SWOT Staat van Utrecht 2010
Prof. dr. ir. Hans Mommaas Ruben Smeets, MSc Drs. John Dagevos Tilburg, 22 maart 2011
Documentnummer: 10.048 Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013 - 466 87 12 F 013 - 466 34 99
[email protected] www.telos.nl
Inhoudsopgave
1
Inleiding/leeswijzer
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Ecologisch Kapitaal Voorraad Bodem en grondwater Voorraad Lucht Voorraad Oppervlaktewater Voorraad Natuur en landschap Voorraad Grondstoffen Voorraad Energie en klimaat
8 9 10 11 12 13 14
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Sociaal-cultureel kapitaal Voorraad Sociale samenhang en identiteit Voorraad Participatie en ontwikkeling Voorraad Cultuur Voorraad Gezondheid Voorraad Veiligheid Voorraad Woonomgeving Voorraad Onderwijs
16 17 18 19 20 21 22 23
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Economisch kapitaal Voorraad Arbeid Voorraad Investering en rendement Voorraad Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Voorraad Economisch profiel Voorraad Infrastructuur/bereikbaarheid
24 25 26 27 28 29
5
Conclusie
30
BIJLAGE 1
4
41
1 Inleiding/leeswijzer
De Staat van Utrecht 2010 geeft als monitoringinstrument inzicht in de duurzame ontwikkeling van de provincie Utrecht als geheel. Dit is gebaseerd op informatie uit verschillende databronnen. Telos heeft de Staat van Utrecht 2010 geëvalueerd op basis van de robuustheid van de indicatoren en hun normering. De analyse is ingestoken op voorraadniveau. Hierbij is gekeken naar de robuustheid van de informatiebron waarop de indicator is gebaseerd, alsmede naar de maatschappelijke/beleidsmatige onderbouwing van de normering waarmee deze indicator is ingeschaald. De informatiebronnen kunnen worden onderverdeeld naar verschillende soorten informatie: Informatie over fysieke situaties (bv metingen van de vermesting in de natuur, de hoeveelheid/omvang van bedrijventerreinen). Informatie over feitelijk gedragingen/gedragssituaties (bv. de mate van werkloosheid, het aantal ernstige verkeersongevallen, de feitelijke cultuurdeelname). Informatie over meningen, percepties, oordelingen (bv. waardering van het cultuuraanbod, de tevredenheid met de woning of de woonomgeving, onveiligheidsgevoelens). De sterkte/zwakte analyse van de indicatoren is opgebouwd vanuit de bovenstaande typeringen. We streven er in eerste instantie naar om zoveel mogelijk indicatoren te meten op het geobjectiveerde niveau van fysieke of gedragsinformatie. In theorie is het mogelijk om het merendeel van de indicatoren te meten op basis van dat type 'objectieve' informatie. Er zijn slechts enkele uitzonderingen. Dat betreft informatie over meningen van burgers die als zodanig een belangrijk sociaal feit vertegenwoordigen: onveiligheidgevoel, beoordeling eigen gezondheid, beoordeling kwaliteit landschap. Waar indicatoren eigenlijk vragen naar feitelijk gedrag (bv. cultuurdeelname), maar deze indicatoren toch wordt ingevuld aan de hand van subjectieve perceptie-informatie (bv mening over eigen cultuurdeelname) beschouwen we die indicator als van een zwakkere kwaliteit. Daarnaast is het nog mogelijk dat fysieke en/of gedragsindicatoren op (te) indirect meten worden gemeten. Denk aan een inschatting emissies aan de hand van modelmatige afleidingen, gebaseerd op een te klein aantal meetpunten. Ook dan is deze indicator door ons als 'zwak' getypeerd.
4
In de Staat van Utrecht 2010 zijn een fors aantal indicatoren gebaseerd op oordelen/percepties van burgers. De informatiebron voor deze indicatoren is meestal het burgerpanel van de Provincie Utrecht dat is uitgevoerd door MWM2. In het verlengde van de bovenstaande prioritering geniet dat niet de voorkeur. Beter zou het zijn om die informatie te baseren op een meer robuuste regionale datastroom die inzicht geeft in feitelijke gedragsontwikkelingen, waar mogelijk aansluitend bij landelijke datasystemen zoals gehanteerd door het CBS of de planbureaus. In gevallen waarin toch is teruggevallen op het burgerpanel is die informatie simpelweg niet voorhanden. Het betreft een 'second best' optie. Het is aan het beleid om er al dan niet voor te kiezen een meer robuuste regionale datastroom in te richten. Het bovenstaande wil overigens niet zeggen dat het gebruik van een burgerpanel voor een weging van de mening van burgers geen nut zou hebben; de informatie is zeker waardevol als achtergrondinformatie en kan tevens dienen voor diepteanalyses. Interessant is bijvoorbeeld het gegeven dat mensen die het minste last hebben van criminaliteit zich doorgaans toch het meest onveilig voelen. Dit levert extra informatie op over oplossingsrichtingen (zie ondermeer het Sociaal Rapport 2010 dat Telos heeft uitgevoerd in opdracht voor de Provincie Utrecht). De normering van de indicatoren is opgebouwd vanuit een vast stramien dat Telos hanteert. In eerste instantie wordt bezien of er eventueel waarden bestaan die wetenschappelijk zijn gevalideerd. Waar dit niet mogelijk is wordt gekeken naar richtlijnen uit beleidsstukken. Wettelijk gefundeerde richtlijnen hebben daarbij uit de aard der zaak weer een hogere waarde dan beleidsmatige. Als ook dit niet mogelijk is wordt een normering geformuleerd op basis van ontwikkeling in de tijd (bv. Ideaalbeeld = 1990, daar naar terugrekenen met behulp van indexcijfer) of een geografische vergelijking met andere gebieden (bv. Provincie met hoogste score goud, laagste score rood). Als ook dat niet mogelijk is wordt er gezocht naar waarden die aansluiten bij de maatschappelijke consensus, vaak in overleg met de relevante beleidsambtenaar. Deze methode wordt vaak omschreven als „expert judgement‟. Deze laatste normeringstrategie vinden we vooral terug in het sociaal-cultureel kapitaal bij de indicatoren die gebaseerd zijn op beoordelingen afkomstig uit het burgerpanel van de Provincie Utrecht. De normering van de indicatoren maakt dat de Staat van Utrecht een 'beleidsrijk' document wordt. Het haalt de stand van de ontwikkeling enigszins uit de sfeer van wetenschap en techniek en brengt ze in het publieke domein. Dat past bij het feit dat 'duurzame ontwikkeling' uiteindelijk is gebaseerd op een weging van onderlinge belangen. Daarbij past ook een streven om de normering niet louter te baseren op 'expert judgement'. De normering moet op een of andere manier verbonden worden met en geborgd in het publieke debat. Vandaar dat in andere regio's de normering ook wel is doorgenomen met stakeholders. Zeker waar geen robuuste wettelijke, wetenschappelijke of beleidsmatige basis voor normering aanwezig is kan stakeholdersoverleg normeringen voorzien van een alternatieve legitimatiebasis. Bij de Staat van Utrecht is die optie vooralsnog niet gevolgd en is
5
in hoofdzaak terugvallen op provinciaal ambtelijk overleg. Daarbij is wel zoveel als mogelijk geprobeerd de normering te funderen op bredere inzichten (benchmarks, tijdsreeksen, etc.). Informatie daarover is aan te treffen in de factsheets bij de Staat van Utrecht. We komen hier in de conclusie nog op terug.
