Jongeren aan het werk! PvdA-plan tegen de jeugdwerkloosheid Het zou je maar gebeuren. Klaar met je opleiding en vol goede moed op zoek naar een baan, en dan helemaal niets kunnen vinden. Vanuit je studentenflat terug naar pa en ma omdat je zonder inkomen zit. Barstensvol met ambitie maar zonder de kans om jezelf waar te maken. Dat overkomt momenteel ruim 1 op de 10 jongeren in ons land. De jeugdwerkloosheid is de afgelopen periode bijna verdubbeld. En het kabinet Rutte heeft voornamelijk toegekeken en niets gedaan. Het actieplan Jeugdwerkloosheid van voormalig staatssecretaris Jetta Klijnsma dat positief geëvalueerd is wordt is nota bene stopgezet. Het Eindrapport Evaluatie Actieplan Jeugdwerkloosheid waarschuwde al dat alle jongeren die geholpen zijn door het actieplan uit 2009 per 2012 te maken krijgen met grote bezuinigingen, en borging van de kennis van de afgelopen jaren moeilijk zal zijn. Toch zette regering Rutte alle financiering van het Actieplan per 1 januari 2012 stil. Inmiddels is de jeugdwerkloosheid van 6% naar 10% gestegen, en onder allochtone jongeren is de werkloosheid zelfs 30%. Wederom bestaat het gevaar van een ‘verloren generatie’. De International Labour Organization (ILO) waarschuwt in haar rapport Eurozone Job Crisis dat de jeugdwerkloosheid in ons land harder oploopt dan in de andere Europese landen. In buurlanden Duitsland en België is de werkloosheid onder jongeren juist aan het dalen. Terwijl ook Nederland de afspraak met andere EU lidstaten heeft ondertekend om de jeugdwerkloosheid in Europa te bestrijden, doet de regering in de praktijk niets. Integendeel, jongerenprogramma’s worden juist afgeschaft. Naast het succesvolle Actieplan Jeugdwerkloosheid werd ook de Wet Investeren in Jongeren (Wet WIJ), ook een initiatief van Balkenende IV om de jeugdwerkloosheid te bestrijden, door het kabinet Rutte per 1 januari 2012 afgeschaft. Steeds meer taken op het gebied van arbeidsmarktbeleid komen ook bij de gemeenten en arbeidsmarktregio’s te liggen zonder dat ze daarvoor de benodigde middelen krijgen. Het effect: duizenden jongeren zonder baan. In tegenstelling tot de huidige regering legt de Partij van de Arbeid zich niet neer bij het groeiende aantal werkloze jongeren. Want juist in tijden van crisis waarin we iedereen nodig hebben kunnen we het ons niet veroorloven om een verloren generatie op te laten groeien. In plaats van werkloze jongeren de rug toe te keren presenteert de Partij van de Arbeid daarom een plan waarmee zij eerder een nieuwe baan kunnen vinden óf langer door kunnen leren om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten:
1
Actieplan Jeugdwerkloosheid – korte termijn 1. Na 3 maanden een werk-leeraanbod voor werkloze jongeren De Partij van de Arbeid wil dat iedere jongere die 3 maanden werkloos is door gemeente een aanbod tot stage, een leerwerkplek, baan of scholing krijgt. In Finland en Zweden zijn hier uitstekende resultaten mee behaald, een jongere krijgt in die landen een persoonlijke kwaliteitentest, een baanplan, en vervolgens de ‘jeugdwerkgarantie’. De jeugdwerkgarantie is een stage, leer-werkplek, baanaanbod of een academische- of praktische opleiding. De afgelopen jaren hebben de speciale jongerenloketten bij de UWV Werkpleinen ook goede resultaten geboekt met een dergelijke aanpak, gemeenten moeten - in regionaal verband - bekijken hoe zij een dergelijk apart loket open kunnen houden. Dit maatwerk blijkt zeer effectief om jeugdwerkloosheid te bestrijden. Het is onbegrijpelijk dat het vorige kabinet hier geen voorbeeld aan heeft willen nemen. Dit actiepunt is in lijn met de aanpak van de Wet Investeren in Jongeren uit 2009, waarin werd bepaald dat gemeenten werkloze jongeren tot 27 jaar een werkleeraanbod zouden doen: een aanbod van werk, scholing of een combinatie van beiden. De Partij van de Arbeid wil dit plan terug op tafel en heeft hier voor 2013 € 150 miljoen voor gereserveerd. 2. Stimuleer doorleren De PvdA wil opschorting van de geplande invoering van de langstudeerboete en wil deze beboeting van studenten uiteindelijk ook niet ingevoerd zien. Daarnaast wil de PvdA dat een tweede bachelor- of masterstudie weer volgens het reguliere wettelijke collegegeld gedaan kan worden. Het niet invoeren van de langstudeerdersmaatregel en het afschaffen van het duurdere instellingscollegegeld voor een tweede studie maakt langer doorstuderen aantrekkelijker. Het heeft weinig nut jongeren nu te stimuleren zo snel mogelijk op de arbeidsmarkt te komen. Jongeren leren gemakkelijk en hebben er het langst profijt van. Daarom wil de Partij van de Arbeid ze de mogelijkheid geven om door te leren. Belemmeringen hiervan nemen we dus weg. Blokkeer niet studenten die extra vakken willen volgen of bestuurlijke en maatschappelijke ervaring willen opdoen, met boetes voor langstudeerders als gevolg. De Partij van de Arbeid maakt keuzes die studenten helpen langer door te studeren tijdens de crisis. Er komt geld beschikbaar om te zorgen dat jongeren die direct werkloos dreigen te worden na het verlaten van de schoolbanken, een jaar langer op school kunnen blijven. De gemeenten zien daarop toe en bieden ondersteuning. Onder hele strikte voorwaarden is de PvdA voorstander van doorleren met behoud van uitkering. Dit geldt alleen als de opleiding de kans op werk vergroot, bijvoorbeeld
