binnen het bestaand bebouwd gebied Zuidoostbeemster. Het vierde kwadrant Middenbeemster volgens plan bebouwen, met waar het efficiënt kan, duurzaamheid als uitgangspunt. Actualisatie gegevens onderzoek uit de Woonvisie 2008+, ten behoeve van het in kaart brengen van de woonwensen van jongeren. Ontwikkelen Integrale visie ruimtelijk beeld van Beemster (Structuurvisie). Definitief vaststellen bestemmingsplan Buitengebied. Vaststellen van het welstandsbeleid in een Omgevingsnota. Actualiseren bestemmingsplannen Middenbeemster en Westbeemster. Opstellen gemeentelijk monumentenbeleid en voorstellen voor de opzet van een gemeentelijke monumentlijst met bijbehorende regelingen.
Start 2010
Gereed 2014
2010
2014
2011
2012
2010 2010 2010 2012 2012
2011 2011 2011 2014 2014
Andere specifieke beleidsdoelen Geen. Programma’s
blz. 17
Kadernota 2014 Onderwerp Voortzetten werkzaamheden Kwaliteitsteam Des Beemsters
2014 3.000 -
2015 3.000 -
2016 0
Beleidskaders: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Wet ruimtelijke ordening. Nota Ruimte. PRVS (Provinciaal Ruimtelijke Verordening Structuurvisie). Structuurvisie Beemstermaat. Bestemmingsplannen. Beeldkwaliteitsplannen. Ontwikkelingsvisie Des Beemsters. Marktpleinvisie Middenbeemster. Planschaderegeling. Woningwet. Bouwbesluit. Bouwverordening. Omgevingsnota Beemster. Huisvestingswet. Regionale huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010. Wet op de huurtoeslag. Woonvisie Beemster 2008+. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Managementplan Werelderfgoed. Besluit omgevingsrecht (Bor). Regeling omgevingsrecht (Mor). Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? Ruimtelijke ordening Beleid en bestemmingsplannen zijn actueel. Hiermee willen we de ruimtelijke ontwikkeling en kwaliteit in goede banen leiden. Tevens willen we voortvarend woningbouw realiseren. Huisvesting Beemster blijft voor velen een aantrekkelijke woongemeente. Dat blijkt ook uit het register van ingeschreven belangstellenden voor een koopwoning in Beemster waarop meer dan duizend mensen ingeschreven staan. Uiteraard is de huidige matige algemene woningmarktsituatie bij de verkoop van woningen ook in Beemster (Leeghwater 3 en eerste fase De Nieuwe Tuinderij) goed merkbaar. Door diverse planaanpassingen is hierop al gereageerd. De verdere ontwikkelingen op de woningmarkt worden door het college nauwlettend gevolgd en waar nodig direct op geanticipeerd. Alhoewel er in deze collegeperiode ook aandacht besteed wordt aan woningbouw op enkele kleinere locaties in onze gemeente, wordt deze bestuursperiode vooral hard gewerkt aan de ontwikkeling van de woningbouw in De Nieuwe Tuinderij in Zuidoostbeemster en De Keyser (4e kwadrant) in Middenbeemster. De eerst 42 woningen in De Nieuwe Tuinderij zijn bewoond. Vanwege de aanpassing van het plan zal er geen gebruik meer worden gemaakt van de omgevingsvergunningen voor de resterende 72 woningen. Daarom zijn nieuwe bestemmingsplannen voor De Nieuwe Tuinderij voorbereid. Als er in augustus 2014 weer met de woningbouw kan worden begonnen bedraagt de vertraging ongeveer 1 jaar.
Programma’s
blz. 18
Tabel geplande nieuwbouwontwikkelingen tot 2022 Locaties Middenbeemster Zuidoostbeemster
Plan
Periode
Leeghwater 3 De Keyser (4e kwadrant) T. de Coeneplein De Nieuwe Tuinderij Jonk (particulier Initiatief) Bloesemplein De Bloeiende Perelaar Voormalig Spelemeiterrein Diverse kavels
2014 2015-2019 2014 2012-2022 2013-2014 2013-2014 2014 2014-2018
Totaal
Aantal woningen 4 240 5 540 90 11 20 22 10 942
Voor na 2022 wordt vooralsnog rekening gehouden met ruimte voor 450 woningen in Zuidoostbeemster II en voor 240 woningen in de tweede fase van De Keyser in Middenbeemster.
Wat gaan we daarvoor doen in het begrotingsjaar? Ruimtelijke ordening Met actueel beleid en actuele bestemmingsplannen is een goede basis is gelegd voor de ruimtelijke ontwikkeling in de Beemster. In dit licht staat 2014 in het teken van uitvoering, ervaring opdoen en monitoring. Inmiddels staat vast dat de 1e partiële herziening Zuidoostbeemster I geen basis biedt voor uitwerkingsplannen voor woningbouw. Daarom zal in de komende periode gewerkt worden met aparte bestemmingsplannen. Huisvesting De evaluatie van de Woonvisie 2008+ en het onderzoek onder starters geeft aan dat Beemster jongeren graag in Beemster (willen blijven) wonen. Bij de ontwikkeling van nieuwbouwplannen zullen de resultaten van de evaluatie en de enquête betrokken worden.
Wat gaat het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel 2012 2013 2014 2015 Lasten 9.738.238 1.015.170 2.774.871 1.060.176 Baten 10.250.171 502.180 2.287.697 584.326 Saldo
-511.933
512.990
487.174
475.850
2016 1.061.533 594.508
2017 1.073.293 604.879
467.025
468.414
Toelichting: De grote schommelingen in bedragen van lasten en baten worden veroorzaakt door de bouwgrondexploitatie. Voor 1 januari 2014 zijn de meeste percelen bouwgrond overgedragen aan De Beemster Compagnie. De rentetoerekening over de gronden in Zuidoostbeemster fase 2 wordt ten laste van een afzonderlijke bestemmingsreserve gebracht. Dat geeft op dit programma hogere lasten. In 2014 is nog rekening gehouden met de grond van het voormalige terrein van de spelemei. Voorgenomen investeringen Geen
2014
2015
2016
2017
Mutaties reserves Toevoegingen: Geen Onttrekkingen: Reserve rente gronden ZOB II, rente Bruto waardering vaste activa
2014
2015
2016
2017
82.216 6.600
82.216 6.600
82.216 6.600
82.216 6.600
Wij willen voorkomen dat de boekwaarde van de gronden in Zuidoostbeemster fase 2 in de komende jaren weer teveel stijgt. Als gevolg daarvan zouden we deze gronden over een aantal jaren weer moeten Programma’s
blz. 19
afwaarderen. Bij raadsbesluit van 7 mei 2013 is een bestemmingsreserve Rente gronden ZOB II ingesteld. De jaarlijkse rentelasten van deze gronden komen t/m 2020 ten laste van deze reserve. Onttrekkingen onderhoudsvoorzieningen Middenweg 141 en 143 Rijperweg 108, 110 en 111
2014 1.037 404
2015 13.264 4.221
2016 215 4.662
2017 1.039 0
Middenweg 141 en 143: de hogere lasten van 2015 betreffen vooral buitenschilderwerk. Rijperweg 108, 110 en 111: de hogere lasten van 2015 betreffen vooral het vervangen van de schoorstenen. In 2016 volgt een deel van het buitenschilderwerk.
Kengetallen Voor zover bekend, worden hier kengetallen weergegeven. Het gaat om de gerealiseerde cijfers van 2012, en de geraamde cijfers van 2013 en 2014. Onderdeel 2012 2013 2014 OVERIGE VOLKSHUISVESTING: Afgegeven omgevingsvergunningen 129 125 100 Opbrengst leges omgevingsvergunningen 508.953 365.927 376.980 Aantal afwijkingsprocedures 35 70 50 Aantal sloopmeldingen 42 22 15 Aantal afgehandelde schetsplannen 21 70 60 Gegevens uit de evaluatie van de Woonvisie Beemster 2008+2009-2012: Tabel Woningvoorraad naar woningtype per kern en totaal in 2012 Bron: WOZ-bestand gemeente Beemster
Middenbeemster Zuidoostbeemster Westbeemster Noordbeemster Gemeente Beemster
Vrijstaand
2^1 kap
Rijwoning
Appartement *
Senioren
16% 53% 49% 65%
18% 12% 13% 11%
48% 17% 13% 0%
11% 5% 4% 0%
3% 6% 0% 0%
Overig/ Woning bij bedrijf 5% 8% 20% 23%
Totaal
1.822 1.182 297 227 3.528
* Inclusief boven- en benedenwoningen in grote boerderijen. Aantal omgevingsvergunningen bouwen Aantal afwijkingsprocedures Aantal sloopvergunningen*/ meldingen (na 1 april 2012) Aantal afgehandelde schetsplannen
2007 138 73 26
2008 120 62 17
2009 85 42 6
2010 88 44 18
2011 121 69 22
2012 110 70 22
2013 125 70 22
52
24
11
21
71
70
70
* Vanaf 1 april 2012 is in de meeste gevallen geen omgevingsvergunning slopen meer vereist. Volstaan kan worden met een melding. Wel registreren wij de meldingen.
Programma’s
blz. 20
Programma: Portefeuillehouder: Sector
5. De Beemster omgeving wethouder J.C. Klaver, wethouder G.H. Hefting, wethouder J.R.P.L. Dings Grondgebied
Producten/functies: Nummer 210 240 560 721 722 723 725 726 810
Omschrijving Wegen, straten en pleinen, onderdeel: • Straatreiniging Afwatering Openbaar groen en openluchtrecreatie, onderdeel: • Openbaar groen, plantsoenen etc. Afvalverwijdering en –verwerking Riolering en waterzuivering Milieubeheer Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing Baten rioolrechten Ruimtelijke ordening, onderdeel: • Project Des Beemsters (t/m 2012)
Inleiding De inwoners van Beemster waarderen hun omgeving zeer. Dat geldt zowel voor de cultuurhistorische inrichting als ook voor de wijze van onderhoud van het grondgebied, de handhaving van milieuregelgeving door de gemeente, maar ook de wijze van afvalverwijdering. De status van Beemster als UNESCO Werelderfgoed brengt met zich mee dat bijzondere aandacht voor de omgeving noodzakelijk is. Dit wordt in het project Des Beemsters vormgegeven. De laatste jaren heeft Beemster de uitvoering van haar milieuhandhaving zo goed mogelijk vorm gegeven. In 2009 heeft dit zelfs geleid tot een positieve inhoudelijke beoordeling (milieu-audit) van de Provincie NoordHolland. Vanaf 1 januari 2013 zijn wij bezig, in samenwerking met Purmerend, een aantal basistaken over te dragen aan de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) IJmond. De RUD’s in oprichting zijn Gemeenschappelijke Regelingen die vanuit het Rijk worden opgedragen. De over te dragen taken betreffen alleen milieutaken op het gebied van toezicht, handhaving en vergunningverlening advisering. In 2014 krijgt deze voorbereiding verder gestalte en zal de RUD voor ons de basismilieutaken uitvoeren. Door de mondiale klimaatproblematiek is duurzame ontwikkeling aangewezen als een van de speerpunten binnen het Rijks- en provinciaalbeleid. In 2012 heeft de Duurzaamheidsbeleidsnotitie vorm gekregen en deze is in maart 2013 vastgesteld. Met name De Keyser en duurzame woningbouw, zonne-energie, biomassa en aardwarmte zijn belangrijke duurzame onderwerpen die in 2013 verder zijn onderzocht voor eventuele verdere implementatie. In 2014 zal aan de Duurzaamheidsagenda verder gevolg gegeven worden.
Algemene beleidsdoelen • • • • •
Behoud en versterking van de cultuurhistorische waarden van Beemster. Het bevorderen van een goede inzameling van afvalstoffen en afvalwater tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het bevorderen van een goed woon-, werk- en leefmilieu. Waken voor de volksgezondheid en het milieu door de aanleg, beheer en onderhoud van de riolering. Het stimuleren en bevorderen van duurzame energie om o.a. CO2 uitstoot te reduceren.
Specifieke beleidsdoelen volgens collegeprogramma 5.1 5.2 5.3 5.4 Programma’s
Opstellen van een plan van aanpak Klimaatsbeleidsplan. Organiseren van een miniconferentie voor de plaatselijke economie. Gemeentelijk Waterplan opstellen waarin onze bijdrage aan een duurzame waterhuishouding wordt gewerkt. Verder (gefaseerd) ontwikkelen van een duurzame bedrijfsvoering in het
Start 2010 2010 2011
Gereed 2010 2011 2012
2010
2014 blz. 21
gemeentehuis. Voorstel energiebesparende maatregelen gemeentehuis. Resultaten door het inrichten van een duurzame inkoopfunctie zoals bijvoorbeeld met slimmere straatverlichting. Opstellen en uitwerking van een Kwaliteitsplan Groen en Openbare ruimte. Onderzoek naar de mogelijke inzet inwoners en bedrijven bij het beheer en onderhoud van hun omgeving. Plan van aanpak voor borging programma Des Beemsters in staande organisatie.
5.5 5.6 5.7 5.8 5.9
Start
Gereed
2010 2011
2011 2013
2010 2011
2011 2012
2012
2013
Start 2012
Gereed *
Andere specifieke beleidsdoelen Duurzame technologie inzetten in woningbouwprojecten * * Dit is een permanent proces.
Kadernota 2014 Onderwerp Uitvoering Waterplan Beemster
2014 5.000 -
2015 5.000
-
2017 5.000
-
Beleidskaders • • • • • • • • • • • • •
Baggerplan 2008-2017(in samenwerking met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier). Inzamelplicht huishoudelijke afvalstoffen als gevolg van de Wet milieubeheer. Landelijk Afval Beheerplan. Afvalstoffenverordening. Zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater als gevolg van de Wet milieubeheer. Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2016. Wet milieubeheer (o.a. hoofdstuk vergunningverlening en handhaving) en andere milieuwet- en regelgeving. Bestuursovereenkomst milieuhandhaving Noord-Holland. Kwaliteitscriteria c.a. in het kader van de professionalisering van de milieuhandhaving. Des Beemsters I en II. Beheerplannen ‘kapitaalgoederen’. Duurzaamheidsagenda Beemster. Waterplan Beemster.
Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? • • •
Handhaven van het naleefgedrag van inrichtingen voor ten minste 80% (m.a.w. dat ten minste 80% van de inrichtingen reeds bij een eerste controle volledig voldoet aan de wet- en regelgeving, wat op dit moment ook realiteit is). Adequate uitvoering van milieutaken, zodanig dat we een blijvende goede beoordeling van de provincie Noord-Holland in het kader van de professionalisering van de milieuhandhaving ontvangen. Het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de doelstellingen betreffende afvalscheiding. In onderstaande tabel zijn onze inzamelresultaten van de afgelopen jaren weergegeven, inclusief het gemiddelde voor de Waterlandse gemeenten.
Groente-, fruit- en tuinafval (gft) Papier Glas Klein gevaarlijk afval Textiel Kunststof Totaal scheidingspercentage Programma’s
2002
2004
2006
2008
2010
65%
68%
65%
58%
54%
gemiddelde ISW-gebied -
73% 73% 91% 34% Nvt
66% 67% 93% 25% Nvt 56%
67% 78% 93% 13% Nvt 57%
74% 66% 87% 31% Nvt 57%
70% 74% 65% 36% 14% -
blz. 22
NB: Van het gemiddelde ISW-gebied zijn geen gegevens bekend omdat enkele gemeenten uit het ISW-gebied geen gegevens hebben aangeleverd. Kunststofinzameling is gestart in april 2010. Vandaar dat in de voorliggende jaren geen gegevens zijn genoemd.
Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Onderhoud groenvoorziening De gemeente Beemster heeft een groot deel van haar vermogen geïnvesteerd in voorzieningen voor haar inwoners zoals wegen, verlichting, riolering, groen, speelplaatsen, straatmeubilair en gebouwen. Het onderhoud van deze zogenaamde ‘kapitaalgoederen’ is van cruciaal belang voor het functioneren van de gemeente op diverse gebieden. In juni 2012 is het rapport Groenkwaliteit en Groenonderhoud Gemeente Beemster door de gemeenteraad vastgesteld. Het plan betekent concreet een verlaging van de groenkwaliteit, waar tegenover staat een structureel jaarlijkse besparing van € 100.000 vanaf 2014. In 2013 is verder uitvoering gegeven aan omvormingen om de gestelde doelen te behalen. In 2013 is, waar mogelijk, middels bewonersparticipatie een beroep op inwoners gedaan om mede behulpzaam te zijn bij het beheer en onderhoud van openbaar groen. Dat alles om ook in 2014 de altijd hoog gekwalificeerde groenkwaliteit van Beemster zoveel als mogelijk te behouden. Op basis van een eind 2013 opgesteld onderhoudsrapport zal in 2014 ook aandacht worden geschonken aan een onderhoudsniveau van de algemene begraafplaats, passend bij een dergelijke belangrijke maatschappelijke locatie. Gescheiden inzameling van huishoudelijk afval De resultaten van de gescheiden inzameling in Beemster zijn nog steeds goed te noemen. De inzameling van papier door verenigingen en scholen zal ook in 2014 worden voortgezet. De verwerking van oud papier en de bijbehorende administratie is ondergebracht bij de huisvuilcentrale (HVC) te Alkmaar. De inzameling van textiel zal ook in 2014 worden gedaan door recycling winkel Noppes. Als de landelijke inzameling van plastic verpakkingsafval wordt voortgezet zal ook dit in 2014 worden uitgevoerd. (Afval)waterbeheer De gemeente en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) zorgen gezamenlijk voor de verwerking van het afvalwater. Zij doen dat door het afvalwater in te zamelen, te transporteren en te zuiveren. Dit wordt de afvalwaterketen genoemd. Partijen hebben gezamenlijk de taak om de afvalwaterketen op een maatschappelijk verantwoorde en duurzame wijze in te richten en te beheren. Er wordt gestreefd naar een zo duurzaam mogelijke waterhuishouding. In 2013 is het gemeentelijke Waterplan vastgesteld. Het waterplan is gezamenlijk met het Hoogheemraadschap geproduceerd. In 2014 zal verder uitvoering gegeven worden aan het uitvoeringsprogramma. Daarnaast zal het vastgestelde gemeentelijk rioleringsplan met bijbehorend programma ook in 2014 in uitvoering worden gebracht. Duurzame ontwikkeling (duurzaam bouwen) De gemeente wil op het gebied van energiebesparing en duurzame ontwikkeling (incl. duurzaam bouwen) haar verantwoordelijkheid nemen en waar mogelijk een voorbeeldfunctie vervullen. De in 2013 vastgestelde uitvoeringsagenda duurzaamheid en de duurzaamheidsvisie De Keyser wordt in 2014 ingevuld. Bodem In 2013 is het gemeentelijke bodembeheerplan en de bodemkwaliteitskaart gezamenlijk met de gemeenten Waterland en Zeevang geactualiseerd. De Milieudienst Waterland heeft hier een inhoudelijke bijdrage aan geleverd. Na vaststelling ervan in 2013 zal uitvoering ervan in 2014 plaatsvinden. Ook in 2014 worden bodemonderzoeksrapporten, die worden ingediend bij een omgevingsvergunning beoordeeld. Daarnaast worden alle bodemonderzoeksgegevens geregistreerd in het SquitXO bodem registratie systeem voor een nog betere controle en beheersing. Des Beemsters In 2012 zijn de Des Beemsters uitgangspunten van beleid en andere projecten grotendeels verwerkt in de gemeentelijke Structuurvisie Beemstermaat, het bestemmingsplan Buitengebied 2012 en de Omgevingsnota Beemster. Daarnaast is ook het Managementplan Werelderfgoed opgesteld, een beleidsdocument op hoofdlijnen. Deze documenten van ruimtelijk beleid zijn op 10 juli 2012 vastgesteld. In 2014 zullen de resultaten uit het Programma Des Beemsters in concrete vorm verder worden geborgd in de gemeentelijke organisatie. In december 2012 heeft het college besloten de rol van het Kwaliteitsteam Des Beemsters tot eind 2015 te continueren met ondersteuning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Dit komt de continuïteit en de borging van beleid in de nieuwe organisatie structuur ten goede. Wij gaan er van uit dat deze Programma’s
blz. 23
werkzaamheden eind 2015 stoppen omdat de nieuwe ambtelijke organisatie hierop dan voldoende is ingespeeld.
Wat gaat het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel 2012 2013 2014 2015 Lasten 2.368.877 2.298.944 2.223.367 2.253.693 Baten 1.334.796 1.298.170 1.320.231 1.320.669 Saldo
1.034.081
1.000.774
903.136
933.025
2016 2.298.599 1.321.108
2017 2.314.010 1.321.550
977.491
992.461
Toelichting: De aangegeven mutaties van de kadernota zijn in de begroting verwerkt. Voorgenomen investeringen Vervangen beschoeiingen Vervangen/renovatie riolering Mutaties reserves Toevoegingen: Geen Onttrekkingen: Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Egalisatiereserve onderhoud en vervanging riolering Bruto activering vaste activa
2014 12.610 287.500
2015 12.610 287.500
2016 12.610 287.500
2017 12.610 287.500
2014
2015
2016
2017
48.132 40.335
57.652 64.706
67.238 89.046
65.151 113.066
4.196
4.404
4.622
4.851
De egalisatiereserve afvalstoffenheffing wordt gebruikt om schokken in de tariefsontwikkeling van de afvalstoffenheffing tegen te gaan. Deze schokken kunnen worden veroorzaakt door plotselinge stijging van tarieven van derden, maar ook door incidentele grote aanbieding van grof huisvuil. De reserve onderhoud en vervanging riolering wordt gebruikt om het nadelig saldo van het onderdeel riolering te dekken. Onttrekkingen onderhoudsvoorzieningen Geen
2014
2015
2016
2017
Kengetallen Voor zover bekend, worden hier kengetallen weergegeven. Het gaat om de gerealiseerde cijfers van 2012, en de geraamde cijfers van 2013 en 2014. Onderdeel 2012 2013 2014 OPENBAAR GROEN EN OPENLUCHTRECREATIE: Oppervlakte openbaar groen in ha 36 36 36 Kosten onderhoud openbaar groen 545.059 557.019 485.152 Waarvan voor het omvormen naar 0 68.000 0 onderhoudsarm openbaar groen 5.300 5.300 Aantal bomen Sportcomplexen 3 3 3 Voetbalvelden kunstgras 4 4 4 Voetbalvelden natuurgras 4 4 4 Handbalveld (asfalt) 1 1 1 IJsbaanterrein 1 1 1 Begraafplaats 1 1 1 AFVALVERWIJDERING EN -VERWERKING: Opbrengst afvalstoffenheffing 719.674 720.683 733.210 Netto lasten reiniging (excl. reservering) 655.854 741.749 781.342 Ingezamelde hoeveelheden afval (in ton): - restafval 1.992 2.040 2.000 - gft afval 1.056 1.100 1.100 - klein chemisch afval 15 15 15
Programma’s
blz. 24
Onderdeel RIOLERING EN WATERZUIVERING: Opbrengst rioolheffing Netto lasten riolering en waterzuivering Aantal ongerioleerde percelen buitengebied MILIEUBEHEER Aantal inrichtingen Wet milieubeheer Aantal periodieke controles Wet milieubeheer Aantal hercontroles Wet milieubeheer Aantal milieuklachten
Programma’s
2012
2013
2014
532.260 549.810 circa 500
537.568 619.819 circa 500
543.560 583.895 circa 500
432 108
432 circa 100
432 circa 75
22 18
circa 15 circa 15
circa 10 circa 20
blz. 25
Programma’s
blz. 26
Programma: 6. Werken in Beemster Portefeuillehouder: wethouder J.R.P.L. Dings Sector/afdeling: Grondgebied Producten/functies: Nummer 310 560
Omschrijving Handel en ambacht Openbaar groen en openluchtrecreatie, onderdelen: • Bevordering toerisme / recreatie algemeen • Project Land van Leeghwater
Inleiding Beemster is een hoogwaardig agrarisch productiegebied. Het is van groot belang dit als uitgangspunt te blijven nemen, mede in het licht van de economische ontwikkeling in de agrarische sector. Ook de overige werkgelegenheid in Beemster is van groot belang. Om ervoor te zorgen dat er voldoende werkgelegenheid in Beemster kan worden geboden, dienen daarvoor randvoorwaarden te worden gecreëerd.