6
7
2 Ecologisch Kapitaal
8
2.1
Voorraad Bodem en grondwater
Bestrijdingsmiddelen Zware metalen klei, zand en veen
Vermesting klei, zand en veen
Zware metalen akker en weiland Bodemsanering
Vermesting akker en weiland
Kwantiteit grondwater
Bodemdaling
Indicatoren De indicatoren in deze voorraad zijn bijna allemaal gebaseerd op fysieke informatie. De indicatoren in deze voorraad zijn sterk, ze meten de werkelijke situatie in de provincie. Normeringen De normeringen in deze voorraad zijn ontleend aan de Brabantse duurzaamheidbalans. De normeringen die daar zijn gehanteerd zijn getoetst bij Brabantse stakeholders. Dit geldt niet voor de indicator kwantiteit grondwater, deze normering is gebaseerd op het „standstill principe‟. De normeringen van de indicatoren bodemdaling en bodemsanering zijn geënt op het geformuleerde beleid binnen de Provincie Utrecht.
9
2.2
Voorraad Lucht
Knelpuntkilometers luchtkwaliteit
Fijn stof
Luchtkwaliteit landelijk gebied
Indicatoren Deze voorraad is in zijn geheel objectief gemeten, de indicatoren zijn allen gebaseerd op fysieke informatie. De indicatoren in deze voorraad zijn sterk, ze meten de werkelijke situatie in de provincie. Het enige minpunt van deze voorraad is het geringe aantal meetpunten in de provincie. Normeringen De normeringen in deze voorraad zijn ontleend aan ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht.
10
2.3
Voorraad Oppervlaktewater
Ecologische toestand
Chemische toestand
Indicatoren Beide indicatoren in deze voorraad zijn gemeten op basis van fysieke informatie. We concluderen dat de indicatoren in deze voorraad sterk zijn, ze meten de werkelijke situatie in de provincie. Normeringen De normeringen in deze voorraad zijn ontleend aan de (Europese) KRW doelstellingen.
11
2.4
Voorraad Natuur en landschap
Soortenrijkdom graslanden Soortenrijkdom water
Soortenrijkdom heide
Soortenrijkdom moerassen
Soortenrijkdom bos
Soortenrijkdom akkers
Verzuring natuurgebieden
Oppervlakte nieuwe natuur (EHS)
Natuurlijkheid Horizonvervuiling
Indicatoren Deze voorraad is in zijn geheel gemeten op basis van fysieke informatie. We concluderen dat de indicatoren in deze voorraad sterk zijn, ze meten de werkelijke situatie in de provincie. Een update van de data is wel dringend noodzakelijk voor de soortenrijkdom indicatoren, omdat de informatie is verouderd. Normeringen De normeringen in deze voorraad zijn ontleend aan ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht. Alleen voor de indicatoren die het landschap meten zijn de normeringen gebaseerd op een geografische vergelijking.
12
2.5
Voorraad Grondstoffen
Ophoogzand
Klei Beton- en metselzand
Grind
Hergebruik bedrijfsafval
Indicatoren Deze voorraad is in zijn geheel gebaseerd op indicatoren die gemeten zijn op basis van fysieke informatie. Desalniettemin beoordelen we de indicatoren in deze voorraad als zwak. Ze meten dan wel de werkelijke situatie in de provincie, maar de vraag is in hoeverre deze indicatoren nog relevant zijn voor de ecologische situatie in de provincie Utrecht? Normeringen De normeringen in deze voorraad zijn ontleend aan ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht. Alleen voor de indicator hergebruik bedrijfsafval is de normering gebaseerd op een geografische benchmark.
13
2.6
Voorraad Energie en klimaat
Duurzame energie
Broeikaseffect
Energiebesparing
Energielabels
Indicatoren De indicatoren in deze voorraad zijn gemeten op basis van fysieke informatie. De indicatoren in deze voorraad zijn sterk, ze meten de werkelijke situatie in de provincie. De indicator energielabels meet de energiebesparing indirect, we zouden liever het werkelijke energieverbruik van huishoudens meten. Normeringen De normeringen van de indicatoren duurzame energie en energiebesparing zijn gebaseerd op beleidsdoelstellingen van de Provincie Utrecht. Voor de indicator energielabels is de normering gebaseerd op een geografische vergelijking. De normering van de indicator broeikaseffect is gebaseerd op Europees beleid.
14
15
3 Sociaal-cultureel kapitaal
16
3.1
Voorraad Sociale samenhang en identiteit
Contact andere etniciteiten
Arme huishoudens
Sociale uitsluiting
Sociale cohesie
Racisme en discriminatie
Kinderen bij jeugdzorg
Kinderen met delict voor de rechter
Mantelzorgers
Indicatoren Deze voorraad kent veel indicatoren die gebaseerd zijn op beoordelingen. We concluderen dat de indicatoren in deze voorraad veelal zwak zijn. De enige drie objectieve indicatoren in deze voorraad betreft het aantal arme huishoudens, het aantal kinderen in behandeling bij jeugdzorg en het aantal kinderen met delict dat voor de rechter is verschenen. Deze laatste twee richten zich erg sterk op jeugd en zijn derhalve niet breed genoeg ingestoken. De overige indicatoren zijn vrijwel allen afkomstig uit het burgerpanel. Normeringen De normeringen van deze voorraad zijn, met uitzondering van de indicator arme huishoudens, allen ontleend aan ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht. Er is voor deze indicatoren geen geografische of temporele benchmarks beschikbaar om de normeringen te funderen.
17
3.2
Voorraad Participatie en ontwikkeling
Langdurige werkloosheid Opleidingsniveau
Opkomstpercentage verkiezingen Levenlang leren
Vertrouwen in de politiek
Indicatoren De indicatoren in deze voorraad zijn, op vertrouwen in de politiek na, allen gemeten aan de hand van feitelijk gedrag. De indicatoren in deze voorraad wisselen in sterkte. De indicatoren levenlang leren, opkomstpercentage verkiezingen en langdurige werkloosheid zijn allen sterk, ze meten wat we willen meten. Ten slotte is de indicator vertrouwen in de politiek gebaseerd op een algemene stelling in het burgerpanel. Bij de formulering is niet gekeken naar andere vergelijkende (landelijke) enquêtes. Normeringen De normeringen van deze voorraad zijn, met uitzondering van de indicator vertrouwen in de politiek, allen gebaseerd op het Brabantse model, waarbij Brabantse stakeholders de normeringen hebben getoetst. Voor de meeste indicatoren is gebruik gemaakt van een vergelijking in de tijd om een normering te funderen. Voor de indicator vertrouwen in de politiek is een temporele en ruimtelijke vergelijking niet mogelijk geweest.
