BEANTWOORDING TECHNISCHE VRAGEN OVER DE BEGROTING 2013-2016 Algemene vragen Mijn Partij Algemeen. Wat is de reden dat de voorgestelde bezuinigingen/ombuigingen niet zijn verwerkt in de programma’s? Antwoord: De conceptbegroting wordt samengesteld op basis van externe ontwikkelingen en de gegevens vanuit de organisatie. Dit leidt tot een concept resultaat van de begroting voor de komende jaren. Zoals gebruikelijk doet het college een voorstel aan de gemeenteraad om te komen tot een sluitende (meerjaren)begroting. Het besluit van de gemeenteraad over dit voorstel zal via de eerste wijziging van de begroting 2013 in de cijfers voor 2013 en volgende jaren worden verwerkt. Mijn Partij De algemene uitkering uit het gemeentefonds is in de begroting voor de jaren 2013-2015 ongeveer gelijk aan de bedragen zoals die zijn opgenomen in de begroting 2012. De komende rijksbezuinigingen zijn nog niet in de nieuwe cijfers opgenomen. Is het een terechte constatering dat de grote bezuinigingen geheel dan wel grotendeels noodzakelijk zijn door uitgavenstijgingen? Antwoord: De raming van de algemene uitkering is in 2013 € 204.367 lager, voor 2014 € 118.626 lager en voor 2015 € 85.670. Daarnaast staan op bladzijde 16 en 17 de belangrijkste mutaties in deze begroting genoemd. Dat zijn inderdaad grotendeels stijgingen van uitgaven. VVD Onder het kopje “Woonomgeving” wordt een ‘aanzienlijke verlaging van de externe inhuur op projecten’ genoemd. Om welk bedrag gaat het hier en hoe verhoudt dat bedrag zich procentueel tot de totale externe inhuur op projecten? Per 1 juli 2012 is de externe inhuur voor projecten teruggebracht van 192 uur per week naar 164 uur per week, en per 1 januari 2013 daalt dit verder naar 108 uur per week. De kosten van de externe inhuur kunnen gesteld worden op ruim € 800.000 in 2012 en bijna € 500.000 in 2013. Dit betreft de totale externe inhuur op projecten die in de begroting is opgenomen. Bladzijde 1, 30, 75 – VVD, CDA, OGP en Mijn Partij Hoger uurtarief. Op veel plaatsen valt te lezen dat de kosten zijn gestegen door het hogere uurtarief. Wat was het oude uurtarief? En waardoor wordt deze stijging veroorzaakt? Antwoord: Bij het opmaken van iedere begroting worden de uurtarieven opnieuw berekend. Voor 2013 is daar een stijging in te zien die voor het grootste gedeelte te maken heeft met de administratieve verwerking van de kapitaallasten van het nieuwe gemeentehuis. Hoewel de kapitaallasten van het nieuwe gemeentehuis gedekt worden uit de dekkingsreserve moeten die lasten op grond van de begrotingsregels wel worden meegenomen in de berekening van het uurtarief. Voor de begroting verloopt dit per saldo budgettair neutraal. De vraag over het oude uurtarief is niet eenduidig te beantwoorden. In de begroting wordt gewerkt met een uurtarief per kostenplaats (= afdeling). Het uurtarief is opgebouwd uit diverse componenten, die per jaar en per kostenplaats verschillen. Zo zijn o.a. wijzigingen in de organisatie zoals het instellen van de nieuwe afdeling Dienstverlening en Communicatie, het aantal vierkante meters componenten die van belang zijn. Bladzijde 3 en 7 - OGP Teruglopende inkomsten, welke inkomsten zijn dat? Wat is het bedrag dat uit de junicirculaire aan lagere inkomsten per onderdeel is ingeboekt? Kortom; wat is het bedrag dat de landelijke overheid volgens de junicirculaire in mindering brengt direct of indirect. Wat is het bedrag wat is ingeboekt aan lagere inkomsten vanuit het gemeentefonds ten opzichte van de begroting 2012-2015? Wat is het bedrag aan stijging van uitgaven per sector is ingeboekt? Welke baten staan daar vanuit het rijk tegenover?
1
Antwoord: Met teruglopende inkomsten wordt de uitkering uit het gemeentefonds bedoeld. De algemene uitkering is een totaalbedrag dat naar eigen inzicht ingezet mag worden. Een verdeling van de uitkering wordt om die reden ook niet opgenomen. De stijging van de uitgaven zijn per programma toegelicht en daar dus terug te vinden. Daar staan geen directe inkomsten vanuit de algemene uitkering tegenover. De gemeente heeft een eigen keuzevrijheid bij het besteden van de algemene uitkering. Hieronder volgt een overzicht van het totaal aan algemene uitkering. Raming algemene uitkering Begroting 2012-2015 Nieuwe begroting 2013-2016 Verschil
2013 12.828.734 12.624.367 -204.367
2014 13.016.535 12.897.909 -118.626
2015 13.099.457 13.013.787 -85.670
2016 13.429.810 N.v.t. *
Bladzijde 3 - OGP Waar pakt de gemeente minder de uitvoering op en waar levert dat dan welke besparing op? Antwoord: Een van de uitgangspunten van de begroting is “meer voorwaardenscheppend en minder zelf de uitvoering oppakken bij de uitvoering van beleid”. In onze visie betekent dit dat de gemeente zich meer richt op het tot stand brengen van verbindingen en het stimuleren van samenwerking. Dit vraagt een andere benadering van vraagstukken en soms een andere werkwijze. Voorbeelden zijn de ontwikkeling van het gezondheidscentrum en de buurtpreventie in Maasland, de ontwikkeling van het informatiepunt bij de Levende Buitenplaats en de Lekker Onderwegroutes. Dit uitgangspunt is niet in hoofdzaak gericht op het realiseren van besparingen, maar meer om het realiseren van doelen tegen zo laag mogelijke kosten. Bladzijde 5 - OGP Proces 4. Taakstellend inkrimpen: Waar is dit dan in terug te vinden? We zien een toename in fte en in geld. Antwoord: Bij dit onderdeel in de begroting is aangegeven dat in de raadsbrede financiële werkgroep tot tweemaal toe is gesproken over de uitgangspunten voor de begroting 2013-2016. Hierbij zijn de in de begroting aangegeven 4 strategische lijnen als leidraad gehanteerd. Het taakstellend inkrimpen van de organisatie was een van deze lijnen. Hiervoor is in de financië le werkgroep niet gekozen. Wel is in de begroting een structurele bezuiniging van € 258.000 (ter waarde van 5 fte) op de geraamde personeelskosten voorgesteld. Naar aanleiding van vragen van CDA en OGP over bladzijde 15,78 en110 van de begroting wordt verderop in deze beantwoording nader ingegaan op de stijging van het budget personeel en organisatie. Kortheidshalve wordt naar dit antwoord verwezen. In de paragraaf Bedrijfsvoering zijn wij op bladzijde 110 nader ingegaan op de ontwikkeling van de formatie. De afwijking van de cijfers uit de begroting 2012-2015 bestaat uit een groot aantal mutaties. Het meeste daarvan zijn klein en betreffen wijzigingen van het aantal uren dienstverband van medewerkers. Daarnaast zijn er wijzigingen in de bedrijfsvoering doorgevoerd, waardoor externe inhuur is vervangen door eigen formatie. Dit is vooral het geval bij Locatieontwikkeling. Tenslotte is de formatie uitgebreid i.v.m. nieuwe taken ( bijv. de uitvoering van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen) Bladzijde 6 – Mijn Partij In de begroting wordt op verschillende pagina’s gesproken over het afschaffen van het lokaal onderwijsbeleid in verband met de wet op passend onderwijs.(p6, p22) Voor zover wij weten was het budget lokaal onderwijsbeleid niet allen bedoeld voor zorgleerlingen. Verder is dit budget alleen voor zorgleerlingen waarvoor de rugzakjes niet bestaan. Wij komen dan ook tot de volgende vragen - Is het college het met ons eens dat de wet op het passend onderwijs slechts gaat over de zorgleerlingen?
2
-
Hoe staat het met de gedachten dat het budget lokaal onderwijsbeleid o.a. gebruikt wordt voor cultuur, Midden Delfland gevoel, bewegingsonderwijs etc. - Wordt hiermee het extra bewegen niet ondermijnd? Antwoord: Ook bij het lokaal onderwijsbeleid gaat het sinds 2012 alleen om extra zorg voor zorgleerlingen. De scholen bepalen wie dat zijn. Ook voor kinderen met een rugzakje kunnen de scholen gebruik maken van het lokaal onderwijsbeleid. Die worden niet uitgesloten. In eerdere besluitvorming van de raad is besloten om op het lokaal onderwijsbeleid te bezuinigen en de gelden uitsluitend in te zetten voor zorgleerlingen. Activiteiten op het gebied van cultuur, ICT en natuur- en milieu educatie worden niet langer vanuit het budget lokaal onderwijsbeleid gesubsidieerd. Het doel is nooit geweest om extra bewegen te subsidiëren. Ook vanuit het rijk krijgen de scholen een bijdrage voor bewegingsonderwijs. De bezuiniging op het lokaal onderwijsbeleid gaat in op het moment dat de Wet op het passend onderwijs feitelijk van kracht wordt (per 1-8-2014) Bladzijde 6 – OGP Wat maakt dat het college aanneemt dat lokaal onderwijsbeleid opgeheven wordt door de wet op passend onderwijs? Antwoord: De Wet op het passend onderwijs regelt extra zorg voor kinderen die dat nodig hebben. Dat is ook hetgeen waarvoor de gelden lokaal onderwijsbeleid worden ingezet. Het rijk gaat daarmee financieren wat de gemeente tot nu doe deed. De bezuiniging op het lokaal onderwijsbeleid gaat in op het moment dat de Wet op het passend onderwijs feitelijk van kracht wordt (per 1-8-2014) Bladzijde 6 – OGP Er wordt vooral gesneden in de uitgaven voor onderwijs en jeugdbeleid. In de inleiding wordt gesteld dat er vernieuwend beleid wordt nagestreefd. Hoe denkt het college dat te realiseren als je het volledige budget en de mensen wegbezuinigd? Antwoord: Een van de uitgangspunten voor de begroting is dat meer voorwaardenscheppend wordt gewerkt. De gemeente vervult de rol van verbindende overheid en stelt het maatschappelijk middenveld in staat om eigen initiatieven te ontplooien. Met de komst van de nieuwe taak op het gebied van jeugdzorg zal het juist het maatschappelijk middenveld zijn die vernieuwend gaat werken. Daarover zijn we reeds met partijen in gesprek. Tevens worden al in 2013 gelden beschikbaar gesteld voor de zorg voor jongeren. Bladzijde 7 - OGP WMO: Betekent dit dat de 250.000,- euro die voor nieuw beleid is gereserveerd wordt bestemd voor een vernieuwende manier van werken van het ambtelijk apparaat, waarbij er wordt uitgegaan dat dit leidt tot ondersteuning van goede maatschappelijke initiatieven? Zo niet hoe moet het dan worden geïnterpreteerd. Antwoord: Het beschikbare bedrag van € 250.000 wordt voor een deel ingezet voor de vernieuwende en verbindende overheid die het college voorstaat. Voor de invulling van het bedrag voor nieuw beleid verwijzen wij u naar het onderdeel “nieuw beleid” op bladzijde 22 van de begroting. Bladzijde 8 – CDA Incidentele extra baten van verbonden partijen worden toegevoegd aan de algemene reserve; waaruit worden incidentele extra lasten van verbonden partijen betaald? Antwoord: De incidentele extra lasten van verbonden partijen zijn, indien bekend, verwerkt in de begroting en geraamd binnen het programma en taakveld waar ze betrekking op hebben. Voor incidentele extra lasten die nog niet voorzien zijn, wordt een apart (dekkings)voorstel aan de raad voorgelegd.
