4.6 Verbonden Partijen
Inleiding Deze paragraaf geeft een overzicht van rechtspersonen, waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft en waarin zij een financieel belang heeft. Deze rechtspersonen worden de verbonden partijen genoemd. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Financieel belang wil zeggen dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld. De gemeente kan deze middelen kwijt raken als de verbonden partij failliet gaat of als financiële problemen van de verbonden partij op de gemeente kunnen worden verhaald. Deze paragraaf is om twee redenen belangrijk voor de gemeenteraad: -
De verbonden partijen voeren vaak beleid uit dat de gemeente in principe zelf ook kan doen. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma‟s. Er blijft voor de gemeenteraad nog steeds een kaderstellende en controlerende taak over die programma‟s;
-
Het budgettaire beslag en de financiële risico‟s die de gemeente met de verbonden parijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen.
Beleid Het is aan de raad om de kaders en criteria te stellen voor het aangaan, sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht op verbonden partijen. Deze criteria zijn opgenomen in de nota Verbonden Partijen die op 14 december 2010 door de gemeenteraad van Spijkenisse is vastgesteld. Onderstaand worden u nog eens per verbonden partij de bijzonderheden gegeven gesplitst naar gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen.
Gemeenschappelijke regelingen Van een gemeenschappelijke regeling is sprake wanneer het bestuur van twee of meer gemeenten (ook mogelijk gemeente en provincie) samen een regeling treffen ter behartiging van een of meer belangen van die gemeenten. Onderstaand wordt u op basis van de begrote cijfers over 2010, 2011 en 2012 een indruk gegeven van de respectievelijke bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen t.w. : Omschrijving gemeenschappelijke regeling
Begroting 2010
Begroting 2011 Begroting 2012 € 528.048 € 566.984
Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond
€ 558.660
Stadsregio Rotterdam
€ 384.126
€ 384.126
€ 397.685
Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg
€ 114.564
€ 113.496
€ 113.832
Recreatieschap Voorne-Putten en Rozenburg
€ 435.068
€ 371.842
€ 376.192
Koepelschap Buitenstedelijk Groen
€ 203.144
€ 203.144
€ 205.572
€ 171.534 € 1.108.266 ---
€ 174.090 ----
€ 77.589 -n.n.b. € 496.000
€ 640.000
€ 618.601
€ 629.736
€ 65.012
€ 75.291
€ 71.934
Sociaal Werkvoorzieningschap De Welplaat Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Z-H eilanden Openbare Gezondheidszorg RR (OGZRR) Stg. CJG Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond HALT Rotterdam Rijnmond
Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 205
Hierna worden de belangrijkste gemeenschappelijke regelingen beschreven waarin de gemeente Spijkenisse participeert.
Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond De Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond heeft als doelstelling: het geven van invulling aan de regionale taken ten aanzien van het waarborgen van de fysieke veiligheid van de organisatie en het voorbereiden op rampenbestrijding en de crisisbeheersing en de hiermee verbandhoudende multidisciplinaire samenwerking waaronder begrepen de Gemeenschappelijke meldkamer als integraal informatieknooppunt; het doelmatig organiseren en coördineren van werkzaamheden ter voorkoming, beperking en bestrijding van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en overigens het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen; het doelmatig organiseren en coördineren van het vervoer van zieken en ongevalslachtoffers, de registratie daarvan en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere instellingen voor intramurale zorg; het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Deelnemende gemeenten aan de VRR zijn 19 gemeenten: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland (voorheen Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk), Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.
Beleidspeerpunten Voor 2012 zijn de volgende speerpunten benoemd: - Beheer op orde. - Veiligheid Voorop. - VRR in breder perspectief/VRR 2.0. - Multidisciplinaire risicobeheersing. “Beheer op orde” heeft tot doel de organisatie adequaat en eensluidend in te richten middels goede verbinding tussen de bedrijfsvoering- en operationele processen ter verdere ondersteuning van de organisatie doelen. Dit wordt bereikt door goed werkgeverschap, het harmoniseren van alle op bedrijfsvoering gerichte regelgeving en procedures en het binnen het communicatie-, informatie, facilitair-, personeel-, financieel en organisatorisch beleid treffen van faciliteiten en het maken regelgeving om de kanteling van de organisatie mogelijk te maken. Goed werkgeverschap gaat verder dan de wettelijke definitie: het behelst het geheel van maatregelen en voorzieningen waarbij respect, transparantie en op constructieve wijze werken aan de ontwikkeling en groei van de medewerker centraal staan. “Veiligheid Voorop” heeft tot doel het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van de burger te vergroten en de uitvoering van het preventieve beleid te optimaliseren. Dit wordt bereikt door middel van het tijdig (h)erkennen van risico‟s, het anticiperen op de mogelijke gevolgen hiervan en het nemen van handhavingmaatregelen bij recidive. Het veranderingsproces waar de nadruk van de uitvoering komt te liggen op het voorkomen en beter identificeren van mogelijke risico‟s noemen we de kanteling van de 206 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse
organisatie. Deze kanteling van de organisatie maakt het tevens mogelijk om het risicobewustzijn en de kwaliteit van de responsorganisatie te optimaliseren. De bedrijfsvoering van de VRR moet gericht zijn op deze kanteling van de organisatie. Dit betekent dat aandacht voor de zelfredzame burger en de optimalisatie van het preventiebeleid de sturende factoren worden voor het bepalen van het totale VRRbeleid en het leggen van de juiste prioriteiten. Dit laat onverlet dat duurzaam aandacht gegeven zal moeten worden aan een effectieve responsorganisatie. Een scherpzinnige communicatie is nodig om de doelen van “Veiligheid en zorg voorop” te behalen. Het speerpunt “VRR in breder perspectief/VRR 2.0.” omvat de invulling van de ombuigingstaakstelling zoals deze aan de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond door de gemeenten in 2009 is opgelegd. Een gedetailleerde beschrijving van deze invulling is te vinden in het document “VRR in breder perspectief” en bestaat uit een tweetal onderdelen; Bezuinigingen binnen de bedrijfsvoering. („scenario 1‟ uit het document “VRR in breder perspectief”).Deze bezuinigingen kunnen op korte termijn worden getroffen zonder dat deze te grote ingrepen in de dienstverlening van de VRR inhouden. Ombuigingen en investeringen. („scenario 3‟ uit het document “VRR in breder perspectief”) Deze ingrepen in de dienstverlening van de VRR (m.n. de brandweer) zullen vanaf 2012 leiden tot aanzienlijke besparingen. Daarnaast betreft dit de wijziging van het besturingsmodel en (top) managementstructuur. Hierbij kiest de VRR voor een strategie die zich richt op het doelmatiger organiseren van de organisatie. Werkenderweg zal in de volle breedte en in onderlinge afweging en samenhang een overgang worden gemaakt van kolom naar proces. “Multidisciplinaire risicobeheersing” heeft tot doel middels het analyseren, herkennen en erkennen van risico‟s nemen van risicoreducerende maatregelen. Dit wordt bereikt door het inventariseren van risico‟s en adviseren tot en het nemen van beheersmaatregelen en daarop afgestemd het bepalen van het gewenste hulpverleningsniveau.