18
3.3
Voorraad Cultuur
Waardering omvang cultuursector
Omvang cultuursector
Cultuurbezoek
Leesgedrag
Deelname amateurkunst
Indicatoren De indicatoren in deze voorraad zijn veelal zwak. De indicatoren waardering omvang cultuursector, cultuurbezoek en deelname amateurkunst zijn allen afkomstig uit het burgerpanel en daardoor volledig gebaseerd op beoordelingen. Bij de indicator leesgedrag wordt de „nieuwe media‟-component geheel buiten beschouwing gelaten. De omvang van de cultuursector wordt te smal gemeten (enkel musea, bioscopen en theaters). Normeringen De normeringen van deze voorraad zijn, met uitzondering van de omvang cultuursector, allen ontleend aan ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht. Er is voor deze indicatoren geen geografische of temporele vergelijking mogelijk om de normeringen te funderen. De normering voor de omvang van de cultuursector is gebaseerd op een wetenschappelijke benchmark en wordt tevens gebruikt in de Brabantse balans.
19
3.4
Voorraad Gezondheid
Indicatoren De indicatoren in deze voorraad variëren in sterkte. Twee indicatoren zijn gemeten aan de hand van het burgerpanel (spreiding zorgvoorzieningen en geestelijke gezondheid) en drie indicatoren zijn gemeten met behulp van het GGD-panel (sport wekelijks, riskant gedrag en beoordeling eigen gezondheid). Deze vijf indicatoren zijn dus gebaseerd op beoordelingen door burgers. De overige indicatoren zijn gemeten op basis van feitelijk gedrag. De indicator suïcides is voortdurend onderwerp van discussie: “dit is tenminste objectief” versus: “wat zegt deze indicator nu eigenlijk?” Normeringen De normeringen voor de indicatoren uit het burgerpanel zijn gevalideerd door de ambtenaren van de Provincie Utrecht. Voor de overige indicatoren geldt dat de normeringen zijn gebaseerd op het Brabantse model waarbij een geografische en temporele benchmark de normeringen funderen.
20
3.5
Voorraad Veiligheid
Ernstige verkeersongevallen
Overstromingsrisico‟s
Angst voor terrorisme
Slachtoffers vermogensdelicten
Slachtoffers geweldcriminaliteit
Onveiligheidsgevoel
Indicatoren Deze voorraad is voor het grootste deel gemeten op basis van feitelijk gedrag, voor de indicatoren onveiligheidsgevoel en angst voor terrorisme is dat uiteraard anders. De indicatoren in deze voorraad variëren van matig tot sterk, ze meten over het algemeen de werkelijke situatie in de provincie. De indicator overstromingsrisico‟s is grof gemeten (percentage waterkeringen dat voldoet aan de wettelijke veiligheidsnorm, terwijl we hier graag een gedetailleerder beeld zouden hebben van de risico‟s op overstromingen (en eventuele gevolgen). Normeringen De normeringen in deze voorraad zijn voor wat betreft de beoordelingsindicatoren ontleend aan ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht. . De normering van de indicator ernstige verkeersongevallen is gebaseerd op gevoerd beleid binnen de provincie. Voor de indicatoren slachtoffers geweld- en vermogensdelicten is de normering gebaseerd op de Brabantse duurzaamheidbalans, waarbij Brabantse stakeholders de normeringen hebben getoetst.
21
3.6
Voorraad Woonomgeving
Tevredenheid groenvoorzieningen Woningtekort Tevredenheid buurtvoorzieningen
Tevredenheid woning
Historische kenmerkendheid Lichthinder
Aandeel nieuwbouwwoningen
Geurhinder Geluidshinder
Indicatoren Deze voorraad is voor het grootste deel, uit de aard der zaak, gebaseerd op beoordelingen. „Harde‟ indicatoren, gemeten aan de hand van fysieke informatie, betreffen het woningtekort, het aandeel nieuwbouwwoningen en de historische kenmerkendheid. De indicatoren in deze voorraad variëren in sterkte. De „overlast‟-indicatoren zijn allen gemeten met behulp van de peiling milieuhinder van de Provincie Utrecht. De tevredenheid indicatoren zijn afkomstig uit het burgerpanel. Het nadeel van de indicator aandeel nieuwbouwwoningen is de hoge conjunctuurgevoeligheid van deze indicator. Normeringen De normeringen van de indicatoren in deze voorraad zijn voor wat betreft de „harde‟ woonindicatoren en de „overlast‟-indicatoren ontleend aan ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht. Voor de „tevredenheid‟-indicatoren is de normering gebaseerd op de Brabantse duurzaamheidbalans, waarbij Brabantse stakeholders de normeringen hebben getoetst. De normering van de indicator historische kenmerkendheid is gebaseerd op een geografische benchmark.
22
3.7
Voorraad Onderwijs
Spreiding scholen
Jeugdwerkloosheid
Kwaliteit voortgezet onderwijs
Populatiescholen
Voortijdig schoolverlaters Kwaliteit basisonderwijs
Indicatoren De indicatoren in deze voorraad variëren in sterkte. De indicatoren kwaliteit voortgezet onderwijs en kwaliteit basisonderwijs zijn beiden afkomstig uit het burgerpanel en dus gebaseerd op beoordelingen. De overige indicatoren zijn gemeten op basis van feitelijk gedrag. De indicator spreiding scholen zegt iets over het gemiddelde en dus te weinig over de werkelijke spreiding. Er is discussie over wat de indicator populatiescholen (= zwarte scholen) betekent. Normeringen De normeringen van deze voorraad zijn, met uitzondering van de indicator voortijdig schoolverlaters, allen ontleend aan ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht. Er is voor deze indicatoren geen geografische of vergelijking in de tijd mogelijk om de normeringen te funderen.
23
4 Economisch kapitaal
24
4.1
Voorraad Arbeid
Benutting arbeidspotentieel Moeilijk vervulbare vacatures
Ontgroening en vergrijzing
Werkgelegenheidsfunctie
Werkloosheid
Aandeel hoogopgeleiden
Arbeidsongeschiktheid
Indicatoren Deze voorraad is in zijn geheel gemeten op basis van feitelijk gedrag. De indicatoren in deze voorraad zijn sterk. Het enige nadeel van sommige indicatoren is dat de cijfers soms achterlopen op de werkelijkheid (effecten economische crisis komen te laat in beeld). Normeringen De normeringen van de indicatoren in deze voorraad zijn gebaseerd op de Brabantse duurzaamheidbalans en derhalve breed gevalideerd door stakeholders. Veel normeringen zijn gebaseerd op een geografische vergelijking. De normering voor de indicator werkloosheid roept discussie op: frictiewerkloosheid is een goede zaak dus zouden we wellicht een U-verdeling moeten hanteren voor deze normering, zoals bij de indicator leegstand kantoren is gedaan.
25
4.2
Voorraad Investering en rendement
Investeringsniveau
Bedrijven met voldoende rendement
Vertrouwen economie
Indicatoren Deze voorraad kent enkel indicatoren die worden gemeten op basis van beoordelingen. De indicatoren in deze voorraad zijn zwak. Helaas heeft de Kamer van Koophandel een nieuwe meetmethode ontwikkeld die enkel de beoordeling van de veranderingen inventariseert ten opzichte van de vorige periode in plaats van een directe vraagstelling te hanteren voor ondernemers. Dat betekent dat er nu gevraagd wordt naar een inschatting terwijl er in het verleden werd gevraagd naar feitelijk gedrag. Normeringen De normeringen van deze voorraad zijn allen gebaseerd op een geografische benchmark. Het is voor deze indicatoren op dit moment nog niet mogelijk om een vergelijking in de tijd te maken.
