ADVIES JONGEREN EN WERK
De Europese Unie ging in januari 2010 een gestructureerde dialoog aan met haar jeugdige bevolking. In Vlaanderen heeft deze dialoog de vorm gekregen van “Jongerenambassadeurs voor werk”, georganiseerd door de Vlaamse Jeugdraad . De raad geeft de Europese aanbevelingen mee aan het Vlaamse beleid.
1
VLAAMSE JEUGDRAAD 1 juni 2011
ADVIES 11/13
ADVIES JONGEREN EN WERK De Vlaamse Jeugdraad in vergadering op 01 juni 2011 onder voorzitterschap van Stijn Jacobs en waarbij aanwezig waren: Jo Baetens, Dagmar Beernaert, Hakim Benichou, Lieven Casteels, Lies Corneillie, Bert D’hondt, Jef Geboers, Mieke Nolf, Marlies Smit, Tom Van Den Borne, Liesbeth Vanneste adviseert unaniem: 1. Het onderwijs een specifiekere rol te geven in het arbeidsmarktverhaal door: p.4‐5 a. algemene informatie over de arbeidsmarkt een volwaardig onderdeel te maken van de lespakketten of eindtermen; b. de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en de arbeidsmarkt‐sector te verbeteren; c. praktijkervaring een grotere plaats te geven in het onderwijs. 2. Informatie op maat van jongeren te voorzien in een media‐mix en hen te betrekken in p.6 jongerencommunicatie. 3. Structurele, persoonlijke en intensieve begeleiding aan te bieden met volwaardige p.6 erkenning van Elders Verworven Competenties; 4. Een sluitend anti‐discriminatie‐beleid te voeren met de overheid als goed voorbeeld. p.8 5. Jongeren te laten participeren in de sociale dialoog en verschillende p.9 arbeidsstructuren.
1. Situering 1.1
Jongerenwerkloosheid in Vlaanderen
De werkloosheid bij jongeren is de laatste twee jaar sterk toegenomen. In 2010 was de jongerenwerkloosheid 11,6%. We doen daarmee beter dan andere landen in Europa, maar toch is dit de sterkste stijging in 20 jaar. Momenteel zien we gelukkig wel verbetering: nu de arbeidsmarkt weer aantrekt, neemt de aanwerving van (geschoolde) jongeren opnieuw toe. Maar voor laaggeschoolde jongeren blijft de situatie structureel moeilijk. Als zij langdurig werkloos blijven, dreigen ze de aansluiting met de arbeidsmarkt volledig te missen. Het aantal NEET‐jongeren (not in
2
employment, education or training) is in 2009 gestegen tot 7,3% van alle Vlaamse jongeren tussen 15‐24 jaar.1 1.2
EU 2020‐strategie
Uiteraard heeft ook Europa gemerkt dat de (jongeren)werkloosheid serieus stijgt in verschillende Europese landen. Daarom ontwikkelde de EU een 2020‐strategie met als kernopdrachten voor werkgelegenheid: • • •
75% van de 20‐64 ‐jarigen moet aan het werk. De ongekwalificeerde uitstroom moet lager zijn dan 10%. 40% van de 30‐34‐ jarigen moet een diploma hoger onderwijs hebben.
Vlaanderen voldoet aan de twee laatste voorwaarden, maar niet aan de eerste prioriteit. In Vlaanderen is maar 71,5% van de 20‐64‐jarigen aan het werk. De vooruitzichten stellen zelfs dat dit cijfer nog zal dalen, met de vergrijzing als één van de oorzaken aangezien er meer uitstroom dan instroom op de arbeidsmarkt zal zijn.2 1.3
Europese gestructureerde dialoog
De Europese Unie (EU) is overtuigd dat ze jongeren nodig heeft om te bouwen aan een stevig Europees verhaal. Investeren in jongeren wil zeggen dat Europa ook moet luisteren naar wat zij te vertellen hebben. De Europese Unie wil met jongeren in dialoog gaan en ziet een belangrijke rol voor de jeugdraden van elk land. . Daarom is in november 2009 een Resolutie3 gestemd over gestructureerde dialoog met de Europese jeugdige bevolking. Voor de periode januari 2010 – juni 2011 schoof Europa ‘jongeren op de arbeidsmarkt’ naar voren als onderwerp van deze dialoog. Het teamvoorzitterschap Spanje‐België‐Hongarije koos voor dit thema omdat het brandend actueel was. Berichten over de stijgende jeugdwerkloosheid en de gevolgen voor jongeren waren overal. Niet alleen België maar ook het Europese niveau kan heel wat maatregelen nemen om de positie van jongeren op de arbeidsmarkt te verbeteren. Daarom waren zowel Europa als de Vlaamse Jeugdraad nieuwsgierig naar de visie van jongeren. 1.4
Jongerenambassadeurs voor werk?
