schoolgids 2015-2016
Inhoudsopgave 1. Welkomstwoord
4
2. Missie en visie 2.1 Missie 2.2 Visie 2.3 Kenmerken van het onderwijs op de Leeuwenhartschool
5 5 5 5
3. Groepen en klassen 3.1 Baby Dreumesgroep 3.2 Peutergroep de Sterrekinderen 3.3 Leeuwenhartschool: de kleuterklas 3.4 Leeuwenhartschool: Klas 1 tot en met 6 3.5 Na schooltijd: BSO De Muzikant
7 7 7 8 9 10
4. De ontwikkeling van het kind in vogelvlucht
11
5. De inhoud van het onderwijs: leerstof als levensstof 5.1 Vertelstof: van lieve fee tot stoere Romein 5.2 Periodeonderwijs en vaklessen 5.3 Taal en rekenen 5.4 Overig onderwijs 5.4.1 Heemkunde of wereldverkenning 5.4.2 Aardrijkskunde 5.4.3 Geschiedenis 5.4.4 Biologie 5.4.5 Natuurkunde 5.4.6 Bewegingsonderwijs: euritmie en lichamelijke opvoeding. 5.4.7 Engels 5.4.8 Burgerschapsvorming 5.4.9 Sociale redzaamheid 5.4.10 Verkeer 5.5 Jaarfeesten
12 12 14 14 16 16 17 17 17 17 17 17 18 18 18 18 2
6. Resultaten en rapportage 6.1 Leerlingvolgsysteem 6.2 Toetsen en onderzoeken 6.2.1 Leervoorwaardenonderzoek 6.2.2 Tussentijdse toetsen, Cito-toetsen en de eindtoets 6.2.3 Differentiatie in het onderwijs 6.3 Rapportage aan de ouders 6.3.1 Ouderavonden 6.3.2 Ouderbezoek 6.3.3 Tafeltjesavonden 6.3.4 Getuigschriften 6.4 Uitstroomgegevens 6.5 Naar het voortgezet onderwijs 6.6 Klassenpresentaties
20 20 20 20 20 21 21 21 22 22 22 22 23 23
7. De leerlingenzorg 7.1 De leerlingenzorg binnen de school 7.1.1 Kinderen met speciale onderwijs- en zorgbehoeften 7.2 Weer samen naar school (WSNS) 7.3 Interne Begeleiding (IB) 7.4 Gemeentelijke schoolarts 7.5 Toelatingsprocedure ‘kinderen met een handicap’.
24 24 24 24 24 24 24
8. Ouder en school 8.1 Betrokkenheid van ouders 8.2 Klassenouders 8.3 Algemene informatie over de school 8.3.1 Algemene ouderavonden 8.3.2 Podiumpresentatie 8.3.3 Open dag 8.3.4 Overige informatie
26 26 26 26 26 27 27 27
8.4 Jaarmarkten 8.5 Bij wie kunnen ouders terecht met hun vragen?
27 27
9. Weekbericht, website en schoolkrant 9.1 Weekbericht 9.2 Website 9.3 Schoolkrant
28 28 28 28
10. Ouderactiviteiten in de school 10.1 Kerstspelen 10.2 Ouderbetrokkenheidsteam 10.3 Jaarmarktencommissie 10.4. Medezeggenschapsraad 10.5 Seizoentafelgroep 10.6 Verkeerouders
29 29 29 29 29 29 29
11. De organisatie van de school 11.1 College van leerkrachten 11.2 Vervanging bij ziekte 11.3 Begeleiding stagiaires 11.4 Schoolleiding, administratie en conciërge 11.5 Bestuur 11.6 Medezeggenschapsraad
30 30 30 30 31 31 32
12. Kwaliteitszorg
33
13. Praktische informatie 13.1 Aanmelden en aannemen van nieuwe leerlingen 13.2 Schooltijden 13.3 Vakanties en vrije dagen 13.4 Schoolregels en gedragscode
34 34 34 34 35
3
13.5 Eten en drinken 13.6 Uiterlijke verzorging en mobieltjes 13.7 Verjaardagen 13.8 Pleinregels 13.9 Schoolbenodigdheden
35 35 35 35 36
14. Ziekmeldingen en afmeldingen 14.1 Leerplicht en verlofaanvraag 14.2 Schoolreisjes 14.3 De verkeerssituatie
37 37 37 37
15. Financiën en verzekeringen 15.1 Ouderbijdrage 15.2 Vervoerskosten 15.3 Ongevallenverzekering/aansprakelijkheid 15.4 Onderwijsnummer
38 38 38 38 39
16. Veilig op school 16.1 Klachtenprocedure 16.2 Vertrouwenspersoon 16.3 Aandachtsfunctionaris 16.4 Verwijderingsprocedure
40 40 41 41 41
17. 17.1 17.2 17.2.1 17.2.2
Namen en adressen Adresgegevens van de school en alle medewerkers Andere onderwijsinstellingen Verenigde Bijzondere Scholen (VBS) Inspectie van het Basisonderwijs
42 42 43 43 43
18.
Informatie over de Vrijeschoolbeweging
44
1. Welkomstwoord De Leeuwenhartschool is lid van de Vereniging van Vrijescholen en maakt onderdeel uit van de stichting Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland. De school profileert zich als school waarin kinderen leren zich te verbinden met zichzelf en met anderen onder het motto ‘leren doen wat je kunt (voor de ander)’. Het is een school waarin kinderen zich geborgen voelen. In een sfeer van vertrouwen wordt er enthousiast en hard gewerkt. De school is van zo’n formaat en is zo georganiseerd dat alle leerkrachten alle kinderen kennen. Naast de kennisvakken als rekenen en taal, biedt de school vakken en projecten aan die de sociale vaardigheden vergroten en de kinderen stimuleren een proactieve levenshouding te ontwikkelen. De Leeuwenhartschool wil dat kinderen de moed ontwikkelen zichzelf te zijn om open en leergierig de wereld tegemoet te treden. Op de Leeuwenhartschool wordt geleerd voor het leven.
Grondsteenspreuk van de Leeuwenhartschool
Willem Kamper Schoolleider
Moedig en liefdevol handelend
Door wind en woelige wateren omringd: Land van vruchtbare kleigrond Draag deze school met kracht Door dimensies schijnende engelenwezens: Verlichtend en inspirerend Draag deze school met uw licht Door tijd en plaats verbonden mensen Draag deze school met uw hart
Geplaatst in het naambord op de gevel op 21 april 2011
4
2. Missie en visie 2.1 Missie
een veilige omgeving. De Vrijeschool blijft zich ontwikkelen om aansluiting te houden op de huidige en toekomstige maatschappij, in verbinding met de antroposofie als inspiratiebron en de daarmee verbonden inzichten en menselijke waarden. Van belang zijn aspecten als: kennis, kunst, creativiteit, beweging, balans EQ en IQ, zorg voor onze aarde en ontwikkeling van de krachten van het kind om te kunnen worden wie je bent.
Op onze vrijescholen leren de kinderen hetzelfde als op iedere andere basisschool en méér. De vrijescholen verzorgen hoogwaardig onderwijs gebaseerd op de antroposofie. Er wordt naar antwoorden gezocht op de ontwikkelingsvragen van elk individueel kind én de klas als groep. Kleuters en schoolkinderen hebben ieder hun eigen wereld waarin wij hen letterlijk en figuurlijk speelruimte bieden kennis en vaardigheden op te doen. We bieden een breed onderwijspakket dat uitgaat van een evenwicht tussen cognitieve, sociaal-emotionele en motorische vaardigheden. Zo kan ieder kind vol vertrouwen met de verworven kennis en de ontwikkelde vaardigheden naar het vervolgonderwijs doorstromen.
2.3
Kenmerken van het onderwijs op de Leeuwenhartschool
Mensbeeld Het antroposofische mensbeeld vormt de achtergrond van het leerplan. De mens is niet alleen een fysiek, maar ook een geestelijk wezen met eigen motieven en talenten. Het onderwijs zoekt het unieke van ieder kind en sluit daarbij aan. Onderwijs is voor onze school niet het vullen van een vat, maar het ontsteken van een vuur. De lesstof is leerstof voor de ontwikkeling van het kind in al zijn facetten.
2.2 Visie De Vrije school biedt kwalitatief hoogwaardig onderwijs mét meerwaarde. Náást het behalen van de kwalitatieve reguliere einddoelen gesteld vanuit de overheid, geven wij de leerlingen extra waarden mee die van belang zijn om je blijvend te willen en kunnen ontwikkelen. Het kind wordt uitgedaagd zijn persoonlijkheid goed te ontplooien binnen
Denken, voelen en handelen In ons onderwijs staat de integrale ontwikkeling van de kinderen centraal. Onder integrale ontwikkeling verstaan we een evenwichtige ontwikkeling van denken, voelen en handelen. Anders gezegd: van kennis, sociaal emotionele ontwikkeling en vaardigheden. Deze drie aspecten komen in de pedagogie aan bod en de leerkrachten geven hier in concrete situaties vorm aan. Spel, beweging, verschillende werkvormen, kunstzinnige activiteiten en verhalen uit de wereldliteratuur zijn enkele van de middelen die de leerkracht hiervoor inzet. Levensbeschouwing De school staat open voor alle kinderen, ongeacht hun religieuze richting of levensbeschouwing. Dat betekent dat de vrijheid van ouders om hun kinderen in de eigen richting of levensbeschouwing op te voeden, volledig wordt gerespecteerd. Onze school is aangesloten bij de Vereniging van Vrijescholen waarbij ruim negentig vrijescholen zijn aangesloten. Op de website www.vrijescholen.nl kunt u meer informatie vinden over het onderwijs.
5
Het gebouw De school is sinds 1989 gehuisvest in een ruime en lichte school met een groot speelplein. Daarvoor waren we op diverse locaties verspreid over het dorp gehuisvest. Naast de klaslokalen hebben we een handenarbeidlokaal en aparte ruimten voor leerlingszorg (Interne Begeleiding), administratie en directie. Centraal in het gebouw ligt de grote zaal die we voor toneeluitvoeringen en ouderavonden gebruiken. Binnen het schoolgebouw zijn verder nog een peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en een babydreumes groep gehuisvest.
Woonplaats van de leerlingen
Onze leerlingen De Leeuwenhartschool telt aan het begin van schooljaar 2015-2016 ongeveer 120 leerlingen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Er zijn twee kleuterklassen en vier (combinatie)klassen: klas 1, klas 2-3, klas 4-5 en klas 6.
Capelle a/d IJssel
1
Barendrecht
3
Rotterdam
2
Spijkenisse
5
Hellevoetsluis
3
Brielle
1
Achthuizen
2
Oud-Beijerland
64
Piershil
3
Goudswaard
2
Mijnsheerenland
3
Westmaas
3
Heinenoord
11
Numansdorp
2
Zuid-Beijerland
3
Klaaswaal
1
Strijen
3
Nieuw Beijerland
1
Totaal
6
120
3. Groepen en klassen 3.1
Baby Dreumesgroep
De Baby Dreumesgroep biedt uw kind, van 0 tot 3 jaar, de ruimte en de mogelijkheid om te spelen en te ontdekken binnen een structuur die het kleine kind veiligheid en vertrouwen biedt. De ochtend duurt van 09.00 tot 11.00 uur en verloopt volgens hetzelfde patroon. Bij binnenkomst begroet de leidster het kind en geeft het een hand. Na binnenkomst is er koffie/thee en sap, waarna er gezamenlijk gezongen en gespeeld wordt. Er worden klap, ruiter-, kring- en handgebarenspelletjes gedaan. Wanneer de kinderen gaan spelen, bespreekt de leidster een onderwerp met de ouders. U kunt hierbij denken aan: geboorte, kleding, speelgoed, “derde” levensjaar, plaats in het gezin, inenten, medicijnen, voeding, leiden of begeleiden, radio, tv en computers. Na de pauze gaan de kinderen weer spelen en maakt de leidster samen met de ouders een knutsel passend bij het seizoen van dat moment. Ondertussen praten ouders en leidster over het hoe en waarom van het vieren van de jaarfeesten. Voor informatie en aanmelding kunt u contact opnemen met dreumesleidster Linda Pieterse via 06-24711970.
3.2
Peutergroep de Sterrekinderen
Peutergroep de Sterrekinderen is onderdeel van stichting Spelenderwijs en heeft een lokaal bij ons in de school. Er wordt gewerkt vanuit de vrijeschoolpedagogie. Er zijn twee peutergroepen maandag/donderdag en dinsdag/vrijdag van 8.45 (inloop tot 9.00u)- 11.30 uur (uitloop tot 11.45) voor kinderen van ongeveer 2½ tot 4 jaar. De groepen bestaan uit maximaal 16 peuters en iedere groep heeft twee vaste leidsters. Voor informatie en aanmelding kunt u contact opnemen met Andrea van de Veerdonk op telefoonnummer 0186-610616 Peuters hebben al een beginnend besef van de eigen persoonlijkheid. In de peuterklas leren ze spelenderwijs ontdekken hoe zij daarmee om kunnen gaan tijdens het vrije spel met andere kinderen en de leidsters. Ritme, rust en vrij spel staan centraal in de peutergroep. Tijdens het vrije spel kunnen de peuters zo veel mogelijk zelf kiezen wat ze doen, zodat er spontaan spel ontstaat. Dat vrije spel is belangrijk om de peuter zijn eigen fantasie te laten ontwikkelen. Het speelgoed bestaat onder andere uit, houten blokken, wollen poppen, katoenen lappen, planken en kisten. Het ritme komt terug in de ochtend, in de week,
maar ook in het jaar. In de ochtend wisselen rust en beweging elkaar af. Zingen, spelen en eten vinden op vaste momenten plaats. Een keer in de week wordt er samen met de kinderen brood gebakken of geschilderd. Door middel van een tafel met uitbeelding van de seizoenen beleven de peuters het ritme van het jaar. Iedere dag spelen de peuters buiten, zodat ze ieder jaargetijde aan den lijve kunnen ervaren. Jaarfeesten vieren we op een eenvoudige en aansprekende manier.
