Dossier Bond Beter Leefmilieu Bram Claeys 31/01/2009
Vlaanderen erkent stroomproductie door biomassa bij te stoken in steenkoolcentrales als groene stroom. Nu blijkt dat dit steenkoolcentrales goedkoper houdt dan gascentrales. Het groenestroomcertificatensysteem houdt zo een zeer vervuilende energieproductiemethode de hand boven het hoofd. Die steun voor bijstook van biomassa moet dus weg. En nieuwe milieuvergunningen voor steenkoolcentrales met bijstook van biomassa kunnen niet – voor steenkoolcentrales tout court overigens niet.
Contact BBL: Bram Claeys, +32 2 282 17 32,
[email protected], http://www.bblv.be
1. Vlaamse steun voor groene stroom 3 2. Biomassa en bijstook in groene stroom 4 3. Impact steenkoolcentrales in Vlaanderen 6 4. Externe kosten 9 5. GSC infuus voor steenkool 10 6. Van bijstook naar zuiver 13
1. Vlaamse steun voor groene stroom De Vlaamse regering stuurt de productie van
In Vlaanderen koos de regering voor een systeem
hernieuwbare energie via een verplichting voor
van verhandelbare certificaten. Dit betekent dat een
elektriciteitleveranciers om jaarlijks een bepaald
stroomproducent die met zijn groenestroominstallaties
percentage groene stroom te leveren. Ze moeten
certificaten verdient, die kan verkopen aan
bewijzen dat ze aan die verplichting voldoen door
stroomleveranciers die er nodig hebben om aan de
voldoende groenestroomcertificaten in te dienen.
groene stroomverplichting te voldoen. Of dat leveranciers
Een groenestroomcertificaat (GSC) staat voor 1 MWh
onderling kunnen kopen en verkopen. Daardoor krijgen de
elektriciteit opgewekt met hernieuwbare energiebronnen,
GSC een economische waarde. Bovendien installeerde de
in België. En welke hernieuwbare energiebronnen
Vlaamse regering een gegarandeerde bodemprijs (80 euro/
in aanmerking komen, staat opgelijst in het
GSC voor de meeste groenestroombronnen), plus een soort
elektriciteitsdecreet.
van maximumprijs via de boete die leveranciers moeten betalen, als ze niet aan de groenestroomverplichting
De opgelegde quota stijgen van 0,8 % in 2002 naar 6 % van
voldoen (125 euro/GSC). Daardoor draait de prijs per GSC
de certificaatplichtige leveringen in 2010.
vandaag rond 110 euro.
Dit verhandelbare GSC-systeem is niet algemeen verspreid in Europa. Andere landen kozen bijvoorbeeld voor rechtstreekse subsidie aan groenestroomproducenten.
* http://www.vreg.be/nl/04_prive/03_groenestroom.asp
3
2. Biomassa en bijstook in groene stroom De koolstofcyclus van groeiende planten zorgt dat het verbranden van biomassa** als een bron van hernieuwbare energie wordt gezien. Dit kan onder allerlei vormen: rechtstreekse verbranding, vergassing, omvorming tot vloeibare biobrandstof… In ieder geval wordt energieopwekking met biomassa in Vlaanderen aanvaard als bron van groenestroomcertificaten.
In die mate dat biomassa vandaag de belangrijkste bron van groene stroom is in Vlaanderen, en niet – zoals wel eens wordt gedacht – windenergie of zonne-energie.
De afvalverbrandingsovens krijgen bijvoorbeeld GSC voor het organisch afval waarmee ze stroom produceren. Het keukenafval in de restafvalzak zorgt zo voor groene stroom.
** Biomassa (energie) = biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval.
4
Maar vooral de steenkoolcentrales van Electrabel
– in bijvoorbeeld het geval van de centrale van Ruien.
produceren paradoxaal genoeg zeer veel groene stroom.
De energie die nodig is om de biomassa brandklaar
Wanneer Electrabel een deel van de steenkool vervangt
te krijgen (versnipperen, mengen, drogen…) en de
door biomassa, krijgt ze voor de elektriciteit die de
transportenergie wordt afgetrokken bij het berekenen
steenkoolcentrale produceert, een equivalente hoeveelheid
van de hoeveelheid GSC die voor de verbranding van de
GSC.
biomassa wordt gekregen. De producent moet daarover een dossier indienen bij de Vlaamse regulator, de VREG.
