Dit is een interactieve pdf. Ga naar inhoud >
Jaarverslag 2010
4 december 16.03 uur Utrecht, perron 18b
Vervoerders
4 naar inhoud
Voor het spoor
Kerncijfers
(bedragen in miljoenen euro’s)
2010
2009
2008
2007
2006
Exploitatie 1.757
1.533
1.440
1.330
1.473
-1.736
-1.516
-1.439
-1.300
-1.442
21
17
1
30
31
0
0
0
0
0
19.573
19.031
18.101
18.193
13.124
5.195
3.887
4.126
4.857
141
494
1.814
1.855
1.971
2.106
18.165
17.575
16.251
16.336
11.082
581
565
540
573
265
Bruto-investeringen
1.289
1.077
1.023
858
875
Investeringsbijdragen
1.284
923
929
792
743
2010
2009
2008
2007
2006
Aantal medewerkers (gemiddeld)
4.161
3.679
3.220
2.903
2.651
Aantal fte's (gemiddeld)
3.954
3.489
3.049
2.747
2.508
Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Resultaat na belastingen Vermogen1 Balanstotaal Eigen vermogen Langlopende schulden Activa Materiële vaste activa Jaarafschrijvingen2
(in absolute aantallen)
Medewerkers
1
e stelselwijziging in 2007 voor de waardering van materiële vaste D activa veroorzaakt een toename op het balanstotaal, het eigen ver mogen en de materiële vaste activa in 2007. De cijfers 2006 zijn niet aangepast.
2
In 2006 zijn de afschrijvingen tegen de aanschaffingsprijs; vanaf 2007 zijn de afschrijvingen tegen actuele waarde ingevuld door de vervangingswaarde (m.u.v. terreinen en werken in constructie).
3
In 2010 zijn enkele verbeteringen doorgevoerd in de onderliggende administratie van de kwantiteiten. Hiernaast zijn enkele definities aangescherpt. Dit heeft geleid tot een aanpassing van kwantiteiten in de categorieën netlengte, spoorlengte wissels en overwegen. De aanwezige kwantiteiten zijn niet wezenlijk veranderd.
4
e stijging in 2010 is met name het gevolg van de toevoeging van D spooraansluitingen (enkelsporig) en opstelterreinen (meersporig). In de berekeningen in voorgaande jaren waren deze niet opgenomen. De aanwezige netlengte is niet wezenlijk veranderd.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
e stijging in de spoorlengte in 2010 is met name het gevolg van D de berekening van de wissels in de spoorlengte. In 2010 zijn alle drie de benen van een wissel meegeteld. De aanwezige spoorlengte is niet wezenlijk veranderd. 6 In 2007 is het aantal kilometers t.o.v. 2006 toegenomen door ingebruikname van de Betuweroute. 5
7
In 2007 is het aantal kilometers t.o.v. 2006 toegenomen door ingebruikname van de Betuweroute en de viersporigheid Amsterdam-Utrecht.
8
anaf 2007 is het aantal duizenden m2 stationsoppervlakte V aangepast als gevolg van verfijning van de objectregistratie. Voorpleinen worden vanaf 2008 niet langer meegeteld.
9
e toename van het aantal tunnels in 2007 t.o.v. 2006 is D veroorzaakt door de overkapping bij station Barendrecht en de ingebruikname van de Betuweroute.
4 naar inhoud
3
(in absolute aantallen)
2010
2009
2008
2007
2006
Kwantiteiten 3.016
2.886
2.896
2.896
2.776
waarvan enkelsporig
959
904
915
915
926
waarvan meersporig
2.057
1.982
1.981
1.981
1.850
netlengte geëlectrificeerd
2.107
2.195
2.195
2.195
2.028
Totale spoorlengte3 5 7 (in km)
7.002
6.823
6.830
6.830
6.517
131
105
91
104
114
7.342
7.533
7.508
7.488
7.645
122
130
138
126
123
Overwegen3
2.736
2.659
2.696
2.720
2.716
waarvan beveiligd3
1.673
2.036
2.059
2.066
2.049
11.523
11.581
11.337
10.882
9.825
391
389
387
386
376
1.744
1.682
1.654
1.736
1.409
Beweegbare bruggen
60
76
76
86
86
Tunnels
13
13
13
12
6
Netlengte in exploitatie 3, 4, 6 (in km)
waarvan vervangen in boekjaar Wissels3 waarvan vervangen in boekjaar
Seinen Stations7 Stationsoppervlakte (in duizenden m ) 8
2
9
Tonkilometers (in miljarden per jaar)
47
48
52
51
47
waarvan personen
35
36
37
36
33
waarvan goederen
12
12
15
15
14
Treinkilometers (in miljoenen per jaar)
146
145
145
143
136
waarvan personen
134
133
131
129
122
waarvan goederen
11
11
13
13
13
waarvan overig (aannemers/testritten)
1
1
1
1
1
Aantal klanten (spoorwegondernemingen)
35
36
36
35
29
waarvan personen
10
10
10
10
8
waarvan goederen
15
16
15
15
12
waarvan overig (aannemers/museumlijnen)
10
10
11
10
9
k e rnci j f e rs
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Dit is een interactieve pdf. Klik in de inhoud om naar de betreffende pagina te gaan.
Inhoud
Kerncijfers Prorail in het kort Maatschappelijke verwachtingen Voorwoord
2
6 8 10
Verslag van de directie
12
1 Voor het spoor
13
1.1 Dienstverlening 1.2 Bouwprojecten 1.3 Omgeving
2 ProRail
45
2.1 Missie en strategie 2.2 Medewerkers 2.3 Besturing
3 Financieel verslag 3.1 Bedrijfsresultaat
65
3.2 Bedrijfsopbrengsten 3.3 Bedrijfslasten 3.4 Investeringen en financiering
Bericht van de raad van commissarissen
70
Personalia
78
Jaarrekening Balans per 31 december 2010
80
81
83 Exploitatierekening 2010 83 Kasstroomoverzicht 2010 Toelichting op de balans, de exploitatierekening en het kasstroomoverzicht 85 109 Niet in de balans opgenomen regelingen
Overige gegevens
112
Resultaatsbestemming Controleverklaring
113
GRI-tabel
117
115
4 december 2011, een twitterverslag van Janine de Vries
i nho ud
ProRail in het kort Missie ProRail is een publieke dienstverlener in spoormobiliteit die non-stop, 24/7, zorgt voor een beschikbaar, betrouwbaar en veilig spoor voor zijn klanten. Hiermee wil ProRail een belangrijke bijdrage leveren aan het non-stop in beweging en bereikbaar houden van Nederland.
Profiel
Werkgebied
ProRail is verantwoordelijk voor het tot stand komen en beheren van spoorwegen en andere infrastructuur in Nederland. Het beheer omvat de zorg voor de kwaliteit, de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van vervoersinfrastructuur, in het bijzonder railinfrastructuur en de hiermee samenhangende voorzieningen. We zorgen voor een eerlijke verdeling van de capaciteit en we leiden het verkeer over de infrastructuur.
Het werkgebied van ProRail is de Nederlandse markt met aandacht voor grensaansluitingen. ProRail werkt vanuit vier regio’s: Randstad Noord, Randstad Zuid, Noordoost en Zuid. Het hoofdkantoor van ProRail is gevestigd in Utrecht. Er zijn vier regio kantoren, in Amsterdam, Rotterdam, Zwolle en Eindhoven. Verspreid over het land heeft ProRail 12 verkeersleidingsposten.
De Nederlandse staat heeft een beheerconcessie afgegeven aan ProRail voor een periode van 10 jaar van 2005 tot 2015. We stellen elk jaar een beheerplan op met onze concrete doelstellingen voor het jaar. We meten onze prestaties aan de hand van een aantal afgesproken kernprestatie-indicatoren (KPI’s) en rapporteren elk kwartaal aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
7
Stakeholders De stakeholders zijn opnieuw in kaart gebracht bij het opstellen van de bedrijfsstrategie voor de periode 20092015. Op basis van een analyse van de spoorketen zijn de betrokken partijen aangemerkt als onze stakeholders. De omgeving hebben we, vanwege onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, gekwalificeerd als aparte stakeholdercategorie. In de identificatie van stakeholders zijn enkele categorieën externe partijen niet aangemerkt als stakeholder. Het gaat hierbij om partijen waarmee wij samenwerken in kleine niet-kernactiviteiten. In de afgelopen jaren is het contact met onze stakeholders intensiever en zakelijker geworden.
De frequentie van het contact met onze stakeholders is afhankelijk van de aard van de dialoog. Accountmanagement, de tafel van verdeling, overleg van regiodirecties met lokale bestuurders, overleg met leveranciers, omgevingscommunicatie, het aanbieden van lespakketten, tevredenheidsonderzoeken onder reizigers en overleg met overheidsvertegenwoordiging vindt plaats als onderdeel van onze reguliere activiteiten. Het tevredenheidsonderzoek onder overheden, leveranciers, omwonenden, samenleving en medewerkers vindt eenmaal per jaar plaats. Het volgende overzicht verwijst naar de paragrafen waarin ons contact met stakeholders beschreven is:
Stakeholder
Dialoog
Meer informatie
Vervoerders
Accountmanagement, Tafel van verdeling, Tevredenheidsonderzoek
Samenwerking met vervoerders, p.15
Reizigers
Tevredenheidsonderzoek
Informatie voor reizigers, p.24
Opdrachtgevers
Regiodirecties, Relatiedagen, Tevredenheidsonderzoek
Creativiteit, p.32, Goed opdrachtgeverschap, p.35
Omwonenden
Omgevingscommunicatie, Draagvlakonderzoek, Tevredenheidsonderzoek
Betrokkenheid, p.36-37, Creativiteit p.32
De samenleving
Omgevingscommunicatie, Lespakketten, Tevredenheidsonderzoek
Betrokkenheid, p.36-37
Leveranciers
Gunning, Conferenties, Allianties, Tevredenheidsonderzoek
Goed opdrachtgeverschap, p.34-35
Consessieverlener
Beheerplannen, Kwartaalrapportages
ProRail in het kort, p.6
Medewerkers
Tevredenheidsonderzoek
Medewerkers, p.54
Ondernemingsraad en vakbonden
Overleg
Ondernemingsraad, p.55
pro rai l i n he t k o rt
Maatschappelijke verwachtingen Als publieke organisatie komen we in aanraking met een groot aantal maatschappelijke vraagstukken. Deze hebben een grote invloed op onze bedrijfsvoering en de verwachtingen van onze belanghebbenden. Voor ons de uitdaging om ons beleid hierop aan te sluiten. De verwachtingen van onze klanten en omgeving zijn het uitgangspunt. Hier willen we aan voldoen. Mobiliteit Het spoor speelt een grote rol in de mobiliteit van Nederland. Gebruikers verwachten dat het spoor een goed alternatief is voor bijvoorbeeld de auto. We willen Nederland in beweging houden. De capaciteit van het spoor speelt hierbij een cruciale rol. Deze moet toenemen om aan de vraag te kunnen blijven voldoen. Meer hierover in de paragraaf ‘Capaciteit’ op pagina 16 en17. Kwaliteit van dienstverlening Kwaliteit is voldoen aan verwachtingen. De reiziger beschouwt een trein die op tijd rijdt als een vanzelfsprekendheid. Dit betekent dat ProRail treinpaden moet leveren en dat de treinen op tijd moeten rijden. Voor verstoringen is begrip, maar ze dienen wel snel verholpen te worden. Zie paragraaf ‘Beschikbaarheid en betrouwbaarheid’ op pagina 20 t/m 23 voor de ontwikkelingen in 2010. We werken samen met de overheid om extra voorzieningen aan te leggen op stations, bijvoorbeeld in het kader van toegankelijkheid. Meer hierover in paragraaf ‘Comfort op stations’ op pagina 26 en 27. De ontwikkelingen van informatie en communicatie gaan snel. Reizigers verwachten actuele reisinformatie. Zeker bij verstoringen. De ontwikkelingen van 2010 en onze uitdagingen staan in paragraaf ‘Informatie voor reizigers’ op pagina 24 en 25.
Kwaliteit van bouwen Bouwen in bewoonde gebieden kan een grote impact hebben op de omwonenden. Mensen willen weten wat er gaat gebeuren, verbeteringen zien in hun leefomgeving en geen overlast van de bouw ervaren. In 2010 hebben we zo’n 1.300 bouwprojecten onder handen gehad. Stuk voor stuk maatwerkprojecten vaak in stedelijke gebieden, afgestemd op de wensen en omstandigheden. Meer hierover in paragraaf ‘Creativiteit’ op pagina 30 t/m 32. Innovatie De techniek ontwikkelt zich snel. Veranderingen volgen elkaar snel op en de verwachtingen van onze belanghebbenden nemen snel toe. Daarom zoeken we voortdurend naar inspirerende oplossingen. Dit doen we samen met de markt, de wetenschap en onze eigen medewerkers. Zie paragraaf ‘Innovatie’ op pagina 33. Efficiëntie De economische crisis van de afgelopen jaren heeft een grote impact gehad op onze maatschappij en overheidsfinanciën. De overheid zal in de komende jaren miljarden moeten bezuinigen. Als subsidieontvanger heeft dit ook consequenties voor ons. Efficiëntie vinden we erg belangrijk. Meer hierover in paragraaf ‘Efficiëntie’ op pagina 28 en 29. Efficiëntie geldt ook voor de bouw aan het spoor. Dit vraagt om goed samenwerken met onze leveranciers, bijvoorbeeld door risico’s te delen. Meer hierover in paragraaf ‘Goed opdrachtgeverschap’ op pagina 34 en 35. Veiligheid Bij mobiliteit hoort veiligheid. Elk incident is er één te veel. Onze belanghebbenden verwachten een veilig spoor. Dit geldt tijdens het dagelijks treinverkeer, maar ook bij het werk aan het spoor en voor de omwonenden. Zie de paragrafen over veilig rijden (pagina 18 en 19), veilig leven (pagina 38 en 39) en over veilig werken (pagina 53).
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
9
Milieu De vervoerssector en de bouwsector hebben een grote invloed op de CO2-uitstoot in onze maatschappij. We werken samen met vervoerders en leveranciers, maar kijken ook naar ons eigen CO2-verbruik. De paragraaf ‘Duurzaamheid’ op pagina 40 t/m 43 gaat over ons CO2beleid en over de andere voor ons relevante gebieden van milieu. Medewerkers Voor onze medewerkers ontwikkelen we mogelijkheden om balans in het leven en plezier in het werk te houden, bijvoorbeeld gezondheid- en employability projecten. Daarnaast kijken we naar de opbouw en efficiëntie van onze organisatie. Zie hoofdstuk ‘Medewerkers’ vanaf pagina 50. Evaluatie Onze uitgangspunten zijn tevreden klanten en tevreden omgeving. Dit moet ook het eindresultaat zijn van onze activiteiten. We meten de tevredenheid voor vervoerders (zie paragraaf ‘Samenwerking met vervoerders op pagina 15), reizigers (paragraaf ‘Informatie voor reizigers’ op pagina 24 en 25 en paragraaf ‘Comfort op stations’ op pagina 26 en 27), leveranciers (paragraaf ‘Goed opdrachtgeverschap’ op pagina 34 en 35), overheden (paragraaf ‘Creativiteit’ op pagina 30 t/m 32)), omwonenden en algemeen publiek (paragraaf ‘Betrokkenheid’ op pagina 36 en 37) en medewerkers (hoofdstuk ‘Medewerkers’ vanaf pagina 50). De resultaten zijn niet positief. We hebben nog veel werk te doen. Strategie De bovengenoemde ontwikkelingen spelen een cruciale rol in onze bedrijfsvoering. Onze strategie is verder uitgewerkt in het hoofdstuk ‘Missie en strategie’ (vanaf pagina 46). We geloven dat de bovengenoemde gebieden niet op zichzelf staan. Het gaat om het geheel van de invulling, de combinatie van doelstellingen. Bijvoorbeeld door simplificering kan capaciteit verhoogd worden en ook efficiënter gewerkt worden.
maatschappelijk e v e r wa c h t i n g e n
Voorwoord In 2010 hebben wij het grootste deel van onze kernprestatiedoelen behaald. Toch zijn wij niet tevreden. De behaalde prestaties hebben namelijk niet geleid tot de gewenste tevredenheid bij met name reizigers, en ook vervoerders, overheden en omgeving.
ProRail is verantwoordelijk voor het aanleggen, onderhouden en beheren van het spoorwegnet in Nederland, waardoor reizigers en goederen op een veilige manier van A naar B kunnen komen. In 2010 reden meer treinen dan in 2009, met per werkdag ruim 1,2 miljoen reizigers en 100.000 ton goederen. Dit jaarverslag bevat een overzicht van onze resultaten in 2010, zoals afgesproken met het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De afspraken voor de verdeling van capaciteit, het beschikbaar stellen van het spoor en de levering van treinpaden zijn behaald. De punctualiteit op het hoofdspoornet daalde licht. Bouwprojecten zoals de Hanzelijn, de Rijn - Gouwelijn Oost, Utrecht Centraal, Velserspoortunnel, Sporen in Arnhem en nog 1.300 andere, verlopen naar tevredenheid. In het kader van hoogfrequent spoorvervoer reed in september op het traject Eindhoven - Schiphol - Amsterdam elke tien minuten een trein. Deze praktijkproef verliep goed.
Toch waren de vervoerders en reizigers niet tevreden, ze verwachten meer. Net als de levering van water en stroom beschouwen ze het probleemloos functioneren van het spoor als een vanzelfsprekendheid. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van ons spoorsysteem. De gevolgen van grote verstoringen hebben grote impact op de tevredenheid. Dat bleek in 2010 bijvoorbeeld bij de brand op een verkeersleidingspost in november en het winterweer in december. Reizigers ondervonden veel last van uitgevallen en vertraagde treinen en het gebrek aan goede reisinformatie. Ook al hebben we in onze bedrijfsstrategie verankerd dat we ons richten op tevreden klanten en omgeving, toch constateren we dat we in de dagelijkse uitvoering primair gericht zijn op het technisch functioneren van de infrastructuur, te weinig servicegericht zijn en niet voldoende autoriteit tonen op het gebied van spoormobiliteit. In ons denken en handelen willen we de reizigers en vervoerders nog meer centraal stellen. Voor ProRail en zijn medewerkers betekent dat een volgende stap in de ontwikkeling naar een dienstverlenend bedrijf. Dit gaat niet van vandaag op morgen en vraagt van ons een gedrags- en cultuurverandering. Een proces waarbij we ons vakmanschap op alle gebieden moeten inzetten voor de reizigers.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
11
In onze aanpak om onze organisatie verder te ontwikkelen tot klantgerichte dienstverlener in spoormobiliteit zullen we het denken en handelen vanuit de reiziger tot een substantieel onderdeel maken: op al onze besturingsinstrumenten, in leiderschapsprogramma’s en besluitvormingstrajecten. Hiermee willen we een structurele en voor onze belangengroepen merkbare verandering in onze organisatiecultuur tot stand brengen. In dit proces zoeken wij de samenwerking met hen uitdrukkelijk op. In dialoog met onze relaties kijken we hoe we de dienstverlening voor reizigers kunnen verbeteren. In 2010 hebben we helaas weer te maken gehad met koperdiefstal en vandalisme op en rond het spoor. Wij vinden dit een zorgelijke ontwikkeling omdat hierdoor de veiligheid en een onbelemmerde treinenloop in het geding komen. Om dit tegen te gaan, zoeken we de samenwerking met vervoerders en maatschappelijke instanties.
We hadden in 2010 ook aandacht voor duurzaamheid, energie-efficiëntie en beperking van de CO2-uitstoot. In juni kregen we de Klimaatpenning voor onze CO2-prestatieladder en daarnaast hebben we ons meerjarenbeleid voor duurzaamheid vastgesteld en ons aangesloten bij de Rijksbrede onderzoeken naar klimaatverandering. We willen onze dank en waardering uitspreken naar de medewerkers van ProRail voor hun inzet en betrokkenheid. Ook bedanken we onze klanten, onze opdrachtgevers en onze partners. In 2011 willen we nog intensiever samenwerken om Nederland non-stop, veilig en duurzaam in beweging te houden.
Utrecht, 22 maart 2011 De directie van ProRail B.V. Claudia Zuiderwijk Eric Steeghs Patrick Buck Paul Dirix Pieter Kraaijeveld
v o o rw o o rd
Verslag van de directie
3 terug naar inhoud
1 Voor het spoor Ruimte voor groei op het spoor, tevreden klanten en omgeving, een excellente en veilige operatie en verhoging van de efficiëntie. Dat is de uitdaging voor ProRail. We werken hier hard aan, met betrokken medewerkers en samen met klanten, gesteund door het kabinet.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
13
1.1 Dienstverlening In 2010 maakten 35 vervoersbedrijven gebruik van het spoor. Deze personen- en goederenvervoerders zijn de directe klanten van ProRail. Vervoerders willen maximaal gebruik maken van het spoor tegen transparante prijzen, om zo hun klanten – de reizigers en de verladers – van dienst te kunnen zijn. Daarvoor moet de kwaliteit van spoor optimaal zijn: beschikbaar, betrouwbaar en veilig. In 2010 heeft ProRail hard gewerkt aan de kwaliteit van het spoorwegnet. Maar het is nog niet genoeg, dat leren ons bijvoorbeeld de winterdagen in december.
Een robuuster spoor De afgelopen tien jaar heeft de overheid miljarden geïnvesteerd in de ontwikkeling van het spoor. Dat was nodig en het heeft zijn effect gehad. De verwachtingen van reizigers en vervoerders en onze ambitie gaan echter verder. Tegelijk worden ook de grenzen van het huidige spoorsysteem bereikt. Grote verstoringen laten zien dat het spoorsysteem complex en onvoldoende robuust is.
Robuuste infrastructuur Om grootschalige verstoringen in de toekomst te voorkomen en ze beter te kunnen beheersen, gaan we met vervoerders aan de slag. We zetten ons vakmanschap in op alle gebieden voor de reizigers. Doel is het betrouwbaarder maken van de infrastructuur en de logistiek van treinmaterieel en personeel. Om het treinverkeer op complexe knooppunten minder gevoelig te maken voor verstoringen, gaan we deze knooppunten ontvlechten. Dit houdt onder meer in dat er minder kruisende bewegingen worden gemaakt door treinen op complexe stations. En dat waar mogelijk op hetzelfde spoor wordt doorgereden.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Aanknopingspunten voor verbetering Eind 2010 deed ProRail reputatieonderzoek onder het algemeen publiek, overheden en concessieverleners, omwonenden en de bouwsector. Het onderzoek laat zien dat we laag scoren op ‘servicegerichtheid’ en ‘leiderschap’. Op basis van de verkregen inzichten en de belangen van de vier stakeholdergroepen zal ProRail zijn prioriteiten voor 2011 bepalen. De uitkomsten van het reputatieonderzoek worden vanaf 2011 als KPI toegepast in de organisatie. ProRail werkt met kernprestatie-indicatoren (KPI’s). Kijkend naar deze indicatoren, zouden we de conclusie kunnen trekken dat we in 2010 goed hebben gepresteerd. Het jaar 2010 kenmerkte zich echter door een aantal grote verstoringen met grote impact voor reizigers. Zij hebben veel last gehad van de gevolgen van de brand op de verkeersleidingspost in Utrecht in november en van het winterweer in december. Wij realiseren ons dat dit in de KPI-cijfers niet zichtbaar is. KPI’s meten namelijk onvoldoende de beleving van verstoringen op het spoor. Deze constatering leert ons dat wij de reiziger nog meer centraal moeten stellen in ons denken en handelen. Dit te bereiken staat bovenaan onze agenda.
3 terug naar inhoud
Samenwerking met vervoerders Samenwerking met vervoerders is van essentieel belang voor de dienstverlening van ProRail. Door samenwerking kunnen we beter inspelen op hun wensen en behoeften, waardoor de tevredenheid van onze klanten en de reiziger toeneemt.
Het belang van vervoerders NS wil betrouwbare treinpaden in een vast patroon. Voor personenvervoerders als Arriva, Connexxion, Syntus en Veolia gaat het vooral om een goede aansluiting op ander openbaar vervoer. Goederenvervoerders vragen ProRail om flexibiliteit, last-minute-treinpaden en doorrijden zonder te stoppen, zodat ze hun klanten zo goed mogelijk kunnen bedienen. Om tegemoet te komen aan deze verscheidenheid aan wensen, zorgt ProRail voor een gedifferentieerd aanbod in producten en diensten.
TEVREDENHEID VAN ONZE KLANTEN
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm 2011 7,0 6,0
2010
7,0 6,3
2009
7,0 5,8
2008
Accountmanagement Onze afdeling Accountmanagement sluit toegangsovereenkomsten met vervoerders en aannemers. Zij zorgt ervoor dat de wensen van vervoerders vorm krijgen en zij zorgt voor klachtenafhandeling. Accountmanagement bevordert het ‘van buiten naar binnen denken en handelen’. Daarnaast helpt het klachtenmanagement bij het goed afhandelen van de meldingen.
Tevredenheid van onze klanten In de laatste twee maanden van 2010 heeft ProRail een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder de vervoerders. Het algemeen klanttevredenheidscijfer is omlaag gegaan van 6,3 in 2009 naar 6,0 in 2010. De waardering voor kwaliteit en vakmanschap is gestegen. De waardering voor klachtafhandeling is gelijk aan die van 2009. Maar op de overige aspecten is de waardering lager dan in 2009. Vooral over de betrouwbaarheid, verhouding voor prijs/kwaliteit, proactief optreden, oplossingsgerichtheid en communicatie zijn de vervoerders minder tevreden. Op basis van de uitkomsten van het klanttevredenheidsonderzoek stellen we verbeteracties op, die we gaan bespreken en uitvoeren met de vervoerders.
6,0 0
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
15
Capaciteit Hoogfrequent spoorvervoer
Spoorwegcapaciteit is schaars in Nederland, vervoerders willen meer gebruik maken van het spoor dan nu mogelijk is. Het is de taak van ProRail om de beschikbare capaciteit tussen de vervoerders te verdelen. Belangrijke vraag is in hoeverre ProRail daarbij kan voldoen aan de wensen van de vervoerders. Wensen die soms tegenstrijdig zijn.
Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) is het investeringsprogramma van de Rijksoverheid. Doel is om samen met vervoerders en ProRail de capaciteit van het spoor te vergroten, zodat er meer reizigerstreinen kunnen rijden op de drukste trajecten in de Randstad. En om het goederenvervoer in goede banen te leiden.
Capaciteitsverdeling Het aantal aangevraagde treinen per week voor de dienstregeling 2011 bedroeg 43.934 reizigerstreinen en 1.997 goederentreinen. 99,8% van de aanvragen zijn toegekend. Dat ligt boven de norm van 99,6%. De score is gelijk aan die van 2008 en 2009. De verdeling van capaciteit bespreekt ProRail met vervoerders aan de ‘tafel van verdeling’. In goed overleg komen we tot de verdeling van de spoorcapaciteit. Aanvragen voor onderhoud aan het spoor worden hetzelfde behandeld als aangevraagde treinpaden van vervoerders.
CAPACITEITSVERDELING 1
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm 2011 99,6% 99,8%
2010 99,6%
99,8%
2009 99,5%
99,8%
2008 0 99%
1
e mate waarin ProRail in staat is door vervoerders aangevraagde D treinpaden te honoreren.
De trajecten Het kabinet heeft op 4 juni 2010 besloten in 2020 op de drukste trajecten elk uur zes intercitytreinen en zes sprinters te laten rijden, zodat de reiziger meer keuzevrijheid heeft. Dit geldt voor de volgende corridors: − Schiphol - Utrecht - Arnhem/Nijmegen − Alkmaar - Amsterdam - Utrecht - ’s-Hertogenbosch Eindhoven − Den Haag - Rotterdam - Breda - Eindhoven • Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad Tussen Eindhoven en Breda kunnen vier intercity’s per uur rijden. Tussen Den Haag en Rotterdam kunnen acht intercity’s rijden, inclusief de HSA-shuttle van Hispeed. Tussen Utrecht en Arnhem, naast een extra ICE, kunnen dan zes intercity’s gaan rijden. Op de trajecten Amsterdam - Alkmaar, Geldermalsen - Utrecht, Breukelen Driebergen-Zeist en Den Haag - Rotterdam - Dordrecht kunnen zes sprinters per uur rijden. De voortgang Medio 2010 is PHS gestart met de uitwerking van de plannen. Tussen 2013 en 2020 worden de maatregelen gerealiseerd. In de tussenliggende jaren werken we aan een variantenstudie en technisch ontwerp, aan de planologische procedures, en aan de aanbesteding en de bouwrealisatie. In de periode 2015 - 2020 zal hoog frequent spoorvervoer stapsgewijs worden ingevoerd.
Overzicht verdeling treinkilometers NS Reizigers Regionale personenvervoerders Goederenvervoerders Overige vervoerders Totaal
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
2010
2009
2008
114,4 mln
114,3 mln
113,1 mln
78%
79%
78%
19,8 mln
18,8 mln
18,4 mln
14%
13%
13%
10,4 mln
10,6 mln
12,8 mln
7%
7%
9%
1,3 mln
1,4 mln
1,0 mln
1%
1%
1%
145,8 mln
145,1 mln
145,3 mln
100%
100%
100%
3 terug naar inhoud
De praktijkproef ‘Elke tien minuten een trein’ Hoogfrequent spoorvervoer lijkt toekomstmuziek, maar wat is er precies voor nodig? Dat hebben NS, ProRail en de goederenvervoerders gezamenlijk onderzocht: de praktijkproef ‘Elke tien minuten een trein’ liep van 6 september tot en met 1 oktober 2010 op het traject Eindhoven - Schiphol.De proef heeft een schat aan inzicht en informatie opgeleverd. De eerste resultaten geven aan dat het logistiek al behoorlijk klopt. Voordat we ‘Elke tien minuten een trein’ invoeren, is nog wel een aantal structurele verbeteringen nodig: − De doorstroom bij Utrecht moet beter. Tijdens de proef ontstond filevorming bij het binnenrijden van het station. − Het aantal ongeplande rangeerbewegingen in de spits moet worden teruggedrongen. − Enkele voor ‘Elke tien minuten een trein’ ontwikkelde bijsturingmaat regelen bleken in de praktijk niet uitvoerbaar. Daarvoor zijn alternatieven nodig. − De sluitingsduur van overwegen neemt toe. We gaan onderzoeken hoe hiermee om te gaan.
Capaciteit in de Noordelijke Randstad De ontwikkeling van de Amsterdamse regio – met de Zuidas, Schiphol, Almere en Lelystad – maakt groei van reizigersvervoer mogelijk. Vanaf eind 2012 verbindt de Hanzelijn Lelystad en Zwolle rechtstreeks met elkaar. Daardoor gaan tussen Flevoland en Amsterdam meer treinen rijden. Daarnaast wordt de capaciteit op het spoor tussen Lelystad en Amsterdam vergroot in het project Openbaar Vervoer Schiphol - Amsterdam Almere - Lelystad (OV SAAL). Treinen volgen elkaar kort In de initiële opzet werd het bestaande spoor ten oosten en westen van station Amsterdam Zuid uitgebreid. Bij de stations Almere Centrum en Almere Oostvaarders zouden keersporen komen, waar treinen kunnen keren. De investeringen bleken de gevraagde kwaliteit niet te kunnen leveren en waren bovendien ruim buiten budget. Daarom hebben we in 2010 een alternatieve oplossing uitgewerkt. De viersporigheid is geschrapt, met behoud van de gewenste treindienst. En door seinen, die het spoor in blokken verdelen, dichter op elkaar te plaatsen, kunnen treinen korter achter elkaar rijden (kort volgen). Zo worden de gevraagde rijtijden gehaald.
Capaciteit op de Hogesnelheidslijn (HSL) Zuid In 2010 is de dienstverlening op de HSL-Zuid verder uitgebreid. HSA, de exploitant van de treinen, heeft zijn dienstregeling uitgebreid van 16 naar 32 treinen per dag op het traject Amsterdam Rotterdam. De Thalys is uitgebreid van zeven naar tien treinen per dag op het traject Amsterdam - Parijs. Het afgelopen jaar hebben we in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en samen met HSA gewerkt aan mogelijkheden om de capaciteit op de HSL verder uit te breiden. Een aantal maatregelen, waaronder het bouwen van vier energievoorzieningstations van de HSL-Zuid, worden in 2011 geïmplementeerd. Daarmee wordt de capaciteit op de HSL behoorlijk vergroot en kan HSA meer treinen laten rijden. Vanaf 6 juni 2010 is de blokrem van de rijtuigen afgeschakeld en is het profiel van de wielen door middel van slijpen gladder gemaakt. Uit onderzoek van TNO bleek dat daardoor het geluid met 7 dB(A) is teruggedrongen. Op vrijdag 17 september deed de rechter uitspraak in een kort geding dat was aangespannen door de Stichting ‘Stop geluidsoverlast HSL’. Eis was dat de Fyra-treindienst op het HSL-tracé onmiddellijk stopgezet zou worden. Maar de rechter oordeelde dat het niet duidelijk was of er daadwerkelijk sprake was van een hoger geluidsniveau dan in het Tracébesluit is vastgelegd. Ook concludeerde de rechter dat het gebruik van de HSL niet onrechtmatig was ten opzichte van de omwonenden. Ondanks deze uitspraak begrijpen wij dat geluid impact kan hebben op de omwonenden van het spoor. We blijven ons daarom inzetten om overlast door geluid en trillingen zoveel mogelijk te beperken.
Stijgend marktaandeel Betuweroute Inmiddels gaat meer dan 60% van het goederenvervoer per spoor vanuit de haven van Rotterdam naar Duitsland via de Betuweroute. Deze route wordt beheerd en geëxploiteerd door onze 50% deelneming Keyrail. In 2009 reden er gemiddeld nog 210 treinen per week over de Betuweroute (A15-tracé). In 2010 waren dit gemiddeld 340 treinen. We verwachten dat de capaciteitsbehoefte verder zal toenemen door de komst van de Tweede Maasvlakte.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
17
Veiligheid Op en rond het spoor is veiligheid essentieel. Daar werken we hard aan, samen met betrokkenen. Ook in onze samenwerking met vervoerders is veiligheid van groot belang. Want elk incident is er één teveel. Onze belanghebbenden verwachten absolute veiligheid. Dit geldt tijdens het dagelijks treinverkeer, maar ook bij het werk aan het spoor (zie paragraaf ‘Leiderschap en Cultuur’ op pagina 53) en voor de omwonenden (pagina 38 en 39).
Integrale veiligheidsagenda goederenvervoer Samen met de goederenvervoerders hebben we een aanpak ontwikkeld om de veiligheid van het goederenvervoer verder te verbeteren. Op 21 januari 2010 werd een integrale veiligheidsagenda ondertekend. Deze agenda heeft vijf prioriteiten: − betere routering van het vervoer van gevaarlijke stoffen, − installatie van Automatische Treinbeïnvloeding Verbeterde versie, − installatie van systemen in het spoor die as- en wielgebreken van het materieel detecteren, − verbeteringen van de kwaliteit van het materieel, − verbeteringen van de kwaliteit van het personeel.
Hotbox-detectie van warmlopers Assen, remmen of wielen van treinstellen kunnen te heet worden tijdens het rijden. Dit noemen we warmlopers. Ze komen voornamelijk voor bij goederentreinen en kunnen wijzen op een gebrek aan het materieel. Zo’n trein loopt dan het risico om te ontsporen. Om dit sneller te kunnen signaleren, monitoren we goederentreinen die het land binnenkomen. Dat heet hotbox-detectie. Een volgende stap is het verder verbeteren van de kwaliteit van inspectie en onderhoud. Dat vindt overigens niet alleen in Nederland plaats. De Europese wetgeving stelt nadere eisen aan onderhoudsbedrijven.
Botsingen Het streefniveau voor treinbotsingen is uiteraard nul. In 2010 vond er één treinbotsing2 plaats. Op 7 januari botsten in Rotterdam een goederentrein en een locomotief op een rangeerterrein op elkaar. Niemand raakte gewond maar de schade was groot. Verder waren er zeven treinbotsingen met een beperktere impact. Er was bijvoorbeeld een botsing langs een perronspoor in Leiden, waarbij acht reizigers licht gewond raakten. Om het aantal treinbotsingen te beperken, gebruiken ProRail en vervoerders Automatische Treinbeïnvloeding (ATB). Dit systeem brengt de trein die harder dan 40 km per uur rijdt automatisch tot stilstand bij een dreigende roodseinpassage (stop tonend sein: STS). Een verbeterde versie (ATB-Vv) doet dit ook als de trein langzamer dan 40 km per uur rijdt. Naast deze technische maatregel blijft ProRail met vervoerders aandacht geven aan de wegbekendheid en alertheid van de machinist.
Roodseinpassages (STS) Het aantal STS-passages in 2010 bedroeg 175. In 2009 was het aantal 210 en in 2008 waren het er 240. Het aantal STS-en van 175 in 2010 is het laagste niveau sinds 2003, het vroegste jaar waarvan we betrouwbare gegevens hebben.
BOTSINGEN
ROODSEINPASSAGES (STS)
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm
2011
2011 155
2 1
2010
173
2010
185
3 1
2009
210
2009
210
3 2
2008
240
2008 3 0
0
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Trein in Stavoren reed door In de nacht van 25 op 26 juli 2010 reed een slijptrein door het stootblok aan het einde van het baanvak in Stavoren. De trein baande zich een weg door een watersportwinkel en duwde een lege tankauto die achter het stootblok stond geparkeerd voor zich uit. De trein kwam veertig meter achter het stootblok tot stilstand op een pleintje. Het ziet er naar uit dat de machinist het bord dat de nadering van het stootjuk aankondigde, over het hoofd had gezien. Hij was in gesprek en dacht dat hij nog niet zo ver bij het eindpunt genaderd was. Het ATB-systeem van de slijptrein was uitgezet, omdat dit niet correspondeerde met het ATB-systeem in het spoor. De uitkomst van het onderzoek van de Inspectie Verkeer en Waterstaat zal uitsluitsel over de oorzaak van het ongeval geven.
19
ProRail heeft de opdrachtnemer die de machinist leverde geschorst. De machinist bleek onvoldoende bekend met het traject. Dit droeg volgens ons bij aan het ontstaan van het ongeval. ProRail heeft de opdrachtnemers van deze werkzaamheden geboden het ATB-systeem altijd aan te houden, zodat de snelheid beperkt wordt tot 40 kilometer per uur. Dit beperkt de capaciteit voor het vervoer, maar verhoogt de veiligheid.
Ontsporingen In 2010 vond er één ontsporing plaats. In Amsterdam Watergraafsmeer ontspoorde een lege personentrein, waarbij niemand gewond raakte. In 2009 waren er vier significante ontsporingen en in 2008 waren er twee. Verder vonden er in 2010 vijf ontsporingen plaats, waarbij de impact beperkter was. 3
2|3
ONTSPORINGEN
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm 2011 2 1
2010
3 4
2009
De voortgang − In 2010 heeft ProRail 1.230 seinen en 93% van de locomotieven van ATB-Vv voorzien. Dit heeft zijn effect: het aantal roodseinpassages (reizigers en goederentreinen) was 175 in 2010, het laagste aantal sinds 2003. − ProRail heeft veertig meetpunten in het spoor geïnstalleerd voor detectie van as- en wielgebreken en testen uitgevoerd om signalen direct door te sturen naar verkeersleidingsposten. − In 2011 start een integrale veiligheidsagenda rail vervoer voor reizigersvervoerders.
olgens de Europese definitie is er sprake van een botsing of V ontsporing als: - de schade meer is dan EUR 150.000 en/of - er doden of zwaargewonden vallen. Onder zwaargewonden wordt verstaan: mensen die langer dan 24 uur in het ziekenhuis moeten worden opgenomen. Pogingen tot suïcide tellen niet mee. De indicator is gebaseerd op het aantal meldingen van treindienstleiders en machinisten. Het aantal botsingen meten we op basis van de meldingen van machinisten aan de treindienstleiding.
