- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs Excellente Scholen Leerlingenaantal 795 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs – Excellente Scholen 2014

Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 01ET Aanvrager Plaats Aangemelde schoolsoort

St. Ignatiusgymnasium mw. Anita Swenneker Amsterdam Gymnasium

Leerlingenaantal

795 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Bestuur:

Stichting Voortgezet Onderwijs Amsterdam Zuid

Zowel in 2012 als in 2013 heeft het St. Ignatiusgymnasium het predicaat Excellente School ontvangen. Hierop zijn veel positieve reacties binnengekomen. Ook is duidelijk dat de verwachtingen bij een deel van de ouders over wat de school voor hun kinderen kan betekenen, zijn toegenomen. De school staat in Amsterdam-Zuid, er is stevige concurrentie tussen de gymnasia in Amsterdam, maar er is te weinig plaats voor alle gegadigden voor dit schooltype. Er worden ook leerlingen afgewezen. Het plaatsingsbeleid is op dit punt transparant; de school volgt de stedelijke afspraken, die met ingang van dit schooljaar gewijzigd zijn. Vanaf dit schooljaar wordt uitsluitend het advies van de basisschool gevolgd.

2. Motivatie van de school De onderbouwing die St. Ignatiusgymnasium bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘Onze school, het Ignatiusgymnasium in Amsterdam, kent een jarenlange traditie van goede resultaten en tegelijkertijd hedendaags onderwijs. We beseffen dagelijks dat onze leerlingen een hoge mate van betrokkenheid van ons vragen en we kennen een proactieve houding bij het inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Naast een hoge meetlat voor cognitieve zaken staan samenwerkings-, studie- en sociale vaardigheden centraal. Als gymnasium besteden we blijvend aandacht aan klassieke vorming bij alle activiteiten en vakken binnen de school. Bij het opstellen van nieuw beleid en nieuwe activiteiten betrekken we niet alleen de mensen die op de school werken, maar ook (oud-)leerlingen, ouders, partners uit de keten en indien van toepassing de mensen uit de buurt. Daarmee bewaken we dat de school de juiste koers blijft varen. Het personeelsbeleid van de school is optimaal doorontwikkeld: goed lopende gesprekscycli, een carrièreperspectief voor docenten met ambitie, (na)scholingsbeleid, een gedegen begeleidingstraject voor nieuwe docenten en het zijn van opleidingsschool voor jaarlijks ongeveer 25 studenten zijn hier onderdelen van. Ouders van onze leerlingen stellen hoge eisen aan zowel de kwaliteit als de flexibiliteit van de school. Het scheppen van juiste verwachtingen en het begrenzen van de mogelijkheden van de school vragen daarbij om onze aandacht.’

3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden:

1


1. resultaten op de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen; 2. resultaten op de andere vakken en leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, culturele vorming, redzaamheid, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder geven we een overzicht van de resultaten van het St. Ignatiusgymnasium over de periode 2011-2013 die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Hierbij is gebruik gemaakt van de ruwe scores. Resultaatgegevens afkomstig van de Inspectie Rendement onderbouw* Rendement bovenbouw* Gemiddelde centraal examen* Gemiddeld verschil CE en SE** * Gemiddelde van de score op een vijfpuntsschaal 2011-2013. ** Gemiddelde over de periode 2011-2013.

Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld

cijfer CE 2011 cijfer CE 2012 cijfer CE 2013 cijfer CE 2013

Vwo 3 4,7 5 -0,07

Vwo 6,9 6,9 7,1 7,0

Specifieke gegevens gymnasium Gemiddeld percentage afstroom over 2011-2013 Aantal deelnemers Latijn (% deelnemers) Gemiddeld cijfer CE Latijn 2013 Aantal deelnemers Grieks (% deelnemers) Gemiddeld cijfer CE Grieks 2013

Gymnasium 4% 93 (80%) 7 25 (22%) 7,2

Op grond van de resultaten die het St. Ignatiusgymnasium in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Als recente ontwikkeling noemde de school in het aanmeldingsformulier het volgende. ‘De remediëring voor rekenvaardigheid heeft inmiddels goede vaste vorm gekregen, in eerste instantie voor de examenleerlingen en vervolgens voor de leerlingen uit de eerste en derde klassen. Het leesportfolio Nederlands is doorontwikkeld naar een digitale versie met als doel leerlingen van elkaar te laten leren. Nog voor het einde van dit schooljaar is grammaticaboekje deel twee klaar. Uitslagen van de taaltoetsen die we afnemen (Diataal) worden ingebracht tijdens rapportvergaderingen bij leerlingen met tegenvallende/onvoldoende resultaten. Dit doen we om als compleet docententeam te kunnen inspelen op de geconstateerde deficiënties. Voor rekenen zijn we voornemens dat te doen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het driejarig gemiddelde van het CE-cijfer ligt met 7,0 boven het landelijk gemiddelde voor categoriale gymnasia van 6,7 (bron: Inspectie van het