Algemene beleidsdoelen Evenwicht in de woon-werkbalans brengen binnen de gemeente Beemster is niet haalbaar. Binnen de ruimtelijke beleidskaders wil Beemster lokale ondernemers wel faciliteren in hun huisvestingswens. Sterk groeiende bedrijven zullen echter soms naar buiten de gemeente moeten uitwijken.
Specifieke beleidsdoelen volgens collegeprogramma 6.1
Randvoorwaarden formuleren waaronder de oprichting van een nieuw agrarisch bouwvlak mogelijk is. Onderzoek naar de mogelijkheden voor een agrarische productenmarkt voor streekproducten uit Beemster en omgeving. Onderzoek naar de mogelijkheid om de veemarkt van Purmerend te verplaatsen naar een locatie in Beemster. Samenwerking Land van Leeghwater verder stimuleren en voortzetten. Versterken van de bestuurlijke samenwerking binnen het Nationaal Landschap Noord-Holland en belemmeringen wegnemen. Samenwerking stimuleren met de werelderfgoederen Stelling van Amsterdam en grachtengordel Amsterdam, waarbij Beemster in toeristische informatie meer tot zijn recht komt.
6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Start
Gereed 2011
2011
2012
2011
2013
2010 2010
2014 2014
2010
2014
Start 2011
Gereed
Andere specifieke beleidsdoelen Realisatie van het project BreedNet in Beemster
Kadernota 2014 Onderwerp Geen taken voor toerisme en recreatie inbrengen bij Purmerend
2014 9.300 +
2015 9.400 +
2016 9.500 +
Beleidskaders • • • • • •
Strategienota Land van Leeghwater. Regiovisie Waterland. Beleid Stadsregio Amsterdam. Provinciaal Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS). Economisch actieplan regio Waterland. Bestemmingsplannen.
Programma’s
blz. 27
Maatschappelijke effecten: • •
Beperkte groei van de werkgelegenheid. Groei van het aantal toeristen.
Wat willen we bereiken in dit begrotingsjaar/de raadsperiode? -
Inzet om agrarische bouwvlakken te vergroten tot 2 ha. Invoering van BreedNet om daarmee snelle internetverbindingen te realiseren in Beemster. Realisatie van de doelen uit het Economisch Actieplan regio Waterland. Verdere Operationalisering Bureau Toerisme Laag Holland.
Wat gaan we daarvoor doen in het begrotingsjaar? Landbouw en economie Belangrijk voor de instandhouding van het hoogwaardig agrarisch productiegebied zijn flexibele bestemmingsplannen. In het bestemmingsplan Buitengebied 2012 is de bevoegdheid opgenomen om een agrarisch bouwvlak te vergroten tot maximaal 1,5 ha. In de Structuurvisie Beemstermaat wordt planologische medewerking tot 2 ha niet uitgesloten. Concrete aanvragen daarvoor dienen voorgelegd te worden aan de provincie. Inmiddels maakt de PRVS een uitbreiding tot 2 ha mogelijk als de noodzaak daartoe blijkt uit een bedrijfsplan. Hiermee is indirect een agrarische bouwvlak van maximaal 2 ha mogelijk gemaakt. Daarnaast verdient vestiging van agrarische bedrijven op nieuwe locaties aandacht. Aan de andere kant komen er in het landelijk gebied op bepaalde plekken agrarische gebouwen vrij. Gelet hierop vinden wij het belangrijk dat een ander of breder gebruik van agrarische percelen tot de mogelijkheden moet behoren. Kleinschalige bedrijvigheid in de polder moet mogelijk zijn, waarbij natuurlijk gekeken moet worden naar het voorkomen van negatieve gevolgen voor de omgeving. Het in 2012 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied 2012 biedt een basis om dit zoveel mogelijk en verantwoord te faciliteren. Ook in 2014 blijven wij de mogelijkheden van het opzetten van een agrarische productenmarkt voor streekproducten uit Beemster en omgeving stimuleren. Voorwaarde is private financiering en betrokkenheid van en draagvlak bij lokale en regionale producenten. De rol van de gemeente is regisserend en mogelijk ruimtelijk faciliterend binnen het vastgestelde actueel beleid. Er is in 2013 met de gemeente Purmerend onderzocht of een verplaatsing van de gegroeide veemarkt naar een locatie in Beemster mogelijk zou zijn. Deze veemarkt vindt nu in Purmerend (Baanstee) plaats. Vooralsnog blijft het een aandachtspunt, maar blijkt de urgentie minder en de mogelijkheden zeer beperkt. Het convenant voor Regionale Economische samenwerking Waterland (ESW) dat in 2009 is ontstaan als alternatief/opvolging voor de RES richt zijn peilers ook in 2014 op de onderstaande onderwerpen: De gemeente Beemster blijft inzetten op het gebruik van glasvezel in de toekomst, tot en met de laatste woning in het agrarisch gebied. De onderhandelingen via ISW met Reggefiber zijn minimaal vanwege organisatorische problemen bij dit bedrijf. De beoogde snelle internetverbindingen bij bedrijven en woningen op het grondgebied van gemeente Beemster zijn nog niet mogelijk. In 2014 zal onverminderd geprobeerd worden om partijen bij elkaar te brengen door de gemeente in een faciliterende rol. Verdere operationalisering en continuering van het Bureau Toerisme Laag Holland. Het doel is om betere resultaten te behalen met betrekking tot informatievoorziening, marketing en promotie door samenwerking en kostenbesparingen. Uitwerking en operationalisering van het in 2012/2013 aangepaste vastgestelde Economisch actieplan regio Waterland. In 2014 zal verdere uitvoering plaatsvinden. Toerisme en recreatie Op het gebied van toerisme en recreatie werkt de gemeente Beemster tot nu toe samen met de gemeenten Schermer en Graft-De Rijp in het samenwerkingsverband Land van Leeghwater. Speerpunten binnen deze samenwerking zijn bevordering van de economische vitaliteit en de leefbaarheid van de gemeenten en behoud en ontwikkeling van de landschappelijke en unieke waarde van het gebied en de stimulering en ondersteuning van de groei voor particuliere initiatieven. De basis hiervoor is de Strategienota Land van Leeghwater die in 2012 met een oplegnotitie is geactualiseerd. Hieraan wordt ook in 2014 verder uitvoering gegeven. In 2014 zal verder nagedacht worden over de rol van de gemeente Beemster binnen het Land van Leeghwater. Dit mede in verband met de fusie tussen Graft-De Rijp en de Schermer met Alkmaar.
Programma’s
blz. 28
Het predicaat Unesco Werelderfgoed ontwikkelt zich meer en meer en geeft Beemster een bijzondere positie als het gaat om het aantrekken van toeristen van over de hele wereld. Nu de grachtengordel van Amsterdam ook Werelderfgoed is geworden, diende zich een unieke kans aan om samen met de hoofdstad en met de Stelling van Amsterdam (provincie) op te trekken in de toeristische informatie en Beemster daar prominenter in op te nemen. In 2012 en 2013 hebben er diverse gesprekken plaatsgevonden om elkaar hierin te versterken. Onder regie van de landelijke Stichting Werelderfgoed.NL (beleidskader promotie Nederlandse werelderfgoederen) vindt structureel overleg plaats tussen de drie partijen om de samenwerking die in 2013 is ontwikkeld, in 2014 verder concreet gestalte te geven en zichtbaar te maken.
Wat gaat het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel 2012 2013 2014 2015 Lasten 64.732 66.974 54.749 55.110 Baten 4.529 1.400 1.192 1.171
2016 55.439 1.192
2017 55.922 1.157
Saldo
54.247
54.765
60.203
65.574
53.557
53.939
Toelichting: De aangegeven mutatie van de kadernota is niet in de begroting verwerkt. Voorgenomen investeringen Geen
2014
2015
2016
2016
Mutaties reserves Toevoegingen: Geen. Onttrekkingen: Geen.
2014
2015
2016
2016
Onttrekkingen onderhoudsvoorzieningen Geen
2014
2015
2016
2016
Kengetallen Aantal overnachtingen Aantal bezoekers Betje Wolff Aantal bezoekers Agrarisch museum Aantal bezoekers Infocentrum Aantal bezoekers website Land van Leeghwater
Programma’s
2009 21.400 2.422 1.474 5.108 31.276
2010 22.242 2.471 3.090 4.536 32.336
2011 24.209 2.708 3.100 4.107 31.953
2012 20.470 2.734 2.800 7.000
2013 26.000 3.000 3.000 5.000 32.000
2014 20.400 2.750 2.900 6.000 32.000
blz. 29
Programma’s
blz. 30
Programma: 7. Actief in Beemster Portefeuillehouder: burgemeester H.N.G. Brinkman, wethouder J.C. Klaver, wethouder J.R.P.L. Dings Sector/afdeling: Samenleving en Staf Producten/functies: Nummer 420 421 422 423 430 480 482 510 511
530 531 540 541 560
580
Omschrijving Openbaar basisonderwijs, excl. onderwijshuisvesting Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder basisonderwijs, excl. onderwijshuisvesting Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs Volwasseneneducatie Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk; hieronder valt: • Muziekschool • Kunstzinnige vorming etc. • Dodenherdenking Sport Groene sportvelden en terreinen Kunst Oudheidkunde en musea Openbaar groen en openluchtrecreatie, onderdelen: • Volkstuinen • Kermis • Viering 400 jaar Beemster • Beemster werelderfgoed Overige recreatieve voorzieningen, hieronder vallen • Speeltuinen en speelterreinen
Inleiding Wij zien het als onze taak de sociale samenhang voor onze burgers te bevorderen. Dit kan door ontwikkelingen op maatschappelijk, sportief, educatief, onderwijs en cultureel gebied. Ons doel is het voorzieningenniveau voor onze burgers in deze raadsperiode gelijk te houden en waar mogelijk te verbeteren. De bezuinigingsopdracht die wij hebben noodzaakt ons nog zorgvuldiger te overwegen waar wij de beschikbare middelen inzetten. De afgelopen twee jaar hebben wij vooral naar rato bezuinigd op de welzijnsen Wmo- subsidies. Dit heeft als neveneffect dat er meer onderhandeld moet worden met gesubsidieerde organisaties en het aantal af te handelen bezwaarschriften neemt toe. Mede gelet op de extra bezuinigingsopdracht van het Rijk dient er echter nog meer ondernomen te worden. Wij willen ook financiële ruimte creëren voor nieuw beleid. Dit betekent dat wij ons subsidiebeleid moeten ‘hervormen’. Wij geven verder vorm aan het beleid waaruit onze maatschappelijke visie blijkt: Wat voor gemeente willen wij zijn in de toekomst, waar leggen wij onze prioriteiten? Bij de verdere ontwikkeling van dit beleid zal het collegeprogramma 2014-2018 betrokken worden. Ook de instellingen van Beemster zullen participeren bij de beleidsontwikkeling.
Algemene beleidsdoelen • • • • •
De aanwezige accommodaties binnen de gemeente blijven in goede staat van onderhoud en er zijn duidelijke afspraken over verhuur, beheer en onderhoud. Er wordt een afgestemd aanbod van activiteiten voor jongeren ontwikkeld in samenspraak met de aanwezige organisaties en eventueel met professioneel jongerenwerk. Voortzetting van de activiteiten voor de realisatie van een brede school in Beemster. Het scheppen van voorwaarden waardoor de Beemster jeugdigen zich in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen. Ontwikkelen van een maatschappelijk kader voor de periode 2014 e.v.
Programma’s
blz. 31
Specifieke beleidsdoelen volgens collegeprogramma 7.1 7.2
Beemsterlingen stimuleren te gaan sporten of meer te bewegen. In samenwerking met de provincie instellen van een jeugdsportpas voor jongeren tot 18 jaar. Bewegen en sporten stimuleren via de brede schoolcoördinator. Komen tot een afgestemd en evenwichtig aanbod van sportaccommodaties en speelplekken in de gemeente. De omwonenden en gebruikers betrekking bij de realisatie van de plannen. Een afgestemd aanbod van naschoolse activiteiten realiseren. Combinatiefunctie ten behoeve van de ontwikkeling van de brede school instellen. Onderzoek naar de mogelijkheden van een Juniorcollege (klas 1 en 2 Voortgezet onderwijs) in samenwerking met de Purmerendse Scholen Groep.
7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
Start 2010 2011
Gereed 2013 2012
2011 2010
2012 2013
2010 2011
2013 2013 2011
2011
2012
Start 2012
Gereed 2013
Andere specifieke beleidsdoelen Onderzoek naar de mogelijkheden van de locatie Bonte Klaver
Kadernota 2014 Onderwerp Verkoop van De Bonte Klaver Vermindering onderhoudslasten sportterreinen Kostendekkende verhuur gebouw Onder de Linden Meerkosten speelvoorzieningenbeleid
2014 27.372 20.000 6.040 22.250
+ -
2015 26.349 0 0 22.250
+ -
2016 25.329 0 0 22.250
+ -
Beleidskaders • • • • • • • • • • •
Wet primair onderwijs. Wet educatie en beroepsonderwijs. Onderwijs achterstandenbeleid. Leerplichtwet. Verordening leerlingenvervoer. Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Algemene subsidieverordening. Impuls brede scholen sport en cultuur. Richtlijnen Werelderfgoederen. Wet op het specifiek cultuurbeleid. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo).
Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? • • • • •
Iedere Beemsterling heeft de mogelijkheid om binnen zijn/haar mogelijkheden te bewegen/sporten. Iedere Beemsterling tussen de 4 en 19 jaar heeft de mogelijkheid om minimaal mee te doen aan een georganiseerde sportactiviteit. Kinderen in de leeftijd tussen de 4 en 12 jaar kunnen kiezen uit een gevarieerd activiteitenaanbod. Duidelijkheid in de mogelijkheden voor een eventuele vestiging van een Juniorcollege in Middenbeemster. Een helder en duidelijk speelvoorzieningenbeleid gericht op de toekomst.
Wat gaan we daarvoor doen in het begrotingsjaar? Sport Gelet op de prioriteiten die er gesteld worden en de beperkte ambtelijke capaciteit bij het team Welzijn worden er dit jaar geen specifieke activiteiten ontwikkeld op dit terrein. Wel wordt uitvoering gegeven aan het gezondheidsproject ‘Lekker fit’.
Programma’s
blz. 32
Speeltuinen en doeplekken Spelen en bewegen is belangrijk in de ontwikkeling van kinderen. In samenspraak met de burgers wordt de inrichting van de speelplekken in de kernen afgerond. De invulling van een speelplek in Noordbeemster is hangt samen met de vernieuwde bestemming van het schoolgebouw van OBS De Bonte Klaver. Onderwijs Brede school De definitie van een brede school is: een doelgerichte samenwerking van onderwijs met andere partners om de ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten. Het structurele aanbod van activiteiten op gebied van o.a. educatie, cultuur, sport en opvoeding wordt voortgezet. In het schooljaar 2013-2014 wordt er gewerkt volgens thema’s om een beter en gestructureerd aanbod te geven. Er zal gestart worden met het thema sport en bewegen. Tevens staat voor het jaar 2014 samenwerken in de brede school centraal. Cultuurbeleid Ook in 2014 zijn er verschillende doelen die blijven voortvloeien uit de Cultuurnota van de gemeente Beemster: • Verder onderzoeken van de wijze waarop de Brede School op het gebied van actieve culturele participatie een meerwaarde kan hebben. • Afspraken maken over de rol van de bibliotheek binnen de culturele infrastructuur van Beemster. • Afspraken maken over de rol van de muziekschool binnen de culturele infrastructuur van Beemster. • Het continueren van wisselende exposities in de hal van het gemeentehuis. • De verankering bij de Beemster bevolking van het werelderfgoed vanuit cultureel perspectief. Bibliotheek De hoogte van de subsidie aan de bibliotheek is een aandachtspunt in alle regiogemeenten. In samenspraak zal daarom in de regio dit jaar worden bekeken of en op welke wijze de kosten van bedrijfsvoering nog verder verlaagd kunnen worden. Verschillende opties worden daarbij onderzocht. Uitgangspunt is wel dat er een bibliotheek aanbod blijft voor de bewoners van Beemster. Kunst en exposities De tot nu toe succesvolle exposities in de hal van het gemeentehuis zullen worden gecontinueerd en richten zich op de combinatie werelderfgoed en De Beemster. Het aantal wordt teruggebracht naar 2 per jaar (vooren najaar). Hervorming (subsidie) beleid Tijdens de behandeling van de kadernota heeft u in meerderheid aangegeven behoefte te hebben om het subsidiebeleid te hervormen. In samenspraak met de inwoners van Beemster is een start gemaakt met de ontwikkeling van een maatschappelijk kader. Wat voor soort gemeente willen wij zijn, welke doelgroepen en activiteiten willen wij (financieel) ondersteunen, kunnen wij zelfredzaamheid van burgers stimuleren etc. Een dergelijk traject waarin externe partijen en burgers participeren vergt tijd. Een definitief plan wordt gemaakt mede op basis van het collegeprogramma 2014-2018.
Wat gaat het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel 2012 2013 2014 2015 Lasten 2.543.304 1.931.247 1.958.004 1.926.497 Baten 709.813 468.702 501.383 504.125
2016 1.912.294 500.208
2017 1.878.603 482.143
Saldo
1.412.086
1.396.460
2016
2017
1.833.491
1.462.545
1.456.621
1.422.371
Toelichting: De aangegeven mutaties van de kadernota zijn in de begroting verwerkt. Voorgenomen investeringen Vervangen kunstgras doelgebieden Sv Beemster Renovatie A-veld Sv Beemster Renovatie A-veld WBSV Programma’s
2014 36.500
2015 24.200
24.200 blz. 33
Mutaties reserves Toevoegingen: Kunstaankopen Onttrekkingen: Bruto activering vaste activa, onderwijsgebouwen Bruto activering vaste activa, overig Onttrekkingen onderhoudsvoorzieningen Obs de Blauwe Morgenster met gymlokaal Mfc De Boomgaard Obs de Bonte Klaver * Lourdesschool Bibliotheek Oorlogsmonumenten Middenweg 150 (Onder de Linden) Travaille bij Middenweg 171 Toren N.H. Kerk
2014
2015
2016
2017
4.000
4.000
4.000
4.000
125.600
125.600
125.600
125.600
27.900
27.900
27.900
27.900
2014 111.166 190 0 44.770 5.699 643 2.712 2.187 2.789
2015 16.402 435 0 0 4.542 1.409 5.706 1.483 571
2016 0 0 0 235.500 24.199 976 25.608 1.002 7.549
2017 4.141 0 0 0 485 996 399 1.512 612
Stichting Spoor heeft een aanvraag met betrekking tot onderwijshuisvesting ingediend voor de vervanging van de dakbedekking en het hekwerk bij OBS De Blauwe Morgenster. Stichting Flore heeft een aanvraag ingediend voor de herstrating van het schoolterrein en de vervanging van de erfscheiding bij de Lourdesschool. Ondanks de overgang van de openbare schoolgebouwen naar SPOOR is de gemeente verplicht een gedeelte van de onderhoudskosten van de gebouwen te betalen. Het gymlokaal bij de Blauwe Morgenster is niet in de overgang naar SPOOR begrepen. Deze kosten blijven volledig ten laste van de gemeente. * Bonte Klaver Voor het gebouw van Obs de Bonte Klaver stond in 2012 al enig groot onderhoud gepland: werkzaamheden aan lichtkoepels, bitumen dakbedekking en een gedeelte van de afrastering. In 2014 herstraten van betontegels en vervangen van een deel van de afrastering. Op dit moment is nog onduidelijk wat de bestemming van het gebouw en de locatie wordt. In afwachting hiervan wordt alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud gedaan. Bibliotheek: in 2014 vervangen van de bitumen dakbedekking . In 2016 is vervanging van de vloerbedekking en buitenschilderwerk gepland. Middenweg 150: in 2016 kozijnen vervangen en uitvoeren van buitenschilderwerk. Toren N.H. Kerk: in 2016 buitenschilderwerk.
