Actieplan 2008-2011 Voorwoord Kort na het aantreden van het nieuwe college van B&W in 2006 hebben wij de term Leren werken - werken leren geïntroduceerd. We zagen veel partijen met veel goede initiatieven, maar ook een weerbarstige en lastige omgeving. We werden geconfronteerd met een mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt, te veel voortijdig schooluitval, tekort sectoren als techniek en zorg, maar ook overschot sectoren en over enkele jaren (rond 2011) de eerste zichtbare gevolgen van vergrijzing en ontgroening. Daarnaast is er een enorme hoeveelheid aan voorzieningen en instanties, diversiteit aan vraagstukken, aanbodgericht in plaats van vraaggestuurd, marktwerking binnen het onderwijs en de vraag hoe kunnen we ons arbeidspotentieel zo maximaal mogelijk inzetten? Binnen het project Leren werken hebben we het afgelopen jaar steeds meer zicht gekregen op wat er speelt, daardoor hebben we ook meer vorm kunnen geven aan de invulling van het begrip. Een periode van analyses, werksessies en interviews, zowel intern als extern, heeft geleid tot dit actieplan. Een gemeentelijk plan dat een bijdrage wil leveren aan een beter functionerende infrastructuur, voor aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. In de inleiding beschrijven we de aanpak: hoe we zijn gekomen tot dit plan. We benoemen in de tweede paragraaf de uitkomsten van de brainstorm en de interviewronde. Hier bespreken we de meest in het oogspringende bevindingen, om uiteindelijk te komen tot een gemeentelijk kader voor leren werken – werken leren. In de laatste en derde paragraaf benoemen we een aantal concrete acties. Deze moeten vanuit verschillende invalshoeken leiden tot een betere afstemming tussen vraag en aanbod en vormen daarmee de basis voor een gezonde en flexibele Hoogeveense arbeidsmarkt voor nu en in de toekomst.
Actieplan 2008-2011 “Leren werken – werken leren “
Blad 1 van 9
1.
Inleiding
Het college van B&W noemt in haar programmabegroting 2008-2011, leren werken – werken leren, naast talentontwikkeling, als één van de vier speerpunten van beleid. Aanleiding zijn diverse analyses, maar ook de input vanuit het traject rondom het opstellen van de Economische Structuurvisie (ESV), in het najaar 2007. In het voorjaar 2008 is daar de Sociale Structuurvisie(SSV) aan toegevoegd. De hoofdrolspelers in dit project zijn de onderwijsinstellingen, de ondernemers en de overheid. Deze laatste in diverse rollen: bijvoorbeeld als partner, hierbij kunnen we denken aan de sociale dienst, economische zaken, maar ook als uitvoerder van de RMC wet. Daarnaast is de gemeente, als geen ander, in een positie om het collectieve belang te dienen. Als vertegenwoordiger van het brede publiek is zij de verbindende schakel tussen de verschillende spelers in dit veld. We onderscheiden drie hoofdrolspelers: Onderwijs, Ondernemers en Overheid, en noemen dit Triple O
Bij aanvang van 2008 is gestart met de eerste fase van het project. Deze zogenaamde procesfase zal de onderstaande resultaten moeten opleveren. De eerste stap in dit proces was een interne project start-up op 12 februari 2008. Actieplan 2008-2011 “Leren werken – werken leren “
Blad 2 van 9
Centraal stonden de volgende zaken: het creëren van meer draagvlak met als doel het uitdragen van een gezamenlijke gemeentelijke aanpak Het in beeld brengen van welke initiatieven/projecten er zijn binnen de kaders van de gestelde doelen. In beeld brengen van wat ontbreekt, dan wel de kansen en wensen die er liggen Het beschrijven van de samenwerkende partners.
2.
