- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 03FO Aanvrager Adres Aangemelde schoolsoort
Comenius College dhr. J. Veenstra Bisonlaan 1 Hilversum Vwo
Leerlingenaantal
1366 (door de school zelf opgegeven, april 2014)
Bestuur:
Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in het Gooi
Het Comenius College heeft in 2014 haar afdelingen vmbo-theoretische leerweg, havo en vwo aangemeld als kandidaat Excellente School 2014. Deze aanvraag betreft de afdeling vwo die nog niet eerder het predicaat ontving. Het Comenius College is een open christelijke school voor gymnasium, atheneum, havo en mavo. Het is een WON-school (Wetenschapsoriëntatie Nederland) en Topsport Talentschool. Een belangrijk kenmerk van het Comenius College is dat de meeste projecten op elk van de drie afdelingen worden uitgevoerd of zijn vertaald naar de specifieke doelgroepen van elke afdeling. Er is sprake van een integrale benadering van het excellentiebeleid, zowel horizontaal tussen de afdelingen en vakken, als verticaal tussen de leerjaren.
2. Motivatie van de school De onderbouwing die het Comenius College bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘De resultaten zijn in 2013 en in 2014 verder verbeterd. Het slagingspercentage was 97% in 2013 en 94,4% in 2014 (beide jaren ver boven het landelijk gemiddelde). Ook zien we een verbetering van de opbrengsten bij de vakken. De gymnasiumafdeling scoort aanhoudend hoog, zelfs hoger dan dat van het categoriale Gemeentelijk Gymnasium. Op het vwo ontvingen in 2014 vijf leerlingen een cum-laude-diploma (8 of hoger). Nieuwe leerlingen kunnen voortaan instromen in een atheneumklas of een gymnasiumklas. De atheneumklas volgt het vakoverstijgende onderzoeksprogramma STAP. De leerlijn wetenschap is aangevuld met workshops voor het profielwerkstuk en intervisiebijeenkomsten voor begeleiders. Er wordt verbinding gelegd tussen wetenschap, 21st century skills en onderzoek in de eigen omgeving en het buitenland. De school heeft zich aangesloten bij het Nivo, het netwerk van het Europees Platform. Leerlingen worden bekwaamd in het geven en krijgen van feedback met behulp van het digitale programma peerScholar. De leerlijn burgerschap is verbeterd door een verdergaande koppeling van persoonlijke vorming in de mentorles en LOB. Leerlingen houden zich steeds actiever bezig met leerlingparticipatie, bijvoorbeeld in de leerlingenpanels en de Raad voor de Veiligheid en door deelnamen aan studiedagen voor medewerkers. Het gymnasium heeft een eigen gezicht met activiteiten en een leerlingpanel. Het programma-aanbod is uitgebreid met het Europees middenstandsdiploma EBC*L.’
1
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen; 2. resultaten op de andere vakken en leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, culturele vorming, redzaamheid, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder geven we een overzicht van de resultaten van het Comenius College over de periode 2011-2013 die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Hierbij is gebruik gemaakt van de ruwe scores. Resultaatgegevens afkomstig van de Inspectie Rendement onderbouw* Rendement bovenbouw* Gemiddelde centraal examen* Gemiddeld verschil CE en SE** * Gemiddelde van de score op een vijfpuntsschaal 2011-2013. ** Gemiddelde over de periode 2011-2013.
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
Vwo 3 4 3 0,16
Vwo 6,4 6,5 6,6 6,7
cijfer CE 2011 cijfer CE 2012 cijfer CE 2013 cijfer CE 2014
Op grond van de resultaten die het Comenius College in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. De onderstaande gemiddelde cijfers bij het centraal examen over de periode 2011-2013 zijn door de school zelf aangeleverd bij haar aanmelding. Eindexamenresultaten vwo (CE) 2011 Nederlands 6,2 Engels 6,1 Wiskunde 6,6 Latijn/Grieks* 6,8 * Het gemiddeld cijfer van beide klassieke talen.