26
4.3
Voorraad Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Capaciteit WO en HBO
Leegstand kantoren
Voorraad bedrijventerreinen
Netto/ brutoverhouding
Indicatoren Deze voorraad is in zijn geheel gemeten op basis van fysieke informatie. De indicatoren in deze voorraad variëren van matig tot sterk. De netto/brutoverhouding bedrijventerreinen is een second-best indicator. Liever zouden we hier de Floor-Space Index hanteren, deze is echter (nog) niet beschikbaar voor alle bedrijventerreinen in de provincie Utrecht. Normeringen De normering van de indicator leegstand kantoren is gebaseerd op ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht. De overige vier indicatoren zijn gebaseerd op de Brabantse duurzaamheidbalans en derhalve breed gevalideerd door Brabantse stakeholders. Veel normeringen zijn gebaseerd op een vergelijking in de tijd of een geografische vergelijking. De normering van de indicator voorraad bedrijventerreinen roept discussie op: hoe groot moet de voorraad bedrijventerreinen zijn om als goed te worden beoordeeld? Ook voor deze indicator zou wellicht een U-curve kunnen worden gehanteerd, net als bij de indicator leegstand kantoren.
27
4.4
Voorraad Economisch profiel
BRP per hoofd van de bevolking Creatieve industrie Aandeel starters
Life science
Boeren die meer doen dan wettelijk verplicht
High- en mediumtech werkgelegenheid
Rendement landbouwbedrijven R&D intensiteit
Indicatoren Deze voorraad is in zijn geheel gemeten op basis van gedragsinformatie. We constateren dat de indicatoren in deze voorraad variëren in sterkte. De indicatoren life science en creatieve industrie zijn lastig te meten. Hier speelt, landelijk, een definitie probleem. De overige indicatoren zijn sterk, ze meten de werkelijke situatie in de provincie. Voor de indicator R&D-intensiteit is een update van cijfers nodig. Normeringen De normeringen van de indicatoren uit deze voorraad die lastig meetbaar zijn (landbouw & sectoren) zijn gevalideerd door de ambtenaren van de Provincie Utrecht. De overige indicatoren zijn gebaseerd op de Brabantse duurzaamheidbalans waar geografische benchmarks een rol spelen voor de fundering van de normeringen.
28
4.5
Voorraad Infrastructuur/bereikbaarheid
Filezwaarte
Ontsluiting OV
Modal split
Aantal fietsverplaatsingen
Vervoer water
Indicatoren De indicatoren in deze voorraad zijn gemeten op basis van fysieke informatie en feitelijk gedrag. De indicatoren in deze voorraad variëren in sterkte. De indicatoren vervoer over water en aantal fietsverplaatsingen meten in absolute zin, terwijl een percentage van het totaal gewenst zou zijn. De ontsluiting van de OV wordt zeer indirect gemeten. Normeringen Voor de meeste indicatoren binnen deze voorraad zijn de normeringen gebaseerd op beleidsdoelstellingen van de Provincie Utrecht. Voor de indicator ontsluiting OV geldt dat de normering is ontleend aan ambtelijk overleg binnen de Provincie Utrecht.
29
5 Conclusies en aanbevelingen
5.1
Conclusies
De uitgevoerde SWOT geeft een indruk waar de sterke en waar de zwakke kanten van de Staat van Utrecht zitten. In bijlage 1 worden de resultaten samengevat. Het overall beeld dat resulteert is dat we voor het ecologisch kapitaal beschikken over goede en objectieve indicatoren. Voor een aantal geldt dat een update nodig is. Voor het sociaal-culturele kapitaal geldt dat het merendeel van de indicatoren als zwak/matig te typeren is. Teveel gebaseerd op subjectieve data, gemeten met behulp van het burgerpanel. Daarbij moet wel een onderscheid gemaakt worden tussen de „harde‟ en „zachte‟ kant van het sociaal culturele kapitaal. Waar het gaat om de „hardere‟ kant van sociaal-culturele kapitaal - waarin zaken als wonen en woonomgeving, onderwijs, gezondheid en veiligheid aan de orde komen - zijn de indicatoren over het algemeen beter. Voor de „zachtere‟ kant van het sociaal-culturele kapitaal, waarbij zaken als participatie en sociale samenhang en identiteit in beeld worden gebracht, geldt dat we beschikken over minder goede indicatoren. Voor een deel hangt dit ook samen met de complexiteit van het sociale kapitaal. Voor het economisch kapitaal geldt dat het merendeel van de indicatoren als objectief en sterk bestempeld kan worden. De zwakste indicatoren betreffen degene die subjectief gemeten worden als gevolg van een wijziging in de manier waarop de data verzameld worden (investeringen en rendement) en waarvoor nog geen tijdsreeks beschikbaar is. Wat betreft de normering kan vastgesteld worden dat hier nog een duidelijke slag gemaakt moet worden. Dit traject is nog niet (volledig) afgemaakt. Waarmee overigens niet gezegd is dat de normen zoals die gehanteerd zijn niet adequaat zouden zijn, integendeel. Echter de kracht van de normering zit hem in het feit dat deze onderwerp zijn geweest van intern en extern debat. Ze zijn de explicitering, concretisering van de ambities. 5.2
Aanbevelingen
Wat kan de provincie Utrecht op basis van de hiervoor uitgevoerde SWOT doen om de rol van de Staat van Utrecht als strategische monitor verder te versterken. Hieronder formuleren we een reeks van aanbevelingen die we clusteren in drie groepen: proces, inhoud en strategie
30
Proces 1.
Ben niet te krampachtig om te debatteren over de uitkomsten van de Staat van Utrecht en het onderliggende systeem van eisen/ambities en normen. De kracht van het model zit hem in belangrijke mate in de transparantie. Het maakt helder welke ambities de provincie Utrecht als geografisch gebied en de provincie als gebiedsautoriteit nastreeft en met welke resultaten men tevreden is. De transparantie nodigt uit tot debat, beter verplicht tot debat. Niemand (politiek, partners in maatschappelijk veld) kan in principe onverschillig zijn ten opzichte van de onderliggende eisen/ambities en normen.
2.
Bij het aangaan van het debat is het van belang een onderscheid te maken tussen het debat over de inhoud van de normen en de wijze waarop ze tot stand zijn gekomen. Mensen hebben de neiging zich te verschuilen door vooral te willen praten over de totstandkoming van de normen - ze zijn niet van mij want ik heb er niet over mee kunnen c.q. mogen praten - en niet over de normen zelf. Maak om te beginnen helder hoe je als provincie het proces van meepraten c.q. meebeslissen over de eisen/ambities en normen georganiseerd hebt c.q. gaat organiseren, maar vraag tegelijkertijd je gesprekspartners zowel binnen als buiten de provinciale organisatie zich expliciet uit te spreken over de ambities en normen.
