Beeldkwaliteitsplan reclame winkelcentrum De Marren te Leens Uitgangspunten en richtlijnen voor reclame-uitingen op en aan gebouwen en in de openbare ruimte
Gemeente De Marne April 2010
Behoort bij besluit van de raad van de gemeente De Marne d.d. ……………………….
Mij bekend, de griffier
2
Inleiding Voor het winkelcentrum Leens is in 2008 een beeldkwaliteitsplan vastgesteld waarin richtlijnen en criteria zijn opgenomen voor het bebouwde gebied en de openbare ruimte. Voor het reclamebeleid zijn destijds algemene uitspraken gedaan. Het reclamebeleid is in dit beeldkwaliteitsplan nader uitgewerkt. Aan de basis staat een studie die Bureau van der Goes heeft opgesteld. De uitgangspunten voor reclamebeleid zijn vervolgens besproken in de Stuurgroep van 14 mei 2009. Het reclamebeleid heeft betrekking op de bebouwing en op de openbare ruimte. In dit beeldkwaliteitsplan zijn ook eisen opgenomen voor luifels, zonwering, rolluiken, uitstallingen en terrasinrichtingen. Het beeldkwaliteitsplan maakt onderdeel uit van het welstandsbeleid van de gemeente De Marne. Het maakt daarmee deel uit van de gemeentelijke Welstandsnota. De in dit beeldkwaliteitsplan geformuleerde uitgangspunten en richtlijnen vormen het kader voor: • de welstandsbeoordeling van bouwvergunningplichtige activiteiten (reclame-uitingen, luifels, zonwering, rolluiken); • het reguleren van activiteiten die een uitstraling hebben naar de openbare ruimte zoals uitstallingen en terrasinrichtingen.
3
1. Welstandseisen voor reclame-uitingen Reclame moet klanten trekken. Reclame moet de klanten attent maken op de producten die verkocht worden en kan het straatbeeld verlevendigen. Een evenwichtig gebruik van reclameuitingen kan een aantrekkelijk en gezellig straatbeeld opleveren. Een overdaad aan reclameuitingen zoals banieren, vlaggen en uithangborden kan echter negatief uitpakken voor het straaten gevelbeeld. Bij de realisatie van een nieuw winkelcentrum waar de architectonische kenmerken zijn afgestemd op het dorpse beeld van Leens, dient de reclamevoering weloverwogen te worden toegepast. De aangegeven richtlijnen en criteria zijn projectspecifiek en dus alleen van toepassing voor het winkelcentrum met bijbehorende bebouwing, inclusief de zuidzijde van de Hoofdstraat. De bedoeling is dat de reclame-uitingen een geïntegreerd en ondergeschikt onderdeel zijn van de gevel. Hierdoor zal een rustig en attractief straatbeeld ontstaan, waarbij de aandacht op de etalages wordt gericht. Door ook in dit opzicht op het verblijfsklimaat te letten, zal het centrum een verhoogde economische aantrekkingskracht krijgen. Voor de zuidzijde van de Hoofdstraat verdient het aanbeveling dat er afspraken tussen de gemeenten en de winkeliers gemaakt worden om bestaande reclame-uitingen af te stemmen op de onderhavige regeling. Reclameuitingen dienen beperkt van omvang te zijn en nadrukkelijk met de architectuur te worden meeontworpen. Reclames zullen verder aan de hierna volgende uitgangspunten moeten voldoen. 1.1 Gevelreclame Uitgangspunten gevelreclame 1. Reclame dient pandgebonden te zijn, dat wil zeggen direct verband houdend met: 1. de hoofdactiviteit in het pand; 2. de naam van het bedrijf; 3. de in het pand verkochte producten.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
2. Reclame dient een geïntegreerd en ondergeschikt element in de gevel en de omgeving te zijn. Bij nieuwbouw of verbouw moet één en ander blijken uit het bouwplan. Van belang zijn: • vorm/afmetingen, kleur- en materiaalgebruik. 3. De afmeting en vormgeving van de reclame dient in harmonie te zijn met: • de architectonische detaillering van het pand; • de maat van de gevel; • het materiaalgebruik van de gevel; • de kleur van de pui. Ook huisstijlreclames dienen aan de uitgangspunten 1 t/m 3 te voldoen. Richtlijnen • Reclame is alleen toegestaan op de eerste bouwlaag en niet op een verdieping; • (Licht)reclame(s) aan de gevel dient/dienen gericht te zijn op de openbare weg en te zijn afgestemd op de architectuur van de gevel en de omgeving. Bewoners van woningen op de verdieping mogen geen overlast ondervinden van lichtreclame(s) aan de gevels van de eerste bouwlaag; • Een transparant gevelbeeld is essentieel voor de beleving van een positief straatbeeld. 4
•
•
Opschriften/aanhoudingen en/of afbeeldingen op de binnenkant van de etalageruit zijn in beperkte mate vanaf het maaiveld tot aan de bovendorpel toegestaan wanneer ze gericht zijn op de openbare weg. Geheel dichtgeplakte etalageruiten zijn in principe niet toegestaan. Huisstijlen waarbij gedeeltelijk de winkeletalage wordt beplakt zijn in beperkte mate toegestaan; Bewegende en/of roterende reclame-objecten en knipperende lichtreclames aan gevels zijn niet toegestaan.