7
Het lokaal De kleuterklas is huiselijk ingericht en geeft de kinderen een gevoel van warmte en geborgenheid. Het speelgoed is eenvoudig en van natuurlijk materiaal gemaakt. Er zijn houten kisten en blokken, lappen en huisjes met poppen. De eenvoud van het materiaal nodigt de kleuters uit, hun fantasie aan te spreken. Deze fantasie aanspreken legt een stevige basis voor beweeglijk en creatief denken in het volwassen leven.
Als uw kind vier jaar wordt, kan het overstappen naar de kleuterklas. De leidster en de ouders begeleiden in nauw overleg de overstap naar het kleuteronderwijs. Het kind viert de overstap naar de kleuterklas met een feestelijk afscheid in de peutergroep. Contact met ouders Voor veel ouders is de dreumes- of peutergroep de eerste kennismaking met de vrijeschoolpedagogiek. Voordat uw kind de eerste dag naar de peutergroep gaat, vindt er een kennismakingsgesprek plaats tussen de leidster en de ouder(s) of verzorger(s). Gedurende het jaar zijn er voor de peutergroepen drie ouderavonden om jaarfeesten voor te bereiden en te spreken over de ontwikkeling van het kleine kind. Daarnaast is het altijd mogelijk om als ouder of verzorger zelf een gesprek met leidster aan te vragen.
Hoe ziet een dag eruit? De ochtend is zo opgebouwd, dat er een gezonde afwisseling van activiteiten is. Zo is het effect van het vertellen van een verhaal dat de kinderen zich concentreren en tot rust komen. Andere activiteiten, zoals het vrije spelen hebben juist een expressief karakter. De afwisseling van concentratie en expressie versterkt de vitaliteit van het kind en legt een goede basis voor het latere leven. Duidelijkheid en zekerheid geven de kleuters houvast en vertrouwen. Daarom delen we de ochtenden zoveel mogelijk op dezelfde manier in. Ook zijn de dagen van de week voor de kinderen herkenbaar: er is bijvoorbeeld een 'schilderdag' en een 'brood bakdag'. We stemmen onze bezigheden ook op de seizoenen af en ruimen veel plaats in voor de jaarfeesten Zo kunnen de kinderen het jaarritme beleven.
Aanmelding van uw kind voor de peutergroep de Sterrekinderen Als u uw kind wilt aanmelden voor de peutergroep, dan kunt u via Spelenderwijs telnr: 0186-616707 contact opnemen en een inschrijfformulier opvragen. Indien de groepen vol zijn, ontvangt u daarvan bericht en kan uw kind op de wachtlijst geplaatst worden. De wachtlijst werkt volgens volgorde van binnenkomst. Voor meer informatie www.peutergroepdesterrekinderen.nl
3.3
Leeuwenhartschool: de kleuterklas
Waarom een kleuterklas? Omdat we trachten het onderwijs te laten aansluiten op de ontwikkelingsbehoeften van het kind, vinden we het pedagogisch onderscheid tussen kleuterklas en onderbouw belangrijk. Dat brengen we met de term kleuterklas en klas 1 t/m klas 6 tot uitdrukking. De kleuter leert ontzettend veel, maar mag dat op kleuterwijze doen en wordt derhalve niet expliciet als ‘leerling’ benaderd. De Leeuwenhartschool heeft 2 kleuterklassen. De kleuterklas start om 08.30u en eindigt om 14.00 uur zoals alle andere klassen. In de klassen zitten kleuters van 4 tot 6 jaar bij elkaar. Zij blijven gedurende hun kleutertijd bij dezelfde leerkracht. De vierjarige wordt op een andere manier benaderd dan de zesjarige. Dat wil zeggen dat zesjarige oefent met zelfstandig werken en een grotere verantwoordelijkheid krijgt dan de vierjarige als het om de uitvoering van taken gaat.
8
Enige activiteiten die binnen de kleuterklas plaatsvinden zijn: – Taal. Het accent ligt op luisteren en spreken. Voorts oefenen de oudste kleuters spelenderwijs met: • woord- en letterklank. • vanuit de nabootsing leren van versjes en gedichtjes. • spelenderwijs rijmen. – Rekenen. Door spel en activiteiten voorwaarden scheppen voor het rekenen en getalsbegrip ontwikkelen. De oudste kleuters: • Kunnen tellen tot 20 • Kennen de begrippen meer/minder/evenveel • Kennen begrippen klein/groot • Ze kunnen kleine hoeveelheden voorzien bv op een dobbelsteen. – Vrij spel. Hierdoor stimuleren we niet alleen de lichamelijke en zintuiglijke ontwikkeling van de kleuters, maar oefenen ze ook sociaal gedrag en krijgt de fantasie de gelegenheid om tot bloei te komen. Deze fantasie is nodig om bijvoorbeeld in een latere leeftijdsfase probleemoplossend te kunnen denken. – Bewegingsspel. Door dit spel ontwikkelen de kinderen hun grove en fijne motoriek. – Muziek. Door te luisteren naar levende muziek en het zingen van de leerkracht en door zelf muziek te maken, ontwikkelt zich het muzikale vermogen van de kinderen. – Euritmie. De kinderen verbinden zich met de klanken en met hun gevoel door op een verhaal of op muziek te bewegen. Bewegen op gesproken taal (sprookjes) en muziek staan centraal. Daarnaast leren de kinderen zichzelf en de ander ervaren in een groter geheel. – Tekenen, schilderen, boetseren. – Huishoudelijk werk. Samen bezig zijn met de verzorging van de klas.
Om goed te kunnen beoordelen of een kind schoolrijp is, is er nauw overleg tussen de leerkrachten, de Intern Begeleider van de school en de ouders. Ieder jaar is er op school ook een aparte ouderavond over het thema schoolrijpheid. Het is niet altijd vanzelfsprekend dat een kind van 6 automatisch doorgaat naar de eerste klas. In goed overleg wordt gekeken of uw kind daar werkelijk aan toe is.
3.4
Leeuwenhartschool: Klas 1 tot en met 6
De ontwikkeling van het kind in de basisschoolleeftijd vormt het uitgangspunt van het onderwijsaanbod. Voordat we in het volgende hoofdstuk nader ingaan op de lesstof, schetsen we de ontwikkeling van het kind in vogelvlucht. Klas 1 Als uw kind naar de eerste klas gaat, is de kleutergestalte met mollige handjes en “kleuterbuik”aan het verdwijnen. De tandenwisseling is al bezig of gaat beginnen. Een nieuwe ontwikkelingsfase breekt aan. De eersteklasser wil leren, weten en kunnen. Echter nog niet in abstracte theorieën, maar in levende beelden. Een eersteklasser leert niet alleen met zijn hoofd, maar ook met zijn hart en handen. Voor de eersteklasser is iets pas waarachtig als hij het kan beleven en doen. Klas 2 Tweedeklassers maken een dynamische levensperiode door. De overstap van kleuter naar eersteklasser is afgesloten, maar de fantasie en beweeglijkheid zijn nog volop aanwezig. De tweedeklasser is zowel engel als bengel. Vol streken als de vos Reinaert, of even engelachtig als de heilige Franciscus. In de tweede klas is altijd iets te beleven! Klas 3 De derdeklasser is harmonisch en vaak sterk groepsgericht. Wel is duidelijk te merken dat het kind een levensperiode gaat afsluiten. De derdeklasser wordt zich bewust van wat er om hem heen gebeurt en vooral hoe er wordt gereageerd. Hij ziet en erkent de verschillen tussen hem en zijn klasgenoten. Vanzelfsprekende regels kunnen derdeklassers al goed hanteren.
Overstap naar de eerste klas Als de kleuter overstapt naar de eerste klas, is het kind schoolrijp. Schoolrijpheid hangt niet alleen af van de kalenderleeftijd van het kind, Ook andere factoren spelen een rol, zoals de rijpheid op het gebied van de sociaal-emotionele-, de motorische- en de denkontwikkeling. Hier bij kun je denken aan het kunnen focussen, het doelgericht spelen, taakbesef, concentratie, het abstracte begripsvermogen en de lichamelijke ontwikkeling. 9
Klas 4 Dan de vierde klas! De kinderen zijn nu 9 à 10 jaar. Op deze leeftijd verdwijnt de vanzelfsprekendheid waarmee het kind alles opneemt. Meester of juf is niet langer de natuurlijke autoriteit die alles weet en kan: “Meester weet wel veel, maar heeft zo’n rare neus, belachelijk gewoon”. In de vierde klas ontstaat een breuk tussen het “ik” en “de wereld”. Het kind voelt zich teruggeworpen op zichzelf, is soms eenzaam en kan ook een sterk bewustzijn van de dood hebben. Het kind gaat twijfelen, vraagt zich bijvoorbeeld af of zijn ouders wel zijn echte ouders zijn. De vierdeklasser bekijkt zichzelf en de ander met een kritisch oog. Vanaf klas 4 wordt er huiswerk meegegeven.
Dit geeft hen een rustmoment, waarna zij de middag vol enthousiasme en plezier kunnen aangaan. Natuurbeleving is een belangrijk onderdeel van het aanbod. Kinderen kunnen meer leren over tuinieren in de volkstuin. Daarnaast kunnen zij buiten bijvoorbeeld hutten bouwen, skelteren of tafeltennissen. Binnen is fantasierijk speelgoed en zijn veel muziekinstrumenten, zoals piano, gitaar en djembe. Verder zijn er rustige plekken om bijvoorbeeld een boek te lezen. De Leeuwenhartschool werkt samen met bso ‘De Muzikant’ die voor de kinderen van de school de buitenschoolse opvangt organiseert aansluitend op de lestijden van de school, van 14.00u tot 18.00u.
Klas 5 De scheiding tussen “ik”en “de wereld” heeft ook een positieve zijde. De eigen individualiteit wordt beter beleefbaar. Eerst aarzelend en schoksgewijs, maar gestaag groeit het vermogen de wereld nauwkeurig en objectief waar te nemen. De vijfde klas is vaak de meest harmonische klas van de basisschool. Een vijfdeklasser straalt zowel fysiek als geestelijk uit in evenwicht te zijn.
Bso ‘De Muzikant’ biedt naschoolse opvang vijf dagen per week en tijdens acht vakantieweken en op schoolvrije(studie)dagen voor kinderen in de leeftijd van vier jaar tot het einde van de basisschool. Bso ‘De Muzikant’ voldoet aan alle eisen die vanuit de overheid gesteld worden: • een jaarlijkse inspectie uitgevoerd door de GGD. Het rapport 2012 wijst uit dat de BSO voldoet aan alle voorwaarden. • geregistreerd zijn bij de gemeente LRK • voert een duidelijk pedagogisch beleid welke aansluit bij de visie van onze school • de kinderen worden begeleid door professioneel opgeleide krachten • alle medewerkers zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag • onderhoudt goede contacten met de school en ouders • heeft een oudercommissie • heeft een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering. • heeft een klachtenprocedure Zckk • voert jaarlijks de RIE-veiligheid/gezondheid uit
Klas 6 De kinderen zijn ongeveer 12 jaar oud en staan aan het begin van de puberteit. Ze ruiken de vrijheid en het “ware leven”. Toch hecht een zesdeklasser nog sterk aan een volwassene die ze kunnen vertrouwen. Zijn veiligheid en zekerheid ontleent hij aan vertrouwde situaties en redelijke grenzen en regels. Het logisch redeneren en gelijk behalen wordt een interessante en spannende bezigheid. Hiermee legt de zesdeklasser de basis voor een zelfstandig oordeelsvermogen. De zesdeklassers bewegen zich tussen geborgenheid en ontdekking, begrenzing en vrijheid. Zeker in deze leeftijd moet de leerstof echte interesse opwekken. In hun zoektocht naar het wankel evenwicht, is het belangrijk dat de leerling door de leerkracht wordt gezien en begrepen.
3.5
Na schooltijd: BSO De Muzikant Informatie over ‘De Muzikant’ kunt u verkrijgen via de bso zelf (telefoonnummer 0612461815) of via de website: www.bsodemuzikant.nl
Bso De Muzikant is een kleinschalige naschoolse opvang in het schoolgebouw van de Leeuwenhartschool. De BSO biedt kinderen een rustige, veilige omgeving in een huiselijke sfeer. Na school staat sap en thee klaar om de kinderen te verwelkomen. 10
4. De ontwikkeling van het kind in vogelvlucht Groei naar volwassenheid: ontwikkelingsfasen De school begeleidt kinderen in hun groei naar volwassenheid. Deze groei kent drie hoofdfasen: de fase van 0 tot 7 jaar, de fase van 7 tot 14 jaar en de fase van 14 tot 21 jaar. Deze fasen brengen eigen ontwikkelingstaken mee voor het kind. De leerstof is hierop afgestemd.
Het is aan de ouders en de leerkrachten om dat vermogen te versterken en te verzorgen. Daarna, tot in de pubertijd, komen de psychische kwaliteiten meer op de voorgrond. Het kind beleeft zichzelf en de omgeving dan in hoge mate in zijn gevoelens. Daarom tracht de leerkracht met het onderwijs allereerst bij het gevoelsleven van het kind aan te sluiten. dat gebeurt als het kind voor iets “warm” kan lopen, er enthousiast door wordt. In deze fase ontwikkelt het kind de motivatie om lerend in het leven te staan.
