Adviesrapport Wat zijn behoeften van Driebergenaren op het gebied van zingeving en maatschappij? En op wat voor manier kan Wijkgemeente 3Wijken hierin van betekenis zijn?
Datum: 03-07-2015 Opdrachtgevers: Dhr. Bram Dekker Mw. Ds. Wijke Greydanus
Uitvoerende studenten: Jonathan Hoekstra Hans van Veldhuijzen Vera Voerman Aron Westerhout
INHOUDSOPGAVE 1. Voorwoord
Pag. 3
2. Inleiding
Pag. 4-5
3. Beschrijving gemeente 3.1 Plaats 3.2 Typering/Denominatie 3.3 Omvang 3.4 Kerk 1.0, 2.0 of 3.0
Pag. Pag. Pag. Pag.
4. Theoretisch kader literatuuronderzoek.
Pag. 9-14
5. Resultaten onderzoek 5.1 Verantwoording onderzoeksmethodiek. 5.2 Gegevens over de onderzoekspopulatie. 5.3 Beschrijving van de belangrijkste resultaten.
Pag. 15-16 Pag. 16-17 Pag. 17-24
6. Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusie: Beantwoording van je onderzoeksvraag 6.2 Aanbevelingen
Pag. 26-27 Pag. 27-30
Opmerking: versie zonder bijlagen.
2
6 6-7 7 8
1.
Voorwoord Beste opdrachtgevers te Driebergen, en docenten van de CHE te Ede. Voor u ligt het adviesrapport dat wij u mogen presenteren. Wij hebben het als goed en verreikend ervaren om binnen een tijdsbestek van ruim vier maanden (begin maart 2015 tot eind juni 2015) ons onderzoek te mogen houden in ‘de Driebergse samenleving’, en ook binnen wijkgemeente 3Wijken zelf. Diversiteit Het voor u liggende adviesrapport kenmerkt zich door een zekere mate van diversiteit. Dit geldt allereerst voor het viertal studenten die deze opdracht hebben mogen uitvoeren. Alle vier zijn we tweedejaars student aan de CHE te Ede, en volgen we de opleiding Godsdienst Pastoraal Werk (GPW) Daarnaast zijn alle vier de studenten actief kerkelijk betrokken, maar wel vanuit diverse kerkelijke gemeenten en achtergronden. Dit maakt ons onderzoeksteam ook zo gevarieerd en boeiend! Vanuit verschillende ooghoeken en visies keken we naar bepaalde situaties en casussen. Deze diversiteit komt ook tot uiting in de mensen die we voor dit onderzoek hebben geraadpleegd. Zo komen er mensen aan het woord die allemaal hun eigen unieke kijk hebben op de samenleving te Driebergen, wat de maatschappelijke behoeften hier zijn, en of er ook vragen leven m.b.t. het aspect van zingeving, en of wijkgemeente 3Wijken hierin een rol van betekenis in kan spelen. Om deze diversiteit te illustreren, noem ik slechts de huisarts en de filiaalmanager van de Albert Heijn te Driebergen. Ook hebben we een aantal sleutelfiguren uit wijkgemeente 3Wijken gesproken zodat we een breder beeld van de gemeente konden krijgen. Daarnaast hebben we ook veertigtal mensen op straat een enquête afgenomen. Ook konden deze mensen reageren op open vragen. Diverse respondenten hebben hier gebruik van gemaakt. Verder hebben we ook nog diverse gesprekken en interviews gehad met sleutelfiguren uit wijkgemeente 3Wijken zelf, en ook met diverse gemeenteleden uit deze gemeente. De hierboven genoemde zaken duidt de breedte van ons onderzoek aan. We wilden meer dan enkele meningen en gezichtspunten, maar hebben juist gestreefd naar een zo’n breed mogelijk arsenaal aan meningen, opvattingen, zienswijze, suggesties etc. Wens Wij als projectteam hopen dat dit adviesrapport aan wijkgemeente 3Wijken een goed beeld weergeeft van ‘de Driebergse samenleving’, wat in deze samenleving speelt en de mensen bezig houdt. Maar voornamelijk of dat deze wijkgemeente dankzij dit rapport bruggen kan slaan naar de niet-kerkelijke en/of niet-gelovige mede Driebergenaren. En dat dit rapport mag bijdragen aan het vinden en aanreiken van aanknopingspunten om deze kerkelijke gemeente weer op de radar van deze samenleving te krijgen.
3
2.
Inleiding A. Aanleiding Wijkgemeente 3Wijken te Driebergen heeft contact opgenomen met de CHE. Deze wijkgemeente is een samenvoeging van een drietal voorheen zelfstandige wijkgemeenten te Driebergen. Na een intensieve periode van interne her-organisatie (lees: het fusieproces) is voor de gemeente de tijd nu rijp om zich meer en meer te gaan richten op de samenleving. Wijkgemeente 3 Wijken heeft ons benaderd omdat zij er wil zijn voor de Driebergse samenleving, maar zij weet (nog) niet weet wat de Driebergenaren van de gemeente verwacht. Verwachten zij überhaupt wel iets? De dunne lijn waarop wij opereren is aan de ene kant de opdracht om zo objectief mogelijk onderzoek te doen, terwijl we anderzijds vanuit een duidelijk profiel (lees: de kerkelijke gemeente) dit onderzoek doen. Daarbij zitten we dus snel op het terrein van religie en zingeving. B. Vraagstelling Tijdens het inleidende gesprek met onze opdrachtgevers uit Driebergen, werd duidelijk dat we in ons onderzoek vooral een observerende en luisterende houding moesten aannemen. De vraag die de Heere Jezus stelde aan veel mensen die tot Hem kwamen moest ook onze vraag zijn ten tijde van het onderzoek. Deze vraag luidt: ‘Wat wilt u dat Ik u doen zal?’ Deze vraag vult niet eerst zelf in, maar geeft de gevraagde persoon alle ruimte om zelf een invulling aan deze vraag te geven, en hier vanuit een eigen niet-ingevuld antwoord (door de vraagsteller) te formuleren. In GPW taal noemen ze deze wijze van vraagstelling met voornamelijk het aspect van actief luisteren de priesterhouding. Deze houding moet ons hele onderzoek doortrekken! ‘De Driebergenaren’ moeten zelf aan het woord zijn en wij observeren voornamelijk. We verwerken deze resultaten en presenteren deze resultaten aan onze opdrachtgevers te Driebergen, en aan de CHE te Ede. C. Doelstelling Vanuit de opdrachtgever bezien voeren wij als projectteam een zogeheten voor verkennend onderzoek uit. Wij doen onderzoek naar de eventuele behoeften van ‘de Driebergenaren’ op zowel maatschappelijk als ook op het gebied van zingeving, en ook de vraag of wijkgemeente 3Wijken hierin een rol van betekenis kan spelen. Vervolgens is het aan de wijkgemeente zelf om te kijken wat ze met deze resultaten gaan doen en op wat voor manier men hierop anticipeert. Tijdens het kennismakingsgesprek kwam op duidelijke wijze naar voren, dat men hoopt op een goed en duidelijk onderzoek, en dat men ook met een serieuze blik naar het onderzoek wil kijken, en naar de daaruit voortvloeiende aanbevelingen en suggesties. De gemeente wil aan de hand van onze resultaten en bevindingen kijken of men bepaalde activiteiten en projecten kan opzetten, of op een andere wijze moet organiseren en indelen. Dit om de presentie en zichtbaarheid van de gemeente binnen ‘de Driebergse samenleving’ meer en meer te doen bevorderen. D. Afbakening In eerste instantie leek ons, en ook school, de onderzoeksvraag te breed. Hierin moesten wij samen met de opdrachtgevers tot een concretere onderzoeksvraag komen. Na goed overleg met de opdrachtgevers uit Driebergen en de school, hebben we besloten om mensen binnen het centrum van Driebergen onze vragen voor te leggen. Daarbij zou het onderzoek zowel een kwalitatief evenals een kwantitatief karakter vertonen en zo zou er aan de eisen van beide partijen zijn voldaan.
4
We hebben er dus (in goed overleg met de school) vanaf gezien om hele buurten in te gaan, maar toch hebben we geprobeerd het onderzoek een voornamelijk kwantitatief karakter te laten vertonen, door goed te enquêteren. Met het aanspreken van mensen binnen het centrum van Driebergen, hebben we diverse doelgroepen langere tijd gesproken, en komt dit zowel het kwalitatieve evenals het kwantitatieve gehalte van het onderzoek ten goede! Het ontbrak ons zoals gezegd aan tijd, voldoende mankracht en middelen om geheel Driebergen, zowel demografisch als geografisch, in ons onderzoek te betrekken. Daarom hebben we in overleg met school en de opdrachtgevers besloten om voor een tussenoplossing te kiezen: het interviewen van sleutelfiguren. Met sleutelfiguren bedoelen we mensen die op sleutelposities (en vaak ook cruciale posities staan). Denk hierbij aan de wijkagent en de huisarts. Daarnaast hebben we ook geprobeerd een bepaalde leeftijdscategorie te vermijden. Dus niet alleen ouderen of jongeren, maar echt een dwarsdoorsnede qua leeftijd van Driebergen.
5
3.
Beschrijving gemeente A. Plaats Driebergen, gelegen in de provincie Utrecht en behorend tot de gemeente Utrechtse Heuvelrug, is met een kleine 19.000 inwoners een fors dorp te noemen. Driebergen wordt door de ons geïnterviewde vanuit de kerkelijke gemeente als een echt forensendorp gezien. Volgens een ander, is Driebergen een dorp dat qua mentaliteit veel weg heeft van een stad. Dit omdat Driebergen vrij dicht tegen Utrecht aanligt.
