Aan de gemeenteraad van Sint-Oedenrode Postbus 44 5490 AA Sint-Oedenrode Sint-Oedenrode, 22 augustus 2011 Betreft: inspraakreactie ontwerpbestemmingsplan buitengebied Geachte heer, mevrouw, Middels deze brief reageren wij op het ontwerpbestemmingsplan buitengebied zoals dat nu ter inzage ligt. Wij zijn van mening dat het bestemmingsplan in algemene zin aansluit bij de ontwikkelingsbehoefte van ondernemers. Dit geldt echter niet voor de boomteeltsector. Het bestemmingsplan doet geen recht aan de ontwikkelingsbehoefte van deze sector. Daarnaast heeft de gevolgde procedure voor veel onduidelijkheid gezorgd bij onze leden. Wij adviseren de gemeente duidelijkheid te scheppen richting ondernemers of hun gevraagde aanpassing wordt meegenomen in het ontwerp. Onze opmerkingen komen achtereenvolgens aan bod.
Bouwblokken De mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor de uitbreiding van het bouwblok, sluiten aan op de verwachte ontwikkelingen binnen de agrarische sector. Wij vinden het belangrijk dat onze bedrijven goed landschappelijk zijn ingepast. De eis voor landschappelijke inpassing moet echter wel in verhouding staan tot de uitbreiding van het bouwblok. Het is niet realistisch om bij een beperkte bouwblokuitbreiding de eis te stellen dat 10% van het bouwblok aangewend moet worden voor landschappelijke inpassing. Hiermee wordt de gevraagde uitbreiding weer teniet gedaan. Dit geldt ook voor vormverandering van het bouwblok. Wij vragen de gemeente om de eis voor landschappelijke inpassing bij vormverandering en beperkte bouwblokuitbreidingen bij te stellen. De uitbreidingsmogelijkheden voor IV bedrijven (artikel 3.6.2) zijn ons niet helder. Onder bepaling b kunnen IV bedrijven in verwevingsgebied het bouwblok vergroten met 15% tot maximaal 1,5 ha. Onder bepaling c kunnen bouwblokken die kleiner zijn dan 1,5 ha het bouwblok vergroten tot 1,5 hectare. Wij vragen de gemeente de uitbreidingsmogelijkheden voor IV bedrijven in overeenstemming te brengen met het beleid zoals verwoord in de Verordening Ruimte. De gemeente heeft een uitzondering opgenomen voor tijdelijke opslag van bieten buiten het bouwblok. Wij vragen de gemeente deze bepaling te verruimen naar tijdelijke opslag van gewassen / agrarische producten waarvoor vanuit wet- en regelgeving geen verharde ondergrond verplicht is. Bijvoorbeeld de tijdelijke opslag van gras buiten het bouwblok. Teeltondersteunende voorzieningen In onze reactie op het voorontwerp bestemmingsplan hebben wij gevraagd het beleid ten aanzien van teeltondersteunende voorzieningen op een aantal punten aan te passen. In 2007 is een nieuwe nota verschenen die ruimte biedt voor teeltondersteunende voorzieningen, aansluitend op de behoefte van ondernemers. Ook de Verordening Ruimte biedt ruimte voor teeltondersteunende voorzieningen. Wij constateren dat het beleid voor teeltondersteunende voorzieningen niet werkbaar is, het beleid is onnodig ingewikkeld en sluit niet aan op de behoeftes van ondernemers. Wij vragen de gemeente het beleid op de hieronder genoemde punten aan te passen.