In de eerste periode van 0 tot 7 jaar staan de lichamelijke ontwikkeling, de groei en de motoriek van het kind centraal. Door veel te spelen en te bewegen, door een regelmatige dagindeling en een veilige en aansprekende omgeving, wordt het kind “baas in eigen lichaam”.
De derde fase begint met de puberteit en loopt tot aan de volwassenheid (ca. 14-21 jaar). Pas in deze leeftijdsfase staat de ontwikkeling van het denken van de leerling centraal. Aan het einde van de middelbare school heeft de leerling geleerd hoe hij zich een gezond, eigen oordeel over zaken kan vormen en kan hij zijn eigen weg gaan. Aan de zelfstandige en authentieke volwassene gaan dus drie leeftijdsfasen vooraf: die van de nabootsing van een goed mens, de fase waarin de leerling leiding krijgt van een geliefde autoriteit en de fase waarin hij leert zich een helder, eigen oordeel te vormen.
In de leeftijd van 7 tot 14 jaar uiten de psychische kwaliteiten zich in de manier van denken en willen, maar ook in het gevoelsleven van het kind. De aanleg om origineel, creatief en probleemoplossend te denken is in vrijwel ieder kind aanwezig.
11
5. De inhoud van het onderwijs: leerstof als levensstof Uw zoon of dochter brengt ruim acht jaar door op de basisschool. De school is gedurende die acht jaar een plek waar het kind samenwerkt met anderen, zich ontwikkelt, vaardigheden en kennis verwerft en plezier maakt. Ouders en leerkrachten spelen in deze ontwikkeling een belangrijke rol. Voor u als ouder is het belangrijk om inzicht te hebben in bijvoorbeeld het leerplan van de school, de inhoud van de verschillende vakken, omgangsprotocol, beleid inzake dyslexie, aandacht voor leerlingen die extra zorg behoeven en schooluitjes. Onze school werkt vanuit een leerplan dat aan alle wettelijke vereisten voldoet en dat regelmatig wordt geëvalueerd en aangepast. Het volledige leerplan kunt u aanvragen bij de administratie van de school.
Onze dierendag op 4 oktober komt voort uit de verhalen over deze heilige die met de dieren kon spreken. De verhalen over heiligen gaan ook over moed en angst, onzekerheid en vertrouwen, gevoelens die het kind zal herkennen. De derdeklassers horen de verhalen van het Oude Testament. De verhalen zijn niet kerkelijk, maar zuiver pedagogisch bedoeld. De verhalen over de schepping van de wereld en de gang van een volk op zoek naar een thuis, sluiten aan bij de vragen van de derdeklasser naar het waarom en de zin van de dingen. Van het Oude Testament stapt de inmiddels vierdeklasser naar de Noorse Mythologie. Verhalen uit de Edda vertellen over Noorse helden en goden, zoals Donar en Wodan, de naamgever van onze woensdag. De vertelstof loopt parallel met de beleving van de vierde-klasser: het achterlaten van een bekende wereld om een nieuwe binnen te gaan en daarbij te vertrouwen op eigen wilskracht. De verhalen van de strijd tussen de godden- en reuzenwereld zijn verhalen van het leven zelf, over list en bedrog, moed en strijd. Deze stoere verhalen versterken het “ik” van de leerlingen.
Onderstaand treft u een korte schets aan van de opbouw van het lesprogramma van de kleuterklas t/m klas 6. We beginnen met een van de pijlers; de vertelstof.
5.1
Vertelstof: van lieve fee tot stoere Romein
Vertelstof is de rode draad waarlangs de ontwikkeling van het kind verloopt en die verweven is in de schoolvakken. De verhalen zijn afgestemd op de ontwikkelingsfase waarin de leerlingen zich bevinden en boeien de leerlingen omdat ze zichzelf hierin herkennen. In de kleuterklassen wordt een verhaal, meestal een sprookje een aantal weken herhaald, zodat de kinderen de beelden tot leven kunnen wekken. In de sprookjes is het goed en het kwaad voelbaar en beleefbaar voor de kleuter, terwijl het toch een verhaal blijft.
De mythologie van de Grieken doet zijn intrede in de vijfde klas. De goden zijn ontmaskerd, de vijfdeklasser verbindt zich met het abstracte denken en richt zich meer op de fysieke wereld. De verantwoordelijkheid voor eigen daden, zo duidelijk in de Griekse sagen aanwezig, sluit hierop aan. De zesdeklasser vliegt uit zoals de Romeinen uitzwermden over Europa en overal hun sporen achterlieten. Geschiedkundige verhalen uit de Romeinse tijd en de daarop volgende Volksverhuizingen en de Middeleeuwen zijn de vertelstof voor de zesde klas naast Oosterse en Arabische verhalen. Deze sluiten aan op de belevingswereld van de twaalfjarige, die abstracties, logica en oorzaak-gevolg steeds bewuster gaat waarnemen.
Sprookjes passen ook nog bij de eerste klas. Menselijke, sociale en geestelijke waarheden worden kleurrijk gebracht zonder oordeel. Het accent ligt op moed, doorzettingsvermogen en vertrouwen. De held gaat op pad, overwint tegenslag, vervult opgaven en bereikt zijn of haar doel. Zoals de held op weg gaat, zo betreedt de eersteklasser de “grote school”. In de tweede klas maken de kinderen kennis met fabels en heiligelegenden. Fabels gaan over dieren, zoals bijvoorbeeld de raaf en de vos. Al deze dieren hebben een menselijke eigenschap; egoïsme, sluwheid, lef, angst, bescheidenheid of onzekerheid. De kinderen herkennen iets daarvan bij zichzelf of bij anderen. De legendes bevatten daden uit het leven van heiligen, zoals Franciscus van Assisi.
De vertelstof is verwerkt in het periodeonderwijs en de vaklessen, die hierna worden beschreven.
12
13
5.2
Periodeonderwijs en vaklessen
5.3
Een schooldag begint met een aaneengesloten lesgedeelte van ruim anderhalf uur, de 'periode'. In de periode staat gedurende een aantal weken één vak centraal. Dat kan rekenen of taal zijn, maar ook een vak waardoor de leerlingen hun omgeving en de wijdere wereld beter leren kennen. In de praktijk staan die weken echt helemaal in het teken van dat vak. Hierdoor kan de leerkracht in die periode een goede opbouw van dat vak realiseren. Dit doet hij onder meer door de lesinhoud zo gevarieerd mogelijk aan te bieden. Er zijn klassikale oefeningen, groepsopdrachten en kleine toneelopvoeringen. Daarnaast biedt de periode de mogelijkheid de leerlingen individuele opdrachten te geven en kunnen ze de lesstof op verschillende manieren waaronder kunstzinnig verwerken. Op deze manier kan de opbouw goed en samenhangend tot stand komen en kunnen de leerlingen er geconcentreerd aan werken omdat ze hun aandacht niet hoeven te verdelen over (te) veel vakken. Ook valt er hierdoor voor de kinderen veel te beleven en kan ieder kind zijn eigen ingang tot de leerstof vinden. Na deze periode zakt de opgenomen stof in een andere bewustzijnslaag weg.
Taal en rekenen
Naast het periodeonderwijs waarin verschillende thema’s uitgebreid worden behandeld, wordt de lesstof geoefend en verder eigen gemaakt in de vaklessen. Dit geschiedt aan de hand van oefenmethodes. Verantwoording van het aantal weken periodeonderwijs per jaar Er is een minimum voor het aantal weken per vak in het periodeonderwijs: a.
Hierna wordt de lesstof in de oefenuren verder verwerkt totdat het kind de stof daadwerkelijk beheerst. Bij het aanleren van alle nieuwe vaardigheden zijn oefening, geduld en doorzettingsvermogen nodig.
Taal:
klas 1 en 2
(groep 3 en 4)
16 weken
klas 3 en 4
(groep 5 en 6)
16 weken
klas 5 en 6
(groep 7 en 8)
10 weken
klas 1 t/m 4
(groep 3 t/m 6)
13 weken
b.
Rekenen:
klas 5 en 6
(groep 7 en 8)
10 weken
c.
Heemkunde:
klas 1 en 2
(groep 3 en 4)
10 weken
d.
Aardrijkskunde:
klas 3 t/m 6
(groep 5 t/m 8)
6 weken
e.
Geschiedenis:
klas 5 en 6
(groep 7 en 8)
5 weken
f.
Biologie:
klas 3 t/m 6
(groep 6 t/m 8)
4 weken
g.
Natuurkunde:
klas 5 en 6
(groep 7 en 8)
4 weken
Verantwoording van het aantal uren taal en rekenen per week In de eerste drie klassen krijgen de kinderen periodes rekenen, taal en heemkunde/biologie. Vanaf klas 3/ 4 zijn krijgen ze ook aardrijkskunde en geschiedenis. In klas 5/6 komt het vak natuurkunde erbij. In het onderstaande overzicht staat het aantal weken periodes per klas en per schooljaar aangegeven. We zijn in het onderstaande overzicht van 39 hele lesweken uitgegaan.
a.
Naast het onderwijs van de klassenleerkracht, krijgt uw kind al vanaf de eerste klas lessen van vakleerkrachten. Deze lessen komen iedere week op dezelfde dag en tijd terug en vormen een vast onderdeel van de dag. Tot de vaklessen op onze school behoren o.a. rekenen en taal, Engels, schilderen, muziek, handwerken, handvaardigheid, gymnastiek en vormtekenen.
Taal:
klas 1
(groep 3)
7,75 uur
klas 2
(groep 4)
7,92 uur
klas 3
(groep 5)
7,33 uur
klas 4
(groep 6)
8 uur
klas 5
(groep 7)
6,5 uur (8,5 uur)*
klas 6
(groep 8)
5,5 uur (8 uur)*
* Vanaf klas 5 wordt er in de periodes, die niet direct “taal” als doel hebben voor een steeds groter deel ook eisen gesteld op het gebied van taal, te weten: (observatie)verslagen maken voor de vakken aardrijkskunde en natuurkunde.
14
Taalvaardigheid en spelling komen aan de orde bij werkstukken voor o.a. aardrijkskunde en geschiedenis
Vanuit de beelden van de vertelstof maken de derdeklassers kennis met de werkwoorden, de zelfstandige naamwoorden. Spellingregels en gebruik van leestekens krijgen betekenis en toepassing. Open en gesloten lettergrepen krijgen in het derde jaar eveneens aandacht. De taal krijgt nu kader en vorm. De leerlingen schrijven zelf verhaaltjes en versjes die aansluiten op de stof of voortvloeien uit de eigen beleving. Technisch en begrijpend lezen gaan voort.
Gemiddeld komt dit neer op 2 tot 2,5 uur per week. Deze uren dienen bij de bovenstaande uren te worden geteld en zijn tussen haakjes weergegeven. b.
Rekenen:
klas 1
(groep 3)
4,25 uur
klas 2
(groep 4)
4,25 uur
klas 3
(groep 5)
5,5 uur
klas 4
(groep 6)
5,5 uur
klas 5
(groep 7)
5,5 uur
klas 6
(groep 8)
6,5 uur
Samenhangend met de beelden uit de Edda, waarin toekomst, heden en verleden aan bod komen, leert de vierdeklasser de werkwoordstijden en –vervoegingen. Gedichten, spraakoefeningen en rijm komen aan bod en dienen mede als oefening voor goed taalgebruik en sociale vaardigheden. De leerling schrijft opstellen en verhalen om in woorden uitdrukking te leren geven aan eigen belevenissen.
Ook wordt er veel gerekend in de periode-uren, zeker naarmate de leerlingen in de hogere klassen komen.
Spelling van werkwoordsvormen en de samenhang tussen vormen, tijd en onderwerp, vormen de leerstof voor de vijfde klas. Aangevuld met de actieve en passieve vorm van het werkwoord, trappen van vergelijking en directe en indirecte rede, wordt de grammatica verdiept. Deze kennis past de vijfdeklasser toe in werkstukken die hij afwisselend met de hand schrijft of met de computer maakt. Het behandelen van uitdrukkingen en zegswijzen brengt dubbelzinnigheden in het taalgebruik aan het licht.
Taal In de eerste klas komen de letters voort uit de vertelstof. De “koningsletter” vloeit bijvoorbeeld voor uit het verhaal over de koning, waarvan op het schoolbord een tekening staat. Vanuit de gestalte van de koning ontstaat de letter k. Schrijven is nauw verbonden met het luisteren en spreken. De motorische vaardigheden die het kind nodig heeft voor het schrijven, oefent hij met het tekenen en vormtekenen. Lopen en spreken op ritme aan de hand van kinderversjes ondersteunen het proces. De kinderen lezen de letterbeelden eerst vanaf het schoolbord, dan vanuit hun eigen schrift en vervolgens uit boeken.
De zesdeklasser oefent zich in het ontleden van zinnen, in het helder en duidelijk schrijven in verschillende stijlen en vormen, waaronder ook brieven, en in het discussiëren en luisteren als sociale vaardigheid. Hiermee grijpt de taal terug op de redevoeringen in de Romeinse tijd. Begrijpend lezen en technisch lezen worden uitgebreid geoefend.
De tweedeklassers ontwikkelen taalgevoeligheid en taalkennis aan de hand van toneelspel, versjes en ritmiek. Het schrijven sluit aan op wat de kinderen hebben gehoord en zelf gesproken. In het tweede jaar is er onder andere aandacht voor combinaties van klinkers. De kinderen oefenen in het vormgeven van letters en de verbindingen ertussen. Vormtekenen dient als voorbereiding op de overgang naar het aan elkaar schrijven in de derde klas.
