Dienst van 25 juli 2010
Ds. Willemijn Bakkes
Silogemeente, Utrecht,
Teksten: Gen. 18, 20-33 en Luc.11, 1-13
Vragen staat vrij.
Heer, leer ons bidden De leerlingen vroegen aan Jezus;’Heer, leer ons bidden.’ Nu was het zo dat het Joodse volk onderricht kreeg in bidden, maar hun gebeden bestonden vooral uit aanbidding en lofprijzing. Maar Johannes leerde zijn discipelen ook op een andere wijze te bidden: gebeden die smeekbeden en vragen in hielden. En dat wilden de volgelingen van Jezus ook leren. Zij weten van Jezus dat Hij vaak en veel bad. Jezus trok zich regelmatig terug om te bidden tot de Vader. Om te praten met Zijn Vader. Als er één is die hun kan leren bidden is het Jezus wel. Jezus kan ons leren bidden door zijn Woord en Geest. God heeft Jezus gezalfd met de Heilige Geest. Het is de Heilige Geest die Hem leidt en die Hem ook leidt in het gebed. Zo leert Jezus zijn leerlingen het voor ons zo bekende gebed ‘het Onze Vader’ te bidden. In dit gebed noemt Jezus de Here God ‘Vader’ of wel ‘Abba’. Daaruit spreekt de vertrouwelijke relatie tussen God en de Zoon, en ook tussen God en ons. Wat Jezus zijn leerlingen leerde in de Bergrede, vinden we terug in het ‘Onze Vader’. Dit gebed geeft aan hoe onze houding naar God en onze medemens moet zijn; hoe wij zouden moeten leven als Christenen. ‘Uw naam moet geheiligd worden.’ Gods naam heiligen betekent Hem de eer en de erkenning geven die Hem toekomt. In het eerste deel van het gebed wordt alle aandacht gericht op God. Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid. In het tweede gedeelte gaat het over zaken die ons en onze leefsituatie aangaan in materieel ( brood) en geestelijk opzicht ( vergeving en bescherming). Opvallend is dat in het gebed alles in de ‘wij-vorm’ geschreven staat, waarmee duidelijk wordt gemaakt dat de mens niet alléén voor God staat, maar dat wij als gemeenschap voor God staan. Deze gemeenschap heeft dagelijks het brood nodig en vergeving van zonden. Jezus heeft al eerder zijn leerlingen duidelijk gemaakt dat zij zich geen zorgen moeten maken over wat ze zullen eten en waarmee zij zich zullen kleden ( Matt. 6:25). En in dit gebed wordt nog eens duidelijk gemaakt dat God ons zal voorzien van dagelijks brood. In de Griekse vertaling staat dat het om elke dag opnieuw gaat. Elke dag opnieuw zal God voorzien. Denk maar eens terug aan het mannawonder in de woestijn. God zorgt voor Zijn kinderen en niet alleen voor voedsel, maar ook voor andere zaken die betrekking hebben op ons levensonderhoud mag gebeden worden.
1
Als we naar de bede om vergeving van zonden kijken, zien we dat van ons een vergevende houding wordt gevraagd. De vraag aan God om vergeving van zonden, vraagt van ons een voortdurende bereidheid om de ander te vergeven. Niet alleen van God, maar ook van ons wordt actie gevraagd. Vervolgens mogen wij op God steunen tegen de strijd met de boze. Wij kunnen die strijd niet alleen aan. Er zullen altijd aanvallen gedaan worden op ons geloof, maar we mogen de Heer bidden om ons niet aan ons lot over te laten.
Wat mogen wij van God, onze Vader, verwachten? Ik weet dat veel mensen moeite hebben met het bidden tot God,met het in gesprek gaan met Hem : “Je vraagt God toch niet om iets, want je weet dat Hij voor je zorgt. Geloven is toch ook vertrouwen”. Ja, dat klopt, maar Jezus zegt ons dat wij met onze vragen tot onze hemelse Vader mogen gaan. Hij is een Vader die omziet naar zijn kinderen en zelf zegt:’Bid en u zal gegeven worden. De Heer wil in alle opzichten deelgenoot zijn van ons leven en dat kan alleen als Hij overal bij betrokken wordt. Dus ook onze nood, ons verdriet, onze angst, onze vragen. Hij zal ons niet op de stoep laten staan en ons ook niet met lege handen wegsturen. Jezus maakt dit duidelijk aan de hand van het voorbeeld van vrienden die er voor elkaar zijn en elkaar helpen. En hieruit mogen wij opmaken dat we meer dan één keer tot God mogen bidden en Hem mogen vragen om hulp. Hij geeft het voorbeeld van de vriend die net zo lang blijft vragen totdat hij krijgt wat hij nodig heeft. Vanmorgen hebben we het Bijbelgedeelte gelezen waarin Abraham in gesprek is met zijn God. Tot 7 keer toe vraagt Abraham om het sparen van Sodom. God had bij de eerste keer al kunnen zeggen:’Abraham, dit zijn jouw zaken niet. Ik weet wat ik doen.’ Maar God luisterde naar Abraham en kwam Abraham tegemoet. Elke keer kreeg Abraham iets van God. Zeven keer heeft Abraham God gevraagd om Sodom te sparen en pas toen Abraham ophield met vragen, toen hield God ook op met geven. Jezus komt met een paar voorbeelden waarmee Hij duidelijk wil maken hoe een vader voor zijn kind zorgt. En zo zal God des te meer voor Zijn kinderen zorgen. Wij mogen weten dat als wij God om brood vragen, Hij ons geen stenen zal geven. De voorbeelden die Jezus hier hanteert zijn niet zo maar uit de lucht gegrepen. Brood en steen kunnen dezelfde vorm en kleur hebben. Zo ook bij vis en een slang. Een vis, bv een aal lijkt op een slang. Een schorpioen die in elkaar kruipt heeft de vorm van een ei. Nee, zegt Jezus, wij mogen vragen, we mogen bidden tot God en ons zal gegeven worden. Maar daarbij moeten wij ook op zoek gaan. Op zoek gaan naar het Koninkrijk van God, op zoek gaan naar de Heer, op zoek gaan in het Woord van God. Een vraagje:’Als u iets nodig hebt van een vriend, valt u dan meteen met de deur in huis of heeft u eerst samen een gesprekje. Ben je eerst geïnteresseerd in het wel en wee van je vriend en kom je daarna met je vraag?’ Ja, soms is de situatie zodanig dat het nodig is om meteen met je vraag om hulp te komen. Ook dat zal de Heer begrijpen.