Opbrengsten brainstorm en interviews
In deze paragraaf schetsen we de bevindingen van de procesfase. In deze fase hebben we een interne analyse gedaan en een brainstorm georganiseerd. Die vervolgens is aangevuld met een interviewronde met Hoogeveense onderwijsinstellingen, intermediairs en werkgevers. In beide trajecten stond het creëren van draagvlak, het concretiseren van het begrip leren werken en het inventariseren van het speelveld centraal. We sluiten aan bij landelijke ontwikkelingen waarbij het rijk insteekt op een regionale aanpak om te komen tot betere aansluiting tussen onderwijs en arbeid (zie: Strategische agenda MBO 2008-2011 “Werken aan vakmanschap” van het ministerie van Enkele antwoorden op de vraag: OC&W. april 2008). Dit sluit tevens aan Leren werken is voor mij ? bij de ontwikkelingen rondom het regionale arbeidsmarktbeleid. noodzakelijk voor een goed Leren werken - werken leren is een koepelbegrip. We willen dit afbakenen voordat we daadwerkelijk vorm geven aan dit gemeentelijk project. Het inzichtelijk maken van de systematiek van de werking van de arbeidsmarkt doen we door de zogenaamde ballenbak te introduceren.
Actieplan 2008-2011 “Leren werken – werken leren “
functionerende arbeidsmarkt; aanbod werknemers aanpassen op vraag werkgevers; goed samenspel tussen overheid, onderwijs en ondernemers waar door talentontwikkeling en kenniscirculatie de toekomstige werknemer en de onderneming zich verder kunnen ontwikkelen; aanbod onderwijs aanpassen op de arbeidsmarkt; geschikt maken van ieder die kan voor de arbeidsmarkt; diverse initiatieven; 100% talentontwikkeling; permanente ontwikkeling om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving; geldt voor alle leeftijden
Blad 3 van 9
2a
De Ballenbak
De ballenbak onderscheidt vraag en aanbod en maakt duidelijk dat vraag naar personeel en beschikbare arbeidskracht niet altijd één op één samengaan. Rechts zien we de arbeidsmarkt, deze vraagt om goed opgeleide en goed gemotiveerde arbeidskrachten. Dit symboliseren we door middel van een donkergroene bal. Het merendeel van de werknemers zijn na het doorlopen van het regulier onderwijs donkergroen. Aan de linkerkant van het schema zien we de ballenbak: het aanbod van werknemers. Hier zien we naast groene ook rode, gele, bruine en oranje ballen. Deze ballen staan bijvoorbeeld voor schoolverlaters zonder startkwalificatie, mensen in de uitkering en gedeeltelijk arbeidsongeschikten; een groep mensen, veelal met belemmeringen om deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Dit vraagt om (extra) ondersteuning en/of begeleiding, dan wel een aangepast aanbod, om de stap te maken naar de arbeidsmarkt. In de zogenaamde spuitcabine (voorzieningen/instanties) worden diverse spuittechnieken (projecten en trajecten) toegepast die bijdragen dat ze alsnog donkergroen kleuren. We kunnen hier bijvoorbeeld denken aan schoolverlaters zonder startkwalificatie die door bemiddeling van het RMC terugkeren in een onderwijstraject, dan wel aan werkzoekenden die via het Werkplein in een leerwerktraject komen. Als laatste groep onderscheiden we de licht groene bal (zie rechts de arbeidsmarkt), een werknemer met een her - dan wel bijscholingsbehoefte. Deze kan na een bezoek aan de spuitcabine, waar hij van licht groen donker groen kleurt, weer volledig deelnemen aan het arbeidsproces. Hierbij denken we aan her- en bijscholing maar ook aan het instrument ervaringscertificaat (een ogenschijnlijk licht groen balletje wat uiteindelijk toch donkergroen blijkt te zijn)
Actieplan 2008-2011 “Leren werken – werken leren “
Blad 4 van 9
2b
De samenstelling van de ballenbak
Vanuit het perspectief van opleiding herkennen we rondom de arbeidsmarkt de volgende groepen, oftewel we maken de metafoor van de ballenbak explicieter: 1. Toekomstige werkenden (kinderen en jongeren)
2. 3. 4. Huidige werknemers Werkzoekenden Onzichtbaar (schoolverlaters arbeidspotentieel zonder startkwali(Nuggers) ficatie en uitkeringsgerechtigden)
- Primair Onderwijs - Her - en bijscholing - Her - en bijscholing - Voortgezet - Reïntegratie onderwijs - etc , etc - Praktijkonderwijs - Speciaal Onderwijs - Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO) - Hoger Beroeps Onderwijs (HBO) - Wetenschappelijk onderwijs
- Her - en bijscholing
Voor vrijwel alle groepen geldt: Talentontwikkeling door opleiden op maat, rekening houdend met de vraag op de arbeidsmarkt.