Voor de taallessen wordt ook gebruik gemaakt van de methodiek Zo leren kinderen lezen en spelen van José Schraven.
15
5.4
Rekenen De eersteklassers leren rekenen vanuit het doen. Tellen met kastanjes, kralen en ballen en met handen en voeten door middel van klappen en stampen. De eerste tafels van vermenigvuldigen oefenen de leerlingen door middel van ritmisch lopen om vervolgens de stof te verwerken in het periodeschrift; optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen.
Overig onderwijs
5.4.1 Heemkunde of wereldverkenning Heemkunde legt de basis voor de latere aardrijkskunde, biologie en geschiedenis. In de eerste klas is heemkunde erop gericht belangstelling te wekken voor de natuur, voor planten en voor dieren. Het gaat hierbij om de directe omgeving waarin de leerlingen wonen en leven. Ook in de tweede klas stimuleert heemkunde de kinderen tot een bewustere en fantasievolle verbinding met de eigen omgeving. In de derde klas is er meer gerichte aandacht voor de omgeving en hoe deze is ontstaan. Er komen nieuwe elementen bij, bijvoorbeeld de relatie tussen mineralen, planten, dieren en mensen en hoe deze elkaar nodig hebben. In klas 3/4 gaat heemkunde over in aardrijkskunde, biologie en geschiedenis en heeft dan vooral betrekking op de eigen woonomgeving. De leerling maakt kennis met de historische, culturele, sociale en economische ontwikkelingen van de stad/het dorp. Verder leert de vierdeklasser zijn eigen plaats in de wereld te vinden en te bepalen met behulp van de windrichtingen, het kompas en het tekenen van eenvoudige kaarten.
In de tweede klas passen de leerlingen deze vier hoofdbewerkingen op talloze wijzen toe om goed thuis te raken in de wereld van de getallen. In deze klas wordt een begin gemaakt met het automatiseren van de tafels van vermenigvuldiging en worden getallen tot 100 verdeeld in groepen. De tafels van 1 t/m 12 dient de derdeklasser te beheersen. In de derde klas rekenen de leerlingen aan de hand van situaties uit het dagelijks leven, zoals kassabonnen en prijzen van producten. De vierdeklasser begeeft zich in de wereld van de breuken en bekwaamt zich in het vermenigvuldigen met twee cijfers. Daarnaast blijft hij oefenen met grotere getallen en het hoofdrekenen, dat in het vijfde jaar wordt uitgebreid naar wegen en meten. Het metrieke stelsel doet zijn intrede: omtrek, oppervlakte en inhoud. Tevens leert de vijfde klasser breuken vermenigvuldigen en delen. De zesde klas beoefent het rekenen naar aanleiding van praktische situaties: breuken en procenten in bankzaken, verhoudingen op schaal zoals landkaarten, en de basiswetten van de meetkunde, zodat de geheimen van cirkels, drie- en veelhoeken zich laten ontrafelen. Voor de rekenlessen wordt ook gebruik gemaakt van de methode Rekenzeker.
16
5.4.2 Aardrijkskunde
5.4.6 Bewegingsonderwijs: euritmie en lichamelijke opvoeding.
Vanuit de eigen woonplaats verkennen de kinderen van klas 3/4 Nederland: dijkaanleg, kanalisatie en polders komen aan bod, naast topografische kennis van steden, wegen, kanalen en spoorlijnen. In klas 5/6 volgen de leerlingen (figuurlijk) een van de grote rivieren van oorsprong tot monding. Ook een product wordt van grondstof tot eindproduct gevolgd. De leerlingen leren gedetailleerde kaarten en tekeningen maken. De leerlingen van klas 5/6 gaan aan het werk met klimaten en leefomgevingen, gebergten en gesteenten. De topografische kennis breidt zich uit naar andere werelddelen.
Euritmie is een kunstvorm waarbij gesproken woord en muziek door gebaren en bewegingen zichtbaar worden gemaakt. Hoewel euritmie in eerste instantie een kunst is, speelt het esthetische aspect op de school een ondergeschikte rol. Euritmie sterkt de wilskracht van het kind, het bevordert de emotionele ontwikkeling en het sociale gedrag. Het versterkt het bewustzijn van de ledematen, waardoor er een basis ontstaat voor innerlijke beweeglijkheid en concentratie. Wekelijks worden er lessen lichamelijke opvoeding verzorgd.
5.4.3 Geschiedenis
5.4.7 Engels
De vroege culturen tot en met de Griekse cultuur komen in de klas 5/6 aan bod. De kinderen uit klas 5/6 verdiepen zich in de opkomst en ondergang van Rome, de volksverhuizingen en de Middeleeuwen. Denkt u bijvoorbeeld aan Karel de Grote, de kruistochten en de pracht en praal van de islamitische rijken.
Al vanaf de kleuterklas wordt er spelenderwijs kennis gemaakt met de Engelse taal. Er worden liedjes, versjes en Engelse spelletjes gedaan. In de hogere klassen wordt de Engelse les zo ingericht dat de lesstof aansluit op de jaarthema’s. Eenvoudige grammaticale regels worden aangeleerd en toegepast. Voorts wordt er gewerkt aan taalvaardigheid en Engelse vocabulaire.
5.4.4 Biologie Bij het vak biologie gaat het om de samenhang van mens en zijn omgeving. Zo hebben de kinderen uit klas 3/4 een dierkundeperiode: wat verbindt de mens met de dieren en de dieren met de mens? De leerlingen werken dit thema onder andere uit in tekst, teken- en boetseerwerk. In de klas 5/6 wordt plantkunde aangeboden als inzicht in de samenhang en totaliteit van het plantenrijk. Biologie krijgt tot slot vorm in het onderzoeken van de dode minerale natuur in samenhang met plant, dier en mens.
5.4.5 Natuurkunde De natuurkundeperiode in de klas 5/6 begint bij fenomenen uit het leven. Het zelf waarnemen en beschrijven van verschijnselen met betrekking tot geluid, licht, warmte, elektriciteit en magnetisme zijn belangrijk. Wat is er te zien, te ruiken, te voelen en te beleven? De leerlingen oefenen hun zintuigen en leren wetmatigheden kennen.
17
5.4.8 Burgerschapsvorming
5.5 Jaarfeesten
De leerkrachten maken gebruik van verhalen uit uiteenlopende tijden en culturen, die tezamen een bedding vormen voor het toekomstig burgerschap van de kinderen. Het individuele burgerschap wordt verstevigd en ontwikkeld. Middels deze verhalen wordt een vertaalslag gemaakt naar de huidige samenleving. Het participerend burgerschap wordt hierdoor aangesproken. Vanaf klas 5/6 wordt een begin gemaakt met het kritischsociaalburgerschap.
De jaarfeesten zoals het Michaëlsfeest, Sint Maarten, Advent, Sinterklaas, Kerstmis, Driekoningen, Palmpasen, de meiboomviering met Pinksteren en het Sint Jansfeest, zijn vaste momenten in het schooljaar. Zowel de leerkrachten en leerlingen als ouders nemen deel in de organisatie en de viering van deze feesten. Iedere klas viert het feest in overeenstemming met de leeftijdsfase van de betreffende klas. In de natuur zien we de seizoenswisselingen. In de lente lopen de bomen en struiken uit, en rond mei zien we een bloesempracht. In de zomer zijn er de lome warme dagen, de lange vakantie, de uitstapjes en de picknicks. In de herfst vindt het oogsten plaats en verkleurt het blad.
5.4.9 Sociale redzaamheid Naast de lessen verkeer, vinden wij het belangrijk dat kinderen de volgende vaardigheden gedurende hun loopbaan ontwikkelen: – weerbaar zijn – contacten kunnen leggen en handhaven – kunnen functioneren binnen een groep – hulp kunnen vragen en kunnen bieden – kunnen omgaan met eigen gevoelens en rekening kunnen houden met gevoelens van anderen – verantwoordelijkheid kunnen dragen voor eigen en andermans spullen – kunnen omgaan met regels – kritisch om kunnen gaan met invloeden van "buiten" In het schooljaar 2014-2015 gaat het team door met scholing volgen in de regenboogmethodiek. De regenboogmethodiek is een methode voor sociale vaardigheid en burgerschapsvorming die is ontwikkeld bij de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen en die zeer goed aansluit op het vrijeschool onderwijs. Over verdere implementatie van deze methode in het onderwijs worden ouders t.z.t. geïnformeerd.
5.4.10 Verkeer De verkeerslessen worden op regelmatige basis aangeboden. We gebruiken daar de lesmehtode van Veilig Verkeer Nederland voor. In klas 5 en 6 leggen de leerlingen het theoretische en praltische verkeersexamen af. De leerkrachten worden bij de praktische verkeerslessen ondersteund door verkeersouders, zie punt 10.6. 18
Door in het jaarritme feesten te vieren, krijgt het kind meer grip op de tijd en beleeft het de natuur intenser. De jaarfeesten komen immers ieder jaar terug. De jaarfeesten worden in de klas intensief voorbereid en vaak vertellen leraren verhalen om bepaalde gevoelens bij de kinderen te versterken. Afhankelijk van jaargetijde en jaarfeest zijn dit bijvoorbeeld gevoelens van eerbied, vreugde of moed. Bij de voorbereiding van het feest en op de feestdag zelf krijgen de leraren veel steun van de klassenouders.
In de winter heeft de natuur zich teruggetrokken en ligt de aarde er vrij kleurloos bij. Vaak is het koud en soms ligt er zelfs ijs of sneeuw. Net zoals de natuur haar groeikrachten achtereenvolgens in- en uitademt, doen wij dat ook. In de zomer trekken we er graag op uit en zoeken we ons vertier vooral buiten. In de winter maken we het juist binnenshuis gezellig. We zetten een kerstboom neer, steken kaarsen aan en nodigen vrienden en verwanten voor onze feesten uit.
Voor data van de verschillende jaarfeesten kunt u de jaarkalender raadplegen.
19
6. Resultaten en rapportage 6.1 Leerlingvolgsysteem
6.2
De school heeft een leerlingvolgsysteem. De leerkracht legt de ontwikkelingen van de kinderen vast in een digitaal leerlingvolgsysteem vanaf het moment dat kinderen bij ons op school komen. De intern begeleider beheert de papieren dossiers en bewaart deze in een afgesloten kast.
Toetsen en onderzoeken
6.2.1 Leervoorwaardenonderzoek De overgang van kleuter naar eersteklasser is afhankelijk van de algehele ontwikkeling van het kind. Een leervoorwaarden onderzoek geeft een goed inzicht in de schoolrijpheid van de oudste kleuters. De leerkrachten van de kleuterklassen dragen de leerlingen uitgebreid over aan de leerkracht van klas 1/2. Enkele, speciaal voor kleuters ontworpen toetsen van het cito leerlingvolgsysteem kunnen deel uitmaken van het leervoorwaarden onderzoek van oudste kleuters.
Ter bescherming van de privacy van kinderen en hun ouders zijn er duidelijke afspraken gemaakt over het omgaan met de persoonlijke gegevens van leerlingen. Twee uitgangspunten zijn daarbij van belang: – -Toestemming van de ouders is een voorwaarde voor het bespreken van de leerling in de Pedagogische Vergadering. Bij intern overleg over een leerling komen alleen relevante gegevens aan de orde en spreken de aanwezigen niet met derden over het gehoorde. – -Wij verstrekken alleen met toestemming van de ouders informatie aan externe deskundigen. Wanneer wij externe deskundigen inschakelen, beheren deze hun eigen dossier. De van hen verkregen informatie verstrekken we alleen met toestemming van ouders aan derden.
6.2.2 Tussentijdse toetsen, Cito-toetsen en de eindtoets Tussentijdse toetsen en Cito-toetsen Tussentijdse toetsen en Cito-toetsen Twee keer per jaar worden de de cognitieve vorderingen van de kinderen getoetst. Dit gebeurt door middel van de Cito-toetsen. De overige ontwikkelingen gedurende het schooljaar leggen we vast in ons leerlingvolgsysteem. Indien nodig worden handelingsplannen geschreven om kinderen gericht te helpen de leerresultaten te verbeteren. Mochten de resultaten aanleiding geven om een kind op een andere manier te begeleiden, dan stellen we de ouders hier natuurlijk van op de hoogte. Dit alles gebeurt in samenwerking met de intern begeleider. Eindtoets In de zesde klas wordt de centrale eindtoets gemaakt. Dit gebeurt in april. Ouders worden hierover vooraf geïnformeerd en worden van de uitkomst op de hoogte gebracht. De leerkracht voorafgaande aan de eindtoets in februari advies uit over het vervolgtraject van de leerling. Dit advies kan op basis van de centrale eindtoets in mei nog worden bijgesteld.
20
6.2.3 Differentiatie in het onderwijs Binnen ons onderwijs komt het vrijwel niet voor dat een leerling blijft zitten. We werken aan de hand van een leerplan voor de lesstof per klassenjaar. Ieder kind maakt een vergelijkbare ontwikkeling door. Toch ontstaan er binnen een klas verschillende niveaus. De leerkracht komt hieraan binnen de klas tegemoet met een veelzijdige pedagogische benadering en variatie in werkvormen. Het niveau van een leerling is zelden eenduidig: het kan motorisch, sociaal en emotioneel zeer ´bij de tijd´ zijn, terwijl het bijvoorbeeld op kennisniveau achter blijft. En ook het omgekeerde komt regelmatig voor. Door het kind aan te spreken naar hoofd, hart en handen, wil onze school het evenwicht tussen al deze factoren benadrukken. Een evenwicht dat er in elke leeftijdsfase anders uit zal zien. De oefenmethodes die de school voor taal en rekenen gebruikt, worden op drie niveaus aangeboden. Voor de cognitief sterke leerlingen wordt extra werk gegeven en worden er plusopdrachten geformuleerd. Voor de cognitief zwakkere leerlingen kan de leerkracht besluiten remediërend in de klas te werken met groepjes kinderen in samenwerking met de intern begeleider.
