ADVIES SAMENLEVINGSOPBOUW ANTWERPEN PROVINCIE vzw betreffende:
Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water, wat betreft elektriciteit en gas, het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, wat betreft de openbaredienstverplichtingen en van het decreet van 6 juli 2001 houdende de organisatie van de gasmarkt, wat betreft de openbaredienstverplichtingen
Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt
14 september 2006
Otterstraat 116, 2300 Turnhout T 014 44 26 75 E
[email protected] www.samenlevingsopbouw.be
Hoe dit advies tot stand kwam… Participatie is de rode draad binnen het project armoede en energie van Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie vzw. Het advies is de neerslag van een evaluatie van mensen in armoede die betrokken zijn bij het project armoede en energie. Zij zijn het best geplaatst om de effecten die de nieuwe regelgeving op hun leven heeft, in te schatten. Zij zien problemen in de voorgestelde wetgeving en kunnen oplossingen voorstellen die rekening houden met de leefsituatie van mensen in armoede. Aan de bespreking ging heel wat praktisch werk vooraf. Er werd een samenvatting gemaakt van de voorontwerpen zodat iedereen kon volgen en meedenken. Mensen werden uitgenodigd, opgebeld, geïnformeerd,… We organiseerden twee vergaderdagen in Brussel: - donderdag 7 september (24 aanwezigen) - zaterdag 9 september (17 aanwezigen) Tenslotte brachten een aantal mensen, elk op hun eigen manier (schriftelijk, per mail, telefonisch, bij een bezoekje op onze bureau,…) hun opmerkingen tot bij ons. Volgende organisaties of diensten waren vertegenwoordigd op deze vergaderingen: o Samenlevingsopbouw Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie vzw – Project Armoede en Energie Samenlevingsopbouw Gent vzw – Duurzaam Huis - (z)onderstroom o OCMW Mol – PAO (Permanent Armoedeoverleg) o Bond Beter Leefmilieu o Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting (Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding) o Vlaamse Ombudsdienst o Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen o Verenigingen waar armen het woord nemen: Mensen voor Mensen (Aalst) Recht-Op (Antwerpen) De Lage Drempel (Mechelen) De Keeting (Mechelen) Open Huis (Antwerpen) Solidariteit zonder Grenzen (Gent) Wieder (Brugge) De Brug ( Hasselt) T’ AnTWOORD (Turnhout) ‘t Groot Licht (Turnhout) ’t Hope (Roeselare) ALARM (Geel) Ecoploeg Leren Ondernemen (Leuven) Wijkcentrum De Kring (Eeklo) De Vrolijke Kring (Ronse) o Welzijnszorg o Buurthuis Ommekaar Halle o Woonwinkel Meetjesland
Uitgangspunt van het project armoede en recht op energie Het beschikken over energie is een basisrecht voor iedere mens. Afsluiting (ook het uitschakelen van de stroombegrenzer in de budgetmeter) kan voor ons niet tenzij er sprake is van gevaar of fraude en dit omdat: o het afsluiten van energie mensen in mensonwaardige omstandigheden doet leven. o het afsluiten van energie meestal nieuwe schulden (bv een lening met woekerinteresten) met zich meebrengt. Of mensen geven voorrang aan hun energieschulden zodat ze moeten verzaken aan andere basisbehoeften (bv betalen van huishuur, ziekenhuiskosten). Zo geraken mensen nog meer in de miserie o we vinden dat er iets moet gedaan worden aan de oorzaken van de problemen: het te kleine inkomen en het te grote aandeel van energiekosten in het gezinsbudget o wij ervan overtuigd zijn dat niemand ervoor kiest om in de miserie te zitten Dit basisrecht wordt niet op deze manier gegarandeerd en vertaald in de voorontwerpen. Vanuit mensenrechtenstandpunt is dit onaanvaardbaar!