De Vlaamse Jeugdraad besloot een groep Jongerenambassadeurs samen te brengen om meningen en verhalen te verzamelen rond het thema ‘jongeren op de arbeidsmarkt’. Want wie kan beter zeggen wat jongeren ervaren dan jongeren zelf? Een groep van 20 enthousiaste jongeren heeft zich meer dan een jaar (2010‐2011) actief ingezet om mee te denken, mee te ervaren, mee te brainstormen, mee te discussiëren … Ze kregen hulp van 1 2
https://www.werk.be/beleid/documenten/Beleidsbrief_Werk_2010‐2011.pdf?SMSESSION=NO
https://www.werk.be/beleid/documenten/Beleidsbrief_Werk_2010‐2011.pdf?SMSESSION=NO 3 http://eur‐lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2009:311:0001:0001:NL:PDF
3
een expertenpanel van jeugdorganisaties, VDAB, koepels van werkgevers, onderwijsnetten, middenveldorganisaties, vakbonden, academici … 1.5 Participatief proces Het proces jongerenambassadeurs is een heel krachtig verhaal omdat het van de jongeren vertrekt en met de jongeren eindigt. De jonge ambassadeurs vertelden over hun eigen ervaringen met en op de arbeidsmarkt en gingen met elkaar in discussie. Tijdens de zomer van 2010 organiseerden ze inspraakmomenten op verschillende plaatsen en met diverse groepen. Over heel Vlaanderen bevroegen ze maar liefst 500 jongeren over werkgelegenheid. Dat gebeurde op straat, in jeugdhuizen of ‐centra, in jeugdorganisaties, op scholen… Alle input kwam digitaal samen (via filmpjes en foto’s) op de website www.jongerenambassadeurs.be/werk. Deze interactieve site is druk bezocht door de ambassadeurs zelf en de jongeren die in de zomer bevraagd waren. De Jongerenambassadeurs voor werk zijn doorheen het proces gegroeid tot volwaardige spreekbuizen voor jongeren. Met de bagage die ze opdeden, vertolkten zij de stem van jongeren op verschillende fora: lokaal, Vlaams, Belgisch en Europees:. • op de Europese Jeugdconferenties in Spanje, België en Hongarije; •
op de Belgische Jeugdconferentie in Leuven;
•
in het Europese Parlement voor de Belgische Europarlementsleden;
•
op het ‘Kletske werk’ van Vlaamse Jeugdraad, een Vlaams debat () tussen jongeren, experten en beleidsmakers over jongeren en werkgelegenheid;
•
op de Raad Jeugd van de Europese Unie;
•
op de Europese Jeugdweek in Brussel.
De jongerenambassadeurs komen niet met een wij‐zij verhaal van jongeren tegen de boze volwassen wereld, maar juist als constructieve partners in een zoektocht naar oplossingen. Het is een win‐win situatie voor de maatschappij. Jongeren participeren als volwaardige burgers aan het maatschappelijk debat. Het middenveld en de politiek krijgen er een inhoudelijk onderbouwde stem bij om hun beleid op af te stemmen.
2. Advies Doorheen de hele periode hebben de Jongerenambassadeurs voor werk gediscussieerd over aanbevelingen. Deze zijn vooral gericht op het Europese niveau, maar er is ook een Vlaamse vertaling van gemaakt. 2.1 Specifiekere rol van het onderwijs in het arbeidsmarktverhaal Maak algemene informatie over de arbeidsmarkt een volwaardig onderdeel van de lespakketten of eindtermen.
