13 maart 2011
Het kind staat centraal
Kinderopvang is geen opvang meer, dat is ontwikkelen en opvoeden. Samenwerken met primair onderwijs, peuterspeelzalen en ouders wordt daarom steeds belangrijker.
Niet beknibbelen op primair proces
Aan de slag met inkoopbeleid met behoud van kwaliteit en autonomie, het kan! Jessica Povel van OPO Dordrecht legt uit hoe.
De duurzame huisvader
Kan een huisvader, naast kinderen een veilige, gezonde en duurzame leeromgeving bieden, nog meer doen? Hoe geef je invulling aan duurzaamheid?
7
Met een inkoopplan naar besparingen
Er is zwaar weer opkomst in het onderwijs met de aangekondigde bezuinigingen. Welke mogelijkheden zijn er nog voor het onderwijs?
Waarom aan de slag met reprobeleid?
Reprobeleid is geen overbodige luxe! Het levert als snel een besparingspotentieel van 6,44 euro per leerling op.
in gesprek Niet beknibbelen op primair proces
Nanne van Doorn COKD
Het kind staat centraal Nanne van Doorn is adjunct directeur van de Centrale Organisatie Kinderopvang Drechtsteden, ook wel COKD. Met 23 locaties waar zowel kinderdagopvang als buitenschoolse opvang worden geboden is COKD marktleider in Dordrecht. De afgelopen decennia maakte COKD een flinke ontwikkeling door. “Kinderopvang is geen opvang meer, dat is ontwikkelen en opvoeden. Samenwerken met primair onderwijs, peuterspeelzalen en ouders is steeds belangrijker. We willen het kind zoveel mogelijk een doorgaande lijn aanbieden.” Van Doorn vertelt verder: “Als COKD organiseerden we 3 jaar geleden een studiereis naar Kopenhagen voor alle mogelijke partners. In Kopenhagen is de samenwerking tussen primair onderwijs en kinderopvang al volledig geïntegreerd. Doel van deze studiereis; kennis vergaren, elkaar leren kennen en een beginpunt bepalen voor de samenwerking. Deze reis was heel aansprekend en het gaf een positieve boost. Om efficiënt samen te werken moeten de schotten wegvallen en moeten we met elkaar voor het kind het beste plan ontwikkelen. Op deze manier is ook de samenwerking met OPO Dordrecht ontstaan. Na deze reis zijn we met OPO Dordrecht vier pilots gestart. In het begin ga je bij elkaar kijken en informatie uitwisselen. Inmiddels zitten we in een fase waarbij we de beste aanpak voor het kind bespreken. Met nieuwbouwprojecten worden er zelfs al echte stappen gezet richting integratie, ook wat betreft de gebouwen.” We vragen naar de meerwaarde van samenwerken met verschillende partijen. “Voor mij zit de meerwaarde in werken met dezelfde kinderen en deze kinderen zien ontwikkelen in verschillende situaties, school en vrije tijd, daarin kun je elkaar heel goed aanvullen. Ik geloof er heel erg in dat deze brede blik in het belang van het kind is en daar draait het om.”