Kaart van Driebergen – Rijsenburg Tijdens onze gesprekken, met zowel kerkelijke als niet-kerkelijke Driebergenaren, kwam een aantal keer de scheiding tussen vermogend en minder vermogend naar voren. Aan de ene kant ziet men in Driebergen de, over het algemeen, oudere welgestelde Driebergenaar. Daar tegenover staan de ‘gewone’ inwoners van Driebergen, die van minder moeten rondkomen. Karakteristiek voor Driebergen is de aanwezigheid van autorijschool IVA. Ter illustratie voorde aanwezigheid van deze school in de samenleving, dienen de vele in (broek-)pak rondlopende jongeren. Je kunt ze tegenkomen in het openbaar vervoer of in de plaatselijke Albert Hein. Naast de wijken waar de welgestelde Driebergenaars wonen, zijn er ook de zgn. mindere wijken, bijv. de wijk Groenhoek. Driebergen is ook een multicultureel dorp, dit heeft o.a. te maken met haar ligging: onder de rook van de grote stad Utrecht. Driebergen dankt zijn bekendheid in christelijk Nederland vooral aan het gegeven dat de bekende organisatie Youth for Christ er zijn hoofdvestiging heeft. Verder zullen de namen Wulfert Floor en Everard du Marchie van Voorthuysen bij de bevindelijk-gereformeerden onder ons misschien een belletje doen rinkelen. B. Typering/Denominatie Een belangrijk gegeven voor het verstaan van de verscheidenheid aan geloofsbeleving van de 3Wijken, is het feit dat deze wijkgemeente op 1 januari 2010 officieel ontstaan is uit een fusieproces. De wijkgemeenten waaruit de 3Wijken is ontstaan, waren: Grote Kerk, t’ Hoge Licht en Maranatha Morgenster. De naam 3Wijken is tijdelijk gekozen. Sinds Kerst 2010 kerkt men in de Grote Kerk aan de Hoofdstraat. Zoals gezegd kent de 3Wijken een grote verscheidenheid aan geloofsbeleving, dit hangt in de eerste plaats nauw samen met de achtergrond, die ligt immers in drie verschillende wijken. In 6
de tweede plaats heeft deze variatie te maken met de verschillende manieren waarop de Heere God met Zijn schepsels omgaat. Het omgaan met deze verscheidenheid, zelf spreekt men liever over veelkleurigheid, probeert de gemeente echt als een uitdaging te zien. Veel kleuren maken iets mooi, en zo krijgt een ieder de ruimte om zichzelf te zijn. Door te luisteren naar elkaars geloofsverhaal, kunnen er verbindingen worden aangegaan en kan het eigen geloofsverhaal verdiept worden. Deze veelkleurigheid wordt meer en meer zichtbaar in de vieringen en het activiteitenprogramma van de gemeente. C. Omvang De ledenadministratie van de gemeente wordt verzorgd door het kerkelijk bureau , via dit bureau verkregen wij de volgende gegevens: wijkgemeente 3Wijken Driebergen- Rijsenburg telt momenteel: - 819 doopleden - 1031 belijdende leden - 385 overige leden Voor de volledigheid en ter vergelijking de Immanuelwijk, waarmee de 3Wijken de Protestantse Gemeente Driebergen- Rijsenburg vormt, heeft: - 254 doopleden - 391 belijdende leden - 58 overige leden Beide wijken functioneren vrij zelfstandig ten opzichte van elkaar, wel is men intensief met elkaar in gesprek over vorm en inhoud van toekomstige samenwerking.
7
D. Kerk 1.0, 2.0 of 3.0? Wijkgemeente de 3Wijken ziet het als een uitdaging om kerk te zijn hier en nu, in de tijd en in de cultuur. Van hieruit zoekt de gemeente ook naar betekenisvolle rollen op het gebied van diaconaat en spiritualiteit in de hedendaagse samenleving. Tegenwoordig worden diverse kerkstromingen en geloofsuitingen weergegeven met de terminologie kerk 1.0, 2.0 of 3.0. Deze cryptische omschrijving geeft het volgende weer: respectievelijk gaat het hier om de volgende kerkvormen: cultuurpessimistisch en traditioneel, middenweg en cultuur optimistisch en tot slot (post)modern. De gemeente kan volgens ons goed als een kerk 2.0 worden getypeerd. Dit omdat er een meer optimistische manier geprobeerd wordt om kerk te zijn. Dit met respect voor het verleden en het vizier op de toekomst. Daarnaast wil de gemeente zich niet afsluiten voor de cultuur maar deze zo onbevangen, als mogelijk, benaderen. Daarom houdt wijkgemeente 3Wijken ook maaltijden voor Driebergenaren, kunnen organisaties doordeweeks de kerk huren voor bepaalde activiteiten, en is de kerk soms ook doordeweeks open zodat mensen een kaarsje kunnen aansteken, en hierdoor een rustmoment kunnen hebben. Hierdoor blijkt dat deze wijkgemeente aansluiting probeert te vinden met ‘de Driebergenaren’ en dat ze ook niet huiverig zijn voor de heersende cultuur. In de gemeente wordt gebruik gemaakt van moderne media. Men vindt hiervan zowel tegenstandsters als voorstanders. Verder is er één keer in de maand op zondagmiddag een thee-inloop. Daarnaast zijn er ook nog verschillende activiteiten in ontwikkeling. Uit een in de hal van de kerk liggende folder valt te lezen waar de gemeente voor staat. In de folder komt ook naar voren dat wijkgemeente 3Wijken midden in deze huidige tijd en cultuur haar plaats wil innemen. Onderstaande gegevens versterken voor ons het beeld dat wijkgemeente 3Wijken op een optimistische wijze zich verhoudt tot de huidige tijd en cultuur. Zo staat de gemeente o.a. voor het volgende: - We leven dankzij de levende Heer, die aanwezig is waar gelovigen samenkomen. Het is zijn Geest die motiveert, inspireert en relativeert. - We ontmoeten de Heer in de omgang met de geopende Schrift, die een weg met mensen gaat, met een ieder op een unieke wijze. - Als gemeente geloven we dat niemand buiten de genade van God hoeft te vallen. We hopen dat ons hart groot genoeg is voor ruimte voor en ontmoeting met de ander, zodat elk mens door het evangelie geraakt en geïnspireerd kan worden. - We zien het als een uitdaging om kerk te zijn in het hier en nu, in de tijd en in de cultuur. We zoeken op het terrein van spiritualiteit en diaconaat van betekenis te zijn voor de samenleving.
8
4. Literatuuronderzoek – De gemeente als Herberg Inleiding Als groep hebben we erover nagedacht waar wij ons literatuuronderzoek over wilden doen. We hebben hierbij meerdere zaken afgewogen. Omdat de 3Wijkengemeente voornamelijk het onderzoek buiten de kerk wilde houden, hebben wij er over nagedacht om met het literatuuronderzoek hierin mee te gaan. Maar omdat wij, als GPW-ers in opleiding, de verbinding met de gemeente willen blijven leggen, en geen sociologisch onderzoek willen doen, hebben wij geprobeerd voor de gulden middenweg te gaan. Toen wij ons verdiepten in enige missionaire modellen, kwamen wij bij een model dat zichzelf omschreef als ‘van buiten de gemeente naar binnen de gemeente gericht’. Wij hebben vervolgens voor dit model gekozen, om ons er in te verdiepen en het hier weer te geven. Wij hopen dat we door te kijken via de kaders van dit model, dat dit ten goede zal zijn voor onze interpretaties van onze observaties. Wij zullen hier in onze aanbevelingen op terug komen. Daar zullen wij meer de verbinding leggen tussen het model en de gemeente. Ook hopen wij dat dit model de commissie ‘Kerk buiten’ zal inspireren. Dit model heet het ‘herberg’-model, en is een model van Jan Hendriks. De naam zegt het al, de herberg staat hierin als metafoor voor de gemeente. Gemeenten naar dit model leggen zich toe op herbergzaamheid. De gasten staan centraal. De gemeente is een uitnodigende gemeente. De gemeente legt zich erop toe de hindernissen weg te nemen die gasten belemmeren te groeien in geloof in God, dienst en gemeenschap. Het draait hier om het begrip herberg, maar zeker ook om het begrip ‘gast’. Sleutelbegrippen zijn ‘openheid’ en ‘gastvrijheid’. Hendriks komt met drie aspecten gebaseerd op ‘onopzegbare’ Bijbelse principes voor gemeente- zijn. Eén: openheid naar vreemdelingen. Twee: bij elkaar te gast zijn. Drie: gast zijn van Jezus (de eigenaar van de herberg). Mensen (mogen) komen en gaan zoals dat in een herberg ook het geval is. Dingemans: ‘de gemeente is een herberg waar men af en toe verblijft.’ Volgens Hendriks kunnen openheid (gastvrijheid, deelname etc.) en duidelijkheid (identiteit) samengaan en hoeven deze geen onverenigbare tegenstellingen te vormen. Critici die naar dit model hebben gekeken, geven wel aan dat dit een spanningsveld is bij dit model. Koppeling naar de 3Wijken Dit deed ons denken aan mensen die we op de Traay spraken die hier vaak in een vakantiepark zitten en in die weekenden dan naar de Katholieke kerk gaan. Optioneel: wellicht kan de 3Wijken in de toekomst iets gaan betekenen voor mensen die op los-vast basis in Driebergen verblijven. Zoals de genoemde vakantiegangers. Het herbergmodel verder toegelicht Algemeen: Ter introductie van het model gebruikt Hendriks een citaat van Joep de Hart van het SCP: “En talloze mensen verlaten de traditionele bronnen, tegelijkertijd neemt de dorst toe" De Hart zegt dus twee dingen: mensen verlaten de kerk én er is dorst. In plaats van de richting te laten bepalen door het feit dat veel mensen de kerk verlaten, richt het Herberg-model zich op de toenemende dorst. Het model stelt de vraag: “Hoe kunnen we de kerk zo vorm geven dat zij een plaats wordt waar buitenstaanders en gemeenteleden hun dorst lessen?”
9
Hendriks geeft meerdere concrete voorbeelden van deze dorst, namelijk dorst naar: Samen nadenken over hoe moeten we nu verder te gaan, ik persoonlijk, ons allemaal, en de samenleving Ervaring van God Gemeenschap Concrete hulp Antwoord op zingevingsvragen: ‘Wat is de zin van dit alles?’ ‘Waarom leef ik eigenlijk?’ Het door hem verzonnen model, speelt hier volgen hem op in. Er zijn hierbij vier criteria waarmee hij rekening heeft gehouden: het moet volgens Hendriks mogelijk zijn, het moet recht doen aan het hart van het kerk-zijn, namelijk de verborgen omgang met God, de gemeenschap met elkaar en de dienst aan de samenleving, het moet de mens als individu recht doen en het moet betrokken zijn op de samenleving.
