- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs Excellente Scholen Leerlingenaantal 983 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014

Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 25EF Aanvrager Adres Aangemelde schoolsoort

Clusius College Castricum dhr. Wim Huiberts en dhr. Marcel Jobse Oranjelaan 2-A Castricum Vmbo

Leerlingenaantal

983 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Bestuur:

Stichting Clusius College

De aanmelding van het Clusius College Castricum geldt voor het vmbobasisberoepsgerichte leerweg. In januari 2014 is aan deze afdeling het predicaat Excellente School 2013 uitgereikt en het jaar ervoor het predicaat Excellente School 2012. De school heeft, mede als gevolg van deze status, een goede aanmelding van nieuwe leerlingen. De school telde in september 1013 leerlingen, een stabiel aantal in een regio waar sprake is van terugloop. Belangrijke ontwikkeling is het gereedkomen van de nieuwbouw per 1 augustus 2015. Dit pand maakt het mogelijk onderwijs te geven naar de eisen van de tijd, onder andere differentiaties binnen de sector groen. De inrichting is transparant en voorzien van een moderne inventaris. De tijdelijke noodbouw is nog in gebruik. Vermeldenswaardig is het vertrek van de directeur, die gold als motor voor de vernieuwing van het onderwijs op deze school. Per 1 oktober 2014 is de nieuwe directeur in functie getreden. Tot die tijd hebben de adjuncten de taken van de vertrokken directeur waargenomen.

2. Motivatie van de school De onderbouwing die het Clusius College Castricum bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘We verdienen het predicaat omdat we in het schooljaar 2012-2013 weer in staat zijn geweest om voor de kwetsbare doelgroep vmbo-b (+ 60% lwoo) kansen te bieden. Hoewel in algemene zin de examenresultaten minder waren dan in voorgaande jaren, zijn we in staat geweest een bijzonder resultaat te leveren wat betreft rendement onder- en bovenbouw. Respectievelijk score 5 en 4. De op- en afstroomcijfers bij het vmbo-b behoren bij de top. Als we de leerwerktrajectleerlingen buiten beschouwing laten, scoren we op twee van de drie kernvakken boven het landelijk gemiddelde. Het feit dat wiskunde onder het landelijk gemiddelde scoorde, is inmiddels met de sectie besproken en we zijn vol vertrouwen dat de examenresultaten van het schooljaar 2013-2014 weer bovengemiddeld zullen zijn bij het vmbo-b. Een sterke inzet op opbrengstgericht werken (OGW) ligt aan de basis van dit vertrouwen. Dat we onze leerlingen kansen bieden, is zichtbaar in onze cohortanalyse 20122013. Meer dan de helft van de leerlingen met het basisschooladvies basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b) is in 2013 in vier jaar tijd gediplomeerd in een hogere leerweg (kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo-k, gemengde leerweg,

1


vmbo-g, en zelfs theoretische leerweg, vmbo-tl). Sowieso zijn in alle leerwegen de opstroomcijfers bijzonder goed te noemen en realiseren we schoolbreed een geringe afstroom naar lagere leerwegen.’

3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen; 2. resultaten op de andere vakken en leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, culturele vorming, redzaamheid, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder geven we een overzicht van de resultaten van het Clusius College Castricum over de periode 2011-2013 die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Hierbij is gebruik gemaakt van de ruwe scores. Resultaatgegevens afkomstig van de Inspectie

vmbo-b Rendement onderbouw* 4,3 Rendement bovenbouw* 3,7 Gemiddelde centraal examen* 3,7 Gemiddeld verschil CE en SE** 0,01 * Gemiddelde van de score op een vijfpuntsschaal 2011-2013. ** Gemiddelde over de periode 2011-2013.

Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld

cijfer CE 2011 cijfer CE 2012 cijfer CE 2013 cijfer CE 2014

Succesvolle plaatsing leerjaar 1 vervolgopleiding, 2012

vmbo-b 6,7 6,9 6,6 6,9 vmbo-b 92%

Op grond van de resultaten die het Clusius College Castricum in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Als recente ontwikkeling noemde de school in het aanmeldingsformulier het volgende. ‘De resultaten voor Nederlands en wiskunde zijn gemiddeld, van Engels bovengemiddeld. Met de twee secties Nederlands en wiskunde is inmiddels besproken hoe de resultaten bij het examen in 2014 zullen verbeteren. De afstroom vanuit het vmbo-k is aanzienlijk verminderd. Vanuit de pilot leerwinst is gebleken dat wij onze vmbo-b-leerlingen kansen bieden om op een hoger niveau geëxamineerd te worden en daarin scoren we ook goede resultaten. Voor het vak rekenen is in 2013 de pilot rekentoets in leerjaar 3 en 4 afgenomen en ook daar scoren we bovengemiddeld. Inmiddels is in het huidige schooljaar in de bovenbouw ook gestart met extra rekenlessen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan.