2012 6,3 6,3 6,7 6,5
2013 6,5 6,6 6,8 7,0
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Geconstateerd wordt dat de gemiddelde CE-cijfers van het vwo de afgelopen jaren steeds opnieuw hoger worden: van 6,4 in 2011 naar 6,66 in 2014 (Bron: Vensters voor Verantwoording 2014). Voor de kernvakken bedraagt de percentielscore van het vwo in 2014 meer dan 60% (Nederlands 61% en Engels 67%) of 80% bij wiskunde A (91%) en wiskunde B (83%). Hiermee realiseert de school voor deze twee wiskundevakken haar ambitie dat zij wil behoren tot de scholen met de 20% beste CE-cijfers. Bij de kernvakken is alleen bij wiskunde A het gemiddelde SE-CE-verschil in 2014 meer dan een half punt (negatief): de school normeert hier eigenlijk te streng bij de PTA-toetsen. Reflectie
2
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
Score Dronkers 2013 Waardering Elsevier 2014
8,5 +-
3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Ook het gemiddelde over de overige vakken bij het centraal examen (2011-2013) is door de school zelf aangeleverd bij haar aanmelding. Eindexamenresultaten vwo (CE) 2011 2012 2013 Gemiddelde overige examenvakken* 6,4 6,5 6,6 * De som van het gemiddelde op de overige examenvakken gedeeld door het aantal overige examenvakken.
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Ook voor de overige vakken scoort het vwo goed: in 2014 bedroeg het gemiddelde CE-cijfer 6,66, wat duidelijk boven het landelijk gemiddelde van 6,4 is (percentielscore 89%). Toch zijn er enkele vakken, zoals Duits en scheikunde, waarvan de CE-cijfers in 2014 duidelijk onder het landelijk gemiddelde uitkwamen. De school neemt maatregelen om de resultaten bij die vakken te verbeteren. Het gemiddelde SE-CE-verschil bedroeg in 2014 0,03 punt, wat een continuering is van de goede scores van voorgaande jaren. Bij drie van de negentien examenvakken bedroeg het verschil tussen het SE- en het CE-cijfer in 2014 meer dan 0,5 punt (positief of negatief). 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) In haar aanmelding geeft de school aan dat ze over de volgende aanvullende gebieden aantoonbaar zeer goede resultaten boekt: • burgerschap; • internationale oriëntatie; • wetenschap. De systematiek die de school daar volgens de aanmelding bij hanteert is als volgt. ‘Bijlage bij diploma, individueel, met activiteiten buiten het verplichte curriculum.’ (bij burgerschap) ‘Portfolio, zowel op papier als digitaal. Vak wetenschapsoriëntatie beoordeeld met rapportcijfer.’ (bij wetenschap) In haar aanmelding noemt de school de volgende vorderingen die bij deze aanvullende gebieden worden geboekt: ‘Expeditie Comenius, project EU, project rond Dag van de Duurzaamheid.’ (bij burgerschap) ‘Vakexcursie naar Spanje, werkweek Portugal met veldonderzoek, uitwisseling Europees Platform.’ (bij internationale oriëntatie) ‘Inzet peerScholar (feedback). STAP-programma in 1A, ontwikkelen Comenius in Business en Science.’ (bij wetenschap) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school onderneemt vanuit een integrale aanpak voor alle afdelingen tal van activiteiten om het burgerschap bij de leerlingen te bevorderen: bijvoorbeeld de
3
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
Expeditie Comenius, waarbij de leerlingen geld inzamelen voor zeven goede doelen, die jaarlijks worden gekozen. Daarnaast is er de Dag van de Duurzaamheid, zijn er Kamer- of gemeenteraadverkiezingen, de maatschappelijke stage, debatten, de leerlijn wetenschapsoriëntatie, het project EU en diverse buitenlandse excursies. De projecten worden uitgebreid voorbereid. Leerlingen doen dikwijls onderzoek ter plaatse, maken verslagen en reflecteren op hun ervaringen. In die projecten komen zij met uiteenlopende bevolkingsgroepen in aanraking. Ook de deelname van docenten aan het project Edukans naar Afrika (Kenia, Mali, et cetera), waaraan naast vijf docenten nu ook twee leerlingen hebben deelgenomen, brengt veel multiculturele ervaringen de klas in. Onderwerpen daarbij zijn onder andere mensenrechten, fair trade en microkrediet. De grotere acties starten met een ‘assembly’ (gemeenschappelijke bijeenkomst om ervaringen uit te wisselen) en worden daarmee ook afgesloten.