Kengetallen Voor zover bekend, worden hier kengetallen weergegeven. Het gaat om de gerealiseerde cijfers van 2012, en de geraamde cijfers van 2013 en 2014. Onderdeel 2012 2013 2014 OPENBAAR BASISONDERWIJS Openbare basisscholen 3 3 2 Leerlingen per 1 oktober 628 617 581 BIJZONDER BASISONDERWIJS Bijzondere basisscholen 1 1 1 Leerlingen per 1 oktober 120 127 119 GEMEENSCHAPPELIJKE BATEN EN LASTEN ONDERWIJS
Netto kosten leerlingenvervoer OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK Lidmaatschappen bibliotheek Subsidie bibliotheek VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSWERK: Gemeentelijke bijdrage muziekschool SPORT: Subsidies aan sportverenigingen Programma’s
159.946
157.000
160.700
2.400 168.800
2.400 149.850
2.400 152.242
67.783
50.000
50.000
28.951
28.951
26.328 blz. 34
Onderdeel OVERIGE RECREATIEVE VOORZIENINGEN: Speeltuinen Speelvelden / trapvelden
2012
2013
2014
2 14
2 14
2 16
Uit de subsidieaanvragen voor 2010 t/m 2013 is het volgende overzicht van de leden van sportverenigingen gemaakt. Jaar
Totaal
2012 2013
2.948 3.235
Programma’s
Leden uit Beemster 2.082 2.360
Vanaf 55 jaar
Tot 12 jaar
441 386
511 685
Van 12 t/m 17 jr 333 423
blz. 35
Programma’s
blz. 36
Programma: 8. Zorg en inkomen in Beemster Portefeuillehouder: wethouder J.R.P.L. Dings Sector: Samenleving Producten/functies: Nummer 610 611 612 614 620
622 623 623 652
Omschrijving Bijstandsverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Gemeentelijk minimabeleid, hieronder valt ook: • Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen Wet maatschappelijke ondersteuning : • Zorgvernieuwingsprojecten GGZ (was flankerend ouderenbeleid) • Diensten bij wonen met zorg (o.a. Wonenplus en mantelzorg ondersteuning) Algemeen maatschappelijk werk • Slachtofferhulp • Antidiscriminatiebureau • SMD Wet maatschappelijke ondersteuning (huishoudelijke hulp) Inburgering Participatiebudget Wet maatschappelijke ondersteuning (vervoersvoorzieningen/woningaanpassingen)
Inleiding Zorg en Inkomen De beleidsvoorbereiding en de uitvoering van de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (huishoudelijk hulp en individuele voorzieningen) is ondergebracht bij afdeling Werk en Welzijn van de gemeente Purmerend. De gemeenten krijgen per 1 januari 2015 op grond van de nieuwe Wmo, Jeugdwet en Participatiewet een brede integrale verantwoordelijkheid voor het sociale domein. De kern van de decentralisatieoperatie is erop gericht dat de burger die het nodig heeft ondersteuning krijgt die aansluit bij zijn persoonlijke situatie en behoeften. Transitie WSW (Wet sociale werkvoorziening) De sociale partners en het kabinet hebben op 11 april 2013 het Sociaal Akkoord gepresenteerd. Dit akkoord geeft op hoofdlijnen de richting aan die Rijk wil inslaan. De Participatiewet moet op 1 januari 2015 in werking treden. In 2014 zijn de gemeenten regionaal, samen met het UWV, actief bezig met het vormgeven van de werkgeversbenadering en het omvormen van Baanstede van een productie - naar detacheringsorganisatie. Hieronder wordt kort aangegeven wat de gevolgen zijn van deze nieuwe wetgeving: Er komen 35 regionale werkbedrijven, die de schakel vormen tussen de werkgever en mensen met een arbeidsbeperking die aan de slag worden geholpen. De Wajong is alleen nog toegankelijk voor mensen die nooit zullen kunnen werken. Jongeren met arbeidsvermogen vallen onder de doelgroep van de participatiewet. Huidige Wajongers worden herkeurd en als blijkt dat ze arbeidsvermogen hebben, kunnen zij een beroep doen op de gemeente voor reïntegratieondersteuning en /of een uitkering. Het één en ander dient nog nader te worden uitgewerkt. Instroom in de WSW is niet meer mogelijk. De huidige WSW-er houdt zijn wettelijke rechten en plichten. Er wordt beschut werk georganiseerd voor mensen die door lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperking ondersteuning nodig hebben. Deze groep komt in dienst van het Werkbedrijf en daarmee bij de gemeente. Werkgevers stellen zich garant voor extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen (van 2.500 in 2014 oplopend tot structureel 100.000 Programma’s
blz. 37
extra banen in 2026). Voor de overheid geldt een quotum van 2.500 banen in 2014 oplopend tot 25.000 extra banen vanaf 2024. Er wordt een loonkostensubsidie ingevoerd, om het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon te compenseren. Het verschil tussen CAO-loon en minimumloon is voor rekening werkgever.
Transitie Wmo In dit jaar worden de voorbereiding getroffen voor de transitie van een deel van de AWBZ naar de Wmo. Gemeenten krijgen namelijk per 1 januari 2015 op grond van de Wmo een brede verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van burgers die beperkt kunnen participeren. Door gerichte ondersteuning bij het voeren van regie op het eigen leven, het uitvoeren van algemeen dagelijkse levensverrichtingen en het ontmoeten van anderen, kunnen burgers met een beperking langer thuis blijven wonen en participeren in de maatschappij. Dit draagt bij aan hun welbevinden en voorkomt onnodige medicalisering. De aanspraak op extramurale zorg in de AWBZ komt te vervallen, de Wmo wordt aangepast en de bijbehorende budgetten worden overgeheveld naar gemeenten. Dit betekent geen overheveling van rijkstaken, maar wel een overheveling van het budget zodat gemeenten in grote beleidsvrijheid ondersteuning op maat kunnen organiseren. Derhalve kan men, anders dan aan de AWBZ, geen verzekerde rechten ontlenen aan de nieuwe Wmo. Het streven is een nieuw, integraal wetsvoorstel voor de nieuwe Wmo in het najaar van 2013 aan de Tweede Kamer aan te bieden. De kern van de gewijzigde maatregelen voor gemeenten is als volgt: Het blijft mogelijk om in 2014 aanspraak te maken op dagbesteding op grond van de AWBZ. Deze vorm van ondersteuning kan voor gemeenten vanaf 2015 een nuttig instrument zijn om duurdere (individuele) voorzieningen te voorkomen. Nieuwe cliënten kunnen in 2014 een beroep doen op huishoudelijke hulp. Van gemeenten zal in 2014 een bijdrage gevraagd worden ter dekking hiervan. De voorziening hulp bij het huishouden in de Wmo wordt beperkt tot mensen die deze echt nodig hebben en die er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien. Gemeenten houden 60% van het budget om breed in te zetten voor ondersteuning van burgers. Vanaf 2015 is een vorm van huishoudelijke hulp in individuele situaties mogelijk, als onderdeel van een breed ondersteuningspakket. Dit kan bijdragen aan de wens van mensen om langer thuis te blijven wonen. Per 2015 kan geen aanspraak meer worden gemaakt op de extramurale functies begeleiding, kortdurend verblijf en bijbehorend vervoer in de AWBZ. Circa 75% van het budget wordt overgeheveld naar gemeenten voor de ondersteuning van mensen. Per 2015 kan geen aanspraak meer worden gemaakt op de extramurale functie persoonlijke verzorging in de AWBZ. Gemeenten worden verantwoordelijk voor ondersteuning en ontvangen circa 85% van het budget (exclusief het deel dat naar de Zvw gaat). Per 1 januari 2014 worden de bestaande regelingen voor financiële compensatie afgeschaft en vervangen door één vangnet bij de gemeenten oplopend tot circa € 700 mln. structureel vanaf 2017. Het budget wordt overgeheveld naar gemeenten. Gemeenten kunnen maatwerk bieden door het compenseren van beperkingen met voorzieningen via de Wmo of het geven van directe inkomenssteun via de bijzondere bijstand. Gemeenten kunnen besparen op uitgaven aan hulpmiddelen in de Wmo. Het Gemeentefonds is hiervoor taakstellend verlaagd met structureel € 50 mln. Het kabinet zal gemeenten ondersteunen bij het stimuleren van hergebruik van hulpmiddelen en het ontwikkelen van poolbeheer voor scootmobielen. Het kabinet investeert € 50 mln. in het opzetten van sociale wijkteams binnen gemeenten, waarmee de ondersteuning uit het gemeentelijk sociale domein afgestemd kan worden op het medisch domein. Wwb Het doel is het aantal ontvangers van Wwb te beperken door een combinatie van instroombeperking en uitstroombevordering. Het zit economisch echter nog niet mee. Daarom zien we, evenals in de omliggende regio, het aantal mensen dat gebruik moet maken van een uitkering nog steeds behoorlijk toenemen. Van 39 eind 2011 naar 49 eind 2012 tot naar verwachting rond de 62 eind 2013. Er wordt ondersteuning geboden daar waar nodig om mensen deel te laten nemen aan de samenleving en/of arbeid. Mensen die in onvoldoende mate participeren in de samenleving en (nog) niet aan het arbeidsproces kunnen deelnemen, worden geactiveerd en ondersteund om deel te nemen aan Programma’s
blz. 38
maatschappelijke activiteiten en meer zelfredzaam te worden. Eigen kracht en betrekken van de omgeving staan hierbij centraal. We dragen zorg voor doorlopende leer- en ontwikkelingslijnen: iedere inwoner moet de kans krijgen goede scholing te volgen en een startkwalificatie te behalen om zo zijn of haar mogelijkheid te vergroten om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. De Wmo Inwoners van Beemster met een lichamelijke beperking, met een chronisch psychisch probleem en/of met een psychosociaal probleem, krijgen compensatie van hun beperking. Zo krijgen ze de beschikking over, of toegang tot, voorzieningen of middelen die hen in staat stellen zelfstandig te (blijven) functioneren in het maatschappelijk leven. Concreet gaat het om hulp bij het voeren van een huishouden, aanpassingen in en om de woning, vervoer in en om huis en in de lokale omgeving. Mensen die een beroep doen op maatschappelijke ondersteuning, krijgen de informatie en adviezen die ze nodig hebben om goed maatschappelijk te functioneren. Ze worden bij het maken van keuzes daarin zo nodig begeleid en ondersteund. De informatieverstrekking, advisering en afhandeling van de aanvragen wordt vriendelijk, snel, vakkundig en proactief uitgevoerd. We stimuleren dat mensen voor elkaar zorgen en naar elkaar omzien. Beemsterlingen die mantelzorgtaken op zich nemen, worden door de gemeente gewaardeerd en eventueel ondersteund. De oplossing van een probleem wordt in eerste instantie bij de persoon zelf gezocht, bij zijn netwerk en in de toeleiding naar een collectieve voorziening. Als laatste wordt gekeken naar de verstrekking van een individuele voorziening.
Algemene beleidsdoelen • • • • • • • • •
Er is een goed vangnet van uitkeringen en voorzieningen. Er is een rechtmatige en doelmatige verstrekking van uitkeringen en voorzieningen. Burgers worden goed geïnformeerd over hun mogelijke rechten op uitkeringen en voorzieningen (niet gebruik voorzieningen daalt). Er is een actief participatiebeleid voor personen in de WWB. Burgers zijn bekend met de wijze waarop zij informatie kunnen verkrijgen en een aanvraag kunnen doen voor WWB en Wmo. Via een brede intake wordt bepaald welke (professionele) zorg burgers nodig hebben (‘keukentafel’ gesprek). Er wordt nauw samengewerkt met andere professionele en vrijwilligersorganisaties. Ontwikkelingen in WWB, Wmo en jeugdzorg dienen op elkaar afgestemd te worden. Er wordt voldaan aan de eisen die de landelijke wetgeving stelt.
Specifieke beleidsdoelen volgens collegeprogramma 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Start 2010
Klanttevredenheid Wmo-gebruikers evalueren en waar nodig de uitvoering verbeteren. Beter zichtbaar maken Wmo-loket onder andere door uitbouwen van het digitaal 2010 loket. Voortzetten van het wonen, zorgen welzijnproject ‘De Verbinding’. Onderzoek 2010 naar inzet domotica. Uitbreiding 24-uurs zorg, uiteindelijk in gehele Beemster. ‘Kanteling’ in de Wmo: ondersteuning bieden om te kunnen participeren in 2011 plaats van verzorging. Ontwikkelen van beleid ten aanzien van zorgboerderijen.
Gereed 2014 2014 2014 2014 2011
Andere specifieke beleidsdoelen geen
Kadernota 2014 Onderwerp Uitbreiding uren schoolmaatschappelijk werk Verlagen Wmo budget huishoudelijke zorg Verlagen Wmo budget voorzieningen gehandicapten
Programma’s
2014 10.000 30.000 + 10.000 +
2015 10.000 30.000 + 10.000 +
2016 10.000 30.000 + 10.000 +
blz. 39
Beleidskaders • • • • • • • • •
Wet werk en bijstand c.a. Re-integratie verordening. Toeslagenverordening. Beleidsnotitie Bijzondere bijstand. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster. Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Beemster. Wet sociale werkvoorziening. Participatiewet.
Voor het onderdeel kwijtschelding van gemeentelijke belastingen: • De Invorderingswet 1990. • Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid.
Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? Samenwerking Met Purmerend zijn prestatie afspraken gemaakt. Wet werk en bijstand • Verhogen van de arbeidsparticipatie. • Individuele re-integratie voor mensen met een uitkering en arbeidsperspectief. • Maatschappelijke participatie voor alle inwoners van Beemster. • Actieve lokale en regionale werkgeversbenadering, de werkgever is klant. • Samenwerking in de regio met werkgevers, UWV-Werkbedrijf en onderwijs. Wet maatschappelijke ondersteuning • De kanteling van de Wmo wordt verder doorgevoerd. Cliënten krijgen de ondersteuning die nodig is om te kunnen participeren in de samenleving. • De diensten van het Wmo loket en Wonenplus zijn bekend bij inwoners van Beemster. • De klanttevredenheid over het Wmo-loket neemt toe ten opzichte van 2013. • De tevredenheid over de verstrekte voorzieningen neemt toe ten opzichte van 2013. Digitale dienstverlening Het aanbod van digitale dienstverlening wordt verder uitgebreid.
Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Samenwerking Met Purmerend zijn prestatie afspraken gemaakt. Wet werk en bijstand • Nieuwe bijstandscliënten worden met inzet van re-integratie actief bemiddeld naar werk. Doel is dat er een passend traject wordt aangeboden (maatwerk). Hierbij wordt rekening gehouden met de beschikbare budgetten. Daarbij proberen wij ook de mogelijkheden die er zijn voor vrijwilligerswerk, werkervaringplekken en werk binnen onze eigen gemeentegrenzen, zo optimaal mogelijk te benutten. Hiervoor wordt contact gelegd met Beemster ondernemers, agrariërs en organisaties zoals bijvoorbeeld Landzijde. • Instrumentaria voor scholing- en/of sociale activeringsaanbod worden uitgebreid. • Wij volgen de landelijke ontwikkelingen en dragen er zorg voor dat voldaan wordt aan de (nieuwe) wettelijke eisen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) • Er komt een klanttevredenheidsonderzoek. • Er worden netwerken opgebouwd met andere professionele en vrijwillige aanbieders van zorg zoals bijvoorbeeld WonenPlus Aangenaam, MEE en Eigen kracht. Programma’s
blz. 40
•
Wij volgen de landelijke ontwikkelingen en dragen er zorg voor dat voldaan wordt aan de (nieuwe) wettelijke eisen.
Kanteling in de Wmo Met de komst van de Wmo hebben gemeenten de plicht om burgers met een beperking zodanig te compenseren dat ze kunnen (blijven) deelnemen aan de samenleving. Gemeenten mogen zelf bepalen op welke manier ze invulling geven aan dat principe. De kanteling van de Wmo is er voor bedoeld dat gemeenten op een andere manier invulling geven aan het compensatiebeginsel. Dit betekent dat bij een intake meer aandacht wordt besteed aan het bepalen van de behoefte, wensen en eigen mogelijkheden van een burger met een beperking (vraagverheldering). Dit vraagt om speciale vaardigheden en gesprekstechnieken. De medewerkers worden hier blijvend op geschoold. Van de burger wordt verwacht dat hij/zij meedenkt over oplossingen waarbij uitgegaan wordt van de eigen kracht. Verdere ontwikkeling van de digitale dienstverlening Mede door de samenwerking met Purmerend dient de digitale dienstverlening verder vorm te krijgen. Uitgangspunt is: digitaal loket waar mogelijk, fysiek contact waar noodzakelijk. De gemeentelijke website is daarbij een belangrijke toegangspoort. Deze moet daarom ook goed toegankelijk zijn. Bij deze digitale dienstverlening moet ondermeer worden gedacht aan het digitaal klantendossier (DKD). Aan de eenmalige gegevensverstrekking in de uitvoering wordt verder vorm gegeven.
Wat gaat het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel 2012 2013 2014 2015 Lasten 2.829.615 2.631.720 2.720.611 2.714.842 Baten 1.451.843 1.348.426 1.458.101 1.458.101
2016 2.717.868 1.458.101
2017 2.722.715 1.458.101
Saldo
1.259.767
1.264.614
1.377.772
1.283.294
1.262.510
1.256.741
Toelichting: De aangegeven mutaties van de kadernota zijn in de begroting verwerkt. Voorgenomen investeringen Geen
2014
2015
2016
2017
Mutaties reserves Toevoegingen: Geen Onttrekkingen: Uitvoering Wmo huishoudelijke zorg
2014
2015
2016
2017
35.000
32.662
0
0
Na de geraamde onttrekking in 2015 is het saldo van de reserve Uitvoering Wmo huishoudelijk zorg € 0. Onttrekkingen onderhoudsvoorzieningen Geen
2014
2015
2016
2017
Kengetallen Voor zover bekend, worden hier kengetallen weergegeven. Het gaat om de gerealiseerde cijfers van 2012, en de geraamde cijfers van 2013 en 2014. Onderdeel Werkelijk Begroting Begroting 2014 2012 2013 BIJSTANDVERLENING: Uitkeringsgerechtigden WWB inkomensdeel 49 50 62 (incl. WIJ) WERKGELEGENHEID: Uitkeringsgerechtigden WWB werkdeel 0 10 0 INKOMENSVOORZIENINGEN: Uitkeringsgerechtigden IOAW 0 1 2 Uitkeringsgerechtigden IOAZ 1 1 1 GEMEENTELIJK MINIMABELEID: Aanvragen bijzondere bijstand 0 55 55 Aanvragen chronisch zieken 36 40 40 Programma’s
blz. 41
Onderdeel Aanvragen minimabeleid Aanvragen langdurigheidstoeslag Aanvragen kwijtschelding belasting Waarvan toegewezen Kwijtgescholden bedrag VREEMDELINGEN: Nieuwkomers VWMO-VOORZIENINGEN Aanvragen Wmo-voorzieningen - huishoudelijke zorg - voor vervoersvoorzieningen - voor woonvoorzieningen - voor rolstoelen
Programma’s
Werkelijk 2012 52 32 93 84 19.046
Begroting 2013 55 35 85 78 15.000
Begroting 2014 65 35 105 85 16.500
0
5
0
55 44 32 15
60 80 50 20
60 80 35 26
blz. 42
Programma: 9. De financiële en organisatorische staat van Beemster Portefeuillehouder: burgemeester H.N.G. Brinkman, wethouder J.C. Klaver, wethouder J.R.P.L. Dings Sector: Bedrijfsondersteuning Producten/functies: Nummer 001 002
005 006 560 960
Omschrijving Bestuursorganen Bestuursondersteuning college burgemeester en wethouders, behalve: • Communicatie en voorlichting algemeen • Beheer en onderhoud gemeentelijke website • Verbeteren digitale communicatie • Omnibusenquête en benchmark publiekszaken Bestuurlijke samenwerking waaronder contacten met Studená Bestuursondersteuning raad en rekenkamer Openbaar groen en openluchtrecreatie, onderdeel vlaggen Saldo van kostenplaatsen
Inleiding De begroting is sluitend. In de kadernota is uitgegaan van een voordelig saldo 2014 van € 161.895. Dit saldo is nog exclusief de gevolgen van de meicirculaire gemeentefonds 2013. In de begroting is een voordelig saldo berekend van € 147.686. In de kadernota is ook voor de jaren 2015 t/m 2017 een sluitende begroting voorzien en dat perspectief is er nog steeds: 2015 2016 2017 Eindsaldi kadernota 12.440 51.258 60.097 In de ontwerpbegroting 2014 zijn deze saldi nu geraamd op
554
3.712
82.665
Het perspectief is voor 2015 en 2016 dus ongunstiger geworden, vooral in 2016. Het perspectief voor 2017 is gunstiger. Dit is vooral het gevolg van de maatregelen in de meicirculaire gemeentefonds 2013.
Algemene beleidsdoelen De bestuursorganen zorgen voor het democratisch besturen van de gemeente Beemster. De ambtelijke organisatie zorgt hierbij voor bestuursondersteuning. De gemeente Beemster blijft een zelfstandige gemeente en wil komen tot vergaande samenwerking met centrumgemeente Purmerend, om daarmee de kwaliteit van dienstverlening en de efficiency te verbeteren en de kwetsbaarheid te verminderen.
Specifieke beleidsdoelen volgens collegeprogramma 9.1
9.2 9.3
Start 2010
Voorstel maken voor het instellen van een ambtelijk ondersteunde raadscommissie met zo nodig externe deskundigheid die keuzes kan voorstellen om te komen tot een realistisch meerjarenperspectief vanaf het begrotingsjaar 2012. Verbetering planning- en controlcyclus. 2010 Vaststellen en in uitvoering nemen Personeelsontwikkelingsbeleid. 2010
Gereed 2010
2011 2011
Andere specifieke beleidsdoelen Geen.
Programma’s
blz. 43
Kadernota 2014 Onderwerp Licentiekosten Langetermijngagenda raad Aanschaf van luchtfoto’s Kapitaallasten investeringen staat van vaste activa 20132016 Kapitaallasten voorgenomen investeringen 2013-2017 Salariskosten bestuur en personeel
2014 750 12.350 + 497 + 2.955 20.081
-
2015 750 0 474
+
2016 750 19.000 347 +
13.881 22.070
-
28.274 24.057
-
-
Beleidskaders •
Vastgestelde visie en missie voor de ambtelijke organisatie.
Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? De burgers voelen zich thuis in een zelfstandige gemeente Beemster en zijn tevreden over het functioneren van de lokale overheid en haar ambtelijke organisatie.
Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? De organisatorische staat Door de ambtelijke samenwerking met Purmerend zal de ambtelijke organisatie per 2014 ingrijpend zijn gewijzigd. Deze organisatie bestaat dan nog uit de volgende functionarissen: de gemeentesecretaris, de griffier, de (2) beleidsregisseurs, de controller, de communicatieadviseur, de medewerker kabinetszaken, de bestuurssecretaris en de beleidsmedewerker werelderfgoed. Met ondersteuning van deze kleine organisatie zal regie worden gevoerd op de diensten die door Purmerend aan Beemster worden geleverd. Het niveau hiervan zal in grote mate bepalen of aan het beoogde maatschappelijk effect in dit begrotingsjaar wordt voldaan. Planning en control Per 2014 wordt Beemster vanuit de werkprocessen van Purmerend ondersteund bij de uitvoering van deze cyclus. De cyclus die Beemster in 2011 heeft vastgesteld zal voorafgaand hieraan daar waar nodig zijn aangepast als onderdeel van de voorbereidingen voor de ambtelijke samenwerking. De besluitvorming over deze nieuwe cyclus zal dus ook in 2013 (moeten) plaatsvinden. Salariskosten Voor de salariskosten is voor 2014 rekening gehouden met 0% stijging. Deze nullijn is ook aangehouden in 2013 en hiermee volgen wij het landelijk beleid. Vanaf 2015 houden we rekening met een stijging van 1%.