2


Ten opzichte van 2013 heeft de school in 2014 een aanzienlijk stijging van het CE-cijfer gerealiseerd, ruim boven het landelijk gemiddelde. Het gemiddelde CEcijfer voor het vmbo-b (inclusief CSPE) was in 2014 6,84. Examenresultaten 2013 en 2014 voor de kernvakken (CE):* 2013 Nederlands 6,66 Engels 7,15 Wiskunde 6,36 * Deze gegevens zijn door de school aangeleverd.

2014 6,53 7,22 6,88

Het verschil SE/CE was in 2014 -0,16, een jaar daarvoor was dat 0,07. Het percentage geslaagden ligt al jaren ruim boven het landelijk gemiddelde. De slagingspercentages waren in 2013 100% (landelijk 95,8), in 2013 98,7% (landelijk 96,7%) en in 2014 100% (landelijk nog niet bekend). Reflectie Score Dronkers 2013 Waardering Elsevier 2014

10 +

3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Als recente ontwikkeling noemt de school in de aanmelding het volgende. ‘Het vak economie is voor het eerst geëxamineerd. De populatie vmbo-b (89%) in 2012-2013 ligt ver boven de bovengrens. De afstroom vanuit vmbo-k+ (4%) is ver beneden de ondergrens. Bij de praktijkvakken is in 2012-2013 door het vmbo-b wisselend gescoord. Vanwege de grote doorstroom naar andere mbo-sectoren dan groen hebben we in 2013-2014 het vak landbouw breed geïntroduceerd.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het onderwijsaanbod binnen ‘groen’ ondergaat een duidelijke verandering. De school is pilotschool Vernieuwing beroepsgerichte programma’s vmbo. Er zijn anders dan in het verleden differentiaties mogelijk binnen groen naar de richtingen dierenverzorging, bloemschikken, groenvoorziening en voeding. Omdat leerlingen binnen het mbo ook andere richtingen dan groen kiezen, is er ook een aanbod techniek. Daarvan maakt 30% van de leerlingen gebruik. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) Als recente ontwikkeling beschrijft de school in de aanmelding het volgende. ‘We participeren schoolbreed in Eco-Schools. Ook is in de onderbouw de zogenoemde kookklas gestart; gezonde voeding is dan het leidend thema. Daarnaast hebben leerlingen van 4 vmbo-b het project Eetbare huisjes uitgevoerd en in december 2013 de ANWB innovatieprijs behaald. De stapelklas (18 vmbo-b naar vmbo-k) is op een groene school in Engeland geweest. Zij hebben daar meegedraaid in het dagelijkse rooster en de school (Plumpton College) heeft op bijzonder positieve wijze een terugkoppeling gegeven over onze leerlingen. (‘Wish we had more students such as yours’). De vmbo-b-leerlingen lopen elke week een dag stage en zij worden vaak door het stageteam op het stageadres bezocht. Bedrijven zijn zeer tevreden. Extern rendement is beter dan gemiddeld.’

3


De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De bovengenoemde leeractiviteiten zijn naast de algemene en de beroepsvoorbereidende vakken in het vmbo van groot belang voor succes in maatschappij en beroep. Dat geldt ook voor burgerschap en sociale vaardigheden. Deze activiteiten zijn sterk ontwikkeld in het onderwijsaanbod van het Clusius College Castricum.

