- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs Excellente Scholen Leerlingenaantal 1598 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014

Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 20IB Aanvrager Adres Aangemelde schoolsoort

Eckartcollege dhr. J.P.H.M. Wiertz Damocleslaan 3 Eindhoven Havo

Leerlingenaantal

1598 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Bestuur:

Ons Middelbaar Onderwijs (OMO)

Het Eckartcollege is een brede scholengemeenschap voor vmbo, havo en vwo op twee locaties. De afdelingen havo en vwo opteren voor het predicaat Excellente School. De beide afdelingen zijn gehuisvest op een campus met meerdere gebouwdelen, zogenoemde labs. De school biedt voor havo- en vwo-leerlingen die bètagericht zijn het technasium aan. De school telt 1650 leerlingen, vorig jaar waren dat er 1598. Het Eckartcollege is een van de OMO-scholen. Dit rapport gaat over de havo-afdeling.

2. Motivatie van de school De onderbouwing die het Eckartcollege bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘De havo-afdeling heeft structureel goede resultaten, waarop zeer gericht wordt gestuurd. De school biedt de leerlingen een zeer breed en stimulerend aanbod. Zo zijn er onder andere het technasium, het HavistenCompentent-programma en wordt er standaard Cambridge English aangeboden. Daarnaast is er zeer veel aandacht voor culturele zaken (Eckart in Concert, drama, toneel) met resultaten op een werkelijk zeer hoog niveau. Er is een goed planmatig systeem van preventieve zorg, vanaf de intake tot het examen. De school kent een veilig en stimulerend klimaat, hetgeen door leerlingen, ouders en personeel wordt onderschreven. Leerlingen worden bewust betrokken bij het realiseren van een positief schoolklimaat door hen in te zetten als schoolwacht, als minimentor of door het laten geven van bijles aan medeleerlingen, het laten geven van lessen op de basisschool et cetera.’

3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen; 2. resultaten op de andere vakken en leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, culturele vorming, redzaamheid, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder geven we een overzicht van de resultaten van het Eckartcollege over de periode 2011-2013 die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Hierbij is gebruik gemaakt van de ruwe scores.

1


Resultaatgegevens afkomstig van de Inspectie Rendement onderbouw* Rendement bovenbouw* Gemiddelde centraal examen* Gemiddeld verschil CE en SE** * Gemiddelde van de score op een vijfpuntsschaal 2011-2013. ** Gemiddelde over de periode 2011-2013.

Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld

Havo 3 2,3 4,3 -0,06

Havo 6,3 6,4 6,6 6,5

cijfer CE 2011 cijfer CE 2012 cijfer CE 2013 cijfer CE 2014

Op grond van de resultaten die het Eckartcollege in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. De onderstaande gemiddelde cijfers bij het centraal examen over de periode 2011-2013 heeft de school zelf aangeleverd bij haar aanmelding. Eindexamenresultaten havo (CE) Nederlands Engels Wiskunde AB

2011 6,3 6,2 6,5

2012 5,8 6,2 6,6

2013 6,8 6,8 6,7

2014 (land) 6,76 (6,3) 7,03 (6,9) 7,13 (6,5)

De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het gemiddelde CE-cijfer komt in 2014 overeen met het landelijk gemiddelde. (school 6,45 versus landelijk 6,4). Over een periode van drie jaar ligt het CEcijfer boven het gemiddelde. De resultaten voor de kernvakken liggen in 2014 ruim boven het landelijk gemiddelde: Nederlands: ruim boven het landelijk gemiddelde. Engels: iets boven het landelijk gemiddelde. Wiskunde: ruim boven het landelijk gemiddelde. Over een periode van drie jaar scoort de school voor de kernvakken Engels en Nederlands overeenkomstig het landelijk gemiddelde en voor wiskunde boven het gemiddelde. Het slagingspercentage bedroeg 89,9% (2014), landelijk was dit 88%. De school hoort tot de beste 33% scholen van Nederland (percentielscore 67). De discrepanties tussen SE- en CE-cijfer zijn in orde (gering verschil). De score op de rekentoets is 5,5. Dat is gelijk aan het landelijk gemiddelde. Reflectie Score Dronkers 2013