6.3
Rapportage aan de ouders
De leraren informeren de ouders op verschillende manieren over de ontwikkeling van hun kind en de klas. Dit gaat door middel van ouderavonden, tafeltjesavonden na de toetsrondes en natuurlijk de getuigschriften aan het einde van het schooljaar. Een hechte en intensieve samenwerking tussen school en ouderlijk huis is noodzakelijk. Dit wordt door de verschillende contactmomenten waaronder ouderavonden, versterkt.
6.3.1 Ouderavonden Er zijn jaarlijks tenminste twee ouderavonden per klas. Ze hebben een algemeen karakter. De leraar geeft informatie over de lesinhoud, de jaarfeesten, de sociale ontwikkeling van de klas en alle andere interessante onderwerpen. Ouders krijgen zo meer zicht op wat er in de klas gebeurt en krijgen de gelegenheid vragen te stellen.
21
6.3.2 Ouderbezoek
6.4 Uitstroomgegevens
Incidenteel bezoekt de leerkracht het ouderlijk huis van de leerling om de ontwikkeling van hun kind en de eventueel gesignaleerde problemen te bespreken.
2012-2013 C.S.G. Willen van Oranje
1 Vmbo-tl 1 Vmbo-tl/Havo 1 Vwo
Theaterhavo/vwo
1 Havo/Vwo
Rudolf Steiner College
3 Vmbo-tl/Havo/Vwo 4 Vmbo Ambachtelijke Stroom
6.3.3 Tafeltjesavonden Drie keer per jaar krijgen de ouders de gelegenheid om op school met de leerkracht over hun kind te praten en werk van hun kind in te zien. Het gesprek duurt per kind 10-20 minuten.
6.3.4 Getuigschriften
2013-2014
Aan het eind van het schooljaar ontvangen alle leerlingen van klas 1 tot en met 6 een getuigschrift in twee delen. Een deel is voor de leerling zelf en een deel voor de ouders. In het voor de leerling bestemde deel, geeft de leerkracht in de vorm van een verhaal of gedicht een beeld van de persoonlijke ontwikkeling van de leerling en van zijn opgaven voor de toekomst. Het met aandacht en rust doornemen van het 'kindergetuigschrift’, gedurende een langere periode, is van groot belang. Dit gebeurt op school en het is fijn wanneer de ouders dit thuis ondersteunen.
Grafisch Lyceum Rotterdam
1 Vmbo-k
Rudolf Steiner College
2 Vmbo-k
Hoeksch Lyceum
1 Gymnasium
2014-2015
In het voor de ouders bestemde deel beschrijven de leerkrachten wat het kind zich aan kennis en vaardigheden heeft eigen gemaakt. Dit deel is uitsluitend bestemd voor de ouders. Het beschrijft de hele ontwikkeling van het kind (cognitief, sociaal-emotioneel en motorisch) en bestaat uit: – Een algemeen beeld van de klas in het afgelopen jaar – Een algemeen beeld van een kind in het afgelopen jaar – Een overzicht van de periodes – Een overzicht van de overige vakken.
22
Rudolf Steiner Rotterdam
2 Vwo 2 Havo/Vwo 2 Havo 1 Vmbo-t/Havo 1 Vmbo-gt
Hoeksch Lyceum
1 Vmbo-t/Havo
Actief College
2 Vmbo-kb 1 Lwoo
Wellant College Klaaswaal
1 Vmbo-k
De Meerpaal
1 Lwoo
Het voortgezet vrijeschoolonderwijs ondersteunt de leerling in zijn zoektocht naar de antwoorden op deze vragen. Er is een vloeiende overgang naar het voortgezet onderwijs. Net als op de onderbouw heeft de 7e en 8e klas een klassenleraar die veel vakken en lessen in de eigen klas geeft en de leerlingen hierdoor in allerlei situaties meemaakt. In de eerste twee klassen krijgen de leerlingen bovendien de ruimte om hun talenten te ontwikkelen en te laten zien wat ze kunnen. Een goede begeleiding is hiermee gewaarborgd, evenals een passende keuze voor de leerweg die in de 9e klas begint en steeds specifieker wordt. In alle leerjaren is het periodeonderwijs afgestemd op de leeftijdsfase van de leerlingen. Voor een kleine groep van ongeveer 18 leerlingen is er ambachtelijk onderwijs op vmbo-tniveau. Deze klas is bedoeld voor leerlingen die gebaat zijn bij een praktische benadering: die van het denken door te doen. Het adres van de school is: Rudolf Steiner College, Tamboerstraat 9, 3034 PT Rotterdam, tel. 010 – 413 41 58. Website: www.rudolfsteinercollege.nl
6.5
Naar het voortgezet onderwijs
6.6 Klassenpresentaties
Als de gehele onderbouw doorlopen is, beschikken de kinderen over een brede basis om op verder te gaan. Uit reacties van het voortgezet onderwijs blijkt dat onze leerlingen opvallen door hun algemene ontwikkeling, ruimtelijk inzicht, initiatiefkracht en goede sociale vaardigheden. Na de zesde klas kunnen de kinderen doorstromen naar de bovenbouw van een vrijeschool of naar het regulier voorgezet onderwijs.
Een paar maal per jaar zijn er klassenpresentaties. Deze presentaties zijn de meest levendige vorm van rapportage. De leerlingen tonen ouders en/of verzorgers, familieleden en geïnteresseerden met welke leerstof zij de afgelopen maanden bezig zijn geweest. De leerlingen tonen dat in een (zelfgeschreven) toneelstuk in een moderne vreemde taal, mechanicaproeven, een lied… Door het jaar heen kan de klassenleerkracht de ouders en/of verzorgers uitnodigen voor een kleine toneelvoorstelling van de eigen klas.
Het Rudolf Steiner College is een vrijeschool voor voortgezet onderwijs op het niveau van VMBO-T, HAVO en VWO. De examens hiervoor zijn geïntegreerd in de voortgezette vrijeschoolopleidingen. De school streeft ernaar dat de leerlingen zich van hun idealen bewust worden en later hun eigen bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Hiervoor is het van belang dat de jonge mens antwoorden vindt op vragen als ‘Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik?’
23
7. De leerlingenzorg 7.1
De leerlingenzorg binnen de school
Natuurlijk maakt het college, meestal de Intern Begeleider, gebruik van de diverse vormen van deskundigheidsbevordering die via ACIS worden gerealiseerd, zoals voorlichtingsmiddagen over onderwijsveranderingen.
De leerlingenzorg ligt primair bij de klassenleraren. De Intern Begeleider (IB) heeft meerdere keren per jaar met de klassenleerkracht een groepsbespreking, observeert in de klassen en kijkt welke onderwijsbehoeften (van de kant van het kind) èn ondersteuningsbehoeften (van de kant van de leerkracht) bestaan.
7.3
Interne Begeleiding (IB)
In samenspraak met de intern begeleider kan een leerkracht een kind in de klas extra ondersteuning geven. De extra ondersteuning wordt individueel of aan een klein groepje kinderen tegelijk gegeven. Het streven is deze extra ondersteuning altijd voor een beperkte tijd aan te bieden. Door ook oefeningen voor thuis mee te geven, wordt geprobeerd van deze periode een intensieve hulpperiode te maken die een leerling of een groepje leerlingen echt over een ‘ontwikkelingshobbel’ heen helpt. Indien verdere begeleiding buiten school nodig is wordt daarover overleg gevoerd met de ouders. Tijdens reguliere oudergesprekken wordt aan ouders altijd melding gemaakt van de extra ondersteuning.
Wanneer de leerkracht er ook met de hulp van de IB niet uitkomt, roept de IB de hulp van een begeleider vanuit het CED (centrum educatieve dienstverlening). Vaak zal deze hulp bestaan uit ondersteuning en advies voor de leerkracht. In een enkel geval zal het kind nader worden onderzocht. Dit gebeurt alleen in overleg met- en na toestemming van de ouders. Het is ook mogelijk dat de ouders advies krijgen voor hulp van buiten de school, zoals sensomotorische training, kunstzinnige therapie of euritmie therapie.
7.1.1 Kinderen met speciale onderwijs- en zorgbehoeften De school kent een procedure met betrekking tot de kinderen met speciale onderwijs- en zorgbehoeften. Naast het volgen van zorglijn zoals hierboven beschreven bestaat ook de mogelijkheid van een kinderbespreking. Indien een leerkracht een leerling onder de aandacht van zijn of haar collega’s wil brengen en hen uitgebreider om raad wil vragen, dan meldt hij deze leerling aan voor een kinderbespreking tijdens de pedagogische vergadering. Gedurende deze vergadering buigt men zich gezamenlijk over de leerling. Het college van leraren beperkt zich normaliter tot pedagogisch-didactische aspecten. Is als voortvloeisel uit die bespreking de verwijzing naar een arts, psycholoog of schoolmaatschappelijk werker gewenst, bijvoorbeeld vanwege mogelijke voedingsadviezen en/of medicijnen dan geeft de leraar deze wens door aan de ouders.
7.4
7.2
7.5
Gemeentelijke schoolarts
De gemeentelijke schoolartsendienst biedt de mogelijkheid uw kind periodiek lichamelijk door de arts te laten onderzoeken. Hierbij wordt zowel de lichamelijke groei en zaken als zicht en gehoor onderzocht als ook de psychische, meer emotionele ontwikkeling van uw kind onder de loupe genomen. Ook voor vragen kunt u bij de schoolarts terecht. Indien u dit wenst kunt u via de school van deze dienst gebruik maken. Normaal gesproken vinden onderzoeken plaats bij de oudste kleuters en bij de leerlingen van de vijfde klas. De schoolartsendienst bepaalt zelf de frequentie van de onderzoeken en kondigt deze van te voren aan. Vanuit de gemeente worden de kinderen uit de kleuterklas ook logopedisch (spraak/ taal ontwikkeling) onderzocht.
Weer samen naar school (WSNS)
In het kader van WSNS is onze school een samenwerkingsverband aangegaan met ACIS: het samenwerkingsverband van de openbare scholen in de Hoeksche Waard. Hiermee heeft de school toegang tot de mogelijkheden van ondersteuning die dit samenwerkingsverband biedt, zoals de helpdesk, en de ambulant begeleider.
Toelatingsprocedure ‘kinderen met een handicap’.
Bij de vraag naar toelating van kinderen met een handicap op onze school, moet antwoord worden gegeven op de vraag of de plaatsing geïntegreerd en functioneel is. Dat betekent dat een kind binnen de onderwijsmogelijkheden van de school, binnen een groep, op zijn eigen wijze moet kunnen meedoen met de activiteiten en dat er een ontwikkeling te zien moet zijn als resultaat van de inzet en inspanning.
24
De school heeft een uitvoerig ‘protocol kinderen met een handicap’ dat u bij de administratie kunt aanvragen. Er is een aannamecommissie, waarin de schoolleider, de IB en de betrokken klassenleerkracht zitting hebben. De IB maakt op grond van de gevoerde gesprekken een verslag van de mogelijkheden en belemmeringen van het kind. Uit dit verslag blijkt welke extra begeleiding en voorzieningen er nodig zijn. De aannamecommissie gaat na of de school deze begeleiding en/of voorzieningen kan realiseren en of zij tot plaatsing kan besluiten.
25
8. Ouder en school 8.1
Betrokkenheid van ouders 8.2 Klassenouders
We vinden het van wezenlijk belang om ouders bij de school als sociale gemeenschap te betrekken omdat mede hierdoor de mogelijkheid ontstaat school en gezin op elkaar af te stemmen. Het contact en overleg tussen leraren en ouders is veelal in onderstaande overlegvormen georganiseerd: – Tienminutengesprekken (3x per jaar) – Ouderavonden (2x per jaar) – Gesprek op aanvraag van ouders of verzorgers of van de leerkracht Voorts zijn er algemene ouderavonden georganiseerd om de ontwikkelingen binnen de organisatie te volgen. De school kent een rijke traditie aan het organiseren van lezingen over opvoedkundige vraagstukken.
De leerkracht vraagt jaarlijks twee ouders om klassenouder te worden. Zij assisteren hem of haar onder meer bij het organiseren van de jaarfeesten, ouderavonden, werkavonden, klassenuitstapjes en maken nieuwe ouders wegwijs binnen de school. Ouders kunnen hun algemene vragen over de school en de jaarfeesten het beste aan de klassenouders stellen. Ook vertellen zij nieuwe ouders graag meer over de inhoud van het klassenouderschap. Voor specifieke vragen over hun kind en de klas, kunnen ouders bij de leerkracht terecht.
8.3
Algemene informatie over de school
8.3.1 Algemene ouderavonden Twee keer per jaar zijn er algemene ouderavonden. Op deze avonden komen punten van meer algemene aard aan de orde, zoals inhoudelijke onderwerpen, de financiën, organisatorische zaken en de huisvesting.
