- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 14UA Aanvrager Adres Aangemelde schoolsoort Cluster
Alphons Laudyschool VSO mw. Francesca Knol van Nijenrodeweg 648 Amsterdam vso Cluster 3
Leerlingenaantal
179 (door de school zelf opgegeven, april 2014)
Bestuur:
Stichting Kolom, Stg. voor Speciaal Onderwijs
De Alphons Laudyschool is een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende en meervoudig gehandicapte kinderen. De vso-afdeling heeft een aanvraag ingediend om voor het predicaat Excellente School 2014 in aanmerking te komen. De Alphons Laudyschool is van oorsprong katholiek. Door fusies met andere christelijke scholen heeft ze nu een oecumenische identiteit. De school valt onder het bestuur van de Stichting Kolom. Het bestuur heeft naast de Alphons Laudyschool nog dertien andere scholen voor speciaal onderwijs onder haar beheer. Het vso-deel van de school ligt in het stadsdeel Zuideramstel/Buitenveldert. Een aantal jaren is de school in een noodgebouw ondergebracht, omdat het oorspronkelijke gebouw aan renovatie en uitbreiding toe was. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 is de school in het vernieuwde gebouw getrokken. Het aantal leerlingen ligt rond de 180, verdeeld over 4 bouwen en 14 groepen. Naast de onder-, midden- en bovenbouw kent de school een bouw met intensief te begeleiden en meervoudig gehandicapte leerlingen. Aan de onderbouw is nog een speciale pos-groep (praktijkonderwijs speciaal) toegevoegd voor leerlingen die de mogelijkheid hebben de overstap naar het praktijkonderwijs te maken.
2. Motivatie van de school De onderbouwing die de Alphons Laudyschool vso bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. ‘De Alphons Laudyschool is een ondernemende en dynamische school. Zij heeft een warm en open schoolklimaat met een duidelijke en veilige structuur voor de leerlingen. De school is zeer resultaatgericht en evalueert op systematische wijze de hoge opbrengsten van het onderwijs. Samen met de leerlingen, ouders, betrokken, professionele (vak)docenten, onderwijskundige leiding en in een goede zorgstructuur wordt gewerkt naar het uitstroomperspectief van de leerlingen. Zowel aan de onder- als bovenkant van de leerlingenpopulatie biedt de school een gedifferentieerd aanbod, zodat aan alle onderwijsbehoeften van de leerlingen wordt voldaan. Hiervoor worden allianties met verschillende externe partners aangegaan, zoals zorginstelling Cordaan en praktijkschool De Atlant. De school onderscheidt zich door haar cultuurbeleid, met praktijkvakken als tekenen, keramiek, textiel, drama. Maar ook de samenwerking met externe
1
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
partners als Stichting Papageno. De creatieve en kunstzinnige ontwikkeling wordt op deze manier sterk gestimuleerd. Het leren wordt hierdoor aantrekkelijker en dit heeft een positief effect op de algemene ontwikkeling van de leerling. De onderwijsinspecteur heeft in haar laatste schoolbezoek (december 2013) gezegd dat ze nog nooit een school heeft gezien waar zo’n groot aanbod op cultuur- en expressievakken is, gericht op alle leerlingen van de school.’
3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken; 2. resultaten op de andere leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, redzaamheid. Om recht te doen aan de verscheidenheid in het speciaal onderwijs heeft de jury ervoor gekozen de scholen zelf te laten aangeven op welke terreinen ze opvallend goede resultaten behalen. Daarnaast raadpleegt de jury de Inspectie van het Onderwijs over de door de school behaalde resultaten. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Op grond van de resultaten die de Alphons Laudyschool vso in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. In haar aanmelding geeft de Alphons Laudyschool vso aan dat ze op de onderstaande onderwijsopbrengsten zeer goede resultaten behaalt: • de hoogte van uitstroombestemming in verhouding tot het IQ van de leerlingen; • het percentage leerlingen dat twee jaar na de uitstroom nog op het niveau of de plaats zit waarnaar hij of zij is uitgestroomd (of op een vergelijkbaar niveau of vergelijkbare bestemming). In haar aanmelding noemt de school de volgende vorderingen die bij deze onderwijsopbrengsten worden geboekt. ‘Van alle uitstroombestemmingen samen is 88% van de schoolverlaters uitgestroomd op de uitstroombestemming waar zij op geplaatst waren.’ (bij hoogte van uitstroombestemming) ‘90% van alle uitgestroomde leerlingen zit na twee jaar nog op de plek waar hij/zij is uitgestroomd.’ (bij bestendigheid) Bij deze opbrengsten noemt de school in haar aanmelding de volgende ontwikkelingen over de afgelopen jaren. ‘Door het systematisch in kaart brengen is de school steeds beter in staat om de leerlingen op steeds jongere leeftijd op de juiste uitstroombestemming te plaatsen. De verwachting is dan ook dat de komende schooljaren het percentage alleen maar hoger zal worden.’ (bij hoogte van uitstroombestemming) ‘Op dit moment worden alle leerlingen twee jaar gevolgd nadat ze van school zijn. De risicoleerlingen worden extra besproken in netwerkoverleggen.’ (bij bestendigheid)
