agendapunt 3.a.02 993663
Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden SAMENWERKING IN DE AFVALWATERKETEN Portefeuillehouder Datum Aard bespreking Afstemming Bijlagen Zaaknummer
Ende, P. van der 21 augustus 2012 Informatief 5 26941
Gremia
Datum
Aard
D&H
20-03-2012
B
Advies/ besluit Gewijzigd akkoord
cie WK D&H
03-04-2012 21-08-2012
B
Conform
cie WK VV
11-09-2012 27-09-2012
-
Parafering Geparafeerd door: Bos, J.L. Geparafeerd door: Bos, J.L. -
Gevraagd besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 21-08-2012
I.
kennis te nemen van de uitkomsten van de twee regionale feitenonderzoeken naar de samenwerking in de afvalwaterketen; II. in te stemmen met Delflandse uitgangspunten voor samenwerking in de afvalwaterketen; III. in te stemmen met het doorgeleiden van de notitie Samenwerking in de afvalwaterketen: Richting & Ruimte aan de Verenigde Vergadering van 27 september 2012.
Besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 21-08-2012 Het voorstel tektueel doorlopen. Advies Commissie* Waterketen en Waterkeringen 03-04-2012
Gevraagd besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 20-03-2012 1. in te stemmen met het versturen van de brief, met kenmerknummer 995482, betreffende contouren koersbepaling samenwerking afvalwaterketen aan de Commissie Waterkeringen en waterketen.
Besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 20-03-2012 Hoogheemraad Bom vraagt aandacht voor dwarsverbanden met andere commissie(s).
Samenwerking in de afvalwaterketen: Richting & Ruimte 1.
Probleemstelling - context
Het proces van de samenwerking in de afvalwaterketen, zoals afgesproken in de akkoord tussen de koepels VNG en UvW (april 20120) en het Bestuursakkoord water (april 2011), is reeds enige jaren onderweg. In de regio wordt met gemeenten en buurwaterschappen een proces gevoerd om afspraken te maken over intensievere en minder vrijblijvende samenwerking in de afvalwaterketen. Op ambtelijk en bestuurlijk niveau hebben meerdere gesprekken en bijeenkomsten plaatsgevonden en er zijn doelmatigheidsonderzoeken naar samenwerking uitgevoerd. Voorliggende notitie brengt alle lopende en afgeronde onderdelen van de samenwerking in de afvalwaterketen bij elkaar. Met de gemeenten is afgesproken dat de zomerperiode van 2012 wordt benut om de uitkomsten van het samenwerkingsproces tot nu toe in de eigen organisatie, met de eigen achterbannen, te bespreken. Doel hiervan is dat iedere organisatie de eigen positie en de inzet op de samenwerking in de afvalwaterketen bepaald. Als vervolg hierop zullen in de laatste maanden van 2012 de beelden worden gedeeld, afspraken worden gemaakt en de vervolgstappen worden uitgelijnd naar een samenwerking met de gemeenten. Op 3 april 2012 is het College van D&H met de Commissie Waterketen en Waterkeringen in gesprek gegaan over de contouren van de samenwerking in de afvalwaterketen. Vanuit die besproken contouren is voortgebouwd, en heeft geresulteerd in voorliggende notitie ten behoeve van de koers en de positiebepaling op het dossier van de afvalwaterketen. 2.