2
Maar het is goed om eerst stil te staan bij de liefde en trouw van de Heer, bij zijn zorg voor heel de schepping. Hem de lof en de eer te brengen, want op die manier kom je heel dicht bij Hem en zul je merken dat het bidden tot God, het praten met Hem vertrouwelijker wordt. Abraham stond heel dicht bij God en de angst verdween. Hij durfde steeds meer te vragen. Vervolgens zegt Jezus:’ wie klopt zal worden open gedaan’. We zullen nooit voor niets aan de poort bij Jezus staan. Als wij aan Hem vragen of we binnen mogen komen en bij de kudden mogen horen, zal Hij ons nooit buiten laten staan. Als goede vrienden dat al niet doen, zal God dat zeker niet doen. Vragen om de Heilige Geest Waarom eindigt Jezus zijn uitleg met :’dat God, de Vader, ons , als wij erom bidden, des te meer de Heilige Geest wil geven. Waarom komt Jezus hier met de Heilige Geest, waarom is de Heilige Geest zo belangrijk? Welke rol speelt de Heilige Geest in ons bidden? Als we spreken over de Heilige Geest over wie/ wat hebben we het dan? We lezen in de Bijbel dat God, Zijn Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest Eén zijn en toch kunnen wij de H.G ontvangen. Maria werd zwanger van Jezus door de heilige Geest en de hele bediening van Jezus start met de H.G, want God heeft Jezus gezalfd met de H,G. en met kracht bekleed ( Hand. 10:38) In het hele plan dat God heeft met ons, en met deze wereld speelt de H.G. een belangrijke rol. Hij is de Geest van genade, de Geest van de Heerlijkheid. ( Hebr. 10:29 ; 1 Petrus 4:14) Ja, de Geest van God. De macht van de H.G. is bovennatuurlijk, maar als je goed kijkt wat de H.G. doet, past zijn werk volledig in het dagelijks leven van ons. De H.G. maakt het ‘gewone’ ‘buitengewoon’ en maakt het alledaagse mooi. De H.G. maakt mensen tot andere mensen. Zacharia, een profeet uit het Oude Testament spreekt over de Geest van genade en van de gebeden ( 12:10). Wat is de betekenis van de Heilige Geest voor ons in ons leven, in deze wereld? De H.G. is een Geest van kennis, van liefde. De Geest maakt mensen bekwaam om bepaalde taken die God hen heeft opgedragen goed te kunnen doen. Wij ontvangen door de Geest kennis, inzicht, kracht, liefde en geduld, vrede. De Geest wijst ons de weg en wijst ons op gevaren. De Geest opent onze ogen voor de schepping van God en laat ons ook de kleine dingen zien die de Heer voor ons persoonlijk heeft gedaan of bezig is te doen. De Geest helpt ons het Woord van God goed te verstaan. De H.G. spreekt tot ons, het is Gods stem. God wil ons steeds meer van Zijn Geest geven, maar als wij de Geest in de weg staan, door bijvoorbeeld dingen te doen die niet van God zijn, dan zal de werking van de Geest ook ophouden. Wij kunnen door ons handelen en denken de Geest verdriet doen, dus God verdriet doen. Het belangrijkste is dat de Geest geestelijke gaven geeft aan de kinderen van God die tot opbouw dienen van het lichaam van Christus, de gemeente, de Kerk waarvan Jezus het Hoofd is. Ook Jezus had de Heilige Geest nodig; de kracht van God. De Heilige Geest leidde Jezus in zijn gebeden tot de Vader en zo leidt de Heilige Geest ons ook. De H.G. leert ons bidden en brengt ons in gedachten waarvoor wij mogen bidden. Daarom is het zo belangrijk om eerst het Koninkrijk van God te zoeken, om in de nabijheid van God te komen en zo het werk van de H.G. te kunnen ervaren.