1.2 Luifels Een luifel boven de etalage heeft meerdere functies. De klant staat niet in de regen om de etalage te bekijken, het kan dienen als zonwering en de uitgestalde waren staan droog. De maatvoering en het materiaal- en kleurgebruik dient ingetogen te zijn en passend in de totale gevelarchitectuur. Voorkomen dient te worden dat de relatie tussen onder- en bovenbouw door de luifel wordt verstoord. Van belang is dat de gevelopbouw te allen tijde zichtbaar blijft. Uitgangspunten luifels 1. Om een zo gaaf, overzichtelijk en toegankelijk mogelijk straatbeeld te realiseren, dient beluifeling tot een minimum beperkt te worden. De individuele panden in het straatbeeld komen dan in maat, structuur en kleur het beste tot hun recht. 2. Indien een luifel wordt toegestaan zal deze ondergeschikt en in harmonie met het pand ontworpen moeten worden. Materiaal, vorm en kleur dient afgestemd te zijn op de gevel. 3. Transparante luifels van glas met lichte constructies verdienen de voorkeur. Richtlijnen • De dieptemaat van een luifel bedraagt maximaal 150 cm. • De breedte van een luifel is maximaal de buitengrens van de gezamenlijke gevelopening(en). • De detaillering van de luifel dient eenvoudig te zijn en terughoudend in kleur en vormgeving om het totaalbeeld van de gevel niet te verstoren. • De "ondersteuning" van de bovenbouw van de gevel dient in de rooilijn duidelijk zichtbaar gehandhaafd te blijven. • De onderkant van de luifel dient geplaatst te worden ter hoogte van de latei dan wel rollaag. • Reclames op luifels zijn niet toegestaan.
5
1.3
Zonwering
Zonneschermen en markiezen worden aangebracht voor zowel zonwering als voor reclameuiting(en) en bepalen in hoge mate het straatbeeld door vorm, kleur en opschriften. Door een goede vormgeving kunnen ze bijdragen aan een sfeervol en positief straatbeeld. Uitgangspunten De architectuur van het pand en de karakteristiek van de openbare ruimte vormen het uitgangspunt voor: 1. De keuze voor al dan niet een markies of zonnescherm; 2. De vormgeving, kleur en materiaal; 3. De situering aan de gevel; 4. De uitvalsmaat van de markies of het scherm. Richtlijnen De zonneschermen en markiezen dienen: • aan de bovendorpel van een raam- of deuropening te worden bevestigd; • inklap- of inrolbaar te zijn; • op de verdieping een kleinere uitval te hebben; • alleen op de volant of op het onderste deel van het scherm van reclame voorzien te worden. De reclame mag niet meer dan 20% van het schermoppervlak beslaan; • een doorgaand scherm mag niet breder zijn dan de pui; • het scherm dient binnen de negge van de raamopening te worden aangebracht; • de onderkant van de luifel dient geplaatst te worden ter hoogte van de latei cq rollaag en de uitval bedraagt niet meer dan 1,5 meter uit de gevel.
1.4
Rolluiken
Rolluiken worden toegepast om inbraakgevoelige winkelbranches te beveiligen. Na sluitingstijd geven de gesloten metalen rolluiken echter een onaantrekkelijk en deprimerend beeld aan een straat. De winkelstraten worden daardoor gemeden. Een opener en doorzichtig beveiligingssysteem verbetert het verblijfsklimaat aanzienlijk, terwijl de openheid niet ten koste gaat van de beveiligingsfunctie. Wanneer de winkelstraten na sluitingstijd niet meer worden gemeden, neemt de sociale veiligheid toe. Uitgangspunten 1. Om het aanzicht van een gevel zo weinig mogelijk te verstoren, dient overwogen te worden om zoveel mogelijk transparante mogelijkheden toe te passen. 2. Rolluiken mogen het straatbeeld niet verstoren. 3. Rolluiken mogen de sociale veiligheid niet negatief beïnvloeden. 4. Het toepassen van rolluiken op de verdieping is niet toegestaan voor ramen die gericht zijn naar de openbare weg. Ramen gericht op de binnentuin mogen wel worden voorzien van rolluiken.