Beoogd effect
Het moment is aangebroken om als Delfland de koers en de positie te bepalen ten behoeve van de samenwerking in de afvalwaterketen. Na de zomer van 2012 zullen de processen van Rotterdam en Delfland in een besluitvormende fase komen. Met gemeenten en buurwaterschappen worden afspraken gemaakt over de inhoud, de governance en de te volgen route naar samenwerking. Met het vaststellen van de voorliggende notitie wordt de koers en de positie van Delfland duidelijk. Vaststelling vindt plaats door bespreking en door in te stemmen met de uitgangspunten voor deze samenwerking. Belangrijk om daarbij te onderkennen is dat Delfland voor het vervolgproces op samenwerking sterk afhankelijk is van de overige partners. Dat betekent dat de koers van Delfland richting moet geven voor de toekomstige samenwerking maar daarbij ook voldoende ruimte is om met gemeenten en de buurwaterschappen tot overeenstemming te komen. Door op deelonderwerpen van de samenwerking uitgangspunten te benoemen wordt een goede balans gevonden tussen richting en ruimte. Het resultaat is dat Delfland richting krijgt voor de samenwerking in de afvalwaterketen en dat er voldoende ruimte ontstaan om met de gemeenten en de buurwaterschappen tot overeenstemming te komen. 3.
Kernboodschap
Afgelopen anderhalf jaar heeft Delfland met gemeenten en buurwaterschappen intensief samengewerkt aan de totstandkoming van twee regionale feitenonderzoeken. Met gemeenten en buurwaterschappen is afgesproken dat de zomerperiode van 2012 gebruikt wordt om in eigen huis de koers en de positie op de samenwerking in de afvalwaterketen te bepalen. Hiertoe zijn door de partners beslisdocumenten opgesteld waarin een samenvattend en concluderend beeld is neergezet van de samenwerking. Na de interne consultatieronde start een besluitvormende fase tussen waterschap(pen) en gemeenten over de samenwerking. In die besluitvormende fase worden afspraken gemaakt over de inhoud, governance en financiën met betrekking tot de samenwerking en worden de vervolgstappen en het vervolgproces
uitgelijnd. Delfland bepaald de eigen koers en positie door concrete uitgangspunten vast te stellen op de onderdelen van inhoud, governance en financiën. De uitgangspunten zijn zo geformuleerd dat er richting ontstaat op de samenwerking maar dat er tevens voldoende ruimte blijft om samen met de gemeenten en buurwaterschappen tot overeenstemming te komen in de samenwerking. 4.
Historie - eerdere besluitvorming
Het proces van de samenwerking in de afvalwaterketen loopt reeds vanaf de zomerperiode van 2010. Delfland is toen gestart om samen met de gemeenten een proces op gang te brengen om uitvoering te geven aan het akkoord tussen de koepelorganisaties VNG en UvW. Puntsgewijs zijn hieronder de belangrijkste moment opgenomen in het proces van de samenwerking afvalwaterketen: April 2010: Het akkoord Doelmatige aanpak samenwerking Afvalwaterketen van de koepelorganisaties VNG en UvW Oktober 2010: Afspraak tussen gemeente Rotterdam en de drie waterschappen om een regionaal doelmatigheidsonderzoek uit te voeren; December 2010: Bestuurlijke bijeenkomst Delfland met 12 gemeenten waarin afspraak is gemaakt om gezamenlijk een regionaal feitenonderzoek uit te voeren; Eerste kwartaal 2011: Start van de twee regionale feitenonderzoeken gekoppeld aan twee parallelle processen Delfland en Rotterdam; December 2011: Afronding regionaal feitenonderzoek Delfland; Januari 2012: Informatieve Verenigde vergadering Delfland. Presentatie en bespreking van de resultaten van het feitenonderzoek Delfland en de tussenresultaten van het doelmatigheidsonderzoek Rotterdam; Februari 2012: Bestuurlijke bijeenkomst proces Delfland waarin het feitenonderzoek is vastgesteld en vervolgstappen zijn afgesproken; Maart 2012: Afronding regionaal doelmatigheidsonderzoek Rotterdam; April 2012: Commissie WKK waarin contouren voor samenwerking afvalwaterketen zijn besproken; Mei 2012: opstellen van de beslisdocumenten voor besluitvorming eigen organisatie; Zomer 2012: terugleggen van de beslisdocumenten en interne positiebepaling voor de samenwerking in de afvalwaterketen. 5.