2
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Vanuit de opbrengstgerichte invalshoek van waaruit de school nu enkele jaren het onderwijs gestalte geeft, onderkent het team het belang van het vastleggen van uiteenlopende gegevens die betrekking hebben op de resultaten die de school met haar leerlingen boekt. Door de resultaten systematisch in kaart te brengen, bestaat bij de school de verwachting dat de resultaten alleen maar beter zullen worden. Deze gegevens bieden de school de gelegenheid te reflecteren en sturing te geven aan verbeteractiviteiten. Bij het indienen van de aanvraag voor Excellente School 2014 waren de resultaten van het schooljaar 2013-2014 nog niet beschikbaar. Uit recente schooldocumenten blijkt dat alle schoolverlaters geplaatst zijn op de bestemming die overeenkomt met het profiel dat in het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen was opgenomen. Een 100% score voor alle uitstroomprofielen, wat een heel goede prestatie is. In haar aanmelding geeft de school aan dat ze aantoonbaar zeer goede resultaten boekt bij de kernvakken (taal/Nederlands, rekenen en wiskunde, eventueel Engels). Over de systematiek bij de kernvakken zegt de school in de aanmelding het volgende. • ‘Commissie van begeleiding (uitstroomperspectief vaststellen en sturend volgen van ontwikkeling); • leerlingvolgsysteem (LVS2000); • groepsplanbespreking (intern begeleider, leerkracht, streefniveau, opbrengsten en ondersteuning bieden); • team- en bouwoverleggen; • beoordelings-, functionerings- en POP-gesprekken.’ In haar aanmelding noemt de school de volgende vorderingen die bij kernvakken worden geboekt. ‘Rekenen: 80% van de leerlingen zit op het streefniveau. Mondelinge taal: 80% van de leerlingen zit op het streefniveau. Schriftelijke taal: 81% van de leerlingen zit op het streefniveau.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De genoemde percentages betroffen de vorderingen die in het schooljaar 20122013 werden geboekt op de kernvakken. Gegevens over het schooljaar 20132014 geven aan dat de percentages inmiddels zijn gestegen naar respectievelijk 86%, 82% en 86%. Er is dus een stijgende lijn waarneembaar. Met een schoolstandaard van 75% voldeed de school al aan de eigen normen in het schooljaar 2012-2013. De gegevens over het schooljaar 2013-2014 geven aanleiding te overwegen de eigen standaard op dit gebied naar boven bij te stellen. 3.2 Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) De school geeft in haar aanmelding aan zeer goede resultaten te behalen bij aanvullende leergebieden (als oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs), aanvullende algemeen vormende vakken (buiten de genoemde kernvakken) en beroepsgerichte vakken.
3
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
Over de systematiek die de school daarbij hanteert, verwijst de school in de aanmelding naar wat ze heeft opgemerkt bij de kernvakken. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het schoolteam volgt de ontwikkeling van de leerlingen gedurende hun schoolloopbaan nauwgezet. Deze gegevens verzamelen de teamleden via observaties en toetsen. Op dit moment worden de resultaten nog vastgelegd in het digitale leerlingvolgsysteem LVS 2000 van DataCare en op de L-schijf van de school. Met ingang van 2015 wordt een nieuw systeem geïntroduceerd waarin alle verzamelde gegevens over de ontwikkeling van de leerlingen ondergebracht kunnen worden, ParnasSys. Op deze wijze legt het team ook de vorderingen vast op de andere leergebieden van het standaardcurriculum. Dat vertaalt zich weer naar het ontwikkelingsperspectiefplan dat op de school plan van aanpak heet. In het daarin opgenomen uitstroomprofiel is aangegeven over welke kennis en vaardigheden de leerling moet beschikken om met succes de stap in de richting van de uitstroombestemming te maken. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) In haar aanmelding geeft de school aan dat ze over de volgende leergebiedoverstijgende terreinen aantoonbaar zeer goede resultaten boekt: • sociaal-emotionele ontwikkeling; • leren leren. De systematiek die de school daar volgens de aanmelding bij hanteert, is deze. ‘Vorderingen leerlingvolgsysteem, vijf hoofdvakken, zorgstructuur, drie keer per jaar groepsplanbespreking, ondersteuning begeleidingsvraag (vak)docent, leren leren en sociaal-emotionele ontwikkeling worden in werkgroep bouwoverleg geanalyseerd en voorzien van juiste middelen en materialen, schoolbreed met thema’s.’ In haar aanmelding noemt de school de volgende vorderingen die bij deze terreinen worden geboekt. ‘De leerlijn seo en leren leren zijn aangepast. Leerlingen zijn opnieuw ingeschaald op de leerlijnen. De resultaten van leren leren en sociaal-emotionele ontwikkeling van het schooljaar 2012-2013 vielen hierdoor lager uit. De school werkt met schoolbrede thema’s die per bouw uitgezet worden en door docenten zelf worden ontwikkeld en gedragen. Uit analyse van de gegevens van het huidige schooljaar blijkt nu al dat de opbrengsten van genoemde interventie hoger uit zullen komen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Op de school behoren de vakgebieden sociaal-emotionele vorming en leren leren tot de kernvakken. Zij vormen zo’n belangrijke basis voor de leerlingen bij alle activiteiten die zij uitvoeren, dat deze leerlijnen een belangrijke onderlegger vormen en steeds terugkeren bij alle activiteiten die de leerlingen binnen de school uitvoeren. De schoolgids bevat de resultaten van de leeropbrengsten op de vakgebieden leren leren en sociaal-emotionele vorming. Waar in het schooljaar 2011-2012 nog
4
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
respectievelijk 95,5% en 99,5% worden genoemd, is in het schooljaar 2012-2013 sprake van een sterke daling naar 56% en 62%. Als verklaring geeft de school hierbij aan dat voor de genoemde vakgebieden in het schooljaar 2012-2013 is gestart met nieuwe leerlijnen. Deze leerlijnen blijken hogere eisen te stellen aan de leerlingen waardoor een terugval in de leerlingresultaten te verklaren is. Hierop heeft de school gerichte interventies uitgevoerd. De gegevens over het schooljaar 2013-2014 geven inderdaad een (lichte) verbetering te zien: leren leren 68% en sociaal-emotionele ontwikkeling 59%. Daarmee voldoet de school weliswaar nog niet aan de standaarden die ze zichzelf heeft opgelegd, maar ze spreekt hiermee wel haar ambitie uit. In haar aanmelding geeft de school aan dat ze over de volgende vormingsgebieden aantoonbaar zeer goede resultaten boekt: • culturele vorming; • handvaardigheid; • zelfstandigheid; • werkhouding; • werknemersvaardigheden. De systematiek die de school daar volgens de aanmelding bij hanteert, is deze. ‘Tijdens gepland bouw- en praktijkvakkenoverleg worden de onderwijsdoelen voor alle bovenstaande leergebieden gepland, geëvalueerd, bijgesteld en geadministreerd in het digitale leerlingvolgsysteem (DataCare). Kijkwijzers dienen als ondersteuning om de vorderingen zo objectief mogelijk vast te stellen.’ In haar aanmelding noemt de school de volgende vorderingen die bij deze vormingsgebieden worden geboekt. ‘De vorderingen op zelfstandigheid, werkhouding en werknemersvaardigheden kunnen worden afgeleid uit de opbrengsten van de schoolverlaters. 88% van de schoolverlaters stroomde in 2013 ook daadwerkelijk uit op de uitstroombestemming waar zij op waren geplaatst.’ (bij culturele vorming, handvaardigheid, zelfstandigheid en werkhouding) ‘94% van de schoolverlaters heeft het streefniveau op leren leren behaald.’ (bij werknemersvaardigheden) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Wat betreft de uitstroombestemming van de schoolverlaters haalde in het schooljaar 2013-2014 al 100% de bestemming die in het plan van aanpak stond vermeld. Opmerkelijk is dat de school ook daadwerkelijk bij de ontvangende partijen heeft geïnventariseerd welke kennis en vaardigheden van belang waren voor het vervullen van de (arbeids)plek die de school voor de leerling in gedachten had. Verder meldt de school dat 94% van de schoolverlaters het streefniveau op het leergebied leren leren heeft behaald. Voor het leergebied sociaal-emotionele vorming was dat in het betreffende schooljaar 59% en daarmee voldeed de school niet aan de eigen standaard. Daarnaast heeft actief burgerschap de aandacht van het schoolteam. Op verschillende niveaus besteedt de school aandacht aan de bevordering van het actief burgerschap en sociale integratie. Op mesoniveau is er een jaarlijks
5
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
terugkerend intercultureel project dat de leerlingen inzicht geeft in de diversiteit van de school, de stad Amsterdam en de wereld. Het predicaat CultuurProfielSchool, een school waar leerlingen intensief in contact worden gebracht met kunst en cultuur als voorbereiding op de stap die ze aan het eind van hun schoolloopbaan naar de maatschappij maken, wordt nog niet aan soscholen verstrekt, maar de Alphons Laudyschool heeft veel contact met de Vereniging CultuurProfielScholen.
