Werk aan het Bedorvene Joy Ligteringen
Een Eva Goudsmid verhaal over healing en de wet van aantrekking Aflevering-4
1
Colofon Gratis download 2015 Niet voor verkoop © Joy Ligteringen Uitgeverij New Lemurian Books http://joyligteringen.com/ Vormgeving omslag: Joy Ligteringen Foto: aboriginal art (anonieme kunstenaar) Vormgeving binnenwerk: Joy Ligteringen
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op wat voor wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteur en de uitgeverij. This book may not be reproduced by print, photoprint, microfilm or any other means, without the written permission from the author and the publisher.
2
Solaar Opnieuw zit ik in de werkkamer van Annie¹ met op tafel mijn solaar voor het komende jaar. Annie heeft een kop thee voor me neergezet. ‘Laten we eens kijken waar het komende jaar om zal draaien,’ zegt Annie en ik druk op de startknop van de voice recorder om het gesprek op te kunnen nemen. Even is er niets anders te horen dan het tikken van een klokje. Ik kijk naar de solaar met allemaal rode, groene en blauwe lijnen. Het ziet er nogal druk uit. ‘Ik kijk eerst nog even naar je geboortehoroscoop want dan kan ik beter je solaar uitleggen. In je geboortehoroscoop draait het erom dat je je vrijheid neemt, losbreekt, maar ook dat je er voor zorgt dat je zaken in orde komen en ook in orde blijven,’ zegt Annie. ‘Venus in Ram tegenover Neptunus en Saturnus in Weegschaal. Dat is een lastige stand. Je raakt door de stand van Venus in Ram snel in vuur en vlam en omdat daar tegenover Neptunus in Weegschaal staat, verlies je ook in no time verlies het zicht op een situatie, waardoor je instabiel kunt worden en aan het twijfelen slaat. Vervolgens trekt Saturnus dan aan je jasje en frustratie staat weer op je stoep. Daar komt nog bij dat Jupiter zich er ook nog eens mee gaat bemoeien en je er toe aan kan zetten om te veel hooi op je vork te nemen, te snel uit te breiden, en te veel uit te geven.’ ‘Vandaar,’ zeg ik. ‘Let op je energiehuishouding, zorg ervoor dat er evenveel of meer inkomt als eruit gaat. Ziek worden, geld gebrek, vermoeidheid, hebben allemaal hier mee te maken. De oplossing ligt in het tweede huis, daar hebben we het de vorige keer ook over gehad. Daar vind je namelijk je talenten maar, zoals je zelf hebt ontdekt, is dat ook het huis van het gewonde kind. Dat kind kan helen, ze heeft daarvoor alles in zich en als je dat voor elkaar krijgt, ga je helderder en doelgerichter worden. Dan kun je gaan groeien in liefde en in materie. Je bent niet meer zover van je doel verwijderd, je bevindt je niet meer in dichte mist, je weet wat je te doen hebt en ook hoe je het moet doen. Duik niet meer onder de tafel, zoals dat kind ooit deed, spreek onbekommerd je waarheid en bevrijd jezelf. Tussen half april en eind maart volgend jaar is er een grote kans dat je je liefdespartner zult ontmoeten. Wees je bewust van die rottige stand van Venus tegenover Neptunus en kijk eerst even de kat uit de boom, laat de man in kwestie zijn best voor je doen en bewijzen dat hij het waard is om je partner te zijn. Je hebt tot eind december volgend jaar, dus meer dan anderhalf jaar, de kans dat je volkomen geobsedeerd raakt door het een of ander en als een bezetene aan het werk gaat om je doel te bereiken. Dat kan op zich geen kwaad, behalve als je er anderen mee imponeert, want dan loop je
3