Specifieker over de kerk als Herberg (voor mensen onderweg) Hendriks noemt het model ook wel de ‘open kerk’. Deze kerk moet in zijn ogen namelijk een open houding hebben richting de volgende gebieden: Open naar de buurt Open naar elkaar Open naar God Verder zouden de volgende zaken een dergelijke kerk moeten typeren: uitnodigend is en dus ook aandacht heeft voor PR die staat langs de weg van mensen gastvrij is (gaat samen met de genoemde openheid) heeft niet als doel mensen binnen te houden, maar wil mensen voorzien van zaken waardoor zij “hun reis gesterkt en met wat meer vreugde” kunnen vervolgen geeft mensen de ruimte hun verhaal te vertellen (als zij dat willen). Zij luistert hiernaar en weet het te verbinden met het verhaal van onze persoonlijke God die omziet naar mensen. Zij biedt de mogelijkheid dat mensen kunnen praten over gemeenschappelijke levensvragen. is een plaats van ontmoeting en gezelligheid; “het beste dat zij in huis heeft wil zij op tafel zetten” De kerk moet net als vroeger de eerste ambtsdragers deden, dienen. De gemeente en gemeenschap dienen. Gastvrijheid Omdat het kernbegrip van het herberg-model ‘gastvrijheid’ is, zullen wij nu weergeven op wat voor manier Hendriks dit inpast in zijn model. Hendriks haalt 1 Kor. 14:9 aan: “Alles is goed, maar onder dit beslissend voorbehoud: alles moet voor buitenstaanders te volgen zijn.” Ook haalt Hendriks een leefregel van Benedictus aan: “De overste verbreekt omwille van een gast zijn vasten.” Hendriks wil hiermee laten zien dat gasten centraal horen te staan. Er moet ruimte zijn voor gasten. Is die er niet, dan moet die gemaakt worden. Dit betreft ook de randleden: “de randleden worden geëerde gasten.”( Henau). Maar niet alleen niet-gemeenteleden en randleden zijn gasten. Als gemeenteleden ben je ook bij elkaar te gast, er wordt gewisseld tussen gast en gastvrouw/heer. Niet alleen bij de medegemeenteleden, maar ook richting God. “Wij worden zelfs aan zijn tafel genodigd.” Wij worden als gasten uitgenodigd bij Jezus/God. Maar ook richting God kunnen wij een gastvrouw/heer zijn. Zo kan God zich ook verschuilen in een gast. Mattheüs 25:35 “Ik was gast en u hebt Mij ontvangen”. 10
A. Gasten staan centraal in drie opzichten De gemeente maakt ruimte voor gasten. Wij zijn zelf gasten van God en Jezus. Ook in een meer omvattende zin zijn wij gasten; vreemdelingen met een beperkte verblijfsvergunning. Zij zijn bij elkaar te gast; afwisselend gast en gastvrouw/heer; wederkerigheid. B. Gastheer/vrouw, gast en God wisselen van plaats Een gastvrouw kan alleen een goede gastvrouw zijn als zij weet wat het betekent gast te zijn. En de gast kan gastvrouw worden. En God en Jezus verschuilen zich in de gast. Zo ook Benedictus: "Alle gasten die langs komen worden ontvangen als Christus zelf, want Hij zal zeggen: 'Ik was gast en u hebt Mij ontvangen'"(Mt. 25,35). Niet maar bij wijze van spreken: "men aanbidt in hen Christus, degene die men ook werkelijk ontvangt". Vandaar dat ook vandaag nog de portier van een klooster de vreemdeling aan de poort begroet met Deo Gratias. C. Vrijheid én confrontatie; ruimte voor mensen én voor de traditie (vgl Taizé) De gast is vrij, er wordt niets opgedrongen, maar de gastvrouw en heer laten zich wel zien. De gastvrouwen en heren dienen gemakkelijk vindbaar te zijn, maar zij moeten bijvoorbeeld niet bij de deur gaan staan: mensen zouden vrij in en uit moeten kunnen lopen. D. Gastvrijheid: geen taak, maar houding Deze houding betekent ruimte scheppen voor buitenstaanders, voor elkaar (ook voor onszelf) en voor God. Deze houding is een blijvende opdracht en strekt zich uit over alle gebieden van de gemeente. Realistisch? Volgens Hendriks is het een zeer realistisch model. Hij onderscheidt hierbij 6 punten waar aandacht aan besteedt dient te worden.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
De wandel baant de weg Het gemeenschappelijk verlangen als motor Kijken door de ogen van anderen Elkaar zien Vertrouwen De liturgie in de groepen; van werkgroep tot kerkgroep 1. De wandel baant de weg Rondom gemeenteopbouw zijn er volgens Hendriks verschillende manieren waarop men de gemeente rond dit model kan gaan vormgeven. Hij ziet de volgende twee het meest gebeuren: de georganiseerde reis De bestemming wordt eerst zo precies mogelijk uitgewerkt en de weg (het tijdpad) wordt aangelegd. Dan pas volgt de wandel. de gezamenlijke trektocht: Bij deze wandel baant de weg juist geleidelijk aan en wordt zo de bestemming steeds duidelijker. Men gaat op weg, gedreven door een vaak diep verlangen naar een open kerk. Gaandeweg wordt het allemaal duidelijker. Niet alleen waarheen precies, maar ook waarom en waartoe. De bezinning is niet een aparte fase die vooraf gaat aan het proces – zo gaat dat bij de georganiseerde reis - maar vindt gedurende de hele reis plaats, naar aanleiding van de ervaringen en de problemen die men al wandelende tegenkomt.
11
2. Het gemeenschappelijk verlangen als motor Zoals al gezegd bij de gezamenlijke trektocht, is de bron van deze trektocht een diep en krachtig verlangen dat gericht is op de toekomst. Het omkijken naar vroeger is geen verlangen maar is heimwee. Een verlangen helpt ons, het zet ons er toe aan om onze vertrouwde omgeving te verlaten, onze zekerheden op losse schroeven te zetten. Dit is meer dan alleen het overwinnen van weerstanden. Hendriks haalt hier een mooi citaat van Anselm Grun aan: "In zijn verlangen raakt (de mens) God. Het verlangen is het spoor dat Hij zelf in ons hart heeft gelegd. Als wij ons verlangen voelen, dan voelen en ervaren wij Zijn liefde midden in de kilte en duisternis van deze wereld." Dat verlangen hebben alle kerken nodig, maar zeer in het bijzonder de kerken die het nu nog goed gaat, want zij hebben iets te verliezen. Dat verlangen moet minstens een paar mensen in de gemeente beheersen. Voorbeeld Helder wordt dat onder woorden gebracht door de pastor van de vrijzinnige geloofsgemeenschap "De Engel", een kleine gemeente die vanuit een nulpunt, weer opbloeide: "Wellicht was dat het geheim van de opbloei: als er maar op zijn minst één iemand is die samen met de voorgangster gelooft, vertrouwt en meedenkt. Dezelfde pastor merkt op: "Geloof en vertrouwen zijn belangrijker dan berekening". Zij doet als aanbeveling: "Dingen doen vanuit je passie". Het verlangen leidt tot geïnspireerde voorgangers en werkgroepen en die inspireren weer anderen. Het geeft vermoeide mensen, die zich soms al min of meer met het onvermijdelijke verzoend hadden (de gemeente als sterfhuis), weer perspectief. De kring van medewerkers groeit. Verschillende mensen die het al voor gezien hadden gehouden, komen terug. Verlangen is van grote betekenis. Niet alleen in en voor kerken. Hendriks haalde hierbij een prachtig citaat aan van Antione de Saint Exupery. Hij beeldt hierbij het belang van verlangen uit: "Wanneer je een schip wilt bouwen breng dan geen mensen bij elkaar om hout aan te slepen, werktekeningen te maken, taken te verdelen en het werk in te delen. Maar leer de mensen verlangen naar de eindeloze zee". Verlangen gaat vaak samen met inspiratie. Door geïnspireerd te worden kan je verlangen groeien. Maar ook met je verlangen kun je mensen inspireren. Het is van belang dat er mensen zijn met verlangens naar een dergelijke kerk. Het is van belang dat mensen geïnspireerd worden door dit verlangen. Hendriks ziet dit verlangen als een absolute voorwaarde. Dit hoewel het een gecompliceerd iets is. Wanneer het verlangen ontbreekt of weg ebt, zal men van de gezamenlijke trektocht de weg van de georganiseerde reis inslaan. Deze georganiseerde reis zou een “andere type leiding, een ander klimaat, een andere procedure, vertrouwen op macht en zich distantiërende leden” met zich mee kunnen brengen. Ondanks een groot verlangen kan men deze weg ook inslaan door bijvoorbeeld te 12
