Subsidieregelingen De Fryske Marren
Gemaakt door Datum Voor
Het subsidiebureau April 2016 Subsidieaanvragers in gemeente De Fryske Marren
Inhoudsopgave 1. Algemeen........................................................................................................................................................ 3 2. Subsidieregeling Culturele activiteiten........................................................................................................... 5 3. Subsidieregeling sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning ............................... 9 4. Subsidieregeling sport en bewegen .............................................................................................................12 5. Subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk......................................................................................................14 6. Subsidieregeling verkeersveiligheid .............................................................................................................16 7. Subsidieregeling Musea................................................................................................................................18 8. Subsidieregeling Openbaar bibliotheekwerk ...............................................................................................19 9. Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE) ...................................................................20 10. Subsidieregeling Sociaal wijkteam .............................................................................................................22 11. Subsidieregeling Innovatiefonds Ondersteuning .......................................................................................24 12. Subsidieregeling Monumentenstichting ....................................................................................................26 13. Subsidieregeling instellingen op het terrein van maatschappelijke dienstverlening.................................28 14. Subsidieregeling maatschappelijk gebruik Swimfun en Sportfun Joure ....................................................30 15. Subsidieregeling Rijksmonumenten De Fryske Marren .............................................................................32 Toelichting op de subsidieregelingen ...............................................................................................................34 Ingetrokken regelingen ....................................................................................................................................37
2
1. Algemeen Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Algemene subsidieregelingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen In deze subsidieregelingen wordt verstaan onder: Awb: Algemene wet bestuursrecht. ASV: Algemene Subsidie Verordening De Friese Meren 2014. Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten (artikel 4:21 Awb). Subsidieplafond: een bedrag dat gedurende een bepaald tijdvlak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift (artikel 4:22 Awb). Vastgesteld beleidskader: een door de raad vastgesteld document waarin de beleidsdoelen op een bepaald terrein zijn vastgesteld. Het vormt het kader waarbinnen alle (keuzes voor) inspanningen en beoogde resultaten dienen plaats te vinden. Inclusieve samenleving: een samenleving waarin iedereen tot zijn recht kan komen, ongeacht culturele achtergrond, geslacht, leeftijd, talenten en/ of beperkingen. Iedereen neemt op gelijkwaardige manier deel aan de samenleving. Social Return: heeft als doel een bijdrage te leveren aan het vergroten van de arbeidsparticipatie van mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt.
Artikel 1:2 Algemene subsidieregelingen De bepalingen in deze regeling zijn van toepassing op alle subsidieaanvragen die de gemeente De Fryske Marren behandelt met uitzondering van de subsidies die direct en onverkort voortvloeien uit Europees, rijks- of provinciaal beleid. Subsidieaanvragen waarvoor geen subsidieregeling is, worden niet gehonoreerd.
Artikel 1:3 Algemene kaders De gemeente heeft een aantal algemene kaders opgesteld voor het verstrekken van subsidie. De subsidieaanvraag moet ten minste passen in de volgende kaders: 1. De aanvraag moet gericht zijn op de gemeente en haar inwoners: activiteiten moeten beschikbaar zijn voor en gericht zijn op alle inwoners van De Fryske Marren. Subsidieaanvragen moeten een aantoonbare bijdrage leveren aan door het college en/ of de raad vastgestelde beleidsdoelen. 2. Doelmatigheid: er moet een realistische verhouding tussen de verwachte resultaten en gevraagde gemeentelijke bijdrage zijn. 3. Inclusieve samenleving: de gemeente wil de inclusieve samenleving stimuleren. Een samenleving waarin iedereen op gelijkwaardige manier, ongeacht culturele achtergrond, geslacht, leeftijd, talenten en/ of beperkingen, kan deelnemen. Dit betekent dat de gemeente eisen kan stellen dat een vereniging zich niet specifiek richt op één activiteit of één doelgroep, maar de activiteit openstelt voor alle inwoners. 4. Cofinanciering en samenwerking: bij subsidieverstrekking wordt verwacht dat de aanvrager cofinanciering zoekt of zelf een aanzienlijke bijdrage levert. Ook moet er zoveel mogelijk worden aangesloten bij de voorzieningen en organisaties in de keten. 5. Verantwoordelijkheidstrap: de verantwoordelijkheidstrap is een leidend principe bij subsidieverlening. Eerste trede: eigen verantwoordelijkheid van de burger, mensen zorgen voor zichzelf. De subsidierelatie is eenmalige subsidies van provincie of rijk. Tweede trede: mensen zorgen voor elkaar. De subsidierelatie is het geven van een extra stimulans door een eenmalige, regelarme, vraag gestuurde subsidieverstrekking. Derde trede: algemene voorzieningen. De subsidierelatie is het realiseren van de beleidsdoelen van de gemeente door een proactieve samenwerking met de maatschappelijke partners. 3
Vierde trede: professionele ondersteuning. De subsidierelatie is het inzetten van middelen om wettelijke taken uit te voeren en het bieden van specifieke ondersteuning voor individuele inwoners.
Artikel 1:4 Weigeringsgronden Het college kan subsidieverlening weigeren wanneer: a. de aanvraag niet gericht is op gemeente De Fryske Marren en de inwoners van De Fryske Marren; b. de aanvraag niet past in de beleidsuitgangspunten van de inclusieve samenleving; c. de subsidieaanvraag wordt ingediend na het plaatsvinden van de activiteit en/ of de aanvangsdatum van de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd; d. activiteiten met een commercieel karakter of waarbij sprake is van winstoogmerk; e. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet en/ of het algemeen belang of de openbare orde; f. de organisatorische en/ of financiële continuïteit van de aanvrager en/ of de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd onvoldoende is gewaarborgd; g. de aanvrager geen sluitende begroting indient; h. de aanvrager in relatie tot de gevraagde subsidie zelf geen substantiële bijdrage levert aan het realiseren van het gestelde doel; i. er geen evenwichtige verhouding is tussen de verwachte resultaten en de gevraagde bijdrage; j. al in voldoende mate wordt voorzien in de activiteiten en/ of het doel dat wordt nagestreefd; k. voor de activiteit al gemeentelijke subsidie is verstrekt; l. wanneer er al gelijksoortige activiteiten zijn op het niveau van buurt, wijk, dorp of stad waar de aanvrager zich op richt; m. een vereniging meerdere keren per jaar een aanvraag indient; n. als een vereniging een negatieve steekproef heeft gehad in het voorafgaande jaar; o. de aanvraag betrekking heeft op jubilea; p. er een bijdrage wordt gevraagd voor de aanschaf of ontwikkeling van een website.
Artikel 1:5 Subsidiecriteria 1. Het college kan verplichtingen opleggen ten aanzien van de bevordering van de toegankelijkheid van activiteiten voor mensen met een beperking. Het uitgangspunt is dat de aanvraag moet passen in de uitgangspunten van de inclusieve samenleving. 2. Het college kan verplichtingen opleggen ten aanzien van de bevordering van duurzaamheid en Social Return. 3. Het college kan de subsidieontvanger verplichten een verantwoording te geven over de opbouw van een algemene reserve en de bestemming hiervan.
Artikel 1:6 Algemene overgangsbepaling Bij beëindiging of verlaging van een structurele subsidie geldt een afbouwperiode van 2 jaar. Een aanvrager ontvangt structurele subsidie wanneer zij drie jaar achter één gesloten jaren subsidie toegekend hebben gekregen van de gemeente.
4
2. Subsidieregeling Culturele activiteiten Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en de Algemene Subsidieregelingen besluit vast te stellen de Subsidieregeling culturele activiteiten.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 2:1 Begripsomschrijvingen
Culturele activiteit: een culturele activiteit in de vorm van een voorstelling, een uitvoering, een expositie of een presentatie in de disciplines muziek, theater, dans, beeldende kunst, fotografie, letteren en cultureel erfgoed; dan wel een festival, zijnde een reeks van culturele activiteiten die gedurende een in de tijd beperkte periode onder een gemeenschappelijke noemer worden georganiseerd en gepresenteerd. Eenmalige culturele activiteit: een activiteit met een eenmalig karakter of een culturele activiteit waarvoor voor de eerste keer subsidie wordt verstrekt. Programmatische activiteiten cultuur: een samenhangend geheel van culturele activiteiten dat als zodanig vooraf is gepland. Het programma kan gedurende het hele jaar worden uitgevoerd of tijdens een speciaal moment in het jaar. Openbaar karakter: een openbare, voor een breed publiek toegankelijke culturele activiteit waaraan door publiciteit bekendheid wordt gegeven, bijvoorbeeld via de media, affiches en programmabladen. Kadernota cultuur: in de kadernota cultuur De Friese Meren worden de hoofdlijnen van het cultuurbeleid van de gemeente geschetst onder het motto samenspel. De kadernota geeft de richting van het cultuurbeleid aan en beschrijft drie programmalijnen waarmee de gemeente haar doelen wil realiseren: Actief de Friese Meren, Grutsk op De Friese Meren en Samen De Friese Meren. Basisvoorzieningen cultuur: de culturele instellingen die de basis vormen van de culturele infrastructuur van de gemeente De Fryske Marren zijnde de openbare bibliotheek, musea, de netwerkorganisatie voor cultuureducatie en instellingen op het gebied van het Frysk taalbeleid.
Artikel 2:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 2:4, 2:8 en 2:12 bedoelde activiteiten.
Artikel 2:3 Aanvullende weigeringsgronden Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder 9, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren 2014 en als aanvulling op artikel 1:4 van de Algemene Subsidieregelingen, zijn onderstaande aanvullende weigeringsgronden van toepassing: a. het college neemt per aanvrager per kalenderjaar maximaal één aanvraag in behandeling; b. er worden geen subsidies verstrekt als bijdrage in de oprichting en vervaardiging van gedenktekens; uitgave van boekwerken en productie van beeld- en geluidsdragers; en activiteiten die het karakter hebben van een feest of receptie, zoals bijvoorbeeld de opening van een expositie, een dorpsfeest of feest ter gelegenheid van een jubileum; c. de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.
