- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 20BK Aanvrager Locatie Adres Aangemelde schoolsoort
Stedelijk College mw. Ingrid van Zuijdam Henegouwenlaan Henegouwenlaan 1-2A Eindhoven Havo
Leerlingenaantal
1540 (door de school zelf opgegeven, april 2014)
Bestuur:
Sticht. Primair en voortgezet onderwijs Zuid-Nederland
Het Stedelijk College Eindhoven is een brede scholengemeenschap met drie locaties. Naast de vmbo-, havo- en vwo-opleidingen zijn er een internationale afdeling voor voortgezet onderwijs in havo en vwo en een Engelstalig vmbo. Het Stedelijk College Eindhoven ontving in januari 2014 het predicaat Excellente School 2013 voor de afdeling vwo. Het predicaat heeft veel reacties losgemaakt. Tijdens de open dagen kwamen er bijvoorbeeld aanmerkelijk meer bezoekers. Ook de aanmelding van nieuwe leerlingen is gestegen. Op 1 oktober 2013 was het leerlingaantal 1538, dit schooljaar begon met 1548 leerlingen. Behalve voor vwo hoopt de school dit jaar ook voor havo en vmbo-t het predicaat te behalen. Deze rapportage richt zich op de havo.
2. Motivatie van de school De onderbouwing die het Stedelijk College bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘Onze school verdient voor het havo het predicaat Excellente School omdat we duidelijk stijgende cijfers laten zien van bijna zwak naar excellent (daarbij gaat het om doorstroom- en slagingspercentages en verschil SE-CE). Ook hebben wij een goed lopende tweetalige havo-afdeling van klas 1 t/m 5, waarin we bijna uniek zijn in Nederland. Verder hebben we een uitgebreid internationaliseringsprogramma voor zowel tweetalig havo als regulier havo, waaronder een uitwisseling met Indonesië voor regulier havo. Internationalisering en intercultureel gedrag zijn verankerd in ons schoolplan. Daarnaast profileert de (t)havo-afdeling zich op het gebied van sport en cultuur door het aanbod van ‘bijzondere’ vakken als BSM (bewegen, sport en maatschappij), drama, tekenen en muziek.’
3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen; 2. resultaten op de andere vakken en leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, culturele vorming, redzaamheid, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder geven we een overzicht van de resultaten van het Stedelijk College
1
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
over de periode 2011-2013 die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Hierbij is gebruik gemaakt van de ruwe scores. Resultaatgegevens afkomstig van de Inspectie Rendement onderbouw* Rendement bovenbouw* Gemiddelde centraal examen* Gemiddeld verschil CE en SE** * Gemiddelde van de score op een vijfpuntsschaal 2011-2013. ** Gemiddelde over de periode 2011-2013.
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
Havo 2,7 3,3 3 0,12
Havo 6,1 6,4 6,4 6,5
cijfer CE 2011 cijfer CE 2012 cijfer CE 2013 cijfer CE 2014
Op grond van de resultaten die het Stedelijk College in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. De onderstaande gemiddelde cijfers bij het centraal examen over de periode 2011-2013 heeft de school zelf aangeleverd bij haar aanmelding. Eindexamenresultaten havo (CE) Nederlands Engels Wiskunde
2011 5,9 6 6
2012 6,1 6,4 6,8
2013 6,0 6,8 6,8
2014 6,6 7,1 6,7
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De kwaliteit van de opbrengsten, waarin begrepen rendement onder- en bovenbouw, gemiddeld CE-cijfer, discrepanties tussen SE- en CE-cijfer, gemeten over een periode van drie jaren (2011, 2012, 2013) is gemiddeld. In 2014 waren de examenresultaten over het geheel genomen gemiddeld. Het aandeel geslaagden van de havo-afdeling lag in 2014 op 91,5%, landelijk was dit 88,0%. Reflectie Score Dronkers 2013
8
3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Ook het gemiddelde over de overige vakken bij het centraal examen (2011-2013) heeft de school zelf aangeleverd bij haar aanmelding. Eindexamenresultaten havo (CE) 2011 2012 2013 Gemiddelde overige examenvakken* 6,1 6,4 6,4 * De som van het gemiddelde op de overige examenvakken gedeeld door het aantal overige examenvakken.
De resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum komen overeen met het landelijk gemiddelde.
2
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
De delegatie van de jury heeft tijdens het bezoek kennis genomen van talrijke initiatieven die de school ontplooid heeft om de leeropbrengsten te verbeteren, waarover meer in dit rapport. De examenresultaten van de overige vakken zijn wisselend. Ongeveer de helft van de overige vakken scoort in 2014 beter dan het landelijk gemiddelde en de andere helft onder het gemiddelde. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) In haar aanmelding geeft de school aan dat ze over de volgende aanvullende gebieden aantoonbaar zeer goede resultaten boekt: • redzaamheid; • internationale oriëntatie; • sport en culturele vorming. De systematiek die de school daar volgens de aanmelding bij hanteert, is als volgt. ‘De leerling laten doen wat hij zelf kan, minimentoraat, bovenbouwleerlingen bijlessen geven aan onderbouwleerlingen.’ (bij redzaamheid) ‘Verplichte internationaliseringsactiviteiten voor thavo, e-twinning, uitwisseling voor regulier havo.’ (bij internationale oriëntatie) ‘De vakken BSM, muziek, drama en tekenen worden aangeboden als eindexamenvak.’ (bij sport en culturele vorming) In haar aanmelding noemt de school de volgende vorderingen die bij deze aanvullende gebieden worden geboekt: • draaiboek minimentoraat, overzicht bijlesleerlingen, PTA voor lichamelijke oefening (bij redzaamheid); • EIO-portofolio thavo-leerlingen, notitie internationalisering, intercultureel besef is kernkwaliteit (bij internationale oriëntatie); • Parijs-reis voor tekenen, PTA voor BSM, drama, muziek en tekenen, CKVactiviteiten (bij sport en culturele vorming). De delegatie van de jury herkent tijdens het schoolbezoek bovengenoemde ontwikkelingen. Het gaat om een aantrekkelijke verbreding van het onderwijsaanbod, waardoor leerlingen hun talenten kunnen ontwikkelen. De havo-afdeling heeft zich verder met name gericht op opbrengstgericht werken. Vooral de opbouw van de les, waarbij er aandacht is voor het aangeven van het doel en nut van de les, de samenhang met eerder verworven kennis en vaardigheden, en evaluatie aan het eind van de les. Ook het gericht geven van feedback aan leerlingen heeft veel aandacht gekregen. Verder heeft het accent gelegen op het hanteren van activerende werkvormen door de docenten. Deze onderwerpen krijgen ook in het komend schooljaar veel aandacht. Daarnaast is een groot onderzoek (2011-2014) afgerond dat uitval moet tegengaan. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers, tevens docenten (‘pedaccers’) uit de eigen school.
4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) In haar aanmelding stelt het Stedelijk College dat er geen omstandigheden zijn die van invloed zijn op de resultaten die ze met de leerlingen behaalt.