26
8.3.2 Podiumpresentatie
8.4 Jaarmarkten
Op de open dag zijn er een podiumpresentaties voor de klassen 1 t/m 6. De kinderen laten zien waar ze in de klassen mee bezig zijn. De podiumpresentatie, samen met de open dag op diezelfde zaterdag is een verplichte schooldag. Zowel ouders als andere belangstellenden zijn hier van harte welkom.
Ieder jaar wordt er een lentemarkt georganiseerd. Op deze dag stellen wij ouders, grootouders, kennissen en andere belangstellenden in de gelegenheid om kennis te maken met de Leeuwenhartschool en worden er mooie natuurlijke producten te koop aangeboden.
8.3.3 Open dag
8.5
De open dag zal, evenals afgelopen jaar, gehouden worden in combinatie met een lentemarkt. Uiteraard ontvangt u te zijner tijd uitgebreide informatie over het programma.
Bij wie kunnen ouders terecht met hun vragen?
Schoolleider: – onderwijs algemeen – problemen, die niet in samenspraak met de leerkracht kunnen worden opgelost – niet-pedagogische zaken
8.3.4 Overige informatie De ouders kunnen de volgende documenten op school ter inzage vragen: het schoolplan, beleidshandboek, statuut en verslagen van de MR, begroting, jaarstukken en het ontruimingsplan.
Leerkracht: – informatie over het kind – informatie over de klas – onderwijs in de klas Klassenouder: – informatie over de jaarfeesten – algemene informatie over de school, uitgezonderd pedagogische vragen, met name voor nieuwe ouders Medezeggenschapsraad, oudergeleding: – schoolvragen, die verder gaan dan het individuele kind – besteding ouderbijdrage Administratie: – declaraties – ouderbijdrage – leerlingenadministratie
27
9 Weekbericht, website en schoolkrant 9.1 Weekbericht Het weekbericht, waarin berichten van organisatorische aard, verslagen van besprekingen en een activiteitenkalender zijn opgenomen, komt eenmaal per week digitaal op vrijdag uit. Indien u nog geen digitaal weekbericht ontvangt, kunt u uw e-mailadres doorgeven aan:
[email protected]
9.2 Website Op onze website vindt u uitgebreide informatie over onze school. U kunt geïnteresseerden verwijzen naar de website van onze school: www.leeuwenhartschool.nl. Er worden in onze school bij jaarfeesten en toneeluitvoeringen foto’s gemaakt. Deze zetten wij graag op onze website of in de schoolkrant, met dien verstande dat wij geen namen vermelden. U kunt bezwaar maken tegen het plaatsen van een foto van uw kind door dit aan te geven bij de directie:
[email protected]
9.3 Schoolkrant De schoolkrant van de Leeuwenhartschool is sinds 2005 een onderdeel van de landelijke schoolkrant: de Seizoener, www.seizoener.nl De Seizoener verschijnt twee keer per jaar en bevat altijd een landelijk deel én ons eigen katern. In het weekbericht verschijnt bericht over de verzameldata van de kopij. De redactie bestaat uit: Marja Kommers (leerkracht) Kopij aanleveren via:
[email protected]
28
10 Ouderactiviteiten in de school 10.1 Kerstspelen
10.6 Verkeerouders
Jaarlijks wordt er door ouders en leerkrachten een kerstspel ingestudeerd. Dit kerstspel wordt opgevoerd voor kinderen en familie en bekenden en is bij uitstek een gelegenheid om in de kerststemming te komen.
Binnen de school is een groepje ouders werkzaam als verkeerouders. Zij bereiden de praktische verkeerslessen voor en zorgen ook voor de uitvoering op de dag zelf. Op de dag van de praktische les wordt een beroep gedaan op meer ouders om een groepje te begeleiden. De verkeersouders zijn Patricia Kalkhoven en Anita Derksen.
10.2 Ouderbetrokkenheidsteam Wilt u zich voor één of meerdere activiteiten opgeven neem dan contact op met de schoolleider:
[email protected]
Binnen de school is een aantal ouders actief binnen een ouderbetrokkenheidsteam dat onder leiding van de schoolleider regelmatig bijeenkomt. Activiteiten die het ouderbetrokkenheidsteam kan organiseren zijn onder andere: – Lezingencyclus in de theaterzaal over opvoedkundige vraagstukken – Ontwikkelen/ontwerpen website en een boekje over ‘wat ouders moeten weten van en over de Leeuwenhartschool’. – Activiteiten om ouders meer betrokken te laten zijn bij de school en de Leeuwenhartschool te profileren, waaronder algemene ouderavonden, jaarfeesten en ‘moederochtenden’.
10.3 Jaarmarktencommissie Een keer per jaar wordt er een lentemarkt georganiseerd. Uw hulp wordt erg op prijs gesteld.
10.4. Medezeggenschapsraad U kunt als ouder ervoor kiezen om zitting te hebben in de medezeggenschapsraad (zie 11.6). Vergaderingen van de MR zijn (op een eventueel gesloten deel na) openbaar. De vergaderingen van de MR staan aangegeven in de jaarkalender. Een kort verslag verschijnt na afloop in het weekbericht.
10.5 Seizoentafelgroep De seizoentafel waarop het leven met de seizoenen tot uiting komt, staat midden in de hal. Ouders verzorgen de aankleding van de seizoentafel.
29
11. De organisatie van de school 11.1 College van leerkrachten
Het college van leerkrachten draagt de volle verantwoordelijkheid voor zijn pedagogische taak en komt wekelijks bijeen in de Pedagogisch-praktische Vergadering. Het accent van deze vergadering ligt op de pedagogiek. In het pedagogische deel van de vergadering werken de leraren aan de inhoud van het hedendaagse vrijeschoolonderwijs en houden zij kinder- en klassenbesprekingen. Daarnaast komen ook praktische zaken aan de orde. De leiding van de Pedagogische Vergadering en de zakelijke vergadering berust bij de schoolleider.
De leraren brengen de pedagogische ideeën van Rudolf Steiner tot leven. Iedere leraar is, binnen het kader van het schoolplan en de schoolafspraken, vrij om hier op zijn of haar eigen manier vorm aan te geven. Alleen zo kunnen de leraren de lessen optimaal bij de behoeften van hun leerlingen aan laten sluiten.
11.2 Vervanging bij ziekte Zolang de leerkrachten zijn allemaal gezond zijn is er niets aan de hand. Echter zodra er een griep door de school waart, kunnen er gaten vallen . Bij ziekte of afwezigheid van leerkrachten neemt een vervanger de klas over. De school streeft er dan ook naar een paar vervangers beschikbaar te hebben. Indien er geen vervanging is, wordt er als volgt gehandeld: In klas 1 tot en met 6 verdelen we de kinderen over de andere klassen. Slechts in het uiterste geval vervallen er lessen. Ouders krijgen hierover vooraf bericht en ‘noodopvang’ is altijd mogelijk. Hier geldt bovendien: reeds lopende vervangingen worden in principe niet afgebroken en verder de ‘voorrangsregel’: bij vervangen gaat de laagste klas voor de hoogste klas; bij lesuitval is dat andersom. Als een kleuterleerkracht ziek is en er geen vervanging voorhanden is, vragen wij om de kleuters thuis te houden. Als dat niet kan, vangen we ze in een andere klas op.
11.3 Begeleiding stagiaires Regelmatig hebben we stagiaires van verschillende opleidingen. Deze studenten hebben een duidelijke opdracht die bij hun studiejaar past. Het is belangrijk dat ze deze opdracht in de daarvoor aangewezen klassen uit kunnen voeren. Ze krijgen begeleiding van de klassenleerkracht en vanuit hun eigen opleiding.
30
11.4 Schoolleiding, administratie en conciërge Schoolleider, Willem Kamper
veelal aanwezig op maandag, dinsdag en donderdag
Administratief medewerker, Joke Oosterwijk
aanwezig op maandag en donderdag
Conciërge
aanwezig alle dagen van 8.15 tot 9.30
De dagelijkse leiding van de school ligt bij de schoolleiding. Deze is verantwoordelijk voor de eigen school en hoe leerkrachten en ouders daarin samenwerken. De bestuurder is Jeroen Gommers. Bij hem ligt het bevoegd gezag van de Stichting Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland. De Samenwerkende Vrijescholen ZuidHolland heeft een klein bestuursbureau voor de ondersteuning van personeelsbeleid, communicatie, onderwijs en financiën:
Wij verzoeken u om adreswijzigingen, wijzigingen van telefoonnummers en veranderingen in de gezinssamenstelling zo spoedig mogelijk door te geven aan de administratie. Het is noodzakelijk om het adressenbestand actueel te houden. De Leeuwenhartschool is een kleine school. Daardoor is al het ondersteunend personeel slechts part time aanwezig. Treft u niemand aan? Maak gebruik van andere mogelijkheden: – Stuur uw bericht per mail:
[email protected] – Stuur uw bericht per post – Doe een briefje in de brievenbus op de deur van de administratie – Spreek het antwoordapparaat in
St. Samenwerkende Vrije Scholen Zuid-Holland Postbus 4292 3006 AG Rotterdam T: 010-4528197
[email protected] www.svzh.nl Het Managementteam staat onder leiding van de bestuurder en wordt samen met hem gevormd door de schoolleiders en de stafmedewerkers:
Alle correspondentie betreffende de school kunt u sturen aan: Administratie “Leeuwenhartschool" Postbus 1176, 3260 AD Oud-Beijerland. e-mailadres:
[email protected]
Willem Kamper van de Leeuwenhartschool in Oud-Beijerland Ilona Vervloet - Dordtse Vrije School in Dordrecht Christianne Verbraeken - Rudolf Steiner School in Rotterdam en Krimpen a/d IJssel ErnstJan Cooiman - Vrije School Vredehof en Vrijeschool Rotterdam- West in Rotterdam Nadia Demaret - Vrije School Widar in Delft WilmaHelena Diepstraten - Basisschool Wonnebald in Den Haag stafmedewerkers: Ariadne Jaski, personeel en organisatie; Joke Rutgers, onderwijskwaliteit; Majorein Gauw, pr communicatie en marketing; Anke Hindriks, financiën en beheer.
11.5 Bestuur Het bestuur is formeel, vanuit de wet- en regelgeving, verantwoordelijk voor de instandhouding van de scholen en de realisatie van kwalitatief goed onderwijs. De school wordt bestuurd vanuit de Stichting Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland (www.SVZH. nl). Deze samenwerking is eind 2011 gevormd vanuit een gezamenlijk gevoelde verantwoordelijkheid om het vrijeschoolonderwijs in de regio verder te ontwikkelen en krachtiger op de kaart te zetten. De Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland bestaan uit acht basisscholen op antroposofische grondslag in Zuid-Holland. Elke school heeft zijn eigen profiel en ontwikkelt dat verder. 31
Op alle scholen fungeert een medezeggenschapsraad als formeel inspraak- en adviesorgaan. Op 5 april 2005 is de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad geïnstalleerd. De leden van de GMR zijn afgevaardigden van de vier scholen. Per school zijn er twee leden afgevaardigd in de GMR. De GMR heeft advies- en/of instemmingbevoegdheid bij beleidsbeslissingen op bovenschools gebied.
De bestuurder werkt in nauw overleg met de Raad van Toezicht aan expliciet voorwaardenscheppend en professioneel beleid voor de scholen binnen de stichting. De Raad van Toezicht bestaat uit: Robbert Mulder (voorzitter), Sjef Palmen, Albert Vlug, Marja Molenaar, Joost Broumels
11.6 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) is het centrale overlegplatform van leerkrachten en ouders. In principe kunnen alle aangelegenheden die de school betreffen besproken worden. Het bestuur stelt de medezeggenschapsraad tenminste tweemaal per jaar in de gelegenheid om over de algemene gang van zaken in de school te spreken en te adviseren. Daarnaast komt de medezeggenschapsraad bijeen naar eigen behoefte of op verzoek van bestuur, leerkrachten of ouders. De zittingsduur van de leden is 2 jaar en men kan eenmaal herkozen worden. De hoofdtaken van de MR zijn: De hoofdtaken van de MR zijn: 1. Standpunten kenbaar maken en voorstellen doen aan het bestuur over alle schoolaangelegenheden (met name inzake het schoolbeleid voor onderwijs, personeel, financiën, materiaal beheer en publiciteit). Het bestuur dient op voorstellen van de MR binnen 3 maanden met redenen omkleed te reageren. Bij wet zijn de verschillende MR-bevoegdheden geregeld: initiatiefrecht (pro-actief standpunten kenbaar maken), informatierecht (het bestuur dient de MR tijdig over zaken te informeren), adviesrecht en instemmingsrecht (over belangrijke beleidswijzigingen). 2. Bevordering van openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school. 3. Waken tegen discriminatie op welke grond dan ook en bevordering van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, alsmede de inschakeling van gehandicapte en allochtone medewerkers. De medezeggenschapsraad bestaat uit een oudergeleding en een personeelsgeleding. De oudergeleding bestaat uit: Reinier Mouthaan Patricia Kalkhoven De personeelsgeleding bestaat uit: vacant
32
12. Kwaliteitszorg Door het fusieproces van de afgelopen jaren zijn er binnen de vier scholen allerlei zaken gelijk getrokken. Dit proces gaat nog steeds door. Op 23 mei 2014 is er een inspectiebezoek geweest waarbij de inspectie onderzocht heeft of er bepaalde tekortkomingen bij onze school zijn of dat de inspectie het vertrouwen geeft aan de school. Dit laatste is het geval: de inspectie heeft de school opgenomen in het basisarrangement en geeft daarmee haar vertrouwen. Mocht u geïnteresseerd zijn: op de site van de inspectie (http://www.onderwijsinspectie.nl/ ) kunt u de bevindingen van de inspectie nalezen. In schooljaar 2014-2015 is een schoolzelfevaluatie gehouden. Leerkrachten, ouders en leerlingen hebben vragenlijsten ingevuld. In een algemene ouderavond is de uitkomst hiervan besproken. De belangrijkste punten zijn verwerkt in het schoolplan 2015-2016, dat ter inzage op de school aanwezig is. Speerpunten schoolplan 2015-2016 zijn: - versterken van de onderzoekende houding en het leiderschap van de leerkrachten - versterken van de zorgstructuur - borgen van de implementatie van de verbeteringen van het reken- en taalonderwijs - ritmisch werken aan het versterken van de vrijeschoolse onderwijskwaliteit
33
13. Praktische informatie 13.1 Aanmelden en aannemen van nieuwe leerlingen Voor informatie over ons onderwijs en het aanmelden van nieuwe leerlingen kunt u contact opnemen met de administratie van de school. Mevr. Pettinga (kleuterleiders) verzorgt de informatie- en aannamegesprekken voor kinderen onder de vier jaar. De aannamegesprekken voor oudere leerlingen verzorgt de klassenleerkracht waar nodig samen met de schoolleider. Wanneer het inschrijfformulier ingevuld ontvangen is, wordt een aannameprocedure gestart: - Bij de huidige school wordt informatie opgevraagd over het kind - Er wordt een afspraak gemaakt voor een ontmoeting tussen leerling en leerkracht, de ouder(s) en de intern begeleider. - De verzamelde gegeven en waarnemingen worden door de leerkracht en intern begeleider gewogen en besproken - Bij ‘groen licht’ worden de ouders geinformeerd door de intern begeleider - Bij twijfel wordt de schoolleider betrokken en gevraagd om besluit te nemen en worden de ouders door de schoolleider op de hoogte gebracht van het besluit.