Financieel kader Het begrotingskader is opgebouwd vanuit de bestuurlijke opdracht om uit te gaan van de bijdragen 2011, de correctie op het accres van 1,25 procent, een accres voor 2012 van 1,75 procent en de bezuinigingstaakstellingen. De bezuinigingstaakstellingen zijn op te delen in: 2e tranche van de ombuigingen in het kader van “VRR in breder perspectief”; 1,5 procent op de Brede Doeluitkering (BDUR); 1,5 procent op de kosten ambulancevervoer en meldkamer ambulance. Ten aanzien van de 2e tranche van de ombuigingstaakstelling gemeenten hebben de in 2012 genoemde bezuinigingen vooral betrekking op de sluiting van een aantal kazernes. Daar tegenover wordt voor een bestaande kazerne een dagbezetting ingevoerd en zal het onderdeel „Opleiden en oefenen‟, net als in 2011 een impuls krijgen. Het overige deel wordt bezuinigd binnen de bedrijfsvoering. De verdeling van de algemene kosten alsmede de specifieke kosten die gemaakt worden ten behoeve van meerdere deelnemende gemeenten, geschiedt naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere gemeente per 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar. De bedragen zijn gebaseerd op een inwonertal van 72.266. De bijdrage voor de Basis brandweerzorg voor de gemeente Spijkenisse is voor 2012 begroot op € 3.450.150. De regionale bijdrage voor 2012 is voor Spijkenisse begroot op € 528.048. Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 207
Stadsregio Rotterdam Doel: Het behartigen van belangen met een regionaal karakter om een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling in het gebied van de regio Rotterdam te bevorderen. Aan het bestuur van de regeling zijn daartoe sturings-, ordenings-, integratie- en - in voorkomende gevallen ook - uitvoeringstaken opgedragen betreffende de volgende taakvelden: ruimtelijke ordening en grondbeleid; wonen, stedelijke vernieuwing en daaraan gerelateerd sociaal beleid; verkeer en vervoer; economische ontwikkeling; milieu; groen & water en jeugdzorg. Betrokkenen: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan de IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Bestuurlijk belang: In het algemeen bestuur zitten namens de gemeente Spijkenisse twee leden (twee collegeleden). Eén van deze collegeleden zit ook in het dagelijks bestuur van de Stadsregio. De leden van het college van B&W nemen namens Spijkenisse deel aan de portefeuillehoudersoverleggen. Verder wordt er ambtelijk deelgenomen aan ambtelijke werkgroepen van de Stadsregio voor de verschillende taakvelden. Financieel belang: Het grootste deel van de begroting van de Stadsregio betreft rijksbijdragen voor regionale taken, zoals openbaar vervoer, infrastructuur etc. De bijdragen van de deelnemende gemeenten is gerelateerd aan het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten. De gemeente betaalt € 4,78 per inwoner, met als peildatum 1 januari. Voor 2011 was dit een bedrag van € 348.126. De indexering van gemeenten is voor 2012 op 0 procent gesteld, conform de afspraak met gemeenten. Ontwikkelingen: De Stadsregio wordt geconfronteerd met een aanzienlijke korting op de BDU. Voor de periode 2012 tot en met 2021 is dit een korting van in totaal € 732 miljoen (incl. overige mutaties BDU). In de begroting 2012 heeft de Stadsregio de korting opgenomen als stelpost. De komende tijd zal meer duidelijkheid moeten komen over de wijze waarop invulling gegeven wordt aan deze bezuiniging. Betreffende de toekomst van de Stadsregio is in het regeerakkoord 2010 opgenomen dat het kabinet met voorstellen komt tot afschaffing van de WGR+. De toekomst van de Stadsregio‟s staan onder druk. Er wordt gezocht naar nieuwe samenwerkingsvormen; de Stadsregio „s Rotterdam & Haaglanden hebben besloten de samenwerking te intensiveren door het vormen van een Metropoolregio. De samenwerking binnen de Metropoolregio is gericht op: 1. verbetering van de bereikbaarheid 2. stimulering van de kansrijke economieën 3. versteviging van de economische potentie van de Greenport 4. stimulering van onderwijs en innovatie 5. een afgestemd aanbod aan voorzieningen op het gebied van wonen, cultuur, sport en evenementen 6. ontwikkeling van Hof van Delfland als het „Central Park‟ van de regio 7. het tot stand brengen van een Metropoolpas voor inwoners van de Metropoolregio De bovenstaande 7 pijlers worden uitgewerkt door een kernteam. Eerste prioriteit is de verbetering van de bereikbaarheid. Inmiddels is door beide Stadsregio‟s een intentieverklaring ondertekend voor de oprichting van een gezamenlijke vervoersautoriteit in 2012.
208 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse
Streekarchief Voorne-Putten Rozenburg. Doel: De gemeenschappelijke regeling is het resultaat van de wens om het culturele erfgoed op deskundige wijze te doen beheren. Op grond van art. 12 van de Archiefwet 1995 en de gemeenschappelijke regeling Streekarchief VPR 1999 is Spijkenisse verplicht de voor blijvende bewaring in aanmerking komende archieven over te dragen. Hoofdtaak van het Steekarchief is het in stand houden, veilig stellen en ter beschikking stellen van het culturele erfgoed zoals dat in de vorm van archieven wordt overgeleverd. Daarnaast verwerft het Streekarchief archieven van bedrijven, verenigingen, families en particulieren. Het biedt hierdoor de mogelijkheid om te functioneren als regionaal historisch informatiecentrum met educatieve en wetenschappelijke taken. Betrokkenen: Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, deelgemeente Rotterdam-Rozenburg, Spijkenisse, Westvoorne en waterschap Hollandse Delta. De deelgemeente zal uit de regeling treden nadat overeenstemming is bereikt over de afkoopsom. Bestuurlijk belang: Elke deelnemer aan de regeling is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur onder voorzitterschap van de burgemeester van Brielle. De burgemeester zit namens de gemeente Spijkenisse in het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit de vertegenwoordigers van Brielle, Hellevoetsluis en het waterschap Hollandse Delta. Financieel belang: Het Streekarchief kent een bijzondere financiële verdeelsleutel vastgesteld in 1995 bij de omvorming van streekarchivariaat naar Streekarchief en de nieuwbouw van de archiefbewaarplaats te Brielle. Van de totale deelnemersbijdrage wordt jaarlijks € 215.090 afgezonderd. Hiervan betaalt Brielle 50 procent, wat beperkt wordt tot € 67.385. Het waterschap betaalt 22,9 procent van € 215.090 verminderd met € 73.920 zijnde € 32.328. De overige € 115.377 wordt door de andere gemeenten bijgedragen op grond van het inwonertal. Van het variabele deel van de deelnemersbijdrage neemt het waterschap 22,9 procent voor zijn rekening. De gemeenten dragen de resterende 77,1 procent bij. Na de uittreding van deelgemeente Rozenburg zal de verdeelsleutel en de regeling aangepast worden. Er wordt met Rotterdam onderhandeld over de afkoopsom voor het wegvallende aandeel. De gemeente Brielle wil daarna af van de extra hoge bijdrage aan de regeling in het verleden overeengekomen vanwege de vele meters oud stadsarchief. Brielle betaalt nu € 4,87 per inwoner; bij de andere gemeenten ligt de bijdrage op € 1,59. Na overleg van onze gemeente met het Streekarchief over de noodzaak van de bezuinigingen heeft het AB een gewijzigde, definitieve begroting 2012 vastgesteld, waarbij de bijdrage van Spijkenisse is verlaagd en vastgesteld op € 113.496. De bijdrage is daarmee gelijk gebleven aan die van 2011, zodat de regeling voorlopig voldoet aan de opgelegde bezuinigingen. Bij de behandeling van de Kadernota 2007 is besloten het Streekarchief jaarlijks € 7.000 extra toe te kennen vanwege het grote belang van voortgaande digitalisering van de collecties door het toegankelijk maken van overheidsarchieven via de website. Ontwikkelingen: De archiefbewaarplaats bij het Streekarchief wordt in 2012 uitgebreid om de vanaf 2010 verplicht over te brengen overheidsarchieven uit de periode 1980-1989 en later te kunnen herbergen. Dit heeft een structurele verhoging van de jaarlijkse bijdrage tot gevolg. De gemeente Brielle wil tevens de al sinds 1995 niet meer gestegen huur marktconform doorberekenen aan het Streekarchief. Omdat na de uitbreiding ook meer oppervlakte gehuurd zal worden voor o.a. educatieve doeleinden/werkruimte vrijwilligers zal de huur flink stijgen en mogelijk zelfs verdubbelen.
Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 209
De bijdrage voor 2013 zal daarom ook hierdoor bijna niet verminderd kunnen worden, maar juist extra omhoog moeten. Recreatieschap Voorne, Putten, Rozenburg Doel: De gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Voorne-Putten en Rozenburg is getroffen in het kader van de concrete belangen van een goede ontwikkeling en het beheer van de recreatiegebieden op VPR. Betrokkenen: Deelnemers aan het Recreatieschap VPR: Provincie Zuid-Holland, Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, Rotterdam, Spijkenisse, Westvoorne. Overige betrokkenen: Groen Service Zuid-Holland (GZH) als ambtelijke dienst ter ondersteuning van het Recreatieschap VPR. Bestuurlijk belang: Elke deelnemende gemeente heeft een afgevaardigde in het algemeen bestuur van het schap, evenals de provincie. Daarnaast heeft Spijkenisse tevens zitting in het dagelijks bestuur. De gemeente wordt vertegenwoordigd door de portefeuillehouder jeugd, sport, recreatie, onderwijs, welzijn en cultuur . Financieel belang: De raming voor de gemeente Spijkenisse betreft voor 2012 een bedrag van € 392.255. Ontwikkelingen: Naast de reguliere activiteiten - toezicht, beheer en onderhoud van de recreatiegebieden op VPR – worden in 2012 de eenheidsprijzen in het Terrein Beheer Model herijkt en vindt (verdere) besluitvorming plaats over het realiseren van een viertal nieuwe recreatiegebieden: Quackpolder, Put van Heenvliet, recreatiestranden Maasvlakte 2 en Groenzone Spijkenisse Zuidoost. Tot slot is in het Hoofdlijnenakkoord van de Provincie Zuid-Holland onder meer de ambitie opgenomen om de ambtelijke ondersteuningsorganisatie, Groenservice Zuid-Holland (GZH) te verzelfstandigen. Koepelschap Buitenstedelijk Groen Doel: Het Koepelschap Buitenstedelijk Groen heeft tot doel om op basis van rijks-, provinciaal- en gemeentelijk programma/beleid in onderlinge samenhang een evenwichtige ontwikkeling en instandhouding van het buitenstedelijk groen als geheel in het gebied en in verhouding tot zijn omgeving, te bevorderen. Onderdeel daarvan is het verevenen van de financiële bijdragen die de deelnemers daaraan doen. Betrokkenen: Deelnemers aan het Koepelschap Buitenstedelijk Groen: Provincie Zuid-Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Heerjansdam, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Krimpen a/d IJssel, Maassluis, Nederlek, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne, Zwijndrecht. Bestuurlijk Belang: Elke deelnemende gemeente heeft een afgevaardigde in het algemeen bestuur, evenals de provincie. Voor Spijkenisse is dit de portefeuillehouder jeugd, sport, recreatie, onderwijs, welzijn en cultuur.
210 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse
Financieel belang: Het Koepelschap is onder meer een zogenaamd vereveningsfonds: de kosten van de 6 natuur- en recreatieschappen in het werkingsgebied worden verdeeld over de 18 deelnemende gemeenten en de provincie Zuid-Holland. Dit geschiedt naar draagkracht op basis van de Rijnmondintegratieplan verdeelsleutel (naar rato van het aantal inwoners). Voor 2012 is een bijdrage van de gemeente Spijkenisse geraamd van € 211.550. Ontwikkelingen: Het Koepelschap Buitenstedelijk Groen blijft zich inzetten om gemeenten die nog niet deelnemen aan de regeling, te overtuigen alsnog te participeren en (financieel) bij te dragen. Voorts heeft de provincie in het Hoofdlijnenakkoord enkele richtinggevende uitspraken gedaan over de rol en inzet van de provincie bij het aanleggen, inrichten en beheren van recreatiegebieden. Zo heeft de provincie onder meer de wens om de ambtelijke ondersteuningsorganisatie van het Koepelschap, Groenservice Zuid-Holland (GZH) te verzelfstandigen. Deze ontwikkelingen leiden mogelijk tot wijzigingen in de manier waarop met (nieuwe) recreatiegebieden wordt omgegaan en kan gevolgen hebben voor de gemeenschappelijke regeling Koepelschap Buitenstedelijk Groen. Sociaal Werkvoorzieningsschap De Welplaat Doel: Voorzien in aangepaste werkgelegenheid gericht op het behouden dan wel bevorderen van de arbeidsbekwaamheid met het oog op het kunnen gaan verrichten van arbeid onder normale omstandigheden; burgers die vallen onder andere sociale wetgeving te werk te stellen in een van de door het werkvoorzieningsschap beheerde werkverbanden ten behoeve van begeleiding naar een zo regulier mogelijke baan op de arbeidsmarkt; uitvoering van taken uit de Wet die door de deelnemende gemeenten bij haar zijn belegd. Betrokkenen: Spijkenisse, Westvoorne, Brielle, Hellevoetsluis, Bernisse. Bestuurlijk belang: Het openbaar lichaam kent een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur bestaat uit 5 leden van het algemeen bestuur (de 5 wethouders). De wethouder van Spijkenisse is voorzitter. Er vindt ook periodiek regionaal ambtelijk overleg plaats. Financieel belang: De bijdrage van de gemeenten in het begrote exploitatieresultaat van de Welplaat, wordt naar rato van het aantal wsw werknemers berekend. Het aandeel van de gemeente Spijkenisse in het totale exploitatieresultaat is circa 63 procent. De gemeente Spijkenisse begroot de bijdrage voor 2012 op € 77.589. Overigens wordt er vanuit de Welplaat om een aanmerkelijk hogere bijdrage gevraagd. Indien het begrote exploitatietekort wordt gerealiseerd, is de gemeente hiervoor verantwoordelijk. Ontwikkelingen: Per 1-1-2013 wordt de Wet werken naar vermogen (Wwnv) ingevoerd. Deze wet is een samenvoeging van de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet sociale werkvoorziening en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten. De invoering van de wet gaat gepaard met een bezuiniging van € 1.850 miljoen per 2015. Wat betreft de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) moet rekening worden gehouden met een afbouw van het landelijk aantal plekken voor beschut werken van 90.000 naar 30.000. Om dit te realiseren wordt de
Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 211
instroommogelijkheid vanaf 2013 beperkt. Voor elke drie uitstromers uit de Wsw kan er één instromen. Dit betekent dat het aantal arbeidsplaatsen dat door De Welplaat wordt uitgevoerd in het kader van de Wsw op termijn met circa 1/3 krimpt. Verder wordt de subsidie voor de Wsw stapsgewijs door het rijk afgebouwd naar € 22.000 per arbeidsjaar in 2015. Nu ontvangen gemeenten nog € 25.720 per arbeidsjaar. De Welplaat voert momenteel ongeveer 370 arbeidsjaren uit voor de gemeenten in de regio Voorne-Putten. Hiervoor ontvangt De Welplaat (een deel van) de rijkssubsidie van de gemeenten. De verlaging van de rijkssubsidie betekent dat per 2015 € 1.376.400 minder wordt ontvangen door de gemeenten aan rijkssubsidie, voor de uitvoering van een gelijk aantal arbeidsjaren. De meerjarenraming voor de periode 2013-2016 laat een oplopend exploitatietekort en daarmee een oplopende gemeentelijke bijdrage zien. De huidige systematiek van rechten en plichten in de Wsw verandert niet voor de werknemers. Zij blijven loon houden conform de CAO. De combinatie van gelijkblijvende kosten en dalende subsidie zet de exploitatie van De Welplaat zwaar onder druk. In de hoofdlijnennotitie voor de Wwnv is dan ook door het kabinet een herstructurering van de Wsw opgenomen. Hiertoe wordt mogelijk een eenmalige herstructureringsfaciliteit beschikbaar gesteld van maximaal € 400 miljoen. Om van deze faciliteit gebruik te kunnen maken, moeten gemeenten uiterlijk 1-1-2012 een herstructureringsplan indienen. Nu het bestuursakkoord zonder het onderdeel Wet sociale werkvoorziening in stemming is gebracht, is onduidelijk of de herstructureringsfaciliteit beschikbaar blijft en of hiertoe een herstructureringsplan moet worden ingediend. Duidelijk is wel dat de bepalingen zoals opgenomen in het regeerakkoord en de invoering van de Wwnv leiden tot een benodigde herstructurering van de uitvoering van de Wsw door gemeenten. Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond Doel: De DCMR is ingesteld met het oog op de zorg voor het milieu in het bij de samenwerking betrokken gebied. De DCMR draagt onder andere zorg voor de uitvoering van de wettelijke taken in het kader van de Wet Milieubeheer. Tevens adviseert en ondersteunt de DCMR de verschillende gemeenten ten aanzien van complexe en specialistische milieuvraagstukken. Betrokkenen: De provincie Zuid-Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Bestuurlijk belang: Het algemeen bestuur bestaat uit 19 leden. De Provincie is vertegenwoordigd door 3 leden. De gemeente Rotterdam is vertegenwoordigd door 2 leden. De overige gemeenten zijn per gemeente met 1 lid vertegenwoordigd. Namens de gemeente Spijkenisse heeft de wethouder ruimtelijke ontwikkeling en milieu, verkeer en vervoer, sociale zaken, werkgelegenheid, economische zaken en (stads)regionale zaken zitting in het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit 6 leden, te weten de voorzitter, de vice-voorzitter en vier andere leden. De voorzitter en één lid voor financiële aangelegenheden wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen op bindende voordracht van gedeputeerde staten van ZuidHolland. De vice-voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen op bindende voordracht van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De drie andere leden komen uit de deelregio‟s van de regiogemeenten. Naar aanleiding van een evaluatie is besloten om voor iedere deelregio een lid in het dagelijks bestuur te plaatsen zodat de binding tussen de DCMR en de regiogemeenten versterkt wordt. Voor Voorne-Putten
