Inleiding. In dit zorgplan wordt weergegeven hoe de zorg op school rondom alle leerlingen geregeld is. Aan de orde komt wat wij verstaan onder leerling-zorg en hoe wij deze zorg willen bieden. Alle scholen van het openbaar onderwijs te Rotterdam zijn gericht op het verhogen van de onderwijsprestaties van de leerling, het verhogen van burgerschapsvaardigheden en het maximaal ontwikkelen van de talenten van de leerling. OBS “Van Rijckevorsel” streeft naar een onderwijsleersituatie, waarbij de kinderen een continu ontwikkelingsproces doorlopen.
Inhoudsopgave.
Pagina
1.
De schoolbeschrijving
4-5
2.
Missie en visie van OBS “Van Rijckevorsel”
5-6
3.
Kwaliteitszorg (conform de BOOR regels)
6
4.
Kwaliteitsbeleid
7
5.
Jaaractiviteitenplan, jaarplan, meerjarenplan (2012-2016) en algemeen schoolplan (2012-2016)
7
6.
De visie op het leerlingvolgsysteem
8
7.
Het leerlingvolgsysteem 7a. overzicht CITO LOVS toetsen 7b. methodetoetsen 7c. toetskalender 7d. het sociaal/emotioneel volgsysteem 7e. intakegesprekken
8 - 12
8.
Het stellen van einddoelen
12
9.
Verwerking van de gegevens leerresultaten in Parnassys
13 - 14
10.
Analyse en omzetting van de CITO en methodetoetsen naar hulpplannen. 10a. op leerling- en groepsniveau 10b. op schoolniveau
15 - 18
11.
Evaluatie school, leerling- en groepsbesprekingen
19 - 20
12.
Omgaan met verschillen 12a. Passend onderwijs
20 - 22
13.
Zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 13a. rugzakleerlingen 13b. RT/remediering 13c. kangoeroeklas/plusklas 13d. verrijking
23 - 24
14.
De 0 groep
26
Pagina 2 ZORGPLAN 2012-2016
15.
Rapporten
27
16.
Overgang PO-VO
27
17.
Taken en verantwoordelijkheden
27 - 31
18.
Betrokkenheid externe instanties
31 - 34
19.
Oudercontacten
34 - 35
20.
Bevorderen van de deskundigheid van de teamleden
35
Pagina 3 ZORGPLAN 2012-2016
1.Schoolbeschrijving. OBS ”Van Rijckevorsel” is een school voor openbaar basisonderwijs met als schoolbestuur Stichting BOOR. Er zijn 3 basisscholen in Hoek van Holland. De school is gelegen in een wijk met huizen in de huur- en koopsector waar relatief veel doorstroming plaats vindt naar nieuwbouwwijken nabij het strand en duinen. De komende jaren zullen er in Hoek van Holland nieuwe huizen gebouwd worden, wat een instroom zal geven van kinderen uit omliggende gemeenten in het Westland en Rotterdam. Hoek van Holland is een groeiende gemeente. Het is een attractieve badplaats met een unieke ligging. Er is ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Hoek van Holland is ook een sterk veranderende gemeente. We merken dat steeds meer ouders beiden moeten werken. De laatste tijd worden er meer kinderen van gescheiden ouders aangemeld en gaan ook ouders van gezinnen die al bij ons op school zijn vaker scheiden. De woordenschat van de kinderen neemt af. Er is sprake van een toename in gedragsproblemen. Dit heeft ook zijn invloed op de basisschoolleerlingen. Het uitvoeringsplan Communities that Care(CtC) heeft een stappenplan ontwikkeld ter verbetering van het opvoed- en opgroeiklimaat in Hoek van Holland. De ligging van Hoek van Holland is minder strategisch voor de onderwijsvoorzieningen. Onze school valt onder stichting BOOR, maar maakt ook gebruik van de faciliteiten van het onderwijsaanbod in het Westland, met name het Samenwerkingsverband Westland en het SBO. Het merendeel van de leerlingen bezoekt een VO school in het Westland. Hoek van Holland ligt tussen een groot industrieel gebied en de residentie. De school biedt onder andere om die reden vanaf groep 1 lessen Engels aan. Instroom: 1. Leerlingen uit Hoek van Holland. 2. Leerlingen van Trivium Lindenhof (crisisopvang/gezinsvervangend tehuis). Deze kinderen hebben doorgaans leer- en gedragsproblemen. 3. Gezinnen van buiten Hoek van Holland; met name uit Rotterdam en omstreken. De school bestaat uit 6 combinatiegroepen. We hebben 2 kleutergroepen; 1/2 a en 1/2 b. Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 6/7 Groep 8 Pagina 4 ZORGPLAN 2012-2016
Het team bestaat uit 13 personeelsleden. Er is 1 directeur, 1 leerkracht met IB taken, 9 leerkrachten die voor de klas staan, 2 conciërges en 1 administratieve kracht. Ook hebben wij vakleerkrachten voor de volgende vakken; bewegingsonderwijs, godsdienst en HVO. Vanuit Minters is er ook 1 dag per week een gezinsspecialist in de school aanwezig. De school besteedt veel zorg aan de omgeving, waardoor het geheel een bijzondere uitstraling heeft die met name ouders zeer aanspreekt. Er heerst op school een prettige en rustige sfeer. De binnenkant ziet er kleurrijk en fris uit.
Pagina 5 ZORGPLAN 2012-2016
2.Missie en visie van OBS “Van Rijckevorsel”. Op de openbare basisschool “Van Rijckevorsel” zorgen wij voor een veilige leeromgeving, zodat de kinderen graag naar school gaan om te leren. Het onderwijs geeft de kinderen de kans om hun talenten maximaal te ontplooien. De kinderen leren om zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch te kunnen leren en leven. We stimuleren het zelfvertrouwen en het samenwerkend leren, laten kinderen succeservaringen krijgen en zeggen dat fouten maken mag, omdat je daarvan leert. De kinderen worden uitgedaagd door middel van verschillende didactische werkvormen, leerstrategieën en materialen. De kinderen leren doelen te stellen op hun niveau. Op onze school wordt aandacht besteed aan het aanleren van sociale vaardigheden. Het uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens, het respectvol luisteren naar elkaar en verantwoordelijk omgaan met elkaar, zodat we de kinderen goed voorbereiden op hun deelname aan onze maatschappij. Hierbij spelen zorg en waardering voor de leefomgeving ook een grote rol. We vinden het belangrijk dat we de ouders hierover informeren en erbij betrekken. De kinderen leren na te denken over hun eigen handelen en leerprestaties, wat terug komt in het onderdeel sociaal emotionele vaardigheden (Burgerschap) en de lessen Humanistische vorming (HVO) en Godsdienst. In de BGL methode ‘Nieuwsbegrip’ en het bijbehorende computerprogramma ‘Nieuwsbegrip XL’ wordt wekelijks een onderwerp uit het nieuws uitvoerig besproken en verwerkt. We besteden expliciet aandacht aan verschillen die er tussen leerlingen bestaan op het gebied van kennis en gedrag, zodat we binnen ons klassikale systeem het individuele kind optimaal kunnen begeleiden. Dit betekent dat we bijvoorbeeld instructie geven op drie niveaus, werken aan de zelfstandigheid van de kinderen en voor leerlingen met speciale zorgbehoeften eigen leerlijnen hanteren. Dit alles binnen de mogelijkheden van de school. Sportief gedrag is de basis van ons pedagogisch handelen
We zien het werken met de computer als een basisvaardigheid waarin we de kinderen voorbereiden op dit component in het voortgezet onderwijs en de maatschappij waarin de computer een onmisbare plaats inneemt. We gebruiken de computer dan ook als hulpmiddel ter ondersteuning van ons onderwijs. OBS ”Van Rijckevorsel” is een Early Bird-school. De leerlingen leren op jonge leeftijd Engels. Het spelenderwijs leren van een tweede taal gaat ze gedurende deze taalgevoelige periode gemakkelijk af. Het is ook een goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Pagina 6 ZORGPLAN 2012-2016
Daarnaast is het ook een ondersteuning bij het verwerven en verwerken van informatie. We vinden het belangrijk dat we ons als team blijven ontwikkelen d.m.v. nascholing, dat we leren van en met elkaar en door collegiale ondersteuning. Al werkend en ontwikkelend verbeteren we de kwaliteit van ons onderwijs. Onze school is voortdurend in ontwikkeling, past nieuwe onderwijskundige ideeën toe en heeft zorg voor alle kinderen. Ons motto luidt:
Openbare basisschool “Van Rijckevorsel”: Grensverleggend…that`s the difference!