5 2
2008
5 0
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
Beschikbaarheid en betrouwbaarheid Vervoerders en reizigers willen rijden, ze verwachten een beschikbaar en betrouwbaar spoor en treinen die op tijd rijden. Dankzij minder verstoringen en beter gepland onderhoud heeft ProRail in 2010 meer treinpaden kunnen leveren. Toch is dat nog niet voldoende. Ook tijdens extreme situaties, zoals in 2010 het winterweer en de brand in de verkeersleidingspost, moeten we zorgen dat het spoor zo snel mogelijk weer volledig beschikbaar wordt en treinen op tijd kunnen rijden.
Beschikbaarheid In 2010 was het spoor 99,55% van de tijd beschikbaar4 voor vervoerders. Dat is boven de grenswaarde (99,53%) meer dan in 2009 (99,51%), maar lager dan in 2008. Dieper inzoomend: voor onderhoud was 0,25% van de tijd nodig (dat is minder dan de grenswaarde van 0,26%). Storingen hadden tot gevolg dat het spoor 0,20% van de tijd niet beschikbaar was (dat is minder dan de grenswaarde van 0,21%). De twee grote verstoringen in 2010 maakten ongeveer 25% van de storingstijd uit.
BESCHIKBAARHEID
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm 2011 99,45% 99,55%
2010
99,53% 99,51%
2009
99,49% 99,62%
2008 99,43% 0 99%
Maatregelen voor een beter beschikbaar spoor In 2010 hebben we de beschikbaarheid verhoogd met een aanpak gericht op specifieke spoorlijnen met een verhoogd aantal storingen. We kijken naar de plaatselijke omstandigheden en treffen daarop maatregelen. Daarnaast richten we ons op de grote incidenten. We kijken naar potentiële oorzaken en pakken deze aan. Tot slot is er onze aanpak om de infrastructuur weersbestendiger te maken, zoals bij sneeuw, ijzel, regen, bliksem, hitte en wind. Onze acties hebben een hogere beschikbaarheid opgeleverd. Toch moet het nog beter. Dat laten de verstoringen in december als gevolg van het winterweer zien.
4
e beschikbaarheid van het spoor binnen openingstijden. D Deze wordt bepaald door onderhoudstijd en storingstijd.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Winterhard spoor Een greep uit de 23 deelprojecten van het programma Winterhard Spoor dat in 2010 met NS is gestart en uitgevoerd: − Wisselverwarmingen op cruciale trajecten zijn gerenoveerd of nieuw aangelegd. − Continue wisselmonitoring is mogelijk gemaakt. − In het Operationeel Controlecentrum Rail (OCCR, zie hiernaast) is een weerbureau opgezet. − Meer storingsploegen die paraat staan bij slecht weer. − Voor elk spooremplacement zijn winterdraaiboeken opgesteld. Op 10 oktober 2010 hebben we samen met de vervoerders een praktijkproef uitgevoerd met een winterdienstregeling. Het programma Winterhard Spoor betekende alles bij elkaar voor ProRail een besteding van EUR 34 miljoen in 2010. De verbeteringen en nieuwe aanleg van wisselverwarming hebben ruim EUR 15 miljoen gekost. De directe werkzaamheden naar aanleiding van het winterweer, zoals sneeuwploegen kostten bijna EUR 16 miljoen. De overige bedragen hebben we voornamelijk besteed aan informatiesystemen, alternatieve dienstverlening, projectmanagement en communicatie. Resultaten Ondanks alle maatregelen kunnen sneeuw, strenge vorst en andere extreme weersomstandigheden nog steeds voor grote problemen zorgen. Er is daarom geen garantie te geven dat storingen door slecht weer helemaal kunnen worden voorkomen. Wel zetten we ons in om storingen nog sneller te herstellen. Daarvoor gaan we aanvullende maatregelen nemen. De planning Op stapel staan de volgende acties: − In 2011 worden nog eens 800 wissels gemoderniseerd, vooral op baanvakken naar onderhoudswerkplaatsen en ten behoeve van omleidingen en bijsturingen. − In 2011 worden wisselverwarmingen aangebracht op wissels in de zogenaamde Niet Centraal Bediende Gebieden. Dit zijn rangeerterreinen waar wissels ter plaatse handmatig worden bediend. − De monitoring van de wisselverwarmingen wordt verder ontwikkeld, waardoor we betere informatie over de toestand van de wisselverwarmingen kunnen krijgen.
3 terug naar inhoud
Op 4 december begon de winter (1) Op zaterdag 4 december viel vanaf 10.30 uur in Amsterdam in korte tijd veel sneeuw. Door de harde wind hoopte de sneeuw zich op. Hierdoor kwamen enkele treinen stil te staan en raakten meerdere wissels ingesneeuwd. Voor reizigers was dit erg vervelend. Storingsploegen waren snel ter plekke om de wissels sneeuwvrij te maken en de treinen naar binnen te loodsen. Toch raakte de omloop van treinen, machinisten en conducteurs verstoord, waardoor treinen en mensen moesten worden ‘geherrouteerd’. Om 13 uur was er weer sprake van een beheerste dienstregeling. Vervolgens begon het ook rond Utrecht te sneeuwen, met vergelijkbare effecten en veel ongemak voor reizigers. In vrijwel alle richtingen raakten sporen korte tijd geblokkeerd door problemen met wissels en defecte treinen. Het treinverkeer raakte ook hier ontregeld, maar bleef beperkt rijden. Pas vanaf 21.30 uur werden incidenteel weer intercity’s ingepland. Het storingsniveau was toen in het hele land beheersbaar. Voor reizigers was dit een grote teleurstelling. Op de avond waarop veel mensen Sinterklaas wilden vieren, konden zij hun bestemming niet of te laat bereiken. De teleurstelling was extra groot omdat we expliciet hadden gecommuniceerd over de wintermaatregelen, onder meer via televisiespotjes, en mensen op ons rekenden.
Samen in het Operationeel Controlecentrum Rail Een voorwaarde om storingen, zoals die door het winterweer, goed te verhelpen, is samenwerking tussen de partijen die op het spoor actief zijn. Daarom is op 8 oktober 2010 het Operationeel Controlecentrum Rail (OCCR) geopend. Vanuit het OCCR hebben we een volledig en landelijk overzicht van alles wat er gebeurt op het spoor. Zo kunnen we bij storingen en calamiteiten sneller optreden. In het OCCR wordt samengewerkt door NS Reizigers, Strukton, BAM Rail, VolkerRail, NedTrain en ProRail. Syntus en NS Hispeed doen op afstand mee, via een videoverbinding. Met de andere regionale vervoerders en met de goederenvervoerders zijn we in gesprek over aansluiting.
De voortgang − Op 1 februari 2010 is de samenwerking in OCCRverband gestart, vanuit drie locaties in Utrecht. Op 8 oktober 2010 is de nieuwe locatie van het OCCR in Utrecht geopend en wordt vanuit dit centrale punt gewerkt. − 2011 is het eerste jaar waarin het OCCR volledig operationeel wordt. Ook wordt in 2011 een uitwijklocatie ingericht, die het werk van regionale verkeersleidingsposten kan overnemen als één van die posten uitvalt. Tevens worden de uitwijkprocedures uitgewerkt en geoefend. − De samenwerking met NS gaan we verder intensiveren om de bijsturing en de reisinformatie tijdens verstoringen te verbeteren. Dit is ook een voorstel geweest van de minister naar aanleiding van de analyse van de verstoringen als gevolg van de brand op 19 november en de winterse weersomstandigheden in december. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) De NMa is positief over de samenwerking tussen ProRail en de spoorwegondernemingen in het OCCR. Maar de NMa wil tegelijkertijd voorkomen dat het gelijke speelveld voor spoorwegondernemingen wordt verstoord. De samenwerking zal daarom onder een vergrootglas worden bekeken. Zowel ProRail als de betrokken vervoerders zijn opgeroepen de samenwerking zo transparant mogelijk vorm te geven. We zijn ervan overtuigd dat we, in het belang van goed reizigers- en goederenvervoer, transparant samenwerken met de spoorwegondernemingen binnen het OCCR.
Koperdiefstal Wangedrag en vandalisme op en rond het spoor zorgen voor vertraging van het treinverkeer en voor hogere kosten. Er worden flink wat koperen kabels gestolen op en rond het spoor. Onze veiligheidssystemen (seinen, wissels, overwegen) zijn zo ontwikkeld dat zij vrijwel altijd in de veilige stand springen als koperdiefstal een storing veroorzaakt. Concreet betekent dat: seinen op rood en overwegen gesloten. Toch gebeurde er in januari 2011 een ongeluk bij Zevenaar toen door gestolen koperdraad een goederentrein niet gedetecteerd kon worden. Door koperdiefstal komen de onbelemmerde treinenloop en de veiligheid in het geding.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
21
Utrecht in brand Op 19 november 2010 brak om 16.15 uur brand uit in de verkeersleidingspost Utrecht. Deze post bedient de seinen en wissels op het spoorwegemplacement Utrecht en alle emplacementen in de regio, zoals dat van DriebergenZeist, Gouda en Geldermalsen. De brandweer was snel ter plaatse, liet de post ontruimen en heeft de stroomvoorziening uitgeschakeld. Bijna 24 uur later kwam de dienstregeling weer op gang.
onze oprechte excuses.
De logische vraag is: had het OCCR niet ook de verkeersleiding in Utrecht kunnen overnemen? Helaas niet. Het OCCR is niet de back-up voor een verkeersleidingspost. Een uitwijkcentrum, zoals dat in 2011 wordt opgericht en gehuisvest in het OCCR, had de verkeersleiding ook niet kunnen overnemen, omdat de brandweer de stroom op het spoor van, naar en op Utrecht Centraal had afgesloten. De wissels en seinen kregen daardoor geen stroom meer en zonder stroom kunnen ze niet worden bediend. Een uitwijkcentrum had wel de verkeersleiding op de emplacementen in de regio Utrecht over kunnen nemen.
Vrijdagmiddag brak er brand uit in de stroomvoorziening voor de sein- en wisselbediening op Utrecht CS. Het treinverkeer van, naar en via Utrecht kwam abrupt tot stilstand. De brand werd een nachtmerrie voor velen. Duizenden reizigers zaten vast in stilstaande treinen en op de stations kon men geen kant op. Het ongemak en de tegenslag waren groot. ProRail biedt iedereen excuses aan voor alle overlast. Wij begrijpen goed wat deze calamiteit heeft betekend. Daarom bedanken wij de getroffen reizigers die met veel flexibiliteit en zelfredzaamheid het probleem zo goed mogelijk hebben opgelost. Ook hebben we met bewondering gekeken hoe mensen vanuit het hele land vrienden en familie hebben opgehaald. Dank hiervoor. Dankzij de inzet van NS, gemeente Utrecht en hulpdiensten konden de treinen binnen 24 uur weer rijden.
Direct na de brand in Utrecht zijn wij gestart met het controleren van al onze locaties op soortgelijke risico’s. Daar waar nodig hebben we acuut brandveiligheidsmaatregelen genomen en hebben we de lessen in ons lopende brandveiligheidprogramma verwerkt.
Treinpaden en punctualiteit Vervoerders willen op een bepaald moment over het spoor van A naar B rijden. Met de onderstaande KPI’s meten we de geleverde treinpaden aan al onze reizigersvervoerders. Reizigers willen dat treinen op tijd rijden: de zogenaamde punctualiteit. ProRail en NS monitoren daarom nauwgezet de punctualiteit op het hoofdspoornet.
www.prorail.nl
Deels gerealiseerde treinpaden In 59,4% van de gevallen waarin we niet konden leveren volgens afspraak, hebben we een alternatief geboden. Dat ligt ruim boven de grenswaarde (40%). Deze indicator wordt sinds 2010 gebruikt. Om deze reden zijn er geen vergelijkende cijfers.
Geleverde treinpaden In 2010 hebben we 97,8% van de treinpaden in het reizigersvervoer daadwerkelijk geleverd. Dat ligt boven de grenswaarde (97,0%). Deze nieuwe indicator wordt sinds 2010 gebruikt om onze prestaties nog beter te kunnen bewaken. Om deze reden zijn er geen vergelijkende cijfers.
GELEVERDE TREINPADEN 5
DEELS GEREALISEERDE TREINPADEN 6
■ Score 2010 | ■ De norm
■ Score 2010 | ■ De norm
2011
2011 98% 97,8%
2010
97% 0 40%
60% 59,4%
2010 40% 0 40%
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
nieuwsbericht
nieuwsbericht
Schipholtunnel
Met Arnhem - Winterswijk is het altijd wat
Op 13 juli 2010 is drie kilometer bovenleiding in de Schipholtunnel totaal vernield. Ondanks de aanzienlijke schade bleef station Schiphol bereikbaar. In totaal moesten twaalf kilometer stroomkabel en honderdvijftig draagarmen worden vervangen. Daar is dag en nacht aan gewerkt; VolkerRail heeft zelfs monteurs uit Engeland laten overkomen. Eind september was de klus geklaard.
Iedereen in de Achterhoek weet het. Met de spoorlijn Arnhem - Winterswijk is het altijd wat. De punctualiteit is onder de maat en er zijn vaak verstoringen. Erg vervelend voor reizigers. Daarom ging ProRail aan de slag samen met vervoerder Syntus en concessieverlener provincie Gelderland. De infrastructuur werd in 2010 aangepast. Het plaatsen van een nieuw treindetectiesysteem in mei 2010, zogenaamde assentellers, kon in theorie het aantal storingen terugbrengen. Helaas leverden die bij de start juist extra storingen op. Nadat deze kinderziektes waren verholpen, werd nog eens zorgvuldig gekeken naar de oorzaak van overige storingen. Die bleken voor meer dan de helft te worden veroorzaakt door vandalisme en ‘spoorlopen’ (zie ook pagina 39).
Punctualiteit In 2010 bedroeg de punctualiteit op het hoofdspoornet 92,5% (in 2009 was dat 92,8% en in 2008 was dat 93%). Dit betekent dat 92,5% van de treinen op tijd of met minder dan 5 minuten vertraging reed. De grootste verstoringen vonden plaats in november en december door het herfst- en winterweer.
Verbeterde punctualiteit in het goederenvervoer In 2010 hebben we onderzoek gedaan naar de punctualiteit van aankomst en vertrek in het goederenvervoer. Het onderzoek is uitgevoerd op de Brabantroute: het traject Kijfhoek - Duitse grens bij Venlo. Op dat traject zijn veel vertragingen. Uit metingen in januari 2010 bleek dat de gemiddelde aankomstpunctualiteit bij de grens, van alle goederenvervoerders samen, minder dan 45% bedroeg bij een vertrekpunctualiteit van ongeveer 80% vanaf Kijfhoek. Door extra aandacht en verbeterde communicatie is de grenspunctualiteit gedurende 2010 verbeterd tot meer dan 60%.
Samen met de provincie en Syntus zijn we met een breed verbeterprogramma gestart. Door het plaatsen van camera’s, lesprogramma’s op scholen en meer toezicht bij vandalismehotspots wordt ‘spoorlopen’ en vandalisme bestreden. En de reiziger wordt niet vergeten. Klachten over omroepberichten of defecten worden snel opgepakt en reizigers worden via een speciale website en nieuwsbrief geïnformeerd over de ontwikkelingen. Syntus zet onder meer een Twitteraccount in om de reiziger snel te informeren bij verstoringen. Samen met onze samenwerkingspartners kijken we zorgvuldig naar de effecten van de maatregelen.
Voor 2011 breiden we deze aanpak verder uit. De eerste focus ligt op de corridor Kijfhoek - Roosendaal met de optie dat in tweede instantie nog een corridor wordt toegevoegd.
PUNCTUALITEIT 7
5
et percentage reizigerstreinpaden van het aantal oorspronkelijk H geplande reizigerspaden waarvoor ProRail aan de vervoerde de mogelijkheid heeft geboden om ze te realiseren.
6
Het percentage reizigerstreinpaden van het aantal niet-gerealiseerde reizigerstreinpaden, waarbij de reizigerstrein één of meer van de in totaal 37 dienstregelpunten heeft aangedaan.
7
KPI wordt gemeten voor een aantal vastgestelde treinseries van De NS-treinen op 35 vaste knooppunten. In de geautomatiseerde spoorvervoersystemen worden de werkelijke aankomsttijden vergeleken met de dienstregeling.
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm 2011 93% 92,5%
2010
93% 92,8%
2009
93% 93,0%
2008 0 40%
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
23
Informatie voor reizigers ProRail voorziet reizigers, in opdracht van vervoerders, van actuele reisinformatie via de omroep op stations, hal- en centrale treinaanwijzers en teletekstberichten. Het blijkt dat die informatievoorziening een stuk beter moet, vooral bij storingen. Dat is een belangrijke conclusie die we trekken uit de gebeurtenissen van eind 2010.
Het belang van goede reisinformatie Juist bij storingen en vertragingen wil de reiziger goed geïnformeerd worden over de mogelijkheden om de treinreis te vervolgen. De reisinformatie die ProRail op stations in opdracht van vervoerders verzorgt, speelt daarin een belangrijke rol. NS doet daarom continu onderzoek naar de tevredenheid van reizigers over reisinformatie.
Op 4 december begon de winter (2) Op zaterdag 4 december raakte het treinverkeer in korte tijd ernstig ontregeld. Vooral rond Utrecht. De noodzakelijke wijzigingen in de dienstregeling stapelden zich in snel tempo op. Zo snel dat de informatie op een bepaald moment niet meer ‘real time’ in de systemen terechtkwam. Conducteurs en machinisten moesten per telefoon geïnformeerd worden. De reizigers, die natuurlijk wilden weten waar zij aan toe waren, kwamen al snel zonder goede reisinformatie te zitten: de borden waren niet meer actueel. Deze informatiecrash heeft bij elkaar zo’n twee uur geduurd. Reizigers hebben daar deze avond veel hinder van ondervonden.
Tevreden reizigers In 2010 waardeerde 55% van de reizigers de reisinformatie bij verstoringen met een 7 of hoger. Dat ligt onder de grenswaarde (56%). De waardering is lager dan 2009 (56%). Het lage cijfer wordt vooral beïnvloed door grote verstoringen zoals de brand op de verkeersleidingspost Utrecht en het winterweer in december. Tevens zijn huidige middelen aan vervanging toe en zijn de wensen van ‘moderne’ reizigers (bijvoorbeeld voorzien van telefoon met internettoegang) onvoldoende bekend. In het algemeen geldt dat het geven van juiste en tijdige reisinformatie zeer moeilijk is wanneer de treindienst onvoldoende voorspelbaar verloopt door ernstige verstoringen van het logistieke proces. Eén van de maatregelen die ProRail en NS in 2010 genomen hebben, is dat reisinformatie in een vast stramien van oorzaak, prognose en advies wordt aangeboden. De reiziger is zo beter in staat een beeld te vormen van de situatie en zelfstandig te beslissen over het verloop van zijn reis.
TEVREDEN REIZIGERS 8
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm 2011 56% 55%
2010
56% 56%
2009
53% 51%
2008
51% 0 40%
Het percentage NS-treinreizigers dat de informatievoorziening bij ontregelingen op stations waardeert met een cijfer 7 of hoger.
8
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Reisinformatie regionale vervoerders
De trein rijdt, ook tijdens de verbouwing
Voor de regionale vervoerders werd jaarlijks onderzoek gedaan naar de tevredenheid van hun reizigers over reisinformatie. Omdat de regionale vervoerders de kwaliteit van de reisinformatie willen (laten) verbeteren, hebben ProRail en deze vervoerders in 2010 een kwartaalmeting opgezet. Hierbij wordt informatie verzameld over de prestaties van zowel vervoerder als ProRail. Vanwege het belang van goede reisinformatie hebben alle regionale vervoerders voor 2011 concrete afspraken gemaakt met ProRail.
De zes grote stations, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem en Breda, worden verbouwd. Dat betekent overlast voor de reizigers. Bijvoorbeeld omdat de looptijden langer worden. Om de looproute te verduidelijken, plaatsen we op de stations in verbouwing extra, tijdelijke bewegwijzering van de looproutes in het station zelf. En met meer borden – bijvoorbeeld op de voorpleinen – geven we aanvullende informatie over vertrekkende treinen.
Op 27 januari 2011 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een brief aan de Tweede Kamer geschreven waarin zij haar visie op goede reisinformatie voor reizigers weergeeft. In 2011 gaan ProRail en NS samen een plan van aanpak opstellen om de kwaliteit van de reisinformatie te verbeteren.
I-teams voor betere bewegwijzering Stations zijn knooppunten waar verschillende vormen van openbaar vervoer samenkomen. Goede bewegwijzering in en rond de stations is daarom belangrijk. ProRail pakt de bewegwijzering van stations met meer dan 5.000 in- en uitstappers per dag aan: samen goed voor meer dan 80% van de treinreizigers. De bewegwijzering van de stations worden beoordeeld door lokale i-teams die daar speciaal voor zijn opgericht. Ze bestaan uit reizigersorganisaties, regionale vervoerders, overheden, NS en ProRail. Op basis van hun adviezen wordt de bewegwijzering verbeterd. De planning − In 2010 is de bewegwijzering van de eerste 30 stations vernieuwd. Bijna 1.500 borden zijn onder handen genomen. − De overige stations met meer dan 5.000 in- en uitstappers per dag volgen in 2011.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
25
Comfort op stations De voortgang − In 2010 zijn we gestart met een proef op de stations Amsterdam Bijlmer ArenA en station Leiden Centraal. − In 2010 is ook onderzocht of de nieuwe inrichting op andere stations toepasbaar is. − Het project loopt – vanwege de omvang en afhankelijk van de financiering – ten minste tien jaar.
Stations zijn belangrijke schakels in het dagelijks leven van de treinreiziger. Daarom wil ProRail ze veiliger, schoner, prettiger en toegankelijker maken. En daarom hebben we in 2010 een nieuwe visie op stations ontwikkeld.
Nieuwe visie op stations ProRail ontwerpt, bouwt en onderhoudt stations, inclusief de omringende spoorzones. Dat doen we in opdracht van overheden en andere belanghebbenden. Wij zorgen ervoor dat reizigers goed gebruik kunnen maken van de transfervoorzieningen op stations. En wij beheren deze voorzieningen (zoals perrons, trappen, fietsenstallingen). In 2010 hebben we, samen met NS Poort en het Bureau Spoorbouwmeester, een nieuwe visie op stationsoutillage ontwikkeld, waarin klanttevredenheid een belangrijk aspect vormt.
Prettig wachten op stations ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Milieu willen het wachten op de kleine en middelgrote stations veraangenamen. Daar werken we aan met het programma Prettig Wachten. Het Rijk heeft EUR 20 miljoen beschikbaar gesteld.
Hoewel reizigers steeds meer te spreken zijn over de treinreis, blijft de waardering voor comfort en uitstraling van de perrons achter. Daarbij is het ontwerp van het huidige perronmeubilair alweer twintig jaar oud. Daarom is dit moment gekozen om een visie op stationsoutillage te ontwikkelen. De visie zorgt ervoor dat de stations overzichtelijker worden en dat reizigers ongeacht de grootte van het station weten waar zij informatie en een prettige zitplek kunnen verwachten.
In 2010 zijn ontwerpplannen gemaakt voor de verbetering van ongeveer vijftien kleinere stations. Half 2011 begint het werk. Vernieuwde wachtruimtes, toiletten en andere (commerciële) voorzieningen moeten de verblijfskwaliteit op de stations verbeteren. Het project loopt tot eind 2012.
Veilige en schone stations Een aangename treinreis begint en eindigt op een schoon en veilig station. NS doet continu onderzoek naar de tevredenheid van reizigers. Dat onderzoek geeft inzicht in hun oordeel over de sociale veiligheid op en reinheid van stations.
SOCIALE VEILIGHEID OP STATIONS – OVERDAG 9
SOCIALE VEILIGHEID OP STATIONS – ‘S AVONDS 9
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm
2011
2011 90% 91%
2010
58% 59%
2010
89% 90%
2009
58% 58%
2009
86% 90%
2008
58% 57%
2008
86% 0 40%
55% 0 40%
9
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
et percentage NS-treinreizigers dat de sociale veiligheid op H transfervoorzieningen waardeert met een cijfer 7 of hoger.
3 terug naar inhoud
Sociale veiligheid op stations – overdag In 2010 gaf 91% van de reizigers ons een 7 of hoger. Dat ligt boven de grenswaarde (89%). De waardering in 2008 en 2009 was 90%. Sociale veiligheid op stations – ’s avonds In 2010 gaf 59% van de reizigers ons een 7 of hoger. Dat ligt boven de grenswaarde (58%). De waardering is hoger dan die in 2008 (57%) en 2009 (58%). Reinheid van stations In 2010 gaf 58% van de reizigers ons een 7 of hoger. Dat ligt boven de grenswaarde (55%). De waardering is hoger dan die in 2008 (55%), en gelijk aan die van 2009 (58%).
Toegankelijke stations Het is de taak van ProRail ervoor te zorgen dat de transfervoorzieningen toegankelijk zijn voor alle reizigers ook reizigers met een fysieke beperking. In dat kader zijn tot en met 2010 van 59 stations (tot en met 2009: 38 stations) de perrons op de gewenste hoogte gebracht om de instap in de trein te vergemakkelijken. In 2010 zijn op drie locaties liften in gebruik genomen. Tot nu toe zijn binnen het kader van het programma 15 locaties voorzien van liften. In 2010 zijn vooral armleuningen op banken van stations aangebracht, en rode dubbele buisleuningen met daarop brailleplaatjes bevestigd.
Perron 8/9b van Leiden nieuw ingericht Het vernieuwde perron heeft een warm grijze kleur, die de breedte van dit lange perron benadrukt. Op het perron staan grote groepen comfortabele banken uitgevoerd in een lichte houttint. De verlichting boven de banken maakt het verblijf ook in de avond aantrekkelijk. Een kiosk in een glazen paviljoen geeft door de transparantie goed zicht op de producten. Dit paviljoen is in dezelfde stijl uitgevoerd als de nieuwe wachtruimte iets verderop het perron, waardoor het perron rustig oogt. Nog weer verderop staan betonnen zitelementen, uitgevoerd in glanzend zilvergrijs. De drie groene eilanden op het laatste en smalle einde van het perron zijn voorzien van een zitrand. Hier kunnen reizigers in de zon zitten en in ieder seizoen van de beplanting genieten.
Toegankelijkheid van stations In 2010 zijn 74% van de maatregelen die gepland waren om de toegankelijkheid van stations te vergroten, uitgevoerd volgens planning. Dat ligt boven de grenswaarde (72%).
REINHEID VAN STATIONS 10
TOEGANKELIJKHEID VAN STATIONS 11
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm 2011
2011
86%
55% 58%
2010
74%
2010
72%
55% 58%
2009
56%
2009
56%
55% 55%
2008
45%
2008
70%
53% 0 40%
10
et percentage NS-treinreizigers dat de reinheid van de H transfervoorzieningen waardeert met een cijfer 7 of hoger.
0 40%
11
ate waarin de toegankelijkheidsmaatregelen, zoals M beschreven in het implementatieplan Toegankelijkheid, conform planning zijn uitgevoerd.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
27
Efficiëntie Life cycle-kosten In 2010 zijn de eerste bezuinigingen gerealiseerd. We hebben de inhuur van derden gereduceerd. Daarnaast hebben we het project Mistral strategisch herbezien, waardoor de kosten in de komende jaren significant lager uitvallen.
De economische crisis van de afgelopen jaren heeft een grote impact gehad op de samenleving en de overheidsfinanciën. De overheid moet in de komende jaren miljarden bezuinigen. Dit heeft ook consequenties voor ons als staatsdeelneming. Efficiëntie is een van onze strategische doelstellingen: het spoor moet en kan goedkoper. We streven ernaar de kosten per treinkilometer12 met 20% omlaag te brengen.
Programma Kostenbewust Sporen
Uitgangsjaar is 2009, de geplande kosten bedroegen toen EUR 9,58 per treinkilometer. Een daling van 20% betekent dat de kosten in 2015 moeten zijn gedaald tot EUR 7,66. We gaan er daarbij van uit dat het aantal treinkilometers tussen 2009 en 2015 met 6% stijgt. Ook verwachten we dat ProRail meer kosten gaat maken door wijzigingen in wet- en regelgeving (voornamelijk veiligheid en milieu) en door hogere prestatie-eisen. We schatten het bedrag op EUR 0,40 per treinkilometer in 2015. De doelstelling in 2015 wordt dan: EUR 8,06 per treinkilometer13.
ProRail wil de kosten van het spoor omlaag brengen met het programma Kostenbewust Sporen. Het bevat een mix van besparingsvoorstellen, zoals efficiëntie in onderhoud, taakstellende kostenverlagingen, meer kostenbewustzijn in de organisatie en minder inhuur van extern personeel. Hiermee kunnen we de taakstellingen van de overheid invullen en onze ambitie van 20% lagere kosten realiseren. Het gaat om een stevige ombuiging van onze kosten van beheer en instandhouding.
De voortgang In 2011 wordt ook onderzocht hoe de kosten van infrastructuurprojecten omlaag kunnen.
LIFE CYCLE-KOSTEN (IN €)
■ Score | ■ De norm 2015 8,06 9,58
2009 0
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
12
e operationele kosten van het spoor bestaan uit de kosten voor D beheer, onderhoud en vervanging van de spoor- en transferinfrastructuur plus de netto apparaatskosten (voornamelijk kosten van personeel en huisvesting). De operationele kosten gedeeld door het aantal gereden treinkilometers, worden de life cycle-kosten per treinkilometer genoemd. Voor de kosten van vervanging wordt gebruik gemaakt van een toekomstig voortschrijdend tienjarig gemiddelde. In de life cycle-kosten wordt geen rekening gehouden met financieringskosten. Ook worden de kosten van en de kilometers gereden op de HSL-Zuid en de Betuweroute niet meegerekend.
13
In de genoemde bedragen is geen rekening gehouden met prijsindexaties.
3 terug naar inhoud
Tijdruimteslots in het onderhoud
Het Prestatiegericht Onderhoudscontract
Onderhoud en vervanging verbeteren de kwaliteit van het spoor. Maar ze zorgen ook voor hinder en kosten. En, ook heel belangrijk, ze kosten spoorcapaciteit. De vraag is dus: hoe kunnen we het proces van onderhoud en vervangen optimaliseren? Daarom zijn we het programma Tijdruimteslots (TRS) gestart. Daarin combineren en concentreren we verschillende disciplines in één buitendienststelling. De spooraannemers worden intensief betrokken bij het programma.
ProRail werkt met het Prestatiegericht Onderhoudscontract (PGO). Aannemers worden beoordeeld en afgerekend op hun prestaties. Dat wil zeggen op hun functiehersteltijden en kwaliteit, tarieven, onderhoudstijd en planning. Voorheen werd gestuurd op de te verrichten activiteiten. In 2009 en 2010 zijn PGO De Peel en PGO Veluwe gestart; PGO Drenthe en PGO Rijn & Gouwe zijn aanbesteed.
De TRS-aanpak richt zich vooral op regionale spoorlijncombinaties en werkt met uitvoeringsvarianten. De afwegingen daarin zijn telkens: kunnen we ’s nachts werken of in het weekeinde, om zo de hinder te verminderen? Hoe kunnen we het voordeel daarvan afwegen tegen de extra kosten die nacht- of weekendwerk met zich mee brengen? De voortgang − Tussen 2008 en 2010 is voor twintig spoorlijnen een uitvoeringsvariant ontwikkeld. − In 2010 is het management van TRS-projecten geprofessionaliseerd voor de bewaking van de projectvoortgang en het realiseren van de kosten- en hinderoptimalisatie. − Ook is in 2010 aansluiting gerealiseerd met het programma PGO (zie hiernaast), zodat de werking van de programma’s elkaar versterken. − In 2011 leveren we uitvoeringsvarianten op voor nog eens 16 spoorlijnen, deels gebundeld in regionale combinaties.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
29
1.2 Bouwprojecten Bouwprojecten omvatten het aanleggen van nieuwe spoorverbindingen, verbeteren van bestaande spoorverbindingen, bouw en vernieuwing van stations. Met 1.300 van deze projecten in opdracht van lokale, regionale en landelijke overheden was 2010 voor ProRail een druk, spannend en bewogen jaar. Stuk voor stuk maatwerkprojecten, afgestemd op lokale wensen en omstandigheden, op te leveren binnen het gestelde budget, en met zo min mogelijk overlast voor reizigers en omwonenden. De bouwprojecten van ProRail zijn vaak complexe, interessante puzzels, waarbij vakmanschap, innovatieve en creatieve oplossingen, gedurfde beslissingen, investeren in relaties en goed aannemerschap belangrijke ingrediënten zijn.
Creativiteit ProRail bouwt vaak dichtbij of midden tussen de werk- en leefomgeving van mensen. Of op zichtbare plekken in het landschap. Dan vraagt bouwen veel creativiteit van de ontwerpers, de bouwers en onszelf. Dat is goed te zien in projecten als de Hanzelijn, de Rijn-Gouwelijn en Spoorzone Delft.
Een markant punt op de Hanzelijn Vanaf december 2012 duurt een treinreis tussen Lelystad en Zwolle nog maar dertig minuten. Dankzij de nieuwe Hanzelijn. Dat is dan het eindresultaat van zes jaar bouwen, alles bij elkaar ruim EUR 1 miljard. Gestart in 2007 zijn we nu gevorderd tot ruim tweederde van de bouw. Markant punt op de Hanzelijn is de rode spoorbrug tussen Hattem en Zwolle.
Stand van zaken Hanzelijn − Op het tracé van Lelystad tot Hattemerbroek zijn alle sporen gelegd. Het plaatsen van de boven leiding is halverwege. − De brug over de IJssel heeft in 2010 zijn definitieve vorm gekregen. Vanaf Pasen 2011 rijdt de eerste trein over de nieuwe brug. − Ook de nieuwe kap van station Lelystad krijgt steeds meer vorm. − De stations Dronten en Kampen Zuid zijn in de afbouwfase. − Medio 2011 is de hele Hanzelijn fysiek gereed en begint de testfase.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Markante brug Een paar cijfers om mee te beginnen. De brug is bijna één kilometer lang. De achttien betonnen pijlers staan op een extra zware fundering. In 36 uur is de 150 meter lange boog op zijn plaats getild. Speciaal voor die operatie had ProRail een evenemententerrein ingericht in de uiterwaarden van Hattem. Dat was met ongeveer 5.500 bezoekers een groot succes. Dankzij een doorvaarthoogte van minstens negen meter kan de scheepvaart ongehinderd passeren. Van begin af aan was duidelijk dat de brug een markant punt in het IJssellandschap zou vormen. Daarom is veel aandacht besteed aan de vormgeving. De brug maakt een vloeiende beweging over de rivier en krijgt door zijn afwijkende vorm en opvallende kleur een eigen karakter. De brug is in harmonie met het weidse rivierlandschap en beperkt de aantasting van het stroomgebied tot een minimum. In Hattem wilde men aanvankelijk liever een tunnel. Er was dan ook de nodige kritiek op de brug en de kleur. Inmiddels is de stemming omgeslagen. Er was veel creativiteit voor nodig om bij dit omvangrijke bouwproject binnen het budget te blijven. Zo is er bij het ontwerp van de brug gewerkt met een vaststaand budget. De uitdaging voor de architect was om voor dit bedrag een brug te ontwerpen.
3 terug naar inhoud
De Rijn-Gouwelijn Oost in één week ‘in de steigers’ De Rijn-Gouwelijn Oost loopt van Gouda, via Alphen aan den Rijn, tot aan de westkant van Leiden. De kern van het project: bestaand spoor wordt verdubbeld zodat de capaciteit met 50% toeneemt, en er worden zes nieuwe stations gebouwd. In 2010 is de bouw van de RijnGouwelijn Oost gestart. Die loopt van Gouda, via Alphen aan den Rijn, tot aan de oostkant van Leiden.
Stand van zaken Rijn-Gouwelijn Oost − In 2010 is de bouw gestart. Station Alphen aan den Rijn is gemoderniseerd: de onderdoorgang onder het station kwam gereed in 2010, het aantal (brom) fietsenstallingen is uitgebreid met zo’n 500 plaatsen, tot meer dan 4.000. In 2011 volgen nieuwe lightrailperrons. − In 2011 wordt gewerkt aan de spoorwegonderdoorgang Verlegde Dreef in Waddinxveen. − In 2011 starten we met de bouw van de halte Goudse Poort, de halte Boskoop Snijdelwijk wordt in gebruik genomen. − Eind 2012 wordt de frequentie tussen Alphen en Gouda verdubbeld: daar gaat dan een kwartiersdienst rijden. Vanaf 2017 rijdt de kwartiersdienst op het hele traject tussen Alphen en Leiden. Binnen een week aan de slag ProRail is een week lang met de aannemer van de RijnGouwelijn om de tafel gaan zitten. Tijdens deze ‘bouwweek’ hebben we samen het project in de steigers gezet. Dit is heel succesvol geweest. Binnen een week kon het bouwproject daadwerkelijk van start gaan. Normaal duurt dat drie maanden. Naast een besparing in tijd - en ook geld - heeft deze aanpak de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer sterk verbeterd. Binnen ProRail worden gezamenlijke Project Start-Ups steeds meer toegepast. Momenteel leggen we vast voor welke projecten dit geldt, hoe we dit gaan vormgeven en met welke externe bureaus we willen samenwerken.
Spoorzone Delft op de schop Over de spoorlijn Den Haag - Rotterdam rijden ruim 350 treinen per dag. Daarmee is dit het drukste traject in de Randstad. De lijn heeft dan ook vier sporen, behalve in Delft. Daarom wordt de spoorzone van Delft op dit moment grondig aangepakt.
Waar gaat het om? Het project Spoorzone Delft levert een treintunnel, een ondergronds station, een stadskantoor en woon- en leefgebied van hoge kwaliteit in het hart van Delft. Het is duidelijk dat de bouw daarvan grote impact op de omgeving heeft. Dat vraagt veel creativiteit bij het vinden van technische, financiële en praktische oplossingen, maar ook in de manier waarop de omgeving bij het project wordt betrokken. Betrokkenheid van de omgeving Een grote groep Delftenaren zet zich al jarenlang in voor de treintunnel. Bij zo’n ingrijpende klus is dat van groot belang. Niet alleen om draagvlak te krijgen voor het eindresultaat, maar ook omdat we de stad in overleg met bewoners, ondernemers en gebruikers bereikbaar én leefbaar willen houden. Betrokkenheid van vele partijen is noodzakelijk bij zo’n binnenstedelijk project. Een greep uit ons omgevingsmanagement In nauwe samenspraak met de omgeving maken we de afweging tussen ongehinderde voortgang van de bouw en het honoreren van zoveel mogelijk belangen van omgevingspartijen rond veiligheid, leefbaarheid, en bereikbaarheid. − Samen met de Werkplaats Spoorzone Delft (WeSD) zoeken we op sociaal en cultureel vlak verbinding met verschillende doelgroepen rond het project. − Samen met NS en de gemeente hebben we afspraken gemaakt over de bereikbaarheid van de tijdelijke stationsomgeving en monitoren we de tevredenheid van reizigers over het tijdelijke station. − De direct omwonenden hebben onze speciale aandacht. We zijn hun gast. Daarom komen we regelmatig bij elkaar, om te overleggen en te informeren. De voortgang − Op 24 januari 2010 is het tijdelijke busstation aan de achterzijde van het station feestelijk geopend. − Op 1 april 2010 is de loopbrug over de sporen geopend. − Op 4 juni is gestart met de bouw: het plaatsen van de damwanden in de Engelsestraat, gevolgd door het aanbrengen van tunnelwanden voor het gebied vanaf het station in noordelijke richting. − Op 20 september organiseerde Spoorzone Delft een Mini-Symposium Veiligheid Tunnelbouw voor bestuurders, reviewboard, bouw- en woningtoezicht en raadsleden van alle betrokken partijen.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
31
Draagvlakonderzoek In juni en juli 2010 is een onderzoek uitgevoerd onder zo’n 1.350 respondenten in Delft. Het onderzoek heeft uitgewezen dat de respondenten het project een algemeen rapportcijfer geven van 6,5. Dit was in 2008 een 6,7. Acht van de tien respondenten vindt de ontwikkeling van Spoorzone Delft goed voor de stad. We kunnen dus nog steeds op een draagvlak van zo’n 80% rekenen voor de eindresultaten van het project.