Algemene opmerkingen bij de voorontwerpen 1. Uitbreiding categorie beschermde klanten, automatische toekenning ervan en toegankelijke informatie-instrumenten in verband met het statuut beschermde klant Knelpunten - Alle voordelen binnen de nieuwe wetgeving verbindt men aan het hebben van het statuut van ‘beschermde klant’. Ook binnen andere wetgeving (bijvoorbeeld de regelgeving rond rationeel energiegebruik) kunnen enkel beschermde klanten genieten van bepaalde maatregelen. Dit is een probleem omdat: o de categorie van beschermde klanten een hele groep mensen uitsluit die even weinig bestaansmiddelen hebben als de beschermde klanten o het statuut van beschermde klant niet automatisch toegekend wordt. Daardoor genieten veel mensen niet van de voordelen die dit statuut meebrengt. Dit omdat mensen die er recht op hebben niet weten dat ze er recht op hebben. Veel hulpverleners kennen de regelgeving onvoldoende zodat ze hun cliënten niet kunnen ondersteunen in het verkrijgen van dit statuut. Tenslotte zijn er administratieve drempels. Voorstellen - Uitbreiding van de categorie beschermde klant zodat er meer mensen in armoede bereikt zouden worden Dit vraagt een regelmatige evaluatie omdat het maken van categorieën, ook al zijn ze uitgebreid, steeds een aantal mensen uitsluit. We stellen volgende uitbreiding voor: • mensen die een aanvraag ingediend hebben voor collectieve schuldbemiddeling. Mensen mogen niet het slachtoffer zijn van wachtlijsten om begeleid of ondersteund te worden. • alle erkende vormen van budgetbegeleiding (voorlopige bewindvoerders, CAW’s, centra bijzondere jeugdzorg). Alle mensen die op een wachtlijst
-
staan om begeleid te worden door een erkende vorm van budgetbegeleiding. • Iedereen met een vervangingsinkomen of een inkomensvervangend inkomen,… • Mensen met een beperkt inkomen (bijvoorbeeld lage werkloosheidsuitkering,…). • … Het is noodzakelijk dat deskundigen onderzoeken welke criteria er kunnen gehanteerd worden om deze categorieën af te bakenen (bijvoorbeeld op basis van het niet belastbaar minimuminkomen, de criteria voor het toekennen van een studiebeurs, het deel van het inkomen dat niet vatbaar is voor beslag,…) Automatische toekenning van het statuut beschermde klant via de kruispuntbank. Op regelmatige basis informeren van beschermde klanten zelf en hulpverleners die beschermde klanten begeleiden: hoe aanvragen, welke voordelen zijn er verbonden aan het statuut beschermde klant,…
Vragen - Wat met co-ouderschap indien een kind rechthebbende is? Welke ouder krijgt de voordelen verbonden aan het statuut ‘beschermde klant’? - Hoe moet het statuut van beschermde klant aangevraagd worden? Dit staat niet in de voorontwerpen.
2. Meer en verschillende mogelijkheden tot contact voorzien met leveranciers en distributienetbeheerders Knelpunten - In de nieuwe wetgeving verwacht men van de klanten dat zij alles meer en meer schriftelijk regelen. Dit terwijl iedereen weet dat er een grote laag van de bevolking (1 op 7) laag- of ongeletterd is. Bovendien is dit absoluut niet klantvriendelijk. Voorstellen - Meer bereikbare klantenkantoren van distributienetbeheerders en leveranciers waar mensen aan een loket terecht kunnen met vragen en problemen. De kantoren moeten voldoende open zijn (dus ook op een avond in de week). - Mensen moeten ook telefonisch iets kunnen regelen. De leverancier of de distributienetbeheerder moet de afspraken voor de klant op papier zetten. Dit is belangrijk. Mensen hebben zo een bewijs van de gemaakte afspraken. - Gratis telefoonnummers om hoog oplopende telefoonrekeningen te vermijden.
3. Naast de bescherming van de leveranciers en de distributienetbeheerders moet men ook de klant beschermen Knelpunten - We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat deze regelgeving vooral geschreven is in functie van de distributienetbeheerders en de leveranciers. De klant die vaak zijn weg niet vindt op de vrije markt wordt weinig beschermd. Er worden sancties voorzien wanneer de klant fouten maakt, maar er wordt weinig gesproken over wat er gebeurt indien de distributienetbeheerders of de leveranciers flaters begaan (bv. lange tijd geen facturen sturen, dubbele facturen bij een verhuis die door de klant correct is doorgegeven, foutieve facturen, het ten onrechte aanrekenen van kosten bij bijvoorbeeld beschermde klanten,…): o er worden boetes opgelegd aan de distributienetbeheerders wanneer zij bepaalde verplichtingen niet nakomen. Deze boetes worden gestort in het energiefonds. De klant die het slachtoffer is blijft echter in de kou staan.
o o
bij problemen wordt de bewijslast steeds bij de klant gelegd: hij moet telkens aantonen dat het zijn schuld niet is. bij het vastleggen van de termijnen wordt gekozen voor kalenderdagen of werkdagen in functie van het gemak van de leverancier of de distributienetbeheerder.
Voorstellen - Wanneer de distributienetbeheerder fouten maakt moet de schadevergoeding naar de klant zelf gaan. Hij is immers het slachtoffer van de fouten. Hij ondervindt schade. - Wij pleiten voor het gebruik van een zelfde regeling (werkdagen of kalenderdagen) voor het vastleggen van alle termijnen binnen deze regelgeving. Dit is eerlijker en zorgt ook voor meer duidelijkheid.
4. Verdere uitwerking van de concrete toepassing van de wetgeving en evaluatie van de nieuwe wetgeving Voorstellen - Heel wat punten vragen om verdere uitwerking. Hierbij is het belangrijk dat dit in dialoog met mensen in armoede gebeurt. Bepaalde brieven worden binnen de procedure nog voorgelegd aan de VREG. Het zou ook zinvol zijn om deze brieven ter bespreking voor te leggen aan het project armoede en energie. - De nieuwe wetgeving verandert toch heel wat. Het is belangrijk dat mensen in armoede betrokken zijn bij de evaluatie van de effecten van deze veranderingen op hun leven.