Pagina 7 ZORGPLAN 2012-2016
3.Kwaliteitszorg (conform de BOOR regels ) Onze school is erop gericht om de onderwijsprestaties van de leerlingen te verhogen, het verhogen van burgerschapsvaardigheden en het maximaal ontwikkelen van de talenten van de leerlingen. Het door Stichting BOOR vastgestelde strategisch beleidsplan 2012-2016 ”Het kind voorop” en het Rotterdams Onderwijsbeleid 2011-2014 “Programma Beter Presteren” zijn richtinggevend en vormen het kader voor het beleid van onze school.
Pagina 8 ZORGPLAN 2012-2016
4.Kwaliteitsbeleid. Wij maken gebruik van het BOOR Kwaliteitsprofiel voor het toetsen van de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteitszorg wordt op verschillende niveaus uitgevoerd: Schoolniveau De school werkt met een jaaractiviteitenplan, jaarkalender en een meerjarenplanning. Deze worden aan het einde van het schooljaar geëvalueerd. In het schoolplan staan de beleidsvoornemens voor de jaren 2012-2016. Het zorgplan (management van de zorg) Groepsniveau en leerlingenniveau Toetskalender LOVS CITO; niet methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen Tevredenheidonderzoeken ouders Tevredenheidonderzoeken leerlingen Dossiervorming van iedere leerling in het leerlingvolgsysteem in Parnassys Het bespreken van de leeropbrengsten op schoolniveau, groepsniveau en leerlingenniveau volgens de PDCA cyclus Leerkrachtniveau Tevredenheidonderzoek leerkrachten Dossiervorming leerkracht (functioneringsgesprekken, beoordelinggesprekken, taakgesprekken en POP-gesprekken) Auditsysteem
Pagina 9 ZORGPLAN 2012-2016
5. Jaaractiviteitenplan, jaarplan, meerjarenplan (2012-2016) en algemeen schoolplan (2012-2016) Jaaractiviteitenplan: Per schooljaar wordt een overzicht gemaakt waarin de schoolactiviteiten zoals vergaderingen, werkmiddagen, overleg IB, projecten, toetsmomenten e.a. aangegeven zijn. Jaarplan: jaaroverzicht met daarin de gestelde doelen en tussendoelen van het komende schooljaar. De doelen worden per kwartaal geëvalueerd. Meerjarenplan: 4 jarenplan met tussendoelen en einddoelen op organisatorisch-, onderwijskundig- en personeelsgebied. Algemeen schoolplan: de visie en missie van OBS “Van Rijckevorsel”, uitgaande van het strategisch beleidsplan van stichting BOOR.
Pagina 10 ZORGPLAN 2012-2016
6.Visie op de leerlingenzorg De leerlingenzorg richt zich op het afstemmen van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. In plaats van (curatief) de zorg op uitvallers te richten, probeert de leerlingenzorg ( preventief) systematisch en vroegtijdig leerlingen te signaleren die extra aandacht nodig hebben. Door deze leerlingen adequaat te begeleiden kunnen vaak ernstige leerachterstanden en problemen voorkomen worden. Daarnaast sterven we ernaar om zoveel mogelijk uit een kind te halen wat binnen de mogelijkheden ligt. Niet alleen leerlingen met een leerachterstand, maar ook leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong of leervoorsprong worden gesignaleerd. Dit onderwijs duiden we aan met de term “adaptief onderwijs” De belangrijkste uitgangspunten van onze leerlingenzorg zijn; er wordt gewerkt met een didactisch werkplan volgens de mijlpalen van Harry Janssens. per leerling wordt binnen de eigen mogelijkheden een hoog realistisch doel per vakgebied bepaald en nagestreefd. we werken opbrengstgericht. de leerkracht heeft een duidelijk beeld van de onderwijsbehoefte per leerling. de leerlingadministratie en ontwikkeling van de leerling wordt bijgehouden in het leerlingvolgsysteem in Parnassys. twee keer per jaar worden de CITO-opbrengsten op school-, groeps- en leerlingenniveau geëvalueerd. Nieuwe doelen worden verwerkt in didactisch werkplan. de leerlingen worden gevolgd op cognitief- en sociaal/emotioneel gebied. We bereiden de kinderen zo breed mogelijk voor op de toekomst en de maatschappij in een veilig klimaat waar zij zich optimaal kunnen ontplooien. De leerkracht is de eerste verantwoordelijke voor het afstemmen van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerling. Het is echter van belang, dat we als team een gezamenlijke verantwoording voelen voor het bieden van zorg aan alle leerlingen bij ons op school. Deze gezamenlijke verantwoording krijgt o.a. vorm door een zorgstructuur met daarin van de intern begeleider en directie een adviserende, stimulerende, informerende en begeleidende rol toe naar de leerkrachten.
Pagina 11 ZORGPLAN 2012-2016
7. Het leerlingvolgsysteem. Onze school volgt de ontwikkelingen van de leerlingen aan de hand van methodegebonden toetsen en het CITO leerlingvolgsysteem (LOVS). De afgelopen jaren zijn de toetsen stapsgewijs vernieuwd. De methodegebonden toetsen volgen de leerlingen in de groep n.a.v. de leerstof die in de groep wordt aangeboden. De niet methodegebonden toetsen volgen de leerlingen over een halfjaarlijkse periode. Hierbij wordt er gekeken naar het niveau van de leerling en de vaardigheidsscore aangegeven door de inspectie. De school gebruikt deze resultaten om haar onderwijs en leerstofaanbod waarnodig aan te passen aan het niveau van de leerlingen. Vaardigheidsscores: Bij het vaststellen van de vaardigheidsscore van een leerling wordt uitgegaan van de vaardigheidsscores die vermeld worden op de didactische werkplannen van Harry Janssens. Bij het vaststellen van de score van het groepsgemiddelde wordt uitgegaan van de inspectienorm uit de brochure “Analyse en waarderingen van opbrengsten”. De inspectienorm moet voldoende zijn voor: Technisch lezen: groep 3, 4 en 5 DMT: groep 3, 4 en 5 Rekenen: groep 4, 5 en 6 Begrijpend lezen: groep 5 en 6 Voor de overige onderdelen en groepen wordt uitgegaan van de B score aangegeven in de handleiding van de CITO. De vaardigheidsscore van het groepsgemiddelde wordt ingevuld op een overzicht M (midden) en E (eind) toetsen en aan het einde van het jaar opgestuurd naar de inspectie en stichting BOOR. Deze gegevens worden tevens gebruikt in 2 plenaire vergaderingen om de opbrengsten met het team te evalueren op schoolniveau. De resultaten worden besproken met de bovenschoolse directeur. De leerkracht neemt de toetsen af en corrigeert de toetsen. De resultaten worden door de leerkracht ingevoerd en verwerkt in Parnassys. Het administratiesysteem verwerkt de resultaten en zet deze om in een toetsscore met een niveauaanduiding van A t/m E. De leerkrachten interpreteren de toetsgegevens. In het systeem is ook de vaardigheidsscore van de leerlingen te volgen. De leerkracht analyseert de toetsen: heeft de leerling voldoende ontwikkeling doorgemaakt? Het is ook mogelijk om de toetsen op maat af te nemen. Leerlingen met een D/ E score kunnen de toets van een eerdere periode maken. Het niveau van de toets sluit dan beter aan bij het ontwikkelingsniveau van de leerling. De vaardigheidsscore die de leerling haalt geeft een juiste indicatie aan.