Wat gaat het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel Lasten Baten
2012 1.806.212 15.070
2013 1.816.274 15.427
2014 1.734.021 15.070
2015 1.736.964 15.070
2016 1.737.325 15.070
2017 1.740.487 0
Saldo
1.791.142
1.800.847
1.718.951
1.721.894
1.722.255
1.740.487
Toelichting: De aangegeven mutaties van de kadernota zijn in de begroting verwerkt. Het onderdeel Financieel voordeel toekomstige ambtelijke samenwerking is in de begroting verwerkt in programma 10. In de begroting van de personele lasten is rekening gehouden met een stijging van de sociale lasten, met name de kosten voor de Zorgverzekeringswet. In het hierna volgende overzicht van voorgenomen investeringen, mutaties in reserves en onttrekkingen aan onderhoudsvoorzieningen zijn ook de bedragen die betrekking hebben op de kostenplaatsen opgenomen. De lasten en baten die op de kostenplaatsen zijn geraamd, hebben betrekking op de organisatie. Voorgenomen investeringen Vervangen UPS en Microsoft office Programma’s
2014 17.500
2015
2016
2017 blz. 44
Mutaties reserves Toevoegingen: Geen. Onttrekkingen: Bruto activering vaste activa Onttrekkingen onderhoudsvoorzieningen Gemeentehuis Loods gemeentewerken Middenbeemster Schaftkeet gemeentewerken Zuidoostbeemster
2014
2015
2016
2017
41.400
41.400
41.400
41.400
2014 34.553 80.566 25
2015 15.168 5.272 85
2016 4.446 5.230 81
2017 17.767 79.069 1.084
Gemeentehuis: in 2013 werkzaamheden schuifdeuren entree, aan de parketvloer in de kantine en vervangen spots door LED. In 2017 vervangen van hang- en sluitwerk. Loods gemeentewerken Middenbeemster: in 2014 werkzaamheden dakbedekking en gedeeltelijk binnenen buitenschilderwerk. In 2017werkzaamheden aan kozijnen, plafonds, gedeeltelijk binnen- en buitenschilderwerk en vervangen tl armaturen.
Kengetallen Voor zover bekend, worden hier kengetallen weergegeven. Het gaat om de gerealiseerde cijfers van 2012, en de geraamde cijfers van 2013 en 2014. Onderdeel 2012 2013 2014 BESTUURSONDERSTEUNING COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS: Aantal klachten over behandeling door ambtenaar 0 of bestuurder Klacht ingetrokken 0 Klacht niet ontvankelijk 0 Klacht gegrond 0 Klacht ongegrond 0 Klachten behandeld door Nationale Ombudsman 0 Ingekomen bezwaarschriften bij commissie 31 25 25 Doorgestuurd naar andere gemeente 0 Ingetrokken vóór advies 13 Aantal adviezen 18 Advies: gegrond 2 Advies: ongegrond 10 Advies: niet ontvankelijk 4
Programma’s
blz. 45
Programma’s
blz. 46
Programma: 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: wethouder J.C. Klaver Sector/afdeling: Bedrijfsondersteuning Producten/functies: Nummer 330 913 914 921 922 931 932 933 936 990
Omschrijving Nutsbedrijven Overige financiële middelen, onderdelen: • Dividenduitkeringen • Verhuur gronden zonder bestemming Baten en lasten financieringsmiddelen (renteresultaat) Uitkeringen gemeentefonds Algemene baten en lasten, onderdelen: • Onvoorziene uitgaven • Stelposten Baten onroerende zaakbelasting gebruikers Baten onroerende zaakbelasting eigenaren Baten belastingen roerende woon- en bedrijfsruimten Baten toeristenbelasting Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming
Inleiding De algemene dekkingsmiddelen van de gemeente zijn die baten van de gemeente waar geen directe bestedingsverplichtingen tegenover staan en die ook niet zijn aan te merken als vergoeding voor een product of dienst. De ontwikkeling van de algemene dekkingsmiddelen moet de gemeente de financiële ruimte bieden om kostenstijgingen op te vangen en om nieuwe beleidsvoornemens te realiseren. Onder de overige algemene dekkingsmiddelen zijn opbrengsten opgenomen van gemeentelijke eigendommen die niet bij andere programma’s zijn verantwoord. De niet vrij aanwendbare heffingen worden, evenals de baten van de specifieke uitkeringen, in de diverse programma’s verantwoord. De belangrijkste algemene dekkingsmiddelen zijn de algemene uitkering uit het gemeentefonds, integratieuitkeringen uit het gemeentefonds en de onroerende-zaakbelastingen (OZB). Een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen presenteren wij in de volgende tabel. Onderdeel 2012 Dividend BNG 8.073 Liquidatie-uitkering IZA 11.618 Dividend EZW (NUON + 94.238 Alliander) Interim dividend idem 812.492 (opbrengst verkoop aandelen) Saldo financieringsfunctie 591.481 (renteresultaat) Algemene uitkering 6.287.930 gemeentefonds Integratie- en decentralisatieuitkeringen: Wmo 677.529 Knelpunten 48.900 verdeelproblematiek Bibliotheken 9.680 Centra voor jeugd en gezin 168.525 Versterking peuterspeelzalen 28.031 Brede scholen, sport, cultuur 25.600 Invoering jeugdzorg 12.065 Onvoorziene uitgaven 0 Onroerende-zaakbelastingen 1.388.890 Programma’s
2013 8.073 0 62.128
2014 10.179 0 61.128
2015 10.179 0 72.629
2016 10.179 0 41.000
2017 10.179 0 41.000
0
0
1.055.256
0
0
380.261
356.103
494.110
512.514
500.499
6.070.690
6.346.889
5.965.202
6.030.503
6.017.570
691.178 50.701
704.833 52.544
704.833 53.753
704.833 54.989
704.833 56.254
0 176.116 28.031 0 0 35.436 1.410.800
0 174.633 28.031 0 0 42.500 1.459.537
0 174.633 28.031 0 0 42.500 1.493.915
0 174.633 28.031 0 0 42.500 1.529.747
0 174.633 28.031 0 0 42.500 1.571.218 blz. 47
Onderdeel Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten Toeristenbelasting
2012 6.514
2013 6.646
2014 6.901
2015 7.039
2016 7.180
2017 7.323
40.522
45.195
36.565
37.296
38.042
38.803
Algemene beleidsdoeleinden Zorgdragen voor een efficiënte, effectieve en risicomijdende financiering van gemeentelijke lasten en het verkrijgen van baten in de vorm van gemeentelijke belastingen en heffingen.
Specifieke beleidsdoelen Uitgangspunt is een gezond financieel beleid, dat het mogelijk maakt om de ingezetenen van Beemster een goed voorzieningenniveau te blijven bieden tegen aanvaardbare lasten.
Kadernota 2014 Onderwerp Uitkeringen gemeentefonds Opbrengsten gemeentelijke belastingen Kostendekkende verhuur diverse objecten
2014 10.070 4.513 + 10.000 -
2015 227.969 5.794 0
+
2016 368.826 5.917 + 0
Beleidskaders Volgens artikel 8, lid 1 en 5 van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) hoort in het programmaplan een overzicht van algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Wet en regelgeving: • Wet financiering decentrale overheden (FIDO). • Treasurystatuut gemeente Beemster. • Financiële verhoudingswet 1997. • Gemeentewet. • Verordening onroerende zaakbelastingen 2007. • Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2007. • Verordening toeristenbelasting 2002.
Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? Bij de aanpassing van de belastingopbrengsten houden we rekening met areaaluitbreiding (nieuwbouw en verbouw) en een aanpassing aan de hand van de verwachte inflatie. Hierdoor blijft de stijging van de woonlasten voor huishoudens beperkt.
Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Uitgangspunten bij de gemeentelijke belastingen zijn: De jaarlijkse tariefaanpassing van de OZB is gelijk aan het inflatiecijfer. Als er extra middelen nodig zijn, wordt eerst oud beleid tegen nieuw beleid afgewogen alvorens lastenverzwaring voor de ingezetenen in overweging wordt genomen.
Wat gaat het kosten? De cijfers 2012 komen uit de jaarrekening, de andere cijfers zijn begroot. Onderdeel 2012 2013 2014 2015 Lasten 563.976 91.413 -60.589 -155.338 Baten 10.203.282 9.234.443 9.241.967 10.101.500
2016 -150.226 9.136.275
2017 -145.199 9.154.967
Saldo
9.286.501
9.300.166
9.639.306
9.143.030
9.302.556 10.256.838
Toelichting: De aangegeven mutaties van de kadernota zijn in de begroting verwerkt. Op dit programma is het onderdeel Financieel voordeel toekomstige ambtelijke samenwerking opgenomen, nl. in 2014 € 175.000 en vanaf 2015 € 275.000. Hierdoor is het totaal van de lasten in 2014 t/m 2017 negatief. Verder is een stelpost kostendekkende verhuur diverse objecten opgenomen vanaf 2014 t/m 2016 € 20.000. Programma’s
blz. 48
De schommelingen in de baten komen door de ontvangst van interim dividend aandelen NUON. In de 2015 is nog een raming opgenomen. Voorgenomen investeringen Stelpost investeringen openbare ruimte Mutaties reserves Toevoegingen: Reserve NUON gelden Egalisatiereserve renteresultaten Onttrekkingen: Egalisatiereserve renteresultaten
2014 40.000
2015 40.000
2016 40.000
2017 40.000
2014
2015
2016
2017
0
1.055.256
0
0
676.037
676.037
676.037
676.037
De jaarlijkse onttrekking aan de egalisatiereserve renteresultaten is 1/3 van het saldo van de reserve per 1 januari van het boekjaar, vermeerderd met het voordelige renteresultaat van het boekjaar. De onttrekking is minimaal gelijk aan de onttrekking in het voorafgaande jaar. Berekening: Begroting Saldo van de reserve per 1 januari 2014 971.742 Toegevoegd voordelig renteresultaat 2014 356.103 Subtotaal 1.327.845 Hiervan 1/3 is € 442.615, maar de onttrekking aan de reserve is nooit lager dan die van het jaar daarvoor.
Kengetallen Voor zover bekend, worden hier kengetallen weergegeven. Het gaat om de gerealiseerde cijfers van 2012 en de geraamde cijfers van 2013 en 2014. Onderdeel 2012 2013 2014 BATEN EN LASTEN FINANCIERINGSMIDDELEN Aandelen Bank Nederlandse gemeenten 7.020 7.020 7.020 Aandelen EZW (NUON + Alliander) 3.128 3.128 3.128 De Houdstermaatschappij EZW verkoopt de aandelen in het productie- en leveringsbedrijf NUON. De opbrengst ontvangt EZW in 2009, 2011, 2012 en 2015. EZW geeft deze opbrengsten door aan de deelnemende gemeenten. EZW blijft wel aandeelhouder in het netwerkbedrijf.
Programma’s
blz. 49
GEMEENTE BEEMSTER
BEGROTING 2014 OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN MET TOELICHTING
Overzicht van baten en lasten In dit overzicht staat per programma het totaal van de geraamde baten en lasten, en het saldo van het programma. Het totaal van deze bedragen is het saldo vóór resultaatbestemming. Vervolgens geven we per programma de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves aan. Tenslotte vermelden wij de totalen van de baten en lasten en het eindsaldo. Wij vermelden hierbij niet alleen de cijfers van het begrotingsjaar 2014, maar ook die van de drie daarop volgende jaren. Cijfers 2014 Programma Nr. Naam 1 Dienstverlening in Beemster
Baten 221.160
Lasten 1.050.375
Saldo -829.215
194.174
771.445
-577.271
5.476
2.601.424
-2.595.948
2
Beemsterling in Beemster
3
Veilig in Beemster
4
Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster
2.287.697
2.774.871
-487.174
5
De Beemster omgeving
1.320.231
2.223.367
-903.136
6
Werken in Beemster
1.192
54.749
-53.557
7
Actief in Beemster
501.383
1.958.004
-1.456.621
8
Zorg en inkomen in Beemster
1.458.101
2.720.611
-1.262.510
9
15.070
1.734.021
-1.718.951
9.241.967
-60.589
9.302.556
15.246.451
15.828.278
-581.827
1
De financiële en organisatorische staat van Beemster Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Saldo voor resultaatbestemming Mutaties reserves: Dienstverlening in Beemster
0
0
0
2
Beemsterling in Beemster
11.500
0
11.500
3
Veilig in Beemster
0
0
0
4
Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster
88.816
0
88.816
5
De Beemster omgeving
92.663
0
92.663
6
Werken in Beemster
0
0
0
7
Actief in Beemster
144.200
4.000
140.200
8
Zorg en inkomen in Beemster
35.000
0
35.000
9
De financiële en organisatorische staat van Beemster Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal mutaties reserves Saldo na resultaatbestemming
41.400
0
41.400
676.037
356.103
319.934
1.089.616 16.336.067
360.103 16.188.381
729.513 147.686
10
10
Overzicht baten en lasten
blz. 1
Cijfers 2015 Programma Nr. Naam 1 Dienstverlening in Beemster
Baten 223.971
Lasten 1.062.817
Saldo -838.846
225.264
772.646
-547.382
5.550
2.579.797
-2.574.247
584.326
1.060.176
-475.850
1.320.669
2.253.693
-933.025
1.171
55.110
-53.939
504.125
1.926.497
-1.422.371
1.458.101
2.714.842
-1.256.741
15.070
1.737.325
-1.721.894
10.101.500
-155.338
10.256.838
14.439.747
14.007.565
432.543
0
0
0
11.500
0
11.500
0
0
0
88.816
0
88.816
126.762
0
126.762
0
0
0
144.200
4.000
140.200
2
Beemsterling in Beemster
3
Veilig in Beemster
4
Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster
5
De Beemster omgeving
6
Werken in Beemster
7
Actief in Beemster
8
Zorg en inkomen in Beemster
9
1
De financiële en organisatorische staat van Beemster Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Saldo voor resultaatbestemming Mutaties reserves: Dienstverlening in Beemster
2
Beemsterling in Beemster
3
Veilig in Beemster
4
Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster
5
De Beemster omgeving
6
Werken in Beemster
7
Actief in Beemster
8
Zorg en inkomen in Beemster
32.662
0
32.662
9
De financiële en organisatorische staat van Beemster Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal mutaties reserves Saldo na resultaatbestemming
41.400
0
41.400
676.037
1.549.366
-873.329
1.121.377 15.561.124
1.553.366 15.560.931
-431.989 554
10
10
Overzicht baten en lasten
blz. 2
Cijfers 2016 Programma Nr. Naam 1 Dienstverlening in Beemster 2
Beemsterling in Beemster
3
Veilig in Beemster
4
Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster
5
De Beemster omgeving
6
Werken in Beemster
7
Actief in Beemster
8
Zorg en inkomen in Beemster
9
1
De financiële en organisatorische staat van Beemster Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Saldo voor resultaatbestemming Mutaties reserves: Dienstverlening in Beemster
2
Beemsterling in Beemster
3
Veilig in Beemster
4
Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster
5
De Beemster omgeving
6
Werken in Beemster
7
Actief in Beemster
8
Zorg en inkomen in Beemster
9
De financiële en organisatorische staat van Beemster Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal mutaties reserves Saldo na resultaatbestemming
10
10
Overzicht baten en lasten
Baten 226.912
Lasten 1.099.560
Saldo -872.648
226.388
771.878
-545.490
5.626
2.583.751
-2.578.125
594.508
1.061.533
-467.025
1.321.108
2.298.599
-977.491
1.192
55.439
-54.247
500.208
1.912.294
-1.412.086
1.458.101
2.717.868
-1.259.767
15.070
1.737.325
-1.722.255
9.136.275
-150.226
9.286.501
13.485.388
14.088.021
-602.633
0
0
0
11.500
0
11.500
0
0
0
88.816
0
88.816
160.906
0
160.906
0
0
0
144.200
4.000
140.200
0
0
0
41.400
0
41.400
676.037
512.514
163.523
1.122.859 14.608.247
516.514 14.604.535
606.345 3.712
blz. 3
Cijfers 2017 Programma Nr. Naam 1 Dienstverlening in Beemster 2
Beemsterling in Beemster
3
Veilig in Beemster
4
Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster
5
De Beemster omgeving
6
Werken in Beemster
7
Actief in Beemster
8
Zorg en inkomen in Beemster
9
1
De financiële en organisatorische staat van Beemster Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Saldo voor resultaatbestemming Mutaties reserves: Dienstverlening in Beemster
2
Beemsterling in Beemster
3
Veilig in Beemster
4
Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster
5
De Beemster omgeving
6
Werken in Beemster
7
Actief in Beemster
8
Zorg en inkomen in Beemster
9
De financiële en organisatorische staat van Beemster Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal mutaties reserves Saldo na resultaatbestemming
10
10
Overzicht baten en lasten
Baten 229.782
Lasten 1.076.813
Saldo -847.031
227.545
775.701
-548.156
5.703
2.551.338
-2.545.635
604.879
1.073.293
-468.414
1.321.550
2.314.010
-992.461
1.157
55.922
-54.765
482.143
1.878.603
-1.396.460
1.458.101
2.722.715
-1.264.614
0
1.740.487
-1.740.487
9.154.967
-145.199
9.300.166
13.485.827
14.043.683
-557.857
0
0
0
11.500
0
11.500
0
0
0
88.816
0
88.816
183.068
0
183.068
0
0
0
144.200
4.000
140.200
0
0
0
41.400
0
41.400
676.037
500.499
175.538
1.145.021 14.630.848
504.499 14.548.182
640.522 82.665
blz. 4
Toelichting overzicht van baten en lasten Algemeen Hierna lichten wij de verschillen toe per programma van de gerealiseerde cijfers in 2012, de raming van 2013 inclusief de wijzigingen 1 t/m 5 en de raming 2014. Een toelichting is pas vereist in geval van aanmerkelijke verschillen. Wij beperken ons tot verschillen van € 10.000 en meer. Incidenteel wijken wij daarvan af. Hierdoor kan het voorkomen dat het totaal van de aangegeven verschillen flink afwijkt van het verschil van het saldo van het programma. Met de gevolgen van de komende samenwerking met de gemeente Purmerend is in de begroting nog maar beperkt rekening gehouden. Bij de berekening van de doorbelasting van de kostenplaatsen zijn wel zaken gewijzigd. Tot 2014 werden de kostenplaatsen Personeelszaken, Interne dienstverlening en kantine, Financiën en belastingen, Staf, Grondgebied en Samenleving gebruikt. De lasten bestonden voor het grootste deel uit personeelskosten. In 2014 gebruiken we nog de volgende kostenplaatsen: Huisvesting, Automatisering, Facilitaire kosten, Personeel algemeen, Technische dienst en Gemeentewerken en tractie. De kostenplaatsen Huisvesting, Automatisering en Technische dienst werden ook tot 2014 gebruikt. Met ingang van 2014 zijn de kostenplaatsen Gemeentewerken en Tractie samengevoegd. Deze wijziging is doorgevoerd om de administratieve overgang naar Purmerend makkelijker te maken. Door deze wijziging kunnen flinke verschillen optreden in de doorbelastingen van de kostenplaatsen in vergelijking met de werkelijke cijfers van 2012 en de begroting 2013. De salariskosten van een aantal functies die in het gemeentehuis van Beemster achterblijven ramen we met ingang van 2014 rechtstreeks op de programma’s en niet via een verrekening van kostenplaatsen. In de toelichting zal vaak zijn vermeld dat een verschil is veroorzaakt door hogere of lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. Alleen wanneer er een specifieke reden is voor hogere of lagere doorbelasting, is dit aangegeven. Wanneer niets is aangegeven, is de hogere of lager doorbelasting gevolg van de nieuwe werkwijze. Aan het slot van de toelichting staat een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten. Daarna volgt nog de berekening van het EMU-saldo. Dit is een verplicht onderdeel van dit overzicht. Deze berekening gaat naar het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Programma 1. Dienstverlening in Beemster Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 977.043 218.302 758.741
2013 926.102 205.338 720.764
2014 1.050.375 221.160 829.215
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 70.474 nadelig. Op de post Beheer en onderhoud gemeentelijke website is de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen in 2014 hoger. In 2012 zijn nog uitgaven verwerkt ten laste van het realisatieplan E-Beemster, in 2014 niet. Op de post Burgerlijke stand / bevolkingsadministratie is de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen in 2014 hoger. Op de post verkiezingen zijn in 2012 de lasten van één verkiezing verwerkt; in 2014 ramen we de lasten voor twee verkiezingen. De opbrengst van de begrafenisrechten is in 2014 hoger geraamd dan de realisatie van 2012
Overzicht baten en lasten
-14.000 31.000 -67.000 -40.000 10.000
blz. 5
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 108.451 nadelig. In 2013 zijn eenmalige kosten voor het aanpassen van de website aan webrichtlijnen en het uitvoeren van de DigiD audit geraamd op de post Beheer en onderhoud gemeentelijke website. Op de post Beheer en onderhoud gemeentelijke website is de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen in 2014 hoger. In 2013 zijn de kosten van de omnibus-enquête geraamd. Dat was een eenmalig onderzoek. Op de post Burgerlijke stand / bevolkingsadministratie is de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen in 2014 hoger. Op de post Basisadministratie adressen en gebouwen zijn in 2013 de kosten van het maken van luchtfoto’s geraamd. Op de post verkiezingen zijn in 2013 geen lasten van verkiezingen verwerkt; in 2014 ramen we de lasten voor twee verkiezingen.
17.000 -18.000 11.000 -56.000 19.000 -66.000
Programma 2 Beemsterling in Beemster Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 708.860 93.562 615.298
2013 709.326 136.313 573.013
2014 771.445 194.174 577.271
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 38.027 voordelig. De lasten op de post Verbetering positie vrijwilligers waren in 2012 lager. Deels omdat de post voor algemene uitgaven vrijwel niet is besteed, maar ook door een lagere doorbelasting vanuit kostenplaatsen. De lasten van de post BeeJeegebouw zijn in 2014 lager omdat rekening is gehouden met een stelpost voor verlaging van de exploitatiekosten van het gebouw. De lasten op de post Kinderdagopvang algemeen zijn in 2014 lager. Deels omdat de geraamde subsidie 2014 ongeveer € 18.000 lager is dan de werkelijke subsidie 2012. Er is ook rekening gehouden met een hogere huuropbrengst van de gebouwen van de SKB. De lasten op de post Jeugdgezondheidszorg zijn in 2014 hoger. Deels door een hogere bijdrage aan de GGD Zaanstreek-Waterland, maar ook door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen.
15.000 11.000 68.000 -40.000
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 4.258 nadelig.