3
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Om de uitval van leerlingen in havo 3 te verbeteren en afstroom te voorkomen, heeft de school het formulier potentiële afstromers ontwikkeld. Hiermee probeert ze bijtijds de leerlingen te traceren die in problemen komen. Naar de mening van het team heeft dit een aantal leerlingen ‘gered’. Door te differentiëren tijdens de les zouden de docenten tegemoet kunnen komen aan de verschillende leerbehoeften van de leerlingen. Er is echter nog weinig sprake van didactische differentiatie in de lessen. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Uit het mentorenoverleg, waarin leerlingen worden besproken, komt naar voren welke leerlingen speciale aandacht nodig hebben bij het vak Nederlands. Daarnaast onderzoeken psychologen alle leerlingen. Tijdens begeleidingsuren (plusuren) voor zwakke leerlingen wordt extra aandacht besteed aan de verschillende domeinen binnen het vak Nederlands en rekenen. Er is een taalbeleidsplan opgesteld, waarin aandacht is voor het vergroten van de woordenschat van de leerlingen. Docenten moeten bij het opstellen van toetsen aandacht besteden aan dit aspect. Dyslectische leerlingen krijgen een specifieke begeleiding. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De docenten geven aan dat de ‘pedaccers’ (onderwijskundig geschoolde docenten) analyses maken van de vorderingen van de leerlingen. Er wordt gebruik gemaakt van de verschillende cito-VAS-toetsen voor Nederlands, rekenen en Engels. Gedurende het eerste leerjaar worden in plusuren de achterstanden voor deze vakken zo veel mogelijk weggewerkt. Differentiatie binnen klassenverband staat nog in de kinderschoenen. Dit item krijgt wel aandacht. Gemiddelde van de cijfers bij het centraal examen van de 20% beste leerlingen (2013, vwo, gegevens Duo) Nederlands 6,58 7,65 Engels 7,33 Wiskunde Gemiddelde avo-vakken 7,13
5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In het aanmeldingsformulier noemt het Stedelijk College de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de onderwijsaanpak die ze nastreeft: • afwisseling van effectieve werkvormen; • opbrengstgericht werken; • differentiatie in het aanbod.
4
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘In de jaarplannen per team en schoolbreed wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het primaire proces (doel van de les, activerende didactiek en inhoudelijke feedback). Docenten zijn hierin geschoold en er zijn audits geweest waarbij lesobservaties zijn uitgevoerd. Ook is er wederzijds lesbezoek door docenten. Er zijn WOLF-besprekingen en er is een intern onderzoek naar doorstroom van de havo-leerling en een onderzoek door Arjen van Delden van onderwijsadviesbureau Vuurdans over doorstroom havo bovenbouw (49 naar 67), gemiddeld CE-cijfer (5,9 naar 6,5) en verschil SE-CE (0,42 naar 0,05). De leerlingen hebben de mogelijkheid om naast Engels ook Frans, Duits en Spaans te volgen. Ook kunnen de leerlingen uit de bovenbouw de vakken BSM, drama, muziek en tekenen kiezen als eindexamenvak.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek kennis genomen van de zorgvuldige aanpak en de rapportage van de school aangaande de doorstroming van onder- naar bovenbouw om uitval van havo-leerlingen tegen te gaan. De school geeft prioriteit aan het aantrekkelijker maken van de lessen. Leerlingen met wie gesproken is, geven aan dat de lessen afwisselender zijn geworden. Er wordt meer gebruik gemaakt van werkvormen waarbij de leerlingen een actievere rol moeten krijgen, maar dit geldt nog niet voor alle leraren. De school heeft de begeleiding van de leerlingen goed op orde. Leerlingen en ouders spreken hier lovend over. Het mentoraat en het minimentoraat, waarbij leerlingen van de havo- en vwo-bovenbouw leerlingen in de brugklas begeleiden, heeft meerdere doelen. Deze leerlingen zijn betrokken bij bijvoorbeeld mentoruren en de organisatie en begeleiding van het schoolkamp. Ook is van belang dat zij de nieuwkomers helpen bij het vinden van een plekje in de schoolgemeenschap. Tevens zijn er uiteenlopende deskundigen intern en extern beschikbaar wanneer leerlingen leer- en/of sociaal-emotionele problemen hebben. De zorgkaart geeft een goed overzicht van wat de school op het terrein van zorg en begeleiding te bieden heeft. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In het aanmeldingsformulier noemt de school de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de wijze waarop ze is georganiseerd: • professionalisering van het personeel; • schoolklimaat; • het uitdragen van excellentie. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘De professionalisering is opgenomen in onze teamplannen. De teamleiders worden bij de uitvoering ondersteund door een coach en door “pedaccers”. Het personeel is geschoold in het scoren van lessen op basis van het inspectiewaarderingskader. We hebben interne studiedagen met eigen workshops en voorbeelden van “good practice” en zijn een opleidingsschool. Door de open schoolcultuur is het goed mogelijk om wederzijds lesbezoek structureel in het schooljaar te laten plaatsvinden, zijn er lesobservatie-audits, tevredenheidsonderzoeken en een resonansgroep. Een thavo-afdeling 1 t/m 5; English IB-standard-niveau; BSM, drama, muziek, tekenen als eindexamenvak. Alle havoleerlingen moeten hun profielwerkstuk presenteren, mogelijkheid van uitwisseling voor alle havoleerlingen.’