4
Eén van de meest alarmerende signalen die de Jongerenambassadeurs hebben opgepikt, is het gebrek aan informatie voor jongeren. Ofwel is de info niet voorhanden, ofwel kan je in de overload het bos door de bomen niet meer zien. Daarom adviseert de Vlaamse Jeugdraad om algemene informatie over de arbeidsmarkt als een volwaardig onderdeel in de lespakketten of eindtermen op te nemen. Wat doe je als je afstudeert en niet meteen werk vindt? Wat is de VDAB? Wat doet de RVA? Hoe vraag ik een werkloosheidsuitkering aan? Hoe ziet een goede arbeidsovereenkomst eruit? Hoe begin ik te solliciteren? Hoe run ik zelf een zaak? Welke vaardigheden heb ik nodig om ondernemer te worden? Het onderwijs is de uitgelezen partner om de vragen van jongeren correct te beantwoorden. Informatiesessies over het reilen en zeilen van de arbeidsmarkt moeten verplicht worden in het 4e en 6e middelbaar. Hogescholen en universiteiten zouden meer aandacht moeten hebben voor de arbeidsmogelijkheden van hun afgestudeerden. Eén van de doelstellingen van het Vlaams Jeugdbeleidsplan besteedt hier ook expliciet aandacht aan, met o.m. infogesprekken met oud‐leerlingen van school, kwaliteitsvolle stages, bedrijfsbezoeken en uitnodigingen van werkgevers/nemers.4 Verbeter de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en de arbeidsmarkt‐sector. Scholen moeten meer samenwerken met werkgevers. Zeker de richtingen die focussen op bepaalde vaardigheden (bijvoorbeeld elektromechanica, houtbewerking, kantoor … ) moeten de laatste ontwikkelingen op de arbeidsmarkt kennen en daarop inspelen. Er moeten hiervoor voldoende middelen uitgetrokken worden zodat scholen aan deze vereiste kunnen voldoen. Daarom adviseert de Vlaamse Jeugdraad dat scholen, in alle richtingen, verplicht worden om buiten de schoolmuren te treden. Bezoeken aan een bedrijf, een werkwinkel, vakbonden, … moeten deel uitmaken van de studies. Geef praktijkervaring een grotere plaats in het onderwijs. Volgens de inspraaksessies van de Jongerenambassadeurs is de vraag naar praktijkervaring op school enorm groot. Jongeren blijven vaag over de manier om dit te realiseren (stages, jobshadowing, ervaringsstage … ), maar het is duidelijk dat ze hun theoretische kennis willen omzetten in de praktijk. Deze vraag is niet nieuw en de overheid is hier ook al engagementen voor aangegaan.5 Toch blijven jongeren op praktijkervaring hameren als bruikbaar instrument voor hun intrede op de arbeidsmarkt. 4
http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/vlaamsjeugdplan_jeugdbeleidsplan2010.aspx In de Beleidsbrief werk 2010‐2011 staat expliciet: deeltijds leren en werken en alternerend leren moet versterkt worden. Daarnaast moet er op alle niveaus van het onderwijs mogelijkheden worden uitgebouwd om relevante praktijkervaring op te doen. (https://www.werk.be/beleid/documenten/Beleidsbrief_Werk_2010‐ 2011.pdf?SMSESSION=NO). Daarnaast zou door de hervorming van het secundair onderwijs, ook meer plaats gegeven worden aan werkplekleren op alle niveaus van het onderwijs. 5
5
De Vlaamse Jeugdraad adviseert de overheid om de expliciete vraag van jongeren te horen en meer werk te maken van ervaringsgericht onderwijs. Alle leerlingen, in alle studierichtingen, moeten een stage volgen of een aantal uren praktijkervaring opdoen. 2.2 Nood aan informatie op maat Betrek jongeren bij de opmaak van jongerencommunicatie en communiceer via een media‐mix. Informatie op maat van jongeren is het toverwoord voor succes. Alles staat of valt met een goede communicatie. Niet te betuttelend, niet te belerend, en vooral op het lijf van de jongeren zelf geschreven. Het Vlaams Jeugdbeleidsplan stelt dat de overheid een algemene informatie‐inspanning zal opzetten naar jongeren die net 18 jaar worden of afstuderen. Zo moeten alle jongeren die het onderwijs verlaten volledig geïnformeerd zijn over de mogelijkheden, kanalen en spelregels van de arbeidsmarkt.6 De RVB van