3.
Voor de totstandkoming van de Staat van Utrecht 2010 was een proces van consultatie van alle relevante geledingen binnen de provinciale organisatie afgesproken, alvorens het gesprek met de buitenwereld te voeren. Daarbij was de procesgang voorzien zoals in figuur 1 weergegeven. Achteraf kan geconcludeerd worden dat de discussie in het provinciehuis ergens is blijven steken tussen afdelings-/directieniveau en GS. We stellen voor om het in gang gezette proces alsnog af te maken. De verkiezingen en het feit dat deze geresulteerd hebben in een veranderde samenstelling van Provinciale Staten en daarmee samenhangend een nieuw College van Gedeputeerde Staten biedt de mogelijkheid om beide gremia te verbinden aan de Staat van Utrecht en de onderliggende ambities. Het resultaat van deze exercitie is een gevalideerd systeem van eisen/ambities en normen. Tegelijkertijd wordt ook inzichtelijk welke eisen/normen betwist worden.
4.
Voor het noodzakelijke draagvlak is het van belang dat niet alleen de discussie gevoerd wordt in het eigen Provinciehuis, maar dat ook gesprokken wordt met het maatschappelijk veld. Wij stellen voor dit debat te starten met de maatschappelijke partners die meewerken aan de agenda van Utrecht 2040. Immers deze partijen hebben zich nadrukkelijk verbonden met en willen verantwoordelijkheid nemen voor de realisatie van de Agenda van Utrecht 2040. Daarbij zijn verschillende aanpakken denkbaar:
31
a.
32
Laat partners zich met name uitspreken over de betwiste eisen en normen (uitkomst van het interne proces). Vraag partners vooral te reageren over die onderwerpen waar ze belang bij hebben en waarover ze vanuit de eigen inhoudelijke deskundigheid ook iets kunnen en willen zeggen. Geef partners de ruimte om over ieder gewenst onderwerp uit de staat van Utrecht iets te zeggen. Beperk je daarbij wel tot de hoofdlijnen. Dus wel iets over de eisen/ambities maar niet over de normen.
Telos doet inhoudelijke voorzet
Feedback van provinciale deskundigen
Feedback wordt verwerkt door Telos
Resultaten worden teruggelegd voor discussie op afdelings-/directieniveau
uitkomst van discussie wordt besproken met verantwoordelijke gedeputeerde
Staat van Utrecht 2010 gereed
Discussie met PS over uitkomsten, ambities en normen
Discussie met maatschappelijk veld
Aanpassing van systeem van eisen en normen naar aanleiding van discussies
Inhoud 5.
Cruciaal in de Staat van Utrecht is de vraag of we de goede dingen meten en zo ja of we dit op de goede manier doen. Het is goed deze twee zaken uit elkaar te houden. De SWOT heeft zich vooral op het tweede onderwerp gericht: meten we de dingen die we moeten weten op de goede manier. Discussiepunten zitten waar het gaat om de vraag of
33
we de goede dingen meten met name in het sociaal culturele kapitaal en in het bijzonder de voorraad cultuur. Dit betreft een van de moeilijkste zaken die we in de Staat van Utrecht aan de orde stellen. We focussen nu vooral om het gebruik van voorzieningen en hebben niet of nauwelijks over de vraagstukken met betrekking tot identiteit/diversiteit. Daarnaast bestaat de neiging in het sociaal culturele kapitaal vooral te kijken naar zaken waar de provinciale overheid invloed op heeft (jeugd, voorzieningenbeleid). Zeker tegen de achtergrond van de provinciale kerntakendiscussie een meer dan begrijpelijke reflex. Echter, het kan niet genoeg benadrukt worden, de Staat van Utrecht is een monitor die in beeld brengt hoe het geografisch gebied Utrecht er voor staat vanuit het perspectief van duurzame ontwikkeling. Ons voorstel is om nog eens kritisch naar het sociaal culturele kapitaal te kijken en daarbij met name ook de inzichten uit het door Telos geschreven sociale rapport te verwerken. In het sociale domein speelt sterk het vraagstuk van spreiding over doelgroepen (jong, oud, allochtoon. Vrouwen, gehandicapten, homosexualiteit). Voor een deel wordt deze behoefte ondervangen door het Sociaal Rapport. Daarnaast bestaat er ook behoefte om te differentiëren naar geografische gebieden. Utrecht is geen homogeen gebied: er bestaan duidelijke verschillen tussen stedelijk gebied en landelijk gebied maar ook tussen landelijke gebieden. De behoefte om die verschillen inzichtelijk te maken kunnen voor een deel gerealiseerd worden in de ideeën die leven voor het ontwikkelen van een infrastructuur voor gemeentelijke Staten van …… naar analogie van de Staat van Utrecht. 6.
Soms meten we de dingen die we moeten weten niet op de goede manier. De SWOT maakt helder waar de zwakke punten zitten. Het verdient aanbeveling om de uitkomsten van de SWOT voor te leggen aan de inhoudelijke deskundigen binnen de verschillende afdelingen. Daarbij is aan de orde: Of men zich herkent in de door ons gemaakte SWOT; Waar de prioriteit ligt als het gaat om het vervangen van de indicatoren; Of men zelf suggesties heeft voor andere indicatoren. Zelf hebben we in ieder geval een aantal verbetervoorstellen: a. Voor een aantal onderdelen moeten we op zoek naar betere indicatoren. Een van de gegevensbronnen is Tijdsbestedingsonderzoek. TBO, ook wel tijdbudgetonderzoek, is onderzoek waarbij respondenten gevraagd wordt een dagboek bij te houden waarin per tijdseenheid de dominante activiteit wordt geregistreerd. Probleem bij TBO is dat de gegevens landelijk verzameld worden. Door de relatief beperkte omvang van de steekproef is het niet mogelijk om verbijzonderingen te maken naar het provinciale niveau. Door het ophogen van de steekproef echter is het mogelijk om wel tot regionale verbijzonderingen te komen. Op deze wijze kunnen objectieve gegevens
34
verzameld worden die nu vooral met het burgerpanel verzameld worden en die gekenmerkt worden door een grote mate van subjectiviteit. We stellen voor om deze optie verder uit te werken. Daarbij gaat het om vragen als wat zijn de mogelijkheden voor de provincie om in te stromen, welke kosten zijn daarmee gemoeid, op welk moment is instroom mogelijk, welke indicatoren kunnen daarmee vervangen worden c.q. welke andere kunnen worden toegevoegd etc. Daarnaast geldt dat deze gegevens ook buitengewoon interessant zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Een te onderzoeken optie is of de provincie zou kunnen investeren in de aanschaf van een provinciale dataset en de Universiteit van Utrecht, al dan niet in samenwerking met die van Tilburg, een of meerdere promovendi zou kunnen leveren die relevant onderzoek zouden kunnen doen op basis van deze dataset. Daarbij gaat het niet om onderzoek dat rechtstreeks toeleverend is aan de Staat van Utrecht. Dat zou zondermeer onderzocht moeten worden en dat mag niet afhankelijk zijn van een promotieonderzoek, maar het gaat vooral om onderzoek over (beleidsrelevante) sociale ontwikkelingen in de provincie Utrecht. Op deze wijze wordt de dataset productiever gebruikt en wordt er een verbinding gelegd tussen de informatiebehoeften van de provincie en de kennis van de Universiteit van Utrecht. Een tweede optie is dat de provincie Noord-Brabant een soortgelijke aanschaf onderneemt waardoor het niet alleen mogelijk is om de informatievoorziening voor de Brabantse Duurzaamheidbalans en de Utrechtse Staat van Utrecht te verbeteren, maar tegelijkertijd de beide regio‟s te vergelijken. b.