2


Onderwijs). Ten opzichte van 2013 laat de school in 2014 met 6,9 voor het gemiddeld CE-cijfer een geringe daling zien en is daarmee terug op het niveau van 2011 en 2012, maar nog steeds boven het landelijk gemiddelde. De discrepanties tussen het CE- en SE-cijfer zijn te verwaarlozen. Examenresultaten 2013 en 2014 voor de kernvakken (CE):* 2013 Nederlands 6,6 Engels 7,4 Wiskunde B 7,0 Latijn 7,0 Grieks 7,2 * Deze gegevens zijn door de school aangeleverd.

2014 6,5 7,4 7,0 6,9 6,6

Het percentage geslaagden in 2014 bedraagt 94%. Het St. Ignatiusgymnasium is een van de zes vwo-scholen die met de waardering 10 beoordeeld is door professor Dronkers. Reflectie Score Dronkers 2013 Waardering Elsevier 2014

10 ++

3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Als recente ontwikkeling noemt de school in de aanmelding het volgende. ‘De iets uit beeld geraakte sportdagen zijn weer terug. Het gaat daarbij vanaf dit schooljaar niet alleen om de standaard zaal- of veldsporten, maar om dagen waarop activiteiten [plaatsvinden] waarbij samenwerking en probleem oplossen centraal staan. Daarnaast doet het Ignatius vanouds mee aan landelijke schooltoernooien. Bij Engels staat het Cambridge-examen inmiddels volledig op de kaart (na een aanloopperiode van twee schooljaren). Ondanks grote bezuinigingen staan alle cultuuractiviteiten nog steeds overeind en zijn zelfs inhoudelijk verbeterd. De kunstleerlijn is een groot succes, dit jaar ook voor het eerst in de tweede jaarlaag. Nieuw dit jaar bij de klassieke talen is een samenwerkingsproject met Engels en geschiedenis over het Tapijt van Bayeux.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Een deel van de voor bovenstaande ontwikkelingen verantwoordelijke docenten heeft een korte presentatie gegeven over de inhoud en voortgang van een aantal onderwijskundige ontwikkelingen ter verrijking van het aanbod voor leerlingen. Sommige activiteiten zijn verplicht voor alle leerlingen, andere zijn ter keuze. Het gaat om: • logica en argumentatieleer (leidt tot het geven van betere antwoorden); • metacognitieve vaardigheden (betere resultaten bij natuurkunde/NLT); • samenwerkingsopdrachten (vaardigheid tot samenwerking vergroten); • X8-modules (vakoverstijgende samenwerking van een aantal vakken binnen science); • projecten met aandacht voor begeleiding van gehandicapten, bijvoorbeeld doven; • Leesdossier (stimulering van het lezen); • Tapijt van Bayeux; vakoverstijgende samenwerking geschiedenis, Engels,

3


Latijn; • Kunstleerlijn. Samengevat gaat het hier om een aantal zinvolle, verrijkende onderwijsactiviteiten voor de leerlingen, waardoor niet alleen hun kennis en vaardigheden toenemen, maar ook hun motivatie en leerresultaten. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) Als recente ontwikkeling beschrijft de school in de aanmelding het volgende. ‘Leerlingen uit de vierde klas zijn in Letland geweest voor een uitwisseling. Leerlingen hebben internationaal en nationaal aan veel debatten meegedaan over maatschappelijke onderwerpen (nieuw waren de twee dagen in NEMO, een debat over duurzaamheid en een debat voor de onderbouw in samenwerking met Unicef). Ondanks de bezuinigingen wilden we doorgaan met onze projecten op het gebied van loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) en burgerschap in de vorm van een maatschappelijke stage en een beroepsstage. Nieuw is de inzet van ouders bij de organisatie en de uitvoering van de maatschappelijke stage. In juni dit jaar gaan we na hoe we de mooie onderdelen van de maatschappelijke stages ook voor de toekomst kunnen behouden.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De activiteiten op aanvullende leergebieden internationalisering, burgerschap, LOB en maatschappelijke stage zijn zorgvuldig, SMART gepland in het activiteitenplan 2014-2015. Daarbij is aandacht voor momenten van evaluatie. In het jaarplan is als prioriteit de verbetering van de evaluatiemethode voor taken van teamleden opgenomen. Ook wordt een nieuw ict-plan voor de elektronische leeromgeving gemaakt.