Programma 3 Veilig in Beemster Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 2.432.199 62.045 2.370.154
2013 2.520.736 4.647 2.516.089
2014 2.601.424 5.476 2.595.948
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 225.794 nadelig. De lasten op de post Personele lasten Brandweer zijn in 2014 hoger, met name door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De netto lasten op de post Algemene lasten en baten Brandweer waren in 2012 lager. Er zijn in 2012 kosten in rekening gebracht bij derden voor het gebruik van de kazerne en materiaal. De lasten van de kazerne in Zuidoostbeemster zijn in 2014 hoger omdat rekening is gehouden met de kapitaallasten van de nieuwe locatie. Overzicht baten en lasten
-45.000 -14.000 -17.000
blz. 6
De lasten op de post Rampenbestrijding zijn in 2014 hoger omdat de werkelijke tijdbesteding in 2012 lager was. De lasten op de post Handhaving brandveiligheid zijn in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De lasten op de post Sociale veiligheid zijn in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De lasten op de post Wegen zijn in 2014 lager. Deels komt dit omdat de kapitaallasten van investeringen lager zijn, maar ook de doorbelasting vanuit de kostenplaats Technische dienst is lager. De verplichte doorbetaling aan het Hoogheemraadschap voor wegenbeheer buiten de bebouwde kom is in 2014 hoger. Deze uitkering stijgt ieder jaar met de prijsindex van de overheidsconsumptie. De lasten op de post Wachtlokalen en abri’s is in 2014 hoger door kapitaallasten en onderhoudslasten. De lasten op de post Algemene verkeersmaatregelen is in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De lasten op de post Verkeersregelingen zijn hoger door hogere onderhoudskosten, hogere kapitaallasten en een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaats gemeentewerken en tractie.
-14.000 -12.000 -58.000 27.000 -35.000 -12.000 -15.000 -13.000
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 79.859 nadelig. De lasten op de post Personele lasten Brandweer zijn in 2014 hoger. Dat komt deels omdat in 2014 meer vervangingsuitgaven zijn geraamd. Ook zijn in 2014 de opleidingskosten hoger. In de even jaren oefent de brandweer op een locatie buiten Beemster. De lasten op de post Rampenbestrijding zijn in 2014 lager omdat het aantal uren tijdbesteding lager is. De lasten op de post Handhaving brandveiligheid zijn in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De lasten op de post Sociale veiligheid zijn in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De lasten op de post Integrale veiligheid zijn in 2014 lager omdat het aantal uren tijdbesteding lager is. De verplichte doorbetaling aan het Hoogheemraadschap voor wegenbeheer buiten de bebouwde kom is in 2014 hoger. Deze uitkering stijgt ieder jaar met de prijsindex van de overheidsconsumptie.
-42.000 17.000 -14.000 -42.000 10.000 -20.000
Programma 4 Wonen en ruimtelijke kwaliteit in Beemster Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 9.738.238 10.250.171 -511.933
2013 1.015.170 502.180 512.990
2014 2.774.871 2.287.697 487.174
De totaalbedragen van lasten en baten waren in 2012 hoger omdat in dat jaar nog een aantal grondcomplexen in de administratie waren opgenomen. Inmiddels zijn deze gronden verkocht aan ontwikkelaars en particulieren of overgedragen aan De Beemster Compagnie. In 2014 is nog rekening gehouden met gronden volkstuinen Noorderpad, gronden Zuidoostbeemster fase 2 en de herontwikkeling van de oude speeltuin de Spelemei. Wij verwachten dat het laatst genoemde onderdeel in 2014 wordt verkocht. Hiermee is in de begroting rekening gehouden. Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 999.107 nadelig. De lasten op de post Structuur- en bestemmingsplannen zijn in 2014 hoger. Deels door hogere advieskosten maar ook door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. In 2012 is een boekwinst gerealiseerd op de verkoop van de woning Rijperweg 81. De lasten op de post Bouw-, woning- en welstandstoezicht zijn in 2014 lager. Dit komt vooral omdat in 2012 een planschadevergoeding is uitgekeerd. De doorbelasting vanuit de Overzicht baten en lasten
-46.000 -147.000 16.000 blz. 7
kostenplaatsen is in 2014 hoger. In 2014 zijn de netto lasten op de post Woonruimteverdeling / volkshuisvesting algemeen lager. Deels omdat in 2012 een onderzoek naar de woonwensen van jongeren is uitgevoerd, maar de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen was in 2012 hoger. De opbrengst van de bouwleges was in 2012 hoger. In 2012 is de verkoop van de gronden bij Volgerweg 26 verwerkt. De boekwinst is in 2012 onder de baten verantwoord. In 2012 is een boekwinst gerealiseerd op de verkoop van grond in Leeghwater fase 3. In 2012 is een bedrag toegevoegd aan de voorziening voor verwachte verliezen op de herontwikkeling van de oude speeltuin. Hierdoor waren de lasten in 2012 hoger. In 2012 is een boekwinst gerealiseerd op de verkoop van de oude schoolgebouwen en het terrein in Zuidoostbeemster.
29.000 -132.000 -208.000 -450.000 425.000 -492.000
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 25.816 voordelig. De lasten op de post Structuur- en bestemmingsplannen zijn in 2014 lager. Dit komt door een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De lasten op de post Bouw-, woning- en welstandstoezicht zijn in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De salariskosten van de twee medewerkers voor woningbouw en de vergoeding van de Beemster Compagnie staan op dit programma. Het saldo hiervan is voordelig.
49.000 -55.000 16.000
Programma 5 De Beemster omgeving Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 2.368.877 1.334.796 1.034.081
2013 2.298.944 1.298.170 1.000.774
2014 2.223.367 1.320.231 903.136
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 130.945 voordelig. De lasten op de post Afwatering zijn in 2014 lager omdat in 2012 werkzaamheden zijn uitgevoerd ter verbetering van de waterhuishouding in Middenbeemster. De lasten op de post Openbaar groen etc. zijn in 2014 lager. Deels omdat in 2012 kosten zijn gemaakt voor het opstellen van het groenbeheersplan. Ook is de doorbelasting vanuit de kostenplaats gemeentewerken en tractie lager. Op de post Algemene lasten en baten reiniging is de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen in 2014 hoger. Op de post Reinigingsdienst en – voertuigen zijn de lasten in 2014 hoger. Dit komt door hogere kosten van de inzamelaar, maar ook een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaats gemeentewerken en tractie. De kosten van inzamelen van papier zijn in 2014 hoger geraamd. In 2012 hebben we van de inzamelaar een vergoeding gekregen; hiermee houden we in 2014 geen rekening. De lasten op de post Beheer en onderhoud riolering zijn in 2014 hoger. Dit komt vooral door hogere kapitaallasten en hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De lasten op de post Milieubeheer zijn in 2014 lager. Dit komt deels omdat in 2012 het plan van aanpak klimaatbeleid is vastgesteld. Maar er ook een stelpost vermindering milieuhandhaving opgenomen overeenkomstig de kadernota 2014. In 2012 zijn uitgaven verantwoord voor het actualiseren van de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheersplan. De geraamde opbrengst van de afvalstoffenheffing is hoger, met name door nieuwbouw. De geraamde opbrengst van de rioolheffing is hoger, met name door nieuwbouw. In 2012 zijn op dit programma nog kosten verantwoord voor het project Des Beemsters, na 2012 niet meer.
23.000 60.000 -29.000 -25.000 -34.000 -37.000 44.000 18.000 14.000 11.000 110.000
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 97.638 voordelig. Overzicht baten en lasten
blz. 8
In 2013 is voor de uitvoering van het waterplan Beemster € 25.000 geraamd, vanaf 2014 € 5.000. De lasten op de post Openbaar groen etc. zijn in 2014 lager. In 2013 was een post van € 68.000 opgenomen voor het omvormen naar onderhoudsarm groen. Op de post Reinigingsdienst en – voertuigen zijn de lasten in 2014 hoger. Dit kot door hogere kosten van de inzamelaar, maar vooral een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaats gemeentewerken en tractie. De kosten van inzamelen van papier zijn in 2014 hoger geraamd. In 2013 was rekening gehouden met te lage subsidie aan inzamelende verenigingen. De lasten op de post Beheer en onderhoud riolering zijn in 2014 lager. In 2013 waren kosten geraamd voor voortzetten van het project monitoring rioolwateroverstorten en aanleg grondwatermeetnet. De geraamde opbrengst van de afvalstoffenheffing is hoger, met name door nieuwbouw.
20.000 72.000 -58.000 -21.000 35.000 13.000
Programma 6 Werken in Beemster Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 64.732 4.529 60.203
2013 66.974 1.400 65.574
2014 54.749 1.192 53.557
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 6.646 voordelig. Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 12.017 voordelig. De post Regionale Economische Samenwerking is in 2014 lager geraamd, vooral door een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen.
11.000
Programma 7 Actief in Beemster Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 2.543.304 709.813 1.833.491
2013 1.931.247 468.702 1.462.545
2014 1.958.004 501.383 1.456.621
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 376.870 voordelig. De raming op de post huisvestring de Blauwe Morgenster is in 2014 lager. Deels door een lagere dotatie aan de onderhoudsvoorziening en ook door lagere kapitaallasten. De raming op de post huisvesting MFC De Boomgaard is in 2014 lager. Dit komt vooral door lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen en lagere kapitaallasten. De raming op de post huisvesting de Bonte Klaver is in 2014 lager. In 2014 staat deze post budgettair neutraal in de begroting, overeenkomstig de kadernota 2014. De raming op de post huisvesting gymlokaal de Blauwe Morgenster is in 2014 hoger. In 2012 is geen bijdrage aan SPOOR betaald voor onderhoud en is geen dotatie aan de onderhoudsvoorziening verwerkt. In 2014 is geen raming opgenomen op de post Brede school (combinatiefunctie). De reden is dat er ook niet een integratie-uitkering uit het gemeentefonds hiervoor is geraamd. De raming op de post Volwassen educatie is in 2014 lager. Deze uitgaven zijn gelijk aan het participatiebudget, onderdeel educatie. Deze rijksuitkering is in 2014 lager geraamd. De raming op de post Bibliotheekwerk is in 2014 lager omdat een lagere subsidie is toegekend. De raming op de post Muziekschool is in 2014 lager omdat een lagere subsidie is toegekend.
Overzicht baten en lasten
19.000 21.000 32.000 -24.000 23.000 26.000 17.000 20.000
blz. 9
De raming op de post Sportbeoefening algemeen is hoger omdat het totaalbedrag aan subsidies hoger is. De raming op de post Buitensportaccommodaties is lager. Dit komt door lagere kapitaallasten, lagere doorbelasting vanuit de kostenplaats gemeentewerken en tractie, hogere huuropbrengst. De belangrijkste reden is dat een stelpost vermindering onderhoudslasten is opgenomen. De raming op de post Kunstbeoefening algemeen is in 2014 lager. In 2012 waren er uitgaven voor het realiseren van het Beemster monument en de Beemster schaal. In 2012 zijn uitgaven verantwoord voor de viering van 400 jaar Beemster. De raming op de post Beemster werelderfgoed is in 2014 hoger. In 2014 is rekening gehouden met salarislasten van de medewerker werelderfgoedzaken. Deze lasten zijn hoger dan de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen in 2012. De raming op de post Speeltuinen etc. is in 2014 hoger. Dit komt vooral omdat in het speelvoorzieningenbeleid hogere onderhoudslasten en een toevoeging aan een voorziening vervanging en groot onderhoud speeltoestellen is opgenomen.
-11.000 45.000
73.000 197.000 -60.000 -26.000
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 5.924 voordelig. Ondanks dat het verschil minder is dan € 10.000 geven wij wel een toelichting. De reden hiervoor is dat informatie over een aantal onderwerpen wel van belang is. 22.000 De raming op de post huisvesting MFC De Boomgaard is in 2014 lager. Dit komt deels door een lagere rente uit de dekkingsreserve. Anderzijds is in 2014 rekening gehouden met de ontvangst van de integratieheffing BTW. Hiervoor krijgt de gemeente t/m augustus 2017 geld. Verder is de huuropbrengst verhoogd aan de hand van de bedragen die berekend zijn. De raming op de post huisvesting de Bonte Klaver is in 2014 lager. In 2014 staat deze post 28.000 budgettair neutraal in de begroting, overeenkomstig de kadernota 2014. 44.000 De raming op de post Buitensportaccommodaties is lager. Dit komt o.a. door lagere doorbelasting vanuit de kostenplaats gemeentewerken en tractie. De belangrijkste reden is dat een stelpost vermindering onderhoudslasten is opgenomen. De raming op de post Musea, oudheidkunde en cultuur algemeen is in 2014 lager door een 11.000 lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. -60.000 De raming op de post Beemster werelderfgoed is in 2014 hoger. In 2014 is rekening gehouden met salarislasten van de medewerker werelderfgoedzaken. Deze lasten zijn hoger dan de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen in 2013. -19.000 De raming op de post Speeltuinen etc. is in 2014 hoger. Dit komt vooral omdat in het speelvoorzieningenbeleid een toevoeging aan een voorziening vervanging en groot onderhoud speeltoestellen is opgenomen. Er zijn heel wat meer posten op de begroting bij programma 7. De verschillen op deze posten zijn vrij beperkt, maar doordat er veel posten zijn, is het verschil niet helemaal verklaard door de genoemde punten.
Programma 8 Zorg en inkomen in Beemster Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 2.829.615 1.451.843 1.377.772
2013 2.631.720 1.348.426 1.283.294
2014 2.720.611 1.458.101 1.262.510
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 115.262 voordelig. De algemene lasten WWB zijn in 2014 lager. Het te betalen bedrag op grond van de dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Purmerend is lager dan de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen in 2012. De raming voor bijstanduitkeringen is in 2014 hoger. Hierbij is rekening gehouden met het verloop van de uitkeringen in 2013. De rijksuitkering voor bijstanduitgaven is in 2014 hoger geraamd. Dit houdt verband met de toeneming van het aantal cliënten. De raming voor bijzondere bijstand is in 2014 hoger. Hierbij is rekening gehouden met het verloop van de uitkeringen in 2013. Overzicht baten en lasten
118.000 -111.000 109.000 -20.000 blz. 10
De raming op de post Algemeen maatschappelijk werk is in 2014 hoger. Dit komt vooral door de uitbreiding van de uren voor schoolmaatschappelijk werk (kadernota 2014). De post voor verstrekkingen en vergoedingen Wmo huishoudelijke zorg is in 2014 lager geraamd. Dit komt met name door de verlaging die in de kadernota 2014 is verwerkt. De post Uitvoering Wmo huishoudelijk verzorging is lager geraamd in 2014. De reden is hetzelfde als bij de eerste post van dit programma. De raming van het participatiebudget is in 2014 lager. De raming op de post Wmo voorzieningen gehandicapten is in 2014 hoger. De werkelijke uitgaven voor rolstoel- en woonvoorzieningen waren in 2012 lager. De post Uitvoering Wmo voorzieningen gehandicapten is in 2014 lager geraamd. De reden is hetzelfde als bij de eerste post van dit programma.
-11.000 26.000 22.000 -28.000 -27.000 44.000
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 20.784 voordelig. De algemene lasten WWB zijn in 2014 lager. Het te betalen bedrag op grond van de dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Purmerend is lager werd verwacht bij de bijstelling van de raming 2013. De raming voor bijstanduitkeringen is in 2014 hoger. Hierbij is rekening gehouden met het verloop van de uitkeringen in 2013. De rijksuitkering voor bijstanduitgaven is in 2014 hoger geraamd. Dit houdt verband met de toeneming van het aantal cliënten. De raming van de post Sociale werkvoorziening is in 2014 lager omdat de reguliere bijdrage aan Baanstede lager is geraamd. De raming voor bijzondere bijstand is in 2014 hoger. Hierbij is rekening gehouden met het verloop van de uitkeringen in 2013. De post voor verstrekkingen en vergoedingen Wmo huishoudelijke zorg is in 2014 lager geraamd. Dit komt met name door de verlaging die in de kadernota 2014 is verwerkt. De post Uitvoering Wmo huishoudelijk verzorging is hoger geraamd in 2014. Naast het te betalen bedrag op grond van de dienstverleningsovereenkomst is een doorbelasting vanuit de kostenplaatsen geraamd. De raming op de post Wmo voorzieningen gehandicapten is in 2014 lager. Verwacht wordt dat in 2014 minder nodig is voor vervoersvoorzieningen. De post Uitvoering Wmo voorzieningen gehandicapten is in 2014 lager geraamd. De reden is hetzelfde als bij de eerste post van dit programma.
10.000 -80.000 73.000 16.000 -26.000 40.000 -30.000 20.000 13.000
Programma 9 De financiële en organisatorische staat van Beemster Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 1.806.212 15.070 1.791.142
2013 1.816.274 15.427 1.800.847
2014 1.734.021 15.070 1.718.951
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 72.191 voordelig. De raming op de post Gemeentesecretaris en secretariaat bestuur is in 2014 lager. Vanaf 2014 staan de salarislasten van de medewerksters van het bestuurssecretariaat rechtstreeks op deze post. Deze lasten zijn lager dan de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De raming op de post Managementtaken is in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. Het aantal uren voor deze taak is hoger. De raming op de post Opstellen productenraming en –realisatie is hoger in 2014 door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De raming op de post Ondernemingsraad is in 2014 lager door een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. In 2012 was het aantal uren voor dit onderdeel hoger door voorbereiding van de samenwerking. De raming op de posten Apparaatskosten burgemeester en wethouders is in 2014 lager door een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De raming op de post Commissie bezwaarschriften is hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. Overzicht baten en lasten
48.000 -81.000 -22.000 35.000 50.000 -23.000 blz. 11
De raming op de post Representatiekosten college is in 2014 lager. In verband met de feesten in 2012 zijn toen meer kosten gemaakt. In 2012 zijn uitgaven verantwoord op de post Ambtelijke samenwerking Beemster-Purmerend. In 2014 is hiervoor geen raming opgenomen. De raming op de post Raadsgriffier is in 2014 hoger. Vanaf 2014 staan de salarislasten van de griffier rechtstreeks en volledig op deze post. In 2012 besteedde de griffier ook uren aan andere taken. De raming op de post Opstellen programbegroting en jaarstukken is in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. In 2012 zijn bedragen verantwoord op de post Saldi kostenplaatsen. In 2014 is niets geraamd.
22.000 57.000 -13.000 -12.000 30.000
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 81.896 voordelig. De raming op de post Gemeentesecretaris en secretariaat bestuur is in 2014 lager. Vanaf 2014 staan de salarislasten van de medewerksters van het bestuurssecretariaat rechtstreeks op deze post. Deze lasten zijn lager dan de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De raming op de post Managementtaken is in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. Het aantal uren voor deze taak is hoger. De raming op de post Algemene beleidsondersteuning is in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De raming op de post Opstellen productenraming en –realisatie is hoger in 2014 door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De raming op de post Ondernemingsraad is in 2014 lager door een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De raming op de posten Apparaatskosten burgemeester en wethouders is in 2014 lager door een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De raming op de post Raadsgriffier is in 2014 hoger. Vanaf 2014 staan de salarislasten van de griffier rechtstreeks en volledig op deze post. In 2012 besteedde de griffier ook uren aan andere taken. De raming op de post Apparaatskosten raad en raadscommissies is in 2014 hoger door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. In 2013 zijn bedragen geraamd op de post Saldi kostenplaatsen. In 2014 is niets geraamd.
52.000 -101.000 -11.000 -16.000 12.000 54.000 -26.000 -10.000 136.000
Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 563.976 10.203.282 -9.639.306
2013 91.413 9.234.443 -9.143.030
2014 -60.589 9.241.967 -9.302.556
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 336.750 nadelig. De raming op de post Gas- / elektriciteitsvoorziening is in 2014 lager geraamd. Dit komt vooral omdat in 2012 een interim-dividenduitkering van EZW is ontvangen inzake de verkoop van aandelen NUON. De reguliere dividenduitkering is in 2014 lager door de opbrengst van de verkoop. Op de post Baten en lasten financieringsmiddelen is het renteresultaat verwerkt. Het resultaat was in 2012 hoger dan het geraamde resultaat in 2014. Op de post algemene uitkering is de raming 2014 hoger. Het verschil zit vooral in de algemene uitkering uit het gemeentefonds, maar ook in de integratie- en decentralisatie-uitkeringen. Op de post voor Onvoorziene uitgaven worden geen uitgaven verantwoord, maar er is in 2014 wel een bedrag geraamd. Het zelfde geldt voor de stelposten. In 2012 zijn Buitengewone baten en lasten verantwoord. Op deze post komt geen raming. De baten waren hoger. De opbrengst van de algemene belastingen is in 2014 hoger geraamd. Dit komt door areaaluitbreiding en verhoging van de tarieven. Overzicht baten en lasten
-846.000
-227.000 85.000 -43.000 114.000 -18.000 67.000
blz. 12
In 2012 staat het voordelige saldo van de jaarrekening als uitgave op dit programma; in 2014 is geen saldo geraamd.
538.000
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 159.526 voordelig. In 2013 is op de post Gemeentelijke gronden zonder bestemming een verkoopopbrengst geraamd, in 2014 niet. Op de post Baten en lasten financieringsmiddelen is het renteresultaat verwerkt. Het resultaat was in 2013 hoger geraamd dan in 2014. Op de post Algemene uitkering is de raming in 2014 hoger. Het verschil zit met name in de algemene uitkering uit het gemeentefonds, minder in de integratie- en decentralisatieuitkeringen. De raming op de post Stelposten is voordeliger in 2014. Dit zit met name in de stelposten financieel voordeel door toekomstige samenwerking en kostendekkende verhuur diverse objecten. De opbrengst van de algemene belastingen is in 2014 hoger geraamd. Dit komt door areaaluitbreiding en verhoging van de tarieven.