5. Aandacht voor het informeren van de burger Voorstellen - Er moet nagedacht worden over hoe de burger in het algemeen en mensen in armoede in het bijzonder geïnformeerd zullen worden. - Er moeten informatie-instrumenten ontwikkeld worden. Deze moeten vooraf getest worden op begrijpbaarheid en zo verspreid worden dat ze ook mensen in armoede bereiken.
Specifieke opmerkingen bij de voorontwerpen 1. Opzegtermijn van 60 dagen bij de procedure bij niet-betaling van de factuur Pluspunten - Mensen hebben meer tijd om een nieuwe leverancier te zoeken. Dit is goed. Momenteel is het ‘verdacht’ als je dringend een leverancier zoekt. Veel leveranciers vermoeden dan dat je een gedropte klant bent. - Mensen hebben meer tijd om de situatie met iemand te bespreken en om ondersteuning te zoeken bij hulpverleners (budgetbegeleider, thuisbegeleiding,…). Knelpunten - De termijn van 15 dagen is tekort als termijn om te betalen. Voorstellen: - Mensen moeten meer tijd krijgen om te betalen (30 dagen) zodat men rekening houdt met het moment waarop mensen hun inkomen krijgen. Zo hebben mensen
-
-
ook de kans om de situatie met een hulpverlener te bespreken. Men moet dus 30 dagen wachten vooraleer men mensen ingebreke stelt. Voor de herinneringsbrief mogen geen extra kosten aangerekend worden. Mensen moeten meer hulp en ondersteuning krijgen bij het zoeken van een nieuwe leverancier in de periode vóór ze effectief gedropt zijn. Leverancier mogen niet kunnen zien of je gedropt bent of niet in het systeem dat de wisselingen van klanten bij leveranciers beheert. Leveranciers mogen geen waarborgen vragen aan mensen om klant te worden. Er moeten plaatsen gecreëerd worden waar mensen terecht kunnen met hun energieproblemen (bv hoe sluit ik een contract af, wat is voor mij het voordeligst,…). Dit is belangrijk om problemen te voorkomen en ervoor te zorgen dat mensen zolang mogelijk binnen het gewone circuit blijven. Het sociaal energiefonds kan gebruikt worden om mensen financieel te ondersteunen bij betalingsproblemen. Dit moet men bekendmaken zowel naar de klanten als naar de hulpverleners.
Vragen - Wanneer exact begint de opzegtermijn te lopen? Staat deze datum in de brief die meldt dat men gedropt wordt? - Ten laatste twee dagen: hoe zit het juist? Wat gebeurt er juist in die periode?
2. Dropkosten Knelpunten - Dit is in tegenstrijd met het Van den Bossche-akkoord. Dit akkoord stelt dat leveranciers geen kosten mogen aanrekenen bij droppen omwille van wanbetaling. Wij juichen dit toe! Dit is een goede regel. De Vlaamse regering mag niet ingaan tegen het Van den Bossche-akkoord. - Het is eveneens onlogisch dat mensen moeten betalen omdat de leverancier éénzijdig het contract opzegt. Als de leverancier weg wil moet hij er zelf de kosten van dragen. - Mensen die geen beschermde klant zijn en ook een beperkt budget hebben, moeten nóg eens extra kosten betalen wanneer de leverancier hen dropt. Voorstellen - Wanneer klanten gedropt worden omwille van wanbetaling is het verboden voor leveranciers om dropkosten aan te rekenen. VOOR NIEMAND DROPKOSTEN.
3. Contractloze levering Knelpunten - Deze regeling leidt tot afsluiting (zie uitgangspunt pagina 2) terwijl energie een basisrecht is. - ‘Redelijkerwijs’: men legt de bewijslast bij de klant. Hoe zal men redelijkerwijs interpreteren? Voor mensen in armoede is het niet eenvoudig te bewijzen dat ze moeite gedaan hebben om een leverancier te vinden. Nu laat deze regelgeving veel interpretatievrijheid in verband met de begrippen ‘moedwilligheid’ en ‘onwetendheid’. Het al dan niet hebben van kennis en begrip van de leefomstandigheden van mensen in armoede zal hier bepalend zijn voor een juiste beoordeling. Voorstellen - In het geval van een contractloze levering moet men mensen niet afsluiten, maar begeleiden om een leverancier te vinden (de voordeligste, zonder waarborg,…), uitleg geven, kijken waarom ze geen contract hebben (in een sociaal onderzoek).
-
In afwachting van het afsluiten van een contract met een leverancier moet de distributienetbeheerder de mensen onderbrengen bij zijn noodstroomleverancier.
Vragen - Moedwilligheid - onwetendheid: hoe vult men dit in?