Pagina 12 ZORGPLAN 2012-2016
7a. Overzicht CITO LOVS toetsen. Groep 1 en 2 Taal voor kleuters groep 1 en 2 * Rekenen voor kleuters groep 1 en 2 * Screening beginnende geletterdheid groep 2 Observatielijsten BOSOS * in groep 1 worden de leerlingen alleen aan het eind van het jaar getoetst. Aan de hand van deze gegevens wordt bepaald of zij door kunnen stromen naar groep 2. Wanneer de leerkracht eerder in het jaar behoefte heeft aan toetsgegevens van een leerling, bestaat er de mogelijkheid om de toetsen ook halverwege het jaar af te nemen. Groep 3 t/m 8 DMT AVI Leestoetsen voor zwakke lezers: grafemen- en fonementoets, auditieve en visuele synthese Screening beginnende geletterdheid (groep 3) Rekenen en wiskunde (groep 3 t/m 8 Spelling (groep 3 t/m 8) Screening dyslexie (groep 4 t/m 8) Begrijpend lezen (groep 3 t/m 8) * Luisteren (groep 3 t/m 8) Leeswoordenschat/woordenschat (groep 3 t/m 8) Studievaardigheden (groep 5 t/m 8) Entreetoets (groep 6 en 7) CITO eindtoets (groep 8) * groep 3 maakt alleen de eindtoets. Groep 4 t/m 8 maken de middentoets. 7b. Methodetoetsen De school maakt gebruik van moderne onderwijsmethoden, waarbij aandacht is voor werken op eigen niveau, probleemoplossend handelen en leren. Groep 1 en 2 Observatielijsten uit “Schatkist “ Observatielijsten fonemisch bewustzijn Engels: I-pockets, Cookie & friends en Backpack Groep 3 t/m 8 Methodetoetsen uit de volgende methoden; afnamedata is in de methode opgenomen. Aanvankelijk en technisch lezen: Veilig leren lezen (groep 3) Technisch lezen: Estafette (groep 4 t/m 8) Pagina 13 ZORGPLAN 2012-2016
Rekenen: Taal: Spelling: BGL: Natuur: Aardrijkskunde: Geschiedenis: Schrijven: Verkeer: Engels: Studievaardigheden:
De wereld in getallen Taal Actief Taal Actief Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Wijzer door de natuur en techniek Geobas (groep 5 t/m 8) Wijzer door de tijd (groep 5 t/m 8) Pennenstreken Klaar over Backpack, Cookie & friends, I-pockets Blits
Anderstalige leerlingen: De leerlingen worden begeleid met de programma’s ‘Horen, zien en schrijven’ en ‘Zin in taal’. Tevens kunnen de leerlingen zelfstandig werken met ‘Taalklas’ op de computer. Er is een mogelijkheid om een aanvraag in te dienen bij het Samenwerkingsverband voor ondersteuning op het gebied van taalontwikkeling anderstaligen. Extra toetsen: Naast bovengenoemde methodetoetsen en niet methodetoetsen neemt de school in de groepen 3, 4 en 5 de Rekenprikjes af om automatiseringsproblemen in kaart te brengen. Ook is er de mogelijkheid om op het gebied van taalontwikkeling de TAK toets (Taaltoets alle kinderen) af te nemen. 7c. Toetskalender De IB-er stelt jaarlijks in samenwerking met de LB-leerkracht een toetskalender op met de afnamemomenten van de CITO LOVS toetsen. Hierbij wordt de CITOtoetskalender gevolgd. 7d. Het sociaal-emotioneel volgsysteem. Om de sociale-emotionele ontwikkeling van de leerlingen te volgen wordt er 2 x per jaar digitaal de SCOL afgenomen. Momenteel is een werkgroep op zoek naar een nieuwe methode. De gegevens worden omgezet in een leerling- en groepsrapport. In de groepen wordt gewerkt met de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. 1x per week wordt er uit deze methode een les gegeven. De gegevens van de SCOL worden geanalyseerd en indien nodig worden er extra lessen op het uitvallende onderdeel gegeven. Het doel is dat 75% van de leerlingen voldoende scoort op de SCOL. Aan het begin van het schooljaar worden de schoolregels uitgedeeld en besproken in groep 3 t/m 8. In groep 1 en 2 worden de regels besproken. De regels zijn zichtbaar in de school. Het pedagogisch klimaat is van wezenlijk belang om tegemoet te komen aan de drie basisbehoeften: Acceptatie; de behoefte van leerlingen om geaccepteerd te worden Pagina 14 ZORGPLAN 2012-2016
Zelfvertrouwen; vertrouwen hebben in eigen kunnen Autonomie; zelfstandig kunnen handelen
Wanneer het pedagogisch klimaat niet optimaal is binnen een groep kan de hulp van het Samenwerkingsverband Westland worden ingeschakeld. De school maakt gebruik van een pestprotocol (zie bijlage pestprotocol). 7e. Intakegesprekken. Om de leerlingen vanaf het eerste moment goed te kunnen volgen is er een uitgebreid intakegesprek met de ouders na 6/8 weken school. Deze gegevens worden opgenomen in het leerlingendossier. Met de kinderdagverblijven en/of peuterspeelzalen vindt er een warme overdracht plaats. Indien er op de kinderdagverblijven en/of peuterspeelzalen gebruik wordt gemaakt van een observatielijst worden deze gegevens ook opgenomen in het Leerlingdossier.
Pagina 15 ZORGPLAN 2012-2016
8. Het stellen van einddoelen Er wordt doelgericht gewerkt. Per periode worden doelen gesteld op school-, groepsen leerlingniveau. De leerkracht stelt in samenwerking met de IB’er de groepsdoelen van een nieuwe periode vast. De toetsresultaten worden afgezet tegen de einddoelen van de inspectie. Doelen op schoolniveau: De doelen op schoolniveau worden per schooljaar beschreven in het jaarplan. Aan het einde van het schooljaar wordt het jaarplan geëvalueerd. Er wordt gebruik gemaakt van de niveauscore in Parnassys. Doelen op groepsniveau: Voor de CITO LOVS toetsen wordt gestreefd naar de normen van de inspectie waaronder de verdeling van de niveaus zoals die door de inspectie zijn beschreven. De school streeft ernaar dat tenminste op het gebied van rekenen , spelling , begrijpend lezen en technisch lezen 90% van de leerlingen de doelen behaalt. A - 25% D - 15% B - 25% E - 10% C - 25%
De vaardigheidsscore zoals vermeld in het inspectierapport en de handleiding van de CITO toetsen De leerresultaten t.o.v. het landelijk gemiddelde. Methodetoetsen (80% norm) Kerndoelen/mijlpalen van Harry Janssens per periode (zie didactische werkplannen) Deze doelen worden 2x per jaar geëvalueerd op directie – en teamniveau. Doelen op leerlingniveau: Op basis van vaardigheidsscore worden de doelen opgesteld. De doelen worden opgesteld in het didactisch werkplan. De toetsresultaten van de middentoets en de eindtoets worden geanalyseerd. Is er n.a.v. de individuele en groepsplannen vooruitgang geboekt? Zijn de doelen bereikt? Voor kinderen waarbij n.a.v. de toetsgegevens duidelijk is dat zij de doelen van groep 8 niet halen en het onderwijsproces stagneert, worden de doelen aangepast en zal gekeken worden of deze kinderen gebaat zijn bij een eigen leerlijn. Voor de leerlingen met één eigen leerlijn wordt een groot individueel handelingsplan opgesteld en voor leerlingen met 2 eigen leerlijnen of meer wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld.
Pagina 16 ZORGPLAN 2012-2016
9. Verwerking van de gegevens van de leerresultaten in Parnassys Om de doorgaande lijn in de ontwikkeling van elke leerling goed in de gaten te houden, is het belangrijk de gegevens van alle leerlingen goed te bewaren. Zo kunnen ook de gegevens van voorgaande jaren makkelijk worden nageslagen. Er wordt een elektronisch dossier per leerling bijgehouden in Parnassys. In het digitale leerlingdossier wordt vermeld: De adres- en familiegegevens van de leerling. De gemaakte niet methodetoetsen (CITO LOVS) die zijn afgenomen. De gemaakte methodetoetsen. Leerlingdossier. Gesprekken met ouders en onderwijsprofessionals. Observaties. Evaluatie van de groeps- en leerlingbesprekingen. Individuele handelingsplannen (indien nodig). OPP Absenties De leerkracht en de IB-er moeten zorgen dat alle informatie in het dossier van de leerling en groep staat. De groepskaart. De groepskaart in Parnassys is ingericht om de leerlingen in een overzichtsscherm te kunnen monitoren en signaleren. In de groepskaart staan de volgende gegevens: Namen van de leerlingen Algemeen leerlingdossier Notities van de leerkrachten Notities van de administratie Notities van SMW Oudergesprekken Rapportgesprekken Individuele handelingsplannen De groeps- en leerlingmap: In elke groep is er een groepsmap waarin de volgende informatie wordt bijgehouden: Jaarplanning Weekplanning Evaluatie van de geven lessen Absentielijst/te laat komen Plattegrond van de klas Klassenafspraken Wat te doen voor de invaller Namenlijst van de leerlingen Zakelijke gegevens Roosters gym, HVO, godsdienst en RT Pagina 17 ZORGPLAN 2012-2016
Het papieren leerlingdossier. Van elke leerling zit een dossiermap in een afgeschermde dossierkast. De leerkracht en de IB’er zijn verantwoordelijk voor deze gegevens. In de dossiermap zit alle correspondentie die niet digitaal verwerkt kan worden. De ouders mogen het digitale en papieren leerling-dossier inzien. Op hun verzoek kunnen ze kopieën van de informatie krijgen.
