PROFIEL Natuur- en Milieuverenigingen in Vlaanderen
Sectorconferentie Brussel, 25 oktober 2012 Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw Koepel van 150 Vlaamse Natuur- en Milieuverenigingen Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel
“Green is the prime color of the world, and that from which its loveliness arises” Pedro Calderon de la Barca Spaanse toneelschrijver en dichter Beste lezer, De Natuur- en Milieubeweging is een steeds groter en diverser wordende beweging. Anno 2012 zijn er ruim 150 natuur- en milieuverenigingen actief in Vlaanderen. Ze beschikken over een grote achterban en vele actieve vrijwilligers, ondersteund door een professioneel kader. De Natuur- en Milieubeweging bestaat uit vele verenigingen met een hoge diversiteit op het vlak van thema’s, activiteiten en methodieken. Er wordt steeds meer verenigingsoverschrijdend samengewerkt. Dit en nog veel meer is ‘geweten’, maar nog nooit eerder ‘gemeten’. Wie zijn deze verenigingen? Rond welke thema’s zijn ze actief? Tot wie richten ze zich? Bereiken ze veel mensen? Welke methodieken zetten ze daarvoor in? Werken ze samen met derden? …. Dit waren vragen die tot nog toe grotendeels onbeantwoord bleven. Dit Profiel van de Natuur- en Milieuverenigingen in Vlaanderen wil deze leemte opvullen. De resultaten tonen aan dat de natuur- en milieuverenigingen in het midden van onze samenleving staan en dat het bereik en de impact van hun werking beduidend is. We hebben ook voor het eerst ‘geconsolideerde’ financiële cijfers verzameld van onze sector. Daaruit blijkt dat de beweging in staat is om – naast overheidssubsidies – een behoorlijk aandeel van middelen op eigen kracht op te halen. De financiële gegevens worden verwerkt in een afzonderlijk rapport.
Danny Jacobs, Directeur Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen 25 OKTOBER 2012
2
Colofon en contactgegevens Het onderzoeksrapport ‘Doelen en middelen van de Natuur- en Milieuverenigingen in Vlaanderen’ kan elektronisch afgehaald worden via www.bblv.be > onze leden > ledenpagina > sectorconferentie
Redactie : Kristel Maasen Nik Meeusen Céline De Caluwé Danny Jacobs
Eindredactie: Patrick Leemans
Voor vragen en opmerkingen kan u terecht bij: Kristel Maasen Beweging en organisatieontwikkeling Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw (BBL) Tweekerkenstraat 47 | 1000 Brussel Telefoon: 02 282.17.41 |
[email protected] www.bondbeterleefmilieu.be
© BBL vzw, 25 oktober 2012
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
3
Inhoudsopgave “Green is the prime color of the world, and that from which its loveliness arises”............................................................................ 1 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
2. 2.1. 2.2.
Voorstelling............................................................................. 4 Een diversiteit aan verenigingen.................................................................... 4 Van lokaal tot mondiaal actief ....................................................................... 5 Subsidiëring en personeel............................................................................. 7 De verenigingen op een rijtje...................................................................... 10
Methodologie ........................................................................ 13 Gegevensverzameling en respons................................................................ 13 Verwerking ............................................................................................... 14
3.
Kerncijfers ............................................................................ 15
4.
Thema’s ................................................................................ 16
4.1. 4.2.
5. 5.1. 5.2. 5.3.
6. 6.1. 6.2. 6.3.
7. 7.1. 7.2. 7.3.
Het hele spectrum ..................................................................................... 16 Mobilisatiekracht van de thema’s................................................................. 19
Activiteiten............................................................................ 22 Oneindige verbeelding ............................................................................... 22 Kenmerkende groepen van activiteiten......................................................... 24 Gehanteerde methodieken.......................................................................... 28
Bereik ................................................................................... 31 Deelnemers aan activiteiten........................................................................ 31 Communicatief bereik ................................................................................ 32 Doelgroepen ............................................................................................. 34
Maatschappelijke verankering............................................... 39 Leden en vrijwilligers ................................................................................. 39 Ondersteuning van het weefsel van vrijwilligers en leden ............................... 40 Netwerking met andere organisaties en overheden ........................................ 43
8.
Samenvatting ........................................................................ 46
9.
Bijlagen................................................................................. 47
9.1.
Vragenlijst................................................................................................ 47
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
4
1.
Voorstelling
1.1.
Een diversiteit aan verenigingen
De natuur- en milieuverenigingen zijn vzw’s of feitelijke verenigingen, gericht op de bescherming van natuur en/of milieu. Tot daar de rode draad. Het is onmogelijk om verenigingen eenduidig in te delen op basis van ledensoort, werkingsgebied, methodieken of andere categorieën. Een greep uit de diverse verschijningsvormen van de natuur- en milieuverenigingen: Netwerken van afdelingen en groepen Thematisch gespecialiseerde verenigingen in bepaalde natuurthema’s, ecologische bouwen en wonen, mobiliteit, voeding… Actiegroepen Natuurverenigingen met natuurgebieden, al dan niet in eigendom
Koepels of federaties
Platformen Opvangcentra voor vogels en wilde dieren Milieuwerkgroepen en participatieverenigingen Kringloopcentra Vormingsorganisatie
Ook nog…
bijv. Natuurpunt, VELT, JNM, De Natuurvrienden bijv. Bos+, Dialoog, TreinTramBus, EVA, Koninklijke Vereniging Natuur- en Stedenschoon bijv. Greenpeace, Red De Voorkempen, Poeziebos, De Witte Pion, WILOO, Catapa bijv. Natuurpunt Antwerpen-Noord, vzw Durme, Limburgs Landschap, Werkgroep Isis bijv. Bond Beter Leefmilieu, Vogelbescherming Vlaanderen, Limburgse Milieukoepel, West-Vlaamse Milieufederatie, Natuurpunt en partners Meetjesland bijv. Arbeid & Milieu, VIBE
bijv. stRaten-Generaal, Leefmilieugroep Mechelen-Zuid, Vanonderuit! bijv. Kringloopcentrum Teleshop bijv. CVN, Natuurpunt Educatie, Comité Jean-Pain, Kilowat?uur natuurgidsvereniging VMPA, vrijetijdsvereniging De Natuurvrienden, ABLLO, Green, Ecolife, Komosie, Federatie van kinder-, jeugd- en gezinsboerderijen…
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
5
1.2.
Van lokaal tot mondiaal actief
Natuur en milieu heeft evenzeer een lokale als een mondiale dimensie: van heraanleg van de dorpsstraat of het effect van pesticidengebruik aan een beekoever tot klimaatverandering en plasticdeeltjes in de zee. Oorzaken, impact en beleid moeten vaak op verschillende niveaus aangepakt worden. Dit maakt dat natuur- en milieuverenigingen even relevant zijn op lokaal, regionaal, gewestelijk, Europees of mondiaal gebied. Figuur 1. Werkingsgebied van de gewestelijke en regionale natuur- en milieuverenigingen (totaal 67)
Van de verenigingen die gewestelijk of bovengewestelijk actief zijn, zijn 34% in hoofdzaak gericht op Vlaanderen. 10% van de verenigingen nemen ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mee in hun hoofdwerking. 5 verenigingen richten zich in hoofdzaak op het gehele grondgebied van België (Vlaanderen, Wallonië en Brussel): Green, Grenzeloze Schelde, Greenpeace Belgium, FSC België en WWF België. Van de gewestelijk of bovengewestelijk actieve verenigingen zijn er heel wat met een lokale verankering via afdelingen en/of werkgroepen. Natuurpunt telt een 160-tal afdelingen (lokaal en regionaal), VELT een 100-tal, JNM en de Fietsersbond elk een 50tal, en de Natuurvrienden 39. Trage Wegen heeft 45 lokale werkgroepen, EVA 7 lokale groepen en ook Friends of the Earth Vlaanderen en Brussel en TreinTramBus werken met lokale groepen. Bond Beter Leefmilieu is koepel van 143 natuur- en milieuverenigingen, waarvan een 70-tal lokale verenigingen. Vogelbescherming Vlaanderen functioneert als coördinatiestructuur van 10 regionale Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
6 Ook regionale natuur- en milieuverenigingen hebben vaak lokale afdelingen en werkgroepen, of verenigen kleinere natuur- en milieuverenigingen en afdelingen van JNM, Velt en Natuurpunt. De West-Vlaamse Milieufederatie en de Limburgse Milieukoepel zijn regionale beleidskoepels met tientallen aangesloten lokale groepen. WWF, Greenpeace, FSC België en Friends of the Earth zijn Belgische afdelingen van een internationale milieuorganisatie. Andere natuur- en milieuverenigingen zijn vertegenwoordigd in internationale koepels of nemen deel aan internationale acties. Voorbeelden van internationale koepels zijn BirdLife International, Transport & The Environment, en the European Environmental Bureau. De natuur- en milieuverenigingen zijn dus verankerd op verschillende niveaus. Veelal zijn ze naast hun hoofdwerkingsgebied ook nog actief op andere niveaus.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
7
1.3.