4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) Bij haar aanmelding noemt het St. Ignatiusgymnasium als recente ontwikkeling het volgende. ‘Er zijn nog meer mogelijkheden voor leerlingen die meer uitdaging willen. Zowel de aanbodkant als het stimuleren tot het nemen van eigen initiatief is toegenomen. Ook wordt (nog mondjesmaat) gebruik gemaakt van de mogelijkheid om al eerder examen te doen. Voor twee leerlingen is ontheffing aangevraagd (en gekregen) om al in de vierde klas examen voor de vakken Grieks en Latijn af te leggen. Daarnaast is er gestart met het Honoursprogramma Gymnasia. In het per augustus van kracht wordende schoolplan voor de komende vier jaren is nieuw beleid opgenomen met betrekking tot ruimte voor initiatief van leerlingen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Bovenstaande activiteiten zijn ingebed in de prioriteiten van de school, te weten: omgaan met verschillen, stimuleren van eigen initiatief en versterking van klassieke vorming. Door te kiezen voor deze inhouden wordt voor de docenten en leerlingen duidelijk waar het beleid zich op richt (samenhang in beleid).

4


4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) Binnen deze indicator noemt de school in de aanmelding geen recente ontwikkeling. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Bij de aanname en plaatsing vindt zorgvuldige screening plaats van de geschiktheid van de leerlingen voor het gymnasium. Het gaat daarbij niet alleen om rekenen taalvaardigheden, maar ook om de vraag of de leerling voldoende motivatie heeft om het gymnasium met succes te doorlopen. Er zijn gesprekken over zijn/haar talenten gepland. Binnen het standaardcurriculum zijn er steunactiviteiten, bijvoorbeeld voor rekenen en taal, om de leerlingen op niveau te brengen, maar ook voor de andere vakken. Er is een veelheid aan plusactiviteiten om tegemoet te komen aan de behoeften van de leerlingen aan extra uitdaging. De school heeft aandacht voor de mogelijkheden van ict als hulpmiddel bij het onderwijsleerproces, waardoor een individualisering/differentiatie van de leerprocessen mogelijk wordt. Het gebruik van ict in de brugklas is beperkt. In de hogere leerjaren is het ict-gebruik ruimer. Binnen het jaarplan is een ict-plan als prioriteit opgenomen. In de periode 2010 tot 2012 viel 4% van de leerlingen uit. Vorig jaar viel ongeveer 5% van de leerlingen van de eerste vier leerjaren uit. Daarvoor zijn diverse oorzaken aan te wijzen die te maken hebben met de school, de leerling of een combinatie daarvan. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) Binnen deze indicator noemt de school in de aanmelding geen recente ontwikkeling. Gemiddelde van de cijfers bij het centraal examen van de 20% beste leerlingen (2013, gegevens Duo) Nederlands 7,57 8,48 Engels 8,7 Wiskunde Gemiddelde avo-vakken 8,32

5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In haar aanmeldingsformulier geeft het St. Ignatiusgymnasium als recente ontwikkeling het volgende aan. ‘Door het werken in clusters (dit is pas het tweede schooljaar waarbinnen we op deze wijze werken) vindt veel uitwisseling tussen secties plaats en daardoor ook versnelling van ontwikkelingen. Zo zijn er veel meer vakken die dit schooljaar meedoen aan Olympiades, dankzij de uitwisseling die secties hadden over de succeservaringen hiermee bij bijvoorbeeld wiskunde. Het docententeam van het modulaire vak X8 is door de contacten in het bètacluster uitgebreid. Dit team heeft de verschillende modules herschreven om de kwaliteit en diepgang te verhogen.