-300.000 -24.000 290.000 165.000 40.000
Mutaties reserves Onderdeel Lasten Baten Saldo
2012 1.910.535 1.608.208 302.327
2013 1.292.261 2.085.122 -792.861
2014 360.103 1.089.616 -729.513
Verschillen met de realisatie 2012 Het verschil is € 1.031.840 voordelig. Voor alle duidelijkheid vermelden wij nog het volgende: Een toevoeging aan een reserves is een last. Een onttrekking aan een reserve is een bate. Een hogere toevoeging aan een reserve in 2014 is dus een nadeel en een lagere toevoeging is een voordeel. Een hogere onttrekking aan een reserve in 2014 is een voordeel en een lagere onttrekking is een nadeel. In 2012 is een toevoeging aan de algemene reserve NUON gelden verantwoord (P 10). In 2012 was de toevoeging aan de egalisatiereserve renteresultaten hoger (P 10). In 2012 was nog een onttrekking aan de reserve oude activa BCF verantwoord (P 10). In 2012 was een toevoeging aan de reserve dorpsuitleg door grondverkoop in Leeghwater fase 3 verantwoord (P 4). In 2012 is een toevoeging aan de dekkingsreserve MFC verantwoord (P 4). In 2012 zijn onttrekkingen aan de algemene reserve verantwoord voor schadeloosstelling Verloreneind en woonwensenonderzoek (P 4). In 2012 in de totale dekkingsreserve Rijperweg 81 onttrokken door verkoop van de woning (P 4). In 2012 is een toevoeging aan de egalisatiereserve afvalstoffenheffing verantwoord, in 2014 een onttrekking (P 5). In 2012 is een onttrekking aan de algemene reserve verantwoord voor dekking van de kosten van verbetering van de waterhuishouding in Middenbeemster (P 5). In 2012 is een onttrekking aan de algemene reserve verkoop NUON aandelen verantwoord voor het opstellen van de beleidsnota duurzaamheid (P 5 ). In 2014 is de onttrekking aan de egalisatiereserve onderhoud/vervanging riolering hoger dan in 2012 (P 5). In 2012 is een onttrekking aan de bestemmingsreserve 400 jaar Beemster verantwoord (P 7). In 2012 is een onttrekking aan de bestemmingsreserve aankoop kunstvoorwerpen verantwoord (P 7). In 2012 is een onttrekking aan de algemene reserve voor inventarisatie ambtelijke samenwerking verantwoord (P 9).
753.000 235.000 -10.000 21.000 492.000 -84.000 -13.000 93.000 -25.000 -29.000 27.000 -367.000 -12.000 -57.000
Verschillen met de raming 2013 Het verschil is € 63.348 nadelig. Overzicht baten en lasten
blz. 13
De toevoeging aan de egalisatiereserve renteresultaten is in 2014 lager (P10 ). in 2014 is de onttrekking aan de egalisatiereserve afvalstoffenheffing hoger geraamd (P 5). In 2014 is de onttrekking aan de egalisatiereserve onderhoud en vervanging riolering lager geraamd (P 5). In 2013 is een onttrekking aan de algemene reserve in verband met de opheffing van de Technische dienst geraamd (P 9).
24.000 27.000 -42.000 -58.000
Geraamde incidentele baten en lasten in 2014 Programma 3. Veilig in Beemster Vervangen software perslucht Brandweer Vervangen instructiemateriaal Brandweer Totaal
Baten
0
Lasten 0 7.450 4.060 11.510
Berekening van het EMU-saldo (bedragen x € 1.000,--)
Nr.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 A B
1
Omschrijving
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitatie verantwoord Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo 1
2013
2014
2015
Volgens realisatie t/m september 2013, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2014
Volgens meerjarenraming in begroting 2014
-792
-582
433
1.401 151
1.408 178
1.385 178
720
692
821
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
146
283
92
0
0
0
Nee
Nee
Nee
-106
29
1.083
Formule voor de berekening: 1 + 2 +3 – 4 + 5 + 6 – 7 + 8 – 9 – 10 – 11b = saldo.
Overzicht baten en lasten
blz. 14
GEMEENTE BEEMSTER
BEGROTING 2014 PARAGRAFEN
De paragrafen Op basis van artikel 9 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten worden in de begroting in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede tot de lokale heffingen. De begroting bevat ten minste de volgende paragrafen, tenzij het desbetreffende aspect bij de gemeente niet aan de orde is: a. Lokale heffingen. b. Weerstandsvermogen. c. Onderhoud kapitaalgoederen. d. Financiering. e. Bedrijfsvoering. f. Verbonden partijen. g. Grondbeleid. Gezien de onderwerpen zijn al deze aspecten bij de gemeente Beemster wel aan de orde. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting staan worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor voldoende inzicht wordt verstrekt. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting. In de begroting 2014 zijn alle paragrafen opgenomen. De paragrafen zijn opgenomen in de volgorde zoals hierboven is vermeld.
Paragrafen
1
Paragrafen
2
Paragraaf lokale heffingen Algemeen Op basis van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten bevat de paragraaf lokale heffingen ten minste: a. De geraamde inkomsten. b. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen. c. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen. d. Een aanduiding van de lokale lastendruk. e. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
De geraamde inkomsten De baten met betrekking tot de lokale heffingen bedragen: 2015 2016 2017 Soort 2014 Onroerende-zaakbelastingen, gebruikers 123.596 126.272 129.005 131.798 Onroerende-zaakbelastingen, eigenaren 1.335.941 1.367.643 1.400.742 1.439.420 Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 6.901 7.039 7.180 7.323 Afvalstoffenheffing 733.210 733.210 733.210 733.210 Rioolheffing 543.560 543.560 543.560 543.560 Begrafenisrechten 55.000 55.000 55.000 55.000 Liggeld woonschepen 2.490 2.539 2.590 2.642 Toeristenbelasting 36.565 37.296 38.042 38.803 Leges 565.234 576.107 587.198 598.508 Het gaat hier om de bruto opbrengst. De geraamde kwijtschelding is niet in mindering gebracht.
Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen is opgenomen het Coalitieprogramma Beemster 2010 2014.
Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen • • • • • • • •
De onroerende zaakbelastingen worden verhoogd met 3%. Verder houden wij rekening met een meeropbrengst als gevolg van verbouw en nieuwbouw. Er gelden geen verschillende tarieven voor woningen en niet-woningen. De belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten hebben veel gemeen met de OZB. De heffingsbepalingen met betrekking tot beide belastingen zijn gelijk. Wettelijk is voorgeschreven dat de tarieven van beide belastingen gelijk zijn. De afvalstoffenheffing blijft gelijk. Het niveau van de egalisatiereserve laat dit toe. Verder zijn de ontwikkelingen over de verwerking van het restafval nog niet definitief bekend. De rioolheffing blijft gelijk. Het verloop van de lasten en baten van de riolering in de afgelopen jaren en de komende jaren maakt dit mogelijk. Het nadelig saldo van het onderdeel riolering komt ten laste van de reserve groot onderhoud riolering. Aanpassing van de begrafenisrechten wordt nog bezien, gezien de ontwikkeling van de lasten. De raming van de rechten is vrijwel gelijk gebleven. Dat houdt verband met de ontwikkeling van de lasten. Het liggeld woonschepen wordt verhoogd met 3%. De toeristenbelasting wordt verhoogd met 3%. De leges worden als volgt aangepast: Voor reisdocumenten bepaalt het rijk het maximaal te heffen bedrag. Deze bedragen ronden wij doorgaans naar beneden af op € 0,05. De bouwleges, voor zover het gaat om een percentage van de bouwkosten, blijven gelijk. De overige leges worden in principe verhoogd met 3%. Afwijkingen van dit percentage zijn mogelijk, wanneer de kostenontwikkeling voor afzonderlijke activiteiten dit toelaten of noodzakelijk maken.
Paragrafen
3
Een aanduiding van de lokale belastingdruk Om een indicatie te geven van de lokale belastingdruk houden we rekening met de volgende belastingsoorten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor OZB kan bij woonschepen worden gelezen: belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten. De OZB en de afvalstoffenheffing zijn op alle huishoudens van toepassing, de rioolheffing alleen voor percelen die op de riolering zijn aangesloten. We geven de lokale belastingdruk aan voor: Eenpersoonshuishoudens in een eigen woning. Eenpersoonshuishoudens in een huurwoning. Meerpersoonshuishoudens in een eigen woning. Meerpersoonshuishoudens in een huurwoning. Voor de berekening van de OZB is uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde in Beemster volgens de Atlas van de lokale lasten. Deze bedraagt in 2013 € 316.860. Jaar 2013 2014 Wijziging
Eenpersoonshuishoudens Eigen woning Huurwoning 656 158 665 158 9 0
Meerpersoonshuishoudens Eigen woning Huurwoning 720 222 729 222 9 0
Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid Voor belastingplichtigen met lage inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de belasting. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing. Kwijtschelding is mogelijk wanneer aan de voorwaarden van de Invorderingswet 1990 is voldaan, met dien verstande, dat wij uitgaan van 100% van de relevante bijstandsnorm. Richtlijnen voor het verlenen van kwijtschelding staan in het Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid van 12 februari 2013. In 2013 (tot 1 september 2013) zijn 106 verzoeken om kwijtschelding ingediend, waarvan 85 geheel of gedeeltelijk zijn toegewezen. In 2013 is voor ongeveer € 15.800 kwijtschelding verleend. Vanaf 2010 is het mogelijk om belastingschuldigen die daarvoor in aanmerking komen, geautomatiseerd kwijtschelding te verlenen. Wij maken daarvoor gebruik van de diensten van het Inlichtingenbureau van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Belastingschuldigen die van deze mogelijkheid gebruik willen maken, hebben hier toestemming voor gegeven. Ongeveer de helft van het aantal verzoeken betreft automatische kwijtschelding. Wij verwachten niet dat de aantallen in 2014 en volgende jaren veel zullen afwijken. Het bedrag van de kwijtschelding is geraamd op € 16.500.
Paragrafen
4
Paragraaf weerstandsvermogen Inleiding Deze paragraaf gaat in op de vraag hoe de gemeente Beemster haar financiële risico’s opvangt zonder dat dit betekent dat het beleid aangepast moet worden. Hiervoor is inzicht nodig in de omvang van de aanwezige risico’s, de mogelijkheden om de risico’s af te dekken (weerstandscapaciteit) en de relatie tussen deze twee: het weerstandsvermogen. Deze paragraaf is als volgt opgebouwd: • Aanwezige risico’s; • Aanwezige weerstandscapaciteit; • Benodigd weerstandsvermogen; • Ontwikkelingen. Voor het beleid voor risicomanagement en weerstandsvermogen verwijzen wij naar het beleidsdocument van de gemeente Beemster dat in november 2009 is vastgesteld door de raad.
Risico’s Een risico is de kans op een gebeurtenis met een negatief gevolg voor de gemeente Beemster. In de afgelopen periode heeft de organisatie (inclusief de Technische Dienst Beemster & Zeevang) de belangrijkste risico’s in kaart gebracht. Om de risico’s te kwantificeren zijn zowel de kans als het gevolg benoemd. Er is een lijst gemaakt van 21 bestaande risico’s. Hierna zijn het minimum bedrag en het maximum bedrag van de eventuele schade vastgesteld. Het totaal van de minimum bedragen is € 4,2 miljoen, het totaal van de maximum bedragen € 6,0 miljoen. De risico’s doen zich met name voor bij de bouwgrondexploitatie.
Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit van Beemster is opgebouwd uit de volgende elementen: • De post voor onvoorziene uitgaven; • De vrije ruimte in de belastingcapaciteit (onbenutte belastingcapaciteit); • Het vrij aanwendbare deel van de Algemene reserve; • De stille reserves. In geld uitgedrukt berekenen wij de weerstandscapaciteit als volgt: In de exploitatie: Post onvoorziene uitgaven 42.500 Geraamd voordelig saldo begroting 2014 147.686 Onbenutte belastingcapaciteit: OZB en RWB 811.793 Rioolheffing 0 Afvalstoffenheffing 0 Begrafenisrechten 0 Leges 0 Overige belastingen 0 Weerstandscapaciteit in de exploitatie 1.001.979 In het vermogen: Vrij aanwendbare deel Algemene reserve 1.932.592 Stille reserves, niet bedrijfsgebonden activa 1.566.500 Stille reserves, aandelenbezit 1.622 Weerstandscapaciteit in het vermogen 3.500.714 Totale weerstandscapaciteit 4.502.693 Toelichting Onbenutte belastingcapaciteit Onder de onbenutte belastingcapaciteit verstaan wij de ruimte om de belastingen en retributies te verhogen, of om andere belastingen in te voeren.
Paragrafen
5
OZB en RWB Voor de berekening van de weerstandscapaciteit hanteren we het tarief van de artikel 12-norm. Hiermee bedoelen wij het tarief dat jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt bekendgemaakt. Dit tarief geldt als toelatingseis om voor een uitkering volgens artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet in aanmerking te komen. In de meicirculaire van 2013 is het tarief 2014 gesteld op 0,1651% van de waarde (dit was in 2013 0,1540%). Naast de OZB houden we ook rekening met de RWB. Qua opbrengst is de RWB maar een fractie van de OZB, maar de heffingsbepalingen en de tarieven van beide belastingen zijn gelijk. Rioolheffing Het rioolheffing blijft in 2014 € 171,20 per aansluiting. Een eventueel saldo van het onderdeel riolering verrekenen we met de reserve groot onderhoud riolering. Van een onbenutte belastingcapaciteit op dit onderdeel is dus geen sprake. Afvalstoffenheffing Het onderdeel reiniging is in de begroting 2014 kostendekkend. Het saldo van het onderdeel reiniging verrekenen we met de egalisatiereserve afvalstoffenheffing. Begrafenisrechten De begrafenisrechten zijn kostendekkend. Probleem bij deze heffing is wel dat het aantal handelingen niet exact is te begroten. We gaan niet uit van een onbenutte belastingcapaciteit op dit onderdeel. Leges Wij gaan ervan uit, dat de legestarieven kostendekkend zijn. Ook hierbij is het aantal handelingen niet exact te begroten. Verder zijn voor bepaalde onderdelen door het rijk maximaal te heffen bedragen vastgesteld. Het is altijd mogelijk, dat deze bedragen niet kostendekkend zijn. Overige belastingen 1. In het overzicht zijn 2 belastingen, die wel door Beemster worden geheven, niet genoemd. Dit zijn de liggelden woonschepen en de toeristenbelasting. In de eerste plaats zijn deze belastingen niet genoemd omdat de opbrengst maar heel beperkt is. Het liggeld woonschepen is in feite een retributie, dus de opbrengst mag niet hoger zijn dan de kosten. Het tarief per overnachting van Beemster ligt onder het landelijk gemiddelde. Beemster heeft bij de toeristenbelasting niet een extreem laag tarief. 2. Buiten de hiervoor genoemde belastingen mag Beemster, soms onder voorwaarden, op grond van de Gemeentewet nog meer belastingen heffen. Dit gaat om: − Baatbelasting; − Forensenbelasting; − Parkeerbelastingen; − Hondenbelasting; − Reclamebelasting; − Precariobelasting; − Vermakelijkhedenretributie. Wij hebben niet het voornemen om voor te stellen tot heffing van deze belastingen over te gaan. Het vrij aanwendbare deel van de Algemene reserve In de raadsvergadering van 2 juli 2009 is besloten om de ondergrens van de Algemene reserve te stellen op 8,5% van de totale lasten. De totale lasten zijn € 15.800.490. Hiervan 8,5 % is € 1.343.042. Het totale saldo van de Algemene reserves per 1 januari 2013 ramen we op € 3.275.634. Het verschil tussen dit bedrag en de berekende ondergrens is het vrij aanwendbare deel van de Algemene reserve. Stille reserves Bij de stille reserves gaat het om: • Niet-bedrijfsgebonden activa. Deze activa kunnen worden verkocht zonder dat de bedrijfsvoering van de gemeente daardoor wordt belemmerd. Het gaat hier met name om woningen. Het voordelig verschil tussen de actuele waarde en de boekwaarde hoort onder de stille reserves. Bij de bepaling van de actuele waarde is de WOZ-waarde van het belastingjaar 2013 gehanteerd. De werkelijke actuele waarde kan lager zijn dan de vermelde WOZ-waarde, omdat na de waardepeildatum de prijzen nog zijn gedaald. Wij geven er de voorkeur aan toch van de WOZ-waarde uit te gaan, omdat deze waarde een vast gegeven is. Het totaal van de stille reserves in de niet-bedrijfsgebonden activa is € 1.566.500. Paragrafen
6
•
Het aandelenbezit van de gemeente. Beemster bezit 7.020 aandelen van nominaal € 2,50 van de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten. De totale nominale waarde hiervan is € 17.550, de boekwaarde volgens de staat van vaste activa is € 15.928. Het verschil is € 1.622; dit bedrag rekenen we tot de stille reserves. Verder bezat Beemster 3.128 aandelen van nominaal € 68,07 van de N.V. Houdstermaatschappij EZW (onderdeel van NUON). NUON is gesplitst in een productie- en leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf. Het netwerkbedrijf blijft in overheidshanden. In juni 2009 is besloten de aandelen in het productie- en leveringsbedrijf te verkopen. Per 1 juli 2009 is 49% van het aandelenbezit overgedragen. Beemster kreeg als gevolg daarvan € 2.281.785. Per 1 juli 2011 is de tweede tranche van de opbrengst ontvangen, totaal € 753.321. Op 1 juli 2012 is (vervroegd) weer een deel van het aandelenbezit overgedragen; hiervoor is € 753.321 ontvangen. Tenslotte dragen we per 1 juli 2015 de resterende 21% over; dan ontvangen we € 1.055.125. De in 2009, 2011 en 2012 ontvangen bedragen zijn toegevoegd aan de Algemene reserve opbrengst verkoop NUON aandelen. Dit gebeurt ook met het ontvangen bedrag in 2012. Dat geldt ook voor het nog in 2015 te ontvangen bedrag. Ondanks deze verwachting rekenen we de toekomstige opbrengsten niet bij de stille reserves. De nominale waarde van deze aandelen is sinds de jaarrekening 2011 in de balans opgenomen en hoort daarom niet meer tot de stille reserves. De berekening van de stille reserves, onderdelen niet-bedrijfsgebonden activa en aandelen Bank Nederlandse Gemeenten is dezelfde die is gehanteerd in de jaarrekening 2012.
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de gekwantificeerde risico’s. Uitgangspunt voor de gemeente Beemster is om een weerstandsvermogen aan te houden met een ratio tussen de 1 en 1,4. Dit waarderingscijfer vormt een goed uitgangspunt voor een gemeente waarbij een volledige risico-inventarisatie heeft plaatsgevonden en waarbij het investeringsprofiel voor de komende jaren vergelijkbaar is aan de huidige situatie. Om schommelingen te kunnen opvangen wordt een minimum- en maximumratio aangehouden. Op basis van het uiteindelijke risicoprofiel en de Monte Carlo simulatie is het benodigde weerstandsvermogen berekend en deze bedraagt per september 2013 € 2,5 miljoen. Afgezet tegen de totale weerstandscapaciteit van € 4,5 miljoen bedraagt de ratio momenteel 1,8. Dit betekent dat in 90% van de gevallen de gemeente Beemster voldoende weerstandsvermogen heeft opgebouwd om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen.
Ontwikkelingen De gemeente Beemster heeft haar risicomanagement beleid vastgesteld en ten minste eenmaal per jaar een risico-inventarisatie laten plaatsvinden. Deze inventarisatie vindt op basis van het vastgestelde beleid plaats waarbij tussentijds ontwikkelingen in nieuwe en bestaande projecten gerapporteerd kunnen worden. Wij blijven aandacht besteden aan het beheersen van risico’s en het verder ontwikkelen van risicomanagement binnen de organisatie, zeker gezien de samenwerking met Purmerend vanaf 2014 is dit van belang. Risicomanagement is een belangrijk instrument om de risico’s die er zijn in beeld te hebben en deze te beheersen.
Paragrafen
7
Paragrafen
8
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Algemeen Onder kapitaalgoederen wordt verstaan het geheel aan zaken die onder eigendom en het beheer van de gemeente vallen. Hiermee bedoelen we onderhoudstoestand en kosten van wegen, rioleringen, kunstwerken, groen, gebouwen en dergelijke. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud is bepalend voor het voorzieningenniveau en voor de jaarlijkse lasten. Om dit beheer en onderhoud adequaat te kunnen uitvoeren worden jaarlijks in de gemeentebegroting budgetten beschikbaar gesteld. Er wordt zoveel als mogelijk gewerkt met zogenaamde technische beheerplannen en areaalregistratie. Uitgangspunten in het beheer is het voorkomen van achterstallig onderhoud en werken volgens vastgestelde kwaliteitsnormen. Hiermee wordt de kwaliteit zoveel mogelijk geborgd. De totale oppervlakte van de gemeente is 7.208 ha. Eventuele bedragen die worden genoemd zijn exclusief BTW. Per kapitaalgoed benoemen wij de volgende punten: 1. Het gewenste kwaliteitsniveau. 2. Is er achterstallig onderhoud? 3. Zijn er toereikende reserves of voorzieningen? 4. Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit? 5. Wanneer is het plan geactualiseerd? 6. Zijn de ramingen volledig en reëel?
De onderdelen Wegbeheer Niet-gemeentelijke wegen Op grond van een in 1993 gesloten overeenkomst is een aantal wegen (circa 105 km) buiten de bebouwde kom in beheer bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Daarnaast is er circa 29 km aan wegen in beheer bij het Rijk en de Provincie. Gemeentelijke wegen De gemeente Beemster heeft circa 33 km weg onder haar beheer. Met een frequentie van ca. drie jaar worden de wegen in detail door een onafhankelijk deskundige geïnspecteerd volgens de landelijke CROW systematiek. De meest recente inspectie heeft in 2011 plaatsgevonden en de resultaten zijn verwerkt in een uitgebreid maatregelenoverzicht. In 2014 of 2015 worden alle gemeentelijke wegen opnieuw geïnspecteerd. Aan de hand van de gedane inspectie wordt de hoogte van het noodzakelijk geachte jaarlijkse budget voor herstraten en herasfalteren over vier à vijf jaar bepaald. Op dit moment wordt voor herstraten en herasfalteren van wegen t/m 2017 een bedrag van € 155.700 aangehouden. Voor aanpassingen op het gebied van verkeersveiligheid staan t/m 2017 geen bedragen in het investeringsschema. Wanneer onvermijdbare aanpassingen noodzakelijk zijn kunnen we een beroep doen op de Stelpost investeringen openbare ruimte. Hiervoor is in 2014 t/m 2017 jaarlijks € 40.000 opgenomen. Per kwartaal wordt periodiek overlegd met het Hoogheemraadschap, politie en fietsersbond voor de realisatie van een verdergaande veilige Beemster. Concreet wegbeheer 1. Het gewenste kwaliteitsniveau. 2. Is er achterstallig onderhoud? 3. Zijn er toereikende reserves of voorzieningen? 4. 5.
Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit? Wanneer is het plan geactualiseerd?
6.
Zijn de ramingen volledig en reëel?
Paragrafen
Minimaal voldoende. Nee. Nee, maar in de begroting is rekening gehouden met investeringen. Ja, Grontmij dg DIALOG Wegbeheer. Onderhoudsabonnement op software, inspectie wegen 2012. Ja.