Subsidiëring en personeel
De natuur- en milieuverenigingen worden hoofdzakelijk gesubsidieerd vanuit het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, maar ook vanuit andere beleidsdomeinen. Figuur 2. Subsidiëring van de natuur- en milieuverenigingen, uitgedrukt in percentage van de verenigingen per soort structurele subsidie
Erkenning en subsidiëring van de Milieu- en Natuurverenigingen (Departement Leefmilieu, Natuur en Energie) De werking van 37 natuur- en milieuverenigingen wordt structureel gesubsidieerd door de Vlaamse overheid via het Decreet van de Vlaamse Regering van 1991 en het Besluit van 10 oktober 2003 inzake erkenning en subsidiëring van de Milieu- en Natuurverenigingen (MiNa). De Vlaamse overheid subsidieert ‘personeel’ en ‘werkingskosten’ voornamelijk op basis van aantal leden, (vormings-)activiteiten en publicaties. Daarnaast moedigt het Besluit van 10 oktober 2003 o.a. beleidsparticipatie, organisatieontwikkeling en samenwerking aan. Het Besluit maakt een onderscheid tussen koepel, gewestelijke ledenvereniging, gewestelijke thematische vereniging, regionale vereniging en lokale vereniging. Lokale verenigingen moeten aangesloten zijn bij Bond Beter Leefmilieu of Natuurpunt om subsidies te ontvangen.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
8 Van de natuur- en milieuverenigingen worden er 14 gewestelijke en bovengewestelijke verenigingen gesubsidieerd door het Besluit inzake erkenning en subsidiëring van de Milieu- en Natuurverenigingen, 23 regionale verenigingen en 321 lokale verenigingen. De Milieuboot, FSC België en Bos+tropen ontvangen een nominatieve subsidie (= subsidie die niet past binnen de gangbare subsidiereglementen), ook vanuit het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid. Voor de terreinbeherende verenigingen en de Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren bestaan er nog aparte subsidiestelsels, respectievelijk het Natuurdecreet (21 oktober 1997) en het Soortenbesluit (15 mei 2009). Informatie over alle subsidiestromen van de 37 erkende en gesubsidieerde natuur- en milieuverenigingen zijn terug te vinden in het financieel rapport van de Natuur- en Milieuverenigingen, dat parallel met deze publicatie verschijnt. Sommige verenigingen, met name Greenpeace Belgium, kiezen er bewust voor om niet gesubsidieerd te worden door de overheid.
Subsidiëring vanuit andere beleidsdomeinen Een aantal verenigingen ontvangt structurele subsidies van de Vlaamse overheid vanuit de beleidsdomeinen Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk, Jeugd, Mobiliteit en Sociale Economie. Binnen het Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk worden VELT (vereniging), CVN (vormingsinstelling), Natuurpunt Educatie (vormingsinstelling), EVA (beweging), De Natuurvrienden (vereniging), Climaxi (beweging), Netwerk Bewust Verbruiken (beweging), Mobiel 21 (beweging) gesubsidieerd. JNM is gesubsidieerd als landelijke jeugdvereniging, terwijl haar lokale afdelingen gesubsidieerd worden als streekverenigingen via Bond Beter Leefmilieu. Autopia, Taxistop, TreinTramBus en de Fietsersbond ontvangen subsidies vanuit Mobiliteit. De Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie wordt gesubsidieerd vanuit het beleidsdomein Werk & Sociale Economie.
Personeel Volgens de gegevens van Sociare tellen de natuur- en milieuverenigingen 485 voltijdse equivalenten (VTE) personeel. De gewestelijke verenigingen beschikken over 394,5 VTE (gemiddeld 13,6 VTE), de regionale verenigingen 86,8 VTE (gemiddeld 3 VTE) en de lokale verenigingen 4,2 VTE (gemiddeld 0,1 VTE) personeel.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
9 Figuur 3. Aantal verenigingen per aantal voltijdse equivalente personeelsleden (VTE) - (gegevens Sociare, september 2012)
Aantal VTE’s
66 van de 143 natuur- en milieuverenigingen werken volledig met vrijwilligers. Het merendeel hiervan zijn lokale verenigingen. Van de 77 verenigingen met betaalde medewerkers hebben 31 verenigingen niet meer dan 1 VTE in dienst. Erkende regionale verenigingen kunnen rekenen op een personeelssubsidie van 0,5 of 1 VTE. Zij hebben vaak onvoldoende toegang tot andere inkomsten om bijkomende personeelsleden te financieren. 9 verenigingen zijn grote organisaties met meer dan 30 VTE’s aan personeel in dienst. De grootste vereniging op vlak van personeelsaantal heeft 135 (arbeiders) in dienst, namelijk Natuurpunt Beheer.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
10
1.4.
De verenigingen op een rijtje
Voor het opmaken van het profiel van de natuur- en milieuverenigingen is er gekozen voor drie categorieën van verenigingen: gewestelijke en bovengewestelijke verenigingen, regionale verenigingen en lokale verenigingen
Gewestelijke (en bovengewestelijke) verenigingen Gewestelijke verenigingen zijn actief in Vlaanderen of Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bovengewestelijke verenigingen zijn actief op het hele grondgebied van België. Wanneer in het rapport gesproken wordt over gewestelijke verenigingen zitten daarin ook de bovengewestelijke verenigingen vervat.
Federatie van kinder-, jeugd en gezinsboerderijen
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
11
Regionale verenigingen Regionale verenigingen zijn actief in een provincie of in meer dan drie gemeenten
Maaslandse MilieuActie Raldes Opbouwwerk Pajottenland
Lokale verenigingen Lokale verenigingen zijn actief in minder dan of gelijk aan drie gemeenten. De verenigingen die de bevraging invulden zijn weergegeven.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
12 't Groot Gedelf, ’t Uilekot, Actiecomité Bessemstraat, Actief Terhagen, De Gruune Steen, Educatief Centrum De Paddenbroek, De Papegay, De Raaklijn, De witte Pion, Dorpscomité Wilsele-Dorp, Fauna Flora Fotoclub Schoten, Groen, Heempark Genk, Kolena, Leefbare polderdorpen, Leefmilieu Tongeren, Leefmilieu Wetteren, Leefmilieu Roeselare, Leefmilieugroep Mechelen-Zuid, Milieucel V.V.H.V., Milieuwerkgroep Ons Streven, Mobiel, Mondo, Natura Zoniën, Natuur & Milieu Lebbeke, Natuurpunt De Vlasbek, Natuurpunt M.O.Lennik, Natuurwerkgroep De Gavers, Poëziebosnetwerk, Stichting Marguerite Yourcenar, stRaten-generaal, Stuurgroep Sint-Andries, Vogelopvangcentrum Kieldrecht, Vogelopvangcentrum Merelbeke, Vogelopvangcentrum Herenthout, Vogelopvangcentrum Malderen, WILOO, Zonnewindt
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
13
2. Methodologie 2.1.
Gegevensverzameling en respons
Aan alle verenigingen die aangesloten zijn bij Bond Beter Leefmilieu werd gevraagd om een online vragenlijst in te vullen. Als federatie verenigt Bond Beter Leefmilieu praktisch alle natuur- en milieuverenigingen actief in Vlaanderen. De vragenlijst omvatte zowel kwantitatieve als kwalitatieve vragen en peilde naar gegevens over het werkingsjaar 2011. Hij werd voorafgaand getest door enkele gewestelijke en regionale verenigingen. De volledige vragenlijst is toegevoegd in bijlage. Bij de verenigingen die subsidies ontvangen in het kader van het “Besluit tot erkenning en subsidiëring van de natuur- en milieuverenigingen” werden ook gedetailleerde financiële gegevens opgevraagd, die verwerkt zijn in een apart rapport. De vragenlijst kon ingevuld worden tussen 8 augustus en 25 september 2012. Het is de eerste keer dat een dergelijk profiel van de natuur- en milieuverenigingen opgesteld wordt. Een aantal herinneringen per e-mail en telefoon waren noodzakelijk om tot de beoogde responsgraad te komen.
Tabel 1. Responsgraad van de gewestelijke en regionale verenigingen Aangeschreven
Geantwoord
Gewestelijk actief
37
34 (92%)
Regionaal actief
36
31 (86%)
Respectievelijk 92% en 86% van de gewestelijke en regionale verenigingen hebben deelgenomen aan de bevraging. Dit is een hoge en representatieve respons.
Tabel 2. Responsgraad van de lokale verenigingen Aangeschreven Lokaal actief
70
Geantwoord 29
Van de 70 lokale verenigingen die rechtstreeks aangesloten zijn bij Bond Beter Leefmilieu vulden er 29 de vragenlijst in. De meerderheid hiervan werkt onafhankelijk en is dus niet structureel verbonden aan een regionale of gewestelijke vereniging. De honderden lokale afdelingen van Natuurpunt, JNM, VELT of andere gewestelijke verenigingen werden niet uitgenodigd om individueel de vragenlijst in te vullen. Hun werking werd mee ingebracht door de moedervereniging. Op basis van de responsgraad verkrijgen we geen representatief beeld van de lokale natuur- en milieuverenigingen.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
14 Bijkomende gegevens over het aantal voltijdse equivalenten van de verenigingen werden ingewonnen bij Sociare, de socio-culturele werkgeversfederatie die bemiddelt in paritair comité 329. Bond Beter Leefmilieu beschikte zelf al over een aantal basisgegevens van de bevraagde verenigingen. Het rapport bevat ook een reeks voorbeelden van verenigingen en activiteiten ter illustratie van de aangeleverde data en gegevens. Deze werden enerzijds bezorgd door de verenigingen zelf (via de bevraging) en anderzijds door de bewegingsmedewerkers van Bond Beter Leefmilieu.
2.2.