4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) Bij haar aanmelding noemt het Clusius College Castricum als recente ontwikkeling het volgende. ‘De overlegstructuur is in het huidige schooljaar aangepast. De leerlingbesprekingen worden gezamenlijk door onderbouwdocenten (leerjaar 1 en 2) uitgevoerd om zodoende een continue warme overdracht plaats te laten vinden. De handelingsplannen worden meer en meer SMART uitgevoerd en de citoresultaten worden direct na oplevering door de teams geanalyseerd en op basis van scores per domein krijgen leerlingen gedifferentieerd remediërend onderwijs aangeboden. Het thema OGW is inmiddels in studiemiddagen door eigen docenten via collegiale consultatie schoolbreed een bijzonder aandachtspunt. Middels School aan Zet ontwikkelen we het thema lerende organisatie.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Een belangrijke factor voor goed onderwijs is een zorgvuldige analyse van de beginsituatie van iedere leerling en de aanpassing daarop van het onderwijsproces, zowel voor de groep als voor het individu. De school maakt deze analyses met behulp van de onderwijskundige rapporten, middels cito-VAStoetsen rekenen en taal en er wordt een lijst opgesteld over leerlingen die (extra) zorg en begeleiding nodig hebben. Deze gegevens zijn vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. Er zijn individuele handelingsplannen voor lwoo-leerlingen. Om een en ander effectiever te maken, zijn er groepsplannen ontwikkeld, waarbij gemeenschappelijke leerprobleem de aandacht krijgen. Er zijn extra rekenen taallessen, hulp bij dyslexie, enzovoorts. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) In het aanmeldingsformulier noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. ‘De citometingen tonen leerwinst aan, de populatie vmbo-b-leerlingen scoort bij binnenkomst op zowel taal als rekenen een instroomniveau ver onder niveau 1F. De adjunct-directeur leerlingzaken overlegt met het basisonderwijs over de referentieniveaus. Kennis van die niveaus is bij het basisonderwijs onvoldoende. Op bestuurlijk niveau pakt de directeur deze materie op. Grote hoeveelheden vmbo-b-geïndiceerde leerlingen behalen een diploma op een hoger niveau. Velen doen dat binnen de reguliere tijd van vier jaar; ook de stapelklas heeft weer een 100% slagingspercentage behaald. Kortom, de docenten kennen de leerlingen en hun kenmerken en anticiperen daar geweldig op.’

4


De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De resultaten die de school met haar leerlingen behaalt, zijn bovengemiddeld. Dat resultaat wordt behaald doordat de school de beginsituatie van de leerlingen (na overleg met het basisonderwijs) zorgvuldig in beeld brengt en analyseert welke maatregelen nodig zijn om tot een goed aanbod te komen. Aandachtspunt daarbij is het niveau van rekenen. Het team deelt de visie dat de leerlingen een zo hoog mogelijk diploma moet halen. Dat leidt tot een collectief ambitieniveau binnen het team, dat de leerlingenprestaties mede zover brengt. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) In de aanmelding beschrijft de school de volgende recente ontwikkeling. ‘De resultaten vanuit de pilot leerwinst laten zien dat wij onze leerlingen kansen bieden en dat we daarbij goed in staat zijn om goede resultaten te behalen. Ook laat de pilot zien dat er geen duidelijke trend te zien is bij de doelgroep. In twee verschillende cohorten is sprake van grote verschillende achterstanden in de domeinen die we testen. Dat vergt een continue monitoring van de citoresultaten. De school doet dat goed.’ De gedelegeerden van de jury hebben kennis genomen van de gegevens die betrekking hebben op het aanname- en plaatsingsbeleid van de school bij de afdeling vmbo-b. Er is gekeken naar het aannamebeleid, met name naar de kwaliteit van de adviezen van de basisschool en tot welke plaatsing dat heeft geleid. Er is gekeken waar de leerlingen zich bevonden op 15-jarige leeftijd, binnen het vmbo-b of in andere afdelingen. Ook is gekeken naar het rendement van de bovenbouw en naar het niveau van de diplomering, afgezet tegen het niveau van aanmelding. Ook is kennisgenomen van de opstroom en de afstroom van de leerlingen. Bronnen hiervoor zijn cohortonderzoek en de opbrengstenkaart van de Inspectie. De conclusie is dat het Clusius College Castricum afdeling vmbo-b behoorlijk succesvol is met haar leerlingen. Deze ambitieuze school slaagt erin om met haar doelgroep, onder wie een aanzienlijk aantal kwetsbare leerlingen, een hoog leerrendement te behalen. Hoger dan mocht worden verwacht op grond van de adviezen van het basisonderwijs. De school voert een kansenbeleid. De voorwaarden voor dit beleid zijn in belangrijke mate vervuld. Voorbeelden daarvan zijn een veilig en stimulerend schoolklimaat, zorg op maat, extra lessen en als extra leerjaar een stapelklas. Een kanttekening is hierbij op zijn plaats. Het is de vraag of het kansenbeleid niet wat te ver is doorgeschoten. Immers de leeropbrengsten (CE) zijn wat gedaald. De kwaliteit van de instroom neemt af, er zijn minder leerlingen met vmbo-k-advies in het vmbo-b geplaatst. Dit kan uiteindelijk het niveau van de vmbo-b-resultaten negatief beïnvloeden. Gemiddelde van de cijfers bij het centraal examen van de 20% beste leerlingen (2013, gegevens Duo) Nederlands 7 7,41 Engels 7,71 Wiskunde Gemiddelde avo-vakken 7,22