8,5

3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Ook het gemiddelde over de overige vakken bij het centraal examen (2011-2013)

2


heeft de school zelf aangeleverd bij haar aanmelding. Eindexamenresultaten havo (CE) 2011 2012 2013 2014 Gemiddelde overige examenvakken* 6,3 6,6 6,5 6,14 * De som van het gemiddelde op de overige examenvakken gedeeld door het aantal overige examenvakken.

De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het gemiddelde cijfer van de overige vakken is na een piekjaar 2013 in examenjaar 2014 gedaald tot onder het niveau van 2011. De vakken biologie, Duits, filosofie en natuurkunde scoren onder het landelijk gemiddelde. Voor het cijfer van het vak filosofie bestaat een verklaring in de persoonlijke sfeer. Over een periode van drie jaar komen de resultaten overeen met het gemiddelde. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) In haar aanmelding geeft de school aan dat ze over de volgende aanvullende gebieden aantoonbaar zeer goede resultaten boekt: • burgerschap; • sociaal-emotionele vorming; • culturele vorming. De systematiek die de school daar volgens de aanmelding bij hanteert, is deze. ‘Door middel van evaluaties.’ (bij burgerschap) ‘Door middel van enquêtes.’ (bij sociaal-emotionele vorming) In haar aanmelding noemt de school de volgende vorderingen die bij deze aanvullende gebieden worden geboekt. ‘Schoolwacht, maatschappelijke stage, Haltlessen, digi-pesten, project Spijt.’ (bij burgerschap) ‘Preventieve zorg door middel van consultaties, lessen Leefstijl/Breingeheimen, anti-pestbeleid.’ (bij sociaal-emotionele vorming) ‘Theater, drama, toneel, Eckart in Concert, activiteitendagen.’ (bij culturele vorming) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek kennis genomen van de aandacht voor burgerschap en sociaal-emotionele vorming, zoals hierboven beschreven, en de wijze waarop het resultaat van dit aanbod wordt bepaald. Behalve de aandacht voor burgerschap in de lessen zag de delegatie van de jury de schoolwacht gevormd door leerlingen aan het werk in de pauze, waar alles ordelijk verliep. In het algemeen viel het op hoe normen en waarden worden nageleefd in en om het gebouw. Er is een grote mate van tolerantie naar elkaar; afwijkende kleding of uiterlijke kenmerken zijn volgens de leerlingen met wie gesproken is absoluut geen probleem. Pesten komt volgens hen nauwelijks voor. Indien het toch gebeurt, wordt er krachtdadig opgetreden.

4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) In haar aanmelding stelt het Eckartcollege dat er omstandigheden zijn die van invloed zijn op de resultaten die de school met de leerlingen behaalt.