212 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse
neemt de portefeuillehouder milieu van Hellevoetsluis zitting in het dagelijks bestuur van de DCMR. Op bestuurlijk niveau vindt 2x per jaar overleg plaats tussen de gemeente Spijkenisse en de DCMR. In dit overleg tussen o.a. de wethouder milieu en een DB-lid van de DCMR worden onderwerpen, die van bestuurlijk belang zijn, afgestemd. Naast actuele ontwikkelingen wordt de voortgang van de uit te voeren werkzaamheden besproken. Financieel belang: De financiering van de DCMR door de gemeente vindt plaats op basis van programmafinanciering. Jaarlijks wordt in overleg met de gemeente een werkplan opgesteld, waarin de taken en werkzaamheden van de DCMR zijn beschreven. In de jaarlijkse indexeringsbrief die vanuit de collegebesturen van de participanten aan het DB van de DCMR is verstuurd wordt een bezuinigingstaakstelling van 3 procent benoemd voor 2012. Verrekend met de jaarlijkse stijgingsindex en de correctiefactoren vanuit voorgaande jaren betekent deze bezuiniging dat de gemeentelijke bijdrage voor 2012 gelijk dient te blijven aan die van 2011. In deze begroting is daarom rekening gehouden met een budget van € 618.601 gelijk aan het budget van 2011. Ontwikkelingen: Bezuiniging De rijksbezuinigingen die worden doorgevoerd op de gemeentelijke begrotingen hebben een doorwerking op de begroting van de DCMR. Vanuit de besturen van de participanten heeft de DCMR de opdracht gekregen om tot 2015 een korting van 10% door te voeren op de gemeentelijke bijdragen. In 2011 is een bezuiniging van 5% gerealiseerd, in 2012 wordt zoals hierboven ook aangeven gestreefd naar een 3% besparing en voor 2013 en 2014 wordt ingezet op 1% korting per jaar. Gezien het feit dat het aantal taken voor de DCMR door verdergaande decentralisatie toeneemt is het aan de ene kant voldoen aan de financiële taakstelling en aan de andere kant blijven zorgen voor een kwalitatief hoogwaardige invulling van de wettelijke milieutaken geen eenvoudige opgave. Het Dagelijks Bestuur is daarom ook in het afgelopen jaar nadrukkelijk het gesprek aangegaan met de participanten over de verwachtingen die men heeft van de DCMR in de toekomst. Hierbij is onder andere ingegaan op het takenpakket van de DCMR en de mogelijkheden om de efficiency nog verder te vergroten. Vorming RUD‟s Tussen het IPO, het Rijk en de VNG is in 2009 een “package deal” gesloten over de vorming van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD‟s). Het rijk heeft ingezet op de vorming van robuuste uitvoeringsdiensten om de versnippering van taken te verminderen en daarmee de kwaliteit te verhogen en om informatie-uitwisseling te verbeteren. In de package deal is afgesproken dat de oprichting van RUD‟s een bottum-up proces zal zijn waarbij wordt aangesloten aan de lokale behoeften van gemeenten. Hiermee is het vaste aantal van maximaal 25 RUD‟s in Nederland van tafel. Tevens is afgesproken dat het basispakket van de RUD‟s beperkt zal blijven tot (vrijwel) alleen milieutaken. Gemeenten kunnen zelf bepalen of zij eventueel taken op andere beleidsvelden willen overdragen. Wel dient aan vastgestelde kwaliteitscriteria te worden voldaan bij de uitvoering van deze taken. De provinciale besturen voeren de regie over de oprichting van de RUD‟s in de diverse regio‟s. Voor de regio Rijnmond vanuit de Provincie Zuid-Holland de DCMR aangewezen als RUD. De provincie heeft per 1 januari 2011 ook diverse uitvoeringstaken overgedragen aan de DCMR. Voor wat betreft gemeentelijke taken dient nog verder overleg plaats te vinden over de invulling van het takenpakket. In het verlengde hiervan heeft de Stuurgroep Voorne-Putten opdracht gegeven om de
Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 213
mogelijkheden tot samenwerking op Voorne-Putten bij de uitvoering van handhaving- en toezichtstaken (buiten het basispakket) te onderzoeken. Openbare Gezondheidszorg Rotterdam Rijnmond (OGZRR) Doel: Het openbaar lichaam OGZRR stelt zich ten doel: -
het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de bevolking of van specifieke groepen daarbinnen in het rechtsgebied van het lichaam;
-
het voorkomen en het vroegtijdig opsporen van ziekten onder de bevolking;
-
alles wat met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt.
In het kader van de gemeenschappelijke regeling OGZRR is het college van de gemeente Rotterdam verantwoordelijk voor de organisatie en het beheer van de GGD Rotterdam Rijnmond (GGD RR) als uitvoerende organisatie. Betrokkenen: Het rechtsgebied van de OGZRR omvat het grondgebied van Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Bestuurlijk belang: Per gemeente wordt één lid en één plaatsvervangend lid aangewezen voor het algemeen bestuur (AB) van de OGZRR. Het AB heeft de bevoegdheid op voorstel van het dagelijks bestuur over de omvang en inhoud van het basistakenpakket en de tarieven hieraan gekoppeld te besluiten (regiobegroting OGZRR). Verder behoren alle andere bevoegdheden in het kader van de gemeenschappelijke regeling OGZRR, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen, aan het AB. Overlegstructuren OGZRR: Als overlegvorm in de OGZRR wordt naast het AB en het DB eens per 2 maanden een portefeuillehoudersoverleg jeugd(gezondheids)zorg gehouden. Dit zogenoemde Pho JZ vindt voorafgaand aan het AB plaats. Hierbij is gekozen om tussen deze twee overleggen tijd te reserveren voor een gezamenlijk gedeelte, dat “het platform” wordt genoemd. De onderwerpenverdeling binnen de overleggen is dat in het AB met name onderwerpen op het gebied van volksgezondheid, sociaal beleid en zorg worden besproken. In het Pho JZ met name onderwerpen op het gebied van jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg en in het platform zaken die op het snijvlak liggen van deze twee overlegvormen. De agenda van het AB (en de overige genoemde overlegvormen) wordt voorbereid door een ambtelijke agendacommissie. Na de agendacommissie vindt voorafgaand aan het AB nog een ambtelijk kernteam plaats waarin naast de voorbereiding van de bestuurlijke overleggen ruimte is voor afstemming over overige gemeenschappelijke (regionale) zaken. Financieel belang: Vanaf 2012 zijn de gemaakte afspraken bij de overgang van de GGD Zuid Hollandse Eilanden naar de GGD Rotterdam Rijnmond niet meer van toepassing. De afnamegarantie liep tot en met 2011. Dit betekent dat de gemeente Spijkenisse vanaf 2012 het basistakenpakket afneemt, zoals dit vanuit de OGZRR is samengesteld. Het basistakenpakket 2012 is wordt naar alle waarschijnlijkheid in november 2011 vastgesteld door het AB. Voor de begroting 2012 is vanuit het overleg van de gemeentesecretarissen voorgesteld géén indexering voor alle gemeenschappelijke regelingen voor te stellen. Alle betrokken regiogemeenten hebben hiervoor
214 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse
zelfstandig voorstellen gedaan. Aan de hand van deze voorstellen heeft het AB de GGD RR een taakstelling opgelegd om ten aanzien van de begroting 2012 basistaken de nullijn ten opzichte van 2011 te hanteren (ofwel een bezuiniging van 3 procent te realiseren). De verwachte inwonersbijdrage ten behoeve van de uitvoer van de basistaken OGZRR zal voor Spijkenisse in 2012 waarschijnlijk € 5,75 bedragen (op moment van dit schrijven moet de begroting 2012 nog door het AB worden goedgekeurd en vastgesteld). Voor wat betreft de plustaken (niet zijnde basistaken) is de gemeente door het wegvallen van de afnamegarantie vrij om waar zij dat wil op basis van huidige afwegingen en beleid nieuwe keuzes in het pakket te maken. Overige ontwikkelingen Om het verzorgingsgebied zo goed mogelijk te kunnen bedienen is binnen de GGD RR besloten de activiteiten ten behoeve van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) los te koppelen van de activiteiten rondom de (volks)gezondheidstaken. Per 1 januari 2012 is deze loskoppeling een feit. De budgetten van de GGD en het CJG zullen per die datum gescheiden zijn. Ook binnen de gemeente zullen deze budgetten vanaf 2012 afzonderlijk in de begroting worden opgenomen, waarbij in de loop van 2011 ook voor 2012 afwegingen in plustaken zullen worden gemaakt. Stichting CJG Rijnmond Doel: -
Kinderen kunnen gezond en veilig opgroeien.