5
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek gesproken met de teamleiders en onderwijskundig managers van de school. Zij kunnen rekenen op een aanzienlijk draagvlak binnen het team. De pedaccers spelen een belangrijke rol in de beleidsontwikkeling op deze school. Zij analyseren problemen, bijvoorbeeld over de uitval van havoleerlingen. Zij houden presentaties voor het team van hun bevindingen en slagen erin hun collega’s in meerderheid mee te krijgen bij noodzakelijke veranderingen zoals de verbetering van de kwaliteit van de lessen en de aandacht voor de resultaten. De docenten maken deel uit van een team dat geleid wordt door een teamleider. Deze wordt ondersteund door een coördinator leerlingzaken en een docentencoach. Daarnaast zijn er pedaccers die teamoverstijgend hulp bieden. De verantwoordelijkheid voor het primaire proces ligt bij het team/de teamleider. De prioriteit binnen de professionalisering heeft gelegen bij opbrengstgericht werken en het inzetten van activerende werkvormen. De school is daar volgens de tevredenheidonderzoeken bij leerlingen nog niet helemaal geslaagd, maar er zijn goede vorderingen gemaakt. De plannen voor verandering en verbetering binnen het onderwijsleerproces worden geëvalueerd op cyclische wijze. In het schoolplan staan per ‘zuil’ de beleidskeuzen aangegeven. Deze worden verder uitgewerkt in teamplannen, die worden geëvalueerd en op basis van deze evaluatie worden de veranderingen geborgd of verder ontwikkeld.
6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) In het aanmeldingsformulier is aan het Stedelijk College Eindhoven gevraagd of ze een uitgewerkt systeem kent voor periodieke analyse van opbrengsten op verschillende niveaus: leerling, (jaar)groep, vakgebied, docent. De school geeft aan daarover te beschikken. In de aanmelding omschrijft de school dit systeem als volgt. ‘Viermaal per jaar rapportbesprekingen, wekelijkse mentorenvergaderingen, systematische leerlinggesprekken naar aanleiding van resultaten en sociaalemotioneel welbevinden, tevredenheidonderzoeken, inzetten van pedaccers, lesobservatie-audits, WOLF-besprekingen, jaarplannen per team en evaluatie, cito-VAS-toetsen in klas 1,2 en 3, Cambridge Checkpoint, onderzoek met behulp van onderwijsadviesbureau Vuurdans.’ Tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school onder meer aandacht besteed aan de relatie tussen de aanpak van de school en de resultaten die ze boekt. Het Stedelijk College besteedt veel aandacht aan het primaire proces. Daarnaast is de pedagogische aanpak sterk op de doelgroep gericht. Het effect is dat er een stijgende lijn zit in de resultaten. Kanttekening is wel dat de CE-resultaten bij Nederlands nog wat achterblijven. De school wil daarin nog een slag maken. Hierbij wordt nauw samengewerkt met externe partners. Het thema bij de havo is: van bijna zwak naar excellent. Daarnaast wil de school de havisten meer uitdagen. De delegatie van de jury herkent tijdens het schoolbezoek bovenstaande
6
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
activiteiten van de school. Uit de resultaten blijkt dat de school een aantal succesvolle interventies heeft gepleegd in de opbrengsten van de havo, met name het terugdringen van de discrepanties naar een aanvaardbaar niveau. Tegelijkertijd blijft een (geborgde) stijging van de havo-examenresultaten nog een wens. De schoolleiding wil de docenten beter gaan betrekken bij resultaatverbetering van de examencijfers. Tot nu toe was dat vooral een zaak van het management. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding noemt de school het volgende voorbeeld van een aantoonbaar geslaagde interventie die ze naar aanleiding van de periodieke analyses heeft toegepast. ‘Taalbeleid: woordenboek in de klas en gebruik bij toetsen, Nieuwsbegrip, door WOLF-besprekingen zijn er aanpassingen gedaan in het PTA en dit heeft in een aantal gevallen geleid tot verschuiving van lesstofonderdelen in de bovenbouw. Met als resultaat dat het gemiddelde CE-cijfer van een 5,9 (2011) naar een 6,4 (2013) is gegaan en het verschil SE-CE van 0,42 (2011) naar 0,03 in 2013.