In de steenkoolcentrales mengt Electrabel daarom een hoeveelheid houtsnippers, olijfpulp, koffiedik of andere
Maar op het eind van de rit blijkt bijstook van biomassa in
biomassa mee. Die is afkomstig uit buitenlanden als
steenkoolcentrales nog altijd 55% van de groene stroom in
Spanje, Zwitserland, Canada, maar ook uit Latijns-Amerika
Vlaanderen te produceren.
Figuur 1: Productie van groene stroom en toetsing aan doelstellingen groenestroomcertificaten (GSC’s) (Vlaanderen, 1994-2006 + prognose 2010) (bron: http://www.milieurapport.be)
5
3. Impact steenkoolcentrales in Vlaanderen Niettegenstaande het gebruik van steenkool sinds 1990
Amercoeur
127 MW
Les Awirs (100% biomassa)
80 MW
voor ongeveer 10% van de totale elektriciteitsproductie.
Langerlo
516 MW
Ons land telt zes thermische centrales op steenkool (vier
Mol
131 MW
in Vlaanderen en twee in Wallonië). Ze zijn allemaal van
Rodenhuize
268 MW
Ruien
542 MW
met 33% afnam, is in België steenkool nog altijd goed
Electrabel.
De steenkoolcentrales van Electrabel zijn al lang
Tabel 1. Steenkoolcentrales in België en hun maximaal vermogen
afgeschreven. Steenkoolcentrales zijn in vergelijking met
In vergelijking met aardgas, stoot een steenkoolcentrale
andere elektriciteitcentrales zeer milieuvervuilend, en
meer dan dubbel zoveel CO2 uit om dezelfde hoeveelheid
weinig efficiënt. In vergelijking met de types die in België
elektriciteit te produceren. Een steenkoolcentrale stoot
staan, zijn er ondertussen nieuwere meer efficiënte
tien keer meer SO2 uit en drie keer zoveel NOx… Ook zware
steenkoolcentrales op de markt. Maar deze worden dus
metalen worden veel meer door steenkoolcentrales
niet in België gebruikt.
uitgestoten.
Het gebruik van steenkool veroorzaakt in vergelijking met
Dit is een citaat uit het Milieurapport Vlaanderen: “De
aardgas een veel hogere uitstoot van CO2, stof, NOx en SO2.
emissie van zware metalen door elektriciteitscentrales
België scoort op deze milieuthema’s slechter dan onze
is vooral afkomstig van de verbranding van steenkool.
buurlanden. Het gebruik van steenkoolcentrales in onze
Steenkool bevat van nature een hoeveelheid zware
energiemix verergert deze situatie dus nog verder.
metalen, waarvan een klein deel in de atmosfeer wordt geëmitteerd als een fractie van het geloosde stof. […] De aanwezigheid van zware metalen in kolen is meestal enige keren groter dan in olie of aardgas.”
De toevoeging van een hernieuwbare brandstof als
6
biomassa verbetert de uitstoot een beetje. De uitstoot van
ExternE data een vergelijking tussen een superkritische
al de polluenten verlaagt. Maar de centrale blijft veel meer
steenkoolcentrale, met en zonder bijstook van biomassa,
uitstoten per geproduceerde hoeveelheid elektriciteit dan
een moderne STEG aardgascentrale en een centrale die
een aardgascentrale.
zuiver op biomassa draait.
Figuur 2: Specifieke uitstoot van energiebronnen (ref. ExternE)
In onderstaande grafiek maken we op basis van de
7
Uit bovenstaande figuur blijkt duidelijk het verschil in
Het is veel zinvoller om de biomassa te gebruiken in zo
emissieniveaus. De steenkoolcentrale stoot altijd veel meer
efficiënt mogelijke centrales, zodat er zoveel mogelijk
uit dan de alternatieven. Interessant is dat het bijmengen
energie kan mee worden opgewekt. En dat kan warmte of
van de biomassa in de steenkool, het verschil met de
elektriciteit of een combinatie van de beide zijn.
alternatieven weliswaar verkleint, maar verre van opheft.