4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) In haar aanmelding stelt Comenius College dat er omstandigheden zijn die van invloed zijn op de resultaten die ze met de leerlingen behaalt. 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) De omstandigheden die de school in de aanmelding noemt zijn de volgende. ‘De opwaartse druk van ouders in de regio op basisonderwijs en voortgezet onderwijs is groot. Dat uit zich in de adviezen en de citoscores. Het verwachtingspatroon van ouders is hoog (exacte percentages adviezen worden uitgezocht).’ Het betreft 10% van de leerlingen. Volgens de aanmelding houdt de school daar op de volgende wijze rekening mee. ‘Bij alle leerlingen wordt bij aanvang van hun schoolcarrière getest of het niveau op het gebied van taal en rekenen aansluit bij de verwachtingen. Zo nodig volgen bijspijker-, steun- en remedialteaching-uren voor Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Leerlingen werken met het digitale programma Score in de onderbouw en Studieflow in de bovenbouw. In dit programma wordt ook de voortgang gemeten. Bij leerlingen die remedial teaching krijgen, kan verder worden onderzocht of er sprake is van dyslexie. Leerlingen die geen extra ondersteuning nodig hebben, volgen een challengeprogramma. Bij meerdere vakken wordt het beginniveau getest met D-toetsen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De dikwijls ambitieuze ouders dringen erop aan dat hun kind op een zo hoog mogelijk niveau examen gaat doen. Dit heeft er mede toe geleid dat circa de helft van de vwo-leerlingen die in het derde leerjaar zitten, geen “vol” vwo-advies heeft. Dat betekent dat de school ook zwakkere leerlingen (die dus ondanks de druk van de ouders een wat lager advies hebben gekregen) toch een kans geeft een vwo-diploma te behalen. De school slaagt er heel goed in om met deze leerlingenpopulatie – waar nodig met extra begeleiding en vakondersteuning – hoge vwo-cijfers te behalen bij het centraal examen. Ook het slaagpercentage ligt bij het vwo al enkele jaren flink boven het landelijk gemiddelde. Voor een belangrijk deel is dit succes te danken aan de kwaliteit van de mentorbegeleiding,
4
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
de korte lijnen met de vakdocenten en de intensieve monitoring van de resultaten door de afdelings- en sectieleiders. Er is tevens een goed opgezet zorgsysteem met specialisten onder leiding van een orthopedagoge. Indien de mentor met betrekking tot een leerling handelingsverlegen is, kan hij terugvallen op het zorgteam dat wekelijks in het begeleidingsadviesteam (BAT) bijeenkomt. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het merendeel van de leerlingen van de afdeling vwo komt uit de directe omgeving van de school. Uitzondering hierop kunnen LOOT–leerlingen zijn. Veel van de leerlingen in klas 3 komen uit de dakpanklassen havo/vwo. Ongetwijfeld een gevolg van de opwaartse druk. Dit betekent dat de docenten veel energie in de leerlingen moeten steken. De delegatie van de jury is ervan overtuigd dat – naast het uitgebreide aanbod met extra activiteiten – de aanpak in de mentorlessen de motivatie van de leerlingen versterkt en daarmee hun kans van slagen vergroot. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze leerwinst probeert bij te houden. ‘Bij alle leerlingen wordt bij aanvang van hun schoolcarrière getest of het niveau op het gebied van taal en rekenen aansluit bij de verwachtingen. Zo nodig volgen bijspijker-, steun- en remedialteaching-uren voor Nederlands Engels, wiskunde en rekenen. Leerlingen werken met het digitale programma Score in de onderbouw en Studieflow in de bovenbouw. In dit programma wordt ook de voortgang gemeten. Bij leerlingen die remedial teaching krijgen, kan verder worden onderzocht of er sprake is van dyslexie. Leerlingen die geen extra ondersteuning nodig hebben, volgen een challengeprogramma. Bij meerdere vakken wordt het beginniveau getest met D-toetsen.’ De school beschrijft in de aanmelding de wijze waarop ze de cijfers over de leerwinst gebruikt als volgt. ‘Een onderpresterende leerling in 4 havo met oorspronkelijk vwo-advies is voorwaardelijk bevorderd naar 5 vwo. LOOT-leerlingen kiezen ervoor om geen volledige vrijstelling te gebruiken.’ In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze de cijfers over leerwinst vertaalt naar differentiaties aan de onderkant en aan de bovenkant (zwak- en goedpresteerders). ‘Voor de zwakkere leerlingen in de onderbouw zijn er steunlessen. In de bovenbouw zijn er begeleide studie-uren (bsu’s) voor de vakken. Docenten bieden daarnaast individueel ondersteuning, in en na de les. Na toetsen reflecteren leerlingen met behulp van speciale formulieren. Leerlingen met een gemiddeld cijfer van 7,0 of hoger worden uitgedaagd een extra vak te volgen vanaf 4 vwo.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Er is sprake van een voortzetting van beleid. De school verzamelt systematisch