3


4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) De omstandigheden die de school in de aanmelding noemt, zijn de volgende. ‘De school biedt de leerlingen veel kansen. In de afgelopen drie schooljaren had 38% van de leerlingen in de examenklas een basisschooladvies dat lager was dan havo.’ Volgens de aanmelding houdt de school daar op de volgende wijze rekening mee. ‘Er zijn NT2-lessen voor leerlingen met Nederlands als tweede taal. Verder zijn er hulplessen Nederlands. Er is een uitvoerig systeem van leerlingbegeleiding (preventief en curatief). De school heeft een taal- en rekenbeleid. Indien nodig is er voor de leerlingen studiebegeleiding op school.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school heeft een specifiek aanbod voor leerlingen met een taal- of rekenachterstand. Expertise is daarvoor aanwezig. De taal- en rekenaanpak is vastgelegd in beleid. Om voor leerlingen de juiste leerroute te volgen, heeft de school sinds vijf jaar de havo-kansklas geformeerd. Het gaat hier om leerlingen met een mavo-advies, maar met havo-capaciteiten. Leerlingen krijgen hier les op havoniveau, maar tempo en lesniveau worden langzaam verhoogd. De havo-kansklas wordt geleid door speciaal geselecteerde mentoren. Brugklasleerlingen hebben een eigen gebouw met eigen pauzeplaats en eigen kantine. Hierdoor krijgen ze een gevoel van veiligheid geboden en kunnen ze vast wennen aan het schoolsysteem. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school doet jaarlijks onderzoek naar de adviezen van havo 5-leerlingen en de definitieve uitstroom. Hieruit blijkt dat in schooljaar 2013-2014 48% van de leerlingen een advies had lager dan havo en 25% een advies hoger dan havo. Slechts 28% had daadwerkelijk een havo-advies. Leerlingen stromen niet alleen af op grond van capaciteiten, maar vaak ook op grond van gedrag. Het rendement van de onderbouw is voldoende. Het rendement van de bovenbouw is gestegen. Op grond van cijfers van de school (bron: Magna View) bereikt de havo-afdeling op de virtuele opbrengstenkaart 2015 een gemiddeld rendement positie 3; dat is voldoende. Over een periode van drie jaar gaat het rendement van de bovenbouw van 2,3 naar 2,7 (bron: Opbrengstenkaart: 2015, 2014, 2013; bolletje 3, 2, 3). De school heeft aanzienlijke inspanningen geleverd om het rendement van de bovenbouw te verbeteren en klom van een positie net boven onvoldoende naar een positie net onder het gemiddelde. De school heeft een onderzoek gedaan naar de oorzaak van het lage rendement van de bovenbouw en daarop een aantal verbetermaatregelen ingezet, met name gericht op het stimuleren van de motivatie van de leerlingen en het bieden van meer structuur.

4


4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze leerwinst probeert bij te houden. ‘Leerwinst van individuele leerlingen wordt bijgehouden via Magister. Deze gegevens zijn ook inzichtelijk voor leerlingen en ouders. Naast de reguliere testen zijn er enkele speciale toetsen (rekenen en Muiswerk).’ De school beschrijft in de aanmelding de wijze waarop ze de cijfers over de leerwinst gebruikt als volgt. ‘De school is sterk gericht op opbrengstgericht werken. Resultaten worden systematisch geanalyseerd en indien nodig worden per sectie of per docent verbeterplannen opgesteld.’ In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze de cijfers over leerwinst vertaalt naar differentiaties aan de onderkant en aan de bovenkant (zwak- en goedpresteerders). ‘Voor leerlingen met een ondergemiddeld resultaat is er een scala van ondersteuningsmogelijkheden, bijvoorbeeld de huiswerkbegeleiding op school. Via zeer gestructureerd onderwijs en extra hulp bij het huiswerk wordt mavo/havo-leerlingen een optimale kans op havo geboden. Het vak Engels wordt aangeboden op Cambridge-niveau. De betere bètaleerlingen kunnen kiezen voor het technasium.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Voor leerlingen aan de onderkant is er het Eckart Zorgplan, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen leerlingen met reguliere begeleiding en leerlingen met speciale zorg. De zorg wordt geboden volgens een vaste structuur met een handelingsplan en ontwikkelingsperspectief. Een van de speerpunten van de havo-kansklas is een duidelijke structuur. Na vijf jaar met de havo-kansklas te hebben gewerkt, is er een speciale studiehulp ontwikkeld, zijn er speciale studielessen en zijn er huiswerklessen. Dit alles heeft geresulteerd in een gemiddelde doorstroom van 46,6% naar havo 2 en 45,3% naar mavo 2. De overige 8% is doubleur. De kans op een havodiploma is dus grofweg 50%. In de havo/vwo-brugklas stroomt 69,1% naar havo 2, en 25,8% gaat naar vwo 2. Gemiddelde van de cijfers bij het centraal examen van de 20% beste leerlingen (2013, gegevens Duo) Havo 7,18 Engels 7,06 Wiskunde 7,27 Gemiddelde avo-vakken 7,12