de VDAB bestudeerde de aanbevelingen die de Jongerenambassadeurs deden tijdens het Kletske Werk (16 november 2010). Een brief van Gedelegeerd Bestuurder Fons Leroy, lijstte nadien een aantal engagementen naar jongeren op. De VDAB zal bij de vernieuwing van zijn website extra aandacht besteden aan de acties/dienstverlening naar jongeren. De dienst zal ook jeugdorganisaties uitnodigen om rond het thema communicatie te werken, met focus op toegankelijke informatie over tewerkstelling . De Vlaamse Jeugdraad adviseert de grote spelers op de arbeidsmarkt (VDAB, sociale partners, RVA, …) zich niet te beperken tot één communicatiekanaal. Jongeren hebben informatie nodig op verschillende manieren: digitaal en op papier. Zet in op de media‐mix van alle (jongeren)kanalen! De Jongerenambassadeurs stellen voor dat de VDAB een soort ‘jongerenpanel’ opricht dat de verschillende acties naar jongeren op voorhand kan aftoetsen. Uiteraard zijn ook scholen een heel belangrijke partner als het op communicatie naar jongeren aankomt. De Vlaamse Jeugdraad vraagt de Vlaamse overheid om deze aanbevelingen te gebruiken in de algemene informatiecampagne naar alle 18‐jarigen. We hopen ook dat de VDAB z’n beloftes uit de brief naar de Jongerenambassadeurs zal waarmaken. 2.3 Integrale en aangepaste trajectbegeleiding binnen een competentiebeleid Voorzie structurele, persoonlijke en intensieve arbeidsbegeleiding voor jongeren, met volwaardige erkenning van Elders Verworven Competenties. 6
http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/vlaamsjeugdplan_jeugdbeleidsplan2010.aspx
6
De Beleidsbrief 2010‐2011 van Minister Muyters toont vele goede bedoelingen om de jongerenwerkloosheid aan te pakken. De nieuwe beleidslijn, een ‘sluitend maatpak’, moet begeleiding op maat van de werkzoekende aanbieden en problemen als gebrekkige taalkennis, laaggeletterdheid, arbeidshandicap, onvoldoende basisvaardigheden ICT … heel vroeg opsporen. De minister wil ook oriënterende trajecten opstarten voor langdurige werkzoekenden en voor een snellere activering van schoolverlaters. De overheid doet grote inspanningen, en toch leeft onder jonge werklozen nog altijd een grote frustratie. Het ‘sluitende maatpak’ van de Vlaamse Regering is een goede zaak, maar om resultaten te boeken moet er voldoende middelen en tijd zijn. Een één‐op‐één‐begeleiding of differentiëring van het dienstenaanbod blijft immers dé manier om jonge werkzoekenden aan het werk te krijgen. Hierbij moet voldoende aandacht zijn voor de volledige levenssituatie van de jonge werkzoekende. We moeten de jongere als opdrachtgever van zijn levensproject erkennen en werkgevers actief betrekken bij dit proces. De Vlaamse Jeugdraad adviseert de verschillende overheden werk te maken van een competentiebeleid en minder te focussen op diploma’s bij aanwerving. Het verhaal van de competenties is genuanceerder dan het lijkt. Competenties kunnen formeel erkend zijn, om bijvoorbeeld vrijstellingen te krijgen, om een diploma/ervaringsbewijs te halen … Daarnaast zijn er tal van werkvormen en instrumenten die werken aan herkenning: ze zorgen dat een persoon zich bewust is van z’n eigen competenties.7 De Vlaamse Jeugdraad vindt dat de overheid vooral moet focussen op de erkenning van competenties. De jeugdsector kan zich op zijn beurt toeleggen op de herkenning en jongeren wijzen op hun sterktes.8 Voor deze (h)erkenning bestaan al verschillende tools voor jongeren. Er zijn geen nieuwe nodig, maar wel betere communicatie en begeleiding rond wat al bestaat. Jongeren en hun begeleiders moeten van de overheid een duidelijk overzicht krijgen. De tools moeten ook op een gepaste manier aangereikt worden, via communicatie die past in de leefwereld van jongeren. Vele jongeren doen bijvoorbeeld competenties op via vrijwilligerswerk. Maar de administratieve rompslomp daarrond maakt het hen moeilijk, ondanks hun goede wil. De overheid moet het pad naar