4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) In haar aanmelding stelt de Alphons Laudyschool vso dat er omstandigheden zijn die van invloed zijn op de resultaten die ze met de leerlingen behaalt. 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) De omstandigheden die de school in de aanmelding noemt, zijn de volgende. ‘De school is augustus 2013 gestart in een nieuw/vernieuwd pand in AmsterdamBuitenveldert, met verschillende vaklokalen. Door de groei van het aantal leerlingen, de samenwerking met het praktijkonderwijs (pos-groep), samenwerking Cordaan (onderwijs-zorggroepen) is de ruimte te klein voor het aantal leerlingen, waardoor er te weinig vaklokalen zijn. In het komende schooljaar wordt het schoolplein opnieuw ingericht.’ Het betreft 100% van de leerlingen. Volgens de aanmelding houdt de school daar op de volgende wijze rekening mee. ‘Bij de HGD-intake (handelingsgerichte diagnostiek) wordt de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen in beeld gebracht, samen met de leerling, ouders/verzorgers, toeleverende school en eventueel andere instellingen om de leerling naar het gewenste uitstroomperspectief te krijgen. Hierin hebben verschillende disciplines een actieve rol. Onze school kent een hoog aantal risicogezinnen. Daarom is er sprake van een zeer korte lijn tussen ouders, hulpverleners en school. De schoolmaatschappelijk werker speelt hierin een cruciale rol. De school is overtuigd van het belang van een goede ouderbetrokkenheid. Hiervoor biedt de school veel activiteiten die dit bevorderen. Bijvoorbeeld: thematische oudercafés, beleidsgroep ouders, oudercursussen. Leerkrachten hebben training gehad in effectieve interculturele communicatie.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De jarenlange ervaring van de school met leerlingen die moeite hebben met leren, maakt dat de school voldoende inzicht heeft in wat deze leerlingen nodig hebben aan onderwijs en hoe dat aangeboden moet worden. Een meer systematische vertaalslag van de leerlingkenmerken naar eisen die aan het onderwijs aan deze leerlingen gesteld moeten worden om effectief te zijn, zou de positie van de school versterken in haar verantwoording over de gemaakte keuzes. Dat laat onverlet dat in de onderwijspraktijk veel herkenbaar is van de relatie tussen de kenmerken van de leerlingen en de aanpak. Zo hebben de leerlingen veel herhaling nodig en aanbod in kleine stappen. Gesproken taal moet visueel en met gebaren ondersteund worden en aangepast zijn aan het niveau van de leerling. Uitgaande van de leerlingkenmerken heeft de school vier uitstroomprofielen vastgesteld waarbij het IQ van doorslaggevende betekenis is. Individuele
6
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
leerlingen deelt de school in naar een van deze profielen, waaraan een uitstroombestemming en leerroutes zijn verbonden. Hiermee is in grote lijnen de inrichting van het onderwijsproces bepaald. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school boekt goede resultaten als het gaat om het verwerven van een plek voor schoolverlaters die overeenkomt met de uitstroombestemming die in het plan van aanpak is opgenomen. De 100% die voor alle leerroutes in 2014 werd gehaald, is niet verder te verbeteren. Vorig jaar lag dat percentage voor één uitstroomprofiel lager, maar het voldeed wel aan de standaard die de school zichzelf heeft opgelegd (75%-norm). 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze leerwinst probeert bij te houden. ‘Minimaal drie keer per jaar worden de individuele leerresultaten bijgehouden in het digitale leerlingvolgsysteem. Ouders worden actief betrokken bij het OPP en de evaluatie (rapporten). Dit is ook onderwerp van gesprek bij de groepsplanbespreking met leerkracht en intern begeleider. Daarnaast worden jaarlijks alle leerlingen besproken in de commissie van begeleiding, waarin de ontwikkeling van de leerling gevolgd en gestuurd wordt (streefniveau in relatie met beheersingsniveau in relatie met uitstroomperspectief); extra ondersteuning kan ingeschakeld worden in de disciplines.’ De school beschrijft in de aanmelding de wijze waarop ze de cijfers over de leerwinst gebruikt als volgt. ‘Op leerlingniveau wordt aan de hand van een ontwikkelingsperspectief gekeken hoe de leerling begeleid kan worden naar het gewenste niveau (groepsplanbespreking). De ondersteuning vindt plaats via groepsplanbespreking en commissie van begeleiding. De leeropbrengsten op schoolniveau worden jaarlijks teambreed besproken en geanalyseerd. De uitkomsten hiervan leiden zo nodig tot nieuw beleid in het jaarplan van de school.’ In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld waaruit blijkt dat ze de cijfers over leerwinst vertaalt naar differentiaties aan de onderkant en aan de bovenkant (zwak- en goedpresteerders). ‘Analyse van leeropbrengsten, ontwikkelingen passend onderwijs, en binnen het samenwerkingsverband is een groep opgestart met het praktijkonderwijs (Praktijkcollege de Atlant). Dit zijn leerlingen met uitstroomperspectief richting praktijkonderwijs. Leerlingen krijgen een gericht aanbod op beide locaties, waarbij expertise uitgewisseld wordt tussen beide scholen en de leerling de mogelijkheid heeft om door te stromen naar het praktijkonderwijs. Leerlingen met een meervoudige beperking krijgen onderwijs in de reguliere groepen met een aangepast onderwijsprogramma (belevingsgericht uitstroomperspectief). Leerlingen die de structuur van een kleinere setting nodig hebben, kunnen dit onderwijs volgen in een MG-groep. Dit gebeurt in samenwerking met zorginstelling Cordaan.’