Om kwalitatief goed en voldoende onderwijs te kunnen blijven aanbieden, is samenwerking tussen onderwijsinstellingen belangrijk. De huidige wet- en regelgeving biedt echter onvoldoende ruimte voor vergaande samenwerking. Ministerie van OCW, februari 2011
“Zijn er knelpunten in de begroting en exploitatie dan moeten we op zoek naar oplossingen zonder het primaire proces te benadelen.” Zo vertelt Jessica Povel, adjunct algemeen directeur van OPO Dordrecht, vol overtuiging. OPO Dordrecht is een middelgrote stichting met 14 reguliere basisscholen en 1 basisschool voor speciaal onderwijs, met een totale jaaromzet van bijna 24 miljoen euro. We spreken Povel over de keuze om met inkoopbeleid aan de slag te gaan. “Opstellen van centraal inkoopbeleid met daaropvolgend Europese aanbestedingen was één van de middelen om knelpunten in de begroting te vullen. Alleen al het aanbesteden van energie levert ons jaarlijks 2 ton op!” Povel legt uit: “Wij wilden de efficiëntie verhogen in de bedrijfsvoering, meer kwaliteit behalen, controle op de uitgaven en een betere klant zijn voor leveranciers door marktconforme afspraken te maken en overzicht te bewaren. Als je dit laat gaan dan is je eigen organisatie daar de dupe van.” Wij vragen Povel hoe zij is omgegaan met eventuele weerstand en hoe kwaliteit geborgd is gebleven. “Het besef dat er iets moest gebeuren was er bij iedereen. Als je tussen de oren kunt krijgen dat we dit doen om niet te hoeven bezuinigen op het primaire proces, dan is al veel weerstand weg. Door bij het invullen van het programma van eisen ruimte te bieden voor eigen inbreng behoud je de autonomie. Iedere school kan aangeven wat zij het belangrijkste vindt. Hierdoor kun je hele precieze kwaliteitsafspraken maken. Dit geldt met name voor leermiddelen repro, schoonmaak en meubilair. Relevantie speelt een belangrijke rol. Als het gaat om het afnemen van energie zal het iedereen een zorg zijn hoe het geleverd wordt en door wie. Dan wordt het programma van eisen hetzelfde voor iedere school. Het heeft OPO Dordrecht op jaarbasis tonnen opgeleverd. De autonomie is grotendeels boven tafel gebleven. Directeuren zien het rendement en zijn blij dat de beschikbare gelden gewoon in de klassen naar personeel en naar de kinderen gaan. Inmiddels is de wiebel is er wel af bij ons. Het heeft best wat uren gekost, maar ik vind het meer dan waard als je kijkt naar het rendement en de besparingen die ten goede blijven komen aan het primaire proces. Ik hoop van harte dat meer schoolbesturen deze handschoen oppakken. Ze mogen mij altijd mailen met vragen!” Jessica Povel OPO Dordrecht
Surplus voert dirigentloos concert Ron Bruijn is algemeen directeur van stichting Surplus in NoordHolland. Surplus geeft kinderen de ruimte om zichzelf te ontplooien en stimuleert ze om zichzelf te ontwikkelen. Deze stichting bestuurt 35 scholen voor primair en voortgezet (speciaal) onderwijs met ruim 5.000 leerlingen en 600 personeelsleden. “Als professionele organisatie springen wij zuinig om met onze financiële middelen. We richten ons in deze tijd van krimp op benutting van schaalvoordelen en prestatieafspraken met serieuze partners in de markt.” Surplus ziet muziek in haar inkoop. Voor de komende drie jaar staan 10 Europese aanbestedingen op de planning. “Kwaliteit en prijs vormen de uitgangspunten voor onze inkoopprojecten. Het behalen van de laagste prijs vormt geen doel op zich. Service daar richten wij ons op. Wij verwachten een proactieve houding van onze leveranciers en dienstverleners. Anticiperen op te verwachten problemen is een vereiste.” Bij de aanbesteding van leermiddelen liggen de keuzes decentraal. Op schoolniveau dus. “Wij verwachten van de toekomstige leverancier dat deze de keuzevrijheid voor onze scholen overeind houdt. Uiteraard binnen vastomlijnde kaders. Onze directeuren zijn maatgevend voor de vormgeving van de inkoop. Voor het welslagen van inkooptrajecten is betrokkenheid en draagvlak van onze directeuren van groot belang. Inkoopvoordelen komen op schoolniveau terecht. Hiermee ervaren ook de directeuren de voordelen van gezamenlijke inkoop.”