-
Uitvoering geven aan het wettelijk basistakenpakket en maatwerk op het gebied van de jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen binnen de lokale centra voor jeugd en gezin.
Betrokkenen: Alle gemeenten die deelnemen in de gemeenschappelijke regeling openbare gezondheidszorg Rotterdam Rijnmond (OGZ RR), exclusief de gemeente Capelle aan de Ijssel. Bestuurlijk belang: Stichting CJG Rijnmond is in de gemeenschappelijke regeling openbare gezondheidszorg Rotterdam Rijnmond (OGZ RR) aangewezen als exclusief uitvoerder van het wettelijke basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg 0-19 voor de gemeenten deelnemende gemeenten, exclusief de gemeente Capelle aan de IJssel. Naast een raad van toezicht is een Raad voor het Publiek belang ingesteld. De Raad voor Publiek belang bestaat uit één bestuurlijk vertegenwoordiger per betrokken gemeente. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad voor het Publiek belang zijn vastgelegd in de statuten van stichting CJG Rijnmond. Financieel belang: In 2012 zal stichting CJG Rijnmond het wettelijk basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg 0-19 (JGZ 0-19) uitvoeren. De regiobegroting 2012 is op het moment van schrijven (okt. 2011) nog niet vastgesteld. De verwachting is dat vanwege de schaalvergroting efficiencyvoordelen bereikt kunnen worden in de uitvoering van de wettelijke basistaken. Het streven is dat dit uiteindelijk leidt tot een daling van de gemiddelde bijdrage per inwoner in 2013. De efficiencyvoordelen in 2012 zijn nog onduidelijk, omdat dit het eerste jaar is dat voor alle deelnemende gemeenten de uitvoering van JGZ 0-19 volledig door CJG Rijnmond plaatsvindt.
Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 215
De werkelijke inwonerbijdrage per gemeente is mede afhankelijk van de kindaantallen en de decentrale huisvestingskosten. De prijsontwikkeling in het maatwerk en plusproducten is op dit moment nog niet duidelijk. Deze is nu voor JGZ 4-19 gebaseerd op de afnamegarantie afspraken in het kader van de transitie van de GGD ZuidHollandse eilanden. Voor de JGZ 0-4 jaar is deze gebaseerd op de tarieven van Careyn. Voor 2011 is voor de uitvoering van de basistaken JGZ 0-19 in totaal €1.278.817 aan subsidie verleend. Daarnaast wordt nog voor in totaal een bedrag van € 206.316 aan activiteiten in het kader van maatwerk en plustaken voor de JGZ 0-19 afgenomen. Ontwikkeling: -
In 2011 wordt het basistakenpakket en maatwerk voor de jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen voor de gemeenten op Voorne Putten en Goeree Overflakkee nog uitgevoerd door Careyn Maatschappelijke dienstverlening (Careyn). Per 1 januari 2012 worden de activiteiten overgeheveld naar Stichting CJG Rijnmond.
-
In Spijkenisse zal per 1 september 2011 de nieuwe hoofdlocatie aan de Hoogwerfsingel in gebruik genomen worden door stichting CJG Rijnmond. Hier zullen ook diverse andere kernpartners en ketenpartners in het CJG gehuisvest worden.
-
In de regio Rotterdam wordt een risicotaxatiemodel geïmplementeerd. Gedurende 2012 zullen de effecten hiervan geëvalueerd worden en zal stichting CJG Rijnmond met een voorstel komen voor implementatie in de regio.
HALT Rotterdam Rijnmond Doel: Deze gemeenschappelijke regeling is ingesteld met als doel middels haar werkzaamheden, die hun basis vinden in artikel 77e e.v. van het wetboek van strafrecht, bij te dragen aan het verminderen van veel voorkomende jeugdcriminaliteit door een lik-op-stuk reactie te geven op een gepleegd misdrijf of een begane overtreding. Betrokkenen: Rotterdam, Lansingerland, Capelle a/d IJssel, Krimpen a/d IJssel, Schiedam, Albrandswaard, Barendrecht, Ridderkerk, Bernisse, Brielle, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Middelharnis, Oostflakkee, Rozenburg, Spijkenisse, Westvoorne, Maassluis en Vlaardingen. Bestuurlijk belang: Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, vice voorzitter en zes andere leden. Het dagelijks bestuur wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen. De gemeenten Bernisse, Brielle, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Middelharnis, Oostflakkee, Rozenburg, Spijkenisse en Westvoorne wijzen één lid van het dagelijks bestuur aan. Financieel belang: In 2012 zal voor de begroting nog worden uitgegaan van een ongewijzigde systematiek van bekostiging. Aan kosten levert dit een bedrag op van € 246.789, daartegenover staan inkomsten van HALT Rotterdam-Rijnmond en de bijdragen van de gemeenten op Voorne-Putten Rozenburg en Goeree Overflakkee. Per saldo is de bijdrage van de gemeente Spijkenisse € 65.012. Ontwikkelingen: Halt Rotterdam Rijnmond wordt nu nog gevormd door een netwerk van lokale HALT vestigingen in combinatie met een regionaal bureau. De lokale HALT vestigingen nemen de primaire processen voor hun rekening. Het beheer daarvan wordt verzorgd door de gemeenten van vestiging. Het regionale bureau verzorgt de coördinatie van het netwerk gericht op de verbetering van de samenwerking van de lokale bureaus. Het regionale bureau wordt beheerd door een gemeenschappelijke regeling die voor dat doel 216 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse
aangegaan werd door de bestuursorganen van de gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond. Door nieuwe ontwikkelingen (ketenvorming, veiligheidshuizen) gaat het ontbreken van eenduidige aansturing steeds meer knellen. Deze ontwikkelingen stellen andere eisen aan de sturing en management van het HALT netwerk. Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling HALT heeft in 2010 opdracht gegeven om dit te onderzoeken en de organisatorische inrichting van het HALT netwerk aan te passen aan deze veranderende omstandigheden. Aanvankelijk heeft het Halt bestuur geopteerd voor het bijeen brengen van bestuur, beleid en beheer en verantwoording in een nieuw op te zetten gemeenschappelijke regeling. Maar door de landelijke tendens om de organisatie van de Haltbureaus door fusies op te schalen naar grotere eenheden (en daarmede ook aan te sluiten bij de opschalingsontwikkelingen van Politie en Openbaar Ministerie (fusies van de Arrondissementen Rotterdam en Dordrecht en de aanstaande samenvoeging regio‟s Rotterdam Rijnmond en Zuid-Holland Zuid van de politie) heeft het bestuur gemeend daarbij aan te sluiten. Dat betekent ook dat de gedachte om te kiezen voor een gemeenschappelijke regeling wordt verlaten ten gunste van de stichtingsvorm. Door het Halt Bureau onder te brengen in een stichting wordt aangesloten bij de meest voorkomende rechtsvorm voor Halt Bureau‟s elders in het land en worden fusies eenvoudiger te realiseren. In eerste instantie beoogd het bestuur samen te gaan met het Halt Bureau in de regio Zuid Holland Zuid. Op termijn wordt zelfs een fusie met de Halt organisatie in de regio Haaglanden niet uitgesloten. Halt Nederland wil uiteindelijk een landelijk dekkend werk gerealiseerd zien van 6 tot 10 regionale Halt-organisaties. Gemeenschappelijke regeling Volwasseneneducatie Rijnmond Doel: In 1992 is het Openbaar Lichaam Volwasseneneducatie Rijnmond (OLIVER) in het leven geroepen. In dit lichaam hebben de portefeuillehouders „Volwasseneneducatie‟ van de 19 Rijnmond-gemeenten zitting. Het OLIVER koopt Voortgezet Volwassenen Onderwijs (VAVO) in voor de deelnemende gemeenten. Het beoogd effect van de gemeenschappelijke regeling is het in stand houden van een compleet regionaal aanbod voor volwassenen van 18 jaar en ouder op het gebied van VAVO. In de loop van de jaren is het OLIVER uitgegroeid tot een opiniërend, beleidsvoorbereidend en bepalend orgaan op het gebied volwasseneneducatie. Ook aan volwasseneneducatie gerelateerde onderwerpen worden in het OLIVER besproken. Betrokkenen: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland (ISGO), Goedereede (ISGO), Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Middelharnis (ISGO), Oostflakkee (ISGO), Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Bestuurlijk Belang: Het algemeen bestuur van het OLIVER wordt gevormd door de collegeleden (portefeuillehouders volwasseneneducatie) van de 19 betrokken gemeenten. De wethouder van de gemeente Rotterdam is voorzitter van het OLIVER. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en vier, uit het algemeen bestuur gekozen, bestuurders. De bestuurders worden ondersteund door een regionaal ambtelijk vooroverleg het Regionaal Overleg Volwassenen Educatie Rijnmond (ROVER). De ambtelijke ondersteuning van de gemeenten Capelle aan den IJssel, Rotterdam en Spijkenisse zijn hiervan de trekkers. In de gemeenschappelijke regeling zijn alle afspraken over het algemeen en dagelijks bestuur vastgelegd. Financieel belang: In het kader van de gemeenschappelijke regeling wordt jaarlijks op regionaal niveau vanuit OLIVER met het VAVO Rijnmond college (VRC), een samenwerking van ROC Zadkine en ROC Albeda, voor alle deelnemende gemeenten contracten afgesloten voor wat betreft het VAVO. Hierdoor kan schaalvoordeel Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 217
behaald worden. Op basis van een verdeelsleutel dragen de gemeenten jaarlijks een deel van hun WEBgelden. De gemeenten ontvangen geoormerkte middelen Rijksbijdrage Educatie voor volwasseneneducatie, te besteden bij een regionaal opleidingscentrum (ROC). Het budget dat ingezet wordt voor de inkoop van VAVO betreft een deel van de educatiemiddelen uit het Participatiebudget. Deze middelen zijn geoormerkt voor educatie tot 1 januari 2013. Voor 2011 is een bedrag van € 220.000 gereserveerd voor VAVO. De kosten van het OLIVER zijn geregeld in artikel 17 van de gemeenschappelijke regeling en gerelateerd aan het inwoneraantal en bedragen € 0,01 per inwoner. Voor de gemeente Spijkenisse zijn deze kosten afgerond ongeveer € 750 per jaar. Ontwikkelingen: De verlenging van de regeling beslaat de periode 2011-2014, met een herijking op 31 december 2012. Dit moment valt samen met de afschaffing van de verplichte winkelnering. Gemeenten kunnen op 31 december 2012 zonder enige financiële gevolgen hun deelname in de gemeenschappelijke regeling beëindigen. Samenwerking Werk, Inkomen en Zorg Doel: In het kader van de intergemeentelijke samenwerking op Voorne Putten is deze gemeenschappelijke regeling door Spijkenisse aangegaan met Brielle en Bernisse ter uitvoering van de aan de gemeenten opgedragen taken op het gebied van werk, inkomen en zorg. Betrokkenen: Centrumgemeente (lees gemeente Spijkenisse) voert op basis van de gemeenschappelijke regeling met nadere uitwerking in een dienstverlenings-overeenkomst (dvo) voor de gemeenten Brielle en Bernisse de wettelijke taken uit op het gebied van werk, participatie, inkomen en zorg. Bestuurlijk belang : Deze gemeenschappelijke regeling wordt aangemerkt als een lichte vorm van samenwerking, waarbij het college van Spijkenisse (centrumgemeente) door de colleges van Brielle en Bernisse wordt gemandateerd om op basis van in de dienstverlenings-overeenkomst omschreven afspraken, de wettelijke taken uit te voeren. Er is dus geen direct bestuurlijk belang. Financieel belang: De taken zoals beschreven in de GR worden uitgevoerd door de centrumgemeente. De daarvoor in de afzonderlijke begrotingen van Brielle en Bernisse opgenomen gelden worden maandelijks overgeheveld naar de centrumgemeente. De centrumgemeente legt over de bedrijfsvoering verantwoording af. Aan het eind van ieder kalenderjaar vindt de jaarlijkse eindafrekening plaats. Over de kosten van bedrijfsvoering wordt voorafgaand door de centrumgemeente een (geactualiseerde) kostenbegroting opgesteld. Na instemming door de betrokken gemeenten worden de kosten volgens overeengekomen bedragen en tijdstippen met elkaar verrekend. Inwerkingtreding en duur van de samenwerking: Deze gemeenschappelijke regeling treedt in werking op 1-1-2012 en kent een looptijd van in ieder geval 5 jaar met een stilzwijgende verlenging van telkens een jaar. Er geldt in alle gevallen een opzegtermijn van twee jaar. Over toe- en uittreding zijn met de colleges van de huidige gemeenten afspraken gemaakt. Ontwikkelingen: In breed verband zijn de 3 betrokken gemeenten al geruime tijd met elkaar in overleg over de op handen zijnde samenwerking. Op 1 januari 2011 is de gemeente Rozenburg al uit de ISD weggevallen in verband 218 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse
met de overgang naar Rotterdam. De herverdeling van de werkzaamheden heeft eveneens geleid tot herverdeling van de formatie richting Spijkenisse (centrumgemeente) en Rotterdam. Alle nu nog in vaste dienst werkzaam ISD-personeel is vanaf 1-1-2012 een passende en\of geschikte baan in Rotterdam of Spijkenisse aangeboden. De huidige nog bestaande gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Brielle en Bernisse – genaamd de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) – houdt formeel 31-12-2011 op te bestaan en zal dan verder in een liquidatie gaan. Overige gemeenschappelijke regelingen Hierbij kan gedacht worden aan stichtingen en verenigingen waarin de gemeente een zetel in het bestuur heeft en waarbij er sprake is van financieel belang. Met het oog op de behartiging van het publieke belang is de gemeente Spijkenisse in het bezit van een deel van de aandelen van een aantal vennootschappen. Hierna volgt een overzicht van de vennootschappen. Eneco Doel: Op betrouwbare, veilige en maatschappelijke verantwoorde wijze leveren van energie en daaraan gerelateerde producten aan particuliere en zakelijke klanten. Betrokkenen: De aandeelhouders van de structuurvennootschap Eneco Holding N.V. zijn een groot aantal gemeenten in Zuid-Holland, Friesland, Noord-Brabant en Noord-Holland. De gemeente Spijkenisse bezit circa 1,75% (87.085 stuks) van de aandelen Eneco. Rotterdam heeft ruim 30 procent en Dordrecht ongeveer 9% van de aandelen Eneco in bezit. Bestuurlijk Belang: Het aandeelhouderschap in Eneco wordt vertegenwoordigd door de wethouder financiën, centrumplan, economische zaken en overheidsbedrijven. Financieel belang: Winst Over 2008 bedroeg de winst € 272 miljoen, over 2009 € 177 miljoen en over 2010 € 141 miljoen. Hieruit blijkt dat de winst in 2010 wederom fors gedaald is. De winstdaling kan in hoofdlijnen worden toegeschreven aan drie factoren te weten: -
De omzet is met 6 procent gedaald voornamelijk als gevolg van lagere tarieven en het economisch klimaat.
-
De destijds voorgenomen splitsing van het bedrijf brengt extra kosten met zich mee van ongeveer € 40 miljoen
-
Het treffen van een voorziening van € 9 miljoen voor de afvloeiing van medewerkers.