weinig geduld. De georganiseerde reis kan dan verleidelijk zijn omdat deze weg oogt sneller te gaan. Vertrouwen is belangrijk om toch de gezamenlijke weg te bewandelen. Maar de gezamenlijke trektocht vraagt nog meer, namelijk: 1) denken vanuit buitenstaanders, 2) elkaar als reisgenoten werkelijk zijn, 3) vertrouwen dat we er niet alleen voor staan. 3. Kijken door de ogen van anderen De open kerk begint buiten. Toegepast op gemeenteopbouw betekent dit: de angstige op ons zelf gerichte bange vraag "Hoe overleven we?", inruilen voor de vraag: "Hoe kunnen wij, kleine, misschien krimpende gemeenschap voor anderen van betekenis zijn?" Dat betekent concreet, ons als het ware omdraaien en de ander zien; zien in de diepere betekenis van het woord. En dan met elkaar, als gastvrouw/heer en gast samen op weg gaan. De gast is dus niet een object van zorg – ook al ligt het aanvankelijke initiatief bij de gastvrouw - maar subject. Zo gaat dat ook in de praktijk. Voorbeeld Hendriks: “Het doet me denken aan een doopsgezinde gemeente in Wageningen. Er waren nog maar weinig kerkgangers en nauwelijks kleine kinderen. Dan verandert het. Het begin als een paar mensen met open oog en hart naar deze kinderen kijken. Wie zijn zij en waar hebben ze plezier in en wat zet ze in beweging? "Door deze vragen hebben we ons in eerste instantie laten leiden en de kinderen hielpen ons verder"” . 4. Elkaar zien Niet alleen de gasten, maar ook de gastvrouwen en gastheren zelf horen serieus genomen te worden. Zij dienen met respect behandeld te worden en dienen niet overbelast te worden. Niet kwantitatief, ook niet kwalitatief. Er moet voor mensen ruimte zijn om de dingen te doen die bij hen passen, waar zij aardigheid in hebben. Verder betekent het ook om oog te hebben voor de ervaring van de gastvrouwen en gastheren. De ander "zien" raakt hen en roept ook de vraag op wat geloven voor hen zelf betekent. Echt, dat wil zeggen, als het er op aan komt. Ten slotte betekent het serieus nemen van je gastvrouwen (en heren) serieus nemen ook ingaan op hun behoeften aan steun, hulp via gesprek en training. Daarbij komen ook de eigen motieven aan de orde en vragen als "wil ik dit eigenlijk wel?" En: "durf ik de confrontatie met deze mensen aan?" 5. Vertrouwen Kenmerkend voor de weg van de open kerk is vertrouwen. De Heer staat hierbij niet aan het eind van de route, maar is Hij degene op wie tijdens de wandel wordt gehoopt en gerekend. Hendriks haalt hierbij een citaat aan van Den Dulk naar aanleiding van Numeri 10: "We kunnen niet van hier gaan als gij niet met ons optrekt en wij kunnen hier niet settelen als gij niet bij ons komt op deze plaats". God wordt daarin aangesproken als persoon. Als Iemand die tot ons spreekt en tot wie we kunnen spreken. Een belangrijk feit, want volgens Hendriks hebben veel mensen er moeite mee God te zien als Iemand. Dit terwijl dit zo van belang is. Hendriks haalt hier Rob van Kessel aan: “God-als-persoon heeft in onze samenleving (…) zijn vanzelfsprekendheid verloren, meer nog, het is bijna vanzelfsprekend geworden niet van God te spreken. Dat kan nog passend zijn voor orthodoxe en fundamentalistische gelovigen, maar is niet passend, en zelfs bijna onpasselijk makend voor de moderne mens. Hiertussen voelen veel moderne christenen zich in verlegenheid, waarin het hun beter lijkt maar niet openlijk over God te spreken, laat staan openlijk tot God te bidden. Dat kan eventueel nog binnen de veiligheid van het kerkelijk ritueel, maar niet in de kwetsbaarheid daarbuiten, vaak zelfs niet in kerkelijke bijeenkomsten buiten de liturgie" (…). 13
Hoe kunnen we die spanning oplossen? Door God maar niet meer te zien als een persoon en het bidden te staken? Nee zegt Van Kessel. Blijven geloven in God als persoon, en Hem in het gebed blijven aanspreken. Op welke gronden? Eigenlijk maar op één grond, namelijk: er zijn mensen die zeggen door God zó aangesproken te zijn, dat het voor hen onmogelijk is geworden om niet in Hem te geloven, ondanks alle onwaarschijnlijkheid daarvan. De basis ligt dus in ervaringen die dus van fundamenteel belang zijn. Hendriks laat zien dat dit geen recente ontdekking is of dat het puur kenmerkend voor deze tijd voor één bepaalde stroming is. Hendriks haalt hierbij als voorbeeld Karl Rahner aan: "De vrome van morgen zal een mysticus zijn, iemand die iets ervaren heeft, of hij zal niet meer zijn" (1966). Ervaringen zijn dus essentieel. Maar hoe vinden we die? We kunnen die in ieder geval niet afdwingen. Inderdaad: ze moeten ons gegeven worden. Wat we wel kunnen doen is voorwaarden scheppen. Hendriks haalt hier 3 voorwaarden bij aan. 1. Ruimte maken voor verhalen van mensen over hun ervaringen met God; verhalen van mensen van nu en van mensen van vroeger zoals we die in de Bijbel tegenkomen. 2. Stilte en rust een plaats geven in ons leven en in dat van de kerk. "Beter is een handvol rust dan beide vuisten vol zwoegen en najagen van wind" (Pred. 4,6). 3. Mogelijkheden van mensen om aan de liturgie te participeren verruimen. In de liturgie kunnen we God aanspreken als persoon en Hem wellicht soms even ‘zien’. Daarin wordt God als het ware present gesteld. De liturgie schept een andere wereld. Die overstap daarnaar begint dan ook met een drempelgebed. Die andere wereld binnen gaan is van essentiële betekenis. Maar het is van belang na te blijven denken over de deze liturgievorming. Voor veel mensen zal helaas gelden dat de liturgie (zoals die nu vaak gestalte heeft gekregen) niet meer functioneert als vindplaats van God. Deze drie voorwaarden zijn van belang voor het herberg-model. Het is belangrijk dat er in de open kerk ruimte is voor verhalen van mensen van nu en deze verhalen verbindt met de ervaringsverhalen van mensen van vroeger. Ruimte voor stilte en rust is tevens van belang. Beide elementen worden gezien als waardevol in zichzelf, en daarom ook goed om dit mee te nemen in de liturgie. Evaluatie Een terugkerend kritiekpunt op het model is de dunne scheidslijn tussen identiteit en gastvrijheid. In de praktijk blijkt dit een moeilijk punt te zijn. Gastvrijheid moet niet als gevolg hebben dat je je identiteit er onder leidt. Het moet helder blijven waarom men gastvrij wil zijn en van waaruit. Om in metaforen rond de herberg te spreken: men moet blijven beseffen wie de eigenaar van de Herberg is. Dit geldt niet alleen de gemeenteleden, maar ook voor de niet-kerkelijke gasten. Het zou goed zijn als er ruimte zou zijn voor gesprek met andersdenkenden. Het zal een terugkerende vraag zijn voor gemeenten die met dit model werken: “Waar ligt de grens met betrekking tot gastvrijheid?” Het is van belang hierover in gesprek te blijven als gemeente. Niet alleen als leiders, maar ook zeker met de gemeenteleden zelf. In dagblad Trouw vonden wij een artikel over het gebruik van dit model. De meningen lopen uiteen. Er zijn mensen die vinden dat het herbergmodel veel vraagt van de gemeente. Volgens hen moet het aantal actieve leden (vrij) groot zijn en moeten er middelen en mogelijkheden zijn om activiteiten te organiseren. Volgens hen moet dit mogelijk zijn, want “het is alles of niets”.
14
Anderen laten blijken dat zij elementen uit het model hebben gehaald en deze toegepast hebben op de gemeente. Wij hebben de hoop dat de 3Wijken geïnspireerd zal worden door (elementen uit) dit model. Een ander kritiekpunt zou is dat men door dit model te kiezen, te veel op één christelijke deugd/waarde gaat zitten, namelijk gastvrijheid. Wordt op deze manier de uiting van het christelijk geloof niet ten onrechte versmald? Er zijn toch meer christelijke deugden dan alleen gastvrijheid? Wij verwachten niet dat het onoverkomelijke problemen gat opleveren, maar willen toch het volgende even benoemen: Het woord ‘herberg’ wordt anno 2015 niet heel veel meer gebruikt. Vandaag de dag spreken wij veel eerder over een hotel. Wij kunnen ons voorstellen dat mensen hier over nadenken, zouden zij de naam van het model ook willen verwerken tot hun naam van de gemeente. Wel zijn wij van mening dat ‘herberg’ nog eerder gelinkt wordt met gastvrijheid dan bijvoorbeeld hotel.
5.