Verwerking
De natuur- en milieuverenigingen vulden zelf de vragenlijst in. Om de aangeleverde gegevens zo juist mogelijk te kunnen interpreteren is er bij de analyse teruggegrepen naar de individuele gegevens van verenigingen. In enkele gevallen werden verenigingen gecontacteerd voor aanvullende informatie of correcties. Er is gekozen om in het rapport de gegevens van enkel de gewestelijke en regionale verenigingen te belichten. In deze groep zit al het gros van de lokale afdelingen vervat. De gegevens van de lokale verenigingen die de bevraging rechtstreeks invulden worden bij wijze van steekproef toegelicht. Dit gebeurt enkel wanneer het relevant en significant is in verhouding tot de gegevens van de gewestelijke en regionale verenigingen. Enkele (deel)vragen werden op verschillende wijze beantwoord door verschillende verenigingen. De antwoorden bij deze vragen werden niet opgenomen bij de verwerking. Kommagetallen zijn afgerond naar beneden tot een geheel getal voor een vereenvoudigde weergave. De kerncijfers van de natuur- en milieuverenigingen in 2011 zijn weergegeven in het volgende hoofdstuk. De daaropvolgende hoofdstukken gaan telkens verder in op een deelaspect hiervan.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
3. Kerncijfers In 2011 organiseerden de natuur- en milieuverenigingen meer dan 18.000 activiteiten waaraan minstens 2.300.000 mensen deelnamen
14.900 vrijwilligers
485 VTE’s
waarvan 6.000 vrijwilligers die een bestuursfunctie opnemen of langdurig actief zijn als vrijwilliger en 9.000 vrijwilligers die tijdelijk ingezet worden tijdens acties
inhoudelijke, educatieve, administratieve, logistieke en leidinggevende medewerkers terreinbeheerders en andere arbeiders
289.000 leden waarvan 287.000 particuliere leden bijna 2.000 verenigingen en meer dan 700 bedrijven
18.000 activiteiten
Een brede waaier van activiteiten: van gegidste wandeltochten voor leerlingen tot springen in de rivier voor zuiver water en grootschalige energiebesparingprojecten in samenwerking met de Vlaamse gemeenten
2.300.000 deelnemers 2.300.000 is de optelsom van het aantal unieke deelnemers per vereniging. Een gemiddelde gewestelijke vereniging bereikt met haar activiteiten meer dan 65.000 unieke deelnemers per jaar. Een gemiddelde regionale vereniging bereikt 3.500 unieke deelnemers per jaar.
16
4. Thema’s 4.1.
Het hele spectrum
De verenigingen zijn actief over het hele spectrum van natuur- en milieugerelateerde thema’s. Een gedeelte is gespecialiseerd in één of meerdere thema’s en werkt in de diepte. Anderen zetten natuur en milieu zo breed mogelijk op de kaart van hun leden en publiek. Figuur 4. De thema’s waarmee de natuur- en milieuverenigingen actief zijn
De top vijf van de hoofdthema’s:
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
17 Thema
Percentage van verenigingen dat activiteiten ontplooit met dit thema
Natuur en biodiversiteit
bij 63% van de verenigingen een hoofdthema (76% van de verenigingen heeft natuur en biodiversiteit als hoofdthema of neventhema)
Open ruimte en ruimtelijke ordening
48% (64% hoofdthema + neventhema)
Water: integraal waterbeheer, waterbesparing…
36% (66% hoofdthema + neventhema)
Het klimaat
32% (58% hoofdthema + neventhema)
Mobiliteit en infrastructuur
28% (53% hoofdthema + neventhema)
Thema’s waar ook veel mee gewerkt wordt als hoofdthema of neventhema, zijn duurzame ontwikkeling (57% van de verenigingen), landbouw en voeding (45%), hernieuwbare energie en energiebesparing (46%), milieu en gezondheid (46%), trage wegen (44%), inspraak en participatie (41%). Natuur en milieu heeft vele raakvlakken met andere maatschappelijke vraagstukken, zoals duurzame ontwikkeling, vergroening van de economie, noord-zuidrelaties, burgerparticipatie, cultuur en kansengroepen. Ook met deze thema’s is een significant aantal natuur- en milieuverenigingen bezig. Bij de steekproef van lokale verenigingen staan min of meer dezelfde thema’s hoog genoteerd. Hinder (lawaai, licht, geur, straling) staat met een zesde plaats wel een stuk hoger genoteerd dan bij de gewestelijke en regionale verenigingen. De lokale verenigingen worden hiermee dan ook van nabij geconfronteerd.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
18 Bruggen tussen natuur, milieu en andere maatschappelijke thema’s Catapa werkt rond andersglobalisering en duurzame ontwikkeling in Latijns-Amerika en focust daarbij op de problematiek van mijnbouw in haar sociale, economische, culturele en ecologische desastreuze impact. Mobiel organiseert activiteiten en innoverende diensten die het fietsgebruik promoten, de fietscultuur stimuleren en het fietsen makkelijker maken. Mobiel stelt mensen tewerk (sociale economie) om fietsen op te knappen, te verhuren en zorgt voor infrastructuur zoals het fietspunt en openbare fietspompen. De Koninklijke Vereniging voor Natuur- en Stedenschoon werkt met het thema landschap en haar deelaspecten, zowel natuurlijke elementen als materieel erfgoed. Stichting Marguerite Yourcenar ijvert al jaar en dag voor het behoud van de natuur en het landschap van het Heuvelland. Naar aanleiding van het 25-jarig overlijden van Marguerite Yourcenar herdenkt de stichting haar voorliefde voor het Heuvelland extra met het toneelstuk ‘Een maandagskind’.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
4.2.
Mobilisatiekracht van de thema’s
Eerder al werd weergegeven hoeveel verenigingen actief zijn per thema. Verenigingen verschillen van elkaar in mobilisatiekracht voor hun thema’s. Die mobilisatiekracht hangt van verschillende factoren af. Het aantal leden, vrijwilligers en activiteiten is meebepalend voor de mobilisatiekracht die de verenigingen met een bepaald thema kunnen teweegbrengen. De volgende figuren zijn indicatief, omdat er geen gegevens verzameld zijn over het aantal activiteiten per thema. Verenigingen konden meerdere thema’s opgeven. Figuur 5. Relatief bereik van leden per hoofdthema (uitgedrukt in het percentage van in totaal 287.000 particuliere leden)
Onze sector bereikt in totaal 287.000 particuliere leden. Het aantal leden per thema kan een indicatie geven van de interesse in de samenleving voor het thema. Mensen sluiten zich immers aan bij een vereniging omwille van het thema waarover de vzw activiteiten ontplooit. 56% van alle 286.000 particuliere leden in onze sector worden bereikt via het thema ‘natuur en biodiversiteit’. 45% via ‘open ruimte en ruimtelijke ordening’. 40% via ‘water’. In vergelijking met de vorige figuur waar het aantal verenigingen dat met een bepaald thema werkt, werd weergegeven, komt “landbouw en voeding” met 39% nu op de vierde plaats van de hoofdthema’s. Dit komt door het grote ledenaantal van verenigingen als VELT en EVA. “Cultuur en natuur/milieu” en ‘energie’ komen ex aequo met 38% binnen op de vijfde plaats.
20 “Mobiliteit en infrastructuur” verdwijnt uit de top vijf en zakt zeer laag. De reden hiervoor is evenwel dat de leden van de Fietsersbond en TreinTramBus niet opgenomen zijn. Figuur 6. Relatief bereik van vaste vrijwilligers per thema (uitgedrukt in het percentage van in totaal 6.000 vaste vrijwilligers)
Onze sector wordt mee geschraagd door de actieve inzet van ruim 6.000 actieve vrijwilligers. Het aantal vrijwilligers kan een indicatie geven van de activerende kracht van het thema. In vergelijking met de vorige figuur zien we geen grote verschuivingen in de top vijf. Wel valt op dat er voor het thema “hernieuwbare energie en energiebesparing” weinig vaste vrijwilligers ingezet worden. Tijdelijke vrijwilligers spelen wel een rol bij dit thema, met name het 300-tal energiemeesters dat zich inzet voor de campagne ‘De Energiejacht’ van Bond Beter Leefmilieu.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
21
EVA vzw startte kleinschalig met haar campagne Donderdag Veggiedag. Gent lanceerde in 2009 als eerste stad ter wereld een officiële wekelijkse veggiedag. Andere steden in Vlaanderen volgden snel. En de campagne kreeg zelfs navolging en bekendheid in het buitenland. Het zet op een sympathieke en laagdrempelige manier vegetarische gerechten op de menu.
De Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren vingen 29.188 patiënten op in 2011, dankzij de inzet van hoofdzakelijk vrijwilligers. 59,52% van alle patiënten konden terug in vrijheid gesteld worden.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
22
5. Activiteiten 5.1.
Oneindige verbeelding
In 2011 werden maar liefst 18.000 activiteiten op poten gezet door de natuur- en milieuverenigingen. Dat zijn er gemiddeld bijna 50 per dag of 346 per week of 1.500 per maand. Het gros van deze 18.000 activiteiten, namelijk 14.294, waren gericht op particulieren. Een gewestelijke vereniging (lokale afdelingen inclusief) organiseert gemiddeld 366 activiteiten voor particulieren op jaarbasis. Een regionale vereniging organiseert 52 activiteiten en een lokale verenigingen 9 activiteiten. De verenigingen leggen daarbij een oneindige verbeelding aan de dag. Van kleinschalige tot massa-activiteiten, face-to-face of via digitale apps, voorzichtig of radicaal, grote bedrijven overtuigen of de kleine landbouwer meekrijgen, van confrontatie tot samenwerking, advies geven en zelf de handen uit de mouwen steken, acties om thuis in de keuken te ondernemen of mee lobbyen in Durban.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
23 Klassieke én vernieuwende activiteiten Rate your ride: Smartphone app voor woon-werk routes van de Fietsersbond. Met deze app kunnen fietsers hun woon-werkroutes beoordelen, knelpunten aangeven en de beste route naar hun werkplek delen met andere gebruikers. “Een markante activiteit is het schapenscheren. Het is niet innoverend, maar het publiek is ieder jaar weer enthousiast. Aantal bezoekers: een 400-tal”, Limburgs Landschap Megapaaseizoektocht voor het vrijwaren van open en groene ruimte in Vlaanderen en het bedreigde Sint-Annabos in Antwerpen. Een organisatie van Natuurpunt-WAL, Bond Beter Leefmilieu, Gezinsbond en Ademloos. Wisselstroom – Gents Milieufront: Volgens het Tupperware-concept mensen thuis informeren en helpen bij de omschakeling naar een ‘echte’ groene stroom leverancier. JNM en FoE Vlaanderen: Flash-mobs op publieke plaatsen beelden de klimaatslachtoffers uit in Gent, Antwerpen en Brussel. Omstanders kijken verrast op in de drukke Antwerpse winkelstraat de Meir. EDO-kompas richting duurzame ontwikkeling. Referentiewerk voor alle NME-werkers die met kinderen, jongeren en volwassenen rond duurzaamheid aan de slag willen. Publicatie uitgewerkt door CVN met steun van LNE en IVN Nederland. Zenne en Zoniën en plaatselijke actiecomités zetten acties op, ook naar aanleiding van de lokale verkiezingen, om Lot te vrijwaren van een ringweg en zo het groene karakter te bewaren. Climaxi en andere verenigingen voeren geregeld druk op politiek op met straatmanifestaties tegen kernenergie.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
24
5.2.
Kenmerkende groepen van activiteiten
Aan de verenigingen werd gevraagd om hun brede scala aan activiteiten onder te brengen in volgende clusters van activiteiten: Aankoop en beheer van natuurgebieden, openstellen van natuurgebieden voor het ruime publiek Organiseren van natuur- en milieuzorg: activiteiten met een directe impact op natuur/milieu. Bijvoorbeeld het onderhouden van trage wegen, kleine landschapselementen, schoonmaakacties. Concrete misstanden aanklagen of bespreekbaar maken. Bijv. het niet naleven van milieureglementering of te veel verpakking in winkels. Sensibilisering, informatie en educatie verstrekken Organiseren, stimuleren en begeleiden van handelingsmodellen: dit gaat verder dan sensibilisering alleen. Handelingsmodellen brengen een gedragsverandering teweeg die leidt tot aantoonbaar milieuresultaat. Innovaties in duurzaamheid (producten, praktijken, cultuur) bevorderen en/of verspreiden. Bijv. een energiecoöperatieve opzetten, tweedehands kopen trendy maken, bio-ecologische materialen promoten. Verwerven van kennis en opbouw van expertise. Bijv. op vlak van natuurstudie, energieprestaties van een woning, milieuwetgeving. Elke vereniging gaf aan in welke clusters van activiteiten de vereniging actief is en in welke mate. Figuur 7. Aantal verenigingen actief per cluster van activiteiten
De natuur- en milieuverenigingen zetten vandaag een breed scala aan activiteiten en strategieën in.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
25 90% van de gewestelijke en regionale natuur- en milieuverenigingen is bezig met sensibilisering, informatie en educatie. 70% van de verenigingen beschouwt dit als haar kernactiviteit. Vanuit hun opgebouwde expertise verstrekt 90% van de verenigingen advies. Voor bijna 30% van de verenigingen is dit een kernactiviteit. Op vlak van beschermen en zorg dragen voor de natuur en het milieu in Vlaanderen, steekt 55% van de verenigingen letterlijk de handen uit de mouwen. 25% van de verenigingen neemt het beheer van natuurgebieden op zich en zorgt ervoor dat iedereen in Vlaanderen kan genieten van een wandeling in een prachtig stukje natuur. Het aankaarten van misstanden is vanuit de ontstaansgeschiedenis van natuur- en milieuverenigingen altijd een belangrijke activiteit geweest. Dat is nog altijd het geval, maar het is toch maar bij 22% van de verenigingen een kernactiviteit. Maar liefst 40% van de verenigingen werkt aan het bevorderen van innoverende producten, praktijken of cultuur die bijdragen tot een duurzame gedragswijziging bij burgers, overheden en bedrijven.
Bij een vergelijking tussen de kernactiviteiten van gewestelijke verenigingen en de kernactiviteiten van regionale verenigingen worden enkele accentverschillen zichtbaar. Figuur 8. Percentage van de 37 gewestelijke verenigingen actief per cluster van activiteiten
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
26 Figuur 9. Percentage van de 36 regionale verenigingen actief per cluster van activiteiten
Bij zowel de gewestelijke als de regionale verenigingen staan sensibiliseren, informeren en educatie aan de top. Daarna verschilt het plaatje. De gewestelijke verenigingen bouwen in hoofdzaak op hun expertise rond afgelijnde thema’s om advies te geven, handelingsmodellen uit te werken en innovaties in duurzaamheid te bevorderen.1 Het moet ook gezegd dat innovaties in duurzaamheid, net zoals het werken met handelingsmodellen, vaak heel wat middelen vereisen. De impact verhoogt bovendien wanneer er beroep gedaan kan worden op een groot netwerk van afdelingen en leden. De regionale verenigingen zijn meer multidisciplinair in hun activiteiten dan de gewestelijke verenigingen. Van vele markten thuis, zetten zij een breed scala van activiteiten op in overeenstemming met de opportuniteiten en actualiteit in hun regio. Beheer van natuurgebieden, natuur- en milieuzorg, en het aankaarten van misstanden zijn kernactiviteiten, omdat zij zich afspelen in hun achtertuin en die van hun leden. Bij de steekproef van lokale verenigingen steekt sensibilisering, informatie en educatie verstrekken er met kop en schouders bovenuit. Ook het organiseren van natuur- en milieuzorg en aanklagen van concrete misstanden scoort hoog.
1
Een kanttekening: hoewel maar twee gewestelijke verenigingen de aankoop, het beheer en het openstellen van natuurgebieden als een kernactiviteit beschouwen, is een hiervan de grootste gewestelijke vereniging, nl. Natuurpunt.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
27
Van vele markten thuis Dialoog organiseerde in 2011 317 infosessies (1147 uur) rond duurzaam bouwen en wonen met maar liefst 6070 deelnemers. Natuurpunt Gent organiseerde in 2011 onder andere een persactie voor meer stadsbos, zorgde mee voor educatieve rugzakjes voor gezinnen in natuurgebieden en onderhandelde over de aankoop van een terrein. De samenaankoopactie van hoogrendementsbeglazing en muurisolatie van Educatief Centrum De Paddenbroek bereikte 20.000 gezinnen. 600 mensen waren aanwezig op infoen contactavonden en er werden 70 offertes gedaan. Op deze nationale actiedag brengt Trage Wegen met 60 lokale acties meer dan 5000 mensen rechtstreeks in contact met het rijke patrimonium van trage wegen. Via de nationale persaandacht en lokale pers zijn Trage Wegen een begrip geworden.
Ieder voorjaar coördineert Natuurpunt in 79 Vlaamse steden en gemeenten 152 overzetacties. Zo konden 141.841 amfibieën veilig de weg oversteken. Heel wat lokale NP-afdelingen en andere verenigingen dragen hun ‘steentje’ bij. NATURA Zoniën ontwikkelde een nieuw concept ter bescherming van migrerende amfibieën in en rond het Zoniënwoud.
Jaarlijks bezoeken 3000 mensen de Euregionale kersenhappening georganiseerd door de Nationale Boomgaardenstichting in Alden Biesen. Het is het moment om het onderzoek en sensibilisering rond 300 kersenrassen voor te stellen. SeaFirst verkocht al 2000 exemplaren van NON*FISH*A*LICIOUS, een boekje met vegetarische zeerecepten om een ander smakenpallet van de zee voor te stellen en visconsumptie te ontmoedigen. VIBE verzorgt vanuit haar expertise en netwerk de inhoud van het eerste Postgraduaat bioecologisch bouwen. Het Gents MilieuFront en Max Mobiel zetten bakfietsen mee op de kaart in Gent via testritten, verhuur van bakfietsen en bakfietsdelen.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
28
5.3.
