Dossier 181
AD V I E S VL AAM S E CO M M IS SIE V O O R R UIM T EL I JK E O R D EN IN G
Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Provincie Oost-Vlaanderen- Gemeente Stekene en Sint-Gillis-Waas Onderdelen Grote Eenheid Natuur “Stropersbos”
A.
Samenvatting van het dossier
A. 1
Sit ue ring
Het gebied is gelegen in het noordoostelijk deel van de structuurbepalende dekzandrug MaldegemStekene waarop verspreid versnipperde, soms grote complexen van bos en heide voorkomen. Een fysische grens wordt gevormd door de voormalige spoorlijn Mechelen-Terneuzen (in het oosten) met en de expresweg N49 Knokke – Antwerpen (in het zuiden). Het Stropersbos is een goed ontwikkeld complex van natuurwaarden bestaande uit hakhout-, loof- en naaldbossen, akkerland, schraalgrasland, landduinen en relicten van heide. Het plangebied bestaat uit 3 deelgebieden thans onder de bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied die samen de bestaande grote eenheid natuur Stropersbos vervolledigen. Gebied 1a “Ten noorden van het Stropersbos” (Sint-Gillis-Waas) Gebied 1b “Ten zuiden van het Stropersbos” (Stekene) Gebied 1c “De Gavers” (Sint-Gillis-Waas) Het Stropersbos inclusief grote delen van het plangebied werden aangewezen als speciale beschermingszone (Habitatrichtlijngebied BE2300005 Bossen en heiden van zandig Vlaanderen) en is tevens opgenomen in het Vlaams Ecologisch Netwerk (BVR 18.07.2003). Grote delen van het Stropersbos zijn natuurreservaat.
A. 2
Rui mte b o ek houd ing
Bestemmingscategorie
Huidige gewestplanbestemmingen in het plangebied
Bestemmingen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Verschil
Recreatie
0,1 ha
0 ha
-0,1 ha
Reservaat en natuur
1,4 ha
57,2 ha
+55,8 ha
Bos
4,4 ha
0 ha
-4,4 ha
Landbouw
51,4 ha
0 ha
-51,4 ha
1
Dossier 181
A. 3
O p en b a a r o n d erz o e k
Het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen van 1 maart 2004 tot 29 april 2004. Bezwaarschriften moeten uiterlijk op de laatste dag van het openbaar onderzoek aan Vlacoro aangetekend worden toegezonden of afgegeven tegen ontvangstbewijs. De gemeente bezorgt de bij haar ingediende bezwaarschriften aan Vlacoro binnen de drie werkdagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek, in casu ten laatste op 4 mei 2004. Dit openbaar onderzoek resulteerde in 2 bezwaarschriften, die beide aan de vormvereisten voldoen en tijdig werden ingediend. De gemeente maakte de bij haar ingediende bezwaarschriften tijdig aan Vlacoro over. Alle bezwaarschriften werden ingevoerd in een databank waarvan uittreksel in bijlage. A. 4
Adv i ez e n
Er werden twee adviezen aan Vlacoro bezorgd: -
advies provincieraad Oost-Vlaanderen [181A1], d.d. 21 april 2004 advies gemeenteraad Stekene [181A2], d.d. 27 april 2004
Het advies van de gemeenteraad van Stekene is echter laattijdig. Met toepassing van art. 42 §4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening gaat Vlacoro niet in op adviezen die niet binnen de vereiste termijn zijn verleend.
B.