3
Zoek eerst het Koninkrijk van God betekent dat wij los komen van ons dagelijks leven, ons werk en onze gedachten die ons bezig houden, en openstaan voor wat de Geest tot ons wil zeggen. Hij brengt ons de woorden in gedachten. Je komt pas geloofwaardig over bij iemand, als die persoon merkt dat je er helemaal voor hem of haar bent en niet elke keer afdwaalt en op je horloge kijkt. Die persoon zal anders denken of vragen: ‘Hoor je me wel?’ Luister je wel echt naar mij, want ik zie dat je steeds afdwaalt.’ We hebben de Heilige Geest nodig in onze relatie tot God. Jezus werd gezalfd met de Heilige Geest. De Vader wist heel goed wat zijn Zoon nodig had om staande te blijven in een wereld vol ongeloof en agressie. Zijn wij meer dan Jezus? Zouden wij de Geest niet nodig hebben? Nee, zegt de Heer, wij hebben de Geest nodig om staande te blijven en om te bidden. Hoe meer wij om de Geest vragen, hoe meer God ons zal geven. God geeft ons steeds meer naar mate wij groeien in geloof. Ons geloof kun je vergelijken met een appelboom die moet groeien voordat er vruchten aankomen. Een jonge, kleine appelboom kan de vruchten nog niet dragen. En een appelboom maakt net zoals wij, ook tijden door van kwetsbaarheid, bv door de verschillende jaargetijden. Maar God zal voorzien en geeft de boom wat hij op dat moment nodig heeft. Zo gaat het ook bij de mensen. Wij krijgen van God wat wij nodig hebben op dat moment. Wij mogen blijven vragen om vervulling van de Geest, de Geest die leidt, die ons leert wat de liefde inhoudt. Door de gaven van de Geest mogen we steeds meer op Jezus gaan lijken. Hoort God ons echt? Ja, God hoort ons; Hij kent ons en onze situatie en Hij zorgt voor ons. Hij hoort onze gebeden en niemand wordt weggestuurd met lege handen. Al onze gebeden mogen wij in vol vertrouwen voor de Here God neerleggen. Wat de Heer zal doen met onze gebeden, hoe de Here God voor ons, voor onze geliefden gaat doen, weten we niet. Maar de H.G. zal ons laten zien dat de Here God ons niet vergeten is. Wij krijgen niet altijd waarvoor wij bidden. Vaak worden wij gezegend op een andere manier, bv. doordat we kracht krijgen om iets te dragen, door troost, door innerlijke rust. Mijn vriendin werd niet genezen, maar zij kreeg heel veel kracht en wijsheid om haar man en kinderen te leiden in de laatste periode van haar leven. Nog nooit was er zo diepgaand over het geloof gesproken. Haar kinderen die tijdens de middelbare schooltijd besloten hadden niet meer mee te gaan naar de kerk en hun eigen weg te gaan, die kwamen juist met de vragen. Soms worden we helemaal wanhopig en woedt er een strijd in ons en toch mogen we weten dat God bij ons is en ons niet loslaat. Pas als wij onze boosheid, onze teleurstellingen, onze wanhoop los durven laten en ons over durven geven in de handen van de Heer, zullen we gaan zien en ervaren dat God wel degelijk voor ons zorgt. Zoals Jezus vlak voor zijn dood zei:’Niet mijn wil, maar Uw wil geschiedde. Een kleinkind vertelt: Ik was 15 jaar en mijn opa 80 en behoorlijk doof. We zaten samen aan tafel en ik zat naast opa. Tegenover hem zitten had weinig zin want dan verstond hij me niet. Als ik naast hem zat kon ik in zijn goede oor spreken en konden we met elkaar praten. Op een dag vroeg ik mijn opa:’Opa, u bidt elke dag.’ En opa knikte. ‘Opa’, ging ik verder, ‘heeft u nooit eens gedacht: ‘Wat heeft dat bidden nu voor zin?’ Maar opa draaide zich een kwartslag om. Hij keek me aan en zei:’Hoe doof ik ook ben, ik heb je vraag heel goed verstaan. Als een dove man je verstaat, wat denk je dan van God die niet doof is?Hij 4
verstaat je altijd!’ ‘Maar opa, als God ons altijd verstaat, waarom geeft Hij dan geen antwoord?’ Lief kleinkind van me, Ik heb God altijd veel gevraagd en ik heb altijd veel van Hem gekregen. Alleen, ik kreeg het vaak anders dan ik zelf bedacht had. Zijn antwoorden zijn niet altijd onze antwoorden. Maar Hij verhoort onze gebeden wel.” In Jes. 59 staat: de arm van de Heer is niet te kort om te redden, en zijn gehoor niet te zwak om te luisteren. God hoort ons, ziet ons en redt ons. Gods liefde voor ons is overstelpend, eeuwig duurt de trouw van de Heer. ( Ps.117)
Amen
5