Relatiedagen Goede relaties met regionale bestuurders – onze opdrachtgevers – staan bij ProRail hoog in het vaandel. In 2010 hebben we overal in het land met vervoerders relatiedagen georganiseerd om kennis te maken met de vele nieuwe bestuurders na de gemeenteraadsverkiezingen begin dit jaar. De relatiedagen werden met veel enthousiasme ontvangen.
Reputatiescore bij overheden Uit het reputatieonderzoek van het Reputation Institute (zie paragraaf ‘Een robuuster spoor’ op pagina 14) blijkt dat de reputatiescore van ProRail onder overheden en concessieverleners lager uitvalt dan de score van de benchmark organisaties NS, Rijkswaterstaat, Gasunie en Tennet. De verbeterpunten voor ProRail zijn het verhogen van het niveau van serviceverlening en professionaliteit. Daarnaast verwachten overheden een verbetering in betrouwbaarheid en de kwaliteit van onze interne organisatie. Ook verwachten overheden dat we hen ondersteunen bij het realiseren van de economische en sociale (groei)ambities.
DRAAGVLAKONDERZOEK
■ Score 2010 bewoner Spoorzone (n=855)
80%
(zeer) goed
13%
goed noch slecht
4%
(zeer) slecht
3%
weet niet / geen mening
bedrijf Spoorzone (n=432)
78%
(zeer) goed
13%
goed noch slecht
6%
(zeer) slecht
3%
weet niet / geen mening
bewoner overig (n=903)
82%
(zeer) goed
11%
goed noch slecht
5%
(zeer) slecht
2%
weet niet / geen mening
bewoner overig (n=2,190)
80%
(zeer) goed
12%
goed noch slecht (zeer) slecht weet niet / geen mening
5% 3%
0%
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Innovatie De techniek ontwikkelt zich snel. Veranderingen volgen elkaar snel op en de verwachtingen van onze belanghebbenden nemen snel toe. Techniek is onlosmakelijk verbonden met innovatie. Daarom zoeken we voortdurend naar nieuwe oplossingen, naar ideeën die ons bedrijfsproces kunnen vernieuwen en die tegemoet komen aan de wensen van reizigers en onze omgeving. Dat doen we in samenwerking met de markt en de wetenschap. En natuurlijk ook met onze eigen mensen. De resultaten van deze samenwerking in 2010 zijn hieronder inzichtelijk gemaakt.
De markt denkt mee De markt hoeft niet op ons te wachten, maar kan zelf spontaan ideeën inbrengen. We noemen dat een Unsolicited Proposal. Een Unsolicited Proposal kan betrekking hebben op alle onderdelen van onze bedrijfsprocessen, zoals Assetmanagement, Verkeersleiding of Capaciteitsmanagement. Een voorbeeld is het toepassen van Automatische Treinbeïnvloeding op stalen bruggen. In 2009, het jaar waarin we startten met Unsollicited Proposals, werden er drie ingediend. In 2010 waren dat er twaalf. Naar verwachting worden er vier ook daadwerkelijk geïmplementeerd.
Wetenschap Innovatie en wetenschap gaan hand in hand. Daarom initieert ProRail wetenschappelijk onderzoek dat bijdraagt aan de realisatie van onze bedrijfsdoelstellingen. In 2010 is de basis gelegd voor een vijfjarig onderzoeksprogramma in samenwerking met de Stichting Technologie en Wetenschap en Next Generation Infrastructures (NGI). Dit programma van vijf miljoen euro initieert wetenschappelijke onderzoeksprojecten met thema’s als zelfdenkend spoor, duurzaam spoor en whole system performance.
Serieus innovatiekracht mobiliseren ProRail heeft veel deskundigheid in huis. In 2010 zijn we begonnen om vanuit die deskundigheid onze innovatiekracht verder te ontwikkelen. We hebben Serious Gaming succesvol beproefd, als middel om de effectiviteit van innovaties beter te kunnen voorspellen met inzet van de expertise van onze professionals. Hierin wordt een deel van de toekomst uitgebeeld samen met operators, zoals verkeersleiders en machinisten. Uit de game komen antwoorden op vragen voor besluitvormers, waardoor zij beter in staat zijn besluiten te nemen over bijvoorbeeld een toekomstige dienstregeling of nieuwe infrastructuur.
In 2011 gaan we ook CoCreatie als innovatiemiddel inzetten. CoCreatie (community driven innovation) staat voor het mogelijk maken van de duurzame dialoog. Met als doel het mobiliseren van de collectieve kennis, creativiteit en betrokkenheid op het gebied van vernieuwingen en verbeteringen.
Innovatie in Utrecht In de komende vijf jaar wordt station Utrecht Centraal geheel vernieuwd. Op de plek van het huidige station wordt een ov-terminal gebouwd, waar trein, bus, tram en fiets onder één dak samenkomen. De nieuwe terminal is van zichzelf al innovatief, bijvoorbeeld door de wijze waarop de verschillende vervoersstromen binnen en buiten de terminal gestuurd worden, door de inzet van een aantal perronkappen met zonnecellen voor de energievoorziening of door de toepassing van warmte-koudeopslag voor verwarming en koeling van gebouwen. Maar ook bij de bouw worden tal van innovaties toegepast. De biowasmachine Zo is er bijvoorbeeld de ‘biowasmachine’. De grond onder Utrecht Centraal is vervuild. Bouwputbemalingen en installaties voor warmte-koudeopslag worden nu ingezet om de bodem schoon te wassen. Transfercapaciteit realiseren Tijdens de verbouwing moet de winkel gewoon open blijven. Maar, begin 2010 ontstond een probleem: de transfercapaciteit van spoor 4 en later spoor 12 begon te knellen. Daarom werden oplossingen gezocht waarbij we gebruik maakten van een model dat voorspellingen doet gebaseerd op gemiddeld gedrag van reizigers. Omdat reizigers zich in de praktijk niet altijd gemiddeld gedragen, zeker niet als het druk is, wordt het – innovatieve – model verder doorontwikkeld.
De voortgang De voorbereidingen voor het nieuwe Utrecht Centraal lopen al zo’n tien jaar. Vanaf 2009 zijn de werkzaamheden voor het eerst zichtbaar. De bouw van het nieuwe station is in januari 2011 officieel van start gegaan. De bouwwerkzaamheden duren nog ongeveer vijf jaar.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
33
Goed opdrachtgeverschap Bij ProRail gaan ongeveer vierhonderd aanbestedingen per jaar de deur uit. Efficiënt omgaan met de publieke middelen die we besteden en een reële prijs betalen aan onze opdrachtnemers zien wij als goed opdrachtgeverschap. Met aandacht voor de veiligheid en gezondheid van de mensen die aan het spoor werken. Hiernaast maken we afspraken over de manier waarop we de risico’s met onze opdrachtnemers delen.
Gunnen voor een reële prijs ProRail wil opdrachtnemers een reële prijs betalen. Dat wil zeggen: niet te hoog, maar ook niet te laag. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat zelfs de economisch meest voordelige aanbieding toch substantieel hoger ligt dan wij hadden begroot. Dan gaan we in gesprek. Om beide begrotingen te vergelijken: misschien hebben wij iets over het hoofd gezien. Soms zijn de inschrijvingen aanmerkelijk lager dan wij hadden begroot. Ook dan gaan we in gesprek. Vooral om te controleren of de inschrijver wel een goed beeld heeft van het werk en de kosten. Het is onze ambitie om bij alle aanbestedingen ‘gunnen voor een reële prijs’ toe te passen. In 2010 hebben we ongeveer vierhonderd aanbestedingen gedaan. In ongeveer 30% van de gevallen (bij spoorwerk 50% en bij niet-spoorwerk 10 tot 20%) is sprake van een hogere of lagere prijs dan de begroting.
Topconferentie grote bouwers en opdrachtgevers De top van de zeven grote bouwbedrijven en opdrachtgevers was op 8 november 2010 weer bijeen in een zogenaamde Topconferentie. ProRail was erbij. Het thema van deze Topconferentie was ‘Gunnen voor een reële prijs’. Inmiddels is een instrumentarium ontwikkeld waardoor opdrachtgevers en opdrachtnemers beiden kunnen uitgaan van dezelfde ramings- en begrotingsmethoden.
Risico’s delen Traditioneel worden de risico’s bij een bouwopdracht verdeeld tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Elke partij is verantwoordelijk voor de beslissingen die hij neemt en de gevolgen daarvan. Daar zijn we van afgestapt. We kijken nu vooral naar wie welke risico’s het best kan beheersen. Dat werkt een stuk effectiever. We maken afspraken met de opdrachtnemer welke risico’s we samen gaan managen. Degene die de beslissing neemt, is verantwoordelijk voor de gevolgen en aansprakelijk voor de schade. Het delen van risico’s (in tegenstelling tot het verdelen) is nu de ambitie bij alle opdrachten die ProRail verleent.
Allianties Een alliantie is een vergaande vorm van risico’s delen. De belangen van opdrachtgever en opdrachtnemer worden zoveel mogelijk gelijk getrokken. ProRail streeft ernaar 50% van de gegunde opdrachten de vorm van een alliantie te geven. Met onze grote leveranciers maken we afspraken over sociale aspecten van het werk, zoals werkplekbeveiliging en werktijden. Veiligheid is hierbij belangrijk. We nemen het initiatief bij het bepalen van de regels voor veilig werken aan het spoor (meer hierover in paragraaf ‘Leiderschap en Cultuur’ op pagina 53). Daarnaast kijken we naar de werktijden van onze leveranciers. We vinden het belangrijk dat werkzaamheden buiten de dienst regeling gepland kunnen worden, maar ook dat gewerkt wordt op sociaal aanvaardbare tijdstippen. We kijken naar mogelijkheden om ‘s nachts of in de weekenden te werken. De werktijden bespreken we met onze leveranciers in het strategisch platformoverleg. Ook rapporteren we hierover aan de rijksoverheid. We controleren de prestaties van onze leveranciers en kijken met extra aandacht naar sociale aspecten, zoals werkplekbeveiliging. Leveranciers die goed scoren krijgen voorrang bij nieuwe opdrachten.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
De versnellingsagenda Door de financiële crisis is het werk in de bouw behoorlijk teruggelopen. In 2009 kwamen veel van onze toeleveranciers zonder werk te zitten. Daarom hebben de overheid en ProRail hen de helpende hand geboden. Werk dat al gepland stond, is naar voren gehaald. Daar zijn we in 2010 mee doorgegaan. Het gaat in totaal om ongeveer EUR 140 miljoen. Daarvan is tot en met 2010 al zo’n EUR 74 miljoen besteed.
35
Reputatiescore bij de bouwsector Uit het reputatieonderzoek (zie paragraaf ‘Een robuuster spoor’ op pagina 14) bleek dat we bij de bouwsector een gemiddelde reputatie hebben. De uitkomsten laten zien dat leveranciers vertrouwen hebben dat ProRail spraakmakende en prestigieuze projecten realiseert en in staat is deze projecten tot een goed einde te brengen. ProRail kan zijn reputatie het beste versterken door het niveau van serviceverlening te verbeteren en zich efficiënter te organiseren. Ook toont het onderzoek aan dat ProRail moet verbeteren op betrouwbaarheid en professionaliteit en duidelijker moet worden over zijn rol bij het vergroten van (de groei van) de mobiliteit en bereikbaarheid in Nederland.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
1.3 Omgeving Het spoor maakt Nederland bereikbaar en draagt bij aan de economische ontwikkeling van de regio. Veel spoor betekent: veel mensen die langs het spoor wonen en werken en die gebruik maken van spoorwegovergangen. Hoe meer treinen er rijden, hoe groter de impact op de omgeving. Daarom vinden wij veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid van groot belang.
Betrokkenheid ProRail wil een goede buurman zijn voor de omwonenden van het spoor. Communicatie beschouwen we als een basisvoorwaarde voor onze bedrijfsvoering. Om te horen wat er leeft. Om ideeën op te doen. Om onze plannen toe te lichten. Toch bleef onze reputatie in 2010 onder de norm die we ons hebben gesteld.
Omgevingscommunicatie In Nederland wonen bijna vier miljoen mensen langs of dichtbij een spoorlijn. Als goede buur houden we contact met hen, onder meer via brieven en bewonersavonden. De kracht van omgevingscommunicatie is het persoonlijk contact. In goede verstandhouding zoeken we samen naar oplossingen waar iedereen zich in kan vinden. Oplossingen voor nachtelijke werkzaamheden en onderhoud bijvoorbeeld, wanneer de spooraannemer wil werken en de omgeving daar hinder van ondervindt. Of oplossingen voor geluidshinder bij de bouw van stations. ProRail heeft geregeld persoonlijk contact met zijn omgeving.
Velserspoortunnel Bij de renovatie van de Velserspoortunnel bleek bijvoorbeeld hoe belangrijk dit is. Omwonenden waren niet geïnformeerd over het proefdraaien van bovengrondse ventilatoren. Dit leidde tot een klachtenstroom bij ProRail. We zijn vervolgens met omwonenden in gesprek gegaan en hebben hen regelmatig geïnformeerd over de gang van zaken, waarna omwonenden meer tevreden waren.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Publiekscontacten en klachten afhandeling Onze afdeling Publiekscontacten is het visitekaartje en de oren en ogen van ProRail voor het publiek. Hier worden vragen, opmerkingen en klachten in ontvangst genomen. Alle meldingen worden centraal geregistreerd en behandeld. Als ProRail niet de partij is die de melding kan beantwoorden, worden mensen naar de juiste instantie verwezen. Klachten in 2010 In 2010 zijn er in totaal 6.462 aanvragen (klachten, vragen, opmerkingen) bij Publiekscontacten binnengekomen. Hiervan was 54% een klacht, 39% een vraag en 7% een opmerking. Halverwege het jaar zijn de binnenkomende meldingen anders gecategoriseerd, waardoor we gegevens van voor en na deze wijziging niet kunnen vergelijken. Na 1 juni kregen we 3.800 aanvragen binnen, klachten, vragen en opmerkingen. Bijna een derde van de aanvragen (1.098) gaat over milieuonderwerpen als geluid, trillingen, stank en vervuiling en natuur. Waarover wordt geklaagd? De meest in het oog springende klachten gingen over: − geluid, al dan niet in combinatie met trillingen: 718, − storingen of defecten aan spoor en overweg: 367, − bereikbaarheid van overwegen, stations en fietsenstallingen, meestal als gevolg van werkzaamheden: 343, − het teveel of juist te weinig snoeien van groen en het laten liggen van snoeiafval: 185, − vernieling of beschadiging van eigendom van particulieren: 168, − veiligheid, met name op overwegen: 155, − stank en vervuiling: 75.
3 terug naar inhoud
Reputatiescore algemeen publiek Uit het reputatieonderzoek (zie hoofdstuk 1.1.1) bleek dat de reputatiescore bij het algemene publiek lager is dan van de benchmark organisaties. De verbeterpunten zijn het verhogen van het niveau van onze prestaties, servicegerichtheid en professionaliteit. Daarnaast verwacht het algemeen publiek dat ProRail meer innovatieve denkkracht toont, omgevingshinder beperkt en een grotere bijdrage levert aan de groeiende ambities van Nederland op het gebied van mobiliteit en bereikbaarheid.
Reputatiescore omwonenden De reputatiescore bij omwonenden is ook lager dan van de benchmark organisaties. ProRail kan zijn reputatie versterken door het niveau van prestaties en service gedrevenheid te verbeteren. Daarnaast verwachten omwonenden dat ProRail meer professionaliteit, betrouwbaarheid en transparantie toont.
Project Sporen in Arnhem Arnhem is een belangrijk knooppunt in ons spoorwegennet. Het aantal reizigers blijft de komende jaren flink groeien. Op dit moment kunnen treinen maar beperkt gelijktijdig binnenkomen en vertrekken. Daardoor ontstaan veel vertragingen, die direct gevolgen hebben voor de punctualiteit in de rest van het land. Het project Sporen in Arnhem maakt het knooppunt Arnhem klaar voor de toekomst.
Kort en krachtig, maar sneller ProRail heeft het werk in Arnhem georganiseerd in drie grote buitendienststellingen. Daarbij was geen enkel treinverkeer mogelijk, waardoor werk geconcentreerd kon worden. Het project en daarmee ook de overlast voor de omgeving is zo met een jaar verkort. In 2010 zijn de eerste twee grote buitendienststellingen succesvol uitgevoerd, in de zomer van 25 juli tot en met 22 augustus en in de herfst van 9 tot en met 24 oktober. Toen de aannemer tijdens deze megaoperatie plotseling twee nachten lang moest doorheien, heeft ProRail de omwonenden in hotels ondergebracht. In de zomer van 2011 wordt in negen weken tijd het resterende deel van station Arnhem vernieuwd. De treinen blijven dan rijden volgens een aangepaste dienstregeling. Eind 2011 wordt het project afgerond.
Grondstoffen voor de Arnhemse zomer van 2010 14 kilometer meter spoorstaaf en 9.000 dwarsliggers, 3.000 kuub beton, 230.000 kilo constructiestaal, 5.000 kuub nieuwe en 10.000 kuub hergebruikte ballast, ruim 443 kilometer spoorgebonden kabels en leidingen plus, ter compensatie van overlast, 1.000 appeltaarten, 30 bossen bloemen, 2.000 uitnodigingen voor een ontbijt, 4.000 broodjes en nog eens 5.500 ijsjes.
Actief overleg Belangrijk bij deze megaklus is de overlast voor de omgeving te beperken. Dat hebben we om te beginnen gedaan door de mensen er actief bij te betrekken. Eens per kwartaal is er een bewonersoverleg met de vertegenwoordigers van de wijken rond het spoor. Daarnaast organiseert ProRail eens per kwartaal een inloopavond waar bewoners bijgepraat worden over de komende werkzaamheden. Tijdens de werkperiode afgelopen zomer kwamen 128 meldingen binnen, waarvan 50% klachten. De overige meldingen waren vragen en complimenten. ProRail heeft een direct telefoonnummer naar de projectleiding geopend, en geïnvesteerd in goede voorlichting en een goede relatie met bewoners.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
37
Veiligheid Een trein die op volle snelheid over het spoor rijdt, kan een risico zijn. ProRail wil dat risico zo veel mogelijk terugbrengen. Veiligheid staat voorop. Voor de passant van een spoorwegovergang, voor de buurman die het spoor als zijn achtertuin beschouwt en voor de mensen die zichzelf in de buurt van het spoor onbewust of bewust in gevaar brengen.
Overwegen veiliger Automobilisten, fietsers en voetgangers maken gebruik van spoorwegovergangen. ProRail wil hen tegen een ongeval beschermen. En dat lukt elk jaar beter. Hangwerken onder overwegbomen belemmeren voetgangers en fietsers onder de gesloten bomen door te gaan. Middenbermen beletten automobilisten te gaan slalommen. Probleemoverwegen krijgen een speciale aanpak. Aantal aanrijdingen op overwegen In 2010 zijn er 47 aanrijdingen op overwegen gemeld door machinisten en door het Schakel en Meld Centrum van ProRail. In 2008 waren dat er 72 en in 2009 waren dat er 47. Er vielen 10 dodelijke slachtoffers. Het aantal is afgenomen ten opzichte van de 13 slachtoffers in 2009 en 18 in 2008.
Start programma suïcidepreventie De suïcides op het spoor zijn in het afgelopen jaar toegenomen in overeenstemming met de maatschappelijke ontwikkeling. Suïcides op het spoor veroorzaken niet alleen veel leed bij nabestaanden, maar ook bij machinisten en conducteurs. Bovendien leiden ze tot ernstige verstoringen van het treinverkeer. Een baanvak is na een suïcide gemiddeld 145 minuten gestremd. Dat betekent jaarlijks een oponthoud van in totaal drie weken. Maatregelen ProRail treft verschillende maatregelen tegen ‘derden op het spoor’, zoals spoorlopers, vandalen en suïcidale mensen. Sinds juni 2010 geeft ProRail het probleem van zelfdoding op het spoor aandacht in een apart programma. Een multidisciplinair programmateam is een actieplan gestart dat loopt van 2010 tot 2015. ProRail werkt hierbij samen met NS en maatschappelijke instanties zoals GGZ Nederland, de KLPD, de wetenschap en 113Online (online eerste hulp bij levensnood). ProRail voert regelmatig gesprekken over plannen en maatregelen met de ministeries van Infrastructuur en Milieu en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Begin 2011 wordt een maatregelenpakket op maat uitgevoerd op de meest urgente risicolocaties, verspreid door het hele land. Dat zijn locaties waar veel slacht offers vielen, vaak in de buurt van GGZ-instellingen. Voorbeelden van maatregelen zijn het afschermen van de spoorbaan, het plaatsen van borden met een verwijzing naar psychische hulp, detectie en camerabewaking bij overwegen.
AANTAL AANRIJDINGEN OP OVERWEGEN
SUÏCIDES EN SUÏCIDEPOGINGEN
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren
2010
47
aanrijdingen
10
dodelijke slachtoffers
2010
202
suïcides
9
waarvan zwaar gewond
277
pogingen
2009
47
aanrijdingen
13
dodelijke slachtoffers
2009
206
suïcides
14
waarvan zwaar gewond
2008
72
aanrijdingen
18
dodelijke slachtoffers 0
218
pogingen
2008
169
suïcides
15
waarvan zwaar gewond
186
pogingen 0
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Aantal suïcides In 2010 zijn 202 suïcides gemeld. In 2009 waren dat er 206 en 2008 kende 169 meldingen.
Voorlichting tegen spoorlopers
Aantal pogingen In 2010, 2009 en 2008 waren er respectievelijk 277, 218 en 186 pogingen. Daarvan waren respectievelijk 9, 14 en 15 mensen zwaargewond. Er worden steeds meer pogingen gesignaleerd en voorkomen.
Bijna één op de vijf verstoringen wordt veroorzaakt door spoorlopers: spelende kinderen, gezinnen die bramen plukken of omwonenden die een sluiproute nemen langs het spoor. Dat is niet alleen gevaarlijk, maar ze zorgen ook voor gemiddeld 90 minuten treinvertraging per dag. Daarom heeft ProRail ook dit jaar veel gedaan om spoorlopers te weren: extra hekken, verbodsborden, surveillance en gerichte voorlichtingscampagnes.
Voorlichting aan jongeren
Inzet van BOA’s
Stoer gedrag, ongeduld of onoplettendheid zijn de belangrijkste oorzaken van ongevallen op overwegen. MP3-spelers of mobieltjes kunnen levensgevaarlijk zijn. Daarom is de campagne ‘Wil je blijven leven, wacht dan even’ in augustus 2010 gestart met advertenties in huisaan-huisbladen en speciale verkeersborden.
Om risicovol gedrag en vandalisme op en rond het spoor tegen te gaan, zet ProRail op hotspots ook 50 Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s)14 in. Zij melden onregelmatigheden en zijn bevoegd om processen verbaal uit te schrijven. In 2010 is 2.126 keer proces verbaal opgemaakt.
Veel scholen hebben in 2010 gebruik gemaakt van het jongerenpakket PazzUp. Er zijn zo’n vijfhonderd pakketten aangevraagd en op 45 scholen zijn 145 gastlessen verzorgd. Hiervoor heeft ProRail vier gastlesdocenten opgeleid. Een nieuw onderwijsconcept voor de onderbouw is ontwikkeld en wordt in het voorjaar van 2011 aan de scholen gepresenteerd.
Aantal meldingen van spoorlopers In 2010 bedroeg het aantal spoorlopers 2.165. Dat is een stijging ten opzichte van 2009 (1.964 meldingen) en 2008 (1.880 meldingen).
MELDINGEN VAN SPOORLOPERS
14
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm 2.165
2010
Het aantal BOA’s wordt geregistreerd in ons personeelssysteem. Daarnaast moeten wij elke wijziging in dit BOA-bestand doorgeven aan het ministerie van Veiligheid en Jusititie.
1.897 1.964
2009 1.880
2008 0
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
39
Duurzaamheid De activiteiten van ProRail kunnen grote impact hebben op mensen, natuur en milieu. Milieubewustzijn en duurzaamheid zijn belangrijk voor ProRail. We willen het spoor duurzaam inpassen in de omgeving. In het beschermen van de omgeving willen we de beste spoorbeheerder van Europa zijn. We willen voldoen aan wet- en regelgeving, maar we gaan verder waar wij dat zinvol vinden. We hebben in 2010 belangrijke resultaten geboekt.
Klimaatverandering Onze activiteiten hebben niet alleen invloed op mensen, natuur en milieu, maar andersom kan klimaatverandering ook invloed hebben op onze bedrijfsvoering. Daarom hebben we ons aangesloten bij de Rijksbrede onderzoeken naar klimaatverandering en volgen we de ontwikkelingen op Europees niveau.
Geluid Elk jaar toetsen we de geplande dienstregeling aan de geluidsregels. Gedurende het jaar houden we bij of het geluid van het treinverkeer binnen de normen blijft. Extra aandacht besteden we aan bekende knelpunten. Dreigende overschrijdingen bespreken we met de vervoerders. Geluidplafonds Vanaf 2012 worden – zo is de verwachting nu – geluidplafonds ingevoerd. Deze geven aan welke geluidproductie er mag zijn op vooraf aangegeven punten buiten het spoor. Als beheerder voor het hoofdspoorwegnet wordt ProRail verantwoordelijk voor het naleven van de geluidplafonds.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Trillingen Door treinverkeer en bouwactiviteiten ontstaan soms trillingen. Die kunnen hinderlijk zijn voor de omgeving en schade veroorzaken aan gebouwen. Er bestaan geen wettelijke normen voor trillingen. Bij schadeclaims hanteert ProRail de richtlijnen van de Stichting Bouwresearch. In geval van klachten van burgers wordt in eerste instantie gezocht naar een lokale reden voor de klachten. Bijvoorbeeld de kwaliteit van de infrastructuur zoals slechte voegen en wisselpuntstukken, te losse ballast, losgetrilde railbevestiging. Als het mogelijk is, nemen we direct actie. Veel klachten ontstaan vanwege de invoering van een ander type trein of intensivering van de dienstregeling. In 2010 heeft ProRail verscheidene brieven van de provincie en van gemeenten langs de IJssellijn ontvangen over de onaanvaardbare trillingssituaties door de toegenomen intensiteit van het spoorverkeer op deze lijn. Daarom hebben leden van de Tweede Kamer in 2010 bij de minister aangedrongen op het stellen van normen voor trillingshinder. In haar antwoord heeft de minister laten weten dat er nog veel onbekend is op dit gebied. Zij heeft aangekondigd daartoe eerst onderzoek te laten doen.
Afval en water Het afvalbeheer op stations bij het onderhoud van het spoor hebben we uitbesteed aan derden. ProRail bewaakt dat daarbij wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving. Dat doen we steekproefsgewijs. Bij projecten verplichten wij de aannemers afvalstoffen op de juiste wijze af te voeren en te verwerken. De sloten langs het spoor worden jaarlijks geschoond.
3 terug naar inhoud
Natuur en landschap
Energieverbruik en energie-efficiëntie
Spoorbermen, in totaal 3.200 hectare, vormen een belangrijk leefgebied voor veel planten en dieren. Vaak van soorten die zich elders moeilijk handhaven. Aanleg en onderhoud van spoorverbindingen kunnen dus grote impact hebben op de flora en fauna. En natuurlijk ook op het landschap. ProRail wil bijdragen aan het in stand houden en ontwikkelen van de natuur- en landschapswaarden langs het spoor.
ProRail heeft als doelstelling om in 2020 30% efficiënter om te gaan met energie (peiljaar 2005). ProRail heeft ook samen met NS deelgenomen aan de Meerjarenafspraak Energie-efficiënte-1 (MJA-1). Deze liep tot en met 2010. De gezamenlijke doelstelling was 16% energieefficiëntie in 2010 ten opzichte van 1997. In 2009 was al 30% bereikt. De cijfers voor 2010 zijn nog niet bekend.
De voortgang − In 2009 en 2010 hebben we ons natuur- en landschapsbeleid geformuleerd en omgezet in implementatieplannen. − Ook is in deze jaren geïnventariseerd welke bijzondere bloemen, planten en dieren in de bermen voorkomen en zijn bermbeheerplannen opgesteld. Deze plannen geven aan op welke wijze de bermen beheerd moeten worden. De komende jaren wordt onderzocht op welke wijze de natuurwaarden van de bermen tegen aanvaardbare kosten kunnen worden verhoogd.
Ecologische Hoofdstructuur
Voor de komende jaren heeft ProRail schriftelijk aan de minister van Infrastructuur en Milieu laten weten mee te willen doen aan de MJA-3 (de nieuwe meerjarenafspraak voor het meten van energie-efficiëntie). Aan de hand van deze indicator wordt in de komende jaren ons energieverbruik gemeten. Het energiegebruik in 2009 was 4,2 miljoen m3 gas (164 duizend GJ) en 94 GWh elektriciteit (338 duizend GJ). Het energieverbruik in 2008 was 4,8 miljoen m3 gas (187 duizend GJ) en 92 GWh electriciteit (331 duizend GJ). De cijfers voor 2010 zijn nog niet bekend. ProRail heeft in 2009 bijna 60% van de elektriciteit duurzaam ingekocht. Onze doelstelling is om in 2020 100% duurzaam opgewekte energie in te kopen.
ProRail werkt mee aan de ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur van Nederland in het Meerjarenprogramma Ontsnippering. Tot 2018 bouwen we op 80 locaties passages voor dieren, zoals natuurbruggen en faunatunnels. De voortgang In 2010 zijn de volgende zaken gerealiseerd: − Start ontwerp 80 kleine faunapassages, − Start aanbesteding ecoduct Op Hees, Den Dolder, − Ecoduct De Vloedgraaf is geopend, − Start bouw ecoduct Nijverdal, als eerste van een project van negen ecoducten. Medio 2011 is het ecoduct Nijverdal klaar, − Ecoduct Hulshorst is in uitvoering. In 2010 is gebouwd aan de constructie van het gedeelte over de weg. In februari 2011 starten de werkzaamheden voor de constructie over de spoorbaan.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
41
CO2-prestatieladder
We willen de CO2-uitstoot verminderen, bij onszelf en bij onze leveranciers. Daarom hebben we de CO2-prestatieladder ontwikkeld: hoe meer een bedrijf zich inspant om de CO2-uitstoot te reduceren, hoe meer kans het bij een aanbesteding maakt. Wie wil meedoen aan de CO2-prestatieladder, moet zich laten certificeren. En dat hebben meer dan 80 bedrijven in 2010 gedaan. In 2009 waren dat er 20. Samenwerking is het sleutelwoord. Onze opdracht nemers participeren in de ontwikkeling van de ladder en motiveren op hun beurt hun toeleveranciers. In 2011 dragen we de CO2-prestatieladder over aan de nieuw opgerichte Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen. Zodat ook andere partijen, zoals Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst, de ladder kunnen opnemen in hun aanbestedingsprocedures. Klimaatpenning en bouwpluim ProRail heeft op 25 juni 2010 een Klimaatpenning ontvangen voor zijn uitzonderlijke klimaatinzet. Het bestuur van de HIER Klimaatcampagne vindt de CO2-prestatieladder ‘een voortreffelijk, intelligent en zeer onderscheidend voorbeeld van een versnellende activiteit, waarmee ProRail de gehele bouwsector stimuleert tot klimaatvriendelijker werken’. Onze CO2-prestatieladder is in 2010 ook genomineerd voor de Bouwpluim 2011, een initiatief van opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouw. Juist vanwege het besef dat het gaat om ‘samen zorgen voor minder CO2’.
CO2-voetafdruk
De CO2-voetafdruk is een maatstaf voor de invloed van menselijke activiteiten op het klimaat. Bij het meten van de CO2-voetafdruk krijgen we inzicht in de omvang en de precieze herkomst van deze emissies. Het meten van de voetafdruk is onderdeel van de CO2-prestatieladder. Resultaten De voetafdruk van ProRail is in 2009 kleiner geworden. Dat komt vooral omdat zowel de infrastructuur als de kantoren minder elektriciteit gebruiken en minder warmte vragen. Ook de inkoop van groene stroom helpt. De resultaten voor 2010 worden pas in de loop van 2011 bekend. Dat komt omdat we de benodigde gegevens nog niet standaard meten. Dat verandert in 2011 als we elk half jaar rapporteren. Voetafdruk In 2009 hebben we 53,2 kiloton CO2 uitgestoten16, wat overeenkomt met ongeveer 6.400 huishoudens. Dat is minder dan 2008 (64 kiloton ofwel ongeveer 7.100 huishoudens).
ProRails CO2-score Als goed opdrachtgever heeft ProRail zichzelf ook gescoord op de CO2-prestatieladder. ProRail is ingestapt op niveau 3, eind 2010 hebben we niveau 4 bereikt. Niveau 5 is het meest CO2-bewuste niveau.
PRORAILS CO 2 -SCORE
VOETAFDRUK
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm
■ Score overige jaren 53,2
2009
2011 4 4
2010
64
2008
4 3
2009 0
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
0
16
Om de voetafdruk te berekenen is gebruik gemaakt van de indeling van de CO2 –prestatieladder. Deze gaat uit van het Green House Gas Protocol met de onderdelen directe emissies door de eigen organisatie, indirecte CO2-emissies en overige indirecte emissies veroorzaakt door activiteiten van de eigen organisatie.
3 terug naar inhoud
Duurzame stations
Milieuovertredingen
ProRail heeft samen met NS in 2010 een instrument ontwikkeld om de duurzaamheid van stations te meten en om te zien waar kansen voor verbetering liggen. Bijvoorbeeld bij verlichting, efficiëntie van installaties of toegankelijkheid van een station. Het instrument werkt eenvoudig, het is mogelijk om snel verschillende oplossingsvarianten te testen. In 2010 zijn hiermee 17 bestaande stations (in 2009: 6) en drie stationsontwerpen, waaronder het nieuwe Utrecht Centraal, gescand. De scan moet ProRail helpen om de duurzaamheid en kwaliteit van de stations te verhogen. Diverse andere Europese landen hebben inmiddels interesse getoond in het overnemen van de scan om ook hun stations aan te pakken.
Het lukt ProRail helaas nog niet altijd om te voldoen aan milieuwet- en regelgeving. In 2010 zijn we onze milieuovertredingen uitgebreider gaan meten op basis van de Wet Milieubeheer, de Wet Geluidhinder (voor baanvakken) en het Gebruiksbesluit (transferruimten en tunnels). Het gaat hierbij bijvoorbeeld om overtredingen op de gebieden geluid, slootonderhoud, boringen, waterafvoer en overtredingen van administratieve aard. In 2010 hebben we 77 overtredingen gemaakt, waarvan het merendeel eigen constateringen waren (2009: 91).
Prestatie-indicatoren voor duurzaamheid ProRail werkt op dit moment aan de verdere ontwikkeling van indicatoren voor ons beleid op het gebied van energie, CO2 en natuur en landschap.
verslag van de di recti e - v o o r he t s p o o r
43
3 terug naar inhoud
2 ProRail We willen tevreden klanten. Ruimte creëren op het spoor. Goed, veilig en efficiënt werk leveren. Zodat Nederland non-stop in beweging kan blijven. En daar hebben onze mensen ook in 2010 weer hard aan gewerkt. Effectief aangestuurd, met oog voor de risico’s, vanuit een maatschappelijke opdracht en verantwoordelijkheid.
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
45
2.1 Missie en strategie Non-stop, 24 uur per dag, zeven dagen per week een beschikbaar, betrouwbaar en veilig spoor garanderen. Om zo Nederland bereikbaar en in beweging te houden. Dát is onze missie.
De omgeving
Een overzicht van onze stakeholders
Nederland heeft behoefte aan hoogwaardige spoormobiliteit. En die behoefte neemt de komende jaren alleen maar toe. De reizigers willen treinen die op tijd rijden en stations die comfortabel en veilig zijn. De vervoerders verwachten capaciteit en punctualiteit van ProRail, tegen een scherpe prijs. En onze leveranciers willen interessante opdrachten, zeker in de economische omstandigheden zoals we die in 2010 kenden.
− Onze directe klanten: 35 vervoerders (‘Ik rijd over het spoor’) − De klanten van onze klanten: 1,2 miljoen reizigers (‘Ik reis over het spoor’) − Onze buren: 4 miljoen omwonenden en passanten, hulpdiensten enzovoort (‘Ik woon en werk rond het spoor’) − De samenleving: 16,7 miljoen burgers (‘Ik financier het spoor’) − Onze consessieverlener: het ministerie van Infrastructuur en Milieu (‘Ik verleen een concessie voor beheer van het spoor’) − Onze opdrachtgevers: 500 overheden: (‘Ik beslis over het spoor’) − Onze leveranciers: 550 zakenpartners (‘Ik bouw en onderhoud het spoor’) − Onze medewerkers: 4.200 werknemers (‘Ik werk aan een beter spoor’) − Onze ondernemingsraad en de vakbonden (‘Ik vertegenwoordig de werknemers op het spoor’) − En de pers: (‘Ik bericht over het spoor’).
De samenleving en overheden vragen meer van ProRail: efficiëntie, sociale verantwoordelijkheid, aandacht voor het milieu en veiligheid. Tussen deze verwachtingen bestaat soms spanning. Kwaliteit kost vaak meer geld. Veiligheid vraagt vaak meer energieverbruik, bijvoorbeeld bij verlichting. Aan ProRail de uitdaging om iedereen die belang heeft bij het spoor tevreden te stellen. Het uitgangspunt van onze strategie.
Onze stakeholders Personenvervoerders en goederenvervoerders zijn de directe klanten van het spoor. Bij onze dienstverlening willen we de belangen van de reizigers en verladers centraal stellen. Daarnaast bekijken we samen met gemeenten en provincies hoe we het best aan hun vraag naar treinvervoer en stationsvoorzieningen kunnen voldoen. Met leveranciers hebben we verschillende samenwerkingsvormen. We maken duidelijke prestatieafspraken, bijvoorbeeld bij onderhoud en over veiligheid. We kiezen in de bouw steeds meer voor samenwerking. We maken allianties om risico’s te delen. Dit bespaart belastinggeld. Op andere gebieden kiezen we voor stimulering. Voor een lager CO2-verbruik bijvoorbeeld. Leveranciers worden gemotiveerd met voordelen bij het inschrijven op bouwprojecten.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Onze doelstellingen Tevreden klanten en omgeving ProRail is een publieke dienstverlener die in contact wil staan met zijn klanten en omgeving. Een organisatie die zich comfortabel voelt in zijn maatschappelijke rol en van buiten naar binnen werkt. Ruimte voor groei op het spoor De overheid en de spoorsector hebben grote ambities met het spoor: een flinke jaarlijkse groei en hoogfrequent spoorvervoer op de belangrijkste verbindingen van het land. Daarom maakt ProRail het mogelijk dat er meer treinen kunnen rijden, met hoge punctualiteit en waar mogelijk kortere reistijden.