5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In het aanmeldingsformulier noemt het Eckartcollege de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de onderwijsaanpak die de school nastreeft:

5


• structurering van de leerstof; • leerkrachtvaardigheden; • begeleiding van leerlingen. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘Een belangrijk speerpunt van de school is de ontwikkeling van leerkrachtvaardigheden. Alle nieuwe docenten worden uitvoerig begeleid tijdens de eerste jaren, waarbij ze allemaal een basis- en verdiepingscursus mentoraat volgen. Ook is er aandacht voor de pedagogische en didactische kwaliteiten. De school werkt met toetsing via RTTI. Er is een solide opgezette leerlingbegeleiding met klassenmentoren, minimentoren en leerlingen die leerlingen helpen. Op de havo-afdeling is speciale aandacht voor een duidelijke structuur van het onderwijs, met name in de havo-kansklas.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek waargenomen dat de school een open cultuur kent waarin het steeds gebruikelijker wordt om bij elkaar in de klas te kijken. De directie bezoekt de lessen en alle docenten zitten in de beoordelingscyclus van OMO met de daaraan verbonden verbeterplannen. Ook leerlingen beoordelen de docenten. In het sectievoorzittersoverleg worden de verschillende didactische vaardigheden van leerkrachten besproken en wordt van elkaar geleerd. Met RTTI worden toetsen bekeken en wordt geanalyseerd of de juiste toetsen zijn gebruikt. Verder worden er verbeterplannen geschreven naar aanleiding van de analyses van de examenresultaten. De school merkt daarbij op dat er in tien jaar tijd een hele cultuuromslag is geweest in het omgaan met cijfermateriaal. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In het aanmeldingsformulier noemt de school de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de wijze waarop ze is georganiseerd: • professionalisering van het personeel; • schoolklimaat; • het uitdragen van excellentie. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘Doordat de school een Academische Opleidingsschool is, zijn er veel contacten met de opleidingsinstituten. Het streven is dat elke docent SPD’er is. Er is een uitgebreid introductieprogramma voor startende docenten. Docenten worden gestimuleerd tot het doen van praktijkgericht onderzoek. Er is veel aandacht voor het schoolklimaat (zie hiervoor). Excellentie wordt uitgedragen door Cambridge English, HaCo en het technasium.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het Eckartcollege wil een lerende organisatie zijn. Docenten worden aangemoedigd om naast de eigen professionalisering ook binnen hun sectie en binnen het schoolprofiel hun kwaliteiten in te zetten. Doordat het Eckartcollege Academische Opleidingsschool is, zijn/worden alle docenten ook opgeleid tot gecertificeerde begeleiders van stagiairs. Het excellentiebeleid wordt behalve via het technasium voor havo en vwo ook uitgedragen doordat een aantal leerkrachten in diverse commissies contacten onderhoudt met het bedrijfsleven. Daar halen zij onder andere de opdrachten voor de school en vertellen zij over

6


wat het technasium inhoudt.

6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4)