Pagina 18 ZORGPLAN 2012-2016
10: Analyse en omzetting van de CITO en methodetoetsen naar hulpplannen 10a.Op leerling- en groepsniveau: Didactische werkplannen, individuele handelingsplannen en leerlijnen. Tweemaal per jaar is er een toetsperiode van een aantal weken. Hierin worden de niet-methodegebonden toetsen afgenomen, die ons in staat stellen een betrouwbaar en scherp beeld te krijgen van de capaciteiten en de vorderingen van elke leerling afzonderlijk en van de groepen van leerlingen. We nemen de toetsen af in de periode die in de handleiding staat aangeven en volgen de instructie t.b.v. de afname van de toetsen nauwkeurig. Na de toetsperiode wordt er een overzichtsschema ingevuld met de behaalde vaardigheidsscore van de groepen (zie bijlage). De resultaten van de niet-methodegebonden toetsen worden verwerkt in didactische werkplannen, individuele handelingsplannen en eigen leerlijnen. Afhankelijk van de resultaten worden de leerlingen ingedeeld in een specifieke aanpak welke het best bij de leerling aansluit. Per leerling wordt er gekeken naar de onderwijsbehoeften. We maken gebruik van de cyclus van planmatig werken. De school volgt hierin de “Kabell methode “van Harry Janssens met het volgende stappenplan: 1. Aan het begin van het schooljaar worden de didactische werkplannen ingevuld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de CITO score van E toetsen in mei/juni. Op het didactische werkplan wordt bij elke leerling vermeld wat het behaalde doel is (vaardigheidsscore) en de verwachte vaardigheidsscore van de leerling. A niveau: leerlingen die structureel hoog in A scoren krijgen een uitdagend programma (compacten en verrijken) met aanpassingen in de leerstof, de werktijd,etc. B niveau: leerlingen maken de plus/extra taken om op niveau en uitgedaagd te blijven. C niveau: afhankelijk van de onderwijsbehoeften wordt er hulp geboden; het kind kan in een didactisch werkplan komen met extra aandacht en herhalingsstof. Met name bij de C leerlingen is het van belang om de vaardigheidsscore goed te volgen; is het een hoge/lage C? De leerlingen moeten op de methodetoetsen goed scoren; min. 80 % moet goed zijn. Er vindt regelmatig controle plaats om te kijken of de leerlingen de methodestof beheersen. D/E niveau: leerlingen met een D/E score krijgen extra aandacht bij de leerkracht aan de groepstafel. Verbeteren de leerresultaten niet, dan wordt besloten om de leerling een individueel handelingsplan te geven. Deze plannen worden regelmatig geëvalueerd. Pagina 19 ZORGPLAN 2012-2016
Voor leerlingen die structureel een E scoren voor een vakgebied hebben kan na overleg met ouders en team worden besloten om een eigen leerlijn aan te bieden. De leerling wordt teruggetoetst naar zijn niveau en er wordt een analyse van de fouten gemaakt. De onderwijsdoelen worden aangepast en dan kan de leerling op zijn/haar eigen werken niveau met extra ondersteunend materiaal. Het individuele handelingsplan, de eigen leerlijn en het OPP worden vermeld bij de desbetreffende leerling in Parnassys. Individuele plannen, eigen leerlijnen en ontwikkelingsperspectieven (zie bijlage) Individuele handelingsplannen: Een individueel handelingsplan wordt incidenteel opgesteld als blijkt dat uit de leerlingbespreking of groepsbespreking een leerling onvoldoende profiteert van de aanpak beschreven in het didactische werkplan. Er kan sprake zijn van gedragsproblemen, werkhoudingproblemen of een leerprobleem. Het individuele handelingsplan wordt opgesteld in Parnassys. De ouders worden van het plan op de hoogte gesteld. De behandeling duurt niet langer dan 6 tot 8 weken en is tijdelijk van aard. Het plan wordt geëvalueerd met de ouders en de IB’er en er wordt besproken welke eventuele vervolgstappen er genomen moeten worden. Eigen leerlijnen: Er is sprake van een basisniveau voor de hele groep. Soms krijgen leerlingen extra instructie, remediering, verdieping of verrijking. Indien het didactische werkplan en het individuele handelingsplan niet toerijkend zijn voor de maximale ontplooiing van de leerling en de leerling niet zal uitstromen op het niveau van groep 8, kan worden besloten de leerling op een eigen leerlijn te zetten. Er is sprake van een leerachterstand van minimaal een jaar op een bepaald onderdeel. Er is aangetoond dat de extra aanpassingen (extra instructie, RT, werken met een handelingsplan) en extra hulp niet voldoende hebben geholpen. De leerling is teruggetoetst naar zijn niveau en er is extra begeleiding gezet op de uitval. Het huidige niveau van de leerling is bekend (op spelling, BGL, technisch lezen en rekenen) Wat is de uitval? Wat wordt door de leerling beheerst? Welk doel stel je voor de leerling (mijlpalen Harry Janssens) Wat ga je doen om je gestelde doel te bereiken?(tussendoelen, welke materialen, etc) Wat zijn belemmerende en stimulerende factoren? Welke vorm van extra begeleiding is er gegeven en hoe heeft de leerling zich ontplooid? Er is sprake van een specifieke ontwikkelingsstoornis op het gebied van leren en gedrag. In overleg met de ouders wordt besloten de leerling op een eigen leerlijn te zetten voor het onderdeel waarop de leerling uitvalt. Na de middentoetsen en eindtoetsen Pagina 20 ZORGPLAN 2012-2016
wordt er met de ouders overlegd. Indien het handelingsplan dit vraagt vindt er structureel overleg plaats. De eigen leerlijn wordt ingevoerd in Parnassys. De leerling zal niet uitstromen op het niveau van groep 8 (op het onderdeel van uitval). OPP: ontwikkelingsperspectief voor leerlingen met een eigen leerlijn. Met welke OPP’s werken wij en wanneer? Parnassys: Hierop is terug te vinden wat het leerrendement van een leerling is en de verwachte uitstroom. Dit document kan gebruikt worden bij het maken van een ontwikkelingsperspectief en in de oudergesprekken. Het leerrendement is ingesteld op 100%. Bij leerlingen met een eigen leerlijn kan het leerrendement aangepast worden, zodat er een correcter beeld ontstaat van de doorgaande lijn die de leerling doormaakt. Wij maken gebruiken van het OPP wat in Parnassys gemaakt kan worden. De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor het maken van de individuele handelingsplannen. Zij kunnen hierbij ondersteuning van de IB’er verwachten. De eigen leerlijn en het OPP wordt door de IB-er in samenspraak met de leerkracht gemaakt. Verwerken van de resultaten naar didactische werkplannen op basis van de te behalen vaardigheidsscore. Uit de analyse van de groep kan naar voren komen dat een groep niet voldoet aan de vaardigheidsscore gesteld door de inspectie/handleiding van de CITO. In de groepsbespreking wordt besproken wat de reden hiervan is er wordt er een nieuw doel gesteld voor de komende periode. Het plan wordt vermeld bij de desbetreffende groep in Parnassys. 10b.Op schoolniveau: De IB-er maakt samen met de directie n.a.v. de CITO toetsen een trendanalyse waarin naar voren komt waar een groep/de school sterk/zwak is. Er wordt gekeken naar de resultaten van de afgelopen 3 jaar d.m.v. de niveaugrafieken uit Parnassys en het ingevulde overzichtsschema behaalde groepsscore CITO toetsen. Voldoen de groepen aan de landelijke norm? N.a.v. de evaluatie kan er bijvoorbeeld geconstateerd worden dat een methode niet voldoet, dat de leerkrachtvaardigheden in een bepaalde groep moeten worden aangepast of dat er extra materialen worden ingezet om de vaardigheidscore op een bepaald lesonderdeel te verhogen.
Pagina 21 ZORGPLAN 2012-2016
11.Evaluatie van de school, leerling- en groepsbesprekingen. Directie, IB-er en leerkrachten volgen gedurende de hele cyclus het leerproces van de leerlingen. Op basis van de uitkomsten worden nieuwe plannen ontwikkeld om de doelstelling van de school te realiseren en om het leerrendement verder te optimaliseren naar de kunde van de leerlingen. 1.Op schoolniveau: De directie analyseert samen met de IB-er twee keer in het jaar na de CITO toets weken de toetsresultaten. Per periode wordt samen met het team naar de analyse gekeken en worden verbeterpunten opgesteld. Dit gebeurt 2x per jaar in een plenaire teamvergadering. 2. Op groepsniveau: De groepsbesprekingen vinden plaats op de momenten die volgens de opbouw van handelingsgericht werken in het jaarrooster zijn opgenomen. Hierin worden de volgende gegevens besproken: het niveau van de groep. signaleren van aandachtspunten voor de hele groep didactische werkplannen hulpvraag van de leerkracht hebben de leerlingen de verwachte doelstellingen gehaald? Indien nodig kan er gesproken worden over: de didactische werkplannen de eventuele individuele handelingsplannen de eventuele eigen leerlijnen en OPP’s Wanneer de leerkracht en de IB’er er in een groepsbespreking niet samen uitkomen, wordt de leerling in een plenaire leerlingbespreking als casus ingebracht en besproken. 3.Op leerling-niveau De plenaire leerlingbesprekingen vinden plaats op de momenten die volgens de opbouw van handelingsgericht werken in het jaarrooster zijn opgenomen. Een leerlingbespreking kan leiden tot: Het inschakelen van een specialist binnen de school, bijvoorbeeld via het Samenwerkingsverband. Directe handelingsadviezen voor de aanpak in de klas. Het aanmelden van een leerling bij logopedie, fysiotherapie, ergotherapie e.a. Het inbrengen van de leerling in het SOT-overleg. Het aanmelden bij SMW Het inschakelen van externe zorg. Inzetten van RT. Pagina 22 ZORGPLAN 2012-2016
Wanneer het team er samen niet uitkomt voor de besproken leerling, wordt de leerling – alleen met toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) – aangemeld voor het SOT-overleg. 4. SOT-overleg Zes keer per jaar vindt er een SOT-overleg plaats. De deelnemers hierbij zijn de IB’er, de schoolondersteuner van het Samenwerkingsverband, de jeugdverpleegkundige van het CJG en de gezinsspecialist van Minters.