Excellente en veilige operatie ProRail wil dat het spoor maximaal beschikbaar is voor vervoerders. En dat in een bedrijfsvoering zonder ongevallen. Dat betekent dus veilig reizen, werken en leven op en langs het spoor.
47
Verhoging van de efficiëntie ProRail wil meer uit het spoor halen. Onze ambitie daarbij is om de life cycle-kosten per treinkilometer binnen vijf jaar met 20% te verlagen. Daardoor kunnen we blijven werken met de financiële middelen die de vervoerders en het ministerie van Infrastructuur en Milieu daarvoor beschikbaar hebben.
STRATEGIEKAART PRORAIL 2009 - 2015 MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF (Waar rekent de maatschappij ons op af / is zij bereid voor te betalen?)
KLANT & OMGEVINGSPERSPECTIEF (Waar rekenen klanten ons op af / zijn zij bereid voor te betalen?)
DIENSTVERLENER IN SPOORMOBILITEIT: NON STOP, 24X7 BESCHIKBAAR, BETROUWBAAR EN VEILIG SPOOR HET SPOOR UITBOUWEN TOT HET KLOPPEND HART VAN EEN BEREIKBAAR NEDERLAND
RUIMTE VOOR GROEI OP HET SPOOR
TEVREDEN KLANTEN EN OMGEVING
Omgeving / publiek
Reizigers / bedrijven VERVOERDERS & VERLADERS Personenvervoerders
INTERN PERSPECTIEF (Waar moeten we op sturen om dit waar te maken?)
EXCELLENTE EN VEILIGE OPERATIE
VERHOGING VAN DE EFFICIËNTIE
REGIONALE OVERHEDEN
RIJKSOVERHEID
Goederenvervoerders
Provincies
Kaderwetgebieden
Gemeenten
PROJECTEN
VERVOERDERS & DIENSTREGELING KLANTPORTAAL Treinpad
Emplacementdiensten
Transferdiensten
Informatiediensten
MEER CAPACITEIT VOOR REIZIGERS EN GOEDEREN CREËREN, DOOR ANDERS PLANNEN, UITVOEREN, VERDELEN EN BOUWEN MEER WAARDE VOOR DE KLANT CREËREN, DOOR TOEGESNEDEN DIENSTEN, TRANSPARANTE PRIJZEN EN SNELLE LEVERING
OPERATIE Treinpad
Emplacementdiensten
Transferdiensten
Spoor & omgevingsprojecten
Stations & spoorzones
SNEL & ZORGVULDIG ADVIES, ONTWERP, PLANNING EN REALISATIE VANUIT VISIE OP MOBILITEIT EN RUIMTELIJKE ORDENING INTEGRALE PROGRAMMERING VAN PROJECTEN, MET EEN STERKE GEOGRAFISCHE BRIL VEEL, SNEL & ANDERS, MET HOGE KWALITEIT
Informatiediensten
24X7 BESCHIKBAAR, BETROUWBAAR EN VEILIG
ASSET-MANAGEMENT EN SYSTEEM-ONTWIKKELING, GERICHT OP CAPACITEITSGROEI EN KOSTENREDUCTIE
LEREN & GROEI PERSPECTIEF (Wat moeten we leren en ontwikkelen om hier op te sturen?)
MENSELIJK KAPITAAL
LEIDERSCHAP
BEDRIJFSCULTUUR
INNOVATIEKRACHT
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen is geïntegreerd in onze bedrijfsdoelstellingen. We vervullen een maatschappelijke rol en stellen de belangen van onze stakeholders voorop. De focus ligt daarbij op de onderwerpen waarin ProRail in maatschappelijk opzicht het verschil maakt. Uiteenlopende belangen afwegen Als spoorbeheerder kijken we goed naar de wensen en de perceptie van onze stakeholders. Dan blijkt dat die wensen tegenstrijdig kunnen zijn, of lijken. In onze afweging gaan we vaak verder dan alleen voldoen aan de individuele belangen van partijen en aan wet- en regelgeving. Het gaat ons om de meerwaarde voor de hele maatschappij. Hier ligt voor ons de uitdaging om innovatief en duurzaam te zijn. Dit is de kern van ons maatschappelijk verantwoord ondernemen. Goed voor het milieu ProRail heeft als ambitie om van het spoor een nóg groenere vervoersmodaliteit te maken. Onze doelstellingen voor de langere termijn (2020): 100% duurzaam inkopen van energie en 30% minder energieverbruik ten opzichte van 2005. Milieuvriendelijk gedrag bij onze toeleveranciers stimuleren we met de CO2-prestatieladder. Op andere milieugebieden, waaronder natuur en landschap, water, afval en vervuiling is ons uitgangspunt minimaal te voldoen aan wet- en regelgeving.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Omgeving Voor onze omgeving willen we een goede buur zijn. We realiseren ons dat de perceptie van overlast van onze activiteiten groot kan zijn. We houden ons aan de wet en regels over geluid en trillingen en gaan verder waar dat nuttig is. Maar we kijken ook naar ons gedrag. Integriteit staat voorop. Medewerkers Voor onze medewerkers willen we een aantrekkelijke werkgever zijn. Medewerkers zijn onze belangrijkste factor. We gaan voor een evenwichtige organisatie. Ons menselijk kapitaal willen we ontwikkelen, onze mensen nog beter maken, nog klantgerichter en innovatiever. Het leiderschap van onze managers stellen we hierbij centraal. Communicatie Onze organisatiestructuur is gericht op het contact met de stakeholders. Zo hebben we via accountmanagementteams contact met goederen- en personenvervoerders. Het contact met overheden voor de bouwprojecten verloopt via de afdeling Relatiebeheer. Deze afdeling vervult een centrale functie en heeft medewerkers in alle regio’s. Zo laten we het contact met lokale publieke partners efficiënt plaatsvinden.
3 terug naar inhoud
Categorie
Subcategorie
Doelstelling
Indicator
Indicator in jaarverslag
De Klant en de omgeving
Per stakeholder
Tevreden klanten en omgeving
KPI tevredenheid van onze klanten
p 15
KPI reputatiescore Groei op het spoor
Spoor, stations en omgeving
Jaarlijkse groei en hoogfrequent spoorvervoer
KPI capaciteitsverdeling
p 14, 32, 35, 37 p 17
Excellente operatie
Levering treinpaden
Maximale beschikbaarheid en betrouwbaarheid
KPI beschikbaarheid
p 20
KPI geleverde treinpaden
p 23
KPI deels gerealiseerde treinpaden
p 23
KPI punctualiteit
p 23
Levering informatiediensten
KPI reisinformatie in verstoorde situaties
p 24
Levering transferdiensten
KPI sociale veiligheid
p 26
KPI reinheid stations
p 27
KPI toegankelijkheid
p 27
Aantal botsingen
p 18
Aantal roodseinpassages
p 18
Veiligheid
Veilig reizen
Nul ongevallen
Veilig leven
Veilig werken Economisch Milieu
Omgeving Medewerkers
Aantal ontsporingen
p 19
Aantal aanrijdingen overwegen
p 38
Aantal suïcides
p 38
Aantal meldingen spoorlopers
p 39
Aantal ongevallen medewerkers en opdrachtnemers
p 53
Efficiënt
20% lagere LCC
KPI Life cycle-kosten
p 28
Prijsvorming inkoop
Reële prijzen
Geen indicator
p 34
CO2
CO2-reductie in de keten
ProRail CO2-score Indicator in ontwikkeling
p 42
Energie
30% efficiënter in 2020 100% duurzaam inkopen
Energie-efficiëntie MJA - EE1 Indicator in ontwikkeling
p 41
Natuur & landschap
Geen overtredingen
Aantal overtredingen
p 43
Geluid en trillingen
Geen overtredingen
Aantal overtredingen
p 43
Integriteit
Geen overtredingen
Aantal overtredingen
p 53
Medewerkers - organisatie
Evenwichtige en beheerste opbouw
Aantal medewerkers
p 50
In- en uitstroom
p 50
Leeftijdsopbouw
p 51
Medewerkers - menselijk kapitaal
Meer flexibiliteit Lagere kosten inhuur
Aantal vast en tijdelijk
p 52
% inhuur
p 52
Medewerkers - aantrekkelijke werkgever
Tevredenheid - 80% tevreden en betrokken
% tevreden en betrokken medewerkers
p 54
Vitale medewerkers - verzuim
% verzuim
p 54
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
49
2.2 Medewerkers De medewerkers moeten het verschil maken bij ProRail. Daarom investeren we in hun persoonlijke ontwikkeling. We werken aan een leiderschapsstijl die de over het algemeen hoog opgeleide en mondige ProRail-medewerkers prikkelt tot prestaties. En we zorgen voor goed werkgeverschap.
Opbouw en omvang Bij ProRail werken circa 4.200 mensen (31 december 2010). Zij zetten zich dag in, dag uit enthousiast in voor het bedrijf. Een aanzienlijk deel gaat de komende tien jaar met pensioen. Daarom blijven we op zoek naar nieuwe, talentvolle mensen, zodat de kennis tijdig wordt overgedragen. Bij voorkeur van verschillende culturele achtergrond, leeftijd en geslacht om zo onze organisatie meer divers te maken. Aantal medewerkers In 2010 groeide het gemiddeld aantal vaste fulltime medewerkers naar 3.954 fte (2009: 3.489 fte).Van ons personeelsbestand werkt 81% fulltime en 19% parttime.
Gegroeid In 2010 is ons gemiddelde personeelsbestand belangrijk gegroeid. Dat is het gevolg van sterke groei eind 2009 en de omzetting van inhuurcontracten naar vaste arbeidscontracten in tijdelijk dienstverband. Daarnaast zijn we activiteiten zelf gaan doen die we voorheen uitbesteedden, bijvoorbeeld de helpdesk kantoorautomatisering. Ook hadden we behoefte aan meer menskracht door de groei van de projectenportefeuille en maatregelen te nemen tegen vandalisme en wangedrag. In 2010 zijn wij scherper gaan sturen op personeelskosten en hebben we de groei afgevlakt met als doel in 2011 een daling van het aantal medewerkers te realiseren. Daarnaast worden inhuurcontracten omgezet in
goedkopere vaste arbeidscontracten, waardoor we de kosten omlaag hebben gebracht. Hier hebben we vaker gekozen voor tijdelijke arbeidscontracten om de flexibiliteit te behouden. Tevens hebben we kritisch gekeken naar de instroom van nieuwe medewerkers zodat de groei is afgenomen.
In- en uitstroom De uitstroom bij ProRail is relatief laag. De groei van de afgelopen jaren heeft gezorgd voor voldoende interne beweging. Nu ProRail de komende jaren verwacht niet meer te groeien, komt de ruimte voor interne doorstroom vooral door job rotation. En de toenemende uitstroom over enkele jaren zal vooral komen door medewerkers die met pensioen gaan. Percentages in- en uitstroom In 2010 zijn er 568 nieuwe collega’s aan de slag gegaan en hebben 196 medewerkers ProRail verlaten. Het uitstroompercentage ligt nu al vier jaar tussen de 4% en 8%. Het landelijk gemiddelde was 10% in 2010. Van de uitstroom was 32% vrouw. De verdeling over de leeftijdscategorieën van de uitstroom is als volgt: jonger dan 30 jaar 26%, tussen 30 en 39 jaar 32%, tussen 40 en 49 jaar 23%, tussen 50-59 jaar 11% en ouder dan 60 jaar 8%.
AANTAL MEDEWERKERS
IN- EN UITSTROOM VAN MEDEWERKERS
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren
■ Instroom 2010 | ■ Instroom overige jaren | ■ Uitstroom
4.161
2010
568
2010
3.954
(fte)
3.679
2009
196 733
2009 172
3.489
(fte)
3.220
2008
3.049
(fte) 0
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
506
2008 225 0
3 terug naar inhoud
Onevenwichtige leeftijdsopbouw
Meer diversiteit
Bij ProRail werken in verhouding veel 50- tot 65-jarigen: hun aandeel is 32%. De komende tien tot vijftien jaar gaat deze groep medewerkers met pensioen. Dat maakt ons kwetsbaar als met die uitstroom ook kennis verdwijnt. Daarom blijven we ons profileren als een aantrekkelijke werkgever, zodat we ook in de toekomst talentvolle medewerkers aantrekken.
Ter vervanging van vertrekkende medewerkers wil ProRail meer jongeren en allochtonen aannemen. Ook wil ProRail 30% vrouwen in de top 80-functies. Zo wordt ons personeelsbestand meer divers.
LEEFTIJDSOPBOUW
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren 2010
10%
20 - 29
24%
30 - 39
34%
40 - 49
29%
50 - 59
3%
> 60
Ons diversiteitsbeleid is gericht op: − de instroom, doorstroom en ontwikkeling van vrouwelijk talent, − de instroom, doorstroom en ontwikkeling van divers cultureel talent, − de instroom van jongeren: we streven ernaar dat 80% van de instroom van de nieuwe medewerkers jonger is dan 40 jaar.
2009
9%
20 - 29
24%
30 - 39
37%
40 - 49
29%
50 - 59
De voortgang in 2010 − In 2010 werd 18% van de top 80-functies vervuld door vrouwen. − Van de instroom was in 2010 70% jonger dan 40 jaar. − Van de instroom was in 2010 15% allochtoon (westers en niet-westers).
1%
> 60
2008
Positieve sfeer
8%
20 - 29
24%
30 - 39
39%
40 - 49
28%
50 - 59
1%
> 60 0%
Samen met de Rijksuniversiteit Groningen hebben we in 2010 onderzoek gedaan naar ‘Arbeidsintegratie en ervaringen van inclusie en exclusie bij ProRail’. Het blijkt dat de sfeer als positief wordt ervaren. Bovendien is er, in vergelijking met andere organisaties, meer ruimte voor autonomie en wordt er op een open en constructieve manier feedback gegeven. De samenwerking tussen mensen uit verschillende culturen, van verschillende geslachten en van verschillende leeftijden verloopt goed.
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
51
Menselijk kapitaal De voortgang − Gedeelde negende plaats in het jaarlijkse onderzoek van Effectory naar de Beste Werkgever van Nederland. − In het Intermediair Beste Werkgever Onderzoek 2010 staan we op de 22ste plaats. − In het Incompany Employee Satisfation Onderzoek onder de 200 grootste bedrijven van Nederland staan we op plaats 19.
Alleen met goed gekwalificeerde, betrokken en gemotiveerde medewerkers kunnen we de prestaties leveren die de klant van ons vraagt. Met goede opleidingen en doorgroeimogelijkheden willen we investeren in onze mensen. Zodat ze het beste uit zichzelf halen en de organisatie flexibel houden.
Talenten ontwikkelen Om onze strategische doelstellingen te halen, moeten we onze kennis behouden en waar nodig uitbreiden. Dat doen we door onze huidige mensen in staat te stellen hun talenten te ontwikkelen én door goede mensen van buiten aan te trekken.
Meer flexibiliteit, minder inhuur Om de inhuur te beperken, stellen we ons de vraag waar systemen mensenwerk kunnen overnemen en waar medewerkers kunnen doorstromen naar andere functies. Dit soort veranderingen vraagt om flexibiliteit van onze medewerkers bij het aanpakken van nieuwe werkzaamheden of het intern doorstromen naar een andere functie. Maar het biedt ook mogelijkheden aan medewerkers om zich verder te ontwikkelen.
Programma’s − Traineeship: een tweejarig programma voor jonge afgestudeerden. In 2010 namen we zes nieuwe trainees aan en stroomden acht trainees door naar een baan bij ProRail. − ProRail academy: opgezet in 2010 om talentvolle ProRail-experts op verschillende vakgebieden hun kennis te laten uitwisselen. We bouwen hiermee voort op de succesvolle finance academy, voor onze finance en control professionals. − Rijksprojectacademie: via drie programma’s kunnen talentvolle projectmanagers zich verder ontwikkelen. We werken hierbij samen met Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst.
Inhuurpercentage Het inhuurpercentage was 15% in 2010 (2009: 17%) en zal in 2011 naar verwachting verder dalen. Tijdelijke contracten Om flexibeler te worden, hebben we in 2010 een nieuwe vorm van tijdelijke contracten geïntroduceerd. Ook hebben we nu contracten voor onbepaalde tijd met ontbindende voorwaarden. Op dit moment heeft 2% een tijdelijk arbeidscontract en 10% een arbeidscontract voor bepaalde tijd. Dit laatste wordt bij goed functioneren omgezet in een contract voor onbepaalde tijd.
ProRail als topwerkgever ProRail wil tot de top 25 werkgevers van Nederland behoren. Want ook in de toekomst willen we nieuwe, talentvolle medewerkers van de arbeidsmarkt binnenhalen.
Percentage vaste en tijdelijke contracten Met meer tijdelijke contracten willen we de flexibele schil van ons personeelsbestand behouden, maar op een goedkopere manier dan via inhuur.
INHUURPERCENTAGE
PERCENTAGE VASTE EN TIJDELIJKE CONTRACTEN
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren
15%
2010
2010
88%
vast
10%
tijdelijk > vast
17%
2009
tijdelijk
2%
2009 18%
2008
87%
vast
13%
tijdelijk > vast 0%
tijdelijk
1%
2008
81%
vast
18%
tijdelijk > vast tijdelijk 0% v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
1%
3 terug naar inhoud
Leiderschap en cultuur ProRail wil een klantgerichte focus van zijn medewerkers. Hiernaast willen we dat ze verantwoordelijkheid nemen, betrouwbaar zijn en resultaatgericht werken. Dat stelt eisen aan hun leidinggevenden. Managers moeten leren hun medewerkers te coachen en te stimuleren. Het gaat erom de juiste mix te vinden tussen vertrouwen geven en kaders stellen.
Een cultuur van vertrouwen Vertrouwen geven betekent ruimte bieden, en dat brengt risico´s met zich mee: een goede manager accepteert dat. En een medewerker moet aangesproken worden als hij fouten maakt, en gecomplimenteerd worden als hij het goed doet. Om dat te kunnen, dient een manager zijn of haar intuïtie, sociale vaardigheden en emotionele intelligentie in te zetten. Zelf het goede voorbeeld geven is onmisbaar.
Managementtrainingen In 2010 hebben we een reeks vaardigheidstrainingen verzorgd die huidige en nieuwe managers trainen in het coachen, beoordelen en begeleiden van hun medewerkers, in het omgaan met ziekteverzuim en in het peilen van wat er bij de medewerkers leeft. In 2011 starten we met trainingen voor managers in verschillende stadia van hun loopbaan, om zo te bouwen aan het toekomstige leiderschap binnen ProRail. Met ook aandacht voor de opvolging van kritische functies in de top van onze organisatie.
ONGEVALLEN MET MEDEWERKERS EN OPDRACHTNEMERS
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren Aanrijding baanwerkers 2010
0
2009
0
ProRail is een van de grootste aanbesteders in de bouw. Om de integriteit van onze medewerkers te bewaken, werken we met een gedragscode en een medewerkerprotocol. Daarin staan duidelijke richtlijnen hoe om te gaan met geschenken en uitnodigingen. Sinds 2010 is ProRail bezig beleid te ontwikkelen om corruptie te voorkomen en te detecteren. In 2011 brengen we dit beleid in uitvoering. In 2010 zijn drie meldingen van mogelijk niet integer handelen bij de vertrouwenspersoon gemeld. Uit nader onderzoek bleek het gelukkig loos alarm. Ook al hebben zich in het verleden weinig incidenten voorgedaan, in 2010 hebben we toch extra aan de beheersing van dit risico gewerkt.
Veiligheid In opdracht van ProRail verrichten een groot aantal opdrachtnemers werkzaamheden op en rondom het spoor. ProRail wil dat dit werk goed wordt voorbereid en veilig wordt uitgevoerd, zodat er geen ongevallen plaatsvinden. ProRail heeft zelf een belangrijke rol in het aanbieden van een veilige werkplek, door het spoor tijdelijk buiten dienst te stellen voor werkzaamheden en de spanning van de bovenleiding te halen. ProRail volgt of er veilig wordt gewerkt met de KPI aantal aanrijdingen van baanwerkers door treinen, de KPI aantal elektrocuties van baanwerkers en de KPI Injury Frequency Rate (IF-rate). De IF-rate is het aantal ongevallen met meer dan 24 uur verzuim, gedeeld door het aantal gewerkte uren (in miljoen uren). Dus een IF-rate van 10 betekent 100 ongevallen met meer dan 24 uur verzuim als er 10 miljoen uur is gewerkt.
1
2008
Elektrocutie
1
2010
0
2009
1
2008
IF rate spooraannemers
10,1
2010
11,1
2009
11,6
2008
IF rate ProRail
0,1
2010
0,2
2009
0,4
2008 0
17
Integriteit
Een mogelijke verklaring voor de afname van de IF-rate is de toegenomen aandacht van opdrachtnemers en van ProRail voor veilig werken en het samen versterken van elkaars veiligheidscultuur. In 2010 heeft ProRail samen met de branche vijf veiligheidsprincipes17 vastgesteld die leidend zijn voor de veilige uitvoering van het werk. De branche heeft in 2008 een arbocatalogus uitgebracht, waarin beschreven is hoe zij de belangrijkste arborisico’s beheerst. ProRail heeft het toezicht op de voorbereiding van het werk geïntensiveerd door Veiligheid- & Gezondheidplannen van opdrachtnemers intensiever te toetsen en gegevens over spoorrisico’s voor opdrachtnemers beter toegankelijk te maken.
eilig en gezond werken kan altijd, Veiligheid kost tijd, Veilig werken V doe je samen, We spreken elkaar aan op onveilig gedrag en onveilige situaties, Veiligheid zit in je, ook buiten werktijd.
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
53
Goed werkgeverschap Betrokkenheid en tevredenheid, gezondheid, employability en zeggenschap. Dat zijn de thema’s die ProRail als goed werkgever wil invullen. Daarbij horen een marktconform pakket aan arbeidsvoorwaarden en een overzichtelijk functiehuis.
bedrijfsmaatschappelijk werk, het verbeteren van de opvang bij calamiteiten en de inzet van specialisten in een vroeg stadium van het verzuim.
Betrokkenheid en tevredenheid
Employability
ProRail blijft de tevredenheid van de medewerkers meten. Dat doen we in elk geval één keer per jaar. In 2010 heeft ProRail meegedaan aan drie externe onderzoeken naar de Beste Werkgever, van Effectory, Intermediair en Incompany.
In 2010 is het aantal loopbaantrajecten voor ProRailmedewerkers uitgebreid. De vraag naar maatwerktrajecten voor individuele medewerkers neemt nog steeds toe. In 2010 zijn workshops gegeven over generatiemanagement voor Young ProRail en leidinggevenden bij ProRail.
Tevredenheid De resultaten van het Beste Werkgevers Onderzoek van Effectory laten zien dat 85% van de medewerkers zich betrokken voelt bij en tevreden is over ProRail. Op de onderdelen inhoud van het werk, werksfeer en ontplooiingsmogelijkheden scoren we beter dan het gemiddelde van de benchmark (80% tevreden en betrokken medewerkers).
Gezondheid
Arbeidsvoorwaarden ProRail biedt medewerkers een marktconform salarispakket. Op 1 maart 2010 is een nieuwe CAO voor één jaar afgesloten. De salarissen zijn structureel met 1% verhoogd en er is een eenmalige uitkering van EUR 150 bruto gedaan aan alle medewerkers die op 31 augustus 2010 in dienst zijn van ProRail. De onregelmatigheidstoeslag op zon- en feestdagen en vroege ochtenden verhogen we met 10%.
Na de bewustwordingscampagne is het project ProRail Vitaal in 2010 gestart met een reeks gezondheidsprojecten. Een aantal daarvan had betrekking op actuele thema’s als werkdruk of klachten over lichaamshouding en bewegingsapparaat. Ook zijn gezondheidsonderzoeken gedaan en workshops gegeven over hoe om te gaan met werkstress.
ProRail wil ook een werkgever zijn die zijn werknemers helpt de balans te vinden tussen werk en privé. Daarom is in de CAO de periode van pensioenopbouw voor rekening van de werkgever bij ouderschapsverlof verlengd van 13 naar 26 weken. De mogelijkheden van thuis werken zijn verder verruimd.
Verzuim We meten het ziekteverzuim door het aantal ziekte-uren te delen door het aantal beschikbare uren. Het ziekteverzuim is gedaald naar 4,3% (2008: 5,2% en 2009: 5,0%). Deze daling is ontstaan door meer instroom van jonge werknemers, maar ook door gerichte maatregelen, zoals het aanbieden van laagdrempelig
Een nieuw functiehuis
TEVREDENHEID
VERZUIM
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm
■ Score 2010 | ■ Score overige jaren | ■ De norm
2011
In 2010 zijn we begonnen met het vernieuwen van het functiehuis. We willen het aantal functies terugbrengen tot ongeveer 150 profielen. De nieuwe profielen zijn generieker en meer gericht op output, competenties, werk- en denkniveau en ervaringsjaren. De nieuwe profielen faciliteren ook beter ‘het goede gesprek’ tussen manager en medewerker.
2011 80%
4,2% 85%
2010
4,3%
2010
80%
4,8% 89%
2009
5,0%
2009
4,8%
80% 80%
2008
5,2%
2008
5,0%
80% 0 40% v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
0%
3 terug naar inhoud
Ondernemingsraad De ondernemingsraad van ProRail vertegenwoordigt het personeel in het overleg met de directie. Kritisch, positief en constructief. Daarom wordt de ondernemingsraad altijd vroeg betrokken bij de besluitvorming binnen ProRail.
Vernieuwingen Vanaf maart 2010 is het dagelijks bestuur van de ondernemingsraad teruggebracht van vier naar drie leden. Ook is een nieuwe werkwijze met dossierhouders ingevoerd: dat werkt efficiënter en flexibeler.
Het goede gesprek In 2010 hebben directie en ondernemingsraad twaalf keer overlegd. Het ‘goede gesprek’ voeren ze op basis van wederzijds respect en met aandacht voor ieders eigen rol en positie. De vergaderingen van de ondernemingsraad met de directie zijn naar thema ingericht, zoals algemene personeelszaken, strategie, financiën en operatie.
De achterban Het medewerkersbestand van ProRail is niet alleen omvangrijk, maar ook divers en over het algemeen deskundig en betrokken. Het is een uitdaging om ieders belang goed te vertegenwoordigen. Daarom stelt de ondernemingsraad zich ten doel om de aansluiting met de medewerkers te verbeteren, zodat wij ons medeverantwoordelijk voelen voor het reilen en zeilen van deze organisatie. Het Dagelijks Bestuur Mevrouw A.I.M. Weitenberg (voorzitter) G. Lindijer (vice-voorzitter) R. Nijssen (secretaris)
Belangrijke punten in 2010 − Resultaatgericht werken: de invoering is besproken met de afdeling HRM: met name de concrete gevolgen daarvan voor de salarisschalen 1 tot en met 7. − De invoering van het nieuwe functiehuis: de ondernemingsraad heeft een risicomatrix opgesteld. − De strategiekaart: aan bod kwamen de belangrijkste strategische onderwerpen, samenwerking binnen de organisatie en de organisatiecultuur. − De 20% kostenbesparing: de ondernemingsraad denkt actief mee over mogelijke bezuinigingen en de gevolgen voor medewerkers. − Winterhard Spoor: de ondernemingsraad inventariseert wat leeft onder de medewerkers. − Minder verstoringen: naar aanleiding van de brand in Utrecht, is een loket geopend voor medewerkers die suggesties, ideeën of vragen hebben. Daarmee kunnen we het gesprek met de directie aangaan.
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
55
2.3 Besturing ProRail is een publieke dienstverlener met een belangrijke maatschappelijke rol in de Nederlandse samenleving. ProRail is zich daar terdege van bewust en handelt er ook naar: transparant en maatschappelijk verantwoord, de risico’s die dat met zich mee brengt bewakend.
Corporate governance In een grote organisatie als ProRail kunnen mensen alleen effectief met elkaar samenwerken als ieders rol voldoende duidelijk is. Dit vereist transparantie en heldere procedures die zijn vastgelegd in wetgeving en afspraken, dit vereist good governance en risk control.
Structuur van de onderneming De juridische structuur van ProRail B.V. is een niet-beursgenoteerde structuurvennootschap. De organisatie valt te kwalificeren als een staatsdeelneming. Het bestuur van de vennootschap wordt gevormd door drie statutair directeuren. Toezicht vindt plaats door de raad van commissarissen. Deze organen zijn onafhankelijk van elkaar. Hiernaast wordt vermeden dat er transacties kunnen spelen met tegenstrijdige belangen van bestuurders en/of commissarissen. In 2010 was er geen sprake van tegenstrijdige belangen. Aandeelhouder De Nederlandse Staat is, via Railinfratrust B.V., de enige aandeelhouder van ProRail B.V. Het aandeelhouderschap is ondergebracht bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Zowel de structuurregeling als de statuten zijn van toepassing op de relatie met de algemene vergadering van aandeelhouders.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Organisatie van de onderneming ProRail kent een besturingsmodel met een vijfhoofdige directie. De directie bestaat uit een president-directeur, een directeur Financiën en de directeuren van de drie bedrijfseenheden Projecten, Operatie en Vervoer en Dienstregeling. In de organisatiestructuur draait het om de scheiding van onze twee kerntaken: de 24/7-standaardoperatie en de maatwerkprojecten. De kerntaak 24/7-standaardoperatie valt onder twee bedrijfseenheden: Operatie voor het operationele deel en Vervoer & Dienstregeling voor de ‘vervoerderskant’. Binnen de bedrijfseenheid Operatie verzorgen Verkeersleiding, Asset Management en ICT Services de optimale inzet van de beschikbare middelen. De bedrijfseenheid Projecten zorgt voor maatwerkprojecten die nodig zijn om onze dienstverlening – in de breedste zin van het woord – te verbeteren.
3 terug naar inhoud
DIRECTIE VAN PRORAIL B.V. President - Directeur
Directeur Vervoer en Dienstregeling
Directeur Operatie
Directeur Projecten
Directeur Financiën
HR Management
Capaciteitsverdeling
Asset Management
Relatiebeheer
Corporate Audit
Bedrijfsstrategie
Verkeersleiding
Account Management Reizigersvervoer
Communicatie
Account Management
Facilitaire Zaken
en Uitvoering
ICT Services
Goederenvervoer
Vervoersanalyse en
Projectontwikkeling
Informatiebeleid
Capaciteitsontwikkeling
Inkoop, Conditionering
Financieel
en Innovatie
Dienstencentrum
Corporate Finance & Control
(Reis-)informatie en Stationsdiensten
Corporate governance structuur Directie De vijf leden van de directie zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het leiden van de onderneming. De directie stelt de visie en de daaruit voortkomende missie, strategie en doelstellingen vast. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de ProRail-strategie ligt bij de bedrijfseenheden. Bij de vervulling van haar taken richt de directie zich naar de belangen van de vennootschap. De directie verschaft de informatie die nodig is voor een goede taakuitoefening tijdig aan de raad van commissarissen. De directie stelt hiertoe de raad en zijn individuele leden in staat om alle informatie te verkrijgen die nodig is om als toezichthoudend orgaan van de onderneming te functioneren. De directie rapporteert over ontwikkelingen op deze gebieden aan de raad en zijn auditcommissie en bespreekt met hen het interne risicobeheersing- en controlesysteem (zie pagina 60 - 62).
Raad van commissarissen De raad van commissarissen houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken van ProRail en de daarmee verbonden onderneming. Dit houdt onder andere in dat de volgende zaken worden besproken en regelmatig worden getoetst: – de realisatie van doelstellingen, – de strategie, risico’s, opzet en werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen, – het financiële verslaggevingsproces, en – de naleving van de wet- en regelgeving. Daarnaast vervult de raad van commissarissen een adviserende rol voor de directie. Deze structuur wordt aangeduid als een two-tier corporate bestuur, waarbij de raad onafhankelijk is van het bestuur. Deze onafhankelijkheid komt eveneens tot uitdrukking in de samenstelling van de raad. De leden zijn onafhankelijk ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De raad heeft zijn functioneren vastgelegd in het reglement van de raad van commissarissen.
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
57
Benoeming, deskundigheid en samenstelling van de raad van commissarissen De leden van de raad van commissarissen worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders, op voordracht van de raad van commissarissen en na overleg met de centrale ondernemingsraad, zoals wettelijk voorgeschreven. De raad bestaat uit minimaal drie natuurlijke personen. De algemene vergadering van aandeelhouders heeft het aantal leden van de raad vastgesteld op vijf. Volgens de statuten van ProRail kan een commissaris voor maximaal drie termijnen van vier jaar worden benoemd. De raad heeft een profielschets opgesteld, daarbij rekening houdend met de aard en de activiteiten van de onderneming, de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de raad. De raad van commissarissen evalueert de profielschets regelmatig om daaruit conclusies te trekken voor zijn eigen samenstelling, omvang en werkwijze.
Commissies van de raad van commissarissen De raad van commissarissen heeft een selectie- en benoemingscommissie, een remuneratiecommissie en een auditcommissie ingesteld. De reglementen van deze commissies en een uitgebreide beschrijving van de commissarissen staan ter inzage op onze website www.prorail.nl. Selectie- en benoemingscommissie De selectie- en benoemingscommissie bestaat uit drie leden. De commissie bereidt de besluitvorming van de raad voor bij de selectie en benoeming van commissarissen en leden van de directie. Daarnaast houdt de commissie toezicht op het beleid van het bestuur inzake het opvolgingsmanagement van leden van de directie. En zij houdt toezicht op het beleid van het bestuur inzake de selectiecriteria en benoemingsprocedures voor het hoger management. Remuneratiecommissie De remuneratiecommissie bestaat uit drie leden. Deze commissie stelt het beloningsadvies voor de vijf leden van de directie op en legt dit ter goedkeuring voor aan de raad. Op advies van de remuneratiecommissie en conform de Corporate Governance Code stelt de raad het remuneratierapport vast voor de directie van ProRail. Auditcommissie De auditcommissie bestaat uit drie leden. De auditcommissie ziet toe op de kwaliteit van de financiële informatievoorziening en richt zich daarnaast ook op de transparantie en betrouwbaarheid van toekomstgerichte en niet-financiële informatie. Deze informatie is voor de besturing van ProRail en voor onze aandeelhouder, subsidieverlener en stakeholders van groot belang.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Corporate governance code Principes De Nederlandse Corporate Governance Code bevat principes die zijn uitgewerkt in concrete ‘best practice-bepalingen’. Deze bepalingen reguleren de verhoudingen tussen het bestuur, de commissarissen en de aandeelhouders. De principes kunnen worden opgevat als breed gedragen algemene opvattingen over ‘good corporate governance’. In dit jaarverslag vermeldt ProRail op welke wijze het de principes en de ‘best practice-bepalingen’ van de Code in 2010 heeft toegepast. En wanneer een bepaling niet is toegepast, motiveren we waarom dit niet is gebeurd. De Code is eigenlijk geschreven voor beursvennootschappen met een statutaire zetel in Nederland. Maar omdat de Code ook voor staatsdeelnemingen een positieve bijdrage kan leveren aan de kwaliteit van de governance, heeft de overheid besloten deze ook daarvoor toe te passen. De Code staat niet op zichzelf, maar vormt – samen met de (nationale en Europese) wetgeving en jurisprudentie op het terrein van corporate governance – een bouwwerk dat in zijn geheel moet worden bezien. Omdat ProRail een raad van commissarissen (two-tier bestuursstructuur) en geen beursnotering heeft, is de Code op enkele onderdelen niet van toepassing (zie kader hiernaast). De Corporate Governance Code bij ProRail is verankerd in de reglementen voor de raad van commissarissen, de selectie- en benoemingscommissie, de remuneratiecommissie, de auditcommissie, in een gedragscode en in een klokkenluidersregeling.
Afwijkingen van de Nederlandse Corporate Governance Code − ProRail opereert als een maatschappelijke onderneming waarvan alle aandelen in handen zijn van de Staat. Hierdoor past ProRail een aantal principes en bepalingen behorend bij beursgenoteerde vennootschappen (zoals certificering van aandelen) of institutionele beleggers (zoals uitoefening stemrecht) niet toe. >> betrekking hebbend op II.1.9 t/m II.1.11, II.2.4 t/m II.2.7, II.2.13c, II.2.13d (i t/m iv), III.2.2e, III.6.4, III.7.1, III.7.2, IV.1.1 t/m IV.1.3, IV.1.7, IV.2.1 t/m IV.2.8, IV.3.1 t/m IV.3.4, IV.3.6, IV.3.11 t/m IV.3.13, IV.4.1 t/m IV.4.3. − Het principe en de bepalingen van een one-tier bestuursstructuur zijn eveneens niet van toepassing. > betrekking hebbend op III.8.1 t/m III.8.4. − De bepaling dat de auditcommissie zich richt op het toezicht van het bestuur over het beleid van de vennootschap voor tax-planning, is niet van toepassing gezien de aard van de activiteiten bij ProRail. > betrekking hebbend op III.5.4e. − Bestaande arbeidscontracten met bestuurders worden gerespecteerd. Hierdoor wordt een aantal ‘best practice-bepalingen’, zoals benoemingsduur en maximale vergoeding bij ontslag, niet gehanteerd voor deze bestuurders. Nieuwe bestuurders worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn herkiesbaar. > betrekking hebbend op II.1.1 en II.2.8. − De hoogte van de ontslagvergoeding voor een bestuurder van maximaal eenmaal het jaarsalaris, is niet contractueel vastgelegd. − Het terugvorderen van de variabele bezoldiging die is toegekend op basis van onjuiste (financiële) gegevens (de clawback-procedure) wordt niet opgenomen in de arbeidscontracten aangezien het arbeidsrecht voldoende aanknopingspunten bevat om een eventuele terugvordering te doen. > betrekking hebbend op II.2.11. − De belangrijkste elementen van de arbeidscontracten van de bestuurders worden in het jaarverslag vermeld en dit verslag wordt via internet gepubliceerd. > betrekking hebbend op II.2.14.
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
59
Risicomanagement Door zijn bijzondere positie en vele stakeholders heeft ProRail te maken met veel verschillende soorten risico’s. Daarom bekijkt de directie elk jaar opnieuw wat de toprisico’s zijn en hoe we daarop anticiperen.
Verantwoordelijkheid De directie van ProRail is verantwoordelijk voor het integraal risicomanagement. Om de grootste risico’s goed te beheersen, heeft zij in 2009 het risk committee ingesteld. Het committee bestaat uit de directie van ProRail, de manager Corporate Finance & Control en de manager Corporate Audit. Het komt drie keer per jaar bijeen.