Gehanteerde methodieken
Uit het vorig hoofdstuk bleek dat natuur- en milieuverenigingen binnen een brede waaier aan thema’s tevens een breed scala aan activiteiten organiseren. We vroegen aan de verenigingen welke methodische invalshoeken en concrete methodieken hierbij worden gehanteerd om hun thema’s uit te werken. Onderstaande lijst geeft een aantal typische methodieken weer. In praktijk gebruiken de verenigingen echter nog meer methodieken. Figuur 10. Percentage van de verenigingen die een bepaalde methodiek hanteren
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
29 Het overzicht van de gehanteerde methodieken in Figuur 10 bevestigt ”sensibiliseren, informeren en educatie” en ”adviseren” als kernactiviteiten van een meerderheid van natuur- en milieuverenigingen. Tegelijk geldt zowel voor de gewestelijke als de regionale verenigingen dat zij heel wat meer doen dan de vormingen organiseren en publicaties verspreiden waarop een groot deel van de toekenning van hun structurele subsidie berust: Bijna alle natuur- en milieuverenigingen bieden, op basis van hun beschikbare kennis en expertise, informatie aan. Ze doen dit op verschillende manieren: onder andere op een website (97%), door het organiseren van vormingen en cursussen (90%), informatieavonden (83%), en het bemannen van een infopunt waar mensen met vragen terecht kunnen (80%). 95% van de natuur- en milieuverenigingen neemt deel aan advies- en overlegorganen. Ze nemen een verantwoordelijkheid op in (in hoofdzaak) de gemeentelijke en provinciale milieuraden en commissies ruimtelijke ordening en andere formele lokale, provinciale en Vlaamse overleg- en adviesorganen waarvoor ze uitgenodigd worden op basis van hun gebiedsgebonden en thematische expertise. 85% van de verenigingen gaat rechtstreeks de dialoog aan met overheden en bedrijven. 90% organiseert persactiviteiten en communiceert zo indirect naar overheden, bedrijven en het brede publiek. 44% van de natuur- en milieuverenigingen maakt ook gebruik van methodieken zoals petities, betogingen of flashmobs. 79% zet campagnes gericht naar publieksgroepen op. Dit kan gaan van kleinschalige sensibiliseringscampagnes voor energiebesparing in het huishouden tot massacampagnes zoals ‘Met Belgerinkel naar de Winkel’. 78% van de verenigingen organiseert ontmoetingsactiviteiten voor leden, zoals bijvoorbeeld een jaarlijkse barbecue. Dit is minder zichtbaar naar de buitenwereld toe, maar zeker voor regionale verenigingen essentieel voor een sterke en levendige verenigingswerking. Ook ledenwerving is een belangrijke dagelijkse bezigheid. 76% van de verenigingen zorgt voor aangename en boeiende natuurbelevenissen bij een ruim publiek via recreatieve activiteiten zoals fietsen en wandelen. 61% van de natuur- en milieuverenigingen ontwikkelt of promoot duurzame diensten en/of producten. Voorbeelden te over: vegetarische biobroodjes, bioecologische bouwmaterialen, biodiversiteitsbeheer van bedrijfsterreinen. Opmerkelijk is ook dat 30% van de verenigingen doe-het-zelf-kits uitwerkt waarmee geïnteresseerden zelf aan de slag kunnen in hun omgeving. Bijvoorbeeld een plantkit met zaadjes, een autodeelhandleiding met verzekering en afrekenmodule. Het ontwikkelen van educatief materiaal werd niet opgenomen tijdens de bevraging, maar is ook een veelgebruikte methodiek. Ook bij de steekproef van lokale verenigingen blijkt een brede waaier aan methodieken. Advies en dialoog met de overheid scoren hoog, net als het organiseren van een belevingsaanbod en ontmoetingsactiviteiten voor leden. Tenslotte zijn er ook campagnes, infoavonden en persacties.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
30
Telacties en onderzoek Tellen is weten, maar ook plezant. Het levert waardevolle natuuronderzoeksgegevens op en brengt mensen op een laagdrempelige manier opnieuw in contact met de natuur. Aan de nationale telactie van Natuurpunt ‘Vogels voeren en beloeren’ namen 6.317 gezinnen deel. Ze telden 273.786 vogels. De Nationale boomgaardenstichting organiseert determinatiesessies en doet aan lokaliseren en determinatie van oude fruitvariëteiten en hoogstamboomgaarden. ABLLO is een autoriteit op vlak van duurzame stedenbouw. Samen met VIBE brachten ze het boek ‘Duurzame stedenbouw in woord en beeld’ uit met praktijkvoorbeelden voor de transitie naar een ecopolis en organiseren ze rond het thema studiedagen. Innovatieve duurzame producten Het klimaatproject Sol Suffit van Natuur.koepel promoot het concept van koken op zonneenergie in Afrika. Met de lokale bevolking wordt er samengewerkt om ‘solar cooking' aan te leren en wordt op zoek gegaan naar financiële middelen om zonneovens aan te kopen. Dit project komt de biodiversiteit en het klimaat, alsook de lokale bevolking en economie ten goede. In het natuurgebied van de Djoudi in Senegal koken nu al 450 gezinnen met een solarcooker. Doe-het-zelf Natuur.koepel leert je om nestkasten in elkaar te timmeren zonder kleerscheuren. Met de voetafdrukcalculator van Ecolife kan iedereen in een muisklik zijn impact op het milieu in kaart brengen. En met de VELT tuinstarterskit ‘Mijn eigen kleine moestuin’ voor kids wordt tuinieren echt kinderspel.
Met ‘Energie voor meer Natuur CVBA’, de energiecoöperatieve van Natuurpunt Gent, Natuurpunt Antwerpen Noord en Natuur.koepel Zuid-West-Vlaanderen wordt geld opgehaald en geïnvesteerd in middelgrote zonnepaneel-installaties. Van de winst gaat een deel naar de aandeelhouders en een deel naar de aankoop van bedreigde natuur. Yes We Can … bomen planten. Bos+ en lokale verenigingen planten zonder toestemming en onaangekondigd nieuwe bossen aan. In Oost-Eeklo kwamen er zo 1200 boompjes bij langs de parallelweg van de expresweg. En ook de Antwerpse haven kreeg er na een nachtelijke actie een bos bij. Met deze guerrilla-acties blijft de noodzaak aan bosuitbreiding op de politieke agenda. Labels helpen consumenten om duurzame keuzes te maken. Met de website labelinfo.be helpt Netwerk Bewust Verbruiken bewuste verbruikers. Greenpeace maakt een klassement van leveranciers van groene stroom op. VIBE is beheerder van een label voor bioecologische bouwmaterialen. FSC België zorgt voor de promotie en gebruik van verantwoord bosbeheer via certificering. Bond Beter Leefmilieu en Toerisme Vlaanderen reiken de Groene Sleutel uit voor milieuvriendelijke toeristische verblijfplaatsen. De Natuurvrienden werkte ecocyclogidsen uit voor een fietstocht langs de mooiste plekjes, ecovriendelijke bezienswaardigheden en initiatieven rond duurzame ontwikkeling in een regio.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
31
6. Bereik 6.1.
Deelnemers aan activiteiten
De natuur- en milieuverenigingen organiseerden in 2011 meer dan 18.000 activiteiten. 80% van de 18.000 activiteiten, oftewel 14.000 activiteiten, waren gericht op particulieren. Sommige activiteiten zijn op maat van een kleine groep, terwijl andere activiteiten duizenden belangstellenden kunnen lokken. Natuurpunt neemt het grootste aandeel van activiteiten gericht op particulieren voor zijn rekening. In totaal werden zo maar liefst in totaal 2.300.000 particulieren bereikt. Dit is de optelsom van het aantal (unieke) deelnemers per vereniging. Een aantal mensen heeft wellicht deelgenomen aan activiteiten van meerdere verenigingen. Ook namen tal van deelnemers meerdere keren deel aan de activiteiten van een vereniging. In 2011 namen gemiddeld 65.756 mensen per gewestelijke vereniging deel aan activiteiten. Greenpeace, Natuurpunt, Bond Beter Leefmilieu en Vogelbescherming Vlaanderen halen veruit de hoogste deelnemersaantallen. Een regionale vereniging bereikt gemiddeld 3.502 deelnemers en een lokale vereniging 726 deelnemers. Naast particulieren bereikten de verenigingen met hun activiteiten ook honderden overheden, ondernemingen, scholen, verenigingen en tientallen studiebureaus. Deze getallen zijn moeilijk te vergelijken met het bereik van particulieren. Het bereik van een organisatie heeft een multiplicatoreffect omdat die op hun beurt meerdere particulieren bereiken en er vaak een groter impactverschil gepaard gaat met een gedragswijziging.
VELT organiseerde in 2011 voor het eerst de biobeurs Valeriaan in Brussel samen met Nature&Progrès.150 exposanten stelden hun producten en diensten voor aan 8000 bezoekers. De studie- en demodag ‘transitie is noodzakelijk’ van ABLLO in Kruibeke wekt enthousiasme op. Op de Dag van de Natuur staken meer dan 8000 mensen de handen uit de mouwen op 147 locaties onder leiding van Natuurpuntvrijwilligers. Er werd gesnoeid, geknot, geplagd, riet gemaaid. In totaal werden meer dan 37.800 bomen en struiken geplant. Leefmilieu Tongeren organiseert tijdens de jaarlijkse Dag van het Park gidsbeurten en workshops. Een 200-tal jongeren deden mee aan het educatief parcours op het strand en zeedijk van Oostende en behaalden het brevet van strandranger. Marien Ecologisch Centrum is de officiële vertegenwoordiger van het Wereldnatuurfonds aan de kust. 88.000 mensen uit meer dan 200 steden en gemeenten sprongen op de fiets tijdens de campagne ‘Met Belgerinkel naar de Winkel’ van Bond Beter Leefmilieu, UNIZO en CM.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
32
6.2.