Regelgeving en Beleid
Dit voorstel volgt uit de afspraken die gemaakt zijn in: Akkoord tussen UvW en VNG, april 2010, Doelmatige aanpak samenwerking Afvalwaterketen; Bestuursakkoord water, april 2011. 6.
Financiën
In de Begroting 2012 en de Meerjarenbegroting 2012-2016 zijn de benodigde financiële middelen voor de samenwerking in de afvalwaterketen opgenomen. Het budgetnummer is 50710/ 431056/1370/100018. 7.
Duurzaamheid
Het duurzaamheidbeleid van delfland is een uitgangspunt. 8.
Organisatorische en personele consequenties
Niet van toepassing 9.
OR/GO
Niet van toepassing 10.
Risico- en beheersmaatregelen
Niet van toepassing
2
11.
Communicatie (in- en extern)
Niet van toepassing 12.
Bekendmaking en vervolgprocedure
Zie paragraaf vervolgproces onder 14. Toelichting. 13.
Bevoegd orgaan
De Verenigde Vergadering van Delfland is belast met het vaststellen van de visievorming van het waterschap. Op grond daarvan kan de Verenigde Vergadering een besluit nemen tot het vaststellen van uitgangspunten voor de samenwerking. Zij kan het College van D&H verzoeken om bij de verdere uitwerking van de samenwerking in de afvalwaterketen met gemeenten dit uit te voeren conform de vastgestelde uitgangspunten. De Verenigde Vergadering ontleent zijn bevoegdheid aan art. 77 Waterschapswet. 14.
Toelichting
Bij deze notitie zijn bijgevoegd de regionale feitenonderzoeken van het proces Rotterdam en het proces Delfland. Voor ieder regionaal onderzoek is een aparte en gezamenlijke notitie opgesteld waarvan de partners hebben afgesproken deze met de achterbannen te bespreken. Voorts vindt u als bijlage de brief aan de Commissie Waterkeringen en Waterketen die behandeld is in de vergadering van 3 april 2012. In die brief is opgenomen welke urgenties er voor Delfland zijn ten aanzien van de samenwerking met gemeenten en heeft de commissie ingestemd met de contouren van de samenwerking. Komende maanden zal Delfland proberen om (deels door middel van externe bestuurlijke procesbegeleiding) met de gemeenten een koers op de samenwerking uit te zetten. Hiertoe is het belangrijk om de inzet van Delfland vooraf intern met elkaar te bespreken. In navolgende toelichting is allereerst beknopt de laatste stand van zaken met betrekking tot de regionale processen opgenomen. Vervolgens is door middel van het opstellen van uitgangspunten in de notitie invulling gegeven aan de interne en eigen koers op samenwerking. Deze uitgangspunten hebben aan de ene kant tot doel het bepalen van de koers op samenwerking voor het vervolgproces en aan de andere kant tot doel om voldoende ruimte te blijven houden om met gemeenten afspraken te kunnen maken over de concrete vervolgstappen voor samenwerking. Stand van zaken drie regionale processen Voor de samenwerking met gemeenten lopen er vanaf eind 2010 / begin 2011 twee parallelle regionale gebiedsprocessen met de gemeenten en twee buurwaterschappen. Recentelijk is daar een derde regionaal proces bijgekomen; een quick scan naar mogelijkheden van samenwerking op het gebied van zuiveringsbeheer tussen de hoogheemraadschappen van Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard en Delfland. Hieronder is de laatste stand van zaken van deze drie processen kort beschreven. Proces Delfland In de brief aan de Commissie WKK is het proces tot en met april 2012 geschetst. Daarin is opgenomen dat gemeenten en Delfland een beslisdocument opstellen dat dient als een notitie bovenop het regionaal feitenonderzoek. Een concept versie van die notitie wordt teruggelegd in de eigen organisatie. Op dat punt in het proces zijn we nu dan ook aangeland. In bijlage twee is het concept beslisdocument voor het proces Delfland opgenomen. Bij het opstellen van dat beslisdocument is het College van D&H tot de conclusie gekomen dat het goed zou zijn om voor de afrondende fase van het proces – richting besluitvorming naar een samenwerkingsovereenkomst – een externe bestuurlijke procesbegeleider in te zetten. Afgelopen jaren heeft Delfland in de dubbelrol gefungeerd van inhoudelijk belanghebbende in het samenwerkingsproces en als de trekker en procesbegeleider van het gehele proces. Dit heeft tot nu toe prima gewerkt, de verwachting is echter dat nu het proces richting de besluitvorming gaat het proces ten goede komt als er een externe procesbegeleider wordt ingeschakeld. We verwachten dat de standpunten van de diverse partijen op onderdelen nog best eens uit elkaar kunnen liggen. Net als Delfland gebruiken de gemeenten de zomerperiode van 2012 om de koers te bepalen op het dossier van de afvalwaterketen.