Three lines of defence Voor het beheersen van de risico’s hanteren we het three lines of defence-principe: − Eerste lijn: het lijnmanagement. De manager van een bedrijfsonderdeel is verantwoordelijk voor het opsporen, meten en managen van alle risico’s binnen de bedrijfsprocessen. − Tweede lijn: de afdelingen Risicomanagement en Control, onder verantwoordelijkheid van de directeur Financiën. De tweede lijn bestaat uit het formuleren van beleid, het bewaken van het risicomanagementproces, het ondersteunen van de bedrijfseenheden en de rapportages aan diverse stakeholders. − Derde lijn: de afdeling Corporate Audit. Deze toetst jaarlijks de opzet, het bestaan en de werking van het risicomanagement binnen ProRail. De risico’s voor milieu en veiligheid nemen een belangrijke aparte plaats in. Een expertteam formuleert het beleid en volgt de milieu- en veiligheidsincidenten samen met de lijnmedewerkers. Dit team rapporteert rechtstreeks aan de directie.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Het systeem van risicomanagement Het risicomanagementsysteem van ProRail is gebaseerd op het COSO-ERM-model. Met interne risicomanagementtrainingen waarborgen we de kennis op dit vlak. Het risicomanagement voor veiligheid (VMS) en milieu (MMS) en het risicomanagement van projecten maken integraal onderdeel uit van het risicomanagementsysteem van ProRail. Procesbewaking ProRail bewaakt het proces van risicomanagement door: − jaarlijks aandacht te geven aan het risicobewustzijn van de medewerkers en het management, − jaarlijkse risico en control (self) assessments uit te voeren, − het vastleggen van de manier waarop we de risico’s managen, − het controleren en vastleggen van de beheers maatregelen, − het toezien op de beheersing van de geregistreerde risico’s, − het opstellen van rapportages. Om de risico’s te meten en te bepalen welke prioriteit krijgen, werkt ProRail met een risicomatrix. Deze matrix bestaat uit de assen ‘kans x gevolg’, waarmee we de grootte van het risico vaststellen. Aan het eind van elke jaarlijkse risicomanagementcyclus leggen de managers en directeuren van de verschillende eenheden de mate van beheersing vast in een Managementverklaring Risicomanagement (MVRM). Dan wordt ook vastgesteld of, en in welke mate, minder controleerbare zaken zoals de bedrijfscultuur bijdragen aan het behalen van de doelstellingen. De afdeling Corporate Audit voert jaarlijks controlewerkzaamheden uit met betrekking tot het risicomanagementsysteem en bespreekt periodiek de opzet en werking van het risicomanagementsysteem en de toprisico’s met de raad van commissarissen (zie het verslag van de raad van commissarissen op pagina 76).
3 terug naar inhoud
Toprisico’s
Operationele risico’s
De directie bepaalt elk jaar welke risico’s voor ProRail toprisico’s zijn. Deze toprisico’s worden opgenomen in de risicomatrix (de heatmap). De directie volgt deze risico’s actief en met speciale aandacht. Zij bespreekt de aanpak om ze beter te beheersen en stelt vast of het risico na aanvullende beheersmaatregelen voldoende wordt beheerst dan wel dat zij moet bijsturen. In 2010 zijn elf toprisico’s van ProRail geïdentificeerd.
5 Een ernstig veiligheidsincident met inbegrip van security risico’s Onder een ernstig veiligheidsincident verstaat ProRail een incident met een of meerdere dodelijke slachtoffers tot gevolg. Zo’n incident kan ontstaan door fouten van medewerkers, van vervoerders, van aannemers of door het falen van systemen. ProRail volgt dit risico actief en heeft een prominente plek voor veiligheid binnen de bedrijfsvoering.
Strategische risico’s
6 Bij verstoringen niet tijdige, niet volledige of onjuiste reisinformatie verstrekken Als er een grote verstoring is, waarbij bijvoorbeeld treinen uitvallen, wordt de behoefte aan informatie groter. Tegelijkertijd wordt in een dergelijke situatie het tijdig, juist en volledig verstrekken van actuele informatie erg complex. De beheersmaatregelen op dit risico worden geëvalueerd en waar nodig aangepast. Hiervoor is een aparte projectgroep aangesteld.
1 Een ernstige vertrouwenscrisis met een belangrijke stakeholder, met grote gevolgen voor het voortbestaan van ProRail ProRail ontleent zijn bestaansrecht aan het vertrouwen van zijn stakeholders: vervoerders, reizigers, de overheid, leveranciers, medewerkers, etc. Hun vertrouwen wordt geschonden als we afspraken niet nakomen, of als we daar niet goed over communiceren. 2 Financiële tegenvallers ten gevolge van claims Fouten in onze bedrijfsvoering kunnen leiden tot claims. Wanneer deze situatie zich voordoet kunnen de gevolgen groot zijn. Daarom wordt het risico actief gevolgd door het management en hebben we onze aansprakelijkheid verzekerd. 3 Aantasting van onze concurrentiepositie ten opzichte van andere vormen van vervoer door gebrek aan innovatie Technologie speelt een belangrijke rol in mobiliteit. Dit geldt voor vervoer over de weg en over het spoor. Het gaat hierbij over veiligheid, reistijd en duurzaamheid. De concurrentiepositie van vervoer over het spoor ten opzichte van andere vormen van vervoer wordt bepaald door de geleverde kwaliteit en de prijs van ons product. Met behulp van innovatie streeft ProRail naar een voortdurende verbetering van kwaliteit tegen een aantrekkelijke prijs. 4 Gebrek aan financieringsmogelijkheden ProRail is voor de financiering van zijn activiteiten grotendeels afhankelijk van de overheid. Als die moet bezuinigen, dan hebben ook wij waarschijnlijk minder te besteden en moeten we onze ambities naar beneden bijstellen. Om dit te voorkomen, let ProRail nog meer dan voorheen op de kosten bij het uitvoeren van zijn taken.
7 Een langdurige ongeplande verstoring op het hoofdspoorwegennet In 2010 hebben twee langdurige ongeplande verstoringen plaatsgevonden: één keer door brand (november) en één keer door het weer (december). ProRail stuurt actief op het aanpakken van oorzaken, zodat de kans op een ongeplande verstoring kleiner wordt. Daarnaast hebben we een plan van aanpak opgesteld om de nadelige gevolgen van een ongeplande verstoring voor de reiziger zo klein mogelijk te maken. 8 Het niet kunnen leveren van onze kernprestaties door een gebrek aan gekwalificeerd personeel in de spoorsector Om het spoor aan te leggen, te beheren en te onderhouden zijn we afhankelijk van gespecialiseerd personeel. Zonder dat personeel kan er een gebrekkige dienstverlening of een verhoging van de kosten ontstaan. Op dit moment kunnen wij en onze leveranciers de vacatures nog goed invullen. Maar we voorzien dat er in de toekomst krapte op de markt ontstaat. Daarom denken we nu al na over een manier waarop we dit risico in de toekomst kunnen beheersen, bijvoorbeeld met goed werkgeverschap en met ontwikkeling van talenten.
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
61
9 Een medewerker doet afbreuk aan de binnen ProRail geldende normen en waarden ProRail is, op Rijkswaterstaat na, de grootste opdrachtgever in de bouwsector in Nederland. Het risico bestaat dat in een omgeving waar veel geld omgaat, medewerkers in de verleiding komen zichzelf te verrijken of te bevoordelen. In het verleden hebben zich weinig incidenten voorgedaan. Maar een dergelijke gebeurtenis kan zeer grote consequenties (financiële en niet-financiële) hebben. Daarom krijgt de beheersing van dit risico voortdurend aandacht. We hebben een gedragscode en medewerkerprotocol. Additioneel is in 2010 een nieuwe frauderichtlijn vastgesteld.
Rapportagerisico 10 Onbetrouwbare informatie aan stakeholders Het gaat hier om het risico op onvolledige, onjuiste of ontijdige verstrekking van financiële en niet-financiële informatie in kwartaalrapportages en jaarverslagen. Dit risico ontstaat wanneer medewerkers of systemen falen of processen de kwaliteit van de informatie onvoldoende waarborgen. Om de betrouwbaarheid van de informatievoorziening te beheersen, toetsen we de systemen en medewerkers die bij de informatievoorziening zijn betrokken. Onze accountant controleert jaarlijks de jaarrekening en verricht enkele specifieke controlewerkzaamheden met betrekking tot de niet-financiële informatievoorziening. Hierbij gaat het om de controleerbare en betrouwbare totstandkoming van enkele geselecteerde KPI’s.
Een systeem van risicomanagement kan nooit absolute zekerheid geven. Onvoorziene gebeurtenissen, bewuste of onbewuste menselijke fouten of vergissingen kunnen aanzienlijke gevolgen hebben. Deze beperking is echter noodzakelijkerwijs verbonden aan alle risicobeheersingen controlesystemen. Hiermee rekening houdend, kan de directie met een redelijke mate van zekerheid verklaren dat de financiële rapportages geen materiële onjuistheden bevatten en dat de controlemaatregelen hieromtrent naar behoren hebben gewerkt.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Compliance-risico’s 11 Het risico op een overtreding van wet- en regelgeving ProRail is gebonden aan nationale en internationale wet- en regelgeving. We hebben de plicht alle gebruikers van het spoor gelijk te behandelen. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) houdt dit in de gaten. De kans bestaat dat de NMa vraagtekens plaatst bij de manier waarop ProRail omgaat met zijn vervoerders. De toekomst In 2010 heeft ProRail een aantal wijzigingen doorgevoerd in het risicomanagementsysteem. Zo zijn de risk self assessments, de manier waarop risico’s binnen ProRail worden opgespoord en gewogen, gestandaardiseerd. Bovendien is de registratie eenduidiger en wordt intensiever op naleving gecontroleerd. De managementverklaring is vernieuwd in 2010. De directie heeft een actievere rol bij het monitoren van de toprisico’s die in 2009 is ingesteld. In 2010 heeft de directie haar risico-acceptatiegraad en de risicomatrix herijkt. Daardoor heeft de directie nu meer aandacht voor grote risico’s met een kleine kans van optreden. Dit gaat ten koste van risico’s met kleinere gevolgen maar een grotere kans van optreden. Deze laatste worden in de onderliggende bedrijfsonderdelen beheerst. In 2011 ligt de nadruk op het consolideren van de ver beteringen die we de afgelopen jaren binnen het risicomanagementsysteem hebben doorgevoerd. Ook gaan we aanvullende beheersmaatregelen nemen om de belangrijkste risico’s te beheersen. Hierop zal strak worden gestuurd.
3 terug naar inhoud
Maatschappelijk verslaggevingsbeleid ProRail wil maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Het is de basis van al onze activiteiten. En we willen daar zo transparant mogelijk verslag van doen. We richten ons hierbij op al onze stakeholders, waar onder ook het ministerie van Infrastructuur en Milieu, dat ons de beheerconcessie heeft verleend. Reikwijdte De MVO-verslaglegging strekt zich uit van ProRail tot de keten waarbinnen ProRail actief is. Afhankelijk van de mate van invloed doen wij verslag over het gevoerde beleid en de behaalde prestaties. Alleen de prestatieindicatoren van ProRail zelf worden verantwoord. Prestaties van deelnemingen laten we buiten beschouwing. Keuze van onderwerpen In dit jaarverslag doen we geen verslag van al onze activiteiten die maatschappelijke verantwoordelijkheid raken. Dat is een bewuste keuze. We beperken ons tot onderwerpen die een hoge relevantie voor en een grote impact op onze stakeholders hebben. Het resultaat geeft een goed beeld van onze strategie en van de activiteiten die we in 2010 hebben verricht. Alle thema’s die maatschappelijk van belang zijn komen aan bod. De uiteindelijke keuze van onderwerpen hebben de directies van de verschillende bedrijfs- en stafeenheden van ProRail gemaakt. Hierover hebben we geen contact gehad met onze stakeholders.
Consistentie We streven ernaar om dit jaarverslag consistent te laten zijn met die uit voorgaande jaarverslagen. Daar wijken we alleen van af als nieuwe inzichten daarom vragen. Als dat het geval is, vermelden we dat. Volgens de GRI-standaarden Het Global Reporting Initiative is een internationale netwerkorganisatie die standaarden heeft opgesteld voor verslaglegging over duurzaamheid en MVO. Ook dit jaarverslag is volgens de GRI-standaarden opgesteld. Op pagina 116 - 122 in dit jaarverslag staat een tabel met de standaarden voorzien van een toelichting en een verwijzing naar de relevante onderwerpen in het jaarverslag. Toepassingsniveau We hebben het jaarverslag voorgelegd aan het GRI, ter beoordeling van het toepassingsniveau. Dit is vastgesteld op niveau B. De verklaring van GRI is geplaatst op de website van ProRail, www.prorail.nl/jaarverslag. In onze groei naar verslaggeving over maatschappelijk verantwoord ondernemen willen we onze maatschap pelijke verslaglegging na volgend jaar laten verifiëren door een accountant. In 2010 hebben we de kwaliteit van de informatievoorziening omtrent enkele KPI’s laten onderzoeken door onze accountant.
Keuze prestatie-indicatoren We maken onze prestaties in dit jaarverslag inzichtelijk en meetbaar met prestatie-indicatoren. Dat zijn in de eerste plaats de kernprestatie-indicatoren (KPI’s) die we hebben afgesproken met het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Daarnaast meten we prestaties die we met andere stakeholders hebben afgesproken. Ook die zijn zichtbaar in dit jaarverslag. Alle indicatoren samen spelen een belangrijke rol bij het management en de sturing van de organisatie. En ze geven een goed beeld van onze maatschappelijke doelen en prestaties. Definitie van prestaties Bij het definiëren van de indicatoren heeft ProRail zich gebaseerd op afspraken die we hebben gemaakt met het ministerie en de andere stakeholders, en daarnaast op relevante internationale standaarden. Het uitgangspunt is telkens dat de indicator op een betrouwbare wijze moet kunnen worden bepaald. Wanneer dat niet mogelijk is, geven we een schatting. Als dat zo is, vermelden we dat.
verslag van de di re ct i e - p ro rai l
63
3 terug naar inhoud
09:00
4 december 2010
09:15
09:30
Koning Winter regeerde op 4 december 2010. Files, geannuleerde vluchten en vertraagde treinen waren het gevolg. Sommige treinreizigers ondervonden zoveel overlast en vertraging, dat ze het Sinterklaasfeest moesten missen. Een twitterverslag van Janine de Vries.
jdevries Lekker croissantje voor ontbijt, hmmm. Buiten sneeuwt het hard! Ga vandaag shoppen in Utrecht en daarna Sinterklaas vieren in Gouda. 9.02 AM Dec 4th, 2010 via Twitter
10:00
10:15
jdevries Kvond het bijna niet te doen, fietsen door de sneeuw... Gelukkig woon ik dicht bij t station. 10.20 AM Dec 4th, 2010 via Twitter
joycepieterman Alle #Arriva bussen rijden. Ook naar #utrechtcs en #Amsterdamcs. 10:09 PM Dec 4th, 2010 via TweetDeck retweeted by jdevries
11:00
12:00
13:00
14:00
14:15
14:30
joycepieterman @Wimpieterman NS en ProRail hebben het drukker... Bevroren wissels = chaos op spoor. Net in RTL nieuws... 10:42 PM Dec 4th, 2010 via TweetDeck
jdevries Superleuke cadeautjes gekocht voor Sinterklaas vanavond. Ff lunchen nog en dan trein pakken naar Gouda. 12.54 PM Dec 4th, 2010 via Twitter
14:45
15:00
15:15
15:30
15:45
16:00
16:15
jdevries Ik sta vast op Utrecht, niemand weet wanneer de trein komt. Teveel sneeuw of zoiets. 15.06 PM Dec 4th, 2010 via Twitter
hreumer Ennn ik sta vast op Utrecht.. 6:44 PM Dec 4th, 2010 via Twitter for iPhone retweeted by jdevries
Erik83 Snow strikes again, storing bij Harderwijk, nog onbekend wat er gaat gebeuren. Ga ong 1x p maand met de trein, gaat alweer fout #ns :) 1:48 PM Dec 4th, 2010 via Twitter retweeted by jdevries
www.trouw.nl/nieuws/ Helft treinen vanuit Utrecht staat stil Praktijktest valt slechter uit dan ‘generale’ in oktober De Nederlandse Spoorwegen en hun reizigers onder vinden veel hinder van het winterweer. Op station Utrecht Centraal is de helft van de treinen die daar rond vijf uur zouden moeten vertrekken uitgevallen.
16:
6:30 :30
16:45
17:00
17:15
17:30
jdevries Sta opgepropt in een veel te volle trein, straks worden er mensen onwel. #opwegnaargouda 16.43 PM Dec 4th, 2010 via Twitter
Etende Uil ProRail is weer alles behalve pro bezig. Ze hadden toch wintertesten met verscheidene trajecten? Ook waren ze aan het opscheppen dat alle wissels nu met aardwarmte goed blijven werken bla bla... NOT! 17:36 PM Dec 4th, 2010 retweeted by jdevries
LeckMich Ik kom voor mijn werk regelmatig in landen waar sneeuw en ijs eerder regel als uitzondering is - geen problemen daar. Ik denk dat elke weggebruiker, ns-regelneef, prorailmedewerker en overige falenden daar maar eens in opleiding moeten gaan ..... 17:38 PM Dec 4th, 2010 retweeted by jdevries
17:
:45
18:00
18:15
18:30
frenkievee ProRail heeft toch van die commerci als, dat ze er helemaal klaar voor zijn? Volgens mij zijn ze er meer helemaal klaar mee......... 17:55 PM Dec 4th, 2010 retweeted by jdevries
www.spitsnieuws.nl/ Verrassing: sneeuw zorgt voor hinder jdevries De sneeuw slaat weer toe, storing ergens bij Woerden. Trein staat stil en machinist roept De hevige sneeuwval leidt zaterdag tot de nodige om dat ie nog niet weet voor hoe lang. problemen voor het verkeer. Automobilisten in het 18.12 PM Dec 4th, 2010 via Twitter hele land hebben last van de sneeuw en gladde wegen. Op enkele snelwegen zijn ongelukken gebeurd of staan files. Omdat het echter vrij rustig is op de weg en er flink is gestrooid, zijn grote problemen vooralsnog uitgebleven, aldus de ANWB. Het openbaar vervoer ondervindt ook de nodige hinder van het weer. Het spoor heeft vooral in het westen van het land door de sneeuwval te maken met een aantal wisselstoringen. Ook staat een aantal defecte treinen stil op het spoor door de winterse omstandigheden. Volgens een woordvoerder van ProRail zijn honderden medewerkers bezig om deze zo snel mogelijk te verhelpen. Onder meer het trein verkeer tussen Rotterdam en Utrecht en Den Haag en Utrecht is getroffen. Ook rijden er zaterdag minder treinen van en naar Schiphol en van en naar Amsterdam, meldt ProRail.
19:00
19:15
joycepieterman Update van onze Verkeersleiding: vertraging neemt af! Wel ijzel op komst. We houden jullie op de hoogte via twitter en website #Arriva 17:49 PM Dec 4th, 2010 via TweetDeck retweeted by jdevries
jdevries Pffft ben in Gouda! Met de auto op gehaald door mn vader. #Sinterklaas voor de helft gemist #gestrandbijwoerden 19.48 PM Dec 4th, 2010 via Twitter
www.at5.nl/ Treinverkeer rijdt weer normaal Vanaf zondagochtend vroeg rijden de treinen in heel Nederland weer normaal, meldt ProRail. ‘Het is natuurlijk onder voorbehoud van eventuele nieuwe storingen en veranderde weersomstandigheden‘, aldus ProRail.
19:30
jdevries Blijf slapen bij mn pa&ma in Gouda. Morgenochtend weer terug. #winterweerslaathardtoe 21.12 PM Dec 4th, 2010 via Twitter
http://www.radiorijnmond.nl/ Treinen rijden weer, 5 december 2010 De treinen rijden weer volgens plan. De problemen van zater dag zijn volgens een woordvoerder van spoorbeheerder ProRail weer opgelost. Het treinverkeer was zaterdag door de winterse omstandigheden flink ontregeld. ProRail heeft nog wel steeds reparatieploegen paraat om storingen aan bijvoorbeeld wissels snel te kunnen oplossen. Rond Rotterdam reden zaterdag als gevolg van de sneeuwval minder tot geen treinen. Over het hele land kampten ProRail en de NS met defecte treinen en wisselstoringen.
Colofon Dit is een twitter- en beeldverslag van een dag uit het leven van Janine. Janine is een fictieve persoon, maar haar verhaal is gebaseerd op echte feiten. Het illustreert maar al te goed wat treinreizigers op die bewuste 4 december 2010 is overkomen. Ondanks uitgebreide wintermaatregelen stelden we onze reizigers die dag diep teleur. Dat is onze harde conclusie. We moeten écht beter.
3 terug naar inhoud
3 Financieel verslag Op financieel terrein heeft ProRail het jaar 2010 positief kunnen afsluiten: het productievolume steeg en de efficiëntietaakstellingen zijn behaald. 65
verslag van de di recti e - fi nanci e e l v e rs l ag
Naast het sturen op continue verbetering en zo mogelijk versnelling, sturen wij ook op een efficiënt opererend ProRail. Eén van onze strategische doelstellingen is hierop geënt. Als onderdeel van deze doelstelling hebben we intern targets gezet op het realiseren van verdere efficiëntie. Deze efficiëntie dient op dit moment vooral als balans ten opzichte van de ambitieuze planningen die we afgeven en passen, ons inziens, bij een professionele bedrijfsvoering en risicomanagement. De efficiëntietaakstellingen zijn in 2010 gehaald. Naast de opgelegde en reeds ingehouden taakstellingen (EUR 33 miljoen) zijn er extra aanbestedingsresultaten behaald ter grootte van EUR 19 miljoen. Onze planningsmethodiek voor functiehandhaving is gebaseerd op principes van asset management. Hierin maken we onder meer onderscheid tussen de planning voor de eerste twee jaar die gebaseerd is op uitvoeringsplannen van concrete projecten, en op de ramingen voor de jaren hierna. Onze objectenregistratie vormt hierbij een belangrijk fundament van de planning. We blijven de komende jaren werken aan het verder verbeteren van de registratie van onze objecten. Voor de versnellingsagenda, het project waarmee we uitvoering van projecten hebben versneld ten behoeve van de werkvoorraad van aannemers, wordt verwezen naar pagina 35.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Bedrijfsresultaat Het bedrijfsresultaat (vóór verwerking van de mutatie egalisatiereserve en belastingen) bedraagt dit jaar EUR 21 miljoen. Het resultaat betreft het verschil tussen de verleende subsidie en de werkelijke kosten waarvoor subsidie is verleend en wordt in zijn geheel ten gunste van de egalisatiereserve (als onderdeel van de overlopende passiva) gebracht. Het resultaat, het verschil tussen de verleende subsidie en de werkelijke kosten, bestaat uit een aantal mee vallers, zoals minder financiële lasten (EUR 12 miljoen), vervallen instandhoudingsverplichtingen van derdenwerken (EUR 17 miljoen), gerealiseerde generieke taakstelling (EUR 14 miljoen), ingehouden aanbestedingsresultaten (EUR 17 miljoen) alsmede vervallen activiteiten en nagekomen baten (EUR 12 miljoen). Daarnaast heeft zich een aantal tegenvallers voorgedaan, zoals een lagere gebruiksvergoeding als gevolg van minder gereden trein-/tonkilometers (EUR 8 miljoen), niet gesubsidieerde maar noodzakelijke kosten (EUR 20 miljoen) en voorziene donaties onder meer wegens mogelijke oninbaarheid of claims (EUR 24 miljoen). De kosten in verband met het winterweer (EUR 32 miljoen) zijn gedekt door de (extra) behaalde aanbestedingsresultaten en efficiëntieresultaat bij investeringen (EUR 31 miljoen), zoals de minster heeft aangeven in haar brief aan de Tweede Kamer. Additioneel zijn bestedingen aan winterweer voor EUR 2 miljoen geactiveerd.
3 terug naar inhoud
Bedrijfsopbrengsten De totale bedrijfsopbrengsten van ProRail bedroegen in 2010 EUR 1.757 miljoen. Dat is een belangrijke stijging ten opzichte van 2009 (EUR 1.533 miljoen). De exploitatiebijdragen van de Rijksoverheid zijn toegenomen met EUR 89 miljoen van EUR 866 miljoen in 2009 naar EUR 955 miljoen in 2010. De toename wordt met name veroorzaakt door het vergoeden van de boeterente wegens het vervroegd aflossen van leningen (EUR 81 miljoen). Naast de bijdrage van de Rijksoverheid financiert ProRail zijn activiteiten voor een steeds groter deel uit de gebruiksvergoeding. De stijging van de gebruiksvergoeding in 2010 ten opzichte van 2009 bedraagt EUR 5 miljoen. Hiervan is EUR 3 miljoen toe te schrijven aan een negatief volume-effect en EUR 8 miljoen aan een positief prijseffect (inclusief refund-regeling).
De diverse bedrijfsopbrengsten bestaan uit geactiveerde productie eigen bedrijf en overige bedrijfsopbrengsten. De geactiveerde productie eigen bedrijf nam toe van EUR 93 miljoen in 2009 naar EUR 129 miljoen in 2010. Deze toename hangt ondermeer samen met het toegenomen investeringsvolume binnen ProRail (+18%). Tegenover deze geactiveerde productie staan personele kosten (zoals lonen, sociale lasten, inhuur- en werkplekkosten).
De totale bedrijfsopbrengsten omvatten, naast bovengenoemde bijdragen van de Rijksoverheid en de vergoeding van vervoerders, ook de amortisatie van de investeringsbijdragen en diverse bedrijfsopbrengsten. De amortisatie van investeringsbijdragen is in 2010 gestegen met EUR 97 miljoen tot EUR 390 miljoen doordat bepaalde investeringsbijdragen niet verantwoord zijn op de balans, bijvoorbeeld met betrekking tot verlegging van kabels en het opruimen van explosieven.
VERDELING BEDRIJFSOPBRENGSTEN Hieronder staat de verdeling van de bedrijfsopbrengsten (in miljoenen euro’s) ■ Score 2010 | ■ Score 2009 955
Bijdragen Rijksoverheid
866 390
Amortisatie investeringsbijdragen
293 232
Gebruiksvergoeding vervoerders
227 180
Diverse bedrijfsopbrengsten
147 0
verslag van de di recti e - fi nanci e e l v e rs l ag
67
Bedrijfslasten De bedrijfslasten bedroegen in 2010 EUR 1.736 miljoen. Dit is ruim 14% meer dan in 2009 (EUR 1.516 miljoen). Het uitbesteed werk 2010 ad EUR 637 miljoen vormt de grootste post binnen de bedrijfslasten (37%) en is licht gestegen ten opzichte van 2009 (EUR 615 miljoen). De stijging is met name veroorzaakt door het programma Winterhard Spoor (EUR 32 miljoen), waar vervallen acti-viteiten/efficiënties tegenover staan. Om stijging van het productievolume te realiseren is het aantal fte’s toegenomen in 2010. Als gevolg hiervan zijn de bedrijfslasten voor lonen en salarissen en sociale lasten toegenomen met 17%. Daarnaast heeft de CAOverhoging van 1,0% tot hogere salariskosten geleid. In 2010 bedroegen de afschrijvingskosten en overige waardeveranderingen op materiële vaste activa EUR 733 miljoen en vertoont een belangrijke stijging ten opzichte van 2009 (EUR 645 miljoen). Dit is een gevolg van het niet kunnen activeren van bepaalde investerings projecten, zoals opruimen van explosieven en andere niet doelmatige kosten.
Ter dekking van het verschil tussen de afschrijvingskosten op basis van vervangingswaarde en de afschrijvingskosten op basis van historische uitgaafprijs staat de vrijval herwaarderingsreserve. De vrijval herwaarderingsreserve is in 2010 toegenomen tot EUR 202 miljoen (2009: EUR 190 miljoen). De overige bedrijfslasten bedragen EUR 200 miljoen in 2010 (2009: EUR 148 miljoen). De stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door meerwerk op investeringen (EUR 31 miljoen) en voorziene dotaties wegens mogelijke oninbaarheid of claims (EUR 24 miljoen). De rentelasten zijn in 2010 (EUR 127 miljoen) aanzienlijk hoger dan in 2009 (EUR 92 miljoen). In de eerste helft van 2010 heeft op verzoek van het ministerie van Financiën een schuldreductie van EUR 1,3 miljard plaats gevonden. Voor die vervroegde aflossing is een boete rente (EUR 81 miljoen) betaald, maar tevens zijn de doorlopende rentelasten met EUR 45 miljoen verlaagd.
VERDELING BEDRIJFSLASTEN Hieronder staan de bedrijfslasten (in miljoenen euro’s) zijn verdeeld over verschillende posten. Per post ziet u de bedrijfslasten ■ Score 2010 | ■ Score 2009 141
Projectmatig onderhoud
126 352
Procesmatig onderhoud
343 144
Beheer
147 241
Lonen en sociale lasten
206 396
Afschrijvingskosten
377 135
Overige lasten vaste activa
77 200
Overige bedrijfslasten
148 127
Financiële baten en lasten
92 0
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Investeringen en financiering De bruto investeringen in vaste activa bedroegen in 2010 EUR 1.289 miljoen. Dit is 20% meer dan in 2009 (EUR 1.077 miljoen). Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft circa 87% van deze investeringen gefinancierd. Hiervan heeft EUR 619 miljoen betrekking op reizigersprojecten, EUR 38 miljoen op goederenprojecten, EUR 339 miljoen op vervangingsinvesteringen (waarvan bovenbouwvernieuwing EUR 168 miljoen) en EUR 129 miljoen op het oplossen van infrastructurele knelpunten. Verder droegen lokale en regionale publieke partners en de NS Groep N.V. samen EUR 164 miljoen bij aan projecten.
In 2010 is voor een bedrag van EUR 869 miljoen aan activa in gebruik genomen. Het betrof hier onder andere de uitbreidingsprojecten Randstadspoor, vier sporen Vleuten - Utrecht en Houten - Houten Castellum (EUR 192 miljoen), het project Infoplus (EUR 50 miljoen), het programma ATM-datanetwerk (EUR 20 miljoen), het programma Ruimte voor de Fiets (EUR 15 miljoen) en vernieuwingen van bovenbouw (EUR 208 miljoen). Daarnaast zijn vele kleinere uitbreidings- en vervangingsprojecten in gebruik genomen.
Utrecht, 22 maart 2011 De directie van ProRail B.V. Mevrouw C.J.G. Zuiderwijk-Jacobs H.P.M.G. Steeghs P.E.M. Buck P.M.E. Dirix P. Kraaijeveld
VERDELING FINANCIERING MINISTERIE VAN I&M Hieronder staat hoe de financiering van het ministerie van I&M (in miljoenen euro’s) is verdeeld over verschillende investeringen. Per investering ziet u de financiering ■ Score 2010 | ■ Score 2009 619
Reizigersprojecten
409 38
Goederenprojecten
61 171
Vervangingsinvesteringen
160 168
Bovenbouwvernieuwing
170 129
Infrastructurele knelpunten
105 0
verslag van de di recti e - fi nanci e e l v e rs l ag
69
Bericht van de raad van commissarissen
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Algemeen Het toezicht op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken bij ProRail wordt uitgeoefend door de raad van commissarissen (‘de raad’). De raad staat het bestuur met advies ter zijde. Deze structuur wordt aangeduid als een two-tier corporate bestuur waarbij de raad onafhankelijk is van het bestuur. Deze onafhankelijkheid komt eveneens tot uitdrukking in de samenstelling van de raad. Alle leden zijn onafhankelijk ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook. De raad heeft drie commissies ingesteld die de besluitvorming van de raad voorbereiden: de auditcommissie, de remuneratiecommissie en de selectie- en benoemingscommissie. Het verslag van de werkzaamheden van deze commissies is onderdeel van dit bericht. De samenstelling van de raad is opgenomen in de personalia. Verdere informatie over de corporate governance structuur en de taken van de commissies is opgenomen in hoofdstuk 2.3.
Bijeenkomsten van de raad van commissarissen In 2010 is de raad in zeven reguliere vergaderingen bijeen geweest en er hebben daarnaast twee telefonische conferenties plaatsgevonden over specifieke onderwerpen. Bij drie van de negen vergaderingen was de raad niet voltallig; de heer Broekhuizen, de heer Kooijman en mevrouw Zuiderwijk-Jacobs waren ieder bij verschillende gelegenheden twee keer afwezig. De raad is gewoon te vergaderen in aanwezigheid van de voltallige directie van ProRail. In 2010 heeft de raad op twee momenten met de directie de strategie van ProRail besproken. Onderwerpen die specifieke aandacht kregen, waren de prestaties op het spoor, het eenvoudiger inrichten van het spoor, elektrisch rijden, de cultuur binnen de ProRail-organisatie en het bewerkstelligen van verandering in de organisatie, het anticiperen op externe ontwikkelingen en de relatie met stakeholders. Verschillende keren gedurende het jaar sprak de raad over de ernstige ontregeling van het treinverkeer in de periode tussen 17 en 23 december 2009 als gevolg van sneeuw en het maatregelenpakket ‘actieplan winterhard spoor’ dat ernstige ontregeling als gevolg van sneeuw moet voorkomen. In een aparte vergadering besprak de raad de brand op de verkeersleidingspost in Utrecht in november.
De raad stelde de nieuwe reglementen van de auditcommissie, de remuneratiecommissie en de selectie- en benoemingscommissie vast. In april besprak de raad het jaarlijkse accountantsverslag en stemde in met het bestuursverslag, de jaarrekening en de winstbestemming. De voltallige raad heeft op 14 april 2010 de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bijgewoond, waarin de aandeelhouder de jaarrekening over het verslagjaar 2009 heeft vastgesteld en de profielschets van de raad heeft besproken. Nadat ook de Ondernemingsraad de gelegenheid had gekregen commentaar op de profielschets te geven, stelde de raad de profielschets vast. Eveneens werden in 2010 de functieprofielen van de directie besproken en vastgesteld. In november was de raad twee dagen op werkbezoek bij Network Rail in Londen, waar de raad zich verdiepte in de werkwijze en strategie van deze railinfrabeheerder. Andere onderwerpen die aan bod kwamen betroffen de corporate governance van Network Rail, strategische routeplanning, imago, reputatie en corporate communicatie en asset management. Ook werd een bezoek gebracht aan het verkeersleidingscentrum op Waterloo Station en het Project King’s Cross. De raad besprak daarnaast het meten van de reputatie van ProRail en de medewerkerbetrokkenheid en -tevredenheid en besteedde tijd aan het thema human resources in relatie tot de groei van ProRail. Overige onderwerpen die regulier aan de orde kwamen, waren onder meer: – kwartaalrapportages – risicomanagement – beheersing toprisico’s – interne audits – audit jaarplan – investeringsvoorstellen – grondtransacties – businessplan – jaaragenda van de raad en commissies – (variabele) beloning directie – targets directie Daarnaast is tijdens diverse vergaderingen de wervingen selectie van een nieuwe statutair directeur en nieuwe commissarissen aan de orde geweest.
beri cht van de raad van co mm i s s ari s s e n
71
Samenstelling en evaluatie van de raad van commissarissen De Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft het aantal leden van de raad vastgesteld op vijf. Vooruitlopend op het aftreden van de president-commissaris per 1 februari 2010 is de samenstelling in het najaar van het verslagjaar 2009 tijdelijk gewijzigd naar zes leden. Op 1 februari trad de heer In ’t Veld als presidentcommissaris terug uit de raad. Gedurende een periode van tien jaar heeft de heer In ’t Veld zich met enthousiasme en persoonlijke toewijding voor ProRail ingespannen. De raad spreekt zijn waardering uit voor het vele werk dat de heer In ’t Veld heeft verricht en is hem hier zeer erkentelijk voor. Per 1 februari 2010 is de heer Boersma aangetreden als president-commissaris. De samenstelling van de raad per 31 december 2010 is in onderstaand overzicht opgenomen.
De raad streeft naar een vertegenwoordiging van kwaliteiten en ervaringsgebieden binnen de samenstelling van de raad die recht doen aan de uitdagingen waarvoor de vennootschap zich in de komende jaren geplaatst ziet. Als specifieke ervaringsgebieden zijn benoemd: algemeen management, financiën, sociaal-economisch beleid (o.a. personeelsbeleid en medezeggenschap), overheidsorganisaties, infrastructuur, technologie/ICT, klanten en veiligheid en milieu. De leden van de raad worden benoemd voor een periode van vier jaar en mogen ten hoogste twee maal worden herbenoemd. In het najaar van 2010 heeft de raad een schriftelijke zelfevaluatie uitgevoerd met betrekking tot zijn functioneren. Onderwerpen die aan de orde kwamen waren: werkatmosfeer en samenwerking, deskundigheid van de raadsleden, werk van de raad en de rol van de voorzitter van de raad. De voorzitter van de raad heeft met elk van de leden een evaluerend gesprek gevoerd. Onderwerpen die hierbij aan de orde kwamen waren o.a. de rol van de raad van commissarissen, de punten waaraan in 2011 extra aandacht gegeven zal moeten worden en de verhouding met de directie. De hoofdlijnen en conclusies zijn door de raad vervolgens gezamenlijk besproken en zullen ook worden gedeeld met de raad in de nieuwe samenstelling na de aandeelhoudersvergadering in april 2011. Zo nodig zal op basis van deze discussie het jaarplan voor 2011 worden aangepast.
Samenstelling raad van commissarissen per 31 december 2010 Naam
Commissies
Datum eerste benoeming
Herbenoeming
Uiterste datum van aftreden
M.A.M. Boersma president-commissaris
selectie- en benoemingscommissie (voorzitter) remuneratiecommissie auditcommissie
3 sept. 2009
--
AVA 2022
E.H. Broekhuizen
auditcommissie (voorzitter)
13 nov. 2000
3 sept. 2009
AVA 2011
W. den Dulk
auditcommissie
1 aug. 2000
3 sept. 2009
AVA 2011
W.E. Kooijman
remuneratiecommissie selectie- en benoemingscommissie
21 feb. 2007
3 sept. 2009
AVA 2013
Mevrouw C.J.G. ZuiderwijkJacobs
remuneratiecommissie (voorzitter) selectie- en benoemingscommissie
1 juli 2001
3 sept. 2009
AVA 2012
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Verslag van de selectie- en benoemingscommissie De selectie- en benoemingscommissie bestaat uit drie leden. In 2010 heeft de commissie een zestal keer vergaderd. De commissie bereidt de besluitvorming van de raad voor bij de selectie en benoeming van commissarissen en leden van de directie en houdt toezicht op het beleid van het bestuur inzake het opvolgingsmanagement van leden van de directie. In 2010 is de selectie- en benoemingscommissie, na de aankondiging van de heer Groen om zijn dienstverband bij ProRail te willen beëindigen, gestart met de selectie van een statutair directeur Operatie. De selectieprocedure aan de hand van de profielschets die was afgestemd met de directie en de ondernemingsraad, is succesvol verlopen en heeft geleid tot de benoeming van de heer Dirix als statutair directeur per 1 januari 2011. In december heeft de heer Klerk aangegeven dat hij in verband met zijn gezondheidstoestand wenst terug te treden uit de directie per 1 februari 2011. Om in de ontstane vacature te voorzien, is per 5 januari 2011 mevrouw Zuiderwijk-Jacobs, tot dat moment lid van de raad van commissarissen, benoemd als tijdelijk statutair bestuurder en per 1 februari 2011 als voorzitter van het bestuur. De remuneratie van mevrouw Zuiderwijk-Jacobs valt binnen het door de aandeelhouder vastgestelde beloningsbeleid (zie verder) en kent geen variabele component. Per 11 april 2011 wordt mevrouw M. Goutvan Sinderen benoemd als statutair bestuurder en voorzitter van het bestuur. Daar per het tijdstip van sluiting van de algemene vergadering in april 2011 de heren E.H. Broekhuizen en W. den Dulk zullen aftreden en niet meer herbenoembaar zijn, is de commissie in het najaar 2010 gestart met de werving van nieuwe commissarissen. Het profiel voor de nieuw te werven commissarissen is gebaseerd op de profielschets. De specifieke kwaliteiten van de te werven commissarissen bevinden zich op het gebied van klanten, financiën, overheidsorganisaties en infrastructuur.
Verslag van de remuneratiecommissie De remuneratiecommissie bestaat uit drie leden. Deze commissie stelt het beloningsadvies voor de vijf leden van de directie op en legt dit ter goedkeuring voor aan de raad. De commissie heeft in 2010 drie keer vergaderd. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ProRail stelt het beleid op het terrein van de bezoldiging van het bestuur vast. Conform de Corporate Governance Code stelt de raad, op advies van de remuneratiecommissie, het remuneratierapport op voor de directie van ProRail. Binnen het vastgestelde remuneratiebeleid stelt de raad, wederom op advies van de remuneratiecommissie, het vaste deel van het inkomen en het variabele deel van het inkomen vast. Aan het begin van elk jaar komen de raad en de directie een prestatiecontract overeen voor het variabele gedeelte. Dit contract bevat SMART-geformuleerde doelstellingen die binnen het lopende jaar gerealiseerd moeten worden. Nadat de raad de prestaties over het afgelopen jaar heeft beoordeeld, stelt hij vast in hoeverre de directeuren hun collectieve en individuele doelstellingen hebben behaald.