Hoofdstuk 2. Eenmalige culturele activiteiten Artikel 2:4 Activiteiten 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor eenmalige initiatieven op het gebied van culturele activiteiten die een bijdrage leveren aan het culturele leven in de gemeente met een nieuw, vernieuwend, spontaan, experimenteel of uitzonderlijk karakter. 2. De culturele activiteit dient: 5
a. b. c. d. e. f. g.
een aanvulling te zijn op het bestaande aanbod; Plaats te vinden in de gemeente De Fryske Marren; Voor iedereen toegankelijk te zijn, wat door publiciteit bekend wordt gemaakt; Niet concurrerend te zijn met een al bestaande culturele activiteit/evenement; Een bijdrage te leveren aan het vergroten van de culturele participatie van de inwoners; Een bijdrage te leveren aan een levendige en bruisende gemeente; Een begroting met een degelijke financiële onderbouwing te hebben.
Artikel 2:5 Hoogte van de subsidie 1. De gemeentelijke subsidie bedraagt voor eenmalige culturele activiteiten maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 2.000,- per activiteit. 2. De subsidiabele kosten worden berekend door de begrote inkomsten, exclusief inkomsten uit overige subsidies/ fondsen/ leningen, van de begrote organisatiekosten af te trekken. 3. Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet: a. kosten van consumpties voor bezoekers; b. investeringskosten (bijvoorbeeld aanschaf van instrumenten, uniformen, huisvesting en opslag); c. kosten die als niet redelijk worden beoordeeld.
Artikel 2:6 Aanvraagtermijn In afwijking van artikel 7, eerste, tweede en derde lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, wordt een aanvraag voor een eenmalige culturele activiteit 8 weken voor de start van de activiteit ingediend.
Artikel 2:7 Beslistermijn In afwijking van artikel 8, eerste, tweede, derde en vierde lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
Hoofdstuk 3. Programmatische activiteiten cultuur Artikel 2:8 Activiteiten 1. Subsidie kan uitsluiten worden verstrekt aan voor een programma aan culturele activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen zoals verwoord in de kadernota cultuur. 2. Het culturele programma dient: a. gericht te zijn op de presentatie van cultuur; b. een aanvulling te zijn op het aanbod van de basisvoorzieningen cultuur en een meerwaarde te hebben voor de gemeente; c. plaats te vinden in de gemeente De Fryske Marren; d. voor iedereen toegankelijk te zijn, wat door publiciteit bekend gemaakt wordt; e. een bijdrage te leveren aan levendige en bruisende gemeente; f. een begroting met een degelijke financiële onderbouwing te hebben.
Artikel 2:9 Hoogte van de subsidie 1. De gemeentelijke subsidie bedraagt voor programmatische activiteiten cultuur maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 4.000,- per programma. 2. De subsidiabele kosten worden berekend door de begrote inkomsten, exclusief inkomsten uit overige subsidies/ fondsen/ leningen, van de begrote organisatiekosten af te trekken. 3. Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet: a. kosten van consumpties voor bezoekers; b. investeringskosten (bijvoorbeeld aanschaf van instrumenten, uniformen, huisvesting en opslag); c. kosten die als niet redelijk worden beoordeeld.
6
Artikel 2:10 Aanvraagtermijn In aansluiting op 7, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, wordt een aanvraag voor een programmatische activiteit cultuur uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend.
Artikel 2:11 Beslistermijn In aansluiting op artikel 8, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 6, uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
Hoofdstuk 4. Samenwerking cultuur Artikel 2:12 Activiteiten 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan kennisuitwisseling, samenwerking en afstemming binnen het culturele veld zoals beschreven in de Kadernota cultuur De Friese Meren, programmalijn Samen De Friese Meren. 2. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de netwerkorganisatie Cultuurplein De Fryske Marren op basis van een ingediend jaarplan.
Artikel 2:13 Hoogte van de subsidie De gemeentelijke subsidie bedraagt voor samenwerking cultuur maximaal € 5.000,- per jaar.
Artikel 2:14 Aanvraagtermijn In aansluiting op 7, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, wordt een aanvraag voor een programmatische activiteit cultuur uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend.
Artikel 2:15 Beslistermijn In aansluiting op artikel 8, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 6, uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
Hoofdstuk 5. Slotbepalingen Artikel 2:16 Bijzondere bepalingen/verplichtingen Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: a. Voor activiteiten die vallen onder hoofdstuk 2 en 3 geldt dat de subsidieontvanger verplicht is zelf bij te dragen in de organisatiekosten van de activiteit door middel van bijvoorbeeld inkomsten uit entree, sponsoring en fondsen; b. Voor zover van toepassing is de subsidieontvanger verplicht een naar het oordeel van het college redelijk bedrag als entree te heffen van de bezoekers van de activiteit; c. De subsidieontvanger is verplicht om de relatie aan te geven tussen de activiteiten waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt gevraagd en zijn reguliere activiteiten als hij daarvoor subsidie ontvangt volgens een gemeentelijke subsidieregeling of van een derde; d. Subsidie wordt verstrekt voor een activiteit, niet voor investeringen in goederen of huisvesting; e. De aanvrager dient over de benodigde vergunningen voor de culturele activiteit te beschikken en dient de in de vergunning opgenomen verplichtingen na te komen.
Artikel 2:17 Subsidieplafond Het subsidieplafond culturele activiteiten wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld.
7
Artikel 2:18 Verdeling subsidieplafond 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend. 3. Voor programmatische culturele activiteiten kan de gemeente aan het Cultuurplein De Fryske Marren advies vragen.
Artikel 2:19 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De subsidieregeling culturele activiteiten, vastgesteld op 24 juni 2014, wordt ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling culturele activiteiten.
8
3. Subsidieregeling sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning
Artikel 3:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: Vrijwillig ouderenwerk: werk, dat uitsluitend met behulp van vrijwilligers mogelijkheden biedt voor ontspanning en ondersteuning voor ouderen en hun belangen behartigd. Voorliggende, algemene Wmo voorzieningen: algemeen gebruikelijke, voorzieningen en collectieve voorzieningen die inwoners in staat stellen zelf hun verantwoordelijkheid te nemen en op eigen kracht hun problemen op te lossen of te beperken. Participatie: deelnemen aan de samenleving. Activiteiten op het gebied van participatie stellen kwetsbare inwoners in staat om deel te nemen aan de samenleving. Welzijnsactiviteiten: activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het welbevinden en/ of participeren van bepaalde doelgroepen, zoals vrijwilligers, mantelzorgers, gehandicapten, ouderen. Incidentele subsidie: subsidie voor een eenmalige activiteit gericht op sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning of een activiteit gericht op sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning waarvoor voor de eerste keer subsidie wordt verstrekt.
Artikel 3:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden voor activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van de sociale samenhang, het stimuleren van participatie en de maatschappelijke ondersteuning bevorderen. Activiteiten die bedoeld zijn als voorliggende voorziening van de Wet maatschappelijke ondersteuning en voor iedereen toegankelijk zijn. Preventieve, innovatieve activiteiten gericht op het versterken van de eigen kracht en de zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners van De Fryske Marren.
Artikel 3:4 Hoogte van de subsidie De hoogte van de subsidie voor sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ontwikkeling wordt als volgt bepaald: Vrijwillig ouderenwerk 1. Een basisbedrag van maximaal € 300,- voor vrijwillige ouderensozen, bejaardensociëteiten, vrouwenverenigingen en belangenbehartiging voor ouderen. Voorliggende, algemene Wmo voorziening 1. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van de ingediende begroting en het activiteiten- of projectplan. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 5.000,- per activiteit; 2. Van het voorafgaande lid kan worden afgeweken als er naar het oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente.
9
Participatie 1. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van de ingediende begroting en het activiteiten- of projectplan. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 5.000,- per activiteit; 2. Van het voorafgaande lid kan worden afgeweken als er naar het oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente. Welzijnsactiviteiten 1. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van de ingediende begroting en het activiteiten- of projectplan. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 5.000,- per activiteit; 2. Van het voorafgaande lid kan worden afgeweken als er naar het oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente.
Artikel 3:5 Bijzondere bepalingen/verplichtingen 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: De subsidieontvanger is verplicht een naar het oordeel van het college redelijke financiële eigen bijdrage te leveren voor de uitvoering van de activiteiten. 2. Voor zover van toepassing is de subsidieontvanger verplicht een naar het oordeel van het college redelijk bedrag als entree te heffen van de bezoekers van de activiteit. 3. De subsidieontvanger is verplicht om de relatie aan te geven tussen de activiteiten waarvoor op de grond van deze regeling subsidie wordt gevraagd en zijn reguliere activiteiten als hij daarvoor subsidie ontvangt volgens een gemeentelijke subsidieregeling of van een derde. 4. Subsidie wordt verstrekt voor een activiteit, niet voor investeringen in goederen of huisvesting. 5. De aanvrager dient over de benodigde vergunningen voor de activiteit te beschikken en dient de in de vergunning opgenomen verplichtingen na te komen.
Artikel 3:6 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend.
Artikel 3:7 Aanvullende weigeringsgronden Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder f, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren 2014 en als aanvulling op artikel 1:4 van deze regeling zijn onderstaande aanvullende weigeringsgronden van toepassing: 1. De belangenbehartiging al op andere wijze wordt gefaciliteerd en/ of gesubsidieerd door de gemeente; 2. De activiteit in beginsel niet voor alle kwetsbare inwoners toegankelijk is.
Artikel 3:8 Overgangsbepalingen 1. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij vermindering van de subsidie een afbouwperiode van 2 jaar. 2. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij een verhoging van de subsidie een opbouwperiode van 2 jaar. 3. De daling van de te ontvangen subsidie voor het jaar 2015 ten opzichte van 2014 bedraagt maximaal 25%. 4. Conform artikel 3:7, eerste en tweede lid, geldt dat wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie voor een activiteit heeft ontvangen, dit geldt als het eerste subsidiejaar in het kader van deze regeling.
10
Artikel 3:9 Slotbepalingen 1. De Nadere regels bejaardensociëteiten van voormalig gemeente Skarsterlân worden ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2015 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ondersteuning.