3
Bladzijde 9 – OGP Landelijke media. Vierde zin: welke landelijke media wordt hiermee bedoeld? Antwoord: Hiermee wordt in algemene zin gedoeld op de landelijke media. Over het unieke karakter van het gebied Midden-Delfland zijn in verschillende landelijke media, zoals de Volkskrant en Libelle, artikelen gepubliceerd. Bladzijde 10 – OGP Hoe is de stand van zake m.b.t. de relatie van Midden-Delfland met Stadslandbouw te Rotterdam? Antwoord: Op bestuurlijk en ambtelijk niveau zijn goede contacten en worden kennis en ervaringen gedeeld. Op deze terreinen kunnen gemeenten elkaar versterken. Dit onderwerp is ook onderdeel van één van de sleutelopgaven binnen de Hof van Delfland. Bladzijde 10 – OGP 18,5 miljoen IODS. Wat is de stand van zaken van de onderhavige projecten. Op welke wijze wordt besteding ervan voorbereid? Welke organisaties uit het veld zijn hierbij betrokken? Is er ook een rol weggelegd voor (duurzame) ondernemers, voor maatschappelijke organisaties en Groen Goud? Antwoord: Aan het Groenfonds Midden-Delfland is 1 miljoen euro uitbetaald. Over de voortgang saneren verspreid liggend glas bent u eerder dit jaar schriftelijk geïnformeerd. Het project Duurzaam Boer Blijven kent veel voortgang; onlangs zijn Studiegroepen bestaande uit agrariërs ingesteld. Voor de bovenwettelijke compensatie 100 ha natuur vindt overleg plaats met LTO en Natuurmonumenten. Voor het Grondinstrument is het voornemen om in het 1e kwartaal 2013 te komen met een voorstel. Bij al deze projecten wordt nauw samengewerkt met direct betrokken partijen. De diverse opgaven van dit gebied vragen een goede samenwerking met de direct betrokken partijen, waarbij de gemeente de aangewezen partij is om die partijen bij elkaar te brengen. Bladzijde 11 – CDA Gezond Midden Delfland. “Particuliere initiatief van gezondheidscentrum ondersteunen wij van harte”. Waaruit bestaat deze ondersteuning, betreft dat ook financiële ondersteuning? Antwoord: De ondersteuning bestaat uit een faciliterende rol bij de totstandkoming van het bouwplan en een inhoudelijke ondersteuning door de vakafdeling. In de Reserve Investeringsprogramma is rekening gehouden met de mogelijkheid van een financië le bijdrage van de gemeente. Bladzijde 11 en 46 – OGP Sportfunctionarissen. Hoe kunnen deze functionarissen (3 fte) de professionals en vrijwilligers ontlasten? Wat is hun takenpakket? Antwoord: De doelstelling van de Impuls sport en bewegen is om het lokale sport- en beweegaanbod beter aan te laten sluiten op de vraag en dat er meer lokaal maatwerk komt, zodat mensen zelf kunnen beslissen aan welke sport of beweegactiviteit ze willen deelnemen. Uiteindelijk leidt dat tot meer sportdeelname en tot een gezonde en actieve leefstijl. Niet alleen de gemeenten en de sportverenigingen hebben een rol, maar ook de lokale ondernemers, scholen en welzijnsorganisaties. De gemeente zal in goed overleg met deze organisaties de rol en inzet van de functionarissen bepalen. Bladzijde 12 – OGP Samenwerking TU Delft. Is er een concreet project te noemen? Antwoord: Ja, binnenkort start een digitaal pilot met de titel “connected care”. Onder meer Pieter van Foreest, Careyn en Stichting Welzijn Midden-Delfland werken mee. Het project is gericht op licht dementerende mensen. Doel: om hen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, is een sterk sociaal netwerk van groot belang. Met een tablet kan de senior contact zoeken
4
met de professionele hulpverleners, maar vooral kan de senior ook met zijn mantelzorgers, babbelen, vragen stellen etc. Heel praktisch voorbeeld van de mogelijkheden die het systeem biedt, is dat een agenda kan worden bijgehouden, dat de senior geattendeerd kan worden op afspraken, maar dat de verschillende mantelzorgers ook kunnen inschrijven op “wie rijdt de senior naar de afspraak toe”. De anderen kunnen dan zien dat het geregeld is. Voor de senior vermindert het gebruik van het systeem in dit geval het gevoel van onzekerheid (je vergeet geen afspraken) en voor de mantelzorgers en vrijwilligers vermindert het eveneens het gevoel van onzekerheid ( is die afspraak nu wel of niet geregeld en vergeet de senior het niet). Juist voor senioren met mantelzorgers die niet in hun directe omgeving wonen, biedt de pilot naar verwachting grote voordelen. Bladzijde 13 en 39 – OGP Bij de vorige begroting hebben wij schriftelijke vragen over het functioneren van de 4 doseerinstallaties. De antwoorden zijn op 2 april in cie GG besproken en waren ook voor college onbevredigend. Aanvullend willen wij weten: 1. Is al bekend, wanneer de installatie in de gemeente Schiedam weer functioneert? 2. Vindt het college ook niet dat overleg wenselijk is tussen de betrokken vier gemeenten over een betere en onderling afgestemde monitoring (effectiviteit installaties op korte termijn) en evaluatie van het gehele project (effectiviteit op middellange termijn)? 3.Wordt er door de verkeerspolitie wel eens op locatie gecontroleerd en zo nodig handhavend opgetreden? (vaste rijders weten intussen hoe ze het systeem kunnen 'bedotten', wat meestal ongestraft blijft). 4. Is het op termijn niet wenselijk om de vier doseerinstallaties bij één beheerder onder te brengen, liefst bij degene, die het meeste belang heeft bij goed werkende systemen ic de beheerder van het poldergebied en de dorpen, die met deze installaties van sluipverkeer moeten worden gevrijwaard. Antwoord: Als alles volgens planning verloopt, zal de doseerinstallatie in de tweede helft van november geïnstalleerd worden. In opdracht van alle betrokken partijen hebben er in 2007 en 2008 twee nametingen plaatsgevonden om het effect op korte termijn te meten. Overleg daarover is niet meer wenselijk. Een effectiviteitmeting op de (middel)lange termijn is niet mogelijk, omdat er sinds 2008 teveel veranderingen zijn geweest die de uitkomst hebben kunnen beïnvloeden. Nee, de doseerinstallaties behoren zelfregulerend en zelfhandhavend te werken. Dit is het gevolg van de afspraken in het convenant sluipverkeer Midden-Delfland uit 2004 (vraag 3). Het uitvoerend beheer is al centraal geregeld en ligt bij de Gemeente Rotterdam. De afzonderlijke gemeenten blijven, als eigenaar van de installaties, echter wel verantwoordelijk voor de afhandeling van schades en het melden daarvan aan de centrale beheerder. Bladzijde 14 – OGP Verkooplijst onroerende goederen. Is een dergelijke lijst bekend? Welke gebouwen en terreinen staan hierop? Wat is potentiële opbrengst (minimaal)? Antwoord: Een lijst met te verkopen onroerende zaken is niet opgesteld. Deze passage is bedoeld als een financieel uitgangspunt voor deze begroting. Er is op dit moment nog geen concreet onroerend goed voor ogen om te verkopen. Bladzijde 14, 18, 19 en 64 - OGP Wat is de hoogte van het bedrag dat is begroot voor externe inhuur. Betekent het dat in de begroting 2013-2016 geen rekening is gehouden met decentralisatietaken in de formatie van het ambtelijk apparaat? Antwoord: In de begroting wordt voorgesteld bij de bezuinigingen om het bedrag van € 90.000 voor externe inhuur te schrappen. Hiernaast is er geen budget meer voor inhuur, behalve bij de grondexploitaties/projecten. Bij de grondexploitaties moeten de inhuurkosten terugverdiend worden in de exploitaties zelf. Er is inderdaad geen rekening gehouden met uitbreiding van formatie in verband met de decentralisaties. Hierover is nog onvoldoende informatie beschikbaar.
5
Bladzijde 15 – OGP Aanbod/uitnodigende verbindende overheid. Hoe denkt het college hier inhoud aan te geven? Welk doel beoogt het college met het flexibeler inzetten van medewerkers in een breder werkveld? Hoe verhoogt dit de kwaliteit en efficiëntie? Antwoord: Deze vraag heeft betrekking op twee verschillende onderwerpen. Een verbindende overheid is gericht op het realiseren van doelen door of in samenwerking met partners. Dit vraagt om een andere benadering van vraagstukken en een daarbij passende houding en werkwijze van onze medewerkers. De technologische ontwikkelingen, waarbij wij vooral denken aan social media, maken het mogelijk om betrokkenheid, kennis en kunde in de samenleving op een eenvoudige wijze aan te boren. Wij zullen hier inhoud aan geven door hiermee in de werkprocessen rekening te houden en door scholing van onze medewerkers. Het flexibeler inzetten van medewerkers op een breder taakveld is het tweede aspect. Wij willen de flexibiliteit van onze organisatie vergroten door medewerkers inzetbaar te maken op een breder werkterrein, ook eventueel buiten de eigen afdeling. Hierdoor kan beter worden ingespeeld op de vraag en op onvoorziene situaties, zoals langdurige ziekte van een medewerker. Hiervoor stappen wij over van een systeem van organieke functiebeschrijvingen naar generieke functiebeschrijvingen. Maar belangrijker is, dat wij medewerkers toerusten (waaronder scholing) tot bredere inzet. Wij verwachten dat dit de incidentele inhuur beperkt, maar wij zijn ons er van bewust, dat flexibele inzet van onze medewerkers niet onbegrensd is. Overigens is er geen financiële ruimte meer voor externe inhuur in geval van langdurige ziekte e.d., want het budget daarvoor is als bezuiniging volledig geschrapt. In voorkomende gevallen zal dit effect kunnen hebben op de prioriteitstelling. Bladzijde 15, 78, 110 - OGP, CDA Stijging budget P&O: Hoe verhoudt zich de stijging van de begroting op het budget personeel en organisatie van 350.000 tot ruim 400.000,- euro per jaar tegenover de stelling dat er 258.000,- wordt bezuinigd. Wat verklaart nu de toename van 0,2 fte met een kostenverzwaring van 350.000, oplopend tot 430.000,- euro onder de vermelding dat dit 5 fte heeft bespaard. Moeten we dit zo interpreteren dat u feitelijk met een fte-plaatje van 144,2 had willen werken, of met een personeels en organisatiebudget van 9.661.000,- euro? Ondanks de aangekondigde korting op de salarislasten stijgen deze kosten flink in 2013 ten opzichte van de begroting 2012 – 2015. Wat is daarvan de oorzaak, de verhoging met 2 x 1 % en de 100K WGA verklaren dit verschil niet. Antwoord: De stijging van budget P&O (oplopend tot € 400.000) wordt niet veroorzaakt door een toename van het aantal formatieplaatsen, maar door een stijging van de WGA-premie (€ 100.000), de autonome salarisstijging van 2 x 1% die in 2012 voor gemeenteambtenaren is afgesproken (c.a. € 200.000) en een lichte stijging van de overige premies die de gemeente is verschuldigd over de salarissen (oplopend tot € 100.000). De voorgestelde structurele bezuiniging in het dekkingsplan van € 258.000 (wat overeenkomt met het bedrag voor 5 fte) is in het saldo, maar nog niet in de onderliggende cijfers in deze begroting verwerkt. Deze bezuiniging wordt vooral bereikt door het schrappen van het inhuurbudget en een verslechtering van de secundaire arbeidsvoorwaarden. De suggestie uitgegaan is van 144,2 fte of een budget voor personeel en organisatie van € 9.661.000 is dan ook onjuist. Voor een toelichting op de omvang van de formatie verwijzen wij u naar de paragraaf Bedrijfsvoering (blz. 110 van de begroting) Bladzijde 16 – OGP Werkhervatting arbeidsongeschikten. Door stijging van het aantal gedeeltelijk arbeidsongeschikten binnen de organisatie stijgt de WGA premie fors. Welke inspanningen gaat het college ondernemen
6