Tijdelijke voorzieningen De afstand van hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen tot het bouwblok mag niet meer bedragen dan respectievelijk 500 meter en 250 meter in de zone agrarisch en agrarisch met waarden - landschapswaarden. Wij maken bezwaar tegen deze bepaling. Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen kennen conform de provinciale nota teeltondersteunende voorzieningen geen koppeling met het bouwblok. Ze worden gebruikt om de teelt te optimaliseren. De bepaling maakt bepaalde teelten op veldkavels waar tijdelijke voorzieningen nodig zijn om de teeltomstandigheden te verbeteren, vrijwel onmogelijk! Bovendien zijn tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor een periode van maximaal 8 maanden aanwezig, hierdoor is de impact van tijdelijke aard. Wij adviseren de gemeente deze bepaling te laten vervallen. Lage tijdelijke voorzieningen zijn in de zone agrarisch met waarden – landschapswaarden voor maximaal 2 maanden toegestaan ter plaatse van de ‘aanduiding waardevol beekdal’ en ‘cultuurhistorisch waardevolle akker’. De gemeente heeft onvoldoende onderbouwd waarom lage tijdelijke TOV’s indien zij langer dan 2 maanden worden gebruikt, strijdig zijn met de te beschermen waarden. De voorzieningen zijn tijdelijk aanwezig, dus de impact is beperkt. De periode van 2 maanden is dermate kort dat er bedrijfstechnisch nauwelijks voordelen te behalen zijn uit het gebruik van de voorzieningen. Dit is niet werkbaar voor ondernemers! Wij vragen de gemeente de termijn van 2 maanden te verruimen naar 6 maanden. Permanente voorzieningen Via een wijzigingsbevoegdheid kunnen bedrijven in agrarisch gebied permanente teeltondersteunende voorzieningen realiseren waarbij het aanduidingsvlak niet groter mag zijn dan 1 ha. Wij maken bezwaar tegen deze bepaling. Dit is zeer beperkt en sluit niet aan op de behoefte van ondernemers. De Verordening Ruimte hanteert geen bovenmaat voor differentiatievlakken voor permanente teeltondersteunende voorzieningen. Wij vragen de gemeente de maximale maat te verruimen naar 3 ha. Wij willen er op wijzen dat het beleid voor teeltondersteunende voorzieningen zoals opgenomen in de toelichting niet overeenkomt met de regels. Dat zorgt voor verwarring. Bij het schrijven van deze zienswijze zijn wij uitgegaan van het beleid zoals verwoord in de regels. Huisvesting seizoenarbeiders De gemeente biedt mogelijkheden voor huisvesting seizoenarbeiders in woonunits. Woonunits moeten na de maximale periode van 8 maanden worden verwijderd. Daarbij stelt de gemeente de eis dat ten minste 10% van het bouwblok wordt aangewend voor landschappelijke inpassing. Wij zijn van mening dat deze eis niet in verhouding is met de tijdelijke aard van de voorziening en het feit dat de woonunits na gebruik verwijderd moeten worden. Huisvesting in bestaande bedrijfsgebouwen is mogelijk via een afwijking. Ons is niet helder of het gaat om een tijdelijke of permanente regeling. Het professioneel huisvesten van werknemers in bestaande bedrijfsgebouwen vraagt om een investering. Gezien de benodigde investering is het niet wenselijk om dit via een afwijking van tijdelijke aard te regelen. Productiegebonden detailhandel De gemeente biedt de mogelijkheid voor productiegebonden detailhandel tot 50m2 en 100m2 in bebouwingsconcentraties. Ondernemers moeten in staat zijn om de ruimte professioneel in te kunnen richten. Wij vragen de gemeente daarom de mogelijkheid om 100m2 te realiseren toe te passen in het gehele agrarisch gebied.