11
4. Subsidieregeling sport en bewegen Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Sport en bewegen
Artikel 4:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: Sport- en beweegorganisatie: een organisatie, zoals een NOC*NSF erkende vereniging, club of een stichting die zich richt op het bevorderen of beoefenen van erkende sport- en beweegactiviteiten en welke niet direct is gerelateerd aan een bedrijf. Leden/deelnemers: een bij de sport- en beweegorganisatie behorende en contributie betalende leden/deelnemers, woonachtig in de gemeente. Trainer: degene die in opdracht van de sport- en beweegorganisatie de begeleiding van de leden/deelnemers bij de activiteit voor zijn of haar rekening neemt. Kwetsbare inwoner (de inwoner met een verhoogd gezondheidsrisico): Met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap; Met een stoornis uit het autistisch spectrum; Met een chronische aandoening; Een vroegtijdig schoolverlater; Een werkzoekende; Kinderen en/of jongeren die geïndiceerde jeugdzorg ontvangen. Sociaal domein: zijn alle organisaties, diensten en voorzieningen samen die mensen ondersteunen, de leefbaarheid vergroten en de participatie bevorderen.
Artikel 4:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 4:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 4:3 Activiteiten en de hoogte van de subsidie per activiteit Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan statutair in de gemeente gevestigde sport- en beweegorganisaties die activiteiten uitvoeren passend bij het gemeentelijk sport- en beweegbeleid. Versterken infrastructuur van sport- en beweegorganisaties in relatie met het sociaal domein 1. Wij subsidiëren handelingen die leiden tot samenwerking, samenvoeging en/of integratie van sport- en beweegorganisaties in het sociaal domein. 2. De vergoeding bedraagt eenmalig 75% van de te maken kosten tot een maximum van € 1.500, - per sport- en beweegorganisatie. Bij verzoeken van samenwerking van meerdere sport- en beweegorganisaties bedraagt de subsidie maximaal € 5.000, - in totaal. 3. Van het voorafgaande kan worden afgeweken als er naar oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente. Organiseren activiteiten/projecten door sport- en beweegorganisaties om de sportdeelname van kwetsbare inwoners te vergroten 1. Wij subsidiëren sport- en beweeg activiteiten en/of projecten die worden georganiseerd door sport- en beweegorganisaties om de sportdeelname van kwetsbare inwoners mogelijk te maken en/of te vergroten. 2. De vergoeding bedraagt 75 % van de te maken kosten per activiteit/ project tot een maximum van € 1.500, - per sport- en beweegorganisatie per kalenderjaar. 3. Van het voorafgaande kan worden afgeweken als er naar oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente.
12
Subsidiëring om de kennis en kunde van trainer(s) te vergroten in verband met het aanbieden van een sport- en beweegaanbod aan kwetsbare inwoners 1. Trainers kunnen een sportopleiding, bijscholing of applicatie voor vrijwilligers volgen om de kwetsbare inwoner beter te kunnen begeleiden. 2. De vergoeding bedraagt 75% van de te maken kosten (met uitzondering van reis- en verblijfkosten) tot een maximum van € 500, - per persoon en tot een maximum van € 1.500, - per sport- en beweegorganisatie per kalenderjaar. Subsidiëring activiteiten georganiseerd door sport- en beweegorganisaties die het gebruik van voorzieningen in de openbare ruimte vergroten 1. Wij subsidiëren sport- en beweeg activiteiten georganiseerd door sport- en beweegorganisaties om het gebruik van voorzieningen in de openbare ruimte te vergroten en te stimuleren. 2. De vergoeding bedraagt 75% van de te maken kosten tot een maximum van € 1.500, - per sport- en beweegorganisatie per kalenderjaar. Subsidiëring activiteiten die leiden tot de start van een nieuwe sport- beweegorganisatie 1. Wij kennen een eenmalige subsidie toe voor het opstarten van een nieuwe sport- en of beweegorganisatie. 2. De vergoeding bedraagt eenmalig 75% van de te maken kosten tot een maximum van € 1.500, -.
Artikel 4:5 Subsidiecriteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: 1. De sport- en beweegorganisatie levert naar het oordeel van het college een redelijke eigen bijdrage in de kosten via contributie van de actieve leden/deelnemers en andere inkomstenbronnen. 2. De sport- en beweegorganisatie heeft een minimum aantal leden van 10. 3. Aan de activiteit voor de doelgroepen dienen minimaal 10 personen deel te nemen. 4. Deze activiteit dient gedurende het seizoen minimaal eenmaal per week plaats te vinden of een minimum aantal van 10 maal per jaar.
Artikel 4:6 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend.
Artikel 4:7 Slotbepalingen 1. De Nadere regels Sport en Bewegen van voormalig gemeente Skarsterlân worden ingetrokken. 2. De Subsidieregeling Sport en Bewegen van gemeente De Fryske Marren, vastgesteld op 20 juni 2014, wordt ingetrokken. 3. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2015 en volgende jaren. 4. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sport en bewegen.
13
5. Subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk
Artikel 5:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: vrijwillig jongerenwerk: werk, dat uitsluitend met behulp van vrijwilligers mogelijkheden biedt voor ontspanning en ontwikkeling van jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar Onder activiteitenkosten wordt verstaan, kosten voor activiteiten op het gebied van a. Maatschappelijke deelname door jongeren b. Talentontwikkeling bij jongeren c. Ontmoeting tussen jongeren onderling en ontmoeting tussen jongeren en de buurt d. Stimuleren van vrijwilligerswerk onder jongeren Onder huisvestingskosten wordt verstaan: a. Kosten van afschrijving op gebouwen, inrichting, verwarmingsinstallatie en buitengewoon onderhoud b. Huur van gebouwen, zaalruimte en terreinen c. Kosten van elektriciteit, verwarming en water d. Kosten van buitenaccommodaties e. Premies van verzekeringen en overige lasten voortvloeiend uit de eigendom van gebouwen en terreinen
Artikel 5:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 5:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 5:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden voor de huisvestingskosten van jongerencentra en activiteiten die gericht zijn op ondersteuning en begeleiding voor en aan jongeren ten behoeve van hun ontwikkeling en maatschappelijke deelname. Activiteiten die gericht zijn op het bieden van ontspanning, het vormen en helpen van jongeren en een goed en veilig klimaat creëren voor jongeren. Stimuleren van activiteiten die bedacht en georganiseerd worden door jongeren.
Artikel 5:4 Hoogte van de subsidie De hoogte van de subsidie is: 50% van de activiteitenkosten en 75% van de huisvestingskosten met in totaal een maximum van € 10.000, - per jaar.
Artikel 5:5 Bijzondere bepalingen/verplichtingen Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: 1. De subsidieontvanger is verplicht een naar het oordeel van het college redelijke financiële eigen bijdrage te leveren voor de uitvoering van de activiteiten. 2. Voor zover van toepassing is de subsidieontvanger verplicht een naar het oordeel van het college redelijk bedrag als entree te heffen van de bezoekers van de activiteit. 3. De subsidieontvanger is verplicht om de relatie aan te geven tussen de activiteiten waarvoor op de grond van deze regeling subsidie wordt gevraagd en zijn reguliere activiteiten als hij daarvoor subsidie ontvangt volgens een gemeentelijke subsidieregeling of van een derde.
14
Artikel 5:6 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend.
Artikel 5:7 Aanvullende weigeringsgronden Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder f, van de Algemene subsidieverordening De Friese Meren kan subsidieverlening worden geweigerd als: 1. Het college neemt per aanvrager per indientermijn maximaal één aanvraag in behandeling; 2. Er worden geen subsidies verstrekt als bijdrage in: a. Activiteiten die niet specifiek gericht zijn op jongeren van 12 tot 23 jaar; b. Activiteiten die niet specifiek gericht zijn op activiteiten die plaatsvinden in De Fryske Marren; c. Activiteiten die gericht zijn op kinderen tot 12 jaar; d. Activiteiten gericht op jongeren georganiseerd door kinderclubs, jongens- en meisjesclubs, wijk- en buurtverenigingen, plaatselijk belangen of kerken; e. De viering van jubilea; f. Organisatiekosten; g. Activiteiten met een commercieel karakter of waarbij sprake is van winstoogmerk; h. Activiteiten, beheer en exploitatie van speel-o-theken; i. Financiële acties om de kas te spekken.
Artikel 5:8 Overgangsbepalingen 1. Wanneer de aanvrager in het jaar 2015 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij vermindering van de subsidie een afbouwperiode van 2 jaar. 2. De daling van de te ontvangen subsidie voor het jaar 2016 ten opzichte van 2015 bedraagt maximaal 25%. 3. De daling van de te ontvangen subsidie voor het jaar 2017 ten opzichte van 2016 bedraagt maximaal 25%.
Artikel 5:9 Slotbepalingen 1. De subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk van gemeente De Fryske Marren, vastgesteld op 20 juni 2014, wordt ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en hebben heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk.
15
6. Subsidieregeling verkeersveiligheid Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Verkeersveiligheid
Artikel 6:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: aanvrager: een organisatie die activiteiten verricht in het kader van de bevordering van de veiligheid in het verkeer op de openbare weg; beleid verkeer: het meest recente Actieplan gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren; organiserende partij: belangenorganisatie, school of vereniging; subsidieontvanger: een natuurlijk persoon die deelneemt aan een verkeersveiligheidstraining of een organisatie die activiteiten verricht in het kader van de bevordering van de veiligheid in het verkeer op de openbare weg; uitvoerende organisatie: de organisatie die is aangewezen om de activiteiten daadwerkelijk uit te voeren.
Artikel 6:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 6:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 6:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt zoals genoemd en beschreven in het beleid verkeer.
Artikel 6:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 6:3.
Artikel 6:5 Hoogte van de subsidie 1. De hoogte van de subsidies is vastgelegd in het beleid verkeer. 2. Wanneer de hoogte van de subsidie niet is vastgelegd in het beleid verkeer is het college bevoegd de hoogte van de subsidie op basis van individuele omstandigheden vast te stellen, één en ander met in achtneming van de subsidieplafonds.
Artikel 6:6 Aanvraag 1. In aanvulling op artikel 6, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren kan de aanvraag plaatsvinden door op enigerlei wijze contact op te nemen met de ambtenaar die belast is met het verstrekken van subsidies Verkeersveiligheid. 2. Indien de aanvrager niet tevens subsidieontvanger is, worden tevens de gegevens van de subsidieontvanger verstrekt.
Artikel 6:7 Aanvraagtermijn Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren ingediend voordat de activiteiten plaatsvinden.