om dit percentage weer verlaagd te krijgen? Dit met betrekking tot bestaande gevallen en de toekomst. Antwoord: De WGA premie is t.o.v. 2012 fors gestegen. Dit komt doordat één van de medewerkers sinds 2011 een loongerelateerde WGA uitkering van het UWV ontvangt. De gemeente voert een preventief beleid vastgelegd in het ARBO jaarplan. Klachten die wel werk gerelateerd zijn, waardoor de medewerker uitvalt of kan uitvallen door ziekte, worden direct aangepakt. Op die manier wordt getracht uitval van personeel en dus kosten zoveel mogelijk te voorkomen. Bladzijde 16 – CDA en OGP GGD kent een structureel bijraming van 117K per jaar; is dit ter dekking van de tekorten? Is rekening gehouden met het in de toekomst onderbrengen van taken bij GGD Haaglanden? En waar is dit terug te vinden in programma 5? Bij de veiligheidsregio hebben we een taakstelling meegeven om de begroting structureel te verlagen. Bij de GGD accepteren we volgens deze tekst voor de komende jaren een lastenverzwaring van 117.000,- euro per jaar. Is dit de bedoeling van het college? Antwoord: Het bedrag van € 117.000 bestaat uit drie componenten. De GGD zou bezuinigen. Daarvoor was een bedrag van € 32.000 ingeboekt. Deze bezuiniging kan in 2013 niet worden gehaald. Verder leiden de jaarrekeningen 2011 van de GGD en van de Stichting JGZ tot hogere lasten. In 2012 is de rijksbijdrage voor het Centrum voor Jeugd en Gezin verhoogd. Deze verhoging is thans ingeboekt. Tot slot zijn de huisvestingskosten van de jeugdgezondheidszorg op een andere wijze berekend. Dit heeft geleid tot hogere lasten. Bladzijde 17 – Mijn Partij In het dekkingsplan(blz. 17) is een opbrengst opgenomen van € 15.000 per jaar uit grondverkopen van groen. Onderaan blz. 7 en blz. 25 is vermeld dat de verkoopopbrengst van onroerende zaken wordt toegevoegd aan de investeringsreserve. De opbrengsten uit grondverkoop groen leveren dan voor de exploitatie toch geen opbrengst op ? Antwoord: De toevoeging aan de investeringsreserve (formele titel: Reserve Investeringsprogramma) van de verkoopopbrengst van ‘onroerende zaken’ is te ruim geformuleerd. Bedoeld is de netto verkoopopbrengst van gemeentelijke gebouwen toe te voegen aan de Reserve Investeringsprogramma. De verkoop van (snipper)groen wordt verantwoord op de begrotingspost Openbaar groen en levert daarmee wel een opbrengst voor de exploitatie op. Bovendien ontstaat een beperkt exploitatievoordeel doordat de onderhoudskosten van het verkochte snippergroen vervallen. Bladzijde 17 – OGP Verhoging algemene bijstand. Wat maakt dat het college uitgaat van een forse stijging van de algemene bijstand terwijl het CBS aangeeft dat er de afgelopen 2 jaar geen verhoging van de bijstand is geconstateerd en er hooguit voor het komend jaar een licht stijging valt te verwachten. Wijkt Midden Delfland fors af van landelijk gemiddelde en zo ja waar wordt dan door veroorzaakt? Tijdens de commissievergadering Samenleving is hier ook naar gevraagd en is geantwoord dat er geen forse stijging heeft plaatsgevonden. Wat maakt dat er dan toch fors wordt ingezet op verhoging? Antwoord: In het volgende overzicht kunt u de ontwikkelingen in de bijstandsuitgaven van onze gemeente in de afgelopen jaren aflezen: Voor rekening van Jaar Omvang Netto RijksIncidentele gemeente blijvend bestand uitgaven uitkering Aanvullende tekort/ rijksuitkering overschot 30-06-2012 90 620.145* 1.007.708* 131.181 -/- 100.700 * ** ** 31-12-2011 86 1.090.349 954.339 40.581** -/- 95.433 31-12-2010 71 881.315 900.548 -,-+/+ 19.233 31-12-2009 60 924.290 726.267 127.544 -/- 70.479
7
31-12-2008 67 811.890 670.438 74.408 -/- 67.044 31-12-2007 59 775.932 680.495 27.534 -/- 67.903 31-12-2006 66 885.316 764.301 24.585 -/- 96.430 31-12-2005 71 733.316 605.713 64.788 -/- 62.815 * Indicatief cijfer over het eerste halfjaar 2012. ** Raming. Wij verwachten dat deze stijgende lijn in combinatie met de economische vooruitzichten zal leiden tot de gevolgen zoals in de begroting 2013 opgenomen. Bijkomend aspect daarbij is nog dat de verdeelsystematiek van de rijksuitkering voor kleine gemeenten nadelig uitpakt bij een stijgend cliëntenbestand. Waar andere gemeenten in de afgelopen door u genoemde 2 jaar extra inzet hebben gepleegd op uitstroom en terugdringing van uitgaven, is onze gemeente daar al jaren geleden mee gestart. Hierdoor is een recente afwijking met andere gemeenten heel wel mogelijk en verklaarbaar. Bladzijde 17 – OGP 1. Dit betekent dat invaliden moeten gaan betalen voor hun vergunning. at zijn de kosten dan per persoon. 9. wat houdt de bezuiniging op re-integratie en coaching in? wat wordt er niet meer gedaan? 14. wat is het totale budget voor inhuur en op welke plekken wordt volgend jaar geen inhuur meer ingezet ten opzichte van dit jaar. 7. eerder wordt vermeld dat WMO aanvragen zullen stijgen en leidt tot een lastenverzwaring. hoe verhoudt zich dit als tegelijkertijd een bezuiniging wordt doorgevoerd op de verstrekkingen? wat gaat het college dan volgend jaar anders doen, ervan uitgaande dat het aantal aanvragen stijgt (dat zou hooguit met een groter aantal aanvragen en tijdsreductie van mogelijk 16% leiden tot een kostenneutrale uitkomst. Hoe leidt dit zo'n sterke kostenreductie) Wat is het budget dat de landelijke overheid extra naar de gemeenten overhevelt i.v.m. decentralisatie? 9. Hoe kan de bezuiniging op de begraafplaatsen worden gerealiseerd? Wat zijn de extra kosten die dan in rekening worden gebracht per overleden burger? 10. in de voorstellen zien we staan dat er fors bezuinigd gaat worden op lokaal onderwijs beleid en jeugd- en jongerenwerk. Tegelijkertijd zien we in nergens in de begroting terug hoe er dan nog wel inhoud wordt gegeven aan jeugd- en jongerenwerk. Ook wordt er gerefereerd aan de wet op passend onderwijs waar e.e.e.a. onder kan vallen. De wet passend onderwijs heeft nogal consequenties voor gemeenten. De enige investering die we hierop tegenkomen is extra inzet op ambtelijke ondersteuning. Daar wordt geen kind of jongere direct meegeholpen. Er wordt 300.000,- structureel bezuinigd op onze toekomst. Op welke wijze denkt het college dan toch een verantwoorde investering in jongeren en onderwijs te kunnen realiseren? Is het onderwijsveld ook betrokken bij deze taakstelling? Zo ja, wat was daarvan dan de uitkomst. Lokaal onderwijsbeleid staat in principe los van de wet op passend onderwijs. wat maakt dat het college deze post als een en dezelfde ziet als de wet op passend onderwijs. De wet op passend onderwijs had vooral in zich dat er fors bezuinigd moest worden op deze post bij het ministerie van OCW ter waarde van 300.000.000,- Het komt op zijn minst merkwaardig over dat de gemeente deze begroting aangrijpt om dan ook maar 200.000 euro op het onderwijs te bezuinigen. Het onderwijs krijgt er niets extra bij vanwege de wet passend onderwijs. Antwoord: 1. Zie hiervoor het antwoord bij de vraag van bladzijde 18. 9. Voor de kosten van re-integratie en coaching van medewerkers is in de begroting een bedrag van € 15.000 opgenomen. Door een scherpere beoordeling van de verzoeken en waar mogelijk de kosten te verleggen naar o.a. de zorgverzekering kan een besparing worden bereikt. Resterende kosten zullen binnen het opleidingsbudget worden opgevangen Gevolg is dat de re-integratie en coaching door kan gaan, maar dat er voor opleidingen mogelijk minder budget beschikbaar is. 14. Zie hiervoor het antwoord bij de vraag van bladzijde 14. 7. De Wmo is een open einderegeling. Het aantal aanvragen is in die zin niet beïnvloedbaar. Iemand met beperkingen moet gecompenseerd worden. Indien tot kostenreductie moet worden gekomen, wat naar ons oordeel in begrotingstechnische zin noodzakelijk is, moet in het verstrekkingenbeleid worden ingegrepen. Wij denken daarbij ondermeer aan een wijziging in de normuren hulp bij het huishouden, het in bruikleen verstrekken van voorzieningen in plaats van in eigendom.
8
9. Er is ge e n sp rake van e e n b e zu in igin g o p d e b e graa fp laa tse n . Zo als to e ge lich t o n d e r p u n t 2 3 o p
b lz. 2 1 in d e b e gro tin g 2 0 1 3 -2 0 1 6 wo rd t vo o rge ste ld d e a fko o p so m m e n vo o r e e n e ige n gra f te n gu n ste te la te n ko m e n va n d e e xp lo itatie in p la ats van to e te vo e ge n a an d e re se rve . Er ve ran d e rt h ie rd o o r n ie ts a an d e h e ffin g van b e gra fe n isre ch te n e n e r is d u s ge e n sp ra ke van e xtra ko ste n d ie in re ke n in g wo rd e n ge b ra ch t b ij d e n ab e sta an d e n van e e n o ve rle d e n b u rge r. 10. Inhoud aan het jeugd en jongerenwerk wordt onder andere gegeven middels de Impuls sport en bewegen en het budget voor jongeren in overlastgevende situaties. Het lokaal onderwijsbeleid wordt in het kader van het passend onderwijs door het rijk gefinancierd. De gelden worden beschikbaar gesteld aan de scholen. Verder krijgt de gemeente er als nieuwe taak ook de jeugdzorg bij. De ambtelijke inzet is verhoogd omdat de vacature is vervuld. De beleidsmedewerker zal zich onder meer richten op onderwijsbeleid zoals de LEA, de lokale educatieve agenda en het passend onderwijs. Bladzijde 18 – CDA Budget inhuur (7). Betreft dit de subsidie aan St. Vluchteling, die hier de opvang van asielzoekers begeleidt? Antwoord: Nee, de subsidie voor St. Vluchtelingenwerk blijft intact. De oorsprong van de raming is niet te achterhalen en om die reden kan de post worden geschrapt. Bladzijde 18 – CDA Budget participatie arme kinderen. Wat omvat de taak bij dit budget? Is er een verklaring waarom geen gebruik wordt gemaakt van het budget terwijl uit ervaringen van private instellingen zoals SUN blijkt dat er wel degelijk kinderen zijn die bij gebrek aan financiën in het huishouden slechts zeer beperkt kunnen participeren. Antwoord: De uitgaven die in het kader van de extra rijksvergoeding zijn gemaakt, zijn niet apart verantwoord, maar zijn binnen de uitvoering van het bijzonder bijstandsbeleid opgenomen, en als zodanig binnen het daarvoor beschikbare budget uitgegeven. Het door uw fractie bedoelde budget wordt dus feitelijk wel degelijk aangewend, maar niet afzonderlijk zichtbaar verantwoord. Bladzijde 18 – OGP Leges invalidenparkeerkaart. Wat kost zoiets kostendekkend? Hoe vaak per jaar komt dit voor? Om hoeveel parkeervergunningen gaat het en wat kosten deze? Moet dit jaarlijks verlengd worden? Zo ja, kan vergunning dan niet voor 2 of 3 jaar worden verleend? Bestaan er ook andere parkeervergunningen (bv. voor bedrijven) en zo ja, hoe worden deze in rekening gebracht? Antwoord Het aanleggen van een invalidenparkeerplaats kost gemiddeld € 420,- per parkeerplaats. Het betreft kosten voor het opstellen en publiceren van een verkeersbesluit en de aanschaf en het plaatsen van borden. Per jaar ontvangen wij tien tot vijftien aanvragen. Het is niet nodig om de vergunning jaarlijks te verlengen. Een invalidenparkeerkaart is maximaal vijf jaar geldig. De gehandicaptenparkeerplaats blijft in stand zolang de rechthebbende beschikt over een Europese gehandicaptenparkeerkaart. De gemeente kent geen aparte vergunningen voor bedrijven. Deze aanvragen behandelen wij als ware het een particuliere aanvraag. Bladzijde 18 – OGP Wat zijn de geschatte inkomsten van de verkoop van openbaar groen? Antwoord: In de begroting houden wij rekening met een inkomst van € 10.000 met ingang van 2014. Bladzijde 18 – OGP Wat is het jaarlijks opleidingsbudget voor het personeel? Is dit budget inclusief kosten voor eventuele omscholing van personeel voor een andere functie en re-integratietrajecten?