5


Uitwisseling binnen clusters op het gebied van ict heeft ook kwalitatieve verbeteringen en nieuwe ontwikkelingen opgeleverd.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De gesprekken met leerlingen en docenten hebben duidelijk gemaakt dat er binnen het team een aanzienlijke bereidheid bestaat om vakoverstijgende projecten en activiteiten vorm te geven. Leerlingen en docenten ervaren de samenwerking tussen de verschillende vakken als verrijkend en motiverend. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. ‘Door het instellen van de clusters zijn taken en verantwoordelijkheden duidelijker neergezet en daar plukken we nu inmiddels de vruchten van. Clusterleiders hebben nog geen integrale verantwoordelijkheid, maar wel de verantwoordelijkheid voor de gesprekscyclus en het onderwijs binnen het cluster. De afdelingen van de school hebben een financiële verantwoordelijkheid waar het de budgetten voor excursies, werkweken en andere buitenschoolse activiteiten betreft.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Met de inzet van het Honoursprogramma Gymnasia heeft de school een goede stap gezet om de ontplooiing van talenten te stimuleren. Er wordt verder gekeken dan het verplichte curriculum, met een aantal toevoegingen en verrijkingen voor de leerlingen. De schoolleiding heeft een gezamenlijke visie op de aanpak van het onderwijs. Een van de elementen daarin is de afspraak dat iedereen van het onderwijspersoneel en de schoolleiding lesgeeft. Er is een roulerend afdelingsleiderschap en de leerkrachten gaan met de leerlingen mee naar het volgend leerjaar. Het excellentiebeleid wordt ingepast binnen bepaalde structuren. Binnen het personeelsbeleid wordt ingestoken op een lerende cultuur bij docenten. Ook excursies worden ingezet in het teken van de excellentie. Er is een kader vastgesteld waarbinnen leerlingen op eigen initiatief kunnen werken.

6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) Binnen deze indicator noemt de school in de aanmelding geen recente ontwikkeling. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Een mogelijke, zij het nog niet bewezen, verbetering is het gevolg van de nieuwe toelatingsprocedure voor nieuwe leerlingen in Amsterdam vanaf 2014 en 2015. Vanaf dit schooljaar is alleen nog het basisschooladvies van invloed op de aanmeldingen en vanaf 2015 is het effect van de tot 2011 geldende voorrangsregeling voor broertjes en zusje opgeheven (er geldt vanaf 2011 een afbouwregeling). Men denkt dat hierdoor het automatisme dat broer en zus beide

6


naar het Ignatiusgymnasium gaan, zal verminderen. Alleen gemotiveerde gymnasiumleerlingen die door de basisscholen worden aanbevolen, komen op die manier op deze school. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding geeft de school als ontwikkeling het volgende aan. ‘De school kent jarenlange mooie opbrengsten en laat daarmee zien dat de medewerkers in staat zijn de succesvolle werkwijze te continueren. Ook nieuwe docenten (medewerkers) worden op een dusdanige wijze geworven en geselecteerd dat ze passen bij de bewezen goede werkwijze van de school. De goede examenresultaten worden mede geborgd door de sterke voorbereiding erop door docenten en de op maat aangeboden en gevolgde begeleiding (met als klein onderdeel een extra training voor examenklasleerlingen in de maand maart).’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school laat jaar op jaar goede resultaten zien. Ook de examenresultaten over het schooljaar 2013-2014 die tijdens bezoek beschikbaar waren, maar nog niet in ManagementVenster zijn verschenen, laten een ruim voldoende CE-resultaat zien met geringe discrepanties tussen CE en SE. Ook in vergelijking met andere categorale gymnasia scoort de school goed. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding beschrijft de school als ontwikkeling het volgende. ‘We hebben in het schooljaar 2013-2014 een goed uitgebalanceerd nascholingstraject geboden binnen de school. Dit traject was het vervolg op dat van het schooljaar ervoor, en komend jaar zullen we erop voortborduren. Dat bestond uit: metacognitieve vaardigheden onder leiding van Marcel Veenman, groepsprocessen voor gevorderden door APS, gesprekstechnieken voor mentoren (Altra), effectieve leerlingbespreking (Altra). Binnen het cluster vindt leren van en met elkaar plaats. Daarnaast volgen mensen individuele (na)scholingen. Komend schooljaar staan omgaan met verschillen en werkvormen centraal.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Ook dit jaar wordt ingezet op verdere professionalisering van docenten en managementteam. Leerlingen geven in een gesprek met de jury aan dat de kwaliteit van de lessen goed is. In het programma Magister kunnen zij de behandelde stof met studietips en het huiswerk vinden. De leerkrachten houden dit strikt bij. Dit jaar worden bijvoorbeeld alle gesprekken met mentorleerlingen verplicht in Magister opgenomen. Met een gids voor nieuwe docenten, coaches en sectiebegeleiders geeft de school duidelijkheid over hoe de leerkrachten moeten handelen en wat er van hen verwacht wordt. De gids bevat ook een goede regeling over functioneren en beoordelen en een voorstel over carrièreperspectief. Dit schooljaar wordt een professionaliseringskalender opgesteld. De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2011, 2013 en 2014.