6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) In het aanmeldingsformulier is aan het Eckartcollege gevraagd of ze een uitgewerkt systeem kent voor periodieke analyse van opbrengsten op verschillende niveaus: leerling, (jaar)groep, vakgebied, docent. De school geeft aan daarover te beschikken. In de aanmelding omschrijft de school dit systeem als volgt. ‘Opbrengsten worden structureel geanalyseerd door middel van Cum Laude, en besproken. Dit is een terugkerend thema bij de sectievergaderingen, sectievoorzittersvergadering, studiedagen, zorgteamvergaderingen et cetera.’ Tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school onder meer aandacht besteed aan de relatie tussen haar aanpak en de resultaten die ze boekt. Tijdens de presentatie wordt erop gewezen dat er een sterke sturing is op de opbrengsten. Een instrument dat daarbij bijvoorbeeld wordt ingezet is Cum Laude. De docenten (en de secties) spelen een cruciale rol, ze krijgen veel verantwoordelijkheden van de schoolleiding. Het motto van de school ‘Ik word groot op het Eckart’ wordt herkend door leerlingen en medewerkers. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Er zijn een groot aantal verbeteracties gepleegd sinds 2012. Met periodieke trendanalyses (met Cum Laude) in de secties en op afdelingsniveau en de daarbij behorende interventies zijn de resultaten verbeterd. Opbrengstgericht werken is een constante prioriteit in de schoolorganisatie. Dat bleek ook uit de gesprekken die de delegatie van de jury had met de diverse geledingen. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding noemt de school het volgende voorbeeld van een aantoonbaar geslaagde interventie die ze naar aanleiding van de periodieke analyses heeft toegepast. ‘De inzet van Muiswerk-oefening door leerlingen naar aanleiding van toetsing en screening. Hulplessen naar aanleiding van toetsing en consultaties. Keuze voor een andere methode voor de exacte vakken.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het Eckartcollege heeft aandacht voor kwaliteitszorg. De school kent een helder eigen systeem van kwaliteitsbewaking en een gesprekkencyclus. De PDCA-cyclus (plan, do, check, act) is herkenbaar in de schoolorganisatie aanwezig. Er is aandacht voor schriftelijke evaluaties. Er zijn kwaliteitseisen gesteld aan de leergebieden en ook is beschreven welke competenties de leerlingen moeten verwerven. Dit zijn de HaCo-competenties.

7


6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld van de wijze waarop kennisdeling en ontwikkeling binnen de school worden vormgegeven. ‘Verbetering van didactische kwaliteiten en onderzoekshouding (professionele houding) voor alle docenten door middel van studiedagen AOS. Intervisie van startende docenten. Het opzetten van een taal- en rekenbeleid.’ Als belangrijkste thema’s binnen het professionaliseringsbeleid noemt de school in de aanmelding de volgende. ‘Basiskwaliteit didactisch en pedagogisch handelen. Training startende docent en startende mentor en de verdiepingscursus mentoraat. Onderzoek doen naar het eigen onderwijs (professionele houding).’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Leerkrachten krijgen volop medewerking van de schoolleiding om hun professionaliteit te verbeteren. Er is een nascholingsplan en momenteel studeren zes leerkrachten via de Lerarenbeurs. Leerlingen geven aan dat de docenten zeer goed lesgeven en over het algemeen goede prestaties leveren. Leerkrachten zijn doorgaans bereid om feedback van leerlingen te accepteren en daar hun voordeel mee te doen. De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2013 en 2014. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid

Gemiddelde score school 8,9 7,2 7,0

Landelijke score 8,0 7,2 6,8

In haar aanmeldingsformulier geeft de school geen stappen aan die ze naar aanleiding van de tevredenheidonderzoeken heeft gezet. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De tevredenheidcijfers zijn relatief hoog. De directie geeft aan dat uitkomsten van de enquêtes worden afgezet tegen de benchmark binnen OMO. De landelijke scores, bijvoorbeeld van Vensters voor Verantwoording, zijn lager. De cijfers hebben niet geleid tot interventies op korte termijn.