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Alle afdelingen, ook de havo, evalueren systematisch de onderwijsopbrengsten en werken doelgericht aan verbetering ervan. De schoolleiding neemt daarin het voortouw. Docenten zouden bij de verbetering van de examenresultaten nog een actievere rol mogen krijgen. Er is een veelheid aan meetinstrumenten in gebruik: cito-VAS, auditrapporten op basis van inspectiekader, tevredenheidonderzoeken, WOLF, Cum Laude, Vensters voor Verantwoording, IB English-resultaten en Cambridge Checkpoint als het om de tweetalige afdelingen gaat. De school werkt in haar beleid met KPI’s (Key Performance Indicators). Voor de locatie Henegouwenlaan zijn twaalf thema’s geformuleerd. Voor de jaren tot 2018 zijn doelen geformuleerd op het terrein van onderwijs, personeelsbeleid, organisatie en digitalisering. Aan deze KPI’s zijn de teamplannen opgehangen. In de evaluatie van het teamplan (jaarplan) staat dat er aandacht is voor de slagingspercentages. Uit de gesprekken met de docenten bleek dat er ook meer aandacht is voor het volgen van de resultaten van leerlingen. Een goed werkend toetsbeleid is van de grond gekomen. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld van de wijze waarop kennisdeling en ontwikkeling binnen de school worden vormgegeven. ‘WOLF-besprekingen met de secties, zelfevaluatieverslagen, jaarplannen per team plus evaluatie, kennisdeling van “good practice” in teams en door middel van workshops tijdens studiedagen. Ook zijn wij een opleidingsschool.’ Als belangrijkste thema’s binnen het professionaliseringsbeleid noemt de school in de aanmelding het volgende. ‘Het primaire proces waarin wij de volgende thema’s hebben uitgelicht: 1) doel van de les; 2) activerende werkvormen; 3) leerlingen inhoudelijke feedback geven.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende
7
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
waarnemingen en bevindingen gedaan. De school besteedt planmatig aandacht aan de professionalisering van het team. Teamscholingen zijn in het schoolplan opgenomen. De meest opvallende teamscholing was de training door een oud-inspecteur om middels lesobservaties, de kwaliteit van de lessen, met name doel, activering en het geven van feedback aan leerlingen te verbeteren. Uit enquêtes blijkt dat de scholing effectief is geweest en de effecten duidelijk merkbaar zijn in de lessen. De school is opleidingsschool voor de nieuwe lerarenopleiding. Startende docenten worden begeleid. Onbevoegdheid bij docenten is verder teruggedrongen. De school heeft duidelijke stappen gezet naar een professionele organisatie. De tevredenheidonderzoeken krijgen een vervolg in het schoolbeleid. Vormen van feedback komen in de schoolorganisatie aan bod. Dat blijkt uit het schoolplan en de gesprekken met docenten die de delegatie van de jury in school heeft gehad. Feedback vindt plaats in de gesprekkencyclus, waarin de tevredenheidonderzoeken worden teruggekoppeld en er zijn WOLF-gesprekken over de examens. Voortgangsbewaking van de cijfers vindt plaats met het programma Cum Laude. Uit de evaluatie van de ontwikkelingen op de school blijkt dat differentiatie op niveau en leerstijl tijdens de lessen is blijven liggen, omdat de school vond dat dit onderwerp heel dicht aanlag tegen activerende werkvormen. De delegatie van de jury is van mening dat hier nog veel te winnen valt. De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2013. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid
Gemiddelde score school 7,5 7,3 7,3
Landelijke score 7,2 6,8