2
door een specialisatie of de keuze voor een richting waar veel vraag naar is op de arbeidsmarkt. De doelgroep die hier gebruik van zou mogen maken, beperken we tot langdurig jonge werklozen, die zonder startkwalificatie thuis op de bank zitten of de aansluiting hebben gemist door bv. een tienerzwangerschap. Ook wordt de duur van de opleiding beperkt. 3. Convenant met lagere overheden: zelf jongeren in dienst nemen Voor de korte termijn willen we snelle actie samen met de lagere overheden. Als wij als overheid werkgevers aanspreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en oproepen jongeren en mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen, dan moet de overheid zelf het goede voorbeeld geven. Gemeenten, provincies, waterschappen en de Rijksoverheid committeren zich aan het creëren van extra leerwerkplekken, ervaringsplekken en startersfuncties voor jongeren. Kleinere gemeenten of regio’s zouden ook een gezamenlijk traineetraject kunnen ontwikkelen, als de eigen organisatie te klein is voor deze extra inspanning. Met name werkloze afgestudeerden zouden op deze manier werkervaring op kunnen doen. Ook de PvdA als politieke partij committeert zich aan deze doelstelling. 4. Intensivering baangarantie-trajecten in zorg en techniek In sectoren waar nu – maar ook in de toekomst - veel vraag naar arbeidskrachten is, worden. Opleidingen en moeten baangarantie-trajecten geïntensiveerd brancheorganisaties moeten dit soort trajecten samen invullen en aanbieden. Om de opleidingen betaalbaar te houden, valt er te denken aan een geleidelijke verschuiving van opleiding naar werk met eenzelfde verschuiving van financiering van opleiding naar werkgever. Leerlingen beginnen met vier dagen school en werken één dag in de week in de zorg of techniek. Dit verschuift naar één dag opleiding en vier dagen werken. Werkgevers zijn op deze manier meer betrokken bij de ontwikkeling van hun werknemers, kunnen sturen op behoefte in de organisatie en investeren in de toekomst van het eigen bedrijf. 1. Ervaringscertificaten voor jongeren Jongeren worden gestimuleerd vaker Ervaringscertificaten aan te vragen. Met een dergelijk certificaat kan een werkloze jongere aan een werkgever laten zien wat hij/zij naast zijn diploma nog meer te bieden heeft. Dit kunnen competenties zijn die zijn opgedaan tijdens een stage, een bijbaan of vrijwilligerswerk. Dit verhoogt de kans op een baan. Werkgevers en opleidingen worden beter voorgelicht over het Ervaringscertificaat. 6. Werkpools ook voor jongeren Medewerkers zoeken en vinden is tijdrovend en kostbaar, vooral voor kleine bedrijven. Met een werkpool per sector kunnen kleine bedrijven veel sneller en met minder risico, en dus kosten, werknemers vinden. En wie werkt zoekt, kan gemakkelijker een (nieuwe) werkgever vinden. Deze werkpools staan open voor iedereen, dus ook voor jonge werknemers. Om jongeren de kans te geven bij
3
meerdere bedrijven in de keuken te kijken, zouden ook stages of traineeships vanuit de werkpool vervuld kunnen worden. De sectoren beheren de werkpools zelf. Actieplan Jeugdwerkloosheid – lange termijn 7. Verbeter de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt De Partij van de Arbeid wil de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt. Er is nu veel ‘mismatch’, waardoor er onnodige werkloosheid bestaat onder jongeren. Het aanbod van opleidingen is onoverzichtelijk groot geworden, terwijl een gedeelte arbeidsmarktrelevantie mist. Mede daardoor kiezen jongeren niet altijd de meest kansrijke opleiding, terwijl scholen ook niet worden gestimuleerd om de kansen op baankansen te vergroten. Bij ongewijzigd beleid zal de mismatch verder toenemen, terwijl we weten dat er grote arbeidstekorten aankomen in de zorg en techniek. Kinderen moeten al op jonge leeftijd enthousiast gemaakt worden voor beroepen waar een grote vraag naar is op de arbeidsmarkt, er moet meer geïnvesteerd worden in bijscholing en zij-instroom