Bovendien hebben de oude steenkoolcentrales die Electrabel gebruikt in België een zeer laag energetisch rendement, in vergelijking met nieuwe centrales. Aangezien het aanbod van biomassa schaars is, betekent dit laag energetisch rendement een verkwisting van grondstoffen.
8
4. Externe kosten
Een andere manier om naar de impact van steenkool te kijken, is de milieu- en gezondheidschade van de verschillende energiebronnen uit te drukken in een geldwaarde. Deze externe kosten werden in 2005 voor de verschillende energieproductiemethoden door de Vito op een rijtje gezet**.
Het resultaat spreekt voor zich: Gesommeerd over de volledige elektriciteitsproductie in Vlaanderen is de externe kost gedaald van 1 654 miljoen euro in 1990 tot 865 miljoen euro in 2002. Het aandeel steenkool hierin is veruit het belangrijkste (74 % in 2002). Niettegenstaande het aandeel van steenkool in de elektriciteit productie relatief klein is, veroorzaakt ze zeer veel milieuschade.
*** Internalisering van externe kosten voor de productie en de verdeling van elektriciteit in Vlaanderen, Vito, April 2005
9
5. GSC infuus voor steenkool De slechte score van steenkool is niet onbekend, en niet
Eerst en vooral is steenkool een pak goedkoper dan de
nieuw. Daarom zijn de overheden van dit land, en van de
andere fossiele brandstoffen. Daarom blijft het voor
Europese Unie, al lang via een reeks beleidsmaatregelen
elektriciteitproducenten een interessante brandstof. De
aan het proberen het gebruik van steenkool te laten
externe milieu- en gezondheidschade die veroorzaakt
verdwijnen – of toch minstens zeer sterk te verminderen.
wordt, moet immers zo goed als niet worden vergoed. De Europese Unie voerde in 2005 weliswaar de emissiehandel
De eerste drijfveer daarvoor was de bijdrage van
in CO2 in, maar die zorgt voorlopig nog altijd niet voor een
steenkool aan zure regen. En nu is daar uiteraard ook de
voldoende groot prijsnadeel van steenkool ten opzichte
klimaatverandering bij gekomen.
van aardgas om die laatste economisch duidelijk de bovenhand te laten krijgen.
Die maatregelen waren tot op zekere hoogte ook effectief. Het gebruik van steenkool is met 33% gedaald, in
Veel regeringen zijn ook bezorgd over de diversiteit van
vergelijking met 1990. Maar deze dalende trend is gestopt.
hun energiebevoorrading.
En dreigt nu precies om te buigen. Met de verlenging van de levensduur van oude centrales, en de interesse van
Nieuw is dat nu voor het eerst wordt aangetoond welke
investeerders als EON in nieuwe steenkoolcentrales.
impact de GSC uit de bijstook van biomassa hebben op de economische rendabiliteit van de steenkoolcentrales.
Wat gaat er mis? Deze analyse is door Vito gepresenteerd*** op de UNFCCC klimaatconferentie in Poznan, Polen. We geven de resultaten hieronder weer, aangevuld met eigen bijkomende analyses.
*** Presentatie side-event Vito, 6/12/2008, UNFCCC COP14 in Poznan, Polen.
10
Figuur 3: Elektriciteitproductie gas en steenkool bijstook, invloed GSC (bron: Vito, 2008).
Als je alle kosten bij de elektriciteitproductie bij elkaar telt,
Belgische distributiekosten
inclusief de kost voor CO2 als gevolg van de emissiehandel,
•
CO2-prijs: 50 euro/ton CO2
kan je de operationele kosten van de verschillende
•
Groene stroom: 80 euro/GSC
elektriciteitproductiemethoden met elkaar vergelijken. De aanname voor de CO2-prijs is zeer hoog. De prijs Deze oefening wordt hieronder gemaakt, met de volgende
schommelt vandaag ( januari 2009) rond 12 euro/ton CO2.
aannames:
De verwachting is dat na 2013 deze prijs echter zal stijgen.