7
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Vanuit de opbrengstgerichte invalshoek zorgt de school regelmatig dat het team de gelegenheid krijgt te reflecteren op de bereikte resultaten. Hierbij spelen de verzamelde gegevens uit het leerlingvolgsysteem een belangrijke rol. Zo is er in 2013 een evaluatiestudiedag georganiseerd waar conclusies werden getrokken naar aanleiding van de opbrengstgegevens. Verder is er een overzicht samengesteld op schoolniveau van de resultaten op de vijf kernvakken over het schooljaar 2013-2014, waarbij een vergelijking werd getrokken met de resultaten van het schooljaar ervoor. Er is ook een overzicht per uitstroomprofiel, per bouw en zelfs per groep waarbij steeds de vergelijking is getrokken met de schoolstandaard. Ook hieraan verbindt de school conclusies.
5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In het aanmeldingsformulier noemt de Alphons Laudyschool vso de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de onderwijsaanpak die de school nastreeft: • leerkrachtvaardigheden; • opbrengstgericht werken; • buitencurriculaire activiteiten. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. ‘Leerkrachtvaardigheden: alle leerkrachten doorlopen een SVIB-traject (schoolvideo-interactieve begeleiding; inclusief intervisie, begeleiding intern begeleiders). Kernpunten zijn klassenmanagement en zelfreflectie. De schoolstandaard (pedagogisch-didactisch handelen) is hierbij leidraad. Dit traject zal de komende jaren worden doorgezet als onderdeel van de groepsplanbespreking. Opbrengstgericht werken: de school brengt jaarlijks de opbrengsten in kaart op leerling-, groeps- en schoolniveau. Buitencurriculaire activiteiten: veel activiteiten op gebied van cultuureducatie (bijvoorbeeld theaterbezoek, museumbezoeken Papageno-project). Daarnaast werkt de school veel samen met externe partners rondom specifieke thema’s zoals Loverboys-project, Bureau Halt, vuurwerkproject, interculturele maand.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school weet samen met externe partners vakken als cultuureducatie gedegen vorm te geven. Als basis wordt het cultuureducatieplan gebruikt met een solide opbouw: evaluatie voorgaande jaren, het stellen van de doelen, de ambities voor de komende twee jaar en de wens om een CultuurProfielSchool te worden. Het cultuureducatieplan bevat een heldere beschrijving van de concrete stappen die gezet zijn, zoals het opzetten van een leerlijn (in samenwerking met de CEDGroep), het instellen van een werkgroep om nieuwe ideeën te ontwikkelen en de resultaten van de activiteiten borgen door het vastleggen van de opbrengsten. Door de structurele toepassing van diverse soorten evaluaties is er voortdurend aandacht voor het effect op het totale onderwijsproces en voor de verschillende
8
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
werkvormen. Naast de evaluaties zoals de groepsbesprekingen en de jaarplannen wordt ook veelvuldig aandacht besteed aan de mening van externen door het stellen van heel gerichte vragen aan ouders en stagebedrijven. Op de Alphon Laudyschool is de sterke zorg voor de leerling in goede balans met het eisen van leerprestaties op het eigen ontwikkelingsniveau. De delegatie van de jury zag een veilige en bijzonder sfeervolle omgeving gecombineerd met uitdagingen om je als leerling te verbeteren. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In het aanmeldingsformulier noemt de school de volgende drie facetten als het meest kenmerkend voor de wijze waarop ze is georganiseerd: • professionalisering van het personeel; • schoolklimaat; • ouderbetrokkenheid. In de aanmelding licht de school dit als volgt toe. • ‘De schoolorganisatie als een lerende organisatie. Onderdelen zijn intervisie en verschillende werkgroepen. Vast onderdeel in de IPB-cyclus: scholing (masterSEN). • De Onderwijsinspectie schrijft in december 2013: “een warm en open schoolklimaat met een duidelijk en veilige structuur voor de leerlingen. Veel aandacht voor de individuele onderwijsbehoeften van de leerlingen. Leerlingen en leraren gaan met plezier naar school. De school is zeer resultaatgericht en evalueert op systematische wijze haar eigen sociale kwaliteit. Een voorbeeldschool”. • De school betrekt de ouders zo veel mogelijk bij het onderwijs van het kind. Dit heeft een positieve uitwerking op de leerprestaties.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Het managementteam en docenten weten op professionele manier de leerlingen, die bepaald niet gemakkelijk te begeleiden zijn, te motiveren en te begeleiden in een voor iedereen veilige en open sfeer. Vooral voor deze doelgroep is dat een zeer belangrijke voorwaarde om tot leren te komen. De betrokkenheid van de ouders en de invulling die de school geeft aan dit begrip, zijn opvallend. Er wordt naast de gebruikelijke informatieve besprekingen en informatieavonden ook met ouders gewerkt in cursussen, en activiteiten ten behoeve van de leerlingen worden gecombineerd met ouderactiviteiten. Bijvoorbeeld op de discoavond voor de leerlingen komen de ouders in het oudercafé bijeen met wisselende gespreksthema’s. Zij zijn er dan toch om hun kind te brengen en te halen. De ouders geven in het gesprek met de delegatie aan dat de hulp van de school zich niet tot de schoolse zaken beperkt, maar dat er ook hulp in het gezin wordt geboden.