Resultaten onderzoek A. Verantwoording onderzoeksmethodiek Onze onderzoeksmethodiek stond niet na minuut 1 al vast. Hiervoor waren een aantal gesprekken, zowel met docenten als Dhr. Dekker en Mw. Ds. Greydanus voor nodig. Op de CHE wilde men vooral een kwantitatief onderzoek zien. De gemeente wilde juiste een (voornamelijk) kwalitatief onderzoek zien. In de gemeente wilde men graag een algemeen beeld van de niet-kerkelijke Driebergenaar. Dus niet van een wijk of een bepaalde doelgroep, het mocht aanzienlijk algemener. De vraag vanuit was dus vrij breed en kwantitatief te noemen. In deze vorm paste dit niet in ons onderzoek, tijdsbestek en mankracht. Na een aantal gesprekken over en weer met zowel de CHE als de opdrachtgever hebben we besloten om een tweedelig onderzoek op te zetten. Zowel binnen als buiten de gemeente. De gemeente zelf wilde vooral een onderzoek onder de niet-kerkelijke Driebergenaar en daarmee dus buiten de gemeente. Maar om dit project meer naar de wensen van de CHE te maken en het ook daadwerkelijk te maken tot een gemeenteopbouwproject, wilden we binnen de gemeente kijken hoeveel animo er is om daadwerkelijk ook naar buiten te treden. Daarnaast zouden we ook kijken naar wat daar (nog meer) voor nodig zou zijn. Het was voor ons niet zo vanzelfsprekend om ervan uit te gaan dat een gemeente de juiste ‘mindset’ heeft om daadwerkelijk ook naar buiten te treden.. Het is 1 om te kijken naar hoe ‘de niet-kerkelijke Driebergenaar’ de taak van de kerk ziet, maar als kerk heb je van binnenuit ook grenzen, grenzen in wat je wel en niet wilt en kunt. Want wat als de wensen van de buitenkerkelijken apart blijken te zijn? Je kunt daar dan niet zomaar in meegaan. Blijkens de eisen van de buitenkerkelijken om iets te vragen van de gemeente, vinden wij het erg interessant om te weten of de leden van de gemeente hierin daadwerkelijk kunnen en willen voorzien. De volgende vraag die wij onszelf stelden was, hoe we zo’n grote groep als heel buitenkerkelijk Driebergen het beste konden gaan onderzoeken. En binnen de gemeente was er diezelfde vraag, moeten wij de hele gemeente direct gaan onderzoeken? Toen kwam er het idee om alleen sleutelfiguren zowel binnen als buiten de gemeente te interviewen. Binnen de gemeente zijn dat mensen als ouderlingen en diakenen, buiten de gemeente de wijkagent, de huisarts, de jongerenwerkers en dergelijke. Zij zijn mensen die door hun sleutelpositie zicht hebben op het grotere plaatje. 15
Een wijkagent heeft bijvoorbeeld veel zicht op maatschappelijke behoeften in Driebergen en misschien ook wel op behoeften op zingevingsgebied. Door alleen hen te interviewen werd het aantal interviews en het verwerkingsmateriaal hanteerbaar. Het enige probleem hierbij was dat ons onderzoek wel erg kwalitatief werd. Daarom hebben wij ervoor gekozen om naast de sleutelfiguren ook willekeurige figuren te interviewen. Opnieuw zowel binnen als buiten de gemeente. Buiten de gemeente hebben wij een enquête uitgezet die naast enkele open vragen vooral bestaat uit vragen die de Likertschaal hanteren. Door deze vraagmethode werd de enquête kwantitatief en konden we een aantal gegevens in grafieken verwerken. Na een aantal gesprekken, in de gemeente, was er voor ons al de mogelijkheid om op een gemeenteavond zowel ons onderzoeksplan te presenteren. Daarnaast was er ruimte om een aantal willekeurige mensen te interviewen. De gemeenteavond was gevuld met workshops en wij waren één van die workshops. We hebben aan een tafel met een zestal gemeenteleden kunnen praten. Daar kregen we een beeld van hoe de ‘missionaire mindset’ van de ‘gewone kerkelijke leek’ was. Toevallig zaten we niet met de eerste de beste ‘leken’ aan tafel, want er zaten een aantal ex-predikanten bij ons aan. En iemand die jarenlang op een kerkelijk bureau had gewerkt, maar toch verrijkte het ons beeld van hoe de gemeente van binnen in elkaar zat. Op deze manier konden we in de gemeente zelf ook kwantitatieve gegevens verzamelen. B. Gegevens over de onderzoekspopulatie (waarom die populatie), mate van respons, betrouwbaarheid en validiteit Inleiding De onderzoekspopulatie bestond zowel uit willekeurige burgers, kerkelijk en niet-kerkelijk, als een aantal sleutelfiguren, even als kerkelijk en niet kerkelijk. Dit alles binnen ‘de Driebergse samenleving’. We probeerden bij de willekeurige figuren zoveel mogelijk verschillende mensen te interviewen. Hieronder een paar gegevens daarvan: Toelichting geslacht van respondenten: We hebben tijdens het interviewen goed in de gaten gehouden dat we zowel mannen als vrouwen zouden interviewen en het is ons dan ook redelijk gelukt om het getal ongeveer gelijk te houden. We hebben in totaal met 20 mannen en 19 vrouwen de enquête afgenomen. Toelichting leeftijd van respondenten: De oudste persoon die we de enquête hebben voorgehouden was 87 jaar oud en de jongste was 18. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 47,8 jaar. Toelichting woongebied respondenten: We hebben alle respondenten gevraagd of ze in of om Driebergen wonen. Dit beaamden de mensen die besloten mee te doen aan de enquête. De vragen zijn zo Driebergen gerelateerd, dat je ook wel in of om Driebergen moet wonen voor je een zinnig antwoord op de vragen kunt geven. Terugblik en constatering Zo hebben we denk ik een goed beeld gekregen over hoe ‘de Driebergenaar’ de rol van de kerk ziet. We hadden nog wel meer respons kunnen krijgen voor een onderzoek dat nog betrouwbaarder zou zijn, maar ik denk dat het beeld dat nu naar voren komt al vrij duidelijke uitkomsten heeft. Het koste voor ons ook tijd om de beste onderzoeksmethode te ontdekken.
16
Als sleutelfiguren buiten de kerk hebben we een huisarts, een wijkagent, een jeugdwerker, een bedrijfsleider van de Albert Heijn en iemand die bemiddeld tussen zorginstanties geïnterviewd. We hebben voor hen gekozen omdat wij verwachtten dat zij veel zicht hebben op de samenleving. Ook het speelde het uiteraard mee dat deze mensen bereid waren mee te werken. En waren ook nog wel wat andere opties geweest. Zo hebben we nog overwogen enkele mensen van het KLPD te interviewen of misschien de voorzitter van de voetbalvereniging. Het KLPD bleek moeilijk bereikbaar en de voorzitter van de voetbalvereniging is zelf gelovig en gaat naar een kerk. Wel hebben we een vijftal studenten van de IVA een aantal vragen mogen stellen. Ik denk dat de mensen die we nu hebben geïnterviewd, ons een goed en betrouwbaar beeld hebben gegeven van hun zicht op de samenleving. Omdat we vijf sleutelfiguren hebben geïnterviewd, is het mogelijk al een hoop dingen naast elkaar te leggen als vergelijkingsmateriaal. Ook binnen de kerk is het gelukt om een aantal sleutelfiguren te interviewen, te weten twee ouderlingen en een diaken. Deze mensen hebben verstand van hoe de kerk in elkaar zit, aangezien ze op essentiële gebieden actief zijn. We hebben hier in plaats van 5 mensen 3 mensen geïnterviewd. A omdat de kerk een kleiner terrein is en B omdat de kerk als het goed is meer 1 beeld afgeeft van hoe de situatie is. Verschillende sleutelfiguren binnen de gemeente hebben andere taken en een andere visie, toch werken ze allemaal binnen een kerkelijke gemeente waar mensen als het goed is ook een gezamenlijke visie proberen te verwerkelijken. En dit hebben we ook gemerkt in de gesprekken, we horen veel dezelfde geluiden. Het kijkje en de gesprekken op de gemeenteavond ondersteunden het beeld dat we met de sleutelfiguren hebben gehad binnen de gemeente. Door deze avond meegemaakt te hebben weten we dat de sleutelfiguren in de gemeente ons niet een mooi plaatje voorhouden, maar dat wat zei zeggen ook door de ‘leken’ in de kerk bevestigd wordt. C. Beschrijving van de belangrijkste resultaten (met grafieken én toelichtende tekst) a. Enquête op straat b. Gesprekken niet-kerkelijke sleutelfiguren c. Gesprekken kerkelijke sleutelfiguren
17
a. Enquête op straat (Voor de volledige vragenlijst, zie blz. 29)
1. Hoe staat u tegenover de PKN Driebergen? 30 25 20
Hoe staat u tegenover de PKN Driebergen?
15 10 5 0 Positief
Neutraal
Negatief
Toelichting vraag 1 Bij de toelichting waarom mensen positief, negatief of neutraal tegenover de kerk staan vallen ons een aantal dingen op. Wij hebben alles even met kleuren gemarkeerd om zo aan te geven wat ongeveer de strekking is van de antwoorden. Dit kunt u vinden in de bijlage, blz. 38-41.Het valt op dat ik een aantal dingen blauw kon markeren. Alle antwoorden die blauw zijn gemarkeerd zijn antwoorden waarbij de respondent vrij neutraal tegenover de kerk staat. Vaak hebben ze er nooit iets meer gehad, of ze zijn christelijk opgevoed, maar hebben er nu niks meer mee. Veel mensen staan dus wat onverschillig tegenover de PKN Driebergen. Enkele antwoorden zijn rood gemarkeerd. Een daarvan is anti-Jezus en anti-religie, anderen hebben iets tegen christenen of de manier waarop christenen zich vaak hebben gedragen. Ze menen dat christenen naïef zijn en mensen teveel in hokjes plaatsen. Dan zijn er de mensen die geel zijn gemarkeerd. Zij zien wel een taak voor de kerk, maar zien die taak vaak buiten zichzelf. Ze vinden dat ieder mag geloven en uitleven wat hij of zij wil. De gelovigen en de mensen die opgevangen moeten worden, hebben er wat aan. Als laatste zijn er de groene mensen die we op straat tegenkwamen. Zij staan positief tegenover het geloof en zijn vaak ook kerkelijk. Ze zitten niet bij de PKN-Driebergen. Maar wel bijvoorbeeld in Katholieke kerken en andere kerken in omstreken. 2. In welke mate ziet u een rol van de kerk/PKN Driebergen weggelegd op de volgende gebieden? Gemiddeld scoort de relevantie van de kerk op het gebied van maatschappij op schaal van 1 tot 5 een 3,48. Opvallend is dat op dezelfde schaal de zingevingsvraag hoger scoort. Dat scoort namelijk een 3,6. Blijkbaar vinden deze respondenten de kerk op het gebied van zingeving nog wel degelijk relevant, zelfs iets relevanter dan op maatschappelijk gebied. Op maatschappelijk gebied zie je dat veel mensen neutraal staan tegenover de positie van de kerk of de relevantie een beetje zien, maar volledig overtuigd zijn enkelen. Bij zingeving is te zien dat een weer een aantal mensen neutraal zijn en dit keer enkelen die het nut een beetje zien. Wat meer mensen zijn hier volledig overtuigd van het nut van de kerk, vandaar de iets hogere score. Daarbij is het goed op te merken dat als mensen volledig het nut inzien van de kerk op zingevingsgebied, ze dit niet altijd voor zichzelf bedoelen. Er zijn veel mensen die een groot nut van de kerk zien op dit gebied voor de mensen die ´dat nodig hebben´, de mensen die geloven. 18
3a Wat zou de PKN Driebergen volgens ú kunnen betekenen voor Driebergen? Wat hier direct opvalt, is dat er veel antwoorden zijn die ik geel heb gemarkeerd, op de vraag wat de kerk kan betekenen voor Driebergen. Alle geel gemarkeerde antwoorden zijn van mensen die menen dat de kerk een maatschappelijk doel dient en daarmee ook vooral voor de ander er is. Sommigen menen dat de kerk er is voor ouderenopvang. Anderen zeggen dat de kerk er alleen is voor mensen die geloven. Ook zien sommige respondenten de rol van de kerk weggelegd voor het zich bezighouden met maatschappelijke en/of diaconale projecten. Andere respondenten menen dat de kerk er moet zijn als opvangcentrum voor jongeren. Allemaal goede doelen, maar niet voor de mensen zelf. Rood heb ik de opmerkingen van mensen gemarkeerd, die vinden dat de kerk iets totaal anders zou moeten doen. Bijvoorbeeld meer naastenliefde tonen of de mensen die niet geloven meer met rust moeten laten. Of zij vinden simpelweg dat de kerk meer zichtbaar zou moeten zijn binnen Driebergen. Sommige opmerkingen zijn blauw gemarkeerd. Deze doelgroep heeft geen idee wat de kerk überhaupt voor Driebergen zou kunnen betekenen. Ook zijn enkele antwoorden groen gemarkeerd. Dit zijn antwoorden van mensen die de kerk als brenger zien van samenhorigheid en contacten. Daarnaast staat daarbij dat de kerk ondersteuner moet zijn van geloofsvragen van mensen en bediener van rituelen in de kerk. 3b En voor u persoonlijk? Uit de vraag wat de PKN Driebergen voor mensen persoonlijk kan betekenen, valt het op dat een hoop mensen überhaupt geen antwoord op deze vraag geven. Blijkbaar vindt men dit een lastige vraag en is het antwoord van deze respondenten dat de kerk niet echt een rol kan spelen in hun persoonlijke leven. Van de mensen die wel geantwoord hebben op deze vraag is ongeveer een kwart rood gemarkeerd: ‘de kerk is niet van betekenis voor mij’. Een aantal respondenten reageert positief met antwoorden als: ‘door de Alpha-cursus, een stukje zekerheid en dat de kerk een plek is van geloof en wetenschap’. Ook heb ik een paar antwoorden geel gemarkeerd. Dat zijn de mensen die wel iets zien in de kerk, maar ook nog wel wat te wensen hebben. Zij willen bijvoorbeeld meer theologische diepgang in preken, meer gebruik van moderne middelen in de kerk en één iemand geeft aan dat hij of zij niet kerkelijk is maar wel gelovig.