5


5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In haar aanmeldingsformulier geeft het Clusius College Castricum als recente ontwikkeling het volgende aan. ‘In het kader van personeelsbeleid is gestart met lesbezoeken per docent en daarover in gesprek gaan. Inmiddels bezoeken de teamleiders ook specifieke “probleemklassen”. Docenten die deze klassen bovengemiddeld goed aan het werk zetten, dienen als voorbeeld voor docenten die daar meer moeite mee hebben. Op deze wijze werken we aan intercollegiale kennisdeling. Waar in het verleden teams nog erg horizontaal functioneerden, is nu meer sprake van verticale aanpak bij de uitvoering van onderwijs. Gedifferentieerd werken wordt meer en meer een thema waarin de school zich ontwikkelt. De voorinzage van het schooldossier is inmiddels met de hele school besproken en docenten zijn uitgedaagd om hun dilemma's in deze aan te geven.’ De delegatie van de jury herkent tijdens het schoolbezoek deze schets. Er is sprake van een begin van een ontwikkeling van bij elkaar in de lessen kijken, met name in de theorielessen. Hier liggen nog belangrijke kansen om het onderwijs te verbeteren. Belangrijk is ook dat het team openstaat voor collegiale consultatie. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. ‘Er is bij alle medewerkers kennis van de cijfers uit ManagementVenster en het schooldossier. Ook probeert de school middels een aangepaste aanpak voor wat betreft de projectweken de overige vaardigheden (karakteristiek onderbouw) bij onze doelgroep aan te bieden. We analyseren de resultaten en passen ons onderwijsaanbod waar nodig aan.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De schoolleiding heeft een initiërende rol bij het bewaken en verbeteren van de onderwijskwaliteit en de opbrengsten. De kennis hierover is gedeeld met het team. Daardoor is een breed draagvlak ontstaan voor de aandacht voor resultaatverbetering (OGW). Het onderwijsaanbod binnen de sector groen vroeg en kreeg een ingrijpende aanpassing, waardoor differentiatie binnen de keuzes voor vervolgopleidingen mogelijk werd.

6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) Het Clusius College Castricum noemt in haar aanmeldingsformulier de volgende recente ontwikkeling. ‘Lesbezoeken door de teamleiders worden besproken, er vindt collegiale consultatie plaats en onze visie (elke leerling met een zo hoog mogelijk diploma van school) is breed gedragen door alle leerwegen. De betrokkenheid bij het docententeam om elke leerling succesvol te laten zijn, is erg groot.’