9
Antwoord: Jaar Opleidingsbudget 2010 € 164.000,2011 € 124.000,2012 € 124.000,2013 € 134.000,Uit dit budget worden jaarlijks alle voorkomende opleidingen/cursussen betaald, inclusief omscholing. Bladzijde 18 – OGP Hoeveel gezinnen c.q. kinderen binnen onze gemeente zouden volgens de norm in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit het budget participatie arme kinderen? Wat is de maximale bijdrage per gezin/kind? Antwoord: De uitgaven die in het kader van de extra rijksvergoeding zijn gemaakt, zijn niet apart verantwoord, maar zijn binnen de uitvoering van het bijzonder bijstandsbeleid opgenomen, en als zodanig binnen het daarvoor beschikbare budget uitgegeven. Het door uw fractie bedoelde budget wordt dus feitelijk wel degelijk aangewend, maar niet afzonderlijk zichtbaar verantwoord. Bladzijde 18 – VVD Bruggen. M.b.t. de brug Overgaag worden twee besparingen voor “besturingsdata” en “energiekosten” gerealiseerd, voor een totaal van €11.200. Mag hieruit worden geconcludeerd dat de jaarlijkse bedieningskosten voor deze brug alleen €11.200 waren? Zo nee, waar bestaat dit bedrag dan uit? Antwoord: De genoemde besparing heeft geen betrekking op de bedieningskosten voor brug Overgaag. Het bedrag bestaat uit een besparing op het ISDN-contract voor de bediening van brug Overgaag van € 7.200,- en een besparing op het energieverbruik van alle beweegbare bruggen van € 4.000,-. De structurele besparing van € 7.200,- is het gevolg van technische aanpassingen aan de brug Overgaag in 2011. Sinds deze aanpassingen gaat de besturingsdata via een glasvezelverbinding in plaats van via ISDN. Het ISDN-contract is vervallen. De besparing van € 4.000,- bij beweegbare bruggen op de energiekosten is een gevolg van de afdamming van de Westensingel in Delft (project spoorzone). Hierdoor maken minder boten gebruik van de route Buitenwatersloot-Gaag (Delft – Schipluiden) en is sprake van minder bedieningen. Bladzijde 19 – Mijn Partij Hoe groot zijn de schadevergoedingen van CIF zoals genoemd onderaan blz. 19? Antwoord: CIF zal de achteruitgang van de kwaliteit van de bestrating, de voorbereiding, toezicht- en beheerkosten van de gemeente vergoeden. Voor het gehele project zijn we onderstaande kostenvergoedingen overeen gekomen: Degeneratiekosten € 220.088,46 Voorbereiding en toezicht € 17.480,00 Beheerkosten € 38.532,00 + Totaal € 276.100,46 CIF maakt deze kosten in zeven termijnen aan de gemeente over. De kosten voor voorbereiding en toezicht zijn kosten die in 2012 zijn gemaakt om de werkzaamheden in goede banen te leiden. De beheer- en degeneratiekosten worden gerekend om de achteruitgang van de kwaliteit van de verharding waaronder de kabels gelegd worden, te compenseren. Dit bedrag willen we in 2013 t/m 2016 gebruiken om de kwaliteit van de verharding weer te verbeteren. Hiermee zullen gedurende vier jaar straatwerkzaamheden voorbereid en uitgevoerd gaan worden.
10
Bladzijde 19 - VVD Externe inhuur: Is de resterende €90.000 voor externe inhuur, onder kopje 14, inclusief ‘externe inhuur op projecten’, zoals genoemd op pagina 12? Antwoord: Nee. Het budget van € 90.000 is bestemd voor het oplossen van personele knelpunten in de loop van een jaar (ziekte, vacatures, piekmomenten e.d.). De externe inhuur op projecten is hierin niet inbegrepen. Bladzijde 19 – OGP Onderhoud. Kan het college specifieker aangeven wat de consequenties kunnen zijn van de teruggang in onderhoudsniveau? Antwoord: Op basis van de nieuwe schouwgegevens en de tot dusver ingevoerde bezuinigingen wordt er op dit moment gewerkt aan een update van het beleid- en beheersplan. Hierin zullen verschillende onderhoudscenario’s worden uitgewerkt. In dit nieuwe beleid- en beheersplan zal duidelijk worden wat de invloed is van verschillende bezuinigingsscenario’s op de beeldkwaliteit. Het nieuwe beleidsplan zal t.z.t. ter behandeling aan de gemeenteraad worden aangeboden. Bladzijde 19 - OGP Vervallen PGB: Betekent het dat in de begroting 2013 -2016 geen rekening is gehouden met decentralisatietaken in de formatie van het ambtelijk apparaat? Antwoord: Deze PGB heeft niet te maken met de decentralisatietaken of het programma waartoe sociale zaken behoort. Het betreft hier een onderdeel van de secundaire arbeidsvoorwaarden van het gemeentepersoneel. Bladzijde 19 – OGP Wat behelst "de beoogde werkkostenregeling", waarom wordt (werd?) dit beoogd en waaruit bestaat het behoorlijk nadelige effect voor de netto besteding van het budget? Antwoord: De werkkostenregeling (hierna WKR) is een nieuw fiscaal regiem dat in plaats komt van de huidige regels voor het geven van vrije vergoedingen en verstrekkingen aan het personeel. Onder de WKR mag jaarlijks een bedrag gelijk aan 1,6% (2013) van de totale (fiscale) loonsom (voor onze gemeente circa € 110.000,-) belastingvrij aan het personeel besteed/vergoed/ verstrekt worden, voor uitgaven die daartoe door de belastingdienst zijn aangewezen. Dit is de zogenaamde vrije ruimte. De toepassing van het nieuwe fiscale regime is nog onderwerp van onderzoek en overleg. Invoering is verplicht vanaf 2014. Onderzocht is of het PGB meegenomen zou kunnen worden in de Werkkostenregeling. Door als bezuiniging het PGB te laten vervallen is deze vraag niet langer meer relevant. Bladzijde 20 – OGP Wmo verstrekking huishoudelijke hulp. wat betekent in 2 stappen bezuinigingen van 1 ton voor cliënten? Hoeveel is totale budget? Hoeveel % wordt bezuinigd? Antwoord: Wanneer, zoals wij voorstaan, wordt ingegrepen in de normuren voor de hulp bij het huishouden, zal dat ingaan op 1 januari 2013, en uitsluitend bij nieuwe aanvragen en bij herindicaties. Bestaande aanspraken zullen in stand blijven. In 2013 zal hiermee een bezuiniging van 5,1% en in 2014 een bezuiniging van 7,9% worden bereikt ten opzichte van de raming in 2012. Bladzijde 20 – Mijn Partij (blz. 20) Formatiereductie buitendienst. Vorig jaar is er een bedrag gevoteerd voor de vervroegde pensionering van deze 3 medewerkers. Wat is het financieel voordeel nu deze medewerkers later met pensioen gaan?
11
Antwoord Het is niet zeker welk financieel effect het uitstel heeft omdat de ingangsdatum voor het beëindigen van de dienstverbanden niet bekend is. Om die reden is in de begroting 20132016 geen rekening gehouden met de vorig jaar verwachtte formatiereductie. Ook is geen rekening gehouden met het berekende financieel voordeel van € 135.000. Gevolg is ook dat het bedrag voor een stamrecht-verzekering (geraamd op € 400.000) niet is uitbetaald. De reorganisatie van de werkzaamheden zal worden doorgevoerd op het moment dat de pensionering van de betreffende medewerkers daadwerkelijk een feit is. Hier geldt dat wettelijke regelingen en termijnen voor pensionering nog kunnen worden aangepast of gewijzigd, zodat op dit moment onduidelijk wanneer de pensionering daadwerkelijk aan de orde zal zijn. Bladzijde 21 – OGP Egalisatie(fonds) voorziening gehandicapten. Wat wordt hiermee bedoeld? Hoe gaat dat in zijn werking? Antwoord: Aanvragen en uitgaven in het kader van de Wmo kunnen jaarlijks sterk fluctueren, en zijn in die zin lastig exact te ramen. Met het instellen van dit egalisatiefonds kunnen de kosten over een reeks van jaren gelijkmatig worden geraamd, door verevening van incidentele overschotten en tekorten. Bladzijde 21 – Mijn Partij Op blz. 21 staat dat het dekkingspercentage van de begraafplaats op 20% ligt. Dat komt ongeloofwaardig over. In het verleden zijn voor veel graven afkoopsommen voor het onderhoud betaald, en die bedragen zijn gestort in de reserves. De rente daarvan komt niet tot uitdrukking bij de inkomsten van de begraafplaats. Graag ontvangen wij een berekening waarbij de opbrengst van begrafenisrechten (de onderhoudsrechten) afgezet wordt tegen het aantal graven waarvoor dat onderhoud nog niet is afgekocht. Antwoord: Het dekkingspercentage van 20 is gebaseerd op de lasten en baten binnen het taakveld begraafplaatsen. De baten binnen dit taakveld beperkten zich tot de opbrengsten begrafenisrechten. Het betreft hier onder meer kosten voor begrafenissen en onderhoud aan graven (voor zover niet afgekocht). De afkoopsommen voor onderhoud en eigen graven evenals de rente over de betreffende reserve zijn tot op heden niet opgenomen binnen de baten voor dit taakveld en dus ook niet meegenomen in de berekening van het dekkingspercentage. In de begroting 2013-2016 wordt voorgesteld de afkoopsommen (voor onderhoud en eigen graven) direct toe te voegen aan dit taakveld. De uitbreiding van de algemene begraafplaats in Schipluiden zal in 2013 worden afgerond. Na deze afronding zijn alle kosten t.a.v. begrafenissen en begraafplaatsen bekend. Op dat moment komen wij met overzichten van de kosten en baten. Bladzijde 21 – Mijn Partij Was in de meerjarenbegroting rekening gehouden met de renteopbrengst die voortvloeide uit de toevoegingen van de afkoopsommen aan de reserves? Antwoord: Ja, dat was het geval. Bladzijde 21 – OGP Begraafplaatsen. Als afkoopsommen voor een eigen graf ten laste van de exploitatie komen (is overigens terecht! Maakt nb 20% uit van totale exploitatielast, die dan 5x 35.000 = 175.000 zou bedragen), waar worden dan in de toekomst deze inkomsten gemist cq opgevangen? Hoe is het bedrag van 175.000 te rijmen met de 325.400 van blz 38? Is bekend of ook de exploitatielasten van de begraafplaats ver boven die in de omgeving liggen? Zo ja, is daar een verklaring voor? Antwoord: De inkomsten vanuit de afkoopsommen worden tot op heden toegevoegd aan de Nutsreserve. Met het voorstel in de begroting gaan deze inkomsten ten gunste komen van de exploitatie.
12
Het genoemde dekkingspercentage van 20 is gebaseerd op de inkomsten aan begrafenisrechten, niet zijnde afkoopsommen eigen graven. Het betreft hier onder meer kosten voor begrafenissen en onderhoud aan graven (voor zover niet afgekocht). In de begroting wordt voorgesteld de afkoopsommen (totaal ca. € 35.000) ten gunste van de exploitatie te brengen. Dit bedrag komt dus boven op de inkomsten aan begrafenisrechten. Het is niet bekend hoe de exploitatielasten voor de begraafplaatsen in Midden-Delfland zich verhouden tot die in omliggende gemeenten. Bladzijde 21 – Mijn Partij Het college vindt het verantwoord om de komende jaren € 100.000 per jaar van de bijdrage van Rijkswaterstaat ad € 2 miljoen te gebruiken voor de voorbereidings- en begeleidingskosten van de kwaliteitsprojecten (blz. 21). Betekent dit dat na het realiseren van de projecten (m.i.v. 2015?) een tweetal formatieplaatsen geschrapt zullen worden omdat hun werk afgelopen is? Antwoord: De kwaliteitsprojecten zijn door het convenant IODS onlosmakelijk verbonden aan het proces met betrekking tot de feitelijke aanleg van de weg. Deze projecten zijn overigens belangrijke activiteiten voor de uitvoering van de visie Midden-Delfland®2025. Door de aanzienlijke ambtelijke inzet voor deze kwaliteitsprojecten moeten andere projecten en werkzaamheden die tot de genoemde visie behoren doorgeschoven worden. Na de afronding van de werkzaamheden voor de kwaliteitsprojecten zullen deze projecten/werkzaamheden uitgevoerd worden. Het schrappen van formatie is dan ook niet te verwachten. Bladzijde 21 – Mijn Partij Hoeveel van de € 2 miljoen is volgens het college niet nodig voor de activiteiten waar dat bedrag voor bedoeld was? Antwoord: Wij gaan er vooralsnog vanuit dat met in achtneming van de € 400.000 voor de kwaliteitsprojecten IODS het volledige bedrag nodig is. Bladzijde 22 – Mijn Partij Teneinde te kunnen bepalen of dat voor onze fractie enige prioriteit heeft willen we graag weten aan welke uitgaven wordt gedacht voor uitvoering klimaatbeleid (bl.22), en waarom zodanige prioriteit daaraan wordt gegeven dat in 2013 € 20.000 wordt uitgetrokken om nieuw beleid te ontwikkelen? Antwoord: Het bedrag van € 20.000, - is bedoeld voor het opstellen van een duurzaam energie actieplan dat vereist is om te voldoen aan de voorwaarden van het Covenant of Mayors. Het Covenant of Mayors, in casu het daarvoor op te stellen actieplan, zal een belangrijk onderdeel zijn van het te actualiseren klimaatbeleid. Bladzijde 22 – OGP Nieuw beleid. Wat behelzen de binnen- en buitenschoolse activiteiten op het gebied van sport en cultuur? Idem; maar ik had begrepen, dat het om 90.000 zou gaan (aanvullend op 65.000 van het rijk) ipv de genoemde 60.000; zie punt 27. op zelfde blz. bovenaan. Antwoord: Het bedrag van € 60.000 op bladzijde 22 moet € 90.000 zijn. Voor de rest van het antwoord wordt naar het antwoord van een vraag op bladzijde 27 en 46 verwezen. Bladzijde 27 – Mijn Partij en OGP Op p27. Wordt gesproken over een bezuiniging op het jeugd- en jongerenwerk. Zoals het er nu staat wordt er € 90.000 begroot voor combinatiefunctionarissen en € 25.000 voor jongeren in overlast gevende situaties tegenover een vermindering in budget van € 100.000. Dit lijkt geen bezuiniging kunt u dit helderder uitleggen. Antwoord: Er wordt bezuinigd op het jeugd- en jongerenwerk. Voor die jongeren die een steuntje in de rug nodig hebben, wordt een budget ter beschikking gesteld van € 25.000.