Pagina 23 ZORGPLAN 2012-2016
12.Omgaan met verschillen. Ieder kind is verschillend en uniek. Er is extra aandacht voor alle kinderen. Zo krijgt ieder kind de kans om zich optimaal ontwikkelen. Om de leerlingen in hun ontwikkeling te kunnen begeleiden is goed klassenmanagement noodzakelijk. Hiervoor zijn op schoolniveau afspraken gemaakt. Zie hiervoor bijlage document zelfstandig werken. Er wordt bij ons op school instructie gegeven op 3 niveaus, er wordt gewerkt met het directe instructiemodel. Het streven is om dit bij alle vakken te kunnen toepassen. Het directe instructiemodel gaat uit van verschillende vormen van aanpak waarin rekening wordt gehouden met de cognitieve en de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. De aanpak kan per groep, afhankelijk van het niveau en pedagogisch klimaat van de groep verschillen van een grote mate van zelfstandigheid tot een meer intensieve begeleiding binnen de groep. Efficiënte organisatie: Het kunnen variëren in instructie vraagt om een efficiënte organisatie van het onderwijsleerproces. Het gaat hierbij om effectieve leertijd, het creëren van momenten van zelfstandig werken, het vooruitplannen van zorg aan leerlingen en het in de klas hebben van de juiste leermiddelen. De leerkrachten ondersteunen elkaar bij het zich vaardig maken van het directe instructiemodel: In 2009-2010 is de school gaan werken met “maatjeswerk”. De leerkrachten bezoeken elkaars lessen, bespreken met welk doel zij komen observeren bij elkaar. Het maatjeswerk kan eventueel worden ingezet ter ondersteuning van leerkrachten die het maken van bijvoorbeeld didactische werkplannen lastig vinden. Tevens heeft de school een traject gevolgd d.m.v. School Video Interactie Begeleiding (SVIB) Leren van elkaar! 12a. Passend onderwijs Schoolbesturen zijn per 1 augustus 2014 verplicht om te zorgen voor passend onderwijs voor alle leerlingen met extra onderwijsbehoeften die op de school zijn ingeschreven of worden aangemeld. Passend onderwijs sluit aan op de ontwikkeling van de leerling, de mogelijkheden van het personeel en de school en de wensen van de ouders. Om te voldoen aan passend onderwijs is er vanuit BOOR een basisprofiel met 6 uitgangspunten opgesteld waar OBS Van Rijckevorsel aan dient te voldoen. 1. ADHD 2. Dyslexie. 3. Leerproblemen 4. Onrust en concentratieproblemen 5. Meer – en hoogbegaafden 6. Lichamelijke beperkingen Pagina 24 ZORGPLAN 2012-2016
1. ADHD 2. Dyslexie. Wij maken op school gebruik van het leesprotocol van Kees Vernooy. Hierin wordt duidelijk aangegeven welke stappen wij als school ondernemen m.b.t. de taalontwikkeling van de kinderen. Bij eventuele stagnatie en (vermoeden van) dyslexie volgens wij het protocol. Bij het intakegesprek vraagt de school of er dyslexie voorkomt in de familie. Dyslexie is erfelijk. Dit betekent niet dat een kind het per definitie krijgt wanneer het in de familie voorkomt. De kans is groter. Indien dit het geval is zal er extra gelet worden op de taalontwikkeling. In de groepen 1 en 2 wordt er gewerkt met aan het fonemisch bewustzijn. Bij leerlingen die zwak scoren op het gebied van beginnende geletterdheid wordt de observatielijst ingevuld die terug te vinden is in het boek ‘Protocol dyslexie groep 1/ 2’ en de werkmap ‘Fonemisch bewustzijn’. In de groepen 2 en 3 wordt de screening beginnende geletterdheid afgenomen. In groep 3 worden de leerlingen gevolgd via de toetssite in de methode VLL. In de groepen 4 t/m 8 worden de leerlingen gevolgd via de LOVS CITO toetsen AVI en DMT. Tevens wordt de toets ‘screening dyslexie’ afgenomen bij de leerlingen die op AVI en/of DMT zwak scoren. Als blijkt dat de leerling onvoldoende lees- of spellingsniveau heeft, worden er extra toetsen afgenomen. 1. Grafementoets, fonementoets, auditieve en visuele synthese 2. Leestoetsen uit “Struiksma” 3. Spellingstoetsen van Harry Janssens 4. Leerlingen met en D/E score krijgen les in aanpak 1 van Estafette wat extra leestijd oplevert van ongeveer 1 uur per week. Er wordt iedere dag 15 minuten extra gelezen in de groepen 3 t/m 8. Tijdens het extra lezen leest de leerkracht met de kinderen waarvan het niveau onvoldoende is. Wanneer mogelijk worden er leesmoeders ingezet. De school heeft gekozen voor het dyslexieprotocol van Kees Vernooy (zie bijlage dyslexieprotocol). Naast het dyslexieprotocol volgt de school de leerlingen ook op hun niveau via de mijlpalen van Harry Janssens. Bij kinderen waarbij het lezen onvoldoende blijkt te zijn en er geen verbetering te zien is ondanks extra remediering, zal aan de hand van de toetsen gekeken worden of de leerling aangemeld moet worden bij het Samenwerkingsverband of een intensieve begeleiding via ONL/RID/CED. Pagina 25 ZORGPLAN 2012-2016
Er wordt door de school een leerlingdossier ‘dyslexie’ aangemaakt Ouders kunnen in deze fase ook een onafhankelijk bureau kiezen. Voor leerlingen waarbij dyslexie is geconstateerd wordt gebruik gemaakt van compenserende en dispenserende maatregelen. 3. Leerproblemen Zie 13: Passend onderwijs: zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 4. Onrust en concentratieproblemen Zie 13: Passend onderwijs: zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 5. Meer en hoogbegaafden Zie 13: Kangoeroeklas en verrijking. Er is een protocol meer/hoogbegaafden aanwezig. 6. Lichamelijke beperkingen Zie het schoolondersteuningsprofiel.
Pagina 26 ZORGPLAN 2012-2016
13. Zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. De leerkracht verzorgt het onderwijs aan de leerlingen van zijn/haar groep. Het leerlingvolgsysteem stelt de leerkrachten in staat de leerlingen gedurende hun hele schoolbaan te volgen. De leerkracht signaleert eventuele problemen en geeft in eerste instantie zelf extra hulp, instructie en lessen. Bij voortduring van het probleem neemt de leerkracht contact op met de interne begeleider. Voor alle leerlingen wordt gestreefd naar een begeleiding die is toegesneden op de hulpvraag van de betreffende leerling. De 5 niveaus van zorg Niveau 1: De algemene zorg ( A/B scores) In dit niveau gaat het om goed onderwijs voor alle leerlingen; dus onderwijs dat is aangepast aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen, rekening houdend met de verschillen van de leerlingen qua kennis, vaardigheden en gedrag. Afhankelijk van de behoeften ontwerpt de leerkracht een passend onderwijsaanbod. Beslissing: beslissingen over de algemene zorg zijn voorbehouden aan de groepsleerkracht, dit eventueel in overleg met de IB’er. De leerkracht is alert op de structureel A+ scorende leerling en eventueel onderpresterende leerlingen Ouders: er is sprake van goede informatie-uitwisseling tussen de ouders en de groepsleerkracht omtrent de ontwikkeling van het kind Registratie: de didactische werkplannen en het leerlingdossier. Niveau 2: Extra zorg in de groep (basis/herhalingstof C score) In dit niveau gaat het om de extra zorg die aan de leerling wordt gegeven door de leerkracht. Het kan gaan om individuele hulp bij één of meer vakken, begeleiding van het gedrag, de motoriek of een combinatie hiervan. In principe betreft het kortdurende zorg. Het alert zijn op de vaardigheidsscore is van groot belang; is het een hoge of een lage C? We hebben het hier over de leerlingen die instructiegevoelig zijn. De lichte achterstandsproblemen, hoe deze leerlingen verder te begeleiden, worden met de IB’er besproken. Beslissingen: beslissingen over het geven van extra zorg zijn aan de groepsleerkracht voorbehouden, er is overleg met de IB’er. Ouders: ouders worden geïnformeerd over de extra zorg tijdens de normale voortgangsrapportage of via een extra gepland gesprek. Registratie: de didactische werkplannen en het leerlingdossier. Niveau 3: Speciale zorg - D/E score . De leerlingen in dit niveau worden besproken in de leerlingbespreking met de IB’er . Er wordt een individueel handelingsplan gemaakt, waarin de problematiek wordt weergegeven, wat er voor hulp geboden wordt, door wie en met welke materialen. Het plan zal regelmatig geëvalueerd worden en met de IB’er besproken worden.