3
In de aankomende besluitvormingsfase van het proces moet de externe procesbegeleider er zorg voor dragen dat gemeenten en Delfland duidelijke en concrete afspraken maken over intensievere en minder vrijblijvende samenwerking in de afvalwaterketen. Doel van de samenwerking blijft onverkort kostenbesparing en doelmatigheidsverbetering. De externe procesbegeleider zal in september 2012 beginnen met de inrichting en het uitlijnen van de besluitvormingsfase voor de samenwerking. Voor zover dit proces op voorhand te voorspellen is, verwachten we dat aan het einde van het eerste kwartaal 2013 een gedragen concept van de samenwerkings-overeenkomst tussen Delfland en 12 gemeenten er kan liggen. Proces Rotterdam De drie waterschappen (Hollandse Delta, Schieland en de Krimpenerwaard en Delfland) zijn samen met de gemeente Rotterdam eind 2010 een eigen proces gestart. In de brief aan de Commissie WKK is het proces tot en met april 2012 geschetst. Daarin is opgenomen dat het regionale doelmatigheidsonderzoek in een afrondende fase zat en dat er gewerkt werd aan een concept beslisdocument op samenwerking. Het doelmatigheidsonderzoek is inmiddels afgerond en als bijlage bijgevoegd (zie bijlage 5). Naast het doelmatigheidsonderzoek hebben de vier partijen eveneens een concept beslisdocument opgesteld (zie bijlage 4). In analogie op het beslisdocument uit het proces Delfland heeft ook in dit proces het beslisdocument tot doel om een gezamenlijke notitie vast te stellen waarin de vervolgstappen op samenwerking zijn vastgesteld. In oktober 2012 vindt er een bestuurlijk overleg plaats tussen de drie waterschappen en gemeente Rotterdam. Tijdens dat bestuurlijk overleg wordt het doelmatigheidsonderzoek en het concept beslisdocument besproken. Doel van dat overleg is om afspraken te maken over de vervolgstappen op samenwerking. Ook in het proces van Rotterdam zal worden toegewerkt naar een samenwerkingsovereenkomst tussen de vier partijen. Naar verwachting zal die overeenkomt in december 2012 of in januari 2013 in concept gereed zijn voor bestuurlijke behandeling. Quick scan samenwerking waterschappen De afspraken uit het Bestuursakkoord water naar de samenwerking in de afvalwaterketen hebben niet alleen betrekking op de samenwerking tussen gemeenten en waterschap. Ook door intensievere samenwerking tussen waterschappen op het gebied van zuiveringsbeheer zijn doelmatigheidsverbeteringen en kostenbesparingen mogelijk. In september 2012 starten de Hoogheemraadschappen van Rijnland, van Schieland en de krimpenerwaard en Delfland een quick scan naar mogelijkheden voor samenwerking. Met de quick scan zal een overzicht worden gegeven van mogelijkheden tot doelmatigheidsverbeteringen en een indicatie van de kostenbesparingen bij nauwere samenwerking in het transport- en zuiveringsbeheer en hieraan gerelateerde werkprocessen. Voor deze quick scan staat nadrukkelijk de inhoud, het zuiveringsbeheer, centraal, onderzoek naar mogelijkheden voor de governance van samenwerking volgen, en zijn afhankelijk van de uitkomsten van de quick scan. Naar verwachting zal de quick scan eind november 2012 worden opgeleverd. Op basis van die uitkomsten worden afspraken gemaakt over eventuele vervolgstappen. Uitgangspunten voor samenwerking In de brief aan de Commissie WKK, behandeld op 3 april 2012, is aangegeven welke belangen Delfland heeft bij een intensieve samenwerking met gemeenten en de daarbij