13.2 Schooltijden 13.3 Vakanties en vrije dagen
De schooltijden zijn als volgt: 08.25
de bel gaat! (kinderen staan in de rij)
08.30
aanvang lessen
14.00
einde school
Vakantie en vrije (studie)dagen 2015-2016 van
Ouders kunnen hun kleuters tussen 8.25 en 8.35 naar de klas brengen. De andere kinderen wachten buiten op het plein tot de bel gaat. Rond half negen wordt op ons schoolplein koffie en thee geschonken voor ouders die nog even willen praten met elkaar. Wij verzoeken ouders mede in verband met de voortgang van de lessen, ook op het schoolplein, om het koffiedrinken rond 8.50 uur af te sluiten.
tot en met
Herfstvakantie
vr
16-10-2015
zo
25-10-2015
Kerstvakantie
za
19-12-2015
ma
04-01-2016
Voorjaarsvakantie
za
20-02-2016
zo
28-02-2016
Paasvakantie
vr
25-03-2016
ma
28-03-2016
Meivakantie
za
23-04-2016
zo
08-05-2016
Pinksteren
za
14-05-2016
di
17-05-2016
Zomervakantie
za
09-07-2016
zo
21-08-2016
Naast de in dit vakantierooster genoemde studiedagen is er nog een studiedag op woensdag 9 maart en maandag 14 maart. Op deze dagen is er geen school. Op de laatste schooldag van het jaar zijn alle ouders vanaf 10.30 uur welkom in de klassen. De kinderen gaan dan om 11.00 uur naar huis.
34
13.8 Pleinregels
Verplichte schooldagen anders dan het rooster aangeeft: - Donderdagavond 17 of vrijdagavond 18 december, aanvang kerstspel 18.30 uur - Zaterdag 16 april 2016, aanvang 09.45 uur podiumpresentaties, lentemarkt en opendag. - Vrijdag 24 juni, aanvang 18.00u, Sint Jan
- Het kleuterplein is alleen voor de kleuters bestemd. - Op het plein mag fruit worden gegeten. - Achter op het plein mag je in de bosjes spelen. - Op het plein mag alleen volgens het rooster worden gevoetbald en niet voor- en na schooltijd. - Volgens het rooster mag er in de boomhut gespeeld worden. - Er mag met takken gespeeld worden mits dit geen gevaar voor anderen oplevert. - Je zet je fiets netjes in het fietsenhok. Daar staan alleen maar fietsen. - Als de bel gaat, ga je zo snel mogelijk in de rij staan en loop je rustig met de leerkracht naar binnen.
13.4 Schoolregels en gedragscode Op onze school hanteren wij de gedragscode, zoals deze vastgesteld is door de schoolbesturen uit de Rotterdamse regio. De letterlijke tekst hiervan is: ouders en medewerkers die de school betreden onderschrijven de volgende gedragscode van het Anti Agressie Protocol. Zij houden zich aan de volgende regels: - Ouders en medewerkers tonen elkaar respect. - Ouders en medewerkers hanteren fatsoenlijk taalgebruik. - Ouders en medewerkers treden niet agressief op. Wanneer er een conflict is werken ouders en medewerkers mee aan het zoeken en vinden van een oplossing. www.fokor.nl
13.5 Eten en drinken Zowel voor de ochtenden als voor de middagen, moeten de kinderen brood, fruit en drinken meenemen. Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan bekers met melk of sap (geen koolzuur houdende dranken). Snoep wordt niet toegestaan.
13.6 Uiterlijke verzorging en mobieltjes De uiterlijke verzorging van de kinderen en de volwassenen in de school is zodanig dat de ander daar geen aanstoot aan kan nemen. Leerlingen, die een mobiele telefoon mee naar school nemen, moeten die ‘s morgens bij de leerkracht in bewaring geven. Hetzelfde geldt voor MP3 spelers en andere elektronica. De leerlingen krijgen hun spullen na schooltijd weer terug.
13.7 Verjaardagen Op hun verjaardag mogen de kinderen op iets lekkers trakteren.
35
13.9 Schoolbenodigdheden Euritmie Ieder kind heeft voor de euritmieles euritmieschoentjes nodig. Deze schoentjes zijn te koop bij de administratie à € 7,-- per paar. Fluiten Voor de muzieklessen heeft iedere leerling van klas 1 tot en met 6 een blokfluit nodig. Deze worden centraal aangeschaft en door de ouders vergoed (kosten circa € 50) via de klassenleerkracht. Er bestaat een mogelijkheid om een tweedehands fluit (indien voorradig) voor € 12,50 aan te schaffen. Informatie bij de administratie van de school. Gym Klas 1 t/m 6: gymschoenen (niet buiten gebruikt), sokken, sportbroek en katoenen T-shirt of gympak. Rekenen Klas 5 - 6: passer en schoolagenda Klas 6: gradenboog
36
14 Ziekmeldingen en afmeldingen 14.2 Schoolreisjes
U kunt uw kind ’s morgens vanaf een kwartier voor schooltijd ziek melden. Het is belangrijk dat u uw kind voor schooltijd ziek meldt, er zijn immers kinderen die alleen naar school komen. Wanneer uw kind om 8.45 uur nog niet op school is en ook niet ziek is gemeld, nemen wij contact met u op.
In de loop van het schooljaar krijgt u informatie over de schoolreisjes en werkweken. Het doel van de schoolreizen en werkweken is een andere manier van samenzijn, passend binnen de periodes en de visie van de school. Eenmaal per twee jaar gaan klas 5 en 6 naar het historisch openluchtmuseum in Eindhoven om te beleven hoe mensen in de Middeleeuwen of de Prehistorie hun dagelijks leven inrichtten.
Als de kinderen niet mee mogen gymmen, moeten de ouders de school hier schriftelijk van op de hoogte brengen.
14.3 De verkeerssituatie Wij vragen u dringend ziekmelding en andere meldingen aan de administratie zoveel mogelijk op ons e-mailadres te doen:
[email protected]. Mocht u toch bellen en geen gehoor krijgen: Spreek alstublieft het antwoordapparaat in. Mail en apparaat worden meerdere keren per dag gelezen/afgeluisterd. Indien nodig bellen wij u terug.
Het halen en brengen van de kinderen kan in de Jasmijnstraat en aanliggende straten voor chaotische situaties zorgen. Daarom heeft de gemeente het onderstaande voorstel voor parkeren en rijden gedaan. Wij verzoeken u dit voorstel zoveel mogelijk aan te houden. Wilt u daarom de ruimte tegenover de dubbele garage en de Esdoornstraat vrij laten en niet op de stoep parkeren? Zo kunnen buurtbewoners, brandweer, politie en ambulance gewoon door de straten rijden. De politie controleert overigens regelmatig of de auto’s rond de school goed geparkeerd staan.
14.1 Leerplicht en verlofaanvraag Voor vierjarigen is er nog geen verplichting de school te bezoeken. De leerplicht vangt echter aan op de eerste schooldag van de maand, volgend op die, waarin het kind vijf jaar werd. Dit betekent dat een kind ergens in het schooljaar leerplichtig wordt. De ouders hebben gedurende het eerste jaar van de leerplicht (de vijfjarige leeftijd) de mogelijkheid hun kind 5 uur per week thuis te houden. Zij moeten dit echter wel aan de school doorgeven. Daarnaast kan de leerkracht nogmaals, op verzoek van de ouders, vrijstelling verlenen voor ten hoogste 5 uur per week. Voor de goede orde: het thuis houden van kleuters dient zoveel mogelijk in overleg met de leerkrachten te geschieden. Het is mogelijk om extra verlof aan te vragen in verband met gewichtige omstandigheden. Extra vrije dagen moet u zes weken voor de aanvang van de vrije dagen schriftelijk bij de school aanvragen. De schoolleider kan één keer per schooljaar verlof verlenen voor een vakantie buiten de schoolvakanties om. Deze verlofregeling is alleen bestemd voor kinderen van ouders die niet binnen de vastgestelde schoolvakanties op vakantie kunnen gaan. De werkgever moet dit kunnen aantonen. Aan de hand hiervan bekijkt de schoolleider, eventueel in overleg met de leerplichtambtenaar, of zij/hij verlof kan verlenen. De schoolleider is wettelijk verplicht om ongeoorloofd verzuim bij de leerplichtambtenaar te melden.
Figuur: verkeerssituatie Jasmijnstraat
37
15. Financiën en verzekeringen 15.1 Ouderbijdrage
Wij beseffen dat het ontvangen van uw bijdrage voor ons verplichtingen met zich mee brengt voor wat betreft een verantwoorde besteding van deze bijdrage. Inspraak ten aanzien van de besteding van deze gelden is mogelijk via de oudergeleding van de medezeggenschapsraad.
Onze school vraagt een financiële bijdrage van de ouders. Deze bijdrage heeft tot doel een aantal voorzieningen te bekostigen die de overheid niet of onvoldoende vergoedt. De ouderbijdrage is vrijwillig. De hoogte van de ouderbijdrage is afhankelijk van het belastbaarinkomen en het aantal kinderen dat naar school gaat. Hieronder ziet u een tabel afgedrukt waarin u het bij uw belastbare inkomen en aantal schoolgaande kinderen passende bedrag kunt terugvinden. Bij vragen hierover kunt u uiteraard terecht bij de administratie.
Wij vinden het belangrijk om u inzicht te blijven geven in de besteding van de ouderbijdrage en ons tegenover u hierover te verantwoorden. Deze verantwoording is jaarlijks beschikbaar in de jaarrekening van de school. Deze ligt op het secretariaat er inzage
15.2 Vervoerskosten
Aan het einde van elk schooljaar ontvangt u een toelichtingsbrief en een verzoek om een overeenkomst te tekenen met daarin het door u toegezegde oudebijdrage bedrag. U kunt dit zowel in eenmaal voldoen als in termijnen.
Vergoeding van de vervoerskosten van en naar school is mogelijk voor alle leerlingen van de basisschool, ook de 4-jarigen! Omdat er een leerplicht bestaat en het voor kan komen dat er in de directe omgeving van het ouderlijk huis (binnen een straal van 4 km) niet is voorzien in een school naar keuze, op levensbeschouwelijke grondslag, verschaft de onderwijswet een recht op vergoeding. In dat geval kan men hiervoor een aanvraag bij de gemeente van de eigen woonplaats indienen.
15.3 Ongevallenverzekering/aansprakelijkheid De school heeft een verzekeringspakket bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel en vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade zoals een kapotte bril of fiets, valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt de medewerkers van de school en de mensen die voor de school actief zijn, dus bestuursleden, personeel en vrijwilligers, dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand.
38
15.4 Onderwijsnummer
Ten eerste is de school dan wel het schoolbestuur niet zonder meer aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school, of zij die voor de school optreden, moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld omdat er tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril komt. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt dan ook niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen - of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders - zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
De school is wettelijk verplicht het Burgerservicenummer (BSN) van uw kind te registeren. Heeft uw kind geen BSN dan ontvangt hij/zij een onderwijsnummer. Met de invoering van een uniek nummer per kind kan de overheid beter toezien op de rechtmatigheid van de bekostiging van het onderwijs. Ook zullen in de toekomst kinderen beter te volgen zijn bij een overstap naar een andere onderwijsinstelling. Ieder kind heeft recht op onderwijs, ook al heeft het geen BSN. Kinderen die geen BSN hebben, bijvoorbeeld omdat ze nog maar kort in Nederland zijn of omdat ze in het grensgebied van Duitsland of België wonen, krijgen een onderwijsnummer toegekend vanaf het moment dat de geautomatiseerde gegevenslevering tussen school en overheid op gang is gekomen. Voor meer informatie kunt u bellen naar 0800-5010 of naar www.50tien.nl, de website voor ouders over het onderwijs.