6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) In het aanmeldingsformulier is aan de Alphons Laudyschool vso gevraagd of ze
9
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
een uitgewerkt systeem kent voor periodieke analyse van opbrengsten op verschillende niveaus: leerling, (jaar)groep, vakgebied, docent). De school geeft aan daarover te beschikken. In de aanmelding omschrijft de school dit systeem als volgt. ‘Leerlingniveau: leerlingvolgsysteem, groepsplanbespreking c.q. opbrengstgesprek, CvB (drie keer per jaar en een keer jaar). Groepsniveau: groepsplangesprek/opbrengstgesprek (drie keer per jaar). Schoolniveau: opbrengstbespreking team (een keer per jaar). Leerkrachtniveau: kijkwijzer klassenmanagement met leerkrachtvaardigheden op individueel en schoolniveau (drie keer per jaar). Daarnaast de klasobservaties door de directie ter voorbereiding op het functionerings- en beoordelingsgesprek.’ Tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school onder meer aandacht besteed aan de relatie tussen haar aanpak en de resultaten die ze boekt. Uitstroomperspectief en handelingsgericht werken zijn twee kernbegrippen wanneer ze spreekt over de relatie tussen de inrichting van het onderwijs en de resultaten die daarbij worden behaald. Tijdens de presentatie laat de Alphons Laudyschool zien hoe de vier uitstroomperspectieven zijn uitgewerkt in leerlijnen. Hiermee heeft de school goed inzicht in de vorderingen die de leerling maakt in relatie tot het uitstroomperspectief. Interessant is verder de PH-meter, een instrument waarmee de school het pedagogisch handelen van de teamleden in kaart brengt. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school heeft de opbrengsten goed in kaart weten te brengen. Er is een eigen schoolnorm bepaald waarin werd vastgelegd wat zij met de leerlingen wil bereiken op school-, groeps- en individueel niveau. Zo ontstaat een duidelijk doel in het ontwikkelingsperspectief. Het zorgvuldig verzamelen van de data om resultaten over alle vakgebieden te vergelijken en de vaak lastige stap te maken naar het aanpassen van de verschillende arrangementen is een belangrijke kwaliteiten van deze school. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding noemt de school het volgende voorbeeld van een aantoonbaar geslaagde interventie die ze naar aanleiding van de periodieke analyses heeft toegepast. ‘In een teambespreking zijn de opbrengsten van de school schoolbreed besproken. De opbrengsten op leren leren en sociaal-emotionele ontwikkeling vielen laag uit. Aan de hand van deze bespreking is besloten voor deze leergebieden te gaan werken met gestandaardiseerde groepsplannen. Daarnaast wordt er nu schoolbreed gewerkt aan dezelfde thema’s. Deze worden voorbereid in werkgroepen, bestaande uit IB’er, leerkrachten en directie.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De delegatie merkt dat de gemeten en geïnterpreteerde opbrengstgegevens door de hele school bekend zijn en worden gebruikt om plannen voor de toekomst op te stellen. De gestandaardiseerde groepsplannen en het werken met de
10
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
schoolbrede thema’s geven richting en steun aan het werken in de groep en worden erg gewaardeerd en breed gedragen door het team. Door de grote eenheid in de aanpak, gecombineerd met een cyclische manier van werken, is duidelijk wat wordt behouden en waar initiatieven voor verbetering nodig zijn. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding geeft de school het volgende voorbeeld van de wijze waarop kennisdeling en ontwikkeling binnen de school worden vormgegeven. ‘Implementatie schoolstandaard pedagogisch en didactisch handelen. Leerkrachten worden met SVIB door een intern begeleider met een ondersteuningsvraag geobserveerd. Feedback- en feedforwardgesprek met IB’er en betrokken docent. Aansluitend intervisie met groep docenten, waarbij ondersteuningsvraag, feedback en gezamenlijk actief leren centraal staan.’ Als belangrijkste thema’s binnen het professionaliseringsbeleid noemt de school in de aanmelding de volgende. • ‘Omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag, enkele docenten zijn gedragsdeskundige en trainen hierin het team. • Effectieve interculturele communicatie met ouders om de relatie en de ontwikkeling van de leerling verder te versterken. • Opbrengstgericht werken (kwaliteitswet), planmatig werken met uitstroomperspectief, leerlijnen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De leerkrachten voelen zich erg gewaardeerd door de directie en merken dat hun kwaliteiten worden herkend en ingezet. Er zijn duidelijk groeimogelijkheden voor de eigen ambities van de teamleden in de school. Samenwerking en samenhang versterken het effect van hun onderwijs. Opvallend is het delen van informatie in een cultuur van dialoog die de focus van de school verstevigt. In de gesprekken blijkt dat de visie en het beleid van de school bij iedereen bekend zijn en breed worden gedragen. Dit ontstaat mede door de verantwoordelijkheden laag in de organisatie te leggen en alle opbrengsten en alle data open met iedereen te bespreken. De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in 2010, 2011, 2012, en 2013. Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid
Gemiddelde score school 7,2 7,9 9,0
Landelijke score -
In haar aanmeldingsformulier geeft de school aan dat ze naar aanleiding van de tevredenheidonderzoeken de volgende stappen heeft gezet. ‘Invoering leerlingenraad. Invoering traject social media met ouders en leerlingen.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan.