het risico dat mensen zich tegen je gaan keren. Vervolgens dat je slachtoffer wordt van mensen die alles op alles zetten om jou of je plannen tegen je zin te veranderen.’ ‘Ben je gek,’ zeg ik, ‘dat lukt echt niet meer.’ ‘Misschien niet, want het zou kunnen dat dit de test is die je zelf opzoekt om te ervaren dat je werkelijk bestand bent tegen druk van buitenaf. Dus inderdaad zou het kunnen dat mensen dit niet meer bij je voor elkaar krijgen.’ ‘Dat gevoel heb ik, dus daar maak ik me niet druk over. Maar ik zal uitkijken dat ik niet te hard van stapel loop, als ik weer eens een briljant idee krijg.’ ‘Dat kan nooit kwaad’, zegt Annie, ‘wat ook goed zou zijn, is om van woonplaats te veranderen, een frisse start kon wel eens heel heilzaam voor je blijken te zijn. Misschien dat je nog even aarzelt, dan kan het zomaar zijn dat er allerlei huishoudelijke apparaten kapot gaan die je willen laten zien dat je veranderingen moet aanbrengen. Het is een uitdagende tijd, deins er niet voor terug, maar ga het aan. Er zullen ook wat spanningen optreden in bestaande relaties. Denk niet dat ze zichzelf zullen oplossen, nee, je moet de relaties een nieuwe basis geven.’ ‘Grappig, wat je zegt van die apparaten, want dat is al aan de gang: mijn wasmachine heeft kuren, de verlichting in de keuken hield er ineens mee op en de vriezer van de koelkast heeft het begeven.’ ‘Er komt nog meer,’ zegt Annie, ‘want je zult waarschijnlijk ook gaan ontdekken dat je inspanningen hebt gepleegd die ten koste van jezelf gaan. Het is noodzakelijk voor jou om op dit gebied veranderingen aan te brengen, anders loop je het risico dat je uitgeput raakt. Daar staat tegenover dat als je dit doet er ruimte komt voor iets nieuws. Of je gaat je werk anders aanpakken of een nieuwe technologie of iets dergelijks gebruiken. In ieder geval zullen er plotselinge kansen opduiken, waardoor je sprongen voorwaarts kunt maken, wel zullen ze de nodige verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Deins je hiervoor terug dan mis je de kans om daadwerkelijk dat te gaan doen waar je blij van wordt. Laat je niet door angst weerhouden, drijf niet op zekerheden die maar schijn zijn.’ ‘Ik heb weinig zekerheden, dus die kan ik ook niet verliezen.’ ‘Ik zou er nog eens goed over nadenken, je ziet misschien iets over het hoofd.’ We zwijgen allebei even. Annie kijkt nog eens goed. ‘Kijk,’ zegt Annie, terwijl ze bepaalde lijnen op de solaar aanwijst, ‘er bestaat echt een grote kans op het ontstaan van een liefdesrelatie die totaal anders zal zijn dan je gewend bent. Het is een zeer positieve transit die je ook de gelegenheid geeft om in je emotionele leven grote veranderingen aan te brengen. Je krijgt een heel andere kijk op gebeurtenissen in het verleden. 4
Misschien omdat een familielid, een vrouw in dit geval, met informatie komt waar je nog niet eerder over hebt gehoord. Tot eind juni ben je bijzonder helder, eerlijk en duidelijk tegenover jezelf en anderen. Ook dit is een positieve transit. Je zult je er evenwichtig en edelmoedig door voelen. Je geeft makkelijk zonder er iets voor terug te willen, of het gevoel te hebben dat je er zelf iets door te kort komt. Er lijkt ook nog een vrouw op je pad te komen die je gaat helpen en steunen. Het zou ook een man kunnen zijn maar dan wel een met vrouwelijke eigenschappen die de boventoon voeren. Dan is er nog een transit die van half april tot eind maart volgend jaar loopt en als die geen veranderingen bewerkstelligt kan niets dat voor elkaar krijgen. Het is een enorm creatieve transit met ook elementen voor een spannende en totaal andere relatie dan je gewend bent.’ ‘Nou, als hij nu niet komt dan weet ik het niet meer,’ zeg ik, ‘dan ga ik echt het klooster in.’ ‘Ja, ja,’ zegt Annie, dat zal wel. Nog een kleine waarschuwing als toetje: wees de laatste twee weken van juli heel voorzichtig met het uitgeven van geld, er dreigen tekorten.’ ‘Gatver,’ zeg ik, ‘ik probeer juist om niet meer bang te zijn voor tekort, maar met een bewustzijn te leven dat er genoeg is en ik in overvloed leef.’ ‘Weet je, het zou ook over tijd kunnen gaan. Je neigt er naar om projecten aan te gaan die meer tijd vragen dan jij hebt ingeschat. Dat kan je opbreken. Overschat je mogelijkheden niet. Als je dat niet doet, heb je weinig last van deze transit. Tijd en middelen goed inschatten en je fietst er zo doorheen.’ De volgende ochtend staat er in het dagelijkse bericht van Abraham Hicks: om werkelijk in je kracht te komen, moet je alle vormen van weerstand laten varen. Dat betekent volgens mij dat ik er voor moet zorgen geen dingen te doen die het risico op weerstand geven, te beginnen met het goed inschatten van de tijd die een project vraagt. Ik denk aan mijn nieuwe plan waarmee ik een stevigere zakelijke basis wil creëren. ¹Zie De Spijspot, Human Design
Alles op een rijtje Ondertussen slaap ik nog steeds niet genoeg en zit ik regelmatig middenin de nacht gefrustreerd op mijn meditatiekussen. De zendmasten hebben alweer uitbreiding gekregen en een bericht van de NS dat ze in de treinen 4G willen gaan aanbieden deed me in woede uitbarsten. Stelletje gekken, treinen zijn stalen kooien waar straling niet uit kan maar als maar weerkaatst. Hoera voor het openbaar vervoer. Ik prijs mijn oude Saab. 5
Inmiddels ben ik drie keer bij B. geweest en drie keer heeft hij tot 90% virussen weggehaald. ‘Ik krijg een stopteken van je Hoger Zelf,’ zegt hij steeds, ‘je moet de laatste 10% zelf doen.’ De laatste keer droeg ik een paarse jadesteen aan een ketting. ‘Wat is dat voor steen die je draagt?’ vroeg hij. ‘Jade,’ zei ik. ‘Dat heb je goed uitgekozen, want dat is precies de energie die je nodig hebt. Die steen versterkt je hartenergie. Ik ga hem wat opladen.’ B. sloot zijn ogen en de lange man, de vrouw en ik zwegen. Ik zag plotseling de ogen van de lange man groot worden en om de mond van de vrouw verscheen een glimlach. Ik keek omlaag naar de steen en zag dat hij donkerder en donkerder werd, terwijl mijn hartstreek warmer werd. ‘Wat je nu voelt, is waar je jezelf verder mee kunt helen.’ Dagelijks breng ik het gevoel terug in mijn hart en de steen is mijn trouwe metgezel geworden. Maar er blijft een stoorzender in mijn leven aanwezig, ondanks de vloekendokter, B. en al het andere wat ik ondertussen heb aangepakt. Ik heb geen idee meer hoe ik die stoorzender het zwijgen op kan leggen. Wat ik wel weet is dat ik het nu echt verder zelf moet doen. Maar hoe? Een mismoedig gevoel maakt zich van mij meester. Zal het me ooit lukken om die laatste procenten aan te pakken? Ik sta op om boodschappen te gaan doen en bij Anton langs te gaan. ‘Ja, wie is daar?’ ‘Je tante uit Timboektoe,’ zeg ik. ‘Oh, leuk, lang niet gezien, komt u boven,’ klinkt de vrolijke stem van Anton. ‘Wat klink jij akelig opgewekt,’ zeg ik, als ik met twee volle tassen bovenaan de trap sta. ‘De goden zijn met mij, komt u binnen, thee of aan de drank?’ ‘Doe maar thee.’ ‘Gelukkig, want de drank is op en ik heb nog geen boodschappen gedaan. En wat brengt jou hier?’ ‘Een stoorzender. Laat je healingcapaciteiten maar eens op mij los, want ik weet het niet meer.’ ‘Leuk, dan kan ik wat ik gisteren heb geleerd op jouw oefenen. Even thee zetten.’ ‘Wat heb je gisteren geleerd?’ ‘Om via geleide visualisaties bij de kern van een probleem te komen.’ ‘Oh, dat komt even goed uit.’ ‘Wie weet. Klaar?’ vraagt Anton even later. ‘Barst maar los.’ ‘Om te beginnen zie ik een vierkant in je keel oplichten. Zie of voel je iets?’ 6