Communicatief bereik
De natuur- en milieuverenigingen bereiken dagelijks ook duizenden mensen via communicatiemiddelen. Dit is zeker belangrijk in het licht van hun kernactiviteiten “sensibilisering, informatie en educatie” en “advies geven en expertise ter beschikking stellen”. Tabel 3. Bereik via verschillende soorten communicatiemiddelen
Actief bereik Abonnees tijdschrift en/of online verenigingsnieuwsbrief: Ontvangers van publicaties in het kader van acties en campagnes: Bezoekers website(s) (totaal, inclusief sociale media websites): Passief bereik radio en tv - gewestelijk radio en tv - regionaal kranten - gewestelijk en regionaal lokale nieuwsbladen
Bereik (aantal ontvangers) 410.830 755.835 4.590.580 Bereik (aantal vermeldingen) 1.418 566 3.795 1.081
Meer dan 410.000 mensen ontvangen een tijdschrift of verenigingsnieuwsbrief van de natuur- en milieuverenigingen.
Sommige nieuwsbrieven hebben heel grote oplages zoals die van Natuurpunt (90.000 abonnees) en Greenpeace (80.000 abonnees). Maar ook in kleinere oplagen van 500 tot 2500 abonnees worden tijdschriften opgemaakt en verstuurd. Een speciale vermelding mag gaan naar de vele regionale verenigingen die vier keer per jaar een professioneel tijdschrift uitgeven.
Met publicaties in het kader van acties en campagnes worden meer dan 750.000 mensen bereikt. De websites van de verenigingen met informatie over hun werking bereiken maar liefst 4.590.580 mensen. Heel wat verenigingen werkten daarnaast met specifieke campagnesites. Een groeiend aantal verenigingen is aanwezig op Facebook om interactief en kort op de bal te communiceren.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
33 Twee maal over de kaap van twee miljoen Ecobouwers.be is het webforum voor energiezuinig en duurzaam bouwen en verbouwen van Bond Beter Leefmilieu trok in 2011 2 miljoen bezoekers en forumleden, waarvan 1,5 miljoen unieke. De website waarnemingen.be van Natuurpunt bereikt jaarlijks 2 miljoen bezoekers. Maar liefst 65.000 vrijwilligers registreren er waarnemingen van planten en dieren. In totaal bezoeken jaarlijks 1,3 miljoen mensen de websites van Natuurpunt. Ook de websites van VELT en EVA zijn publiekstrekkers met elk 500.000 bezoekers in 2011.
Verenigingen gaven ook een schatting van het aantal keren dat hun vereniging, campagne, persbericht, duiding of actie vermeld wordt op radio, tv, kranten en lokale nieuwsbladen. Een vermelding op een van de Vlaamse tv-zenders kan gemakkelijk honderdduizenden mensen in één keer bereiken. Natuur- en milieugerelateerde onderwerpen halen bovendien regelmatig het avondnieuws. Ook de kranten en regionale radio en tv bereiken heel wat mensen. “In 2011 haalden we 216 keer de nationale krantenpers (dat is gemiddeld bijna dagelijks). Daarbij doken we regelmatig op in de Zevende Dag, Terzake, avondjournaals van VRT en VTM en waren we vaste klant op de lokale televisiezenders (ATV, TV Oost). We slagen erin om het dossier van de Oosterweelverbinding blijvend hoog op de politieke en media-agenda te houden.” stRaten-generaal “Ons videofilmpje over Barbie die de relatie met Ken verbreekt, verspreidde zich als een lopend vuurtje via het internet. Mattel, de fabrikant van Barbie heeft eindelijk beloofd om niet langer zijn speelgoed te verpakken in vernietigd regenwoud. Dit had een sneeuwbaleffect in België: Delhaize, Cartamundi en Van Genechten-Biermans verklaarden in de toekomst alle producten uit ontbossing te bannen.” Greenpeace
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
34
6.3.
Doelgroepen
De natuur- en milieuverenigingen bereiken tal van doelgroepen: overheden, ondernemingen, verenigingen, scholen en studiebureaus worden bereikt via activiteiten op maat: 80% van de activiteiten zijn gericht op particulieren 4.8% van de activiteiten op overheden 2% op ondernemingen en studiebureaus 4.6% op verenigingen 9,1% op scholen De doelgroepen van de regionale verenigingen verschillen significant van die van de gewestelijke verenigingen. Dit blijkt uit figuren 11 en 12. Figuur 11. Percentage van de 14.049 activiteiten van gewestelijke verenigingen per doelgroep.
Het hoge percentage activiteiten (88,3%) gericht op particulieren bij de gewestelijke verenigingen is voor rekening van Natuurpunt. De grootste natuurvereniging van Vlaanderen organiseerde in 2011 ruim 10.000 activiteiten gericht op particulieren. Opmerkelijk is dat van een traditionele gerichtheid op particulieren en overheden, de gewestelijke natuur- en milieuverenigingen zich ook sterk zijn gaan oriënteren op verenigingen, scholen en ondernemingen.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
35 Figuur 12. Percentage van de 3391 activiteiten van regionale verenigingen per doelgroep.
47,6% van de activiteiten van regionale verenigingen is gericht op particulieren. 32,1% op scholen, 9,9% op overheden en 2% op ondernemingen. De doelgroepen bij de steekproef van lokale verenigingen komen in grote lijnen overeen met die van de regionale verenigingen. Een kleiner percentage van activiteiten is gericht op scholen en een groter percentage op overheden.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
36 Figuur 13. Gerichtheid op doelgroepen van de activiteiten van gewestelijke en regionale verenigingen. Uitgedrukt in aantal verenigingen die een bepaalde cluster aan activiteiten tot een bepaalde doelgroep richten.
Deze figuur geeft per activiteit weer op welke doelgroepen ze gericht zijn. Niet alle gegevens zijn even interessant. Het organiseren van natuur- en milieuzorg is vooral gericht op particulieren, scholen en verenigingen. Het aanklagen of bespreekbaar maken van misstanden is vooral gericht naar overheden, en ook, maar in veel mindere mate, rechtstreeks naar bedrijven. Sensibiliserende, informatieve en educatieve activiteiten worden aan alle doelgroepen in hoge mate aangeboden, met uitzondering van de studiebureaus. Advies en expertise is in grote mate bestemd voor overheden, maar ook voor verenigingen en particulieren.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
37 Figuur 14. Activiteiten van gewestelijke en regionale verenigingen gericht op een bepaalde doelgroep. Uitgedrukt in aantal verenigingen die deze doelgroep aanspreekt met een bepaalde activiteit.
Activiteiten voor de doelgroep particulieren zijn vooral sensibilisering, informatie en educatie. Daarnaast is er ook veel aandacht voor het geven van advies, natuur- en milieuzorg. Naar overheden toe gaat het in de eerste plaats om deskundig advies geven, op de voet gevolgd door aanklagen van concrete misstanden alsook sensibilisering, informatie en educatie. Ondernemingen worden vooral aangesproken via sensibilisering, informatie en het ter beschikking stellen van expertise en advies. Sensibilisering is met voorrang de meest aangeboden activiteit aan scholen, gevolgd door natuur- en milieuzorg en advies.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
38
‘Jongeren keren het klimaat!’ is een campagne van GREEN om jongeren uit basis- en secundaire scholen bewust te maken van de klimaatproblematiek. Vijf dagen per jaar daagt GREEN scholen uit rond voeding, kringloop, energie, water en het klimaat. Voor elke actie is er een dossier met achtergrondinformatie, tips en ideeën voor leerkrachten. “In het project “Mus & Mix, (bio)diversiteit in de stad” focust Natuurpunt Educatie op het bereiken van etnisch-culturele minderheden. Allochtone deelnemers in contact brengen met natuur en milieu via inburgeringstrajecten, cursussen Nederlands, via integratiediensten of opvangcentra en via zelforganisaties.” Natuurpunt Educatie Natuur.koepel reikt jaarlijks de ‘Klimop Award’ uit voor vooruitstrevende initiatieven die de natuur en/of milieu in Zuid-West-Vlaanderen ten goede komen. Alle 44 Limburgse gemeenten ondertekenden het Covenant of Mayors: een verbintenis om de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen op hun grondgebied te verhogen (minstens 20% CO2 reductie tegen 2020). Bond Beter Leefmilieu
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
39
7. Maatschappelijke verankering 7.1.
Leden en vrijwilligers
De natuur- en milieuverenigingen maken deel uit van het Vlaamse middenveld. Middenveldorganisaties vervullen drie belangrijke maatschappelijke taken. 1. Zij verenigen mensen en dragen op die manier bij tot maatschappelijke betrokkenheid en sociale cohesie. 2. Middenveldorganisaties geven mensen een geïnformeerde stem en laten de burgers wegen op het beleid. 3. Zij geven de burger ook effectief invloed op het beleid en willen dat beleid inspireren, doeltreffend en efficiënt maken. Het weefsel van vrijwilligers en leden van natuur- en milieuverenigingen is stevig verankerd in het Vlaamse middenveld. De verenigingen werken dagelijks aan de versterking van de capaciteit van dit brede weefsel om hun actieve rol in de samenleving op te nemen. Dat blijkt uit het hoge aantal leden en vrijwilligers.