5
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
data over de prestaties van de leerlingen. Analyse van deze gegevens op individueel en groepsniveau zet aan tot actie. De zwakpresteerders kunnen via bijspijker-, steun- en remedialteaching-uren hun achterstand inhalen. Leerlingen met goede resultaten worden door de mentor uitgenodigd deel te nemen aan een van de vele extra’s die de school biedt. Leerlingen die over meer potentieel beschikken, worden uitgedaagd hun talenten te benutten, bijvoorbeeld via de challenge-uren of de Comenius-leergangen, waarin programma’s op het gebied van onder andere theater, sport en burgerschap worden aangeboden. De mentor adviseert de leerlingen bij het maken van een keuze die in alle opzichten bij de leerling moet passen. De Comenius-leergangen omvatten in klas 2 en 3 een substantieel deel van de lessen. Deelname is niet vrijblijvend: leerlingen moeten een voldoende scoren, anders is bevordering niet mogelijk. De Comeniusleergangen worden in een band in het rooster ingepland. Het Comenius biedt de mogelijkheid om, indien de leerling daarvoor gemotiveerd is en in staat lijkt, in een vak vervroegd examen te doen. Dit geeft in het examenjaar ruimte voor andere zaken en voorkomt dat de leerling zich in het voorexamenjaar gaat vervelen in een vak waarin hij goed is. Gemiddelde van de cijfers bij het centraal examen van de 20% beste leerlingen (2013, gegevens Duo) Nederlands Engels Wiskunde Gemiddelde avo-vakken
7,13 7,27 8,4 7,28
5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In het aanmeldingsformulier noemt Comenius College de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de onderwijsaanpak die ze nastreeft: • benutting van onderwijstijd; • opbrengstgericht werken; • begeleiding van leerlingen. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. • ‘Benutting onderwijstijd: alle leerlingen op of boven de verplichte onderwijstijd. In klas 1 tot en met 3 worden alle lessen opgevangen. • Opbrengstgericht werken: de opbrengsten worden per kwartaal gemonitord. Leerlingen die dreigen te doubleren, krijgen waarschuwingsbrieven en plan van aanpak. Zowel in onder- als in bovenbouw word de becijfering binnen secties besproken, ter voorbereiding op de halfjaarlijkse gesprekken met de directie. De examenresultaten worden geanalyseerd met behulp van QlikView en besproken met de directie. Hieruit volgt bijstelling van het activiteitenplan. • Begeleiding leerlingen: vakinhoudelijke begeleiding in het mentoraatsprogramma gericht op burgerschap en persoonlijke ontwikkeling. Maatwerk door rugzakbegeleiders en LOOT-begeleiders.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het mentoraat is goed georganiseerd en de mentoren hebben een persoonlijke band met hun leerlingen. De leerlingresultaten worden intensief gemonitord en
6
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
geanalyseerd door zowel de sectieleiders als de afdelingsleiders. Noodzakelijke extra begeleiding wordt snel gesignaleerd en gerealiseerd. Voorts gebruikt de school in de ouderbouw genormeerde toetsen (onder andere Diataal). De school heeft een goed contact met de ouders. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In het aanmeldingsformulier noemt de school de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de wijze waarop ze is georganiseerd: • leiderschap; • personeelsbeleid; • het uitdragen van excellentie. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘Leidinggevenden hebben een herkenbare sleutelpositie in de organisatie en worden voortdurend geschoold. Sectievoorzitters zijn sectieleiders geworden en betrokken bij het kwaliteitsbeleid in de school. Pilot competentieprofiel schoolleiders en coachingprogramma VO–academie. Personeelszorg door afdelingsleiders. Professionalisering personeel op school- en afdelingsbrede studiedagen en intern leernetwerk (Werken aan Kwaliteit). Excellentie: naast de vaklessen is er een divers, versterkend en verdiepend onderwijsaanbod; steunlessen, examentrainingen, begeleide studie-uren op maat. Bij STAP en wetenschapsoriëntatie wordt vakoverstijgend en gedifferentieerd les gegeven. Leerlingen worden betrokken bij hun eigen onderwijs en hebben deel aan studiedagen voor docenten.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De aansturing van de secties en docenten geschiedt in eerste instantie door de conrectoren. Daarnaast monitoren de afdelingsleiders de leerlingresultaten per klas en leerjaar, zodat docenten vanuit twee kanten kunnen worden aangesproken. Zowel de conrectoren als de afdelings- en sectieleiders bezoeken jaarlijks een aantal lessen van hun collega’s. Via een jaarlijkse ‘schoolfoto’ worden de conclusies daaruit per afdeling en sectie geëvalueerd. In persoonlijke functioneringsgesprekken ligt de nadruk op de persoonlijke ontwikkeling van de docenten en de realisatie van eerder afgesproken taken.