behorende stap naar verdere integratie van het rioolbeheer en het zuiveringsbeheer. Kostenbesparingen zijn te bereiken door betere afstemming van toekomstige investeringen, het verhogen van de prestaties is mogelijk door de operationele taken meer in samenhang uit te voeren. In het gesprek met de Commissie WKK op 3 april 2012 is duidelijk geworden dat deze urgenties en de kansen voor samenwerking worden onderkend. Eveneens zijn de in die brief verwoorde contouren voor een koers op samenwerking door de commissie besproken en onderkend. Dit is een belangrijke opmaat geweest naar onderstaande uitgangspunten voor samenwerking. In navolgende paragrafen is een interne Delflandse koers op samenwerking opgenomen. De Verenigde vergadering wordt gevraagd in te stemmen met die koers – door de beschreven uitgangspunten vast te stellen. Bij het formuleren van deze uitgangspunten is gebruik gemaakt van:
4
Het akkoord tussen de koepels UvW en VNG (april 2010) en het Bestuursakkoord water (april 2011); De uitkomsten van het regionale feitenonderzoeken Delfland; Het concept beslisdocument samenwerking afvalwaterketen; De uitkomsten van het regionale doelmatigheidsonderzoek Rotterdam; De concept notitie samenwerking in Rotterdam; De contouren uit de Commissie WKK-brief over de samenwerking in de afvalwaterketen en de behandeling daarvan op 3 april 2012. Belangrijk om daarbij te onderkennen is dat Delfland voor het vervolgproces op samenwerking sterk afhankelijk is van de overige partners, deze samenwerking doen we niet alleen. In het proces Delfland werken we samen met 12 gemeenten om te komen tot overeenstemming op de samenwerking in de afvalwaterketen. In het proces Rotterdam zal de samenwerking tot stand komen met de gemeente en de twee buurwaterschappen. Dat betekent dat de koers van Delfland richting moet geven voor de toekomstige samenwerking maar daarbij ook voldoende ruimte is om met gemeenten en de buurwaterschappen tot overeenstemming te komen. Door op deelonderwerpen van de samenwerking uitgangspunten te benoemen wordt een goede balans gevonden tussen richting en ruimte. Algemeen: De zorgplichten (van gemeenten en waterschap) staan niet ter discussie; Er is een zeer sterke verwevenheid tussen het rioolstelsel op gemeentelijk niveau en het totale beheer van de openbare ruimte; Samenwerking moet leiden tot kostenbesparing, vermindering van kwetsbaarheid, verbetering kwaliteit dienstverlening en/of verbetering van de duurzaamheid; Het samen werken tussen gemeenten en Delfland is niet nieuw, al jaren werken we samen op het gebied van het watersysteem en de afvalwaterketen; De samenwerking moet ertoe leiden dat op de korte termijn kansen worden gecreëerd en gepakt om de doelmatigheid van de afvalwaterketen te verhogen (laaghangend fruit) en er op de langere termijn, periode 2020 e.v., wordt toegewerkt naar een aansprekende ambitie op samenwerking – een integratie van het zuiveringsbeheer en het rioolbeheer (stip op de horizon). Inhoudelijk Op het gebied van inhoud is er een onderscheid te maken in de samenwerking op strategisch en op operationeel niveau. Dit onderscheid valt samen met de samenwerking op het gebied van investeringen en de samenwerking in de operationele taken. Op strategisch niveau willen we met de samenwerking het volgende bereiken: Delfland en gemeenten ontwikkelen samen een visie voor de lange termijn. Een visie waarin afspraken voor worden gemaakt