Artikel 6:8 Verplichtingen In aanvulling op artikel 12a van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren geldt de verplichting dat de activiteiten zijn verricht binnen 52 weken na de aanvraag.
16
Artikel 6:9 Subsidievaststelling en -betaling 1. In afwijking van artikel 16 van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren wordt de subsidie vastgesteld na afloop van de activiteiten als een (kopie)factuur is verstrekt. 2. De subsidie wordt betaald aan de subsidieontvanger, tenzij is afgesproken dat de subsidie rechtstreeks betaald dient te worden aan de uitvoerende organisatie.
Artikel 6:10 Slotbepalingen 1. De Nadere regels Verkeersveiligheid van voormalig gemeente Skarsterlân worden ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en hebben betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2014 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Verkeersveiligheid.
17
7. Subsidieregeling Musea Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Musea.
Artikel 7:1 Begripsomschrijvingen
International Council of Museums: een museum is een permanente instelling, niet gericht op het behalen van winst, toegankelijk voor publiek, die ten dienste staat van de samenleving en haar ontwikkeling. Een museum verwerft, behoudt, onderzoekt, presenteert, documenteert en geeft bekendheid aan de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving, voor doeleinden van studie, educatie en genoegen. Museumregister: het doel van museumregistratie is het zichtbaar maken, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de musea en daarmee het verantwoord beheer van het cultureel erfgoed. Musea die op of boven een minimumstandaard (de museumnorm) functioneren worden opgenomen in het Museumregister Nederland.
Artikel 7:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 7:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 7:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de doelstelling van het museum en aan de programmalijn Grutsk op De Friese Meren in de kadernota cultuurbeleid, t.a.v.: • behoud van cultureel erfgoed • educatieve productontwikkeling • publieksactiviteiten • versterken van recreatie en cultuurtoerisme
Artikel 7:4 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties die voldoen aan de definitie voor musea zoals geformuleerd door de International Council of Museums en die zijn opgenomen in het landelijk museumregister. De volgende vier musea vallen onder deze subsidieregeling: • Natuurhistorisch museum Informatiecentrum Mar en Klif • Cultuurhistorisch museum Museum Stedhûs Sleat • Cultuurhistorisch museum Stichting Oudheidkamer Lemster Fiifgea • Cultuurhistorisch museum Museum Joure
Artikel 7:5 Subsidieplafond Het subsidieplafond Musea wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Dit bedrag is inclusief huisvestingskosten.
Artikel 7:6 Slotbepalingen 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Musea.
18
8. Subsidieregeling Openbaar bibliotheekwerk Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Openbaar bibliotheekwerk.
Artikel 8:1 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 8:2 bedoelde activiteiten.
Artikel 8:2 Activiteiten 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die: a. de persoonlijke ontwikkeling van inwoners stimuleren op het terrein van de vijf functies, zoals beschreven in artikel 5 Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen: • kennis en informatie; • educatie en ontwikkeling; • lezen en literatuur; • kunst en cultuur; • ontmoeting en debat. b. bijdragen aan de programmalijnen beschreven de notitie Bibliotheekbeleid gemeente De Fryske Marren 2015-2020: • professionele ondersteuning van het onderwijs; • bibliotheek verbinding tussen fysiek en digitaal; • toegankelijkheid van informatie; • Frysk in de bibliotheek.
Artikel 8:3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan stichting Bibliotheken Mar en Fean.
Artikel 8:4 Subsidieplafond Het subsidieplafond Openbaar bibliotheekwerk wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Dit bedrag is inclusief huisvestingskosten.
Artikel 8:5 Slotbepalingen 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Openbaar bibliotheekwerk.
19
9. Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE) Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren vast te stellen de Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE).
Artikel 9:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: • Peuterwerk: de verzorging, opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen uitsluitend bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar. • Voorschoolse educatie (hierna VVE): educatie die op een peuterwerklocatie wordt aangeboden aan kinderen tussen 2,5 en 4 jaar waarbij gewerkt wordt met een erkend VVE-programma. • Doelgroepkinderen: peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar met een leerlinggewicht van • 0,3 of 1,2 (ouders met een laag opleidingsniveau), getoetst door de Jeugdgezondheidszorg. • Wet Oke: Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Stb. 2010, 296). • Tweeverdieners: een echtpaar of samenwonend stel die beide een eigen inkomen verwerven via betaald werk. • ARBO wetgeving: Arbeidsomstandighedenwet. Deze wet geeft regels over de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers. • GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst. Verricht het toezicht op opvanglocaties conform de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (WKKP).
Artikel 9:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 9:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 9:3 Activiteiten 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor Peuterwerk gericht op peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar waarvan de ouders geen tweeverdieners zijn. 2. Het college kan, aanvullend op de subsidiëring Peuterwerk, subsidie verlenen voor VVE plaatsen voor doelgroepkinderen.
Artikel 9:4 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de samenwerkende organisaties: • Stichting Peuterspeelzalen Gaasterlân-Sleat • SKIK stichting Peuterspeelzalen • Stichting Doomijn Peuterspeelzalen
Artikel 9:5 Subsidiecriteria Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: • De wet- en regelgeving en landelijke kwaliteitseisen, zoals omschreven in de Wet Oke en ARBOwetgeving. Dit blijkt uit een goedgekeurd inspectierapport van de GGD; • De kaders en criteria zoals omschreven in de Kadernota Peuterwerk en VVE van gemeente De Fryske Marren.
Artikel 9:6 Subsidieplafond 1. Het subsidieplafond Peuterwerk wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Dit bedrag is inclusief huursubsidie en opleidingskosten. 2. Het subsidieplafond Voorschoolse educatie wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Dit bedrag is inclusief huursubsidie en opleidingskosten.
20
Artikel 9:7 Verplichtingen De subsidieontvanger rapporteert per kwartaal en per locatie een overzicht van het aantal kinderen dat VVE volgt aan de gemeente. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het door de gemeente ontwikkelde formulier.
Artikel 9:8 Aanvullende weigeringsgronden Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder f, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en als aanvulling op artikel 1:4 van het algemene deel van de Algemene Subsidieregelingen is onderstaande aanvullende weigeringsgrond van toepassing: 1. het college kan subsidieverlening weigeren wanneer een evenwichtige spreiding van voorzieningen naar het oordeel van het college onvoldoende is gewaarborgd.
Artikel 9:9 Verantwoording 1. Een aanvraag tot vaststelling bevat, in afwijking van artikel 15, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren: a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht inclusief een overzicht van het aantal bezette peuter- en VVE plaatsen; b. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening); c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en d. een samenstellingsverklaring voor subsidies tussen € 50.000,- en € 200.000,- opgesteld door een onafhankelijke accountant; e. een controleverklaring voor subsidies hoger dan € 200.000,-. De controleverklaring geeft een oordeel of de subsidie ook werkelijk is gebruikt waarvoor de subsidie is bestemd.
Artikel 9:10 Slotbepalingen 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE).
21
10. Subsidieregeling Sociaal wijkteam Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Sociaal wijkteam
Artikel 10:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: Sociaal wijkteam: een team van professionals dat de toegangspoort vormt voor inwoners met alle hulpvragen over zorg en ondersteuning, werk en inkomen en jeugd en gezin. Domein 1 heeft betrekking op het cluster zorg en participatie. Domein 2 heeft betrekking op het cluster jeugd en gezin.
Artikel 10:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 10:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 10:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de activiteiten zoals genoemd en beschreven in het beschrijvend document “Sociaal wijkteam’’.
Artikel 10:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 10:3.
Artikel 10:5 Hoogte van de subsidie 1. De hoogte van de subsidie voor de inrichting van het sociaal wijkteam wordt als volgt bepaald: Domein 1 Zorg en participatie: € 775.000, (per jaar) Domein 2 Jeugd en gezin: € 1.410.000, - (per jaar) Onder voorbehoud dat de gemeenteraad dit bedrag in de gemeentebegroting van het desbetreffende kalenderjaar heeft opgenomen. 2. Van het voorafgaande lid kan worden afgeweken als er naar het oordeel van het college een aantoonbare wijziging nodig is om de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente te realiseren.
Artikel 10:6 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.. 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal: kwaliteit plan van aanpak (25) innovatieve werkwijze (5) specifieke aandachtspunten per domein (20)
22
Artikel 10:7 Aanvraagtermijn Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, uiterlijk 23 oktober 2015 ingediend.
Artikel 10:8 Verplichtingen Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager te voldoen aan de verplichtingen die zijn gesteld in het beschrijvend document “Sociaal wijkteam De Fryske Marren” en het procesplan “Doorontwikkeling sociaal wijkteam De Fryske Marren 2015-2016”.
Artikel 10:9 Toekenning en vaststelling van subsidie 1. Als subsidie wordt verleend, wordt deze jaarlijks na verantwoording overeenkomstig de ASV vastgesteld. 2. De subsidie wordt voor twee jaar toegekend, onder het voorbehoud dat de gemeenteraad dit bedrag in de gemeentebegroting van het desbetreffende kalenderjaar heeft opgenomen.
Artikel 10:10
Verantwoording
In afwijking van artikel 14 en 15 van de Algemene subsidieverordening dient de subsidieaanvrager een actieve bijdrage te leveren aan de analyses.
Artikel 10:11
Slotbepalingen
1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2016. 2. Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2018. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sociaal wijkteam.
23
11. Subsidieregeling Innovatiefonds ondersteuning Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en de Algemene Subsidieregelingen besluit vast te stellen de Subsidieregeling Innovatiefonds ondersteuning
Artikel 11:1 Begripsomschrijvingen • • • • •
•
Effectiviteit: de mate waarin (vooraf) geformuleerde doelstellingen in de praktijk worden bereikt Feitelijke zorg: de zorg die in de praktijk wordt gegeven. Innovatie: ontwikkeling van nieuwe ideeën. Zelfredzaamheid: vermogen om zelfstandig je leven te leiden en om je eigen problemen op te lossen Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM): is een instrument waarmee de mate van zelfredzaamheid van cliënten eenvoudig en volledig kan worden beoordeeld. De ZRM concretiseert zelfredzaamheid op de volgende leefgebieden: inkomen, dagbesteding, huisvesting, gezinsrelaties, geestelijke gezondheidszorg, fysieke gezondheid, verslaving, vaardigheden bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL), sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie. Per leefgebied is aangegeven welke feitelijke omstandigheden bij welk niveau van zelfredzaamheid horen. Zorg innovatie: een door bestaande organisaties bewust gekozen verandering in het aanbod van zorg om de kwaliteit en/ of de efficiëntie van de zorgverlening te verbeteren.