vrijwilligerswerk effenen en hindernissen voor jongeren wegwerken. Het gebrek aan een duidelijk wettelijk kader (sociale zekerheid, gezondheidsverzekering … ) en goede informatie over rechten en plichten van de vrijwilliger zijn maar twee voorbeelden uit een lange reeks. Er is ook dringend nood aan sensibilisering rond competenties, zeker naar jongeren. Hierin kan de jeugdsector een belangrijke partner zijn. Maar ook de overheid en de werkgevers moeten gestimuleerd worden om in hun personeelsbeleid meer aandacht te hebben voor competenties. Schoolmoeheid, het watervalsysteem, problemen thuis of bij zichzelf … Jongeren verlaten om verschillende redenen soms de middelbare school zonder diploma of getuigschrift. De
7 8
http://www.steunpuntjeugd.be/uploads/documents/Dossier_Competenties_SPJ_2009.pdf We denken hierbij aan verschillende competentietools die voorhanden zijn in de jeugdsector: Oscar, C‐stick, …
7
ongekwalificeerde uitstroom in Vlaanderen is hoog: afhankelijk van de meting 8.6% tot 15% in Vlaanderen.9 Ook deze ongediplomeerde jongeren moeten de mogelijkheid hebben om een erkende lijst met opgedane competenties mee te krijgen. Verschillende jeugdorganisaties (bijvoorbeeld de Persoonlijke Ontwikkelingstrajecten (POT) van Groep Intro, Arktos, Labor X … ) werken al met een dergelijk alternatief, als aanvulling op het onderwijs, hoewel dit eigenlijk een basistaak blijft van het onderwijs zelf. De Vlaamse Jeugdraad adviseert de overheid om de succesverhalen van deze organisaties een structurele plek te geven in haar werkgelegenheidsbeleid. Het ESF (Europees Sociaal Fonds) subsidieert veel succesvolle experimenten, maar na verloop van tijd lopen die af door gebrek aan middelen. Deze experimenten verdienen structurele erkenning in de juiste organisatie. In het Pact 202010 staan een aantal engagementen wat betreft EVC‐beleid. Maar de éénmeting van 2011 is eerder kritisch: ‘Vlaanderen is nog niet het modelvoorbeeld van een lerende samenleving. Levensbreed leren is niet ingeburgerd en het aantal jongeren dat vroegtijdig afhaakt of met vertraging het secundair onderwijs verlaat, blijft stijgen.’11 Daarnaast onderstreept Minister Muyters in zijn Beleidsbrief 2010‐2011 nog eens het belang van competentieversterking, screening en erkenning van verworven competenties, meer samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt en de ontwikkeling van het POP (Persoonlijk OntwikkelingsPlan). Ook binnen het Vlaamse Jeugdbeleidsplan 2010‐2014 staan er verschillende beleidslijnen rond het competentiebeleid.12 De Vlaamse Jeugdraad moedigt de Vlaamse Regering aan de engagementen uit het Pact 2020, de Beleidsbrief Werk en het VJBP zo goed mogelijk uit te werken zodat Vlaanderen het schoolvoorbeeld wordt in competentiebeleid. Want ondanks alle goede voornemens ziet de Vlaamse Jeugdraad nog geen grote veranderingen vanuit één gemeenschappelijk visie binnen de verschillende sectoren (jeugd, onderwijs en vorming, werk en sociale economie en cultuur). 9
https://www.werk.be/c‐en‐ o/cijfers/kerncijfers/Onderwijs_en_levenslang_leren/Ongekwalificeerde_uitstroom.htm?SMSESSION=NO 10 Met het Pact 2020 wil de Vlaamse Regering ook inzetten op het effectief competentiebeleid. Scholen, onderwijs‐ en vormingsinstellingen moeten tegen 2020 krachtige leercentra worden. Scholen moeten de vinger aan de pols houden wat betreft de maatschappelijke tendensen en moeten blijvend inzetten op onderwijsvernieuwing, zeker op vak van het competentieonderwijs. Het Pact 2020 wil ook werken aan de ongekwalificeerde uitstroom door o.m. promotie van beter geïnformeerde studiekeuze, differentiatie van de schoolloopbaan‐ en studiebegeleiding en aanpassing van de onderwijsorganisaties om verkokering tegen te gaan. Alternerend werken en leren moeten uitgebouwd worden als volwaardige opleidingsvormen door o.a. stages, werkplekken, flexibele leerwegen. (http://www.vlaandereninactie.be/nlapps/docs/default.asp?fid=179) 11