4. Ziet een een rol voor de kerk weggelegd in de opvang van kansarmen? 18 16 14 Ziet een een rol voor de kerk weggelegd in de opvang van kansarmen?
12 10 8 6 4 2 0 Helemaal mee oneens Neutraal Helemaal mee eens
19
5. Ziet u een rol voor de kerk weggelegd als entertainer van mensen? 14 12 10
Ziet u een rol voor de kerk weggelegd als entertainer van mensen?
8 6 4 2 0 Helemaal mee oneens Neutraal Helemaal mee eens
6. Ziet u de kerk als sociaal/culturele ontmoetingsplaats? 16 14 12
Ziet u de kerk als sociaal/culturele ontmoetingsplaats?
10 8 6 4 2 0 Helemaal mee oneens Neutraal
Helemaal mee eens
7. Ziet u dat de kerk een rol zou kunnen spelen in ieders leven? 12 10 Ziet u dat de kerk een rol zou kunnen spelen in ieders leven?
8 6 4 2 0 Helemaal mee oneens Neutraal Helemaal mee eens
20
8. Ziet u een rol voor de kerk weggelegd als spirituele inspiratiebron? 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Helemaal mee oneens Neutraal Helemaal mee eens
Ziet u een rol voor de kerk weggelegd als spirituele inspiratiebron?
9. Ziet u voor de kerk een rol weggelegd als brenger van christendom en evangelie? 16 14 12
Ziet u voor de kerk een rol weggelegd als brenger van christendom en evangelie?
10 8 6 4 2 0 Helemaal mee oneens Neutraal Helemaal mee eens
10. Ziet u voor de kerk een rol als bewaker van de sociale moraal? 14 12 10
Ziet u voor de kerk een rol als bewaker van de sociale moraal?
8 6 4 2 0 Helemaal mee oneens Neutraal Helemaal mee eens
21
11. Ziet u de kerk als plek waar u heen kunt gaan als u dingen lastig vind? 14 12 10
Ziet u de kerk als plek waar u heen kunt gaan als u dingen lastig vind?
8 6 4 2 0 Helemaal mee oneens Neutraal Helemaal mee eens
De vragen 4 tot en met 11 zijn allen suggestieve vragen. Hier hebben we voor gekozen om zo vraag 2 iets te specificeren. Na vraag 2 weet je of mensen over het algemeen meer nut voor de kerk zien weggelegd op het gebied van samenleving of meer op het gebied van zingeving. Leuk om te weten, maar tegelijkertijd is het nog een vrij abstract gegeven. Vandaar dat we met behulp van vraag 4 tot en met 7 iets meer specificatie hebben proberen in te brengen op welk gebied mensen een maatschappelijke taak voor de kerk zien weggelegd, terwijl bij vraag 8 tot en met 11 hier op zingevingsgebied naar wordt gekeken. Natuurlijk hebben we ook nog de open vragen, waarbij mensen de volle vrijheid hebben om hun visie op de taak van de kerk te uiten. Bij de analyse van de open vragen, heb ik het over de originele antwoorden van de respondenten, deze antwoorden heb ik in diverse kleuren weergegeven. Deze antwoorden kunt u terugvinden in de bijlage. Hieronder ziet u alvast een samenvatting en analyse van de desbetreffende antwoorden.
22
b. Belangrijkste resultaten uit gesprekken met buitenkerkelijke sleutelfiguren Inleiding In de periode dat we ons onderzoek te Driebergen hebben uitgevoerd (begin maart tot eind mei), hebben we in totaal een vijftal sleutelfiguren uit ‘de Driebergse samenleving’ gesproken. Daarnaast zijn we ook diverse malen de straat opgegaan om mensen onze vraagstellingen voor te leggen. De ondervraagde sleutelfiguren kenmerkten zich door een grote mate van diversiteit. Dit komt vooral tot uiting in de diversiteit aan beroepsvertegenwoordiging. Zo hebben we een huisarts, een wijkagent, een filiaalmanager van een plaatselijke Albert Heijn, een jongerenwerker, en een teamleider van “Samen op de Heuvelrug” ondervraagd. Al deze mensen hebben hun mening en zienswijze weergegeven over bepaalde aspecten die kenmerkend zijn voor ‘de Driebergse samenleving’. Deze diversiteit aan mensen en het brede scala aan beroepsuitoefening, vergroot naar ons idee de waarde en breedte van ons onderzoek. Wij hopen dat de onderstaande aspecten mee mogen helpen om (eventueel) aansluiting te vinden tot de samenleving te Driebergen. Behoeften van ‘de Driebergenaren’ op maatschappelijk gebied Wat op maatschappelijk gebied diverse malen naar voren kwam, is het begrip eenzaamheid en een behoefte aan contact tussen mensen onderling. Dit punt kwam zowel bij de huisarts, bij de wijkagent, bij de jongerenwerker, en ook voor een deel bij de filiaalmanager van de Albert Heijn ter sprake. De wijkagent wijt deze eenzaamheid voor een deel aan de heersende mentaliteit binnen deze samenleving. Hij gaf aan dat het individualisme een van de oorzaken is van deze eenzaamheid. Daarnaast kwamen ook diverse malen de maatschappelijke behoeften van de jongeren ter sprake. Volgens de wijkagent en de jongerenwerker hebben de jongeren te Driebergen behoefte aan meer jeugdcentra, en sport- en recreatiemogelijkheden. Dit zou volgens deze sleutelfiguren de maatschappelijke betrokkenheid van de jongeren zeer ten goede komen. Jongeren zouden zich meer betrokken weten bij Driebergen, en deze grotere mate van betrokkenheid zou dan ook kunnen resulteren in een hogere participatie van deze jongeren binnen ‘de Driebergse samenleving’. Behoeften van ‘de Driebergenaren’ op het gebied van zingeving Ook op het terrein van de behoeften van ‘de Driebergenaren’ op het gebied van zingeving werden een aantal zaken en suggesties door de sleutelfiguren aangedragen. De huisarts constateerde dat veel ouderen met zingeving en levensvragen rondlopen. Volgens haar zou wijkgemeente 3Wijken hierin een (prominente rol) van betekenis kunnen spelen. Zij deed de suggestie om een ‘soort van spreekuur’ rondom zingeving te organiseren. Niet in de kerk maar bij de huisartsenpost. Dit met bijvoorbeeld een dominee, een pastoraal werker, en ook iemand uit de psychiatrie. Dit om op een vrijblijvende wijze deze mensen tegemoet te treden. Het houden hiervan in de kerk kan mensen afschrikken. De jongerenwerker merkte op dat in zijn werkomgeving veel jongeren graag gesprekken over geloof en hun geloofsbeleving zouden willen voeren. Vaak zijn dit jongeren met allochtone afkomst. Dhr. Vos ziet hiervoor eventueel een rol weggelegd voor wijkgemeente 3Wijken. Mevr. Knottnerus ziet vooral een verbindende rol voor de kerk weggelegd te Driebergen. Dit op zowel maatschappelijk gebied, als op het gebied van zingeving. De kerk als brenger van het evangelie? Hoewel mevr. Knottnerus zelf niets met het geloof heeft, zegt zij volmondig: “ja”, want “daar is de kerk toch voor?”
23
(eventueel) de weggelegde rol voor wijkgemeente 3Wijken om zich op deze terreinen te kunnen ‘profileren’ De weergegeven antwoorden en suggesties zijn bij dit onderdeel het meest variërend. Wat wel opvalt, is dat de meeste contactpersonen een rol voor de kerk zien weggelegd om de burgers bij te staan die kampen met diverse problematiek op het gebied van sociale context, maatschappelijke context en financiële context. Zo werd een aantal keren het project ‘Schuldhulpmaatje’ aangehaald. Daarnaast zag de jeugdwerker ook een taak voor deze kerkelijke gemeente weggelegd met het opzetten van een gezamenlijk jongerencentrum. Dit om het contact tussen de diverse jongeren te Driebergen te bevorderen. Ook het present zijn van de kerk binnen de plaatselijke gemeente werd diverse malen aangehaald. Ook werd de suggestie gedaan om goede banden te hebben met de plaatselijke voetbalvereniging. Dit omdat veel mensen uit Driebergen hier gebruik van maken, en dat de kerk dan ook een goede opening heeft om aan zichtbaarheid te winnen binnen deze gemeente.