‘Een vierkant in mijn keel, hmm. Je zou het zo kunnen noemen maar het voelt meer als een grote kubus, nee wacht, het is een ruimte met een omheining.’ ‘Goed, kun je er in gaan staan?’ Ik sluit mijn ogen en concentreer me op de kubus in mijn keel. ‘Ja, ik sta erin.’ ‘Wat zie je?’ ‘Zanderige grond met hier en daar een pluk gras. Buiten de omheining en iets verderop staat een enorme elektriciteitscentrale.’ ‘Zie je ook mensen?’ ‘Nee, oh wacht even, er komt een vrouw aan met een boerenzakdoek op als hoofddoek.’ ‘Wat doet ze?’ ‘Ze klimt over de omheining.’ ‘Waarom?’ ‘Ze komt me halen, maar ik hoef niet gehaald te worden.’ ‘Kun je proberen om met haar mee te gaan?’ ‘Oké. Ik klim achter haar aan over de omheining en sta er nu buiten.’ ‘Waar is de vrouw?’ ‘Ze loopt weg.’ ‘Wil ze dat je achter haar aan loopt?’ ‘Nee.’ ‘Wat zie je?’ ‘Het zelfde als net: de elektriciteitscentrale.’ ‘Hoe ziet die eruit?’ ‘Groot, met een hoge muur er omheen.’ ‘Kun je er naar toe lopen?’ ‘Ja.’ ‘Wat zie je nu?’ ‘Dat de muur oud en wit is en niet bij de elektriciteitscentrale past.’ ‘Kun je de muur vragen of er een deur is waar je doorheen mag?’ ‘Wat een rare vraag.’ ‘Doe het maar.’ ‘De muur zegt dat er om de hoek een deur is.’ ‘Wil je erheen lopen?’ ‘Ja.’ 7
‘Wat is het voor een deur?’ ‘Een oude, gebogen, lichteiken deur.’ ‘Kun je hem opendoen?’ ‘Ja. Hé, er is geen elektriciteitscentrale te zien wel een oude tuin als van een begraafplaats.’ ‘Wat nog meer?’ ‘Links staat een heel oude boom, maar ik zie geen graven. Verderop zie ik wel een aula-achtig gebouw.’ ‘Waar word je naar toe getrokken?’ ‘Eerst naar de boom, maar nee, toch naar de aula.’ ‘Mooi, ga er maar heen. Wat zie je nu?’ ‘Het is een gebouw met een schuin dak en weer een gebogen houten deur.’ ‘Is de deur open?’ ‘Ja, ik kom in een voorportaal dat helemaal verlaten is.’ ‘Welke voorwerpen zie je daar?’ ‘Links een rij lege kapstokken, rechts een rolstoel.’ ‘Kun je de rolstoel vragen waarom hij daar staat?’ ‘Wat is dat nu weer voor een achterlijke vraag?’ ‘Doe het nu maar.’ ‘Hij zegt dat hij van mijn vader is.’ ‘Kun je de rolstoel vragen of hij je verder kan helpen.’ ‘Dat kan ik zelf wel, ik heb de rolstoel niet nodig.’ ‘Zou je voor een keer in je leven, toch mijn advies willen opvolgen?’ ‘Eigenlijk niet. Ik ga verdorie niet in een rolstoel zitten als ik kan lopen.’ ‘Niemand zegt dat je er in moet gaan zitten. Je hoeft alleen maar te vragen of de rolstoel je kan helpen.’ ‘Vooruit dan maar. De rolstoel zegt niets maar rijdt naar de deur.’ ‘Goed, kun jij de deur voor de rolstoel opmaken?’ ‘De deur is open en de rolstoel rijdt naar voren. Er staat een priester en hij stopt voor de priester.’ ‘Hoe ziet alles eruit waar je nu bent?’ ‘Het is een soort kerkzaal. Aan de linkerkant staat een pijporgel, daar rechts van en iets naar voren staat de priester. Achter de priester is een grijze massa die ik niet kan definiëren.’ ‘Kun je de priester vragen of hij iets voor je heeft?’ ‘Hij reikt me iets aan op een lepeltje en wil dat ik het in mijn mond neem.’ 8