Advies van Vlacor o
De nummers tussen [ ] verwijzen naar de adviezen en bezwaarschriften zoals zij opgenomen zijn in de databank. B. 1
An t w o o rd o p d e ad v ie z en
1. De provincieraad van Oost-Vlaanderen [181A2] geeft op 21 april 2004 gunstig advies op voorwaarde van rechtzetting van een materiële fout. In het ontwerp bestaat er een fout tussen de kaart met de afbakening van de drie deelgebieden enerzijds en de stedenbouwkundige voorschriften anderzijds aangezien volgens het afbakeningsplan stedenbouwkundig voorschrift N art. 1 geldt voor elk van de drie deelgebieden, maar uit het voorontwerp, de plenaire vergadering en de stedenbouwkundige voorschriften van het ontwerp afgeleid kan worden dat N art. 1 voor deelgebied 1 a geldt, N art. 2 voor deelgebied 1 b en N art. 3 voor deelgebied 1 c.
Vlacoro onderkent deze materiële fout doch is van oordeel dat ze beperkt blijft tot de aanduidingen op het verordenend plan en dat dit plan moet bijgestuurd worden. Doordat de verschillende artikels van de stedenbouwkundige voorschriften specifiek verwijzen naar de deelgebieden waarop ze betrekking hebben, is Vlacoro van oordeel dat deze fout geen aanleiding kon vormen tot verkeerde interpretaties tijdens de fase van openbaar onderzoek.
2
Dossier 181
B. 2
An t w oord op d e bezw a r en en op me rki nge n
2. De Boerenbond [181B1] formuleert enkele fundamentele opmerkingen met betrekking tot de lopende procedure. De Boerenbond, die zijn leden aangespoord heeft actief deel te nemen aan de onderscheiden openbare onderzoeken, wijst de voorliggende plannen integraal af. In het RSV is expliciet gesteld dat de afbakening van de agrarische en de natuurlijke structuur gelijktijdig en op gelijkwaardige basis dient te gebeuren (RSV p. 381). Met de huidige procedure, wordt hiervan eens te meer radicaal afgeweken, dit ten nadele van de agrarische structuur die aldus tot restgebied dreigt te verworden. In de eerste fase van afbakening werd reeds het grootste deel van de VEN-afbakening ingevuld. De Boerenbond heeft hiertegen een krachtig bezwaar ingediend, vooral tegen de opname van overmatig veel gronden die in landbouwgebruik zijn en die aldus in de praktijk niet meer in aanmerking zullen kunnen worden genomen voor de planologische correcties die nochtans ook in het RSV worden naar voor geschoven. De huidige ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn te beschouwen als een deel van een groter geheel. Bovendien wordt de structuur van grote agrarische gebieden aangetast, zonder dat dit planologisch afgewogen wordt en gecompenseerd wordt al dan niet met planologische ruil. Dit is voor de Boerenbond totaal onaanvaardbaar. De afbakening van de natuurlijke structuur loopt op die manier verder voorop. Bovendien is voor de groene RUP's die nu in openbaar onderzoek zijn, het procentueel landbouwgrondgebruik nog veel hoger is dan voor de VEN-afbakening. Aan de afbakening van de agrarische structuur, de paar kleine gele RUP's buiten beschouwing gelaten, is ondertussen nog niets gedaan. De Boerenbond is, overeenkomstig de principes van het RSV, van oordeel dat dit afbakeningsproces zonder gelijktijdige en gelijkwaardige afbakening van de agrarische structuur onmiddellijk stil dient te worden gelegd en dat de tweede fase van afbakening, met respect voor de principes die in het RSV zijn opgenomen, nu moet starten. Vlacoro is van oordeel dat, gezien er met de plenaire vergadering voor voorliggend RUP als deel van een tweede reeks RUP’s in het kader van een eerste fase van het afbakeningsproces reeds een eerste stap van de formele procedure gezet was, het opportuun was om deze procedure verder te zetten daar er geen fundamentele bezwaren zijn ten aanzien van de voorgestelde bestemming. Tevens is de commissie van oordeel dat de afbakeningen in de eerste fase nog niet zo ingrijpend zijn en geen hypotheek leggen op de rest van het proces. De betrokken consensusgebieden, inclusief voorliggend plangebied, zijn voor Vlacoro het resultaat van een afweging van de agrarische en natuurlijke structuur op basis van de ontwikkelingsperspectieven van het RSV. Vlacoro geeft dan ook een gunstig advies ten aanzien van de gevolgde procedure. Vlacoro verwijst tenslotte naar haar algemeen advies over de acht ontwerpen van ruimtelijk uitvoeringsplan, punt 3.1.