Dividendbeleid Tot het boekjaar 2005 kende Eneco een dividendbeleid, waarbij 40 procent van de behaalde nettowinst aan de aandeelhouders werd uitgekeerd. Vanaf 2006 is het dividendbeleid gewijzigd in 50 procent. Over de boekjaren 2005 tot en met 2007 is een verhoogd percentage van 55 van de behaalde nettowinst uitgekeerd. Over 2008 tot en met 2010 is 50 procent van de winst uitgekeerd als dividend. Dividend 2010 Voor het dividend 2010 betekent dit dat Spijkenisse gerechtigd is voor € 1.234.865. In de A.V.A. van 21 april 2011 is het dividend vastgesteld. Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 219
Ontwikkelingen: Splitsingswet Eneco heeft er voor gekozen om de activiteiten productie/handel/levering, netbeheer en infra onder te brengen in aparte bedrijven. Deze herinrichting is afgerond in 2008 met drie kernbedrijven. Dit zijn Eneco (energie), Stedin (netbeheer) en Joulz (infra). De drie bedrijven functioneren zelfstandig en vanuit een eigen missie. De holding is omgevormd tot een kleine financieel-strategische holding. De Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON), in de volksmond de splitsingswet genoemd, is een wet die in aanvulling op de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet nadere regels geeft over onafhankelijk netbeheer. De wet is op 21 november 2006 aangenomen. De wet bevat drie hoofdelementen, te weten: - de overdracht van het beheer van de hoogspanningsnetten met een spanningsniveau 110-150 kV aan TenneT; - de creatie van zogenaamde 'vette netbeheerders' die tevens over de economische eigendom van het net beschikken en - de invoering van het groepsverbod. De eerste twee elementen zijn per 16 januari 2007 inwerking getreden. Hetzelfde geldt voor het vereiste dat de netbeheerder over de economische eigendom van de infrastructuur moet beschikken. Het groepsverbod is op 1 juli 2008 in werking getreden. Tot 1 januari 2011 hebben de geïntegreerde energiebedrijven (energiebedrijven met zowel netbeheer als productie, handel en levering) de tijd om zich te splitsen. In 2008 heeft Stedin de WON geïmplementeerd voor zover die betrekking heeft op de vette netbeheerder. Per 1 juli 2008 is de juridische en economische eigendom van de netten overgedragen. Door het huidige aandelenbezit te splitsen in aandelenbezit van het distributiebedrijf en het netbeheer zouden overheden het aandelenbezit in de commerciële sfeer (distributiebedrijf) kunnen verkopen. Als aandeelhouder van Eneco worden de ontwikkelingen door Spijkenisse op de voet gevolgd. Splitsing van het bedrijf De splitsingwet gaat uit van een solvabiliteit van 40 procent. De solvabiliteit van het netwerkbedrijf, na fictieve splitsing, zou per 31 december 2008 zijn uitgekomen op 40 procent. Inmiddels is duidelijk dat in relatie tot de uitkomsten van de jaarrekening 2010 bij splitsing de solvabiliteit van het netwerkbedrijf zou uitkomen op 44 procent. De minister heeft echter met nadere een solvabiliteitseis gesteld van 50 procent na splitsing. Dit geeft problemen bij het doorvoeren van de door de Staat beoogde splitsing. Gerechtelijke procedure tegen de splitsingswet Op 22 juni 2010 is uitspraak gedaan in de door Eneco, Essent en Delta aangespannen juridische procedure tegen de invoering van de splitsingwet. De rechter heeft de energiebedrijven in het gelijk gesteld. De rechtbank geeft aan dat de door de overheid opgelegde splitsing in strijd is met het Europees recht. De splitsing, zoals die door Nederland is opgelegd gaat veel verder dan de andere Europese partners. De splitsing van Eneco en Delta is daarna direct stopgezet. Essent is al gesplist. De splitsing van de bedrijven kost veel geld. De energiebedrijven zullen hiervoor een claim bij de Staat neerleggen. De Staat heeft aangekondigd tegen de uitspraak in cassatie te gaan. De juridische procedure hierover loopt nog steeds. Mogelijke fusie Delta en Eneco Al jaren geleden is er gesproken over een fusie tussen Delta en Eneco. De fusie mogelijkheid is nu opnieuw in het vizier. Op 16 juli 2010 heeft Eneco een persbericht hierover uitgebracht. Er zijn voor en tegens in relatie tot de fusie. In het najaar van 2010 worden publieke aandeelhouders geïnformeerd. Het fusieproces kan nog jaren in beslag nemen.
220 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse
Dividendverwachting 2012 en verder Omdat het uitkeren van dividend afhankelijk blijft van de behaalde resultaten, is voor het toe te passen dividendbeleid in de begroting 2012 een raming aangehouden op basis van 100 procent van het ontvangen dividend in 2011 rekeninghoudend met een stijging van 8 procent. Gemeenschappelijk Bezit Evides Doel: Op betrouwbare, veilige en maatschappelijke verantwoorde wijze leveren van drink- en industrieel- water en daaraan gerelateerde producten aan particuliere en zakelijke klanten. Betrokkenen: De aandeelhouders van de structuurvennootschap Evides Holding N.V. zijn een groot aantal gemeenten in de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en de provincie en gemeenten in Zeeland. De gemeente Spijkenisse bezit circa 3,6 procent van de aandelen Gemeentelijk Bezit Evides (GBE), die op haar beurt 50 procent bezit in de N.V. Evides. Het bij de fusie en ontstaan van Evides ingebrachte bezit is het 1 op 1 ingebrachte aandelenbezit van het v.m. waterbedrijf Europoort. De overige 50 procent van N.V. Evides is in handen van de andere fusiepartner N.V. Delta, het moederbedrijf van Delta waterbedrijf B.V. Bestuurlijk Belang: Het aandeelhouderschap in Evides wordt vertegenwoordigd door de wethouder financiën, centrumplan, economische zaken en overheidsbedrijven. Financieel belang: Evides keert bij normale bedrijfsvoering jaarlijks aan aandeelhouders per boekjaar een interim- en slotdividend uit. Het aan Spijkenisse uitgekeerde dividend over 2010 bedroeg € 524.882. Over 2010 bedroeg de winst € 42,6 miljoen. In 2010 is de winst, ten opzichte van 2009 licht gestegen, conform de verwachting. Voor 2011 wordt een forse stijging van de winst verwacht van € 42,6 miljoen over 2010 naar € 53,1 miljoen in 2011. Dit betreft een eenmalig verhoogd resultaat. Ontwikkelingen: Het waterbedrijf N.V. Evides heeft in een Algemene Vergadering van Aandeelhouders (A.V.A.) aangegeven het beste en goedkoopste waterbedrijf van Nederland te willen zijn. De afgelopen jaren is daarbij het tarief gelijk gebleven door geen prijsindexatie toe te passen. In 2009 werd zelfs een tariefsverlaging van 5 procent doorgevoerd om de solvabiliteit niet verder te laten oplopen. Om aan het door Evides ingestelde plafond op grond van de Waterwet van 36 procent solvabiliteit te voldoen zullen in de komende jaren mogelijk weer prijsaanpassingen van tarieven naar boven aan de orde zijn. In de voorbije jaren tot en met 2011 zijn de prijsaanpassingen niet doorgevoerd. Het in 2009 ingestelde solvabiliteitsplafond is aan wijziging toe. Het solvabiliteitsplafond wordt op termijn stapsgewijs verhoogd naar 38 procent tot eind 2013 na winstbestemming. Eind 2010 bedroeg de solvabiliteit 37 procent. BNG De gemeente Spijkenisse bezit 7.020 aandelen B van nominaal € 2,50 in de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten. Deze deelneming wordt niet actief gevolgd. De bank is trots op haar triple A rating hetgeen betekent, dat aandeelhouders zich heel veilig kunnen voelen. Voor het overige genereert deze deelneming een naar verhouding prettig rendement voor onze gemeente. Voor het begrotingsjaar 2012 wordt rekening gehouden met een regulier dividend van ongeveer € 15.000 per jaar.
Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 221
DataLand Doel: Verkoop aan derden van vastgoed- en geo-informatie op basis van een intergemeentelijke samenwerking. Deze deelneming werd in 2003 een feit, toen na afronding van de besluitvorming definitief werd overgegaan om te gaan deelnemen in het aandelenkapitaal van de Stichting Administratiekantoor DataLand in casu DataLand B.V. De vermelde stichting is opgericht door de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten en geeft certificaten uit aan geïnteresseerde gemeenten tegen een overeengekomen prijs per certificaat. Als tegenprestatie voor het participeren in certificaten DataLand B.V. wordt de gemeente verzocht tweemaal per jaar haar gebouwengegevens uit het gemeentelijk bestand te leveren. Onze gemeente bezit in totaal 31.305 certificaten van aandelen van nominaal € 0,10 per certificaat. Als participant in DataLand B.V. heeft onze gemeente op de certificaathoudervergadering de mogelijkheid haar wensen kenbaar te maken. Met de deelname in DataLand B.V. wordt beoogd goed aan te sluiten bij de actuele ontwikkelingen van overheidsloket, e-government, de toegankelijkheid van overheidsinformatie, de transparante en betrouwbare overheid evenals de stroomlijning van basisgegevens. Verder is deelname niet anders te zien dan een vorm van samenwerking tussen gemeenten ter behartiging van het openbaar belang. Dankzij de samenwerking met inmiddels 402 deelnemende gemeenten, vele afnemers en andere betrokkenen bij de overheidsinformatievoorziening is DataLand uitgegroeid tot het landelijke informatieknooppunt voor vastgoed- & geo-gerelateerde gemeentelijke gegevens. In het afgelopen jaar is bijgedragen aan landelijke overheidsinitiatieven, zoals Stroomlijning Basisgegevens en de implementatie van de geo-gerelateerde basisregistraties, onder andere met het succes verlopen Veluwe-initiatief, waarmee een eerste proeve van een werkend stelsel van basisregistraties is gerealiseerd. De resultaten over 2010 zijn als volgt: - een groei tot 402 deelnemende gemeenten, dit is 94 procent van alle gemeenten; - 94 procent van alle gebouwde objecten in Nederland toegankelijk; - verbreding van het gegevensaanbod met omgevings- en financiële gegevens; - meer dan 25 publieke en private afnemers, op landelijk en regionaal niveau; - groei van het aantal bouwgegevens tot 530 miljoen en 7,5 miljoen geleverde objecten op adresniveau; Financieel belang: Het jaarresultaat van DataLand bedroeg in 2010 € 92.286. Het jaarresultaat ligt op 8,25% van de netto omzet. Bij DataLand is in de afgelopen jaren een negatief eigen vermogen ontstaan door de geaccumuleerde verliezen die, na afboeking van het resultaat 2010, nog € 743.355 bedragen. Ontwikkelingen: In 2010 wordt gestreefd naar 100 procent deelnemende gemeenten. Nu DataLand qua bedrijfsvoering in 2007 in een volgende groeifase terecht is gekomen zal een oriëntatie plaatsvinden naar de organisatieontwikkeling. Ook in 2011 en verder wordt een positief bedrijfsresultaat nagestreefd. Het bedrijfsresultaat is mede gebaseerd om een geprognosticeerde “omzet van data” en de bij gemeenten in rekening te brengen kostenvergoeding voor activiteiten in het kader van kwaliteitsmanagement. Gebaseerd op een financieel gezonde bedrijfsvoering wordt aandacht geschonken aan de inzet en ontwikkeling van ICT-middelen ten behoeve van de beheer- en distributieactiviteiten van DataLand, mede afgestemd op de basisfunctionaliteit van de Landelijke Voorzieningen. DataLand heeft 10 medewerkers allen in deeltijd in vaste dienst. Andere medewerkers worden op basis van een VARverklaring ingehuurd dan wel zijn op basis van een jaarcontract met gegarandeerde beëindiging in dienst bij DataLand. 222 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse
N.V. Reinis Doel: De vennootschap heeft ten doel: - ten algemene nutte werkzaam te zijn op het gebied van de verwijdering van afval binnen met name het grondgebied van de gemeente Spijkenisse en de daarop aansluitende regio; - het reinigen van de openbare ruimte, evenals de buitenruimte bij bedrijven; - te voorzien in de behoeften aan andere diensten of het verrichten van ondersteunende activiteiten op het gebied van afvalinzameling; - het verlenen van facilitaire diensten, daaronder uitdrukkelijk begrepen het verlenen van diensten aan derden; - en voorts al wat met het vorenstaande verband houdt of daartoe dienstig is, alles op te nemen in de ruimste zin van het woord. Betrokkenen: Gemeente Spijkenisse. Bestuurlijk belang: Het aandeelhouderschap in N.V. Reinis wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (kortweg A.V.A.) vertegenwoordigd door de wethouder financiën, centrumplan, economische zaken en overheidsbedrijven en de wethouder beheer openbare ruimte, wonen en wijkveiligheid. Financieel belang: Het volgestorte en geplaatste aandelenkapitaal bedraagt € 1,8 miljoen, wat door de gemeente Spijkenisse bij het opstarten ter beschikking werd gesteld. Aan het eind van het jaar vindt de vaststelling van de jaarrekening in de A.V.A. plaats. Een eventueel voordelig resultaat kan statutair worden aangewend voor: - het delgen van verliezen uit voorafgaande jaren; - in stand houden van reserves, die krachtens die wet moeten worden aangehouden; - hetgeen hierna resteert, kan worden toegevoegd aan de algemene reserve van de vennootschap; - eventueel kan worden besloten aan de aandeelhouder(s) een uitkering ten laste van het resultaat te doen. Ontwikkelingen: De verzelfstandiging van de afdeling Stadsreiniging in de N.V. Reinis bleek er mede op gericht een (meer) klantgerichte en slagvaardige organisatie na te streven, die in staat zou zijn sneller en beter op de maatschappelijke ontwikkelingen te kunnen inspelen. Tegelijkertijd zou een meer kansrijke onderneming ontstaan. Elementen Spijkenisse B.V. Doel: In augustus 2011 is Elementen Spijkenisse B.V. opgericht. Elementen Spijkenisse B.V. is opgericht voor de aankoop en exploitatie van de 105 appartementen in de tweede toren “Rokade” genaamd. De 105 appartementen zullen in eerste aanleg direct worden verkocht of verhuurd. Binnen een periode van 20 jaar zullen de huur appartementen worden verkocht. Betrokkenen: De gemeente bezit alle aandelen in de besloten vennootschap. Het gestorte aandelenkapitaal van de vennootschap bedraagt € 500.000. Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse | 223
Bestuurlijk belang Het aandeelhouderschap in Elementen Spijkenisse B.V. wordt vertegenwoordigd door de wethouders -Financiën, centrumplan, economische zaken en overheidsbedrijven. -Zorg, volksgezondheid, grondzaken, accommodatiebeheer, inburgering en integratie, automatisering, klantgerichtheid, en -Ruimtelijke ontwikkeling en milieu, verkeer en vervoer, sociale zaken, werkgelegenheid, economische zaken, middenstandsaangelegenheden, (stads)regionale zaken. Financieel belang Het gestorte aandelenkapitaal bedraagt € 0,5 miljoen, wat door de gemeente Spijkenisse bij de oprichting ter beschikking werd gesteld. Daarnaast is agio gestort van € 2.500.000. Aan het eind van het jaar vindt de vaststelling van de jaarrekening in de A.V.A. plaats. Ontwikkelingen Medio 2011 is gestart met de verdere verkoop of verhuur. De resultaten hiervan waren bij het opmaken van de begroting nog niet bekend. Vennootschappen algemeen Het is duidelijk dat de gemeente Spijkenisse als aandeelhouder van Eneco, Gemeenschappelijk Bezit Evides (GBE), N.V. Reinis en Elementen Spijkenisse B.V. probeert haar invloed uit te oefenen door haar stem uit te brengen in de vergadering van aandeelhouders. Tegelijkertijd wordt een dergelijke vergadering in bovenstaande gevallen gebruikt om de laatste ontwikkelingen in geval van fusie/overname te kunnen volgen om daar een mening over te kunnen vormen. Vermeldenswaard is dat de deelnemingen in bovenvermelde bedrijven zijn ontstaan uit een historische regionale band toen de bedrijven nog in een beginstadium verkeerden. Inmiddels hebben we het door de jarenlange groei van deze bedrijven over aanmerkelijk grotere bedrijven, die ook (in omvang) de regio zijn ontgroeid. Met de gestage groei van deze bedrijven nam ook het rendement toe van deze deelnemingen. Vanuit dit oogpunt zou het dan ook nog maar de vraag kunnen zijn of de mogelijkheid van afstoten van belang (voor zover toegestaan) een reële optie zou zijn. Echter de grootschaligheid van de bedrijven brengt ondertussen ook grote mogelijke risico‟s met zich mee, waar de aandeelhouder mee kan worden geconfronteerd. Het mogelijk afstoten van het belang in dergelijke bedrijven is bij gemeenten en provincies inmiddels in een groeiende belangstelling gekomen, mede omdat er ook bij afstoten van het belang een eenmalige boekwinst kan worden gerealiseerd. Uiteraard is dat alles een goede studie waard en zal een beslissing daartoe slechts dan worden genomen als uit de daarbij behorende condities / voorwaarden een gunstige keuze voor Spijkenisse kan worden gemaakt. Overige samenwerkingsverbanden Dit zijn met name stichtingen waar sprake is van zowel een bestuurlijk als een financieel belang.
224 | Programmabegroting 2012 Gemeente Spijkenisse