7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Het uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) Volgens de aanmelding kent het Eckartcollege een excellentiegebied waarop de focus wordt gelegd. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘De school heeft een aantrekkelijk palet aan buitenlesactiviteiten. De culturele

8


activiteiten staan op een hoog niveau. Binnen het schoolprofiel is er aandacht voor de stimulering van de N-profielen. Havo-leerlingen kunnen technasiumonderwijs volgen. Alle leerlingen volgen Engels op Cambridge-niveau. Via HavistenCompetent worden bij de leerlingen de competenties ontwikkeld die ze nodig hebben in het hbo.’ De aandacht voor het excellentiegebied is gericht op een of meerdere specifieke groepen leerlingen. In de aanmelding is de doelgroep van het excellentiegebied als volgt beschreven. ‘De school richt zich wat betreft excellentie vooral op de bètaleerlingen en de hoogbegaafde leerlingen.’ Het betreft ongeveer 50% van de leerlingen van de school. Tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school aandacht besteed aan haar excellentiebeleid. Het Eckartcollege maakt zich onder meer sterk voor leerlingen die meer kunnen, op alle niveaus (voor de aanmelding zijn havo en vwo relevant), op diverse gebieden. De school kenmerkt zich door een breed aanbod en geeft de leerlingen kansen door hen verantwoordelijkheid te geven. Specifieke terreinen waarop de school zich manifesteert, zijn de bètavakken (technasium voor havo en vwo). Aanvullende voorbeelden bij de havo zijn de havo-kansklas en HavistenCompetent. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school onderscheidt zich met een technasium en Cambridge Engels voor havisten. Met de havo-kansklas biedt de school leerlingen, die het in zich hebben een havodiploma te behalen, een betere start. Met het HavistenCompetentprogramma wil de school enerzijds de leerlingen ervaring laten opdoen buiten school door arbeidsoriëntatie en diverse bedrijfsbezoeken en anderzijds daarmee hun kansen vergroten om door te stromen naar het hbo. De school is aangesloten bij de landelijke organisatie HaCo (HavistenCompetent). HavistenCompetent is een training (150 uur studiebelasting) in het verwerven van competenties om een betere start te hebben op het hbo. Verder zijn er veel kunstzinnige buitenlesactiviteiten en een derdewerelddag voor de hele school. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding stelt de school dat het gebied respectievelijk de gebieden waarop de school uitblinkt, wordt/worden erkend door externe partijen (bijvoorbeeld andere scholen, ouders of andere partners). De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘De school beschikt over de predicaten van de Stichting Technasium en de Stichting Begaafdheidsprofielschool. Aanvullende voorbeelden bij de havo zijn de havo-kansklas en HavistenCompetent.’ De herkenbaarheid van het excellentiegebied blijkt volgens de aanmelding verder uit: • externe bezoekers specifiek gericht op dit gebied; • deelname aan een netwerk dat betrekking heeft op dit gebied; • vermelding in publicatie(s) over dit gebied.

9


De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Vanuit het technasium zijn er zeer goede en tevredenstellende contacten met het bedrijfsleven. Leerkrachten zitten in verschillende commissies uit het bedrijfsleven. Er komen regelmatig bezoekers van buiten naar de school om kennis te nemen van de ontwikkelingen, bijvoorbeeld in het technasium. De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van het Eckartcollege onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van vijf referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat het technasium excellent is, dat de school een voorloper is in het onderwijs aan hoogbegaafden en dat er veel extra activiteiten zijn die leerlingen kunnen ondernemen. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) Het Eckartcollege heeft plannen om haar excellentiefocus in de toekomst verder te versterken. De school beschrijft deze plannen in haar aanmeldingsformulier als volgt. ‘Differentiatie door middel van laptoponderwijs, OneNote en RTTI. Binnen het netwerk van onze Academische Opleidingsschool zal er een leergemeenschap worden opgericht rond het thema omgaan met verschillen.’ Volgens de aanmelding sluiten de plannen op de volgende wijze aan op specifieke behoeften van (groepen) leerlingen. ‘Wij willen onze leerlingen zo veel mogelijk kansen bieden. Met gedifferentieerd onderwijs, bijvoorbeeld door middel van laptoponderwijs, willen wij de kansen voor de leerlingen verder optimaliseren.’ In de aanmelding is de aansluiting op de door de school gehanteerde didactische aanpak als volgt beschreven. ‘De slogan van de school is “Je wordt groot op het Eckart”. Wij willen dat dit geldt voor al onze leerlingen. Het verder versterken van de excellentiefocus past geheel binnen deze aanpak.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek kennis genomen van de plannen van de school zoals geformuleerd in het schoolplan, die betrekking hebben op het havo. Ook is gesproken met de beleidsverantwoordelijken, met het middenmanagement en de docenten over deze plannen die deels nieuw zijn, zoals laptoponderwijs, RTTI en havo-kansklas, en deels een voortzetting zijn van eerder beleid, zoals technasium en HavistenCompetent. De plannen kenmerken zich door een goede balans tussen realisme (wat is haalbaar) en ambitie (dynamiek). Er is onder de docenten, het middenmanagement en de ouders een aanzienlijk draagvlak voor de ontwikkelingen van de school die in gang gezet zijn. Daardoor kan de schoolleiding de plannen die zij heeft om de school excellent te laten worden, goed ten uitvoer brengen.

8. Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.

10


9. Conclusie van de jury Het Eckartcollege, afdeling havo, laat een positief beeld zien met enkele kanttekeningen. De school heeft een goed niveau, en het veilige en stimulerende schoolklimaat als belangrijke leervoorwaarde valt op. Ouders en leerlingen met wie gesproken is, bevestigen dit beeld. Het gemiddelde CE-cijfer komt in 2014 overeen met het landelijk gemiddelde, maar de score is beter dan twee derde van de scholen. Over een periode van drie jaar ligt het CE-cijfer ruim boven het gemiddelde. De CE-cijfers voor Nederlands en wiskunde liggen mooi boven het landelijke beeld, de cijfers voor Engels kunnen nog wat sterker hierboven uitkomen. Bijna een derde van de overige vakken scoort echter onder het landelijk gemiddelde. De school heeft aanzienlijke inspanningen geleverd om het rendement van de bovenbouw te verbeteren. Het rijke onderwijsaanbod en de goed op orde zijnde leerlingenzorg alsmede de professionele houding van de docenten maken dat dit een school is met een rijke leeromgeving. De school weet de havisten beter te motiveren dan in het verleden. Dat heeft onder andere positieve gevolgen voor het rendement van de opleiding. Het aanbod technasium is zeer aantrekkelijk. De jury aanschouwde hoe gemotiveerd leerlingen in een dergelijke technologische setting aan het werk zijn. Zo worden ze voorbereid op de wereld van de technologie. De havo-kansklas wordt door veel leerlingen aangegrepen om een hoger niveau te behalen, ook leerlingen met een taal- en rekenachterstand. Het aanbod HavistenCompetent werpt vruchten af in het hbo. Dat blijkt uit de terugkoppeling die de school ontvangt. Leerlingen switchen minder en lopen minder studievertraging op. Tot slot valt de school op doordat zij leerlingen met een probleem, bijvoorbeeld omdat zij ernstig ziek zijn of elders uitvielen, een goede opvang biedt. Ouders met kinderen die dit betrof, waren daarover lovend. Aandachtspunt is het feit dat bijna een derde van de overige vakken in 2014 onder het gemiddelde scoort. Dat vraagt om extra inspanning. Verder is een plan voor burgerschapsbeleid wenselijk. Samenvattend stelt de jury dat de school goede resultaten behaalt en zich verder ontwikkelt. Het onderwijsaanbod is breed en nodigt uit tot excelleren. Daartoe worden de leerlingen gestimuleerd. Het prettige, tolerante schoolklimaat maakt deze school tot een omgeving waarin leerlingen zich zowel veilig als uitgedaagd voelen. De school is zich bewust van haar ligging in een slimme regio. Daar speelt ze goed op in. Alles overziende is de jury van oordeel dat het Eckartcollege op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (havo) 2014 toekomt.

11

- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs Excellente Scholen Leerlingenaantal 1598 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Recommend Documents