Boomteelt De boomkwekers hebben in 2008 zelf initiatief genomen om een boomteeltvisie te schrijven. De boomteeltvisie is positief ontvangen door de gemeenteraad. De boomkwekers hebben hiermee aangegeven een serieuze partner te zijn in het buitengebied. De boomteelt is van oudsher een belangrijke sector in Sint-Oedenrode en levert een bijdrage op verschillende aspecten, denk aan werkgelegenheid en het groene karakter van de gemeente. In het voorjaar van 2011 heeft de gemeente besloten zelf een notitie te schrijven om het thema boomteelt verder uit te werken. Wij betreuren het ten zeerste dat de boomkwekers niet zijn betrokken bij het opstellen van de notitie. Dit doet geen recht aan de verantwoordelijkheid die de sector eerder heeft genomen door met het oog op het bestemmingsplan een boomteeltvisie te schrijven, waarna diverse gesprekken hebben plaatsgevonden. De notitie die nu voorligt en het beleid dat is geformuleerd is niet acceptabel. Het beleid is zeer stringent en geeft geen invulling aan de ontwikkelingsbehoefte van de boomkwekers. Er wordt gerefereerd aan het reconstructieplan, maar een van de belangrijkste passages uit het reconstructieplan voor de boomteelt ontbreekt: ‘De boomteelt in de Meierij is een sterke sector waarin veel mensen hun brood verdienen. (…) Om de continuïteit van de bedrijven te waarborgen zal hun ontwikkelingsbehoefte een belangrijke plaats moeten krijgen in de gebiedsontwikkeling’. (pagina 133). Belangrijke onderdelen ontbreken, zoals een verwijzing naar de bacterievuur bufferzone. Wij gaan hieronder in op elementen uit de notitie die vertaald zijn naar de planregels. In de gebieden met aanduiding waardevol beekdal en cultuurhistorisch waardevolle akkers geldt een verbod op het aanplanten van hoger dan 1,5 m. opgaand houtgewas. De gemeente beoogt hiermee de openheid en zichtlijnen richting de beek te behouden. Of teelten hoger dan 1,5 meter een verstorend effect hebben op de te beschermen waarden hangt af van de precieze locatie in het gebied, omvang en teeltwijze. De gemeente legt nu uit voorzorg een verbod op teelten hoger dan 1,5m., wij vinden dat een zeer ingrijpend instrument wat de toekomst van de boomteelt in Sint-Oedenrode onder druk zet. Deze hoger gelegen delen zijn gezien de grondsoort en grondwaterstand uitermate geschikt voor de boomteelt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hier boomkwekerijen gevestigd zijn en boomkwekers percelen in gebruik hebben. Het economisch belang van de ondernemers is niet meegenomen bij het formuleren van het beleid. Wij maken bezwaar tegen de bepalingen in artikel 4 en 5 die hier betrekking op hebben. Wij adviseren de gemeente om het verbod op boomteelt te beperken tot de begrenzing van het beekdal zoals begrensd in het vigerend bestemmingsplan en het verbod te laten vervallen op de cultuurhistorisch waardevolle akkers. Voor de gebieden met kwetsbare soorten is boomteelt omgevingsvergunningplichtig. Wij missen een gedegen onderbouwing, waaronder een specificering van de te beschermen soorten, en de criteria voor vergunningverlening. Om uit voorzorg zonder nadere onderbouwing in alle gebieden met de aanduiding “kwetsbare soorten” boomteelt aanlegvergunningplichtig te maken, vinden wij zeer ingrijpend en wij maken daarom ook bezwaar tegen de bepalingen in artikel 4 en 5 die hier betrekking op hebben. Wij verzoeken de gemeente de omgevingsvergunningplicht voor boomteelt in gebieden met kwetsbare soorten te laten vervallen. In artikel 27 van het ontwerpbestemmingsplan is een bepaling opgenomen dat boomteelt niet is toegestaan in het waterbergingsgebied. Wij maken hiertegen bezwaar en vragen de gemeente de bepaling te laten vervallen. Wij missen een gedegen onderbouwing. Boomteelt is niet onomkeerbaar en het waterbergend vermogen van de grond blijft gehandhaafd.