Eenmeting 2011 van het Pact 2020. (http://www.vlaandereninactie.be/nlapps/docs/default.asp?fid=179) In het Vlaamse Jeugdbeleidsplan 2010‐2014 zijn volgende doelstellingen opgenomen wat competenties betreft: 1/ ontwikkeling en implementatie van instrumenten worden gefaciliteerd en ondersteund; 2/ sensibilisering van leerkrachten, jeugdwerkers, trajectbegeleiders, ouders en werkgevers; 3/beleidsdomeinen cultuur, jeugd, werk en sociale economie en onderwijs en vorming werken een eenduidige EVC‐visie uit; 4/ Jongeren kunnen obv EVC leer‐ of opleidingstraject verkorten en/of toegang tot werk vergemakkelijk. (http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/vlaamsjeugdplan_jeugdbeleidsplan2010.aspx) 12
8
2.4 De overheid als voorbeeld in bestrijding van discriminatie Ga discriminatie tegen door anonieme selectieprocedures en maak een bewuste keuze voor jongeren met minder mogelijkheden. Jongeren hebben dikwijls het gevoel dat ze gediscrimineerd worden bij het solliciteren. Ze botsen tegen een muur van gebrek aan ervaring. Maar hoe kan een jongere ervaring opdoen als niemand hem een kans geeft? Jongeren van etnisch‐culturele minderheden signaleren ons ook dikwijls dat ze gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt. Tendensen die we niet uit het oog mogen verliezen en waarin de overheid, volgens de Jongerenambassadeurs, een voorbeeldfunctie moet opnemen. De Vlaamse Jeugdraad adviseert de verschillende overheden (federaal, Vlaams, provinciaal en lokaal) een anonieme sollicitatieprocedure in te stellen om discriminatie op verschillende vlakken tegen te gaan. Daarnaast vraagt de Vlaamse Jeugdraad nogmaals13 dat de overheid werk maakt van een anti‐ discriminatie‐beleid binnen de interim‐sector. Veel jongeren beginnen hun loopbaan als interimmer en ondervinden daar discriminatie op verschillende fronten. 2.5 De stem van jongeren Laat jongeren participeren binnen de sociale dialoog en verschillende arbeidsstructuren. ‘Jongerenambassadeurs voor werk’ was een succes omdat jongeren eindelijk over serieuze onderwerpen mochten meepraten. Gewoon al hun mening kunnen geven, een discussie mogen voeren, hun problemen op tafel kunnen leggen én gehoord worden door een officiële instantie: het gaf de jongeren een gevoel van erbij horen. Een duidelijke boodschap die we moeten onthouden voor de toekomst. Het Vlaamse Jeugdbeleidsplan (VJBP) 2010‐2014 wil expliciet werk maken van jongeren‐participatie in bestaande overlegstructuren en van dialoog tussen de arbeidsmarkt en jongeren . Het VJBP vernoemt de Vlaamse Jeugdraad dikwijls als gesprekpartner.14 De Vlaamse Jeugdraad wil deze consulterende rol graag opnemen, maar verwacht dan ook medewerking van andere (arbeidsmarkt)actoren.
13
http://www.vlaamsejeugdraad.be/wp‐content/files_flutter/12837638471012Adviesinterimarbeid.pdf Vlaamse Jeugdraad wordt vermeld als mogelijke partner in de commissie diversiteit van de SERV, als gesprekspartner bij vakbonden en werkgeversorganisaties en als (mede)oprichter van een ‘platform voor jongeren op zoek naar werk’. http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/vlaamsjeugdplan_jeugdbeleidsplan2010.aspx 14
9
De Vlaamse Jeugdraad vraagt daarom een plek voor alle jongeren (en dus ook diverse groepen van jongeren) in verschillende arbeidsstructuren. Die kan fysiek of digitaal zijn, structureel of ad hoc. Maar in elk geval moeten jongeren hun stem kunnen laten klinken in de sociale dialoog. Het heeft geen zin jongeren te laten praten als niemand hen hoort. Ze moeten resultaat zien van hun stem in het debat. De Vlaamse Jeugdraad kijkt daarom concreet naar de VDAB (idee van een jongerenpanel, zie 2.2), naar de SERV, naar de sociale partners, … Het domein ‘jeugd’ en het domein ‘werk’ moeten veel meer gelinkt worden: het zijn geen twee afgescheiden departementen. Daarom roept de Vlaamse Jeugdraad de ministers Smet en Muyters op om hier dringend werk van te maken.
10