Pagina 27 ZORGPLAN 2012-2016
De school kan besluiten om de leerling in het SOT-overleg te bespreken of aan te melden bij het Samenwerkingsverband/CED/OA voor extra ondersteuning in de vorm van ambulante begeleiding. Er kan sprake zijn van: Korte speciale zorg: Er wordt gebruik gemaakt van de pedagogische en didactische mogelijkheden van de school. De leerling kan binnen de in het handelingsplan gestelde tijd zijn leerlijn weer volgen. Aanvullende speciale zorg: De reguliere methodiek levert niet voldoende resultaat op (de kerndoelen worden niet gehaald). Er is een speciale begeleidingsstrategie gewenst. Deze leerlingen krijgen een extra aanbod i.p.v. het reguliere programma Er zullen doelstellingen geformuleerd worden afgestemd op hun mogelijkheden. Dit zal regelmatig geëvalueerd worden en bijgesteld worden; de zogenaamde eigen leerlijn. Het is mogelijk dat een leerling de school zal verlaten met een lager niveau dan dat de inspectie vraagt. Beslissingen: beslissingen over de voortgang van deze speciale zorg worden op schoolniveau genomen en vast gelegd in het leerlingvolgsysteem. Ouders: de ouders worden op de hoogte gesteld van de individuele handelingsplannen/c.q. de eigen leerlijn en eventuele onderzoeken. De handelingsplannen worden regelmatig mat de ouders besproken. Registratie: didactische werkplannen, een individueel handelingsplan , OPP en het leerlingdossier Niveau 4: Speciale zorg na extern onderzoek Indien handelingsplannen geen uitkomst bieden zal de school besluiten de leerling aan te melden bij het Samenwerkingsverband voor nader onderzoek. Er wordt door de school een onderzoeksvraag ingediend, de aanmeldingsformulieren worden ingevuld en samen met de handelingsplannen opgestuurd. Ouders geven schriftelijk toestemming voor de onderzoeken. Het advies en de onderzoeksresultaten worden samen met het Samenwerkingsverband,de ouders, de leerkrachten en de IB’er besproken. Er zal bekeken worden of de leerling binnen de voorwaarden van de school zijn schoolloopbaan kan afmaken. Beslissingen: de beslissing wordt op schoolniveau genomen en vastgelegd in het leerlingdossier. Ouders: van een onderzoek door de externe deskundigen wordt een verslag gemaakt dat met de ouders, leerkracht(en) en IB’er besproken wordt. Er wordt besproken of de leerling op een regulaire school kan blijven. Zo ja: er wordt een handelingsplan opgesteld met duidelijk omschreven doelen: wie doet wat, waar en wanneer en met welke ingeplande evaluatiemomenten. De ouders moeten akkoord gaan met de inhoud en dit plan ondertekenen. Registratie: registratie vindt plaats in het leerlingdossier en bij IB’er.
Pagina 28 ZORGPLAN 2012-2016
Niveau 5: De zorg in de speciale school voor basisonderwijs. Wanneer de basisschool aangeeft dat de leerling niet verder kan worden begeleid op de reguliere school, wordt bekeken of overplaatsing naar een andere vorm van onderwijs wenselijk en/of noodzakelijk is. De leerling wordt dan aangemeld via het Samenwerkingsverband. Hierbij wordt gelet op : - een stagnatie op didactisch terrein - een structurele problematiek op sociaal- emotioneel/pedagogisch terrein - de persoonlijke en intelligentiefactoren. Beslissing: op grond van alle gegevens besluit het samenwerkingsverband al dan niet tot het afgeven van een beschikking van toelaatbaarheid. Dit besluit wordt medegedeeld aan de ouders. Ouders: de ouders melden hun kind aan op het SBO en verzoeken daar om plaatsing. Er zal regelmatig contact zijn met de school van plaatsing. Registratie: er wordt melding gemaakt in het leerlingdossier van de plaatsing van de leerling binnen het SBO of SO. De zorgniveaus zijn terug te vinden in de individuele handelingplannen en ontwikkelingsperspectieven. 13a. Arrangement Per 1 augustus 2014 gaat officieel het Passend Onderwijs van start. Dit houdt in dat de bekostiging voor de huidige ‘rugzakleerlingen’ omgezet kunnen worden in arrangementen. Een arrangement houdt in dat er een passend aanbod van begeleiding ingekocht kan worden voor de betreffende leerling. Dit gebeurt in samenwerking met de schoolondersteuner van het Samenwerkingsverband. 13b. RT/remedial teaching Het geven van RT of extra instructie wordt op de volgende wijze vormgegeven: De leerkracht geeft verlengde instructie. Leerlingen met een eigen leerlijn krijgen na de verlengde instructie individuele instructie op hun niveau of de leerkracht kiest voor pre-teaching. Meester Ben geeft op dinsdag RT aan kinderen die met rekenen moeite hebben indien de leerkracht hierom verzocht heeft in overleg met de IB’er. 13c. Verrijking buiten de klas; Kangoeroeklas. In de kangoeroeklas krijgen leerlingen van meester Ben extra uitdagend werk op het gebied van rekenen; de zogenaamde verrijking. De leerlingen worden gestimuleerd met grote sprongen vooruit te denken. 13d.Verrijking binnen de klas; We zijn alert op de leerlingen met een A/A+ score. In het geval dat leerlingen verrijkingstof nodig hebben, maken wij gebruik van de richtlijnen van het protocol Meerbegaafdheid. Dit protocol geeft richtlijnen om begaafde leerlingen goed te kunnen signaleren en in te spelen op hun Pagina 29 ZORGPLAN 2012-2016
onderwijsbehoefte. Er worden handreikingen met betrekking tot compacten, verrijken en in een enkel geval eventueel versnellen. Dit wordt altijd in overleg met de leerling en ouders besproken.
Pagina 30 ZORGPLAN 2012-2016
14. Rapporten De leerlingen van groep 1 en 2: In februari krijgen de leerlingen na minimaal een ½ jaar op school te zijn het eerste rapport. Naar aanleiding hiervan volgt een gespreksavond met de ouders. Aan het einde van het schooljaar volgt het tweede rapport en volgt er eveneens een gesprekavond. De leerlingen van groep 3 t/m 8: De leerlingen van groep 3 t/m 8 krijgen 3 x per jaar een rapport; december, maart en juni/juli. Aan de hand van deze rapporten volgen er gespreksavonden.
Pagina 31 ZORGPLAN 2012-2016
15.Overgang PO-VO Afstemming Primair en Voortgezet Onderwijs. De school besteedt veel tijd aan de voorbereiding van een schoolkeuzeadvies. Het advies wordt gebaseerd op de vorderingen van de leerling in 8 jaar basisschool, de resultaten van de CITO-entreetoets. Deze toetsen meten met name de vorderingen op het gebied van taal, rekenen, begrijpend lezen en studievaardigheden. Andere belangrijke ontwikkelingsaspecten zoals onder andere werkhouding, zelfstandigheid, belangstelling, doorzettingsvermogen en de sociaal-emotionele ontwikkeling spelen daarom ook een belangrijke rol in het schooladvies. OBS “Van Rijckevorsel” zorgt bij de overgang naar het voortgezet onderwijs voor een digitaal rapport (DOD) waarin de algemene gegevens, de toetsresultaten en het schooladvies vermeld staan. Dit rapport wordt vanuit Parnasys gegenereerd. Het Addendum vullen de leerkrachten zelf in en deze wordt bij het DOD toegevoegd. Onze school heeft contacten met de scholen in het Westland: de leerlingen van groep 8 bezoeken deze scholen, er wordt een scholenmarkt georganiseerd in Hoek van Holland Ook in het jaar dat de leerlingen de school hebben verlaten is er contact met de VO school betreffende de vorderingen van onze oud-leerlingen.