Omgevingsvergunning De gemeente heeft een bijlage ingrepen – effecten opgesteld die de basis vormt voor het omgevingsvergunningstelsel. Voordat wij ingaan op het omgevingsvergunningstelsel willen wij een aantal opmerkingen plaatsen bij de bijlage. De beschrijvingen van ingrepen en effecten in de bijlage is niet objectief onderbouwd en bevat fouten. Daarnaast bevalt de bijlage tegenstrijdigheden. Waar bijvoorbeeld het aanplanten van houtgewas met agrarische productiefunctie bijna desastreuze effecten heeft, geldt voor het aanplanten van houtgewas via bomen en struiken het omgekeerde! Wij vragen de gemeente om te komen met een gedegen objectieve onderbouwing. Daarnaast missen wij de criteria waaraan een vergunningaanvraag wordt getoetst. Uit deze criteria moet blijken of van de activiteit een verstorende werking uitgaat met het oog op de te beschermen waarden en onder welke voorwaarden er wel of geen sprake is van verstoring. Door deze criteria inzichtelijk te maken kan een ondernemer zelf bepalen of hij een omgevingsvergunning aan moet vragen. Daarnaast helpt het de gemeente bij de beoordeling van de vergunningaanvraag. Op dit moment is de gemeente niet in staat om een aanvraag te beoordelen, omdat de beoordelingscriteria volledig ontbreken. Bovendien ontbreken de criteria waaruit moet blijken of van de activiteit een verstorende werking uitgaat ten aanzien van de te beschermen waardes volledig. Wij vragen de gemeente te komen tot een gedegen objectieve onderbouwing van de ingrepen en bijbehorende effecten en heldere criteria op te stellen of en onder welke omstandigheden werkzaamheden leiden tot verstoring. Voor een groot aantal gebieden geldt een omgevingsvergunningplicht voor drainage: struweelvogelgebied, leefgebied kwetsbare soorten, aardkundig waardevol gebied en leefgebied dassen. Het aanleggen van drainage heeft geen relatie met de bescherming van deze waardes. Daarnaast zijn de regels niet in overeenstemming met de bijlage ingrepen – effecten, waarin niet staat dat er een omgevingsvergunning geldt voor drainage in struweelvogelgebied. Wij maken bezwaar tegen de bepalingen in artikel 4 en 5 die hier betrekking op hebben en vragen de gemeente de aanlegvergunningplicht voor drainage in zowel struweelvogelgebied, leefgebied kwetsbare soorten, aardkundig waardevol gebied als leefgebied dassen te laten vervallen. Hierbij zou in ieder geval een uitzondering moeten gelden voor peilgestuurde drainage, waarmee water langer vastgehouden wordt op het perceel en positieve effecten ontstaan voor natuur. Archeologie Wij spreken waardering uit voor de aanpassingen van het archeologiebeleid. Wij vragen de gemeente om de gebieden waarvan reeds bekend is dat zij reeds verstoord zijn, in de kaarten te verwerken en vrij te stellen. Hierdoor worden onnodige administratieve lasten en regels voorkomen. In andere gemeentes zijn de huidige verstoringen meegenomen bij het opstellen van de kaarten. Wij zijn graag bereid om met de gemeente in gesprek te gaan om te kijken hoe dit uitwerking kan krijgen. Begrippen Onder normaal onderhoud en gebruik verstaat de gemeente het verbeteren van het grasland door het scheuren van de grasmat buiten het broedseizoen van weidevogels. Aangezien deze vorm van agrarisch gebruik conform landelijk vastgestelde regels enkel mag plaats vinden in de periode februari - mei vragen wij u de zinsnede ‘buiten het broedseizoen van weidevogels’ weg te laten.
Plankaart Het dassengebied is fors uitgebreid ten opzichte van het huidige bestemmingsplan. Wij missen een onderbouwing van de uitbreiding en maken hier tegen bezwaar. Wij vragen de gemeente het dassengebied te beschermen conform vigerend bestemmingsplan. Ook het weidevogelgebied is uitgebreid ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan. Wij missen een onderbouwing van de uitbreiding. Een aantal gebieden hebben de dubbelbestemming gekregen kwetsbare soorten. Wij missen hiervan de onderbouwing: om welke soorten gaat het? Zo is het gebied ten zuiden van de Hoogstraat ter Hoogte van de Landingsweg – Vernhout aangeduid als gebied met kwetsbare soorten. Het betreft hier een leefgebied van de salamander. Wij hebben echter sterke twijfels of deze soort wel ooit is aangetroffen. Wij vragen de gemeente de gebieden met de aanduiding kwetsbare soorten nader te onderbouwen of bij het ontbreken van de onderbouwing de aanduiding van de kaart te verwijderen. Indien daar aanleiding toe is zijn wij graag bereid onze zienswijze in een mondeling gesprek toe te lichten. Wij gaan er vanuit dat u onze aandachtspunten betrekt in de verdere planvorming.
Met vriendelijke groet,