3. De Arrondissementsraad St.Niklaas van de Boerenbond [181B2] heeft bezwaar tegen de opname van een aantal gebieden die volgens het gewestplan een landbouwbestemming hebben en voert daarvoor volgende redenen aan: a)
De gelijktijdige en gelijkwaardige afbakening van de natuurlijke en agrarische structuur komt in het gedrang door in de eerste fase een dergelijke voorafname te doen op de totale afbakening. Er is geen zicht op de totaliteit van de afbakening van de natuurlijke en agrarische structuur (hetgeen in de volgende fase zou afgebakend worden), hetgeen tot een rechtsonzekere situatie leidt voor de betrokken grondgebruikers en eigenaars.
3
Dossier 181
b)
De gevolgde werkwijze waarbij binnen "consensusgebieden" tussen de gewenste natuurlijke en gewenste agrarische structuur gewerkt wordt, is niet aanvaardbaar omdat geen inzicht gegeven wordt in deze "gewenste" structuren. Er is geen open planningsproces gevoerd waaruit zou blijken dat er een maatschappelijk draagvlak voor deze gewenste structuren bestaat. De voorstellen tot bestemmingswijzigingen zijn enkel gebaseerd op interne werkkaarten van de leefmilieu-, administratie.
c)
Er is geen overleg gevoerd met de gemeenten en provincies noch bij de opmaak van de gewenste natuurlijke structuur noch bij de opmaak van de gewenste agrarische structuur, niettegenstaande het RSV dit overleg wel voorop stelt.
d)
Een globale ruimtelijke afweging ontbreekt, waardoor deze ruimtelijke uitvoeringsplannen moeten beschouwd worden als ad hoc-plannen vanuit één sector. Het zijn bestemmingswijzigingen op basis van interne werkkaarten opgemaakt door de Vlaamse administratie, zonder een ruimtelijke afweging ten aanzien van andere ruimtelijke structuren (toeristisch-recreatieve structuur, economische structuur, nederzettingsstructuur...).
e)
Er bestaat discussie en juridische onduidelijkheid over de maatregelen vanuit de sectorale milieuwetgeving (VLAREM, mestdecreet...) die gaan gelden in de gebieden die via een ruimtelijk uitvoeringsplan van bestemming wijzigen. Op korte termijn wijzigt er weliswaar niet zo veel via de algemene beschermingsvoorschriften van het natuurmaatregelenkader. Op langere termijn kan een natuurrichtplan echter zware beperkingen opleggen met betrekking tot de landbouwactiviteiten van onze leden (bemestingsverbod, bestrijdingsmiddelenverbod, teeltkeuzebeperking, maaiverbod, begrazingsverbod, ...). Een normale landbouwexploitatie is in het gebied steeds mogelijk geweest en dit dient in de toekomst dan ook zo behouden te blijven.
f)
Gezien de percelen in landbouwgebruik steeds als intensief grasland en akkerland zijn gebruikt is de aanwezige natuurwaarde zeer beperkt, zoniet onbestaande. De voornaamste reden tot opname in het VEN vervalt hierdoor.
g)
De arrondissementsraad ondersteunt ook de bezwaren van de gemeenten en provincies die hebben geleid tot een schrapping van 9 gelijkaardige gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. De aangebrachte argumentatie geldt evenzeer voor het RUP 'Stropersbos'. Het is dan ook niet meer dan logisch dat ook deze procedure stopgezet wordt.