13
De € 90.000 gemeentelijke bijdrage voor sportbegeleiding is een andere activiteit die gericht is op het toeleiden van kinderen en jongeren naar de sport. Zij worden gestimuleerd te bewegen. Vindplaats zijn de scholen. Bladzijde 27 – Mijn Partij Op p27. Wordt niet duidelijk of de €50.000 bezuiniging bij niet met nieuw beleid komen van de bibliotheek voor 2014 extra op de al begrote bezuiniging is of dat dit de al eerder begrote bezuiniging is waar over wordt gesproken. Kunt u dit verhelderen. Antwoord: Het bibliotheekbudget wordt met ingang van het jaar 2013 met € 50.000,-- verlaagd. Tegelijkertijd wordt een bedrag van € 50.000,-- in verband met frictiekosten bibliotheekwerk opgenomen. Voor het jaar 2014 zijn deze frictiekosten niet meer van toepassing, zodat de extra bezuiniging (bovenop de in eerdere jaren doorgevoerde bezuinigingen) van € 50.000,-- wel geëffectueerd wordt. Aan de hand van de door de bibliotheek te presenteren toekomstvisie wordt vervolgens bepaald of deze extra bezuiniging geheel of gedeeltelijk wordt teruggedraaid. Indien dit het geval is worden de lasten hiervan ten laste gebracht voor het budget voor nieuw beleid. Op basis van de nieuwe beleidsvisie behoort zelfs een verhoging van de subsidie tot de mogelijkheden. Bladzijde 30 – CDA Midden-Delfland en Vitale dorpen (lasten). Indien de incidentele raming van 65K (project Duurzaam Boer Blijven) niet wordt meegerekend zijn de lasten in 2012 circa 657K. Voorgesteld wordt om in 2013 805K te begroten, dat is 25% meer (terwijl in de begroting 2012-2015 een bedrag werd begroot van 676K). Als toelichting wordt gegeven : een hoger uurtarief en meer manuren, besteed aan de IODSprojecten. Kan per IODS-project aangegeven worden wat het verschil is met hetgeen tijdens de vorige begroting werd verwacht en waardoor deze overschrijding (gespecificeerd) komt? De kosten van de personele lasten voor de IODS projecten komen toch ten laste van het budget dat RWS ter beschikking heeft gesteld (2,2 mio)? Kunt u aangeven waarom de baten bij Midden Delfland en Vitale Dorpen zo sterk afnemen? Antwoord: Voor de uitvoering van het IODS-convenant zijn diverse subsidiebedragen toegekend. Het grootste bedrag is de € 18,5 miljoen van het Rijk. In 2013 is rekening gehouden met een extra ambtelijke inspanning voor de uitvoering van de IODS-projecten, waarvoor binnen de bestaande organisatie de manuren op dit programma geraamd zijn. Gezien het directe verband tussen het doortrekken van de A4 en de kwaliteitsprojecten IODS achten wij het verantwoord om een deel van de kosten ten laste van het budget van de A4 te brengen. De uren voor de IODS-projecten worden niet allemaal apart geraamd. Binnen de post Midden-Delfland®2025 worden alle uren geboekt die betrekking hebben op het behoud en versterking van het agrarisch cultuurlandschap. Een aparte raming per project is niet beschikbaar. In zijn totaliteit is voor het onderdeel Midden-Delfland®2025 en vitale dorpen ruim 3.400 uur geraamd. De stijging van het aantal geraamde uren wordt veroorzaakt door het nog concreter maken van de urenraming. Deze uren werden eerst geraamd in programma 7 (saneren verspreid liggend glas) en programma 2 (voorbereiden beleid). Het jaar 2013 is het laatste jaar waarin subsidie voor de uitvoering van de LFA (less favoured areas) beschikbaar is. Hierdoor is sprake van een verlaging van baten en lasten. Daarnaast zijn de baten verlaagd doordat minder uren besteed worden aan het Groenfonds, welke uren gedeeltelijk doorberekend worden aan de gemeenten Den Haag en Delft. Bladzijde 30 – CDA Toerisme en recreatie. In de vorige begroting werd voor 2013 een budget voorzien van 106K. Er wordt nu een voorstel van 146K gedaan (40% meer). Evenals bij het programmaonderdeel “MD en vitale dorpen” is ook hier sprake van een forse stijging. Kan aangegeven worden welke nieuwe ontwikkelingen zich in 2012 hebben voorgedaan die een dergelijke verhoging rechtvaardigen ?
14
Antwoord: Het is voor 2013 de verwachting dat extra werkzaamheden rondom de nieuwe organisatievorm van het recreatieschap en het uittreden van het Rijk gemaakt moeten worden. Bladzijde 30 – Mijn Partij (blz. 30) Waarom kan de ambtelijke inzet voor Duurzaam boer niet binnen budget worden gehouden? Antwoord: Door de tekst in de begroting lijkt het dat deze stijging direct verband houdt met het project Duurzaam Boer Blijven. Dit is niet correct. De verhoging wordt veroorzaakt door de raming van uren voor de uitvoering van Midden-Delfland®2025. De tijdsbesteding is hierbij niet gewijzigd, maar de raming van de uren is concreter ingevuld. Deze uren werden eerst geraamd in programma 7 (saneren verspreid liggend glas) en programma 2 (voorbereiden beleid). Bladzijde 30 – OGP Dioxineproblematiek. Wanneer kunnen wij dit verwachten in de commissie? Antwoord: Op dit moment is overleg gaande met betrokken agrariërs en gemeenten. Uiterlijk begin 2013 worden de uitkomsten voorgelegd aan de commissie. Bladzijde 30 – OGP Informatiepunt levende buitenplaats. Wat is precies de doelstelling en hoe breed is het draagvlak? Hoeveel investeert het college hierin? Wat zijn de exploitatiekosten per jaar? Wie participeren in het initiatief en de exploitatie? Antwoord: Het Informatiepunt De Levende Buitenplaats is een particulier initiatief, dat past binnen de opgaven Midden-Delfland®2025 en Cittaslow. Doelstelling is om bezoekers op een gastvrije wijze te ontvangen en te informeren over het gebied Midden-Delfland. Deze doelstelling past in de poortgedachte van de Hof van Delfland. Voor de inrichting, het beheer en de exploitatie wordt de Stichting Informatiecentrum Midden-Delfland opgericht. De exploitatiekosten zijn nu nog niet bekend, maar worden een verantwoordelijkheid van de op richten Stichting. Het is de bedoeling vrijwilligers in te zetten voor het beheer. Vaste leden in het bestuur zijn de Stichting op Hodenpijl en de Midden-Delfland Vereniging; de overige 3 leden worden door het bestuur benoemd. In de lijn van verbindende overheid ondersteunt de gemeente dit initiatief op dit moment door ambtelijke inzet en een eenmalige financiële bijdrage van € 25.000. De Hof van Delfland is actief in de werkgroep voor de voorbereiding betrokken. Bladzijde 30 – OGP Verlaging Groenfonds. Door inzet van minder tijd, valt de bijdrage lager uit. Betekent dit dat dit 1 op 1 wordt bezuinigd? Antwoord: Dit is een correctie van de begroting. De gemeenten Delft en Den Haag betalen mee aan de ambtelijke inzet voor het Groenfonds Midden-Delfland. Deze inkomsten waren te hoog geraamd en worden hierbij gecorrigeerd. Bladzijde 30 – OGP Duurzaam boer blijven. Kunt u specificeren, dat de kosten in 2013 voor dit project meer dan 300% hoger zijn dan in 2012 (65.000 in 2012 en 148.000 hoger = 213.000 in 2013). Antwoord: Door de tekst in de begroting lijkt het dat deze stijging direct verband houdt met het project Duurzaam Boer Blijven. Dit is niet correct. De verhoging wordt veroorzaakt door de raming van uren voor de uitvoering van Midden-Delfland®2025, waar de IODS-projecten onderdeel van zijn. De tijdsbesteding is hierbij niet gewijzigd, maar de raming van de uren is concreter ingevuld. Deze uren werden eerst geraamd in programma 7 (saneren verspreid liggend glas) en programma 2 (voorbereiden beleid).
15
Bladzijde 30 – OGP Hoe is verdeling van de ambtelijke uren over de diverse IODS-projecten? En hoeveel is hier in totaal mee gemoeid? Antwoord: Binnen de post Midden-Delfland®2025 worden alle uren geboekt die betrekking hebben op het behoud en versterking van het agrarisch cultuurlandschap. Een aparte raming per project is niet beschikbaar. In zijn totaliteit is voor het onderdeel Midden-Delfland®2025 en Vitale dorpen ruim 3.400 uur geraamd. Bladzijde 30 – OGP Als er minder tijd wordt besteed aan het Groenfonds (waardoor tgv minder doorbelaste uren de baten lager zijn), zouden ook de lasten zelf lager moeten uitvallen. Waar kunnen we dat in de cijfers zien? Antwoord: De lagere ambtelijke tijdsbesteding aan het Groenfonds Midden-Delfland was al eerder in de begroting verwerkt. Hierbij is verzuimd om de financiële bijdrage van de gemeenten Delft en Den Haag ook aan te passen. Die aanpassing is in deze begroting verwerkt. Bladzijde 30 – OGP Groenfonds. Geldstromen. Antwoord: In 2012 is de nieuwe contractperiode ingegaan. Voorafgaand hieraan is een audit voor de verantwoording van de Staatssteunregel opgesteld. Daarnaast zijn een monitoring en evaluatie van het fonds uitgevoerd. Bij de aanbieding van de jaarrekening 2009 en begroting 2011 van de Stichting Groenfonds Midden-Delfland is de gemeenteraad hierover geïnformeerd. Bladzijde 32 – CDA In de toelichting wordt aangegeven, dat als gevolg van een herverdeling van uren 295K minder last wordt genomen. Waar komen deze 295K weer terug ? Antwoord: De wijze van uren toerekenen is gewijzigd. Alle taken die het Klant Contact Centrum (KCC) uitvoert werden tot nu toe verantwoord op de producten van burgerzaken. Dit betekent dat ook de algemene dienstverlening (bijvoorbeeld telefonische vragen of algemene balievragen) werd doorberekend aan burgerzakenproducten. Nu is onderscheid gemaakt tussen de begrote uren die daadwerkelijk aan de concrete producten moeten worden doorberekend en de begrote uren die worden besteed aan algemene dienstverlening. Bladzijde 33 – CDA Overige openbare orde. Kan er specifieker aangegeven worden waarom het budget met meer dan 20% (van 385K in 2012 naar 456K in 2013) toeneemt (ook in het licht van de vorige begroting, waarin voor 2013 werd voorzien in een budget 2013 van 402K) ? Antwoord: Het aantal geraamde manuren is gestegen met 250 uur. Omdat voor 2013 de uren realistischer op de producten zijn geraamd is er een toename op de post veiligheid. Elders in de begroting is bij bestuursondersteuning het aantal uren rechtevenredig afgenomen. Er is sprake van een verschuiving van uren die budgettair neutraal is voor de begroting. Bladzijde 33 - OGP Raad. Waardoor wordt de verlaging gerealiseerd? Antwoord: Het budget raad- en commissievergoedingen is aangepast aan de werkelijke uitgaven van 2011. Bladzijde 33 - OGP Burgerzaken krijgt een fors lager aantal uren toegerekend. Betekent dat Burgerzaken ook minder gaat doen? Zo nee hoe wordt dat dan vormgegeven of onder welke afdeling worden die taken dan nu ondergebracht?