73 Algemeen In 2010 heeft de aandeelhouder een afweging gemaakt voor het bepalen van de categorie waarin ProRail ingedeeld moet worden om het beloningsregime (categorie publiek en/of markt) te bepalen. Na toetsing op de criteria van de commissie Dijkstal, het staatsdeelnemingenbeleid en het huidige takenpakket van ProRail, heeft de aandeelhouder besloten dat de categorie Publiek het meest geëigend is. Dit betekent dat de bezoldiging (vast + variabel) van toekomstige bestuurders van ProRail, conform het vigerende beleid, ten hoogste 130% van het ministersalaris zal bedragen. Opbouw remuneratiebeleid Het remuneratiepakket van de directie bestaat thans uit een vast en variabel deel. De hoogte van de variabele beloning wordt gevormd door zowel de beoordeling van collectieve ProRail-resultaten als de door de directie individueel behaalde resultaatafspraken. De variabele beloning betreft maximaal 16% van het salaris en is opgebouwd uit een collectief (90%) en een persoonlijk (10%) deel. Het collectieve deel van de variabele beloning wordt bepaald door de behaalde resultaten op de gebieden klanttevredenheid, operationeel, reputatie en financieel. De prestaties worden gemeten aan de hand van KPI’s.
beri cht van de raad van co mm i s s ari s s e n
De functiezwaarte wordt op basis van de Hay-systematiek gewogen. Gezien de indeling in de categorie Publiek volgen we de indexering van het staatsdeelnemingenbeleid voor de categorie Publiek. Bezoldiging directie Op basis van het vastgestelde beloningsbeleid heeft de raad de bezoldiging voor de leden van de directie vastgesteld. Bestaande arbeidsvoorwaarden worden gehandhaafd. Het remuneratiebeleid over 2010 is voor de statutaire leden van de directie ongewijzigd. Bezoldiging directie (in euro’s)
Basissalaris
Variabele beloning
Pensioenpremies
Overige vergoedingen
Totaal 2010
Totaal 2009
B.J. Klerk
205.325
-
7.128
160.000
372.453
234.038
H.P.M.G. Steeghs
184.883
-
6.372
-
191.255
67.496
U. Groen (uit dienst per 1 september 2010)
123.256
-
4.248
-
127.504
209.787
Totaal
513.464
-
17.748
160.000
691.212
511.321
Per januari 2010 heeft er een indexering plaatsgevonden van 1,25% van het vaste inkomen. In november hebben de reizigers veel last ondervonden van de brand op de verkeersleidingspost in Utrecht en in december van het winterweer. De raad van commissarissen heeft besloten dat het daarom niet in de rede ligt om over het jaar 2010 een variabele beloning aan de directie toe te kennen. Op grond hiervan is de raad tot de volgende vastgestelde bezoldiging voor de directie gekomen: De heer Klerk is om gezondheidsredenen per 1 februari 2011 teruggetreden als president-directeur van ProRail. De afspraken gemaakt bij zijn terugtreden kunnen leiden tot een maximale verplichting van EUR 160.000 voor ProRail. De hoogte van de verplichting is afhankelijk van de duur van de uitkering die de heer Klerk conform vigerend beleid krijgt uit hoofde van de ziektewet. Vervoersfaciliteiten Gegeven de representatieve en flexibele vorm van mobiliteit wordt aan de directie een leaseauto toegekend. Netto onkostenvergoeding ProRail verstrekt een netto onkostenvergoeding aan de directie van EUR 60,00 netto per maand voor kleine onkosten die gemaakt worden behorende bij de functie (representatiekosten). v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Pensioen De pensioenregeling van de bedrijfstak Spoorwegen is sinds 1 januari 2006 een collectieve beschikbare premieregeling. Hiermee wordt bedoeld een regeling die de werkgever verplicht tot het betalen van een vaste premie. De opbouw van het pensioen is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer. Deelnemers geboren in of na 1950 hebben zicht op een pensioen gebaseerd op een middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Werknemers, geboren voor 1950 hebben zicht op een gematigde eindloonregeling met een pensioenleeftijd van 61 of 62 jaar. De werkgever is niet aansprakelijk voor het aanvullen van premie- of dekkingstekorten bij het pensioenfonds. Arbeidsovereenkomsten Conform de Corporate Governance Code worden nieuwe statutaire bestuurders benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar. Na afloop van een eerste termijn kan bij goed functioneren een bestuurder worden herbenoemd voor achtereenvolgende termijnen van (maximaal) vier jaar. Dit uitgangspunt is toegepast op de per 6 september 2009 nieuw benoemde statutair bestuurder de heer Steeghs en bij de per 1 januari 2011 nieuw benoemde statutair bestuurder de heer Dirix. Bestaande arbeidsovereenkomsten worden gerespecteerd.
3 terug naar inhoud
In 2010 heeft een indexering plaatsgevonden van 1%. De bezoldiging van de leden van de raad van commissarissen is conform beleid en als volgt. Bezoldiging commissarissen (in euro’s)
Vaste jaarlijkse vergoeding
Vergoeding Audit Committee
Vergoeding Selectie-/ Benoemingscommissie
Vergoeding Remuneratiecommissie
Totaal 2010
Totaal 2009
M.A.M. Boersma
30.332
12.498
12.498
6.249
61.577
10.532
R.J. in ‘t Veld (afgetreden als president-commissaris per 1-2-2010)
9.024
-
-
-
9.024
44.615
E.H. Broekhuizen
19.286
12.498
-
-
31.784
31.595
W. den Dulk
19.286
12.498
-
-
31.784
31.595
W.E. Kooijman
19.286
-
12.498
4.166
35.950
21.178
Mevrouw C.J.G. Zuiderwijk-Jacobs 19.286
-
10.415
4.166
33.867
21.178
37.494
35.411
14.581
203.986
160.693
(president-commissaris)
(teruggetreden per 4-1-2011)
Totaal
116.500
75 Bezoldiging raad van commissarissen De beloning van de raad bestaat uit een vaste, door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgestelde, jaarlijkse vergoeding en een vergoeding per vergadering voor de leden van de auditcommissie en de leden van de remuneratie-, selectie- en benoemingscommissie. ProRail heeft geen leningen verstrekt aan leden van de raad. In overeenstemming met de regels van behoorlijk bestuur is de beloning van de leden van raad niet afhankelijk van de prestaties van ProRail.
beri cht van de raad van co mm i s s ari s s e n
Verslag van de auditcommissie De auditcommissie bestaat uit drie leden en heeft zes keer vergaderd. De auditcommissie ziet toe op de kwaliteit van de financiële informatievoorziening, maar richt zich daarnaast ook op de transparantie en betrouwbaarheid van toekomstgerichte en niet-financiële informatie. Deze informatie is voor de besturing van ProRail en voor de aandeelhouder, subsidieverlener en andere stakeholders van groot belang en slaat neer in het jaarlijkse beheerplan en de kwartaalrapportages en jaarverslag.
Kwaliteit van de informatievoorziening Ten aanzien van de toekomstgerichte planningsinformatie heeft de auditcommissie met de directie de veranderingen in de lange termijnplannen besproken die de basis vormen voor het beheerplan en daarmee voor de subsidieaanvraag. Hiernaast is stil gestaan bij de invoering van het nieuwe informatiesysteem ten behoeve van de plangegevens. Tevens heeft de commissie een aantal maal gesproken over hoe de betrouwbaarheid van de niet-financiële informatie over de kernprestaties (KPI’s) van ProRail te borgen. Hierbij is besloten om samen met de accountant te onderzoeken in hoeverre tot een hoger niveau van assurance kan worden gekomen op deze informatiestroom. De auditcommissie heeft drie maal overleg gevoerd met de accountant. Dit ter bespreking van de uitkomsten van de jaarrekeningcontrole, ter bespreking van de controlestrategie voor 2010 en ter bespreking van de resultaten uit de interim-controle. De bevindingen van de accountant worden door de directie vertaald naar verbeteracties. De auditcommissie monitort de voortgang van deze verbeteracties op basis van de gerapporteerde voortgang in de kwartaalrapportages. Vooral de betrouwbaarheid van de registratie van de objecten na afronding van bouwprojecten en de aanstaande juridische eigendomsgang van activa naar het ministerie van Infrastructuur en Milieu waren belangrijke aandachtspunten in de gesprekken met de accountant. Hiernaast is het beleid ter voorkoming en opsporing van fraude aangehaald. Met het hoofd van de afdeling interne audit is regelmatig overleg geweest. In deze besprekingen zijn de auditresultaten geëvalueerd, de monitoring en opvolging van verbeteracties besproken en het op risico’s gebaseerde auditjaarplan voor 2011 vastgesteld.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Nieuwe accountant Tijdens de aandeelhoudersvergadering van 2010 is Ernst & Young na een aanbestedingstraject opnieuw benoemd tot accountant van ProRail. Risicomanagement en Compliance De commissie heeft de werking van het risicomanagement geëvalueerd aan de hand van het verslag van de directie en de jaarlijkse audit die door de interne corporate audit en externe accountant is uitgevoerd. Het systeem van risicomanagement functioneert adequaat, maar kan worden aangescherpt door de sturing meer dynamisch en toekomstgericht te maken met gebruik van een ‘heatmap’ en door meer op de inherente risico’s in de bedrijfsvoering te sturen in plaats van op de restrisico’s. De directie heeft beide verbeteringen intussen geïmplementeerd. In de context van het bespreken van de belangrijkste risico’s en het maatschappelijk verantwoord ondernemen is met de directie besloten om ten aanzien van het compliancebeleid van milieuwetgeving een proactief beleid te gaan voeren.
Tot slot Per 1 september heeft de heer Groen (directeur Operatie) ProRail verlaten. De raad bedankt de heer Groen voor zijn persoonlijke toewijding en inzet voor ProRail. In het bijzonder wil de raad stilstaan bij het vertrek van de heer Klerk (president-directeur). De raad bewondert het door de heer Klerk getoonde doorzettingsvermogen, zijn betrokkenheid en kennis van het spoor en spreekt zijn dank uit voor alles wat gedurende de periode dat hij president-directeur was tot stand is gebracht. De raad van commissarissen bedankt alle medewerkers van ProRail voor de inzet die zij in 2010 vaak onder moeilijke omstandigheden geleverd hebben.
Utrecht, 22 maart 2011 Raad van commissarissen ProRail B.V. M.A.M. Boersma, president-commissaris E.H. Broekhuizen W. den Dulk W.E. Kooijman
77 Financieel beleid De auditcommissie heeft een aantal maal stil gestaan bij de efficiëntie van ProRail. Hiertoe zijn ook de reeds ingeboekte efficiëntietaakstellingen van EUR 150 miljoen per jaar besproken. De commissie constateert dat er naast deze expliciete taakstellingen en efficiëntie ook impliciete efficiëntie wordt gevraagd in de vorm van ontoereikende indexatievergoeding. Daarnaast is de mogelijke impact van het regeerakkoord van het in oktober aangestelde kabinet besproken waarin om forse bezuinigingen wordt gevraagd aan de spoorsector. Ter invulling hiervan zal door de spoorsector een gezamenlijk voorstel worden opgesteld dat begin 2011 met de minister wordt besproken.
beri cht van de raad van co mm i s s ari s s e n
Personalia In onderstaand overzicht zijn de personalia van de directie en de raad van commissarissen van ProRail B.V. samengevat. De peildatum is 31 december 2010.
Directie ProRail B.V. B.J. Klerk (1951) President-directeur (per 29 december 2004) H.P.M.G. Steeghs (1957) Directeur Financiën (per 6 september 2009) P.E.M. Buck (1952) Directeur Projecten (per 1 april 2009) Nevenfuncties Lid Corporate Tenderboard van Rijkswaterstaat P. Kraaijeveld (1968) Directeur Vervoer en Dienstregeling (per 1 april 2009)
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Raad van commissarissen ProRail B.V. M.A.M. Boersma (1947) President-commissaris (per 1 februari 2010) Beroep/functie: Zelfstandig adviseur Nevenfuncties Lid Board of Directors Neste Oil, Finland Voorzitter Board of Directors Prometheus-Energy, USA Voorzitter Raad van Commissarissen KEMA Voorzitter Raad van Toezicht VieCuri Medisch Centrum voor Noord-Limburg Voorzitter/lid van enige stichtingen E.H. Broekhuizen (1947) Commissaris (per 13 november 2000) Beroep/functie: Zelfstandig adviseur Nevenfuncties Commissaris bij Vancis B.V.
W.E. Kooijman (1950) Commissaris (per 21 februari 2007) Beroep/functie: Directeur Personeel & Organisatie KLM Nevenfuncties Bestuursvoorzitter bij NVP (Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement & Organisatieontwikkeling) Commissaris bij B&A Voorzitter van het bestuur van de Stichting Administratiekantoor Aandelen Gebroeders Van Beek b.v.
79
Mevrouw C.J.G. Zuiderwijk-Jacobs (1962) Commissaris (per 1 juli 2001) Beroep/functie: Zelfstandig adviseur
W. den Dulk (1941) Commissaris (per 1 augustus 2000) Beroep/functie: Zelfstandig adviseur Nevenfuncties Commissaris bij Borax Rotterdam N.V. Commissaris bij Stena Line B.V.
p e rs o nal i a
Jaarrekening 2010
3 terug naar inhoud
Balans per 31 december 2010 Bedragen in miljoenen euro’s (vóór verwerking van het resultaat)
Activa
31 december 2010
31 december 2009
Vaste activa Materiële vaste activa
1
18.165
17.575
Financiële vaste activa
2
561
665 18.726
18.240
Vlottende activa Vorderingen
3
342
406
Liquide middelen
4
505
385
Totaal Activa
Passiva Eigen vermogen
5
847
791
19.573
19.031
31 december 2010
31 december 2009
5.195
3.887
Voorzieningen
6
185
181
Langlopende schulden
7
494
1.814
Kortlopende schulden
8
110
172
Overlopende passiva
9
13.589
12.977
19.573
19.031
Totaal Passiva
81
j aarre k e ni ng
Exploitatierekening 2010 Bedragen in miljoenen euro’s
2010 Bijdragen
2009
10
Exploitatiebijdragen Rijksoverheid
955
866
Amortisatie investeringsbijdragen
390
293
Gebruiksvergoeding
232
227 1.577
Diverse bedrijfsopbrengsten
11
Geactiveerde productie eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten
129
93
51
54
Bedrijfsopbrengsten Exploitatielasten
1.386
180
147
1.757
1.533
12
Kosten van uitbesteed werk
-637
-615
Lonen en salarissen
-212
-182
Sociale lasten Afschrijvingskosten
-29
-24
-581
-565
Overige waardeveranderingen vaste activa
-152
-80
Overige bedrijfslasten
-200
-148 -1.811
-1.614
202
190
-1.609
-1.424
-127
-92
-1.736
-1.516
15
21
17
16
-21
-17
0
0
Belastingen
0
0
Resultaat na belastingen
0
0
Vrijval herwaarderingsreserve
Financiële baten en lasten
13
14
Bedrijfslasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor mutatie egalisatiereserve en belastingen
Mutatie egalisatiereserve Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Kasstroomoverzicht 2010 Bedragen in miljoenen euro’s
Resultaat uit bedrijfsuitoefening
2010
2009
0
0
Aanpassingen voor: Mutaties egalisatierereserve
21
17
Exploitatiedeel herwaardering
-10
4
Afschrijvingskosten vaste activa
581
565
Niet-activeerbare investeringen/liquidatieresultaten Vrijval herwaarderingsreserve Mutaties voorzieningen Amortisatie investeringsbijdragen
110
74
-202
-190
4
-3
-390
-293 114
174
Mutaties werkkapitaal 64
114
Kortlopende schulden
-62
6
Overlopende passiva (kortlopend)
-69
Vorderingen
Kasstroom uit operationele activiteiten
-191 -67
-71
47
103
-1.289
-1.077
Desinvesteringen materiële vaste activa
42
6
Overige mutaties investeringen
26
Bruto-investeringen materiële vaste activa
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringsbijdragen Overige mutaties investeringsbijdragen
-25 -1.221
-1.096
1.284
891
-4
14
Door Rijksoverheid ingehouden generieke taakstelling
-14
-14
Door Rijksoverheid ingehouden aanbestedingsresultaten
-17
-41
-2
-2
0
3
1.400
0
-1.320
0
Door Rijksoverheid ingehouden efficiëntie gebruiksvergoeding Disagio Storting agio op aandelenemissie Aflossing leningen (geen herfinanciering) Onttrekkingen overlopende passiva
-33
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Totale kasstroom
14 1.294
865
120
-128
Liquide middelen einde boekjaar
505
385
Liquide middelen begin boekjaar
385
513
Mutatie liquide middelen
83
120
-128
j aarre k e ni ng
Toelichting op de balans, de exploitatierekening en het kasstroomoverzicht
Grondslagen voor de jaarrekening Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving. De hierna uiteengezette grondslagen voor de financiële verslaggeving zijn consistent toegepast voor de gepresenteerde perioden in deze jaarrekening. Alle bedragen in de jaarrekening staan vermeld in miljoenen euro’s (EUR), tenzij anders vermeld. Presentatie De opstelling van de verloopstaat materiële vaste activa wijkt af van de standaardindeling (artikel 366 lid 1 Titel 9 BW 2) teneinde een beter inzicht te geven en beter aan te sluiten bij de aard van het bedrijf conform artikel 362 lid 4 en artikel 363 lid 4 Titel 9 BW 2. Hiertoe is de onderverdeling van de verloopstaat materiële vaste activa uitgebreid. Daarnaast sluit de indeling beter aan bij de gehanteerde benamingen in de communicatie tussen ProRail en de Rijksoverheid.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en voor de resultaatbepaling Waardering Alle activa en passiva worden opgenomen tegen historische kosten, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben, in zoverre dat ongerealiseerde winsten niet in aanmerking worden genomen en dat te verwachten verliezen worden verantwoord wanneer deze worden onderkend. Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen actuele waarde, ingevuld door de vervangingswaarde onder aftrek van de over deze waarde op lineaire basis berekende afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Terreinen in de categorie Dragen, geleiden en doorsnijden en activa in de categorie Werken in constructie worden gewaardeerd tegen de aanschafwaarde. Onder de aanschafwaarde wordt verstaan investeringsuitgaven die verband houden met het verkrijgen of vervaardigen van het actie, inclusief de kosten van de door eigen personeel verrichte werkzaamheden (geactiveerde productie eigen bedrijf). In de aanschafwaarde wordt geen rente over investeringen tijdens de bouw begrepen. Indien de kosten van groot onderhoud aan materiële vaste activa niet voldoen aan activerings criteria, worden deze direct ten laste gebracht van de exploitatierekening.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
De vervangingswaarde van de materiële vaste activa wordt bepaald door de aanschafwaarde jaarlijks te indexeren op basis van CBS-gegevens. Indien is besloten de activa te verkopen, te slopen of over te dragen, is de actuele waarde gelijk aan de verwachte (directe) opbrengstwaarde. De door de Rijksoverheid gefinancierde investeringen worden als vaste activa geactiveerd, terwijl de ontvangen bijdragen als een overlopend passief worden gerubriceerd. Deze methode wordt ook toegepast op door derden gefinancierde investeringen, waarvan het economisch eigendom bij ProRail ligt. Financiering vindt plaats tegen aanschafwaarde. De afschrijvingen worden berekend op de lineaire methode en zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur en houden rekening met een eventuele restwaarde. Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigt, worden deze als een schattingswijziging verantwoord. De afschrijvingen op basis van vervangingswaarde worden ten laste van de exploitatie rekening gebracht als afschrijvingskosten. De ontvangen investeringsvergoeding van de Rijksoverheid is gebaseerd op de aanschafwaarde en wordt als jaaramortisatie verwerkt in de exploitatierekening naar voortgang van de afschrijving van de activa waarop de vergoeding betrekking heeft. Het verschil tussen de afschrijvingen op basis van vervangingswaarde en de afschrijvingen op basis van de historische uitgaafprijs wordt onttrokken aan de herwaarderingsreserve ten gunste van de exploitatierekening. De afschrijvingstermijnen in jaren zijn als volgt: Ondergrens
Bovengrens
Dragen, geleiden en doorsnijden
30
100
Energie
40
80
Transfer
5
100
4
30
20
50
Beheersen en communicatie Beveiligen
85
Op Terreinen wordt niet afgeschreven. Jaarlijks wordt onderzocht of er sprake is van een bijzondere waardevermindering van de materiële vaste activa. Indien deze indicatie aanwezig is, dan wordt de verwachte realiseerbare waarde van het actief bepaald. Indien deze waarde lager is dan de huidige boekwaarde, dan wordt het verschil ten laste van de exploitatierekening gebracht voor zover de gevormde herwaarderingsreserve voor dit actief niet toereikend is. De aard van de activa leidt ertoe dat de realiseerbare waarde veelal niet per actief kan worden bepaald. In deze gevallen wordt de realiseerbare waarde afgeleid van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Indien een bijzondere waardevermindering heeft plaatsgevonden, wordt jaarlijks nagegaan of er aanwijzingen bestaan of deze waardevermindering ten aanzien van de materiële vaste activa niet meer bestaat of is verminderd en derhalve moet worden teruggenomen. De verhoging mag niet verder gaan dan tot het bedrag van de boekwaarde van het actief dat op dat moment zou hebben gegolden, indien het bijzondere waardeverminderingverlies niet zou zijn verantwoord. De verhoging van de boekwaarde (een terugneming van een bijzonder waardeverminderingverlies) wordt onmiddellijk verantwoord als bate in de exploitatierekening tot de oorspronkelijke aanschafwaarde. Indien de verhoging de aanschafwaarde te boven gaat, zal dit deel ten gunste van een herwaarderingsreserve worden gebracht.
j aarre k e ni ng
Financiële vaste activa Deelnemingen
Deelnemingen worden tegen de vermogensmutatiemethode gewaardeerd. Overeen komstig deze methode, worden de deelnemingen in de balans opgenomen tegen het aandeel van ProRail in de nettovermogenswaarde rekeninghoudend met zijn aandeel in de resultaten van de deelnemingen van het moment van verwerving, bepaald volgens de grondslagen zoals vermeld in de jaarrekening van de deelneming. In de exploitatie rekening wordt het aandeel in het resultaat van de deelnemingen opgenomen. Indien en voor zover de vennootschap niet zonder beperking uitkering van de positieve resultaten aan haar kan bewerkstelligen, worden de resultaten in een wettelijke reserve opgenomen. Overige vorderingen
De overige vorderingen op lange termijn worden opgenomen tegen de nominale waarde onder aftrek van een waardecorrectie voor mogelijke oninbaarheid. Het binnen een jaar te ontvangen deel van deze vorderingen wordt hier eveneens opgenomen. Vorderingen De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van een waardecorrectie voor mogelijke oninbaarheid. Voorzieningen Voorzieningen worden opgenomen voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen van een onzekere omvang of met een onzeker tijdstip als gevolg van gebeurtenissen in het verleden. De omvang van de voorziening wordt bepaald door de beste schatting per balansdatum van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen af te wikkelen. De voorziening derdenwerken heeft een meerjarig karakter en wordt opgenomen tegen contante waarde; de overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde. De voorziening derdenwerken heeft betrekking op de te verwachten verplichtingen voor onderhoud en vernieuwing van door derden betaalde werken. Langlopende schulden De langlopende schulden worden verantwoord tegen de nominale waarde. Pensioenen De aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt als last in de winst- en verlies rekening verantwoord. Te betalen premie dan wel de vooruitbetaalde premie per jaar einde wordt als overlopend passief respectievelijk overlopend actief verantwoord. Voor verplichtingen naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt een voorziening opgenomen, indien per balansdatum sprake is van een in rechte afdwing bare of feitelijke verplichting aan de pensioenuitvoerder en/of werknemer, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is, en er een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de omvang van de verplichting. De voorziening voor additionele verplichtingen aan de pensioenuitvoerder en/of werknemer, wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de contante waarde als het effect van de tijdswaarde van geld materieel is (waarbij de disconteringsvoet vóór belastingen de actuele marktrente weergeeft).
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Bijdragen Onder Bijdragen Rijksoverheid worden de van de Rijksoverheid verkregen middelen voor capaciteitsmanagement, verkeersleiding, onderhoud en kapitaallasten van het landelijke railnet verantwoord. De van de Rijksoverheid ontvangen vergoedingen voor aanleg van vaste activa en vervanging van de bovenbouw worden op de Bijdragen in mindering gebracht en gepresenteerd als Investeringsbijdragen in de Overlopende passiva. Naar rato van afschrijving op de activa, wordt de post Investeringsbijdragen geamortiseerd. De amortisatie wordt gepresenteerd als Amortisatie investeringsbijdragen in de exploitatierekening. De van spoorwegondernemingen geïnde vergoedingen voor gebruik van het landelijk railnet worden onder Gebruiksvergoeding verantwoord. Diverse bedrijfsopbrengsten Onder Geactiveerde productie eigen bedrijf zijn opgenomen de door het eigen personeel verrichte werkzaamheden, welke betrekking hebben op de vervaardiging van materiële vaste activa (investering), zoals voorbereiding en toezicht. Onder Overige bedrijfsopbrengsten zijn met name opbrengsten van de voor derden uit gevoerde werkzaamheden opgenomen. Belastingen ProRail B.V. maakt samen met Railinfratrust B.V. deel uit van een fiscale eenheid voor de heffing van vennootschapsbelasting en tevens van een fiscale eenheid voor de heffing van omzetbelasting. Beide vennootschappen zijn volgens de standaardvoorwaarden hoofdelijk aansprakelijk voor de te betalen belasting van alle bij de fiscale eenheid betrokken vennootschappen.
87
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Presentatie Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij onderscheid is gemaakt tussen de kasstromen uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen de bedragen op bankrekeningen van ProRail en die ter beschikking staan aan de bedrijfsactiviteiten van ProRail. Interest De interest ontvangsten en uitgaven zijn niet apart vermeld op het kasstroomoverzicht en gerubriceerd onder het resultaat uit bedrijfsuitoefening. Investeringsbijdragen De investeringsbijdragen bevatten de ontvangen bijdragen van overheden voor de realisatie van in gebruikgenomen bouwprojecten. Dividend Dividenduitkeringen worden vermeld onder de kasstromen uit financieringsactiviteiten.
j aarre k e ni ng
Financieel risicomanagement Algemeen De in deze toelichting opgenomen gegevens verschaffen informatie die behulpzaam is bij het schatten van de omvang van risico’s die verbonden zijn aan zowel de in de balans opgenomen als de niet in de balans opgenomen financiële instrumenten. Het betreft hier elke overeenkomst die leidt tot een financieel actief bij één partij en een financiële verplichting of eigen- vermogensinstrument bij een andere partij. Hieronder vallen zowel traditionele financiële instrumenten (vorderingen, schulden en effecten) als afgeleide financiële instrumenten (derivaten). De primaire financiële instrumenten van ProRail dienen ter financiering van de operati onele activiteiten van ProRail of vloeien direct uit deze activiteiten voort. Het beleid van ProRail is om niet te handelen in financiële instrumenten. De belangrijkste risico’s uit hoofde van de financiële instrumenten van ProRail zijn het rente-, het krediet- en het liquiditeitsrisico. Het beleid van ProRail om deze risico’s te beperken, luidt als volgt: Renterisico
De langlopende vorderingen en leningen van ProRail hebben een vast rentepercentage waardoor ProRail het risico loopt dat de waarde van de vorderingen en leningen zal dalen respectievelijk stijgen als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het aflossingschema en de opbouw van de van toepassing zijnde rentepercentages is opgenomen bij de toelichting op de langlopende schulden. Kredietrisico
ProRail handelt enkel met kredietwaardige partijen en heeft procedures opgesteld om de kredietwaardigheid te bepalen. Tevens heeft ProRail richtlijnen opgesteld om de omvang van het kredietrisico bij elke partij te beperken. Bovendien bewaakt ProRail voortdurend zijn vorderingen en hanteert ProRail een strikte aanmaningsprocedure. Door de bovenstaande maatregelen is het kredietrisico voor ProRail minimaal. Verder zijn er geen belangrijke concentraties van kredietrisico binnen ProRail. Liquiditeitsrisico
Het risico voor ProRail dat toekomstige kasstromen verbonden aan een monetair financieel instrument fluctueren in omvang is minimaal, aangezien de langlopende vorderingen en schulden vastrentend zijn. Reële waarde
Gezien de marktconformiteit van de overeengekomen kredietvoorwaarden wijkt de reële waarde van de financiële instrumenten niet materieel af van de in de balans opgenomen boekwaarde. Liquide middelen, vorderingen en kortlopende schulden
Gezien de korte looptijd van deze instrumenten benadert de boekwaarde de waarde in het economisch verkeer.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Vaste Activa 1 Materiële vaste activa Dragen,
Energie
Beheersen
geleiden
en commu-
en door-
nicatie
Beveiligen
Transfer
Werken in
Totaal
constructie
snijden Stand per 31 december 2009 Aanschafwaarde
20.343
3.773
1.071
2.411
3.870
1.669
33.137
Cumulatieve afschrijvingen
-8.368
-2.419
-685
-1.435
-2.655
-
-15.562
Aangepaste stand per
11.975
1.354
386
976
1.215
1.669
17.575
-
-
-
-
-
1.289
1.289
Ingebruikname
538
66
117
69
79
-869
0
Desinvesteringen (incl. cum. afschr.)
-40
-1
-
-
-1
-110
-152
Jaarafschrijving
-344
-51
-67
-63
-56
-
-581
Herwaardering
-26
99
13
43
-9
-
120
Overige mutaties
-11
-
-36
35
-2
-72
-86
Totaal mutaties in 2010
117
113
27
84
11
238
590
20.608
4.119
1161
2.642
3.907
1.907
34.344
Cumulatieve afschrijvingen
-8.516
-2.652
-748
-1.582
-2.681
-
-16.179
Boekwaarde
12.092
1.467
413
1.060
1.226
1.907
18.165
9.186
1.180
373
908
954
1.907
14.508
31 december 2009
Bruto-investeringen
Stand per 31 december 2010 Aanschafwaarde
Boekwaarde op basis van historische aanschafwaarde
89
Herinterpretatie economisch eigendom In 2010 is de kwalificatie van het economisch eigendom van de spoorkruisende delen, bijvoorbeeld fietstunneltjes, opnieuw beoordeeld. Op basis van de huidige afspraken met de overheden is geconcludeerd dat deze spoorkruisende delen als economisch eigendom van ProRail moeten worden aangemerkt. Deze herinterpretatie is verwerkt per 31 december 2009 en leidt tot een verhoging van de boekwaarde van de materiële vaste activa van EUR 825 miljoen. De vergelijkende cijfers zijn aangepast. Categorieën Materiële vaste activa: Dragen, geleiden en doorsnijden bevat terreinen (6%), aardebaan (9%), bovenbouw (incl. ballast) (33%), bruggen (27%), tunnels (19%) en overige doorsnijdingsystemen, zoals overwegen en geluidsschermen (6%); Energie bevat de bovenleiding, draagconstructies (61%) en onderstations/voedingsinstallaties (39%); Beheersen en communicatie bevat de zogenaamde hard- en software van de systemen voor de aansturing van de treindienst (25%), reizigersinformatiesystemen (15%), telecommunicatienetwerken (55%), zoals GSM-R (‘GSM for Railways’), ATM (Asynchrone Transfer Mode) en telecommunicatiekabels en overige communicatieapparatuur (5%); Beveiligen bevat baanvakbeveiliging, zoals detectiesystemen, seinen en trein beïnvloedingssystemen; Transfer bevat perrons inclusief overkappingen (42%), de toegang tot perrons, zoals roltrappen, liften, bruggen en tunnels (21%), het publieke aandeel in stationsgebouwen (22%) en fietsenstallingen (15%).
j aarre k e ni ng
Bruto-investeringen De bruto-investeringen in vaste activa bedroegen in 2010 EUR 1.289 miljoen en zijn 20% hoger dan in 2009 (EUR 1.077 miljoen). Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft circa 87% van de investeringen in 2010 gefinancierd. Hiervan heeft EUR 786 miljoen betrekking op uitbreidingsinvesteringen en EUR 339 miljoen op vervangingsinvesteringen (waaronder EUR 168 miljoen voor bovenbouwvernieuwing). De grootste uitbreidingsinvesteringen zijn de Hanzelijn (EUR 223 miljoen), Sporen in Arnhem (EUR 96 miljoen), Randstadspoor (EUR 85 miljoen) en investeringen in Nieuwe Sleutel Projecten (EUR 84 miljoen). Verder droegen lokale en regionale publieke partners (zoals provincies en gemeenten) en NS Groep N.V. (FENS) samen EUR 164 miljoen bij aan projecten. Ingebruikname De grootste ingebruiknames hebben plaatsgevonden bij de uitbreidingsprojecten: Randstadspoor, vier sporen Vleuten-Utrecht en Houten-Houten Castellum (EUR 192 miljoen), InfoPlus (EUR 50 miljoen), het programma ATM (EUR 20 miljoen) en het programma Ruimte voor de Fiets (EUR 15 miljoen). Bij de vervangingsprojecten is voor EUR 208 miljoen aan vernieuwde bovenbouw in gebruik genomen. Een groot deel van de ingebruiknames heeft betrekking op kleinere uitbreidings- en vervangingsprojecten. Desinvesteringen De desinvesteringen bij de Werken in constructie zijn met name veroorzaakt door afboekingen als gevolg van niet-activeerbare investeringsuitgaven. Dit betreft onder andere nacontractering in verband met gevonden explosieven bij project MEGA bovenbouwvernieuwing (EUR 20 miljoen), verleggen van kabels en leidingen derden Hanzelijn (EUR 9 miljoen), verleggen kabels en leidingen derden Randstadspoor (EUR 8 miljoen), ondoelmatige engineering vier sporen Utrecht CS-Utrecht Lunetten (EUR 8 miljoen), bij stelling strategie Mistral (EUR 7 miljoen) en kosten studie- en ontwikkeling InfoPlus (EUR 7 miljoen). De desinvesteringen bij de activa hebben met name betrekking op boekwaardeverliezen op de bovenbouwvernieuwingen (EUR 33 miljoen). Herwaardering De herwaardering van de materiële vaste activa in 2010 is gebaseerd op de samengestelde indexcijfers van de CBS-maandstatistieken december 2010 over de periode september 2009 tot en met augustus 2010. Overige mutaties Onder overige mutaties zijn opgenomen overboekingen van categorieën activa naar aanleiding van recente inzichten in het type objecten. De mutatie bij de Werken in constructie betreft met name overhevelingen in verband met economisch eigendom derden (EUR 19 miljoen) en bijstelling van de Werken in constructie als gevolg van nazorg van de aanpassing waardering bovenbouw (EUR 41 miljoen). De investeringsbijdragen zijn met hetzelfde bedrag verlaagd.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
2 Financiële vaste activa Deel
Overige vor-
Totaal
nemingen
deringen
Stand per 31 december 2009
1
664
665
Toevoegingen
-
5
5
Onttrekkingen
-
-109
-109
Stand per 31 december 2010
1
560
561
Deelnemingen Onder Deelnemingen is het belang in Relined B.V. en het belang in Keyrail B.V. opge nomen. Relined B.V. heeft ten doel het optimaal uitnutten van capaciteit van glasvezelnetten en kabels ten behoeve van data- en telecomactiviteiten. De vennootschap is statutair gevestigd te Utrecht en heeft een geplaatst aandelenkapitaal van EUR 18.000. ProRail B.V. neemt voor 50% deel in het eigen vermogen. De nettovermogenswaarde van Relined B.V. per 31 december 2010 bedraagt EUR 1 miljoen (2009: EUR 1 miljoen). Keyrail B.V. heeft ten doel het beheren en exploiteren van de goederenspoorlijn tussen de Rotterdamse haven en de grens van Nederland met Duitsland. De vennootschap is statutair gevestigd te Rotterdam en heeft een geplaatst aandelenkapitaal van EUR 18.000. ProRail B.V. neemt voor 50% deel in het eigen vermogen. In 2006 heeft ProRail B.V. een eerste storting in het aandelenkapitaal van Keyrail B.V. gedaan ter grootte van EUR 500.000. ProRail B.V. zal maximaal een kapitaal van EUR 13 miljoen beschikbaar stellen. De nettovermogenswaarde van Keyrail B.V. per 31 december 2010 bedraagt EUR 1 miljoen (2009: EUR 1 miljoen). Overige vorderingen Overige vorderingen betreffen de aan ProRail B.V. toevertrouwde geldmiddelen overeenkomstig de Raamovereenkomst met de NS Groep N.V. (FENS). Deze gelden mogen alleen aangewend worden voor de met NS overeengekomen programma’s tot en met 2010. De gelden zijn ultimo 2010 voornamelijk in deposito gegeven (EUR 570 miljoen tot en met het tweede kwartaal 2011) bij de Rijksoverheid ter beperking van het kredietrisico. Op een separate BNG-bankrekening is EUR 1 miljoen (2009: EUR 1 miljoen) aanwezig. De declaratie over december ad EUR 13 miljoen (2009: EUR 9 miljoen) is in mindering gebracht op deze tegoeden. Als rentevordering over het vierde kwartaal 2010 staat EUR 2 miljoen (2009: EUR 1 miljoen) uit. Naar verwachting zal de onttrekking voor FENS in 2011 EUR 183 miljoen bedragen (zie ook Overlopende passiva).