Professioneel inkopen past in de organisatiedoelen van iedere onderwijsinstelling, die hiermee een betere bedrijfsvoering kan realiseren. Samenwerking en gebruik van kennisnetwerken zijn de sleutelwoorden. VOS/ABB, februari 2011
Het inkoopbeleid van Surplus staat niet op papier. Niet altijd praktisch schetst Ron Bruijn: “Een onderbouwde visie komt de kwaliteit ten goede.” In de praktijk mist Surplus de kaders voor
een consistente uitvoer van haar inkoop. “De wens bestaat om bovenschools een inkoopfunctie te realiseren. 3 miljoen euro aan inkoop is fors. Een inkoopfunctie onderstreept het belang van efficiënte omgang met middelen en een consistente aanpak in keuzes die Surplus maakt. Door capaciteitsgebrek komen we bovenschools nu niet toe aan beleidsvorming omtrent inkoop.” Met de juiste noten op papier klinkt de muziek dus nog mooier. Surplus stelt haar inkoopbeleid in de bovenschoolse organisatie op. “Grotere contracten zijn centraal georganiseerd. Ad hoc inkoopopdrachten worden elders in de organisatie ondergebracht. Voor structurele inkooptrajecten zoekt Surplus naar partners in de markt om dit te verzorgen. Kennis en kunde is niet altijd voor handen en dus is uitbesteding de enige keuze. Het blijft zoeken naar de juiste aanpak, als kwaliteit maar het uitgangspunt blijft.” Ron Bruijn Surplus
visie aan het begrip duurzaamheid toegevoegd. We gebruiken duurzaamheid als vertaling voor het Engelse begrip ‘sustainable’. Dat wil zeggen een kwaliteit die houdbaar is zonder afwenteling van negatieve effecten op latere generaties. Warmte, koelte, licht, lucht en geluid zijn omgevingsfactoren die een school tot een aangename en stimulerende omgeving maken. Meer comfort kost echter meer energie van schaarse energiebronnen. Onderwijsvastgoed staat bovendien niet bekend om de goede energetische kwaliteit.
De term ‘duurzaam schoolgebouw’ kan worden uitgelegd als: een school, waarin mensen zich prettig voelen, waar het goed toeven is; een school die zo min mogelijk het milieu belast, bij realisatie, tijdens gebruik en in de sloopfase; een schoolgebouw dat energiezuinig is; een schoolgebouw dat lange tijd een andere functie kan hebben; een school in de woonwijk (basisschool) of naast het station (voortgezet onderwijs). TVVL Magazine, Duurzame scholen: zonder duurzaamheid geen toekomst, 2008
Duurzame huisvader Schoolbesturen zijn wettelijk verplicht hun schoolgebouwen als een ‘goed huisvader’ te beheren. Zo’n huisvader gedraagt zich vooruitziend en zorgvuldig. Uiteraard wil iedere school de kinderen een veilige, gezonde en duurzame leeromgeving bieden. Maar het vraagt wel wat van de organisatie. Er zijn veel verschillende wetten waaraan de school zich moet houden zoals de Wet Primair Onderwijs, Gebruiksbesluit, Arbowet en Wet Milieubeheer. Bovenop deze wetten kan een echt goede huisvader nog méér doen. Hoe geef je hier invulling aan? Stel allereerst het ambitieniveau vast. Ten eerste kan de nadruk liggen op veiligheid. 15% van alle ongelukken met kinderen in de basisschoolleeftijd gebeurt op school. Jaarlijks worden 18.000 kinderen behandeld op de eerste hulp afdeling van een ziekenhuis na een ongeval op school. Dat zijn 91 kinderen per schooldag! Ten tweede kan de nadruk liggen op gezondheid. In veel schoolgebouwen is het in de zomer vaak te warm en benauwd. De hoeveelheid verse luchttoevoer voldoet bij lange na niet aan de eisen. Ook blijkt in de regel de schoonmaak al gauw onvoldoende, wat weer van invloed is op de luchtkwaliteit binnen. Een slecht binnenmilieu op school kan leiden tot diverse comfort- en gezondheidsklachten bij kinderen en leerkrachten. Ook is uit onderzoek bekend dat bijvoorbeeld een hoge temperatuur, onvoldoende ventilatie en een slechte akoestiek de leerprestaties negatief beïnvloeden.