‘Wat is het?’ ‘Het is een stroperige vloeistof met een gouden kleur.’ ‘Kun je de priester vragen wat hij je in de mond wil stoppen?’ ‘Het sacrament van ontvankelijkheid.’ ‘Aha, kun je het aannemen?’ ‘Jawel.’ ‘En wat zie je nu?’ ‘Naast me staat ineens een hele lange man, niet aards en wel drie meter.’ ‘Wie is hij?’ ‘Mijn beschermer.’ ‘Hoe beschermt hij jou?’ ‘Hij houdt zijn armen breed uitgespreid en kijkt streng naar de grijze massa waar ik ineens een groepje vrouwen zie staan. De priester is trouwens verdwenen.’ ‘Wat wil jij nu doen?’ ‘Naar dat groepje vrouwen toe.’ ‘Echt waar?’ ‘Uh, nee toch maar niet. Ze lopen ook ineens weg. Volgens mij heeft de beschermer ze weggekeken.’ ‘Ben je het daarmee eens?’ ‘Bij nader inzien wel. De vrouwen hadden geen prettige energie, ze fluisterden en voelden jaloers aan.’ ‘Waarom wilde je er dan naar toe?’ ‘Omdat ik wilde weten waarom ze zo deden.’ ‘Is dat zinvol?’ ‘Ik wil altijd als ik gevaar voel er naar toe, zodat ik er niet door verrast kan worden.’ ‘Dan zoek je het op en geef je het energie.’ ‘Ja, dat doe ik wel meer omdat ik denk dat ik als ik er op afga, het kan veranderen.’ ‘Is dat reëel?’ ‘Ik dacht altijd dat het goed was om te doen, maar de beschermer geeft aan dat ik er beter bij weg kan gaan.’ ‘Hij laat je dus weten dat je gevaar niet op moet zoeken?’ ‘Ja, ik geloof het wel.’ ‘Kun je dat meenemen in je dagelijks leven?’ ‘Dat moet ik zeker in mijn gedachten houden.’ 9
‘Wat zie je nu?’ ‘De grijze massa en de vrouwen zijn weg, maar nu lopen er mannen in witte pakken, van die astronautenpakken. Ze dragen ook gasmaskers. Ze doen geheim werk. Ik loop hun richting uit. Hé, ze gaan in rook op.’ ‘Kennelijk is het niet de bedoeling dat je naar ze toe gaat.’ ‘Waarom zag ik ze dan?’ ‘Let op je beschermer en ga er niet op eigen houtje op uit. Waar wil je beschermer je nu naar toe hebben?’ ‘Naar buiten.’ ‘Wat zie je daar?’ ‘Een splitsing: de ene weg gaat naar links een vrij donker bos in en de andere naar rechts en naar iets onbestemds maar wel licht.’ ‘Waar wil je naar toe?’ ‘Mijn eerste neiging is het bospad maar dat ziet er wel donker, nat en glibberig uit. Ik ga naar rechts.’ ‘Ben je alleen?’ ‘De beschermer is er nog.’ ‘Wat zie je nu?’ ‘Ik loop langs een ronde muur. Ik vermoed dat het van een oude toren is, wel een hele grote.’ ‘Kun je erin?’ ‘Ja, de beschermer gaat mee.’ ‘Wat zie je nu?’ ‘Het is binnen net een ruïne met allemaal brokstukken op de grond. Er is ook geen dak.’ ‘Wat zou je willen?’ ‘Er is een deur waar ik wel doorheen wil. Maar de beschermer probeert me weer naar buiten te loodsen.’ ‘Wat wil jij?’ ‘Weten wat er achter die deur zit.’ ‘Waarom?’ ‘Om er niet later toch naar toe te moeten, ik wil nu alles zien en alles weten zodat ik van alles wat ik moet doen af ben voor eens en altijd.’ ‘Maar je beschermer wil je liever naar buiten hebben?’ ‘Ja.’ ‘Waarom zou je hem niet volgen, hij is toch je beschermer?’ 10
‘Ik wil dat alle rotzooi wordt opgeruimd.’ ‘Wil je toch proberen om je beschermer te volgen?’ ‘Oké. Ik ga naar buiten en kom op een open veld. Van alle kanten stromen er vrolijke vrouwen naar toe.’ ‘Kun je vragen of een van de vrouwen je de weg wil wijzen?’ ‘Dat hoeft niet, ik loop gewoon met de stroom mee.’ ‘Doe het toch maar.’ ‘Ik heb niet zoveel zin om in een groep terecht te komen.’ ‘Ik raad je aan om het toch te doen.’ ‘Oké. Ik loop op een vrouw af en…..’ De tranen lopen plotseling over mijn wangen. ‘Ja Konijn, het is tijd dat je niet altijd alles alleen meer doet en ook stopt met steeds de moeilijkste weg te kiezen. Let op de tekens van je beschermer en maak je leven eens wat lichter.’
11