a) en b) Vlacoro verwijst naar haar antwoord op bezwaar 181B1. c) Vlacoro is van oordeel dat het niet noodzakelijk is dat de gemeenten en provincies betrokken worden bij het opstellen van interne werkkaarten van de leefmilieu-administratie omdat deze kaarten enkel gebruikt worden als eerste insteek voor het uitvoeren van een ruimtelijke afweging en voor het opstellen van een geïntegreerde ruimtelijke visie. Vlacoro is wel van oordeel dat de gemeenten en provincies moeten betrokken worden in de ruimtelijke afweging. Dit is een belangrijk aspect van de methodiek die gehanteerd wordt voor de tweede fase van de afbakening. Voor het voorliggend RUP verwijst Vlacoro naar de plenaire vergadering waar de gemeenten en provincies inspraak kregen aangaande het dossier. d) Vlacoro verwijst naar haar antwoord op bezwaar 181B1. e) Vlacoro is van oordeel dat de Vlaamse Regering met de voorliggende herbestemmingen duidelijk aangeeft dat zij voor de plangebieden opgenomen in het VEN een natuurbeleid wenst te voeren. Aanvullend aan de stedenbouwkundige voorschriften geven het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en het besluit houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht beleid aan wat de randvoorwaarden zijn en mogelijke maatregelen ten aanzien van het ruimtegebruik in de gebieden van het VEN. Via het natuurrichtplan kunnen gebiedsspecifiek en doelgericht een aantal bijkomende beschermingsvoorschriften opgelegd worden aan grondeigenaars en gebruikers, maar alleen indien er hierover een consensus is binnen de stuurgroep waarin o.m. de landbouwsector vertegenwoordigd is. Vlacoro is van oordeel dat het wetgevend kader bepaald is en voldoende rechtszekerheid garandeert. Vlacoro verwijst tenslotte naar haar algemeen advies over de acht ontwerpen van ruimtelijk uitvoeringsplan.
4
Dossier 181
f) De waarde voor natuur van percelen in landbouwgebruik kan eveneens vervat zijn in de interne buffering van en verbinding tussen percelen met een hoge natuurwaarde waardoor met het incorporeren van de percelen in landbouwgebruik grote, samenhangende natuurgebieden kunnen gerealiseerd worden. g) Vlacoro is van oordeel dat het ontbreken van een consensus tussen de adviserende instanties of fundamentele bezwaren aangebracht bij de plenaire vergadering aan de basis lagen van het niet weerhouden van enkele RUP’s voor de verdere procedure. Dit was niet het geval bij het dossier ”Stropersbos”. B. 3
O pm er ki ng en v an Vl aco ro
B. 3. 1 Al g em en e o p m e r kin g e n Vlacoro verwijst hier naar haar algemeen advies met betrekking tot acht ontwerpen van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in het kader van de afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur. B. 3. 2 O p m er ki ng en o v e r h et do s si e r Door de specifieke afbakening van het RUP en de omzetting van het plangebied van een agrarische bestemming naar een bestemming natuur ontstaan er restgebieden. Percelen landschappelijk waardevol agrarisch gebied liggen geklemd tussen het plangebied en de KMO-zone, de KMO-zone en het woongebied ten noorden en de weekendverblijfverkaveling centraal in het gebied en tussen het plangebied en het landelijk woongebied ten westen. Ofwel had men het plangebied beter uitgebreid om deze restgebieden een groene bestemming te geven, ofwel de aangrenzende bestemming ten dele over te nemen (KMO, woonzone, recreatie) en/of te voorzien in een aangepast overgangs- of koppelingsgebied. B. 4
Be sl u it
Vlacoro geeft gunstig advies over het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Onderdelen grote eenheid natuur “Stropersbos” mits: §
aanduiding van de nummers van de artikels van de stedenbouwkundige voorschriften op het verordenend grafisch plan.
Verleend te Brussel op 7september 2004, De vaste secretaris,
De ondervoorzitter,
Lieve Reenaers
Roel Vanhaeren
Bijlage: overzicht van adviezen en bezwaarschriften
5