6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) In het aanmeldingsformulier is aan het Comenius College gevraagd of ze een uitgewerkt systeem kent voor periodieke analyse van opbrengsten op verschillende niveaus: leerling, (jaar)groep, vakgebied, docent. De school geeft aan daarover te beschikken. In de aanmelding omschrijft de school dit systeem als volgt. ‘Elk kwartaal maakt elke afdeling een uitgebreide analyse op leerlingniveau, met plan van aanpak op individueel niveau. De aanpak wordt besproken in overleg tussen conrector en afdelingsleiding. Ook op jaarlaagniveau en docentniveau is er regelmatig analyse van de resultaten. Vaksecties vergelijken hun toetsen
7
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
onderling en bespreken de resultaten. De instroom 5 havo – 5 vwo wordt apart gemonitord. De examenresultaten worden geanalyseerd aan de hand van de Wolffrapportages en door de directie besproken met de vaksectie. Zowel in de onderbouw als de bovenbouw worden gecoördineerd toetsen gegeven. Analyse per vak, docent, sectie, leerjaar met behulp van QlikView. Er is overleg binnen de secties over de resultaten.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De gedelegeerden van de jury bevestigen de informatie van de school over het monitoren van de kwaliteit. In specifieke gevallen, bijvoorbeeld als de CE-cijfers van een vak onder het gemiddelde, c.q. te veel onder de ambitie van de school liggen, krijgt een sectie de opdracht een smart uitgewerkt verbeterplan te schrijven en uit te voeren. Voorbeelden daarvan zijn beschikbaar. Daarnaast wordt de kwaliteitsontwikkeling aangestuurd door het project Werken aan onderwijsontwikkeling, kwaliteit en professionalisering (WAK). Elke docent dient daaraan een persoonlijke bijdrage te leveren door aan het begin van het schooljaar een plan in te leveren, dat na goedkeuring door de afdelingsleider samen met een of meer andere collega’s moet worden uitgevoerd. Op het eind van het schooljaar geven de docenten een presentatie van hun verbeterproject en de bereikte resultaten. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding noemt de school het volgende voorbeeld van een aantoonbaar geslaagde interventie die ze naar aanleiding van de periodieke analyses heeft toegepast. ‘Leerlingen die op doubleren staan, ontvangen na kwartaal 2 en 3 een brief waarin ze in positieve bewoordingen gewezen worden op de kansen om het schooljaar alsnog positief af te sluiten. Waar nodig volgt een speciaal regime op school. Het percentage leerlingen dat alsnog over gaat, stijgt aanzienlijk.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het project Werken aan Kwaliteit (WAK) draagt door haar opzet sterk bij aan een vergroting van het draagvlak van de schoolontwikkeling en de verbeteractiviteiten. Mede door de intensieve betrokkenheid van de schoolleiding wordt hierdoor ook de borging van bereikte resultaten versterkt. De schoolleiding zorgt voor een continu zicht op de ontwikkelingen van het primaire proces, onder andere door jaarlijks flink wat lessen te bezoeken, analyses te maken en daarover te rapporteren in de vorm van een ‘schoolfoto’. Mede op basis daarvan worden nieuwe prioriteiten voor de schoolontwikkeling geformuleerd, zoals differentiatie en activerende didactiek. Daarnaast monitort en analyseert de schoolleiding intensief de tussentijdse resultaten per vak, waardoor tegenvallers tijdig worden gesignaleerd en adequate maatregelen worden genomen. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld van de wijze waarop kennisdeling en ontwikkeling binnen de school worden vormgegeven. ‘Het traject Werken aan Kwaliteit (WAK) is in de bovenbouw voortgezet met een