6


De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek kunnen vaststellen dat de school maatregelen neemt om de resultaten op peil te houden of te verbeteren. Met succes, blijkens de resultaten van het examen 2014. Met enkele docenten zijn extra afspraken gemaakt om tegenvallende resultaten te verbeteren. Extra aandacht voor reken en taal zijn daarvan een voorbeeld. Groepshandelingsplannen, die dit jaar ingevoerd worden, zullen tot meer effectiviteit in de ondersteuning van leerlingen met leerachterstanden leiden. In een aantal gevallen is gekozen voor mutaties binnen het team. Op een wat langere termijn zullen de effecten van lesbezoek en collegiale consultatie merkbaar worden. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding meldt de school als ontwikkeling het volgende. ‘In vergelijking met eerdere kwaliteitskaarten is aangetoond dat we nog steeds op onderdelen gemiddeld tot bovengemiddeld scoren. Elke sectie is op de hoogte van de resultaten, kent de leerlingenpopulatie per leerweg en is grotendeels in staat om met de bijzonder hoge opstroompercentages om te gaan. Middels duidelijke PTO- en PTA-structuren werkt het docententeam continu aan het vasthouden van resultaten. Er wordt elke jaar onderzocht hoe de resultaten op het hoge niveau te behouden.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De gedelegeerden van de jury stellen vast dat de school een duidelijk focus heeft op opbrengsten. Die zijn overwegend goed en redelijk stabiel. Er is zowel op het niveau van het management als op het niveau van de docenten aandacht voor analyse en verbetering van de onderwijsresultaten. Dat neemt niet weg dat er in een beperkt aantal vakken enige terugval is geconstateerd, waarop echter adequaat is ingegrepen. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding beschrijft de school als ontwikkeling het volgende. ‘In het schooljaar 2013-2014 hebben we de docenten gevraagd om een feedbackscan over de directie en teamleiders in te vullen. De resultaten hebben geleid tot aanpassingen van het beleid. Docenten worden meer en meer betrokken bij het vaststellen en evalueren van het beleid dat de school uitvoert. Docenten hebben zelf invulling gegeven aan een studiemiddag opbrengstgericht werken en hebben geparticipeerd in de zelfevaluatie lerende organisatie vanuit School aan Zet. De opbrengsten daarvan vormen de basis voor nieuw beleid dat gezamenlijk wordt opgesteld.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Er is aandacht voor nascholing, zoals op opbrengstgericht werken, masterclass 21st century skills. Deze kennis wordt met het team gedeeld. Er is een duidelijke ontwikkeling naar een lerende organisatie, wat blijkt uit de regelmatige conferenties en presentaties binnen het team, waaronder de secties. Er is een scholingsplan aanwezig. Toch zou er nog meer aandacht mogen zijn voor onderwijsontwikkeling binnen de lessen, zoals blijkt uit een onlangs gehouden audit. Door de aandacht voor opbrengsten, leerlingzaken en organisatorische zaken is dat er enigszins bij ingeschoten.

7


De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2013 en 2014 Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid

Gemiddelde score school 7,5 7,1

Landelijke score 7,2 6,9

In haar aanmeldingsformulier geeft de school aan dat ze naar aanleiding van de tevredenheidonderzoeken de volgende stappen heeft gezet. ‘In november 2013 is een oudertevredenheidonderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn besproken met de ouderraad, leerlingenraad en binnen de teams. Verbeteracties worden uitgevoerd. Op dit moment wordt de LAKS-enquête uitgevoerd; in november 2013 hebben tweede- en vierdejaars-leerlingen de EMOVO ingevuld, in januari 2014 is de Veiligheidsmonitor door leerlingen gemaakt. De resultaten worden medio mei verwacht. Waar mogelijk zullen we die publiceren in Vensters voor Verantwoording. De resultaten bij het leerlingtevredenheidonderzoek zijn die van 2012. De jury zal in mei de laatste gegevens kunnen krijgen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Uit de gesprekken met de leerlingen en inzage in bovengenoemde enquêtes wordt duidelijk dat ouders en leerlingen in het algemeen bovengemiddeld tevreden zijn over de school. De veiligheid en het welbevinden van leerlingen scoren bovengemiddeld.

7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) In haar aanmeldingsformulier noemt het Clusius College Castricum als recente ontwikkeling het volgende. ‘Het feit dat we tweemaal het predicaat hebben mogen ontvangen, heeft voor de school betekend dat we ons bijzonder bewust zijn dat we op alle fronten dienen te excelleren. De teams vmbo-k en vmbo-g zijn hard aan het werk om ook die groepen uit te dagen om zichzelf te overstijgen. Een bijzonder mooi voorbeeld daarvan was de presentatie Sectorwerkstuk van onze vmbo-g-leerlingen op 21 maart 2014. De jury kan daarvan een verslag inzien tijdens het schoolbezoek.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Op het niveau van het team is recent een aantal initiatieven ontwikkeld gericht op verdere kwaliteitsverbetering van de school. Zestien docenten hebben deelgenomen aan een masterclass 21st century skills. De opbrengsten zijn aan het hele team gepresenteerd.