7


Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid

Gemiddelde score school 6,6 8,3 7,4

Landelijke score 6,3 7,2 6,8

In haar aanmeldingsformulier geeft de school het volgende aan. ‘We hebben geen stappen ondernomen op basis van de tevredenheidonderzoeken. We hebben een RI&E-onderzoek laten uitvoeren door het bureau Perspectief en als vervolg daarop een welzijnsonderzoek onder de medewerkers; 31 van de 90 mensen hebben aan dat onderzoek meegedaan. Er worden veel mooie conclusies getrokken; de aandachtspunten liggen op de terreinen piekeren, herstelbehoefte en werktempo/hoeveelheid. Voor het schooljaar 2014-2015 hebben en zullen we een aantal passende interventies doen (op bijvoorbeeld jaaragenda, organisatorische zaken).’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. In het activiteitenplan 2014-2015 heeft de school in het hoofdstuk over kwaliteit het opstellen van een draaiboek tevredenheidonderzoeken beschreven. Dit moet een document worden waarin de planning van alle onderdelen van de kwaliteitscyclus beschreven gaat worden. De werkdruk is een punt van aandacht. 7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) In haar aanmeldingsformulier noemt het St. Ignatiusgymnasium als recente ontwikkeling het volgende. ‘Uitbreiding c.q. bijstelling van het aanbod voor leerlingen en verdere uitbreiding van de mogelijkheden voor leerlingen om eigen initiatief te kunnen nemen, dit vooruitlopend op het voor de komende jaren vastgestelde beleid. Wat concrete voorbeelden: Honoursprogramma Gymnasia (zes leerlingen die aan een eigen droom voor de toekomst werken en op acht competenties zullen worden beoordeeld), Spaans (nu ook het tweede jaar), Chinees (nu ook het tweede jaar), internationale examens, Pre-University College, LAPP-Top en zo meer.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek in een aantal ‘speeddating’-rondes met studenten en leerkrachten in korte tijd een aantal goede voorbeelden gezien zoals boven omschreven. Dit jaar komt daar nog het projectplan Jongerenrechtbanken en diverse plusactiviteiten bij (zeven thema’s). 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding beschrijft de school de volgende recente ontwikkeling. ‘Bèta: de scholen van de Bètapartners en de stuurgroep erkennen de kwaliteiten van onze school op dit gebied. Op het gebied van debatteren staat onze school bekend als potentiële winnaar (Europees Jeugd Parlement, Lagerhuisdebat, NK debatteren). Andere scholen erkennen ook onze goede examenresultaten. En het

8


onderwijsconcept met lesuren van zeventig minuten en de bijbehorende didactiek kan rekenen op belangstelling en navolging.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school staat ook bekend om haar goede personeelsbeleid en wordt daarover regelmatig bevraagd door andere scholen. Ook de twee andere scholen binnen het bestuur delen deze mening. De school krijgt regelmatig bezoekers, zoals laatst uit Denemarken. De school heeft een uitwisseling met scholen uit Turkije, Hongarije en Letland. Men geeft wel aan zich bescheiden op te stellen wat betreft de promotie van de school. De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van het St. Ignatiusgymnasium onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van drie referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat de school excelleert op de professionaliteit van leerkrachten, hoge resultaten en het bètaonderwijs. Alle referenten omschrijven de school als excellent. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. ‘Uit ons nieuw opgestelde schoolplan: de wereld van de 21e eeuw vraagt om zelfverantwoordelijke individuen die keuzes kunnen maken en initiatieven durven ontplooien. De docenten stimuleren hun leerlingen om hun talent en passie te ontdekken en te ontwikkelen. Docenten sluiten zich aan bij initiatieven van leerlingen, en de school biedt hun de ruimte om die initiatieven te ontplooien. Er is sprake van wederzijds vertrouwen. In zowel de boven- als de onderbouw biedt de school leerlingen in voorkomende gevallen de mogelijkheid om aan hun initiatieven te werken tijdens lestijd door ze gedeeltelijke ontheffing van de aanwezigheidsplicht te bieden.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school wil leerlingen prikkelen hun talenten te ontplooien, maar er zijn grenzen. Die worden ook aangegeven. Leerlingen hebben dit beaamd. Bij de visitatiebezoeken binnen de gymnasia krijgt de school vaak te horen dat de school altijd in ontwikkeling is, maar daarin schuilt het gevaar dat het werk nooit af is. Het team is zich hiervan bewust en wil zich nu vooral verder ontwikkelen binnen het eigen excellentiebeleidsplan.