91
j aarre k e ni ng
Vlottende activa 3 Vorderingen 31 december 2010
31 december 2009
77
38
Vordering op de Rijksoverheid
194
300
Vorderingen op deelnemingen
8
12
Vorderingen op derden
Vorderingen inzake omzetbelasting Vorderingen inzake omgevingswerken
7
0
32
37
Overige vorderingen
1
2
Overlopende activa
23
17
342
406
Totaal
Bij de waardering van de Vorderingen is rekening gehouden met mogelijke oninbaarheid ad EUR 13 miljoen (2009: EUR 8 miljoen). Alle posten hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. Vorderingen op derden Het saldo vorderingen op derden bestaat uitsluitend uit vorderingen in het kader van handelsdebiteuren. De toename ten opzichte van 2009 is grotendeels veroorzaakt door een hoger factuurvolume in december 2010 (EUR 93 miljoen) dan in december 2009 (EUR 65 miljoen). Vordering op de Rijksoverheid De vordering op de Rijksoverheid betreft vooruitgefactureerde bedragen inzake subsidie kapitaallasten en onderhoud over januari 2011 (EUR 113 miljoen) en bijdragen in de stimuleringsregeling Keyrail gebruiksvergoeding Betuweroute 2010 (EUR 2 miljoen). Tevens is opgenomen een vordering inzake de declaratie van apart beschikte projecten over het vierde kwartaal 2010 (EUR 18 miljoen), een vordering inzake een aanvullende subsidie 2010 (EUR 81 miljoen) en een vordering inzake de overdracht van de SUNIJ-lijn (EUR 5 miljoen). Een nog te betalen correctie op de kapitaallasten over 2009 ad EUR -25 miljoen is met de vorderingen gesaldeerd. Vorderingen op deelnemingen De vorderingen op deelnemingen bestaan uit een bedrag voor de nog te ontvangen bedragen ad EUR 5 miljoen (2009: EUR 9 miljoen) en een bedrag voor vooruitbetaalde bedragen ad EUR 3 miljoen (2009: EUR 3 miljoen). De nog te ontvangen bedragen bestaan uit aan Keyrail B.V. gefactureerde bedragen wegens verleende diensten (EUR 3 miljoen) en voorschotbedragen aan Relined B.V. (EUR 2 miljoen). Het bedrag aan vooruitbetaalde bedragen aan deelnemingen bestaat uit het huren van het glasvezelkabelnet van Relined B.V. tot en met 2019. Vorderingen inzake omzetbelasting Per ultimo 2010 had ProRail een vordering op de belastingdienst ingevolge de aangifte omzetbelasting over het vierde kwartaal. Per ultimo 2009 was er sprake van een schuld inzake omzetbelasting (zie Kortlopende schulden). Vorderingen inzake omgevingswerken De vorderingen inzake omgevingswerken bestaan uit vorderingen op derden wegens uitgevoerde projecten ad EUR 32 miljoen (2009: EUR 37 miljoen). Het niveau van de kosten en de gedeclareerde bedragen in 2010 zijn aanmerkelijk lager dan in 2009. Dit is veroorzaakt doordat in 2010 een groot aantal projecten is overgebracht naar de materiële vaste
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
activa als gevolg van gewijzigde inzichten in het economisch eigendom van spoorkruisende delen (zie ook toelichting Materiële vaste activa en Investeringsbijdragen bij Overlopende passiva). Het verloop van de vorderingen inzake omgevingswerken is als volgt:
Stand per 1 januari Kosten in het boekjaar Gedeclareerde bedragen in het boekjaar Stand per 31 december
2010
2009
37
46
49
101
-54
-110
32
37
Overige vorderingen Het saldo van de overige vorderingen betreft van leveranciers te ontvangen bedragen inzake creditnota’s. Overlopende activa Overlopende activa bestaan uit een bedrag voor de nog te ontvangen bedragen ad EUR 19 miljoen (2009: EUR 13 miljoen) en een bedrag voor vooruitbetaalde bedragen ad EUR 4 miljoen (2009: EUR 4 miljoen). De nog te ontvangen bedragen bestaan in 2010 uit nog te vorderen schades (EUR 12 miljoen), nog te factureren gebruiksvergoedingen (EUR 2 miljoen) en diverse nog te factureren opbrengsten. De post vooruitbetaalde bedragen bestaat met name uit vooruitbetaalde licentiekosten en een voorfinanciering in het kader van het programma ‘Ruimte voor de Fiets’.
4 Liquide middelen Totaal banktegoeden
31 december 2010
31 december 2009
505
385
93
Totaal banktegoeden De gelden worden op een speciale rekening bij het ministerie van Financiën aangehouden conform de Comptabiliteitswet. Van deze gelden ad EUR 505 miljoen is EUR 435 miljoen uitgezet als daggeldlening (2009: nihil) bij de Rijksoverheid ter beperking van het krediet risico. In 2010 is voor EUR 138 miljoen aan Rijksbijdragen uit 2008 ontvangen. De uitgaven die hiermee in verband staan, waren reeds in 2008 en 2009 betaald. Dit veroorzaakt een stijging van de banktegoeden in 2010. In de liquide middelen is een bedrag van EUR 2 miljoen aan afgegeven garanties voor met name huurovereenkomsten begrepen. Tevens is een bedrag ad EUR 6 miljoen aan gehouden op een separate bankrekening op grond van een afgesloten overeenkomst tot bewaargeving. Over deze beide bedragen kan ProRail niet vrij beschikken.
j aarre k e ni ng
5 Eigen vermogen Gestort
Agio
Kapitaal
Herwaarde-
Overige Onverdeeld
Totaal
ringsreserve
reserves
resultaat
0,02
136
4.010
5
-
4.151
Aanpassing historische financiering bovenbouw
-
-
-321
-
-
-321
Herinterpretatie economisch eigendom
-
-
57
-
-
57
0,02
136
3.746
5
0
3.887
Resultaat lopend boekjaar
-
-
-
-
-
0
Herwaardering vaste activa lopend boekjaar
-
-
110
-
-
110
Vrijval herwaarderingsreserve MVA
-
-
-202
-
-
-202
Agiostorting
-
1.400
-
-
-
1.400
0,02
1.536
3.654
5
0
5.195
Stand per 31 december 2009
Aangepaste stand per 31 december 2009 Mutaties 2010:
Stand per 31 december 2010
Aanpassing historische financiering bovenbouw In 2010 is een reconstructie uitgevoerd van de historische financiering van de materiële vaste activa van de bovenbouw in de categorie Dragen, geleiden en doorsnijden. Deze historische financiering is bepalend voor de verwerking in de investeringsbijdragen in de overlopende passiva en de herwaarderingsreserve. Op basis van de huidige inzichten is vastgesteld dat historische financiering van vaste activa voor een bedrag van EUR 321 miljoen aangemerkt dient te worden als directe financiering van de overheid. Aangezien dit bedrag was verantwoord in de herwaarderingsreserve is besloten het bedrag te reclassificeren naar de investeringsbijdragen in de overlopende passiva om het inzicht in de jaarrekening te vergroten. Deze aanpassing is verwerkt per 31 december 2009. De vergelijkende cijfers zijn aangepast. De reconstructie van de historische financiering leidt tevens tot verhogingen van de afschrijvingen (EUR 7 miljoen), de amortisatie investeringsbijdragen (EUR 25 miljoen), de exploitatiebijdrage (EUR 32 miljoen) en een daling van de vrijval herwaarderingsreserve (EUR 50 miljoen) in het jaar 2009. Herinterpretatie economisch eigendom In 2010 is de kwalificatie van het economisch eigendom van de spoorkruisende delen, bijvoorbeeld fietstunneltjes, opnieuw beoordeeld. Op basis van de huidige afspraken met de overheden is geconcludeerd dat deze spoorkruisende delen als economisch eigendom van ProRail moeten worden aangemerkt. Deze herinterpretatie is verwerkt per 31 december 2009 en leidt tot de volgende verhogingen: materiële vaste activa (EUR 825 miljoen), investeringsbijdragen (EUR 757 miljoen), herwaarderingsreserve (EUR 57 miljoen) en de over-lopende passiva (EUR 11 miljoen). De vergelijkende cijfers zijn aangepast. De invloed op het resultaat is nihil. Aandelenkapitaal Het maatschappelijke aandelenkapitaal bedraagt EUR 90.000 en is verdeeld in 200 aandelen van elk EUR 450. Het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal bestaat uit 43 aandelen (2009: 42 aandelen) en bedraagt EUR 19.350 (2009: EUR 18.900). Alle geplaatste en volgestorte aandelen zijn in handen van Railinfratrust B.V. Agio Agio is ontstaan door kapitaalstortingen op de uitgifte van aandelen boven de nominale waarde. In 2010 is een aandeel aan Railinfratrust B.V. uitgegeven, waarop een agio van EUR 1,4 miljard is gestort. De storting heeft plaatsgevonden onder de ontbindende voorwaarde dat ProRail de met de agiostorting verkregen middelen ten volle aanwendt ter v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
aflossing van langlopende leningen bij de Rijksoverheid. Aan deze voorwaarde is voldaan (zie onder Langlopende schulden). In 2011 zal er eveneens een aandeel worden uitge geven waarop EUR 154 miljoen agio wordt gestort ten behoeve van schuldreductie. Verder heeft het Ministerie aangekondigd om een voorgenomen dividenduitkering (EUR 86 miljoen) in 2011 te laten plaatsvinden. Herwaarderingsreserve De (wettelijke) herwaarderingsreserve bevat de ongerealiseerde herwaardering op de materiële vaste activa. De herwaardering vaste activa lopend boekjaar wijkt EUR 10 miljoen af van de gepresenteerde herwaardering lopend boekjaar in de post Materiële vaste activa, omdat deze is verwerkt ten gunste van de exploitatierekening. Dit betreft teruggenomen waardeverminderingen uit het verleden, aangezien deze waardeverminderingen ten aanzien van de betreffende materiële vaste activa niet langer bestaan. Overige reserves De overige reserves bevatten de vrij uitkeerbare reserves. Hiernaast is onder de overige reserves de wettelijke reserve deelnemingen (EUR 122.000) opgenomen. Onverdeeld resultaat Onder het Onverdeeld resultaat zijn de jaarlijkse exploitatieresultaten verantwoord. In 2010 is een netto-resultaat van EUR 0 miljoen (2009: EUR 0 miljoen) behaald.
6 Voorzieningen Derdenwerken Onderhoud
Vernieuwing
Diversen
Totaal
26
155
0
181
Toevoegingen
6
5
14
25
Oprenting
1
5
-
6
-6
-2
-
-8
-
-19
-
-19
27
144
14
185
Stand per 31 december 2009
Onttrekkingen Vrijval Stand per 31 december 2010
95
Voorziening Derdenwerken De Voorziening Derdenwerken betreft de voorziening voor Onderhoud en Vernieuwing van door derden betaalde werken. De toevoegingen worden gevormd uit ontvangen afkoopsommen, inclusief de oprenting tegen 3,23% (2009: 3,4%) en jaarlijks ontvangen vergoedingen van derden. In 2010 heeft een eenmalige vrijval plaatsgevonden van EUR 19 miljoen vanwege het actualiseren van de voorziening. Ten aanzien van de onttrekkingen bij onderhoud wordt verondersteld dat deze gelijk zijn aan de jaarlijkse inningen en oprenting over de gestorte afkoopsommen. Bij vernieuwing worden de onttrekkingen uitgevoerd op basis van feitelijke mutaties vanuit de projecten (EUR 2 miljoen). De voorziening heeft overwegend een langlopend karakter. Het kortlopende deel van de voorzieningen heeft met name betrekking op de jaarlijkse onttrekkingen aan de voorziening Onderhoud. Diversen De voorziening Diversen betreft opgenomen voorzieningen ter dekking van mogelijke claims en voorziene tekorten op voor derden uitgevoerde projecten. j aarre k e ni ng
7 Langlopende schulden 31 december 2010
31 december 2009
Onderhandse leningen
494
1.814
Totaal
494
1.814
Onderhandse leningen Onderhandse leningen bestaan uit een drietal categorieën langlopende leningen: het ministerie van Infrastructuur en Milieu (EUR 114 miljoen), het ministerie van Financiën (EUR 241 miljoen) en de institutionele beleggers (EUR 139 miljoen). In 2010 heeft als gevolg van een agiostorting (EUR 1,4 miljard) vervroegde aflossing van langlopende schulden bij het ministerie van Financiën en het ministerie van Infrastructuur en Milieu van EUR 1,3 miljard plaatsgevonden (zie onder Eigen vermogen). Voor 2011 zijn er eveneens vervroegde aflossingen gepland van in totaal EUR 149 miljoen als gevolg van een nog uit te voeren agiostorting (EUR 154 miljoen). Specificatie onderhandse leningen < 1 jaar
1 - 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
2% tot 4%
0
0
241
241
4% tot 6%
149
31
0
180
6% tot 8% Totaal
0
0
73
73
149
31
314
494
8 Kortlopende schulden 31 december 2010
31 december 2009
Leveranciers en handelscrediteuren
82
122
Schulden aan deelnemingen
15
5
0
2
11
42
2
1
110
172
Kortlopende schulden Rijksoverheid Belastingen en sociale lasten Overige kortlopende schulden Totaal
De onder Kortlopende schulden opgenomen bedragen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. Schulden aan deelnemingen De schulden aan deelnemingen betreffen te betalen bedragen aan Keyrail B.V. uit hoofde van de opgedragen beheertaken voor de Betuweroute. Belastingen en sociale lasten De kortlopende schulden inzake belastingen en sociale lasten betreffen de te betalen loonheffing over december 2010 ad EUR 11 miljoen (2009: EUR 10 miljoen). Per ultimo 2009 bestond een kortlopende schuld aan te betalen omzetbelasting (BTW) over het vierde kwartaal 2009 ad EUR 32 miljoen; per ultimo 2010 is sprake van een vordering inzake omzetbelasting, groot EUR 7 miljoen (zie Vorderingen). Het verschil wordt vrijwel geheel verklaard doordat in 2009 sprake was van nafacturatie van kapitaallasten 2008 voor EUR 252 miljoen; het BTW-effect daarvan bedraagt EUR 40 miljoen.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
9 Overlopende passiva 31 december 2010
31 december 2009
560
664
Bijdragen inzake stationsprojecten
24
57
Investeringsbijdragen (cumulatief)
NS Groep N.V. inzake raamovereenkomst (FENS)
12.650
11.820
Exploitatiebijdragen (cumulatief)
-88
-76
Overlopende passiva (kortlopend)
443
512
13.589
12.977
Totaal
NS Groep N.V. inzake raamovereenkomst (FENS) Op 20 december 2000 hebben NS Groep N.V. en het voormalige Railinfrabeheer B.V. een raamovereenkomst gesloten. Hiertoe heeft NS een eenmalige financiële bijdrage ad EUR 1.338 miljoen aan Railinfrabeheer B.V. overgemaakt. ProRail B.V. (rechtsopvolger van Railinfrabeheer B.V.) gebruikt deze bijdrage voor de mede door NS gewenste beheerste toegang van de stations, de ontwikkeling van de OV-chipcard, de verbetering van de kwaliteit van de railinfrastructuur en de informatievoorziening op de stations. In 2010 is een bedrag van EUR 109 miljoen (2009: EUR 163 miljoen) gedeclareerd en een bedrag van EUR 5 miljoen (2009: EUR 12 miljoen) ontvangen aan rentebaten. Voor 2011 worden declaraties ter waarde van EUR 187 miljoen verwacht alsmede EUR 4 miljoen aan rente baten. De totale nog uitstaande verplichting is beschikt middels projectbesluiten. Bijdragen inzake stationsprojecten Van NS Poort is in totaal (vanaf 2008) EUR 48 miljoen ontvangen ten behoeve van de financiering van commerciële voorzieningen in stations Nieuwe Sleutel Projecten. Aan toegerekende rente is een bedrag van EUR 1 miljoen toegevoegd. Hiervan is in totaal EUR 25 miljoen uitgegeven, waardoor het saldo op EUR 24 miljoen uitkomt. De totale bijdragen van NS Poort zullen EUR 113 miljoen bedragen (prijspeil 1 januari 2006). Per ultimo 2009 had ProRail een verplichting aan NS Poort voor vergoeding van de afschrijvingskosten van transferruimten ad EUR 27 miljoen. Deze verplichting is begin 2010 volledig afgewikkeld.
97
Investerings- en Exploitatiebijdragen De investeringsbijdragen betreffen van de Rijksoverheid en van derden ontvangen bijdragen ter financiering van investeringen. Deze gelden worden na toekenning op de balans gereserveerd; de amortisatie vindt plaats naar rato van de afschrijvingskosten op de desbetreffende materiële vaste activa. De egalisatiereserve is het saldo van de historische resultaten uit gewone bedrijfsuitoefening en door de Rijksoverheid ingehouden taakstellingen bij het verlenen van de subsidiebeschikkingen. De risicoreserve is gevormd uit behaalde aanbestedingsresultaten in 2004 (EUR 27 miljoen) en 2006 (EUR 5 miljoen). Deze gelden kunnen worden gebruikt ter financiering van toekomstige versnellingsmaatregelen.
j aarre k e ni ng
Specificatie overheidsbijdragen Investeringsbijdragen Rijks
Derden
Exploitatiebijdragen Totaal
Egalisatie-
Risico-
reserve
reserve
overheid Aangepaste stand per 31 december 2009 Ontvangen bijdragen
Totaal
10.469
1.351
11.820
-108
32
-76
1.081
203
1.284
-
-
0
-93
-13
-106
-
-
0
-252
-32
-284
-
-
0
Mutatie lopend boekjaar
-
-
0
21
-
21
Verrekende taakstellingen
-
-
0
-33
-
-33
Desinvesteringen Jaaramortisaties (vrijval)
Overige mutaties Stand per 31 december 2010
-51
-13
-64
-
-
0
11.154
1.496
12.650
-120
32
-88
A a n pa s s i n g e n s ta n d p e r 3 1 d e c e mb e r 2 0 0 9
De stand per 31 december 2009 is aangepast met EUR 1.078 miljoen, vanwege een herinterpretatie van economisch eigendom van spoorkruisende delen en een aanpassing van de historische financiering van de bovenbouw. Verwezen wordt naar de toelichting op het Eigen vermogen. O n t va n g e n b i j d r a g e n
De toevoegingen van de investeringsbijdragen betreffen de ontvangen bijdragen van de Rijksoverheid voor 2010 ad EUR 1.081 miljoen (2009: EUR 720 miljoen) en van met name gemeenten en provincies ad EUR 203 miljoen (2009: EUR 171 miljoen). Het aandeel waarover niet wordt afgeschreven heeft betrekking op terreinen en bedraagt ultimo 2010 EUR 576 miljoen (2009: EUR 569 miljoen). Desinvesteringen
De desinvesteringen worden grotendeels veroorzaakt door bij de categorie Werken in constructie genoemde projecten (EUR 96 miljoen). Het restant (EUR 10 miljoen) heeft betrekking op desinvesteringen betreffende boekwaardeverliezen bij bovenbouwvernieuwingen. J a a r a m o r t i s at i e s
De jaaramortisaties betreffen de vrijval ten gunste van de exploitatierekening van de ontvangen bijdragen. Deze staan tegenover de betreffende afschrijvingskosten van de objecten. M u tat i e l o p e n d b o e k j a a r
De mutatie lopend boekjaar ad EUR 21 miljoen betreft het verschil tussen de verleende subsidie 2010 en de werkelijke kosten van de door subsidieverlener opgedragen taken. V e r r e k e n d e ta a k s t e l l i n g e n
De verrekende taakstellingen ad EUR 33 miljoen betreffen een drietal taakstellingen voor efficiëntie, gebruiksvergoeding en aanbestedingsresultaten die door de Rijksoverheid reeds zijn ingehouden bij het verlenen van de subsidiebeschikkingen (2009: EUR 57 miljoen).
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
O v e r i g e m u tat i e s
De overige mutaties op de investeringsbijdragen hebben met name betrekking op aanpassingen van investeringsbijdragen als gevolg van nazorg van de aanpassing waardering bovenbouw (EUR 41 miljoen) en de overheveling van materiële vaste activa naar omgevingswerken in het kader van herinterpretatie van het economisch eigendom (EUR 16 miljoen). Overlopende passiva (kortlopend) Overlopende passiva (kortlopend) bestaan enerzijds uit gelden van de Rijksoverheid en anderzijds uit aangegane verplichtingen naar derden. De gelden van de Rijksoverheid bestaan uit overloop van de in 2010 ontvangen exploitatiebijdragen naar 2011 ad EUR 36 miljoen (2009: EUR 15 miljoen), voorfinanciering van investeringen (onder andere tweede fase Herstelplan Spoor, Ruimte voor de Fiets, Toegankelijkheid, Security) ad EUR 124 miljoen (2009: EUR 54 miljoen) en te besteden subsidie kapitaallasten en onderhoud 2011 ad EUR 91 miljoen (2009: EUR 213 miljoen). De aangegane verplichtingen naar derden bestaan uit af te dragen rente van onderhandse leningen ad EUR 4 miljoen (2009: EUR 37 miljoen), vooruitontvangen gelden van lagere overheden en derden ad EUR 13 miljoen (2009: EUR 21 miljoen), diverse personeelsaanspraken (onder andere aanspraken vakantiegeld en vrijetijdsaanspraken) ad EUR 24 miljoen (2009: EUR 20 miljoen), vooruitgefactureerd aan derden ad EUR 4 miljoen (2009: EUR 11 miljoen), geleverde prestaties, waarvoor nog geen factuur door de aannemer c.q. leverancier is ingediend ad EUR 141 miljoen (2009: EUR 123 miljoen) en nog te betalen kosten in het kader van een escrow-regeling ad EUR 6 miljoen (2009: EUR 7 miljoen). De overlopende passiva in de vergelijkende cijfers zijn verhoogd met EUR 11 miljoen, vanwege de herinterpretatie van het economisch eigendom van spoorkruisende delen.
10 Bijdragen 2010
2009*
Exploitatiebijdragen Rijksoverheid
955
866
Amortisatie investeringsbijdragen
390
293
Gebruiksvergoeding Totaal
232
227
1.577
1.386
99
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
j aarre k e ni ng
Exploitatiebijdragen Rijksoverheid Deze verantwoorde bijdragen ad EUR 955 miljoen (2009: EUR 866 miljoen) betreffen de van de Rijksoverheid verkregen middelen voor capaciteitsmanagement, verkeersleiding, onderhoud en kapitaallasten van het landelijke railnet, die betrekking hebben op de exploitatierekening 2010. De verantwoorde bijdragen bestaan uit de onderstaande componenten: Specificatie opbouw exploitatiebijdragen 2010
2009
1.293
Initiële beschikking op (subsidie-)aanvraag
886
14
Ingehouden efficiëntietaakstelling Ingehouden taakstelling gebruiksvergoeding Ingehouden aanbestedingsresultaten 1e aanvullende beschikking (incl. indexering)
14
2
2
17
41 33
57
-48
0
81
2e aanvullende beschikking (boeterente)
158 1.359
1.101
Overige (project-)beschikkingen
15
38
Overloop vanuit beschikkingen voorgaand jaar
15
55
0
-4
Kasschuif werkzaamheden (Sturen Boven Kader)
30
89
1.389
1.190
-366
-277
Keyrail
-32
-32
Overheveling projecten naar volgend jaar
-36
Financiering investeringswerken
Totaal exploitatiebijdragen
Amortisatie investeringsbijdragen Totaal
2010
2009
390
293
De amortisatie betreft de door de Rijksoverheid of derden betaalde vergoedingen voor investeringsprojecten. Deze vrijval vindt plaats naar rato van afschrijvingen en desinvesteringen op de door genoemde partijen gefinancierde materiële vaste activa. De toename wordt grotendeels verklaard door toename van de amortisatie op de desinvesteringen (zie voor de voornaamste posten de toelichting op de overige mutaties onder de post Materiële vaste activa). Daarnaast zijn de amortisaties op de door de Rijksoverheid en derden gefinancierde investeringsprojecten als gevolg van hogere afschrijvingskosten gestegen. Gebruiksvergoeding Opbrengsten gebruiksvergoeding Prestatieregelingen Totaal
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
2010
2009
236
230
-4
-3
232
227
-15 -434
-324
955
866
3 terug naar inhoud
De netto in rekening gebrachte gebruiksvergoeding bedraagt EUR 236 miljoen (2009: EUR 230 miljoen), waarvan EUR 222 miljoen (2009: EUR 219 miljoen) voor personen vervoerders en EUR 14 miljoen (2009: EUR 11 miljoen) voor goederenvervoerders en overige vervoerders. Deze bedragen hebben betrekking op de aan spoorwegondernemingen in rekening gebrachte vergoedingen voor het gebruik van het gemengde net inclusief HSL-Zuid. De toename van EUR 6 miljoen ten opzichte van 2009 is te verklaren door enerzijds een negatief volume-effect van EUR 3 miljoen en anderzijds een positief prijseffect van EUR 9 miljoen. Het volume-effect heeft voornamelijk betrekking op minder gereden treinkilometers goederenvervoer als gevolg van verschuiving van goederenvervoer naar de Betuweroute en minder tonkilometers reizigersvervoer als gevolg van een daling in het gemiddelde gewicht van de reizigerstreinen. Daarnaast is er voor EUR 4 miljoen verrekend met de spoorwegondernemingen vanwege prestatieregelingen. In 2009 was dit de refund-regeling die in 2010 is vervangen door de prestatieregeling gebruiksrecht treinpad (geleverde treinpaden en punctualiteit) en is uitgebreid met de prestatieregelingen klanttevredenheid reisinformatie en reisinformatie bij ontregelingen.
11 Diverse bedrijfsopbrengsten 2010
2009
129
93
Opbrengsten deelnemingen
10
10
Overige bedrijfsopbrengsten
41
44
180
147
Geactiveerde productie eigen bedrijf
Totaal
Geactiveerde productie eigen bedrijf Geactiveerde productie eigen bedrijf is het toerekenen/doorbelasten van de uren van projectmedewerkers tegen een kostendekkend tarief aan investeringswerken. Hierdoor worden alle investeringsuitgaven geactiveerd; naast ontwerp- en bouwkosten ook de kosten van het eigen projectmanagement. Algemene overheadkosten worden niet geactiveerd. De stijging van EUR 36 miljoen ten opzichte van 2009 valt te verklaren door de toename van het aantal fte’s en inhuurkrachten die zijn ingezet op productieactiviteiten.
101
Opbrengsten deelnemingen De post Opbrengsten deelnemingen bestaat uit doorbelastingen aan Keyrail B.V. uit hoofde van dienstverlening. Overige bedrijfsopbrengsten De post Overige bedrijfsopbrengsten bestaat grotendeels uit dienstverlening, zoals bijvoorbeeld engineeringswerkzaamheden voor derden ad EUR 5 miljoen (2009: EUR 11 miljoen), periodieke betalingen van lagere overheden voor onderhoud en stroom ad EUR 6 miljoen (2009: EUR 6 miljoen), SLA-contract voor het beheer en onderhoud van het automatiseringssysteem Vervoer Per Trein met NS-Reizigers ad EUR 3 miljoen (2009: EUR 3 miljoen), levering van reisinformatie aan vervoerders (voornamelijk NS-Reizigers) ad EUR 12 miljoen (2009: EUR 12 miljoen), vergoeding uitgevoerd onderhoud van de SUNIJ-lijn ad EUR 3 miljoen (2009: EUR 2 miljoen) en verhuur van het koperkabelnet ad EUR 1 miljoen (2009: EUR 1 miljoen).
j aarre k e ni ng
12 Exploitatielasten Kosten van uitbesteed werk 2010
2009
Grootschalig onderhoud
-127
-118
Kleinschalig onderhoud
-282
-281
Onderhoud transfer Beheer (incl. kosten calamiteitenorganisatie) Planstudies/innovaties/systeemontwikkeling Totaal
-70
-61
-144
-147
-14
-8
-637
-615
De totale kosten van uitbesteed werk in 2010 zijn gering gestegen ten opzichte van 2009. De stijging in grootschalig onderhoud is voornamelijk veroorzaakt door een hoger activiteitenniveau van het programma UPGE (Uitvoeringsprogramma Geluid Emplacementen). Daarnaast zijn er kosten gemaakt in het kader van Winterhard Spoor. De kosten van kleinschalig onderhoud zijn ongeveer gelijk aan 2009. Het niveau aan kosten was voor 2010 lager ingepland, maar door kosten in het kader van Winterhard Spoor en het Programma Hoogfrequent spoorvervoer zijn de kosten op hetzelfde niveau als 2009 uitgekomen. De kosten voor onderhoud transfer zijn hoger dan 2009. Ook bij transfer wordt dit veroorzaakt door de activiteiten voor Winterhard Spoor. Deze kosten worden enigszins gecompenseerd door vervallen activiteiten als gevolg van latere uitrol op ICT-projecten. De kosten van beheer zijn gering lager dan vorig jaar. In de kosten voor planstudies/innovaties/systeemontwikkeling is een forse stijging zichtbaar ten opzichte van vorig jaar vanwege een hoger niveau aan (niet-activeerbare) planstudies ten behoeve van MIRT-projecten. Lonen en salarissen Totaal
2010
2009
-212
-182
De lonen en salarissen zijn met EUR 30 miljoen (16,5%) toegenomen ten opzichte van 2009, voornamelijk als gevolg van een stijging van de gemiddelde personeelsbezetting met 13,3% en de CAO-verhoging 2010 ad 1,0%. Tevens is in september 2010 een brutouitkering van EUR 150 aan alle medewerkers verstrekt. De kosten per fte zijn met 2,8% gestegen ten opzichte van 2009, waarvan 1% is toe te rekenen aan de CAO-verhoging. De stijging in de lonen en salarissen is nader onder te verdelen in een prijsverschil van EUR 6 miljoen en een hoeveelheidsverschil van EUR 24 miljoen. De gemiddelde personeelsbezetting (exclusief inhuur) in 2010 was 3.954 fte’s (2009: 3.489 fte’s). Alle medewerkers zijn in dienst van ProRail B.V. Verdeling van fte’s naar kernactiviteiten (gemiddeld aantal fte's)
2010
2009
15
12
168
151
Operatie
2.570
2.400
Projecten
917
698
Staven
284
228
Totaal
3.954
3.489
Directie Vervoer en Dienstregeling
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
De stijging van het aantal fte’s is toe te schrijven aan de toename van het productievolume in 2010 ten opzichte van 2009. Tevens is een aantal inhuurcontracten in 2010 omgezet naar vaste (of tijdelijke) dienstverbandcontracten (zie onder Overige bedrijfslasten). Sociale lasten Totaal
2010
2009
-29
-24
De stijging van de sociale lasten met EUR 5 miljoen ten opzichte van 2009 is veroorzaakt door de toename van de gemiddelde personeelsbezetting en de CAO-verhoging 2010. Het werkgeversaandeel van de pensioenpremies bedraagt in 2010 EUR 3,8 miljoen (2009: EUR 2,7 miljoen). Bezoldiging commissarissen In 2010 heeft er een indexering plaatsgevonden van 1,0%. De bezoldiging van de raad van commissarissen over 2010 is conform beleid en als volgt: Vaste
(in euro's)
jaarlijkse vergoeding M.A.M. Boersma (president-commissaris) R.J. in 't Veld *
Vergoe-
Vergoeding
Vergoeding
ding Audit
Selectie-/
Remunera-
Committee Benoemings-
tie-
commissie
commissie
Totaal 2010
Totaal 2009
30.332
12.498
12.498
6.249
61.577
10.532
9.024
-
-
-
9.024
44.615
E.H. Broekhuizen
19.286
12.498
-
-
31.784
31.595
W. den Dulk
19.286
12.498
-
-
31.784
31.595
W.E. Kooijman
19.286
-
12.498
4.166
35.950
21.178
Mevrouw C.J.G. Zuiderwijk-Jacobs **
19.286
-
10.415
4.166
33.867
21.178
116.500
37.494
35.411
14.581
203.986
160.693
Totaal *
afgetreden als president-commissaris per 1-2-2010
103
** teruggetreden per 4-1-2011
Bezoldiging statutaire bestuurders Per januari 2010 heeft er een indexering plaatsgevonden van 1,25% van het vaste inkomen. In november hebben de reizigers veel last ondervonden van de gevolgen van de brand op de verkeersleidingpost in Utrecht en in december van het winterweer. De raad van commissarissen heeft besloten dat het daarom niet in de rede ligt om over het jaar 2010 een variabele beloning aan de directie toe te kennen. Op grond hiervan is tot de volgende vastgestelde bezoldiging voor de bestuurders gekomen: (in euro's)
Basissalaris
Variabele
Pensioen-
Overige
beloning
premies
vergoedingen
Totaal 2010
Totaal 2009
B.J. Klerk *
205.325
-
7.128
160.000
372.453
234.038
H.P.M.G. Steeghs
184.883
-
6.372
-
191.255
67.496
U. Groen **
123.256
-
4.248
-
127.504
209.787
Totaal
513.464
-
17.748
160.000
691.212
511.321
* om gezondheidsredenen teruggetreden als president-directeur per 01-02-2011 ** uit dienst per 01-09-2010
j aarre k e ni ng
Per 1 januari 2011 is de heer P.M.E. Dirix in dienst getreden als opvolger van de heer U. Groen. Per 1 februari 2011 is mevrouw C.J.G. Zuiderwijk-Jacobs benoemd tot tijdelijk opvolger van de heer B.J. Klerk. Mevrouw M.W. Gout-van Sinderen volgt mevrouw Zuiderwijk-Jacobs op per 11 april 2011. De heer Klerk is om gezondheidsredenen per 1 februari 2011 teruggetreden als presidentdirecteur van ProRail. De afspraken gemaakt bij zijn terugtreden kunnen leiden tot een maximale verplichting van EUR 160.000 voor ProRail. De hoogte van de verplichting is afhankelijk van de duur van de uitkering die de heer Klerk conform vigerend beleid krijgt uit hoofde van de ziektewet. Overige arbeidsvoorwaarden V e r v o e r s fa c i l i t e i t e n
ProRail opereert binnen het domein van het Openbaar Vervoer. Om in de mobiliteits behoefte van zijn medewerkers te voorzien stelt ProRail hen en hun gezinsleden vervoersfaciliteiten ter beschikking (gebonden aan de fiscale regels ter zake). Aan de bestuurders wordt een leaseauto ter beschikking gesteld. Pensioen
De pensioenregeling van de bedrijfstak Spoorwegen is sinds 1 januari 2006 een collectieve toegezegde-bijdrageregeling. Hiermee wordt bedoeld een regeling die de werkgever verplicht tot het betalen van een vooraf vastgestelde jaarlijkse premie. De opbouw van het pensioen is afhankelijk van de leeftijd van de medewerker. Medewerkers geboren in of na 1950 hebben recht op een pensioen gebaseerd op een middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar; medewerkers geboren voor 1950 hebben recht op een gematigde eindloonregeling met een pensioenleeftijd van 61 of 62 jaar. De werkgever is niet aansprakelijk voor het aanvullen van premie- of dekkingstekorten bij het pensioenfonds. Overige beloningen in het kader van de WOPT Naast de statutaire bestuurders had ProRail in 2010 twee medewerkers in dienst met een belastbaar jaarloon dat uitgaat boven het normbedrag ad EUR 193.000 (2009: EUR 188.000). Middels het onderstaande overzicht is voldaan aan de gestelde verplichtingen in het kader van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). Basissalaris
(in euro's)
Directeur (januari t/m december) Regiodirecteur (januari t/m juli) Totaal
Pensioen-
Eenmalige
premies
uitkeringen
totaal 2009
159.707
5.440
290.000
455.147
177.381
67.114
2.210
275.000
344.324
138.550
226.821
7.650
565.000
799.471
315.931
De eenmalige uitkeringen betreffen de overeengekomen vergoedingen inzake de beein diging van de betreffende dienstverbanden. De uitgangspunten voor deze regeling zijn conform de kantonrechtersformule.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
totaal 2010
3 terug naar inhoud
Afschrijvingskosten 2010
2009*
-112
-115
-284
-262
Totaal op basis van historische uitgaafprijs
-396
-377
Herwaardering van materiële vaste activa
-185
-188
Totaal op basis van vervangingswaarde
-581
-565
Materiële vaste activa, gefinancierd met langlopende leningen Materiële vaste activa, gefinancierd door de Rijksoverheid c.s.
* Vergelijkende cijfers 2009 aangepast
De stijging van de afschrijvingskosten materiële vaste activa ad EUR 16 miljoen wordt veroorzaakt door een aantal factoren. Als gevolg van de ingebruikname van projecten in 2010 zijn de afschrijvingskosten gestegen met EUR 24 miljoen. Ook veroorzaken de ingebruiknames van projecten in 2010 extra afschrijvingskosten in 2009 ter grootte van EUR 11 miljoen. Als gevolg van prijsindexering (opwaardering naar huidige vervangingswaarde) zijn de afschrijvingskosten met EUR 12 miljoen toegenomen. Hiertegenover staan lagere afschrijvingskosten als gevolg van buiten afschrijving geraakte activa (activa waarvan de economische levensduur is verstreken, die nog wel in dienst zijn) ter grootte van EUR 25 miljoen. Als gevolg van aangepaste inschatting van de levensduur van met name ICT-activa zijn de afschrijvingen met EUR 5 miljoen verlaagd. De resterende afname wordt met name verklaard door sloop van activa. Overige waardeveranderingen vaste activa Vaste activa, gefinancierd met
2010
2009
-26
-47
-109
-31
-135
-78
langlopende leningen Vaste activa, gefinancierd door de
105
Rijksoverheid c.s.
Totaal op basis van historische uitgaafprijs Herwaardering van vaste activa Totaal op basis van vervangingswaarde
-17
-2
-152
-80
Onder de Overige waardeveranderingen vaste activa zijn begrepen boekwaarderesultaten bij desinvesteringen en de niet-activeerbare investeringen/sloopresultaten. De boekwaarderesultaten worden deels verklaard door boekwaardeverliezen op de bovenbouw vernieuwingen (EUR 33 miljoen). Als gevolg van aanpassingen over de jaren 2008 en 2009 van de bovenbouwvernieuwing zijn deze hoger dan normaal. De hierop betrekking hebbende ontvangen investeringsbijdragen zijn vrijgevallen. De niet-activeerbare investeringen betreffen onder andere: nacontractering in verband met gevonden explosieven bij project MEGA bovenbouwvernieuwing (EUR 20 miljoen), verleggen van kabels en leidingen derden Hanzelijn (EUR 9 miljoen), verleggen kabels en leidingen derden Randstadspoor (EUR 8 miljoen), ondoelmatige engineering vier-sporigheid Utrecht-Utrecht Lunetten (EUR 8 miljoen), bijstelling strategie Mistral (EUR 7 miljoen) en kosten voor studie en ontwikkeling van InfoPlus (EUR 7 miljoen).
j aarre k e ni ng
Overige bedrijfslasten 2010
2009
Huisvestings- en kantoor/werkplekkosten
-59
-52
Overige personeelskosten
-32
-28
-111
-120
Mutaties voorzieningen
12
14
Overige lasten en baten
-10
38
-200
-148
Externe dienstverlening
Totaal
De toename van huisvestings- en kantoor/werkplekkosten tezamen met overige personeelskosten is grotendeels toe te schrijven aan de toegenomen personeelsbezetting met 13,3% ten opzichte van 2009. De daling van de kosten van externe dienstverlening ten opzichte van 2009 is het gevolg van een afname in inhuurkosten. Het gemiddeld aantal ingehuurde fte’s is in 2010 met 10% gedaald, mede als gevolg van het omzetten van inhuurcontracten naar vaste (of tijdelijke) dienstverbandcontracten. In de externe dienstverlening is een bedrag ad EUR 1,0 miljoen begrepen voor accountantskosten (2009: EUR 1,1 miljoen). Hiervan is EUR 0,3 miljoen aan onderzoek van de jaarrekening en daarmee verbandhoudende verantwoordingen (2009: EUR 0,4 miljoen) besteed en EUR 0,7 miljoen aan andere controle-opdrachten (2009: EUR 0,7 miljoen). Door de accountant zijn geen adviesdiensten op fiscaal terrein noch andere niet-controlediensten uitgevoerd in het boekjaar. Het bedrag bij Mutaties voorzieningen wordt grotendeels verklaard door vrijval van de Voorziening vernieuwing van derdenwerken. De Overige lasten en baten bestaan voor namelijk uit gerealiseerde aanbestedings- en efficiëntieresultaten op investeringen (EUR 31 miljoen) en een dotatie aan de investeringsbijdragen in de overlopende passiva ter dekking van meerwerkkosten bovenbouw (EUR -31 miljoen). Tevens is onder de Overige lasten en baten een dotatie aan diverse voorzieningen opgenomen ad EUR 14 miljoen.
13 Vrijval herwaarderingsreserve Vrijval herwaarderingsreserve materiële
2010
2009
202
190*
202
190
vaste activa Totaal * Vergelijkende cijfer 2009 aangepast
De vrijval herwaarderingsreserve materiële vaste activa betreft het verschil tussen de afschrijvingskosten en de boekwaardeverliezen op basis van vervangingswaarde en de afschrijvingen op basis van historische aanschafwaarde ad EUR 202 miljoen. Dit bedrag wordt onttrokken aan de herwaarderingsreserve.