In haar aanmeldingsformulier geeft de school aan dat ze naar aanleiding van de tevredenheidonderzoeken de volgende stappen heeft gezet. ‘Opvang van klas 1 t/m 3 ten behoeve van de rust op school en zinvolle opvang. Meer aandacht voor communicatie (hearings, Steeds Info). Meer aandacht voor aankleding van het gebouw (aula, gangen en lokalen). Aandacht voor het primaire proces zijn aandachtspunten geweest van onze steakholders. Deze aandacht voor het primaire proces vind je terug in de teamplannen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Uit de gesprekken met de direct betrokkenen en de ouders blijkt dat de school de gegevens van tevredenheidonderzoeken serieus neemt en dat ze gericht verbeteringen nastreeft op basis van deze onderzoeken. Een van de KPI’s bij communicatie is dat deze bij de drie geledingen minimaal voldoende (3) moet scoren. Ook wil de school bij het primair onderwijs peilen hoe men over het Stedelijk College Eindhoven denkt. De ambitie is er en uit de gesprekken blijkt dat deze ambitie door het gros van de docenten gedeeld wordt.
7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Het uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een
8
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) Volgens de aanmelding kent het Stedelijk College een excellentiegebied waarop ze de focus legt. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘We hebben een goed draaiende thavo-afdeling van klas 1 t/m 5. We richten ons in het bijzonder op sport en cultuur voor de havoleerling door het aanbieden van de vakken BSM, muziek, drama en tekenen in de bovenbouw van de havo. Verder willen we de leerlingen opleiden tot wereldburgers die andere culturen kennen en respect hebben voor andere culturen (kernkwaliteit intercultureel gedrag). Dit komt vooral tot uiting in de uitwisselingsprogramma’s voor zowel thavo als regulier havo.’ De aandacht voor het excellentiegebied is gericht op een of meerdere specifieke groepen leerlingen. Over de doelgroep van het excellentiegebied staat in de aanmelding het volgende. ‘Voor de tto-leerling en voor de reguliere leerling willen we doorstroom van mavo naar havo gemakkelijker maken door het aanbieden van de vakken BSM, drama, muziek en tekenen (deze vakken zijn er ook op de (t)mavo). Door het aanbieden van tweetalig onderwijs, het aanleren van intercultureel gedrag, het aanbieden van de “bijzondere” vakken, maar vooral het richten op het primaire proces geven wij de leerling de grootst mogelijk kans om te excelleren.’ Het betreft ongeveer 33% van de leerlingen van de school. Tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school aandacht besteed aan haar excellentiebeleid. De school profileert zich op het terrein van internationalisering. Dat geldt voor zowel mavo, havo als vwo. Daarbij is het tweetalig onderwijs een belangrijke stroom. De school heeft hiervoor gekozen omdat de leerlingen het tweetalig onderwijs als zeer motiverend ervaren. Bovendien wil de school de boodschap uitdragen dat er meer is dan de eigen cultuur. Binnen het vwo, en in iets mindere mate de havo, is tweetalig onderwijs al een bekend fenomeen. Met de tweetalige mavo behoort de school tot de voorlopers. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek kennis genomen van de ambitie, de motieven en de onderbouwing van het excellentiebeleid binnen havo. De delegatie van de jury heeft geconstateerd dat veel beleid schoolbeleid is, zich niet beperkt tot het havo, maar ook in vmbo-t en vwo wordt uitgerold: bijvoorbeeld opbrengstgericht werken, actieve didactiek met aandacht voor reflectie, tweetalig onderwijs in alle afdelingen, ondersteuning door de onderwijskundige leiders. Daarnaast is een aantal activiteiten zoals hierboven genoemd per afdeling in ontwikkeling. In de gesprekken met het team heeft de delegatie van de jury het gehad over het effect van het predicaat op de motivatie van de docenten. De delegatie van de jury kon zelf vast stellen dat het predicaat het team een behoorlijke ‘boost’ heeft gegeven. Nu wil men voor excellentie van de hele school gaan.
