- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) Excellente Scholen Leerlingenaantal 159 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) – Excellente Scholen 2014

Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 04PC Aanvrager Adres

Park en Dijk dhr. Jack Mannie Winterdijk 8 Gouda

Leerlingenaantal

159 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Bestuur:

De Vier Windstreken

In januari 2014 is aan Park en Dijk het predicaat Excellente School 2013 uitgereikt. Park en Dijk is een school voor speciaal basisonderwijs te Gouda. De school heeft een streekfunctie, wat wil zeggen dat de leerlingen afkomstig zijn uit de gemeente Gouda en de omliggende gemeenten. Veel leerlingen reizen met speciale busjes naar school. De contacten met de ouders verlopen dan ook anders dan bij een wijkschool, zoals in het basisonderwijs. De school maakt deel uit van de Stichting Protestants Christelijk Primair Onderwijs De Vier Windstreken. De stichting heeft zestien scholen onder beheer waarvan Park en Dijk de enige school voor speciaal basisonderwijs is. De overige scholen zijn basisscholen. Enkele jaren geleden heeft de school, na drie jaar voorbereiding, een omslag gemaakt in het onderwijsconcept. Het team koos voor het, door de school zelf ontwikkelde, Nieuwe Onderwijs Concept (NOC). Dit concept benadrukt de verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces en de zelfstandigheid van de leerlingen. Voorwaarden zijn een veilige en rijke leeromgeving en deskundig en betrokken personeel. De veranderingen die het schoolteam de afgelopen jaren heeft gerealiseerd en waar zij nog aan werkt, staan in het licht van de verdere verbetering van de uitvoering van dit nieuwe concept.

2. Motivatie van de school De onderbouwing die Park en Dijk bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘De ontwikkeling van het NOC (Nieuwe Onderwijs Concept) wordt in eerste instantie uitgezet door de stuurgroep (NOC). De daaruit geformeerde werkgroepen komen met verbeterplannen en/of nieuwe uitwerkingen, waardoor de kwaliteit van het totale onderwijs continu wordt gemonitord en dus ook aangepast. Ten aanzien van rekenen, taal, spelling en lezen zijn er speciale coördinatoren opgeleid en aangesteld. Samen met de door hen geleide werkgroepen (en IB’ers) worden de opbrengsten nauwlettend in de gaten gehouden. Deze werkgroepen komen dan ook met uitgewerkte voorstellen binnen de kaders van het NOC. Bij de afgelopen studiedagen presenteren collega’s hun voorstellen en worden opdrachten uitgezet om tot verdere verdieping en/of afspraken te komen. De school huurt geen externen in.

1


Dit jaar heeft de school een certificaat ontvangen vanuit de Marnix Academie (pabo) in het kader van het project Partners in opleiding en ontwikkeling (POO). De school ontwikkelt samen met studenten beleid binnen een gekaderd thema. Ook heeft de school in 2014 een visitatiecommissie ontvangen vanuit de eigen stichting ten aanzien van techniek, en een checklist voor kenmerken van een werkplek.’