Permanente update van de Staat van Utrecht waardoor het een levende monitor wordt. Dit kan om verschillende redenen zinvol kan zijn: Om bijvoorbeeld in het kader van de ontwikkeling van de Strategische Agenda Utrecht 2040 of in het kader van een midterm review van het nieuwe provinciale bestuursakkoord een tussentijds beeld te kunnen geven of Utrecht op koers ligt. Omdat er nieuwe, recentere informatie beschikbaar komt. In de Staat van Utrecht proberen we altijd zoveel mogelijk gebruik te maken van de meest recente gegevens, desalniettemin worden we soms gedwongen om relatief verouderde gegevens te gebruiken omdat geen recentere beschikbaar zijn. De SWOT laat dit ook zien. Daarnaast komen van een groot aantal indicatoren jaarlijks en van sommige zelfs maandelijks of per kwartaal nieuwe gegevens beschikbaar. Doordat we
35
c.
inmiddels beschikken over nieuwe software zijn we én in staat de Staat van Utrecht meer up-to-date te houden en daar met relatief geringere inspanning over te rapporteren. De actuele informatie kan via onze website geraadpleegd worden. Daarnaast kan met de provincie afgesproken worden om met een vaste regelmaat (jaarlijks, halfjaarlijks, per kwartaal) een actuele rapportage van de stand van zaken op te nemen. Kijk of je aansluiting kunt vinden bij een aantal gemeentelijke burgerpanels. Gebruik die informatie om je informatievoorziening kwantitatief te verbeteren (meer waarnemingen, wellicht beter gespreid). Kijk of het mogelijk is om een deel van de vragen die je wilt voorleggen aan burgers via deze panels kunt laten lopen. Tegelijkertijd betrek je gemeenten bij de Staat van Utrecht.
Strategie 7.
36
De Staat van Utrecht vormt in feite de basis voor de nulmeting van de strategische agenda Utrecht op weg naar 2040. Met enige aanpassing zou de Staat ook de basis kunnen vormen als de nulmeting van het nieuwe in wording zijnde Utrechtse Bestuursakkoord. Een dergelijke vorm van nulmeting en verankering in beleids- en begrotingscyclus past in een overheidsbreed (rijk, provincie, gemeenten) gevoelde behoefte om beter zicht te krijgen op de effecten en effectiviteit van het gevoerde overheidsbeleid en in het verlengde daarvan te komen tot een betere beleidsverantwoording richting samenleving. Op het niveau van de rijksoverheid staat dit streven ook wel bekend als de VBTB operatie: Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording. Hiermee samenhangend is er het streven om te komen tot SMART geformuleerd beleid, dat wil zeggen tot beleid dat Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Tijdsgebonden en Realistisch is. Een SMART geformuleerde doelstelling is richtinggevend: het geeft aan wat je wilt bereiken en stuurt daarmee het gedrag van de organisatie. Bovendien wordt aangegeven welke resultaten wanneer moeten worden bereikt. Door een doelstelling SMART te formuleren, zo is de redenering, is de kans groter dat er in de praktijk iets van terecht komt. De praktijk laat zien dat er op het punt van het meetbaar maken van het beleid en de te verwachten effecten inmiddels wel de nodige stappen zijn gezet. Tegelijkertijd moet ook vastgesteld worden dat er op dit punt nog het nodige te verbeteren valt (zie in meer algemene zin ook de Volkskrant van 18 februari jl. waarin de provinciale Rekenkamers aangeven dat vaak de doelstellingen van het provinciale beleid niet helder zijn geformuleerd). Het begin van een nieuwe beleidsperiode is het uitgelezen moment om wederom een aantal stappen te zetten in het meer SMART maken van het provinciale beleid. De Staat van Utrecht biedt hiervoor een goed vertrekpunt.
8.
In het verlengde van het bovenstaande punt zou ook bekeken kunnen worden of het stelsel van doelen/ambities/eisen/indicatoren en normen uit de Staat van Utrecht geïntegreerd zouden kunnen worden in de provinciale begroting. Op deze wijze is de Staat van Utrecht niet alleen ondersteunend als strategische monitor maar speelt ze ook een rol in de ondersteuning van het meer dagelijkse, korte termijn beleidsvoorbereidings- en verantwoordingsproces. Daarmee wordt de positie van de Staat van Utrecht in de provinciale organisatie verder versterkt. Daarmee wordt, voor zover nog aan de orde, een vrijblijvende opstelling van directies en afdelingen ten opzichte van de Staat van Utrecht de kop in gedrukt.
9.
Om te komen tot een meer SMART geformuleerd beleid en in het verlengde daarvan van een helder indicatorensysteem om de mate van doelbereik in kaart te kunnen brengen (à la de Staat van Utrecht) is een heldere probleemanalyse een onontbeerlijke stap. Met behulp van een dergelijke probleemanalyse wordt inzicht verkregen in: het beleidsprobleem; de argumenten om iets aan het probleem te doen (nut en noodzaak van de interventie); de SMART geformuleerde doelstellingen. 1
In onderstaand schema een aantal vragen geformuleerd die behulpzaam kunnen zijn bij het maken van de probleemanalyse en de het formuleren van SMART doelstellingen.
_______________________________________________________________________________________________ 1
Dit schema is opgenomen in het Handboek ToDO en is ontleend aan de “Handreiking Evaluatieonderzoek ex ante” van het ministerie van Financiën.
37
Schema: Uitvoering van een probleem- en doelstellingenanalyse Fasen
Vragen
1. Oriëntatie op het probleem
2. Inventarisatie randvoorwaarden
3. Situatie bij ongewijzigd beleid (nulsituatie)
4. Gewenste situatie
Wat is de gewenste situatie?
(1-situatie)
A. Wat is het probleem?
A. Zijn eerder doelstellingen vastgesteld?
Wat is de huidige situatie plus de ontwikkeling daarvan in de tijd bij ongewijzigd beleid?
B. Wiens probleem is het?
B. Is er beleid van een hogere instantie (Rijk, EU, etc.)?
C. Hoe is het op de politieke agenda gekomen?
C. Is er beleid en activiteiten van nevengestelde organisaties (gemeenten)
De beschrijving van de kloof tussen de huidige en de gewenste situatie vormt de concretisering van een beleidsprobleem in SMART geformuleerde beleidsdoelstellingen
D. Wie zijn de relevante actoren?
D. Wat is de politieke en sociale omgeving?
E. Wat zijn de belangen of posities? F. wat of hoe wordt het probleem veroorzaakt? G. Welke oplossingen zijn aangedragen?