9
Kunstwerken (bruggen, pendammen) Het aantal bruggen bedraagt ca. 48 stuks, dammen met duikers ca. 35 stuks en pendammen ca. 20 stuks. Het merendeel van de kunstwerken is van relatief eenvoudige aard. De inspectiegegevens 2008 zijn in een beheerprogramma opgenomen. Vooralsnog (binnen ca. 5 jaar) worden geen ingrijpende maatregelen verwacht. De inspectieronde van eind 2012 heeft laten zien dat er twee bruggen in Westbeemster vervangen dienen te worden. Dit is inmiddels opgenomen in de begrotingsperiode van 2014-2017. In 2014 is geen bedrag beschikbaar voor kunstwerken. In 2015 is € 248.000 opgenomen in het investeringsschema voor het vervangen van 2 bruggen in Westbeemster. Om renovatiewerk te kunnen uitvoeren is in 2016 en 2017 jaarlijks € 24.800 beschikbaar. Concreet Kunstwerken 1. Het gewenste kwaliteitsniveau. 2. Is er achterstallig onderhoud? 3. Zijn er toereikende reserves of voorzieningen? 4. 5. 6.
Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit? Wanneer is het plan geactualiseerd? Zijn de ramingen volledig en reëel?
Minimaal voldoende. Nee. Nee, maar in de begroting is rekening gehouden met investeringen. Ja, Grontmij dg DIALOG Kunstwerken . N.v.t. Ja.
Openbare verlichting Als wegbeheerder heeft de gemeente Beemster circa 1.525 lichtmasten in eigendom. De intentie is dat bij nieuwbouwwijken, grootschalige projecten wordt gekeken of een uitvoering op duurzaamheid mogelijk is. Zo is in Leeghwater 3 LED verlichting toegepast. Ook voor De Tuinderij is dit het streven. Maandelijks worden de lichtmasten gecontroleerd en waar nodig gerepareerd. Vanwege het specialisme is in 1999 besloten om het bedrijf dat onderhoud pleegt, opdracht te verstrekken om alle lichtmasten met lamparmatuur specificatie op te nemen in een database. Per maandelijkse reparatieronde worden vervolgens veranderingen gemuteerd. Tevens worden onaanvaardbare situaties doorgegeven aan de opzichter. De database is niet specifiek als beheerprogramma in gebruik. Aankoop en vervanging van lichtmasten geschiedt vanuit de exploitatiebegroting. Hiervoor is € 5.000 geraamd. Concreet openbare verlichting 1. Het gewenste kwaliteitsniveau. 2. Is er achterstallig onderhoud? 3. Zijn er toereikende reserves of voorzieningen? 4.
Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit?
5.
Wanneer is het plan geactualiseerd?
6.
Zijn de ramingen volledig en reëel?
Minimaal voldoende. Nee. Nee, maar in de begroting is een bedrag opgenomen voor aankoop en vervanging. Nee. Het bedrijf dat onderhoud verricht heeft alle lichtmasten in een database. Maandelijks is er controle. Vervanging van armaturen en lichtmasten wordt gemuteerd in het onderhoudsprogramma. Ja.
Wegmeubilair Voor wegmeubilair is geen inventarisatie voorhanden. Gelet op de “Beemster schaal” is dat ook niet noodzakelijk. Het aantal verkeersborden bedraagt ca. 600 stuks. Uitgaven voor wegmeubilair worden veelal vanuit de jaarlijkse exploitatiebegroting bekostigd. Totaal is voor aankoop/vervanging € 10.000 geraamd. Bij grootschaliger vervanging is er veelal sprake van een combinatie met een werk en valt een en ander in de kapitaalsfeer. Concreet wegmeubilair 1. Het gewenste kwaliteitsniveau. 2. Is er achterstallig onderhoud? 3. Zijn er toereikende reserves of voorzieningen? 4. 5. 6.
Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit? Wanneer is het plan geactualiseerd? Zijn de ramingen volledig en reëel?
Minimaal voldoende. Nee. Nee, maar in de begroting is een bedrag opgenomen voor aankoop en vervanging. Nee. N.v.t. Ja.
(Afval)waterbeheer De gemeente en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) zorgen gezamenlijk voor de verwerking van het afvalwater. Zij doen dat door het afvalwater in te zamelen, te transporteren en te zuiveren. Dit wordt de afvalwaterketen genoemd. Partijen hebben gezamenlijk de taak om de Paragrafen
10
afvalwaterketen op een maatschappelijk verantwoorde en duurzame wijze in te richten en te beheren. De gezamenlijke verantwoordelijkheid is in 2013 verder uitgewerkt in het Waterplan Beemster. Wij streven een zo veel mogelijk duurzame waterhuishouding na. Waterbeheer incl. baggeren en beschoeiingen Bagger- en waterbeheer wordt in nauw overleg met het Hoogheemraadschap (HHNK) uitgevoerd. De samenwerking vormt de basis voor het systematisch en planmatig uitvoeren de werkzaamheden. Het Hoogheemraadschap houdt vast om het ingezette baggerbeleid voor de toekomst door te zetten. Het baggerbeheersplan voor de periode 2008-2017 is nog steeds actueel. Dit plan wordt middels combinatiewerk met HHNK opgepakt om financiële voordelen te benutten. Het aantal meters bij te houden slootkant bedraagt ca. 50 km. Van deze 50 km is een groot deel beschoeid. Omdat de ruimte tussen verharding en sloot vaak beperkt is, is er tot op heden nauwelijks met natuurlijke oevers gewerkt. In het kader van een soberder maaifrequentie zal dit standpunt in meer of mindere mate worden aangepast. Zeker is dat bij woonwijk De Tuinderij met kortere steile oevers is gewerkt in relatie met een beperkt maaiprogramma. In de huidige bestaande woongebieden zijn nog veel slootkanten met beschoeiing afgewerkt. Wanneer een beschoeiing in slechte conditie is wordt bij vervanging zorgvuldig bekeken of een eenvoudiger of een natuurlijke oever mogelijk is. Voor het planmatig onderhoud waterlopen (baggeren) is jaarlijks € 46.220 opgenomen in de exploitatiebegroting. Voor het vervangen van beschoeiingen is t/m 2017 een jaarlijks bedrag beschikbaar van € 12.610. In verband met bezuinigingen is dit bedrag lager dan gewenst en zal er uiteindelijk versobering ontstaan. Concreet Bagger- en waterbeheer 1. Het gewenste kwaliteitsniveau. 2. Is er achterstallig onderhoud? 3. Zijn er toereikende reserves of voorzieningen? 4.
Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit?
5. 6.
Wanneer is het plan geactualiseerd? Zijn de ramingen volledig en reëel?
Minimaal voldoende. Nee. in de begroting zijn bedragen opgenomen voor baggerwerk en vervangen van beschoeiingen. Dit betreft minimale bedragen. Ja, Baggerplan Beemster, projectnummer A07065, mei 2008. Betreft een geschreven plandocument. Ja.
Rioleringbeheer Van toepassing is het Gemeentelijk Rioleringsplan Beemster 2012-2016 (GRP). In het GRP staan alle maatregelen en kosten beschreven die wettelijk noodzakelijk worden geacht op het gebied van afvalwater. Echter ook zaken die verband houden met grondwater zijn in dit GRP opgenomen omdat de wet dit vereist. Het aantal km riolering bedraagt ca. 63, verder zijn er ongeveer 315 rioolgemalen te onderhouden. De kosten voor renovatie en vervanging staan in het GRP aangegeven. Vooralsnog wordt t/m 2017 per jaar een bedrag van € 287.500 geraamd. Met betrekking tot uitvoering wordt nagestreefd om werk met werk te maken. Dit betekent dat altijd wordt gekeken naar het bovenliggende wegdek en zo nodig ook naar aanverwante zaken. Een belangrijk punt van aandacht voor de gemeente zijn de wettelijke verplichtingen in het kader van de ondergrondse riool infrastructuur. Deze wettelijke verplichtingen zijn opgenomen in de Wet informatie uitwisseling ondergrondse netten (WION). Zowel alle rioleringen, maar ook overtollige “wees”leidingen dienen goed in beeld te zijn en worden gehouden. Concreet Rioleringbeheer 1. Het gewenste kwaliteitsniveau. 2. Is er achterstallig onderhoud?
3.
Zijn er toereikende reserves of voorzieningen?
4. 5.
Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit? Wanneer is het plan geactualiseerd?
6.
Zijn de ramingen volledig en reëel?
Paragrafen
Minimaal voldoende. Nee. Jaarlijks wordt ca. 20 % hoofdriool gereinigd en geïnspecteerd met video. Uit deze inspecties worden vervolgens onderhoudsmaatregelen gegenereerd. Nee, maar in de begroting zijn bedragen opgenomen voor het vervangen en renoveren van riolering. Ja, Grontmij dg DIALOG Rioolbeheer. Onderhoudsabonnement op software. Inspectiegegevens worden jaarlijks verwerkt in het programma. Ja, de ramingen hebben in hun oorsprong in het GRP. 11
Groenbeheer De gemeente heeft een aanzienlijke oppervlakte ‘groen’. De gegevens zijn verwerkt in een database (areaal registratie) en kunnen worden gekoppeld met digitaal kaartmateriaal. De gemeentelijke oppervlakte openbaar groen is ruim 36 ha en het aantal bomen bedraagt ca. 5.300 stuks. Er zijn 3 voetbalcomplexen (met totaal 4 kunstgrasvelden), 1 handbalveld (asfaltvloer) en 1 ijsbaan. Ook heeft de gemeente 1 algemene begraafplaats. Hiervoor is eind 2013 een onderhoudsrapport vastgesteld dat in 2014 uitgevoerd gaat worden. De areaalregistratie wordt onder meer gebruikt voor jaarlijkse wettelijk verplichte controle van bomen en het voeden van het beheer en - onderhoudsplan. Op 12 juni 2012 heeft de gemeenteraad ingestemd met een groenbeheersplan. Met dit plan is een besluit genomen dat het kwaliteitsniveau van het openbaar groen wordt verminderd naar een gemiddelde beeldkwaliteit B waardoor in 2014 een kostenbesparing is gerealiseerd van € 100.000. Om de besparing te kunnen realiseren en om de beeldkwaliteit op voldoende niveau te houden is en wordt verwacht dat burgers actief participeren in dit onderhoud. Inmiddels weten wij uit de ervaring vanuit 2013 dat de burgerparticipatie goed op stoom komt. Er is nog steeds aandacht voor de bestrijding van iepziekte. Indien elke gemeente haar taak op dat gebied serieus neemt wordt verwacht de ziekte beheersbaar te houden. Bij iepziektebestrijding is het noodzakelijk dat zomers minimaal twee à drie keer de hele gemeente wordt gecontroleerd op zieke iepen bij burgers, gemeente en andere overheden. Kosten voor vervanging van zogenaamd ‘versleten groen’ zijn opgenomen in de jaarlijkse exploitatiebegroting. Hiervoor is € 5.000 geraamd. Concreet Groenbeheer 1. Het gewenste kwaliteitsniveau.
2. 3.
Is er achterstallig onderhoud? Zijn er toereikende reserves of voorzieningen?
4.
Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit?
5.
Wanneer is het plan geactualiseerd?
6.
Zijn de ramingen volledig en reëel?
Indien wij uitgaan van gemiddelde, een kwaliteitsniveau B, zoals dit is beschreven in de kwaliteitscatalogus openbare ruimte van het CROW. Nee. Nee, maar in de begroting is een bedrag opgenomen voor vervanging. Ja, Grontmij dg DIALOG Groenbeheer en de beheer tabellen buro R.I.E.T. Onderhoudsabonnement op software. Inspectiegegevens worden jaarlijks verwerkt in het programma. De huidige budgetten zijn gekoppeld aan het vastgestelde Groenbeleidsplan en het uitvoerend beheer en onderhoudsplan sinds juni 2012.
Gebouwenbeheer Inclusief scholen is er sprake van zo’n 18 gemeentelijke gebouwlocaties. Behoudens de scholen is alles gedetailleerd opgenomen in een beheerprogramma. De schoolgebouwen staan opgenomen in een programma Integraal huisvestingsplan (IHP). Met behulp van het beheerprogramma wordt het onderhoud van gebouwen geraamd over een periode van 10 jaar. Aan de hand van deze gegevens wordt er jaarlijks een bedrag in de onderhoudsvoorziening gestort. De kosten voor onderhoud worden als volgt onderscheiden: • Groot incidenteel onderhoud. Een voorbeeld is renovatie van een gebouw. Dit is levensduur verlengend. Dergelijke uitgaven worden geactiveerd. • Periodiek normaal meerjarig onderhoud (cyclisch onderhoud). Een voorbeeld is schilderwerk aan een gebouw. Dit heeft een conserverend karakter en dient ter instandhouding gedurende de geplande gebruiksduur. Voor deze uitgaven zijn voorzieningen gevormd die strekken tot een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren. • Jaarlijks terugkerend onderhoud (kort cyclische onderhoudskosten). Een voorbeeld is het jaarlijkse onderhoud aan de cv installatie. Dit zijn jaarlijkse preventieve onderhoudsactiviteiten voor instandhouding. Deze uitgaven zijn in de jaarlijkse exploitatiebegroting opgenomen. Al het onderhoud volgt uit het beheerprogramma. Met het beheerprogramma worden de onderhoudskosten over 10 jaar bepaald en vervolgens wordt er jaarlijks 1/10 gedeelte gestort van de geraamde kosten van cyclisch onderhoud ten laste van de exploitatie in de onderhoudsvoorziening.
Paragrafen
12
Concreet Gebouwenbeheer 1. Het gewenste kwaliteitsniveau. 2. Is er achterstallig onderhoud? 3. Zijn er toereikende reserves of voorzieningen? 4. Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit? 5. Wanneer is het plan geactualiseerd? 6.
Zijn de ramingen volledig en reëel?
Minimaal voldoende. Nee. Ja. Ja, De Best Consultants Gebouwenbeheer. Onderhoudsabonnement op software. Inspectiegegevens worden jaarlijks verwerkt in het programma. Ja.
Speeltoestellen De gemeente heeft twee speeltuinen en veertien speelveldjes. Speeltuin De Spelemei die in 2011 is opgeleverd laat zien dat dit soort voorzieningen zeer worden gewaardeerd. Met name de verscherpte regelgeving en de daarbij behorende jaarlijkse (externe) controles zijn oorzaak dat tot op heden soms ad-hoc besluitvorming noodzakelijk is en dat afgekeurde toestellen direct worden verwijderd. Speeltoestellen en de valdempende ondergronden vertegenwoordigen een aanzienlijke (financiële) waarde. Het nieuwe vastgestelde beleid zal richting moeten geven wat te doen bij (plotselinge) verwijdering van speeltoestellen. Tot op heden werd vervanging en onderhoud voornamelijk gedaan vanuit de jaarlijkse exploitatiebegroting, tenzij er projectmatig wordt gewerkt zoals bij de totstandkoming van ‘de Nieuwe Spelemei’. Op 13 november 2012 is nieuw beleid voor speelvoorzieningen vastgesteld. Onderdelen hiervan zijn: Er komt een voorziening voor vervanging en groot onderhoud van speeltoestellen. Jaarlijks voegen we € 19.500 aan de voorziening toe. Het bedrag voor onderhoudskosten van speelplekken wordt verhoogd tot € 18.200. In de begroting 2014 is hiermee rekening gehouden. Concreet Speeltoestellen 1. Het gewenste kwaliteitsniveau. 2.
Is er achterstallig onderhoud?
3.
Zijn er toereikende reserves of voorzieningen?
4.
Is er een onderhoudsplan en welk betreft dit?
5.
Wanneer is het plan geactualiseerd?
6.
Zijn de ramingen volledig en reëel?
Paragrafen
Minimaal voldoende, mede in verband met veiligheid en aansprakelijkheid. Nee. Jaarlijks worden de toestellen gekeurd en deze keuring leidt er soms toe dat een toestel wordt afgekeurd. Het beleid is dat afgekeurde toestellen worden verwijderd. Nee. In de begroting is een beperkt bedrag opgenomen voor vervanging. Ja. Er is een Excel-overzicht. Inmiddels is het programma Grontmij dg DIALOG Speeltoestellen beschikbaar. Gegevens dienen nog te worden ingevoerd. Onderhoudsabonnement op software. Inspectiegegevens worden jaarlijks verwerkt in het programma. Ja.
13
Paragrafen
14
Paragraaf financiering Algemeen Artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft gemeenten voor om met ingang van 1 januari 2004 een financieringsparagraaf bij de begroting en rekening op te nemen. De financieringsparagraaf is samen met het financieringsstatuut (treasurystatuut), dat bij wijziging van de Gemeentewet verplicht is geworden, en met de Wet Fido (financiering decentrale overheden), die vanaf 1 januari 2001 van kracht is geworden, een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van ‘treasury’. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. In het treasurystatuut van de gemeente Beemster zijn de uitgangspunten, de doelstellingen en de beleidsmatige en organisatorische kaders (inclusief toezicht op de uitvoering van treausury) bepaald. De voor onze gemeente relevante uitvoeringsregels zijn hierin opgenomen. De financierings- en beleggingsactiviteiten van de gemeente Beemster vinden plaats binnen het formele kader van het treasurystatuut. Het treasurybeleid van onze gemeente is erop gericht binnen de financiële mogelijkheden van onze gemeente een zo optimaal mogelijk rendement te verkrijgen dan wel de lasten zo veel mogelijk te reduceren. Hierbij moeten de risico's zo goed mogelijk worden beheerst.
Gemeentefinanciering De financieringsmiddelen van de gemeente worden uitsluitend ingezet voor de uitoefening van de publieke taak. Het tot nu toe gehanteerde beleid bij de gemeente Beemster is dat de financiering met externe financieringsmiddelen (kort- en langlopende leningen) zoveel mogelijk wordt beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Tevens wordt er geen gebruik gemaakt van rente-instrumenten. Dit beleid wordt in 2014 voortgezet. De Financieringsovereenkomst (Krediet- en Depotarrangement) met de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) biedt voldoende mogelijkheden om eventuele tijdelijke financieringsoverschotten of tekorten tegen een zo gunstig mogelijk rentepercentage uit te zetten c.q. aan te trekken. Met deze overeenkomst is de gemeente wel verplicht vaste financieringsmiddelen aan te trekken via de BNG. De bank verplicht zich aan de gemeente vaste leningen te verstrekken ter voorziening in de financieringsbehoefte. Voor de gemeente is echter een ontsnappingsclausule ingebouwd, welke inhoudt dat geen verplichting tot sluiten van leningen bij de BNG bestaat wanneer van een derde partij een aanbod voor een gelijke lening wordt verkregen dat 0,05% gunstiger is. Bij het aangaan van nieuwe langlopende leningen wordt naast de BNG aan minimaal nog twee andere financieringsinstellingen offerte gevraagd.
Rentebeleid (renterisico's) Met ingang van 1995 wordt gewerkt met een renteresultaat in combinatie met een reserve egalisatie renteresultaten en is er voor gekozen om de jaarlijkse rentelasten op basis van een vast rentepercentage toe te rekenen aan de geactiveerde waarde van de kapitaaluitgaven (investeringen). Om de renteresultaten voor langere tijd in te kunnen zetten ten gunste van de exploitatie zonder dat daarbij de begroting grote schokken ondergaat wordt er gewerkt met een reserve egalisatie renteresultaten overeenkomstig het raadsbesluit van 24 april 1997. Ter optimalisering van het renteresultaat en mede gelet op het streven naar een zoveel mogelijk evenwichtige balans wordt het jaarlijkse rentepercentage voor het toerekenen van rente aan een investering zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met de rente van vaste geldleningen die in soort en looptijden overeenkomen met de afschrijvingswijze / -termijnen van de investering.
Kasgeldlimiet en Renterisiconorm De Wet Fido geeft twee concrete richtlijnen voor de gemeenten voor het beheersen van renterisico’s. Het gaat daarbij om de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar en de renterisiconorm op leningen met een looptijd vanaf 1 jaar. Kasgeldlimiet Aan de totale omvang van de gemiddelde netto vlottende schuld (looptijd < 1 jaar) per kwartaal wordt door de Wet Fido een maximum gesteld, ook wel kasgeldlimiet genoemd. De netto vlottende schuld mag de Paragrafen
15
kasgeldlimiet niet overschrijden; hiermee wordt voorkomen dat het totaal aan korte schulden van een gemeente bepaalde grenzen overschrijdt. De kasgeldlimiet is thans vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het dienstjaar en bedraagt voor het jaar 2014 bijna € 1,4 mln. Het gevoerde beleid is om de kasgeldlimiet zo volledig mogelijk te benutten, zodat optimaal gebruik gemaakt wordt van de lagere korte rente. Renterisiconorm Het doel van de renterisiconorm is om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen zodat het renterisico uit hoofde van rente-aanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van de vaste schuld per jaar (met een minimum van € 2,5 mln.) afgelost kan worden. De norm beoogt een evenwichtige opbouw van de leningen in de tijd. Indien de jaarlijks te herfinancieren bedragen onder deze norm blijven is er sprake van een beheerste en overzienbare situatie. Naar verwachting is dit in onze gemeente de komende vier jaren het geval. Tabel met meerjarenprognose van de renterisiconorm Renterisiconorm en renterisico’s vaste schuld 1a 1b 2 3a 3b 4 5 6 7 8 9a 9b 10 11 12
Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a -/- 1b) Nieuw aangetrokken vaste schuld Nieuw verstrekte lange leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a -/- 3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2 + 6) Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm (8 -/- 7) Overschrijding renterisiconorm (7 -/- 8) Berekening renterisiconorm: Stand van de vaste schuld per 1 januari Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage Renterisiconorm (10x11:100)
0 0 0 0 0 0 8.049 0 0 2.500 2.500 0
Bedragen 2015 0 0 0 0 0 0 1.049 0 0 2.500 2.500 0
in €1.000 2016 0 0 0 0 0 0 1.049 0 0 2.500 2.500 0
17.277 20% 3.455
9.227 20% 2.500
8.178 20% 2.500
2014
2017 0 0 0 0 0 0 1.049 0 0 2.500 2.500 0 7.129 20% 2.500
Financieringsbehoefte en leningenportefeuille Financieringsbehoefte. Om eventuele ongewenste renterisico's af te dekken is het van belang om te weten wanneer eventueel een vaste geldlening moet worden aangetrokken en voor welk bedrag. Voor de bepaling van de financieringsbehoefte wordt gebruik gemaakt van een liquiditeitsplanning. In deze planning worden alle inkomsten- en uitgaven opgenomen. Voor de bepaling van de financieringsbehoefte voor 2014 wordt uitgegaan van een meerjaren financierings- en investeringsprognose. De kasgeldlimiet voor 2014 biedt voldoende ruimte voor het opnemen van kort geld om een eventueel beperkt financieringstekort te dekken. De berekening van de financieringsbehoefte (financieringstekort of -overschot) geeft slechts indicatief aan of het aangaan van vaste geldleningen al dan niet noodzakelijk wordt. De uiteindelijke financieringsbehoefte voor de (begrotings)jaren 2014 tot en met 2017 wordt vooral bepaald door het tempo waarin voorgenomen investeringen worden gerealiseerd en de invloed van mutaties binnen bouwgrondexploitaties. Leningenportefeuille. De huidige leningportefeuille bestaat uitsluitend uit leningen aangegaan met de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten. In 2011, 2012 en 2013 is de financieringsbehoefte voor een groot deel gefinancierd met kasgeld. Als gevolg hiervan werd de kasgeldlimiet overschreden. Voor de overschrijding van de kasgeld limiet is toestemming aan de provincie gevraagd en verkregen tot en met het derde kwartaal 2013. Hierdoor hebben we lange tijd kunnen profiteren van de fors lagere rente voor kasgeld. In het vierde kwartaal van 2013 zullen de gronden in het vierde kwadrant Middenbeemster (De Keyser) en de in 2013 aangekochte gronden in Zuidoostbeemster (De Nieuwe Tuinderij) worden overgedragen aan vof De Beemster Compagnie. Hierdoor ontstaat vanaf het vierde kwartaal 2013 een overschot aan financieringsmiddelen. Op basis van de laatste liquiditeitsprognose verwachten wij dan ook , dat er voor de af te lossen (fixe) lening in 2014 van 7 mln. geen nieuwe lening behoeft te worden aangetrokken. Paragrafen
16
-
Indien nodig wordt voor een tijdelijk financieringstekort, als gevolg van de ontwikkelingen in het kader van de bouwgrondexploitaties, kort geld (looptijd < 1 jaar) opgenomen. Het aantrekken van één of meer vaste langlopende geldleningen (looptijd > 1 jaar) in 2014 hangt evenals in voorgaande jaren met name sterk af van de mutaties binnen de bouwgrondexploitaties en financiering van de voorgenomen investeringen.