2c
De spuitcabine
Zoals benoemd kunnen genoemde groepen een beroep doen op een divers opleidingsaanbod. In dit aanbod wordt voorzien door veel verschillende partijen. Het reguliere onderwijsveld neemt de opleiding van jongeren voor haar rekening, waarbij het belangrijkste doel is om alle jongeren een startkwalificatie te laten halen. Daarnaast vervult het onderwijsveld een rol in de her- en bijscholing van huidige werknemers als één van de aanbieders op de markt. Sociale zaken, UWV en CWI vormen gezamenlijk het Werkplein Hoogeveen. De partijen voorzien gezamenlijk in een ruim aanbod van voorzieningen en initiatieven in het kader van leer- en begeleidingsondersteuning voor werkzoekenden en nuggers. Hierbij kunnen we ook denken aan EVC trajecten, duale - en stage trajecten, maar ook het re-integratie aanbod behoort hiertoe.
Actieplan 2008-2011 “Leren werken – werken leren “
Blad 5 van 9
2d
Partnerschap Wat gaven de geïnterviewden ons nog meer mee?
Uit onze analyse blijkt dat het terrein Sluit aan bij wat is, leg verbinding van leren werken zich kenmerkt als en creëer niet voor ieder vraagstuk een nieuw initiatief; een diverse en dynamische Aansluiting onderwijs en infrastructuur. Een speelveld waar, bedrijfsleven allereerst oppakken willen we optimaal succes behalen, in vanuit het MBO; partnerschap moet worden tijd voor actie; samengewerkt. Hiermee kunnen we begin kleinschalig en laat succes zien met het doen van een paar voor nu en de toekomst tegemoet projecten; komen aan de vraag van de metadiscussie is noodzakelijk, Hoogeveense arbeidsmarkt en maar mag niet een doel op zich samenleving in haar geheel. worden; Partnerschap is het herkennen en leren werken is niet in een model te vatten, de dynamiek van de erkennen van ieders taken en arbeidsmarkt laat zich niet 100% bevoegdheden, maar vooral het delen sturen. van verantwoordelijkheid ten aanzien Starten met die partijen die willen! van het creëren van een gezonde arbeidsmarkt. Voorwaarde is dat iedere partij vanuit zijn/haar verantwoordelijkheid een bijdrage levert om huidige en toekomstige beroepsbevolking de mogelijkheid te bieden de juiste opleiding te volgen dat hem de kans geeft op een passende plek op de arbeidsmarkt. Binnen deze infrastructuur voert de gemeente overleg of werkt met diverse partijen op verschillende niveaus, operationeel, tactisch en strategisch. Met het oog op de toekomst is het noodzakelijk deze laatste te versterken. Waarbij we nadrukkelijk inzetten op een gezamenlijk gedragen richting. In onderstaand schema zijn de spelers en (een deel) van de inhoud weergegeven. Inhoud Ondernemers Overheid Bestuurlijk Strategisch
HEA
Onderwijs LEA
Triple O Zodat ‘t netwerkt
Tactisch
Werkgeversbenadering Operationeel Leerwerkloket Actieplan 2008-2011 “Leren werken – werken leren “
Blad 6 van 9
2e
Voorgesteld model voor samenwerking
De gemeente Hoogeveen heeft haar ambities met betrekking tot leren werken verwoord in de programmabegroting 2008-2011. Om haar doelen te bereiken maakt de gemeente afspraken met de verschillende partners op bestuurlijk niveau. Zo kennen we de Lokaal Educatieve Agenda (LEA), waar op strategisch niveau afspraken worden gemaakt tussen onderwijs en gemeente. Met het Hoogeveense bedrijfsleven worden momenteel voorbereidingen getroffen voor een Hoogeveense Economische Agenda (HEA). De bestuurlijke afspraken worden in verschillende projecten en trajecten uitgevoerd. De Triple O is de plek waar de gezamenlijke agendapunten van LEA en HEA worden ondergebracht. Daar kunnen we de strategische lijn uitzetten voor de komende jaren. Centrale vraag daarbij is hoe zorgen we ervoor dat er in Hoogeveen – nu en in de toekomst – voldoende goed opgeleid en gemotiveerd personeel is . Dit kunnen we aanvullen met input vanuit een strategische denktank. Deze denkt na over de toekomstige ontwikkelingen van de Hoogeveense samenleving in relatie tot de arbeidsmarkt Een overlegstructuur op strategisch niveau vraagt van de gemeente een rol als betrouwbare partner. Om daar op een goede manier vorm en inhoud aan te geven worden de gemeentelijke contacten richting ondernemersverenigingen en besturen van het onderwijs gestroomlijnd.