Het verzekeringsbedrag is verrekend in de ouderbijdrage. De polisvoorwaarden zijn bij de administratie in te zien.
39
16. Veilig op school Een veilige school vormt een belangrijke basis voor de ontwikkeling van het kind: op een veilige plek is het beter leren. Daarom heeft het schoolbestuur van de Vrijescholen Regio Rotterdam besloten om een protocol “veilig op school” vast te stellen. Uitgangspunt daarbij is dat voorkomen altijd beter is dan genezen. In het protocol komen de volgende gedragingen aan de orde: - Fysieke agressie en intimidatie. - Verbale agressie en intimidatie. - Vernieling. - Wapenbezit. - Diefstal. - Vuurwerk bezit. - Seksuele intimidatie. - Schoolverzuim. Om houvast te bieden bij het realiseren van een veilig schoolklimaat zijn in het protocol zowel uitgangspunten als een algemeen stappenplan opgenomen. Het protocol is op te vragen bij de administratie.
16.1 Klachtenprocedure Klagen mag, maar wel via de juiste weg. Onvrede kan altijd voorkomen en dient altijd eerst besproken te worden met direct betrokkenen. Het is hierbij van belang dat er op een vooraf bepaald moment, op respectvolle wijze met elkaar gecommuniceerd wordt. Het tijdig bespreekbaar maken van onvrede voorkomt escalatie. We vinden het wenselijk dat mensen elkaar kunnen en durven aanspreken. Een belangrijk uitgangspunt is hierbij dat we met elkaar spreken en niet over elkaar. Het kan echter wel eens voorkomen dat de onvrede blijft en u er niet uit komt met de direct betrokkene. U heeft een klacht. Er zijn verschillende soorten klachten: a. klachten van organisatorische aard b. klachten van onderwijskundige aard c. klachten over veiligheid of intimidatie
Klachten van organisatorische aard horen bij de schoolleider. Klachten van onderwijskundige- of pedagogische aard horen in eerste instantie bij de leerkracht. Indien u er samen niet uitkomt, dan kunt u samen de schoolleider in het vraagstuk betrekken. Klachten over schoolveiligheid of intimidatie kunt u kenbaar maken bij de schoolcontactpersoon of de externe vertrouwenspersoon. De schoolcontactpersoon of de externe vertrouwenspersoon kunnen u begeleiden in de klachtroute. Zij zullen niet bemiddelen, maar naast u gaan staan en volgen of het proces van de klacht goed verloopt. Iedere school heeft een schoolcontactpersoon, ook kinderen kunnen daar terecht.
40
De aandacht functionaris van de meldcode bij ons op school is Andrea van de Veerdonk (telefoonnummer 0186 610616). Vanaf stap 2 zal zij worden betrokken bij eventuele trajecten. Uiteraard altijd in nauw overleg en na afstemming met de school. De uitgebreide meldcode huislijk geweld is in 2014 opnieuw vastgesteld en beschikbaar op www.svzh.nl
Wanneer een klacht in behandeling wordt genomen zal de bestuurder betrokkenen horen en passende maatregelen nemen. Indien u ontevreden bent over de afhandeling van de klacht kunt u terecht bij de landelijke klachtencommissie. Klachten willen we graag voorkomen. Als er een klacht is, willen we er graag samen sterker uit komen. Op de website www.svzh.nl en de website van de schoool vindt u de volledige tekst van de Klachtenregeling SVZH Schoolcontactpersoon is de intern begeleider van de Leeuwenhartschool.
16.4 Verwijderingsprocedure Als een kind gedrag vertoont dat onacceptabel is en het lesproces in de klas verstoort, zal de leerkracht dit kind (korte tijd) naar de gang sturen. Aan het einde van de les heeft de leerkracht een gesprek met de leerling en komen zij hopelijk tot overeenstemming. De leerling moet het gemiste werk inhalen. Naar de gang sturen is een noodmaatregel, deze maatregel kan echter meerdere malen toegepast worden.
16.2 Vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon is alleen voor de volgende gevallen bereikbaar: seksueel geweld, agressie, discriminatie en mishandeling. De vertrouwenspersoon is dr. A. Berger Tel: 0186 618596
Indien er geen verbetering optreedt in het gedrag van de leerling, stuurt de leerkracht de leerling met wat werk voor een dag naar een andere klas. Hij brengt de schoolleider en de ouders hiervan op de hoogte. Naar het inzicht van de leerkracht kan hij deze stap meerdere malen herhalen. Hij maakt een verslag van het gebeurde dat in het leerling-dossier wordt bewaard.
16.3 Aandachtsfunctionaris Na een lang voortraject is per 1 juli 2013 de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling wettelijk verplicht. De meldcode beschrijft in 5 stappen wat bijvoorbeeld een huisarts, leerkracht, verpleegkundige, begeleider in de kinderopvang, of hulpverlener moet doen bij vermoedens van kindermishandeling.
Mocht er na deze maatregelen nog niet voldoende resultaat zijn, dan volgt er per aangetekende brief een officiële waarschuwing. Bij de tweede waarschuwing volgt een schorsing van drie dagen. De leerling krijgt hierbij huiswerk mee dat bij zijn terugkeer af moet zijn.
De meldcode is gebaseerd op 5 stappen: - in kaart brengen van signalen. - overleggen met een collega en eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). - gesprek met de cliënt. - afwegen van het geweld of de kindermishandeling. - beslissen: hulp organiseren of melden. Als Leeuwenhartschool werken we vanaf augustus 2013 ook volgens deze meldcode.
Als dit alles nog niet tot gedragsverbetering leidt, zal de school, alle partijen gehoord hebbende, overgaan tot een procedure voor definitieve verwijdering. De school heeft de plicht om in samenwerking met de ouders actief naar een andere school te zoeken. Mocht dit binnen acht weken niet lukken en kan de school haar inspanning aantonen, dan wordt de leerling zonder meer verwijderd.
41
17. Namen en adressen 17.1 Adresgegevens van de school en alle medewerkers
Schoolleiding
Leeuwenhartschool Jasmijnstraat 6 3261 BK Oud-Beijerland
Schoolleider
Willem Kamper:
[email protected]
Leerkrachten Kleuterklas
Suzemarie Pettinga:
[email protected] Eline van Dam:
[email protected]
Correspondentie Postbus 1176, 3260 AD Oud-Beijerland. Telefoonnummer 0186-612142 e-mailadres: info@leeuwenhartschool Website www.leeuwenhartschool.nl
Lisa Solleveld:
[email protected] Mieke van Drunen:
[email protected] Corine Erken:
[email protected] Eva van der Weij:
[email protected] Klas 1
Matthias Burghoff:
[email protected] Famke van Daalen:
[email protected]
Klas 2-3
Marja Kommers
[email protected] Femke Stout:
[email protected]
Klas 4-5
Seline Kruijthof:
[email protected] Esmée Jansen:
[email protected]
Klas 6
Ria Buscop:
[email protected] Janne den Blaauwen:
[email protected]
Euritmie
Monique Moerkens:
[email protected]
Zorg Intern Begeleider
Anita Torenvlied:
[email protected] Judith Geenevasen:
[email protected]
Onderwijsondersteuning Administratie
Joke Oosterwijk:
[email protected]
Conciërge
Via de administratie
Bestuur Bovenschools managementondersteuner
Anke Hindriks:
[email protected]
Als u een afspraak met één van de leerkrachten wilt maken, kunt u een e-mailbericht verzenden. 42
17.2 Andere onderwijsinstellingen 17.2.1 Verenigde Bijzondere Scholen (VBS) Secretariaat: Bezuidenhoutseweg 251-253, 2594 AM Den Haag Tel: 070-3315252, fax: 070-3814281. Landelijke Klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs Postbus 95572, 2509 CN Den Haag Ambtelijk secretaris (m.i.v. 1 juli 2008) Mw. mr. S.M.M. (Sheila) Meijer Email:
[email protected] Tel. 070- 331 52 52
17.2.2 Inspectie van het Basisonderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis). Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld, extremisme, fundamentalisme of radicalisering: meldpunt vertrouwensinspecteurs: tel: 0900-1113111 (tijdens kantooruren, lokaal tarief ).
43
18. Informatie over de Vrijeschoolbeweging Van de Vereniging voor Vrije Opvoedkunst kan ieder persoonlijk lid worden. U ontvangt dan tevens het tijdschrift “Vrije Opvoedkunst”. Hierin vindt U artikelen en beschouwingen over de achtergronden van de vrijeschoolpedagogie en nieuws en commentaar uit de vrijeschoolbeweging. Het tijdschrift verschijnt acht maal per jaar. Voor ca. € 39,- bent U lid/donateur van de vereniging en ontvangt U het tijdschrift.
Vereniging van vrijescholen, Hoofdstraat 14-b, 3972 LA, Driebergen. Tel. 0343-536060, fax 0343-531772, e-mail
[email protected], website www.vrijescholen.nl De Vereniging van vrijescholen (Vereniging) is een vereniging van besturen van vrijescholen. De activiteiten die de Vereniging op het gebied van onderwijs ontplooit zijn gericht op samenwerking en kwaliteit, voorlichting en communicatie, bestuurlijke en pedagogische aangelegenheden en maatschappelijke ontwikkelingen. Zij heeft drie taken: vertegenwoordiging én belangenbehartiging bij de overheid (lobby), presentatie naar buiten van het vrijeschoolonderwijs, het binden van haar leden op de ontwikkeling van het vrijeschoolonderwijs en het stimuleren van overleg tussen (groepen van) partners. Dit betekent anno 2013 dat de Vereniging zich onder andere bezig houdt met: - Internationale ondersteuning en afstemming op de uitgangspunten van ons onderwijs. - Vrijheid van inrichting (opheffingsnorm, huisvesting) - Definitie van opbrengsten (cognitief én sociaal-emotioneel). - De achtergronden van de functie van euritmie. - Het ondersteunen van de realisatie van het lectoraat vrijeschoolpedagogie. - Ondersteuning van kinderopvang vanuit dezelfde visie.
Vrijescholen in de regio
De Stichting voor Rudolf Steiner Pedagogie secretariaatsadres: Hoofdstraat 14-B, 3972 LA Driebergen De Stichting voor Rudolf Steiner Pedagogie verzorgt fondswerving ter ondersteuning van wenselijke projecten (schenkingen naar bankrekening 21.21.60.400). Onder de Stichting ressorteert een aantal fondsen, zoals het Fonds voor het kleine kind, het Tobiasfonds, het Fonds algemene doelen, het Arnold Henny fonds.
Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen BVS Schooladvies, partner van uw school Kennis delen – mensen verbinden Vondellaan 50, 3521 GH Utrecht tel. 030- 2819656 e-mail:
[email protected] website: www.bvs-schooladvies.nl
Vereniging voor Vrije Opvoedkunst Secretariaat: Hoofdstraat 8, 3972 LA Driebergen, Tel: 0343-538788 (van 9 tot 13 uur), fax 0343-538312
44
t/m klas
Plaats
telefoon
6
Delft, De Meesterstraat 2, 2613 XB
015-2130330
6
Dordrecht, Dubbelmondestraat 1, 3312 NB
078-6140106
6
Gouda, Ridder van Catsweg 256a, 2805 BC
0182-537515
6
's Gravenhage (De Vrijeschool) Abbenbroekweg 7, 2597 NT
070-3522177
12
's Gravenhage (scholengem. De Vrijeschool) Waalsdorperweg 12, 2597 JB
070-3244300
's Gravenhage (Vrijeschool Wonnebald) Mozartlaan 189, Postbus 52160, 2505 CD
070-3254818
6
Krimpen aan de IJssel, Memlingstraat 2, Postbus 187, 2920 AD
0180-519776
6
Oud-Beijerland, Jasmijnstraat 6, Postbus 1176, 3260 AD
0186-612142
6
R'dam (Vredehof ), Vredehofweg 30, Postbus 4292, 3006 AG
010-4526519
6
R'dam (Prinsenland), Michelangelostraat 375, Postbus 8257, 3009 AG
010-4557670
12
R’dam (Bovenbouw), Rudolf Steiner College, Tamboerstraat 9, 3034 PT
010-4134158
6
Zoetermeer, Schansbos 5-6 Postbus 5305, 2701 GH
079-3517824
Voor uitgebreide informatie van ons complete aanbod (voor scholen en ouders) kunt u een bezoek brengen aan onze website: www.bvs-schooladvies.nl. U kunt ons ook bellen of mailen: (030) 281 96 56 -
[email protected]
BVS-schooladvies is al meer dan 33 jaar een landelijk kennis- en expertisecentrum voor vrijeschoolonderwijs. Wij richten ons op de begeleiding van het onderwijs op vrijescholen en de schoolorganisatie. Centraal staat de inrichting van het vrijeschoolonderwijs. Wij hebben, ter ondersteuning van de kleuterleidster en leraar, webapplicaties en publicaties gemaakt. BVS-schooladvies heeft adviseurs met kennis over de volgende onderwerpen: - inhoudelijke thema’s rond het vrijeschoolonderwijs - schoolorganisatie - inhoud van het onderwijs, zoals didactiek, handelingsgericht werken, sociaal-emotionele ontwikkeling - leerlingenzorg/ondersteuning Bovenstaande diensten worden aangevraagd door vertegenwoordigers van de school. Ook ouders kunnen bij ons terecht voor vragen m.b.t. de ontwikkeling van hun kind.
45
Leeuwenhartschool Bezoekadres: Jasmijnstraat 6 3261 BK Oud-Beijerland Postbus 1176 3260 AD Oud-Beijerland 0186612142 www. leeuwenhartschool.nl
Gemaakt door: www.thepaperfactory.nl