16
Antwoord: Nee. Voorheen was burgerzaken een eigen vakgebied (onderdeel van Inwonerszaken), nu maakt het onderdeel uit van het Klant Contact Centrum (KCC). De dienstverlening is daarmee juist uitgebreid, alleen de wijze van uren toerekenen is gewijzigd. Alle taken die het KCC uitvoert werden tot nu toe geschreven op de producten van burgerzaken. Dit betekent dat ook de algemene dienstverlening (bijvoorbeeld telefonische vragen of algemene balievragen) werd doorberekend aan burgerzakenproducten. Nu is onderscheid gemaakt tussen de begrote uren die daadwerkelijk aan de concrete producten moeten worden doorberekend en de begrote uren die worden besteed aan algemene dienstverlening. Deze laatste uren drukken nu op het totaal. Een volgende stap is om aan de hand van de aard van de klantvragen en een percentuele verdeling de uren scherper door te rekenen naar de verschillende vakafdelingen. Bladzijde 33 – OGP Bestuurlijke samenwerking. Wat maakt dat het aantal uren toeneemt? Gaan we meer doen? Worden er meer fte ingezet? En zo ja waaraan? Antwoord: Gelet op de vorming van de metropoolregio Rotterdam Den Haag is rekening gehouden met een hogere ambtelijke inzet voor bestuurlijke samenwerking. Bladzijde 33 en 44 - Mijn Partij Waaruit bestaan de hogere automatiseringskosten op de begrotingspost bestuursondersteuning van € 30.000 per jaar (blz. 33)? Waarom is er aanleiding om € 20.000 per jaar extra uit te gaan geven voor automatisering op het gebied van onderwijs (blz.44)? Antwoord: Voor de begrotingsposten bestuursondersteuning en onderwijs is er geen sprake van extra uitgaven t.b.v. automatisering. De hogere kosten zijn het gevolg van een aanpassing in de kostentoerekening. Uitgangspunt voor de verdeling van kosten (o.a. voor automatisering) is om deze waar mogelijk toe te rekenen aan het product/ de functie waar het betrekking op heeft. De kosten die niet specifiek toe te rekenen zijn, worden verdeeld via de kostenverdeelstaat. T.b.v. de begroting 2013 is deze verdeling nader bekeken en nog scherper toegerekend aan de producten/functies. Door deze aanpassing zijn er meer kosten direct aan de producten/ functies toegerekend en minder kosten verdeeld via de kostenverdeelstaat. Voor de begroting is deze veranderde verdeling van kosten budgettair neutraal. Bladzijde 35 – Mijn Partij Voor 2013 is aangegeven (blz. 35) dat de beeldkwaliteit bij wegen 87% A en B kwaliteit bedraagt. Wat zijn de percentages voor de jaren 2014 t/m 2016? Antwoord: Op basis van de huidige gegevens uit het beheersplan zal de beeldkwaliteit in 2013 naar verwachting teruglopen naar 87 % A en B. In 2012 is er een nieuwe schouwronde op onze wegen uitgevoerd. Op basis van deze nieuwe schouwgegevens en de tot dusver ingevoerde bezuinigingen wordt er op dit moment gewerkt aan een update van het beleid- en beheersplan. Hierin zullen verschillende onderhoudscenario’s worden uitgewerkt. In dit nieuwe beleid- en beheersplan zal duidelijk worden wat de invloed is van verschillende bezuinigingsscenario’s op de beeldkwaliteit. Het nieuwe beleidsplan zal t.z.t. ter behandeling aan de gemeenteraad worden aangeboden. Bladzijde 37 – CDA Lasten wegen. Ondanks de aangekondigde bezuinigingen op wegen zien we na een beperkte daling in 2013 vervolgens tot 2016 een forse stijging van de kosten met een piek in 2014. Waarom is deze stijging noodzakelijk. Aangekondigd is op de uitgaven voor elementenverharding 50K te bezuinigen. Wat zijn de totale uitgaven voor het onderdeel elementenverharding? Wat is het beleid ten aanzien van hergebruik van elementenverharding?
17
Bij het voorstel voor een sluitende begroting wordt extra 65K bezuiniging genoemd voor uitgaven, hoe verhoudt zich dat tot de genoemde 50K? Antwoord: De lasten voor wegen zijn inclusief de kosten voor het beheer van de openbare verlichting, de bruggen en de gladheidbestrijding. Nieuw beleid en incidentele uitgaven (vervangingsinvesteringen en noodzakelijke reconstructies, zoals het centrumplan Den Hoorn) zijn in genoemde bedragen opgenomen en variëren per jaar. Met CIF (aanleg glasvezelnet) is een afkoopregeling afgesloten voor (toekomstige) schade aan de trottoirs als gevolg van degeneratie. Naast de € 50.000,- bezuiniging op elementverharding wordt de komende jaren € 15.000,- van deze CIF-vergoeding ingezet als (extra) bezuiniging. Bij de besteksvoorbereiding van herstraatwerk wordt de kwaliteit van het bestaande elementverharding kritisch bekeken. Bij deze kwaliteitsbeoordeling wordt gelet op voldoende vormvastheid om net en strak straatwerk te kunnen maken dat weer een nieuwe onderhoudcyclus van minimaal 15 jaar mee kan. Ook wordt gelet op de hoeveelheid breuk in de bestaande materialen en de textuur (stroefheid) van het materiaal. Wanneer de stenen aan de kwaliteitseisen voldoet wordt het opnieuw gebruikt. Bladzijde 37 – Mijn Partij Bij de investeringen op blz. 37 is vervangen/renoveren Trambrug PM opgenomen in 2014. Graag willen we informatie over de staat waarin de brug zicht bevindt, en waarom geen bedrag is opgenomen? Antwoord: De conservering van de Trambrug bevindt zich in een matige staat. Hierdoor is op diverse plaatsen corrosie zichtbaar. Op dit moment is er geen reden tot zorg. Er is momenteel nog voldoende sterkte beschikbaar in de constructie. Om te voorkomen dat de brug verder achteruit gaat is onderhoud binnen twee jaar noodzakelijk. Onderzocht wordt welke onderhoudsmaatregelen in de tijd het meest doelmatig en efficiënt zijn. De kosten voor het onderhoud zijn sterk afhankelijk van de te kiezen aanpak en mogelijke subsidies. Er is daarom vooralsnog een PM post opgenomen voor 2014. De kosten voor het onderhoud van de Trambrug moeten echter niet onderschat worden. Het in stand houden van een dergelijke monumentale staalconstructie is en blijft, ook in de toekomst, een kostbare aangelegenheid. In de loop van 2013 is meer bekend over de verschillende onderhoud scenario’s en de daaraan verbonden kosten. Bladzijde 38 – OGP Pluktuinen. Bestaat er een pluktuinenplan binnen de gemeente? Antwoord: Er is een plan voor de inrichting van pluktuinen. Er is geen apart budget voor de aanleg vrijgemaakt. Voor zover mogelijk proberen wij binnen bestaand budget, in combinatie met andere ontwikkeling mee te liften om een en ander te realiseren. Een voorbeeld hiervan is de dit jaar gerealiseerde pluktuin aan de Westgaag/Herenwerf. De kastanjebomen die daar stonden waren ziek, zijn gerooid en vervangen door fruitbomen. Met een boer is afgesproken dat hij er een paar schapen laat grazen zodat er niet gemaaid hoeft te worden en er geen maaikosten zijn. Met een hek dat over was van een ander project is de locatie afgesloten. Op de locatie staat een picknickset en ze ligt aan een fietsroute. Bladzijde 44 – CDA Beëindigen lokaal onderwijsbeleid. De bijdrage voor lokaal onderwijsbeleid wordt geschrapt onder de vermelding dat de kosten hiervoor vanuit de wet passend onderwijs zullen komen. Welk bedrag mag vanuit deze wet hiervoor worden verwacht? Antwoord: De wet is onlangs behandeld in de Eerste kamer. Bedragen zijn niet bekend en die zullen rechtstreeks naar de scholen gaan.
18
Bladzijde 44 – CDA en Mijn Partij Investering onderwijs. 300K technische aanpassing; wat valt hieronder? Antwoord: Het bedrag is bestemd voor het herstel van de gevel van de MFA. Om veiligheidsredenen is dat nodig. Bladzijde 44 – OGP Gemeenschappelijke baten en lasten. Wat wordt er extra gedaan i.v.m. de verhoging van de geraamde uren voor inwonerszaken? Antwoord: De uren zijn verhoogd omdat de vacature is ingevuld. De nieuwe medewerker zal taken verrichten op het gebied van de volksgezondheid en het onderwijs. Bladzijde 46 – CDA Wijziging budget 2013 tov 2012. Er staat vermeld, dat de gemeente van het Rijk een bedrag van 60K heeft ontvangen. Is dit ook daadwerkelijk ontvangen en op basis van welk verzoek van de gemeente ? En gedurende hoeveel jaar wordt die 60K door het Rijk vergoed ? Betreft het hier werkzaamheden, die de zgn combinatiefunctionarissen zouden vervullen ? Als gevolg van de eis van co-financiering doteert de gemeente 90K. Indien de gemeenteraad besluit om de binnen- en buitenschoolse activiteiten (sport en cultuur) niet in te voeren : is er dan sprake van een structurele lastenverlaging of een tijdelijke c.q. incidentele lastenverlaging ? Kan een overzicht worden geleverd van de huidige deelname aan sport en cultuur door de diverse leeftijdsgroepen binnen de gemeente? Op basis van welke gegevens wordt verwacht dat door de inzet van de combinatiefunctionarissen deze deelname zal stijgen en welk percentage is daarbij de doelstelling? Antwoord: De VNG heeft, namens de ministeries van VWS en OCW, gemeenten uitgenodigd om deel te nemen aan de Impuls sport en bewegen. Om deze mogelijkheid niet onbenut voorbij te laten gaan is vooruitlopend op definitieve besluitvorming hierover de aanvraag tot deelname door de gemeente ingediend. De rijksbijdrage is gestort in het gemeentefonds. De Impuls loopt tot en met het jaar 2016 en de bedragen zijn berekend op basis van de kosten voor de benodigde fte’s. De gemeentelijke bijdrage bedraagt € 90.000,-- (totale kosten € 150.000 -/- bijdrage rijk € 60.000,-) Er is op dit moment geen actueel overzicht van de sport en cultuurdeelname in onze gemeente. Wel blijkt uit de gezondheidsonderzoeken van de GGD dat ook voor onze gemeente geldt dat het stimuleren van sporten/bewegen nodig is in verband met de gezondheid van de inwoners. Op de vraag welke toename zal worden verwacht als de functionarissen worden ingezet, zal bij de uitwerking van de voorstellen nader worden ingegaan. Dat geldt ook voor het behalen van doelstellingen wat dat betreft. Bladzijde 46 - CDA Jeugd- jongerenwerk. De lasten t.b.v. het jongerenwerk worden verhoogd met 80K, terwijl er voor een sluitende meerjarenbegroting een bezuiniging van 100K wordt voorgesteld. Kunt u dit toelichten? Antwoord: De VNG heeft, namens de ministeries van VWS en OCW, gemeenten uitgenodigd om deel te nemen aan de Impuls sport en bewegen. Om deze mogelijkheid niet onbenut voorbij te laten gaan is vooruitlopend op definitieve besluitvorming hierover de aanvraag tot deelname door de gemeente ingediend. De rijksbijdrage is gestort in het gemeentefonds. De Impuls loopt tot en met het jaar 2016 en de bedragen zijn berekend op basis van de kosten voor de benodigde fte’s. Bladzijde 46 – Mijn Partij Op blz. 46 is aangegeven dat met een cofinanciering van € 90.000 3 fte gefinancierd zou moeten gaan worden voor binnen- en buitenschoolse activiteiten op het gebied van sport en cultuur. Komt hier een apart voorstel over naar de raad(scommissie)? Op het eerste gezicht lijkt dat namelijk erg veel uren voor dat doel.