Het verwachte verloop van onze leningenportefeuille is als volgt (x € 1.000): Jaar 2013 2014 Stand leningen per 1 januari € 18.326 € 17.277 Vervroegde aflossingen € 0 € 0 Reguliere aflossingen € 1.049 € 8.049 Nieuw aan te trekken leningen € 0 € Pm Stand leningen per 31 december € 17.277 € 9.228
Paragrafen
-/-/+
17
Paragrafen
18
Paragraaf bedrijfsvoering Algemeen De bedrijfsvoering betreft de totale gemeentelijke organisatie, zowel de ambtelijke als de bestuurlijke. De burger verwacht van de gemeente dat de gelden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden besteed. Ook verwacht de burger dat de gemeente een betrouwbare partner is, dat afspraken worden nagekomen. Er zijn omvangrijke middelen gemoeid met de gemeentelijke bedrijfsvoering. Transparantie en inzicht in de kosten is dan ook van groot belang, zowel voor het bestuur, als voor de inwoners. In het vervolg van deze paragraaf gaan we in op enkele onderdelen. Schema 1
BEDRIJFSVOERING
Sturing
Beheersing
Secundaire processen • Personeel • Informatie, automatisering • Organisatie • Financiën • Huisvesting
Primaire processen • Beleidsontwikkeling • Uitvoering beleid • Verantwoording beleid
BEDRIJFSPROCESSEN
Bedrijfsvoering bestaat uit beleidsmatige (primaire) processen, ondersteunende (secundaire) processen en uit de sturing en beheersing van deze processen. Zie tevens schema 1.
Personeel De salariskosten zijn berekend aan de hand van de formatie zoals die is voorzien tot 1 januari 2014. De begrote personeelsformatie bestaat uit de burgemeester, de wethouders en het personeel van de ambtelijke organisatie (zoals die geldt tot 1 januari 2014 in verband met de ambtelijke samenwerking met Purmerend per deze datum). De formatie is gelijk aan die in de begroting 2013 was opgenomen met aftrek van de formatie die in het kader van de ambtelijke samenwerking reeds is overgegaan naar Purmerend. Hierbij gaat het om het taakveld sociale zaken en WMO en veiligheidszorg. Die kosten zijn thans als zijnde uitvoeringskosten in de exploitatie opgenomen. In de begroting zijn, anders dan de gebruikelijke ramingen zoals voor arbozorg en opleidingskosten, geen nieuwe aanvullende budgetten voor personeelsbeleid opgenomen.
Informatie en automatisering De zorg voor het computersysteem is een vitaal onderdeel binnen de gemeentelijke bedrijfsvoering. De bedrijfszekerheid van dit onderdeel is zeer goed te noemen. Op het gebied van automatisering wordt tot 2016 samengewerkt met de gemeente Zeevang onder de naam “Zeester”. Deze samenwerking houdt per 2016 op te bestaan. Daarover is inmiddels met Zeevang in goed overleg gesproken. De periode tot 2016 is bij het aangaan van deze samenwerking zo afgesproken; telkens zodra de apparatuur (cyclisch) moet worden vervangen, wordt beoordeeld of de samenwerking wordt voortgezet. De samenwerking houdt in, dat de centrale hardware van de organisaties Beemster en Zeevang bij Beemster is geplaatst. Het beheer en onderhoud hiervan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Vanuit deze centrale omgeving wordt (tot 1 januari 2014) ook de Technische dienst Beemster en Zeevang bediend. Paragrafen
19
De website is een belangrijk communicatiemiddel en de ontsluiting voor de digitale dienstverlening aan burgers, instellingen en bedrijven. Het beheer en het bewaken van de actualiteit en nieuwswaarde van de informatie op de website is geborgd in de organisatie. Besluiten van de gemeenteraad en het college worden op de website gepubliceerd. Gemeenteraads- en commissievergaderingen zijn via internet te volgen. Ook wordt gebruikt gemaakt van Twitter om bijvoorbeeld raadsvergaderingen aan te kondigen.
Organisatie Door de ambtelijke samenwerking met Purmerend zal de inrichting van de ambtelijke organisatie per 1 januari 2014 drastisch wijzigen. Voor deze begroting wordt (nog) uitgegaan van de structuur van 2013 of te wel zoals die geldt tot 1 januari 2014. Dit houdt in dat er 3 sectoren zijn (Grondgebied, Samenleving en Bedrijfsondersteuning) en 1 afdeling voor de directe ondersteuning van het bestuur (de stafafdeling). Elke sector wordt geleid door een sectorhoofd. De stafafdeling staan onder directe leiding van de gemeentesecretaris/algemeen directeur. De gemeentesecretaris en de sectorhoofden vormen het managementteam. Zie tevens schema 2.
organigram gemeente Beemster GEMEENTERAAD raadspresidium BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
BURGEMEESTER
raadscommissie rekenkamercommissie griffie
GEMEENTESECRETARIS / ALGEMEEN DIRECTEUR
Stafafdeling (hieronder vallen ook het projectbureau Des Beemsters en de vrijwillige brandweer)
sector GRONDGEBIED
sector SAMENLEVING
sector BEDRIJFSONDERSTEUNING
team Gemeentewerken
functionele aansturing door Technische Dienst Beemster en Zeevang
Schema 2
In het organisatiemodel zijn de sectorhoofden integraal managers voor alle managementtaken van de sector. Dit zijn de zogenaamde piofah taken: personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, automatisering en huisvesting. Er geldt een mandaatbesluit waardoor een groot aantal bevoegdheden over de bedrijfsvoering door het college is gemandateerd aan het ambtelijk management. Als het onderwerp zich daarvoor leent, wordt dit projectmatig aangepakt.
Huisvesting en facilitair beheer Het gemeentehuis is geschikt voor de uitvoering van de taken die momenteel aan een gemeente worden gesteld. Voor het team Gemeentewerken en de (vrijwillige) Brandweer zijn aparte gebouwen in gebruik. De Beemster Compagnie (een samenwerkingsverband tussen de gemeente Beemster en Bouwfonds Ontwikkeling met het doel om woningbouw in de gemeente tot stand te brengen) huurt een eigen locatie. De panden die in eigendom zijn, worden beheerd en onderhouden op basis van een onderhoudsplanning.
Paragrafen
20
Financiën beheer Er wordt gewerkt aan de hand van de vastgestelde planning en control cyclus. Zie schema 3. Deze cyclus heeft vooral tot doel om de relevante bedrijfsprocessen beheersbaar te laten zijn.
Schema 3
Paragrafen
21
Paragrafen
22
Paragraaf verbonden partijen Algemeen In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten wordt verstaan onder een verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste: a. De visie op de verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; b. De beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen. De gemeente Beemster heeft een relatie met veel participanten. In deze paragraaf vermelden we dan ook niet alle participanten. Het criterium voor vermelding is een aanmerkelijk financieel belang (> € 15.000).
De verbonden partijen De belangrijkste verbonden partijen van Beemster zijn: Naam instelling Technische Dienst Beemster en Zeevang (TDBZ) Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) Stadsregio Amsterdam (SA) Veiligheidsregio Zaanstreek -Waterland Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland (GGD) Waterlands Archief Baanstede (waarvan doorbetaling rijksbijdrage € 478.422)
Geraamde bijdrage 2014 690.938 20.007 19.615 143.220 261.817 59.227 525.679
Beemster is aandeelhouder van de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG), van de N.V. Houdstermaatschappij EZW (onderdeel van NUON) en van de N.V. HVC (Huisvuilcentrale Alkmaar). Het bezit van de aandelen BNG en EZW leidt tot de ontvangst van dividenduitkeringen. Deze uitkeringen zijn redelijk stabiel. Wij verwijzen overigens naar de paragraaf weerstandsvermogen, onderdeel Stille reserves. Door het raadsbesluit van 18 september 2012 over de verdergaande samenwerking wordt de gemeente Purmerend in 2014 een belangrijke contractpartij van Beemster. Informatie over de verbonden partijen is om een aantal redenen van belang. De partijen voeren taken uit die in feite tot het gemeentelijke takenpakket behoren. Om bepaalde redenen is de uitvoering bij de verbonden partij gelegd. De taakuitvoering door de verbonden partijen heeft wel financiële consequenties. In het volgende onderdeel gaan wij kort in op het takenpakket van enkele genoemde partijen. Technische Dienst Beemster en Zeevang De gemeenten Beemster en Zeevang zijn een gemeenschappelijke regeling aangegaan voor onder andere de uitvoering van taken als bouw- en woningtoezicht, milieutoezicht en de dagelijkse leiding van de afdelingen gemeentewerken in de beide gemeenten. De Technische dienst wordt op 1 januari 2014 opgeheven. Het personeel van de dienst gaat gedeeltelijk over naar de gemeente Purmerend, in verband met de samenwerking Beemster – Purmerend. Daarom zijn in de begroting 2014 nog wel kosten van de dienst geraamd, op basis van de meerjarenraming 2014 – 2016 bij de begroting 2013. Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) Beemster neemt, samen met de gemeenten Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang deel aan de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland. Het ISW is in 1971 opgericht. Het samenwerkingsorgaan heeft ten doel een harmonische ontwikkeling van de daaraan deelnemende gemeenten te bevorderen als bijdrage aan het welzijn van de Waterlandse bevolking, zo staat in de gemeenschappelijke regeling. Stadsregio Amsterdam Op 1 mei 1992 is de gemeenschappelijke regeling Regionaal Orgaan Amsterdam (thans Stadsregio Amsterdam) in werking getreden.
Paragrafen
23
De Stadsregio heeft tot taak die belangen te behartigen, welke verband houden met een evenwichtige en harmonische ontwikkeling in de regio Amsterdam. Het gaat daarbij om belangen betreffende: ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, verkeer en vervoer, economische aangelegenheden en milieu. Veiligheidsregio Zaanstreek -Waterland Vanaf 1 januari 2008 geldt de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. De veiligheidsregio heeft een uitgebreider takenpakket dan de regionale brandweer voorheen had. Naast de brandweertaken voert de veiligheidsregio tevens de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen (Wghr) uit. De gemeenschappelijke regeling GHOR Amsterdam is per 1 januari 2008 opgeheven. De brandweertaken behelzen onder meer het instellen en in stand houden van een regionale brandweeralarmcentrale, het voorbereiden van de organisatie voor het optreden van de brandweer in buitengewone omstandigheden en het regelen van de operationele leiding bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen. Per 1 januari 2014 verandert de situatie voor de gemeentelijke brandweer. Deze gaat over naar de Veiligheidsregio Zaanstreek - Waterland. Omdat de financiële gevolgen hiervan bij het samenstellen van deze begroting nog niet volledig duidelijk zijn is de raming nog gebaseerd op de situatie vóór 1 januari 2014. De geraamde bijdrage is ontleend aan de meerjarenraming 2014 – 2016. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland (GGD) De GGD voert een aantal wettelijke en niet-wettelijke taken uit. De wettelijke taken vloeien voort uit de Wet Collectieve preventie Volksgezondheid (WCPV) en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen (Wghr). Enkele WCPV taken zijn: inzicht verwerven in de gezondheidssituatie (epidemiologie), infectieziektebestrijding, jeugdgezondheidszorg, gezondheidsvoorlichting en –opvoeding. De GGD is verantwoordelijk voor de coördinatie van de geneeskundige hulpverlening bij grootschalige ongevallen en rampen. De operationele uitvoering van deze taak ligt bij de regionaal geneeskundig functionaris en de veiligheidsregio. Naast de wettelijke taken wordt ook een aantal andere taken uitgevoerd, zoals reizigersvaccinatie, medische advisering en hygiëne inspecties in kinderdagverblijven. Waterlands Archief Het Waterlands Archief heeft de zorg voor en het beheer van de archieven, die ingevolge de Archiefwet naar bewaarplaatsen zijn of dienen te worden overgebracht. Hieronder vallen ook opschoningactiviteiten en het toegankelijk maken van de archieven voor het publiek. Baanstede De uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) is in het werkgebied van Baanstede georganiseerd via de Gemeenschappelijke regeling Zaanstreek-Waterland, die op 1 januari 1999 in werking is getreden. In 2008 is een modernisering van de WSW ingevoerd. Doel is om het proces van instroom, doorstoom en duurzame plaatsing (bij voorkeur buiten de activiteiten van de organisatie, in casu Baanstede) tot het primaire proces te maken. De rijksbijdrage voor de sociale werkvoorziening wordt aan de gemeenten uitbetaald. De gemeenten in Zaanstreek en Waterland betalen deze bijdrage door aan Baanstede.
Paragrafen
24
Paragraaf grondbeleid Algemeen Onder grondbeleid verstaan wij het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat ten behoeve van de realisering van de vastgestelde ruimtelijke en deels ook economische doelstellingen.
Doelstelling Primaire doelstelling is het voeren van actieve grondpolitiek waarbij door middel van het vaststellen van bestemmingsplannen woningbouwmogelijkheden in de kernen Middenbeemster en Zuidoostbeemster worden gecreëerd. Onder actieve grondpolitiek verstaan wij dat de gemeente zelf de gronden aankoopt, zonodig tijdelijk beheert, bouwrijp maakt en vervolgens uitgeeft. Dit geeft de grootste zekerheid dat de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Tot op heden heeft de gemeente Beemster deze actieve rol kunnen vervullen, maar de laatste jaren worden met name projectontwikkelaars actief en verwerven zich een positie door middel van aankoop van gronden en terreinen waardoor een volledige planuitvoering bemoeilijkt wordt. De rol van de gemeente wordt dan veel meer een faciliterende; in dat geval spreken wij van passieve grondpolitiek. De meest simpele vorm is dat een particulier (projectontwikkelaar) exploiteert en de gemeente louter de publiekrechtelijke rol vervult. Er zijn ook verdergaande vormen van samenwerking, waarbij een rechtvaardige kosten- en batenverdeling wordt afgesproken. Hoewel de voorkeur zondermeer uitgaat naar het voeren van actieve grondpolitiek kunnen er zich omstandigheden voordoen dat andere keuzes moeten worden gemaakt. Zo zijn in de grotere geplande uitbreidingen van Zuidoostbeemster en Middenbeemster vóór de toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten door projectontwikkelaars grondposities ingenomen. Ook moet hierbij rekening worden gehouden met de posities die de particulieren innemen, de uitvoeringscapaciteit van de eigen organisatie en de juridische mogelijkheden en beperkingen. De instrumenten die ons ter beschikking staan om de beoogde woningbouw te bereiken zijn, naast het zelf verwerven, bouwrijpmaken en uitgeven, de toepassing van de grondexploitatiewet, de wet voorkeursrecht gemeenten en in het uiterste geval onteigening. Naar wij verwachten kunnen in de meeste gevallen samenwerkingsovereenkomsten afgesloten worden, gebaseerd op optimalisatie van het financiële resultaat voor de gemeente en realisering van het beoogde woningbouwprogramma. Het inzetten van de eerder genoemde zware instrumenten is dan niet noodzakelijk.
Uitgangspunten Wij hanteren de volgende uitgangspunten: Wij kiezen bewust voor een actieve grondpolitiek; waar noodzakelijk wordt gezocht naar vormen van samenwerking en baat-afroming. Plannen dienen minimaal kostendekkend te zijn. Toewijzing van bouwgrond en/of nieuwbouwwoningen geschiedt via het per 1 juli 2004 ingevoerde toewijzingsbeleid op basis van de volgorde van inschrijving met de daaraan gekoppelde voorrangsregeling. Per m2 verkochte bouwgrond wordt vanuit de gemeentelijke grondexploitatie € 10,00 toegevoegd aan de reserve Dorpsuitleg ten behoeve van het treffen van bovenwijkse voorzieningen. Ook wordt er uit de grondexploitatie per m2 verkochte grond € 2,00 toegevoegd aan de reserve Archeologiebeleid. Zo nodig worden afspraken gemaakt over een bijdrage vanuit particuliere grondexploitatie voor de aanleg van bijzondere infrastructurele voorzieningen. De verkoopprijzen zijn op een marktconform niveau. Het voorkeursrecht wordt toegepast.
Overige ontwikkelingen Voor de ontwikkeling van De Nieuwe Tuinderij in Zuidoostbeemster en het Vierde kwadrant in Middenbeemster wordt bij de grondexploitatie samengewerkt met Bouwfonds, die in beide gebieden een grondpositie heeft. De samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en Bouwfonds is medio 2011 getekend en heeft geresulteerd in de oprichting van een gezamenlijke onderneming, V.O.F. De Beemster Compagnie.
Paragrafen
25
Stand van zaken Middenbeemster - plan Leeghwater Met de bouw van de laatste vier woningen van Baas en Groen/KBK zal waarschijnlijk in 2013 worden gestart. Het gehele plan zal hierdoor in 2014 worden afgerond. Middenbeemster – De Keyser (Vierde kwadrant) De verdere planuitwerking geschiedt in opdracht van V.O.F. De Beemster Compagnie. In overleg met het Kwaliteitsteam Des Beemsters is in 2012 een studie gedaan naar de verkavelingmogelijkheden binnen de Beemstermaat. In 2013 zal dan een stedenbouwkundig plan worden afgerond, waarin de studie en de uitgangspunten van de grondexploitatieherziening van 2012 zijn verwerkt. In 2013 worden de door de gemeente aangekochte gronden grotendeels overgenomen door De Beemster Compagnie. De start bouw van de eerste woningen wordt verwacht in 2014. Zuidoostbeemster fase 2 In de uitwerking van het streekplan Noord-Holland-Zuid (Waterlands Wonen) is aangegeven dat tot 2020 in Zuidoostbeemster maximaal 450 woningen (in uitleggebied) mogen worden gerealiseerd. Dit gebied is gelegen ten oosten van de Purmerenderweg en strekt zich uit vanaf het Noorderpad tot aan het sportcomplex van de voetbalvereniging ZOB. In dit gebied ligt een glastuinbouwbedrijf, dat per 1 januari 2009 is beëindigd. De gronden ter grootte van 4.12.60 ha zijn, in verband met het strategisch belang van een gemeentelijke grondpositie in dit plangebied, aangekocht. De ontwikkeling van deze gronden vindt pas na de ontwikkeling van fase 1, dus na 2020 plaats. De gronden zijn inmiddels afgewaardeerd tot een marktconform niveau behorend bij gronden die voor woningbouw in exploitatie genomen worden. Zuidoostbeemster fase 1, De Nieuwe Tuinderij - westzijde Purmerenderweg (deelgebied 1) De eerste fase van 42 woningen is in 2013 opgeleverd. De verkoop van de volgende fase heeft in 2013 vertraging opgelopen. De Raad van State heeft bepaald dat een planologische basis voor woningbouw in de vorm van het bestemmingsplan ZOB I ontbreekt. Daarom zijn meerdere nieuwe bestemmingsplannen voorbereid voor het westelijk deel van De Nieuwe Tuinderij. Uiterlijk augustus 2014 verwachten we de woningbouwplannen in dit deel voort te kunnen zetten. - oostzijde Purmerenderweg (deelgebied 2) Dit plangebied heeft een bruto oppervlakte van 18,8 ha. In 2013 is de helft van de gronden die in het faillissement van een marktpartij zijn betrokken door de gemeente aangekocht en overgedragen aan De Beemster Compagnie. Alleen de resterende grond in het faillissement moet nog worden verworven. Net als in het westelijk deel is de Wet Voorkeursrecht gemeenten gevestigd op het in ontwikkeling te nemen gebied. Het gebied is samen met het westelijk deel en het gebied Slot opgenomen in de grondexploitatie van De Nieuwe Tuinderij. Deze grondexploitatie wordt jaarlijks herzien. Omdat het bestemmingsplan ZOB I 1e partiële herziening ook voor dit deel door de Raad van State is geschrapt, zullen voor de woningbouw nieuwe bestemmingsplannen in 2013 worden voorbereid. De start van de woningbouw in het oostelijke deel is gepland in 2016. –westzijde Purmerenderweg (deelgebied 3) Dit plangebied heeft een bruto oppervlakte van plm. 6,0 ha en is volledig privaat eigendom. Met de eigenaren wordt overlegd over een private ontwikkeling van dit gebied. Zuidoostbeemster, diverse kleine locaties - Bloeiende Perelaar Op deze locatie is door een marktpartij een plan ontwikkeld en zijn in 2013 14 appartementen in het voormalig schoolgebouw gerealiseerd. De grond van het voormalig schoolplein is ook verkocht en met de bouw van de eerste van totaal zes vrijstaande woningen is in 2013 gestart. - Buurthuis Hier is ruimte voor drie vrijstaande woningen. De kavels voor particulier opdrachtgeverschap zijn in 2013 in verkoop genomen.
Paragrafen
26
- Spelemeiterrein In 2013 is hiervoor een plan voor de bouw van 16 goedkope rijenwoningen en zes tweekappers ontwikkeld. De verwachting is dat in het najaar van 2013 met de benodigde planologische procedure gestart kan worden. Met de bouw van deze 22 woningen kan dan in 2014 worden begonnen.
Paragrafen
27