Artikel 11:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 11:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 11:3 Activiteiten Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdrage aan de innovatie in de zorg. Door bestaande zorgverleners die de kwaliteit en de effectiviteit van de zorg verbeteren. De innovatie dient gericht te zijn op (niet limitatief): a. de feitelijke zorg die de inwoner ontvangt; b. productvernieuwing; c. ketensamenwerking; d. vergroten van de zelfredzaamheid van de inwoners/buurt; e. de werkprocedures; f. resultaatsturing en resultaatgerichte financiering; g. de combinatie van de zelfredzaamheidsmatrix en de geformuleerde activiteiten en producten; h. technische mogelijkheden bij inzet zorg; i. wijkgerichte vrijwillige inzet; j. de afschaling van specialistische zorg naar basisvoorzieningen; k. ontschotting tussen verschillende organisaties en/of budgetten.
Artikel 11:4 Hoogte van de subsidie 1. Een subsidie bedraagt maximaal € 10.000,- per ingediend project en per organisatie of samenwerkingsverband. Dit is inclusief de eventueel verschuldigde BTW. 2. Van het voorafgaande lid kan worden afgeweken als er naar het oordeel van het college een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het vastgestelde beleidskader van de gemeente. 3. Indien, op verzoek van de gemeente, gevraagd wordt om een aanvullend plan van aanpak, kunnen de gemaakte kosten voor de ontwikkeling van een plan van aanpak bij de subsidieaanvraag worden aangevraagd.
24
Artikel 11:5 Bijzondere bepalingen/ verplichtingen Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: a. De aanvraag moet passen binnen de visie die in het gemeentelijk beleid is benoemd; b. Het in de aanvraag benoemde project levert een nieuwe en binnen onze visie en beleid passende werkwijze die overdraagbaar is naar andere organisaties en gemeenten; c. De resultaten van het project dienen tastbaar, meetbaar en reëel te zijn; d. De ingediende projecten hebben in ieder geval een toegevoegde waarde voor de inwoner, indien mogelijk ook voor de organisaties en de gemeenten; e. De innovatie is praktijkgericht en deze moet aansluiten bij de behoefte van de inwoner; f. Wanneer inwoners bij de innovatie kunnen worden betrokken, verdient dit een pré; g. De projecten voor innovatie hebben een maximale looptijd van 9 maanden; h. Het project is zo mogelijk ook gericht op duurzaamheid; i. De subsidie is een eenmalige en tijdgebonden investering. Er worden geen structurele bijdragen verstrekt.
Artikel 11:6 Verdeling subsidieplafond 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend.
Artikel 11:7 Aanvraag In afwijking van artikel 6, eerste, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening De Friese Meren dient de aanvrager een gemotiveerd plan in te dienen.
Artikel 11:8 Aanvraagtermijn Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren, vier weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten, aangevraagd.
Artikel 11:9 Verantwoording In afwijking van artikel 13 van de Algemene subsidieverordening, dient de subsidieaanvrager een half jaar na de start van het project een verslag te geven van de leerpunten, zodat deze eventueel meegenomen kunnen worden in de deelovereenkomst Wmo.
Artikel 11:10 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De subsidieregeling Innovatiefonds Zorg en Ondersteuning, vastgesteld op 27 oktober 2015, wordt ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het subsidiejaar 2016 en volgende jaren 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Innovatiefonds Ondersteuning.
25
12. Subsidieregeling Monumentenstichting Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren besluit vast te stellen de Subsidieregeling monumentenstichting
Artikel 12:1 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: Rijksmonument: gebouw of object dat om cultuurhistorische waarde door de rijksoverheid is aangewezen als beschermd monument. Aangewezen rijksmonumenten zijn opgenomen in het monumentenregister. Monumentenwet: de Nederlandse wetgeving voor behoud van monumenten (in de zin van historisch erfgoed).
Artikel 12:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 12:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 12:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan: het in stand houden en restaureren van rijksmonumenten als bedoeld in de monumentenwet die zich bevinden binnen de grenzen van gemeente De Fryske Marren en die in het verleden eigendom zijn geweest van de voormalige gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland of Skarsterlân (inclusief Klokkenstoel Bantega); het onder de aandacht brengen en openstellen van rijksmonumenten aan een zo’n groot mogelijk publiek.
Artikel 12:4 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan Stichting tot Behoud van Rijksmonumenten De Friese Meren (Stichting BRM-DFM).
Artikel 12:5 Verplichtingen Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: De aanvrager zet zich aantoonbaar in om andere, aanvullende, gelden dan deze subsidie te verwerven. Het betreft hier BRIM-subsidies, provinciale subsidies, steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds, de BankGiro loterij, plaatselijke fondsen et cetera. De aanvrager zal op verzoek van de gemeente De Fryske Marren en/of plaatselijke kerkgenootschappen te allen tijde toegang verlenen aan haar monumenten. Dit ten behoeve van onder anderen het vlaggen op landelijke en plaatselijke feestdagen, het luiden van klokken bij begrafenissen, het bespelen van het carillon in de Jouster Toer, het houden van culturele activiteiten en rondleidingen et cetera.
Artikel 12:6 Hoogte van de subsidie De hoogte van de subsidie bedraagt € 125.000,- per jaar voor de periode van 2016 tot en met 2019.
Artikel 12:7 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend. 26
Artikel 12:8 Toekenning en vaststelling van subsidie 1. Als subsidie wordt verleend, wordt deze jaarlijks na verantwoording overeenkomstig de ASV vastgesteld. 2. De subsidie wordt voor vier jaar toegekend, onder het voorbehoud dat de gemeenteraad dit bedrag in de gemeentebegroting van het desbetreffende kalenderjaar heeft opgenomen.
Artikel 12:9 Slotbepalingen 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Monumentenstichting.
27
13. Subsidieregeling instellingen op het terrein van maatschappelijke dienstverlening Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en de Algemene Subsidieregelingen besluit vast te stellen de Subsidieregeling instellingen op het terrein van maatschappelijke dienstverlening
Artikel 13:1 Begripsomschrijvingen Deze subsidieregeling is een nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren 2014.
Artikel 13:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 13:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 13:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het algemeen welzijn van de inwoners van De Fryske Marren.
Artikel 13:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen 1. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 13:3. 2. Een subsidie als bedoeld in artikel 13:3, wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een langdurige subsidierelatie, gedurende tenminste drie aaneengesloten jaren. 3. Aan de volgende organisaties wordt, voor de uitvoering van maatschappelijke dienstverlening, een maximale subsidie beschikbaar gesteld van: Organisatie
Maximale subsidiebedrag 2016
IVN afdeling Sudwesthoeke
€
170,00
Volksdansgroep Gaasterlân-Sleat
€
170,00
Ijswegencentrale Sloten
€
192,50
Stichting Zwem/surfgelegenheid Lytse Jerden
€
306,00
Dorpsbelang Elahuizen, zwemplekje de Lange Hoek
€
308,72
Stichting Histoarysk Wurkferbân Gaasterlân
€
311,10
stichting Halt
€
512,00
St. Nationale Herdenking Joure
€
806,67
SKC De Poarte
€
1.037,00
VAC Gaasterland
€
1.500,00
Keunstwurk
€
2.363,00
Bibliotheekservice Fryslân (tomke)
€
2.500,00
Afûk
€
2.868,00
’t Nut Gaasterlân-Sleat
€
3.163,02
Modevakschool Bakhuizen
€
4.000,00
St. Behear Toanielsintrum Skarsterlân
€
5.035,87
Support Fryslân
€
6.600,00
Medemenselijkheid Friesland
€
7.000,00
Stichting Cultuurbevordering Lemsterland
€
8.075,00
Jeugdsportfonds Friesland
€
10.000,00
Slachtofferhulp
€
11.662,00 28
Jeugdcultuurfonds Friesland
€
15.000,00
Miks Welzijn - In de Vrijloop
€
15.500,00
Tûmba
€
18.964,00
Steunpunt NME (onderdeel informatiecentrum Mar en Klif Timpaan Welzijn (Duomeren)
€
24.300,00
€
50.000,00
Stichting Kulturhûs Oudehaske
€
87.466,00
VVV De Friese Meren - Gaasterland
€
140.400,00
Vluchtelingenwerk Noord-Nederland
€
200.000,00
Stichting Kunstzinnige Vorming it Toanhûs/KCGS – onderdeel combinatiefunctie cultuur Stichting Kunstzinnige Vorming it Toanhûs/KCGS – onderdeel reguliere kunstzinnige vorming Miks Welzijn (basisvoorzieningen)
€
35.000,00
€
516.000,00
€
1.621.000,00
Zwembad De Stiennen Flier
subsidieplafond 2016 maatschappelijke dienstverlening zwembad
Artikel 13:5 Hoogte van de subsidie Een subsidie bedraagt maximaal het bedrag dat is opgenomen in tabel 1 van artikel 13:4, lid 3.
Artikel 13:6 Wijze van verdeling 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.
Artikel 13:7 Slotbepalingen 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016. 2. Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2017. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling instellingen op het terrein van maatschappelijke dienstverlening.
29
14. Subsidieregeling maatschappelijk gebruik Swimfun en Sportfun Joure Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en de Algemene Subsidieregelingen besluit vast te stellen de Subsidieregeling maatschappelijk gebruik Swimfun en Sportfun Joure.
Artikel 14:1 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 14:2 bedoelde activiteiten.
Artikel 14:2 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor: a. Recreatief zwemmen ten behoeve van de bevordering van gezondheid en zelfredzaamheid. b. Zwemverenigingen ten behoeve van sportstimulering en versterking sportinfrastructuur. c. Doelgroepen ten behoeve van sociale activiteiten. d. Zweminstructie ten behoeve van het vergroten van zwemvaardigheid en veiligheid. e. Incidentele verhuur zwembad ten behoeve van de bevordering van gezondheid en sportstimulering. f. Bewegingsonderwijs ten behoeve van het aanleren van een verantwoorde deelname van scholieren aan de bewegingscultuur. g. Sportgebruik ten behoeve van het bevorderen dat inwoners primair de mogelijkheid wordt geboden om op verantwoorde wijze en in overeenstemming met de eigen aanleg en behoefte sport kunnen beoefenen en secundair om maatschappelijke doelstellingen van sport te realiseren. h. Gehele onderhoud van de accommodatie ten behoeve van de instandhouding.