8
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
programma voor alle teamleden. Docenten doen in groepjes onderzoek naar onderwerpen als hersenen en leren, en feedback geven. Het programma is een jaar later gestart in de onderbouw. De studiemiddagen zijn vormgegeven in een samenhangend programma waar eigen docenten workshops geven. Het managementteam heeft twee keer per jaar een studieweekend. Voor ambitieuze docenten die zich willen oriënteren op een managementfunctie zijn ontwikkelplekken ingesteld.’ Als belangrijkste thema’s binnen het professionaliseringsbeleid noemt de school in de aanmelding de volgende. ‘De thema’s zijn differentiatie, activerende didactiek en 21st century skills. Vijf leden schoolleiding hebben een studiereis gemaakt naar Canada of Finland om het onderwijs te vergelijken met de eigen school en verbetermogelijkheden te onderzoeken. Op het gebied van 21st century skills is ervaring opgedaan met het digitale programma peerScholar, waarmee leerlingen elkaar feedback geven. De kennis wordt gedeeld op studiedagen. Docenten bezoeken elkaars lessen en geven feedback. Docenten van twee onderbouwklassen doen mee aan een pilot voor iPadgebruik in de klas.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De schoolleiding zorgt voor goede documentatie en onderbouwing voor onderwijskundige ontwikkelingen in de school. Zij betrekt hierbij haar specialisten binnen het docententeam. Als hiervoor een reis of studie nodig is, maakt de leiding dit mogelijk. De energieke en deskundige afdelingsleiders sturen de vernieuwende processen aan. De deskundigheidsbevordering is gericht op het activeren van de leerlingen in de lessen. Zo wordt in een document over het maken van profielwerkstukken in een matrix onder andere aangegeven welke stappen leerlingen moeten zetten, wat daarvoor nodig is en aan welk niveau hun werk moet voldoen. De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2012. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken* 2012 2014 landelijk landelijk school Medewerkertevredenheid 7,6 7,7 Oudertevredenheid 7,2 7,3 7,4 7,2 Leerlingtevredenheid 7,2 6,9 6,6 6,7 *De gegevens van 2014 komen uit Vensters voor Verantwoording en hebben betrekking op de school als geheel. Er zijn geen recente gegevens over de medewerkertevredenheid. school
In haar aanmeldingsformulier geeft de school aan dat ze naar aanleiding van de tevredenheidonderzoeken de volgende stappen heeft gezet. ‘Er is onderzoek gedaan naar de verbetering van de communicatie. Medewerkers worden meer betrokken bij veranderprocessen. Het sectieleidersoverleg is een belangrijke pijler geworden om docenten mee te laten denken met beleid en daarmee wordt de betrokkenheid van docenten vergroot. Jaarlijks nemen we bij alle LOOT-leerlingen en -ouders een tevredenheidonderzoek af en houden wij naar aanleiding van de enquête een ouderpanel. Begin 2014 is de school gevisiteerd door de Stichting LOOT. In mei 2014 worden nieuwe tevredenheidonderzoeken afgenomen.’
9
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. In het totale overzicht in Vensters voor Verantwoording staan geen verontrustende scores. Iedereen in de school is positief over sfeer, veiligheid en aandacht. Ouders worden goed en tijdig geïnformeerd.