Belangrijkste resultaten uit gesprekken met mensen binnen de gemeente Van de drie gesprekken met sleutelfiguren binnen de gemeente en de gesprekken op de gemeenteavond hebben we heel wat geleerd over de houding van de gemeente. Positief aan de gemeente is dat er volgens de leden een open en betrokken sfeer heerst. De gemeente is warm, toegankelijk en divers. Verder een is er sprake van vergrijzing binnen de gemeente. Veel mensen zijn 50+ en sommige gemeenteleden zijn dan ook wel pessimistisch over de toekomst van de gemeente. Hoe gaat de jeugd weer binnenkomen, als mensen de relevantie van de gemeenschap en kerk niet meer zien? Toch waren er ook geluiden als ‘’ in Nederland mag dan wel ontkerkelijking heersen, de wereldkerk is groeiende’’! Er zijn dus ook mensen optimistisch ondanks eigen kerksituatie. Over het contact met niet-christenen, hebben we geconstateerd dat dat er onder gemeenteleden zeker wel is, maar dat evangeliseren niet de boventoon voert. Mensen willen er wel over praten, bijvoorbeeld over wat voor taak ze uitvoeren in de gemeente of hoe het eraan toe gaat, maar men wacht wel af tot het gesprek erop komt. Een meneer zei typerend: ‘’ je denkt toch zeker niet dat ik aan de kassa bij de Albert Heijn ga vragen of mijn buurman nog naar de kerk is geweest?’’ Wel wil men er zijn voor de niet-kerkelijke naast, als het nodig is. Daarvoor is lidmaatschap niet belangrijk en het is ook niet zo dat men er ‘zieltjes mee probeert te winnen’. Er is dus wel de wil om te vertellen van de kerk en het evangelie, alleen is er een bepaalde voorzichtigheid om niet teveel aan te dringen. Hier valt dus nog veel te winnen. Ook hebben wij aanbevelingen van mensen gehoord in vele categorieën. Aanbevelingen over hoe de kerk naar buiten toe zou kunnen treden. Zo hebben wij een aantal aanbevelingen gehoord op het gebied van contact zoeken met verschillende groepen in de samenleving. Zo hebben we vernomen dat er veel te vertoeven is voor ouderen in de samenleving, maar voor jongeren kan er nog wel meer komen op het gebied van kroegen en ontspanmogelijkheden. Hierin wellicht een kans voor de kerk. Andere interkerkelijke contacten voor de kerk kunnen bijvoorbeeld gesticht worden met de moslimgemeenschap. Daarnaast zijn individuele contacten van gemeenteleden erg belangrijk. Vaak lijdt een vertrouwensband tot mogelijkheden om het evangelie te delen op sleutelpunten in iemands leven. Ook hebben we ideeën gehoord als de kerk open stellen om daar samen de maaltijd te nuttigen, bijvoorbeeld voor IVA studenten, die anders vaak uit gaan eten in Driebergen. Voor de ouderen zouden er fietstochten langs de bollenvelden georganiseerd kunnen worden.
24
Natuurlijk kregen we ook weer een hoop adviezen die gericht waren op de diaconie. Dat is iets waar weinig mensen het mee oneens zijn, de kerk is er voor de kansarmen. Zo kwam het schuldhulpmaatje naar voren en bijvoorbeeld het beoogde inloophuis. Maar ook de voedselbank en een aantal kleine activiteiten, bij verzorgings-en bejaardentehuizen. Ook is er een project dat ‘Prins Heerlijk’ heet en uitstapjes organiseert voor mensen die financieel krap zitten. Als laatste werd ook nog eens benoemd dat individueel contact van gelovigen met niet gelovigen ook een belangrijk punt is, bezien vanuit diaconaal oogpunt. Daarbij werd benoemd dat de kerk nog meer ruimte in kan nemen in begeleiding van mensen op pastoraal en financieel gebied. Veel mensen ervaren moeilijkheden op deze gebieden en dit is weer een kans voor de kerk om present te zijn. Dan hebben we nog wat tips gehoord over samenwerking en coördinatie. De kerk heeft een heel aantal werkvelden en vaak opereren deze los van elkaar. Verschillende groepen zouden moeten gaan samenwerken, van elkaar leren, ideeën opdoen, meer verbinding, meer strategie. Bijv. pastoraat en diaconie. Wat daarbij ook een belangrijke tip is, is dat mensen de taken goed moeten verdelen. Vaak is het zo dat een paar mensen alle taken samen op zich nemen. Het is beter om meer mensen slechts een taak te geven. Zo betrek je meer mensen bij het kerk zijn en raakt er tegelijkertijd niemand overspannen. Dan nog een laatste en zeer essentieel punt: het naar buiten treden. We hebben gemerkt dat er onder sommige gemeenteleden een taboe is rondom het woord ‘missionair’. Mensen hebben er een beetje een angst voor of afkeer van. Ze associëren het met het ‘hallelujacultuurtje’. Misschien goed dat hier eens over gepraat wordt. We hebben dan ook veel geluiden gehoord als dat de kerk niet zo missionair is en dat de toerusting op missionair gebied meer kan. Ook op diaconaal en pastoraal gebied kan de toerusting meer. Want als het van binnen goed zit, kan er naar buiten toe worden getreden. God moet hierbij de inspiratiebron zijn voor bidden en nadenken. De kerk moet staan voor haar geloof.
25
6.
Conclusies en aanbevelingen A. Conclusie Beantwoording van onze onderzoeksvraag, namelijk: Wat zijn behoeften van Driebergenaren op het gebied van zingeving en maatschappij? En op wat voor manier kan de Wijkgemeente 3Wijken hierin van betekenis zijn?
Enquête Wat allereerst opvalt is dat veel respondenten neutraal tegen de kerk aankijken. Niet negatief maar ook niet positief. Uit de gesprekken op straat kwam een soort gelatenheid naar voren. Uit het onderzoek kan dus worden geconcludeerd dat er te Driebergen een grote groep mensen is die niet goed weet wat ze met de kerk aan moeten. Op maatschappelijk gebied blijkt dat de mensen wel een ‘serieuze’ taak voor de kerk zien weggelegd. Mensen zien de kerk bijvoorbeeld niet als entertainer, maar wel als een organisatie die zich inzet voor de opvang van kansarmen, en als een sociaal/culturele ontmoetingsplaats. Mensen zien maatschappelijk een rol voor de kerk weggelegd, maar niet voor zichzelf. Dit blijkt ook uit het resultaat van vraag 7 uit de enquête. Het merendeel ziet op deze vraag geen rol voor de kerk weggelegd voor zijn/haar persoonlijke leefsituatie. Vraag 11 uit de enquête sluit goed op deze vraagstelling aan. Uit het resultaat blijkt dat de respondenten voor zichzelf niet snel de kerk weten te vinden als er zich moeilijkheden in hun leven voordoen. Dit gegeven laat ook zien dat de zienswijze van de respondenten op maatschappelijk gebied erg verschilt van die op persoonlijk gebied. Wat ons opviel bij het analyseren van de uitkomsten van de enquête is dat de meningen verdeelt zijn over de vraag of de kerk nog een rol speelt als spirituele inspiratiebron in het leven van de respondenten (vraag 8 enquête). Zo ook bij vraag 10, waar bij we vragen of de kerk een rol heeft als bewaker van de sociale moraal, zien we dat de meningen verdeeld zijn. Zo zie je dat enkele mensen de kerk op deze gebieden nog wel invloed willen geven. Anderen vinden dit echter onzin. Het meest opvallend is dat een groot gedeelte van de respondenten neutraal is op dit gebied. Dat wijst weer terug op vraag 1, waarbij deze neutraliteit ook al terug kwam, dit duidt op zekere gelatenheid en onverschilligheid. Een interessant gegeven hierbij is de uitkomst van vraag 2. Daarbij blijkt dat het gemiddelde cijfer van de relevantie van de kerk op het gebied van zingeving net is hoger is dan het cijfer van de maatschappelijke relevantie. Daaruit kunnen we concluderen dat mensen over het algemeen ergens nog een taak voor de kerk zien op het gebied van zingeving, zelfs nog meer dan een maatschappelijke taak. Maar als je het dan gaan specificeren blinken mensen uit in neutraliteit. Een laatste vraag uit de enquête, waarvan het goed is om kort iets te concluderen, is vraag 9. Daar zie je dat de meningen over of de kerntaak van de kerk, het brengen van christendom en evangelie aan de wereld, nog in het plaatje past, nogal verschillen. Toch interessant dat ook hier weer een groot aantal mensen neutraal antwoorden en een aantal mensen hierop zelfs ontkennend antwoord. Tegelijkertijd antwoord ook een behoorlijk aantal ondervraagde respondenten positief op deze vraag. Dit laat zien dat een behoorlijk deel van de respondenten toch nog de link leggen tussen kerk als brenger van christendom en evangelie. Deze uitkomst is dus zowel geruststellend als alarmerend.
26
Buiten de gemeente Uit de gesprekken met sleutelfiguren buiten de gemeente kwam duidelijk naar voren, dat men voor de kerk vooral een rol ziet weggelegd in de opvang van ouderen, en de verbinding tussen verschillende doelgroepen in onze samenleving. Wat hierbij opviel is dat het voor een groot gedeelte gaat om sociale en humanitaire vraagstukken. Eenzaamheid, verbinding, etc. Ook gaven de mensen vaak aan dat ze de kerk zouden willen adviseren om meer contacten te leggen binnen ‘de Driebergse samenleving’. Contacten met andere gelovigen, jongeren, ouderen en welzijnsorganisaties te Driebergen. Bijvoorbeeld meer contact met de organisatie ‘Samen op de Heuvelrug’. Daarnaast werd er aangeraden meer present te zijn bij activiteiten in Driebergen. Op het gebied van zingeving uiten de ondervraagde respondenten veel minder. Vaak zeiden ze dat het niet van toepassing is op hun persoonlijke leven. We kwamen een sterk onderscheid en verschil in denken tegen wat betreft de algemene behoeften qua zingeving en maatschappij, en de individuele behoeften. De individuele behoeften op het gebied van zingeving werden vrij weinig weergegeven. Binnen de gemeente Binnen de gemeente kunnen we concluderen dat er een bepaalde voorzichtigheid is bij de leden om het Evangelie met de niet-christelijke contacten te delen. De wil is er wel, maar men weet niet goed hoe men het vorm moet geven. Ook binnen de gemeente blijkt men positief te zijn over breder contract zoeken met groepen als moslims en IVA studenten. Ook is men erg enthousiast over de diaconie. Projecten als Schuldhulpmaatje en Prins Heerlijk dragen goed bij aan de presentie van deze gemeente binnen ‘de Driebergse samenleving’. Gemeenteleden gaven aan dat verschillende kerntaken teveel langs elkaar heen worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld op missionair gebied, het gebied van diaconaat en op het gebied van pastoraat, zou meer onderlinge coördinatie en samenwerking kunnen plaatsvinden. Vooral op missionair gebied merken we dat er nog wel een taboesfeer kan heersen. Bijvoorbeeld door minder prettige ervaringen uit vroegere tijd, en onjuiste associaties met dit thema. Gemeenteleden geven aan dat het belangrijk is dat hier op korte termijn over gepraat wordt.