3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken; 2. resultaten op de andere leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, redzaamheid. Om recht te doen aan de verscheidenheid in het speciaal basisonderwijs heeft de jury ervoor gekozen de scholen zelf te laten aangeven op welke terreinen ze opvallend goede resultaten behalen. Daarnaast raadpleegt de jury de Inspectie van het Onderwijs over de door de school behaalde resultaten. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Op grond van de resultaten die Park en Dijk in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Als recente ontwikkeling binnen deze indicator geeft de school in het aanmeldingsformulier het volgende aan. ‘Twee leescoördinatoren, die samen met de speciale leesbegeleider (WSNS) trajecten uitzetten voor leerlingen met hardnekkige leesproblemen. Woordenschat met behulp van ict-programma wordt in alle groepen ook in stamgroeptijd ontwikkeld. De spelling wordt nu ook in stamgroeptijd verder vormgegeven om de opbrengsten op een hoger plan te brengen. De rekencoördinator komt in elke personeelsvergadering met een onderwerp over rekenen en één tip daarbij. De taalcoördinator heeft speelse, maar zeer intense taaloefeningen geïntroduceerd en deze zie je ook terug in alle groepen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Park en Dijk heeft een overzicht samengesteld waarin, gekoppeld aan categorieën IQ’s, de minimumopbrengst per jaar in dle’s is opgenomen. Dit vormt de standaard op grond waarvan de school in het individueel ontwikkelingsperspectief bepaalt of een leerling zich volgens verwachting ontwikkelt. Tevens is in dit schooldocument aan de IQ-categorieën het uitstroomprofiel gekoppeld. Op deze manier stelt de school vast welk rendement het onderwijs op individueel niveau heeft en of dit in overeenstemming is met de veronderstelde capaciteiten van de leerling. Deze informatie heeft zich ook vertaald naar een overzicht op schoolniveau over meer jaren waarin het gemiddelde IQ van de schoolverlaters wordt gekoppeld aan de gemiddelde leerwinst over de vier kernvakken. Daaruit valt in grote lijnen af te

2


leiden dat over de afgelopen jaren de leerwinst toeneemt ondanks een afnemend gemiddeld IQ. Daarnaast heeft de school geïnventariseerd hoeveel leerlingen de school hebben verlaten aan het eind van het schooljaar 2010-2011 en waar ze in het schooljaar 2013-2014 in het derde jaar van het voortgezet onderwijs zitten. Hierbij is het schooladvies vergeleken met de onderwijsplek die de leerlingen in het schooljaar 2013-2014 innamen. Dan blijkt dat ruim 75% van de leerlingen nog op de adviesplek het vervolgonderwijs volgt. Op een totaal van zeventien schoolverlaters is dit bestendigingspercentage een goed resultaat. 3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Als recente ontwikkeling binnen deze indicator noemt de school in de aanmelding het volgende. ‘Engels: Het Engels wordt momenteel ook in de groepen 1, 2, 3 en 4 op een speelse manier aangeleerd in een werkplek. In de bovenbouw wordt het Engels ook in de stamgroep aangereikt, en voor de middenbouw en bovenbouw tevens in een werkplek (English Street). De werkgroep is bezig met een aanpak voor Engels voor groep 1 t/m 8.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Voor het aanbod op de andere leergebieden dan de kernvakken heeft de school een benadering gekozen die past binnen het Nieuwe Onderwijs Concept. Vanuit de kerndoelen die zijn gekoppeld aan de diverse werkplekken, is een leerlijn ontwikkeld. De vooruitgang die de leerlingen hierop boeken, leggen de leerkrachten vast in het leerlingvolgsysteem en vermelden zij in het formulier leerlingbespreking. Daar waar methodeonafhankelijke toetsen beschikbaar zijn, benut de school deze om de ontwikkeling van de leerling in kaart te brengen en te analyseren. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) Als recente ontwikkeling binnen deze indicator meldt de school in de aanmelding het volgende. ‘De leerlingenraad wordt steeds meer ingezet ten behoeve van het onderwijs en de invulling van burgerschap. Zij heeft ook de bestemming uitgezocht bij de uitreiking van het predicaat Excellente School en dit aan de groepen verteld. Het techniekonderwijs wordt onderworpen aan een visitatiecommissie (bestaande uit leden van twee andere scholen) en er wordt gekeken naar een doorlopend aanbod dat ook voldoet aan de kerndoelen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Gelet op de kenmerken van de doelgroep vormt de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen een belangrijk aandachtspunt binnen de school. Recentelijk is binnen het team besloten het gebruik van het Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD) af te bouwen en op zoek te gaan naar een alternatief. Dat is inmiddels gevonden en wordt de komende periode uitgeprobeerd. De ontwikkeling die de leerlingen op dit gebied doormaken registreren de leerkracht en de leerling in ZIEN, onderdeel van het leerlingvolgsysteem ParnasSys. Als positief neveneffect van het nieuwe schoolconcept, waarin veel nadruk ligt op