Het is slecht gesteld met de luchtkwaliteit en het energieverbruik in schoolgebouwen. Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat in 80% van de schoolgebouwen een slecht binnenklimaat heerst. Ministerie van OCW, 2009
Tenslotte kan de nadruk ook liggen op duurzaamheid. Bij een duurzaam schoolgebouw zijn vragen aan de orde als: Zijn materiaal en constructie in goede staat te houden? Gemakkelijk en functioneel te gebruiken en schoon te houden? In de loop van de tijd eenvoudig te veranderen in verband met veranderende onderwijsvisies? Het laatste decennium is een nieuwe dimensie
Verbeteren begint met meten. Spoor facturen en meterstanden op en achterhaal zo het huidige verbruik voor onderhoud, schoonmaak en energie. Wat zijn de zuinigste en wat de meest verspillende gebouwen? De laatste categorie is de eerste verantwoordelijkheid. Onderwerp deze gebouwen bijvoorbeeld aan een quickscan. Deze scan bestaat uit een ronde door het gebouw in combinatie met een vragenlijst. Scoort de school een mooie voldoende of een dikke onvoldoende? Bij een onvoldoende is er het geluk dat er echt iets te verbeteren valt. De constateringen in de scan leiden tot eenvoudige maatregelen. De maatregelen betalen zichzelf op korte termijn terug. Onderdeel hiervan zijn zogenaamde gedragsmaatregelen. Geen technische maatregelen maar veranderingen die de gebruikers zelf, zonder hulpmiddelen en investeringen, teweegbrengen. In een gemiddeld schoolgebouw gaat veruit de meeste energie naar verwarming en verlichting van lokalen. Treed op als een duurzame huisvader: dring verbruik terug! Door isolatie blijft in de winter de warmte beter binnen en in de zomer buiten. Zijn er gordijnen, sluit ze dan ’s avonds voor een extra isolerend effect. Met reflecterende folie achter radiatoren weerkaatst de warmte en gaat er minder verloren door de muur. Warme lucht stijgt op. Er gaat dus heel wat energie door het dak
verloren. Isoleer daarom de daken. Als een zolder niet wordt gebruikt, volstaat het al om isolatie op de vloer aan te brengen. Elektriciteitsbesparingen zijn doorgaans op een vrij eenvoudige en effectieve manier te realiseren door elektrische apparaten meer doordacht te gebruiken. Iedereen weet inmiddels dat pc’s en hun randapparatuur niet in de stand-by modus moeten blijven staan, want dan creëren ze een enorm sluipverbruik. De koffie blijft ook warm in een thermoskan, zo kan het koffiezetapparaat meteen uit. De zuinigste lamp blijft degene die niet brandt. De laatste die vertrekt doet dus altijd het licht uit, ook al is het maar voor even. Installeer een bewegingsdetector of tijdschakelaar in ruimten waar geen mensen werken of leren, zoals een
berging en toiletten. Zo’n systeem is heel betaalbaar. Sommige apparaten hoeven niet continu te werken om goede prestaties te leveren. Onderdeel van de quickscan kan zijn het monitoren van apparaten op hun verbruik om energievreters op te sporen. Een oude koelkast vervangen door een energiezuinige variant verdient zich snel terug. Laat een elektrische boiler alleen warm water produceren op de momenten dat je het nodig hebt. Gun deze zelfde boiler of de drankenautomaat in vakanties enkele dagen of weken rust.
Door te investeren in energiebesparende maatregelen ontstaat een beter binnenklimaat waardoor leerlingen beter kunnen presteren en docenten prettiger kunnen werken. SenterNovem, 2009
Heeft het schoolbestuur nog een hoger ambitieniveau als goede huisvader, dan kan gedacht worden aan maatregelen voor de lange termijn. Met een lange termijn plan zijn hogere investeringen gemoeid. Lastig bij basisscholen is dat dergelijke investeringen veelal onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen, terwijl de school direct profiteert van de besparingen. Haalbaarheid staat of valt met een goede samenwerking. Een optie is de integratie van energiebesparing in andere ingrepen die in de meerjaren onderhoudsplanning staan. Afhankelijk van de maatregel maakt het schoolbestuur met de gemeente financieringsafspraken. Zo is de gemeente verantwoordelijk voor het vervangen van kozijnen. Breng extra isolerend dubbelglas aan gelijktijdig met kozijnonderhoud. Of denk aan dakisolatie bij vernieuwing van dakbedekking. Een warmtepomp tegelijkertijd met vervanging van de verwarmingsketel. De conventionele verlichting vervangen door HF-verlichting als de armaturen daaraan toe zijn. Kortom, zoek natuurlijke momenten op.