7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Het uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) Volgens de aanmelding kent het Comenius College een excellentiegebied waarop de focus wordt gelegd. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. • ‘Wetenschapsoriëntatie: van wetenschapsoriëntatie in onderbouw naar excellent profielwerkstuk in examenjaar, meedoen aan wedstrijden zoals het Hilversumse profielwerkstuk, olympiades, homogene atheneumbrugklas • Leerlijn LOB, Studium Generale met medewerking van ouders als inhoudelijke specialisten. • Debat: regionaal, landelijk en internationaal. • Gymnasiumprogramma met doorlopende leerlijn en eigen gezicht.’ De aandacht voor het excellentiegebied is gericht op alle leerlingen van de school. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het excellentiebeleid is gericht op alle leerlingen. Elke afdeling legt daarbij ook een eigen accent. Het vwo richt zich bij uitstek op activiteiten die aansluiten op vaardigheden en onderwerpen die belangrijk zijn voor een vervolgstudie van de leerlingen. Deelname aan wedstrijden op zeer uiteenlopende terreinen zowel in- als extern werkt motiverend en uitdagend. Op het Comenius College mag je excelleren en word je daarbij ook in het zonnetje gezet. Jaarlijks worden er inzamelacties georganiseerd voor een aantal goede doelen. Deze acties worden zorgvuldig opgezet en er gaat een grondige voorbereiding door de leerlingen aan vooraf. De acties zijn schoolbreed, aan sommige doen zelfs leerlingen van andere scholen mee. Er vindt een gezamenlijke start in de vorm van een ‘assembly’ plaats en men sluit weer gezamenlijk af met een terugblik. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding stelt de school dat het gebied respectievelijk de gebieden waarop de school uitblinkt, wordt/worden erkend door externe partijen (bijvoorbeeld andere scholen, ouders of andere partners). De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘We zijn aangesloten bij verschillende netwerken van collega-scholen zoals het Nivo, WON, het netwerk peerScholar, Edukans en een scholennetwerk in de regio. Het Debatinstituut Nederland heeft op het Comenius landelijke verkiezingen georganiseerd.’
10
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
De herkenbaarheid van het excellentiegebied blijkt volgens de aanmelding verder uit: • externe bezoekers specifiek gericht op dit gebied; • deelname aan een netwerk dat betrekking heeft op dit gebied. De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van het Comenius College onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van vier referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat de kwaliteit van de profielwerkstukken zeer hoog is, de docenten en schoolleiding betrokken zijn en vakkundig deelgenomen hebben aan internationaliseringsprojecten, en de begeleiding van TopSport Talentleerlingen goed is. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) Het Comenius College heeft plannen om haar excellentiefocus in de toekomst verder te versterken. De school beschrijft deze plannen in haar aanmeldingsformulier als volgt. ‘In de onderbouw wordt het STAP-programma voor het atheneum doorgetrokken naar klas 2 en verbonden met de lessen wetenschapsoriëntatie. Het programma van ANW wordt in leerjaar 4 en 5 omgezet naar een Comenius in Arts en Comenius in Business voor de M-profielen en Comenius in Science voor de Nprofielen. In de programma’s worden de volgende onderdelen herkenbaar: academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden, leerlinggestuurde aanpak, gericht op het doen van onderzoek voor externe instellingen of bedrijven, contacten en uitwisseling met het buitenland, leidend tot een pre-profielwerkstuk. De contacten met universiteiten worden verstevigd; de Universiteit van Amsterdam verzorgt workshops academische vaardigheden.’ Volgens de aanmelding sluiten de plannen op de volgende wijze aan op specifieke behoeften van (groepen) leerlingen. ‘Er is sprake van differentiatie naar profiel en interessegebied. Door leerlinggestuurdheid is er veel ruimte om een eigen invulling te geven, bijvoorbeeld in de vakken STAP en wetenschapsoriëntatie in de onderbouw en modules in de bovenbouw. Leerlingen worden gestimuleerd om masterclasses te volgen en deel te nemen aan olympiades. Op school wordt de Wetenschapsquiz georganiseerd. Binnen Hilversum doen leerlingen mee aan wedstrijden rond het dictee en het profielwerkstuk. Er zijn veel mogelijkheden om je talenten te ontplooien bij kunst en cultuur: spelen, zingen, dans, muziek (schoolorkest, big band, voorspeelavonden, cultureel café), decorbouw, lichttechniek, productie, enzovoorts.’ In de aanmelding wordt de aansluiting op de door de school gehanteerde didactische aanpak als volgt beschreven. ‘De 21st century skills zoals samenwerken, kennisconstructie, ict-gebruik voor leren, probleemoplossend denken, creativiteit en planmatig werken, krijgen expliciet vorm in STAP en Comenius in Science en Comenius in Business. Er is ruimte voor talentontplooiing op het gebied van kunst, ondernemerschap en wetenschap.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan.
11
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
De school heeft een duidelijke focus op de verdere ontwikkeling van het onderwijs. De versterking van het excellentiebeleid geschiedt planmatig, zowel in de diepte als in de breedte. Jaarlijks nemen meer leerlingen deel aan de projecten en zij ontwikkelen gaandeweg hun talenten. De delegatie heeft er vertrouwen in dat de school met deze goede leiding, enthousiaste docenten en goede organisatiestructuur haar ambities waar gaat maken.
8. Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.