moet makkelijker mogelijk gemaakt worden. Daarnaast stimuleren wij onderwijsorganisaties opleidingen aan te bieden waar daadwerkelijk vraag naar is. Een betere aansluiting op de arbeidsmarkt realiseren we door de onderwijsinstanties financieel te belonen waarvan leerlingen en studenten relatief snel een baan vinden. Momenteel vindt financiering plaats op basis van studentenaantallen, wat opleiden voor werkloosheid mogelijk maakt. Op lange termijn moeten Regionale Opleidingscentra (ROC’s) zich gaan specialiseren en samenwerken, waardoor de kwaliteit verbeterd wordt. Dit proces moet wel worden ondersteund door een OV-kaart voor minderjarige MBO’ers, aangezien zij verder zullen moeten gaan reizen. Ook wil de PvdA 20.000 extra stageplaatsen voor MBO’ers creëren. Bij instellingen moet meer aandacht komen voor sollicitatietraining, brief schrijven, een oriëntatie op de banenmarkt, et cetera. Op korte termijn moet de overheid daarom de instroom voor opleidingen waar geen vraag vanuit de arbeidsmarkt is beperken. Er moet een sluitende aanpak voor de tekorten in de technische sector komen. Het wordt steeds moeilijker technische vacatures in Nederland te vullen. Dat is slecht voor onze concurrentiepositie. Werkgevers weten wat ze zoeken; de overheid moet hen actiever de helpende hand bieden om jongeren de benodigde scholing te geven, in en buiten het bedrijf. De overheid moet technische scholing fiscaal stimuleren. Om afgestudeerden aantrekkelijker te maken en naar de wensen van werkgevers te vormen moeten stages of ervaringsplekken verplicht onderdeel van de opleidingen worden. Dit geldt zeker voor de praktische beroepen in de techniek en de zorg. Dit kan op korte termijn in de lesprogramma’s worden opgenomen. 8. Pak vroegtijdig schoolverlaten aan De Partij van de Arbeid maakt zich ernstige zorgen over het bericht dat het afgelopen jaar ongeveer 40.000 jongeren hun opleiding te vroeg verlieten, zonder een diploma. Vooral op het MBO is dit een groot probleem, terwijl voor de betreffende jongeren zonder diploma de kans op een baan enorm slinkt. Toch heeft slechts één op de vijf 4
vroegtijdige schoolverlaters een gesprek met een afgevaardigde van de school (leraar of bestuur) over hun beslissing de school definitief te verlaten. Wij vinden te weinig inzet, omdat de risicogroep vroegtijdige schoolverlaters twee keer zoveel kans heeft om werkloos te raken en vijf keer vaker in de criminaliteit belandt. Er is actie nodig om vroegtijdig schoolverlaten zo veel mogelijk te voorkomen. De Partij van de Arbeid pleit voor verplichte ‘exit-gesprekken’ tussen een afgevaardigde van de school en de (potentiële) vroegtijdige schoolverlater, om de schooluitval alsnog te voorkomen. Ook kan de school dan een vinger krijgen achter de redenen voor de uitval, waarop kan worden ingesprongen en leraren van kunnen leren. Opleidingen moeten dan wel beschikken over een sluitend registratie- en leerling-volgsysteem en er moeten goede afspraken zijn met de leerplichtambtenaar. Maar zo ver mag het eigenlijk niet komen. Op school zouden zorgteams aanwezig moeten zijn, die leerlingen kunnen helpen met schulden of drugsproblemen. Een tussentijdse overstap naar een andere opleiding moet makkelijker worden, daarom zijn er meerdere instroommomenten nodig en moet er beter gekeken worden naar vrijstellingen. Door deze acties brengen we het aantal vroegtijdige schoolverlaters terug en vergroten het aantal jongeren met een startkwalificatie. Dit verbetert hun positie op de arbeidsmarkt, vermindert het aantal werkloze jongeren en is goed voor de productiviteit van onze economie. 9. Laat leerlingen nadenken over hun toekomstperspectief Al op de middelbare school moeten leerlingen door hun eigen school benaderd worden om hun toekomstperspectieven in kaart te brengen. In een persoonlijk gesprek wordt het toekomstperspectief en de mogelijkheden om verder te leren besproken. Leerlingen worden zo gestimuleerd niet te snel te stoppen met hun opleiding en door te leren, zodat hun kansen op de arbeidsmarkt toenemen. Daarnaast kan er goed gekeken worden naar studies die goed aansluiten op talent en interesse van de leerling. Dat voorkomt dat ze ook bij een mogelijke vervolgopleiding te snel uitvallen. Dat vraagt ook om een goede aansluiting van MBO-4 op het HBO. De drempel voor een vervolgberoepsopleiding moet waar mogelijk verlaagd worden, met instandhouding van de vereiste kwaliteit. Investeren in kennis en onderwijs en het bieden van mogelijkheden om talent verder te ontwikkelen is de slimste manier om snel uit de crisis te komen, zeker als dit mensen op termijn betere kansen biedt op de arbeidsmarkt.
5