4. Problematische verhuis Knelpunten - Deze regeling leidt tot afsluiting (zie uitgangspunt pagina 2) terwijl energie een basisrecht is. - Hier is geen LAC voorzien. De distributienetbeheerder oordeelt. De klant staat hier in een zeer zwakke positie. Hij moet aantonen dat hij moeite gedaan heeft. Vaak zal het woord tegen woord zijn en zal de klant het onderspit moeten delven. - De verhuisproblemen die de klant ervaart komen niet aan bod in de nieuwe wetgeving. Ook al geven mensen hun verhuis correct door, merken we dat er dikwijls heel wat fout loopt vooraleer een verhuis in orde is. - De tijd om te reageren (10 dagen) is kort. Dit kan voor problemen zorgen: o De klant kan een periode niet thuis zijn (in het ziekenhuis liggen, verblijven bij familie,…) en daardoor de brief niet vinden o De klant moet de tijd en de mogelijkheid krijgen uitleg te gaan vragen bij ondersteunende diensten (thuisbegeleiding, budgetbegeleiding,…). Hiervoor moet vaak een afspraak gemaakt worden. - Ook de termijn van twee weken om een afspraak te maken om een nieuw bezoek te regelen is te kort. - Het is niet correct dat mensen verplicht zijn klant te worden bij de leverancier van de vorige bewoner. Gezien de talrijke fouten die gebeuren wanneer mensen van leverancier wisselen is het geen goed idee om eerst een contract af te sluiten bij de vorige leverancier en dan binnen de maand te veranderen van leverancier. Voorstellen - Er mag nooit afgesloten worden zonder de bijeenkomst van de LAC en zonder een sociaal onderzoek. Dit is belangrijk om ook te weten welke de redenen zijn van het niet hebben van een leverancier (vragen van waarborgen, niet weten hoe te beginnen,…) - De termijn om de verhuis te regelen verlengen tot 60 dagen. Op die manier is de regeling ook gelijklopend met de regeling bij de drop. Dit vereenvoudigt de regelgeving. Vragen - Hoe weet de distributienetbeheerder wie verhuisd is? - Wat gebeurt er met mensen die nog geen klant waren (mensen die alleen gaan wonen, gezinnen die opsplitsen,…) - Wat is de inhoud van het regularistatiedocument? - Wat als de vorige bewoner geen leverancier had (bv al twee jaar geen elektriciteit meer op dat adres)?
5. Fraude Knelpunten - Afsluiting bij fraude kan zonder LAC. Op die manier is er weinig garantie dat er een degelijk onderzoek gevoerd wordt (om niet ten onrechte mensen van fraude te beschuldigen). En heeft de klant geen enkele mogelijkheid om zich te verdedigen. Voorstellen
-
-
Fraude mag men niet tolereren. Fraude moet bewezen en vastgesteld worden door een onafhankelijke derde. Bij fraude moet het dossier voor het LAC komen. Wanneer blijkt dat de mensen frauderen omwille van sociale redenen (bv. mensen zonder papieren die geen afbetalingsplan kunnen afsluiten omdat ze geen inkomen kunnen verwerven, daklozen,…) moeten de structurele oplossingen voor het sociale probleem nagegaan worden. “De distributienetbeheerder mag de situatie ter plaatse gaan controleren”, moet vervangen worden door “de distributienetbeheerder moet de situatie ter plaatse gaan controleren”
Vragen - Wat verstaat men concreet onder fraude? - Welk rechtsverweer is er wanneer men afgesloten wordt omwille van fraude?
6. Termijn plaatsen budgetmeter Pluspunten - Positief dat een budgetmeter binnen de maand geplaatst moet zijn. Voorstellen - De distributienetbeheerder moet ook ’s avonds of op zaterdag budgetmeters plaatsen voor mensen die overdag werken. - Men moet de budgetmeter steeds plaatsen in aanwezigheid van de klant of zijn vertegenwoordiger. Dit om te vermijden dat, bijvoorbeeld bij appartementen met vrij toegankelijke meterruimten, er geen moeite wordt gedaan om de klanten te contacteren. Vragen - Wanneer heb je geen normale toegang? Als de mensen niet thuis zijn? Hoe dikwijls moet de distributienetbeheerder langsgaan?
7. Keuze voor budgetmeter of stroombegrenzer valt weg Knelpunten - Momenteel kan iemand kiezen tussen een budgetmeter en een stroombegrenzer. Het voorstel verplicht je een budgetmeter te laten installeren. - Bovendien moet die budgetmeter ook nog betaald worden door niet-beschermde klanten. Terecht komen bij de distributienetbeheerder, wijst vaak op een financiële moeilijke toestand. Dan rest er ook geen geld om te betalen voor de budgetmeter. Voorstellen - Een budgetmeter moet voor iedereen gratis zijn. Ook voor niet-beschermde klanten. - Zelfs als de budgetmeter gratis is moeten mensen de vrijheid hebben om te kiezen voor een budgetmeter of een stroombegrenzer. - Het tarief van de stroom die verbruikt wordt via de budgetmeter is het sociaal tarief. Het sociaal tarief moet het goedkoopste tarief worden. - Indien men omwille van technische redenen geen budgetmeter kan plaatsen, moet de klant via de gewone meter beleverd worden en niet via een stroombegrenzer. Het gaat vaak om mensen die in zeer slechte woningen wonen. Zij mogen niet het slachtoffer worden van het feit dat eigenaars woningen verhuren die niet in orde zijn. - De VREG moet duidelijk vastleggen wanneer het technisch niet mogelijk is om een budgetmeter te plaatsen.