over het functioneren van de afvalwaterketen. Gekoppeld aan die visie wordt een strategische agenda opgesteld waarin afspraken en prioriteiten zijn gegeven aan onderzoek en innovatie in de afvalwaterketen. Tevens worden hierin huidige en toekomstige beleidsonderwerpen geagendeerd. Delfland en gemeenten ontwikkelen een permanent proces van het gezamenlijk afwegen van investeringsbeslissingen. Afspraken over de afvalwaterketen worden in gezamenlijk opgestelde planvormen vastgelegd. Uit de visie ontstaat een Masterplan per zuiveringskring. Concrete afspraken, beleidsvoornemens en projecten worden daaropvolgend in de eigen zuiveringsplannen en rioleringsplannen opgenomen. Op operationeel niveau willen we met de samenwerking het volgende bereiken: Voor de korte termijn een optimalisatie van de sturing van het afvalwater in de keten. Dit kan onder meer door slimme ICT-toepassingen en door op projectniveau de samenwerking in de afvalwaterketen aan te gaan; Een geleidelijke groei van samenwerking op het onderhoud en de storingsdiensten van de rioolgemalen (bijvoorbeeld “model Maassluis”). Uiteindelijk kan deze groei ertoe leiden dat één organisatie het totale onderhoud en storingen aan rioolgemalen uitvoert; Voor de lange termijn is er een totale integratie van de ketensturing van de haarvaten van het rioolstelsel tot aan het einde van de zuivering door één organisatie. Hiermee vormt dit een onderdeel van een stip op de horizon (zie ook governance).
5
Governance De uitgangspunten van het onderdeel governance hebben betrekking op de structuur en de organisatie van de samenwerking. Het proces heeft tot dusver laten zien dat dit een lastig onderdeel is voor de afspraken op samenwerking. De governance gaat immers ook over de positie die een organisatie heeft in het gebied en het daaraan gerelateerde krachtenveld. Delfland ziet in algemene termen dan ook nadrukkelijk een groeipad tot 2020 voor zich naar intensieve samenwerking. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: In een samenwerkingsovereenkomst tussen Delfland en gemeenten worden afspraken gemaakt over een groeipad in de samenwerking. Dit zijn afspraken die daarmee een toekomstgerichte ambitie kennen; Afspraken tussen gemeenten en Delfland, die een focus hebben voor de korte termijn, zullen een bindend karakter moeten hebben; Vanuit de huidige governance structuren leidt het groeipad en de ambitieuze toekomstgerichte ambitie naar de een stip op de horizon. De stip op de horizon bestaat uit een vaste en bindende structuur waarbij volledige integratie heeft plaatsgevonden van het zuiveringsbeheer en het rioolbeheer. In die situatie is één organisatie in 2020, e.v, verantwoordelijk voor het totale beheer van de afvalwaterketen. Het is niet nodig om de anno 2012 de daadwerkelijke structuur voor de stip op de horizon al te bepalen en vast te leggen. In een samenwerkingsovereenkomst tussen gemeenten en waterschap(pen) wordt vastgelegd dat er een governance integratie zal plaatsvinden in de afvalwaterketen. Hoe de eruit komt te zien is onderdeel van het groeiproces. Financieel De regionale feitenonderzoeken hebben, op basis van diverse varianten, een indicatie voor mogelijke kostenbesparingen becijferd. Naast een ambitie op de inhoud en de governance vindt Delfland het belangrijk om eveneens financiële ambities op te nemen in een overeenkomst met gemeenten en buurwaterschappen. Hierbij gelden de uitgangspunten