19
Antwoord: De drie fte is een voorwaarde van het rijk gedurende drie jaar ( tot en met 2016). Als uw raad € 90.000 beschikbaar stelt, vindt in overleg met de betrokken organisaties binnen dat bedrag uitvoering plaats. Uw raad zal daar over worden geïnformeerd. Bladzijde 48 – CDA Waar in programma 5 (2013 e.v.) zijn de consequenties van de nieuwe beheerstructuur van de sportvelden te vinden? Antwoord: Het beheer en onderhoud van de velden via de sportstichtingen is al enkele jaren verwerkt in de gemeentebegrotingen. De manier waarop de renovatiekosten voor de voetbalvelden worden gefinancierd is opgenomen in het inmiddels aangeboden raadsvoorstel en begrotingswijziging 1 2013. Bladzijde 48 – OGP Volksfeesten. Welke volksfeesten? Antwoord: Het gaat om bijv. de bevrijdingsfeesten, de Sinterklaasintochten en Koninginnedag. De toelichting op pagina 48 is niet geheel correct; in 2012 is eenmalig een bedrag van € 15.000 aan het budget toegevoegd als bijdrage in de kosten van een tent. Bladzijde 48 – OGP Hofstede. Wat is de status van de Hofstede: is er al een beheerder? Antwoord: Direct nadat de vorige beheerder van de Hofstede besloot te stoppen (per 1 juni 2012) is een aanbestedingsprocedure gestart. Tevens is ervoor gezorgd dat in de periode dat er nog geen nieuwe beheerder was de kantine open was op de tijden dat de sporthal bezet was. De aanbestedingsprocedure is met succes afgerond en de overeenkomst met de nieuwe beheerder gaat 13 oktober 2012 in. Bladzijde 48 – OGP Kunst. Hoeveel van resterende budget van 59.000 is beschikbaar voor interne uren? Hoeveel blijft dan over voor subsidies aan organisaties en aan kunstzinnige vorming basisscholen? Wat is de motivatie van de toename van het budget in 2014 met ca. 20.000. Antwoord: In het budget voor kunst in 2013 zijn de bezuinigingen die in 2012 zijn doorgevoerd (inclusief het budget voor kunstzinnige vorming basisscholen) verwerkt. Er is in totaal voor deze activiteiten nog een bedrag van €55.000 beschikbaar. Aan interne uren is een bedrag van € 4.000 geraamd. Het gaat dan om 40 uur in 2013. In 2014 neemt het budget kunst weer toe. Dat heeft betrekking op de kapitaallasten in verband met de verbouwing van het Notenschip. Bladzijde 50 – OGP Instrumenten. Er is hier sprake van het instrument Studie Gebiedseconomie Midden-Delfland. Wat is dat? Waar staat het voor? Wat is status ervan? Antwoord: Dit is een studie uit 2007. Op 25 maart 2008 heeft de gemeenteraad dit rapport vastgesteld. Op basis hiervan zijn de volgende ontwikkellijnen (her)bevestigd: handhaving van het unieke open cultuurlandschap, differentiatie van beleid per deelgebied en ’het gezicht naar de stad’ samenwerking met de regio. Bladzijde 51 – CDA Realisatiedoelen. In het jaarverslag 2011 (mei 2012 uitgebracht) staat voor 2012 vermeld, dat er 35 trajecten worden aangeboden bij een cliëntenbestand van 69. Wat is daarvan gerealiseerd ? Antwoord: Van 1 januari tot heden zijn 28 trajecten van start gegaan.
20
Bladzijde 51 – CDA Participatiebudget en omvang lasten en baten. Het beperkte budget voor participatie lijkt een beperking te vormen om voldoende trajecten in te zetten en daarmee de kosten van de bijstand te verlagen. Wat zijn de mogelijkheden om (tijdelijk) de middelen voor het participatiefonds te verhogen zodat meer trajecten kunnen worden ingezet en per saldo minder kosten worden gemaakt bij participatie en bijstand gezamenlijk? Hoe verklaart u het gelijkblijvende bedrag voor bijstand in de jaren 2013 t/m 2016 terwijl in voorgaande jaren sprake was van een forse stijging en uit de diverse teksten blijkt dat dit ook voor de komende jaren de verwachting is. Antwoord: Een verhoogd participatiebudget geeft geen garanties op een reductie van de bijstandsuitgaven. Hier spelen veel meer factoren een rol: toenemende werkloosheid, beschikbaarheid geschikte vacatures, aanwezige uitstroommogelijkheden binnen het bestand (voorbeeld: de helft van het aantal uitkeringsgerechtigden binnen onze gemeente is arbeidsongeschikt en zal als gevolg daarvan niet kunnen uitstromen ongeacht het beschikbare participatiebudget). Binnen een meerjarenraming is het eerste jaar, in dit geval 2013, het meest nauwkeurig binnen de onzekerheden die een open einderegeling met zich brengt. De volgende jaren zijn, zeker binnen de sociale zekerheid, zo afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen die nog niet kunnen worden voorzien, dat wij van oordeel zijn dat een gelijkblijvend uitgavenniveau op dit moment het meest realistisch is. Bladzijde 51 – OGP Wat doet gemeentelijk onderhoud gebouwen onder de post Handel en Ambacht? (Meerjarenonderhoud zelf wordt niet ter discussie gesteld.) Antwoord: Gemeentelijke gebouwen die beschikbaar zijn voor commerciële verhuur (bijv. de gebouwen waarin de bibliotheken en de peuterspeelzalen zijn gehuisvest), vallen op grond van het BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) onder de post Handel en Ambacht. De aan deze gebouwen gerelateerde kosten, zoals onderhoudskosten, worden daarom ook verantwoord op deze post. Bladzijde 52 – OGP Bijstand. Kan het college een indicatie geven van de toename van het aantal mensen die aanspraak maken op een bijstandsuitkering? Hoe verhoudt dat zich tot de extra geraamde manuren op dit terrein? Antwoord: Wij verwijzen naar ons antwoord op uw vraag op pagina 17. Bladzijde 52 – OGP Schuldhulpverlening. Kan het college inzicht geven in de toename van het aantal mensen binnen onze gemeente die gebruik maken van de faciliteiten voor de schuldhulpverlening? Antwoord: In januari 2012 waren 8 hulpvragen schuldhulpverlening in behandeling. Dit aantal is in 6 maanden tijd opgelopen tot 31. Bladzijde 52 – OGP Bijstand. Wat maakt dat het college uitgaat van zo’n forse groei? Op 108.000,- euro uitgaven moet 72.000,euro aan manuren worden ingezet. Dat is bijna 1 euro manuren per euro uitkering. Waar komen deze forse kosten vandaan? Antwoord: Een koppeling zoals door uw fractie gemaakt, is naar ons oordeel niet realistisch. Soms moet, denk aan handhaving, veel tijd worden gestoken in het terugdringen van kosten (het toeleiden van uitkeringsgerechtigden naar betaalde arbeid). Een één op één koppeling van euro’s uitkeringen en euro’s manuren is dan ook onmogelijk te maken.
21
Bladzijde 54-CDA Budget Ruimtelijke ordening. Is het juist dat in 2013 nog sprake is van een inhaalslag bij het actualiseren van bestemmingsplannen en dat daarna het aantal te actualiseren plannen sterk af neemt? Zo ja waarom blijven de kosten in de komende jaren dan toch op hetzelfde niveau? Antwoord: De werkzaamheden/kosten die verband houden met de inhaalslag voor het actualiseren van bestemmingsplannen vallen binnen de geraamde kosten van de reguliere werkzaamheden die verricht worden op het gebied van ruimtelijke ordening. Door prioritering van de werkzaamheden binnen het taakveld ruimtelijke ordening ligt in de periode medio 2012 tot medio 2013 de nadruk van de werkzaamheden binnen dit taakveld voor een deel op de inhaalslag. Voor de inhaalslag worden hierdoor nauwelijks extra kosten gemaakt. Bladzijde 56 – CDA Lasten bouw- en woningtoezicht. De lasten zijn gestegen door de aanschaf van software. Verwacht mag worden dat de lasten daardoor in komende jaren lager zullen worden, anders is aanschaf blijkbaar niet zo doelmatig. Dat is niet het geval. Wat is daarvan de oorzaak. Antwoord: Het was noodzakelijk om als gevolg van het invoeren van de Wet Administratieve Bepalingen Omgevingsrecht en de Basisregistratie Adressen en Gebouwen nieuwe software aan te schaffen. Dit was nodig om de bij deze nieuwe wetgeving behorende taken goed en efficiënt uit te kunnen voeren. De nieuwe automatiseringssystemen zijn niet specifiek aangeschaft om efficiënter dan voorheen te kunnen werken, maar om de gewijzigde wetgeving geautomatiseerd te kunnen uitvoeren. De verhoging van de kosten wordt in deze situatie veroorzaakt door de (hoge) licentie, ondersteunings- en onderhoudskosten die bij deze automatiseringspakketten horen. Bladzijde 56 – Mijn Partij Op blz. 56 staat vermeld dat de automatiseringskosten voor het taakveld bouw- en woningtoezicht met € 63.000 per jaar zijn toegenomen. Graag een toelichting bij dit forse bedrag. Waaruit bestaan die hoge kosten? Antwoord: Naast een aanpassing van de kostentoerekening is binnen het taakveld óók sprake van daadwerkelijke toename van automatiseringskosten. Dit is het gevolg van de aanschaf van software in verband met de invoering van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en de BAG (Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen). (zie ook het antwoord op de vraag van het CDA hiervoor) Bladzijde 56 – Mijn Partij De drie hiervoor genoemde technisch vragen omvatten een stijging van automatiseringkosten van meer dan € 100.000 (per jaar!), buiten alle kapitaallasten voor automatiseringsinvesteringen zoals die op blz. 63. zijn genoemd. Een zorgwekkende ontwikkeling, waarover wij het college vragen niet alleen de 3 technische vragen te beantwoorden, maar ook in algemene zin dieper in te gaan op de beheersbaarheid van de automatiseringskosten. We hebben toch geen SAP-systeem? Antwoord: Bij onze gemeente wordt voornamelijk gewerkt met Centric-applicaties. In enkele gevallen is gekozen voor een andere leverancier (bijv. Wabo en onderwijs). Zoals op alle terreinen van het gemeentelijk vakgebied werken wij ook bij de automatisering zeer kostenbewust. Vorig jaar hebben wij een onafhankelijk bureau een onderzoek laten doen nar de automatisering in deze gemeente. De conclusies sterken ons in de overtuiging dat wij met een gunstige kostprijs een goed resultaat boeken op dit vlak. Op het gebied van de informatievoorziening en automatisering gaan de ontwikkelingen heel snel. Enerzijds schrijdt de techniek razendsnel voort en anderzijds worden van rijkswege (in het kader van het NUP) veel nieuwe wettelijke eisen aan gemeenten gesteld. Deze ontwikkelingen hebben tot gevolg dat er onontkoombare kosten gemaakt moeten worden.
22
Bladzijde 60 - OGP OZB. Het tarief stijgt ten opzichte van 2013 met 3,3%. Wij gaan er vanuit dat dit een fout is die gecorrigeerd wordt. De afspraak is dat het jaarlijks met 3% stijgt. Graag krijgen we hiervoor een verklaring en aangepast voorstel. Antwoord: Het tarief van de OZB stijgt jaarlijks zoals afgesproken met 3%. De stijging van het tarief is afhankelijk van de ontwikkeling van de totale WOZ-waarde, omdat de OZB hier een directe relatie mee heeft. (Het tarief van de OZB is een percentage van de WOZ-waarde). Deze stijging van 3% wordt berekend over de woningen en bedrijven (WOZ-objecten) die al bestaan op 1 januari 2012. Er worden in de loop van een jaar ook woningen en bedrijven bijgebouwd. Deze nieuwbouw zorgt voor de extra 0,3% opbrengst. Bladzijde 61 – CDA Saldo financieringsfunctie. Het saldo is met een bedrag van 1264K circa 350K lager dan in 2012. Dit verschil is opmerkelijk vanuit de overweging dat de rente in 2012 niet veel lager was dan in 2013 verwacht mag worden. Wat is hiervoor de verklaring? Antwoord: Het saldo van de financieringsfunctie is het verschil tussen het totaal van de bespaarde rente en de totale toegevoegde rente. Deze bedragen zijn afhankelijk van het renteomslagpercentage maar ook van de hoogte van de reserves. Want daar wordt de bespaarde en toegevoegde rente over berekend. Alle onttrekkingen/stortingen aan/in reserves zijn dus van invloed en ook het besluit aan een reserve wel of geen rente (of alleen rente ter grootte van het inflatiepercentage) toe te voegen. Bladzijde 63 – CDA Incidentele uitgaven automatisering: Er is een opmerkelijk groot bedrag aan investeringen in automatisering voorzien ( circa 700 k plus 2 maal pm). Wordt dat terugverdiend door lager arbeidskosten of betere service en waarom zijn er voor de jaren daarna geen kosten voorzien voor instandhouding / vervanging? Antwoord: De ontwikkelingen op het gebied van de informatievoorziening en automatisering gaan heel snel. Enerzijds schrijdt de techniek razendsnel voort en anderzijds worden van rijkswege (in het kader van het NUP) veel nieuwe wettelijke (en dus verplichte) eisen aan gemeenten gesteld. Meer dan de helft van de opgevoerde kosten zijn het gevolg van deze nieuwe wettelijke eisen (ruim € 400.000). Het rendement van deze investeringen ligt grotendeels bij externe partijen. Voor onze gemeente wordt voornamelijk een verbetering van de informatievoorziening voorzien. Een ander deel van de investeringskosten betreft vervanging (€ 100.000) en aanpassingen als gevolg van nieuwe ontwikkelingen (€ 200.000). In de investeringen voor deze nieuwe ontwikkelingen is ook een deel vervanging begrepen (bijv. bij de investering van een nieuwe midoffice). Wij verwachten deze laatste kosten door een verbetering van de informatievoorziening en meer efficiency terug te verdienen. Ook zal de service aan klanten verbeteren. Een en ander zal naar verwachting echter niet leiden tot lagere arbeidskosten, aangezien het beheer van alle veranderingen en uitbreidingen zal toenemen. Zoals al jaren leiden investeringen op dit vakgebied niet tot lagere arbeidskosten, maar wel is er sprake van “minder meer”. Bladzijde 64 – OGP Afvloeiing personeel. Welke kosten zijn er gemoeid met het af laten vloeien van een medewerker buitendienst? is deze functie nu boventallig? Antwoord: De kosten die zijn gemoeid met de mogelijke beëindiging van een dienstverband zijn op dit moment niet nauwkeurig te bepalen. Tot de geplande ingangsdatum in 2014 kunnen wettelijke regelingen en termijnen voor pensionering nog worden aangepast of gewijzigd. De functie is momenteel niet boventallig. Bij vertrek van de medewerker wordt de functie in ieder geval niet meer ingevuld.