6
Richtlijnen • Rolluiken moeten (zo mogelijk) inpandig achter de gevel worden aangebracht. • Het toepassen van transparante rolluiken is van groot belang voor de beleving van de openbare ruimte buiten de openingstijden van de winkels. Daarom verdient het de voorkeur om een open of "doorzichtig" rolluik toe te passen.
7
Verwijderd:
2.
Inrichtingseisen voor uitstallingen en terrassen
2.1
Uitstallingen
Uitstallingen kunnen het straatbeeld verlevendigen. Ze zijn er in diverse soorten en maten: van een simpel stoepbord tot een halve winkelinventaris. Het uitstallen van waren vindt plaats in de openbare ruimte, op straat. Uitstallingen mogen niet belemmerend zijn voor het winkelend publiek. Met betrekking tot het plaatsen van uitstallingen (geen reclame zijnde) wordt verwezen naar het beleid zoals dat is vastgelegd in de APV. Voor stoepborden, losse reclameborden en uitstallingen die wel tot reclamedoeleinden worden gerekend wordt aangesloten bij het beleid zoals dat in nota “reclamebeleid gemeente De Marne” is verwoord. 2.2.
Terrassen
De inrichting van een terras moet passen in de omgeving, aansluiten aan het café of restaurant waar deze bij hoort, en bijdragen aan een positieve beleving van de openbare ruimte. Het stellen van regels voor terrassen is van belang om dat deze gesitueerd kunnen worden in het private gebied maar wel hun uitstraling hebben op de openbare ruimte. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de gemeente in het openbare gebied terrassen kan toestaan met een huurovereenkomst. In beide gevallen dienen de volgende uitgangspunten daarbij in acht te worden genomen. Uitgangspunten 1. De plaats van de terrassen dient vrijwel direct aan te sluiten op de "inrichting" van waaruit ze worden bediend. 2. Terrassen los van de gevel mogen alleen worden toegestaan na een nadere beoordeling van de gemeente. 3. De afmetingen en de plaats van de terrasafscheidingen en van de parasols dienen aan een redelijke maat te voldoen. 4. Verlichting dient te passen bij het straatbeeld. 5. De situering en omvang van terrassen mag niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid en mag de doorgang voor voetgangers, rolstoelgebruikers, verzorgend en bevoorradend verkeer en calamiteitenverkeer niet belemmeren. 6. De omvang van het terras moet binnen het vergunde oppervlak blijven. Richtlijnen terrasafscheidingen • Terrasafscheidingen of windschermen zijn alleen toegestaan in combinatie met stoelen en tafels. Buiten het seizoen dienen terrasafscheidingen/windschermen en tafels en stoelen te worden opgeruimd. • De schermen mogen niet hoger zijn dan 1,80 meter en moeten gemakkelijk te verplaatsen zijn. • De schermen mogen in principe niet evenwijdig aan de voorgevel worden geplaatst. • De reclame op het scherm mag alleen betrekking hebben op de naam van het bedrijf of/en op een product dat in het bedrijf wordt verkocht.
8
Verwijderd:
3.
Begrippenlijst
Banier Gevel
Luifel Markies Terras
Uitstalling Vlag Volant Zonwering
Een verticale reclame-uiting van doek of zeil. Het totale verticale vlak dat een bouwvolume begrenst: de buitenkant van een gebouw. Als dit vlak aan de straat grenst en voorzien is van een de hoofdingang, spreken we van een voorgevel. In die gevallen dat er sprake is van twee ingangen, bijvoorbeeld in een hoekpand zijn beide gevels een voorgevel. In dit beeldkwaliteitsplan wordt met gevel de voorgevel bedoeld. Een vast bouwkundig element boven de pui, of een onderdeel van de pui dat uit de gevel steekt. Ook wel afdakje. Een zonnescherm van doek bestaande uit u-vormige houten of metalen elementen waarover doek is gespannen. Een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar zitgelegenheid wordt geboden en waar tegen vergoeding dranken en/of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt. Koopwaar die buiten de winkel op de openbare weg wordt neergezet met de bedoeling de aandacht te trekken van kopers. Een bedrukt doek dan een één zijde bevestigd wordt aan een houten of aluminium stok. Het doek wappert vrij in de wind. Een vrijhangende strook van doek aan een markies, zonnescherm of parasol. Een markies bestaande uit geweven doek dat opgerold zit in een boom en door middel van één of twee knikarmen naar buiten wordt afgerold, of een zonnescherm bestaande uit geweven doek dat binnen de negge van een kozijn kan worden neergelaten.
9