trend Met een inkoopplan naar besparingen Onlangs meldde de minister van Onderwijs het voornemen om 300 miljoen euro te bezuinigen op passend onderwijs. Dit treft in eerste instantie vooral het speciaal onderwijs. Maar ook leraren in het reguliere onderwijs zullen de gevolgen in de klas merken. Zij krijgen te maken met meer leerlingen, die extra zorg en aandacht nodig hebben en er is minder geld voor gespecialiseerde begeleiding. Deze bezuinigingen komen nog eens bovenop de in 2010 aangekondigde bezuinigingen op bestuur en management van 90 miljoen en de groeiregeling van 45 miljoen. In totaal een bedrag van 135 miljoen euro. Daarnaast heeft het primair onderwijs nog een extra uitdaging als het gaat om de bekostiging van de krimp van het aantal leerlingen. Landelijk gezien gaat het om een sterke daling van leerlingen tot 2015 van maar liefst 7%. Ervan uitgaande dat de vaste voet per school wordt behouden, heeft dit een daling van de inkomsten tot gevolg. Dit kan oplopen tot 54 miljoen euro in 2015. Voor een gemiddelde reguliere basisschool betekent dit een inkomstenverlies van circa 27.000 euro per jaar, terwijl de druk op gespecialiseerde begeleiding groter wordt zonder dat hier compensatie voor plaatsvindt. Dit is op zijn minst een stevige uitdaging te noemen. Dat dit allemaal gaat gebeuren in een relatief kort tijdsbestek maakt de uitdaging nog groter.
Dit kabinet houdt halsstarrig vast aan de 300 miljoen bezuinigingen op passend onderwijs, hoewel er volgens de AOb genoeg alternatieven zijn om het anders aan te pakken. Algemene Onderwijsbond, februari 2011
Afvloeiing en wellicht gedwongen ontslag van onderwijs personeel is onvermijdelijk, ongeacht dat dit het primaire proces direct raakt en daarom het minst wenselijk is. Ondanks dat zijn er ook mogelijkheden. Het primair onderwijs maakt nog te weinig gebruik van haar schaalgrootte. Is te weinig kritisch op de inrichting van haar ondersteunende organisatie en de daarbij horende inkoop van diensten en leveringen. Anculus heeft voor het Primair Onderwijs in 2010 voor circa 36 miljoen euro aan diensten en leveringen aanbesteed. Deze aanbestedingen hebben geleid tot een uitgavenreductie van circa 10 miljoen euro. Wat zijn de kansen voor uw organisatie?
Afgelopen vrijdag stuurde het ministerie alvast aan alle scholen die met de bezuiniging te maken krijgen een brief hoeveel personeel schoolbesturen op de ontslaglijst moeten zetten. Voor de plannen van Van Bijsterveldt is dat nodig om de bezuinigingen in 2012 in te laten gaan. Ministerie van OCW, februari 2011
Orden alle inkooponderdelen allereerst naar de financiële omvang. Rubriceer vervolgens naar inkoopvolumes zonder en met onderwijskundig raakvlak. Zo verdragen grote volumes zonder raakvlak met het onderwijs prima openbare aanbestedingen. Denk aan schoonmaak of energielevering. Aan de andere kant vragen grote volumes met onderwijskundig raakvlak om partnership met leveranciers gecombineerd met afwegingen van zowel prijs als kwaliteit. Denk bijvoorbeeld aan de leermiddelen. Inzage in aard en omvang van het inkoopvolume is een must om een ‘scherpe foto’ te maken. Deze foto vormt de basis voor een inkoopplan naar besparingen.