Pagina 32 ZORGPLAN 2012-2016
16.Wie doet wat bij ons op school. Taken en verantwoordelijkheden binnen de leerlingzorg. De leerlingzorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. Ieder heeft zijn eigen taken en door middel van onderling overleg komen we tot een goede afstemming en ondersteuning van elkaar. Er vinden collegiale consultaties plaats. We maken gebruik van elkaars kwaliteiten. De directie: De directie heeft een aantal taken gedelegeerd aan de internbegeleider, maar blijft wel eindverantwoordelijk voor wat er gebeurt op het gebied van de leerling-zorg, zowel binnen als buiten de school. De directie heeft op het gebied van de leerling-zorg de volgende taken en verantwoordelijkheden: Structureel overleg met de IB –er en SMW. Klassenbezoeken m.b.v. observatielijsten en de kwaliteitskaart. Plannen scholing voor het team en directie. Planning ondersteuning ( bijv. CED ) Bewaking van de kwaliteit. Bewaking en controle afspraken. Deelname overleg samenwerkingsverband Westland. Deelname bestuurlijk overleg Passend Onderwijs Westland. Deelname IB/directieoverleg samenwerkingsverband Westland. Overleg JOS Overleg Deelgemeente/CtC Overleg CJG Overleg Trivium Lindenhof Op de hoogte blijven van de activiteiten m.b.t. de leerling-zorg 2x per jaar leerling- en groepsbesprekingen houden samen met de IB –er met de leerkrachten Trendanalyse: het bespreken van de groep- en schoolresultaten met de IB-er Het houden van oudergesprekken( in overleg met de leerkracht en de IB –er) Vastleggen van het beleid leerling-zorg Budgettair ruimte creëren voor materialen “Flits” bezoeken in de groep De leerkrachten De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor de individuele leerontwikkeling van hun leerlingen zowel op het gebied van kennis als op het gebied van de sociaalemotionele ontwikkeling. De ontwikkeling van de leerling wordt bijgehouden in het leerlingvolgsysteem in Parnassys. De leerkracht onderhoudt de contacten met de ouders en houdt ze op de hoogte over de ontwikkeling van hun kind. De taken zijn: Het deelnemen aan groeps- en leerling besprekingen en het zorgen voor voldoende informatie over een te bespreken leerling. Het nemen van verantwoordelijkheid voor de verslaggeving van leerling en groepsbesprekingen in Parnassys. Pagina 33 ZORGPLAN 2012-2016
Het tijdig signaleren van leer- en gedragsproblemen van de leerling of groep en deze bespreken met de IB’er. Het signaleren van problemen bij individuele leerlingen of bij de groep aan de hand van de bevindingen van de vorige leerkracht en/of toets- en observatiegegevens. Indien nodig deelnemen aan het SOT-overleg. Het bijhouden van de klassenadministratie. Het organiseren van de leeromgeving van de leerling op individueel niveau en groepsniveau. Het onderhouden van contacten met de ouders en het vastleggen van deze gesprekken in Parnassys. Het plannen van de leerstof door middel van een jaar-, week- en dagrooster. Het evalueren van de lessen. Het afnemen van de methodegebonden toetsen, de niet-methodegebonden toetsen uit het LOVS van de Cito conform de toetskalender en het analyseren van de resultaten op zowel leerling- als groepsniveau. Het 3x per jaar maken van een rapport. Het houden van voortgangsgesprekken n.a.v. de rapporten met de ouders en het vastleggen van deze gesprekken in Parnassys. De leerkracht is verantwoordelijk voor de dossieropbouw in Parnassys. Het maken van een OKR als overdrachtsinstrument naar een andere school. Het maken, uitvoeren, evalueren en bijstellen van didactishe werkplannen, individuele handelingsplannen. Dit eventueel in overleg met de IB’er. Het maken van de didactische werkplannen. Het signaleren van hiaten in de leerstof en leeromgeving. Het terugkoppelen aan ouders van bevindingen, observaties, informatie e.d. De leerkracht draagt zorg voor het tekenen van diverse documenten zoals toestemmingsformulieren en handelingsplannen.
De interne begeleider. De interne begeleider is voornamelijk verantwoordelijk voor de preventieve aanpak van het onderwijs binnen de school. Hij/zij organiseert, coördineert en bewaakt de leerlingzorg binnen de school De taken zijn: Het aanmaken en onderhouden van het digitale leerlingdossier in Parnassys vanaf het moment dat de leerling bij ons op school geregistreerd staat. Het maken van een papieren dossier in een afgesloten dossierkast; hierin worden belangrijke en eventueel vertrouwelijke informatie/documenten van een leerling opgeborgen. Het organiseren en leiden van groeps-en leerlingbesprekingen en het vastleggen van het verslag in het leerlingdossier. Het analyseren van CITO resultaten en het evalueren hiervan met de leerkracht. Het maken van een evaluatieverslag van de CITO toets gegevens per groep; het document wordt ingevoerd in Parnassys onder groepsplannen. Het bespreken van de didactische werkplannen, groepsdocumenten/plannen en individuele handelingsplannen. Het maken van individuele leerlijnen en OPP in samenspraak met de leerkracht. Pagina 34 ZORGPLAN 2012-2016
Het organiseren van 6 SOT-overleggen. Het maken van een trendanalyse, gebruik maken van de niveaugrafieken en deze omzetten in overleg met de leerkrachten naar didactische werkplannen. Het volgen van de leerlingen op sociaal-emotioneel gebied; analyse van de SCOL. Het coachen en begeleiden van de leerkracht zowel op groeps- als schoolniveau. Het ondersteunen van de groepsleerkracht bij het schrijven van handelingsplannen en didactische werkplannen op verzoek van de leerkracht. Het ondersteunen van de groepsleerkracht bij het invullen van het OKR als overdracht naar een andere school. Indien nodig/gewenst samen met de leerkracht advies gesprekken VO . Het maken van een intakelijst in samenwerking met de leerkracht voor aanmelding bij het Samenwerkingsverband. Het bespreken van het advies van het Samenwerkingsverband met de leerkracht en ouders en afstemmen wat de beste zorg is voor de leerling. Overleggen met gezinsspecialist, informatie opnemen in het leerlingdossier. Aandachtsfunctionaris op het gebied van SISA en de Rotterdamse meldcode. Het voeren van gesprekken met ouders en het ondersteunen van gesprekken tussen ouders en leerkrachten op verzoek van de leerkracht. Uitvoeren van klassenconsultaties/flitsbezoeken. Het controleren van de klassenadministratie/evaluatie t.b.v. de leerling-zorg. Het afnemen van diagnostische toetsen om meer inzicht te krijgen in de problematiek van de leerling. Afname toetsen op het gebied van fonemisch bewustzijn en screening dyslexie. Het observeren van kinderen op verzoek van de leerkracht. Het maken van een zorgplan. Het maken van de toetskalender samen met de (adjunct)-directeur. Overleg met de administratieve kracht over o.a. het invoeren van de toetsen in Parnassys, het maken van formats, schema’s inspectie, vaardigheidsscore, etc. Het organiseren en onderhouden van externe contacten zoals het Samenwerkingsverband, CED, schoolarts, schoolverpleegkundige, logopediste, clusterscholen, Auris, de Waterlelie etc. Het beheren van de orthotheek. Het bijwonen van het IB netwerk binnen het Samenwerkingsverband en BOOR. Overleg met de directie over de zorgvoortgang. Het maken van een jaaractiviteitenplan, jaarplanning en een meerjarenplanning samen met de directie. Het laten uitvoeren van het leerlingvolgsysteem door de groepsleerkrachten Het digitaliseren van het leerlingvolgsysteem Op schoolniveau meedenken over onderwijskundig beleid. Borgen van bestaande protocollen in overleg met de bijbehorende werkgroep: pestprotocol, dyslexieprotocol en het protocol meerbegaafdheid. Op de hoogte blijven van wettelijke maatregelen en voorschriften op het gebied van de leerlingzorg op inspectiegebied (o.a. “analyse en waardering van opbrengsten”) en het team daarover informeren.
Pagina 35 ZORGPLAN 2012-2016
Op de hoogte blijven van informatie op het gebied van de leerlingzorg in tijdschriften , boeken, circulaires, etc.
Gezinsspecialist van Minsters (voormalig School Maatschappelijk Werkster) De gezinsspecialist begeleidt de school, ouders, kinderen en leerkrachten als daar behoefte aan is. Zowel ouders als school kunnen de gezinsspecialist vragen stellen over opvoeding en ontwikkeling van een kind. De gezinsspecialist denkt mee en begeleidt bij leer- en gedragsproblemen. De leerlingen worden in de gelegenheid gesteld om hun verhaal te kunnen vertellen bij “de praatjuf”. Dit kan ook gebeuren op verzoek van de ouders of leerkrachten. De leerlingen kunnen 1x op eigen verzoek met de schoolmaatschappelijk werkster praten. Na dit verzoek wordt er contact opgenomen met de ouders voor eventuele vervolg gesprekken. Ouders geven in een intakegesprek toestemming voor de gesprekken met de gezinsspecialist. In principe zijn deze gesprekken vertrouwelijk, het kan echter voorkomen dat het belangrijk is dat school ook de informatie krijgt. IB en de gezinsspecialist hebben regelmatig overleg. 1x per jaar maakt de gezinsspecialist een vertrouwelijk overdrachtsdossier voor de IB’er. Soms ondervindt een kind nog meer ernstige problemen tijdens het opgroeien De gezinsspecialist verwijst dan zo nodig door naar externe instanties. Er is afstemming tussen de organisaties zoals het ZAT, DOSA, CJG en de SISA. Op dinsdag is de schoolmaatschappelijk werkster aanwezig.