14 Financiële baten en lasten 2010
2009
Rentelasten
-131
-97
Rentebaten
4
5
-127
-92
Totaal
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
De behaalde rentebaten op de FENS-gelden ad EUR 5 miljoen (2009: EUR 12 miljoen) zijn conform afspraak toegevoegd aan het fonds en maken derhalve geen deel uit van de gepresenteerde financiële baten. Rentelasten De rentelasten zijn in 2010 aanzienlijk hoger dan in 2009 als gevolg van betaalde boeterente ad EUR 81 miljoen in het kader van de vervroegde aflossing van staatsleningen ter hoogte van EUR 1,3 miljard in het tweede kwartaal van 2010. De doorlopende rentelasten zijn hierdoor in 2010 EUR 45 miljoen lager uitgevallen. Rentebaten De rentebaten zijn zeer beperkt als gevolg van een blijvende lage rente.
15 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening (voor mutatie egalisatiereserve en belastingen) Totaal
2010
2009
21
17
Het bedrijfsresultaat (vóór verwerking van de mutatie egalisatiereserve en belastingen) bedraagt dit jaar EUR 21 miljoen. Het resultaat betreft het verschil tussen de verleende subsidie en de werkelijke kosten waarvoor subsidie is verleend en wordt in zijn geheel ten gunste van de egalisatiereserve (als onderdeel van de Overlopende passiva) gebracht. Het positieve voorcalculatorisch resultaat bedraagt EUR 13 miljoen en bestaat uit door de overheid ingehouden taakstellingen (EUR 33 miljoen) en niet gesubsidieerde kosten (EUR -20 miljoen). Hierop heeft zich een aantal resultaatontwikkelingen voorgedaan. Meevallers zijn veroorzaakt door lagere financiële baten en lasten (EUR 12 miljoen), vervallen instandhoudingsverplichtingen van omgevingswerken (EUR 17 miljoen) en vervallen of efficiëntere beheeractiviteiten (EUR 12 miljoen). Tegenvallers zijn met name het gevolg van een lagere gebruiksvergoeding als gevolg van minder gereden trein- en tonkilometers (EUR 8 miljoen) en voorziene dotaties wegens mogelijke oninbaarheid of claims (EUR 24 miljoen). De exploitatiekosten in verband met het winterweer (EUR 32 miljoen) zijn gedekt door de (extra) behaalde aanbestedings- en efficiëntieresultaten bij investeringen (EUR 31 miljoen), zoals de minister heeft aangeven in haar brief naar de Tweede Kamer.
107
16 Mutatie egalisatiereserve Totaal
2010
2009
-21
-17
De Mutatie egalisatiereserve betreft de toevoeging van het resultaat uit gewone bedrijfs uitoefening aan de exploitatiebijdragen als onderdeel van de Overlopende passiva (zie hiervoor ook toelichting 9). Belastingen Totaal
2010
2009
0
0
j aarre k e ni ng
Niet in de balans opgenomen regelingen Concessie De concessie is in werking getreden op 1 januari 2005 en vervalt met ingang van 1 januari 2015. In 2009 heeft het kabinet de uitkomsten van de eerste evaluatie 2008 gepresenteerd in haar rapport ‘Spoor in beweging’. Hieruit blijkt dat het in de rede ligt een Beheerconcessie voor onbepaalde tijd te geven, omdat het kabinet ProRail positioneert als de uitvoeringsorganisatie met de focus op de publieke taak en de klanten, het kabinet het beheer niet opsplitst en vanwege de overwegingen van levenscyclusmanagement. Het kabinet zal in 2011 de concessieduur bepalen, op basis van de ervaringen met de invulling die ProRail geeft aan de publieke taak en de focus op de klant. Verder wordt eens per vier jaar een internationale benchmark uitgevoerd, de tweede heeft in 2008 plaatsgevonden. Investeringsverplichtingen De aangegane financiële verplichtingen inzake investeringen en onderhanden projecten bedroegen per 31 december 2010 circa EUR 1,5 miljard (2009: EUR 1,0 miljard). Deze stijging wordt verklaard door de groei van het werkpakket in het algemeen en doordat een aantal relatief grote contracten is gegund ten behoeve van grote projecten. Onderhoudscontracten Het onderhoud met spooraannemers is via zogeheten outputprocescontracten en Prestatie Gerichte Onderhoudscontracten (PGO) gecontracteerd. Van de outputprocescontracten waren 29 van de 38 contracten afgesloten in het format OPC+ 2004. Deze hadden een looptijd van vijf jaar. De overige negen kennen een alternatief format van werkpakket definitie. Al deze contracten zijn in 2010 afgelopen. Voor het jaar 2011 zijn verplichtingen aangegaan voor de periode van één jaar met een waarde van circa EUR 173 miljoen. Hier vloeien geen meerjarige verplichtingen uit voort. Voor het overige onderhoud zijn PGO afgesloten. De aflopende meerjarenovereenkomsten (of reeds afgelopen meerjarenovereenkomsten) worden parallel met de Europese aanbesteding steeds passend verlengd. Van deze nieuwe contracten zijn er eind 2010 reeds vier operationeel. De verplichtingen voor de komende jaren zijn daarvoor in totaal EUR 117 miljoen (<1 jaar EUR 25 miljoen, 1-5 jaar EUR 66 miljoen en > 5 jaar EUR 26 miljoen). Milieuvergunningen Milieuwetgeving verplicht ProRail om milieuvergunningen te verkrijgen voor zijn emplacementen. In deze milieuvergunningen is de toegestane milieuruimte geregeld, dat wil zeggen hoeveel geluid er mag worden gemaakt en welk risico vanwege het rangeren met gevaarlijke stoffen toelaatbaar is. De verplichtingen die hieruit voortvloeien hebben geleid tot (geluids-)bronbestrijdende maatregelen aan het rijdend materieel. Voor de emplacementen heeft ProRail het uitvoeringsprogramma geluid op emplacementen (UPGE) gestart. Eind 2011 zullen de betrokken emplacementen voorzien zijn van voegloze sporen en installaties die piepend booggeluid wegnemen. Daarnaast is het op enkele emplacementen nodig om aanvullende geluidsschermen te plaatsen. Naar verwachting worden deze deels in 2011 en 2012 gerealiseerd. Een beperkt aantal zal echter mogelijk pas in 2015 gereed zijn. Na afronding van het programma UPGE voldoen alle emplacementen aan de geluidsnormen uit de Handreiking Industrielawaai, of aan de eisen uit de milieuvergunning indien deze hogere waarden dan de Handreiking toelaat. Uitgangspunt bij deze aanpak is dat zogenaamde piekgeluiden niet meer volledig weg genomen hoeven te worden. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft hiertoe de circulaire ‘Beoordelingswijze piekgeluiden voor spoorwegemplacementen’
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
d.d. 19 december 2003 verspreid. In enkele beroepsprocedures is de werkwijze uit de circulaire ter discussie komen te staan. Om deze reden werkt het ministerie van Infrastructuur en Milieu nu aan de omvorming van de circulaire in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), zodat het beoordelingskader geen interpretatieruimte meer toelaat. Voor de succesvolle afsluiting van UPGE is de AMvB een voorwaarde. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft in totaal EUR 112 miljoen beschikbaar gesteld voor UPGE. Voor een aanpak om aan ongewijzigde normen te voldoen zou EUR 2 à 3 miljard noodzakelijk zijn. Pensioenverplichtingen Richtlijn 271 Personeelsbeloningen van de Raad voor de Jaarverslaggeving is in 2009 herzien en is van kracht vanaf de jaarrekening 2010. Deze nieuwe richtlijn voor pensioenregelingen gaat uit van een verplichtingenbenadering in plaats van een risicobenadering. Deze wijziging heeft voor ProRail geen effect op de financiële verantwoording. ProRail is aangesloten bij de pensioenregeling voor de bedrijfstak Spoorwegen die is ondergebracht bij het Spoorwegpensioenfonds. Deze pensioenregeling geldt voor alle medewerkers in loondienst van ProRail en verplicht ProRail tot het betalen van een vooraf vastgestelde jaarlijkse premie. De premie die met het Spoorwegpensioenfonds is overeengekomen, is een jaarlijks stijgend percentage van de loonsom. Het percentage is in 2010 gestegen naar 3,7% (2009: 3,1%). Het percentage zal jaarlijks toenemen tot het kostprijsdekkende niveau van 20%. De onderneming heeft na betaling van de overeengekomen premie geen verplichting tot het betalen van aanvullende bedragen in geval sprake zou zijn van een tekort bij het pensioenfonds. De actuariële risico’s en de beleggingsrisico’s liggen bij het pensioenfonds en zijn deelnemers. Van de pensioenpremie die aan het Spoorwegpensioenfonds wordt afgedragen komt tweederde deel voor rekening van de onderneming en eenderde deel voor rekening van de medewerkers. De dekkingsgraad is een indicator voor de vermogenspositie van het pensioenfonds en geeft de verhouding weer tussen de bezittingen en de verplichtingen van het pensioenfonds. Het spoorwegpensioenfonds had een dekkingsgraad van 128% per 31 december 2010 (voorlopige berekening). De wet- en regelgeving stelt eisen aan de berekening van de dekkingsgraad en het minimum niveau van de dekkingsgraad (105%). Per 31 december 2010 voldeed het spoorwegpensioenfonds aan deze minimum dekkingsgraad. Hiernaast is er geen sprake van een zogenaamd reserve tekort.
109
Meerjarige dienstverleningscontracten ProRail heeft overeenkomsten afgesloten voor levering van diensten op het gebied van huisvesting, IT-beheer, ARBO, personeel- en salarisadministratie. Hieruit vloeit een verplichting voort van circa EUR 0,2 miljard (2009: EUR 0,1 miljard). Hiervan loopt EUR 96 miljoen binnen een jaar af, EUR 26 miljoen van de overeenkomsten heeft een looptijd van 1 tot 5 jaar en EUR 88 miljoen van de overeenkomsten heeft een looptijd van meer dan 5 jaar. Buiten afschrijving geraakte activa De post Materiële vaste activa bevat een groot aantal objecten waarvan het einde van de economische levensduur is gepasseerd en daarmee buiten afschrijving is geraakt. Het gaat met name om objecten die een lange levensduur kennen, zoals bovenbouw, beveiliging, spoorbruggen en spoortunnels. De technische staat hiervan laat evenwel toe dat zonder veiligheidsrisico’s deze objecten niet op korte termijn vervangen hoeven te worden. Dit betekent echter wel dat het bedrijfseconomisch optimum voor vervanging is verstreken; dat leidt tot onnodig oplopende onderhoudskosten en mogelijk meer verstoringen. De vervangingsverplichting van genoemde objecten is op enkele miljarden ingeschat. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het belang van een gedegen vervangingsbeleid onderschreven
j aarre k e ni ng
en heeft hiervoor de benodigde middelen gereserveerd naar aanleiding van de Nota Mobiliteit. Eind 2005 is deze Nota Mobiliteit in de Tweede Kamer behandeld en geaccordeerd. Deze gelden ad EUR 13,4 miljard komen beschikbaar in de periode 2011-2020. Tot die tijd worden de gelden uit het Herstelplan Spoor als overbrugging gebruikt. Garantie Relined B.V. ProRail heeft zich, als eigenaar van een glasvezelnetwerk, garant gesteld om de rechten en plichten van Relined B.V. over te zullen nemen, indien Relined B.V. niet langer de huurovereenkomst van glasvezelkabels met SURFnet B.V. kan nakomen. SURFnet B.V. is verantwoordelijk voor het GigaPort-project, een Nederlands initiatief gericht op de ontwikkeling van elektronische communicatie in termen van netwerkstructuur. Hierbij wordt gebruik gemaakt van ‘Dark Fiber’ glasvezelkabels, die tot 1 januari 2021 worden gehuurd van Relined B.V. Samenwerkingsprotocol RWS In 2001 is een samenwerkingsprotocol tot stand gekomen tussen Rijkswaterstaat en het voormalige Railinfrabeheer B.V. Het protocol geeft aan hoe partijen met elkaar omgaan op het gebied van beheer en onderhoud (inclusief vervanging), indien er sprake is van aan raking van elkaars infrastructuur. De totale vervangingswaarde van de betreffende 89 kunstwerken is geraamd op EUR 1,4 miljard. Afspraken, hoe om te gaan met daadwerkelijke vervangingen (structureel vanaf 2015) en hoe deze te financieren, worden meegenomen in het overleg tussen het ministerie van Infrastructuur en Milieu en ProRail B.V. Voordat dit overleg is afgerond, wordt voor noodzakelijke vervangingen gezocht naar ad hoc-oplossingen. Uitgangspunt hierbij is dat de overnemende partij (beheerder) hiervan geen financieel nadeel mag ondervinden. Claims ProRail B.V. is van tijd tot tijd betrokken in rechtsgeschillen naar aanleiding van ingediende, doch betwiste claims. Mede gebaseerd op juridisch advies, heeft de Directie een voor ziening opgenomen inzake een beperkt aantal lopende zaken en is de Directie voorts van mening dat de uitkomst van de overige lopende zaken geen invloed van materiële betekenis zal hebben op de financiële positie van ProRail B.V. Railstock De Supply, Logistics & Servicemanager Voestalpine Railpro B.V. houdt voor eigen rekening en risico voorraad, de zogenoemde Railstock, aan van een omvang en samenstelling als door ProRail is vastgesteld. De Railstock is primair bedoeld als calamiteitenvoorraad ten behoeve van correctief onderhoud. Daarnaast worden materialen in de Railstock opge slagen die voor ProRail van strategisch belang zijn. ProRail heeft hiervoor een contract afgesloten met Voestalpine Railpro B.V. en betaalt uit hoofde daarvan een jaarlijkse vergoeding ter grootte van EUR 0,2 miljoen. Na beëindiging van het contract heeft ProRail een afnameverplichting van de volledige Railstock tegen de dan actuele voorraadwaarde vermeerderd met eventuele afvoerkosten. Het huidige contract heeft een looptijd tot medio 2011 met optie tot verlenging van telkens 1 jaar tot uiterlijk medio 2012. De waarde van de Railstock bedraagt ultimo 2010 EUR 3 miljoen (2009: EUR 3 miljoen), waarvan EUR 2 miljoen incourant. Utrecht, 22 maart 2011, Directie ProRail B.V. Mevrouw C.J.G. Zuiderwijk-Jacobs, president-directeur ad interim P.M.E. Dirix H.P.M.G. Steeghs
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
111
j aarre k e ni ng
Overige gegevens
3 terug naar inhoud
Resultaatsbestemming
De resultaatverdeling vindt plaats overeenkomstig artikel 21 van de statuten van ProRail B.V. De tekst hiervan luidt:
1. Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. 2. De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. 3. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het bedrag van het geplaatste kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. 4. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat. 5. Bij de berekening van de verdeling van een voor uitkering op aandelen bestemd bedrag tellen de aandelen die de vennootschap houdt in haar eigen kapitaal niet mee.
Ingevolge artikel 21.2 staat het resultaat na belastingen ter vrije beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Over 2010 bedroeg het resultaat na belastingen EUR 0 miljoen (2009: EUR 0 miljoen).
113
resultaat s b e s t e mm i ng
Controleverklaring
Aan: de Directie en raad van commissarissen van ProRail B.V.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2010 van ProRail B.V. te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de winst-en-verliesrekening over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. V e r a n t w o o r d e l i j k h e i d va n d e d i r e c t i e
De directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. V e r a n t w o o r d e l i j k h e i d va n d e a c c o u n ta n t
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
3 terug naar inhoud
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samen stelling van het vermogen van ProRail B.V. per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
115
Utrecht, 22 maart 2011 Ernst & Young Accountants LLP w.g. A. de Bie RA
co nt ro l e v e rk l ari ng
GRI-tabel
Code Indicator
1
Niveau*
Verwijzing
Pagina
Strategie en analyse
1.1
Een verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde van de organisatie
vol
Voorwoord
10 - 11
1.2
Belangrijke gevolgen, risico's en mogelijkheden
vol
Voorwoord, Maatschappelijke verwachtingen, Missie en strategie Risicomanagement
10 - 11 8-9
2
46 - 49 60 - 62
Organisatie profiel
2.1
Naam van de organisatie.
vol
2.2
Voornaamste merken, producten en/of diensten.
vol
ProRail in het kort
6-7
2.3
Operationele structuur van de organisatie.
vol
ProRail in het kort
6-7
2.4
Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie
vol
ProRail in het kort
6-7
2.5
Het aantal landen waar de organisatie actief is
vol
ProRail in het kort
6-7
2.6
Eigendomsstructuur en de rechtsvorm.
vol
Corporate Governance, structuur van de onderneming
57
2.7
Afzetmarkten
vol
ProRail in het kort
6-7
2.8
Omvang van de organisatie
vol
Kerncijfers
2-3
2.9
Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft omvang, structuur of eigendom
vol
2.10
Onderscheidingen tijdens de verslagperiode toegekend
vol
3
Toelichting
ProRail BV
Er zijn geen significante veranderingen geweest tijdens de verslagperiode Duurzaamheid, klimaatpenning
42
Verslagparameters
3.1
Verslagperiode
vol
Jaar 2010
3.2
Datum van het meest recente verslag
vol
1 april 2010
3.3
Verslaggevingcyclus
vol
Jaarlijks
3.4
Contactpunt vragen
vol
3.5
Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag
vol
Maatschappelijk verslaggevingbeleid
www.ProRail.nl
3.6
Afbakening van het verslag.
vol
Maatschappelijk verslaggevingbe- 63 leid
3.7
Vermeld eventuele specifieke beperkingen voor de reikwijdte of afbakening van het verslag.
vol
Maatschappelijk verslaggevingbeleid
63
3.8
Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde faciliteiten, uitbestede activi teiten of andere entiteiten die de vergelijkbaarheid tussen verschillende verslagperioden of verslag gevende organisaties aanzienlijk beïnvloeden.
vol
Maatschappelijk verslaggevingbeleid
63
* Niveau geeft de mate van rapportage aan: vol (volledig), deels of niet
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
63
3 terug naar inhoud
Code Indicator
Niveau*
Verwijzing
Pagina
3.9
De technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen
vol
Maatschappelijk verslaggevingbeleid
63
3.10
Uitleg over de gevolgen van eventuele herformu leringen van eerder verstrekte informatie.
vol
Maatschappelijk verslaggevingbeleid
63
3.11
Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperiodes ten aanzien van reikwijdte, afbakening of meetmethoden die voor het verslag zijn toegepast.
vol
Maatschappelijk verslaggevingbeleid
63
3.12
GRI inhoudsopgave
vol
Maatschappelijk verslaggeving beleid, Bijlage 1
63
3.13
Beleid en huidige praktijk met betrekking tot het betrekken van externe assurance van het verslag.
vol
Maatschappelijk verslaggevingbeleid
63
4
Toelichting
Bestuursstructuur
4.1
Bestuursstructuur
vol
Corporate Governance
56 - 59
4.2
Heeft de voorzitter van het hoogste bestuurslichaam een leidinggevende rol.
vol
Corporate governance, Corporate governance structuur
56 - 57
4.3
Aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam
niet
4.4
Mechanismen die aandeelhouders en medewerkers vol de gelegenheid geven om aanbevelingen te doen aan of medezeggenschap uit te oefenen op het hoogste bestuurslichaam.
Goed werkgeverschap
54
4.5
Een koppeling tussen vergoedingen voor leden van het hoogste bestuurslichaam, topmanagers en leidinggevenden (met inbegrip van vertrekregelingen) en de prestaties van de organisatie (met inbegrip van sociale en milieu-gerelateerde prestaties).
vol
Verslag van de remuneratiecommissie
73
4.6
Processen waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden.
vol
Corporate governance, Corporate governance structuur
56 - 57
4.7
Proces voor het bepalen van de kwalificaties en exvol pertise van de leden van het hoogste bestuurslichaam voor het sturen van de strategie van de organisatie aangaande economische, milieugerelateerde en sociale onderwerpen.
Corporate governance, Corporate governance structuur
57 - 58
4.8
Missie- of beginselverklaringen, gedragscodes en uitgangspunten die van belang zijn voor de economische, milieugerelateerde en sociale prestaties.
Nederlandse Corporate Governance Code
59
4.9
Procedures van het hoogste bestuurslichaam voor het vol overzien van de inventarisatie en het beheer door de organisatie van economische, milieugerelateerde en sociale prestaties, met inbegrip van relevante risico’s.
Corporate governance structuur, Bijeenkomsten van de raad van commissarissen en verslag van de auditcommissie
57, 71, 75, 76
4.10
Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van het hoogste bestuurslichaam, in het bijzonder betreffende economische, milieugerelateerde en sociale prestaties.
vol
Samenstelling en evaluatie van de raad van commissarissen
72
4.11
Toepassing van het voorzorgsprincipe
vol
Risico management, compliance-risico's
62
4.12
Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde vol en sociale handvesten, principes of andere initiatieven.
ProRail kent geen extern ontwikkelde handvesten, principes of andere initiatieven van dien aard.
4.13
Lidmaatschap van verenigingen (zoals branche verenigingen) en/of nationale/internationale belangenorganisaties
vol
Union Internationale des Chemins de Fer (UIC), Rail Net Europe (RNE), European Rail Infrastructure Managers (EIM), Rail Cargo Information Netherlands, Railforum, Railnet Europe, Rijksprojectenacademie, Kennis in het Groot (KING), Stichting Bouwpluim, Innovatietafel Infrastructuur, Curnet, Corporate Tenderboard Rijks waterstaat, Stichting Bouwen met Staal, Betonvereniging, Bouwreflectie, RailAlert, Centrum Ondergronds Bouwen, Raad voor Rijksvastgoed, Bouw Informatie Raad, Dutch Innovation Centre for Electric Road Transport
4.14
Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft betrokken.
vol
vol
ProRail heeft een two tier structuur. Indicator is niet van toepassing.
ProRail in het kort
Alle aandelen zijn indirect in handen van de Nederlandse staat. Er zijn geen minderheidsaandeelhouders. Medewerkers worden vertegenwoordigd door de ondernemingsraad en de vakbonden.
Nederlandse Corporate Governance Code
6-7
GRI tab e l
117
Code Indicator
Niveau*
Verwijzing
Pagina
4.15
Basis voor inventarisatie en selectie van belang hebbenden
vol
ProRail in het kort
6-7
4.16
Benadering van het betrekken van belanghebbenden. vol
ProRail in het kort
6-7
4.17
De voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn gekomen door de betrokkenheid van belanghebbenden en hoe de organisatie hierop heeft gereageerd
vol
ProRail in het kort
6-7
DMA Economische prestaties
vol
Efficiëntie, Financieel verslag, Jaarrekening
28 - 29 65 - 68 80 - 110
DMA Marktaanwezigheid
vol
Goed opdrachtgeverschap
34 - 35
Toelichting
Economische prestatie indicatoren
DMA Indirecte economische effecten
vol
Innovatie
33
EC1
Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd
vol
Financieel verslag, Jaarrekening
65 - 68 80 - 110
EC2
Financiële implicaties en andere risico’s en mogelijkheden voor de activiteiten van de organisatie als gevolg van klimaatverandering.
vol
Duurzaamheid
40
EC3
Dekking van de verplichtingen in verband met het vastgestelde uitkeringenplan van de organisatie.
vol
Niet in de balans opgenomen regelingen, pensioenverplichtingen
109
EC4
Significante financiële steun van een overheid.
vol
Bedrijfsopbrengsten, Investerings- 67, bijdragen, exploitatiebijdragen 97 - 98 99 - 100
EC5
Spreiding in de verhouding tussen het standaard aanvangssalaris en het lokale minimumloon op belangrijke bedrijfslocaties.
niet
Activiteiten vinden alleen plaats in Nederland. ProRail rapporteert niet specifiek op deze indicator.
EC6
Beleid, methoden en deel van uitgaven betreffende lokaal gevestigde leveranciers op belangrijke bedrijfslocaties.
niet
ProRail is alleen in Nederland actief. Onze werkzaamheden worden verricht vanuit het hoofdkantoor in Utrecht en de vier regio's. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen nationaal en lokaal gevestigde leveranciers.
EC7
Procedures voor lokale personeelswerving en aandeel van het topkader dat afkomstig is uit de lokale gemeenschap op belangrijke bedrijfslocaties.
niet
ProRail is alleen in Nederland actief en werft personeel in heel Nederland voor functies in Utrecht en in de vier regio's. ProRail rapporteert niet specifiek op deze indicator.
EC8
Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en diensten die voornamelijk ten behoeve van het algemeen nut worden geboden door middel van verplichtingen van commerciële aard, dan wel in natura of pro bono.
niet
ProRail heeft geen actief beleid ter bevordering van het algemeen nut, aangezien we grotendeels gefinancierd zijn met publieke gelden.
EC9
Inzicht in en beschrijving van significante indirecte vol economische gevolgen, waaronder de omvang ervan.
Goed opdrachtgeverschap
34 - 35
Duurzaamheid
40 - 43
Duurzaamheid
42
De huidige verkenningen zijn nog niet zover dat een kwantitatieve impact voor ProRail bepaald is.
Milieu prestatie indicatoren DMA milieu
vol
EN1
Totale hoeveelheid gebruikte materialen naar gewicht deels of volume.
EN2
Percentage van de gebruikte materialen dat bestaat uit afval uit externe bronnen
niet
EN3
Direct energieverbruik door primaire energiebron.
vol
Duurzaam, energie-verbruik en energie-efficiënte
41
EN4
Indirect energieverbruik door primaire bron.
vol
Duurzaam, energie-verbruik en energie-efficiënte
41
Inkopen voor beheer en bouw worden verricht door leveranciers. Met CO2 prestatieladder stimuleert ProRail leveranciers vanuit ketenverantwoordelijkheid.
* Niveau geeft de mate van rapportage aan: vol (volledig), deels of niet
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Inkopen voor beheer en bouw worden verricht door leveranciers. Met CO2 prestatieladder stimuleert ProRail leveranciers vanuit ketenverantwoordelijkheid.
3 terug naar inhoud
Code Indicator
Niveau*
Verwijzing
Pagina
Toelichting
EN5
Energie die bespaard is door besparingen en efficiëntieverbeteringen.
vol
Duurzaam, energie-verbruik en energie-efficiënte
41
EN6
Initiatieven ten behoeve van energie-efficiëntie of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de energie-eisen als resultaat van deze initiatieven.
vol
Duurzaam, energie-verbruik en energie-efficiënte
41
EN7
Initiatieven ter verlaging van het indirecte energie verbruik en reeds gerealiseerde verlaging.
vol
Duurzaam, energie-verbruik en energie-efficiënte
41
EN8
Totale wateronttrekking per bron.
niet
EN9
Waterbronnen waarvoor wateronttrekking significante gevolgen heeft.
niet
EN10
Percentage en totaal volume van gerecycled en hergebruikt water.
niet
EN11
Locatie en oppervlakte van land dat eigendom is, gehuurd wordt, beheerd wordt in of grenst aan beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitwaarde buiten beschermde gebieden.
vol
Duurzaamheid, natuur & landschap, ecologische hoofdstructuur
41
EN12
Significante gevolgen van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit in beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitwaarde buiten beschermde gebieden.
deels
Duurzaamheid, natuur & landschap
41
EN13
Beschermde of herstelde habitats.
niet
EN14
Strategieën, huidige maatregelen en toekomstige plannen voor het beheersen van de gevolgen van de biodiversiteit.
vol
Duurzaamheid, natuur & landschap
41
EN15
Aantal op de rode lijst van de IUCN vermelde soorten en soorten op nationale beschermingslijsten met habitats in gebieden binnen de invloedssfeer van bedrijfsactiviteiten, ingedeeld naar hoogte van het risico van uitsterven.
niet
EN16
Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht.
vol
Duurzaamheid, CO2-voetafdruk
42
EN17
Andere relevante indirecte emissie van broeikasgassen niet naar gewicht.
EN18
Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen.
vol
EN19
Emissie van ozonafbrekende stoffen naar gewicht.
niet
ProRail rapporteert niet op deze indicator.
EN20
NO, SO en andere significante luchtemissies naar type niet en gewicht.
ProRail rapporteert niet op deze indicator.
EN21
Totale waterafvoer naar kwaliteit en bestemming.
niet
“Waterafvoer van stations is relevant. ProRail rapporteert niet op deze indicator.”
EN22
Totaalgewicht afval naar type en verwijdering methode.
niet
Afvalverwijdering van stations en in bouw projecten is uitbesteed aan derden. ProRail rapporteert niet op deze indicator.
EN23
Totaal aantal en volume van significante lozingen.
niet
Lozingen zijn relevant met name op emplacementen. Geconstateerde lozingen zijn onderdeel van milieu overtredingen.
EN24
Gewicht van getransporteerd, geïmporteerd, niet geëxporteerd of verwerkt afval dat als gevaarlijk geldt op grond van bijlage I, II, III en VIII van de Conventie van Bazel en het percentage afval dat internationaal is getransporteerd.
EN25
Benaming, grootte, beschermingsstatus en bio diversiteitwaarde van wateren en gerelateerde habitats die significante gevolgen ondervinden van de waterafvoer en -afvloeiing van de verslaggevende organisatie.
niet
EN26
Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten en de omvang van deze compensatie.
niet
ProRail onttrekt geen water direct van bronnen. De indicator is niet materieel voor ProRail
ProRail rapporteert niet op deze indicator. Duurzaamheid, CO2-voetafdruk
42
119
Voor enkele infrastructurele projecten worden compensatiemaatregelen getroffen, bijvoorbeeld het planten van bomen.
GRI tab e l
Code Indicator
Niveau*
EN27
Percentage producten dat is verkocht en waarvan de verpakking is ingezameld, naar categorie.
niet
EN28
Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuwet en -regelgeving.
vol
EN29
Significante milieugevolgen van het transport van niet producten en andere goederen en materialen die worden gebruikt voor de activiteiten van de organisatie en het vervoer van personeelsleden.
EN30
Totale uitgaven aan en investeringen in milieu bescherming naar type.
Verwijzing
Pagina
Toelichting ProRail levert geen producten met verpakkingsmateriaal. De indicator is niet relevant.
Duurzaamheid, milieuovertredingen
43
De monetaire waarde van deze boetes is niet materieel in het kader van de verslaggeving. De verslaggeving richt zich op het aantal overtredingen.
niet
Arbeidsomstandigheden en indicatoren voor volwaardig werk DMA
DMA arbeidsomstandigheden
vol
Medewerkers
50 - 55
LA1
Totale personeelsbestand naar type werk en arbeidsovereenkomst.
vol
Opbouw en omvang, menselijk kapitaal, Jaarrekening
50 - 52 102
LA2
Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijdsgroep en geslacht.
vol
Opbouw en omvang
50 - 52
LA3
Uitkeringen aan voltijdmedewerkers die niet beschikbaar zijn voor deeltijdmedewerkers, per grootschalige activiteit.
niet
LA4
Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt.
vol
Alle medewerkers van ProRail vallen onder de CAO met uitzondering van enkele individuele directie- en managementleden (circa 1%).
LA5
Minimale opzegtermijn(en) in verband met operationele veranderingen, inclusief of dit wordt gespecificeerd in collectieve overeenkomsten.
vol
Voor alle medewerkers geldt de opzegtermijn van tenminste 1 maand, zoals geregeld in de CAO.
LA6
Percentage van het totale personeelsbestand dat is vertegenwoordigd in formele gezamenlijke arbo-commissies van werkgevers en werknemers die bijdragen aan de controle op en advies over arboprogramma’s.
vol
Alle medewerkers van ProRail worden gerepresenteerd door arbo-commissies. Deze arbo-commissies vallen onder de ondernemingsraad en houden zich bezig met zaken op het gebied van arbeidsomstandigheden, veiligheid, gezondheid en welzijn.
LA7
Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio.
vol
Leiderschap en cultuur, Goed werkgeverschap
53 - 54
LA8
Opleidings-, trainings-, advies-, preventie- en risico beheersingprogramma's ten behoeve van personeelsleden.
deels
Goed werkgeverschap
54
LA9
Afspraken over arbo-onderwerpen vastgelegd in formele overeenkomsten met vakbonden.
deels
Alle medewerkers van ProRail vallen onder de CAO met uitzondering van enkele individuele directie- en managementleden (circa 1%). Arbo-onderwerpen zijn geregeld in de CAO.
LA10
Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie.
niet
ProRail rapporteert niet op deze indicator.
LA11
Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren die de blijvende inzetbaarheid van medewerkers garanderen en hen helpen bij het afronden van hun loopbaan.
vol
LA12
Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling.
deels
LA13
Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep en andere indicatoren van diversiteit.
vol
LA14
Verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen per medewerkercategorie.
niet
Leiderschap en cultuur, Goed werkgeverschap
Voorlichting over prestatie- en loopbaanontwikkeling valt binnen reguliere beoordelings- en trainingsprogramma's en geldt voor alle medewerkers. Personalia, Opbouw en omvang
* Niveau geeft de mate van rapportage aan: vol (volledig), deels of niet
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
53 - 54
78 - 79 50 - 51 Alle medewerkers van ProRail vallen onder de CAO met uitzondering van enkele individuele directie- en managementcontracten. Er zijn geen principiële verschillen tussen mannen en vrouwen.
3 terug naar inhoud
Code Indicator
Niveau*
Verwijzing
Pagina
Toelichting
DMA mensenrechten
vol
Goed opdrachtgeverschap
34
De relevante onderwerpen bij ProRail zijn sociale aspecten, zoals veiligheid en werktijden.
HR1
Percentage van en totaal aantal aanmerkelijke investeringsovereenkomsten waarin clausules over mensenrechten zijn opgenomen of waarvan de naleving van de mensenrechten is getoetst.
niet
Investeringsovereenkomsten worden niet gescreend.
HR2
Percentage belangrijke leveranciers en aannemers die getoetst zijn op naleving van de mensenrechten en op getroffen maatregelen.
vol
ProRail heeft standaardafspraken met aannemers (100%) voor bouw- en onderhoud aan het spoor met betrekking tot mensenrechtenaspecten, zoals werktijden.
HR3
Totaal aantal uren personeelstraining over beleid en niet procedures betreffende aspecten van mensenrechten die relevant zijn voor de activiteiten, met inbegrip van het percentage van het personeel dat de trainingen gevolgd heeft.
HR4
Totaal aantal gevallen van discriminatie en de getroffen maatregelen.
niet
ProRail heeft een beleid met vertrouwenspersonen en registreert als onderdeel van medewerkeronderzoek gevallen van ongewenst gedrag. ProRail rapporteert niet specifiek hierover.
HR5
Activiteiten waarvan is vastgesteld dat daarbij een aanzienlijk risico zou kunnen gelden voor het recht op de uitoefening van de vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen, alsmede de maatregelen die zijn getroffen ter ondersteuning van deze rechten.
niet
Bij ProRail hebben zich geen situaties voorgedaan, waarbij het recht van medewerkers op vrijheid van vereniging en gezamelijke onderhandeling, is verhinderd.
HR6
Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van kinderarbeid, als mede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van kinderarbeid.
niet
Er zijn geen werkzaamheden geïdentificeerd, waarbij er een risico bestaat op kinderarbeid.
HR7
Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van gedwongen of verplichte arbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van gedwongen of verplichte arbeid.
niet
ProRail is alleen actief in Nederland. ProRail rapporteert niet over deze indicator vanwege lage relevantie.
HR8
Percentage van het beveiligingspersoneel dat training niet heeft gevolgd in het beleid of de procedures van de organisatie betreffende aspecten van de mensenrechten die relevant zijn voor de activiteiten.
HR9
Totaal aantal gevallen van overtreding van de rechten van de inheemse bevolking, alsmede de getroffen maatregelen.
Mensenrechten
niet
Maatschappelijke prestatie indicatoren DMA
DMA Maatschappelijk
vol
Betrokkenheid
36 - 37
SO1
Effecten van de activiteiten op de gemeenschap
vol
Betrokkenheid
36 - 37
SO2
Percentage van en totaal aantal bedrijfseenheden geanalyseerd op corruptiegerelateerde risico’s.
niet
Meldingen van niet integer gedrag worden bijgehouden en onderzocht. ProRail rapporteert niet over specifieke percentages.
SO3
Percentage van het personeel dat training in anti corruptiebeleid en -procedures van de organisatie heeft gevolgd.
niet
Medewerkers worden geïnformeerd over gedragscode, als onderdeel van het arbeidscontract. ProRail rapporteert niet over specifieke percentages.
SO4
Maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van gevallen van corruptie en/of integriteit.
vol
SO5
Standpunten betreffende publiek beleid en deelname aan de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen.
niet
ProRail is een staatsdeelneming. We vormen geen standpunten over publiek beleid, behalve omtrent zaken gerelateerd aan onze activiteiten.
SO6
Totale waarde van financiële en in-natura-bijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen per land.
niet
ProRail wordt hoofdzakelijk gefinancierd met publieke gelden. Er worden geen financiële bijdragen gegeven op politiek gebied.
Leiderschap en cultuur
53
GRI tab e l
121
Code Indicator
Niveau*
SO7
Totaal aantal rechtszaken vanwege concurrentie belemmerend gedrag, anti-kartel-, en monopolistische praktijken, alsmede de resultaten van deze rechtszaken.
niet
SO8
Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en -regelgeving.
niet
Verwijzing
Pagina
Toelichting
In het jaar 2010 zijn een aantal zaken met de NMA besproken voor de rechtbank. De bedragen zijn niet materieel in het kader van jaar verslaggeving.
Gezondheid en veiligheid van consumenten DMA
DMA gezondheid en veiligheid van consumenten
vol
Omgeving
36 - 39
PR1
Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en diensten voor gezondheid en veiligheid worden beoordeeld met het oog op verbetering en het percentage van belangrijke product- en dienstencategorieën die aan dergelijke procedures onderhevig zijn.
vol
Veiligheid, Leiderschap en cultuur
18 - 19 38 - 39 53
PR2
Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende gevolgen voor gezondheid en veiligheid van producten en diensten gedurende de levensduur, naar type resultaat.
niet
PR3
Type informatie over producten en diensten dat verplicht wordt gesteld door procedures en het percentage van belangrijke producten en diensten die onderhevig zijn aan dergelijke informatie-eisen.
vol
Informatie voor reizigers Betrokkenheid
24 - 25 36 - 37
PR4
Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende informatie over en etikettering van producten en diensten, naar type resultaat.
niet
PR5
Beleid ten aanzien van klanttevredenheid, met inbegrip van resultaten van onderzoeken naar de klanttevredenheid.
vol
Samenwerking met vervoerders, Reputatiescores, Informatie voor reizigers Comfort op stations
15, 32 35, 37 24 - 25 26 - 27
PR6
Programma’s voor de naleving van wetten, standaarden en vrijwillige codes met betrekking tot marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en sponsoring.
niet
PR7
Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regel geving en vrijwillige codes betreffende marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en sponsoring, naar type resultaat.
niet
PR8
Totaal aantal gegronde klachten over inbreuken op de privacy van klanten en het kwijtraken van klant gegevens.
vol
PR9
Monetaire waarde van significante boetes wegens niet het niet naleven van wet- en -regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten.
ProRail vervult geen commerciële activiteiten. ProRail rapporteert niet op deze indicator.
Betrokken, klachten
* Niveau geeft de mate van rapportage aan: vol (volledig), deels of niet
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
36
ProRail rapporteert niet over deze indicator
3 terug naar inhoud
123
GRI tab e l
Colofon Publicatie ProRail B.V., mei 2011 Tekst ProRail & Nawarra, Amsterdam Ontwerp Het Lab – grafisch ontwerpers BNO, Arnhem Fotografie Peter Bliek, Jan Lankveld, Hollandse Hoogte Truus van Gog Fotografie, ANP - Bram de Hollander Oplage 1400 exemplaren Papier Arctic Volume Vragen Indien u vragen heeft over de inhoud van het jaarverslag kunt u contact opnemen met ProRail via internet www.prorail.nl/contactformulier of telefonisch tijdens kantoortijden op telefoonnummer 0900 776 7245 (20 cent per minuut).
v o o r het spoor - prorail jaarverslag 2010
Bezoekadres Moreelsepark 3 3511 EP Utrecht Postadres Postbus 2038 3500 GA Utrecht www.prorail.nl