8.

Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.

9.

Conclusie van de jury Het St. Ignatiusgymnasium laat, nadat ze in 2012 en 2013 het predicaat al verwierf, opnieuw een positief beeld zien. Het hoofdstedelijk gymnasium heeft haar niveau van excellentie weten te behouden en op een aantal punten uitgebouwd. De behaalde opbrengsten (inclusief het driejarig gemiddelde) zijn bovengemiddeld. Het onderwijsaanbod is breed en gaat verder dan het verplichte

9


curriculum. De plusactiviteiten en projecten hebben een doorwerking naar de reguliere vakken. Er wordt goed ingespeeld op de vervolgopleidingen van de leerlingen (bijvoorbeeld WON) en er is aandacht voor rekenen en taal. De school kent een veilig en stimulerend schoolklimaat. De leerlingen, meestal gestimuleerd door hun familie, willen graag naar deze school. Het gymnasiumdiploma en de sfeer op deze school werken als een magneet op de doelgroep. De verwachtingen zijn hoog. Die moeten worden waargemaakt door het enthousiaste team, wat een zekere druk op de leraren legt. Het team gaat daar goed mee om, bijvoorbeeld in de communicatie met ouders en leerlingen over de vraag welke verwachtingen reëel zijn. Binnen een helder beleidskader en een gedeelde visie worden de docenten gestimuleerd om voor de leerlingen een uitdagend aanbod neer te zetten. Zij krijgen daarvoor de ruimte van het management. In de praktijk gebeurt dat overwegend buiten het reguliere aanbod in de vorm van een reeks innovatieve projecten en boeiende leeractiviteiten. De leerlingen worden daarbij gestimuleerd initiatief te nemen om hun talenten te ontwikkelen. Het werken in clusters heeft de samenwerking tussen secties aangemoedigd. De kwaliteit van de reguliere lessen is overwegend traditioneel met een actieve rol voor de docenten, minder voor de leerlingen. De zorg en begeleiding zijn van voldoende niveau. Er is een breed aanbod, waarbij de mentor een centrale rol vervult. Leerlingen geven aan daarover tevreden te zijn. Er zijn specialisten beschikbaar indien de zorgvraag verder gaat dan de vaardigheden van de mentor. Sterk is ook dat de leerlingen trots zijn op hun school. Zij voelen zich in meerderheid sterk betrokken bij het St. Ignatiusgymnasium. Dat geldt evenzeer voor het team van medewerkers. Het aantal vakoverstijgende activiteiten neemt toe. Kwaliteit staat hoog in het vaandel en omdat de druk om te presteren hoog is, stimuleert men elkaar tot verbetering. Aandachtspunt is onder meer dat niet alle lessen even activerend en uitdagend zijn, zo bleek uit gesprekken met leerlingen. Ict-gebruik in de brugklas sluit nog onvoldoende aan bij het basisonderwijs, dat op dit punt al veel verder is. Gedifferentieerd onderwijs vindt op deze school wel plaats, maar vooral extern, nauwelijks in de les. Daar is het aanbod nog vooral klassikaal. Leerlingen die wat anders willen, volgen een keuzeprogramma. Naast de opbouw van (een) gymnasiale activerende didactiek(en) vergt de coherentie van het curriculum aandacht voor interactie en samenhang tussen regulier aanbod en extra aanbod. Alles overziende is de jury van oordeel dat het St. Ignatiusgymnasium op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (gymnasium) 2014 toekomt. De school is op hoog niveau gebleven en er is sprake van verdere ontwikkeling op diverse relevante terreinen.

10

- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs Excellente Scholen Leerlingenaantal 795 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Recommend Documents