Artikel 14:3 Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de Stichting Zwem- en Recreatiebad De Stiennen Flier die de exploitatie, het beheer en het onderhoud van Swimfun en Sportfun verzorgd.
Artikel 14:4 Berekening van de subsidie Op de berekening van de subsidie zijn van toepassing: a. De meerjaren budgetsubsidie overeenkomst, de beheer- en exploitatieovereenkomst en de huurovereenkomst. b. Een meerjarenonderhoudsplan en een bijbehorende meerjarenonderhoudsbegroting.
Artikel 14:5 Subsidieplafond 1. Het subsidieplafond Stichting Zwem- en Recreatiebad De Stiennen Flier wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. 2. De vaste jaarlijkse subsidie in de exploitatielasten en de beheerslasten wordt jaarlijks geïndexeerd: a. Lonen en salarissen op basis van de loonindicatie die het Centraal Plan Bureau onderscheidt voor de overheidssector. b. De prijscompensatie op basis van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP).
Artikel 14:6 Verdeling subsidieplafond 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.
30
Artikel 14:7 Slotbepalingen 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2016 en volgende jaren. 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling maatschappelijk gebruik Swimfun en Sportfun Joure.
31
15. Subsidieregeling Rijksmonumenten De Fryske Marren Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de titel 4:2 Algemene wet bestuursrecht, Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en de subsidieregeling Algemeen subsidiekader De Fryske Marren besluit vast te stellen de Subsidieregeling Rijksmonumenten De Fryske Marren.
Artikel 15:1 Begripsomschrijvingen
Molens: molens die de status van rijksmonument hebben Rijksmonumenten: monumenten die zijn opgenomen in het monumentenregister, vastgesteld ingevolge artikel 6 van de Monumentenwet 1988
Artikel 15:2 Toepassingsbereik Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 15:3 bedoelde activiteiten.
Artikel 15:3 Activiteiten Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden voor: 1. Onderhoud van de volgende zes molens in gemeente De Fryske Marren: • Penninga’s molen te Joure • Langweerder molen te Langweer • Skarren molen te Scharsterbrug • Molen de Hersteller te Sintjohannesga • Molen de Kaai te Sloten • Molen ’t Zwaantje te Nijemirdum 2. Restauratie van rijksmonumenten met een publieksfunctie
Artikel 15:4 Hoogte van de subsidie Subsidie wordt alleen verstrekt in de volgende twee subsidie categorieën: 1. Molens: de hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 1.000,- per molen per jaar. 2. Rijksmonumenten met een publieksfunctie: een subsidie bedraagt maximaal 20 % van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.000,- per aanvraag. 3. Onder subsidiabele kosten wordt verstaan: • Molens: kosten om de molens in de oorspronkelijke staat te houden. • Rijksmonumenten: restauratiekosten die door het college van burgemeester en wethouders zijn vastgesteld. • Subsidie is inclusief de eventueel verschuldigde BTW.
Artikel 15:5 Aanvraag In aanvulling op artikel 6, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening De Friese Meren dient de aanvrager een restauratieplan met gespecificeerde begroting in te dienen.
Artikel 15:6 Aanvullende weigeringsgronden Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder g, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en als aanvulling op artikel 4 van de subsidieregeling Algemeen subsidiekader De Fryske Marren is de volgende aanvullende weigeringsgrond van toepassing: 1. Er wordt geen subsidie toegekend indien voor hetzelfde pand in de voorafgaande periode van 5 jaar subsidie is toegekend.
32
Artikel 15:7 Bijzondere bepalingen/ verplichtingen De aanvrager dient: 1. de werkzaamheden uit te voeren volgens het ingediende en door het college goedgekeurde restauratieplan; 2. pas te beginnen met de werkzaamheden nadat het college een besluit heeft genomen op de subsidieaanvraag.
Artikel 15:8 Verantwoording 1. In afwijking van artikel 13 van de Algemene subsidieverordening, dient de subsidieaanvrager nadat de restauratie is gerealiseerd een financieel overzicht in te dienen. Dit financieel overzicht dient aangeleverd te worden inclusief facturen. 2. Wanneer de daadwerkelijke kosten hoger zijn dan bij de aanvraag is vermeld, wordt de vaststelling gebaseerd op de kosten zoals vermeld in de aanvraag. 3. Wanneer de daadwerkelijke kosten lager zijn dan bij de aanvraag is vermeld, wordt de subsidie naar evenredigheid vastgesteld waarbij wordt uitgegaan van de daadwerkelijke kosten.
Artikel 15:9 Subsidieplafond Het subsidieplafond Rijksmonumenten De Fryske Marren wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld.
Artikel 15:10 Verdeling subsidieplafond 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.
Artikel 15:11 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2016. 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Rijksmonumenten De Fryske Marren.
33
Toelichting op de subsidieregelingen Hoofdstuk 2 Toelichting subsidieregeling culturele activiteiten
Artikel 2:1 Begripsomschrijvingen
Podiumkunsten: zijn kunsten op het gebied van muziek, muziektheater, dans, toneel, mime, jeugdtheater en combinaties van deze disciplines. Professionele kunstenaars: zijn kunstenaars die een beroepsopleiding in één van de podiumkunstrichtingen hebben gevolgd of die beroepsmatig actief zijn met het podiumkunstvak. Amateurkunstenaars: zijn podiumkunstenaars die niet beroepsmatig als kunstenaar werkzaam zijn. Openbare activiteit: een openbaar toegankelijke uitvoering, die in de pers is aangekondigd en waarbij entree wordt geheven. Cultureel project: een eenmalige activiteit of openbare voorstelling, gedurende een afgeronde periode en met een bepaald thema. Manifestatie: is qua tijd en opzet een grootschalige, openbare voorstelling van één of meer podiumkunsten.
Artikel 2:3 Activiteiten Deze regeling is niet bedoeld voor het subsidiëren van feesten en recepties, zoals bijvoorbeeld de opening van een expositie, een dorpsfeest of een feest ter gelegenheid van een jubileum.
Artikel 2:4 Hoogte van de subsidie Voor een openbare manifestatie wordt slechts subsidie verstrekt wanneer sprake is van een unieke activiteit. Dit brengt met zich mee dat het bepalen van de hoogte van de subsidie maatwerk is, waarbij rekening moet worden gehouden met het beschikbare budget. Verder wordt in dit artikel gesproken over een gemeentelijke subsidie van maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 2.000,- per activiteit. De subsidiabele kosten worden berekend door de begrote inkomsten, exclusief inkomsten uit overige subsidies/ fondsen/ leningen, van de begrote organisatiekosten af te trekken.
Artikel 2:5 Bijzondere bepalingen/verplichtingen Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet: kosten van consumpties voor bezoekers; kosten van voorzieningen langer dan de duur van het project/evenement; kosten die als niet redelijk worden beoordeeld.
Artikel 2:7 Aanvullende weigeringsgronden De gedachte achter dat subsidieverstrekking niet langer dan twee jaar voor dezelfde of vergelijkbare activiteit verstrekt kan worden is dat de subsidie gezien moet worden als een stimulans om een culturele activiteit op te starten.
Artikel 2:8 Overgangsbepalingen Vanuit de voormalige fusiegemeenten werden subsidies verstrekt met een structureel karakter voor culturele activiteiten. Volgens artikel 2:7 van deze regeling wordt subsidie niet langer dan twee jaar verstrekt voor dezelfde of vergelijkbare activiteit. Als overgangsbepaling geldt dat wanneer een organisatie in 2014 subsidie heeft ontvangen voor een culturele activiteit, pas 2015 telt als eerste jaar subsidie vanuit deze regeling. De gedachte achter een maximale subsidieverstrekking van twee jaar is dat op deze manier ook nieuwe initiatieven kans maken op subsidiëring uit dit budget.
34
Hoofdstuk 3 Toelichting subsidieregeling sociale samenhang, participatie en maatschappelijke ontwikkeling
Artikel 3:3 Activiteiten De activiteiten die subsidiabel zijn moeten naar het oordeel van het college passen binnen het doel van de subsidieverstrekking, namelijk het bevorderen van het welzijn en maximaliseren van de ontwikkelingskansen.
Artikel 3:8 Overgangsbepalingen Vanuit de voormalige fusiegemeenten werden subsidies verstrekt met een structureel karakter voor ouderenactiviteiten. Door het samenvoegen van de subsidieregelingen zijn er voordelige en nadelige gevolgen voor subsidieontvangers, daarom is ervoor gekozen om een overgangsperiode in te voeren. De gedachte achter de harmonisatie is dat de regels voor iedereen gelijk zijn.
Hoofdstuk 4 Toelichting subsidieregeling sport en bewegen
Artikel 4:3 Activiteiten en de hoogte van de subsidie per activiteit Het is mogelijk om subsidie aan te vragen voor vijf soorten activiteiten op het gebied van sport en bewegen: 1. Versterken infrastructuur van sport- en beweegorganisaties in relatie met het sociaal domein 2. Organiseren activiteiten/projecten door sport- en beweegorganisaties om de sportdeelname van kwetsbare inwoners te vergroten. 3. Subsidiëring om de kennis en kunde van trainer(s) te vergroten in verband met het aanbieden van een sport- en beweegaanbod aan kwetsbare inwoners. 4. Subsidiëring activiteiten georganiseerd door sport- en beweegorganisaties die het gebruik van voorzieningen in de openbare ruimte vergroten. 5. Subsidiëring activiteiten die leiden tot start van een nieuwe sport- beweegorganisatie. 1. Versterken infrastructuur van sport- en beweegorganisaties in relatie met het sociaal domein Handelingen die leiden tot samenwerking, samenvoeging en/of integratie van sport- en beweegorganisaties in het sociaal domein kunnen subsidie aanvragen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om samenwerking met andere sport- en beweegorganisaties; samenwerking en/of integratie op primair onderwijs- en voortgezet onderwijs scholen; samenwerking en/of integratie met kinderopvangorganisaties; samenwerking met het sociaal wijkteam. 4. Subsidiëring activiteiten georganiseerd door sport- en beweegorganisaties die het gebruik van voorzieningen in de openbare ruimte vergroten Bij voorzieningen kunt u denken aan: pannakooi, halfpipe, fitnesstoestellen et cetera. 5. Subsidiëring activiteiten die leiden tot start van een nieuwe sport- beweegorganisatie Bijvoorbeeld de kosten voor inschrijving Kamer van Koophandel, notariële oprichtingsakten en statuten. Uit uw activiteitenplan en begroting moet duidelijk zijn dat u een redelijke bijdrage aan contributie vraagt van uw leden.