B. Aanbevelingen In de eerste plaats willen we even kort benoemen dat ons onderzoek een eerste observatie was. We hebben geprobeerd onze aanbevelingen hier en daar te concretiseren. Maar naarmate vervolgonderzoek vordert, zullen vormen zich vanzelf meer gaan concretiseren. Uit het onderzoek bleek dat veel respondenten ‘neutraal’ tegen de kerk aankijken. Het is aan o.a. wijkgemeente 3Wijken om aan te tonen wat voor meerwaarde de kerk en het Evangelie heeft voor Driebergen. Blijkbaar is het nog niet (helemaal) gelukt om dit aan ‘de Driebergenaren’ te laten zien.
Het blijkt uit het onderzoek dat de respondenten weinig verbinding leggen tussen zingevingsvragen en de kerk. In tegenstelling hierop zien de respondenten wel allerlei mogelijkheden voor de kerk op maatschappelijk gebied. Wij zouden aanraden om een verbinding tussen beide categorieën te zoeken met behulp van bijvoorbeeld maatschappelijke activiteiten. Organiseer bijvoorbeeld een maaltijd voor IVA studenten, die anders elders in Driebergen gaan uit eten. Tijdens zo’n maaltijd kan kort de Bijbelse Boodschap worden gebracht. Dit hoeft echt niet heel ‘opvallend’ te gebeuren, als het maar klinkt. 27
Dit geldt ook voor activiteiten met ouderen. Dan kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een fietstocht langs de bollenvelden. Of een interkerkelijke spelletjesavond. Dit sluit ook direct aan dat er veel eenzaamheid onder ouder heerst. Er wordt door zo’n activiteit gezorgd voor een ontspannende avond, en tegelijk geeft de kerk het Evangelie mee. Zorg ervoor dat je je doelgroep goed voor ogen hebt, en stem daar je activiteit en ook de mee te geven Boodschap op af. Voor de jongeren is het belangrijk dat er genoeg ontspanning is. Wij hebben geconstateerd dat er vele mogelijkheden zijn om deze ontspanning te bieden. Zo geeft dhr. Vos als jongerenwerker aan dat het jongerencentrum alleen op zondag dicht is, hij ziet mogelijkheden om het jongerencentrum ook op zondag te openen, dit in samenwerking met wijkgemeente 3Wijken. Zo gaan jongeren (hopelijk) eerst naar de kerk en vervolgens kunnen ze naar het jongerencentrum. Dit bredere denken dat in het teken staat van ‘de kerk is niet alleen’ blijkt over het algemeen een goed advies te zijn. Zo wordt gesteld dat de kerk een belangrijke schakel is in het maatschappelijk werk te Driebergen. En de huisarts voor om een ‘wekelijks spreekuur’ te organiseren met een dominee en iemand uit de psychiatrische wereld. Wij als onderzoeksteam merken op dat veel sleutelfiguren open staan voor samenwerking en advisering van de kerk. Zowel op maatschappelijk gebied als op het gebied van zingeving. Als de relatie met jongeren via het maatschappelijk gebied stabiel is geworden, komt er meer ruimte om ook zingevingsgebied wat te delen. Het is het model waarin je eerst laat zien dat christenen ‘gewone medeburgers’ zijn, vervolgens komt er in een basis van wederzijds respect en vertrouwen ruimte om het over inhoudelijke zaken te hebben. Het er gewoon zijn voor mensen kan ook al iets met zingeving te maken hebben. Een vriend zijn is wat ons betreft niet een puur maatschappelijk iets. Dit is iets wat we ook terugzien in het Herbergmodel. Daarbij gaat het over de deur letterlijk en figuurlijk open hebben voor mensen en luisteren naar de ander. In dat proces is het belangrijk dat de eigen identiteit niet onder het model lijdt. Dit alles kan alleen gebeuren als er vanuit de gemeente goede toerusting is. We hebben vernomen dat er met name op het gebied van de diaconie veel gebeurt. En ook op andere gebieden, zoals pastoraat is er veel gaande. Onze aanbeveling is om deze krachten zo goed mogelijk te bundelen. Door samenwerking te creëren tussen deze verschillende terreinen, zal het mogelijk zijn de kennis die er opgedaan is op het ene terrein, te gebruiken op het andere terrein. Ook zal er meer overzicht komen op de focus van de kerk. Als bijvoorbeeld blijkt dat er eigenlijk heel veel gebeurd op diaconaal gebied, maar weinig op missionair gebied, is het duidelijk dat dit een punt van aandacht is. Wij denken dat het een goed idee is als de gemeente toerustingsavonden gaat organiseren op missionair gebied. We hebben gemerkt dat gemeenteleden dit vaak een lastig en misschien zelfs wel eng onderwerp vinden en we raden aan dat het goed is om hier eens over te praten met elkaar. Vanuit dat praten met elkaar kan gezocht worden naar wat de rol van God is in het hele missionaire veld. Er kan gezocht worden naar wat het mooie is achter missionair zijn en waarom het goed is. Ook kunnen mensen met ervaring wat over missionair zijn in het dagelijks leven vertellen. Zo kan je in de gemeente een vibe creëren waarin mensen weer eens na gaan denken over hoe ze persoonlijk hun steentje bij kunnen dragen in een proces waarin de kerk opnieuw zoekt naar haar betekenis in de huidige maatschappij.
28
Als laatste denken wij dat het goed is om wat gedachten te delen die wij hadden naar aanleiding van de gemeenteavond. Het is daarmee niet direct een concreet advies, maar misschien wel goed om te beseffen dat wij deze indrukken hebben. Dit ondersteunt misschien de urgentie van punt 5: De wil om er voor de niet-kerkelijke medemens te zijn is er absoluut, alleen de wijze waarop dit vanuit het geloof moet worden vormgegeven is niet helder. Men mist bijvoorbeeld soms aanknopingspunten met de niet-kerkelijke medemens, om die iets te laten zien van de meerwaarde van het geloof, en van de gemeenschap binnen de christelijke gemeente. En ook vragen wij ons af of dit besef zelf wel helder is bij de gemeenteleden uit deze gemeente. Vanuit Bijbels perspectief staan Woord en Daad op één lijn met elkaar. Dit betekent naar onze mening niet dat er altijd met het Woord gestrooid moet worden, maar wel dat dit niet mag ontbreken. Immers, niet christelijke mensen kunnen ook hele morele normen en waarden hebben. Zie bijvoorbeeld zo´n instantie als Unicef, die hoewel het geen christelijke stichting is, heel goed werk verleent. Conclusie + wat van belang is, is dat de Diepste Motieven en drijfveren kenbaar worden gemaakt naar de buitenwereld. Namelijk Gods gevende Liefde in Jezus Christus voor ons, en dat de Heilige Geest je Hierover vol maakt, en dat je dan vanzelf op gelegen tijd en wijze erover gaat spreken. Hetzij in Woord, in daad of in combinatie van deze twee." Ons onderzoek was duidelijk een startonderzoek. Bij het eerste gesprek heeft de opdrachtgever al aangegeven dat dit voor de gemeente een eerste oriëntatie is op dit thema. De gemeente zal nu zelf op de resultaten voort kunnen borduren. Maar wat betekent dit concreet? Wij denken dat we nu een algemeen beeld kunnen weergeven van hoe de nietkerkelijke Driebergenaar kijkt naar de PKN-Driebergen. Zo heeft de 3Wijken gemeente een idee van wat er zowel op maatschappelijk als op zingevinggebied wordt verwacht van de kerk. Ook hebben wij nog eens een onderzoek in de kerk gedaan naar de wil en de mogelijkheden op naar buiten toe aan die behoeften te voldoen. De 3Wijkengemeente zal nu zelf moeten evalueren over de weergegeven resultaten en zich moeten bezinnen over hoe zij meer op presentie kunnen inwinnen. Wij hebben globaal en beeld gegeven van de verwachtingen en ook wel enkele concretiseringen aanbevolen. Toch zal het nog moeten blijken wat er in de praktijk het beste werkt. Voor een deel kan de gemeente daar achter komen door gewoon het een en ander uit te proberen en dan zal de ervaring leren wat het best aanslaat in Driebergen. Wij raden de gemeente aan om eerst een onderzoek te doen naar de mogelijkheden om contacten met niet-kerkelijke maatschappelijke organisaties uit te breiden. Wij hebben geleerd dat de kerk er niet alleen voor staat in deze postmoderne tijd en dus is het goed om ook andere instanties te raadplegen.
1.
Wij maken een top drie van de punten die we het meest belangrijk vinden: Met elkaar als gemeente in gesprek over de identiteit en visie van de gemeente, vooral op het punt van missionaire presentie. Het is aan te raden dat de gemeenteleden onderling eerlijk en open met elkaar in gesprek gaan. Zo komen eventuele onderhuids levende gevoelens, gedachten en ervaringen boven tafel, en kunnen zo bespreekbaar gemaakt worden. Bewustwording is vaak een eerste stap tot verandering. 29
Maar ook door mensen getuigend te laten vertellen over hun (goede) ervaringen op missionair gebied, kan de gemeente gemotiveerd worden. 2.
Wij zouden het aanraden dat de kerk onder gemeenteleden nog meer in beeld brengt wat de talenten zijn en hoe die ingezet kunnen worden naar buiten. Dit heeft als doel dat de gemeente meer bij het onderwerp presentie betrokken is en dit niet alleen geldt voor het bestuur van wijkgemeente 3Wijken.
3.
Netwerk verbreden. We hebben al meerdere keren aangehaald dat er genoeg mogelijkheden zijn om meer te netwerken met verschillende sleutelfiguren die hier open voor staan. Vanuit deze maatschappelijke connecties zal het wellicht mogelijk worden (weer) meer betekenis te krijgen als kerk op het gebied van zingeving.
30