23
Bladzijde 67 – CDA Uit de recapitulatie blijkt dat voor de meeste posten de kosten gelijk blijven of dalen, maar bij 0.3 beheer, verkeer en milieu is sprake van een forse stijging. Deze lijkt niet te sporen met de aankondiging van bezuiniging op wegen en het verlagen van het kwaliteitsniveau. Kunt u deze forse stijging verklaren? Antwoord: In de Financiële begroting staat op blz. 74 de toelichting op hoofdlijnen van de stijging van het saldo van lasten en baten binnen programma 3. Daarnaast is een meer gedetailleerde toelichting te vinden in programma 3 (blz. 35 e.v.). De stijging wordt vooral veroorzaakt door incidentele bijramingen, zoals de herinrichting van de Dijkshoornseweg, en bijramingen in verband met areaaluitbreiding. Bladzijde 67 – CDA Er is door V&W een bedrag van 2,2 mio overgemaakt naar de gemeente Midden Delfland ivm activiteiten rondom het traject A4. Welk bedrag is in 2012 daarvan besteed (incl specificatie) en waar is het restant bedrag (inclusief de lasten in 2013 e.v.) in de begroting terug te vinden ? Antwoord: In 2012 is tot 1 augustus t.b.v. gemeentelijk begeleiding van de aanleg van de A4 een bedrag van € 150.000 besteed. Hiervan bedraagt ca. € 124.000 de inzet van (interne) manuren. Ca. € 26.000 is besteed aan externe inzet voor onder meer de vergunningprocedure wijziging van het bestemmingsplan. In de najaarsnota 2011 heeft de gemeenteraad besloten tot het instellen van en storting van de bijdrage ad € 2,2 mln. in de Reserve A4. Voorafgaand aan een jaar is moeilijk in te schatten welke kosten t.b.v. de begeleiding van de A4 in welk jaar gemaakt gaan worden. Daarom is in de najaarsnota tevens besloten de kosten jaarlijks aan deze reserve te onttrekken. Het restant van het bedrag staat derhalve in de reserve A4; deze is terug te vinden in de Staat van reserves en voorzieningen in de begroting 2013. Bladzijde 76 – Mijn Partij Op blz. 76 is vermeld dat in 2013 een eenmalig extra dividend wordt ontvangen van € 68.000 van Westland Infra. Zoals ook op blz. 25 als beleid staat vermeld zou dit bedrag toegevoegd moeten worden aan de algemene reserve. Wij zien deze toevoeging aan de algemene reserve echter nergens staan. Een foutje? Antwoord: Op bladzijde 130 in de Staat van reserves is deze toevoeging aan de Algemene reserve te zien. Daarnaast is de toevoeging verwerkt in de cijfers in het staatje Mutaties in de reserves op bladzijde 64. Bladzijde 86 – Mijn Partij Onderaan blz. 86 staat dat het dekkingspercentage van de rioolrechten 99% zou zijn, en dat het verschil met 100% onttrokken wordt aan de egalisatiereserve. Uit de cijfers blijkt het tegenovergestelde (dekking boven de 100% en storting in de egalisatiereserve). Graag verduidelijking hoe het nu zit? Antwoord: De tekst in de begroting is niet juist. Het dekkingspercentage is 107% en de meeropbrengst wordt gestort in de egalisatiereserve Riolering. Bladzijde 87 – Mijn Partij, CDA Het overschot op de rioolrechten neemt volgens de meerjarencijfers (blz. 87) jaarlijks toe. Kunt u cijfermatig aangeven welke afwijkingen er bij de opbrengst van de rioolrechten en de omvang van de egalisatiereserve zijn ten opzichte van het rioleringsprogramma? Egalisatiereserve riolering. De egalisatiereserve lijkt harder te groeien dan noodzakelijk op basis van de indertijd opgestelde analyse. Is dat juist en geeft dat aanleiding tot herziening van het tarief? Antwoord: De in de begroting geraamde opbrengst van de rioolrechten: € 2.023.363 Geraamde opbrengst volgens GRP € 1.903.123 Stand van zaken egalisatiereserve 1 januari 2013 vlgs begroting: € 3.575.528 Geraamde stand volgens GRP € 3.659.561
24
Op basis van deze cijfers kan geconcludeerd worden dat de egalisatiereserve nog iets achterloopt bij de verwachting uit het GRP. Er is dan ook geen reden om het tarief voor het rioolrecht te herzien. Bij de eerstvolgende herziening van het GRP in 2016 zal dit in relatie met de te verwachten kosten opnieuw beoordeeld worden. Bladzijde 109 – CDA Organisatie. Aangegeven wordt, dat inmiddels meer dan 500 inwoners zich hebben aangemeld voor het digitale burgerpanel. In de commissievergadering vorig jaar (najaar) is door de portefeuillehouder aangegeven, dat er op dat moment 500 inwoners gebruik maakten van het digitale burgerpanel maar dat de activiteiten zouden worden geïntensiveerd om dit aantal zeer fors op te schroeven. Kan aangegeven worden hoe het verloop van het aantal aangeslotenen is geweest sedertdien? Antwoord: Werving van nieuwe leden voor het digitale burgerpanel vindt niet het gehele jaar plaats, maar vooral bij de start van een nieuw onderzoek. Dan wordt via de website, de digitale nieuwsbrief en de Schakel gewezen op het te houden onderzoek, met de oproep daaraan ook mee te doen via het digitale burgerpanel. Het verloop van het aantal panelleden gedurende het jaar wordt niet bijgehouden. Overigens betekent inschrijving voor het digitale burgerpanel niet dat men ook meedoet met een onderzoek. Van de ingeschrevenen doet slechts een deel mee met een onderzoek. Bladzijde 109 – CDA Personeelsbeleid. Er wordt gesproken over een besparing van 258K (bijna 3% van de loonsom). Wordt die besparing in ieder komend jaar gerealiseerd en zo nee, hoe ziet dit er dan uit voor de komende jaren ? Is deze besparing al verwerkt in de gegevens van loonkosten op pagina 110 ? Antwoord: De voorgestelde structurele bezuiniging van € 258.000 is in het saldo, maar nog niet in de onderliggende cijfers in deze begroting verwerkt. Dit laatste zal in de eerste begrotingswijziging worden gedaan. De bezuiniging zal met ingang van 2013 worden gerealiseerd. Bladzijde 109 – OGP Personeelsbudget: Op basis van welke gegevens baseert het college deze aanname? Welk gemiddelde wordt bedoeld en uit welke bronnen zijn de gegevens afkomstig? Zijn hierbij ook de recente gegevens die beschikbaar zijn bij het ministerie van BZK gebruikt? Antwoord: Deze gegevens zijn gebaseerd op het door bureau Berenschot voor onze gemeente uitgevoerde benchmarkonderzoek. Dit onderzoek is enkele jaren terug uitgevoerd. Recente gegevens van BZK zijn hierbij niet gebruikt. Bladzijde 110 – CDA Bedrijfsvoering. Eerder heeft het CDA aangegeven dat het veel logischer en praktischer is om te sturen op budget dan op het aantal fte of de omvang van de inhuur. Uit de begroting wordt ons nu echter niet volledig helder wat het totale budget is in de verschillende jaren. Graag ontvangen we een overzicht vanaf 2010 t/m 2016 waarin per jaar het totale personeelsbudget incl. inhuur inzichtelijk wordt gemaakt en waarbij tevens alle bezuinigingen en CAO aanpassingen e.d. inzichtelijk worden gemaakt.
25
Antwoord: Als antwoord op uw vragen kunnen wij u de volgende gegevens verstrekken:
CAO Totaal budget
aanpassingen Vervanging
2010
0,5% salarisverhoging, 0,5% verhoging eindejaarsuitk., 0,5% € 8.625.802 eenmalige uitkering
0,5% verhoging 2011 € 8.737.303 eindejaarsuitk. 2012* € 9.040.916 2% salarisverhoging 2013 € 9.411.989 0% 2014 € 9.460.621 0% 2015 € 9.499.764 0% 2016 € 9.577.248 0% *Bedragen vanaf 2012 zijn begrotingsbedragen.
Specialisten
€ 400.000 € 2.000.000 € 480.290 n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
€ 1.260.242 n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Ten aanzien van de bezuinigingen kunnen wij u als volgt informeren: Vanuit het personeelsbudget is de afgelopen jaren een forse bijdrage (ruim 20%) geleverd aan de noodzakelijke bezuinigingen om te komen tot een sluitende begroting. In de meerjarenbegroting 2011-2014 zijn de volgende bezuinigingen doorgevoerd: Vermindering formatie € 350.000,Verlaging opleidingsbudget € 40.000,Vermindering overwerkbudget € 15.000,Besparing kosten werving en selectie € 20.000,Verlaging budget inhuur € 50.000,Overig € 25.000,In deze begroting 2013-2016 voorstellen gedaan voor beperkingen in de secundaire arbeidsvoorwaarden, formatiereductie en de mogelijkheid om extern in te huren. De totale besparing loopt op tot € 258.000,-. Hieronder is dat uitgesplitst: Persoonsgebonden budget medewerkers € 110.000,Externe inhuur € 90.000,Re-integratie en coaching € 15.000,Budget inhuur specifieke activiteiten € 13.000,Formatiereductie team buitendienst / OW € 30.000,- + TOTAAL € 258.000,Bladzijde 110 – CDA Formatie. Vorig jaar is gesproken over uitbesteding van werkzaamheden van de buitendienst. Dit is toen niet geaccordeerd. Zit de buitendienst nog altijd in de opgegeven formatie voor 2013 en volgende jaren ? Toen is ook melding gemaakt van de inschatting, dat deze uitbesteding op termijn een besparing zou opleveren van 135K. Aangenomen wordt, dat deze besparing niet in deze begroting is opgenomen. Is deze aanname correct ? Antwoord: ·Ja. De formatie komt overeen met die volgens de begroting 2012-2015. Uw aanname dat het voordeel van € 135.000 niet in de begroting 2013-2016 is verwerkt is juist. Bladzijde 112 – OGP Papierarm vergaderen: Welke besparing denkt het college hiermee te bereiken, inclusief postbezorging, etc.? Is deze bezuiniging al in de boeken opgenomen?
26
Antwoord: De omvang is nu nog niet aan te geven. Wij hebben in deze begroting hiervoor dan ook nog geen bedrag opgenomen Bladzijde 117 – OGP Debiteuren. Is er een actief debiteurenbeleid? Hoe verloopt dit? Wat zijn de ervaringen na 1 jaar in eigen beheer? Antwoord: Ja. Het beleid wat gevolgd wordt is de Invorderingswet 1990 en het incassoreglement 2011 (zie de gemeentelijke website). Als na het verstrijken van de vervaldatum bij deze publiekrechtelijke vorderingen niet is betaald wordt het volgende traject gevolgd: 1. Versturen van een kostenloze herinnering (eigen beleid) 2. Versturen van een aanmaning met kosten 3. Versturen van een dwangbevel. Met dit dwangbevel kan de Belastingdeurwaarder de mogelijkheden van de Invorderingswet 1990 gebruiken om alsnog betaling af te dwingen. In 2011 is € 12.525,67 (0,17% van de totale belastingontvangsten in 2011) oninbaar gebleken. Het debiteurenbeheer is nooit uitbesteed aan een externe organisatie. Voor het betekenen van een dwangbevel is wel een belastingdeurwaarder noodzakelijk. Deze wordt ingehuurd bij een gespecialiseerd bedrijf. Het is niet rendabel om een belastingdeurwaarder in de eigen formatie op te nemen.
27