-
-
Wanneer de distributienetbeheerder minder dan 100 huishoudelijke klanten heeft dan is de klant opnieuw het slachtoffer. Zelfs als hij een budgetmeter wil, kan hij er geen krijgen. Alle meters zouden vervangen moeten worden door een budgetmeter die men al dan niet kan activeren (zie pagina 13).
Vragen - Hoeveel bedragen de verschillende kosten (plaatsing, budgetmeter zelf, vervoersonkosten,…) Zullen deze prijzen in heel Vlaanderen hetzelfde zijn? - Wat gebeurt er als je verhuist? Mag je je budgetmeter meenemen? Moet je in je nieuwe woonst opnieuw alles betalen als je geen beschermde klant bent? - Wat zijn de kosten als je ergens gaat wonen en er al een budgetmeter is? Zijn er dan nog kosten (bv. activatiekosten)? - Wanneer men bij de uitzonderingsgevallen een stroombegrenzer plaatst, is die dan voor iedereen gratis?
8. Meteropname Pluspunten - Positief dat er een wettelijke regeling is voor de meteropname bij plaatsing van een budgetmeter of stroombegrenzer of bij de start van de levering door de distributienetbeheerder.
9. Noodkrediet Pluspunten - Het is goed dat het noodkrediet voor iedereen 200 kWh is en dat het niet meer van de plaatselijke distributienetbeheerder afhangt hoeveel noodkrediet kan gebruikt worden.
10. Kosten voor budgetmeter Knelpunten - Het onderscheid tussen beschermde klant en niet-beschermde klant is onrechtvaardig. Mensen die geen beschermde klant zijn moeten kosten betalen voor de budgetmeter, ook al zitten ook zij vaak in een financieel precaire situatie. - De kosten voor de budgetmeter kunnen verrekenend worden bij het opladen van de kaart. Uiteindelijk houdt men niets meer over wanneer men gaat opladen… Voorstellen - De budgetmeter moet voor iedereen gratis zijn. - Indien men toch een onderscheid maakt tussen beschermde klant en niet- beschermde klant: zie voorstellen pagina 2. - Indien men toch kosten aanrekent voor de budgetmeter en de klant kan dit niet betalen, dan moet er een afbetalingsplan gemaakt worden. Deze kosten mogen niet verrekend worden bij het opladen van de kaart. Vragen - Rekent men interesten aan op de schulden van de distributienetbeheerder?
11. Minimale levering van 8 of 12 ampère Knelpunten
-
-
Door een beperkt aantal ampère kunnen een aantal huishoudtoestellen niet meer gebruikt worden en zijn mensen verplicht extra kosten (bv. wassen in de wasserette) te maken. De gezinstoestand wordt in januari bekeken. Het is mogelijk dat de gezinstoestand in de loop van het jaar verandert. Dit kan aanleiding geven tot problemen in beide richtingen. Zal men het als fraude aanzien indien het aantal gezinsleden verminderd is en men meer ampère krijgt dan waarop men recht heeft? Wat als je op 8 ampère leeft en er komt een kindje bij in de loop van het jaar?
Voorstellen - Minstens twaalf ampère voor iedereen. - Men moet nagaan wat een gezin juist nodig heeft. Men kan op basis van het gemiddeld verbruik van de huishoudtoestellen die een gezin nodig heeft, berekenen hoeveel ampère men nodig heeft om te leven. - Wie verplicht is om te verwarmen met elektriciteit moet meer dan 12 ampère hebben. Vragen - Wat met co-ouderschap? Welke ouder krijgt 8 kWh en welke ouder krijgt 12 kWh? - Hoe zal men gedurende het jaar rekening houden met een gewijzigde gezinstoestand? - Gezin met kinderen: hoe lang beschouwd men iemand als kind?