11
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
De ouders zijn bijzonder tevreden over de school. Uit de omgang met de ouders blijkt dat de school ouders heel serieus neemt. In het jaarplan worden vragen en wensen van ouders opgenomen en de school organiseert in samenspraak met de medezeggenschapsraad activiteiten om de samenwerking te versterken. Een van de ouders noemt als voorbeeld: ‘De school vraagt aan mij als ouder: Wat wil je dat de school jouw kind meegeeft?’ Voor deze ouder is het de eerste keer dat een school of begeleidende instantie haar inbreng zo serieus neemt. De school geeft een goede begeleiding bij moeilijke keuzes die ouders soms moeten maken, niet opdringerig maar heel concreet en informatief. Ouders en leerlingen geven aan dat er met vasthoudendheid maar wel op vriendelijke manier het uiterste uit de leerling wordt gehaald.
7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Het uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) Volgens de aanmelding kent de Alphons Laudyschool vso een excellentiegebied waarop de focus wordt gelegd. De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘De school streeft naar erkenning als CultuurProfielSchool. Dit betekent dat leerlingen onderwijs krijgen dat aansluit bij hun leerstijl, interesses, talenten en intelligentie. Het leren wordt hierdoor leuker en door het invoeren heeft het een positief effect op het algemeen functioneren van de leerling. Hiervoor worden de leerlijnen cultuureducatie ingevoerd per uitstroomprofiel. De school kijkt naar specifieke behoeften van leerlingen, bijvoorbeeld meervoudig gehandicapte en pos-leerlingen. De schoolorganisatie past zich hierop aan, indien nodig met andere organisaties. Dit doet de school samen met Arkade bij het aankleden van de leerlijn burgerschapsvorming. Een organisatiewijziging is hierbij het instellen van een leerlingenraad.’ De aandacht voor het excellentiegebied is gericht op alle leerlingen van de school. Tijdens haar presentatie voor een delegatie van de jury heeft de school aandacht besteed aan haar excellentiebeleid. Aansluitend op haar aanmelding noemt de school tijdens de presentatie cultuur en expressie als excellentiegebieden. De filmpjes die de school laat zien, vormen een mooie illustratie. Daarnaast valt de uitwerking van de uitstroomperspectieven in leerlijnen op en de wijze waarop de school zich presenteert als een lerende organisatie. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De school kenmerkt zich in haar excellentiebeleid door de centrale gedachte dat je het gedrag van leerlingen pas kunt veranderen als je je gedrag als docent verandert. Dit wordt concreet gemaakt door bijvoorbeeld de toepassing van de PH-meter, een instrument dat werd ontwikkeld door de CED-Groep en zich richt op het pedagogisch handelen van de leerkracht. De heel concrete informatie die dat oplevert, wordt omgezet in begeleidingstrajecten of scholing van het team en
12
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
kreeg een vervolg in de toepassing van het SVIB (schoolvideo-interactieve begeleiding). 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding stelt de school dat het gebied respectievelijk de gebieden waarop de school uitblinkt, wordt/worden erkend door externe partijen (bijvoorbeeld andere scholen, ouders of andere partners). De school licht dit in haar aanmeldingsformulier als volgt toe. ‘Ouders en leerlingen, Mocca, Stichting Papageno, lovend rapport door Onderwijsinspectie, zorginstelling Cordaan en Amsta, Stichting Prisma.’ De herkenbaarheid van het excellentiegebied blijkt volgens de aanmelding verder uit: • externe bezoekers specifiek gericht op dit gebied; • deelname aan een netwerk dat betrekking heeft op dit gebied; • verworven projectgelden op dit gebied; • vermelding in publicatie(s) over dit gebied. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. Naast de ouders worden de andere externe partners zoals de stagebedrijven en werkgevers van oud-leerlingen structureel gevraagd naar hun wensen en opleidingsvoorwaarden om een goede stage te kunnen uitvoeren. De school heeft hierop uitstekende leerlijnen ontwikkeld. De samenwerking met de andere zmlschool van hetzelfde bestuur, de Heldringschool, is hecht; er worden veel ideeën uitgewisseld. De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van de Alphons Laudyschool vso onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van vier referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat de school verdieping heeft aangebracht in het kunst- en cultuurbeleid en dat de school goed samenwerkt met stagebedrijven. Daarnaast zet de school zich in om bij elke leerling te werken aan de sterke punten. Alle referenten onderschrijven dat de Alphons Laudyschool een excellente school is. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) De Alphons Laudyschool vso heeft plannen om haar excellentiefocus in de toekomst verder te versterken. De school beschrijft deze plannen in haar aanmeldingsformulier als volgt. ‘De school werkt verder aan de invoering van de kwaliteitswet, met onderdelen als onderwijsarrangementskaarten, nieuwe leerlijnen en ADI-model (activerende directe instructie). Dit gebeurt in samenwerking met docenten van het vso en so (vanuit het team bottom-up). Dit is een breed gedragen project, waarvoor meerdere jaren uitgetrokken zijn. Verder ontwikkelen van pedagogisch en didactisch klimaat voor leerlingen met autisme. Met het realiseren van de zorggroepen heeft de school een breed continuüm van onderwijs en zorg. Gezamenlijk onderwijsaanbod ontwikkelen met Praktijkcollege de Atlant voor mogelijke pro-leerlingen. Aanvragen van predicaat CultuurProfielSchool.’ Volgens de aanmelding sluiten de plannen op de volgende wijze aan op specifieke
13
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
behoeften van (groepen) leerlingen. • ‘Toename leerlingen met MG-indicatie; • toename leerlingen die uitvallen in het praktijkonderwijs op sociaalemotioneel vlak; • toename leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum.’ In de aanmelding wordt de aansluiting op de door de school gehanteerde didactische aanpak als volgt beschreven. • ‘Schoolstandaard (pedagogische en didactische schoolstandaard); • ADI-model, GIP.’ De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek de volgende waarnemingen en bevindingen gedaan. De plannen van de school zijn helder en scherp geformuleerd en sluiten goed aan bij de brede doelgroep van leerlingen, met name als het gaat om hun cognitieve mogelijkheden. De pittige opdracht om ook de meervoudig gehandicapte leerlingen een zinvol ‘onderwijs’-programma te bieden, is vaardig en met enthousiasme opgepakt. De delegatie heeft hiervan in de praktijk een indrukwekkend voorbeeld gezien (een les woordenschat en woordbegrip gegeven door de logopediste in samenwerking met de leerkracht).
8. Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen.
9. Conclusie van de jury De Alphons Laudyschool heeft haar afdeling vso in 2014 voor het eerst kandidaat gesteld voor het predicaat Excellente School. De vso-afdeling van de Alphons Laudyschool verzorgt zml-onderwijs vanuit de missie ‘Samen leren en werken op weg naar zelfstandigheid’. Het team begeleidt de leerlingen vanuit een opbrengstgerichte invalshoek naar zelfstandigheid middels een plan van aanpak waarin het uitstroomprofiel met uitstroombestemming en leerroute is opgenomen. Het onderwijs krijgt gestalte binnen een veilige en stimulerende leeromgeving. Belangrijk bij alle activiteiten binnen en buiten de school zijn de leerlijnen leren leren en sociaal-emotionele vorming. Het didactisch uitgangspunt is het directe instructiemodel. De opbrengsten van de Alphon Laudyschool zijn heel goed. Voor de drie kernvakken behaalt ze resultaten die boven het niveau liggen dat ze zichzelf als standaard heeft opgelegd. Voor de twee leergebiedoverstijgende vakken is er nog ruimte voor verbetering. De school brengt de leerling zeer succesvol naar een passende plek aan het eind van de schoolloopbaan. Dit realiseert het team mede door de stage, waarin leerlingen zich leren voorbereiden op de overstap naar de maatschappij. Ook de activiteiten op het gebied van cultuur en expressie bieden de leerlingen een brede oriëntatie op het zelfstandig bestaan na het verlaten van de school. Opvallend is dat een school met deze leerlingenpopulatie een aanvraag heeft ingediend om het predicaat CultuurProfielSchool te verwerven.
14
- Schoolrapportage Speciaal onderwijs (so en vso) – Excellente Scholen 2014
Het team van docenten is hecht, voldoende tot hoog gekwalificeerd en enthousiast betrokken op de leerlingen en op elkaar. De vertrouwensband vormt voor de leerlingen een stimulans zich verder te ontwikkelen en daarbij het beste uit zichzelf te halen. De Alphon Laudyschool benut de leerlingkenmerken voor de inrichting van het onderwijsleerproces. Het resultaat dat ze met de leerlingen behaalt, is optimaal als het gaat om het verwerven van een uitstroombestemming die in overeenstemming is met waar de school vanuit het plan van aanpak naartoe gewerkt heeft. De school is in staat door actieve samenwerking de ouders een rol in het leer- en opvoedingstraject te laten spelen. Het streefniveau voor het leergebied sociaal-emotionele vorming dat de school zelf heeft geformuleerd, was in 2013-2014 59%. Daarmee voldeed de school niet aan de eigen, ambitieuze standaard. Een verklaring voor dit achterblijvende resultaat wordt niet gegeven. Dit vraagt extra aandacht, omdat dit in een zmlschool een belangrijke basis voor ontwikkeling vormt. Alles overziende is de jury van oordeel dat de Alphons Laudyschool op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (vso) 2014 toekomt.
15