3


het helpen van elkaar en ondersteuning bieden, onder andere met het tutorlezen, werd ontdekt dat het de onderlinge band tussen leerlingen versterkt. Dit uit zich onder andere in de verbetering van de schoolsfeer en in de terugdringing van het pestgedrag. Als recente ontwikkeling die niet onder de indicatoren I t/m III te scharen is, noemt de school in de aanmelding het volgende. ‘Portfolio: de portfoliogroep is bezig met de introductie van een nieuw werkplan. Hierop komen ook de feedback te staan van de leerling zelf en de leerkracht. Tevens kunnen de leerlingen nu kiezen om hun werkstuk na de feedback te plaatsen in een stermap. Deze gaat aan het eind van groep 8 mee met de leerling. Meerbegaafdheid: pilot is dit schooljaar gestart met een groepje leerlingen uit de eigen sbo-school. Het project loopt nog.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Op vragen uit het veld is de school een werkgroep gestart die een onderzoek doet naar de opvang van meerbegaafde kinderen. Het aanbod voor deze leerlingen kan beter worden gerealiseerd in het Nieuwe Onderwijs Concept, omdat de leerling door zijn eigen keuzes en bijzondere capaciteiten zich op de werkplek breder en sneller kan ontwikkelen. Het project is veelbelovend en geeft aan dat de vragen van buiten de eigen school worden opgepakt en bestudeerd om daarna te worden uitgedragen in het reguliere scholenveld.

4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) Bij haar aanmelding beschrijft Park en Dijk geen recente ontwikkeling binnen deze indicator. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Park en Dijk is als school voor speciaal basisonderwijs voortgekomen uit het mlken lom-onderwijs. De doelgroepen van beide onderwijstypen bevolken nog steeds de school. Dat betekent dat de schoolbevolking wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan capaciteiten en problematieken. De school kwam enkele jaren geleden tot de conclusie dat met het ‘oude’ schoolconcept onvoldoende recht werd gedaan aan de totale schoolbevolking. Vandaar de keuze voor het NOC, met als uitgangspunt dat de leerling de eigenaar is van zijn eigen leerproces. Vanuit dit uitgangspunt krijgt de didactische differentiatie nader gestalte en wordt afgestemd op de individuele behoefte en mogelijkheden van de leerling. Met de keuzemogelijkheden die de school de leerlingen geeft op de verschillende werkplekken, krijgt de differentiatie extra gestalte. Door het Nieuwe Onderwijs Concept is er zelfs ruimte om aandacht te besteden aan meerbegaafdheid, een thema dat niet direct voor de hand ligt bij een sbo-school. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) In het aanmeldingsformulier geeft de school geen recente ontwikkeling aan.

4


De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het leerlingvolgsysteem vormt in combinatie met het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) de basis voor het aantoonbaar maken van de opbrengsten op individueel niveau. Hierin stelt de school zich nadrukkelijk ‘plannend’ in plaats van ‘volgend’ op. Gebaseerd op ervaringsgegevens heeft de school hieraan standaarden ontleend waarin een koppeling wordt gelegd tussen IQ en minimaal te behalen leerwinst in dle’s op de kernvakken. Vanaf het schooljaar 2009-2010 heeft de school een inventarisatie gemaakt van het aantal schoolverlaters en de gediagnosticeerde leerlingen met een classificatie DSM IV en dyslexieverklaring. Dat leidt tot een algemene lijn voor de school dat bij een gemiddeld IQ van 77,5 de minimumopbrengst van 5 dle’s per jaar per domein verwacht mag worden. Voor technisch lezen is dat 7,5 dle’s per jaar. In het schooljaar 2013-2014 blijkt de school, waar de gemiddelde intelligentie lag op 77,3, voor de kernvakken ruimschoots aan deze eigen standaard te voldoen. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) In de aanmelding noemt de school geen recente ontwikkeling op dit punt. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Leerwinstberekeningen in dle’s houdt het team voortdurend bij op school-, groeps- en individueel niveau. Sinds het schooljaar 2005-2006 houdt Park en Dijk de gemiddelde leerwinst van schoolverlaters bij. Hierdoor is het mogelijk vergelijkingen te trekken over een reeks van jaren; ook over jaren dat nog niet werd gewerkt met het Nieuwe Onderwijs Concept. Maar ook op individueel niveau brengt de school de leerwinst van individuele leerlingen in kaart in het ontwikkelingsperspectiefplan. Op basis van analyses waarin de leerkracht samen met de intern begeleider de vorderingen vergelijkt met de schoolstandaarden, stelt de leerkracht het ontwikkelingsperspectiefplan bij. Daarbij kan de school de leerling extra, gespecialiseerde zorg op diverse terreinen bieden, onder andere als het gaat om sociale vaardigheden.