9. Conclusie van de jury Het Comenius College, afdeling vwo, zet haar ontwikkelingen zichtbaar voort. De organisatie is op orde. Het gebouw maakt een verzorgde indruk. De schoolleiding draagt zorg voor een professionele cultuur. De inrichting van processen is weldoordacht. De aanpak van de mentorlessen met gerichte aandacht voor de individuele behoefte van de leerlingen is een aanjager voor hun motivatie. Docenten zijn toegewijd en gemotiveerd om het beste van zichzelf te geven. Zij weten dit ook bij de leerlingen los te maken De school straalt een goede werksfeer uit. De school biedt de leerlingen veel mogelijkheden hun talenten te ontwikkelen en te tonen en geeft leerlingen kansen. De helft van de vwo-leerlingen in het derde leerjaar heeft geen ‘vol’ vwo-advies van de basisschool. De gemiddelde CE-cijfers van het vwo worden de afgelopen jaren telkens hoger: van 6,4 in 2011 naar 6,66 in 2014. Het gemiddelde SE-CE-verschil bedroeg in 2014 0,03 punt, wat een continuering is van de goede scores van voorgaande jaren. De school slaagt er heel goed in om met haar leerlingenpopulatie hoge vwo-cijfers te behalen bij het centraal examen. Ook het slaagpercentage ligt bij het vwo al enkele jaren flink boven het landelijk gemiddelde. Voor een belangrijk deel is dit succes te danken aan de kwaliteit van de mentorbegeleiding, de korte lijnen met de vakdocenten en de intensieve monitoring van de resultaten door de afdelingsen sectieleiders. Het opstroompercentage bij het vwo ligt boven het gemiddelde. De zorgstructuur is op orde en de school kan zo ook de zwakkere leerlingen een goede opleiding bieden. De goede naam van de school trekt inmiddels steeds meer zorgleerlingen aan. De school besteedt veel aandacht aan het leren kennen van haar leerlingen. Dit bevordert een goede omgang met de veeleisende ouders. De organisatiestructuur is helder. De taken van de afdelingsleiders en sectieleiders zijn duidelijk omschreven. De aansturing van de secties en docenten geschiedt in eerste instantie door de conrectoren. Daarnaast monitoren de afdelingsleiders de leerlingresultaten per klas en leerjaar, zodat docenten vanuit twee kanten kunnen worden aangesproken. Zowel de conrectoren als de afdelings- en sectieleiders bezoeken jaarlijks een aantal lessen van hun collega’s. Via een jaarlijkse ‘schoolfoto’ worden de conclusies daaruit per afdeling en sectie geëvalueerd. In individuele functioneringsgesprekken ligt de nadruk op de
12
- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014
persoonlijke ontwikkeling van de docenten en de realisatie van afgesproken taken en verbetertrajecten. Alle docenten zijn betrokken bij de schoolontwikkeling via het project Werken aan Kwaliteit (WAK). Dit draagt sterk bij aan een vergroting van het draagvlak van de schoolontwikkeling en aan de borging van bereikte resultaten. De schoolleiding zorgt door haar lesbezoek voor een continu zicht op de ontwikkelingen van het primaire proces. Mede op basis daarvan formuleert ze nieuwe prioriteiten voor de schoolontwikkeling. Daarnaast monitort en analyseert de schoolleiding ook de tussentijdse resultaten per vak en docent intensief, waardoor ze tegenvallers tijdig signaleert en adequate maatregelen kan nemen. Voor de vwo-afdeling noemt de school wetenschapsoriëntatie, de leerlijn LOB, debat en het gymnasiumprogramma als haar excellentiebeleid. Het Comenius College biedt haar vwo-leerlingen nog meer excellentieprogramma’s aan, zoals de 21st century skills, het project STAP en de programma’s Comenius in Science en Comenius in Business. Er is verder ruimte voor talentontplooiing op het gebied van kunst, ondernemerschap en wetenschap. Een belangrijk kenmerk van het Comenius College is dat de meeste projecten op elk van de drie afdelingen worden uitgevoerd of zijn vertaald naar de specifieke doelgroepen van elke afdeling. Er is sprake van een integrale benadering van het excellentiebeleid, zowel horizontaal tussen de afdelingen en vakken, als verticaal tussen de leerjaren. Alles overziende is de jury van oordeel dat het Comenius College op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (vwo) 2014 toekomt.
13