E. Wat zijn de beschikbare middelen?
H. Wat is de reikwijdte (ruimtelijk en tijd) van het probleem?
In een beleidsproces zoals hierboven weergegeven kan de Staat van Utrecht scan, die er op gericht is de bedoelde en onbedoelde effecten van voorgenomen beleid in kaart te brengen, uitstekend geïntegreerd worden. 10. In het kader van de discussie over het moderne middenbestuur komt de commissie Lodders tot de conclusie dat de provincies de bestuurslaag
38
vormen die de volle verantwoordelijkheid zou moeten krijgen en nemen voor het bovenlokale en regionale ruimtelijk-economisch beleid inclusief cultuur oftewel voor het regionale omgevingsbeleid. Dit vraagt van de provincie een goed feitelijk inzicht in wat er zich op provinciaal en lokaal niveau aan ontwikkelingen afspelen. De Staat van Utrecht en de eventueel daaraan gekoppelde lokale Staten van …… bieden hiertoe een uitstekende infrastructuur en versterken de positie van de provincie in de door de door de commissie Lodders aangegeven en gewenste richting.
39
Bijlage 1
40
BIJLAGE 1
41
Balans: Staat van Utrecht 2010
42
Normering
Soort
Sterkte/Zwakte indicator
Zware metalen akker en weiland
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Vermesting klei, zand en veen
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Bodem/grondwater
Bestrijdingsmiddelen
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Bodem/grondwater
Zware metalen klei, zand en veen
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Bodem/grondwater
Bodemsanering
Provincie Utrecht Provincie Utrecht beleidsdoelstelling
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Bodem/grondwater
Vermesting akker en weiland
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Bodem/grondwater
Bodemdaling
Subjectief
Matig
Ecologisch kapitaal
Bodem/grondwater
Kwantiteit grondwater
Provincie Utrecht Provincie Utrecht beleidsdoelstelling Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Matig
Ecologisch kapitaal
Lucht
Knelpuntkilometers luchtkwaliteit
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Lucht
Fijn stof
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Lucht
Luchtkwaliteit landelijk gebied
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Oppervlaktewater
Ecologische toestand
Provincie Utrecht - KRW doelen
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Oppervlaktewater
Chemische toestand
Provincie Utrecht - KRW-doelen
Objectief
Sterk
Gebaseerd op KRW-doelen
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Soortenrijkdom bos
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Wel een update nodig van de data!
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Soortenrijkdom heide
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Wel een update nodig van de data!
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Soortenrijkdom graslanden
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Wel een update nodig van de data!
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Soortenrijkdom water
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Wel een update nodig van de data!
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Soortenrijkdom moerassen
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Wel een update nodig van de data!
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Soortenrijkdom akkers
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Wel een update nodig van de data!
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Natuurlijkheid
Landelijk
Objectief
Sterk
Deze indicator verandert amper over de tijd
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Horizonvervuiling
Landelijk
Objectief
Sterk
Deze indicator verandert amper over de tijd
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Oppervlakte nieuwe natuur (EHS)
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Natuur en landschap
Verzuring natuurgebieden
Objectief
Sterk
Ecologisch kapitaal
Grondstoffen
Beton- en metselzand
Objectief
Zwak
Indicator meet niet wat we willen weten
Ecologisch kapitaal
Grondstoffen
Ophoogzand
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Zwak
Indicator meet niet wat we willen weten
Kapitaal
Voorraad
Indicator
Ecologisch kapitaal
Bodem/grondwater
Ecologisch kapitaal
Bodem/grondwater
Ecologisch kapitaal
Opmerkingen
Nog onbekend, maar duidelijk een probleem in Utrecht
Gebaseerd op KRW-doelen
Ecologisch kapitaal
Grondstoffen
Klei
Ecologisch kapitaal
Grondstoffen
Grind
Ecologisch kapitaal
Grondstoffen
Hergebruik bedrijfsafval
Ecologisch kapitaal
Energie en klimaat
Broeikaseffect
Ecologisch kapitaal
Energie en klimaat
Duurzame energie
Ecologisch kapitaal
Energie en klimaat
Energiebesparing
Ecologisch kapitaal
Energielabels woningen
Sociaal-cultureel kapitaal
Energie en klimaat Sociale samenhang en identiteit Sociale samenhang en identiteit Sociale samenhang en identiteit Sociale samenhang en identiteit Sociale samenhang en identiteit Sociale samenhang en identiteit Sociale samenhang en identiteit Sociale samenhang en identiteit
Sociaal-cultureel kapitaal
Participatie en ontwikkeling
Langdurige werkloosheid
Sociaal-cultureel kapitaal
Participatie en ontwikkeling
Opleidingsniveau
Sociaal-cultureel kapitaal
Participatie en ontwikkeling
Opkomstpercentage verkiezingen
Sociaal-cultureel kapitaal
Participatie en ontwikkeling
Vertrouwen in de politiek
Sociaal-cultureel kapitaal
Participatie en ontwikkeling
Levenlang leren
Sociaal-cultureel kapitaal
Cultuur
Sociaal-cultureel kapitaal
Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Zwak
Indicator meet niet wat we willen weten
Objectief
Zwak
Indicator meet niet wat we willen weten
Objectief
Sterk
Landelijk Provincie Utrecht beleidsdoelstelling Provincie Utrecht beleidsdoelstelling Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Objectief
Sterk
Hier meten we het werkelijke duurzame energiegebruik
Objectief
Sterk
Hier meten we de werkelijke besparing
Objectief
Matig
We willen liever het werkelijke verbruik meten
Subjectief
Zwak
Burgerpanel
Arme huishoudens
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Contact andere etniciteiten
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Burgerpanel
Sociale cohesie
Provincie Utrecht
Subjectief
Matig
Burgerpanel
Racisme en discriminatie
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Burgerpanel
Kinderen met delict voor rechter
Provincie Utrecht
Objectief
Zwak
Enkel op jeugd gericht
Mantelzorgers
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Burgerpanel
Kinderen bij jeugdzorg
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Zwak
Enkel op jeugd gericht
Objectief
Sterk
Objectief
Matig
Objectief
Sterk
Subjectief
Zwak
Objectief
Sterk
Omvang cultuursector
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Zwak
Alleen bioscopen, musea, theater in het bestand
Cultuur
Waardering omvang cultuursector
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Burgerpanel
Sociaal-cultureel kapitaal
Cultuur
Cultuurbezoek
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Burgerpanel
Sociaal-cultureel kapitaal
Cultuur
Deelname amateurkunst
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Burgerpanel
Sociaal-cultureel kapitaal
Cultuur
Leesgedrag
Provincie Utrecht
Objectief
Matig
Nieuwe media-component ontbreekt
Sociaal-cultureel kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal
Sociale uitsluiting
Meer differentiatie gewenst
Burgerpanel
43
Sociaal-cultureel kapitaal
Gezondheid
Geestelijke gezondheid
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Sociaal-cultureel kapitaal
Gezondheid
Chronisch zieken
Objectief
Sterk
Sociaal-cultureel kapitaal
Gezondheid
Wachtenden verpleging en verzorging
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Wel een update nodig van de data!