9
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding stelt de school dat het gebied respectievelijk de gebieden waarop de school uitblinkt, wordt/worden erkend door externe partijen (bijvoorbeeld andere scholen, ouders of andere partners). De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘Deze erkenning krijgen wij van onze ouders, Europees Platform, Orion-audits.’ De herkenbaarheid van het excellentiegebied blijkt volgens de aanmelding verder uit: • externe bezoekers specifiek gericht op dit gebied; • deelname aan een netwerk dat betrekking heeft op dit gebied; • verworven projectgelden op dit gebied; • vermelding in publicatie(s) over dit gebied. De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van het Stedelijk College onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van vier referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat de leerlingen veel culturele bagage meekrijgen, dat de school sterk is gericht op kwaliteitsverbetering en dat de organisatie van de school als geheel sterk is. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) Het Stedelijk College heeft plannen om haar excellentiefocus in de toekomst verder te versterken. De school beschrijft deze plannen in haar aanmeldingsformulier als volgt. ‘We hebben het voornemen om ook volledig digitaal te gaan werken (net als onderbouw vwo). De lesstof moet dan volledig digitaal worden aangeboden. Dit moet in 2018 gerealiseerd zijn.Daarnaast bieden wij komend schooljaar het onderwijs van de WON Akademie ook in de havo/vwo-brugklas aan. Daarmee richten wij ons meer op de excellente havoleerling die de mogelijkheid/keuze krijgt om op vwo-niveau les te krijgen en zich te ontwikkelen.’ Volgens de aanmelding sluiten de plannen op de volgende wijze aan op specifieke behoeften van (groepen) leerlingen. ‘Er is in onze stad/regio Eindhoven veel behoefte aan tweetalig onderwijs (Brainport). Zeker ook voor de havoleerling, aangezien ook veel hbo-opleidingen steeds meer lesstof in het Engels aanbieden. Daarnaast willen wij de betere havoleerling voorbereiden voor het vwo.’ In de aanmelding wordt de aansluiting op de door de school gehanteerde didactische aanpak als volgt beschreven. ‘We willen door middel van maatwerk (wij staan open voor eigen leertrajecten; dove leerling met tolk in de klas, rolstoelen huren voor medeleerlingen van gehandicapte leerling voor rolstoelbasketbal) de leerling voorzien in zijn leerbehoefte. Daarom stellen we de leerling centraal en gaan we op zoek naar de optimale leerroute voor de leerling zodat hij goed voorbereid is voor het vervolgonderwijs.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek kennis genomen van de (mede op excellentie gerichte) plannen van de school die betrekking hebben op de havo, zoals geformuleerd in het schoolplan 2014-2018. Ook is met de
10
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
beleidsverantwoordelijken gesproken over deze plannen, die voor een deel een voortzetting zijn van bestaand beleid, en deels nieuw beleid betreffen. De rol van de onderwijskundig managers daarbij (pedaccers) is al aan bod geweest. De doelen kenmerken zich door een goede balans tussen realisme (wat is haalbaar?) en ambitie (dynamiek). Zo is het initiatief om een dove leerling op te nemen lovenswaardig en past het goed in het kader van passend onderwijs. Er is onder docenten, ouders en leerlingen een groot draagvlak voor de ontwikkelingen die in gang zijn gezet. Daardoor kan de schoolleiding de plannen die zij heeft om de school excellent te maken goed ten uitvoer brengen. Het schoolplan en de daaraan opgehangen jaar/teamplannen getuigen daarvan.
8. Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.
9. Conclusie van de jury Het Stedelijk College, afdeling havo, laat een positief beeld zien met enkele kanttekeningen. De school heeft na een matige periode de opbrengsten van de havo-afdeling naar een voldoende niveau weten te brengen. Ook de kwaliteit van de onderwijsleerprocessen is de afgelopen tijd sterk verbeterd. De eindexamenresultaten waren in 2014 voor Nederlands en Engels op een goed niveau. Voor wiskunde kan het, ook in relatie tot twee voorgaande jaren op de afdeling, beter. Het Stedelijk College kent een veilig en stimulerend schoolklimaat als belangrijke leervoorwaarde. De kwaliteit van de onderwijsleerprocessen is verbeterd en van een behoorlijk niveau, met name waar het de activerende didactiek betreft met aandacht voor reflectie, die herkenbaar in de lessen wordt toegepast. Dat heeft geleid tot meer aantrekkelijke en uitdagende lessen. Dit beeld is bevestigd door de leerlingen in de tevredenheidonderzoeken en de interviews. Het onderwijsaanbod is verbreed, zowel binnen school als daarbuiten. Er is aandacht voor talent en talentontwikkeling zoals blijkt uit de vele (extra)curriculaire activiteiten. De omstandigheden waaronder gewerkt wordt, zijn tamelijk gunstig. De kwaliteit van het team, het type leerling, de leermiddelen en de huisvesting zijn stimulerend voor goede onderwijskwaliteit. Bovendien is er gezonde concurrentie uit de omgeving. Als we kijken naar het verband tussen het onderwijsproces en de resultaten is te zien dat er een weloverwogen inzet gepleegd is om de resultaten te verbeteren. Met succes; de havo-afdeling presteert na een aantal mindere jaren in ieder geval overeenkomstig het landelijk gemiddelde en op de kernvakken op een beter niveau. Het excellentiebeleid is herkenbaar in het onderwijs aanwezig; daarop wordt bewust gestuurd. Kwaliteitszorg is een sterk punt van de school. Dat blijkt niet alleen uit diverse kwalitatief goede beleidsdocumenten, maar vooral uit de
11
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
realisatie van die plannen, bijvoorbeeld de geslaagde verandering van de didactische aanpak. De kracht van de school zit in haar innovatief vermogen, dat planmatig wordt aangestuurd door het management samen met de onderwijskundige leiders, die zelf docent zijn op deze school. Er is een aanzienlijk draagvlak voor het gevoerde beleid binnen het team, dat zelf ook aan de basis staat van veel onderwijskundige initiatieven. Zorgvuldig uitgevoerde eigen analyses van de resultaten vormen het fundament voor verbeterplannen; evaluatie maakt daarvan deel uit. Sterke punten van de school zijn een prettig schoolklimaat, breed aanbod, tweetalig onderwijs, een activerende didactiek, sterk verbeterde opbrengsten, kwaliteitszorg en innovatiekracht. Aandachtspunt is onder meer het verhogen van de opbrengsten. Deze zijn weer op niveau, maar kunnen gezien de gunstige omstandigheden op den duur nog beter. Resultaatverbetering is niet een zaak van de leiding alleen, de docenten hebben daarbij een actieve rol door een consequentere toepassing van een activerende didactiek binnen de lessen en door mogelijkheden voor differentiatie binnen de les beter te benutten. Alles overziende is de jury van oordeel dat het Stedelijk College Eindhoven op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (havo) 2014 toekomt.
12