Particuliere leden 286.856 mensen zijn aangesloten als lid bij een natuur- en milieuvereniging in 2011. Een gewestelijke vereniging heeft gemiddeld 7.094 particuliere leden. Een regionale vereniging heeft gemiddeld 1.378 particuliere leden en een lokale vereniging gemiddeld 112 leden. In werkelijkheid ligt het gemiddelde hoger voor gewestelijke en regionale verenigingen met particuliere leden, omdat een aantal verenigingen enkel organisaties als leden heeft.
Vrijwilligers 16.253 mensen besteden een deel van hun vrije tijd als vrijwilliger bij een natuur- of milieuvereniging. In 2011 kon een gewestelijke vereniging rekenen op de helpende handen van gemiddeld 389 vrijwilligers. Een regionale vereniging had gemiddeld 76 vrijwilligers en een lokale vereniging gemiddeld 25 vrijwilligers.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
40
7.2. Ondersteuning van vrijwilligers en leden
het
weefsel
van
Verenigingen verstrekken diverse vormen van ondersteuning aan hun leden en vrijwilligers. Meest voor de hand liggend zijn inhoudelijke ondersteuning (o.a. vorming), belangenverdediging en het uitwerken van actiemodellen waarmee leden en vrijwilligers aan de slag kunnen. Organisatorische en administratieve bijstand, vaak achter de schermen, is ook van essentieel belang voor het goede verloop van de verenigingswerking. Ze wordt omwille van de noodzaak aan permanente opvolging veelal verleend door professionele medewerkers. We polsten de verenigingen naar hun ondersteuning van het weefsel. Daaruit bleek dat 75% van de natuur- en milieuverenigingen individuele ondersteuning biedt aan vrijwilligers en leden. 53% van de verenigingen ondersteunt vrijwilligers en leden (ook) via groepsstructuren zoals afdelingen, werkgroepen en/of aangesloten verenigingen. Figuur 15. Aantal verenigingen dat rechtstreekse ondersteuning biedt aan vrijwilligers en leden
75% van de verenigingen biedt een of meerdere vormen van rechtstreekse ondersteuning aan vrijwilligers en leden: 63% van de verenigingen ondersteunt door het geven informatie, advies en/of cursussen om de kennis, competenties en capaciteit binnen hun weefsel te versterken. 50% van de verenigingen helpt zijn vrijwilligers bij het organiseren van activiteiten (materiaal, communicatie, achtergrondinformatie voor een beleidsdossier...). 42% zorgt ook voor administratieve ondersteuning, zoals deelnemerslijsten, toelatingen door de overheid, of het naleven van de vrijwilligerswetgeving. 36% biedt actiemodellen aan waarmee vrijwilligers en leden anderen in hun omgeving aanspreken en mobiliseren. Dit kan gaan om het warm maken van collega’s voor hun thema tot het opzetten van autodeelgroepen in hun buurt.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
41 23% van de verenigingen biedt hun leden en vrijwilligers geen rechtstreekse ondersteuning. Bijna de helft van deze verenigingen werkt wel met aangesloten verenigingen, afdelingen of werkgroepen, zodat indirecte ondersteuning mogelijk wordt gemaakt. Bijna de helft van de steekproef van lokale verenigingen staat hun vrijwilligers bij voor het organiseren van activiteiten. Ze geven in mindere mate ook informatie, bieden actiemodellen aan en zorgen voor administratieve ondersteuning van leden en vrijwilligers. Natuur.koepel biedt zijn leden en vrijwilligers snelcursussen (bijv. lieveheersbeestjes) aan. Laagdrempelige natuureducatie met theorie en praktijk waarbij geen voorkennis is vereist. EVA heeft een actieve forumwerking voor leden en vrijwilligers. Je kan er weetjes posten over alles rond ecologische voeding en aanverwante thema’s.
Figuur 16. Ondersteuning van vrijwilligers en leden via 51 verenigingen met afdelingen, werkgroepen of aangesloten verenigingen van verenigingen.
85% van de verenigingen met afdelingen, werkgroepen of aangesloten verenigingen biedt concrete ondersteuning aan deze groepen: 83% zorgt voor inhoudelijke ondersteuning in de vorm van informatie, advies en opmaken van beleidsdossiers. 54% geeft ondersteuning bij administratie, financiën en advies op organisatorisch en methodologisch vlak. 41% verdedigt de belangen van haar aangesloten verenigingen en afdelingen op vlak van subsidies, wetgeving en/of werkgeverszaken.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
42 Natuurpunt: fijnmazig netwerk van afdelingen als sleutel tot succes Natuurpunt telt 88.000 leden verenigd in 160 afdelingen en heeft daarmee van alle natuur- en milieuverenigingen het meest fijnmazige netwerk van afdelingen in Vlaanderen. De afdeling wordt beschouwd als de basis van de vereniging: “De afdelingen van Natuurpunt zijn de voorhoede om de natuurbehoudsgedachte te verspreiden en te sensibiliseren en informeren over onze thema’s. Binnen de afdeling krijgt elk lid van Natuurpunt kansen om zich op alle vlakken te ontplooien, vorming te volgen en zich daadwerkelijk in te zetten voor de natuur.” VELT: bewegingscoaches helpen lokale afdelingen en groepen VELT zet vrijwilligers in die lokale afdelingen en groepen ondersteunen om hun engagement met enthousiasme en voldoening vorm te geven. Deze opgeleide Bewegingscoaches helpen groepen bij uitdagingen of problemen: beter vergaderen, aansluiting vinden bij andere eco-initiatieven… Ze maken nieuwe vrijwilligers wegwijs in de werking. De vrijwilligers spreken nieuwe doelgroepen aan en zoeken aansluiting met nieuwe vormen van engagement. VELT werd met deze innoverende en inspirerende ondersteuning van haar vrijwilligers de laureaat van de Prijs voor het Vrijwilligerswerk van de Verenigde Verenigingen. Bond Beter Leefmilieu: 83% van de gewestelijke en 79% van de regionale lidverenigingen bereikt met ondersteuningsaanbod BBL organiseert vormingen over organisatieontwikkeling en milieubeleid, doet begeleiding, coördineert bewegingsevenementen, bemant een helpdesk waar lidverenigingen terecht kunnen en verdedigt de belangen van haar aangesloten verenigingen.
De West-Vlaamse Milieufederatie kwam samen met de aangesloten natuur- en milieuverenigingen en VOKA tot een gedegen en gedragen standpunt rond windenergie. Dit resulteerde in een positieve aanpassing van het aantal zones die in aanmerking komen voor de inplanting van windturbines.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
43
7.3. Netwerking met andere organisaties en overheden 97% van de natuur- en milieuverenigingen netwerkt (sterk) met andere organisaties uit de eigen sector, het ruimere middenveld, en met overheden op verschillende niveaus. Ook op deze manier zorgen zij voor maatschappelijke verankering van hun thema’s. Figuur 17. Samenwerking met andere organisaties
Bijna 90% van de verenigingen werkt samen met een of meerdere andere natuur- en milieuverenigingen, o.a. voor het organiseren van activiteiten of beleidswerk. 81% werkt intensief samen met de overheid op de verschillende niveaus, onder andere door te zetelen in de gemeentelijke en Vlaamse milieuraden. Bijna 70% van de verenigingen werkt samen met scholen, vaak via educatieve pakketten of begeleide bezoeken van leerlingen. 63% van de verenigingen organiseren samen met sociaal-culturele verenigingen zoals Femma of Okra activiteiten op lokaal niveau over de thema’s waarin de natuur- en milieuverenigingen specialisten zijn, zoals energiebesparing, gegidste wandelingen of ecologische voeding. Sommige partnerschappen spelen zich eerder af op beleidsvlak, zoals samenwerking met de Gezinsbond voor kindvriendelijke woonwijken. Opmerkelijk is dat bijna 40% van de verenigingen samenwerkt met ondernemingen, dit kan bijvoorbeeld gaan om de lokale middenstand bij acties om zachte mobiliteit te promoten, ondernemingen die duurzame producten aanbieden of bedrijven met een terrein dat beheerd wordt op ecologische wijze. Bij de vraag werd sponsoring en subsidiëring niet in aanmerking genomen. Landbouworganisaties zijn ook een belangrijke
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
44 gesprekspartner van verenigingen die bezig zijn met natuurbeheer, ruimtelijke ordening en voedselproductie. Interessant zijn ook de partnerschappen van een aantal verenigingen met werkgeversorganisaties en vakbonden. Met vakbonden wordt er zowel op gewestelijk niveau als soms lokaal samengewerkt naar het gemeenschappelijke streefdoel van een duurzame en rechtvaardige samenleving. Uit de steekproef van lokale verenigingen blijkt minder samenwerking met alle soorten partners in vergelijking met de gewestelijke en regionale verenigingen. Meer dan 80% werkt samen met andere natuur- en milieuverenigingen. Meer dan 55% werkt met de overheid en 50% met buurtcomités of actiegroepen. Er wordt ook samengewerkt met scholen (38%), sociaal-culturele organisaties (34%) en ondernemingen (23% van de verenigingen). Samenwerking, samenwerking, samenwerking “In samenwerking met scholen en de gemeente hebben we een zwaluwenproject, waarbij kinderen en jongeren zwaluwnesten leren maken. “ De Gruune Steen “Het Regenboogpad is een NME-project ontwikkeld door de educatieve medewerkers van Werkgroep Isis vzw, Orchis vzw en Limburgs Landschap vzw. Het is een belevingswandeling waarbij kinderen aan de hand van allerlei opdrachten met hun zintuigen de natuur ontdekken.” Werkgroep Isis “We begeleiden Alpro bij biodiverse maatregelen op hun bedrijfssite. We organiseerden ook een werkdag met de werknemers van BOSS paints.” Natuur.koepel “Dankzij onze input bij een landinrichtingsproject startten de Vlaamse Landmaatschappij en het Regionaal Landschap Houtland een akkervogelstudie. Landbouwers leggen i.h.k.v. beheersovereenkomsten wildakkertjes aan die door onze vrijwilligers opgevolgd worden.” De Houtlandse Milieuvereniging “We hebben Duitse en Britse collega-opvangcentra rond de tafel gekregen om één Europees protocol uit te werken voor de behandeling van vogels met olievervuiling.” Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende “Ons project in samenwerking met Natuurpunt Oost-Brabant en het Regionaal Landschap Dijleland rond natuur in de stedelijke omgeving, wordt mee opgevolgd door de milieuambtenaar van de stad Leuven.” Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
45 Platformfunctie 44.9% van de verenigingen heeft een platformfunctie, waarbij verschillende types van organisaties en/of instanties samengebracht worden voor overleg. Arbeid & Milieu , FSC België, VIBE en Passiefhuis-Platform zijn platformorganisaties bij uitstek. Maar ook heel wat andere verenigingen nemen initiatief om verschillende organisaties of instanties samen te brengen voor overleg over hun thema’s.. Daarmee slaan ze bruggen tussen verschillende stakeholders om samen actie te ondernemen. Arbeid & Milieu is een samenwerkingverband tussen de milieubeweging en de drie vakbonden aan Vlaamse zijde. Vanuit het gemeenschappelijk streven naar een sociaal en ecologisch verantwoorde samenleving bevordert zij wederzijds contact en begrip, organiseert overleg en doet aan beleidsadvisering rond gemeenschappelijke standpunten (vergroening van de economie, sociaal-rechtvaardige transitie). VIBE, het Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen bevindt zich op het kruispunt van de milieubeweging en de bouwsector. Het is een platform van bouwfederaties, bouwprofessionelen, particulieren en overheden voor de bevordering van bio-ecologisch bouwen en wonen. Grenzeloze Schelde brengt de privésector en publieke organisaties en instanties van het Scheldestroomgebied samen, over de landsgrenzen heen, voor een integraal, duurzaam en participatief waterbeheer.