5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In haar aanmeldingsformulier geeft Park en Dijk geen recente ontwikkeling binnen deze indicator aan. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het NOC is een belangrijke stap geweest om de aanpak in de school totaal te veranderen. Om dat op gang te brengen en vooral om dit experiment tot een succes te maken, is een organisatie nodig die kan bouwen op een enthousiast maar vooral deskundig team. De school heeft grip op de verschillende processen en goed in beeld hoe ze snel en adequaat kan reageren op knelpunten, en veranderingen kan inzetten.

5


5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. ‘Het verkrijgen van het predicaat Excellente School heeft een ongekende invloed op school. De motivatie van het ontvangen van dit predicaat heeft positief gewerkt op de werkgroepen, maar ook leerlingen en ouders. Het heeft een enorme energieboost gegeven. Daarnaast bieden allerlei andere uitdagingen zich aan: meer rondleidingen en aanvragen voor huisvesting én samenwerking van een so-school in het kader van uitbreiding van arrangementen. Over dit laatste zijn we nog in onderhandeling met de so-school. Verder het organiseren van Girls day in het kader van techniek. Met 15 à 20 meisjes naar een bouwbedrijf gaan en daar uitleg krijgen. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Bij de verandering van onderwijsmodel was de visie van de directie van doorslaggevend belang. Het team heeft vertrouwen in die belangrijke en vooral ingrijpende omslag. Er is voor leerkrachten die zich scholen en ontwikkelen voldoende ruimte om hun kennis binnen school te delen. Leerkrachten krijgen binnen de schoolorganisatie een specifieke rol toebedeeld en zijn medeverantwoordelijk voor de scholing en ontwikkeling van het team. Bij deze specifieke taken horen verantwoordelijkheden die deze leerkrachten als vanzelfsprekend op zich nemen.

6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) De school noemt in haar aanmeldingsformulier geen recente ontwikkeling binnen deze indicator. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school heeft in haar onderzoek naar de effecten van de overstap naar het NOC al veel positieve resultaten kunnen vaststellen. Met name bij de overgang naar het vervolgonderwijs blijkt dat de leerlingen zich beter kunnen aanpassen. Doordat ze zelf keuzes moeten maken en moeten reflecteren op hun eigen werk, zijn ze zelfstandiger en mondiger geworden. Door het maken van een portfolio en de stermap krijgen de leerlingen beter zicht op de eigen leerontwikkeling. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding meldt de school geen ontwikkeling bij deze indicator. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Op vele momenten in de onderlinge contacten tussen leerkrachten wordt er op professionele wijze feedback gegeven. Doordat teamleden elkaar feedback geven, werken ze aan het vakmanschap van de leerkrachten. Dat was heel hard nodig bij de implementatie van het NOC, maar het is nu uitgebreid naar andere gebieden. Door de consequente didactische en pedagogische aanpak is er een sterke