Pagina 36 ZORGPLAN 2012-2016
17.Betrokkenheid externe contacten.
Centrum voor Jeugd en Gezin( CJG) Het Centrum voor Jeugd en Gezin is de plek voor vragen over opvoeding, opgroeien, verzorging en gezondheid voor ouders, kinderen en jongeren tot 23 jaar. Het CJG heeft de taken overgenomen van het Consultatiebureau Ouder & Kind en de jeugdgezondheidszorg van de GGD Rotterdam. Gezondheidszorg Gezondheidszorg: alle kinderen van groep 2 en 7 worden met hun ouders of verzorgers uitgenodigd voor een gezondheidsonderzoek in het Jeugdgezondheidscentrum of op school. Vooraf neemt de jeugdverpleegkundige van het CJG contact op met de school om te informeren of er zaken zijn waaraan extra aandacht moet worden besteed. Naast de onderzoeken krijgt u in het jaar dat een kind negen wordt een oproep van het CJG om uw kind te laten vaccineren. Als de school zich zorgen maakt over een leerling, dan kan zij de schoolarts vragen om het kind een keer uit te nodigen. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. De jeugdverpleegkundige heeft ook zitting in het ZAT Hoek van Holland. Fysiotherapie Er is regelmatig overleg met de diverse fysiotherapeuten. Logopedie De leerkracht kan, indien nodig, een leerling doorverwijzen naar logopedie. De ouders van de desbetreffende kinderen worden op de hoogte gesteld en tekenen een toestemmingsverklaring. Na afloop van de screening krijgt de leerkracht de uitslagen van de onderzoeken en het advies welke leerlingen voor logopedie in aanmerking komen. De ouders kunnen vervolgens een logopediste naar keuze zoeken. Er is regelmatig contact tussen de logopediste en de school. Schoolarts Als de school zich zorgen maakt over de ontwikkeling van het kind, dan kan zij de schoolarts vragen het kind een keer uit te nodigen. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. SOT Vanuit de school wordt er 6 keer per schooljaar een SOT(School Ondersteuningsteam) overleg gehouden. Aan het SOT nemen deel: de IB’er van de school, de gezinsspecialist, de jeugdverpleegkundige en de schoolondersteuner van het Samenwerkingsverband. In dit overleg worden de zorgleerlingen – met toestemming van de ouders besproken waar het team in de plenaire leerlingbespreking niet met elkaar uitkwam. Meldpunt/meldcode, SISA De Rotterdamse meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een
Pagina 37 ZORGPLAN 2012-2016
stappenplan voor professionals en instellingen bij (vermoedens) van huiselijk geweld. De school is verplicht volgens deze code te handelen. CtC In Hoek van Holland is een overleggroep waarin de problemen van de jeugd worden bespoken. SMW en de directie maken deel uit van het CtC. Vanuit het CtC worden er preventieve programma’s op de scholen ingezet. Wijkprogrammering Overleg met diverse instanties over hulpprogramma’s die kunnen worden ingezet ter ondersteuning van de ouders. Samenwerkingsverband Leerlingen waarbij de school externe hulp nodig heeft worden aangemeld bij het Samenwerkingsverband. De samenwerking met het Samenwerkingsverband is vastgelegd in een zorgplan. Deze hulp wordt geboden afhankelijk van de leer/gedragsproblemen van de leerlingen. Te denken is aan: PAB: preventieve ambulante begeleiding van de leerkracht en de IB –er. Aanvraag van onderzoek bij leerproblemen. Doorverwijzing van leerlingen naar het SBO. Extra materialen bij leerproblemen. Doorverwijzing naar een reboundgroep bij gedragsproblemen. Gebruik maken van een arrangement. IB netwerk Twee keer per jaar organiseert het Samenwerkingsverband Westland een IB netwerkdag. Op deze dagen worden diverse onderwijskundige onderwerpen besproken en is er ook ruimte voor collegiale ondersteuning. Kwaliteitskring Intervisiebijeenkomsten voor leerkrachten o.a. over autisme Passend onderwijs Overleg directie en het Samenwerkingsverband Westland over passend onderwijs. De Loodsboot Gelegenheid om een probleem als casus te bespreken. CED Auris stichting De Auris stichting begeleidt een leerling bij ons op school met auditieve verwerking problemen. De leerling wordt begeleidt via een handelingsplan en om de 8 weken vindt er een evaluatie gesprek plaats met de leerkracht, IB –er, de ouders en de begeleidster van de Auris stichting De Waterlelie De school wordt begeleidt door de Waterlelie met ambulante begeleiding voor een leerling met epilepsie. Trivium Lindenhof
Pagina 38 ZORGPLAN 2012-2016
Er is regelmatig overleg op directieniveau over het plaatsen van leerlingen. Tevens hebben de lB’er en de leerkrachten overleg over de vorderingen van de leerlingen, .m.n. op het gebied van gedrag en de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen Contacten peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Onze school heeft geen peuterspeelzaal binnen het gebouw. De kinderen komen binnen via de peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. De leerkracht van groep 1 heeft overleg met de peuterspeelzaal over de toekomstige leerlingen. Deze gegevens worden opgenomen in het leerlingvolgsysteem in Parnassys. In Hoek van Holland zijn meerdere dagverblijven gevestigd. Ook met de dagverblijven is er regelmatig overleg. In het gebouw van OBS “Van Rijckevorsel” is kinderdagverblijf “De Zeebaboe” gevestigd. Buitenschoolse opvang. In ons schoolgebouw is de buitenschoolse opvang “Kids Pleasure” gevestigd. De leerlingen kunnen ook gebruik maken van kindercentrum “Het Kompas” in de Hoekstee. De leerlingen worden door een medewerkster van de buitenschoolse opvang opgehaald. Contacten Voortgezet onderwijs (zie overgang PO-VO) Contacten met de 2 overige basisscholen in Hoek van Holland
Pagina 39 ZORGPLAN 2012-2016
18.Oudercontacten OBS “Van Rijckevorsel” vindt het belangrijk dat ouders zich betrokken voelen bij de school. Ouders zijn een belangrijke partner van de leerkracht en de school. Zij kunnen de leerkracht waardevolle informatie verschaffen over hun kind. Hiervoor is goede communicatie, afstemming en samenwerking belangrijk. Ouders en school voeden samen kinderen op in een open en respectvolle sfeer. Het team stelt zich transparant op t.o.v. de ouders. Ouders kunnen anticiperen in het lesprogramma door actief deel te nemen aan verschillende activiteiten in de klas, zoals leesondersteuning, helpen bij de computerlessen, etc. De ouderhulp wordt jaarlijks geëvalueerd. Er wordt een bedankochtend georganiseerd voor de hulpouders. Er vinden regulaire contacten plaats met de ouders, zoals: Aan het begin van het schooljaar wordt er een informatieavond georganiseerd waarin de leerkrachten vertellen over de schoolregels, afspraken in de klas, de werkwijze en de methoden die gebruikt worden. De school houdt 3x per jaar voortgangsgesprekken waarin het rapport en de ontwikkeling van het kind wordt besproken aan de hand van de toetsen en het gemaakte werk. 1x per jaar wordt er een projectweek georganiseerd met als afsluiting een kijkavond. Kerstsamenkomst met de ouders. Er wordt regelmatig een tevredenheidsenquête gehouden. Via de nieuwsbrief, de website, de schoolkrant en Facebook worden de ouders op de hoogte gehouden van het nieuws op school Op onze school is een actieve ouderraad (OR) en een medezeggenschapsraad (MR) waarin de ouders van de leerlingen zijn vertegenwoordigd. 1x per jaar is er een ouderavond waarin MR en OR vertellen over hun werk en de financiën. Er is een ouderbeleidsplan opgesteld.
Pagina 40 ZORGPLAN 2012-2016
19.Bevorderen van de deskundigheid van de teamleden. Er wordt geïnvesteerd in de leerkracht voor de klas. Het gaat daarbij om professionalisering van de leerkracht en het nog beter maken van de leerkrachtvaardigheden.
Jaarlijks worden er 2 studiedagen georganiseerd. Directie neemt deel aan de intervisie en studiedagen BOOR Er worden in school PLG gevormd op het gebied van maatjeswerk. Leerkrachten worden attent gemaakt op artikelen, tijdschriften, websites en boeken. In de plenaire vergaderingen geven leerkrachten een korte presentatie over een gelezen boek/artikel, etc. Leerkrachten worden in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de “Kwaliteitskring” van het Samenwerkingsverband. Teamleden geven in een POP hun individuele scholing en ontwikkelingsbehoeften aan. Leerkrachten worden in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan de cursussen/lezingen van BOOR .
Pagina 41 ZORGPLAN 2012-2016