Sociaal-cultureel kapitaal
Gezondheid
Spreiding zorgvoorzieningen
Subjectief
Matig
Burgerpanel
Sociaal-cultureel kapitaal
Gezondheid
Sport wekelijks
Subjectief
Matig
GGD-panel
Sociaal-cultureel kapitaal
Gezondheid
Riskant gedrag
Subjectief
Matig
Sociaal-cultureel kapitaal
Gezondheid
Suicides
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Matig
GGD-panel Altijd discussie over deze indicator, wat zegt het nu precies?
Sociaal-cultureel kapitaal
Gezondheid
Beoordeling eigen gezondheid
Subjectief
Matig
Sociaal-cultureel kapitaal
Gezondheid
Huisartsen
Objectief
Matig
Sociaal-cultureel kapitaal
Veiligheid
Slachtoffers geweldcriminaliteit
Objectief
Sterk
Sociaal-cultureel kapitaal
Veiligheid
Slachtoffers vermogendelicten
Objectief
Sterk
Sociaal-cultureel kapitaal
Veiligheid
Ernstige verkeersongevallen
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Provincie Utrecht beleidsdoelstelling
Objectief
Sterk
Sociaal-cultureel kapitaal
Veiligheid
Overstromingsrisico's
Provincie Utrecht
Objectief
Matig
Te grof gemeten
Sociaal-cultureel kapitaal
Veiligheid
Angst voor terrorisme
Provincie Utrecht
Subjectief
Matig
Burgerpanel
Sociaal-cultureel kapitaal
Veiligheid
Onveiligheidsgevoel
Subjectief
Matig
Sociale monitor
Sociaal-cultureel kapitaal
Woonomgeving
Tevredenheid woning
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Subjectief
Matig
Sociaal-cultureel kapitaal
Woonomgeving
Woningtekort
Objectief
Sterk
Sociaal-cultureel kapitaal
Woonomgeving
Tevredenheid groenvoorzieningen
Subjectief
Matig
Burgerpanel
Sociaal-cultureel kapitaal
Woonomgeving
Tevredenheid buurtvoorzieningen
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Burgerpanel
Sociaal-cultureel kapitaal
Woonomgeving
Historische kenmerkendheid
Landelijk
Objectief
Sterk
Deze indicator verandert amper over de tijd
Sociaal-cultureel kapitaal
Woonomgeving
Aandeel nieuwbouwwoningen
Provincie Utrecht
Objectief
Matig
Zeer conjuctuurafhankelijk
Sociaal-cultureel kapitaal
Woonomgeving
Geluidshinder
Subjectief
Matig
Peiling milieuhinder provincie Utrecht
Sociaal-cultureel kapitaal
Woonomgeving
Geurhinder
Provincie Utrecht Provincie Utrecht beleidsdoelstelling
Subjectief
Matig
Peiling milieuhinder provincie Utrecht
44
Burgerpanel
GGD-panel Gemiddelde, zegt weinig over spreiding en dat willen we weten
Sociaal-cultureel kapitaal
Woonomgeving
Lichthinder
Subjectief
Matig
Jeugdwerkloosheid
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Sociaal-cultureel kapitaal
Onderwijs
Sociaal-cultureel kapitaal
Objectief
Sterk
Onderwijs
Aantal scholen
Provincie Utrecht
Objectief
Matig
Gemiddelde, zegt weinig over spreiding en dat willen we weten
Sociaal-cultureel kapitaal
Onderwijs
Kwaliteit voortgezet onderwijs
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Burgerpanel
Sociaal-cultureel kapitaal
Onderwijs
Voortijdig schoolverlaters
Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Sociaal-cultureel kapitaal
Onderwijs
Kwaliteit basisonderwijs
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Sociaal-cultureel kapitaal
Onderwijs
Populatiescholen
Objectief
Matig
Economisch kapitaal
Arbeid
Werkgelegenheidsfunctie
Objectief
Sterk
Economisch kapitaal
Arbeid
Benutting arbeidspotentieel
Objectief
Sterk
Economisch kapitaal
Arbeid
Moeilijk vervulbare vacatures
Objectief
Sterk
Economisch kapitaal
Arbeid
Ontgroening en vergrijzing
Objectief
Sterk
Economisch kapitaal
Arbeid
Werkloosheid
Objectief
Sterk
Economisch kapitaal
Arbeid
Arbeidsongeschiktheid
Objectief
Sterk
Economisch kapitaal
Arbeid
Aandeel hoogopgeleiden
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Sterk
Economisch kapitaal
Investering en rendement
Investeringsniveau
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Zeer conjuctuurafhankelijk
Economisch kapitaal
Investering en rendement
Bedrijven met voldoende rendement
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Zeer conjuctuurafhankelijk
Economisch kapitaal
Vertrouwen economie
Provincie Utrecht
Subjectief
Zwak
Zeer conjuctuurafhankelijk
Leegstand kantoren
Sterk
Objectief
Sterk
Objectief
Matig
Te grof, Floor-Space Index is beter
Voorraad bedrijventerreinen
Objectief
Matig
Complexe meetwijze
Economisch kapitaal
Economisch profiel
Aandeel starters
Objectief
Sterk
Economisch kapitaal
Economisch profiel
BRP per hoofd van de bevolking
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Economisch kapitaal
Investering en rendement Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Objectief
Sterk
Economisch kapitaal
Economisch profiel
Creatieve industrie
Provincie Utrecht
Objectief
Matig
Definitie sector is onduidelijk
Economisch kapitaal
Economisch profiel
Life science
Provincie Utrecht
Objectief
Matig
Definitie sector is onduidelijk
Economisch kapitaal Economisch kapitaal Economisch kapitaal
Capaciteit WO en HBO Netto/brutoverhouding
Peiling milieuhinder provincie Utrecht
Onduidelijk waar deze indicator thuishoort
45
46
Economisch kapitaal
Economisch profiel
Boeren die meer doen dan wettelijk verplicht
Economisch kapitaal
Economisch profiel
Rendement landbouwbedrijven
Economisch kapitaal
Economisch profiel
R&D intensiteit
Economisch kapitaal
Economisch profiel
High en medium tech werkgelegenheid
Economisch kapitaal
Infrastructuur/bereikbaarheid
Onsluiting OV
Economisch kapitaal
Infrastructuur/bereikbaarheid
Filezwaarte
Economisch kapitaal
Infrastructuur/bereikbaarheid
Modal split
Economisch kapitaal
Infrastructuur/bereikbaarheid
Vervoer water
Economisch kapitaal
Infrastructuur/bereikbaarheid
Aantal fietsverplaatsingen
Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht Overgenomen door Provincie Utrecht
Objectief
Matig
Verbredingsactiviteiten landbouw, lastig meetbaar
Objectief
Zwak
Indirect gemeten
Objectief
Sterk
Wel een update nodig van de data!
Objectief
Sterk
Provincie Utrecht Provincie Utrecht beleidsdoelstelling Provincie Utrecht beleidsdoelstelling
Objectief
Zwak
Objectief
Sterk
Objectief
Sterk
Deze indicator verandert amper over de tijd
Provincie Utrecht Provincie Utrecht beleidsdoelstelling
Objectief
Matig
Absoluut gemeten, we willen percentage
Objectief
Matig
Absoluut gemeten, we willen percentage
Indirect gemeten