6


doorgaande lijn in de school ontstaan, die door iedereen wordt gedragen. De planmatige manier van werken in het verzamelen van de leerresultaten, het bepreken daarvan en het verwerken in de werkplannen zorgt voor de borging van die resultaten. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding geeft de school als ontwikkeling het volgende aan. ‘Op studiedagen worden acties van het jaarplan gepresenteerd. Naar aanleiding van opbrengsten worden acties genomen. De beslissingen worden gezamenlijk genomen en komen vanuit het team. De werkgroepen streven een hoge kwaliteit na en stellen verregaande eisen aan zichzelf en stellen hun eigen expertise ter beschikking aan anderen binnen het team om samen de stappen te maken.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het team blijft zich op vele manieren ontwikkelen door het volgen van scholing en door de ervaringen en opgedane expertise onderwerp van discussie te laten zijn op de vergaderingen. Zo komt de opgedane ervaring voor iedereen beschikbaar. De onderlinge uitwisseling van kennis zorgt voor verdieping van de excellentie, en de collegiale consultatie zorgt voor borging van de onderlinge openheid en band. De directie heeft veel aandacht voor het personeel en dat geeft vertrouwen bij het team. Er is oog voor talent en de directie faciliteert de teamleden om te groeien. Er wordt transparant aangegeven binnen welke kaders beslissingen worden genomen en waar de grenzen en de mogelijkheden liggen voor dit ambitieuze team. Er zijn geen recente tevredenheidsonderzoeken afgenomen. De delegatie van de jury stelt tijdens het schoolbezoek vast dat de school de rol van de ouders in de begeleiding van de kinderen serieus vorm geeft. Zij zijn zich ervan bewust dat samenwerken, elkaar als gelijke partners behandelen en verantwoordelijk zijn voor elkaar tot betere resultaten leidt bij de kinderen. De ouders worden meegenomen in de opzet van het portfolio en de stermap en er is een uitgebreid voorlichtingstraject over het uitstroomperspectief, zodat het de ouders mogelijk wordt gemaakt hun verantwoordelijkheid te nemen.

7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) In haar aanmeldingsformulier noemt Park en Dijk geen recente ontwikkeling binnen deze indicator. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan.

7


Deze lerende organisatie kan zich door de enthousiaste en professionele houding van het team snel ontwikkelen, waarbij de speerpunten in het excellentiebeleid effectief worden gerealiseerd. Zoals de ontwikkeling van het portfolio voor de leerlingen, het project voor meerbegaafden, en het versterken van de collegiale consultatie. De goede organisatie en de stimulerende houding van het managementteam inspireren de medewerkers tot meedenken. Dat leidt weer tot bewust eigenaarschap van ieder teamlid, wat kritisch kijken, structureel evalueren en leren van visitaties verheft tot algemeen aanvaarde principes binnen de school. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding beschrijft de school de volgende recente ontwikkeling. ‘Onderwijsaanbod en -vorm worden erkend door de scholen vanuit de eigen stichting, maar ook vanuit het samenwerkingsverband WSNS 3304. Voor sommige leerlingen is dit het concept dat aansluit bij hun onderwijsbehoeften, hierdoor worden leerlingen vanuit andere samenwerkingsverbanden aangemeld. De verkiezing van Excellente School vergroot wel zeker de erkenning, maar ook de bekendheid.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De open houding en het enthousiasme zijn aanstekelijk. De ervaringen met de nieuwe opzet, het NOC, maar vooral de kwaliteit van de school in de toelating en terugplaatsing zorgen voor veel waardering bij de ketenpartners. Een school die doet wat ze zegt en niet bang is om verantwoorde vernieuwing aan te gaan. De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van Park en Dijk onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van vier referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat de resultaten significant hoger zijn dan van collega-sbo-scholen, en dat de school als voorbeeld dient voor andere scholen. Alle referenten zijn zeer positief over het vernieuwde onderwijsconcept. Park en Dijk wordt door alle referenten als excellente school gezien. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. ‘Verdere uitwerking voor de sbo: • portfolio (nog meer leerlinggericht); • rondleidingen met na afloop nadruk op suggesties ter verbetering van de kwaliteit; • audits aanvragen (collegiale visitatie binnen D4W); • overleg met ketenpartners en so.’ De delegatie van de jury merkt dat vooruitgang en het doorontwikkelen van de ingezette trajecten grote prioriteit hebben in de school. De opgedane kennis en vaardigheden vragen om een goede borging en daarom wordt daar in de komende tijd veel aandacht aan besteed in de evaluaties van het jaarplan en de jaarkalender.