3. Acties 2008-2011 Doel: een gezonde en dynamische Hoogeveense arbeidsmarkt, waar de huidige en toekomstige beroepsbevolking passend is opgeleid. Resultaat: realiseren van de beleidvoornemens 2008-2011
Actiepunten strategisch niveau Implementeren/doorontwikkelen van de samenwerkingsstructuur (zie ook bijlage 1) 1. 2.
3.
Samen met ondernemers te komen tot een structureel strategisch overleg: De Hoogeveens Economische Agenda. De ROC’s (mbo) en het HBO toevoegen aan de Lokaal Educatieve Agenda zodat het onderwijs in alle vormen aan tafel zit. Dit is essentieel voor Leren Werken – Werken leren Vorming van de Triple O: het overleg op strategisch niveau tussen de 3 partners rondom de arbeidsmarkt.
Actieplan 2008-2011 “Leren werken – werken leren “
Blad 7 van 9
4.
Strategische denktank inrichten in overleg met Triple O
Actiepunten tactisch niveau Doorontwikkeling/stimulering samenwerkingsverbanden op tactisch niveau 1.
Verbreding en verdieping van de samenwerking binnen het project Zodat ’t netwerkt. Dit proces loopt op dit moment en vertoont raakvlakken met triple O
Actiepunten Operationeel niveau Uitvoeren van een aantal, soms “kleinschalige” projecten. 1. 2.
3. 4.
5.
6.
Assurantieacademie (project loopt) Gezamenlijke werkgeversbenadering (samenwerking tussen economische zaken, Werkplein Hoogeveen, ROC’s en een aantal kenniscentra). Dit project is in 2008 gestart met EZ en Werkplein en zijn we nu aan het uitbouwen naar de andere partners Pilot voortijdig schoolverlaters (Back on track), samenwerking tussen Werkplein en RMC. De eerste groep gaat nog dit najaar van start. Werkende jongeren zonder startkwalificatie alsnog op traject om een startkwalificatie te behalen (pakken we op van de Drenthe brede aanpak Leren werken). Start gepland voorjaar 2009 Integratie Leerwerkloket in de totale aanpak van het Werkplein Hoogeveen. Dit loopt gelijk op met de invoering en ontwikkeling van de brancheteams Ondersteunen van projecten en initiatieven die bij onze partners ontstaan.
Actiepunt voor gemeente intern Interne gemeentelijke afstemming, uitwisseling en toetsing Binnen de gemeente geven we vervolg aan beter afstemmen, uitwisselen en toetsen aan programmadoelen, van alle activiteiten die plaatsvinden op het terrein van leren werken – werken leren en sluiten aan bij wat de samenleving van ons vraagt. We constateren binnen de gemeentelijke organisatie (evenals daarbuiten) veel initiatieven en activiteiten, die al dan niet complementair zijn. Ondanks programmasturing zien we dat de verschillende beleidsdisciplines en daaraan gekoppelde uitvoeringsdiensten (nog) te verkokerd zijn. Hierdoor is er te weinig kennis van elkaars gebied en van de kansen en mogelijkheden die integrale samenwerking biedt. Actieplan 2008-2011 “Leren werken – werken leren “
Blad 8 van 9
Doel: - geven van een sterke impuls aan programmasturing; - vanuit de gemeente (beleid en uitvoering) eenduidigheid en vertrouwen naar buiten uit te stralen. Door: - Scherpere en structurele uitwisseling en afstemming tussen in ieder geval de programma’s leert en werkt. - Alle betrokken medewerkers, zowel beleid als uitvoering, hierbij te betrekken; - Nadrukkelijk aandacht voor strategische beleidsvraagstukken bezien vanuit het integrale proces leren werken - werken leren - Eén medewerker( projectleider) primair verantwoordelijk te maken (interne deel van de organisatie structuur). De rol van de projectleider naar externen toe duidelijk neer te zetten.
Actieplan 2008-2011 “Leren werken – werken leren “
Blad 9 van 9