12. Oplaadpunten - betaalmogelijkheden Pluspunten - Het is positief dat zowel met cash geld én proton de kaart opladen kan worden. Knelpunten - De nieuwe regelgeving in verband met de spreiding van de oplaadpunten is een achteruitgang tegenover de bestaande. In gemeenten met uitgestrekte deelgemeenten wonen sommige mensen ver van het oplaadpunt, bijvoorbeeld 17 km van centrum. Indien men maar 1 oplaadpunt per gemeente voorziet is dit onbereikbaar voor hen. Voorstellen - Oplaadpunten moeten vlot bereikbaar zijn: op loopafstand (cfr. de normen voor de haltes van het openbaar vervoer). Wanneer men deze normen niet oplegt, moet het oplaadpunt door iedereen op zijn minst rechtstreeks (dus zonder overstappen) met het openbaar vervoer te bereiken zijn. - Mensen moeten hun kaart moeten kunnen opladen op verschillende publieke en toegankelijke plaatsen (bankautomaat (cfr. pay & go), post,…). Dit is minder stigmatiserend dan een oplaadpunt bij het OCMW. Er moet een systeem uitgedacht worden waardoor men zijn kaart kan opladen via andere elektronische dragers (SISkaart, elektronische identiteitskaart,…) - Er moet voorzien worden dat mensen ook gewoon met hun bankkaart kunnen betalen. Niet iedereen heeft proton. - Naast de spreiding moeten er ook minimumvoorwaarden vastgelegd worden in verband met de openingsuren. Ook ’s avonds. - Mensen worden verplicht om met een budgetmeter te werken dus mogen ze er geen extra kosten (bankkosten) aan hebben. Sowieso hebben mensen met een budgetmeter vaak een beperkt budget. Het is niet rechtvaardig dat zij een deel van hun geld moeten besteden aan de kosten van het opladen van een budgetmeter. Bovendien laden sommige mensen hun kaart vaak op met kleine bedragen. Het kan niet dat er dan telkens bankkosten aangerekend worden.
-
De plaats en de openingsuren van de oplaadpunten moeten duidelijk bekendgemaakt worden. Wanneer de vastgelegde voorwaarden in verband met de spreiding van de oplaadpunten en de openingsuren niet voldaan zijn, is het niet toegestaan een budgetmeter te plaatsen.
Vragen - “Afhankelijk van de behoeften , kan de minister aanvullende vereisten opleggen.” Hoe zal men dit invullen?
13. Verrekenen van schulden bij het opladen van de kaart voor de budgetmeter Knelpunten - Het afhouden van schulden bij het opladen maakt mensen onzeker. Ze weten niet meer hoeveel ze uiteindelijk effectief overhouden om te gebruiken. Voorstellen - 35% afhouden voor het aanzuiveren van de schulden bij de distributienetbeheerder is veel. Dit percentage moet verlaagd worden. Daarbovenop moet men een maximum bedrag bepalen dat per oplaadbeurt afgehouden mag worden. Bovendien mogen alleen de schulden voor het verbruik van de minimumlevering verrekend worden. Voor de andere schulden (schulden bij de distributienetbeheerder voor het verbruik vooraleer er een budgetmeter is geplaatst, de budgetmeter zelf,…) moet een haalbaar afbetalingsplan opgesteld worden. - Er mag geen verschil zijn tussen het bedrag waarboven men alles kan afhouden bij gas (65 euro) en elektriciteit (50 euro). Mensen die verwarmen met elektriciteit hebben hetzelfde probleem als mensen die met gas verwarmen. - Het percentage dat men mag afhouden bij het opladen moet in heel Vlaanderen hetzelfde zijn. Nu staat er in de wetgeving: de distributienetbeheerder MAG … Vragen - Hoe zuivert men het verbruikte noodkrediet aan? Zuivert men dit onmiddellijk volledig aan of hanteert men hier ook de 35%-regel? Indien men het noodkrediet volledig aanzuivert mag men de oplading niet als een onvoldoende oplading beschouwen en de mensen voor het LAC oproepen. - Op welke manier krijgen mensen een duidelijk overzicht van de schulden die ze nog hebben bij de distributienetbeheerder en de bedragen die ze al afbetaald hebben. - Wat als je oplaadt voor meer dan 50 euro? Kan dan alles boven die 50 euro afgehouden worden voor het aanzuiveren van de schulden? Indien het antwoord op deze vraag positief is, zijn mensen verplicht om vaak te gaan opladen ook al beschikken ze op een bepaald moment over wat meer geld. Gezien de toch nog zeer beperkte oplaadmogelijkheden is dit niet correct.
14. Uitschakelen en herinschakelen van de stroombegrenzer Knelpunten - Het uitschakelen van de stroombegrenzer in een budgetmeter staat voor ons gelijk aan afsluiten. Wanneer mensen geen geld hebben, hebben ze geen stroom. Zo leven mensen zonder stroom zonder dat iemand dit weet. De problemen en de situatie waarin mensen leven wordt niet meer gekend en gezien. Bovendien kan niet meer in kaart gebracht worden hoeveel mensen een bepaalde periode zonder stroom leven.
-
Het herinschakelen van de stroombegrenzer moet gevraagd worden. Hoe moeten klanten deze procedure kennen? De stroombegrenzer wordt pas ingeschakeld nadat 50% van de schulden bij de distributienetbeheerder afbetaald is. Dit is teveel!