De evaluatie van de WGA leidt niet tot de conclusie dat er uit het oogpunt van preventie een verschil is in de aanpak van langdurig ziekteverzuim en het bevorderen van werkhervatting bij werknemers tussen publieke en privaat verzekerde werkgevers. Wetenwaarjeaantoebent.nl, 2010
Eigen risicodrager WGA, kans? Al jaren praat de politiek erover, de privatisering van de huidige arbeidsgeschiktheidregeling de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), maar vooralsnog is men er niet uit. Ook het huidige kabinet heeft geen duidelijk standpunt in genomen in het coalitieakkoord. Hierdoor hebben schoolbesturen voorlopig nog zelf de vrijheid om de keuze te maken zich privaat te verzekeren. Dit is goed nieuws voor schoolbesturen, tussen alle geluiden van bezuinigingen door. Voor veel schoolbesturen geldt dat op dit punt kansen liggen om de uitgaven sterk te reduceren. Zonder dat dit ten koste gaat van het primair proces of kwaliteit van de dekkingsgraad van de verzekering. Wat is WGA? Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor hun eigen preventiebeleid ten aanzien van het ziekteverzuim. Nog altijd kunnen schoolbesturen de kosten van het ziekteverzuim declareren bij het Vervangingsfonds, ook al zijn hier grenzen aan verbonden. Het Vervangingsfonds ondersteunt tot en met het eerste spoor van de wet poortwachter dat wil zeggen re-integratie in de eigen organisatie. Het schoolbestuur heeft echter ook een verplichting om haar medewerkers te begeleiden bij de re-integratie in een nieuwe werkomgeving, het zogenaamde tweede spoor. Deze kosten worden in de meeste gevallen gedragen door het UWV, waaraan het schoolbestuur via inhouding op het loon een premie betaalt. In plaats van het betalen
O Ja, stuur mij informatie over het symposium van 15 september 2011. Organisatiestrategie, ‘inrichting van de ondersteunende organisatie, een kijkje in de keuken.’ O Ja, stuur mij informatie over het symposium van 6 oktober 2011. Vastgoedbeleid, ‘vastgoed inzetten als strategisch instrument.’ O Ik ben geïnteresseerd in de Quickscan ‘goed huisvaderschap’, neem contact met mij op. O Ik ben geïnteresseerd in de Organisatiescan (Efficiency Monitor), neem contact met mij op. O Neem contact met mij op voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.
Verzoek
...........................................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................................................
telefoonnummer
E-mailadres
......................................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................................................................
Postcode en plaats
Adres
.........................................................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................................................................
Wilt u meer informatie over dit onderwerp ga dan naar www.anculus.nl.
Organisatie
Wat kan het opleveren? De reductie van de uitgaven zit in twee elementen: de feitelijke premie per jaar en het ontlopen van het uitlooprisico. Bij de premie die gebaseerd is op de loonsom is een besparing mogelijk van 10% oplopend tot 20%. Bij het ontlopen van het uitlooprisico geldt dat het UWV een uitlooprisico zal doorbelasten. Dit ligt naar verwachting tussen de 2-3% van de totale loonsom over een periode van een aantal jaren. In deze periode is overstappen naar een private verzekeraar niet mogelijk.
Afzender
Is privaat verzekeren gunstig voor uw schoolbestuur? Dat hangt ervan af! Met een relatief hoge instroom van werknemers naar een re-integratietraject tweede spoor wet poort wachter, is het niet of nauwelijks gunstig. Juist bij een lage instroom is het zeer voordelig om de stap naar een private verzekering te maken.
Naam
van een premie aan het UWV heeft een schoolbestuur nu de keuze deze kosten privaat te verzekeren bij een verzekeringmaatschappij. De verzekeringspremie kan, afhankelijk van de specifieke situatie, lager zijn dan de premie die aan het UWV wordt betaald.
praktijk Waarom aan de slag met reprobeleid?