35
Hoofdstuk 6 Toelichting Subsidieregeling Verkeersveiligheid Beleidsdoel Op basis van het jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde Actieplan gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid kunnen organisaties en burgers een financiële bijdrage aanvragen voor activiteiten in het kader van de bevordering van de verkeersveiligheid. De subsidies in het kader van Verkeersveiligheid worden wisselend door uitvoerende organisatie en organiserende partijen aangevraagd. Voorbeeld: een school wil deelnemen aan de ANWB Streetwise campagne. De school is hierbij de organiserende partij en de ANWB de uitvoerende organisatie. Deze werkwijze brengt met zich mee dat de gemeente De Fryske Marren als subsidiërende instantie regelmatig rechtstreeks de factuur ontvangt van de uitvoerende organisatie terwijl de subsidie formeel gezien wordt verstrekt aan de organiserende partij. In deze situatie wordt de subsidie wel formeel verstrekt aan de organiserende partij maar kan deze rechtsreeks betaald worden aan de uitvoerende organisatie. Daarnaast zijn er uitvoerende organisaties (bijvoorbeeld Stichting Bevordering Verkeerseducatie te Leeuwarden) die bij de gemeente De Fryske Marren melden dat een natuurlijk persoon heeft deelgenomen aan een verkeersveiligheidstraining. Op basis van het Actieplan kan de deelnemer mogelijk aanspraak maken op een bijdrage in de kosten. De gemeente betaalt, na overlegging van bewijsstukken, de vastgestelde bijdrage aan de deelnemer.
Hoofdstuk 10 Toelichting Subsidieregeling Sociale Wijkteam De subsidieregeling Sociale Wijkteam is een tendersubsidie waarop in het tijdvak 15 september tot en met 23 oktober op ingeschreven kan worden. Na 24 oktober 2015 is het niet meer mogelijk om gebruik te maken van deze subsidieregeling.
Hoofdstuk 14 Toelichting Subsidieregeling maatschappelijk gebruik Swimfun en Sportfun Joure
Artikel 14:3 Doelgroep Het in handen geven van de exploitatie van Swimfun en Sportfun is gebaseerd op een besluit van de raad van Skarsterlân in haar vergadering van 25 november 2009.
36
Ingetrokken regelingen In het volgende hoofdstuk worden de regelingen weergegeven die zijn ingetrokken. Deze regelingen hebben alleen betrekking op het subsidiejaar 2016 en zijn alleen geldig voor de subsidieaanvragers die een structurele subsidierelatie met gemeente De Fryske Marren hebben. Het betreft de volgende regelingen: Subsidieregeling amateurkunst
Subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk (vervangen voor nieuwe regeling)
Subsidieregeling sport en bewegen (jeugdsport)
37
Subsidieregeling amateurkunst Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en de Algemene Subsidieregelingen besluit vast te stellen de Subsidieregeling Amateurkunst
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder: Amateurkunst: activiteiten op het gebied van muziek, zang en/of toneel in verenigingsverband beoefend in de vrije tijd. De uitvoerenden, uitgezonderd de artistieke leiding, ontvangen geen vergoeding voor hun medewerking. Lid/leden: contributie betalend lid/leden die op peildatum 1 september van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar lid is van de vereniging en die de activiteiten ervan mede uitvoeren. Uitvoering: een openbaar toegankelijke activiteit waarbij de organisatie aantoonbaar haar kunsten vertoont aan minimaal 50 bezoekers binnen de gemeente. Concours: een wedstrijd waarbij een jury de winnaar bepaalt.
Artikel 2
Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3
Activiteiten
Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan statutair in de gemeente gevestigde verenigingen en stichtingen die actief zijn in het uitvoeren van activiteiten op het gebied van amateurkunst.
Artikel 4
Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie voor de amateurkunst wordt als volgt bepaald: Muziekvereniging 1. Een basissubsidie van maximaal € 500,- voor deskundige artistieke leiding; 2. Een basissubsidie van maximaal € 200,- voor deelname aan een concours. 3. Een basissubsidie voor het aantal actieve leden, waarbij onderstaande categorie-indeling wordt aangehouden om de hoogte van de subsidie te bepalen: Totaal aantal leden muziekvereniging 20 – 35 36 – 50 51- 65 66 – 80 > 80
Basissubsidie € 750,€ 1.250,€ 1.750,€ 2.250,€ 2.275,-
Toneelvereniging 1. Een basissubsidie per toneelvereniging van maximaal € 250,-. Zangvereniging 1. Een basissubsidie van maximaal € 150,- voor deskundige artistieke leiding; 2. Een basissubsidie gebaseerd op het totaal aantal actieve leden, waarbij onderstaande categorieindeling wordt aangehouden om de hoogte van de subsidie te bepalen: Totaal aantal actieve leden zangvereniging 10 – 25 26 -40 > 40
Basissubsidie € 200,€ 400,€ 600,-
38
Artikel 5
Subsidiecriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: 1. De subsidieontvanger levert naar het oordeel van het college een redelijke eigen bijdrage in de kosten via contributie van de actieve leden en andere inkomstenbronnen. 2. De vereniging of stichting is gevestigd in de gemeente. 3. De vereniging of stichting heeft een minimum aantal leden van: a. Muziekvereniging: minimaal 20 leden b. Zangvereniging: minimaal 10 leden c. Toneelvereniging: minimaal 10 leden 4. De vereniging of stichting verzorgt minimaal twee keer per jaar een uitvoering in de gemeente zelf.
Artikel 6
Wijze van verdeling
1. Indien het totaal van de te verlenen subsidies meer bedraagt dan het subsidieplafond, worden de subsidiebedragen evenredig gekort.
Artikel 7
Overgangsbepalingen
1. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij vermindering van de subsidie een afbouwperiode van 2 jaar. 2. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij een verhoging van de subsidie een opbouwperiode van 2 jaar. 3. De daling of verhoging van de te ontvangen subsidie voor het jaar 2015 ten opzichte van 2014 bedraagt maximaal 25%.
Artikel 8
Slotbepalingen
1. De Nadere regels Amateurkunst van voormalig gemeente Skarsterlân worden ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en hebben betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2015 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Amateurkunst. Toelichting subsidieregeling Amateurkunst
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Voor wat betreft muziekverenigingen gaat het om verenigingen of stichtingen die op amateurkunst basis actief zijn op het terrein van muziek, zoals bijvoorbeeld een harmonieorkest, brassband, drumband, fanfareorkest of showband. Bij een uitvoering wordt de grens van 50 bezoekers genoemd. Het doel hiervan is om aan te geven aan welke omvang moet worden gedacht. Dit is lastig meetbaar. In een aantal gevallen zal de aanvrager aan moeten geven hoeveel bezoekers worden verwacht. Mocht, bijvoorbeeld tijdens een steekproef, blijken dat het aantal verwachte bezoekers niet overeenkomst met het daadwerkelijke aantal bezoekers, dan wordt een afwijking van maximaal 25% geaccepteerd. Doel van de grens is met name om het concert-aanhuis karakter uit te sluiten. Verder is bewust gekozen voor bezoekers en niet voor betalende bezoekers, omdat optredens bijvoorbeeld ook in opdracht kunnen worden uitgevoerd. Het optreden c.q. voorstelling moet naar het oordeel van het college openbaar toegankelijk zijn en geen besloten karakter hebben. De volgende zaken vallen hiermee buiten het begrip optreden/voorstelling: a. Het verlenen van een bijdrage aan een jubileumfeest c.q. receptie; b. Het verlenen van een bijdrage aan een bruiloft of rouwdienst; c. Het verlenen van medewerking aan een eigen (kerk) dienst; d. Het op eigen initiatief en zonder vergoeding verzorgen van optreden. De volgende activiteiten vallen wel onder het begrip optreden/voorstelling: a. Het verlenen van een bijdrage bij herdenkingen, zoals Dodenherdenking; b. Het op verzoek van derden en tegen vergoeding verzorgen van een optreden in de gemeente bij nationale feesten, zoals Koningsdag en Sinterklaas; c. Een try-out voorstelling of optreden, mits het openbare karakter naar het oordeel van het college voldoende is gewaarborgd. 39
Artikel 3
Activiteiten
Het doel van deze subsidiëring is in zijn algemeenheid een bijdrage leveren aan de leefbaarheid in de gemeente. Met de subsidiëring wordt beoogd dat de organisaties voor iedereen toegankelijk zijn, betaalbaar en zoveel mogelijk evenwichtig verspreid over de gemeente. De gemeente is van mening dat rechtspersoonlijkheid in de vorm van een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid c.q. een stichting past bij amateurorganisaties omdat hiermee o.a. de aansprakelijkheid, financieel beheer, verantwoordelijkheden en doel duidelijk geregeld zijn.
Artikel 4
Hoogte van de subsidie
Het betrekken van de organisatiekosten bij de systematiek is niet apart meegenomen en maakt onderdeel uit van de maximale basisbijdrage per categorie totaal aantal actieve leden. Het college is van mening dat de verenigingen zelf onderling afspraken kunnen maken over het gebruik van elkaars instrumenten en de bijbehorende kosten in de sfeer van onderhoud en afschrijving. Wanneer er sprake is van een muziekvereniging die in meerdere categorieën valt, wordt slechts voor één dirigent of instructeur subsidie verleend. Reden hiervan is dat een muziekvereniging meestal uit meerdere orkesten bestaat met verschillende dirigenten (bijvoorbeeld A-orkest, B- orkest, jeugdorkest).