Voorstellen - Hier geldt dezelfde opmerking als bij het heraansluiten van de elektriciteit en aardgas. Het LAC moet de dossiers waarbij ze beslist hebben om de stroombegrenzer uit te schakelen opvolgen. - De stroombegrenzer moet heringeschakeld worden zodra er een haalbaar afbetalingsplan afgesproken is. - Wanneer mensen lange tijd op de minimumlevering leven moet er op de LAC gekeken worden welke oorzaken hiervoor zijn. Bij mensen die zich zogenaamd ‘nestelen’ in het leven met 8 of 12 ampère moet onderzocht worden waarom ze met 8 of 12 ampère leven. Het beperkt in grote mate de mogelijkheden van een gezin om ‘normaal’ te functioneren.
15. Kosten procedure bij niet betaling bij de distributienetbeheerder Knelpunten - Het feit dat mensen met een budgetmeter leven wijst op financiële problemen. Het aanrekenen van kosten zorgt voor een toename van de schulden. Voorstellen - Voor niemand kosten aanrekenen bij de procedure die de distributienetbeheerder volgt bij niet-betaling. Vragen - Wie bepaalt hoogte van de kosten? Zijn de distributienetbeheerders vrij om zelf de hoogte van de kosten te bepalen of wordt dit wettelijk geregeld? - Indien er toch kosten aangerekend worden, staat dit dan duidelijk op de factuur zodat mensen geïnformeerd zijn.
16. Redenen om voor het LAC te komen Knelpunten - Het begrip klaarblijkelijke onwil wordt uit de wetgeving gehaald, maar wordt met andere woorden terug ingevoerd. Voorstellen - Ook wanneer men wil afsluiten omwille van leegstand, fraude of weigering tot ondertekenen van leveringscontract MOET er een beslissing van het LAC zijn. Het afsluiten van elektriciteit en aardgas verplicht mensen te leven in mensonwaardige omstandigheden moeten leven. Daarom is het noodzakelijk dat de dossiers minstens grondig bestudeerd worden en dat deze mensen de kans krijgen om zich te verdedigen. - De LAC moet ook een zitting ’s avonds organiseren zodat ook mensen die werken zich kunnen verdedigen. - Wanneer mensen hun afbetalingsplan niet naleven moet men nagaan of het afgesproken afbetalingsplan wel haalbaar is in de concrete situatie van de mensen. Op een bepaald moment kan de financiële toestand van mensen zo precair zijn dat afbetalen onmogelijk is. Men moet dan op zoek gaan naar alternatieve oplossingen: bijvoorbeeld een tussenkomst van het energiefonds, uitstel,… - Wanneer men de mogelijkheid behoudt om een stroombegrenzer in een budgetmeter uit te schakelen moet dit steeds voor de LAC komen!
-
Zoeken naar een ander begrip voor “een positief advies”. Wanneer dit betekent dat men afgesloten wordt, is dit niet positief. De concrete werking (de samenstelling, hoe het sociaal onderzoek eruit moet zien, hoe mensen uitnodigd moeten worden,…) wordt niet uitgewerkt. Graag wil het project armoede en energie betrokken worden bij de verdere uitwerking hiervan.
Vragen - Toegang weigeren. Hoe interpreteert men dit? Welke criteria gelden hier? - Welke procedure volgt er na onveiligheid? Wat gebeurt er met de gedupeerde? Hoe ziet de inventaris van leegstand eruit? Welke criteria gebruikt men en hoe verloopt de procedure? Is dit van gemeente tot gemeente verschillend? Kan dit aanleiding geven tot onterechte afsluitingen?
17. Sociaal onderzoek Pluspunten - Het is positief dat een sociaal onderzoek voorzien wordt vooraleer de LAC een advies formuleert. Een sociaal onderzoek is een belangrijk instrument om een rechtvaardige beslissing van de LAC te garanderen. Voorstellen - Het is noodzakelijk te concretiseren hoe een goed sociaal onderzoek eruit ziet. Mensen in armoede moeten hierbij betrokken worden. Vragen - Verduidelijking van begrippen: behoorlijk opgeroepen (gebeurt dit alleen schriftelijk, moet er een huisbezoek gebeuren, hoe vaak moet men proberen op huisbezoek te gaan,…), herhaaldelijk niet verschijnen, … - Contradictoire onderzoek. Wij begrijpen dit begrip als volgt. Op elk moment van de LAC-procedure moeten mensen zich kunnen verweren en zowel het OCMW die het onderzoek doet als de klant moet de mogelijkheid hebben om zijn standpunt uiteen te zetten. Wordt dit ook zo bedoeld in de wet? Op welke manier garandeert men dat er moeite gedaan wordt om de klant op de LAC te krijgen (bereiken van mensen)?