Anculus b.v. Antwoordnummer 10161 5600 VB Eindhoven
Berichten over bezuinigen beheersen de laatste tijd het nieuws. Ook het onderwijs ontkomt hier niet aan. Er vallen harde klappen. Zaak voor schoolbesturen om kritisch te kijken naar de bedrijfsvoering. Waar kan nog bezuinigd worden en hoe zorgen we ervoor dat deze bezuinigingen het primaire proces zo min mogelijk raken? Zo’n kostenpost die verder afstaat van het onderwijs is reproductie. Uit de Anculus organisatiescan blijkt dat schoolbesturen gemiddeld per leerling per jaar hieraan 31,67 euro uitgeven. Dit loopt al snel in de papieren. Naast een besparing is ook duurzaamheid een reden om aan de slag te gaan met dit onderwerp. Vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid terugdringen van verbruik. In het reprobeleid staan maatregelen ter bevordering van gedragsverandering, waarbij gebruikers zich meer bewust worden van verbruik en uitgaven. Op scholen komen we regelmatig een wildgroei van netwerk- en lokale printers tegen. Vaak spelen hierbij gemak en loopafstanden een belangrijke rol, maar is het noodzakelijk? Van belang is na te gaan waar afdrukapparatuur binnen de school echt wenselijk is vanuit efficiency en noodzaak. In het reprobeleid worden alle wensen en behoeften vastgelegd qua functionaliteit en processen. Hoeveelheid, wel of geen kleurgebruik, dubbelzijdig printen, gebruik van pincode voor vertrouwelijke documenten, enzovoorts. De juiste invulling van het beleid en vervolgens aanbesteden levert een aanzienlijke besparing op. Gemiddeld realiseerde Anculus met de aanbesteding van repro in 2010 een besparing van bijna 6,44 euro per leerling per jaar. Reken maar uit! Voorkom in het contract een minimaal inkoopvolume, zeker met het oog op dalende leerlingaantallen. En zorg voor mogelijkheden om het verbruik eenvoudig te managen. Ondervang ook bijkomende taken als facturatie, reparatie en het vervangen van cartridges. Het vervangen van de losse printers door één of twee multifunctionals per school loont. De multifunctional wordt afgestemd op specifieke behoeften en leveranciers hanteren scherpe prijzen. De multifunctional biedt, naast een pakket aan functionaliteiten, de mogelijkheid om managementinformatie te verkrijgen door het aflezen van het aantal tellertikken, desgewenst per gebruiker. Interessant is dat een tellertik bij een ‘gewone’ printer gemiddeld 3 keer duurder is dan bij een multifunctional. Een stand-by functie verlaagt het energieverbruik en voor afdrukken in kleur kan een autorisatie toegepast worden waardoor ook weer aan het milieu gedacht wordt. Aan de slag met reprobeleid is daarom geen overbodige luxe.
Bedrijfsnieuws Maart 2011 Anculus b.v. Postbus 842 5600 AV Eindhoven Telefoon 040 2462357 Fax 040 2364278 www.anculus.nl email
[email protected] Anculus ondersteunt organisaties in het onderwijs en de kinderopvang bij hun facilitaire- en vastgoedvraagstukken. Anculus ontwikkelde een Quickscan ‘goed huisvaderschap’. Met deze scan krijgt u inzichtelijk of uw schoolgebouw voldoet aan de geldende wetgeving en hoe uw gebouw scoort op de thema’s veiligheid, gezondheid en duurzaamheid. Interesse? Bel of mail ons gerust via
[email protected] of vul de antwoordkaart in. Met de Anculus Organisatiescan (Efficiency Monitor) krijgen bovenschoolse managers in het primair onderwijs zicht op overhead. De organisatiescan spreekt zich, per school en totale bestuur, uit over kosten en onderwijsondersteunend personeel. Volledig vertrouwelijk! Bel of mail ons gerust via
[email protected] of vul de antwoordkaart in. Maak met de antwoordkaart ook uw interesse kenbaar voor onze symposia! 15 september 2011 ‘Inrichting van de ondersteunende organisatie, een kijkje in de keuken.’ 6 oktober 2011 ‘Vastgoedbeleid, vastgoed inzetten als strategisch instrument’. Kijk op onze website www.anculus.nl voor meer informatie of vul de antwoordkaart in.
Hoewel bij deze uitgave van Ancus de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaardt Anculus b.v. geen enkele aansprakelijkheid.