Artikel 6
Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen geschiedt in volgorde van indiening, waarbij voor de volgorde van indiening de datum van de datum van ontvangst door de gemeente wordt aangehouden. Wanneer het subsidieplafond is bereikt worden aanvragen voor subsidie geweigerd.
40
Subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en de Algemene Subsidieregelingen besluit vast te stellen de Subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder: Vrijwillig jongerenwerk: werk, dat uitsluitend met behulp van vrijwilligers mogelijkheden biedt voor ontspanning en ontwikkeling van jongeren in de leeftijd tot 23 jaar. Speel-o-theek: centrum waar speelgoed wordt uitgeleend aan kinderen en jongeren. Huisvestingskosten: 1. kosten van afschrijving op gebouwen, inrichting, verwarmingsinstallatie en buitengewoon onderhoud 2. huur van gebouwen, zaalruimte en terreinen 3. kosten van elektriciteit, verwarming en water 4. kosten van buitenaccommodaties 5. premies van verzekeringen en overige lasten voortvloeiend uit de eigendom van gebouwen en terreinen Incidentele subsidie: subsidie voor een eenmalige activiteit gericht op vrijwillig jongerenwerk
Artikel 2
Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3
Activiteiten
Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden voor activiteiten die gericht zijn op ondersteuning en begeleiding voor en aan jongeren ten behoeve van hun ontwikkeling en maatschappelijke deelname, uitgevoerd door vrijwilligers. Activiteiten die gericht zijn op het bieden van ontspanning, het vormen en helpen van jongeren en een goed en veilig klimaat creëren voor jongeren. Stimuleren van activiteiten die bedacht en georganiseerd worden door jongeren.
Artikel 4
Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie voor vrijwillig jongerenwerk wordt als volgt bepaald: Vrijwillig jongerenwerk 1. Een basissubsidie van maximaal € 300,- voor vrijwillig jongerenwerk; 2. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de eventuele huisvestingskosten, met een maximum van € 5.000,- per vereniging of stichting; 3. Het voorafgaande lid is niet van toepassing voor de uitvoering van een speel-o-theek. Speel-o-theek 1. Een basissubsidie van maximaal € 1.000,- voor een speel-o-theek.
Artikel 5
Bijzondere bepalingen/verplichtingen
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: 1. de subsidieontvanger is verplicht een naar het oordeel van het college redelijke financiële eigen bijdrage te leveren voor de uitvoering van de activiteiten. 2. Voor zover van toepassing is de subsidieontvanger verplicht een naar het oordeel van het college redelijk bedrag als entree te heffen van de bezoekers van de activiteit. 3. De subsidieontvanger is verplicht om de relatie aan te geven tussen de activiteiten waarvoor op de grond van deze regeling subsidie wordt gevraagd en zijn reguliere activiteiten als hij daarvoor subsidie ontvangt volgens een gemeentelijke subsidieregeling of van een derde.
41
4. Subsidie wordt verstrekt voor een activiteit, niet voor investeringen in goederen of huisvestingskosten. 5. De aanvrager dient over de benodigde vergunningen voor de activiteit te beschikken en dient de in de vergunning opgenomen verplichtingen na te komen.
Artikel 6
Wijze van verdeling
1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend.
Artikel 7
Aanvullende weigeringsgronden
Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder f, van de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren 2014 en als aanvulling op artikel 1:4 van deze regeling zijn onderstaande aanvullende weigeringsgronden van toepassing: 1. Het college neemt per aanvrager per indientermijn maximaal één aanvraag in behandeling; 2. Er worden geen subsidies verstrekt als bijdrage in: 3. Activiteiten die niet specifiek gericht zijn op jongeren onder de 23 jaar; 4. Activiteiten die het karakter hebben van een feest of receptie; 5. Het onderhouden van speeltuintjes;
Artikel 8
Overgangsbepalingen
1. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij vermindering van de subsidie een afbouwperiode van 2 jaar. 2. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij een verhoging van de subsidie een opbouwperiode van 2 jaar. 3. De daling van de te ontvangen subsidie voor het jaar 2015 ten opzichte van 2014 bedraagt maximaal 25%. 4. Conform artikel 5:7, tweede lid, geldt dat wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie voor vrijwillig jongerenwerk heeft ontvangen, dit geldt als het eerste subsidiejaar in het kader van deze regeling.
Artikel 9
Slotbepalingen
1. De Nadere regels vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk van voormalig gemeente Skarsterlân worden ingetrokken. 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2015 en volgende jaren. 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk. Toelichting subsidieregeling vrijwillig jongerenwerk
Artikel 3
Activiteiten
De activiteiten die subsidiabel zijn moeten naar het oordeel van het college passen binnen het doel van de subsidieverstrekking, namelijk het bevorderen van het welzijn en maximaliseren van de ontwikkelingskansen.
Artikel 8
Overgangsbepalingen
Vanuit de voormalige fusiegemeenten werden subsidies verstrekt met een structureel karakter voor jongerenactiviteiten. Door het samenvoegen van de subsidieregelingen zijn er voordelige en nadelige gevolgen voor subsidieontvangers, daarom is ervoor gekozen om een overgangsperiode in te voeren. De gedachte achter de harmonisatie is dat de regels voor iedereen gelijk zijn.
42
Subsidieregeling Sport en bewegen Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren; gelet op de Algemene Subsidieverordening De Friese Meren en de Algemene Subsidieregelingen besluit vast te stellen de Subsidieregeling Sport en bewegen
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder: • Sport- en beweegorganisatie: een organisatie, zoals een vereniging of een stichting die zich richt op het bevorderen of beoefenen van erkende sport- en beweegactiviteiten en welke niet direct is gerelateerd aan een bedrijf. • Lid/leden/deelnemers: een bij de sport- en beweegorganisatie behorende en contributie betalend lid/leden/deelnemer, woonachtig in de gemeente. • Trainer: degene die in opdracht van de sport- en beweegorganisatie de begeleiding van de leden/deelnemers bij de activiteit voor zijn of haar rekening neemt.
Artikel 2
Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3
Activiteiten
Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan statutair in de gemeente gevestigde verenigingen en stichtingen die activiteiten uitvoeren op het gebied van sport en bewegen.
Artikel 4
Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie voor sport en bewegen wordt als volgt bepaald: Subsidiëring bevordering jeugdsport en kadervorming bij een sportvereniging Subsidie is beschikbaar per lid/deelnemer dat woonachtig is in de gemeente en maximaal 17 jaar oud is op peildatum 1 september van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. Het subsidiebedrag bestaat uit een algemene bijdrage per sport- en beweegorganisatie en een basisbedrag voor jeugdleden die tenminste eenmaal per week training krijgen van een trainer zonder enige bevoegdheid. Dit basisbedrag wordt verhoogd met de factor 1 ½, de factor 2 of de factor 3 al naar gelang de bevoegdheid van de trainer hoger is.
Artikel 5
Subsidiecriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen: 1. De sport- en beweegorganisatie levert naar het oordeel van het college een redelijke eigen bijdrage in de kosten via contributie van de actieve leden/deelnemers en andere inkomstenbronnen. 2. De sport- en beweegorganisatie heeft een minimum aantal leden van 10. 3. Aan de activiteit voor de doelgroepen dienen minimaal 10 personen deel te nemen. 4. Deze activiteit dient gedurende het seizoen minimaal eenmaal per week plaats te vinden.
Artikel 6
Wijze van verdeling
1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ingediend.
43
Artikel 7
Overgangsbepalingen
1. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij vermindering van de subsidie een afbouwperiode van 2 jaar. 2. Wanneer de aanvrager in het jaar 2014 subsidie van de gemeente heeft ontvangen, geldt bij een verhoging van de subsidie een opbouwperiode van 2 jaar. 3. De daling of verhoging van de te ontvangen subsidie voor het jaar 2015 ten opzichte van 2014 bedraagt maximaal 25%.
Artikel 8
Slotbepalingen
1. De Nadere regels Sport en bewegen van de voormalige gemeente Skarsterlân worden ingetrokken voor wat betreft artikel 4 – bevordering jeugdsport en kadervorming bij een sportvereniging; 2. De deelverordening jeugdzaalsport gemeente Gaasterlân-Sleat wordt ingetrokken. 3. Algemene regelen met betrekking tot het verlenen van de jaarlijkse jeugdsportsubsidie aan verenigingen in de gemeente Lemsterland wordt ingetrokken. 4. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en hebben betrekking op de subsidieverstrekking over het kalenderjaar 2015 en volgende jaren. 5. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sport en bewegen. Toelichting subsidieregeling Sport en Bewegen Beleidsdoel De gemeente streeft een hoogwaardige sportinfrastructuur na opdat: De inwoners van de gemeente de mogelijkheid wordt geboden om op een verantwoorde wijze en overeenkomstig eigen aanleg en behoefte sport- en beweegactiviteiten te beoefenen; De maatschappelijke betekenis van sport en bewegen (sport en bewegen als middel) optimaal benut wordt.
Artikel 4 Subsidie bevordering jeugdsport en kadervorming bij een sportvereniging Sport- en beweegorganisaties, die trainingen verzorgen voor de jeugd en die de bevoegdheid van het kader dat deze jeugd traint, stimuleren, komen in aanmerking voor een jaarlijkse subsidie. Een jeugdlid dat door de sport- en beweegorganisatie wordt aangedragen voor subsidie telt eenmaal mee; ook als hij/zij meerdere wekelijkse trainingen volgt. Het basisbedrag behorende bij deze subsidie is een algemeen bedrag per sport- en beweegorganisatie van € 80,00 en een basisbedrag van € 2,50 per lid/deelnemer. Dit basisbedrag per lid/deelnemer wordt vermenigvuldigd met de factor 1, 1½, 2 of 3 al naar gelang de bevoegdheid van de trainer hoger is. Factor 1: trainer zonder enige erkende bevoegdheid. Factor 1½: trainer die een sporttechnische opleiding heeft afgerond met maximale duur van 75 lesuren (basisopleiding). Factor 2: trainer die een sporttechnische opleiding heeft afgerond met duur van 76 tot 200 lesuren (voortgezette opleidingen). Factor 3: trainer met een afgeronde sporttechnische opleiding met een minimale duur van 200 lesuren (hoogste bondsdiploma, CIOS of akte lichamelijke opvoeding).
44