18. Winterperiode Knelpunten - Deze regeling gaat uit van afsluiting (zie uitgangspunt pagina 2) terwijl energie een basisrecht is. - In een huishouden is er meer nodig dan alleen verwarming. Ook in de zomer heeft men een koelkast nodig, moet het huis verlicht worden, moet er gekookt en gewassen worden,… Voorstellen -
De winterperiode moet uitgebreid worden: bijvoorbeeld van 1 november tot eind april. Indien de wetgeving een winterperiode vastlegt, moet men ook vastleggen dat mensen die afgesloten zijn bij de start van de winterperiode heraangesloten moeten worden.
Vragen - Welke procedure is er om te bepalen dat de winterperiode verlengd wordt? Deze procedure moet snel inspelen op weersomstandigheden. Anders heeft ze geen effect.
19. Heraansluiten Knelpunten - Wij vragen ons af hoe de klanten de procedure gaan kennen om heraangesloten te worden. - De boete bij het laattijdig heraansluiten van mensen gaat naar het energiefonds. Nochtans is de klant het slachtoffer van deze fout. Voorstellen - Wanneer de LAC mensen afsluit, moet ze zorgen voor de opvolging van de dossiers. Om de paar weken moet men de situatie van de mensen die afgesloten werden herbekijken en moet men mee zoeken naar een oplossing zodat er zo snel mogelijk heraangesloten kan worden. Vraag - Welke zijn de tarieven voor heraansluiting? Zijn die voor alle distributienetbeheerders hetzelfde?
20. Nieuwe sociale woningen Pluspunten - Het is positief dat nieuwe sociale woningen voorzien worden van een budgetmeter. Het is minder stigmatiserend. Knelpunten - Deze maatregel is discriminerend tegenover mensen die in een privé-woning of in een oude sociale woning wonen. Voorstellen - Eerst moet er een budgetmeter geplaatst worden bij iedereen die er één nodig heeft. Dan pas kan men starten om budgetmeters in nieuwe sociale woningen te plaatsen. - Zo snel mogelijk alle woningen voorzien van een budgetmeter. Bij alle nieuwe aansluitingen moet men een budgetmeter plaatsen in de plaats van een gewone meter. - Het moet mogelijk zijn om gratis een budgetmeter te vragen zonder dat je gedropt bent door de leverancier. Dit kan mensen (die dit willen) helpen om energie te besparen en schulden te voorkomen. Zo zal de budgetmeter ook niet meer als straf beschouwd worden maar als middel om het energieverbruik onder controle te houden. Vragen - We veronderstellen dat de geïnstalleerde budgetmeters in nieuwe sociale woningen niet geactiveerd zijn en werken als een gewone meter. Klopt deze veronderstelling?
21. Wat wij verder nog graag veranderd of aangevuld zouden zien… -
-
Een regelgeving in verband met het vragen van waarborgen. Nu worden er soms enorm hoge waarborgen (tot 4 keer het bedrag van het voorschotfactuur) gevraagd door leveranciers. Het is onduidelijk waar die waarborg naartoe gaat en hoe je hem kan terugkrijgen? Een duidelijke regeling in verband met de hoogte van de voorschotfacturen. Deze zijn soms te hoog, maar soms ook te laag. Het is niet evident om als klant het door de leverancier voorgestelde bedrag te laten aanpassen.
-
-
In de wetgeving staat dat de leverancier moet zorgen voor begrijpbare en leesbare facturen. Dit is goed, maar moet geconcretiseerd worden. Het tarief van de distributienetbeheerder zou niet hoger mogen zijn dan het sociaal tarief. Het sociaal tarief zou het laagste tarief moeten zijn. Er moet een beroepsmogelijkheid voorzien worden voor de beslissing van de LAC. Wanneer mensen verhuizen zou ook het recht hebben op sociaal tarief of op het statuut beschermde klant moeten overgaan zonder dat de klant iets moet doen. Spreiding van de kosten die in de winter hoger zijn dan in de zomer (meer verwarmen, meer binnen,…) voor mensen die een budgetmeter hebben. Wanneer er ook budgetmeters zijn voor aardgas zullen mensen met twee budgetmeters in de winter echt veel meer moeten opladen. Dan wordt het nog belangrijker dat men bij het opladen in een spreiding van de kosten over heel het jaar voorziet. Wanneer mensen een budgetmeter krijgen vraagt dit heel wat van hen om er mee te leren werken. Een heel aantal mensen ervaren dat er ook voordelen verbonden zijn aan een budgetmeter: de schulden kunnen niet hoog oplopen, mensen staan meer stil bij hun verbruik. Distributienetbeheerders verplichten mensen na een bepaalde periode om terug te gaan naar de vrije markt. Veel mensen vinden dit moeilijk omdat ze tevreden zijn met de budgetmeter. Zo blijft het hebben van een budgetmeter stigmatiserend.
Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie vzw Project Armoede en Energie Mieke Clymans, Ellen Dries, Anita Rimaux Otterstraat 116 2300 Turnhout tel: 014/44 26 75 mail:
[email protected] [email protected] [email protected]