Met het webplatform Mobimix.be voor duurzame mobiliteit brengt Bond Beter Leefmilieu de competenties en ervaring samen van de Vlaamse Overheid (Departement Mobiliteit en Openbare Werken en Departement Leefmilieu, Natuur en Energie), de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, de Vlaamse Stichting Verkeerskunde, Mobiel 21 en Bond Beter Leefmilieu. Het Opvangcentrum voor vogels en wilde dieren van Oostende vervult een internationale platformfunctie op vlak van een snelle en efficiënte aanpak van olievervuiling op zee en het redden van vogels.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
46
8. Samenvatting De Vlaamse natuur- en milieuverenigingen vormen een diverse groep van verenigingen. Ze zetten zich in van het lokale tot het mondiale niveau. Ze zijn actief rond vele deelthema’s en bouwen bruggen naar andere maatschappelijke thema’s. De natuur- en milieuverenigingen zetten daarbij een waaier aan activiteiten en methodieken in. De klassieke formules worden met succes heruitgevonden. En tegelijkertijd gaan de verenigingen innovatief tewerk in hun communicatie en in hun campagnes. De verenigingen zijn zo voortdurend in beweging. Sensibiliseren, informeren en adviseren zijn kernactiviteiten. Natuur- en milieuverenigingen steken ook letterlijk de handen uit de mouwen in de natuur en de onmiddellijke leefomgeving. De verenigingen slagen er in een breed en gevarieerd publiek te bereiken: zowel wat het aantal deelnemers aan projecten en campagnes betreft, als wat de aard van de doelgroepen betreft. Op jaarbasis doen meer dan 2 miljoen mensen mee aan 18.000 activiteiten georganiseerd door de natuur- en milieuverenigingen. Tegelijkertijd hebben de verenigingen een (unieke) inhoudelijke kennis en expertise die zij ten dienste stellen van particulieren, overheden, verenigingen, scholen, studiebureaus en ondernemingen. Ze werken samen waar het kan en voeren actie wanneer het moet. Natuur- en milieuverenigingen zijn stevig verankerd in het Vlaams middenveld. Samenwerking met andere organisaties en overheden is een evidentie. Met 15.000 vrijwilligers en 290.000 leden zijn ze elke dag weer op vele fronten actief om zorg te dragen voor onze natuur en het hoofd te bieden aan de grote ecologische uitdagingen voor onze samenleving.
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
47 Bijlagen
8.1.
Vragenlijst
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
48
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
49
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
50
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
51
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
52
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
53
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
54
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011
55
BBL is de koepel van 30 gewestelijke verenigingen Arbeid & Milieu, ATB De Natuurvrienden, Autopia, Comité Jean-Pain, CVN, De Milieuboot, Dialoog, Ecolife, Fair Timber/FSC België, Friends of the Earth, afdeling Vlaanderen en Brussel, GREEN, Greenpeace Belgium, Grenzeloze Schelde, Bos+ Tropen, JNM, KMDA, Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie, Koninklijke Vereniging Natuur- en Stedenschoon, Nationale Boomgaardenstichting, Natuurpunt, Passiefhuis-Platform, Preventie Lichthinder, Taxistop, Trage Wegen, TreinTramBus, VELT, Bos+ Vlaanderen, VIBE, Vogelbescherming Vlaanderen, WWF-Vlaanderen
34 regionale verenigingen ABLLO, ALR, Benegora Leefmilieu, De Bron, Gents MilieuFront, Houtlandse Milieuvereniging, Limburgs Landschap, Limburgse Milieukoepel, MAMA, Marien Ecologisch Centrum, Milieufront Omer Wattez, Natuur.koepel, Natuurhulpcentrum, Natuurpunt Antwerpen Noord, Natuurpunt Brugs Ommeland, Natuurpunt De Torenvalk Natuurpunt en Partners Meetjesland, Natuurpunt Gent, Natuurpunt Limburg, Natuurpunt Oost-Brabant, Natuurpunt Schijnvallei, Natuurpunt Wase Linkerscheldeoever, Opvangcentrum voor vogels en wilde dieren Oostende, Orchis, Raldes, Red De Voorkempen, Strandwerkgroep België, VMPA, Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum, Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud, vzw Durme, Werkgroep Isis, West-Vlaamse Milieufederatie, Zenne en Zoniën
72 lokale verenigingen 't Groot Gedelf, ’t Uilekot, Actiecomité Bessemstraat, Actiecomité Milieubescherming Merelbeke, Actief Terhagen, actiegroep BETON, Actiegroep Sint-Baafskouter-Rozebroeken, Awaccs, Boreas, BorgerhouDt Van Mensen, De Groene Beuk, De Gruune Steen, De Paddenbroek, De Papegay, De Raaklijn, De Ruidenberg, De Verrekijker, De witte Pion, Dorpscomité Wilsele-Dorp, Durme afdeling Zele-Berlare-Wichelen, Ecofolie, Fauna Flora Fotoclub Schoten, Gents Ecologisch Centrum, Groen, Groen- en Natuurbeschermingscomité Destelbergen, Groen-Blauw-Rood, Groene Gordel Front in Brugge en Ommeland, Groenkomitee Hasselt, Groep Leefmilieu Klein-Brabant, Heempark Genk, Houtlandse Milieugroep, Kolena, Koninklijke Vereniging Natura-Limburg, Kringloopcentrum Teleshop, Leefbare polderdorpen, Leefmilieu Roeselare, Leefmilieu Tongeren, Leefmilieu Wetteren, Leefmilieugroep Mechelen-Zuid, Milieugroep de Mangelbeek, Milieuraad Heusden-Zolder, Milieuwerkgroep Tielrode - Ons Streven, Mobiel, Mondo, Natura Zoniën, Natuur & Milieu Lebbeke, Natuurlijk Zulte, Natuurpunt Borgloon, Natuurpunt De Vlasbek, Natuurpunt M.O.Lennik, Natuurpunt-De Buizerd, Natuurwerkgroep De Gavers, Steendorp Leefruimte, Sterrebeek 2000, Stichting Marguerite Yourcenar, stRaten-generaal, Stuurgroep Sint-Andries, Vanonderuit!, Vogelopvangcentrum Brasschaat, Vogelopvangcentrum Bulskampveld, Vogelopvangcentrum Geraardsbergen-Lierde, Vogelopvangcentrum Herenthout, Vogelopvangcentrum Kieldrecht, Vogelopvangcentrum Malderen, Vogelopvangcentrum Merelbeke, Aktiegroep Leefmilieu Kempen (VALK), Wake-Up Kraainem, Werkgroep Ekologie Lummen, Werkgroep Mobiliteit Merelbeke, Werkgroep voor Milieu en Verkeer, WILOO, ZonneWinDT
11 verenigingen met milieu als nevendoelstelling Catapa, EVA, Federatie van kinder, jeugd-en gezinsboerderijen, Fietsersbond, Kilowat?uur, Mier, Milieucel V.V.H.V., MOBIEL 21, Netwerk Bewust Verbruiken, Opbouwwerk Pajottenland, Pro Natura Steunfonds
Profiel van de natuur- en milieuverenigingen in 2011