8


8.

Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.

9.

Conclusie van de jury Park en Dijk kreeg vorig jaar het predicaat Excellente School 2013 toegekend en heeft zich in 2014 opnieuw kandidaat gesteld. Park en Dijk is een school voor speciaal basisonderwijs in Gouda. Vanuit haar visie op onderwijs geeft de school al enkele jaren gestalte aan het Nieuwe Onderwijs Concept (NOC), waarin de nadruk ligt op de verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces en de zelfstandigheid van de leerlingen. Gelet op de diversiteit aan capaciteiten en problematieken van de leerlingen biedt de school een benadering op maat, waarbij het ontwikkelingsperspectiefplan zowel een plannings- als een verantwoordingsfunctie vervult. De balans tussen de sturing vanuit de school enerzijds en de keuzevrijheid van de leerlingen anderzijds waarborgt dat de leerlingen gemotiveerd leeractiviteiten uitvoeren, waarbij de kerndoelen voor het basisonderwijs richtsnoer zijn. De school is succesvol in het begeleiden van de leerlingen naar het niveau dat overeenkomt met hun mogelijkheden. Het onderwijs vindt plaats binnen een veilige, vriendelijke en rijke leeromgeving. Het team van docenten is hecht, deskundig en zeer betrokken op de leerlingen en op elkaar. De school profileert zich sterk door een voor het speciaal basisonderwijs ongebruikelijk onderwijsconcept toe te passen. Dit concept zit verweven in de hele schoolpraktijk. De opbrengsten van Park en Dijk zijn goed afgaande op de gegevens die de school systematisch verzamelt over de prestaties van haar leerlingen. De leerlingen behalen resultaten die overeenkomen met de verwachtingen zoals geformuleerd in de schoolstandaarden of zelfs daarboven. De school heeft haar beleid zo vorm gegeven dat alle betrokkenen hierdoor goed presteren. Zowel de resultaten als het welbevinden van de leerlingen tonen aan dat de aanpak het belang van de leerlingen dient. De school heeft inzicht in de factoren die aantoonbaar bijdragen aan de resultaten en handelt daarnaar. Ook de ouders zijn positief betrokken bij de school. De sbo-school Park en Dijk weet de resultaten vast te houden en zich aanhoudend te verbeteren. Het lerend en verbeterend vermogen van de school is voortdurend gericht op optimalisering van het werken met het Nieuwe Onderwijs Concept. Dit is een continu proces waarin veel initiatieven vanuit het schoolteam komen. Het excellentieprofiel ligt in het verlengde van het Nieuwe Onderwijs Concept, in het bijzonder de inrichting van de werkplekken en de manier waarop de school gestalte geeft aan de zelfstandigheid van de leerlingen. De school deelt haar kennis en ervaring met anderen. De school heeft plannen haar excellentiefocus te versterken, onder andere door het komend schooljaar te focussen op het portfolio en op meerbegaafdheid.

9


Binnen het team is er een grote mate van deskundigheid en betrokkenheid op elkaar, wat bijdraagt aan het succes van het Nieuwe Onderwijs Concept. Het geeft tevens de kwetsbaarheid van het team aan, dat voortdurend ‘onderhoud’ en borging vraagt. Alles overziende is de jury van oordeel dat Park en Dijk op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (sbo) 2014 toekomt. De school is op hoog niveau gebleven en er is sprake van verdere ontwikkeling op diverse relevante terreinen.

10

- Schoolrapportage Speciaal basisonderwijs (sbo) Excellente Scholen Leerlingenaantal 159 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Recommend Documents