•
Energetisch rendement kolencentrale: 37%, STEG: 61%
Het percentage van 20% bijstook is dan weer aan de hoge
•
Max. percentage bijstook biomassa energetisch
kant. De meeste bijstook gebeurt vandaag met lagere
gezien: 20%
percentages. Al zegt Electrabel in een nieuwe centrale in
Brandstofprijzen voor 2020 cf. POLES model +
Nederland dan weer naar 30% bijstook te gaan.
•
11
In de grafiek wordt de situatie met en zonder GSC voor
Varianten…
de biomassabijstook in een steenkoolcentrale, vergeleken
•
met een gascentrale. De ontnuchterende vaststelling is dat GSC uit bijstook van biomassa steenkoolcentrales
Lagere CO2-prijs: het voordeel voor steenkool wordt nog groter
•
Lager percentages bijstook (bijv. 10%): houdt
goedkoper maken dan gascentrales. Zonder GSC zou de
de steenkoolcentrale nog altijd goedkoper,
steenkoolcentrale duurder zijn dan de gascentrale, en dus
omgekeerd maken hogere bijstookpercentages de
ontmoedigd worden. Zelfs rekening houdend met de zeer
steenkoolcentrale natuurlijk nog voordeliger
hoge CO2-prijs van 50 euro/ton.
•
Lagere waarde GSC: zelfs bij halvering van de waarde voor de GSC blijft steenkool met bijstook nipt
GSC compenseren minstens de kost voor hout, waardoor
goedkoper dan aardgas, zeker bij lage CO2-prijs
de brandstofkost van hout wegvalt en deze van kolen licht zakt.
12
6. Van bijstook naar zuiver
Conclusie: bijstook van biomassa zou niet langer
voor GSC. EON gaf bijvoorbeeld aan dat ze in haar
in aanmerking moeten kunnen komen voor
steenkoolcentrale in Antwerpen biomassa wil bijstoken.
groenestroomcertificaten. Als je kijkt naar de inherent
Dit kan niet worden erkend.
onduurzame energieopwekking die ze in stand houdt, is het niet te verantwoorden deze bijstook als groene stroom
De weg vooruit is om de biomassa die we hebben inzetten
te blijven bestempelen.
in centrales die op niks anders dan biomassa draaien, en een optimaal energetisch rendement hebben. De
Electrabel heeft een erkenning gekregen voor het mogen
gebruikte biomassa moet op een duurzame wijze worden
gebruiken van biomassa in de steenkoolcentrales. Dus
geproduceerd. Dit betekent dat in eerste instantie vooral
zal moeten worden bekeken in welke mate deze kan
organische reststromen in aanmerking moeten komen,
worden herzien. In ieder geval moet de waarde van de GSC
eerder dan specifieke energieteelten.
die door deze bestaande bijstook worden gegenereerd, drastisch worden verlaagd, zodat ze economisch minder
Electrabel bouwde in Les Awirs een oude centrale om naar
interessant worden.
100% biomassa, maar behield de oude installatie, met een
Verder moet voor nieuwe centrales bijstook in
navenant laag rendement.
steenkoolcentrales niet langer in aanmerking komen
13
In haar CO2-plan**** geeft Electrabel aan trots te zijn op
Om biomassa op een optimale manier te gebruiken, moet
haar centrale in Les Awirs, en het traceringsysteem voor
men zo snel mogelijk moderne en efficiënte centrales
biomassa (dat inderdaad interessant is). Maar dat ze
bouwen met warmtekrachtkoppeling, dicht bij plaatsen
voor de rest volledig in zal zetten op investeringen om
waar er een belangrijke vraag naar warmte is. Bovendien
nieuwe centrales en bestaande centrales uit te rusten voor
maakt warmtekrachtkoppeling het mogelijk om de
bijstook (co-verbranding).
energieproductie te decentraliseren, wat de verliezen tijdens het transport vermindert.
Zuivere biomassacentrales van voldoende grote capaciteit zijn de ideale aanvulling op variabele hernieuwbare energiebronnen als zon of windenergie. Als het aanbod van die bronnen te hoog of te laag is, kan de biomassacentrale bijgeregeld worden om meer of minder stroom te produceren.
**** Samen voor minder CO2, Electrabel, 2008, pag. 27
14