Delfland, gemeenten en buurwaterschappen stellen gezamenlijk een financiële ambitie vast. Hierin zal Delfland inzetten op de maximaal becijferde besparingen uit de regionale feitenonderzoeken; In het proces Delfland is de financiële ambitie van kostenbesparing van structureel 8,5 miljoen euro in het jaar 2020; In het proces Rotterdam met de buurwaterschappen is de financiële ambitie van kostenbesparing van structureel 2 miljoen euro in het jaar 2020. Verwacht vervolgproces In september 2012 start de externe bestuurlijk procesbegeleider met de besluitvormende fase ten behoeve van het proces Delfland. Hiertoe is de heer mr. F. Evers aangetrokken. Hij zal volgens een vaste methodiek de procesbegeleiding vorm geven; In het proces Delfland is op zijn vroegst aan het einde van het eerste kwartaal van 2013 een concept samenwerkingsovereenkomst te verwachten; In oktober 2012 worden de resultaten van het doelmatigheidsonderzoek Rotterdam besproken en worden er bestuurlijke afspraken gemaakt over de vervolgstappen; De vervolgstappen voor samenwerking worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst tussen Rotterdam en de drie waterschappen. Deze zal naar verwachting in januari 2013 voorgelegd worden; Eind december 2012 komen de resultaten beschikbaar van de Quick scan samenwerking tussen de Delfland en twee buurwaterschappen. De resultaten zullen worden voorgelegd met daarbij een doorkijk naar de vervolgstappen voor samenwerking tussen de drie waterschappen. 15.
Bijlagen 1. Brief met kenmerknummer 995482, aan Commissie Waterkeringen en Waterketen betreffende contouren koersbepaling samenwerking afvalwaterketen; 2. Concept Procesdocument samenwerking afvalwaterketen Delfland; 3. Regionaal feitenonderzoek Delfland; 4. Concept Beslisdocument samenwerking afvalwaterketen Rotterdam; 5. Doelmatigheidsonderzoek afvalwaterketen Rotterdam.
6
Kenmerk VV
:
…**
Vergaderdatum
:
27-09-2012
Beleidsveld
:
Samenwerking afvalwaterketen
Agendapunt
:
…**
De Verenigde Vergadering van Delfland, gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 27 september 2012 met het kenmerk XXXXX; gelezen het positieve/negatieve advies van de commissie Waterketen en waterkeringen; overwegende dat: samenwerking in de afvalwaterketen tussen gemeenten en waterschap zal leiden tot doelmatigheidsverbetering en kostenbesparing; er twee regionale feitenonderzoek naar samenwerking in de afvalwaterketen zijn uitgevoerd; Delfland een koers op samenwerking vaststelt waarin richting wordt gegeven aan de toekomst van de afvalwaterketen maar waarin ook ruimte zit om met gemeenten tot overeenstemming te komen op de samenwerking. Gelet op: artikel 77 van de Waterschapswet; artikel 3.4 van de Waterwet; artikel 3.8 van de Waterwet. de afspraken uit het akkoord van april 2010 tussen de koepelorganisaties UvW en VNG Doelmatige aanpak samenwerking Afvalwaterketen; de afspraken uit het Bestuursakkoord water van april 2011 betreffende de samenwerking in de afvalwaterketen; Besluit: 1) kennis te nemen van de uitkomsten van de twee regionale feitenonderzoeken naar de samenwerking in de afvalwaterketen; 2) in te stemmen met Delflandse uitgangspunten voor samenwerking in de afvalwaterketen. Aldus besloten in de openbare vergadering van 27 september 2012. De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris,
de Voorzitter,
mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart
mr. M.A.P. van Haersma Buma