8


Een lerende school investeert in onderzoek naar de eigen kwaliteit. De school heeft een zelfevaluatie uitgevoerd vanuit School aan Zet met elf collega’s, en de resultaten verspreid en opgenomen in een verbeterplan. Er zijn drie studiemiddagen door en voor docenten gewijd aan opbrengstgericht werken. Op verzoek van de school heeft Cap Gemini een audit uitgevoerd op basis van het inspectiekader, en sterke en zwakke kanten van de school benoemd en aanbevelingen voor verbetering gedaan. De GGZ heeft in december 2013 een onderzoek gedaan naar het welbevinden van de leerlingen. Ook neemt de school deel aan de Veiligheidsmonitor. Uit beide onderzoeken komt de school positief naar voren, hoewel de problematiek aanzienlijk is. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding beschrijft de school de volgende recente ontwikkeling. ‘Binnen de regio zijn scholen min of meer jaloers op de predicaten die wij mochten ontvangen. In de aanvraag zal een aantal referenties worden genoemd.’ De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van het Clusius College Castricum onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van drie referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat de school goed communiceert binnen het samenwerkingsverband, en de leerlingbegeleiding uitstekend is, voornamelijk voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Alle referenten onderschrijven dat het Clusius College Castricum een excellente school is. Tijdens het schoolbezoek noemde de schoolleiding de reacties van de ouders, die hun kind graag aanmelden op deze excellente school, waarvan zij dan ook hoge verwachtingen hebben. Dat legt een bepaalde druk op de school. Het team gaat goed om met deze hoge verwachtingen door goed te communiceren wat de mogelijkheden en beperkingen van de school zijn. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. ‘We willen het predicaat voor de gehele school. We denken dat te kunnen realiseren door continu te verwijzen naar het thema OGW en middels het School aan Zet-aanbod omtrent lerende organisatie.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Wat pleit voor de plannen van de school om ook de andere afdelingen naar excellentie te brengen, is het gegeven dat veel van de zaken die in de afdeling vmbo-b spelen ook van toepassing zijn op de vmbo-k- en vmbo-t-afdeling. Bijvoorbeeld het veilige en stimulerende schoolklimaat, de goed ontwikkelde zorgen begeleiding, maar vooral ook de mentaliteit van het team en de hoge verwachtingen ten aanzien van de mogelijkheden van leerlingen. De school focust terecht op verbetering van de opbrengsten (OGW) die nog gemiddeld zijn in het vmbo-k en vmbo-t.

9


8.

Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.

9.

Conclusie van de jury De afdeling vmbo-beroepsbegeleidende leerweg van het Clusius College Castricum kreeg de voorgaande jaren het predicaat Excellente School 2012 en 2013 toegekend. De school heeft haar afdeling vmbo-b in 2014 opnieuw aangemeld. De school laat nog altijd een positief beeld zien. De opbrengsten zijn het laatste jaar wat gedaald en na bijsturing weer wat gestegen. Het Clusius College Castricum is een school die ‘gaat’ voor haar leerlingen. Het team heeft hoge verwachtingen van de mogelijkheden van de leerlingen, die centraal staan in het beleid. Dat is terug te zien in veel zaken. Bijvoorbeeld in de toegevoegde waarde die bereikt wordt in de leerprestaties van de meeste leerlingen. Leerlingen verlaten de school, soms na een extra jaar, in meerderheid met een hoger diploma dan werd geadviseerd door de basisschool. Het is wel de vraag hoe ver de school kan gaan in de wens leerlingen hoger af te leveren dan het niveau van aanmelding. Er heerst een veilig en stimulerend schoolklimaat. Er is sprake van overtuigende begeleiding van leerlingen die aanzienlijke leer- en gedragsproblemen hebben. Er melden zich veel nieuwe leerlingen aan. De organisatie heeft een ontwikkelingsgericht karakter, waardoor nieuwe initiatieven een kans krijgen. De aandacht voor de kwaliteit van de lessen is wat ondergesneeuwd en vooral overgelaten aan de secties die daar verschillend mee omgaan. Vastgesteld kan worden dat de schoolvisie om elke leerling met een zo hoog mogelijk diploma de school te laten verlaten, breed gedragen wordt door het team. Deze visie vraagt om een nadere uitwerking in de lespraktijk. Recentelijk is een evaluatie van de onderwijskwaliteit als geheel uitgevoerd door derden. Het beeld daarvan is positief, maar ook wordt duidelijk dat er nog wel wat te verbeteren valt. Bijvoorbeeld ten aanzien van de kwaliteit van de lessen en de effectiviteit van de bespreking van leerlingen. Ook de borging van de resultaten is nog een punt van aandacht. Alles overziende is de jury van oordeel dat het Clusius College Castricum op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (vmbo-b) 2014 toekomt. De school is op hoog niveau gebleven en er is sprake van verdere ontwikkeling op diverse en relevante terreinen.

10

- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs Excellente Scholen Leerlingenaantal 983 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Recommend Documents